Een asymmetrisch gelaat door torticollis bij 2 jonge kinderen · Bij het lichamelijk onderzoek van...
Transcript of Een asymmetrisch gelaat door torticollis bij 2 jonge kinderen · Bij het lichamelijk onderzoek van...
2605Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 25 november;150(47)
Een torticollis bij een kind kan meerdere oorzaken hebben.
Vroege herkenning van het onderliggend lijden is van groot
belang, aangezien het uitblijven van een adequate behande-
ling irreversibele gevolgen heeft.
In dit artikel beschrijven wij 2 casussen. Bij casus 1 was
de behandeling laat gestart waardoor een blijvende asym-
metrie van het gelaat is ontstaan. Aan de hand van deze
casus bespreken wij de diagnostiek en de behandeling van
een kind met een torticollis.
ziektegeschiedenissen
Patiënt A, een 4-jarig meisje, zagen wij op de polikliniek
Orthopedie in verband met een toenemende scheefstand
van het hoofd. Volgens de moeder was tijdens de bevalling
fors gemanipuleerd met het hoofd en de schouder. Na enkele
weken werd een scheefstand van het hoofd bemerkt. De
huisarts had het kind verwezen naar een fysiotherapeut en
een orthomanueel therapeut, die regelmatig bewegings-
oefeningen toepasten. Na 1 jaar was deze behandeling ge-
staakt.
Wij zagen een meisje met een torticollis. Anamnestisch
was er overdag geen pijn. Bij het slapen in een verkeerde
houding werd patiëntje echter wakker met pijn in de hals.
Bij lichamelijk onderzoek zagen wij een evidente scheef-
stand van het hoofd. In het aangezichtsvlak had het meisje
in neutrale houding ruim 20 graden scheefstand (figuur 1a).
Hierbij viel op dat het linker oog hoger stond dan het rech-
ter oog. Tevens was de as van de oogspleet gekanteld ten
opzichte van de andere zijde (zie figuur 1b).
In het axiale vlak was er in neutrale houding een rotatie-
stand van 25 graden naar links te zien (figuur 2). Hierbij
werd een vervorming van de schedel (plagiocefalie) gezien
(zie figuur 2). Bij actieve rotatie van het hoofd naar rechts
werd een duidelijke beperking geconstateerd. Hierbij span-
de de M. sternocleidomastoideus zich abnormaal aan en
werd de rechter schouder compensatoir opgeheven (figuur
3a). De rotatie naar links was ongestoord en niet pijnlijk
(zie figuur 3b). Bij palpatie werd een vast elastische zwelling
gevoeld in de rechter M. sternocleidomastoideus.
Het aanvullende röntgenonderzoek van de hals liet geen
ossale afwijkingen zien. De diagnose ‘torticollis op basis
van een verkorte M. sternocleidomastoideus’ werd gesteld.
Het kind werd operatief behandeld middels een bipolai-
re incisie van de rechter M. sternocleidomastoideus bij
de proximale aanhechting op het mastoïd en de distale aan-
hechtingen op het sternum en de clavicula. Patiëntje werd
gedurende 6 weken nabehandeld met een orthese, waarbij
het hoofd in een rechte stand werd gehouden. Ruim een
halfjaar na deze behandeling was de stand van het hoofd
normaal, evenals de beweeglijkheid. De vorm van het hoofd
was echter nog asymmetrisch. Ook de eerder beschreven
asymmetrie van het gelaat persisteerde.
Patiënt B, een 8 maanden oud meisje, werd gezien op de
polikliniek Orthopedie met een scheefstand van het hoofd.
De zwangerschap was gecompliceerd door een vroege intra-
uteriene bloeding en een vroege indaling. Bij de bevalling
vonden geen bijzonderheden plaats. Ruim 4 weken na de
geboorte ontdekte de moeder asymmetrische rotaties van
de hals. Via de huisarts was gestart met fysiotherapie. Een
halfjaar later was er nog steeds een bewegingsbeperking
van de hals.
Bij lichamelijk onderzoek zagen wij dat het kind het
grootste deel van de tijd naar links keek. Het gelaat vertoon-
de geen asymmetrie. Bij actief en passief bewegen was de
casuïstische mededelingen
Een asymmetrisch gelaat door torticollis bij 2 jonge kinderen
M.Holla, E.de Visser en J.W.M.Gardeniers
Bij 2 meisjes in de leeftijd van 4 jaar respectievelijk 8 maanden was enkele weken na hun geboorte scheefstand van het hoofd ontdekt. Bewegingsoefeningen die daarop waren toegepast gedurende 1 res-pectievelijk 0,5 jaar hadden onvoldoende resultaat. Beiden waren daarop verwezen naar de polikliniek Orthopedie, waar men een verkorte M. sternocleidomastoideus diagnosticeerde en ook een asym-metrisch gelaat. De verkorte spier werd chirurgisch gekliefd. Ruim een halfjaar daarna was het gelaat van het oudste kind nog asymmetrisch, terwijl dat van het jongste kind symmetrisch was. Het verdient aanbeveling om bij kinderen met een torticollis op basis van een verkorte M. sternocleidomastoideus te starten met strekoefeningen onder leiding van een fysiotherapeut. Bij onvoldoende resultaat op 1-jarige leeftijd kan een orthopedisch chirurg de spier klieven.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2605-9
Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Orthopedische Chirur-gie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.Hr.M.Holla en hr.dr.E.de Visser, assistent-geneeskundigen; hr.dr.J.W.M.Gardeniers, orthopedisch chirurg.Correspondentieadres: hr.dr.J.W.M.Gardeniers ([email protected]).
2606 Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 25 november;150(47)
rotatie van de hals naar rechts afgenomen. Een compensa-
toire beweging van de torso werd gezien bij het kijken naar
rechts. Bij palpatie was een vast elastische zwelling voelbaar
in de rechter M. sternocleidomastoideus.
Op een röntgenfoto van de hals was een congenitale
fusie van meerdere halswervels (blokwervel) niet uit te slui-
ten. Derhalve werd een MRI vervaardigd waarbij een links-
convexe torticollisstand werd gezien. De aanwezigheid van
blokwervels was hierna nog steeds niet volledig uit te
sluiten. Op grond van de specifieke bevindingen bij het
lichamelijk onderzoek stelde men de diagnose ‘torticollis
op basis van een verkorte M. sternocleidomastoideus’.
Op 1-jarige leeftijd werd de M. sternocleidomastoideus
bipolair operatief gekliefd. Direct hierna was er een vol-
ledige beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom. Om
secundaire fibrotische verkorting te voorkomen, werd
patiëntje nabehandeld door een kinderfysiotherapeut. Op
1,5-jarige leeftijd was de functie van de hals normaal en was
de vorm van het gelaat volledig symmetrisch.
beschouwing
Een torticollis wordt gedefinieerd als een lateroflexie van
het hoofd naar de schouder met torsie in de hals en scheef-
stand van het gelaat.1 De prevalentie van torticollis bij kin-
deren is 0,4 tot 1,3%.2 Na de congenitale heupdysplasie en
de klompvoet is het de meest vóórkomende anomalie bij
pasgeborenen.
Oorzaken. Er zijn vele oorzaken voor een torticollis.
De meest vóórkomende oorzaak is een verkorting van de
M. sternocleidomastoideus. Er zijn diverse oorzaken voor
een niet goed functionerende M. sternocleidomastoideus
beschreven: geboortetrauma, ischemie, veneuze occlusie,
intra-uteriene malpositie, genetische aanlegstoornissen,
infectieuze myositis en neurogene oorzaken.2 Eenduidig-
heid hierover is er niet.
Oorzaken voor een torticollis met een normale functie
van de M. sternocleidomastoideus zijn: traumatische
fracturen of luxaties van de facetgewrichten, parafaryngale
figuur 1. Patiënt A: (a) in een neutrale houding is er scheefstand van het hoofd van 20 graden in het coronale vlak; (b) na correctie van
de kanteling van het hoofd is er relatieve hoogstand en rotatie van het linker oog (afgedrukt met schriftelijke toestemming van belang-
hebbenden).
a b
20˚
2607Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 25 november;150(47)
figuur 2. Patiënt A, in een neutrale houding, in het axiale vlak: er is scheefstand van het hoofd van 25 graden en afplatting van de
rechterzijde van het voorhoofd (afgedrukt met schriftelijke toestemming van belanghebbenden).
25˚
figuur 3. Patiënt A, bij actieve rotatie van het hoofd: (a) er is beperkte rotatie naar rechts, waarbij de verkorte M. sternocleidomastoi-
deus rechts abnormaal opspant en de rechter schoudergordel wordt geheven; (b) er is volledige rotatie naar links, waarbij de M. sterno-
cleidomastoideus normaal lijkt op te spannen (afgedrukt met schriftelijke toestemming van belanghebbenden).
a b
2608 Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 25 november;150(47)
figuur 4. Schematische weergave van oorzaken van een scheefstand van het hoofd.
2609Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 25 november;150(47)
abcessen (griselsyndroom), nieuwvormingen, wervelano-
malieën, ernstige oogafwijkingen en aneurysmata van de
carotiden (figuur 4).3
Een andere oorzaak van een scheefstand van het hoofd
bij kinderen is te vinden in de theorie van het KISS-syn-
droom. De afkorting ‘KISS’ staat voor ‘kopgewrichtenin-
vloed bij storingen in de symmetrie’ (‘Kopfgelenk-induzier-
te Symmetriestörungen’) en werd in de jaren negentig van
de vorige eeuw geintroduceerd door een Duitse manueel
geneeskundige.4 De gedachte is dat een verstoring van het
axisatlanto-occipi tale gewricht, waarschijnlijk tijdens de
geboorte, de basis is voor een asymmetrische houding van
een kind. Deze kan gepaard gaan met hoofdpijn, concentra-
tiestoornissen, scoliose en huilen. Een wetenschappelijke
basis voor deze theorie is niet aanwezig. Tevens is geen
bewijs gevonden voor het nut van manipulaties bij KISS.5
Diagnostiek. Bij een torticollis op basis van een verkorte
M. sternocleidomastoideus wordt door de ouders meestal
binnen enkele weken na de geboorte een progressieve
scheefstand van het hoofd bemerkt. De torticollis op basis
van een traumatische of infectieuze oorzaak treedt pas op
latere leeftijd op en heeft een acuut beloop.
Bij het lichamelijk onderzoek van een torticollis op basis
van een verkorte M. sternocleidomastoideus is een herken-
baar bewegingspatroon zichtbaar (patiënt A). Bij een nor-
male M. sternocleidomastoideus verdwijnt de spanning
bij rotatie naar de ipsilaterale zijde. Bij verkorting blijft de
M. sternocleidomastoideus hierbij gespannen.
Indien er twijfel is over een bewegingsbeperking van de
hals op basis van wervelanomalieën kan men aanvullend
röntgenonderzoek overwegen. Gezien het kraakbenig ka-
rakter van de wervelkolom bij jonge kinderen is dit onder-
zoek niet altijd goed te beoordelen. Het röntgenonderzoek
van de cervicale wervelkolom van het kind dient derhalve
door een ervaren radioloog beoordeeld te worden. De indi-
catie voor een eventuele aanvullende MRI- of CT-scan dient
te worden gesteld door een orthopedisch chirurg die erva-
ring heeft met deze aandoening. Mede omdat het jonge kind
bij dergelijke scans onder narcose moet gaan, dient men de
klinische consequenties daarvan af te wegen.
Therapie. Het doel van de behandeling van een torticollis
is het herstellen van de volledig normale beweeglijkheid
van de hals en het voorkómen van verdere gelaatsasymme-
trie. De behandeling van een torticollis op basis van een ver-
korte M. sternocleidomastoideus dient zo vroeg mogelijk
te worden gestart. Tot het eerste levensjaar is het veilig
en effectief om te behandelen met gecontroleerde manuele
strekoefeningen.6 Hierbij wordt de M. sternocleidomastoi-
deus passief opgerekt door rotatie naar de aangedane zijde
en lateroflexie naar de contralaterale zijde.
Indien er na 6 maanden conservatieve therapie nog een
beperkte functie is (beperkt heffen van het hoofd of meer
dan 10 graden passieve rotatiebeperking) is een operatieve
behandeling geïndiceerd.6 Deze behandeling vindt bij voor-
keur plaats tussen het eerste en vierde levensjaar. Er zijn
goede uitkomsten beschreven voor meer dan 95% van de
operatief behandelde jonge kinderen met torticollis.7 Na
operatie is de kans op herstel van eventuele gelaatsasym-
metrie beperkt. Na het twaalfde levensjaar is herstel van ge-
laatsasymmetrie uitgesloten, evenals herstel van de volledig
normale beweeglijkheid van de hals.6 De eindresultaten van
het operatief klieven van de M. sternocleidomastoideus op
jonge leeftijd zijn goed. Derhalve bevelen wij aan om kin-
deren met een persisterende bewegingsbeperking van het
hoofd rond het eerste levensjaar te verwijzen naar een
orthopedisch chirurg.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: afdeling Orthopedie van het Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen.
Aanvaard op 11 augustus 2006
Literatuur
1 Tubby AH. Deformities and diseases of bones and joints. 2nd ed. New York: Macmillan; 1912.
2 Cheng JC, Au AW. Infantile torticollis: a review of 624 cases. J Pediatr Orthop. 1994;14:802-8.
3 Koot RW, Henneveld HT, Albrecht KW. Twee kinderen met bijzon-dere oorzaken van dwangstand van het hoofd: primitieve neuro-ectodermale tumor en syndroom van Grisel. Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:1030-3.
4 Biedermann H. Das KISS-Syndrom der Neugeborenen und Klein-kinder. Manuelle Medizin. 1993;31:97-107.
5 Brand PLP, Engelbert RHH, Helders PJM, Offringa M. Systematisch literatuuronderzoek naar de effecten van behandeling bij zuigelingen met ‘kopgewrichteninvloed bij storingen in de symmetrie’ (‘KISS-syndroom’). Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:703-7.
6 Cheng JC, Wong MW, Tang SP, Chen TM, Shum SL, Wong EM. Clini-cal determinants of the outcome of manual stretching in the treat-ment of congenital muscular torticollis in infants. A prospective study of eight hundred and twenty-one cases. J Bone Joint Surg Am. 2001;83-A:679-87.
7 Cheng JC, Tang SP. Outcome of surgical treatment of congenital muscular torticollis. Clin Orthop Relat Res. 1999;(362):190-200.
Abstract
An asymmetrical face due to torticollis in two young children. – In 2 girls, 4 years and 8 months of age, respectively, torticollis had been diag-nosed a few weeks after birth. Kinesiotherapy, given for a period of 1 year and 6 months, respectively, had little effect. Both girls were then referred to the Orthopaedic Outpatient Clinic where a shortened sternocleido-mastoid muscle and an asymmetrical face were diagnosed. The short-ened muscle was cleaved surgically. Over half a year later, the face of the older child was still asymmetrical but that of the younger child sym-metric. It is recommended that children with torticollis due to a short-ened sternocleidomastoid muscle first be given stretch exercises under the guidance of a physiotherapist. If the result at the age of 1 year is unsat-isfactory, an orthopaedic surgeon can then cleave the muscle. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2605-9