ECV-NB nr. 4 -2011

9
Aangesloten bij de eav NIEUWSBRIEF driemaandelijks (dec.-jan.-feb.) 2011 - jrg. 27 - nr. 4 www.ecvnet.be [email protected] Gemeenteopbouw Drievoudige gebed Preekje 2 Wat God in europa doet 3 Basispastoraat 4 Interview met de nieuwe voorzitter 5 Doopdienst in Kuurne 6 Werk onder asielzoekers 7 Pastoraat in West-Vlaanderen 8 Handelingen van de denominaties 9 Opiniestuk 10 Waar naar toe 11 Liturgie 12 Hoop voor Vlaanderen 13 SOS 13 Interview leiderschap Jack Barentsen 14 Uit het bestuur 15 Casper ten Boom 16

description

De nieuwsbrief van de ECV dient om relevant nieuws te duiden en de onderlinge band tussen haar gemeenten te versterken.

Transcript of ECV-NB nr. 4 -2011

Aangesloten bij de eav

NIEUWSBRIEFdriemaandelijks (dec.-jan.-feb.)2011 - jrg. 27 - nr. 4

[email protected]

Gemeenteopbouw

Drievoudige gebed

Preekje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2Wat God in europa doet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3Basispastoraat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Interview met de nieuwe voorzitter . . . . . . . . . 5Doopdienst in Kuurne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Werk onder asielzoekers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Pastoraat in West-Vlaanderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Handelingen van de denominaties . . . . . . . . . . . 9Opiniestuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Waar naar toe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11Liturgie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Hoop voor Vlaanderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13SOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13Interview leiderschap Jack Barentsen . . . . . 14Uit het bestuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15Casper ten Boom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

ZelfbedrogDat de mens zo gemakkelijk onderworpen is aan zelfbedrog, zou ons niet mogen verbazen. Je-remia schreef eeuwen terug, ‘Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen?’ (17:9). Verder voegt hij eraan toe, ‘Ik, Jahweh, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levens-wandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient.’ Ons hart, dat als gevolg van de zondeval zo onverbeterlijk is geworden, stelt ons voor een dilem-ma. Hoe moeten we in oprechtheid wandelen met de Heer als ons hart zo sterk naar zelfbedrog neigt? Als zelfs de meest vrome en oprechte mensen onderworpen zijn aan een bedrieglijk hart, hoe kunnen wij dan zekerheid hebben dat onze daden, gedachten en motieven zuiver zijn?

Eigenlijk kunnen wij nooit honderd procent zeker zijn dat wij zonder pretentie hande-len. De uitspraak van Paulus in verband hiermee, in 1Ko4, houdt mij vaak bezig. De gemeente in Korinte had het moeilijk met Paulus, er was veel kritiek en oordeel gericht naar hem persoonlijk en naar zijn handelen. Paulus schrijft: ‘Ik oordeel niet

eens over mijzelf. Wel ben ik me van geen kwaad bewust, maar dat bewijst niet dat ik onschuldig ben. Het is de Heer die over mij oordeelt.’ (GNB;1Ko4:3b-4). Zijn geweten was zuiver - hij was ook van mening dat hij in alles oprecht gehandeld had, maar dat was niet genoeg: ‘de Heer zal over mij oor-delen.’ Dit staat vooral in verband met de zuiverheid van zijn motieven.

Zuivere motieven

Het is verschrikkelijk moeilijk een onder-scheid te maken in verband met motieven. Paulus was zich hiervan bewust geworden. Daarom heeft hij ons ook afgeraden om de motieven van een ander te beoordelen. Paulus heeft hier geen ‘nieuw’ geestelijk inzicht verworven. Eeuwen voor Paulus op deze aardbol verscheen, zei de Heer tegen de profeet Samuel: ‘Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar Jahweh kijkt naar het hart’ (1Sm16:7). De Schrift roept ons dikwijls op om de leer van een ander te toetsen, maar het toetsen van de motieven van het hart moeten we aan God overlaten.

Wij zijn mensen met bedrieglijke harten, onze motieven zijn ook zo vaak ondoor-grondelijk. Hoe kunnen we ooit hopen op een levenswandel die Hem welgevallig is? Het antwoord op dit dilemma vinden we terug in de Schrift. Jakobus geeft ons misschien het beste beeld van wat Gods Woord voor ons doet: ‘Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u

gehoord hebt, ook doen. Want wie de bood-schap hoort maar er niets mee doet, is net als iemand die het gezicht waarmee hij is geboren in de spiegel bekijkt: hij ziet zich-zelf, maar zodra hij wegloopt, is hij verge-ten hoe hij eruitzag. Wie zich daarentegen spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet.’ (1:22-25).

Ontmaskering

De enige manier om zelfbedrog te proberen vermijden, is kijken in de spiegel van Gods Woord. Gods Woord geeft ons een objectieve standaard waardoor wij kunnen weten of onze daden, gedachten en motieven overeenstemmen met recht-vaardigheid. Wij doen onszelf veel kwaad aan door dit over te laten aan het gevoel of subjectieve ingevingen. God is bewust van het gevaar om zo ons leven te leiden, daarom heeft Hij ons een dik boek gege-ven. Hij spreekt heel duidelijk en specifiek over verschillende gevaargebieden van ons leven (waar wij gemakkelijk onszelf kunnen bedriegen). Laat ik drie voorbeelden noemen:

Geld en bezit: Wij leven in een maatschap-pij waar geld en bezit een zeer belang-rijke rol spelen. Zowat de hele westerse wereld zit in een financiële crisis omdat wij verkeerd omgaan met geld. Wij zijn geob-sedeerd door materialisme. Gods Woord

PreeKJe WAT GOD IN eUrOPA DOeT

Pete Gifford

Johan Lukasse, voorzitter van ECM (www.ecmi.org)

Kijk eens in de spiegel! Frankrijk

Ro

nd

fu

ll-t

ime

rs

geeft ons goede raad over hoe en waaraan wij ons geld uitgeven (vgl. Mt6:19-21; Sp12:11; 13:12; 1Ko9:7; 1Tm6:18).

Kwaadheid en vergeving: Hoe wij omgaan met mensen die ons kwet-sen, bepaalt in grote mate onze geestelijke wandel. Paulus geeft een mooie samenvatting over hoe God over deze dingen denkt: ‘Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zacht-moedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven’ (Ko3:12-13; vgl. Jk4:13-17; Ef4:31-32).

Roddel: De Bijbel zegt veel over ons spreken en over ons hart, want ‘waar het hart van vol is, loopt de mond van over.’ (vgl. Jk3:1-4,6; Mt15:18; Sp7:21; 10:18; 15:2,28; 21:9).

Kijk daarom goed in de spiegel op-dat je wandel authentiek en integer is en ‘opdat u zuiver en smetteloos bent, onberispelijke kinderen van God te midden van een verdorven en ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de hemel’ (Fp2:15).

‘Het vermogen van de menselijke geest om zichzelf te bedriegen lijkt grenzeloos’, schreef de Griekse redenaar Demosthenes. ‘Niets is gemakkelijker dan zelfbedrog. Wat een mens als begeerlijk beschouwt, wordt door hem aangenomen als zijn waarheid.’

Frankrijk, voor velen van ons bekend als vakantiebestemming, is in geestelijke nood. Dit land met zijn filosofische ingesteldheid heeft al vele malen de gedachten van duizenden beïnvloed, door revoluties, door secularisme en het laatst door het voortouw te nemen in het post-modernisme. Toch gebeuren ook hier fijne dingen, komen mensen tot bekering en worden er gemeenten gesticht.

De laatste 20 à 30 jaar heeft Operatie Mobili-satie (O.M.), door enkele leiders, een sterk ini-tiatief tot gemeentestichting ontplooid in dit mooie land. Omdat O.M. in de eerste plaats een jeugdbeweging was en is, stichtten zij “France Mission” (F.M.) een gemeentestichtende groep. Dat ging aanvankelijk met veel succes, de laatste jaren wat moeizamer. Er is een goede samenwerking tussen European Christian Mission (ECM) en F.M. Behalve in Parijs zijn diverse gemeenten ontstaan in Centraal-Frank-rijk, Tours en de wijde omgeving.

Mark Van Den Ende die in Heverlee studeerde, werkt daar met veel zegen. Zijn gemeente groeit voortdurend, niet spectaculair, maar wel gestadig. Een van de sleutels die hij en zijn team gevonden hebben, is de taal van de man in de straat te spreken zonder daarbij een compro-mis te sluiten over de inhoud van het evange-lie. Soms vraagt hij de mensen: “Zou u God niet willen ervaren?” Dat is waar de mensen mee bezig zijn, ze zoeken een ervaring. “Kom dan eens naar één van onze diensten, wij beleven

daar heerlijke dingen.” Door de nieuwsgierig-heid geprikkeld, komen regelmatig mensen de dienst bezoeken. De aantrekkelijkheid van de gemeente speelt een doorslaggevende rol. Waar liefde is, gebiedt de Heer zijn zegen. Onlangs is vanuit Tours, in het nabij gelegen Loches, een tweede gemeente gestart.

Mark schrijft:“ Ondanks dat we sommige dingen anders zouden willen zien, zijn we erg blij met hoe God aan het werk is in de levens van verschillende personen.

Het is gewoon verbazingwekkend hoe de twee Christophen zich steeds meer op hun gemak voelen in de kerk en ook actiever meedoen. Beide mannen zijn op zoek of “op weg”, zoals ze zeggen. Niet echt gelovig. Hoewel ze ook zeggen dat hun geloof groeit! Eén van hen heeft zelfs spontaan hardop gebeden. Dit is niet de eerste keer dat we zien hoe God een wat afgesloten hart lijkt te verzachten. Zou het niet fantastisch zijn deze twee mannen binnen het jaar gedoopt te zien?

Over dopen gesproken! Twee weken geleden werden in onze kersverse dochtergemeente in Loches acht mensen gedoopt! Het was een heerlijk feest, waarin getuigd werd dat God ook vandaag mensen liefheeft en hun leven kan ver-anderen. De kerkzaal zat bomvol. Sommigen van ons moesten in de gang en in de deurope-ning staan. Maar het was de moeite waard”.

Hier een bemoedigend woordje uit die nieuwe gemeente:

“ Een ander mooi voorbeeld van hoe God aan het werk is in de wat verlegen Alexandra (16). Zij klaagde dat God “nooit” gebeden verhoort… Zij werd uitgedaagd om anders te gaan bidden. In plaats voor algemeenheden te bidden, begon zij om voor specifieke dingen die haar aangaan, te bidden. Onlangs had zij een onverwacht antwoord op haar gebed: een nieuw paar schoenen. Ze wilde meedoen aan “City Station” in Loches”.

Er is zoveel meer te vertellen over wat God in Frankrijk doet, dat komt de volgende keer.

2 3

Marc Ladon uit Eeklo werd onlangs verkozen tot nieuwe voorzitter van de Evangelische Christengemeenten in Vlaanderen. Na de 4-jarige ambtsperi-ode van Jacques Rommel neemt Marc het roer over. Hij zal samen met de raad van bestuur de komende jaren de koers van de ECV bepalen.

Wie is Marc Ladon? Waar staat hij voor? Wat kan en wil hij voor de Christenge-meenten in Vlaanderen betekenen. We waren er als de kippen bij om hem en-kele vragen te stellen.

Van harte gefeliciteerd met je benoeming tot voor-zitter van de ECV. Voor de lezers die je niet kennen, vertel eens iets van jezelf. Wie is Marc Ladon?Afkomstig uit Gent, wonende in Zomergem, gebo-ren 1 januari 1962. Ik kom uit een groot gezin. Mijn ouders hadden 12 kinderen, waarvan ik nr. 11 ben. Gehuwd met Ann Steyaert sinds 1984. Vader van 4 kinderen: Ruth, Michaël, Samuël en Ester. Bijbel-schoolopleiding gevolgd in Heverlee.

Werkend als instructeur/lesgever/opleidingverant-woordelijke bij ArcelorMittal, Gent, waar ik opleiding geef over siderurgische (ijzerbewerkings-) proces-sen. Soft skill-opleidingen zoals ‘Train the trainer’, ‘Leren Leren’, ‘Omgaan met weerstand’, etc…

Wat was je drive om je kandidaat te stellen ?Het bestendigen van het huidige beleid. De keuze, bij de start van de ECV, met zijn gekende structuur was en is een goede keuze. Aangezien ik al enkele jaren (sinds 1996) in de RvB (Raad van Bestuur) zit, vond ik het enigszins ‘normaal’ dat ik mijn kandi-datuur indiende. Ik heb bijzonder veel respect voor onze pioniers van de ECV. Hun werk kan en mag niet verloren gaan.

Welke doelen heb je tijdens jouw voorzitterschap? Wat wil je bereiken voor onze Christengemeenten in Vlaanderen ? En hoe wil je dat realiseren?De doelen zijn samen te vatten in volgende stellingen: • ‘Zorg’ dragen voor de mensen in loondienst van

de ECV (hetzij rechtstreeks door ECV, hetzij via de overheid).

• Uitwerken van het nieuwe beleidsplan; samen met de RvB en het ZT (ZendingsTeam) toezien op de uitvoering ervan.

• Nagaan hoe de samenwerking met VEG/BEZ kan bestendigd worden.

• Zorgen voor een gelijke verloning tussen de door de ECV en de door de overheid betaalde medewerkers.

• Bestendigen wat al bezig is.

De ECV wil de gemeenten ondersteunen opdat zij in hun functioneren alles ter beschikking hebben om Zijn kudde te weiden. Dus als het even kan, wil de ECV het dienstencentrum zijn van waaruit de ge-meenten de nodige ondersteuning krijgen.

Dit zal gerealiseerd worden met de vele medewer-kers die we hebben. Ik denk aan de oudsten zelf, de RvB, de leden van het ZT. Allen werken aan het-zelfde doel: Christus en Zijn gemeente dienen, ieder met zijn eigen gaven en mogelijkheden.

Het ECV heeft een aantal fulltime-werkers in dienst. Heb je plannen en ideeën om hun werk draaglijker te maken?Het begint met het in ‘kaart’ brengen van wat zij nu doen. Dit is één van de redenen waarom we met een dagelijks bestuur van het ZT werken. Aan hen om samen met de RvB na te gaan welke taken kunnen verdeeld worden. Als we onze mensen blijven over-belasten, krijgen we vroeg of laat problemen. Nieuwe medewerkers (we moeten ze natuurlijk ook vinden) kosten geld. Ook dit is een opdracht: het vinden van de nodige resources om dit mogelijk te maken.

We zien op vele plekken een zekere verharding voor het evangelie. Gemeenten groeien nog nauwelijks. Sommige verdwijnen zelfs van de kaart. Welke weg voert volgens jou naar een nieuwe doorbraak?Als ik naar ‘mijn’ eigen gemeente kijk, merk ik dat de meeste gelovigen in de gemeente zijn gekomen via kennissen. Ik denk dat we vooral dit principe moeten blijven toepassen. Via persoonlijke con-tacten mensen het evangelie brengen. Huiskringen (zijn vaak minder bedreigend dan grotere samen-komsten) hebben hierin een belangrijk aandeel. Dit neemt niet weg dat grotere manifestaties ook moeten kunnen; op deze manier bereiken we ook een aantal mensen met het evangelie.

Ook belangrijk om op te merken: we mogen ons niet opsluiten in de gemeente. Gelovigen maken deel uit van de maatschappij. We moeten mensen ontmoeten. Natuurlijk kost dit allemaal tijd. We hebben het al zo druk in de gemeente. En toch moet dit. Hoe bereiken we hen anders?

Wat hebben volgens jou de gemeenten in Vlaande-ren echt nodig en aan welk sleutelwoord of welke

gedachte denk je als je aan de gemeente denkt? Een aan Christus toegewijd leven. En de rest volgt…

Zijn er nog samenwerkingsverbanden met andere christenen die je wil uitbouwen ?Ik denk dat we al een behoorlijke boterham hebben aan de samenwerking met VEG/BEZ. Alles hangt af van de beschikbare capaciteit aan mankracht.

Iedere samenwerking met andere, niet-VEG/BEZ-denominaties is een beslissing van de algemene lei-dersvergadering. Dit is het hoogste orgaan binnen onze ‘organisatie’. Ik ben overtuigd dat de andere denominaties een gelijke ‘theologische identiteit’ hebben.

Bestuurlijke functies gaan vaak gepaard met ver-gaderingen en moeizaam overleg. Hoe de nodige passie en gedrevenheid in deze taak te bewaren?Het is mijn ervaring dat het inderdaad inspanning kost. Gedurende de jaren dat ik meewerkte in de RvB kwamen de bemoedigingen van de voorzitter/medewerkers/collega-bestuursleden. Ik denk dat het nodig is elkaar te blijven aansporen en bemoe-digen. Iedereen maakt voor zichzelf uit hoeveel tijd en energie hij kan besteden aan de zaak. Onze Hoofdanimator is Christus. Met mijn hand op het hart kan ik stellen dat de inspanning die alle mede-werkers zich getroosten, voortkomt uit hun liefde voor en dankbaarheid tegenover Christus toe. En deze liefde uit zich, krijgt vorm en een gezicht naar de gemeente.

Onze medewerkers verdienen ook respect: zij of-feren veel tijd en energie op. Een schouderklopje, op de juiste schouder, is zeker nodig.

Wil je als kersverse voorzitter nog een opbouwende gedachte meegeven voor ieder van ons?Werk mee met ons. Dit wil zeggen: communiceer. Alles , met de ECV gerelateerd, wat op het hart (of op de maag) ligt, vertel het ons. Spreek het bestuur, de medewerkers aan. Via open communicatie willen we werken. Aan de oudsten en verantwoordelijken zou ik willen vragen: maak van de provinciale ver-gadering het moment om van elkaar te leren en om geïnformeerd te worden. Dit is de basis van onze structuur. Maak gebruik van intervisiemomenten. We zijn autonoom als gemeente maar toch kunnen we veel van elkaar leren.

Dankjewel, Marc, voor dit gesprek. We gaan onge-twijfeld nog meer van je horen in de toekomst. Veel zegen met je bediening toegewenst.

Gerrit Houtman, www.bethesda.be

Pa

sto

raa

l a

rtik

el

Inte

rvie

w

Het emmaüsmodel‘Wat zijn dit voor gesprekken die gij met elkander voert’ - Lc24:17

In de tweede fase van het gesprek met de Emmaüsgangers begint Je-zus hen vragen te stellen. Vragen over wat hen beroert, bezighoudt en raakt; vragen die hen stil doen staan en Kleopas verontwaardigd doet uitroepen of Hij de enige vreemdeling is die er niets van be-grijpt. Het zijn ook vragen die hen uitnodigen om te delen en Hem te vertellen wat hen bezwaart en be-droefd maakt.

Vragen

Vragen stellen in het pastoraat is gevaar-lijk. Soms ben ik bang om aan iemand te vragen hoe het met hem gaat. Ik weet immers dat de kans groot is dat ik een antwoord krijg waar ik me niet gemak-kelijk vanaf kan maken. Dat er wel eens een heel eerlijk antwoord kan komen dat mij zal dwingen om dan mijn volle-dige aandacht te geven en te luisteren naar wat er werkelijk op het hart van de ander ligt. Vragen stellen doet de pas-

torant stilstaan en creëert ruimte voor hem om met zijn eigen leed in contact te komen en te delen wat innerlijk beleefd wordt. Tegelijk verhindert dit stilstaan mij als pastor om door te gaan. Mijn vaart wordt als het ware onderbroken en de pastorant doet alle appèl op mijn aanwezigheid. Ik herinner mij dat ik jaren geleden tijdens een ontmoetingsdag ter-loops aan een jonge weduwe vroeg hoe het met haar ging. Na haar eerlijk nega-tief antwoord werd ik gedwongen om stil te staan bij haar proces en daar alle zorg aan te geven. De nood van de ander onderbreekt vaak onze geplande bezig-heden en zet ons programma regelmatig op zijn kop.

er buiten staan

Vragen stellen, belangstelling schenken kan echter ook heftige reacties oproe-pen. Hier verwijten ze Jezus een vreem-deling te zijn, iemand die er niets van be-grijpt. Ze zetten Hem als het ware buiten hun leven en maken Hem tot een buiten-staander. Zo kun je als pastor ook het ge-voel hebben dat je er buiten staat en wei-nig ruimte krijgt om binnen te komen. Begrijpelijk, want leed en pijn maken een mens voorzichtig en wantrouwend. Pas-toraat is werken aan vertrouwen. Is het niet opvallend dat het grootste gedeelte van het gesprek in Lc24 wordt ingeno-men door het verhaal van Kleopas? Zoals Jezus ruimte gaf aan deze volgelingen om hun verhaal te delen, moeten wij dat ook doen, willen we een basis leggen opdat ook wij iets kunnen delen en voor hen een zegen zijn.

De lange weg

Ruimte geven aan het verhaal van de ander kan echter ook lastig zijn. Het kan zoveel en zo verwarrend zijn, dat we

onze aandacht er bij verliezen. Het kan zelfs weerzin bij ons oproepen omdat we moeite hebben met de hulpeloze rol van de ander. Het kan ons boos maken omdat we vinden dat de pastorant zijn eigen aandeel niet ziet. Toch is het een lange weg naar de ingang van iemands hart. Begrip, ruimte en aandacht zijn de voorwaarden om tot een ontmoeting te komen. Een ontmoeting die net zoals bij de Emmaüsgangers in een totaal andere gemoedsstemming eindigt, nu met de fo-cus op de ander en niet meer op zichzelf.

Meer dan woorden

Er is nog iets met het aandacht geven. We lezen dat ze bleven staan met een som-ber gelaat (v17). Goed luisteren betekent ook goed kijken:de gelaatsuitdrukking, gebaren of totale lichaamshouding zien. Soms vertellen ze ons meer dan woor-den. Als mensen zo gesloten zijn dat je de woorden er soms moet uittrekken, kun je hen altijd nog proberen te begrij-pen via hun non-verbale taal.

Hoop

Midden in het gesprek zegt Kleopas: wij echter leefden in de hoop (v21). Pasto-raat is gericht op het doen herleven van de hoop. Niemand kan leven zonder hoop en velen zijn gedesillusioneerd door teleurgestelde hoop. Is dit niet de mooie kant van ons pastoraat, de reden waarvoor we het doen, ons diepste ver-langen: mensen weer hoop geven?

Volgende keer: stap 3 uit het Emmaüs-model: de zin van de Schrift ontsluiten

LiteratuurDr H.C. Van der Meulen de pastor als

reisgenoot, pastoraal theologische gedachten over geestelijke begeleiding

Boekencentrum, Zoetermeer 2004

BLIJVeN STAAN BIJ WAT BeDrOeFD MAAKT

MArC LADON De NIeUWe eCV-VOOrZITTer

Pastorale modellen (II) een gesprek

Willy Maesen

Het emmaüsmodel

4 5

Info

rme

ren

d a

rtik

el

DOOPDIeNST IN KUUrNe

Samen met de Iraanse KerkJohan Leroy

Inte

rvie

w

Ik stel me weleens de vraag: is onze taal, onze cultuur een be-langrijk gegeven in onze christen-beleving? Wat als we samenkomen met anderstalige gelovigen ... Zou onze dienst er anders uitzien? Zou onze aandacht nog zo gefocust zijn op het Lam ? Zouden de uitgespro-ken woorden van de anderstalige ons evenveel zeggen als die in onze taal ? Wat met onze integri-teit, concentratie, ... ?

We schrijven: 2 oktober 2011 Een doopdienst is een feest. Nieuwe broers en zussen maken bekend dat ze zich 180 graden gekeerd hebben tot de Heer Jezus, en Hem willen volgen. Niet alleen feest in de hemel, maar ook op aarde. Wat deze doopdienst zo opmerkelijk maakte, is dat de dienst samen met de plaatselijke Ira-nese kerk werd georganiseerd. Reeds een paar jaar komen Iranezen wekelijks samen in een eigen dienst in de ECV gemeente/kerk in Kuurne. In hun eigen taal wordt ge-zongen, gepraat, voorgelezen, gepredikt.

Ook daar is groei. Een doopdienst lag in het verschiet. De verantwoordelijken van de beide kerken besloten om een gezamen-lijke doopdienst te organiseren.

De kerk zat afgeladen vol. Er werd gezon-gen in het Nederlands, Engels en Farsi. De getuigenissen volgden elkaar op. Een kleurrijk schouwspel waar onze Heer centraal stond.

echtheid van het geloof

Bij de inspirerende prediking werden we bepaald bij de echtheid van ons geloof, en de plaats die God hier mag/kan in heb-

ben: zijn we als christenen in deze wereld te zien, zijn we licht ? Bart vergeleek het met een watermerk. Wanneer je een bank-biljet in de hand hebt, merk je dat dit stukje papier heel wat details vertoont. Maar de echtheid van dit biljet wordt niet alleen gezien door de vele lijnstructuren, tekens en afbeeldingen, maar ook aan het water-merk dat een belangrijke plaats krijgt. Op het eerste zicht is dit niet te zien. Wanneer je het tegen het licht houdt of wanneer je het biljet in een bepaalde hoek kan-telt, wordt het duidelijk zichtbaar. Op die manier weet je dat een biljet een echt, authentiek en geldig betaalmiddel is.

Zo ook wij. Sinds we Jezus Christus in ons leven binnenlieten, is Zijn licht in ons, over ons gaan schijnen. Dit licht zorgt dat Zijn watermerk zichtbaar is geworden zodat iedereen kan weten en zien dat we echt zijn. Op die manier laten we zien dat we Gods eigendom zijn. Sinds Jezus het roer in ons leven mocht overnemen, veranderde heel wat in onze leefwereld: Jezus Christus zorgt voor liefde, Hij koos resoluut voor de waar-heid, Hij trad scherp op tegen onrecht, Hij is de goede herder die troost in verdriet, lijdenden geneest en ons de opdracht geeft niet hoogmoedig te zijn, blijmoedig op te treden, afhankelijk van Hem te leven.

De dopelingen werden opgeroepen om de weg waar Jezus Christus hen hebben wil, te blijven volgen. Als mensen hen zien, zul-len ze in hen zijn verborgen werken zien ... Gelijk de kamerling uit Hd8:39: na zijn bekering en doop vervolgde hij zijn weg vol vreugde! En eens, wanneer we bij Hem zullen zijn, zal de echtheid van ons geloof bevraagd worden: waar is ons watermerk?

Gewoonten

Met onze westerse christenbril genoten we

ook van de manier hoe de Iranese christenen een doopfeest beleven en zich uiten. Er was de ingetogenheid, maar ook de leven-dige uitbundigheid toen iedere dopeling uit het water opgetrokken werd. Wij, van onze kant, applaudisseerden. Bij velen ont-sproot een glimlach, her en der hoorden we een welgemeend ‘Amen!’ of ‘Prijs de Heer!’. Een traantje werd weggepinkt. Op dat unieke moment zetten de Iranese christenen een spontaan lied in, aangevuld met uitbundige vreugde-uitingen: “Er is overwinning, er is vrijheid - Overwinning in Uw naam, uw naam, Jezus, is vol van glorie, is vol van kracht. Alleen uw naam, Jezus, is vol van glorie.”.

Geschenk

Het bijzondere was dat elke Iranese dopeling een cadeau in de vorm van een ingekaderd attest meekreeg: een fraai ingekleurd tekstgedeelte. Zo weten we dat zij de doop heel serieus nemen, en dat dit attest een belangrijke plaats in hun leven krijgt. Dit geschenk dat in de huizen wordt opgehangen, herinnert hen aan hun keuze, maar doet ook dienst als evangelisatiemid-del. De tekst op het attest, geschreven in het Farsi, was die van Rm 6:4:’We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden.’

C h r i s t e n e n over de taal-grenzen heen: boeiend te zien hoe God werk-zaam is.

WerK ONDer ASIeLZOeKerS

Eind 1986 was er feest in de hemel omdat in Ham een jong gezin werd toegevoegd aan hen die behouden werden. Onze drie kinderen zijn opgegroeid in de evangelische Kerk van Ham en hebben ondertussen ook alle drie hun vertrouwen op de Heer Jezus gesteld. Naast onze inzet in de kerk zijn mijn vrouw (Marleen), onze dochter (Dorien) en ik (Theo) iets meer dan een jaar geleden betrokken geraakt bij asielzoekers. Dit is spon-taan gegroeid. Ik heb namelijk op een spontane manier vlug contact met niet-Belgen op mijn werk, ik werk in de bouw. Andere culturen heb ik ook altijd boeiend gevonden, hoewel we nooit reizen.

Nu kwam eind 2009, tegenover dochter (Katleen) haar werk, een nieuw asielcentrum. Daar werd veel over gepraat in de buurt en dus ook op haar werk. Dat onderwerp kwam bij ons thuis af en toe met de soep en de patatjes op tafel. Op een dag werd in het asielcentrum een film gedraaid. Dit initiatief was toegankelijk voor mensen van buiten het centrum. Die avond zijn we er naar toe gegaan en maakten kennis met asielzoekers; ook met een vrijwilligster die er kinderwerk deed. Dit leek ons leuk en van het één kwam het ander. Spoedig hadden we gesprekken met de integratiemedewerker en enige tijd later hadden we onze eerste kinderactiviteit. Het was een eenvoudige knutselavond, waar we de kinderen een handpop lieten maken, en een lied leerden zingen met hun pop. Dit viel geweldig mee. Wat ons opviel, was de dankbaarheid van de kinderen en de volwas-senen. Ondertussen doen we dit al een jaar, om de 14 dagen op zaterdagavond. Het is boeiend voor ons. We kennen nu de meeste medewerkers van het asielcentrum. Ook met vele asielzoekers maken we fijn contact. Enkelen zijn reeds goede vrienden. Hoe meer

je probeert iemand te begrijpen, des te meer ga je om die persoon geven. De gesprekken komen soms spontaan op het geloof, wat zij geloven en wat wij geloven. Hier en daar kunnen we iets van het evangelie delen. Soms is het moeilijk omwille van de taal. Wij beseffen dat we nog veel moeten leren. We ontdekten hoe belangrijk het is om goed te luisteren: ‘Wat zegt hij of zij?’ en ‘Begrijp ik het goed?’. Daarom is vragen stellen zeer goed, want ze hebben een andere cultuur, andere gewoon-ten en een ander geloof. Deze verschillen doen, meer nog dan in gesprekken met onze cultuurgenoten, appèl op onze luisterbereid-heid en roepen ons op niet te snel te reageren.

Als ze jou vertrouwen, komt hun hele verhaal. Dan ben je soms beschaamd dat je negatief over hen gedacht hebt. Een asielzoeker wordt vaak bekeken als een misdadiger, een dief, niet te vertrouwen, een profiteur. Zij voelen dit. Daarbij ligt hun lot ook nog in handen van mensen die zo denken. Ze wonen in een centrum, opeengepakt, waar verveling, angst en onwetendheid is. Bovendien kennen ze de taal, het land en onze cultuur niet. Tot over-maat van ramp hebben ze niets in handen en kunnen hun problemen niet zelf oplossen.

Als je hen beter kent en hun verhaal hoort, wordt bidden heel concreet. Ik heb een man leren kennen. Hij moest vluchten uit zijn land, gedwongen zijn vrouw en 5 kinderen achter te laten. Hij heeft hier niets en is dank-baar voor zelfs een gewoon gesprek. Een andere man werd tijdens zijn vlucht van de camion afgegooid. Door de val is hij verlamd geraakt. Hij is na lange tijd in België terecht gekomen en zit nog steeds in een rolstoel. Hij woont in een huisje en trekt zijn plan. Hij wil graag terug lopen. Zo heeft ieder zijn eigen verhaal.

Wij zijn zo snel om een oordeel te vormen. Ons gezin heeft geleerd God te danken, want we hebben het toch zo goed, we wonen toch nog veilig. We zijn van deze mensen gaan houden en willen liefst vaak bij hen zijn. Je

wil soms helpen, maar voelt je zo beperkt, maar eenvoudige vriendelijkheid, een stevige handdruk, een glimlach,… betekenen veel voor hen. De laatste maanden verzamelen we allerlei spullen en geven ze aan hen. Met een paar handschoenen en een muts maak je iemand echt blij in de winter. Ook helpen we wel eens iemand installeren als hij of zij positief asiel gekregen heeft (die persoon mag in ons land blijven). Wat eetgerief en simpele dingen krijgen hier een tweede leven en maken deze nieuwe landgenoot gelukkig.

Als ze een brief krijgen, vragen ze wat er in staat, wat ze er mee moeten doen of vragen je raad. Soms willen ze gewoon even babbelen omdat ze een enorme heimwee hebben naar hun thuis, vanwaar ze gevlucht zijn. Ze zijn door God geschapen en hebben dezelfde behoeften als jij en ik. Het zou leuk zijn als er meerdere mensen hun hart zouden open zetten om hier wat hulp te bieden.

Graag zou ik nog een oproep doen aan jou, lezer, gooi niet te snel iets weg, want met vele spullen kan je iemand blij maken. Ik denk aan huisgerief, mutsen, sjaals, kleren, lakens, dekens, zelfs bedden, fietsen enz. Jij wil er misschien vanaf, en wil het naar containerpark brengen. Zij zouden er blij mee zijn. Ken je een asielcentrum of asiel-zoekers in je buurt, neem eens contact op met hen. Wij kunnen ook wel veel gebruiken om door te geven, maar we kunnen het niet allemaal in ons huisje stapelen. Zonder twijfel, kan God ook jou gebruiken, ergens in de plaats waar jij woont.

In de Bijbel vind je ook vluchtelingen, zoals David en Mozes, zelfs de Heer Jezus (Mt2:13-15). Ook onder de eerste christenen waren er vluchtelingen (Hd8:1).

Omdat je vluchteling bent, ben je niet per definitie slecht.

Web: http://www.gaveveste.be

eCV Ham

Theo Rutten, [email protected]

6 7

Info

rme

ren

d a

rtik

el

Martin (lesgever) vertelt:

Via Anne Dryburgh kwam ik in contact met een West-Vlaams koppel dat hulp nodig had in hun huwelijk; zij kwamen om de veertien dagen naar Lommel in Limburg. Zoals zich dat vaker ontwikkelt, kenden zij ook iemand die hulp kon gebruiken. Toen Anne zag dat dit goed ging, kwam er een derde bij.

Als snel hadden we door dat het hierbij niet zou blijven. We vonden het erg dat deze mensen telkens zo ver moesten komen voor hulp.

Daarom besloten mijn vrouw en ik in het voor-jaar om de situatie om te draaien: wij zouden naar West-Vlaanderen rijden en een plaats zoe-ken waar mensen op pastoraat konden komen. Bart en Corine Biesbrouck stelden het gebouw van EK Kuurne ter beschikking.

Al spoedig zat mijn dag vol en toch waren er nog mensen die hulp nodig hadden.

Onze dochter Inge, gezinstherapeute, was bereid om mee te helpen; ook Anne wanneer het nodig is.

We besloten om om de veertien dagen op vrijdag naar Kuurne te rijden om zo mensen te helpen, ongeveer een tiental personen per keer. Door de talrijke vragen naar pastorale hulp realiseerden we ons dat de nood groot en het aantal hulpverleners klein is. Misschien zou het goed zijn om mensen die al wat pastoraat deden, en mensen met een pastoraal hart, wat vorming te geven.

Dus zo gezegd, zo gedaan! We startten met een pastorale vormingscursus op vrijdagavond, na de hulpverleningssessies. En dit met zo’n 15 cursisten…

Fabiola (cursist) vertelt verder…

Vóór de zomer hadden we reeds een vijftal bijeenkomsten. Uit verschillende hoeken van West-Vlaanderen stroomden belangstellenden toe. Dit betekent dat met verloop van tijd meer pastorale hulpverleners beschikbaar zijn voor de noden in de regio, zo ‘dat gemeenten bekwame mensen zullen hebben die anderen tot steun en hulp kunnen zijn zodat dezen ver-der kunnen groeien in hun volwassenheid’.

We leerden wat pastoraat inhoudt, wat haar grenzen zijn, kenmerken en grondhouding van een pastoraal werker en gespreksvaardigheden (kenmerken van goed luisteren, valkuilen in de gespreksvoering). In de mate van het mogelijke proberen we een vergelijkbare bijbelse situatie of een reactie van Jezus te betrekken.

Uit de eerste les herinner ik mij de waarschu-wing om Bijbelteksten in hun verband te be-schouwen. Zo wordt Mt18:15vv vaak gebruikt in het kader van gemeentetucht. Lees je de rui-mere context, dan blijkt dit een prachtige tekst voor pastoraat en verzoening! Sla je Bijbel open en lees de tekst met nieuwe ogen…!

Door de cursus neemt onze pastorale bewo-genheid met onze medemens toe. We zien ook meer van Jezus’ diepe liefde voor alle mensen.

Als groep groeien we naar mekaar toe, mede doordat we moeilijke ervaringen kunnen delen. Daarbij respecteren we de anonimiteit van de hulpvrager. Er is ook ruimte om naar mekaars mening te luisteren, items in vraag te stellen of erover in gesprek te gaan en, om het week-end niet al te bezwaard in te zetten, ook voor humor. Wist je trouwens dat problemen, met gepaste humor benaderd, ze al kan verlichten?

De aanwezigheid van Lydie, Martins echtge-note, meestal stil en onopgemerkt, sporadisch met een wijze opmerking of een non-verbale reactie, biedt een opmerkelijke meerwaarde aan het samenzijn; zo worden we er ook op-merkzaam op gemaakt dat mannen en vrou-wen soms heel verschillend naar mensen, pro-blemen,… kijken, niet beter of slechter, maar gewoon anders. Hetzelfde kan gezegd worden van Inge en Anne (alhoewel meestal minder stil), maar dan met een andere kijk door het generatieverschil.

Afgelopen zomer hebben we de cursus onder-broken.

We hebben misschien allemaal verlangd naar meer, zonnige zomerdagen. Toen dit uiteinde-lijk ijdele hoop bleek, keek ik uit naar het hervat-ten van de cursus, de fijne bijeenkomstenen en weer meer verdieping in pastoraat.

Tijdens de eerste bijeenkomst na de vakantie-periode hebben we de opleiding geëvalueerd,

open en eerlijk kon iedereen zijn zegje uitspre-ken. Wat was goed, minder goed, moeilijk, relevant, waar is het wenselijk de cursus bij te sturen, wat willen we graag aan bod laten komen,…? Een deugddoend, verhelderend gesprek!

Onlangs hadden we het over Gods genade. We beseffen allemaal dat we dankzij Gods genade tot bekering komen. Daarna laten we vaak Zijn genade los en willen onszelf veranderen om een ‘betere christen’ te worden. We leggen onszelf (of komt het van God, broeders, zusters of van de duivel?) weer regels, geboden en verboden op, ten koste van onze vrijheid in Christus. We stellen vast dat we op termijn niet meer kunnen voldoen aan deze zelfopgelegde richtlijnen. We raken ontgoocheld in onszelf, in de ander, belanden in een negatieve spiraal en komen geestelijk in de problemen bij een pastoraal werker of een professionele hulpverlener terecht. Dit zouden we voorkomen als we Gods genade zouden vasthouden en Hem toelaten ons door de heilige Geest, met Zijn genade, op Zijn tempo te veranderen. Zo kan Hij het goede werk dat Hij in ons begonnen is, voltooien op Zijn manier en kunnen wij ons vol vertrouwen overgeven aan Zijn leiding. Hij neemt daarvoor de tijd tot op de dag van Jezus Christus… (Fp1:6)

Zo krijgen we tijdens elke bijeenkomst een waardevolle les, het delen meer dan waard.

Ondertussen gaan we onze weg verder: groeien in kennis en vaardigheden om anderen te hel-pen, te bemoedigen, te ondersteunen op de weg die God met hen en met ons gaat, daarbij hopend dat Martin, Inge en Anne (in navolging van Jezus) ons meer en meer mogen besmet-ten met diepgevoelige bewogenheid voor de beschadigde parels die God op ons pad brengt...

Heb je behoefte aan een troostend, bemoedigend gesprek, ben je vastgelopen in een bepaald probleem, dan kan je contact opnemen met Martin. Hij brengt je in con-tact met een plaatselijke hulpverlener en coacht zo nodig het hulpverleningsproces. Contactgegevens Martin Symons: 011/551628 of [email protected] Pastorale vormingscursus Kuurne, Martin

Symons, Inleiding, zp

8 9

Martin Symons & Fabiola Catrysse

PASTOrALe VOrMING WeST-VLAANDereN

Hoe het begon . . .

Sti

chte

nd

art

ike

l

HANDeLINGeN VAN De DeNOMINATIeS

Raymond R. Hausoul

Begin 2011 namen christenen uit de Evangelische Gemeente de Hoeksteen (Ieper), Christian Center Emmanuël (Ieper), Evangelische Kerk Kuurne, Evangelische Gemeente Effatha (Sta-den), Pinkstergemeente De Kruispoort (Brugge) en de Evangelische Christen-gemeente Woesten samen het initiatief om een reeks Bijbelstudies over Han-delingen in dialoog met elkaar door te nemen. Het bijzondere aan dit initiatief was, dat dit interdenominationeel was. Twee gemeentes waren van evangeli-sche bodem, één gemeente had wortels in de Vergadering van Gelovigen en de overige drie hadden een pinksterach-tergrond.

Ik kan me goed voorstellen dat sommige lezers zich bij de bovenstaande inleiding afvragen hoe lang deze gezamelijke studies over Hande-lingen hebben geduurd. Er is positief nieuws: we komen nog steeds om de twee weken bij-een en ervaren de avonden als zo een grote zegen en rijkdom dat we blijven doorgaan. Pure, ongedwongen volharding, zou ik zeggen. Of ge-woon: liefde voor de Heer Jezus en zijn Woord en Geest.

Doordachte gevoelensIn de ontmoetingen besteden we zowel aan-dacht aan de betekenis van Gods Woord: ‘Wat zegt de Schrift?’, als aan de uitwerkingen van dat Woord in ons leven: ‘Wat verlangt God van mij?’. Verstandelijke doordenking en eerlijke emoties ontspringen in ons hart en komen tijdens de interactieve studie op een schitterende manier bijeen. Dit is mogelijk omdat we openheid naar en respect voor de andere medegelovigen over het werk van God in hun leven voorop stellen. Daardoor krijgt elke ontmoeting iets spannends. Je weet niet altijd wat er zal gebeuren, de Geest waait waarheen Hij wil. Wat je wel weet, is dat je op het einde voller bent voor de Heer Jezus. We ervaren samen dat het evangelie geloofsstappen van ons vraagt. De Heer verlangt dat wij hem in heiligheid navolgen. Het levende geloof van de ander bemoedigt ons telkens weer op zulke avonden. Bepaalde patronen in Handelingen

worden concreet ingebed in ons eigen leven; Gods plan, de schepping, zondeval, redding, hei-liging, voltooiing. Graag willen we begrijpen wat God tot zijn hedendaagse gemeente zegt. We willen heel aandachtig en eerlijk naar zijn stem luisteren en nadenken over de Bijbeltekst. Tege-lijk verlangen we ook naar de vervulling van zijn beloften in ons leven; dat we in heiligheid voor Hem mogen staan, omdat Hij het waard is. Dit gemeenschappelijke verlangen vind je trouwens terug bij mannen en vrouwen doorheen de kerk-geschiedenis. Ik denk aan mensen als Johannes Calvijn waar een sterk praktisch geloofsleven in onderworpenheid aan Gods Geest samenging met een uitgebreide studie van Gods Woord. Het was deze man die een commentaar op bijna elk Bijbelboek schreef en aan de Reformatie zijn driedelig Institutie schonk. Hierin verdedigde en verklaarde hij op systematische wijze de christe-lijke geloofsleer.

Het is waar, in het verleden zijn velen vanuit evangelische middens naar pinkstergemeentes gegaan en visa versa. Dat heeft voor veel pijn gezorgd. En die pijn bevond zich aan beiden kanten: bij degene die achterbleven en bij de-gene die weggingen. We keken daarbij nog vaak met minachting naar andere denominaties. Zelf herinner ik me nog samenkomsten in het buitenland waar we bij het begin van de samenkomst baden voor de andere gemeentes rondom ons, dat zij evenals ons het volledige licht mochten zien. We deden alsof Gods Geest alleen bij ons werkte. Dat we ons daarbij schul-dig maakten aan arrogantie en exclusivisme, zagen we niet of wilden we niet geloven. Enkel door Gods genade wordt zichtbaar dat de ander gematigder is dan we dachten. Dan is de tijd rijp voor vergeving en toenadering om elkaar nog beter te leren kennen.

Door de diversiteit aan achtergronden en het feit dat de Heer met elk mens zijn eigen weg gaat, komen tijdens de ontmoetingen ook onze theologische verschillen aan bod. Dat is onver-mijdelijk als je samen over Handelingen wil na-denken. Persoonlijk merk ik dat de onderlinge verschillen in onze groep niet zo groot zijn als we aanvankelijk dachten. Door Gods genade is deze omgang met christenen uit verschillende denominaties voor ons de laatste jaren mogelijk gemaakt. Natuurlijk betekent dat niet dat hier-mee al onze theologische discussies van de baan zijn. Het zouden anders saaie ontmoetingen zijn.

De avonden waarop we als groep samenkomen, zitten vol boeiende discussies die we soms nog verder uitdiepen op Facebook. Sommige discussies zijn echte klassiekers, zoals bijvoor-beeld: het verstaan van Gods stem, de concrete werking van de heilige Geest, de strijd voor heiligheid, het volharden in de apostolische leer, de theologische perspectieven op de Geest-doop, vasten en gebed, de omgang met won-deren en tekenen vandaag en de toepassing van genadegaven zoals de talengave. Zowat alles wat Handelingen aanraakt, komt aan bod en wordt overwogen, eerst binnen het kader van de boeken geschreven door Lucas (Lc en Hd), daarna binnen de bredere context van de hele Bijbel. Het is smullen van de onderlinge gesprek-ken! De ontmoetingen met medestrijders in het geloof werken stimulerend en veranderen onze vooronderstellingen en vooroordelen tegenover de andere denominaties. Wie vroeger dacht dat elke Pinkstergemeente leert dat de tongentaal het bewijs is van de Geestdoop, ontdekt dat dit onjuist is. Afgelopen jaren zijn veel Pinkster-gemeentes tot de overtuiging gekomen dat de Geestdoop in verband staat met de bekering. Evangelischen erkennen van hun kant steeds meer de rijke zegen van de Geestdoop en zien de bijzondere waarde die Gods Woord eraan hecht. Samen erkennen we zelfs nog dat Petrus en Pau-lus in Handelingen de Geestdoop verbinden met de waterdoop. Deze gedachte klinkt vreemd in onze geloofsleer die hoofdzakelijk uit de brieven van de apostel Paulus is opgebouwd en weinig ruimte laat voor het gedachtegoed van andere Bijbelboeken. We ontdekken dat onze grootste geschillen vooral in een van te voren gekozen theologische kadermodel of paradigma lig-gen. Zo proberen we een vaste chronologische ordening aan te brengen tussen zaken als (in willekeurige volgorde): heiliging-uitverkiezing-wedergeboorte-roeping-waterdoop-bekering-Geestesdoop. Dat soort ordening mag, maar dient uiteraard in overstemming te worden gebracht met het Woord van God dat een pri-maire plaats in het leven van de gelovige dient in te nemen. Natuurlijk betekent dit niet dat we het over alles eens zijn en zal de samenwerking tussen de gemeentes in andere plaatsen anders liggen. Voor ons is het in elk geval een zegen en dat merk je doordat de Heer Jezus groter voor ons wordt en de volle eer in ons leven krijgt.

Sti

chte

nd

art

ike

l

Giften aan kampwerk fiscaal aftrekbaar!

Wil je het kampwerk van de Evangelische Christengemeenten Vlaanderen financieel ondersteunen? Je gift is nu fiscaal aftrekbaar van je belastingen! Omdat het kampwerk van de ECV nu onderdeel uitmaakt van de landelijke erkende jeugdvereniging EJV, is dit mogelijk!

Stort je gift op rekeningnummer van het EJV, St. Jansbergsesteenwg 97, 3001 Heverlee, 001-0257650-94. Vermelding: 'ECV kampwerk'.

Je krijgt dan in de loop van 2011 een fiscaal attest.

Wat is de diepste oorzaak van de negatieve opinie over Israël?

Europa en ons land hebben God verlaten. In het humanistisch denken, dat daarvoor in de plaats is gekomen, staat de mens met zijn rechten centraal. Vele vreemde eisen en vooral vreemde goden komen daardoor binnen en bepalen het denken. Dit denken zal ons echter niet redden maar juist in moei-lijkheden brengen. De keuzes die onze leiders maken, worden niet meer bepaald door Gods wijsheid, zoals we die lezen in de Bijbel, maar door menselijke redenering en door valse denkbeelden. Noem ze gerust afgoden. Daar-door ontstaat een afkeer van het heil dat God via Zijn Zoon aanbiedt. Omdat Israël Gods instrument is om dit heil te brengen, zien we haat tegen dit volk ontstaan. Dat is de geeste-lijke achtergrond waartegen we alle houdingen en ontwikkelingen moeten zien, de eigenlijke oorzaak dus. Dat neemt niet weg dat er voor God ook voorwaarden verbonden zijn aan de status van Israël en dat Hij Zijn volk tuchtigt, maar in dit artikel wil ik de houding van de buitenwereld belichten.

Al altijd vervolgdDoorheen de hele geschiedenis is het volk Israël vervolgd, van bij het ontstaan en het verblijf in het Egypte van de farao’s en de pogingen tot genocide door de Assyriërs, de Babyloniërs, de Perzen, de Hellenisten en de Romeinen in de Oudheid. Daarna namen de Europeanen die rol over. In heel Europa hebben sinds de Middeleeuwen Jodenvervolgin-gen plaatsgevonden. Als de pest uitbrak, beschuldigde men de Joden ervan de water-bronnen te hebben vergiftigd. Trok men op kruistocht, oefenden de ridders eerst hun vernietigingskunde op Joodse dorpen in Europa. In de periode daarna waren het vooral de Askenazische Joden (Joden uit Oost-, Midden- en West-Europa) in Rusland die re-

gelmatig te kampen hadden met pesterijen en slachtingen (pogroms). Maar het absolute dieptepunt was uiteraard de holocaust tijdens WO2. De aanleiding voor de haat tegen het Joodse volk was divers. Hun volkseer werd geïnterpreteerd als arrogantie en hun onder-nemerschap als bedriegerij.

Ook de kerk draagt een grote verantwoorde-lijkheid. Eeuwenlang, tot op vandaag, wordt verkondigd dat de kerk het door God verworpen Israël definitief vervangt. Zij zou nu het gees-telijke volk van God zijn en de definitieve plaatsvervanger van het Godsvolk Israël. Wij mogen ons als kerk van Christus Gods volk noemen, maar we mogen niet vergeten dat Israël slechts tijdelijk op een zijspoor is beland door het ongeloof in Christus. God zal de draad weer oppikken en vele christenen zullen beschaamd staan wanneer Israël weer in ere hersteld wordt.

Linkse persNa een verschrikkelijke periode in de geschie-denis zoals de holocaust, zou men verwach-ten dat het Joodse volk eeuwenlang door de hele wereld als slachtoffer wordt behandeld en gekoesterd. Gelukkig wordt onze jeugd op school bij herhaling verteld over die ver-schrikkingen en over wat extremisme teweeg kan brengen. Nochtans zien we hier de laatste jaren een verschuiving. Steeds minder wordt het uitgelegd als een aanslag op de Joden en steeds meer als onverdraagzaamheid tegen-over allerlei minderheidsgroepen. Onze jeugd wordt gewaarschuwd tegen extreem rechts en neonazisme. Terecht, maar extreem links denken wordt over het hoofd gezien. Juist daar ligt de oorzaak van een nieuwe golf van antisemitisme. Socialisme - in al zijn vormen, maar vooral de extreem-linkse - is ontstaan uit het antigodsdienstige denken van Karl Marx. Voor God is in deze ideologie geen plaats; dus ook niet voor het “Volk van God”.

Het wordt meteen als potentiele vijand van de democratie bestempeld. Elke herinnering aan theocratische regimes - dus het oude Israël en de christelijke middeleeuwse heersers – doet elke marxist de haren ten berge rijzen. Bij de publieke opinie is sinds de Franse Revolutie stilaan het democratisch denken doorgedrongen, hetgeen wil zeggen dat de burgers - zij het onrechtstreeks - hun rege-ringen aanstellen. De mensen vinden dat het allerbeste politieke systeem. Gezag omwille van een Goddelijke beslissing wordt resoluut afgewezen. Voor de positie van Israël is dus geen plaats in het denken van deze wereld. Er kan dus ook geen enkele aanspraak zijn op een land, dat vanouds door God aan Zijn volk is beloofd. Met profetieën uit de Bijbel wordt al helemaal geen rekening gehouden. Een bijkomende vaststelling is dat de pers in Europa gedomineerd wordt door politiek links. Dus de berichtgeving over Israël is negatief gekleurd. Haar vijanden krijgen meestal gelijk. Hoewel Israël het enige democratische regime in het Midden-Oosten is en dus in feite het dichtst bij de ideologie van deze links denkende nieuwsmakers aan-sluit, laten ze geen gelegenheid onbenut om Israël in een kwaad daglicht te stellen en elke misstap uit te vergroten, terwijl de agressie tegenover Israël nauwelijks aan bod komt. Zo lees of hoor je vaak: “Vandaag heeft Israël bombardementen uitgevoerd als ver-geldingsmaatregel....” Hoe komt het toch dat de oorzaak van die vergeldingsmaatregel een dag eerder het nieuws niet haalde? Een treffende illustratie hoorde ik toen ik deze zomer in Jeruzalem was met ECPM (European Christian Political Movement). Een van de delegatieleden van de jongeren vertelde me dat ze een ontmoeting hadden gehad met een plaatselijke correspondent voor de Nederlandse pers, een Arabische Israëli. Hij zei tegen deze groep jonge politici, waar-onder vele Nederlanders: “We zullen jullie

kranten eens testen. Ik stuur hen 2 berichten met de vraag of ze willen publiceren. Het eerste verzin ik zelf: een Jood die een Palestijn in het gezicht slaat en daar mee wegkomt, een akkefietje, maar goed. Het tweede is heel actueel op dit moment: het Palestijnse regime van Ramallah heeft drie van haar universiteitsprofessoren ontslagen omdat ze te ge-matigd waren in hun uitspraken over Israel.” Om kort te gaan: het eerste artikel werd door 7 van de 10 kranten geplaatst, het tweede door 2. Tot zover de objectieve berichtgeving door onze media. En dan zijn die in Nederland nog veel milder tegenover Israël dan in België.

Oliedollars en moslimstemmenEen tweede belangrijke reden voor de onverdraag-zaamheid tegenover Israël is de toenemende invloed van de islam. Sinds de oliecrisis van de zeventiger jaren zien we twee belangrijke oorzaken van een groeiende voorzichtigheid van Europese regeringen tegenover de staat Israël. De eerste is de afhanke-lijkheid van olie voor de economie. Geen enkele regering houdt stand wanneer het economisch slecht gaat. Dus heeft een regering olie nodig voor haar land, bij de gratie van de vijanden van Israël. Daarbij komt de groeiende aanwezigheid van moslims in Europa en de erkenning van islam als godsdienst, ook weer onder druk van de oliepro-ducerende landen. Imams met vaak extremistische ideeën worden ‘ingevoerd’ uit moslimlanden om de Europese moslims te onderwijzen, ook weer een toegeving aan degenen die de oliekraan elk moment kunnen dichtdraaien. Moslims krijgen steeds meer invloed in de Europese politiek, want het is een groeiende bevolkingsgroep. En politici bestaan bij de gratie van de kiezer. Die invloed is ongunstig voor Israël. Het is eigenlijk absurd dat moslims vooral in linkse partijen actief zijn. Is het omdat linkse partijen de vijanden van hun vijanden verwelkomen en de theocratische visie van vele van die moslims er dan maar bijnemen? Velen van hen zouden de sharia (Koranwetgeving) invoeren als ze de macht hadden. De Israël-vijandige regimes in het Midden-Oosten hebben Europa (en de wereldeconomie) in de tang. De Iraanse president kan de wereld ongestraft vertellen dat de holocaust nooit heeft plaatsgevonden, een misdaad die voor een Europees burger zware strafrechterlijke gevolgen zou hebben. Israël wordt voorgesteld als de agressor in het Midden-Oosten. Maar zoals in de tijd van het Naziregime zijn het haar verzamelde vijanden die Israël willen vernietigen. Ze willen geen oplossing, geen vrede, ze willen Israël weg. Het grootste gevaar zijn niet de extremisten, maar de grote meerderheid van de bevolking, die hen laat begaan.

www.caxent.be www.ecpm.info

HOe KOMT DAT TOCH, DIe ANTI-ISrAëLHOUDING IN De PerS?

Opiniestuk Kris Vleugels

Kris Vleugels, Voorzitter C’axent, vice-president ECPM

WAAR NAAR TOELeIDerSWeeKeND VeG/eCV

Data: 23 – 25 februari Aankomst om 19:00 en vertrek rond 16:00

Spreker: Guido De Kegel

Thema: Volgen heeft gevolgen!

Doel: Bemoediging, herbronning en toerusting

Doelgroep: Oudsten, diakenen, verantwoordelijken, fulltimers + partner

Plaats: Het Reigersnest in Koksijde (St. Idesbald)

Prijs: e135 per persoon

(toeslag e10 per nacht voor een éénpersoonskamer); e235 voor echtparen. Pas ingeschreven na voorschot van e10 per persoon. Daarna het saldo storten tegen 15/02 met vermelding ‘ L.C. 2012 ’. Betalen ter plaatse kan ook.

Rekening: VEG te Gent.

BE74 0013 5462 5107 - BIC: GEBABEBB

Inschrijven: Liefst voor 01/02. Erwin Braet, Ronestraat 12, Schorisse Of gegevens mailen naar [email protected]

Toelichting: Dit gezamenlijke leidersweekend is een ware primeur.

Het concept zal daarna grondig geëvalueerd worden.

Onze eigen ECV-Leidersdag vervalt daarmee in 2012.

ONTMOeTINGSDAG MOeDerS IN GeBeD

Data: 28 januari van 10:00 tot 15:00

Sprekers: Kathrin Larsen en Fokkeline Maeyens

Thema: Kom tot Mij, Ik geef je rust

Plaats: CPC, Tervuursesteenweg 192, Heverlee

Inschrijven: [email protected]

Info: www.moedersingebed.be

10 11

Sti

chte

nd

art

ike

l

1 Hippolytus, Traditio Apostolica 41:10-12, 17.2 H. Goldwurm, Daniel 181.3 Rabbi Achai Gaon Sheiltos 42.

4 Jubileeën 22:7-10a.5 Babylonische Talmoed, traktaat Berakoth 43b.

De eerste christenen kenden het gebruik om minstens twee keer per dag tot God te bidden en Hem te aanbidden. Het eerste moment vond plaats ‘s morgens vroeg. God werd gedankt en verheerlijkt voor de nieuwe dag die Hij de gelovige schonk. De gelovige bad dat hij deze dag zou mogen leven zoals zijn Heer het van hem verlangde. Door het nieuwe, frisse begin van de dag lag ook het verband met Gods geschenk van het nieuwe leven door Christus voor de hand. De opko-mende zon herinnerde de gelovige aan de komst van de Messias, de zon van de gerech-tigheid. Hippolythus’ Traditio Apostolica, uit de derde eeuw, toont ons eveneens het belang van het ochtendgebed:

‘Laat elke gelovige man en elke gelovige vrouw bij de dageraad opstaan en hun han-den eerst wassen en tot God bidden voordat ze hun werk beginnen. Daarna mogen ze naar hun werk gaan. Maar als ze instructies vanuit het Woord ontvangen, dienen ze daaraan gehoorzaam te zijn en dat te doen in het geloof dat het God is van wie ze deze instructie vernemen’ (41:1-2).

Het laatste moment waarop de gelovige tijd nam om tot God te naderen, was als de dag op zijn einde liep. Voor Gods aangezicht werd gereflecteerd over hetgeen die dag gebeurd was. Voor misstappen werd verge-ving gevraagd. Dikwijls stond een brandende kaars symbool voor het licht van de Messias. Hij was het licht dat uiteindelijk alle donker-heid van deze aarde zou verdrijven. In de Traditio Apostolica lezen we eveneens over het avond- en het nachtgebed: 1

‘Bid voor je je lichaam bedrust schenkt. Sta rond middernacht op, was je handen met water en bid. Als je gehuwd bent, bid je sa-men. Maar als je echtgenoot niet gedoopt is, ga dan in de kamer ernaast om te bidden en daarna terug te keren naar bed. Aarzel niet om te bidden, want degene die door het hu-welijk verbonden is, is niet onrein [...] Even-eens dien je op te staan en te bidden op het tijdstip van het hanengekraai. Want dit is het

uur waarin de kinderen Israëls de Christus verwierpen, die wij door geloof kennen en waarin we dagelijks hopen op het eeuwige

licht door de opstanding uit de dood.’

Parallellen met het vroege jodendomHet algemene gebruik om twee keer per dag tot God te naderen, had parallellen met andere religies die een soortgelijk gebruik kenden. Bekend is dat binnen het vroege jodendom in de tempel van Jeruzalem twee keer per dag een offer werd gebracht: ‘s morgens en ‘s avonds. Een uitzondering daarop vormden de sabbat en andere religieuze feesten. Op die hoogtijdagen werden meerdere offers gebracht in de tempel. Maar niet alleen in de tempel, ook binnen het gezin koos de Israëliet ervoor om God voor de maaltijd te eren. Dit gebruik was ontsproten uit de opdracht om zijn kinderen over Jahweh te spreken ‘wanneer hij in zijn huis was’ (Dt6:7; 11:19).

Doordat deze traditie werd verbonden met Dt6, was het bij sommige joden gebruikelijk geworden om tijdens hun gebedstijd de jood-se geloofsbelijdenis, het sjəma, te citeren: ‘Hoor, Israël: Jahweh is onze God; Jahweh is een!’ (6:4). Ook de Bijbelse Daniël was hierin voor de joden een voorbeeld: ‘In het boven-vertrek van zijn huis zaten in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar wierp hij zich driemaal per dag op de knieën om zijn God te aanbidden en te prijzen, precies zoals hij dat tevoren gewend was’ (Dn6:11b). Goldwurm suggereert vanuit dit vers dat het al lang voor Daniël gebruikelijk was bij de joden om drie keer per dag in de richting van Jeruzalem te bidden. 2 Hij wijst daarvoor naar rabbi Achai Gaon die beweerde dat de aartsvaderen (Abraham, Isaak en Jakob) deze frequentie van het gebed al hadden ingesteld. 3 Het boek Jubileeën (100v.Chr.), dat een hervertelling van de Bijbelboeken Gn en Ex probeert te zijn, beweert zulk een gebed van Isaak bij het eten te hebben opgeschreven.4 Later zou de

Talmoed nog vanuit Daniëls houding afleiden dat het goed is om te bidden in een huis met ramen.5 Hieruit blijkt des te meer hoe groot de voorbeeldfunctie van de profeet Daniël voor de joodse gelovigen was.

Het drievoudige gebed bij de christenenHet gebruik om drie keer per dag te bid-den werd ook binnen het vroege christen-dom toegepast. De eerste christenen waren vaak van joodse oorsprong en kenden deze gebruiken van jongs af aan. Zo vernemen we in Handelingen dat de apostel Petrus bad omstreeks het zesde uur (12:00u. Hd10:9) en dat de proseliet Cornelius bad omstreeks het negende uur (15:00u. Hd10:30).De eerste christenen volgden de joodse gebruiken om te bidden voor het eten. Dat gebeurde gemiddeld drie keer per dag. Een van de eerste christelijke werken, de Didache (150-180n.Chr.) vermeldt:

‘Bidt ook niet als de schijnheiligen, maar zo-als de Heer heeft bevolen in zijn evangelie. Op de volgende manier: “Onze Vader die in de hemel is, uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel, geef ons elke dag ons dagelijks brood en vergeef ons onze zonden zoals wij ook vergeven die tegen-over ons schuldig staan. En leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van het boze, want van U is de macht en de luister tot in eeuwigheid”, drie maal per dag moet u zo

bidden’ (7:2).

Het is opmerkelijk vast te stellen dat dit voorschrift ertoe leidde dat het Onze Va-der een belangrijke plaats in het leven van de eerste christenen kreeg. Het bidden voor een maaltijd werd verder gebaseerd op de zegeningen die de Heer Jezus voor de maal-tijden had uitgesproken (Mt14:19; 26:26v; Mc6:41; 8:6v; 14:22v; Lc9:16; 22:17,19; 24:30; Jh6:11). Vanuit dit perspectief zou het ook later nog bij de gelovigen verdedigd worden.

HeT GeBeD BIJ De eerSTe CHrISTeNeN

Het morgen- en avondgebedRaymond R. Hausoul

1312

HOOP VOOr VLAANDereN

COLOFON eCV NIeUWSBrIeF

De Nieuwsbrief ver schijnt rond de 3e - 6e - 9e en 12e maand van het jaar.

reDACTIe Fabiola Catrysse, Raymond Hausoul, Johan Leroy, Willy Mae-

sen, Jacques Rommel, Koen Schelstraete.

eindredactie Raymond Hausoul, Elverdingsestraat 31, Ieper

DTP Jehtron, [email protected] www.jehtron.be

Website: www .ecvnet .be

Abonnement op de ECV Nieuwsbrief, niet aangesloten bij een evangelische christengemeente: 10 euro incl. verzendkosten.

Info

rme

ren

d a

rtik

el

Ik ben Martin Symons, wonende te Lommel. Ik ben 62 jaar en werk ondertussen 30 jaar als fulltimer in dienst van de Heer. Ik ben gehuwd met Lydia en vader van 5 kinderen. Gelukkig kennen ze allemaal de Here Jezus. Dit is voor ons een grote zegen. Dit wil niet zeggen dat alles altijd even goed gaat, maar hoe luidt het spreekwoord weer: ‘Kleine kinderen, kleine zorgen grote kinderen,...’ Wanneer mijn ouders me dat vroeger zegden, dacht ik daar zelf anders over. Intussen ben ik er wel achter dat dit inderdaad zo is.

Het grootste deel van mijn werk bestaat uit pastoraat, preken en Bijbelstudies geven. Onze Inge werkt onder-tussen mee in het pastoraat .

Hier een paar dankpunten

• Voor al de zegeningen in het pastoraat, voor de bijzondere leiding die de Heer telkens weer geeft. Dat Hij het is die door ons heen werken wil. Wat een voorrecht.

• Voor de cursus pastoraat in Kuurne, die druk bezocht wordt en waar heel veel interesse van de deelnemers uitgaat.

• Voor de medewerking van Ann en Inge in Kuurne.

• Voor het dagelijks brood en andere behoeften waar-in de Here voorziet.

• Voor al de mensen die ons regelmatig op allerlei manieren bemoedigen en steunen.

Gebedspunten

• Dat de mensen de juiste hulp mogen krijgen binnen het pastoraat.

• Voor de leiding van de H.Geest in de Bijbelstudies en preken.

• Dat we ondanks de strijd die dit ook meebrengt, mogen blijven standhouden.

• Voor onze Annelies die eind december moet beval-len: dat alles goed mag gaan, voor haar en de baby.

• Dat de Here mensen zal aanspreken om verder te groeien in ‘pastoraat geven’; blijkbaar bestaat daar een grote nood , die opgevuld moet worden.

• Dat we gezond mogen blijven.

SOS VLAANDereN

Afgelopen novembermaand raasde evangelist Luc Vandevorst dwars door Vlaanderen met de verkondiging van het evangelie in Zillebeke, Oudenaarde, Zaventem en Hasselt. Zo’n 24 Evan-gelische kerken waren betrokken bij deze campagne. De samen-werking tussen de drie denominaties BEZ, ECV en VEG verliep uitstekend. Deze samenwerking heeft bijgedragen tot de groei in eenheid tussen de participerende kerken. Broeders en zusters werden aangemoedigd om familie en kennissen uit te nodigen. Er werden ongeveer 80 nazorgers getraind met als doel op de avon-den beschikbaar te zijn om met geïnteresseerden de weg naar vrede met God te verkennen. Er was een tamelijk goede opkomst: Zaventem 120, Ieper 150, Oudenaarde 170 en Hasselt 560 aan-wezigen. Ruw geschat kunnen we misschien zeggen dat er zo’n 10 % ongelovigen aanwezig waren. Er zijn verschillende gesprekken gevoerd en zo’n 200 informatiepakketten uitgedeeld.

Momenteel zijn de ontdekkingsavonden gestart. We hopen er ver-schillende mensen die hun leven aan de Heer hebben gegeven, te ontmoeten. We bidden dat een vonk overslaat en de evangelische kerken inspanningen blijven ondernemen om de grote opdracht te vervullen, namelijk de blijde boodschap te verkondigen. Uit verschillende hoeken kregen we aanmoedigingen om verder te gaan. We zullen zien! Hoe zal Gods Geest dit willen leiden?

Ben je bereid om een gift te schenken? Dit kan op volgend rekeningnummer:

IBAN: BE39973002549619BIC: ARSPBE22Naam: Hoop voor Vlaanderen, Venkellaan 21, 3600 Genk

Martin & Lydia Symons

HVVHVV

Een aantal van de ECV-fulltimers keek terug op een geslaagd mede-werkersweekend van ontmoeting en uitdaging. Herman Heyman van ABC-Ministries hielp ons stil te staan bij de roeping om de Heer te dienen. Eén van onze collega-fulltimers, Raymond Hausoul, zal rond het verschijnen van deze nieuwsbrief, trotse eigenaar van een masterdiploma geworden zijn en reeds zijn eerste stappen in de richting van een doctoraat gezet hebben. Het bestuur wenst hem van harte te on-dersteunen in dit nieuwe hoofdstuk van zijn voortgezette studies.

Het bestuur is zich bewust van het vrij hoge cursusgeld dat studenten van de ETS betalen en wil hier iets aan doen. Wordt vervolgd. Verder kwam voor het eerst een werkgroep ‘leidersverga-dering’ samen. Die wil nadenken over een boeiend programma. Het bestuur is zich ervan bewust dat gemeentelei-ders vooral willen geïnformeerd wor-den over wat de ECV in de steigers heeft staan en wat er werd bereikt. De leidersvergadering zal dan naast de eerder zakelijke agendapunten vooral betrachten de dienstbaarheid van de ECV in het verleden, heden en toe-komst in de kijker te plaatsen.

Het bestuur is dankbaar voor de reac-ties uit de gemeenten op de actualise-ring van het beleidsplan. Een dertien-tal gemeenten toonden een directe betrokkenheid bij het tot stand komen van de inhoud. Hun input ervoer het bestuur als zeer waardevol. Dit nieuwe beleidsplan spreekt een aantal inten-

ties uit, meer zelfs, een aantal graad-meters waar we onze dienstbaarheid aan willen meten. Het kan geen kwaad om even te herhalen wat de vijf kern-taken zijn waar de ECV het voortouw in wil nemen: Gemeenteopbouw & Evangelisatie, Jongerenwerk, Pasto-raat, Vorming & Informatie, Belan-genbehartiging & Identiteit.

Het bestuur werkt verder aan een document dat gemeenten en hun leiders adviseert over omgaan met conflicten in de gemeente en hoe de ECV hierin een bemiddelende rol kan spelen. We hopen tegen het voorjaar met een voorstel naar de provinciale vergadering toe te stappen.

Een laatste ontwikkeling die we u niet willen onthouden is de opstart van een nieuwe organisatie: Evangelische Vol-wassenenwerking Vlaanderen (EVV). Net zoals het EJV door de overheid ondersteund wordt in haar werking, kan de overheid het vormingswerk van de bredere evangelicale wereld in Vlaanderen een duw in de rug geven. De EAV speelt een voortrekkersrol in deze ontwikkeling, en als ECV zijn we heel nauw betrokken. We houden u in een volgende nieuwsbrief op de hoogte van de voortgang hiervan.

Tot zover wat nieuws van de bestuurs-tafel.

Op 03 december is er de volgende be-stuursvergadering.

Gods zegen!

Inte

rvie

w

een interview met Jack Barentsen

14 15

UIT HeT BeSTUUrHet bestuur vergaderde begin oktober en ik mag u een greep uit het verslag bieden .

Filip De Cavel, coördinator ECV

LeIDerSCHAP IN De BrIeVeN VAN PAULUS

Eén van de kerntaken van de ECV is gemeenteopbouw. Gemeente-opbouw met een goede visie op leiderschap is daarbij onontbeer-lijk. De recent verschenen publi-catie van Jack Barentsen, docent aan de ETF en lokaal betrokken bij gemeenteopbouw bleek dan ook de perfecte aanleiding voor een interview voor de ECV-nieuwsbrief.

1 Beste Jack, vertel ‘s iets over jezelf. Hoelang geef je reeds les aan de ETF?Ik heb in de jaren ’90 veel gemeenteop-bouwende activiteiten in Nederlands Lim-burg mogen realiseren. In die periode heb ik alle kanten van gemeentewerk gezien: preken en diensten, tieneractiviteiten, jong volwassenen, en heel af en toe wat kinder-werk. Ook schoonmaken, stoelen slepen en onderhoud van gebouwen hoorden er helemaal bij. Maar discipelschap en bijbel-onderwijs hadden toch echt mijn hart.

Toen we na een periode in de Evangelische Gemeente te Maastricht zochten naar een volgende bediening, bracht God mij op het pad van de ETF. Of ik wilde helpen bij onderwijs in het vakgebied Nieuwe Testa-ment. Tegelijk kreeg ik de mogelijkheid te promoveren in mijn vakgebied. Nu, dat sprak me wel aan.

2 Je hebt een doctoraat geschreven, in boek-vorm uitgegeven. Waarover gaat het precies? Ik heb diepgaande studie gedaan naar hoe Paulus de leiders in zijn gemeenten vormde en corrigeerde. Hij sluit bijvoorbeeld aan bij culturele vormen van leiderschap, maar corrigeert door steeds te wijzen op zelfopoffering voor de gemeenschap, naar het voorbeeld van Christus (en van Paulus zelf). Het gaat niet om de eer van de

leider, zoals toen (en ook nu) heel gewoon was, maar om de eer van God. Je bent een voorbeeld, niet alleen in wat je zegt, maar ook in wat je doet, wie je bent.Tegelijk zie je hoe Paulus het bestuur van de huisgemeenten te Korinthe wilde omvormen tot een bestuur van, zeg maar, een stadsgemeente, zodat de huis-gemeenten geen eilandjes bleven, maar samen optrokken in hun stad. In een later stadium (dat zie je in Efeze) stimuleert Paulus de (stads-)gemeente om verder uit te breiden in hun eigen achterland. Hij treft voorzieningen door meer over struc-tuur en over opvolging te schrijven.

3 Wat heeft jou aangezet om hierover te schrijven? Ik ben van het begin af aan bezig geweest met discipelschap en de toerusting van lei-ders. Als gemeenteopbouwwerker stelde ik mezelf steeds de vraag, waar uiteinde-lijk de (nieuwe) leiders en oudsten van de gemeenten vandaag zouden komen. Ik moest daar wat aan doen, vond ik. Toen de gelegenheid om me te verdiepen in het moderne onderzoek naar leiderschap en dat toe te passen op een 5-tal Brieven van Paulus, zich voordeed, heb ik dat met beide handen aangegrepen.

4 Wat heb je ontdekt doorheen jouw onder-zoek dat de lezer zal verrassen? Dat Paulus geen kant-en-klaar recept voor oudsten en leidinggevenden had. Hoewel hij Jezus niet bij leven heeft gekend, had Paulus het leven van de Heer constant voor ogen. Steeds als er dingen voorvallen in zijn gemeenten, put hij inzicht en wijs-heid uit het voorbeeld van Christus. Je zou kunnen zeggen, dat Paulus zo in beslag genomen was door het voorbeeld van Jezus, dat hij steeds zijn best doet om elke gemeente, elke gelovige dat voor-beeld te laten volgen. Zo wordt, in heel

praktische zin, de gemeente het lichaam van Christus: ze doet en handelt in alles zoals Jezus dat zelf zou doen, of beter nog, zoals Jezus dat nog steeds doet door hen heen. Ook als Paulus over leiders nadenkt, zie je dit patroon. Het belangrijkste is dat leiders leven zoals Christus; structuren zijn ook belangrijk voor duurzaamheid en stabiliteit, maar in wezen secundair.

5 Waardoor ben je zelf verrast? Heeft het NT, in het bijzonder de brieven van Paulus, jou nieuwe inzichten gegeven die je van de daken wil schreeuwen?Iets dat me erg heeft aangesproken, is hoe Paulus zich richt op de identiteit van de gemeente. Vaak hoor ik preken over ‘mijn persoonlijke identiteit in Christus’, maar heel weinig over hoe we samen, als gemeente, een duidelijke christelijke identi-teit in deze wereld hebben. Volgens mij zet Paulus zich juist in om hele diverse mensen samen te binden in één gemeenschap, met één christelijke identiteit. Paulus ziet die identiteit niet alleen als een theologi-sche stellingname, maar heel praktisch in de omgang met elkaar in al onze verschei-denheid. Als christenen horen we bij God en daarom óók bij elkaar. De leiders van de gemeente krijgen hierbij de extra ver-antwoordelijkheid, om te zorgen dat gelo-vigen zich met Christus maar ook met de gemeenschap kunnen identificeren, dat zij er zich thuisvoelen, en dat zij eraan bijdragen.

’t Is waar, een leider moet de bijbel ver-staan en erover kunnen spreken. Leiders moeten ook goed kunnen besturen. En daar komen nog wel meer taken bij. Maar waar dient dat allemaal toe? Waar gaat het nu eigenlijk om?

Dat we als gemeenschap elkaar kunnen dienen, dat het leven van Christus in ons

Filip De Cavel, coördinator ECV

gezamenlijk functioneren zichtbaar wordt, zodat we echt als lichaam van Christus optreden. Leiders hebben oog voor deze theologische en sociale iden-titeit van de gemeente; ze vormen die identiteit en als goede pastors helpen ze elk gemeentelid om dat in hun dagelijks leven vorm te geven.

6 Je bent zelf ook leider in een gemeente? Is wat je schreef direct toepasbaar op jouw situatie?Ik moest de laatste jaren een stapje opzij zetten in het leiderschap in mijn thuis- gemeente, mede omdat er een ver-schuiving van een evangelische naar een meer charismatische geloofsbeleving en identiteit optrad. Ik heb gezien hoe zich in onze gemeente subgroepen rond bepaalde standpunten en ervaringen formeerden. Ik heb gezien hoe onze leiders daarmee worstelden, en hoe nieuwe leiders verrezen juist omdat ze bepaalde nieuwe gezichtspunten vertegenwoor-digden. Mijn studie naar leiderschap en identiteit was nog niet ver genoeg gevorderd zodat ik in dit proces advies kon geven (bovendien was ik teveel ‘partij’ in deze situatie). Maar het heeft me erg geholpen om te erkennen wat er gebeurde, om het probleem te benoemen en te proberen het bespreekbaar te maken. Zo heb ik ‘aan den lijve’ ervaren hoe de identiteit van de gemeente dyna-misch is en verschuift met de cultuur, met de invloeden die binnenkomen door verschillende ervaringen en mensen.

Bedankt Jack voor dit gesprek. Door plaatsgebrek sneuvelde vraag 7 maar niet getreurd, ze wordt opgepikt door de digitale nieuwsbrief die rond dezelfde tijd uitkomt als de nieuwsbrief.

De gegevens van het boek dat Jack Barentsen schreef:

Emerging Leadership in the Pauline Mission: A Social

Identity Perspective on Local Leadership Development in Corinth and Ephesus.

Princeton Theological Monograph Series, 168. Eugene,

OR Wipf & Stock, 2011, 396 pp.

stripverhaal

vera

ntw

oord

elijk

e ui

tgev

er: R

aym

ond

Hau

soul

, Iep

er