Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van...

24
DE GAZET VAN DE DRIE NOTENBOOMEN JAARGANG 2 NUMMER 1, MEI 2018 “Iedereen predikt eigen regie. Maar dat is nu vaak; u mag het zelf doen, maar dan wel zoals wij het willen” Interview met Hans Becker over zijn geluksmodel, pag 12 > D ARS KIJKER W De Nederlandse zorgsector haalt in het toonaangevende medi- sche vakblad The Lancet we- reldwijd de top 10. Dit hebben we met name te danken aan uit- muntende vaccinatieprogram- ma’s, de toegankelijkheid van het medisch aanbod en de hoge kwaliteit van de resultaten. Om die plek in de toekomst te verzilveren zullen er echter een paar andere registers openge- trokken moeten worden. Hoe je het wendt of keert, de zorgsec- tor heeſt jarenlang als een log systeem gefungeerd, waarbij grote instituties hoofdzakelijk plan-gedreven te werk gingen. Risicomijdend gedrag en een aanhoudende drang naar con- trole hebben al te vaak de aan- dacht afgeleid van de essentie: simpelweg aandacht bieden aan een kwetsbare medemens. De zorgvrager aan het roer De samenleving vertoont echter een overduidelijke verschuiving naar eigen regie en medezeggen- schap, ook in de zorg. De mon- dige zorgvrager maakt het de traditionele instituten niet mak- kelijk. Waar vroeger – bij wijze van spreken – alles voor je werd geregeld, wordt nu enerzijds een grotere eigen bijdrage en verantwoordelijkheid verwacht. Anderzijds heeſt een zorgvrager daar iets van te vinden. Dit vraagt om een nieuwe bena- dering, waarin klantgerichtheid hoog in het vaandel wordt gedra- gen. Het bieden van toegevoegde waarde wordt een primair streef- doel. Continue vernieuwing en wendbaarheid zijn daarbij nodig om snel te kunnen inspelen op de menselijke behoeſten en dat is lastig in grote systemen. Klein maken Radicale vernieuwing zit met name in het ombuigen van dat planmatige denken naar het zui- ver mensgerichte. Grote dingen moeten zo klein mogelijk ge- maakt worden, zodat er ruimte is voor persoonlijke inbreng en mensen niet als nummer behan- deld moeten worden. Waar Nederland zich onder- scheidt van andere landen is dat er al jaren ruimte wordt gecreëerd om via zorgondernemerschap dingen echt anders te gaan doen. De passie van de ondernemer en het lef om het heſt in eigen handen te nemen maken het ver- schil. Het streven naar positieve impact op mens en maatschappij is daarbij niet weg te stoppen. Taboe Ondernemen gaat over vernieu- wen en vernieuwen gaat over in- vesteren. De overheid heeſt daar niet altijd de middelen voor en een private partij schuiſt enkel aan als er over rendement kan worden gepraat. Sinds de intro- ductie van de marktwerking in de zorg wordt er daarom ijverig gedebatteerd over de nieuwe geldstromen die zijn ontstaan. Winst maken en uitkeren is daarbij een taboe. Marktwer- king in de zorg wordt gepredikt, maar diep van binnen wringt het als het over de financiële gevol- gen gaat. De aloude reflex om regulerende kaders op te stel- len steekt vervolgens de kop op waardoor de regeldruk alleen maar toeneemt en ruimte tot ini- tiatief stilaan weer tot het mini- mum wordt beperkt. Eerlijk speelveld Een beweging de andere kant op gaat echter meer opleveren. Het opstellen van duidelijke richt- lijnen voor winstuitkering in de zorg kan een eerlijk speelveld binnen de hele sector creëren. Het biedt daarnaast de mogelijk- heid om de broodnodige investe- ringen in kwaliteit en innovatie stevig aan te moedigen. Een hel- der kader leidt ook tot transpa- rantie, zodat taboes in de maat- schappij kunnen wegebben. Lonkt daar The Lancet’s top 3? De uitdagingen voor de toekomst liegen er niet om. Als de huidige demografische trends zich verder doorzetten, gaan we met z’n allen een pak ouder worden en steeds meer te maken krijgen met gezondheidsissues. Hoe lang zal het huidige zorgsysteem deze last kunnen dragen? Tekst: Sander Speleman Zorg moet fundamenteel durven veranderen PASSIE EN LEF ALS GAMECHANGERS VOOR DE TOEKOMST De passie van de ondernemer en het lef om het heft in eigen handen te nemen maken het verschil” Het Knarrenhof Een kijkje bij het duurzame wonen van de 21e eeuw. pag 6 > Togetherhome in India Ondernemers Harry & Leonie met hun visie op zorg de grens over pag 15 > 15 jaar Thomashuizen Zus Teuntje kijkt terug en blikt vooruit: “We moeten het verhaal levend houden.” pag 14 > Ziekenhuizen in beweging Samen zoeken naar meer persoonsgerichte zorg pag 7 > En verder .... Opinie: Geef corporaties en initiatieven de ruimte 5 Zoektocht naar de essentie 10 Geraakt door de ondeugd; pioniers zwaaien af 16 Omscholing naar de zorg: ‘Eric is onmisbaar’ 20 Ingezonden: Waarom onze deuren niet op slot gaan 21

Transcript of Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van...

Page 1: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

De gazet van De Drie notenboomen

Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen regie. Maar dat is nu vaak; u mag het zelf doen,

maar dan wel zoals wij het willen”Interview met Hans Becker over zijn geluksmodel, pag 12 >

D arskIjkerw

De Nederlandse zorgsector haalt in het toonaangevende medi-sche vakblad The Lancet we-reldwijd de top 10. Dit hebben we met name te danken aan uit-muntende vaccinatieprogram-ma’s, de toegankelijkheid van het medisch aanbod en de hoge kwaliteit van de resultaten.

Om die plek in de toekomst te verzilveren zullen er echter een paar andere registers openge-trokken moeten worden. Hoe je het wendt of keert, de zorgsec-tor heeft jarenlang als een log systeem gefungeerd, waarbij grote instituties hoofdzakelijk plan-gedreven te werk gingen. Risicomijdend gedrag en een aanhoudende drang naar con-trole hebben al te vaak de aan-dacht afgeleid van de essentie: simpelweg aandacht bieden aan een kwetsbare medemens.

De zorgvrager aan het roerDe samenleving vertoont echter een overduidelijke verschuiving naar eigen regie en medezeggen-schap, ook in de zorg. De mon-dige zorgvrager maakt het de traditionele instituten niet mak-kelijk. Waar vroeger – bij wijze van spreken – alles voor je werd geregeld, wordt nu enerzijds een grotere eigen bijdrage en verantwoordelijkheid verwacht. Anderzijds heeft een zorgvrager daar iets van te vinden.Dit vraagt om een nieuwe bena-

dering, waarin klantgerichtheid hoog in het vaandel wordt gedra-gen. Het bieden van toegevoegde waarde wordt een primair streef-doel. Continue vernieuwing en wendbaarheid zijn daarbij nodig om snel te kunnen inspelen op de menselijke behoeften en dat is lastig in grote systemen.

Klein makenRadicale vernieuwing zit met name in het ombuigen van dat planmatige denken naar het zui-ver mensgerichte. Grote dingen moeten zo klein mogelijk ge-maakt worden, zodat er ruimte is voor persoonlijke inbreng en mensen niet als nummer behan-deld moeten worden.

Waar Nederland zich onder-scheidt van andere landen is dat er al jaren ruimte wordt gecreëerd om via zorgondernemerschap dingen echt anders te gaan doen. De passie van de ondernemer en het lef om het heft in eigen handen te nemen maken het ver-schil. Het streven naar positieve impact op mens en maatschappij is daarbij niet weg te stoppen.

TaboeOndernemen gaat over vernieu-wen en vernieuwen gaat over in-vesteren. De overheid heeft daar niet altijd de middelen voor en een private partij schuift enkel aan als er over rendement kan worden gepraat. Sinds de intro-ductie van de marktwerking in de zorg wordt er daarom ijverig gedebatteerd over de nieuwe geldstromen die zijn ontstaan. Winst maken en uitkeren is daarbij een taboe. Marktwer-king in de zorg wordt gepredikt, maar diep van binnen wringt het als het over de financiële gevol-gen gaat. De aloude reflex om regulerende kaders op te stel-len steekt vervolgens de kop op waardoor de regeldruk alleen maar toeneemt en ruimte tot ini-tiatief stilaan weer tot het mini-mum wordt beperkt.

Eerlijk speelveldEen beweging de andere kant op gaat echter meer opleveren. Het opstellen van duidelijke richt-lijnen voor winstuitkering in de zorg kan een eerlijk speelveld binnen de hele sector creëren. Het biedt daarnaast de mogelijk-heid om de broodnodige investe-ringen in kwaliteit en innovatie stevig aan te moedigen. Een hel-der kader leidt ook tot transpa-rantie, zodat taboes in de maat-schappij kunnen wegebben. Lonkt daar The Lancet’s top 3?

De uitdagingen voor de toekomst liegen er niet om. Als de huidige demografische trends zich verder doorzetten, gaan we met z’n allen een pak ouder worden en steeds meer te maken krijgen met gezondheidsissues. Hoe lang zal het huidige zorgsysteem deze last kunnen dragen?

Tekst: Sander Speleman

Zorg moet fundamenteel durven veranderenPassie en lef als gamechangers voor de toekomst

De passie van de ondernemer en het lef om het heft in eigen handen te

nemen maken het verschil”

Het KnarrenhofEen kijkje bij het duurzame wonen van de 21e eeuw.pag 6 >

Togetherhome in IndiaOndernemers Harry & Leonie met hun visie op zorg de grens overpag 15 >

15 jaar Thomashuizen Zus Teuntje kijkt terug en blikt vooruit: “We moeten het verhaal levend houden.”pag 14 >

Ziekenhuizen in bewegingSamen zoeken naar meer persoonsgerichte zorgpag 7 >

En verder....opinie: geef corporaties en initiatieven de ruimte 5Zoektocht naar de essentie 10geraakt door de ondeugd; pioniers zwaaien af 16omscholing naar de zorg: ‘eric is onmisbaar’ 20ingezonden: Waarom onze deuren niet op slot gaan 21

Page 2: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw2 MEI 2018

Aangepaste regels“De zorg in Nederland is van een goede kwaliteit en dat moet zo blijven”, zo ver-telt Dirk van den Acker van de lokale VVD-fractie. “Tegelijk willen we lokaal ruimte bieden aan nieuwe initiatieven die de zorg betaalbaar houden of de zorg verbeteren. Dat betekent soms ook dat wet- en regelgeving aangepast moet wor-den om die ruimte te maken. Door met elkaar in gesprek te gaan ontstaan ideeën en dat is het idee achter het bezoek van de staatssecretaris.”De ervaring bij De Herbergier is dat ze-ker niet alle regels bijdragen aan betere zorg. “Natuurlijk is kwaliteitsbewaking belangrijk”, geeft Marleen Onderstal de staatssecretaris mee, “maar meer ruimte voor maatwerk is gewenst.” Bart Lubbers van het Thomashuis vult aan: “Samen met de bewoners kunnen we veel zelf re-gelen. “Maar de gemeente is bijvoorbeeld belangrijk voor het vervoer van mensen met een beperking naar hun werk.”

VernieuwingNieuwe regels en aangepaste afspraken zijn onlosmakelijk verbonden aan voor-uitgang. “Vernieuwing zorgt altijd voor situaties die voorheen nog niet beston-den”, zo gaf De Drie Notenboomen mee aan de staatssecretaris. “Een gezonde do-sis burgerlijke ongehoorzaamheid leidt vaak tot de mooiste initiatieven, steeds vaker ook in de zorg. Logischerwijs willen we dan ook samen met bevoegde instan-ties bouwen aan aangepaste regelgeven-de kaders.”

indruk. “Samen met 25 medewerkers –15 voltijdse equivalenten – zorgen we ervoor dat onze 17 bewoners met geheugenpro-blemen een zinvolle invulling van hun dag beleven”, vertellen zorgondernemers Carlo en Marleen Onderstal. “En iedereen doet alles, van rustig tijd doorbrengen

“Zo zou het voor iedereen geregeld moe-ten zijn”, zei Tamara van Ark tijdens de rondleiding in de Herbergier. De huis-lijkheid en de warmte maakten duidelijk

D e samenleving wil het, de politiek wil het en jij als lezer wil het ongetwijfeld ook: zorg die de mens

centraal stelt. De trend die gaande is, is dan ook niet meer te stoppen. Waar je ook kijkt, zorgaanbieders doen er alles aan om de klant of patiënt (altijd men-sen overigens) weer in het middelpunt te zetten. Geen klantvriendelijkheid, maar klantgerichtheid. Of dat ook daadwerkelijk lukt overal is een andere vraag, maar de (r)evolutie is zondermeer gaande.

Voor je ligt de tweede editie van Dwarskijker, de gazet van De Drie Notenboomen. Je kent ons misschien van de zorgformules Thomashuis, Herbergier, Thomas op Kamers en De ZorgButler. We vieren dit jaar ons 15-jarig bestaan. Een mijlpaal, maar wat ons betreft is het meer dan dat. Het is namelijk ook een moment van reflectie waarbij we beseffen dat de behoefte aan mensgericht-heid niet iets is van de laatste jaren. Want 15 jaar gele-den was er al een vader die wilde dat de zorg niet zou draaien om het systeem, maar om zijn zoon Thomas.

Een van dé manieren om dat te realiseren is nog al-tijd één van de hoekstenen van al onze formules: het

met bewoners tot samen eten maken. En-kel de verpleegtechnische handelingen zijn voor wie er bevoegd voor is, maar voor de rest gaat het om aandacht geven.”

In het Thomashuis verzorgden de zorgon-dernemers Iris Kortekaas en Bart Lub-bers de rondleiding. “We hebben bewust gekozen voor een jonge bewonersgroep en we hopen met die gasten nog minstens 20 jaar samen te kunnen wonen. Een dui-delijke uitdaging zit in het scheiden van werk en privé, maar het gaat steeds be-ter.” Een enthousiaste Tamara van Ark ging vervolgens aan tafel voor een brood-je en een glas melk en praatte uitvoerig met bewoners Peter en Roberto.

Waarde lezer,zorgondernemerschap. We mogen al 15 jaar met eigen ogen zien hoe je het verschil kan maken door in alle vrijheid (én met alle verantwoordelijkheid) zorg te ver-lenen zoals je dat voor jezelf zou willen. Door dichtbij de mensen te gaan staan om wie het gaat en er sim-pelweg te zijn. Hoe meer je de mens centraal stelt, hoe minder complex de wereld wordt. Het is een credo dat we blijven benadrukken.

Deze krant is enerzijds een ode aan het zorgonder-nemerschap. Sterker nog: het grootste deel van deze krant had niet kunnen bestaan als het zorgonderne-merschap er niet was geweest. Deze ode is overigens geen overbodige luxe in tijden waarin het zorgonder-nemerschap nog wel eens onder vuur ligt. Zorgonder-nemer Loek Winter had het in het FD van 2 maart zelfs over ‘demonisering’ en spreekt van een ‘ideologisch herijking’ rondom het kijken naar het zorgonderne-merschap. Des te meer reden om je met deze krant onder te dompelen in het leven en de drijfveren van ondernemers in de zorg en te ontdekken welke impact hun keuzes hebben op mens en maatschappij. Anderzijds wil deze krant bruggen slaan en een plat-

form bieden aan mensen en initiatieven die de kar die zorgvernieuwing heet mee een zetje in de goede rich-ting geven. Er is immers niets zo verfrissend en inspi-rerend om een (dwars)kijkje te nemen bij hoe anderen dat doen. We besteden er in deze krant niet voor niets ruime aandacht aan. Zorgvernieuwers, zorgvragers, mantelzorgers tot politici, inspectie en opleidingsinsti-tuten aan toe; allen bouwen ze aan de zorg van morgen en krijgen daarom een plekje in deze Dwarskijker.

We wensen je veel leesplezier en nodigen je uit om van je te laten horen als je een ideeën hebt voor de volgen-de editie. Laten we er met elkaar voor gaan de zorg in Nederland blijvend als een voorbeeld te stellen voor de rest van de wereld.

De Drie Notenboomen

DE DRIE NOTENBOOMENVernieuwers in de zorg

‘Zo zou het voor iedereen moeten zijn’staatssecretaris van ark beZoekt herbergier & thomashuis reeuWiJk

Op uitnodiging van de lokale VVD-fractie was Tamara van Ark, staatssecretaris voor Sociale Zaken & Werkgelegen-heid, onlangs te gast in het Thomashuis en de Herbergier in Reeuwijk. Zij kwam de sfeer opsnuiven in beide zorg-ondernemingen en ging in gesprek met bewoners, wettelijk vertegenwoordigers, medewerkers en de zorgondernemers.

Tekst: Sander Speleman

Page 3: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw MEI 2018 3

COLUMN

W e kennen in dit land verschillende prachtige woonvormen. Zorg thuis op maat kunnen regelen is fantastisch en het pgb is daar al jaren een mooi hulpmiddel bij. Alles goed en wel. Maar de zeven magere jaren lijken te

zijn aangebroken als het gaat over de beschikbaarheid van zorgverleners.

Nog niet zo lang geleden zaten de budgethouders er warmpjes bij. Door de bezui-nigingen bij de grote instellingen kwamen er veel hulpverleners beschikbaar die noodgedwongen aan de slag waren gegaan als zzp’er. Noem het gerust de vette jaren. Maar nu de zorgaanbieders er inmiddels 2 miljard bij hebben gekregen wor-den diezelfde hulpverleners weer massaal -en met de veiligheid van een arbeids-contract- naar binnen gehaald.

We zitten kortom in de situatie dat de vijver van de professionele zorgverleners leeggevist is. Maar de zorg moet doorgaan. Veel budgethouders merken al dat er krapte is op de pgb-markt; ze adverteren maanden aan één stuk maar er komen weinig mensen op af. Allerlei acties via sociale media die altijd op hetzelfde uit-draaien. En dan te bedenken dat de échte vergrijzing nog moeten komen.

‘Probeer maar eens een verpleegkundige te vinden die zes keer per dag bij je langskomt’

We zien wat nieuwe vormen en mogelijkheden. Zo leerde ik een vrouw kennen die in een etmaal zes keer gekatheteriseerd moet worden. Dat is een verpleegkundige handeling. Maar probeer maar eens een verpleegkundige te vinden die zes keer bij je langskomt per dag om je steeds 20 minuten te katheteriseren. Dat is onbegon-nen werk.

Ik stelde haar het volgende idee voor: Probeer eens 5 of 6 mensen in je omgeving te vinden en bij de situatie te betrekken. Dan gaan we met deze mensen -die niet zijn opgeleid in de zorg- naar de uroloog om ze op te leiden zodat ze kunnen ka-theteriseren. En zo gezegd zo gedaan. Deze mevrouw heeft nu een groep mensen klaarstaan die geautoriseerd, bevoegd en bekwaam zijn om haar te katheteriseren. En dat alles onder aansturing van één vaste verpleegkundige.

Zou het een idee zijn om bij repeterende behandelingen meer mensen uit de wijk een training ‘on the job’ te geven onder leiding van een gediplomeerd iemand? Ik daag u als lezer uit met creatieve oplossingen te komen om de uitdagingen van nu én de toekomst het hoofd te bieden. Ik zie de reacties graag tegemoet.

Hans van der Knijff, Per Saldo (Belangenvereniging voor mensen met een pgb)

[email protected]

Waar niets is, verliest de keizer zijn recht

De meer persoonsgerichte toetsings-vorm binnen de ouderen- en gehan-dicaptenzorg wordt door zowel de inspectie als door zorgaanbieders als positief ervaren. Dat meldt de IGJ na onderzoek op haar website.

De inspectie houdt er sinds maart 2017 een andere toetsingsmethode op na. In plaats van zorgaanbieders te beoordelen aan de hand van de beruchte afvinklijst-jes, is er nu meer ruimte voor het kijken naar ‘persoonsgerichte zorg, de deskun-digheid van medewerkers en het sturen op kwaliteit en veiligheid’.

“Met deze nieuwe vorm kan een inspec-teur beter beoordelen of de zorg aan

ouderen en mensen met een beperking veilig, professioneel en persoonsgericht is”, zo stelt de IGJ. “De inspectie gebruikt hiervoor een observatiemethode en kijkt daarmee hoe cliënten de zorg ervaren en hoe medewerkers met cliënten omgaan.”

HandvattenUit het onderzoek blijkt dat de zorgaan-bieders positief zijn over dit nieuwe in-strument. Ze geven aan dat het handvat-ten geeft voor het leren en verbeteren. Kritiek is er echter ook: Zo krijgen orga-nisaties niet altijd helder inzicht in hoe de inspectie tot haar oordeel komt. De inspectie geeft aan de verbeterpunten ter harte te nemen. “De zorg verandert im-mers, en het toezicht verandert mee.”

Zorgaanbieders positief over nieuwe toetsingsvorm

Trots dat dit hier mogelijk is In het voormalige raadhuis van Hazerswoude-rijndijk is begin april de 41e Herbergier van Nederland van start gegaan. Zorgondernemers Jerry & simone Hacketh hebben Zoetermeer achter zich gelaten en wonen nu samen met hun 4 kinderen en 16 gasten in de Herbergier.

Wethouder Gerard van As verrichtte op maandag 3 maart onder grote belangstelling de officiële opening, daags na de sleuteloverdracht. Hij werd hierbij geholpen door de kinderen van basisschool De Tweeklank waar Benjamin, de jongste zoon van Jerry en Simone nu op school zit. “We zijn bijzonder trots dat deze woonvorm hier mogelijk is”, zo sprak Van As.

Uitdaging Martin Bogerd, directeur van Habeko Wonen (eigenaar van het pand), vulde hem aan: “Voor mij was het een uitdaging om in deze gemeente ook een Herbergier te realiseren. Er waren al gesprekken gaande met een andere partij over de bouw van appartemen-ten, maar uiteindelijk bleek de gemeente bereid om met ons in zee te gaan.’’De Herbergier van Jerry en Simone is gevestigd is de oostvleugel van het pand waar vroeger ambtenaren op kantoor zaten. Alle zestien appartementen zijn inmiddels bezet.

Foto

: DIa

na B

aak

Gertrude van den Brink Zorgmanager van het Jaar

Gertrude van den Brink, be-stuursvoorzitter van Middin, is op 19 april uitge-roepen tot Zorg-manager van het

Jaar. “Een waardevol leven, daar gaat het ons om”, vertelt Van den Brink in een video van Zorgvisie. Middin on-dersteunt ouderen, gezinnen en men-sen met een verstandelijke beperking.

Middin KompasVan den Brink ontvangt de trofee omdat ze Middin tot een professionele organi-satie heeft getransformeerd. Zij nam lei-ding bij het bouwen van het Kompas van Middin, waarbij de kernwaarden en ver-nieuwde visie met medewerkers is opge-steld. “Mijn opgave is om de waarde van

Middin tot leven te brengen, zodat het echt impact heeft op de levens van men-sen en de samenleving.”

KeuzevrijheidTijdens de 20ste editie van de verkie-zing volgt Van den Brink Ernst Kuiper, bestuursvoorzitter van het Erasmus MC, op. Juryvoorzitter André Rouvoet prees de bestuursvoorzitter wegens het voorop stellen van de keuzevrijheid en zelfstan-digheid van mensen met een beperking.

Van den Brink nam het op tegen Mark van Houdenhoven, bestuursvoorzitter van de Sint Maartenskliniek, en Peter Langen-bach, bestuursvoorzitter van het Maas-stad Ziekenhuis. Zij worden door de jury ook geprezen voor hun inspanningen in het zorglandschap als bruggenbouwers.

Bro

n: M

IDDI

n

Page 4: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

Thomashuis Sint NicolaasgaMaartje uit thomashuis Sint nicolaasga is een echte creatieveling. Het liefst schildert zij dieren in de meest vrolijke kleuren. op de foto presenteert zij haar favoriete schilderij in haar eregallerij.

Herbergier TilburgMeneer Servaas is een man gezegend met de muze: muziek (Bach). Pas na zijn herseninfarct is hij echt gaan schilderen. In 2015 organiseerde Herber-gier tilburg een expositie voor hem. Het piano spelen gaat eigenlijk niet meer, het schilderen moeizaam. toch betekent dit alles voor hem.

Thomashuis Nieuwerbrugals je dit schilderij door een scanner haalt, komt er plotseling nog een uil tevoorschijn. De sneeuwuilen zijn door bewoner Dylan uit thomashuis nieuwerbrug geportretteerd. omdat Dylans schildertalenten beter werden, heeft hij de sneeuwuil opnieuw geschilderd over de andere uil. een waar meesterwerk.

Thomashuis Zenderenter ere van hun 5-jarig jubileum hebben Willem en erna jansen, zorgondernemers van thomas-huis Zenderen, de kwast opgepakt. elke bewoner heeft een vlak ingekleurd, waarbij de eigenheid en kleurkeuze helemaal aan de kunstenaar zelf was. Daarna is er vrolijk over het schilderij heen gespat. “Het geeft de verbinding aan tussen de bewoners met elkaar en ons.”

KUNST ERKENw

D arskIjkerw4 MEI 2018

Thomashuis ’t HardeDeze vrolijke vogel staat te pronken in de kamer van bewoonster Geerte van thomashuis ’t Harde. Ze is zoals je kunt zien behoorlijk kunstzinnig aangelegd en werkt daarom regelmatig in een atelier dat keramiekwerk verkoopt. De kopers zijn naar verluidt erg enthousiast over haar werk.

Page 5: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw MEI 2018 5

OPINIE

De term ‘langer zelfstandig thuis’ begint steeds meer irritatie op te wekken. De drempel naar de zware zorg (WLZ) is zo hoog geworden, dat het langer thuis een uitputtingsslag is die meestal eindigt met een crisisopname. Van-uit die crisis kunnen mensen pas terecht in de zware zorg. De wijkverpleging zucht en kreunt, de mantelzorg raakt overbelast en de ziekenhuizen liggen vol met mensen die er eigenlijk niet horen.

Je zou zeggen dat hierdoor lokale en klantgerichte zorginitiatieven sneller dan voorheen van de grond zouden moeten komen. Maar niets is minder waar. Terwijl de lokale vraag vanuit inwoners en mantelzorgers naar lokale en klantgerichte concepten toeneemt, stagneert het met nieuwe wooninitiatieven. De particuliere markt lijkt zich daarentegen wel te redden. Hoe komt dat?

Wonen of zorgBewonersinitiatieven, ouderinitiatieven en concepten zoals de Herbergier, kwa-men vanuit het verleden tot stand via de lokale omgeving en de bijbehorende par-tijen zoals gemeente en corporatie. De corporaties deden veel voor kleinschalige zorgconcepten. Door de hervorming van de Langdurige zorg en de invoering van de Woningwet, wordt de nadruk gelegd op het scheiden van wonen en zorg. De re-denering daarbij is heel simpel: ‘Het is wonen of zorg’. Als het wonen niet betaald wordt uit de zorg, dan is het huur. Als het verblijf wel uit de zorg betaald wordt dan is het zorg. Het lijkt een logische redenering, maar juist daar gaat het mis.

Naast individuele mensen met een zorgvraag die in de wijk wonen, zijn er name-lijk ook geklusterde woonvormen die 24-uurszorg leveren en dit alleen kunnen wanneer er voldoende zorg afgenomen wordt. De zorg is dominant ten opzichte van het wonen. Vaak zijn dit kleinschalige initiatieven die niet onder de reguliere zorg vallen. Mensen betalen daarbij vaak zelf voor het wonen en krijgen de zorg via een volledig pakket thuis of pgb (meestal) vanuit de WLZ. Er is verder sprake van een gemengde overeenkomst voor zowel het wonen als de zorg/begeleiding die gegeven wordt. Niet het individuele wonen staat centraal, maar de zorg en begeleiding die vanuit de algemene ruimtes geleverd wordt.

‘Als de overheid hecht aan zorgvernieuwing is het noodzakelijk om ruimte te geven aan lokale

corporaties’

Door de invoering van de Woningwet is de sociale huur nog sterker gereguleerd met o.a. inkomenstoetsen. Naast de extra bureaucratie moet de corporatie zich bij het huren specifiek richten op het sociale segment (DAEB oftewel huur onder de huurprijsgrens). Bij een geklusterde 24 uurs zorgsetting voor WLZ geïndiceer-den in alleen het sociale huurregime, is het onmogelijk om de businesscase rond te krijgen. Het scheiden van wonen en zorg is te ver doorgeslagen door dit soort geklusterde settingen geen zorg meer te noemen. Vanuit een zorgregime kan de toewijzing anders verlopen, is sprake van gemengde overeenkomsten, is er min-der huurbescherming en meer ruimte voor differentiatie in de prijzen afhankelijk van het inkomen.

Ruimte geven aan corporatiesAls de overheid de zorg betaalbaar wil houden en prioriteit hecht aan zorgver-nieuwing in de lokale setting, is het noodzakelijk om ruimte te geven aan lokale corporaties en initiatieven. Corporaties hebben dit soort concepten altijd ontwik-keld en moeten die ruimte terugkrijgen. De uitdaging ligt om concepten te ontwik-kelen waar arm en rijk in terecht kunnen en naar draagkracht meebetalen aan het woonconcept. De reguliere zorg wordt geholpen door dit soort kleinschalige zorgvernieuwende concepten die laten zien dat betaalbare en klantgerichte zorg nog steeds kan. Ik ga daar helemaal voor... Doet u mee?

Denk mee of geef je reactie via [email protected]

Margrieta Haan is zelfstandig adviseur op het snijvlak wonen, zorg en welzijn. Voor meer informatie: www.margrietahaan.nl. tijdelijk is ze hoofd vastgoed a.i bij De Drie notenboomen.

Zorgvernieuwing voor iedereen?

Verantwoordelijkheid zorg daar waar hij hoort

H et was de langverwachte uitkomst van een rechtszaak tussen DDN en

het Ministerie van Volksgezondheid, Wel-zijn & Sport. Insteek van de rechtszaak was de vraag of DDN als zorgaanbieder gezien mag worden in het kader van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

De uitspraak zorgt er wat DDN betreft voor dat haar organisatiestructuur stand kan houden en het zorgondernemerschap geborgd blijft. “De verantwoordelijk van de zorg ligt bij de zorgondernemers, daar waar hij hoort”, zo stelt de directie bij monde van Anke Blokhuis. “Zij zijn de zorgprofessionals, niet wij. DDN heeft als voornaamste taak ervoor zorgen dat zij die verantwoordelijkheid kunnen dra-

gen en hun tijd maximaal met bewoners kunnen doorbrengen.” Het bedrijf uit Gouda doet dit door het inrichten van een dienstverlening voor Thomashuizen en Herbergiers waarbij gefaciliteerd wordt op het vlak van kwaliteitsbewaking, coaching, opleiding en bedrijfsvoering. “Het is een belangrijke overwinning voor onszelf maar ook voor de krachten die in Nederland aan de zorgvernieuwings-kar trekken.”

StrijdvaardigHet Ministerie heeft aangekondigd in ho-ger beroep te gaan. Blokhuis is strijdvaar-dig en benadrukt dat ‘het zorgonderne-merschap één van de hoekstenen is van onze visie’. “We zullen het met hand en tand blijven verdedigen.”

Wie is er verantwoordelijk in het geval van een klacht of een ge-schil in een Herbergier of Thomashuis? De Drie Noten boomen (DDN) als franchisegever of de zorgondernemers van het be-treffende huis? Eind januari deed de rechter een verlossende uitspraak: DDN mag niet gezien worden als zorgaanbieder.

Ouders wooninitiatieven luiden de noodklokOuders die zelf een woonvorm opzetten voor hun kinderen met een beperking -een zogenoemd ouderinitiatief- maken zich grote zorgen over het voortbestaan ervan. ‘Het teruglo-pen van financiële middelen en inperking van de eigen regie worden gezien als grootste bedreiging voor de toekomst’, zo staat te lezen in het rapport ‘Net als thuis’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

ouders beheren regelmatig zelf wooni-nitiatieven waar  hun kind met een

beperking met hulp zelfstandig kan wo-nen. Voornaamste reden om zo’n initia-tief te starten is volgens het rapport een sterke behoefte aan eigen regie over wat er met hun kind gebeurt en het ‘weten dat hun kind goed zit’.

Veel gemeenten hebben echter de ta-rieven voor pgb-zorg al verlaagd en de wooninitiatieventoeslag (voor bewoners die zorg uit de Wmo ontvangen) inmid-dels afgeschaft. In een reactie laat pgb-belangenvereniging Per Saldo weten de zorgen te herkennen. “De ene gemeente gaat ruimhartiger om met ouderinitia-tieven dan de ander. Het is van de gekke dat deze initiatieven onmogelijk worden gemaakt door lokale politieke belangen en een gebrek aan kennis bij gemeenten.” 

DuidelijkheidMinister van VWS Hugo de Jonge zegt tegen het Algemeen Dagblad dat hij ‘de suggesties uit dit onderzoek ter harte neemt’. “Het moet duidelijk zijn aan wel-ke eisen een ouderinitiatief moet voldoen om financiële ondersteuning te kunnen krijgen. Ik ga daarom binnenkort met ge-meenten en Per Saldo hierover verder in gesprek.”

HuGo

De

jonG

e, B

ron:

rIjk

SoVe

rHeI

D.nl

Page 6: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw6 MEI 2018

ooit waren hofjes dé woonplek voor ar-meren, ouderen, weduwen en zieken.

Nu is het een bastion voor kranige senio-ren. “Het Knarrenhof is gebaseerd op de hofjes van vroeger, maar met het gemak van vandaag”, aldus Peter Prak, gebieds-ontwikkelaar en aanjager van Stichting Knarrenhof. De stichting ontwikkelt be-taalbare en veilige hofjes waar mensen bewust bij elkaar gaan wonen.

In 2010 verrees het idee bij een aan-tal vijftigplussers om een gezamenlijk woonproject te starten waarbij het om nabuurschap, zelfredzaamheid en zelf-standigheid draait. Zo werd het Knar-renhof geboren. Na 7 jaar zwoegen is het allereerste Knarrenhof een feit. Het Aahof in Zwolle telt 34 koopwoningen en 14 sociale huurwoningen, de laatste zijn ‘als hagelslag’ tussen de koopwoningen verspreid.De twee gemeenschappelijke tuinen, het bijbehorende terras en de hobbyruimte

dienen als het sociale centrum van het hof en zijn eigendom van deze wooncoo-peratie.

Contractueel nabuurschap“Door de combinatie van ouderwets bu-renfatsoen en ‘noaberschap’ ben je nooit alleen”, aldus Prak. “De hovelingen heb-ben in een contract vastgelegd dat ze blijvende aandacht voor elkaar hebben en indien nodig ook zelf om hulp dur-ven vragen. Desalniettemin is het hof geen woongroep, aangezien verder niets gezamenlijk moet. Wat de bewoners zelf kunnen doen, wordt zelf gedaan. Wel or-ganiseren de hovelingen samen het on-derhoud en zorg met behulp van de lan-delijke stichting.”Prominent in het gedachtengoed is dat er met mensen wordt gewerkt in plaats van

We hebben een afkeer van graaiers en professionals die voorzichzelf preken”

Nederlands allereerste Knarrenhof is op donderdag 5 april feestelijk geopend. Een mijlpaal in het werken aan vernieu-wende woonvormen. Nu de laatste woning van het hofje in Zwolle is opgeleverd, is het tijd om de dozen uit te pakken.

Het duurzame wonen van de 21ste eeuw

voor mensen. ‘‘We hebben een afkeer van graaiers en professionals die voor zich-zelf preken. De insteek is realisatie tegen een aanvaardbare kostprijs’’, vertelt Prak. “Kwaliteit bieden voor ieders geldbuidel is geen eitje, daar heb je gemeenten en woningcorporaties hard voor nodig. Die samenwerking bouw je niet op 1 dag.”

Duurzaam ouder wordenHet Knarrenhof is een antwoord op de hervorming van het zorglandschap. Minister Hugo de Jonge van VWS noemt de hofjes een goed voorbeeld van hoe ou-deren langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De woningen zijn immers levens-loopbestendig met op de begane grond een slaap- en badkamer, en voorzien in het toedienen van eventuele verzorgende en medische handelingen.

Daarnaast besparen bewoners van een Knarrenhof volgens Prak op zorgkosten, want het gemeenschapsleven leidt tot meer ondersteuning, minder eenzaam-heid en een gelukkiger leven. “Dit gaat nu met wetenschap, gemeente en zorg-partners gemonitord worden. Bewijs gaat boven beweringen.”

Grote vraagDe vraag naar soortgelijke hofjes is groot. De komende twee jaar worden er zo goed als zeker vijf nieuwe hofjes gebouwd. In twaalf gemeenten lopen vergevorderde gesprekken. Prak: “Op de wachtlijst staan meer dan 8.000 geïnteresseerden in ruim 218 gemeenten. Al 51 gemeentebestuur-ders gaven aan ook graag een Knarrenhof in hun gemeente te zien.”

ondernemersvereniging VNO-NCW pu-bliceerde op haar website een boei-

ende reeks portretten over ondernemers die het verschil durven maken. Twee op-vallende ondernemers daarin zijn Van Hofweegen en Massop. Van Hofweegen startte in 2013 ITvitae, een opleidings- en detacheringsbedrijf voor mensen met au-tisme. Massop heeft binnen haar bedrijf

Webmastery mensen in dienst die aan huis gebonden zijn door bijvoorbeeld een angststoornis, burn-out of migraine.

Werkgevers inspireren“Er zitten zoveel mensen vanwege een angststoornis of lichamelijke beperking thuis. Maar deze mensen zijn uitermate geschikt. Het zijn de werkgevers die zich

een beetje moeten aanpassen”, zo ver-telt Massop tegen VNO-NCW. “Natuurlijk vraagt het om flexibiliteit van mijn kant, maar daar krijg ik hele loyale werknemers voor terug.” Het is dan ook haar missie geworden om de grote meerwaarde van deze mensen te laten zien en ‘ze hoopt zo ook andere werkgevers te inspireren’. Datzelfde geldt voor Van Hofweegen wiens grootste nachtmerrie was dat zijn autisti-sche zoon werkloos thuis zou komen te zitten. “Dat is bij maar liefst 20 duizend jongeren met autisme en hbo-niveau het geval”, zo zegt hij in het interview. Samen met een compagnon begon hij ITvitae dat zich inmiddels heeft ontpopt tot experti-secentrum voor autisme en ict.

Verandering“Je ziet de cursisten die bij ons binnen-komen veranderen”, vertelt Van Hofwee-gen. “Vaak hebben deze jongens al heel wat meegemaakt, lang thuis gezeten, vaak gepest, buitengesloten. En hier zijn ze ineens niet meer de enige.” Vorig jaar werden er een ‘kleine zeventig it’ers bij een bedrijf geplaatst’. “Werkgevers zijn in het begin nog wel eens huiverig. Maar anders denken, daar gaat het om. Niet alleen denken onze mensen anders, ook werkgevers moeten anders denken.”

De gehele interviews zijn te vinden via www.dwarskijker.nl

Mensen met autisme aan een baan helpen en personeel aannemen dat afgekeurd thuis zit. Er is een dwarse kijk voor nodig om je daar hard voor de maken. Peter van Hofweegen en Margaret Massop -beide ondernemers- zijn van die dwarskijkers. “Anders denken, daar gaat het om.”

Anders denken maakt het verschil

Tekst: laura van elst & Sander Speleman

Page 7: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw MEI 2018 7

In het  Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis  (CWZ) in Nijmegen speelt de beleving en emotie van de patiënt een grote rol. Enkele jaren geleden startte het ziekenhuis met een zogenoem-de ‘customer journey’, waarbij medewerkers in de schoenen van de patiënt staan. “Beleven wat de patiënt meemaakt zet mensen in beweging”, zegt zorgmarketeer Melanie Peters.

In de schoenen van de patiënt

“De ervaringen van de patiënt kun je na-tuurlijk op allerlei manieren meten”, zo vertelt Peters in een artikel op facto.nl, het online platform voor de ‘facility pro-fessional’. “Maar de klantreis gaat veel verder en breder: je maakt een reis vanuit de beleving van de patiënt. Door in diens schoenen te staan, krijgen de medewer-kers een totaal ander perspectief.”

CWZ meldt op haar website dat het pro-ject gezamenlijk is aangevlogen met projectteams, die bestaan uit meerdere zorgprofessionals die betrokken zijn bij de patiëntengroep. ‘‘De klantreis bestaat

uit observaties tijdens het bezoek van pa-tiënten aan het CWZ en na afloop van de zorg’’, aldus het ziekenhuis. ‘‘Er vinden interviews plaats bij patiënten thuis en zorgverleners lopen in gewone kleding als een schaduw mee met één of meer-dere patiënten. Zo krijgen we inzicht in de diverse contactmomenten, drijfveren en emoties. Op basis hiervan kunnen we gezamenlijk verbeteringen doorvoeren.”

Witte jasEen constatering die het ziekenhuis bij-voorbeeld deed, is dat de ‘emotiecurves’ buiten de contactmomenten het meest

omhoog en omlaag schieten. Wanneer er dus geen ‘witte jas’ in de buurt is. Peters: “Als de zorgverlener weggaat, vertoont de patiënt soms heel ander gedrag. Dat ont-dek je pas door mee te lopen.”

Peters ontdekte ook dat de invloed van het gedrag van medewerkers op de bele-ving groot blijkt te zijn. Iets wat ook geldt voor het taalgebruik. “Als iemand bijvoor-beeld zegt: ‘‘Ik ben zo bij u terug’’, vat de ene patiënt dat op als over een minuut en de andere over een kwartier. Daar kun je als zorgverlener rekening mee houden.”

De klantreis heeft volgens Peters een enorme impact op de veranderingsbe-reidheid van medewerkers. Beleven wat de patiënt meemaakt, zet volgens haar mensen in beweging. “Bovendien is het ook motiverend om te ontdekken dat veel dingen al heel goed gaan.”

Bron: www.cwz.nl & www.facto.nl

Mensgerichtheid, kwaliteit en betaalbare zorg; dat zijn de kern-waarden van ondernemerschap in de zorg. Ook zorg instituten zijn volop in beweging om aan de hedendaagse maatschap-pelijke zorgvraag te voldoen. Dwarskijker neemt een kijkje bij de topklinische ziekenhuizen van Santeon.

Tekst: laura van elst

z iekenhuiszorg kan en moet beter. Daarom is Santeon in 2007 opgericht.

Santeon telt zeven topklinische zieken-huizen: Martini Ziekenhuis, Medisch Spectrum Twente (MST), OLVG, Maasstad Ziekenhuis, St. Antonius, CWZ en Catha-rina Ziekenhuis. Hun missie is samenwer-king. Samenwerking om zorg continu te verbeteren en patiënten waardegedreven keuzes te laten maken.

Patiënt centraalOm zorg toekomstbestendig te maken is het Santeons ambitie om zorg voor en met patiënten te verbeteren. Het MST werkt daarom bijvoorbeeld met verbeterteams, waarbij er om feedback van de patiënt wordt gevraagd. Zo gaf patiënte Judith Wagelaar aan dat de wachttijd tussen de borstkankermammografie en uitslag te lang duurde. ‘‘Daar hebben ze naar ge-luisterd en het proces op aangepast.’’ Nu wordt de uitslag binnen dezelfde dag ge-deeld. Om patiënten actief bij de behan-delingskeuzes te betrekken wordt er met patiëntpanels, expertiseteams en patiën-

tenorganisaties samengewerkt. Door dataverzameling beschikken de Santeon ziekenhuizen over de behandel-resultaten van veel patiënten. Op deze manier worden de effecten van een be-handeling inzichtelijk gemaakt en kan de geïnformeerde patiënt als eigen regisseur beter beslissen over zijn behandeltraject.

CultuuromslagSamen sta je sterker. Daarom werken de medische professionals van Santeon in-tensief samen om zichzelf en de zorg te innoveren. Zowel binnen als buiten de ziekenhuismuren. De specialisten nemen een kijkje in de keuken bij elkaar, waarbij zij de effecten van gemeten behandeltra-jecten reflecteren. ‘‘Santeon gebruikt de gemeten uitkomsten als spiegel om con-crete verbeteringen aan te brengen’’, ver-telt Santeon directeur Pieter de Bey aan Zorgvisie.

Door resultaten te meten en samen te werken heeft Santeon bijvoorbeeld borst-kankerzorg verbeterd. Zo is het aantal

heropnames afgenomen. Nadat uit evalu-atiegesprekken bleek dat het ziekenhuis met het minst aantal heropnames tijdens de operatie de wond vaker spoelt, hebben de andere ziekenhuizen deze werkwijze ook doorgevoerd. ‘‘Deze manier van wer-ken leidt tot ontdekkingen die de zorg en de patiënt ten goede komen’’, vertelt De Bey.

Santeon wil de zorg continu verbeteren vanaf de werkvloer. Transparantie, open-staan voor feedback en het delen van kennis zijn daarbij van essentieel belang. Volgens De Bey is er voor zo’n attitude een cultuuromslag in het ziekenhuiswe-zen nodig. ‘‘De professionals stellen zich kwetsbaar op, wat tot betere zorg leidt.’’

Betaalbare zorgOm zorg betaalbaar te houden, vergelijkt Santeon behandelprocessen met elkaar om te onderzoeken welke processen ef-ficiënter ingericht kunnen worden. Zo kunnen patiënten door de gereflecteerde borstkankerzorg bijvoorbeeld eerder naar

huis door operaties anders te plannen, patiënten een realistisch verwachtings-patroon te geven en soms alternatieve pijnstillers te verstrekken. ‘‘Het belang van de patiënt staat hierbij centraal. Zo wordt hij ‘beter beter’.’’

Bovendien werken de ziekenhuizen met diverse partners in de zorgketen samen voor een efficiëntere medicatie- en hulp-middeleninkoop. Het terugdringen van onnodige bureaucratie staat daarbij ook op de agenda. Maar het is geen wedstrijd-je volgens De Bey. ‘‘Zinnige zorg is een onderwerp met maatschappelijke impact en daardoor van belang om te delen bin-nen Nederland.”

Transparantie, openstaan voor feedback en het

delen van kennis zijn van essentieel belang”

Beleven wat de patiënt meemaakt zet mensen in

beweging”

Ziekenhuizen in beweging

Page 8: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw8 MEI 2018

Met ons Thomashuis willen wij een sociaal

onderdeel van het dorp worden”

thomashuis loPik biJna van start:

‘We gaan er een feestje van maken’

Lenie en Marianne zijn hun hele werkend leven al actief in de zorg. Zij zijn allebei met de handen aan het bed begonnen. Daarna gingen zij aan de slag in uitlopen-de functies. Zo heeft Lenie in de psychi-atrie gewerkt en was zij leidinggevende van een logeerhuis voor mensen met een verstandelijke beperking. De laatste jaren is ze actief geweest als teammanager in de dak- en thuislozenzorg. Marianne is tot april 2018 werkzaam geweest als project-leider in de ouderenzorg en heeft erva-

ring met mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. Samen staat het stel garant voor ruim 60 jaar zorger-varing.

Nu of nooitHet stel komt met het zorgondernemer-schap in aanraking via de moeder van Marianne, die tot haar overlijden op 23 maart 2018, in Herbergier Etten-Leur heeft gewoond. ‘‘De ondernemers en het perso-neel waren als een warm bad. Wij zijn hen dan ook erg dankbaar. Toen zagen we hoe het bieden van zorg ook kan.’’ Een jaar geleden besluit het stel daarom voor een

eigen Thomashuis te gaan met minimale bureaucratie en maximale zorg. ‘‘We wil-len onze droom gaan waarmaken. Het is nu of nooit.’’ Lenie en Marianne kunnen gelijk op veel steun rekenen. ‘‘Als iemand dit moet gaan doen, dan zijn jullie het’’, aldus hun twee zoons. Het koppel staat te popelen om met de bewoners een liefdevol thuis te creëren. ‘‘Samen lief en leed delen als een groot gezin, de kleinschaligheid, reuring en het plezier. Met deze groep gaan we er elke dag een feestje van maken.’’

Dag en nachtMet de naderende opening in het vizier, zijn de voorbereidingen in volle gang. ‘‘Het gaat dag en nacht door’’, vertelt Lenie. Het interieur is uitgekozen, de cursussen worden afgerond en de bewo-nersselectie is in volle gang. ‘‘Er is ruime interesse voor ons Thomashuis, maar er is nog plek. We hopen van start te gaan met een gemêleerde groep in de leeftijd van 20 tot 55 jaar. Met toekomstige be-woners en geïnteresseerden worden ken-

nismakingsgesprekken gevoerd. Daar investeren we veel tijd in.’’ Zo bezoeken Marianne en Lenie dagbestedingen met toekomstige bewoners in de omgeving van Lopik. ‘‘Daardoor krijgt de bewoner feeling met ons, de dagbesteding en de omgeving.’’

Het stel laat Hoofddorp achter zich en verhuist naar het gemoedelijke Lopik. Het dorp is wat betreft Marianne en Lenie een mooie plek om een Thomashuis te starten. ‘‘Het huis ligt in een rustige groe-ne omgeving nabij het gezellige stadscen-trum. Het pand ligt aan de rand van een woonwijk en heeft een ruime achtertuin.’’

Verbinding zoeken Op de komst van het Thomashuis wordt door de omgeving positief gereageerd. ‘‘De buurt weet ons al te vinden.’’ Zo wil-de de plaatselijke tuinder tijdens NL Doet zijn gereedschap uitlenen, terwijl vijf ge-meenteraadsleden van het CDA wilden klussen. ‘‘Helaas moesten we ze afzeggen doordat we de sleutel nog niet hadden, maar de bereidwilligheid is er!’’

Het stel wil met hun Thomashuis in de gemeenschap integreren en meedenken met lokale initiatieven. ‘’We willen heel graag een onderdeel worden van Lopik. Dus we zullen zeker de verbinding gaan zoeken met de inwoners van het dorp.’’

Lees meer op www.thomashuis.nl/lopik

Tekst: laura van elst

In juni openen Lenie Schipper (58) en Marianne van den Bogart (55) hun Thomashuis in Lopik. Het kersverse ondernemers-koppel heeft er zin in. “Samen met de bewoners gaan we er een feestje van maken’’, vertellen ze. Met de opening komt het aantal Thomashuizen op 118.

Het is deze maand een jaar geleden dat De ZorgButler van start ging in het rotterdamse Pietje Bell Huis. Els sneep, Ulrike van Tilburg en angela Kunne zetten vorig jaar de stap naar het zorgondernemerschap en runnen sindsdien elk hun eigen 3 verdiepin-gen als ZorgButler. “We zien huurders opknappen als ze hier komen.”

De ZorgButler ontstond als reactie op het sluiten van de verzorgingshuizen en is er voor mensen die nog prima zelfstandig kunnen wonen maar de zorg én gezellig-heid liever wat dichterbij huis hebben. Net als bij de andere zorgformules van De Drie Notenboomen is één van de hoekste-nen het zorgondernemerschap. “Het was echt pionieren’, vertelt Angela Kunne daarover in een interview met Aedes-Actiz, kenniscentrum Wonen-Zorg.

“Ik ben gewoon begonnen want ik weet uit ervaring dat het zo het beste werkt. Niet alles helemaal uitdenken, gewoon van start gaan.”Net als Ulrike en Els heeft Angela een rijke ervaring in de zorg en is het leven als zorgondernemer een wens die in ver-vulling is gegaan. “We gaan hier uit van wat de mensen zelf kunnen, zij hebben de regie. Maar we zijn wel 24 uur per dag aanwezig om zorg te bieden waar nodig. We zien huurders opknappen als ze hier komen. Deze vorm van wonen voorkomt veel eenzaamheid en het geheim is sim-pel: aandacht.”

SamenIn het interview van Aedes-Actiz vertelt een 86-jarige bewoner dat hij ‘niet be-grijpt waarom er nu pas een ZorgButler is’. “Ik woonde tegenover een verzor-

gingshuis. Toen mijn vrouw plotseling overleed, dacht ik dat ik daar wel terecht kon. Maar ik werd de deur gewezen. Het gaat sluiten. Gelukkig kon ik hier terecht. We drinken samen koffie en de super-

markt zit om de hoek.” Het hele artikel van Aedes-Actiz lees je via www.dwarskijker.nl

1 Jaar de Zorgbutler:

‘Het was echt pionieren’

Page 9: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

vensters met verhalen

Leren van hetverhaal van familie“Het is vergane glorie”, zei een zoon tegen mij. We waren in gesprek over zijn moeder. Zij woonde al vier jaar bij ons in Herbergier Bartlehiem. “Het gaat helemaal niet goed met haar. Er is geen contact meer mogelijk. Ze eet, ze drinkt, ze poept, ze plast en ze haalt adem. Verder is het niets. Ik vind het vreselijk haar zo te zien.”

Dat was schrikken. Ik vond het juist goed met haar gaan. Ze was hersteld na een valpartij en kon weer redelijk eten en drinken. Ze was erg in de war geweest,

maar reageerde weer op contact en haar humor kwam terug. Haar zoon zag dat anders.

Ineens realiseerde ik me wat een enorm verschil het maakt met welke ogen je naar iemand kijkt. Ik keek anders naar deze moeder dan de zoon. Ik zie dagelijks mensen met dementie en zie veel dingen die daarbij horen. In zekere zin wordt dat gewoon voor mij. Misschien te gewoon. Voor de zoon is en blijft deze vrouw zijn moeder. Hij heeft een unieke band met haar. Door de dementie ziet hij haar veranderen; lichamelijk en geestelijk. Wat hij ziet is nieuw en confronterend voor hem. Dat is een groot verschil.

Wat doet het met je?Door deze ervaring ben ik gesprekken gaan voeren met familieleden van onze gasten. Ik wilde weten wat het met je doet als je vader of moeder dementie heeft. Ik stelde vragen daarover. ‘Wat zag je bij je vader of moeder veranderen? Wat doet dit met je? Wat kom je tegen? Hoe ga je met de veranderingen om?’ Stuk voor stuk ontstonden bijzondere gesprekken. Zij openden een nieuwe wereld voor mij. Soms van kleine alledaagse dingen, maar ook nieuwe inzichten en begrip.

De gesprekken maken ons bewust van het verschil in perspectief tussen ons als aanbieders van zorg en dat van familieleden. Dat brengt ons dichter bij elkaar en zorgt voor meer begrip. De verhalen zijn daarom heel waardevol voor ons.

“Als mijn moeder nu nog zelfstandig zou wonen, zouden wij geen moment rust hebben”

Vorig jaar kwam ik op het idee een expositie samen te stellen van mijn bevindingen. Deze bestaat uit 18 indrukwekkende panelen die diverse thema’s uit de verschillende verhalen belichten. Ieder paneel is een soort venster en geeft een doorkijkje in het verhaal van de verteller. Vandaar de naam van de expositie: ‘Vensters met verhalen’.

De expositie tipt meerdere thema’s aan. Zo zijn er vraagstukken rond het verhuizen: Wat is het juiste moment? Dat vragen veel mensen zich af. “Als mijn moeder nu nog zelfstandig zou wonen, zouden wij geen moment rust hebben”, zegt een dochter. Ook roept de verandering bij de ouder van alles op. Een dochter zegt: “In feite is het zo dat je er niet tegen kan dat je ouders achteruitgaan. Je hersenen weigeren dat gewoon.”

De dementie bij een vader of moeder zorgt soms ook voor veranderingen die een meerwaarde geven. “Het klinkt misschien gek”, zo vertelt een zoon, “maar wat ik nu meemaak geeft een verdieping in de relatie met mijn ouders, ondanks de moeilijke omstandigheden.”

UniekDe expositie laat zien dat ieder zijn of haar eigen ontroerende en aansprekende verhaal heeft. Ieder verhaal is uniek en ieder ervaart de dementie bij zijn ouder op zijn eigen manier. Het gaat stuk voor stuk om verhalen die gehoord en gezien mogen worden.

oeds Visser is samen met zijn vrouw judith zorgondernemer van Herbergier Bartlehiem. Hij exposeert regelmatig met zijn ‘Vensters met verhalen’ – zoals eind 2017 op een schip in Friesland- en geeft lezingen hierover. ook werkt hij aan een boek waarin aandacht is voor de verhalen van familieleden. Voor meer informatie: www.herbergier.nl/bartlehiem

Het moment van verhuizen blijft lastig. Er zijn momenten dat je wordt bevestigd dat het goed is dat ze hier is. Er zijn ook moeilijke momenten, als zij verdrietig is en hier liever

niet zou wonen. Ik denk dat het ook moeilijk blijft. Tot die tijd dat ze niet meer weet waar ze woont.

Als ze nu nog zelfstandig zou wonen, dan zou ik geen moment rust hebben. Maar ik proef dat er af en toe nog twijfel is:

‘Heb ik er goed aan gedaan?’

Is het op het juiste moment geweest? Als zij het moeilijk heeft, voel ik met haar mee. Dan denk ik: ‘Ik zou het ook wel anders willen.’

Maar je moet dan inderdaad verstandig zijn. En wanneer is het juiste moment?

Dat is heel lastig. Dat zal niemand ons denk ik ooit kunnen vertellen.

Ik weet het niet.

Verhuizen

We hebben als kinderen een heel traject meegemaakt

met mijn moeder. Ik kijk er absoluut niet alleen maar

negatief en verdrietig op terug. Het heeft misschien wel

een beetje de overhand, qua lading. Maar het is niet alleen maar dat gevoel.

Zeker niet. Daar ben ik blij om.

Het cadeautje van dit hele verhaal is dat wij onderling als broers en zus

een gigantisch goede band hebben. Hierdoor, maar dat hadden we ook al wel.

Ik vind het fantastisch hoe wij het met z’n drieën bekokstoven.

We laten gewoon ieder in zijn eigen waarde. We zijn alle drie echt

andere mensen in dit traject. En we zijn daarin ook

veranderd en gegroeid. Hoe we dit dan met z’n drieën doen,

dat ervaar ik echt als een pluspunt, omdat ik weet van andere mensen,

in andere gezinnen, dat het ook anders kan.

Wij hebben het gewoon

fantastisch gedaan met zijn drieën.

Het heeft onze band versterkt.

Ik zie gelukkig ook die kant,

los van het verdrietige stuk.

Daar ben ik ontzettend blij mee.

Tekst: oeds Visser

MEI 2018 9D arskIjkerw

COLUMN

Page 10: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw10 MEI 2018

De mens in de Herbergier

In een Herbergier leven mensen met geheugenproblemen zo gewoon mogelijk. Zij worden ‘gast/bewoner/huisgenoot’ genoemd en genieten van gastvrijheid. Zij kunnen uit alle lagen van de bevolking komen, want geheugenproblemen over-komen je ongeacht je achtergrond. Zij dragen bij op basis van hun persoonlijke mogelijkheden, waarbij er ook altijd plaats is voor hen die het met beperkte mid-delen moeten stellen. Solidariteit wordt hoog in het vaandel gedragen.

In een Herbergier werken mensen met gezond verstand en liefde voor de mede-mens. Zij zijn gasten/bewoners/huisgenoten nabij en geven invulling aan het con-tact met iemand die kwetsbaar is. Zij streven dagelijks naar een betekenisvolle invulling van de dag. Hun tijd gaat maximaal naar aandacht en minimaal naar papierwerk.

Twee zorgondernemers staan aan het roer en zijn verantwoordelijk voor het wo-nen en de zorg. Zij wonen ook in de Herbergier en scheppen de voorwaarden voor

de rust en de huislijkheid. Zij zijn betrokken en bereikbaar voor iedereen. Zij rich-ten hun zorgonderneming in volgens eigen inzichten, ervaringen en persoonlijk-heid.

De mens buiten de Herbergier

De Herbergier houdt mensen met geheugenproblemen binnen de samenleving. De buitendeuren zijn open voor wie naar buiten wil. Wie naar binnen wil wordt gastvrij ontvangen. De verbinding met de buitenwereld zorgt voor het doorbreken van taboes over geheugenproblematiek en is een voorbeeld voor de samenleving om samen te zorgen voor de kwetsbare medemens.De Herbergier neemt het voortouw bij maatschappelijke tendensen waarbij een respectvolle bejegening van elk mens en het zo efficiënt mogelijk inzetten van be-schikbare financiële middelen de drijfveren zijn.

De essentie van de Herbergier“De Herbergier is een kleinschalige woonvorm die een warm en liefdevol thuis biedt

aan mensen met geheugenproblemen”

Waardigheideen Herbergier is als een groot huishouden waar je een rol kunt spelen. je bent waardevol en je doet er-toe. je doet wat je kunt en je wordt geholpen wanneer je het nodig hebt. Hoe afhankelijk iemand ook wordt, in een Herbergier is het uitgangspunt dat iedere gast/bewoner/huisgenoot met respect behandeld wordt. Zo wordt er wonen met zorg met elkaar verweven, zo-als je het iedereen zou gunnen.

VeiligheidDe huislijkheid, rust en persoonlijke aandacht garan-deren een zo veilig mogelijk thuis. relevante wet- en regelgeving wordt gerespecteerd.

(Keuze-vrijheid)Het leven is een aaneenschakeling van keuzes en elk mens heeft het recht om te kiezen. keuzes worden niet voor een ander gemaakt zolang die ander dat nog zelf

kan. ook wordt er bewust gebruik gemaakt van een financieringsvorm (voornamelijk PGB) welke toelaat om een duidelijke keuze voor de Herbergier te maken en een gelijkwaardige dialoog tussen zorg vrager en zorgaanbieder te hebben.

Waardigheid, veiligheid en (keuze-)vrijheid

H et maakt niet uit in welke Herbergier je binnen wan-delt, je wordt er overladen door een gevoel: ‘Dit is

een Herbergier’. De sfeer, de bejegening, de dynamiek, … Het geeft overduidelijk de indruk dat er door ieder-een een zo gewoon mogelijk leven geleid wordt. Dat er mensen met geheugenproblemen wonen lijkt soms zelfs verrassend. Geen twijfel mogelijk: gevoelsmatig zit het dus goed. Maar hoe verkoop je dat aan de buitenwereld? En belangrijker: hoe weet elke Herbergier-ondernemer dat hij of zij in essentie hetzelfde verhaal vertelt?

Samen in de penDe behoefte aan een heel eenvoudige beschrijving van het concept werd door alle Herbergier-ondernemers uit-

Terug naar de basis10 jaar na de opening van Nederlands allereerste Herbergier in Arnhem en een succes volle verdere ontplooiing van het concept door het hele land, ontstond er plots een opvallende discussie. Het cruciale onderwerp: waar staat een Herbergier nu eigenlijk voor?

gesproken. Deze beschrijving moest bij wijze van spre-ken op een A4’tje passen, een gemeenschappelijk taal-gebruik bevatten en bovenal verbindend werken tussen alle Herbergiers.

Elke Herbergier-ondernemer droeg daarom zijn steentje bij in het aanbrengen van woorden en beschrijvingen die vorm geven aan het leven in de Herbergier. Op zich werd er niet veel nieuws verteld ten opzichte van wat er op de spreekwoordelijke doopakte uit 2007 stond. De oefening gaf echter wel de kans om nogmaals te benadrukken waar een Herbergier voor staat en de waarde ervan te bestendigen.

Het resultaat is verbluffend eenvoudig en beschrijft de essentie van het concept. Het mensgericht denken en werken krijgt erdoor meer dan ooit handen en voeten.

Daarnaast krijgen de fundamentele waarden waardig-heid, veiligheid en (keuze-)vrijheid de vermelding die ze verdienen.

Verbindende kapstokHet ESSENTIE-stuk (zie hieronder) zorgt voor eenheid maar biedt langs de andere kant toch voldoende vrij-heid om het ondernemerschap te borgen en initiatief te verzekeren. Met je eigen persoonlijkheid en ervaring je medemens nabij zijn zit immers in de grondbeginselen van het concept.

Daarnaast is het stuk de perfecte kapstok voor de ver-dere inzichten. Het algemene verhaal wordt immers ver-taald naar specifieke praktische uitwerkingen: een visie op zorg, bedrijfsvoering, huisvesting, … Een eenvoudige verwoording van deze zaken zorgt voor handige kaders, een maximale transparantie en het versterken van de naam Herbergier. Wat op kleine schaal gebeurt, krijgt zo een grote impact.

Tekst: Sander Speleman

Page 11: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

MEI 2018 11D arskIjkerw

en het hele dorp viert mee

Het zal nog wel even onrustig blijven in het Gelderse asperen waar het Thomashuis op 23 maart het 10-jarig jubileum vierde. Zorgondernemers Linda Hardeman en sandra den Besten beleefden samen met hun bewoners, familieleden en iedereen aan het huis verbonden een onvergetelijk knalfeest. “Het was geweldig!”

Zo’n 150 mensen togen richting het dorpshuis dat was omgetoverd tot een

gezellige feestzaal. Medewerkers, omwo-nenden en zelfs de kapper en de huisarts waren van de partij om het feest mee te vieren. “Eigenlijk iedereen waar we con-tact mee hebben”, vertelt Linda. “Ook de burgemeester die ook bij de opening van ons huis was 10 jaar geleden.”

Beloofd is beloofdSinds afgelopen december werd er in Thomashuis Asperen hard geoefend voor het toneelstuk dat tijdens het jubileum werd opgevoerd. Op het podium stonden

alle bewoners van het Thomashuis die een prachtige voorstelling speelden. Titel van het stuk was ‘Beloofd is beloofd’.En dat heeft alles te maken met het feit dat Sandra en Linda in het huwelijk tra-den op de dag dat zij van start gingen met hun Thomashuis. “Toen hebben Sandra en ik elkaar een belofte gedaan”, vertelt Linda. “En nu mochten we dat op het po-dium nog eens dunnetjes overdoen. Al-leen deden we nu een belofte aan onze bewoners: Dat we er nog lang voor elkaar zullen zijn.”

Thomashuis Lunteren beklimt Mont Ventoux

een staaltje teambuilding om u tegen te zeggen. Zorgondernemers Gerwin en Carina Dekker van thomashuis lunteren

beklimmen op 30 en 31 augustus met een aantal medewerkers en partners de Mont Ventoux. een aantal per fiets, de

anderen te voet. “naast dat dit voor ons allen een sportieve uitdaging is willen

we zoveel mogelijk geld inzamelen voor de stichting Mont Ventoux groot verzet

tegen kanker.” Meer info: www.grootver-zettegenkanker.nl/thomashuislunteren

Thomashuis Velp viert 10-jarig bestaan

op 2 april 2008 schreven zorgonderne-mers Ineke Fleuren en Ferwerd Smedema zich officieel in bij de gemeente Grave en namen zij hun intrek in thomashuis Velp. “Het lijkt de dag van gisteren maar toch zijn we inmiddels 10 jaar verder”, laten

ze weten op hun website. op 12 mei 2018 zal het jubileum uitgebreid gevierd worden met veel muziek en gezelligheid. De burgemeester zal de aftrap verzorgen.

Meer info vind je op www.thomashuis.nl/velp

Ondernemers Thomashuis Nieuwkuijk genomineerd

De gemeente Heusden heeft de zorg-ondernemers van thomashuis nieuw-

kuijk genomineerd voor de award ‘Doener-ondernemer van het jaar’. Het is de zesde keer dat de gemeente deze

competitie uitschrijft. Vorig jaren werden Martin en Berna al verkozen tot ‘doener van de maand’ en het ondernemersstel laat desgevraagd weten ‘enorm vereerd te zijn dat we nu ook kans maken op de titel doener van het jaar!’ tijdens een evenement in de gemeente op 9 juni

2018 wordt de winnaar bekendgemaakt.

Auticafé bij Thomas op Kamers in Rotterdam

op dinsdag 15 mei is er weer auticafé in de ontmoetingsruimte van thomas

op kamers in rotterdam. auticafé is een laagdrempelige & prikkelarme ontmoe-tingsplek voor mensen met autisme én

voor iedereen die interesse heeft in ‘hoe dat nou toch werkt.. leven met autisme’. Voor de pauze vertelt een moeder over het boek dat ze schreef over haar kind

met autisme. na de pauze draait het om contact maken met de ander. De avond duurt van 19.30 – 21.30 uur. adres: Cor-

dell Hullplaats 22, rotterdam.

een nieuw avontuur op loopafstandOm dromen uit te laten komen hoef je soms niet ver te zoeken. Per 1 juli nemen Yvette & arco Jordaan het Thomashuis in hun woonplaats Middel harnis over van de huidige zorg ondernemers Leo & anne Pronk. “We kijken er enorm naar uit!”

De zorg loopt als een rode draad door het leven van de kersverse zorgondernemers, onder meer dankzij de 30 jaar ervaring van Yvette als Z-verpleegkundige. “We hoorden van de overname op een verjaar-dag”, weet Arco nog. “Het Thomashuis

staat vlakbij. We hebben geen moment getwijfeld en direct contact opgenomen.”

De motivatie om een Thomashuis te star-ten? “We willen simpelweg zorg bieden zoals zorg moet zijn. Met liefde en per-soonlijke aandacht, en altijd rekening houdend met de persoon en omstandig-heden. Het zorgen is onze passie en daar willen we met veel gedrevenheid en crea-tiviteit voor gaan in Thomashuis Middel-harnis. Niet de cijfertjes en de financiën voorop, maar het welzijn en de kwaliteit van zorg.”

Samen met Nicoline Kruiswijk is Bruin Feijen gestart met het verzorgen van workshops rondom de thema’s rouw, verlies en hechting. De eerste pilots hebben inmiddels plaatsgevonden. “We hebben hierover workshops op maat gemaakt voor me-dewerkers en familieleden van mensen met een verstande-lijke beperking.”Bruin is zorgondernemer van Thomashuis ’t Harde en ont-

dekte dat de wijze waarop bewoners omgaan met verlieser-varingen verschillend is en vraagt om passende begeleiding. “In de setting van een Thomashuis zien we dat bijvoorbeeld bij het overlijden van een huisdier”, vertelt hij. “Of wanneer een medebewoner vertrekt. De workshops dragen bij aan een verbreding van de mogelijkheden om passende begeleiding te geven.”

Workshop over verlies en hechting

Page 12: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw12 MEI 2018

Hans Becker (76) staat te boek als vernieuwer in de zorg. Als oud-bestuursvoorzitter van Humanitas liet hij ooit een olifant één van zijn ‘levensloopbestendige complexen’ binnen-wandelen en organiseerde hij een rollator-race op circuit Zandvoort. “Als je dan toch ouder wordt kun je het maar beter een beetje leuk maken.”

Geluk als beste medicijn‘geef de mensen iets leuks om over te Praten’

INTERVIE w

Page 13: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw MEI 2018 13

Tekst: jan de Gier

H ans Becker neemt -daags voordat hij in het gevolg van Rutte op handelsmissie naar China vertrekt- plaats aan een tafel in Residence Roosenburch,

een gloednieuw appartementencomplex dat Becker eind 2017 heeft geopend. Volledig gebaseerd op zijn geluks-model waarbinnen het draait om eigen regie, eigen ac-tieve inbreng, familiebetrokkenheid en de ‘ja-cultuur’.

Op uw 76e nog een iets nieuws opstarten. Waar komt die drive vandaan?“Use it or lose it. Als je ophoudt met werken dan verlies je het. Onze samenleving is anti-ouderdom. Als je wilt doorwerken dan begint men -in mijn tijd althans- op je zestigste al over dat je iets anders moet gaan doen. Ik heb het nog gerekt tot m’n zeventigste. Als je na je pen-sioen toch door wil gaan dan is ondernemen de enige manier. Het houdt me van de straat.”

Geen andere morele drijfveer? Iets goeds doen voor de medemens?“Nee zeg, alsjeblieft. (Lachend:) Je moet niet te veel voor mensen zorgen, zeg ik altijd, maar zorgen dat men voor zichzelf kan zorgen. Daar heb je ‘m weer; ‘use it or lose it’. Als je een tijdje niks doet omdat alles voor je gedaan wordt, zeker als je wat ouder bent, dan holt het achter-uit.”

U bedacht de levensloopbestendige complexen waar iedereen -ziek of niet ziek- door elkaar heen woont. Wat is daar het idee achter?“Dan lijkt het op een gewone samenleving. Het is na-tuurlijk idioot als je 130 mensen met dementie samen gaat zetten en dan denkt dat het leuk gaat worden. Dat wordt een horrorfilm. Een misère-eiland. Laat iedereen gewoon door elkaar heen wonen, in een kamer die je bo-vendien zelf koopt of huurt zodat het echt helemaal van jou is. Dus niet een kamertje toegewezen krijgen zoals in een instelling. Dat is een hele belangrijke.”

‘Als je dan toch ouder wordt kun je het maar beter een beetje leuk maken’, zegt u. Hoe doe je dat zoal?Je moet als organisatie zorgen voor ‘conversation pieces’; iets om over te praten. Anders krijg je dat iedereen het al-leen maar heeft over de zere knie of trillende hand. Daar wordt iedereen hoorndol van. Zorg gewoon dat het toch nog leuk is ook al heb je artrose of ben je vergeetachtig. Door écht lekker eten te serveren bijvoorbeeld, kunst te maken, een hond of poes op schoot, dronken worden. Ik heb hier ook niet voor niets een atelier waar iedereen -ook van buiten- gebruik van kan maken, een herinne-ringsmuseum en een goed restaurant.”

Alles moet kunnen dus?“Ik noem dat de ‘ja-cultuur’. Iedereen predikt eigen re-gie. Maar dat is nu vaak; u mag het zelf doen, maar dan

wel zoals wij het willen. Ik zat eens met een bewoonster aan de bar. De dame achter de bar zei tegen de mevrouw naast mij dat 2 wijntjes wel genoeg waren voor vandaag. Ik vroeg haar: ‘Wat voor werk doet u?’ Ik ben hier ver-pleegster zei ze. ‘Oh, ik dacht even dat je een cipier in de gevangenis was. Ik zat al te zoeken naar de sleutelbos op je heup’. De klant is de baas, niet de zuster.”

U maakt het uw medewerkers niet altijd mak-kelijk lijkt me?“Nee. ‘U altijd met die leuke ideetjes van u’, zeiden ze dan. Namen ze me weleens mee naar een kamer en daar zat een bewoner met een bak rottend fruit op tafel. ‘Kijk,

meneer Becker’, zei die man. Hij zwaaide met z’n hand boven die bak en er vlogen ineens duizenden fruitvliegjes door de kamer. En 5 minuten later daalden ze allemaal weer neer op het fruit. ‘Mooi hè?’, zei die meneer hele-maal blij. En ja, het was inderdaad een mooi gezicht.”

Heeft u als vernieuwer in de zorg veel tegenwind gehad?“Een oud-secretaris van me zei ooit eens: ‘Hans merkt niet eens dat er weerstand is, hij walst er gewoon over-heen. Zo’n drive heeft hij’. En dat klopt wel. Plus dat ik natuurlijk een happiness-model hanteer. Dat vinden mensen mooi. En daar was veel aandacht voor in de krant en op tv. En iedereen vindt het leuk om te werken bij iets waarvan de buurvrouw zegt ‘goh wat leuk’.”

Maar er is toch zeker wel kritiek geweest?“Men werd er natuurlijk niet zo blij van dat ik bejaarden-huizen steevast omschreef als ‘misère-eilanden’. Maar blijkbaar was ik niet de enige die dat vond. Toen staats-secretaris Van Rijn ze ging sluiten had ik er in de 20 jaar daarvoor al 8 afgebroken. Alleen zette ik er wél iets an-ders voor in de plaats. En dat vergeten ze nu. Je moet een alternatief kunnen bieden. Je kan niet verwachten dat die mensen allemaal thuis gaan zitten.”

Waar gaat er wat u betreft nog meer mis?“Dat medisch-hygiënische model zit er nog steeds heel erg in. Men probeert alleen maar te cureren. Als je niet uitkijkt krijg je een heel bord medicijnen voor je neus gezet. Heel erg anti-geluk. En dan nog die krankzinnige hoeveelheid regels. Er moet een thermometer in de ijs-kast liggen. Da’s toch van de gekke. Dat soort onzin ko-men we allemaal mee te zitten. Hele dossiers bijhouden. Als de paraaf niet links maar rechts staat is het niet goed. Het is waanzin. Er wordt geen rekening gehouden met de nadelen ervan. Iedereen wordt er gek van, ook het ver-plegend personeel.”

Heeft u er vertrouwen in dat in de toekomst nog nieuwe Hans Beckers zullen opstaan?“Met al die regels werk je het wel heel erg tegen hè. Dan heb je eigenlijk ambtenaren nodig. Maar wat we nodig hebben zijn ondernemers. Dus mensen met lef, creativi-teit, doorzettingsvermogen, empathie, humor. Da’s alle-maal des ondernemers. Niet bang zijn, gewoon doen. Nu zitten er allemaal managers en die kunnen alleen maar kunstjes: schriftelijk rapporteren, vergadertechniek, omgaan met agressie, etc. Jaap Fisher zong het prachtig vroeger: ‘Onze Jan is manager geworden. En hij regelt op papier hele dagen halve zaken waar hij geen verstand van heeft’.”

Uw nalatenschap?“Als ik kijk naar mijn innovaties; Iedereen heeft het over de levensloopbestendige appartementen. Ook al maken ze het niet precies zoals ik het zou willen. Want wat mij betreft heeft zo’n plek alles; een museum, ruimte voor activiteiten, een kunstatelier, een beauytsalon, een su-permarkt waar je nog eens beroofd kan worden door een junk. Dan heb je tenminste weer eens wat anders om over te praten. En dat is echt gebeurd hoor, dat je niet denkt dat ik dit zit te verzinnen.”

CV Hans Becker• GeboreninRotterdamop16februari1942• VolgdeeenstudieeconomieopdeNederlandse EconomischeHogeschool,laterErasmusuniversiteit.

Werd vervolgens docent op de economische faculteit.• 1992:voorzittervandeRaad vanBestuurvandeStichtingHumanitasenbouwdehetuitvan1200mede-

werkersverdeeldovertwaalf locaties totaan3600medewerkers verdeeldover32locaties.• BenoemdtothoogleraarHumaniseringindeZorgopdeUniversiteitvoorHumanistiekinUtrecht.• Publiceerdeo.a.deboeken‘Inthelongrunwearealldead’(Humanitas,1993),‘LevenskunstopLeeftijd’

(eburon, 2003), ‘De ja-cultuur als instrument voor humanisering van de zorg’ (Humanistics university Press,2006),‘Verbodenafteblijven!’en‘LekkerLeven’(Eburon,2008en2011).

• Innovatieszijn-naastdelevensloopbestendigecomplexen-eenvijftientalseniorenrestaurantseneenvijftal herinneringsmusea.

• Meerinformatie:www.drhansmbecker.comen/ofwww.residence-roosenburch.nl

‘Verpleegster? Ik dacht even dat je de cipier was’

Residence Roosenburch, het nieuwste initiatief van ondernemer Hans Becker.

Foto: residence-roosenburch.nl

Page 14: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw14 MEI 2018

leven voor de bewoners en persoonlijke, regelarme zorg zouden er centraal staan. “Ik maakte het klein”, zo zegt hij.

Hetzelfde gevoelHans van Putten zelf is teruggetreden als directeur van De Drie Notenboomen en richt zich nu op het bedenken van nieuwe initiatieven. Op de vraag waar die bevlo-genheid vandaan komt zegt hij: “Dit vind ik het mooiste wat er is. Ik heb nog steeds hetzelfde gevoel als 15 jaar geleden, toen ik bij de directeur van de instelling van Thomas in de kamer stond: Ik ga ze een poepie laten ruiken.”Bron: www.vno-ncw.nl

Van Putten bedacht het Thomashuis uit onvrede over de zorg voor Thomas. “Ik vond dat hij beter verdiende.” Het nadenken hierover resulteerde al snel in het idee voor een mooi huis waarin twee zorgondernemers samenwonen met maximaal 9 bewoners met een verstande-lijke beperking. Een zo gewoon mogelijk

Van directeur van een reclamebedrijf veranderde Hans van Putten ruim 15 jaar geleden in zorgondernemer. In een recent interview met ondernemersorganisatie VNO-NCW vertelt hij over de periode waarin hij het Thomashuis bedacht. “Ik vond dat Thomas beter verdiende.”

H ij herinnert zich als de dag van giste-ren dat hij in het kantoor zat van de

directeur van de zorginstelling waar zijn zoon Thomas woonde. “Ik vroeg hem op de man af: ‘Waarom is jouw kantoor gro-ter dan de kamer waar Thomas met zeven anderen woont?’ Nou, dat begreep ik na-tuurlijk helemaal verkeerd.”

We zijn in die zin niet vernieuwend meer. Maar wat wèl vernieuwend is

en blijft, is het verhaal van Thomas”

De zorg een poepie laten ruiken

z e kan zich de voorbereidingen nog goed herinneren. In het kantoor aan

huis in Maarssen werkte vader Hans zijn plannen uit voor het eerste Thomashuis. “Het was allemaal heel familiair, ieder-een was erbij betrokken”, vertelt Teuntje. Als zus van Thomas kreeg ze als geen ander mee hoe de zorg voor haar broer

eruitzag, en de boosheid die dit bij haar vader teweegbracht. De verademing was dan ook groot toen Thomas in een door hem geïnspireerd huis kon gaan wonen. “Ondanks dat hij zwaar gehandicapt was boekte hij toch nog vooruitgang in Thomashuis Buurmalsen. Dat was heel bijzonder. Hij is in 2006 overleden maar

heeft nog hele mooie laatste jaren gehad. Dat maakt het verlies ook wat dragelij-ker.” Niets aan kracht ingeboetHet verhaal van haar vader en Thomas heeft wat Teuntje betreft in de afgelopen 15 jaar niets aan kracht ingeboet. “Dit is het verhaal dat alle formules van De Drie Notenboomen met elkaar verbindt en bo-vendien onderscheidt van initiatieven die erop lijken”, zo zegt ze. “En daar zijn er heel wat van bijgekomen in de afgelopen tijd. In die zin zijn we niet vernieuwend meer. Maar wat wèl vernieuwend en on-derscheidend is en blijft, is het verhaal van Thomas.”

BijzonderAls aandeelhouder maakt Teuntje zich sterk voor een aantal pijlers van de for-mules en in de toekomst hoopt ze wel-licht als ambassadeur haar steentje bij te kunnen dragen. “Ik buig mij vaak over de vraag hoe we de kern van de formules -het verhaal van mijn broer- actueel kun-nen houden”, zo zegt ze. “We moeten we-ten en met trots blijven benadrukken wat ons bijzonder maakt.”

Teuntje doelt daarbij niet alleen op de Thomashuizen, maar ook op de formu-les die eruit voort zijn gekomen. Vorig jaar bezocht ze met een Duitse delega-tie het Limburgse Sint-Joost waar een Thomashuis en Herbergier vlak naast elkaar staan. “Het zijn verschillende hui-zen met verschillende zorgondernemers en bewoners”, zegt Teuntje. “Maar in bei-de huizen voel ik me direct thuis zodra ik binnenstap. Ik zou er veel vaker naartoe gaan als ik niet zo ver weg woonde. Het is gezellig en fijn om er te zijn. Ik weet zeker dat dit komt omdat we dezelfde kern de-len. Die eenheid vind ik belangrijk.”

SchilderijIn beide huizen -en in het pand waarin De ZorgButler & Thomas op Kamers zijn ge-vestigd- prijkt dan ook een schilderij van Thomas waar ‘iedereen met trots naar kan kijken’. De tekst erop zegt:  ‘Thomas moet niet integreren in de zorgwereld, maar de zorgwereld moet integreren in de gewone wereld’. Teuntje: “Ik wil me er hard voor maken dat de overhandiging van dit schilderij aan nieuwe huizen ook in de toekomst een traditie blijft. Het is een visie die we niet mogen vergeten.”

Het is inmiddels 15 jaar geleden dat de droom van Hans van Putten werkelijkheid werd en het eerste Thomashuis van start ging. Vanuit haar woonplaats Berlijn blikt Teuntje van Putten (30), de zus van Thomas, kort terug op die begin periode en kijkt ze vooruit. “We moeten het verhaal van Thomas levend houden en trots zijn op wat we doen.”

‘Weer trots zijn op wat we doen’teuntJe van Putten over 15 Jaar thomashuiZen

Archieffoto van Thomas van Putten samen met zijn vader Hans.

Teuntje samen met haar twee kinderen

Page 15: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw MEI 2018 15

H et feestgedruis van de opening van het Togetherhome begin maart

dreunt nog na. “Wat een ontzettend groot feest was dat”, vertelt Harry die voor de 3e keer afreisde naar het project vlakbij de stad Tirichirapalli. “300 man, vlaggen, dans, muziek. En de minister van Zorg uit die regio was erbij. Het was prachtig. Er is de afgelopen weken met 30 man dag en nacht gewerkt om het af te krijgen, bij een constante temperatuur van 38 graden en met wat primitievere middelen dan hier. Ze wilden het per se kunnen openen vóór onze terugkeer naar Nederland. En dat is gelukt!”

Stichting TogetherVier jaar geleden raakten Harry en Leonie actief betrokken bij de Stichting Together die de laatste jaren gewerkt heeft aan het realiseren van een zelfvoorzienende boerderij in India. “Bij de wens om op hetzelfde terrein een huis voor mensen met een verstandelijke beperking op te zetten, hebben ze ons benaderd.”, vertelt Leonie. “Niet alleen om te helpen om het financiële deel rond te krijgen, maar ook qua organisatie en zorg.”

Je telt niet meer meeIn het pand gaan vanaf mei 15 volwassen mannen met een verstandelijke beperking wonen, een doelgroep die het volgens Harry en Leonie niet gemakkelijk heeft in de regio. “Je wordt eigenlijk aan je lot overgelaten en je telt niet meer mee”, zegt Harry. “In het Togetherhome vinden ze een plek waar er naar hen wordt omgekeken. En ze hebben naast de deur een stukje dagbesteding op de boerderij.”

In het maken van de plannen voor het Togetherhome hebben Harry en Leonie nadrukkelijk hun wensen naar voren geschoven en ‘de Thomashuis-visie’ erin verweven. “Het huis staat natuurlijk wel in een heel ander land met een andere cultuur. Maar er zitten zeker ‘stukjes’ Thomashuis in.”

De bewoners betrekkenWat Harry betreft zit ‘m dat onder meer in het kleinschalige. Hooguit 15 mannen wonen er straks samen met twee mensen die de zorg op zich nemen. “Dat is erg vergelijkbaar met een Thomashuis. Er zijn bekende gezichten en korte lijnen en het gaat om 24-uurszorg. Maar eigenlijk het allerbelangrijkste is het feit dat de bewoners er als mens worden gezien en behandeld. Ze doen weer mee en worden gewoon bij het normale leven betrokken.”

Het is de bedoeling dat de boerderij en ook het Togetherhome uiteindelijk ‘self supporting’ worden. In de aanloopfase is er een mooi bedrag ingezameld middels acties en sponsoren. Wilde Ganzen heeft een bedrag ingelegd en ook Harry en Leonie droegen financieel bij. “En dat zullen we in ieder geval de komende drie jaar blijven doen om de operationele

kosten te dekken”, aldus Harry. “Het werkt daar zo dat de overheid het pas daarna, als het goed loopt, met subsidies gaat ondersteunen. Tot die tijd zullen we er nog nauw bij betrokken zijn.” Genoeg te doenOp de vraag of het bij één Togetherhome in India gaat blijven antwoordt Harry: “Je moet altijd wat te wensen overhouden he. We zijn dus zeker aan het kijken op welke plekken het nog meer mogelijk is. We hebben tijdens ons verblijf meerdere projecten bezocht in de buurt en dan besef je dat er echt behoefte is aan initiatieven zoals deze. De bij het openingsfeest aanwezige minister noemde het Togetherhome ook niets voor niks ‘een voorbeeld’. Genoeg te doen nog dus!”

Dit project steunen? kijk voor meer info op www.stichtingtogether.nl

Tekst: jan de Gier

Een visie over grenzen heenZorgondernemers Leonie en Harry Geven van Thomashuis Terborg zijn net terug uit Tamil Nadu, de zuidelijkste staat van India. Het zogenoemde ‘Togetherhome’ dat daar vorige maand is geopend heeft wel wat weg van een Thomashuis en is met hulp van Harry & Leonie tot stand gekomen.

Het allerbelangrijkste is dat de bewoners er als mens worden gezien en

behandeld”

Page 16: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw16 MEI 2018

ten en het team van Jos en Wies worden regelmatig betrokken in het sociale dorps-leven. Zo organiseert de gemeenschap een huiskamerproject, waarbij een paar Herbergiergasten anderen ontmoeten, koffiedrinken en kaarten. Met de lokale carnavalsvereniging, fanfare, schutterij, drumband en toneelvereniging wordt ook contact gehouden. ‘‘Bij uitvoeringen van de toneelvereniging worden onze gasten regelmatig uitgenodigd. Als Herbergier zijn wij in het dorp geïntegreerd.’’

Rebels karakterJos en Wies kijken terug op een mooie tijd. ‘‘Het heeft ons sociale leven verrijkt. Wij hebben genoten en anderen op een zinvolle manier geholpen.’’ Maar er wa-ren ook lastige momenten. ‘‘Denk aan de inspecties van de IGZ en de eindeloze in-cidentenbestrijding destijds.’’ Nu het aantal Herbergiers tot 41 is gegroeid en zaken zijn gestabiliseerd, hebben Jos en Wies heimwee naar de reuring die de pi-oniersfase met zich meebracht. ‘‘Wij hou-den van het rebelse karakter en de impul-sieve leefwijze.’’

Nu vinden de twee pioniers het tijd om af te zwaaien. ‘‘Zorgondernemerschap heeft ons veel moois gebracht, maar wij worden een dagje ouder. Het is tijd voor nieuwe plannen en een rustiger leven.’’ Zonder over hun eigen ‘‘graf te willen re-geren’’, gaat hun persoonlijke voorkeur uit naar opvolgers die affiniteit met de regio hebben. Dit vanwege de specifieke, lokale cultuur en het lokale dialect.

Infomiddagen Herbergier-ondernemerschap naast Herbergier Grathem zoekt ook Herbergier Velp opvolging. Voor mensen die werkzaam zijn in de zorg voor mensen met geheugen-problemen en geïnteresseerd zijn in het Herbergier-ondernemerschap, organiseert De Drie notenboomen jaarlijks een aantal informatiebijeen-komsten. De eerstvolgende infodagen staangeplandop29meiof26juli.Voor meer info en/of aanmelden ga je naar www.dedrienotenboomen.nl/de-herbergier

bergier. Met als gevolg dat er veel zeer ge-wenste ondersteuning aan mantelzorgersverleend kon worden.’’

Limburgse gezelligheidAan de rand van het pittoreske dorpje Grathem vind je de Herbergier. Vanuit de boerderij kijk je uit op het groene land-schap en twee kastelen. De bakker, markt en restaurants in het oude centrum zijn binnen steenworp afstand. Grathem ver-tegenwoordigt de Limburgse gezellig-heid. Door de jaren heen is Herbergier Grathem een begrip in het dorp geworden. De gas-

Geen dag is hetzelfde als zorgonderne-mer. ‘‘Elke dag loopt anders en vliegt voorbij.’’ Jos en Wies zijn vaak op de werkvloer te vinden. Veel administratieve werkzaamheden worden in de huiskamer verricht. ‘‘Daardoor zien wij wat er onder de gasten leeft en kunnen wij makkelijk reageren.’’ De band met de medewerkers is ook ongedwongen. ‘‘Er wordt heel di-rect aan de keukentafel of individueel gecommuniceerd. Na 8,5 jaar moet het eerste teamoverleg nog gepland wor-den.’’ Het ondernemerschap uitte zich in de loop van de jaren door het in gebruik nemen van drie logeerkamers in de Her-

Jos en Wies openen in juli 2009 de deuren van hun Herbergier in het Limburgse Gra-them. Voordat de twee het roer in hun le-ven omgooien, is Jos jarenlang werkzaam als verpleegkundige en manager in ver-pleeg- en verzorgingshuizen. Wies werkt als zelfstandig ondernemer en voorheen als verzorgende. Het stel is ontevreden over de statische zorgcultuur. Via een advertentie in de Volkskrant en een toe-vallige ontmoeting met Wanda Fielmich, destijds hoofd formulemanagement bij De Drie Notenboomen, raakt het stel be-kend met het zorgondernemerschap. ‘‘De pioniersgeest prikkelde ons om de stoute schoenen aan te trekken.’’

Ondernemers van het eerste uurJos en Wies zijn ondernemers van het eerste uur. Hun Herbergier is de twee-de geopende Herbergier in Nederland. ‘‘Wij kregen de sleutels en moesten toen zelf veel uitzoeken. De ondeugd raakte daarbij ons hart’’, zegt Jos. Het echtpaar woont samen met hun vijftien gasten in een karakteristieke carréboerderij. De sfeer is ongedwongen. Gasten gaan hun eigen gang of met elkaar op pad. Naast de dagelijkse uitstapjes, genieten Jos en Wies samen met hen van de pracht die Limburg te bieden heeft. Zo toeren ze af en toe door het Zuid-Limburgse heuvel-land of maken ze een bootreisje op de Maas.

Geprikkeld door de ondeugd

Tekst: laura van elst

Na tien avontuurlijke jaren is het mooi geweest. Jos en Wies Beijers-Pollen dragen de zorg voor hun Herbergier in Grathem over aan de volgende generatie. Het stel is zorgondernemer van het eerste uur. ‘‘Als tweede Herbergier in Nederland hebben wij middenin de plezierige reuring van de pioniersfase gezeten.”

Wij houden van het rebelse karakter en de impulsieve leefwijze’’

Page 17: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

DANSJE MAKEN

Ode aan de werkers in de zorgIn zijn boek ‘Zullen we nog een dansje maken?’ observeert Ad van Deurzen het reilen en zeilen in ‘Huize Zorgvliet’, ook wel bekend als Herbergier Velp. Zijn vrouw Roos is sinds 4 jaar woonachtig bij zorgondernemers Wim & Nicolette

van Bavel. Ad komt er dagelijks over de vloer en beschrijft in zijn boek op pakkende wijze een aantal van de gasten, maar laat bovenal ‘de werkers in de zorg’ aan het woord. Waar zij vandaan komen en hoe zij er toe zijn gekomen in ‘Huize Zorgvliet’ te gaan werken. “Maar vooral laat het zien hoeveel zij ervoor terugkrijgen”, zo schrijft Ad in zijn inleiding.

lees hier een passage uit het boek. De illustraties zijn gemaakt door zijn vrouw, roos van Deurzen. Meer informatie of het boek bestellen? Ga naar www.dansjemaken.nl

Dhr. en Mevr. de Gooijer (beiden 77) hebben ieder hun eigen plaatsje aan tafel. Zij komen uit Helmond. Wonen nu bijna 1 jaar in Huize Zorgvliet. Hij heeft de ziekte van Parkinson, zij Alzheimer. Een complexe combinatie. Roept stressvolle momenten op. Zowel voor de betrokkenen als voor de andere bewoners. In overleg met huisarts en familie is een verbeteringstraject ingezet en zijn de medewerkers geïnstrueerd. Dat werpt inmiddels vruchten af. Een nieuw evenwicht dient zich aan.

De Klusjesman“Elke nieuwe medewerker moet hier zijn (of haar) weg vinden. Hoe gaan hier de dingen, en wie is wie als we het over de bewoners hebben. Want waar gaat het uiteindelijk om? Dat de bewoner zich hier veilig en thuis voelt. Dat vraagt van elke medewerker, naast verzorgende en huishoudelijke vaardigheden, vooral inlevingsvermogen (met een moeilijk woord: empathie). Omdat ik hier in Huize Zorgvliet rondloop vanaf uur nul, kan ik elke nieuwe medewerker snel en goed inwerken. Dat doe ik door in het begin vooral de dingen samen te doen. Bepaalde handelingen gaan ze gemakkelijk af, andere vinden ze moeilijk. Ik zeg dan: probeer die laatste het snelst te leren. Dan loop je hier binnen de kortste keren fluitend rond. En wat de bewoners betreft, vertel ik ze, ga met ze om alsof het je eigen oma is.

Aan het woord is ‘de klusjesman’ Eduard (medewerker)…….

“Ik ben nu 54. Over twee weken ben ik jarig. Ik ben getrouwd en heb twee kinderen, een zoon en een dochter. Op mijn 16e ben ik gaan werken. In een bakkerij. Na 6 jaar verloor ik die baan. Werkeloos. Tot ik aan de slag kon bij een schoonmaakbedrijf. Daar heb ik zo’n 25 jaar keihard moeten werken. Tot ik via via hoorde dat ze bij de opening van Huize Zorgvliet, nu 7 jaar geleden, een klusjesman zochten. In de zorg. Dat is het geluk van mijn leven geworden. Een wereldbaan! Waarvoor ik nog betaald kreeg ook. Intussen gaat het allang niet meer om klusjes. Het is mensenwerk geworden: de bewoners, de families, de collega’s. En dat in een werkomgeving waar iedereen zichzelf kan blijven. Voor mij ongekend. Alleen, dat steeds weer afscheid moeten nemen van de bewoners en hun families. Waarmee je jarenlang bent omgegaan. Die je beter kent dan je grootmoeder. Daar word ik steeds weer verdrietig van.”

‘Zullen we nog een dansje maken? ‘beschrijft de wereld van werkers in de zorg. In dit geval in ‘Huize Zorgvliet’, een kleinschalig tehuis voor ouderen met geheugenproblemen. Het vertelt op lichtvoetige wijze het werkelijke verhaal van de individuele medewerker. Waar hij (of zij) vandaan komt. Hoe zij er toe gekomen zijn daar te gaan werken. Vooral laat het zien dat hij (of zij) er zoveel voor terug krijgt.

De werkteams in ‘Huize Zorgvliet’ zijn in hoge mate zelf-organiserend. Uit de dagelijkse praktijk blijkt dat daarmee het gestelde doel bereikt wordt: “Voor de bewoners een thuis scheppen. Waar zij zich veilig en geborgen voelen.” Wat vervolgens de individuele medewerker weer veel voldoening geeft.Daar zijn geen regels of voorschriften ‘van bovenaf’ voor nodig. Die zouden een zelf-organiserende huishouding zoals in ‘Huize Zorgvliet’ maar in de weg staan.

De auteur was gedurende vier jaar dagelijks te gast in ‘Huize Zorgvliet’.

www.dansjemaken.nl

Ad van Deurzen

Zullen we nog een dansje maken?

Mevrouw Van der Weij en haar familie vieren samen Pasen. Zij was de allereerste gast in Herbergier Harlingen. Mevrouw Van der Weij had er eerst niet zoveel oren naar om haar vertrouwde (t)huis te verla-ten, maar is nu trots op haar appartement en alle mooie spullen die erin staan.

Bovendien werkt dochter Hilda in de Herbergier, dus zien ze elkaar veel vaker dan voorheen. Kleindochter Annet komt regelmatig op bezoek bij oma en neemt vaak haar 2 kinderen mee. Snuffel en

Vier generaties genieten met elkaar in Herbergier HarlingenDoortje zijn ook geen onbekenden van de familie. De zoon van mevrouw Van der Weij zocht een plekje voor ze en dus kregen de konijntjes een mooi ‘buitenap-partement’ in de tuin waar ze nu liefdevol verzorgd worden door de bewoners en medewerkers.

Jens en Vince vinden het leuk om bij oma op bezoek te komen. Ze tekenen met haar aan de grote tafel en wanneer het mooi weer is spelen zij buiten met de kinderen van zorgondernemers Tom en Ans. En zo genieten 4 generaties van en met elkaar. Als dat niet ‘Bijzonder Gewoon’ is?

Tekst & foto: ans Visser

MEI 2018 17D arskIjkerw

Page 18: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

(aDVertentIe)

Als zorgondernemers van een Thomashuis wonen jij en je levenspartner samen met 8 à 9 mensen met een verstandelijke beperking. Jullie geven zelf invulling aan de zorg en bieden de bewoners dagelijks een warm en liefdevol thuis. Zo gewoon mogelijk.

Meld je dan aan als zorgondernemer!

Ga voor het volledige aanbod en/of aanmelden voor de infomiddag naar www.dedrienotenboomen.nl/aanbod-thomashuizen of bel 0182-550433

Klaar voor je eigen Thomashuis?

KoM nAAr de

InFoMIddAGen

op 5 JulI en

6 SepTeMBer

2018!

Zorgondernemers gezocht voor onder meer:

Thomashuis delft de oliemolen

Thomashuis enschede

Thomashuis Huijbergen

expositie

Door de ogen van rotterdamVoor de expositie ‘Door de ogen van Rotterdam’, georganiseerd door Jacquie Grevelink, hebben 32 bekende Rotterdamse fotografen foto’s gedoneerd. Deze foto’s worden voor langere tijd geëxposeerd in de gangen van de drie verdiepingen van ZorgButler Angela Kunne, een nieuwe woonvorm voor ouderen.

Deze expositie is op vrijdag 20 april geopend door Hugo Borst, schrijver van o.a. de boeken ‘Ma’ (2015) en ‘Ach, moedertje’ (2017). De expositie is voor onbepaalde tijd te bezichtigen. De deelnemende fotografen zijn: Vincent Mentzel, Carel van Hees, Pim Ras, Hans Wilschut, Lenny Oosterwijk, Freek van Arkel, Margi Geerlinks, Rommert Boonstra, Pieter van der Meer, Maarten Laupman, Rhalda Jansen, Eli Dijkers, Hans van Rhoon, Joke Schot, Rosaria Macri, Moniquie Nooteboom, Daniella de Haan, André Smits, Minco den Heyer, Jan van der Ploeg, John Middelkoop, Aris Vink, Levien Willemse, Ruud Sies, Leander Varekamp, Mark van Hattem, Mark Brants, Olga Beumer, Ingrid Goudswaard, Olga van Dijk, Rob Verhorst, Marco Heemskerk en Peter van As

Adres: ZorgButler Angela KunneCordell Hullplaats 643068 VH Rotterdam

Page 19: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw MEI 2018 19

aan liefde geen gebrek op Valentijnsdag. De gasten van Herbergier Harlingen genoten met volle teugen van de knuffelsessie met deze schattige lammetjes.

De leo Club heeft thomashuis Zoetermeer meegenomen naar het Dolfinarium tijdens nl Doet. na een bezoekje bij de zeeleeuwen volgde een dolfijnenshow, lekkere lunch en rondleiding achter de schermen. een bijzondere dag voor de bewoners en begeleiders.

ZorgButler ulrike van tilburg verwende bewoners met een Verwen-Beauty-middag. Blauw, rood of geel. Geen kleur was te gek bij de manicure. nu kunnen de bewoners met hun ‘gepimpte’ nagels vrolijk van de lente gaan genieten.

Bewoners van Herbergier oldeberkoop genieten van een uitje naar de manege. Medewerker tamara is gek op paarden en heeft een paar gasten van Herbergier oldeberkoop ondertussen ook ‘aangestoken’. De paarden sloofden zich voor de gasten uit tijdens een paardenshow. en wie wilde, kon een ritje maken in het karretje.

nieuwsuur en radio1-programma nieuws & Co kwamen op de koffie bij de ZorgButler om een reportage te maken over nieuwe initiatieven in de ouderenzorg. ‘Ik ga niet meer verhuizen, dus ze hebben al die tijd last van me’, vertelt bewoner Cees koogje lachend in de camera.

Wat een sportieve toppers! thomashuis Venlo was ook deze editie weer present op de Venloop. Iedereen heeft zich super ingezet. Bewoner David heeft zelfs gewonnen.

D ARSKIEKJESw

Page 20: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw20 MEI 2018

Colofon

De gazet van De Drie Notenboomenjaargang 2 • nummer 1 , mei 2018

Hoofdredacteur: Sander Speleman, De Drie notenboomenCoördinatie: jan de Gier, De Drie notenboomenAdvies: eduard Voorn CommunicatieVormgeving: Frans Meijer, (M/V) ontwerpDruk: loodswerk BV, amsterdam

Redactie:Sander Speleman, De Drie NotenboomenGerard Vonk, zorgondernemer HB Piershileveline Sijtsma, zorgondernemer TH Delft Centrumlaura van elst, De Drie Notenboomenjan de Gier, De Drie Notenboomenoeds Visser, zorgondernemer HB BartlehiemBruin Feijen, zorgondernemer TH ’t Harde

Bijdragers:Margrieta Haan, zelfstandig adviseur wonen, zorg & welzijnHans van der knijff, Per Saldojan-rob Makkenze, zorgondernemer HB Schoonhovenans Visser, zorgondernemer HB HarlingenMartien Groenevelt, zorgondernemer HB Zoetermeerad van Deurzen, schrijver

Dichter:Bob van Gerven, bewoner tH elst

Kunstenaars:Dylan, bewoner TH NieuwerbrugGeerte, bewoner TH ‘t HardeMeneer Servaas, gast HB Tilburgalle bewoners van TH ZenderenMaartje, bewoonster TH St Nyk

Wil je bijdragen aan de volgende Dwarskijker? Dat stellen wij zeer op prijs. laat van je horen en stuur je opinie, idee of gewoon een dwarse kijk naar:

De Drie Notenboomen,t.a.v. redactie Dwarskijker,kattensingel 22801 Ca GouDae-mail: [email protected]

op onze website Dwarskijker.nl plaatsen we met enige regelmaat artikelen.

De gazet van De Drie notenboomen

Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen regie. Maar dat is nu vaak; u mag het zelf doen,

maar dan wel zoals wij het willen”Interview met Hans Becker over zijn geluksmodel, pag 12 >

D arskIjkerw

De Nederlandse zorgsector haalt in het toonaangevende medi-sche vakblad The Lancet we-reldwijd de top 10. Dit hebben we met name te danken aan uit-muntende vaccinatieprogram-ma’s, de toegankelijkheid van het medisch aanbod en de hoge kwaliteit van de resultaten.

Om die plek in de toekomst te verzilveren zullen er echter een paar andere registers openge-trokken moeten worden. Hoe je het wendt of keert, de zorgsec-tor heeft jarenlang als een log systeem gefungeerd, waarbij grote instituties hoofdzakelijk plan-gedreven te werk gingen. Risicomijdend gedrag en een aanhoudende drang naar con-trole hebben al te vaak de aan-dacht afgeleid van de essentie: simpelweg aandacht bieden aan een kwetsbare medemens.

De zorgvrager aan het roerDe samenleving vertoont echter een overduidelijke verschuiving naar eigen regie en medezeggen-schap, ook in de zorg. De mon-dige zorgvrager maakt het de traditionele instituten niet mak-kelijk. Waar vroeger – bij wijze van spreken – alles voor je werd geregeld, wordt nu enerzijds een grotere eigen bijdrage en verantwoordelijkheid verwacht. Anderzijds heeft een zorgvrager daar iets van te vinden.Dit vraagt om een nieuwe bena-

dering, waarin klantgerichtheid hoog in het vaandel wordt gedra-gen. Het bieden van toegevoegde waarde wordt een primair streef-doel. Continue vernieuwing en wendbaarheid zijn daarbij nodig om snel te kunnen inspelen op de menselijke behoeften en dat is lastig in grote systemen.

Klein makenRadicale vernieuwing zit met name in het ombuigen van dat planmatige denken naar het zui-ver mensgerichte. Grote dingen moeten zo klein mogelijk ge-maakt worden, zodat er ruimte is voor persoonlijke inbreng en mensen niet als nummer behan-deld moeten worden.

Waar Nederland zich onder-scheidt van andere landen is dat er al jaren ruimte wordt gecreëerd om via zorgondernemerschap dingen echt anders te gaan doen. De passie van de ondernemer en het lef om het heft in eigen handen te nemen maken het ver-schil. Het streven naar positieve impact op mens en maatschappij is daarbij niet weg te stoppen.

TaboeOndernemen gaat over vernieu-wen en vernieuwen gaat over in-vesteren. De overheid heeft daar niet altijd de middelen voor en een private partij schuift enkel aan als er over rendement kan worden gepraat. Sinds de intro-ductie van de marktwerking in de zorg wordt er daarom ijverig gedebatteerd over de nieuwe geldstromen die zijn ontstaan. Winst maken en uitkeren is daarbij een taboe. Marktwer-king in de zorg wordt gepredikt, maar diep van binnen wringt het als het over de financiële gevol-gen gaat. De aloude reflex om regulerende kaders op te stel-len steekt vervolgens de kop op waardoor de regeldruk alleen maar toeneemt en ruimte tot ini-tiatief stilaan weer tot het mini-mum wordt beperkt.

Eerlijk speelveldEen beweging de andere kant op gaat echter meer opleveren. Het opstellen van duidelijke richt-lijnen voor winstuitkering in de zorg kan een eerlijk speelveld binnen de hele sector creëren. Het biedt daarnaast de mogelijk-heid om de broodnodige investe-ringen in kwaliteit en innovatie stevig aan te moedigen. Een hel-der kader leidt ook tot transpa-rantie, zodat taboes in de maat-schappij kunnen wegebben. Lonkt daar The Lancet’s top 3?

De uitdagingen voor de toekomst liegen er niet om. Als de huidige demografische trends zich verder doorzetten, gaan we met z’n allen een pak ouder worden en steeds meer te maken krijgen met gezondheidsissues. Hoe lang zal het huidige zorgsysteem deze last kunnen dragen?

Tekst: Sander Speleman

Zorg moet fundamenteel durven veranderenPassie en lef als gamechangers voor de toekomst

De passie van de ondernemer en het lef om het heft in eigen handen te

nemen maken het verschil

De KnarrenhofEen kijkje bij het duurzame wonen van de 21e eeuw.pag 6 >

Togetherhome in IndiaOndernemers Harry & Leonie met hun visie op zorg de grens overpag 15 >

15 jaar Thomashuizen. Zus Teuntje kijkt terug en blikt vooruit: “We moeten het verhaal levend houden.”pag 14 >

Ziekenhuizen in bewegingSamen zoekn naar meer persoonsgerichte zorgpag 7 >

En verder....opinie: geef corporaties en initiatieven de ruimte 5Zoektocht naar de essentie 10geraakt door de ondeugd; pioniers zwaaien af 16omscholing naar de zorg: ‘eric is onmisbaar’ 20ingezonden: Waarom onze deuren niet op slot gaan 21

DE DRIE NOTENBOOMENVernieuwers in de zorg

Eric van de Wetering werkte twaalf jaar als installatiemonteur voor een onderaannemer bij Ziggo voordat hij de overstap naar de zorg maakte. Naast zijn opleiding werkt hij in Thomashuis Gouda. ‘‘Het Thomashuis is nu mijn tweede thuis.’’

Eric werkte in zijn vorige baan voorname-lijk met kabels, niet met mensen. Via zijn vrijwilligerswerk bij gehandicaptenver-eniging De Klub komt Eric in contact met bewoners van Thomashuis Gouda. De po-sitieve energie raakt hem. ‘‘Het kriebelde

al langer om de zorg in te gaan, maar ik durfde de sprong niet te maken.’’

AllrounderNa een rondleiding in het Thomashuis van zorgonderneemster Marieke van Eijk valt alles op zijn plaats. ‘‘Het voelde met-een goed. Ik kon gelijk aan de slag en bin-nen een maand zat ik in de schoolban-

ken.’’ Eric volgt de opleidingen verzorger individuele gezondheidszorg en mede-werker maatschappelijke zorg aan de Al-beda in Rotterdam. Daarnaast werkt Eric de afgelopen 2,5 jaar drie dagen per week in het Thomashuis. ‘‘Eric is onmisbaar’’, vertelt Marieke. ‘‘Hij is een echte allroun-der die naast goede zorg en begeleiding niet vies is van technische klusjes.’’ Eric knikt en voegt daaraan toe: ‘‘De sa-menwerking loopt ook ongedwongen, als een groot gezin.’’ De dagen zijn gevari-eerd: van ADL-zorg en het verzorgen van het ontbijt tot dagbestedingsactiviteiten en huishoudelijke klusjes. ‘‘Je bent een duizendpoot in een Thomashuis.’’ Wat Eric ten opzichte van zijn werk echt an-ders vindt, is de mindset. ‘‘Vroeger ging het om productie, nu om mensen en het samen doen.’’

Diploma in the pocketEind juni verwacht Eric twee diploma’s op zak te hebben. Daarna blijft hij onder een vast contract in het Thomashuis wer-ken. ‘‘Ik mag niet meer weg’’, lacht hij. Op de vraag of hij het nog een keer over zou doen, reageert hij beslist. ‘‘Het is het alle-maal waard.’’ Eric adviseert werknemers die een overstap naar de zorg overwegen om goed te oriënteren en een opleiding te combineren met een werkplek. ‘‘Maar bo-venal moet je je hart volgen en affiniteit hebben met zorg.’’

Omscholing naar de zorg: ‘Eric is onmisbaar’

In het Drentse Thomashuis Tynaarlo wonen Gea en Johan sinds 2009 samen met hun 9 bewoners. Met een klein team professionals en stagiaires richten ze op geheel eigen wijze de zorg in, met in het achterhoofd altijd de visie sinds het prille begin: ‘Een zo gewoon mogelijk leven in een zo gewoon mogelijk huis’.

Wat houdt dat voor jullie in?Gea: “Door er in de eerste plaats gewoon te zijn en aandacht te hebben voor elkaar. De bewoners echt leren kennen en de per-soon achter de beperking ontdekken. Ik herinner me dat er bij vorige werkgevers soms lang werd vergaderd over de per-soonlijke doelen van de cliënten. Soms zo lang dat de daadwerkelijke zorg erbij in schoot. Wij hebben hier ook doelen natuurlijk, maar het belangrijkste doel is heel simpel: gelukkige bewoners.”

Welke rol speelt verbinding daarin?Johan: “Er is een wederzijdse betrokken-heid tussen ons huis en de samenleving. We doen aan veel dingen mee. Een bewo-ner werkt hier bijvoorbeeld bij de bakker, we gaan samen boodschappen doen of naar de bieb en een andere bewoner is altijd van de partij als de kermis er weer is.” Gea: “Door mee te doen aan het ‘nor-male’ leven worden onze bewoners er ook gewoon onderdeel van. Het neemt drem-pels weg en doorbreekt taboes. Dat is ook voor ouders belangrijk. Om te weten dat hun kind niet altijd ‘de uitzondering’ is maar ook gewoon meedoet.”

Hoe is de samenleving betrokken bij jullie?Gea: “Op verschillende manieren. We hebben weleens een high tea georgani-seerd voor kinderen van de basisschool.

Zeker de jeugd vindt het soms best lastig, iemand met een beperking. Het is dan mooi om hen te laten zien dat onze be-woners niet eng zijn, maar gewoon hele leuke mensen. Dat is mooi voor de kin-deren om te ervaren, maar ook voor onze bewoners.”

Typisch Thomashuis?Johan: “Het is zeker zo dat je als Thomas-huis-ondernemer simpelweg alle vrijheid hebt om dit soort dingen te doen. We gaan bijvoorbeeld ook met enige regelmaat naar een eetcafé in Zuidlaren. Daar ko-men we inmiddels zo vaak dat de mensen ons zo langzamerhand wel herkennen. Je merkt dat het dan steeds meer ‘gewoon’ wordt voor iedereen.”

Mensen met een verstandelijke beperking een zo gewoon leven bieden middenin de maatschappij. Johan Oppewal en Gea Oeseburg, zorgondernemers van het Thomashuis in Tynaarlo, hechten er als geen ander waarde aan en zoeken samen met hun bewoners nadrukkelijk de verbinding. “Er is een weder-zijdse betrokkenheid tussen ons huis en de samenleving.”

Verbinding zoeken en taboes doorbreken

Bewoner Richard samen met Lauren, kleindochter van Gea & Johan

Tekst & foto: laura van elst

Page 21: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

MEI 2018 21D arskIjkerw

D ARSGELUID

Een van de uitgangspunten van Herber-giers is het voeren van een zogenoemd ‘open deuren-beleid’. Dat houdt in dat in ons geval de voordeur en de achterdeur gewoon open staan. Niet echt hele dagen open, maar als aanduiding dat visite wel-kom is én -belangrijker nog- onze gasten naar buiten kunnen. Gewoon omdat zij onderdeel uitmaken van onze samenle-ving. Niets erger dan van je vrijheid be-roofd worden, ook als je af en toe in de war bent of mogelijk de weg terug naar huis niet meer weet te vinden.

Voor die laatste situatie doen wij als Her-bergiers een beroep op een belangrijke waarde in onze buurt; gemeenschapszin. Wij willen graag deel uitmaken van een buurt, wijk of stad, waar mensen nog ge-wend zijn naar elkaar om te kijken.

Niks bijzondersVerschillende van onze gasten kunnen nog enorm genieten van een luchtje

Waarom onze deuren niet op slot gaan

w

scheppen, een wandeling naar de Lek of een boodschap doen. En niet altijd wil je dat doen in gezelschap van een mede-werker of vrijwilliger uit de Herbergier. Wanneer je met 16 gasten in een huis woont, wil je soms gewoon even alleen een loopje maken. Niks bijzonders. En juist dat wordt bijzonder gemaakt. Er kán namelijk natuurlijk van alles misgaan. Een gast kan verward reageren wanneer deze wordt aangesproken, kan aarzelen bij het oversteken of het bepalen van de richting om het loopje te vervolgen. Een winkel binnenlopen om een boodschap te doen en geen geld op zak hebben. Erger kan natuurlijk ook; iemand zou kunnen struikelen en vallen, onwel worden. Over-steken terwijl er verkeer aankomt.

Het hoogste goedAllemaal waar en dat is nu uitgerekend de reden waarom Herbergiers zoveel belang hechten aan dit uitgangspunt. Vrijheid vinden wij een voor iedereen geldende waarde die het bestaan zin geeft. En uit-gerekend dit is wat Herbergiers uit en te na bespreken met (wettelijk) vertegen-

woordigers en overige familieleden die zich oriënteren op een plek om te wonen voor hun familielid. Dit zijn de waarden van waaruit wij werken en in geloven. Dit zijn de uitgangspunten wanneer iemand kiest voor een Herbergier. Er zijn risico’s en daar moet iedere betrokkene zich van doordrongen weten. Er moet ook letterlijk voor getekend worden in een overeen-komst, met als belangrijkste strekking; ja, wij weten waarvoor wij kiezen. En ze kiezen voor eigen regie, behoud van au-tonomie en (keuze)vrijheid.

“Laten jullie ze dan zomaar lopen?” Ja en nee, we bespreken en nemen risico’s die we aankunnen en kunnen overzien. Daarmee koesteren we de universele waarde van persoonlijke vrijheid, om-

In oktober 2017 openden wij de deuren van onze Herbergier in Schoonhoven. Onlangs voelden wij ons als zorgonder-nemers genoodzaakt naar buiten te treden. Aanleiding waren opmerkingen van medewerkers, die zelf ook in Schoon hoven wonen, over sommige sentimenten van omwonenden en andere stadsgenoten.

Tekst & foto’s: jan rob Makkenze

geven door veiligheid waar het kan. Een briefje met adres en telefoonnummer in een jaszak, een medewerker die op af-stand volgt, het repeterend lopen van een bekende route, de buurt die meekijkt en soms door technische ondersteuning van een GPS-systeem.

Doen waarvoor je staatSoms is het voldoende om gewoon te doen waar je voor staat. Soms is het voor betrokkenen zo duidelijk dat we denken dat iedereen het wel begrijpt en soms wil je ook niet uitleggen waarom je doet wat je doet. In dit geval willen we het graag uitleggen, omdat we (willen blijven) gelo-ven in de universele waarde die vrijheid heet. Soms tegen de verdrukking in.

In januari 2012 ben ik met pensioen gegaan. Zes maanden later ging ik twee mid-dagen per week aan de slag als vrijwilliger in Herbergier De Ehze. In mijn werk heb ik vaak met dementie te maken gehad en de zorg voor deze mensen trekt me aan. Toen ik vrijwilligerswerk wilde gaan doen was de keuze dan ook niet moeilijk. Ik ben op zoek gegaan naar iets wat kleinschalig is en zodoende bij De Ehze terechtgekomen. Na een gesprek met zorgondernemer Henk Boelen en een rondleiding, dacht ik: ‘Dit is wat ik zoek!’

Ik ben altijd van 14.45 uur aanwezig tot rond de klok van half zes. Meestal heb ik geen vast plan, kijk hoe de situatie is en wat ik kan doen. Met een bewoner wandelen, met de auto naar een tuincentrum, bloemen en planten bekijken en een kopje koffie drinken. Of een tochtje met de auto maken en ergens een ijsje eten, winkelen of naar een museum. Ook vraag ik aan een verzorgende of er een bewoner is die even wat extra aandacht nodig heeft. Zo ja, dan doe ik dat graag. En dan bijvoorbeeld met die ene mevrouw, die zelf ook schildert, naar het mu-seum van Willink in Ruurlo. Dat is genieten voor twee.

Af en toe regelen we samen met de andere vrijwilligers een uitje. Met een paar auto’s zodat er meer bewoners mee kunnen. Ergens zitten met een kopje koffie/thee en wat lekkers en iedereen heeft een leuke middag. Er zijn ook dagen waar-op we thuis blijven, een spelletje doen, foto’s kijken, een krant lezen, servetten vouwen of pinda’s rijgen voor de vogels. Zomaar wat kletsen en bij mooi weer op het terras zitten. Als vrijwilliger heb je een heel prettig contact met het vaste personeel. Het is gelijkwaardig. Met z’n allen hebben we één doel; het de bewoners zo prettig mo-gelijk maken! Een fijne plek dus om als vrijwilliger bezig te zijn.

Mariet Bierhof

Vrijwilliger

Getuigenis van een ontzorgde broerMijn zus woont vrijwel sinds  het begin  in Herbergier Reeuwijk.  Het is haar redding geweest. Zij kwam vanaf een gesloten afdeling van een verpleeghuis, waar zij in toenemende mate in een isolement kwam te verkeren. De verhuizing naar de Herbergier heeft bij haar een ware metamorfose teweeggebracht. Zij toont weer belangstelling voor iedereen en stelt zelfs weer vragen. Ze hoeft niet langer gemalen voedsel gevoerd te krijgen, maar eet weer normaal met alleen de hoogstnoodzakelijke hulp. De vriendschappelijke bejegening van haar begeleiders gaat zelfs zo ver, dat met haar een reis naar haar geboortegrond in Friesland is ondernomen. Mijn zus is rolstoelgebonden en was hiervoor zielsdankbaar. Het korte-termijn-geheugen zal niet verbeteren, maar voor de rest is mijn zus grotendeels terug. Van het thuisfront is een last afgevallen.Tjerk Schoen

Page 22: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

dreigde funest te worden want ze groeide dicht. Donna is nu op huisarrest in ons ei-gen woonhuis gezet, is weer fitter en meer afgepast laten we haar naar de Herbergier gaan. Donna heeft ondertussen weer een vriendin: de Friese Stabij Famke. Ook hierbij gold als voorwaarde dat er ‘zon-der hond geen sprake van kon zijn dat de gaste zou komen wonen in de Herbergier’. Famke is nog jeugdig en – laten we het zo zeggen – houdt ons jong. Vaak ten goede, maar we kennen de momenten van ‘nee, niet nu’ en ‘kan het wat rustiger’.

Jip In de woonkamer hangt een vogelkooi, bestemd voor Jip de parkiet. Kwetterend tegen het spiegeltje laat hij zich geregeld horen. De meningen zijn verdeeld; gasten die het een vrolijk gebeuren vinden tot de ‘Partij van de Dieren-dames’ die het maar wat zielig vinden dat de vogel in een kooitje zit. De tuin van de Herbergier oogt als een klein Schiphol door het aan- en wegvliegen van vogels, gelokt door noten, vetbollen en zaadjes. Ondertussen zijn er 27 soorten geteld, waaronder de groene en bonte specht, de Vlaamse gaai en de on-gekroonde Kingfisher, beter bekend als de IJsvogel. We maken er in de met veel glas gezegende serre een theater van en genie-

Herbergier Piershil omarmt dieren, zowel in huis als buiten in de tuin. We zien dat het de gasten prikkelt. Alle vijf de zintui-gen komen aan bod, hoewel het proeven ietwat grof gesteld is omdat er nog geen dier – in dit geval onze kippen - de pan is ingegaan. Wel konden we lang op zondagmorgen een eitje tik-ken dankzij de vier kippen die over de week heen voor iedere gast een ei hadden gelegd.

DonnaMaar laten we het eerst hebben over de honden. Donna is de Koningin van de Herbergier. In 2014 nam een gaste twee zwerfhonden uit Zuid-Europa mee: De teckel Mutti en Donna, een vuilnisbak op lage poten maar met een kop die aan een herder doet denken. De eigenwijze Mutti redde het niet. Na uitgelaten te zijn zonder haar behoefte te doen, had ze de geurige gewoonte er vervolgens eentje op de vloer van de woonkamer te draaien. Zij vertrok naar een familielid van de gaste die zich met succes over haar ontfermde. Donna groeide uit van een bescheiden, ietwat angstige hond naar een grand old lady. Alle gasten zijn dol op haar, ingege-ven door de hoge mate van aaibaarheid en vertederende hondenogen. Talloze foto’s zijn er met de klassieke kiek van een gast die gebukt over de rug en het hoofd van Donna aait. Haar geliefde uitstraling levert haar ook veel, heel veel etenswaar op.

Het verlies van het geheugen maakte dat de gasten haar keer op keer weer iets ga-ven: “Ach, ze heeft nog niets gehad.” Het

ten van het naar buiten kijken en volgen van de vliegbewegingen. De tuinperikelen prikkelen de gasten. “Mijn vader was een echte vogelaar”, zo horen wij onze oudste gaste geregeld zeggen, nog immer met ge-paste trots. Het gesprek gaat van ‘kijk, een vogel’ tot een verdieping over vleugels, snavels en vluchten.

KippenZoals gezegd hebben we kippen. ‘Die ho-ren echt bij een boerderij’, zo dachten wij en togen naar Puttershoek waar we vier ‘Kees Verkerk-kippen’ kochten. Onwetend als we waren, hadden we geen afrastering geplaatst. Dat doe je namelijk niet als Her-bergier want wij zijn gewend zonder vrij-heid beperkende maatregelen te werken. Dat hebben we geweten, tot groot plezier van onze gasten. De kippen doken overal op, lieten te pas en te onpas hun uitwerp-selen achter en ruïneerden de jonge aan-plant in de tuin. Zij waren altijd op zoek naar nog meer eten. Tijd om op te hokken.

Een Herbergier als animal farm

RattenSindsdien zien we de kippen geregeld huppen door het slop of zitten ze knus in de vensterbank in het zicht van onze gas-ten. Het valt op, het prikkelt en het is altijd goed voor een opmerking, verbazing dan wel een glimlach. Een vervelende bijkom-stigheid is dat de lente de komst van rat-ten inluidt. Ze komen op het kippenvoer af, daar waar zij normaliter verblijven in de nabijgelegen kreek. Het spel tussen de kippen en ratten in plaats van dat tussen de kat en muis is eveneens voer voor be-langstellenden.

Onze medewerkers weten dat er ook die-ren bij ons wonen die aandacht vragen en zorg behoeven; het uitlaten, eten en te drinken geven, borstelen op zijn tijd, de kooi verschonen en rommel als haren en ongewenste uitwerpselen verwijderen. Er werken genoeg dierenliefhebbers. Het team zoekt met elkaar en samen met de gasten, familieleden en vrijwilligers naar de wegen om hun verblijf zo goed moge-lijk vorm te geven. Want tot op de dag van vandaag vinden wij het heel belangrijk dat er dieren kunnen zijn in en rond de Herbergier. De gasten varen er wel bij!

Tekst: Gerard Vonk

Hatseflats; waar komt die naam vandaan?“Het is eigenlijk bedacht door een bewoonster van ons Thomashuis. Wanneer bij ons iets gedaan is wordt er vaak ‘Hatseflats!’ geroepen. Deze term vonden we zo ge-slaagd dat wij de zorgradio ernaar vernoemd hebben.”

Waarom ben je ermee begonnen?“Eind 2016 ontstond het idee om iets te gaan maken voor iedereen die op de een of andere manier aan zorg is ver-bonden in de gemeente Goirle. We willen ze in het zon-netje zetten middels een leuk en ontspannen radiopro-gramma met verzoeknummers, info, gasten, artiesten, etc. Mensen verbinden en met elkaar genieten.”

Best spannend, zo’n eigen show?“Zeker, het was even wennen voor de microfoon én voor de camera. We maken namelijk live-uitzendingen voor zowel radio, tv en Youtube. Maar ik doe het niet alleen. Ik ben begonnen samen met technicus Gerard van de Mijl die al vele jaren ervaring had als muzikant. En ik heb in

Wim Hoes is zorgondernemer van het Thomas-huis in Goirle en heeft er sinds een jaar een leuke klus bij. Samen met wat muzikale vrien-den maakt hij Radio Hatseflats en BMS-radio; programma’s voor en door de zorg.

Radio Hatseflats: voor en door de zorghet verleden vaker radio gemaakt. Neemt niet weg dat we wel even een spoedcursusje gedaan hebben.”

Wat kunnen we muzikaal zoal verwachten?“In het eerste Hatseflats-uurtje draaien we voorname-lijk Nederlandstalige muziek. Het tweede uur is BMS-radio (Body, Mind & Soul) en bestaat op veler verzoek meer uit Engelstalig en instrumentale muziek. Dat is echt voor jong en oud. In beide uren draaien we in ie-der geval gezellige en dansbare muziek dus de voetjes mogen van de vloer. Beweging bevordert immers de gezondheid!”

Waar kunnen we het horen?“De uitzendingen zijn altijd op de éven weken op dins-dagavond van 19.00 – 21.00 via Ziggokanaal 44 en via YouTube. De luistercijfers zijn inmiddels stijgende en ook buiten Goirle weet men ons nu te vinden. Je kan ons ook volgen op Facebook dus iedere like is welkom!”

D arskIjkerw22 MEI 2018

Het verlies van het geheugen maakte dat de gasten haar keer op keer

weer iets gaven”

Page 23: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

D arskIjkerw MEI 2018 23

VARIA

‘s Middags heeft een medewerker weer voorgelezen uit Het geheime dagboek van Hendrik Groen. Dat gebeurt regelmatig en onze bewoners genieten enorm van de mooie belevenissen van Hendrik Groen. ’s Avonds zitten alle bewoners voor de tv, want er is ook een film gemaakt van het boek over Hendrik Groen. Vol spanning kijken ze naar de uitzending. In de film wordt door Hendrik Groen en zijn mede-bewoners een bewonerscommissie opgericht. Dat heeft minstens één van onze bewoners aan het denken gezet. Toen de film afgelopen was zei zij: ‘Wij moeten ook een bewonerscommissie oprichten!’ Dat idee sloeg aan.

Er werd meteen een vergadertafel gecreëerd van één van de eettafels en het was direct unaniem dat Jan de voorzitter moest zijn. Hij wilde wel een voorzittersha-mer en dus werd hem een pollepel overhandigd. Dat was voldoende voor hem. Hij opende de vergadering en heeft keurig iedereen een beurt gegeven met de vraag of er nog verbeterpunten waren die doorgegeven moesten worden aan de directie. Niemand had verbeterpunten. Jan de voorzitter vatte na een kwartiertje vergade-ren samen dat er dus geen verbeterpunten waren en met een ‘Ga zo door’ -en een klap op de tafel met de pollepel- sloot hij onder luid applaus de vergadering.

Martien Groenevelt

Wanneer men in een Herbergier met elkaar voor de buis zit, kunnen zomaar de meest bijzondere initiatieven ontstaan. Zo moest er in Herbergier Zoetermeer zelfs keukengerei aan te pas komen na het zien van de tv-serie over Hendrik Groen.

Vis van FloorIn Thomashuis Tilburg zijn bewoner Floor en dit vis-recept onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze heeft het inmiddels zo vaak gekookt dat ze het zich helemaal eigen heeft gemaakt. En wat is het geweldig dat we het in deze krant mogen plaatsen. Dus pak de ovenschaal erbij en leef je uit op de Vis van Floor!

Wrijf de panga-filet in met olijf-olie en bestrooi met zeezout en peper. Vet de oven schaal in. Ver deel de pan-

ga in de ovenschaal. Maak in een kom croutons van een broodje.Meng met olijfolie, knoflook, peper en zout. Voeg daarbij de pijnboompitten en

Het weer

De lente schijnt de zon opTot bij de wolkenKan deze vogels ook vliegenin de lucht als de lente valt?Daar groeien ook de tulp in de grasDe lente, dat betekent:’s morgens vroeg zijn er heel vroeglicht gaat schijnenDat schijnen de zon ook op, dat iswel lekkerAls de zon komen schijnen wij gaanlekker veel naar buiten te gaan,Is lekker weer daarvoorMaar eindelijk voor de vogelWordt er blij mee als de lente gaatbeginnenEn op de dag zeker lekker genietenvan de zonZegt de hele blije vogeltjeUit de bomen gaat groeien van de

bladeren gaat groeienMaar dat komt uit zichzelf als het lente isDat zie je het als de bladeren ziet uitde bomenMaar dat is wel fijn.Omdat de lente echt gaat beginnenDat voelt lekker weer voorLekker hè! Dat is ook fijn als heerlijkweer isAls buiten bent dat lopen ookNaar de zon en is ook gezond voor je Als het dat je doet.Daar schijnt de zon op, met dewolkenSoms vallen ook de lentesneeuw endat vallen ookLentesneeuw is mooi.Dit is gedicht over de lente, zo washet weer.

LenteBob van Gerven, onvolprezen “gedichter” en bewoner van thomashuis elst

BE ONErsCoMMISSIew

hussel het door elkaar. Snijd de zonge-droogde tomaatjes in kleine stukjes en verdeel over de vis. Snijd de zwarte olij-ven in schijfjes of houd ze heel en verdeel over de vis. Verdeel de croutons en de pijnboompitten over de vis. Voeg eventu-eel de boontjes toe bij de vis. Garneer met verse basilicumblaadjes. Zet het gerecht ongeveer 20 á 30 minuten in een voorver-warmde oven.Eet smakelijk!

Ingrediëntenverse pangafiletzeezout en peperolijfolieeen broodje om croutons van te makenpijnboompittenzongedroogde tomaatjes en cherry tomaatjeszwarte olijven zonder pitverse basilicumsperzie boontjes, iets voorgekookt

TIP!In tilburg eten ze er altijd graag een heerlijke groene salade bij. of krieltjes uit de oven met rozemarijn, zeezout, knoflook. of een ovenschaal met gegrilde groenten (bijv. puntpaprika’s, courgettes, aubergine) afgemaakt met olie, tabasco, zout & peper.

Even puzzelen...

Bij de thomashuizen, Herbergier, De ZorgButler en thomas op kamers is het altijd mooi weer!

Page 24: Dwarskijker | De gazet van De Drie Notenboomen - Interview met … · 2018. 5. 9. · De gazet van De Drie notenboomen Jaargang 2 • nummer 1, meI 2018 “Iedereen predikt eigen

In een Thomashuis wonen 8 à 9 volwassenen met een verstandelijke beperking samen met de mensen die voor ze zorgen. Sinds de start in 2003 telt Nederland 118 Thomashuizen.

www.thomashuizen.nl

Thomas op Kamers ging in 2017 van start in Rotterdam.Eén zorgondernemer/hospita biedt 15 volwassenen met een lichte verstandelijke beperking een veilig thuis en ondersteuning waar nodig.

www.thomasopkamers.nl

In een Herbergier wonen 15 à 16 ouderen met geheugenproblemen samen met de mensen die voor ze zorgen. Sinds de start in 2007 zijn er 41 Herbergiers verspreid over heel Nederland.

www.herbergier.nl

de ZorgButler is een woonconcept voor zelfstandig wonende ouderen met een lichte tot middelmatige zorgvraag. De eerste drie ZorgButlers openden in 2017 hun deuren in Rotterdam.

www.de-zorgbutler.nl