Duurzame stadsontwikkeling: milieukwaliteit van speel- en verblijfsruimte voor jongeren

2

Inhoud

1. Het beleidskader

2. De feiten

3. De doelstellingen

4. Het toekomstperspectief

3

1. Het beleidskader

4

Stadsontwikkeling

“De geest, de mentaliteit van een bepaalde periode, versteent in een stad. En op haar beurt bepaalt een stad weer de geest van de mensen die er wonen en werken.”

Geert Mak, De goede stad

5

Duurzaamheid

• Globaal denken, lokaal handelen (hier en elders) • Intra- en intergenerationeel (nu en later)• Educatie en participatie = leren en activeren, want van iedereen worden inspanningen verwacht• Evenwicht tussen ecologische, sociale en economische behoeften/belangen• “less is more” (meer kwaliteit door minder verbruik)

6

Milieubeleidsthema’s

Stedelijk milieubeleid focust op 3 grote actiethema’s

… en integreert maatregelen in andere beleidsplannen: ruimtegebruik, mobiliteit, groenontwikkeling

Perspectief ThemaMondiaal/globaal Klimaatverandering (energievraagstuk)Regionaal LuchtkwaliteitLokaal Geluidshinder

7

1. Visie en definitie

2. De feiten

8

Leef- & milieukwaliteit

• Er is behoefte aan bijkomende woningen, scholen, …• Er is ook te weinig open ruimte:

• parken en groene zones moeten door verschillende doelgroepen gebruikt worden• de beschikbare ruimte ligt in gebieden met een slechte milieukwaliteit

• Mobiliteit is voor 20 % verantwoordelijk voor CO2-uitstoot• Voortzetting huidig beleid betekent stijging van autoverkeer met 27 % tegen 2030• 51 % van wagenbezitters in Antwerpen rijdt dagelijks, 39 % minstens 1 keer per week met de auto; fiets: 24,5 % dagelijks, 19,3 % minstens 1 keer per week; te voet: 44,2 % dagelijks, 28,2 % minstens 1 keer per week• 54,6 % van de verplaatsingen is korter dan 5 km in Vlaanderen (Mobiliteitsrapport Vlaanderen 2009)

• Steden gebruiken wereldwijd 2/3de van de energie en zijn verantwoordelijk voor meer dan 70% van de CO2-uitstoot

9

Luchtkwaliteit

Antwerpen ligt in de hotspotzone van noordwest-Europa

• Voor NO2 ligt de hele stad in overschrijdingsgebied• De lokale bijdrage aan de fijnstofconcentratievalt nauwelijks te reduceren• EC (dieselroet) kan wel lokaal aangepakt worden, maar wordt nog niet genormeerd door EU

10

Geluidshinder

4682

1

1848

57

1048

17

6849

9

3268

5

687

4118

73

1356

1

6571

4464

1823

74

4381

88

178

0 0 0 0

4366

81

1401

280

4 0 0

0 personen

50000 personen

100000 personen

150000 personen

200000 personen

250000 personen

300000 personen

350000 personen

400000 personen

450000 personen

500000 personen

< 55 dB(A) 55-60 dB(A) 60-65 dB(A) 65-70 dB(A) 70-75 dB(A) >75 dB(A)

wegen

spoorwegen

luchthaven

industrie

In de stad zijn er vele geluidsbronnen en weinig stiltegebieden

• ±15% bewoners blootgesteld aan te hoge geluidsniveaus• 60 000 mensen ernstig gehinderd• 30 000 mensen ernstige slaapverstoring

11

1. Visie en definitie

3. Doelstellingen

12

Milieu

Klimaat• Tegen 2020 vermindering van CO2-uitstoot met 20% vergeleken met 2005 • Tegen 2020 vermindering van CO2-uitstoot voor eigen stedelijke werking vergeleken met 2005 • 13% van totale energievraag geproduceerd uit hernieuwbare energie op eigen grondgebied tegen 2020 • Reductie elektriciteit- en gasverbruik met 20% tegen 2020 vergeleken met 1990• CO2-neutraal zijn tegen 2050

Luchtkwaliteit en geluidshinder• Vermindering van aandeel inwoners blootgesteld aan geluidsbelasting van meer dan 70 decibel tot 0% tegen 2020• Bovenop Vlaamse maatregelen, emissies (ozon, stikstofdioxide, zwaveldioxide en fijn stof) beperken zodat het aantal dagen met goede luchtkwaliteit stijgt

13

Ruimte & mobiliteit

• Een minimale ruimte-inname en een optimale functiemix bij alle bouw- en ontwikkelingsprojecten• Stijging tot 100% van aandeel inwoners waarvoor openbaar buurtgroen bereikbaar is binnen loopafstand van maximum 400 meter tegen 2020 • Stijging van oppervlakte aan waardevolle groene gebieden• Stijging tot 65% van verplaatsingen in centrum te voet, met fiets of met openbaar vervoer en tot 50% in de rand tegen 2020• Stijging tot 100% van aantal grootstedelijke inwoners binnen 500 meter in vogelvlucht van openbaar vervoer tegen 2015• Daling van aantal dode / zwaargewonde verkeersslachtoffers tot 0 tegen 2020 (uit mobiliteitsplan 2005)

14

1. Visie en definitie

4. Het toekomstperspectief

15

Knelpunten bepalen

NO2 PM10⇒ gevoelige locaties in kaart brengen

PM2.5 EC

16

Richtlijnen uitzetten

Milieu- bewaken van milieukwaliteit op speel-, sport en verblijfslocaties (o.a. scholen)- geluidshinder: uitwerken van zonering en ambities - klimaat & luchtkwaliteit:

• samenwerken met de verschillende andere overheden (Vlaanderen/België/Europa)• extra maatregelen bij bouw nieuwe wijken• extra maatregelen bij bouw nieuwe gebouwen voor gevoelige doelgroepen, in het bijzonder kinderen

Ruimte & mobiliteit- verkeer weghouden uit dichtbevolkte gebieden, strikte scheiding tss buurt- en hoofdwegen- meer trage wegen (enkel voetgangers en fietsers in parken en groene zones)- parkeermaatregelen, minder ruimte in de stad voor auto’s- werken op verplaatsingsgedrag (lopen, fietsen)

17

Maatregelen nemen

• Systeem van publieke fietsen voorzien

• 100 km fietspad aanleggen

• Zoneringsmaatregelen (Afbakenen zones autoluw, autoarm, autovrij + Instellen zone 30 + Verlaging snelheidsmaxima op invalswegen + Snelheidsreductie op lokale wegen)

• Vertrammen van de stad

• Congestietaks en ‘lage emissiezones’ invoeren

• Richtlijnen voor het eigen wagenpark optimaliseren: geen diesels meer bij aankoop nieuwe auto’s voor stedelijk wagenpark

• Aanleggen P+R-zones op strategische verkeersknooppunten

• Geluidsschermen langs drukke (snel)wegen + geluidsabsorberende schermen tussen wegvakken en sporen (Geluidsabsorberende schermen tussen rijvakken/sporen, geluidsschermen langs drukke wegen, geluidsabsorberende schermen tussen wegvakken)

• Verscherpt toezicht op industriële fijnstofbronnen organiseren