Verboden woord Lesvoorbereiding

Maak de kaartjes (print eerst het (word)document ‘kaartjes’ op dik papier en vervolgens het

(powerpoint)document ‘kaartjes achterkant’ op de achterzijde.

U kunt ook gebruik maken van het TIFF-bestand om de achterkant te bedrukken.

(Dik papier en bedrukte achterkant zijn nodig om doorschijnen te voorkomen).

Maak eventueel kopieën van de scoreformulieren (excel of word), maar een proefwerkblaadje

kan ook.

Zet de tafel in groepjes (4 of 5 leerlingen)

Elk groepje krijgt een deel van de kaartjes (per leerling eenzelfde aantal kaartjes)

Spelregels

De leerlingen worden in groepjes van 4 of 5 leerlingen.

Elke leerling krijgt een aantal kaartjes (4 of 5). Hij/zij mag deze niet vooraf bekijken.

De leerlingen moeten om de beurt de anderen het begrip dat bovenaan het kaartje staat laten

raden. De leerling MOET het begrip economisch omschrijven en mag het woord én de verboden

woorden (of delen daarvan) niet gebruiken bij het beschrijven. De andere leerlingen mogen

geen vragen stellen.

Als de leerling aan de beurt is, krijgt hij eerst 15 sec. de tijd om na te denken en vervolgens 30

(of 45) sec. om het woord te omschrijven.

De ‘raders’ schrijven het woord op zodra ze het weten (zonder dat de anderen het woord kunnen

lezen).

Na het omschrijven wordt het kaartje op tafel gelegd en controleren de ‘raders’ hun antwoord én

controleren zij of er geen verboden woorden zijn genoemd. Vervolgens schrijft iedereen zijn

behaalde puntenaantal op.

Puntentelling:

o Een leerlingen die het woord goed geraden heeft krijgt 1 punt

o De leerling die het woord goed omschreven heeft krijgt zoveel punten als er juiste

antwoorden zijn gegeven

o De leerling die bij het beschrijven een verboden woord heeft genoemd krijgt zoveel

punten aftrek als er ‘raders’ zijn (dus in een groep van 5 personen zouden dat 4 punten

aftrek zijn)

Als alle kaartjes op zijn, kunnen de stapeltjes een tafel verder weer gebruikt worden.

Afronding

Bouw eventueel een wedstrijdelement erin door de hoogste score te belonen.

Vraag leerling te reflecteren op de oorzaken vaan lage / hoge score’s (lage score kán betekenen

dat je te weinig begrippen kent, maar kan ook betekenen dat de overige teamleden niet goed

waren).

Laat de leerlingen eventueel a.d.h.v. de kleurcode kijken of bepaalde hoofdonderdelen van de

economische begrippen beduidend slechter scoren. Vraag ook hier om reflectie.

Inflatie

geld

koopkracht

prijsstijging

duurder

producten

Investeringen

machines

kapitaalgoederen

bedrijven

werkgelegenheid

Participatiegraad

deelnemings-

percentage

beroepsbevolking

arbeidsmarkt

Maatschappelijke geldhoeveelheid

chartale geld

giraal geld

publiek

DNB

Conjunctuurgolf

schommeling

bestedingen

effectieve vraag

overbesteding

onderbesteding

Bestedingen

effectieve vraag

kopen

conjunctuur

Beroepsbevolking

werken

arbeid

aanbod

zoeken

Arbeids-

productiviteit

productie

producten

werknemer

persoon

gemiddelde

Appreciatie

wisselkoers

stijgen

duurder worden

vreemde valuta

Anti-cyclisch

begrotingsbeleid

conjunctuur

overheid

tegen(gesteld)

werkloosheid

Betalingsbalans

(buitenlandse)

handel

internationaal

goederen

vreemde valuta

overzicht

Bezettingsgraad

productiecapaciteit

productie

deel (van)

Breedte- investering

kapitaalgoederen

machines

zelfde

kapitaalintensiteit

arbeidsintensiteit

Categoriale inkomensverdeling

productiefactoren

primaire inkomens

loon(quote)

winst(quote)

deel (van)

Chartaal geld

munten

bankbiljetten

contant

wettelijk

betaalmiddel

giraal geld

Collectief goed

overheid

producten

iedereen

prijs

Conjuncturele werkloosheid

bestedingen

onderbesteding

baan

Constante kosten

vaste kosten

(het)zelfde

productie

Consumenten-

prijsindexcijfer

inflatie

budgetonderzoek

gewogen

gemiddelde

prijsstijgingen

Devaluatie

wisselkoers

dalen

vreemde valuta

goedkoper worden

Diepte-investering

kapitaalgoederen

machines

betere

kapitaalintensiteit

arbeids-

productiviteit

Extern effect

bijwerking

productie

milieuvervuiling

prijs

Evenwichtsprijs

vraag en aanbod

marktwerking

Financieringstekort

lenen

overheid

begroting

aflossingen

staatsschuld

Begrotingstekort

lenen

overheid

staatsschuld

financieringstekort

Frictiewerkloosheid

kort

zoeken

schoolverlaters

wisselen

Geldmarkt

vermogensmarkt

kapitaalmarkt

korte termijn

lenen

rente

Geldschepping

maatschappelijke

geldhoeveelheid

krediet

lenen

transformatie

geldvernietiging

Giraal geld

maatschappelijke

geldhoeveelheid

bank

rekening courant /

betaalrekening

betalen

Heffingskorting

belasting

betalen

overheid

Hoogconjunctuur

bestedingen

inflatie

arbeidsmarkt

werkloosheid

Initiële loonstijging

CAO

koopkracht

inkomen

Inkomens-overdrachten

tegenprestatie

uitkering

huurtoeslag

ontwikkelingshulp

Innoveren

vernieuwen

verbeteren

technologie

vooruitgang

Inverdieneffect

terug

belasting

overheid

Kapitaaldekkings-

stelsel

omslagstelsel

uitkering

sparen

financieren

Kapitaalintensiteit

arbeids-

productiviteit

diepte-investering

productie

machines

Kapitaalmarkt

vermogensmarkt

geldmarkt

lange termijn

lenen

rente

Koopkracht

reële

kopen

inflatie

inkomen

Kosteninflatie

prijsstijging

productiekosten

loonkosten

duurder

Krappe arbeidsmarkt

werkloosheid

overbesteding

loonstijging

CAO

Kwalitatieve structurele

werkloosheid

vacature

opleiding

om-, her- of

bijscholing

Kwantitatieve structurele

werkloosheid

productiecapaciteit

banen

deeltijd

ADV

Liquiditeits-percentage

bank

dekking

geldautomaat

kluis

ophalen

Loonkosten

bruto loon

productiekosten

CAO

werknemer

betalen

Loon-prijs-spiraal

inflatie

afwentelen

onderhandeling

loonkosten

Marginale kosten

extra

product

Marginale

opbrengsten

extra

product

omzet

Marginaal belastingtarief

extra

inkomen

betalen

Multiplier

productie

nationaal inkomen

impuls

extra

Nationaal inkomen

productie

primaire inkomens

verdienen

loon

winst

allemaal

Nivelleren

gelijker

denivelleren

inkomens(verschil)

progressieve

belasting

Lorenzcurve

Denivelleren

ongelijker

nivelleren

inkomens(verschil)

Lorenzcurve

Omslagstelsel

kapitaaldekkings-

stelsel

uitkering

AOW

werknemers

Omzet

prijs

hoeveelheid

verdient

bedrijf

Onderbesteding

conjunctuur

bestedingen

werkloosheid

kopen

Overbesteding

conjunctuur

bestedingen

inflatie

kopen

Prijscompensatie

inflatie

koopkracht

loon

CAO

reële

Primaire inkomens

productiefactoren

loon

winst

pacht

huur

secundair inkomen

Primaire liquiditeitenmassa

maatschappelijke

geldhoeveelheid

giraal

geld

publiek

Productiecapaciteit

producten

maximaal

bezettingsgraad

werkgelegenheid

Productiefactor

primaire inkomens

arbeid

natuur

kapitaal

ondernemerschap

produceren

Progressief

belasting

betalen

inkomen

nivelleren

Reële loon

koopkracht

inflatie

nominaal

Retributie

overheid

gemeente

product

betalen

paspoort

Ruilvoet

prijspeil

invoer / import

uitvoer / export

(internationale)

handel

Secundaire liquiditeiten

primaire

liquiditeiten

korte

termijndeposito’s

valutategoeden

van ingezetenen

kort spaargeld

Structurele werkloosheid

productiecapaciteit

kwantitatief

kwalitatief

frictiewerkloosheid

conjunctuur

Substitutie-goederen

vervangen

producten

kruiselingse

elasticiteit

Toegevoegde waarde

omzet

inkoopwaarde

primaire inkomens

BTW

productie

Valutamarkt

vreemd geld

wisselkoers

wisselen /

omruilen

betalingsbalans

Variabele kosten

productie

aantal producten

afhankelijk

constante / vaste

Vermogensmarkt

geldmarkt

kapitaalmarkt

geld

rente

lenen

Waardevaste

uitkering

stijgen

inflatie

prijzen

koopkracht

welvaartsvast

Welvaartsvaste

uitkering

stijgen

lonen

koopkracht

waardevast

Werkgelegenheid

banen

arbeidsmarkt

werk

aantal

Wig

loonkosten

netto loon

overheid

werkloosheid

Ruime arbeidsmarkt

werkloosheid

onderbesteding

banen

werk

vacatures

SC nr. Begrip Kleur SC nr. Begrip Kleur

1 40

2 41

3 42

4 43

5 44

6 45

7 46

8 47

9 48

10 49

11 50

12 51

13 52

14 53

15 54

16 55

17 56

18 57

19 58

20 59

21 60

22 61

23 62

24 63

25 64

26 65

27 66

28 67

29 68

30 69

31 70

32 71

33 72

34 73

35 74

36 75

37 76

38 77

39 78

Totaalscore:

Kleurcodering

1 groen arbeidsmarkt 5 rood geld- en bankwezen

2 blauw conjunctuur / structuur 6 bruin markt en marktvormen

3 paars buitenland

4 oranje overheid