Voor de leerkracht (PDF-bestand van 68.6 MB)

13
Er groeit iets in Meise! Nationale Plantentuin van België Domein van Bouchout Nieuwelaan 38 1860 Meise Beste leerkracht, beste begeleider, Hartelijk dank voor uw interesse voor het atelier ‘Evolution’ in de Nationale Plantentuin. Hierbij vindt u een overzicht van het atelier en enkele tips voor een vlotte gang van zaken. U krijgt ook de werkbladen die de leerlingen zullen verwerken tijdens hun bezoek. De verschillende doelstellingen van het atelier kan u verder in dit pakket vinden. Het atelier zelf duurt 2 uur, voorzie voor de ganse uitstap ongeveer 2u30. Aankomen, spullen vergeten, toilet, verzamelen enzoverder nemen ook tijd in beslag. De leerlingen hebben schrijfgerief, liefst een potlood, nodig en een map of een plankje om de werkbladen makkelijk te kunnen invullen. Indien u de Plantentuin niet voldoende kent dan kan u altijd vooraf een bezoek brengen. Met uw ‘Klasse-lerarenkaart’ kan u de Plantentuin immers gratis bezoeken. Meer informatie over de Plantentuin kan u vinden op onze website : www.plantentuinmeise.be Wij hopen dat het een aangenaam en leerrijk atelier wordt. Vriendelijke groeten, Gert Ausloos en Koen Es Educatieve Dienst Bijlagen : C Overzicht van het atelier, tips en opmerkingen C Lijst van planten, aangehaalde begrippen en doelstellingen C Ingevulde (in vet) werkbladen 02 260 09 70 [email protected] www.plantentuinmeise.be Atelier Evolution (LK) pag.1

Transcript of Voor de leerkracht (PDF-bestand van 68.6 MB)

Er groeit iets in Meise!

Nationale Plantentuin van België Domein van Bouchout Nieuwelaan 38 1860 Meise

Beste leerkracht, beste begeleider, Hartelijk dank voor uw interesse voor het atelier ‘Evolution’ in de Nationale Plantentuin. Hierbij vindt u een overzicht van het atelier en enkele tips voor een vlotte gang van zaken. U krijgt ook de werkbladen die de leerlingen zullen verwerken tijdens hun bezoek. De verschillende doelstellingen van het atelier kan u verder in dit pakket vinden. Het atelier zelf duurt 2 uur, voorzie voor de ganse uitstap ongeveer 2u30. Aankomen, spullen vergeten, toilet, verzamelen enzoverder nemen ook tijd in beslag. De leerlingen hebben schrijfgerief, liefst een potlood, nodig en een map of een plankje om de werkbladen makkelijk te kunnen invullen. Indien u de Plantentuin niet voldoende kent dan kan u altijd vooraf een bezoek brengen. Met uw ‘Klasse-lerarenkaart’ kan u de Plantentuin immers gratis bezoeken. Meer informatie over de Plantentuin kan u vinden op onze website : www.plantentuinmeise.be Wij hopen dat het een aangenaam en leerrijk atelier wordt. Vriendelijke groeten, Gert Ausloos en Koen Es Educatieve Dienst Bijlagen :

C Overzicht van het atelier, tips en opmerkingen C Lijst van planten, aangehaalde begrippen en doelstellingen C Ingevulde (in vet) werkbladen

02 260 09 70 [email protected] www.plantentuinmeise.be Atelier Evolution (LK) pag.1

Er groeit iets in Meise!

Nationale Plantentuin van België Domein van Bouchout Nieuwelaan 38 1860 Meise

Overzicht van het atelier ‘Evolution’ Inleiding Locatie : Van Heurckauditorium Duur : ongeveer 20 minuten Praktische afspraken Door middel van een Powerpointpresentatie wordt de evolutie in het algemeen en van het Plantenrijk in het bijzonder, ingeleid.

Deel I: Evolutie in actie: Radiatie en selectie Locatie : Plantenpaleis: Droogtekas en Victoriakas Duur : 30 minuten In de loop van de evolutie kunnen vanuit één voorouder tientallen soorten ontstaan. Deze lijken op elkaar maar zijn duidelijk verschillend, elke soort is op unieke wijze aangepast. De cactusfamilie is hier een mooi voorbeeld van. Sommige soorten dieren en planten zitten zo vreemd in elkaar dat het onmogelijk lijkt dat ze door evolutie ontstaan zijn. Bij planten vinden we echter talrijke tussenvormen terug die net wel aantonen dat evolutie ook de meeste bizarre resultaten kan opleveren zoals planten die zichzelf hebben omgebouwd tot een heus mierennest. Door gerichte waarneming kunnen de leerlingen met eigen ogen de resultaten van evolutie zien en krijgen ze een beter inzicht in evolutieprocessen zoals selectie en variatie. Deel II: Een reis door de tijd Locatie : Plantenpaleis: Evolutiekas Duur : 30 minuten De leerlingen vullen de werkbladen in die horen bij dit deel. Hier gaan we dieper in op de verschillende grote plantengroepen en hun belangrijkste kenmerken. Deze groepen worden evolutief met elkaar in verband gebracht door het interpreteren van de ‘stamboom’. Deel III : Evolutie in actie: De Bloem Locatie : Plantenpaleis Kas H: Orchideeënvitrine Duur : 30 minuten Er zijn duizenden verschillende bloemen met talrijke kleuren en vormen. Ze stammen nochtans allemaal af van dezelfde voorouders. In dit deel van het atelier gaan de leerlingen op zoek naar verschillende types van bloemen. Met behulp van duidelijk gedefinieerde evolutieprocessen kunnen ze het ontstaan van deze verschillende bloemtypes zelf begrijpen en verklaren. Tips en opmerkingen Wat kan u als voorbereiding doen? Ter voorbereiding van het atelier kan u een aantal dingen doen : U kan de website van de Plantentuin bezoeken, of door de leerlingen laten bezoeken. U kan de infobladen over adaptaties door de leerlingen laten lezen (deze bestaan ook in het Frans, zie onze website www.plantentuinmeise.be. Op de site van de botanische tuin in Kew http://www.rbgkew.org.uk/, onder education, kan u gelijkaardige informatie vinden in het Engels), u kan eventueel de leerkracht Frans/Engels overhalen om mee te werken. Evolutie speelt zich af op een tijdschaal die ook in de geologie gebruikt wordt, misschien heeft de leerkracht aardrijkskunde interesse.

02 260 09 70 [email protected] www.plantentuinmeise.be Atelier Evolution (LK) pag.2

Er groeit iets in Meise!

Nationale Plantentuin van België Domein van Bouchout Nieuwelaan 38 1860 Meise

Hoe verloopt het atelier? Het atelier bestaat uit een gemeenschappelijke inleiding en drie activiteiten. De leerlingen werken in maximaal drie groepen van ongeveer 20 deelnemers. De leerlingen hebben schrijfgerief, liefst een potlood, nodig en een map of een plankje om de werkbladen makkelijk te kunnen invullen. De inleiding gaat in het Van Heurckauditorium door, de andere activiteiten spelen zich af in het Plantenpaleis. Alle leerlingen doorlopen alle activiteiten. De wandeling van auditorium naar Plantenpaleis duurt ongeveer 3 minuten. Wat is de taak van de begeleiders? Elke activiteit staat en valt met de betrokkenheid van de begeleiders. Onze gidsen zijn mensen die zich inzetten voor de Plantentuin maar zij zijn geen leerkrachten of onderwijzers. U, en de begeleiders kennen de groep het best. Wij verwachten een actieve inbreng om de groep leerlingen mee te sturen en te begeleiden, timing is zeer belangrijk. Hartelijk dank hiervoor. Met leerlingen in de Plantentuin Voorkom ongevallen en kleine ongemakken door het volgende in uw achterhoofd te houden :

• Veel planten hebben stekels of doornen. • Veel planten bezitten giftige of irriterende onderdelen. Eet dus geen plantendelen op,

maar raak ze ook niet aan. Wijs de leerlingen erop dat ze niet met hun vingers aan ogen of in de mond komen indien ze planten hebben aangeraakt.

• Indien u leerlingen hebt met astma of allergieën, zorg er dan steeds voor dat u aangepaste medicatie bij heeft.

• Houd u aan het opgegeven aantal leerlingen per volwassene. • Laat de leerlingen niet rennen of roepen, respecteer de rust, ook voor andere

bezoekers. • Respecteer de ‘verboden toegang’-signalen • Op de binnenkoer van het Pachthof staan tafels en banken, hier kunnen

boterhammen opgegeten worden. • In het Plantenpaleis moet u op de paden blijven, in openlucht mag u op het gras

lopen maar volg toch liefst zoveel mogelijk de wegen. • Voeder de ganzen niet, zij kunnen lelijk uithalen en er zijn ruim voldoende ganzen op

het domein. • Tijdens het bezoek blijft u de volledige verantwoordelijkheid voor uw leerlingen

dragen. Mocht er iets gebeuren waarschuw dan de wachters aan de hoofdingang op het telefoonnummer 02 260 09 93 of 993 op een binnenlijn, zij waarschuwen de nooddiensten.

• Waarschuw steeds de wachters ook als u zelf via GSM contact met de nooddiensten zou opnemen.

02 260 09 70 [email protected] www.plantentuinmeise.be Atelier Evolution (LK) pag.3

Er groeit iets in Meise!

Nationale Plantentuin van België Domein van Bouchout Nieuwelaan 38 1860 Meise

Lijst van de planten, begrippen en doelstellingen die in dit atelier aan bod komen : Evolutie, soort, biodiversiteit, mutatie, genetische drift, migratie, natuurlijke selectie, DNA, stamboom, gemeenschappelijke voorouder, groenwier, waslaagje of cuticula, huidmondje, transportweefsel, spore, hauwmos, levermos, (blad)mos, wolfsklauw, thallus, wortel, stengel, blad, vaatplant, paardenstaart, schubboom, zegelboom, varen, boomvaren, steenkool, conifeer, zaad, stuifmeel of pollen, palmvaren, kegel, bloemplant, bloem, meeldraden, stamper of stigma, stijl, kelk- en kroonblad, vruchtbeginsel, bestuiving, bevruchting, eicel, embryo, vrucht, verbreiding, radiatie, selectie, adaptatie, cactussen, levende steentjes, wolfsmelk, urneplant, croton, orchideeën, magelaankaneel. Het doel van dit atelier is dat leerlingen met concrete voorbeelden de evolutieleer begrijpen. De missie van de Plantentuin indachtig wordt er uiteraard meer in detail ingegaan op de evolutie van het Plantenrijk. Na het atelier zouden de leerlingen moeten weten dat het Plantenrijk uit verschillende grote groepen bestaat, dat deze groepen op verschillende tijdstippen gedurende de laatste 500 miljoen jaar ontstaan zijn en dat deze groepen bijzondere aanpassingen vertonen die al hun nakomelingen meedragen. Er wordt de leerlingen ook gevraagd te spreken in groep en zelfstandig werkbladen in te vullen.

02 260 09 70 [email protected] www.plantentuinmeise.be Atelier Evolution (LK) pag.4

Pereskia

Taak 2 Bekijk in het plantbed "Chaco" (zie kaartje) de volgende planten: de boom-cactus (Pereskia grandifolia) en de tandenstokercactus (Stetsonia coryne). Ze staan rechts van de droge rivier. Zet de naam bij de juiste tekening. Wat is het grootste verschil tussen beide soorten?

Pereskia heeft duidelijke bladeren

Wat is de grootste gelijkenis?

De aanwezigheid van stekels en bloemen (wanneer aanwezig) Stetsonia

Hoe is de cactusfamilie ontstaan?Uit de eerste cactussoort evolueerde talrijke verschillende soorten, elk aangepast aan hun specifiek milieu. Dit proces noemen we radiatie. Er zijn struikvormige, klimmende, zeer grote en piepkleine cactussen. Alhoewel er grote verschillen zijn kan je toch duidelijk zien dat het allemaal leden van dezelfde familie zijn.

Taak 3Zoek in het plantbed “Zuid-Amerika” (zie kaartje) de hoogste plant, de kandelaarcactus (Trichocereus terschekii). Hoe hoog schat je hem? 6 meter.Zoek helemaal rechts in het bed "kleine succulenten en levende steentjes" (zie kaartje) de kleinste, de lilliputcactus (Blossfeldia liliputana). Hoe hoog schat je hem? 1 centimeter.In hetzelfde bed groeien ook de steencactussen (Ariocarpus-soorten). Omschrijf hieronder hun bijzondere aanpassing.

Ze lijken op stenen (mimicry).

Hoe zou een dergelijke aanpassing in de loop van de evolutie kunnen ontstaan zijn?

Als aanpassing om aan planteneters te ontsnappen.

Werkblad Evolutie in actie Overleven zonder water?

Voer nu de andere taken uit aan de andere zijde van dit werkblad

De cactusfamilie telt ongeveer 1400 soorten. Alle cactussoorten hebben hetzelfde type bloem. Hierdoor weten we dat ze tot dezelfde familie behoren. Cactussen zijn taaie kerels, ze slagen erin om onder de zwaarste omstandighe-den te overleven. Droogte en hitte deren hen niet. Ze zijn perfect aangepast aan hun natuurlijk milieu, de woestijn. Maar hoe zijn cactussen geëvolueerd? Hoe ontstonden hun bijzondere aanpassingen?

Even voorstellen: De cactusfamilie

Taak 1 Lees het infobord aan de bak “Cactussen” (zie kaartje aan andere zijde van dit werkblad) en los de volgende vragen op.

Wat kunnen cactussen dankzij hun ribben?

Opzwellen, krimpen en schaduw geven.

Waarom hebben de meeste cactussen geen bladeren?

Omdat bladeren veel water verdampen.

Waar gebeurt de fotosynthese bij cactussen?

In de groene stengel.

Dwarse doorsnede door twee cactussen; omcirkel diegene die

water nodig heeft.

Cactussen zijn de bekendste woestijnplanten. Maar niet alle woestijnplanten zijn cactussen. Van nature komen ze trouwens enkel in de Amerikaanse woestijnen voor. In de woestijnen van bijvoorbeeld Afrika komen verschillende soorten wolfsmelk (Euphorbia) voor. Zij behoren niet tot de cactusfamilie. Dit is duidelijk te zien wanneer ze bloeien. Wanneer ze niet in bloei staan, dan lijken deze planten allemaal erg op elkaar. Dat is logisch; in de loop van de evolutie hebben verschillende soorten zich op dezelfde manier aan overleven in de woestijn aangepast. Dit noemen we convergente evolutie.

Het warm water opnieuw uitvinden?

Een Wolfsmelk(Euphorbia)

Taak 4Zoek in de bak "convergente evolu-tie" (zie kaartje) de cactussen. Hoe-veel zijn het er? 5Noteer hier de namen van drie cactussen uit deze bak.

Opuntia stricta

Gymnocalycium saglione

Lobivia hertrichiana

Taak 5 Zoek in het plantbed "Madagaskar" (zie kaartje) een plant, waarvan je het etiket kan lezen en waarvan men zou kunnen denken dat het cactus is. Tot welke plantenfamilie behoort deze plant?Mogelijke antwoorden: Euphorbiaceae, Asclepiadaceae, Didiereaceae, Apocynaceae

Werkblad Evolutie in actie Overleven zonder water?

Bij het uitvoeren van de taken van dit werkblad moet je een aantal planten zoeken. Hiervoor dien je het hulpblad "Wat staat er op een etiket?" te gebruiken. Om de planten te vinden heb je ook het kaartje van de Droogtekas nodig. Zoek aandachtig naar de planten. Alle betrokken planten staan dicht bij de paden. Je hoeft niet tussen de planten te gaan lopen. Dat is trouwens gevaarlijk. Laat je niet afschrikken door de wetenschappelijke namen. Het is niet de bedoeling dat je deze onthoudt. Het is wel belangrijk dat je naar de juiste plant kijkt.

Planten zoeken

Noord-Amerika

Namakwaland en Namibië

Sahara enArabië

Zuid-Amerika

ConvergenteEvolutie Cactussen

Madagaskar

Madagaskar

Klimmende enkruipendesucculenten

Klimmende cactussenMexico

Noord-Amerika

Caudexvormers

Chaco Chaco

KarooOostelijkeKaap

Kleine succulentenLevende steentjes

Grondplan van De droogtekas

Werkblad Evolutie in actie Variatie en Selectie

Bloem

Stengel

Wortels

Blad

Vrucht

Natuurlijke selectie Elk levend wezen staat voortdurend bloot aan allerlei invloeden van buitenaf. Er is een perma-nente wisselwerking met de omringende natuur. Er moet water gezocht worden, je moet vermij-den dat je opgegeten wordt, er moet voor nage-slacht gezorgd worden. In de natuur zal dit vaak een kwestie van leven of dood zijn. Als je geen water vindt, sterf je en dan heb je geen nage-slacht. Door de variatie binnen een soort zullen de verschillende individuen licht verschillend reageren. De natuur selecteert als het ware steeds de individuen met de best aangepaste eigenschappen. Deze individuen maken meer kans om zich voort te planten. Hun specifieke eigenschappen blijven bewaard in het nage-slacht. Dit is natuurlijke selectie en op deze manier kunnen nieuwe soorten ontstaan.

Variatie Eigenlijk zijn geen twee levende wezens van dezelfde soort volledig gelijk. Ze verschillen allemaal lichtjes van elkaar. Jij lijkt misschien meer op je moeder dan op je vader en je verschilt duidelijk van je grootvader. Er is variatie, niet alleen bij mensen maar ook bij dieren en zeker bij planten. De ene petunia is de andere niet. De ene is wat beter bestand tegen ziektes dan de andere. De eigenschappen van elk individu verschillen licht. Dit is variatie.

Taak1Zoek in de Victoriakas 4 crotonplanten, ze behoren allemaal tot dezelfde soort Codiaeum variegatum! De vindplaats staat aangeduid op het kaartje aan de andere kant van dit werkblad en de planten zijn duidelijk gemerkt met een rood etiket. Teken hieronder van elke plant een blad. Wat valt je op?

Deze variatie is door de mens zichtbaar gemaakt. Wij hebben uit de wilde planten steeds deze indivi-duen genomen met een kleur of vorm die ons aansprak. Deze hebben we dan verdergekweekt. Zo ontstonden aparte vormen van dezelfde soort. In de natuur gebeurt dit ook maar dan door de wissel-werking met de omgeving.

Wilde plant Plant 2 Plant 3Plant 1

Taak 2Hieronder staan een aantal problemen opgesomd waarmee een plant geconfronteerd kan worden. Het succes waarmee een plant deze problemen het hoofd kan bieden, bepaalt of hij al dan niet overleeft. Duid aan welk onderdeel van de plant het antwoord levert voor dit probleem.

Mineralen opnemen

Water opnemen

Fotosynthese doen

Bestuivers aanlokken

Nageslacht verspreiden

Niet opgegeten worden

Groeiplaats behouden

Werkblad Evolutie in actie De vreemdste resultaten

Sommige plantensoorten zijn zo bizar dat het bijna onmogelijk lijkt dat ze door evolutie ontstaan zijn. Een groot deel van de evolutie verloopt immers via kleine veranderingen. Hoe kunnen dan bizarre vormen en organen ontstaan? Ook deze vreemde snuiters zijn stapsgewijs ontstaan. Bij planten is dit vrij eenvoudig te illustreren. Er bestaan heel veel plantensoorten en in de loop van de evolutie zijn talrijke tussenvormen blijven bestaan als aparte soorten.

Beetje bij beetje evolueren

Taak 3Zoek de verschillende dischidia’s. Hieronder kan je een afbeelding zien van elke soort. Plaats de volgende zinnetjes elk op de juiste plaats in de afbeelding. ...wortels die uit bladoksels groeien... twee bladeren vergroeien tot een zakje of urne...wortels die onder de bladeren groeien...wortels die groeien in het zakje gevormd door twee vergroeide bladeren ...tegenoverstaande bladeren die bol staan... tegenoverstaande bladeren

Plantje met wortels die uit bladoksels groeien

Plantje met tegenover-staande bladeren

Plantje met wortels die onder de bladeren groeien

Plantje met tegenover-staande bladeren die bol staan

Plantje met wortels die groeien in het zakje gevormd door twee vergroeide bladeren

Plantje waarbij twee bladeren vergroeien tot een zakje of urne

Rode dischidia

(Dischidia purpurea)

Penningdischidia

(Dischidia nummularia)

Urneplant

(Dischidia pectenoides)

MierenplantenVan de ongeveer 300.000 soorten planten zijn er zo'n 500 soorten die op een bepaalde manier een verbond hebben gesloten met mieren. Zowel de mieren als de plant halen voordeel uit deze samenwer-king. Het is een echte symbi-ose. De urneplant (Dischidia pectenoides) is hier een mooi voorbeeld van. De plant vormt holle zakjes die als nest voor de mieren kunnen fungeren. De mieren slepen allerlei organisch materiaal aan dat ze opstapelen in hun nesten. De plant vormt adventiefwortels die in de bladzakjes groeien. Zo kan hij mineralen opnemen uit het materiaal dat de mieren samenbrengen. De mieren krijgen een veilig nest. Plantensoort en mierensoort hebben zich in de loop van de evolutie aan elkaar aangepast. Dit is co-evolutie.

Dischidia’s in opgehangen mandjes

De Victoriakas

Croton

Een reis door de tijd - de evolutie van het Plantenrijk

1 Oersoep Na het ontstaan van de aarde werden de gesteen-ten en de oceaan gevormd. Hoe het leven op aarde precies begon weet nog niemand maar algemeen neemt men aan dat het ontstond in het water.

2 EéncelligenDe eerste levensvormen waren ééncelligen. Zij zijn de verre voorou-ders van al wat leeft. Belangrijke groepen ééncelligen zijn bacteriën en blauwwieren.

Toegang naar Toegang naar RegenwoudkasRegenwoudkas

3 Voet aan walDe eerste landplanten zullen wel erg op een groen-wier geleken hebben. Ze maakten hun voedsel zelf met behulp van het zonlicht. Dit heet fotosyn-these. Buiten het water overleven ging niet zomaar vanzelf. Aanpassingen die dit mogelijk maakten zijn: een waslaagje (cuticula), huidmondjes, trans-portweefsel en sporen.

4 De overleversDe eerste planten hadden een afgeplatte structuur of thallus, later kwamen wortels, stengels en blade-ren. Overlevende plantengroepen uit de vroege plantengeschiedenis zijn: hauwmossen, levermossen, (blad)mossen, wolfsklauwen

5 De oerbossenZodra plantengroepen stammen vormden, ontstonden er bomen. Schub- en zegelbomen zijn reuzengrote wolfsklauwachti-gen. Samen met reuzenpaar-denstaarten vormden zij de eerste bossen. Hun fossiele resten kennen we als steen-kool.

Toegang Toegang vanuit vanuit LentekasLentekas

7 Zorg voor het nageslachtDe oudste plantengroepen hadden enkel sporen om zich voort te planten. Een belangrijke mijlpaal was het onstaan van door een bescherm-laag omgeven eicellen. Deze worden bevrucht door stuifmeel. Zodra zich binnenin het embryo + een voedselvoorraad ontwikkelt, noemen we dit zaden.

8 Het dinotijdperkTegelijk met de dinosauriërs waren de palmvarens erg succesvol. Deze bijzondere groep planten is niet verwant met palmen, noch met varens maar veel meer met coniferen. Dat kan je aan hun kegels zien.

10 Succesformule zonder weergaMede door co-evolutie met de insecten, is het aantal soorten snel toegenomen. Vandaag zijn 8 op de 10 planten op de wereld bloemplanten. Het is ook met planten uit deze groep dat de mens als landbouwer aan de slag is gegaan. Van banaan tot tarwe, van roos tot katoen, de bloemplanten zijn van levensbelang.

9 Ingenieus seksleven Van stuifmeel door insecten overgebracht gaat er minder verloren dan door de wind. De bijzondere aanpassingen van de plant om o.a. insecten te lokken zijn de bloemen. Zaden ontwik-kelen zich ook niet langer open en bloot maar worden omhuld en beschermd door vruchten; deze zorgen bovendien voor een efficiënte verbreiding door dieren, wind, water, ...

6 VarensDoorheen de loop ter tijden is de groep van de varens vrij succesvol geweest. Naast kruidachtige zijn er ook heel wat boomvor-mende soorten ontstaan. Varens planten zich voort met sporen die onderaan de bladeren hangen.

Gr

oen

wie

ren

Kr

answ

ier

en

Bla

dmoss

en

Wo

lfsk

lau

wen

Mo

svar

ens

Oer

vaat

plan

ten

Paar

den

staa

rte

nR

euze

npa

ard

enst

aart

en

Sch

ubb

om

en

Palm

var

ens

Gin

kg

o’s

Conifer

en

Man

telz

adig

en

Blo

empl

ante

n

Var

ens

Transportweefsel

Lever

mo

ssen

Hau

wm

oss

en

Bloemen

Zaden

Chloroplasten

Nu

500 miljoenjaar geleden

Een dynastie van 500 miljoen jaarAfstamming en verwantschap in het Plantenrijk

Naaktzadigen

Zaadplanten

Vaatplanten

Het Plantenrijk

Deze vereenvoudigde stamboom geeft in grote lijnen de structuur van het Plantenrijk weer. In totaal zijn er ongeveer 300.000 soorten planten. Ze zijn onderverdeeld in allerlei verschillende groepen. De namen en de afstamming van enkele groepen zijn hier weergegeven. Je kan ook zien welke groepen het oudst zijn. Tenslotte zijn er ook enkele zeer belangrijke kenmerken op aangeduid.

Wie is wie in het Plantenrijk?

Taak 3Zijn de volgende uitspraken juist of fout? Kruis aan.

Alle planten hebben transportweefsels.

Alle planten hebben bloemen.

De coniferen zijn de enige naaktzadigen.

Alle planten hebben chloroplasten.

De bloemplanten zijn een jonge groep.

De mossen zijn meer dan 300 miljoen jaar oud.

Juist Fout

Huidige groep

Belangrijk kenmerk

Uitgestorven groep

Taak 1Vul op de stamboom de ontbrekende gegevens in: paardenstaarten, varens, coniferen, blad-mossen.

Taak 2Bestudeer de stamboom goed en los de volgende vragen op.

Welke plantengroepen hebben zaden?

Palmvarens, Ginkgo’s, Coniferen, Mantelzadigen en Bloemplanten

Wat is het gemeenschappelijke kenmerk tussen de wolfsklauwen en de ginkgo's?

Transportweefsel

X

X

X

X

X

X

Werkblad Evolutie in actie: de bloemDe bloemetjes en de bijtjesDe bloemplanten ontstonden 120 miljoen jaar geleden. De eerste bloemen, die we uit fossielen kennen, waren weinig gespecialiseerd. Tot vandaag hebben planten als de magelaankaneel (Drimys winteri) bloemen die erg lijken op de allereerste bloemen. Bloemen zijn de voortplantingsorganen van planten. Hun voor-naamste taken zijn bestuiving en bevruchting. Hiervoor doen ze beroep op bestuivers, meestal insecten. In de loop van de tijd evolueerden insecten en bloemen in relatie met elkaar, dit is co-evolutie. Er ontstonden honderden types bloemen, elk aangepast aan een bepaalde bestuiver. Hoe ontstonden al deze types uit één voorouder?

Rechts een schematische voorstelling van eenprimitieve bloem. A : BovenaanzichtB : ZijaanzichtC : Opengewerkte bloem

Zie ook de tekening van de bloem van demagelaankaneel hiernaast.

A

B

C

Bloemmagelaankaneel

Voer nu de taak uit aan de andere zijde van dit werkblad

De primitieve bloem

Taak 1

Vul op bovenstaandre schema in :Stempel, Bloembodem, Meeldraad, Kelkblad, Kroonblad, Vruchtbeginsel, Stijl.

Taak 2Vraag aan de begeleider waar de orchideeënvitrine zich bevindt. Bekijk de bloemen in deze vitrine. Zijn de uitspra-ken hieronder juist of fout. Kruis aan.

Al deze planten zien er hetzelfde uit.

Alle bloemen zijn drietallig (ze hebben 3-6bloembladen).

Alle bloemen hebben een lip (dit is een uitgegroeid bloemblad waarop insectenkunnen landen).

Juist Fout

X

X

X

Stempel Stijl

Vruchtbeginsel

Kroonblad

Meeldraad

Kelkblad

Bloembodem

Stamp

er

A

B

C

Proces Vermindering

in aantal

ProcesVergroeiing van

onderdelen

ProcesOngelijke groei

ProcesNiet uitgroeienvan onderdelen

ProcesGroepering

ProcesIntegratie

andereorganen

Hieronder zie je zeven processen waardoor uit een primitieve bloem een ander type van bloem kan evolueren. Drie van de zeven processen hebben betrekking op de vorming van de bloeiwijze, dit is de manier waarop de bloemen op de plant staan. Al deze processen samen, soms tegelijk, gaven aanleiding tot de duizenden bloemen die we vandaag kennen.

ProcesExtreme

groepering

A

B

C

A

B

C

A

B

C

Zeven evolutieprocessen

Werkblad Evolutie in actie: de bloem

Taak 3

Vermindering in aantal Vergroeiing vanonderdelen Ongelijke groei Niet uitgroeien van onderdelen Groepering Extreme groepering Integratie andere organen

Vermindering in aantal Vergroeiing vanonderdelen Ongelijke groei Niet uitgroeien van onderdelen Groepering Extreme groepering Integratie andere organen

Zoek twee planten met duidelijk verschillende bloemen. Bekijk de bloemen grondig. Maak hieronder een schets van elke bloem. Schrijf de naam van de plant erbij. Omcirkel welke van de zeven evolutionaire processen tot de vorming van deze bloem geleid hebben. Gebruik de schema’s hierboven.

Naam : ......................................................................... Naam : .........................................................................

Er groeit iets in Meise!

Nationale Plantentuin van België Domein van Bouchout Nieuwelaan 38 1860 Meise

Wat kan je vinden op een plantenetiket? Het ‘accessienummer’, dit kan je vergelijken met het rijksregisternummer op jouw identiteitskaart. Het is uniek voor elk individu en begint met de cijfers van het jaar waarin de plant bij ons toekwam. In dit voorbeeld gaat het dus om de 2066ste plant die in 1983 verworven werd. Na het streepje komen eventueel nog controlecijfers voor.

De wetenschappelijke naam van de Plantenfamilie waar de plant toe behoort. Poaceae betekent grassenfamilie.

De wetenschap-pelijke naam van de plant, bestaat altijd uit twee delen. Een streepjescode om het etiket snel te kunnen inlezen, net zoals aan de kassa van de supermarkt.

19832066- Poaceae

BROMUS BROMOIDEUS (Lej.) Crép.

Ardense dravik

Brome des Ardennes

Belg.

De Nederlandse en Franse naam. Het natuurlijke ver-spreidingsgebied van de soort. Belg. staat voor België.

Indien er een rode stip op het etiket plakt, betekent dat, dat de plantensoort op wereldschaal bedreigd is. Hiervoor werd vooral de rode lijst van het IUCN gevolgd (International Union for the Conservation of Nature).

De auteur(s), zeg maar de plant-kundige(n) door wie de plant ontdekt en beschreven werd en een naam kreeg. Hun naam wordt officieel afgekort volgens internationale overeenkomst. ’Alexandre Louis Si-mon Lejeune en François Crépin’ zou voluit nogal wat plaats innemen.

02 260 09 70 [email protected] www.plantentuinmeise.be Atelier Evolution (LK) pag.13