PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

216
jaarverslag 2005

Transcript of PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Page 1: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

jaarverslag2005

VU

med

isch cen

trum

jaarverslag 2

00

5

vormgeving DPC/huisdrukkerij George van Hecke

Page 2: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Jaarverslag 2005

Page 3: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...
Page 4: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Vereniging VU-Windesheim

De Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg (Vereniging VU-Windesheim)

is het resultaat van een fusie van de Windesheim- en de VU-vereniging. De Vereniging is de koepel boven de

Vrije Universiteit, VU medisch centrum en de Christelijke Hogeschool Windesheim.

De bijzondere identiteit van de Vereniging is geworteld in de christelijke traditie. Bijbels geïnspireerde kernwaarden

staan centraal, zoals maatschappelijke betrokkenheid, een goede (mede)mens zijn, zorg en respect voor de ander

waarbij ‘elk talent telt’, en zorg voor de kwaliteit van leven, cultuur en natuur. De Vereniging biedt een uniek

draagvlak aan de VU, VUmc en Windesheim als instellingen met een bijzondere identiteit. Ook draagt zij bij aan

hun maatschappelijke verbinding. De drie organisaties zijn ervan overtuigd dat zij samen beter dan elk afzonderlijk

kunnen inspelen op een aantal maatschappelijke tendensen.

De belangrijkste rollen van de Vereniging zijn: koepel-rechtspersoon, georganiseerd relatienetwerk en sponsor van

‘bijzondere’ projecten.

1

Page 5: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

2

Page 6: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Inhoud

I. Algemene gegevens 5

• Naam en vestigingsplaats 5

• raad van toezicht per ultimo verslagjaar 5

• raad van bestuur en directeuren per ultimo verslagjaar 5

II. Verslag raad van toezicht 7

III. Verslag raad van bestuur 13

IV. Jaarrekening 97

• Balans per 31 december 2005 102

• Resultatenrekening over 2005 103

• Grondslagen voor de waardering van de balans en resultaten rekening 104

• Toelichting bij de balans per 31 december 2005 107

• Kasstroomoverzicht 2005 124

• Toelichting bij de resultatenrekening over 2005 125

• Segmentatie over 2005 137

V. Overige gegevens 139

• Accountantsverklaring 141

• Bekostigingsparameters 142

• Besteding van de Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 144

• Besteding van de Rijksbijdrage geneeskunde 146

VI. Bijlagen 149

• 1 Materiële vaste activa 151

• 2 DHAZ - middelen 156

• 3 Tabellen 157

• 4 Opbouw budget aanvaardbare kosten 2004, 2005 165

• 5 Verbonden partijen 166

• 6 Hoofden van de afdelingen en (overige) hoogleraren per 1 januari 2006 167

• 7 Overige organisatiegegevens 172

• 8 Commissies 176

• 9 Programmagroepen 179

• 10 Onderzoekinstituten 180

• 11 Oraties en promoties 181

• 12 Prestatie indicatoren 187

3

Page 7: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

4

Page 8: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

I. Algemene gegevens

naam en vestigingsplaats

VU medisch centrum

De Boelelaan 1117

1081 HV AMSTERDAM

uitgaande van: Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg te Amsterdam

raad van toezicht per ultimo verslagjaar

prof. drs. P. Bouw Amsterdam voorzitter

mr. drs. L.C. Brinkman Leiden vice-voorzitter

mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen Hoogeveen vice-voorzitter

drs. J.M. Bleichrodt Olst lid

mw. I.E.E. van der Dussen Veenendaal lid

dr. B. Sangster Leidschendam lid

prof. dr. P.M.E. Volten Groningen lid

mr. A.A. Westerlaken Culemborg lid

dr. J. Siersma Amsterdam ambtelijk secretaris

raad van bestuur en directeuren per ultimo verslagjaar

drs. E.B. Mulder Amsterdam voorzitter

prof. dr. T.J.F. Savelkoul Vleuten lid

prof. dr. E.A. van der Veen Castricum lid, tevens decaan

mr. O.G.A. van der Beek Leiden secretaris

C.J.H. Buren MBA RC Amsterdam directeur financiën

drs. K.W. Stegenga Utrecht directeur facilitair bedrijf

mw. drs. E. Baars Naarden directeur personeel en organisatie

mw. prof. dr. J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde Houten directeur onderwijs

5

I. Alg

emen

e geg

evens

Page 9: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

6

Page 10: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

II. Verslag raad van toezicht

De raad van toezicht oefent toezicht uit op het college van bestuur van de Vrije Universiteit en de hogeschool

Windesheim en op de raad van bestuur van VU medisch centrum. Met dit verslag legt de raad, zowel intern als naar

externe partijen, verantwoording af over het door hem uitgeoefende toezicht. De raad is in 2005 zes maal bijeen

gekomen. Tussen de vaste vergaderingen van de raad is er overleg van de voorzitter en één vice-voorzitter van de

raad met de voorzitters van de besturen. In oktober vond het jaarlijkse gesprek plaats met het bestuur van de

Vereniging waarvan de drie instellingen uitgaan.

De raad van toezicht heeft de afstemming tussen de besturen van de instellingen gestimuleerd en stelt vast dat het

overleg met de besturen en tussen de besturen in open dialoog en goede verstandhouding plaatsvindt.

In zijn vergadering van 17 mei 2006 heeft de raad van toezicht de jaarrekening 2005 van VU medisch centrum (VUmc)

goedgekeurd. De jaarrekening is gecontroleerd door Ernst&Young Accountants en van een goedkeurende verklaring

voorzien. De verklaring is opgenomen in het verslag.

De raad van toezicht heeft daarbij kennis kunnen nemen van de sterk verbeterde financiële positie van VUmc,

de versterking van de kwaliteitszorg in de patiëntenzorg, de innovatie van het onderwijscurriculum geneeskunde en

de continuïteit in de goede prestaties op het terrein van wetenschappelijk onderzoek.

Gedurende het verslagjaar 2005 is tevens het jaarplan VUmc 2006-2007 goedgekeurd door de raad van toezicht,

na voorbespreking in de financiële commissie.

Voor VUmc stond 2005 in het teken van een omvangrijke bezuinigingsoperatie (Gerichte Groei).

De raad van toezicht sprak zijn steun uit voor een ingrijpende ombuigingstaakstelling van € 20 miljoen structureel.

Bespreking van de halfjaarcijfers in de raad liet zien dat implementatie van de maatregelen goed vorderde. Bij de

bespreking van de begroting 2006 bleek dat de succesvolle uitvoering van de bezuinigingsoperatie bijdroeg aan het

realiseren van de doelstellingen van financieel beleid in de volgende jaren, te weten een gezonde exploitatie en

opbouw van de vermogenspositie van VUmc.

De vorming van de alliantie met het Slotervaartziekenhuis (SLZ) vormde een belangrijke strategische uitdaging

voor VUmc. Gegeven de externe wens de capaciteitsproblematiek in Amsterdam West op te lossen heeft VUmc,

ondanks zijn slechts marginale rol in termen van adherentie in die regio, zich toch ingespannen hiervoor een oplossing

te vinden. De raad van toezicht steunde de aanpak van de raad van bestuur en formuleerde enkele voorwaarden

waaraan een voorstel voor nauwe bestuurlijke samenwerking tussen VUmc en SLZ zou moeten voldoen. Dit betrof

voorwaarden met betrekking tot de financiële uitgangspositie van SLZ; de financiële steun van zorgverzekeraars voor

de vermogensopbouw bij beide instellingen en de kosten van herstructurering; vorming van een fiscale en economische

eenheid met instemming van de belastingdienst; instemming van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;

voldoende draagvlak in beide organisaties voor de beoogde samenwerking.

De voortgang van het alliantievormingsproces is nauwgezet door de raad van toezicht gevolgd; toetsing aan de

gestelde voorwaarden was daarbij steeds aan de orde. Aanpassingen in de governancestructuur van de VU Vereniging

inclusief VUmc en VU-Windesheim ten gevolge van de beoogde alliantie met SLZ werden voorbereid. Met het opzeggen

van de overeenkomst door het SLZ en in april 2006 is de besluitvorming daarover aangehouden.

Overige onderwerpen van beraadslaging in de raad van toezicht waren onder meer de invoering van de DBC

financieringssystematiek, herijking van het strategisch meerjarenbeleid VUmc 2005-2010 en de afstemming tussen

Vrije Universiteit en VUmc.

7

II. Verslag

raad van

toez

icht

Page 11: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De raad van toezicht stemde in met de benoeming van prof. dr. T.J.F. Savelkoul tot vice-voorzitter van de raad van

bestuur VUmc. De heer Savelkoul is sinds 2000 lid van de raad van bestuur.

In een evaluatiebijeenkomst met het college van bestuur en de raad van bestuur spraken beiden over het functioneren

van de raad van toezicht en de relatie van de raad met de besturen van de instellingen. De raad heeft daarbij met

name aandacht besteed aan de wijze waarop de instellingen zich intern en extern verantwoorden en de eisen die

daaraan in het maatschappelijk verkeer worden gesteld.

Naar aanleiding van deze evaluatie is o.a. besloten het aantal vergaderingen van de raad uit te breiden, regelmatig

werkbezoeken aan de instellingen te brengen en meer ruimte voor inhoudelijke bespiegelingen tijdens de vergaderingen

te creëren. De raad constateert dat veel van de verbeteringen zijn geïmplementeerd.

In maart heeft de raad een informatieprotocol vastgesteld dat de informatievoorziening van de raad door de besturen

van de instellingen regelt. Het protocol wordt voorgeschreven in het reglement van de raad. De financiële commissie

van de raad kwam in 2005 drie keer bijeen.

De voorzitter en de beide vice-voorzitters vormen de renumeratiecommissie. De renumeratiecommissie heeft in de

vergadering van de raad van toezicht van december gerapporteerd over de gevoerde functionerings-gesprekken met

de leden van het college van bestuur en raad van bestuur.

Aan het eind van het verslagjaar bestond de raad uit acht leden. Per 1 mei 2005 is de heer Terpstra als lid van de

raad teruggetreden in verband met zijn benoeming tot voorzitter van de HBO-raad.

8

II. Verslag

raad van

toez

icht

Page 12: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De raad van toezicht,

prof. drs. P. Bouw mr. drs. L.C. Brinkman

drs. J.M. Bleichrodt mw. I.E.E. van der Dussen,

dr. B. Sangster prof. dr. P.M.E. Volten

mr. A.A. Westerlaken mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen

9

II. Verslag

raad van

toez

icht

Page 13: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Samenstelling raad van toezicht per 31-12-06

Voor vier jaar benoemd op 01-01-2004

Naam Functie Nevenfuncties

drs. J.M. Bleichrodt (1947)* • lid RvB Stichting de Gelderse Roos

Geestelijke Gezondheidszorg te Arnhem.

Prof. drs. P. Bouw (1941) • Econoom, • voorzitter RvC CSM N.V.

• voormalig president directeur KLM NV. • lid RvC: NUON N.V. en OCE N.V.

• voorzitter Bankraad Nederlandse Bank.

Mr. drs. L.C. Brinkman (1948)* • voorzitter Bouwend Nederland. • vice-voorzitter Dagelijks en

Algemeen Bestuur VNO/NCW

• voorzitter Bestuur

Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

• voorzitter Centraal Fonds Volkshuisvesting

• lid VROM-raad (adviesraad Ministerie VROM)

• voorzitter Vereniging het

Nederlandse rode Kruis

• voorzitter Prins Bernhard Cultuur Fonds

• lid Bestuur De Nederlandse Opera

• lid RvT Staatsbosbeheer

• lid RvC bij DUPont Nederland N.V.

• lid RvC bij Philips Morris Holland N.V.

• lid RvC bij Fries-Groningse

Hypotheekbank N.V.

• lid RvC bij Nederlands Omroepproduktie

Bedrijf N.V.

• lid RvC bij Amstelland MDC N.V.

• voorzitter Bestuur NICTIZ

(Nationaal Instituut ICT in de Zorg)

10

II. Verslag

raad van

toez

icht

Page 14: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Naam Functie Nevenfuncties

Dr. B. Sangster (1947)* • Arts • Senior Vice President Safety and

Environmental Assurance Unilever

• lid Management Board European

Food Safety Authority

• lid Raad voor de Kwaliteitsbevordering

van de LOI

• lid Bestuur Toxicology Forum

• lid Bestuur Innovatienetwerk

Groene Ruimte en Agrocluster

• Penningmeester Industry Council for

Development, lid Bestuur Ecetoc.

Prof. dr. P.M.E. Volten (1946) • Hoogleraar Internationale

Betrekkingen RUG.

Mr. A.A. Westerlaken (1955) • voorzitter RvB ’s Heeren Loo Zorggroep. • lid Raad voor Volksgezondheid en Zorg

• lid RvT NIZW.

mw. I.E.E. van der Dussen (1944) • vice-voorzitter CvB ROC A12. • voorzitter Expertisecentrum

Federatie Christelijk BVE

• voorzitter Stichting Vrienden

ziekenhuis De Gelderse Vallei

• lid Unesco werkgroep Onderwijs

mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen (1948)* • Voormalig lid gemeenteraad Hoogeveen • RvT ziekenhuis Bethesda Hoogeveen

• voormalig lid Provinciale Staten Drenthe. • lid RvT Stichting Zorgpalet Hoogeveen

• lid Bestuur Cooperatieve Servicevereniging

Olympusflat U.A. Rotterdam

• Rijksbestuurslid Regionaal Historisch

Centrum Drents Archief

• lid landelijke Auditcommissie van de

VVD en trainer Haya van Somerenstichting

* leden Financiële Commissie

11

II. Verslag

raad van

toez

icht

Page 15: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

12

Page 16: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Voorwoord

Het werken aan kwaliteitsverbetering in de kerntaken opleiding, onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg

vraagt continue aandacht. VU medisch centrum (VUmc) heeft hieraan in 2005 nadrukkelijk aandacht besteed door

onder meer deelname in het landelijke kwaliteitsproject Sneller Beter en de introductie van een nieuw curriculum voor

de opleiding geneeskunde.

Het jaarverslag 2005 laat zien hoe VUmc op verschillende terreinen verbeteringen voor patiënten, studenten en

medewerkers heeft weten te realiseren. De indeling van het jaarverslag volgens het INK model sluit daar goed bij aan.

In de verschillende hoofdstukken vindt u de speerpunten van beleid nader toegelicht, aangevuld door interviews met

betrokkenen bij specifieke aandachtspunten.

De basis voor een goede verbetercultuur is onder meer een gezonde financiële positie. In 2005 is VUmc erin geslaagd

een omvangrijke structurele bezuinigingsoperatie door te voeren, waardoor het jaar met een lichte plus afgesloten

kon worden. De daaraan verbonden sociale gevolgen, zoals het verlies van arbeidsplaatsen, waren pijnlijk. Echter

dankzij de inspanningen van velen is het gelukt de gevolgen in omvang te beperken en op een zorgvuldige wijze

uitvoering te geven aan het sociaal flankerend beleid.

De positie van VUmc is aan het begin van 2006 duidelijk versterkt, zowel in financieel opzicht als ook op de verschillende

kerntaken. Het jaar 2006 markeert ook het eerste lustrum van VUmc; reden om met gepaste trots terug te kijken op

de geleverde prestaties maar ook aanleiding om verder te werken aan een sterkere, financieel gezonde en op kwaliteit

gerichte organisatie ten behoeve van patiënten, studenten en medewerkers.

De raad van bestuur spreekt zijn waardering uit voor de bijdrage van alle medewerkers aan het welslagen van

alle – ten dele ingrijpende – veranderingen gedurende 2005. Met het door de raad van toezicht gestelde vertrouwen

is de raad van bestuur vereerd.

13

Voorw

oord

III. Verslag Raad van Bestuur

Page 17: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

14

Page 18: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 1 • Leiderschap

Leiderschap en leidinggeven worden vaak als hetzelfde gezien. Dat is maar ten dele terecht. Van een leidinggevende

mag verwacht worden dat hij een notie van leiderschap heeft en het ook toont. Van iemand die geen leiding geeft

wordt leiderschap als minder vanzelfsprekend gezien. Toch is het voor een organisatie die excellent wil presteren van

belang dat iedereen die er werkzaam is in staat is zijn talenten optimaal voor de organisatie in te zetten. Wanneer dit

gebeurt in een sfeer van zelf verantwoordelijkheid nemen en willen groeien, naast begeleiding door de leidinggevende,

dan is sprake van leiderschap op een wijze zoals dat in VU medisch centrum voor ogen wordt gestaan.

Er wordt veel geïnvesteerd in dienend leiderschap. Er is een trainingsaanbod ontwikkeld rond dit thema.

Hiervan wordt veel gebruik gemaakt en er vinden regelmatig symposia plaats. Voor het 2e besturingsniveau zijn

competentieprofielen vastgesteld. Met alle betrokkenen zijn en worden jaargesprekken gevoerd.

Missie & visie

Het ontstaan van VU medisch centrum in 2001 en organisatieontwikkelingen zoals kanteling en clustering waren in

2004 voor de raad van bestuur aanleiding om de identiteit van VUmc opnieuw te formuleren. Na een uitgebreid traject

waarin betrokkenheid en inhoudelijke inbreng van medewerkers centraal stond, werden de nieuwe missie, visie en

kernwaarden in 2005 vastgesteld. Samen vormen zij de identiteit van VUmc: de basis voor de ideeën en het handelen

van een ieder in VU medisch centrum.

Missie: VU medisch centrum staat voor onderscheidende patiëntenzorg, hoogwaardig wetenschappelijk onderwijs

en grensverleggend onderzoek. VU medisch centrum komt voort uit een christelijke traditie en koppelt

geloof in persoonlijke, integere en respectvolle behandeling van mensen aan gezonde ambitie en fundamentele

nieuwsgierigheid.

VU medisch centrum wil beter maken, maar ook beter zijn, beter worden en bijdragen aan de medische kennis

van morgen. Het samenvattende motto luidt: VU medisch centrum. Kennis maakt ons beter.

Visie: VU medisch centrum wil een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van de gezondheidszorg en

daarmee aan het welzijn van mensen. Als universitair medisch centrum richt VU medisch centrum zich op een

vooraanstaande positie in onderwijs en opleiding, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg. VU medisch

centrum is er voor patiënten, hun naaste(n), verwijzers, studenten, op te leiden professionals en opdrachtgevers

van onderzoek. VU medisch centrum wil gezien en erkend worden als een innovatieve kwaliteitsorganisatie met een

uitstekende reputatie, een krachtig netwerk en plezier in wat we doen: een excellent centrum voor onderwijs en

onderzoek, met onderscheidende patiëntencentra en koploper in patiëntenlogistiek.

VU medisch centrum komt voort uit een christelijke traditie waarin menselijke waardigheid en respectvolle

behandeling essentieel zijn. VU medisch centrum staat voor duurzaamheid en heeft oog voor mens en omgeving.

VU medisch centrum biedt een uitdagend, professioneel en ambitieus werk- en denkklimaat waarin plezier,

respect, integriteit en dienstbaarheid voorop staan. De kernwaarden van VU medisch centrum zijn

betrokkenheid, zorgvuldigheid en ambitie.

In 2005 werd die VUmc identiteit zichtbaar gemaakt. Dit gebeurde door een communicatiecampagne waarbij de raad

van bestuur op afdelingen als ‘missionarissen’ de nieuwe missie&visie toelichten onder het credo; waar staan we

voor en waar gaan we voor, door veel aandacht in het medewerkersblad Tracer en de uitgifte van het boekje

“Sprekende verhalen”.

15

Hoofd

stuk 1

• Leid

erschap

Page 19: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

MD programma cultuur & leiderschap

De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor cultuur- en leiderschapsvraagstukken. Daarmee is een gedrags-

verandering in gang gezet die noodzakelijk is om goed te kunnen focussen op gedrag en resultaten. Elkaar aan-

spreken is een sleutelbegrip gebleken: om tot de verbeelding sprekende resultaten te kunnen realiseren zijn in de

organisatie mensen nodig die op hun werk aanspreekbaar durven en willen zijn. Een van de instrumenten die daartoe

is gerealiseerd is dat voor alle leidinggevenden van het tweede besturingsniveau een competentieprofiel is vastgesteld.

Er zijn en worden volop 360 graden feedback en jaargesprekken gehouden. De uitkomsten daarvan vertalen zich nu

door in individuele afspraken, maar vormen tevens de ingrediënten voor het verder te ontwikkelen Management

Development (MD)-programma.

Naast de aandacht voor de gewenste cultuur is het realiseren van de geformuleerde missie en visie een belangrijk

vertrekpunt voor MD. Tezamen vormen zij het fundament van het MD-programma voor de komende jaren. De eerste

contouren daarvan zijn nu geschetst, deze worden in voortdurende samenspraak met de diverse doelgroepen verder

uitgewerkt. De ingezette organisatie-ontwikkeling (van clusters naar divisies) is een ontwikkeling die bepalend is

voor de inrichting van het MD-programma. Daarnaast is gewerkt aan het opbouwen van een contactennetwerk

zowel binnen als buiten de organisatie teneinde MD-kennis en- ervaringen met andere deskundigen op dit gebied te

bevorderen.

Assessment hoogleraren

Hoogleraren hebben een voorbeeldfunctie in meerdere opzichten binnen onze organisatie. Juist daarom hecht VUmc

groot belang aan de wijze waarop zij daaraan invulling geven. Naast de professionele kanten van het vak, die al op

diverse wijzen en momenten getoetst worden, is er steeds meer aandacht voor de managementtaak van deze positie.

Aansprekende resultaten op de kerntaken worden als vanzelfsprekend verondersteld, maar het maakt een groot

verschil hoe deze gerealiseerd worden. Het was tot enkele jaren geleden ongebruikelijk om daar uitspraken over te

doen, waardoor de verwachtingen voor de betrokkenen ook niet helder waren. Met de inrichting van een ontwikkel-

assessment is voorzien in een instrument waarmee vereiste managementkwaliteiten getoetst kunnen worden. In

2005 heeft een pilot plaatsgevonden, die succesvol is gebleken. Vanaf nu wordt in principe bij alle nieuw te benoemen

kernhoogleraren dit assessment afgenomen. De volgende stap is een goed vervolg te geven aan de inzichten die het

assessment heeft opgeleverd. Een vervolg in (elementen van) het MD-programma ligt voor de hand, er zal echter ook

maatwerk gewenst zijn.

16

Hoofd

stuk 1

• Leid

erschap

Nieuwsflits

Nieuwe fase Gerichte Groei geeft duidelijkheid over uitwerking

Nadat de raad van bestuur in december 2004 zijn standpunt ten aanzien van Gerichte groei bekend maakte,

startte begin 2005 de uitwerking in de vorm van reorganisatieplannen. Ook heeft de raad van bestuur

opdracht gegeven een aantal ziekenhuisbrede bezuinigingsmaatregelen nader te onderzoeken. Half januari

2005 moeten de reorganisatieplannen bekend zijn. Dan worden ook de exacte personele gevolgen duidelijk.

Page 20: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Raad van bestuur

In het verslagjaar 2005 hebben geen wijzigingen in de samenstelling van de raad van bestuur plaatsgevonden.

In 2005 heeft de raad 43 keer vergaderd. Op enkele uitzonderingen na zijn deze vergaderingen door alle leden

bijgewoond. Belangrijkste aandachtspunten voor de raad van bestuur zijn geweest: het te voeren financieel beleid,

in het bijzonder het implementeren van de bezuinigingstaakstelling ‘Gerichte Groei’, de besprekingen met het

Slotervaartziekenhuis over een te vormen alliantie tussen beide instellingen, de onderhandelingen met zorgverzekeraars

over productieafspraken, de externe netwerkontwikkeling, de invoering van de DBC systematiek en nieuwe initiatieven

in het kader van het kwaliteitsbeleid. In de volgende hoofdstukken leest u meer daarover.

Overleg raad van bestuur met medezeggenschaps- en adviesorganen

OR

Het jaar 2005 stond in het overleg tussen de raad van bestuur en de ondernemingsraad (OR) vooral in het teken

van de consequenties van Gerichte Groei, de projecten in het kader van ‘ZILVER’, de evaluatie van de organisatie-

ontwikkeling en de voorbereidingen van de alliantie met het Slotervaartziekenhuis. Aangezien het belangrijke en

ingrijpende onderwerpen betrof, heeft intensief overleg plaatsgevonden dat ook de basis heeft gelegd voor de

evaluatie van het proces van Gerichte Groei. (zie ook hoofdstuk 2 onder ‘Bezuinigingen: Gerichte Groei en ZILVER’).

In 2006 zullen de conclusies met betrekking tot deze evaluatie met de OR worden besproken.

17

Hoofd

stuk 1

• Leid

erschap

Page 21: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Studentenraad

De studentenraad is de officiële belangenbehartiger van alle medische studenten en voert zodanig overleg met de

decaan VUmc en de onderwijsdirecteur over onderwijs en studentenbelangen. De raad bestaat uit negen studenten.

De leden worden jaarlijks in mei gekozen via VUmc brede verkiezingen tezamen met de universiteitsbrede

verkiezingen. De belangrijkste onderwerpen in 2005 waren: de kwaliteit van het curriculum '91, het VUmc Compas

(nieuw curriculum zie ook hoofdstuk 5 processen onderwijs), internationalisering van het onderwijs.

Stafconvent en VAR

Met de oprichting van de Verpleegkundige Adviesraad (VAR) in 2005 heeft VUmc een orgaan voor de belangen-

behartiging van de verpleegkundige beroepsgroep gecreëerd. Ongeacht de algemene adviserende taakstelling ligt de

nadruk bij de VAR op de advisering over het kwaliteitsbeleid in de zorg in het algemeen en professionele kwaliteit in

het bijzonder. Daar waar mogelijk en gewenst brengen het stafconvent (vergadering van alle stafleden) en de VAR

gezamenlijk advies uit aan de raad van bestuur. In 2006 vindt een eerste evaluatie van de VAR plaats.

Met het dagelijks bestuur van het stafconvent bespreekt de raad van bestuur regelmatig de lopende zaken van VUmc.

Vergelijkbaar als met de OR hebben onderwerpen zoals het te voeren financieel beleid, het strategisch meerjaren-

beleid, Missie&visie van VUmc en het kwaliteitsbeleid in de zorg in het onderling overleg centraal gestaan.

18

Hoofd

stuk 1

• Leid

erschap

Page 22: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Missie & visie

Elmer Mulder, voorzitter raad van bestuur

“We hebben een helder doel voor ogen, een gezamenlijk streven. Wij zeggen in onze missie onder andere,

dat VU medisch centrum een organisatie is die een persoonlijke, integere en respectvolle behandeling van

mensen koppelt aan ambitie en nieuwsgierigheid. Daarmee zeg je nogal iets. Dat moeten wij ook waar maken.

De missie, visie en waarden vormen de basis van onze activiteiten. Het zal helpen VU medisch centrum een

herkenbaar gezicht te geven. Met de missie, visie en waarden hebben medewerkers een kort en toegankelijk

document waarin staat beschreven wie we zijn, wat we doen en waar we ons de komende jaren op richten.

Dat geeft richting en het kan helpen keuzes te maken. Want heel simpel: alles wat we doen moet passen binnen

onze missie en het moet helpen de ambities uit onze visie te realiseren.

Ik ben heel tevreden dat onze missie en visie in samenspraak met veel medewerkers tot stand is gekomen.

Dit heeft geleid tot een missie en visie, waar medewerkers van VUmc zich in zullen herkennen. Wat mijzelf betreft,

betekent het dat wat ik doe moet aansluiten op de missie en visie. Ik voel me uitgedaagd door onze ambities

en laat me inspireren door onze waardes: betrokken, zorgvuldig en ambitieus. Ik wil in – en extern uitdragen

dat VU medisch centrum een organisatie is om trots op te zijn. Door me te richten op het positieve en dat ook te

stimuleren in anderen.”

19

Hoofd

stuk 1

• Leid

erschap

Page 23: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

20

Page 24: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 2 • Strategie en beleid

Alliantie Slotervaartziekenhuis – VU medisch centrum

Al jaren is er discussie over de capaciteitsproblematiek is Amsterdam-West. Eind 2004 heeft een andere standpunt-

bepaling van de Minister van Volksgezondheid, welzijn en sport (VWS) en de zorgverzekeraars tot de instelling van

de commissie Jonkman geleid. Deze commissie heeft in 2005 de problematiek geïnventariseerd en oplossingsrichtingen

in een advies neergelegd.

Mede in het licht van deze ontwikkeling heeft het Slotervaartziekenhuis (SLZ) in april 2005 aan VUmc de vraag

voorgelegd of de vorming van een strategische alliantie een positieve bijdrage zou kunnen leveren aan de oplossing

van de capaciteitsproblematiek in Amsterdam-West. VUmc heeft zich bereid verklaard deze vraag met een positieve

intentie te willen onderzoeken.

Op 26 mei 2005 hebben de voorzitters van de raden van bestuur van SLZ en VUmc een intentieverklaring ondertekend.

In deze verklaring spreken SLZ en VUmc af dat zij een onderlinge samenwerking zullen aangaan die zowel organisatorisch

als bestuurlijk vorm dient te krijgen. Doel van de samenwerking is een verhoging van de kwaliteit, doelmatigheid en

toegankelijkheid van het zorgproces, onder meer door een betere ordening van functies en een evenwichtiger aanbod

van medisch specialistische zorg in de regio Amsterdam.

Deze voorgenomen alliantie tussen beide organisaties wordt ondersteund door de zorgverzekeraars, met dien

verstande dat de uitwerking moet bijdragen aan een structurele bezuiniging van 20 miljoen euro in de regio

Amsterdam-West1 vanaf 2008. In ruil daarvoor zullen de zorgverzekeraars ruimte bieden aan de alliantie om zijn

financiële positie te verbeteren, zijnde:

• een verhoging van het Eigen Vermogen (RAK van 8%);

• een jaarlijks positief exploitatieresultaat van 2%.

Wat VUmc betreft zijn er nog diverse andere voorwaarden aan het tekenen van een definitieve samenwerkings-

overeenkomst verbonden, zoals een vergoeding van transitiekosten.

21

Hoofd

stuk 2

• Strateg

ie en b

eleid

1 Tot de regio Amsterdam-West behoren naast het SLZ en VUmc de volgende instellingen: NKI/AvL, SLAS en JvB-instituut

Page 25: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hieronder een kort overzicht van het proces van alliantievorming in 2005.

Proces alliantievorming mei – december 2005

26 mei 2005 voorzitters raden van bestuur SLZ en VUmc ondertekenen een intentieverklaring en

geven daarmee het startsein voor de alliantievorming

juni 2005 stuurgroep SLZ-VUmc stelt het plan van aanpak vast, waarna verdere uitwerking in

werkgroepen volgt

september 2005 stuurgroep stelt voortgangsrapportage vast op basis van rapportages werkgroepen

en stelt een werkgroep Locatieprofielen in

oktober 2005 stuurgroep presenteert locatieprofielen in VUmc en SLZ, waarna verdere uitwerking

en precisering van de profielen volgt

8 december 2005 voorzitters raden van bestuur SLZ en VUmc ondertekenen overeenkomst, met als

hoofdpunten:

herbevestiging intenties

vaststelling uitgewerkte locatieprofielen

vaststelling verdere stappen tot eind januari 2006 (o.a. uitwerking businessplan)

vaststelling ontbindende voorwaarden

Het proces van alliantievorming heeft in 2005 met name in het teken gestaan van het benoemen en verder uitwerken

van de locatieprofielen SLZ en VUmc. Deze uitwerking gebeurt per specialisme en is de basis voor het businessplan

van de alliantie.

In het voorjaar 2006 bestonden nog veel onduidelijkheden omtrent de financiële uitgangspositie van het Slotervaart-

ziekenhuis. Tegelijkertijd startte het Slotervaartziekenhuis gesprekken met andere partijen over een ander toekomst-

traject buiten de alliantie. De combinatie van deze twee factoren leidde ertoe dat VUmc de gesprekken met het

Slotervaartziekenhuis opschortte tot er meer duidelijkheid op deze punten zou ontstaan. Kort daarna – eind april

2006 – maakte het Slotervaartziekenhuis bekend dat men gelet het gebrek aan draagvlak onder specialisten en

overige medewerkers voor de alliantie de besprekingen met VUmc beëindigd.

Bezuinigingen: Gerichte Groei en ZILVER

De financiële positie van VUmc was aanleiding om midden 2004 te starten met een bezuinigingsoperatie onder de

naam 'Gerichte Groei'. Om de centrale doelstellingen van het financiële meerjarenbeleid (sluitende exploitatie en

ruimte voor vermogensopbouw) te realiseren waren maatregelen nodig. Aan het eind van 2004 nam de raad van

bestuur een voorgenomen besluit over een bezuiniging van 18 miljoen euro die grotendeels vanaf januari 2005

moest worden gerealiseerd.

Bij de uitvoering van Gerichte Groei werd duidelijk dat gedwongen ontslagen onvermijdelijk waren. Dat was in VUmc

niet eerder voorgekomen en gedeelde ervaring hoe daar mee om te gaan ontbrak in de organisatie. Naast bezuinigingen

op middelen, zouden van de 5.000 formatieplaatsen er vanaf 2005 ongeveer 180 moeten verdwijnen. Een groot deel

van het banenverlies is echter opgevangen door natuurlijk verloop en (interne) herplaatsingen. Door alle inspanningen

is uiteindelijk voor slechts 15 van de 179 boventallige medewerkers ontslag aangevraagd. Deze 15 medewerkers

vertegenwoordigden 7,3 formatieplaatsen.

22

Hoofd

stuk 2

• Strateg

ie en b

eleid

Page 26: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Het verloop van het adviestraject met de OR inzake Gerichte Groei is aanleiding geweest om een werkgroep in te

stellen met de opdracht het proces te evalueren. Het doel van deze evaluatie was lering te trekken voor de toekomst

en aanbevelingen te formuleren die een goede en functionele samenwerking tussen de raad van bestuur en de

ondernemingsraad kunnen bevorderen.

Gerichte Groei heeft tot gevolg gehad dat binnen VUmc bezuinigingen en reorganisaties zijn doorgevoerd. Deze

maatregelen hebben een forse bijdrage geleverd aan de te realiseren bezuinigingen, echter zoals werd geanticipeerd

kon in 2005 het noodzakelijke bezuinigingsbedrag niet volledig in een keer worden gerealiseerd. De ontwikkeling en

invoering van een normeringsysteem waarmee in 2005 is gestart moet gezamenlijk met alle overige maatregelen

leiden tot ongeveer 5 miljoen euro aan structurele bezuiniging. Met deze normeringsystematiek kan de noodzakelijke

personele inzet van verschillende functies (verpleegkundig, administratief, medisch en wetenschappelijk) worden

bepaald.

Het programma ZILVER geeft (o.a.) verdere invulling aan deze normering en volgt Gerichte Groei op. De naam ZILVER

staat voor Zorgvuldig Implementeren en Leren van ERvaringen. Doel van ZILVER is het zorgvuldige invoeren van

ontwikkelde instrumenten om daarmee de efficiency die hieruit voortvloeit te verzilveren. De raad van bestuur heeft

een aantal pijlers benoemd waarbinnen dit bedrag behaald moet worden: pijler I Zorgproces- en zorgcapaciteits-

management, pijler II Personeel, pijler III Inkoop / logistiek en pijler IV ICT.

Het verschil met Gerichte Groei is dat die bezuinigingsmaatregelen, gezien de financiële situatie, snel genomen

moesten worden. ZILVER kan in een rustiger tempo en daardoor is er de mogelijkheid om de veranderingen, die

onvermijdelijk gaan komen, zorgvuldig te implementeren. ZILVER is een volgende stap om VUmc in financieel

opzicht en in termen van marktpositie te versterken.

Het perspectief voor de toekomst is in 2005 verbeterd. Via Gerichte Groei is een betere financiële uitgangspositie

gecreëerd. Via ZILVER zullen we deze positie in 2006 e.v. geleidelijk verder verbeteren. De gevolgen voor medewerkers

zijn nog niet te overzien, maar gedwongen collectief ontslag is op basis van de huidige inzichten voor dit vervolgtraject

niet aan de orde.

23

Hoofd

stuk 2

• Strateg

ie en b

eleid

Page 27: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Planning & control cyclus

Sinds een aantal jaar wordt de strategie en het beleid van VUmc steeds gestructureerder aangepakt. Voor het

beheren en besturen van de organisatie wordt de onderstaande planning&control cyclus gebruikt. Een gestructureerde

planning&control cyclus draagt bij aan de gewenste transparantie over prestaties. Net zoals in voorgaande jaren zijn

in 2005 de diverse onderdelen van de bestaande cyclus verfijnd en nog beter op elkaar afgestemd.

In 2005 zijn een nieuwe missie en visie, tezamen met een drietal kernwaarden, geformuleerd

(zie hiervoor ook het hoofdstuk 1 Leiderschap). Het meerjarenbeleid, geldend voor een periode van vijf jaar,

en de daaruit afgeleide ambities zullen elke keer getoetst worden aan de geformuleerde missie en visie.

Onderstaand overzicht geeft de planning&control cyclus weer op VUmc niveau. Daarnaast is er op decentraal niveau

ook sprake van een planning&control cyclus. Afgelopen jaar is in alle clusters het werkplekmanagement ingericht.

Deze lopen nu soms al mee in de decentrale cyclus door middel van het opstellen van afdelingsplannen en de

periodieke rapportage over de stand van zaken hieromtrent. Het komende jaar zal dit verder ingevoerd worden.

Als aanvulling op planning&control-cyclus wordt het meerjarenbeleid jaarlijks geëvalueerd en wordt aan de hand van

de interne en externe ontwikkelingen het bestaande beleid waarnodig herijkt.

Met ingang van 2006 zal er naast verdere verfijning ook een aantal wijzigingen plaatsvinden. Zo zal er sprake zijn

van een twee jarenplan in plaats van een jaarplan en zal de organisatiestructuur aangepast worden. Beiden zullen

hun invloed hebben op de bestaande planning&control cyclus.

24

Hoofd

stuk 2

• Strateg

ie en b

eleid

Planning Control

Decentrale kwartaalrapporteges

Eventueel herijking

Centrale kwartaalrapporteges

en jaarverslag

Meerjarenbeleidplan

Management contracten

Kaderbrief

Jaarplan

Page 28: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Samenwerken

Chris Polman,

hoogleraar neurologie en hoofd Multiple Sclerose centrum

“Intern zie je na vijf jaar VU medisch centrum dat de medische faculteit en het ziekenhuis steeds meer een geheel

vormen. Dat is bijvoorbeeld belangrijk voor de aansturing van wetenschappelijk onderzoek. Was voorheen de

Van der Boechorststraat, de straat tussen ziekenhuis en medische faculteit, letterlijk een barrière, nu zie je dat er

beter wordt overlegd waardoor het mogelijk is duidelijk beleid uit te stippelen en neer te zetten.

Ook in de patiëntenzorg zie je dat samenwerkingsverbanden steeds duidelijker worden. Medewerkers uit

verschillende vakgroepen of afdelingen zijn meer bij elkaar gaan horen. Ze maken deel uit van een

geheel en zijn ook samen verantwoordelijk. De multidisciplinaire samenwerking groeit, kijk maar naar

het aantal zorgpaden wat is ontstaan. Daarmee maken we op het gebied van kwaliteit op dit moment een aantal

grote slagen. We zijn niet voor niets koploper op het gebied van patiëntenlogistiek. We zullen ons steeds duidelijker

profileren naar de patiënt. Er is niet meer een dokter die voor de patiënt zorgt, maar een betrokken team dat samen

overlegt en een geheel vormt.

Ook in de samenwerking met instituten om ons heen is een duidelijke lijn uitgezet. Onderwijs profiteert hier

bijvoorbeeld van. Het netwerk wordt steeds beter, op vele locaties zijn nu teaching professors aan het werk.

Zij versterken de band tussen VUmc en de netwerkziekenhuizen. De voorgenomen alliantie met het Slotervaartziekenhuis

was een belangrijk item het afgelopen jaar. Het is anders afgelopen dan we zes maanden geleden inschatten, maar

dit mag geen reden zijn om nu achterover te leunen. De mogelijk nieuwe situatie, een commercieel Slotervaartziekenhuis,

biedt voor ons bijna zeker nieuwe kansen, maar ook bedreigingen waar we pro-actief op moeten inspelen.”

25

Hoofd

stuk 2

• Strateg

ie en b

eleid

Page 29: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

26

Page 30: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 3 • Management van medewerkers

Human Resource Management

HRM is gericht op het in balans brengen van organisatie- en medewerkerbehoeften. Naarmate beide beter op elkaar

zijn afgestemd presteren medewerkers beter en dragen zo meer bij aan het verwezenlijken van de ambities van

VUmc. In 2004 is voor HRM een vijf-jarenplan opgesteld. In 2005 is dit plan geactualiseerd en aangescherpt.

Belangrijk doel van het HRM-meerjarenbeleid is het bijdragen aan goed leiderschap voor leidinggevenden en goed

medewerkerschap voor medewerkers. Met goed leiderschap wordt bedoeld een coachende, dienende en resultaat-

gerichte stijl van leidinggeven. Met goed medewerkerschap wordt bedoeld dat medewerkers verantwoordelijkheid

nemen voor hun werk en hun loopbaan. HRM-beleid ontsteunt leidinggevenden en medewerkers hierbij met

voorzieningen zoals loopbaanadvies, management development (MD), opleiding en coaching.

Dit alles om een optimale inzet en inzetbaarheid van medewerkers te realiseren. Om dit te bereiken gaat het

HRM-beleid uit van vier thema’s namelijk: gezondheid, motivatie, competentie en betrokkenheid. Leidinggevenden

spelen een cruciale rol om die thema’s volgens de hieronder genoemde uitgangspunten uit te dragen en uit te voeren.

Gezondheid

Werkgerelateerde gezondheidsproblemen worden zoveel mogelijk voorkomen. Medewerkers worden gestimuleerd tot

een gezonde leefstijl. Bij verminderde belastbaarheid streeft de organisatie naar optimale inzetbaarheid van de

betrokken medewerker. Datgene wat de medewerker nog wél kan is hierbij uitgangspunt.

Motivatie

Medewerkers zijn vooral intrinsiek gemotiveerd voor hun werk. Medewerkers werken zo zelfstandig mogelijk en krijgen

feedback over hun functioneren.

Competentie

Medewerkers beschikken over de juiste kennis, vaardigheden en effectief gedrag om tot de best haalbare prestaties

te komen. Deze benodigde competenties zijn helder en ondersteunen het sturen op gedrag en resultaat.

Betrokkenheid

Medewerkers identificeren zich met VU medisch centrum en haar ambities. Organisatiedoelen zijn vertaald naar

individuele doelen. VU medisch centrum heeft een herkenbaar en aansprekend gezicht in de arbeidsmarkt.

Medewerkers dragen de missie en de kernwaarden van de organisatie uit.

27

Hoofd

stuk 3

• M

anag

emen

t van m

edew

erkers

Page 31: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Gezondheid en betrokkenheid

Gezondheidsbeleid

In 2005 is door middel van de start van het traject ‘Deskundigheidbevordering adequate verzuimbeheersing voor

leidinggevenden’ VUmc-breed de vertaalslag gemaakt van moderne inzichten naar de dagelijkse praktijk. Het voor-

komen van verzuim door dreigend verzuim vroeg te signaleren en hierop snel en adequaat te anticiperen staat hoog

op de agenda. In dat verband zijn diverse preventieprogramma’s geïntroduceerd en is over gezondheidsbeleid via

diverse kanalen gecommuniceerd, onder meer door middel van twee Gezondheidskaterns die beide als onderdeel

van het medewerkersblad Tracer verschenen.

Als er sprake is van verzuim wegens ziekte dan geldt verantwoorde werkhervatting, eventueel in tijdelijk aangepast

werk, veelal als belangrijkste medicijn voor herstel. Met het centraal stellen van wat gedeeltelijk arbeidsgeschikte

medewerkers voor wat betreft hun eigen werk nog kunnen, is een begin gemaakt met het vormgeven van het

reïntegratiebeleid.

Conform het meerjarenbeleidplan zijn per cluster realistisch haalbare streefcijfers vastgesteld voor zowel het ziekte-

verzuim als de WIA instroom. Deze cijfers gelden als prestatie-indicatoren op het gebied van gezondheidsbeleid.

Arbeidsomstandigheden

Centraal staat een actief en preventief arbobeleid. Er is intensief gewerkt aan nieuwe producten die bedoeld zijn

om uitval van medewerkers door psychische belasting te voorkomen en waar nodig terugkeer van de medewerkers

(reïntegratie) te versnellen.

Naast deze meer algemene werkwijze zijn er twee meer specifieke programma’s voor de leidinggevenden gestart.

Dit zijn: deskundigheidsbevordering in het kader van adequate verzuimbeheersing - met aandacht voor preventie,

werkhervattingbegeleiding en reïntegratie naar passende arbeid - en klinische lessen om werkdruk, surmenage en

burn out in een vroeg stadium te leren herkennen.

Alle bestaande preventieprogramma’s op het gebied van fysieke belasting, gevaarlijke stoffen en huidbelasting

hebben opnieuw aandacht gekregen. Zo zijn er trainingen voor nieuw ingestroomde ergocoaches en herhalings-

trainingen voor de zittende ergocoaches gehouden. Het aantal ergocoaches lag eind 2005 op 56. Er zijn RSI-contact-

personen opgeleid en een aantal afdelingen heeft algemene training gehad in het terugdringen van fysieke belasting

inclusief RSI.

In 2005 is een start gemaakt met afdelingsgewijze toepassing van de verschillende preventieprogramma’s.

28

Hoofd

stuk 3

• M

anag

emen

t van m

edew

erkers

Nieuwsflits

Oordeel visitatiecommissie: EMGO blijft excellent instituut

De visitatiecommissie heeft het instituut voor extramuraal geneeskundig onderzoek (EMGO) opnieuw als

excellent beoordeeld. Het EMGO heeft een uitstekende internationale academische reputatie, zowel door de

wetenschappelijke status van de onderzoekers, het enorme aantal nationale en internationale publicaties,

als de regelmatige stroom van promoties. Bovendien is het instituut er in geslaagd de beste wetenschappers

van diverse afdelingen van VUmc in één enkele extramurale organisatie samen te brengen. Een punt van zorg is

de grote afhankelijkheid van een beperkt aantal externe fondsen, meent de visitatiecommissie. Het is de tweede

maal dat het instituut de hoogst mogelijke score behaalt. Al eerder, in 1998, stelde een commissie vast dat het

EMGO excellent was.

Page 32: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bedrijfsmaatschappelijk werk

De ingezette profilering van de afdeling in de afgelopen jaren heeft er voor gezorgd dat er naast de verwijzingen

van bedrijfsartsen steeds meer leidinggevenden vroegtijdig medewerkers verwijzen. Ervaring leert dat het preventief

signaleren en verwijzen van medewerkers met stress, werkdruk en andere psychische klachten verzuim voorkomt.

Naast individuele hulpverlening aan de medewerkers wordt samen gewerkt met leidinggevenden, bedrijfsartsen en

andere adviseurs uit de organisatie. Steeds is het doel om het arbeidsplezier van medewerkers te vergroten om

verzuim te voorkomen of zoveel mogelijk te verkorten. Het betrokken houden van medewerkers bij hun werkplek

en de organisatie is hierbij belangrijk.

Naast de individuele hulpverlening zijn eveneens interventies ingezet om het afdeling- en teamfunctioneren te

verbeteren. Zo heeft het bedrijfsmaatschappelijk werk individuele medewerkers en afdelingen begeleid in het traject

Gerichte Groei.

Ook is aan verschillende afdelingen/teams opvang geboden na een traumatische gebeurtenis. Na een afdelings-

overstijgend incident waar vele afdelingen en medewerkers bij betrokken waren is traumaopvang geboden.

In 2005 zijn tevens van start gegaan de projecten ‘Collegiale opvang na ingrijpende en schokkende gebeurtenissen’,

‘Veilige zorg’, ‘Gewenste omgangsvormen’, en ‘Ret jezelf’ (RET: rationele emotieve training).

29

Hoofd

stuk 3

• M

anag

emen

t van m

edew

erkers

Page 33: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Competentie en motivatie

Werken met competenties

Naamsbekendheid verkrijgen is één, goede medewerkers op de goede plek in de organisatie krijgen en houden is

twee. Werken met competenties oftewel competentiemangement is daarbij een belangrijk instrument. Op diverse

afdelingen zijn in 2005 pilots gestart met werken met competenties. In enkele pilots zijn afdelingscompetenties

benoemd, in andere pilots zijn functiecompetenties van leidinggevenden benoemd. Voor het tweede besturingsniveau

zijn functiecompetenties benoemd die zijn besproken in de jaargesprekken met de raad van bestuur. De raad van

bestuur heeft nog twee VUmc-competenties gekozen die zijn gerelateerd aan het realiseren van de VUmc-ambities de

komende twee jaar. De VUmc competenties zijn Klantgerichtheid en Resultaatgerichtheid. Iedere afdeling die start

met competenties, krijgt deze twee competenties in ieder geval in het profiel.

De ervaring leert dat het proces van kiezen van competenties waardevol is, omdat uitwisseling plaatsvindt over welk

gedrag echt belangrijk is om succesvol te zijn in het werk en het realiseren van doelstellingen. Verder geeft het

bespreken van competenties in de jaargesprekken meer inzicht in hoe medewerkers functioneren en wat zij nodig

hebben om zich te ontwikkelen. Wel is het voor sommige leidinggevenden en medewerkers nog onwennig om te pra-

ten over gedrag en de ontwikkeling ervan. Daarom is er een training Coachen op competentieontwikkeling ontwikkeld

voor leidinggevenden en een training gericht op het geven van feedback. Ter ondersteuning van het meten van

competenties is een instrument ontwikkeld voor 360 graden feedback via internet.

In 2006 zullen in alle clusters pilots zijn uitgevoerd met het werken met competenties. Hierin zullen de aanpak

voor de invoering en de ontwikkelde instrumenten worden uitgetest. Het huidige HR instrumentarium zal dan worden

aangepast op het werken met competenties.

Loopbaanadviesbureau: begeleiding bij Gerichte Groei

In 2005 heeft het loopbaanadviesbureau zich met name gericht op het begeleiden van medewerkers die door

Gerichte Groei boventallig zijn verklaard. Van de in totaal 180 medewerkers met een adviesvraag voor het loopbaan-

adviesbureau behoorden 68 tot de groep van de in het kader van Gerichte Groei boventallig verklaarde medewerkers.

Het ondersteuningsaanbod bestond naast de reguliere loopbaantrajecten uit speciale begeleiding zoals groepstrainingen

en verkorte loopbaantrajecten, die zich meer richten op de specifieke situatie van deze medewerkers.

Aan het eind van 2005 kon worden vastgesteld dat ruim 85% van het aantal als boventallig aangemerkte medewerkers

middels interne of externe herplaatsing, outplacementbegeleiding succesvol is herplaatst en/of begeleid.

Door Gerichte Groei is er in het loopbaanadviesbureau een nieuw instrument, ‘matching’, in het leven geroepen.

Het doel van matching is het met voorrang plaatsen van boventallige medewerkers bij interne vacatures. Een groep

die in 2005 ook gebruik is gaan maken van deze matching methodiek zijn de reïntegratiekandidaten. De gekozen

methode zal in 2006 worden gecontinueerd. Daarnaast wordt in 2006 verder gewerkt aan uitbreiding en ontwikkeling

van de in te zetten loopbaaninstrumenten.

30

Hoofd

stuk 3

• M

anag

emen

t van m

edew

erkers

Nieuwsflits

Pacemaker via sms en internet te volgen

Cardiologen van VU medisch centrum hebben als eerste ter wereld een nieuw type pacemaker bij een patiënt

geïmplanteerd. De pacemaker is uniek omdat het een geavanceerde transmitter heeft die bij onregelmatigheden

via SMS gegevens zendt naar de mobiele telefoons van de behandelend cardioloog en een speciale post in het

ziekenhuis. De behandelend arts kan de ernst van de onregelmatigheden vervolgens via internet bekijken en

actie ondernemen. Implantatie van deze geavanceerde driekamer pacemaker zorgt voor het optimaliseren van de

pompfunctie van het hart. Het is bedoeld voor patiënten met langdurig hartfalen. Door de regelmatige controle

worden onregelmatigheden die tot verslechtering van de kwaliteit van leven zouden kunnen leiden ondervangen.

Als een pacemaker slecht functioneert en dit te laat wordt ontdekt kan dat tot ernstige klachten leiden.

Page 34: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Opleiden en ontwikkelen

Ook in 2005 is geïnvesteerd in het opleiden en het ontwikkelen van medewerkers. Zie hiervoor onder meer ook

hoofdstuk 1.

Het cursusaanbod van de bedrijfsopleidingen van de Amstel Academie, het opleidingsinstituut van VUmc,

is beter afgestemd met de doelstellingen van het HR beleid. De allocatie van het centrale opleidingsbudget is

daarop aangepast. Het deel van het aanbod dat rechtstreeks aansluit op het HR beleid is vernieuwd.

Initiële verpleegkundige opleidingen en verpleegkundige vervolgopleidingen zijn ook dit jaar mede gefinancierd door

subsidiegelden van de ministeries van VWS en OCW. Het totaalbedrag van deze door SoFoKles beheerde en voor

2005 toegekende gelden bedroeg 1,08 miljoen euro.

31

Hoofd

stuk 3

• M

anag

emen

t van m

edew

erkers

Nieuwsflits

Eerste DBC facturen verstuurd

Donderdag 10 maart 2005 werd een belangrijke mijlpaal gehaald. Na weken van testen, werden in het zieken-

huis informatie systeem de DBC’s ingelezen, gevalideerd en gefactureerd. DBC staat voor Diagnose Behandeling

Combinatie en omvat het gehele diagnose- en behandeltraject van een patiënt. Met ingang van 1 januari 2005

worden voor een groot deel van de behandelingen geen losse verrichtingen meer gedeclareerd, maar DBC trajec-

ten. Deze trajecten zullen steeds belangrijker worden voor de financiering van het ziekenhuis. Met de introductie

van DBC’s doet marktwerking zijn intrede in de ziekenhuiszorg.

Page 35: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Arbeidsvoorwaarden

Akkoord CAO UMC 2005-2007

Op dinsdag 15 november 2005 is een nieuwe CAO afgesloten voor de Academische Ziekenhuizen. De werkgever NFU

en de vier centrales voor overheidspersoneel ACOP, CMHF, AC en CCOOP hebben een nieuwe CAO-UMC met een loop-

tijd van 24 maanden (1 juni 2005 tot 1 juni 2007) afgesloten. Afgesproken werd dat alle 56.000 medewerkers van

alle UMC’s in december 2005 een verhoging van de eindejaarsuitkering zouden krijgen van 0,75%, dat per 1 april

2006 een structurele loonsverhoging wordt toegekend van 1,5% en per 1 januari 2007 van 0,7%. Ook over pensioen,

arbeidstijden, arbeidsvoorwaarden van assistenten in opleiding (aio’s), levensloop en seniorenbeleid, ziektekosten,

WIA en de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering RBWAZ zijn nadere afspraken gemaakt.

Functiewaardering

De meeste functies zijn in het kader van het nieuwe functiewaarderingssysteem FUWAVAZ in 2005 hergewaardeerd.

Dit betekent dat invoering van FUWAVAZ nagenoeg is afgerond. Tegen de waardering van 25 functies is door mede-

werkers bezwaar bij de Bezwarencommissie FUWAVAZ ingediend. De meeste hiervan zijn behandeld, waarna deze

commissie advies heeft uitgebracht. In de meeste gevallen heeft de raad van bestuur het advies overgenomen.

Kinderopvang

Door het van kracht worden van de nieuwe wet kinderopvang is een nieuw systeem ingevoerd wat betreft de bijdrage

in de kosten van de kinderopvang en wat betreft kwaliteitseisen. Voor wat betreft de kosten is als uitgangspunt

genomen dat de ouders 1/3 bijdragen, de werkgevers 1/3 (per werkgever 1/6) en de overheid 1/3. In het algemeen

ging hierdoor de werkgeversbijdrage voor ouders naar beneden. Er konden daardoor meer medewerkers instromen in

de kinderopvangregeling VUmc.

Bij het kinderdagverblijf ‘t Olifantje waren circa 130 kinderen van medewerkers geplaatst en via Kintent ongeveer

vijfhonderd kinderen van medewerkers. De wachtlijst bij Kintent liep flink terug naar 151 kinderen.

Middels de zogenoemde CAO à la carte kan, indien niet via het ‘t Olifantje dan wel via Kintent kinderopvang wordt

genoten, gebruik gemaakt worden van de fiscale regeling kinderopvang.

32

Hoofd

stuk 3

• M

anag

emen

t van m

edew

erkers

Page 36: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Kwaliteit

Remco de Bree,

KNO-arts en voorzitter van het Sneller Beter projectteam oncologie

“Het diagnostisch traject in het geval van hoofd-halskanker liep voorheen bepaald niet gestroomlijnd. Alle betrokkenen

- artsen, verpleegkundigen, paramedici, administratief medewerkers- moesten ad hoc afspraken plannen waardoor

het onderzoektraject niet goed doorliep. Voor medewerkers een bron van ergernis en voor onze patiënten die vanuit

alle delen van Nederland komen een crime. Er was dus wel een bodem om veranderingen in gang te zetten en

verbeteringen door te voeren. ‘Commitment’ was dan ook snel gevonden, iedereen herkende de knelpunten,

zag de voordelen en mogelijkheden van veranderen. Natuurlijk is een nieuwe werkwijze ook spannend. Wat

betekent het bijvoorbeeld voor je functie-inhoud? Maar binnen dit project was iedereen snel om. En dus is het gelukt

om de doorlooptijd van het diagnostisch traject te verbeteren en het aantal ziekenhuisbezoeken voor de patiënt tot

een minimum terug te brengen. Na verwijzing heeft de patiënt op de eerste donderdagmiddag zijn eerste reeks

onderzoeken, de volgende donderdag de tweede reeks met ook een afspraak op het verpleegkundig spreekuur. In de

week daarop doen we afrondend een scopie, waarna op basis van alle vergaarde informatie de diagnose gesteld kan

worden en het behandelplan aan het eind van die middag bekend is. Sneller Beter is een mooie gelegenheid om

veranderingen door te voeren. De cultuur is er ook rijp voor. Dat merk je als je, zoals in ons geval, in gesprek gaat

met andere afdelingen. Als je je plan met argumenten kunt onderbouwen, kost het niet heel veel moeite om mensen mee

te krijgen.”

33

Hoofd

stuk 3

• M

anag

emen

t van m

edew

erkers

Page 37: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

34

Page 38: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 4 • Management van middelen

Financieel beleid

Het financiële beleid voor 2005 is gericht geweest op de VUmc ambitie ‘Financieel gezond’. Hiertoe behoren een

sluitende exploitatie en een financieel meerjarenperspectief leidend naar een verbetering van de reservepositie.

Om dit mogelijk te maken is in 2004 een majeure bezuinigingsoperatie voorbereid onder de naam Gerichte Groei.

Deze operatie is in 2005 tot uitvoering gebracht en heeft geleid tot een bezuinigingsslag van bijna 10 mln euro in 2005,

oplopend tot 18,5 mln euro in 2006 en 21 mln. euro in 2007. De invulling van de bezuinigingen voor 2005 is volledig

gelukt. De verwachting is dat ook de bezuinigingen voor 2006 en 2007 tot het gewenste resultaat zullen leiden.

Hierdoor is een gezond financieel meerjarenperspectief ontstaan.

Beoogd wordt de reservepositie te versterken tot 8% van het budget patiëntenzorg plus de rijksbijdrage

(zijnde 30 mln euro). Het resultaat over 2005 zal aan het eigen vermogen worden toegevoegd.

Afspraken met verzekeraars

Het beleid ten aanzien van de productie is gericht op een stabiele groei. Er is een groei van 4% gevraagd ten opzichte

van 2004. Deze groei is door de zorgverzekeraars geaccordeerd. Het betrof:

Reguliere productie: groei met name bij de specialismen

• orthopedie

• urologie

• longziekten

Bijzondere productie: groei met name bij de volgende activiteiten

• beenmergtransplantaties

• klinische genetica

• tele/brachytherapie

Projectfinanciering via lokale toeslag voor de volgende onderwerpen:

• obesitaspoli voor kinderen

• werken zonder wachtlijst bij de MRI (Radiologie)

• procesherinrichting KNO

• bijdrage in dure prothesen en implantaten en epilepsiechirurgie

• bijdrage in kosten dure geneesmiddelen

• verhoging budget dubieuze debiteuren

35

Hoofd

stuk 4

• M

anag

emen

t van m

iddelen

Page 39: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

ICT

In het jaar 2005 zijn de volgende punten bereikt ten aan zien van informatievoorziening voor VUmc: Er heeft een

brede discussie plaatsgevonden onder de vlag ‘Patiëntenzorg en ICT’. Het (omvangrijke) gebied is in acht delen

gesplitst en binnen ieder deelgebied zijn projecten benoemd en geprioriteerd. Als gevolg daarvan ligt er nu een

agenda voor de ontwikkeling van zorggerelateerde informatievoorziening, en wordt financiering onderzocht.

In 2005 is de eerste versie van de elektronische leeromgeving (ELO) voor het nieuwe curriculum geneeskunde gereed

gekomen, tegelijk met de start van het nieuwe curriculum.

Er zijn een aantal strategische initiatieven ondernomen binnen het relatienetwerk:

• Regio Amsterdam: koppelingen worden voorbereid voor zorg-samenwerking, zoals binnen het Madonna

programma voor optimalisatie van de gynaecologische en obstetrische zorg;

• VUmc is actief lid van de landelijke stuurgroep IHE (=integrating the healthcare enterprise),

een initiatief ter verbetering van de interoperabiliteit van informatiesystemen in de zorg;

• VUmc heeft een leidende rol in het NFU project om te komen tot een referentiearchitectuur voor de

informatievoorziening van de UMC’s.

• Bedrijfszekerheid: een groot aantal maatregelen is genomen om de bedrijfszekerheid van IT systemen in

VUmc verder te waarborgen. Genoemd kunnen worden: netwerk, mail, VPN, beheerde werkplek.

Inkooplogistiek en Financieel systeem (LIFT)

In november 2004 is de implementatie van de Oracle modules voor financiën, projectadministratie, inkoop en logistiek

van start gegaan. De implementatie verloopt in twee delen: tijdens het 1e deel wordt het fundament gelegd voor de

ingebruikname van de modules en tijdens het 2e deel zullen deze modules verder worden uitgebouwd.

De implementatie is in 2005 gestart en feitelijke ingebruikname vond in 2006 plaats. De sterk verbeterde functionaliteit

van dit systeem draagt bij tot de verbetering van de ondersteuning van de bedrijfsprocessen.

36

Hoofd

stuk 4

• M

anag

emen

t van m

iddelen

Page 40: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

DBC-traject

Volgens de methode die VUmc gebruikt, worden DBC’s afgeleid van reeds vastgelegde gegevens in de basisadministratie.

Enkele van de meest aansprekende eigenschappen hiervan zijn:

• minimale administratieve werklast voor artsen;

• optimale kwaliteit van facturen omdat gefactureerde DBC’s eenduidig afgeleid zijn van wat werkelijk heeft

plaatsgevonden;

• beschikbaarheid diagnosegegevens (kliniek, polikliniek, dagbehandeling) o.b.v. ICD-9 ten behoeve van onderzoek,

onderwijs, visitaties, jaarverslagen en management.

Er is dan ook een groeiende belangstelling van zowel UMC’s als perifere ziekenhuizen die deze methode eveneens

willen toepassen.

2005 heeft in het teken gestaan van de daadwerkelijke invoer van de DBC systematiek. Landelijk maar ook bij VUmc

moesten alle zeilen worden bijgezet om de toch al vooruitgeschoven planning te halen. Dankzij gemeenschappelijke

inzet en inspanning van alle betrokkenen is behoorlijk gepresteerd.

Navolgend een korte opsomming van de activiteiten waaraan is gewerkt:

• Berekenen en vaststellen van standaard verkoopprijzen voor DBC’s uit het B-segment m.b.v. beschikbaar gekomen

kostprijzen uit het kostprijzenmodel.

• Publicatie van standaard verkoopprijzen (DBC’s uit het B-segment) op het internet.

• Afronden van de DBC afleidingroutines voor (onderdelen van) specialismen, zodat DBC’s en bijbehorende zorg-

profielen beschikbaar komen.

• Testen en implementeren van de validatie- en factureringsmodule van iSOFT.

• Op gang brengen van de facturering d.w.z. t/m januari 2005 volledig o.b.v. landelijk vastgestelde DBC tarieven en

vanaf februari 2005 onderscheiden in A-segment DBC’s met landelijk vastgestelde tarieven en B-segment DBC’s

met VUmc prijzen.

• Onderhandelen met zorgverzekeraars over DBC prijzen en zorgcontracten.

• In beeld brengen van het Onder Handen Werk. De waardering van de openstaande DBC's van het B-segment is

gebaseerd op de VUmc kostprijs van de reeds uitgevoerde verrichtingen, of de lagere declaratiewaarde. Voor het

A-segment is dit gebaseerd op de declaratiewaarde per type DBC, d.w.z. de kosten - en honorariumdelen van het

CTG-tarief plus de opslag sluittarief. De typen (en aantallen) DBC's zijn bepaald naar de stand per ultimo 2005.

• Opzetten van beheer AO/IC en voorbereiden van externe verantwoording zoals de bestuursverklaring.

• Nadere uitwerking van de bedrijfseconomische aspecten van de DBC systematiek in het bijzonder de manier

waarop DBC’s deel uitmaken van de interne budgettering.

• Verdere ontwikkeling van DBC kubussen t.b.v. informatievoorziening.

37

Hoofd

stuk 4

• M

anag

emen

t van m

iddelen

Nieuwsflits

VUmc goed voorbereid op grote calamiteit

Twee bommen ontploffen op een locatie waar duizenden mensen bijeen zijn. Een groot deel van deze mensen

raakt gewond. Hoe gaat Nederland daarmee om? Deze vraag leidde tot de grootste rampoefening ooit gehouden

in Europa. De ruim een miljoen euro kostende oefening ‘Bonfire’ richtte zich op een oefening van ambulance-

verpleegkundige tot minister. Ook VUmc deed mee. De voorlopige conclusie? “Een sterke anticipatie op de aard

van de ramp, een strak en goed gereguleerd overzicht van de te verwachten patiëntenstromen en een opvallende

methode om te weten hoeveel slachtoffers inmiddels gearriveerd zijn in het ziekenhuis”, aldus waarnemer

Gijs van Aken (crisiscoördinator Isala Klinieken Zwolle).

Page 41: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Nieuwbouw

In het najaar van 2005 is de bouwvergunning van de lokale overheid ontvangen ten behoeve van de bouw van

Kinderstad (nieuwbouw van een 9e en 10e verdieping op de B-vleugel (voorheen Oost vleugel)). Eind 2005 is de

aanbesteding van Kinderstad opgestart. In Kinderstad kunnen zieke patiëntjes even vergeten dat ze ziek zijn.

De bouw van Kinderstad is een samenwerkingstraject tussen VUmc, Schiphol en Ronald McDonald VU Huis/Kinderstad

en wordt gefinancierd door Ronald McDonald VU Huis/Kinderstad met sponsorgelden.

Aan de Westflank van het VUmc-terrein worden voorbereidingen getroffen om te komen tot de bouw van het

Regionaal Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (RCG) van de GGZ Buitenamstel, de Randstadkliniek van de Stichting

Epilepsie Instellingen in Nederland (SEIN) en de spoedeisende hulp (SEH). Deze initiatieven worden in samenhang ont-

wikkeld. Na een periode van het updaten van de programma’s van eisen van de instellingen is in het najaar een door-

start gemaakt met het uitwerken van het voorlopig ontwerp.

De nieuwbouw van dakopbouw A op de polikliniek is begin 2005 officieel in gebruik genomen. De nieuwbouw van dit

gebouw dient als vervangende huisvesting om verschuivingen in ruimte op te vangen als gevolg van de toekomstige

sloop van het zogenaamde D, R en W gebouw ten westen van het ziekenhuis.

In de eerste helft van 2005 is de bouwvergunning ontvangen voor de bouw van een tweede dakopbouw (dakopbouw B)

op de polikliniek. Aansluitend aan de aanbesteding is in augustus 2005 gestart met de bouw van dakopbouw B.

In dakopbouw B worden de verschuivingen in ruimte opgevangen in verband met de sloop van het zogenaamde

L gebouw (meander) ten westen van het ziekenhuis.

Ten oosten van de polikliniek zal nieuwbouw worden gerealiseerd voor de laboratoria van VU medisch centrum.

Het betreft grotendeels nieuwbouw voor vrijwel alle laboratoria van het ziekenhuis en deels een uitbreiding. In deze

nieuwbouw wordt ook pathologie opgenomen. Eind 2005 is het concept programma van eisen afgerond, ontwikkeld

in nauw overleg met de in het nieuwe gebouw geplande laboratoria.

Najaar 2005 is een start gemaakt met de voorbereidingen ten behoeve van de aanvraag verklaring voor nieuwbouw

van het Revalidatie Centrum Amsterdam op VUmc terrein.

38

Hoofd

stuk 4

• M

anag

emen

t van m

iddelen

Nieuwsflits

Eerste paal CCA het water in

Op woensdag 13 april werd om acht uur in de ochtend de eerste paal geslagen van het nieuwe researchgebouw

van het Cancer Center Amsterdam, dat naast de afrit van de A10 gebouwd gaat worden. Meestal is dit een feestelijke

moment tijdens de bouw, maar ditmaal was het toch wel een beetje een serieuze gebeurtenis. Er moest vlakbij

een grote waterleiding van een meter doorsnee geheid worden. Deze waterleiding voorziet een gedeelte van

Amsterdam van water. Voor de fundering worden 84 palen geslagen, waarvan een groot gedeelte in het water

komt te staan omdat het gebouw gedeeltelijk over het water wordt gebouwd. Het nieuwe gebouw zal honderd

meter lang worden, twintig meter breed en vier bouwlagen bevatten.

Page 42: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Arboconvenant

Ineke van der Jagt, hoofd zorgeenheid hematologie

“Er was al beleid op het gebied van cytostatica, maar toen de overheid met een nieuwe beleidsregel kwam hebben

we, de werkgroep cytostatica, de landelijke richtlijnen naast die van VU medisch centrum gelegd. De logische vragen

waren: hoe doen wij het, hoe moet het volgens de nieuwe richtlijn en wat moet er gebeuren om dat te realiseren?

Onze insteek was duidelijk: de veiligheid voor medewerkers die met cytostatica werken moet gewaarborgd

zijn. Na een risico-inventarisatie op alle afdelingen die met cytostatica werken hebben we een beleidsnotitie opgesteld

met aanbevelingen. Daarover zijn werkplekmanagers ingelicht, want zij zijn verantwoordelijk voor het beleid op

hun afdeling. We hebben voorlichtings- en instructie bijeenkomsten georganiseerd en alle afdelingen van relevante

schriftelijke informatie voorzien. En verder hebben we er nadrukkelijk op aangedrongen op elke afdeling iemand

verantwoordelijk te maken voor cytostatica beleid. Dat was de eerste fase. In de tweede fase hebben we alle cytostatica

afdelingen geaudit: hoe is het cytostaticabeleid uitgevoerd, wat zijn knel- en verbeterpunten? Die auditronde was

heel positief, er ging een preventieve werking van uit dus afdelingen stonden op scherp. Er zijn afdelingen waar alles

goed geregeld is, maar er zijn ook afdelingen waar maar zo weinig cytostatica wordt toegediend dat je je af moet

vragen of je daar de kwaliteit kunt waarborgen. Zo levert de audit weer verbeterpunten op en is de cirkel van meten

en verbeteren rond. Een product audit is mogelijk de volgende stap: hoe lopen de schakels en waar is verbetering

nodig. De arbeidsinspectie focust vooral op de veiligheid voor zwangeren die met cytostatica werken. Ik ben van

mening dat als iedereen werkt volgens de maatregelen uit de beleidsregel, dit extra veiligheid biedt voor alle

medewerkers, dus ook voor zwangeren.”

39

Hoofd

stuk 4

• M

anag

emen

t van m

iddelen

Page 43: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

40

Page 44: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 5 • Management van processen

De belangrijkste processen binnen VU medisch centrum zijn gerelateerd aan haar kerntaken: patiëntenzorg,

onderwijs en opleiding en wetenschappelijk onderzoek.

Management van processen patiëntenzorg

Kwaliteitsbeleid VU medisch centrum

VU medisch centrum werkt sinds enige jaren met het programma Continue kwaliteit aan verbetering van de patiënten-

zorg. Binnen dit programma zijn de volgende thema’s benoemd: patiëntenlogistiek, patiëntveiligheid, tevredenheid

van patiënten en verwijzers, professionele kwaliteit, voorbereiding op NIAZ-accreditatie, Sneller Beter en ontwikkeling

van zorgpaden. In het kader van dit jaarverslag worden de laatste twee onderwerpen hierna uitvoeriger toegelicht.

Zorgpaden

Het ontwikkelen van zorgpaden is een belangrijk onderdeel van het kwaliteitsprogramma van VU medisch centrum.

Zorgpaden, elders vaak klinische paden genoemd, zijn het resultaat van overleg en afstemming tussen de vele

disciplines in het zorgproces. Het team van artsen, verpleegkundigen en eventuele andere betrokkenen bij de zorg

voor een bepaalde patiëntengroep gaat om de tafel om het proces opnieuw neer te zetten. Daarbij spelen meerdere

doelstellingen: logistieke winst boeken (bijvoorbeeld door verkorting van de doorlooptijd), verbetering van de

kwaliteit van de zorg (bijvoorbeeld door het handelen meer evidenced based en gebaseerd op protocollen te maken),

maar ook het verbeteren van de informatievoorziening aan de patiënt.

VU medisch centrum, sinds 2004 lid van het Vlaams-Nederlands Netwerk Klinische Paden, streeft ernaar om in de

komende jaren tot 40% van de patiënten onder te brengen in zorgpaden. Onder andere vanuit Sneller Beter

(procesherinrichtingsprojecten, PHI) zijn in 2005 verdere stappen in deze richting gezet. Navolgend een beeld van de

zorgpadontwikkeling in het verslagjaar.

41

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 45: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Afgerond Gestart of Gestart of in ontwikkeling vanuit

in ontwikkeling Procesherinrichting Sneller Beter

Totale heupprothese in joint care Knie-operaties Vaten:

carotispathologie

(halsslagaderaandoeningen),

aneurysmata (slagaderverwijding),

perifeer arterieel vaatlijden

(slagaderaandoeningen)

Lage rugklachten CVA Hoofd- halsoncologie:

(beroerte) mondholte-orofarynxcarcinoom en

larynx-hypofarynxcarcinoom

(keel – en mondholtekanker)

Staaroperaties Neuro-oncologie

Systemische sclerose Multiple sclerose (electief en acuut)

(huidziekte)

Derdelijns diabeteszorg Colorectale tumoren

(dikke darmkanker)

Niertransplantaties Perinatale zorg

(zorg tijdens en na bevalling)

Ulcus cruris Pijn op de borst

(open been) (cardiologie/cardiochirurgie)

Het zorgpad totale heupprothese in joint care is ontwikkeld door een multidisciplinaire projectgroep onder voorzitter-

schap van een orthopedisch chirurg. Het project had meerdere doelen: betere afstemming van de verschillende zorg-

taken en –disciplines, optimale protocollering, nazorgtraject in kaart en geregeld voor opname, kortere wachttijden,

kortere ligduur, optimale benutting OK-capaciteit, betere bedbezetting, betere informatievoorziening aan de patiënt

en aanpassing van de chirurgische techniek (minimaal invasief).

Een bijzondere doelstelling voor dit zorgpad was de zogenaamde joint care. Bij dit principe wordt een aantal patiënten

tegelijk opgenomen (in dit geval vier). Dit heeft logistieke voordelen en voor de patiënten ontstaat een positief

groepsgevoel (er is zelfs een speciale kamer ingericht voor deze patiënten).

Onder andere door het bepalen van sleutelinterventies (de stappen in het proces die een belangrijke invloed hebben

op de doorlooptijd en kwaliteit van de behandeling) en dossieranalyse heeft de projectgroep een nieuw proces

ontworpen. Daarbij is men erin geslaagd om de opnametijd te reduceren tot vijf dagen. Per dag is precies vastgelegd

welke zorgverlener wat doet en hoe de patiënt geïnformeerd wordt over de gang van zaken. Het vooraf goed infor-

meren van de patiënt is een belangrijke doelstellingen bij het werken met zorgpaden. Ruimschoots voor de opname

worden de patiënten uitgenodigd voor een speciale informatiebijeenkomst. Mede hiervoor is een nieuwe brochure

ontwikkeld, waarin de patiënt van dag tot dag kan volgen wat er staat te gebeuren. Dit is ook vermeld op speciale

posters op de zorgeenheid.

42

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 46: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

In 2005 zijn 77 operaties voor een totale heupprothese uitgevoerd. Hierbij zijn 44 patiënten (57%) behandeld volgens

het zorgpad totale heupprothese. Deze patiënten wordt via een schriftelijke enquete standaard gevraagd naar hun

tevredenheid. In 2005 hebben 37 patiënten (84 %) de enquete ingevuld. Het resultaat was zeer positief: de gemiddelde

tevredenheidsscore bedroeg 3,8 op een vierpuntsschaal (1 = ontevreden, 2 = tamelijk ontevreden, 3 = tamelijk tevreden,

4 = tevreden).

Voorbereidende fase Dag 1 (maandag) Dag 2 (dinsdag) Dag 3 (woensdag)

• Bezoek huisarts en • Opname 7.00 u • Röntgenfoto • Ontslag-

orthopedisch chirurg • Operatie • Verwijderen infuus voorbereiding

• Voorlichting • Start fysiotherapie • Fysiotherapie • Fysiotherapie

Dag 4 (donderdag) Dag 5 (vrijdag) Dag 6 (zaterdag)

• Bezoek arts • Fysiotherapie • Telefonische

transferafdeling • Ontslag / nacontrole

• Fysiotherapie overplaatsing

Ook in 2006 zal zorgpadontwikkeling een belangrijke plaats innemen. Vanuit de programmagroep kwaliteit wordt

gewerkt aan een actieplan zorgpadontwikkeling. Uitvoering daarvan moet, conform het meerjarenbeleid, leiden tot

een aanzienlijke opschaling van het aantal zorgpaden in de komende jaren. Daarnaast gaat in het kader van Sneller

Beter in 2006 weer een groot aantal procesherinrichtingsprojecten van start.

43

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 47: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Sneller Beter

Sinds eind 2004 is Sneller Beter de motor van het kwaliteitsbeleid in VUmc. Dit betekent dat VUmc met enthousiasme

en ambitie projecten doet die de instroom, doorstroom en uitstroom van patiënten (patiëntenlogistiek) en patiënt-

veiligheid verbeteren. Naast VUmc doen 15 andere ziekenhuizen in het land mee. VUmc is het enige universitair

medisch centrum dat participeert. Sneller Beter is een landelijk kwaliteitsprogramma dat de transparantie, doelmatigheid

en kwaliteit in de zorg wil stimuleren. Initiatiefnemers zijn het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

de Orde van Medisch Specialisten, de NVZ vereniging van ziekenhuizen en de Algemene Verenigingen Verpleegkundigen

en Verzorgenden.

Ronde 1 met projecten

Eind 2004 is VUmc gestart met de eerste ronde van 15 projecten met de volgende thema’s:

• Werken zonder wachtlijst: grip krijgen op de vraag en het aanbod van patiënten op de polikliniek.

Voorbeeld van een doelstelling is: de toegangstijden voor een polikliniekbezoek verminderen.

• OK oké: verbeteren van de productiviteit van de OK.

• Vrijwillig incidenten melden: implementeren van een veiligheidscommissie op de afdeling die meldingen van

medewerkers over (bijna)incidenten analyseert en verbeteracties in gang zet.

• Antibiotica switch: patiënten krijgen niet langer dan nodig is antibiotica via een infuus.

• Bloedtransfusie: patiënten krijgen geen onnodige bloedtransfusie.

• Decubitus: verminderen van het ontstaan en voorkomen van decubitus (doorligwonden).

• Post-operatieve wondinfecties: reduceren van dit type infecties.

• Procesherinrichting: herinrichten (verbeteren) van het gehele behandeltraject voor specifieke patiëntengroepen.

Deelname aan Sneller Beter door VUmc levert zowel de patiënt als de organisatie op vele vlakken voordeel op.

Binnen Sneller Beter en andere kwaliteitsinitiatieven zijn al vele successen geboekt in VUmc. De processen van het

ziekenhuis rond de patiëntenzorg zijn zowel in de polikliniek als in de kliniek op een aantal punten sterk verbeterd.

Zo is de toegangstijd van enkele poliklinieken drastisch teruggebracht en zijn de processen rond zorgpaden strak

in lijn gebracht, zodat de ligduur sterk verkort en de patiëntvriendelijkheid verhoogd is.

Ontwikkelingen

Naast de resultaten die projecten opleveren, heeft het eerste jaar van Sneller Beter ook verschillende ontwikkelingen/

instrumenten opgeleverd. Ten eerste de kosten-batenanalyse, die een projectteam doet om inzicht te krijgen in het

effect van een vernieuwingsproject op verschillende resultaatsgebieden. Leidraad bij die analyse is de groeibriljant.

Een kosten/batenanalyse legt het verband tussen kwaliteit en kosten. Een analyse van de financiële consequenties is

een nadere uitwerking van deze kosten-batenanalyse. De methode van kosten-batenanalyses is uitgewerkt in een

passende procedure door een proef te doen binnen Sneller Beter met een tiental kwaliteitsprojecten. Deze proef is

positief geëvalueerd. De raad van bestuur heeft besloten dat deze methode vanaf 1 januari 2006 geldt voor alle

vernieuwings- en investeringsprojecten.

Tweede ontwikkeling is de projectreviewbijeenkomst, die halverwege elk project plaats vindt. Bij deze bijeenkomst

zijn vertegenwoordigers van het team, een afvaardiging van de coördinatiegroep Sneller Beter en een lid van de raad

van bestuur aanwezig. Doelen van de projectreview zijn op een positief stimulerende manier volgen of het project op

koers ligt, geven van begeleiding, steun en waardering, het meedenken over het vervolg van het project en over dat

vervolg besluiten nemen.

Derde ontwikkeling is de borging van de projecten binnen Sneller Beter. Borging is een cruciaal onderdeel, want borging

zorgt voor het vasthouden van het resultaat door de vastgestelde indicatoren (‘kwaliteitsantennes’) blijvend te monitoren

en waar nodig bij te sturen. In 2005 is gestart met de weergave van de indicatoren in het managementinformatiesysteem

Focus, waardoor de resultaten van de indicatoren op een makkelijke manier zichtbaar zijn en gevolgd kunnen worden.

44

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 48: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De projectoverdracht is ook in 2005 ontwikkeld. Dit document dient als eindverslag van het project, daarin staan

tevens de borgingsafspraken.

Vierde ontwikkeling is patiëntenparticipatie. Patiëntenparticipatie gaat over het benutten van de unieke ervarings-

deskundigheid van patiënten met als doel de kwaliteit van de zorg te verhogen. In 2005 zijn er in VUmc verschillende

initiatieven voor patiëntenparticipatie geweest, bijvoorbeeld: deelname van een patiënt aan het OK oké-team en een

gesprek met patiënten over hun ervaringen op de zorgeenheid cardiologie. VUmc vindt patiëntenparticipatie een

belangrijk instrument om de kwaliteit van zorg te verbeteren.

Tot slot de ICT. Ondersteuning van het zorgproces door ICT is van doorslaggevend belang voor het welslagen van

innovaties in de zorg. Innovaties in de zorg gaan hand in hand met innovaties van de ICT; het zijn twee raderen die

in elkaar grijpen en elkaar kunnen aanjagen. Daarom is er een programma in ontwikkeling voor de ICT die nodig is

voor de ontwikkelingen in de patiëntenzorg. Acht gebieden staan centraal in dit programma: presentatie beschikbare

informatie, elektronische statusvoering, planningsondersteuning, workflow ondersteuning, beslissingsondersteuning

(kennisondersteuning), elektronische correspondentie, infrastructuur, en management- en kwaliteitsinformatie.

Ronde 2 met projecten

In oktober 2005 zijn in de tweede ronde van Sneller Beter 22 nieuwe teams van start gegaan. Niet alleen het aantal

teams is gegroeid, maar ook zijn er twee thema’s die in het gehele ziekenhuis aangepakt gaan worden:

Bloedtransfusie en Post-operatieve pijn. Het laatste is een nieuw thema. Bij de aanpak van de meeste thema’s

krijgt VUmc landelijke begeleiding. Dit geldt echter niet meer voor de projecten Antibiotica switch, Bloedtransfusie,

Decubitus en voor een deel Werken zonder wachtlijst. VUmc verzorgt bij deze thema’s zelf de conferenties en de

inhoudelijke expertise. De eerste resultaten van de projecten uit de tweede ronde verwacht VUmc vanaf medio 2006.

45

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 49: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Meldingen incidenten patiëntenzorg

In 2005 bedroeg het aantal meldingen betreffende (bijna) incidenten in de patiëntenzorg 517 tegenover 513 in 2004.

Dit aantal is dus nagenoeg gelijk gebleven.

Overzicht meldingen

Spreiding van de meldingen over de onderscheiden categorieën laat het volgende beeld zien.

N= 517 In %

Professioneel handelen 405 78

Bejegeningsaspecten 0 0

Organisatie aspecten 35 7

Gebouw en techniek 12 2

Facilitaire aspecten 13 2.5

Medische apparatuur 49 9

Financiële aspecten 0 0

Diversen 3 0.5

Van het totaal aantal gemelde (bijna)incidenten had 78% betrekking op professioneel handelen. Spreiding van deze

incidenten over de onderscheiden subcategorieën laat het volgende beeld zien.

N= 405 In %

Diagnostiek 7 2

Behandeling 19 5

Medicatie 214 53

Verzorging 30 7

Val 83 20

Communicatie 28 7

Diversen 24 6

Van het totaal aantal gemelde incidenten over 2005 had 53% betrekking op medicatie (in 2004 betrof dit percentage 42%).

Nadere bestudering van deze incidenten heeft uitgewezen dat het in 67% van de situaties een toedieningsfout betrof.

Bij dit type fout moet gedacht worden aan:

• het (nog) niet verstrekken van voorgeschreven medicatie

• het verstrekken van verkeerde medicatie

• het verstrekken van een verkeerde dosering

• het verstrekken van intraveneuze medicatie (IV) volgens een verkeerde inloopsnelheid

• het verstrekken van medicatie op het verkeerde tijdstip

• het verstrekken van medicatie volgens een onjuiste toedieningsweg

Het aantal valincidenten is gelijk gebleven in vergelijking met 2004, namelijk 83. De valincidenten hebben te

maken met fysieke kenmerken van de patiënt (ziekte, zwakte, flauwvallen, slecht ter been), psychische kenmerken

(desoriëntatie, onrust, geen ziekte-inzicht), gedragskenmerken van de patiënt (handelen op eigen initiatief) en

omgevingskenmerken (bedhekken, gladde vloer).

46

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 50: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Van melding naar verbetering: een voorbeeld

In 2005 ontving de MIP-commissie een aantal meldingen over het zoekraken van biopten tijdens transport. Nadere

analyse heeft geleid tot een onderzoeksrapport met acht aanbevelingen. Deze hadden onder andere betrekking op

het adequaat verwerken van procedures in protocollen, het expliciet benoemen van verantwoordelijken en kleur-

afstemming van potjes en formulieren voor de pathologische anatomie. De MIP-commissie heeft deze aanbevelingen

onderschreven en de raad van bestuur geadviseerd deze te implementeren.

Decentraal behandelen van meldingen betreffende (bijna) incidenten

In 2005 is de meldingscommissie incidenten in de patiëntenzorg (MIP) gestart met de implementatie van een nieuwe

werkwijze: het decentraal behandelen van (bijna)incidenten in de patiëntenzorg. Hiervoor is aansluiting gevonden bij

het VIM-project (Veilig Incidenten Melden) van Sneller Beter.

De centrale meldingscommissie heeft een nieuw, klantvriendelijker meldingsformulier en een database ontwikkeld.

Op drie zorgeenheden (geneeskundige oncologie, inwendige en de intensive care voor volwassenen) is een pilot

gestart. Per zorgeenheid is een veiligheidscommissie geïnstalleerd. In deze decentrale commissies zijn de meldingen

van de eigen zorgeenheid multidisciplinair geanalyseerd met gebruikmaking van een analyseformat. Verder hebben

deze commissies preventieve maatregelen getroffen. De MIP bewaakt dit proces. Afdelingsoverstijgende problematiek

wordt voorgelegd aan de MIP. De drie genoemde zorgeenheden zullen de MIP met ingang van 2006 periodiek

informeren over een aantal vastgestelde items: aantal meldingen, de functie van melders, de aard van de

(bijna)incidenten, oorzaken en de ernst van de gevolgen voor de patiënt. In 2006 wordt het VIM-project verder uitgerold.

Management van processen onderzoek

Scherpe focus binnen het wetenschappelijk onderzoek

VUmc wil wetenschappelijk onderzoek verrichten met medische, verpleegkundige, paramedische en maatschappelijke

relevantie binnen de thema’s van de vijf zwaartepunten (extra- en transmuraal, vitale functies, hersenen, bewegen en

kanker). De vijf zwaartepunten zijn ondergebracht in de 5 onderzoekinstituten: EMGO, ICaR-VU, ICEN, MOVE en V-ICI.

Het onderzoekinstituut MOVE is opgericht in 2003 en lijkt levensvatbaar. MOVE wordt uitgebouwd tot een volwaardig

instituut met toonaangevend translationeel onderzoek op zowel nationaal als internationaal gebied. In 2005 hebben

de onderzoekinstituten van VUmc hun meerjarenbeleid verder geconcretiseerd gebruik makend van de uitkomsten

van de CWTS-analyse en de visitaties.

Het is van belang een goede afstemming te hebben tussen patiëntenzorg en onderzoek. De afdelingen kijken naar de

mogelijkheden om een specifieke patiëntenmix te krijgen zodat het onderzoek binnen de speerpunten van VUmc

optimaal uitgevoerd en verbeterd kan worden.

47

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Nieuwsflits

Hoge verwachtingen van nieuwe hemodialyse-techniek

Een nieuwe hemodialyse-techniek, de zogenaamde on-line-hemodiafiltratie, moet ook de grotere afvalstoffen

uit het lichaam van patiënten verwijderen. Binnen VUmc vindt sinds 2004 jaar onderzoek plaats naar de precieze

effecten van dit systeem. Pas over een jaar of twee zal duidelijk zijn of patiënten er werkelijk baat bij hebben,

maar de verwachtingen zijn hooggespannen. Nefrologen en patiënten hebben een heilig geloof in de nieuwe

dialysetechniek, on-line hemodiafiltratie. Daarom besloot VUmc een voortrekkersrol te vervullen in het valideren

hiervan. In andere landen, onder andere Frankrijk, Duitsland en België, was men met het toepassen van deze

techniek al eerder gestart.

Page 51: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Organisatie en ondersteuning

Het onderzoeksbureau (voormalig BKeS) is gesplitst in het Technology Transfer Office (TTO) en ondersteuning

vanuit clusterbureau VI. Het TTO zet zich in voor zowel VUmc als de VU. Het TTO heeft in 2005 een subsidie van

€ 2.5 miljoen verkregen via het Ministerie van Economische Zaken. Hierdoor is het mogelijk om het bureau in de

loop van 2006 uit te breiden.

De ondersteuning via clusterbureau VI bestaat uit een subsidie-expert en een beleidsmedewerker onderzoek.

VUmc wil op deze manier het management van onderzoek versterken en onderzoekers beter faciliteren. Hierbij ligt

de nadruk op ondersteuning bij subsidie- en fondsenwerving, commercialisatie, patentenbeleid, juridische kwesties

en verbetering van de project administratie.

Ten aanzien van het verwerven en beheren van middelen uit projectfinanciering (tweede tot en met vijfde geldstroom)

heeft begin 2006 besluitvorming plaatsgevonden over een nieuw organisatorisch en juridisch kader. Met de

implementatie daarvan is inmiddels gestart.

VUmc streeft daarbij naar:

• het vergroten van de transparantie van verwerving, besteding en verantwoording van onderzoeksgelden;

• het verhelderen van organisatorische en juridische vormgeving;

• een eenduidig en stimulerend beleid m.b.t. de commerciële exploitatie van kennis.

Een selectie uit de belangrijkste onderzoeken van de onderzoekinstituten in 2005:

EMGO

De Hoorn studie en het nieuwe Diabetes OnderzoeksCentrum

Sinds 1989 wordt in Hoorn door het EMGO Instituut onderzoek uitgevoerd naar diabetes en diabetescomplicaties in

een grootschalig bevolkingsonderzoek: de Hoornstudie. Aan dit onderzoek hebben 2484 mannen en vrouwen, die in

1989 tussen de 50 en 75 jaar oud waren, deelgenomen. In de afgelopen 15 jaar zijn de deelnemers meerdere keren

terug geweest voor nieuwe onderzoeken en wordt het optreden van ziekte en sterfte geregistreerd. In 2005 is een

publicatie verschenen over het vóórkomen van een combinatie van abdominaal overgewicht, hoge bloeddruk, verhoogd

glucose, laag HDL cholesterol en hoge triglyceriden in het zogenaamde 'metabool syndroom' in de Hoornstudie (1).

In 1989 had bijna een kwart van de deelnemers het metabool syndroom, en dit ging gepaard met een verdubbeld

risico op hart- en vaatziekten. Het bleek echter dat de combinatie van de risicofactoren niet erger was dan de som

der delen. De conclusie is dat het metabool syndroom voor de klinische praktijk beperkte meerwaarde heeft.

Er zijn al meer dan 100 publicaties over de Hoornstudie verschenen. Daarnaast heeft de Hoornstudie ook geleid tot

veel ander onderzoek in Hoorn en coördineert het Diabetes Zorgsysteem West-Friesland, onderdeel van de zorg-

activiteiten van het EMGO, door middel van een ketenzorgmodel, de diabeteszorg voor de regio West-Friesland.

Om onderdak te bieden aan het onderzoek en aan meer dan 4000 diabetespatiënten die regelmatig worden gezien,

is door VUmc in 2005 in Hoorn nieuwe huisvesting gebouwd. Het nieuwe Diabetes Onderzoek Centrum is op

3 februari 2006 officieel geopend.

1. Dekker JM, Girman C, Rhodes T, Nijpels G, Stehouwer CDA, Bouter LM, Heine RJ. The Metabolic Syndrome and

10-year cardiovascular disease risk in the Hoorn Study. Circulation 2005; 112: 666-673.

48

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 52: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

ICaR-VU

Koppeling klinische en basale onderzoekstechnieken verbetert diagnose en behandeling bij hartfalen

Het ICaR-VU richt zich op een beter begrip, diagnostiek en behandeling van patiënten met ziekten van hart en bloed-

vaten en ziekten waarbij hart of bloedvaten een belangrijke rol spelen. Belangrijke thema’s binnen dit onderzoek zijn

diabetes, vaatfalen en chronisch hartfalen. Het ontstaan van chronisch hartfalen, veelal na een acute hartinfarct, is

een toenemend probleem. Dit probleem is alleen op te lossen door een integrale benadering vanuit de kliniek en uit

de basiswetenschappen. Onderzoekers van het ICaR-VU bestuderen daarom naast klinische aspecten van chronisch

hartfalen ook de moleculaire veranderingen in het hartweefsel en de oorzaken die hieraan ten grondslag liggen. Het

afgelopen jaar zijn belangrijke resultaten verkregen over de correlatie tussen veranderingen van eiwitsamenstelling

en contractie van de geïsoleerde hartspiercel van patiënten met en zonder hartfalen. Zo zijn de functionele eigen-

schappen van verschillende van deze contractiele eiwitten in kaart gebracht. Dit onderzoek gebeurt in directe relatie

met klinische studies. Vooral met behulp van geavanceerde beeldvormende technieken, zoals die binnen het

ICaR-VU zijn ontwikkeld, zijn steeds meer pathofysiologische veranderingen te meten in patiënten. Door middel

van MRI-studies is het niet alleen mogelijk om ventriculaire dysfunctie op spierlaag-niveau te meten, maar ook om

onderscheid te maken tussen reversibele en irreversibele schade. Daarnaast geven PET-technieken directe informatie

over contractiele-metabole relaties van de hartspieren. Op grond van dit basale onderzoek en deze beeldvormende

technieken worden nu steeds betere en meer specifieke interventies ontwikkeld en toegepast, die het ontstaan en de

progressie van chronisch hartfalen kunnen verminderen.

ICEN

Wittestofziekten bij kinderen: van magnetische resonantie (MRI) tot basaal defect

Ziekten van de witte stof van de hersenen bij kinderen vormen het onderwerp van deze onderzoekslijn.

‘Wittestofziekten’ bij kinderen zijn meestal erfelijk en progressief. Handicap en vroegtijdig overlijden zijn het gevolg.

Heel vaak blijft de oorzaak onbekend. Dat betekent dat er voor families geen informatie is, geen prenatale diagnostiek

en geen behandeling.

Sinds 10 jaar vormen wittestofziekten van onbekende origine het focus van deze onderzoekslijn. Er is een magneti-

sche resonantie beeldvorming (MRI) patroonherkenningsprogramma ontwikkeld, waarmee inmiddels meerdere ‘nieuwe’

ziekten ontdekt zijn. Dit succes heeft geleid tot een stroom van second opinions (ca. 500 MRIs per jaar van overal ter

wereld). Deze internationaal unieke positie garandeert toegang tot vele patiënten en families, nodig voor het onderzoek.

Het genetisch koppelingsonderzoek is zeer succesvol geweest en heeft voor ‘nieuwe’ ziekten de verantwoordelijke

genen gevonden. Bij zeker 20% van de kinderen, die 10 jaar geleden zonder diagnose bleven, kan nu een specifieke

diagnose worden gesteld, die met DNA onderzoek bevestigd kan worden. Aan betreffende families kan prenatale

diagnostiek geboden worden. Maar de kinderen met nu bekende wittestofziekten overlijden nog steeds.

Het streven van het programma, waar de ZonMw TOP subsidie voor is gekregen, is met name inzicht te verkrijgen in

de pathofysiologie van de ‘nieuwe’ ziekten door nieuwe technieken toe te voegen, waaronder onderzoek van hersen-

weefsel en cellen van patiënten en het gebruik van transgene muizen als diermodel. Inzicht in ziektemechanismen is

een voorwaarde voor het zoeken naar een behandeling. Want behandelen van kinderen met wittestofziekten is het doel.

49

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Nieuwsflits

Verpleegkundige Advies Raad is een feit

De Verpleegkundige Advies Raad (VAR) is vanaf 12 mei 2005 officieel een feit. Dat de VAR op deze dag werd

geïnstalleerd, is niet toevallig: “De dag van de verpleging is een prachtige gelegenheid om de stem van de

verpleegkundigen officieel te bekrachtigen”, vindt voorzitter Hilda Ket. Ket voelt zich sterk verbonden met het

nieuwe adviesorgaan. “De VAR wil met haar adviezen een stevige positie krijgen binnen VU medisch centrum en

de stem van verpleegkundigen laten horen. Want zij verdienen een eigen geluid.”

Page 53: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

MOVE

Stam cellen uit vetweefsel voor bot- en kraakbeen regeneratie

Mesenchymale stam cellen (MSCs) zijn een veelbelovende bron voor het kweken van bot en kraakbeen weefsel.

Deze cellen hebben de potentie om zich tot een aantal verschillende celtypes te ontwikkelen, waaronder osteoblasten

(botcellen) en chondrocyten (kraakbeencellen). Onlangs is aangetoond dat vetweefsel grote hoeveelheden MSCs

bevatten, waardoor het mogelijk zou moeten zijn om deze cellen te gaan gebruiken voor de behandeling van bot- en

kraakbeen defecten. Voor het kweken van bot- en kraakbeencellen uit van vetweefsel afkomstige MSCs is het nood-

zakelijk dat MSCs zich ontwikkelen tot osteoblasten en chondrocyten. Van zowel oplosbare factoren, zoals groeifactoren

en polyamines als van mechanische krachten wordt verondersteld dat zij de ontwikkeling van MSCs tot bot en

kraakbeenachtige cellen beïnvloeden.

Het project richt zich op de volgende onderwerpen

• Het karakteriseren van uit geiten en humaan vetweefsel verkregen stamcellen;

• Hoe beïnvloedt mechanische belasting de ontwikkeling van deze cellen tot bot en kraakbeencellen;

• Wat is the rol van polyamines in de ontwikkeling van deze cellen tot bot en kraakbeencellen;

• Welke andere factoren, zoals o.a groeifactoren beïnvloeden deze ontwikkeling;

• Welke moleculaire mechanismen en welke genen zijn betrokken bij deze ontwikkeling.

V-ICI

Een nieuwe therapie voor patiënten met acute leukemie

V-ICI profileert zich met translationeel onderzoek van laboratorium tot patiënt voor immunologische en oncologische

ziekten. Binnen het therapie programma van V-ICI wordt o.a. onderzoek verricht naar het verbeteren van de therapie

van leukemie patiënten. Voor het bereiken van langdurige genezing is het noodzakelijk dat de stamcellen van de

leukemie vernietigd worden. V-ICI onderzoekers zijn er in geslaagd om deze leukemische stamcellen te onderscheiden

van normale stamcellen m.b.v. een specifiek antilichaam gericht tegen CLL-1. Deze opzienbarende bevinding is

onlangs gepresenteerd tijdens de plenaire vergadering van het jaarlijkse congres van de American Society of

Hematology. Door het koppelen van een toxische stof aan dit antilichaam zouden specifiek leukemische stamcellen

gedood kunnen worden. De normale stamcellen zullen onder die condities gespaard blijven, zodat de normale

uitgroei van bloedcellen intact blijft. Nog niet eerder werd zo’n specifieke toepassing beschreven. Hoewel het

onderzoek momenteel nog in een experimentele fase verkeerd is de impact van deze unieke vondst groot. Elke stap

die gezet kan worden om leukemische stamcellen selectief te vernietigen is een stap voorwaarts.

Management van processen onderwijs

De start van een nieuw curriculum: VUmc-compas

VUmc opleidingsprogramma voor de basisarts is geheel vernieuwd. Het is een competentiegericht programma en

leidt artsen op die hun werk met compassie uitvoeren. Het motto van het nieuwe curriculum is daarom: competent

met compassie. De naam van het nieuwe curriculum is VUmc-compas.

VUmc-compas sluit beter aan bij de voor- en vervolgopleidingen, is gebaseerd op de nieuwste onderwijskundige

inzichten en levert artsen af die een antwoord hebben op de eisen die een dynamische samenleving aan hen stelt.

Het eerste studiejaar van VUmc-compas is op 5 september 2005 van start gegaan.

Vanaf het allereerste begin van de studie is het verhaal van de patiënt het vertrekpunt. Niet alleen om te achterhalen

wat deze mankeert maar ook hoe je als arts het beste met de patiënt kunt omgaan.

In VUmc-compas leren studenten kennis, vaardigheden en gedrag te integreren. Zo verweven ze competenties

die ze professioneel kunnen inzetten in hun werk als arts. In dat werk heeft VUmc acht rollen onderscheiden en

elke rol vraagt om specifieke competenties. De VUmc-arts is een medisch expert. Hij beschikt over de meest actuele

medische kennis en bezit de vaardigheden deze toe te passen. Hij kan gegevens verzamelen en interpreteren,

50

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 54: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

een probleemanalyse maken, de juiste klinische beslissingen nemen en uitvoeren. Hij doet dit ethisch onderbouwd,

communicatief vaardig en kosteneffectief.

Als academicus levert hij een wetenschappelijke bijdrage aan de gezondheidszorg. Hij bevordert het onderricht aan

studenten, patiënten en anderen. Hij erkent het belang van levenslange scholing en vervult daarin een rolmodel. De

communicator kan een effectieve relatie aangaan en onderhouden met patiënten, collega’s en andere zorgverleners.

Zijn vermogen om helder te communiceren is van essentieel belang om hoog gekwalificeerde zorg te kunnen bieden.

Hij kan als reflector naar zijn persoonlijke en professionele functioneren kijken en weet waar zijn mogelijkheden en

grenzen liggen. Hij is in staat zijn scholing en loopbaanontwikkeling hierop af te stemmen. De arts als samenwerker

is in staat doeltreffend samen te werken met collega’s, andere zorgverleners, met patiënten en patiëntgroepen.

Hij kan informatie overbrengen,onderhandelen, leidinggeven, consulteren en feedback geven. Elke dag neemt de arts

als organisator besluiten over het te voeren beleid. Hij kan prioriteiten stellen, deze uitvoeren en evalueren.

Als gezondheidsbevorderaar erkent en bepleit hij het belang van preventieve gezondheidszorg voor de individuele

patiënt, patiëntgroepen en de maatschappij. De beroepsbeoefenaar verleent de patiëntenzorg volgens de hoogst

geldende medische en ethische standaarden en spant zich voortdurend in om deze volledig te beheersen.

Het onderwijsinstituut heeft samen met de docenten en de opleiders met veel enthousiasme gewerkt aan het

programma voor de eerstejaars studenten die in september 2005 zijn begonnen aan VUmc-compas.

Om dit doel te bereiken is hard gewerkt aan de oplevering van handleidingen en richtlijnen voor de inrichting van

de cursussen uit het eerste jaar, de ontwikkeling van het toetsbeleid, de inrichting van de onderwijsorganisatie met

bijbehorende commissies en ondersteuning van de cursuscoördinatoren bij het invullen van de verschillende programma-

onderdelen en de toetsing. Alle tutoren voor het eerste semester zijn getraind in het begeleiden van leergroepen.

Voor alle cursussen is het onderwijsmateriaal, zoals studieopdrachten en practica, beschreven.

De eindtermen van de opleiding zijn – in samenhang met de accreditatie van de bachelor- en de masteropleiding –

vastgesteld. De eindtermen bestaan uit ‘VUmc profiel’ waarin de competenties zijn beschreven van de basisarts die

bij VUmc afstudeert.

Ontwikkeling kwaliteit

Op basis van het kwaliteitszorgplan VUmc-compas is een evaluatieplan ontwikkeld voor het eerste studiejaar van

VUmc-compas. In dit plan wordt beschreven welke onderwijsonderdelen op welke wijze worden geëvalueerd. Tevens

worden de procedures, taakverdeling, verantwoordelijkheden, besluitvorming en wijze van rapporteren beschreven.

In de evaluatie komen de zeven onderwerpen aan de orde waar bij de accreditatie op geoordeeld wordt: doelstelling

van de opleiding, programma, toetsing, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg, resultaten. Voor

ieder onderwerp zijn kwaliteitscriteria geformuleerd. Zowel het kwaliteitszorgplan als het evaluatieplan is gebaseerd

op het INK-model, waarbij de PDCA-cyclus consequent gehanteerd wordt.

Ontwikkeling jaar 2 en 3

De verdere ontwikkeling van jaar 2 en 3 is in gang gezet. In een tweewekelijks overleg tussen alle semestercoördinatoren

en profielcoördinatoren wordt de voortgang van de semesters besproken en de inhoud op elkaar afgestemd. Per

semester worden door de cursuscoördinatoren onder leiding van de semestercoördinator de cursussen verder ingevuld

en het onderwijsmateriaal ontwikkeld. Daarbij wordt het competentie-onderwijs verweven met de cursusinhoud.

Accreditatie bachelor- en masteropleiding VUmc-compas

In het najaar 2004 is een concept-accreditatierapport opgesteld. Voor het invullen van nog ontbrekende informatie

over de bachelor- en de masteropleiding zijn in januari 2005 twee conferenties georganiseerd. Het accreditatie-

rapport is afgerond en eind februari verzonden naar de beoordelende instantie, de QANU. De beoordeling van de

aanvragen en het opstellen van de rapportages door de QANU is eind 2005 nog niet afgerond. De rapportages

worden in maart 2006 verwacht.

51

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 55: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Aanpak verbeterpunten Curriculum 1991

Gelijktijdig met het Accreditatierapport voor VUmc-compas is een plan van aanpak opgesteld voor de knelpunten van

Curriculum 1991, die zijn geconstateerd door de visitatiecommissie. Dit rapport is aangeboden aan de Nederlands

Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), die de bewakingsrol heeft overgenomen van de Inspectie van het Hoger

Onderwijs.

De NVAO heeft het rapport beoordeeld en besproken tijdens een bezoek aan VUmc. Aansluitend heeft de NVAO

geconstateerd dat VUmc adequaat is omgegaan met de aanpak van de verbeterpunten uit het visitatierapport.

Gelet op de investering in tijd en geld in VUmc-compas is voor de aanpak van de knelpunten in Curriculum 1991

gekozen voor vier speerpunten.

De resultaten zijn als volgt:

1 Bevorderen van de studievoortgang

De werkgroep ‘Studievoortgang’ heeft een plan ontwikkeld om de studievoortgang van de studenten van Curriculum

1991 te bevorderen. De werkgroep heeft zich in eerste instantie gericht op de studenten van het eerste studiejaar.

De maatregelen waren 1) vaststellen van een duidelijke overgangsregeling;, 2) verbeteren van het onderwijs- en

tentamenrooster en 3) intensiveren van de studiebegeleiding/monitoring van en voorlichting aan studenten.

Het resultaat was positief. Een relatief grote groep studenten is doorgestroomd naar het tweede studiejaar en

slechts een beperkt aantal studenten is overgeplaatst naar VUmc-compas. De uiteindelijke instroom in

VUmc-compas was daardoor 385.

De werkgroep heeft vervolgens een plan van aanpak voor de studievoortgang voor de doctoraalfase opgesteld.

Dit plan is inmiddels geimplementeerd.

2 Wetenschappelijke vorming

De kwaliteit van de wetenschappelijke stages is verbeterd door een aantal maatregelen. De belangrijkste wijzigingen

zijn: de duur van de stage is verlengd naar 12 weken, “duostages” zijn niet langer mogelijk, er is een tussentijdse

beoordeling/gesprek ingevoerd, een mondelinge presentatie van de stage is verplicht gesteld en er is een extra

beoordeling van het stagevoorstel en verslag ingevoerd. Daarnaast is een portfolio ingevoerd en de informatie-

voorziening naar de studenten is verbeterd door gebruik van Blackboard.

3 Toetsing en beoordeling van het niet-klinische deel van de opleiding

In het kader van de kwaliteitszorg is in 2004-2005 een project uitgevoerd gericht op het verbeteren van schriftelijke

toetsing in jaar 2 tot 4.

De resultaten van dit project zijn:

• de toetsorganisatie is gecentraliseerd, de toetsprocedures zijn beschreven en de

kwaliteitszorg rond de toetsing is aangepast en schriftelijk vastgelegd.

• een toetscommissie is ingesteld.

• de Handleiding tentaminering is vernieuwd.

• de onderwijscommissie, de examencommissie en de blokvoorzitters stemmen in met de nieuwe werkwijze.

4 Verbeteren van de kwaliteitsbewaking van de co-assistentschappen

Het systeem van kwaliteitsbewaking van de co-assistentschappen is verbeterd door het ontwikkelen van een nieuw

evaluatieformulier en het verbeteren van de evaluatieprocedures. Kern daarvan is een snellere terugrapportage

naar de betrokkenen en bewaken van de implementatie van de verbeterpunten. Een pilot met de nieuwe

werkwijze is gestart in 2006. Er is een start gemaakt met het opstellen van een integraal kwaliteitsplan voor de

co-assistentschappen.

52

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 56: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Vijf jaar VU medisch centrum

Christien Dijkstra,

afdelingshoofd moleculaire celbiologie en immunologie

“De positie van VU medisch centrum in het nationale onderzoeksveld heeft door de fusie van VU en VU ziekenhuis,

nu vijf jaar geleden, een enorme boost gekregen. Het onderzoek van onze afdeling moleculaire celbiologie en

immunologie (MCB) is daar een goed voorbeeld van. De raad van bestuur heeft veel in onze afdeling geïnvesteerd.

Daardoor hebben we twee jonge hoogleraren kunnen benoemen, waardoor we fors zijn gegroeid en nieuwe geldstromen

konden aanboren. En dat betaalt zich uit, we hebben een groot aantal NWO subsidies binnengehaald en dat straalt

op alle 140 medewerkers binnen onze afdeling af. Daarnaast zijn we door cluster V, waar de afdeling nu vijf jaar in

zit, enorm geholpen om onze apparatuur op orde te krijgen.

Er is binnen VUmc een aantal heel sterke onderzoekslijnen boven komen drijven. Neem het onderzoek binnen het

Multiple Sclerose (MS) Centrum. Het MS Centrum heeft zich de afgelopen vijf jaar ontwikkeld tot een prominent

topinstituut met mondiale betekenis. Als afdeling participeren we in dit centrum en hebben we een rol gespeeld bij

de oprichting. Het onderzoek naar MS heeft een geweldige vlucht genomen. Dat komt deels door de che-

mie binnen het MS centrum: de juiste combinatie van een aantal gedreven mensen. Om het proces rond

MS onderzoek nog beter te stroomlijnen starten we binnenkort het ‘MS office’. Nu bestaat het MS centrum

uit een conglomeraat van onderzoekers, verspreid over vele afdelingen. In het MS office vallen deze onderzoekers

allemaal onder de paraplu van één cluster. Er worden een programma- en een office manager aangesteld en ook in

secretariële ondersteuning wordt voorzien. Samen vormen zij het regelcentrum van het MS onderzoek. Het proces

rond MS onderzoek is straks vanuit dit MS office veel beter te organiseren.

Ik ben echt trots op wat er de afgelopen vijf jaar is gebeurd. De komende vijf jaar zullen we ons als VU medisch

centrum op onze internationale omgeving moeten oriënteren. Daar ligt de volgende uitdaging.”

53

Hoofd

stuk 5

• M

anag

emen

t van p

rocessen

Page 57: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

54

Page 58: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 6 • Klanten en leveranciers

VU medisch centrum kent vele stakeholders. De waardering van bijvoorbeeld patiënten en studenten is maatgevend

voor het succes van de organisatie.

Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ)

De belangen van de patiënten van alle universitair medisch centra (UMC’s) worden behartigd door een landelijk

georganiseerde cliëntenraad, de CRAZ (Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen). De CRAZ is daarbij voor elk

van de UMC’s tevens de eigen cliëntenraad. De CRAZ bestaat sinds 1998 en is ingesteld in het kader van de Wet

Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). Volgens deze wet is iedere zorginstelling verplicht een

onafhankelijke cliëntenraad op te richten, om de betrokkenheid van patiënten bij de zorg te waarborgen. De kracht

van de CRAZ is dat zij zich richt op onderwerpen die overstijgend zijn en kenmerkend voor de universitair medisch

centra. Daarnaast kan de CRAZ ook oog hebben voor concrete zaken die binnen elk afzonderlijk UMC aan de orde

zijn. De CRAZ is gevestigd in Utrecht en telde in oktober 2005 jaar 47 leden, allen afkomstig uit verschillende patiënten-

verenigingen. De CRAZ wordt steeds ingesteld voor een periode van een paar jaar, die wordt afgesloten met een

evaluatie. Bij positief resultaat wordt een nieuwe CRAZ geïnstalleerd. In 2006 sluit de CRAZ de derde periode af.

De voltallige CRAZ houdt vier keer per jaar vergadering. Hierbij is van ieder UMC een lid van de raad van bestuur

aanwezig. Ook in 2005 was VUmc bij iedere vergadering vertegenwoordigd. Tijdens de vergaderingen heeft steeds

één UMC centraal gestaan, met een presentatie over een aantal voor dat UMC relevante onderwerpen. In 2006 is het

de beurt aan VUmc.

In september van dit jaar is een lid van de raad van bestuur van VUmc toegetreden tot de agendacommissie van de

CRAZ. De agendacommissie bepaalt welke onderwerpen tijdens de vergaderingen aan de orde komen.

In november 2005 heeft de kwaliteitscommissie van de CRAZ een werkbezoek gebracht aan VUmc. Hierin stond het

onderwerp patiënttevredenheid centraal, met een tweetal presentaties van VUmc. In een algemene presentatie werd

VUmc-beleid ten aanzien van patiënttevredenheid toegelicht sinds de bekendmaking in september 2004 van de

resultaten van het VAZ-patiënttevredenheidsonderzoek uit 2003. Uit de presentatie kwam naar voren dat het onderwerp

op verschillende niveaus in de organisatie serieus is opgepakt en dat er duidelijke doelstellingen zijn geformuleerd

voor verbetering. Daarnaast heeft op verzoek van de CRAZ de afdeling cardiologie een presentatie gegeven over de

eigen vervolgacties na de enquête. De afdeling heeft vele middelen ingezet om de mening van hun patiënten te

verkrijgen over de diverse aspecten van zorg.

Een evaluatie over de periode 2003-2005 onder de leden van de CRAZ en de raden van bestuur van de UMC’s heeft

geresulteerd in een overwegend positief oordeel over de vorm en de werkwijze van de CRAZ. Wel zijn er een aantal

aandachtspunten naar voren gekomen die de in 2006 nieuw geïnstalleerde CRAZ op haar beleidsagenda zal zetten.

Deze betreffen onder meer het beperkt aantal adviesaanvragen van de afzonderlijke UMC’s die ook relevant kunnen

zijn voor andere centra en de vraag in hoeverre de CRAZ een rol kan spelen bij lokale medezeggenschapsvragen.

Aan dit laatste is de laatste jaren zo goed mogelijk invulling gegeven door per UMC een zogenoemd aandachtspersoon

van de CRAZ nauw te laten samenwerken met een contactpersoon van het UMC. Deze samenwerkingsvorm heeft als

doel de CRAZ een grotere rol te geven bij lokale onderwerpen.

55

Hoofd

stuk 6

• K

lanten

en leveran

ciers

Page 59: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Klachtencommissie

Een klacht is in de context van de klachtencommissie een schriftelijke uiting van ongenoegen. In 2005 ontving VU

medisch centrum 239 klachten van patiënten of hun vertegenwoordigers. Van dit aantal zijn 28 klachten op verzoek

van de klager ter behandeling voorgelegd aan de klachtencommissie. De overige klachten zijn in het bemiddelings-

traject opgenomen. In 2005 werden in totaal 182 klachten afgehandeld. Hiervan heeft de klachtencommissie in

18 klachten uitspraak gedaan, 7 hiervan waren in 2004 ingediend. Het aantal ingediende klachten in 2005 is vrijwel

gelijk aan dat van 2004 (233). Ook de jaren daarvoor verschilden de aantallen niet aanzienlijk.

De aard van de klachten is onder te verdelen in verschillende categorieën. In 2005 was dit als volgt: diagnostiek

(7,5 %), behandeling ( 21,3%), medicatie (2,1%), verzorging (6,7%), communicatie (18%), bejegening (17%), organisatie

(20,9%), valincidenten (1,3%), facilitair (3,8%), financieel (0,8%). Opvallend is dat het aantal klachten over bejegening

ten opzichte van 2004 is gestegen.

In 2005 is een begin gemaakt met het periodiek zenden van zogenoemde ‘stuurinformatie’ naar de (hoofden van de)

afdelingen. Verwacht wordt dat dit de kwaliteit van de zorgverlening ten goede zal komen. De afdelingen ontvingen

in april 2005 een overzicht van de eigen klachten over de periode juli t/m december 2004, afgezet tegen het totaal

aantal klachten van VU medisch centrum in diezelfde periode. Vervolgens is in september 2005 voor de tweede maal

een overzicht verzonden over de periode januari t/m juni 2005. Deze informatie is positief ontvangen. In 2006 wordt

de bruikbaarheid van de stuurinformatie geëvalueerd.

Klachtenregistratie heeft in 2005 tot verbeteracties geleid. Enkele voorbeelden van de genomen maatregelen zijn:

• verscherping van de regels over dossiervoering en correspondentie richting huisarts bij de afdeling heelkunde

• aanpassing van het obductieformulier met de mogelijkheid tot weigering van hersenobductie

• voorgenomen reductie van de wachtlijst aneurysma-patiënten door ontwikkeling van zorgpaden in het kader van

Sneller Beter

• patiënten en familie op de afdeling neurologie worden tijdig geïnformeerd over overplaatsing

Op 16 juni 2005 is een wijziging in de Wet klachtrecht cliëntenzorgsector (WKCZ) in werking getreden, waarbij de

klachtencommissie een meldplicht heeft aan de inspectie voor de gezondheidszorg als de zorgaanbieder niet reageert

op een klacht over ernstige structurele problemen of wanneer de klachtencommissie de indruk heeft dat de

zorgaanbieder geen maatregelen heeft getroffen nadat zij een ernstige situatie aan de zorgaanbieder heeft gemeld.

Een dergelijke situatie heeft zich in VU medisch centrum in 2005 niet voorgedaan.

Kerncijfers Onderwijs en Opleiding

In 2005 is de instroom van de eerstejaars studenten geneeskunde VUmc vergelijkbaar met 2004 en 2003. Ook voor

het komende studiejaar is besloten de capaciteit niet verder uit te bereiden, de numerus fixus blijft gehandhaafd op

350 eerstejaars studenten geneeskunde. In Noorwegen is de capaciteit van de eerstejaars studenten geneeskunde de

afgelopen jaren verhoogd, wat verklaard dat instroom van Noorse studenten anders dan in voorgaande jaren tot 0 is

gereduceerd.

Post Academisch Onderwijs Geneeskunde (PAOG), de VUmc cursus- en congresorganisatie, realiseerde in 2005

57 activiteiten (t.o.v. 2004 een stijging van 67,5%) met in totaal 5218 deelnemers (t.o.v. 2004 een stijging van 38%).

Het aanbod bestond uit 41 jaarlijks terugkerende activiteiten (2004: 28), 9 eenmalige bijeenkomsten (2004: 5) en

7 internationale congressen (2004: 1).

56

Hoofd

stuk 6

• K

lanten

en leveran

ciers

Page 60: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Kengetallen onderwijs en opleiding Jaar Jaar Jaar Jaar

05 - 06 04 –05 03 - 04 02 - 03

Opleiding Geneeskunde

• reguliere instroom propedeuse 350 351 350 324

• instroom Noorse studenten in propedeuse - - 8 7

• instroom hogere studiejaren 8 10 10 10

(vnl. buitenlandse artsen)

• instroom tandartsen voor verkort 2 4 5 5

doctoraalprogramma

• instroom masterclass 15 19 20 12

• totaal aantal studenten 2199 2031 1853 1705

• % vrouwelijke studenten 63% 63% 62% 62%

• propedeusediploma’s nvt 339 343 290

• doctoraal diploma’s nvt 210 177 170

• afgestudeerde basisartsen nvt 173 199 225

Masteropleiding Oncology 05 - 06 04 –05 03 - 04 02 - 03

• instroom 25 16 28 18

• totaal aantal studenten 54 49 46

• aantal afgestudeerden nvt 23 13 nvt

PAOG cursus- en congresorganisatie 2005 2004 2003 2002

• aantal nationale bijeenkomsten 57 (2977) 33 (2666) 41 (3169)

(deelnemers)

• aantal internationale bijeenkomsten 7 (2241) 1 (1109) 4 (828)

(deelnemers)

57

Hoofd

stuk 6

• K

lanten

en leveran

ciers

Page 61: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Medische vervolgopleidingen

Ontwikkelingen in 2005

De opleidingscapaciteit van VUmc is in 2005 uitgebreid. Van de 27 vanwege het CCMS erkende medisch

specialistische opleidingen worden er 25 voor VUmc aangeboden. Het streven is er op gericht alle opleidingen aan te

bieden, al dan niet in samenwerking met de ander opleidingsinrichtingen binnen de onderwijs- en opleidingsregio

van VUmc (OZON).

Naast bovenstaande (CCMS) erkende opleidingen heeft VUmc de bevoegdheid voor 14 ander opleidingen.

De totale opleidingscapaciteit van de OOR is geleidelijk uitgebreid van 389 in 2004 naar 528 in 2005. De verwachting

voor 2006 luidt 541 aios.

Tabel De vervolgopleidingen in cijfers

2006 2005

Aantal opleidingen (erkend) 25 25

Aantal opleidingen (overig) 14 14

Instroom aios (OOR VUmc) 100 108

Totaal aantal aios (OOR VUmc) 541 528

Instroom aios VUmc 72 69

Totaal aantal aios VUmc 337 325

Uitstroom VUmc 60 51

58

Hoofd

stuk 6

• K

lanten

en leveran

ciers

Nieuwsflits

Roparunners leveren topprestatie

Maandag 16 mei om 14.53 uur passeerde het voltallige Roparunteam van VU medisch centrum de finishlijn op

de Coolsingel in Rotterdam. 38 Uur en 42 minuten eerder was Regina Knoester als eerste loper voor het VUmc

team van start gegaan in Parijs. Met deze fantastische tijd bezet het team de 26ste plaats in het klassement van

de in totaal 176 deelnemende teams. In vergelijking met de 62ste plaats in 2004 is er dus sprake van een flinke

verbetering.

Sneller Beter motor achter kwaliteitsverbeteringen

Wie de tussentijdse resultaten bekijkt van de vijftien VUmc-Sneller Beterteams, ziet dat er enorm veel werk is

verzet. Zo is het percentage mensen met doorligwonden op de zorgeenheid neurochirurgie/orthopedie nage-

noeg nul, is de toegangstijd voor de poli verloskunde verlaagd met tien dagen, is er voor carotispatiënten een

efficiënt zorgpad ontwikkeld en draaide de afdeling radiologie de afgelopen maanden overuren om de wachtlijst

weg te werken. De tussentijdse resultaten werden op 31 oktober 2005 tijdens een landelijke conferentie aan

minister Hoogervorst overhandigd. Vanaf november was er in VUmc een Sneller Betertentoonstelling te zien.

Bedoeling is dat de kennis die is opgedaan in de Sneller Beterteams zich verspreidt over de andere zorgeenheden.

Vanaf 1 oktober zijn 23 nieuwe teams gestart met projecten als decubitus, postoperatieve wondinfecties en

werken zonder wachtlijst. Nieuw binnen deze projecten is dat patiëntenparticipatie een verplicht onderdeel is.

Page 62: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Vanwege het Centraal College Medische Specialismen (CCMS) is per 1 januari 2005 het Kaderbesluit en een complete

set specifieke opleidingseisen in werking getreden. Hierin zijn eisen geformuleerd voor een moderne modulaire

opleidingsstructuur op basis van eindtermen, cursorisch onderwijs, toetsing van competenties en professionalisering

van opleiders.

Gelet op alle wijzigingen in de beroeps- en opleidingsstructuren is op tijd gestart met de invoering van cyclisch

aios-onderwijs, dat aan alle aios wordt aangeboden. De aangeboden modules zijn in 2005 door grote groepen aios

gevolgd. Het onderwijs is opgezet door de centrale opleidingscommissie (COC) van VUmc.

Aanvullend op het aios-onderwijs wordt een COSTA-VU (complexe situatietraining arts-assistenten VU) cursus

georganiseerd. Dit is een communicatiecursus waarin wordt geoefend met door aios zelf ingebrachte casuïstiek.

De innovatie van de medische vervolgopleidingen gaat uit van de wetenschappelijke verenigingen en wordt onder-

steund vanuit de onderwijsinstituten van de medische centra. Het onderwijsinstituut van VUmc ondersteunt de

opleiding tot kinderarts. Het gaat dan onder meer om advisering bij maken van een onderwijsplan en ontwerpen van

toetsing. Verder wordt ondersteuning geboden bij de pilots die binnen dit kader bij de verschillende verenigingen

worden uitgevoerd en de aansluitende implementatie van de onderwijsinnovatie.

Actualisatie regioplan en AIOS-volgsysteem

VUmc wil in de aanloop naar een gewijzigd systeem van financiering van medische vervolgopleidingen streven

naar een verbetering van de planning en registratie van arts-assistenten in opleiding (aios) op de afdelingen en de

bijbehorende ICT-ondersteuning realiseren. In opdracht van de raad van bestuur is de ontwikkeling en implementatie

van een AIOS volgsysteem ter hand genomen.

59

Hoofd

stuk 6

• K

lanten

en leveran

ciers

Page 63: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

In mei 2005 is het Regioplan 2005-2008 opgeleverd. Voor 2006 wordt er wederom een regioplan (2006-2009)

opgesteld. Gezien het resultaat en de ontwikkelingen bij de totstandkoming van het voorgaande regioplan (2005-2008)

heeft het onderwijsinstituut de procedure voor het komende regioplan verder aangescherpt. Zo kan er alleen op

naam geregistreerd worden.

Professionalisering opleiders vervolgopleidingen

In 2004 en 2005 is gestart met de Teach the Teachertrainingen voor (plaatsvervangend) opleiders van de vervolg-

opleidingen in VUmc en de regio. In 2005 zijn vier cursussen verzorgd voor in totaal 48 specialisten met de

volgende verdeling: VUmc: 33, Sint Lucas Andreas Ziekenhuis: 8, Medisch Centrum Alkmaar: 4, Spaarne Ziekenhuis: 3.

In een opleidingsplan is het cursusprogramma beschreven. De aanpak is erop gericht in een periode van vijf jaar alle

(plaatsvervangend-)opleiders van VUmc en de regio de drie cursussen aan te bieden en voldoende cursusleiders op te

leiden om vanaf 2008-2009 het gehele programma op eigen kracht te kunnen verzorgen. In de jaren 2006 en 2007

wordt de inbreng vanuit Groningen geleidelijk afgebouwd.

60

Hoofd

stuk 6

• K

lanten

en leveran

ciers

Nieuwsflits

Geslaagde eerste week voor geneeskundestudenten

Op 5-9-5 startten ongeveer 380 studenten met het nieuwe onderwijsprogramma geneeskunde VUmc-compas.

Op de eerste dag verwelkomde de directeur van het onderwijsinstituut de studenten. Vervolgens werd de opbouw

van de studie verteld en presenteerden studentenorganisaties zichzelf. In de middag waren er rondleidingen,

informatierondes, etc. Uniek was de driedimensionale voorstelling die duidelijk maakte waar het in het nieuwe

curriculum om gaat: de mens én de dokter in al zijn facetten. Op basis van de film ‘M is for Mozart’ van

Peter Greenaway creëerde Saskia Boddeke ‘M is for Medicine 2’. De studenten waren na deze dag vooral

nieuwsgierig naar de eerste echte lesdag.

VU medisch centrum, dat bent u

Hoe ziet VU medisch centrum eruit? Waarvoor gáát het, en waarvoor stáát het? In 2004 werd in het project missie &

visie de identiteit van VU medisch centrum opnieuw beschreven. Medewerkers hielpen duidelijk te krijgen wat nu

typisch VU medisch centrum is. Op basis van de ‘input’ die het project missie & visie opleverde, en op basis van

onder anderen het meerjarenbeleidsplan zijn een nieuwe missie, een visie en drie waarden voor VU medisch

centrum vastgesteld. Tezamen beschrijven ze de identiteit (of: persoonlijkheid) van VU medisch centrum.

De missie is kort samengevat in een motto: VU medisch centrum. Kennis maakt ons beter.

Page 64: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Nieuw onderwijsprogramma

Charlotte Blokhuis, eerstejaars student geneeskunde

“Als kleuter was ik al gefascineerd door plaatjes in de medische encyclopedie, vooral zwangerschap en bevalling

trokken me. De keus voor een studie geneeskunde lag dus voor de hand, eigenlijk heb ik er nooit aan getwijfeld.

VU medisch centrum was de eerste universiteit waar ik ben gaan kijken. Het was een geslaagde open dag en dat blijft

hangen als beeld. Wat ik van deze studie moest verwachten wist ik niet precies. Wat opvalt is dat je vanaf het eerste

college meteen in de stof duikt bijna letterlijk aan de hand van de patiënt. Elk openingscollege van een nieuwe week

zien we een patiënt en horen we zijn/haar verhaal, daardoor realiseer je je hoe een patiënt zijn ziekzijn en de attitude

van artsen beleeft. Competenties is het sleutelwoord van de studie geneeskunde aan VUmc. Het onderwijsprogramma

is ingericht vanuit de competenties van de (toekomstig) arts. Er staan acht rollen centraal. Vanzelfsprekend die van

medisch expert, maar ook die van communicator, academicus, reflector, samenwerker, organisator, gezondheids-

bevorderaar en beroepsbeoefenaar. Met een aantal rollen hebben we dit collegejaar al veelvuldig kennisgemaakt.

De rol van communicator komt bijvoorbeeld terug in practica. Daar oefenen we met simulatiepatiënten.

Heel eng, maar het is een goede voorbereiding op de huisartsstage van volgend jaar. Ook de rol van

academicus passen we toe. Zo moesten we zelf gegevens verzamelen bij het thema ‘beweging en gezondheid’ en de

onderzoeksvraag vaststellen. Het is leuk om daar nu al mee bezig te zijn. Na ruim een half jaar kan ik concluderen

dat geneeskunde een goede keus is geweest. Wat het vooral leuk maakt, is dat we van meet af aan met patiënten

omgaan. Daardoor komt het gevoel ‘als ik later arts ben’ al heel snel.”

61

Hoofd

stuk 6

• K

lanten

en leveran

ciers

Page 65: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

62

Page 66: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 7 • Waardering van medewerkers

Dit hoofdstuk geeft een indruk van de ontwikkelingen van het personeelsbestand van VUmc door de jaren heen.

Ontwikkelingen personeelsbestand

In- en uitstroom van medewerkers (alle geldstromen)

De effecten van de maatregelen in het kader van Gerichte Groei zijn af te lezen aan de daling van de instroom van

personeel in loondienst met 14,3% van 722 formatieplaatsen (fte) in 2004 naar 618 fte in 2005 terwijl de uitstroom in

die periode met 2,2% steeg naar 614 fte.

Hoewel het personeelsbestand van medewerkers in loondienst in 2005 ten opzichte van 2004 met 0,4% tot 6.467

medewerkers is gestegen, is het aantal fte met 0,8% naar 4.870 fte gedaald. Dat het aantal medewerkers ten opzichte

van 2004 is gestegen, heeft te maken met de toegenomen werkzaamheden van het flexbureau van VUmc. Dit bureau

heeft in 2005 namelijk 150 medewerkers met 0-uren-contracten (gelijk aan 19 fte) méér aangenomen dan in het jaar

2004. Hierdoor kwam het totaal aantal flexwerkers in 2005 uit op 213. Met name omdat deze medewerkers relatief

kleine dienstverbanden hebben, is de deeltijdfactor van VUmc als geheel gedaald van 76,2% naar 75,3%. In 2005 zijn

verder ongeveer 20% minder verpleegkundigen in opleiding aangenomen. De sterke stijging van het aantal stagiaires

is het gevolg van een hoge instroom bij de afdeling huisartsengeneeskunde.

63

Hoofd

stuk 7

• W

aarderin

g van

med

ewerkers

Page 67: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Ontwikkeling personeelsbestand 2002 tot en met 2005

De ontwikkeling van het personeelsbestand in fte per maand laat vanaf november 2004 een dalende trend zien.

64

Hoofd

stuk 7

• W

aarderin

g van

med

ewerkers

O n t w i k k e l i n g p e r s o n e e l s b e s t a n d 2 0 0 2 t / m 2 0 0 5

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

2002 2003 2004 2005

Gem iddelde bezettinghoofdelijk

Gem iddelde bezettingin fte

Page 68: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Ontwikkeling fte alle geldstromen

Verzuim in cijfers

De dalende tendens van het ziekteverzuim heeft zich ook in 2005 voortgezet. Zowel het kort verzuim (<1 jaar) én het

lang verzuim zijn gedaald van respectievelijk 4,46% naar 4,12% en van 1,16% naar 1,00%. Vooral de verzuimdaling bij

het facilitair bedrijf heeft hieraan bijgedragen, daar daalde het verzuim van 8,89% naar 5,36%. Het totaal verzuim,

dus inclusief lang verzuim en zwangerschap daalde van 6,46% in 2004 naar 6,11% in 2005.

Ontwikkeling verzuimpercentage in VUmc korter dan 1 jaar

65

Hoofd

stuk 7

• W

aarderin

g van

med

ewerkers

Page 69: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Loonkostenontwikkeling

De stijging van de loonkosten in de referteperiode blijft, ondanks een lichte afname in fte’s, voornamelijk het gevolg

van: de extra kosten voor de bij CAO afgesproken eenmalige uitkering in februari 2005 in verband met het behalen

van de beoogde verzuimreductie; de verhoging van de eindejaarsuitkering van 3,5 naar 4,25%; het anciënniteitsef-

fect: door een verminderde mobiliteit schuiven zittende medewerkers langzaam verder op naar het einde van de schaal.

De kosten voor uitzendkrachten zijn in de referteperiode met 42,5% gedaald en wel van € 4,8 mln. naar € 2,7 mln.

Dit resultaat is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het toegenomen bestand van flexwerkers die door het

flexbureau worden ingezet. Ook de kosten voor overwerk zijn met 20% tot € 0,64 mln. teruggedrongen.

Loonkosten excl. salaris x 1000

66

Hoofd

stuk 7

• W

aarderin

g van

med

ewerkers

Nieuwsflits

Gebouwenloop groot succes

Met veel enthousiasme hebben bijna 250 hardlopers de vijf en tien kilometer lange route door de VUmc gebouwen

en de tuin afgelegd. De gebouwenloop werd op zaterdag 29 oktober gehouden ter gelegenheid van het eerste

lustrum van VUmc. “Een superloop”, volgens een van de deelnemers. “De New York marathon kan hier niet tegen

op”, stelt een ander vast. “Kan ik me alvast inschrijven voor volgend jaar?”, vraagt een derde zich af. Met name

de perfecte organisatie krijgt veel complimenten van de deelnemers. Het bijzondere parcours blijkt voor velen een

echte uitdaging te zijn geweest. Ondanks de vele bochten, trappen en soms lage gangen, hoefden de EHBO-ers

geen enkele keer in actie te komen. Er wordt inmiddels onderzocht of het mogelijk is om de VUmc gebouwenloop

tot een jaarlijks terugkerend evenement uit te roepen.

Page 70: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Opbouw personeelsbestand

Zoals hiervoor aangegeven is het personeelbestand in fte met 0,8% afgenomen. Die afname is met name bij de

clusters I, III, IV en het facilitair bedrijf (FB) waar te nemen. Alleen bij cluster V is er sprake van een stijging in fte.

Als de toename in fte van flexwerkers bij de stafdiensten niet wordt meegenomen is ook bij de stafdiensten sprake

van een gekrompen personeelsbestand.

Ontwikkeling fte

67

Hoofd

stuk 7

• W

aarderin

g van

med

ewerkers

Nieuwsflits

Financiële situatie VUmc verbeterd

Bijna aan het eind van het jaar wordt duidelijk dat de financiële situatie van VU medisch centrum fors verbeterd

is, mede dankzij Gerichte groei. De exploitatie in 2005 is sluitend afgerond en ook de ramingen voor de komende

jaren ontwikkelen zich positief. Voorzitter van de raad van bestuur Elmer Mulder geeft alle medewerkers dan ook

een compliment omdat dit zo snel bereikt is. “Ik realiseer me goed, dat het niet gemakkelijk is geweest of nog

is, maar ingrijpen op zo'n grote schaal was nodig. We hadden geen reserves meer om financiële maatregelen op

te vangen of nieuw beleid in te zetten. Financiële tekorten maken je afhankelijk van banken en verzekeraars.

Je kunt geen beslissingen meer nemen, waardoor onzekerheid in de organisatie ontstaat. Nu ziet onze financiële

toekomst er beter uit en is de organisatie duidelijk verbeterd en meer beheersbaar geworden.”

Page 71: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De vergrijzing binnen het VUmc, voornamelijk het gevolg van een verminderde mobiliteit en een relatief gunstige

arbeidsmarktsituatie, gaat onverminderd door. De effecten ontstaan voornamelijk doordat minder jongere medewerkers

instromen en oudere medewerkers langer blijven werken.

Leeftijdsverdeling & vergrijzing

68

Hoofd

stuk 7

• W

aarderin

g van

med

ewerkers

Page 72: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Dienend leiderschap

Melanie Stallen,

hoofd zorgeenheid verloskunde en gynaecologie

“Dienend leiderschap als managementstijl past bij me als een warme jas. Voortdurend faciliteren is wat mij betreft de

essentie van deze coachende leiderschapstijl. Ik tracht mezelf overbodig te maken en mijn medewerkers inzicht te

geven: waarom zijn dingen zoals ze zijn en wat kun je eraan veranderen. Deze vragen komen steeds terug: hoe ben

je een goed verpleegkundige voor je patiënten, hoe ben je een goede werkbegeleider voor lerenden, hoe ben je een

goede coach voor je collega’s, welke ruimte neem je voor jezelf? We benadrukken de eigenheid van iedere mede-

werker. Dat wordt ook door patiënten en familie zeer gewaardeerd. Zo kwam de familie van een overleden

jonge vrouw ons bedanken. Eén verpleegkundige in het bijzonder. Zij had de wens van de patiënte om voor haar

sterven nog een keer te douchen vervuld. Het was verpleegtechnisch gezien niet gemakkelijk geweest, maar ze

had het wel gedaan. Die waardering is het grootste cadeau wat je ons als afdeling kunt geven. Als leidinggevenden

benadrukken we deze situaties en maken we medewerkers bewust van de momenten die zijn gecreëerd. In gesprek

met de desbetreffende verpleegkundige vergroten we de situatie uit: dat was jij die dat deed, wat was je drijfveer om

dit voor die patiënt te doen?

Er wordt nog wel eens gedacht dat dienend leiderschap soft is. Dat is een vergissing. In deze stijl kun je ook heel

directief sturen als dat nodig is. Dienend leiderschap geeft goed koers. Dat zie je overal in terug. Bijvoorbeeld in

bijscholingsbeleid. Wij kiezen bewust voor trainingen die we met de hele afdeling en alle disciplines kunnen doen.

Hoe je het effect van dienend leiderschap terug ziet? We hebben een stabiel team. Leerlingen voelen zich hier heel

snel op hun plek en hebben het gevoel tot hun recht te komen. En patiënten hebben onze afdeling in het patiënt-

tevredenheidsonderzoek hoog gewaardeerd.”

69

Hoofd

stuk 7

• W

aarderin

g van

med

ewerkers

Page 73: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

70

Page 74: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 8 • Waardering maatschappij

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Ook in 2005 zijn verdere stappen gezet om het thema maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen VU medisch

centrum nader in te vullen. Ontwikkelingen die al eerder waren ingezet kregen in 2005 een vervolg.

In de visie van de raad van bestuur bieden maatschappelijke ontwikkelingen mogelijkheden voor nieuwe vormen van

zorg. Nieuwe vormen die aansluiten bij de vraag van de klant of een maatschappelijk issue. De in 2004 opgerichte

universitaire huisartsenpraktijk VUmc (UHP) is hiervan een goed voorbeeld. Eind 2005 werd de UHP uitgebreid met de

eerste satellietpraktijk. De satellietpraktijk maakt functioneel deel uit van VUmc, maar is professioneel zelfstandig.

De satellietpraktijk krijgt vanuit VUmc ondersteuning op het gebied van ICT, patiëntenzorg, personeelsmanagement

en zorgadministratie. Naast de facilitaire ondersteuning is de focus nadrukkelijk gericht op inhoudelijke samenwerking.

Onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg zullen verder ontwikkelen door deze samenwerking.

Een ander voorbeeld van zorgvernieuwing is de oprichting van het transferbureau. Dit bureau regelt de vervolgzorg

na ontslag uit VUmc. Wat het transferbureau van VUmc uniek maakt is de verregaande samenwerking met Fontis

Amsterdam, een nazorgverlenende organisatie voor senioren. Beide zijn verantwoordelijk voor het goed regelen van

de vervolgzorg. Deze samenwerking biedt vele voordelen, naast bundeling van kennis is de nazorgcapaciteit van

Fontis binnen handbereik. Het transferbureau is een nieuw onderdeel in het kader van kwaliteitsverbetering.

Uiteindelijk doel is om de doorstroom- en uitstroom van patiënten te bevorderen waardoor ligduur en wachttijd

verminderen en ‘verkeerde bedbezetting’ wordt voorkomen. Een proef op de zorgeenheid neurologie heeft laten zien

dat het werkt.

Ook de ontwikkeling rond het Cancer Center Amsterdam vond een jaar eerder zijn oorsprong. In 2005 volgden de

ontwikkelingen elkaar snel op. Het CCA geldt als voorbeeld van ondernemerschap in de wetenschap. Het CCA

verwezenlijkt zijn ambities met middelen uit zowel de publieke als ook de private sector. In 2005 werd begonnen

met de bouw van een prestigieus oncologisch onderzoekcentrum. In dit veelkeurige bouwwerk zullen zo’n

200 wetenschappers en analisten werken aan kankeronderzoek. Het laboratorium wordt uitgerust met de modernste

state-of-the-art voorzieningen, waardoor nieuwe typen onderzoek mogelijk worden.

In 2003 is de Universele bril door de afdeling fysica en medische technologie geïntroduceerd als oplossing voor

kansarme, slechtziende kinderen in derde wereld landen. Met de goedkope en in sterkte verstelbare bril zijn zij in

staat hun opleiding af te maken. In 2005 vond verdere verfijning van het ontwerp plaats en zijn de contacten om tot

productie over te gaan verder uitgebouwd. Tot zover projecten die in 2005 een vervolg kregen.

De tsunami die eind 2004 vele slachtoffers maakte in Zuidoost Azië liet ook VUmc niet onberoerd. VUmc medewerkers

kwamen in actie om noodhulp te leveren in de getroffen gebieden, maar namen ook het initiatief om structurele hulp

te organiseren: de adoptie van twee Sri Lankese ziekenhuizen. Ondersteund door een comité van aanbeveling startten

zij het project ‘VUmc voor Sri Lanka’. Door bekende en ter zaken kundige lokale contacten in te schakelen is de kans

dat geld en materieel de juiste bestemming bereikt, gewaarborgd, zo is het uitgangspunt van dit project. De stichting

Ontwikkelingssamenwerking VUmc heeft het initiatief ‘VUmc voor Sri Lanka’ geadopteerd. Deze stichting ondersteunt

samenwerkingsprojecten in de gezondheidszorg tussen VUmc en ontwikkelingslanden. Door financiële bijdragen

en uitwisseling van personeel en studenten draagt zij bij aan de verbetering van patiëntenzorg, geneeskundig

onderwijs- en onderzoek in landen in Afrika, Azie, Latijns-Amerika en Oost-Europa. Met de eerste donaties uit

‘VUmc voor Sri Lanka’ werd in Balaptiya (Sri Lanka) een shockroom ingericht op de eerste hulp afdeling.

71

Hoofd

stuk 8

• W

aarderin

g m

aatschap

pij

Page 75: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Om meer jongeren te interesseren voor een toekomst in de techniek organiseerde het Regionaal TechnoCentrum

Amsterdam het project ‘Future expedition’. VU medisch centrum werkte graag mee aan de expeditie ‘techniek in

gezondheidszorg’ en zo maakten 120 derdejaars VMBO-studenten in 2005 kennis met de wereld van techniek in

VUmc. De afdeling fysica en medische techniek organiseerde vier expedities variërend van virtueel opereren tot het

scannen van een fantoompop. Leerlingen konden zelf allerlei medische apparatuur hanteren.

Als onderdeel van haar maatschappelijke taak bij rampenopvang deed VUmc in 2005 mee aan de rampenoefening

Bonfire. Deze door het Ministerie van binnenlandse zaken geregisseerde oefening in de Arena richtte zich op alle

schakels ten tijde van een ramp, van ambulance verpleegkundige tot minister. Tientallen patiënten kwamen naar de

afdeling spoed eisende hulp van VUmc en werden aldaar of elders in het ziekenhuis opgevangen.

Commissie medische ethiek

De commissie medische ethiek (CME) heeft tot taak zich te buigen over algemeen medisch-ethische kwesties in

VUmc. Zij brengt hierover advies uit aan de raad van bestuur. In 2005 waren er tien vergaderingen. De onderwerpen

liepen uiteen van het beleid rond wilsverklaringen, de ICSI-behandeling bij de afdeling IVF, de nieuwe Diagnose

Behandeling Combinaties (DBC’s) en euthanasie tot de Embryowet.

Het addendum modelreglement Embryowet, opgesteld door de CME samen met de medisch ethische toetsingscommissie

(METc), werd na uitgebreide correspondentie met de afdeling verloskunde en gynaecologie, in mei 2005 aangeboden

aan de raad van bestuur. In de Embryowet van 2002 was vastgelegd dat er een reglement moest komen voor elke

instelling waar buiten het lichaam embryo’s tot stand worden gebracht. In 2003 kwam er een model voor zo’n reglement

uit (Modelreglement Embryowet), dat de afdeling verloskunde en gynaecologie van VUmc wilde gaan gebruiken in

plaats van het oude IVF-reglement. De medisch ethische toetsingscommissie moest de raad van bestuur hierover

adviseren. Zij deed dit in samenwerking met de commissie medische ethiek. De beide commissies adviseerden dat

het modelreglement voor VU medisch centrum op enkele punten aangevuld moest worden: het addendum model-

reglement Embryowet. Die aanvullingen lagen op het gebied van de verlenging van de termijn waarop embryo’s voor

zwangerschap bewaard worden, postmortale voortplanting (de moeder wordt zwanger via het embryo als de vader

al overleden is), eiceldonatie, zaadceldonatie en embryodonatie. De discussie hierover binnen de CME - en ook die

tussen de CME enerzijds en de afdeling verloskunde en gynaecologie anderzijds - was lastig. De CME besloot bijvoor-

beeld na lang beraad dat postmortale voortplanting in VUmc niet moet worden toegestaan, omdat dit niet in het

belang is van het verwekte kind, maar dat er tóch uitzonderingsgevallen denkbaar zijn. Met de afdeling verloskunde

en gynaecologie was er discussie over de te volgen procedure bij de niet-uitzonderingsgevallen. Moet men mensen

die voor een IVF-behandeling komen, meedelen dat in VUmc postmortale voortplanting niet mogelijk is, en moet

VUmc, als deze mensen toch postmortale voortplanting willen, zorgdragen voor het vervoer van embryo’s naar een

andere instelling? Uiteindelijk werd in beide gevallen besloten van wel.

Bij het aanbieden van het addendum aan de raad van bestuur hebben CME en METc nog aangetekend dat het zeer

wenselijk is om onderzoek te doen naar de lange termijneffecten voor kinderen die verwekt zijn met spermadonatie

en eiceldonatie. Verder adviseerden CME en METc de raad van bestuur een reglement of addendum te maken over

hoogtechnisch draagmoederschap (HTD) als dit in VU medisch centrum wordt toegestaan. De raad van bestuur

heeft dit advies overgenomen.

72

Hoofd

stuk 8

• W

aarderin

g m

aatschap

pij

Page 76: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Ter toelichting:

Hoogtechnologisch draagmoederschap is een behandeling waarbij middels in vitro fertilisatie (IVF) embryo’s worden

gecreëerd uit zowel eicellen als zaadcellen van de wensouders. Deze embryo’s worden geplaatst (één per keer) in

de baarmoeder van de draagmoeder. Het kind dat op deze manier ontstaat, is 100% genetisch verwant aan beide

wensouders. De erfelijke eigenschappen van de draagmoeder worden niet aan het kind doorgegeven.

VU medisch centrum heeft zich afgelopen periode ingespannen om deze bijzondere behandeling in Nederland te

herintroduceren. Het IVF centrum van VUmc verzorgt de indicatiestelling en counseling van de betrokken wensouders

en draagmoeder. De artsen, psychologen en overige medewerkers van VUmc hebben een belangrijke rol bij het tot

stand laten komen van een zwangerschap middels hoogtechnologisch draagmoederschap. Om deze reden voelen zij

zich verantwoordelijk voor het welzijn van met name van het kind, de draagmoeder, de betrokken ouders, en hun

familie. Daarom is hard gewerkt aan een behandelprotocol, waarin de psychologische aspecten, het IVF-traject en de

juridische aspecten uitvoerig staan beschreven.

Voor wat betreft de indicatie werkt men volgens richtlijn no. 18 van de NVOG: hoogtechnologisch draagmoederschap.

VU medisch centrum richt zich alleen op deze vorm van draagmoederschap. Paren kunnen zich slechts bij VUmc

aanmelden, indien zij door hun behandelend gynaecoloog zijn doorverwezen.

73

Hoofd

stuk 8

• W

aarderin

g m

aatschap

pij

Page 77: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Medisch-ethische toetsingscommissie

Evenals in 2004 heeft de Medisch-Ethische Toetsingscommissie (METc) 249 protocollen op het gebied van mensgebonden

onderzoek in behandeling genomen. 34 van de 249 ingediende protocollen werden gefinancierd vanuit de vierde

geldstroom. Door het grote aantal protocollen, dat door de commissie tijdens 43 vergaderingen behandeld werd,

was de commissie genoodzaakt de vergaderprocedure zodanig aan te passen dat aan efficiency werd gewonnen,

waarbij de kwaliteit van de bespreking van het protocol niet achteruit zou gaan. De commissie heeft dan ook

besloten ten aanzien van protocollen, die elders beoordeeld zijn en zijn goedgekeurd en bij de commissie zijn

aangeboden met het verzoek om een toetsing op lokale uitvoerbaarheid binnen VU medisch centrum, de procedure

te wijzigen. Dergelijke protocollen worden niet meer behandeld in een plenaire sessie van de commissie, maar in

een kleine commissie met specifieke kennis op het gebied van advisering over lokale uitvoerbaarheid. Deze wijziging

betekent dat een groot deel van de leden van de commissie ontlast is van de taak te toetsen op lokale uitvoerbaarheid

binnen VU medisch centrum. De wijziging in de vergaderprocedure resulteert tevens in een snelle en adequate

procedure.

De samenwerking met de lokale ethische commissies van het Sint Lucas Andreas ziekenhuis en het Spaarne ziekenhuis

heeft geleid tot beoordeling/advisering van een vijftal protocollen door de METc van VU medisch centrum.

In het verslagjaar werden 196 vanuit VU medisch centrum ingediende protocollen afgehandeld.

Daarnaast heeft de commissie over een aantal inhoudelijke zaken, die tijdens de behandeling van protocollen aan de

orde werden gesteld, gesproken. Zo heeft de commissie besloten dat in alle gevallen de huisarts van de deelnemer

aan een onderzoek, dat onder de wet mensgebonden onderzoek valt en waarbij een interventie plaats vindt,

geïnformeerd dient te worden.

Over de taal waarin de schriftelijke informatie dient te worden geschreven heeft de commissie besloten dat de

deelnemers de taal zowel dienen te kunnen spreken als te kunnen lezen. Dit heeft consequenties voor de in- en

exclusiecriteria die in de informatiebrief moeten worden vermeld.

Milieu

Milieuzorg heeft vooral na het ontstaan van VU medisch centrum in 2001 zijn vorm gekregen. De milieu-identiteit

van VU medisch centrum is in 2005 vastgelegd in het milieumeerjaren-programma 2005-2010. Als doelstelling is

hierin opgenomen dat de relatieve milieubelasting van VU medisch centrum als geheel in 2008 minimaal gelijk is of

geleidelijk is afgenomen ten opzichte van de milieubelasting in 2000. Deze doelstelling zal de komende jaren

maatgevend zijn bij de uitvoer van milieuprojecten.

Het nemen van eigen verantwoordelijkheid maakt onderdeel uit van de milieu-identiteit van VU medisch centrum.

Een flexibele milieuvergunning geeft hier de ruimte voor. In 2005 is hard gewerkt aan een ontvankelijke aanvraag

voor een flexibele milieuvergunning. Dit bracht extra werk met zich mee omdat aan de vergunning door de overheid

veel eisen worden gesteld. In dat verband moest er eind 2005 een onderzoek uitgevoerd worden naar de geluids-

belasting van VU medisch centrum op haar omgeving. Door deze extra werkzaamheden zijn enkele milieuprojecten,

zoals het invoeren van milieu-audits en het opstellen van een handboek milieu, uitgesteld naar 2006. Conform de

verwachting is in 2005 het energiebesparings-onderzoek in het kader van de Meerjaren energie-efficiency 2001-2012

afgerond. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in het Energiebesparingsplan voor de periode 2005-2008.

Een uitgebreide beschrijving van de milieubelasting door VU medisch centrum en resultaten op het gebied van

milieubeleid is te vinden in het Milieujaarverslag 2005, dat medio april 2006 beschikbaar komt.

74

Hoofd

stuk 8

• W

aarderin

g m

aatschap

pij

Page 78: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

75

Hoofd

stuk 8

• W

aarderin

g m

aatschap

pij

Interview

Gerichte Groei

Wim Stalman,

hoofd afdeling huisartsgeneeskunde

“Bezuinigen is niet het primaire doel binnen de gezondheidszorg. Effectief en doelmatig functioneren binnen je primaire

academische opdracht, daar gaat het om. Dat is wat we ook in bezuinigingsoperatie Gerichte Groei tot uiting hebben

proberen te brengen. Geld erbij was niet reëel, we moeten onze missie volbrengen met de beperkte middelen die er

zijn. En dus hebben we als commissie Gerichte Groei kaders gesteld want de keuzes die we binnen VUmc moeten

maken, horen een volgordelijkheid te hebben. Eerste vraag was dan ook: zijn onze activiteiten relevant, vallen ze

binnen onze primaire opdracht patiëntenzorg, onderwijs, opleiding en onderzoek én vallen ze binnen de eerder

gekozen zwaartepunten van beleid. Tweede vraag was of de manier waarop we die activiteiten volbrengen effectief is

ofwel leveren ze aansprekende resultaten op, en als derde: gebruiken we de middelen die ons ter beschikking staan

op de juiste manier. Deze drie kaders relevantie, effectiviteit en doelmatigheid vormen de trechter Gerichte Groei.

Langs die meetlat zijn alle bezuinigingsvoorstellen gelegd. VU medisch centrum is een vooraanstaand

maatschappelijk kenniscentrum op het gebied van gezondheidszorg. Maar dat wil niet zeggen dat het

bestaan en functioneren ervan niet ter discussie staan. Als maatschappelijke organisatie moeten wij steeds

toetsen of we datgene doen wat we moeten doen en of we het op een efficiënte manier doen. Gerichte Groei had een

verdrietige kant. Je wilt een goede werkgever zijn voor je medewerkers en dan is het beroerd om te zeggen ‘we gaan

uit elkaar’. Maar het had ook een mooie kant. Er werd vanuit de afdelingen en clusters nagedacht over een gezonde

combinatie van kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing. Dat is maatschappelijk ondernemerschap

in de meest ultieme vorm en daar hebben we als VU medisch centrum een grote stap in gezet.”

Page 79: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

76

Page 80: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 9 • Bestuur en Financiers

Resultaten financieel beleid

Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening bedraagt 4,3 miljoen euro positief. Hierdoor is het eigen vermogen

gestegen tot 14,8 miljoen euro. De reservepositie van VU medisch centrum bedraagt 4,0 % van de som van het

budget patientenzorg en de rijksbijdrage.

De totale baten zijn ten opzichte van 2004 met 19,2 miljoen euro gestegen, daartegenover zijn de bedrijfslasten met

15,9 miljoen euro gestegen. Daarnaast heeft er door de opheffing van de stichting SKGA (een samenwerking met het

AMC) een positieve vermogensmutatie van 1 miljoen euro plaatsgevonden.

Ten opzichte van 2004 is er voor de totale patiëntenzorg een verhoging te zien van gemiddeld 3,8%, dit komt

overeen met 10 miljoen euro. De overige bedrijfsopbrengsten stegen met 6 miljoen euro.

De kosten van personeel in loondienst zijn in 2005 ondanks de daling van de bezetting gestegen met 4,7 miljoen

euro ten opzichte van 2004. Deze stijging is onder te verdelen in een verlaging van 4,1 miljoen euro als gevolg van

een daling in het aantal fte’s en een stijging van 8,8 miljoen euro als gevolg van stijging van de salariskosten. De

salariskosten zijn gestegen door een verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,75%, de werking van het jaarlijkse

anciënniteiteffect en de aanpassing als gevolg van de beoordeling van functies (Fuwafaz).

De overige bedrijfskosten zijn met 11,3 miljoen euro gestegen onder andere door 6,3 miljoen euro hogere dotaties

(met name 5 miljoen euro voorziening seniorenregeling) en 2,5 miljoen euro hogere kosten voor onderhoud en energie.

Met name de volgende onderwerpen zijn van invloed geweest op het resultaat:

• de eerste resultaten van de meerjaren bezuinigingsoperatie Gerichte Groei

• baten voorgaande jaren

• overschotten uit projecten

De bezuinigingen in het kader van de meerjaren bezuinigingsoperatie Gerichte Groei van bijna 10 miljoen euro zijn

in 2005 grotendeels gerealiseerd. De kosten van afvloeiing van personeel als gevolg van Gerichte Groei komen uit op

een totaalbedrag van 5,5 miljoen euro die volledig in het jaar 2005 genomen zijn. Dit bedrag is inclusief 0,9 miljoen

euro aan kosten die nog uitgekeerd worden in 2006.

Totaal is er 3,8 miljoen euro geboekt als bate voorgaande jaren. Uit herrekeningen 2003 en 2004 van het budget

patientenzorg zijn de volgende baten gekomen:

• verhoging vergoeding gebouw gebonden kosten 2003/2004: 0,2 mln euro

• correctie efficiencykorting 2003 0,5jr i.p.v. 1jr: 0,9 mln euro

• groei AIOS-en 2004: 1,5 mln euro

• overige kleine posten: 1,2 mln euro

Het resultaat van de in 2005 afgesloten onderzoeksprojecten 2e, 3e en 4e geldstroom is 2 miljoen euro positief.

77

Hoofd

stuk 9

• B

estuur en

Finan

ciers

Page 81: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Balans

In het kader van de richtlijn RJ 271 (voorzieningen sociaal beleid) heeft VU medisch centrum een voorziening opge-

nomen voor de kosten van afvloeiingskosten van senioren ter grootte van 5 miljoen euro.

Als gevolg van de invoering van het nieuwe factureringstelsel op basis van afgesloten DBC’s zijn de kortlopende

schulden ten opzichte van 2004 met 84 miljoen euro toegenomen.

Reservepositie

Het positieve resultaat van 2005 zorgt voor een versterking van de reservepositie. Het weerstands-vermogen om

financiële tegenvallers op te vangen blijft gering.

78

Hoofd

stuk 9

• B

estuur en

Finan

ciers

Page 82: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Interview

Kennis exploitatie

Ada Kruisbeek:

hoogleraar kennis exploitatie en manager Business Development

van het Technology Transfer Office VU&VUmc

“In Amsterdam vindt fundamenteel onderzoek van zeer hoog niveau plaats, maar er is een gat tussen de output aan

Amsterdamse onderzoeksresultaten en de exploitatie er van. Eerste stap was dan ook om de neuzen van de kennis

instellingen in Amsterdam wat betreft kennis exploitatie dezelfde kant op te krijgen. We hebben een structuur bedacht

om gezamenlijk, vanuit UVA, AMC, Sanguin, en VU plus VUmc, onderzoeksresultaten op commercialiseerbaarheid en

octrooieerbaarheid te evalueren. We kunnen daarbij ook een beroep doen op experts uit de financiële- en zakenwereld,

zoals ABNAMRO, ING, KPMG en PWC. Met name de Kamer van Koophandel en de Amsterdamse Innovatie Motor zijn

mede-aanjager geweest van het vormen van dit publiek-private consortium. Onder de paraplu van dit consortium,

heeft VUmc het voortouw genomen om voor VU en VUmc samen een subsidie aan te vragen bij het Ministerie van

Economische zaken in het kader van het TechnoPartner programma Subsidie Kennis Exploitatie. En die subsidie

hebben we gekregen: twee en een half miljoen. Daarbij hebben VU&VUmc ook nog 2,5 miljoen euro bijgedragen

zodat we werkelijk een professioneel bureau op kunnen zetten voor kennis exploitatie. Onze belangrijkste activiteiten

zijn scouting, beoordeling van onderzoeksresultaten op toepassing en octrooiering, zoeken van industriële partners,

en coaching van ondernemers uit de kennis instellingen. Voor de verschillende faculteiten van de VU liggen er heel

veel toepassingsmogelijkheden in de chemie en de IT en de geologie, en voor VUmc is het uiteindelijke doel natuurlijk

om onderzoekresultaten te vertalen naar concrete toepassingen voor de patiënt.

Bij het woord kennisexploitatie worden de wenkbrauwen nog wel eens gefronst, maar je moet je afvragen

of je wilt dat je onderzoeksresultaten voor 12 of voor 1200 patiënten belangrijk zijn. Met het testen van

een nieuw medicijn is al gauw 500 miljoen euro gemoeid. Daar heb je dus grote bedrijven voor nodig, en die zul je

moeten interesseren voor jouw onderzoeksresultaten. En natuurlijk stellen deze bedrijven hun voorwaarden: de exclu-

siviteit moet geregeld zijn en over de juistheid van de data moeten veel zekerheden bestaan. Toen ik vijf jaar geleden uit

de pure onderzoekers wereld stapte, realiseerde ik me dat fundamenteel onderzoek niet meer genoeg voor me was,

ik wilde de toepassing meemaken. Goed gestructureerde technology transfer is een essentiële schakel in dit proces,

en zo kan ik een bijdrage leveren aan het vertalen van onderzoeksresultaten naar de kliniek.”

79

Hoofd

stuk 9

• B

estuur en

Finan

ciers

Page 83: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

80

Page 84: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Hoofdstuk 10 • Hoofdlijnen van beleid 2006

De raad van bestuur heeft in het najaar van 2005 in het jaarplan 2006-2007 de hoofdlijnen van beleid voor de

komende twee jaar uiteengezet. Hierna volgt een korte schets op hoofdlijnen.

Kwaliteit van patiëntenzorg

2006 en 2007 staan in het teken van het realiseren van continue verbetering op het gebied van kwaliteit in de

patiëntenzorg. De activiteiten zijn ondergebracht in vier thema’s: patiëntenlogistiek, patiëntveiligheid, patiënt- en

verwijzerstevredenheid en professionele kwaliteit. Het verbeterproject Sneller Beter wordt mede vanwege de al

behaalde successen voortgezet.

Borging van de kwaliteit door middel van extern toetsbare kwaliteitssystemen is essentieel. VUmc bereidt een

aanvraag voor accreditatie door het NIAZ (Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen) voor.

Acute zorg

VUmc vervult een leidende rol bij het organiseren van de acute zorg in zijn regio. Met het oog op deze regionale

verantwoordelijkheid zal VUmc investeren in kwaliteitsverbeteringen ten aanzien van de eigen organisatie van de

acute zorg. Visieontwikkeling, besluitvorming en monitoring van de uitvoering krijgen sterkere aandacht. De raad

van bestuur heeft begin 2006 een stuurgroep ingesteld met belangrijke bevoegdheden om op korte en middenlange

termijn de noodzakelijke verbeteringen door te voeren.

Onderwijs: nieuw curriculum

VUmc ambieert een toonaangevende positie in Nederland op het gebied van onderwijs. In 2005 is gestart met de

implementatie van het nieuwe curriculum – VU compas - voor de opleiding geneeskunde. Dat proces van onderwijs-

vernieuwing zal de komende jaren worden voortgezet en de nodige inspanningen van studenten en docenten vragen.

Naast de aandacht voor het totale medische opleidingscontinuüm streeft VUmc de komende jaren ook naar

versterking van het verpleegkundig opleidingscontinuüm.

Onderzoek: aandacht voor kennistransfer

VU en VUmc richten in 2006 gezamenlijk een Technology Transfer Office (hierna TTO) op. Hiermee geven beide

instellingen een belangrijke impuls aan het formuleren en uitvoeren van een gezamenlijk kennisvalorisatie- en kennis-

exploitatiebeleid. Het TTO zal tot taak hebben te valoriseren kennis op te sporen en om te zetten in succesvolle

exploitatietrajecten. Dit omvat het beschermen van kennis, het zoeken van commerciële samenwerkingspartners voor

de exploitatie van kennis en het ondersteunen van nieuwe ondernemingen voortkomend uit de kennisinnovatie binnen

de beide instellingen.

Financieel beleid

Voortzetting van het beleid gericht op een gezonde exploitatie en een opbouw van de vermogenspositie staat voorop.

Het bezuinigingsprogramma van 2005 heeft bijgedragen tot een structureel gezondere financiële positie. Versterking

van dit beleid door zorgvuldige implementatie van aanvullende doelmatigheidsprojecten op onder meer inkoop-,

inkooplogistiek- en ICT-terrein is beoogd voor 2006.

Netwerkontwikkeling

Reeds enkele jaren volgt VUmc de strategie van netwerkvorming met andere zorgaanbieders in de regio teneinde de

gestelde ambities te realiseren. Dit betreft zowel samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met

ziekenhuizen in Noord Holland als ook vormen van samenwerking met categorale instellingen. Een voorbeeld daarvan

is de vestiging van (klinische) voorzieningen voor het Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA), GGZ Buitenamstel en

Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN) op het terrein van VUmc en de daaraan gekoppelde intensivering van

de inhoudelijke en bestuurlijke samenwerking.

81

Hoofd

stuk 10

• H

oofd

lijnen

van b

eleid 2

006

Page 85: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Organisatieontwikkeling

De raad van bestuur bereidt een verdere decentralisatie van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor.

Flankerend beleid zoals verbetering van het HR instrumentarium en het aanbieden van een management development

programma zijn in voorbereiding. De verwachting is dat eind 2006 met de implementatie van een volgende stap in

de organisatieontwikkeling gestart kan worden.

Bouw

Belangrijke projecten in 2006 zijn de realisatie van de tweede dakopbouw op het gebouw van de polikliniek, realisatie

van vervangende huisvesting voor kinderdagverblijf ’t Olifantje, en bouw van de “Kinderstad” gezamenlijk met de

Stichting Ronald McDonald Kinderhuizen. De voorbereidingen voor de bouw aan de westflank van VUmc worden

voortgezet evenals ten behoeve van een nieuw onderzoeks- en diagnostiekgebouw.

Amsterdam, 9 mei 2006

drs. E.B. Mulder prof. dr. T.J.F. Savelkoul

voorzitter raad van bestuur Lid raad van bestuur

prof. dr. E.A. van der Veen mr. O.G.A. van der Beek

Lid raad van bestuur, tevens decaan secretaris van bestuur

82

Hoofd

stuk 10

• H

oofd

lijnen

van b

eleid 2

006

Page 86: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage HRM kengetallen tbv jaarverslag 2005 VU medisch centrum

Peildatum 8 februari 2006

Relatief

verschil

in %

2005

t.o.v.

Onderwerp Kengetal 2002 2003 2004 2005 2004

Functiebestand VUmc gemiddeld aantal medewerkers 6.722 7.165 7.238 7.230 -0,1%

(incl. personeel niet in loondienst)

• aandeel patientgebonden personeel (a) 59,5% 58,5% 60,8% 60,6% -0,3%

• aandeel personeel algemeenaandeel 26,3% 27,0% 23,8% 24,8% 4,0%

en administratieve functies (b)

• aandeel personeel hotelfuncties (c) 6,6% 6,3% 6,3% 6,2% -2,1%

• aandeel personeel niet in loondienst (d) 2,6% 2,3% 2,4% 2,4% 2,7%

• aandeel personeel terreinaandeel en 0,7% 0,6% 0,6% 0,6% -3,2%

gebouwgebonden functies (e)

• aandeel stagiares (f) 2,8% 3,4% 4,6% 8,3% 78,2%

• aandeel verpleegkundigen in opleiding (g) 1,7% 1,8% 1,4% 1,1% -20,5%

VUmc gemiddeld aantal medewerkers 5.812 6.126 6.440 6.467 0,4%

in loondienst

• aantal leidinggevenden 391 419 446 435 -2,4%

• aantal niet-leidinggevenden 5.420 5.708 5.994 6.032 0,6%

• aandeel leidinggevenden 6,7% 6,8% 6,9% 6,7% -2,9%

• aandeel niet leidingevenden 93,3% 93,2% 93,1% 93,3% 0,2%

Vumc gemiddeld aantal fte 4.538 4.713 4.909 4.870 -0,8%

(alle geldstromen)

Vumc gemiddeld aantal fte 3.998 4.162 4.342 4.290 -1,2%

1e GELDSTROOM

Vumc, personeel in loondienst 535 547 562 575 2,4%

3e GELDSTROOM

Indirect personeel in fte (b + c + e) 1.317 1.377 1.451 1.445 -0,4%

• aandeel indirect personeel % 29,0% 29,2% 29,6% 29,7% 0,4%

Totaal aantal fte verplegend en & 979 1.001 1.059 1.041 -1,7%

verzorgend personeel

• aandeel leidinggevend 8,2% 8,3% 7,1% 6,9% -4,1%

• aandeel niet-leidinggevend 91,8% 91,7% 92,9% 93,1% 0,3%

Top 5 functies met meeste fte

• verpleegkundige 436 456 331 310 -6,2%

• arts-assistenten src 218 236 269 300 11,4%

• gespecialiseerd verpleegk. 0 0 221 226 2,4%

• gespec.verpleegk.int.zorg 0 0 166 175 5,4%

• medisch administratief medew. 153 161 169 160 -5,2%

83

Bijlag

e HRM

kengetallen

Page 87: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Relatief

verschil

in %

2005

t.o.v.

Onderwerp Kengetal 2002 2003 2004 2005 2004

Aantal fte medici in schaalklasse: 680 716 752 762 1,3%

11A (arts-assistenten) 308 329 358 376 5,1%

MS (medisch specialist) 33 36 30 25 -16,7%

UMS (universitair medisch specialist, 281 289 304 301 -1,0%

nieuwe schaal per 1/1/2004)

HM4 (hoogleraren / medisch specialisten) 21 23 24 26 10,3%

HH5 (hoogleraren / afdelingshoofden) 37 39 38 35 -7,1%

Leeftijdsopbouw van alle

medewerkers in loondienst

• aandeel tot 30 jaar 21,5% 23,0% 22,1% 21,3% -3,7%

• aandeel 30 tot 55 jaar 70,7% 68,2% 67,8% 67,8% 0,0%

• aandeel >=55 jaar 7,8% 8,8% 10,1% 10,9% 8,1%

00 tot 20 1,3% 1,3% 1,1% 0,7% -34,7%

20 tot 25 6,5% 7,5% 6,8% 6,3% -7,1%

25 tot 30 13,8% 14,3% 14,2% 14,3% 0,4%

30 tot 35 15,2% 14,0% 14,1% 14,0% -0,5%

35 tot 40 16,5% 15,3% 14,4% 13,8% -3,7%

40 tot 45 15,8% 15,7% 15,4% 15,2% -1,2%

45 tot 50 12,5% 12,6% 12,9% 13,3% 3,0%

50 tot 55 10,7% 10,7% 11,0% 11,4% 3,6%

55 tot ... 7,8% 8,8% 10,1% 10,9% 8,1%

Gemiddelde leeftijd van medewerkers 30,5 30,0 31,9 29,7 -7,1%

die in dienst zijn gekomen

Gemiddelde leeftijd van medewerkers 33,8 33,7 33,6 35,0 4,2%

die uit dienst zijn getreden

Gemiddelde leeftijd van een medewerker 38,9 39,0 39,6 39,9 0,7%

bij het VUMC

Gemiddelde leeftijd van een 42,1 42,6 42,8 43,4 1,3%

vaste medewerker

Gemiddelde leeftijd van een medewerker 31,6 31,0 31,1 31,6 1,3%

met tijdelijk dienstverband

diensttijdverdeling van alle medewerkers

in loondienst

<= 2 jaar 54,4% 53,4% 37,1% 33,0% -11,2%

3 - 4 8,9% 10,5% 26,0% 27,4% 5,4%

5 - 6 5,2% 5,7% 6,6% 8,4% 26,8%

7 - 8 3,0% 3,4% 3,8% 4,5% 16,6%

9 - 10 5,0% 3,1% 2,4% 2,8% 14,6%

>= 10 jaar 23,5% 23,9% 24,0% 24,0% -0,1%

84

Bijlag

e HRM

kengetallen

Page 88: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Relatief

verschil

in %

2005

t.o.v.

Onderwerp Kengetal 2002 2003 2004 2005 2004

Percentage mannen 35,4% 35,1% 35,5% 35,6% 0,3%

Percentage vrouwen 64,6% 64,9% 64,5% 64,4% -0,2%

% tijdelijke contracten 27,9% 28,0% 28,6% 29,7% 3,8%

% vaste contracten 72,1% 72,0% 71,4% 70,3% -1,5%

Deeltijdfactor 78,1% 76,9% 76,2% 75,3% -1,2%

% deeltijdcontracten 55,7% 57,5% 58,5% 59,6% 1,8%

% voltijdcontracten 44,3% 42,5% 41,5% 40,4% -2,6%

In- en uitstroom Instroom in fte VUMC 873 746 722 618 -14,3%

Instroom op basis van 1e geldstroom 731 613 594 483 -18,8%

Instroom op basis van 3e geldstroom 140 132 126 136 7,3%

Instroom in fte VUMC 873 746 722 618 -14,3%

CL-1 139 116 110 80 -26,8%

CL-2 111 73 78 71 -9,2%

CL-3 120 127 100 83 -17,4%

CL-4 223 190 144 146 0,8%

CL-5 125 128 115 110 -3,8%

CL-6 57 62 94 59 -37,0%

Fac.bedrijf 56 27 39 9 -77,1%

Stafdiensten 42 22 42 61 44,5%

Instroomratio VUMC 19,2% 15,8% 14,7% 12,7% -13,6%

Uitstroom in fte VUMC 631 581 601 614 2,2%

Uitstroom op basis van 1e geldstroom 517 466 473 507 7,1%

Uitstroom op basis van 3e geldstroom 113 116 128 106 -16,9%

Uitstroom in fte VUMC 631 581 601 614 2,2%

CL-1 81 91 91 84 -8,0%

CL-2 89 81 76 64 -15,4%

CL-3 89 99 85 98 15,8%

CL-4 162 149 148 135 -9,1%

CL-5 89 69 96 83 -13,2%

CL-6 49 48 50 54 8,6%

Fac.bedrijf 42 34 24 47 97,0%

Stafdiensten 28 12 31 49 55,8%

Uitstroomratio VUMC 13,9% 12,3% 12,2% 12,6% 3,0%

Loonkosten- Totale loonkosten in €1.000 € 227.387 € 248.870 € 274.957 € 282.654 2,8%

ontwikkeling (incl. soc. lasten en plusplaatsen)

• niet wetenschappelijk personeel € 125.496 € 149.480 € 163.620 € 165.346 1,1%

• wetenschappelijk personeel staf € 57.526 € 73.715 € 81.861 € 86.062 5,1%

• wetenschappelijk personeel doorstroom € 8.754 € 9.746 € 10.238 € 9.680 -5,5%

85

Bijlag

e HRM

kengetallen

Page 89: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Relatief

verschil

in %

2005

t.o.v.

Onderwerp Kengetal 2002 2003 2004 2005 2004

Totaal looncomponenten in €1.000 € 227.387 € 248.870 € 274.957 € 282.654 2,8%

(incl. soc. lasten en plusplaatsen)

• Salaris € 192.480 € 209.062 € 242.713 € 239.436 -1,3%

• Toelage onregelmatige dienst € 7.064 € 7.429 € 8.257 € 8.032 -2,7%

• Overwerk € 795 € 928 € 802 € 641 -20,0%

• Gratificatie € 684 € 914 € 1.335 € 0 -100,0%

• Toelage € 15.676 € 19.675 € 12.468 € 26.090 109,3%

• Uitzendkrachten € 6.565 € 6.115 € 4.775 € 2.745 -42,5%

• Overig personeel niet in loondienst € 4.121 € 4.747 € 4.608 € 5.710 23,9%

Loonsomverdeling

• Salaris 84,6% 84,0% 88,3% 84,7% -4,0%

• Toelage onregelmatige dienst 3,1% 3,0% 3,0% 2,8% -5,4%

• Overwerk 0,3% 0,4% 0,3% 0,2% -22,2%

• Gratificatie 0,3% 0,4% 0,5% 0,0% -100,0%

• Toelage 6,9% 7,9% 4,5% 9,2% 103,6%

• Uitzendkrachten 2,9% 2,5% 1,7% 1,0% -44,1%

• Overig personeel niet in loondienst 1,8% 1,9% 1,7% 2,0% 20,5%

gemiddelde loonkosten in €1.000 € 50 € 53 € 56 € 58 4,6%

in referteperiode per (ingezette) fte

gemiddeld bruto salaris in € 1.000 in € 42 € 44 € 49 € 49 0,3%

referteperiode per fte

86

Bijlag

e HRM

kengetallen

Page 90: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Relatief

verschil

in %

2005

t.o.v.

Onderwerp Kengetal 2002 2003 2004 2005 2004

Ziekteverzuim Meldingsfrequentie 1,59 1,60 1,74 1,77 1,6%

(aantal keer ziek gemeld per periode)

Aantal afgeronde verzuimperioden 9.135 9.723 10.287 10.349 0,6%

1-2 dagen 35,3% 36,9% 32,8% 30,8% -6,0%

3-7 dagen 41,5% 40,6% 38,7% 38,5% -0,5%

2 weken 10,2% 10,2% 11,9% 13,6% 14,1%

3-4 weken 4,4% 3,7% 6,9% 6,6% -4,4%

5-6 weken 1,2% 1,1% 2,4% 2,1% -13,6%

7-26 weken 5,1% 5,4% 5,3% 5,6% 5,1%

27-53 weken 1,3% 1,1% 1,4% 1,7% 17,0%

> 1 jaar 0,9% 1,2% 0,6% 1,1% 107,5%

Aantal ziekmeldingen in periode totaal 9.053 9.598 10.515 10.305 -2,0%

Ziektepercentage (totaal) 7,7% 7,2% 6,5% 6,1% -5,4%

Ziekteverzuim(< 1 jr ziek) 5,3% 4,8% 4,5% 4,1% -7,7%

Langziek(>= 1 jr ziek) 1,6% 1,4% 1,2% 1,0% -14,4%

Gravida 0,8% 1,0% 0,8% 1,0% 18,6%

Kort verzuim (< 1 jr) VUMC 5,3% 4,8% 4,5% 4,1% -7,7%

CL-1 4,1% 3,9% 3,6% 3,5% -0,7%

CL-2 4,8% 4,2% 3,3% 3,2% -2,4%

CL-3 4,9% 4,6% 4,5% 4,3% -5,9%

CL-4 5,7% 5,5% 5,5% 4,8% -12,9%

CL-5 5,2% 4,1% 3,5% 3,8% 8,5%

CL-6 4,0% 3,5% 3,5% 3,3% -6,6%

Fac.bedrijf 10,0% 9,2% 8,9% 5,4% -39,7%

Stafdiensten 3,9% 3,7% 4,0% 6,1% 50,7%

87

Bijlag

e HRM

kengetallen

Page 91: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Legitimering academische component

1. Definitie academische component

De academische component bestaat uit drie blokken, te weten opleiding, topreferente zorg (TRF) en ontwikkeling en

innovatie (O&I). De definitie en de landelijke omvang van de drie onderdelen (cijfers 2005) zijn als volgt:

Opleiding: Budget van landelijk circa € 45 mln, voornamelijk bedoeld voor het opleiden van medisch specialisten;

TRF: Budget van landelijk circa € 410 mln, bedoeld voor zeer specialistische patiëntenzorg gepaard gaande met

bijzondere diagnostiek en behandeling. Het betreft een last resort functie waarbij het vaak om tertiaire verwijzing

gaat (huisarts – algemeen ziekenhuis – academisch ziekenhuis);

O&I: Budget van landelijk circa € 120 mln. bedoeld voor de R&D-functie hetgeen betekent ontwikkelingen bedenken,

uitproberen en testen. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op de direct patiëntgebonden zorg, organisatie van

zorg, aspecten die met voeding te maken hebben of bijvoorbeeld patiëntenvoorlichting. Ook de exportfunctie van

kennis behoort tot deze taken.

2. Doel legitimering / verantwoording en voor wie

In het document ‘Legitimering academische component’ zijn afspraken vastgelegd over de wijze waarop de UMC’s

inzicht bieden in en verantwoording afleggen over de inzet van de middelen die worden ontvangen voor de academische

component. Bij de huidige ontwikkelingen naar meer transparantie in de zorg past een heldere maatschappelijke

verantwoording van de academische component.

Zo is overeengekomen is dat de NFU ieder jaar per UMC achteraf inzicht zal bieden in de aanwending van middelen,

onderscheiden naar de drie onderdelen. Voor wat betreft het blok opleidingen is afgesproken dat deze wordt betrokken

in de discussie over het landelijk opleidingskader.

De overige onderdelen TRF en O&I dienen dusdanig transparant te worden zodat sprake is van een maatschappelijke

legitimering van de aanwending van de middelen.

Behalve verantwoording over de benutting van de middelen is het van belang dat ondoelmatige aanwending en te

eenzijdige inzet van de middelen wordt voorkomen. Daarnaast dient tijdig zicht te komen op de mogelijke doorwerking

naar de reguliere zorg van de resultaten bereikt met de academische component.

Het Ministerie van VWS bepaalt de budgettaire omvang van de academische component en de ontwikkeling daarin.

Voor het Ministerie van VWS is het van belang inzicht te krijgen in wat er op hoofdlijnen met de academische

component wordt gedaan, wat is er te verwachten aan nieuwe zorg, hoe kwijten de UMC’s zich van hun academische

taken en hoe geven zij hun regierol vorm. Daarnaast is het voor VWS van belang om te bezien of er accenten moeten

worden gelegd gelet op de beleidsthema’s die VWS benadrukt zou willen zien, mede in relatie met activiteiten die

gevraagd worden van ZonMW en of andere implementatie ondersteunende organisaties.

Zorgverzekeraars maken weliswaar geen afspraken over de academische component, maar vanwege hun regierol en

de nauwe relaties met de rest van de zorg willen zij wel degelijk op de hoogte en betrokken zijn bij de wijze van

besteding van de middelen. Voor verzekeraars is het belangrijk om ten behoeve van hun inkoop van zorg in beeld te

houden of patiënten die dat nodig hebben gebruik kunnen maken van de ‘last resort’ functie. Om de betrokkenheid

van verzekeraars en VWS goed vorm te geven is een goede legitimering door de UMC’s onontbeerlijk.

88

Jaarverslag 2

005

Page 92: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

3. Wijze van verantwoording

De academische component is als een vorm van lumpsumbekostiging vastgesteld. Dit is in lijn met het Convenant

zoals gesloten tussen VWS, NVZ, Orde, ZN en NFU over de invoering van de DBC-systematiek. Dit is niet voor niets

geweest. Bij TRF en I&O bestaat er geen eenduidig verband tussen de besteding van middelen en het resultaat.

Voor de TRF geldt dat sprake is van gecompliceerde zorgvragen, die vaak zeldzaam zijn, zich presenteren in de vorm

van meerdere problemen tegelijk en waarvan de behandeling een onvoorspelbaar verloop kent. Dit betekent dat

protocollering niet altijd mogelijk is, de inzet van personeel en materieel per patiënt sterk kan verschillen en specifieke

deskundigheid vraagt en deze inzet tevens moeilijk voorspelbaar is. Tot slot is het voor de TRF van belang dat

infrastructuur en kennis beschikbaar zijn, ook al is een 100% efficiënte inzet niet haalbaar.

Voor de O&I geldt min of meer hetzelfde. Deze functie leunt grotendeels op de aanwezige patiëntenzorg, het

fundamenteel onderzoek, de cultuur en organisatie van een innovatief bedrijf. Synergie en integratie van activiteiten

en personen is van belang bij het genereren van vraagstellingen, de ontwikkelactiviteiten zelf en het testen en toepas-

baar maken ervan in de praktijk. Sommige ontwikkelingen behelzen nieuwe vormen van zorg, in andere gevallen is

sprake van verbetering van bestaande behandelingen. Het “eindproduct” is daarmee niet altijd even afgebakend.

Door deze kenmerken is een directe toerekening naar activiteiten alleen mogelijk tegen zeer hoge kosten.

De kenmerken van zowel de TRF als de O&I functie belemmeren een parameterisering vooraf en een kostentoerekening

achteraf. Toch dient een vorm van verantwoording te worden gezocht waarbij helder is dat de middelen maatschappelijk

verantwoord zijn ingezet. In paragraaf 5 worden hiervoor indicatoren beschreven die inzicht geven in een legitieme

besteding van de middelen. Allereerst wordt in paragraaf 4 de jaarlijkse legitimeringcyclus beschreven.

4. Cyclus

Lokaal overleg landelijke setting verantwoording jaarrekening

In het kader van de landelijke setting heeft in november 2005 een werkconferentie plaatsgevonden. Hiermee is

uitwerking gegeven aan een deel van de afspraken die met ZN en VWS zijn gemaakt over het verschaffen van inzicht

in de besteding van de middelen.

Tijdens de conferentie is een boek uitgereikt met de titel ‘Zeldzaam gewoon, grensverleggende geneeskunde voor

topreferente patiënten’. In dit boekje hebben de UMC’s informatie gegeven over een bijzondere functie die zij in het

Nederlandse bestel vervullen: de zorg voor topreferente patiënten. Aan de hand van 24 patiëntverhalen, verzameld

uit acht UMC’s, wordt een beeld gegeven van wat topreferentie betekent, voor de patiënt en de zorgontwikkeling.

5. Onderwerp beschrijven

In navolgende tabel wordt per blok van de academische component de definitie en indicatoren (outputparameters)

aangegeven. Voor een deel zijn dit indicatoren die voor alle UMC’s gelijk zijn (kwantitatieve parameters). Daarnaast

zijn een aantal UMC specifieke indicatoren te noemen (kwalitatieve parameters).

89

Jaarverslag 2

005

Page 93: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Definitie Outputparameters

Ontwikkeling en Innovatie (O&I) Kwantitatief (totaal € 120 mln.; Kwalitatief

VUmc specifiek: € 10,9 mln.)

O&I betreft de zogenaamde R&D-functie • Goedgekeurde METC projecten: De UMC’s doen onderzoek op alle op dit

van de zorg. Dit betekent dat 196 moment belangrijke thema’s van life

ontwikkelingen worden bedacht, • Wetenschappelijke publicaties: sciences research. Zij zijn daarin

uitgeprobeerd en uitgetest. 1902 succesvol, zoals blijkt uit de analyse

Deze ontwikkelingen hebben betrekking • Vakpublicaties: 113 van het aantal en de kwaliteit van weten-

op de direct patiëntgebonden zorg, • Rapporten: 41 schappelijke publicaties. Zij kunnen de

maar ook bijvoorbeeld op de organisatie • Promoties: 82 concurrentie met de top van de medische

van de zorg. Ook de exportfunctie • Octrooiaanvragen: 11 (lopend) wetenschap volledig aan. Daarbij is niet

van kennis behoort hiertoe. iedere UMC actief op alle wetenschaps-

(cijfers: 2005) gebieden; er is sprake van keuzes zodat

een dynamisch systeem van concurrentie

en complementariteit ontstaat. Waar elk

UMC zich vooral op toelegt, kan het

beste worden afgeleid uit de publicaties.

Zwaartepunten van onderzoek komen tot

uiting in de vorm van succesvol publiceren.

Het signalement van elk UMC wordt

aangegeven als de vijf gebieden van

medische wetenschap met de hoogste

en beste output.

De meest productieve wetenschaps-

gebieden van VUmc zijn blijkens het

NFU rapport “Onderzoek onderzocht”:

• Oncology

• Endocrinology & Metabolism

• Clinical neurology

• Neurosciences

• Medicine, general

Voor voorbeelden van onderzoeksprojecten

die ten laste van de academische

component worden uitgevoerd,

zie hoofdstuk 5 Management van

processen onderzoek.

90

Jaarverslag 2

005

Page 94: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Definitie Outputparameters

Topreferente zorg (TRF) (totaal € 410 mln.;

VUmc specifiek: € 38,5 mln.)

Het is van groot maatschappelijk belang Procesafspraak: Voorbeelden uit conferentie legitimering

om vast te stellen of de topreferente zorg Exacte gegevens over de topreferente academische component en boekje

in Nederland enerzijds voldoende is zorg, anders dan de spreiding over de ‘zeldzaam gewoon’:

geconcentreerd en anderzijds wel UMC’s, zijn nog niet te geven. De rede

voldoende geografisch is gespreid. ligt in het nog niet beschikbaar hebben 1 Een reumapatiënt

De concentratie is van belang voor de van een uniforme definitie. In het kader Reumapatiënten met complexe

instandhouding van de kennisinfrastructuur van het opstellen van een nieuwe problemen worden steeds vaker

die nodig is voor deze vormen van zorg. positioneringsnota voor de UMC’s door poliklinisch behandeld. Nieuwe vormen

En de spreiding is van belang om deze VWS en OCW wordt gesproken over deze van zorg zoals inzet van reuma-

vormen van zorg ook bereikbaar te laten definitie. Zodra deze beschikbaar is, verpleegkundigen doen hun intrede.

zijn voor iedere Nederlander. zal in meer kwantitatieve zin zicht Recent onderzoek toonde aan dat

worden geboden op de topreferente zorg. poliklinische zorg uitgevoerd door

Om zicht te hebben en te houden op de reumatoloog en gespecialiseerde

concentratie en spreiding van topreferente verpleegkundige even effectief is en

zorg in Nederland, start de NFU met een goedkoper dan klinische zorg door

TRF-internetportal voor patiënten en een multidisciplinair team. Dergelijke

verwijzers. Via dit portal kunnen zij faciliteiten voor klinische zorg dienen wel

topreferente patiënten verwijzen naar behouden te blijven voor patiënten in

het UMC, dat in de gewenste topreferente slechte conditie en patiënten die

functie uitblinkt. Verder wil de NFU aan intensieve verpleegkundige en medische

VWS voorstellen een audit-commissie in zorg nodig hebben.

te stellen, die in elk UMC een beeld moet

vormen van de herkomst van de patiënten 2 De zorg van genderdysfore patiënten

en die een deskundig oordeel moet geven Over de etiologie van Genderidentiteits-

op de vraag of het een topreferente patiënt stoornis (GIS) is weinig bekend en de

betreft. Daarmee geeft de audit-commissie behandeling relatief nieuw. De ontwikkeling

dus zicht op de omvang van het aantal van nieuwe behandelmethoden en

topreferente patiënten per UMC. vergroting van de kennis over etiologie

En tenslotte stelt de NFU voor om onder en behandeling zijn onontbeerlijk voor

regie van de genoemde audit-commissie goede zorg. Leden van VUmc genderteam

de gegevens over topreferente zorg worden met regelmaat geconsulteerd

centraal te verzamelen. door collega’s uit binnen- en buitenland

en bouwen specifieke expertise op door

Deze initiatieven zal de NFU aan OCW en eigen onderzoek. Zonder een duidelijke

VWS presenteren in het kader van het bundeling van de zorg binnen één

opstellen van een nota, waarmee beide centrum is het niet mogelijk om dit

departementen aan de Tweede Kamer de multidisciplinaire en complexe

bijzondere positionering van de UMC’s in onderzoek te doen.

het nieuwe zorgbestel willen toelichten.

91

Jaarverslag 2

005

Page 95: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Definitie Outputparameters

Topreferente zorg (TRF) (totaal € 410 mln.;

VUmc specifiek: € 38,5 mln.)

3 Surmenage

Dementiediagnostiek is een multi-

disciplinair proces waarbij hoog

gekwalificeerd personeel en speciale

technologie en know how is vereist.

De zorg en diagnostiek van dementie,

met name op jonge leeftijd, vereist een

gestructureerde aanpak, waarbij de

diagnostiek het vertrekpunt van goede

zorg moet zijn. Tevens kunnen weten-

schappelijk onderzoek en patiëntenzorg

in een academische setting goed

gecombineerd worden zonder enige

belasting voor de patiënt. Het op

gestructureerde wijze verzamelen van

gegevens bij iedere patiënt maakt

optimale zorg en onderzoek mogelijk

en levert logistieke winst op.

Binnen de NFU is het idee ontstaan om

een portal te ontwikkelen voor

TRF-functies binnen de UMC’s,

bestemd voor verwijzers en patiënten.

Opleiding (totaal € 45 mln.

VUmc specifiek: € 4,2 mln.)1

Het onderdeel dat achterblijft in de Regio-opleiding Beschrijving skillslab

academische component is bedoeld voor Het Skillslab is bij uitstek een vorm van

de specifieke academische (regionale) Vervolgopleiding tot praktisch vaardigheidsonderwijs gericht

taken. • Intensive Care Verpleegkundige op het aanleren van algemene en

• Cardiac Care Verpleegkundige specialismegebonden competenties zoals

• Medium Cardiac Care Verpleegkundige vastgelegd in de besluiten van het CCMS.

• Neonatologie Verpleegkundige Een eerste landelijke inventarisatie van

• Intensive Care Neonatologie deze voorzieningen heeft o.a. gediend

Verpleegkundige als input voor het NFU-boekje ‘OOR-zaak

• Intensive Care Kinderverpleegkundige en gevolg’.

• High Care Kinderverpleegkundige Om tot een ontwerp te komen voor

• Spoedeisende Hulp Verpleegkundige afstemming van deze veelal dure

• Kinderverpleegkundige voorzieningen binnen de onderwijs- en

• Obstetrie en Gynaecologie opleidingsregio (OOR) staat het

Verpleegkundige onderwerp opnieuw hoog op de agenda.

• Oncologie Verpleegkundige Hiertoe komt dit onderwerp in alle

• Neuro Verpleegkundige gesprekken met de partnerziekenhuizen

• Dialyse Verpleegkundige aan bod en is in het VUmc een brede

• Dialyse Assistent inventarisatie gestart om de specifieke

academische rol gestalte te geven.

92

Jaarverslag 2

005

Page 96: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Definitie Outputparameters

Leertraject tot Beschrijven regiofunctie

• High Care Verpleegkundige De onderwijs- en opleidingsregio OZON

• Medium Care Recovery is het structurerend overleg tussen VUmc

Verpleegkundige en de partnerziekenhuizen voor de

• Medium Care Verpleegkundige planning van capaciteit en inhoudelijke

• High Care Neonatologie afstemming en samenhang. Vanwege de

Verpleegkundige verantwoordelijkheden voor zowel de

initiële opleiding als de medisch

Opleiding tot specialistische vervolgopleidingen heeft

• Operatie-assistent VUmc een coördinerende rol.

• Operatie-assistent tweede De planning van het aantal onderwijs-

deskundigheidsniveau plaatsen vormt onderdeel van de

• Anesthesie medewerker affiliatiecontracten welke VUmc met

• Radiodiagnostisch laborant haar partnerziekenhuizen afsluit. De

• Medewerker Zorgadministratie afstemming rond de vervolgopleidingen

• Ambulance Verpleegkundige vindt plaats via regulier overleg van de

• Ambulance chauffeur regiegroep OZON en bilateraal overleg

tussen de betrokken raden van bestuur,

Aios: 514 binnen OOR van VUmc waarbij voor wat betreft de opleidings-

(stand ultimo 2005) capaciteit de afspraken jaarlijks worden

vastgelegd in een regioplan.

93

Jaarverslag 2

005

Page 97: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

94

Page 98: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Financieel jaarverslag 2005 95

Page 99: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

96

Page 100: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV. Jaarrekening 200597

IV. Jaarreken

ing

Page 101: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

98

IV. Jaarreken

ing

Page 102: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

99

IV. Jaarreken

ing

Page 103: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

100

IV. Jaarreken

ing

Page 104: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

101

IV. Jaarreken

ing

Page 105: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV.1 Balans per 31 december 2005 (in € 1.000)

Balans per 31 december 2005 (in € 1.000)

(na resultaatverwerking) 2005 2004

ACTIVA

A Vaste activa

1 Materiële vaste activa 266.568 264.821

2 Financiële vaste activa 4.239 3.647

Totaal vaste activa 270.807 268.468

B Vlottende activa

1 Voorraden en onderhanden werk 6.373 2.889

2 Vorderingen 60.064 54.851

3 Financieringstekort 51.565 0

Totaal vlottende activa 118.002 57.740

Totaal activa 388.809 326.208

PASSIVA

C Eigen vermogen

1 Collectief gefinancierd gebonden vermogen 4.013 1.176

2 Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 10.787 8.282

Totaal eigen vermogen 14.800 9.458

D Egalisatierekening afschrijvingen 81.284 86.433

E Voorzieningen 9.541 5.805

F Langlopende schulden 119.714 133.273

G Kortlopende schulden 163.470 79.547

H Financieringsoverschot 0 11.692

Totaal passiva 388.809 326.208

102

IV. Jaarreken

ing

Page 106: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV.2 Resultatenrekening over 2005 (in € 1.000)

Resultatenrekening over 2005 (in € 1.000) 2005 2004

A Bedrijfsopbrengsten

1a Budget patiëntenzorg 278.074 267.979

DBC-B segment 882 0

1b Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 54.976 54.385

1c Rijksbijdrage faculteit geneeskunde algemeen 33.996 32.045

1d Specialistenopleiding 624 641

1e Onderwijs dienstverlening andere faculteiten 924 963

1f Dieetadvisering AWBZ 0 236

369.476 356.249

2 Overige bedrijfsopbrengsten 63.921 57.901

Som der bedrijfsopbrengsten 433.397 414.150

B Bedrijfslasten

1 Personeelskosten 292.303 286.926

2 Afschrijvingen materiële vaste activa 22.952 24.054

Onttrekking egalisatierekening afschrijvingen à fonds

perdu bijdrage in bouw, eerste inrichting en inventaris -5.231 -5.554

Subtotaal afschrijvingen 17.721 18.500

3 Overige bedrijfskosten 113.570 102.317

Som der bedrijfslasten 423.594 407.743

C Financiële baten en lasten -5.468 -5.928

Resultaat 4.335 479

Overige vermogensmutaties 1.007 562

Totaalresultaat 5.342 1.041

103

IV. Jaarreken

ing

Page 107: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV.3 • Grondslagen voor de waardering van de balans en resultatenrekening

Grondslagen van waardering

Algemeen

Alle bedragen zijn in duizenden euro’s vermeld, tenzij anders is aangegeven. De activa en passiva zijn, tenzij anders

vermeld, tegen nominale waarde opgenomen.

Consolidatie

VU medisch centrum, hoewel onderdeel van de Vereniging voor Christelijk Wetenschappelijk Onderwijs, brengt een

eigen verslag uit. Dit uitgangspunt geldt eveneens voor de andere entiteiten binnen de Vereniging, te weten

de Vrije Universiteit en de Christelijke Hogeschool Windesheim. Voor deze verslagwijze is gekozen, omdat een

geconsolideerde jaarrekening met de andere entiteiten, de Vereniging en de VU, niet bijdraagt aan het door de wet

vereiste inzicht.

Consolidatie met Boelevaar Holding BV vindt niet plaats gezien de beperkte materiële omvang.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa (inventarissen indien groter dan € 1.000 per eenheid) worden gewaardeerd tegen

aanschaffingswaarde, verminderd met afschrijvingen op basis van de door het College Tarieven Gezondheidszorg

(CTG) gehanteerde afschrijvingspercentages. Tot en met 1987 is afgeschreven vanaf het jaar na ingebruikneming.

Vanaf 1988 worden de investeringen in bouw en eerste inrichting afgeschreven vanaf de maand van ingebruikneming.

Op de investeringen in inventarissen wordt in het jaar van aanschaf een vol jaar afgeschreven.

De à fonds perdu investeringen, alsmede gedane investeringen uit met eigen middelen getroffen voorzieningen en

apparatuur welke worden gefinancierd door bijdragen derden, worden zowel onder de materiële vaste activa als

onder de egalisatierekening afschrijvingen verantwoord. De afschrijvingen ervan worden in mindering gebracht op

zowel de actiefpost als op de passiefpost.

Financiële vaste activa

De tot de financiële vaste activa behorende deelneming is gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.

De grondslagen voor de waardering van de deelneming zijn gelijk aan die van het medisch centrum.

Voorraden

De magazijnvoorraden zijn gewaardeerd tegen verrekenprijzen welke zijn gebaseerd op de actuele inkoopprijzen.

Met de mate van incourantheid is rekening gehouden. Zelf geproduceerde medicijnen zijn gewaardeerd tegen

materiaal- en loonkosten.

104

IV. Jaarreken

ing

Page 108: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Onderhanden werk DBC’s

De waardering van de openstaande DBC’s van het B-segment is gebaseerd op de kostprijs van de reeds uitgevoerde

verrichtingen, dan wel de lagere declaratiewaarde.

De waardering van de openstaande DBC's van het A-segment is gebaseerd op de declaratiewaarde per type DBC,

d.w.z. de kosten- en honorariumdelen van het CTG-tarief plus de opslag sluittarief. De typen (en aantallen) DBC's zijn

bepaald naar de stand per ultimo 2005, d.w.z. de DBC's zijn afgeleid vanuit de basisgegevens zoals die ultimo 2005

bekend waren.

Debiteuren

Voor debiteuren is een voorziening wegens verwachte oninbaarheid getroffen. De voorziening wordt procentueel

berekend over de totalen van debiteuren, gerubriceerd naar ouderdom. Indien nodig worden grote posten,

in afwijking van de regeling, individueel beoordeeld.

Egalisatierekening apparatuurbijdragen derden

Bijdragen van derden in apparatuur worden toegevoegd aan een egalisatierekening. De jaarlijkse onttrekkingen aan

deze rekening, gelijk aan de afschrijvingslasten, vallen vrij ten gunste van de resultatenrekening en neutraliseren

daarmee de afschrijvingslasten.

Egalisatierekening kleine bouwkundige projecten

Op verzoek van het Ministerie van VWS wordt de vergoeding voor afschrijving in het budget en de rijksbijdrage werk-

plaatsfunctie ten gunste van deze voorziening geboekt. De afschrijvingskosten worden hieraan ten laste gebracht.

Egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw

In de rijksbijdrage werkplaatsfunctie is een (genormeerde) vergoeding opgenomen voor rente en afschrijving grote

bouw. Dit deel wordt toegevoegd aan de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Tegenover deze vergoeding

staan de werkelijke kosten, welke ten laste van de egalisatierekening worden geboekt.

Egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in materiële vaste activa

Dit betreft beschikbaar gestelde à fonds perdu bijdragen van het Ministerie van OCenW en de Vereniging in terreinen,

gebouwen en inventarissen, alsmede investeringen uit met eigen middelen getroffen voorzieningen.

105

IV. Jaarreken

ing

Page 109: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Egalisatierekening deregulering huisvesting academische ziekenhuizen (DHAZ)

Tussen OCenW, VWS en NFU is het Convenant DHAZ gesloten inzake de decentralisatie van de planning en uitvoering

van de verschillende instandhoudingsinvesteringen. Het Convenant DHAZ is op 1 januari 2004 in werking getreden.

De oude systematiek wordt afgebouwd en de egalisatierekening DHAZ komt (op termijn) in de plaats van de egalisatie-

rekening kleine bouwkundige projecten en de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Op grond van dit

besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de rijksbijdrage werkplaats-

functie wordt gegeven, onder aftrek van de werkelijke afschrijvingen, aan de egalisatierekening gedoteerd.

Saldi projecten

Gedurende de looptijd van meerjarige projecten worden de reeds gerealiseerde opbrengsten inclusief ontvangen

voorschotten onder aftrek van gerealiseerde kosten gepassiveerd onder de overige schulden.

Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Als prijsgrondslag wordt de historische uitgaafprijs gehanteerd.

Voor de vaststelling van het resultaat wordt uitgegaan van het baten- en lastenstelsel. Voor zover de materiële vaste

activa (waaronder inventarissen) à fonds perdu alsmede uit voorzieningen worden gefinancierd, worden de afschrijvingen

in de resultatenrekening als afschrijvingslast opgenomen en als bate onder de post afschrijvingen ten laste van de

egalisatierekening afschrijving.

De afschrijvingen van de overige materiële vaste activa zijn als last onder de post afschrijvingen opgenomen.

De baten zijn berekend aan de hand van de door het CTG goedgekeurde aanvaardbare kosten aangevuld met

intern berekende aanpassingen daarvan. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd,

zijn aan dit boekjaar toegerekend.

Wachtgelden

Met de invoering in 1991 van de budgettering van de wachtgelden wordt een uitzondering gemaakt op het baten- en

lastenstelsel. In dit geval wordt de last verantwoord in het jaar van betaling in plaats van in het jaar van ontstaan.

Seniorenregeling

Op 1 maart 2004 is de nieuwe CAO Academische Ziekenhuizen in werking getreden. De kosten van de in deze CAO

opgenomen seniorenregelingen werden tot nu toe verantwoord in het jaar van uitbetalen. Met ingang van 2005 is

voor de op balansdatum bestaande verplichtingen een voorziening gevormd in het kader van ‘voorzieningen voor

sociaal beleid’ (RJ 271).

106

IV. Jaarreken

ing

Page 110: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Opbrengsten werk voor derden / mutaties saldi projecten

De baten en lasten van derde geldstroom projecten worden ten gunste of ten laste van de exploitatierekening

gebracht in de periode van gereedkomen van het project of een afgerond deel daarvan. Verliezen op lopende

projecten worden genomen zodra zij zich manifesteren.

Voorziening groot onderhoud

Ingevolge de invoering van de DHAZ is de noodzaak tot het houden van een voorziening anders dan voor

achterstallig onderhoud komen te vervallen.

Inventaris en apparatuur

Inventaris en apparatuur kleiner dan € 1.000 per eenheid wordt niet geactiveerd maar als last opgenomen in het jaar

van aanschaf.

Rente

De kosten van rente op bouwprojecten in uitvoering (met uitzondering van de kleine bouwprojecten) werden tot en

met 2001 geactiveerd (bouwrente). Op grond van een CTG-beleidsregel wordt vanaf 1 januari 2002 rente tijdens de

bouw niet meer geactiveerd.

De rentelasten met betrekking tot de leningen o/g zijn in de resultatenrekening opgenomen onder de post rentelasten.

IV.4 Toelichting bij de balans per 31 december 2005 (in € 1.000)

A VASTE ACTIVA

A.1. Materiële vaste activa (in € 1.000)

De specificatie van de boekwaarde van de materiële vaste activa is als volgt:

Materiële vaste activa 31-12-2005 31-12-2004

Terreinen en gebouwen 194.018 194.224

Andere vaste bedrijfsmiddelen 61.240 61.398

Bouwprojecten in uitvoering 11.310 9.199

Totaal materiële vaste activa 266.568 264.821

In deze opstelling zijn de investeringen, gefinancierd volgens de verschillende bekostigingssystematieken, onder één noemer geplaatst.

Voor een nader onderscheid wordt verwezen naar bijlage 1. In bijlage 2 is de verantwoording DHAZ-middelen 2005 opgenomen.

De per 1 januari 2001 van de Stichting Klinische Genetica Amsterdam (SKGA) overgenomen apparatuur is separaat opgenomen.

Deze apparatuur is nu pas opgenomen omdat de afwikkeling van de liquidatie van de stichting pas onlangs is afgerond.

107

IV. Jaarreken

ing

Page 111: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Verloop van de materiële vaste activa

Terreinen en Andere vaste Bouwprojecten Totaal

gebouwen bedrijfs- in uitvoering materiële

middelen vaste activa

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 345.483 122.658 9.199 477.340

Cumulatieve afschrijvingen -151.259 -61.260 0 -212.519

Boekwaarde 194.224 61.398 9.199 264.821

Overgenomen SKGA apparatuur

Aanschafwaarde 0 2.211 0 2.211

Cumulatieve afschrijvingen 0 -1.024 0 -1.024

Boekwaarde 0 1.187 0 1.187

Mutaties boekjaar

Investeringen 12.378 14.778 2.110 29.266

Afschrijvingen -12.584 -15.779 0 -28.363

Totaal -206 -1.001 2.110 903

Terugname geheel afgeschreven activa

Aanschafwaarde -7.072 -9.673 0 -16.745

Afschrijvingen 7.072 9.673 0 16.745

Totaal 0 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 -1.327 0 -1.327

Afschrijvingen 0 983 0 983

Totaal 0 -344 0 -344

Stand 31 december

Aanschafwaarde 350.789 128.646 11.310 490.745

Cumulatieve afschrijvingen -156.771 -67.406 0 -224.177

Boekwaarde 194.018 61.240 11.310 266.568

In de afschrijving ‘andere vaste bedrijfsmiddelen’ zit een correctie op voorgaande jaren van € 0,8 miljoen,

resulterend in een afschrijvingslast over 2005 van in totaal € 27,6 miljoen.

Desinvesteringen

De aanschafwaarde en de cumulatieve afschrijving van verbouwingen uit 1984 en 1994, inventarissen uit 1995 en

computerapparatuur uit 2000, welke inmiddels geheel zijn afgeschreven, zijn als desinvesteringen verwerkt. Tevens

is er een aantal reeds afgekeurde of verkochte investeringen uit de jaren 1996 tot en met 2005 als desinvestering

verwerkt.

108

IV. Jaarreken

ing

Page 112: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Investeringen in gebouwen

In het verslagjaar kwamen de volgende projecten gereed:

Investeringen in gebouwen

kantooropbouw poli 7.425

afvalstoffendepot 270

reconstructie 1e hulp 486

vervanging CT-scan 236

micro-array ruimte 2

verplaatsing oogheelkunde 561

inhuizing heelkunde 80

upgraden IVF 577

doka oogheelkunde 57

uitbreiding special care 146

veiligheid lachgasvoorziening 45

inrichting banqueting foyer + Waver 97

verhuizing FB/PN 51

stafruimte loopbaanontwikkeling 12

startkosten renovatie oostvleugel 399

verhuizing bureau decaan 51

prikruimte KC 11

upgraden inrit pathologisch instituut 71

Subtotaal 10.577

Daarnaast werden aan de reeds in 2004 (of eerder) als voltooid

aangemerkte projecten de navolgende uitgaven toegevoegd:

beddenhuis 1.083

veiligheid algemeen 679

uitbreiding radiotherapie (megavolt) 15

beleidsplan productie apotheek 7

asbestvrij maken van kruipruimte 10

universitaire huisartsen praktijk 7

Totaal 12.378

109

IV. Jaarreken

ing

Page 113: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Projecten in voorbereiding of in uitvoering

Ultimo 2005 zijn de navolgende projecten nog in voorbereiding of in uitvoering:

Omschrijving WZV-type onderhanden nominaal jaar van

t/m 2005 bedrag WZV oplevering

Regionaal GGZ centrum vergunning 14 21.025 2010

Diverse kleine bouwkundige werken melding 103 200 2006

Diverse bouwprojecten gefinancierd door derden niet WZV 557

Subtotaal PBA-middelen 674 21.225

Ontsluiting westflank DHAZ 2.349 2010

Onderzoek- en diagnostiekgebouw DHAZ 598 2011

Nieuwbouw Meander DHAZ 2.356 2006

Renovatie VH oost DHAZ 2.245 2007

Upgraden glazenwasinstallatie DHAZ 1.109

Diverse kleine bouwkundige werken DHAZ 1.979 2006 e.v.

Subtotaal DHAZ-middelen 10.636 0

Totaal projecten in uitvoering 11.310 21.225

Investeringen in inventarissen

In het verslagjaar zijn de volgende investeringen in inventarissen gedaan:

Investeringen in inventarissen

investeringen > € 1.000 en < € 12.000 2.200

installaties 17

huishoudelijke apparatuur 61

meubilair inclusief bedden 185

computerapparatuur 4.540

behandel- en verpleegapparatuur 93

infuuspompen 345

dialyse apparatuur 18

chirurgische apparatuur 826

laboratoriumapparatuur 1.816

functieonderzoek en bewaking 876

patiëntenbewakingsapparatuur 91

röntgenapparatuur 2.261

echografieapparatuur 827

beeldverwerkende apparatuur 14

overig 608

Totaal 14.778

110

IV. Jaarreken

ing

Page 114: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Op basis van de algemene richtlijn 'Investeringen in medische en overige inventarissen' is het investeringsplafond 2005

€ 10,0 miljoen. Voor vervangings- en uitbreidingsinvesteringen in apparatuur artikel 2 WBMV (Wet Bijzondere Medische

Voorzieningen) is het plafond 2005 gesteld op € 1,9 miljoen. Vanuit de Vrije Universiteit is € 0,7 miljoen beschikbaar

gesteld voor onderwijs en onderzoek (faculteit geneeskunde). Uit eigen middelen is € 11,4 miljoen beschikbaar

gesteld. Derden leverden een financiële bijdrage aan de investeringen van circa € 1,0 miljoen. Samen maakt dit een

investeringsruimte van € 25,0 miljoen.

In 2005 is € 10,2 miljoen minder geïnvesteerd dan op basis van de richtlijnen en de bijdragen uit eigen middelen

en van derden beschikbaar was. De overloop ultimo 2004 van de extern gefinancierde investeringsruimte was circa

€ 17,4 miljoen. Na verwerking van de investeringen in 2005 resteert een overschot ultimo 2005 van circa € 27,6 miljoen.

A.2. Financiële vaste activa (in € 1.000)

Financiële vaste activa 2005 2004

Waarborgsommen 40 42

Deelneming Boelevaar Holding BV 437 518

Kosten herfinanciering langlopende leningen 1.349 1.799

Leningen u/g:

• vorderingen op lange termijn per 1 januari 1.288 680

• vorderingen op korte termijn per 1 januari 338 343

Subtotaal 1.626 1.023

• bij: nieuw verstrekte lening 1.434 966

• af: aflossingen 2005 -540 -363

Stand per 31 december 2.520 1.626

• af: aflossingen 2006, opgenomen onder kortlopende vorderingen -107 -338

Boekwaarde per 31 december 2.413 1.288

Totaal financiële vaste activa 4.239 3.647

Waarborgsommen

De waarborgsom betreft een depotbedrag bij TPG Post gebaseerd op de gemiddelde factuurwaarde.

Deelneming Boelevaar Holding BV

In juni 1998 is door VU medisch centrum de Boelevaar Holding BV opgericht met een maatschappelijk kapitaal van

€ 91 duizend, waarvan € 18 duizend geplaatst en volgestort. Primaire doelstelling is het oprichten van, het voeren van

beheer over, het deelnemen in, het financieren van, het samenwerken met, het besturen van vennootschappen en

andere ondernemingen en het verlenen van adviezen en andere diensten in het belang van VU medisch centrum.

De vennootschap is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Amsterdam onder nummer 33304336. De directie

van de vennootschap wordt gevormd door de raad van bestuur van VU medisch centrum. Waardering geschiedt tegen

de netto vermogenswaarde. Het resultaat van de deelneming bedroeg in 2005 € 81 duizend negatief.

111

IV. Jaarreken

ing

Page 115: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Kosten herfinanciering langlopende leningen

In 2004 is kans gezien om een groot deel van de bestaande leningenportefeuille te herfinancieren. De kosten van de

herfinanciering, groot € 2,2 miljoen, worden over vijf kalenderjaren verdeeld.

Leningen u/g

lening afsluit- oorspr. totale restvord. resterende aflossings- restschuld restschuld rente %

jaar bedrag looptijd 31-12-05 looptijd bedrag op lange op lange

2006 termijn op termijn

31-12-05 over 5 jaar

VU 1991 3.116 15 jaar 104 1 jaar 104 0 0 5,65

Cyclotron 1997 908 11 jaar 0 0 jaar 0 0 0 6,00

SPF 1998 25 10 jaar 16 3 jaar 3 13 0 5,65

STEGA 2000 23 onbep. 0 onbep. 0 0 0

SAC 2004 2.400 onbep. 2.400 onbep. 0 2.400 2.400 4,50

Totaal 6.472 2.520 107 2.413 2.400

In 2005 is de bouw voltooid van een nieuw diabetes onderzoekscentrum te Hoorn door de Stichting Arateus van

Cappadocië (SAC). Ter gedeeltelijke financiering heeft VUmc een lening van € 2,4 miljoen beschikbaar gesteld.

De aflossing geschiedt uiterlijk bij de toekomstige verkoop van het pand. De in 1997 aan Cyclotron BV verstrekte

lening is in 2005 geheel vervroegd afgelost. De in 2000 door de faculteit der geneeskunde VU verstrekte lening

aan de STEGA (Skeletal Tissue Engineering Group Amsterdam) is in 2005 afgelost.

B VLOTTENDE ACTIVA

B.1. Voorraden en onderhanden werk (in € 1.000)

31-12-2005 31-12-2004

Voorraden:

centraal magazijn 472 511

centraal sterilisatie magazijn 161 178

apotheek 1.565 1.620

medische kunst- en hulpmiddelen 580 569

emballagemateriaal 24 11

Totaal voorraden 2.802 2.889

Onderhanden werk:

onderhanden werk DBC’s segment A 55.312 0

onderhanden werk DBC’s segment B 1.847 0

bevoorschotting -53.588 0

Totaal onderhanden werk 3.571 0

Totaal voorraden en onderhanden werk 6.373 2.889

112

IV. Jaarreken

ing

Page 116: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Onder de voorraden zijn die voorraden opgenomen die centraal worden beheerd en geregistreerd. Een uitzondering

betreft de voorraad pacemakers en PTCA-materialen, die als medische kunst- en hulpmiddelen staat vermeld.

De waardering van de openstaande DBC's van het B-segment is gebaseerd op de kostprijs van de reeds uitgevoerde

verrichtingen, dan wel de lagere declaratiewaarde.

De waardering van de openstaande DBC's van het A-segment is gebaseerd op de declaratie-waarde per type DBC,

d.w.z. de kosten - en honorariumdelen van het CTG-tarief plus de opslag sluittarief. De typen (en aantallen) DBC's

zijn bepaald naar de stand per ultimo 2005, d.w.z. de DBC's zijn afgeleid vanuit de basisgegevens zoals die ultimo

2005 bekend waren.

Het onderhanden werk komt voor het B-segment uit op € 1,8 mln en voor het A-segment op € 55,3 mln. Circa 93%

van dit bedrag was ultimo 2005 gedekt door voorschotten van verzekeraars.

B.2. Vorderingen (in € 1.000)

31-12-2005 31-12-2004

Rekening-courantverhouding met Stichting Specialistenrekening -42 -86

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 0 0

Vorderingen op debiteuren

debiteuren 39.155 36.692

te factureren vergoedingen 19.814 11.490

voorziening dubieuze debiteuren -3.478 -2.508

Subtotaal vorderingen op debiteuren 55.491 45.674

bevoorschotting 0 -76

Totaal vorderingen op debiteuren 55.491 45.598

Andere kortlopende vorderingen

vooruitbetaald op bestellingen 2.371 2.864

overige kortlopende vorderingen 352 1.986

Totaal andere kortlopende vorderingen 2.723 4.850

Korte-termijndeel financiële vaste activa 107 374

Transitoria debiteuren 1.785 4.115

Totaal vorderingen en overlopende activa 60.064 54.851

In het totaal van de vorderingen en overlopende activa zijn ook de van de Vrije Universiteit te vorderen posten

opgenomen ter grootte van € 3,1 miljoen.

113

IV. Jaarreken

ing

Page 117: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Rekening-courantverhouding met Stichting Specialistenrekening

Dit betreft nog af te dragen honoraria voor het specialisme mondziekten en kaakchirurgie.

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 2005 2004

Saldo per 1 januari 0 0

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 54.976 54.385

Totaal 54.976 54.385

Door OCenW uitgekeerd in het kalenderjaar 54.976 54.385

Saldo per 31 december 0 0

Vorderingen op debiteuren

Vorderingen op debiteuren Openstaand Openstaand

per per

01-03-2006 31-12-2005 01-03-2005 31-12-2004

ouderdom < 1/2 jaar 7.799 34.106 6.057 30.062

ouderdom 1/2 - 1 jaar 1.121 1.280 1.711 3.358

ouderdom 1 - 2 jaar 1.186 1.523 1.541 2.298

ouderdom 2 - 3 jaar 514 815 573 658

ouderdom > 3 jaar 1.398 1.431 332 316

Totaal debiteuren 12.018 39.155 10.214 36.692

Te factureren vergoedingen 19.814 11.490

Totaal 58.969 48.182

Ten gevolge van de invoering per 1 januari 2005 van de DBC systematiek is de facturering over 2005 (€ 154,0 miljoen)

sterk achtergebleven bij de facturering over 2004 (€ 312,4 miljoen). Hierdoor zijn de uitstaande bedragen over alle

perioden lager dan in 2004; door de inloop van de facturatie tegen het jaareinde is het saldo van de vorderingen

jonger dan 6 maanden per saldo € 4,0 miljoen hoger.

De krediettermijn is gestegen van 56 dagen in 2004 naar 66 dagen in 2005.

Te factureren vergoedingen

Per jaarultimo zijn vele DBC’s afgesloten welke echter in het verslagjaar nog niet tot facturatie hebben geleid.

Hierdoor is de post te factureren vergoedingen ten opzichte van 2004 gestegen met € 8,3 miljoen tot € 19,8 miljoen.

Voorziening dubieuze debiteuren 2005 2004

Saldo per 1 januari 2.508 2.548

Af: in het boekjaar ten laste van de voorziening gebracht -1.062 -1.995

Bij: in het boekjaar aan de voorziening toegevoegd ten laste van de resultatenrekening 2.032 1.955

Saldo per 31 december 3.478 2.508

114

IV. Jaarreken

ing

Page 118: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De algemene rekenregel voor het bepalen van de voorziening is als volgt: de vorderingen per 31 december 2005 met

een looptijd langer dan één jaar worden voor 100% als dubieus aangemerkt en de vorderingen van de kostendelen

met een looptijd van een halfjaar tot één jaar voor 50%. Indien nodig worden grote posten, in afwijking van de regeling,

individueel beoordeeld.

Transitoria debiteuren

De transitoria debiteuren bedragen in totaal € 1,8 miljoen. Deze post omvat onder andere nog te factureren omzet

(€ 1,5 miljoen).

B.3. Financieringstekort (in € 1.000)

2005 2004

Berekend wettelijk budget:

Kostendeel 214.977 211.325

Rente en afschrijvingen investeringen 21.623 19.344

Honorarium / artskosten 34.642 31.049

Klinische genetica 6.832 6.261

Totaal budget 278.074 267.979

Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:

DBC-A segment 91.447

Onderhanden werk DBC-A segment en DBC-B segment januari 2005 55.311

DBC-B segment (januari 2005 en kapitaalslasten gehele jaar 2005) 176

Academische component 53.349

Verpleeggelden 0 150.297

Overige vergoedingen 18.732 124.930

Klinische genetica -79 5.606

Totaal vergoedingen 218.936 280.833

Financieringsverschil 59.138 -12.854

Het saldo nog in tarieven te verrekenen tot en met vorig boekjaar -11.692 -1.073

Nadere herberekening budget over voorgaande jaren 2.566 2.235

Overname saldo SKGA 1.553 0

Saldo te verrekenen per 31 december 51.565 -11.692

115

IV. Jaarreken

ing

Page 119: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De nacalculaties tot en met 2002 zijn door het CTG in de rekenstaat verwerkt.

Het financieringsverschil van € 59,1 miljoen is veroorzaakt doordat bij de invoering van de DBC’s per 1 januari 2005

de voorgeschreven declaratietarieven en het toegestane opslag(sluit)percentage te laag zijn vastgesteld.

Per ultimo 2000 heeft het Ministerie van WVC ingestemd met het intrekken van de vergunning voor het uitvoeren van

klinisch genetische patiëntenzorg door de Stichting Klinische Genetica Amsterdam onder gelijktijdige verstrekking

van een vergunning aan de participanten, het AMC en VUmc. De in de Stichting aanwezige positie ‘nog in tarieven te

verrekenen met CTG’ is in het boekjaar 2005 naar rato van de productiewaarde 2000 verdeeld over de participanten,

waarvan het aandeel van VUmc € 0,7 miljoen bedroeg. De in de Stichting aanwezige inventaris is onder de

participanten verdeeld, de afschrijvingen over 2001 t/m 2003 (€ 0,8 miljoen) zijn nacalculeerbaar en als herberekening

over voorgaande jaren toegevoegd. De afschrijvingen over 2004 t/m 2005 zijn reeds in de berekende budgetten

verwerkt.

C Eigen vermogen (in € 1.000)

Het verloop van het eigen vermogen in het boekjaar is als volgt:

31-12-2004 01-01-2005 resultaat 31-12-2005

2005

Collectief gefinancierd gebonden vermogen

reserve patiëntenzorg, onderwijs, 1.176 1.625 2.388 4.013

onderzoek en ontwikkeling

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 1.176 1.625 2.388 4.013

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

algemene reserve 500 500 -82 418

specifieke reserve o & o 7.782 8.340 2.029 10.369

Totaal niet collectief gefinancierd vrij vermogen 8.282 8.840 1.947 10.787

Totaal eigen vermogen 9.458 10.465 4.335 14.800

Vermogensmutaties per 1 januari 2005

Per ultimo 2000 heeft het Ministerie van WVC ingestemd met het intrekken van de vergunning voor het uitvoeren van

klinisch genetische patiëntenzorg door de Stichting Klinische Genetica Amsterdam onder gelijktijdige verstrekking

van een vergunning aan de participanten, het AMC en VUmc. Het in de Stichting aanwezige vermogen is in het

boekjaar 2005 naar rato van de productiewaarde 2000 verdeeld over de participanten, waarvan het aandeel van

VUmc € 1,0 miljoen bedroeg.

Met betrekking tot een in 2002 afgesloten onderzoeksproject is in 2005 besloten om het cumulatief negatief resultaat

ad € -0.6 miljoen over te hevelen vanuit de specifieke reserve o & o naar de reserve patiëntenzorg, onderwijs,

onderzoek en ontwikkeling.

116

IV. Jaarreken

ing

Page 120: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

C.1. Collectief gefinancierd gebonden vermogen

Reserve patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en ontwikkeling.

Dit betreft de algemene reserve voor de gecumuleerde resultaten uit patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en

ontwikkeling. Per 1 januari 2005 werd het aandeel in het vermogen van de Stichting Klinische Genetica Amsterdam

(€ 1,0 miljoen) toegevoegd. Het cumulatief negatief resultaat (€ -0,6 miljoen) op het onderzoeksproject ‘Intracel’

werd in 2005 gecorrigeerd ten laste van de reserve patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en ontwikkeling.

C.2. Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

Algemene reserve

Dit betreft de waarderingswijziging alsmede de gecumuleerde resultaten van de deelneming Boelevaar Holding BV.

Afgeboekt is het resultaat 2005 van de deelneming.

Specifieke reserve o & o

Dit betreft gecumuleerde resultaten voor de vervanging van apparatuur, voor het ontwikkelen van innovaties en overige

bestemmingen alsmede resultaten op derde geldstroomactiviteiten en specifieke bedrijfsmatige activiteiten, specifiek

te benutten door de projectleiders. Per 1 januari 2005 werd het cumulatief negatief resultaat op het onderzoeksproject

‘Intracel’ overgeboekt ten laste van de reserve patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en ontwikkeling. Toegevoegd is

het resultaat 2005 dat betrekking heeft op tweede en derde geldstroom onderwijs en onderzoek.

D Egalisatierekening afschrijvingen (in € 1.000)

Het verloop van de egalisatierekeningen in het boekjaar is als volgt:

31-12-2004 dotaties onttrekkingen 31-12-2005

Egalisatierekening

apparatuurbijdragen derden 5.894 1.125 1.377 5.642

kleine bouwkundige projecten 7.370 1.395 1.768 6.997

rente en afschrijving grote bouw, correctie 2004 6.572 -109

rente en afschrijving grote bouw, 2005 2.435 2.115 6.783

à fonds perdu bijdragen in bouw, 66.608 5.231 61.377

eerste inrichting en inventaris.

deregulering huisvesting academische -11 109 8

ziekenhuizen (DHAZ), correctie 2004

deregulering huisvesting academische 647 252 485

ziekenhuizen (DHAZ), 2005

Totaal 86.433 5.602 10.751 81.284

Egalisatierekening apparatuurbijdragen derden

Vanaf 1988 worden de bijdragen van derden voor investeringen in apparatuur ten gunste van deze egalisatierekening

gebracht. De jaarlijkse vrijval ten gunste van de resultatenrekening is gelijk aan de afschrijvingslast van het met geld

van derden gefinancierde deel van de apparatuur.

117

IV. Jaarreken

ing

Page 121: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Egalisatierekening kleine bouwkundige projecten

Ingaande 1991 is in overleg tussen de ministeries van VWS en OCenW overeengekomen om bouw-projecten

(tussen € 0,1 miljoen en € 2,3 miljoen) per project te verantwoorden in een egalisatierekening kleine bouwkundige

projecten. Op grond van dit besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en

de rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, ten gunste van deze egalisatierekening geboekt. Voor 2005

bedroeg deze € 1,4 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op een taakstellend investeringsbudget van € 1,4 miljoen voor

1991, € 1,6 miljoen voor 1992 en € 2,3 miljoen voor de jaren 1993 tot en met 2003. Vanaf 2004 is dit budget

opgenomen in de regeling DHAZ. De totale dotatie heeft plaatsgevonden via terrein- en gebouwgebonden kosten.

Daarnaast werden middelen toegevoegd voor bouwprojecten kleiner dan € 2,3 miljoen die niet uit de daarvoor

bestaande regelingen kunnen worden gefinancierd (Investeringsplan Academische Ziekenhuizen). De afschrijvings-

lasten van de voltooide projecten zijn ten laste van de egalisatierekening gebracht.

Egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw

Vanaf 1991 geldt het stelsel van genormeerde toewijzing voor rente- en afschrijvingslasten. Tegenover deze vergoeding

staan de werkelijke lasten welke voor een deel in latere jaren worden geboekt. Dit deel is in deze egalisatierekening

opgenomen volgens onderstaand overzicht.

norm- werkelijke saldo

bijdrage lasten

t/m 2001 16.042 10.895 5.147

2002 2.060 1.600 460

2003 2.077 1.554 523

2004 2.691 2.249 442

2005 2.326 2.115 211

Totaal 25.196 18.413 6.783

De dotatie in 2004 bevatte per abuis de rentecomponent van de DHAZ-regeling. Dit bedrag is alsnog overgeheveld

naar de egalisatierekening DHAZ.

Egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris

De tot 1988 door het Ministerie van OCenW beschikbaar gestelde middelen voor à fonds perdu financiering van de

vaste activa zijn enerzijds onder materiële vaste activa en anderzijds als egalisatierekening afschrijvingen verantwoord

op de balans. Hetzelfde gebeurde met het aandeel in de financiering van de vaste activa van de Vereniging voor

christelijk wetenschappelijk onderwijs en de investeringen in apparatuur uit eigen voorzieningen.

Door de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs werd tijdens de bouw van het ziekenhuis en het

opleidingscentrum een bedrag van € 1,3 miljoen geïnvesteerd.

De jaarlijkse afschrijvingen worden voor gelijke bedragen zowel op de vaste activa als op de egalisatierekening

afschrijving afgeboekt en beïnvloeden daardoor het resultaat niet.

118

IV. Jaarreken

ing

Page 122: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

31-12-2005 31-12-2004

De bijdragen à fonds perdu door OCenW ten behoeve van de financiering van gebouwen, 61.279 66.499

installaties en terreinen

Aandeel van de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs in de financiering 98 109

van het ziekenhuis en het opleidingscentrum

Totaal egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris 61.377 66.608

Egalisatierekening deregulering huisvesting academische ziekenhuizen (DHAZ)

Tussen OCenW, VWS en NFU is het Convenant DHAZ gesloten inzake de decentralisatie van de planning en uitvoering

van de verschillende instandhoudingsinvesteringen. Het Convenant DHAZ is op 1 januari 2004 in werking getreden.

De oude systematiek wordt afgebouwd en de egalisatierekening DHAZ komt (op termijn) in de plaats van de egalisatie-

rekening kleine bouwkundige projecten en de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Op grond van dit

besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de rijksbijdrage werkplaats-

functie wordt gegeven, ten gunste van deze egalisatierekening geboekt. Daarnaast wordt de rentevergoeding door

OCenW ten gunste van deze rekening geboekt. De werkelijke afschrijvings- en rentelasten komen ten laste van de

egalisatierekening.

De dotatie van de rentevergoeding is in 2004 per abuis ten gunste van de egalisatierekening rente en afschrijving

grote bouw geboekt. Dit bedrag is alsnog overgeheveld naar de egalisatierekening DHAZ. Ook de rentelast van 2004

is alsnog ten laste van deze rekening gebracht.

E Voorzieningen (in € 1.000)

31-12-2004 dotaties onttrekkingen 31-12-2005

onderhoud en aanvulling terreinen, 2.400 134 0 2.534

gebouwen en installaties

sociale- en reorganisatiekosten 1.000 500 1.000 500

ziekterisico 36 1.322 960 398

compensatieregeling IZA-AZ 2.169 0 1.160 1.009

lustrum 200 100 200 100

seniorenregelingen 0 5.000 0 5.000

Totaal 5.805 7.056 3.320 9.541

119

IV. Jaarreken

ing

Page 123: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Voorziening onderhoud en aanvulling terreinen, gebouwen en installaties

Door de invoering van de DHAZ is de noodzaak tot het houden van een voorziening anders dan voor achterstallig

onderhoud komen te vervallen. Het eindsaldo is in overeenstemming met de actuele stand van het uitgestelde

onderhoud.

Voorziening sociale- en reorganisatiekosten

De voorziening is gebruikt voor uitgaven die samenhangen met reorganisaties als gevolg van de meerjaren-bezuinigings-

operatie ‘Gerichte Groei’. De reguliere dotatie van € 0,5 miljoen is in de resultatenrekening verantwoord onder de

post dotaties voorzieningen.

Voorziening ziekterisico

Deze voorziening is gevormd in verband met het ziekteverzuimrisico van personeel op derde-geldstroomprojecten.

De dotatie is in de resultatenrekening verantwoord onder de post dotatie voorzieningen.

Voorziening compensatieregeling IZA-AZ

In het kader van de CAO voor Academische Ziekenhuizen is een collectieve verplichte ziektekostenverzekering voor

werknemers afgesloten bij IZA-AZ. Werknemers, die hierdoor meer premie zijn gaan betalen, worden hiervoor tijdelijk

gecompenseerd middels een overbruggingsregeling.

Deze voorziening is bestemd voor de op grond van deze regeling te verwachten uitgaven. De voorziening zal middels

jaarlijkse onttrekkingen in de periode tot en met 2007 ten gunste van het resultaat worden afgebouwd.

Voorziening lustrum

Deze voorziening is in 2005 gebruikt voor het lustrum van de Vrije Universiteit en het restant van de voorziening is

bedoeld voor het eerste lustrum van VU medisch centrum in 2006. De dotatie is in de resultatenrekening verantwoord

onder de post dotatie voorzieningen.

Seniorenregelingen

Deze voorziening is gevormd voor de per balansdatum bestaande verplichtingen in het kader van ‘voorzieningen

voor sociaal beleid’ (RJ271).

120

IV. Jaarreken

ing

Page 124: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

121

IV. Jaarreken

ing

F Langlopende schulden (in € 1.000)

Langlopende schulden

nr. afsluit- oorspr. totale restschuld resterende aflossings- restschuld restschuld rente %

jaar bedrag looptijd 31-12-05 looptijd bedrag op lange op lange

2006 termijn op termijn

31-12-05 over 5 jaar

1 1990 2.042 20 jaar 511 5 jaar 102 408 0 5,40

2 1992 9.076 20 jaar 3.176 7 jaar 454 2.723 454 5,55

3 1993 22.008 20 jaar 11.708 8 jaar 1.464 10.244 2.927 4,26

4 1995 5.446 40 jaar 4.084 30 jaar 136 3.948 3.267 3.19

5 1995 5.445 40 jaar 4.084 30 jaar 136 3.948 3.267 2,34

6 1996 18.151 10 jaar 1.815 1 jaar 1.815 0 0 2,40

7 1996 4.538 40 jaar 3.517 31 jaar 113 3.403 2.836 2,62

8 1997 2.723 40 jaar 2.161 32 jaar 68 2.093 1.753 2,86

9 1997 13.613 10 jaar 2.383 2 jaar 1.361 1.021 0 2,58

10 1998 4.538 40 jaar 3.687 33 jaar 113 3.574 3.006 3,10

11 1998 3.630 20 jaar 2.268 13 jaar 182 2.087 1.180 3,05

12 1998 9.983 10 jaar 2.496 3 jaar 998 1.498 0 2,71

13 2000 1.271 6 1/4 jaar 182 1 jaar 182 0 0 5,65

14 2001 4.197 10 jaar 2.518 6 jaar 420 2.099 0 5,04

15 2001 18.151 10 jaar 9.983 6 jaar 1.815 8.168 0 5,45

16 2004 20.000 10 jaar 17.000 9 jaar 2.000 15.000 5.000 3,53

17 2004 23.000 20 jaar 21.275 19 jaar 1.150 20.125 14.375 3,54

18 2004 42.000 40 jaar 40.425 39 jaar 1.050 39.375 34.125 3,38

Totaal 209.812 133.273 13.559 119.714 72.190

Het in 2006 af te lossen bedrag van € 13,6 miljoen is in mindering gebracht op de restschuld van € 133,3 miljoen

en opgenomen onder ‘kortlopende schulden’. De leningen 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 14, 15, 17 en 18 werden aangetrokken

ter financiering van investeringen in gebouwen. De leningen 6, 9, 12 en 16 werden aangetrokken ter financiering van

inventaris en apparatuur. De lening vermeld onder 13 dient ter financiering van het aandeel van VU medisch

centrum in de bouw van de STEG-installatie. Alle leningen worden lineair afgelost. Lening 1 en 14 vallen onder de

zogenoemde rijksgarantie.

Voor wat de looptijden, en dus de aflossingsverplichtingen betreft, wordt rekening gehouden met de afschrijvings-

termijnen volgens de richtlijnen van het CTG.

Als voorwaarde voor de beschikbaarstelling van geld voor bouwprojecten is de goedkeuring van het Ministerie

van VWS vereist. Daarnaast geldt een negatieve pledge/pari passu en cross default verklaring. Dat wil zeggen

dat VU medisch centrum geen zekerheden aan anderen verschaft, tenzij onder aanbieding van deze zekerheid

(gelijk in soort en waarde) aan bovengenoemde banken.

Page 125: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

G Kortlopende schulden (in € 1.000)

Kortlopende schulden en overlopende passiva 31-12-2005 31-12-2004

Crediteuren 17.105 11.994

Transitoria crediteuren 4.948 14.695

Schulden aan kredietinstellingen 86.216 3.623

Belastingen en premies sociale verzekeringen 13.646 11.203

Te betalen salarissen 1.522 1.660

Te betalen vakantiedagen, vakantiegeld en interim-uitkering 12.669 13.119

Aflossingsverplichtingen 13.559 13.559

Overige schulden 13.805 9.694

Totaal 163.470 79.547

De nog te betalen onregelmatigheidstoeslagen, overwerk etc. welke in 2004 waren opgenomen onder transitoria

crediteuren (€ 1,6 miljoen) zijn voor de vergelijkbaarheid overgeheveld naar de categorie te betalen salarissen.

In het totaal van de kortlopende schulden en overlopende passiva zijn aan de Vrije Universiteit te betalen posten

opgenomen voor € 2,6 miljoen.

Schulden aan kredietinstellingen 31-12-2005 31122004

ABN AMRO Bank N.V. rekening-courant 7.790 -2.626

C en E Bankiers N.V. rekening-courant 36.222 22.121

Postbank rekening-courant -7.796 -15.872

ABN AMRO Bank N.V. kasgeldlening 25.000 0

C en E Bankiers N.V. kasgeldlening 25.000 0

Totaal 86.216 3.623

In mei 2005 is met een bankconsortium onder leiding van C en E Bankiers N.V. het financierings-arrangement

aangepast. Het exploitatiekrediet is verhoogd van E 30 miljoen naar € 50 miljoen en het investeringskrediet is van

€ 12 miljoen verhoogd tot € 50 miljoen. Daarnaast is er een stand-by faciliteit afgesproken van € 30 miljoen in

verband met de invoering van DBC’s.

In de loop van het jaar is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om binnen het ter beschikking gestelde krediet

kasgeldleningen op te nemen.

122

IV. Jaarreken

ing

Page 126: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Belastingen en premies sociale verzekeringen

Dit betreft de nog te betalen loonheffing, omzetbelasting en premies sociale verzekeringen. De stijging van de nog te

betalen belastingen en premies sociale verzekeringen wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de nog

af te dragen loonheffing (€ 1,4 miljoen) en achterstallige betaling van premies faop (€ 0,7 miljoen, fonds arbeids-

ongeschiktheidsverzekering overheidspersoneel).

Te betalen vakantiedagen en vakantiegeld

Volgens de Regeling Jaarverslaggeving Zorginstellingen zijn de nog te betalen vakantiegelden over de periode juni tot

en met december opgenomen onder de kortlopende schulden. Tevens is er, naar aanleiding van deze regeling een

verplichting opgenomen voor het saldo vakantiedagen ultimo 2005.

Aflossingsverplichtingen

De aflossingsverplichtingen voor het jaar 2006 op de langlopende schulden zijn hier als schuld op korte termijn

opgenomen.

Overige schulden 31-12-2005 31-12-2004

Saldi projecten 10.737 8.281

Verplichtingen voor inrichtingskosten kliniek 1.563 580

Overig 1.505 833

Totaal 13.805 9.694

123

IV. Jaarreken

ing

Page 127: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV.5 Kasstroomoverzicht 2005 (in € 1.000)

Voor de bepaling van de kasstromen is uitgegaan van de indirecte methode.

2005 2004

Kasstroom uit operationele activiteiten

Exploitatieresultaat 4.335 479

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen 28.707 26.794

Mutaties egalisatierekeningen -5.149 -3.359

Mutaties voorzieningen 3.736 -6.241

27.294 17.194

Veranderingen in vlottende middelen:

Voorraden -3.484 272

Vorderingen -5.213 18.898

Financieringsoverschot -63.257 10.619

Kortlopende schulden (exclusief kredietinstellingen) 1.330 2.353

-70.624 32.142

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -38.995 49.815

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -30.453 -33.308

Mutatie leningen u/g -1.125 -608

Overige investeringen in financiële vaste activa 533 -1.830

-31.045 -35.746

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -31.045 -35.746

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen 0 85.000

Aflossing langlopende schulden -13.559 -15.659

Overige mutaties eigen vermogen 1.007 562

-12.552 69.903

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -12.552 69.903

Mutatie geldmiddelen -82.592 83.972

Geldmiddelen per 1 januari -3.623 -87.595

Geldmiddelen per 31 december -86.215 -3.623

124

IV. Jaarreken

ing

Page 128: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV.6 Toelichting bij de resultatenrekening over 2005 (in € 1.000)

A Bedrijfsopbrengsten

A.1. Wettelijk budget (in € 1.000)

2005 2004

Budget patiëntenzorg, kostendeel en artskosten / honorarium 278.074 267.979

DBC-B segment 882

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 54.976 54.385

Rijksbijdrage faculteit geneeskunde algemeen 33.996 32.045

Specialistenopleiding 624 641

Onderwijs dienstverlening andere faculteiten 924 963

Budget dieetadvisering AWBZ 0 236

Totaal budget 369.476 356.249

Het budget patiëntenzorg is als volgt opgebouwd:

2005

Budget patiëntenzorg 2004 267.979

Mutaties op grond van:

Productieafspraken 2005 5.874

Klinische genetica 571

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 1.455

Prijsindexatie materiële kosten 1.064

Groei normatieve kapitaalslasten 103

Beleidsmaatregelen overheid:

Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) 2.902

Herallocatie -479

Arbeidsmarktbeleid 336

Demogroei 512

Prestatiecontract / convenantskorting -2.268

Schoning DBC-B segment -3.862

-2.859

Nacalculeerbare kapitaalslasten:

Rente 2.040

Afschrijvingen -43

1.997

Overige mutaties 1.890

Budget patiëntenzorg 2005 278.074

125

IV. Jaarreken

ing

Page 129: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De samenstelling van het budget patiëntenzorg is als volgt:

2005 2004

Personele en materiële lasten 221.581 217.102

Rente 8.111 6.071

Afschrijving 13.740 13.757

Artskosten / honorarium 34.642 31.049

Totaal budget patiëntenzorg 278.074 267.979

Het budget patiëntenzorg 2005 is als volgt berekend:

2005

Budget patiëntenzorg volgens CTG-rekenstaat 31 januari 2006 262.909

Nog te verwerken:

Rentenormeringsbalans 2.400

Uitbreiding Artsen in opleiding (AIOS) 3.234

Uitbreiding specialistenformatie radiotherapie 404

Correctie schoning DBC-B segment 2.730

Restant prestatiecontract / convenantskorting -1.328

Minderproductie 2005 -693

Afschrijvingslasten 296

Overig, inclusief kosten alliantievorming 1.290

Totaal nog te verwerken door CTG 8.333

Klinische genetica 6.832

Totaal budget patiëntenzorg 278.074

A.2. Overige bedrijfsopbrengsten (in € 1.000)

2005 2004

Zorgprestaties tussen instellingen (WDS) 2.548 1.857

Overige dienstverlening 57.127 48.992

Overige opbrengsten 2.966 6.048

Overige personele subsidies 1.280 1.004

Totaal 63.921 57.901

De vergelijkende cijfers voor 2004 zijn fractioneel aangepast: € 0,4 miljoen baten zijn verschoven van overige dienst-

verlening naar overige opbrengsten. De totale overige bedrijfsopbrengsten zijn ten opzichte van 2004 met € 6,0 miljoen

toegenomen, met name als gevolg van opbrengsten uit overige dienstverlening.

126

IV. Jaarreken

ing

Page 130: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Overige dienstverlening 2005 2004

Algemene en administratieve diensten 1.058 2.669

Doorberekende huren 139 40

Exploitatie projecten laboratoria 1.534 1.161

Maaltijdvergoedingen 1.096 1.042

Personele activiteiten ten behoeve van derden 2.817 4.988

Vergoedingen projecten 47.531 35.007

Vergoeding materiaalkosten onderwijs en onderzoek 8 32

Vergoeding opleidingen ten behoeve van derden 2.040 3.358

Universitaire huisartsenpraktijk 134 66

Overig 770 629

Totaal 57.127 48.992

De vergoedingen projecten ten bedrage van € 47,5 miljoen geven weer wat VU medisch centrum aan opbrengsten in 2005 heeft

ontvangen van projecten die door derden worden gefinancierd. Deze opbrengst heeft betrekking op nog lopende èn afgeronde projecten.

De ontvangen vergoedingen 2005 zijn € 12,5 miljoen ofwel 36% hoger dan 2004.

Overige opbrengsten 2005 2004

Overige baten (+) en lasten (-)

Andere baten en lasten 86 471

Baten en lasten voorgaande boekjaren 2.880 5.577

Totaal 2.966 6.048

De post baten en lasten voorgaande boekjaren bestaat uit incidentele posten. Deze post daalt ten opzichte van 2004

met € 2,7 miljoen. Het saldo 2005 bestaat voornamelijk uit: aanvullende toewijzing rijksbijdrage geneeskunde

€ 1,0 miljoen en herrekend budget patiëntenzorg in verband met vergroting vloeroppervlak (€ 1,5 miljoen)

127

IV. Jaarreken

ing

Page 131: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

B Bedrijfslasten

B.1. Personeelskosten

B.1.1. Gemiddelde personeelsbezetting (in fte)

2005 2004

Personeel algemene en administratieve functies 1.082,6 1.116,5

Personeel hotelfuncties 309,7 327,0

Personeel patiëntgebonden functies:

• Management en staf 33,8 36,4

• Personeel medische elektronica en revalidatie techniek 55,9 57,8

• Personeel onderzoeksfuncties 572,2 574,8

• Personeel behandel- en ondersteunende functies 234,7 234,5

• Personeel psychosociale, behandel- en begeleidende functies 34,7 40,5

• Verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel 1.039,9 1.086,8

• Medische en sociaal-wetenschappelijke functies 1.378,7 1.351,0

Leerlingverpleegkundig personeel 71,7 88,5

Personeel terrein en gebouwgebonden functies 40,1 40,8

Totaal 4.854,0 4.954,6

In de tabel is het personeel (personeel in loondienst en uitzendkrachten) verdeeld naar de diverse functiecategorieën.

Met ingang van 2005 wordt voor ‘overig personeel niet in loondienst’ geen fte’s meer berekend. De aantallen voor

deze groep zijn met betrekking tot het jaar 2004 gecorrigeerd. De opstelling is inclusief personeel toegerekend aan

3e geldstroom projecten. De personele bezetting in 2005 is ten opzichte van de bezetting in 2004 met 100,6 fte

afgenomen voor alle functiecategorieën, dit is voornamelijk het gevolg van de maatregelen die genomen zijn op

grond van de meerjaren-bezuinigingsoperatie ‘Gerichte Groei’.

128

IV. Jaarreken

ing

Page 132: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

B.1.2. Personele lasten (in € 1.000)

2005 2004

411 Personeel algemene en administratieve functies 38.386 37.178

412 Personeel hotelfuncties 9.008 8.784

413 Personeel patiëntgebonden functies:

Management en staf 1.218 1.247

Personeel medische elektronica en revalidatie techniek 2.048 2.079

Personeel onderzoeksfuncties 18.141 17.715

Personeel behandel- en ondersteunende functies 7.708 7.534

Personeel psychosociale, behandel- en begeleidende functies 1.075 1.512

Verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel 39.062 38.697

Medische en sociaal-wetenschappelijke functies 88.014 85.097

414 Leerlingverpleegkundig personeel 1.998 2.158

415 Personeel terrein- en gebouwgebonden functies 1.606 1.531

Totaal salarissen personeel in loondienst 208.264 203.532

416 Afdracht honorariumbudget aan Stichting Specialistenrekening 594 626

417 Stagiaires 270 208

418 Vergoedingen personeel niet in loondienst:

Uitzendkrachten 2.831 4.833

Overig 5.409 5.561

Totaal salarissen en vergoedingen 217.368 214.760

422 Sociale lasten 58.381 58.333

Uitkering na ontslag en hieraan gerelateerde kosten 7.556 2.751

65.937 61.084

423 Andere personeelskosten 8.998 11.082

Totaal 292.303 286.926

De salarissen van personeel in loondienst zijn in 2005 ondanks een daling van de bezetting gestegen met € 4,7 miljoen

ten opzichte van 2004. Deze stijging is onder te verdelen in € -4,1 miljoen als gevolg van een daling van het aantal

fte’s en € 8,8 miljoen als gevolg van stijging van de salariskosten.

De stijging is het gevolg van de verhoging van de eindejaars-uitkering met 0,75%, de werking van het jaarlijkse

anciënniteiteffect en de aanpassingen als gevolg van de beoordeling van de functies (Fuwavaz).

Bij de uitzendkrachten zijn de kosten met € 2,0 miljoen afgenomen dit is voornamelijk het gevolg van het instellen

van een interne ‘flexpool’. De presentatie van de vergelijkende cijfers over 2004 is fractioneel aangepast:

de andere personeelskosten zijn met € 0,3 miljoen verlaagd, de sociale lasten zijn verhoogd met € 0,2 miljoen en de

uitkeringen na ontslag met € 0,1 miljoen.

De stijging in sociale lasten van € 4,8 miljoen is voor € 1,3 miljoen het gevolg van een daling van de bezetting en

voor € 6,1 het gevolg van gestegen lasten. De daling van de andere personeelskosten met € 2,1 miljoen is voornamelijk

veroorzaakt door lagere functiegebonden kosten (€ 0,8 miljoen), lagere opleidingskosten (€ 0,4 miljoen) en lagere

kosten voor werving en selectie (€ 0,3 miljoen).

129

IV. Jaarreken

ing

Page 133: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Afdracht honorariumbudget aan Stichting Specialistenrekening

Dit betreft het honorariumbudget medisch specialistische activiteiten voor particulier verzekerden met betrekking tot

het specialisme mondziekten en kaakchirurgie.

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders

De bezoldiging van de bestuurders van VU medisch centrum is schematisch als volgt:

Naam Prof. Dr. Prof. Dr.

Drs. E.B. Mulder Ir. T.J. Halma T.J.F. Savelkoul E.A. van der Veen

2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004

Functie voorzitter (gewezen) lid lid lid

In dienst van 01-01 01-01 - 01-01 01-01 01-01 01-01 01-01

tot 31-12 31-12 - 30-06 31-12 31-12 31-12 31-12

Bruto-salarissen 185.483 185.034 0 87.324 169.936 169.419 167.014 157.702

Werkgeversdeel 425 3.624 0 636 349 3.582 349 1.272

sociale lasten

Pensioenen en soort- 35.064 31.218 0 14.023 31.577 28.046 31.576 25.560

gelijke vergoedingen

Leasekosten auto 19.947 20.838 0 16.679 21.669 18.843 19.536 10.139

Onkostenvergoedingen 3.300 2.723 0 1.361 3.000 2.723 3.000 3.300

Totaal 244.219 243.437 0 120.023 226.531 222.613 221.475 197.973

Cataloguswaarde

lease auto 44.600 44.600 0 34.564 43.505 43.505 47.200 47.200

130

IV. Jaarreken

ing

Page 134: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Nevenfuncties van bestuurders

Voorzitter (drs. E.B. Mulder)

• lid Raad van Toezicht Vereniging Nationaal Reumafonds te Amsterdam

• voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Huisartsen Genootschap te Utrecht

• lid Raad van Commissarissen LTP advies B.V.

Lid prof.dr. T.J.F. Savelkoul

• bestuurslid Commissie van Uitvoering Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC)

• hoogleraar stralingshygiëne (0-aanstelling) LUMC

• lid van de Gezondheidsraad (GR)

• lid van de Beraadsgroep Stralingshygiëne (GR)

• lid programmacommissie Kwaliteitsverbeterprogramma Rampenopvang Ziekenhuizen ZON MW

• lid Raad van Bestuur Stichting Palliatieve Zorg “KURIA”

• voorzitter bestuur Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK)

Lid / decaan prof.dr. E.A. van der Veen

• lid stuurgroep Modernisering Opleidingen en Beroepen in de Gezondheidszorg (MOBG)

Voor de bezoldiging van de leden van de raad van toezicht en gewezen leden van de raad van toezicht kwam in 2005

een bedrag van € 43.677 ten laste van VU medisch centrum:

Naam Functie Bezoldiging Belastbaar Bezoldiging Belastbaar

loon loon

2005 2004

prof. drs. P. Bouw voorzitter van 6.429 6.429 6.429 6.429

01-01-04 tot 31-12-05

mr. drs. L.C. Brinkman vice-voorzitter van 5.672 5.672 5.672 5.672

01-01-04 tot 31-12-05

drs. J.M. Bleichrodt lid van 4.916 4.916 4.916 4.916

01-01-04 tot 31-12-05

dr. B. Sangster lid van 4.916 4.916 4.916 4.916

01-01-04 tot 31-12-05

prof. dr. P.M.E. Volten lid van 4.916 4.916 4.916 4.916

01-01-04 tot 31-12-05

mr. A.A. Westerlaken vice-voorzitter van 4.916 4.916 5.672 5.672

01-01-04 tot 31-12-04

lid van

01-01-05 tot 31-12-05

D.J. Terpstra vice-voorzitter van 1.891 1.891 4.506 4.506

01-01-04 tot 30-04-05

I.E.E. van der Dussen lid van 4.916 4.916 4.916 4.916

01-01-04 tot 31-12-05

drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen lid van 5.105 5.105 4.916 4.916

01-01-04 tot 30-09-05

vice-voorzitter van

01-10-05 tot 31-12-05

43.677 43.677 46.859 46.859

131

IV. Jaarreken

ing

Page 135: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

B.1.3. Sociale lasten (in € 1.000)

2005 2004

Loonsom 208.264 100% 203.532 100%

Premiegevoelige sociale lasten:

vakantietoelagen 15.871 7,62% 15.826 7,78%

premie ziektekosten 7.351 3,53% 7.816 3,84%

pensioenkosten 35.229 16,92% 31.202 15,32%

premie WAO 9.586 4,60% 11.980 5,89%

pseudo-premies -5.245 -2,52% -5.197 -2,55%

Totaal premies 62.792 30,15% 61.627 30,28%

Uitkering na ontslag en hieraan gerelateerde kosten 7.556 2.751

Ontvangen ZW/WAO -3.267 -5.257

Mutatie verplichting vakantiedagen -450 644

Overig – niet premie gevoelig -694 1.319

Totaal 65.937 61.084

Het percentage premiegevoelige sociale lasten is licht gedaald voornamelijk door een daling van de premie WAO met

20%, dit als gevolg van eigen risico dragerschap. VU medisch centrum heeft gekozen voor herverzekering bij een

private verzekeraar, waardoor geen voorziening in de balans ultimo 2005 nodig is.

De stijging van de overige sociale lasten wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven inzake uitkering na

ontslag en hieraan gerelateerde kosten, dit als gevolg van ‘Gerichte Groei’, daarnaast zijn de retour ontvangen bedragen

inzake WAO gedaald dit ook als gevolg van het eigen risico dragerschap. Daartegenover staat een daling van de

verplichting vakantiedagen en een daling van de post ‘overig - niet premie gevoelig’ door het wegvallen van de

voorziening eenmalige gratificatie inzake het terugdringen van het ziekteverzuim.

132

IV. Jaarreken

ing

Page 136: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

B.2. Afschrijvingen materiële vaste activa (in € 1.000)

2005 2004

Afschrijvingen WZV vergunningsplichtige vaste activa (grote bouw) 10.342 10.499

Afschrijvingen WZV meldingsplichtige vaste activa (kleine bouw) 1.641 1.173

Afschrijvingen inventaris en apparatuur 14.969 14.627

Afschrijvingen niet WZV/WTG gefinancierde vaste activa (bouw) 372 450

Afschrijvingen DHAZ-middelen 229 46

27.553 26.795

Af: ten laste van egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw, -5.231 -5.554

eerste investering en inventaris

ten laste van egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw -1.227 0

ten laste van egalisatierekening kleine bouwkundige projecten -1.768 -1.360

ten laste van egalisatierekening apparatuurbijdragen derden -1.377 -1.335

ten laste van egalisatierekening DHAZ -229 -46

-9.832 -8.295

Totaal 17.721 18.500

De presentatie van de afschrijving van niet-WTG gefinancierde apparatuur en de afschrijving ten laste van de egalisatierekening rente

en afschrijving grote bouw is gewijzigd ten opzichte van 2004.

Afschrijving als gevolg van vervroegd buitengebruik gestelde apparatuur is geboekt op materiële lasten voorgaande jaren.

Met betrekking tot de vergelijkende cijfers over 2004 dient nog opgemerkt te worden dat dotaties aan de egalisatierekeningen (€ 1.434)

welke in 2004 onder afschrijvingen werden vermeld, nu zijn ondergebracht onder de overige bedrijfskosten, in de categorie dotaties.

B.3. Overige bedrijfskosten (in € 1.000)

2005 2004

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 11.291 11.268

Algemene kosten 20.406 17.434

Patiëntgebonden kosten 50.031 50.654

Onderhoud en energiekosten 10.784 8.382

Huur en leasing 960 987

Kosten voor onderwijs en onderzoek 4.789 4.228

Mutatie saldi projecten 1.134 1.470

Dotaties 14.175 7.894

Totaal 113.570 102.317

133

IV. Jaarreken

ing

Page 137: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 2005 2004

431 Voedingskosten 2.499 2.679

432 Keuken- en restauratieve apparatuur en benodigdheden 139 180

441 Huishouding en inrichting 4.128 4.762

442 Linnenvoorziening 2.444 2.456

443 Vervoers- en emballagekosten 1.993 1.211

445 Kosten beveiliging en bewaking 76 24

449 Andere hotelmatige voorzieningen 12 -44

Totaal 11.291 11.268

De totale kosten van voedingsmiddelen en hotelmatige kosten zijn vrijwel gelijk gebleven. In de subcategorieën is er ener-

zijds een duidelijke kostenverlaging te zien bij huishouding en inrichting (meubilair € 0,4 en schoonmaak € 0,2 miljoen).

En anderzijds bij vervoers- en emballagekosten een kostenstijging bij extern eigen vervoer € 0,8 miljoen.

Algemene kosten 2005 2004

451 Kosten van administratie en registratie 5.496 4.934

452 Communicatieve kosten 1.576 1.561

453 Kosten algemeen beheer 9.395 7.878

454 Zakelijke lasten en verzekeringen 1.968 1.825

455 Kosten audiovisuele apparatuur en benodigdheden 669 579

459 Andere algemene kosten 1.302 657

Totaal 20.406 17.434

De algemene kosten 2005 zijn ten opzichte van 2004 met € 3,0 miljoen gestegen voornamelijk door kosten van

administratie en registratie (€ 0,7 miljoen kosten diverse software licenties en computerfaciliteiten) en kosten

algemeen beheer (€ 1,3 miljoen incidentele kosten). De rest van de stijging wordt veroorzaakt door een aantal kleine

posten in de subcategorie andere algemene kosten.

Patiëntgebonden kosten 2005 2004

461 Kosten diagnostische functies 10.834 10.453

462 Kosten behandel- en ondersteunende functies 28.282 27.771

463 Kosten psychosociale, behandel- en begeleidende functies 23 15

464 Kosten verpleging en verzorging 1.013 1.061

465 Kosten niet specifiek voor onderzoek, behandeling, verpleging of verzorging 6.484 6.677

466 Instrumentarium en apparaten 3.390 4.656

467 Kosten ontspanning en recreatie patiënten 5 21

Totaal 50.031 50.654

134

IV. Jaarreken

ing

Page 138: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De patiëntgebonden kosten zijn ten opzichte van 2004 met € 0,6 miljoen gedaald, dit is een zeer goed resultaat

gezien de productiestijging van 3,8%.

De kosten diagnostische functies zijn met € 0,4 miljoen toegenomen voornamelijk door eigen en derden labonderzoek,

respectievelijk € 0,2 miljoen en € 0,2 miljoen. De kosten behandel- en ondersteunende functies zijn gestegen met

€ 0,5 miljoen. Noemenswaardige posten binnen deze subcategorie zijn: kosten tractus digestives (gestegen met

€ 0,3 miljoen), middelen bij maligne aandoeningen (gestegen met € 0,5 miljoen), bloed en bloedproducten

(gedaald met € 0,8 miljoen).

De kosten instrumentarium zijn ten opzichte van 2004 gedaald met € 1,3 miljoen door lagere onderhoudskosten

medische inventaris.

Onderhoud en energiekosten 2005 2004

471 Onderhoud 456 701

472 Dotatie voorziening onderhoud en kleine bouwkundige projecten 5.667 3.043

473 Energiekosten 4.661 4.638

Totaal 10.784 8.382

In 2004 was er een gedeeltelijke vrijval van de voorziening onderhoud waardoor de kosten in dat jaar eenmalig lager

waren dan gemiddeld. In 2005 waren de kosten € 2,6 miljoen hoger dan 2004 en € 0,2 miljoen hoger dan 2003.

Kosten voor onderwijs en onderzoek 2005 2004

491 Specifieke kosten onderwijs en onderzoek 2.979 2.393

492 Affiliaties 1.754 1.748

493 Octrooiaanvragen 56 87

Totaal 4.789 4.228

De stijging in de kosten voor onderwijs en onderzoek (€ 0,6 miljoen) wordt voor € 0,4 miljoen veroorzaakt door een

stijging in kosten uitbesteed werk onderzoek en ontwikkeling.

Mutatie saldi projecten 2005 2004

Vooruitontvangen opbrengsten 49.614 44.725

Vooruitbetaalde kosten -41.640 -37.885

Saldi projecten 7.974 6.840

Saldi projecten voorgaand jaar -6.840 -5.370

Mutatie saldi projecten 1.134 1.470

135

IV. Jaarreken

ing

Page 139: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Met betrekking tot de lopende projecten bedragen de vooruit ontvangen opbrengsten tot en met 2005 € 49,6 miljoen

en de vooruitbetaalde kosten € 41,6 miljoen. Per saldo zijn de vooruit ontvangen opbrengsten € 8,0 miljoen hoger

dan de vooruitbetaalde kosten. Ultimo 2004 waren de vooruit ontvangen opbrengsten € 6,8 miljoen hoger dan de

vooruitbetaalde kosten. Het verschil ten opzichte van het voorgaande jaar is door middel van de mutatie saldi projecten

uit de resultatenrekening gehaald en in de balans verwerkt.

Dotaties 2005 2004

Dotatie dubieuze debiteuren 2.032 1.955

Dotatie projecten t.g.v. egalisatierekening apparatuur bijdragen derden 741 1.995

Dotatie voorziening reorganisatiekosten 500 1.000

Dotatie egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw 2.435 486

Dotatie voorziening ziekterisico 1.325 924

Dotatie voorziening lustrum 100 100

Dotatie egalisatierekening DHAZ 647 35

Dotatie egalisatierekening kleine bouwkundige voorzieningen 1.395 1.399

Dotatie seniorenregeling 5.000 0

Totaal 14.175 7.894

Met betrekking tot de vergelijkende cijfers over 2004 dient nog opgemerkt te worden dat dotaties aan de egalisatie-

rekeningen (€ 1.434) welke in 2004 onder afschrijvingen werden vermeld, nu zijn ondergebracht onder de overige

bedrijfskosten, in de categorie dotaties.

De toelichtingen op de dotaties staan opgenomen bij de desbetreffende egalisatierekeningen en voorzieningen.

C Financiële baten en lasten (in € 1.000)

2005 2004

Rentelasten 6.468 6.239

Rente t.l.v. egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw -888 -43

Rente t.l.v. egalisatierekening DHAZ -23 0

Rentebaten -170 -244

Resultaat Boelevaar Holding BV 81 -24

Totaal 5.468 5.928

136

IV. Jaarreken

ing

Page 140: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV.7 Segmentatie over 2005

De segmentatie geeft een indicatieve verdeling tussen enerzijds patiëntenzorg en anderzijds onderwijs en onderzoek.

Resultatenrekening (in € 1.000.000) patiënten- onderwijs en onderzoek VUmc

zorg* 1e 2e en 3e totaal

geldstroom geldstroom

Bedrijfsopbrengsten

Bedrijfsopbrengsten 333,2 36,3 0,0 369,5

Overige bedrijfsopbrengsten 16,4 0,0 47,5 63,9

Som der bedrijfsopbrengsten 349,6 36,3 47,5 433,4

Bedrijfslasten

Personeelskosten 229,0 28,4 34,9 292,3

Afschrijvingen materiële vaste activa 17,7 0,0 0,0 17,7

Overige bedrijfskosten 93,0 10,0 10,6 113,6

Som der bedrijfslasten 339,7 38,4 45,5 423,6

Financiële baten en lasten -5,5 0,0 0,0 -5,5

Resultaat 4,4 -2,1 2,0 4,3

* inclusief werkplaatsfunctie

137

IV. Jaarreken

ing

Page 141: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

138

Page 142: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

139

V. O

verige g

egeven

s

V. Overige gegevens

Page 143: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

140

Page 144: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Accountantsverklaring

Opdracht

Wij hebben de jaarrekening 2005 van VU medisch centrum te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld

onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur van VU medisch centrum. Het is onze verantwoordelijkheid

een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-

opdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke

mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle

omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de

bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen

voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen

die de Raad van Bestuur van VU medisch centrum daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele

beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen

op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde

grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in

de Regeling Jaarverslaggeving Zorginstellingen.

Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening.

Arnhem, 9 mei 2006

Ernst & Young Accountants

namens deze

drs. J.J. van Bennekom RA J.C. Luiten RA

141

V. O

verige g

egeven

s

Page 145: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bekostigingsparameters

Met ingang van 1 januari 1997 is het Functiegericht Budgetteringsmodel (FB-model) voor universitair medische centra

en het nieuwe Rijksbijdrage verdeelmodel ten behoeve van de werkplaatsfunctie in universitair medische centra

ingevoerd. Met ingang van 2001 is de bijdrage van de VU aan de faculteit geneeskunde toegevoegd aan het kader

van VUmc.

Het FB-model is opgebouwd uit een verschillend aantal componenten met eigen parameters. De parameters voor de

beschikbaarheids- en capaciteitsgebonden-component zijn het aantal adherente inwoners, specialisteneenheden en

bedden. Het aantal adherente inwoners wordt jaarlijks aangepast op basis van het gemiddelde van de drie voorgaande

jaren. Het aantal specialisteneenheden en bedden is in principe bevroren op erkend aantal ultimo 1995. Na 1995 zijn

in overleg met de verzekeraars bij een aantal specialismen de specialisteneenheden verhoogd.

Over de reguliere parameters en de bijzondere voorzieningen worden afspraken gemaakt in het lokaal overleg met

zorgverzekeraars AGIS en een vertegenwoordiger van Ziektekostenverzekeraars Nederland. Voor 2005 is overeengekomen

dat zowel voor de reguliere productie als de bijzondere voorzieningen in het geval van onderproductie nagecalculeerd

wordt. Overproductie wordt aldus niet vergoed. In de tabel zijn zowel de afspraken 2005 als de realisatie 2004 en

2005 opgenomen.

Naast de FB-parameters kennen de universitair medisch centra ook een academische component. Deze component

dient ter dekking van meerkosten topreferente zorg, opleiding tot medisch specialist en kosten voor ontwikkeling en

innovatie.

Het FB budget is geschoond voor het B-segment welke per 1 februari 2005 is ingevoerd.

Het verdeelmodel voor de rijksbijdrage werkplaatsfunctie maakt onderscheid in enerzijds de infrastructuur en

anderzijds de directe ondersteuning van onderwijs en onderzoek.

Het verdeelmodel bevat drie componenten. De investeringscomponent heeft een directe relatie met de ‘Planning

Bouwvolumes Academische Ziekenhuizen’ (PBA), welke voor 75% gefinancierd worden uit het budget patiëntenzorg

en voor 25% uit de rijksbijdrage werkplaatsfunctie. De component basisvoorziening bestaat uit een vast bedrag

aangevuld met een bedrag per m2.

De onderwijs- en onderzoekscomponent is gebaseerd op de parameters eerstejaars studenten, artsdiploma’s en

promoties, waarbij is uitgegaan van het gemiddelde over de jaren 2001, 2002 en 2003.

De Vrije Universiteit maakt bij de verdeling van haar middelen over de faculteiten gebruik van het Intern Verdeelmodel

VU (IVVU). Het IVVU kent de volgende parameters: promoties, 2e geldstroom medewerkers, inschrijvingen, eerstejaars

en einddiploma’s. Voor de parameters geldt het jaar 2003 als basis. Naast de parameters kent het IVVU voor wat

betreft het onderzoeksdeel een vast bedrag per jaar, de zogenaamde strategische overwegingen component (SOC).

Naast het IVVU kent de VU ook aparte bedragen toe zoals de gelden met betrekking tot de verhoging numerus fixus

en middelen uit de centrale beleidsruimte van de VU.

142

V. O

verige g

egeven

s

Page 146: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Functiegerichte budgettering 2005 2005 2004

realisatie Afspraken realisatie

Adherente inwoners, klinisch 228.113

Adherente inwoners, poliklinisch 190.776

Gewogen specialisteneenheden 132,53

Erkende bedden (incl. wiegen) 733

Gewogen opnamen 21.675 21.620 21.057

Verpleegdagen 150.728 156.982 154.872

Gewogen 1e polikliniekbezoeken 110.349 111.385 110.626

Dagverpleging 16.168 16.051 16.356

Dagverpleging (zwaar) 1.183 938 1.299

Knie-operaties 35 23 40

Heup-operaties 98 38 87

Poliklinische verstrekking cytostatica 4.300 4.970 4.357

Revalidatiebehandeluren 6.568 7.000 6.446

Radiotherapie apparatuur (lineaire versnellers) 5 5 3

Open hart operaties 588 650 659

PTCA behandelingen 1.048 1.350 1.325

Cardiovasculaire stents (inclusief basisjaar) 1.388 1.650 1.684

Dialyse

• hemodialyse exclusief EPO 1.221 1.300 1.327

• hemodialyse inclusief EPO 8.047 7.800 7.729

• CAPD exclusief EPO 719 600 616

• CAPD inclusief EPO 8.966 9.600 9.598

• CCPD exclusief EPO 182 100 80

• CCPD inclusief EPO 7.755 8.000 7.753

BMT autoloog A.M.L. 1 6 8

BMT allogeen 42 45 39

IVF labfasen 2.412 2.599 2.700

HIV-opnamen 38 30 34

HIV-verpleegdagen 321 400 262

HIV-eerste polikliniekbezoeken 341 300 309

HIV-dagverplegingen 32 30 36

Teletherapie T2 equivalenten 3.804 3.250 3.024

Brachytherapie T2 equivalenten 88 137 119

Cochleaire implantaten volwassenen 17 15 20

Cochleaire implantaten kinderen 6 5 0

Neurostimulatoren 10 10 7

Opnamen neonatale IC 512 467 443

Opnamen pediatrische IC 376 372 328

Beademingsdagen intensive care 4.651 5.000 4.956

NB De waarden 2005 betreffen het DBC-A segment (2004 zowel DBC-A als -B segment).

143

V. O

verige g

egeven

s

Page 147: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 2005 2004

Nuttige vierkante meters 91.629 91.629

Aantal eerste jaars instellling (gemiddeld) 266 238

Artsdiploma’s (gemiddeld) 213 211

Promoties (gemiddeld) 75 70

Rijksbijdrage geneeskunde (conform IVVU 2005) 2005 2004

Promoties 76 76

2e geldstroom medewerkers 53 45

Inschrijvingen doctoraal 1.877 1.790

Inschrijvingen master 36 5

Eerstejaars studenten doctoraal 283 249

Eerstejaars studenten master 15 4

Einddiploma’s doctoraal 224 210

Einddiploma’s master 1 0

Besteding van de Rijksbijdrage werkplaatsfunctie

De Rijksbijdrage werkplaatsfunctie bedraagt in 2005 € 55,0 miljoen (2004: € 54,4 miljoen). De indicatieve besteding

van de Rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt als volgt verantwoord:

Besteding van de rijksbijdrage werkplaatsfunctie (in € 1.000.000): 2005 2004

Gebouw- en apparatuurgebonden kosten

rente en afschrijving bouw 3,5 3,4

gebouwgebonden kosten 3,6 2,8

rente en afschrijving apparatuur 2,6 2,6

kosten onderhoud apparatuur 1,2 1,6

Ter beschikking gestelde capaciteit

bijdrage ziekenhuis O&O formatie 6,1 6,0

ondersteuning WP bij O&O-taak 8,7 11,4

Vertragingskosten

meerkosten patiëntgebonden functies 19,9 18,5

Overig

compensatie salaris WP 0,2 0,2

overheadkosten 10,2 12,1

wachtgelden 2,9 2,6

Totaal 58,9 61,2

De methodiek van de verantwoording is ontleend aan het VAZ-rapport ‘Bepaald Betaalbaar’. Bij de uitwerking is

gebruik gemaakt van een leidraad die is opgesteld door de werkgroep gedragscode van de VAZ en VSNU.

144

V. O

verige g

egeven

s

Page 148: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Toelichting besteding van de Rijksbijdrage werkplaatsfunctie

Gebouw- en apparatuurgebonden kosten

De rente- en afschrijvingskosten bouw betreffen de vergoeding die als zodanig herkenbaar is opgenomen in de

Rijksbijdrage. In deze vergoeding zijn behalve rente- en afschrijvingskosten voor goedgekeurde ‘grote’ bouwprojecten

(> € 2,3 miljoen) ook rente- en afschrijvingskosten voor de ‘kleine bouw’ (< € 2,3 miljoen) begrepen.

Onder de (overige) gebouwgebonden kosten vallen de personele en materiële kosten verbonden aan onderhoud aan

gebouwen, installaties en terreinen, kosten van heffingen, verzekeringen en belastingen verbonden met gebouwen en

energiekosten.

De afschrijvingskosten apparatuur hebben betrekking op investeringen in medische en overige inventarissen,

ongeacht de financieringsstructuur. De rentekosten apparatuur hebben betrekking op rentekosten van het geïnvesteerd

vermogen. Afschrijvings- en rentekosten over investeringen in artikel 2 WBMV apparatuur worden buiten beschouwing

gelaten, aangezien deze geheel door VWS worden vergoed.

De onderhoudskosten apparatuur hebben betrekking op personele en materiële kosten van onderhoud van medische

inventarissen.

Van de gebouw- en apparatuurgebonden kosten is 25% toegerekend aan de Rijksbijdrage.

Ter beschikking gestelde capaciteit

De ter beschikking gestelde capaciteit heeft enerzijds betrekking op de financiële bijdrage van het ziekenhuis in de

(salaris)kosten van de onderwijs- en onderzoeksformatie wetenschappelijk personeel (O&O-WP), en anderzijds op de

kosten van ondersteunend personeel ten behoeve van de O&O-WP formatie. Met betrekking tot de bijdrage van het

ziekenhuis aan de O&O formatie zijn de volgende bestedingen geraamd voor het O&O deel: 30% van de salariskosten

van de fellows en salariskosten van 30 fte WP-staf.

Het ziekenhuis geeft personele en materiële ondersteuning aan alle klinische WP-ers bij de uitvoering van hun

onderwijs- en onderzoekstaak. De directe ondersteuningskosten zijn geraamd op € 38.204 per fte O&O-formatie,

uitgaande van 0,65 fte NWP per WP stafplaats. De totale O&O-formatie (gefinancierd door faculteit en ziekenhuis)

in de klinische vakgroepen bedraagt 163 fte.

Daarnaast worden door het ziekenhuis de extra kosten gedragen van de WP formatie uit tweede en derde geldstroom

met O&O taak waarvoor de doorberekende opslagen niet voldoende zijn. De totale WP-formatie uit tweede en derde

geldstroom met O&O taak bedraagt ongeveer 132 fte. Bij de toerekening van de ondersteuningskosten is rekening

gehouden met de ontvangen subsidie voor NWP en materiële kosten.

Vertragingskosten

Hieronder worden verstaan de kosten die ontstaan in de patiëntenzorg door uitvoering van de werkplaatsfunctie i.c.

de meerkosten van de patiëntenzorg ten gevolge van onderwijs en onderzoek. Geraamd wordt dat 10% van de totale

kosten van de patiëntenzorg wordt veroorzaakt door de uitvoering van de werkplaatsfunctie. Als benadering voor de

kosten patiëntenzorg is gekozen voor de opbrengst van het FB-model voor academische ziekenhuizen.

145

V. O

verige g

egeven

s

Page 149: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Overige kosten

De overheadkosten zijn de kosten die niet specifiek patiëntenzorg en/of onderzoek betreffen maar die dienen als

ondersteuning van deze afdelingen. Voor de toerekening van de overheadkosten aan de Rijksbijdrage wordt 10%

gehanteerd.

De post wachtgelden betreft de uitkeringen na ontslag en hieraan gerelateerde kosten.

Besteding van de Rijksbijdrage geneeskunde

De Rijksbijdrage geneeskunde bedraagt in 2005 € 36,3 miljoen. Dit bedrag is inclusief € 0,9 miljoen radionucliden-

centrum, € 0,6 miljoen projectgelden, € 0,6 miljoen medische vervolgopleidingen en € 0,9 miljoen bijdrage onder-

wijsdienstverlening aan andere faculteiten.

De indicatieve besteding van de Rijksbijdrage geneeskunde wordt als volgt verantwoord:

Indicatieve besteding in € 1.000.000 geneeskunde medische onderwijs totaal

incl. RNC vervolg- dienst-

opleiding verlening

Personele lasten

WP-staf onderwijs en onderzoek 17,1 0,6 0,9 18,6

Ondersteunend NWP 7,6 7,6

Promovendi 2,0 2,0

Andere personele kosten 1,2 1,2

Wachtgeld 0,3 0,3

Langdurig zieken 0,1 0,1

Dekking uit 3e geldstroom -1,4 -1,4

26,9 0,6 0,9 28,4

Materiële lasten

Materiële lasten preklinische afdelingen 1,8 1,8

Onderwijsbureau 3,2 3,2

Onderzoeksinstituten 0,4 0,4

Laboratoriumkosten ziekenhuis 0,5 0,5

Faculteit algemeen 1,0 1,0

Toewijzing naar klinische afdelingen 0,6 0,6

Dekking uit 3e geldstroom -1,1 -1,1

6,4 0 0 6,4

Overig

Radionuclidencentrum 0,9 0,9

Projecten USF / KNAW / vernieuwingsimpuls 0,6 0,6

Verbouwingskosten (decentrale trekkingsrechten) 0,1 0,1

Valeriuskliniek AM-deel 1,0 1,0

(medische staf patiëntenzorg psychiatrie)

Valeriuskliniek AZ-deel (kosten werkplaatsfunctie) 1,0 1,0

3,6 0 0 3,6

Totaal 36,9 0,6 0,9 38,4

146

V. O

verige g

egeven

s

Page 150: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Toelichting besteding van de Rijksbijdrage geneeskunde

Personele lasten

De WP-staf formatie onderwijs, onderzoek en opleiding bedraagt 39% van de totale WP-staf formatie. De ondersteunende

NWP formatie is gesteld op 0,65 fte per WP-staf formatie.

De promovendi betreffen de promovendi in loondienst bij VU medisch centrum.

De andere personele kosten, het wachtgeld en de langdurig zieken ten behoeve van onderwijs en onderzoek bedragen

9,4% van het geheel van deze lasten. Dit percentage is normatief vastgesteld op basis van de verhouding formatie

faculteit der geneeskunde VU tot de totale formatie van VU medisch centrum.

Materiële lasten

De materiële lasten zijn opgenomen conform de uitgaven welke in het boekjaar ten laste van de betreffende afdelingen

of instituten zijn geboekt.

In verband met de integratie met reeds bestaande afdelingen of diensten van het ziekenhuis geldt dat voor laboratorium-

kosten, faculteit algemeen en toewijzingen naar klinische afdelingen het budget- of toewijzingsbedrag is aangehouden.

Overig

In de verantwoording is het bedrag ten behoeve van het radionuclidencentrum gelijk gehouden aan de toewijzing

van de VU. De baten ten behoeve van projecten USF / KNAW / EMGO en de vernieuwingsimpulsgelden worden in de

exploitatierekening verantwoord onder overige dienstverlening (vergoeding projecten); in deze verantwoording zijn

de lasten gelijk aan de baten.

De decentrale trekkingsrechten betreffen de uitgaven voor kleine technische aanpassingen. De Valeriuskliniek betreft

de patiëntenzorg formatie in GGZ Buitenamstel welke aan VU medisch centrum wordt doorberekend.

147

V. O

verige g

egeven

s

Page 151: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

148

Page 152: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

VI. Bijlagen 149

VI. B

ijlagen

Page 153: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

150

Page 154: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage 1 Materiële vaste activa

WZV vergunningsplichtige Terreinen Gebouwen Verbouwingen Onderhanden Subtotaal

vaste activa (in € 1.000) projecten vergunning

Afschrijvingspercentages 0 2-10 5 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 1.498 269.911 41.201 44 312.654

Cumulatieve afschrijvingen 0 -109.442 -30.129 0 -139.570

Boekwaarde 1.498 160.469 11.072 44 173.084

Mutaties boekjaar

Investeringen 0 1.098 0 -30 1.068

Afschrijvingen 0 -8.605 -1.737 0 -10.342

Totaal 0 -7.507 -1.737 -30 -9.274

Terugname geheel

afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 -6.476 0 -6.476

Afschrijvingen 0 0 6.476 0 6.476

Totaal 0 0 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 0 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0 0 0

Totaal 0 0 0 0 0

Stand 31 december

Aanschafwaarde 1.498 271.009 34.725 14 307.246

Cumulatieve afschrijvingen 0 -118.047 -25.390 0 -143.437

Boekwaarde 1.498 152.962 9.335 14 163.809

151

VI. B

ijlagen

Page 155: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

WZV meldingsplichtige vaste activa (in € 1.000) Instand- Onderhanden Subtotaal

houding projecten melding

Afschrijvingspercentages 5-10 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 25.188 8.292 33.480

Cumulatieve afschrijvingen -7.743 0 -7.743

Boekwaarde 17.445 8.292 25.737

Mutaties boekjaar

Investeringen 8.437 -8.189 249

Afschrijvingen -1.641 0 -1.641

Totaal 6.797 -8.189 -1.392

Terugname geheel afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Stand 31 december

Aanschafwaarde 33.625 103 33.728

Cumulatieve afschrijvingen -9.383 0 -9.383

Boekwaarde 24.242 103 24.345

152

VI. B

ijlagen

Page 156: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Inventaris en apparatuur Inventarissen Automatiserings- Subtotaal

(in € 1.000) apparatuur

Afschrijvingspercentages 10 20

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 105.474 17.184 122.658

Cumulatieve afschrijvingen -52.474 -8.786 -61.260

Boekwaarde 53.000 8.398 61.398

Overgenomen SKGA apparatuur

Aanschafwaarde 1.974 237 2.211

Cumulatieve afschrijvingen -903 -121 -1.024

Boekwaarde 1.071 116 1.187

Mutaties boekjaar

Investeringen 9.910 4.867 14.778

Afschrijvingen -11.653 -4.126 -15.779

Totaal -1.743 741 -1.001

Terugname geheel afgeschreven activa

Aanschafwaarde -7.609 -2.064 -9.673

Afschrijvingen 7.609 2.064 9.673

Totaal 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde -1.310 -17 -1.327

Afschrijvingen 970 14 983

Totaal -340 -3 -344

Stand 31 december

Aanschafwaarde 108.438 20.208 128.646

Cumulatieve afschrijvingen -56.451 -10.955 -67.406

Boekwaarde 51.987 9.253 61.240

153

VI. B

ijlagen

Page 157: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Niet WZV/WTG gefinancierde vaste activa, Gebouwen Onderhanden Subtotaal

bouw (in € 1.000) projecten

Afschrijvingspercentages 5-10 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 6.761 307 7.068

Cumulatieve afschrijvingen -3.900 0 -3.900

Boekwaarde 2.861 307 3.168

Mutaties boekjaar

Investeringen 0 250 250

Afschrijvingen -372 0 -372

Totaal -372 250 -122

Terugname geheel afgeschreven activa

Aanschafwaarde -596 0 -596

Afschrijvingen 596 0 596

Totaal 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 0 0

Afschrijvingen 0 0 0

Totaal 0 0 0

Stand 31 december

Aanschafwaarde 6.165 557 6.722

Cumulatieve afschrijvingen -3.676 0 -3.676

Boekwaarde 2.489 557 3.046

154

VI. B

ijlagen

Page 158: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

DHAZ gefinancierde Nieuw- Nieuw- Verbouw- Kleine Onder- Sub- Totaal

vaste activa (in € 1.000) bouw/ bouw/ ingen/ werken/ handen totaal materiële

gebouwen installaties renovaties LTO projecten vaste

activa

Afschrijvingspercentages 2 5 5 10 0

Stand 1 januari

Aanschafwaarde 0 0 0 924 557 1.481 477.340

Cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 -46 0 -46 -212.519

Boekwaarde 0 0 0 878 557 1.435 264.821

Overgenomen SKGA apparatuur

Aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 2.211

Cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 -1.024

Boekwaarde 0 0 0 0 0 0 1.187

Mutaties boekjaar

Investeringen 0 0 1.509 1.334 10.079 12.922 29.266

Afschrijvingen 0 0 -70 -159 0 -229 -28.363

Totaal 0 0 1.440 1.175 10.079 12.694 903

Terugname geheel

afgeschreven activa

Aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 -16.745

Afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 16.745

Totaal 0 0 0 0 0 0 0

Desinvesteringen

Aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 -1.327

Afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 983

Totaal 0 0 0 0 0 0 -344

Stand 31 december

Aanschafwaarde 0 0 1.509 2.258 10.636 14.403 490.745

Cumulatieve afschrijvingen 0 0 -70 -205 0 -275 -224.177

Boekwaarde 0 0 1.440 2.053 10.636 14.128 266.568

155

VI. B

ijlagen

Page 159: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage 2 DHAZ-middelen

Verantwoording DHAZ-middelen 2005 (in € 1.000) OCenW VWS Totaal

Toegekende middelen 2005 5.275 15.825 21.100

Saldo oude jaren 4.605 13.815 18.420

Indexering oude jaren 150 450 600

Totaal DHAZ-middelen 10.030 30.090 40.120

Bestedingen 2005

DHAZ - nieuwbouw 0 0 0

DHAZ - verbouwingen 377 1.132 1.509

DHAZ - renovaties 0 0 0

DHAZ - kleine werken 334 1.000 1.334

DHAZ - lange termijn onderhoud 0 0 0

DHAZ – onderhanden werk 2.520 7.559 10.079

Totaal DHAZ - bestedingen 3.231 9.691 12.922

Saldo DHAZ-middelen ultimo 2005 6.799 20.399 27.198

156

VI. B

ijlagen

Page 160: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

157

VI. B

ijlagen

Bijlage 3 Tabellen

Tabel 1 Capaciteitsgegevens

2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999

Aantal bedden per 31 december 713 713 713 713 713 713 713

(incl. dagverpleging, excl. wiegen)

Wiegen per 31 december 20 20 20 20 20 20 20

Totaal aantal bedden 733 733 733 733 733 733 733

Tabel 2 Kernproductiegegevens

Aantal 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999

Opnamen 21.633 20.631 19.510 17.749 17.692 19.213 20.010

Dagopnamen 17.685 17.655 17.380 17.888 14.315 11.401 11.251

Totaal opnamen 39.318 38.286 36.890 35.637 32.007 30.614 31.261

Verpleegdagen 152.350 154.872 152.314 145.555 150.293 158.980 173.512

Poliklinische jaarkaarten 88.693 93.136

Eerste polikliniekbezoeken 116.411 115.100 110.447 109.350 109.020 108.358 116.369

Poliklinische consulten 309.089 302.414 281.516 277.547 274.637 274.837 277.895

Spoedeisende hulp patiënten 36.282 36.284 35.333 36.722 37.893 38.482 39.567

Verhoudingsgetallen

Gemiddelde verpleegduur in dagen 7,0 7,5 7,8 8,2 8,5 8,3 8,7

Aantal klinische opnamen per bed 53,6 52,2 50,3 48,6 43,7 41,8 42,6

(inclusief dagverpleging)

Tabel 3 Financiële gegevens (in € 1.000.000)

2005 2004 2003 2002 2001 2000** 1999

Personele lasten 292,3 286,9 266,4 244,5 221,9 208,8 159,6

Materiële lasten 136,8 126,7 123,3 117,7 106,4 97,1 81,5

(w.v. rente/afschr.) 23,2 24,4 23,5 23,6 21,3 22,0 20,5

Budget patiëntenzorg 279,0 268,0 252,7 237,3 209,8 188,3 179,1

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 55,0 54,4 53,5 51,5 49,9 47,9 45,5

Rijksbijdrage faculteit geneeskunde 34,0 32,0 29,3 26,7 27,0 24,7

Investeringen in apparatuur 14,8 20,4 20,5 18,2 7,1 11,8 7,4

Investeringen in bouw * 14,5 12,6 16,3 19,1 18,0 18,2 9,2

*) inclusief projecten in uitvoering

**) inclusief faculteit der geneeskunde VU

Page 161: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

158

VI. B

ijlagen

Tabel 4: Opnamen, verpleegdagen en gemiddelde verpleegduur per specialisme

Aantal opnamen Verpleegdagen Gemiddelde verpleegduur

2005 2004 2003 2005 2004 2003 2005 2004 2003

Anesthesiologie 3 2 1 7 3 5 2,3 1,5 5,0

Cardiochirurgie 543 566 565 6.748 6.731 6.756 12,4 11,9 12,0

Cardiologie 907 858 820 7.539 7.598 7.605 8,3 8,9 9,3

Dermatologie 60 51 72 762 771 866 12,7 15,1 12,0

Heelkunde 2.606 2.637 2.384 24.915 26.111 25.671 9,6 9,9 10,8

Intensive care volwassenen 161 100 159 2.573 1.405 925 16,0 14,1 5,8

Inwendige geneeskunde 4.110 3.956 3.344 34.079 35.356 32.006 8,3 8,9 9,6

Keel-, neus- en oorheelkunde 1.531 1.514 1.517 7.508 8.596 9.377 4,9 5,7 6,2

Kinderchirurgie 412 442 414 2.546 2.415 2.720 6,2 5,5 6,6

Kindergeneeskunde 1.610 1.378 1.361 15.628 14.031 13.954 9,7 10,2 10,3

Mondziekten en kaakchirurgie 362 357 364 976 908 1.216 2,7 2,5 3,3

Neurochirurgie 868 994 930 6.872 7.897 7.484 7,9 7,9 8,0

Neurologie 1.050 1.069 1.054 7.852 8.553 9.191 7,5 8,0 8,7

Nucleaire geneeskunde 108 124 135 277 302 361 2,6 2,4 2,7

Oogheelkunde 1.173 1.146 1.155 4.390 5.067 5.615 3,7 4,4 4,9

Orthopedie 850 623 578 5.409 4.716 4.176 6,4 7,6 7,2

Plastische chirurgie 608 669 723 2.612 3.013 3.397 4,3 4,5 4,7

Radiotherapie 17 24 27 47 88 94 2,8 3,7 3,5

Reumatologie 133 161 117 1.365 1.601 1.184 10,3 9,9 10,1

Revalidatiegeneeskunde 1 0 0 3 0 0 3,0 - -

Urologie 730 442 480 3.460 2.213 2.884 4,7 5,0 6,0

Verloskunde en gynaecologie 2.710 2.496 2.315 14.752 15.268 14.773 5,4 6,1 6,4

Gezonde zuigelingen 1.080 1.022 995 2.030 2.229 2.054 1,9 2,2 2,1

Totaal 21.633 20.631 19.510 152.350 154.872 152.314 7,0 7,5 7,8

Page 162: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Tabel 5 Aantal eerste polikliniekbezoeken en consulten per specialisme

eerste polikliniek bezoeken consulten

Specialisme 2005 2004 2003 2005 2004 2003

Anesthesiologie 1.688 1.735 2.475 14.566 13.319 5.921

Cardiochirurgie 518 587 557 722 862 716

Cardiologie 4.759 4.711 4.232 11.585 10.767 9.576

Dermatologie 7.511 7.588 7.059 23.261 23.942 22.953

Geriatrie 0 0 0 0 0 0

Heelkunde 24.783 25.537 25.189 22.598 23.547 22.532

Inwendige geneeskunde 15.226 14.689 13.212 54.981 54.667 49.034

Keel-, neus- en oorheelkunde 8.328 8.474 8.164 24.209 24.812 24.323

Kinderchirurgie 923 936 937 4.165 4.114 4.170

Kindergeneeskunde 6.239 6.334 5.928 16.492 16.474 16.293

Klinische genetica 0 0 0 824 0 0

Mondziekten en kaakchirurgie 6.967 6.922 6.833 12.487 12.060 11.578

Neurochirurgie 1.648 1.692 1.409 3.655 3.714 3.290

Neurologie volwassenen 5.779 5.952 5.784 13.208 13.778 13.119

Oogheelkunde 8.725 8.829 8.288 25.294 24.781 23.335

Orthopedie 5.500 4.387 3.917 10.654 9.391 8.186

Plastische chirurgie 3.194 3.323 3.263 7.897 8.530 9.075

Psychiatrie 0 0 0 1.941 730 849

Radiotherapie 0 0 0 13.926 12.894 13.513

Reumatologie 1.484 1.416 1.329 5.415 4.927 4.632

Revalidatiegeneeskunde 1.546 1.612 1.531 3.952 3.947 4.086

Urologie 3.320 1.954 1.965 7.928 4.846 5.025

Verloskunde en gynaecologie 8.273 8.422 8.375 29.235 30.312 29.310

Totaal 116.411 115.100 110.447 308.995 302.414 281.516

159

VI. B

ijlagen

Page 163: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Tabel 6 Dagverpleging per specialisme

Dagopnamen

Specialisme 2005 2004 2003

Anesthesiologie 0 2 0

Cardiochirurgie 0 1 7

Cardiologie 3.577 4.327 3.831

Dermatologie 53 2 4

Heelkunde 2.072 2.393 1.460

Inwendige geneeskunde 5.233 4.129 4.991

Keel-, neus- en oorheelkunde 795 823 862

Kinderchirurgie 203 201 246

Kindergeneeskunde 1.238 1.361 1.757

Mondziekten en kaakchirurgie 182 149 126

Neurochirurgie 71 73 47

Neurologie 463 372 345

Nucleaire geneeskunde 0 2 1

Oogheelkunde 1.197 1.201 1.092

Orthopedie 140 148 105

Plastische chirurgie 440 431 400

Psychiatrie 0 0 0

Radiotherapie 0 1 0

Reumatologie 799 772 782

Revalidatiegeneeskunde 124 154 126

Urologie 209 173 184

Verloskunde en gynaecologie 889 940 1.014

Totaal 17.685 17.655 17.380

160

VI. B

ijlagen

Page 164: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

161

VI. B

ijlagen

Tabel 7 Wachtlijst voor klinische opnamen per specialisme (stand per 31 december)

Dagopnamen

Specialisme 2005 2004 2003

Cardiochirurgie 47 106 67

Cardiologie 0 0 1

Dermatologie 8 9 13

Heelkunde 343 460 392

Inwendige geneeskunde 73 64 79

Keel-, neus- en oorheelkunde 246 301 267

Kinderchirurgie 12 21 17

Kindergeneeskunde 18 27 41

Mondziekten en kaakchirurgie 97 93 87

Neurochirurgie 188 249 168

Neurologie 21 19 23

Nucleaire geneeskunde 2 0 0

Oogheelkunde 303 290 252

Orthopedie 253 265 272

Plastische chirurgie 220 286 303

Radiotherapie 5 1 4

Reumatologie 3 4 6

Revalidatie 1 1 1

Urologie 160 89 89

Verloskunde en gynaecologie 181 153 128

Totaal 2.181 2.438 2.210

Page 165: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Tabel 8 Herkomst klinische patiënten naar regio per opnemend specialisme,

uitgedrukt in percentages (inclusief gezonde zuigelingen)

2005

Specialisme Amsterdam * Regio * Buitenregio*

Anesthesiologie 33,3 33,3 33,4

Cardiochirurgie 10,3 7,6 82,1

Cardiologie 43,8 22,7 33,5

Dermatologie 41,7 11,7 46,6

Heelkunde 40,7 15,4 43,9

Inwendige geneeskunde 29,7 11,8 58,5

Intensive care volwassenen 47,6 12,0 40,4

Keel-, neus- en oorheelkunde 22,7 7,0 70,3

Kinderchirurgie 38,0 13,4 48,6

Kindergeneeskunde 36,8 7,8 55,4

Mondziekten en kaakchirurgie 34,5 6,6 58,9

Neurochirurgie 20,3 10,8 68,9

Nucleaire geneeskunde 24,1 12,0 63,9

Neurologie 45,5 19,1 35,4

Oogheelkunde 33,4 7,9 58,7

Orthopedie 38,0 17,4 44,6

Plastische chirurgie 26,4 11,8 61,8

Radiotherapie 41,2 11,8 47,0

Reumatologie 26,7 9,6 63,7

Urologie 34,2 15,9 49,9

Verloskunde en gynaecologie 50,9 10,5 38,6

Totaal 36,2 12,1 51,7

*) Amsterdam: gemeente Amsterdam

Regio: Diemen, Ouder-Amstel, Amstelveen en Uithoorn

Buitenregio: overig

162

VI. B

ijlagen

Page 166: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Tabel 9 Aantal klinisch ontslagen patiënten per hoofddiagnosegroep

Ontslagdiagnose 2005 Procent 2004 Procent 2003 Procent 2002 Procent

Aandoeningen 881 4,1 929 4,5 967 4,9 929 5,2

perinatale periode

Ademhalingswegen 1.000 4,6 985 4,7 926 4,8 797 4,5

Bewegingsstelsel en 1.030 4,8 945 4,6 883 4,5 751 4,2

bindweefsel

Bloed en 105 0,5 96 0,5 97 0,5 92 0,5

bloedvormende organen

Congenitale afwijkingen 568 2,6 572 2,8 645 3,3 599 3,4

Endocriene, voedings- 311 1,4 259 1,3 311 1,6 259 1,5

en stofwisselingsziekten

Hartvaatstelsel 2.342 10,8 2.461 11,9 2.389 12,2 2.124 12,0

Huid en subcutis 152 0,7 193 0,9 195 1,0 153 0,9

Infectieziekten en 216 1,0 242 1,2 235 1,2 180 1,0

parasitaire ziekten

Nieuwvormingen 3.543 16,5 3.615 17,5 3.895 20,0 3.806 21,5

Ongevalletsels en 2.205 10,2 2.133 10,3 2.102 10,8 1.980 11,2

vergiftigingen

Psychische stoornissen 114 0,5 117 0,6 149 0,8 121 0,7

Spijsverteringsstelsel 1.172 5,4 1.184 5,7 1.091 5,6 948 5,3

Symptomen en 593 2,7 535 2,6 623 3,2 531 3,0

onvolledig omschreven

ziektebeelden

Urogenitaal systeem 863 4,0 747 3,6 736 3,8 675 3,8

Zenuwstelsel en 1.607 7,4 1.626 7,9 1.742 8,9 1.531 8,6

zintuigen

Zwangerschap, bevalling 1.846 8,5 1.582 7,6 1.433 7,4 1.374 7,7

en kraambed

Overig 3.065 14,3 2.445 11,8 1.065 5,5 882 5,0

Totaal 21.613 100,0 20.666 100,0 19.484 100,0 17.732 100,0

163

VI. B

ijlagen

Page 167: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Tabel 10 Aantal dagbehandelingspatiënten per hoofddiagnosegroep

Ontslagdiagnose 2005 Procent 2004 Procent 2003 Procent 2002 Procent

Aandoeningen 34 0,2 46 0,3 30 0,2 40 0,2

perinatale periode

Ademhalingswegen 475 2,5 507 2,7 505 2,9 372 2,1

Bewegingsstelsel en 1.283 6,7 1.273 6,9 1.209 7,0 976 5,5

bindweefsel

Bloed en 246 1,3 197 1,1 299 1,7 212 1,2

bloedvormende organen

Congenitale afwijkingen 343 1,8 353 1,9 339 2,0 382 2,1

Endocriene, voedings- 511 2,7 497 2,7 335 1,9 425 2,4

en stofwisselingsziekten

Hartvaatstelsel 2.601 13,4 3.174 17,1 2.935 16,9 4.003 22,4

Huid en subcutis 45 0,2 54 0,3 50 0,3 54 0,3

Infectieziekten en 74 0,4 82 0,4 98 0,6 68 0,4

parasitaire ziekten

Nieuwvormingen 4.271 22,1 3.099 16,7 4.145 23,8 4.664 26,1

Ongevalletsels en 916 4,8 1.046 5,6 783 4,5 560 3,1

vergiftigingen

Psychische stoornissen 109 0,6 139 0,7 68 0,4 137 0,8

Spijsverteringsstelsel 1.679 8,7 1.353 7,3 1.063 6,1 1.010 5,6

Symptomen en 1.585 8,2 1.872 10,1 1.431 8,2 1.268 7,1

onvolledig omschreven

ziektebeelden

Urogenitaal systeem 470 2,4 448 2,4 432 2,5 413 2,3

Zenuwstelsel en 1.905 9,9 1.841 9,9 1.651 9,5 1.415 7,9

zintuigen

Zwangerschap, 301 1,6 377 2,0 330 1,9 327 1,8

bevalling en kraambed

Overig 2.411 12,5 2.202 11,9 1.677 9,6 1.562 8,7

Totaal 19.259 100,0 18.560 100,0 17.380 100,0 17.888 100,0

Tabel 11 Instroom klinische patiënten uitgedrukt in percentages

2005 2004 2003 2002

Polikliniek en huisarts 72,9 73,9 73,1 69,7

Spoedeisende hulp 16,3 15,1 15,9 17,7

Van ander ziekenhuis 6,1 6,2 6,1 7,2

Geboren in het ziekenhuis 4,7 4,8 4,9 5,4

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0

164

VI. B

ijlagen

Page 168: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage 4 Opbouw budget aanvaardbare kosten 2004, 2005 en mutatie in

het boekjaar (in € 1.000)

Budget Berekende Herrekend Budget Berekende Herrekend Mutatie

kasbasis nacalc. budget kasbasis nacalc. budget 2005

2004 2004 2004 2005 2005 2005

Loonkosten

Loonkosten functioneel budget 65.111 125 65.236 67.318 -641 66.677 1.441

Loonkosten bijzondere functies 22.729 270 22.999 24.111 -582 23.529 53

Loonkosten gebouwgebonden 3.573 0 3.573 3.639 0 3.639 66

Loonkosten medisch specialisten 30.905 144 31.049 31.191 3.451 34.642 3.593

Overige loonkosten 2.573 -240 2.333 2.779 0 2.779 446

Eerstelijn 539 128 667 685 -14 671 4

Aftrek loonkosten m.b.t. 0 0 0 -3.721 2.817 -904 -904

DBC-B segment

Totaal loonkosten 125.430 427 125.857 126.002 5.031 131.033 5.176

Materiële kosten

Materiële kosten functioneel budget 22.817 69 22.886 24.084 107 24.191 1.305

Materiële kosten bijzondere functies 22.137 68 22.205 23.080 -437 22.643 438

Materiële kosten gebouwgebonden 7.368 0 7.368 7.544 0 7.544 176

Overige materiële kosten 6.633 295 6.928 7.072 512 7.584 656

Eerstelijn 152 32 184 198 -4 194 10

Aftrek loonkosten m.b.t. 0 0 0 -889 166 -723 -723

DBC-B segment

Totaal materiële kosten 59.107 464 59.571 61.089 344 61.433 1.862

Kapitaalslasten

Afschrijvingskosten inventarissen 5.826 -3 5.823 5.854 -2 5.852 29

Afschrijvingskosten art. 2 1.815 515 2.330 1.414 457 1.871 -459

WBMV inventarissen

Afschrijvingskosten 2.100 0 2.100 2.300 0 2.300 200

dubieuze debiteuren

Afschrijvingskosten nacalculeerbaar 3.168 1.667 4.835 5.265 -163 5.102 267

Rentekosten 7.975 -1.905 6.070 5.711 2.400 8.111 2.041

Huur en leasing 55 0 55 55 0 55 0

Totaal kapitaalslasten 20.939 274 21.213 20.599 2.692 23.291 2.078

Vervolg tabel op pagina 166

165

VI. B

ijlagen

Page 169: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Budget Berekende Herrekend Budget Berekende Herrekend Mutatie

kasbasis nacalc. budget kasbasis nacalc. budget 2005

2004 2004 2004 2005 2005 2005

Academische component

Loonkosten academische component 34.288 0 34.288 34.624 0 34.624 336

Materiële kosten academische 18.167 0 18.167 18.430 0 18.430 263

component

Afschrijvingskosten inventarissen 547 0 547 687 0 687 140

academische component

Totaal academische component 53.002 0 53.002 53.741 0 53.741 739

Overig

Voorlopige budgetmutaties -156 273 117 -156 273 117 0

Lokale productiegebonden toeslag 1.756 -286 1.470 2.151 1.321 3.472 2.002

(incl. kosten alliantievorming)

Prestatiecontract/convenantskorting 0 0 0 -940 -1.328 -2.268 -2.268

Samenwerkingsverbanden 488 0 488 423 0 423 -65

Klinische genetica 6.261 0 6.261 6.832 0 6.832 571

Totaal overig 8.349 -13 8.336 8.310 266 8.576 240

Totaal aanvaardbare kosten boekjaar 266.827 1.152 267.979 269.741 8.333 278.074 10.095

Bijlage 5 Verbonden partijen

Verbonden partijen

Stichting Centrum voor Radio-Isotopen Research en de daarvan uitgaande BV Cyclotron Amsterdam

De onderneming produceert radionucliden en radiofarmaca welke zowel aan VU medisch centrum als aan derden

worden afgezet.

Boelevaar Holding BV

De onderneming is voor 100% eigendom van VU medisch centrum en houdt zich bezig met activiteiten o.a. met

betrekking tot het oprichten en beheren van vennootschappen, het verstrekken van zekerheden voor schulden van

gelieerde ondernemingen, al in het belang van VU medisch centrum.

166

VI. B

ijlagen

Page 170: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

167

VI. B

ijlagen

Bijlage 6

Hoofden van de afdelingen VUmc en (overige) hoogleraren per 1 januari 2006

anatomie prof.dr. H.J. Groenewegen*

prof.dr. H.B. Uylings **

prof.dr. M.P. Witter

prof.dr. P.V.J.M. Hoogland

anesthesiologie prof.dr. J.J.L.M. Bierens

prof.dr. J.J. de Lange*

prof.dr. W.W.A. Zuurmond

apotheek drs. A.C. van Loenen*

cardiochirurgie prof.dr. L. Eijsman

drs. M.A.J.M. Huybregts*

cardiologie prof.dr. A.C. van Rossum

prof.dr. C.A. Visser*

prof.dr. F.C. Visser

dermatologie prof.dr. D.P. Bruynzeel

prof.dr. Th.M. Starink*

EMGO prof.dr. L.M. Bouter*

mw. prof.dr. D. Deeg

prof. dr. H.H.J. Deliëns

mw. prof.dr. F.E. van Leeuwen **

prof.dr. J.C. Seidell

prof.dr. M.W. van Tulder

mw.prof.dr. H.C.W. de Vet

endocrinologie prof.dr. L.J.G. Gooren

prof.dr. R.J. Heine

prof.dr. P.T.A.M. Lips

prof.dr. J.A. Maassen **

prof.dr. J.C. Netelenbos *

fysica & medische technologie prof.dr. R.M. Heethaar

fysiologie prof.dr. C.J. van Echteld**

prof.dr. V.W.M. van Hinsbergh

prof.dr. W.J. Paulus

prof.dr. G.J. Tangelder*

geneeskundige oncologie prof.dr. N.K. Aaronson **

prof.dr. D.T. Curiel **

mw.prof.dr. E. Boven

prof.dr. G. Giaccone *

prof.dr. G.J. Peters

Page 171: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

heelkunde prof.dr. M.A. Cuesta

prof.dr. J.W. Kreis **

prof.dr. P.A.M. van Leeuwen

prof.dr. S. Meijer

prof.dr. J.A. Rauwerda*

prof.dr. W. Wisselink

hematologie prof.dr. P.C. Huijgens*

prof.dr. G.J. Ossenkoppele

huisartsgeneeskunde prof.dr. M. de Haan

prof.dr. W.A.B. Stalman*

informatica en procesondersteuning dr. M. Sprenger*

intensive care geneeskunde prof.dr. A.R.J. Girbes *

prof.dr. A.B.J. Groeneveld

inwendige geneeskunde prof. dr. S.A. Danner *

prof. dr. J.S. Yudkin **

keel-, neus- en oorheelkunde prof.dr. R.H. Brakenhoff

prof dr. A.A.M.S. van Dongen

prof.dr. ir T. Houtgast

prof.dr. C.R. Leemans *

prof.dr. H.F. Mahieu

kinderchirurgie prof.dr. H.A. Heij*

kindergeneeskunde mw. prof. dr. H.A. Delemarre-van de Waal

prof.dr. Th.A.H. Doreleijers

prof.dr. W.P.F. Fetter

prof.dr. R.J.B.J. Gemke

mw. prof. dr. M.W. van der Knaap

prof.dr. H.N. Lafeber

prof dr. J.J. Roord*

prof.dr. A.J.P. Veerman

klinische chemie prof dr. M.A. Blankenstein *

prof.dr. C.A.J.M. Jakobs

klinische epidemiologie en biostatistiek prof.dr. M. Boers*

mw.prof.dr. C.A. Uyl-de Groot**

klinische genetica en antropogenetica mw.prof.dr. D.I. Boomsma

mw.prof.dr. M.C. Cornel

prof.dr. P. Heutink* a.i.

prof.dr. H. Joenje**

prof.dr. H.P. te Riele**

prof.dr. M. Verhage

168

VI. B

ijlagen

Page 172: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

longziekten prof. dr. P.E. Postmus*

prof.dr. E.F. Smit

maag-, darm- en leverziekten prof.dr. C.J.J. Mulder*

prof.dr. A.S. Peña

medische farmacologie prof.dr. N. Burnashev

prof.dr. A.N. Schoffelmeer

prof.dr. F.J.H. Tilders

prof.dr. Th.P.M. de Vries*

medische microbiologie en infectiepreventie mw.prof. dr. C.M.J.E. Vandenbroucke-Grauls*

medische psychologie mw.prof.dr. P.T. Cohen-Kettenis*

prof.dr. F. Snoek

metamedica prof.dr. E.S. Houwaart*

prof.dr. H. Jochemsen **

prof.dr. J.T.V.M. de Jong

prof.dr. F.J. Meijman

prof.dr. I.N. Wolffers

moleculaire celbiologie prof.dr. R.H.J. Beelen

mw.prof. dr. C.D. Dijkstra*

mw.prof. dr. Y. van Kooyk

prof dr. G. Kraal

prof.dr. P.J. Peters

prof.dr. C.L. Verweij

mondziekten en kaakchirurgie prof.dr. I. van der Waal*

nefrologie prof.dr. M.J. Nubé **

prof.dr. P.M. ter Wee *

neurochirurgie prof dr. W.P. Vandertop*

neurologie prof.dr. N.C.I. Fox**

prof.dr. J.J. Heimans *

prof.dr. C.H. Polman

prof dr. Ph. Scheltens

prof.dr. C.J. Stam

prof.dr. E.Ch. Wolters

nucleaire geneeskunde/PET-research prof.dr. O.S. Hoekstra*

prof.dr. A.A. Lammertsma*

prof.dr. G.A.M.S. van Dongen

mw.prof.dr. J.E.M.F. Leysen**

169

VI. B

ijlagen

Page 173: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

oogheelkunde prof.dr.P.J. Ringens*

mw. prof.dr. B.C.P. Polak

prof.dr. G.H.M.B. van Rens **

orthopedie prof.dr. R.G. Pöll

prof.dr. P.I.J.M. Wuisman*

pathologie prof.dr. P.J. van den Elsen

prof.dr. C.J.L.M. Meijer*

prof.dr. G.A. Meijer

prof.dr. J.M. Middeldorp **

prof.dr. W.J. Mooi

prof.dr. J.W.M. Niessen

prof.dr. R.J. Scheper

prof.dr. P. van der Valk

plastische chirurgie prof.dr. M.P. Ritt*

psychiatrie prof.dr. A.J.L.M. van Balkom

prof.dr. A.T.F. Beekman

prof.dr. R. van Dyck

prof.dr. P. Eikelenboom

prof.dr. W.J. Hoogendijk

prof.dr. C. Jonker **

prof dr. W. van Tilburg*

prof.dr. D.J. Veltman

radiologie prof.dr. F. Barkhof

prof.dr. J. Castelijns

prof.dr. R.A. Manoliu*

radiotherapie prof.dr. B.J. Slotman*

prof.dr. S. Senan

prof.dr. M. Verheij**

reumatologie prof.dr. B.A.C. Dijkmans*

revalidatiegeneeskunde prof.dr. J. Becher

prof.dr. J. Dekker

prof.dr. G.J. Lankhorst*

sociale geneeskunde mw.prof.dr. P.M. Bongers**

prof.dr. L.H.J. Deliens**

prof.dr. J. Legemaate**

prof.dr. R.A. Hira Sing

mw.prof.dr.Th.M. Marteau

prof.dr. W. van Mechelen

prof.dr.ir. T. Smid **

prof.dr. G. van der Wal*

170

VI. B

ijlagen

Page 174: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

urologie prof.dr. B.L.H. Bemelmans*

prof.dr. S. Horenblas **

verloskunde en gynaecologie prof.dr. H.A.M. Brölmann

prof.dr. H.P. van Geijn*

prof.dr. R. Homburg

prof.dr. P. Kenemans

prof.dr. J.M. Verheijen

prof.dr. J.M.G. van Vugt

verpleeghuisgeneeskunde prof.dr. J.A. Eefsting **

prof.dr. M.W. Ribbe*

onderwijsinstituut prof.dr. A.E.R. Arnold

prof.dr. A.B. Bijnen

mw.prof.dr. J.A.A.M. van Diemen*

prof.dr. R.W. ten Kate

prof.dr. H.J.M. van Rossum

prof.dr. F. Scheele

raad van bestuur prof.dr. T.J.F. Savelkoul

prof.dr. E.A. van der Veen

centrum voor ethiek en levensbeschouwing prof.dr. E. van Leeuwen*

* hoofd van de afdeling

** bijzonder hoogleraar

171

VI. B

ijlagen

Page 175: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage 7 Overige organisatiegegevens per 31-12-2005

Hoofden van diensten

accountantsdienst drs. F.J. Meursing, RA

Amstel Academie mw. M. Baardwijk, MSM a.i.

audiovisueel centrum dr. J.T. Goldschmeding

bedrijfseconomie, inkoop en zorgadministratie C.J.H. Buren MBA, RC

bestuursbureau mr. O.G.A. van der Beek

bureau medische zaken mw. mr . Y.M. Drewes, arts M&G

dienst arbo en milieu drs. M.J. van Til

dienst diëtetiek en voedingswetenschappen mw. dr. M.A.E. van Bokhorst-de van der Schueren

dienst ergotherapie mw. P. Veenvliet a.i.

dienst fysiotherapie R. van Klaveren

dienst medisch maatschappelijk werk drs. H.J. Kaufman

dienst communicatie mw. M. Bolluijt

facilitair bedrijf drs. K.W. Stegenga

pastoraat en geestelijke verzorging mw. ds. J.A. Delver

personeel en organisatie mw. drs. E. Baars

projectbureau nieuwbouw ing. G.A.P.P. Hermsen

strategie & beleid drs. J.M.H. van der Velden

Clusterbesturen

Cluster I

Clustervoorzitter prof. dr. S.A. Danner

Clustervoorzitter elect prof. dr. P.M. ter Wee

Manager bedrijfsvoering drs. A.I. Leemhuis

Zorgmanager mw. G.M.J. Berkhout, MA

algemene inwendige geneeskunde, dermatologie, endocrinologie, geneeskundige oncologie, hematologie,

longziekten, maag-, darm- en leverziekten, nefrologie, nucleaire geneeskunde en PET research, reumatologie

klinische en poliklinische zorgeenheden, dienst diëtetiek en voedingswetenschappen

Cluster II

Clustervoorzitter prof. dr. J.J. Heimans

Clustervoorzitter elect prof. dr. I. van der Waal

Manager bedrijfsvoering mw. drs. D. Bonink

Zorgmanager mw. E.M. Bijvank, MM

anatomie en neurowetenschappen, keel-, neus- en oorheelkunde, mondziekten en kaakchirurgie, neurochirurgie,

neurologie, oogheelkunde, plastische chirurgie, psychiatrie, revalidatiegeneeskunde, urologie klinische en poliklinische

zorgeenheden, dienst ergotherapie, dienst fysiotherapie

172

VI. B

ijlagen

Page 176: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Cluster III

Clustervoorzitter prof. dr. J.J. Roord

Clustervoorzitter elect prof. dr. H.P. van Geijn

Manager bedrijfsvoering J.C. Klarenbeek, RB

Zorgmanager L. de Haan

kinderchirurgie, kindergeneeskunde, klinische genetica en antropogenetica, medische psychologie, verloskunde en

gynaecologie klinische en poliklinische zorgeenheden, dienst medisch maatschappelijk werk

Cluster IV

Clustervoorzitter prof. dr. A.R.J. Girbes, wnd.

Clustervoorzitter elect vacant

Manager bedrijfsvoering M.F. Caljouw

Zorgmanager B.C. Nijman

anesthesiologie, cardio-thoracale chirurgie, cardiologie, fysiologie, heelkunde, intensive care volwassenen,

orthopedie, urologie klinische en poliklinische zorgeenheden, spoedeisende hulp

Cluster V

Clustervoorzitter prof. dr. C.J.L.M. Meijer

Clustervoorzitter elect prof. dr. B.J. Slotman

Manager bedrijfsvoering mw. drs. F. Barbieri

fysica en medische technologie, hematologische laboratoria, informatica en procesondersteuning, klinische chemie,

klinische farmacologie en apotheek, medische microbiologie en infectiepreventie, moleculaire celbiologie, pathologie,

radiologie, radiotherapie poliklinische zorgeenheden

Cluster VI

Clustervoorzitter prof. dr. L.M. Bouter

Clustervoorzitter elect vacant

Manager bedrijfsvoering drs. F.J.M. Tolsma

centrum voor ethiek en levensbeschouwing, EMGO, huisartsgeneeskunde, klinische epidemiologie en biostatistiek,

metamedica, sociale geneeskunde, verpleeghuisgeneeskunde Amstel Academie, audiovisueel centrum

Stafdirecteuren

directeur facilitair bedrijf drs. K.W. Stegenga

directeur financiën C.J.H. Buren MBA, RC

directeur onderwijs mw. dr. J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde

directeur personeel en organisatie mw. drs. E. Baars

173

VI. B

ijlagen

Page 177: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Dagelijks Bestuur stafconvent

prof. dr. C. H. Polman voorzitter

prof. dr. W.A.B. Stalman vice-voorzitter

mw. mr. Y.M. Drewes, arts M&G adviseur

prof. dr. L.M. Bouter

prof. dr. H.A. Heij

drs. Y.P. Henry

prof. J.A. Rauwerda

dr. M. Sprenger

prof. dr. G.J. Tangelder

prof. dr. C.J.J. Mulder

prof. dr. M.A. Blankenstein

mw. drs. C.A.M. Bezuijen ambtelijk secretaris

drs. E. Pelgrim-Korf vertegenwoordiger arts-ass. vereniging

drs. D. Franschman idem

Ondernemingsraad

mw. I. Schadee- Eestermans voorzitter

dhr. J. Leseman vice- voorzitter

mw. dr. E.H.Kostelijk

mw. I. Kooij- Bösel tot 10 mei 2005

dhr. dr. A.A. van Lambalgen tot 10 mei 2005

mw. M.A. Voet lid dagelijks bestuur

dhr. W. Knaap

mw. drs. Q. Anderegg

mw. C. van Beers

mw. W. Arjaans

mw. drs. I. Zuiderwijk

mw. dr. M.S.A. Suttorp-Schulten

dhr. dr. E.D. Schmidt

dhr. E. Bernabela

dhr. F. de Weerdt tot 10 mei 2005

dhr. A. Gonzalez Saez tot 1 juli 2005

dhr. R.A. van Andel sr. ambtelijk secretaris

dhr. N. Groos jr. ambtelijk secretaris

Onderdeelcommissie cluster I

mw. M. Plieger voorzitter

mw. A. Handgraaf

dhr. dr. K. Herscheid

Onderdeelcommissie cluster II

mw. dr. H. Beckerman voorzitter tot 20 april 2005

dhr. dr. E.D. Schmidt tot 20 april 2005

Onderdeelcommissie cluster III

mw. R. Poort-Keesom voorzitter tot 1 september 2005

mw. E.H. Kostelijk tot 1 september 2005

mw. N. Siteur

174

VI. B

ijlagen

Page 178: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Onderdeelcommissie cluster IV

mw. A. Broek-Schuurkamp voorzitter

dhr. A. Gonzalez Saez tot 1 juli 2005

mw. J. van Berkel tot 10 mei 2005

Onderdeelcommissie cluster V

mw. drs. D. Bosch voorzitter

dhr. E. Bernabela

dhr. A.F.A.M. de Lange

mw. S. Thonhauser

dhr. G. Hek

Onderdeelcommissie cluster VI

prof. dr. A. Pieters voorzitter

dhr. dr. M.Paardekooper

dhr. P. Roest

mw. R. Poort-Keesom

Onderdeelcommissie facilitair bedrijf

dhr. S.J. Jager voorzitter

dhr. L. Brand tot 1 oktober 2005

mw. A.J. van der Linden tot 1 juli 2005

dhr. T. Moumen

dhr. A.B.T. Smeltink tot 1 maart 2005

dhr. J. Toele

dhr. R. Warmerdam

dhr. M. Benseghir

Facultair overleg VU medisch centrum

Studentenraad

Paul de Roos voorzitter

Anne Marije Gonlag vice-voorzitter

Edmée Braakman secretaris

Muhammad Al-Dulaimy

Doenja Hertog

Robin Klaver

Salmaan Sana

Ellen Thieme

Commissie onderwijs en onderzoek

prof.dr A. Pieters voorzitter

mw. I. Schadee-Eestermans

mw. D. Bosch

mw. R. Poort

P. Roest

Zilveren legpenning

De zilveren legpenning wordt sinds 1991 uitgereikt als blijk van waardering voor medewerkers van VU medisch

centrum met een uitzonderlijke staat van dienst. Voor 2005 is de legpenning uitgereikt aan mevrouw A.M.J.J. Verweij.

175

VI. B

ijlagen

Page 179: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage 8 Commissies per 31-12-2005

Commissie privacybescherming

prof. dr. M. Boers voorzitter

mw. H. Kort lid

mw. G. Visser lid

mw. mr. Y.M. Drewes, arts M&G lid

mr. O.G.A. van der Beek secretaris

ir. G.A.M. Zonneveld adviseur

M.A.M. van der Haagen adviseur

mw. A.F. van Manen adviseur

vacature

Meldingscommissie incidenten patiëntenzorg

prof. dr. P.M. ter Wee voorzitter

dr. F.C. Bakker

mw. drs. E.N. Bakker

mw. E.Y. Barkema

L. de Haan

E.A.P.M. Pompe

mw. drs. N.E.A.H. Smeets ambtelijk secretaris

mw. K. Kooymans administratieve ondersteuning

Commissie medische ethiek

dagelijks bestuur

prof. dr. W.P.F. Fetter voorzitter

ds. N.M.D. Nieuwenhuijze vice-voorzitter

mw. drs. J.J. Pook secretaris

overige leden:

mw. J.M. Balcombe-Fennis

mw. C.M. Blokker

dr. C.M.F. Dirven

mw. mr. Y.M. Drewes arts M&G

drs. A.C. van Loenen

prof. dr. E. van Leeuwen

mw. J.A.B. Maas

mw. M. Smits

drs. M. Vervloet

prof. dr. E. Ch. Wolters

176

VI. B

ijlagen

Page 180: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Medisch-ethische toetsingscommissie

drs. A.C. van Loenen voorzitter

prof. dr. C.H. Polman vice-voorzitter

dr. ir. P.D. Bezemer

dr. R.H. Brakenhoff

mr. F.J. Faber

dr. M.J.P.A. Janssens

dr. K. Hoekman

mw. dr. E.S.M. de Lange-de Klerk

mw. mr. N.W.J Lopes Cardozo

mw. M. Mulder

mw. dr. E. Swart

prof. dr. F.J.H. Tilders

mw. F. Wegener Sleeswijk

mw. dr. M.M. Weissenbruch

mw. drs. W.E. van der Voet secretaris

dr. P. de Haan secretaris

Klachtencommissie

mr. P.J. Boukema voorzitter (extern)

mr. Th. G. Drupsteen plaatsvervangend voorzitter (extern)

mw. drs. E.H. Collette

mw. dr. A. Schadé

dr. C.J. van Groeningen

mw. prof. dr. B.C.P. Polak

mw. P. H. Veenvliet

H.W. Broekman

M.A.M. van der Haagen

M.P.J. Schapers MFM

drs. T. de Gee huisarts (extern)

mw. drs. S.U. Sijthoff huisarts (extern)

mw. drs. M.R. Franx secretaris

mw. mr. A.H. Bakker plaatsvervangend secretaris

Vaste commissie voor de wetenschapsbeoefening

mw. prof. dr. C.M.J.E. Vandenbroucke-Grauls voorzitter

prof dr. G. Kraal

dr. B. Drukarch

prof. dr. W. Fetter

dr. P. de Haan secretaris

prof. dr R. de Vet

prof. dr. P.T.A. Lips

prof. dr. C.J. Stam

dr. Y.M. Smulders

177

VI. B

ijlagen

Page 181: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Commissie topkader

prof. dr. L.M. Bouter voorzitter

prof.dr. G. Giaccone

prof. dr. H.A. Delemarre-van de Waal

prof. dr. R.J. Scheper

prof. dr. F.J.H. Tilders

prof.dr. C.A. Visser

prof. dr. E.A. van der Veen decaan, adviseur q.q.

mw. M. van Tinteren-Bosje ambtelijk secretaris

Bibliotheekcommissie

prof. dr. M.P. Witter voorzitter

drs T. Erich

mr. F.J. Faber

prof. dr. E.S. Houwaert

dr. C.B. Lambalk

dr. G.J. Peters

dr. N. van Rooijen

prof. dr. C.D.A. Stehouwer

dr. M.W. van Tulder

mw. dr. A.M.J.J. Verweij-van Vught

dr. P. de Haan secretaris

Dagelijks bestuur Centrale Opleidingscommissie

Prof.dr. J.J. de Lange voorzitter

Prof.dr. S.A. Danner lid

Prof.dr. H.P. van Geijn lid

Prof.dr. W.P. Vandertop plv.lid

Prof.dr. J.J. Heimans plv.lid

Prof.dr. C.H. Polman namens stafconvent

Prof.dr. T.J.F. Savelkoul lid raad van bestuur, lid

Arts-assistenten

M.F. Schreuder, opgevolgd door mw. L.E. Garmers

Mw. E.M.T. Dieleman

178

VI. B

ijlagen

Page 182: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage 9 Programmagroepen per 31-12-2005

Programmagroep netwerkontwikkeling

drs. E.B. Mulder

prof. dr. T.J.F. Savelkoul

prof dr. E.A. van der Veen

prof dr. S. Danner

drs. D. Bonink

prof. C. Polman

prof. J. Rauwerda

drs. J.M.H. van der Velden programmacoördinator

Programmagroep kwaliteit

drs. J.C. Baayen

mw. G.J.M. Berkhout MA

mw. E.M. Bijvank MM

mw. M. Buddingh’

prof dr. M.A. Blankenstein

mw. mr. Y.M. Drewes, arts M&G

prof dr. P.C. Huijgens voorzitter

drs. M. van der Noordaa secretaris

dr. J.C. Roos

drs. D. Piket

prof dr. T.J.F. Savelkoul

drs. K.W. Stegenga

mw. dr. B. van Triest

Programmagroep informaticabeleid

prof. dr. E.A. van der Veen, voorzitter

vertegenwoordigers clusterbesturen:

prof.dr. P.M. ter Wee, cluster I

prof.dr. C.R. Leemans, cluster II

J.C. Klarenbeek, cluster III

B.C. Nijman, cluster IV

prof.dr. B.J. Slotman, cluster V

prof.dr. L.M. Bouter, cluster VI

vertegenwoordiger stafdiensten:

C.J.H. Buren, MBA. RC

vertegenwoordiger onderwijs en transmurale ICT

prof.dr. W.A.B. Stalman

Vaste adviseurs:

mw. drs. F. Barbieri, vaste adviseur

dr. M. Sprenger, vaste adviseur

ir. G.A.M. Zonneveld, secretaris

179

VI. B

ijlagen

Page 183: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Bijlage 10 Onderzoekinstituten per 31-12-2005

Onderzoekinstituten

• onderzoekinstituut voor extramuraal geneeskundig onderzoek (EMGO), directeur: prof. dr. L.M. Bouter

• onderzoekinstituut voor cardiovasculaire research Vrije Universiteit (ICaRVU), directeur: prof. dr. V.W.M. van Hinsbergh

• VU medisch centrum onderzoekinstituut voor kanker en immunologie (V-ICI), directeur: prof. dr. P.C. Huijgens

• onderzoekinstituut MOVE, directeur: prof. dr. G.J. Lankhorst

• onderzoekinstituut voor klinische en experimentele neurowetenschappen (ICEN), directeur: prof. dr. M.P. Witter

180

VI. B

ijlagen

Page 184: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

bijlage 11 Oraties en Promoties

Oraties

prof.dr. A.E.R. Arnold 14-01-2005 Geen zorg meer zonder onderzoek en onderwijs

prof.dr. A.B. Bijnen 14-01-2005 Het mes snijdt aan twee kanten

prof.dr. P.J. Ringens 21-01-2005 Ibn Sina, Donders en Snellen:

vogelaars, parlevinkers of bakens met een

storm voor ogen?

prof.dr. J.W.M. Niessen 25-02-2005 Dissonanten in dogma's

prof.dr. G.A. Meijer 25-02-2005 Pathologie en de samenzwering der ontdekkingsreizigers

prof.dr. H.P.J. te Riele 10-03-2005 On the edge of error, een dreigend misverstand

prof.dr. A.B.J. Groeneveld 11-03-2005 Per aspera ad astra

prof.dr. L.P. ten Kate 17-03-2005 De ondergrondse naar de toekomst

prof.dr. Th.M. Marteau 19-05-2005 Informed choice: rhetoric or reality

prof.dr. P. Heutink 20-05-2005 Lopend op drijfzand?

prof.dr. E. Boven 01-06-2005 Over het verval van kanker

prof.dr. W. Wisselink 07-10-2005 Meer met minder

prof.dr. J.G. Becher 26-10-2005 Kinderrevalidatiegeneeskunde uit de kinderschoenen

prof.dr. R.H. Brakenhoff 28-10-2005 VUturomics en de ziekte met de twee gezichten

prof.dr. B.L.H. Bemelmans 02-12-2005 Urologie in de Hof van Eden

181

VI. B

ijlagen

Page 185: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Promoties

C.E.E. van Ofwegen-Hanekamp 07-01-2005 Pathofysiology and Clinical Aspects of Coronary Stenting

T. van Kleffens 26-01-2005 Decision making in clinical oncology

A.M. Tromp 27-01-2005 The effects of mechanical loading and estrogen

on bone formation

D.G. Markhorst 28-01-2005 Towards optimal lung volume in high-frequency

oscillatory ventilation

M.R. de Boer* 04-02-2005 Quality of life of visually impaired elderly

S. Zweegman 11-02-2005 On the bone marrow microenvironment

B.W.M. Schalk 11-02-2005 Serum albumin and physical health decline in old age

E.J.J. Duschek 25-02-2005 Effects of raloxifene in aging men and women

H.H. Fidder 04-03-2005 The contribution of ethnic background to clinical

manifestations and genetic aspects of inflammatory

bowel disease in Israeli Jewish patients

M. van der Paardt 09-03-2005 Ankylosing Spondylitis

F.P.K. Wu 11-03-2005 The local and systemic angiogenic and immunological

responses to surgery

A.E. Hoetink 18-03-2005 On the origins of the Electrical Impedance Cardiogram

J.J. van Egmond 18-03-2005 Secondary Gain in Psychiatry

M.E. van Teijlingen 23-03-2005 Effects of Hemodialysis on Granulocyte Adhesion

Do they keep on rolling?

J.M. van der Waal 01-04-2005 The burden of hip and knee complaints

R.H.J. Breuer 06-04-2005 Studies on molecular pathology of lung cancer

E.M.J. Steultjens 06-04-2005 Efficacy of occupational therapy: the state of the art

F.J.M. van Leerdam 07-04-2005 Enuresis. A major problem or a simple

developmental delay?

A. Familian 15-04-2005 Studies on pentraxin mediated complement activation

H. Torrenga 15-04-2005 Sentinel node biopsy in breast cancer

182

VI. B

ijlagen

Page 186: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

X.W. Huijsdens 19-04-2005 The role of the human microflora in inflammatory

bowel disease: towards a rapid molecular quantitative

analysis

M.C.M. Strik 20-04-2005 The (patho-)physiological role of intracellular serine

protease inhibitors

A.C.M. Wegman 22-04-2005 N-of-1 trials in general practice

F. Hoentjen 29-04-2005 Mechanisms of Bacterial-Induced Experimental Colitis

A. Moons-Pasic 29-04-2005 Preneoplastic lesions and early lung cancer:

detection, intervention and follow-up

R.J. Nijveldt 11-05-2005 New insights in the metabolism of asymmetric

dimethylarginine (ADMA)

O.A. van den Heuvel 12-05-2005 Neuroimaging in obsessive-compulsive and related

disorders: investigation of the frontal-striatal and

limbic circuits

S.D.M. Bot 13-05-2005 Course and prognosis of complaints at the arm,

neck and shoulder

A.J. van Griethuysen 24-05-2005 Pitfalls and Solutions in the Identification of

Staphylococcus aureus and Detection of

Methicillin Resistance

H. Moed 24-05-2005 Allergic Contact Dermatitis: T cells on the Move

T.J.F. Nieland 25-05-2005 A Chemical Genetic Approach To The Study Of

Cellular Transport

R. Mähr 25-05-2005 Proteolysis in the class II MHC-restricted antigen

presentation pathway

M.L.M. Hermens 01-06-2005 Antidepressant Treatment for Minor and

Mild-Major Depressive Disorders in Primary Care

B. Oe 02-06-2005 Evaluation of noninvasive clinical methods for the

determination of hydration status and lean body mass

in dialysis patients

C.C.P. Verstappen 10-06-2005 Cancer Therapy related Neurotoxicity

M. van Meeteren 17-06-2005 Oligodendrocyte maturation: Oxidative stress

and dietary compounds

183

VI. B

ijlagen

Page 187: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

D. Oosterhoff 17-06-2005 Adenoviral gene therapy combined with (selective)

chemotherapy for the treatment of cancer

E.C.W. Breij 21-06-2005 Relevance of anti-myelin antibodies in Multiple Sclerosis

P.G. Boelens 22-06-2005 Endogenous glutamine and glutamine-enriched

nutrition in surgery

H.H. van der Hem-Stokroos 23-06-2005 The clerkship as a learning environment

S. Meeuwsen 24-06-2005 Human herpesvirus-6 and the cytokine network in

human glial cells

L. Hooft 24-06-2005 Molecular Imaging in Rare Diseases: The Case of

Thyroid Cancer and Positron Emission Tomography

H.A. de Boo 27-06-2005 Aspects of nitrogen metabolism in intrauterine growth

restriction

S.C.L. Taverna 28-06-2005 Electrophysiology of Synaptic Communication in the

Rat Ventral Striatum

M. van der Kuip 29-06-2005 Energy requirements of critically ill children

H.E.M. Daelmans 29-06-2005 In-training assessment in an undergraduate clerkship

F.G.A. Versteegh 29-06-2005 Pertussis: new insights in Diagnosis,

incidence and clinical manifestations

F. Bijma* 01-07-2005 Mathematical modelling of

magnetoencephalographic data

R.A. Schoevers* 06-07-2005 Epidemiology of late life depression

J.J. Garcia Vallejo* 07-07-2005 The Regulation of Glycosylation in Endothelial Cells

M.C.G. Bleeker* 08-07-2005 Human papillomavirus infection in sexual partners

A.W.F. Vos 07-09-2005 Dynamics in endovascular surgery

A.M.C. Plass 08-09-2005 Medical Care-Seeking and Self-Care Behaviour for

Minor Illnesses

M. Ferrer Espinosa 14-09-2005 Fanconi anaemia and cisplatin sensitivity:

implications for cancer therapy

184

VI. B

ijlagen

Page 188: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

R. Nijmeijer 15-09-2005 Inflammatory cascades in acute myocardial infarction

with a focus on secretory phospholipase A2,

C-reactive protein and the complement system

M.L. Rurup 15-09-2005 Setting the stage for death

R.W. Meijer 16-09-2005 Acquired undescended testis

J.J.G. Geurts* 21-09-2005 Grey Matters!

M. Levitus* 21-09-2005 Genetic predisposition to cancer:

The Fanconi anemia connection

A.J. Goverde 23-09-2005 Selecting the right treatment in idiopathic and male

subfertility: the role of intrauterine insemination

and in-vitro fertilisation

M.J. Vos 28-09-2005 Evaluation of Response,

Toxicity and Outcome in Glioma Therapy

T.M. Westers 30-09-2005 Principles of dentritic cell-based immunotherapy in

myeloid leukemia

L.D. Roorda 30-09-2005 Measuring mobility

T.E. Vogelvang 04-10-2005 Selective Estrogen Receptor Modulators and

Cardiovascular Risk in Postmenopausal Women

J. van Beek 11-10-2005 EBV-bearing gastric carcinomas:

expression patterns, pathogenesis and clinical features

J.J.M. Zwanenburg 13-10-2005 Mapping asynchrony of circumferential shortening in the

human heart with high temporal resolution MRI tagging

A.C. Kuijpers 14-10-2005 Shoulder Pain

R.C. Mallant-Hent 27-10-2005 IBD, a dragon with multiple faces

I. Hubeek 10-11-2005 Cytarabine resistance in childhood acute

myeloid leukemia

J.P.J. Bakker 10-11-2005 Boys with Duchenne Muscular Dystrophy in the final

stage of ambulation

A.M. Kamperman 16-11-2005 Deconstructing ethnic differences in mental health of

Surinamese, Moroccan and Turkish migrants in the

Netherlands

185

VI. B

ijlagen

Page 189: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

H.L.D. Horemans 21-11-2005 Pyridostigmine Treatment in Postpoliomyelitis Syndrome

M.C. Jansen-van der Weide 02-12-2005 Handling requests for euthanasia and physician-assisted

suicide

R.A.H.M. Swinkels 02-12-2005 Measurement instruments for patients with rheumatic

disorders: a clinimetric appraisal

H. Vrenken 06-12-2005 Echoes of Pathology

S.W. van der Merwe 08-12-2005 Pathogenesis of hepatic osteodystrophy:

the effects of parenchymal inflammation,

portal hypertension and portasystemic shunting

A.Ph. van Wijk 12-12-2005 Juvenile sex offenders and non-sex offenders

E.A. Struijs 14-12-2005 Diagnostic, biochemical,

and genetic studies of D-2-hydroxyglutaric aciduria:

Unravelling a neurometabolic disorder

M. van der Torn 19-12-2005 A sound-producing voice prosthesis

J. Grill 20-12-2005 Genetherapy and virotherapy of brain tumors with

recombinant adenoviruses

B. Geörger 20-12-2005 Conditionally Replicative Adenoviruses for the

Treatment of Malignant Glioma and Neuroblastoma

P.A. Borggreven 22-12-2005 Surgical Treatment with Microvascular Reconstruction

of Oral and Oropharyngeal Cancer

* = cum laude

186

VI. B

ijlagen

Page 190: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Inhoudsopgave VUmc

Waarom prestaties meten?

Basisset Prestatie-Indicatoren 2005

I. Ziekenhuisbrede indicatoren

I.1 Decubitus (doorliggen)

I.2 Bloedtransfusies

I.3 Medicatieveiligheid

I.4 Zorg-ICT

I.5 Postoperatieve wondinfectieregistratie

I.6 Complicatieregistratie

II. Indicatoren hoog risico afdelingen

II.1 Pijn na een operatie

II.2 Volume van risicovolle interventies

II.3 Laparoscopie

II.4 Afgezegde operaties

II.5 Ongeplande heroperaties

II.6 Intensive care (IC)

III. Aandoening specifieke indicatoren

III.1 Zwangerschap

III.2 Diabetes mellitus (suikerziekte)

III.3 Hartfalen

III.4 Acuut myocardinfart (AMI, hartinfarct)

III.5 CVA (hersenbloeding)

III.6 Heupfractuur

III.7 Mammatumor (borstkanker)

III.8 Cataract (staar)

IV. Bedrijfsmatige indicatoren en kwaliteitsborging

IV.1 Accreditatie

IV.2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)

IV.3 Financiële positie

V. Facultatieve indicatoren

V.1. Klinische indicatoren (optioneel)

V.1.1 Heroperaties Hernia inguinalis (liesbreuk, optionele indicator)

V.1.2 Mortaliteit in de eerste drie maanden na opname voor een AMI (hartinfarct),

ongeacht de oorzaak van het overlijden (optioneel)

V.2. Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en benchmarking

V.2.1 Patiënttevredenheid

V.2.2 Organisatie & kwaliteit

V.2.3 Organisatie & randvoorwaarden

V.2.4 Onderwijs, opleiden en onderzoek

187

VI. B

ijlagen

Page 191: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

188

VI. B

ijlagen

Waarom prestaties meten? (2005)

Ziekenhuizen en medisch specialisten willen meer inzichtelijk maken wat zij doen en met welk resultaat. Ook de

Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) vraagt ziekenhuizen nadrukkelijk om geleverde prestaties meer zichtbaar

te maken. Om dit te kunnen doen, zijn prestatie-indicatoren opgesteld.

De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Orde van Medisch Specialisten, de Nederlandse Federatie van

UMC’s (NFU) en IGZ hebben eind 2003 de Basisset prestatie-indicatoren voor het eerst gebundeld aangeboden aan

de ziekenhuizen. Op verzoek van IGZ worden de gegevens over 2005 op 1 juni 2006 bekend gemaakt. VU medisch

centrum (VUmc) kiest ervoor om ook in het jaarverslag een samenvatting van elke prestatie-indicator op te nemen.

Binnenkort worden de resultaten van 2005 met uitgebreidere toelichting op de VUmc-website gepubliceerd. Op dit

moment staan daar alleen nog de resultaten van 2003 en 2004. De website is in 2004 door de Consumentenbond

als patiëntvriendelijk beoordeeld.

Het doel van de prestatie-indicatoren is de kwaliteit van de zorgverlening binnen de instelling te meten en bench-

marking (vergelijking tussen ziekenhuizen) mogelijk te maken. Daarnaast geven de indicatoren een verdere aanzet

tot verbeteringen. De initiatiefnemers benadrukken dat de prestatie-indicatoren vooral een eerste indruk geven,

maar vooralsnog geen werkelijke doorsnede van de kwaliteit in een individueel ziekenhuis bieden.

Ook op andere manieren wordt geprobeerd een aanzet tot verbeteringen te maken. Zo heeft de Nederlandse Patiënten

Consumenten Federatie een dertigtal afdelingen van Nederlandse ziekenhuizen geselecteerd als innovatieve voorbeelden

van goede zorgpraktijk in de curatieve zorg en deze onder de aandacht van andere gezondheidsinstellingen gebracht.

Van VUmc zijn bijvoorbeeld eerder de pijnpoli en de dagpolikliniek geheugenstoornissen in deze lijst van ‘best practices’

opgenomen. Binnenkort worden ook de resultaten bekendgemaakt van het in december 2005 afgeronde patiënt-

tevredenheidsonderzoek van de NFU.

In het jaarverslag is een groot deel van de prestatie-indicatoren opgenomen, in de volgorde van de Basisset Prestatie-

Indicatoren. IGZ onderscheidt 28 indicatorgebieden waarover 47 vragen worden gesteld. Om deze vragen te beant-

woorden zijn in VUmc in totaal 165 verzoeken bij een zestigtal afdelingen uitgezet. Uit de response bleek dat er

over 2005 vier indicatoren meer konden worden beantwoord dan over 2004. Hierna wordt per indicator een korte

omschrijving van de gevraagde indicator gegeven. Vervolgens staan de gegevens van VUmc vermeld. De toelichting

op de prestatie-indicatoren is in eerste aanzet geschreven als toelichting voor de inspectie en bevat daardoor veel

medisch terminologie.

I. Ziekenhuisbrede indicatoren

I.1 Decubitus (doorliggen)

I.1.1 Decubitusregistratie

Vraagstelling:

a) beschikt u over een systematische decubitusregistratie, dan wel een jaarlijkse puntprevalentiemeting?

b) registreert u volgens het LPOD-systeem (Landelijk Prevalentie Onderzoek Decubitus)?

c) worden a en/of b aantoonbaar gebruikt in beslissingen van het management?

In VUmc wordt jaarlijks een prevalentie-onderzoek naar decubitus gehouden. VUmc beschikt over een decubitusregistratie,

waarbij het LPZ-protocol (Landelijk Prevalentieonderzoek Zorgproblemen) wordt gevolgd. Alleen de patiënten die bij

de wond- en decubitus-verpleegkundigen zijn aangemeld worden in de registratie opgenomen. In het kader van het

Page 192: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

landelijke kwaliteitsprogramma ‘Sneller Beter’ waaraan VUmc sinds 2004 deelneemt, zijn twee eenheden bezig met

decubitus-verbeterprojecten. Op de intensive care wordt de decubitusscore in Metavision (een elektronisch patiënten-

dossier) geregistreerd, op sommige verpleegafdelingen registreert men via een eigen systeem op papier. Op de intensive

care wordt continue geregistreerd. VUmc heeft twee decubitusconsulenten in dienst en op alle verpleegeenheden

is een decubitus-contactpersoon aangesteld. De gegevens uit het registratiesysteem zijn gekoppeld aan Focus

(een onderdeel van het ziekenhuis-informatie-systeem) en stimuleren het management en andere belanghebbenden

om te reageren met verbeterprojecten. Voor patiënten is er een informatiefolder over het voorkomen (preventie) van

decubitus beschikbaar.

Kenmerken van de systematische VUmc-decubitusregistratie: Aanwezig Afwezig

Aanwezigheid van één of meer decubitusconsulenten Ja

Het houden van regelmatige puntprevalentie-metingen bij alle Ja

opgenomen patiënten in het gehele ziekenhuis

Het bijhouden van een incidentieregistratie bij één Ja,

of meer specifieke patiëntengroepen bij Intensive care en

heupoperatiepatiënten

De aanwezigheid van een commissie of werkgroep die het Ja

decubitusbeleid op basis van deze registraties waar nodig bijstelt

I.1.2 Puntprevalentie decubitus ziekenhuisbreed

Vraagstelling:

wat is de prevalentie van decubitus (graad 2 t/m 4) bij alle in het ziekenhuis opgenomen (klinische) patiënten

gemeten op een vast tijdstip in 2005 (puntprevalentie)?

Op 5 april 2005 werden bij 26 van de 293 volgens LPZ-protocol in aanmerking komende patiënten, nieuwe graad

2 t/m 4 wonden vastgesteld. Dus de wond-puntprevalentie bedraagt 8,9%. Het totaal opgenomen aantal patiënten

bedroeg 329.

I.1.3 Decubitusincidentie bij een homogene patiëntenpopulatie

Vraagstelling:

wat is de incidentie van decubitus (graad 1 t/m 4) in het ziekenhuis ontstaan bij patiënten opgenomen voor een

totale heupvervanging van 1 januari t/m 31 december?

In 2005 werd bij 2 van de 145 patiënten met een totale heupvervanging decubitus vastgesteld. De incidentie bedraagt

derhalve 1,4%.

189

VI. B

ijlagen

Page 193: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

I.2 Bloedtransfusies

I.2.1 Hemovigilantiebeleid

Hemovigilantie is het registreren van complicaties als gevolg van transfusies van bloedproducten.

Vraagstelling:

a) rapporteert u transfusiereacties in de TRIP-registratie (Transfusie Reacties in Patiënten)?

b) rapporteert u intern transfusiereacties (alle transfusie gerelateerde bijwerkingen moeten aan het

transfusielaboratorium worden gemeld)?

c) rapporteert u alle transfusiefouten aan de MIP-(FONA-)commissie?

VUmc kent een vastgelegd beleid voor de kwaliteitsbewaking van de bloedtransfusieketen. Dit houdt onder andere in

dat alle transfusiegerelateerde bijwerkingen aan de bloedtransfusiedienst worden gemeld en dat de hemovigilantie-

medewerker van de dienst, na analyse, de transfusiereacties rapporteert aan TRIP (voor landelijke registratie). Verder

worden alle transfusiefouten gerapporteerd in de MIP-registratie (Melding Incidenten Patiëntenzorg). Voor patiënten

en belanghebbenden is een uitgebreide informatiebrochure over transfusie en bloedproducten beschikbaar

(http://www.hematologie.nl).

I.2.2 Transfusiereacties graad 3 en 4

Vraagstelling:

wat is het percentage transfusiereacties (alleen graad 3 en 4) in het afgelopen jaar (graad 3 is direct levensbedreigend

en graad 4 betreft een dodelijke afloop)?

In 2005 zijn in totaal 22.930 eenheden getransfundeerd. Graad 3 en 4 reacties kwamen niet voor. Het percentage

transfusiereacties per getransfundeerde eenheid bedraagt derhalve 0%.

I.3 Medicatieveiligheid

I.3.1 Beschikbaarheid gegevens over voorgeschreven en verstrekte medicatie tijdens het patiëntencontact

Vraagstelling:

a) zijn gegevens over in het ziekenhuis (klinisch en poliklinisch) voorgeschreven medicatie elektronisch

beschikbaar op de polikliniek en de verpleegafdeling, in de ziekenhuisapotheek en buiten het ziekenhuis?

b) zijn gegevens over extramuraal voorgeschreven medicatie geautomatiseerd beschikbaar op de polikliniek

en verpleegafdeling en in de ziekenhuisapotheek?

a.1 klinisch voorgeschreven medicatie is elektronisch beschikbaar op alle polispreekkamers, op alle verpleegafdelingen

en in de ziekenhuisapotheek, maar niet buiten het ziekenhuis.

a.2 poliklinisch voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers, op de verpleeg-

afdelingen, in de ziekenhuisapotheek of buiten het ziekenhuis. In 2004 is wel een start gemaakt met het

elektronisch beschikbaar maken van de cytostaticakuren voor hematologiepatiënten die zijn opgenomen voor

een dagbehandeling.

b. extramuraal voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers of verpleeg-

afdelingen. Wel zijn de extramurale medicatiegegevens in de ziekenhuisapotheek bekend; deze komen via OZIS

binnen bij het apotheekservicepunt en vervolgens wordt een uitdraai voor de opnamestatus gemaakt. Voor de

regio Amsterdam is dit geautomatiseerd.

190

VI. B

ijlagen

Page 194: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Verder wordt in VUmc met een elektronisch patiëntendossier gewerkt, waarin Medicator als elektronisch voor-

schrijfsysteem wordt gebruikt. Dit wordt toegepast op de verpleegafdelingen en de dagbehandeling. Het betreft

een elektronisch overzicht van de voorgeschreven medicatie, de toediening wordt handmatig geregistreerd.

Op de Intensive Care wordt de toediening wel elektronisch vastgelegd.

I.4. Zorg-ICT

I.4.1 Beschikbaarheid van elektronische gegevens en procesondersteunende ICT

Vraagstelling:

a) hoe is de beschikbaarheid van elektronische gegevens op de spreekkamer en op de afdeling (bij voorkeur op

de patiëntenkamers) voor administratieve basisgegevens, laboratoriumgegevens, correspondentie vanuit het

ziekenhuis, radiologieverslagen, bacteriologieverslagen, medicatiegegevens, pathologieverslagen, operatieverslagen

en beelden. Het betreft hier het inzien van gegevens?

b) hoe is de beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de spreekkamer en op de afdeling (bij voorkeur op de

patiëntenkamers) voor elektronische registratie van medische en/of verpleegkundige intake, medische en/of ver-

pleegkundige decursus, elektronische verslaglegging voor overige zorgverleners (dit betreft steeds het

elektronisch registreren van gegevens) en ordercommunicatie (het elektronisch aanvragen van orders)?

4.a beschikbaarheid van elektronische gegevens op de spreekkamers en op de

zorgeenheid.

Beschikbaarheid van: Op polikliniek/ Op eenheid

spreekkamer VUmc 2005 VUmc 2005

Administratieve basisgegevens Ja Ja

Correspondentie vanuit VUmc Ja Ja

Radiologieverslagen Ja Ja

Bacteriologieverslagen Ja Ja

PA verslagen Ja Ja

Medicatiegegevens Gedeeltelijk Ja

(voor zover het klinische

gegevens betreft van een

opname binnen VUmc)

Operatieverslagen Ja Ja

Beelden (X-foto’s, CT, MRI, etc.) Ja Ja

Overige, nl. diagnosegegevens Ja Ja

Laboratoriumgegevens Ja Ja

Landelijke medische registratiegegevens Ja Ja

EEG-uitslagen, ECHO, EMG, EP, DOP, MEG Ja Ja

Temperatuurlijst + vochtbalans Ja Ja

Longdossier chemotherapie Gedeeltelijk Gedeeltelijk (Inw. Gen.)

Elektronisch dietetiekdossier Ja Ja

191

VI. B

ijlagen

Page 195: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

4b) beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de spreekkamer en op

de afdeling (het gaat hier om het invoeren van gegevens en orders en om het

elektronisch plannen).

Beschikbaarheid van: Op polikliniek/ Op afdeling

spreek-kamer VUmc 2005 VUmc 2005

Elektronische medische intake Nee Ja

Elektronische verpleegkundige intake Nee Ja

Elektronische verpleegkundige decursus Nee Ja

Elektronische medische decursus Nee Gedeeltelijk (IC-afdeling)

Multidisciplinair patiënttraject-planning-systeem Nee Nee

Ordercommunicatie voor lab Nee Nee

Ordercommunicatie voor medicatie

• Ondersteuning bij voorschrijven Ja

• Ordercommunicatie voor klinische medicatie Ja

• Ordercommunicatie voor poliklinische medicatie Nee

Ordercommunicatie voor radiologie Nee Nee

Ordercommunicatie m.b.v. geprotocolleerde ordersets Nee Nee

Ordercommunicatie voor overige zorgdiensten Nee Nee

Elektronische bewaking van het behandeltraject Nee Gedeeltelijk (IC)

Ja = voor iedereen beschikbaar

Nee = deze functie is niet geautomatiseerd beschikbaar

Gedeeltelijk = aangegeven is op welke afdeling deze functie beschikbaar is.

I.5 Postoperatieve wondinfectieregistratie

I.5.1 Surveillance van postoperatieve wondinfecties

Vraagstelling:

worden postoperatieve wondinfecties geregistreerd, en zo ja, hoe?

In VUmc is doelbewust gekozen voor "surveillance by objective" en niet voor ziekenhuisbrede surveillance. Een dergelijke

aanpak wordt onder andere door CDC (Centers of Disease Control) uit Atlanta aanbevolen, omdat dit de meest kosten-

effectieve vorm van surveillance is. Dit betekent dat de incidentie van wondinfecties projectgewijs wordt geregistreerd

in het kader van specifieke vraagstellingen. In 2005 heeft de surveillance geen aanleiding gegeven tot interventie. In

het kader van een Sneller Beter project zijn voorbereidingen getroffen voor de verdere ontwikkeling van een post-

operatieve wondinfectieregistratie.

192

VI. B

ijlagen

Page 196: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

I.6 Complicatieregistratie

I.6.1 Complicatieregistratie

Vraagstelling:

welke specialismen/disciplines in uw ziekenhuis werkten het afgelopen jaar met een landelijke complicatieregistratie?

Van de 35 door IGZ genoemde specialismen/disciplines hanteren er 25 (71%) een eigen (21) en/of landelijk (6)

complicatieregistratiesysteem. Deze specialismen zijn: algemene heelkunde, anesthesiologie, cardiochirurgie, cardio-

logie, gynaecologie, hematologie, intensive care, keel-, neus- en oorheelkunde, klinische chemie, klinische pathologie,

maag-, darm- en leverziekten, medische microbiologie, neonatologie, neurochirurgie, neurologie, oogheelkunde,

orthopedie, plastische chirurgie, pulmonologie, radiodiagnostiek, radiotherapie, thoraxchirurgie, urologie, vaatchirurgie

en verloskunde.

Alle 17 in VUmc aanwezige snijdende specialismen (inclusief kinderchirurgie en mondziekten en kaakchirurgie

(specialismen die niet door IGZ worden genoemd), chirurgische oncologie, gastro-intestinale chirurgie en ongeval-

schirurgie) hebben een complicatieregistratiesysteem (100%). Voor de niet-snijdende specialismen is registratie

moeilijker, omdat niet altijd duidelijk is wat als een complicatie kan worden bestempeld. Vele beroepsverenigingen

zijn bezig om complicaties te definiëren en registratiesystemen te bouwen. Vrijwel elke afdeling houdt teambesprekingen

waarbij complicaties en complexe situaties aan de orde komen.

2 Indicatoren hoog risico afdelingen

II.1 Pijn na een operatie

II.1.1 Pijnmeting bij postoperatieve patiënten

Vraagstelling:

a) heeft u de beschikking over een ziekenhuisbreed pijnprotocol?

b) heeft u de beschikking over een acute pijnservice?

doet uw ziekenhuis gestandaardiseerde pijnmetingen bij alle postoperatieve patiënten? Hierbij wordt onderscheid

gemaakt tussen de direct postoperatieve fase en de fase na overplaatsing naar een verpleegafdeling.

De postoperatieve pijnbestrijding wordt op dit moment gerealiseerd door de dienstdoend anesthesioloog en dienst-

doend arts-assistent anesthesioloog. Op dit moment is in het kader van Sneller Beter een acute pijnservice in verdere

ontwikkeling. Op de kortverblijf-afdeling vindt nu een doorbraakproject plaats, die op alle verpleegafdelingen zal

worden doorgevoerd. Hierbij is ondersteuning aanwezig door physician assistents die nu in opleiding zijn.

De ervaringen met pijnmeting opgedaan door verpleegkundigen op de afdeling oncologie zullen hierbij worden

gebruikt. Verder beschikt het ziekenhuis over diverse uitgebreide pijnprotocollen bij verschillende patiëntengroepen

(na een operatie, bij kinderen na een bevalling, bij de oudere patiënt etc.)

Het percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten is onbekend. Op de uitslaapkamer

vindt wel bij elke patiënt een pijnmeting en sedatiescore plaats, deze worden echter nog niet centraal geregistreerd.

Inmiddels zijn dus een aantal zaken betreffende de acute pijn service geregeld of in ontwikkeling.

193

VI. B

ijlagen

Page 197: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Kenmerken Acute Pijnservice in VUmc Ja Nee In

ontwikkeling

Multidisciplinair samenwerken van verpleegkundigen, X

specialistisch verpleegkundige, snijdend specialist en anesthesioloog

Gebruik systematische pijnscore 1e 24 uur postoperatief X X

Gebruik systematische pijnscore na 1e 24 uur postoperatief X

Gebruikte pijnscore Ja, VAS X

Sedatiescore (Ramsey) X X

Aanwezigheid gestandaardiseerde pijnbestrijdingsmethode X

Aanwezigheid pijnverpleegkundige X

Continue scholing alle betrokken disciplines op gebied X

van postoperatieve pijnbehandeling

Patiëntenvoorlichting over pijn X

24-uurs beschikbaarheiddiensten voor pijnbestrijding X

Beschikbaar van pijnbestrijding voor alle postoperatieve X

patiënten in het ziekenhuis

VAS = Visual Analog Score

De VUmc-pijnpoli is eerder door de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie geselecteerd geweest als innova-

tief voorbeeld ("best practice") van goede zorgpraktijk in de curatieve sector.

II.1.2 Percentage patiënten met een pijnscore lager dan 4 in de eerste 72 uur na een

operatie

Vraagstelling:

wat is het percentage patiënten dat in de eerste 72 uur na een operatie gemiddeld een acceptabele pijnscore

aangeeft?

Vooralsnog onbekend, zie II.1.1

II.2 Volume van risicovolle interventies

II.2.1 Volume van aneurysma van de abdominale aorta (scheur in de buikaorta)

operaties

Vraagstelling:

wat is het aantal patiënten waarbij het afgelopen jaar een aneurysma van de abdominale buikaorta (AAA) is geopereerd

in uw ziekenhuis verdeeld naar endovasculaire en open (laparotomische) ingrepen van 1 januari tot en met 31 december?

VUmc: a) aantal endovasculaire AAA-operaties: 30

b) aantal open AAA-operaties: 31

194

VI. B

ijlagen

Page 198: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

II.2.2 Volume oesophaguscardiaresecties (slokdarm-maag-verwijdering)

Vraagstelling:

wat is het aantal patiënten waarbij het afgelopen jaar een oesophaguscardiaresectie is uitgevoerd in uw ziekenhuis?

In 2005 zijn in VUmc 10 oesophaguscardiaresecties uitgevoerd.

II.3 Laparoscopie

II.3.1 Laparoscopie (kijkoperatie) versus laparotomie (buikoperatie) bij cholecystectomie

(galblaasverwijdering)

Vraagstelling:

wat is het percentage laparoscopische (via een kijkbuis) cholecystectomieën van het totale aantal cholecystectomieën?

Alle 60 galblaasverwijderingen in 2005 werden laparoscopisch gestart (= 100%). Negen laparoscopische operaties

moesten worden voortgezet als buikoperatie.

II.3.2 Gallekkage na cholecystectomie (galblaasverwijdering)

Vraagstelling:

hoe vaak komt gallekkage na cholecystectomie voor in 2005?

Er is geen enkele maal gallekkage geconstateerd, dus het percentage is 0%.

II.4 Afgezegde operaties

II.4.1 Percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor een geplande electieve

(niet-acute) operatie

Vraagstelling:

wat is het percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor geplande operatie, verdeeld naar afgezegd ‘door het

ziekenhuis’ en afgezegd ‘door de patiënt’?

Het totaal aantal electieve (geplande, niet-acute) operaties (tijdens een opname) bedroeg 8.092. Hiervan bedraagt het

aantal ‘door het ziekenhuis’ afgezegde operaties 512 (6,3%) en ‘door de patiënt’ 66 (0,8%).

II.4.2 Gemiddeld hoe lang van tevoren worden patiënten opgeroepen voor een operatie?

Vraagstelling:

hoeveel dagen worden patiënten gemiddeld van tevoren opgeroepen voor een electieve operatie in het afgelopen jaar?

Voor VUmc in zijn totaliteit is dit onbekend. De KNO-afdeling roept patiënten voor de algemene KNO binnen twee

weken op, voor oncologische hoofd-hals-chirurgie geldt één week. Op verzoek van de patiënt van laatstgenoemde

afdeling kan ook worden getracht ruimer van tevoren te plannen. Oogheelkunde roept gemiddeld 2 tot 6 weken

van tevoren op, Mondziekten en Kaakchirurgie roepen drie weken van tevoren op wanneer een bezoek aan de

pre-assessment-polikliniek aan de operatie voorafgaat, anders wordt een kortere periode aangehouden, namelijk

zeven tot tien dagen.

195

VI. B

ijlagen

Page 199: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

II.5 Ongeplande heroperaties

II.5.1 Ongeplande heroperaties

Vraagstelling:

a) wat is het percentage ongeplande heroperaties na een operatieve ingreep in 2005?

b) bij welke drie operatieve ingrepen komen heroperaties het meest voor?

VUmc kent de term ongeplande heroperatie niet als zodanig. Hetzelfde geldt voor de drie meest voorkomende

ingrepen bij een heroperatie. Wanneer in de elektronische bestanden geselecteerd wordt op operaties met als

diagnose complicatie en maximaal een half jaar hiervoor een operatie in VUmc bij hetzelfde specialisme dan blijkt

het aantal heroperaties 140 te bedragen. Het totaal aantal operaties was in 2005 14.648. Het gevraagde percentage

is dan 0,96%. Op dezelfde manier berekend was in 2004 het percentage 1,31%.

II.6 Intensive care prestatie-indicatoren afdeling Intensive Care (IC) Volwassenen

II.6.1 Level-indeling van de IC

Vraagstelling:

aan welk level voldoet uw IC-afdeling en is dit level bij visitatie bevestigd?

II.6.2 Totaal aantal opname en beademingsdagen op een IC afdeling

Vraagstelling:

a) wat is het totale aantal beademingsdagen verdeeld naar cardiochirurgische (a) en niet-cardiochirurgische volwassenen

(b) en kinderen (c) in verhouding tot het totale aantal opnamedagen op de IC-afdeling?

b) hoeveel FTE geregistreerde intensivist is er voor de IC beschikbaar?

De IC-volwassenen (ICV) is een gemengde IC (IC-level III) waar alle categorieën patiënten zijn opgenomen: patiënten

met interne aandoeningen en chirurgische patiënten, inclusief neurochirurgie en cardiopulmonale chirurgie. Op deze

IC is er 24 uur per dag en 7 dagen per week een intensivist beschikbaar en is overdag gedurende 7 dagen per week

in ieder geval één intensivist aanwezig. De afdeling ICV is in 2004 gevisiteerd in het kader van de opleiding tot

intensivist. Hierbij is gebleken dat de afdeling aan alle kwaliteitseisen voldoet, hetgeen resulteerde in een verlenging

van de opleidingsbevoegdheid voor de periode van 5 jaar.

In VUmc zijn in 2005 in totaal 1.381 opnames op de IC volwassenen gerealiseerd, waarvan 577 cardiochirurgische

opnames. Het totaal aantal verpleegdagen was 9.119 dagen, waarvan 2.349 dagen ten behoeve van cardiochirurgische

patiënten. Het aantal beademingsdagen is vrijwel identiek aan het aantal ligdagen, aangezien de afdeling IC volwassenen

beschikt over een medium care, waar niet beademde patiënten kunnen worden opgenomen. Patiënten die niet

beademd worden, liggen daarom slechts bij uitzondering op de intensive care. Bij deze omschrijving wordt beademings-

dag gedefinieerd als beademing op enig moment van de dag. Volgens de registratie ten behoeve van de zorgverzekeraars

bedraagt het aantal beademingsdagen 4.820 dagen. Hierbij worden beademingsdagen van patiënten verwezen door

de afdeling cardiochirurgie, postoperatieve patiënten op de eerste postoperatieve dag op de IC en intermitterend

beademde patiënten niet meegerekend.

Een berekening c.q. schatting van het aantal beademingsdagen geeft dan 7.458 beademingsdagen waarvan het 2.349

dagen cardiochirurgische patiënten betrof.

De gemiddelde ligduur van patiënten op de ICV was 5,9 dagen, met een standaard deviatie van 13,1 dagen. De mediane

ligduur was 1 dag (50% van de patiënten lag minder dan één dag, 50% meer dan één dag). Het aantal beademingsdagen

196

VI. B

ijlagen

Page 200: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

per fte intensivist gedefinieerd als het aantal beademingsdagen dat één fte intensivist medische verantwoordelijkheid

draagt voor de beademing kan worden geschat op 1.000 tot 1.500. Deze gevraagde indicator is volgens VUmc een

minder goede parameter aangezien iedere beademde patiënt dagelijks door meerdere intensivisten wordt beoordeeld.

Het aantal fte intensivisten voor 28 beademings level III intensive care bedden én 9 medium care bedden bedraagt 10,8.

Van belang is te vermelden dat in het eerste kwartaal van 2005 de afdeling ICV te maken had met een uitbraak

van multiresistente bacterie. Dit werd veroorzaakt door een spoedopname van een patiënt bij wie later bleek dat er

een multiresistente bacterie aanwezig was. Hierdoor heeft noodgedwongen een aantal weken het electieve operatie-

programma vrijwel stil gelegen.

De mortaliteit op een IC is afhankelijk van de ernst van de ziekte van de patiënt en de aard van de ziekte. Hoe zieker

een patiënt is, hoe groter de kans dat hij overlijdt. Om mortaliteit af te zetten tegen de ernst van de ziekte is de

internationaal geaccepteerde standardized mortality rate (SMR) beschikbaar. Daarbij worden de patiënten onderverdeeld

in ernst van de ziekte, weergegeven als APACHE II score (hoe hoger de score, hoe zieker) en diagnose categorie.

Een SMR van 1,0 duidt op een mortaliteit zoals verwacht mag worden op een IC.

Een SMR groter dan 1,0 duidt op een hogere sterfte dan verwacht mag worden op grond van de literatuur, terwijl een

SMR kleiner dan 1,0 duidt op een hogere overleving op de betreffende IC.

Op de IC van VUmc is voor alle categorieën van ernst van ziekte de SMR lager dan 1,0 (zie onderstaande tabel).

Er zitten beperkingen aan het gebruik van de scores en SMR, waarover de afdeling ICV van VUmc ook uitgebreid

heeft gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften als The Lancet en Intensive Care Medicine. Maar

aangezien al vele jaren de SMR kleiner is dan 1,0 kan wel worden aangenomen dat de opnieuw uitstekende getallen

van dit jaar niet berusten op een toevalsbevinding.

APACHE II SMR IC SMR IC SMR IC

niet-cardiochirurgie SMR IC cardiochirurgie totaal

0-10 0,17 0,25 0,20

11-24 0,42 0,20 0,35

25-32 0,59 0,95 0,62

>32 0.79 0,65 0,75

Intensive Care Kinderen 2005

De afdeling intensive care kinderen is een multidisciplinaire intensive care afdeling (level III). Het complete pakket

patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek wordt geboden. Alleen voor de cardiopulmonale chirurgie bestaat een

samenwerkingsovereenkomst met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), alwaar de kinderen dan ook

worden geopereerd. Op de VUmc intensive care kinderen is een erkende capaciteit van 9 bedden. De afdeling steunt

vakinhoudelijk op de afdelingen kindergeneeskunde en anesthesiologie maar is organisatorisch ondergebracht bij de

zorgeenheid kindergeneeskunde. De medische staf bestaat voor de dagelijkse zorg (9.00 - 17.00 uur) uit kinderarts-

intensivisten (3,0 fte), kinderartsen in opleiding tot kinderarts-intensivist en een kinderanesthesioloog-intensivist

(0,5 fte). Buiten kantooruren zijn 4,0 fte kinderarts-intensivist en 1,0 fte kinderanesthesioloog-intensivist oproepbaar.

De afdeling is in 2002 gevisiteerd in verband met een bij de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)

ingediende aanvraag tot erkenning van de afdeling als opleidingskliniek tot kinderarts-intensivist. In 2003 heeft

de afdeling de status gekregen van opleidingskliniek. De opleiding is tot op heden niet ondergebracht bij de GIC

(Gemeenschappelijke Intensivisten Commissie) en ook niet vanuit de GIC gevisiteerd.

Het totaal aantal opnamen en beademingsdagen op de afdeling intensive care kinderen in 2005 bedroeg respectieve-

lijk 395 en 1.630. Het totaal aantal IC-dagen voor niet-cardiochirurgische kinderen was 2.341 (omvat zowel dag van

opname als dag van ontslag).

197

VI. B

ijlagen

Page 201: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

3 Aandoening specifieke indicatoren

III.1 Zwangerschap

III.1.1 Het percentage uitgevoerde bevallingen met een keizersnede in verhouding

tot het verwachte percentage (VOKS-percentiel)

Vraagstelling:

a) wat is de omvang van de verloskundepraktijk in jaarlijks aantal bevallingen en is er sprake van derdelijns

perinatale zorg?

b) wat is de VOKS-percentiel (Verloskundige Onderlinge KwaliteitsSpiegeling) voor keizersneden bij een voldragen

zwangerschap (37 tot 42 weken)?

In VUmc is sprake van een perinatologisch centrum en derdelijns perinatale zorg. Het totaal aantal bevallingen in

VUmc bedroeg 1.651 (waarvan 155 onder leiding van een verloskundige). De VOKS-percentiel primaire sectio’s

bedroeg 58 en de VOKS-percentiel secundaire sectio’s 77.

III.2 Diabetes mellitus (suikerziekte)

III.2.1 Geïntegreerde diabeteszorg

Vraagstelling:

is er in uw ziekenhuis sprake van geïntegreerde diabeteszorg?

VUmc beschikt over een diabetescentrum, waar geïntegreerde diabeteszorg in vergaande ontwikkeling is (www.diabe-

tescentrum.nl). Door de tragere ontwikkeling van een elektronisch patiëntendossier (EPD) gaat de ontwikkeling min-

der snel dan gehoopt.

Op dit moment wordt door het diabetescentrum geïntegreerd gewerkt door multidisciplinaire zorg te verlenen.

Er is een wekelijks multidisciplinair diabetesteam-overleg, er zijn zwangerenspreekuren (multidisciplinair spreekuur

met diabetoloog, diabetesverpleegkundige, medisch psycholoog en diëtist) en er zijn multidisciplinaire

(internist/endocrinoloog, diabetesverpleegkundige, diëtist en doktersassistente) jaarconsulten, met specifieke

aandacht voor educatie, complicatiescreening (voet- en oogonderzoek) en kwaliteit van leven. Bovendien vindt elk

kwartaal een multidisciplinair overleg plaats met de oogartsen. De diabetesverpleegkundigen zijn de case-managers

op de polikliniek. De eerstelijns-diabeteszorg wordt gecoördineerd vanuit de afdeling Huisartsgeneeskunde met als

doel de transmurale samenwerking met VUmc te versterken.

198

VI. B

ijlagen

Page 202: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De kenmerken zoals IGZ die voor geïntegreerde zorg aangeeft, zijn voor VUmc als volgt:

• Samenwerking tussen inwendige geneeskunde, neurologie, oogheelkunde en chirurgie: aanwezig

• Werkafspraken betrokken instellingen en hulpverleners uit de 1e en 2e lijn: beperkt aanwezig

• Casemanager/ coördinator/ diabetesverpleegkundige voor patiënt: aanwezig

• Eén regionale (transmurale) registratie: nee

• Toegang tot deze registratie voor alle betrokken hulpverleners op alle locaties: nee

• Andere kenmerken die in uw ziekenhuis van belang zijn: multidisciplinaire spreekuren voor zwangeren en veel

aandacht voor topreferente zorg

III.2.2 Gemiddelde HbA1C - waarde bij diabetes type I en II.

Vraagstelling:

wat is de gemiddelde HbA1c-waarde bij patiënten met diabetes type 1 en 2 voor de periode van 1 januari tot en met

31 december 2005?

Voor de HbA1c-waarden (een maat voor het effect van de behandeling) is VUmc uitgegaan van patiënten met DM type

1 en DM type 2, die patiënt zijn op de poli inwendige geneeskunde en poli endocrinologie. De zwangere patiënten

zijn geëxcludeerd. Bij diabetes type 1 patiënten is het gemiddelde HbA1c 8,03%, bij diabetes type 2 patiënten 7,62%

(normaalwaarde voor mensen zonder DM: 4,0 – 6,0%).

III.2.3 Tweejaarlijkse oogheelkundige controle bij diabetes

Vraagstelling:

wat is het percentage van de bij de internist bekende patiënten met diabetes die in de periode van 1 januari tot en

met 31 december een fundusscopie of fundusfotografie hebben ondergaan?

Patiënten zonder gedocumenteerde complicaties worden met de retinacamera onderzocht, alle overige patiënten

worden verwezen naar de oogarts. Dit behoeft echter niet noodzakelijkerwijs een VUmc-oogarts te zijn. Geschat

wordt dat éénderde van de patiënten door een oogarts van VUmc wordt gezien. De overige patiënten ondergaan of

een fundusfotografie op de polikliniek, waarbij de foto’s door de afdeling oogheelkunde worden beoordeeld, of de

patiënten worden gecontroleerd door een oogarts elders.

III.3 Hartfalen

III.3.1 Hartfalenpoli

Vraagstelling:

beschikt uw ziekenhuis over een hartfalenpoli?

VUmc beschikt over een eigen hartfalenpoli. Patiënten worden door VUmc cardiologen verwezen naar de hartfalenpoli.

Ook sturen verwijzers uit andere centra patiënten door voor een screening ten behoeve van biventriculaire pacemakers.

199

VI. B

ijlagen

Page 203: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

De kenmerken van onze poli zijn: Status

A Nazorg

Medische controle binnen 1 maand na ontslag Ja

Huisbezoek door hartfalenverpleegkundige binnen 2 weken na ontslag Nee

Vaste momenten van herevaluatie met de patiënt Ja

Laagdrempelige mogelijkheid voor patiënt tot telefonisch contact met contactpersoon Ja

(=hartfalenverpleegkundige)

Verpleegkundig spreekuur Ja

B Snelle signalering van verslechtering

Waarschuwen door de patiënt zelf als toestand achteruit gaat (patiënt weet wanneer dit het geval is) Ja

Patiënt krijgt ontslagbrief mee met medische en verpleegkundige informatie Ja

Goede afspraak wie voor patiënt bereikbaar is (naam en telefoonnummer) Ja

C Welk programma gebruikt u om life style changes te registreren/monitoren?

Voorlichtingsmateriaal van de Hartstichting Ja

Eigen voorlichtingsmateriaal Ja

D Coördinatie van zorg: wie is hiervoor verantwoordelijk

Cardioloog Ja

Hartfalenverpleegkundige Ja

III.3.2 Heropname voor hartfalen

Vraagstelling:

wat is in 2005 het percentage heropnames voor hartfalen binnen 12 weken na ontslag, gescheiden voor patiënten

jonger dan 75 jaar en patiënten van 75 jaar en ouder?

Het totaal aantal opgenomen personen jonger dan 75 jaar met hoofd- of nevendiagnose hartfalen bedroeg 51.

Het aantal personen met een heropname binnen 12 weken bedroeg 3 (6%). Het aantal opgenomen patiënten ouder

dan 75 jaar bedroeg 79, en hiervan betrof het bij 4 patiënten een heropname (5%). Als heropnames zijn ook gerekend

de dagbehandelingen en overplaatsingen naar een ander ziekenhuis.

III.4 Acuut myocardinfarct (AMI, hartinfarct)

III.4.1 30-daagse mortaliteit na opname voor een AMI (bij ontbreken gegevens te

vervangen door ziekenhuissterfte)

Vraagstelling:

wat is het percentage patiënten dat in de eerste 30 dagen na opname met de diagnose AMI is overleden, ongeacht de

oorzaak van het overlijden? De vraag is uitgesplitst naar leeftijd (jonger dan 65 jaar en 65 jaar en ouder). Indien

gegevens over sterfte binnen 30 dagen niet beschikbaar zijn, kan de rapportage worden vervangen door ziekenhuissterfte.

VUmc fungeert in de zorgketen voor de acute hartinfarctpatiënt als dottercentrum voor belangrijke delen van de

regio Amsterdam, Kennemerland en Zaanstreek. VUmc maakt daarbij onderdeel uit van het zogeheten

Amsterdamproject, waarin ook het AMC en het OLVG als dotterkliniek participeren. Dit project is operationeel sinds

200

VI. B

ijlagen

Page 204: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

begin 2004 en dient ter bekorting van de wachttijd van een acute hartinfarctpatiënt voor de dotterprocedure.

De ambulancedienst faxt direct na aankomst bij een patiënt een ECG via GSM-techniek naar onze hartbewaking en

vrijwel direct kan worden vernomen of een patiënt naar de dotterkamer kan worden vervoerd. Hiermee wordt een

aanzienlijke tijdswinst geboekt en kunnen infarctpatiënten zeer snel worden gedotterd. Dit heeft een directe en

gunstige invloed op de overleving.

Vooralsnog ontbreken de 30-daagse mortaliteitscijfers van patiënten die in ons ziekenhuis zijn opgenomen met een

acuut hartinfarct. Er wordt gewerkt aan een prospectief registratiesysteem waarin de 30- en 90-daagse mortaliteit van

alle patiënten die in VUmc worden opgenomen met een acuut myocardinfarct, zullen worden opgenomen. Hierbij zal

het gaan om registratie van álle patiënten die in de acute fase van het hartinfarct in ons ziekenhuis zijn behandeld,

dus ook van de patiënten die na de dotterbehandeling direct worden doorverwezen naar een andere kliniek.

De zogenaamde ziekenhuissterfte bedroeg in 2005 voor 65 jarigen en ouder 7,8% en voor patiënten jonger dan

65 jaar 2,4%. Patiënten die zijn gedotterd en daarna zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis zijn niet meegeteld.

III.5 CVA (hersenbloeding)

III.5.1 Stroke service/ stroke unit

Vraagstelling:

beschikt uw ziekenhuis over een strokeservice en/of stroke-unit?

De strokeservice van VUmc bestaat uit:

• Een poliklinisch traject (TIA-service en -protocol, duplex-onderzoek).

Dit traject is in het kader van het proces Herinrichting binnen “Sneller Beter” geherorganiseerd. Doel is dat patiënten

binnen 24 uur na een TIA worden gezien, dat de aanvullende diagnostiek binnen 72 uur is afgerond en dat patiënten

die in aanmerking komen voor carotisendarterectomie binnen 2 weken worden geopereerd. Inmiddels is dit groten-

deels gerealiseerd.

• Een ziekenhuis-stroke-unit (ZSU): 4 CVA-bedden. De afdeling neurologie beschikt over een observatiezaal van

8 bedden, waarvan er 4 ter beschikking zijn als stroke-unit. De formatie is hierop berekend. Ook aan andere

voorwaarden als monitorbewaking is voldaan. Trombolyse wordt volgens protocol uitgevoerd en de capaciteit

wordt 7 x 24 uur per week gegarandeerd.

• Een verpleeghuis-stroke-unit (VSU): 6 bedden voor klinische revalidatie in verpleeghuis St. Jacob.

• Een revalidatie-stroke-unit in het Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) en Thuiszorg Amsterdam.

Elementen van de VUmc-Stroke Service zijn: er bestaan schriftelijk vastgelegde afspraken over samenwerking binnen

de keten met de huisartsen (nee), ambulance (ja), verpleeghuizen (ja), revalidatiecentra (ja), thuiszorginstellingen (ja),

patiëntenverenigingen (nee) en verzekeraars (ja). Verder bestaan er schriftelijk vastgelegde afspraken over de criteria

voor opname in vervolginstellingen (ja), maximale ligduur in het ziekenhuis (ja), beschikbaarheid bedden (ja) en

opname garanties (ja). Verder is er sprake van een opnamegarantie op de stroke-unit, een multidisciplinaire behandeling

volgens protocol, behandeldoelen voor stoornis, beperking, handicap, cognitie en communicatie. De uitvoering

geschiedt door specifiek geschoolde medewerkers. VUmc heeft verder 4 gelabelde bedden, 4 bedden met bewakings-

mogelijkheden en tenminste 1 bed voor trombolyse.

201

VI. B

ijlagen

Page 205: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

III.5.2 Mortaliteit na opname voor een CVA (hersenbloeding)

Vraagstelling:

wat is het percentage patiënten dat in de eerste 7 dagen na opname met de diagnose CVA is overleden, ongeacht de

oorzaak van het overlijden? De vraag is uitgesplitst naar leeftijd (jonger dan 65 jaar en 65 jaar en ouder) en etiologie

(ischemisch CVA (herseninfarct) en hemorrhagisch CVA (hersenbloeding).

De sterfte na een ischemisch CVA onder patiënten jonger dan 65 jaar bedraagt 0%, onder 65 jaar en ouder 9,5%.

De sterfte na een hemorrhagisch CVA onder patiënten jonger dan 65 jaar bedraagt 16,7% en onder 65 jaar en ouder

28,6%.

III.6 Heupfractuur

III.6.1 Percentage patiënten met een heupfractuur dat binnen een kalenderdag is

geopereerd.

Vraagstelling:

wat is het percentage patiënten van 65 jaar of ouder met een heupfractuur dat in het afgelopen jaar binnen

één kalenderdag na presentatie geopereerd is, verdeeld naar ASA-klasse?

Het percentage patiënten van 65 jaar en ouder met een heupfractuur, opgenomen op de afdelingen traumatologie en

orthopedie in 2005, dat binnen één kalenderdag is geopereerd, bedraagt in VUmc 65,5% (108 van de 165).

De ASA-klasse van deze patiënten wordt hierbij niet geregistreerd.

III.7 Mammatumor (borstkanker)

III.7.1 Mammapoli

Vraagstelling:

beschikt uw ziekenhuis over een mammapoli en hoe heeft u dat vormgegeven?

Ja, VUmc beschikt over een mammapoli sinds 1 mei 2004. De poli is volgens de normen van het CBO georganiseerd

in een multidisciplinaire benadering:

1 Alle patiënten hadden een toegangstijd van maximaal 7 werkdagen.

2 Diagnostisch onderzoek gebeurde bij alle patiënten op één dag.

3 De diagnose van onderzoek werd in bijna alle gevallen binnen 5 werkdagen met de patiënt besproken. Bij twijfel

over de voorlopige diagnose vond aanvullend onderzoek plaats. De uitslag van het aanvullend onderzoek werd ook

binnen 5 werkdagen met patiënt besproken.

4 Wanneer er sprake is van een kwaadaardige tumor is er in de meeste gevallen een mammacare verpleegkundige

aanwezig.

5 Alle nieuwe patiënten zijn besproken op het multidisciplinair overleg (MDO).

6 De uitslag van onderzoek was altijd compleet op het MDO.

7 De wachtlijst voor operatie dreigde soms langer te worden dan 2 weken. Deze toegangstijd wordt voortdurend

gevolgd en zo nodig bijgesteld door de oncologisch chirurg.

8 Alle operatiepatiënten zijn besproken op het MDO.

202

VI. B

ijlagen

Page 206: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Onder “ zorgpatiënten met een mammatumor” wordt in VUmc verstaan:

Kunnen versnellen van tripeldiagnostiek: de tripeldiagnostiek wordt toegepast. De uitslag van de

pathologische anatomie kan na 4 dagen bekend zijn.

Mogelijkheid om de toegangstijd tot een operatie te verkorten: voor de mamma-patiënten zijn slots ingebouwd op het

OK-programma. Echter, wanneer het aanbod van

mammapatiënten groter is dan het aantal gereserveerde slots,

is het moeilijk de toegangstijd binnen 2 weken te houden.

Elke casus wordt ingebracht in een preoperatieve ja, elke patiënt wordt besproken in de

multidisciplinaire bespreking: multidisciplinaire bespreking.

Patiënt met verontrustende symptomen wordt verwezen patiënten met een mamma-afwijking worden altijd gezien

naar gespecialiseerd mammachirurg: door een oncologisch chirurg.

Alle onderzoeken tijdens één bezoek aan het ziekenhuis: ja, alle onderzoeken vinden op één dag plaats.

Bij diagnose maligniteit vindt 2e afspraak plaats met bij diagnose maligniteit is bijna altijd een

mammaverpleegkundige en specialist van het mammateam: mammacare-verpleegkundige beschikbaar voor aanvullende

informatie op dezelfde dag of op een nader te bepalen tijdstip.

Diagnose maligniteit wordt nooit telefonisch meegedeeld: de diagnose maligniteit wordt alleen tijdens een polibezoek

meegedeeld.

Gebruikelijk aantal dagen tussen eerste contact en diagnostiek: eerste polibezoek en diagnostiek is meestal op dezelfde dag.

Uitslag van diagnostiek binnen 5 werkdagen.

III.7.2 Diagnose binnen 5 dagen

Vraagstelling:

wat is het percentage dat binnen 5 werkdagen na het eerste poli consult voor een mammatumor een uitslag ‘benigne’

of ‘maligne’ heeft gekregen in het onderzoeksjaar?

In 2005 waren alle (voorlopige) diagnosen binnen 5 werkdagen bekend. Bij onzekere uitkomst van het onderzoek was

de diagnose binnen 5 werkdagen na het aanvullend onderzoek bekend. Het is niet bekend hoeveel patiënten in 2005

aanvullend onderzoek nodig hadden na de eerste diagnostiek. Omdat álle patiënten binnen 5 werkdagen op de poli

terugkwamen om te worden geïnformeerd over de (voorlopige) diagnose wordt 100% aangegeven. Het percentage dat

werkelijk na 5 werkdagen de definitieve uitslag heeft gekregen, is op dit moment niet bekend.

III.8.1 Cataract (staar) complicatieregistratie

Vraagstelling:

houdt u bij cataractoperaties een complicatieregistratie bij?

Ja, de afdeling oogheelkunde hanteert 2 systemen voor de registratie van complicaties:

het zogenaamde “Breebaart”-systeem. Dit is een in Nederland ontworpen systeem voor de complicatieregistratie, dat

uitgebreid landelijk wordt gehanteerd. Alle cataractoperaties die worden verricht in VUmc worden hierin ingevoerd.

De afdeling oogheelkunde van VUmc participeert in een internationaal registratiesysteem, dat is ingevoerd in de

Europese Unie. Dit systeem omvat de cataractoperaties in meerdere klinieken (niet alle) in meerdere Europese landen

(niet alle). Steekproef-gewijs wordt een registratie gedurende één of twee maanden per jaar gehouden. Complicatie-

registratie is daar één aspect van en het doel van dit Europees systeem is “benchmarking”.

203

VI. B

ijlagen

Page 207: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

IV.1 Kwaliteitsborging en kwaliteitssystemen

IV.1.1 Accreditatie

Vraagstelling:

aan welke vormen van accreditatie en certificering neemt uw ziekenhuis deel?

IGZ vraagt dit voor 35 met name genoemde specialismen/disciplines. Daarnaast vindt VUmc accreditatie van

paramedische afdelingen en ondersteunende afdelingen ook van belang.

VUmc gebruikt het INK-model als instrument voor integrale kwaliteitsbevordering. Het kwaliteitsbeleid is geïntegreerd

in de planning- en controlcyclus en betreft alle kerntaken van het academisch centrum: onderzoek, opleiding en

patiëntenzorg. De, ook binnen NIAZ bekende, verbetercyclus wordt als motor gebruikt voor verbetering en vernieuwing.

Met name voor de patiëntenzorg kan de NIAZ-norm Kwaliteitssysteem, die is aangepast aan het INK-model, een

goede aanvulling zijn op ons kwaliteitsbeleid. In 2004 is een tijdspad uitgezet om op verschillende niveaus integrale

kwaliteitssystemen in te voeren en uit te bouwen. De accreditatiesystematiek van het NIAZ maakt daar onderdeel van uit.

In het verleden heeft ons ziekenhuis actief geparticipeerd in de ontwikkeling van PACE (de voorloper van NIAZ),

en vele afdelingen plukken daar nog steeds de vruchten van.

In de laatste 5 jaar zijn ten aanzien van de patiëntenzorg en medische ondersteuning de volgende afdelingen

geaccrediteerd: medische microbiologie en infectiepreventie, klinische chemie, klinische pathologie, chromosomen-

laboratorium (afd. klinische genetica en antropogenetica), ziekenhuisapotheek en het hematologisch laboratorium

(alle CCKL).

De Amstel Academie is CEDEO-erkend (Centrum voor documentatie en informatie over bedrijfsexterne opleidingen).

De afdeling oogheelkunde is geaccrediteerd door de European Board of Ophthalmology, de longfunctieafdeling door

de Nederlandse Longfunctiekring (van het NVALT), kinderchirurgie door de European Board of Pediatric Surgery,

de accountantsdienst door Koninklijk NIVRA, de dienst Arbo en Milieu door Certificatie-Arbodiensten, het onderdeel

“voeding” van het facilitair bedrijf door HACCP en de onderzoeksinstituten door internationale visitatiecommissies

volgens het Standard Evaluation Protocol. De dialyseafdeling is HKZ-gecertificeerd. De afdeling hematologie is in

voorbereiding op een JACIE-accreditatie, de afdeling IVF op een CCKL-accreditatie en de afdeling radiotherapie op een

NIAZ-accreditatie. Vele andere afdelingen maken gebruik van kwaliteitsdocumenten op basis van de NIAZ-systematiek.

Naast deze initiatieven worden vanzelfsprekend alle medisch afdelingen gevisiteerd in het kader van de

opleidingsbevoegdheid.

IV. 2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)

IV.2.1 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)

Vraagstelling:

wat is het totaal van het aantal incidenten dat centraal gemeld is en hoeveel % hiervan heeft geleid tot maatregelen?

De meldingscommissie incidenten patiëntenzorg (MIP) registreert, analyseert en doet aanbevelingen naar aanleiding

van gemelde incidenten. Doel is het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de patiëntenzorg in het algemeen

en het verbeteren van de patiëntveiligheid in het bijzonder. De MIP houdt zich niet bezig met de vraag naar verwijt-

baarheid. De commissie richt zich op de vermijdbaarheid van incidenten en legt daarmee het accent op preventieve

maatregelen.

204

VI. B

ijlagen

Page 208: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

In 2005 zijn in VUmc 517 incidenten in de patiëntenzorg gemeld. Maatregelen naar aanleiding van voorgekomen

incidenten worden op verschillende niveaus in de organisatie genomen. In eerste instantie worden maatregelen, waar

mogelijk, getroffen op afdelingsniveau. Dit betreft het grootste deel van de maatregelen. Hiervan vindt op centraal

niveau (nog) géén registratie plaats. Wel wordt bekeken in hoeverre deze maatregelen ook relevant zijn voor andere

afdelingen. Daar waar de gepresenteerde problematiek afdelingsoverstijgend en/of van zeer ernstige aard is, worden

maatregelen op cluster- of centrumniveau getroffen. Op centrumniveau heeft de Meldingscommissie in 2005 onder

andere adviezen uitgebracht ten aanzien van het transport van biopten, dagelijkse nachtelijke controle van de voor-

geschreven medicatie per patiënt en de beschikbaarheid van ECG-apparatuur. Belangrijk punt van aandacht waren de

activiteiten van de Centrale Sterilisatie Afdeling.

Decentraal behandelen van meldingen betreffende (bijna)incidenten

In 2005 is de meldingscommissie gestart met de implementatie van een nieuwe werkwijze namelijk het decentraal

behandelen van (bijna)incidenten in de patiëntenzorg. Hiervoor is aansluiting gevonden bij het VIM-project

(= Veilig Incidenten Melden) van Sneller Beter.

Doelstellingen van dit project zijn:

• Toename van het aantal gemelde (bijna)incidenten

• Toename van het aantal meldingen door andere dan de verpleegkundige discipline

• Toename aantal meldingen anders dan medicatie- en valincidenten

• De centrale meldingscommissie heeft in dit kader een nieuw, klantvriendelijker, meldingsformulier en een database

ontwikkeld. Op drie zorgeenheden (geneeskundige oncologie, inwendige geneeskunde en de intensive care voor

volwassenen) is een pilot gestart. Per zorgeenheid is een veiligheidscommissie geïnstalleerd. In deze decentrale

commissies zijn de meldingen van de eigen zorgeenheid multidisciplinair geanalyseerd met gebruikmaking van

een analyseformat. Verder hebben deze commissies preventieve maatregelen getroffen. De MIP bewaakt dit proces.

Afdelingsoverstijgende problematiek wordt voorgelegd aan de MIP. De drie genoemde zorgeenheden zullen de MIP

met ingang van 2006 periodiek informeren over een aantal vastgestelde items: aantal meldingen, de functie van

melders, de aard van de (bijna)incidenten, oorzaken en de ernst van de gevolgen voor de patiënt. In 2006 wordt

het VIM-project verder uitgerold.

IV.3 Financiële positie

IV.3.1 Budgetgrootte

Vraagstelling:

wat is het budget dat het ziekenhuis in totaal ter beschikking had voor 2005?

Zie elders in dit jaarverslag.

V.1 Klinische indicatoren (optioneel)

V.1.1 Heroperaties Hernia inguinalis (liesbreuk, optionele indicator)

Vraagstelling:

wat is het percentage heroperaties na een hernia inguinalis in 2005?

Dit percentage bedraagt 2,9%. De drie uitgevoerde heroperaties vonden echter plaats bij patiënten die niet in VUmc

aan de oorspronkelijke hernia waren geopereerd maar elders.

205

VI. B

ijlagen

Page 209: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

V.1.2 Mortaliteit in de eerste drie maanden na opname voor een AMI (hartinfarct),

ongeacht de oorzaak van het overlijden (optioneel)

Vraagstelling:

wat is het percentage patiënten met de diagnose AMI die binnen 90 dagen na opname zijn overleden,

separaat voor patiënten jonger dan 65 jaar en voor 65 jaar en ouder?

Met de huidige registratievorm is deze vraag niet door VUmc te beantwoorden.

V.2 Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en bench-marking

V.2.1 Patiënttevredenheid

V.2.1.1 Patiënttevredenheidsmetingen

Vraagstelling:

onderzoekt u systematisch de tevredenheid van patiënten betreffende de zorgverlening:

a. continu bij alle patiënten van het ziekenhuis ja/nee

b. jaarlijks bij een cohort of steekproef van alle patiënten ja/nee

c. systematisch, maar alleen bij specifieke afdelingen ja/nee

Patiënttevredenheid is in VUmc één van de vier kwaliteitsthema’s, naast patiëntenlogistiek, patiëntveiligheid en

professionele kwaliteit. De centrumbrede coördinatiegroep patiënttevredenheid benadrukt het belang van het

patiëntenperspectief en stimuleert afdelingen hiervoor activiteiten te ondernemen.

VUmc participeert iedere twee jaar aan het landelijk patiënttevredenheidsonderzoek van de NFU (Nederlandse

Federatie van Universitair Medische centra). De eerste meting heeft plaatsgevonden in het najaar van 2003.

Eind 2005 is de tweede meting verricht. Hiervoor zijn ruim 10.000 VUmc patiënten aangeschreven. De resultaten

worden medio 2006 bekend gemaakt.

Meerdere afdelingen houden zelf patiënttevredenheidsenquêtes onder hun patiënten, waarbij afdelingsspecifieke

factoren worden onderzocht.

Een aantal afdelingen met eigen patiënttevredenheidsenquêtes zijn: het MS-centrum, afdeling nucleaire geneeskunde,

zorgeenheid neurologie, zorgeenheid neurochirurgie en orthopedie, intensive care volwassenen, zorgeenheid inwendige

geneeskunde, intensive care neonatologie, hematologie, radiologie, kindergeneeskunde, maag-, darm- en leverziekten/

nefrologie/reumatologie en dermatologie. Op sommige afdelingen gebeurt dit al jaren systematisch.

VUmc is in het kader van Sneller Beter begonnen met het invoeren van elektronische continuemetingen van patiënt-

ervaringen op vier verschillende afdelingen. Dit gebeurt onder begeleiding van het CBO. Bij succes zal dit in de toekomst

worden uitgebreid naar andere afdelingen. Onder de noemer patiëntenparticipatie zijn binnen de Sneller Beter projecten

diverse instrumenten geïntroduceerd, om het patiëntenperspectief aan bod te laten komen.

Een paar afdelingen, waaronder de afdeling cardiologie, hebben ervaring met spiegelgesprekken, waar patiënten

aan deelnemen. Genoemde afdeling is voornemens dit jaarlijks te herhalen. Het ligt in de verwachting dat meerdere

afdelingen dit voorbeeld zullen volgen.

206

VI. B

ijlagen

Page 210: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

V.2.1.2 Klachten

Vraagstelling:

a. absoluut aantal, ingediend bij de Klachtencommissie

b. relatieve aantal: absoluut aantal per gewogen patiënteenheid

c. percentage van a. dat is gegrond verklaard

d. percentage van c. dat heeft geleid tot maatregelen

e. aantal klachten dat niet via de Klachtencommissie is binnengekomen

In 2005 heeft VUmc 239 klachten van of namens patiënten ontvangen. Met ‘klacht’ wordt hier bedoeld een veelal

schriftelijke uiting van ongenoegen. Het percentage klachten per gewogen patiënteneenheid (zie hiervoor de toelichting

bij ‘milieubelasting’) is 0,048%. Van de 239 schriftelijk ingediende klachten zijn er 211 in de bemiddelingsprocedure

opgenomen. De klachtencommissie heeft op verzoek van klagers 28 klachten in behandeling genomen (dit is 0,006%

per gewogen patiënteneenheid). Zij heeft in 2005 over 23 klachten uitspraak gedaan. Van die 23 afgehandelde

klachten zijn er 10 gegrond verklaard (43%), 8 ongegrond (34%) en 5 klachten zijn niet ontvankelijk bevonden.

Het registreren van klachten heeft in 2005 tot meerdere verbeteracties geleid. Enkele voorbeelden van de getroffen

maatregelen zijn:

verscherping van de regels over dossiervoering en correspondentie richting huisarts door een betrokken afdeling;

aanpassing van het obductieformulier met de mogelijkheid tot weigering van hersenobductie; voorgenomen reductie

van de wachtlijst van een specifieke patiëntengroep door ontwikkeling van zorgpaden in Sneller Beter pijler 3.

V.2.2 Organisatie & Kwaliteit

V.2.2.1 Wachttijden

Vraagstelling met de situatie die voor VUmc geldt:

a. publiceert u minstens eens per maand gemakkelijk Ja

toegankelijke publieksgegevens

(bijvoorbeeld op Internet) over wachttijden?

b. zo ja, welk percentage van de aandoeningen waarvoor Treeknormen

bestaan, betreft dit? 100%*

c. in welke mate participeert U in het nationale

wachttijdenoverzicht dat de NVZ onderhoudt? ** i. Poliklinisch: n.v.t.

ii. Dagbehandeling: n.v.t.

iii.klinisch: n.v.t.

* betreft in ieder geval 100% van de specialismen waarvoor Treeknormen bestaan.

** de NVZ is per januari 2005 gestopt met het nationale wachttijdenoverzicht.

207

VI. B

ijlagen

Page 211: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

V.2.2.2 Risico-inventarisatie

Vraagstelling:

a. voert u tenminste elke 2 jaar een risico-inventarisatie uit (of wordt dit door een externe instantie uitgevoerd)?

b. wordt deze analyse, al dan niet door een externe instantie (bijvoorbeeld uw schade-verzekeraar),

in vergelijkende zin beoordeeld en leidt dit tot concrete conclusies c.q. aanbevelingen?

c. rapporteert u over dit onderwerp in uw jaarverslag of elders?

VUmc heeft in 2005 deelgenomen aan het Programma Patiëntveiligheid in Nederland (in samenwerking met het

EMGO-instituut van VUmc en NIVEL). Hierbij wordt het optreden van incidenten systematisch onderzocht. Bovendien

is er in het kader van medicatieveiligheid een risico-analyse verricht om de meest risicovolle momenten te inventariseren.

Daarnaast neemt VUmc ook in 2005 deel aan het project Sneller Beter. In dit project worden op afdelingen veilig-

heidscommissies geïnstalleerd in het kader van Veilig Incident Melden. Deze veiligheidscommissies brengen direct

advies uit aan het management van de afdeling. In het kader van Sneller Beter worden verder rond bepaalde thema’s

(bijvoorbeeld postoperatieve wondinfecties en decubitus) systematische metingen uitgevoerd, die de risico’s op

bepaalde incidenten in kaart brengen. Deze gegevens worden extern vergeleken met de andere ziekenhuizen die in

Sneller Beter participeren. Bovendien kent VUmc een nauwgezette archivering van schriftelijk gemelde klachten en

MIP-meldingen, waarover in het jaarverslag wordt gerapporteerd.

V.2.3 Organisatie & randvoorwaarden

V.2.3.1 Welbevinden medewerkers

Vraagstelling:

a. verzuimpercentage

b. verlooppercentage

c. WAO-instroom

VUmc:

het verzuimpercentage (verzuim < 1 jaar) bedraagt 4,1%, 1,0% is minimaal 1 jaar ziek en 1,0% is arbeidsongeschikt

wegens zwangerschap en bevalling; het verlooppercentage bedraagt 14,5%;

de WAO-instroom bedraagt 0%. In 2005 is namelijk de 2 jaar wachttijd ingevoerd, zodat nog geen nieuwe instroom is

ontstaan.

V.2.3.2 Milieubelasting

Vraagstelling:

a. totaal energieverbruik: in euro/gew patiënteenheden

b. totaal afvalproductie in kg/gew. patiënteenheden waarvan Specifiek Ziekenhuisafval in kg/gew. patiënteenheden

In 2005 gaf VUmc voor het energieverbruik 8,33 euro per gewogen patiënteneenheid uit. Het energieverbruik per

vloeroppervlakte bedroeg voor brandstoffen 20,90 m3 aardgas per m2 en voor elektriciteit 97,04 kWh per m2.

De totale afvalproductie bedroeg 2,68 kg per gewogen patiënteneenheid, waarvan 0,16 kg per gewogen patiënten-

eenheid specifiek ziekenhuisafval.

De term “gewogen patiënteneenheid” is een productie-eenheid die wordt gebruikt in algemene ziekenhuizen. Een

universitair medisch centrum als VUmc kent naast de patiëntenzorg ook onderwijs en onderzoek, meer dan een

algemeen ziekenhuis. Hoeveel van de gemeten afvalproductie en energiekosten het gevolg is van deze twee laatste

werkzaamheden is onbekend. Daardoor kunnen deze cijfers van VUmc afwijken van die van algemene ziekenhuizen,

maar ook van andere academische ziekenhuizen, wanneer de energiekosten en de afvalproductie daar wel kunnen

208

VI. B

ijlagen

Page 212: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

worden toegewezen aan patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Verder wordt de interpretatie van de cijfers

gecompliceerd door het feit dat VUmc bestaat uit het ziekenhuis en de medische faculteit. De afvalproductie en de

energiekosten van deze laatste instelling (denk aan vakgroepen als anatomie en fysiologie), is niet meegenomen in

bovenstaande cijfers.

Aanvullend is dit jaar tevens het energieverbruik per vloeroppervlakte als prestatie-indicator opgenomen.

Dit geeft een beter inzicht in de werkelijke energie- of milieuprestatie van VUmc, dan het energieverbruik uitgedrukt

in kosten.

V.2.4 Onderwijs, opleiden en onderzoek

V.2.4.1. Onderwijs & opleidingen

Vraagstelling Situatie VUmc

a. participeert U in het klinisch onderwijs aan studenten Ja

geneeskunde (co-schappen)

Zo ja, hoeveel co-assistenten, gemiddeld over 254

52 weken/jaar, betreft dit?

b. participeert U in het klinisch onderwijs aan Ja

hogeschoolstudenten verpleegkunde (HBO-V)?

Zo ja, hoeveel studenten, gemiddeld over 43

52 weken/jaar, betreft dit?

c. participeert U in het klinisch onderwijs aan leerlingen van

het middelbaar beroepsonderwijs verpleegkunde (MBO-V)?

I duaal, n.l.: (aantal) 11 studenten, gemiddeld over 52 weken/jaar

II anderszins, n.l.: (aantal) 6 studenten/jaar

d. hoeveel plaatsen voor assistenten geneeskunde Per 31 december 2005 heeft de Onderwijs- en Opleidingsregio

in opleiding (AGIO’s) heeft u? (OOR) van VUmc 514 aios in opleiding tot medisch specialist.

Hiervan zijn 342 aios werkzaam in VUmc en 172 aios in de

partnerziekenhuizen in de regio.

e. hoeveel studenten in het kader van de verpleegkundige 200

vervolgopleidingen (LRVV) hebt u?

f. hoeveel OK-assistenten hebt u in opleiding? 31

g. hoeveel Anaesthesie-assistenten hebt u in opleiding? 13

209

VI. B

ijlagen

Page 213: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

V.2.4.2 Onderzoek

Vraagstelling VUmc

a. Neemt u deel aan klinisch vergelijkend Ja

wetenschappelijk onderzoek?

b. Zo ja, Hoeveel clinical trials betreft dit

(aantal lopende trials op 31 december jl.)

Fase III: 11

Fase IV: 1

Het aantal van 12 lopende trials betreft vermoedelijk een

onderschatting daar volledige registratie van gegevens als

beoogde en definitieve start- en einddatum sedert januari 2003

plaatsvindt.

c. Functioneert (exclusief voor) uw ziekenhuis een METC? Ja

d. Zijn aan uw ziekenhuis (part time) hoogleraren Ja

betrokken bij geneeskundig wetenschappelijk onderzoek?

e. Publiceert U over de wetenschappelijke productie Ja

in uw Jaarverslag?

210

VI. B

ijlagen

Page 214: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

Jaarverslag 2005

Colofon

uitgave

VU medisch centrum ©

Postbus 7057

1001 MB Amsterdam

bezoekadres

De boelenlaan 1117

Amsterdam

Telefoon (0)20 444 4444

Fax (0)20 444 4645

redactie

Projectgroep Jaarverslag

vormgeving

IMAGO Printing, Amsterdam

fotografie

AVC, VUmc

Digidaan

druk

IMAGO Printing, Amsterdam

mei 2005

211

Colo

fon

Page 215: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

212

Page 216: PDF bestand Page 1. jaarverslag 2005 VU medisch centrum ...

jaarverslag2005

VU

med

isch cen

trum

jaarverslag 2

00

5

vormgeving DPC/huisdrukkerij George van Hecke