DOC_20150804171538

5
 S uitg angswa arde geko zen, afgel eid van de interne klok. Het gebruik v an e en negatieve waar de voor X resulteert in reproduceerbare reeksten geta llen (vals spelers ). INT RND 1)*6+ 1) Bovenstaande formule kan gebruikt worden om het werpen van dobbelstenen te simuleren. Het geta l tussen 0 en  wordt eerst vermenigvuldigd met 6, waar door de gegenereerde waarden tussen 0 en 6 komen te ligge n (groter dan nul, maar kleine r dan 6). e  erbij, en net nemen v an de integere waarde van het geheel resulteren in waarden tussen  en 6. Twe e dobbelstenen kunne n gesimuleerdworden door het proces te herhalen. VOORBEELDEN: USR X) Als deze funktie gebr uikt wordt springt het programma naar ee n machinetaal programma waarvan het startpunt is bepaald in geheugenlocaties 1281 en 1282. De parameter X wordt overgedr agen aan het machin etaal programma. Het resultaat v an de USR funktie wordt teruggevonden in deze’fde variabele. Anders gezegd: u kunt met USR gegevens overbren gen naar een machinetaal programma. In de 0-16 Reference Guide’ vi ndt u meer deta ils . SGN(X) Geeft h et t ek en v an h et getal X: positief (1), negatief (—1) of nul (0). X ka n een getal zij n of een variabele in uw programma. VAL X ) Deze funktie cor~ verteert de string X in een getal en kan beschouwd word en als de tegenhanger van STR . De string wordt bekeken van links naar rechts voor net zov eel karakters d ie al s cijfer herkenbaar z ij n. A ls e r andere tek ens dan  E en cijfers worden gevonden, wordt alleen de st ring tot d at p un t geconverteerd. VOORBEELDEN: Dit is de trigonometrische SINUS funktie. Het resultaat is d e s in us v an X, in radialen. SQR(X) (Square root / vierkantswortel) De funk tie bereke nt de vierkantswortel van X. X is positief of nul. Negatieve waarden voor X geven: ?ILLEGAL QUANTI TY ERROR. String funkties String funkties zijn anders dan numerieke (unkties. Zij geven karak ters, grafische symbolen of getallen af in plaat s van waarden. CHR (X) Deze funkt ie geeft een string waarvan de ASCII code gel ijk is aan X. TAN X) Geeft de tangens van X. Ook hier is X in radialen. X= INT RND l)*109Ø) +  Genereert een getal tuss en  e n 1 00 0. X = INT RND l)*159) + 100 Genereert een geta l tuss en 100 en 249. X=INT RND l)*6)÷INT RND 1)*6)+2 Simuleert het totaal van twee dobbelstenen. SIN X) 10 X=VAL ”123 456”) 10 X= VAL ”3E03”) 10 X=VAL ”12A13B”) 10 X=VAL ”RIUØ17”) 10 X VAL ” —1.23.23.23”) X wordt 123.456 X wordt 3000 X wordt 12 X wordt 0 Xwordt —1.23 154 155

description

Onbekende scan van een Commodore (64?) handleiding

Transcript of DOC_20150804171538

  • Suitgangswaarde gekozen, afgeleid van de interne klok. Het gebruik van eennegatieve waarde voor X resulteert in reproduceerbare reeksten getallen (valsspelers!).

    INT(RND(1)*6+ 1)Bovenstaande formule kan gebruikt worden om het werpen van dobbelstenen tesimuleren. Het getal tussen 0 en 1 wordt eerst vermenigvuldigd met 6, waardoor de gegenereerde waarden tussen 0 en 6 komen te liggen (groter dan nul,maar kleiner dan 6). De 1 erbij, en net nemen van de integere waarde van hetgeheel resulteren in waarden tussen 1 en 6.Twee dobbelstenen kunnen gesimuleerd worden door het proces te herhalen.

    VOORBEELDEN:

    USR(X)Als deze funktie gebruikt wordt springt het programma naar een machinetaalprogramma waarvan het startpunt is bepaald in geheugenlocaties 1281 en 1282.De parameter X wordt overgedragen aan het machinetaal programma. Hetresultaat van de USR funktie wordt teruggevonden in dezefde variabele.Anders gezegd: u kunt met USR gegevens overbrengen naar een machinetaalprogramma. In de 0-16 Reference Guide vindt u meer details.

    SGN(X)Geeft het teken van het getal X: positief (1), negatief (1) of nul (0). X kan eengetal zijn of een variabele in uw programma.

    VAL(X$)Deze funktie cor~verteert de string X$ in een getal en kan beschouwd wordenals de tegenhanger van STR$. De string wordt bekeken van links naar rechtsvoor net zoveel karakters die als cijfer herkenbaar zijn. Als er andere tekensdan . - E en cijfers worden gevonden, wordt alleen de string tot dat puntgeconverteerd.

    VOORBEELDEN:

    Dit is de trigonometrische SINUS funktie. Het resultaat is de sinus van X, inradialen.

    SQR(X) (Square root / vierkantswortel)De funktie berekent de vierkantswortel van X. X is positief of nul. Negatievewaarden voor X geven: ?ILLEGAL QUANTITY ERROR.

    String funktiesString funkties zijn anders dan numerieke (unkties. Zij geven karakters, grafischesymbolen of getallen af in plaats van waarden.

    CHR$ (X)Deze funktie geeft een string waarvan de ASCII code gelijk is aan X.

    TAN(X)Geeft de tangens van X. Ook hier is X in radialen.

    X= INT(RND(l)*109) + 1 Genereert een getal tussen1 en 1000.

    X = INT(RND(l)*159) + 100 Genereert een getal tussen 100en 249.

    X=INT(RND(l)*6)INT(RND(1)*6)+2 Simuleert het totaal van tweedobbelstenen.

    SIN(X)

    10 X=VAL(123 456)10 X= VAL(3E03)10 X=VAL(12A13B)10 X=VAL(RIU17)10 X VAL( 1.23.23.23)

    X wordt 123.456X wordt 3000X wordt 12X wordt 0Xwordt 1.23

    154 155

  • ERR$ (N) RIGHT$ (X$,X)Geeft een string met de beschrijving van fout nummer N (zie TRAP). Geeft een string met de X-rechtse karakters uit X$.

    1 VOORBEELD:B$ = RIGHT$ (X$,4)

    HEX$ (N)Geeft een string van 4 karakters van de hexadecimale waarde van getal N(N ligt tussen 0 en 65535). 1

    STR$ (X)- Maakt een string van de inhoud uit de numerieke variabele X:

    A$ = STR$ (70): PRINT A$LEFT$ (X$,X) Het getal 70 is nu omgezet in een string 70.Geeft een string ter lengte van de X~linkse karakters uit string X$.

    Andere funktiesLEN (X$)Geeft het aantal karakters (inclusief spaties en andere symbolen) in string X$.Met andere woorden: de LENgte van string x~. FRE(X)

    Deze funktie laat zien hoeveel geheugen-bytes er nog vrij zijn. X is een dummy.

    MID$(X$,S,X)Deze funktie geeft een string waarin X karakters zitten, uit string X$, en wel metkarakter nummer S als startpunt. MID$ kan vanaf BASIC 3.5 ook gebruikt Deze funktie geeft de koompositie (0.79) van de cursor, dit is de plaats waarworden aan de LET zijde van een toewijzing en vervult dan dus de rol van een geprint gaat worden. X is een dummy.pseudo-variabele.

    MID$ (variabele, start, lengte)= bron stringDeze funktie vervangt delen van strings vanaf karakter (start) over een lengte SPC(X)van (lengte) door een string bron string. Hier treedt een ERROR op als (start +positie + lengte) groter is dan de lengte van de string. Wordt in PRINT instructies gebruikt om X spaties af te drukken. X kan een

    waarde tussen 0 en 255 hebben.VOORBEELD:10 A$=DE HOND IN DE POT20 PRINT A$30 MID$(A$,4,4)= POES:MID$(A$,16,1) = 1 TAB(X)40 PRINT A$ Wordt in PRINT instructies gebruikt om iets op kolom X af te drukken. Werkt

    alleen als de cursor v6r de aangegeven kolom staat. X heeft een waardetussen 0 en 255.

    157156

  • It (het getal Pl) VOORBEELDEN:Het Pl symbool mag in vergelijkingen worden gebruikt en heeft een waarde van3.14159265.

    VARIABELEN EN OPERATORENVariabelenIn BASIC 3.5 worden drie verschillende typen variabelen gebruikt. Deze zijn:

    zgn. FLOATING POINT variabelen of variabelen met drijvende komma; INTEGERE variabelen; STRI NG (alfanumerieke) variabelen.

    NUMERIEKE VARIABELEN van het type drijvende komma (=floating point)kunnen elke waarde hebben tussen lOtlO en lOtlO, met een nauwkeurigheidvan 9 cijfers. Getallen groter dan deze waarden worden weergegeven inwetenschappelijke notatie met een mantisse van 1 cijfer voor en 8 cijfers achterde komma, en een exponent die kan lopen van 37 tot + 37. Het getal12345678901 wordt bijvoorbeeld weergegeven als 1.23456789E + 10.INTEGERE VARIABELEN kunnen worden gebruikt voor getallen met gehelewaarden tussen 32767 en + 32768. Voorbeelden van gehele getallen zijnbijvoorbeeld 5, 10 of 100. lntegere variabelen nemen minder ruimte in beslagdan floating point variabelen wanneer ze in matrices worden gebruikt.

    STRING VARIABELEN worden gebruikt voor het opslaan van teksten of verzamelingen van karakters: alle tekens die de computer kan maken. Het woordCOMMODORE 0-16 is een voorbeeld van een string.

    NAMEN VAN VARIABELENNamen van variabelen bestaan uit een letter gevolgd door nog een letter, of eenletter gevolgd door een cijfer. De namen mogen wel langer zijn dan tweetekens, maar alleen de eerste twee tekens zijn significant, hetgeen wil zeggendat de computer van de namen alleen de eerste twee tekens gebruikt om dezevan elkaar te onderscheiden. Voor de computer zijn de variabelen LES enLENGTE daardoor hetzelfde

    Integere variabelen hebben het suff ix Wo aan de naam (suffix = achtervoegsel).Stringvariabelen herkent men aan het dollarteken $ achter de naam.

    Een ARRAY of verzameling van variabelen, is een groep variabelen die alledezelfde naam dragen, gevolgd door een of meer getallen tussen haakjes (),die het element uit de verzameling aanduiden. Zon verzameling wordt gedef inieerd middels de DIM instructie en kan bestaan uit floating point typen,integeren of strings.Voorbeelden van arrays: A(7), BZ% (121), A$(87).Een array kan meer dan n dimensie hebben. Een tweedimensionale array kanbeschouwd worden als een matrix met rijen en kolommen. Bijvoorbeeld:A(7,2), BK%(9,17), Z$(2,3,4).

    SYSTEEMVARIABELEN OF GERESERVEERDEVARIABELENNiet elke variabele naam kan gebruikt worden. Allereerst zijn er 7 variabelen diedoor de computer worden gebruikt voor interne toepassingen. Deze variabelenmogen niet door de gebruiker worden benut voor andere doeleinden. Het gaatom de vatiabelen DS, DS$, ER, EL, ST, TI en TI$. Ook taboe zijn BASICwoorden of delen daarvan, zoals bijvoorbeeld STOP$, DLOAD$ of FORK$.ST is de statusvariabele die aangeeft hoe een invoer- of uitvoeropdracht isafgelopen (niet voor toetsenbord en scherm!). Gedetailleerde informatie overhet gebruik van ST staat in de 0-16 Reference Guide. Als algemene regel kuntu stellen dat de opdracht succesvol is afgesloten als de waarde van ST naafloop gelijk is aan 0.TI en TI$ zijn beide variabelen die te maken hebben met de interne klok. Dezeklok wordt 60 x per seconde bijgesteld. TI start met de waarde nul bij hetaanzetten van de computer en wordt dan vervolgens 60 x per seconde eeneenheid in waarde verhoogd. TI wordt alleen op nul gezet als u de waarde vande bijbehorende string TI$ verandert.TI$ is een string die de tijd bevat in uren, minuten en seconden. De eerstetwee karakters zijn de uren, de volgende twee de minuten, en de laatste tweede seconden. TI$ kan ingesteld worden op een willekeurige tijd en houdt vanafdat moment de juiste tijd bij.VOORBEELD:TI$=101530 stelt de tijd in op 10uur 15 minuten 30 seconden.

    Numerieke variabelen:Integere variabelen:String variabelen:

    A, A5, BZA/~, A5 0/~ BK %A$, K$, Pos

    158 159

  • Controleert u na instellen maar of de tijd loopt:PRINT TI$Bij het uitschakelen van de computer raakt de juiste tijd verloren en begint decomputer weer op nul. De overgang naar nul vindt ook plaats om 23 uur 59minuten en 59 seconden.

    Het opvragen van de waarde van variabele DS of DS$ heeft als resultaat dathet commandokanaal van een diskdrive wordt uitgelezen. De diskdrive verschaftde computer informatie over de status van de diskdrive. DS$ bevat dieinformatie in tekst, DS bevat alleen een statusnummer. DS en DS$ veranderenna elke diskopdracht zoals DLOAD en DSAVE. Als het rode lichtje op dedrive knippert kunt u met DS$ zien waarom het knippert:PRINT DS$21, READ ERROR, 18, 00 (fout 21, leesfout, in spoor 18, sector 0)ER, EL en ERR$ zijn de variabelen die in de TRAP routines worden gebruikten alleen hun nut hebben binnen een programma. ER geeft het nummer vande laatst gemaakte fout aan. ERR$ is een stringfunkiie die de foutboodschapbevat. PRINT ERR$(ER) drukt de juiste foutmelding af.

    BASIC OPERATORENDe computer kent de volgende wiskundige operatoren:+ optellen aftrekken* vermenigvuldigen/ delent machtsverheffen

    Er zijn een aantal voorrangsregels van kracht, de bekende MVDOA regel:Machtsverheffen, dan Vermenigvuldigen, vervolgens Delen en tenslotte Optellenen Aftrekken. Als er twee bewerkingen staan met gelijke prioriteit, geldt deregel: van links naar rechts. U kunt een afwijkende prioriteit forceren door hetgebruik van ronde haken ( ), net zoalo dat in de wiskunde het geval is.Bewerkingen tussen haken worden als eerste uitgevoerd. Vergis u niet in hetaantal haken ((en )); als de aantallen links en rechts niet gelijk zijn krijgt u een?SYNTAX ERROR tijdens het uitvoeren van de bewerking.De computer kent ook een aantal zgn. logische of relationele operatoren.Wiskundige operatoren hebben echter altijd voorrang op deze operatoren.

    is gelijk aanis kleiner danis groter danis groter dan of gelijk aan (ook =>)is kleiner dan of gelijk aan (ook =

    of >< is niet ge;ijk aanTenslotte zijn er nog de Booleaanse of logische operatoren die onderaan staanin de voorrangslijst:

    ANDORNOT

    Logische operatoren worden meestal gebruikt om meerdere voorwaarden aanelkaar te koppelen bij gebruik van 1F.. ..THEN instructies. In samenhang metwiskundigeoperatoren worden ze als laatste gebruikt (d.w.z. na + en ).VOORBEELDEN:

    Vereist dat zowel A= B als C~Dvoordat gesprongen wordt naarregel 100.Springt naar regel 100 als aan nvan beide voorwaarden A = B ofC D voldaan wordt.Geeft een waarde van 0 omdatAB.Geeft een waarde 1 omdat debewering A>B waar is.Dit voorbeeld drukt 11 of 7 af.

    >>=

    1F A=B AND C=D THEN 100

    1F A=B OR C=D THEN 100

    A=5:B=4:PRINT A=B

    A=5:B=4:PRINT A>B

    PRINT 123 AND 15:PRINT 5 OR 7

    160 161

  • BIJLAGE JDe Commodore 1701 kleurenmonjtor* Voordat u deze monitor aansluit of inschakelt, is het raadzaam deze

    instructie goed te lezen.* Maak de monitor nooit open, en laat de service over aan daartoe opgeleid

    personeel. De binnenzijde van de monitor staat onder hoogspanning.BENAMING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN

    BEDIENINGSKNOPPEN VOORZIJDE

    /TINT KLEUR HELDERHEID CONTRAST H-FOSITIE V-VANGBEREIK VOLUME

    ACHTERZIJDE

    VOORZIJDE

    Deze klep kan opengeklapt worden door deze naar u toe te trekken.

    AUDIO-INGANG

    COMMODORE LUMINANTIE-INGANGVIDEO-INGANG

    AANSLUITINGENCHROMA-INGANG

    SIGNAAL KEUZESCHAKELAAR

    =~~

    1111111 1111111IIIIIIIIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII liii ftfttttflll ~ijIllIllIllulIl III IUhIIIIIIIIIIIII

    111111111111 1~ NETSPANNINGSSELECTOR

    Om de monitor op uw Commodore computer aan te sluiten maakt u gebruik vande bij de monitor geleverde aansluitkabel. Let er op dat u de beide apparatenuitgeschakeld heeft voor u ze met elkaar verbindt.

    1. Steek de ronde 8-polige DIN-steker achter in uw Commodore computer, inde aansluiting gemerkt VIDEO (dit is de linker aansluiting, bij achteraanzichtvan uw Commodore 0-16 computer).Aan het uiteinde van de verbindingskabel zitten drie zgn. RCA pluggen; dezemoeten op de volgende wijze aan de achterzijde van de monitor gestokenworden: de audio-uit plug WIT naar AUDIO, luminantie-uit GEEL naar LUMAen de chroma-uitgang ROOD naar CHROMA. De schakelaar SIGNAL-SELECTmoet in de stand REAR (achter) geplaatst worden.

    194 195