Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en...

12
Speuren naar sporen Dit project wordt gefinancierd door het Departement Landbouw en Visserij

Transcript of Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en...

Page 1: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

Speurennaar sporen

Dit project wordt gefinancierd door het Departement Landbouw en Visserij

Page 2: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 3 -

‘… Natuuronderwijs in het basisonderwijs is situaties creëren waarin de leerlingen de kans krijgen om te ontdekken, te ervaren, te exploreren en al spelend te onderzoeken …’

‘… In een door mensen geconstrueerde wereld kan men zich moeilijk een situatie voorstellen die niet in mindere of meerdere mate een technische dimensie bezit. Dit is ook de wereld waarin jonge kinderen opgroeien en waarop ze zowel mentaal als materieel greep willen krijgen …’

‘… leren rekening houden met andere gezinsvormen dan het eigen gezin of in het eigen denken en handelen vormen van racisme en etnocentrisme leren onderkennen en vermijden …’

‘… De kinderen verwerven inzicht en worden vaardig in het omgaan met de dagelijkse of cyclische tijd en met de historische of lineaire tijd, …’

Dit zijn enkele citaten uit de eindtermen voor het basisonderwijs rond natuur, techniek, ruimte, maatschappij, tijd, … Het is voor leerkrachten niet altijd eenvoudig om met hun leerlingen deze eindtermen te behalen. Met dit beeldmateriaal willen wij jullie op weg helpen. Duidelijk beeldmateriaal is moeilijk te vinden, maar is heel belangrijk. We leven nu eenmaal in een visuele cultuur, waar beelden langer blijven hangen dan woorden. Het bijbehorende lesmateriaal is zo opgesteld dat de leerlingen op een leuke en speelse manier leren werken met het beeldmateriaal en kennis opdoen over landbouw, het gezinsleven, de natuur, …Door realistische foto’s aan te bieden willen wij een waarheidsgetrouw beeld geven van onze landbouw. Zo kunnen de kinderen zien hoe het er in werkelijkheid aan toegaat. Een varkensstal is niet kleurrijk, een varken is niet felroze en mest heeft niet alle kleuren van de regenboog. Bekijk de foto’s met je leerlingen, steek je neus in de lucht en voor je het weet sta je al met je voeten in de aarde, op een echte boerderij.

Wat kan je zoal verwachten?

BOER in BEELD bestaat uit verschillende themareeksen. Elke reeks behandelt een bepaald aspect van de boerderij, een bepaalde teelt of diersoort.

Een fotoreeks bestaat uit de volgende elementen:

• Tien tot vijftien basisfoto’s, gedrukt op hard karton op A4-formaat. Op de achterkant van deze foto’s vind je (voor)leesteksten, weetjes, opdrachtjes of zegswijzen.

• Bij elke reeks hoort ook een aanvullende reeks foto’s die het thema verder uitdiepen. Deze foto’s vind je in het klein op de achterkant van de basisfoto’s. Je kan ze via de website www.onthaalopdeboerderij.be/landbouweducatie bijbestellen of downloaden.

• Een lesboekje met meer uitleg over de te behalen eindtermen/ontwikkelingsdoelen, enkele suggesties en voorstellen voor lessen en de nodige achtergrondinformatie over het thema.

De fotoreeksen, aangevuld met extra werkblaadjes, knutselopdrachten, tekenprenten enz. vind je ook terug op de website www.onthaalopdeboerderij.be/landbouweducatie.

Page 3: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 4 - - 5 -

InhoudInhoud ........................................................................................................................................1Eindtermen ................................................................................................................................2Teeltproces in kaart gebracht....................................................................................................4Aan de slag.................................................................................................................................5Enkele ideetjes om dit thema verder uit te diepen….................................................................9Op de achtergrond, info voor de leerkracht ............................................................................10

Pictogrammen Onderwijs/leergesprek kringgesprek

zelfstandig werken partnerwerk

groepswerk luisteren

denken zoeken

lezen lijmen knippen meten

tekenen

Dit lespakket werd ontwikkeld in het kader van het project ‘Groenten in het duister’, financieel ondersteund door de Vlaamse overheid. Aanvullend op dit lespakket werden er ook champignonteeltkits verdeeld onder de West-Vlaamse scholen.

Speuren naar sporenGeen enkele groente is zo mysterieus als de champignon. Al van oudsher spreekt die tot de verbeelding. Eerst verbannen als woonplaatsen van heksen, later als delicatesse gegeerd door de rijken. Nu zijn champignons gelukkig voor ieders budget haalbaar, maar ook vandaag nog zijn er paddenstoelsoorten die enkel in de beste en duurste restaurants geserveerd worden. Denk maar aan de witte truffel. Maar waar komen die paddenstoelen nu vandaag? Worden ze in het wild geplukt of kun je ze gemakkelijk kweken? Hoe gaat dat dan in zijn werk? En wat heeft dit te maken met schimmel? Nieuwsgierig? In dit lespakket gaan we dieper in op de teelt van de klassieke champignon.Maak samen met de leerlingen kennis met deze mysterieuze duistere groente en ontdek de vele troeven van deze lekkernij.

Doelgroep van dit lesmateriaal is de 2de graad van het basisonderwijs. Mits enkele (beperkte) aanpassingen is het ook bruikbaar in de 1ste en 3de graad. De fotofiches kunnen voor elke leeftijd gebruikt worden.

Veel succes!

Page 4: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 6 - - 7 -

Eindtermen (1ste graad) Wereldoriëntatie

De leerlingen1.1 kunnen in een beperkte verzameling van mensen, dieren en planten gelijkenissen en

verschillen ontdekken en op basis van één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden.

1.4 kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van planten en dieren in zijn omgeving beïnvloedt.

1.12 kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

2.6 kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte eenvoudige werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructie-activiteit stap voor stap juist en veilig uitvoeren.

5.8 kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand die voor kinderen herkenbaar is en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert.

5.9 tonen belangstelling voor het verleden, heden en toekomst, hier en elders.7. kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.

Muzische vorming

De leerlingen kunnen1.3 beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan.3.6 een aan de speelsituatie aangepaste en aangename spreektechniek ontwikkelen

(articulatie, adembeheersing, tempo, toonhoogte) en verschillende verbale en non-verbale spelvormen improviseren.

3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen, de beleving.

5.1 beeldsignalen waarnemen zodat men opvallend goede en minder geslaagde dingen kan doorzoeken en herkennen.

5.2 ervaren dat een visueel beeld, al dan niet vergezeld van een nieuw geluid, steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen.

5.5 eenvoudige audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.

Nederlands

De leerlingen kunnen de informatie achterhalen in1.3 een uiteenzetting of instructie van een medeleerling, bestemd voor de leerkracht.

De leerlingen kunnen op basis van hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen de informatie beoordelen die voorkomt in1.8 een discussie met bekende leeftijdgenoten.

De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze2.1 aan leeftijdgenoten informatie over zichzelf verschaffen.2.2 aan iemand om ontbrekende informatie vragen.2.5 vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden.2.7 bij een behandeld onderwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen worden

door leeftijdgenoten.

De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in3.5 voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en

jeugdencyclopedieën.

Sociale vaardigheden

De leerlingen kunnen1.2 in de omgang met anderen respect en waardering opbrengen.1.5 bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.1.6 kritisch zijn en een eigen mening formuleren.1.9 ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren.2 in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.3 samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of

etnische origine.

Page 5: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 8 - - 9 -

Overzicht van de fotofiches

Het teeltproces in kaart gebracht

Extra fiches

Aan de slag

Duistere groente: champignons

Algemeen doel

Kennismaking met de foto’s, gericht informatie opzoeken

Doelstellingen

• De leerlingen kunnen een eigen mening formuleren.• De leerlingen kunnen een structuur of onderliggend verband zien en zaken ordenen op

basis van dit verband.• De leerlingen kunnen het verhaal lezen en begrijpen.• De leerlingen kunnen vragen rond de champignonteelt beantwoorden.• De leerlingen kunnen gericht op zoek gaan naar informatie.• De leerlingen kunnen verslag uitbrengen van hun bevindingen of ervaringen.• De leerlingen kunnen onder meer de volgende woorden begrijpen en gebruiken: mycelium, zwamvlok, teeltkist, compost, hoed, voet, sporen1…

Materiaal

• Foto’s ‘Speuren naar sporen: champignon’• Vragenfiche (zelf maken of downloaden via de website)

Lesverloop

Introductie

Houd met de leerlingen een praatronde over de groenten die ze kennen en bespreek de manier waarop die geteeld worden. Schrijf enkele kernwoorden/-zinnen op een zijkant van het bord (zaaien, planten, oogsten, aarde bewerken, zaadjes, serres,…).Schrijf de titel van deze les, ‘Speuren naar sporen’, op het midden van het bord.

Kern

Laat de leerlingen eerst zelf zoeken waarom we bij champignons de titel ‘Speuren naar sporen’ gebruiken. Laat ze ook verwoorden wat ze over champignons weten en of ze graag champignons lusten. Kennen ze ook andere paddenstoelen?

1 Zie woordenschatlijst

Page 6: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 10 - - 11 -

Toon hen de fiches en leg die vooraan in de klas. Verdeel de klas in groepjes van twee of drie en deel de vragen uit. Om de antwoorden te vinden mogen de leerlingen de fiches inkijken.Verbeter klassikaal de vragen en maak samen een teeltschema op het bord, onder de titel. Als alle vragen aan bod zijn gekomen, kun je bekijken welke kernwoorden die je in het begin van de les op het bord hebt geschreven overeenstemmen met wat de leerlingen nu weten. Vergelijk de teelt van de champignons met die van een andere groente. Daarbij zal opvallen dat er eigenlijk weinig overeenkomsten zijn.

Slot

Als afsluiter houd je nog een rondje met de leerlingen. Dit houdt in dat elke leerling één of twee dingen mag vertellen over de les: iets wat hij/zij heeft bijgeleerd, iets wat hem/haar zal bijblijven of wat hem/haar verraste.

Poëtische champignons

Algemeen doel

De leerlingen bewust maken van hoe een tuinbouwer champignons teelt en wat daar bijzonder aan is.

Doelstellingen

• De leerlingen kunnen een structuur of onderliggend verband zien en zaken ordenen op basis van dit verband.

• De leerlingen kunnen zich inleven in het leven van een champignonteler.• De leerlingen kunnen een gedicht samenstellen aan de hand van een gegeven tekst.• De leerlingen zien in dat de champignon een lange weg heeft afgelegd in de

landbouwgeschiedenis.• De leerlingen kunnen verslag uitbrengen van hun bevindingen of ervaringen.• De leerlingen kunnen zich een mening vormen over een bepaalde uitspraak en deze mening

ook argumenteren.

Materiaal

Foto’s ‘Speuren naar sporen’

Lesverloop

Introductie

Hang de champignonfiches aan het bord en overloop met de kinderen nog eens het teeltproces.

Kern

De leerlingen mogen in groepjes een gedicht voorbereiden over een of twee fiches. Zorg dat alle fiches uitgedeeld zijn; geef desnoods aan sommige groepjes twee fiches. De leerlingen moeten een klein gedichtje maken rond de fiche(s) die ze hebben. Ze moeten zo goed mogelijk de inhoud van de fiche naar voor brengen. Geef de kinderen daar even de tijd voor. Help hen waar nodig.De leerlingen kunnen nu groepje per groepje hun gedicht naar voor brengen. Slot

Bespreek met de leerlingen welk gedicht zij het leukst/best vonden en waarom. Bundel alle gedichten zodat je er een boekje van kunt samenstellen, dat je later samen met de kinderen kunt illustreren.

Zoek het juiste champignonvakje

Algemeen doel

Evalueren wat de leerlingen geleerd hebben

Doelstellingen

• De leerlingen kunnen plezier beleven aan een spelactiviteit.• De leerlingen kunnen snel een beslissing nemen. • De leerlingen kunnen dat wat ze geleerd hebben toepassen.• De leerlingen kunnen tegen hun verlies.

Materiaal

• Foto’s• Vragenlijst met de antwoorden• Een prijs voor de winnaars• Drie stevige kaarten met: heksenhuis, kabouterhuis, elfenhuis

Lesverloop

Introductie

Zet de banken aan de kant en maak drie vakken waar de kinderen straks in moeten stappen. Leg in elk vak een kaart, zodat je een ‘heksenhuis’-vak, een ‘kabouterhuis’-vak en een ‘elfenhuis’-vak hebt.

Page 7: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 12 - - 13 -

Kern

Vertel de leerlingen dat de klas een quiz gaat spelen. Jij leest een vraag voor en geeft drie antwoorden. Daarna moeten ze in het vak gaan staan waarvan ze denken dat dit het juiste antwoord weergeeft.Wie in het verkeerde vak staat, gaat aan de kant zitten en doet niet meer mee.Wie bij de laatste vraag nog overblijft, is de winnaar.

Slot

Reik een prijs uit aan de winnaar.Vraag de leerlingen om samen de klas opnieuw op orde te brengen.

Tip

Knutsel eerst met de kinderen een champignon met hun naam op. In plaats van zelf in het vak te gaan staan, kunnen ze hun champignon in het juiste vak zetten.

IdeeënbusEnkele ideetjes om dit thema verder uit te diepen …

- Een bezoek aan een echt landbouwbedrijf kan de leerlingen helpen om zich een levendiger beeld te vormen van de champignonteelt. Op www.metdeklasdeboerop.be vind je alvast een landbouwer die oesterzwammen teelt. Ook in het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw kun je gratis terecht voor een rondleiding in de champignonafdeling. Meer info vind je op www.povlt.be.

- Zoek met de leerlingen enkele leuke gerechten met champignons. Misschien zit er in jouw klas wel een toekomstige chef-kok.

- Maak als reporter een verslag over de ontdekking van de champignon.

- Laat een leerling vooraan in de klas komen en fluister een woord in zijn/haar oor. Deze leerling moet nu dit woord op het bord tekenen terwijl de anderen het proberen te raden. Wie het woord juist geraden heeft, mag naar voren komen om ook een woord te tekenen.

Mogelijke woorden: compost – teeltkist – hoed – zwamvlok …

- Maak een kruiswoordpuzzel of woordzoeker met woorden uit de fiches.

- Zoek een leuke melodie die je zelf hebt uitgevonden of van een bestaand liedje en maak er een plezant champignonlied van.

- Steek zelf een poppenkast in elkaar en laat de kinderen met twee door hen gemaakte champignonpoppen hun geschiedenis vertellen. De ene kan een grotchampigon zijn en de andere een gewone champignon.

- Verschillende kunstenaars hebben groenten en fruit geschilderd of getekend. Maak zoals een echte Rubens, Van Gogh,… (met dezelfde schildertechniek) een stilleven van champignons.

- Koop verschillende soorten paddenstoelen en laat de kinderen proeven.

- Teken de teelt van de champignons uit in een stripverhaal en ontdek de nieuwe Hergé in de klas.

Page 8: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 14 - - 15 -

Op de achtergrond, info voor de leerkracht

Champignons, een bewogen geschiedenis

De oorsprong van de paddenstoel was lange tijd in een groot mysterie gehuld. Van de ene dag op de andere lijken paddenstoelen uit het niets te verschijnen. Omdat de mensen vroeger het ontstaan van paddenstoelen niet konden verklaren, werden ze vaak aan het bovennatuurlijke toegeschreven. Zo had elke cultuur wel haar eigen verklaring over het ontstaan van paddenstoelen. In Mexico, India en het oude Griekenland vertelde men dat paddenstoelen uit inslaande bliksems ontstonden. Daarom zagen onze voorouders paddenstoelen als iets gevaarlijks en onaards, iets met angstaanjagende krachten. Bijgevolg speelden paddenstoelen ook vaak een rol in eeuwenoude rituelen.Andere culturen zagen in hun verhalen over het ontstaan van paddenstoelen dan weer een rol weggelegd voor hun goden. De Germanen bijvoorbeeld dachten dat vliegenzwammen ontstonden uit het bloedende schuim uit de monden van de paarden van Wodan en zijn gezellen.Een constante in de geschiedenis zijn de mysterieuze kringen van paddenstoelen, die werden toegeschreven aan dansende elfen of vergaderende heksen. Maar na een tijd ontdekten de mensen dat bepaalde paddenstoelen eetbaar waren en sommige giftig. En dat nog andere soorten hallucinaties opwekten. Hun vrees voor de paddenstoel verdween stilaan.

Al eeuwenlang trekken mensen eropuit om paddenstoelen te plukken. In 1991 vonden alpinisten in de Italiaanse Alpen de overblijfselen van een man die een primitieve rugzak bij zich had. Daarin vonden ze behalve een niet-geïdentificeerde paddenstoel ook een ketting van gedroogde berkenzwammen. Deze zwam kon onder meer gebruikt worden als basisingrediënt voor thee die de weerstand verhoogt. Het bleek dat deze man ongeveer 3300 jaar voor het begin van onze jaartelling gestorven was.Van de duizenden geïdentificeerde grotere paddenstoelsoorten zijn er maar een dertigtal eetbaar en ongeveer evenveel enorm giftig. Daartussen zitten de soorten die nauwelijks smaak hebben tot echt afgrijselijk smaken, al is het onwaarschijnlijk dat je er schade van zult ondervinden. Het aantal soorten eetbare en smakelijke paddenstoelen is beperkt maar ze zijn gelukkig helemaal niet zeldzaam.

Het kweken van champignons danken we aan een Franse boer die leefde rond 1650. Hij was een meloenteler die ontdekte dat er op zijn broeimest champignons groeiden. Hij besloot de champignons te commercialiseren, en zo was de Parijse champignon geboren.Rond 1800 ontdekte men dat er in ondergrondse steengroeven een goed klimaat heerste om champignons te kweken. Vanaf toen werden de champignons in grotten gekweekt. Champignons waren toen een delicatesse die enkel voor de elite betaalbaar was en die je alleen maar in de beste restaurants kon eten.

Pas in 1950 ontstonden de eerste moderne champignonkwekerijen, met meerdere bovengrondse kweekruimtes. Hierdoor leerde stilletjes aan ook de gewone burger de champignon kennen.Nu wordt de champignon in elk warenhuis en elke groentewinkel verkocht, zowel vers als in blik of verwerkt in soep.

De paddenstoel

De paddenstoel bestaat uit twee grote delen: de zwamvlok en de paddenstoel zelf. De zwamvlok kun je vergelijken met de plant en de paddenstoel met de vrucht van die plant. Toch kunnen we helemaal niet van een plant spreken, aangezien de paddenstoel een schimmel is. Schimmels zijn organismes die uit schimmeldraden bestaan. Die schimmeldraden heten zwamvlokken of mycelia. Bij de meeste soorten bevindt de zwamvlok zich onder de grond, maar er zijn ook schimmelsoorten die in of op een plant of dier groeien. Dat zijn zogenaamde parasieten. Meeldauw is daar een gekende soort van in de landbouw. Deze schimmel tast de vruchten aan. Daarom moet de landbouwer de planten nauwgezet in de gaten houden en af en toe sproeien met schimmeldodende producten.

De paddenstoel zelf bestaat uit verschillende delen: de hoed, de steel, de manchet of ring, en de beurs. In de hoed zit het hymenium. Dat is een vruchtbare laag die sporen produceert. Op het hymenium kunnen plaatjes of buisjes voorkomen. Champignons hebben plaatjes, eekhoorntjesbrood heeft buisjes. Wanneer de paddenstoelen nog jong zijn, zitten er één of twee vliezen over de hoed. Bij het rijpen scheuren die vliezen. De resten van het eerste vlies vormen de wratjes en stipjes die je bijvoorbeeld op de vliegenzwam kunt vinden. De resten van het tweede vlies vormen de ring of de manchet op de steel. De beurs is het zakje waarin de steel staat.Soms kan een zwamvlok in een ringvorm groeien. Dat noemt men een heksenkring. Dit gebeurt vooral bij oudere schimmeldraden die aan de binnenkant van de zwamvlok zitten en sterven. Zo ontstaat een ringvorm.Grondpaddenstoelen leven vooral van afgestorven materiaal. Paddenstoelen zoals zwavelkopjes, inktzwammen, oesterzwammen en elfenbankjes voeden zich met afstervend hout en tasten geen gezond hout aan.

Hier hangt een geurtje

De basis van de champignonteelt is compost. Dat is de voedingsbodem van de teelt. De compost wordt gemaakt van stro, kippen- en paardenmest, gips en veel water. Verder worden er geen chemicaliën gebruikt. Al deze producten worden gemengd. De compost moet daarna

Page 9: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 16 - - 17 -

fermenteren; dat is een vorm van vergisting. Vroeger werden de grondstoffen in de openlucht gemengd en gefermenteerd, wat voor heel wat geurhinder zorgde. De technieken verbeterden en nu gebeurt het composteren binnen in grote loodsen. De fermentatie duurt daardoor maar één week in plaats van drie weken in de openlucht. De composteringsbedrijven zuiveren ook de lucht om die van ammoniak en andere geurelementen te ontdoen. Dit draagt bij tot het milieu en tot goede relaties met de buurtbewoners.De champignonkwekers maken hun compost meestal niet zelf. Dit gebeurt door gespecialiseerde composteringsbedrijven.

Is het nu mycelium of zwamvlok?

Wanneer de compost klaar is, wordt die geënt. De champignon plant zich voort door middel van sporen. Uit die sporen ontwikkelt zich het mycelium. Het mycelium, ook wel zwamvlok genoemd, is een heel dun net van schimmeldraden. Omdat het veel te lang duurt om de sporen van een champignon te laten ontwikkelen tot een zwamvlok, gebruiken de telers het zogenaamde ‘broed’. Dit zijn graankorrels waar het champignonmycelium helemaal doorheen gegroeid is. Dit kunnen ze in gesloten zakken met filter (voor de ademhaling) laten groeien. Met dit broed wordt de champignoncompost geënt. Na het enten duurt het nog ongeveer 16 dagen tot het mycelium doorgroeit is in de compost. Dan gaat de compost naar de champignonkwekerijen.

Over oogsten en vluchten

Op champignonbedrijven wordt de compost in grote teeltbedden gedaan. Een teeltcel is ongeveer 200 m² groot. In één teeltcel gaat ongeveer 18.000 kg compost. In de doorgroeide compost kunnen zich geen vruchtlichamen (paddenstoelen) vormen. Deze compost is niet vochtig genoeg. Daarom dekt de champignonteler de compost af met een deklaag van 5 cm aarde. De dekaarde kan een grote hoeveelheid water vasthouden die nodig is voor het groeien van de paddenstoelen. Een paddenstoel bestaat tenslotte uit 92% water. De bacteriën die in deze dekaarde leven, stimuleren het mycelium tot het vormen van champignons. Zonder die bacteriën komen er ook geen champignons.Wanneer de dekaarde volledig met mycelium doorgroeit is, wordt de kweekruimte geventileerd, waardoor de temperatuur daalt. Na ongeveer 5 dagen groeien dan uit het mycelium oogstklare champignons. Het proces van het afdekken tot het oogsten duurt ongeveer 3 weken.

De oogst gebeurt meestal manueel, althans voor de champignons die vers verkocht worden. Er wordt ook machinaal geoogst; deze champignons zijn bedoeld voor conserven.Het manueel oogsten vergt heel wat voorzichtigheid, want champignons zijn heel delicaat. Per uur kan één persoon zo’n 15 à 18 kilo champignons plukken.Champignons groeien niet continu door, maar verschijnen in ‘vluchten’. Na de eerste vlucht kan men een tweede en een derde keer plukken. Elke keer dat men kan plukken noemt men

een vlucht. In de eerste vlucht kan men ongeveer 13 kg per m2 plukken, in de tweede vlucht ongeveer 12 kg per m2 en in de derde vlucht zo’n 5 kg. Als je snel even rekent, is dat ongeveer 30 kg per m2. De totale productieoppervlakte van een teeltcel is 200 m²; dat levert dus ongeveer 6000 kg op.Wanneer de champignons geplukt zijn, worden ze gesorteerd volgens grootte en dikte. Daarna worden ze naar de veiling gebracht, waar ze verkocht worden aan de groothandel.

Soorten eetbare paddenstoelen

Er bestaan enorm veel soorten paddenstoelen, maar slechts een aantal daarvan zijn eetbaar en lekker. De meest gekende soort is natuurlijk de champignon, maar er zijn er nog tal van andere soorten te verkrijgen in de winkel.De oesterzwam is een paddenstoel die ook gekweekt kan worden en die je vaak in de winkel vindt. Tegenwoordig worden er oesterzwammen gekweekt die geen sporen bevatten. Het is namelijk gebleken dat mensen allergisch kunnen reageren op de sporen. Oesterzwammen produceren een heel grote hoeveelheid sporen, die ze in één keer loslaten, en die sporen kunnen irriteren.Naast oesterzwammen en champignons zijn shiitake’s ook paddenstoelen die gekweekt worden. Deze komen oorspronkelijk uit Azië en worden meer en meer hier geteeld.Een laatste nieuwigheid bij de telers is de paarse schijnridderzwam of pied-bleu.

Behalve geteelde paddenstoelen zijn er natuurlijk ook bospaddenstoelen. Deze kunnen tot nog toe niet geteeld worden. De soorten die je in de winkel vindt, zijn wild geplukte paddenstoelen. Enkele gekende soorten zijn: de eierdooierzwam of girollen, grijze of gele cantharel, Pied de mouton of gele stekelzwam, Trompette des morts of hoorn des overvloeds, eekhoorntjesbrood of cepe, morielje en de alom gekende truffel.Ga nooit op je eentje paddenstoelen plukken zonder er een kenner bij te hebben. Het is namelijk heel moeilijk om eetbare paddenstoelen te herkennen. Pas dus op als je paddenstoelen wilt plukken, want ze zouden wel eens giftig of niet eetbaar kunnen zijn. ‘Niet eetbaar’ wil zeggen dat ze niet dodelijk zijn als je ze opeet, maar wel bijvoorbeeld braakneigingen kunnen opwekken of koortsaanvallen teweegbrengen. Een vergiftiging betekent dat je ziek wordt en/of pijn krijgt als gevolg van het eten, drinken, inademen, op de huid of in de ogen krijgen van (te veel van) een schadelijke stof.

Page 10: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 18 - - 19 -

Bronnen

Interessante adressen, websites, weetjes Op de website www.boerinbeeld.be kun je werkblaadjes en bijkomende foto’s downloaden en bestellen.

Websites

www.onthaalopdeboerderij.bewww.boerinbeeld.be www.weidepoort.bewww.povlt.bewww.plattelandswijzer.be (champignonteelt)www.streekproduct.bewww.cag.bewww.plattelandsklassen.bewww.vilt.bewww.hetvirtueleland.bewww.nature-pictures.org (foto’s paddenstoelen)

Nuttige adressen

Provinciehuis OlympiaLandbouweducatieKoning Leopold III-laan 668200 [email protected] 050 40 71 69

Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingsinstituut voor Land- en Tuinbouw (POVLT)Ieperseweg 878800 Beitem/Rumbekewww.povlt.beT 051 27 32 00

Weetjes

• Je kunt allerhande lesmateriaal gratis lenen in de provinciale uitleendiensten landbouw-educatie. Om te weten waar er een uitleendienst in je buurt is, surf je naar www.onthaalopdeboerderij.be. Je vindt er alle adressen en een overzicht van het beschikbare lesmateriaal.

• Breng ook eens een bezoek aan een boerderij. In de brochure ‘Met de klas de boer op’ vind je zeker een boerderij in je buurt. Via de website www.metdeklasdeboerop.be kun je de folder verkrijgen. Scholen krijgen 30 euro subsidie voor een bezoek aan een van deze boer-derijen.

• Weidepoort is dé portaalsite voor landbouw- en plattelandseducatie. Leerkrachten vinden er onder andere lespakketten en werkblaadjes, info over excursies en bezoekboerderijen. www.weidepoort.be

• Via www.vilt.be krijg je actuele informatie en de laatste nieuwtjes over de landbouw. De website heeft ook een educatief luik, waar je lesmateriaal kunt downloaden.

• Plattelandsklassen vzw heeft een aantal Grassprietjes uitgewerkt. Dit zijn educatieve tijd-schriften over verschillende landbouw- en plattelandsthema’s. Je kunt ze gratis downloa-den op hun website www.grasspriet.be.

Page 11: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 20 - - 21 -

Page 12: Dit project wordt gefinancierd door het Departement ... · 3.7 genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen,

- 22 -

Dit lesmateriaal werd ontwikkeld door WAVI vzw (erkend centrum voor landbouweducatie) in samenwerking met de Provincie West-Vlaanderen.

Voor algemene informatie over ‘Boer in Beeld’:

LandbouweducatieProvinciehuis OlympiaKoning Leopold III-laan 668200 Sint-AndriesT 050 40 71 69E [email protected]

Colofon

Redactie: Griet Dewaele, Bart Verhaeghen

Opmaak: Grafische Dienst, Provincie West-Vlaanderen

Foto’s: Peter Cardoen, www.petercardoen.be Centrum voor Agrarische Geschiedenis

Speciale dank aan:- Heidi Vandekerkhove (Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuin-

bouw)- Mia Verstraete, tekstchirurg, voor het vervolmaken van de eindteksten

Meer info over de verschillende initiatieven van de provinciale dienst landbouweducatie vind je terug op de website www.onthaalopdeboerderij.be.

Tekst en beeld van dit lespakket zijn uitsluitend bestemd voor gebruik in het onderwijs. Voor gebruik door uitgevers en andere organisaties is vooraf schriftelijke toestemming nodig van de eigenaar van deze tekst en beelden: Provinciebestuur West-Vlaanderen, Provinciehuis Olympia, Koning Leopold III-laan 66, 8200 Sint-Andries.

Dit project werd gefinancierd door het Departement Landbouw & Visserij van de Vlaamse overheid.