Dienst voor geneeskundige evaluatie en...
Transcript of Dienst voor geneeskundige evaluatie en...
-
Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle
OPDRACHTEN EN PROCEDURES
Informatiebrochure voor de zorgverleners
November 2012
-
2
-
3
Inleiding
Deze brochure is bestemd voor de zorgverleners en heeft drie doelstellingen :
o de opdrachten van de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) toelichten
o de werkwijze van de DGEC in zijn relatie met de zorgverleners uiteenzetten
o de soorten inbreuken, maatregelen en de ermee verbonden procedures voorstellen.
Het i&C-team van de DGEC heeft deze brochure opgesteld in de hoop met deze informatie een
antwoord te geven op de vragen die de zorgverleners regelmatig stellen tijdens hun contacten met de
dienst.
De gedrukte versie strookt met de wetgeving die van kracht is op 31oktober 2012. De digitale versie
wordt regelmatig aangepast aan de wetswijzigingen en staat op de website www.riziv.be.
Bijkomende informatie in verband met de verschillende groepen zorgverleners is te vinden in de reeks
INFOBOXEN RIZIV op de site www.riziv.be > Het RIZIV > Publicaties van het RIZIV.
De DGEC.
http://www.riziv.be/http://www.riziv.be/
-
4
Inhoudtabel
INLEIDING .................................................................................................................. 3
I. VOORSTELLING VAN DE DIENST VOOR GENEESKUNDIGE EVALUATIE
EN CONTROLE ............................................................................................... 7
1. DE DGEC ....................................................................................................................................... 7
2. DE OPDRACHT VAN DE DGEC ................................................................................................... 7
3. WAAROP STEUNT HET BELEID VAN DE DGEC? ...................................................................... 8
4. BESTAAT ER EEN SYNERGIE TUSSEN DE VERSCHILLENDE OPDRACHTEN VAN DE
DGEC? ........................................................................................................................................... 9
5. WAT IS DE STRUCTUUR VAN DE DGEC? .................................................................................. 9
6. WIE VERVULT DE OPDRACHTEN VAN DE DGEC? ................................................................. 11
II. DE DGEC IN RELATIE MET DE ZORGVERLENERS ................................... 12
1. ALGEMEEN .................................................................................................................................. 12
2. HET VERHOOR ........................................................................................................................... 14
3. HET BEROEPSGEHEIM VAN DE ARTS .................................................................................... 16
4. DE VASTSTELLING VAN DE FEITEN ........................................................................................ 16
5. DE VRIJWILLIGE TERUGBETALING.......................................................................................... 18
III. DE EVALUATIE OPDRACHT ........................................................................ 19
1. WAT IS HET DOEL VAN DE EVALUATIE? ................................................................................. 19
2. OP WELKE ZORGVERLENERS IS DE EVALUATIE VAN TOEPASSING? ............................... 19
3. HOE WORDEN DE ONDERWERPEN VOOR EVALUATIE GEÏDENTIFICEERD? .................... 19
4. HOE VERLOOPT EEN EVALUATIEONDERZOEK? ................................................................... 19
5. WAT GEBEURT ER INDIEN DE ZORGVERLENER DE OPMERKINGEN VAN HET
EVALUATIEONDERZOEK NIET OPVOLGT? ............................................................................. 19
6. KAN EEN PROCES-VERBAAL VAN vatstelling TIJDENS EEN EVALUATIE WORDEN
OPGESTELD? .............................................................................................................................. 19
-
5
IV. DE CONTROLEOPDRACHT ......................................................................... 20
1. ONDERZOEKEN REALITEIT-CONFORMITEIT .......................................................................... 20
2. ONDERZOEKEN OVERCONSUMPTIE ...................................................................................... 21
V. DE VERANTWOORDELIJKHEID .................................................................. 25
1. Wie is in principe verantwoordelijk voor de vastgestelde inbreuken? .......................................... 25
2. Wie is verantwoordelijk voor de inbreuken die door de stagiair zijn gepleegd in het kader van zijn
stage? ........................................................................................................................................... 25
3. Kan een zorgverlener die overbodige of onnodig dure verstrekkingen initieert worden vervolgd? .
.................................................................................................................................................. 25
4. Kan een zorgverlener die overbodige of onnodig dure verstrekkingen uitvoert en aanrekent op
basis van een voorschrift van een geneesheer, worden vervolgd? ............................................. 25
5. Kan een natuurlijke of rechtspersoon die een zorgverlener aanzet tot overconsumptie of
overdreven voorschrijfgedrag worden vervolgd? ......................................................................... 25
6. Kan men verplicht worden tot het terugbetalen van verstrekkingen uitgevoerd door een derde?26
VI. CATEGORIEEN VAN INBREUKEN EN MAATREGELEN ............................. 27
1. WELKE TYPES INBREUKEN EN EVENTUELE MAATREGELEN BESTAAN ER? ................... 27
2. HET UITSTEL VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN DE BESLISSING (administratieve
geldboete) ..................................................................................................................................... 29
3. DE HERROEPING VAN HET UITSTEL ....................................................................................... 29
VII. ADMINISTRATIEFRECHTELIJKE PROCEDURES ....................................... 30
1. PROCEDURES IN EERSTE AANLEG ........................................................................................ 30
2. PROCEDURES IN GRAAD VAN BEROEP ................................................................................. 32
3. TERMIJNEN ................................................................................................................................. 33
4. BEKENDMAKING VAN DE BESLISSINGEN .............................................................................. 35
VIII. PROCEDURE IN GEVAL VAN INBREUK OP HET VOORSCHRIJVEN VAN
GENEESMIDDELEN VAN HOOFDSTUK II ................................................... 36
IX. BIJLAGEN ..................................................................................................... 39
-
6
1. BIJLAGE 1 : CATEGORIEEN VAN INBREUKEN, MAATREGELEN, ADMINISTRATIEVE EN
JURIDICTIONELE INSTANTIES EN PROCEDURES ..................................................................... 40
2. BIJLAGE 2: SCHEMA VAN DE ADMINISTRATIEVE PROCEDURES IN FUNCTIE VAN DE
CATEGORIEEN VAN INBREUKEN. ................................................................................................ 42
3. BIJLAGE 3: CONTROLEPROCEDURE, OVERCONSUMPTIE/ OVERDREVEN
VOORSCHRIJFGEDRAG IN GEVAL VAN AANBEVELINGEN EN INDICATOREN ...................... 44
4. BIJLAGE 4: CONTROLEPROCEDURE, OVERCONSUMPTIE/ OVERDREVEN
VOORSCHRIJFGEDRAG BIJ GEBREK AAN AANBEVELINGEN EN INDICATOREN .................. 46
5. BIJLAGE 5: SPECIFIEKE CONTROLEPROCEDURE VAN DE GENEESMIDDELEN VAN
HOOFDSTUK II ................................................................................................................................ 48
X. AFKORTINGEN ............................................................................................. 50
XI. CONTACTEN................................................................................................. 51
-
7
I. VOORSTELLING VAN DE DIENST VOOR GENEESKUNDIGE EVALUATIE EN CONTROLE (DGEC)
1. DE DGEC
De DGEC is één van de vijf diensten van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
(RIZIV): hij informeert, evalueert en controleert de zorgverleners, de ziekenfondsen en, in sommige
gevallen, de verzekerden rechthebbenden.
De andere diensten:
o De Dienst voor geneeskundige verzorging organiseert de vergoeding van de medische
uitgaven. Hij stelt de reglementering op betreffende de verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen (VGVU-wet) samen met de Minister van sociale zaken en andere
partners. Bovendien waakt hij over de optimale financiering van de activiteiten van de
zorgverleners (geneesheren, tandheelkundigen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen,
ziekenhuizen, rusthuizen, enz.) en van de ziekenfondsen
o De Dienst voor uitkeringen is verantwoordelijk voor het beheer van de uitgaven inzake
arbeidsongeschiktheid, de moederschapsverzekering, het vaderschapsverlof, het adoptieverlof en
de uitkeringen voor begrafeniskosten. Hij zorgt voor een aangepast vervangingsinkomen in geval
en alle deze gevallen
o De Dienst voor administratieve controle staat in voor de controle van de
verzekeringsinstellingen, voor de controle van de juiste aflevering van documenten door
verzekerden, zorgverleners en verzorgingsinstellingen en ten slotte voor de correcte toepassing
van administratieve regels en richtlijnen.
o De Algemeen ondersteunende diensten
2. DE OPDRACHT VAN DE DGEC
De opdracht van de DGEC bestaat erin bij te dragen tot een optimaal gebruik van de middelen van de
Verzekering voor Geneeskundige Verzorging en Uitkeringen (VGVU).
Daartoe zorgt de DGEC er onder andere voor dat alle partijen hun wettelijke en reglementaire
verplichtingen nakomen: zorgverleners, beheerders van de verpleeginrichtingen,
verzekeringsinstellingen, sociaal verzekerden, enz.
De DGEC is slechts één van de actoren die toezien op het optimale gebruik van de middelen van de
VGVU. Om die reden zal de DGEC zijn opdracht vervullen in een context van samenwerking en
partnership ten bate van alle actoren.
-
8
3. WAAROP STEUNT HET BELEID VAN DE DGEC?
Het beleid van de DGEC steunt op drie pijlers1 : informatie, controle en evaluatie.
A. Informatie
Beter informeren en sensibiliseren van de zorgverleners moet zorgen voor minder inbreuken op de
wetgeving. Dit wordt gerealiseerd door middel van:
o praktische brochures voor de zorgverleners
o feedback over de resultaten van de evaluatie- en controleactiviteiten
o het aanbieden van nuttige informatie op de website,: www.riziv.be (bekendmaking van de
beslissingen van de geschillenorganen, nomenclatuur, …)
B. Evaluatie :
De evaluatie is voornamelijk preventief. Ze bestaat erin de zorgverleners te informeren over hun
praktijkvoering in het kader van de Verzekering GVU. De aandachtspunten zijn :
o overconsumptie
o doelmatigheid
o realiteit/conformiteit
De afdeling Evaluatie onderzoekt onder andere het praktijkgedrag van groepen zorgverleners die
worden geselecteerd op basis van criteria zoals de discipline, het voorschrijf- of prestatieprofiel. De
zorgverleners die een afwijkend gedrag vertonen, worden uitgenodigd om hun praktijkvoering toe te
lichten.
De evaluatie kan uitmonden in:
o een individuele preventie: de zorgverlener die geen aanvaardbare uitleg kan geven voor zijn
gedrag, ontvangt een geïndividualiseerde preventiebrief.
o een algemene preventie: het verslag van de (thematische) evaluatie met inbegrip van de
conclusies wordt ruim verspreid in de betrokken beroepsgroep en kan op de website,
www.riziv.be, worden geplaatst.
o een voorstel tot aanpassing van de geldende nomenclatuur aan de bevoegde instanties.
De acties van de afdeling Evaluatie zijn niet vrijblijvend. De effecten worden nagaan via een
impactmeting en kunnen aanleiding zijn voor controleacties.
1 Gecoördineerde wet van
14 juli 1994 (GVU-wet), art.139 2
e lid 1°à 3°.
http://www.riziv.be/http://www.riziv.be/
-
9
C. Controle
De Dienst heeft de opdracht om na te gaan of de geneeskundige verstrekkingen aangerekend door de
individuele zorgverleners en de inrichtingen enerzijds, en de toekenning van de uitkeringen aan de
verzekerden anderzijds, overeenkomstig de wettelijke bepalingen en voorwaarden gebeuren.
Wat de geneeskundige verzorging betreft, voert de DGEC onderzoeken uit die kunnen leiden tot
informatieve of preventieve stappen, of uitlopen in administratiefrechtelijke of strafrechtelijke
procedures.
Met betrekking tot de uitkeringsverzekering neemt de Dienst, samen met de adviserend geneesheren,
deel aan de controle van de arbeidsongeschiktheid in de Gewestelijke commissies van de
Geneeskundige raad voor invaliditeit (GC-GRI).
4. BESTAAT ER EEN SYNERGIE TUSSEN DE VERSCHILLENDE OPDRACHTEN VAN DE DGEC?
Er is een synergie tussen de verschillende opdrachten. Alle opdrachten en verantwoordelijkheden van
de DGEC vullen elkaar aan. Door een geïntegreerde en efficiënte aanpak kiest de DGEC de beste
combinatie van opdrachten en draagt zo bij tot het optimaal gebruik van de middelen die door de
verzekering ter beschikking worden gesteld.
5. WAT IS DE STRUCTUUR VAN DE DGEC?
Zie schema2.
2 GVU-wet art. 139, 1
e lid
-
10
Algemene
diensten
HR
Juridisch
departement
Controle
(CENEC: Cellule d‟enquêtes
nationales – Nationale enquêtecel)
Comité van de DGEC
Evaluatie
ICTLeidend ambtenaar
Informatie en
Communicatie
Onder-
steunende
diensten
Operationele diensten
LuxembourgLimburgOost-
VlaanderenNamurLiègeHainaut
Brussels Hoofdste-
delijk Gewest
---
Région de
Bruxelles
Capitale
Brabant wallon
West-Vlaanderen
Vlaams Brabant
Antwerpen
-
11
6. WIE VERVULT DE OPDRACHTEN VAN DE DGEC?
Om zijn opdrachten te vervullen, beschikt de DGEC over 3 :
o een geneesheer-directeur-generaal
o drie geneesheren-inspecteurs-generaal
o geneesheren-inspecteurs-directeurs (1 per provincie + Brussel)
o geneesheren-inspecteurs (norm 1/ 80.000 rechthebbenden4)
o apothekers-inspecteurs (norm 1/ 1.000.000 rechthebbenden5)
o verpleegkundigen-controleurs
o een juridisch departement
o ondersteunend administratief personeel, statistici, informatici, enz.
3 GVU-wet art. 151
4 GVU-wet art. 146 § 1, 2
e lid
5 GVU-wet art. 146 § 1, 2
e lid
-
12
II. DE DGEC IN RELATIE MET DE ZORGVERLENERS
1. ALGEMEEN
A. Welke activiteitsdomeinen heeft de DGEC?
De activiteitsdomeinen van de DGEC behelzen alle verstrekkingen die door de VGVU en uitkeringen
worden vergoed.
B. Wat ligt aan de basis van de opdrachten?
De basis van de opdrachten zijn6 :
1) De DGEC
De Dienst kan op elk ogenblik zelf een onderzoek starten naar de activiteit van een zorgverlener:
bijvoorbeeld, wanneer de analyse van de medische activiteit onregelmatigheden doet vermoeden.
2) Het Comité van de DGEC
Dit Comité kan aan de DGEC vragen om een onderzoek op te starten
3) De Minister bevoegd voor Sociale Zaken
Hij kan aan de hand van een gemotiveerd verzoek een onderzoek laten uitvoeren.
4) Een andere dienst van het RIZIV
Bijvoorbeeld, de Dienst voor administratieve controle (DAC) kan, met het oog op verder onderzoek, de
DGEC gegevens bezorgen die hij tijdens de uitvoering van zijn activiteiten heeft verzameld.
5) De verzekeringsinstellingen
6) Een organisatie die in het Comité van de DGEC is vertegenwoordigd
Bijvoorbeeld, de Orde van Geneesheren, die bevoegd is op het vlak van de deontologie en de
kwaliteit van de verzorging, kan informatie bezorgen indien zij oordeelt dat de zaak onder de
bevoegdheid van de DGEC valt.
7) De profielencommissies
Deze commissies verzamelen gegevens met betrekking tot de zorgverleners en de inrichtingen. Ze
zijn belast met de opmaak van het activiteitsprofiel van de zorgverleners als uitvoerder of
voorschrijver.
6 GVU-wet art. 146 § 2, 1e lid.
-
13
De zorgverleners kunnen door die profielencommissies worden gehoord om hun praktijk toe te lichten.
Indien de verantwoording niet afdoend is of indien de zorgverlener geen gevolg heeft gegeven aan de
oproeping, kan de commissie de zaak aan de DGEC overdragen voor verder onderzoek.
Ze kan ook de gegevens over de verstrekkingen doorgeven. De vaststellingen hebben dan
bewijskracht en zullen als dusdanig worden gebruikt door de DGEC om inbreuken vast te stellen.
8) Het Openbaar Ministerie en de Onderzoeksrechter
De Procureur des Konings, de Arbeidsauditeur of een Onderzoeksrechter, kunnen de DGEC vorderen
om medewerking te verlenen aan een strafrechtelijk onderzoek.
9) Melding van feiten
Iedereen, burger, zorgverlener of inrichting, kan een klacht neerleggen of feiten melden bij de DGEC.
De sociaal inspecteurs hebben een geheimhoudingsplicht tenzij de indiener van de of de aangifte hen
daarvan uitdrukkelijk ontslaat7.
Elke burger kan8, alvorens een klacht in te dienen bij de DGEC, zich wenden tot:
o de ombudsman van het ziekenhuis : voor verzorging in het ziekenhuis (de
ombudsman moet volledig onafhankelijk werken van de zorgverleners)
o de federale ombudsman : voor verzorging buiten het ziekenhuis
Ombudsdienst “Patiëntenrechten”
FOD Volksgezondheid,
DG Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen
Victor Horta plein 40 bus 10
1060 Brussel
Tel 02 524 85 21 Fax. 02 524 85 38
o de juridische dienst van zijn mutualiteit.
C. Wie voert de opdrachten van de DGEC uit op het terrein?
De geneesheren-inspecteurs, de apothekers-inspecteurs en de verpleegkundigen-controleurs voeren
de opdrachten van de DGEC uit9.
D. Wat zijn de bevoegdheden van de geneesheren-inspecteurs, apothekers-
inspecteurs en verpleegkundigen-controleurs?
Om hun opdrachten te kunnen uitvoeren hebben voormelde ambtenaren een reeks bevoegdheden
gekregen10
. Ze mogen onder andere :
o bij de uitoefening van hun opdracht zonder voorafgaande verwittiging en op elk ogenblik van de
dag en de nacht vrij binnengaan in alle arbeidsplaatsen of plaatsen die als dusdanig kunnen
worden beschouwd
7 Wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek, artikel 59, verder Sociaal Strafwetboek.
8 Wet patiëntenrechten van 22 augustus 2002.
9 GVU-wet, art. 146 § 1er.
10 Sociaal Strafwetboek, art. 23 tot 39, en GVU-wet van 14 juli 1994, art.150.
i
-
14
o binnengaan in de bewoonde plaatsen zonder toelating van de bewoners mits ze een machtiging
tot visitatie bij hebben die werd uitgereikt door de Onderzoeksrechter
o iedereen verhoren wanneer ze dat nodig achten
o alle informatiedragers opsporen en onderzoeken die sociale gegevens bevatten, of andere door
de wet voorgeschreven gegevens dragers opsporen en onderzoeken die informatie bevatten die
nodig zijn voor het onderzoek
o informatiedragers of de gegevens die zij bevatten downloaden of kopiëren, op welke manier ook,
of ze hen kosteloos doen overleggen,
o een vertaling in een van de landstalen eisen van gegevens die in een andere taal dan een
landstaal werden opgesteld
o vaststellingen doen door middel van beeldmateriaal
o de zorgverleners verplichten om hun alle inlichtingen en documenten te verstrekken die ze nodig
hebben om hun onderzoek te voeren11
o alle informatiedragers –boeken, registers, documenten, elektronische informatiedragers- in beslag
nemen of verzegelen, als dat noodzakelijk is om hun opdracht te vervullen
o elk officieel identiteitsdocument opvragen (identiteitskaart, paspoort, rijbewijs, enz.), vaststellingen
doen, foto‟s nemen
o processen-verbaal van vaststelling (PJ) opstellen
o de beroepsordes (Orde van geneesheren en Orde der apothekers)12,
de Procureur des Konings13
en andere federale controlediensten informeren voor zover de inlichtingen die ze in de uitoefening
van hun opdracht inwonnen onder de bevoegdheid vallen van deze derden14
.
2. HET VERHOOR
A. Wat is een proces-verbaal van verhoor (PV Verhoor)?
Een proces-verbaal van verhoor is de geschreven, juiste, nauwkeurige, gedetailleerde en begrijpelijke
neerslag van de verklaring van een zorgverlener of een verzekerde.
B. Welke rechten heeft de verhoorde persoon?
Wanneer een inspecteur of controleur een persoon, zorgverlener of verzekerde, verhoort, moet hij het
naleven van een aantal rechten respecteren. Het proces-verbaal van verhoor zelf moet het
respecteren van die rechten weergeven15
.
11 GVU-wet artikel 150.
12 GVU-wet artikel 146, § 3.
13 Wetboek van Strafvordering, artikel 29.
14 Sociaal Strafwetboek, artikel 54.
15 Sociaal Strafwetboek, artikel 62.
-
15
Sommige rechten moet men bij het begin van elk verhoor meedelen, namelijk het recht om :
o te vragen dat alle vragen die gesteld werden en de antwoorden die gegeven werden, letterlijk
worden genoteerd
o te vragen dat elke maatregel wordt verricht waarvoor de inspecteur of controleur bevoegd is
gebruik
o te vragen van alle documenten die hij in zijn bezit heeft bij het PV van verhoor zouden worden
gevoegd
o het PV van zijn verhoor na te lezen of te laten voorlezen en het te verbeteren of er iets aan toe te
voegen
o een gratis kopie te krijgen van de tekst van het verhoor16
.
Bij aanvang van het verhoor moet eveneens gemeld worden dat de verklaringen als bewijs in rechte
kunnen gebruikt worden.
Het proces-verbaal vermeldt het tijdstip van begin, einde en eventueel onderbreking(en) van het
verhoor. Het vermeldt eventueel ook wie en wanneer iemand in het verhoor tussenkwam, en alle
omstandigheden die het verhoor kunnen verduidelijken.
Als iemand zich in een andere taal wil uitdrukken dan die van de procedure, kan men ofwel:
o beroep doen op een beëdigde tolk en moet diens identiteit vermeld worden
o de verklaringen in de gebruikte taal noteren
o de verhoorde vragen de verklaring zelf te noteren.
C. Mag de verhoorde persoon de aanwezigheid van een derde persoon tijdens
het verhoor eisen?
De verhoorde persoon mag de aanwezigheid van een derde persoon tijdens het verhoor niet eisen.
Het geheime karakter van de onderzoeken die door de DGEC worden gevoerd, wordt in de
gecoördineerde wet17
vastgelegd.
De aanwezigheid van een advocaat tijdens een verhoor is om die redenen niet toegestaan.
De rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens bevestigt deze regel en
verduidelijkt dat waarborgen zoals voorzien in het Salduzarrest18
enkel van toepassing zijn van zodra
de kans bestaat dat de verhoorde van zijn vrijheid wordt beroofd. Bij een administratieve procedure is
dit echter nooit het geval.
16 Sociaal Strafwetboek, artikel 63.
17 GVU-wet, artikel 141 § 1
er, 3°
18 EHRM, 18 februari 2010, Zaichenko c. Rusland, n° 39660/02, §§ 47 en 48; EHRM, 15 maart 2011, Begu c.
Roemenië, n° 20448/02, § 140 en EHRM, 27 oktober 2011, Stojkovic c. Frankrijk en België, n° 25303/08, § 53.
-
16
D. Bestaan er uitzonderingen op de weigering van de aanwezigheid van een
derde?
De inspecteurs en de controleurs kunnen in bepaalde omstandigheden de aanwezigheid van een
derde toestaan.
Bijvoorbeeld, tijdens het verhoor van een minderjarige, een persoon met een spraakgebrek of
intellectuele gebreken . In die gevallen zal in het proces-verbaal van verhoor altijd worden vermeld dat
de aanwezigheid van een derde onontbeerlijk wordt geacht of gewenst is door de verhoorde persoon.
E. Mag de zorgverlener of de verzekerde op de hoogte worden gebracht van
het bestaan van een klacht of de identiteit van de klager of aangever?
Het personeel van de DGEC mag niet bekendmaken dat een onderzoek gevoerd wordt naar
aanleiding van een klacht of aangifte. Ze mogen in geen geval, zelfs niet voor de rechtbank, de naam
van de indiener van een klacht of van een aangifte bekendmaken tenzij deze hiervoor uitdrukkelijk de
toestemming heeft gegeven19.
3. HET BEROEPSGEHEIM VAN DE ARTS Begaat een arts een inbreuk op de Code van geneeskundige plichtenleer als hij medische inlichtingen
verstrekt?
De code van geneeskundige plichtenleer 20
voorziet in een wettelijke uitzondering op het principe van
het beroepsgeheim. Deze staat toe dat de zorgverlener aan de geneesheren-inspecteurs van de
controledienst van het RIZIV uitsluitend die inlichtingen levert, die nodig zijn voor de strikte uitoefening
van hun controleopdracht.
Het gebruik van die inlichtingen door de geneesheren-inspecteurs is ondergeschikt aan de naleving
van het beroepsgeheim.
Ook de andere personeelsleden van de DGEC zijn gebonden door het beroepsgeheim.
4. DE VASTSTELLING VAN DE FEITEN
A. Wie stelt de inbreuken vast?
De geneesheren-inspecteurs, de apothekers-inspecteurs en de verpleegkundigen-controleurs hebben
de bevoegdheid om feiten vast te stellen en er een proces-verbaal van op te stellen ( PV Vaststelling
van een inbreuk).
19 Sociaal Strafwetboek, artikel 59
20 Code van geneeskundige plichtenleer art. 58
-
17
B. Wat is een proces-verbaal van vatstelling (PV Vaststelling - Pro Justitia)?
Een proces-verbaal van vatstelling is het schriftelijke verslag van de vaststelling van de materiële
bestanddelen van de inbreuk.
Een proces-verbaal van vatstelling moet minstens de volgende gegevens bevatten21
:
o de identiteit van de verbaliserende ambtenaar
o de bepaling waaraan de verbaliserende ambtenaar zijn bevoegdheid ontleent
o de plaats en datum van de inbreuk
o de identiteit van de vermoedelijke dader en van de betrokkenen
o de wetsbepaling waarop een inbreuk werd gepleegd
o een beknopt relaas van de feiten over de gepleegde inbreuken
o de datum waarop en de plaats waar het proces-verbaal werd opgesteld, het eventuele verband
met andere processen-verbaal en eventueel de inventaris van de bijlagen.
C. Binnen welke termijn moeten de vaststellingen gebeuren?
De processen-verbaal van vatstelling moeten binnen de twee jaar worden opgesteld, te rekenen vanaf
de datum waarop22
ofwel:
o het ziekenfonds de documenten betreffende de betwiste aanrekening heeft ontvangen (de termijn
begint dus te lopen vanaf de datum van indiening van het document bij het ziekenfonds, en niet
vanaf de uitvoeringsdatum van de verstrekking of het opstellen van het document)
o de DGEC de vaststellingen heeft ontvangen vanwege de profielencommissies of het Nationaal
College van adviserend geneesheren (zie “procedure in geval van inbreuk op het voorschrijven
van geneesmiddelen van hoofdstuk II”)
D. Hoe wordt een zorgverlener op de hoogte gebracht van de feiten?
De door de inspecteurs en controleurs gedane vaststellingen worden aan de zorgverlener ter
kennisgeving aangeboden door middel van een proces-verbaal van vatstelling dat ofwel persoonlijk
wordt overhandigd tegen ontvangstbewijs, ofwel met een aangetekende brief wordt toegezonden.
E. Wanneer en naar wie moet de vaststelling van de feiten worden gestuurd?
De geneesheren-inspecteurs, apothekers-inspecteurs en verpleegkundigen-controleurs geven kennis
van hun processen-verbaal van vaststelling aan de zorgverlener en, waar nodig, aan de natuurlijke- of
rechtspersoon die met de zorgverlener mede hoofdelijk verantwoordelijk is voor de terugbetaling23
van
21 Sociaal Strafwetboek, art. 64.
22 GVU-wet, art. 142 § 2.
23 GVU-wet, art. 142, § 2, en art.164, 2
e lid.
-
18
het onverschuldigde binnen een termijn van veertien dagen die aanvangt de dag na de vaststelling
van de inbreuk24
.
F. Is een proces-verbaal van vaststelling synoniem van een administratief- of
strafrechtelijke procedure?
Het is geen synoniem, maar het kan wel aanleiding geven tot ofwel een
o waarschuwing 25
o administratief- of strafrechtelijke procedure
o verzending van het dossier naar een andere bevoegde instantie (de Orde der geneesheren,
gerechtelijke instanties, de Provinciale geneeskundige commissie, de Dienst voor administratieve
controle, enz) 26.
5. DE VRIJWILLIGE TERUGBETALING Tijdens een verhoor, of wanneer de inspecteurs en controleurs van de DGEC een proces-verbaal van
vatstelling bezorgen ter kennisneming aanbieden, kunnen zij de zorgverleners verzoeken om het
bedrag van de betwiste verstrekkingen vrijwillig terug te betalen die ten onrechte aan de VGVU en
uitkeringen werden aangerekend27
.
Deze terugbetaling belet het verder verloop niet van een administratieve procedure en staat evenmin
de maatregelen tot recuperatie en administratieve geldboetes in de weg28
.
24 GVU-wet, art.142 § 2, 3e lid
25 GVU-wet, art. 139 6°, 2e lid.
26 GVU-wet, art. 145 § 3.
27 GVU-wet, art. 146 § 2, 2
e lid.
28 GVU-wet, art. 142
-
19
III. DE EVALUATIE OPDRACHT
1. WAT IS HET DOEL VAN DE EVALUATIE?
Het doel van de evaluatie is bij te dragen tot een beter gebruik van de middelen die de verplichte
ziekteverzekering ter beschikking stelt. Het departement Evaluatie doet dit door de zorgverleners te
informeren over hun praktijkvoering.
2. OP WELKE ZORGVERLENERS IS DE EVALUATIE VAN TOEPASSING?
De evaluatieopdracht is van toepassing op alle zorgverleners.
3. HOE WORDEN DE ONDERWERPEN VOOR EVALUATIE GEÏDENTIFICEERD?
De onderwerpen die voor evaluatie in aanmerking komen zijn zowel afkomstig van terreinobservaties
als van data-analyses. Onder andere nomenclatuurprestaties, overeenkomsten, voorschrijfgedrag in
verband met geneesmiddelen komen in aanmerking voor evaluatie.De uiteindelijke keuze van het
onderwerp wordt gemaakt aan de hand van een reeks criteria waaronder de te verwachten impact op
de kwaliteit van de zorgen en op de uitgaven in de gezondheidszorg.
4. HOE VERLOOPT EEN EVALUATIEONDERZOEK?
a. De zorgverleners worden geselecteerd in functie van het weerhouden onderwerp .
b. Hun praktijk wordt onderzocht op basis van alle informatie waarover de dienst kan beschikken
(databases, terreinonderzoek).
c. Aan de zorgverleners van wie de praktijk niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen
of de aanbevelingen van goede medische praktijk wordt gevraagd uitleg te geven.
5. WAT GEBEURT ER INDIEN DE ZORGVERLENER DE OPMERKINGEN VAN HET EVALUATIEONDERZOEK NIET OPVOLGT?
Wanneer blijkt dat de zorgverlener niet of onvoldoende rekening heeft gehouden met de opmerkingen
kan de DGEC een administratiefrechtelijke of een strafprocedure opstarten.
6. KAN EEN PROCES-VERBAAL VAN VATSTELLING TIJDENS EEN EVALUATIE WORDEN OPGESTELD?
Indien de inspecteur feiten vaststelt die wijzen op een manifeste wetsovertreding of bedrieglijke
handelingen, zal hij een proces-verbaal van vaststelling opstellen.
-
20
IV. DE CONTROLEOPDRACHT
De DGEC voert onderzoeken uit, zowel op individueel vlak in de provinciale diensten als op nationaal
vlak (Cellule d‟enquêtes nationales – Nationale enquêtecel, CENEC).
De CENEC, samengesteld uit enquêteurs (geneesheren-inspecteurs, apothekers-inspecteurs,
verpleegkundigen controleurs), is een platform voor het bestuderen en oriënteren van mogelijke
onderzoeken. Het coördineert het opzetten van nationale thematische onderzoeken.
De DGEC kan zijn onderzoeken toespitsen op realiteit -conformiteit, op overconsumptie/ overdreven
voorschrijfgedrag of op een combinatie van beiden.
1. ONDERZOEKEN REALITEIT-CONFORMITEIT
A. Wat behelst het begrip realiteit-conformiteit?
Het behelst twee aspecten:
o realiteit: is de verstrekking verricht?
o conformiteit: is de verstrekking verricht volgens de wettelijke bepalingen?
Dit begrip heeft betrekking op de inbreuken die op de reglementering zijn gepleegd, onder meer op de
NGV, evenals op de uitvoeringsbesluiten of de overeenkomsten en akkoorden die zijn gesloten
krachtens deze wet (voor meer details, zie rubriek categorieën van inbreuken).
B. Op wie zijn dergelijke onderzoeken van toepassing?
Bij dit type onderzoeken zijn niet alleen alle zorgverleners betrokken, maar ook de rechthebbenden.
C. Hoe wordt het onderzoek in dit geval gevoerd?
De DGEC verzamelt gegevens over de facturering van de geneeskundige verstrekkingen.
Op basis van het resultaat van hun analyse beslist de DGEC of verder onderzoek noodzakelijk is :
o verzamelen van getuigschriften voor verstrekte hulp (GVVH) bij de ziekenfondsen,
o verhoren van verzekerden, getuigen of zorgverleners.
-
21
2. ONDERZOEKEN OVERCONSUMPTIE
A. Wat betekent het begrip overconsumptie ?
Dit begrip heeft betrekking op het verlenen van overbodige of onnodig dure verstrekkingen en het
voorschrijven van behandelingen of producten die overbodig of onnodig duur zijn, met inbegrip van de
farmaceutische specialiteiten29
.
B. Zijn dergelijke onderzoeken op alle zorgverleners van toepassing?
Dergelijke onderzoeken zijn op alle zorgverleners van toepassing. (zie rubriek verantwoordelijkheid)
C. Hoe wordt overconsumptie vastgesteld?
Er bestaan twee methodes om overconsumptie vast te stellen:
1. Als er AANBEVELINGEN EN INDICATOREN werden gepubliceerd30:
Aanbevelingen betreffende een goede medische praktijk worden eerst bepaald. Vervolgens worden
de indicatoren bepaald over de mate waarin van die aanbevelingen mag worden afgeweken. Indien
die afwijking bij een zorgverlener de door de indicatoren vastgestelde drempel overschrijdt, dan is er
mogelijks sprake van overconsumptie.
Wie definieert de aanbevelingen en de indicatoren?
o Voor alle verstrekkingen (aanrekenbare verstrekkingen, voorschriften voor klinische biologie,
medische beeldvorming, verpleegkundige zorgen of kinesitherapie), behalve de geneesmiddelen
van hoofdstuk II: de Nationale raad voor kwaliteitspromotie (NRKP) 31
o Voor de geneesmiddelen van hoofdstuk II32
:
de aanbevelingen door de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG)
de indicatoren door het Comité voor evaluatie van de medische praktijk inzake
geneesmiddelen (CEG)
o De DGEC kan zelf indicatoren voorstellen aan de NRKP of het CEG33
.
29 GVU-wet, art. 73bis, 4° à 6°.
30 GVU-wet, art. 73 § 2, 1
e tot 3
e lid en 9
e lid.
31 GVU-wet, art. 73 § 2 1
e lid.
32 GVU-wet, art. 73 § 2 2
e lid.
33 GVU-wet, art. 73 § 3 7
e lid.
-
22
o Voor iedere discipline werd een minimum percentage voor het voorschrijven in de ambulante
sector van zogenaamde « goedkope »34
geneesmiddelen bepaald.
o Voor voorschriften van farmaceutische specialiteiten in bepaalde therapeutische klassen in de
ambulante sector bepaalt de Koning, na advies van de NRKP, de normen en evaluatie-
instrumenten.35
2. Als er geen AANBEVELINGEN en INDICATOREN werden gepubliceerd36:
In dat geval wordt de praktijk van de zorgverlener vergeleken met die van normaal voorzichtige en
toegewijde zorgverleners die zich in gelijkaardige omstandigheden bevinden. Men moet onder andere
rekening houden met wetenschappelijke informatie die aanvaard wordt door verenigingen en
instellingen die algemene bekendheid genieten.
D. Hoe verloopt het onderzoek als er aanbevelingen en indicatoren zijn? 37 (zie bijlage 3)
Opmerking: Voor de farmaceutische specialiteiten van hoofdstuk II geldt er een
specifieke procedure. Zij wordt beschreven in de rubriek “procedure in geval van
inbreuk op het voorschrijven van geneesmiddelen van hoofdstuk II“ (schema in
bijlage 5)
In de loop van het onderzoek kan de praktijkvoering van de zorgverlener het voorwerp uitmaken van
een monitoring. Dit betekent dat het prestatie- en/of voorschrijfgedrag van een zorgverlener op basis
van de hierboven beschreven indicatoren wordt opgevolgd.
Hoe verloopt de monitoring concreet?
Wanneer de analyse van de praktijk van de zorgverlener aantoont dat zijn gedrag afwijkt van de
indicatoren, verzoekt de DGEC hem uit binnen de maand zijn verweermiddelen te bezorgen.
Op grond van die uitleg, kan de Leidend ambtenaar van de DGEC
o het dossier afsluiten zonder gevolg
o de praktijk van de zorgverlener onder monitoring plaatsen.
Een profielencommissie kan de Leidend ambtenaar ook vragen om een zorgverlener onder monitoring
te plaatsen op basis van een gemotiveerd dossier.
34 GVU-wet art. 73 § 2, 3
e lid.
35 GVU-wet art. 73 § 2, 9
e tot 12 lid.
36 GVU-wet, art. 73 § 4.
37 GVU-wet, art. 146bis § 1er.
i
-
23
De monitoring, die enkel betrekking heeft op de verstrekkingen waarop de indicatoren van toepassing
zijn, duurt minimum zes maanden. De begindatum wordt aan de betrokkene meegedeeld. Hij wordt
hierbij herinnerd aan de aanbevelingen van goede medische praktijk op dat vlak en ook aan de
maatregelen die hij kan oplopen.
Na afloop van de monitoring wordt de praktijk van de zorgverlener opnieuw onderzocht :
o ofwel heeft hij zijn gedrag aangepast en wordt het onderzoek stopgezet.
o ofwel heeft hij zijn consumptie- of voorschrijfgedrag niet of onvoldoende gecorrigeerd. De Leidend
ambtenaar nodigt hem opnieuw uit om binnen de maand zijn verweermiddelen te bezorgen.
De verantwoording wordt dan aan het Comité van de DGEC voorgelegd.
(vervolg punt F)
Het Comité is het bestuursorgaan van de DGEC38
. Het wordt voorgezeten door een
magistraat en is samengesteld uit:
o twee ondervoorzitters, magistraten,
o en leden die werden voorgedragen door :
de verzekeringsinstellingen (zes leden)
de categorieën van zorgverleners: zes geneesheren, en telkens twee leden van iedere
andere beroepsgroep
die zijn stemgerechtigd.
de Orde van Geneesheren (twee leden)
en de Orde van Apothekers (twee leden).
met raadgevende stem
Twee regeringscommissarissen wonen de vergaderingen van het Comité bij.
E. Hoe verloopt het onderzoek als er geen aanbevelingen en indicatoren
zijn39?
(Zie bijlage 4)
De DGEC onderzoekt de praktijk van de zorgverlener. Daartoe baseert de DGEC zich op de gegevens
die hij ontving van de verzekeringsinstellingen of van een profielencommissie. Hij verzamelt ook
gegevens op eigen initiatief. De vaststellingen van de profielencommissies hebben bewijskracht tot het
tegendeel is bewezen en kunnen dus als zodanig worden gebruikt om de inbreuken vast te stellen.
Aan de zorgverlener wordt meegedeeld dat hij gedurende minimum zes maanden onder monitoring is
geplaatst. Hij wordt herinnerd aan de notie van goede praktijk die van toepassing zijn op zijn
praktijkgedrag.
De gegevens betreffende de zorgverlener worden vergeleken met die van normaal voorzichtige en
toegewijde zorgverleners die zich in gelijkaardige omstandigheden zouden bevinden40.
Er wordt
38 GVU-wet, art. 140 § 1
39 GVU-wet, art. 146bis § 2
40 GVU-wet art. 73 § 4
i
-
24
rekening gehouden met wetenschappelijke informatie die aanvaard wordt door wetenschappelijke
instellingen en/of verenigingen die algemene bekendheid genieten.
Wanneer een inbreuk wordt vastgesteld, wordt een proces-verbaal van vatstelling ter kennisgeving
aangeboden aan de zorgverlener die verzocht wordt zich binnen een termijn van één maand
schriftelijk te verantwoorden.
De verantwoording wordt dan aan het Comité van de DGEC voorgelegd.
F. Welke beslissingen kan het Comité van de DGEC nemen?
Na onderzoek van de verantwoordingen kan het Comité van de DGEC:
o het dossier afsluiten zonder gevolg
o het dossier afsluiten met een waarschuwing
o de Leidend ambtenaar gelasten om de zaak bij de Kamer van eerste aanleg aanhangig te maken
en, indien dat het geval is, tezelfdertijd de natuurlijke- of rechtspersoon verwittigen via een
aangetekend schrijven, die met de zorgverlener mede hoofdelijk verantwoordelijk is voor de
terugbetaling41.
De Leidend ambtenaar heeft als bijkomende bevoegdheid het recht om beroep in te
stellen tegen de beslissingen van het Comité42
.
41 GVU-wet art.164, 2
e lid
42 GVU-wet, art. 146bis § 2, 6
e lid
i
-
25
V. DE VERANTWOORDELIJKHEID
1. Wie is in principe verantwoordelijk voor de vastgestelde inbreuken?
De zorgverlener die het voorschrift, het getuigschrift of het interne document (in het geval van
verzamelgetuigschriften) heeft ondertekend, is verantwoordelijk zowel op het vlak van realiteit-
conformiteit als van het goede gebruik van de financiële middelen die door de Verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen ter beschikking worden gesteld.
Worden gelijkgesteld43
met “zorgverleners”: de natuurlijke of rechtspersonen die
o zorgverleners tewerkstellen
o de zorgverlening organiseren
o de inning organiseren van de door de verzekering geneeskundige zorgen verschuldigde bedragen
2. Wie is verantwoordelijk voor de inbreuken die door de stagiair zijn gepleegd in het kader van zijn stage?
De stagemeester is verantwoordelijk voor de inbreuken die de stagiair in het kader van zijn stage heeft
gepleegd, voor zover die gebreken aan hem zijn toe te schrijven44.
3. Kan een zorgverlener die overbodige of onnodig dure verstrekkingen initieert worden vervolgd?
Hij kan dezelfde maatregelen opgelegd krijgen als de zorgverlener die ze is blijven voorschrijven of
uitvoeren45
.
4. Kan een zorgverlener die overbodige of onnodig dure verstrekkingen uitvoert en aanrekent op basis van een voorschrift van een geneesheer, worden vervolgd?
Deze zorgverlener draagt de volle verantwoordelijkheid voor de aangerekende verstrekkingen46
.
5. Kan een natuurlijke of rechtspersoon die een zorgverlener aanzet tot overconsumptie of overdreven voorschrijfgedrag worden vervolgd?
Deze persoon kan worden vervolgd nadat de maatregelen die de zorgverlener heeft opgelegd
gekregen, definitief zijn geworden, met andere woorden, nadat de termijnen voor hoger beroep zijn
verstreken47
.
43 GVU-wet, art. 2, n.
44 GVU-wet, art. 157 § 2, eerste lid.
45 GVU-wet, art. 157 § 2, tweede lid.
46 GVU-wet, art. 73 § 1 derde lid.
47 GVU-wet, art. 73bis 8° en art. 142 § 1er derde lid.
-
26
6. Kan men verplicht worden tot het terugbetalen van verstrekkingen uitgevoerd door een derde?
Een natuurlijke of rechtspersoon die de terugbetalingen voor eigen rekening heeft geïnd is met de
zorgverlener die de verstrekkingen ten onrechte heeft aangerekend, mede hoofdelijk verantwoordelijk
voor de terugbetaling48
.
48 GVU-wet, art. 164, tweede lid.
-
27
VI. CATEGORIEEN VAN INBREUKEN EN MAATREGELEN
1. WELKE TYPES INBREUKEN49 EN EVENTUELE MAATREGELEN50 BESTAAN ER?
A. Inbreuken van categorie 1 (“niet uitgevoerd”)
Het opstellen, laten opstellen, afleveren of laten afleveren van reglementaire documenten die de
terugbetaling toelaten van de geneeskundige verstrekkingen die niet werden verleend of afgeleverd.
Maatregelen: terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die onterecht aan de verzekering
voor geneeskundige verzorging zijn aangerekend en bovendien de betaling van een administratieve
geldboete tussen 50% en 200% van het terug te betalen bedrag.
B. Inbreuken van categorie 2 (“niet conform”)
Het opstellen, laten opstellen, afleveren of laten afleveren van reglementaire documenten die de
terugbetaling toelaten van de geneeskundige verstrekkingen die niet voldoen aan de voorwaarden
bepaald in de GEC-wet.
Bijv.: uitvoeren en aanrekenen van een huisbezoek „s nachts terwijl de patiënt overdag heeft gebeld
en het bezoek „s avonds is afgelegd.
Maatregelen: terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die onterecht aan de verzekering
voor geneeskundige verzorging zijn aangerekend en/of de betaling van een administratieve boete
tussen 5% en 150% van de waarde van het onverschuldigde bedrag.
De terugbetaling stemt overeen met de financiële schade die de verzekering voor geneeskundige
verzorging heeft geleden en die door de DGEC wordt geraamd (principe van de differentiële
terugbetaling). In het aangehaalde voorbeeld betekent dat het verschil in terugbetaling tussen het
nachtbezoek en het huisbezoek overdag.
C. Inbreuken van categorie 3 (“noch curatief,noch preventief”)
Het opstellen, laten opstellen, afleveren of laten afleveren van reglementaire documenten die de
terugbetaling toelaten van de VGVU wanneer de uitgevoerde verstrekkingen noch preventief noch
curatief zijn in de zin van artikel 34
In artikel 34 worden alle verstrekkingen opgesomd die door de VGVU kunnen worden terugbetaald en
die, onder andere, in de NGV zijn opgenomen.
Bijv.: het gebruik van nomenclatuurcodes voor verstrekkingen met esthetische doeleinden die niet
mogen worden aangerekend (bijvoorbeeld een laserepilatie).
49 GVU-wet, art. 73bis.
50 GVU-wet, art. 142 § 1
er.
-
28
Maatregelen: terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die onterecht aan de verzekering
voor geneeskundige verzorging zijn aangerekend en de betaling van een administratieve geldboete
tussen 5% en 100% van het terug te betalen bedrag.
D. Inbreuken van categorie 4 (“uitvoeren van overbodige of onnodig dure
verstrekkingen”)
Het uitvoeren en aanrekenen aan de verzekering voor geneeskundige verzorging van overbodige of
onnodig dure verstrekkingen.
Bijv.: uitvoeren van technische onderzoeken of andere zorgvertrekkingen die medisch niet
verantwoord zijn.
Maatregelen: terugbetaling van de waarde van de verstrekkingen die onterecht aan de verzekering
voor geneeskundige verzorging zijn aangerekend en de betaling van een administratieve geldboete
tussen 5% en 100% van het terug te betalen bedrag.
De terugbetaling stemt overeen met de financiële schade die de verzekering voor geneeskundige
verzorging heeft geleden en die door de DGEC wordt geraamd.
E. Inbreuken van categorie 5 (“voorschrijven van overbodige of onnodig dure
geneesmiddelen of van technische onderzoeken”)
Voorschrijven en aldus laten aanrekenen aan de verzekering voor geneeskundige verzorging van
overbodige of onnodig dure verstrekkingen. Die inbreuk is ook van toepassing op het voorschrijven
van geneesmiddelen met uitzondering van die uit hoofdstuk II (zie categorie 6).
Bijv.: Voorschrijven voor een groot aantal patiënten van een dosis vitamine D, ongeacht hun leeftijd of
pathologie.
Maatregel: betaling van een administratieve geldboete tussen 500 en 50.000 EUR.
F. Inbreuken van categorie 6 (“voorschrijven van bepaalde geneesmiddelen”)
Voorschrijven en dus laten aanrekenen aan de VGVU van sommige farmaceutische specialiteiten
waarbij onvoldoende rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van de Commissie
tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG).
Het gaat hier om het voorschrijven van farmaceutische specialiteiten van « hoofdstuk II » waarvan de
terugbetaling vroeger afhing van de voorafgaande toestemming van de adviserend geneesheer. Die
toestemming is nu niet meer vereist maar er kan nog steeds a posteriori worden nagegaan of het
voorschrift in overeenstemming is met de aanbevelingen van de CTG (zie rubriek Procedure in geval
van inbreuk op het voorschrijven van geneesmiddelen van hoofdstuk II).
Maatregel: betaling van een administratieve geldboete tussen 500 en 20.000 EUR.
-
29
G. Inbreuken van categorie 7 (“niet conforme documenten”)
Het opstellen, laten opstellen, afleveren of laten afleveren van reglementaire documenten die de
terugbetaling toelaten van de geneeskundige verstrekkingen wanneer deze documenten niet voldoen
aan de louter administratieve formaliteiten die de vergoedingsvoorwaarden van de geneeskundige
verstrekkingen niet in het gedrang brengen.
Bijv.: het niet vermelden van gegevens waarmee de verzekerbaarheid van de patiënt kan worden
nagegaan, het niet vermelden van de identificatie van de zorgverlener, van de streepjescode op het
voorschrift van de geneesmiddelen, van de volledige identiteit van de patiënt, ….
Maatregel: betaling van een administratieve geldboete tussen 50 en 500 EUR.
H. Inbreuken van categorie 8 (“aanzetten tot het voorschrijven of uitvoeren van
overbodige of onnodig dure verstrekkingen”)
Het aanzetten van de zorgverlener tot het voorschrijven of uitvoeren van verstrekkingen of tot het
leveren van producten die overbodig of onnodig duur zijn.
Hier wordt iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld die een zorgverlener aanzet tot
overconsumptie of overdreven voorschrijfgedrag van geneeskundige verstrekkingen.
Maatregel: betaling van een administratieve geldboete van 1.000 tot 250.000 EUR, na veroordeling
van de betrokken zorgverlener.
2. HET UITSTEL VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN DE BESLISSING (ADMINISTRATIEVE GELDBOETE)
Een administratieve geldboete kan geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk voor één tot drie jaar worden
opgelegd indien de Leidend ambtenaar of de administratieve instanties bij de DGEC geen enkele
andere geldboete of maatregel heeft opgelegd binnen een periode van drie jaar voorafgaand aan de
uitspraak51
.
3. DE HERROEPING VAN HET UITSTEL Het uitstel is van rechtswege herroepen wanneer de zorgverlener binnen de proeftermijn veroordeeld
wordt voor een nieuwe inbreuk op artikel 73bis52
.
51 GVU-wet, art. 157 § 1, 1e en 2e lid.
52 GVU-wet, art. 157 § 1, 3e lid.
-
30
VII. ADMINISTRATIEFRECHTELIJKE PROCEDURES
De wet kent een beslissingsrecht toe aan de “Leidend ambtenaar of de door hem
aangeduide ambtenaar”. Voor een betere leesbaarheid wordt in de tekst alleen de
term „Leidend ambtenaar‟ (LA) gebruikt.
1. PROCEDURES IN EERSTE AANLEG
A. Wat zijn de procedures in eerste aanleg?
Er zijn twee procedures in eerste aanleg:
o de procedure voor de Leidend ambtenaar
o de procedure voor de Kamer van eerste aanleg.
B. Hoe wordt de te volgen procedure bepaald?
De procedure hangt af van de categorie van inbreuk (zie rubriek categorieën van inbreuken en
maatregelen) :
a. Bij inbreuk van categorieën 1, 2, 3
o Indien de waarde van de betwiste verstrekkingen lager is dan 25.000 EUR, de Leidend ambtenaar
van de DGEC heeft de bevoegdheid om zich uit te spreken over maatregelen voorzien voor de
inbreuken van categorieën 1, 2, 3, m.a.w. de terugvordering van het onverschuldigde en het
eventueel opleggen van een administratieve geldboete 53
.
o Indien de waarde hoger is dan 25.000 EUR, is de Kamer van eerste aanleg bevoegd.
De Kamer van eerste aanleg54
is een administratief rechtscollege dat met volle
rechtsmacht kennisneemt van de betwistingen die bij haar aanhangig worden
gemaakt. Zij wordt voorgezeten door een magistraat die wordt bijgestaan door:
o twee artsen die door de Koning werden benoemd op voordracht van de
verzekeringsinstellingen
o twee vertegenwoordigers van de betrokken beroepsgroepen die door de Koning
werden benoemd op voordracht van de betrokken beroepsgroepen.
Alle leden zijn stemgerechtigd. De leden niet-magistraten zetelen niet als
vertegenwoordigers van de groepen die hen hebben voorgedragen, maar omwille
van hun vakkennis .
b. Bij inbreuk van categorieën 4, 5, 6
De maatregel wordt altijd opgelegd door de Kamer van eerste aanleg.
c. Bij inbreuk van categorieën 7 en 8
De maatregel wordt altijd opgelegd door de Leidend ambtenaar55
.
53 GVU-wet, art. 143 § 1
er 1°.
54 GVU-wet, art. 145 § 1 2e lid.
i
i
-
31
C. Hoe verloopt de procedure voor de Leidend ambtenaar?
De Leidend ambtenaar brengt de zorgverlener binnen de twee jaar na de datum van het proces-
verbaal van vaststelling, met een aangetekende brief op de hoogte van de tenlasteleggingen die tegen
hem zijn geformuleerd. Hij verzoekt hem om eventuele verweermiddelen via een aangetekende brief
over te maken binnen de twee maanden.
Na ontvangst van de verweermiddelen, of bij gebreke daaraan, na die termijn van twee maanden,
neemt de Leidend ambtenaar één van de volgende gemotiveerde beslissingen: terugvordering van het
onverschuldigde bedrag en/of een administratieve geldboete volgens de categorie van de inbreuk.
Deze beslissing wordt ter kennis gebracht met een aangetekende brief met ontvangstbewijs binnen de
drie maanden na de ontvangst van de verweermiddelen, of, bij gebreke daaraan, binnen de drie
maanden na het verstrijken van de termijn om verweermiddelen te bezorgen.
De beslissing wordt afgeleverd in ofwel56
o de woonplaats van de bestemmeling
o zijn verblijfplaats,
o zijn gekozen woonplaats.
D. Hoe verloopt de procedure voor de Kamer van eerste aanleg?
De procedure voor de Kamer van eerste aanleg verloopt principieel tegensprekelijk nadat een zaak
aanhangig is gemaakt via een verzoekschrift. Dit verzoekschrift kan ter griffie worden neergelegd of
naar deze griffie aangetekend verstuurd. De partijen verschijnen in persoon, maar kunnen zich ook
laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat of een raadsman van hun keuze57
. De
standpunten van de partijen worden weergegeven in besluiten die de partijen voorafgaandelijk aan
elkaar meedelen. Wanneer de partijen documenten ter ondersteuning van hun middelen willen
neerleggen, dienen die ook voorafgaandelijk meegedeeld te worden. Nadat de zaak, door wisseling
van besluiten en stukken kan gepleit worden, worden de partijen opgeroepen voor de mondelinge
behandeling op een rechtsdag die vastgesteld wordt door de Voorzitter van de Kamer van eerste
aanleg.
Na de partijen te hebben gehoord, neemt zij een gemotiveerde beslissing waarin uitspraak wordt
gedaan over het geschil.
Bevoegdheid van de Kamer van eerste aanleg58
:
o de maatregelen opleggen voor de inbreuken van categorieën 1, 2, 3 die niet
onder de bevoegdheid vallen van de Leidend ambtenaar (zie hoger).
o de maatregelen opleggen bij inbreuken van categorieën 4, 5, 6
o het hoger beroep behandelen dat door de zorgverleners is ingesteld tegen de
beslissingen van de Leidend ambtenaar
o het hoger beroep behandelen dat door de Leidend ambtenaar is ingesteld tegen
beslissingen van het Comité
55 GVU-wet, art. 143 § 1
er 2°.
56 GVU-wet, art. 156 § 3.
57 GVU-wet, art. 145 § 4.
58 GVU-wet, art. 144 § 2.
i
i
-
32
2. PROCEDURES IN GRAAD VAN BEROEP A. Kan tegen de beslissingen van de LA hoger beroep worden ingesteld59?
De beslissingen van de LA kunnen worden betwist voor de Kamer van eerste aanleg door beroep in te
stellen binnen één maand te rekenen vanaf de datum waarop de beslissing werd aangeboden.
B. Kan tegen de beslissingen van de Kamer van eerste aanleg hoger beroep worden
ingesteld60?
De beslissingen van de Kamer van eerste aanleg kunnen worden betwist door zowel de LA als door
de zorgverlener zelf voor de Kamer van beroep door hoger beroep in te stellen binnen één maand te
rekenen vanaf. de datum waarop de beslissing werd aangeboden.
De Kamer van beroep61
is een administratief rechtscollege, voorgezeten door een
magistraat die wordt bijgestaan door
o twee artsen die door de Koning werden benoemd op voordracht van de
verzekeringsinstellingen
o twee vertegenwoordigers van de betrokken beroepsgroepen die door de Koning
werden benoemd op voordracht van de betrokken beroepsgroepen
Enkel de Voorzitter is stemgerechtigd. De leden niet-magistraten zetelen niet als
vertegenwoordigers van de groepen die hen hebben voorgedragen, maar omwille
van hun vakkennis.
C. Kan tegen de beslissingen van de Kamer van beroep administratief
cassatieberoep worden ingesteld62?
Administratief cassatieberoep bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, is mogelijk binnen
een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de KVB. De
Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, oordeelt als cassatierechter. Als een beslissing van de
KVB door de Raad van State wordt vernietigd, wordt de zaak terug verwezen naar de KVB die anders
wordt samengesteld. Het administratief kortgeding voor de Raad van State is evenwel niet mogelijk.
Het beroep, hoger beroep of het administratief cassatieberoep is niet opschortend
voor de betalingsplicht. De beslissingen van de Leidend ambtenaar, van de Kamer
van eerste aanleg en de Kamer van beroep zijn van rechtswege uitvoerbaar,
niettegenstaande hoger beroep63
.
Het bedrag (het onverschuldigde en/of de eventuele administratieve geldboete) moet
dus worden terugbetaald door de zorgverlener en/of de fysieke of rechtspersoon die
samen met de zorgverlener hoofdelijk gehouden is tot terugbetaling. Wanneer de
beslissing waartegen beroep werd ingesteld wordt hervormd, zal het Instituut
desgevallend moeten overgaan tot de terugstorting.
59 GVU-wet, art. 156 § 3
60 GVU-wet, art. 156 § 2, 1e lid
61 GVU-wet, art. 145 § 1, 3e lid.
62 GVU-wet, art. 156 § 2, 2e lid.
63 GVU-wet, art. 156 § 1
er.
i
i
-
33
D. Wanneer begint de beroepstermijn te lopen64
?
De termijn begint te lopen op de eerste werkdag volgend op de kennisgeving per aangetekende brief
met ontvangstbevestiging.
E. Hoe verloopt de procedure voor de Kamer van beroep?
De procedure voor de Kamer van beroep verloopt principieel tegensprekelijk nadat een beroep
aanhangig is gemaakt via een verzoekschrift. De partijen verschijnen in persoon, maar kunnen zich
ook laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat of een raadsman van hun keuze. De
standpunten van de partijen worden weergegeven in besluiten die de partijen voorafgaandelijk aan
elkaar meedelen. Wanneer de partijen documenten ter ondersteuning van hun middelen willen
neerleggen, dienen die ook voorafgaandelijk meegedeeld te worden. Nadat de zaak, door wisseling
van besluiten en stukken, kan gepleit worden, worden de partijen opgeroepen voor de mondelinge
behandeling op een rechtsdag die vastgesteld wordt door de Voorzitter van de Kamer van beroep.
Na de partijen te hebben gehoord, neemt zij een gemotiveerde beslissing waarin uitspraak wordt
gedaan over het geschil.
De Leidend ambtenaar heeft als bijkomende bevoegdheid het recht om beroep in te
stellen tegen de beslissingen van het Comité.
3. TERMIJNEN (zie bijlage: tijdlijn)
A. Binnen welke termijn moeten de vaststellingen65
gebeuren?
De materiële bestanddelen van de inbreuken die bedoeld zijn in artikel 73bis worden door de sociaal
inspecteurs66
vastgesteld in een proces-verbaal overeenkomstig artikel 64 van het Sociaal
Strafwetboek.
Deze processen-verbaal van vatstelling moeten binnen de twee jaar worden opgesteld, te rekenen
vanaf de datum waarop ofwel:
o het ziekenfonds de documenten betreffende de betwiste aanrekening heeft ontvangen (de termijn
begint dus te lopen vanaf de datum van indiening van het document bij het ziekenfonds, en niet
vanaf de uitvoeringsdatum van de verstrekking of het opstellen van het document)
o de DGEC de vaststellingen heeft ontvangen vanwege de profielencommissies of het Nationaal
College van adviserend geneesheren.
64GVU-wet, art. 156 § 2
65 GVU-wet, art. 142, § 2.
66 GVU-wet, art. 146, § 1, samen te lezen met artikel 16 van het Sociaal Strafwetboek.
i
-
34
B. Welke termijnen moeten in acht nemen
O voor inbreuken van de categorieën 1, 2, 3 die tot de bevoegdheid van de
Leidend ambtenaar behoren?
O van de categorie 767?
Binnen de twee jaar, te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal van vaststelling, moeten de
betwistingen worden ingeleid bij de Leidend ambtenaar met de uitnodiging om de verweermiddelen te
bezorgen. De zorgverlener heeft twee maanden om met een aangetekende brief zijn verweermiddelen
te bezorgen. Na die termijn of na de ontvangst van de verweermiddelen moet de Leidend ambtenaar
zijn beslissing binnen de drie maanden meedelen aan de zorgverlener.
C. Binnen welke termijn moeten de beslissingen voor inbreuken van de
categorie 8 (aanzetten tot overconsumptie) worden genomen?
De beslissingen moeten door de Leidend ambtenaar de door hem aangewezen ambtenaar genomen
worden binnen de twee jaar nadat de beslissing die is genomen op basis van de inbreuken van
categorieën 4, 5 en 6 ten laste van de zorgverlener(s) definitief is geworden.
D. Binnen welke termijn moeten de betwistingen die tot de bevoegdheid
behoren van de Kamers van eerste aanleg, worden ingeleid68?
De betwistingen die tot de bevoegdheid behoren van de Kamers van eerste aanleg, moeten, op straffe
van verval, binnen een termijn van drie jaar na de datum van het proces-verbaal van vaststelling bij
die Kamers worden ingeleid.
E. Kunnen voormelde termijnen worden geschorst69?
Die termijnen zijn geschort gedurende de volledige burgerrechtelijke, strafrechtelijke of tuchtrechtelijke
procedure waar de zorgverlener bij betrokken is en waarvan de afloop bepalend kan zijn voor de
behandeling van de zaak door de Leidend ambtenaar of de Kamer van eerste aanleg.
F. Kan de terugbetaling van de waarde van de onrechtmatig aangerekende
verstrekkingen of de betaling van de administratieve geldboetes worden
uitgesteld?
Enkel de administratieve geldboete geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk kan worden opgelegd.
De beslissingen van de verschillende administratieve en juridictionele instanties (Leidend ambtenaar,
Kamer van eerste aanleg en Kamer van beroep) zijn van rechtswege uitvoerbaar, zelfs in geval de
67 GVU-wet, art. 142 § 3 1°.
68 GVU-wet, art. 142 § 3 3° 1
e lid.
69 GVU-wet, art. 142 § 3 3° 2
e lid.
-
35
betrokkene hiertegen beroep aantekent. Vanaf de eerste werkdag die volgt op de kennisgeving van de
beslissing zijn er interesten verschuldigd aan de wettelijke interestvoet in sociale zaken.
Er kunnen echter wel betalingstermijnen worden toegekend op basis van een gemotiveerde aanvraag,
vergezeld van de nodige bewijsstukken70
.
4. BEKENDMAKING VAN DE BESLISSINGEN71
De definitieve beslissingen worden op anonieme wijze gepubliceerd op de website www.riziv.be >
Zorgverleners > Algemene info > Rechtspraak & Kamers van beroep > anonieme beslissingen.
70 GVU-wet, art. 156 § 1.
71 GVU-wet, art. 157 § 3.
http://www.riziv.be/http://inami.fgov.be/care/nl/index.htmhttp://inami.fgov.be/care/nl/index_3.htm
-
36
VIII. PROCEDURE IN GEVAL VAN INBREUK OP HET VOORSCHRIJVEN VAN GENEESMIDDELEN VAN HOOFDSTUK II72
Ter herinnering, het betreft hier inbreuken van categorie 6.
De inbreuken op het voorschrijven van “geneesmiddelen van hoofdstuk II” worden in de
gecoördineerde wet als volgt beschreven73
:
« farmaceutische specialiteiten voorschrijven […] boven de indicatoren, zonder voldoende de
aanbevelingen na te leven […] »
Het voorschrijven van geneesmiddelen van hoofdstuk II is niet onderworpen aan de voorafgaande
toestemming van de adviserend geneesheer. Er kan evenwel a posteriori worden nagekeken of het
voorschrijfgedrag voor die geneesmiddelen in overeenstemming is met de aanbevelingen van de
Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG). De voorschrijver draagt dus zelf de
verantwoordelijkheid om het geneesmiddel voor te schrijven conform de geldende aanbevelingen.
Hierop wordt evenwel een tolerantiemarge van 20 % voorzien.
Hoe verloopt de procedure van evaluatie en a posteriori controle? (zie bijlage 5)
A. Vaststelling van indicatoren
Het Comité voor evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen (CEG) stelt indicatoren74
vast. Op basis van deze indicatoren zal het voorschrijfprofiel van de artsen onderzocht worden inzake
de naleving van de aanbevelingen.
Deze indicatoren zullen bekendgemaakt worden in de rubriek “officiële berichten” van het Belgisch
Staatsblad en op de website van het RIZIV (www.riziv.be). Het RIZIV zal alle artsen informeren.
B. Start van de evaluatie
De evaluatieperiode start na de publicatie van de indicatoren.
Indien gedurende de evaluatieperiode het voorschrijfgedrag van een arts manifest afwijkt van de
aanbevelingen (boven de drempelwaarden gedefinieerd op basis van de indicatoren) zal de arts
verzocht worden om zijn schriftelijke verantwoording binnen de maand te bezorgen aan de DGEC van
het RIZIV. Indien zijn verklaringen
o overtuigen, wordt zijn dossier zonder gevolg afgesloten.
72 GVU-wet, art. 146bis § 1er.
73 GVU-wet art. 73bis.
74 GVU-wet, art. 73 § 2, 2e lid.
http://www.riziv.be/
-
37
o niet overtuigen, start een monitoringfase voor de betrokken voorschriften, voor een periode van
ten minste zes maanden.
C. Bewijselementen in het medisch dossier te bewaren tijdens de monitoringfase
De precieze gegevens die in het medisch dossier moeten worden bijgehouden vanaf de start van
deze monitoringfase en gedurende heel deze fase, zullen op de websites van het RIZIV www.riziv.be
en van het Belgisch centrum voor farmaco-therapeutische informatie (BCFI) gepubliceerd worden.
(www.bcfi.be).
D. Einde van de monitoringfase
Indien na afloop van de monitoringfase blijkt dat de arts zijn voorschrijfgedrag
o heeft aangepast conform de aanbevelingen, stopt de evaluatie.
o niet of onvoldoende heeft aangepast wordt hij opnieuw verzocht om, binnen de maand na datum
van het verzoek, zijn schriftelijke verklaringen te bezorgen aan het Comité van de Dienst voor
geneeskundige evaluatie en controle (DGEC).
Het Comité is het bestuursorgaan van de DGEC75
. Het wordt voorgezeten door een magistraat en is samengesteld uit: o twee ondervoorzitters, magistraten, o en leden die werden voorgedragen door :
de verzekeringsinstellingen (zes leden)
de categorieën van zorgverleners: zes geneesheren, en telkens twee leden van iedere andere beroepsgroep
die zijn stemgerechtigd.
de Orde van Geneesheren (twee leden)
en de Orde van Apothekers (twee leden). met raadgevende stem Twee regeringscommissarissen wonen de vergaderingen van het Comité bij.
Indien het Comité oordeelt dat de verklaringen van de zorgverlener
o overtuigen, stopt de evaluatie zonder gevolg of met een waarschuwing
o niet overtuigen wordt de arts opnieuw geëvalueerd op basis van een steekproef uit zijn
voorschriften.
E. Evaluatie op basis van een steekproef van voorschriften
Het Nationaal college van adviserend geneesheren (NCAG) zal een steekproef van voorschriften van
dit geneesmiddel nemen en kijken in welke mate ze voldoen aan de aanbevelingen die door de CTG
zijn uitgebracht.
Het Nationaal college van adviserend geneesheren is samengesteld uit adviserend
geneesheren van de verschillende ziekenfondsen.
75 GVU-wet, ART. 140 § 1.
i
i
http://www.riziv.be/http://www.bcfi.be/
-
38
De methodologie van de samenstelling van de steekproef en van de analyse wordt door het NCAG
bepaald en vooraf aan de zorgverlener meegedeeld. De bevindingen die het NCAG heeft
meegedeeld, hebben bewijskracht en worden als zodanig gebruikt door de DGEC om de inbreuken
vast te stellen. Indien blijkt dat die aanbevelingen in meer dan 20 % van de gevallen (tolerantiemarge)
onvoldoende worden opgevolgd, maakt het College de vaststellingen over aan de DGEC die het
dossier naar het Comité doorstuurt.
F. Welke beslissingen kan het Comité van de DGEC nemen?
Op basis van de hierboven beschreven procedures kan het Comité:
o het dossier afsluiten zonder gevolg
o het dossier met een waarschuwing afsluiten
o de Leidend ambtenaar opdragen het dossier aanhangig te maken bij de Kamer van eerste aanleg.
De Kamer van eerste aanleg76
is een administratief rechtscollege dat wordt
voorgezeten door een magistraat die wordt bijgestaan door
o twee artsen die door de Koning werden benoemd op voordracht van de
verzekeringsinstellingen
o twee vertegenwoordigers van de betrokken beroepsgroepen die door de
Koning werden benoemd op voordracht van de betrokken
beroepsgroepen
Alle leden zijn stemgerechtigd. De leden niet-magistraten zetelen niet als
vertegenwoordigers van de groepen die hen hebben voorgedragen, maar
omwille van hun kennis van de beroepsgroep waartoe zij behoren.
Tegen de beslissingen 1° en 2° kan hoger beroep worden ingesteld door de Leidend ambtenaar van
de DGEC, waarbij de zaak dan door de Kamer van eerste aanleg verder wordt afgehandeld.
G. Welke zijn de mogelijke maatregelen?
Als de Kamer van eerste aanleg een inbreuk vaststelt, kan een administratieve geldboete tussen
500 EUR en 20.000 EUR (met of zonder uitstel) worden opgelegd.
De terugbetaling van de voorgeschreven geneesmiddelen is niet voorzien.
Wanneer geen specifieke indicator beschikbaar is (overeenstemmend met
het geneesmiddel uit hoofdstuk II), dan is deze specifieke controleprocedure
niet van toepassing.
76 GVU-wet, art. 145 § 1 2°lid.
i
i
-
39
IX. BIJLAGEN
Op de volgende pagina‟s vindt u de tabellen en schema‟s die de tekst illustreren en samenvatten.
Bijlage 1 : tabellen van de categorieën van inbreuken, de toepasbare maatregelen, administratieve en
juridictionele instantie en procedures.
Bijlage 2 : schema van procedures in functie van de categorieën van inbreuken
Bijlage 3 : schema controleprocedure in geval van overconsumptie of overdreven voorschrijfgedrag
wanneer er aanbevelingen en indicatoren bestaan
Bijlage 4 : schema controleprocedure in geval van overconsumptie of overdreven voorschrijfgedrag bij
gebrek aan aanbevelingen en indicatoren
Bijlage 5 : schema van de specifieke procedure van de controle a posteriori geneesmiddelen uit
hoofdstuk II.
-
40
1. BIJLAGE 1 : CATEGORIEEN VAN INBREUKEN, MAATREGELEN, ADMINISTRATIEVE EN JURIDICTIONELE INSTANTIES EN PROCEDURES
Categorieën van
inbreuken Maatregelen Bevoegd orgaan Procedure
Cat. 1
aanrekenen van
verstrekkingen
die niet zijn
verleend of
afgeleverd
Terugbetaling van
het
onverschuldigde
bedrag en
administratieve
geldboete van 50
tot 200% van het
terug te betalen
bedrag
Maatregelen opgelegd
door
1. Leidend ambtenaar
indien het bedrag van
de betwiste
verstrekkingen < 25.000
EUR
2. Kamer van eerste
aanleg indien het
bedrag van de betwiste
verstrekkingen >25.000
EUR
1. Schriftelijke procedure
voor de Leidend
ambtenaar aanvangend
met het opvragen van de
verweermiddelen.
Beroep mogelijk bij de
Kamer van eerste aanleg
Hoger beroep mogelijk
bij de Kamer van beroep
Administratief
cassatieberoep bij de
Raad van State, afdeling
bestuursrechtspraak
2. Tegensprekelijke
procedure voor de
Kamer van eerste
aanleg
Hoger beroep mogelijk
bij de Kamer van beroep:
Administratief
Cassatieberoep bij de
Raad van State, afdeling
bestuursrechtspraak
Cat. 2
aanrekenen van
niet-conforme
verstrekkingen
Terugbetaling van
het
onverschuldigde
bedrag en/of
administratieve
geldboete van 5 tot
150% van het terug
te betalen bedrag
Cat. 3
aanrekenen van
verstrekkingen
die noch curatief
noch preventief
zijn
Terugbetaling van
het
onverschuldigde
bedrag en
administratieve
geldboete van 5 tot
100% van het terug
te betalen bedrag
-
41
Categorieën van
inbreuken Maatregelen Bevoegd orgaan Procedure
Cat. 4
aanrekenen van
overbodige of
onnodig dure
verstrekkingen
Terugbetaling van
het onverschuldigde
bedrag en geldboete
van 5 tot 100 % van
het terug te betalen
bedrag
zie bijlage 3 of 4
Cat. 5
voorschrijven van
overbodige of
onnodig dure
verstrekkingen
Geldboete tussen
500 EUR en 50.000
EUR
Cat. 6
geneesmiddelen
hoofdstuk II
Geldboete tussen
500 EUR en
20.000 EUR
zie bijlage 5
Cat. 7
administratieve
overtredingen, na
waarschuwing
Geldboete tussen
50 EUR en 500
EUR
Geldboete door de
Leidend ambtenaar
Schriftelijke procedure
voor de Leidend
ambtenaar met opvragen
van de verweermiddelen.
Beroep mogelijk bij de
Kamer van eerste aanleg
Hoger beroep mogelijk bij
de Kamer van beroep
Administratief
cassatieberoep bij de
Raad van State, afdeling
bestuursrechtspraak:
schriftelijke procedure.
Cat. 8 aanzetten
tot voorschrijven
of aanrekenen
van overbodige of
onnodig dure
verstrekkingen
Geldboete van
1.000 EUR tot
250.000 EUR
-
42
2. BIJLAGE 2: SCHEMA VAN DE ADMINISTRATIEVE PROCEDURES IN FUNCTIE VAN DE CATEGORIEEN VAN INBREUKEN.
-
43
Prestaties
1 : niet uitgevoerd
2 : niet conform
3 : noch curatief,
noch preventief
4 : aanrekenen
van...
5 : voorschrijven
van...
...overbodige of
onnodig dure
prestaties
6 : verstrekkingen
hoofdstuk II
(geneesmiddelen)
7 : administratieve
overtreding
8 : aanzetten tot
overdreven
voorschrijfgedrag
Kamer
van
beroep
Raad van
State
Nationaal
college van
adviserend
geneesheren
bedrag van de betwiste verstrekkingen> 25.000 EUR
Comité
Leidend
ambtenaar
Monitoring
6 maand
Monitoring
6 maand
Kamer van
eerste aanleg
LEGENDE
Verdediging niet
aanvaard
beroep
Leidend
ambtenaar
Leidend
ambtenaar
Leidend
ambtenaar
bedrag van de betwiste verstrekkingen< 25.000 EUR
Comité
CA
TE
GO
RIE
N V
AN
IN
BR
EU
KE
NO
ve
rco
nsu
ptie
Re
alit
eit-c
on
form
ite
it
-
3. BIJLAGE 3: CONTROLEPROCEDURE, OVERCONSUMPTIE/ OVERDREVEN VOORSCHRIJFGEDRAG77 IN GEVAL VAN AANBEVELINGEN EN INDICATOREN78
Voor
o alle attesteerbare verstrekkingen
o alle voorschriften van klinische biologie, radiologie, verpleegkundige verzorging en
kinesitherapie
o en de farmaceutische voorschriften, behalve die van de geneesmiddelen uit hoofdstuk II (cfr
schema bijlage 5)
De normen zijn de aanbevelingen NRKP
en de evaluatie-instrumenten zijn :
o de indicatoren van duidelijke afwijking NRKP en
o de indicatoren DGEC, goedgekeurd door de NRKP.
Voor de voorschriften in de ambulante sector van bepaalde « goedkope »79
farmaceutische
specialiteiten worden in de wet, voorlopige normen vastgelegd80
.
Voor de voorschriften in de ambulante sector van farmaceutische specialiteiten in bepaalde
therapeutische klassen, worden de normen vastgelegd door de Koning, na advies van de NRKP81
.
PROCEDURE : zie schema
77 GVU-wet art. 73 § 2
78 GVU-wet, art. 73 § 2 1e lid
79 GVU-wet art. 34 5° b en c.
80 GVU-wet art. 73 § 2 5
e lid.
81 GVU-wet art. 73 § 2, 9
e tot 12
e lid.
-
45
INFO :
profielencommissie
INFO DGEC of
V.I.
Leidend ambtenaar :
toetsing aan de
indicatoren
Afsluiten
zonder
gevolg
NIET
OK OK
6 maand
1 maand
DGEC
Leidend
ambtenaar
Comité
Vraag
monitoring
Vaststellen
voor PJ
NIET
OK
Leidend
ambtenaar
PJ en verzoek
verantwoording
Monitoring
1 maand
NIET
OK
NIET
OK
Brengt
verslag uit
OKNIET OK
DGEC : verzameling
gegevens
Afsluiten
zonder
gevolg
Verzoek
verantwoording
OK
Leidend ambtenaar :
onderzoek verantwoording
Afsluiten
zonder
gevolg
Leidend ambtenaar :
aanpassing ?
Comité :
Onderzoek
verantwoording
Afsluiten zonder
gevolg of met
waarschuwing
Kamer van
1ste aanleg
OK
Stop
OK
-
4. BIJLAGE 4: CONTROLEPROCEDURE, OVERCONSUMPTIE/ OVERDREVEN VOORSCHRIJFGEDRAG82 BIJ GEBREK AAN AANBEVELINGEN EN INDICATOREN83
Voor :
o alle attesteerbare verstrekkingen
o alle voorschriften van klinische biologie, radiologie, verpleegkundige verzorging en kinesitherapie
o en de farmaceutische voorschriften, behalve die van de geneesmiddelen uit hoofdstuk II ,
De praktijkvoering van de zorgverlener wordt beoordeeld in vergelijking met die normaal voorzichtige
en toegewijde zorgverleners die zich in gelijkaardige omstandigheden84
. bevinden en men moet onder
andere rekening houden met wetenschappelijke informatie die aanvaard wordt door verenigingen en
instellingen die algemene bekendheid genieten.
PROCEDURE : zie schema
82 GVU-wet art. 73 § 2.
83 GVU-wet art. 73 § 4.
84 GVU-wet art. 73 § 4.
-
47
INFO :
profielencommissie
INFO DGEC of
V.I.
Afsluiten
zonder
gevolg
NIET
OK OK
6 maand
1 maand
DGEC
Leidend
ambtenaar
Comité
Vraag
monitoring
Vaststellen
voor PJ
NIET
OK
Leidend
ambtenaar
PJ en verzoek
verantwoording
Monitoring
1 maand
NIET
OK
NIET
OK
Brengt
verslag uit
OKNIET OK
DGEC : verzameling
gegevens
Afsluiten
zonder
gevolg
Verzoek
verantwoording
OK
Leidend ambtenaar :
onderzoek verantwoording
Afsluiten
zonder
gevolg
Leidend ambtenaar :
aanpassing ?
Comité :
Onderzoek
verantwoording
Afsluiten zonder
gevolg of met
waarschuwing
Kamer van
1ste aanleg
OK
Stop
OK
Leidend ambtenaar :
onderzoek praktijk*
*vergeleken met die van normaal voorzichtige en toegewijde zorgverleners
die zich in gelijkaardige omstandigheden bevinden en men moet
onder andere rekening houden met wetenschappelijke informatie die aanvaard wordt door verenigingen en instellingen die algemene bekendheid genieten.
-
5. BIJLAGE 5: SPECIFIEKE CONTROLEPROCEDURE VAN DE GENEESMIDDELEN VAN HOOFDSTUK II85
Voor de geneesmiddelen uit hoofdstuk II, de normen zijn de aanbevelingen CTG en de evaluatie-
instrumenten zijn
o indicatoren CEG
o indicatoren DGEC goedgekeurd door de CEG.
PROCEDURE : zie schema
85 GVU-wet art. 146bis § 1
-
49
INFO :
profielencommissie
INFO DGEC of
V.I.
Leidend ambtenaar :
toetsing aan de
indicatoren
Afsluiten
zonder
gevolg
NIET
OKOK
6 maand
1 maand
DGEC
Leidend
ambtenaar
Comité
Vraag
monitoring
Vaststellen
voor PJ
NIET
OK
Leidend
ambtenaar
PJ en verzoek
verantwoording
Monitoring
1 maand
NIET
OK
NIET
OK
Brengt
verslag uit
OKNIET OK
DGEC : verzameling
gegevens
Afsluiten
zonder
gevolg
Verzoek
verantwoording
OK
Leidend ambtenaar :
onderzoek verantwoording
Afsluiten
zonder
gevolg
Leidend ambtenaar :
aanpassing ?
Comité :
Onderzoek
verantwoording
Afsluiten zonder
gevolg of met
waarschuwing
Kamer van
1ste aanleg
OK
Stop
NCAG :
samenstelling
steekproef
voorschriften
NCAG : berekening
van de afwijkende
voorschriften
Nationaal
college van
adviserend
geneesheren
Afsluiten
zonder
gevolg
DGEC
Afsluiten
zonder gevolg
of met
waarschuwing
Comité
NIET
OKOK
>20%
-
X. AFKORTINGEN BS Belgisch Staatsblad
CENEC Cellule d‟enquêtes nationales – Nationale enquêtecel
COOPAMI
samenwerkingsplatform dat landen ondersteunt die een universele,
solidaire en duurzame sociale bescherming in het belang van de bevolking
wensen te ontwikkelen of te moderniseren
CEG Comité voor evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen
CTG Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen
DGEC Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle
GC-GRI Gewestelijke commissie van de Geneeskundige raad voor invaliditeit
GEC. WET Gecoördineerde wet : Wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerde op 14 juli 1994
GRI Geneeskundige raad voor invaliditeit
GVU Geneeskundige verzorging en uitkeringen
HCGRI Hoge Commissie van de Geneeskundige raad voor invaliditeit
KB Koninklijk besluit
KEA Kamer van Eerste Aanleg
KvB Kamer van Beroep
LA Leidend ambtenaar
MAF Maximumfactuur
NCAG Nationaal college van adviserend geneesheren
NGV Nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen
NRKP Nationale raad voor kwaliteitspromotie
PV Vatstelling Proces-verbaal van vatstelling = Pro Justitia
PV Verhoor Proces-verbaal van verhoor
RIZIV Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
ROB rustoord voor bejaarden
RVT rust- en verzorgingstehuis
SOCIAAL
STRAFWETBOEK Wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek;
USC Unieke streepjescode
VGVU Verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen
VI Verzekeringsinstellingen
ZIV Ziekte- en invaliditeitsverzekering
-
51
XI. CONTACTEN
TWEETALIGE DIENST VOOR HET
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK
GEWEST
Tervurenlaan 158
1150 BRUSSEL
02/739 79 84
PROVINCIALE DIENSTEN
ANTWERPEN
Eiermarktbuilding
Sint-Katelijnevest 54
2000 ANTWERPEN
03/201 45 50
BRABANT WALLON
Avenue de Tervueren 158
1150 BRUXELLES
02/739 79 84
HAINAUT
Parc Initialis
Boulevard André Delvaux 5
7000 MONS
065/35 42 37 – 39 71 30
Avenue M. Meurée 94
6001 MARCINELLE
071/60 06 60
Rue des Choraux 29
7500 TOURNAI
069/22 61 00 – 45 29 70
LIEGE - LÜTTICH
Rue Fabry, 25
4000 LIEGE
04/229 20 40
Place Verte 23 (1er étage)
4800 VERVIERS
087/35 48 22
LIMBURG
Guffenslaan 33
3500 HASSELT
011/45 77 00
LUXEMBOURG
Rue des Déportés 50 (1er étage)
6700 ARLON
063/22 05 98 – 22 05 99
NAMUR
Avenue Jean Materne, 115-117
5100 Jambes - NAMUR
081/58 53 20 – 73 06 22
OOST-VLAANDEREN
Groeninghecomplex
Zwijnaardsesteenweg 316D
9000 GENT
09/321 80 10
VLAAMS BRABANT
Interleuvenlaan 5
3001 LEUVEN
016/39 26 00
WEST-VLAANDEREN