Dictaat_Derive_2009_06_16_blad19

2
Derive opdrachten 19 Opdracht 2 Gegeven is het algemene functievoorschrift () sin(( ))  f x d a b x c = +  en de standaard sinus () sin( )  f x x =  a: Plot de standaard sinus. b: Neem 1 a  = , 0 c  = , 0 d  =  en voor b  achtereenvolgens 3 en 2  en plot de grafieken. Welk effect heeft de b op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek? c: Neem 1 a  = , 1 b  = , 0 d  =  en voor c  achtereenvolgens 3 en 2  en plot de grafieken. Welk effect heeft de c op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek? d: Neem 1 b  = , 0 c  = , 0 d  =  en voor a  achtereenvolgens 3 en 2  en plot de grafieken. Welk effect heeft de a op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek? e: Neem 1 a  = , 1 b  =  en 0 c  = , en voor d  achtereenvolgens 3 en 2  en plot de grafieken. Welk effect heeft de d op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek? f: Plot in een nieuw plot venster ( ) sin( )  f x x =  en achtereenvolgens de grafieken van de functie met 1 a  = , 2 b  = , 0 c  = , 0 d  =  en dan de functie met 1 a  = , 2 b  = , 3 c  = , 0 d  =  en dan de functie met 2 a  = , 2 b  = , 3 c  = , 0 d  =  en dan de functie 2 a  = , 2 b  = , 3 c  = , 1 d  = . Conclusie: vermenigvuldigen t.o.v. y-as met 1/b verschuiven in x-richting met c vermenigvuldigen t.o.v. x-as met a verschuiven in y-richting met d ( ) ( ) ( ( )) ( ( )) ( ( ))  f x f bx f b x c  f b x c af b x c    ( ( )) d af b x c  +  2. Vergelijkingen oplossen. Wanneer we goniometrische vergelijkingen met de hand oplossen herschrijven we ze, op basis van de rekenregels, tot we een van de drie standaardvergelijkingen hebben. Van deze standaardvergelijkingen weten we de oplossingen. En indien nodig kunnen daaruit de oplossingen voor de gevraagde variabele bepaald worden. De oplossingen van de standaardvergelijkingen zijn eenvoudig te controleren aan de hand van de eenheidscirkel. Dan is ook duidelijk dat de oplossingen op een veelvoud van 2π, genoteerd met k2π. Voorbeelden: 5 6 6 6 18 3 18 3 2 2 sin(3 ) sin( ) 3 2 of 3 2 of  x x k x k x k x k π π π π π  π π  π π π  = = + = + = + = +  4 4 4 cos( ) cos( 2 ) 2 2 of 2 2  x x x x k x x k π π π  π π  = = + = +  4 4 2 2 of 3 2 2 of 4 12 3  x k x k x k x k π π  π π π  π π π  = + = + = + = +  3 tan( 2 0.1 ) tan(0.8 ) 2 0.1 0.8 3 0.9 0.3  x x x x k x k x k  π  π π  = = + = + = +  Opdracht 3 a: Voer de voorbeeldvergelijkingen in Derive in. b: Los de vergelijkingen op met solve. c: Vergelijk de antwoorden van Derive met de met de hand berekende voorbeelden. Wat zijn je conclusies daaruit? 3. Alle oplossingen bepalen vanuit Derive. In opdracht 3 hebben we gemerkt dat we steeds een eindig aantal oplossingen krijgen van Derive, maar dat daar wel oplossingen bij zitten die “hetzelfde zijn”. Hoe bepalen we nu met Derive alle oplossingen?

description

derive 2009

Transcript of Dictaat_Derive_2009_06_16_blad19

  • 7/13/2019 Dictaat_Derive_2009_06_16_blad19

    1/1

    Derive opdrachten 19

    Opdracht 2

    Gegeven is het algemene functievoorschrift ( ) sin( ( ))f x d a b x c= + en de standaard sinus

    ( ) sin( )f x x=

    a: Plot de standaard sinus.

    b: Neem 1a = , 0c = , 0d = en voor b achtereenvolgens 3 en 2 en plot de grafieken.

    Welk effect heeft de b op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek?

    c: Neem 1a = , 1b = , 0d = en voor c achtereenvolgens 3 en 2 en plot de grafieken.

    Welk effect heeft de c op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek?d: Neem 1b = , 0c = , 0d = en voor a achtereenvolgens 3 en 2 en plot de grafieken.

    Welk effect heeft de a op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek?

    e: Neem 1a = , 1b = en 0c = , en voor d achtereenvolgens 3 en 2 en plot de grafieken.

    Welk effect heeft de d op de grafiek in vergelijking tot de standaard grafiek?

    f: Plot in een nieuw plot venster ( ) sin( )f x x= en achtereenvolgens de grafieken van de functie met

    1a = , 2b = , 0c = , 0d = en dan de functie met 1a = , 2b = , 3c = , 0d = en dan de functie

    met 2a = , 2b = , 3c = , 0d = en dan de functie 2a = , 2b = , 3c = , 1d = .

    Conclusie:

    vermenigvuldigen t.o.v . y-as met 1/b verschuiven in x-richting met c

    vermenigvuldigen t.o.v. x-as met a verschuiven in y-richting met d

    ( ) ( ) ( ( ))

    ( ( )) ( ( ))

    f x f bx f b x c

    f b x c af b x c

    ( ( ))d af b x c +

    2.

    Vergelijkingen oplossen.

    Wanneer we goniometrische vergelijkingen met de hand oplossen herschrijven we ze, op basis van de

    rekenregels, tot we een van de drie standaardvergelijkingen hebben. Van deze standaardvergelijkingen

    weten we de oplossingen. En indien nodig kunnen daaruit de oplossingen voor de gevraagde variabele

    bepaald worden.

    De oplossingen van de standaardvergelijkingen zijn eenvoudig te controleren aan de hand van de

    eenheidscirkel.

    Dan is ook duidelijk dat de oplossingen op een veelvoud van 2, genoteerd met k2.

    Voorbeelden:

    5

    6 6 6 18 3 18 3

    2 2sin(3 ) sin( ) 3 2 of 3 2 ofx x k x k x k x k

    = = + = + = + = +

    4 4 4cos( ) cos(2 ) 2 2 of 2 2x x x x k x x k

    = = + = +

    4 4

    22 of 3 2 2 of

    4 12 3x k x k x k x k

    = + = + = + = +

    3tan(2 0.1) tan(0.8 ) 2 0.1 0.8 3 0.9 0.3x x x x k x k x k

    = = + = + = +

    Opdracht 3

    a: Voer de voorbeeldvergelijkingen in Derive in.

    b: Los de vergelijkingen op met solve.

    c: Vergelijk de antwoorden van Derive met de met de hand berekende voorbeelden.

    Wat zijn je conclusies daaruit?

    3. Alle oplossingen bepalen vanuit Derive.

    In opdracht 3 hebben we gemerkt dat we steeds een eindig aantal oplossingen krijgen van Derive, maar

    dat daar wel oplossingen bij zitten die hetzelfde zijn.

    Hoe bepalen we nu met Derive alle oplossingen?