De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver€¦ · De schatkamer van Groningen, Poëzie in...

4
20 De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver Deze brandewijnkom met daarop het jaartal 1763 is één van de objecten met een verhaal. 20

Transcript of De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver€¦ · De schatkamer van Groningen, Poëzie in...

Page 1: De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver€¦ · De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver Deze brandewijnkom met daarop het jaartal 1763 is één van de objecten met een

20

De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver

Deze brandewijnkom met daarop het jaartal 1763 is één van de objecten met een verhaal.

20

Page 2: De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver€¦ · De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver Deze brandewijnkom met daarop het jaartal 1763 is één van de objecten met een

2121

DDe Groninger Zilverkamer in Apingdam herbergt niet alleen het prachtigste zil-verwerk uit de provincie Groningen, maar een aantal voorwerpen heeft ook nog eens de meest poëtische namen en omschrijvingen. Wat te denken van een oc-togonale theepot of een tafellepel met rocaillevormige eindsteel? Of een zilveren hanenkamroomlepel, een balustervormige theepot met kwabvormige deksel, een fi ligraan tafelstuk op houten basement of een cabaret? Het is poëzie in zilver. En als al dat moois nog geen reden genoeg zou zijn voor een bezoekje, dan is het wel de nieuwe expositiezaal, waarin het kerkzilver van diverse kerken uit de omgeving in bruikleen staat te pronken. Of de prachtige tentoonstelling van werken van de Groninger Ploeg, met zo’n vijftig werken uit particulier bezit die tot nu toe nooit of nauwelijks in het openbaar zijn vertoond.

Het historische pand van de Groninger Zilver-kamer laat museale en unieke objecten zien, maar ook alledaags gebruiksgoed. Vooral in de 19e eeuw waren er naast de steden Gronin-gen, Appingedam en Winschoten in liefst meer dan 35 dorpen in de provincie een of meer zilversmeden actief, vertelt Herma Grimmius, locatiemanager van de Groninger Zilverkamer. “Zowel in Friesland, Groningen als in Ost-Fries-land waren de mensen best vermogend. Iets moois van zilver laten maken, of iets van zilver kopen, was niet alleen een manier om te la-ten zien hoe welvarend je was, maar ook een vorm van beleggen. In tijden van tegenspoed kon het zilverwerk weer ingeleverd worden en omgesmolten. Dat vormde uiteraard wel een bedreiging voor allerlei prachtige stukken. Er is heel veel moois gemaakt, maar er is ook heel veel moois weer verdwenen. Een goed voorbeeld van dat proces is een pas door ons verworven hoofdijzer van zilver. Zeldzaam. Want een boerin begón met zilver, maar zodra ze vermogender werd, werd het zilver omge-smolten en kwam er een gouden hoofdijzer voor in de plaats.”

VerhalenDe voorwerpen in de Groninger Zilverkamer zijn prachtig om te zien, maar ze vertellen soms ook verhalen. Verhalen van vroeger. “Die verhalen áchter het zilver zijn heel waar-devol, maar het is maar zelden dat je een stuk binnenkrijgt mét een verhaal,” verzucht Herma Grimmius. Dat was gelukkig wel het geval bij een brandewijnkom van meesterzilversmid Reinder Frima (1714-1782), een van de eerste aankopen. “De inscriptie van deze kom laat het jaartal 1763 zien en de letters HK en GJ. Zeer waarschijnlijk is deze kom gemaakt ter gelegenheid van het huwelijk van Hendrik Pieter Keur en Geertruid Joosten. Als ik zo’n verhaal hoor, ben ik heel benieuwd hoe dat echtpaar eruit heeft gezien, hoe ze woonden, hoe die kom daar in huis stond, hoe hij werd

gebruikt. Daar kom je nooit achter. Maar je kunt er wel eindeloos over nadenken.”

“Ik heb dat ook bij de theebus uit 1841, ge-maakt door Nanno Folmer. Een bus met een slotje erop. Maar waarom zat dat slotje erop? Zodat het personeel er niet bij kon, omdat thee heel erg kostbaar was? Hoe leefde zo’n echtpaar dan? Wat voor personeel hadden ze? Zoiets prikkelt mijn fantasie. Oudere be-zoekers kénnen die verhalen nog. Maar voor jongere mensen ligt dat anders. Zij hebben minder idee bij de achtergronden van het zil-verwerk. Soms hoor ik wel eens: wat moeten we hiermee, het kan niet eens in de vaatwas-ser!” Onbekend maakt onbemind. Vaak wor-den voorwerpen ook niet meer gebruikt, ter-wijl dat juist prima kan. „Hoe mooi is het nou als je met kerst bij elkaar zit aan een prachtig gedekte tafel met fraai zilverwerk. Bij kaars-licht komt het nog eens extra tot zijn recht.”

Het beginHoe is de Groninger Zilverkamer eigenlijk be-gonnen? In 1999 werd de Stichting SNS-fonds Eemsmond opgericht met onder meer het oogmerk de historie en cultuur van Appin-gedam onder de aandacht te brengen. „De stichting begon met de aankoop van Damster objecten die, in langdurige bruikleen, werden ondergebracht bij Museum Stad Appingedam. Het allereerste stuk was een prachtige staan-de klok, gemaakt door J. Oorwijn (1745-1798), ‘burger van de stad Appingedam’. Damster zilver volgde. Maar al gauw werd besloten de verzameling niet te beperken tot Appingedam, maar om zilver uit de hele provincie op te ne-men in de collectie. Toen het huidige gebouw beschikbaar kwam, moest de klok daar ook een mooie plek krijgen, zichtbaar voor ieder-een. Er was echter één probleem: hij paste nergens vanwege zijn hoogte. Dus werd het plafond speciaal voor de klok aangepast en zo kreeg het uurwerk uiteindelijk een prominente

Tekst: Marja Spakman Vanuit haar bureau Myriapoda (= duizendpoot) schrijft Marja Spakman interviews en teksten, redigeert, corrigeert, notuleert, begeleidt schrijfclubs, geeft Nederlandse les, spreekt bij uitvaarten en geeft lezingen over het door haar uitgegeven boek ‘Ik was onderweg’

Foto’s: Annet Eveleens

Het reinigen van zilver moet vooral niet ge-beuren met Silvo-zil-verpoets, omdat daar krijt in zit en dat krast. Beter is de zil-verpoets van Hagerty. Als een voorwerp een-maal goed schoon is, kan het bijgehouden worden met geïmpreg-neerde handschoenen van hetzelfde merk.

Voor het allereerste object, een klok van J. Oorwijn, is speciaal het plafond verhoogd.

Page 3: De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver€¦ · De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver Deze brandewijnkom met daarop het jaartal 1763 is één van de objecten met een

2222

plaats in de ontvangstruimte van de Groninger Zilverkamer.

De Groninger Zilverkamer in de huidige vorm bestaat in september vijf jaar. Het oudste ob-ject uit de collectie is een beker van Cornelis Papinck uit 1620/21. Maar er komen steeds opnieuw bijzondere dingen binnen. “We hebben een heel mooie kraankan ge-kocht, gemaakt door Van Giff en II. (In sommi-

ge geslachten ging het ambacht generaties lang over van vader op zoon.) Het is een Groninger kan, zo verfi jnd en met een bepaalde, haast modern aandoende, strakheid. Het deksel is afgewerkt met twee eikeltjes. Diezelfde eikeltjes zie je, perfect uit-gevoerd, terug in het kapje van het komfoor onder de pot, dat er, in tegenstelling tot bij de meeste kraankannen, gewoon los onder staat en niet in een driekantig basement, zoals vaak te zien is.” Herma Grimmius straalt bijna net zo als de prachtige kraankan als ze erover vertelt.

Vooral gebruikenIn de pas in gebruik genomen nieuwe exposi-tieruimte staat kerkzilver te pronken. In bruik-leen van diverse kerkelijke gemeenten in de provincie. Er zijn ook een paar lege plekken. “Dat zie ik graag,” is de verrassende reactie van Herma Grimmius. Waarom? “Dat betekent dat de kerkelijke gemeente het tijdelijk heeft teruggehaald om het te gebruiken. En dat is heel goed. Dit mooie zilverwerk moet ook ge-bruikt worden!”

Fraaie hebbedingetjes zijn de loddereind-oosjes (in de Groninger Zilverkamer gespeld als loderein). Het zijn kleine doosjes met een vloeibare geurstof in een sponsje om onge-wenste geuren te maskeren. Omdat er aan gesnoven werd, werd onterecht ook wel de naam snuifdoosje gebruikt, maar snuifdoosjes werden gebruikt voor het bewaren van snuif-tabak.

Een haast bizar voorwerp is, ondanks dat het heel strak en mooi is, een ‘mergboor’. “Het was heel sjiek om merg te eten. Met de mergboor haalde je aan tafel het merg uit de botten. Tijden veranderen! Ik moet er niet aan denken!” griezelt Herma Grimmius. Of wat te denken van een naaldenkoker met een oorle-peltje? Het gebruik laat zich raden.

Er is één stuk dat Herma Grimmius al jaren op haar verlanglijstje heeft staan. Maar tege-lijkertijd weet ze dat het onbereikbaar is. Het gaat om een ‘Hansje in de kelder’, een schaal gemaakt door Focko Raerda uit Groningen in 1669. Zo’n ‘Hansje in de kelder’ is een drink-schaal waarin, als de schaal wordt gevuld met drank, een beeldje van een zuigeling (Hansje) omhoog komt. In de zeventiende eeuw was het een gebruikelijk geschenk aan aanstaan-de moeders. Of hij werd door aanstaande moeders getoond aan het bezoek om zonder woorden aan te geven dat er een kind op komst was. Deze ene schaal is nu in het bezit van het Rijksmuseum. En daar zal hij ook wel blijven!

Waarschijnlijk haalbaarder is Grimmius’ wens om meer naai-attributen toe te voegen aan de collectie, zoals een speldenkussen aan een chatelaine. En misschien nog wat meer kin-derspeelgoed. Of een uitbreiding van de ver-zameling miniaturen, die onlangs nog verrijkt is met een miniatuurpijpenstander met echte kalkpijpjes van de hand van stad-Groninger zilversmid Harmannus Leonardus Swarte.

Zet zilver niet in direct zonlicht, dat

scheelt een hoop poetswerk. Ook zilver achter glas hoeft min-

der vaak gepoetst te worden.

De eikeltjes op het deksel van deze

kraankan komen te-rug op het kapje van het losse komfoortje

onder de kan.

Het ‘lodderein’ in loddereindoos-

jes komt van l’ eau de reine, koninginne-

water. Die geurstof, gesprenkeld in een

sponsje, moest onge-wenste geuren mas-

keren.

Een lepel is een lepel. Zou je denken. In de

Groninger Zilver-kamer vind je vele

soorten: tafellepels, roomlepels, strooi-

lepels, sierlepels, apostellepels, hop-

manlepels, geboortele-pels, koffi elepels, mok-

kalepels en zelfs een memorielepel, een olijfl epel en een paar-

denhoefl epel.

Er zijn héél véél ruiten schoon te maken in de

Groninger Zilverka-mer. Troost voor huis-mannen en -vrouwen: ook daar lukt dat niet

altijd streeploos!

Page 4: De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver€¦ · De schatkamer van Groningen, Poëzie in zilver Deze brandewijnkom met daarop het jaartal 1763 is één van de objecten met een

2323

BoekRecent is het boek De Groninger Zilverkamer uitgekomen, samengesteld door Diederik Ninck Blok. Hij is antiquair, gespecialiseerd in zilver en vanaf het eerste uur betrokken bij de Groninger Zilverkamer. “Met dit boek willen we een groot overzicht geven van wat we in huis hebben. Met name van de hoogtepunten,” vertelt Herma Grimmius. Het is bewust geen we-tenschappelijke uitgave, maar een catalogus boordevol prachtige foto’s van fotograaf Hans Westerbrink. Waar mogelijk wordt er interes-sante, historische achtergrondinformatie ge-geven over Groninger zilversmeden. Het boek is uitgegeven bij Philip Elchers

Naast de zilverkamers is er ook nog een ex-positieruimte, waar om de drie maanden een nieuwe tentoonstelling hangt. Altijd zijn ze gerelateerd aan Groningen. Deze keer zijn het, zoals gezegd, Ploegwerken. Hoe Gronings wil je het hebben. De volgende tentoonstelling wordt opnieuw gewijd aan De Ploeg. “Er zijn nog zoveel particuliere werken beschikbaar dat daar nog een mooie tentoonstelling van te maken is,” constateert Herma Grimmius. “Mochten mensen een ‘Ploegschilderij’ in huis hebben dat ze graag eens geëxposeerd zouden zien, zodat iedereen er een keer van kan genieten, dan kunnen ze contact met me opnemen: 06 2658 8992.”

Er is heel veel te vertellen over de Gro-ninger Zilverkamer. Herma Grimmius doet dat met verve, onder toeziend oog van de waakhond..

Herma Grimmius toont trots een bran-dewijnkom met daar-op het jaartal 1763.

Voor Herma Grimmius is het meer dan duide-lijk: “Wat hier neergezet wordt, is fantastisch, werkelijk heel uniek! Kijk, elk streekgebonden museum heeft wel iets van zilver. Maar wij hebben ons echt gespecialiseerd op de hele provincie. Na een aantal jaren verzamelen hebben we nu zo ongeloofl ijk veel en ook zo divers, dat we een prachtige collectie kunnen laten zien.”

De Groninger Zilver-kamer is te vinden aan de Oude Kerk-straat 1 in Appinge-dam en is geopend van dinsdag t/m vrij-dag van 9.30 uur tot 17.00 uur. Op zater-dag van 11.00 uur tot 16.00 uur