De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

139
HOGERE ZEEVAARTSCHOOL ANTWERPEN Onderwijseenheid 1: Navigatie en Navigatiemiddelen De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers Ben De Backer Scriptie voorgedragen tot het behalen Promotor: Kapt. Ynse Janssens van de graad van master in de nautische wetenschappen academiejaar 2009-2010

Transcript of De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

Page 1: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

HOGERE ZEEVAARTSCHOOL ANTWERPEN

Onderwijseenheid 1: Navigatie en Navigatiemiddelen

De One-Man-Operated Bridge aan

boord van sleephopperzuigers

Ben De Backer

Scriptie voorgedragen tot het behalen Promotor: Kapt. Ynse Janssens

van de graad van

master in de nautische wetenschappen academiejaar 2009-2010

Page 2: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers
Page 3: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

HOGERE ZEEVAARTSCHOOL ANTWERPEN

Onderwijseenheid 1: Navigatie en Navigatiemiddelen

De One-Man-Operated Bridge aan

boord van sleephopperzuigers

Ben De Backer

Scriptie voorgedragen tot het behalen Promotor: Kapt. Ynse Janssens

van de graad van

master in de nautische wetenschappen academiejaar 2009-2010

Page 4: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

Woord vooraf

In september 2009 heb ik in het kader van een stage bij DEME voor het

eerst voet gezet op een baggerschip dat uitgerust was met een One-

Man-Operated Bridge. Tijdens deze stage op de 'Brabo' groeide mijn

interesse voor dit onderwerp elke dag en ik heb dan ook beslist om er

mijn eindverhandeling over te schrijven. Zonder een aantal mensen had

deze thesis echter nooit tot stand kunnen komen. In de eerste plaats

gaat mijn dank uit naar mijn promotor, kapitein Ynse Janssens.

Verder ben ik tijdens mijn zoektocht naar informatie zeer veel

interessante en hulpvaardige mensen tegengekomen. Ik druk mijn

erkentelijkheid uit aan:

De heer Steven Quintijn, opleidingsteam Jan De Nul,

de heer Geert Vanneste, hoofd DT&S van DEME,

de heer Wouter Blaas, ingenieur bij IHC Merwede,

de heer Roland Nagtegaal, ingenieur bij IHC Merwede,

kapitein Pierre Woinin, voormalig PSC-inspecteur,

de heer Bart Wackenier, ambtenaar bij de scheepvaartcontrole,

de volledige bemanning van de 'Brabo' en de 'Breydel',

mevrouw Viviane Tilliard, die de taalkundige aanpassingen heeft

verzorgd.

De heer Marc Van de Velde, kapitein van de 'Leiv Eiriksson', zou ik graag

bedanken voor zijn waardevolle tips en kritiek.

In het bijzonder bedank ik de heren François Mullenders en Steven

Vandepoele, die beiden eerste stuurman op de 'Breydel' zijn. Zij hebben

me tot op de laatste momenten enorm geholpen en waren ook

zo vriendelijk om elk hoofdstuk na te lezen en te bekritiseren.

Page 5: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

Inhoudstafel

1 HET ONTSTAAN VAN DE ONE-MAN-OPERATED BRIDGE 3

1.1 DE TECHNISCHE MOGELIJKHEID 3

1.1.1 PLC-SYSTEMEN 5

1.1.1.1 Beschrijving 5

1.1.1.2 Instructies en informatie vòòr de komst van PLC 6

1.1.1.3 Instructies en informatie na de komst van PLC 7

1.1.2 SCADA-SYSTEMEN 7

1.2 DE AANLEIDING TOT ÉÉNMANSBEDIENING 12

1.2.1 COMMUNICATIEPROBLEMATIEK 12

1.2.2 VEILIGHEID 14

1.2.3 EFFICIËNTIE 15

1.3 DEELBESLUIT 17

2 WETGEVINGEN 19

2.1 HET ONTWERP VAN DE BRUG EN DE VERPLICHTE APPARATUUR:

DE SYS-NEQ1-NOTATIE 19

2.1.1 SITUERING 19

2.1.2 DE INTERNATIONAL MARITIME ORGANIZATION (IMO) 23

2.1.2.1 STCW '95-conventie 23

2.1.2.2 MSC-circulaire 982 25

2.1.2.3 MSC-circulaire 566 26

2.1.2.4 IMO-resolutie A.694(17) 27

2.1.2.5 IMO-resolutie A.708(17) 28

2.1.2.6 SOLAS-conventie 28

2.1.2.7 IMO Performance Standards 29

2.1.3 DE INTERNATIONAL ORGANIZATION FOR STANDARDIZATION (ISO) 34

Page 6: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

2.2 BESCHRIJVING VAN DE OMOB AAN DE HAND VAN DE

NAUT-OSV-REGELS 34

2.2.1 DE VERSCHILLENDE WERKPLATFORMEN 35

2.2.2 DE HOOFDCONSOLE OP OMOB-SCHEPEN 40

2.2.2.1 Het gezichtsveld 41

2.2.2.2 De indeling van de instrumenten en apparatuur 44

2.2.2.3 De stoelen van de hoofdconsole 47

2.2.2.4 Het CCTV-systeem 48

2.2.2.5 De Human Machine Interface 48

2.2.3 DE RADIOCONSOLE 51

2.2.4 DE CONSOLE VOOR ROUTEPLANNING 52

2.2.5 DE EXTRA CONSOLE EN DE BAGGERAFSTANDSBEDIENING 53

2.3 DEELBESLUIT 55

3 HET DREDGER CONTROL SYSTEM (DCS) 56

3.1 INLEIDING 56

3.2 DE OPVOLGFUNCTIE 57

3.3 DE INSTRUCTIEFUNCTIE 58

3.4 DE AUTOMATISERINGSFUNCTIE 58

3.5 DE HOOFDPAGINA'S VAN DE SCADA HMI 59

3.5.1 TRAIL 59

3.5.2 DUMP 60

3.5.3 DISCHARGE 60

3.5.4 PIPE AND WINCHES 61

3.5.5 DREDGE SETUP 61

3.5.6 JET SETUP 61

3.5.7 CALIBRATION 61

3.5.8 DIAGNOSTICS 62

3.5.9 AUTOMATION 62

Page 7: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

3.6 UITGEBREIDE BESCHRIJVING VAN DE AUTOMATISERINGSFUNCTIES 62

3.6.1 AUTOMATED LIGHT MIXTURE OVERBOARD (ALMO) 62

3.6.2 AUTOMATIC PUMP CONTROL (APC) 64

3.6.3 AUTOMATIC DRAGHEAD WINCH CONTROL (ADWC) 65

3.6.4 AUTOMATISCHE BEDIENING VAN HET VIZIER 66

3.6.5 AUTOMATIC DRAUGHT CONTROL (ADC) 67

3.6.6 AUTOMATIC PIPE SYSTEM SEQUENCE (APSS) 68

3.6.7 AUTOMATIC DREDGE SYSTEM SEQUENCE (ADSS) 71

3.6.8 AUTOMATIC JET SYSTEM SEQUENCE (AJSS) 72

3.7 KLEURCODES 74

3.7.1 IDENTIFICATIE VAN AFSLUITERS MET EINDSCHAKELAARS 74

3.7.2 IDENTIFICATIE VAN AFSLUITERS MET ANALOGE POSITIE-INDICATIE 76

3.7.3 IDENTIFICATIE VAN DE OVERIGE APPARATUUR 76

4 VEILIGHEID 78

4.1 BEMANNING 78

4.1.1 SITUERING VAN DE BEMANNINGSVOORSCHRIFTEN 78

4.1.2 WERK- EN RUSTTIJDEN 79

4.1.3 MINIMUMBEMANNING 81

4.1.4 VERGELIJKING VAN DE BEMANNING VAN EEN OMOB-SCHIP MET EEN

GELIJKWAARDIG NIET-OMOB-SCHIP 82

4.1.5 WERKDRUK 85

4.1.5.1 De taken van de officier van de brugwacht 85

4.1.5.2 Leerling-stuurmannen op OMOB-schepen 88

4.2 OMOB VERSUS BESTAANDE VEILIGHEIDSWETGEVINGEN 89

4.3 SENSOREN 92

4.4 DEELBESLUIT 94

5 BESLUIT 95

Page 8: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

Lijst van figuren en tabellen

FIGUUR 1: KRUISMETER 4

FIGUUR 2: BAGGERSTAND 'AMERIGO VESPUCCI' 6

FIGUUR 3: BAGGERSTAND 'JAMES COOK' 8

FIGUUR 4: BAGGERSTAND 'J.S. DE ELCANO' 10

FIGUUR 5: BNWAS CONTROL PANEL EN 'WATCH ALARM RESET' KNOP 32

FIGUUR 6: MOGELIJKE VERDELING WERKPLATFORMEN 37

FIGUUR 7: LAY-OUT VAN DE BRUG VAN DE 'ARTEVELDE' 39

FIGUUR 8: HORIZONTAAL GEZICHTSVELD HOOFDCONSOLE 41

FIGUUR 9: VERTICAAL GEZICHTSVELD VOORWAARTS 42

FIGUUR 10: ZICHT VANAF HOOFDCONSOLE RICHTING BEUN 43

FIGUUR 11: ZONE-AANDUIDING VAN DE HOOFDCONSOLE VAN DE OMOB 46

FIGUUR 12: REGELKNOPPEN HOOFDCONSOLE 49

FIGUUR 13: GEZICHTSVELD RADIOCONSOLE 52

FIGUUR 14: BAGGERAFSTANDSBEDIENING 54

FIGUUR 15: ZICHT OVER HET ACHTERSCHIP VAN DE 'BREYDEL' VANAF DE

SCADA-MONITOR VAN DE EXTRA CONSOLE 55

FIGUUR 16: TRAIL PAGINA 60

FIGUUR 17: ALMO 63

FIGUUR 18: APC 65

FIGUUR 19: ZUIGBUIS EN LIMIETEN VAN DE HORIZONTALE HOEK 66

FIGUUR 20: 'MANUAL FIXED' BEDIENING VAN HET VIZIER 67

FIGUUR 21: SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN WELKE ACTIES

ONDERNOMEN WORDEN TUSSEN DE MACROKNOPPEN 70

FIGUUR 22: DRUKKNOPPEN VAN VERSCHILLENDE MODI VAN ADSS 71

FIGUUR 23: VERSCHILLENDE OPSTELLINGEN VAN DE BAGGERAFSLUITERS 72

FIGUUR 24: VERSCHILLENDE OPSTELLINGEN VAN DE JETAFSLUITERS 74

FIGUUR 25: AFSLUITERS RESETTEN 75

FIGUUR 26: 'MAJORITY VOTING LOGIC' SYSTEEM 93

TABEL 1: Vergelijking bemanning OMOB-schip en niet-OMOB-schip 83

Page 9: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

Lijst van afkortingen

ABS American Bureau of Shipping

ADC Automatic Draught Control

ADSS Automatic Dredge System Sequence

ADWC Automatic Draghead Winch Control

AIS universal Automatic Identification System

AJSS Automatic Jet System Sequence

ALMO Automated Light Mixture Overboard

AMCS Alarm Monitor and Control System

AMOB Arm Mengsel Overboord

APC Automatic Pump Control

APSS Automatic Pipe System Sequence

ARPA Automatic Radar Plotting Aid

ATS Alarm Transfer System

BNWAS Bridge Navigational Watch Alarm System

BV Bureau Veritas

CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst

CCTV Closed-Circuit Television

COLREGS International Regulations for Preventing

Collisions at Sea

DCC Density Chart Computer

DCS Dredger Control System

Deico Deiningscompensator

DEME Dredging, Environmental and Marine

Engineering

Page 10: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

DGLONASS Differential Global Navigation Satellite System

DGPS Differential Global Positioning System

DLM Draught and Load Monitoring

DNV Det Norske Veritas

DP/DT Dynamic positioning/Dynamic Tracking

DT&S Dredging Training & Support

ECDIS Electronic Chart Display and Information System

ETA Estimated Time of Arrival

FOC Flags Of Convenience

GLONASS Global Navigation Satellite System

GMDSS Global Maritime Distress and Safety System

GPS Global Positioning System

HCS Heading Control System

HMI Human Machine Interface

IACS International Association of Classification

Societies

IEC International Electrotechnical Commission

IHC Industriële Handelscombinatie

ILO International Labour Organization

IMC Integrated Monitor and Control system

IMO International Maritime Organization

ISO International Organization for Standardization

ITU International Telecommunication Union

LOA Length Over All

MSC Maritime Safety Committee

NAVTEX Navigational Telex

Page 11: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

OMBO One-Man-Bridge Operation

OMOB One-Man Operated Bridge

OOW Officer Of the Watch

PLC Programmable Logic Controller

PS Port Side

PSC Port State Control

RADAR Radio Detecting and Ranging

RFU Ready For Use

SB Starboard

SCADA Supervisory Control And Data Acquisition

SDME Speed Distance and Measuring Equipment

SOLAS International Convention for the Safety of Life at

Sea

STCW International Convention on Standards of

Training, Certification and Watchkeeping for

seafarers

STPM Suction Tube Position Monitoring

THD Transmitting Heading Device

VDR Voyage Data Recorder

WHO World Health Organization

Page 12: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

Verklarende woordenlijst

amendement Aanvullingen of veranderingen aan conventies,

protocollen en bijlagen nadat deze van kracht

zijn gegaan.

assembly Dit is de hoogste bestuurstak van de IMO. De

assembly bevat alle leden van de IMO. Ze

vergaderen om de twee jaar, of als het

hoogdringend is.

beun Het ladingsgedeelte van een sleephopperzuiger.

Nadat het mengsel wordt opgezogen, komt het

hierin terecht.

circulaire Een publicatie die aanvullingen, richtlijnen of

andere maatregelen bekend maakt die afkomstig

zijn van de verschillende IMO-comités.

classificatie- Particuliere instelling die een klasse toekent aan

maatschappij een schip en het zodanig certificeert. De klasse

is een indicatie voor de zeewaardigheid en

betrouwbaarheid van het schip. De meeste

classificatiemaatschappijen zijn aangesloten bij

de IACS.

conning positie De positie van de officier als hij aan de navigatie-

console staat. Op ECDIS-systemen vertrekt de

vector van het eigen schip uit deze positie.

console De opbouw of stand van het materiaal waar

de werkplatformen zijn ingebouwd.

conventie Verplichte wettekst voor de geratificeerde IMO-

leden die handelt over een maritiem aspect.

Page 13: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

conventioneel Sleephopperzuiger die niet is uitgerust met een

baggerschip OMOB.

dwell time De tijd die de waarnemer nodig heeft om

op het betreffende beeldscherm of aanwijs-

instrument te kijken, hierop informatie te

verzamelen en deze te interpreteren.

eindschakelaar In het Engels is dit 'limit switch'. Het is een

schakelaar die begint of eindigt met werken

vanaf er een bepaalde, vooraf ingestelde, waarde

bereikt wordt.

GLONASS Global Navigation Satellite System. Dit is de

Russische variant van GPS.

inlaat De opening in de romp waar de zuigbuis op

aansluit bij het baggeren. Zie bijlage 1.

integratie Integratie is het proces waarbij verschillende

systemen aan boord worden gecombineerd tot

één platform, zodat instrumenten, of systemen,

onderling kunnen communiceren. Deze

communicatie kan met of zonder tussenkomst

van een operator plaatsvinden of beoordeeld

worden.

jetnozzle Deze vindt men terug aan het uiteinde van

verscheidene jetleidingen in de beun. Deze tuiten

laten toe om jetwater in de beun te injecteren

onder hoge druk. Op deze manier wordt het

mengsel verdund zodat het beter de beun kan

verlaten via de bodemdeuren of via de

baggerpomp om naar de wal te worden gestuurd.

knik Het gedeelte van de zuigbuis ter hoogte van de

hoek tussen de boven- en onderpijp.

Page 14: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

OMBO One-Man Bridge Operation. Afkorting die

gebruikt wordt door de IMO. Men bedoelt

hiermee de navigatie van een schip door één

persoon, het duidt niet op baggerschepen in het

bijzonder.

OMOB One-Man-Operated Bridge. Afkorting die gebruikt

wordt door DEME. Als men deze afkorting

gebruikt, bedoelt men de brug van een OMOB-

schip

OMOB-schip Een sleephopperzuiger die is uitgerust met een

OMOB: het bagger- en navigatieproces kan

geregeld worden vanuit één console door één

persoon.

P&I club Protection & Indemnity club. Meerdere rederijen

kunnen zich aansluiten bij een P&I club. Ze

betalen allen een bepaalde som aan de club en in

ruil daarvoor krijgen ze een maritieme

aansprakelijkheidsverzekering die hen beschermt

tegen claims afkomstig van derden.

repeater Een 'slave-toestel' dat gelinkt is aan een 'master-

toestel'. Het slave-toestel herhaalt de info die

wordt geproduceerd door het master-toestel.

resolutie Een publicatie die amendementen en richtlijnen

bekend maakt.

set value Een bepaalde waarde die door de operator wordt

ingesteld.

stortbak Deze geperforeerde bakken zorgen ervoor dat

het mengsel afkomstig van de baggerpomp

evenwichtig wordt verdeeld over de gehele beun.

Page 15: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

transit Men bedoelt hiermee alle aspecten van het

varen:routeplanning,vermijden van aanvaringen,

navigatie, manoeuvreren, interne en externe

communicatie.

werkplatform plaats op de brug waar één of meerdere

processen uitgevoerd kunnen worden, en waar

tevens de nodige informatie aanwezig is om deze

processen op een veilige manier uit te voeren.

X-band radar Radar die een frequentie gebruikt van ongeveer

9 GHz. De tegenhanger van X-band is S-band.

Deze radar gebruikt een frequentie van ongeveer

3 GHz. De golflengte van de S-band is langer dan

deze van de X-band.

Page 16: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

1

Inleiding

De One-Man-Operated Bridge (OMOB) aan boord van sleephopperzuigers

is het begin van een nieuw tijdperk voor baggerschepen: nog nooit

werden de handelingen aan boord van deze schepen op dergelijke schaal

geautomatiseerd. De komst van de OMOB maakt het technisch mogelijk

om het bagger- en navigatieproces te laten uitvoeren door slechts één

stuurman. Hoe de OMOB uiteindelijk is kunnen ontstaan, wordt uitgelegd

in hoofdstuk 1: Het ontstaan van de One-Man-Operated Bridge.

Het ontwerp van de brug van een sleephopperzuiger heeft grote

veranderingen moeten ondergaan om het OMOB-concept praktisch

realiseerbaar te maken. Het was een uitdaging voor DEME, de bedenkers

van de OMOB, om hun idee om te zetten in de praktijk. IHC merwede,

de scheepsbouwer, heeft hen daarbij geholpen. Ze hebben rekening

moeten houden met de bestaande wetgevingen aangaande de bouw, het

ontwerp en de verplichte uitrusting van de brug om het concept van

éénmansbediening op sleephopperzuigers te kunnen realiseren.

Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de wetgevingen en richtlijnen die

belangrijk geweest zijn bij de uitwerking van het OMOB-concept. Tevens

wordt de lay-out van de brug hier in detail besproken, zodat het duidelijk

wordt hoe de stuurman het bagger- en het navigatieproces kan beheren

vanaf één console.

Wat OMOB-schepen echter zo uniek maakt, is dat het baggerproces ook

volledig automatisch bediend kan worden dankzij het Dredger Control

System (DCS). Dit systeem vervangt de pijpman van conventionele

sleephopperzuigers door bijna al zijn taken over te nemen. Welke

handelingen er nu juist allemaal geautomatiseerd zijn en hoe de

stuurman ze kan bedienen, wordt beschreven in hoofdstuk 3.

Page 17: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

2

Tijdens het schrijven van deze scriptie heb ik gemerkt dat de meningen

over de OMOB erg verdeeld zijn. De voorstanders vinden het een knap

concept en een sterk staaltje techniek, terwijl de tegenstanders vinden

dat het onverantwoord is om het bagger- en navigatieproces te laten

uitvoeren door één stuurman. In hoofdstuk 4 bespreek ik bondig enkele

punten in verband met de veiligheid aan boord van OMOB-schepen, in de

hoop dat voor- en tegenstanders hun mening over de OMOB beter zullen

kunnen onderbouwen na het lezen van deze scriptie.

Page 18: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

3

1 Het ontstaan van de One-man-Operated Bridge

1.1 De technische mogelijkheid

Doorheen de jaren heeft de brug van een sleephopperzuiger diverse

technische evoluties gekend. Het is interessant om de verschillende

stappen van deze automatiseringsevolutie te bekijken, zo wordt het

duidelijk dat de OMOB tot op heden de laatste ontwikkeling is in het

automatisatie- en integratieproces van de brug op een sleephopperzuiger.

De werkzaamheden op baggerschepen zijn complexer, omvangrijker en

veelzijdiger dan de meeste mensen denken. Automatisatie van

verschillende onderdelen van het proces was een kwestie van tijd. Het

doel van de automatisering is het bereiken van een zo hoog mogelijk

rendement van werktuig en bemanning. Het tijdrovend en belastend

proces van menselijke interpretatie van procesparameters is een

primaire factor die geleid heeft tot de ontwikkeling van instrumentatie en

de automatisering in de baggerindustrie.

Experimentele gegevens op het gebied van beeldschermscanning door

menselijke waarnemers heeft aangetoond dat het visueel verzamelen

van informatie afkomstig van beeldschermen zeer tijdrovend is. De tijd

die de waarnemer nodig heeft om op het betreffende beeldscherm of

aanwijsinstrument te kijken, informatie te verzamelen en interpreteren,

wordt de dwell time genoemd.

Door informatie gecombineerd weer te geven, reduceert de dwell time,

zodat de snelheid van reageren van de waarnemer verhoogt.

Page 19: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

4

Een bekend en eenvoudig voorbeeld hiervan uit de baggerindustrie is de

productiemeter of kruismeter1. Deze combineert de informatie van de

mengseldichtheid en mengselsnelheid.

Een secundaire factor die geleid heeft tot de ontwikkeling van

instrumentatie en de automatisering in de baggerindustrie is het continu

moeten bedienen van de verschillende subsystemen door een operator2.

Naargelang de schepen steeds vergrootten, werden deze subsystemen

talrijker en ingewikkelder. Sommige hiervan moesten dus worden

overgenomen door machines.

De toenemende graad van automatisering kan het best worden

beschreven door te kijken naar de verschillende stappen van de evolutie

van de vloot van een baggermaatschappij. Als voorbeeld nemen we de

vloot van Jan De Nul.

De verschillende stappen zijn achtereenvolgens:

de komst van de PLC-systemen,

de ontwikkeling van de SCADA-systemen,

de integratie van verschillende systemen.

1 Allen R.W., Clement W. en Jex H.R. (1970), Research on display scanning, sampling and reconstruction using separate, main and secondary tracking tasks,s.l.,NASA, CR-1569

2 Instrumentatie en automatisering van baggerwerktuigen (s.a.), IHC publication, p.17

Bron: Schippershandleiding 'Ham318'

Figuur 1: kruismeter

Page 20: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

5

1.1.1 PLC-systemen

1.1.1.1 Beschrijving

De echte automatiseringsrevolutie is begonnen met de komst van de

Programmable Logic Controller systemen (PLC's). Deze systemen doen,

kort samengevat, het volgende3:

ze nemen ingangsinformatie- en instructies op via het

bedieningspaneel of een andere signaalgever,

ze combineren deze ingangsinformatie- en instructies volgens een

bepaalde vooraf ingestelde logica. Deze logica ligt vast in het

gebruikersprogramma,

uit dit programma worden uitgangsbevelen afgeleid. Dit is

de werkelijke actie.

Op de volgende pagina toont figuur 2 de baggerstand van de 'Amerigo

Vespucci'. Deze stand omvat twee afzonderlijke systemen. Het linkse

gedeelte is de PLC-sturing waarmee de bediening van de bagger-

uitrusting mogelijk wordt gemaakt. Het betreft een PLC van de eerste

generatie. Ze dateert van de nieuwbouw van het schip in 1985. Het

rechtse gedeelte is bijgebouwd in 1996. Het bedient de

ontgassinginstallatie die pas later werd geïnstalleerd.

3 Maes, R. (2009), Cursus Automatisatie, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet gepubliceerde cursus.

Page 21: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

6

Figuur 2: Baggerstand 'Amerigo Vespucci'

1.1.1.2 Instructies en informatie vòòr de komst van PLC4

De instructies werden vanuit de brug doorgegeven naar het

specifieke onderdeel: één instructie voor één doel. Men had

bijvoorbeeld een aparte bediening per afsluiter en elke lier werd

elektrisch gestuurd door een afzonderlijk circuit. Dit had als gevolg

dat de systemen destijds zeer groot en zeer onderhoudsintensief

waren.

De informatie was ook op de brug aanwezig, maar deze werd

analoog verkregen en gepresenteerd. Er was niet veel feedback,

procentuele weergave van standen van apparatuur zoals afsluiters

was onbestaande: op de brug kon men enkel zien of een afsluiter

open of gesloten was. '20 procent geopend' was ondenkbaar.

4 Cotteleer, B. (2004), De baggerinstallatie bij moderne sleephopperzuigers, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet gepubliceerde verhandeling.

Bron: Jan De Nul

Page 22: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

7

1.1.1.3 Instructies en informatie na de komst van PLC

De instructies worden verzameld en naar een PLC-sturing

verzonden. Daarna worden ze van daaruit naar de afzonderlijke

onderdelen verstuurd.

De informatie wordt ook naar een PLC-sturing verzonden, wordt

daar verwerkt, eventueel beoordeeld en gedigitaliseerd.

De PLC-sturingen maken het mogelijk om de informatie overzichtelijker

en efficiënter voor te stellen. PLC's kunnen meer dan enkel informatie

weergeven, ze kunnen ze ook beoordelen. Een beoordeling kan leiden tot

het starten of vermijden van een bepaalde actie. Zo zal het bijvoorbeeld

onmogelijk zijn om een pomp te starten als de dieselmotor voor de

aandrijving van deze pomp aan een te hoog toerental draait. Op deze

manier wordt schade voorkomen. PLC-sturingen zorgen ervoor dat een

veelvoud aan informatie verwerkt en geïntegreerd kan worden.

1.1.2 SCADA-systemen

Een tweede stap in de evolutie van de automatisering op een

sleephopperbrug was de ingebruikname van 'Supervisory Control And

Data Acquisition systems', kortweg SCADA-systemen. Dit zijn

automatiseringssystemen die worden gebruikt voor bediening,

visualisatie en gegevensverzameling in proces- en productieomgevingen5.

Een SCADA-systeem communiceert met een controllerlaag, zoals de

hiervoor beschreven PLC's, en kan zodoende proceswaarden uit de

omgeving inlezen of commando's en parameters naar de omgeving

sturen.

5 Control-IT (2002), SCADA: een introductie, http://www.control-it.nl/SCADA/WATIS/SCWIDEF.htm, 9 maart 2010.

Page 23: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

8

Bron: Jan De Nul

Het verloop van het proces wordt grafisch weergegeven op een

computerscherm. Bovendien is het mogelijk om dankzij de onderliggende

PLC-controllerlaag onnodige informatie te filteren en deze dus zodoende

niet weer te geven aan de operator indien dit niet gepast is. De

persinformatie zal bijvoorbeeld tijdens het baggerproces worden

weerhouden. De operator zal rechtstreeks werken met het SCADA-

systeem, vandaar dat men het een 'Human Machine Interface' (HMI)

noemt. SCADA communiceert vervolgens met de PLC-controllerlaag.

Deze laag stuurt de individuele baggeronderdelen aan.

Op figuur 3 is de baggerstand van de 'James Cook' afgebeeld. Dit schip

is uitgerust met de eerste generatie van SCADA-systemen. De operator

kan net zoals op een thuiscomputer via een toetsenbord en eventueel

een muis onderwerpen selecteren en aanklikken op de computer-

schermen om zo het baggerproces aan te sturen.

Figuur 3: Baggerstand 'James Cook'

Page 24: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

9

SCADA-systemen werken meestal op professionele platformen van

Microsoft zoals Windows NT, Windows XP en Windows 7. IHC Merwede 6

verkiest de besturingssystemen van Microsoft, omdat deze wereldwijd

het meest verspreid zijn voor tal van toepassingen. Het vereenvoudigt

tevens de communicatie en uitwisseling van informatie tussen

verschillende deelsystemen. Op de laatst gebouwde OMOB-schepen zijn

de schermen waar SCADA op wordt gevisualiseerd allemaal touchscreens.

Het gebruik van de SCADA-systemen werd tijdens deze stap van de

evolutie enkel gebruikt voor de baggerautomatisering. Men noemt dit

systeem in die context een IMC (Integrated Monitor and Control System).

Het laat de operator toe om op een eenvoudige en veilige manier de

baggerinstallatie te bedienen en het baggerproces op te volgen. Tijdens

deze stap is er dus nog geen sprake van een link tussen de navigatie- en

baggerinstallatie van het schip. Een dergelijke link zou het werk van de

stuurman en de pijpman aanzienlijk kunnen vereenvoudigen. Dit brengt

ons tot de volgende stap in de evolutie naar de OMOB: integratie.

1.1.3 Integratie

Volgens van Dale kunnen we integratie definiëren als:

'het maken van, of opnemen in, een groter geheel'.

Toegepast in de context van deze verhandeling zou integratie als volgt

beschreven kunnen worden:

Integratie is het proces waarbij verschillende systemen aan boord

worden gecombineerd tot één platform, zodat instrumenten, of systemen,

onderling kunnen communiceren. Deze communicatie kan met of zonder

tussenkomst van een operator plaatsvinden of worden beoordeeld.

6 IHC Merwede is een Nederlands bedrijf dat onder andere baggerschepen bouwt. Al de OMOB-schepen die in de vaart zijn op het moment van schrijven zijn hier gebouwd.

Page 25: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

10

Een voorbeeld van een sleephopperzuiger waarbij differente systemen

geïntegreerd zijn, is de 'Juan Sebastian de Elcano'.

Op figuur 4 ziet men een platform waar zowel informatie afkomstig van

de survey (links), als informatie van het baggerproces (rechts) te zien is.

Deze informatie is met elkaar gelinkt: bepaalde parameters worden van

het ene systeem naar het andere gestuurd. Het getij, dat afkomstig is

van het surveysysteem, kan bijvoorbeeld worden doorgestuurd naar het

SCADA-systeem van het baggerproces. In de andere richting kan het

SCADA-systeem bijvoorbeeld de informatie van de diepte van de

sleepkop doorsturen naar het surveysysteem. Op deze manier worden

parameters van verschillende systemen geïntegreerd en kan men er

bijgevolg actief rekening mee houden.

Doordat de informatie wordt weergegeven op één scherm, verkleint de

dwell time aanzienlijk en verhoogt de efficiëntie van de operator. In

principe kan men zeer veel verschillende systemen combineren, of

integreren, tot één werkplatform.

Figuur 4: Baggerstand 'J.S. de Elcano'

Bron: Jan De Nul

Page 26: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

11

Zulk platform kan bijvoorbeeld volgende systemen omvatten7:

IMC (SCADA),

AMCS (Alarm Monitor and Control System).

Dit is een apart systeem dat als doel heeft om alle mogelijke

alarmsignalen te verwerken,

RADAR (Radio Detecting and Ranging),

ECDIS,

DP/DT (Dynamic Positioning/Dynamic Tracking),

surveysysteem,

Integratie is de laatste stap in het proces van de automatisering van

systemen op de brug van een baggerschip. Zoals hiervoor reeds

aangehaald, kan men zeer ver gaan met deze integratie.

We leven momenteel in een tijdperk waarin al de nodige technologische

kennis en techniek verzameld zijn om, puur theoretisch gesteld, een

baggerschip te kunnen ontwikkelen dat voor honderd procent

geautomatiseerd is. Hoe ver een baggermaatschappij wil gaan met de

automatisatie van haar schepen, is nu een puur strategische kwestie

geworden waar veel andere aspecten bij komen kijken. Bemanning,

productie, veiligheid en efficiëntie zijn slechts enkele factoren waarmee

topmanagers en ingenieurs van de nieuwbouwafdeling van deze

maatschappijen rekening moeten houden om de grenzen van de

automatisatie te kunnen stellen.

7 De Lille, R., Antwerpen, Jan De Nul, eigen interview, 3 maart 2010

Page 27: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

12

1.2 De aanleiding tot éénmansbediening

Eens alle technische mogelijkheden er waren om het ontstaan van OMOB

mogelijk te maken, was het eigenlijk enkel nog wachten tot iemand op

het idee zou komen. De bedenking en uitwerking van dit concept is

verwezenlijkt door de nieuwbouwafdeling van de Belgische firma DEME.

De nieuwbouwafdeling van DEME heeft beslist om over te gaan tot het

bouwen van OMOB-schepen om volgende 3 redenen8:

de communicatieproblematiek tussen stuurman en pijpman,

veiligheid,

efficiëntie.

Ik zou graag nogmaals willen benadrukken dat de drie bovenstaande

redenen aangehaald worden door de nieuwbouwafdeling van een

commercieel bedrijf.

1.2.1 Communicatieproblematiek

Alvorens de problematiek over de communicatie tussen stuurman en

pijpman op een niet-OMOB schip te beschrijven, is een minimumkennis

vereist over de operaties die plaats vinden op de brug tijdens het

baggerproces.

Er zijn in principe zeven concrete situaties waarin de pijpman en de

stuurman professioneel met elkaar moeten communiceren tijdens het

baggerproces9:

8 One-Man-Operated Bridge (2007), Ports and Dredging, volume 167, p. 14-21.

9 Men zou hier de opmerking kunnen maken dat stuurman en pijpman in feite met elkaar moeten communiceren bij elke handeling die invloed heeft op het baggerproces.

Page 28: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

13

1. als de zuigbuis overboord geplaatst moet worden,

2. als de zuigbuis mag dalen tot voor de inlaat,10

3. als de zuigmond mag dalen tot hij net boven zeebodem hangt,

4. als het effectieve zuigen mag beginnen,

5. bij een draaimanoeuvre,

6. als de zuigbuis terug naar boven mag komen,

7. als de zuigbuis terug aan boord gebracht mag worden.

In elk van deze situaties moet de pijpman een instructie opvolgen die

door de stuurman wordt gegeven, of kan de stuurman een suggestie van

de pijpman volgen. Bijvoorbeeld in de vijfde situatie, waar het schip

moet draaien, zal de stuurman de instructie 'draaien over stuurboord', of

iets dergelijks, geven. De pijpman moet dan weten dat hij de

bakboordzuigmond11 een beetje moet liften, zodat deze niet onder het

schip terecht komt bij het maken van het draaimanoeuvre. Hij wordt ook

verondersteld om in deze situatie de hoek van de andere zuigbuis op te

volgen, zodat deze geen limieten overschrijdt. Met andere woorden: de

pijpman moet de instructie van de stuurman opvolgen. Hoewel het altijd

van de stuurman verwacht wordt dat hij de pijpman controleert of

opvolgt, kan het gebeuren dat hij hiervoor weinig of geen tijd heeft,

omdat hij zelf bezig is met het uitvoeren van een manoeuvre, het

scheepvaartverkeer op te volgen, de VHF uit te luisteren, enzovoort. Er

bestaat een reëel gevaar dat de pijpman de instructie van de stuurman

verkeerd begrijpt, of erger nog, niet gehoord heeft. In de praktijk

herhaalt de pijpman echter altijd de instructie die door de stuurman

gegeven wordt, hierdoor wordt de communicatieproblematiek deels

beperkt.

10 In bijlage 1 kan men een foto terugvinden van de inlaat van de 'Breydel'.

11 Dit voorbeeld handelt over een sleephopperzuiger met twee zuigbuizen: één aan stuurboord, en één aan bakboord.

Page 29: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

14

Er zijn al verscheidene kleine ongevallen en 'near-misses' gebeurd door

miscommunicatie. 12 Het vermijden van dit gevaar is volgens de

nieuwbouwafdeling van DEME de hoofdreden van het ontstaan van de

OMOB op sleephopperzuigers. Doordat de stuurman op een OMOB-schip

volledige controle heeft over zowel het bagger- als het navigatieproces,

wordt het risico op communicatiefouten fors verminderd. Er is immers

geen pijpman meer die instructies foutief kan interpreteren of herhalen.

Toegepast in de context van het vorige voorbeeld betekent dit dat de

stuurman bij het uitvoeren van een draaimanoeuvre zowel het liften van

de zuigkop als het draaimanoeuvre zelf, volledig zelfstandig zal uitvoeren.

Hoe dit concreet in zijn werk gaat, wordt uitvoeriger beschreven in

hoofdstuk 3: Het Dredger Control System (DCS).

Communicatieproblemen waren echter niet de enige reden waarom de

nieuwbouwafdeling van DEME heeft beslist om onderzoek te voeren naar

de mogelijkheid van OMOB-schepen naar eigen zeggen.

1.2.2 Veiligheid

Volgens DEME zou de veiligheid aan boord van sleephopperzuigers

verbeteren met de komst van de OMOB. Doordat er op de brug minder

bemanningsleden rondlopen, is er een kleinere kans dat de officier van

wacht wordt afgeleid door conversaties met andere bemanningsleden die

niet gerelateerd zijn aan het werk. Hierdoor zou de officier zich beter op

zijn taak kunnen focussen. Helaas zijn er tot op heden nog geen interne

studies uitgevoerd die dit standpunt kracht zouden kunnen bijzetten.

Voor meer uitgebreide informatie betreffende de OMOB en veiligheid:

zie hoofdstuk 4.

12 Vertrouwelijke informatie verkregen van DEME.

Page 30: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

15

1.2.3 Efficiëntie

Doordat noch de crew van een sleephopperzuiger, noch het management

van een baggerorganisatie 100 procent efficiënt kan zijn, is men

begonnen met het automatiseren van verscheidene onderdelen van het

baggerproces om zo de efficiëntie op te krikken. Automatisatie verhoogt

in vele gevallen immers de efficiëntie, denk bijvoorbeeld aan het

produceren van auto's met behulp van een lopende band. In de

baggerwereld vermenigvuldigt de productieafdeling de efficiëntie met

een factor die rekening houdt met de verliezen van efficiëntie door de

werkomgeving, de kwaliteit van het management van de

baggerorganisatie en de crew aan boord. Men noemt deze factor de

operationele factor ƒ0.13 Er is een tabel opgesteld voor deze factor, deze

is terug te vinden in bijlage 2. Zo zal men de efficiëntie bijvoorbeeld

vermenigvuldigen met 0,82 in het geval van een goede crew, een goed

management en een goede werkomgeving. Men probeert dit verlies aan

efficiëntie te minimaliseren door op een OMOB zoveel als mogelijk te

automatiseren.

Voor een beter begrip van 'efficiëntie' te verkrijgen, moeten we naar de

algemene formule hiervan kijken. Men kan het wiskundig als volgt

uitdrukken14:

Voor deze formule geldt:

Standard outputs = een schatting van wat de

productie zou moeten zijn ten opzichte van een

referentievlak

13 Bray, R.N., Bates A.D., Land J.M. (1996), Dredging, a handbook for engineers, Londen, Butterworth-Heinemann.

14 Handfield, R.B. en Bozarth, C.C. (2008), Introduction to Operation and Supply Chain Management, 2de herziene druk, New Jersey, Pearson Education.

Page 31: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

16

Actual outputs = de effectieve productie ten

opzichte van dit zelfde referentievlak

Indien we dit vertalen naar de baggerindustrie, krijgen we volgende

formule:

Het 'opgelegd volume te baggeren sediment per tijd' kan bijvoorbeeld

opgegeven zijn door de productiedienst van een baggermaatschappij om

te voldoen aan de eisen van de klant of om een bepaalde deadline te

halen.

Uit de formule kunnen we afleiden dat de efficiëntie verhoogt als men op

een kortere tijdspanne meer bruikbaar materiaal kan baggeren, of met

andere woorden, als het baggerproces geoptimaliseerd wordt.

In dit kader citeer ik hier graag de eindconclusie van de bachelorscriptie

van collega-student Bart Van De Velde: 15

"Het is zéér belangrijk om de productie-capaciteit van beun, pomp en

sleepkop met elkaar overeen te stemmen, in functie van een optimale

bezinking in de hopper."

Men kan hieruit afleiden dat de belangrijkste parameters van het

baggerproces steeds nauwlettend in de gaten moeten worden gehouden

om zo het proces te optimaliseren. In dit opzicht kan de automatisatie

van het baggerproces een belangrijk voordeel bieden om de efficiëntie te

verhogen. Bij de OMOB worden de parameters immers niet meer door

een pijpman geanalyseerd maar door een intelligent en geautomatiseerd

systeem: het DCS. Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie hierover.

15 Van De Velde, B. (2009), Optimalisatie van het baggerproces op TSHD tijdens het sleepzuigen, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet gepubliceerde bachelorscriptie.

Page 32: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

17

Op een niet-OMOB schip hangt de efficiëntie van het baggerproces vooral

af van de pijpman. Bij baggeraar Jan De Nul houdt men rekening met

het feit dat de pijpman zijn aandacht moet verdelen over twee

zuigbuizen of niet. Men gaat ervan uit dat de efficiëntie van een pijpman

op een schip met twee zuigbuizen ongeveer 20 procent minder is dan op

een schip met één zuigbuis16. Dit komt doordat de pijpman twee reeksen

van parameters in de gaten moet houden en twee zuigbuizen effectief

moet bedienen. Ook hier kan men direct het nut inzien van een

geautomatiseerd baggerproces.

1.3 Deelbesluit

Dankzij de evolutie van de automatiseringstechnieken is de uitvoering

van het OMOB-concept technisch realiseerbaar geworden. De introductie

van de PLC-systemen heeft alles in een stroomversnelling doen belanden.

Dankzij deze sturingen zijn de SCADA-systemen kunnen ontstaan. Zij

hebben de automatisering vereenvoudigd en hebben er tevens voor

gezorgd dat het geheel gebruiksvriendelijker geworden is. Het IMC-

systeem maakt het makkelijker voor de operator om in een oogwenk al

de belangrijke informatie af te lezen zodat de dwell time aanzienlijk

vermindert. Het was echter afwachten tot de afzonderlijke functies van

het baggermechanisme en -systeem, het AMCS, het surveysysteem en

andere systemen geïntegreerd konden worden tot het DCS.

Zoals in vele evoluties in de scheepvaart is het idee van dit nieuwe

concept voortgevloeid uit een reeks van ongevallen en 'near-miss'

situaties. Het merendeel van deze gevaarlijke situaties is ontstaan door

een miscommunicatie tussen stuurman en pijpman.

16 Rekenregel die gehanteerd wordt bij de productieafdeling van Jan De Nul. Hiervan zijn echter geen tabellen of iets dergelijks opgemaakt.

Page 33: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

18

Dit gevaar is onbestaande op OMOB-schepen, doordat er simpelweg

geen pijpman meer is: de stuurman is verantwoordelijk voor het

navigatie- en het baggerproces. De brug is zo ingericht dat de stuurman

er helemaal alleen op kan staan. Op deze manier kan hij zich volledig

concentreren op zijn werk en zal hij niet afgeleid worden door andere

personen die op de brug rondlopen. Dit is de hoofdreden waarom DEME

stelt dat de OMOB veilig is17.

17 Zie ook hoofdstuk 4: Veiligheid.

Page 34: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

19

2 Wetgevingen

Zoals aangetoond in hoofdstuk één is het technologisch gezien perfect

mogelijk om een baggerschip te laten bedienen door één stuurman.

Hierdoor is het noodzakelijk dat de scheepsbouwers de brug optimaal

indelen, zodat de stuurman te allen tijde een goed overzicht kan

bewaren. De functionaliteit, het onderhoud en de indeling van de

navigatie- en baggeruitrusting zijn van essentieel belang om de

veiligheid te garanderen.

2.1 Het ontwerp van de brug en de verplichte apparatuur:

de SYS-NEQ1-notatie

2.1.1 Situering

Als een reder beslist om een nieuw schip te bouwen, dient hij rekening te

houden met tal van reglementeringen en regels. Volgende internationale

kaderorganisaties bepalen de wetgeving in verband met het ontwerp en

de verplichte apparatuur op de brug van een sleephopperzuiger,

rekening houdend met het OMOB-concept18:

de International Association of Classification Societies (IACS),

de International Maritime Organization (IMO),

de International Organization for Standardization (ISO).

Bovenop de regels van deze internationale kaderorganisaties zijn de

nationale autoriteiten, de scheepseigenaars en administraties vrij om

bijkomende regels op te leggen.

18 International Association of Classification Societies (1992), One-Man Bridge Operated (OMBO) ships, publicatie UR N1. Deze richtlijnen en regels gelden enkel indien de reder kiest voor een classificatiemaatschappij die aangesloten is bij de IACS.

Page 35: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

20

De verschillende wetgevingen in verband met het ontwerp van de brug

en de bijhorende verplichte apparatuur van de IMO en ISO zijn

gebundeld door de IACS en worden uitgegeven door de verschillende

classificatiemaatschappijen die lid zijn van de IACS. Op deze manier

worden de regels en wetten makkelijker toegankelijk voor de

scheepsbouwers.

Voor de reder een schip gaat bouwen, moet hij kiezen bij welke

classificatiemaatschappij hij het schip zal laten certificeren. Afhankelijk

van deze keuze zullen bepaalde regels strenger zijn dan deze opgelegd

door de IACS. De OMOB-schepen van DEME worden allemaal gekeurd

door 'Bureau Veritas' (BV). De regels voor het bouwen van stalen

schepen onder toezicht van Bureau Veritas kunnen we vinden in

'The Rules for the Classification of Steel Ships'. Bij andere classificatie-

maatschappijen vinden we gelijkaardige publicaties19.

De regels hebben vijf onderverdelingen:

part A: Classification and Surveys,

part B: Hull and Stability,

part C: Machinery, Electricity, Automation and Fire Protection,

part D: Service Notations,

part E: Additional Class Notations.

Voor de bespreking van OMOB zijn vooral de wetgevingen van deel E

belangrijk. Deel A, B, en C zijn van toepassing op alle schepen die de

SOLAS-wetgeving moeten naleven.

19 Ter vergelijking: bij 'American Bureau of Shipping (ABS)' wordt de regelgeving weergegeven in de 'Steel Vessel rules 2010'. Deze regels zijn eveneens gebaseerd op de jaarlijkse uitgave van de IACS.

Page 36: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

21

OMOB-schepen hebben dezelfde klasse als andere sleephopperzuigers,

namelijk deze van ' Hopper Dredger' 20 . Men noemt dit de 'service

notation'. De bijkomende vereisten voor dit type schip kunnen we

terugvinden in hoofdstuk 13 van deel D: 'Ships for dredging activity'.

Classificatiemaatschappijen reiken onder andere klassencertificaten uit

aan schepen in functie van de klassennotatie. ' HULL' is een voorbeeld

van een verplichte notatie. Dit is een 'Main Class Symbol'. Als een schip

voldoet aan de regels en eisen van deel A kan deze notatie bekomen

worden.

Zoals de titel van deel E al doet vermoeden, zijn de klassennotaties

onder dit deel van de regels optioneel. Het meest bekende voorbeeld van

een bijkomende klassennotatie is de 'ice class' notatie.

OMOB-schepen hebben twee bijkomende klassennotaties:

SYS-NEQ1,

AUT-UMS.21

Bovenstaande benamingen worden enkel gebruikt door Bureau Veritas.

Andere classificatiemaatschappijen gebruiken een andere terminologie

voor dezelfde concepten. Bijlage 3 geeft hiervan een schematisch

overzicht. De regels en wetgevingen waarnaar verwezen wordt, zijn

echter dezelfde. De IACS heeft er immers voor gezorgd dat deze

geharmoniseerd zijn.

20 Het maltezerkruis ( ) verzekert dat de constructie van het schip verlopen is onder toezicht van een gecertificeerde surveyor van een classificatiemaatschappij. Het symbool wordt tegenwoordig gebruikt door meerdere classificatiemaatschappijen die lid van de IACS zijn. Een streepje onder het kruis wil zeggen dat een bepaald schip onder toezicht van een andere maatschappij die lid is van de IACS gebouwd is, alvorens het bij de huidige maatschappij kwam. Indien er geen maltezerkruis voor de notatie staat, wil dit zeggen dat het schip niet gebouwd is onder toezicht van een lid van de IACS.

21 AUTomation systems - Unattended Machinery Spaces. Deze notatie zorgt ervoor dat de machinekamer tijdelijk onbemand kan en mag zijn. De installaties hiervoor aangebracht, moeten ervoor zorgen dat het schip te allen tijde dezelfde veiligheidsgraad heeft als een schip met een bemande machinekamer, ook tijdens het manoeuvreren.

Page 37: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

22

De SYS-NEQ-notatie is een bijkomende klassennotatie voor schepen

die uitgerust zijn met een centraal gelegen systeem dat toelaat om het

navigatieproces te beheren en te evalueren. Dit systeem moet ervoor

zorgen dat de normale navigatie en het manoeuvreren van het schip

kunnen gebeuren door twee samenwerkende personen22.

De SYS-NEQ1 is een notatie die enkel te verkrijgen is indien het schip

al uitgerust is volgens de SYS-NEQ-regels. Deze notatie eist dat de

normale navigatie en het manoeuvreren van het schip kunnen gebeuren

door één persoon onder normale condities en dit volgens een

wachtsysteem waarbij telkens één persoon wordt afgelost door een

andere. Deze notatie bevat specifieke eisen om ongevallen te vermijden

die veroorzaakt worden door het niet alert zijn van de stuurman.

Bij het bovenstaande kunnen we enkele opmerkingen maken:

er is geen duidelijke definitie van 'normale' condities beschreven in

de regels van BV. Men gaat ervan uit dat deze condities duidelijk

beschreven staan in de 'operations manual' van het schip. Deze

handleiding moet altijd worden goedgekeurd door de vlaggenstaat

waarbij het schip geregistreerd is. Het wachtensysteem is evenmin

gedefinieerd,

losstaand van deze regels moet de brug altijd worden bemand

volgens de wetgeving van het land van registratie en de wetgeving

van de wateren waar het schip werkzaam is.

De richtlijnen en wetgevingen van voornoemde kaderorganisaties in

verband met het ontwerp van de brug en de verplichte apparatuur zijn

allemaal opgenomen in de SYS-NEQ1-notatie.

22 Bureau Veritas (2010), The Rules for the Classification of Steel Ships, Part E, Chapter 4:

Integrated Ship Systems, Section 1: Centralised Navigation Equipment (SYS-NEQ).

Page 38: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

23

Sommige classificatiemaatschappijen kiezen ervoor om bepaalde

richtlijnen niet integraal over te nemen, maar slechts delen hiervan23. Er

wordt dan van hen verwacht dat ze deze specifieke richtlijnen

beschrijven in een eigen publicatie. Maar indien een classificatiebureau,

bijvoorbeeld BV, verwijst naar een document met richtlijnen, moeten de

scheepsbouwers wel degelijk al deze richtlijnen volgen indien ze een

bijkomende klassennotatie zoals SYS-NEQ1 wensen te behalen.

2.1.2 De International Maritime Organization (IMO)

De IMO is een internationale organisatie die wetten, regels en richtlijnen

oplegt om het scheepvaartverkeer veilig en milieubewust te laten

verlopen. Voor het ontwerp en de verplichte apparatuur van de brug

dient rekening te worden gehouden met bepaalde conventies, circulaires,

en resoluties om de SYS-NEQ1-notatie te kunnen bekomen.

2.1.2.1 STCW '95-conventie24

Deze conventie is onderverdeeld in Sectie A en Sectie B:

Sectie A bevat verplichte eisen waaraan al de leden van de

conventie moeten voldoen,

Sectie B bevat aanbevelingen en richtlijnen. De leden van de

conventie mogen hiervan echter verplichte regels maken.

23 Bijvoorbeeld: Det Norske Veritas (DNV) doet dit met de NAUT-OSV-notatie.

24 International Maritime Organization (1995), International Convention on Standards of

Training, Certification and Watchkeeping for seafarers (STCW), amended version of 2006,

London.

Page 39: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

24

Uiteraard moet er rekening gehouden worden met al de regels van

Sectie A, maar er staan enkele specifieke passages in deze sectie die

zeker voor een uitdaging hebben gezorgd bij het ontwerp van de OMOB:

Sectie A, hoofdstuk 8, deel 3-1, paragraaf 12:

'The officer in charge of the navigational watch is the master's

representative and is primarily responsible at all times for the safe

navigation of the ship and for complying with the International

Regulations for Preventing Collisions at Sea [COLREGS], 1972'

Er staat dus duidelijk in de STCW-conventie beschreven dat de

hoofdbezigheid van de stuurman te allen tijde het navigatieproces

moet zijn. Deze passage maakt het baggerproces rechtstreeks van

ondergeschikt belang ten opzichte van het navigatieproces. Uit

deze paragraaf kunnen we afleiden dat de baggerconsole zo

geplaatst moet worden dat de stuurman direct toegang moet

kunnen hebben tot de bedieningsorganen van het navigatieproces.

Zie punt 2.2.2.2 voor meer informatie hierover.

Men vermeldt ook de COLREGS. Uiteraard moet er tijdens de

ontwerpfase van de brug rekening worden gehouden met de

zichtbaarheidsectoren die nodig zijn om de COLREGS te kunnen

toepassen. Deze grenzen worden beschreven in MSC-circulaire

982 (zie verder).

Sectie A, hoofdstuk 8, deel 3-1, paragraaf 26:

'The officer in charge of the navigational watch shall not be

assigned or undertake any duties which would interfere with the

safe navigation of the ship'

Page 40: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

25

Deze paragraaf maakt duidelijk dat een éénmansbediening op

sleephopperzuigers enkel en alleen mogelijk gemaakt kon worden

door het baggerproces quasi volledig te automatiseren. Enkel op

deze manier kan de stuurman de vereisten nakomen die door

deze paragraaf worden gesteld.

2.1.2.2 MSC-circulaire 982

De titel van deze circulaire is:

'Guidelines on ergonomic criteria for bridge equipment and lay-

out'

De bedoeling van deze richtlijnen is om de brug zo ergonomisch

en efficiënt mogelijk in te richten, zodat het navigatieproces

veiliger wordt. Ze zijn echter niet specifiek bedoeld voor

éénmansbediening. Dit betekent dat DEME en IHC Merwede, de

scheepsbouwer, deze richtlijnen niet 100 % gevolgd hebben. Ook

de SYS-NEQ1-notatie beschrijft de ergonomische criteria voor de lay-

out en de apparatuur voor een éénmansbediende brug. Deze regels zijn

echter niet zeer gedetailleerd. Daarom hebben DEME en IHC Merwede

besloten om ook de regels en richtlijnen van de NAUT-OSV-

notatie 25 van Det Norsk Veritas (DNV) te volgen. Deze regels

leunen zeer sterk aan bij deze MSC-circulaire.

Een andere reden waarom men hiervoor geopteerd heeft, is dat er

in de IMO-publicaties enkel over de veiligheid van het navigatie-

proces wordt gesproken.

25 Det Norsk Veritas (2010), Joint Industry Project: Bridge Design Offshore Service Vessels

( NAUT-OSV), HØvik.

Page 41: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

26

Men heeft gekozen de richtlijnen van offshore werkschepen zo

veel als mogelijk te volgen, omdat deze het dichtst aanleunen bij

de unieke situatie van OMOB26. Op deze manier wordt ook het

baggerproces veiliger gemaakt. Voor de bespreking van NAUT-

OSV verwijs ik naar 2.2.

2.1.2.3 MSC-circulaire 56627

De titel van deze circulaire is:

'Provisional guidelines on the conduct of trials in which the officer of the

navigational watch acts as the sole look-out in periods of darkness'

De STCW-code voorziet de mogelijk om trials of experimenten in

de code op te nemen: meerbepaald in Sectie A, hoofdstuk I, deel 13:

'Conduct of trials'. In Sectie B, hoofdstuk I, deel 13 staan hierover nog

aanvullende richtlijnen: 'Guidance regarding the conduct of trials'. In de

originele versie van de STCW-code van 24 juli 1995 waren deze delen

nog blanco. Ze zijn later via een amendement in de vorm van een

circulaire opgevuld.

Het is opmerkelijk dat de SYS-NEQ1-notatie op dit moment van

schrijven, anno 2010, nog steeds rekening houdt met MSC-circulaire

566. Ze is immers al sinds 27 mei 1998 nietig verklaard door de MSC-

circulaire 867 met als titel:

'Officer of the navigational watch acting as the sole look-out during

periods of darkness'28

26 Nagtegaal, R., Sliedrecht, IHC Merwede, eigen interview, 27 juli 2010

27 International Maritime Organization (1991), Maritime Safety Committee (MSC), circular 566, London.

28 Men kan deze circulaire terugvinden in bijlage 4.

Page 42: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

27

De reden waarom circulaire 566 nog steeds wordt opgenomen, is dat er

nog altijd rekening wordt gehouden met de lay-out van de brug zoals ze

in deze circulaire beschreven staat. Hoewel One-Man-Bridge Operation

(OMBO) tijdens periodes van duisternis niet meer toegelaten is, kan de

brug nog wel worden ingericht voor OMBO, maar dan voor gebruik

overdag29.

2.1.2.4 IMO-resolutie A.694(17)

Deze resolutie van de Assembly met nummer 694, die tijdens de 17de

sessie werd goedgekeurd, heeft als titel:

'Recommendation on general requirements for shipborne radio

equipment forming part of the Global Maritime Distress and Safety

System (GMDSS) and for electronic navigational aids'

Men spreekt in deze resolutie over de installatievoorwaarden, het

ontwerp, de regels aangaande stroomtoevoer, de mogelijke storingen

met andere apparaten en het onderhoud van de GMDSS-apparatuur. In

de SOLAS wordt er rechtstreeks verwezen naar deze resolutie.

SYS-NEQ1 bevat strengere eisen aangaande de stroomtoevoer dan de

A.694(17). Zo moet er bijvoorbeeld een aparte stroomtoevoer voor de

navigatietoestellen en voor de radio-installatie worden voorzien. Elk

apparaat moet worden uitgerust met twee stroombronnen: één van het

hoofdnet en één van het noodnet.

29 De afkorting 'OMBO' wordt door de IMO gebruikt. Men bedoelt hiermee de navigatie van een schip door één persoon. 'OMOB' wordt door DEME gebruikt: hiermee bedoelt men baggerschepen waarbij het navigatie- en baggerproces bediend wordt door één persoon.

Page 43: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

28

2.1.2.5 IMO-resolutie A.708(17)

Deze resolutie handelt over de:

'Navigation Bridge Visibility and Functions'

In deze resolutie wordt onder andere vermeld dat de maximale

blinde sector voor de boeg vanaf de 'conning positie' op de brug

maximaal 500 meter of twee maal de LOA mag zijn. De kortste

afstand geldt. Er wordt bijvoorbeeld ook gesproken over de

eigenschappen die de ramen op de brug moeten hebben. Doordat

al deze regels ook zijn opgenomen in de NAUT-OSV-notatie van

DNV verwijs ik nogmaals naar 2.2.

2.1.2.6 SOLAS-conventie30

Enkele belangrijke passages van deze conventie in verband met

het ontwerp van de brug en de bijhorende verplichte apparatuur,

in het bijzonder diegene die hier verder beschreven worden, zijn

terug te vinden in hoofdstuk V: 'Safety of Navigation'.

Regulation 15: 'Principles relating to bridge design, design and

arrangement of navigational systems and equipment and bridge

procedures'31.

In deze regel staan eerder algemene voorschriften.

30 International Maritime Organisation (1974), International Convention for the Safety of Life at Sea (SOLAS), amended version of 2009, London.

31 Zie bijlage 5

Page 44: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

29

Er staat onder andere vermeld dat de informatie van het

navigatieproces gemakkelijk toegankelijk moet zijn voor de

bemanning en de loods, en dat de uitrusting zo ontworpen moet

worden dat er geen overbodige moeite door de bemanning of

loods gedaan moet worden om deze informatie te verkrijgen. In

geen geval mag de uitrusting de communicatie tussen de loods en

de bemanning bemoeilijken.

Regulations 17-20, 22, en 2532

Deze regels bevatten voorschriften en richtlijnen aangaande de

elektromagnetische comptabiliteit van de apparatuur die op de

brug aanwezig is (17), de prestatiestandaard die elk afzonderlijk

apparaat dat geïnstalleerd wordt minstens moet hebben (18), de

instrumenten die de brug minimaal moet bevatten naargelang het

type schip (19 en 20), de zichtbaarheidssector van de brug (22)

en de vereisten aangaande de stuurmachine (25).

In de SYS-NEQ1-regels wordt vooral veel aandacht besteed aan

Regulation 18. De verwijzingen naar de richtlijnen van de 'IMO

Performance Standards' die hierin beschreven staan, zijn bijna allemaal

geïntegreerd in SYS-NEQ1.

2.1.2.7 IMO Performance Standards

Deze standaarden beschrijven de meeste instrumenten die verplicht zijn

op de brug.33

32 Zie bijlage 6 voor de titels van deze regels.

33 Volgens de SYS-NEQ1-notatie.

Page 45: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

30

De standaard van elk instrument wordt door een afzonderlijke resolutie

beschreven.34 Deze handelen vooral over:

de omgevingsomstandigheden die het apparaat moet kunnen

verdragen,

de bouw van het apparaat: de lichtsterkte van de display, de

stroomvoorziening, de mogelijkheid tot reparatie, verplichte

alarmen, enzovoort,

interferentiestoornissen met andere apparaten,

extra specifieke eigenschappen per instrument. Bijvoorbeeld de

'range scales' bij de echosounder of de beschrijving van de

'compass card' bij het magnetisch kompas.

De meeste instrumenten en apparaten die hierna vernoemd worden

moeten voldoen aan de IMO performance standaarden. Om de SYS-

NEQ1-notatie te kunnen behalen, moet de brug minstens uitgerust zijn

met volgende instrumenten en apparaten:

magnetische kompassen (standaardkompas + reservekompas),

gyrokompas (+ voorligging repeater + peiling repeater),

RADARS (twee, waarvan minstens één X-band radar die uitgerust

is met ARPA),

apparatuur dat de snelheid en afgelegde weg kan meten. Dit

wordt ook wel eens 'Speed Distance and Measuring Equipment'

(SDME) genoemd. Dit systeem moet snelheid en afgelegde weg

over de grond en over het water kunnen meten,

echo-sounder,

ECDIS met back-up systeem,

elektronische hulpmiddelen voor de navigatie. Dit kan een

eenvoudige computer zijn die bijvoorbeeld uitgerust is met

Microsoft Excel.

34 Zie bijlage 7 voor een lijst van alle apparaten en hun bijhorende IMO-resoluties.

Page 46: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

31

Merkwaardig is dat er verwezen wordt naar resolutie A.574 (14).

Deze resolutie is reeds in 1991 vervangen door resolutie A.694

(17). Na navraag bleek dit effectief een foute verwijzing te zijn die

in de toekomst zal worden aangepast,35

VHF-radio-installatie (+ VHF 'watchkeeping' ontvanger),

Heading Control System (HCS),

rate-of-turn aanwijzer,

track control system,

Transmitting Heading Device (THD) of voorligging aanwijzer,

apparatuur waarmee de positie van het schip nauwkeurig

bepaald kan worden met de hulp van satellieten. Dit kan via

een GPS-ontvanger, een GLONASS-ontvanger,

een DGPS-ontvanger of een DGLONASS-ontvanger,

universal Automatic Identification System (AIS),

installatie die geluid kan ontvangen en versterken. Dit is in

overeenstemming met de COLREGS. Deze installatie versterkt

geluidsseinen van buiten de brug, zodat ze binnen hoorbaar zijn,

Bridge Navigational Watch Alarm System (BNWAS). Men

noemt dit ook wel eens 'bridge safety system' of 'vigilance system'.

Dit systeem is niet verplicht voor de tweemansbediening van de

SYS-NEQ-notatie. Het is specifiek ontworpen om ervoor te

zorgen dat er op de brug te allen tijde minstens één alerte officier

aanwezig is. Het systeem moet zo in elkaar zitten, dat enkel de

kapitein toegang heeft tot de instelfunctie van het regelbare

interval van het alarm. Het mag uiteraard het gewone

navigatieproces niet belemmeren en het moet verbonden zijn met

het 'Alarm Transfer System' (ATS). Aan boord van OMOB-schepen

spreekt men van een 'dodemansalarm’36. Het controlepaneel van

dit alarm bevindt zich op de hoofdconsole aan stuurboord.

35 Hellemans, R., Antwerpen, Bureau Veritas, eigen interview, 29/07/2010

36 Vandepoele, S., Antwerpen, 1e stuurman 'Breydel', eigen interview, 23/07/2010

Page 47: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

32

De intervaltijd is instelbaar tot 12 minuten. De instellingen kunnen

worden vergrendeld met een sleuteltje. Enkel de kapitein heeft

hiervan een exemplaar. Het alarm kan men accepteren op het

controlepaneel zelf, of via de 'watch alarm reset' knop. Dit is een

drukknop die zich nabij de stuurman bevindt. Het alarm geeft een

zacht signaal wanneer het ingestelde interval verlopen is. Indien

dit alarm niet wordt geaccepteerd binnen de 30 seconden, zorgt

het ATS ervoor dat er een alarm afgaat in de kajuit van de kapitein

en in de publieke ruimtes. De kapitein kan er ook voor kiezen om

het alarm te laten afgaan in de kajuit van een 'back-up navigator'.

Dit kan bijvoorbeeld de eerste stuurman van de andere ploeg zijn,

alarm transfer system. Dit systeem mag niet draadloos zijn. De

enige uitzondering hierop mag de verbinding tussen de back-up

navigator en de officier van wacht zijn maar enkel op voorwaarde

dat deze back-up navigator in dezelfde shift loopt als de OOW. Hij

moet dan ook voorzien zijn van een draagbare VHF of UHF om te

kunnen communiceren met de OOW,

central alarm panel. Er moet een controlepaneel aanwezig zijn

waar alle alarmen beheerd kunnen worden,

Voyage Data Recorder (VDR). De 'zwarte doos' van de

scheepvaart,

NAVTEX,

Figuur 5: Links: BNWAS control panel met sleuteltje, Rechts: 'watch alarm reset' knop

Bron: Steven Vandepoele, opname aan boord van de 'Breydel'

Page 48: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

33

GMDSS-apparatuur. Deze is afhankelijk van het gebied waar het

schip vaart. De meeste OMOB-schepen zijn uitgerust met

apparatuur die geschikt is voor het 'A4' zeegebied,

weerfax. Deze moet de mogelijkheid hebben om kaartjes af te

drukken,

windsnelheid- en windrichtingaanwijzer,

afstandsbediening om de propulsie-eenheid te bedienen,

afstandsbediening om de fluit te bedienen. Deze moet volgens

de SOLAS en de COLREGS een geluidssein kunnen produceren met

een grondfrequentie die tussen de 70 en 700 Hz ligt,

afstandsbediening om de ruitenwissers te bedienen,

controlepaneel om de scheepslichten te bedienen,

controlepaneel om de stuurpompen en stuurmodus te

selecteren,

een intern communicatiesysteem. Men moet vanaf de brug alle

mogelijk locaties aan boord kunnen bereiken: kajuiten,

pompkamer, messroom, enzovoort.

systeem dat de temperatuur op de brug kan regelen.

SYS-NEQ1 eist dat de afstandsbediening van de propulsie-eenheid, de

fluit en de ruitenwissers, de controlepanelen van de lichten en de

stuurpompen, de VHF-radio-installatie en het intern communicatie-

systeem te bedienen zijn vanaf een zittende en een staande positie van

de stuurman. Voor meer informatie over de specifieke indeling van de

navigatie- en baggerconsole, ook wel de hoofdconsole genoemd: zie 2.2.

Page 49: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

34

2.1.3 De International Organization for Standardization (ISO)

Dit is een internationale organisatie die wereldwijd standaarden voor

diensten en producten bepaalt 37 . Deze standaarden, of normen, zijn

vastgelegd in documenten die door deze organisatie worden uitgegeven.

In verband met het ontwerp van de brug en de bijhorende apparatuur in

het kader van de SYS-NEQ1-notatie geldt er één specifieke ISO-

publicatie: de ISO-8468:2007. Deze heeft als titel:

'Ship's bridge lay-out and associated equipment. Requirements and

guidelines.'

Deze publicatie is zeer vergelijkbaar met MSC-circulaire 982 en de regels

die beschreven staan in de NAUT-OSV-notatie van DNV.

2.2 Beschrijving van de OMOB aan de hand van de

NAUT-OSV-regels

Zoals eerder vermeld, hebben DEME, IHC Merwede en Bureau Veritas

ervoor gekozen om ook rekening te houden met de regels en richtlijnen

die voorgeschreven zijn in deze publicatie van DNV. Ze is hoofdzakelijk

gebaseerd op volgende, eerder vermelde regels:

IMO-resolutie A.708(17),

SOLAS hoofdstuk V, regulation 15,

MSC-circulaire 982,

ISO 8468:2007.

Deze publicaties vermelden allemaal min of meer dezelfde informatie.

Waarom heeft DEME er dan voor gekozen om ook de NAUT-OSV-

regelgeving te volgen? Het antwoord hierop is eenvoudig: veiligheid.

37 International Organization for Standardization (2010), About ISO, www.iso.org, 28/07/2010.

Page 50: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

35

Door de regels van offshore schepen toe te passen op OMOB-schepen,

verhoogt de veiligheid van het werkaspect. Bovenstaande publicaties

focussen vooral op de veiligheid van het nautische aspect.

De combinatie van de NAUT-OSV-regels en de SYS-NEQ1-notatie

maakt het hele gebeuren veiliger. Inspecteurs van de Port State Control

(PSC) of van de classificatiemaatschappijen mogen schepen die volledig

voldoen aan de klasse-eisen toch afkeuren, indien ze de zaak niet veilig

genoeg vinden. Het volgen van de regels en richtlijnen van BV en DNV

moet dit voorkomen.

2.2.1 De verschillende werkplatformen

De bruggen van OMOB-schepen zijn onderverdeeld in verschillende

werkplatformen. Hiermee bedoelen we plaatsen op de brug waar één of

meerdere processen uitgevoerd kunnen worden en waar tevens de

nodige informatie aanwezig is om deze processen op een veilige manier

uit te voeren. De plaats op de brug en de functionele indeling van deze

platformen moeten ervoor zorgen dat de officier van wacht zich te allen

tijde een goed beeld kan vormen van wat er allemaal rond hem gebeurt.

Zijn zogeheten 'situational awareness' moet altijd optimaal zijn: dit

betekent dat de brug optimaal ingedeeld moet zijn om in dit kader veilig

te kunnen communiceren, navigeren, baggeren en dumpen. Volgens de

NAUT-OSV-regels bestaat de brug uit twee delen:

het navigatiegedeelte: vanaf dit gedeelte van de brug

moet men kunnen: afmeren, zoekacties uitvoeren en het

transitproces38 uitvoeren,

het operationele gedeelte: vanaf dit gedeelte kan men de

'offshore-operaties' uitvoeren. Dit moet men lezen als het

baggerproces in de context van OMOB-schepen.

38 Men bedoelt hiermee alle aspecten van het varen: routeplanning, vermijden van aanvaringen door het verkeer te observeren, navigatie, manoeuvreren, interne en externe communicatie en toezicht houden over interne veiligheidssystemen.

Page 51: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

36

Voorgaande functies worden verdeeld over meerdere werk-

platformen. Voor offshore schepen zijn er regels voorzien voor

deze verplichte werkplatformen:

Het navigatiegedeelte moet minstens bevatten:

1. werkplatform om het verkeer te observeren en het

navigatie- en manoeuvreerproces uit te voeren,

2. werkplatform voor navigatieondersteuning,

3. werkplatform voor routeplanning,

4. werkplatform voor meeroperaties.

Het operationele gedeelte moet minstens bevatten:

5. werkplatform om het schip te beheren39,

6. werkplatform voor het opvolgen en uitvoeren van cargo-

operaties.40

Vele functionele eisen van deze werkplatformen komen overeen.

De NAUT-OSV voorziet dan ook de mogelijkheid om bepaalde

werkplatformen te combineren. Zo is het mogelijk om 3 met 1 of

2 te combineren en 4 mag deel uitmaken van 1 en/of 5. Er zijn

ook regels voorzien voor bijkomende werkplatformen die andere

functies hebben dan diegene die onder het navigatiegedeelte of

het operationele gedeelte van de brug vallen. Een werkplatform

voor communicatie en een werkplatform voor veiligheid en

noodoperaties zijn bijvoorbeeld bijkomende werkplatformen. Deze

zijn combineerbaar en overigens ook verplicht op alle schepen die

vernoemd worden in NAUT-OSV.

39 'Workstation for shiphandling'.

40 'Workstation for aft support'.

Page 52: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

37

Een console kan meerdere werkplatformen bevatten. Met console

wordt de opbouw, of de stand, van het materiaal bedoeld waar de

werkplatformen zijn ingebouwd. Als we alle voorvernoemde

combinatiemogelijkheden bekijken, zien we dat er minstens drie

consoles gebouwd moeten worden om al de werkplatformen in te

voorzien. Onderstaande afbeelding geeft een idee over hoe de

brug er dan zou kunnen uitzien:

Op deze mogelijke brugconfiguratie vinden we vijf consoles terug:

console 1 bevat het werkplatform om het verkeer te

observeren en het navigatie- en manoeuvreerproces uit te

voeren, het werkplatform voor navigatieondersteuning en/of

het werkplatform voor routeplanning en/of het werkplatform

voor meeroperaties,

Figuur 6: Mogelijke verdeling werkplatformen

Bron: NAUT-OSV-publicatie van DNV

Page 53: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

38

console 2 bevat het werkplatform voor veiligheid en nood-

operaties, het werkplatform voor communicatie en/of het

werkplatform voor routeplanning,

console 3 bevat het werkplatform om het schip te beheren, het

werkplatform voor het opvolgen en uitvoeren van cargo-operaties

en/of het werkplatform voor meeroperaties,

console 4 en 5 bevat de werkplatformen voor reddingsoperaties.

Deze zijn enkel verplicht op reddingsschepen.

De conventionele sleephopperzuigers hebben een vergelijkbare lay-out

van de brug. De pijpman zit in dat geval aan console 3.

Omdat er geen specifieke richtlijnen bestaan voor OMOB-schepen 41 ,

hebben DEME en IHC Merwede onder het toeziend oog van BV, aan de

hand van de regels en richtlijnen van de NAUT-OSV-notatie van DNV,

de consoles zo veel mogelijk proberen te integreren met elkaar.

Anders geformuleerd: OMOB-schepen bevatten alle voornoemde

werkplatformen, maar deze zijn anders verdeeld over de consoles.

De afbeelding op de volgende pagina van de brug van de

'Artevelde' geeft een schematisch overzicht van de aanwezige

consoles op een OMOB-schip:

41 Er was op het moment van schrijven geen enkele classificatiemaatschappij die de service notation 'OMOB Hopper Dredger' voorzien had in haar regelgeving.

Page 54: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

39

Het valt direct op: het navigatiegedeelte en het operationele gedeelte

lopen door elkaar. De console waar de pijpman zit op conventionele

sleephopperzuigers is verdwenen: de stuurman neemt immers zijn

functies over. Al de functies die aan deze console uitgevoerd werden,

zijn nu dus geïntegreerd in de voorste console. Een samenvatting van de

werkplatformen per console:

console 1, ook wel de hoofdconsole genoemd, bevat het

werkplatform om het verkeer te observeren en het

navigatie- en manoeuvreerproces uit te voeren, het werk-

platform voor navigatieondersteuning, het werkplatform voor

meeroperaties, het werkplatform om het schip te beheren, het

werkplatform voor het opvolgen en uitvoeren van cargo-operaties

en het werkplatform voor veiligheid en noodoperaties. In theorie

zou hier ook de routeplanning kunnen gebeuren,

Figuur 7: Lay-out van de brug van de 'Artevelde'

Bron: IHC Merwede

Page 55: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

40

console 2, ook wel de radioconsole genoemd, bevat het

werkplatform voor communicatie. Hier is de GMDSS-apparatuur

gelokaliseerd. Er is ook een kaartentafel gemaakt maar deze is niet

bedoeld om routes te plannen. Hier kan men bijvoorbeeld de

kaarten die afkomstig zijn van de survey bekijken. Deze kaarten

duiden het baggergebied aan en zijn meestal in A1- of soms zelfs

in A0-formaat,

console 3 bevat het werkplatform voor routeplanning.

Bovenop deze drie consoles is er ook nog een extra console voorzien

waaraan gewerkt kan worden. Deze is voorzien van een SCADA-monitor.

Het baggerproces kan dus worden gevolgd en in principe ook deels

worden gestuurd vanaf deze touchscreen monitor. Aan deze console is er

ook een monitor voorzien voor CCTV. De videobeelden van CCTV kunnen

ook worden weergegeven op één van de monitors van de hoofdconsole.

Zie punt 2.2.2.4 voor een verdere beschrijving van het CCTV-systeem.

2.2.2 De hoofdconsole op OMOB-schepen

Deze console bevat zes werkplatformen.42 In de NAUT-OSV-notatie

zijn er aparte regels en voorschriften voorzien voor elk van deze

werkplatformen. Ik zou graag nogmaals aanhalen dat deze zijn

gebruikt als extra hulpmiddel om de OMOB zo veilig en

ergonomisch mogelijk in te delen, sommige regels zijn eerder als

richtlijn beschouwd. De regels die uiteindelijk wel zijn gevolgd om

de hoofdconsole te kunnen realiseren, zijn hierna weergegeven.

42 We houden geen rekening met het werkplatform voor routeplanning: dit heeft immers een aparte toegewijde console op OMOB-schepen.

Page 56: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

41

2.2.2.1 Het gezichtsveld

Om de officier toe te laten om te handelen volgens de COLREGS, moet

hij minstens een horizontaal gezichtsveld hebben dat zich over een boog

van 225° graden strekt. Dat betekent: van recht vooruit tot 22,5°

achterlijker dan dwars aan beide zijden van het schip, en dit vanaf de

staan- en zitpositie aan de hoofdconsole.

Om een veilige uitkijk te garanderen worden blinde sectoren tot een

minimum beperkt. De som van deze sectoren mag in geen geval 30°

overschrijden. In deze som zitten onder andere de spaties tussen de

ramen en het mechanisme van de boegkoppeling.

De officier van wacht moet een horizontaal gezichtsveld van 360°

kunnen verkrijgen door maximaal naar twee verschillende posities langs

elke kant van de hoofdconsole te wandelen. Deze posities mogen

maximaal 15 meter uit elkaar liggen.

Figuur 8: Horizontaal gezichtsveld hoofdconsole

Bron: eigen bewerking van de NAUT-OSV-publicatie

Page 57: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

42

Wat het verticale gezichtsveld voorwaarts betreft: de blinde sector

gerekend vanaf het voorste punt van het schip, mag maximaal twee

scheepslengtes (LOA) of 500 meter bedragen. De kortste afstand geldt.

De horizontale grenzen van deze blinde sector gelden vanaf dit punt tot

10° aan elke kant van de doorgetrokken lijn door dit punt, die

evenwijdig is aan de lijn door kiel en stevens. Deze horizontale grenzen

zijn geïllustreerd op figuur 8.

Naar deze regels wordt ook verwezen in de SYS-NEQ1-notatie. In die

notatie staan echter geen voorschriften over de operationele brug. Die

worden beschreven in de NAUT-OSV-regels. Zo wordt er hierin onder

andere geëist dat, om het schip te beheren, de operator van het

werkplatform een zicht over het achterdek moet hebben dat zich strekt

over een boog van 180°. Dus 90° vanaf het midden van het achterschip

tot dwars van het werkplatform aan elke kant van het schip. Dit

verklaart meteen waarom veel baggerschepen een 'uitstulping' aan de

achterkant van de brug hebben op de plaats waar de baggerconsole

staat. De operator moet dat gezichtsveld kunnen behouden bij alle

weersomstandigheden. Daarom zijn er eisen over de maximale hoogte

van deze console en de plaats tussen het plafond en de bovenkant van

de ramen.

Figuur 9: Verticaal gezichtsveld voorwaarts

Bron: Eigen bewerking tekening 'Breydel', IHC Merwede

Page 58: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

43

Een gezichtsveld over een boog van 180° over het achterdek is helaas

technisch gezien niet te realiseren op een OMOB. DEME en IHC Merwede

hebben echter toch geprobeerd om zo goed mogelijk te voldoen aan

deze eisen. Zo hebben ze de ramen die zicht geven op de beun volledig

vanaf het plafond tot de grond van het navigatiedek laten doorlopen. De

tussenschotten tussen de ramen op de plaats achter de hoofdconsole zijn

geminimaliseerd. De operator kan op deze manier de beun en het

volledige achterschip goed zien.

In de NAUT-OSV-regels staan meerdere eisen voor de ramen op de

brug beschreven. Om reflecties van instrumenten en andere apparaten

van binnenuit te vermijden, moeten de meeste ramen in een bepaalde

hoek worden geplaatst. Deze hoek moet minimaal 15° en mag maximaal

25° ten opzichte van de verticale zijn. Men moet alle ramen die op deze

manier geplaatst kunnen worden, ook effectief zo plaatsen.

Om de reflecties van buitenaf tegen te gaan, moeten alle ramen die

binnen het hiervoor vernoemde verplichte gezichtsveld vallen, worden

voorzien van een verwijderbaar zonnescherm.

Figuur 10: Zicht vanaf hoofdconsole richting beun

Bron: Eigen opname aan boord van de 'Brabo'

Page 59: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

44

Uiteraard moeten ze ook worden voorzien van sterke ruitenwissers en

een spoelsysteem met zoet water. Om hieraan te kunnen werken, is een

gangboord rondom de ramen verplicht.

2.2.2.2 De indeling van de instrumenten en apparatuur

De instrumenten en apparatuur die toebehoren aan de verschillende

werkplatformen van de hoofdconsole, zijn niet zomaar willekeurig

ingedeeld. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen instrumenten die

gebruikt worden voor primaire navigatiedoeleinden en instrumenten en

apparatuur voor het baggerproces. In het geval van OMOB zijn deze

allemaal verzameld in de hoofdconsole die door één operator bemand

kan worden. Volgens de SYS-NEQ-regels moeten hier ook echter twee

officieren samen kunnen werken.

In de NAUT-OSV-notatie komt de term 'hoofdwerkpositie' meermaals

voor. Hiermee bedoelt men de plaats waarvan men de X-band radar al

zittende kan bedienen. Deze radar is uitgerust met ARPA en is dus een

belangrijke hulp voor de navigatie.

De overige instrumenten die bedoeld zijn voor de primaire

navigatiedoeleinden, moeten allemaal binnen handbereik zijn van de

hoofdwerkpositie. De afstandsbediening voor de propulsie-eenheid en de

besturing van het roer dienen zittend bedienbaar zijn, terwijl de

boegschroef staand bediend mag worden. Het idee hierachter is dat

enkel de instrumenten die een hulp zijn om aanvaringen en strandingen

te vermijden, al zittend bedienbaar moeten zijn. De ECDIS moet zowel

vanuit zittende, als vanuit staande positie duidelijk leesbaar en

interpreteerbaar zijn. Manoeuvreren dient volgens deze logica enkel al

staande kunnen: DEME en IHC Merwede hebben er echter voor gekozen

om dit ook vanuit de zittende positie mogelijk te maken.

Page 60: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

45

Als gevolg van de NAUT-OSV-regels zijn de instrumenten en

apparatuur van de hoofdconsole op OMOB-schepen verdeeld over

verschillende prioriteitszones. Er zijn vier zones:

1. de 'Hand-grasp' zone bevat de instrumenten en apparatuur die

de operator moet kunnen bedienen als hij zijn armen naar het

voorschip strekt, vanuit de zittende positie, met de stoel maximaal

naar voor geschoven. De bediening van het vizier en de waterflap

vallen bijvoorbeeld in deze zone,

2. de 'On hand' zone bevat instrumenten en apparatuur die vanuit

de zittende positie binnen het grensgebied van de gestrekte armen

van de operator vallen, zowel zijdelings, als voorwaarts. De

macroknoppen en de bediening van de lieren van de zuigmondbok,

middenbok en bochtbok liggen bijvoorbeeld in deze zone 43,

3. de 'Within easy reach' zone bevat de apparatuur en

instrumenten die de operator nog moet kunnen bedienen vanuit

zijn stoel, al zal hij hiervoor meer moeite moeten doen dan bij de

'On hand' zone. Mogelijk zal hij op het randje van zijn stoel moeten

gaan zitten om bij deze instrumenten te kunnen. Voorbeelden

hiervan zijn de boegschroef, het controlepaneel om de

stuurpompen en stuurmodus te selecteren en de dodemansknop

van het wachtalarm,

4. de 'Within reach' zone bevat de overige instrumenten en

apparatuur van de console. Om deze te kunnen bedienen moet de

operator zijn stoel verplaatsen, of rechtstaan. In deze zone bevindt

zich vooral de bediening van het werkplatform van veiligheid en

noodoperaties. Zo kan je hier bijvoorbeeld de 'emergency fire

pump' en de ventilatie van de accommodatie bedienen.

43 Zie hoofdstuk 3 voor een beschrijving van deze onderdelen.

Page 61: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

46

Ook de indicators zijn onderverdeeld in twee klassen:

A-klasse indicatoren moeten 'gemakkelijk leesbaar' zijn. Dit

houdt in dat ze zich moeten bevinden binnen een horizontale

sector van 70° van het oog van de zittende operator 44: dit wil

zeggen tussen 35° links en 35° rechts van de ogen van de

operator. De verticale grenzen zijn maximaal 60° boven ooghoogte

en 55° eronder,

B-klasse indicatoren moeten 'leesbaar' zijn. De horizontale

sector waarin deze indicatoren zich moeten bevinden, is hier 190°.

Verticaal gezien mogen ze 60° boven en 90° beneden de

ooghoogte worden geplaatst.

44 Men neemt als ooghoogte van een zittende operator 1400 mm boven het doorlopende dek van de brug.

Figuur 11: Zone-aanduiding van de hoofdconsole van de OMOB

Bron: Eigen bewerking plan hoofdconsole van de 'Artevelde', IHC Merwede

Page 62: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

47

Een lijst van instrumenten, indicatoren en apparatuur met hun

individuele prioriteit kan men vinden in bijlage 8.

2.2.2.3 De stoelen van de hoofdconsole

In de NAUT-OSV-notatie worden de specificaties waaraan de stoelen

moeten voldoen, zeer gedetailleerd beschreven. Voor de hoofdconsole

van de OMOB is het belangrijk dat:

er minstens twee, verplaatsbare exemplaren zijn45,

ze beide volledig wegneembaar zijn om comfortabel met twee

stuurmannen staand te werken,

de verticale stand regelbaar is, zodat een ooghoogte van 1400 mm

bekomen kan worden,

de armleuningen beweegbaar zijn, zodat ze niet in de weg zitten

om instrumenten en apparatuur te bedienen.

Doordat de stoel verplaatsbaar is, kan de stuurman snel naar de beun

gaan kijken mocht dit nodig zijn. In de praktijk heeft de stuurman echter

reeds een goed overzicht door simpelweg naar achter te kijken: er staan

geen obstructies tussen de hoofdconsole en de ramen aan de achterkant

van de brug. Doordat deze doorlopend zijn van plafond tot dek, wordt

het gezichtsveld gemaximaliseerd. Daarbovenop kan hij ook nog rekenen

op het CCTV-systeem.

45SYS-NEQ eist dat er twee stuurmannen tezelfdertijd zittend kunnen samenwerken aan de

hoofdconsole.

Page 63: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

48

2.2.2.4 Het CCTV-systeem

Dit systeem moet volgens de NAUT-OSV-regels, indien het aanwezig

is, beelden in kleur weergeven. Aan boord van OMOB-schepen zijn

meerdere beweegbare camera's geïnstalleerd. De beelden kunnen

weergegeven worden op een monitor van de hoofdconsole, op de

toegewezen CCTV-monitor van de extra console, en op de SCADA-

monitor van die console 46 . Dit netwerk kan overigens ook worden

aangesloten op het internet. Het idee achter de camera's was dat de

klant het gebeuren aan boord vanop afstand zou kunnen volgen47. De

eerste camera's waren daardoor enkel gericht op de beun en de

overvloei. De laatste OMOB-schepen, waarvan de 'Artevelde' een

voorbeeld is, kunnen dankzij de beweegbare camera's ook de zuigmond

en de zuigbuis in beeld brengen. Als deze boven water komen nadat het

baggerproces is afgelopen, is het mogelijk om dankzij de camera's te

verifiëren of ze vrij van obstakels zijn. Er is ook de mogelijkheid om één

van de camera's te gebruiken bij het aanmeren zodat de stuurman de

naderende kaaimuur vanaf de conning positie kan zien.

2.2.2.5 De Human Machine Interface

Er moet rekening worden gehouden worden met het interpretatie-

vermogen van de menselijke operator tijdens het bouwen en ontwerpen

van instrumenten en apparatuur. In de NAUT-OSV-notatie staan regels

en richtlijnen betreffende het ontwerp van drukknoppen en regelaars,

hendels, software lay-out, verlichting van de apparatuur en hun

bijhorende alarmen. De bedieningsorganen moeten allemaal per functie

worden gegroepeerd.

46 De laatste schepen die uitgerust zijn met OMOB hebben een hoofdconsole met vier monitors. De eerste generatie OMOB-schepen ('Marieke' en 'Reynaert') hebben er vijf.

47 Cleymans E., Zwijndrecht, DEME, eigen interview, 27/07/2010.

Page 64: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

49

Het zijn deze regels die de ergonomie op een OMOB aanzienlijk

verhogen. In de SYS-NEQ1-notatie worden hieromtrent geen

vermeldingen gemaakt.

Na het bedienen van een drukknop moet er bijvoorbeeld een duidelijk

feedbacksignaal zijn. Dit kan visueel, maar ook auditief zijn. Rekening

houdend met deze regels heeft DEME de 'macroknoppen' bedacht. Voor

meer informatie hierover, verwijs ik naar 3.6.6.

Indien een proces aangepast kan worden door regelaars, zal de waarde

altijd worden vermeerderd door met de klok mee te draaien en vice

versa. Indien twee knoppen het proces regelen, zal de rechterknop de

waarde verhogen en de linkerknop de waarde verlagen.

Elke actie die een regelaar, knop of hendel teweegbrengt, dient door

middel van een eenvoudige tegenactie ongedaan kunnen worden

gemaakt.

Een operatie moet kunnen worden gestart, onderbroken, voortgezet en

gestopt. Elke identificatie van deze functies zal duidelijk in het Engels in

de nabijheid van het bedieningsorgaan worden vermeld.

Figuur 12: Regelknoppen hoofdconsole: links verminderen, rechts vermeerderen

Bron: Eigen opname aan boord van de 'Breydel' en detail van plan 'Artevelde', IHC Merwede

Page 65: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

50

Voor de presentatie van informatie, alarmen en de lay-outs van menu's

in softwaresystemen zijn de NAUT-OSV-regels zeer gedetailleerd.

Vooral volgende regels uit deze publicatie hebben invloed gehad op het

ontwerp van het Dredger Control System48 op de OMOB:

al de informatie die nodig is om een bepaalde operatie uit te

voeren, moet beschikbaar zijn in het desbetreffende venster of

submenu. Tijdens elke stap van het proces moet de operator op

eenvoudige wijze terug naar het initiële scherm kunnen keren,

na het starten van elke actie zal er feedback worden gegeven door

het systeem. Bijvoorbeeld: als de operator een klep wil openen, zal

de HMI een zichtbare indicatie van de actuele stand van de klep

geven,

menu's van softwaresystemen moeten duidelijk zijn gegroepeerd

per operatie,

in geen geval zal de operator informatie moeten onthouden als hij

van de ene pagina naar de andere gaat,

operaties die frequent uitgevoerd worden, moeten bedienbaar zijn

door snelkoppelingen of hardware regelaars. Veel operaties van

het DCS kunnen effectief worden bediend door knoppen die voor of

naast de displays van de hoofdconsole gemonteerd zijn,

de kleur van de tekst die op de displays wordt weergegeven, moet

in hoog contrast staan met de achtergrondkleur. Dit is zeker het

geval voor het DCS: de kleuren van de tekst zijn overwegend wit

en geel, terwijl de achtergrondkleur blauw is,

voor de losstaande indicatoren zijn er ook strenge eisen in verband

met de kleur en lichtsterkte. Deze vindt men terug in de ISO 2412:

'Shipbuilding: colours of indicator lights'. In deze publicatie wordt

onder andere geëist dat alle monitors, indicators en lichtgevende

knoppen gedimd moeten kunnen worden,

48 Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie over het DCS.

Page 66: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

51

ook de alarmindicaties zijn gestandaardiseerd: een rode,

knipperende waarde is een ongeaccepteerd alarm, gewoon rood wil

zeggen dat het geaccepteerd is, een gele kleur duidt op een

waarschuwing en groen betekent dat alles in orde is.

Verder is er een systeem ontwikkeld dat de monitors van de hoofd-

console onderling met elkaar verbindt. Zo is het mogelijk om een

presentatiepagina op meerdere monitors van de hoofdconsole te tonen.

2.2.3 De radioconsole

Deze console bevat enkel het werkplatform voor de communicatie,

uitgerust volgens de SOLAS-voorschriften 49 . De NAUT-OSV-notatie

vermeldt overigens dat dit werkplatform apart geplaatst moet worden.

De plaats op de brug is niet willekeurig. De officier van wacht moet vanaf

deze console over een gezichtsveld met een boog van 202,5°

beschikken: van dwars aan bakboord, over de boeg van het schip, tot

22,5° achterlijker dan dwars aan stuurboord. Op die manier kan hij

vanaf de radioconsole uitmaken of hij aan een bepaald vaartuig aan de

stuurboordzijde voorrang moet verlenen of niet50. Met andere woorden:

deze console kan enkel aan stuurboord worden geplaatst om te voldoen

aan deze regel.

49 SOLAS hoofdstuk IV: 'Radiocommunications', Deel C: 'Ship Requirments', regels 7-11 en 13. De meeste OMOB-schepen zijn uitgerust voor Sea Area A4.

50 Zie COLREGS.

Page 67: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

52

2.2.4 De console voor routeplanning

Het werkplatform voor routeplanning moet zijn uitgerust met een ECDIS

en middelen om navigatieberekeningen, zoals een ETA-calculatie, uit te

voeren. Op de OMOB is er een speciaal netwerk voorzien, waardoor

bepaalde informatie op meerdere monitors kan worden weergegeven. Zo

is het onder andere mogelijk om de informatie van de ECDIS weer te

geven op een monitor van de hoofdconsole en/of op een monitor van de

console voor routeplanning. Men kan dus de planning maken aan de ene

console en de informatie afbeelden op een monitor van een andere. Deze

mogelijkheid is trouwens een vereiste van de NAUT-OSV-notatie.

Figuur 13: Gezichtsveld radioconsole

Bron: Eigen bewerking plan hoofdconsole van 'TSHD Artevelde', IHC Merwede

Page 68: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

53

2.2.5 De extra console en de baggerafstandsbediening

Om het concept van de OMOB zo veilig mogelijk te maken, hebben DEME

en IHC Merwede ervoor gekozen om de regels en richtlijnen van twee

classificatiemaatschappijen zo nauwkeurig mogelijk te volgen tijdens het

bouwen van de OMOB-schepen. Daarboven hebben ze ook nog enkele

extra maatregelen genomen, waarover nochtans geen verwijzingen naar

gemaakt worden in de publicaties van BV, DNV, IMO en ISO.

De belangrijkste op de OMOB zijn:

de grote doorlopende ramen aan de achterkant van de brug,

de open ruimte die gecreëerd is op de OMOB,

de extra console,

de baggerafstandsbediening,

Het nut van de grote doorlopende ramen aan de achterkant van de brug

is hiervoor reeds besproken. Daarnaast zorgt de open ruimte die

gecreëerd is er nog meer voor dat het gezichtsveld van de stuurman

geoptimaliseerd wordt.

Hij kan vanaf de hoofdconsole bijna 360° rondom zich heen kijken. Er is

bijna niets dat het zicht belemmerd, behalve de nodige tussenschotten

van de ramen. Volgens de NAUT-OSV-notatie mag dit gezichtsveld

bekomen worden door naar twee verschillende posities langs elke kant

van de hoofdconsole te wandelen. De OMOB-schepen voldoen dus

ruimschoots aan deze eis. De reden dat men dit heeft kunnen realiseren

is dat de sanitaire voorziening niet op navigatiedek is geplaatst. Op

OMOB-schepen is deze gebouwd op het zogenaamde 'topdeck'. Dit is

gelegen tussen het navigatiedek en het A-dek. Op dit dek bevindt zich

ook de 'convertor room' voor de elektronische installatie van het

navigatiedek. Dit is volledig in orde met de regels van de NAUT-OSV-

notatie, die zeggen immers dat er een sanitaire voorziening op of

aanliggend aan de brug moet zijn.

Page 69: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

54

Bron: 'Ports and Dredging', editie 167, 2007

De extra console is gericht naar het achterschip en bevindt zich aan de

bakboord zijde van de OMOB. Ze is uitgerust met een multifunctionele

monitor. Deze is onder andere aangesloten op het SCADA-systeem. Het

baggerproces kan dus gevolgd, en deels gestuurd worden vanaf deze

monitor. Bovendien is er de mogelijkheid om te switchen naar het CCTV-

netwerk vanaf deze monitor.

Alle OMOB-schepen hebben een unieke afstandsbediening waarmee een

groot deel van het baggerproces bediend kan worden.

Deze afstandsbediening is volledig draadloos en kan gebruikt worden

over het gehele schip. Een tweede operator kan ze gebruiken in het

geval van slechte weersomstandigheden, extreme verkeersdrukte of

enige andere omstandigheid die dit vereist. Op deze manier wordt het

mogelijk om met twee officieren gelijktijdig op de OMOB te werken,

zonder dat beide aan de hoofdconsole moeten staan of zitten. Als de

tweede operator hiermee plaats neemt aan de SCADA-display van de

extra console kan hij bijna het volledige baggerproces individueel

bedienen. Bovendien kan hij van hieruit de volledige baggerinstallatie

goed zien.

Figuur 14: Baggerafstandsbediening

Page 70: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

55

2.3 Deelbesluit

Hoewel er al veel strenge regels en richtlijnen van de IMO en ISO

gevolgd moeten worden indien men de SYS-NEQ1-notatie van BV wil

bekomen, hebben DEME en IHC Merwede er toch voor gekozen om ook

nog eens zo goed als mogelijk de voorschriften van de NAUT-OSV-

regels van DNV te volgen. Deze laatste regels zijn zeer

gedetailleerd over het operationele gedeelte van de brug.

Door de regels van twee classificatiemaatschappijen te volgen

hoopt DEME de ergonomische eigenschappen van de brug te

verhogen, hierdoor kan de 'situational awareness' van de officier

op de OMOB gemaximaliseerd worden.

Figuur 15: Zicht over het achterschip van de 'Breydel' vanaf de SCADA-monitor van de extra console

Bron: Wouter Blaas, IHC Merwede

Page 71: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

56

3 Het Dredger Control System (DCS)

3.1 Inleiding

De baggeroperaties aan boord van een sleephopperzuiger met

éénmansbediening worden beheerd door het DCS51. Dit systeem is een

verfijnde versie van het HCS (Hydraulic Control Systeem) dat wordt

gebruikt op conventionele baggerschepen. HCS is het systeem dat de

pijpman toelaat om hydraulische toepassingen te sturen via de SCADA52.

De grootste verschillen tussen HCS en DCS vinden we in de

programmering van de PLC's en de SCADA HMI.

De OMOB is tot stand kunnen komen doordat de taken van de pijpman

werden geautomatiseerd. Het DCS voert allerlei handelingen en stappen

uit via talrijke subroutines, hieraan kan de stuurman geen wijzigingen

brengen. Hij kan echter wel parameters veranderen via de SCADA HMI

om een bepaald proces te optimaliseren.

Het uitgangspunt voor de visualisatie van de SCADA HMI van het DCS

heeft men overgenomen van het HCS. Op conventionele sleephopper-

zuigers beschikt men over een baggerconsole die onder andere bestaat

uit meerdere drukknoppen, toegewezen programmeerbare toetsen-

borden en een drietal beeldschermen. Om alles voor de stuurman

overzichtelijk te houden, werd de SCADA HMI van het DCS op de OMOB

sterk vereenvoudigd. Enkel de informatie die op dat moment relevant is,

wordt nog weergegeven. Zo reduceert men de dwell time en kan de

stuurman zijn aandacht beter verdelen over het bagger- en

navigatieproces.

51 Kieboom, H. (2007), Functional Specification: Dredger Control System, versie 1.1, Sliedrecht, IHC SYSTEMS B.V.

52 Zie 1.1.2

Page 72: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

57

Het DCS omvat volgende functies:

de opvolgfunctie (monitoring layer),

de instructiefunctie (control layer),

de automatiseringsfunctie (automation layer),

de human machine interface. Zoals we gezien hebben in hoofdstuk

1, is dit het SCADA-systeem. Bovenstaande functies worden, al

dan niet gecombineerd, gevisualiseerd en gestuurd via de SCADA

HMI.

3.2 De opvolgfunctie

Informatie wordt verzameld door tal van sensoren. Nadat de gegevens

van deze sensoren verwerkt zijn door de PLC-controllerlaag worden ze

via de SCADA HMI aan de stuurman weergegeven. Er zijn vier bronnen

van informatie die belangrijk zijn voor het baggerproces en die dus

opgevolgd dienen te worden.

1. STPM (Suction Tube Position Monitoring): dit is informatie over de

positie van de zuigbuis ten opzichte van het schip. Na een

wiskundige berekening met data afkomstig van verschillende

sensoren wordt de zuigdiepte en de positie van de pijp ten

opzichte van een referentievlak bepaald.

2. DLM (Draught and Load Monitoring): het opvolgen van de

diepgang en de lading van het schip.

3. Productie: dit omvat alle factoren die betrokken zijn bij de

productie, bijvoorbeeld de densiteit, de snelheid en het

vacuümdrukverschil.

4. DCC (Density Chart Computer): dit zijn de gegevens die naar de

surveycomputer gestuurd worden.

Page 73: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

58

3.3 De instructiefunctie

Deze laag van het systeem stuurt de instructies naar de verscheidene

toestellen die elk een specifieke taak of functie verrichten. De instructies

zelf worden op de SCADA HMI gevisualiseerd53. Enkele voorbeelden van

deze toestellen zijn:

de hydraulische pompinstallatie: deze kan gestart en gestopt

worden, tevens kan men hiervan de druk en het debiet regelen.

de hydraulische schuiven: deze kunnen meerdere verbruikers

bedienen. De bokken, de lieren, de jet- en baggerafsluiters en de

bodemdeuren zijn hier voorbeelden van.

de pompen: de bagger-, jet-, glandwater- en spoelwaterpompen,

3.4 De automatiseringsfunctie

De automatisering van functies is het belangrijkste onderdeel van het

DCS. Het is immers deze laag van het systeem die ervoor gezorgd heeft

dat er op OMOB-schepen geen pijpman meer aanwezig hoeft te zijn.

Dankzij de automatisering van enkele belangrijke onderdelen van het

baggerproces is het mogelijk geworden om de functies van de pijpman

over te dragen aan de stuurman. In feite bestonden veel van deze

automatische systemen al langer maar ze zijn tot de komst van de

OMOB nog nooit op een dergelijk niveau geïntegreerd. Volgende functies

zijn geautomatiseerd54:

het bedienen van de afsluiters die ervoor zorgen dat het mengsel

overboord of binnenboord terechtkomt (ALMO),

het bedienen van de lieren (ADWC),

53 Zie 3.5

54 Zie 3.6 voor meer informatie over de afzonderlijke functies.

Page 74: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

59

het bedienen van de baggerpomp (APC),

het bedienen van het vizier op de sleepkop,

het oplijnen van de baggerafsluiters (ADSS),

het oplijnen van de jetafsluiters (AJSS),

het overboord of binnenboord brengen van de zuigbuis (APSS),

het opvolgen van de diepgang tijdens het laadproces (ADC).

De instructies om deze taken uit te voeren worden gestuurd vanuit de

SCADA HMI naar de PLC-controllerlaag.

3.5 De hoofdpagina's van de SCADA HMI

De combinatie van de opvolg-, instructie-, en automatiseringsfuncties

worden hier gevisualiseerd. De symbolen met bijhorende kleurencode

van de baggeruitrusting werden door DEME overgenomen uit eerdere

versies van de SCADA55. De menustructuur en lay-out werden echter

grondig gewijzigd om te kunnen voldoen aan de NAUT-OSV-regels.

De SCADA HMI van het DCS bestaat uit negen hoofdpagina’s, al dan niet

met subpagina’s. Elke pagina heeft een Engelstalige benaming.

3.5.1 Trail

Op deze pagina volgt de stuurman het baggerproces op. De pijp wordt

automatisch gestuurd via de 'macroknoppen'56. Deze pagina combineert

de drie eerder besproken functies. Op de figuur van de volgende

bladzijde is een voorbeeld van deze pagina weergegeven57.

55 Zie 3.7

56 Zie 3.6.6

57 Voor afbeeldingen van de overige pagina's: zie bijlage 9.

Page 75: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

60

3.5.2 Dump

De dumppagina is integraal overgenomen van het HCS systeem, er zijn

geen wijzigingen aangebracht. Vanaf deze pagina wordt het dumpproces

gestuurd en opgevolgd.

3.5.3 Discharge

Deze pagina wordt gebruikt tijdens het walpersen of rainbowen.

Walpersen is een complex proces met veel variabele parameters.

Doordat dit proces moeilijk wiskundig kan worden voorspeld, is het niet

mogelijk om het volledig te automatiseren. Tijdens het persen ligt het

schip meestal voor anker: de stuurman kan zich dus bijna voltijds

concentreren op het walpersproces.

Figuur 16: Trail pagina

Bron : eigen opname van het DCS aan boord van 'TSHD Breydel'

Page 76: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

61

3.5.4 Pipe and winches

Op deze pagina kan de stuurman alle bokken en lieren van de zuigbuis

opvolgen en sturen. Ook de deklier kan vanaf deze pagina bediend

worden. Deze wordt gebruikt om de drijvende leiding, die nodig is voor

het walpersen, met het schip te verbinden.

3.5.5 Dredge setup

Op deze pagina wordt de volledige baggerinstallatie weergegeven. De

pagina is onderverdeeld in drie delen:

het grootste deel van deze pagina is centraal gelegen. Het laat toe

alle baggerafsluiters op te lijnen, tevens kan men hier ook de

bagger- en spoelwaterpomp bedienen,

linksboven kan men de ontgassinginstallatie bedienen en instellen,

de hydraulische installatie wordt weergegeven in het gedeelte dat

zich rechtsboven op deze pagina situeert. Het betreft hoofdzakelijk

een onderdeel van de opvolgfunctie.

3.5.6 Jet setup

Hier kan men de jetpompen en hun overeenkomstige afsluiters bedienen.

Het is ook mogelijk om de hydraulische installatie te starten vanaf deze

pagina.

3.5.7 Calibration

Op deze pagina kan men de talrijke sensoren kalibreren.

Page 77: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

62

3.5.8 Diagnostics

Hier kan men snel een diagnose stellen van verschillende componenten

en toepassingen van de baggerinstallatie. De hydraulische installatie, de

afsluiters en de lieren behoren hier onder andere toe. De condities opdat

bepaalde onderdelen al dan niet gestart kunnen worden zijn eveneens

gedetailleerd weergegeven.

3.5.9 Automation

Verscheidene parameters van de functies die in 3.4 staan beschreven

dienen ingesteld te worden alvorens het DCS de functies automatisch

kan uitvoeren. Deze pagina maakt het grote verschil tussen het SCADA-

systeem van OMOB-schepen en dat van de conventionele baggerschepen.

Men vindt hier ook de voorwaardes terug opdat een volgende stap in een

bepaald proces ondernomen kan worden.

3.6 Uitgebreide beschrijving van de automatiseringsfuncties

3.6.1 Automated Light Mixture Overboard (ALMO)

Om de baggercyclus te optimaliseren is het van belang om een zo hoog

mogelijke densiteit van het mengsel in de beun te bereiken. Om dat te

kunnen verwezenlijken, heeft men op sleephopperzuigers een AMOB-

afsluiter geplaatst. AMOB staat voor Arm Mengsel Overboord. Door het

bedienen van de AMOB-afsluiter wordt specie met een lage densiteit

overboord gepompt: zo komt het dus niet in de beun terecht.

Page 78: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

63

De ALMO heeft tot doel de bediening van de AMOB-afsluiter te

automatiseren. Op bovenstaande afbeelding wordt een mengsel met een

densiteit van lager dan 1.15 t/m³ automatisch overboord gepompt. De

ALMO-functie kan de AMOB-afsluiter ook aansturen indien de snelheid

van het mengsel een bepaalde vooraf ingestelde waarde overschrijdt. Dit

gebeurt enkel wanneer deze specifieke subroutine geactiveerd wordt58.

Wanneer het DCS een 'open' signaal van de AMOB-afsluiter ontvangt,

zullen de laadafsluiters automatisch gesloten worden: het mengsel wordt

dan rechtstreeks overboord gepompt in plaats van in de beun. Dit

gebeurt totdat de densiteit terug boven de ingestelde waarde stijgt,

en/of de snelheid van het mengsel terug daalt tot onder het 'setpoint'.

Een goede pijpman op een conventionele sleephopperzuiger 'weet' waar

het goed zuigt en waar niet. Hij kan immers vooruitkijken op de monitor

die de beelden van de survey bevat. Op basis van zijn ervaring kan hij

hieruit conclusies trekken. Hij kan dus anticiperen en de AMOB-afsluiter

bedienen nog voor de informatie van de densiteitsmeter hem bereikt.

58 Een plotse stijging in mengselsnelheid kan een indicatie zijn van een arm mengsel op komst. Deze subroutine is echter niet geselecteerd op bovenstaande figuur.

Figuur 17: ALMO

Bron: eigen opname van het DCS aan boord van de 'Breydel'

Page 79: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

64

Op deze manier kan een optimale productie bekomen worden: de

afsluiters kunnen immers al in de juiste configuratie gebracht worden

voordat de informatie van de mengsel- en snelheidsmeter doorkomt.

Hierdoor zal de pijpman misschien heel even een mengsel met een arme

densiteit opzuigen, maar hij weet dat er spoedig een hogere densiteit zal

volgen dankzij zijn ervaring en de gegevens van de survey.

Men kan dit met het DCS min of meer nabootsen door een dode tijd in

het systeem te voeren. Dit is echter minder effectief omdat een

computer nu eenmaal (nog) niet de mogelijkheid heeft om vooruit te

kijken zoals een menselijke operator.

Het feit dat de AMOB- en laadafsluiters bediend worden door een

computer heeft nog een nadelig gevolg, zij het onrechtstreeks. De

ALMO-functie is niets anders dan een wiskundig programma dat zeer

veel parameters tegelijkertijd kan analyseren en daardoor te allen tijde

de afsluiters in de meest optimale positie kan zetten om een maximale

productie te verkrijgen. Met andere woorden: de afsluiters veranderen

voortdurend van stand. Veel meer dan wanneer ze door een menselijke

pijpman zouden worden bediend. Men kan dit vergelijken met de

automatische piloot: deze bedient het roer ook bijna constant om de

perfecte koerslijn te kunnen blijven volgen. Doordat de afsluiters zeer

veel van stand veranderen als de ALMO-functie is ingeschakeld, zullen

deze sneller slijten.

3.6.2 Automatic Pump Control (APC)

Bij een baggerpomp met constant toerental zijn het debiet en bijgevolg

ook de mengselsnelheid, een functie van de densiteit: hoe hoger de

densiteit, hoe lager de mengselsnelheid.

Page 80: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

65

Recente baggerschepen beschikken over een pomp met een variabel

toerental. De APC-functie past de toeren, dus het debiet, van de pomp

aan op basis van de gegevens van de gemeten densiteit. Op de

afbeelding hieronder kan men zien dat de APC bij een densiteit van 1.20

t/m³ een snelheid van 5 m/s tracht te realiseren. Hierbij draait de pomp

op minimum toerental. Bij een densiteit van 1.40 t/m³ zal de APC-functie

het toerental van de pomp maximaal opvoeren totdat een mengsel-

snelheid van 9 m/s bereikt wordt.

3.6.3 Automatic Draghead Winch Control (ADWC)

De ADWC-functie bedient de bocht-, midden- en zuigmondlier. Eens de

zuigbuis voor de inlaat is gedaald, regelt de zuigmondlier de zuigdiepte.

Ze houdt tevens de onderpijp binnen een bepaalde horizontale hoek ten

opzichte van het schip. De middenlier controleert de verticale hoek

tussen de onderpijp en de bodem, de verticale hoek tussen de onderpijp

en bovenpijp en tevens de horizontale hoek van de middenknik.

Figuur 18: APC

Bron: eigen opname van het DCS aan boord van de 'Breydel'

Page 81: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

66

Bij een koerswijziging zal het schip zich verplaatsen ten opzichte van de

sleeppijp: om schade aan de zuigbuis of het schip te voorkomen, zal de

ADWC-functie in dat geval de sleeppijp automatisch terug dichterbij

trekken door de lieren te bedienen.

Wanneer de mengselsnelheid te laag wordt, kan er cavitatie optreden in

de baggerpomp doordat er een groter vacuümdrukverschil aan de ingang

van de pomp ontstaat. Om dit te vermijden dient de zuigmond gehesen

te worden. Deze handeling wordt uitgevoerd door een subroutine van de

ADWC-functie, namelijk 'silt control'. Door het hijsen van de zuigmond

zal er meer water aangezogen worden, waardoor de densiteit en dus de

snelheid van het mengsel zal toenemen. Wanneer het proces terug

gestabiliseerd is, zal de ADWC-functie de zuigmond terug laten dalen.

3.6.4 Automatische bediening van het vizier

Op de zuigmond is een vizier gemonteerd dat hydraulisch bediend wordt.

Het vizier bepaalt de snijdiepte van de zuigmond in de zeebodem. Door

het te openen of te sluiten kan deze diepte gewijzigd worden.

Figuur 19: zuigbuis en limieten van de horizontale hoek

Bron: eigen bewerking van DCS-opname aan boord van de 'Breydel'

Page 82: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

67

Indien men de sturing in automatische modus plaatst, zal de snijdiepte

aan de hand van volgende parameters door het DCS aangepast worden:

het toerental van de pomp,

het vacuümdrukverschil voor de pomp,

de hieldruk van de zuigmond,

de druk aan de perskant van de pomp.

Aan deze modus kan de stuurman niets regelen, het is gebaseerd op een

wiskundig model in de PLC-controllerlaag.

Naast de automatische modus zijn er nog twee andere opties om het

vizier te bedienen: de 'free' en de 'manual fixed' stand. Bij 'free' zal het

profiel van de bodem worden gevolgd, terwijl het vizier bij 'manual fixed'

onder een bepaalde hoek ten opzichte van de bodem geplaatst zal

worden.

De stand van het vizier bepaald in grote mate de productie. In de

praktijk gebruiken de meeste stuurlui de automatische optie niet59.

3.6.5 Automatic Draught Control (ADC)

De ADC-functie regelt de diepgang van het schip door het maximale

beunvolume te verlagen. Dit gebeurt door de overvloeikoker te laten

dalen.

59 Mullenders, F., Maracaibo, eerste stuurman 'Breydel', eigen interview, 15/04/2010.

Figuur 20: 'Manual fixed' bediening van het vizier

Bron: eigen opname van DCS aan boord van de 'Breydel'

Page 83: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

68

Bij aanvang van het baggeren staat die koker volledig bovenaan, op

deze manier kan een maximale beuninhoud benut worden. Na verloop

van tijd zal het schip inzinken doordat er meer specie in de beun terecht

komt. Wanneer de ingestelde diepgang bereikt wordt, zal ADC de

overvloeikoker laten dalen tot de kelk hiervan net onder de oppervlakte

van het mengsel komt te staan. Door het dalen van de koker zal het

beunvolume virtueel verkleinen. De zwaardere deeltjes van het mengsel

zullen bezinken terwijl het mengseloverschot afgevoerd wordt via de

overvloeikoker.

De stuurman voert de gewenste gemiddelde diepgang en de maximale

inhoud van de beun op voorhand in. Verder is er nog de mogelijkheid

alarmen in te stellen wanneer bepaalde diepgangen bereikt worden.

3.6.6 Automatic Pipe System Sequence (APSS)

APSS is uniek aan de OMOB-schepen. Dankzij APSS wordt het mogelijk

om de zuigbuis bepaalde vooraf ingestelde bewegingen automatisch te

laten uitvoeren. Deze vooraf ingestelde bewegingen worden geactiveerd

door de macroknoppen.

Figuur 6: ADC

Bron: eigen opname van DCS aan boord van de 'Breydel'

Page 84: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

69

Zij vervangen de verbale bevelen die de stuurman aan de pijpman geeft

op conventionele sleephopperzuigers60. Het concept van deze knoppen is

bedacht door DEME en gerealiseerd door IHC Merwede. Dergelijke

knoppen bestonden nog niet. DEME heeft hier dan ook een patent op

genomen61.

Elke macroknop bestaat uit twee delen: een omliggende ring en de

drukknop zelf. Beiden kunnen oplichten in een verschillende kleur.

De ring zal oplichten wanneer er voldaan wordt aan bepaalde

operationele condities: de routine die geschreven staat op de drukknop

is bedrijfsgereed. Sommige condities worden door het DCS bepaald,

andere kunnen ingesteld worden door de operator.

Door de drukknop te bedienen, wordt de specifieke routine gestart. Na

het indrukken weerklinkt een geluidssignaal en de drukknop zal

knipperend oplichten. Het knipperen stopt wanneer de actie uitgevoerd

is. Tevens wordt er een geluidssignaal afgespeeld ter bevestiging.

Als er tijdens een routine een fout optreedt, zal er een alarmknop

oplichten. Er zal ook een aanvullend auditief signaal weerklinken.

60 Zie 1.2.1 voor deze 7 communicatiesituaties.

61 Cleymans E., Zwijndrecht, DEME, eigen interview, 1 maart 2010.

Figuur 7: macroknoppen

Page 85: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

70

Bron : eigen opname van DCS aan boord van de 'Breydel'

Er zijn zeven macroknoppen:

'In Saddles': zorgt ervoor dat de zuigbuis van overboord terug

aan dek komt,

'Overboard': brengt de zuigbuis boven het water,

'At inlet': brengt de gehele zuigbuis volledig horizontaal onder

water, tot voor de inlaat,

'Off ground': laat de zuigmond en de knik tot een bepaalde

vooraf ingestelde diepte afdalen, enkele meters boven de bodem,

'At ground': brengt de zuigmond naar de bodem en houdt de knik

onder een bepaalde hoek dankzij de ADWC-functie,

'Turn PS': hiermee worden bepaalde horizontale hoeken verkleind

zodat de stuurman het schip naar bakboord kan manoeuvreren,

'Turn SB': doet hetzelfde als de 'Turn PS', maar dan voor een

manoeuvre naar stuurboord.

De eerste vijf knoppen zijn bijzonder omdat er hieraan twee subroutines

gekoppeld kunnen worden. Na deze in te drukken gebeurt er dus meer

dan enkel een beweging van de zuigbuis. De twee subroutines,

beschreven in 3.6.7 en 3.6.8, maken het mogelijk om de bagger- en

jetpompen automatisch op te starten. Tevens kunnen de bijhorende

afsluiters volgens bepaalde modi opgelijnd worden. De subroutines die

gestart worden bij de overgang van de ene macroknop naar de andere

worden door het DCS overzichtelijk weergegeven.

Figuur 21: Schematische voorstelling van welke acties ondernomen worden tussen de macroknoppen

Page 86: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

71

3.6.7 Automatic Dredge System Sequence (ADSS)

Deze subroutine heeft zes modi. Hierin kan de baggerpomp gestart of

gestopt worden. Tevens kunnen de baggerafsluiters automatisch worden

opgelijnd. De zes modi zijn:

'sailing': de baggerpomp wordt uitgeschakeld en alle

baggerafsluiters behalve de aanzuigafsluiter worden gesloten,

'trailing': deze modus lijnt de baggerafsluiters op om te kunnen

baggeren, de baggerpomp wordt gestart,

'AMOB': de baggerafsluiters worden opgelijnd zodat het mengsel

overboord gepompt kan worden, de baggerpomp wordt gestart,

'back flush': de baggerpomp wordt gestopt zodat de zuigmond

gespoeld kan worden door de terugspoeling van het water,

'drain hopper': alles wordt opgelijnd om het water uit de beun te

kunnen onttrekken, de pomp wordt gestart,

'fill hopper': deze modus lijnt de baggerafsluiters op om de beun

te kunnen vullen met water, de pomp wordt gestart.

Deze modi kunnen gekoppeld worden aan het APSS. Een bepaalde

modus wordt aangenomen na de instructie van een macroknop. Voorts

vindt men deze nog terug op verschillende pagina’s van de SCADA HMI.

Elke modus heeft ook nog een afzonderlijke drukknop aan de zijkant van

de achterste monitor aan bakboord.

Bron: eigen opname aan boord van de 'Breydel'

Figuur 22: Drukknoppen van de verschillende modi van ADSS

Page 87: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

72

Het is echter ook mogelijk om enkel de baggerafsluiters op te lijnen,

zoals op conventionele baggerschepen. De baggerafsluiters kunnen op

zes verschillende manieren automatisch geconfigureerd worden zonder

dat de pomp hierbij betrokken wordt:

'close': alle baggerafsluiters worden gesloten, behalve deze van

de aanzuig,

'de-water': de baggerafsluiters worden opgelijnd om de beun te

ontwateren,

'trail': de baggerafsluiters worden geconfigureerd om te kunnen

baggeren,

'flushing': de baggerafsluiters worden opgelijnd om de beun te

kunnen spoelen tijdens het dumpproces,

'shore': als men wil walpersen wordt deze modus geselecteerd,

alle baggerafsluiters die nodig zijn om dit proces te kunnen starten

worden opgelijnd,

'rainbow': deze modus is vergelijkbaar met 'shore', behalve dat

het mengsel het schip zal verlaten via de 'rainbow nozzle' in plaats

van via de boegkoppeling.

Bovenstaande modi kan men selecteren vanaf de 'dredge setup' pagina.

3.6.8 Automatic Jet System Sequence (AJSS)

Deze subroutine is gekoppeld aan het APSS. AJSS stuurt de jetpompen

en hun afsluiters aan. De werking is vergelijkbaar met ADSS. De OMOB-

schepen van de DEME hebben allemaal twee jetpompen. Deze kunnen in

serie of parallel geschakeld worden, dit hangt af van de opstelling

waarvoor de operator kiest.

Figuur 23: Verschillende opstellingen van de baggerafsluiters

Bron: eigen opname van DCS aan boord van de 'Breydel'

Page 88: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

73

Jetpompen zijn centrifugaalpompen: als men ze in serie plaatst, zal er

een hogere druk bekomen kunnen worden. Het plaatsen van jetpompen

in parallel zorgt voor een debietsverhoging.

AJSS heeft vier modi:

'trail': de jetafsluiters worden opgelijnd en de jetpompen worden

gestart. Het jetwater kan naar de zuigmond 62 of naar de

ontgassinginstallatie63 gestuurd worden,

‘standby trail’: de jetafsluiters blijven opgelijnd maar de

jetpompen zullen stoppen,

‘sail’: de pompen stoppen en alle jetafsluiters worden gesloten,

‘drain hopper’: de jetafsluiters en de jetpompen worden zodanig

geconfigureerd dat het laatste water uit de beun onttrokken kan

worden. Dit gebeurt met behulp van de ejectoren die zich in de

leegzuigkanalen bevinden.

Net zoals bij de ADSS kan men hier ook de jetafsluiters oplijnen zonder

dat de pompen gestuurd worden. Deze functie komt ook voor op

conventionele baggerschepen. Volgende opstellingen zijn mogelijk:

'close': alle jetafsluiters worden gesloten,

'trail': de jetafsluiters worden opgelijnd zodat al het jetwater naar

de zuigmond wordt gestuurd,

'de-water': de jetafsluiters worden geconfigureerd zodat het

laatste water uit de beun onttrokken kan worden met behulp van

de ejectoren,

'de-gas': het jetwater wordt naar de ontgassinginstallatie

gestuurd, de jetafsluiters zijn opgelijnd om dit mogelijk te maken,

62 Jetwater wordt tijdens het baggeren onder hoge druk in de bodem gespoten om deze los te woelen.

63 Dankzij de ontgassinginstallatie kan men de cavitatie in de baggerpomp tijdens het baggeren van modder met lage vloeistofoppervlaktespanning beperken.

Page 89: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

74

'pre-unload': de jetafsluiters worden opgelijnd zodat er jetwater

naar de straalpijpen ter hoogte van de voorlosdeuren gestuurd

wordt. Men doet dit om het dumpen te vereenvoudigen,

'bottom': de jetafsluiters worden opgelijnd zodat er jetwater naar

de straalbuizen ter hoogte van de bodemdeuren gestuurd wordt,

eveneens om het dumpproces vlotter te laten verlopen,

'shore': het jetwater wordt naar de straalbuizen ter hoogte van de

leegzuigdeuren gestuurd. Dit doet men om het walpersen te

vereenvoudigen,

'trimtank': het jetwater wordt ook gebruikt als ballastsysteem. Na

het selecteren van deze opstelling zullen de jetafsluiters juist

opgelijnd zijn om de trimtank te kunnen vullen.

De verschillende opstellingen van de jetafsluiters kan men selecteren op

de 'jet setup' pagina.

De jetpompen zijn bijna in alle gevallen parallel geschakeld, enkel in de

opstellingen waarbij er jetwater naar de zuigmond wordt gestuurd zijn ze

in serie geschakeld. Bij de zuigmond is immers een hoge druk van het

jetwater nodig, zodat de bodem losgewoeld kan worden.

3.7 Kleurcodes

3.7.1 Identificatie van afsluiters met eindschakelaars

Het symbool van een afsluiter is twee driehoeken omgekeerd tegen

elkaar. De kleuren van elk van deze driehoeken kunnen variëren.

Figuur 24: Verschillende opstellingen van de jetafsluiters

Bron: eigen opname van DCS aan boord van de 'Breydel

Page 90: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

75

Figuur 25: Afsluiters resetten

Dit hangt af van de stand van de eindschakelaar en het laatst gegeven

bevel door de operator of door het DCS. Er zijn verschillende combinaties

mogelijk voor bagger- en jetafsluiters:

: de afsluiter is volledig geopend. De eindschakelaar heeft

de 'open' positie bereikt,

: de afsluiter is volledig gesloten. De eindschakelaar heeft

de 'gesloten' positie bereikt,

: de afsluiter wordt verondersteld open te zijn. Het

commando 'open' is gegeven, maar de eindschakelaar heeft

de open stand niet bereikt, wat kan wijzen op een defect,

: de afsluiter wordt verondersteld gesloten te zijn. Het

commando 'sluiten' is gegeven, maar de eindschakelaar

heeft de gesloten stand niet bereikt, wat kan wijzen op een

defect.

Tijdens het openen of het sluiten van een afsluiter zal deze knipperen in

zijn vorige staat. Indien er dus een grijze afsluiter knippert, betekent dit

dat deze wordt geopend. Een afsluiter zal in de veronderstelde stand

blijven staan, totdat de open of gesloten stand werkelijk bereikt is.

Indien de eindschakelaar of sensor niet defect zou zijn, kan een

veronderstelde stand wijzen op een interne fout van het DCS. De

operator kan in dat geval op 'valves reset' klikken. De actuele stand van

alle afsluiters wordt dan opnieuw weergegeven nadat het inputsignaal

van de sensor en eindschakelaar opnieuw wordt gecontroleerd.

Bron: eigen opname van het DCS aan boord van 'TSHD Breydel'

Page 91: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

76

3.7.2 Identificatie van afsluiters met analoge positie-indicatie

Deze afsluiters kan men deels openen of sluiten. Zo is het bijvoorbeeld

mogelijk om een afsluiter van dit type slechts 20 procent te openen. Het

DCS beschouwt een afsluiter van dit type als volledig gesloten, wanneer

de stand ervan minder dan vijf percent geopend is. Hij zal dan grijs

kleuren. Anderzijds zal een afsluiter die voor meer dan 95 percent

geopend is worden beschouwd als volledig open. Hij zal dan groen

kleuren. Voor al de overige standen zullen de afsluiters de

kleurcombinatie grijs-groen aannemen. Tijdens het openen of sluiten

zullen ze knipperen in het symbool van hun laatste stand. Er zijn dus

drie symbolen voor de afsluiters met willekeurige standopening:

: volledig geopend (of meer dan 95 percent open),

: volledig gesloten (of minder dan 5 percent open),

: deels gesloten of deels open. Het percentage is in te stellen.

3.7.3 Identificatie van de overige apparatuur

De overige apparatuur zoals de baggerpomp en de lieren hebben

allemaal een soortgelijke kleurcode.

De baggerpomp kan volgende kleuren hebben:

grijs: de pomp is niet in gebruik. Ze is ook niet klaar om in

gebruik genomen te worden,

blauw: de pomp is niet in gebruik. Ze is 'Ready For Use' (RFU),

groen: de pomp is in gebruik,

rood: er is een fout met de pomp.

Page 92: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

77

Deze kleurcodes gelden ook voor de hydraulische installatie, de

jetpompen en de gland- en spoelwaterpompen. Zij kunnen echter ook

nog blauw knipperen: dit wil zeggen dat de pomp RFU is, en dat ze

aan het starten is. Dit knipperlicht verschijnt nadat het bevel van 'start'

gegeven is. Voor de overige apparatuur betekent:

grijs dat het apparaat niet in gebruik is,

groen dat het operationeel is,

rood dat er een fout is opgetreden.

Page 93: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

78

4 Veiligheid

Volgens de 'domino theorie' van Herbert William Heinrich worden 98

procent van alle ongevallen veroorzaakt door onveilige menselijke daden

en twee procent 'door handelingen van God'. 64 Hoewel deze theorie

ondertussen deels verouderd is, zien we dat de bedenkers van de OMOB

duidelijk dezelfde denkpiste hadden. Automatisatie, allemaal goed en

wel, maar wat zijn de gevolgen op het gebied van de veiligheid?

4.1 Bemanning

4.1.1 Situering van de bemanningsvoorschriften

De IMO heeft richtlijnen opgesteld om schepen veilig te bemannen.65

Elke administratie die lid is van de IMO kan deze richtlijnen gebruiken

om de nationale wetgeving aangaande bemanning van schepen op te

stellen. Dit is echter een complexe materie, omdat er onderscheid

gemaakt wordt in het type vaartuig, de grootte, het vaargebied,

enzovoort. Er wordt in de publicaties van de IMO ook verwezen naar

richtlijnen van andere organisaties:

International Telecommunication Union (ITU),

International Labour Organization (ILO),

World Health Organization (WHO).

Deze handelen over de eisen waaraan officieren moeten voldoen om

GMDSS-apparatuur te mogen bedienen (ITU), de werk- en rusttijden

(ILO) en de voorzieningen die nodig zijn om de gezondheid en hygiëne

van de crew te kunnen garanderen (WHO).

64 Verstraelen, H. (2006), Veiligheidstechniek, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet gepubliceerde cursus.

65 IMO-resolutie A.890(21): 'Principles of safe manning' en het amendement hiervan uit 2003: IMO-resolutie A.955(23).

Page 94: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

79

Doordat de IMO richtlijnen in plaats van echte eisen heeft opgesteld, zijn

er behoorlijke verschillen tussen de effectieve wetgevingen van de

verscheidene administraties. Vlaggenstaten zoals Panama of Antigua en

Barbuda zijn kampioen in het omzeilen van de richtlijnen van de IMO.

Men noemt dergelijke administraties ook wel eens 'Flags Of Convenience'

(FOC).

We kunnen echter met zekerheid zeggen dat België geen FOC is. Al de

richtlijnen van de IMO A.890(21) en A.955(23) zijn immers rechtstreeks

overgenomen in de nationale wetgeving66. Dit houdt in dat ook al de

verwijzingen naar de ILO, ITU en WHO in deze publicaties zijn erkend

door de Belgische wetgeving.

4.1.2 Werk- en rusttijden

In de STCW-code wordt er vooral geschreven over de certificering en de

werk- en rusttijden van de bemanning, zodat deze altijd 'fit for duty' is.

Deze tijden, beschreven in sectie A: hoofdstuk VIII/1, worden echter

meer gespecificeerd in conventie 180 van de ILO: 'Seafarers' Hours of

Work and the Manning of Ships'.

Een persoon die werkt op een schip dat geregistreerd is bij een

administratie die de regels van de ILO erkent, is onderworpen aan

volgende limieten onder normale omstandigheden67:

hij mag maximaal 14 uren werken in een periode van 24 uren,

hij mag maximaal 72 uren werken in een periode van zeven dagen,

hij moet minimaal 10 uren rusten in een periode van 24 uren,

66 Koninklijk Besluit van 20 juli 1973: 'Zeevaartinspectiereglement', zoals gewijzigd.

67 International Labour Organization (1996), Convention No. 180 concerning Seafarers' Hours of Work and the Manning of Ships, Genève.

Page 95: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

80

hij moet minimaal 77 uren rusten in een periode van zeven dagen,

deze periodes van rust mogen worden opgedeeld in maximaal twee

cycli. Eén van deze periodes moet minstens zes opeenvolgende

uren bevatten en de tijd tussen twee rustperiodes mag maximaal

14 uren bedragen.

Deze werk- en rusttijden verschilden vroeger nogal wat van de regels

van de STCW-conventie. De conferentie van 21-25 juni 2010 in Manilla

heeft echter nieuwe regels in verband met de werk- en rusttijden

goedgekeurd, zodat ze nu wel sterk aanleunen bij deze van ILO 180. Ze

zijn echter enkel van toepassing op officieren die wachten lopen en niet

op alle personen die werk verrichten aan boord, zoals in de ILO-

publicatie. Er worden veel uitzonderingen toegelaten op de regels van

ILO 180 en de STCW-code. De beschrijving van de verplichte werk- en

rusttijden in de ILO wordt voorafgegaan door een verklaring die zegt dat

niets de administratie ervan weerhoudt om CAO's met de werk- en

rusttijden voor zeemannen op te stellen die afwijken van de regels van

ILO 180. Ze moeten echter minstens even 'gunstig'68 zijn.

Op OMOB-schepen van DEME werkt de bemanning 10 uren per dag,

zeven dagen per week. Afhankelijk van de geografische locatie van het

schip is de bemanning één, vier of zes weken aan boord, gevolgd door

één, vier of zes weken 'thuis'. De bemanning heeft twee uur pauze per

werkdag, in de praktijk komt het er op neer dat de werkdag zo wordt

opgesplitst in twee grote blokken: een blok van 5,5 uren in de

voormiddag en een blok van 4,5 uren in de namiddag69. De ILO of de

STCW-code specificeren niet wat de maximale duur van één blok mag

zijn. Zolang de zeeman niet meer als 14 uren per dag werkt en 72 uren

per week is de regeling voldoende 'gunstig'.

68 Vrije vertaling van de Engelstalige term: 'favourable'.

69 Een half uur pauze in de voormiddag, een uur tijdens de middag en een half uur in de namiddag. Voor de nachtploeg gelden er gelijkwaardige regels.

Page 96: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

81

4.1.3 Minimumbemanning70

Helaas bestaan er geen regels die het minimum aantal leden van de

bemanning exact vastleggen. De richtlijnen die opgelegd worden aan de

administraties zijn eerder vaag. Resolutie A.890(21) begint met:

"THE ASSEMBLY, […] RECOMMENDS that Governments, in establishing

the minimum safe manning levels for ships flying their countries' flag,

observe the Principles set out in Annex 1 and take into account the

Guidelines set out in Annex 2 […]"

Annex 1 en Annex 2 zijn een opsomming van zeer veel uiteenlopende

taken die een minimumbemanning zeker zou moeten aankunnen. Enkele

voorbeelden hiervan zijn:

het schip veilig afmeren,

de algemene toestand van het schip inspecteren en onderhouden.

De bemanning moet eveneens in staat zijn om reparaties uit te

voeren,

bunkeroperaties,

de elektronische apparatuur en elektrische toestellen onderhouden,

de radioapparatuur gebruiken volgens ITU- en SOLAS-regels,

medische hulp verlenen,

Er staan in deze resolutie en haar amendement A.955(23) nog ongeveer

35 soortgelijke opsommingen verspreid over de twee annexen. Behalve

de specifieke taakomschrijvingen voor de bemanning zijn er ook nog

regels gericht aan de rederijen. Deze regels zijn vrij algemeen. Verder

worden er nog verwijzingen gemaakt naar SOLAS hoofdstuk V, regel 14:

'Ships' manning' en de STCW-code. Ook hier zijn geen exacte regels of

tabellen te vinden die het minimale aantal bemanningsleden vastleggen.

70 'Minimum safe manning' in het Engels.

Page 97: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

82

In de praktijk komt het erop neer dat de reder aan de administratie een

voorstel voor de minimumbemanning van een schip moet doen. Dit

voorstel moet zodanig zijn uitgewerkt dat het aantoont dat de

bemanning de taken die beschreven worden in IMO-resoluties A.890(21)

en A.955(23) aankan. Bovendien moeten de werk- en rusttijden van

deze bemanning minstens even 'gunstig' zijn als deze van ILO 180.

Alleen dan kan de minimumbemanning worden goedgekeurd door een

ambtenaar van de administratie. In België zijn dit de ambtenaren van de

scheepvaartcontrole.71

4.1.4 Vergelijking van de bemanning van een OMOB-schip met een

gelijkwaardig niet-OMOB-schip

Aangezien de kost van de bemanning op een baggerschip vrij hoog

oploopt, is het logisch dat rederijen hierop willen besparen. Voor elke

officier aan boord van een baggerschip zijn er vier personen nodig. Er

zijn immers vier ploegen per schip waarvan er afwisselend twee

tegelijkertijd aan boord zijn: een nachtploeg en een dagploeg. Als er

dankzij concepten zoals een geautomatiseerde machinekamer of OMOB

bepaalde bemanningsleden kunnen wegvallen, zullen rederijen hier

uiteraard gebruik van maken om de bemanning aan te passen. Dankzij

de komst van OMOB-schepen heeft DEME minder pijpmannen nodig. De

kost die per persoon wordt uitgespaard, is vrij groot: loon,

ziekteverzekering, vliegtuigtickets, voeding en investeringen in

specifieke opleidingen zijn allemaal onkosten die wegvallen.

Bovendien gelden er andere regels voor schepen met een kleinere

bemanning op gebied van veiligheidsuitrusting, aanwezigheid van een

hospitaal, enzovoort.

71 Wackenier B., Oostende, Belgische Scheepvaartcontrole, eigen interview, 30/07/2010.

Page 98: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

83

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bemanningen van twee,

nagenoeg identieke sleephopperzuigers. Het grootste verschil tussen

beide is dat de 'Marieke' uitgerust is met een OMOB en de 'Pallieter' niet.

Ze hebben allebei een tijdelijke onbemande machinekamer.

72 Twee pijpmannen en één lasser.

73 Twee lasser-matrozen, één leerling-stuurman.

74 Elektricien

75 Eén leerling 2de werktuigkundige, één elektricien.

Bron: Certificaten van 'minimum safe manning' en lijsten met crewplanning van DEME (zie bijlage 10 en 11)

Bemanning Minimumbemanning Effectieve bemanning

TSHD

Pallieter

(2004)

TSHD

Marieke

(OMOB)

(2006)

TSHD

Pallieter

(2004)

TSHD

Marieke

(OMOB)

(2006)

kapitein 1 1 1 1

1e stuurman 1 1 2 2

stuurman 1 1 2 2

hoofdwerktuigkundige 1 1 1 1

1e werktuigkundige 1 1 2 2

scheepsgezel dek 3 3 2+172 373

scheepsgezel machinekamer 1 0 174 275

2de werktuigkundige 0 0 2 0

kok 0 0 1 1

TOTAAL 9 8 15 14

Tabel 1: Vergelijking bemanning OMOB-schip en niet-OMOB-schip

Page 99: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

84

De 'Pallieter' is geregistreerd bij de Belgische administratie, terwijl de

'Marieke' de Luxemburgse vlag voert. Dit verklaart wellicht waarom de

minimumbemanning verschilt.

Als we de effectieve bemanning van beide schepen gaan vergelijken, valt

het op dat ze niet alleen verkleind is, maar de indeling ervan is ook

veranderd. De komst van de OMOB heeft er niet alleen voor gezorgd dat

de pijpmannen verdwijnen. Het is een aanleiding geweest tot een trend

waarbij DEME aanpassingen van de bemanning doorvoert. Op de

'Marieke' zijn er op het moment van schrijven bijvoorbeeld geen 2de

werktuigkundigen: deze twee zijn vervangen door één leerling-

werktuigkundige. Uiteraard is dit nadelig voor het schip: in de plaats van

een ervaren 2de werktuigkundige is er een onervaren leerling-

werktuigkundige gekomen.

In dit voorbeeld valt het op dat er op de 'Marieke' een leerling-stuurman

op de effectieve bemanningslijst staat. Het is geen vaste regel om

personen met deze functie op OMOB-schepen te plaatsen maar in de

praktijk gebeurt het wel vaak. Dit heeft niets met besparingen te maken,

integendeel: een leerling-stuurman verdient meer dan een matroos. We

kunnen dit wijden aan het feit dat er op het moment van schrijven een

acuut dreigend tekort aan stuurlui is. Door matrozen te vervangen door

leerling-stuurmannen hoopt men de toekomst te verzekeren. Helaas is

deze aanpak nadelig voor de veiligheid: de leerling-stuurmannen hebben

in vele gevallen minder ervaring dan matrozen.

Ook op de grotere OMOB-schepen van DEME zoals de 'Breydel' of de

'Brabo' bestaat de bemanning waarmee het schip geëxploiteerd kan

worden uit 14 personen76.

76 De 'Brabo' en de 'Breydel' hebben een LOA van respectievelijk 122,9 en 121,50 meter.

Page 100: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

85

Dit betekent dat de reder het schip niet moet voorzien van een toegewijd

hospitaal aan boord. Artikel 11 van ILO C164: 'Health Protection and

Medical Care (Seafarers) Convention, 1987' stelt immers dat dit pas

verplicht is vanaf 15 opvarenden77. Met het aantal opvarenden doelt men

op de bemanning die nodig is om het schip te kunnen exploiteren.

Doordat sleephopperzuigers meestal relatief dicht bij de kust baggeren,

kunnen personen die medische hulp nodig hebben gemakkelijk naar een

walhospitaal gebracht worden. Het behoeft echter geen verdere uitleg

dat het altijd veiliger is om toch ook een hospitaal aan boord te hebben,

in plaats van enkel de verplichte medicijnkast. De afwezigheid van een

hospitaal betekent een lagere nieuwbouwkost voor de reder en

bovendien spaart hij plaats en gewicht uit. Elke kilogram materiaal

waarop bespaard kan worden, betekent immers dat er een extra

kilogram zand vervoerd kan worden. Helaas gaat deze redenering vaak

ten koste van de veiligheid.

4.1.5 Werkdruk

4.1.5.1 De taken van de officier van de brugwacht

De kapitein moet de wachtverdeling opstellen zoals beschreven wordt in

de STCW-code sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1 paragraaf 16. 78

Wanneer hij de brugwacht samenstelt, moet hij dus rekening houden

met de verkeersdichtheid, de weersomstandigheden, de bijkomende

werklast door de aard van het schip en de overige factoren die hier

beschreven staan.

In de praktijk neemt de eerste stuurman het grootste deel van de

navigatie- en baggerwacht op zich.

77 Zie bijlage 12

78 Zie bijlage 13

Page 101: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

86

Hij wordt hierbij afgewisseld door de tweede stuurman of de kapitein.

Wanneer, hoe lang en of dit al dan niet een vast systeem is, bepaalt de

kapitein van het OMOB-schip. De ongeschreven regel aan boord van veel

OMOB-schepen is dat de tweede stuurman vooral instaat voor de

operaties of reparaties die aan dek moeten gebeuren.79

De stuurman van wacht op de brug van een conventioneel baggerschip

moet capabel zijn om vele taken tegelijkertijd uit te voeren en een grote

hoeveelheid informatie te verwerken:

VHF uitluisteren: soms meerdere kanalen tegelijkertijd,

radarbeelden interpreteren,

het schip manoeuvreren,

hij moet ervoor zorgen dat hij in zijn baggerzone blijft. Bovendien

moet hij constant in de gaten houden waar hij moet baggeren: het

is niet de bedoeling dat hij twee keer in hetzelfde spoor baggert,

alle nevenactiviteiten uitvoeren dat het baggerproces met zich

meebrengt. Enkele voorbeelden hiervan zijn het bijwerken van de

gegevens van de survey en het invullen van productierapporten

en het scheepslogboek,

's nachts eventueel de zoeklichten bedienen om navigatiemerken

te herkennen,

Op OMOB-schepen komt hier het volledige beheer van het baggerproces

nog eens bij. De stuurman moet in het bijzonder volgende twee

productiegerelateerde parameters in de gaten houden, zodat hij op tijd

kan anticiperen:

79 Eigen ervaringen aan boord van OMOB-schepen 'Brabo' en 'Breydel' en De Ryck, T., Antwerpen, tweede stuurman 'Marieke', eigen interview, 3/08/2010.

Page 102: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

87

mengseldichtheid en -snelheid. Deze geven aan of de productie

optimaal verloopt. Indien deze niet voldoende blijkt, zal de

stuurman manueel moeten ingrijpen door onder andere de

knikhoek en de stand van het vizier te veranderen. In de praktijk

moet hij dit bijna constant doen, indien hij een optimale productie

wil halen,80

vacuümdrukverschil. Als de zuigmond verstopt komt te zitten

door een voorwerp of klei zal het vacuümdrukverschil stijgen. Dit

kan nadelige gevolgen hebben voor de productie, de stuurman zal

dus proberen om dit te voorkomen. Vanaf het vacuümdrukverschil

stijgt, zal hij zo snel mogelijk moeten proberen om de zuigmond

terug vrij te krijgen.

De meeste baggerapparatuur is geautomatiseerd en het DCS beheert de

bewegingen van deze apparatuur. De stuurman moet echter constant de

functionaliteit van de baggerinstallatie verifiëren. Een voorbeeld hiervan

is de overvloeikoker. Hoewel het DCS deze automatisch van stand kan

doen veranderen, moet de stuurman toch af en toe visueel controleren

of de sensoren de juiste informatie doorgeven. Bewegende onderdelen

kunnen altijd geblokkeerd raken. Hoewel er in de meeste gevallen een

melding op het DCS zal verschijnen, dient de stuurman toch steeds alert

te zijn. Voor meer informatie over sensoren, zie 4.3.

Het is duidelijk dat de stuurman van wacht op een OMOB-schip een

enorme polyvalente en stressbestendige persoon moet zijn. Hij moet

zeker zijn van zijn stuk wat het navigatie- en manoeuvreerproces

betreft. Er is geen tijd of ruimte om te twijfelen over bepaalde navigatie

manoeuvres: het baggerproces moet immers ook nog beheerd worden.

80 Vandepoele, S., Antwerpen, 1e stuurman 'Breydel', eigen interview, 16/08/2010.

Page 103: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

88

Hiervan moet hij overigens een grondige kennis hebben als hij de

handelingen die het DCS uitvoert, wil begrijpen en eventueel wil

bijsturen. Het behoeft geen verdere uitleg dat de werkdruk voor

stuurmannen verhoogd is sinds de komst van de OMOB.

4.1.5.2 Leerling-stuurmannen op OMOB-schepen

OMOB-schepen bestaan nog maar sinds 2006. Dit betekent dat de eerste

stuurmannen aan boord van de eerste OMOB-schepen allemaal zijn

doorgestroomd van conventionele baggerschepen. Bij DEME geldt al

sinds lange tijd de regel dat nieuwe onervaren personeelsleden moeten

beginnen als matroos op conventionele sleephopperzuigers. 81 Daarna

groeien ze door tot pijpman om uiteindelijk stuurman te worden. De

eerste stuurmannen op OMOB-schepen hebben dus allemaal nog als

pijpman gewerkt, waardoor ze de visualisaties en functies van het DCS

goed begrijpen.

We zijn op het moment van schrijven vier jaar later sinds de bouw van

het eerste OMOB-schip. Ondertussen zijn er vijf OMOB-schepen van

DEME in de vaart82. Nieuwe onervaren personeelsleden worden wegens

plaatsgebrek op de conventionele sleephopperzuigers ook geplaatst op

OMOB-schepen. 83 Ze beginnen daar als leerling-stuurman, om

vervolgens door te groeien tot stuurman. Ze slaan dus de tussenstap van

pijpman over want er is er simpelweg geen op OMOB-schepen. De vraag

is of dit de veiligheid aan boord ten goede komt: de pijpman is immers

een waardevolle hulp tijdens eventuele reparaties.

81 Engels, R., Antwerpen, hoofd simulator DEME, eigen interview, 18/10/2010.

82 'Marieke'(2006), 'Reynaert'(2007), 'Brabo'(2007), 'Breydel'(2008) en 'Artevelde'(2009)

83 DEME probeert zo veel mogelijk leerling-stuurmannen op schepen te plaatsen om het dreigend tekort hieraan op te vangen.

Page 104: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

89

Zijn hoofdbezigheid naast het baggeren is het onderhoud van de

baggerinstallatie, waardoor hij na verloop van tijd een zeer goede kennis

over de baggerpomp en andere onderdelen opbouwt. Op OMOB-schepen

worden zijn taken uitgevoerd door de stuurmannen, waaronder dus

sommigen die nooit als pijpman hebben gewerkt. Leerling-stuurmannen

op OMOB-schepen moeten zich inwerken in het bagger- én

navigatiegebeuren. Doordat leerling-stuurmannen niet meer als pijpman

varen, beschikken ze niet meer over een grondige kennis van het

baggerproces, alvorens ze aan hun verdere opleiding tot stuurman

beginnen. Bovendien moeten ze hun praktische vaardigheden ook

ontwikkelen, zodat ze later in staat zijn om reparaties te kunnen leiden.

De werkdruk wordt dus nodeloos verhoogt. Men zou dit kunnen oplossen

door leerling-stuurmannen eerst op te leiden op OMOB-simulators. Op

het moment van schrijven zijn er echter nog geen simulators van een

OMOB met DCS.

4.2 OMOB versus bestaande veiligheidswetgevingen

In de STCW-code staan enkele regels die het OMOB-concept moeilijk

realiseerbaar maken op het gebied van veiligheid. Twee daarvan zijn

reeds aangehaald in hoofdstuk 2 bij de bespreking van de SYS-NEQ-

regels, namelijk:

Sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1, paragraaf 12,

Sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1, paragraaf 26.

IMO stelt hier dat de primaire aandacht van de officier van wacht

naar de veilige navigatie van het schip en de toepassing van de

COLREGS moet gaan. Tevens verbiedt men hem om tijdens de

wacht andere taken uit te voeren die dat in het gedrang kunnen

brengen.

Page 105: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

90

Hoewel het DCS het baggeren quasi volledig automatiseert, blijkt

uit de informatie van 3.6.4 en 4.1.4 dat er toch veel aandacht van

de officier naar het baggergebeuren gaat. Dit staat haaks op de

regels van voornoemde paragrafen van de STCW-code.

Verder is er nog voorschrift 5 van de COLREGS dat als volgt luidt84:

"Elk vaartuig dient te allen tijde goede uitkijk te houden door te kijken

en te luisteren alsook door gebruik te maken van alle beschikbare

middelen die in de heersende omstandigheden en toestanden passend

zijn ten einde een volledige beoordeling van de situatie en van het

gevaar voor aanvaring te kunnen maken."

Een baggerproces beheren, behoort duidelijk niet tot de definitie van een

goede uitkijk. Men kan dit oplossen door een tweede persoon op de brug

te plaatsen die de goede uitkijk verzekert.

Sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1, paragraaf 15 van de STCW-code

beschrijft de voorwaarden onder welke de officier van wacht overdag de

enige uikijk mag zijn85. 's Nachts is het volgens de MSC-circulaire 867

nooit toegelaten om de brug te bemannen met slechts één officier.86

De Belgische administratie heeft echter nog strengere regels dan deze

opgelegd door de IMO. Het is volgens onze administratie verplicht om op

Belgische schepen die zich niet op Belgische binnenwateren bevinden te

allen tijde de brug te laten bemannen door minstens twee personen:

een officier van wacht die minimaal in het bezit is van een STCW

II/1-vaarbevoegdheidsbewijs,

een scheepsgezel die een STCW II/4-certificaat bezit.

84 Deseck, P. (1996) Internationale Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee, vierde uitgave, Oostende, Dill Productions.

85 Zie bijlage 14

86 Zie 2.1.2.3

Page 106: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

91

De reder die het voorstel van de minimumbemanning aan de Belgische

administratie doet, moet deze zodanig opstellen dat er voldaan kan

worden aan deze regel. 87 In principe zou er dus op de Beneden-

Zeeschelde gebaggerd mogen worden met één officier op de brug.

Volgens de STCW-code sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1 paragraaf 16

moet de kapitein bij het bemannen van de brug echter rekening houden

met de verkeersdichtheid van het vaarwater.

Dit betekent dat volgens de bestaande regels van de IMO, de

COLREGS en de Belgische administratie de OMOB op Belgische

schepen in principe niet bemand mag worden door slechts één

officier.88

In praktijk stellen veel administraties additionele eisen in verband met

de bezetting van de brugwacht op sleephopperzuigers. Doordat deze

schepen vaak baggeren in gebieden die normaal enkel toegankelijk zijn

onder begeleiding van een loods, gebeurt het vaak dat de administratie

één of meerdere loodsen permanent aan boord plaatst om de officier

en/of de kapitein bij te staan tijdens de wacht.89 Op deze manier wordt

er voldaan aan de eisen van de IMO, de COLREGS en de Belgische

administratie.

87 Wackenier B., Oostende, Belgische Scheepvaartcontrole, eigen interview, 30/07/2010.

88 Alle OMOB-schepen van DEME zijn geregistreerd bij de Belgische administratie, behalve de 'Marieke'.

89 Tijdens mijn stage aan boord van de 'Breydel' in Maracaibo, Venezuala, waren er permanent drie 'Master assistants' aan boord. Zij waren afwisselend aanwezig op de brug volgens een systeem van zeewachten: vier uren brugwacht gevolgd door acht uren rust.

Page 107: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

92

4.3 Sensoren

Door de hoge mate van baggerautomatisering aan boord van OMOB-

schepen wordt heel veel informatie van het baggerproces verzameld

door sensoren. Vervolgens wordt deze samengevat weergegeven aan de

officier via de SCADA HMI. Sensoren kunnen echter falen of erger:

virtueel falen90. Als bepaalde sensoren stuk gaan, kunnen die meestal

via de SCADA HMI worden overbrugd. Hierna kan de baggeroperatie

gewoon automatisch verder gaan. Is dit echter niet het geval, dan zal de

stuurman het baggerproces gedeeltelijk of geheel manueel moeten

overnemen.

Er is ook de mogelijkheid dat een sensor virtueel faalt. Het kan zijn dat

het DCS dit dan niet interpreteert als een sensor die een foutief signaal

doorstuurt, bijgevolg zal er ook geen alarm gegeven worden aan de

operator.

Als voorbeeld van een dergelijke situatie kunnen we de sensor nemen

die moet verifiëren of de zuigbuis al dan niet in het zadel ligt. Als de

operator op de macroknop 'in saddles' drukt, zal de zuigbuis door de

APSS-functie van het DCS automatisch in het zadel aan boord worden

geplaatst. Vanaf het ogenblik dat de zuigbuis effectief in het zadel ligt,

zal de sensor van status veranderen. Het DCS zal er dan voor zorgen dat

de lieren automatisch stoppen met vieren: de zuigbuis ligt immers veilig

in het zadel. Indien deze sensor echter door een bepaalde reden niet van

status verandert als de zuigbuis in het zadel ligt, zullen de lieren

doorgaan met vieren. Als de stuurman dit niet op tijd visueel opmerkt, is

er een probleem.

90 Een sensor faalt virtueel als hij niet van stand veranderd terwijl hij toch niet stuk is. Een magnetische sensor kan bijvoorbeeld virtueel falen doordat er een ijzeren hamer op ligt: de sensor is niet stuk maar hij zal wel een fout signaal doorgeven.

Page 108: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

93

Dergelijke situatie kan worden vermeden door sensoren te tripleren. Drie

'redundante sensoren' zullen dan via 'majority voting logic' beslissen of

een toestand al dan niet bereikt is.91 De werking van 'majority voting

logic' kan het best worden uitgelegd aan de hand van een afbeelding:

Met een dergelijk systeem wordt een toestand van een element bepaald

door drie sensoren. Vooraleer de signalen die afkomstig zijn van de

individuele sensoren bij de controllerlaag terechtkomen, moeten ze eerst

een 'majority voter' subsysteem passeren. Dit subsysteem analyseert of

de drie sensoren hetzelfde signaal doorsturen. Indien dit niet het geval

is, doordat een sensor niet van status verandert zoals in het voorbeeld

van de zuigbuis en het zadel, zal het subsysteem dankzij de meerderheid

van de andere twee signalen kunnen vaststellen dat er een sensor stuk

is. Bovendien zal het toch nog de juiste informatie doorsturen naar de

controllerlaag. In het voorbeeld van de zuigbuis zouden de lieren dus wel

stoppen met vieren dankzij dit systeem, ondanks een sensor die virtueel

of volledig faalt.

91 Bruidegom, B. (2001), Logica en Schakelalgebra, Amsterdam, Universiteit Amsterdam, gepubliceerde cursus.

Figuur 26: 'Majority voting logic' systeem

Bron: Ben Bruidegom

Page 109: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

94

Het nadeel van dit systeem is dat het erg duur is: elke sensor moet

immers worden getripleerd. Bovendien zou er ook een aanpassing van

de software nodig zijn. Dat is meteen ook de reden waarom het niet

wordt gebruikt aan boord van OMOB-schepen om de stand van

onderdelen zoals de zuigbuis en de overvloeikoker te verifiëren. Het zou

de veiligheid nochtans verhogen.

4.4 Deelbesluit

Ondanks de hoge automatiseringsgraad van de baggerinstallatie blijkt

het dat de stuurman geregeld het baggerproces manueel bijstuurt om de

productie te optimaliseren. Dit heeft ongetwijfeld een invloed op zijn

aandacht voor de navigatie en dus op de algemene veiligheid.

Als de richtlijnen en wetgevingen van hoogaangeschreven kader-

organisaties zoals de IMO en de ILO tot op de letter gevolgd worden,

zien we dat éénmansbediening slechts in weinige gevallen toegelaten is:

om te allen tijde een veilige vaart te houden, is de kapitein er in feite toe

verplicht om altijd minstens twee personen op de brug te plaatsen.

Het is belangrijk om te beseffen dat de menselijke capaciteiten grenzen

hebben. Door nieuwe technologieën zoals de OMOB wordt het voor

leerling-stuurmannen moeilijker om zich in te werken. Bovendien hebben

ze minder tijd om alles onder de knie te krijgen: ze slaan de functie van

pijpman immers over. In combinatie met de reductie van de bemanning

leidt dit tot een verhoogde werkdruk. Het is algemeen bekend dat de

veiligheid aan boord niet positief wordt beïnvloed door een verhoogde

werkdruk.

Page 110: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

95

5 Besluit

Kapitein James Cook (1728-1779) had indertijd een interessante

stelling92:

"One man's navigation is always wrong"

Ik denk echter dat het ondertussen veilig is om te stellen dat dit citaat

achterhaald is. Dat wordt ondermeer bevestigd door een hoog

aangeschreven kaderorganisatie zoals de IMO. In de STCW-code staat

immers dat éénmansnavigatie onder bepaalde omstandigheden

toegelaten is.

Dankzij het automatiseren van het baggerproces en het integreren van

verscheidene volautomatische subsystemen tot één geheel, is het in

2006 technisch mogelijk geworden om één stuurman het bagger- én

navigatieproces te laten uitvoeren onder normale omstandigheden.

Hierover is de STCW-code minder bevestigend: ze stelt dat de

hoofdbezigheid van de stuurman te allen tijde het navigatieproces moet

zijn.

Hoewel de baggeroperaties geautomatiseerd zijn door het DCS, moet de

stuurman in de praktijk toch nog geregeld bepaalde handelingen

manueel uitvoeren, indien hij een optimale productie wil bereiken.

Doordat al de informatie verkregen wordt door sensoren die kunnen

falen, kan en mag hij niet blindelings vertrouwen op de alarmen van dit

systeem: de stuurman moet geregeld de werking van bepaalde

baggeronderdelen visueel verifiëren. Om bovenstaande redenen is het

onmogelijk voor hem om zijn aandacht volledig aan het navigatieproces

te wijden.

92 Van De Velde, M. (2008), Incident with TSHD Breydel - damage to suction pipe,

http://www.theartofdredging.com/breydeldamagetopipe.htm, 15/08/2010.

Page 111: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

96

Daarom heeft DEME ervoor gekozen om de OMOB-schepen te laten

bouwen volgens de regels van de SYS-NEQ1- en de NAUT-OSV-

regels van respectievelijk BV en DNV. Hierdoor is het ook mogelijk

om het bagger- en navigatieproces door twee operatoren te laten

uitvoeren, zodat er probleemloos voldaan kan worden aan de

eisen van de STCW-code en de COLREGS.

Men kan dan de vraag stellen: wanneer kan een OMOB effectief

worden bemand door één stuurman? Volgens de Belgische

administratie is het antwoord hierop zeer duidelijk: nooit, tenzij

het schip zich op de Belgische binnenwateren bevindt. Volgens de

STCW-code mag het dan weer wel onder bepaalde

omstandigheden. Toen deze code geschreven werd, was er van

OMOB-schepen echter nog geen sprake.

In de praktijk wordt de OMOB bijna nooit bemand door één

persoon. Doordat sleephopperzuigers bijna altijd nabij de kust

baggeren, wordt er door de lokale administraties zeer vaak de

aanwezigheid van een permanente loods of 'assistant-master'

geëist. Hoewel de brug dus in vele gevallen toch bemand wordt

door twee personen, is er nog altijd een financieel voordeel voor

de rederijen: er is geen pijpman meer aan boord. Op

conventionele sleephopperzuigers zou de brug immers worden

bemand door drie personen, indien een permanente loods

verplicht is.

Door de afwezigheid van de menselijke pijpman kan de efficiëntie

van het baggerproces verhogen, doordat de operationele factor ƒ0

zal stijgen. Tevens is de communicatieproblematiek tussen stuurman en

pijpman onbestaande.

Page 112: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

97

Het nadeel voor de bemanning aan boord van de OMOB-schepen is dat

ze een persoon minder in hun ploeg hebben. Hoewel het baggerproces

hier niet noodzakelijk onder hoeft te lijden, heeft dit wel zijn gevolgen

tijdens speciale situaties zoals reparaties. Vele handen maken het werk

immers lichter.

Op het moment van schrijven kunnen we echter alleen maar vaststellen

dat het OMOB-concept blijkt te werken: anders zou DEME haar vloot niet

blijven uitbreiden met OMOB-schepen.

De volgende stap in de evolutie van sleephopperzuigers zal ongetwijfeld

de bouw van OMOB-schepen met twee zuigbuizen zijn. Dit verhaal is dus

nog niet afgelopen.

Page 113: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

98

Bibliografie

Geschreven bronnen

Allen R.W., Clement W. en Jex H.R. (1970), Research on display scanning, sampling

and reconstruction using separate, main and secondary tracking tasks,s.l.,NASA, CR-

1569.

Bray, R.N., Bates A.D., Land J.M. (1996), Dredging, a handbook for engineers, Londen,

Butterworth-Heinemann.

Bruidegom, B. (2001), Logica en schakelalgebra, Amsterdam, Universiteit Amsterdam,

gepubliceerde cursus.

Bureau Veritas (2010), The Rules for the Classification of Steel Ships, Part E, Chapter

4: Integrated Ship Systems, Section 1: Centralised Navigation Equipment (SYS-NEQ),

versie van juli 2010, Neuilly-sur-Seine, s.n.

Cotteleer, B. (2004), De baggerinstallatie bij moderne sleephopperzuigers, Antwerpen,

Hogere Zeevaartschool, niet gepubliceerde verhandeling.

Deseck, P. (1996) Internationale Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee,

vierde uitgave, Oostende, Dill Productions.

Det Norsk Veritas (2010), Joint Industry Project: Bridge Design Offshore Service

Vessels (NAUT-OSV), HØvik, s.n.

Handfield, R.B. en Bozarth, C.C. (2008), Introduction to Operation and Supply Chain

Management, 2de herziene druk, New Jersey, Pearson Education.

IHC Merwede (s.a.) Instrumentatie en automatisering van baggerwerktuigen, IHC

publication, p.17.

Page 114: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

99

International Association of Classification Societies (1992), One-Man Bridge Operated

(OMBO) ships, publicatie UR N1, p.1.

International Labour Organization (1996), Convention No. 180 concerning Seafarers'

Hours of Work and the Manning of Ships, Genève.

International Maritime Organisation (1974), International Convention for the Safety of

Life at Sea (SOLAS), amended version of 2009, London.

International Maritime Organization (1991), Maritime Safety Committee (MSC), circular

566, London, s.n.

International Maritime Organization (1995), International Convention on Standards of

Training, Certification and Watchkeeping for seafarers (STCW), amended version of

2006, London, s.n.

Kieboom, H. (2007), Functional Specification: Dredger Control System, versie 1.1,

Sliedrecht, IHC SYSTEMS B.V.

Koninklijk Besluit van 20 juli 1973: 'Zeevaartinspectiereglement', zoals gewijzigd, het

Belgisch staatsblad.

Maes, R. (2009), Cursus Automatisatie, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet

gepubliceerde cursus.

One-Man-Operated Bridge (2007), Ports and Dredging, volume 167, p. 14-21.

Van De Velde, B. (2009), Optimalisatie van het baggerproces op TSHD tijdens het

sleepzuigen, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet gepubliceerde bachelorscriptie.

Verstraelen, H. (2006), Veiligheidstechniek, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet

gepubliceerde cursus.

Page 115: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

100

Onlinebronnen

Control-IT (2002), SCADA: een introductie,

http://www.control-it.nl/SCADA/WATIS/SCWIDEF.htm, 9 maart 2010.

International Organization for Standardization (2010), About ISO, www.iso.org,

28/07/2010.

Van De Velde, M. (2008), Incident with TSHD Breydel - damage to suction pipe,

http://www.theartofdredging.com/breydeldamagetopipe.htm, 15/08/2010.

Interviews

Cleymans E., Zwijndrecht, DEME, eigen interview, 27/07/2010.

De Lille, R., Antwerpen, Jan De Nul, eigen interview, 3 maart 2010.

De Ryck, T., Antwerpen, DEME, eigen interview, 3/08/2010.

Engels, R., Antwerpen, DEME, eigen interview, 18/10/2010.

Hellemans, R., Antwerpen, Bureau Veritas, eigen interview, 29/07/2010.

Mullenders, F., Maracaibo, DEME, eigen interview, 15/04/2010.

Nagtegaal, R., Sliedrecht,IHC Merwede, eigen interview, 27 juli 2010.

Vandepoele, S., Antwerpen, DEME, eigen interview, 16 en 23/07/2010.

Wackenier B., Oostende, Belgische Scheepvaartcontrole, eigen interview, 30/07/2010.

Page 116: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

I

Lijst van bijlagen

Bijlage 1: foto van de inlaat van de 'Breydel' II

Bijlage 2: tabel van de operationele factor ƒ0 III

Bijlage 3: overeenkomstige benamingen van verscheidene IV

klassennotaties

Bijlage 4: MSC-Circulaire 867 V

Bijlage 5: SOLAS hoofdstuk V, Regulation 15 VI

Bijlage 6: SOLAS hoofdstuk V, titels van de Regulations 17-20, VII

22, en 25

Bijlage 7: IMO Performance Standards for SYS-NEQ1 VIII

Bijlage 8: prioriteit van instrumenten, apparatuur en X

indicatoren op offshore schepen

Bijlage 9: afbeeldingen van de overige pagina's van XII

de SCADA HMI

Bijlage 10: 'Minimum Safe Manning' documenten van 'Pallieter' XVI

en 'Marieke'

Bijlage 11: crewlijsten 'Pallieter' en 'Marieke' XX

Bijlage 12: artikel 11 van ILO C164: Health Protection XXI

and Medical Care (Seafarers) Convention, 1987

Bijlage 13: STCW-code sectie A, hoofdstuk VIII, XXII

deel 3-1 paragraaf 16

Bijlage 14: STCW 1995, Sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1, XXIII

paragraaf 15

Page 117: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

II

Bijlage 1: foto van de inlaat van de 'Breydel'

Bron: Eigen opname van 'Breydel'

Page 118: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

III

Bijlage 2: tabel van de operationele factor ƒ0

Bron: Dredging, a handbook for engineers

Page 119: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

IV

Bijlage 3: Overeenkomstige benamingen van de verscheidene klassennotaties

Bron: Bureau Veritas

Page 120: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

V

Bijlage 4: MSC-Circulaire 867

Bron: IMO

Page 121: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

VI

Bijlage 5: SOLAS hoofdstuk V, Regulation 15

Bron: SOLAS, IMO

Page 122: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

VII

Bijlage 6: SOLAS hoofdstuk V, titels van de Regulations 17-20, 22, en 25.

17: Electromagnetic compatibility

18: Approval, surveys and performance standards of navigational

systems and equipment and voyage data recorder

19: Carriage requirements for shipborne navigational systems and

equipment

20: Voyage data recorders

22: Navigation bridge visibility

25: Operation of steering gear

Bron: SOLAS, IMO

Page 123: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

VIII

Bijlage 7: IMO Performance Standards for SYS-NEQ1

Magnetic compasses (Resolution A.382),

gyrocompasses (Resolution A.424),

performance standards for radar equipment

(Resolution MSC.192(79)),

speed and distance measuring equipment

(Resolution A.478, A.824, MSC.96 (72)),

echo sounding equipment

(Resolution A.224, MSC.74 (69) Annex 4),

electronic navigational aids – general requirements

(Resolution A.574),

VHF Radio installation

(Resolution MSC.68 (68) Annex 1, A.524 (13), A.803 (19)),

heading control systems (HCS)

(Resolution A.342, MSC.64 (67) Annex 3),

rate-of-turn indicators (Resolution A.526),

VHF watchkeeping receiver

(Resolution A.803 (19), MSC.68 (68) Annex 1),

performance standards for track control systems

(Resolution MSC.74 (69) Annex2),

performance standards for marine transmitting heading devices

(THDs) (Resolution MSC.116 (73)),

performance standards for electronic chart display and information

systems (Resolution A.817 (19), MSC.86 (70) Annex 4, MSC.64

(67) Annex 5),

performance standards for shipborne global positioning system

receiver equipment (Resolution A.819 (19)),

adoption of the revised performance standards for shipborne global

positioning system (GPS) receiver equipment

(Resolution MSC.112 (73)),

Page 124: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

IX

adoption of the revised performance standards for shipborne

GLONASS receiver equipment (Resolution MSC.113 (73)),

adoption of the revised performance standards for shipborne DGPS

and DGLONASS maritime radio beacon receiver equipment

(Resolution MSC.114(73)),

performance standards for a universal automatic identification

system (AIS) (Resolution MSC.74 (69) Annex 3),

performance standards for an integrated navigation system (INS)

(Resolution MSC.86 (70) Annex 3),

performance standards for sound reception systems

(Resolution MSC.86 (70) Annex 1),

performance standards for the presentation of navigation-related

information on shipborne navigational displays

(Resolution MSC.191(79)),

performance standards for a bridge navigational,

watch alarm system (BNWAS) (Resolution MSC.128(75)),

performance standards for shiphorne voyage data recorders

(VDRs) (Resolution A.861(20) as amended by IMO Resolution

MSC.214(81)).

Bron: IMO

Page 125: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

X

Bijlage 8: Prioriteit van instrumenten, apparatuur en indicatoren op offshore schepen

Page 126: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XI

Bron: NAUT-OSV notatie, Det Norsk Veritas

Page 127: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XII

Bijlage 9: afbeeldingen van de overige pagina's van de SCADA HMI

'Dump' pagina

'Discharge' pagina

Page 128: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XIII

'Dredge setup' pagina

'pipe + winche' pagina

Page 129: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XIV

'Jet setup' pagina

'Calibration' pagina

Page 130: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XV

'Diagnostics' pagina

'Automation' pagina

Bron: Eigen opname van het DCS aan boord van de 'Breydel'

Page 131: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XVI

Bijlage 10: 'Minimum Safe Manning' documenten van 'Pallieter' en' Marieke'

Page 132: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XVII

Page 133: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XVIII

Page 134: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XIX

Bron: Personeelsdienst DEME

Page 135: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XX

Bijlage 11:Crewlijsten 'Pallieter' en 'Marieke'

Bron: Personeelsafdeling van DEME

Personeelsdienst DEME

Page 136: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XXI

Bijlage 12: artikel 11 van ILO C164: Health Protection and Medical Care (Seafarers) Convention, 1987

Article 11

1. In any ship of 500 or more gross tonnage, carrying 15 or more seafarers and engaged in a voyage of more than three days' duration, separate hospital accommodation shall be provided. The competent authority may relax this requirement in respect of ships engaged in coastal

trade.

2. In any ship of between 200 and 500 gross tonnage and in tugs this Article shall be applied where reasonable and practicable.

3. This Article does not apply to ships primarily propelled by sail.

4. The hospital accommodation shall be suitably situated, so that it is easy of access and so that the occupants may be comfortably housed and may

receive proper attention in all weathers.

5. The hospital accommodation shall be so designed as to facilitate consultation and the giving of medical first aid.

6. The arrangement of the entrance, berths, lighting, ventilation, heating and water supply shall be designed to ensure the comfort and facilitate the

treatment of the occupants.

7. The number of hospital berths required shall be prescribed by the competent authority.

8. Water closet accommodation shall be provided for the exclusive use of the occupants of the hospital accommodation, either as part of the

accommodation or in close proximity thereto.

9. Hospital accommodation shall not be used for other than medical purposes.

Bron: ILO

Page 137: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XXII

Bijlage 13: STCW-code sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1 paragraaf 16

Bron: STCW-code, IMO

Page 138: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers

XXIII

Bijlage 14: STCW 1995, Sectie A, hoofdstuk VIII, deel 3-1, paragraaf 15

Bron: STCW-code, IMO

Page 139: De One-Man-Operated Bridge aan boord van sleephopperzuigers