De markt verandert, uw doelgroep verandert…..
Transcript of De markt verandert, uw doelgroep verandert…..
De markt verandert, uw
doelgroep verandert…..
zo verandert u mee!
Rapportage
USP Marketing Consultancy
Congres 16 mei 2013: De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Voorwoord
Geachte relatie,
De voorliggende bundel is samengesteld in het kader van het congres dat USP op 16 mei 2013 heeft georganiseerd onder de naam:
‘De markt verandert, uw doelgroep verandert… zo verandert u mee!’
De bundel geeft u achtergrondinformatie en onderzoeksresultaten zowel over de veranderingen in de markt (wonen en zorg) als bij
de doelgroep (senioren). Wij hopen dat deze informatie een welkome aanvulling is op de presentaties op het congres en u een
naslagwerk biedt bij activiteiten in de toekomst. Uiteraard houden wij ons zeer aanbevolen om eens persoonlijk met u van gedachten
te wisselen over hoe uw organisatie toekomstklaar gemaakt kan worden.
Rotterdam, 16 mei 2013
Namens USP Marketing Consultancy:
Ronald Provoost
Claudie Wels
Veerle Forschelen-Janssen
Martijn Verschoor
Karima Chafia
Inhoudsopgave
3 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Uw doelgroep verandert 22
De markt verandert 6
Achtergronden 3
Zo verandert u mee! 50
Bijlagen 53
4
1. Achtergrond
Belangrijke thema’s voor iedereen, actief in het speelveld van wonen en zorg:
De markt verandert….
1) Woningmarkt verkeert in zwaar weer; verhuisbewegingen zijn bijna tot stilstand gekomen, huizenprijzen dalen. Hoe komt er
weer beweging in het geheel?
2) Het scheiden van wonen en zorg roept nog steeds enorm veel vragen op voor corporaties, zorgpartijen en gemeenten.
Waar liggen de kansen voor de verschillende partijen nu en in de toekomst?
3) Het kabinetsbeleid heeft grote gevolgen voor de rol en werkgebieden van corporaties, zorgpartijen en gemeenten. Wat kan
de maatschappij van deze partijen verwachten en hoe kunnen samenwerkingsverbanden het beste tot stand komen?
Uw doelgroep verandert……
1) Door de vergrijzing zal binnen enkele jaren voor veel corporaties het merendeel van haar klantgroep uit ‘senioren’ bestaan.
Welke invloed heeft dit op de bedrijfsvoering?
2) De ‘senior’ van nu is qua achtergrond, behoeften en wensen niet te vergelijken met de ‘senior’ over 20 jaar. Wat zijn de
belangrijkste verschillen?
5
1. Achtergrond
Zo verandert u mee!
Inhoudsopgave
6 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Uw doelgroep verandert
De markt verandert
Achtergronden
Zo verandert u mee!
Bijlagen
7 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.1 Woon- en zorgpartijen in cijfers - corporaties
Op het speelveld van zorg en wonen is een aantal belangrijke spelers actief, namelijk corporaties, (thuis)zorginstellingen en
vastgoedbeleggers (particulier en institutioneel). In deze paragraaf volgt een korte kennismaking met deze partijen. Als eerste de
corporatiesector.
Algemeen
Mutaties
Kenmerken woningcorporaties (CFV, 2013)
2010 2011
Totaal aantal corporaties 400 389
Totaal aantal woongelegenheden 2,4 miljoen 2,4 miljoen
Gemiddeld aantal woongelegenheden per corporatie 6.019 6.206
Corporatiewoningen als % van totale Nederlandse woningvoorraad 31,5% 31,3%
Gemiddeld aantal FTE per corporatie - 70
Mutaties woningcorporaties (CFV, 2013)
Mutaties in woongelegenheden 2010 2011
Nieuwbouw voor verhuur 7.900 6.700
Nieuwbouw voor verkoop 15.100 14.300
Verkoop bestaande woongelegenheden aan particuliere huishoudens 400 3.800
Verkoop bestaande woongelegenheden aan beleggers/andere partijen 13.100 11.900
Sloop 21.400 18.800
Ingrijpende verbetering (investering van tenminste € 20.000 per woongelegenheid) 7.900 6.700
2008 2009 2010 2011
Mutatiegraad als % van aantal
woongelegenheden 8,7% 8,3% 8,1% 8,0%
8 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.1 Woon- en zorgpartijen in cijfers - corporaties
Woningbezit gemiddelde corporatie
57%
17%
13%
7%
5%
Eengezinswoningen
Meergezinsetagebouw zonder lift t/m 4 lagen
Meergezinsetagebouw met lift
Hoogbouw
Overig
Type huurwoning – gemiddelde woningcorporatie
7%
13%
17%
20%
19%
11%
12%
Bouwperiode tot 1945
Bouwperiode 1945-1959
Bouwperiode 1960-1969
Bouwperiode 1970-1979
Bouwperiode 1980-1989
Bouwperiode 1990-1999
Bouwperiode 2000 en later
Bouwjaar huurwoning – gemiddelde woningcorporatie
Huur van gemiddelde corporatiewoning (CFV, 2013)
2008 2009 2010 2011
Gemiddelde huurprijs per maand per woongelegenheid € 401 € 411 € 425 € 438
Huur als % van maximaal toegestane huur 67,8% 68,1% 68,7% 67,1%
Huur als % van de WOZ-waarde 3,5% 3,1% 3,2% 3,4%
9 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.1 Woon- en zorgpartijen in cijfers - zorginstellingen
In het kader van scheiden van wonen en zorg is het ook interessant om verder in te zoomen op zorginstellingen. Dit zal op de
volgende pagina’s gebeuren.
Algemeen
• In deze paragraaf wordt er met zorginstellingen ‘verpleeg-/verzorgingshuizen en thuiszorg’ bedoeld en zullen zorginstellingen
zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen, gehandicaptenzorg en jeugdzorg buiten beschouwing worden gelaten.
• Er kan een onderscheid gemaakt worden naar verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg:
• Eerstgenoemde is langdurige zorg die binnen een zorginstelling wordt geleverd, ook wel intramurale zorg genoemd.
• Laatstgenoemde is zorg die thuis wordt verleend, ook wel extramurale zorg genoemd. Binnen de thuiszorg kan er
onderscheid worden gemaakt naar begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging en huishoudelijke verzorging.
• Naar aanleiding van het scheiden van wonen en zorg zal op korte termijn de extramurale zorg verder toenemen en de intramurale
zorg afnemen. Medio de jaren twintig zal het aandeel 80-plussers sterk toenemen waardoor ook de intramurale zorg weer zou
kunnen toenemen.
Kenmerken zorginstellingen (verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg) (CBS, 2013)
2006 2007 2008 2009 2010 2011
Aantal zorginstellingen 550 537 491 473 465 454
Totaal aantal werknemers 404.010 388.660 390.940 399.720 421.520 429.580
Intramurale plaatsen zonder behandeling gehandicaptenzorg
(*1000) 640 640 700 680 670 -
Uren extramurale huishoudelijke verzorging (* 1.000) 51.755 51.267 51.107 52.819 49.601 -
Uren extramurale persoonlijke verzorging (* 1.000) 25.955 28.860 32.667 35.227 36.826 -
Uren extramurale verpleging (* 1.000) 11.702 10.694 8.302 7.165 6.655 -
Uren extramurale begeleiding (excl. dagactiviteiten) (* 1.000) 74.69 9.147 8.810 7.604 6.836 -
Uren extramurale behandeling (* 1.000) 53 78 84 136 160 -
10 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.1 Woon- en zorgpartijen in cijfers - zorginstellingen
Uitgaven
• Waar de vorige pagina enkel betrekking had op verpleeg-/verzorgingshuizen en thuiszorg heeft onderstaande tabel wel
betrekking op alle zorgvormen.
• De zorgkosten zullen de komende jaren door de verdere vergrijzing alleen maar verder toenemen. Er wordt vanuit de overheid
echter op gestuurd dat de nadruk komt te liggen op informele zorg (mantelzorg).
Kosten zorg (CBS, 2013)
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Uitgaven aan gezondheidszorg (in mln euro) € 39.010 € 40.688 € 43.306 € 46.553 € 48.688 € 50.741
Uitgaven aan welzijnszorg (in mln euro) € 25.821 € 27.026 € 28.262 € 30.175 € 32.195 € 33.521
Kosten beleids- en beheersorganisatie (in mln euro) € 2.783 € 3.007 € 3.074 € 3.026 € 3.001 € 3.016
Totaal uitgaven aan zorg (in mln euro) € 67.614 € 70.722 € 74.643 € 79.755 € 83.884 € 87.279
Uitgaven per hoofd van de bevolking € 4.143 € 4.327 € 4.556 € 4.850 € 5.075 € 5.253
Financieringsbronnen zorg (CBS, 2013)
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Overheid (in mln euro) € 8.119 € 8.206 € 10.724 € 11.328 € 12.390 € 12.739
Ziekenfondswet / Zorgverzekeringswet (in mln euro) € 17.554 € 26.727 € 27.693 € 32.325 € 34.143 € 35.625
AWBZ (in mln euro) € 22.052 € 23.177 € 23.007 € 22.169 € 23.201 € 24.409
Overige financieringsbronnen (in mln euro) € 19.890 € 12.612 € 13.220 € 13.933 € 14.150 € 14.506
Totaal financieringsbronnen (in mln euro) € 67.614 € 70.722 € 74.643 € 79.755 € 83.884 € 87.279
11 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.1 Woon- en zorgpartijen in cijfers – vastgoedbeleggers
Tot slot zijn ook particuliere en institutionele beleggers interessante partijen op het speelveld van wonen en zorg.
• Institutionele en particuliere beleggers bezitten samen ongeveer 62% van de geliberaliseerde huurmarkt. Een markt die sinds de
EU-regeling steeds groter wordt en waarvoor senioren een steeds belangrijkere doelgroep worden.
• De verwachting is dat het bezit van deze partijen de komende jaren zal stijgen door de overname van woningen van corporaties
(vooral particuliere beleggers) en nieuwbouw (vooral institutionele beleggers).
• Deze partijen zullen zich gezien de vraag vanuit de middeninkomens vooral richten op een huurprijs tussen de € 680 en € 850.
• Institutionele en particuliere vastgoedbeleggers hebben aangegeven circa 2 miljard te willen investeren in nieuwbouw of aankoop
van bestaande woningen. Of dit totale investeringsvolume uiteindelijk gerealiseerd zal gaan worden, hangt bij nieuwbouw onder
meer af van de bereidheid van ontwikkelaars en gemeenten om de grondprijzen aan te passen en wat betreft bestaande bouw of
er voldoende passend aanbod is.
Woningbezit particuliere verhuurders en corporaties verdeeld naar huurprijs (IVBN en ABF Research)
Institutionele beleggers Particuliere beleggers Corporaties
Tot aan aftoppingsgrens 19.500 234.097 1.909.274
Van aftoppingsgrens tot aan liberalisatiegrens 56.000 62.589 357.248
Hoger dan de liberalisatiegrens 57.000 87.571 87.629
Totaal 132.500 384.257 2.354.151
12 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.2 Trends en ontwikkelingen bij marktpartijen
De marktpartijen binnen de markt van wonen en zorg hebben op dit moment
te maken met een zeer dynamisch speelveld. De trends en ontwikkelingen zijn
samen te vatten onder drie noemers: demografie (vergrijzing en ontgroening),
economie (crises) en politiek (kabinetsbeleid en scheiden wonen en zorg). In
deze paragraaf worden de trends en ontwikkelingen verder uitgewerkt.
Vergrijzing & ontgroening
• Deze ontwikkeling heeft niet alleen effect op de (kwalitatieve) wensen en
eisen die gesteld worden aan de woningvoorraad in diverse gebieden,
maar ook aan de voorzieningen en activiteiten in de omgeving.
• In een aantal gebieden gaat deze ontwikkeling gepaard met
bevolkingsafname of krimp hetgeen effect heeft op de kwantitatieve vraag
naar woningen en daarmee de (verkoop en verhuur)prijzen. Leegstand ligt
op de loer.
• Ook vergrijzing en ontgroening van de arbeidsmarkt, in combinatie met
toenemende zorgvraag zal leiden tot een tekort aan personeel in de zorg.
• Groeiende en veranderende zorgvraag waarop zorgpartijen moeten
inspelen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Doordat senioren langer
zelfstandig blijven wonen en doordat er een groot personeelstekort dreigt in
de zorg, wordt informele zorg (mantelzorg) en zorg aan huis belangrijker.
• Intrede van technologie in de zorg (domotica toepassingen) met kansen
voor zorg op afstand.
• Kleinschaligheid binnen de zorg; verschuiving van op zichzelf staande
voorzieningen (zoals verpleeghuizen) naar kleinschaliger organiseren.
• Fusies bij woningcorporaties en zorgpartijen met als belangrijkste reden
efficiëntere bedrijfsvoering en hiermee lagere kosten.
13 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.2 Trends en ontwikkelingen bij marktpartijen
Crises en kabinetsbeleid
• Gestagneerde woningmarkt, dalende huizenprijzen, teruglopende
verkoop, aanzienlijk minder nieuwbouw. Kansen lijken te liggen in
middeldure huurwoningen ( €680 tot € 850)
• Afwaarderingproblematiek (gebrek aan afwaardering); te hoge waarde
koopwoningen en BOG.
• Financieringsproblematiek; strenge hypotheekeisen woningmarkt,
moeizame financiering vastgoedontwikkelingen en veranderende
huurprijzen.
• Onduidelijk overheidsbeleid; veel plannen tegen kantorenleegstand,
maar geen oplossingen en telkens veranderende, niet volledig uitgewerkte
woningmarktplannen.
• Heffingen en extra beleid t.a.v. corporaties, waardoor investeringsruimte
terugloopt
• Veranderende bekostiging van gezondheidszorg; risico’s verschuiven
van overheid naar instellingen en verzekeraars.
• Rijksoverheid trekt zich verder terug uit centrale ruimtelijke ordening;
uitdaging voor samenwerking gemeenten onderling en met Provincies.
• Overheveling van functiebegeleiding uit de AWBZ naar WMO in 2013 en
2014 waardoor beroep op de sociale netwerken en de voorzieningen in
buurten en wijken groter wordt: samenwerking gemeente, zorg-
/welzijnsinstellingen en corporaties wordt belangrijker.
14 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.2 Trends en ontwikkelingen bij marktpartijen
Scheiden wonen en zorg
• In 2013 start het 'scheiden van wonen en zorg‘, de situatie waarin wonen en zorg apart gefinancierd worden. De cliënt betaalt
zelf voor het wonen via huur of koop. De zorg wordt apart gefinancierd via de zorgverzekeringswet, WMO, AWBZ en
eventueel via eigen middelen. In 2013 is een begin gemaakt voor lichte zorgzwaartepakketten (ZZP 1-2). Op termijn moeten
ook zwaardere vormen van zorg (ZZP’s 3 en 4) thuis worden geleverd. Dit heeft diverse consequenties voor verschillende
markpartijen.
• Omzetderving voor zorginstellingen door extramuralisering met leegstand als gevolg. De capaciteit die hierdoor beschikbaar
komt, kan gebruikt worden om alternatieve omzet te realiseren (bijv. uit thuiszorg of verhuur/verkoop van vastgoed).
• Toegenomen vraag naar extramurale zorg zal op korte termijn hoger zijn dan het aanbod. Het aanbod zal dus moeten
toenemen, hetgeen met het oog op personeelstekorten in de zorg een uitdaging is.
• Kosten per uur van geleverde zorg nemen toe door extramuralisering, vanwege reistijd en ontbreken van schaalvoordelen
bij gebruik van medische inventaris bij zorg thuis.
• Intramuraal verhuurde woningen moeten gewaardeerd worden conform het woningwaarderingsstelsel (WWS). Dit betekent
dat de kwaliteit en grootte van het appartement de maximaal redelijke huur bepalen. De huidige huurwetgeving houdt
geen rekening met zorggerelateerde bouwkundige voorzieningen, zoals gemeenschappelijke ruimten, bredere gangen,
zusterpost, etc.
• Voor zorginstellingen forse toename van bureaucratische en administratieve lastendruk. Bijvoorbeeld omdat veel
woningen geen individuele energiemeters hebben, zullen zorgaanbieders de kosten zelf over cliënten moeten verdelen en
factureren. Ook is het te verwachten dat zaken als aanvragen van huurtoeslagen en betaling van lokale belastingen op de
schouders van de zorgaanbieder komen te rusten.
• Zorginstellingen kunnen meer rekening houden met de woonwensen van cliënten.
• Voor verhuurders (corporaties en beleggers) geldt dat zij inspanningen moeten leveren zodat huurders met een zwaardere
zorgvraag langer thuis kunnen blijven wonen. Aanpassing van de huidige woningvoorraad, bijvoorbeeld door aanpassing
in keuken, toilet en badkamer, rolstoeltoegankelijk maken, domotica, etc.
• Vraag naar zorgwoningen zal toenemen. Voor de bouw van zorgwoningen met een huur in het geliberaliseerde segment (>
€ 681,02) kunnen corporaties niet tegen gunstige voorwaarden geld lenen voor hun Diensten van Algemeen Economisch
Belang (DAEB). Deze moeten dus zonder staatssteun worden gerealiseerd, hetgeen in de huidige marktsituatie moeilijk is.
15 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.2 Trends en ontwikkelingen in de markt
Scheiden wonen en zorg- vervolg
• Corporaties en beleggers met zorgvastgoed lopen een groter risico,
omdat zorginstellingen de huur niet meer kunnen opbrengen vanwege
inkomstenderving door extramuralisering (zie vorige pagina).
• Bij fysiek scheiden van wonen en zorg is er een splitsing tussen de
zorginkoop door het zorgkantoor en de gemeente die op basis van de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk is voor de
ondersteuning in het dagelijkse leven. Doordat cliënten langer in de eigen
omgeving blijven wonen, zal een groter beroep worden gedaan op de
voorzieningen die geleverd worden op basis van de Wmo.
• Gemeenten zullen vaker een adviserende en begeleidende rol moeten
spelen richting zorgbehoevende senioren. Zorg- en Wmo-loketten gaan
een belangrijkere rol spelen in de toekomst.
16 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.2 Trends en ontwikkelingen bij marktpartijen
Duurzaamheid en energiebesparing
• Verduurzaming/energiebesparing toepassen op bestaande
woningvoorraad staat voor veel corporaties hoog op prioriteitenlijst
bijvoorbeeld door zonnepanelen projecten. Er bestaat een discussie
rondom de berekening van huurlasten of woonlasten.
Imago
• Bij diverse partijen op het gebied van bouwen, wonen en zorg zijn de
afgelopen jaren incidenten geweest, die het imago niet ten goede zijn
gekomen. Dit kan samenwerking tussen partijen in de weg staan. Denk aan
bouwfraude, vastgoedfraude, incidenten bij corporaties en grote
zorginstellingen.
• Onder professionals van verschillende marktpartijen (corporaties, gemeenten, zorginstellingen, thuiszorginstellingen,
projectontwikkelaars en vastgoedbeleggers) heeft USP Marketing Consultancy voorafgaande aan dit congres een onderzoek
gedaan naar de ontwikkelingen, kansen en bedreigingen op het gebied van seniorenhuisvesting en zorg in de toekomst. In totaal
hebben 162 professionals hun mening gegeven. In deze paragraaf worden de belangrijkste meningen verwoord.
• Tekort kwalitatieve woon- en zorgvoorzieningen voor senioren: De helft van de professionals vindt dat er voldoende
woonvoorzieningen zijn voor senioren, maar dat het aanbod niet bij de vraag aansluit. Daarnaast geeft 29% aan dat er een tekort
aan woonvoorzieningen is. Met betrekking tot het aanbod van zorgvoorzieningen voor senioren komt hetzelfde beeld naar voren.
• Van de verschillende marktpartijen vinden projectontwikkelaars en vastgoedbeleggers relatief vaak dat er een tekort is aan woon- en
zorgvoorzieningen, of dat er voldoende aanbod is maar het niet bij de vraag aansluit. Projectontwikkelaars en beleggers hebben
vaker een groter werkgebied dan de andere marktpartijen of werken in heel Nederland. Dit kan een (gedeeltelijke) verklaring zijn.
• Corporaties, gemeenten en zorginstellingen verantwoordelijk voor kwalitatief en kwantitatief aanbod. 36% van de
professionals geeft aan dat de gemeente verantwoordelijk is voor het aanbod van woonvoorzieningen, en een derde vindt dat
corporaties hiervoor als eerste verantwoordelijk zijn. De helft van de professionals (51%) vindt dat zorginstellingen als eerste
verantwoordelijk zijn voor het aanbod van zorgvoorzieningen voor senioren. Daarnaast wordt de gemeente door 31% als
verantwoordelijke bestempeld.
17 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.3 Marktpartijen aan het woord
51%
36%
29%
24%
8%
18%
5%
7%
7%
14%
Woonvoorzieningen
Zorgvoorzieningen
Situatie omtrent het aanbod van woon- en zorgvoorzieningen voor senioren in uw werkgebied
Er is voldoende aanbod maar het sluit niet aan bij de vraag Er is een tekort aan Er is voldoende aanbod en het sluit aan bij de vraag Er is een overschot aan Weet niet/geen mening
• De helft van de ondervraagde professionals staat positief tegenover het scheiden van wonen en zorg. Genoemde redenen
hiervoor zijn dat de kosten voor wonen en zorg transparanter worden, senioren meer keuzevrijheid krijgen, senioren zo langer
zelfstandig blijven en het zorg op maat bevordert.
• Projectontwikkelaars en zorginstellingen zijn kritischer dan de andere marktpartijen. Redenen die hiervoor worden
aangedragen zijn:
1. verlies aan banen,
2. onzekerheid bij investeerders en zorginstellingen waardoor investeringen uitblijven,
3. minder variatie in de wijken,
4. ZZP 3 en ZZP 4 door deze scheiding en tegelijkertijd de bezuinigingen in de knel komen te zitten,
5. er verschraling van de zorg ontstaat,
6. kosten hierdoor omhoog gaan.
• Thuiszorgorganisaties de grote winnaars in het speelveld van scheiden wonen en zorg? 44% van de professionals geeft aan
dat thuiszorgorganisaties (naast het Rijk) het meest de positieve consequenties ervaren van het scheiden van wonen en zorg.
Zorginstellingen zullen volgens meer dan de helft (51%) van de professionals de meeste negatieve consequenties ervaren.
18 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.3 Marktpartijen aan het woord
51%
21%
20%
8%
Positief
Neutraal
Negatief
Weet niet/geen mening
Houding t.a.v. het scheiden van wonen en zorg
Beleid en samenwerking
• Een groot deel van de professionals geeft aan dat het scheiden van wonen
en zorg in de organisatie nog niet omgezet is in concreet beleid (38%). Bij
zorginstellingen is er al relatief vaak beleid ontwikkeld rondom het scheiden van
wonen en zorg (27%). Daarnaast zegt 38% van de zorginstellingen nog maar
deels beleid te hebben ontwikkeld. Voorbeelden van het omzetten naar concreet
beleid zijn het opnemen van de scheiding van wonen en zorg in de visie, het
uitvoeringsprogramma en de risicoanalyse, het aantrekken van relaties met
zorginstellingen, het voorbereiden van woonprojecten waar ZZP 1 t/m 4 goed in
kunnen wonen en het opzetten van nieuwe afdelingen Bouw en Vastgoed binnen
zorginstellingen.
• Iets meer dan de helft (52%) van de professionals bij een zorginstelling
geeft aan dat binnen de vastgoedstrategie de nadruk komt te liggen op het
in eigen beheer houden van de vastgoed.
• Meer dan de helft van de zorginstellingen (56%) geeft aan bepaalde taken in
de toekomst uit te willen besteden aan corporaties (met name de
verhuuradministratie). Er is echter bij slechts 27% van de corporatie
professionals interesse om bepaalde taken van zorginstellingen over te nemen.
• Zorginstellingen, corporaties en gemeenten zijn vaak al in gesprek over het
scheiden van wonen en zorg. Thuiszorgorganisaties worden hier echter een stuk
minder bij betrokken. Slechts één op de vijf professionals zegt in gesprek te zijn
met thuiszorgorganisaties.
• Vooralsnog lijkt het erop alsof de gesprekken tussen de markpartijen nog geen
concreet gezamenlijk beleid hebben opgeleverd.
19 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.3 Marktpartijen aan het woord
Seniorenhuisvesting in de toekomst
• Volgens 70% van de professionals zal het aanpassen van de bestaande voorraad geprefereerd moeten worden boven
nieuwbouw als het gaat om seniorenhuisvesting in de toekomst. Door bezuinigingen bij corporaties wordt echter ook in projecten die
woningen levensloopbestendig moeten maken geschrapt.
• Van de professionals vindt 60% dat men zich vooral op totaalconcepten (complexen, wijken, steden etc.) moet richten in plaats van
op individuele woningen.
• De meest kansrijke woonconcepten of woonvormen voor senioren in de toekomst zijn volgens de professionals (in volgorde van
belang van links naar rechts):
• Verder worden ook nog de volgende woonconcepten genoemd: beschut wonen, thuishuizen, woonzorg zones en zorgresidenties.
• In hoofdstuk 3 komt de mening van consumenten over verschillende woon- en wijkconcepten aan de orde.
20 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.3 Marktpartijen aan het woord
Aanpassen bestaande
eengezinswoning Aanleunwoning (Kleinschalige)
wooncomplexen
Mantelzorgwoning
Geclusterde
woningen Luxe residenties Woongroep Kangoeroewoning
21 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
2.3 Marktpartijen aan het woord
Hieronder staat een aantal praktijkvoorbeelden weergegeven van de implementatie van scheiden van wonen en zorg. Tevens
worden twee tools weergegeven die helpen bij het maken van beslissingen omtrent het scheiden van wonen en zorg.
Praktijkvoorbeelden
• Zorgorganisatie Inovum sloot onlangs twee verzorgingshuizen 'oude stijl' in het Gooi en zette de stap naar zelfstandig wonen
met zorg dichtbij. "Ouderen willen uiteindelijk graag zo lang mogelijk zelfstandig wonen met de vereiste en gewenste
voorzieningen bij de hand. Dat kan in Veenstaete: zelf je huur en je wonen regelen en zelf bepalen voor wie je de deur open
doet. Daarmee bepaal je dus ook zelf waaraan je je geld uitgeeft. Het is als een menukaart in een goed restaurant."
Communicatie blijkt bij dit proces onontbeerlijk.
• Ouderenhuisvester SOR uit Rotterdam verhuurt aan Lelie Zorggroep op zeven verschillende locaties zo'n 1000 eenheden. Ze
besloten gezamenlijk de boeken op tafel te leggen en de consequenties van scheiden van wonen en zorg in kaart te brengen.
Vervolgens is gekeken hoe de verliezen en winsten op complexniveau tegen elkaar kunnen worden weggestreept om zo de
exploitatie van de totale vastgoedportefeuille zo veel mogelijk kostendekkend te krijgen. De exploitatieverliezen die als gevolg
van de maatregel ontstaan, worden door woningcorporatie SOR en de Lelie Zorggroep gedeeld.
Tools
• Het Eindhovense bureau Van Aarle De Laat maakte een checklist die de belangrijke aandachtspunten rondom scheiden van
wonen en zorg in beeld brengt. In drie stappen wordt een zorgaanbieder in staat gesteld om via het creëren van inzicht en
vervolgens het bepalen van een strategie, over te gaan tot het formuleren van maatregelen en oplossingsrichtingen.
• Door bureau BOB Advies is een beslismodel opgesteld, dat een relatie legt tussen de invoering van scheiden van wonen en
zorg en de vastgoedstrategie voor een verzorgingshuis waar ouderen met een lage zorgbehoefte (ZZP VV1 - ZZP VV3) zijn
gehuisvest. Een zorgaanbieder wordt gevraagd elf vragen te beantwoorden over het pand, de markt en de financiële situatie.
Het resultaat is een (indicatief) antwoord op de vraag: wat kunt u het beste doen met het pand en op welke zorgzwaarte kunt u
zich het beste richten?
Bron: Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg, 2013
Inhoudsopgave
22 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Uw doelgroep verandert
De markt verandert
Achtergronden
Zo verandert u mee!
Bijlagen
23 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (#) Procentueel (%)
Jaar Totaal 55 - 70 jaar 70 - 85 jaar 85 jaar of ouder 55 - 70 jaar 70 tot 85 jaar 85 jaar of ouder
2000 2.380.886 1.353.257 893.468 134.161 56,8% 37,5% 5,6%
2005 2.701.587 1.592.072 959.372 150.143 58,9% 35,5% 5,6%
2010 3.007.457 1.790.256 1016.594 200.607 59,5% 33,8% 6,7%
2012 3.142.143 1.868.469 1055.525 218.149 59,5% 33,6% 6,9%
• Onder de doelgroep verstaan we senioren. Nederland telde in 2012 ruim 3 miljoen senioren (personen van 55 jaar of ouder). Dit
zijn met name personen in de leeftijdklasse tussen de 55 en 70 jaar (59,5%).
• In 12 jaar tijd (sinds 2000) zijn er ruim 750.000 senioren bijgekomen en dit aantal zal de komende jaren alleen maar stijgen (zie
volgende paragraaf ‘prognoses’).
• Anno 2012 bestaat 46,3% van de seniorenhuishoudens in Nederland uit meerdere personen zonder inwonende kinderen.
• Qua samenstelling zijn er in de afgelopen 12 jaar geen (grote) verschuivingen te zien.
3.1 De doelgroep in cijfers
Seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (#) Procentueel (%)
Jaar Totaal (#) Eenpersoons-
huishouden (#)
Meerpersoons-
huish. zonder
kinderen (#)
Meerpersoons-
huish. met
kinderen (#)
Eenpersoons-
huishouden (%)
Meerpersoons-
huish. zonder
kinderen (%)
Meerpersoons-
huish. met
kinderen (%)
2000 2.380.886 955.195 1.100.716 324.975 40,1% 46,2% 13,6%
2005 2.701.587 1.066.466 1.266.228 368.893 39,5% 46,9% 13,7%
2010 3.007.457 1.191.506 1.405.861 410.090 39,6% 46,7% 13,6%
2012 3.142.143 1.239.872 1.453.560 448.711 39,5% 46,3% 14,3%
24 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (#) Procentueel (%)
Jaar Totaal 1
persoon
2
personen
3
personen
4
personen
5 of meer
personen
1
persoon
2
personen
3
personen
4
personen
5 of meer
personen
2000 2.380.886 955.195 1.157.819 193.757 54.913 19.202 40,1% 48,6% 8,1% 2,3% 0,8%
2005 2.701.587 1.066.466 1.325.036 216.644 70.000 23.441 39,5% 49,0% 8,0% 2,6% 0,9%
2010 3.007.457 1.191.506 1.470.036 233.154 85.800 26.961 39,6% 48,9% 7,8% 2,9% 0,9%
2012 3.142.143 1.239.872 1.529.007 245.251 97.184 30.829 39,5% 48,7% 7,8% 3,1% 1,0%
• Zoals op de vorige pagina al naar voren kwam, bestaat het merendeel van de seniorenhuishoudens anno 2012 uit twee personen
(48,7%).
• Van alle provincies wonen in 2012 de meeste seniorenhuishoudens in Zuid-Holland: 21% van alle seniorenhuishoudens in
Nederland woont in deze provincie. Noord-Holland (16%) en Noord-Brabant (15%) volgen op een tweede en derde plaats. Dit is
niet verwonderlijk aangezien dit de drie grootste provincies van Nederland zijn.
3.1 De doelgroep in cijfers
Aantal seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Jaar Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-
Brabant
Noord-
Holland Overijssel Utrecht Zeeland
Zuid-
Holland
2000 76.381 32.268 98.377 281.353 87.781 183.707 338.500 386.635 157.010 154.041 63.685 521.148
2005 87.170 41.736 111.350 320.450 97.441 207.736 393.854 438.953 176.131 177.221 72.151 577.394
2010 97.698 51.801 122.724 360.783 106.937 232.118 444.146 485.520 196.673 199.142 79.359 630.556
2012 101.900 56.451 127.794 377.775 111.043 242.828 465.556 506.852 204.402 208.747 82.353 656.442
Aantal seniorenhuishoudens in betreffende provincie / totaal aantal seniorenhuishoudens in Nederland (in %)
2012 3% 2% 4% 12% 4% 8% 15% 16% 7% 7% 3% 21%
25 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
• Het aantal 65-plussers zal in ieder geval t/m 2040 blijven stijgen. In 2015 bestaat de Nederlandse bevolking voor 17,8% uit 65-
plussers, in 2040 is dit maar liefst 26,5%.
• Hetzelfde geldt voor het aantal 65+ huishoudens. Tot en met 2040 stijgt het aantal 65+ huishoudens. In 2040 bestaat meer dan
één op de drie huishoudens in Nederland uit 65-plussers.
3.1 De doelgroep in cijfers - prognose
Inwoners in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (#) Procentueel (%)
Jaar Totaal 0 tot 20 jaar 20 tot 65 jaar 65 jaar of ouder 0 tot 20 jaar 20 tot 65 jaar 65 jaar of ouder
2015 16.870.652 3.828.639 10.037.292 3.004.721 22,7% 59,5% 17,8%
2020 17.141.013 3.765.007 9.984.904 3.391.102 22,0% 58,3% 19,8%
2030 17.593.756 3.735.649 9.658.316 4.199.791 21,2% 54,9% 23,9%
2040 17.815.633 3.811.172 9.283.901 4.720.560 21,4% 52,1% 26,5%
2050 17.853.024 3.743.130 9.435.257 4.674.637 21,0% 52,8% 26,2%
2060 17.898.883 3.731.619 9.453.452 4.713.812 20,8% 52,8% 26,3%
Huishoudens in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (#) Procentueel (%)
Jaar Totaal Tot 35 jaar 35 - 65 jaar 65 jaar of ouder Tot 35 jaar 35 - 65 jaar 65 jaar of ouder
2015 7.689.069 1.556.446 4.136.878 1.995.745 20,2% 53,8% 26,0%
2020 7.958.893 1.609.610 4.090.394 2.258.889 20,2% 51,4% 28,4%
2030 8.356.581 1.615.415 3.932.574 2.808.592 19,3% 47,1% 33,6%
2040 8.477.589 1.546.453 3.811.032 3.120.104 18,2% 45,0% 36,8%
2050 8.480.509 1.589.216 3.868.107 3.023.186 18,7% 45,6% 35,6%
2060 8.437.338 1.611.062 3.858.801 2.967.475 19,1% 45,7% 35,2%
26 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
• Wanneer er wordt gekeken naar de gezinssamenstelling, dan blijkt dat met name het aantal eenpersoonshuishoudens onder
senioren zal toenemen; van 40% in 2015 naar maar liefst 51,6% in 2060. Het aantal paren daalt daarentegen van 56,5% in 2013
naar 44,3% in 2060.
3.1 De doelgroep in cijfers - prognose
Seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (#) Procentueel (%)
Jaar Eénpersoons-
huishoudens Paren
Eénouder-
huishoudens
Overige
huishoudens *
Eénpersoons-
huishoudens Paren
Eénouder-
huishoudens
Overige
huishoudens *
2015 1.332.514 1.871.470 113.755 12.138 40,0% 56,2% 3,4% 0,4%
2020 1.518.028 2.035.174 132.855 13.965 41,0% 55,0% 3,6% 0,4%
2030 1.905.449 2.174.983 158.576 17.983 44,8% 51,1% 3,7% 0,4%
2040 2.130.169 2.022.629 149.941 20.581 49,3% 46,8% 3,5% 0,5%
2050 2.217.268 1.926.753 154.081 22.343 51,3% 44,6% 3,6% 0,5%
2060 2.217.577 1.905.076 152.145 23.171 51,6% 44,3% 3,5% 0,5%
* = samenwonend met anderen dan partners/kinderen, bv. met broers/zussen
Aandeel senioren (65+) van gehele inwonerpopulatie in betreffende provincie (CBS, 2013)
Jaar Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-
Brabant
Noord-
Holland Overijssel Utrecht Zeeland
Zuid-
Holland
2015 20,8% 12,1% 19,5% 18,4% 18,3% 21,1% 18,5% 16,7% 17,6% 15,5% 21,7% 16,9%
2020 23,2% 14,5% 22,0% 20,8% 20,5% 23,8% 20,6% 18,4% 19,5% 17,3% 24,0% 18,5%
2030 28,0% 20,0% 26,5% 25,6% 24,6% 28,6% 24,8% 22,0% 23,7% 20,9% 27,6% 21,9%
2040 30,8% 23,8% 29,4% 28,3% 26,9% 29,8% 26,8% 24,1% 26,7% 23,3% 29,2% 23,8%
Verschil
2013 -
2040
+ 11,2% + 12,7% + 11,0% + 10,9% + 9,6% + 9,9% + 9,5% + 8,2% + 9,9% + 8,5% + 8,7% + 7,7%
27 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
• De vergrijzing slaat absoluut gezien het hardst toe in de provincie Zuid-Holland. In deze provincie neemt het aantal senioren de
komende 27 jaar met 356.900 toe. In Noord-Holland (+ 288.800) en Noord-Brabant (+ 268.700) is de stijging daarna het grootst.
Wederom niet verrassend aangezien het de drie grootste provincies betreft.
3.1 De doelgroep in cijfers - prognose
Aantal senioren (65+) (* 1.000) in Nederland (CBS, 2013)
Jaar Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-
Brabant
Noord-
Holland Overijssel Utrecht Zeeland
Zuid-
Holland
2015 102,3 50,2 128,1 372,6 106,7 235,6 459,9 460,9 203 195,9 83 608
2020 114,7 64,5 145,4 423,6 120,6 263,5 519,7 520,4 229 225 91,8 682,3
2030 138 99,4 176,7 526,6 146 312,9 637,6 645,7 282,2 286,2 105,7 840,1
2040 146,9 123,1 194,9 581,2 157,5 315,6 698,3 722,2 317,8 328 109,3 930,5
Verschil
2013 -
2040
+ 50,2 + 78,3 + 74,8 + 231,7 + 56,9 + 93 + 268,7 + 288,8 + 126,2 + 144,4 + 30,7 + 356,9
28 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.1 De doelgroep in cijfers - zorg
• De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) regelt de langdurige zorg. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe de
leeftijdsverdeling is van de cliënten die AWBZ-zorg ontvangen. De grootste groep zorgontvangers is niet geheel verrassend 85 jaar of
ouder, kort gevolgd door de groep tussen de 75 en 84 jaar.
• Ook in het onderzoek WoON 2009 zijn vragen gesteld over het zorggebruik. De gehanteerde definitie is wel breder dan in
onderstaande tabel. Zorggebruik is gedefinieerd als “hulp van buiten het huishouden”: thuiszorg, informele hulp van familie, vrienden
of kennissen en/of particuliere hulp. Vertaald naar de totale bevolking gebruiken in Nederland in 2009 circa 550.000 huishoudens zorg
van buiten. Relatief gezien betreft dit bijna 8% van alle huishouden of een kwart van alle 65+huishoudens. Hierbij zijn huishoudens die
wonen of verblijven in een instelling buiten beschouwing gelaten. Ondanks de definitieverschillen laat het WoON 2009 eenzelfde beeld
zien: het zorggebruik neemt toe naarmate men ouder wordt.
• Naast leeftijd blijkt uit WoON 2009 dat er nog een aantal andere achtergrondkenmerken van invloed is op het zorggebruik:
• Alleenstaanden gebruiken frequenter zorg, vooral thuiszorg, dan samenwonenden. Samenwonenden ondervinden minder
beperkingen en de zorg wordt (deels) binnen het huishouden door de partner geleverd.
• Laag opgeleiden gebruiken frequenter zorg dan hoog opgeleiden. Lager opgeleiden hebben binnen de diverse
leeftijdsklassen met meer en zwaardere beperkingen te kampen dan hoogopgeleiden.
• Huishoudens met een laag inkomen gebruiken frequenter zorg dan huishoudens met een hoog inkomen.
Leeftijd cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg (CIZ, 2013)
1 januari 2012 1 juli 2012 1 januari 2013
0 - 11 jaar 23.975 22.575 21.500
12 - 17 jaar 25.620 25.600 25.605
18 - 49 jaar 176.045 181.045 185.320
50 - 64 jaar 101.785 103.595 104.880
65 - 74 jaar 82.915 86.015 87.890
75 - 84 jaar 181.260 183.860 184.480
85 jaar en ouder 186.470 189.195 192.380
Onbekend 5 5 10
Totaal 778.075 791.895 802.065
29 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.1 De doelgroep in cijfers - zorg
• De AWBZ maakt onderscheid tussen zorg aan huis (extramuraal) en zorg met verblijf (intramuraal).
• In onderstaande tabellen wordt weergegeven hoeveel mensen in Nederland intramurale en extramurale zorg ontvangen en binnen
welke sector men specifiek intramurale zorg ontvangt (zie volgende pagina voor nadere toelichting op deze sectoren).
Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg (CIZ, 2013)
1 januari 2012 1 juli 2012 1 januari 2013
Extramuraal met Begeleiding 211.595 212.155 213.945
Extramuraal zonder Begeleiding 217.855 223.285 229.100
Intramuraal 348.625 356.455 359.020
Totaal 778.075 791.895 802.065
Aantal geïndiceerde cliënten intramurale AWBZ-zorg uitgesplitst naar sectoren (CIZ, 2013)
1 januari 2012 1 juli 2012 1 januari 2013
Verpleging & verzorging - 201.840 200.140
Geestelijke gezondheidszorg - 44.340 46.040
Gehandicaptenzorg - 110.275 112.840
Totaal - 356.455 359.020
30 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.1 De doelgroep in cijfers - zorg
• De Zorgzwaartepakketten (ZZP’s) zijn een onderdeel van de AWBZ. Mensen die ‘zorg met verblijf’ nodig hebben, krijgen een
zorgzwaartepakket. Een ZZP is een pakket aan zorg, met daaraan verbonden een budget waarmee men hulp kan inkopen.
• Er zijn in totaal 52 zorgzwaartepakketten verdeeld over 3 sectoren:
• De sector verpleging & verzorging (V&V) heeft tien ZZP’s. Acht pakketten voor langdurende zorg (ZZP’s 1 tot en met 8) en
twee pakketten voor kortdurende zorg aan specifieke doelgroepen.
• Voor de gehandicaptenzorg zijn er 29 ZZPs verdeeld over de verschillende subsectoren.
• De geestelijke gezondheidszorg kent 13 ZZPs.
• In onderstaand overzicht wordt verder ingezoomd op de tien ZZP’s in de sector verpleging en verzorging, met een exacte toelichting
van de betreffende ZZP en het maximum dagtarief dat daarbij hoort.
Bronnen: ActiZ, Nza (2012)
ZZP Toelichting Maximale dagtarief 2012
1 Beschut wonen met enige begeleiding € 64,08
2 Beschut wonen met begeleiding en verzorging € 81,70
3 Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging € 123,86
4 Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging € 137,51
5 Beschermd wonen met intensieve dementiezorg € 180,74
6 Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging € 181,03
7 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, nadruk op begeleiding € 215,66
8 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, nadruk op verzorging en verpleging € 246,03
9 Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging € 214,65
10 Verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg € 266,05
31 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.1 De doelgroep in cijfers - zorg
• Veruit de meeste cliënten ontvangen zorgzwaartepakket 5 (beschermd wonen met intensieve dementiezorg).
• Het aantal cliënten dat dit jaar al te maken heeft gehad met de wijzigingen op het gebied van scheiden van wonen en zorg bedraagt
ongeveer 25.000. Daar komen er nog ongeveer 60.000 bij wanneer ook de pakketten 3 en 4 onder deze regeling gaan vallen.
Aantal geïndiceerde cliënten intramurale AWBZ-zorg - sector verpleging & verzorging (CIZ, 2013)
Zorgzwaartepakket 1 januari 2012 1 juli 2012 1 januari 2013
VV01 7.090 6.295 5.525
VV02 24.985 22.530 19.350
VV03 24.035 25.875 26.220
VV04 31.090 32.000 33.680
VV05 53.770 55.555 56.835
VV06 20.330 22.105 24.340
VV07 11.165 12.590 13.755
VV08 2.015 2.330 2.580
VV09 19.830 21.320 16.615
VV10 1.005 1.075 1.125
Verblijf VV 2.955 165 115
Totaal 198.270 201.840 200.140
32 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Om een goede achtergrond te schetsen, wordt in kaart gebracht hoe 55-plussers op dit moment wonen.
• Het eigenwoningbezit onder senioren is de afgelopen tien jaar aanzienlijk gestegen.
• De toename van het eigenwoningbezit bij ouderen is het grootst geweest voor de ouderen tussen de 55 en 65 jaar en tussen 65
en 75 jaar. In laatstgenoemde groep was in 2006 de helft eigenaar van een koopwoning, terwijl dat in 1990 nog maar iets meer
dan een derde was. Sinds 1998 is ook het aandeel woningeigenaren onder 75-plussers toegenomen tot ruim 1 op de 3 (35%). Dit
aandeel zal in de toekomst nog verder toenemen.
• Het overgrote deel van de seniorenhuishoudens woonachtig in een huurwoning, huurt deze woning van een sociale verhuurder.
Het aandeel van de sociale verhuurder is de afgelopen tien jaar sterk gestegen (van 73,0% in 1998 naar 84,3% in 2009), veelal
ten koste van de particuliere verhuurder.
3.1 Senioren op de woningmarkt
Seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (* 1.000) (#) Procentueel (%)
Jaar Totaal aantal woningen Koopwoning Huurwoning Koopwoning Huurwoning
1998 2205,9 925,9 1280,0 42,0% 58,0%
2002 2456,8 1174,4 1282,4 47,8% 52,2%
2006 2719,4 1386,8 1332,8 51,0% 49,0%
2009 2930,7 1605,5 1325,2 54,8% 45,2%
Seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (* 1.000) (#) Procentueel (%)
Jaar Totaal aantal
huurwoningen
Sociale
verhuurder
Particuliere
verhuurder
Verhuurder
onbekend
Sociale
verhuurder
Particuliere
verhuurder
Verhuurder
onbekend
1998 1280,0 933,8 246,7 99,5 73,0% 19,3% 7,8%
2002 1282,4 1053,1 187,5 41,6 82,1% 14,6% 3,2%
2006 1332,8 1086,4 191,7 54,7 81,5% 14,4% 4,1%
2009 1325,2 1116,5 161,5 47,2 84,3% 12,2% 3,6%
33 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
• Uit onderstaande tabel blijkt dat seniorenhuishoudens door de jaren heen (in lichte mate) vaker een (semi) vrijstaande woning zijn
gaan bewonen. Vooral in de periode van 1999 tot 2009 is het aandeel (semi) vrijstaande woningen gestegen (van 26,8% naar
30,5%), terwijl het aandeel meergezinswoningen is gedaald (van 33,9% naar 30,7%).
• Uit de publicatie ‘senioren op de woningmarkt’ van VROM uit 2010 blijkt dat er een groot verschil bestaat in de woningtypen die
door huurders en kopers worden bewoond. Van de huurders van 55 jaar en ouder woont de helft in een meergezinswoning. Bij de
kopers van dezelfde leeftijd is dat niet meer dan 14%. De oudere kopers – waarvan de meerderheid (86%) in een
eengezinswoning woont – bewonen relatief vaak luxere woningtypen. Deze woonsituatie wordt veelal pas tegen het eind van de
wooncarrière bereikt .
3.1 Senioren op de woningmarkt
Seniorenhuishoudens (55+) in Nederland (CBS, 2013)
Aantal (* 1.000) (#) Procentueel (%)
Jaar Vrijstaand 2-onder-1
kap
Hoek-
woning
Tussen-
woning Flats e.d. Overig Vrijstaand
2-onder-1
kap
Hoek-
woning
Tussen-
woning Flats e.d. Overig
1998 364,7 228,2 297,9 567,5 747,6 - 16,5% 10,3% 13,5% 25,7% 33,9% -
2002 433,3 281,5 300,8 614,8 787,0 39,5 17,6% 11,5% 12,2% 25,0% 32,0% 1,6%
2006 491,2 313,5 335,7 668,6 868,2 42,1 18,1% 11,5% 12,3% 24,6% 31,9% 1,5%
2009 513,8 379,6 367,2 698,3 901,1 70,8 17,5% 13,0% 12,5% 23,8% 30,7% 2,4%
• De korte termijn (binnen twee jaar) verhuisgeneigdheid blijft na de leeftijd van 55 jaar tamelijk constant en schommelt rond de
20%. Het aandeel huishoudens met verhuisplannen op de langere termijn neemt wel sterk af naarmate men ouder wordt.
• De jonge groep senioren (55-65 jaar) is qua woonsituatie nog nauwelijks aan het voorsorteren. Deze groep is vaak nog aan het
werk en heeft wellicht nog thuiswonende kinderen. Wanneer men verhuist is dit omdat de woning of omgeving niet meer voldoen
of als de noodzaak er gezondheidstechnisch of financieel is.
• Verder geldt dat de volgende zaken invloed hebben op de verhuisgeneigdheid van senioren:
• Huishoudgrootte: tweepersoonshuishoudens willen vaker dan andere huishoudenstypen op langere termijn verhuizen.
• Inkomen: midden- en hoge inkomens willen vaker dan lage inkomens op langere termijn verhuizen en lage inkomens
willen vaker niet of op korte termijn verhuizen.
• Gezondheidstoestand: Wanneer er in een ouderenhuishouden iemand is die matige tot ernstige beperkingen heeft,
vergroot dat de verhuisgeneigdheid op korte termijn (als andere invloeden constant worden gehouden) met zo’n 45%. Ook
als men het idee heeft dat een lid van het huishouden binnen 5 jaar problemen met traplopen zal krijgen, vergroot dat de
kans op een verhuizing op korte termijn aanzienlijk (met 64%).
• Woningbezit: Woningeigenaren zijn minder geneigd te verhuizen. In het bijzonder een verhuizing op korte termijn is door
hen minder gewenst. Dit is de afgelopen jaren alleen nog maar versterkt. Bij huurders is die verhuisgeneigdheid tot 85 jaar
groter.
34 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.1 Senioren op de woningmarkt - verhuiswens
35 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.1 Senioren op de woningmarkt - verhuiswens
• De voornaamste redenen voor senioren om te kiezen voor een huurwoning, zijn het niet kunnen betalen van een koopwoning, de
flexibiliteit die huren biedt (qua opzeggen) en het niet hoeven onderhouden van de woning. Redenen om voor een koopwoning te
kiezen, zijn met name het eigendom van de woning, de vrijheid om zaken aan te passen in de woning en de lagere maandlasten
door de hypotheek.
• De crisis en de diverse woningmarktmaatregelen van het kabinet hebben zo blijkt uit onderzoek de verhuiswens weliswaar niet
zozeer beïnvloed, maar wel de daadwerkelijke verhuisbewegingen, ook bij senioren.
• Met name de doorstroming van koop (eengezins) naar huur (appartement), een veel gewenste stap van senioren, stokt. De senior
die erover denkt om te gaan verhuizen, is hier vaak een lange tijd mee bezig. De belangrijkste ‘vertragende’ factoren zijn:
• Onzekerheid op de woningmarkt: zowel bij kopers als bij huurders speelt dit element een rol. Bij kopers is de verkoop van
de huidige woning een probleem, maar bij beide groepen speelt ook de onzekerheid over ontwikkelingen van huurprijzen
een rol. Zolang deze onzekerheid blijft (en er geen medische noodzaak is), zal men ervoor kiezen in de huidige woning te
blijven.
• Huidig aanbod: in elk onderzoek komt naar voren dat het aanbod van woningen niet aansluit bij de wensen. Uiteraard geldt
dat algemeen bekend is dat het aanbod van seniorenwoningen niet op alle gebieden voldoet. Denk dan aan grootte, ligging
en voorzieningen. Deze doelgroep is echter ook heel kritisch ten aanzien van de toekomstige woning. Men woont nu vaak
relatief goedkoop en zal er in een nieuwe situatie mogelijk financieel op achteruit gaan. Daarom moet de woning dan wel
perfect zijn en het liefst in de vertrouwde buurt liggen. Wanneer dit niet het geval is, zal men ervoor kiezen in de huidige
woning te blijven. Op de woonwensen van senioren zal in de volgende paragraaf verder worden ingegaan.
36 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.1 Senioren op de woningmarkt – kwalitatieve woonwensen
• De onderstaande resultaten zijn afkomstig uit verschillende woningmarkt- en woningbehoeftenonderzoeken die USP in 2011 en
2012 heeft uitgevoerd voor verschillende opdrachtgevers (gemeenten, corporaties en ontwikkelaars). In totaal zijn er voor deze
onderzoeken ongeveer 30.000 huishoudens ondervraagd.
Wist u dat….
• Van de senioren met een koopwoning bijna vier op de tien senioren bereid is meer dan € 665 te betalen voor een huurwoning.
Wanneer alleen gekeken wordt naar senioren met een gezinsinkomen boven de € 34.000, is dit zelfs bijna tweederde. Er ligt voor
deze doelgroep dus potentie in het middeldure huursegment, mits de huidige koopwoning wordt verkocht uiteraard.
• Ook voor senioren geldt dat de locatie van de toekomstige woning het allerbelangrijkste is (96%), gevolgd door het aantal
slaapkamers (94% vindt dit (zeer) belangrijk). Wat betreft de locatie is van senioren bekend dat ze honkvast zijn. Dit blijkt ook uit
de cijfers. Van de verhuisgeneigde senioren wil 79% binnen de huidige gemeente blijven wonen en dan vaak ook nog binnen de
eigen kern of wijk.
• Hoewel het vaak gaat om één- of tweepersoonshuishoudens, is het niet zo dat de voorkeur van senioren uitgaat naar een kleine
woning. Slechts 6% geeft aan een woning met één slaapkamer te willen. Veruit de meeste senioren willen verhuizen naar een
woning met twee slaapkamers (67%) en 21% zegt drie slaapkamers te willen. De senior anno nu wil dus een ruime woning.
Verder vinden senioren ook de buiten- en bergruimte belangrijk. Uit veel woonwensenonderzoeken komt naar voren dat
nieuwbouwprojecten gericht op senioren hier onvoldoende rekening mee houden.
• Senioren niet houden van het predicaat ‘senioren’ of ‘zorg’ ten aanzien van hun woning of wooncomplex. Dit laatste is iets om al
in de marketing van een planconcept mee te nemen.
37 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
• Naast het feit dat het aandeel senioren binnen de totale bevolking in Nederland
groter wordt, zijn er ook veranderingen binnen de doelgroep zichtbaar. Alle
onderstaande ontwikkelingen binnen de doelgroep hebben geleid of leiden tot een
zeer kritische doelgroep met een diversiteit aan wensen en eisen. Binnen wonen
en zorg moet daarom gezocht moet worden naar ‘op maat’ oplossingen. Keuzes
in plaats van ‘one size fits all’,
Toenemende diversiteit van de huishoudsituatie
• Meer mensen die hun wooncarrière als alleenstaande hebben doorlopen en dat
(dus) ook als oudere zullen doen. Ook door scheidingen zijn er nu meer
alleenstaanden.
• Meer mensen die nooit kinderen hebben gekregen en daar als oudere dus niet op
kunnen terugvallen of voor hoeven te zorgen.
• De levensverwachting van mannen is toegenomen. Daarom zijn er tegenwoordig
meer echtparen die tot op hoge leeftijd als tweepersoonshuishouden blijven wonen.
• Meer ouderen die nog een gezinshuishouden vormen doordat vrouwen op latere
leeftijd kinderen hebben gekregen.
Toenemend opleidingsniveau
• Door de hervormingen in het onderwijs in de jaren zestig is het opleidingsniveau
van de (late) babyboomgeneratie en hun kinderen in de breedte fors toegenomen.
• Grotere kansen op een hoger inkomen en overeenkomstig aanvullende
pensioenuitkering.
• Tijdens hun wooncarrière zijn zowel de ouderen als hun kinderen vaker over
grotere afstanden verhuisd, waardoor ouders en (klein)kinderen verder bij elkaar
vandaan wonen.
• Toename van de mobiliteit en zelfredzaamheid, onder andere tot uiting komend
in een hoger aandeel rijbewijsbezit en een deels daarmee samenhangende
verminderde beperking in vrijetijds- en woningmarktgedrag door geografische
afstanden.
3.2 Trends en ontwikkelingen bij de doelgroep
38 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Toenemend eigenwoningbezit
• Steeds meer ouderen bewonen een koopwoning.
• Verminderde verhuisgeneigdheid en verhuisactiviteit onder
woningeigenaren. Door lage woonlasten wanneer de hypotheek is afgelost,
door hogere kosten (overdrachtsbelasting) dan huurders bij verhuizing en
doordat woningeigenaren in het algemeen meer dan huurders hun woning ‘naar
wens’ (hebben) kunnen aanpassen. Daarnaast zorgt de economische crisis
ervoor dat verkoopbaarheid van (duurdere) woningen laag is, wat de
verhuisbewegingen van senioren niet ten goede komt.
• Verbeterde welvaartspositie (als gevolg van het in de woning opgebouwde
vermogen). Uit het rapport ‘Welvaart in Nederland’ van het CBS uit 2012 blijkt
dat 65-plussers de meest vermogende groep in Nederland zijn. Deze groep
heeft vaak een eigen huis en nauwelijks of geen hypotheekschuld meer. Het
vermogen van deze groep zit dus voornamelijk in de ‘stenen’. Door de daling
van de huizenprijzen, daalt dit vermogen de laatste jaren wel.
Verandering van de inkomenspositie
• Steeds meer ouderen heb naast de AOW een (steeds ruimer) aanvullend
pensioen, mede door de verbeterde kwaliteit van de pensioenvoorziening en
de toegenomen arbeidsparticipatie onder vrouwen.
• Een toenemend aandeel ouderen heeft beperkte aanspraken op AOW doordat
een deel van het arbeidzame leven in het buitenland is doorgebracht (met name
allochtone senioren), hetgeen leidt tot een lager inkomen.
• Steeds meer ouderen die samenwonen hebben beiden gewerkt en dus allebei
(kans op) een aanvullende pensioenuitkering en een gunstige inkomenspositie.
3.2 Trends en ontwikkelingen bij de doelgroep
39 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Het scheiden van wonen en zorg
• Sinds januari 2013 is het scheiden van wonen en zorg ingevoerd voor de
lichtste zorgzwaartepakketten. De effecten hiervan zijn nog niet meetbaar, maar
de verwachting is dat senioren (nog) langer zelfstandig blijven wonen en hun
verhuizing langer uitstellen.
• Sommige groepen zullen er aanzienlijk op vooruitgaan, andere groepen zullen
een inkomensachteruitgang ondervinden. Grofweg zou volgens berekeningen
van RIGO (2009) twintig tot dertig procent van het totaal aantal huishoudens er
in besteedbaar inkomen op achteruit gaan en zeventig tot tachtig procent er
in besteedbaar inkomen op vooruit gaan. De groep die er op achteruit gaat is
met name geconcentreerd rond de groep alleenstaande 65-minners, waarbij het
verlies groter wordt naarmate de huur hoger wordt.
• Huidige woning moet mogelijk aangepast worden om langer thuis wonen te
faciliteren, bijvoorbeeld door aanpassing in keuken, toilet en badkamer,
rolstoeltoegankelijk maken, domotica, etc. Op het moment dat dit niet mogelijk
is, zal de senior wellicht gedwongen zijn te verhuizen naar een andere woning.
• Bewoners krijgen meer keuzevrijheid: zij kunnen kiezen tussen kleiner wonen
(en minder woonlasten) of groter wonen (met hogere lasten). Daarnaast hebben
ze ook meer vrijheid in de keuze van zorgaanbieders.
• De bewoner betaalt afzonderlijk de huur en servicekosten aan de
zorgaanbieder of corporatie. Daarnaast betaalt de bewoner een eigen bijdrage
voor AWBZ-zorg. Administratief betekent dit meer papierwerk dan bij een
combinatie van wonen en zorg.
• Bronnen: CBS (Statline 2013 en publicatie ‘Welvaart in Nederland (2012)), VROM (publicatie
‘Senioren op woningmarkt’ (2010), onderzoek WoON (2006/2009)) en RIGO (2009).
3.2 Trends en ontwikkelingen bij de doelgroep
• USP Marketing Consultancy heeft voorafgaand aan haar congres op 16 mei 2013 onderzoek gedaan naar de bekendheid van
senioren met het scheiden van wonen en zorg. Ook zijn er vragen gesteld over verschillende woon- en wijkconcepten die wonen
en zorg combineren. Al deze vragen zijn uitgezet onder het DeelUwMening klantenpanel van USP. In totaal hebben 841
consumenten van 50 jaar en ouder meegedaan. In dit hoofdstuk zal, waar interessant, een uitsplitsing gemaakt worden tussen de
consumenten van 50 tot 65 jaar en de groep van 65 jaar of ouder. Een kanttekening bij de groep consumenten die ouder zijn dan
65 jaar, is dat consumenten boven de 75 jaar in deze groep ondervertegenwoordigd zijn.
• Slechts 7% van de 50-plussers is op de hoogte van wat het scheiden van wonen en zorg inhoudt. Bijna een kwart van de
senioren geeft aan positief tegenover deze scheiding te staan (nadat hierover een toelichting is gegeven). In onderstaand kader
zijn de redenen weergegeven voor een al dan niet positieve of negatieve houding ten opzichte van het scheiden van wonen en
zorg.
• Vooral senioren die in een sociale huurwoning wonen, geven aan niet bekend te zijn met de inhoud van het scheiden van wonen
en zorg. Dit is de meest kwetsbare groep onder de senioren. Deze groep geeft dan ook aan minder positief tegenover het
scheiden van wonen en zorg te staan. Zij zullen hier waarschijnlijk ook meer begeleiding bij nodig hebben dan andere senioren.
40 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord
23%
13%
14%
50%
25%
10%
9%
56%
Positief
Neutraal
Negatief
Weet niet/geen mening
Houding ten opzichte van het scheiden van wonen en zorg
50 - 65 jaar
Ouder dan 65 jaar
-Men is overal van op de hoogte
-Men is zelf verantwoordelijk
-Keuzevrijheid
-Men kiest zorg die bij jou past
-Maatwerk mogelijk
-Men kan in de eigen woning
blijven wonen
-Vergroot de onafhankelijkheid
-Administratieve rompslomp
-Te ingewikkeld
-Ouderen moeten teveel zelf
regelen
-Veel uitzoekwerk
-Verwarrend wie dan wat levert
Positief Negatief
• Luxe residentie: Luxe zorgappartementen op bijzonder locaties of bijzondere gebouwen
(kasteel/klooster etc.), vaak met een aantal faciliteiten en permanente zorg (op afroep). Ook wel
kleinschalig wonen bijvoorbeeld in een landhuis.
• Clusterwonen: Clusterwonen is een zelfstandige woonvorm die het zo normaal mogelijk wonen
combineert met een zwaardere vorm van zorg. Elke bewoner heeft een privéruimte, maar bij deze
vorm vindt meestal een groepsgewijze dagbesteding plaats in de gemeenschappelijke ruimtes. Bij
deze woonvorm is 24-uurs toezicht en begeleiding aanwezig. Bepaalde doelgroepen worden bij
elkaar geplaatst, zodat zorg geclusterd kan worden.
• Aanleunwoning: Een zelfstandige woning, maar nabij een zorgcentrum waar services/ diensten
verkregen kunnen worden en activiteiten uitgevoerd worden.
• Woonzorgcomplex: Complex bedoelt voor het zelfstandig wonen van senioren, met
voorzieningen onderin het gebouw, voorzien van woongroepen voor hulpbehoevenden,
appartementen voor senioren, dagverzorging, kantoorfuncties, restaurant, kinderdagverblijf,
JeugdGezondheidsZorg, verloskundigenpraktijk etc.
• Huren van een studio in een woonzorgcomplex: Het huren van een kamer in een
verzorgingstehuis, waarbij u gebruik kunt maken van (gezamenlijke) zorg in de buurt, facilitaire
diensten en welzijnsdiensten. Hierdoor is er minder vereenzaming.
41 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - woonconcepten
Aan consumenten uit het DeelUwMening panel zijn tien verschillende woonconcepten voorgelegd. Op de volgende pagina’s een
korte uitleg van de woonconcepten.
• Een Kangoeroewoning: Ook wel tandemwoning genoemd, is een woonvorm waarbij mensen die zorg nodig
hebben toch zelfstandig kunnen wonen en deel kunnen uitmaken van het huishouden van een mantelzorger
(vaak bij één van de kinderen). De woning bestaat uit twee zelfstandige woningen (de buidel- en hoofdwoning)
met elk een eigen badkamer, woonkamer, keuken, slaapkamer enzovoorts. De twee woningen zijn naast elkaar
of boven elkaar geplaatst en door middel van een tussendeur of tussentrap is het mogelijk van de ene naar de
andere woning te gaan. De buidelwoning is gelijkvloers, de hoofdwoning kan uit meerdere lagen bestaan. Het
uitgangspunt van een kangoeroewoning is dat ouders bij hun kinderen kunnen wonen, maar het kind toch met
het eigen gezin in de hoofdwoning een eigen leven kan leiden.
• Een Thuishuis: is een studentenhuis voor ouderen die niet alleen willen wonen of dreigen te vereenzamen.
Ongeveer vijf tot zeven bewoners wonen in een huis van 400-450 m2, liefst gelegen op een locatie waar je op
'pantoffelafstand' boodschappen kunt doen. Iedere bewoner heeft een eigen (kleine) woonkamer, slaapkamer,
badkamer en een pantry. Je deelt de keuken, een gemeenschappelijke woonkamer, een hobbyruimte en een
logeerkamer. Als het nodig is kan er zorg geregeld worden. In principe wonen de mensen zelfstandig. Het is
zodanig ingericht dat bewoners maximaal uitgenodigd worden activiteiten te ondernemen. Vrijwilligers runnen het
huis en ondernemen activiteiten met de bewoners die dat willen. Professionals komen alleen ter ondersteuning
als het nodig is.
• Patio Plus: Hierbij worden bestaande eengezinswoningen aangepast. In de tuinen wordt een slaap/badkamer
gerealiseerd. Tuinen worden met elkaar in verbinding gebracht, zodat er een grotere (gezamenlijke) binnentuin
ontstaat. Er kan een gezamenlijke doorgang komen naar één centrale woning met een gezamenlijke
ontmoetingsruimte.
• Talitaconcept: In dit concept wonen senioren en jonge alleenstaande moeders samen in een complex, uiteraard
wel ieder in een eigen woning. Het gaat hierbij om jonge alleenstaande tienermoeders en meiden die om
uiteenlopende redenen niet in hun eigen gezin kunnen blijven wonen. De begeleiding is onder andere gericht op
het vergroten van de sociale vaardigheden, het opbouwen van een sociaal netwerk en waar mogelijk het herstel
van gezinsrelaties. Bij de moeders is extra aandacht voor de relatie met hun kind. Het doel is uiteindelijk dat zij
zich leren handhaven in een opleiding of werkkring en zelfstandig kunnen wonen en leven. Senioren begeleiden
deze meiden erbij in dagelijkse situaties.
• Woongroep (op basis van religie, afkomst, seksuele geaardheid etc.): Het gaat om een project van
zelfstandige woningen met tenminste één gemeenschappelijke ruimte. Er is sprake van deelname in een groep,
waarbij er bereidheid is tot het ondernemen van gezamenlijke activiteiten en wederzijdse hulp. Er zijn
bijvoorbeeld woongemeenschappen voor allochtone ouderen en voor ouderen met een bepaalde
religie/levensovertuiging en leefstijl.
42 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - woonconcepten
11%
18%
20%
24%
34%
34%
35%
42%
52%
71%
51%
34%
33%
23%
15%
20%
24%
16%
10%
1%
Woongroep
Thuishuis
Talitaconcept
Clusterwoning
Patio Plus
Luxe residentie
Kangoeroewoning
Studio woonzorgcomplex
Woonzorgconcept
Aanleunwoning
Houding t.a.v. verschillende woonconcepten - Ouder dan 65 jaar
Negatief Positief 16%
27%
30%
35%
38%
41%
41%
46%
54%
76%
45%
29%
30%
16%
22%
15%
21%
12%
8%
3%
Woongroep
Talitaconcept
Thuishuis
Clusterwoning
Kangoeroewoning
Patio Plus
Luxe residentie
Studio woonzorgcomplex
Woonzorgconcept
Aanleunwoning
Houding t.a.v. verschillende woonconcepten - 50 tot 65 jaar
Negatief
Positief
• Allereerst is gevraagd naar de houding van de consumenten ten aanzien van de tien
woonconcepten. De traditionele aanleunwoning is onder zowel de consumenten van 50 tot 65
jaar, als de consumenten ouder dan 65 jaar veruit het populairst. Ook de andere traditionele
woonvorm, het woonzorgconcept, is populair onder beide groepen. Vooral senioren met (zeer)
ernstige gezondheidsproblemen staan positief tegenover deze twee traditionele woonvormen.
• Verder komt naar voren dat een luxe residentie en een Patio Plus woning positiever worden
bevonden door consumenten in de leeftijdsgroep 50-65 jaar. Een luxe residentie wordt
(logischerwijs) positiever bevonden door senioren met een netto inkomen van meer dan €3.000
per maand.
• Beide groepen senioren ervaren een woongroep als minst aantrekkelijke woonconcept.
43 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - woonconcepten
• Opvallend is dat senioren aangeven positief tegenover verschillende woonconcepten te staan maar wanneer de vraag wordt
gesteld of zij ook zelf in een dergelijke woning zouden willen wonen, dan geven zij minder vaak aan hiervoor open te staan. Zo zegt
76% van de consumenten van 50 tot 65 jaar positief tegenover een aanleunwoning te staan, terwijl 62% vervolgens aangeeft hier
ook zelf in te willen wonen.
• Wederom worden de traditionele woonconcepten als een aanleunwoning en een woonzorgconcept het vaakst genoemd als
concept om zelf in te gaan wonen. Van de nieuwere woonconcepten zijn een Patio Plus woning en een clusterwoning favoriet,
zowel onder de groep van 50 tot 65 jarigen als de senioren van 65 jaar en ouder. Het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ lijkt in
dit geval op te gaan. Er kan echter ook geconcludeerd worden dat de bestaande vormen van seniorenhuisvesting wellicht zo slecht
nog niet zijn en met wat aanpassingen ook toekomstbestendig te maken zijn.
44 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - woonconcepten
11%
16%
24%
24%
26%
28%
33%
41%
45%
62%
44%
31%
31%
31%
31%
21%
14%
15%
11%
5%
Woongroep
Talitaconcept
Kangoeroewoning
Thuishuis
Luxe residentie
Clusterwoning
Patio Plus
Studio in woonzorgcomplex
Woonzorgconcept
Aanleunwoning
Zou in het woonconcept willen wonen - 50 tot 65 jaar
Nee Ja 9%
11%
16%
21%
22%
23%
23%
36%
43%
59%
31%
38%
27%
32%
29%
17%
21%
17%
12%
3%
Talitaconcept
Woongroep
Thuishuis
Kangoeroewoning
Luxe residentie
Patio Plus
Clusterwoning
Studio in woonzorgcomplex
Woonzorgconcept
Aanleunwoning
Zou in het woonconcept willen wonen - Ouder dan 65 jaar
Nee
Ja
45 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - woonconcepten
Voordelen aanleunwoning
• Er is directe hulp en zorg in de buurt
• Zelfstandigheid blijft behouden
Voordelen woonzorgconcept
• Bent onder de mensen
• Voorzieningen bij de hand
• Zelfstandigheid blijft behouden
Voordelen studio in een woonzorgcomplex
• Faciliteiten in de buurt
• Genoeg privacy
• Hulp en zorg nabij
Twijfelpunten clusterwoning
•Hou niet van groepsgewijze dagbesteding
•Te weinig privacy
Twijfelpunten patio plus woning
•Een eengezinswoning is te groot voor alleenstaanden
•Te weinig privacy door gezamenlijke tuin etc.
Twijfelpunten luxe residentie
•Moet wel betaalbaar zijn
•Te ver van voorzieningen af
Twijfelpunten kangoeroewoning
•Geen privacy
•Wil de kinderen niet belasten met zorg
Twijfelpunten thuishuis
•Hou er niet van om in een groep te wonen
•Wil eigen vrijheid behouden
Twijfelpunten woongroep
•Geen groepsmens
•Te weinig diversiteit in medebewoners
Twijfelpunten talitaconcept
•Te weinig rust
•Wil geen tieners begeleiden
• Hieronder worden voor voordelen van de drie meest aantrekkelijke woonconcepten en de twijfelpunten van de overige concepten
weergegeven.
• Een Vicinity Village: is de plek waar verschillende mensen in elkaars omgeving wonen, omdat zij van
alles in hun dagelijks leven willen delen. Een woonbuurt vol wederkerigheid: van zorg voor ouderen tot
kinderoppas, van studiehulp tot boodschappen doen, van samen kletsen en klussen tot gewoon
aandacht voor elkaar. Vicinity is de hedendaagse oplossing voor het klassieke samenleven met
optimale woonprivacy.
• Themawijk/ lifestylepark: Gehele wijk of zelfs stad volgens een bepaald thema. Er zijn gezamenlijke
voorzieningen, maar het zijn individuele woningen.
• All together now: Dit is een combinatie van wonen, zorg en opleiding. Op een soort campus wonen
mensen in een zorgflat. Het gebouw staat in verbinding met een school waar jongeren voor de zorg
worden opgeleid. Het restaurant staat open voor bewoners, studenten en docenten. Er zijn ook
studentenwoningen en (buurt) voorzieningen zoals een bioscoop, een theater en een
gemeenschappelijke tuin. De studenten lopen stage in de flat, de ouderen geven gastcolleges of
begeleiding. Interactie en een stimulerende woon- en leeromgeving staan centraal.
• Woonservicegebied: Een woonservicegebied is een wijk in een stad of dorp waar kwetsbare mensen
als ouderen en gehandicapten zo zelfstandig mogelijk wonen. Binnen zo'n wijk is sprake van wonen,
welzijn en zorg op maat, variërend van aanpassingen aan de woning tot 24-uurszorg. Het is een
gemengde wijk, met extra aandacht voor voorzieningen en zorg.
• Zorgpark: De bedoeling is om een bijzondere levensloopbestendige woonbuurt te ontwikkelen met
een ziekenhuis, behandelcentra, revalidatiecentra etc., gericht op senioren en mensen die kunnen
profiteren van de nabijheid van het zorgpark. Door de vergrijzing van de bevolking zal steeds meer
behoefte zijn aan dergelijke woonmilieus. De herontwikkeling van bijvoorbeeld een terrein rondom een
ziekenhuis biedt een unieke kans om in de directe nabijheid van zorg voor deze doelgroep huizen te
bouwen.
46 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - wijkconcepten
Naast de tien woonconcepten zijn er ook vijf verschillende wijkconcepten voorgelegd aan de senioren.
• Een woonservicegebied wordt door zowel de senioren van 50 tot 65 jaar,
als die van 65 jaar en ouder als meest positief ervaren. Het ‘all together
now’ wijkconcept wordt door beide groepen als meest negatief ervaren.
• De jongere senioren van 50 tot 65 jaar staan over het algemeen
positiever tegenover de verschillende wijkconcepten dan de 65-plussers.
Verder komt naar voren dat alleenstaanden en senioren met (zeer)
ernstige gezondheidsproblemen positiever tegenover een
woonservicegebied en Vicinity Village staan.
47 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - wijkconcepten
29%
31%
37%
44%
44%
18%
22%
17%
13%
17%
Themawijk/lifestylepark
All together now
Zorgpark
Vicinity Village
Woonservicegebied
Houding t.a.v. verschillende wijkconcepten - 50 tot 65 jaar
Negatief
Positief 21%
26%
34%
37%
38%
26%
18%
18%
20%
16%
All together now
Themawijk/lifestylepark
Vicinity Village
Zorgpark
Woonservicegebied
Houding t.a.v. verschillende wijkconcepten - Ouder dan 65 jaar
Negatief Positief
• Aan de senioren is tevens gevraagd of zij daadwerkelijk zouden willen wonen in de vijf verschillende wijkconcepten. Evenals bij
de woonconcepten komt naar voren dat de senioren hier minder snel voor open staan.
• Bij de 50 tot 65 jarigen geeft 30% aan wel in een Vicinity Village te willen wonen. Bij de 65-plussers gaat de voorkeur uit naar een
woonservicegebied of een zorgpark.
48 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - wijkconcepten
16%
24%
25%
27%
27%
21%
18%
17%
18%
15%
All together now
Themawijk/lifestylepark
Vicinity Village
Zorgpark
Woonservicegebied
Zou in het wijkconcept willen wonen - Ouder dan 65 jaar
Nee
Ja 18%
21%
25%
27%
30%
20%
21%
19%
17%
13%
Themawijk/lifestylepark
All together now
Zorgpark
Woonservicegebied
Vicinity Village
Zou in het wijkconcept willen wonen - 50 tot 65 jaar
Nee
Ja
49 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
3.3 De doelgroep aan het woord - wijkconcepten
Voordelen woonservicegebied
•Je behoudt je privacy
•Zelfstandigheid en toch terug kunnen vallen op zorg
Voordelen zorgpark
•Alles is dicht bij elkaar en gemakkelijk te bereiken
•Je kunt zo lang mogelijk in je eigen buurt blijven wonen
Voordelen vicinity village
•Helpen en geholpen worden
•Je behoudt je zelfstandigheid
•Zo blijft men actief en het is heel sociaal
Twijfelpunten themawijk/ lifestylepark
•Je leeft geïsoleerd
•Het is te eenzijdig
•Hou niet van thema’s
Twijfelpunten ‘all together now’
•De generatiekloof is te groot
•Te drukke omgeving
•Te massaal
• Hieronder worden de voordelen van de drie meest gewenste wijkconcepten en de twijfelpunten van de twee minst gewenste
wijkconcepten weergegeven.
Inhoudsopgave
50 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Uw doelgroep verandert
De markt verandert
Achtergronden
Zo verandert u mee!
Bijlagen
51 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
4. Zo verandert u mee!
De markt verandert
1. Zorgvraag neemt toe door vergrijzing. Door scheiden wonen en zorg meer extramurale zorgvraag.
2. Door vergrijzing toename vraag naar levensloopgeschikte woningen. Dit wordt versterkt door scheiden wonen en zorg.
3. Door stagnatie woningmarkt minder nieuwbouw en meer behoefte aan huurwoningen.
4. EU-regelgeving en nieuw kabinetsbeleid zorgt ervoor dat corporaties hand op de knip moeten houden en dus minder makkelijk op de dynamiek van de markt kunnen anticiperen.
5. Omzetderving (leegstand) bij zorginstellingen door scheiden wonen en zorg.
6. Vastgoedbeleggers bereid om te investeren in middeldure huur.
De doelgroep verandert
1. Doelgroep wordt relatief en absoluut gezien steeds groter.
2. Steeds kritischer. Diversiteit in wensen en behoeften.
3. Beter opgeleid (grotere zelfredzaamheid).
4. Betere welvaartspositie.
5. Toename eigenwoningbezit. Invloed op verhuisgedrag (verhuizen minder snel).
6. Door scheiden wonen en zorg langer zelfstandig blijven wonen.
7. Door scheiden wonen en zorg meer keuzevrijheid.
8. Door scheiden wonen en zorg meer papierwerk.
Mening van de marktpartijen
1. Professionals vinden dat woonvoorzieningen niet aansluiten bij vraag (51%). Nog eens 29% vindt dat er sprake is van een kwantitatief tekort.
2. Helft professionals positief over scheiden wonen en zorg.
3. Volgens de professionals zullen zorginstellingen de meeste negatieve consequenties en thuiszorgaanbieders de meeste positieve consequenties ervaren naar aanleiding van het scheiden van wonen en zorg.
4. Een groot deel van de professionals geeft aan dat het scheiden van wonen en zorg in de organisatie nog niet omgezet is in concreet beleid (38%).
5. Zorginstellingen, corporaties en gemeenten veelal al in gesprek over scheiden wonen en zorg. Slechts 1 op de 5 zegt in gesprek te zijn met thuiszorgorganisaties.
Mening van de consument
1. Slechts 7% van de 50-plussers is bekend met wat het scheiden van wonen en zorg inhoudt. Zelfs na uitleg kan grote groep niet zeggen wat men ervan vindt.
2. De aanleunwoning, het woonzorgconcept en een het huren van een studio in een woonzorgcomplex zijn veruit het populairst.
3. Woongroep, thuishuis en talitaconcept minst populair.
4. Conclusie lijkt te zijn dat traditionele woonvormen het winnen van de nieuwe concepten.
Verander mee door:
1. Andere marktpartijen op de voet te blijven volgen.
2. Blijf in gesprek en werk samen waar nodig.
3. Ook burgers zijn op de eerste plaats op elkaar aangewezen maar zullen ondersteuning vanuit professionele partijen hard nodig hebben.
4. Acceptatie door de doelgroep is belangrijker dan innovatie.
52 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
4. Zo verandert u mee!
• Deze rapportage heeft u inzicht gegeven welke zaken spelen in de markt en bij de doelgroep en de consequenties die het
scheiden van wonen en zorg voor diverse partijen met zich meebrengt. Het staat vast, er zijn nog veel onzekerheden en die zullen
ook niet binnen korte tijd uit de wereld zijn. Toch is het verstandig, zo niet noodzakelijk, ontwikkelingen in de markt te blijven
volgen, in gesprek te blijven met (potentiële) samenwerkingspartners en te blijven zoeken naar nieuwe manieren van het
organiseren van wonen en zorg voor senioren.
Samenwerking is het devies
• Het lijkt een open deur, maar uit onderzoeksresultaten en de praktijk blijkt dat het toch nog niet altijd zo gemakkelijk is; de
samenwerking tussen partijen. Iedere marktpartij heeft zijn eigen inzichten en doelen en die sluiten niet altijd zo goed aan bij die
van andere partijen. Toch zal er gekeken moeten worden welke belangen marktpartijen gezamenlijk hebben om zo samen tot een
model te komen waarin partijen elkaar op lokaal niveau het beste kunnen ondersteunen.
….ook voor burgers
• Dit samenwerken of elkaar helpen lijkt ook het devies voor de toekomst voor burgers te zijn. Door marktpartijen wordt bezuinigd,
de overheid trekt zich verder terug, dus zullen mensen weer bij elkaar moeten aankloppen. Nieuwe wijkconcepten als vicinity city
sluiten bij deze gedachten aan. Veel burgers zijn echter bang dat het teveel ingrijpt in hun privacy of teveel tijd kost. Men is bang
de eigen zelfstandigheid te veel uit handen te geven. Echter we hoeven niet terug naar de jaren ‘50 van de vorige eeuw. Nieuwe
media en technologie maakt elkaar helpen op een andere manier ook mogelijk, zolang men er maar voor open staat. Professionele
begeleiding is hierbij in de beginfase natuurlijk heel belangrijk.
Gooi niet zomaar weg wat we al hebben
• Als het gaat om wonen en zorg in de toekomst lijkt het vaak een ‘must’ te zijn om met iets innovatiefs te komen. Echter er is al
zoveel goeds. Senioren wonen nog steeds in veel gevallen naar alle tevredenheid in aanleunwoningen of woonzorgcentra. Ook
geven veel senioren van de toekomst aan, indien men hulpbehoevend is, deze woonvormen wel te zien zitten. Kleinschaligheid en
op maat oplossingen zullen echter de boventoon voeren. Geen grootschalige seniorenfabrieken, maar lokale kleinschalige woon-
zorgvormen, waar senioren nog lange tijd zelfstandig kunnen wonen, leven en verzorgd worden.
• Wij hopen u door middel van dit congres en deze rapportage weer nieuwe inzichten te hebben gegeven over het veranderende
landschap van wonen en zorg. Ook in de toekomst blijven wij onderzoek uitvoeren op dit gebied onder zowel professionals als
consumenten. Indien u suggesties heeft voor onderzoek of een keer vrijblijvend van gedachten wil wisselen, neemt u dan contact
met ons op!
Ronald Provoost, Directeur USP Marketing Consultancy
Inhoudsopgave
53 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Uw doelgroep verandert
De markt verandert
Achtergronden
Zo verandert u mee!
Bijlagen
54 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Bijlage 1. USP Marketing Consultancy
• USP Marketing Consultancy is in 1993 opgericht. Bij de start was USP breed actief (FMCG, ICT en bouw). Om naast
onderzoeksinformatie ook advies te kunnen leveren, was marktspecialisatie noodzakelijk. Gekozen werd toen (1994) voor de
bouw- en installatiebranche.
• USP heeft zichzelf destijds op de kaart gezet met verschillende multiclient onderzoeken (Verfbranche Monitor, Renovatie Monitor,
Corporatie Bouwplannen, ZZP Monitor, Sanitair Monitor, etc.). Veel klanten van deze monitoren betrokken USP in de jaren daarna
ook voor exclusieve onderzoeksvragen. Momenteel betreft 90% van de omzet exclusief (op maat) onderzoek.
• Vanuit de bouw- en installatiebranche is USP eind jaren ’90 ook actief geworden in Corporatie, Woon-, Vastgoed- en DHZ- markt.
USP is momenteel een internationaal marktonderzoek- en adviesbureau en heeft momenteel 7 gespecialiseerde Business Units
binnen voorgenoemde sectoren/branches:
1. Afbouw.
2. Bouw & Infra.
3. Corporaties.
4. Doe Het Zelf.
5. Installatie & Energie.
6. Vastgoed.
7. Welzijn & Zorg.
• USP Marketing Consultancy is een zelfstandig en ISO 9001-gecertificeerd bureau. USP is aangesloten bij de branchevereniging
voor onderzoeksbureaus en houdt zich aan de ESOMAR-codes.
• USP bestaat uit circa 40 FTE, waarvan 30 onderzoekers en consultants. De opleiding van onze medewerkers is zeer divers; o.a.
bedrijfseconomie, psychologie, sociologie, bedrijfskunde, industrieel ontwerp. Door ons marktspecialisme en het feit dat veel van
onze onderzoekers en consultants al lange tijd bij USP werkzaam zijn, is onze marktkennis en -ervaring voor veel van onze
klanten van grote toegevoegde waarde.
• USP is initiatiefnemer van o.a.:
55 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Bijlage 2. Onze USP’s
Marktspecialist Marktspecialisatie leidt tot diepgang, wat zich uit in het leveren van informatie en advies met een hogere
toegevoegde waarde. Hiermee is USP geen leverancier van data maar een klankbord en sparring partner.
De klant centraal
Zowel onze klant als de klanten van onze klant. Bijvoorbeeld het direct doorzetten van meldingen van
(ontevreden) klanten via onderzoek naar de klant (in de vorm van signaleringsmails) en het bijhouden van
databases van benaderde klanten om overbevraging te voorkomen.
Maatwerk Maatwerk leveren voor klanten staat voorop. Door specialisatie beschikt USP daarbij over uitgebreide
benchmarkmogelijkheden, zowel landelijk, regionaal, als naar stedelijkheid.
Netwerk Ons uitgebreide netwerk en jarenlange ervaring in de sector zorgt ervoor dat we voor elk vraagstuk weten
waar we welke informatie vandaan kunnen halen voor het beste resultaat.
Full service
- Callcenter in eigen beheer (50 werkplekken, internationaal, specialisatie).
- Eigen face-to-face medewerkers voor onderzoek op locatie.
- Eigen onderzoekspanels (www.deeluwmening.nl en www.bouwpanel.nl).
- Ruimtes waarin groepsdiscussies op afstand gevolgd kunnen worden.
- Eigen ICT faciliteiten voor online onderzoek.
- Realtime onderzoeksgegevens (beveiligd) en online rapportages.
Resultaatgericht Wat resulteert in direct toepasbare adviezen, actiepunten en aanpassingen op het plan van aanpak als de
realiteit daarom vraagt.
Afspraak = afspraak Met uw vaste aanspreekpunt binnen USP stelt u realistische doelstellingen op waardoor wij uw
verwachtingen meer dan waar maken.
Gezond USP is een financieel gezonde organisatie. Bij het aangaan van langdurige en meerjarige opdrachten hoeft
u zich geen zorgen te maken over de continuïteit van USP.
56 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Bijlage 2. Projecten waar we trots op zijn
Woonwensen Schiebroek
Havensteder
2012
Procesmeting nieuwe +
vertrokken huurders, reparatie
verzoeken, planmatig onder-
houd, contractonderhoud
Woonstichting De Key
2004 -2012
Imago op de woningmarkt
Tiwos
2012
Invloed verkoop huur-
woningen op leefbaarheid
Goede Woning Zoetermeer
2010
Bewonersactiviteiten en –
wensen naar leefstijl
Woonzorg Nederland
2012
Klantmonitor: prioriteiten in
leefbaarheid investeringen
Eigen Haard
2010 – 2012
‘Rek’ in woonlasten bij sociale
huurders
Aedes
2011
Woningmarktonderzoek
Hoeksche Waard
5 Gemeenten in Hoeksche
Waard & HW Wonen
2010
57 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Bijlage 2. Opdrachtgevers
Corporaties
Vastgoed
Ruwbouw & Installatie
Afbouw en DHZ
Overkoepelend
58 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
Bijlage 2. Uw contactpersonen
USP Marketing Consultancy BV
Max Euwelaan 51
3062 MA Rotterdam
T: +3110 206 6900
F: +3110 206 6901
W: www.usp-mc.nl
Drs. Ronald Provoost
Managing Partner
Consultants
Drs. Claudie Wels
Ir. Veerle Forschelen-Janssen
Drs. Martijn Verschoor
Karima Chafia B.Sc.
59 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
60 De markt verandert, uw doelgroep verandert…..zo verandert u mee!
© Mei 2013, USP Marketing Consultancy B.V.
De in deze uitgave vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk en alle hierop betrekking hebbende auteursrechten, databankrechten
en overige (intellectuele) eigendomsrechten worden uitdrukkelijk voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van USP Marketing Consultancy B.V. worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt.