De kwaliteit van de jeugdhulp bij Mentraining Salland · dat de kwaliteit van de uitvoering van de...
Transcript of De kwaliteit van de jeugdhulp bij Mentraining Salland · dat de kwaliteit van de uitvoering van de...
1 | Inspectie Jeugdzorg
De kwaliteit van de
jeugdhulp bij
Mentraining Salland
Lettele
Hertoets
Utrecht, december 2016
2 | Inspectie Jeugdzorg
Motto
Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp!
Missie
De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en
Justitie voeren het landelijk toezicht in het kader van de Jeugdwet uit. Als waren zij één inspectie
zien zij in het kader van de Jeugdwet toe op de kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming
en jeugdreclassering en de andere instellingen in het jeugddomein. Daarnaast zien zij toe op de
naleving van de wetgeving. Het landelijk toezicht jeugd stimuleert met haar toezicht de
voorzieningen tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen in de
jeugdhulp en in de jeugdbescherming en jeugdreclassering en de ondersteuning van ouders en
verzorgers van die kinderen. Het landelijk toezicht jeugd draagt er aan bij dat de samenleving er
op kan vertrouwen dat kinderen en ouders op tijd en op maat de hulp en zorg krijgen van de
instellingen en de professionals. Het onafhankelijke oordeel van het landelijk toezicht jeugd over de
kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming en jeugdreclassering is relevant voor de
professional, de instelling en de overheid en helpt bij het verbeteren van die kwaliteit.
De foto op de voorkant betreft geen personen in de jeugdhulp en is uitsluitend ter illustratie.
De kwaliteit van de
jeugdhulp bij
Mentraining Salland
Lettele
Hertoets
Samenvatting
De Inspectie Jeugdzorg houdt toezicht op de Jeugdwet en de Inspectie voor de Gezondheidszorg
houdt toezicht op Jeugdwet en de Wet langdurige zorg (Wlz). In dat kader hebben de inspecties in
oktober 2016 een hertoets uitgevoerd bij Mentraining Salland in Lettele.
In juni 2016 toetsten de inspecties de kwaliteit van de jeugdhulp1 bij Mentraining Salland naar
aanleiding van een signaal van de gemeente Deventer. Het eindoordeel van de inspecties luidde
dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van Mentraining Salland onvoldoende was.
De inspecties constateerden urgente risico’s met betrekking tot de veiligheid in het algemeen en
de medicatieveiligheid in het bijzonder.
De inspecties zijn van oordeel dat de kwaliteit van Mentraining Salland op alle getoetste criteria
van de toetsingskaders ‘Verantwoorde hulp voor jeugd’ (VHJ) en ‘Voorkomen seksueel
grensoverschrijdend gedrag’ voldoende dient te zijn. Bij de hertoets hebben de inspecties de zeven
criteria van het toetsingskader VHJ getoetst die bij het toezicht in juni 2016 onvoldoende waren.
De inspecties hebben bij deze hertoets de stand van zaken van het verbetertraject betrokken dat
Mentraining Salland heeft ingezet naar aanleiding van de uitkomsten van het toezicht in juni 2016.
Het eindoordeel van de inspecties luidt dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van
Mentraining Salland voldoende is.
De inspecties constateren ook dat er nog een verbeterpunt is. Mentraining Salland dient concrete
maatregelen te treffen voor de nog openstaande tekortkoming. Van belang is dat Mentraining
Salland het reeds ingezette verbetertraject naar aanleiding van het toezicht in juni 2016 voortzet.
De inspecties verwachten dat Mentraining Salland in augustus 2017 een externe audit laat
uitvoeren, door een onafhankelijk bureau, op de door de inspecties getoetste criteria in juni 2016
en daarover rapporteert aan de inspecties. De inspecties verwachten deze rapportage vóór 1
oktober 2017 te ontvangen.
1 Onder jeugdhulp verstaan de inspecties in dit geval ook de hulp die aan de jongvolwassenen wordt geboden
in het kader van de wlz.
Inhoudsopgave
1 Inleiding ...................................................................................................................... 4
Mentraining Salland ........................................................................................................ 4
Toezicht juni 2016 .......................................................................................................... 5
Hertoets oktober 2016 .................................................................................................... 5
Toetsingskader ............................................................................................................... 6
2 Bevindingen hertoets................................................................................................... 7
2.1 Uitvoering hulpverlening ....................................................................................... 7
2.2 Veiligheid............................................................................................................ 8
2.3 Leefklimaat ....................................................................................................... 10
2.4 Cliëntenpositie .................................................................................................. 11
2.5 Organisatie ....................................................................................................... 11
2.6 Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag .................................................. 13
3 Eindoordeel en vervolg .............................................................................................. 14
Bijlage 1a - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor Jeugd........................................... 15
Bijlage 1b – Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag ............ 19
Bijlage 2 – Verantwoording............................................................................................ 21
4 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
1 Inleiding
De Inspectie Jeugdzorg houdt toezicht op de Jeugdwet en de Inspectie voor de Gezondheidszorg
houdt toezicht op Jeugdwet en de Wet langdurige zorg (Wlz). In dat kader hebben de inspecties in
oktober 2016 een hertoets uitgevoerd bij Mentraining Salland in Lettele. De inspecties hebben de
criteria van het toetsingskader ‘Verantwoorde hulp voor jeugd’ getoetst die tijdens het toezicht in
juni 2016 onvoldoende waren.
Mentraining Salland
Mentraining Salland is een leer- en zorgboerderij die kinderen en jongvolwassenen van zes jaar tot
25 jaar met gedragsstoornissen en/of psychische problemen begeleidt in hun persoonlijke
ontwikkeling en groei. Deelnemers kunnen bij Mentraining Salland op de boerderij aan het werk in
het kader van arbeidstoeleiding. Daarnaast biedt Mentraining Salland dagbesteding en verblijf. De
nadruk bij de begeleiding ligt op wat iemand kan en interesseert. Het stimuleren van eigenwaarde en
eigen verantwoordelijkheid en loslaten waar dat kan zijn belangrijke elementen in de missie van
Mentraining Salland. De boer en boerin, beiden zonder zorgachtergrond, zijn mede-eigenaar en
werken op de boerderij. Naast een familielid zijn in oktober 2016 vier medewerkers in dienst die
cliënten (verder deelnemers) begeleiden. Eén daarvan is tevens stagiaire in verband met een HBO-
opleiding die zij volgt. Tijdens de hertoets in oktober 2016 krijgen vijftien deelnemers begeleiding
van Mentraining Salland, van wie een deel alleen dagbesteding ontvangt en een deel bij Mentraining
verblijft (zie onderstaande tabel). De jongste deelnemer is negen jaar en de oudste 27.
Cliënt-
populatie
Wet
maatschappelijke
ondersteuning
Wet langdurige
zorg
Jeugdwet Totaal
Onder 18
jaar
2 deelnemers met
verblijf (Persoonsge-
bonden budget)
9 deelnemers met
dagbesteding (Zorg in
Natura)
11
Boven 18
jaar
2 deelnemers met
verblijf
(Persoonsgebonden
budget)
2 deelnemers met
verblijf
(Persoonsgebonden
budget)
4
Totaal 2 2 11
5 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Toezicht juni 2016
In juni 2016 toetsten de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg de kwaliteit
van de jeugdhulp bij Mentraining Salland. Het betrof toezicht naar aanleiding van een signaal van
de gemeente Deventer (gemeentelijke toezichthouder voor de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (WMO) over de kwaliteit van de geboden zorg aan kinderen en jongvolwassenen.
De inspecties verwachten van Mentraining Salland dat de kwaliteit van de jeugdhulp op alle criteria
van de toetsingskaders ‘Verantwoorde hulp voor jeugd’ (VHJ) en ‘Voorkomen seksueel
grensoverschrijdend gedrag’ voldoende is. Bij het toezicht in juni 2016 bleek dit bij slechts vier
van de elf getoetste criteria het geval. De inspecties hebben Mentraining Salland verzocht
verbetermaatregelen door te voeren op de andere zeven criteria uit het toetsingskader VHJ.
Gezien de geconstateerde risico’s voor jeugdigen diende Mentraining Salland vóór 2 augustus 2016
verbetermaatregelen te treffen die ertoe zouden leiden dat:
de fysieke leefomgeving van goede kwaliteit is (criterium 3.1);
professionals de veiligheidsrisico’s voor kinderen en jongvolwassenen beperken (criterium
2.2);
de instelling ervoor zorgt dat kinderen en jongvolwassenen op veilige wijze medicatie
ontvangen (criterium 2.4).
Mentraining Salland diende vóór 20 oktober 2016 verbetermaatregelen te treffen die ertoe zouden
leiden dat:
professionals passende hulp bieden (criterium 1.1);
professionals goed zicht houden op de veiligheid van kinderen en jongvolwassenen
(criterium 2.1);
de instelling gekwalificeerde professionals inzet (criterium 5.2);
de instelling wat betreft de Meldcode Kindermishandeling en Verklaringen Omtrent het
Gedrag handelt conform de wet om haar doelen te bereiken (criterium 5.3).
Mentraining Salland heeft de inspecties tussentijds en op 20 oktober 2016 schriftelijk geïnformeerd
over de stand van zaken betreffende implementatie van bovenstaande verbetermaatregelen. In
augustus 2016 hebben de inspecties een onaangekondigd toezichtbezoek afgelegd en gekeken
naar de voortgang in de uitvoering van de verbetermaatregelen.
Hertoets oktober 2016
In oktober 2016 hebben de inspecties een aangekondigde hertoets uitgevoerd bij Mentraining
Salland. De toezichtactiviteiten zijn beschreven in bijlage 2. De inspecties hebben de criteria
getoetst die tijdens het toezicht in juni 2016 van onvoldoende kwaliteit waren.
6 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Toetsingskader
De hertoets is uitgevoerd aan de hand van het toetsingskader Verantwoorde hulp voor Jeugd
aangezien de verbeterpunten dit toetsingskader betroffen. Het volledige toetsingskader bestaat uit
vijf thema’s waarvan in de hertoets criteria van de thema’s uitvoering hulpverlening, veiligheid,
leefklimaat en organisatie opnieuw zijn getoetst.
De volledige toetsingskaders Verantwoorde Hulp voor Jeugd en Voorkomen seksueel
grensoverschrijdend gedrag zijn opgenomen in bijlage 1. De vetgedrukte criteria zijn in oktober
2016 getoetst bij Mentraining Salland.
7 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
2 Bevindingen hertoets
In dit hoofdstuk volgt per thema een toelichting op de criteria die tijdens het toezicht in juni 2016
door de inspecties als onvoldoende zijn beoordeeld. Het gaat om criteria binnen de thema’s
uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat en organisatie. Elke paragraaf bevat de
verwachting van de inspecties en een tabel met de oordelen van de inspecties over elk criterium.
In deze tabel staan zowel de oordelen op basis van het toezicht in juni 2016 als de oordelen op
basis van de hertoets.
V voldoende
O onvoldoende
O V gewijzigd in voldoende voor vaststellen rapport
niet opnieuw getoetst
De criteria die in juni 2016 voldoende werden bevonden lichten de inspecties niet nader toe. De
volledige toetsingskaders zijn opgenomen in bijlage 1.
2.1 Uitvoering hulpverlening
De inspecties verwachten dat kinderen en jongvolwassenen die jeugdhulp krijgen, de hulp krijgen
die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen.
Oordeel
1. Uitvoering hulpverlening Toezicht
juni 2016
Hertoets
okt. 2016
1.1 Professionals bieden passende hulp. O V
Onderbouwing
Ad 1.1 Professionals bieden passende hulp
Tijdens het toezicht in juni 2016 beoordeelden de inspecties dit criterium als onvoldoende omdat
niet zichtbaar was of de geboden hulp aansloot bij de relevante ontwikkelgebieden en de
problematiek van de deelnemers.
De plannen voor deelnemers die wonen bij Mentraining Salland bevatten geen beschrijving van de
problematiek. Van een gedragsdeskundige inbreng was geen sprake. Voor de deelnemers die
deelnamen aan de dagactiviteiten stelde Mentraining Salland geen plannen op. Er werd op deze
manier niet zichtbaar rekening gehouden met de problematiek van deze deelnemers.
8 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Tijdens de hertoets in oktober 2016 constateren de inspecties dat een extern ingehuurde
orthopedagoog twee ondersteuningsplannen voor de minderjarige deelnemers met verblijf heeft
gemaakt. De gekozen hulp is hierin onderbouwd. Op basis van deze opzet zijn de
ondersteuningsplannen van de andere deelnemers opgesteld, voor zowel de deelnemers met
verblijf als de deelnemers die meedoen aan de dagactiviteiten. Naast een ondersteuningsplan
hebben alle deelnemers een begeleidingsplan, waarin de doelen vanuit het perspectief van de
deelnemer zijn vertaald naar de dagelijkse praktijk.
2.2 Veiligheid
De inspecties verwachten dat kinderen en jongvolwassenen die jeugdhulp krijgen, worden
beschermd tegen gevaren die hun ontwikkeling bedreigen.
Oordeel
2. Veiligheid Toezicht
juni 2016
Hertoets
okt. 2016
2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen en
jongvolwassenen.
O V
2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen en jongvolwassenen. O O
2.4 De instelling zorgt ervoor dat kinderen en jongvolwassenen op een veilige wijze
medicatie ontvangen.
O V
Onderbouwing
Ad 2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen en jongvolwassenen
Tijdens het toezicht in juni 2016 constateerden de inspecties dat de medewerkers van Mentraining
Salland de veiligheid van de kinderen en jongvolwassenen niet systematisch inschatten. Een
beoordeling van de veiligheid en van mogelijke veiligheidsrisico’s (zoals of er sprake is geweest
van geweld of van betrokkenheid bij seksueel grensoverschrijdend gedrag) bij de intake, zoals de
boerin vertelde uit te voeren, werd door de inspecties niet aangetroffen. Mentraining Salland
betrok geen gedragswetenschapper bij het inschatten van de veiligheid van kinderen en
jongvolwassenen.
Tijdens de hertoets in oktober 2016 constateren de inspecties dat voor alle deelnemers van
Mentraining Salland, voor zowel verblijf als dagbesteding, een gestandaardiseerd risicotaxatie
instrument is gebruikt om veiligheidsrisico’s in te schatten. Het gehanteerde instrument ervaren de
medewerkers niet als gebruiksvriendelijk en daarom stapt Mentraining Salland over op een ander
instrument.
9 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Na het toezicht in juni 2016 heeft Mentraining Salland zich laten bijstaan door een extern
ingehuurde orthopedagoog voor het opstellen van twee ondersteuningsplannen waarin het item
veiligheid is verwerkt en het trainen van medewerkers op dit onderdeel. In oktober 2016 hebben
de eigenaren van Mentraining besloten per direct voor een aantal uur per maand gebruik te gaan
maken van een extern ingehuurde orthopedagoog. Met name voor wat betreft het inschatten van
veiligheidsrisico’s en het planmatig werken.
Ad 2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen en jongvolwassenen
Aangezien in juni 2016 van een systematische inschatting van de veiligheid en veiligheidrisico’s
van deelnemers geen sprake was, kon niet vastgesteld worden of veiligheidsrisico’s gedurende de
inzet van Mentraining Salland waren verminderd. Bovendien werden kwetsbare kinderen en
jongvolwassenen met regelmaat geconfronteerd met externaliserend probleemgedrag van
medebewoners.
Hoewel de inspecties bij de hertoets constateren dat Mentraining Salland vooruitgang heeft
geboekt op dit criterium oordelen de inspecties dat Mentraining Salland nog niet voldoet aan de
verwachtingen. De inspecties constateren dat de uitkomsten van het risicotaxatie instrument los
staan van het ondersteuningsplan, het begeleidingsplan en vervolgens het handelen in de praktijk.
Het werken met verschillende documenten die weinig samenhang kennen belemmert het inzetten
van hulp gericht op alle relevante veiligheidsrisico’s. Bovendien maakt dit het bewaken van
gemaakte afspraken over het beperken van veiligheidsrisico’s erg gecompliceerd. Mentraining
Salland pakt dit verbeterpunt op met een extern ingehuuurde orthopedagoog.
Positief is dat deelnemers die dit nodig hebben één op één begeleiding krijgen waardoor de andere
deelnemers minder worden geconfronteerd met externaliserend probleemgedrag. Daarnaast is een
duidelijke scheiding aangebracht tussen wonen en dagbesteding door nieuwe medewerkers
specifiek voor wonen of dagbesteding aan te nemen.
Ad 2.4 De instelling zorgt ervoor dat kinderen en jongvolwassenen op een veilige wijze medicatie
ontvangen
Tijdens het toezicht in juni 2016 deelde een medewerker die hierin niet bekwaam was de
medicatie van deelnemers uit. Er was onvoldoende zicht op wie welke medicatie innam.
Medicatieoverzichten van de apotheek ontbraken grotendeels. Het wel aanwezige
medicatieoverzicht bleek niet actueel. Daarnaast waren er verschillende notities gemaakt op de
medicatielijst en werd de medicatie niet op een eenduidige manier aangeleverd.
Tijdens de hertoets constateren de inspecties dat alleen de boerin en een vaste medewerker die in
november 2015 een cursus “Toediening van geneesmiddelen” hebben gevolgd de medicatie
uitdelen. Medicatie wordt op een eenduidige manier aangeleverd vanuit de apotheek in op-naam-
gestelde individuele dossierverpakkingen. Voor alle deelnemers is er een actuele aftekenlijst van
de apotheek aanwezig en wanneer de medicatie is uitgedeeld aan de deelnemers wordt deze
afgetekend op de aftekenlijst. Met uitzondering van een enkel medicijn staat op alle geopende
vloeibare medicatie de datum van opening zowel op de verpakking als op het medicijn zelf.
10 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Oude medicatie die niet meer wordt gebruikt wordt centraal verzameld op een afgesloten plek en
teruggegeven aan de apotheek.
2.3 Leefklimaat
De inspecties verwachten dat kinderen en jongvolwassenen in de residentiële jeugdhulp, verblijven
in een aandachtvolle omgeving.
Oordeel
3. Leefklimaat Toezicht
juni 2016
Hertoets
okt. 2016
3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit. O V
3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen. V
Onderbouwing
Ad 3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit
Tijdens het toezicht in juni 2016 was de fysieke veiligheid voor de deelnemers onvoldoende.
Kapotte zaken werden alleen hersteld wanneer zij niet meer functioneerden. Het terrein en een
aantal verblijfruimtes maakten een rommelige, niet overzichtelijke indruk.
Tijdens de hertoets constateren de inspecties dat de leefomgeving bij Mentraining Salland schoon,
passend en veilig is. Alle kapotte zaken van juni 2016 zijn hersteld of vervangen. De
verblijfruimtes zijn opgeruimd en alle medewerkers zijn inmiddels op de hoogte van het
ontruimingsplan.
11 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
2.4 Cliëntenpositie
De inspecties verwachten dat instellingen die jeugdhulp bieden, kinderen, jongvolwassenen en hun
ouders voldoende mogelijkheden bieden om voor hun individuele en gemeenschappelijke belangen
op te komen.
Oordeel
4. Cliëntenpositie Toezicht
juni 2016
Hertoets
okt. 2016
4.1 De instelling geeft kinderen, jongvolwassenen en hun ouders de mogelijkheid
om voor hun individuele belangen op te komen
V
2.5 Organisatie
De inspecties verwachten dat instellingen die jeugdhulp bieden, voorzien in de voorwaarden om
verantwoorde hulp te leveren.
Oordeel
5. Organisatie Toezicht
juni 2016
Hertoets
okt. 2016
5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in. O V
5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken. O V
Onderbouwing
Ad 5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in
De inspecties constateren in juni 2016 dat de boer en de boerin, beide eigenaar van en werkzaam
op de zorgboerderij, geen zorgachtergrond hebben. Mentraining Salland zette in juni 2016 deels
aantoonbaar geschoolde medewerkers in. De deskundigheid sloot echter onvoldoende aan bij de
zware hulpvraag/problematiek van de deelnemers. Mentraining Salland beschikte niet over een
hbo-geschoolde medewerker (met een SKJ registratie) of een gedragsdeskundige voor het
opstellen/ evalueren van zorgplannen en het vormgeven van de juiste begeleiding.
Slechts eenmaal in de twee maanden vond een werkoverleg plaats met de medewerkers en dit
gebeurde niet volgens een bepaalde structuur.
12 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Tijdens de hertoets constateren de inspecties dat Mentraining Salland heeft geïnvesteerd in het
inzetten van gekwalificeerde professionals. Na het toezicht in juni 2016 heeft Mentraining Salland
een extern ingehuurde orthopedagoog ingezet voor het opstellen van ondersteuningsplannen en
het trainen van drie medewerkers. Per oktober 2016 zet Mentraining Salland een extern
ingehuurde orthopedagoog in voor een aantal uur per maand voor het inschatten van
veiligheidsrisico’s en het planmatig werken.
Mentraining Salland heeft tijdens de hertoets vijf medewerkers in dienst die structureel
deelnemers begeleiden. Eén medewerker is in augustus 2016 gestart en hbo geschoold (cultureel
kunstzinnige vormgeving). In januari 2017 start een tweede hbo geschoolde medewerker met een
relevante opleidingsachtergrond. Medewerkers van Mentraining Salland zijn aangemeld voor de
SKJ registratie en de extern ingehuurde orthpedagoog is NVO en SKJ geregistreerd.
Verder vindt inmiddels wekelijks een werkoverleg plaats. Mentraining Salland is in gesprek met
een extern organisatie adviesbureau om binnen de organisatie meer structuur aan te brengen in
beleid, overleg en dossiervoering.
Ad 5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken
Tijdens het toezicht in juni 2016 constateerden de inspecties dat niet alle Verklaringen Omtrent
het Gedrag (hierna: VOG) voldeden aan de wettelijke vereisten. Ze waren niet afgegeven voor de
juiste functie, afgegeven voor een andere werkgever dan Mentraining Salland en/of de VOG’s
waren ouder dan drie maanden op het moment van indiensttreding.
De meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling was in juni 2016 onderdeel van het beleid
van Mentraining Salland maar was nog niet volledig geïmplementeerd.
In oktober 2016 constateren de inspecties dat voor alle medewerkers een voor de functie
relevante en actuele VOG aanwezig is. Eén medewerker was al gestart met werken terwijl de VOG
nog niet binnen was. De VOG volgde twee weken later. Dit is een aandachtspunt bij de start van
een nieuwe medewerker.
Binnen het team is de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling besproken. Om deze
meldcode in de praktijk goed toe te passen gaan medewerkers een training volgen in het
signaleren van geweld.
13 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
2.6 Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag
De inspecties verwachten dat professionals adequaat handelen bij (vermoedens van) seksueel
grensoverschrijdend gedrag.
Oordeel
Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag Toezicht
juni 2016
Hertoets
okt.2016
3.1 Bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag hanteert de
instelling een vastgestelde werkwijze. V
3.2 Professionals treden direct actief en vasthoudend op bij (vermoedens van)
seksueel grensoverschrijdend gedrag. V
14 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
3 Eindoordeel en vervolg
Het eindoordeel van de inspecties luidt dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van
Mentraining Salland voldoende is.
Naast de punten waarop Mentraining Salland voldoet aan de verwachtingen van de inspecties,
constateren de inspecties dat er nog een verbeterpunt is. De inspecties verwachten dat de
kwaliteit van de jeugdhulp bij Mentraining Salland op alle getoetste criteria voldoende is. Dit is in
oktober 2016 bij tien van de elf criteria het geval.
Mentraining Salland dient concrete maatregelen te treffen voor de nog openstaande tekortkoming.
Van belang is dat Mentraining Salland het reeds ingezette verbetertraject naar aanleiding van het
toezicht in juni 2016 voortzet. Daarnaast is van belang dat Mentraning Salland doorgevoerde
verbeteringen borgt en structureel zorgt voor samenhang tussen wat op papier staat (in beleid en
cliëntdossiers) en hoe in de praktijk gehandeld wordt. Mentraining Salland heeft aangegeven
hiertoe ondersteuning te krijgen van zowel een inhoudelijk deskundige als een
organisatiedeskundige.
De inspecties verwachten dat Mentraining Salland in augustus 2017 een externe audit laat
uitvoeren, door een onafhankelijk bureau, op de door de inspecties getoetste criteria in juni 2016
en daarover rapporteert aan de inspecties. De inspecties verwachten deze rapportage vóór 1
oktober 2017 te ontvangen.
15 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Bijlage 1a - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor
Jeugd
1. UITVOERING HULPVERLENING
Kinderen krijgen de hulp die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen.
1.1 Professionals bieden passende hulp.
Verwachtingen:
Professionals bieden hulp die aansluit bij de relevante ontwikkelgebieden en de
problematiek van de kinderen.
Professionals bieden hulp die aansluit bij de achtergrond, eigen mogelijkheden en het
probleemoplossend vermogen van kinderen, hun ouders en hun netwerk.
Professionals zorgen ervoor dat kinderen contact kunnen (onder)houden met hun
ouders en hun netwerk.
1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit.
Verwachtingen:
Professionals werken volgens professionele standaarden.
Professionals zetten de hulp tijdig in.
Professionals nemen kernbeslissingen in multidisciplinair verband.
Professionals zorgen voor continuïteit van de hulp.
1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp.
Verwachtingen:
Professionals werken met een plan dat door of in overleg met kinderen en hun ouders is
opgesteld.
Professionals bieden kinderen en hun ouders duidelijkheid over de inhoud en uitvoering van de
hulp.
Professionals bejegenen kinderen en hun ouders met respect en nemen hen serieus bij de
uitvoering van de hulp.
1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties.
Verwachtingen:
Professionals stemmen het plan af met de plannen van de overige betrokken instanties.
Professionals evalueren regelmatig het resultaat van de geboden hulp met de overige betrokken
instanties.
Professionals zorgen voor een tijdige en volledige overdracht naar de overige betrokken
instanties.
16 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
2. VEILIGHEID
Kinderen worden beschermd tegen gevaren die hun ontwikkeling bedreigen.
2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen.
Verwachtingen:
Professionals hebben een actueel beeld van de veiligheid van kinderen.
Professionals schatten de veiligheid van kinderen in aan de hand van een
gestandaardiseerd risicotaxatie instrument.
Professionals beoordelen de veiligheid in multidisciplinair verband.
2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico’s voor kinderen.
Verwachtingen:
Professionals bepalen mede op basis van de veiligheidsrisico’s de in te zetten hulp.
Professionals bewaken de gemaakte afspraken over het beperken van de
veiligheidsrisico’s.
Professionals stellen vast of de veiligheidsrisico’s zijn verminderd.
2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven.
Verwachtingen:
Professionals treden bij acute onveiligheid actief op.
Professionals bepalen multidisciplinair hoe bij acute onveiligheid van kinderen te handelen.
Professionals zijn toegerust om met acuut onveilige situaties voor kinderen om te kunnen gaan.
2.4 De instelling zorgt ervoor dat kinderen op een veilige wijze medicatie ontvangen.
Verwachtingen:
De instelling organiseert het omgaan met medicatie.
Professionals gebruiken een actueel medicatieoverzicht.
Professionals bewaren medicijnen verantwoord.
3. LEEFKLIMAAT
Kinderen verblijven in een aandachtvolle omgeving.
3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit.
Verwachtingen:
Kinderen zijn tevreden over de fysieke leefomgeving.
De leefomgeving is schoon, passend en veilig.
Kinderen hebben invloed op de inrichting van de fysieke leefomgeving.
3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen.
Verwachtingen:
Het leefklimaat past bij de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen.
Kinderen kennen de dagelijkse routine en de regels binnen de instelling.
Kinderen leiden een voor hen zo gewoon mogelijk leven, inclusief onderwijs en vrijetijdsbesteding.
3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen.
Verwachtingen:
Kinderen vertrouwen de professionals.
Professionals hebben tijd en aandacht voor de kinderen.
Professionals belonen positief gedrag van kinderen.
Professionals tonen voorbeeldgedrag.
17 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
4. CLIËNTENPOSITIE
Kinderen en hun ouders krijgen voldoende mogelijkheden om voor hun individuele en gemeenschappelijke
belangen op te komen.
4.1 De instelling geeft kinderen en hun ouders de mogelijkheid om voor hun individuele belangen op te
komen.
Verwachtingen:
De instelling onderneemt actie indien kinderen en/of hun ouders aangeven ontevreden te zijn over
de aan hen geboden hulp.
Kinderen en/of hun ouders kunnen gebruikmaken van een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
Kinderen en/of hun ouders kunnen een klacht indienen bij een onafhankelijke klachtencommissie.
4.2 De instelling draagt zorg voor de behartiging van gemeenschappelijke belangen van kinderen en
hun ouders.
Verwachtingen:
De instelling beschikt over een representatieve cliëntenraad.
De instelling draagt er zorg voor dat de cliëntenraad naar behoren kan functioneren.
De instelling gebruikt de adviezen van de cliëntenraad.
De instelling informeert kinderen en hun ouders actief over de cliëntenraad en de wijze waarop de
medezeggenschap binnen de instelling is georganiseerd.
4.3 De instelling gaat zorgvuldig om met de gegevens van kinderen en hun ouders.
Verwachtingen:
De instelling waarborgt de privacy van kinderen en hun ouders.
De instelling zorgt voor waarheidsgetrouwe verslaglegging.
De instelling reageert adequaat op een inzage-, afschrift-, of wijzigingsverzoek van kinderen en/of
hun ouders.
18 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
5. ORGANISATIE
De instelling voorziet in de voorwaarden om verantwoorde hulp te leveren.
5.1 De instelling voert systematisch kwaliteitsmanagement uit.
Verwachtingen:
De instelling heeft een visie op hoe zij verantwoorde hulp biedt.
De instelling verzamelt systematisch informatie over de kwaliteit van de hulp.
De instelling brengt op basis van de verzamelde informatie veranderingen aan om de kwaliteit van
de hulp te verbeteren.
5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in.
Verwachtingen:
De instelling zorgt voor een verantwoorde werktoedeling.
De instelling zet professionals in die aantoonbaar zijn geschoold voor de functie die zij
uitoefenen.
De instelling biedt medewerkers de mogelijkheid kennis en vaardigheden actueel te houden.
De instelling heeft richtlijnen en procedures vastgesteld voor het handelen van de professionals.
5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken.
Verwachtingen:
De instelling beschikt over actuele VOG’s van medewerkers die contact hebben met
kinderen of hun ouders.
De instelling handelt volgens een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
De instelling past vrijheidsbeperkende maatregelen toe conform de wettelijke kaders.
De instelling hanteert de wettelijke bewaartermijn voor dossiers.
5.4 De instelling zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp.
Verwachtingen:
De instelling heeft samenwerkingsafspraken met haar ketenpartners vastgelegd.
De instelling stelt haar professionals in staat samen te werken met ketenpartners.
5.5 De instelling werkt volgens de Governancecode.
Verwachtingen:
De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die intern toezicht houdt.
De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die het externe toezicht regelt.
De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die aan belanghebbenden verantwoording
aflegt.
19 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Bijlage 1b – Toetsingskader Voorkomen seksueel
grensoverschrijdend gedrag
Thema 1 Aandacht besteden aan een gezonde seksuele ontwikkeling.
1. Professionals besteden structureel aandacht aan een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen. Verwachtingen:
1.1 Professionals bespreken systematisch het onderwerp omgangsvormen, relaties, intimiteit
en seksualiteit met (pleeg)kinderen en hun (pleeg)ouders.
1.2 Professionals bespreken onderling het onderwerp omgaan met seksualiteit en dilemma’s
die zij hierbij ervaren. 1.3 De seksuele ontwikkeling van (pleeg)kinderen is een vast onderdeel van het
plan2 en de evaluatie van het plan.
Thema 2 Handelen bij risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag.
2. Professionals handelen adequaat bij risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Verwachtingen:
2.1 Professionals zijn alert op risicovolle situaties voor kinderen, zowel op de groep als in het
(pleeg)gezin.
2.2 Professionals schatten de risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag van
(pleeg)kinderen systematisch in aan de hand van een gestandaardiseerd risicotaxatie-
instrument.
2.3 Professionals bespreken geconstateerde risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag
multidisciplinair.
2.4 Professionals nemen afdoende maatregelen om geconstateerde risico’s op seksueel
grensoverschrijdend gedrag op te heffen of te beperken.
Thema 3
Handelen bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag.
3. Professionals handelen adequaat bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag. Verwachtingen:
3.1 Bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag hanteren professionals een
vastgestelde werkwijze, zoals de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en/of
een protocol Seksueel misbruik.
3.2 Professionals treden direct actief en vasthoudend op bij (vermoedens van) seksueel
grensoverschrijdend gedrag om de (mogelijk) onveilige situatie voor het (pleeg)kind op te
heffen.
3.3 Professionals zorgen ervoor dat gerichte hulp wordt ingezet voor (pleeg)kinderen die
slachtoffer, getuige of pleger zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
2 Onder ‘het plan’ worden alle vormen van individuele plannen bedoeld, zoals hulpverleningsplan,
begeleidingsplan, behandelplan, plan van aanpak.
20 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Thema 4
Randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling te bevorderen en kinderen te
beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.
4. De instelling voorziet in de randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling van
kinderen te bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Verwachtingen:
4.1 De instelling heeft beleid, een methodiek, richtlijnen en procedures om een gezonde
seksuele ontwikkeling van (pleeg)kinderen te bevorderen en hen te beschermen
tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.
4.2 De instelling schoolt professionals structureel (bij) in het bevorderen van een
gezonde seksuele ontwikkeling en het beschermen tegen seksueel
grensoverschrijdend gedrag.
4.3 De instelling besteedt structureel aandacht aan het bevorderen van een gezonde
seksuele ontwikkeling en het beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend
gedrag.
4.4 De instelling is alert op mogelijke risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag
door medewerkers.
4.5 De instelling beschikt over geldige Verklaringen Omtrent Gedrag van haar
medewerkers en Verklaringen van Geen Bezwaar van pleegouders.
4.6 De instelling screent het (aspirant) pleeggezin op risico’s op seksueel
grensoverschrijdend gedrag volgens een vastgestelde werkwijze.
4.7 De instelling evalueert incidenten m.b.t. seksueel grensoverschrijdend gedrag en
voert waar nodig verbeteringen door om dergelijke incidenten te voorkomen.
21 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Bijlage 2 – Verantwoording
De hertoets bestond uit de volgende onderdelen:
1. Observaties van leefruimten en het terrein.
2. Interviews met:
de eigenaars;
medewerkers;
cliënten.
3. Controle van alle relevante personeelsdossiers op de aanwezigheid van de Verklaring Omtrent
het Gedrag van medewerkers.
4. Inzage in alle cliëntdossiers.
5. Analyse van ter plekke aangetroffen en nagestuurd beleid.
Naast deze toezichtactiviteiten is telefonisch gesproken met ouders van cliënten en met de extern
ingehuurde orthopedagoog.
22 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
23 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Wat is het landelijk toezicht jeugd?
Het landelijk toezicht jeugd bestaat uit de Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ).
Wat zegt de wet over het landelijk toezicht jeugd?
De Jeugdwet geeft de inspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen de volgende taken:
onderzoek doen naar de kwaliteit in algemene zin van de jeugdhulp, de gecertificeerde
instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering, de certificerende instelling, het
adviespunt huiselijk geweld en kindermishandeling, de Raad voor de Kinderbescherming en de
justitiële jeugdinrichtingen;
toezicht houden op de naleving van de kwaliteitseisen die in de wet staan;
voorstellen doen voor verbetering.
Het toezicht gebeurt uit eigener beweging of op verzoek van de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en/of de minister van Veiligheid en Justitie. Het landelijk toezicht houdt bij de
vervulling van haar taak rekening met de behoeften van gemeenten.
Wat is toezicht?
Toezicht houden betekent dat de inspecties informatie verzamelen over de kwaliteit van de
instellingen die onder de Jeugdwet vallen, zich een onafhankelijk oordeel vormen en zo nodig
ingrijpen. Daarbij kijken zij of het beleid voor deze instellingen in de praktijk goed werkt. De
rapporten zijn in principe openbaar. De openbaar gemaakte rapporten staan op de website van de
inspecties.
Wat wil het landelijk toezicht jeugd bereiken?
Het landelijk toezicht jeugd wil met haar onderzoeken bijdragen aan:
het behouden en bevorderen van de kwaliteit van de jeugdhulp en de instellingen voor
jeugdbescherming en jeugdreclassering en de andere instellingen in het jeugddomein;
het versterken van de positie van jeugdigen en hun ouders of verzorgers (de cliënten);
de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het beleid.
Waarop houdt zij toezicht?
Er zijn vijf verschillende wetten en regelingen met toezichttaken en bevoegdheden voor de
inspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen:
Jeugdwet;
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie;
Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan.
Op grond van die wetten en al dan niet in samenwerking met andere inspecties wordt er toezicht
gehouden op de volgende organisaties:
de jeugdhulpaanbieders (jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVB);
de certificerende instelling voor jeugdbescherming en jeugdreclassering;
de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering;
Veilig Thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling;
de justitiële jeugdinrichtingen;
de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie;
de opvangvoorzieningen voor (alleenstaande) minderjarige vreemdelingen;
de Raad voor de Kinderbescherming;
Halt;
de schippersinternaten.
24 | Inspectie Jeugdzorg | Inspectie voor de Gezondheidszorg
Inspectie Jeugdzorg
Postbus 483
3500 AL Utrecht
088-3700230
www.inspectiejeugdzorg.nl