De Eerstelijns Nummer 5 2011
-
Upload
jan-jacobs -
Category
Documents
-
view
231 -
download
6
description
Transcript of De Eerstelijns Nummer 5 2011
Jaargang 3 • editie 5 • juni 2011
De eerstelijnsMagazine voor de samenwerkende zorgverlener
• Eerstelijns Transparantie Congres zet zorgkwaliteit in etalage
• Farmacie: de gevolgen van vrije prijzen in 2012
• Tanzaniaanse huisarts in Rotterdamse achterstandswijk
• Zorginkoop: zorgen om de toekomst!
• Eerstelijns Transparantie Congres zet zorgkwaliteit in etalage
• Farmacie: de gevolgen van vrije prijzen in 2012
• Tanzaniaanse huisarts in Rotterdamse achterstandswijk
• Zorginkoop: zorgen om de toekomst!
Obstructieve SlaapapneusyndroomHerken het op tijd in de praktijk!
...en wanneer dit onbehandeld blijft, verhoogt het risico op:
Zich slaperig voelen
Verminderd concentratie-vermogen
Prikkelbaar zijn
Indommelen tijdens routineactiviteiten
Ochtendhoofdpijn
Het Obstructieve Slaapapneusyndroom kan tot de volgende symptomen leiden...
Partner merkt pauzes in de ademhaling
Happen naar lucht
Onrustig slapen
Regelmatig toiletbezoek
Luid snurken
Overdag‘s Nachts
© 2009 Philips Electronics N.V. All rights are reserved. RIT.EDU.005.Be * OCT 2009
Beroerte Hoge bloeddruk
Type 2-diabetesHartritmestoornissen
Snurkt u? Voelt u zich slaperig of vermoeid overdag?Misschien lijdt u aan het Obstructieve Slaapapneusyndroom
Praat erover met uw arts
12062_RIP_OSA_A2Poster_Flemish_v4.indd 1 2/11/09 15:58:05
...en wanneer dit onbehandeld blijft, verhoogt het risico op:
Zich slaperig voelen
Verminderd concentratie-vermogen
Prikkelbaar zijn
Indommelen tijdens routineactiviteiten
Ochtendhoofdpijn
Het Obstructieve Slaapapneusyndroom kan tot de volgende symptomen leiden...
Partner merkt pauzes in de ademhaling
Happen naar lucht
Onrustig slapen
Regelmatig toiletbezoek
Luid snurken
Overdag‘s Nachts
© 2009 Philips Electronics N.V. All rights are reserved. RIT.EDU.005.Be * OCT 2009
Beroerte Hoge bloeddruk
Type 2-diabetesHartritmestoornissen
Snurkt u? Voelt u zich slaperig of vermoeid overdag?Misschien lijdt u aan het Obstructieve Slaapapneusyndroom
Praat erover met uw arts
12062_RIP_OSA_A2Poster_Flemish_v4.indd 1 2/11/09 15:58:05
...en wanneer dit onbehandeld blijft, verhoogt het risico op:
Zich slaperig voelen
Verminderd concentratie-vermogen
Prikkelbaar zijn
Indommelen tijdens routineactiviteiten
Ochtendhoofdpijn
Het Obstructieve Slaapapneusyndroom kan tot de volgende symptomen leiden...
Partner merkt pauzes in de ademhaling
Happen naar lucht
Onrustig slapen
Regelmatig toiletbezoek
Luid snurken
Overdag‘s Nachts
© 2009 Philips Electronics N.V. All rights are reserved. RIT.EDU.005.Be * OCT 2009
Beroerte Hoge bloeddruk
Type 2-diabetesHartritmestoornissen
Snurkt u? Voelt u zich slaperig of vermoeid overdag?Misschien lijdt u aan het Obstructieve Slaapapneusyndroom
Praat erover met uw arts
12062_RIP_OSA_A2Poster_Flemish_v4.indd 1 2/11/09 15:58:05
Heeft uw patient last van snurken, slaperigheid of vermoeidheid overdag? Is er sprake van onderstaande volgende symptomen:
Wanneer het OSAS onbehandeld blijft, verhoogt het het risico op een beroerte, een hoge bloeddruk, hartritmestoornissen & type 2-diabetes
Bespreek het tijdig met uw patiënt!
...en wanneer dit onbehandeld blijft, verhoogt het risico op:
Zich slaperig voelen
Verminderd concentratie-vermogen
Prikkelbaar zijn
Indommelen tijdens routineactiviteiten
Ochtendhoofdpijn
Het Obstructieve Slaapapneusyndroom kan tot de volgende symptomen leiden...
Partner merkt pauzes in de ademhaling
Happen naar lucht
Onrustig slapen
Regelmatig toiletbezoek
Luid snurken
Overdag‘s Nachts
© 2009 Philips Electronics N.V. All rights are reserved. RIT.EDU.005.Be * OCT 2009
Beroerte Hoge bloeddruk
Type 2-diabetesHartritmestoornissen
Snurkt u? Voelt u zich slaperig of vermoeid overdag?Misschien lijdt u aan het Obstructieve Slaapapneusyndroom
Praat erover met uw arts
12062_RIP_OSA_A2Poster_Flemish_v4.indd 1 2/11/09 15:58:05
PR_huisarts_ad.indd 1 14-01-11 16:24
Redactioneel
De € 50.000 patiënt, tijD voor het schippers-overleg!
De minister van Financiën meldde laatst dat hij zich meer zorgen maakt over de kostenont-
wikkeling in de zorg dan om de financiële crisis van Griekenland. Klare taal die veel meer zegt
dan € 1,4 miljard overschrijding over 2010. We hebben ons zorgstelsel zo ingericht dat het
lijkt of er niet echt een probleemeigenaar is. Het probleem ligt mooi bij minister Schippers en
zolang zij nog de ruimte krijgt in het kabinet, sukkelen we voort. Hier en daar eens een zoge-
naamd ferme maatregel. Vaak paradoxaal, want duurzame oplossingen zijn te ingewikkeld en
stranden in een moeras van politieke en sectorale belangen.
Toch moeten we ons zorgen maken want straks betalen “Henk en Ingrid” meer aan de zorg
dan aan wonen en vrije tijd samen. Met andere woorden: we staan aan de vooravond van het
verdwijnen van de onderlinge solidariteit die ons gemiddeld genomen veel gezondheid oplevert.
De eerste lijn drijft op deze solidariteit en heeft een prachtige positie om een bijdrage te leve-
ren aan een duurzaam systeem. Laten we gewoon, naar voorbeeld van Kaiser Permanente in
de VS, starten met een driemaandelijkse bespreking van de patiënten die meer dan € 50.000
per jaar aan zorg consumeren. Huisarts, verpleegkundige (casemanager?) en de medisch
adviseur van de zorgverzekeraar bespreken in een vaste structuur de grootverbruikers. Ze
maken samen (met de patiënt?) een verbeterplan. Gemakshalve noemen we dit maar even het
Schippers-overleg, om aan te geven dat niet alleen de minister verantwoordelijkheid moet zijn
voor zuinig en zinnig gebruik van zorg. Wat levert het Schippers-overleg op? Graag zie ik uw
berekeningen tegemoet. De beste inzending staat een mooie prijs te wachten (uw reacties naar
In dit nummer staan de verhalen over het Eerstelijns Transparantiecongres, over Chinees
bezoek in Rotterdam en over apotheker die speciale aandacht heeft voor palliatieve zorg.
Hiernaast nemen we een kijkje in de keuken van de financiële wereld: van de beoordeling van
risico’s en kredietwaardigheid van zorgaanbieders.
Voorts besteden we aandacht aan de farmacie. Hoe kunnen we het werk van de apotheker
beter positioneren in de integrale zorg? Het is hoog tijd om de discussie te verleggen van prij-
zen en logistiek naar de toegevoegde waarde van de farmacie in de zorg. Het lijkt erop dat de
nieuwe NZa beleidsregels hieraan een forse bijdrage kunnen leveren. Maar zoals vaak in de
zorg zijn we het snel eens over de WAT-vraag en lijkt de HOE-vraag te stranden in sectorale
belangen.
Veel leesplezier. •
.
Leo Kliphuis MPH
is directeur van de Landelijke
Vereniging Georganiseerde eer-
ste lijn en is lid van de redactie-
raad van de De Eerstelijns.
Wilt u reageren? Stuur een email naar
3 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
In een maatschappij met steeds meer ouderen is menselijkheid vaak het beste medicijn. Maar als geneesmiddelen nodig zijn, hoe zorgen wij er dan voor dat ze zo goed mogelijk worden ingezet?
Voor uw medische vragen: 0800 - 8600 800E-mail algemeen: [email protected]
20112950 AZ advertentie 210x270.indd 1 19-05-2011 16:41:24
44
14
24
20
06
28
in Dit nummer
reDactioneel 03
het eerstelijns transparantiecongres 06‘Het is meten of gemeten worden’
aWBZ als KatalYsator voor De eerste lijn 08
ros strategie 11De slagkracht in Friesland
ontWiKKelingen in De Farmacie 2010 14Garanderen vrije prijzen een hogere kwaliteit?
slimmer organiseren 19Het wordt tijd voor een driedeling in de zorg
ZonmW met programma op ÉÉn lijn 20Fysiotherapeuten in beweging
risico’s en KreDietWaarDigheiD 22 Graydon treedt de eerste lijn binnen
ggZ in De eerste lijn 24Mentaal Beter stimuleert zelfredzaamheid
column jan eriK De WilDt 27Olifantengeheugen
BijZonDere Zorgverlener 28Tanzaniaanse huisarts in Rotterdamse achterstandswijk
chinese Delegatie in KatenDrecht 31
competentieproFiel eerstelijnsBestuurDer 33Digitaal onderzoek naar capaciteit, persoonlijkheid en drijfveren
jan van es instituut over opleiDingen 34Van zorginhoudelijk professional naar eerstelijnsleider
aBn amro meer in praKtijKBemiDDeling 36Adviseur tijdens hele levenscyclus
geZonDheiDscentrum vathorst geopenD 39Stap in anderhalve lijn
palliatieve Zorg Bij service apotheeK malDen 42
nicole Kien over ZorginKoop 44Zorgen om de toekomst
De eerstelijns agenDa 46
39
Cover: Sprekers op
Het eerstelijns
Transparantie Congres:
minister edith Schippers,
Gert Westert (lb),
Hans van Bijsterveldt (m)
en Maarten Klomp (r)
Fotografie:
Marjon Zijlstra.
5 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Met 276 sterk betrokken bezoekers, gerenommeerde sprekers en druk bezochte
werksessies is het Eerstelijns Transparantie Congres een succes geworden. In Den
Haag ontstonden de contouren voor wat minister Edith Schippers (VWS) is haar
openingstoespraak omschreef als: ‘Transparantie moet een gezamenlijk project
zijn, het hoort bij de intrinsieke motivatie van de zorgverlener. Dit is in het belang
van de patiënt en het verbindt de verschillende zorgpaden tot één mooi buurtplan.’
Laat zien wat je doet. Dat is de centrale boodschap
tijdens het Eerstelijns Transparantie Congres. De
eerste lijn levert veel goede zorg, maar het moet ook
zichtbaar zijn. Hoe zet je de kwaliteit in de etalage?
Minister Schippers: ‘De eerstelijnszorg moet goed toe-
gankelijk zijn, in locatie, in houding en toegankelijk in
begrip. Dat kan in een gezondheidscentrum met alle
zorgverleners onder één dak, maar het kan ook op ver-
schillende locaties in een zorgnetwerk. Er is dus niet
één blauwdruk, de eerste lijn moet een oplossing zijn
voor plaatselijke problemen en plaatselijke kenmer-
ken. Met goede kwaliteit. Die kwaliteit moet inzichte-
lijk zijn met een beperkt aantal indicatoren. Vermijd
vooral de valkuil van de ziekenhuis dbc’s, waarvan er
30.000 zijn. De indicatoren moeten onderdeel van het
normale werkpatroon vormen, anders leidt het tot een
administratieve last.’
BELEID &
POLITIEK
‘Het is meten of gemeten worden’
eerstelijns transparantie congres Zet ZorgKWaliteit in etalage
Snelle evaluatie
Direct na het congres is via internet een evaluatie
verricht. De eerste uitslagen tonen het volgende.
De meest gewaardeerde plenaire sprekers:
• Aldien Poll
• Gert Westert
• Niro Siriwardena
De beste subsessies:
• Door clienten bekeken: Jan Benedictus en
Michael Rutgers
• Ketentransparantie: Hedi ter Braak, Stannie
Driessen en Martine de Clercq
Organisatie:
Goed
Top 5 van opmerkingen:
• Breder inzetten op hele eerstelijnszorg
• Catering kan beter
• Centrale locatie in het land beter bereikbaar
• Twitteren leuk
• Mag concreter en praktijkvoorbeelden
Professor Niro Siriwardena,
Primary and Prehospital
Health Care University of
Lincoln, licht de engelse
situatie toe. deze is moeilijk te
vergelijken met de Nederlandse,
alleen al vanwege het
buitengewoon hoge bedrag
dat de engelse overheid heeft
besteed aan de totstandkoming
van een landelijk indicatorenset.
6de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
van autonomie naar verantwoordelijkheid
Volgens professor Gert Westert mag Nederland trots
zijn op zijn eerste lijn. ‘De gidsfunctie bij eerstelijns-
zorg is heel belangrijk. De patiënt door het complexe
zorgsysteem leiden. Maar dan moet je weten wat de
beste plek is, met de juiste zorg. Mensen denken dat
alle artsen dezelfde goede zorg leveren, maar dat is
niet het geval. Daarom is transparantie essentieel.’ Zijn
boodschap: ‘We moeten van professionele autonomie
naar professionele verantwoordelijkheid. Zorg daarbij
wel dat je zelf de regie neemt. Want het is meten of
gemeten worden!‘ Professor Guus Schrijvers geeft de
randvoorwaarden aan. ‘Stel eerst de doelen, verbeter
daarop de ICT en ga dan aan de slag met de indica-
toren. Laat zorgverzekeraars of de inspectie nooit
vragen naar indicatoren die niet te leveren zijn met
de huidige systemen!’ Hans van Bijsterveldt, program-
madirecteur Zichtbare Zorg benadrukt dat indicatoren
geen doel zijn. ‘We willen komen tot zorg die beter,
betaalbaar en bereikbaar is. Kwaliteitsindicatoren zijn
daarbij een middel. Zichtbare zorg biedt ondersteu-
ning bij het vergelijkbaar maken van kwaliteit. We
willen werken volgens één taal, één loket en één werk-
wijze over alle sectoren heen, met gebruikmaking van
opgedane ervaringen.’
transparantie moet
Samenvattend concludeert Marc Bruijnzeels, directeur
van het Jan van Es Instituut: ‘We gebruiken nu indi-
catoren uit interne kwaliteitssystemen voor externe
verantwoording. Dat kan natuurlijk niet. Stimuleer
met indicatoren geïntegreerde eerstelijnszorg in plaats
van monodisciplinaire verrichtingen. Op een eendui-
dige manier verzameld, verwerkt en gepresenteerd.
Ondersteund door de bestaande Regionale Data
Centra.’ Waarop de voortreffelijke dagvoorzitter
Maarten Klomp, huisarts en medisch directeur van
De Ondernemende Huisarts, concludeert dat trans-
parantie moet. ‘Met als hoger doel dat transparantie
bijdraagt aan een betere kwaliteit van zorg in de eerste
lijn. Ik heb vandaag begrepen dat wij niet bang moe-
ten zijn om transparant te zijn, want we doen het juist
erg goed.’ •
Aldien Poll,
strategisch adviseur
bij Aldien.nl met
jarenlang ervaring
als zorgverlener en
bij zorgverzekeraars,
was de hoogst
gewaardeerde
spreker tijdens het
Transparantie
Congres.
Organisatie Het Eerstelijns TransparantieCongres (HETC) is een initiatief van De Eerstelijns en het Jan van Es instituut.
DOelgrOep HETC richt zich op beleidsmakers, be-stuurders, onderzoekers, zorg verzekeraars, commerciële aanbieders, kaderartsen en eerstelijns zorgaanbieders. Zowel werkzaam in gezondheidscentra als georganiseerd in zorggroepen.
lOcatie World Forum in Den Haag. Programma van 09.00 ontvangst tot en met 17.30 borrel.
inschrijven en kOsten Het Eerstelijns Transpa-rantieCongres (HETC) kost € 295,- per persoon (exclusief BTW). Meerdere personen uit dezelfde organisatie krijgen 15% korting als er tegelijk ingeschreven wordt. U ontvangt een factuur. Inschrijving vindt plaats in volgorde van ontvangst en verplicht tot betaling.
annulering Bij annulering vóór 29 april krijgt u uw inschrijfgeld retour onder aftrek van € 65,00 admini-stratiekosten (excl. BTW). Bij latere annulering bent u het volledige inschrijfgeld verschuldigd. Uiteraard kan iemand in uw plaats deelnemen.
accreDitatie Voor het congres wordt accreditatie aangevraagd.
infOrmatie Voor praktische vragen kunt u terecht bij Elita Zoer Congres management BV, [email protected] of tel. 0183354057. Heeft u inhoudelijke vragen, dan kunt u contact opnemen met Marc Bruijnzeels, te bereiken via e-mail [email protected]. Meer informatie over het programma vindt u op www.de-eerstelijns.nl.
het eerstelijns
Beurs Naast sprekers is er ruime aandacht voor alle partijen die op de een of andere manier een bijdrage leveren aan het transparantieproces in de eerstelijns-zorg. Zij presenteren zich op het beursplein en in kleinschalige sessies, waarin netwerken en lunchen gecombineerd worden.
De eerstelijns
U vindt de presentaties van alle sprekers op www.de-eerstelijns.nl.
7 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
De AWBZ is in tientallen jaren zodanig weggegroeid van de onverzekerbare risi-
co’s, dat de regeling zelf een onverzekerbaar risico dreigt te worden. Dit komt
door het beleid om de zorg te intramuraliseren en de AWBZ te gebruiken om
allerlei soorten zorg onder te brengen, waarvan je je af kan vragen of die er thuis
horen. Maar hoe nu verder? Voor Den Haag is de AWBZ misschien een zorgen-
kindje, voor de eerste lijn vormen veranderingen een grote uitdaging.
Van de 60 miljard collectief gefinancierde zorg wordt
23 miljard (38%) in de AWBZ uitgegeven. Daarvan
gaat ruim de helft om in de ouderenzorg en zorg voor
chronisch zieken. Hiernaast gaat een kwart naar de
gehandicaptenzorg en van de rest wordt het grootste
deel opgesoupeerd door de geestelijke gezondheids-
zorg. Nederland is daarmee Europees koploper en de
concurrentiepositie van Nederland zal in de proble-
men komen. Dus komen er maatregelen.
grofweg zijn vier maatregelen te
onderscheiden
Het persoonsgebonden budget wordt in de eerste
plaats versoberd. Het PGB is een groot succes en
momenteel hebben 130.000 mensen een PGB. Door
de regeling te versoberen, kan er bespaard worden.
Ook kan een inkomenstoets worden ingesteld, zodat
arme mensen een hoger PGB krijgen dan rijken. Het
PGB is een populaire maatregel en steunt de eigen ver-
antwoordelijkheid. Daarom kan besloten worden om
de PGB van een maatregel te veranderen in een wet.
De uitvoering van onderdelen van de AWBZ, ten
tweede, wordt overgeheveld van zorgkantoren naar
zorgverzekeraars. Doordat daarmee de kosten tot uit-
drukking komen in de premies, schuift de overheid de
hete aardappel door naar de zorgverzekeraars en ver-
trouwt men op de positieve premie-effecten van zor-
ginkoop door zorgverzekeraars. Een ander deel van de
AWBZ gaat naar de gemeenten en wordt bijvoorbeeld
onderdeel van de WMO. De Wet Maatschappelijke
Ondersteuning is geen recht en de gemeente kan haar
eigen beleid voeren. Burgers hebben geen garantie op
WMO, wel op AWBZ. Binnen de WMO kan gesne-
den worden in de kosten. Tussen gemeenten zullen
verschillen ontstaan.
In de derde plaats zal in de intramurale AWBZ de
woon component nu echt gescheiden gaan worden van
de zorg. De bewoners betalen dan huur en kunnen fis-
caal gecompenseerd worden als het inkomen te laag is.
Dat geldt niet voor mensen boven een bepaalde inko-
mensgrens.
Ten vierde zal de AWBZ worden ontdaan van alle
zorg die geen echt onverzekerbare zorg is. Deze zal
onder worden gebracht in het particuliere circuit.
Oftewel de burgers betalen dit zelf of besluiten zich
hiervoor aanvullende te verzekeren.
De AWBZ moet worden gemoderniseerd. Helaas
ontbreekt het tot nu toe aan daadkracht en visie.
Daardoor blijven zorginstellingen op dezelfde manier
BELEID &
POLITIEK
De aWBZ als KatalYsator voor De eerste lijn
8de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
De aWBZ als KatalYsator voor De eerste lijn
werken zonder grootschalig tot innovatie over te gaan.
Terwijl de uitdagingen voor het grijpen liggen. Zeker
door de bril van de eerste lijn!
Wat merkt de eerstelijnszorg van deze
maatregelen?
Het PGB heeft weinig effect, omdat het vooral infor-
mele zorg betreft. Een aantal thuiszorgorganisaties
biedt ook PGB zorg aan en die zullen wat minder
omzet krijgen. Het effect van deze maatregel op de
eerstelijnszorg is niet groot. Ook het uitkleden van
het pakket zal weinig directe invloed op de eerstelijns-
zorg hebben, maar indirect kan het een tweedeling tot
gevolg hebben en die treft dan minder vermogende
ouderen, chronisch zieken en GGZ patiënten. De
effecten daarvan treffen wel de eerstelijnszorg.
De overheveling van de AWBZ naar de Zorg-
verzekerings wet (ZVW) heeft naar verwachting grote
effecten op de eerstelijnszorg. De samenhang tussen
eerstelijnszorg, ouderenzorg, zorg voor chronisch zie-
ken en GGZ is groot. Er zullen nieuwe samenhan-
gende zorgconcepten ontstaan. Kleinschalig, in wijken
en buurten. Met een lage overhead, onder regie van
de huisarts of de wijkverpleegkundige en ingebed in
een eerstelijnsteam. Niet gebaseerd op ideologie, maar
op pragmatisme en kosteneffectiviteit. Ook het WMO
pakket heeft veel samenhang met de eerstelijnszorg.
Dus ook daar is afstemming nodig. Een mooie taak
voor de ROS om namens de gezamenlijke eerstelijns-
zorg op te treden.
Het scheiden van wonen en zorg zal er toe leiden dat
er veel meer ouderen thuis zullen blijven wonen en dus
extra druk geven op de eerstelijnszorg. Daardoor zal
de behoefte aan een geriatrische functie in de eerste-
lijnszorg toenemen. Daarom ook zullen verpleegkun-
dig ouderen specialisten, casemanagers, begeleiders
en vele andere functionarissen worden ingezet. Liefst
gecombineerd en geïntegreerd in de eerstelijnszorg,
kleinschalig in de wijken en buurten.
Voor Den Haag is de AWBZ misschien een zorgen-
kindje, maar voor de eerstelijnszorg zijn de onvermij-
delijke veranderingen een grote uitdaging die beter
vandaag dan morgen kan worden opgepakt. Wie
droomt van een sterke eerste lijn, kan de versobering
van de AWBZ verwelkomen als een katalysator om die
droom verder te realiseren. •
Prof. dr. J.J. Polder TRANZO en J.e. de Wildt MHA
Commonsense/Cartoon: Thijs Wessels
door het scheiden
van wonen en zorg
zullen veel meer
ouderen thuis blijven
wonen.
9 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Twintig ROS’en werken aan het realiseren van geïntegreerde eerstelijnszorg. Elk
in hun eigen regio en op hun eigen wijze. Want de aanpak in een grote stad is
anders dan die op het platteland. Hoe anders? De Eerstelijns nam een kijkje bij
ROS Friesland.
ROS Friesland heeft als werkgebied. jawel, Fries land.
‘Een afgebakende regio’, constateert directeur Rob
van Boxtel. ‘We hebben te maken met één GGD, één
huisartsenvereniging, één zorgverzekeraar, vijf zieken-
huizen en een revalidatiecentrum. Dat maakt het over-
zichtelijk.’ Hij wijst ook op het nadeel. ‘Partijen zijn
tot elkaar veroordeeld, er is geen escape mogelijk. Het
is van groot belang om de relatie goed te houden en
gezamenlijk te gaan voor de inhoud.’
innovatiekracht
Dat men elkaar snel weet te vinden versterkt de inno-
vatiekracht. Zo heeft ROS Friesland met de huisartsen
de implementatie van ZorgDomein in heel Friesland
georganiseerd. Dit is een verwijsapplicatie van de huis-
artsen naar het ziekenhuis. ‘We hebben met alle zie-
kenhuizen dezelfde afspraak gemaakt voor de imple-
mentatie. Daardoor is Friesland met ZorgDomein echt
een koploper.’
ZorgDomein is verder ontwikkeld tot de Zorg aan-
bieders gids. In deze digitale applicatie worden alle
eerstelijnszorgaanbieders opgenomen. ‘Zij kunnen op
BELEID &
POLITIEK
ROs-strategie in afgebakend gebied
De slagKracht in FrieslanD
10de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
beveiligde wijze naar elkaar verwijzen. Maar ze kun-
nen elkaar ook consulteren. Zo kan de huisarts een
vraag stellen aan de fysiotherapeut over een patiënt.’
Van Boxtel geeft aan dat er ook een publieksver-
sie komt. ‘Deze vernieuwing is geen makkelijk tra-
ject, maar er zijn goede resultaten. Dankzij de goede
samenwerking van partijen die elkaar goed kennen,
die vertrouwen in elkaar hebben en die werkzaam zijn
in de hele provincie.’
informeren en adviseren
Elke ROS heeft als functies: informatieverschaffer,
adviseur en aanjager. Hoe vult ROS Friesland dit in?
Rob van Boxtel: ‘Uiteraard brengen we een nieuws-
brief uit, is er een website en we hebben folders.
Daarnaast verzorgen we symposia en scholingen over
allerlei aspecten die de eerste lijn aangaan. We orga-
niseren ook eerstelijnscafé’s, waar zorgverleners elkaar
kunnen treffen.’
ROS Friesland heeft vijf adviseurs in dienst. ‘Zij zijn
echt de kennismakelaars. Ze vertalen landelijke ont-
wikkelingen naar de regio en wisselen kennis uit met
de klanten.’ Daarnaast heeft ROS Friesland een
beleidsmedewerker. ‘Deze kijkt per dossier naar actu-
ele ontwikkelingen. Zo heeft ze een document samen-
gesteld over ouderenzorg. Hierin staat wat landelijk
en in Friesland gebeurt rondom ouderenzorg, wat dit
betekent dit voor eerstelijnszorgaanbieders en voor de
dienstverlening van ROS Friesland. Daarmee wordt de
slagkracht van de organisatie flink vergroot.’
aanjagen en bewegen
Als aanjaagfunctie ziet Van Boxtel ook het aanwakke-
ren van urgentiebesef. ‘Aan de hand van de WijkScan
hebben we de gevolgen van vergrijzing van zorgaan-
bieders laten zien. Er komt een grote uitstroom en de
instroom is lastig. Met de Friese huisartsen en de zorg-
verzekeraar brengen we het capaciteitsprobleem ver-
der in kaart.’ Glimlachend: ‘Dat is maar één voorbeeld
van de aanjaagfunctie. Zo kan ik er nog wel een paar
noemen.’
Als goed voorbeeld van een combinatie van de drie
functies noemt Van Boxtel nog de BeweegKuur. ‘Met
de GGD Fryslân, Sport Fryslân en De Friesland
Zorgverzekeraar hebben we een stuurgroep gevormd,
met ROS Friesland als voorzitter. Op deze wijze geven
we samen vorm aan de verantwoording en hebben
tegelijkertijd gewerkt aan netwerkontwikkeling. Nu
ligt er zelfs een projectaanvraag bij ZN voor netwerk-
ontwikkeling rondom bewegen gecombineerd met de
inzet van sociale media.
samenwerkingsattitude
Het klinkt ideaal, maar het ging niet vanzelf. Bij de
oprichting, ruim vijf jaar geleden, bestond er een
flinke weerstand tegen het fenomeen ROS. Daarvan is
nu niets meer te merken. ‘Wij moesten eerst het veld
leren kennen en het veld moest ROS Friesland leren
kennen. Dat betekende onder andere de vragen vanuit
het veld goed boven water krijgen. Pas als je die kent,
is vraaggerichte dienstverlening mogelijk. Het grote
voordeel is dat op het platteland sprake is van weder-
zijdse afhankelijkheid. Dat maakt dat mensen elkaar
opzoeken, zich met elkaar verbonden voelen, waar-
door al een bijna vanzelfsprekende samenwerkingsatti-
tude bestaat. Het is goed om als ROS daarvan gebruik
te maken.’ Hij benadrukt: ‘We gaan altijd uit van
de positie van de eerste lijn en versterking daarvan.
Samenwerking met andere partijen, zoals gemeenten,
wordt daarbij steeds belangrijker.’ •
Tekst: Gerda van Beek/Fotografie: ROS Friesland
En dan Amsterdam…..
ROS 1ste Lijn Amsterdam vertoont opvallend genoeg veel gelijkenis-
sen met ROS Friesland. Ook 1ste Lijn Amsterdam heeft te maken met
één dominante verzekeraar. Er is ook één GGD, één huisartsenkring en
er zijn zes ziekenhuizen. Die ziekenhuizen hebben echter geen duide-
lijke verzorgingsgebieden. Een praktijk zit vaak op de grens van twee
tot drie ziekenhuizen. De aanwezigheid van een bepaalde tramhalte
is soms een belangrijk verwijscriterium. ‘Terwijl we het zorgaanbod
juist wijkgericht willen invullen’, verzucht Rien van Hoeve, directeur
1ste Lijn. ‘In Amsterdam is sprake van grootstedelijke onoverzichte-
lijkheid. Zorgverleners kennen elkaar niet, terwijl ze vlak bij elkaar
zitten. Bovendien zijn er ruim 40 thuiszorgorganisaties actief. Probeer
daar maar afspraken mee te maken.’ Speciaal is de aandacht voor
achterstandsproblematiek. ‘Denk aan zuigelingensterfte, de explosieve
toename van diabetespatiënten en veel ggz-problematiek.’
Wil hij ruilen met ROS Friesland? ‘Een keuze uit praktijken met een
voor- en achtertuin en een paard in de wei of praktijken onderin het
flatgebouw met last van muizen?’ vat Van de Hoeve samen. ‘Twee
weken in een huisje in Eagum of Garijp lijkt me wel wat, maar voor
altijd? Nee, geef mij dan maar stadslucht die zo af en toe wat stinkt!’
11 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
De farmaceutische advisering en medicatie komen niet in de beleidsregel geïn-
tegreerde eerstelijnszorg per 2012. Daarmee komt een einde aan de onduidelijk-
heid die hierover bij huisartsen, zorggroepen en apothekers heerst. Er komen wel
vrije tarieven voor de farmaceutische advisering. Dat zal flinke invloed hebben
op de apothekers en op de eerstelijns DBC’s voor diabetes, copd en cvrm.
In Nederland wordt zo’n € 4.8 miljard aan farma-
ceutische hulp via openbare apotheken uitgegeven.
Daarvan gaat 900 miljoen naar de apotheekvergoe-
dingen en het overige zijn geneesmiddelkosten. De
huidige bekostiging van de apotheek vindt plaats door
middel van de receptregelvergoeding. Sinds 1 juli 2008
is deze vaste vergoeding vervangen door een gediffe-
rentieerde prestatiebekostiging. Het bedrag is in 2011
gemiddeld ca €7,50 per receptregel. Dat levert per
apotheek ca € 500.000 aan omzet op. Van dat bedrag
moeten medewerkers, apotheker, ICT, gebouw, voor-
raad, etc worden betaald. Hiernaast hebben apothe-
kers inkoopvoordelen op medicatie. Die zijn aanzien-
lijk beperkt door de invoering van het preferentiebeleid
en de clawbackregeling waarmee de zorgverzekeraars
inkoopvoordelen hebben afgeroomd.
De effecten van andere financiering in farmacie
vrije tarieven apotheeK vanaF 2012
BELEID &
POLITIEK
de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011 12
Bekostiging vanaf 2012
Per 2012 worden door de NZa deze tarieven niet meer
vastgesteld; dit wordt aan de marktpartijen overgela-
ten. Bovendien zullen door de NZa naast de huidige
prestaties zoals de ‘terhandstelling van een geneesmid-
del’ met een aantal toeslagen, ook beschrijvingen van
nieuwe prestaties worden vastgesteld. Deze nieuwe
prestaties omvatten farmaceutische zorg die niet direct
gerelateerd is aan het ter hand stellen van geneesmid-
delen. Het ter hand stellen van geneesmiddelen mag
op grond van de Geneesmiddelwet uitsluitend door de
apotheker of onder toezicht van de apotheker plaats-
vinden. (Zie kader: 10 NZa prestaties.)
Functioneel omschreven
De nieuwe prestaties zijn functioneel omschreven in
het kader van de Zorgverzekeringswet. Apothekers
maar ook anderen kunnen voor deze prestaties wor-
den gecontracteerd door zorgverzekeraars. Bij som-
mige prestaties is dat meer aannemelijk dan bij andere.
Neem bijvoorbeeld de prestatie ‘Instructie patiënt
geneesmiddel - gerelateerd hulpmiddel’ waaronder
valt de instructie van een inhalator bij longmedicatie.
De apotheker vindt dit zijn domein; het werk kan ech-
ter ook gedaan worden door een praktijkondersteuner
somatiek of door een fysiotherapeut. Hierover moeten
onderlinge afspraken worden gemaakt. Nu kan het
voorkomen dat verschillende instructies worden gege-
ven, naar elkaar wordt verwezen of dat niets gebeurt.
Het maken van afspraken daarover is te vrijblijvend,
terwijl door de nieuwe bekostiging op basis van prijs/
kwaliteit kan worden beoordeeld wie deze prestatie het
beste kan leveren. Maar dan ontstaat wel een probleem.
ongelijk speelveld
De apotheek en fysiotherapeut krijgen in de nieuwe
situatie alleen een vergoeding voor de prestaties, ter-
wijl de huisarts een gecombineerde bekostiging met
het abonnementtarief, modules en/of verrichtingen
kent. Het maken van een zuivere vergelijking van kos-
ten is daarmee lastig. De huisarts zal daardoor wellicht
lagere kosten aan de prestatie kunnen toerekenen. Dat
is het probleem van een ongelijk speelveld.
In een aantal regio’s waar al meerdere DBC’s zijn
gecontracteerd, wordt de verdeling niet alleen van-
uit prijs en kwaliteit bezien, maar ook uit (toekom-
stige) arbeidsmarktschaarste. Daar is de zorggroep als
hoofdcontractant op zoek naar andere partijen dan de
huisartsenpraktijk om taken uit de keten DBC (verant-
woord) te kunnen delegeren. Omdat de capaciteit aan
praktijkondersteuners te gering is.
Daarnaast zijn er ook de Geneesmiddelenwet en
de Wet BIG. Die stellen eisen aan de uitvoering die
zijn strenger dan de algemeen omschreven Zorg-
verzekeringswet. Het is dan ook de vraag of en hoe de
functionele omschrijving geoperationaliseerd wordt.
geen historie, kwaliteit inzichtelijk
Een probleem voor apothekers en -organisaties is het
ontbreken van een eenduidige zorgregistratie op het
niveau van de 10 prestaties. Er is geen historie. Ze zijn
nu druk doende de zorg in kaart te brengen. Voor de
meeste chronische aandoeningen zijn richtlijnen opge-
steld. Samenvattingskaarten, vergelijkbaar met de
NHG-standaarden, zijn inmiddels beschikbaar voor
diabetes, copd, astma en cvrm en zijn te vinden op de
KNMP website. Alle veldpartijen hebben samenge-
werkt om tot een verrichtingentabel te komen. Hierin
staat alle zorg die mogelijk door een apotheker gele-
verd zou kunnen worden. De franchiseformules en de
apotheekketens sluiten daarop aan en vertalen deze
richtlijnen naar de praktijk door het aanreiken van
10 NZa prestaties farmaceutische zorg 2012
1. Instructie patiënt geneesmiddel - gerelateerd hulpmiddel
2. Medicatiebeoordeling chronisch geneesmiddelgebruik
3. Extra begeleiding van chronische of ernstige zieke patiënten met
complexe geneesmiddelenproblematiek
4. Voorlichting farmaceutisch zelfmanagement voor patiëntengroep
5. Farmaceutische begeleiding i.v.m. ontslag uit het ziekenhuis
6. Farmaceutische begeleiding bij ziekenhuisopname of
polikliniekbezoek
7. Advies farmaceutische zelfzorg
8. Advies reizen
9. Onderlinge dienstverlening
10. Vrije prestatie
Garanderen vrije prijzen een
hogere kwaliteit?
13 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
De rating AAA is financieel zeer gezond
– de rating d is zeer ongezond.
werkinstructies, het geven van scholing en collegiale
toetsing. In de apotheekinformatiesystemen (AIS’en)
moeten de gedefinieerde prestaties van de verrichtin-
gentabel volgens vaste formats geregistreerd kunnen
worden, om dit om te kunnen zetten naar rapportages.
Ook de Inspectie draagt haar steentje bij met ‘zicht-
bare zorg’ waarbij de apotheek prestatieindicatoren
moet invullen op elektronische vragenlijsten, die de
Inspectie controleert en publiceert. Kortom er is nu al
volop beweging.
opnieuw onzekerheid
Het is natuurlijk de vraag hoe deze inzichtelijke kwa-
liteit zal worden gewaardeerd door zorgverzekeraars.
Na de jaren van preferentiebeleid zijn in 2009 – 2010
een aantal apotheken in zwaar weer terecht gekomen.
(Zie figuur: Financiële rating apothekers 2008-2010.)
Deze wijziging in financiering betekent opnieuw onze-
kerheid. Zorgverzekeraars hebben alleen inzicht in de
historische kosten, maar niet op basis van de nieuwe
zorgprestaties. In andere deelsectoren van de zorg is
soms gekozen voor een geleidelijke implementatie.
Gedurende een of enkele jaren kiest men grotendeels
voor de voortzetting van de status quo. Zo zouden
zorgverzekeraars kunnen kiezen om 90% van het far-
maciebudget toe te kennen aan ‘de terhandstelling’ en
die bij de bestaande partijen contracteren. Dan kan
de overige 10% verdeeld worden over de andere pres-
taties. Daarmee wordt enerzijds een nieuwe bekosti-
gingssystematiek geïntroduceerd en wordt de innovatie
niet geremd. De 10% vertegenwoordigt een dusda-
nig aandeel dat het zeker voldoende impact heeft op
de gewenste marktwerking en innovatie, zonder dat
bestaande partijen direct van de markt verdwijnen.
Kennis, kunde en infrastructuur kunnen met de toene-
mende zorgvraag hard nodig zijn.
aanvullende polis of abonnement
Zal er meer differentiatie gaan ontstaan met minder
afhankelijkheid van de zorgverzekeraar en meer recht-
streeks zakendoen met de klant? Gemaksdiensten hoe-
ven dan niet door de zorgverzekeraar betaald te wor-
den maar door de cliënt zelf, als deze daaraan behoefte
heeft. Wellicht dat apothekers en zorgverzekeraars aan
de onderhandelingstafel komen tot samenwerking in
de vorm van een aanvullende polis of een akkoord dat
een apotheek een abonnement mag aanbieden voor
sommige diensten of diensten apart mag prijzen. (Zie
figuur met voorbeelden.)
De huidige marktverdeling zou wel eens kunnen gaan
veranderen. (Zie taartdiagram met marktverdeling.) Vrije
prijzen gekoppeld aan prestaties in een markt met vol-
2011 © De Eerstelijns GraphicsBron: Graydon
Financiële rating apothekers 2008-2010
0,00
0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0,45
0,50
DCCCCCCBBBBBBAAAAAA
2008 2009 2010
Het lijkt onvermijdelijk dat
de dichtheid van de apotheken
zal afnemen.
14de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
2011 © De Eerstelijns Graphics
Marktverdeling apotheken
Service apotheek (619 = 32,75%)
Kring apotheek (298 = 15,77%)
Mediq (210 = 11,11%)
Escura (154 = 8,15%)
Dienstenapotheek (100 = 5,29%)
Ziekenhuisapotheek (98 = 5,08%)
diverse kleinere ketens (95 = 5,03%)
Medsen (68 = 3,60%)
Poliklinische apotheek (50 = 2,65%)
overig (200 = 10,58%)
individuele dienst of service als pakket/collectief
Betaald door de verzekeraar
Basispakket• Tarieven NZa• Tarieven die door apothekers
worden voorgesteld en waar zorg-verzekeraars voor willen betalen
aanvullende polis• Synchroniseren van alle chronische
receptuur• Geen preferente producten/altijd NL
specialité• 24/7 toegankelijkheid van de eigen
apotheker b.v. stervensbegeleiding
Betaald door de zorggroep
• Jaarlijkse meter-check bij diabeten• Opsporing nieuwe diabeten, long-
patiënten of CVRM patiënten
• Analyses maken voor voorschrijvers op populatieniveau
• Zorg-indicatoren inzichtelijk maken• Zorgen dat er een formularium is en in
stand blijft• FTO overleg organiseren en faciliteren
Betaald en beslist door de klant zelf
cafetariamenu• Reizigers advies• Baxteren van medicatie zonder
medische noodzaak
abonnement bij de apotheek• Proactief herhalen, aanvragen van her-
haalrecepten en synchroniseren van alle middelen
onbetaalde maatschappelijk georiënteerde farmazorg
• Aanvragen van een machtiging voor een client die niet weet hoe het werkt
• Scholing aan thuiszorg over geneesmiddel gebruik
• Inzamelen en afvoeren van gebruikte geneesmiddelen
doende aanbod, levert gegarandeerd wijzigingen op.
Toegevoegde waarde, efficiënte bedrijfsvoering, schaal-
vergroting in de back office, farmacie geïntegreerd
in chronische zorgprogramma’s, aanpassingen in de
franchiseconcepten, alternatieve distributiekanalen
en experimenten zullen de meest innovatieve partijen
positioneren. Ook politheken zullen zich nadrukke-
lijker op de extramurale markt begeven, omdat door
de wijzigingen in de ziekenhuisfinanciering de DBC-
opbrengsten verminderen.
Voorbeelden
van nieuwe
dienstverlening.
Alle velden van deze
figuur kunnen worden
gebruikt voor diensten
van de apotheek. . de
nieuwe NZa prestaties
hebben betrekking op
het basispakket. de
andere farmaceutische
prestaties kunnen privaat,
in aanvullend pakket
of business-to-business
aangeboden worden.
15 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Cha
ngin
g D
iabe
tes®
and
the
Api
s bu
ll lo
go a
re r
egis
tere
d tr
adem
arks
of
Nov
o N
ordi
sk A
/S
Diabetes kan onszelf of onze naasten ieder moment treffen. Liam en zijn broer Jordan kregen er al op zeer jonge leeftijd mee te maken en dit had, zoals vaak gebeurt, een grote impact op hun hele familie.
Met Changing Diabetes® wil Novo Nordisk beter luisteren, meer te weten komen en verder kijken dan de behandeling alleen, om zo beter te kunnen inspelen op de behoeften van mensen en families die met diabetes leven. Changing Diabetes® is onze unieke aanpak waarmee we mensen leren zelf met hun aandoening om te gaan, voor een volwaardig en voorspoedig leven, nu en in de toekomst.
LIAM CARSTENSLet op zijn broertje, Zuid-AfrikaLiam en Jordan hebben diabetes type 1
Kom meer te weten op changingdiabetes.nl
567062 NOVO LIAM 21x27 cm.indd 1 20-05-11 12:04
Kenmerken van een normapotheek
• Bedient ongeveer 9000 patienten
• Heeft 65.000 WMG en 20.000 niet-WMG receptregels
• WMG = Wet Marktordening Gezondheidszorg
• De omzet van een normapotheek is ca € 2,5 miljoen
• Kosten zijn geneesmiddeleninkoop en bedrijfsvoering
• Receptregelvergoeding ca € 7,50
• 8 % van de Nederlanders heeft een apotheekhoudende huisarts
apothekersgroepen
Om zich voor te bereiden op de wijzigingen en om –
vanaf 2013 – actief te kunnen gaan participeren in
chronische zorgprogramma’s hebben apothekers zich
regionaal georganiseerd in apothekersgroepen. Net als
in de jonge ontstaansgeschiedenis van de huisartsen-
zorggroepen is er een grote differentiatie in vorm en
activiteiten. In sommige regio’s wordt nauw overlegd
met huisartsen, in andere regio’s moet dat nog opstar-
ten. Dat ligt overigens niet alleen aan de apothekers,
maar ook aan de huisartsen(zorggroepen). Hoewel
de farmacie dus (nog) niet in de beleidsregel geïnte-
greerde zorg voor diabetes, copd en cvrm wordt opge-
nomen, maakt de farmaceutische zorg altijd al deel
uit van goede zorg. In de diabetesstandaard wordt de
farmaceutische zorg nu ook opgenomen. Dat betekent
dat de samenwerking en afstemming tussen ketenpart-
ners zal moeten verbeteren. Is het niet per 2012 dan
wel per 2013 of 2014. Dat zijn vaak ingewikkelde pro-
cessen. De regionale ondersteuningstructuur (ROS) die
vanaf 2011 ook de apothekers ondersteunt, heeft er
een mooie taak bij gekregen.
in een spagaat
Wat zijn de effecten op de patiënt? De belangrijkste
zorg lijkt het borgen van de continuïteit, de toeganke-
lijkheid en de medicatieveiligheid. De veranderingen
komen met name voort uit de wens om de bekostiging
te moderniseren en hiermee de transparantie op de
inkoopmarkt te vergroten. Om de kosten te beheersen,
wat macro-economisch noodzakelijk en gewenst is.
Zeker ook voor verzekerden waar solidariteitsprincipes
van ons zorgsysteem door stijgende premies worden
ondermijnd. Maar de effecten op de (oudere chroni-
sche) patiënt mogen in dit veranderingsproces niet uit
het oog worden verloren.
Apotheken komen in een spagaat. Enerzijds nood-
zaakt de lagere omzet door het preferentiebeleid om
de kosten te reduceren en bijvoorbeeld het aantal apo-
thekersassistentes te verlagen. Anderzijds moet er juist
in kwaliteit geïnvesteerd worden (farmaceutische dien-
sten). Het lijkt onvermijdelijk dat de dichtheid van de
apotheken zal afnemen. Daarmee staat het effect van
een andere farmaceutische bekostiging op gespannen
voet met de wens van minister Schippers om de zorg
in de buurt te versterken.
tools voor meten kwaliteit
Waar vroeger één gemiddelde prijs voldeed, schui-
ven we op via een systeem met een bandbreedte met
maximumtarieven naar een verder gedifferentieerd
functioneel bekostigingssysteem met vrije tarieven
voor de farmaceutische zorg. De apothekers hebben
hun strategische positie de laatste jaren al flink zien
veranderen. Vrije prijzen betekent opnieuw aanpassin-
gen, met name op de zorgmarkt, waar de functionele
omschrijving mogelijk voor nieuwe concurrentie kan
zorgen. Maar ze bieden apothekers ook kansen om
zich te onderscheiden en te positioneren. Op de zor-
ginkoopmarkt waar de zorgverzekeraars het inkoop-
beleid moeten aanpassen aan de nieuwe bekostiging,
heeft de zorgverzekeraar echte tools in handen om
voor kwaliteit te gaan betalen. Het is te hopen dat par-
tijen verantwoord met dit veranderingsproces omgaan
en de positieve en negatieve effecten goed wegen om
te voorkomen dat het niet alleen op kostenbeheersing
uitdraait. •
drs. Brigitte C. drees MBA apotheker POLOS BV en J.e. de
Wildt MHA Commonsense BV/Foto’s: Hugo Vernonde
17 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Meer weten over MijnGezondheid.net? Kijk op www.pharmapartners.nl
Dimensies in samenwerken
Patiëntgericht samenwerken.
Als zorgverleners beter met elkaar willen samenwerken,
moet de onderlinge communicatie in elk geval optimaal
zijn georganiseerd. Dat is het uitgangspunt van al onze
ICT-oplossingen.
Dat geldt natuurlijk ook voor de communicatie met de
patiënt. Via het patiëntenportaal MijnGezondheid.net
vergroten huisartsen bijvoorbeeld hun bereikbaar-
heid en bieden zij patiënten een uitstekende service.
MijnGezondheid.net geeft betrouwbare informatie over
medicijnen en aandoeningen en stimuleert patiënten
meer regie te nemen over hun eigen gezondheid.
Patiënten kunnen een afspraak noteren in de openge-
stelde delen van de agenda, een e-Consult aanvragen,
eerder voorgeschreven medicijnen bestellen en hebben
de mogelijkheid om een deel van hun dossier in te zien.
MijnGezondheid.net is gebaseerd op open standaarden
en op dit moment volledig geïntegreerd met het huis-
artseninformatiesysteem Medicom®. Dit betekent dat u
als huisarts nauwelijks extra handelingen hoeft te ver-
richten voor de online communicatie met uw patiënten.
Het kan zo eenvoudig zijn...
Jeroen Cornelissen
is eigenaar van iC25 en
lid van NZE.
De verschillende kampen in de discussie over marktwerking
in de zorg komen uiteindelijk tegenover elkaar te staan bij het
beantwoorden van de vraag: ‘Is de huidige situatie gewenst?’
Het ene kamp geeft dan als antwoord: ‘Nee, we zijn halverwege de invoering van de markt-
werking blijven steken, we moeten nu doorpakken’. Het antwoord van het andere kamp is:
‘Nee, de marktwerking is al te ver doorgevoerd, we moeten een paar stappen terug zetten’.
Het antwoord zou echter ook geheel anders kunnen luiden.
Toen de gezondheidszorg zo’n 125 jaar gelden ontstond in de vorm die wij nu kennen, was
deze gericht op ‘beter maken’. Je was ziek of je had een ongeluk geleden en dat moest wor-
den gerepareerd. De meeste mensen moesten de artsen zelf betalen, want je kon je daar toen
nog niet voor verzekeren. Later kwamen er ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverze-
keraars; die sloten aan op de situatie van toen. Sindsdien is er veel verbeterd in de zorg, wor-
den steeds meer ziekten bestreden en is het aandeel van de chronische ziekten sterk gegroeid.
Nu gaat ongeveer 70% van alle ziektekosten op aan chronische zorg. De naam van de verze-
keraars is daarin meegegroeid, want zij heten nu zorgverzekeraars.
Wat niet is meegegroeid, is onze kijk op de gezondheidszorg. Het wordt tijd dat we dat gaan
nuanceren. De Amerikaan Clayton Christensen heeft die nuance aangebracht. Hij heeft de
gezondheidszorg in drie groepen ingedeeld: Gekende zorg, Onderzoekszorg en Chronische
zorg. In de Gekende zorg zijn de verbanden tussen oorzaak en gevolg bekend. Ziekten en
kwalen als urineweginfecties zijn eenduidig vast te stellen en te genezen; je zou bij de behan-
deling zelfs een garantiebewijs kunnen afgeven. Bij Onderzoekszorg is dat verband er niet zo
duidelijk: daar moeten huisartsen en specialisten door middel van Trial and Error en vaak
meerdere diagnosemiddelen de oorzaak proberen te achterhalen. Bij Chronische zorg is een
prominente rol voor de patiënt weggelegd die, in samenspel met de (huis)arts en de prak-
tijkondersteuner, zoekt naar een stabilisatie of geleidelijke verbetering van de ziekte.
Marktwerking kan uitstekend toegepast worden op de Gekende zorg, maar in het geheel niet
op de Onderzoekszorg. Marktwerking in de Onderzoekszorg is als een jonge koe in de lente
loslaten in een wei met sappig gras: The Sky Is The Limit en als het dier de kans krijgt,
wordt de hele wei afgegraasd. Niet omdat het dier zo gulzig is, maar omdat de natuur zo
werkt. Het enige wat de boer moet doen, is de koe in de juiste wei loslaten.
De eerder gegeven antwoorden moeten dan ook niet op één vraag worden teruggevoerd,
maar op twee. Marktwerking is nog niet ver genoeg doorgevoerd bij de Gekende zorg, maar
is al veel te ver doorgedrongen in de Onderzoekszorg. Als we dit erkennen, kunnen beide
kampen elkaar misschien weer de hand reiken.. •
Column Jeroen Cornelissen
tWeeDeling in De Zorg is ongeWenst; het WorDt tijD voor een DrieDeling
SLIMMER ORGANISEREN
19 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Het programma Op één lijn is ingezet voor versterking van de organisatiekracht
in de samenwerkende eerste lijn. Dé eerste lijn bestaat niet. Het is een bundeling
van verschillende disciplines, die elk op hun eigen gebied actief zijn. Hieronder
staan twee projecten, geïnitieerd vanuit de fysiotherapie.
OP ÉÉN LIJN
FYsiotherapeuten in BeWeging
project hartFalen: een stap erBijIn Enschede zet het netwerk van eerstelijnsfysiothera-
peuten zich al tien jaar in voor patiënten met COPD.
Ze vormen een samenwerkingverband met de long-
artsen en tweedelijnsfysiotherapeuten en werkten ook
samen in een wetenschappelijk onderzoek. Daarbij
was hartfalen een exclusie-criterium. Terwijl fysieke
training van patiënten met hartfalen leidt tot een beter
inspanningsvermogen en tot een verbeterde kwaliteit
van leven.’
Er zou een nieuw onderzoek volgen voor patiënten
met zowel hartfalen als COPD. Dit werd uitgesteld,
maar een aantal fysiotherapeuten had zich al speci-
fiek geschoold en wilde aan de slag met
mensen met hartfalen. Op dat moment
deed de mogelijkheid van Op één lijn
zich voor. ‘Dat hebben we aangegre-
pen’, meldt Erik Vunderink. ‘Revalidatie
van patiënten met hartfalen is van groot
belang. Dat kan in een intramurale set-
ting, maar het kan ook in de eerste lijn.
Dankzij de ervaring met het COPD-
netwerk konden we een onderbouwde
aanvraag indienen. Bij de uitwerking heb-
ben we de adviezen van ZonMw meege-
nomen. Zoals het betrekken van de pati-
entenorganisatie en monitoring vanuit de
zorgverzekeraars..’
meer doorverwijzingen
Een van de doelen is om méér patiënten met hart-
falen in de eerste lijn te trainen. Dat moet haalbaar
zijn. Want uit de nulmeting bleek dat van de 3.360
patiënten bekend bij het Medisch Spectrum Twente,
slechts 42 patiënten fysiotherapie krijgen. ‘Met de
maatschap cardiologie maken we afspraken voor meer
doorverwijzingen naar fysiotherapeutische zorg’, geeft
Vunderink aan. ‘Daarbij starten patiënten in het zie-
kenhuis met 24 behandelingen. De follow-up vindt
plaats in de eerste lijn. Vervolgens kijken wij of ze kun-
nen doorstromen naar beweegactiviteiten in de buurt.
Het uiteindelijke doel is dat de fysiotherapeutische
zorg is ingebed in een standaard zorgprogramma.’
vertrouwen in eigen kunnen
‘Mensen met hartfalen moeten weer vertrouwen krij-
gen in hun eigen kunnen’, benadrukt Erik Vunderink.
‘Deze groep heeft vaak last van vermoeidheid en kort-
ademigheid. Daardoor gaan ze minder bewegen en
dat leidt tot een negatieve spiraal. Fysiotherapeuten
kunnen hen ondersteunen bij een actievere leefstijl.
Vaak gaat het om kleine, maar belangrijke stapjes.
Het verschil tussen thuisblijven of zelf boodschappen
doen, bijvoorbeeld.’
In de projectgroep zijn cardiologen, hartfalenverpleeg-
kundigen en eerste- en tweedelijnsfysiotherapeuten
vertegenwoordigd. ‘Zij hebben een commitmentver-
klaring getekend. Dat is van belang, je kunt elkaar aan-
spreken op gemaakte afspraken.’
Derde subsidieoproep Programma Op één Lijn
Begin juni is de derde ronde voor praktijkprojecten binnen het pro-
gramma Op één lijn geopend. Mis het niet en kijk dus op de website van
ZonMw: www.zonmw.nl/opeenlijn
20de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
innovatie is inspirerend
‘Innovatie is inspirerend, stelt Vunderink vast. ‘Je kunt
iets betekenen voor de individuele mens. Het gaat
om teamwerk: als professionals de randvoorwaarden
scheppen waardoor mensen zo goed mogelijk kunnen
functioneren met zo min mogelijke beperkingen. Je
moet die zorg regionaal organiseren. Innovatie bete-
kent ook dat er kartrekkers nodig zijn en zij moeten
worden gefaciliteerd. Daarom is het goed dat het pro-
gramma Op één Lijn is uitgezet. Er is veel behoefte
aan effectieve samenwerking in de eerste lijn, in ketens.
Het geheel is nu eenmaal meer dan de som der delen.’
participatie vraagt om BeWegenFysiotherapeute Lenny Diepenmaat voelt zich erg
betrokken bij ouderen. Ze heeft tien jaar in een ver-
pleeghuis gewerkt en werkt vijf jaar in een eerstelijn-
spraktijk waar ze vooral ouderen ziet. Ook volgt ze de
specialisatie fysiotherapie geriatrie en is projectleider
van ‘Participatie vraagt om bewegen’. Dit project richt
zich op 65-plussers in de Leeuwardense wijken Nylân
en Huizum-West.
netwerk zorg en welzijn
‘In deze wijken wonen veel ouderen, licht Lenny
toe. ‘In totaal gaat het om bijna 1.800 65-plussers.
De meesten daarvan willen in hun eigen wijk blijven
wonen. Behoud van maatschappelijke participatie en
gezondheid is daarbij van groot belang. Daarom wil-
len we een programma ontwikkelen voor bewegen en
leefstijl van ouderen. Dat gebeurt door de opzet van
een netwerk van fysiotherapeuten, huisartsen, specia-
listen ouderenzorg, thuiszorg, diëtisten, psycholoog en
ergotherapeuten. In samenwerking met de gemeente,
zorgverzekeraar en Welzijn Leeuwarden. Gezamenlijk
kun je de mensen echt iets bieden op gebied van pre-
ventie en behandeling van functiebeperkingen en het
stimuleren van maatschappelijke participatie.’
sportnetwerk
Er komt een tweede netwerk. ‘Er zijn tal van gezonde
65-plussers die je anders niet in het vizier hebt.
Daarom zetten we een sportnetwerk op met sportver-
enigingen, trainers en begeleiders. Mensen moeten zo
lang mogelijk gezond blijven bewegen. Nu haken men-
sen vaak af omdat ze de veertigers niet meer kunnen
bijhouden. Daarvoor moet aandacht zijn. Inmiddels is
er al een breed aanbod voor ouderen in de wijk: wan-
delen, fietsen, hardlopen, fitness, nordic walking. Het is
de kunst om daar brede bekendheid aan te geven.’
Als mensen zich aanmelden, vindt eerst een intake
plaats. Met conditie-, kracht- en balanstesten. ‘Dan
bespreken we welke activiteit goed bij de persoon zal
passen. Mensen kunnen meer dan ze zelf vaak den-
ken. Ze moeten vertrouwen krijgen. Wij fungeren
als doorgeefluik en kunnen ze net dat zetje geven dat
nodig is.’ •
Tekst: Gerda van Beek
TNO doet mee
Het project past naadloos in de proeftuin ‘De Vitale Oudere’ van TNO.
Daarom doet TNO ook mee aan de ontwikkeling. ‘Het is fijn om gebruik
te kunnen maken van hun kennis en kunde’, geeft Lenny Diepenmaat
eerlijk toe. ‘Het is interessant om te zien hoe netwerkvorming tot stand
komt. Met veel mensen uit verschillende disciplines en culturen. We
spreken soms een andere taal. Maar het doel is hetzelfde: kijken wat we
kunnen betekenen voor de oudere inwoner.’
21 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Graydon is één van de grootste kredietinformatiebureaus van Europa. Wat heeft
zo’n bureau met de kleine eerstelijnszorg? Gertjan Kaart, algemeen directeur
van het van oorsprong Nederlandse Graydon, geeft de antwoorden.
Wat zijn de belangrijkste redenen voor
activiteiten in de eerste lijn?
‘De eerstelijnszorg is een relatief nieuwe sector voor
Graydon. We screenen de kredietwaardigheid van
alle sectoren en we zien nu dat er steeds meer vra-
gen komen uit de eerstelijnszorg. Veroorzaakt door de
schaalvergroting, de effecten van de financiële crisis,
de marktwerking en de eigen betalingen aan tandarts
of apotheek. Schaalvergroting zien we bij huisartsen,
apothekers en fysiotherapeuten. Maar ook bij tand-
artsen die zich ontwikkelen tot mondzorgbedrijfjes
met enkele miljoenen omzet. De marktwerking en de
betere oriëntatie op de klant zorgen voor meer trans-
parantie en hogere service. Dat vraagt weer om gro-
tere investeringen, meer bedrijfskapitaal en dus wor-
den grotere risico’s gelopen door zorgbedrijven en
leveranciers.’
Werden zorgaanbieders eerder niet
beoordeeld?
‘Als kleine ondernemers werden ze natuurlijk al langer
beoordeeld op kredietwaardigheid. Bijvoorbeeld bij de
aanschaf of de huur van een bedrijfspand of een auto.
Dat waren vooral privé of gecombineerde privé-werk
screeningen. Het gaat nu steeds meer om de bedrijfs-
voering zelf. De financiële crisis heeft geleerd dat er
geen enkele sector is die geen risico’s kent. Hoewel het
aantal zorgaanbieders dat failliet gaat nog zeer beperkt
is, zijn er apothekers en tandartsen die in de financi-
ele problemen zitten. De aandacht voor de financiële
bedrijfsvoering, kredietmanagement en het beheer van
openstaande posten wordt belangrijker.’
Wat is een kernactiviteit van graydon?
‘Het screenen van leveranciers of klanten op financi-
ele risico’s. Zorgverzekeraars, ziekenhuizen en toeleve-
ranciers zijn oude bekenden voor Graydon, maar nu
worden ook zorggroepen van huisartsen gescreend.
Graydon helpt bedrijven met inventariseren van risi-
co’s en het verbeteren van financiële bedrijfsprocessen.
Hierdoor worden de risico’s verminderd en is de conti-
nuïteit beter gegarandeerd. Koepel- en franchiseorga-
nisaties kunnen Graydon vragen om de leden te scree-
nen op financiële instabiliteit. Het goede imago van de
groep moet behouden blijven; het effect van een faillis-
sement van één zorgaanbieder kan de goede naam van
een hele groep beschadigen.’
geeft u eens een concreet voorbeeld?
‘De technische ontwikkeling zorgt voor steeds meer
decentralisatie van de zorg. Een echo-apparaat in
een huisartsen- of fysiotherapiepraktijk kost al snel €
30.000. Dus worden apparaten geleasd. Voordat een
leasebedrijf een contract tekent, is de kans groot dat
Graydon om advies wordt gevraagd over de krediet-
waardigheid van de zorgaanbieder. Met behulp van
verschillende bronnen kan de kans op financiële proble-
men of discontinuïteit haarfijn worden voorspeld. Dit
leidt tot een positief advies, tot een waarschuwing voor
een verhoogd risico of tot een gefundeerde afwijzing.’
hoe kijkt u naar de markt in de eerste lijn?
‘Wij rekenen op een groeimarkt. Veroorzaakt door
BEKOSTIGING &
CONTRACTERING
Graydon treedt de eerste lijn binnen
BeoorDeling van risico’s en KreDietWaarDigheiD
Controleer de
financiële gezondheid
van uw relaties.
www.graydon.nl
22de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
vrije prijzen, hoofdaannemers voor eerstelijns DBC’s,
diagnostiek in de eerste lijn, hulpmiddelen en farmacie
in de integrale bekostiging en substitutie van de tweede
naar de eerste lijn. Er zijn steeds meer gebouwen in
de eerstelijnszorg nodig om de extra arbeidskrachten
te huisvesten. Niet alleen leveranciers zullen Graydon
benaderen, maar ook groepen zorgaanbieders die een
aannemer in de zorg willen beoordelen of een ICT-
leverancier willen screenen vanwege de levering van
een KIS systeem.’
Dus een kritische omgang met alle
toeleveranciers?
‘Stel dat je net alle ICT-systemen ingericht hebt en de
leverancier gaat failliet. Of je bent een eerstelijnscen-
trum aan het bouwen en de aannemer stopt. Op dit
soort problemen kun je anticiperen met een kredietbe-
oordeling. Na een debacle met declaraties van enkele
jaren terug, zijn er nu zorgorganisaties die de decla-
raties van eerstelijns DBC’s hebben uitbesteed. Zijn
deze bedrijven gescreend? Welke garanties zijn er dat
de declaraties op de bankrekening van de hoofdaanne-
mers terechtkomen? Is het werkkapitaal verdeeld over
meerdere banken? Risicomanagement is een speer-
punt van Graydon en een blinde vlek van veel bestuur-
ders.’
De marktwerking zorgt voor meer
transparantie voor de patiënten en
zorgverzekeraars. Wat zijn de gevolgen?
‘De vrijblijvendheid wordt minder. Daardoor worden
hogere eisen gesteld aan bedrijfsprocessen en uitkom-
sten. Er is meer efficiency nodig met lagere marges,
doordat het werk toeneemt en de vergoeding niet
groeit. In andere markten is dat al gebruikelijk, in de
zorg is dit in opkomst. Je kunt je financiële ratings
voorstellen voor ziekenhuizen; ofwel hoe staat het met
de solvabiliteit. Ook informatie als transmurale afspra-
ken, verwijsgedrag of preferentiebeleid bij medicatie
kunnen effect hebben op de kredietbeoordeling van
een zorgorganisatie.’
Is een financieel keurmerk een optie?
‘Een aantal zorgaanbieders heeft al keurmerken of is
geaccrediteerd, gericht op kwaliteit en soms klanttevre-
denheid. In de toekomst kan een financieel keurmerk
aan de orde komen. Hiermee kan een koepelorgani-
satie of een zorggroep de financiële robuustheid en
daarmee betrouwbaarheid en continuïteit etaleren.
Een dashboard om deze ontwikkelingen te monitoren
is voor sommige bedrijfstakken al gebruikelijk. Ik ben
ervan overtuigd dat dit in de zorg ook ontstaat.’ •
Tekst: Kees Kommer/Fotografie: Graydon
Tandarts met of zonder “leasebak”
Een tandarts bestelt een nieuwe auto met financiering. Zonder dat de
tandarts dit weet, wordt Graydon gevraagd de kredietwaardigheid in te
schatten. Dit gebeurt op basis van openbare en eigen bronnen. Omdat
er nog enkele onduidelijkheden zijn, wordt de tandarts door Graydon
gebeld. De man weigert informatie te verschaffen. Hij krijgt vervolgens
van de dealer te horen dat de auto niet doorgaat. Wanneer hij een dag
later wèl aanvullende informatie levert op www.graydon.nl, kan hij
twee maanden later trots in zijn nieuwe auto rondtoeren.
Gertjan Kaart,
managing director
van Graydon:
‘Schaalvergroting
zorgt voor
concentratie van de
activiteiten, maar
ook voor concentratie
van de risico’s.’
Naast bedrijfsinformatie levert Graydon Incasso diensten en Interim
Professionals. Meer informatie: www.graydon.nl en telefoon 020 567 97
50. Wilt u op dit interview reageren? Stuur een mail naar Mattijs van de
Weijer: [email protected]
23 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
‘De GGZ is een verzamelbak geworden. Ging het vroeger om mensen met psy-
chiatrische problemen, in de loop van de tijd is alle psychische hulp onder de
noemer van GGZ bijeengeveegd. Nu dreigt de hulpverlening te verzuipen in pro-
blemen als adhd, autisme, angststoornissen, somberheid, relatieproblemen,
leervraagstukken en depressies. We moeten beter filteren. Het verwijsmodel
naar de GGZ via de huisartsen werkt contraproductief. Te vaak schrijven huisart-
sen zelf medicijnen voor of sturen cliënten direct door naar de tweedelijns GGZ.
We moeten naar voren denken en inzetten op zelfredzaamheid van de cliënt.’
Martin de Heer, voorzitter van de Raad van Bestuur
van Mentaal Beter, is ervan overtuigd dat zorgverle-
ners de vraag naar psychische hulp straks niet meer
aan kunnen. ‘Daarom wil onze organisatie bijdragen
aan een goed toegankelijke en betaalbare geestelijke
gezondheidszorg voor huidige en toekomstige cliënten.
Personele en financiële ontwikkelingen vragen om een
nieuwe ordening van de zorg. Het gedrag en de gezond-
heid van mensen zijn hierbij steeds het vertrekpunt.’
Wat kan een cliënt wel!
Hij filosofeert verder: ‘We zien mensen die uit balans
zijn geraakt en moeite hebben hun zelfredzaamheid
te behouden of het zelfs helemaal kwijt zijn geraakt.
We richten ons dan niet alleen op het behandelen van
klachten, maar ook op het versterken van de moge-
lijkheden die iemand wèl heeft. Mentaal Beter ziet
dan een gezondheidszorg die dat proces ondersteunt.
Hulpverlening met minder zorginstinct, waar cliën-
ten afhankelijk van kunnen worden, meer gericht op
eigen kracht en mogelijkheden. Hulpverleners van de
toekomst zullen niet alleen vakinhoudelijk excellent
moeten zijn, maar ook sociale intelligentie en vaar-
digheden nodig hebben om mensen te overtuigen en
te activeren. We noemen deze houding en competen-
tie bij mensen en zorgprofessionals zelfredzaamheid.
Zelfredzaam is iets anders dan er alleen voor staan.
Het is de kunst om mensen zodanig te helpen dat ze
zelf weer verder kunnen met hun leven, ook al brengt
dat bepaalde beperkingen met zich mee. De omgeving
waarin mensen leven is daarbij van belang. Mensen
kunnen juist zichzelf beter redden als er gezonde inter-
actie is met hun leefomgeving, zoals school, werk, ken-
nissen en vrienden.’
mensen helpen vitaler te worden
Hoe zich dat vertaalt in de hulpverlening? Martin de
Heer spreekt over ‘naar voren denken’. Want: ‘Mensen
kunnen zelfredzaam zijn als ze hun problemen aanpak-
ken voor die echt uit de hand lopen. De zorg heeft van
nature de neiging om haar energie op zware gevallen
achter in de keten te richten. Naar voren denken bete-
kent niet beginnen bij de klachten, maar bij het terug-
NIEUWE
ORGANISATIE-
VORMEN
Mentaal Beter stimuleert zelfredzaamheid binnen de GGZ
‘naar voren DenKen Bij groeienDe vraag naar psYchische hulp’
E-mental health
E-mental health behandelingen worden steeds belangrijker. Het Britse
programma Beating the Blues kan bij lichte tot milde depressie face-to-
face behandelingen vervangen. Moodfilter is een zelfhulpprogramma
voor somberheid in een vroeg stadium. Het programma Fearfighter
brengt cognitieve gedragstherapie voor angst- en paniekstoornissen
naar het internet. Bijkomend voordeel van e-mental health behandelin-
gen: de cliënt kan direct starten.
24de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
brengen van risico’s door mensen te helpen vitaler
te worden en op hun verantwoordelijkheid te wijzen.
Deze filosofie koppelen we aan een “stepped and
matched care model” dat helpt om ggz naar voren te
halen, in de eerste lijn waar ze licht en efficiënt kan
zijn (zie figuur). Zware zorg wordt niet afgeschaft maar
wordt juist geconcentreerd en voorbehouden voor de
die mensen die wel last hebben van ernstige psychiatri-
sche klachten. In een steeds groter deel van de gezond-
heidszorg kan en moet dus psychische hulp in de eerste
lijn worden geboden.’
Franchise en eigen vestigingen
De eigen verantwoordelijkheid telt ook voor de eigen
professionals en ondernemers in de franchise-organisa-
tie van Mentaal Beter. ‘Wij stellen professionals in staat
om hun vak zo goed mogelijk uit te oefenen, zonder
dat hiervoor grote, logge organisaties en structuren
nodig zijn. Mentaal Beter ondersteunt vrij gevestigden
door hen samen een gezicht en een stem te geven en
door hen administratie uit handen te nemen. De fran-
chiseorganisatie helpt de professional om zich in te zet-
ten vanuit de eigen autonomie met een gezamenlijk
Martin de Heer was
samen met evelien
Parigger in 2005
een van de eerste
franchisenemers.
de praktijken die
zij samen hebben
opgericht, behoren
nu tot de eigen
vestigingen van
Mentaal Beter.
Stepped and matched care
De filosofie van “naar voren denken” vertaalt
zich in een zorgmodel dat inzet op brede, maar
lichte zorg met een sterk e-health component
en goede filtering zodat cliënten met zwaardere
psychische klachten goed worden doorverwezen.
Vooral in de “lage treden” is veel te winnen.
25 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
kwaliteitssysteem, bijvoorbeeld met HKZ-certificering
en intercollegiale toetsing. Hiernaast hebben we een
twaalftal eigen vestigingen, waarin we verbeteringen
van zorg- en werkprocessen ontwikkelen en toetsen.
De proefkamer voor zorglogistiek en e-health. We
geven jonge mensen de kans zich in het vak te ontwik-
kelen, met bijvoorbeeld 30 opleidingsplekken voor psy-
chologen.’
De lijnen zijn kort
Het kwaliteitssysteem is sterk op het resultaat gericht.
Wat levert een behandeling op, is voor ons een cen-
trale vraag, legt Martin de Heer uit. ‘We streven naar
een zo optimaal mogelijk effect van de behandeling
van kinderen, jeugdigen, volwassenen en ouderen. De
lijnen zijn kort, de professionals zijn toegankelijk, aan-
spreekbaar en koppelen snel terug. Ze onderhouden
goede relaties met verwijzers, scholen en werkgevers,
dus plaatsen waar de cliënt te vinden is. In mei zijn de
voorbereidingen voor een pilot gestart met de zorg-
groep PoZoB waarbij de huisartsen en de poh’s ggz
ondersteund worden in online screening en het werken
met e-mental health behandelingen. Dit project, dat
de huisarts ook helpt in zijn functie van poortwachter
naar de tweede lijn, wordt uitgevoerd in samenwer-
king met de zorgverzekeraars CZ en UVIT, tevens zijn
VWS en de NZa geïnformeerd, die positief hebben
gereageerd en graag volgen hoe deze pilot verloopt.’
•
Tekst: Kees Kommer/Fotografie: Esther van de Sandt
Onderdeel Interhealth
Mentaal Beter is een WTZi-toegelaten zorginstelling. De 420 psycho-
logische, psychotherapeutische en psychiatrische specialisten (80%
is vrouw) werken uit 150 kleinschalige praktijken, verspreid over
Nederland. Mentaal Beter maakt als zelfstandige eenheid deel uit van
Interhealth in Dordrecht, waaronder ook het reïntegratiebedrijf AIM-
NZC valt.
Wegens groei en uitbreiding van de activiteiten zoekt De Eerstelijns een
ACCOUNTMANAGER DE EERSTELIJNS De accountmanager verricht in opdracht de volgende werkzaamheden: • Leggen van commerciële contacten, bedenken van commerciële activiteiten• Adviseren van de directeur en hoofdredacteur over commerciële activiteiten• Verkoop van De Eerstelijns activiteiten of producten; • Advertenties • Abonnementen • Advertorials • Presentaties • Banners, website • Activiteiten • Het voor opdrachtgevers ontwikkelen van geïntegreerde communicatieconcepten met een optimale inzet
van print, online en social media. De accountmanager stelt een plan van aanpak op voor marktbenadering en werkt hierbij samen met de directeur en de senior accountmanager. De accountmanager verwerkt de contacten, prognoses en resultaten in het CRM systeem. De accountmanager wordt gehonoreerd op basis van een percentage van de omzet. Voor meer informatie kunt u mailen naar [email protected] of bellen met 06-51821078.
DE EERSTELIJNS
Personeelsadvertentie.indd 1 19-05-11 19:19
26de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Jan Erik de Wildt
is eigenaar van Commonsense BV
en houdt zich bezig met redesign
van de eerste lijn
Wilt u reageren? Stuur een mail
naar [email protected].
Over twee jaar kent de zorg zo’n groot personeelstekort dat
eerstelijns zorgaanbieders kunnen kiezen met welke zorgverze-
keraar ze contracten willen afsluiten. De capaciteit is beperkt,
zodat niet iedereen bediend kan worden. Door substitutie en
zorg in de buurt kan vooral de eerstelijnszorg de vraag niet
aan. Dus zullen prijzen stijgen. En zal de NZa ingrijpen. Want
de kosten van de zorg maken onderdeel uit van het budgettaire
kader zorg; ofwel het plafond wat we in Nederland met zijn allen aan zorg willen uitgeven.
Toch moet een redelijke prijs worden betaald, want anders worden de gewenste kwaliteit niet
gerealiseerd. Als alternatief kan de zorgverzekeraar altijd nog de dure ziekenhuiszorg inkopen.
Dat werkt dan natuurlijk gelijk door in de premie en het eigen risico van de verzekerden en dat
kost dus gegarandeerd gezonde verzekerden. Maar ja, dat is het ondernemersrisico.
Terug naar het personeelstekort. Zorgverzekeraars die nu extreem moeilijk doen over contrac-
ten, innovaties en nieuwe ontwikkelingen, zorgverzekeraars die nu zorgaanbieders in de kou
laten staan, zouden wel eens problemen kunnen krijgen met hun zorgplicht. Want hoewel een
zorgaanbieder liever helemaal niet selecteert aan de voordeur, heeft het versnipperde contrac-
teerbeleid van dit moment wel dat effect. Als de zorgaanbieders gewend zijn om met voorkeurs-
verzekeraars te werken, bevalt ze dat misschien wel goed. Dan draaien vraag en aanbod zich om
en krijgen we een situatie waarin de zorgaanbieder elk jaar de verkoopvoorwaarden aanpast.
Bijvoorbeeld: certificering voor de zorgverzekeraar, eisen die worden gesteld aan transparan-
tie; het salaris van ieder lid van de Raad van Bestuur en het marketingbudget dat beschikbaar
wordt gesteld voor de voetbalclub. Dat moet worden omgerekend in de kosten per verzekerde
en afgezet tegen de meerwaarde. Let wel: graag in het format van de hoofdcontractant op tijd
ingeleverd. Ook geen bedrijfsreserves meer voor de zorgverzekeraars en we tekenen alleen maar
meerjaren contracten.
De eerstelijnszorg nodigt u in juni wel uit voor een bespreking van het contract met terugwer-
kende werking tot 1 januari. Wilt u niet? Geen probleem voor u drie andere. Zonder trans-
parantie, geen contract. Dat staat in de verkoopvoorwaarden van de eerstelijnszorgaanbieder.
Want die heeft in de markt met vrije prijzen (tegen die tijd met maximum tarieven) de zorgver-
zekeraars voor het uitkiezen. Bij wijze van spreken dan, want er zijn er dan nog maar weinig
over. Als de zorgverzekeraar nu een onuitwisbare indruk achterlaat met zijn inkoop- en contrac-
teerbeleid, dan zullen eerstelijnszorgaanbieders met een olifantengeheugen nog wel eens aan
hem denken.
Hetzelfde gebeurt met hoofdcontractanten (huisartsenzorggroepen) die nu onderaannemers
niet netjes behandelen, uitbuiten of uitsluiten. Ook daar bestaan zorgaanbieders met een oli-
fantengeheugen. Kortom, de lange termijn effecten van het huidige inkoopgedrag zijn heel erg
“natuurlijk” voorspelbaar ……….. •
Column Jan Erik De Wildt
oliFantengeheugen
27 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
‘Hé brother’, begroeten zijn Afrikaanse patiënten hem. Waarop de uit Tanzania
afkomstige huisarts Athumani Athumani met enig gezag reageert: ‘Ik ben niet je
brother, maar je dokter, je adviseur’. Soms krijgt hij aan het eind van het consult
nog snel de groeten van oma uit Marokko. Hij zegt het lachend, want het zijn juist
deze kleurrijke patiënten die maken dat hij met veel plezier als huisarts in het
Rotterdamse gezondheidscentrum Tarwezigt werkt. Al blijft zijn hart ook trek-
ken naar zijn Afrikaanse geboorteland. ‘De mensen daar hebben me harder nodig
dan hier.’
‘Kijk, als ik mijn arm zo rond mijn hoofd vouwde en
mijn schouder kon aantikken, dan mocht ik naar de
lagere school’, zegt Athumani, terwijl hij de beweging
voordoet. Hij had geen geboorteakte, dus dit was des-
tijds de manier om te bepalen of hij oud genoeg was
om naar school te mogen. ‘De klas zat onder een grote
boom en als het regende ging ik niet. Het kon soms
weken achter elkaar regenen’, herinnert hij zich. Ieder
jaar keert hij een week of zes terug naar Mnyuzi, waar
hij geboren is, om daar als arts te werken. ‘Waar ik als
jongetje van zes met alleen een kakibroekje aan door
de modder struinde.’ Het is keihard werken, elk dag
spreekuur van acht tot soms wel tien uur ’s avonds.
Zodra de mensen weten dat hij er weer is, staan ze
voor hem in de rij. ‘De tam tam werkt sneller dan
internet. Het lijkt wel of mensen hun klachten opspa-
ren. “Zes maanden geleden had ik hoofdpijn dokter,
wat zou dat kunnen zijn?” Hoe weet ik dat nu, zeg ik
dan.’
geen rolmodel
De kamer van Athumani, vol met gebruiksvoorwer-
pen, beelden en foto’s, getuigen van zijn afkomst. In
zijn boekenkast staan Chinese boeken en op de ach-
tergrond klinkt zacht salsamuziek. Hij spreekt vloeiend
Mandarijns. Hij groeide op in Tanzania en vertrok, net
als een aantal vrienden, naar China om daar genees-
kunde te gaan studeren. De liefde bracht hem naar
Nederland en aan de Erasmusuniversiteit volgde hij de
huisartsenopleiding. Na eerst in onder meer Rockanje
te hebben waargenomen, koos hij voor gezondheids-
centrum Tarwezigt, waar hij sinds 2005 werkt. ‘Dat
was een bewuste keuze en dat moet ook. Ik heb hier
meer contact met mijn patiënten. Je wordt bij de hele
familie betrokken. Ze vertellen me heel veel en nemen
me in vertrouwen. Ik geef hen advies en samen over-
leggen we wat te doen. Goede communicatie met de
mensen is de basis van mijn werk hier. Ik moet geduld
opbrengen, zorgen dat ik hen begrijp en dan ontstaat
er vertrouwen. Hier werken is wat ik wil.’
Athumani wekt niet de indruk dat het werken in een
achterstandswijk hem zwaar valt. Maar zijn patiënten
zijn lang niet altijd doorsnee en vergen meer tijd. Ze
komen uit alle windstreken. De laatste tijd ziet hij ook
MENSEN &
MOTIVATIE
Huisarts Athumani Athumani is echt een vertrouwensfiguur
‘WerKen in achterstanDsWijK moet honDerD procent BeWuste KeuZe Zijn’
Terug naar Tanzania?
Hoewel Athumani op zijn plek is in Tarwezigt, laat zijn geboorteland
hem niet los. Zijn broers en zussen zijn na een verblijf in het buitenland
teruggekeerd naar hun vaderland, waar hun vader nog woont. Af en toe
speelt Athumani met de gedachte om dat ook te doen, maar hij heeft
een dochter van zestien waar hij rekening mee wil houden. Wel gaat hij
elk jaar terug. ‘Ik sponsor de school en ga nu bijvoorbeeld zorgen dat er
goede toiletten komen. Ook ben ik betrokken bij het voetbal- en basket-
ballteam. Mijn patiënten weten van mijn projecten daar. Ze waarderen
me en willen kennelijk iets terugdoen. Een aantal heeft mutsen gebreid
en ze verzamelen tweedehands kleding voor me. De bovenetage van
mijn huis lijkt wel een tweedehandskledingzaak.’
28de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
veel Oost-Europeanen. ‘Je moet geen vooroordelen
hebben. Je weet dat sommigen een andere ziektebe-
leving hebben, je moet veel uitleggen, dat wij bijvoor-
beeld terughoudend zijn met het voorschrijven van
antibiotica. Soms komen ze met een aantal familiele-
den naar het spreekuur. In het begin vond ik het ver-
moeiend, vroeg ik me af hoe ik al die patiënten op die
ene ochtend kon zien.’
Voelt hij zich wel eens overvraagd? Na lang nadenken:
‘Ik heb een rol als arts hier. Maar patiënten vragen
me ook vaak of ik hier geboren ben. Nee, antwoord ik
dan. Voorzichtig vertel ik dat ik door keihard te wer-
ken hier wat bereikt heb.’ Hij beschouwt zichzelf liever
niet te veel als een rolmodel. ‘Dat vind ik een te grote
verantwoording.’
Zorg asielzoekers is topsport
Meerdere malen benadrukt Athumani dat hij vrijwel
elke dag met een positief gevoel naar huis gaat. ‘De
hele dag moet ik wel alert zijn. Ik ben hier niet alleen
huisarts, maar vaak ook psycholoog. Mensen komen
met psychosomatische klachten, ze hebben veel pro-
blemen, ook financiële. Je moet goed op de hoogte zijn
van de sociale kaart hier. Mensen laten me allerlei for-
mulieren zien, omdat ze niet weten wat ze ermee moe-
ten. We werken hier multidisciplinair, ik weet snel wie
ik kan benaderen. Een aantal patiënten is analfabeet,
soms hebben ze diabetes. Ik ben daarom zo blij met
onze praktijkondersteuner. Deze patiënten hebben bij-
zondere zorg nodig, zij heeft de tijd om alles drie keer
uit te leggen.’
Wekelijks heeft Athumani een spreekuur in het asiel-
zoekerscentrum. ‘Een totaal ander spreekuur, deze
patiënten zijn allemaal getraumatiseerd. Ze zitten al
jaren in een kleine kamer en mogen niet werken, niets.
Daar raken ze nog getraumatiseerder door. Ze spreken
amper Nederlands. Het werken met een tolkentele-
foon vind ik lastig. Het onderbreekt het contact met de
Athumani Athumani
houdt in zijn
geboortedorp elke
dag spreekuur van
acht uur ’s morgens
tot soms wel tien uur
’s avonds.
‘We zijn strenger
geworden, hebben
regels afgesproken’
de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 201129
patiënt. Iemand klaagt over buikpijn, ik moet goed
vragen waar de alarmsymptomen zitten. Is het koliek-
pijn, vraag ik. Blijkt dat woord niet te bestaan in som-
mige talen. Daar werken, vind ik topsport. Een sim-
pele verkoudheid wordt met allemaal toeters en bellen
gepresenteerd.’
Werken met een tolk is soms ook frustrerend, zegt hij
eerlijk. ‘Het komt voor dat een tolk een heel verhaal
maakt van die ene zin die ik zeg.’ Hij is ook geen voor-
stander van tolkende kinderen. ‘Laatst kwam hier een
vrouw met gynaecologische klachten met haar zoon-
tje van zes. Hij moest vertalen, maar dat heb ik direct
stop gezet. Dat kan ik niet accepteren, het kind weet
niet eens wat menstruatie is. Soms haal ik onze Turkse
assistente erbij.’
Grenzen stellen hoort erbij. Patiënten die twee keer
niet komen opdagen worden eerst uitgenodigd voor
een gesprek, voordat ze een nieuwe afspraak krijgen.
‘Vaak kwamen ze met de smoes dat hun beltegoed op
was. We zijn strenger geworden en hebben regels afge-
sproken. In het begin was dat lastig, maar nu gaat het
beter.’
Bij de les blijven
Gezondheidscentrum Tarwezigt werkt mee aan het
versterken van de eerste lijn. Het centrum is NHG-
geaccrediteerd en is aangesloten bij het Rotterdamse
netwerk van academische praktijken dat de komende
tijd gestalte krijgt. Dat betekent onder meer dat de
huisartsenpraktijken hun database met patiëntgege-
vens gaan openstellen voor onderzoek. ‘Je moet bij de
les blijven’, zegt Athumani. Hij is ervan overtuigd dat
het huisartsenvak gediend is met goed wetenschappe-
lijk onderzoek. ‘Als huisarts volg je natuurlijk nascho-
ling en doe je mee aan het Farmacotherapeutisch
Overleg. Maar het is ook goed om mee te doen aan
wetenschappelijk onderzoek, je daarin te verdiepen en
de uitkomsten daarvan met elkaar te bespreken. Het
levert niet alleen betere patiëntenzorg op, maar ook
kwalitatief goede huisartsenzorg, het versterkt het vak.’
Een mooi voorbeeld van innovatie is een project rond
ouderenzorg. ‘Onze praktijkondersteuner gaat op de
fiets ouderen thuis bezoeken. Ze gaat na of ze zich
nog kunnen redden in het dagelijks leven en hoe het is
gesteld met de polyfarmacie.’ •
Tekst: Corina de Feijter/de foto’s zijn in Tanzania gemaakt
30de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Hoeveel patiënten zie je dagelijks? Hoe hebben jullie de zorg na vijf uur gere-
geld? Wat is het verschil tussen een doktersassistent en praktijkondersteuner?
De groep Chinese beleidsmakers, artsen, doktersassistenten en verpleegkundi-
gen die vorige maand een aantal Rotterdamse gezondheidscentra bezocht, zat vol
vragen over hoe wij de eerste lijn organiseren.
Het ijs is bij binnenkomst direct gebroken. Hoe kan
het ook anders als de gastvrouw en gastheer je in je
eigen taal verwelkomen. Maatschappelijk werkster
Lai Ming Cheung, werkzaam in gezondheidscen-
trum Katendrecht en Athumani Athumani, huisarts
in gezondheidscentrum Tarwezigt, gaan het gesprek
moeiteloos aan.
De zestien mensen uit Shanghai willen van alles
weten. Het gaat er informeel aan toe. “Jullie moeten
een goede relatie met de tweede lijn hebben”, merkt
iemand op. Hij denkt dat de huisarts voor iedere
patiënt die hij verwijst een bepaald bedrag krijgt. Hoe
pakken we infectieziekten aan? Een instantie als onze
GGD kennen ze in China niet.
liever stad dan platteland
Onze eerste lijn kenmerkt zich door laagdrempelig-
heid en zorg dicht bij de mensen in de wijk. Is dat iets
om ook in Shanghai, een stad met 22 miljoen inwo-
ners, door te voeren? De Chinese huisarts bestaat niet.
Zorg wordt geleverd vanuit ziekenhuizen; zonder geld
en relaties kom je niet ver. Ook China kent een toe-
nemende vergrijzing, meer chronische ziekten en co-
morbiditeit. De beleidsmakers zouden graag zien dat
hun dokters en verpleegkundigen ook zorg in de wijk
gaan leveren. Dat vergt een cultuuromslag: het idee
leeft dat een dokter in een ziekenhuis meer aanzien
heeft. De animo onder hen is niet groot om in een
praktijk te gaan werken op het platteland waar de faci-
liteiten stukken minder zijn dan in een ziekenhuis.
Klachten onbekend fenomeen
In haar kleine notitieboekje noteert de Chinese vrouw
de stappen die we hier ondernemen als een patiënt een
klacht heeft. Ze kijkt verbaasd, want een patiënt met
een klacht, dat kennen ze niet in haar land. Of neem
zoiets als triage. Onze assistenten en dokters kijken
naar de symptomen en vragen die goed uit middels tri-
age. Chinese dokters zijn niet gericht op symptomen,
maar kijken naar alle klachten van de patiënt. Dat
maakt triage een stuk lastiger.
Uitleggen hoe onze verzekeringsstelsel in elkaar steekt
en wat een eigen risico is, valt niet mee. De bezoekers
kijken er van op dat patiënten na een bezoek aan de
huisarts zo door kunnen lopen naar de aangrenzende
apotheek. •
De eerste lijn Door chinese ogen
Later die week bezochten ze een gezondheidscentrum in Capelle aan de
IJssel, waar ze werken met een medicijnrobot, en in Nesselande. dat zich
ontwikkelt in de richting van een anderhalflijns centrum. De organisatie
was in handen van ROC Zadkine, dat contacten met de Universiteit van
Shanghai onderhoudt.
MENSEN &
MOTIVATIE
de Chinese delegatie voor het
gezondheidscentrum Katendrecht
de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 201131
EXECUTIVE MASTERCL ASS EERSTELI JNS BESTUURDERSDe eerstelijns gezondheidszorg is een dynamisch werkveld. Er komen nieuwe organisaties op, er is behoefte aan onder-nemerschap en aan bestuurders die inzicht hebben in geavanceerde bedrijfsvoering, zoals met zorggroepen en facilitaire organisaties. De nieuwe marktregels en het politieke krachtenveld vragen om strategisch inzicht. Patiëntenparticipatie, zelfmanagement en klanttevredenheid zijn vernieuwende elementen in het zorgproces. Er is behoefte aan een op de praktijkgerichte leergang die de snelle veranderingen kan duiden en een handvat biedt om goed te besturen: de Executive Masterclass Eerstelijns Bestuurders.
VO O R B E S T U U R D E R S VA N E E R S T E L I J N S O R G A N I S AT I E SDe Masterclass wordt gegeven voor bestuurders van eerstelijns organisaties die strategisch leiding geven aan gezondheidscentra, thuiszorg-organisaties, zorggroepen, huisartsenlaboratoria, regionale ondersteuningsorganisaties voor eerstelijnszorg, huisartsenposten, GGD, directies van koepel-, branche- of patiëntenorganisaties en commerciële eerstelijns organisaties. Accreditatie voor professionals wordt aangevraagd.
A C T U E L E O N T W I K K E L I N G I N P E R S P E C T I E F VA N E E R S T E L I J NIn de Executive Masterclass presenteren topdocenten en ervaringsdeskundigen de actuele ontwikkelingen in het perspectief van de eerstelijns zorg. De vier aandachtsterreinen in het programma zijn: - Organisatiestrategie [positionering, onderscheidend vermogen, marketing, samenwerken of concurreren, macro-economische ontwikkelingen, patiëntenperspectief] - Bedrijfsprocessen [ketenzorg, shared service centers, communicatie & connectivity, ICT, sturen op resultaat, kennis- en veranderingsmanagement] - Financiering [ketenfi nanciering, substitutie, fi nanciering door banken, bouwen/gebouwbeheer] - Juridische zaken [private public samenwerking, rol van toezichthouders NMa en NZa, juridische constructies, wetgeving, ethisch ondernemen]
A C H T B I J E E N KO M S T E N VA N T W E E DAG E NDe Masterclass omvat acht bijeenkomsten van twee aaneengesloten dagen met overnachting in een vergaderhotel in het centrum van het land (totaal 40 dagdelen).Data 2011: 15 – 16 september, 13 – 14 oktober, 17 – 18 november 2011Data 2012: 12 – 13 januari, 16 – 17 februari, 15 – 16 maart, 12 – 13 april, 24 – 25 mei 2012.Gekozen is voor een kortdurend programma met beperkte overhead, conform de cultuur van de eerste lijn. De kosten per deelnemer bedragen € 9100 (betaling in twee termijnen mogelijk); exclusief kosten van overnachting.
O R G A N I S AT I EDe Executive Masterclass voor Eerstelijns Bestuurders wordt georganiseerd door TRANZO, Wetenschappelijk centrum voor transformatie in zorg en welzijn van Tilburg University. Er is accreditatie verleend voor huisartsen, verloskundigen, eerstelijns psychologen en apothekers. Accreditatie voor andere 1e lijn disciplines is aangevraagd. Programmaleiding: Prof. dr. Dinny de Bakker en Jan Erik de Wildt MHA. Meer informatie of voor aanmelding: Jan Erik de Wildt [email protected] 06 – 51821078 of Emely Scharbaai [email protected] 013 – 46636
De Masterclass zet actuele ontwikkelingen in een theoretisch kader
Interactie tussen wetenschap, praktijk en zorgvraagInteractie tussen wetenschap, praktijk en zorgvraag
28
Door de schaalvergroting en de toenemende complexiteit en verantwoordelijk-
heid in de eerstelijnszorg, groeien de eisen die aan eerstelijnsbestuurders wor-
den gesteld. Ook voor zittende bestuurders is het investeren in competentie-
ontwikkeling te overwegen. Maar over welke competenties moet een eerstelijns
bestuurder beschikken?
In het kader van de Masterclass eerstelijnsbestuur-
ders heeft Van Campen Consulting een database met
competentieprofielen tot haar beschikking. Daarnaast
is een expertgroep van ervaren eerstelijnsbestuurders
verzocht om de competenties te beoordelen. Op basis
hiervan zijn de volgende acht kerncompetenties gese-
lecteerd uit een groep van 36 competenties die aan de
functie van eerstelijnsbestuurder zijn gekoppeld.
• Analyseren
• Besluitvaardigheid
• Omgevingsbewustzijn
• Pro-activiteit
• Overtuigingskracht
• Integriteit
• Ondernemerschap
• Visie
Beoordeling
Voor eerstelijns bestuurders die zichzelf willen beoor-
delen en benchmarken bestaat een internetapplicatie.
Naast een persoonlijke en individuele beoordeling kan
ook gekozen worden voor een uitgebreidere screening
door collegabestuurders, toezichthouders of managers
te bevragen. Tot slot kan gekozen worden voor een
doorlopende meting, waarbij periodiek de competen-
tieontwikkeling gemeten wordt.
Zelfonderzoek
Wilt u weten of u aan het profiel van een eerstelijnsbe-
stuurder voldoet? Of wilt u weten op welke onderde-
len u zich verder kunt bekwamen? Dan kunt u deelne-
men aan een anoniem zelfonderzoek via internet. Dit
is een gevalideerd onderzoek dat bestaat uit een capa-
citeitstest (78 minuten), een persoonlijkheidsvragenlijst
(20 minuten) en een drijfverentest (10 minuten). Elke
deelnemer krijgt een individuele rapportage toege-
stuurd. De screening wordt begeleid door de arbeids-
en organisatiepsycholoog Sara Bloemers, die telefo-
nisch een terugkoppeling geeft over de testresultaten.
Uw gegevens worden anoniem gebruikt om de data-
base van eerstelijnsbestuurders verder te ontwikkelen.
De onderzoekers van Van Campen Consulting zijn
verplicht tot geheimhouding. Het is niet toegestaan om
aan derden enige mededeling te doen over uw score
en/of organisatie.
meedoen?
De kosten van dit competentieonderzoek bedragen € 250
per deelnemer. Door sponsoring van TRANZO/
Universiteit van Tilburg/Masterclass eerstelijnsbe-
stuurders betalen de eerste 50 deelnemers slechts €
200 per deelnemer. Voor inschrijving voor dit com-
petentie-onderzoek of uitgebreidere onderzoeken met
meerdere personen, kunt u contact opnemen met drs
Sara Bloemers arbeids- en organisatiepsycholoog bij
Van Campen Consulting, telefoon 0413 – 375711 of
mail [email protected]. •
Digitaal zelfonderzoek naar capaciteit, persoonlijkheid en drijfveren
competentieproFiel eerstelijnsBestuurDers
ADVERTORIAL
Anoniem
zelfonderzoek via een
internetapplicatie
33 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Dat in de opleidingen meer aandacht besteed moet worden aan de verschillende
competenties die nodig zijn om binnen en buiten de eerste lijn meer met elkaar
te gaan samenwerken, is een open deur! Recent herhaalden 40 experts dit cli-
ché. De wijze waarop dat moet gebeuren, blijft onduidelijk. Evenals de betekenis
voor de huidige generatie zorgverleners die opgeleid is in een ‘ouder’ paradigma.
Dit artikel beschrijft de consequenties voor het opleiden aan de hand van twee
recente ontwikkelingen: een Lancet-rapport over het opleiden van zorgprofessio-
nals en de entree van nieuwe beroepen in de eerste lijn.
In december 2010 verscheen een lijvig rapport en
artikel over Health Professionals for a new century
[1]. Aanleiding voor dit rapport zijn vier belangrijke
ontwikkelingen.
• Snelle demografische en epidemiologische ver-
anderingen zetten alle gezondheidszorgsystemen
onder druk.
• Toenemende eisen van de bevolking voor gezond-
heidszorg op maat.
• Technologische innovaties.
• Professionele taakdifferentiatie.
Het gevolg is dat de zorg kostbaarder en meer
complex wordt en dus meer eisen stelt aan de hui-
dige werkers in de zorg en aan het zorgsysteem.
Wereldwijd hebben alle systemen daar moeite mee,
ook in Nederland. De basis voor de verandering moet
worden gelegd in de opleidingen. Maar de zorgoplei-
dingen passen zich niet in hetzelfde tempo aan.
hardnekkige problemen
De huidige cultuur van zorginhoudelijke professionals
houdt een aantal hardnekkige problemen in stand.
Zoals:
• mismatch van zorginhoudelijke competenties met
de noodzakelijke mens- en populatiegerichte com-
petenties;
• slecht multidisciplinair teamwerk;
• persisterende man/vrouw verschillen naar profes-
sionele status;
• beperkte focus op de technologische veranderin-
gen;
• focus op episode georiënteerde zorg in plaats van
continue zorg;
• dominante ziekenhuisoriëntatie ten koste van de
eerste lijn, of anders gezegd een dominante ziek-
teoriëntatie in plaats van generieke mensoriëntatie;
• zwak leiderschap in de zorgsector.
De inspanningen om de veranderingen in te voeren
strandden meestal door het zogenaamde ‘tribalism of
the professions’. In andere woorden: de neiging van de
diverse professies om in isolatie of zelfs in competitie
met anderen te handelen. Deze analyse is zeker ook
JAN VAN ES
INSTITUUT
Eerstelijnsopleidingen:
van ZorginhouDelijKe proFessional naar eerstelijnsleiDer!
34de EERsTEliJns nr. 3 ~ april 2011
van toepassing op de Nederlandse situatie, waar vrij-
wel geen enkele opleiding de behoeften van de patiënt
en populatie centraal zet. Veel opleidingen gaan nog
uit van de monodisciplinaire kennis en zetten mond-
jesmaat in op interprofessionele competenties.
paradigmashift?
Om een verandering in gang te zetten ziet de Lancet
commissie de oplossing in ander opleidingsconcept:
van een dominant via een interprofessioneel naar een
concept van transformative learning. Met als doelstel-
ling change agents op te leiden (zie figuur).
Transformationeel leren vraagt om drie fundamentele
veranderingen:
• van feitenkennis naar een actieve leerhouding,
gericht op onderzoek, analyse en synthese voor
besluitvorming;
• van zoeken vanuit professionele waarden naar
kerncompetenties voor effectieve samenwerking en
• van kritiekloze adoptie van het geleerde naar
creatief gebruik van (wereldwijde) hulpbronnen om
deze in te zetten voor de lokale prioriteiten.
Met andere woorden, we zoeken naar nieuwe profes-
sionals en nieuw leiderschap in de zorg die in staat zijn
om de steeds snellere ontwikkelingen te vertalen naar
een steeds weer passend zorgaanbod. Het gaat niet
meer alleen om kennis van professionals, maar om
een competentie bij alle zorgverleners om steeds weer
te kunnen schakelen in de nieuwe omgeving. De vak-
inhoudelijke kennis en het zijn van professional moet
worden ingezet in een multidisciplinaire omgeving,
waarbij men in een team van rol moet kunnen wis-
selen, afhankelijk van de noden van de patiënt. Deze
cultuurverandering sluit nauw aan bij de essentiële
elementen die volgens ons nodig zijn om het door de
burger ervaren vloeiende proces van zorg- en dienst-
verlening in de eerste lijn te realiseren.
recente nieuwe beroepen
Door de toename en de grotere complexiteit van de
zorgvraag en de demografische veranderingen van het
arbeidspotentieel in de eerste lijn, zien we veel nieuwe
beroepen hun intrede doen, met name in de huisarts-
praktijk. De noodzaak van effectief teamwerk is aan
de orde van de dag voor elke groeiende organisatie. De
toenemende druk op de eerste lijn om meer zorg in de
buurt te leveren die is afgestemd met alle andere zorg-
verleners en het weghouden van zorg uit de tweede lijn
(substitutie) vraagt om een ander type zorgverlener en
nieuw leiderschap (change agents).
aanvullende competenties
Effectief en systematisch teamwerk in termen van
samenwerking, communicatie en gedeelde visie en
verantwoordelijkheden, niet alleen met de andere
zorgverleners maar bovenal samen met de patiënt, èn
eerstelijnsleiderschap met een focus op de noden van
de populatie, zijn noodzakelijke aanvullingen op de
huidige competenties. De opleidingen hebben deze
competenties nog onvoldoende opgenomen. Voor de
beschrijving van deze competenties bevelen wij aan
om aan te sluiten bij de CanMEDS [2] methodiek en
de elementen van het Expanded Chronic Care Model
[3]. De vruchten van deze paradigmashift zullen nog
lang op zich laten wachten. Intussen zal de huidige
generatie zorgverleners zo goed mogelijk moeten wor-
den ondersteund om de noodzakelijke cultuurverande-
ring door te voeren. •
Bronnen:
[1] Health professionals for a new century: transforming education to
strengthen health systems in an interdependent world; The Lancet Vol
376 December 4, 2010
[2] CanMEDS: Royal College of Physicians and Surgeons of Canada
[3[ Expanded Chronic Care Model: World Health Organization
opleiden nieuwe leiders
Het Jan van Es Instituut wil zich met haar partners in haar scholings-
activiteiten nadrukkelijk profileren om deze paradigmashift te realise-
ren. Met masterclasses, leergangen en trainingen voor zorgverleners
en bestuurders in de eerste lijn worden nieuwe leiders met aanvul-
lende competenties opgeleid.
35 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Bij het komende afscheid van Wil Hameleers, medisch specialist in de regio Zuid
bij de divisie Medici & Vrije Beroepen van ABN AMRO, bevestigt de bank haar
strategie. Waar praktijkbegeleiding veelal in het verleden naar het intermediair
ging, wordt dat nu zelf steeds meer ter hand genomen. ‘Wij kennen de klant als
geen ander en met het toegenomen ondernemerschap in de eerste lijn, moeten we
deze dienstverlening niet meer onnodig uitbesteden,’ verklaart Ronald Dijkstra.
Ronald Dijkstra is Hoofd Financiële Planning en
Medici & Vrije Beroepen bij ABN AMRO in Zuid-
Nederland. Hij legt uit: ‘Onze klanten in het medi-
sche beroep zijn veranderd. Net zoals de bakker en de
slager niet meer op de hoek van de straat hun winkels
hebben, zijn de huisartsen en paramedici veelal toege-
treden tot grotere organisaties of hebben zich op gro-
tere, centraal gelegen locaties gevestigd. Gebleven is de
behoefte van de patiënt aan persoonlijk contact met
zijn zorgverlener in de eerste lijn. Wat evenmin veran-
dert, is de persoonlijke band tussen de zorgprofessional
en zijn adviseur in de bancaire wereld. De contacten
worden veelal in de studietijd gelegd, of soms nog eer-
der als kinderen in de medische voetsporen van hun
ouders stappen. Daarna houden we de hele levenscy-
clus contact met elkaar.’
steeds meer ondernemerschap
‘Tijdens de levenscyclus passeren allerlei belangrijke
momenten: studeren en specialiseren, de eerste prak-
tijkvoering, een eventuele inkoop in een maatschap, de
ontwikkeling van een nieuw gezondheidscentrum en
PRAKTIJK-
ORGANISATIE
EN BEDRIJFS-
VOERING
Adviseur tijdens hele levenscyclus
aBn amro neemt praKtijKBegeleiDing nog meer in eigen hanD
Ronald dijkstra: Als we alle kennis en know-
how zelf in huis hebben, waarom doen we de
praktijkbegeleiding dan niet zelf ?
‘Bij het groeien van het
ondernemerschap hoort
praktijkbegeleiding’
36de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
tenslotte de overdracht van de praktijk.’ Zo vervolgt
Ronald Dijkstra. ‘Door de opkomst van zorggroepen,
de uitbreiding van maatschappen en taakherschikking
in de praktijk naar een groter aantal medewerkers,
worden de geldstromen groter en ingewikkelder. Het
komt steeds meer aan op ondernemerschap, hoewel de
zorgverlener hiervoor niet is opgeleid.
Van onze kant, alsmede vanuit de Autoriteit Financiële
Markten, worden steeds meer vragen gesteld bij kre-
dietverstrekking. Goede jaarcijfers, een gedegen risico-
analyse en een marktverkenning moeten een gezonde
praktijkvoering onderbouwen.’
het gelijk aan zijn kant
‘We zijn steeds meer de praktijkbegeleiding gaan doen,
want als bank hebben we alles in huis om dat zelf te
doen. Onze medisch specialist Wil Hameleers heeft
hierin altijd voorop gelopen. Hij kan zich als geen
ander inleven in een klant en heeft nooit begrepen
waarom ABN AMRO in deze fase van de levenscyclus
niet meer prominent aanwezig was.
Het is niet alleen een interessant en leuk onderdeel van
ons vak, juist door onze enorme kennis van de klant
kunnen we hem als geen ander begeleiden, zo stelde
hij altijd. Hij heeft het gelijk steeds meer aan zijn kant
gekregen nu het ondernemerschap en de risico’s in de
praktijkvoering meer op de voorgrond treden.’
netwerk van experts
Ronald Dijkstra verklaart verder: ‘Als we alle kennis en
knowhow zelf in huis hebben, waarom doen we prak-
tijkbegeleiding dan niet zelf ? Naast een goed advies
en een gedegen uitvoering hebben we een uitgebreid
netwerk onafhankelijke fiscalisten, juristen, accoun-
tants, notarissen en projectontwikkelaars beschikbaar.
Een netwerk waarin we de onderlinge contacten en de
deskundigheidsbevordering stimuleren. Daarom heeft
ABN AMRO besloten om landelijk nog meer zelf de
praktijkbegeleiding voor onze cliënten te gaan doen.
Zij kunnen hiervan optimaal profiteren. Onze cliënt
kan zijn leven lang in alle (medische) aspecten op ons
blijven rekenen.’’ •
Tekst: Kees Kommer/Fotografie: ABN AMRO.
Dankzij zijn passie
Wil Hameleers is al bijna 40 jaar werkzaam in het zakelijk advies bij
ABN AMRO Bank N.V. Sinds 1994 is hij als medisch specialist verbon-
den aan de Financiële Planning voor Medici & Vrije Beroepen in Zuid-
Nederland. In het najaar staat zijn pensioen voor de deur, nadat hij
al vanaf 1974 voor de bank de relaties in diverse sectoren in Limburg
heeft behartigd. Na jaren van zakelijk en agrarisch advies, stapte hij
een kleine 20 jaar geleden over naar het medisch specialisme. Elke arts
of specialist en tal van paramedici in Limburg kennen Wil Hameleers.
‘Hij wordt vaak beschouwd als een nestor voor het vak, een man die
meer dan 24 uur per dag voor zijn klanten klaar staat, die zich kan
inleven, vertrouwd de zaken doet en familiair de relatie op de eerste
plaats stelt. Op het moment dat hij in het najaar afscheid neemt van
de bank en zijn cliënten, is een lang gekoesterde wens in vervulling
gegaan. Hij heeft er jarenlang voor gepleit om praktijkbegeleiding meer
prominent als dienstverlening binnen ABN AMRO aan te bieden. Dat is
mede gebeurd door de passie die Wil Hameleers heeft voor het vak van
bancair specialist.’
Wil Hameleers gelooft het zelf nog niet,
maar neemt aanstaand najaar afscheid
van zijn functie als medisch specialist bij
ABN AMRO.
Wilt u meer
weten over
uwfinanciële
mogelijkheden?
Stuur dan een
mailtje naar
ronald.dijkstra@
nl.abnamro.nl.
‘Bij het groeien van het
ondernemerschap hoort
praktijkbegeleiding’
ADVERTORIAL
de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 201137
Copyright ©2010 Merck Sharp & Dohme Corp., a subsidiary of Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA. All Rights Reserved.
Wij vinden dat het ook onze verantwoordelijkheid is om onze geneesmiddelen en vaccins bij de mensen te krijgen die ze nodig hebben, ongeacht waar ze wonen en of ze er geld voor hebben. Om dit te verwezenlijken hebben we vele verreikende programma’s en samenwerkingsverbanden opgezet. Meer informatie vind je op onze website msd.nl.
Door de fusie tussen MSD en Schering-Plough hebben we meer en betere mogelijkheden om mee te helpen om de wereld gezonder te maken. Onze doelstellingen zijn duidelijk en onze betrokkenheid is groot, om gezondheidsvraagstukken op te lossen en nieuwe antwoorden te vinden.
Bij MSD werken wij mee aan een gezonde wereld. Hoe? Door innovatieve geneesmiddelen en vaccins te verstrekken aan mensen over de hele wereld. We bieden ook toonaangevende oplossingen waarmee we het leven van miljoenen patiënten verbeteren. We luisteren goed naar patiënten, artsen en onze andere partners en anticiperen op hun behoeften.
Not just healthcare.
1040001-Ad_210x270_staand.indd 1 25-03-11 12:14
Uiteindelijk kwam het er toch. Minister Edith Schippers van VWS opende in mei
het Medisch Centrum Vathorst. Ze toonde zich bijzonder enthousiast over de
grote variatie in zorg onder één dak. Hiervoor moesten de zorgverleners een fail-
lissement van het stichtingsbestuur overleven. Samen met Casa Medica hebben
zij de verdere ontwikkeling ter hand genomen. Hun onderlinge band is gegroeid
en er is in deze Amersfoortse Vinexwijk invulling gegeven aan een steeds meer
omarmd concept van complete basiszorg.
‘We kennen elkaar als zorgaanbieders goed, het is
beslist geen bedrijfsverzamelgebouw geworden,’ ver-
telt huisarts Felix van den Wissel. ‘De constructie zit
zo in elkaar dat we zeven hoofdhuurders hebben die
bij de woningcorporatie Portaal Eemland hun ruimte
huren. Dit zijn de huisartsen van Arcanum, de Escura
Apotheek, Fysiotherapie Fyzie, de GGD Midden-
Nederland, het RIAGG Amersfoort, Trajectum en
de thuiszorgorganisatie Beweging 3.0. De andere
zorgaanbieders zijn onderhuurders. Met logopedie,
eerstelijns psychologie, verloskunde, Mensendieck,
podotherapie, het Centrum voor Jeugd & Gezin, diag-
nostiek van Saltro, de KNO-arts van Van Linschoten
Specialisten, LIV Voeding & Leefstijladvies en het eer-
stelijns chirurgisch centrum van de Oranje Klinieken
komen we op 20 zorgaanbieders.’
meer dan “pluis” en “niet pluis”
‘Dit laat zien dat we naar een compleet aanbod in de
eerste lijn streven. Een brede basiszorg, inclusief pre-
ventie, maatschappelijke ondersteuning, gemeentelijke
taken en geestelijke gezondheidszorg. Een gezond-
heidscentrum is bijvoorbeeld niet compleet als het
geen bijdrage kan leveren in jeugdzorg. Het moet een
centrum zijn waarop de bewoners in de wijk trots kun-
nen zijn. Het is hun centrum, waar ze zich hartelijk
ontvangen voelen en het verblijf geen straf is. Het is
mooi dat je als huisarts hier verder kunt gaan dan in
het traditionele aanbod van eerstelijnszorg. Wij zetten
hier stappen naar anderhalvelijnszorg met kleine chi-
rurgische verrichtingen. We gaan verder dan “pluis”
en “niet pluis”. In een aantal gevallen kunnen we door
een gespecialiseerde arts of verpleegkundige een diag-
PRAKTIJK-
ORGANISATIE
& BEDRIJFS-
VOERING
Medisch Centrum Vathorst opent met concept voor complete basiszorg
stap in anDerhalve lijn
Minister edith Schippers en Felix van den
Wissel tijdens de opening van Medisch
Centrum Vathorst.
39 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011Copyright ©2010 Merck Sharp & Dohme Corp., a subsidiary of Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA. All Rights Reserved.
Wij vinden dat het ook onze verantwoordelijkheid is om onze geneesmiddelen en vaccins bij de mensen te krijgen die ze nodig hebben, ongeacht waar ze wonen en of ze er geld voor hebben. Om dit te verwezenlijken hebben we vele verreikende programma’s en samenwerkingsverbanden opgezet. Meer informatie vind je op onze website msd.nl.
Door de fusie tussen MSD en Schering-Plough hebben we meer en betere mogelijkheden om mee te helpen om de wereld gezonder te maken. Onze doelstellingen zijn duidelijk en onze betrokkenheid is groot, om gezondheidsvraagstukken op te lossen en nieuwe antwoorden te vinden.
Bij MSD werken wij mee aan een gezonde wereld. Hoe? Door innovatieve geneesmiddelen en vaccins te verstrekken aan mensen over de hele wereld. We bieden ook toonaangevende oplossingen waarmee we het leven van miljoenen patiënten verbeteren. We luisteren goed naar patiënten, artsen en onze andere partners en anticiperen op hun behoeften.
Not just healthcare.
1040001-Ad_210x270_staand.indd 1 25-03-11 12:14
nose laten stellen, waarop vervolgens in het ziekenhuis
een behandeling volgt. Het ziekenhuis moet dan de D
uit de nieuw te openen DBC schrappen.‘
Klantgericht inloop spreekuur
Tijd voor een voorbeeld? ‘Bij een sterilisatie bij een
man in de eerste lijn ligt het percentage complicaties
op slechts 2%, terwijl dat in het ziekenhuis op 6 – 8%
ligt. Vergeet ook niet hoe veel prettiger het voor een
patiënt is dat hij voor een kleine ingreep snel in zijn
gezondheidscentrum in de wijk terecht kan en niet
naar een ziekenhuis hoeft. Ik ben er voorts van over-
tuigd dat 80% van de bezoeken aan een huisartsenpost
geen direct spoedeisend karakter heeft. Met webcon-
sult en een betere triage aan de telefoon kan de ANW-
dienst gedeeltelijk terug naar een gezondheidscentrum.
Wellicht verklaart dit de grote populariteit van ons KIS:
het Klantgericht Inloop Spreekuur, waar onze patiën-
ten 24 uur per dag, 5 dagen vooruit, zelf een afspraak
kunnen maken via de website. Het is een innovatieve
service voor een beperkt aantal “kleinere” klachten
die de patiën ten vooraf kenbaar maken. De KIS heeft
een eigen wachtkamer met 2 ruimtes waar de diagnose
wordt gedaan, vergelijkbaar met een ziekenhuis.’
je moet keuzes maken
Sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet, weet
Felix van den Wissel hoe hij zich als huisarts moet
opstellen. ‘We werden ondernemers, stapten over van
het publieke naar het private domein. In een vraag- en
aanbodgestuurde markt moet je ondernemend zijn en
ondernemend handelen. Je moet een keuze maken:
ondernemer of zorgverlener. Huisartsen proberen
vaak nog beide professies te combineren, dat werkt
steeds minder goed.’ Eerder stond hij voor een andere
beslissing. Hij raakte tijdens zijn studie Geneeskunde
geïnteresseerd in orthopedie. Maar gaandeweg die
specialisatie zag hij in dat het specialisme zijn belang-
stelling voor het totale mensbeeld in de weg stond.
‘Het werk was veel meer gericht op armen en benen,
dan op de mens erachter. Ik miste het holistische.’
Het interieur van
een van de spreek- en
behandelkamers.
40de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Differentiëren en specialiseren
Hij besloot te kiezen voor het vak waarom hij ooit
geneeskunde was gaan studeren. ‘Ik ben dokter met
heel mijn gevoel. Daarom ben ik naar de huisartsen-
opleiding overgestapt. Daar heb ik me een beeld van
de zorg van de toekomst gevormd. Als huisartsen
meer gaan differentiëren en specialiseren, zoals ik
zelf eigenlijk heb gedaan, kunnen zij meer taken van
ziekenhuizen overnemen. Hiervoor heb ik het Win4
model bedacht: de patiënt moet er beter van worden,
de verzekeraar wil doelmatigheid en kwaliteit, de zorg-
aanbieder wil leuk werk doen en geld verdienen en de
overheid wil antwoord op grote zorgvragen. Je houdt
de zorg alleen betaalbaar als je de tweede lijn ont-
last, daarom moet de eerste lijn sterker worden. Geen
onnodige verwijzing naar het ziekenhuis, geen onno-
dige opening van kostbare tweedelijns DBC’s.’ Zaagt
een anderhalve lijn zo aan de stoelpoten van het zie-
kenhuis? ‘Het is niet anders: er zijn te veel ziekenhui-
zen.’
in een nieuwe schil
Het komt er volgens Felix van den Wissel op neer dat
zich rond de tweede lijn een nieuwe schil ontwikkelt
die zorg van ziekenhuizen overneemt, zonder de kost-
bare DBC’s te openen. ‘Het is zorg op basis van een
veel goedkoper consultatietarief, bijvoorbeeld voor
verpleegkundig specialisten. Met een goede schifting
komt ook een deel van de poliklinische zorg in de eer-
ste lijn. Uiteraard volgens NHG-standaarden en uitge-
voerd in gecertificeerde praktijken. Voor de tweede lijn
rest dan de taak om topklinische zorg te leveren. We
hebben hierover langdurig overlegd met het Meander
Medisch Centrum, het topklinische ziekenhuis in
Amersfoort, maar zijn er niet uitgekomen. Ondanks
dat past het Medisch Centrum Vathorst uitstekend in
die nieuwe schil.’ •
Tekst: Kees Kommer/Fotografie: Daniëlle Jaspers
Casa Medica
Na het faillissement van de Stichting Gezondheids-
centrum Vathorst, veroorzaakt door “te hoge
onderzoeks-, advies- en exploitatiekosten”, hebben
de huisartsen Casa Medica ingeschakeld om het sle-
pende project vlot te helpen trekken. Sinds januari
2009 is aan de nieuwe ontwikkeling gewerkt en het
medisch centrum is door het zusterbedrijf Built By
De Wildt op fraaie wijze verder afgebouwd.
de initiatiefnemers
Frans Fluitsma (l.)
en Jan Pier van
Kooten met Ariane
Hamming.
41 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Ze las in het Pharmaceutisch Weekblad over het Congres
Oncologie van de KNMP. Terwijl ze in de apotheek merkte dat
het voor kankerpatiënten in de laatste levensfase heel belangrijk
is om een vast aanspreekpunt te hebben. Zo ontwikkelde zich
bij Lotte Sijben in Service Apotheek Malden de gedachte om een
grotere rol te spelen in palliatieve zorg. In samenwerking met
alle huisartsen en de thuiszorgorganisatie.
NIEUWE
ORGANISTIE-
VORMEN
Palliatieve zorg, georganiseerd door service Apotheek Malden
‘vast aanspreeKpunt voor mensen met veel vragen’
In Service Apotheek
Malden, v.l.n.r.
Lotte Sijben, Marco
Lourens en Gertie
van Gemert.
Lotte Sijben is farmaceutisch consulent in deze apo-
theek. Ze startte begin dit jaar samen met haar apothe-
ker Marco Lourens, het project Palliatieve Zorg. ‘Om
continuïteit in palliatieve zorg te kunnen waarborgen,
zijn in de apotheek koppels gevormd van apothekers-
assistenten. Deze “buddy’s” hebben hun werktijden
op elkaar afgestemd, zodat altijd iemand beschikbaar
is bij vragen over medicatie in de laatste levensfase. In
deze fase richt zich de hulpverlening op het beperken
van lichamelijke klachten en de zorg voor emotionele
42de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
aspecten. Het is een periode waarin veel vragen op een
antwoord wachten. Hieraan kunnen we via de apo-
theek een bijdrage leveren, uiteraard in nauwe samen-
werking met de huisartsen en de thuiszorg.’ Met haar
HBO-diploma is ze verantwoordelijk voor de aanstu-
ring en begeleiding van het project.
extra aandacht, extra kennis
Palliatief wijkverpleegkundige Gertie van Gemert van
de Zorggroep Zuid-Gelderland (ZZG) ervaart in de
thuiszorg het verschil. ‘Je kunt nu echt samenwerken
met de apotheek. In de palliatieve zorg wijzigt de medi-
catie geregeld. Het is bijzonder fijn dat de apotheek
voorraad houdt van een breed scala medicijnen en
hulpmiddelen. Dat bijvoorbeeld een morfinecassette
direct geleverd kan worden. Zo nodig bezorgt de apo-
theek de medicijnen snel, ook op de niet standaardtij-
den. Zodat de patient binnen een kwartier zijn mate-
rialen heeft! Via de buddy’s is altijd iemand met extra
kennis over wondverzorging, mondverzorging, slikpro-
blemen, drinkvoeding of incontinentie beschikbaar in
de apotheek. Zij kennen de patiënten, denken mee en
zijn het vaste aanspreekpunt. Deze zorg van de apo-
theek is een belangrijke bijdrage om kwaliatief goede
zorg te leveren voor mensen in de laatste levensfase.
Er hoeft beduidend
minder aan medicijnen
en hulpmiddelen
weggegooid te worden.
innovatief door kostenreductie
Apotheker Marco Lourens heeft ook naar de kosten-
kant gekeken. ‘Wij leveren de medicijnen en hulpmid-
delen op maat. Een specialist van het ziekenhuis schrijft
bijvoorbeeld een recept voor twee maanden aan hulp-
middelen uit, maar wij zorgen in overleg met de thuis-
zorg voor “gedoseerd” afleveren. Er hoeft beduidend
minder aan medicijnen en hulpmiddelen weggegooid
te worden. Ook wat dat betreft, beschouw ik dit pro-
ject als een zorginnovatie. Ik heb het als zodanig bij
zorgverzekeraar Achmea voorgelegd. Toch is het pro-
ject niet gecontracteerd, met als argument dat het geen
gezondheidswinst oplevert in relatie tot de zorgkosten.
De vraag was of wij de palliatieve patiënten aan een
enquête konden laten meedoen, maar dat vind ik in
deze levensfase moeilijk te realiseren.’
project dat navolging verdient
De wijkverpleging, de huisartsen en de patiënten ken-
nen inmiddels de weg naar Service Apotheek Malden
voor palliatieve zorg. ‘We hebben het project duidelijk
gepresenteerd in het maandelijks overleg tussen apo-
thekers, verpleegkundigen en huisartsen in de gezond-
heidscentra De Vuursteen en De Kroonsteen. Er is een
folder beschikbaar met alle informatie. Het is een pro-
ject dat navolging verdient,’ vindt Lotte Sijben. ‘Niet
alleen in de palliatieve zorg, we denken aan uitbreiding
naar patiënten met complexe aandoeningen. We zijn
als buddy’s inmiddels breed geschoold en kunnen de
farmaceutische zorg uitstekend inhoud geven met zulke
projecten.’ •
Tekst: Kees Kommer/Fotografie: Mandy Brander-FARMAidee
Farmazorg Nijmegen
Service Apotheek Malden maakt deel uit van een groep van elf
apothekers in Nijmegen en omstreken die de maatschap Farmazorg
Nijmegen hebben gevormd. Hieronder valt sinds 2010 de dienst-
apotheek Nijmegen in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis. Service
Apotheek in De Kroonsteen heeft een nevenvestiging in gezondheids-
centrum De Vuursteen in Molenhoek. De palliatieve zorg wordt
vanuit De Kroonsteen georganiseerd.
Lotte Sijben: farmaceutisch consulent en
“buddy” in de palliatieve zorg van de apotheek.
Gertie van Gemert, palliatief
wijkverpleegkundige in de thuiszorg.
43 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
Veel vragen die de laatste tijd door de eerste lijn aan Nicole Kien gesteld worden,
hebben betrekking op zorgverzekeraars. Het gaat er met name om hoe zij zich
gedragen in de onderhandelingen bij de inkoop van eerstelijnsketenzorg. Zij geeft
hier haar persoonlijke visie
Zorginkoop door zorgverzekeraars lijkt in de praktijk-
voorbeelden die ik de laatste tijd krijg aangereikt een
spel te zijn waarin macht, geld, onkunde en ongenuan-
ceerdheid meer aan de orde zijn dan dat er geprobeerd
wordt een innovatie in de eerste lijn te stimuleren. Een
vernieuwing met kwalitatief verantwoorde zorg voor
een chronisch zieke patiëntengroep die de komende
20 jaar alleen maar meer zorg gaat vragen. In som-
mige eerstelijnsorganisaties lijkt de wijze van zorgin-
koop door de betrokken zorgverzekeraars er zelfs toe te
leiden dat de eerste lijn overweegt te stoppen met het
leveren van integrale zorg aan de chronische patiënten
van deze zorgverzekeraars. Daarmee zou, naar mijn
mening, een fantastische ontwikkeling in de ketenzorg,
waar de eerste lijn uitermate trots op mag zijn, door
macht en geld weer om zeep worden gebracht.
ervaring met onderhandelen
Natuurlijk adviseren wij de eerste lijn met alle erva-
ring en deskundigheid die wij in tien jaar tijd met Kien
Legal hebben opgebouwd over de wijze waarop der-
gelijke probleemsituaties kunnen worden voorkomen
of doorbroken. Als juristen hebben we immers wel de
nodige onderhandelingservaring opgebouwd. Gelukkig
leidt dat regelmatig tot een opgeloste situatie. Als zo´n
discussie toch niet in der minne kan worden opgelost,
is er een echt probleem. Harde juridische acties zijn
namelijk moeizaam. Er kan vaak wel een beroep wor-
den gedaan op de in ons rechtssysteem neergelegde
‘preconctractuele goede trouw’ of op het marktorde-
ningsrecht of mededingingsrecht; het slagingspercen-
tage van die acties is vooralsnog laag.
Kostprijzen verschillen
Is dat omdat de eerste lijn ongelijk heeft? Ik vind van
niet. De eerste lijn bestaat doorgaans niet uit geldwol-
ven, artsen die alleen maar voor het geld werken of
investeerders die het grote geld ruiken. Andere terrei-
nen van de zorg laten dergelijke karakteristieken soms
wel zien, maar de eerste lijn heeft die karakteristieken
niet of nauwelijks. De harde opstelling van zorgverze-
keraars bij de inkoop van zorg in de eerste lijn begrijp
ik dus niet. Zo kom ik wel tegen dat er aan zorggroe-
pen gevraagd wordt of zij hun kostprijs tot op de laat-
ste cijfer en komma willen uitleggen en dat anders niet
gecontracteerd wordt. In plaats daarvan zou moeten
worden gesproken over de prijs-kwaliteitverhouding
van het zorgprogramma. Die kostprijs wordt door
de zorgverzekeraar dan openlijk vergeleken met die
van een andere zorggroep, waarna de vraag komt of
de zorggroep zich daaraan wil conformeren, onge-
acht of dat praktisch haalbaar is. Nog even en zorg-
BEKOSTIGING &
CONTRACTERING
ZorginKoop: Zorgen om De toeKomst!
Nicole Kien: ‘de
harde opstelling van
zorgverzekeraars
bij de inkoop van
zorg in de eerste lijn
begrijp ik niet.’
44de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
groepen kunnen beter in Nederland alle kostprijzen
en zorgprogramma´s vooraf naast elkaar leggen om
vervolgens een afgestemd product aan te bieden…..
Of nee, dat mag weer niet van de mededingingsauto-
riteiten! De definitie van vrij onderhandelbare tarieven
krijgt hiermee een heel andere dimensie. Is dit nu ver-
antwoorde zorginkoop?
geen onredelijk tarief
Ik kom ook tegen dat een zorggroep gewoon de eis
van de zorgverzekeraar krijgt om het tarief voor een
zorgprogramma te laten zakken, ongeacht het feit dat
datzelfde tarief al langere tijd door de dominante zorg-
verzekeraars wordt aanvaard. Een onredelijk tarief kan
het dan toch eigenlijk niet zijn anders was het nooit al
langer gecontracteerd? Toch houden zorgverzekeraars
in dergelijke gevallen ongenuanceerd voet bij stuk en is
het als het ware slikken of stikken. Soms wordt naar het
tarief in een andere zorggroep verwezen. Maar dat die
zorggroep de keten tegen die voorwaarden heeft weten
te organiseren met een dergelijke prijs, hoeft toch niet
te betekenen dat dat overal in Nederland tegen die-
zelfde voorwaarden kan?
Stel nu dat de zorggroep niet tot overeenstemming met
de zorgverzekeraar komt. Wat gebeurt er dan feitelijk
met de verzekerden van die verzekeraar? Zijn wij in
Nederland inmiddels bereid om te aanvaarden dat die
patiënten dan geen geïntegreerde eerstelijnszorg ont-
vangen, terwijl andere patiënten dat wel ontvangen? Ik
denk dat onze wetgeving dat zelfs in de weg staat.
plichten vervullen
Daar waar zorgverzekeraars voor hun verzekerden
een wettelijke plicht hebben om ervoor te zorgen dat
zij de zorg die zij nodig hebben gewoon conform de
stand van de wetenschap en de praktijk kunnen krijgen,
denk ik dat zorgverzekeraars nog maar eens heel goed
moeten bedenken of zij die plicht langs de huidige weg
van zorginkoop in de komende jaren kunnen blijven
vervullen. Ik voorspel namelijk dat, als zij zich blijven
opstellen zoals ik nu in veel gevallen die aan mij wor-
den voorgelegd zie gebeuren, zorgverkopers in de eer-
ste lijn (zorggroepen en anderen) de komende jaren de
moed op gaan geven. Als zorgverzekeraars zorginkoop
op deze wijze doorzetten, schat ik in dat die zorginkoop
de ontwikkeling van innovatie in de eerstelijnsgezond-
heidszorg ernstig in de weg gaat staan. Ik hoop dat het
nooit zo ver komt. •
Nicole Kien
Naschrift: Zoals ik al vaker uitleg, bereiken mij in mijn
praktijk altijd alleen de situaties waarin zaken fout
gaan. Daarmee is mijn beeld van de realiteit mogelijk
wat te negatief. Als u zorginkoop wel op prettig wijze
ervaart en het resultaat mag er ook naar zijn, felici-
teer ik u en uw zorgverzekeraar daarmee van harte en
wens u een voorspoedige voortzetting uw goede ver-
standhouding toe.
45 de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
46de EERsTEliJns nr. 5 ~ juni 2011
inFo Disclaimer
Alle auteurs- en/of databankrechten worden uitdrukkelijk
voorbehouden. Behoudens de in de Auteurswet gestelde uit-
zonderingen, mag niets uit deze uitgave van De Eerstelijns
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit-
gever worden verveelvoudigd, opgeslagen in enig geauto-
matiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in eni-
gerlei vorm of op enige wijze. Aan de verstrekte informatie
in deze uitgave van De Eerstelijns kunnen geen rechten
worden ontleend. Hoewel aan het samenstellen en het tot-
standkomen van deze uitgave van De Eerstelijns de uiter-
ste zorg is besteed, kan de afwezigheid van (druk) fouten,
onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledig heden
niet worden gegarandeerd en aanvaarden de auteur(s), de
redacteur(en) en de uitgever geen enkele aan sprakelijk heid
voor eventueel voorkomende (druk)fouten, onjuistheden,
onvolkomen-heden en/of onvolledigheden, noch ook voor
de gevolgen hiervan. De uitgever legt de gegevens van de
ontvangers van De Eerstelijns vast voor toezending van de
uitgaven De Eerstelijns, welke zodanige gegevens ook door de
uitgever kunnen worden gebruikt om hen informatie te ver-
strekken over relevante producten en diensten. Bij bezwaar
daartegen kan contact worden opgenomen met de uitgever.
aan Dit nummer WerKten mee: Athumani Athumani, Mandy Brander, Jeroen Cornelissen, Brigitte Drees, Corina de Feijter, Daniëlle Jaspers, Nicole Kien, Leo Kliphuis, Johan Polder, Esther van de Sandt, Hugo Vermonde, Thijs Wessels, Jan Erik de Wildt, Marjon Zijlstra.
aBonnementeninFo:Opgave en vragen over abonnementen:Abonnementenland,Postbus 20, 1910 AA Uitgeestt. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63
(€ 0,10 per minuut) f. 0251-31 04 05Site: www.bladenbox.nl voor abonneren
of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen.
Beëindigen abonnement: Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk) dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn.Abonnementskosten: € 66,- per jaar, 10 uitgaven. Prijswijzigingen voorbehouden.Collectieve abonnementen: vanaf 10 ex. € 62,-, vanaf 30 ex. € 60,-,vanaf 70 ex. € 55,-; zie de website www.de-eerstelijns.nl.
coloFonDe Eerstelijns is een vakmagazine voor alle samen werkende zorgverleners in de eerste lijn en is een uitgave van de Eerstelijns BV. ISSN: 2210-643X
uitgever: Jan Erik de Wildt
reDactieraaD:Leo Kliphuis en Jan Erik de Wildt
aDvertenties:Marjon Zijlstra, De Eerstelijns B.V.Postbus 5034, 5201 GA ‘s-Hertogenboscht. 06 28 84 58 12, e. [email protected]
reDactie: Gerda van Beek, Kees Kommer (hoofdredacteur)
reDactieaDres: De Eerstelijns B.V.Postbus 5034, 5201 GA ‘s-Hertogenboscht. 073 610 46 57 e. [email protected]
vormgeving: De VormstrateegOpmaak: Knijnenburgproducties.nl
eerstelijns agenDa01-07 5e nationale congres chronische Zorg Educatorium UMC Utrecht 9.30 - 16.30 uur www.unitzorginnovatie.nl
14-09 Zorggroepencongres 2011 ’t Spant, Bussum 9.00 – 17.00 uur www.bsl.nl/zorggroepencongres
15-09 executive masterclass eerstelijns Bestuurders Tranzo, Tilburg University 15-09-2011 t/m 25-05-2012 Aanmelden: [email protected] of [email protected]
15-09 jaarcongres v&vn praktijkverpleegkundige en praktijkondersteuners Regardz De Eenhoorn, Amersfoort 9.00 - 16.30 uur www.praktijkverpleegkundigen- praktijkondersteuners.nl
15-09 leergang nieuwe ros-adviseurs16-09 4-daagse training in Conferentiecentrum Kaap Doorn en in Jan van Es Instituut, Almere (op 22/09 en 11/11) www.jvei.nl
04-11 4e congres eerste lijn Schouwburg, Almere 9.30 – 16.30 uur www.integratedcare.org
23-11 1e oostelijke eerstelijnsdag Apeldoornse Congres & Evenementenhal De Americahal, 10.00 – 18.00 uur www.eerstelijnsdag.nl
Roche DiagnosticsPostbus 10071300 BA Almere
Eén klik, dat is alles.
Ontdek het nieuwe prikken met unieke houder met 6 lancetten, dus geen losse lancetten meer om aan te raken. Zeer gebruiksvriendelijk: aanspannen en prikken in 1 klik.
• Eenvoudig: aanspannen en prikken in 1 klik – eenvoudig in gebruik.• Zacht: met Clixmotion® technologie en 11 verschillende diepte-instellingen – vrijwel pijnloos• Uniek: 6 lancetten in een houder: lancetten zijn niet zichtbaar en aanraken van lancetten is
niet nodig – handig en veilig De vingertoppen van uw patiënten zullen u dankbaar zijn.
Accu-Chek® FastClix – de prikpen die werkt met slechts 1 klik.
Ontdek wat mogelijk is.
Ga voor meer informatie naar www.accu-chek.nl of neem contact op met uw Accu-Chek Account Manager.
AC
CU
-CH
EK, C
LIX
MO
TIO
N e
n FA
STC
LIX
zijn
han
dels
mer
ken
van
Roc
he. ©
201
1 R
oche
.
UW VERZEKERINGS-PORTEFEUILLE GEEFT AANLEIDING TOT EEN SECOND OPINION
De ontwikkelingen in de gezondheidszorg volgen elkaar snel op. Dat plaatst uw fi nanciën en het afdekken van zakelijke en privérisico’s in een ander daglicht. ABN AMRO biedt u daarom geheel vrijblijvend aan om uw verzekeringsportefeuille door te lichten, bijvoorbeeld op het vlak van uw arbeidsongeschiktheids-, aansprakelijkheids- en auto verzekering. U krijgt vakkundig advies hoe u het meeste voordeel kunt realiseren met het Medisch Verzekeringspakket van ABN AMRO. Kijk op abnamro.nl/secondopinion
210008747 1971 210x270 VO FC.indd 1 05-11-10 11:27