De Duplomaat #3

56
De Duplomaat Maart 2012 Jaargang 13, Nummer 3 Januari 2012, Jaargang 13, Nummer 3 IT-Recht: Digitale Privacy Interview: Frans Weisglas Actueel: Tralietoeristen Mr.drs.-programma: De faculteitsraad

description

De derde Duplomaat van het jaar!

Transcript of De Duplomaat #3

Page 1: De Duplomaat #3

De D

uplomaat

M

aart 2012

Jaargang 13, N

umm

er 3

Januari 2012, Jaargang 13, Nummer 3

IT-Recht: Digitale Privacy

Interview: Frans Weisglas Actueel: TralietoeristenMr.drs.-programma: De faculteitsraad

Page 2: De Duplomaat #3

EEn goEdE samEnwErkingis EssEntiEEl

business course

the dealMergers & Acquisitions

Fusies en overnames... het is de eredivisie van de juridische en financiële sector. Het lijkt soms een spel, maar dan wel met de grootste spelers en belangen. Daarom organiseren Abn AMro en De brauw samen The Deal. De business course over Mergers & Acquisitions voor studenten. inschrijven kan t/m 9 april 2012. Van 16 t/m 20 april worden selectiegesprekken gehouden.businesscoursethedeal.nl

advisEEr EEn supErmarktconcErnbij EEn ovErnamE

mErgErs & acquisitions2, 3 En 4 mEi 2012

SKIP_02297_DeBrauw_thedeal_adv.indd 1 2/27/12 3:25 PMBRAUW-AdvTheDealA5.indd 1 28-02-12 12:21

Page 3: De Duplomaat #3

3

EEn goEdE samEnwErkingis EssEntiEEl

business course

the dealMergers & Acquisitions

Fusies en overnames... het is de eredivisie van de juridische en financiële sector. Het lijkt soms een spel, maar dan wel met de grootste spelers en belangen. Daarom organiseren Abn AMro en De brauw samen The Deal. De business course over Mergers & Acquisitions voor studenten. inschrijven kan t/m 9 april 2012. Van 16 t/m 20 april worden selectiegesprekken gehouden.businesscoursethedeal.nl

advisEEr EEn supErmarktconcErnbij EEn ovErnamE

mErgErs & acquisitions2, 3 En 4 mEi 2012

SKIP_02297_DeBrauw_thedeal_adv.indd 1 2/27/12 3:25 PMBRAUW-AdvTheDealA5.indd 1 28-02-12 12:21

Beste lezer,

De afgelopen maanden hebben we bij In Duplo absoluut niet stil gezeten! Het nieuwe jaar hebben we met veel gezelligheid ingeluid op de nieuwjaarsborrel en ook het traditionele pooltoernooi was een groot succes. Naast de informele activiteiten waren er ook weer de nodige formele activiteiten, zoals het advocatendiner en (dit jaar voor het eerst) het M&A Talent Congress.

VOORWOORD

Ontzettend leuk om te zien dat we tijdens zo’n evenement het maximale aan de mr.drs.-student kunnen bieden: zowel een juridische als een economische casus!

Ook de redactie van De Duplomaat is druk bezig geweest, we hebben voor deze editie zelfs twee interviews afgenomen. Zo zijn we in gesprek gegaan met Frans Weisglas, voormalig voorzitter van de Tweede Kamer, en hebben we een kleine masterclass in het IT-recht gehad van hoogleraar Margiet Overkleeft-Verburg. Meer hierover in de special ‘Digitale privacy’, vanaf blz. 26. Daarnaast hebben we wederom een kijkje gekregen in het reilen en zeilen van de faculteitsraad, ditmaal vanuit de faculteitsraad van de ESE. Uiteraard willen we ook via De Duplomaat de mr.drs.-studenten zo goed mogelijk op de hoogte houden over alle ontwikkelingen op de universiteit.

Het collegejaar is alweer ruim over de helft en langzaam blikken de meeste studenten alweer vooruit op de zomer. Die laat nog even op zich wachten, en dat is misschien maar goed ook. We hebben de komende tijd namelijk nog heel veel leuke activiteiten voor jullie in petto, dus hopelijk tot snel op een van onze activiteiten of de borrels! Dan rest mij niets meer dan jullie heel veel leesplezier te wensen met deze derde editie van De Duplomaat!

Met vriendelijke groet,

Savannah Hasselo - HoofdredacteurM&A Talent Congress.

Advocatendiner

Marathon Challenge

Nieuwjaarsborrel

Interview met Frans Weisglas.

Voorwoord - Hoofdredacteur

Page 4: De Duplomaat #3

4

ADVERTEERDERSINDEX

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord - Hoofdredacteur 3Voorwoord - Voorzitter 5Artikel - Tralietoeristen 6Activiteitenverslag - M&A Talent Congress 9Bedrijfsspecial: Linklaters 10Borrelfoto’s - Nieuwjaarsborrel 14Interview Frans Weisglas 16Mr.drs.-studenten op exchange: Sydney 22Artikel - IT-recht: Digitale privacy 26Artikel - De gevaren van internetwetgeving 35Activiteitenverslag - Pooltoernooi 36Eerstejaarscolumn 39Artikel - ‘De één zijn dood, is de ander zijn brood’ 40Mr.drs.-studenten in de Faculteitsraad 42Ex Duplo 44Activiteitenverslag - Ski-activiteit 46Marathon Challenge 49Artikel - Citymarketing 50Activiteitenverslag - Advocatendiner 53Agenda 54

De Brauw Blackstone Westbroek 2Allen & Overy 25Stibbe 55BDO 56

Page 5: De Duplomaat #3

5

COLOFONCOLOFON

Beste lezer,

We zijn alweer halverwege het collegejaar. Met veel plezier lees ik op de sociale media dat het overgrote deel van de mr.drs.-eerstejaars een succesvol begin aan het programma heeft kunnen maken. Daar komt bij dat foto’s van de activiteiten van In Duplo tegenwoordig op steeds meer plaatsen terug te vinden zijn.

De Duplomaat is het magazine van studievereniging In Duplo en verschijnt vijf maal per jaar.

Oplage: 600 Drukkerij Bestenzet

Redactie:Tom van SteenbruggePascalle BoerrigterMichael RabbersMaartje Kouwenberg

Lay-out en design:Savannah Hasselo

Hoofdredacteur: Savannah Hasselo

Eindredacteur:Megan Prinsze

Met dank aan:Frans WeisglasCarolien AchterboschProf. Margriet Overkleeft-Verburg Joost KoorenDorien BakkerRuben WellerHet 13de bestuur

Contact: Studievereniging In Duplo Kamer H16-20Postbus 17383000 DR Rotterdam

www. induplo.nl

algemeen: [email protected] Duplomaat: [email protected]

Het begin van dit jaar kenmerkt zich qua activiteiten als een mooie balans tussen formeel en informeel. Zo was er het Advocatendiner met vier erg mooie advocatenkantoren, en het M&A Talent Congress waarbij zowel de juridische als de economische kant van het onderwerp fusies en overnames werd bekeken. Op informeel gebied zijn we weer sportief bezig geweest met een bezoek aan Snowworld en middels de jaarlijks terugkerende strijd voor de In Duplo pooltoernooi beker. Vooruitkijkend is er allereerst de Diesborrel, waaraan jullie allen hopelijk een mooie herinnering hebben op het moment van lezen van dit voorwoord. Kort daarna zullen we een bezoek brengen aan het Ministerie van financiën en de Tweede Kamer. Verder zal de komende periode zich kenmerken met een aantal Inhousedagen (Clifford Chance, Houthoff Buruma, Duisenberg School of Finance en Stibbe) in verband met de Studiereis. Tussen al deze activiteiten door vindt bovendien de Halfjaarlijkse Algemene Ledenvergadering plaats. Hopelijk zijn er dus in de komende weken nog veel meer leuke berichten en foto’s gerelateerd aan In Duplo of onze leden op internet te vinden. Als bestuur zullen we ons zeker voor de volle 100% blijven inzetten om dit mogelijk te maken. Hopelijk tot snel op een van onze borrels of activiteiten! Met vriendelijke groet,

Mathijs van Meer - Voorzitter

VOORWOORDVoorwoord - Voorzitter

Page 6: De Duplomaat #3

6

TralietoeristenVrijdag 13 januari 2012 was voor veel mensen een dag om niet te veel risico’s te nemen: het blijft een ongeluksdag. Wie op deze dag ook weinig geluk bleek te hebben, was Joran van der Sloot. Hij kreeg te horen dat hij 28 jaar vast moet zitten in Peru voor de moord op Stephany Flores. Nu is hij niet de enige die in het buitenland in de gevangenis zit: volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken zitten meer dan 2500 Nederlanders vast in buitenlandse gevangenissen, waarvan tussen de 100 en 150 net als Joran van der Sloot in Peru. Hiermee is Nederland één van de landen met de meeste inwoners die in andere landen een celstraf uitzitten. Nu wordt er vaak gezegd dat gevangen zitten in landen in Zuidoost Azië, Midden- en Zuid-Amerika en verschillende staten van de Verenigde Staten geen pretje is. In werkelijkheid is het vaak nog erger: het proces is, van begin tot eind, te bestempelen als een ware nachtmerrie.

Verschil in sancties

Een gevangenisstraf is doorgaans een sanctie die volgt op een begaan strafbaar feit. Ieder land kent zijn eigen wettelijk strafbare feiten met bijbehorende sancties. In Nederland wordt er ten aanzien van softdrugs een gedoogbeleid gehandhaafd. Dit houdt in dat personen die softdrugs in bezit hebben (minder dan vijf gram) niet vervolgd worden, terwijl ze eigenlijk wel strafbaar zijn volgens de wet. In andere landen kennen ze een dergelijk beleid niet, dus voor relatief kleine misdrijven wordt daar wél een straf opgelegd. Deze straf is vaak ook erg hoog in vergelijking met een straf in Nederland. Hier is de maximumstraf voor drugssmokkel twaalf jaar, maar deze straf wordt vrijwel nooit opgelegd. Meestal komen smokkelaars in Nederland na zes maanden tot drie jaar weer vrij. In Thailand wordt je voor het relatief kleine aantal xtc-pillen

van 3000 al snel veroordeeld tot een gevangenisstraf van een kleine twintig jaar, voor nog geen kilo heroïne zit je ruim vijftien jaar in een Venezolaanse cel. Dit is uiteraard nogal een verschil. Ook moet niet vergeten worden dat veel landen de doodstraf nog toepassen voor bepaalde delicten, zoals moord.

Een eerlijk proces?

Daarnaast is het proces in Nederland tenminste eerlijk te noemen: je hebt als verdachte veel mogelijkheden je te verdedigen tegen de aanklacht en je krijgt een advocaat toegewezen. In Peru kent men bijvoorbeeld de onschuldpresumptie niet: je wordt als schuldig bestempeld, tenzij je zelf kan aantonen dat je onschuldig bent. Dit is erg lastig, vooral gezien het feit dat je meestal als buitenlander niet eens een goede tolk krijgt toegewezen. In het Peruaanse strafrecht heeft het slachtoffer

Artikel - Tralietoeristen

Door Maartje Kouwenberg

Page 7: De Duplomaat #3

7

ook een heel andere rechtspositie dan in het Nederlandse strafprocesrecht, zo kan het slachtoffer zelfs invloed uitoefenen op de aanklacht. Het strafrecht in Peru is daarnaast, zoals veel andere landen in Zuid-Amerika, gedurende alle fasen van het proces meer accusatoir en civielrechtelijk ingericht dan het Nederlandse strafprocesrecht. Maar dat betekent wel dat je als verdachte in een land als Peru erg afhankelijk bent van de technisch-juridische kwaliteiten van je advocaat. Het feit dat advocaten in Peru of vergelijkbare Zuid-Amerikaanse landen corrupte trekjes hebben, maakt het voor de verdachten nog lastiger om een enigszins redelijke verdediging te voeren. Advocaten worden niet zelden omgekocht, net als rechters. De uitkomst van het proces ligt dus eigenlijk van tevoren al vast, vaak moet alleen de veroordeling nog worden uitgesproken.

Omstandigheden in buitenlandse gevangenissen

De omstandigheden in buitenlandse gevangenissen behoeven eigenlijk geen toelichting. Iedereen kan zich een voorstelling maken bij een Thaise cel (al is het maar omdat Bridget Jones hier een tijdje heeft vertoefd). Vaak mogen gevangenen maar weinig tijd buiten hun overvolle cel doorbrengen. De

hygiëne laat te wensen over: ook ratten zijn celmaatjes en de aanwezigheid van een toilet mag worden beschouwd als een ongekende luxe. Wanneer je als gedetineerde beschikt over macht, aanzien of geld, zijn er wel mogelijkheden om het jezelf wat comfortabeler te maken, maar dan is het misschien verstandiger je invloed aan te wenden om uit de gevangenis te komen. Laten we het erop houden dat veel buitenlandse gevangenissen bepaald niet ‘the place to be’ zijn.

Overbrenging naar Nederland

In principe hebben buitenlandse gevangenen met de Nederlandse identiteit de mogelijkheid hun straf, of een deel daarvan, in Nederland uit te zitten. Dit komt echter zeer zelden voor, er bestaan namelijk twee mogelijkheden voor het uitzitten van de straf in Nederland. Allereerst kan Nederland de straf aanhouden die aan de verdachte is opgelegd na afloop van het proces in het buitenland. Deze straf mag dan niet hoger zijn dan de maximumstraf die in Nederland geldt voor het betreffende delict. In Nederland worden deze straffen te hoog bevonden, er wordt hier dan ook geweigerd dergelijke straffen op te leggen. De andere optie is dat een Nederlandse rechter de opgelegde

Artikel - Tralietoeristen

Page 8: De Duplomaat #3

8

verband met feestdagen, in Amerika is het in veel staten traditie dat de vertrekkende gouverneur op zijn laatste werkdag collectieve gratie verleend. Het gaat dan doorgaans om groepen gevangenen die zijn veroordeeld voor misdrijven die door de meerderheid van de bevolking als redelijk onschuldig worden bestempeld. De meeste Nederlanders die in het buitenland gevangen zitten, zijn veroordeeld voor drugssmokkel of geweldsdelicten. Deze gedetineerden komen niet voor een collectieve gratie in aanmerking, omdat zij worden aangemerkt als een gevaar voor de maatschappij.

Het moge dus duidelijk zijn dat het wellicht gunstiger is een strafbaar feit te begaan in Nederland dan in vele andere landen. Natuurlijk zijn er ook genoeg rechtssystemen die veel overeenkomsten vertonen met dat van ons, denk in dit verband aan landen als Noorwegen en België. Het is dus raadzaam om pas over te gaan op bijvoorbeeld het smokkelen van drugs, nadat grondig onderzoek is gedaan naar de rechtsopvattingen van het land waar de strafbare feiten gepleegd zullen worden. Dit om teleurstellingen te voorkomen.

straf omzet in een corresponderende Nederlandse straf. Meestal houdt dit in dat vonnissen worden teruggebracht en dat veroordeelden dus veel sneller vrijkomen. Met dit laatste gaan veel landen echter niet akkoord: zij willen dat de door hen opgelegde straf wordt gehandhaafd. Dit betekent dat overbrenging van veroordeelden niet gemakkelijk is. Hierin speelt ook nog mee dat Nederland met niet alle landen een zogenoemd overbrengingsverdrag heeft gesloten, wat inhoudt dat gevangenen sowieso niet kunnen worden overgebracht.

Gratie

In de meeste landen is het mogelijk een gratieverzoek in te dienen bij het staatshoofd. Zo’n verzoek wordt echter maar zelden gehonoreerd. In Nederland kan bijvoorbeeld alleen gratie verleend worden wanneer er sprake is van omstandigheden die bij de rechter niet bekend waren op het moment dat hij oordeelde over de zaak, of wanneer verdere tenuitvoerlegging van de straf of maatregel geen doel meer dient (bijvoorbeeld bij chronisch zieken). Deze twee vormen van gratie worden individuele gratie genoemd: de gratie wordt dan toegekend op basis van persoonlijke omstandigheden. Collectieve gratie, waarbij meerdere mensen tegelijkertijd gratie krijgen (bijvoorbeeld ter ere van een kroning), komt in Nederland niet voor. In andere landen komt individuele gratie wel voor, maar in dat verband wordt ook vaak verwezen naar corruptie: het gaat dan dikwijls om personen die een band hebben met het staatshoofd of die een publieke status hebben. Collectieve gratie wordt in het Midden-Oosten en Noord-Afrika regelmatig verleend in

Artikel - Tralietoeristen

Page 9: De Duplomaat #3

9

M&A Talent CongressOp 16 januari vond de eerste editie van het M&A Talent Congress plaats, geheel in het teken van fusies en overnames, een uitermate interessant gebied voor mr.drs.-studenten. Op het kantoor van Nauta Dutilh kregen de deelnemers een uitdagende middag voorgeschoteld: niet alleen een juridische casus werd behandeld, maar ook een economische casus, verzorgd door Rembrandt fusies & overnames. Na afloop werd er nog even nageborreld in de bar van Nauta Dutilh, waarna iedereen kon terugkijken op een zeer geslaagde, uitdagende middag!

Activiteitenverslag: M&A Talent Congress

Page 10: De Duplomaat #3

10

Linklaters is een advocatenkantoor dat wereldwijd toonaangevende bedrijven, financiële instellingen en overheden adviseert bij belangrijke, complexe, grensoverschrijdende transacties en projecten. Linklaters heeft wereldwijd 26 kantoren. In Amsterdam is Linklaters gevestigd vanaf 1999, met een sterke groei sinds 2003. Op dit moment werken er bij Linklaters in Amsterdam 60 advocaten, fiscalisten en notarissen, met name op het gebied van financieel- en ondernemingsrecht. Daarnaast is het kantoor in Amsterdam actief op het gebied van litigation, mededingingsrecht, employment en heeft het een notariële en fiscale praktijk.

Bedrijfsspecial: Linklaters

Bedrijfsspecial:Linklaters

Page 11: De Duplomaat #3

11

Hoe ben je in aanraking gekomen met Linklaters? “Omdat ik tijdens mijn laatste studiejaren al wel wist dat ik werkzaam wilde worden in de advocatuur, was ik al wel bekend met de naam Linklaters. Mijn kennis van Linklaters was toen nog beperkt tot het gegeven dat Linkaters een groot (van oorsprong) Engels kantoor is behorend tot de zogenoemde ‘Magic Circle’ en op de Nederlandse markt een relatief nieuwe speler is. Toen een mede-deelnemer aan een business-course van een ander kantoor me meer vertelde over zijn positieve ervaringen tijdens het Linklaters Global Summer Students Programme werd mijn interesse gewekt en besloot ik om nader kennis te maken. Een informeel kennismakingsgesprek beviel van beide kanten zeer goed en een sollicitatieprocedure was het logische gevolg. Sinds 1 april 2011 ben ik als advocaat-stagiair werkzaam bij Linklaters.”

Wat was doorslaggevend voor je keuze om bij Linklaters te gaan werken?

“Toen ik Linklaters beter leerde kennen werd mij meteen duidelijk dat dit een kantoor is waar het beste van meerdere werelden samenkomt. Linklaters opereert op het allerhoogste niveau (zowel nationaal als internationaal), is zowel als kantoor als wat betreft gemiddelde leeftijd jong en heeft een dusdanige omvang dat iedereen elkaar kan leren kennen. Bovendien is Linklaters een kantoor dat volop in ontwikkeling is

Bedrijfsspecial: Linklaters

en zich nog steeds uitbreidt. Omdat ik graag deel van deze ontwikkeling wilde uitmaken, besloot ik te solliciteren.

Sinds april 2011 ben ik werkzaam binnen de praktijkgroep Finance. Hier krijg ik de gelegenheid mij te ontwikkelen op zowel het gebied van Banking als van Capital Markets, wat het werk zeer afwisselend en uitdagend maakt. Omdat de laatste tijd steeds meer bedrijven besluiten een bankfinanciering te combineren met de uitgifte van obligaties merk ik dat mijn kennis van beide praktijken uitstekend van pas komt. Doordat je bij Linklaters als beginnend advocaat veel verantwoordelijkheden krijgt en ervaren collega’s veel tijd steken in je ontwikkeling, is de leercurve steiler dan ik ooit had verwacht. En naar mate je verantwoordelijkheden zich uitbreiden, wordt het werk alleen maar leuker.

Het klinkt wellicht als een cliché, maar een gemiddelde werkdag bestaat niet, elke dag is anders. Sommige dagen volgen de meetings en calls elkaar in rap tempo op en andere dagen bestaan weer voornamelijk uit het doen van juridisch onderzoek, het opstellen van transactiedocumentatie of het volgen van trainingen. Ook breng je als advocaat-stagiair een aanzienlijk deel van je tijd buiten kantoor door, bijvoorbeeld in Scheveningen voor de Law Firm School.”

Wat ondernemen jullie met collega’s onderling bij Linklaters?

“Natuurlijk wordt er hard gewerkt,

De Duplomaat sprak dit keer met Jordi Wals, advocaat-stagiair bij advocatenkantoor Linklaters in Amsterdam. Hij werkt bij Linklaters sinds april 2011.

Page 12: De Duplomaat #3

12

Bedrijfsspecial: Linklaters

maar er is ook voldoende tijd voor ontspanning. Zo worden er regelmatig (thema)borrels georganiseerd, zijn er uitjes met kantoor en de verschillende praktijkgroepen, is er het jaarlijkse stagiair- en medewerkersweekend (afgelopen jaar naar Milaan) en organiseert kantoor elk jaar een ski-trip. Linklaters Amsterdam is een jong kantoor – en dat is te merken aan de sfeer op kantoor. Op een ontspannen manier wordt samengewerkt door partners, medewerkers, advocaat-stagiairs en business services medewerkers en ook tussen de verschillende praktijkgroepen is iedereen bereid elkaar waar nodig te helpen.”

Wat kenmerkt Linklaters ten opzichte van andere kantoren?

“Linklaters is onderscheidend omdat het als geen ander kantoor in Nederland absolute topkwaliteit combineert met een relatief bescheiden omvang (althans in Nederland). Doordat in kleine teams van de meest getalenteerde advocaten aan baanbrekende transacties wordt

gewerkt, leer je als startende advocaat enorm veel. Tijdens de eerste drie jaar volg je je opleiding en werk je in Nederland, mede omdat je volgens de regels van de Nederlandse Orde van Advocaten onder toezicht van je Nederlandse patroon moet werken. Nadat je medewerker bent geworden zijn de diverse mogelijkheden om enige tijd in het buitenland te werken, bijvoorbeeld door een secondment te doen in een van onze buitenlandse kantoren of bij een cliënt (in binnen- of buitenland). Daarnaast werk je dagelijks intensief samen met collega’s van onze andere kantoren in alle uithoeken van de wereld.”

Kennismaken met Linklaters en stage-mogelijkheden

“Linklaters neemt deel aan diverse activiteiten die in het land georganiseerd worden, zoals de Best Gradautes Law 2012, en Yer Legal Road show. Daarnaast zijn wij hoofdsponsor van de JSVU Bedrijvendag en organiseren we met diverse (faculteits)verenigingen kantoorbezoeken. Kijk op onze website voor de activiteiten. Ook kun je met ons contact opnemen voor een oriënterend gesprek met een van onze advocaten, om zo meer te weten te komen over hoe het is om bij ons te werken.

Wij bieden verschillende stage- mogelijkheden, ten eerste de 8-weekse student–stage, die je gedurende het gehele jaar bij ons kunt doen. Je kunt een student–stage lopen in de praktijk groepen Corporate, Finance, Corporate Litigation, en het Notariaat. Ieder jaar organiseren we voor studenten uit de hele wereld een programma van twee Jordi Wals, advocaat-stagiair bij Linklaters

Page 13: De Duplomaat #3

13

Bedrijfsspecial: Linklaters

weken op ons hoofdkantoor in Londen, Global Summer Students Programme. Tijdens deze twee weken ervaar je hoe het is om te werken in een internationale omgeving met mensen uit verschillende landen en jurisdicties en maak je kennis met ons kantoor, onze cultuur en baanbrekende deals. Door middel van discussies, oefeningen en rollenspellen krijg je een goed beeld van de praktijk en ons werk. Daarnaast is er een uitgebreid sociaal programma, waarin je elkaar en Londen (nog) beter leert kennen. Een ander onderdeel van dit het Global Summer Students Programme is een student–stage op ons kantoor in Amsterdam.”

De sollicitatieprocedure

“Je kunt solliciteren voor een student -stage en advocaat–stage via de website. Daar staat ook meer informatie over mogelijkheden voor stagiairs en advocaat-stagiaires. Op het sollicitatieformulier vul je je CV en academische loopbaan in; deze gegevens worden vervolgens automatisch doorgestuurd naar de medewerkers die gaan over de werving en selectie van afgestudeerden. De sollicitatieprocedure voor een advocaat-stage bestaat uit vier onderdelen. In de eerste ronde maak je een psychometrische test en heb je een gesprek met iemand uit het HR-team en een partner. De tweede ronde bestaat uit twee gesprekken met partners of senior medewerkers. Een van die twee gesprekken is een case study. De sollicitatieprocedure voor een student–stage bestaat uit twee onderdelen, dezelfde psychometrische test en een gesprek met een van onze senior medewerkers.”

Wat voor studenten zoeken jullie qua profiel?“Een solide academische achtergrond is voor Linklaters belangrijk, maar we kijken verder dan cijferlijsten en ervaring. Je moet iets bijzonders te bieden hebben, dat wil zeggen een reeks inhoudelijke vaardigheden die gepaard gaat met een voortdurende gedrevenheid, enthousiasme en pioniersgeest. Ook moet je het in je hebben om uit te groeien tot een internationale advocaat. In brieven en gesprekken wordt gekeken of je een scherpe geest hebt én een praktijkgerichte visie. Linklaters is een plek waar mensen werken die, samen met de knapste juridische koppen uit de sector, een groots resultaat willen behalen.”

Opleidingsmogelijkheden

“Naast de opleiding bij de Nederlandse Orde van Advocaten neemt Linklaters deel aan de opleiding van de ‘Law Firm School.’ Deze opleiding is een samenwerkingsverband tussen 14 deelnemende kantoren die een brug slaat tussen jouw universitaire rechtenstudie en de internationale rechtspraktijk van ons kantoor. Daarnaast beschikt Linklaters over haar eigen ‘Linklaters Law & Business School’ die door je gehele carrière bij Linklaters trainingen beschikbaar heeft, zowel binnen ons eigen kantoor Amsterdam, maar ook vaak in het buitenland, zoals op ons hoofdkantoor in London.”

Page 14: De Duplomaat #3

14

NieuwjaarsborrelBorrelfoto’s - Nieuwjaarsborrel

Page 15: De Duplomaat #3

15

Borrelfoto’s - Nieuwjaarsborrel

Page 16: De Duplomaat #3

16

Frans Weisglas is wereldberoemd in Nederland als voormalig Tweede Kamer voorzitter. Verder heeft hij een loopbaan gehad als politicus en diplomaat. Als een echte Rotterdammer zit er weinig rust in Frans Weisglas, zo is hij nog altijd druk bezig met vele bestuursfuncties en geeft hij nog regelmatig lezingen over zijn bijzondere loopbaan. Geridderd en bekroond zal deze man niet op zijn lauweren rusten en deelt hij graag zijn ervaringen vol met wijsheden met eenieder die ze horen wil. Ook heeft hij hart voor de organisatie Terre des Hommes, waar hij ambassadeur voor is. Wij spraken Frans Weisglas voor een openhartig interview over zijn loopbaan in café de Unie aan de Mauritsweg in hartje Rotterdam.

16

Interview Frans Weisglas

INTERVIEWFrans Weisglas

Fotografie: Carolien Achterbosch

Page 17: De Duplomaat #3

17

“Meester in Voorzitten, Doctorandus in de Economie”

U heeft een aantal jaar geleden een Rotterdamse erepenning gekregen. Wat zijn voor u kenmerkende karakteristieken van de Rotterdammers en herkent u uzelf daarin?

“De bekende uitdrukkingen over Rotterdam zijn bijna een cliché; ‘niet praten, maar doen,’ en ‘handen uit de mouwen steken’, maar ze zijn absoluut waar. Het leuke aan Rotterdam is dat het een ‘doe-stad’ is, waar Den Haag bijvoorbeeld veel eerder een echte ‘praat-stad’ genoemd kan worden. De politici, de ministeries, de internationale organisaties; met al die diplomatie is Den Haag een ‘praat-stad’. Amsterdam vind ik typisch ‘pretentieus, nuffig cultureel’.” De heer Weisglas onderbreekt even zijn verhaal om te verifiëren of er bij de aanwezige redactieleden niet toevallig iemand uit de hoofdstad komt. Een eenduidig antwoord ‘Nee, we zijn Rotterdammers!” stelt hem gerust, waarna hij verder vertelt over zijn liefde voor Rotterdam. “Rotterdam is ook heel cultureel, mooie architectuur, maar het is tegelijkertijd ook erg concreet. Het is een prachtige stad, en ik woon hier nu dan ook al meer dan 40 jaar met veel plezier (in het Scheepvaartkwartier in Rotterdam-West, red.). Ik heb het al die jaren dat ik werkzaam was in Den Haag ook als buitengewoon prettig ervaren om iedere dag weer thuis te komen in Rotterdam.”

U heeft zelf ook gestudeerd aan de Erasmus Universiteit, Internationale Economische Betrekkingen. Kunt u ons wat vertellen over uw studietijd?

“Ik begon eigenlijk niet eens aan de Erasmus Universiteit, in 1963 was dat nog de Nederlands Economisch Hogeschool. In 1965 is dat verhuisd naar de campus Woudestein,

en ontstond de Erasmus Universiteit, waar toen ook juridische, sociologische en medische faculteiten bij kwamen. In mijn studietijd viel je als student veel meer weg in de grote stad dan nu, Rotterdam was nou eenmaal geen échte studentenstad. Je voelde je toch een beetje een drenkeling in de grote stad. Nu is dat volgens mij wel anders, en is het voor studenten allemaal ook veel leuker.”

Zelf woonde de heer Weisglas tijdens zijn studietijd ook al in Rotterdam-West en is daar dus nu weer terug gekeerd. . “Mijn studententijd was een combinatie van het studeren zelf; interesse voor de economiestudie en de internationale kant daarvan, en een actief studentenleven; zoals een actief lidmaatschap bij een studentenvereniging. Bij het RSC ben ik bijvoorbeeld een jaar president van sociëteit Hermes geweest (destijds was het bestuur van vereniging en sociëteit nog gescheiden, red.) en heb ik mij op veel andere manieren ook ingezet voor de vereniging.” De politieke interesse was toen ook al aanwezig: “Ik was actief bij de liberale studentenvereniging, een debatingclub, en ook bij het RSC was ik altijd al geïnteresseerd in inhoudelijke kwesties.”

De heer Weisglas benadrukt dat vroeger de studieverenigingen nog lang niet zo veel organiseerden als nu en dat ze ook veel kleiner waren. “Ontzettend leuk om te zien wat voor een grote evenementen er in Rotterdam door studenten middels studieverenigingen georganiseerd worden. Ik heb enorme bewondering voor manifestaties zoals de Erasmus Recruitment Days, de Meesterweek en de Bussiness Week.” De heer Weisglas wordt regelmatig voor dergelijke

Interview Frans Weisglas

Page 18: De Duplomaat #3

18

evenementen gevraagd om een congres voor te zitten of zelf een presentatie te geven. “Ik vind het ook heel erg leuk en belangrijk om in mijn positie iets terug te doen voor de Erasmus Universiteit en voor studenten in het algemeen. Het is goed om je kennis en ervaring die je hebt opgebouwd over al die jaren, over te dragen aan de nieuwe generatie. Daarnaast vind ik het ook erg leuk om met jonge mensen zoals jullie te werken. Eigenlijk kom ik op vrijwel elke Nederlandse universiteit wel eens langs voor een gastcollege of iets dergelijks. Zeker als je een maatschappelijke loopbaan hebt gehad zoals ik, is het heel goed om je persoonlijke ervaringen over te dragen.”

Wat was voor u de grote aantrekkingskracht van het diplomatenwezen?

“Ik was al heel snel in mijn studententijd getrokken door buitenlandse politiek en internationale betrekkingen. Van huis uit heb ik die interesse al meegekregen, je omgeving is zeker in je jeugd daar heel bepalend in. Mijn vader was een groot voorstander van Europese samenwerking, dus die ideeën werden er ook met de paplepel ingegoten.

Daarnaast was mijn oom Nederlands diplomaat, ambassadeur. Het leven van een diplomaat, de glamour, trok mij niet eens zozeer, het was vooral de inhoudelijke kant van de diplomatie die ik bijzonder interessant vond. Mijn economische studie in Rotterdam heb ik dan ook zoveel mogelijk toegespitst op het internationale aspect, internationale economie werd uiteindelijk mijn hoofdrichting. Na mijn studie heb ik de opleiding van de buitenlandse dienst gevolgd; het ‘diplomatenklasje’.” Dat dit een zeer hechte groep was, bleek wel uit de goede vriendschappen die de heer Weisglas daaraan heeft overgehouden. “In je studietijd bouw je veel waardevolle vriendschappen op, bijvoorbeeld in de vorm van een jaarclub als je lid bent van een studentenvereniging. In feite was het klasje ook een soort jaarclub, we hebben nu nog steeds contact met elkaar. De stappen richting het diplomatenklasje waren allemaal weloverwogen, bijvoorbeeld mijn studierichting en de vele internationale activiteiten als student. Zo ben ik ook op studiereis geweest naar Moskou, heel spectaculair in die tijd! Ik heb ook altijd de actualiteiten omtrent buitenlandse politiek gevolgd. Na het klasje ben ik twaalf jaar

V.l.n.r.: Michael Rabbers, Savannah Hasselo, Frans Weisglas en Bas Woudstra.

Interview Frans Weisglas

Page 19: De Duplomaat #3

19

diplomaat geweest, waarvan ik 4 jaar in Geneve heb gezeten. Ik hield me vooral bezig met economische betrekkingen en handelsverdragen, bijvoorbeeld bij het huidige WTO. In 1982 heb ik de overstap gemaakt naar de Tweede Kamer.”

Was er nog ruimte voor uw politieke liberale voorkeur bij het ministerie van Buitenlandse Zaken?

Onlangs was er ophef over de Nederlandse ambassadeur in Zuid-Afrika die op zijn Facebook pagina een andere pagina, waarop

de PVV bekritiseerd werd, had ‘geliked’. “Ik vind het weinig liberaal dat hij dat onder druk van minister Rosenthal eraf moest halen. Het ging nog geeneens over een stuk dat hij zelf geschreven had of iets dergelijks, hij had alleen op ‘vind ik leuk’ geklikt. In mijn tijd was dat allemaal heel anders. Gedurende mijn functie als persoonlijk secretaris van Jan de Koning (CDA’er, destijds minister van Ontwikkelingssamenwerking, red.) was ik actief bij de VVD. Ondanks de verschillen in politieke voorkeur had hij voldoende vertrouwen in mij als zijn medewerker. Hij vond het juist mooi dat ik actief was bij een andere partij dan de zijne. Hij wist ook zeker dat ik geen gevoelige CDA informatie zou doorspelen aan de toenmalige voorman van de VVD, Hans Wiegel. En als ik dat wel had gedaan, had Hans Wiegel waarschijnlijk ook gezegd dat ik geen goed lid van de partij was, je moet als politicus altijd je integriteit behouden.”

Onder Jan de Koning werd het enthousiasme voor een politieke carrière bij Frans Weisglas steeds groter. “Hij zei tegen mij dat ik het als beroepspoliticus vast goed zou doen en dat ik het gezien mijn politieke interesse ook erg leuk zou vinden,” De heer Weisglas gaat lachend verder: “en in alle bescheidenheid,

“Rutte kent mijn opvattingen. [...] Als hij de behoefte heeft om daar eens over te praten sta ik

daar ook zeker voor open.”

daar heeft hij ook wel gelijk in gehad!” Jan de Koning was voor de heer Weisglas een heel belangrijk persoon, iemand die hem absoluut de juiste kant op heeft geduwd. Hij heeft nog steeds grote waardering en bewondering voor de oud-minister, die inmiddels al vele jaren is overleden. “Die stap naar de politiek heb ik heel bewust gemaakt, gestimuleerd door Jan de Koning. Het inhoudelijke aspect van zijn politieke functie, het schrijven van toespraken en dergelijke, vond ik gewoon ontzettend leuk. Toen begon het echt te kriebelen om het zelf eens te proberen, zeker als uitdaging. Ik wilde niet mijn hele leven blijven adviseren.

Daarnaast vond ik het ook belangrijk om maatschappelijk iets bij te dragen. Eigenlijk heeft iedereen ook een soort ‘Jan de Koning’ nodig, om je te motiveren en ook dat juiste duwtje in de rug te kunnen geven.”

U bent zelf groot voorstander van een formele parlementaire stijl bij de debatten in de Tweede Kamer. Is het huidige politieke debat naar uw mening te informeel van aard?

“Als voorzitter van de Tweede Kamer ben ik altijd voorstander geweest van helder en duidelijk taalgebruik. Een oneliner zo nu en dan vond ik ook prima hoor, als politicus moet je lastige kwesties ook begrijpelijk kunnen verwoorden ten aanzien van de mensen die je vertegenwoordigt. Tegenwoordig is het in de debatten af en toe gewoon erg grof en op de persoon gespeeld. Zo’n voorbeeld van Wilders tegen Cohen, waar Cohen ‘de bedrijfspoedel van de partij’ wordt genoemd, vind ik absoluut niet kunnen. Mijn opvolgster in de Tweede Kamer (Gerdi Verbeet, red.) zou naar mijn mening dit in mindere mate moeten toestaan, zeker als het gaat om dergelijke beledigingen.”

We dwalen even af naar de algemene ontwikkelingen in de Nederlandse politiek,

Interview Frans Weisglas

Page 20: De Duplomaat #3

20

die steeds meer weg zou hebben van ‘factless politics’, zoals ze dat in de Verenigde Staten noemen. “De fout die veel politici van nu maken, is dat zij onterecht denken dat mensen uit het café het politieke debat in de Tweede Kamer ook graag willen zien in taalgebruik van het café. Ten eerste maken ze een karikatuur van het taalgebruik in een café, want daar wordt ook niet continu grof gesproken. En als het al zo is, dan ben ik er van overtuigd dat men dat ook niet zo zou willen terugzien in de politiek. Wilders is nog degene die er het meest mee wegkomt, maar het is pijnlijk om te zien dat andere politici, ook uit mijn eigen partij, zulk gedrag gaan imiteren. Ze zijn zo bang voor het verlies van kiezers aan Wilders, dat ze dat nodig achten. Wilders bepaalt daarmee wel heel erg de agenda en de gewoonten in de politiek op het moment, en dat is heel erg jammer.”

De heer Weisglas is vrij kritisch op de manier waarop de samenwerking tussen de PVV en de VVD wordt vormgegeven. “Vooral voor het

buitenland zijn de verhoudingen lastig te onderscheiden. De PVV gedoogt slechts het beleid van het kabinet, maar het kabinet is niet verantwoordelijk voor wat Wilders allemaal verkondigt. Het kabinet is wel gehouden expliciet afstand te doen van bepaalde omstreden denkbeelden en opvattingen van de PVV, want in het buitenland snapt men de situatie niet altijd even goed. Zeker als het gaat om onderwerpen die het buitenland aangaan, zoals recentelijk het meldpunt voor Polen, is het van groot belang dat Rutte hier op ingaat ten aanzien van zijn buitenlandse collega’s. Het is te betreuren dat de premier dat niet doet!”

U bent vorig jaar door dagblad de Pers verkozen als ‘politiek geweten van het jaar’. U blijft altijd kritisch op de VVD, bijvoorbeeld bij de samenwerking met de PVV. Hoe ziet u zelf uw rol als het ‘geweten van de partij’?

“Ik herken mezelf daar wel in, maar ik heb ook wel eens gezegd dat ik politiek geweten tegen wil en dank ben geworden. Ik ben VVD’er, ik denk er ook niet aan om mijn lidmaatschap bij de VVD op te zeggen en ik voel me nog steeds verwant aan de hoofdbeginselen van de VVD, maar met de huidige praktische politiek van de VVD heb ik wel grote problemen. Ten eerste hun keuze om zich aan de partij van Wilders te verbinden en ten tweede het gebrek aan een liberaal weerwoord tegen Wilders en de ruimte die ze hem daarmee geven. Vaak wordt er dan gezegd: ‘Iedereen weet dat we op veel gebieden anders denken dan Wilders, dat hoeven we niet telkens te herhalen.’ Wilders blijft echter wél zijn denkbeelden herhalen, en daardoor zou de VVD ook expliciet moeten blijven herhalen dat zij er dus niet zo over denken. Door dit soort zaken voel ik me genoodzaakt af en toe mijn mening hierover te verkondigen. Ik zou natuurlijk liever in een situatie zitten waarin ik dat niet hoef te doen, maar het is de afgelopen twee jaar wel zo gegroeid.”

De rol van voorzitter van de Tweede Kamer, waarbij de heer Weisglas een aantal jaar als neutrale partij heeft gefunctioneerd, heeft waarschijnlijk wel geholpen bij zijn vermogen om zijn eigen partij te kunnen bekritiseren. “Wellicht heb ik er inderdaad minder moeite mee om kritisch te zijn over mijn eigen partij omdat ik bijna vijf jaar boven de partijen heb gefunctioneerd, ik was geen voorzitter voor de VVD, maar voor alle Kamerleden. Ik ben zelfs niet de VVD-kandidaat geweest voor het voorzitterschap, ik heb mijzelf als vrije kandidaat, voor alle 150 Kamerleden, kandidaat gesteld. Op die manier ben ik toen gekozen als voorzitter.” De kritische opvattingen komen uiteraard niet alleen maar voort uit het voormalig voorzitterschap, de heer Weisglas benadrukt dat bovenal zijn eigen denkbeelden absoluut niet stroken met die van de PVV. “Naar mijn idee is het heel slecht om bepaalde bevolkingsgroepen te generaliseren en te

“Blijf vooral dicht bij jezelf, speel geen toneelstukjes en blijf integer.”

Interview Frans Weisglas

Page 21: De Duplomaat #3

21

stigmatiseren. De geschiedenis heeft geleerd dat dit heel gevaarlijk kan zijn. Een liberale partij zou zich daar harder tegen af moeten zetten. De VVD doet dat niet, omdat ze in die gedoogconstructie zitten.”

Direct contact met Rutte heeft de heer Weisglas daar niet over. “Rutte kent mijn opvattingen. Ik heb direct na de verkiezingen Rutte wel eens gemaild over mijn mening, als hij de behoefte heeft om daar eens over te praten sta ik daar ook zeker voor open. Tot nu toe is dat alleen nog niet gebeurd. Met andere ministers en de partijvoorzitter praat ik wel eens, dus binnen de VVD heb ik zeker nog contacten.”

U omschreef uw functie als voorzitter van de Tweede Kamer wel eens als de mooiste baan van Nederland. Hoe heeft u het werken in de Tweede Kamer ervaren?

“Het was absoluut de mooiste baan, zeker als ik kijk naar de rest van mijn loopbaan. Dat waren ook allemaal ontzettend leuke functies; als diplomaat betrokken zijn bij handelsverdragen in Geneve, persoonlijk secretaris van een zeer inspirerende minister, in de Kamer praten over buitenlandse politiek voor de VVD, maar het voorzitterschap was het zeker het hoogtepunt uit mijn carrière. Het zal jullie misschien verbazen, maar ik heb het voorzitterschap ook altijd als iets heel eervols gezien. Ik heb gedurende die tijd ook mijn beste beentje voorgezet. Het was erg mooi om vanuit een neutrale functie te proberen de Tweede Kamer zo goed mogelijk te laten functioneren. Nu functioneert de Tweede Kamer naar mijn mening niet zo goed, en dat is zeker niet alleen te wijten aan mijn opvolgster, het is gewoon typerend voor het huidige tijdperk. Je ziet wel dat het functioneren van de Tweede Kamer erg belangrijk blijkt, en dat politici ook respect hebben moeten hebben voor elkaar. Ik heb in ieder geval geprobeerd zo veel mogelijk bij te dragen aan het goed en stijlvol functioneren van de Tweede Kamer. Daarnaast ben je ook een soort CEO van het ‘bedrijf Tweede Kamer’, waar heel veel mensen werken in allerlei functies. En je vertegenwoordigd de Tweede

Kamer ook in het buitenland op allerlei conferenties. Je bent daarnaast ook adviseur van de Koningin tijdens kabinetsformaties. Het is dus een heel veelzijdige functie, zonder dat je partijpolitiek bedrijft.” De heer Weisglas was ten aanzien van het neutrale aspect dan ook gebaat bij zijn diplomatieke ervaring.

Na zijn periode als voorzitter van de Tweede Kamer, heeft de heer Weisglas zijn ervaring als voorzitter nog volop kunnen gebruiken op andere gebieden. “Het is ontzettend leuk dat ik mijn ervaring daarmee buiten de politiek op zo veel verschillende gebieden nog kan inzetten, bijvoorbeeld als dagvoorzitter op een bepaald congres. Je kan wel zeggen dat ik een soort ‘expert-voorzitter’ ben geworden.”

Wat zou u mr.drs.-studenten die een politieke carrière ambiëren, willen meegeven?

“Als student, zeker als eerstejaars, is het nog helemaal niet erg als je nog geen concreet doel voor jezelf hebt gesteld, maar je moet wel snel beginnen om die doelen voor jezelf te ontwikkelen. Zo is het belangrijk om van jezelf te weten of je een maatschappelijke loopbaan wilt bij bijvoorbeeld de overheid, of dat je juist het bedrijfsleven in wilt gaan. Voor mij was het doel bijvoorbeeld niet om veel geld te verdienen en ik ben dan ook nooit echt rijk geworden. Als je je persoonlijke doel eenmaal hebt gevonden, moet je dat echt vasthouden. Blijf vooral dicht bij jezelf, speel geen toneelstukjes en blijf integer. Houd dus vast aan je hoofdlijnen en verlies het doel niet uit ogen.”

Interview Frans Weisglas

Page 22: De Duplomaat #3

22

The Opera house, the Harbour Bridge en natuurlijk Bondi Rescue. Het zijn dingen die we allemaal kennen van Sydney. Maar hoe het nu is om er daadwerkelijk bij te staan en het mee te maken weten maar weinig mensen. Hoe zou het zijn om te leven zoals een lifeguard van Bondi Rescue? Of beter; hoe is het leven als een Sydneysider?

Ik kreeg de kans om dit mee te maken: om te wonen en te studeren in Sydney aan de University of Sydney. Het begon allemaal begin juli toen ik in het vliegtuig stapte. Vanaf dat moment ben je alleen, je ziet geen vertrouwde gezichten meer. Gelukkig had de universiteit in de eerste weken al veel gepland. Zo kon je

in een hostel op een kamer met alleen maar uitwisselingsstudenten, was er de mogelijkheid om op surfkamp te gaan, er werd een uitje naar een rugby wedstrijd van het australische team ‘the wallabies’ georganiseerd en ook was er een spetterend feest op een boot in de haven. Genoeg gelegenheden dus om andere studenten van over de hele wereld te ontmoeten.

Toen al deze leuke activiteiten voorbij waren, werd het tijd voor het serieuze werk, er moest natuurlijk ook gestudeerd worden. De campus van the University of Sydney lijkt, op een gebouw na, in niets op Woudestein. Het hoofdgebouw werd door vele uitwisselingsstudenten ook wel Hogwards genoemd en de bibliotheek waar ik veel van mijn tijd heb doorgebracht was juist weer een heel modern gebouw. De campus is daarnaast een stuk groter dan Woudestein. Er is zelfs een ‘Sydney University Villages’ wat lijkt op een resort, maar waar alleen maar studenten wonen. Ook heeft de campus veel sportfaciliteiten. Er is een zwembad, meerdere fitness ruimtes en er zijn ook meerdere grasvelden waar gesport kan worden. Op één van die velden trainde ik bijvoorbeeld met de Ultimate frisbee club. Je leest het goed, frisbeeën als echte sport. Nu had ik daar niet echt talent voor, de vele etentjes en avondjes uit waren de trainingen

EXCHANGE: SYDNEYElk jaar gaan er weer mr.drs.-studenten op exchange naar een buitenlandse universiteit. Zo ook Dorien Bakker, derdejaars mr.drs.-student. Zij schreef speciaal voor De Duplomaat over haar ervaringen in Sydney, Australië.

Mr.drs.-studenten op exchange

Page 23: De Duplomaat #3

23

Mr.drs.-studenten op exchange

meer dan waard. Een legendarische avond met de frisbee club was toch wel de ‘scav hunt’. Hierbij kreeg iedere groep een lijst met opdrachten en wie zoveel mogelijk opdrachten had gedaan had gewonnen. Toen we de lijst kregen zag ik al een aantal opdrachten die we hoogstwaarschijnlijk echt niet gingen doen. Mijn groep dacht daar blijkbaar anders over, zo bleek tijdens spel…

Daarnaast was ik ook lid van de zeilvereniging. Deze vereniging had gedurende het semester een aantal weekenden weg. Dit zijn de beste weekenden geweest tijdens mijn semester. Met een leuke groep in een huisje aan de punch en overdag een beetje op het strand liggen en zeilen. Zoals je leest gaat het bij sportverenigingen in Australië ook niet alleen om het sporten, maar vooral om de gezelligheid!

Tijdens mijn semester heb ik bijna geen economie vakken gedaan. De onderwerpen van de vakken opzich waren voor mij dus al een uitdaging. Daarnaast was de inrichting van de vakken ook nog eens compleet anders. Waar aan de Erasmus alles gebeurt met tentamens, werd in Sydney het grootste deel door middel van papers getoetst. Het is een hele omschakeling en de planning was dan ook niet altijd optimaal.

Dat de planning niet optimaal was, kan ook gelegen hebben aan de vele dingen die je kunt doen buiten je studie. Sydney heeft fantastische stranden om in de winter lekker uit te waaien en om in de zomer lekker te bakken en te zwemmen. Daarnaast heeft Sydney ook een bruisend uitgaansleven. Er zijn zoveel discotheken en kroegen, dat ik niet eens de tijd heb gehad om ze allemaal uit te testen.

Door mensen die ook op uitwisseling waren werden ook regelmatig huisfeesten georganiseerd. Deze feestjes werden voornamelijk bezocht door uitwisselingsstudenten en waren vaak de leukste avonden. Op deze avonden vloeide de goon rijkelijk. Goon is hét drankje van Australië. Dit is niet omdat het zo verschrikkelijk lekker is, maar omdat het zo goedkoop is. Het is wijn uit een doos en kost gemiddeld 20 dollar voor 5 liter.

Page 24: De Duplomaat #3

24

Sydney is dus een geweldige stad om te studeren, maar Australië is nog zo veel meer dan alleen Sydney. Daarom greep ik in de midsemesterbreak mijn kans om naar de outback te gaan. Hier heb ik met vier vriendinnen een roadtrip gemaakt naar the red centre van Australië. Ayers Rock had ik al vaak op plaatjes gezien, maar om er echt naast te lopen was toch wel heel indrukwekkend. En naast Ayers Rock waren er nog meer mooie plekken daar in de outback die een diepe indruk op mij hebben gemaakt.

Omdat in Australie het semester half juli al begon, was ik ook half november alweer klaar met mijn tentamens. Daarom was het dus tijd voor een nieuwe reis. Ditmaal ben ik met drie vrienden met een campervan van Cairns naar Sydney gereden. We hebben ongeveer 3000 kilometer in drie en een halve week gereden. Het meest indrukwekkende moment van de roadtrip vond ik toen ik wakker werd in de campervan bij een klein strandje met de mooiste zonsopgang die ik ooit had gezien. Zo zou ik elke dag wel wakker willen worden.

Ik heb ervoor gekozen om alleen in Australië te blijven met reizen, maar als je in Sydney (of waar dan ook in Australië) op uitwisseling gaat zijn er nog zoveel meer opties. Veel studenten zijn naar Nieuw-Zeeland geweest en ze vonden het allemaal fantastisch. Ook is het heel makkelijk om naar Azië te gaan, bijvoorbeeld naar Vietnam of Thailand. Een andere optie als je van duiken houdt is het eiland Fiji. Daar kun je heerlijk tot rust komen en duiken op prachtige plekken. Kortom, als je op uitwisseling gaat in Sydney ligt de wereld aan je voeten.

Ik heb heel erg genoten van mijn tijd in Sydney en ik kan iedereen aanraden om ook op een uitwisseling naar het buitenland te gaan. Ik heb zoveel leuke dingen meegemaakt en ik ben op geweldige plekken geweest die ik voorheen alleen van plaatjes kende. Het was misschien niet altijd even makkelijk zo ver van huis, maar de mensen waren er ontzettend vriendelijk en de uitwisselingsstudenten zijn gezamenlijk eigenlijk één grote familie.

Page 25: De Duplomaat #3

De board met raad en daad bijstaan kan niet meer zonder te weten wat er speelt en verder te kijken dan

de wetten en jurisprudentie. Studeer je Nederlands, notarieel of fiscaal recht en denk je businesswise genoeg

te zijn, maak dan kennis met ons op businesswiseadvocaten.nl

De board van vandaag vraagt om businesswise advocaten

De board van vandaag vraagt om businesswise notarissen

De board met raad en daad bijstaan kan niet meer zonder te weten wat er speelt en verder te

kijken dan de wetten en jurisprudentie. Studeer je Notarieel Recht en denk je businesswise

genoeg te zijn, ga dan de uitdaging aan tijdens de Allen & Overy Notariële Masterclass 2012.

Schrijf je vóór 30 april in op businesswisenotarissen.nl

BEN JIJ

BUSINESSWISEGENOEG VOOR DE

NOtaRIëlE

maStERclaSS7 & 8 JUNI

2012

14300029 A&O_adv_Notarissen_A5.indd 1 12-01-12 16:58

Page 26: De Duplomaat #3

26

IT-Recht: Digitale Privacy

Het rechtsgebied omtrent informatietechnologie is volop in ontwikkeling. IT-recht omvat o.a. de wetgeving op het gebied van informatietechnologie, communicatie, internet en aanverwante gebieden zoals privacy, databanken, e-commerce, telecommunicatie en domeinnaamregistraties. De laatste tijd is met name digitale privacy één van de ‘hot-topics’, mede door de enorme groei van sociale media zoals Facebook, waar veel mensen hun informatie schijnbaar achteloos prijsgeven. In deze special wordt bekeken in hoeverre onze privacy nou eigenlijk geschaad wordt door deze nieuwe media en hoe nieuwe wetgeving wellicht bij kan dragen aan een betere bescherming van onze persoonlijke gegevens.

Wordcloud op basis van krantenkoppen gerelateerd aan digitale privacy. Facebook en Google domineren zichtbaar de berichtgeving de afgelopen tijd.

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Page 27: De Duplomaat #3

27

‘De Glazen Samenleving’Veel mensen zijn bekend met het schrikbeeld dat George Orwell in zijn boek 1984 beschrijft. Een totalitaire almachtige overheid die al zijn inwoners onder controle heeft en in de gaten houdt met camera’s. Hoeveel weet de overheid van je? Of nu belangrijker, hoeveel weten de grote bedrijven over je? Worden al je stappen gevolgd door Google? Is heel de wereld, inclusief mijn woonkamer, zichtbaar via Google Maps? Weet Facebook welke sites je bezoekt? Wie weet allemaal waar je heen reist?

Wij zullen verschillende kanten van privacy en de bescherming ervan belichten. Wat zeggen onderzoeken en wat vinden de experts? Is je privacy nog gewaarborgd?

Minder privacy is nuttig!Pascalle: Ook in Nederland wordt onze privacy steeds meer aangetast. Cameratoezicht in grote steden of zelfs in woonwijken, gezichtsherkenning bij de RET en digitale patiëntendossiers zijn daar slechts enkele voorbeelden van. In discussies over privacy hoor ik mensen vaak zeggen: “Ik heb niks te verbergen, dus mij maakt het niet uit waar ze camera’s ophangen.” Even voor de duidelijkheid, ik

heb ook niks te verbergen. En ja, minder privacy zou ervoor kunnen zorgen dat we een veiligere samenleving krijgen. Er is dan immers mee toezicht, waardoor er sneller kan worden ingegrepen wanneer er verdacht gedrag gesignaleerd wordt. Ook kunnen mogelijke daders van strafbare feiten gemakkelijker worden opgespoord. Een veiliger Nederland, dat is het motto. Natuurlijk wil ik dat ook, maar ik ben er niet van overtuigd dat de schending van onze privacy op de

manier waarop het nu gedaan wordt de manier is. De camerabeelden en gevoelige gegevens die nu worden opgeslagen zouden misbruikt kunnen worden, soms zelfs zonder dat het nodig is om daarvoor een systeem te hacken. Dat de politie kijkt naar hoe ik incheck bij de metro, en dat mijn apotheker kan zien of ik medicijnen gebruik, daar heb ik geen problemen mee. Maar wel als al die informatie zomaar op straat belandt.

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Door Michael Rabbers en Pascalle Boerrigter

Page 28: De Duplomaat #3

28

“Als privacy echt zo ontzettend belangrijk was, waarom zijn sites als Twitter en

Facebook dan zo populair?”

Minder privacy is dus, naar mijn mening, alleen nuttig als er precies duidelijk is wie welke informatie mag inzien en opvragen, en er ook gegarandeerd kan worden dat niemand anders bij deze informatie komt.

Michael: Minder privacy voor elk individu heeft in mijn ogen voordelen. Zo vergroten wij de veiligheid van onze maatschappij en krijg je kortingen

Michael: Eens, er moeten grenzen gesteld worden aan hoeveel er opgeslagen mag worden en hoelang. Ook vind ik dat er controle moet zijn op hoe lang deze gegevens worden bewaard. Zo werden de vervoersbedrijven al op de vingers getikt door het College van Bescherming

op producten aangeboden. Zo was er een tijdje geleden veel ophef over het opslaan van cookies, maar ik zie er ook voordelen van in. Nu vind ik op Facebook of in mijn mailbox leuke aanbiedingen, verstopt in de reclame balken, die echt interessant voor mij zijn. Zo vind je toch het hotelletje waar je wilde overnachten, maar dat je eerst niet online kon vinden. Wel kunnen bepaalde ontwikkelingen angst oproepen. Zo zouden de gegevens van het elektronisch patiëntendossier bij je werkgever terecht kunnen komen, of bij een toekomstige werkgever. Zou je dan nog aan een baan komen als je een ernstige ziekte hebt gehad? Fouten maken is menselijk en weinig systemen zijn feilloos. Daarom moet er voorzichtig gedaan worden bij het verzamelen en bewaren van al deze uiteenlopende gegevens. Kwaadwillende mensen zouden er heel goed hun slag mee kunnen slaan. Identiteitsroof en ander misbruik van gegevens is dichter bij dan je denkt.

Persoonsgegevens omdat zij de gegevens langer bewaarden dan de wettelijke termijn. Wel ben ik van mening dat het beter Europa breed geregeld kan worden, dan per land en per overheid apart. Natuurlijk is er ook een eigen zorg voor je eigen privacy. Zo moet je niet al je gegevens doorgeven voor een online wedstrijd en niet alles wat je meemaakt posten op Facebook.

Pascalle: Of ik een bonuskaart bij de Albert Heijn aanschaf, en of ik Airmiles wil sparen, daar kies ik zelf voor. Maar hoe weet ik dat Vodafone geen gesprekken die ik voer bewaard? Wat doen ze met mijn belgegevens? De overheid zou, naar mijn mening, duidelijke regels moeten opstellen met betrekking tot de privacy. Zo zouden bedrijven in de algemene voorwaarden van hun overeenkomst vast moeten leggen welke gegevens zij opslaan, hoe lang, voor welke doeleinden en wie deze gegevens vervolgens kan inzien. Ik weet dat mijn telefoon continu contact maakt met een GPS, en dat de

De overheid moet ingrijpen bij schendingen van privacy.

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Page 29: De Duplomaat #3

29

politie zo bijvoorbeeld mijn locatie zou kunnen achterhalen. Maar mag dat zomaar? Voor veel mensen is het maar vaag wat precies hun rechten zijn met betrekking tot hun privacy en wat er precies met hun gegevens gebeurt. Ik denk dat daar de grootste taak van de overheid ligt: een duidelijk beleid maken en zorgen voor meer transparantie met betrekking tot de privacy. Verder doet de overheid er misschien goed aan om de grote bedrijven en internetsites zoals Google en Facebook ook wat beter in de gaten te houden en, eventueel door middel van nieuwe wetgeving, grenzen te stellen aan de schending van onze privacy door deze grote bedrijven.

Privacy is niet meer belangrijk. Pascalle: Soms maak ik me wel druk als ik weer een bericht in de krant lees over onze “Big Brother” samenleving. Maar is privacy wel zo belangrijk? Wat maakt het heel concreet nou uit als alle camerabeelden waar ik op sta gewoon bewaard zouden blijven? De mensen die er naar kijken ken ik niet, ik doe niets strafbaars, dus waar maak ik me druk om? En zelfs al zou iemand die ik ken toegang krijgen tot deze beelden, wat dan nog? Dan ziet mijn moeder dat ik stiekem wel eens alleen naar huis loop als het donker is. En dan? Dan niks! En wat als iemand toegang krijgt tot mijn elektronisch patiëntendossier? Ook niet heel spannend... Misschien is privacy niet zo belangrijk als we denken. Misschien zoeken we gewoon weer iets om te zeuren. Als privacy echt zo ontzettend belangrijk was, waarom zijn sites als Twitter en Facebook dan zo populair? Waarom willen we dan zo graag ons leven online delen? Waarom maken we er een probleem van als camera’s op

het station registreren dat we heftig staan te zoenen, als we daar vervolgens toch over tweeten? Mensen zetten echt ontzettend veel informatie online. Gister las ik op Facebook een berichtje van een oud klasgenootje: “Drie maandjes samen vieren met mijn schatje in bad met champagne en aardbeien.” Oké dan, in bad gaan hou ik toch nog net wel privé...

Michael: Het zou verklaren waarom sites als Facebook en Twitter ongekend populair zijn. Toch blijven er altijd taboes op bepaalde onderwerpen die je bijna nooit deelt met anderen. Denk hier aan geld, fouten waarvoor je je schaamt en bedgeheimen. Om verder nog in te haken op wat Pascalle zegt, zeuren is inderdaad een populair tijdsbedrijf in Nederland maar wat het verschil is met de social media is dat jij helemaal zelf bepaalt wat je online zet en wat niet. Zo kan ik alle leuke dingen die mij overkomen op Facebook plaatsen en dan is het net alsof ik een ontzettend spannend leven leidt, zelfs als ik eigenlijk alleen maar met de neus in de boeken zit. De populariteit zou ik dus verklaren aan de maakbaarheid van het online leven, het gevaar zit echter verstopt in de krochten

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Page 30: De Duplomaat #3

30

van Facebook. Alles wat je post zou wel eens gelezen en bewaard en misschien nog erger, tegen je gebruikt worden. Misschien is het een idee om een disclaimer te verzorgen voor je inlogt. ‘’U heeft het recht om niks te posten, pas dus op, alles wat u post, kan en zal tegen u gebruikt worden.’’

Privacy is ouderwets.Michael: Privacy is in mijn ogen eerder een onnatuurlijk verschijnsel te noemen. Een verschijnsel dat ontstaan is toen de mens in huizen ging wonen. In de prehistorie leefden mensen in groepen en wist iedereen wat de ander aan het doen was. Dit was belangrijk, sociale controle en cohesie en de machtsverhoudingen waren duidelijk. Nu is een mens vrij om te doen in zijn huis wat hij maar wil. Zo kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan, vandaar dat er nu bewegingen zijn om minder privacy te gunnen aan mensen.

Pascalle: Zouden we vroeger meer privacy gehad hebben dan nu? Ik denk van wel.

Waarschijnlijk deelden we toen op een andere, minder technologische manier, precies dezelfde informatie deelden als nu. Je ging op visite, vertelde daar je alles wat je nu op Facebook post, en vervolgens werd dat weer doorverteld. Het verschil is dat wat je deelde binnen een beperkte groep mensen bleef. Je familie, vrienden en kennissenkring. Nu kunnen ook je toekomstige werkgevers persoonlijke gegevens van jou op internet opzoeken. In die zin hebben we nu minder privacy dan vroeger, en zou je dus kunnen zeggen dat privacy iets ouderwets is. Dat we gewoon met onze tijd mee moeten gaan, en dat de moderne tijd er gewoon eentje is met minder privacy. Toch zou ik niet stellen dat privacy iets ouderwets is. Onze samenleving verandert, en er wordt misschien vaker een inbreuk gedaan op onze privacy, maar ik denk dat ik mijn persoonlijke gegevens even graag voor mezelf hou als mijn oma vroeger. In die zin is privacy iets heel natuurlijks, iets wat aangeboren is, net als schaamte. Bepaalde dingen zijn gewoon privé, en dat hou ik graag zo.

Applicaties op Facebook; de sluwe manier om aan gegevens te komenVeelgebruikte Facebook-applicaties blijken persoonlijke gegevens van accounts te verspreiden naar adverteerders. Ook wordt deze informatie verstuurd naar andere bedrijven die het internetgedrag van personen in kaart brengen. Dit alles blijkt uit een onderzoek van The Wall Street Journal. Volgens de krant wordt zelfs informatie van gebruikersaccounts die de hoogste privacyinstellingen hebben in-gesteld, verstuurd naar deze bedrijven.

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Page 31: De Duplomaat #3

31

Interview Prof.mr. Margriet Overkleeft-Verburg

Prof.mr. Margriet Overkleeft-Verburg studeerde rechten aan de universiteit van Tilburg. In 1989 werd zij lid en plaatsvervangend voorzitter van de Registratiekamer, het huidige College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Overkleeft promoveerde in 1995 op een studie naar de ontwikkeling van het (grond)recht op privacy en gegevensbescherming en de werking van de Wet persoonsregistraties, ter voorbereiding van de Wbp bij prof.dr. Ernst Hirsch Ballin. Sinds 1996 is zij verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam als hoogleraar Staats- en Bestuursrecht. Overkleeft is al sinds haar studietijd betrokken bij vraagstukken rond privacy en schrijft en adviseert veel over kwesties betreffende bestuurlijk informatierecht (openbaarheid, privacy en gegevensbescherming). Wij spraken prof.mr. Overkleeft-Verburg op een dinsdagmiddag in haar eigen kantoor in het L-gebouw. Een interessant interview volgde, waarin duidelijk bleek hoeveel passie zij heeft voor haar vak.

Grote sites als Google en Facebook krijgen steeds meer macht. Kan de Nederlandse overheid eigenlijk nog wel iets doen om onze privacy te waarborgen?

“Op dat terrein zijn heel veel belangrijke ontwikkelingen gaande. Toch is het belangrijk om te beseffen dat het hier gaat om grote Amerikaanse bedrijven. Dat betekent dat de Nederlandse overheid eigenlijk nauwelijks iets kan doen. Daar komt bij dat gebruikmaking van de diensten van deze ondernemingen iets is wat mensen zelf willen. Ik zit bijvoorbeeld heel bewust niet op facebook en dat is mijn eigen keuze.”

Waarom heeft u ervoor gekozen om geen profiel aan te maken op Facebook? Er zitten toch ook veel positieve kanten aan?

“Natuurlijk is het allemaal leuk en aardig met vrienden en andere contacten, maar

het is algemeen bekend dat facebook alle informatie die op dat systeem staat ook gebruikt voor commerciële doeleinden. Daar zit ik niet zo op te wachten. Het is kenmerkend voor heel veel sociale media: ze worden ervaren als gratis, maar zijn dat absoluut niet. Je betaalt die diensten namelijk met de beschikbaarstelling van je eigen informatie. Over die gegevens heb je eigenlijk geen zeggenschap meer zodra je ze op dergelijke sites plaatst.”

Denkt u dat daar verandering in gaat komen? Bijvoorbeeld door nieuwe wetten en betere gegevensbescherming?

“Er zijn twee zeer belangrijke ontwikkelingen gaande. De eerste ontwikkeling is de komst van het idee van online privacy. Daar moeten nieuwe, aangepaste rechten voor komen. Er is een maand geleden door de Europese Commissie een concept Verordening

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Page 32: De Duplomaat #3

32

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Privacy en Gegevensbescherming ingediend, in combinatie met een richtlijn politiële en justitiële gegevens en daarin staan ook een aantal voorzieningen die specifiek zijn voor wat betreft online privacy. De tweede ontwikkeling heb ik nog nergens in de kranten gezien, dus die meld ik gelijk maar. Het gaat natuurlijk om Amerikaanse bedrijven en dus om een internationaal probleem, wat niet alleen in Nederland of Europa speelt, maar natuurlijk net zo zeer in

privacy aan zou pakken en heeft daarna jarenlang niets concreet aangepakt. Privacywetgeving had dus altijd weinig prioriteit, totdat men zich realiseerde dat het onmisbaar is om de groei van de ‘digital economy’ mogelijk te maken. Het is wel zaak dat het Europese systeem gekoppeld wordt aan het Amerikaanse systeem, want het is de bedoeling dat er een globale standaard komt op het terrein van gegevensbescherming. Zo’n globale standaard is hét instrument om

de Verenigde Staten. Er is dus al heel lang grote druk op de Verenigde Staten om ook op dat punt initiatieven te ontwikkelen. En dat lijkt nu succesvol te gaan worden. Er is nu net een nota van de Obama-regering gekomen, maar dat wordt kaderwetgeving, dus ‘principle based’. Dit moet dan nader worden uitgewerkt in gedragscodes. Hierin gaat het met name om consumentenprivacy terwijl je in Europa ziet dat die regulering is toegesneden op zowel de burger als consument,dus e-commerce, als op e-government.”

Waarom staat er nu zo’n enorme druk op privacywetgeving en gegevensbescherming?

“De ‘digital economy’ is op dit moment een van de mogelijkheden om uit het moeras van de economische neergang te komen. Obama begon al jaren geleden met verkiezingsbeloften dat hij met name die

vertrouwen te creëren, zodat je die ‘digital economy’ verder kunt ontwikkelen. Gegevensbescherming is dus eigenlijk een knoop geworden die opgelost moet worden. Dat is heel positief, want wanneer er een dergelijke druk op staat is er meer kans op succes. Dus ik zie daar zeker wel doorbraken komen.”

Dus u denkt dat er dan in Nederland geen nationale wetgeving gaat komen, maar dat alles vanuit Europa geregeld zal worden?

“Er moet wel nationale wetgeving komen, maar wat je ziet is dat die Europese richtlijn ook tot stand is gekomen met het oog op harmonisatie van de interne markt. Het was de eerste regeling waarbij grondrechten geïncorporeerd waren met het oog op de ontwikkeling van de interne markt. Ik ben daar zelf gedeeltelijk ook bij betrokken geweest, omdat ik een periode lid en plaatsvervangend voorzitter van de Registratiekamer ben geweest. Ik zat dus

“Sociale media worden ervaren als gratis, maar zijn dat absoluut niet. Je betaalt die diensten namelijk met de

beschikbaarstelling van je eigen informatie.”

Page 33: De Duplomaat #3

33

ook aan de onderhandelingstafel. Al met al hebben die onderhandelingen vijf jaar geduurd, in 1990 werd er al aan begonnen en uiteindelijk kreeg de richtlijn pas in 1998 rechtswerking. In Nederland is de richtlijn pas in 2001 in de Wbp (Wet bescherming persoonsgegevens, red.) geïmplementeerd, in andere landen soms nog later. We hadden al een verdrag in het kader van de Raad van de Europa omtrent privacy, dus men zou zich kunnen afvragen waarom er ook nog een richtlijn werd opgesteld. In dat verdrag stonden voornamelijk beginselen, die onvoldoende concreet bleken te zijn. Lidstaten konden daar dus hun eigen uitleg aan geven en begonnen uiteindelijk handelspolitiek met elkaar te voeren op titel van privacy. Wat nu de ervaring is met de implementatie van de richtlijn, het was de bedoeling dat die toezichthouders dus door samenwerking tot gemeenschappelijke interpretatie zou komen en dat op die manier als het ware die nationale beleidsruimte geleidelijk aan ingevuld zou worden op een geharmoniseerde manier. Die veronderstelling is onjuist gebleken. Nu komt er dus een regeling met veel concretere regels, er is dan ook nadrukkelijk een keuze gemaakt voor een verordening met rechtstreekse toepassing ten opzichte van een tweede richtlijn. Hierdoor wordt voorkomen dat lidstaten met de omzetting van de richtlijn, weer allerlei grappen uit zouden gaan halen en uiteindelijk het Europees Recht niet correct en enigszins uniform zou implementeren in hun nationale wetgeving. Ondanks dat een verordening rechtstreeks van toepassing is, zullen wij toch ook nationale wetgeving nodig houden, want je moet zo’n regeling natuurlijk ook institutioneel aankleden. Ik ben zelf nogal kritisch over de rechtspreek van de Afdeling Bestuursrechtspraak

van de Raad van State, omdat die in feite die richtlijn vaak laat voor wat het is en alleen naar de Nederlandse vertaling ervan in de Wpb kijkt. Er wordt maar heel sporadisch richtlijnconform geïnterpreteerd. De rechtspraak is teveel gefocust op nationale rechtsontwikkeling en niet zozeer ‘het grotere plaatje zien’. In feite wordt er dus meer afgeschermd van het Europese recht. Juist gegevensbescherming is een gebied waar harmonisatie heel veel kan opleveren. Het kan heel vervelend zijn als je door Europees recht je nationale soevereiniteit op dat gebied verliest, maar het is wel nodig.”

“We zitten momenteel dus middenin een zeer belangrijke rechtsontwikkeling, waar ik zelf dus ook in zekere mate bij betrokken ben. Ook op mijn afscheidsrede zal ik zeker de huidige problemen

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

Prof.mr. Margriet Overkleeft-Verburg

Page 34: De Duplomaat #3

34

Artikel - IT-recht: Digitale Privacy

omtrent gegevensbescherming bespreken. En dat zijn er een flink aantal! Voor mij persoonlijk is dat wel een flinke teleurstelling, want ik ben al heel lang actief op dit terrein. Mijn allereerste artikel in mijn studietijd ging bijvoorbeeld ook over privacy. Als ik de hele rechtsontwikkeling in Nederland en de grote rechtsonzekerheid zie, dan denk ik ‘tja, we hebben toch een aantal dingen niet goed gedaan’. Er is heel lang, bijvoorbeeld in het bestuursrecht, volstrekt te weinig aandacht geweest voor wat de betekenis is van gegevensbescherming. Een ander punt, en daar zie ik ook een groot probleem in, is de complete verzelfstandiging van het vak informatierecht (IT-recht, red.). Ik behoorde tot een van de eersten docenten in dat vak in Nederland en voor mij omvat IT-recht een aantal dingen; computercriminaliteit, privacy en gegevensbescherming, bescherming van intellectuele eigendom en doorwerking van automatisering in contracten. In feite is het een soort ‘categorie: varia’. Mijn idee daarover is altijd geweest dat je soms een functioneel keuzevak nodig hebt om dat gebied te ontwikkelen, maar op een zeker moment moet dat weer terug in de grotere rechtsgebieden, de hoofdvakken. Veranderende omstandigheden, werkprocessen en verhoudingen roepen plotseling nieuwe rechtsvragen op. Door internet komen er steeds nieuwe vraagstukken, bijvoorbeeld onlangs over het aspect van lokalisering. Die verzelfstandiging van het IT-recht als wetenschappelijke discipline is één van de redenen waarom het bestuursrecht niet voldoende met dat soort zaken, zoals gegevensbescherming, bezig houdt. Dan kan het best zijn dat er deskundigen rondlopen met specifieke kennis over ingewikkelde vraagstukken

in het IT-recht, maar in feite gaat het gewoon om rechtsontwikkeling in de bestaande juridische kaders. Als je nieuwe rechtsvragen incorporeert in bestaande juridische kaders, heb je ook de meeste kans op een deugdelijke ontwikkeling. Hier komt voor mij ook het grote enthousiasme voor dit vakgebied vandaan; altijd die nieuwe ontwikkelingen en nieuwe rechtsvragen. Vaak houden die ook nauw verband met de grondslagen van het recht en de maatschappelijke ontwikkeling.”

Zou je inbreuk op privacy door het gebruiken van persoonlijke gegevens dan ook eerder onder de noemer van de onrechtmatige daad moeten hangen, in het burgerlijk recht?

“Absoluut, maar dat is nu ook al het al geval bij bijvoorbeeld oneerlijke handelspraktijken op het gebied van online winkelen. Privacy is daar ook mee gemoeid, maar het wordt wel bekeken vanuit het burgerlijk recht. Eigenlijk zou je privacy kunnen vergelijken met grondrechten, met daarbij ook de horizontale werking tussen burgers en niet alleen tussen de overheid en burger. De wbp kan dus ook een als een soort kameleon wet worden beschouwd, want die wet kan worden ingekleurd naar elke rechtsgebied waarin het worden toegepast, zowel bestuursrecht als burgerlijk recht.”

Page 35: De Duplomaat #3

35

Zo is het Amerikaanse Congres bezig met het vervaardigen van een wet genaamd Stop Online Piracy Act, beter bekend onder de afkorting SOPA. Dit wetvoorstel zorgt ervoor dat de Amerikaanse Justitie en de auteursrechthebbenden beter kunnen optreden tegen het online delen en verhandelen van hun intellectueel eigendom door derden. Zo worden de internetsites die downloaden faciliteren aansprakelijk gesteld voor de schade die de bijvoorbeeld filmmaatschappij lijdt door illegale downloads van Hollywood films. Denk hier aan een website als the Pirate Bay of Megaupload. Maar ook websites als PayPal die alleen maar de online betalingen regelen, kunnen ten prooi vallen aan SOPA.

Ook zal de structuur van het internet minder stabiel worden omdat overheden middelen krijgen om bepaalde websites te blokkeren en aanpassingen te maken in de Domein Naam Systemen (DNS) hierdoor zal het internet vaker storingen hebben.

Uit protest tegen dit wetvoorstel werd op 16 november 2011 een actie gehouden door grote internetbedrijven, die juist groot zijn geworden door het vrije internet. Wikipedia, de online encyclopedie die dagelijks door miljoenen internetgebruikers geraadpleegd wordt, besloot om voor een dag op zwart te gaan. Verder werden er vele online petities getekend door bezorgde internetgebruikers van over de gehele wereld.

Maar ook in Europa zijn er soortgelijke bewegingen. Zo hebben 39 landen het zogenaamde ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement) opgesteld. Dit handelsverdrag houdt zich vooral bezig met copyrightschendingen. ACTA verplicht de landen om auteursinbreuk strafbaar te stellen, niets raars aan, behalve het feit dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor kleine inbreuken door bijvoorbeeld particulieren die voor eigen gebruik en dus zonder winstoogmerk auteursinbreuk plegen. Dit is tegen de Nederlandse traditie waarbij er geen strafhandhaving is tegen de kleinere spelers.

Een ander onderdeel van het verdrag is dat de internetproviders wettelijk verantwoordelijk worden voor wat hun gebruikers online doen. Zo wordt het hen mogelijk gemaakt om te gaan monitoren wat de gebruikers doen en de overtreders te blokkeren en te verbannen van het internet.

Zo zal de vrijheid van meningsuiting en privacy in gevaar komen van de internetgebruikers. Zo wordt creativiteit en innovatie beknopt en worden onschuldige internetgebruikers gecriminaliseerd.

Gelukkig is de strijd nog niet gestreden.Teken een petitie, voeg je toe bij een proces of schrijf, zing, blog of facebook over deze ontwikkelingen en laat zo je stem horen!

Gevaren van internetwetgeving

Het internet is nog maar enkele decennia jong. Waar eerst gepredikt werd over een broedplaats vol van vrijheden, zijn er echter steeds meer bewegingen naar het inperken van de vrijheden op het internet.

Door Michael Rabbers

Artikel - Gevaren van internetwetgeving

Page 36: De Duplomaat #3

36

PooltoernooiOok dit jaar konden de leden van In Duplo zich weer inschrijven voor het traditionele pooltoernooi, ditmaal georganiseerd in Poolcentrum Blaak. Na een vredige, gezellige binnenkomst barstte de poolstrijd los! Een groot aantal teams probeerde zichzelf te bewijzen aan de pooltafel. Sommige teams puur voor de gezelligheid en de eeuwige roem die de poolsport kent, anderen wilden zich meer bewijzen en die ene felbegeerde beker winnen. Bij sommige teams was het meteen duidelijk dat zij zich vooral voor het plezier hadden ingeschreven, een teamnaam als “gratis bier in H16-20” is hier een goed voorbeeld van. Overigens werden Tycho van der Meer en Sander van Kersbergen met deze naam wel geëerd met de prijs voor de meest originele naam en hebben zij een knappe prestatie verricht als eerstejaars in deze pool van zwaargewichten. Ook andere namen als “Blond”, “8-balled men” en “De laffe borrelaars” passen prima in de sfeer van de avond: gezellig, grappig en fanatiek. Gelukkig lieten uitgeschakelde teams zich niet letterlijk uit het (pool)veld slaan en gingen zij allen vrolijk door met een kleinschalige borrel onder aanwezige supporters. Zo vermaakte men zich tijdens en na het poolen meer dan uitstekend en was er een alom gezellige, soms wat gespannen sfeer. Uiteraard speelde deze spanning zich alleen af bij een wedstrijd tussen

gelijk opgaande teams en niet tussen de ontspannen supporters die toch vooral van de sfeer proefden.

Uiteindelijk was daar dan de finale: een wedstrijd tussen aan de ene kant Ward de Rooij en Nando Leijten, team Tripten, met als waardige tegenstanders de mannen van het 13e, Mathijs van Meer, Bas Woudstra en Maurits Burggraaf. Ondanks het kranige verweer van het 13e bestuur moesten zij uiteindelijk hun meerdere erkennen in het geweldige spel van Ward en Nando, complimenten!

Al met al een geslaagde en spannende avond, een traditie die zeker in ere moet worden gehouden!

Door Tom van Steenbrugge

Activiteitenverslag: Pooltoernooi

Page 37: De Duplomaat #3

37

Activiteitenverslag: Poeltoernooi

Page 38: De Duplomaat #3

38

Activiteitenverslag: Pooltoernooi

Page 39: De Duplomaat #3

39

EerstejaarscolumnDoor Pascalle BoerrigterBij ons thuis is mijn vader meestal degene die

de post uit de brievenbus haalt. Altijd als ik hoopvol de brievenbus open, is hij al geleegd. Heel saai, want ik vind het echt leuk om al die folders, brieven en natuurlijk de krant eruit te halen en dan lekker met een kopje thee die post te sorteren en de folders door te bladeren. Onzin eigenlijk, want ik weet dat ik nooit speciaal naar de Etos fiets omdat daar de shampoo 1+1 gratis is, maar toch, voor het idee…

Vandaag gebeurde het dus weer dat mijn vader eerder bedacht om de post te halen dan ik. Ik zat op mijn kamer met mijn laptop op mijn schoot en net toen ik de nieuwste aflevering van Gossip Girl wilde kijken riep mijn vader naar boven: ‘Pascalle, er is post voor je!’ ‘Fijn, leg maar op de tafel,’ antwoordde ik droog. Gossip Girl ging voor natuurlijk. Ik bedacht me dat het vast gewoon een bankafschrift was of zoiets saais.

Een half uurtje later kwam ik beneden en ja hoor, daar lag de post, prachtig gesorteerd. Alle “mannenfolders” rechts, de “vrouwenfolders” links, en in het midden post voor mij. Van de Erasmus Universiteit. ‘Wat moeten die nou weer sturen’, dacht ik terwijl ik de brief opende.

U heeft maximaal 24 credits kunnen behalen. U heeft tot nu toe 24 credits behaald. […] Wij feliciteren u met de tot nu toe behaalde resultaten. Wij adviseren u wel om de rest van het collegejaar niet te onderschatten.

Economisch denken heb ik inmiddels wel een beetje geleerd, dus pakte ik de brief en ging naar mijn vader. ‘Kijk pap, van de uni,’ zei ik terwijl ik de brief aan hem liet zien. Mijn vader had even tijd nodig om hem te lezen, antwoordde iets van ‘heel knap meisje’ en

wilde toen weer doorgaan met werken. Maar zo gemakkelijk liet ik me niet afschepen. ‘Papa, dit is toch eigenlijk wel een soort van rapport.’ zei ik voorzichtig. ‘En vroeger kreeg ik als ik een goed rapport had altijd een euro. En dit is wel een goed rapport toch…? Papa?’ Ik zag dat mijn vader een glimlach probeerde te onderdrukken. ‘Nou vooruit dan. Omdat je zo goed je best hebt gedaan.’ Mijn vader haalde zijn portemonnee uit zijn broekzak en gaf me een euro. Even voelde ik me weer dat kleine meisje dat naar binnen rende met haar rapport, waarop de juf dan nog een mooie sticker had geplakt en een klein verhaaltje had geschreven van ‘Pascalle heeft goed haar best gedaan. Alleen met netjes schrijven moet ze nog een beetje oefenen thuis.’ En dan tilde mijn vader me altijd op en zei hij dat hij trots op me was. En dan kreeg ik een rijksdaalder, en later een euro, en die deed ik dan in mijn spaarpot en dan voelde ik me ontzettend rijk. Net als nu. Want zeg nou zelf, een euro! Yessss!

Eerstejaarscolumn

Page 40: De Duplomaat #3

40

‘De één zijn dood, is de ander zijn brood’

Eens in de zoveel tijd is de voorpagina van de ochtendkrant bestreken met een levensgroot portret. Het is weer zo ver; een beroemde schrijver, een muzikale artiest, een vernieuwende kunstenaar of een vergeten acteur is overleden. Doodgaan hoort bij het leven, maar wat vele mensen niet weten is dat er ook zo z’n voordelen aan kunnen kleven.

Een van de bekendste voorbeelden is die van een kunstenaar, die gedurende zijn leven maar één doek verkocht. De rest van zijn schilderijen raakte hij aan de straatstenen niet kwijt. Het gaat hier natuurlijk om Vincent van Gogh, die later in de 19de eeuw pas werd beschouwd als één van de grootste kunstenaars van zijn tijd. De eerst niet-verkoopbare schilderijen, gaan nu gemakkelijk voor een paar miljoen onder de hamer. Bijvoorbeeld zijn werk ‘Portret van dr. Gauchet’ werd in 1990 voor 82,5 miljoen verkocht.

Er is echter wel een verschil tussen succesvolle gestorvenen. Zo valt het verhaal van Van Gogh onder de noemer van: ‘waardering na de dood’. De andere groep valt onder ‘hervonden enthousiasme na dood’.

Beroemde artiesten als Michael Jackson en Kurt Cobain vallen bijvoorbeeld onder laatstgenoemde groep; ‘hervonden enthousiasme na dood.’ De verkoop van Nirvana albums steeg met 150% naar 77 000 exemplaren in Amerika in alleen de week na de dood van frontman Kurt Cobain. Maar deze cijfers verbleken naast de verkoopcijfers na de dood van Michael Jackson. Beginnende met de vele tributes die werden gehouden en de enorme hoeveelheid nummers die afgespeeld werden door de lokale radiostations vlak na zijn dood. Zoals je ook in de grafiek kan zien, is er een enorme piek in de dagen na zijn dood.

Maar niet alleen zijn nummers werden vaker gedraaid, ook zijn albums waren binnen enkele uren na het nieuws van zijn dood uitverkocht bij Amazon. De hitlijsten stonden vol met zijn oude nummers en in de albumtop stond Michael Jackson vaak genoteerd.

Artikel - ‘De één zijn dood, is de ander zijn brood’

Door Michael Rabbers

Page 41: De Duplomaat #3

41

Zulke verhalen staan niet op zichzelf. Zo had je de run op de boeken van Harry Mulisch toen hij vorig jaar het leven liet, en verkocht Amy Winehouse meer albums dan zij lange tijd gedurende haar leven had gedaan. Om dan nog niet beginnen over de onlangs overleden Whitney Houston, die het maar niet lukte om tijdens de latere periode in haar leven een comeback te maken. Door een leven lang vol alcohol en drugs was haar stem niet meer wat het ooit geweest was, maar na haar dood werden er veel albums verkocht waar zij nog klonk zoals in haar hoogtijdagen. De vermeende schulden waren plotsklap makkelijk af te lossen.

Dus is dat wat je als artiest moet doen om weer wat geld te verdienen? Om terug te keren in de spotlights? Jammer dat zij het zelf niet meer mee kunnen maken, maar voor de overgebleven familie, uitgevers en platenmaatschappijen is het soms, hoe cru het ook klinkt, een oplossing. Michael Jackson was eindelijk uit de schulden en de overgebleven Jacksons

konden hun ei kwijt in een reality show en het tribute concert. Vincent van Gogh kreeg erkenning, en zijn erfgenamen uiteindelijk ook het geld.

Nu is het oppassen voor het moment dat de eerste agenten tegen hun artiesten beginnen over een tragisch einde van het leven. Een geweer aan de pas laten komen zoals bij van Gogh of voldoende drugs om het rock & roll beeld goed te bevestigen.

Zo zijn veel artiesten rond hun 27ste levensjaar aan hun einde gekomen. Waaronder dus Kurt Cobain, Amy Winehouse, maar ook zanger van The Doors Jim Morrison en Jimi Hendrix. Zou het stomtoevallig zijn of een geplande gebeurtenis?

Al met al, we zullen niet weten in hoe verre de commercie het leven en de dood van beroemde mensen beïnvloedt. Wie zal de volgende zijn die zich bij de club van 27 voegt?

Justin Bieber heeft dan nog negen jaar te gaan.

Artikel - ‘De één zijn dood, is de ander zijn brood’

Page 42: De Duplomaat #3

42

Voor het collegejaar 2012-2012 zit ik in de faculteitsraad voor Economie. De faculteitsraad is een belangrijk medezeggenschapsorgaan binnen de universiteit. De raad bestaat uit zeven verkozen studentleden en hetzelfde aantal personeelsleden. In de vergaderingen is naast de griffier en het EM, het bestuursteam van de faculteit aanwezig. De raad kan vragen aan hen stellen en het bestuursteam licht ook ongevraagd hun ideeën toe. De raad geeft dan vervolgens advies, of stemt over de besproken onderwerpen.

Er worden veel actuele zaken besproken in de raad; zoals het reilen en zeilen van de studieadviseurs, regelingen rondom studenten die buiten de boot vallen, maar één van de grootste onderwerpen van dit moment is natuurlijk de situatie rondom het plan ‘Nominaal = Normaal’. Zoals je misschien al wel weet, heeft de universiteit vergaande plannen om vanaf volgend jaar een bindend studieadvies van 60 ECTS in te voeren. Het plan houdt in dat studenten voortaan 60 ECTS moeten halen in hun eerste jaar. Dit gegeven, samen met de harde knip tussen zowel jaar 2-3 als jaar 3-4, maakt het voor (mr.drs.-)studenten erg lastig om nog tijd te vinden voor commissie- en/of bestuursfuncties of een buitenland ervaring.

Wij zijn, als studentengeleding van de F-raad, dan ook fel tegen deze maatregel. Samen met bijna alle andere faculteitsraden en met de universiteitsraad proberen we ons tegen dit plan te verzetten, het ontransparante proces maakt het echter erg ingewikkeld.

Inmiddels liggen de zaken zo dat de plannen omtrent ‘Nominaal=Normaal’ waarschijnlijk toch ingevoerd zullen

Eind vorig jaar is er een nieuw lichting studenten verkozen om plaats te nemen in de faculteitsraden, voor mr.drs.-studenten kon dat vanzelfsprekend zowel bij de rechten- als bij de economische faculteit. Ruben Weller nam plaats in de F-raad bij de economische faculteit en gaf ons een korte update over zijn ervaringen en de huidige stand van zaken.

Mr.drs.-studenten in de Faculteitsraad

Mr.drs.-studenten in de Faculteitsraad

Page 43: De Duplomaat #3

43

worden volgend jaar. Hetgeen wat ik dan in de raad kan doen, is de pijn zoveel mogelijk proberen te verzachten voor mr.drs.-studenten. Hierover hebben we in de studentengeleding overleg en verder is het bestuursteam van de faculteit in intensief overleg met de rechtenfaculteit over oplossingen die het mr.drs.-programma enigszins kunnen verlossen van de extra druk.

Om de belangen van de mr.drs.-studenten nog beter te behartigen is op regelmatige basis overleg met de voorzitter van In Duplo, Mathijs van Meer, met Hidde-Jan Beukers uit de F-raad van de ESL en met Rens van Rijn, uit de Universiteitsraad. We bespreken dan zaken die van belang zijn voor de mr.drs.-student, en hoe we door samenwerking zo effectief mogelijk kunnen handelen.

Uiteraard bespreken we allerlei verschillende zaken in de raadsvergaderingen, ook ogenschijnlijk kleinere zaken. Zo is er door de examencommissie in het begin van afgelopen collegejaar een nieuwe regeling ingevoerd met betrekking tot het gebruik van rekenmachines tijdens tentamens. Er zijn nog maar enkele rekenmachines die je tijdens je tentamen mag gebruiken. De communicatie over deze maatregel was erg beperkt, iets wat natuurlijk niet mag. Na vragen in de raad heb ik gezien dat de communicatie omtrent de rekenmachines flink verbeterd is.

Op dit moment is de studentengeleding van de raad bezig met het functioneren van de studieadviseurs. Over het algemeen doen de studieadviseurs het goed, maar er zijn enkele belangrijke punten die duidelijk voor verbetering vatbaar zijn. Zo zou het in onze ogen

beter zijn als je, wanneer je naar de studieadviseur gaat, één vaste adviseur hebt die jouw dossier kent en waar jij altijd contact mee hebt. Mocht je situatie dan ooit besproken worden bij de examencommissie, dan kan en zal deze ene studieadviseur jouw belangen ook beter verdedigen. Verder proberen we verwachtingen van studenten over de adviseurs beter te managen en kijken we waar de kennis van de studieadviseurs verbeterd zou kunnen worden. Het komt nu nog te vaak voor dat studieadviseurs, op basis van incomplete of verouderde informatie, adviezen geven waarna de student met deze verkeerde adviezen de verkeerde actie onderneemt. Als raad is het verbeteren van het functioneren van de studieadviseurs één van onze aandachtspunten.

Het is leuk om te zien dat je op een bepaalde manier invloed kan uitoefenen op het beleid van de ESE, al maakt de ontransparante wetgeving rondom medezeggenschap het soms lastiger om je doelen te bereiken. Andersom is dit natuurlijk ook weer een uitdaging.

Ik denk dat het voor het voortbestaan van het mr.drs.-programma van het grootste belang is dat– en met name de komende jaren- de medezeggenschapsraden altijd ruim door mr.drs.-studenten bevolkt zijn. Ik kan je dan ook van harte aanbevelen om je verkiesbaar te stellen voor de faculteitsraad; je vergroot je netwerk, ontwikkelt je discussievaardigheden verder en kunt goede ideeën inbrengen om de faculteit naar een hoger plan te tillen.

Mr.drs.-studenten in de Faculteitsraad

Page 44: De Duplomaat #3

44

Het is altijd een eer en een genoegen om zo kort na de derde dies natalis van onze mooie vereniging In Duplo, wel bekend als de rolls royce onder de verenigingen, gevraagd te worden om een bijdrage te leveren voor De Duplomaat. Ik kon deze eer daarom zeker niet weigeren.

Sommigen van jullie zullen mij wel kennen, maar een korte introductie lijkt op zijn plaats. Mijn naam is Joost Kooren, oud-lid en onderdeel van het vermaarde Vde van In Duplo. Na mijn afstuderen (bedrijfseconomie, Nederlands recht en fiscaal recht) ben ik afgelopen september bij het advocatenkantoor Houthoff

Buruma begonnen. Wat een geweldig kantoor dit is, hebben jullie in de vorige editie van De Duplomaat reeds kunnen lezen!

Afgelopen februari had ik het genoegen enkele leden van In Duplo te ontmoeten tijdens het advocatendiner. Nadat ik een aantal jaren als student lekker gratis had kunnen eten, zat ik nu aan de ‘andere kant’. Het viel me op dat bepaalde dingen nooit veranderen onder de mr.drs.-studenten. Velen beginnen economie te studeren en ‘doen rechten er wel even bij’. Als men echter vordert in de (rechten)studie, blijkt de voorkeur vaak te verschuiven van het economische naar het juridische. Het gevolg is dat de gevorderde student vaak gaat twijfelen over zijn toekomst. De mr.drs.-student heeft zoveel mogelijkheden, maar kan er maar één kiezen! In deze situatie heb ik me ook bevonden. Na goed oriënteren, onder meer door verschillende stages, heb ik besloten om te solliciteren bij Houthoff Buruma, en dit tot mijn volle tevredenheid.

Houthoff Buruma biedt brede juridische diensten aan, waarbij de cliënten vooral (grote) ondernemingen zijn. Zelf werk ik op de sectie Corporate/M&A, de fusie- en overnamepraktijk. Dit is bij uitstek de praktijk waar zowel juridische als economische (als fiscale) aspecten spelen, wat het werk voor mensen met een brede achtergrond interessant maakt.

EX DUPLOJoost Kooren over zijn werk als advocaat-stagiair bij Houthoff Buruma.

Ex Duplo

Page 45: De Duplomaat #3

45

Bij een M&A-advocaat denken veel mensen meteen aan de due diligence tijger. Dit due diligence onderzoek is het onderzoek naar de over te nemen onderneming voor eventuele (juridische) ‘lijken in de kast’. Vaak vindt dit due diligence onderzoek plaats in een al dan niet digitale data room, maar een gesprek met het management en werknemers van de over te nemen onderneming hoort daar zeker ook bij. Zodoende heb je een mogelijkheid om bij diverse bedrijven in de keuken te kijken. Natuurlijk vormt dit due diligence onderzoek een onderdeel van mijn werkzaamheden, maar er is zoveel meer!

Zo zijn er nog flinke stappen te maken vanaf het due diligence onderzoek naar het sluiten van de deal. Overeenkomsten moeten worden geschreven, waarbij de diverse partijen vaak nog ver uit elkaar staan met betrekking tot de inhoud van deze overeenkomsten. De vrijwaringen en garanties, of in afgekort Engels (zoals het een M&A-advocaat betaamt) de reps & warranties, vormen vaak struikelblokken. Hierover dienen partijen verder te onderhandelen, wellicht de mooiste fase bij een overname. Indien alle partijen daadwerkelijk een deal willen, zie je bij de onderhandelingen dat zij steeds nader bij elkaar komen, waarbij de advocaten vaak helpen om compromissen te vinden. Dit onderhandelen vormt een soort ritueel, waarbij het ‘gevoel’ bij de verschillende partijen vaak belangrijker is dan juridisch of economisch rationele argumenten.

Natuurlijk zijn er nog vele andere werkzaamheden, zoals de verschillende facetten bij geschilbeslechting. Belangrijker is echter nog te wijzen op de mooie activiteiten rondom het kantoor

en het werken als advocaat. Zelf ben ik al wezen zeilen en skiën met kantoor. Om de afgelopen week als voorbeeld te nemen, had ik woensdag een lezing met een borrel achteraf, donderdag het bitterballenbowlen van de Jonge Balie waarbij sommige personen (lees: Frank) ineens door de bitterballen in staat zijn tot grootste bowlprestaties en vrijdag (vanzelfsprekend) de kantoorborrel, die vaak elders met collega’s nog tot laat wordt voortgezet. Kortom, als een advocaat ooit mocht beweren een zeer druk schema te hebben, weet dat dit ‘probleem’ vooral in de sociale activiteiten zit!

Wil ik ter afsluiting nog iets meegeven aan de huidige mr.drs.-student? Zeker, haal alles uit je studietijd! Geniet, bestuurt, sport en gaat naar het buitenland. Het maakt je studententijd mooier en je zal beter voorbereid zijn voor je arbeidscarrière, of dit nu als advocaat is of een andere (natuurlijk minder mooie) carrière!

Ex Duplo

Page 46: De Duplomaat #3

46

Ski-activiteitNa Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuw lijkt het gewone leven weer te beginnen. Niets is echter minder waar! De eerste paar weken na de kerstvakantie zijn traditioneel de periode waarin de studieverenigingen van de Erasmus Universiteit een meerdaagse skireis organiseren naar verre, koude oorden. Zo ook In Duplo, hoewel ‘meerdaagse skireis’ beter vervangen kan worden door ‘middagje skiën’ en het niet in verre, koude oorden plaatsvond, maar bij Snowworld in een ietwat druilerig Zoetermeer. De reis begon op het Centraal Station in Rotterdam, waarvandaan metrolijn E ons veilig en wel in Leidschenveen bracht. Van daaruit werd de reis voortgezet met de tram en de laatste anderhalve kilometer werd te voet afgelegd: het blijven diehards, die mr.drs.-studenten!

Aangekomen bij Snowworld hoefde er maar even gewacht te worden op de skipassen. Toen iedereen deze samen met de polsbandjes in ontvangst had genomen en instructies had gekregen, begon het omkleden en het halen van schoenen, ski’s en snowboards. Vooral voor de personen die geen ervaring hadden met wintersport was het aantrekken van de skischoenen soms een hele uitdaging! Met de ski’s en snowboards onder de arm begaf iedereen zich naar de piste, waar bleek dat meer mensen het idee hadden opgevat een middagje sneeuwpret te beleven. Ook werden de grote verschillen in wintersportvaardigheid daar aan iedereen pijnlijk duidelijk. Zo waren sommigen in een mum van tijd boven en weer beneden, terwijl voor anderen de skilift alleen al een ware uitdaging bleek.

Door Maartje Kouwenberg

Activiteitenverslag: Ski-activiteit

Page 47: De Duplomaat #3

47

Dit mocht echter de pret niet drukken! Aangezien iedereen de uitdrukking ‘What happens in Zoetermeer, stays in Zoetermeer’ kent, zal het geen verrassing zijn dat de ins en outs van het gestuntel niet openbaar worden gemaakt.

Vermoeid, voldaan, met de nodige sneeuw in de kleding en zonder gebroken ledematen of ander letsel verliet iedereen na een uurtje de skibaan. Na het maken van de traditionele groepsfoto begaf de groep zich weer richting Rotterdam. Dit betekende echter nog niet het einde van het uitje: de wintersporters werden voorzien van een heerlijke warme après-skimaaltijd bij Villa Kakelbont, waar gekozen kon worden tussen verschillende gerechten, vergezeld door enkele drankjes. Een

goede zet van In Duplo, want na alle inspanning had iedereen lekkere trek gekregen. De borden waren dan ook eerder leeg dan dat je ‘Lederhosen’ kon zeggen.

Na het eten begaf de groep zich naar stamkroeg Sus & Co voor de nieuwjaarsborrel, waar iedereen werd verwelkomd met een glas prosecco, oliebollen en natuurlijk de beste wensen voor het nieuwe jaar! Langzaamaan druppelden steeds meer In Duploërs binnen. Uiteindelijk werd het een zeer drukbezochte nieuwjaarsborrel, waarbij iedereen genoot van de drankjes die de vereniging uitdeelde. Vanwege de enorme gezelligheid en drukte moest de bar helaas op tijd gesloten worden. Een geweldig begin van 2012!

Activiteitenverslag: Ski-activiteit

Page 48: De Duplomaat #3

48

Activiteitenverslag: Ski-activiteit

Page 49: De Duplomaat #3

49

Marathon ChallengeOnlangs heeft de eerste bijeenkomst plaatsgevonden van het ‘In Duplo marathonteam’. Studenten uit verschillende jaren trainen samen voor de hele marathon of voor de 10 kilometer op 15 april in Rotterdam. Dit alles gebeurt geheel in het teken van het goede doel: de stichting UAF. Door middel van beurzen van het UAF krijgen talentvolle vluchtelingen de kans om aan een Westerse universiteit te gaan studeren. Het UAF is hiernaast ook verkozen tot ‘meest effectieve goede doel van 2011’ in de Trouw Goede Doelen Top 50. Een ontzettend mooie stichting, wat door de relatie met onderwijs ook zeker goed aansluit bij een studievereniging als In Duplo.

Wil jij het marathonteam sponsoren, neem dan contact op met Maurits Burggraaf of één van de andere deelnemers.

Page 50: De Duplomaat #3

50

‘I ♥ [insert city name here]’

Bij het promoten van een stad zal een gemiddeld persoon waarschijnlijk denken aan de welbekende slogans als “I love New York”, “I AMsterdam” en niet te vergeten: “Rotterdam durft”. Het is opvallend dat al deze slogans nu niet echt veel lijken te zeggen, een willekeurige slogan generator weet voor mij ook de leuzen “Rotterdam, het echte werk”, “Voor altijd Rotterdam” en “Rotterdam, Rotterdam en nog eens Rotterdam” te verzinnen . Het lijkt dus wel of er bij citybranding een willekeurige nietszeggende slogan wordt bedacht, maar niets is minder waar. Achter deze slogans zit namelijk een wereld van marketeers!

Citymarketing

Om te beginnen het ontstaan van citymarketing. Hiervoor is weliswaar enige geschiedkundige kennis noodzakelijk. De oorspronkelijke citymarketing werd ‘smokestack chasing’ genoemd, alle aandacht van de stad ging er naar uit om zoveel mogelijk industrie aan te trekken. Hierdoor zouden er veel arbeidsplaatsen beschikbaar moeten komen. De oudste vorm van citymarketing probeert dus met subsidies en andere voordelen industrie in de stad te laten ontstaan en van andere steden aan te trekken.

Vervolgens is ‘target marketing’ ontstaan; in plaats van zware industrie gaat de

stad zich meer richten op het aantrekken van bedrijven in de dienstensector. Naast het creëren van een aantrekkelijke vestigingsplaats voor de industrie, komt er nu dus ook meer aandacht voor andere gebieden als infrastructuur en onderwijs, maar ook het leefklimaat van de stad als geheel.

Tenslotte is het idee van ‘product development’ ontstaan in de citymarketing. Deze vorm combineert de oudere vormen van de marketing, maar dan met meer nadruk op de ontwikkeling van de stad. Ook het algemene welzijn in de stad wordt belangrijker.

Hieruit wordt duidelijk dat er in de loop van de tijd steeds meer nadruk is

Artikel - Citymarketing

Door Tom van Steenbrugge

De groeiende populariteit van citymarketing

Page 51: De Duplomaat #3

51

Artikel - Citymarketing

gekomen op de kwaliteit van het leven in de stad: van een puur economische insteek naar een verzorging van de inwoners en het binnenhalen van meer toeristen. We kunnen dus wel stellen dat er een duidelijke ontwikkeling is geweest binnen stadsmarketing.

Van marketing naar branding

Marketing en branding lijken in eerste instantie misschien veel op elkaar, maar toch verschillen ze substantieel. Citybranding is namelijk een verdergaande versie en daarmee ook gevolg van het fenomeen citymarketing. Steden kwamen erachter dat als zij hun stad met citymarketing wilden verbeteren, de beste oplossing een promotie van de stad als geheel, als ‘brand’, is. Het imago van de stad wordt zo een ‘marketing tool’. Opvallend (en natuurlijk ook wel logisch) bij deze promoties is dat steden geen enkele doelgroep durven uit te sluiten en daarom tot nietszeggende slogans komen. Overigens houden citymarketing en ook citybranding veel meer in dan alleen een mooi logo en een slagzin,

alle beleidsdoelstellingen van de stad kunnen erop gericht worden een zo goed mogelijk beeld naar buiten te geven. De burgemeester van een stad wordt zo een CEO van de brand.

New York

Eén van de allereerste pogingen tot citybranding is het algemeen bekende “I love New York”. De Popart afbeelding met I heart New York is tegenwoordig bijna losgebroken van de stad en een individueel merk geworden. Vooral in de toerisme branche is het logo een lucratief fenomeen, met alle t-shirts, truien en tassen die ermee bedrukt zijn. Een leukere souvenir is bijna ondenkbaar.

Grappig bij het succesverhaal van “I love New York”, is dat het logo werd aangenomen in 1977, toen New York er absoluut niet goed bij stond. Op dat moment was het primaire doel van het logo een poging om het imago van de stad uit een ravijn te tillen. Het was absoluut nog geen aanvulling op een succesformule. In datzelfde jaar ging

Page 52: De Duplomaat #3

52

de stad New York zelfs bijna failliet! Toen het eenmaal duidelijk was dat New York een gouden zet had gedaan met het aannemen van deze slogan en bijbehorend logo, volgden natuurlijk meer plaatsen. Uiteindelijk voelen zelfs gemeentes als Wymbritseradiel (‘Foar elkoar yn brûzjend Wymbrits’) dat ze wél mee moeten doen om hun stad in de schijnwerpers te zetten.

Rotterdam

Dat brengt ons meteen bij het laatste punt, hoe doet onze eigen stad het eigenlijk? Met de slogan “Rotterdam durft” probeert de stad een soort van vooruitstrevendheid en ontwikkeling te

laten zien. Hierbij horen natuurlijk ook grote projecten; lees bouwputten en overlast. Helaas klinken er al voor enige tijd geluiden uit de politiek dat Rotterdam ‘steeds minder durft.’ Er wordt meer op zekerheid gespeeld in plaats van het met lef ondernemen, maar ergens is dat met een economische crisis ook wel te begrijpen. Echter,

met een leus als “I love New York”, moet je er alleen voor zorgen dat je stad een prettige sfeer heeft en dat er een hoop te doen is. Een slogan als “Rotterdam durft” vereist relatief meer economische vooruitgang, creativiteit en innovatie.

Zo zie je maar, er zit wel degelijk meer achter een simpele (schijnbaar) nietszeggende leus: geschiedenis, ondernemerschap, imitatie, ambitie, etc. Uiteindelijk blijft het ook gewoon een enorm breed te interpreteren groep woorden!

Artikel - Citymarketing

Page 53: De Duplomaat #3

53

AdvocatendinerOok dit jaar werd door In Duplo het advocatendiner georganiseerd, een avond waarop studenten op een informele wijze kennis konden maken met vier gerenomeerde advocatenkantoren; Nauta Dutilh, De Brauw Blackstone Westbroek, Houthoff Buruma en Boekel de Nerée. In restaurant La Stanza in het Westelijk Handelsterrein werd iedereen een heerlijk vier-gangen diner voorgeschoteld. Ondertussen kwamen de deelnemers door een ingenieus tafelwisselingssysteem meer te weten over alle vier de kantoren. Na afloop werd er nog even nagekletst tijdens de borrel. Al met al een zeer geslaagde avond!

Activiteitenverslag: Advocatendiner

Page 54: De Duplomaat #3

54

Je bent derde- of vierdejaars rechtenstudent en je hebt ambitie. Dan schrijf je je in

voor de vijfdaagse Masterclass van 8 tot en met 14 mei 2012 op ons kantoor in

New York. Want daar pak je tijdens workshops samen met ons zaken aan binnen

een breed scala van rechtsgebieden en leer je onze internationale rechtspraktijk beter kennen. En natuurlijk laat je de stad zelf ook niet links liggen.

Kortom, net als vorig jaar, vijf dagen ‘work hard, play hard’ in New York. Schrijf je voor 12 maart 2012 in via onze website www.werkenbijstibbe.nl

STBB2NY

STI003-32_STBB2NY_Appel_A5.indd 1 14-12-11 17:43

AGENDAMaart- 28 maart: Halfjaarlijkse ALV

April - 6 april: Actievendag

- 15 april: Marathon Challenge

- 26 april: In Duplo feest

Op woensdag 28 maart zal de Halfjaarlijkse Algemene Ledenvergadering plaatsvinden. Je bent welkom om 19.30 uur in zaal H4-02 op de Erasmus Universiteit te Rotterdam.

Op 6 april zal de actievendag voor alle actieve leden van In Duplo plaatsvinden.Meer kan er over deze activiteit nog niet worden gezegd, het is een verassing voor de actievelingen wat we op deze dag zullen gaan doen.

De dag waar het marathonteam van In Duplo al maanden naar toeleeft; op 15 april zal de Rotterdamse Marathon gelopen worden voor het goede doel, de stichting UAF.

Save the date! Op donderdagavond 26 april zal het jaarlijkse In Duplo feest weer plaatsvinden. Houd de In Duplo site en facebook in de gaten voor meer informatie over locatie en kaartverkoop. Het belooft weer een spetterende avond te gaan worden!

Page 55: De Duplomaat #3

Je bent derde- of vierdejaars rechtenstudent en je hebt ambitie. Dan schrijf je je in

voor de vijfdaagse Masterclass van 8 tot en met 14 mei 2012 op ons kantoor in

New York. Want daar pak je tijdens workshops samen met ons zaken aan binnen

een breed scala van rechtsgebieden en leer je onze internationale rechtspraktijk beter kennen. En natuurlijk laat je de stad zelf ook niet links liggen.

Kortom, net als vorig jaar, vijf dagen ‘work hard, play hard’ in New York. Schrijf je voor 12 maart 2012 in via onze website www.werkenbijstibbe.nl

STBB2NY

STI003-32_STBB2NY_Appel_A5.indd 1 14-12-11 17:43

Page 56: De Duplomaat #3