De Dood is Niet Het Einde - Ian Rankin

67

description

Inspecteur John Rebus belooft zich te buigen over de vermissing van Damon Mee, de drieëntwintigjarige zoon van een vroegere schoolvriendin. Het onderzoek brengt hem terug naar Fife, naar zijn jeugd en naar een jeugdliefde.De laatste informatie over de verdwenen Damon Mee komt van een onduidelijke foto gemaakt door een beveiligingscamera van een nachtclub. Damon zit aan de bar met naast zich een jonge blonde vrouw. En zo belandt Rebus in de groezelige onderwereld van Edinburgh

Transcript of De Dood is Niet Het Einde - Ian Rankin

  • Van Ian Rankin zijn verschenen:1 Kat & Muis2 Blindeman

    3 Hand & Tand4 De Gehangene5 Ontmaskering

    6 Zwartboek7 Vuurwerk

    8 Laat maar bloeden9 Gerechtigheid10 Door het lint11 Dode zielen

    12 De dood is niet het einde13 In het duister

    15 Lazarus16 Een kwestie van bloed

    17 De rechtelozen18 Gedenk de doden

    19 Laatste rondeSchuld & Boete (geschenkboekje cpnb)

  • IAN RANKIN

    DE DOOD IS NIET HET EINDEVertaald door Rob Kuitenbrouwer en Frank Lekens

    UITGEVERIJ LUITINGH

  • 1998 John Rebus Ltd.All rights reserved 2009 Nederlandse vertalingRob Kuitenbrouwer, Frank Lekens en uitgeverijLuitingh ~ Sijthoff B.V., AmsterdamAlle rechten voorbehoudenOorspronkelijke titel: Death Is Not The EndOmslagontwerp: Pete Teboskins / Twizter.nlOmslagfotografie: Arcangel / Image Storeisbn 978 90 245 2903 2nur 305www.boekenwereld.com & www.uitgeverijluitingh.nl

  • Voor Andrew O'Hagan en met dank aanNick Cave voor de titel.

  • 1Maken de herinneringen een verlies goed? Of is de herinnering devijand, die het gevoel van verlies alleen maar zwaarder maakt? De taalvan verlies is de taal van het geheugen: herinnering, herdenking,aandenken. We verliezen heel ons leven mensen - mensen die we maarnet hebben ontmoet of die we ons hele leven hebben gekend. Veelmeer dan herinneringen - vertekend door de tijd - laten ze ons niet na.

    De geluidloze dans werd hervat. Schuifelende stelletjes kronkeldentegen elkaar aan, gooiden het hoofd achterover of haalden een handdoor hun haar, hun ogen schoten heen en weer over de dansvloer, opzoek naar een nieuwe partner misschien, of een ex om jaloers te maken.Het beeldscherm verleende het hele tafereel een vettige glans.Geen geluid, alleen beeld, dat steeds versprong tussen de dansvloer, dehoofdbar, de tweede bar en de gang bij het toilet. Dan de entree en debuitenkant, voor en achter. De achteruitgang was in een steegje volplassen water, vuilnisbakken en de Mercedes van de clubeigenaar. Vandat steegje had Rebus wel gehoord; de vorige zomer was er iemandneergestoken en meneer Mercedes had geklaagd over de bloedvlek opzijn zijraampje. Het slachtoffer had de steekpartij overleefd.De club heette Gaitanos, niemand wist waarom. De eigenaar vond dathet Amerikaans k lonk, een beetje jazzy. De meeste k lanten haddengekozen voor de bijnaam Guisers en dat hoorde je op vrijdag- ofzaterdagavond in de kroegen - 'Straks nog naar Guisers?' De jongemannen droegen hippe vrijetijdskleding, de vrouwen hemelse geurtjes,of helse. Ze verlieten de kroeg rond tien uur, half elf, want dan kwamGuisers tot leven.Rebus zat op een kleine, ongemakkelijke stoel in een bedompt en slechtverlicht kamertje. Op de andere stoel zat een technicus van deaudiovisuele dienst, gewapend met twee afstandsbedieningen. Kennelijkzonder er zelf erg in te hebben, liet hij af en toe een boer, die verrieddat hij zich onlangs te goed had gedaan aan spring onion chips metIrn-Bru.

  • 'Ik hoef eigenlijk alleen de beelden van de hoofdbar, de entree enbuiten voor te zien,' zei Rebus.'Ik zou ze over kunnen zetten op een andere tape, maar dan verliezenwe scherpte. Het is toch al een waardeloze opname.' De technicuskrabde zich in de afgezakte oksel van zijn zwarte T -shirt.Rebus leunde iets naar voren en wees naar het scherm. 'Komt ie aan...'Ze wachtten. Het beeld schakelde van het steegje over naar dedansvloer. 'Zo meteen.' Weer een beeldwissel: hoofdbar, met drie rijenwachtenden. De technicus had geen aanwijzing nodig en zette het beeldstil. Het was eerder sepia dan zwart-wit, de k leur van oude foto's. 'Het isdie discoverlichting die dat effect geeft,' had de techneut al uitgelegd.Hij liet de v ideo beeldje voor beeldje verspringen terwijl Rebus zichnaar het scherm boog tot hij met n knie op de grond zat. Met zijnvinger raakte hij een gezicht aan. Hij haalde het stapeltje foto's uit zijnzak en hield ze naast het scherm.'Dat is hem,' zei hij. 'Dacht ik eerder ook al. Kun je niet verderinzoomen?''Beter dan dit krijg ik hem nu niet. Ik kan er straks wel aan werken,dan moet ik hem op de computer zetten. Het probleem is het materiaalzelf, te weten een opname van likmevestje.'Rebus ging weer achterover zitten. 'Ok,' zei hij. 'Speel maar door ophalve snelheid.'Er volgden nog vijftien seconden beeld van de bar, toen werdovergeschakeld naar de andere bar en de volgende punten in debeeldcarrousel. Toen ze weer bij de hoofdbar kwamen, leek de rijwachtenden niets te zijn opgeschoten. Ongevraagd zette de technicushet beeld weer stil.'Hij staat er niet meer bij,' zei Rebus. Hij kwam weer naar voren en tiktemet zijn v inger op het scherm. 'Daar zou ie moeten staan.''Naast de seksgodin.' De technicus boerde weer.Inderdaad. Een wolk platinablond haar, een soort uitgezakte suikerspin,donkere ogen en lippen. Iedereen om haar heen probeerde deaandacht van het barpersoneel te trekken of keek naar de dansvloer,maar zij staarde opzij. Ze droeg een jurk die haar schouders bloot liet.'Laten we de entree nog eens bekijken,' zei Rebus.

  • Daar zagen ze twintig seconden lang een gestage stroom nieuweklanten de club binnengaan, maar niemand die vertrok. Bij debuitendeur een rij mensen die wachtten tot de twee uitsmijters hendoorlieten, en een paar voorbijgangers.'Het toilet misschien?' opperde de technicus. Maar Rebus had de band alzeker tien keer bekeken en hoewel hij voor de zekerheid nog eenskeek, wist hij dat hij de jongeman niet meer te zien zou krijgen, niet bijde bar, niet op de dansvloer en niet bij het tafeltje in de hoek waar zijnvrienden - steeds ongeduldiger en ongeloviger -wachtten tot hij metzijn rondje zou terugkomen.De jongeman heette Damon Mee en hij was, zoals de tijdsaanduiding opde videobeelden aantoonde, op vrijdag22 april tussen 23.44 en 23.45 uur van de aardbodem verdwenen.'Waar zit die tent eigenlijk? Ik herken hem niet.''Kirkcaldy,' zei Rebus.De technicus keek hem aan. 'Hoe komt die band dan hier terecht?'Goede vraag, dacht Rebus, maar geen vraag die hij gingbeantwoorden. 'Ga nog eens terug naar dat shot bij de bar,' zei hij. 'Zolangzaam mogelijk.'De technicus richtte met de afstandsbediening in zijn rechterhand. 'Yessir, meneer DeMille,' zei hij.

    April betekende in Edinburgh nog niet direct voorjaar. Een paarzonnige dagen, dat wel, en knoppen die argwanend rondkeken of dewinter zijn hielen al had gelicht. Maar er hing nog altijd sneeuw in delucht, die niet lichter werd dan de kleur van kippenbotjes.Kantoorpraat: hoe Rangers weer kampioen zou worden, waaromHearts en Hibs het nooit zouden halen - was het niet eindelijk tijd dat detwee clubs van de stad vrienden werden en n team vormden datmisschien - ooit - een schijn van kans zou maken? Iemand zei dat derivaliteit tussen die twee nu eenmaal in de ziel van de stad geworteldwas. Moeilijk voor te stellen dat er bij Rangers en Celtic ook zo over eenhuwelijk werd gedacht - of zelfs maar een vluggertje op de brandtrap.Nadat hij het voetbal jarenlang alleen op tv in de pub of achter in de

  • krant had gevolgd, was Rebus weer wedstrijden gaan bezoeken. Datkwam door agent Siobhan Clarke, die hem op een miezerige middaghad meegelokt naar een thuiswedstrijd van Hibernians. De mannen ophet gras waren niet half zo interessant als de toeschouwers, diebeurtelings geestig, vulgair, scherpzinnig en ononuitstaanbaar bleken.Siobhan had hem meegenomen naar haar gebruikelijke plek. Deomstanders daar leken haar vrij goed te kennen. Het was een vrolijkemiddag, al had Rebus niet kunnen zeggen wie de drie goals haddengescoord. Maar Hibs had gewonnen, dat bewees de knuffel die hij bijhet eindsignaal van Siobhan kreeg.Rebus vond het interessant te merken dat, ondanks de hekken rondhet veld, de tribune een plek was waar mensen hun schild lietenzakken. Na een tijdje voelde hij zich er veiliger dan ooit. Hij herinnerdezich wedstrijden waar zijn vader hem in de jaren vijftig en begin jarenzestig mee naartoe had genomen - thuiswedstrijden van Cowden-beathmet een paar honderd man publiek. De reis betekende overstappen vande ene bus op de andere en gekibbel tussen Rebus en zijn broer overwie de kaartjes mocht vasthouden. Hun moeder was toen al dood enzijn vader probeerde zo'n beetje op de oude voet door te gaan, alsof zedan misschien niet zouden merken dat zij ontbrak. Die zaterdagse tripsnaar het voetballen moesten een gat vullen. Je zag veel vaders en zonenop de tribunes maar niet veel moeders, en dat op zich maakte deherinnering al levend. Bij hen in de buurt stond een jongen van Rebus'leeftijd. Rebus was op een dag naar hem toe gelopen en had dewaarheid er uitgeflapt.'Ik heb geen moeder thuis.'De jongen had hem aangestaard zonder iets te zeggen.Voetbal had hem sindsdien altijd herinnerd aan die dagen en aan zijnmoeder. Tegenwoordig stond hij vaak alleen op de tribune en volgdehet spel - de bewegingen die zo sierlijk konden zijn als ballet of zo grilligals vrije associatie - maar soms merkte hij dat zijn gedachten warenweggedreven naar een plek waar hij zich helemaal niet onprettigvoelde, al die tijd omgeven door een gemeenschapvan lichamen met een wil.'Ik zal je zeggen hoe we Rangers kunnen verslaan,' zei hij nu tegen het

  • hele kantoor.'Nou?' wilde Siobhan Clarke weten.'Stevie Scoular een keer of zes k lonen.'Er k lonk instemmend gemompel, toen stak de Boer zijn hoofd om dedeur.'John, naar mijn kamer.'

    De Boer - aanspreektitel commissaris Watson - schonk zich een mokkoffie uit zijn eigen apparaat in toen Rebus op de open deur k lopte.'Ga zitten, John.' Rebus ging zitten. De Boer hield een lege mok op,maar hij sloeg het aanbod af en wachtte tot zijn baas het woord nam.'Ik ben binnenkort jarig,' deelde de Boer mee. Deze opening verrasteRebus, dus hij zweeg. 'En er is een cadeautje dat ik graag wil hebben.''Niet gewoon een kaartje dit jaar?''Boven aan mijn verlanglijstje staat Topper Hamilton.'Rebus liet het tot zich doordringen. 'Ik dacht dat Topper tegenwoordigmeneer Brave Burger heette?''Voor mij niet.' De Boer vouwde zijn handen om zijn koffiemok. 'Hij isde laatste keer geschrokken en hij houdt zich wel koest, maar wij wetenallebei dat de boeven die zich koest houden de linkste zijn.''En waar is ie mee bezig?''Ik heb horen zeggen dat hij een geheim aandeel heeft in een paar clubsen casino's. En ik heb gehoord dat hij een taxibedrijf van Big GerCafferty heeft overgenomen toen Big Ger moest verhuizen naar een celin Barlinnie.'Rebus dacht terug aan hun offensief tegen Topper Hamilton drie jaardaarvoor: observatie, telefoontaps, hier en daar wat verklaringenafgedwongen en uiteindelijk was er niet veel meer van overgeblevendan een windje in een glas water. De officier van justitie had er geenzaak in gezien. Toen had God, of het noodlot, hoe je het ook wilnoemen, een eigen draai aan het verhaal gegeven. Voor TopperHamilton geen builenpest of zoiets maar een gemene kanker die hemmeer ellende had bezorgd dan de hele politiemacht van Lothian andBorders bij elkaar. Ziekenhuis in en ziekenhuis uit, chemo, bestraling, de

  • hele santenkraam, waarna er niet veel van hem leek te zijnovergebleven.De Boer, die een dispuut onder collega's eens had beslecht door alleboeken van zowel het Oude als het Nieuwe Testament op te sommen,was er niet van overtuigd dat God, of het leven, al k laar was metTopper en hem via een mysterieus hemels ingrijpen zijn terechte strafhad toegediend. Hij wilde Topper voor de rechter zien, al moesten zehem op een brancard binnenrijden.Oud zeer.'De laatste keer dat ik het heb nagekeken,' was Rebus nu begonnen,'was het niet verboden om in een casino te investeren.''Wel als je naam voor de inspectie geheim blijft. Denk je dat Topper ooiteen gokvergunning zou krijgen?''Zit wat in. Maar ik zie nog steeds niet -''Ik heb nog iets gehoord. Dat jij een informant hebt die als croupierwerkt.''Nou en?''Precies in dat casino waar Topper de hand in heeft.'Rebus zag de bui al hangen en begon zijn hoofd te schudden. 'Ik hebeen afspraak met hem. Hij vertelt me over de k lanten, maar niet overhet management.''En je houdt je liever aan die afspraak dan dat je mijeen verjaardagscadeautje geeft?''Zo'n relatie is... broos.'De Boer kneep zijn ogen toe. 'En die tussen ons niet, denk je? Praateens met hem, John. Zeg dat ie z'n best moet doen.''Kan me een goeie informant kosten.''Ach, een zo'n zwetser meer of minder.' De Boer zag dat Rebus overeindkwam. 'Ik zocht je al eerder. Je zat in de v ideokamer.''Een vermissing.''Verdacht?'Rebus haalde zijn schouders op. 'Zou kunnen. Hij ging een rondjehalen bij de bar en is nooit meer teruggekomen.''Dat hebben we allemaal wel eens gedaan.''Zijn ouders maken zich zorgen.'

  • 'Hoe oud is ie?''Drientwintig.'De Boer dacht er even over na. 'Wat is dan het probleem?'

  • 2Het probleem was het verleden. Een week daarvoor was hij opgebelddoor een geest.'Kan ik inspecteur Rebus even spreken?' 'Spreekt u mee.''Ja, mee.' Een lachje. 'Dat grapje maakten we op school ook altijd.'Een grapjas, dacht Rebus, inmiddels immuun voor de gekstetelefoontjes. 'Hoe dat zo?' vroeg hij, benieuwd watde clou van deze grap nu weer zou zijn.'Omdat ik zo heet: Mee.' De beller spelde het. 'Brian Mee.'In Rebus' hoofd begon zich een wazige foto te ontwikkelen: mond volgrote tanden, sproeten, bloempotkapsel.'Barney Mee?' zei hij.Weer gelach aan de andere kant. 'Ja, ze noemden me Barney. Nooitgoed begrepen waarom.'Dat had Rebus hem kunnen vertellen: naar Barney Rubble van TheFlintstones. Hij had erbij kunnen zeggen: omdat je zo'n achterlijkopdondertje was. Maar hij vroeg de geest uit het verleden alleen hoehet met hem ging.'Niet slecht, niet slecht.' Weer die lach; een symptoom van zenuwen,begreep Rebus.'En wat kan ik voor je doen, Brian?''Nou, Janis en ik dachten... of eigenlijk kwam het idee van mijn moeder.Zij heeft je vader nog gekend. Mijn ouders hebben hem allebei gekend,maar ja, mijn vader is al overleden. Ze kenden elkaar allemaal van deGoth.''Woon je nog steeds in Bowhill?''Nooit ontsnapt. Ach nee, het gaat best hier. Maar ik werk inGlenrothes. Tegenwoordig mag je blij zijn als je een baan hebt, h? Jijhebt het anders niet slecht gedaan, Johnny. Noemen ze je nog zo?''Doe maar John.''Ik weet nog dat je er zo'n hekel aan had als ze je Jock noemden.' Weerzo'n afgeknepen lach. De foto was scherper geworden, met zo'n witterand als foto's vroeger altijd hadden. Aardige voetballer, type pitbull,roodbruin haar. Liet zijn tas over de grond slepen tot het stiksel

  • wegsleet. Liep altijd te sabbelen op een grote toverbal of zoiets, altijdeen loopneus. En n incident: hij had van onder het matras aan zijnvaders kant van het bed een paar blootblaadjes gepikt en meegebrachtnaar de toiletten naast het Miners' Institute, waar ze als naslagwerkenwerden bestudeerd. Daarna had een handvol pubers van twaalf elkaaraangekeken terwijl de vragen hun door het hoofd gierden.'Wat kan ik voor je doen, Brian?''Zoals ik al zei, het was m'n moeders idee. Ze herinnerde zich dat jij inEdinburgh bij de politie werkt, ze had je naam een tijdje terug in dekrant zien staan, en ze dacht dat je misschien kunt helpen.''Waarmee?''Onze zoon. Van mij en Janis, bedoel ik. Damon heet ie.''Wat heeft ie gedaan?''Hij is verdwenen.''Weggelopen?''Meer in rook opgegaan. Hij was met vrienden in een danstent en hijging -''Heb je de politie gebeld?' Rebus vulde zichzelf aan: 'Die van Fife, bedoelik.''O, aye.' Mee klonk misprijzend. 'Die hebben een paar vragen gesteld,wat rondgesnuffeld, weet je, en toen zeiden ze dat ze niks kunnendoen. Damon is drientwintig. Ze zeggen dat hij het recht heeft ertussenuit te knijpen als ie daar zin in heeft.''Daar zit wat in. Er verdwijnen voortdurend mensen. Misschienproblemen met een meisje.''Hij was verloofd.''Misschien zat ie in de rats?''Helen is een schat. Ze hadden nooit ruzie.''Heeft ie een briefje achtergelaten?''Niks. Heb ik de politie allemaal al moeten vertellen. Ook geen klerenmeegenomen of niks. Hij had geen reden om weg te gaan.''Dus je denkt dat hem iets is overkomen?''Ik weet wel wat die lui denken. Ze zeggen dat we het een weekjemoeten afwachten, k ijken of ie terugkomt of tenminste contactopneemt, maar volgens mij moet er eerst een lijk zijn, willen ze hun luie

  • reet in beweging zetten.'Rebus had weer willen zeggen dat daar wat in zat. Maar hij wist dat Meehet niet zou willen horen.'Het punt is,' zei hij, 'ik werk in Edinburgh, Fife is mijn district niet. Ikbedoel, ik kan wat mensen bellen, maar ik zie niet goed wat ik verderzou kunnen doen.'De stem klonk bijna wanhopig. 'Nou ja, al doe je maar its. Wat danook. Wij zouden er heel blij mee zijn. Het zou ons een beetjegeruststellen.' Een stilte. 'Mijn moeder geeft altijd hoog op van je vader.Hij was geliefd hier in het dorp.'En hij is er begraven, dacht Rebus. Hij pakte zijn pen. 'Geef me jetelefoonnummer maar, Brian.' En bij nader inzien: 'En doe me je adresook maar.'

    Die avond reed hij de stad uit, betaalde de tol bij de Forth Road Bridgeen stak over naar Fife. Niet dat hij er nooit meer kwam. Hij had eenbroer in Kirkcaldy en ze belden elkaar een paar keer per jaar, maarbezochten elkaar zelden. Als hij nog meer familie in Fife had, wist hij hetniet. Fife noemde zichzelf graag 'het Koninkrijk ' en sommige Schottenbeschouwden het ook echt als een ander land, een streek met eeneigen taal en cultuur. Voor zo'n k lein gebied leek het eindeloos complex,dat had Rebus al gevonden toen hij er opgroeide. Buitenstaandersdachten aan mooie kusten en St. Andrews, of alleen maar aan een stuksnelweg tussen Edinburgh en Dundee. Maar het middenwesten van Fifedat Rebus uit zijn jeugd kende was een heel ander landschap,gedomineerd door kolenmijnen, linoleum fabrieken, werven enchemische bedrijven, een industriegebied gevormd door primairebehoeften, waar de mensen afstandelijk en in zichzelf gekeerd waren,en behept met de zwartgalligste humor die je je kon indenken.Ze hadden nieuwe wegen aangelegd sinds de laatste keer dat Rebus erwas geweest, en een paar historische gebouwen tegen de vlaktegegooid, maar verder voelde het niet heel anders dan zo'n dertig jaargeleden. Dat was tenslotte ook geen vreselijk lange tijd, behalve in eenmensenleven, en misschien dat niet eens. Toen hij Cardenden

  • binnenreed - Bowhill stond sinds de jaren zestig al niet meer op deborden, al kenden de bewoners het nog wel als een afzonderlijk dorp -minderde Rebus vaart om te proeven of de herinneringen zoet of zuurzouden zijn. Toen zag hij het uithangbord van een Chinees afhaalrestaurant en dacht: allebei, natuurlijk.Het huis van Brian en Janis Mee was makkelijk te v inden: ze stonden bijhet hek op hem te wachten. Rebus was geboren in een naoorlogseprefabwoning, maar opgegroeid in een rijtjeshuis zoals dit. Brian Meerukte zijn portier praktisch open en probeerde hem al een hand tegeven toen hij nog in de weer was met zijn veiligheidsgordel.'Laat de man even op adem komen!' snauwde Janis Mee. Ze stond nogbij het hek, armen over elkaar. 'Hoe gaat het met je, Johnny?'En het drong weer tot Rebus door dat Brian getrouwd was met JanisPlayfair, het enige meisje in zijn lange, veelbewogen leven dat het ooithad gepresteerd om hem bewusteloos te slaan.

    De kleine, lage kamer zat barstensvol - niet alleen Rebus, Brian en Janis,maar ook Brians moeder en meneer en mevrouw Playfair warenaanwezig. Rebus moest iedereen een hand geven en werd naar 'de stoelbij de haard' geleid. En het was toch al zo warm in de kamer. Erverscheen een pot thee, en op de tafel bij Rebus' leunstoel lag genoegcake voor een voetbalstadion.'Hij kan goed leren,' zei de moeder van Janis, en ze gaf Rebus eeningelijste foto van Damon Mee. 'Goeie eindcijfers. Werkt hard. Spaartom te kunnen trouwen. Komende augustus.'Op de foto een lachende ondeugd, nog maar net van school. 'Heb jeook iets van korter geleden?'Janis gaf hem een pakje vakantiefoto's aan. 'Van afgelopen zomer.'Rebus ging er langzaam doorheen; dan hoefde hij niet naar degezichten om hem heen te k ijken. Hij voelde zich net een arts van wiede familie een directe diagnose n genezing verwacht. De man op defoto's was begin twintig, met nog steeds die ondeugende glimlach, maarmerkbaar ouder. Er school iets achter die ogen, niet direct zorgen, maarmisschien een zekere teleurstelling over het volwassen leven. Op enkele

  • foto's stonden Damons ouders.'We waren allemaal samen gegaan,' legde Brian uit. 'Janis' vader enmoeder, mijn ma, Helen en haar ouders.'Stranden, groot wit hotel, spelletjes bij het zwembad. 'Waar is het?''Lanzarote,' zei Janis en ze gaf hem zijn thee. Op een paar foto's stond zein bik ini: goed figuur voor haar leeftijd. Voor lke leeftijd. Hijprobeerde niet te lang bij die foto's te blijven hangen.'Mag ik een paar van die close-ups meenemen?' vroeg hij. Janis keekhem aan. 'Van Damon.' Ze knikte en hij legde de andere foto's terug opde stapel.'We zijn je heel dankbaar,' zei iemand: de moeder van Janis? Van Brian?Rebus had geen idee.'Woont Helen hier in de buurt?' vroeg hij.'Praktisch om de hoek.''Ik zou haar graag spreken.''Ik bel haar wel even,' zei Brian en hij sprong overeind.'Damon was uit in een of andere club?''Guisers,' zei Janis en ze deelde sigaretten rond. 'In Kirkcaldy.''Op de Prom?'Ze schudde haar hoofd, precies zoals die avond van het schoolfeest...zoals ze haar hoofd schudde en tegen hem zei dat hij zijn handen thuismoest houden. 'In de binnenstad; het was vroeger een warenhuis.''Het heet eigenlijk Gaitanos,' zei meneer Playfair. Hem herkende Rebuswel, al was hij nu een oude man.'Waar werkt Damon?' vroeg Rebus; hij hield bewust detegenwoordige tijd aan.Brian Mee kwam de kamer weer in. 'Zelfde bedrijf als ik. Ik heb hemeen baantje bij de verpakking bezorgd. Om het bedrijf te leren kennen.Duurt niet lang of hij zit in het management.''Arbeidersnepotisme, baantjes die overgingen van vader op zoon.Rebus was verbaasd dat het nog bestond.'Helen komt zo,' ging Brian verder.'Wilt u geen cake, inspecteur?' vroeg mevrouw Playfair.

  • Helen Cousins had weinig kunnen toevoegen aan het al geschetsteportret van Damon en ze was er niet bij geweest op de avond van zijnverdwijning. Wel had ze Rebus voorgesteld aan een van de jongens dieer wel bij was, Andy Peters. Ze waren met z'n v ieren naar Gaitanosgegaan. Ze waren gelijk van school gekomen en zagen elkaar nog eenof twee keer per week, soms om naar Raith Rovers te gaan kijken, alshet weer een beetje meezat en ze ervoor in de stemming waren, somsspraken ze af in een caf of club. Dit was pas hun derde of v ierdebezoek aan Guisers.Rebus dacht erover om bij de club langs te gaan, maar hij wist dat hijdat eerst met de politie van Kirkcaldy op moest nemen en besloot dathet tot de volgende ochtend kon wachten. Hij wist dat hij zichbemoeide met andermans zaken. Hij verwachtte niet dat hij iets zouvinden wat de lokale politie over het hoofd had gezien. Hooguit kon hijdan de familie geruststellen dat al het mogelijke was gedaan.De volgende ochtend pleegde hij vanuit zijn kantoor een paartelefoontjes op zoek naar iemand die de moeite wou nemen een paarinformele vragen van een collega uit Edinburgh te beantwoorden. Enbondgenoot had hij wel -brigadier Hendry van de rechercheDunfermline, maar die bereikte hij pas bij de derde poging. Hij vroegHendry iets voor hem te doen, hing op en concentreerde zich weer opzijn eigen werk. Maar hij had moeite zich te concentreren. Hij bleefdenken aan Bowhill en aan Janis Mee, geboren Playfair. Hetgeen zijn(schuldbewuste) gedachten weer terugbracht bij Damon.Jongeren die van huis wegliepen kozen vaak dezelfde route: per bus,trein of liftend, en dan naar Londen, Newcastle, Edinburgh of Glasgow.Er waren organisaties die vermiste personen opspoorden, en al wildenze de bezorgde familie vervolgens niet altijd laten weten waar zeuithingen, ze konden dan wel bevestigen dat de betreffende persoonnog leefde en niets mankeerde.Maar een jongeman van drientwintig, met meer ervaring en geld opzak... die kon overal zitten. Geen bestemming was te ver - hij had eenpaspoort en het was nergens gevonden. Rebus wist ook dat Damoneen betaalrekening had bij de plaatselijke bank, inclusief pinpas, en eenspaarrekening bij een hypotheekbank in Kirkcaldy. De bank was een

  • poging waard. Rebus pakte de telefoon.De filiaalmanager hield eerst vol dat hij een schriftelijke aanvraag nodighad, maar draaide bij toen Rebus beloofde om die later te faxen. Rebusbleef aan de lijn terwijl de man navraag ging doen, en had al een halfdorp gekrabbeld, compleet met riv ier, recreatiepark en school, toen deman weer aan de lijn kwam.'De recentste transactie was een geldopname bij een automaat inKirkcaldy. Honderd pond, op de tweentwintigste.''Hoe laat?''Dat kan ik niet nagaan.''En daarna niets meer?''Nee.''Hoe actueel zijn die gegevens?''Heel actueel. Een cheque kan er natuurlijk even over doen om op teduiken, vooral als ie later is gedateerd.''Zou u die rekening in de gaten willen houden? En het me laten wetenzodra er weer geld van wordt opgenomen?''Dat moet ik dan op schrift hebben, inspecteur. En ik moetwaarschijnlijk ook toestemming vragen aan het hoofdkantoor.''Kijk maar wat u kunt doen, meneer Brayne.''De naam is Bain,' zei de filiaalmanager koeltjes en hij hing op.Brigadier Hendry belde hem pas laat in de middag terug.'Gaitanos,' zei Hendry. 'Ik ken die tent niet persoonlijk. Ze noemen hemhier Guisers. Vrij chic etablissement. Twee steekpartijen vorig jaar, eenbinnen en de andere in de steeg achter, waar de eigenaar zijn Mercedesparkeert. De buurtbewoners k lagen voortdurend over de herrie rondsluitingstijd.' 'Wie is de eigenaar?''Charles Mackenzie, bijnaam "Charmer". Hij schijnt clean te zijn. Eenpaar agenten hebben hem gevraagd naar Damon Mee, maar hij hadniks te melden. Weet je hoeveel mensen er jaarlijks worden opgegevenals vermist? Dan snap je ook wel dat er niet direct overal alarmbellengaan rinkelen. God, ik heb zelf ook wel eens de neiging om ertussenuitte knijpen.''Wie niet? Hebben onze blauwe collega's verder nog iemand gesprokendaar?'

  • 'Zoals?''Barmensen, k lanten.''Nee. Iemand heeft wel de beveiligingstape bekeken van de avond datDamon er was, maar die heeft niets gezien.''Waar is die tape nu?''Terug naar de rechtmatige eigenaar.''Voelt iemand zich beledigd als ik vraag of ik hem mag bekijken?''Dat kan ik wel afdekken, denk ik. Maar zeg, John, je zei dat het eenpersoonlijke kwestie is, maar vanwaar de interesse?''Weet ik eigenlijk zelf niet goed.' Er waren wel woorden voor - oudebanden, geschiedenis, herinnering - maar Rebus dacht niet dat hij ervoldoende aan had.'Ze geven je daar zeker niks beters te doen.''Nee, het is hier alle dagen vakantie.'

  • 3Matty Paine had wel wat avonturen beleefd. Hij had over de helewereld gewerkt als croupier. Op cruiseschepen, in Las Vegas. Paar jaarin Londen, kaarten delen en aan de roulettetafel staan voor de rijkstenvan het land, gezichten die je van tv of de krant kende. Geldmagnaten,sterren, blauw bloed - Matty had ze allemaal gezien. Maar zijn mooisteavontuur - mensen wilden het soms niet geloven - was die tijd dat hijwas ingehuurd door een casino in Beiroet. En dan toen deburgeroorlog op zijn hevigst was: bomkraters en puin, rook en beroetegebouwen, v luchtelingen en periodieke uitbarstingen van geweervuur.En daar, midden in die ellende (nou ja, eerlijk gezegd aan de rand),stond een casino. Niet direct legaal. Draaide in het souterrain van eenhotel, met zaklampen als de generator uitv iel en weinig keus quaconsumpties maar geen gebrek aan klanten. Alles cash, alleen dollars,en een managementteam van drie man die de tent in de gaten hieldenals dobermanns, want er was geen beveiliging en geen andere manierom te controleren of er eerlijk werd gespeeld. Een van hen had Mattyop een avond dik drie kwartier op zijn v ingers staan kijken, zodat hijondanks de airconditioning moest zweten. Hij had Matty doen denkenaan de surveillanten die casino's gebruikten om nieuwelingen in degaten te houden. Hij wist dat die controleurs er net zo goed waren omhm te beschermen als de k lanten - er waren beroepsgokkers die eenleerling-croupier bestudeerden, hem uren, dagen, weken observeerdenop zoek naar de zwakte die ze een voorsprong op het huis kon geven.Als je net begon, kon je wel eens vergeten de druk op het wiel tevariren of de kracht waarmee je het balletje gooide en als ze datdoorkregen, konden ze makkelijker voorspellen in welk kwadrant hetballetje zou blijven liggen. Dat hoefden ze bij goeie croupiers niet teproberen. Een echt goede croupier - een lid van een zeer selecte enhogelijk gewaardeerde groep - kon het wiel zo beheersen en hetballetje zo gooien dat hij praktisch zlf kon bepalen waar het uitkwam.Ook dat was natuurlijk niet in het belang van het huis, en daar warende surveillanten en hun rondes langs de tafels uiteindelijk voor. Zepasten op het huis, uiteindelijk ging het allemaal om het huis.

  • Toen de grond hem in Londen net een tikje te heet onder de voetenwerd, was Matty naar huis gekomen, oftewel naar Edinburgh, want hijwas geboren in Gullane -misschien was hij wel de enige jongen die daarwas opgegroeid zonder ooit de geringste belangstelling voor golf op tevatten. Zijn vader had golf gespeeld, zijn moeder trouwens ook.Misschien deed ze het nog wel; hij had geen contact meer met haar. Erhad zich eens een lastig moment voorgedaan toen een buurman uit detijd van Gullane, een oude zakenrelatie van zijn vader, in het casino waskomen opdagen, wat verlopen en in het gezelschap van drie andereklanten op middelbare leeftijd. De buurman had van tijd tot tijd een blikop Matty geworpen maar uiteindelijk het hoofd geschud toen hij zijngezicht niet kon thuisbrengen.'Kent hij jou?' had een van de alziende surveillanten zachtjes gevraagd,gespitst op een of ander zwendeltje tegen het huis.Matty had zijn hoofd geschud. 'Een buurman van toen ik nog kleinwas.' Dat was alles, gewoon een geest uit het verleden. Hij nam aan datzijn moeder nog leefde. Daar zou hij met het telefoonboekwaarschijnlijk wel achter kunnen komen, maar zo genteresseerd washij er ook weer niet in.'Faites vos jeux, mesdames et messieurs.'Elk huis had zijn eigen stijl. Je deed je woordje in het Engels of hetFrans. Elk huis had ook andere regels. Mat-ty 's sterke kanten waren roulette en blackjack, maar in feite kon hij metelk spel wel overweg. De meeste huizen vonden het prettig dat hijflexibel was, het betekende dat er minder kans was dat hij een of anderetruc zou proberen. De eenpitters, dat waren de lui die stomme kleinetrucjes probeerden. Zijn huidige werkgevers leken vrij relaxed. Zehielden hun casino schoon en echt grote gokkers kwamen er maar nuen dan. De meeste k lanten waren zakenlui, die best wat te verterenhadden maar hun geld niet zomaar over de balk slingerden. Sommigenkwamen met hun vrouw, wat wees op een ontspannen sfeer. Erkwamen ook jongere k lanten, veel Aziaten, vooral Chinezen. Het gelddat ze wisselden, zei de caissire, rook vreemd en voelde raar aan.'Dat komt doordat ze het in hun ondergoed bewaren,' had de chef vande dagploeg haar gezegd.

  • Onder de Aziaten, wat ze ook waren, waren er die in plaatselijkerestaurants werkten, dan kon je de etensluchtjes aan hun verkreukeldejasjes en overhemden ruiken. Ze waren fel in het gokken, voor henging geen spel ooit snel genoeg. Ze kwakten hun fiches op tafel alsofhet dominostenen waren. En ze praatten veel, maar vrijwel nooit in hetEngels. Daar waren de controleurs niet blij mee -wie weet wat ze zatente konkelen. Maar ze lieten het geld rollen, ze maakten zeldenproblemen en ze verloren hetzelfde percentage als iedereen.'Mafketels,' zei de nachtmanager. 'Weet je wat ze doen als ze flinkwinnen? Flikkeren het meteen allemaal op de paarden. Wat schiet jedaarmee op?'Wij niks, dacht Matty. Wat zou je je geld naar de bookmakers brengenals het casino het graag wil hebben?Dat croupiers vriendschappelijk met k lanten omgingen werd nietaangemoedigd, maar het gebeurde wel. En metMatty en Stevie Scoular kon het moeilijk uitblijven, want die hadden opschool in dezelfde k las gezeten. Niet dat ze elkaar zo goed haddengekend. Stevie was het voetbalgenie geweest, en ook bovengemiddeldgoed op de honderd en tweehonderd meter hardlopen, met zwemmenen basketbal. Matty daarentegen had zich als het maar even kon voorgym gedrukt, dan vergat hij zijn spullen of liet zijn moeder een briefjeschrijven. Hij was in een paar vakken goed, wiskunde enhoutbewerking, maar zat in de k las nooit naast Stevie. Ze woonden zelfselk aan het andere uiteinde van het dorp.In de pauzes had Matty zijn eigen kaarthoekje - meestal zwikken, somseenentwintigen, om eetgeld, zakgeld, snoep en stripblaadjes. Sommigekaarten waren aan de hoeken rafelig, maar de andere spelers scheendat niet op te vallen en Matty kreeg de naam dat hij 'geluk' had. Hij namook weddenschappen op de paardenraces aan. Soms gaf hij de inzettendoor aan een oudere jongen die door de bookmaker niet weggestuurdzou worden. Maar vaak stak hij het geld ook gewoon in zijn zak en alsiemands paard dan per ongeluk won, zei hij dat hij niet op tijd hadkunnen inzetten en gaf hij de inzet terug.Hij kon niet precies zeggen wanneer Stevie zijn ge-dribbel langswanhopige verdedigers was gaan verzaken om bij de kaartclub te

  • komen rondhangen. Het punt met zwikken is dat je het z hebt geleerden zelfs een imbeciel een gokje kan wagen. Het duurde niet lang of ookStevie verloor regelmatig al zijn eetgeld en Matty 's zakken scheurdenbijna uit van de muntjes. Uiteindelijk leek Stevie door schade enschande wijs geworden en was hij verder gegaan met dribbelen enballetje hoog houden. Maar hij had het v irus te pakken gekregen,zonder twijfel. Het had misschien maar een paar weken geduurd, maarhij had veel van die middagen snoepjes en appelk lokhuizen moetenbietsen tegen de honger.Matty had toen al gedacht dat hij Stevie nog wel eens tegen zoukomen. Het had alleen bijna tien jaar geduurd.Als Stevie Scoular het casino binnenliep, keek iedereen op. Dat wasnormaal. Hij was jong, wist zich te k leden en ging gewoonlijk vergezeldvan vrouwen die eruitzagen als modellen. Toen Stevie voor het eerst inhet Morvena kwam, was Matty de moed in de schoenen gezonken. Zehadden elkaar sinds hun schooltijd niet meer gezien en daar stondStevie dan: van dorpsknul tot ster, sportheld, foto's in de kranten enfors geld op de bank. De vleesgeworden jongensdroom. En wat wasMatty? Hij had avonturen te vertellen, maar dat was het dan ook. Dushoopte hij dat Stevie aan zijn tafel voorbij zou gaan, of hem anders nietzou herkennen. Maar Stevie had hem gezien en blijkbaar directherkend en daar kwam hij aan.'Matty!''H, hallo, Stevie.'Eigenlijk was het v leiend. Stevie was helemaal niet verwaand geworden.Hij vatte het allemaal - de v lucht die zijn leven had genomen - eenbeetje op als een grap. Matty moest beloven dat hij wat met hem kwamdrinken als zijn dienst erop zat. Het hele gesprek, had Matty gemerkt,hingen er controleurs om hen heen, en toen Stevie een andere tafelopzocht mompelde een van hen Matty iets in zijn oor en nam eenandere croupier het van hem over.Hij was eigenlijk maar zelden in het chique kantoor achter geweest,alleen voor zijn sollicitatiegesprek en om een paar zware verliezen aanzijn tafel te bespreken. De eigenaar van het casino, Mandelson, zat naareen voetbalwedstrijd op Sky Sports te k ijken. Hij was goedgebouwd,

  • midden veertig, een door acne pokdalig geworden gezicht. Zwartachterovergekamd haar dat aan de achterkant over zijn boord viel. Hijleek altijd precies te weten waar hij mee bezig was.'Hoe is het aan je tafel vanavond?' vroeg hij.'Ja, sorry, meneer Mandelson, ik weet dat we niet te vriendschappelijkmet de klanten moeten omgaan, maar Stevie en ik hebben bij elkaar opschool gezeten. Nooit meer gezien sinds die tijd - tot vanavond dan.''Rustig, Matty, rustig.' Mandelson gebaarde naar een stoel. 'Ietsdrinken?' Een glimlach. 'Behalve alcohol natuurlijk, tijdens je dienst.''Ehh... colaatje misschien.''Pak maar.'In de hoek stond een koelkast met flessen witte wijn, champagne enfrisdranken. Een paar van de vrouwelijke croupiers zeiden datMandelson wel eens wat met ze had geprobeerd onder een drankje.Maar kennelijk zat hij er niet mee dat ze geweigerd hadden: ze haddenhun baan nog. Er waren in totaal zeven vrouwelijke croupiers en maartwee die het er met Matty over hadden gehad. Maakte hemnieuwsgierig hoe het dan met die andere v ijf zat.Hij pakte een blik je cola en ging zitten.'Zo zo, dus jij kent Stevie Scoular?''Ik heb hem hier nog niet eerder gezien.''Ik denk dat hij ons pas sinds kort heeft ontdekt. Hij is een paar keerbinnen geweest, paar keer flink verloren.' Mandelson zat hem aan testaren. 'Dus jij kent Stevie?''Maar ja, als u zich daar zorgen over maakt, haal me dan maar gewoonvan de tafel als hij erop speelt.''Welnee, Matty.' Op Mandelsons gezicht verscheen een grijnslach. 'Watis er mooier dan vriendschap? Mooi als je mekaar na zoveel jaar weertegenkomt. Maak je geenzorgen. Stevie is de koning van Edinburgh. Zolang hij maar goals blijftscoren, buigen we voor hem.' Hij wachtte even. 'Leuk om iemand tekennen die de koning kent. Ga ik mezelf ook een beetje koninklijkvoelen. En hup, aan het werk maar weer.'Matty stond op en liet de cola ongeopend staan. 'En zeg nou maar niksvervelends tegen die jongeman. We willen hem niet uit zijn spel

  • brengen, of wel?'

  • 4Het had een paar dagen gekost om de tape van Gaitanos te krijgen.Eerst dachten ze dat ze hem hadden gewist, toen stuurden ze de tapevan de verkeerde dag. Maar uiteindelijk kreeg Rebus de juiste tape enbekeek hij die thuis een keer of zes voor hij tot de conclusie kwam dathij er beter iemand bij kon halen die er verstand van had... en eenvideoapparaat waarvan je het beeld stil kon zetten zonder dat heteruitzag als een technische storing.Nu had hij alles gezien wat er te zien was. Hij had een jongeman zienophouden te bestaan. Hendry had natuurlijk gelijk, er verdwenen perjaar zoveel mensen. Soms doken ze weer op - dood of levend - ensoms niet. Wat moest Rebus ermee, behalve wat oude kennissengeruststellen dat hij wist dat de politie in Fife niets over het hoofd hadgezien? Misschien ging het hem niet om Damon Mee maar om Bowhillzelf, en dan niet zozeer het huidige Bowhill maar het stadje uit zijnverleden.Hij onderzocht de verdwijning van Damon Mee in zijn vrije tijd enaangezien hij op St. Leonard dagdiensten draaide, betekende dat 'savonds. Hij had het nog eens nagevraagd bij de bank - na detweentwintigste was er bij geen enkele machine nog geld opgenomen- en bij Damons spaarbank. Ook van zijn spaarrekening was geen geldopgenomen. Het kwam wel vaker voor bij jongeren die wegliepen, danwilden ze zich van hun hele geschiedenis losmaken, hun identiteit enalles wat erbij hoorde uitwissen. Rebus had een signalement van Damonverspreid onder de hostels en opvangcentra in Edinburgh en gefaxtnaar vergelijkbare centra in Glasgow, Newcastle, Aberdeen en Londen.Ook had hij Damons gegevens gefaxt naar het Nationaal BureauVermiste Personen in Londen. Een collega die veel ervaring had metvermissingen bevestigde dat hij daarmee wel zo'n beetje had gedaanwat hij kon.'Zogoed als,' zei ze. 'Het is zoeken naar een speld in een hooiberg, en jeweet niet eens in welke hooiberg je moet beginnen.''Komt het zo vaak voor?'Ze blies haar wangen leeg. 'De laatste cijfers die ik ken, gingen over

  • heel Groot-Brittanni. Ik geloof dat het er rond de vijfentwintigduizendper jaar zijn. En dat zijn alleen de vermisten die zijn aangemeld. Dus teler maar een paar duizend bij op die niemand mist. Interessante vraag,trouwens: als niemand je mist, ben je dan wel echt vermist?'Daarna belde Rebus Janis Mee en opperde dat ze misschien wat flyerskon maken en ophangen op plekken in de omgeving waar ze zoudenopvallen, of misschien uitdelen aan het winkelpubliek of zelfs hetuitgaanspubliek op zaterdag in Kirkcaldy. Een foto van Damon, eenkorte beschrijv ing van hoe hij eruitzag en wat hij droeg op de avonddat hij was verdwenen. Ze zei dat ze daar al aan had gedacht, maar dathet zijn verdwijning zo definitiefmaakte. Toen barstte ze in huilen uit en vroeg John Rebus, op eenkilometer of v ijftig afstand, of ze wilde dat hij 'even langskwam'.'Ik red me wel,' zei ze.'Zeker weten?''Nou...'

    Rebus redeneerde dat hij toch naar Fife moest. Hij wilde de tapeterugbrengen naar Gaitanos en zien hoe de club eruitzag als het er drukwas. Hij zou de foto's van Damon meenemen en aan mensen laten zien.Hij zou vragen of iemand de platinablonde vrouw kende. De technicusdie met hem aan de videotape had gewerkt, had een still overgezet opde computer en had de kwaliteit behoorlijk op kunnen krikken. Rebushad een paar afdrukken in zijn zak. Misschien dat andere mensen die inde rij voor de bar hadden gestaan zich iets zouden herinneren.Misschien.Maar zijn eerste halte was het kerkhof. Hij had geen bloemen om op hetgraf van zijn ouders te zetten, maar hij hurkte erbij neer en raakte metzijn v ingers het gras aan. De inscriptie was eenvoudig, eigenlijk alleennamen en data, met daaronder 'Zij zijn niet dood, maar rusten in dearmen van de Heer'. Hij wist niet goed wiens idee dat was geweest, hetzijne in elk geval niet. De in de steen uitgehakte letters waren ingelegdmet goud, maar bij zijn moeders naam waren ze al weggesleten. Hijraakte het marmeren oppervlak aan en verwachtte dat het koud zou

  • aanvoelen, maar de steen had kennelijk warmte opgeslagen. Watverderop scharrelde een merel in de grond naar voedsel. Rebus wenstehem geluk.Tegen de tijd dat hij bij Janis' huis aankwam, was Brian thuisgekomenvan zijn werk. Rebus vertelde hun wat hij tot dan toe had gedaan,waarna Brian knikte en zich verontschuldigde; hij moest naar eenbijeenkomst van de Burns Club. Ze schudden elkaar de hand. Toen dedeur achter hem dichtviel, wisselden Janis en Rebus een blik uit, toeneen glimlach.'Die blauwe plek is onderhand wel weg, zie ik,' zei ze.Rebus wreef over zijn rechterwang. 'Het was me ook een knal.''Kun je nagaan hoe sterk je kan worden als je boos bent.''Sorry.'Ze lachte. 'Ben je een beetje laat mee.''Het was alleen...''Het was alleen van alles,' zei ze. 'Bijna zomervakantie, we gingenallemaal van school af, jij zou in dienst gaan. Het laatste schoolfeest voordat alles. Dat was het.' Ze hield even in. 'Weet jij wat er van Mitch isterechtgekomen?' Ze keek Rebus aan, hij schudde zijn hoofd. 'Delaatste keer dat ik iets van hem hoorde,' zei ze, 'woonde hij ergens inhet zuiden. Jullie twee waren zulke dikke vrienden.''Ja.'Ze lachte weer. 'Het is zo lang geleden, Johnny, k ijk niet zo somber.' Zezweeg. 'Ik heb me wel eens afgevraagd... ik bedoel, niet al die jaren ofzo, maar nu en dan... dan vroeg ik me af wat er zou zijn gebeurd...''A ls je me niet had gestompt?'Ze knikte. 'Als we bij elkaar waren gebleven. Nou ja, je kunt de k loktoch niet terugzetten, h?''Zou de wereld er dan beter voor staan?'Ze staarde uit het raam, zonder echt iets te zien. 'Dan was Damon ernog,' zei ze zacht. Aan haar oog ontsnapte een traan en ze rommelde inhaar zak naar een zakdoek.Rebus stond op en deed een stap in haar richting. Toen ging devoordeur open en zette hij een stap terug.'M'n moeder.' Janis glimlachte. 'Ze komt bijna altijd even langs ronddeze tijd. Het is hier net een treinstation, zo weinig privacy heb je.'

  • Toen kwam mevrouw Playfair de kamer in.'Hallo, inspecteur, ik dacht al dat dat jouw auto was. Is er nog nieuws?''Ik ben bang van niet,' zei Rebus. Janis ging naar haar moeder enomarmde haar, en begon weer te huilen.'Ach, meisje toch,' zei mevrouw Playfair zachtjes. 'Meisje toch.'Rebus liep zonder een woord te zeggen langs de twee.

    Het was nog vroeg toen hij bij Gaitanos aankwam. Hij sprak een van deuitsmijters, die zich in de entreehal warm hield tot het druk zou worden,en de man sjokte weg om Charles Mackenzie, alias Charmer, te halen.Het kwam op Rebus onwerkelijk over: hier stond hij in diezelfde halwaarnaar hij op de videomonitor zo lang had gestaard. De camera hinghoog in een hoek maar niets wees erop dat hij ook draaide. Tochzwaaide Rebus ernaar. Als hij vanavond verdween, kon het zijnvaarwel aan de wereld zijn.'Inspecteur Rebus.' Ze hadden elkaar aan de telefoon gesproken. Deman die op Rebus afkwam en hem de hand schudde, was iets meer daneen meter zestig en zo dun als een cocktailglas. Rebus schatte hemergens in de v ijftig. Hij droeg een lichtblauw pak en een openhangendwit overhemd dat zijn gebronsde huid en gouden ketting goed deeduitkomen. Zijn haar was dun en zilvergrijs, maar de coupe was zo strakals zijn pak. 'Komt u verder naar mijn kantoor.'Rebus volgde Mackenzie door een gang met v loerbedekking naar eenglimmend zwarte deur met een bordje waar priv op stond. De deur hadgeen klink. Mackenzie deed de deur van het slot en gebaarde Rebus ombinnen te gaan.'Na u, meneer,' zei Rebus. Je wist nooit wat je achter een afgeslotendeur wachtte.Wat Rebus ditmaal wachtte was een kantoortje dat tevens dienst leek tedoen als bezemhok, met zwabbers en een stofzuiger tegen een muur.Een batterij monitoren opgesteld op drie archiefkasten gaf zicht op water binnen en buiten de club gebeurde. In tegenstelling tot de v ideo dieRebus had bekeken, toonden de schermen elk n locatie.'Worden deze ook opgenomen?' vroeg Rebus. Mackenzie schudde zijn

  • hoofd.'We hebben een verzamelmonitor en alleen die beelden worden ookopgeslagen. Maar met deze kunnen we, als ergens problemen ontstaan,bijhouden wat er gebeurt.''Zoals bij die steekpartij achter?''M'n Mercedes helemaal onder het bloed.''Dat heb ik gehoord. Was dat het moment dat u de politie belde? Toenuw auto in het gedrang kwam?'Mackenzie lachte en stak een vermanend vingertje op, maar gaf geenantwoord. Rebus begreep niet waar de man zijn bijnaam aan te dankenhad, hij was zo charmant als een stuk schuurpapier.'Hier is uw videotape terug.' Rebus legde hem op het bureau.'Kunnen we er nu weer overheen opnemen?''Wat u wilt.' Rebus gaf hem de digitaal bewerkte foto. 'De vermistepersoon staat net rechts van het midden, tweede rij.''En is dat zijn liefje?''Kent u haar?''Was het maar waar.''En u heeft haar nooit eerder gezien?''Zo'n type zou ik niet snel vergeten.'Rebus pakte de foto terug. 'Vindt u het goed als ik hem wat mensen laatzien?''Er is nog praktisch niemand.''Ik dacht, ik hang nog wat rond.'Mackenzie fronste en bestudeerde de ruggen van zijn handen. 'Ja, weetu, niet dat ik u niet wil helpen of zo...''Maar?''Nou, het is niet direct bevorderlijk voor een feestelijke ambiance, ofwel? Dat is ons motto: "Het feest van uw leven, elke avond!" En ik denkniet dat een rondspeurende politieman die iedereen vragen stelt de sfeerveel goed doet.''Ik begrijp het volkomen, meneer Mackenzie. Daar had ik niet bijstilgestaan.' Mackenzie stak zijn handen op, de palmen naar Rebusgericht, de boodschap: geen probleem.'En u heeft natuurlijk gelijk,' ging Rebus verder. 'Het zou allemaal

  • natuurlijk een stuk sneller opschieten als ik wat hulp had, zeg eenmannetje of tien in uniform. Dan hoefde ik helemaal niet zo lang "rondte speuren". Misschien nog wat meer zelfs. D'r in, d'r uit en k laar is Kees.Zou ik uw telefoon even mogen gebruiken?''Whoo, wacht even. Het enige wat ik zei was... Kunnen we het nietanders regelen?''Pardon?'Mackenzie trok een bureaula open, pakte er een pak briefjes vantwintig pond uit en trok er een stuk of v ijf van los. 'Zo bijvoorbeeld?'Rebus ging achteroverzitten. 'Moet ik daaruit opmakendat u me een financile aanmoediging wil geven om het pand teverlaten?''Wat u wil. Maar ga alstublieft naar huis, h?'Rebus stond op. 'Meneer, voor mij is dat een open uitnodiging om teblijven.'Dus hij bleef.De blikken waarmee het personeel hem aankeek gaven hem het gevoelalsof hij een voetbalsupporter was die opgesloten zat in het stadion vande tegenpartij. Zoals ze allemaal direct met hun hoofd schudden als hijmet de foto aankwam moest wel betekenen dat ze gewaarschuwdwaren. Hij had iets meer geluk met de klanten. Een paar jongenshadden de vrouw eerder gezien.'Vorige week toch?' vroeg de een de ander. 'Misschien die weekdaarvoor.''Niet lang geleden in elk geval,' stemde de ander in. 'Stuk, h?''Maar daarna is ze hier niet meer geweest?''Ik heb haar niet gezien. Alleen die ene avond. Ik had best met haarwillen dansen maar ik durfde haar niet goed te vragen.''Was ze met iemand samen?''Geen idee.'Maar Damon Mee herkenden ze niet. Op kerels letten ze nooit zo, zeidenze. 'We zijn niet van die kant, schat.'De zaak was nog maar halfvol, maar de bas stond al zo hard dat Rebuszijn maag voelde opspelen. Hij wist aan de bar een jus d'orange tebestellen en bleef er een tijdje zitten k ijken naar de foto. De vrouw

  • interesseerde hem. Zoals ze haar hoofd schuin hield en haar mond hadgeopend kon ze net iets tegen Damon aan het zeggen zijn. Een minuutlater was hij weg. Had ze ergens met hem afgesproken? Was daar ietsgebeurd? Hij had de foto laten zien aan de jongens die die avond metDamon mee waren gekomen. Ze konden zich haar nog herinneren,maar zwoeren dat Damon haar niet had aangesproken.'Ze leek nogal koel,' had een van hen gezegd. 'Alsof ze met rust gelatenwou worden of zo.'Rebus had de video nogmaals bestudeerd, had haar dichter bij de barzien komen; dat Damon wegliep scheen haar niet te interesseren. Maartoen had ze zich omgedraaid en duwde zich door de menigte terug,zonder het drankje waarop ze zo lang had staan wachten.Ze had de club precies om middernacht verlaten. In het laatste shot zagje haar op het trottoir links afslaan, nagekeken door een paar mensendie stonden te wachten tot ze naar binnen konden. En nu wilde CharlesMackenzie Rebus geld geven.Misschien had hij het moeten aannemen - een glaasje jus kostte hier driepond.

    Als het topdrukte was geweest, waren ze hem misschien niet eensopgevallen.Hij dronk net zijn tweede glas leeg en probeerde het gevoel teonderdrukken dat hij een melaatse in een kleuterschool was toen hijeen van de uitsmijters herkende. Hij had een andere man bij zich, lang,dik en bleek. Rebus zag hem eerder op een lijk dansen dan op eendansvloer. De uitsmijter wees hem Rebus aan. Daar gaan we dan, dachtRebus. Ze hebben er een vakman bij gehaald. De dikke zei iets tegen deuitsmijter en ze keerden beiden terug naar de entreehal en lieten Rebusachter met een leeg glas en nog maar n goede reden om nog eendrankje te bestellen.Ach kom, dacht hij bij zichzelf, liet zich van zijn barkruk glijden en liepom de dansvloer heen. Er was altijdnog de nooduitgang, maar die kwam uit in het steegje en als ze hemdaar opwachtten, zou Mackenzies Mercedes de enige getuige zijn. Hij

  • kon maar beter zo zichtbaar mogelijk blijven. Buiten op straat zou hetdruk zijn, geen tekort aan toeschouwers en mogelijke barmhartigeSamaritanen. Of op z'n minst iemand die een ziekenwagen kon bellen.Hij hield in de hal zijn pas in en zag dat de uitsmijter weer op zijn postaan de voordeur stond. Geen spoor van de dikke. Toen keek hij opzijde gang naar Mackenzies kantoor in en zag de dikke voor de deur opwacht staan. Hij had zijn armen over elkaar geslagen en zou niet vanzijn plaats komen.Rebus liep naar buiten. Frisse lucht had hem zelden zo goed gesmaakt.Hij haalde een paar keer diep adem om wat te kalmeren. Tegen destoeprand stond een auto geparkeerd, een goudkleurige Rolls-Royce,met niemand achter het stuur. Rebus was niet de enige die de wagenbewonderend gadesloeg, maar waarschijnlijk wel de enige die hetkenteken in zijn geheugen prentte.Hij verzette zijn eigen auto zodat hij de Rolls kon zien en liet zichachterover zakken. Een halfuur later kwam de dikke tevoorschijn, keeknaar links, toen naar rechts. Hij liep naar de auto, haalde hem van hetslot en hield de achterdeur open. Pas nu kwam een andere figuur uit declub naar buiten. Rebus v ing een blik op van een zwierige enkel-langezwarte jas, sluik haar en een scherp gesneden gezicht. De man liet zichin de auto glijden en de dikke deed de deur dicht en perste zich achterhet stuur. Of je ze mocht of niet, je moest wel bewondering hebbenvoor Rollsrijders. Ze hadden gewicht.

  • 5Terug in Edinburgh parkeerde hij zijn auto en bleef erin zitten, rooktezijn elfde sigaret van de dag. Een spelletje dat hij soms met zichzelfspeelde: vanavond nog een, en dan mag ik er morgen eentje minder.Of hij redeneerde dat elke sigaret na middernacht ten laste kwam vanzijn rantsoen voor de volgende dag. Hij was allang de tel kwijt, maarzou onderhand waarschijnlijk dagenlang niet moeten roken om heteindsaldo nog kloppend te krijgen. Maar ach, tien sigaretten per dag oftwaalf, dertien, veertien -wat maakte het ook uit?Zijn auto stond in een stille straat. Merendeels woonhuizen, en bepaaldgeen kleine. Op de hoek zat een bar in een souterrain, maar die moesthet vooral hebben van de lunchpauze van kantoormensen in de buurt.Tegen tienen was hij meestal dicht. Er stroomden taxi's langs, en af entoe een dronkenlap die met de handen in zijn zakken langzaam naarhuis zigzagde. Een paar taxi's stopten vlak voor zijn auto en braaktenhun klanten uit, die vervolgens een paar treden beklommen en devoordeur van het Morvena Casino openduwden. Rebus was er nooitbinnen geweest. Hij zette wel eens wat geld op een paard, en dat washet. Was gestopt met de voetbaltoto. Kocht een enkele keer eenstaatslot, maar nam vaak niet eens de moeite om de uitslag tecontroleren. Thuis slingerden een stuk of wat loten rond, die elk eenfortuin waard konden zijn. De gedachte dat hij zonder het te weten eenmiljoen gewonnen kon hebben, beviel hem wel; beviel hem zelfs beterdan het idee om echt een miljoen op zijn rekening te hebben. Wat zouhij doen met een miljoen pond? Hetzelfde als met v ijftig mille - zichzelf devernieling in draaien.Maar dan sneller.Janis had hem naar Mitch gevraagd - Roy Mitchell, Rebus'boezemvriend op school. Toen hij meer tijd met Janis was gaandoorbrengen, zag hij Mitch steeds minder. Ze zouden samen het leger ingaan, hoopten in hetzelfde regiment terecht te komen. Tot Mitch zijnene oog verloor. Dat was een streep door de rekening. Het leger wildehem niet meer hebben. Rebus was alleen gegaan, had Mitch nog eenpaar brieven gestuurd, maar toen hij zijn eerste verlof kreeg was Mitch

  • al uit Bowhill vertrokken. Daarna had Rebus hem niet meer geschreven.Toen de deur van het casino weer openging, was het om acht of negenjonge mensen eruit te laten. Het personeel dat was afgelost. Driesplitsten zich af en liepen de straat uit, de rest vertrok in de andererichting. Rebus keek het groepje van drie na. Bij de eerste stoplichtengingen er twee rechtdoor en stak er een de weg over om links af teslaan. Rebus startte zijn motor en reed erachteraan. Toen het licht opgroen sprong, sloeg hij links af en toeterde, stopte bij het trottoir endraaide zijn raampje omlaag.'Meneer Rebus,' zei de jongeman.'Hallo, Matty. Stap in.'

    Als Rebus collega's uit andere steden sprak, zeiden ze vaak dat Rebusmaar bofte in Edinburgh. Zo'n mooie stad, zo welvarend. Zo weinigmisdaad. Ze dachten dat een stad alleen gevaarlijk was als hij er ookgevaarlijk uitzag. Londen, Manchester, Liverpool - dat waren in hunogen gevaarlijke steden. Niet Edinburgh, dat slaperige museumstadjevol bezienswaardigheden. Naast het toerisme was de handel Edinburghsvoornaamste inkomstenbron, en de handel in Edinburgh - het bank- enverzekeringswezen -was een discrete bedrijfstak. De stad wist zijngeheimen goed te verbergen, en zijn slechte kanten ook. Mogelijkeoverlastveroorzakers waren overgeplant naar de woonwijken die zichuitstrekten aan de randen van de stad, en de misdaden dieplaatsvonden in de oude gebouwen in het centrum werden door dikkestenen muren aan de waarneming onttrokken. Zodat elke goederechercheur behoefte had aan goede informanten.Rebus reed altijd een rondje met ze - van Canonmills naar Ferry Road,dan naar Comely Bank en door Stockbridge terug naar de New Town.En onderwijl praatten ze.'Ik weet dat we een soort gentlemen's agreement hadden, Matty,' zeiRebus.'Maar u gaat me vertellen dat u geen gentleman bent?'Rebus glimlachte. 'Je bent me te v lug af.''Ik vroeg me al af hoe lang het zou duren.' Matty zweeg, staarde door

  • de voorruit. 'U weet dat ik toch nee zeg.''O ja?''Ik heb vanaf het begin gezegd: ik k lap niet uit de school over mijncollega's of mijn bazen. Alleen de klanten.''Dat waren er niet eens zoveel. Ik heb je bepaald niet uitgemolken,Matty. Ik wed dat je tientallen verhalen weet die je me nooit hebtverteld.''Ik werk daar alleen maar, meneer Rebus. De mensen die een gokjekomen wagen beginnen tegen mij heus niet te k leppen over een kraakdie ze hebben gezet of een zaakje dat ze hebben lopen.''Nee, maar ze komen er wel vrienden tegen. Drinken een borrel,relaxen. Ik hoor dat er een heel relaxte sfeer hangt. Misschien laten zedan wel eens wat los.''Ik heb niks achtergehouden.''Matty, Matty.' Rebus schudde zijn hoofd. 'Grappig, ik moest net denkenaan die avond dat we elkaar voor het eerst tegenkwamen. Weet jenog?'Hoe kon hij dat vergeten? Na het werk een paar borrels gedronken,auto geleend van een vriend die op vakantie was. Matty was nog nietlang terug in Edinburgh. Heerlijk gevoel om door de stad te rijden,zeker als je een beetje tipsy was. Straten die glommen van de regen.Laat op de avond, bijna alleen taxi's op straat. Hij reed en reed ennaarmate het stiller werd op straat drukte hij het gaspedaal dieper in,had een aantal groene lichten achter elkaar en zag er toen een op roodspringen. Hij wist niet hoe goed de banden waren, zag zichzelf al slippenals hij nu nog hard remde. Bekijk 't, hij trapte het gaspedaal in.Miste de fietser op een haar. Die had groen licht en moest zijn voorwielopzij k lappen om de auto niet te raken, hij wankelde en viel. Matty 'svoet liet het gaspedaal los, zweefde even boven het rempedaal en traptetoen het gas weer in.Toen zag hij de politieauto. En dacht: Dit kan ik niet hebben.Ze hadden hem laten blazen en meegenomen naar St. Leonard, waar hijvermalen werd in de procedurele molen. Zou hij moeten voorkomen?Zou het in de krant komen? Hoe voorkwam hij dat het bekend werd?Hij zat aardig in de rats tegen de tijd dat inspecteur John Rebus

  • tegenover hem plaatsnam.'Ik kan dit niet hebben,' had Matty er meteen uitgeflapt.'Pardon?'Hij had geslikt en geprobeerd het uit te leggen. 'Ik werk in een casino.En foutje en ze schoppen me eruit. Luister, man, als het om de schadegaat... koop ik toch een nieuwe fiets voor hem?'Rebus had een vel papier gepakt. 'Rijden onder invloed... in eengeleende auto, dus niet gedekt door de verzekering... door roodrijden... doorrijden na een aanrijding...' Rebus had het hoofd geschud,het vel papier nog eens doorgelezen en vervolgens neergelegd. Toenhad hij Matty aangekeken. 'Voor welk casino werkte je ook weer?'Later had hij Matty twee visitekaartjes gegeven met zijntelefoonnummer. 'Het eerste mag je vol walging versnipperen,' had hijgezegd. 'Het tweede is om te bewaren. Hebben we een deal?''Luister, meneer Rebus,' zei Matty nu, toen ze stilhielden voor de lichtenop Raeburn Place. 'Ik doe mijn best.''Ik wil weten wat er in het Morvena achter de schermen gebeurt.''Ik heb geen idee.''A lles, maakt niet uit hoe onbenullig het lijkt. Alle verhalen, roddels, alleswat je hoort. Krijgt de chef wel eens bezoek op kantoor? Geeft ie weleens een privfeestje? Namen, gezichten, alles. Concentreer je, Matty.Concentreer je gewoon even.''Ze v illen me levend.''Wie?'Matty slikte. 'Meneer Mandelson.''Dat is de eigenaar, h?''Inderdaad.''Op papier althans. Wat ik moet weten is naar wiens pijpen hij danst.''Ik kan me niet voorstellen dat hij naar iemands pijpen danst.''Je staat er soms van te k ijken. Is het zo'n ijzervreter dan?''Vind ik wel.''A l bonje met hem gehad?' Matty schudde zijn hoofd. 'Spreek je hemvaak?''Praktisch nooit,' zei Matty. Tot voor kort althans, had hij eraan kunnentoevoegen.

  • Rebus zette hem af onder aan Broughton Street en reed toen via LeithWalk en York Place naar Queen Street. Hij kwam weer langs het casinoen minderde vaart, fronste. Bij de stoplichten keerde hij om het zeker teweten. Ja, het was dezelfde Rolls als bij Gaitanos, absoluut.Langs de stoep voor het Morvena.

  • 6'Mag ik aanschuiven?'Rebus zat te ontbijten in de kantine en mopperde inwendig dat er nietmeer cafene in de koffie zat, of gewoon meer koffie in de koffie. Hijknikte naar de lege stoel en Siobhan ging zitten. 'Zware avond gehad?''Niks dan jus d'orange, geloof het of niet.' Ze nam een hap van haarmuffin en spoelde hem weg met melk. 'Harry zegt dat je hem naar eenvideo hebt laten kijken.' 'Harry?''Onze videokunstenaar. Ging om een vermissing, zei ie. Had ik nog niksvan gehoord.''Het is niet officieel. De zoon van een ouwe vriendin van school.''Stond gewoon bij de bar en was ineens verdwenen?' Rebus keek haaraan en ze glimlachte. 'Harry is een kletskous van hier tot ginder.''Ik werk er in mijn eigen tijd aan.' 'Hulp nodig?''Ben je goed met een kristallen bol?' Maar hij v iste het screenshot vande video-opname uit zijn zak. 'Dat is Damon,' zei hij, en hij wees hemaan.'Wie is dat naast hem?''Wist ik het maar. Ze hoort niet bij hem. Ik weet niet wie ze is.''Heb je al navraag gedaan?''Ik ben gisteravond in de club geweest. Een paar k lanten hadden haarwel gezien.''Mannen?' Ze wachtte tot Rebus knikte. 'Daar moet je het niet aanvragen. Ze trekt de blik van elke man, maar die k ijken maaroppervlakkig. Een vrouw daarentegen ziet haar meteen alsconcurrentie. Heb je de vrouwen in een danstent wel eens gezien?Ogen als lasers. En misschien is ze wel naar de wc gegaan.'Nu had ze Rebus' aandacht. 'Ja, en dan?''Daar hoor je vrouwen praten. Misschien heeft iemand iets tegen haargezegd en heeft zij iets teruggezegd. Daar is altijd wel een oor dat watopvangt.' Siobhan staarde naar de foto. 'Gek, net of ze een soort auraheeft.''Hoe bedoel je?''A lsof ze straalt.'

  • 'Het licht.''Precies.''Nee, dat is wat je vriend Harry zei. Het is die discoverlichting die dateffect geeft.''Misschien wist hij niet wat hij zei.''Ik weet ook niet precies wat jij wil zeggen.''In sommige religies geloven ze in een soort persoonlijke gids. Een geestdie je naar de andere wereld moet gidsen.''Bedoel je dat het met deze wereld niet ophoudt?'Ze glimlachte. 'Hangt van je geloof af.''Nou, ik v ind deze wereld al meer dan zat.' Hij keek weer naar de foto.'Het is maar een grapje, hoor, van die leidsgeest.''Weet ik.'

    Die avond sprak hij af met Helen Cousins. Ze gingen wat drinken in hetAuld Hoose. Rebus was er in geen vijfentwintig jaar geweest, en hetwas veranderd. Er stond een pooltafel.'Ging jij die avond niet mee uit?' vroeg Rebus.Ze schudde haar hoofd. Ze was twintig, drie jaar jonger dan Damon.Haar rechterhand speelde met haar verlovingsring, ze draaide hemrond, schoof hem over een knokkel en weer terug. Kort, flets bruinhaar, donkere, vermoeide ogen en acne rond haar mond.'Ik ging uit met vriendinnen. Dat deden we altijd. En avond per weekgingen de jongens en wij ieder apart uit. En n avond gingen we metzijn allen.''Ken je iemand die die avond ook in Gaitanos was? Behalve Damon enzijn vrienden?'Ze kauwde op haar onderlip terwijl ze erover nadacht. De ring v iel vanhaar v inger en stuiterde van de tafel op de vloer. Ze bukte om hem opte rapen.'Heb ik nou de hele tijd.''Pas maar op, straks ben je hem kwijt.'Ze duwde hem terug om haar v inger. 'Ja,' zei ze. 'Corinne en Jackywaren daar ook.'

  • 'Corinne en Jacky?' Ze knikte. 'Waar v ind ik die?'Een telefoontje, en ze kwamen ook naar het Auld Hoose. Rebus gingeen rondje halen: baco voor Corinne, Bacardi-cassis voor Jacky, nogeen wodka-jus voor Helen en een flesje alcoholvrij bier voor zichzelf.Hij keek naar de flessen achter de bar. Dat miezerige drankje van hemkostte meer dan een whisky. Een stemmetje in zijn binnenste spoordehem aan een Teacher's te bestellen.Mijn persoonlijke gids zeker, dacht hij, en wuifde de gedachte weg.Corinne had lang, gefriseerd zwart haar. Haar vriendin Jacky was eentenger meisje met een platinablonde kleur spoeling. Toen hij terugkwambij de tafel zaten ze met de hoofden bij elkaar te roddelen. Rebus paktede foto er weer bij.'Kijk,' zei Corinne, 'daar staat Damon.' Dus ze keken alle drie eens goed.Toen legde Rebus zijn v inger op de strapless-verschijning met het aura.'Hebben jullie haar ook gezien?'Helen reageerde als gestoken. 'Wie is dat?''Ja, die was er ook,' zei Jacky.'Had ze iemand bij zich?''Ik heb haar niet zien dansen.''Dat is toch waarom je daarheen gaat?''Onder andere.' Ze begonnen alle drie te giechelen.'Heb je haar niet gesproken?''Nee.''Ook niet op de wc?''Ik heb haar daar wel gezien,' zei Corinne. 'Ze stond haar ogen te doen.''Zei ze niks?''Ik vond haar nogal... verwaand.''Arro,' beaamde Jacky.Rebus probeerde nog een vraag te bedenken maar het lukte hem niet.De drie zaten een tijdje met elkaar te k letsen zonder op hem te letten.Het was alsof ze elkaar een jaar niet hadden gezien. Op een gegevenmoment stond Helen op om naar de wc te gaan. Rebus dacht dat deandere twee mee zouden gaan, maar dat deed alleen Corinne. Hij zateven alleen met Jacky, en omdat hij anders niets wist te zeggen vroeghij uiteindelijk wat ze van Damon dacht. Hij bedoelde wat ze dacht over

  • zijn verdwijning, maar zij vatte het anders op.'Och, hij gaat wel.''Gaat wel?''Ach, weet u, het is een aardige jongen, maar een beetje een duts. Eenbeetje sloom, bedoel ik.''O ja?' Van Damons familie had Rebus juist de indruk gekregen dat hijeen genie in de dop was. Hij besefte ineens hoe oppervlakkig zijn beeldvan Damon was. Siobhans woorden hadden hem moetenwaarschuwen: hij had het verhaal nog maar van n kant gehoord.'Maar Helen is wel gek op hem, toch?''Ach, dat zal wel.''Ze zijn verloofd.''Zo gaat dat toch? Ik heb vrienden die zich alleen maar verloofdhebben om een feestje te kunnen geven.' Ze keek om zich heen enboog zich naar hem toe. 'Ze hadden soms echt megaruzie.''Waarover?''Jaloers, denk ik. Dan zag ze dat hij naar iemand keek, of zei hij dat zemet een vent had geflirt. Gewone dingen.' Ze draaide de foto naar zichtoe. 'Bloedmooi, h? Ik weet nog dat ze heel sexy gekleed was. Wezagen groen van jaloezie.''Maar je had haar nooit eerder gezien?'Jacky schudde haar hoofd. Nee, niemand leek haar ooit te hebbengezien of te weten wie ze was. Niet waarschijnlijk dat ze uit de stadkwam dus.'Waren er die avond ook groepen met een bus gekomen?''Dat gebeurt bij Gaitanos niet,' vertelde ze hem. 'Daarvoor is het niet hipgenoeg meer. Er is een nieuwe tent in Dunfermline, daar gaan debusladingen nu naartoe.'Jacky tikte op de foto. 'Denkt u dat zij ervandoor is met Damon?'Rebus keek haar aan en zag een scherpe intelligentie achter de eyeliner.'Zou kunnen,' zei hij effen.'Ik denk het niet,' zei ze. 'Zij zou er niets in zien, en hij zou het nietdurven.'

  • Onderweg naar huis ging Rebus nog even langs op bureau St.Leonard. Hij was de laatste tijd zoveel geld kwijt aan tol voor de brugdat hij aan een abonnement zat te denken. Er lag een fax op zijnbureau. Die was voor die middag beloofd, maar had vertragingopgelopen. De fax bevestigde dat de eigenaar van de Rolls-Royce eenzekere Richard Mandelson was, met een adres in Juniper Green. De heerMandelson had niets op zijn kerfstok, nog geen verkeersovertreding.Rebus had al bij voorbaat medelijden met de parkeerwacht die een bonwilde uitschrijven voor de Rolls met die dikke achter het stuur. Erstonden nog wat gegevens over de heer Mandelson, waaronder zijnberoep.Casinomanager.

  • 7Matty en Stevie Scoular trokken nu regelmatig met elkaar op. Somsbelde Stevie om Matty mee te vragen naar een feestje of een etentje, ofgewoon om wat te drinken. Matty voelde zich gevleid, maar vroeg zichook af wat erachter stak, hij had het Stevie zelfs op de man afgevraagd.'Ik was toch de voetveeg van het schoolplein,' zei hij. 'En jij... nou ja, jijbent SuperStevie, de king.''Ja, als je de kranten mag geloven.' Stevie had zijn glas leeg - Perrier, hijmoest de volgende dag spelen. 'Ik weet het niet, Matty, misschien mis ikhet gewoon allemaal.''Wat allemaal?''Onze schooltijd. Toen was het nog lachen, toch?'Matty had gefronst, dat was niet echt wat hem ervan bijstond. 'MaarStevie, man, jij hbt me nou een leven... andere mensen zouden er eenmoord voor doen.'En Stevie had geknikt en er was een trieste uitdrukking over zijngezicht gegleden.Een andere keer hadden een paar k inderen die een handtekening vanStevie wilden vervolgens ook Matty om de zijne gevraagd, zonder hemte kennen maar denkend dat hij ook wel iemand moest zijn. Toen hadStevie moeten lachen en gezegd dat het een lesje in nederigheid was.Ook dat begreep Matty niet. Soms leek Stevie op een andere planeet tezitten. Dat was misschien ook wel begrijpelijk als er zo'n druk op je lag.Stevie leek zich veel meer van school te herinneren dan Matty: namenvan leraren, de hele reut. Ze praatten ook over Gullane, hoe saai hetwas geweest om daar op te groeien. En soms zeiden ze helemaal nietveel. Gingen ze gewoon uit met een stel meiden: Stevie bracht er altijdeen mee voor Matty. Die was dan net niet zo bloedmooi als die vanStevie zelf, maar dat gaf niet. Dat begreep Matty wel. Hij nam het zoalshet kwam, genoot ervan zolang het kon. Soms dacht hij dat Stevie enhij hun hele leven beste maatjes zouden blijven, en soms dat Stevie hemieder moment kon laten vallen en zijn afleiding elders zou zoeken. Hijhad de indruk dat Stevie hem momenteel veel harder nodig had dan hij

  • Stevie. Dus hij zoog alles op, archiveerde de verhalen voor later, meteen kleine aanpassing hier en daar...Vanavond gingen ze een paar bars af en maakten een ritje in SteviesBMW . Hij had liever een BMW dan een Porsche: meer ruimte voorpassagiers. Ze eindigden in een club maar maakten het niet laat. Steviehad de volgende dag een wedstrijd. Daar was hij altijd heel strikt in:alleen Perrier en op tijd naar bed. Stevie zette Matty thuis af,claxonneerde nog even en scheurde weg. Matty had de andere autoniet gezien maar hoorde een portier opengaan, keek naar de overkanten herkende Malibu meteen. Malibu was de chauffeur van meneerMandelson. Hij had zichzelf uit de Rolls gehesen en hield met een blik opMatty het achterportier open.Dus stak Matty over. Daarbij liep hij door de schaduw die Malibu in hetoranje schijnsel van de straatlantaarn op het plaveisel wierp. Op datmoment, ook al wist hij nog niet wat er ging gebeuren, besefte hij dathij verloren was.'Stap in, Matty.'Die stem was natuurlijk van Mandelson. Matty stapte in en Malibu sloothet portier en bleef ervoor op wacht staan. Ze gingen dus nergensheen.'Al eens in een Rolls gezeten, Matty?''Ik geloof het niet.''A ls het zo was, zou je het nog wel weten. Ik had er jaren geleden aleen kunnen hebben, maar alleen tweedehands. Ik wilde wachten tot ikhet geld had om een mooie nieuwe te kopen. Die geur van leer - datheb je in geen enkele andere auto.' Mandelson stak een sigaar op. Deramen waren dicht en een scherpe rookwalm begon de auto te vullen.'Weet je hoe ik me een gloednieuwe Rolls kan veroorloven, Matty?''Hard werken?' Matty had een droge mond. Auto's, dacht hij: die vanRebus, die van Stevie, en nu deze. Plus natuurlijk de auto die hij dieavond had geleend, de auto waardoor hij zich in de nesten hadgewerkt.'Ben je gek. Mijn vader heeft dertig jaar in een winkel gewerkt, zesdagen per week, en hij had nog geen aanbetaling kunnen doen.Geloof, Matty, dat is waar het om gaat. Je moet geloof hebben in jezelf,

  • en soms ook in andere mensen. In vreemden soms, of mensen die jeniet mag, mensen die je moeilijk kunt vertrouwen. Dat is het kansspeldat het leven met je speelt, en als je ergens op inzet, heb je soms geluk.Maar het komt niet aan op geluk, althans niet helemaal. Je moet jekansen goed inschatten, zoals bij elk spel, en daarvoor komt het aan opkennis en inzicht. Zo mag ik graag denken dat ik een mensenkennerben.'Pas nu draaide Mandelson zich naar hem toe om hem aan te k ijken.Matty had de indruk dat er niets achter die ogen school, volstrekteleegte.'Jawel, meneer,' zei hij, niet wetend wat hij anders moest zeggen.'Dat was Stevie die je daar afzette, h?' Matty knikte. 'Die Stevie vanjou, die heeft weer iets anders, iets wat ik nog niet heb genoemd. Dieheeft een gave. Hij heeft er natuurlijk ook voor moeten werken, maarhet talent was er al. Vraag me niet waar het vandaan komt of waaromnou juist hij het heeft gekregen - dat is een vraag voor de filosofen enik ben geen filosoof. Ik ben een zakenman... en een gokker. Maar ik zetmijn geld niet op paarden of honden of kaarten, ik wed op mensen. Ikzet mijn geld op jou, Matty.''Op mij?'Mandelson knikte, wat nauwelijks te zien was in de rookwolk. 'Ik wildat je namens mij eens met Stevie gaat praten. Hij moet iets voor medoen.'Matty wreef over zijn voorhoofd. Hij wist wat er nu ging komen maarhij wilde het niet horen.'Ik las laatst een interview waarin hij zei dat hij zich altijd voorhonderdtien procent geeft,' ging Mandelson verder. 'Het enige wat ikwil is dat hij daar in de wedstrijd van komende zaterdag een procent oftwintig vanaf haalt. Snap je wat ik bedoel?'Volgende zaterdag... Gelijkspel uit in Kirkcaldy. Stevie was juist van planbrandhout te maken van de verdediging van Raith Rovers.'Dat doet ie niet,' zei Matty. 'Ik trouwens ook niet.''Nee?' Mandelson lachte. Een hand landde op Matty 's bovenbeen. 'Jehebt het mooi verkloot in Londen, knul. Ze wisten dat je ergens andersweer als croupier aan de slag zou gaan, dat is het enige wat je kunt.

  • Dus hebben ze wat rondgebeld, tot ze uiteindelijk bij mij uitkwamen. Ikheb gezegd dat ik nog nooit van je gehoord had. Maar dat kan ookanders, Matty. Zal ik weer eens met ze gaan praten?''Dan vertel ik ze dat u de eerste keer gelogen hebt.'Mandelson haalde zijn schouders op. 'Daar kan ik wel mee leven. Maarwat denk je dat ze met ju gaan doen, Matty? Ik weet niet wat je daarprecies hebt uitgevreten, maar ze waren er behoorlijk pissig over.Volgens mij zijn ze nog steeds woedend.'Matty dacht dat hij moest overgeven. Hij zat te zweten, zijn longen volrook. 'Hij doet het toch niet,' zei hij weer.'Praat op hem in, Matty. Jij bent zijn vriend. Herinner hem eraan dat hijnog een rekening van drienhalve mille heeft. Hij hoeft maar nwedstrijd iets minder zijn best te doen en dan lullen we er niet meerover. En ik kom er wel achter of jij met hem gepraat hebt of niet, ok,Matty? Dus geen geintjes. Anders kun jij je straks nergens meerverbergen.'

  • 8Rebus doorzocht zijn hele huis maar kon niet meer dan een half dozijnfoto's v inden. Twee van zijn ex Rhona, samen met hun dochterSamantha, toen die nog zeven of acht was. Twee van Sammy als tiener.Een van zijn vader als jongeman, die een vrouw zoende die Rebus'moeder zou worden. En de laatste een familieportret met ooms, tantesen neven en nichten van wie Rebus de namen niet meer wist. Er warennatuurlijk meer foto's - die waren er althans ooit geweest - maar niethier, niet bij hem thuis. Hij vermoedde dat Rhona er nog wel had, enmisschien had zijn broer Michael de rest. Maar geen idee waar ze waren.Rebus had zichzelf nooit gezien als het type om avonden lang met eenfotoalbum op schoot te zitten, herinneringen ophalen, altijd met deangst dat de nostalgie zou omslaan in sentimenteel gedoe.Als ik vanavond doodga, wat laat ik de wereld dan na, dacht hij. Hijkeek om zich heen en het antwoord was: niets. De gedachtebeangstigde hem, en erger nog: deed hem snakken naar een borrel, enniet een maar een heleboel.In plaats daarvan reed hij weer naar het noorden, naar Fife. De luchtwas de hele dag betrokken geweest en het was een warme avond. Hijwist niet wat hij van plan was, wist dat hij Damons ouders verrektweinig te melden had, en toch was het daar waar hij belandde. Datreisdoel had vanaf het begin in zijn achterhoofd gezeten.Brian Mee deed open. Hij had een kostuum aan en was zijn stropdasaan het strikken.'Het spijt me, Brian,' zei Rebus. 'Gaan jullie uit?''Over tien minuten. Maar kom binnen. Gaat het over Damon?'Rebus schudde zijn hoofd en zag de spanning uit Brians gezichtwegebben. Ja, als hij hier persoonlijk aanbelde met nieuws, zou heteerder slecht nieuws zijn, nietwaar? Goed nieuws moest meteen wordendoorgebeld, daarvoor reisde je niet af om het persoonlijk te komenvertellen. Dat had Rebus moeten beseffen, hij had al vaak genoegmensen slecht nieuws moeten brengen.'Het spijt me, Brian,' herhaalde hij. Ze stonden in de hal. Van bovenklonk de stem van Janis, die vroeg wie het was.

  • 'Het is Johnny,' riep haar man. En tegen Rebus: 'Mag ik je zo noemen?''Natuurlijk. Zo heet ik toch?' Hij had ook kunnen zeggen: zo heet ik nuweer, na al die tijd. Hij keek naar Brian en herinnerde zich hoe ze hemop school soms hadden gepest. Niet dat 'Barney' het heel erg leek tevinden, maar hoe kon je dat zeker weten? En dan die avond van hetlaatste schoolfeest... Brian had het opgenomen voor Mitch. Brian hadhem verdedigd, en Rebus niet. Die had het te druk met zijn vriendinverliezen en buiten westen raken.Ze kwam de trap af. 'Ik ben zo terug,' zei Brian, en hij liep langs haarnaar boven.'Je ziet er geweldig uit,' zei Rebus tegen haar. De blauwe jurk was eengoede keuze, haar make-up accentueerde precies de goede kanten vanhaar beweeglijke gezicht. Ze perste er een glimlach uit.'Geen nieuws?''Het spijt me,' zei hij weer. 'Ik kwam alleen even kijken hoe het met julliegaat.''We zitten weg te kwijnen.' Weer een glimlach, nu met een zweem vangne. 'Diner dansant. We hebben de kaartjes maanden geleden algekocht. Het is voor de Jolly Beggars.''Niemand verwacht dat je nu elke avond thuis blijft zitten, Janis.''Evengoed...' Het bloed stroomde naar haar wangen en ze keek hem inde ogen. 'We gaan hem niet meer v inden, h?''Niet zomaar een-twee-drie. We moeten vooral hopen dat hij contactopneemt.''A ls hij dat kan.''Kom nou, Janis.' Hij legde zijn handen op haar schouders, alsof zevreemden waren die met elkaar gingen dansen. 'Je kunt morgen ineensiets van hem horen, maar het kan ook maanden duren.''En ondertussen gaat het leven gewoon door, h?''Min of meer.'Ze glimlachte weer, knipperde de tranen weg. 'Waarom ga je niet metons mee, John?'Rebus liet zijn handen van haar schouders vallen. 'Ik heb in geen jarengedanst.''Tijd om het weer op te pikken.'

  • 'Bedankt, Janis, maar niet vanavond.''Weet je wat? Ik wil wedden dat ze dezelfde platen draaien waar wij opschool vroeger op dansten.'Nu was hij het die glimlachte. Brian kwam de trap weer af en was metzijn handen zijn haar in model aan het brengen.'Ga gerust met ons mee, Johnny,' zei hij.'Ik heb nog een afspraak, Brian. Volgende keer misschien, ok?''Daar hou ik je aan.'Ze liepen samen naar hun auto's. Janis zoende hem op zijn wang, Briangaf hem een hand. Rebus keek toe hoe ze wegreden en reed toen naarde begraafplaats.Het was donker en het hek zat op slot, dus bleef hij inzijn auto zitten en rookte een sigaret. Hij dacht aan zijn ouders en derest van zijn familie en herinnerde zich verhalen over Bowhill, verhalendie onverbrekelijk met zijn familiegeschiedenis verbonden leken: overtragedies in de mijn, een meisje dat verdronken was in de Ore, eenautoongeluk waarbij een heel gezin op vakantie was omgekomen. Endan had je Johnny Thomson, de doelman van Celtic die dodelijkverwond werd tijdens de derby met Glasgow Rangers. Hij was begintwintig en lag ook begraven achter dit hek, niet ver van Rebus' ouders.'Niet dood, maar rustend in de armen van de Heer.'De Heer moest de biceps van een bodybuilder hebben.Na de familie kwamen de vrienden. Hij probeerde namen te geven aanhet handjevol gezichten dat hij zich nog herinnerde uit zijn schooltijd.En andere vrienden: mensen die hij had gekend in het leger, de sas .Alle mensen met wie hij te maken had gehad in zijn tijd bij de politie.Boeven die hij had opgeborgen, een paar die hem waren ontglipt.Mensen die hij had gehoord, verdacht, ondervraagd, het slechtstdenkbare nieuws had gebracht. Kennissen uit de Oxford Bar en alleandere pubs waar hij stamgast was geweest. Winkeliers. God nog aantoe, een eindeloze lijst. Al die mensen die deel hadden uitgemaakt vanzijn leven, die hem mede hadden gevormd tot wie hij was en hoe hijzich gedroeg, hoe hij over de dingen dacht. Allemaal zwierven ze daarergens rond, of juist niet meer, en allemaal dromden ze nu samen onderzijn schedelpan. Met in het middelpunt vanavond Brian en Janis.

  • Die avond van het schoolfeest... Hij was inderdaad dronken geweest,uitgelaten. Had het gevoel gehad dat hij alles aankon, alles kon worden.Omdat hij die dag een besluit had genomen: hij zou niet bij het legergaan, hij zou in Bowhill blijven bij Janis en werk zoeken op de werf.Zijn vader had hem gezegd dat hij niet zo stom moest doen -'kortzichtig' was het woord dat hij gebruikt had. Maar wat begrepenouders nou van de verlangens van hun kinderen? Dus had hij een paarbiertjes gedronken en was naar het feest gegaan, en had alleen aanJanis gedacht. Vanavond zou hij het haar vertellen. En Mitch natuurlijk.Hij moest het Mitch vertellen, laten weten dat die in zijn eentje het legerin zou moeten. Dat zou Mitch niet erg v inden, hij zou het wel begrijpen,je beste vriend begrijpt zoiets.Maar terwijl Rebus buiten aan het hannesen was met Janis, was zijnvriend Mitch in het nauw gedreven door v ier tieners die in hem hunvijand zagen. Dit was hun laatste kans op wraak en ze hadden hem flinkte grazen genomen, geschopt en geslagen. Vier tegen een... tot Barneyzich ertussen had gegooid, k lappen had afgeweerd en Mitch uit hunklauwen had gesleept. Maar het kwaad was al geschied, n schop hadzijn netvlies beschadigd. Een paar dagen lang zag Mitch wazig door datoog, daarna niets meer. En waar was Rebus geweest? Die lag buitenwesten op het beton bij het fietsenhok.En waarom had hij Barney Mee nooit bedankt?Hij knipperde met zijn ogen en haalde zijn neus op, vroeg zich af of hijverkouden werd. Toen hij terug was gereden naar Bowhill had hij eentroosteloos plaatsje verwacht waarmee hij zichzelf niet meer verbondenkon voelen, gewoon een willekeurig dorp waar je doorheen reed opweg naar elders. Misschien had hij het achter zich willen laten. Nou, datwas niet gelukt. Hij stapte uit de auto en keek om zich heen. De straatwas uitgestorven. Hij legde zijn handen op de bovenkant van het hek,hees zich eroverheen en liep een uurtje rond op het kerkhof, waar eenmerkwaardige rust over hem kwam.

  • 9'Wat is er aan de hand, Matty?'Thuis gelijkgespeeld tegen de Rangers, en nu was Stevie wel toe aaneen avondje uit. Een-een, en natuurlijk had hij het enige doelpunt vanzijn team gescoord. De verslaggevers leverden nu hun kopij in, waarinze voor de zoveelste keer zouden zeggen dat hij de held van het teamwas, dat zonder hem maar een heel matig team was. Dat wisten deRangers ook: Stevies mandekker was op bloed uit geweest, had zichmet de noppen vooruit in onbesuisde tackles geworpen die Stevie metalle macht moest proberen te ontwijken. Hij had een paar butsen enbuilen aan de wedstrijd overgehouden, een schram op n knie, maarwas tot de merkbare opluchting van zijn coach fit voor de volgendewedstrijd.'Ik vroeg wat er aan de hand is.'Matty had er niet van kunnen slapen. Hij wist dat hij een paar dingenkon doen. Met Stevie praten, bijvoorbeeld. Een andere mogelijkheidwas niets tegen Stevie zeggen, en tegen Mandelson doen alsof hij datwl had gedaan. Dan was het maar afwachten of Mandelson hem zougeloven. Optie drie: wegwezen. Maar Mandelson had gelijk - waarmoest hij naartoe? Met tw casinobazen achter zich aan kon hijnergens meer als croupier aan de bak.Als hij er tegen Stevie over begon, zou hij een nieuwe vriend verliezen.Maar als hij zweeg... nou ja, wat v iel daarmee te winnen? Dus zat hijhier bij Stevie thuis, nadat hij had gezegd dat hij hem dringend moestspreken. In de hoek stond de tv aan met een video van de wedstrijdvan die middag. Geen wedstrijdcommentaar, alleen het geluid van detribunes en de dug-out.'Niks aan de hand,' zei hij nu, om tijd te rekken.Stevie staarde hem aan. 'Is alles wel goed met je? Wil je wat drinken ofzo?''Misschien een wodka.''Iets erin?''Maakt me niet uit.'Stevie schonk hem een glas in. Matty was hier nu een halfuur en ze

  • hadden nog nauwelijks een woord gewisseld. De telefoon stond geenmoment stil: verslaggevers met vragen, familie en vrienden metfelicitaties. Stevie wuifde alle lof weg.Matty nam het glas aan, nam een slok, vroeg zich af of hij nog gewoonkon opstaan en weglopen. Toen dacht hij aan Malibu en zag eenslagschaduw over zijn opties vallen.'Het zit zo, Stevie,' zei hij. 'Ken je mijn chef in het Morvena, Mandelson?''Die krijgt nog geld van me, natuurlijk ken ik hem.''Hij zegt dat we daar iets aan kunnen doen.''Wat? Aan mijn rekening?' Stevie stond zichzelf te bekijken in despiegel, hij had net zijn uitgaanskleren aangetrokken. 'Dat snap ik niet,'zei hij.Ach Stevie, dacht Matty, leuk je gekend te hebben. 'Hoef je jezelf alleeneen beetje gedeisd te houden komende zaterdag.'Stevie fronste en keerde zich af van de spiegel. 'Uit tegen Raith?' Hijkwam naar Matty toe en ging tegenover hem zitten. 'Moest je dat tegenme zeggen?' Hij wachtte tot Matty geknikt had. 'De rotzak. Wat schiethij daarmee op?'Matty schoof heen weer op de leren bank. 'Daar heb ik ook over zittendenken. Raith doet het momenteel niet zo goed, maar je weet zelf ookdat als jij niet in het spel voorkomt...' 'Dat ze weinig te duchten hebben.De coach heeft iedereen opdracht gegeven elke bal meteen naar mij testuren. Als ze dat een hele wedstrijd lang doen, en ik doe er niks mee...'Matty knikte. 'Iedereen gaat ervan uit dat jij gaat scoren. Niemandverwacht dat Raith er een in krijgt.''Dus Mandelson gaat wedden op een nul-nul?''Dat levert goed geld op, als hij het uitsmeert over een hoop kleineweddenschappen...''De rotzak,' zei Stevie weer. 'Hoe heeft hij jou hierin meegekregen,Matty?'Matty schuifelde heen en weer. 'Iets wat ik in Londen heb uitgevreten.''Geheimen, h? Kom je nooit van af.' Stevie stond op, liep weer naar despiegel en staarde er simpelweg naar, met zijn handen in zijn zij. Erk lonk geen emotie in zijn stem toen hij sprak.'Zeg maar dat ie de tering kan krijgen.'

  • Matty kreeg de woorden haast niet uit zijn strot. 'Weet je zeker dat jedat wilt doorgeven?''De mazzel, Matty.'Matty stond trillend op. 'En wat moet ik nou?''De mazzel, Matty.'Stevie bleef als een standbeeld staan terwijl Matty naar de deur ging enhet huis uit liep.

    Mandelson zat achter zijn bureau met een Cartier-pen te spelen die hijdie dag van een klant had ingepikt. De man was te laat met eenbetaling. De pen was om het goed te maken.'En?' vroeg hij Matty.Matty zat op de stoel en likte aan zijn lippen. Vandaag kreeg hij geenglas aangeboden. Dit was strikt zakelijk.Malibu stond bij de deur. Matty haalde diep adem - de laatste ademtochtvan een drenkeling.'Deal,' zei hij.Mandelson keek hem aan. 'Heeft Stevie ja gezegd?''Uiteindelijk,' zei Matty.'Zeker weten?''Zo zeker als maar kan.''Ik hoop dat dat waterdicht is, anders kon je wel eens een zwemtochtjegaan maken met zware benen. Als je begrijpt wat ik bedoel.'Matty beantwoordde de dreigende blik en knikte.Mandelson keek naar Malibu, ze lachten allebei. Toen pakte hij detelefoon. 'Weet je, Matty,' zei hij, terwijl hij een nummer intoetste, 'ikbewijs jou hiermee een dienst. Je bewijst er jezlf een dienst mee.' Hijluisterde naar de telefoon. 'Mag ik de heer Hamilton?' En tegen Matty:'In feite stel je hiermee je baan zeker, Matty. Ik zit een beetje krap bijkas. Dat mag niet bekend worden, maar jou vertrouw ik wel. En als ditgoed uitpakt - en dat is je geraden - dan heb je dat vertrouwenverdiend.' Hij tikte op het telefoontoestel. 'Het is ook niet allemaal mijneigen geld. Maar hiermee houden we het Morvena overeind.' Hijgebaarde dat Matty kon gaan. Malibu tikte hem op de schouder als

  • extra aansporing.'Topper?' zei Mandelson toen Matty de kamer uit liep. 'Het is geregeld.Voor hoeveel doe jij mee?'Matty werkte geduldig door tot zijn dienst erop zat. Toen liep hij als uitde dood herrezen het deftige New Town-gebouw uit en stopte bij deeerste de beste telefooncel, waar hij in alle rommel in zijn zakken moestwroeten, rotzooi die ooit ongetwijfeld belangrijk voor hem wasgeweest, om het kaartje te v inden.Het kaartje met een telefoonnummer.De zaterdag erop scoorde Stevie Scoular de enige en winnende treffertegen Raith Rovers en zat Mandelson alleen in zijn werkkamer, de ogengekluisterd aan de uitslagenpagina op teletekst.Zijn hand lag op de telefoon. Hij verwachtte een telefoontje van TopperHamilton. Hij moest steeds met zijn ogen knipperen, alsof hij in beideogen een zandkorrel had. Hij gaf aan de receptie door dat hij Malibuwilde spreken. Mandelson wist niet hoe lang hij nog had, maar hij zouzijn tijd ten volle benutten. Eerst Stevie Scoular polsen, om te zien ofMatty nou echt met hem had gesproken. En dan Matty zelf... dat stondal vast, wat er ook gebeurde. Matty ging voor de bijl.De bons op de deur moest Malibu zijn. Mandelson blafte dat hij binnenmoest komen. Maar toen de deur openzwaaide, wandelden tweevreemden de kamer in alsof ze er thuis waren. Mandelson ging rechtopzitten, handpalmen op het bureau. Hij was bijna opgelucht toen bleekdat ze van de politie waren.'Ik ben inspecteur Rebus,' zei de jongste van de twee. 'Dit is commissarisWatson.''En u komt voor een bijdrage aan het Politiefonds?'Rebus ging ongevraagd zitten en zijn blik dwaalde af naar het tv-scherm en de lijst met uitslagen die daar te lezen was. 'Zo te zien hebt unet een smak geld verloren. Spijt me zeer. Is Topper ook het schip ingegaan?'Mandelson balde zijn vuisten. 'Die vuile k leine etterbak.'Rebus schudde zijn hoofd. 'Matty heeft zijn best gedaan, maar er wasn ding wat hij niet wist. En u blijkbaar ook niet. Topper zal dubbel zoteleurgesteld zijn.'

  • 'Wat dan?'Boer Watson, die was blijven staan, g