Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van...

4
n nieuws van missionaire uitgeverij ETZ Media voorjaar 2020 www.etzmedia.nl De opstanding van Jezus is meer dan een dode die levend wordt. Hoe wonderlijk dat ook is, het kwam in het Oude Testament ook voor, bijvoorbeeld bij de zoon van de Sunamitische vrouw (2 Kon. 4). En na Jezus’ opstanding, lezen we van de opwekking van Dorcas (Hand. 9). Het unieke aan Jezus’ opstanding is echter dat Hij aan de andere kant van de dood is opgestaan. Alle anderen die eens opstonden, moesten weer sterven maar Jezus heeft een weg gebaand door de dood heen, waar- door de macht van de dood is gebro- ken. Wie in het geloof op Jezus ziet, hoeft zelfs voor de dood niet bang te zijn. Daarom is Jezus Christus niet alleen een levende, maar de Levende en zelfs het leven zelf (Kol. 3:4). Christenen wachten op de komst van Jezus Christus, die hun leven is, maar ook nu al werkt het leven van Christus in hen. ‘Niet meer ik, maar Christus leeft in mij (Gal. 2:20). Door zijn Geest, werkt het leven van Christus hoe langer hoe meer in christenen. Zijn opstanding laat zien dat Jezus Christus de koning van het heelal is. Wie bij deze Koning hoort, merkt dat Hij royaal geeft. Jezus baande een weg door de dood Ook al is Jezus niet meer op aarde, Hij is nog altijd de Levende. De dood kon Hem niet vasthouden. Door zijn opstanding delen wij voor altijd in het leven van de Heer, die we opnieuw uit de hemel verwachten. Hij is de Koning van het heelal. uitgelicht De onzichtbare wereld Mensen laten zich soms in met de onzichtbare geestelijke wereld. De Bijbel zegt dat er naast goede machten ook slechte machten zijn. Deze folder legt uit wat de gevaren zijn en bij welke hogere macht je altijd en zonder gevaren terecht kunt. Nu in een vernieuwde uitgave verkrijgbaar. € 2,50 per set van 25 ex. Ga naar diep water en gooi je net uit om te vissen. Lukas 5:4 Uit: Gewone catechismus, KokBoekenentrum 2019 Kingstone Comics ETZ Media heeft een begin gemaakt met het uitgeven van Nederlandse delen van de Kingstone Comic Bible. Deze strips brengen de verhalen uit de Bijbel op een meeslepende manier tot leven voor tieners en jongeren. Deze comics blijven dicht bij de Bijbelse geschiedenissen maar weten in beeld en tekst toch weer verrassende elementen aan het licht te brengen. Wij hopen en bidden dat deze comics een brugfunctie mogen vervul- len naar het lezen van de ‘echte’ Bijbel. De delen Noach en Lazarus verschijnen DV eind maart. Vanaf september kunt u het deel over de geboorte van Jezus verwachten. DE ONZICHTBARE WERELD Vernieuwde folder Binnenkort verkrijgbaar in Nederland

Transcript of Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van...

Page 1: Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van de dood is gebro-ken. Wie in het geloof op Jezus ziet, hoeft zelfs voor de dood

nnieuws van missionaire uitgeverij ETZ Media

voorjaar 2020w

ww

.etz

me

dia

.nl

De opstanding van Jezus is meer dan een dode die levend wordt. Hoe wonderlijk dat ook is, het kwam in het Oude Testament ook voor, bijvoorbeeld bij de zoon van de Sunamitische vrouw (2 Kon. 4). En na Jezus’ opstanding, lezen we van de opwekking van Dorcas (Hand. 9). Het unieke aan Jezus’ opstanding is echter dat Hij aan de andere kant van de dood is opgestaan. Alle anderen

die eens opstonden, moesten weer sterven maar Jezus heeft een weg gebaand door de dood heen, waar-door de macht van de dood is gebro-ken. Wie in het geloof op Jezus ziet, hoeft zelfs voor de dood niet bang te zijn. Daarom is Jezus Christus niet alleen een levende, maar de Levende en zelfs het leven zelf (Kol. 3:4).Christenen wachten op de komst van Jezus Christus, die hun leven

is, maar ook nu al werkt het leven van Christus in hen. ‘Niet meer ik, maar Christus leeft in mij (Gal. 2:20). Door zijn Geest, werkt het leven van Christus hoe langer hoe meer in christenen. Zijn opstanding laat zien dat Jezus Christus de koning van het heelal is. Wie bij deze Koning hoort, merkt dat Hij royaal geeft.

Jezus baande een weg door de dood

Ook al is Jezus niet meer op aarde, Hij is nog altijd de Levende. De dood kon Hem niet vasthouden. Door zijn opstanding delen wij voor altijd in het leven van de Heer, die we opnieuw uit de hemel verwachten. Hij is de Koning van het heelal.

uit

gel

ich

t

De onzichtbare wereld

Mensen laten zich soms in met de onzichtbare geestelijke wereld. De Bijbel zegt dat er naast goede machten ook slechte machten zijn. Deze folder legt uit wat de gevaren zijn en bij welke hogere macht je altijd en zonder gevaren terecht kunt. Nu in een vernieuwde uitgave verkrijgbaar. € 2,50 per set van 25 ex.

Ga naar diep water en gooi je net uit om te vissen.

Lukas 5:4

Uit: Gewone catechismus, KokBoekenentrum 2019

Kingstone Comics

ETZ Media heeft een begin gemaakt met het uitgeven van Nederlandse delen van de Kingstone Comic Bible. Deze strips brengen de verhalen uit de Bijbel op een meeslepende manier tot leven voor tieners en jongeren. Deze comics blijven dicht bij de Bijbelse geschiedenissen maar weten in beeld en tekst toch weer verrassende elementen aan het licht te brengen. Wij hopen en bidden dat deze comics een brugfunctie mogen vervul-len naar het lezen van de ‘echte’ Bijbel. De delen Noach en Lazarus verschijnen DV eind maart. Vanaf september kunt u het deel over de geboorte van Jezus verwachten.

ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE

WERELD

ONZICHTBARE WERELD

ONZICHTBARE WERELDONZICHTBARE WERELD

WERELDWERELDONZICHTBARE ONZICHTBARE WERELDWERELD

ONZICHTBARE WERELD DE ONZICHTBARE

DE ONZICHTBARE

ONZICHTBARE WERELDONZICHTBARE WERELD

WERELDWERELDONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE

WERELDWERELD

DE DE DE DE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE DE ONZICHTBARE

ONZICHTBAREWERELDONZICHTBAREWERELDONZICHTBARE ONZICHTBAREONZICHTBARE WERELDONZICHTBARE WERELDONZICHTBAREWERELDONZICHTBARE WERELD

ONZICHTBARE ONZICHTBAREONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBAREONZICHTBARE ONZICHTBARE ONZICHTBARE

WERELDWERELDWERELDWERELDWERELDWERELDWERELDWERELD

WWW.ETZMEDIA.NL

Deze folder wordt je aangeboden door:

Wil je meer weten over Jezus Christus en alles wat Hij jou wil geven?

Reageer via [email protected] of stuur de ingevulde antwoord-

strook naar ons op: ETZ, postbus 41, 2950AA te Alblasserdam. Je

ontvangt dan gratis en vrijblijvend een boekje over geloven in Jezus

en een gedeelte van de Bijbel.

Naam:

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

© 2010/2020, ETZ Media, Alblasserdam, Holland

Jezus heeft de hoogste autoriteit in de onzicht-

bare wereld. Door te sterven aan een kruis heeft Hij

de weg geopend om bevrijd te worden van zonden

en bindingen. Door op te staan uit de dood heeft Hij

de duivel beslissend verslagen, al heeft die nog steeds

veel invloed.

Jezus Christus biedt ieder mens, ook jou, vergeving,

bevrijding en vernieuwing aan..

• VERGEVING: zonden uit het verleden staan niet meer

tussen God en jou in.

• BEVRIJDING: alle (ver)bindingen aan de duivel

kunnen verbroken worden in de naam van Jezus.

Als je bevrijding nodig hebt, vraag dan hulp aan

christenen die God liefhebben en volgens de Bijbel

willen leven. Weet je niet aan wie je hulp zou kunnen

vragen, reageer dan naar het adres op dit traktaat.

• VERNIEUWING: Jezus geeft een nieuwe start. Je

kunt een kind van God worden en eeuwig leven5

ontvangen.

5 Wie in Jezus gelooft ontvangt het eeuwige leven, maar in ons

huidige bestaan blijft het lichaam nog kwetsbaar en onder-

worpen aan de dood. In de toekomst zal Jezus degenen die in

Hem geloven een volmaakt en onsterfelijk lichaam geven.

Verlang je naar contact met de geestelijke wereld?

De juiste lijn loopt alleen via Jezus. Hij is Heer

over alle dingen, zichtbaar of onzichtbaar. Je bent

welkom bij Hem! Onthoud goed:

“IEDER DIE DE NAAM VAN DE HEER AANROEPT

ZAL WORDEN GERED” (HANDELINGEN 2:21)

Vernieuwde folder

Binnenkort verkrijgbaar

in Nederland

Page 2: Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van de dood is gebro-ken. Wie in het geloof op Jezus ziet, hoeft zelfs voor de dood

Het kadoosje

Steeds meer mensen krijgen een Kadoosje! De 4 Kadoosjes die we in ons assortiment hebben behoorden vorig jaar tot onze meestgevraagde producten. Het Kadoosje is een mooi kartonnen doosje waarin u een klein presentje kunt doen. Wie het doosje opent vindt niet alleen het pre-sentje, maar ook een korte paasboodschap met als kern: Jezus herstelt de relatie tussen God en mensen. Door zijn dood en opstanding geeft Hij eeuwig leven. € 0,60 (stuk) Bij grotere aantallen (>100) is korting mogelijk. Bekijk alle kadoosjes op etzmedia.nl/kadoosje.

voor kinderen

etz media

DVD’s

ww

w.e

tzm

ed

ia.n

l

Traktaat: De troost van Pasen

Dit traktaat verkondigt de overwinning van Jezus over dood en zonde. € 1,99 (set 25 ex.)

Traktaat: Waar gaat Pasen nou eigenlijk over?

Basic uitleg van het Paasevangelie. € 1,99 (set 25 ex.)

Traktaat: Jezus’ woorden aan het kruis

Een helder licht op de liefde van Jezus en op zijn betekenis voor ons vanuit zijn laatste woorden. € 1,99 (set 25 ex.).

Traktaat: Hij deed het ook voor jou

Waar het bij het Paasfeest nu echt om draait. € 1,99 (set 25 ex.).

Traktaat: Het is volbracht!

Woorden van hoop die om een persoonlijk antwoord vragen. € 1,99 (set 25 ex.)

Traktaat: Het Paasverhaal

Het Paasverhaal aan kinderen verteld. € 1,99 (set 25 ex.)

Traktaat: Jezus leeft!

Jezus Christus is niet ‘zomaar’ een goed mens. Hij overwon de dood! € 1,69 (set 25 ex.).

Paasfolders om uit te delen

Naam:

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

© De bijbeltekst in deze folder is ontleend aan

de Bijbel in Gewone Taal, NBG 2014

Deze folder wordt je aangeboden door:

Evangelische

Tractaat

Zending

stic

hti

ng

© 2015 St. ETZ, Alblasserdam, Hollandwww.traktaat.nl

Als je het gebed hiernaast gebeden hebt of vragen hebt over de

inhoud van deze folder, sturen we je graag gratis en vrijblijvend

meer informatie over geloven in Jezus toe. Reageren kan door

een email te sturen naar [email protected] of door

onderstaande antwoordstrook ingevuld aan ons op te sturen:

ETZ, afdeling Lezersreacties, Postbus 41, 2950AA Alblasserdam.

Persoonlijke reacties worden persoonlijk beantwoord.

en Gods goede regels. De verwoestende gevolgen van

zonde zien we dagelijks om ons heen. Net als de dood

overwon Jezus ook de zonde. Zijn overwinning betekent

voor ons nu al vergeving van verkeerde daden en

vernieuwing van ons innerlijk. Dankzij Jezus mogen we

God leren kennen als onze liefdevolle Vader.

GELOVEN IN JEZUS

Geloven betekent al het goede ontvangen dat Jezus ons

uit liefde wil geven en ervoor kiezen om zijn volgeling

te zijn. Als je gaat geloven, zal Hij je leven veranderen!

Jezus links laten liggen doet ons geen goed. Buiten Hem

om is er namelijk geen oplossing voor de zonde en de

dood. Wie er bewust voor kiest om Jezus op afstand te

houden, blijft los van God en loopt daardoor het nieuwe

leven mis.

EEN GEBED

Als de overwinning en liefde van Jezus je hart heeft

geraakt en je bij Hem wilt horen, kun je dat aan Hem

vertellen met de volgende woorden:

Jezus, ik heb gelezen over uw overwinning over dood

en zonde. Dank U dat U nieuw leven met vergeving

en vernieuwing van binnen aan mij wilt geven. Heel

graag wil ik dit nieuw leven van U ontvangen en God

leren kennen als mijn liefhebbende Vader. Leer mij U

beter kennen, ik wil volgeling van U zijn. Amen.

De t�oost van Pasen

Trak-TroostVanPasenDEF-B.indd 1

16-02-15 12:28

Deze folder is je aangeboden door:

© 2007, St. ETZ, Alblasserdam, Holland

Stichting Evangelische Tractaatzending

Postbus 41 - 2950 AA Alblasserdam.

Mailen kan ook naar: [email protected]

Hijdeed

het ook

voor Jou

Hijdeed

het ook

voor Jou

Vader in de hemel,

ik ken U niet, maar ik vraag

het U toch; wilt U mij het

geloof geven dat uw Zoon,

Jezus, gestorven is voor

mijn zonden. Laat mij

geloven dat Hij leeft en

dat ik door zijn dood ook

mag leven. Nu en later in

uw eeuwig koninkrijk.

Amen.

Vader in de hemel,

ik ken U niet, maar ik vraag

het U toch; wilt U mij het

geloof geven dat uw Zoon,

Jezus, gestorven is voor

mijn zonden. Laat mij

geloven dat Hij leeft en

dat ik door zijn dood ook

mag leven. Nu en later in

uw eeuwig koninkrijk.

Amen.

Misschien wil je na het lezen van deze folder meer

weten over Jezus en wat zijn opstanding voor jou kan

betekenen. We sturen je graag een gratis boekje toe.

Stuur hiervoor het ingevulde strookje op naar:

www.traktaat.nl

Naam:

Adres:

Woonplaats:

ETZ-tract-Hijdeed2-3

luik 18-09-2008 15

:21 Pagina 1

Naam:

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

Evangelische

Tractaat

Zending

stic

hti

ng

97

89

08

77

20

29

2

© 2009, St. ETZ, Alblasserdam, Holland

Deze folder is u aangeboden door:

Het is

Volbracht!

‘Heer Jezus, dank U voor uw grote liefde.

Ik heb uw redding nodig, want ik heb verkeerde

dingen gedaan in mijn leven. Dank U dat ik mag

geloven dat U ook voor mij hebt geleden en bent

gestorven aan het kruis. Ik geef mijn leven aan U

over en wil voortaan doen wat U zegt. Dank U dat U

mij een nieuw mens maakt en eeuwig leven geeft.

Amen.’

Als u dit gebed met uw hart hebt gebeden, ont-

vangt u redding en eeuwig leven. Jezus heeft alles

voor u volbracht. U bent nu met God verzoend,

maar misschien weet u wel dat er nog problemen

met medemensen bestaan door schuld van uw

kant. Als u het nog met hen in orde kunt maken,

doe dat dan!

Als u uw leven aan Jezus hebt overgegeven, staat u

aan een nieuw begin. Vele mensen gingen u hierin

al voor. U kunt hen ontmoeten en samen met hen

groeien in het leven als volgeling van Jezus. U kunt

bijvoorbeeld contact opnemen met de mensen die

dit traktaat verspreid hebben. Of misschien bent u

wel bekend met christenen in uw omgeving. Als u

er niet uitkomt kunt u zich wenden tot onderstaand

contactadres.

Wilt u meer weten over het nieuwe leven dat Jezus

geeft? Als u ons schrijft of een email zendt, sturen

wij u een gratis boekje toe.

Teksten ontleend aan de NBV.

www.traktaat.nl

Stichting Evangelische Tractaat Zending t.a.v. afdeling nazorg

Postbus 41 2950 AA Alblasserdam

mailen kan ook: [email protected]

JezusLeeft!JezusLeeft!

Evangelische

Tractaat

Zending

stic

hti

ng

Wat betekent dit voor u?

De levende Heer wil ook uw hulp en steun zijn.

Het enige dat nodig is, is uw ja-woord op dit

aanbod van liefde. Geef u daarom aan Hem over.

U kunt dit doen door een eenvoudig gebed:

Heer ik kom tot U,

hoor naar mijn gebed.

Vergeef mijn zonden nu,

en reinig mijn hart.

Ik geef mijzelf aan U over,

ja, kom in mijn leven, Heer.

Wilt u mij voortaan helpen en leiden.

In Jezus’ naam.

Amen

Teks

tver

wijz

ing

en: 1

Ko

rin

thië

rs 1

5 ve

rs 5

-8 e

n v

ers

14, R

om

ein

en 1

ver

s 4,

Jo

han

nes

14

vers

6

Wilt u na het lezen van deze folder meer weten over wie Jezus voor u wil zijn?

We sturen u graag een gratis bijbelstudieboekje toe.

U kunt ons schrijven of mailen:

Evangelische Tractaat Zending

Postbus 41

2950 AA Alblasserdam

[email protected]

www.traktaat.nl

© 2007, St. ETZ, Alblasserdam, Holland

ETZ-Trak-JezusLeeft.indd 1

03-03-2010 15:28:31

tratkaatnieuwsEen nieuwe naam

Heeft u het al opgemerkt? Met ingang van 2020 werken we onder de naam ETZ Media. We kiezen hiermee voor een naam die aangeeft dat de uitgaven steeds diverser worden en dat de activiteiten meer omvatten dan alleen het doen verschijnen van traktaten. We hopen met Gods kracht ook in het nieuwe decennium actief te blijven in het uitgeven van materiaal met een missionair karakter.

kadoosje

Hart van Pasen

Het Paasverhaal in blokjes • De Verteller • Victorie • Het Vlindercircus

€ 2,99 (stuk)

Leeuw van Juda

R U TH G R AHAM • 36 B L Z .€ 4,99

Een vertelboek waarin de dieren uit de stal van Juda een opwindend avontuur beleven en onder de indruk raken van de macht van een lam... Een vertelling waar fundamentele waar-heden in doorklinken.

Alle uitgaven in deze nieuwsbrief zijn te bestellen met de antwoordkaart of via www.etzmedia.nl

Page 3: Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van de dood is gebro-ken. Wie in het geloof op Jezus ziet, hoeft zelfs voor de dood

In december 2019 verschenen de eerste Bijbelwijzers. Er wordt goed gereageerd op deze mooie, inhouds-volle uitgaven over de Tabernakel en Psalm 23. Voor het geval u dit nieuws gemist heeft, maken we er graag nog een keer melding van.Bijbelwijzers zijn een mooi middel om uw kennis over bijbels thema’s en onderwerpen in ongeveer 30 minuten behoorlijk uit te breiden. Bijbelwijzers bestaan uit 14 uitvouwbare pagina’s op mooi papier. In tekst en beeld krijgt u de belangrijkste kennis en inzichten gepresenteerd.

Psalm 23

In deze Bijbelwijzer wordt de geliefde Psalm 23 dichtbij lezers van nu ge-bracht. Een mooi geschenk als je ie-mand wilt bemoedigen. € 3,99 (stuk).

De tabernakel

Deze Bijbelwijzer gaat over de plaats waar God in de tijd van Mozes bij zijn volk wilde wonen. Een heldere en over-zichtelijke uitleg met veel afbeeldingen over de betekenis van de tabernakel toen en nu. € 3,99 (stuk).

In 2018 noemde 48% van de mensen in Nederland zich atheïst, agnost of niet-religieus. De kans is groot dat ook u regelmatig in contact komt met mensen die zeggen niet religieus te zijn. Dat zijn soms lastige gesprekken. Wat zeg je tegen iemand die vindt dat het bevrijdend is om geen geloof te hebben? Wat als mensen vinden dat gelovigen zichzelf en elkaar iets aanpraten om het leven aan te kunnen? Of om te kunnen leven met het sterven dat ons allen eenmaal wacht?

Hetty Lalleman, als theoloog verbonden aan het Spurgeon’s College, is gefascineerd door deze vragen en praat graag met mensen die zeggen niet te geloven. Ze schreef er een boek over dat op veel van de tegenwer-pingen die ongelovigen noemen ingaat. In een leesfragment laten we Hetty Lalleman zelf aan het woord over de moeder aller vragen: Als God bestaat, waarom is er dan zoveel lijden in de wereld?

Vaak lopen mensen die een ernstige ziekte of ongeval meemaken, weg van God. ‘God bestaat niet, anders was er geen lijden in de wereld.’ Maar dat is niet de enige mogelijke reactie. Je kunt ook naar God toe rennen en Hem vertellen dat je het niet meer weet en verward bent, en Hem vragen waar Hij nu toch is. De meeste liederen in het boek Psalmen zijn ‘klaagliederen’. De dichters van die liederen vragen: ‘Waarom? Hoe lang? Ik huil dag en nacht, zelfs zogenaamde vrienden hebben het op mij voorzien, het is niet eerlijk! En in die donkere nachten verschijnt dan ‘zomaar’ een lichtstraal en groeit het vertrouwen dat God je niet loslaat. Overigens wordt veel ellende in de wereld helemaal niet veroorzaakt door krachten en machten die wij niet begrijpen. Lang niet alles kun je toeschrijven aan een onzichtbare hand. Veel ellende wordt simpelweg veroorzaakt door haat en de zucht naar geld, macht en seksueel genot. De ellende in de wereld is dus vaak geen bewijs ‘dat God niet bestaat’, maar wel van het feit dat er tegen-krachten aan het werk zijn, die proberen Gods goede schepping te vernietigen en daarvoor zelfs mensen de dood in jagen. De Bijbel noemt zulke ellende het werk van de duivel, de tegenstander van God. De duivel is strikt genomen geen echte tegenstander, want hij is veruit Gods mindere. Uiteindelijk zal God hem met gemak afschudden. Dan zul-len we zien dat alles totaal nieuw zal worden, zonder honger, oorlog, ziekte en pijn. Dat kan alleen Hij bewerken die ook in het begin alles volmaakt heeft geschapen.

leesfragmentbijbelwijzers

Geloof jij dan nog?

H E T T Y L A L L EMAN • U I TG E VER I J AR K M ED IA . • 9 1 B L Z . • € 11,99Fragment uit: Geloof jij dan nog? In gesprek met niet-gelovigen

Je kunt dit boek ook gebruiken in een groep. De gespreksvragen aan het einde van elk hoofdstuk kunnen het gesprek op gang brengen.

EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN

Psalm 23

13

10

Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij

U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders

BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.

ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13

BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.

Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.

ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?

Zie ookJohannes 10:9-15

BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34

BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.

Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.

Zie ookJohannes 3:16

Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij

U zalft mijn hoofd met olie

BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.

Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?

Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6

Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam

(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)

• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament

• Huisdier (2 Samuel 12:3)

• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8

De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen

• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden

Mijn beker vloeit over

BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.

Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil

Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19

BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.

Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld

of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18

Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven

Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.

Stok en staf in de Bijbel

StokTekstplaats

Bileam en zijn ezel

Numeri 22:27

De stok van Jonathan

1 Samuel 14:27

De stok als strafmiddel

Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24

De stok van God

Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5

De stok van de onderdrukker

Jesaja 9:4

De rechter van Israël met een stok geslagen

Micha 4:14

De stok van de Messias

Jesaja 11:4

De twee stokken bij de profeet Zacharia

Zacharia 11:7-14

StafTekstplaats

De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11

De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11

De staf bij de Paasmaaltijd

Exodus 12:11

De staf van de engel

Richteren 6:21

De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja

2 Samuel 23:21

De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31

Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt

Openbaring 11:1

De staf van de Messias

Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15

9

De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat

begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden

vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met

schapen en Gods zorg voor hen.

Oude TestamentNieuwe Testament

God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).

De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)

Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).

Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).

Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).

In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).

Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12

Schapen als beeldspraak

Beeld vanToelichting

BijbeltekstMensen voor wie God zorgt

Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22

Mensen zonder goede leiding

De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29

11

Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen

Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze

behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.

De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!

Psalm 23

Psalm 23 is één van de meest geliefde

delen van de Bijbel. Dit mooie gedicht

over God en mensen spreekt over

vreugdes en angsten die iedereen kent.

Het herinnert ons aan Gods zorg en

liefde en maakt ons duidelijk dat wij

afhankelijk zijn van zijn goedheid.

Veel vergelijkingen in de psalm zijn

ontleend aan het buitenleven van een

herder met zijn schapen. Het gevolg

daarvan is dat mensen in onze tijd vaak

niet vertrouwd zijn met de achtergrond

en beeldspraak van Psalm 23. Als we de

betekenis van de woorden en beelden

in de psalm nauwkeurig nagaan, zullen

we de boodschap beter begrijpen en de

schoonheid des te meer waarderen.

1 De HEERE is mijn Herder, mij

ontbreekt niets. 2 Hij doet mij

neerliggen in grazige weiden,

Hij leidt mij zachtjes naar stille

wateren. 3 Hij verkwikt mijn

ziel, Hij leidt mij in het spoor

van de gerechtigheid, omwille

van Zijn Naam. 4 Al ging ik ook

door een dal vol schaduw van

de dood, ik zou geen kwaad

vrezen, want U bent met mij;

Uw stok en Uw staf, die ver-

troosten mij. 5 U maakt voor

mij de tafel gereed voor de

ogen van mijn tegenstanders;

U zalft mijn hoofd met olie,

mijn beker vloeit over. 6 Ja,

goedheid en goedertierenheid

zullen mij volgen al de dagen

van mijn leven. Ik zal in het

huis van de HEERE blijven tot

in lengte van dagen.

De zorg van

de herder

Psalm 23 leert ons dat we helemaal

aan God toebehoren, niet alleen

omdat Hij ons heeft gemaakt,

maar ook omdat Hij ons redt en

vernieuwt. De woordkeuze van de

psalm is daar een aanwijzing voor.

Vanaf vers 4 wordt niet meer over

God gesproken, maar tot God.

Dan gaat het ook niet meer over

schapen, maar over mensen. In de

eerste vier verzen voeren beelden

die met schapen te maken hebben

de boventoon zoals herder, weide,

stok en staf. Na vers vier zien we

aan de mensenwereld ontleende

beelden zoals tafel, beker en huis.

De overgang is subtiel, je zou er

zomaar overheen kunnen lezen.

De verandering weerspiegelt

de vernieuwing die in mensen

plaatsvindt als zij God met blijdschap

als hun herder aanvaarden. Als we

erkennen dat we God en zijn leiding

in ons leven nodig hebben, worden

we pas echt mens.

Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene

Statenvertaling, © Stichting HSV, 2010. Alle rechten voorbehouden.

© 2019, Nederlandse uitgave:

ETZ Media, Alblasserdam

Vertaling: L. Stehouwer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit

deze uitgave mag worden verveel-

voudigd, opgeslagen in een databank,

gepubliceerd op internet of worden

doorgegeven op welke wijze dan ook

zonder de voorafgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever.

© 2008 Bristol Works, Inc.

Rose Publishing, LLC

Contributing Authors: William Brent

Ashby, BT; Benjamin Galan, MTS, ThM,

Professor of Old Testament Hebrew and

Literature.

All rights reserved. It is illegal to copy, transmit

electronically, or reproduce this pamphlet in

whole or in part in any form. May not be posted

or transmitted on the internet.

Betekenis

God geeft mij rust.

Schapen komen niet tot rust tenzij ze vrij

zijn van roofdieren, ziektes en honger en

ook geen conflicten hebben met ande-

re schapen. De herder moet zijn kudde

beschermen tegen gevaren van buitenaf

en van binnenuit. Hij moet weiden vinden

waar de schapen veilig kunnen eten – een

plek zonder parasieten en gevaarlijke roof-

dieren, met veel groen gras. Dan kunnen

de schapen eten en tot rust komen.

Toepassing

We mogen rusten in Gods bescherming

en voorziening.

•Heb jij ervaren dat God jou rust geeft?

•Wat betekent ‘neerliggen in grazige

weiden‘ voor jou?

Zie ook

Mattheüs 11:28-30

Betekenis

God verzorgt en verfrist mijn innerlijk.

Het kan gebeuren dat schapen op hun

rug gerold zijn en zelf niet meer overeind

kunnen komen. In de zomerzon zal een

schaap dat worstelt om weer op te staan

snel uitdrogen. Het is dan natuurlijk ook

een gemakkelijke prooi voor roofdieren.

Ondersteboven met de poten zwaaiend

in de lucht is het schaap vermakelijk om

te zien – maar wel absoluut hulpeloos.

Toepassing

We mogen vertrouwen dat God in

onze geestelijke noden voorziet.

• Heb jij je weleens gevoeld als een

schaap dat niet meer overeind kon

komen?

Zie ook

Johannes 16:33, Johannes 17:13,

Psalm 42:12

Betekenis

God leidt ons op het rechte pad en zal

zijn beloften altijd houden.

Schapen zijn gewoontedieren. Ze kunnen

hun weiden uitputten door overbegrazing

en moeten dus regelmatig naar andere

weidegronden geleid worden. Alleen de

herder weet welke plek de beste is en hoe

de kudde daar het beste kan komen. Hij

leidt hen omdat ze hem toebehoren.

Toepassing

We moeten Gods weg gaan, niet onze

eigen doodlopende wegen.

• Herken jij doodlopende wegen in je

leven die je voortaan links moet laten

liggen?

Zie ook

Johannes 10:4, Johannes 14:6

Betekenis

God leidt mij en zorgt voor mij.

Schapen herkennen hun eigen herder en hebben een band met hem. Ze zijn

volgzaam en in staat om genegenheid te uiten en te ontvangen. Een goede herder

houdt van zijn dieren en de schapen hechten zich aan hun verzorger. Veel schaap-

herders merken hun dieren met een oormerk of op een andere manier om zicht-

baar te maken wiens eigendom zij zijn.

5

2

7

De HEERE is mijn Herder

Hij doet mij neerliggen

in grazige weiden

Het merk van

een christen

De Bijbel vertelt ons dat God ook

de gelovigen als zijn eigendom

heeft gemerkt. Volgens Efeze 1:13

zijn zij gemerkt met het zegel

(stempel) van de Heilige Geest.

Hoe ziet dat eruit? Sommige chris-

telijke geloofstradities brengen als

een daad van toewijding het kruis

op de gelovige aan. Dat kan met

een handbeweging, olie, of op een

nog andere manier. In alle gevallen

is het bedoeld als symbool van een

diepere werkelijkheid.

Het merk van een christen houdt

lijden in (zie Filippenzen 1:29 en 1

Petrus 4:12-13). Jezus doelt hierop

als Hij zegt dat een discipel niet

boven zijn meester staat (Mat-

theüs 10:24-25). Toch is het merk

meer dan lijden alleen, want alle

mensen kennen het lijden. In het

hogepriesterlijk gebed, uitge-

sproken vlak voor Jezus‘ eigen

lijden aan het kruis, verbindt Hij

het lijden met eenheid in Gods

liefde (Johannes 17:15-23). Liefde

midden in het lijden, dat kenmerkt

christenen, dat is het zegel van

de Heilige Geest (Romeinen 5:5, 1

Korinthe 8:3).

Herders

Schaapherders komen in de Bijbel veel voor, zoals onderstaand overzicht laat

zien. De mensen uit die tijd kenden herders en schaapskudden van dichtbij, zij

begrepen de beelden in Psalm 23 die naar het herdersleven verwijzen.

Herders in het Oude TestamentHerders in het Nieuwe Testament

Abel Genesis 4:2

Jabal Genesis 4:20

Abraham Genesis 13:2-6

Lot Genesis 13:5-6

Izak Genesis 26:17-33

Jakob Genesis 31:4

De zonen van Jakob Genesis 46:31-32

De dochters van Jethro Exodus 2:16

Mozes Exodus 3:1

David 1 Samuël 16:11

Uzzia 2 Kronieken 26:10

De Rechabieten Jeremia 35:6-10

Overdrachtelijk:

Voor God Genesis 49:24, Psalm 23,

Psalm 78:52, Psalm 80:2, Ezechiël 34:15

Voor de leiders van Israël Jesaja 56:11,

Ezechiël 34

Voor Kores (Cyrus) Jesaja 44:28

Profetisch Jesaja 40:11, Zacharia 13:7-8

De herders in de kerstnacht

Lukas 2:8-20

Overdrachtelijk voor Jezus:

De herder Mattheüs 26:31, Markus

14:27, 1 Petrus 2:25

De goede herder Johannes 10:11-16

De grote herder Hebreeën 13:20

De opperherder 1 Petrus 5:4

Toepassing

Wij zijn als schapen die God verzorgt

en leidt. We zijn zijn eigendom op 2

manieren: we behoren Hem toe omdat

Hij ons heeft gemaakt en we behoren

Hem toe omdat Hij ons heeft gered.

Als gelovigen zijn wij geroepen om met

Christus te lijden en zijn liefdesmerk te

dragen (Filippenzen 3:10).

•Heb jij in jouw leven de leiding van

God ervaren?

•Hoe ervaar jij Gods zorg?

Zie ook

Johannes 10:1-18; Ezechiël 34:31

Betekenis

In mijn diepste noden wordt voorzien.

Meer hoef ik niet te verlangen.

Sommige schapen ontwikkelen een

gewoonte om bij de herder vandaan te

zwerven, op zoek naar ‘groener gras‘.

Omdat ze zichzelf niet kunnen verdedi-

gen, is het beter voor hun veiligheid om

bij de kudde te blijven. Een ronddolend

schaap is een eenvoudige prooi en al-

leen de waakzaamheid van een zorgza-

me herder kan bescherming bieden aan

schapen die geneigd zijn om te zwerven.

Schapen hebben individuele karakter-

trekken en eigenzinnige exemplaren

kunnen andere schapen zo beïnvloeden

dat ze ook gaan zwerven.

Toepassing

We hoeven het niet ergens anders te

zoeken, we kunnen vertrouwen op Gods

bescherming en zorg voor ons.

Zie ook

Mattheüs 6:7-8, Filippenzen 4:6-7

4

Mij ontbreekt niets

Hij leidt mij in het spoor van de

gerechtigheid, omwille van Zijn Naam

3

Hij leidt mij zachtjes

naar stille wateren

Betekenis

God voorziet mij van levengevend water.

Schapen hebben vers en helder water nodig, maar drinken niet uit snelstromende

beken. Dat komt omdat schapen geen goede zwemmers zijn, vooral niet in de peri-

ode dat zij een dikke vacht dragen. Een goede herder zal zijn schapen ook niet laten

drinken van vervuild of troebel water. Hij leidt ze naar rustig stromend, ‘levend‘ water.

Toepassing

Wij mogen drinken van het levende water dat Gods Heilige Geest voor onze

dorstige zielen is.

Zie ook

Johannes 4:7-14, Johannes 7:37-39, Openbaring 22:1

De taak van een herder

De taak van een herder is om de schapen naar een veilige weide te brengen en hen

onderweg te beschermen. Ervoor zorgen dat de schapen kunnen eten kan het ver-

wijderen van giftige planten inhouden, of vegetatie van hogere takken naar beneden

halen (in geval van een sneeuwdek). Het behoort ook tot de verantwoordelijkheid van

de herder dat de schapen niet op akkerland komen. De kudde beschermen betekent

zorgen voor zwakke en zieke dieren, verdwaalde dieren terugvinden en de wacht

houden tegen roofdieren.

6

Wat een herder doet

• De herder leidt schapen

naar een veilige weide.

• De herder beschermt

de schapen tegen allerlei

gevaren.

• De herder zorgt

dat de schapen

kunnen eten.

• De herder zorgt voor zieke

en zwakke dieren.

• De herder disciplineert

eigenzinnige schapen en

zoekt verdwaalde schapen op.

• De herder zorgt dat zijn

schapen niet de gewassen

van anderen op kunnen eten.

Wat Jezus doet

• Jezus roept discipelen om Hem te volgen

(Mattheüs 4:18-22).

• Jezus doet voorbede en geeft zijn leven

om te redden (Markus 8:15, Johannes 17:12-15,

Johannes 10:15).

• Jezus voedt de menigte en is zelf het Brood

des levens (Mattheüs 14:13-21, Mattheüs 15:32-39,

Johannes 6:48-51).

• Jezus zorgt voor zieke en zwakke mensen

(Mattheüs 14:14 & 34-36).

• Jezus wijst zijn leerlingen terecht en

zoekt mensen die de weg kwijt zijn op

(Mattheüs 16:23, Lukas 15:4-7)

• Jezus leert zijn volgelingen om andere

mensen goed te behandelen (Lukas 6:27-36)

Beeldspraak uit het herdersleven

LeidersProfeten, priesters en

Levieten

Jesaja 56:11, Ezechiël 34:

1-10, Zacharia 11:4-17

KoningenDavid en Cyrus

Psalm 78:70-72,

Jesaja 44:28

God

De herder van IsraëlGenesis 49:24, Psalm 80:2

Helpers van GodOnderherders

Jeremia 23:1-4, Johannes

10:11-13, 1 Petrus 5:1-4

VijandenWilde dieren, wolven

en leeuwen

Mattheüs 7:15-16,

1 Petrus 5:8

Voorafbeeldingen

van Jezus

Jozef, Mozes en DavidGenesis 37:2, Exodus 3:1,

1 Samuël 16:11-13

ChristusDe herder, de goede

herder, de grote herder,

de opperherder

Ezechiël 37:24, Johannes

10:11, Hebreeën 13:20,

1 Petrus 5:4

Hij verkwikt mijn ziel

www.etzmedia.nl

EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN

Psalm 23

13

10

Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij

U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders

BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.

ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13

BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.

Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.

ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?

Zie ookJohannes 10:9-15

BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34

BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.

Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.

Zie ookJohannes 3:16

Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij

U zalft mijn hoofd met olie

BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.

Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?

Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6

Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam

(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)

• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament

• Huisdier (2 Samuel 12:3)

• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8

De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen

• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden

Mijn beker vloeit over

BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.

Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil

Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19

BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.

Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld

of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18

Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven

Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.

Stok en staf in de Bijbel

StokTekstplaats

Bileam en zijn ezel

Numeri 22:27

De stok van Jonathan

1 Samuel 14:27

De stok als strafmiddel

Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24

De stok van God

Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5

De stok van de onderdrukker

Jesaja 9:4

De rechter van Israël met een stok geslagen

Micha 4:14

De stok van de Messias

Jesaja 11:4

De twee stokken bij de profeet Zacharia

Zacharia 11:7-14

StafTekstplaats

De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11

De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11

De staf bij de Paasmaaltijd

Exodus 12:11

De staf van de engel

Richteren 6:21

De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja

2 Samuel 23:21

De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31

Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt

Openbaring 11:1

De staf van de Messias

Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15

9

De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat

begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden

vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met

schapen en Gods zorg voor hen.

Oude TestamentNieuwe Testament

God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).

De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)

Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).

Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).

Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).

In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).

Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12

Schapen als beeldspraak

Beeld vanToelichting

BijbeltekstMensen voor wie God zorgt

Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22

Mensen zonder goede leiding

De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29

11

Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen

Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze

behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.

De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!

Psalm 23

Psalm 23 is één van de meest geliefde

delen van de Bijbel. Dit mooie gedicht

over God en mensen spreekt over

vreugdes en angsten die iedereen kent.

Het herinnert ons aan Gods zorg en

liefde en maakt ons duidelijk dat wij

afhankelijk zijn van zijn goedheid.

Veel vergelijkingen in de psalm zijn

ontleend aan het buitenleven van een

herder met zijn schapen. Het gevolg

daarvan is dat mensen in onze tijd vaak

niet vertrouwd zijn met de achtergrond

en beeldspraak van Psalm 23. Als we de

betekenis van de woorden en beelden

in de psalm nauwkeurig nagaan, zullen

we de boodschap beter begrijpen en de

schoonheid des te meer waarderen.

1 De HEERE is mijn Herder, mij

ontbreekt niets. 2 Hij doet mij

neerliggen in grazige weiden,

Hij leidt mij zachtjes naar stille

wateren. 3 Hij verkwikt mijn

ziel, Hij leidt mij in het spoor

van de gerechtigheid, omwille

van Zijn Naam. 4 Al ging ik ook

door een dal vol schaduw van

de dood, ik zou geen kwaad

vrezen, want U bent met mij;

Uw stok en Uw staf, die ver-

troosten mij. 5 U maakt voor

mij de tafel gereed voor de

ogen van mijn tegenstanders;

U zalft mijn hoofd met olie,

mijn beker vloeit over. 6 Ja,

goedheid en goedertierenheid

zullen mij volgen al de dagen

van mijn leven. Ik zal in het

huis van de HEERE blijven tot

in lengte van dagen.

De zorg van

de herder

Psalm 23 leert ons dat we helemaal

aan God toebehoren, niet alleen

omdat Hij ons heeft gemaakt,

maar ook omdat Hij ons redt en

vernieuwt. De woordkeuze van de

psalm is daar een aanwijzing voor.

Vanaf vers 4 wordt niet meer over

God gesproken, maar tot God.

Dan gaat het ook niet meer over

schapen, maar over mensen. In de

eerste vier verzen voeren beelden

die met schapen te maken hebben

de boventoon zoals herder, weide,

stok en staf. Na vers vier zien we

aan de mensenwereld ontleende

beelden zoals tafel, beker en huis.

De overgang is subtiel, je zou er

zomaar overheen kunnen lezen.

De verandering weerspiegelt

de vernieuwing die in mensen

plaatsvindt als zij God met blijdschap

als hun herder aanvaarden. Als we

erkennen dat we God en zijn leiding

in ons leven nodig hebben, worden

we pas echt mens.

Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene

Statenvertaling, © Stichting HSV, 2010. Alle rechten voorbehouden.

© 2019, Nederlandse uitgave:

ETZ Media, Alblasserdam

Vertaling: L. Stehouwer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit

deze uitgave mag worden verveel-

voudigd, opgeslagen in een databank,

gepubliceerd op internet of worden

doorgegeven op welke wijze dan ook

zonder de voorafgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever.

© 2008 Bristol Works, Inc.

Rose Publishing, LLC

Contributing Authors: William Brent

Ashby, BT; Benjamin Galan, MTS, ThM,

Professor of Old Testament Hebrew and

Literature.

All rights reserved. It is illegal to copy, transmit

electronically, or reproduce this pamphlet in

whole or in part in any form. May not be posted

or transmitted on the internet.

Betekenis

God geeft mij rust.

Schapen komen niet tot rust tenzij ze vrij

zijn van roofdieren, ziektes en honger en

ook geen conflicten hebben met ande-

re schapen. De herder moet zijn kudde

beschermen tegen gevaren van buitenaf

en van binnenuit. Hij moet weiden vinden

waar de schapen veilig kunnen eten – een

plek zonder parasieten en gevaarlijke roof-

dieren, met veel groen gras. Dan kunnen

de schapen eten en tot rust komen.

Toepassing

We mogen rusten in Gods bescherming

en voorziening.

•Heb jij ervaren dat God jou rust geeft?

•Wat betekent ‘neerliggen in grazige

weiden‘ voor jou?

Zie ook

Mattheüs 11:28-30

Betekenis

God verzorgt en verfrist mijn innerlijk.

Het kan gebeuren dat schapen op hun

rug gerold zijn en zelf niet meer overeind

kunnen komen. In de zomerzon zal een

schaap dat worstelt om weer op te staan

snel uitdrogen. Het is dan natuurlijk ook

een gemakkelijke prooi voor roofdieren.

Ondersteboven met de poten zwaaiend

in de lucht is het schaap vermakelijk om

te zien – maar wel absoluut hulpeloos.

Toepassing

We mogen vertrouwen dat God in

onze geestelijke noden voorziet.

• Heb jij je weleens gevoeld als een

schaap dat niet meer overeind kon

komen?

Zie ook

Johannes 16:33, Johannes 17:13,

Psalm 42:12

Betekenis

God leidt ons op het rechte pad en zal

zijn beloften altijd houden.

Schapen zijn gewoontedieren. Ze kunnen

hun weiden uitputten door overbegrazing

en moeten dus regelmatig naar andere

weidegronden geleid worden. Alleen de

herder weet welke plek de beste is en hoe

de kudde daar het beste kan komen. Hij

leidt hen omdat ze hem toebehoren.

Toepassing

We moeten Gods weg gaan, niet onze

eigen doodlopende wegen.

• Herken jij doodlopende wegen in je

leven die je voortaan links moet laten

liggen?

Zie ook

Johannes 10:4, Johannes 14:6

Betekenis

God leidt mij en zorgt voor mij.

Schapen herkennen hun eigen herder en hebben een band met hem. Ze zijn

volgzaam en in staat om genegenheid te uiten en te ontvangen. Een goede herder

houdt van zijn dieren en de schapen hechten zich aan hun verzorger. Veel schaap-

herders merken hun dieren met een oormerk of op een andere manier om zicht-

baar te maken wiens eigendom zij zijn.

5

2

7

De HEERE is mijn Herder

Hij doet mij neerliggen

in grazige weiden

Het merk van

een christen

De Bijbel vertelt ons dat God ook

de gelovigen als zijn eigendom

heeft gemerkt. Volgens Efeze 1:13

zijn zij gemerkt met het zegel

(stempel) van de Heilige Geest.

Hoe ziet dat eruit? Sommige chris-

telijke geloofstradities brengen als

een daad van toewijding het kruis

op de gelovige aan. Dat kan met

een handbeweging, olie, of op een

nog andere manier. In alle gevallen

is het bedoeld als symbool van een

diepere werkelijkheid.

Het merk van een christen houdt

lijden in (zie Filippenzen 1:29 en 1

Petrus 4:12-13). Jezus doelt hierop

als Hij zegt dat een discipel niet

boven zijn meester staat (Mat-

theüs 10:24-25). Toch is het merk

meer dan lijden alleen, want alle

mensen kennen het lijden. In het

hogepriesterlijk gebed, uitge-

sproken vlak voor Jezus‘ eigen

lijden aan het kruis, verbindt Hij

het lijden met eenheid in Gods

liefde (Johannes 17:15-23). Liefde

midden in het lijden, dat kenmerkt

christenen, dat is het zegel van

de Heilige Geest (Romeinen 5:5, 1

Korinthe 8:3).

Herders

Schaapherders komen in de Bijbel veel voor, zoals onderstaand overzicht laat

zien. De mensen uit die tijd kenden herders en schaapskudden van dichtbij, zij

begrepen de beelden in Psalm 23 die naar het herdersleven verwijzen.

Herders in het Oude TestamentHerders in het Nieuwe Testament

Abel Genesis 4:2

Jabal Genesis 4:20

Abraham Genesis 13:2-6

Lot Genesis 13:5-6

Izak Genesis 26:17-33

Jakob Genesis 31:4

De zonen van Jakob Genesis 46:31-32

De dochters van Jethro Exodus 2:16

Mozes Exodus 3:1

David 1 Samuël 16:11

Uzzia 2 Kronieken 26:10

De Rechabieten Jeremia 35:6-10

Overdrachtelijk:

Voor God Genesis 49:24, Psalm 23,

Psalm 78:52, Psalm 80:2, Ezechiël 34:15

Voor de leiders van Israël Jesaja 56:11,

Ezechiël 34

Voor Kores (Cyrus) Jesaja 44:28

Profetisch Jesaja 40:11, Zacharia 13:7-8

De herders in de kerstnacht

Lukas 2:8-20

Overdrachtelijk voor Jezus:

De herder Mattheüs 26:31, Markus

14:27, 1 Petrus 2:25

De goede herder Johannes 10:11-16

De grote herder Hebreeën 13:20

De opperherder 1 Petrus 5:4

Toepassing

Wij zijn als schapen die God verzorgt

en leidt. We zijn zijn eigendom op 2

manieren: we behoren Hem toe omdat

Hij ons heeft gemaakt en we behoren

Hem toe omdat Hij ons heeft gered.

Als gelovigen zijn wij geroepen om met

Christus te lijden en zijn liefdesmerk te

dragen (Filippenzen 3:10).

•Heb jij in jouw leven de leiding van

God ervaren?

•Hoe ervaar jij Gods zorg?

Zie ook

Johannes 10:1-18; Ezechiël 34:31

Betekenis

In mijn diepste noden wordt voorzien.

Meer hoef ik niet te verlangen.

Sommige schapen ontwikkelen een

gewoonte om bij de herder vandaan te

zwerven, op zoek naar ‘groener gras‘.

Omdat ze zichzelf niet kunnen verdedi-

gen, is het beter voor hun veiligheid om

bij de kudde te blijven. Een ronddolend

schaap is een eenvoudige prooi en al-

leen de waakzaamheid van een zorgza-

me herder kan bescherming bieden aan

schapen die geneigd zijn om te zwerven.

Schapen hebben individuele karakter-

trekken en eigenzinnige exemplaren

kunnen andere schapen zo beïnvloeden

dat ze ook gaan zwerven.

Toepassing

We hoeven het niet ergens anders te

zoeken, we kunnen vertrouwen op Gods

bescherming en zorg voor ons.

Zie ook

Mattheüs 6:7-8, Filippenzen 4:6-7

4

Mij ontbreekt niets

Hij leidt mij in het spoor van de

gerechtigheid, omwille van Zijn Naam

3

Hij leidt mij zachtjes

naar stille wateren

Betekenis

God voorziet mij van levengevend water.

Schapen hebben vers en helder water nodig, maar drinken niet uit snelstromende

beken. Dat komt omdat schapen geen goede zwemmers zijn, vooral niet in de peri-

ode dat zij een dikke vacht dragen. Een goede herder zal zijn schapen ook niet laten

drinken van vervuild of troebel water. Hij leidt ze naar rustig stromend, ‘levend‘ water.

Toepassing

Wij mogen drinken van het levende water dat Gods Heilige Geest voor onze

dorstige zielen is.

Zie ook

Johannes 4:7-14, Johannes 7:37-39, Openbaring 22:1

De taak van een herder

De taak van een herder is om de schapen naar een veilige weide te brengen en hen

onderweg te beschermen. Ervoor zorgen dat de schapen kunnen eten kan het ver-

wijderen van giftige planten inhouden, of vegetatie van hogere takken naar beneden

halen (in geval van een sneeuwdek). Het behoort ook tot de verantwoordelijkheid van

de herder dat de schapen niet op akkerland komen. De kudde beschermen betekent

zorgen voor zwakke en zieke dieren, verdwaalde dieren terugvinden en de wacht

houden tegen roofdieren.

6

Wat een herder doet

• De herder leidt schapen

naar een veilige weide.

• De herder beschermt

de schapen tegen allerlei

gevaren.

• De herder zorgt

dat de schapen

kunnen eten.

• De herder zorgt voor zieke

en zwakke dieren.

• De herder disciplineert

eigenzinnige schapen en

zoekt verdwaalde schapen op.

• De herder zorgt dat zijn

schapen niet de gewassen

van anderen op kunnen eten.

Wat Jezus doet

• Jezus roept discipelen om Hem te volgen

(Mattheüs 4:18-22).

• Jezus doet voorbede en geeft zijn leven

om te redden (Markus 8:15, Johannes 17:12-15,

Johannes 10:15).

• Jezus voedt de menigte en is zelf het Brood

des levens (Mattheüs 14:13-21, Mattheüs 15:32-39,

Johannes 6:48-51).

• Jezus zorgt voor zieke en zwakke mensen

(Mattheüs 14:14 & 34-36).

• Jezus wijst zijn leerlingen terecht en

zoekt mensen die de weg kwijt zijn op

(Mattheüs 16:23, Lukas 15:4-7)

• Jezus leert zijn volgelingen om andere

mensen goed te behandelen (Lukas 6:27-36)

Beeldspraak uit het herdersleven

LeidersProfeten, priesters en

Levieten

Jesaja 56:11, Ezechiël 34:

1-10, Zacharia 11:4-17

KoningenDavid en Cyrus

Psalm 78:70-72,

Jesaja 44:28

God

De herder van IsraëlGenesis 49:24, Psalm 80:2

Helpers van GodOnderherders

Jeremia 23:1-4, Johannes

10:11-13, 1 Petrus 5:1-4

VijandenWilde dieren, wolven

en leeuwen

Mattheüs 7:15-16,

1 Petrus 5:8

Voorafbeeldingen

van Jezus

Jozef, Mozes en DavidGenesis 37:2, Exodus 3:1,

1 Samuël 16:11-13

ChristusDe herder, de goede

herder, de grote herder,

de opperherder

Ezechiël 37:24, Johannes

10:11, Hebreeën 13:20,

1 Petrus 5:4

Hij verkwikt mijn ziel

www.etzmedia.nl

EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN

Psalm 23

13

10

Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij

U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders

BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.

ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13

BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.

Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.

ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?

Zie ookJohannes 10:9-15

BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34

BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.

Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.

Zie ookJohannes 3:16

Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij

U zalft mijn hoofd met olie

BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.

Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?

Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6

Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam

(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)

• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament

• Huisdier (2 Samuel 12:3)

• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8

De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen

• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden

Mijn beker vloeit over

BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.

Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil

Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19

BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.

Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld

of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18

Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven

Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.

Stok en staf in de Bijbel

StokTekstplaats

Bileam en zijn ezel

Numeri 22:27

De stok van Jonathan

1 Samuel 14:27

De stok als strafmiddel

Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24

De stok van God

Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5

De stok van de onderdrukker

Jesaja 9:4

De rechter van Israël met een stok geslagen

Micha 4:14

De stok van de Messias

Jesaja 11:4

De twee stokken bij de profeet Zacharia

Zacharia 11:7-14

StafTekstplaats

De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11

De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11

De staf bij de Paasmaaltijd

Exodus 12:11

De staf van de engel

Richteren 6:21

De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja

2 Samuel 23:21

De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31

Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt

Openbaring 11:1

De staf van de Messias

Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15

9

De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat

begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden

vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met

schapen en Gods zorg voor hen.

Oude TestamentNieuwe Testament

God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).

De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)

Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).

Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).

Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).

In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).

Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12

Schapen als beeldspraak

Beeld vanToelichting

BijbeltekstMensen voor wie God zorgt

Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22

Mensen zonder goede leiding

De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29

11

Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen

Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze

behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.

De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!

Psalm 23

Psalm 23 is één van de meest geliefde

delen van de Bijbel. Dit mooie gedicht

over God en mensen spreekt over

vreugdes en angsten die iedereen kent.

Het herinnert ons aan Gods zorg en

liefde en maakt ons duidelijk dat wij

afhankelijk zijn van zijn goedheid.

Veel vergelijkingen in de psalm zijn

ontleend aan het buitenleven van een

herder met zijn schapen. Het gevolg

daarvan is dat mensen in onze tijd vaak

niet vertrouwd zijn met de achtergrond

en beeldspraak van Psalm 23. Als we de

betekenis van de woorden en beelden

in de psalm nauwkeurig nagaan, zullen

we de boodschap beter begrijpen en de

schoonheid des te meer waarderen.

1 De HEERE is mijn Herder, mij

ontbreekt niets. 2 Hij doet mij

neerliggen in grazige weiden,

Hij leidt mij zachtjes naar stille

wateren. 3 Hij verkwikt mijn

ziel, Hij leidt mij in het spoor

van de gerechtigheid, omwille

van Zijn Naam. 4 Al ging ik ook

door een dal vol schaduw van

de dood, ik zou geen kwaad

vrezen, want U bent met mij;

Uw stok en Uw staf, die ver-

troosten mij. 5 U maakt voor

mij de tafel gereed voor de

ogen van mijn tegenstanders;

U zalft mijn hoofd met olie,

mijn beker vloeit over. 6 Ja,

goedheid en goedertierenheid

zullen mij volgen al de dagen

van mijn leven. Ik zal in het

huis van de HEERE blijven tot

in lengte van dagen.

De zorg van

de herder

Psalm 23 leert ons dat we helemaal

aan God toebehoren, niet alleen

omdat Hij ons heeft gemaakt,

maar ook omdat Hij ons redt en

vernieuwt. De woordkeuze van de

psalm is daar een aanwijzing voor.

Vanaf vers 4 wordt niet meer over

God gesproken, maar tot God.

Dan gaat het ook niet meer over

schapen, maar over mensen. In de

eerste vier verzen voeren beelden

die met schapen te maken hebben

de boventoon zoals herder, weide,

stok en staf. Na vers vier zien we

aan de mensenwereld ontleende

beelden zoals tafel, beker en huis.

De overgang is subtiel, je zou er

zomaar overheen kunnen lezen.

De verandering weerspiegelt

de vernieuwing die in mensen

plaatsvindt als zij God met blijdschap

als hun herder aanvaarden. Als we

erkennen dat we God en zijn leiding

in ons leven nodig hebben, worden

we pas echt mens.

Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene

Statenvertaling, © Stichting HSV, 2010. Alle rechten voorbehouden.

© 2019, Nederlandse uitgave:

ETZ Media, Alblasserdam

Vertaling: L. Stehouwer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit

deze uitgave mag worden verveel-

voudigd, opgeslagen in een databank,

gepubliceerd op internet of worden

doorgegeven op welke wijze dan ook

zonder de voorafgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever.

© 2008 Bristol Works, Inc.

Rose Publishing, LLC

Contributing Authors: William Brent

Ashby, BT; Benjamin Galan, MTS, ThM,

Professor of Old Testament Hebrew and

Literature.

All rights reserved. It is illegal to copy, transmit

electronically, or reproduce this pamphlet in

whole or in part in any form. May not be posted

or transmitted on the internet.

Betekenis

God geeft mij rust.

Schapen komen niet tot rust tenzij ze vrij

zijn van roofdieren, ziektes en honger en

ook geen conflicten hebben met ande-

re schapen. De herder moet zijn kudde

beschermen tegen gevaren van buitenaf

en van binnenuit. Hij moet weiden vinden

waar de schapen veilig kunnen eten – een

plek zonder parasieten en gevaarlijke roof-

dieren, met veel groen gras. Dan kunnen

de schapen eten en tot rust komen.

Toepassing

We mogen rusten in Gods bescherming

en voorziening.

•Heb jij ervaren dat God jou rust geeft?

•Wat betekent ‘neerliggen in grazige

weiden‘ voor jou?

Zie ook

Mattheüs 11:28-30

Betekenis

God verzorgt en verfrist mijn innerlijk.

Het kan gebeuren dat schapen op hun

rug gerold zijn en zelf niet meer overeind

kunnen komen. In de zomerzon zal een

schaap dat worstelt om weer op te staan

snel uitdrogen. Het is dan natuurlijk ook

een gemakkelijke prooi voor roofdieren.

Ondersteboven met de poten zwaaiend

in de lucht is het schaap vermakelijk om

te zien – maar wel absoluut hulpeloos.

Toepassing

We mogen vertrouwen dat God in

onze geestelijke noden voorziet.

• Heb jij je weleens gevoeld als een

schaap dat niet meer overeind kon

komen?

Zie ook

Johannes 16:33, Johannes 17:13,

Psalm 42:12

Betekenis

God leidt ons op het rechte pad en zal

zijn beloften altijd houden.

Schapen zijn gewoontedieren. Ze kunnen

hun weiden uitputten door overbegrazing

en moeten dus regelmatig naar andere

weidegronden geleid worden. Alleen de

herder weet welke plek de beste is en hoe

de kudde daar het beste kan komen. Hij

leidt hen omdat ze hem toebehoren.

Toepassing

We moeten Gods weg gaan, niet onze

eigen doodlopende wegen.

• Herken jij doodlopende wegen in je

leven die je voortaan links moet laten

liggen?

Zie ook

Johannes 10:4, Johannes 14:6

Betekenis

God leidt mij en zorgt voor mij.

Schapen herkennen hun eigen herder en hebben een band met hem. Ze zijn

volgzaam en in staat om genegenheid te uiten en te ontvangen. Een goede herder

houdt van zijn dieren en de schapen hechten zich aan hun verzorger. Veel schaap-

herders merken hun dieren met een oormerk of op een andere manier om zicht-

baar te maken wiens eigendom zij zijn.

5

2

7

De HEERE is mijn Herder

Hij doet mij neerliggen

in grazige weiden

Het merk van

een christen

De Bijbel vertelt ons dat God ook

de gelovigen als zijn eigendom

heeft gemerkt. Volgens Efeze 1:13

zijn zij gemerkt met het zegel

(stempel) van de Heilige Geest.

Hoe ziet dat eruit? Sommige chris-

telijke geloofstradities brengen als

een daad van toewijding het kruis

op de gelovige aan. Dat kan met

een handbeweging, olie, of op een

nog andere manier. In alle gevallen

is het bedoeld als symbool van een

diepere werkelijkheid.

Het merk van een christen houdt

lijden in (zie Filippenzen 1:29 en 1

Petrus 4:12-13). Jezus doelt hierop

als Hij zegt dat een discipel niet

boven zijn meester staat (Mat-

theüs 10:24-25). Toch is het merk

meer dan lijden alleen, want alle

mensen kennen het lijden. In het

hogepriesterlijk gebed, uitge-

sproken vlak voor Jezus‘ eigen

lijden aan het kruis, verbindt Hij

het lijden met eenheid in Gods

liefde (Johannes 17:15-23). Liefde

midden in het lijden, dat kenmerkt

christenen, dat is het zegel van

de Heilige Geest (Romeinen 5:5, 1

Korinthe 8:3).

Herders

Schaapherders komen in de Bijbel veel voor, zoals onderstaand overzicht laat

zien. De mensen uit die tijd kenden herders en schaapskudden van dichtbij, zij

begrepen de beelden in Psalm 23 die naar het herdersleven verwijzen.

Herders in het Oude TestamentHerders in het Nieuwe Testament

Abel Genesis 4:2

Jabal Genesis 4:20

Abraham Genesis 13:2-6

Lot Genesis 13:5-6

Izak Genesis 26:17-33

Jakob Genesis 31:4

De zonen van Jakob Genesis 46:31-32

De dochters van Jethro Exodus 2:16

Mozes Exodus 3:1

David 1 Samuël 16:11

Uzzia 2 Kronieken 26:10

De Rechabieten Jeremia 35:6-10

Overdrachtelijk:

Voor God Genesis 49:24, Psalm 23,

Psalm 78:52, Psalm 80:2, Ezechiël 34:15

Voor de leiders van Israël Jesaja 56:11,

Ezechiël 34

Voor Kores (Cyrus) Jesaja 44:28

Profetisch Jesaja 40:11, Zacharia 13:7-8

De herders in de kerstnacht

Lukas 2:8-20

Overdrachtelijk voor Jezus:

De herder Mattheüs 26:31, Markus

14:27, 1 Petrus 2:25

De goede herder Johannes 10:11-16

De grote herder Hebreeën 13:20

De opperherder 1 Petrus 5:4

Toepassing

Wij zijn als schapen die God verzorgt

en leidt. We zijn zijn eigendom op 2

manieren: we behoren Hem toe omdat

Hij ons heeft gemaakt en we behoren

Hem toe omdat Hij ons heeft gered.

Als gelovigen zijn wij geroepen om met

Christus te lijden en zijn liefdesmerk te

dragen (Filippenzen 3:10).

•Heb jij in jouw leven de leiding van

God ervaren?

•Hoe ervaar jij Gods zorg?

Zie ook

Johannes 10:1-18; Ezechiël 34:31

Betekenis

In mijn diepste noden wordt voorzien.

Meer hoef ik niet te verlangen.

Sommige schapen ontwikkelen een

gewoonte om bij de herder vandaan te

zwerven, op zoek naar ‘groener gras‘.

Omdat ze zichzelf niet kunnen verdedi-

gen, is het beter voor hun veiligheid om

bij de kudde te blijven. Een ronddolend

schaap is een eenvoudige prooi en al-

leen de waakzaamheid van een zorgza-

me herder kan bescherming bieden aan

schapen die geneigd zijn om te zwerven.

Schapen hebben individuele karakter-

trekken en eigenzinnige exemplaren

kunnen andere schapen zo beïnvloeden

dat ze ook gaan zwerven.

Toepassing

We hoeven het niet ergens anders te

zoeken, we kunnen vertrouwen op Gods

bescherming en zorg voor ons.

Zie ook

Mattheüs 6:7-8, Filippenzen 4:6-7

4

Mij ontbreekt niets

Hij leidt mij in het spoor van de

gerechtigheid, omwille van Zijn Naam

3

Hij leidt mij zachtjes

naar stille wateren

Betekenis

God voorziet mij van levengevend water.

Schapen hebben vers en helder water nodig, maar drinken niet uit snelstromende

beken. Dat komt omdat schapen geen goede zwemmers zijn, vooral niet in de peri-

ode dat zij een dikke vacht dragen. Een goede herder zal zijn schapen ook niet laten

drinken van vervuild of troebel water. Hij leidt ze naar rustig stromend, ‘levend‘ water.

Toepassing

Wij mogen drinken van het levende water dat Gods Heilige Geest voor onze

dorstige zielen is.

Zie ook

Johannes 4:7-14, Johannes 7:37-39, Openbaring 22:1

De taak van een herder

De taak van een herder is om de schapen naar een veilige weide te brengen en hen

onderweg te beschermen. Ervoor zorgen dat de schapen kunnen eten kan het ver-

wijderen van giftige planten inhouden, of vegetatie van hogere takken naar beneden

halen (in geval van een sneeuwdek). Het behoort ook tot de verantwoordelijkheid van

de herder dat de schapen niet op akkerland komen. De kudde beschermen betekent

zorgen voor zwakke en zieke dieren, verdwaalde dieren terugvinden en de wacht

houden tegen roofdieren.

6

Wat een herder doet

• De herder leidt schapen

naar een veilige weide.

• De herder beschermt

de schapen tegen allerlei

gevaren.

• De herder zorgt

dat de schapen

kunnen eten.

• De herder zorgt voor zieke

en zwakke dieren.

• De herder disciplineert

eigenzinnige schapen en

zoekt verdwaalde schapen op.

• De herder zorgt dat zijn

schapen niet de gewassen

van anderen op kunnen eten.

Wat Jezus doet

• Jezus roept discipelen om Hem te volgen

(Mattheüs 4:18-22).

• Jezus doet voorbede en geeft zijn leven

om te redden (Markus 8:15, Johannes 17:12-15,

Johannes 10:15).

• Jezus voedt de menigte en is zelf het Brood

des levens (Mattheüs 14:13-21, Mattheüs 15:32-39,

Johannes 6:48-51).

• Jezus zorgt voor zieke en zwakke mensen

(Mattheüs 14:14 & 34-36).

• Jezus wijst zijn leerlingen terecht en

zoekt mensen die de weg kwijt zijn op

(Mattheüs 16:23, Lukas 15:4-7)

• Jezus leert zijn volgelingen om andere

mensen goed te behandelen (Lukas 6:27-36)

Beeldspraak uit het herdersleven

LeidersProfeten, priesters en

Levieten

Jesaja 56:11, Ezechiël 34:

1-10, Zacharia 11:4-17

KoningenDavid en Cyrus

Psalm 78:70-72,

Jesaja 44:28

God

De herder van IsraëlGenesis 49:24, Psalm 80:2

Helpers van GodOnderherders

Jeremia 23:1-4, Johannes

10:11-13, 1 Petrus 5:1-4

VijandenWilde dieren, wolven

en leeuwen

Mattheüs 7:15-16,

1 Petrus 5:8

Voorafbeeldingen

van Jezus

Jozef, Mozes en DavidGenesis 37:2, Exodus 3:1,

1 Samuël 16:11-13

ChristusDe herder, de goede

herder, de grote herder,

de opperherder

Ezechiël 37:24, Johannes

10:11, Hebreeën 13:20,

1 Petrus 5:4

Hij verkwikt mijn ziel

www.etzmedia.nl

EEN GELIEFDE PSALM KOMT TOT LEVEN

Psalm 23

13

10

Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij

U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders

BetekenisGod kent onze angsten voor levensbe-dreigende gevaren en voorziet.De valleien die toegang geven tot de ho-ger gelegen weidegronden hebben vaak het beste gras. Dat komt omdat deze valleien vochtig zijn en de zon het gras in de schaduw niet uitdroogt. Toch kunnen de dalen ook donker en gevaarlijk zijn.

ToepassingWe kunnen God ook vertrouwen als Hij ons leidt naar een plaats die ons angst inboezemt.• Heb jij weleens in een diep dal Gods troostende nabijheid bemerkt?Zie ookMattheüs 6:13, 1 Korinthe 10:13

BetekenisGod, U voorziet in mijn behoefte aan voedsel, zelfs als ik door vijanden ben omringd.

Vaak moet de herder een weide contro-leren zodat hij eventuele giftige planten kan verwijderen. Roofdieren liggen regelmatig dichtbij op de loer om een schaap te grijpen als de kans zich voordoet. De herder moet dus steeds alert zijn.

ToepassingWe mogen vertrouwen dat God in onze noden voorziet, zelfs als we vijanden hebben of in gevaar zijn.• Heb jij meegemaakt dat God voor jou opkwam in een situatie die lastig voor je was?

Zie ookJohannes 10:9-15

BetekenisGod, U zorgt voor mijn lichamelijke noden.Vliegende insekten zijn in de zomermaan-den een plaag voor de schapen. De olie weert insekten af en werkt genezend op de huid in. Israelische herders maakten een mengsel van olie, zwavel en kruiden en brachten dit mengsel speciaal rondom het hoofd van het schaap aan.Bij mensen was olie over iemands hoofd uit-gieten een teken van gastvrijheid (zie Lukas 7:46), de gasten werden hierdoor verfrist. ‘U zalft mijn hoofd met olie‘ is dus ook een uiting van dankbaarheid voor gastvrijheid.ToepassingWe mogen God vertrouwen dat Hij zal voor-zien in wat ons lichaam nodig heeft.• Als je een lijst maakt van de dingen die je hebt, kun je dan daarin Gods hand zien die voorziet in wat je nodig hebt?Zie ookMattheüs 6:25-34

BetekenisIk zal eeuwig bij God mogen blijven.Nadat de schapen de zomer hebben doorgebracht op de hoger gelegen bergweiden, worden ze meegenomen naar de boerderij van de herder om daar de herfst en winter door te brengen.In Psalm 23 duidt ‘blijven in het huis van de HEERE‘ op leven binnen de invloeds-sfeer van Gods zorg en bescherming.

Christenen mogen er daarbij van over-tuigd zijn dat Gods liefde zijn kerk door alles heen vasthoudt (Romeinen 8:35-39).ToepassingOns leven is voor altijd veilig in Christus, de goede herder.

Zie ookJohannes 3:16

Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij

U zalft mijn hoofd met olie

BetekenisGod, dat U mij disciplineert en de weg wijst, dat troost mij.

Nadat God eerst in de derde persoon is beschreven, is de psalm halverwege door de omschakeling naar de tweede persoon veel persoonlijker geworden. Dat past goed bij moeilijke omstandigheden waarin het belangrijk is om op de herder te vertrouwen.De stok van de herder beschermt en disciplineert, de staf leidt en redt.ToepassingAls God ons disciplineert en de weg wijst, kunnen we Hem vertrouwen. Hij heeft het beste met ons voor.• Hoe troosten Gods stok en staf jou in tijden van verdriet en onrust?

Zie ookMicha 7:14, 1 Korinthe 11:32, Hebreeën 12:5-6

Het belang van schapenIn het leven van het oude Israël speelden schapen een grote rol. Ze waren onder andere belangrijk als:• Voedselbron: vlees, melk en kaas• Paaslam

(Exodus 12:3 en verder)• Offerdier (Leviticus 1:2, 3:6, 4:32, 5:6)

• Grondstof voor kleding: leren huiden, wollen kleding (Genesis 38:12, Deuteronomium 18:4)• Schrijfmateriaal in de vorm van perkament

• Huisdier (2 Samuel 12:3)

• Belasting in natura (2 Koningen 3:4)8

De uitrusting van de herder• Een stevige jas of kleed voor bescherming tegen de weersomstandigheden• Olie voor de schapen• Verdedigingswapens zoals een katapult, stok of knots• Een staf om de schapen te leiden en te helpen bij het lopen

• Soms een muziekinstrument (een kleine fluit of harp) om de tijd te doden

Mijn beker vloeit over

BetekenisGod is vrijgevig. De goede herder geeft zijn schapen meer dan alleen het allernoodzakelijkste.

Een herder wil zijn schapen naar de beste weiden en de beste waterbronnen brengen, ook als dat hem veel moeite kost. Jezus was bereid om zijn leven te geven voor zijn schapen (Johannes 10:15). Als Hij zelfs zijn leven gaf, dan wil

Hij ons alles geven wat we nodig hebben (Mattheüs 6:25-34).

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat Gods goedheid voor ons overvloedig is.Zie ookJohannes 10:10, Efeze 3:20-21, Filippen-zen 4:19

BetekenisGods goedheid en genade zullen mijn hele leven bij mij blijven.

Een kudde die goed geleid en verzorgd wordt, bevordert de vruchtbaarheid van het land. Uiteindelijk kan een wildernis getransformeerd worden in groeizame velden. De goede herder zorgt ervoor dat zijn schapen zegen verspreiden. Gods liefdevolle zegen voor zijn volk is niet alleen voor het individu bedoeld

of voor de groep zelf. Gods goedheid strekt zich door zijn volk heen ook naar anderen uit.

ToepassingWe mogen ervan verzekerd zijn dat God ons steeds zegenend nabij is.• Op welke terreinen van jouw leven kun jij Gods goedheid aanwijzen?Zie ookMattheüs 28:19-20, Johannes 14:18

Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven

Stok en staf waren twee belangrijke gereedschappen van de herder. Hij droeg een stok aan zijn riem om de kudde te beschermen. De staf was een hulp bij het lopen, maar ook een teken van autoriteit. Zowel stok als staf worden in de Bijbel ook symbolisch toegepast. God kan een stok gebruiken om recht te doen of te straffen en iemand met een staf is een aanzienlijk persoon. De volgende tabel laat wat voorbeelden zien van plaatsen in de Bijbel waar stok en staf voorkomen.

Stok en staf in de Bijbel

StokTekstplaats

Bileam en zijn ezel

Numeri 22:27

De stok van Jonathan

1 Samuel 14:27

De stok als strafmiddel

Eodus 21:20, 2 Samuel 7:14, Spreuken 13:24

De stok van God

Job 21:9, Psalm 23:4, Jesaja 10:5

De stok van de onderdrukker

Jesaja 9:4

De rechter van Israël met een stok geslagen

Micha 4:14

De stok van de Messias

Jesaja 11:4

De twee stokken bij de profeet Zacharia

Zacharia 11:7-14

StafTekstplaats

De staf van Jakob Genesis 32:10De staf van Juda Genesis 38:18-26De staf van Mozes waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 4:1-5, 7:14-18, 9:22-23, 10:12-13, 14:16 en 21, 17:5-6, Numeri 20:7-11

De staf van Aäron waarmee veel wonderen gebeuren

Exodus 7:9-20, 8:5-6 en 16-17, Numeri 17:1-11

De staf bij de Paasmaaltijd

Exodus 12:11

De staf van de engel

Richteren 6:21

De staf van David 1 Samuel 17:40De staf van Benaja

2 Samuel 23:21

De staf van Elisa 2 Koningen 4: 29-31

Farao als een staf 2 Koningen 18:21Een meetlat die op een staf lijkt

Openbaring 11:1

De staf van de Messias

Psalm 2:9, Openbaring 2:27, 12:5 en 19:15

9

De herder als beeldspraakDe herder wordt regelmatig in de Bijbel gebruikt als beeld voor een persoon. Dat

begint al in Genesis 49:24, waar God ‘Herder‘ wordt genoemd. De aartsvaders hielden

vee en begrepen daarom heel goed de overeenkomst tussen hun eigen ervaring met

schapen en Gods zorg voor hen.

Oude TestamentNieuwe Testament

God is de herder van Israël (Psalm 80:2). Christus is de Opperherder (1 Petrus 5:4).

De leiders van Israël zijn door God aan-gestelde herders (Ezechiël 34).De ouderlingen in de gemeente zijn herders onder Christus (1 Petrus 5:2)

Mozes en David waren schaapherders voor God hen riep als leiders van zijn volk.Christus vergeleek zijn discipelen met schapen (Mattheüs 10:16), maar ook de mensen voor wie zij moesten zorgen (Mattheüs 10:6, Johannes 21:16-17).

Ook buitenlandse leiders konden als her-der worden aangeduid als wat zij deden goed was voor Gods volk (Jesaja 44:28).Goede leiders fungeerden als vooraf-beelding van de door God beloofde leider, de Messias (Jesaja 40:11, Ezechiël 34:22-24, Ezechiël 37:24).

Christus noemde zichzelf de goede herder. Hij vergeleek zijn relatie met zijn volgelingen met de relatie van een herder met zijn scha-pen (Johannes 10:1-30).De profeten vergeleken Israël als het zonder leiding was of door slechte lei-ders geleid werd, met een kudde zonder herder ( Ezechiël 34:1-10, Zacharia 10:2).

In het Nieuwe Testament worden mensen beschreven als schapen zonder herder (Mattheüs 9:36, Markus 6:34). Jezus zelf sprak in zijn gelijkenissen vaak over herders en scha-pen (Mattheüs 12:11-12, 18:12-14 en 25:31-46).

Zacharia profeteerde over Gods herder die zou worden gedood (Zacharia 13:7).Christus paste de profetie van Zacharia 13:7 op zichzelf toe (Markus 14:27). Hij wordt ook het offerlam genoemd (Johannes 1:29, 1 Petrus 1:19).12

Schapen als beeldspraak

Beeld vanToelichting

BijbeltekstMensen voor wie God zorgt

Individueel en als volk Psalm 23:1, 79:13 en 95:7Zondige mensen Opstandig, eigenzinnig Jesaja 53:6, Ezechiël 34:20-22

Mensen zonder goede leiding

De juiste weg kwijt Markus 6:34Plaatsvervanger Geslacht als een lam Jesaja 53:7, Johannes 1:29

11

Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen

Psalm 23 is een krachtige verklaring van vertrouwen op God. De levendige beel-den van een praktische alledaagse be-zigheid – schapen hoeden – tonen ons een zorgzame, liefdevolle God bij wie wij welkom zijn. Die God is altijd in staat en bereid om zijn schapen te beschermen. In dit lied verheugt de psalmdichter zich dat hij eigendom van God is.In het leven en de daden van Jezus zien we Gods zorg en liefde zelfs nog duide-lijker naar voren komen. Hij is de goede herder die voor zijn schapen zijn leven opoffert. Hij voorziet volledig in onze

behoefte aan acceptatie, bescherming, liefde en redding.

De Bijbel vertelt ons dat Jezus, degene door wie God tot ons spreekt, ons duur heeft gekocht (1 Korinthe 6:19-20). De prijs was zijn dood. Die redde ons van ons eigenzinnige gedrag dat ons uitein-delijk kapot maakt. God heeft dubbel recht op ons: als onze Schepper en als onze Redder. Hij vernieuwt ons en maakt ons echt mens, kinderen van de leven-de God. Wat is het geweldig om dubbel eigendom te zijn van de goede herder!

Voorafscha-duwing (type)

Oude Testament

Nieuwe Testament

BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL

De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen

Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.

Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14

En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.

En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER

De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.

Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.

Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11

En de priester (...) moet de verzoening doen...

Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...

HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.

Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.

Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12

Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar

God is- Gemaakt van

acaciahout- Met goud

overdekt

- Jezus is God in menselijke gedaante.

- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.

- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.

Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4

Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.

IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN

De wet die door God was gegeven.

Jezus kwam om de wet te vervullen.

Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18

Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON

De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.

Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.

Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2

Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.

IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA

In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.

Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.

Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51

Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.

DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS

De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51

God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag

(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.

Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29

Onyxstenen op de schouderstukken van de efod

Exodus 28:6-14

Vuurschaal vol vurige kolen

Leviticus 16:12-13

Efod Exodus 28:6-7

Bovenkleed Exodus 28:31-34

Tulband van fijn linnen

Exodus 28:39

Gordel van borduurwerk Exodus 28:39

Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39

Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34

Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36

De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30

Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)

Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7

Bloed van Christus

Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8

Effectiviteit van het offer

Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4

Eens en voor altijd afdoende

Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer

Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer

Voor een be-paalde periode

Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4

Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15

Gevolg van het offer

Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25

Volkomen, voor altijd

Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12

Vergeving van zonden

9

10

11

DE HOGEPRIESTER

DE OFFERS IN DE TABERNAKEL

12

13

14

DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND

Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover

God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van

iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.

Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.

Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.

Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.

Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31

KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-

blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE

en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de

stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.

Numeri 1:51

KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband

waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op

de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook

in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen

van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods

aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods

wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met

het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-

geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.

Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar

bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook

te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij

bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het

lichaam van een dode.

Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22

KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,

maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in

tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.

Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-

digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht

op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het

heiligdom van God. Hebreeën 10:19

DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het

kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij

zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood

die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook

volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-

ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten

behoeve van ons. Hebreeën 7:25

Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21

SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10

Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7

Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18

GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11

God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16

God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7

OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1

ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7

De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35

Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20

Omstreeks 1450 voor Christus

Omstreeks 1400 voor Christus

Omstreeks 1000 voor Christus

Omstreeks 500 voor Christus

God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25

Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10

De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6

De ark in Bethel Richteren 20:26-27

De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6

De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19

Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29

Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17

De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2

De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is

1 Samuël 3:3

De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8

De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15

Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.

Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.

DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS

Het interieurDe verering van God

De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen

De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester

de Tabernakel

6 DE TABERNAKEL (ONTMOETINGSTENT)

De priester ging de tabernakel binnen door de

gordijnen bij de ingang. De tabernakel bestond

uit twee delen, het Heilige en het Heilige der

Heiligen. De tabernakel was opgebouwd uit:

A Een dekkleed van geitenhaar en linnen

B Een dekkleed van roodgeverfde ramshuiden

C Een dekkleed van zeekoeienhuiden

D Achtenveertig planken van acaciahout

E Honderd zilveren voetstukken (onder de

planken en onder de pilaren)

F Verbindingen

G Pilaren

H Gordijnen voor de ingang

Exodus 25-26

30 el lang, 10 el breed en 10 el hoog (13,8 x 4,6 x 4,6 meter)

7 HET HEILIGE

De priesters gingen elke dag het Heilige binnen

om de Heer te dienen. In deze ruimte bevon-

den zich de tafel voor de toonbroden, de

zevenarmige gouden kandelaar en het reukof-

feraltaar. Het voorhangsel, een gordijn, vormde

de afscheiding naar een kleinere ruimte achter

het Heilige: het Heilige der Heiligen.

Exodus 26:33, Hebreeën 9:2 en 6

20 el lang, 10 el breed (9,2 x 4,6 meter)

8 DE GOUDEN KANDELAAR

De kandelaar zorgde voor

licht in het Heilige, waar het

anders donker zou zijn geweest.

De priesters knipten de lonten bij

om het licht helder te laten schijnen.

De kandelaar was één stuk gedre-

ven werk van zuiver goud. Vanuit de

centrale schacht staken zes armen

uit, drie aan elke kant, zodat de

kandelaar zeven armen had. Elke

arm was versierd met knoppen,

bloesem en een amandelvormige

kom voor de zuivere olijfolie.

Exodus 25:31-40

De maat van de kandelaar is onbekend.

9 DE TAFEL VOOR DE TOONBRODEN

Op de tafel voor de toonbroden plaatsten de

priesters twaalf broden van fijn meel, die de

twaalf stammen van Israël vertegenwoordig-

den. De broden waren een voortdurend aan-

denken aan de eeuwige band tussen God en

de Israëlieten, ze herinnerden aan hoe God zijn

volk van voedsel voorziet. De broden werden

door Aäron en zijn zonen gegeten en werden

elke week op de sabbathdag vervangen. De

tafel voor de toonbroden was gemaakt van

acaciahout, over-

trokken met

een laagje

goud.

Met goud

overtrok-

ken draag-

bomen waren

door ringen gesto-

ken die aan de hoeken

van de tafel bevestigd waren.

De tafel had ook een sierlijst met een gouden

rand. Er hoorden gouden schotels, schalen,

kannen en kommen bij.

Exodus 25:23-30, Hebreeën 9:2

2 el lang, 1 el breed en 1,5 el hoog (0,92 x 0,46 x 0,69 meter)

10 HET REUKOFFERALTAAR

De hogepriester brandde elke morgen en

avond wierook op het reukofferaltaar. Het had

een sierrand en hoorns op de vier hoeken van

het altaar. Eén keer per jaar, op Grote Verzoen-

dag, werden de hoorns van het altaar bespren-

keld met het bloed van het zondoffer.

God wilde dat er voortdurend wierook van een

speciale samenstelling op het reukofferaltaar

zou branden. Alleen dit speciale mengsel van

specerijen mocht in de tabernakel gebruikt

worden, geen ander. Het voorschrift was een

zaak van leven en dood: toen twee zonen van

Aäron ‘vreemd vuur‘ in de tabernakel brachten,

verteerde een felle vlam hen terwijl zij daar

waren, zodat zij stierven (Leviticus 10:1-2). Het

reukofferaltaar was gemaakt van acaciahout,

overdekt met goud.

In Lukas 1:5-17 is de priester Zacharias in het

Heilige van de tempel als hem een engel ver-

schijnt die rechts van het reukofferaltaar staat.

Zacharias wordt door vrees overvallen. De

engel vertelt Zacharias dat God zijn gebeden

heeft verhoord en dat hij en zijn vrouw spoedig

een zoon zullen krijgen die zij Johannes moe-

ten noemen. Hij zal velen van de Israëlieten

bekeren tot de Heer, hun God.

11 HET VOORHANGSEL

Het voorhangsel

was de afscheiding

tussen het Heilige

en het Heilige der

Heiligen, waar de

ark van het ver-

bond zich bevond.

Het voorhangsel

was een symbool

van de afstand

tussen God en mens. Alleen de hogepriester

kon in het Heilige der Heilige binnengaan.

Het voorhangsel bestond uit zware, geweven

doeken. Omdat er geen toegang in het midden

was, moest de hogepriester aan de zijkant

langs het voorhangsel. Het voorhangsel was

gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen

en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn

linnen, met afbeeldingen van cherubs erop. Het

hing met gouden haken op aan vier pilaren van

acaciahout die met goud overtrokken waren en

zilveren voetstukken hadden.

Ook de tempel die later in plaats van de taber-

nakel kwam had een voorhangsel. Toen Jezus

stierf scheurde dit voorhangsel van boven naar

beneden. Het scheuren symboliseerde dat door

de dood van Jezus voortaan iedere gelovige

toestemming had om in de nabijheid van God

te komen, niet meer alleen de hogepriester één

keer per jaar.

Exodus 26:31-33, Markus 15:37-38, Hebreeën 10:19-20

10 el lang, 10 el hoog (4,5 x 4,5 meter)

12 HET HEILIGE DER HEILIGEN

De hogepriester kwam het Heilige der Heiligen

slechts één keer per jaar binnen, op Grote Ver-

zoendag. Centraal in deze ruimte stond de ark

van het verbond. De glorie van God rustte op het

deksel van de ark van het verbond, het verzoen-

deksel genaamd. Als de hogepriester binnentrad

sprenkelde hij bloed op het verzoendeksel om

verzoening te bewerken voor zijn eigen zonden

en die van het volk Israël.

Exodus 26:33-34, Hebreeën 9:3

10 el lang, 10 el breed (4,5 x 4,5 meter)

13 DE ARK VAN HET VERBOND

(OF ARK VAN DE GETUIGENIS)

De plek van de ark in het Heilige der Heiligen

was de centrale plaats van de hele tabernakel.

Hier sprak God tot de hogepriester van boven

het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs.

Jaarlijks sprenkelde de hogepriester bloed op

het verzoendeksel om verzoening te doen voor

de zonden van het hele volk. Dan was het weer

goed tussen God en zijn volk. God maakte een

stap naar het volk toe en voorzag in de mogelijk-

heid dat mensen Hem zouden kennen.

De ark bestond uit acaciahout, overtrokken met

goud en met een sierrand. In vier gouden ringen

waren draagbomen aangebracht. De draagbo-

men waren van hout overtrokken met goud. Het

verzoendeksel was bovenop de ark geplaatst.

De ark bevatte:

1. De stenen tafelen met de Tien Geboden

(de getuigenis), door God gegeven. De wet

herinnerde de mensen eraan dat God hen zou

beschermen als zij gehoorzaam zouden zijn.

2. Een kruik met manna. Deze herinnerde de

mensen eraan dat God voortdurend voor hen

zorgde.

3. De staf van Aäron die was uitgelopen en

vrucht had gedragen. De staf herinnerde de

mensen eraan dat God leven kan laten voort-

komen uit wat dood is.

Johannes 6:44, Efeze 2:

8-9, Exodus 25:10-16,

Hebreeën 9:4

2,5 el lang, 1,5

el breed en 1,5

el hoog (1,15 x 0,69 x

0,69 meter)

14 HET VERZOENDEKSEL

Het verzoendeksel bovenop de ark was symbool

voor Gods aanwezigheid en zijn heilige troon.

Door het sprenkelen van bloed op het verzoen-

deksel kwamen Gods vergeving en goedheid in

plaats van zijn oordeel. Het verzoendeksel was

van zuiver goud gemaakt. Twee gevleugelde

cherubs waren op het verzoendeksel aange-

bracht, de vleugels uitgespreid en de gezichten

naar elkaar toegewend. Het verzoendeksel was

geslagen of gehamerd uit één massief stuk goud.

Exodus 25:17-22, Hebreeën 9:5

2,5 el lang en 1,5

el breed

(1,15 x

0,69

meter)

15 WOLK EN PILAAR VAN VUUR

De Heer toonde zijn aanwezigheid overdag in

een wolk, ‘s nachts in een kolom van vuur. De

wolk of vuurkolom rustte boven de tabernakel,

direct boven het verzoendeksel. Als de wolk of

vuurkolom in beweging kwam, volgden de Is-

raëlieten in de aangegeven richting. Als de wolk

weer tot stilstand kwam, sloegen de Israëlieten

hun kamp op tot de wolk weer bewoog.

Exodus 25:8 en 22, Exodus 29:43, Exodus 40:34-38

In de tabernakel

Omgang met God door Christus

Het brandofferaltaar

Het offer van Christus

Het koperen wasvat

Reiniging door schuldbelijdenis

De gouden kandelaar

Verlichting door de Heilige Geest

De tafel voor de toonbroden

Geestelijke voeding door het levende Woord

Het reukofferaltaar

Gebed, omgang met God, voorbede

Door het voorhangsel het Heilige der Heiligen

binnengaan

Door Christus vrijmoedig tot God naderen

Diendende priesters

Dienende gelovigen

Waarom de tabernakel belangrijk voor ons is:

• Tegenwoordig woont God in de volgelingen van Jezus. 1 Korinthe 6:19

•Gods heilige aanwezigheid is bij ons. Exodus 40:34-38

•Gelovigen vormen een heilige priesterschap. 1 Petrus 2:5 en 9

•De tabernakel geeft een model voor het naderen tot God. Hebreeën 10:19-25

100 el / 46 meter

50 el / 23

meter

10 el20 el

Heilige der

Heiligen

met de Ark van

het verbond

Het Heilige met

Reukofferaltaar,

Tafel voor de toonbroden,

Kandelaaringang

20 el

Voorhangsel

N

W

Z

O

Koperen wasvat

BrandofferaltaarDe stam

Efraïm

40.500

De stam

Manasse

32.200

De stam

Benjamin

35.400

De stam

Issaschar

54.400

De stam

Juda

74.600

De stam

Gad

45.650

De stam

Simeon

59.300

De stam

Ruben

46.500

De stam

Naftali

53.400

De stam

Aser

41.500

De stam

Dan

62.700

1 el = 46 centimeter

De nakomelingen van Merari (Numeri 3)

De nakomelingen van Kahath (Numeri 3)

De

nako

mel

inge

n va

n G

erso

n (N

umer

i 3)

Mozes,

Aäron

en zijn

zonen

(Num. 3)

De stam

Zebulon

57.400

1.a

1.b

1.d

2.a

3

5

12

11

13

14

7

8

9

10

2.b

2.c

6.a

6.b

6.c

6.d

6.e

6.f

6.g

6.h

4

1.c

15

De tabernakel

Exodus 25-40, Hebreeën 9-13

Wat is de tabernakel?

De tabernakel was een verplaatsbare ‘ontmoetingstent‘

die Mozes moest bouwen op bevel van God. God wilde bij

zijn volk Israël wonen. Hij wilde een relatie met de Israëlieten

onderhouden en met hen communiceren.

De tabernakel en zijn voorhof (de open ruimte binnen de omheining) werden

gemaakt overeenkomstig een model dat God Mozes gaf. Als we de tabernakel

bestuderen, kunnen we begrijpen welke stappen zondige mensen moeten zetten

om God, die heilig is, te kunnen benaderen. De tabernakel werd rond 1440 v. Chr.

gebouwd en ongeveer 400 jaar lang woonde God daarin bij zijn volk. De heilige

tent was in gebruik vanaf het verblijf van Israël bij de berg Sinaï tot de tijd van koning

Salomo toen de tempel werd gebouwd. In de tijd toen Israël door de woestijn trok

bevond de tabernakel zich in het centrum van het kamp. De twaalf stammen van

Israël plaatsten hun tenten in een vaste opstelling rondom de tabernakel.

IN DE VOORHOF

IN DE TABERNAKEL

IN DE TABERNAKEL

DE TABERNAKEL

1 DE INGANG VAN DE VOORHOF

Iemand die wilde offeren uit dankbaarheid of

vanwege zonde ging allereerst door de ingang

van de voorhof naar binnen.

A Hangende gordijnen (blauw, purper,

scharlaken, wit)

B Koperen pilaren

C Voetstukken van koper

D Bovenop de pilaren haken en verbindings-

stukken van zilver

Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Johannes 10:9

20 el breed en 5 el hoog (9,2 x 2,3 meter)

2 DE OMHEINING VAN DE VOORHOF (niet op schaal)

Na het passeren van de poort kwam men in de

voorhof. De omheining van de voorhof bestond

uit kleden van linnen, bevestigd aan pilaren die

rondom de tabernakel stonden. Alleen priesters

uit de stam van Levi hadden toestemming om de

tabernakel te benaderen. Daarom fungeerde de

omheining als bescherming zodat mensen niet

per ongeluk te dichtbij zouden komen.

A Linnen kleden

B Pilaren met voetstukken, haken en verbin-

dingsstukken

C Koperen haringen voor stabilisatie

Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Exodus 40:33

100 el lang, 50 el breed en 5 el hoog (46 x 23 x 2,3 meter)

3 HET KOPEREN ALTAAR (BRANDOFFERALTAAR)

God wilde bij zijn volk wonen. Maar hoe kan een

heilig God wonen tussen mensen die zondig

zijn? God wilde dat mensen een offer zouden

brengen voor hun zonden. Hij had Adam en Eva

al verteld dat het resultaat van de zonde de dood

zou zijn. Toch was God genadig voor hen en

voorzag in een manier om de zonde tijdelijk te

verzoenen. Mensen hoefden niet onmiddellijk

te sterven, maar het bloed van een dier bedekte

hun zonden. Dat schiep de mogelijkheid om

dicht bij God te komen en Hem te eren. Alleen

de beste dieren, exemplaren zonder gebrek, wa-

ren goed genoeg voor het offer. God vroeg om

een perfect offerdier zonder gebreken want:

• Het dier vertegenwoordigde een onwaardig

mens die straf had verdiend.

• God wilde dat mensen het offer serieus

zouden nemen, en daarom wilde Hij dat het

kostbaar zou zijn.

• Het dier zonder

gebrek was een

voorafschadu-

wing van Jezus, die

een perfect offer

bracht dat de zonde

eens en voor altijd verzoent.

Omdat de offers de zonden van het volk alleen

tijdelijk bedekten, moest er telkens weer geof-

ferd worden. Als het offer gebracht werd legden

de mensen hun hand op de kop van het dier.

Symbolisch nam het dier daardoor hun zonden

over, en het dier stierf in hun plaats.

Het altaar was gemaakt van acaciahout, overdekt

met een laagje koper. De vier hoeken hadden

hoorns. Er waren koperen scheppen, spreng-

bekkens, vleesvorken en vuurschalen (om de as

te verzamelen). Een koperen rooster met een

ring op elke hoek bevond zich onder het altaar.

Draagstokken van acaciahout dat met koper

overtrokken was werden gebruikt om het altaar

te kunnen dragen.

Genesis 2:17, 3:21, 4:3-7; Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Leviticus

1, 16:1-2 en 16, 17:11; Jesaja 59:2; Romeinen 3:23; Hebreeën

9:25, 10:10 en 26-31.

5 el lang, 5 el breed en 3 el hoog (2,3 x 2,3 x 1,38 meter)

4 OFFERS OP HET ALTAAR

Op het altaar werden verschillende soorten

offers gebracht:

• brandoffers van stieren, schapen, geiten of

duiven

• graanoffers van koeken of wafels van fijn meel

• vredeoffers van een geit of lam

• zondeoffers van een stier of lam

• schuldoffers van een vrouwtje uit de kudde

(lam, jonge geit of duif) of van graan

Leviticus 1-6 en 7:11; Hebreeën 8:3, 9:11-14 en 18-22, 10:1-4.

5 KOPEREN WASVAT

Als het offerdier aan de

priesters was overgedra-

gen, kwamen gewone

mensen het heiligdom

niet verder binnen. De

priesters handelden na-

mens hen. Na het brengen

van het offer waste de priester

zichzelf bij het wasvat. Deze

wassing reinigde de priester en maakte hem

klaar om de tabernakel binnen te gaan. God

had gezegd dat een priester zich eerst moest

wassen, anders zou hij sterven.

Het wasvat was gemaakt van koperen spiegels

die door vrouwen waren geschonken, waar-

door het oppervlak mogelijk de beeltenis van de

priester reflecteerde. Dat zou hem helpen zich

nauwkeurig te wassen en hem eraan herinneren

dat we naast een schoon uiterlijk ook een rein

hart nodig hebben.

Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Exodus 30:17-21, 40:7 en 30-32.

Efeze 5:26; Hebreeën 10:22.

De maat van het wasvat is onbekend.

Exodus 30:1-10,

Hebreeën 9:2

1 el lang, 1 el breed

en 2 el hoog (0,46 x

0,46 x 0,92 meter)

5

6

7

Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel

in de Herziene Statenvertaling, © 2010 Stichting HSV.

Alle rechten voorbehouden.

© 2019, Nederlandse uitgave:

ETZ Media, Alblasserdam

Vertaling: L. Stehouwer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

uitgave mag worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een databank, gepubliceerd

op internet of worden doorgegeven op

welke wijze dan ook zonder de voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Bijbelwijzer de Tabernakel

© 2006, 2013 RW Research, Inc.

Rose Publishing, LLC

All rights reserved. It is illegal to copy,

transmit electronically, or reproduce

this pamphlet in whole or in part

in any form. May not be posted or

transmitted on the internet.

www.etzmedia.nl

NOZ

W

Voorafscha-duwing (type)

Oude Testament

Nieuwe Testament

BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL

De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen

Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.

Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14

En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.

En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER

De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.

Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.

Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11

En de priester (...) moet de verzoening doen...

Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...

HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.

Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.

Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12

Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar

God is- Gemaakt van

acaciahout- Met goud

overdekt

- Jezus is God in menselijke gedaante.

- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.

- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.

Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4

Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.

IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN

De wet die door God was gegeven.

Jezus kwam om de wet te vervullen.

Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18

Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON

De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.

Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.

Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2

Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.

IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA

In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.

Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.

Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51

Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.

DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS

De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51

God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag

(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.

Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29

Onyxstenen op de schouderstukken van de efod

Exodus 28:6-14

Vuurschaal vol vurige kolen

Leviticus 16:12-13

Efod Exodus 28:6-7

Bovenkleed Exodus 28:31-34

Tulband van fijn linnen

Exodus 28:39

Gordel van borduurwerk Exodus 28:39

Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39

Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34

Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36

De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30

Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)

Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7

Bloed van Christus

Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8

Effectiviteit van het offer

Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4

Eens en voor altijd afdoende

Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer

Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer

Voor een be-paalde periode

Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4

Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15

Gevolg van het offer

Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25

Volkomen, voor altijd

Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12

Vergeving van zonden

9

10

11

DE HOGEPRIESTER

DE OFFERS IN DE TABERNAKEL

12

13

14

DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND

Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover

God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van

iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.

Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.

Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.

Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.

Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31

KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-

blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE

en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de

stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.

Numeri 1:51

KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband

waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op

de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook

in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen

van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods

aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods

wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met

het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-

geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.

Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar

bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook

te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij

bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het

lichaam van een dode.

Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22

KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,

maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in

tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.

Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-

digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht

op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het

heiligdom van God. Hebreeën 10:19

DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het

kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij

zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood

die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook

volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-

ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten

behoeve van ons. Hebreeën 7:25

Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21

SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10

Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7

Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18

GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11

God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16

God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7

OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1

ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7

De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35

Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20

Omstreeks 1450 voor Christus

Omstreeks 1400 voor Christus

Omstreeks 1000 voor Christus

Omstreeks 500 voor Christus

God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25

Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10

De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6

De ark in Bethel Richteren 20:26-27

De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6

De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19

Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29

Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17

De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2

De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is

1 Samuël 3:3

De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8

De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15

Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.

Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.

DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS

Het interieurDe verering van God

De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen

De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester

de Tabernakel

6 DE TABERNAKEL (ONTMOETINGSTENT)

De priester ging de tabernakel binnen door de

gordijnen bij de ingang. De tabernakel bestond

uit twee delen, het Heilige en het Heilige der

Heiligen. De tabernakel was opgebouwd uit:

A Een dekkleed van geitenhaar en linnen

B Een dekkleed van roodgeverfde ramshuiden

C Een dekkleed van zeekoeienhuiden

D Achtenveertig planken van acaciahout

E Honderd zilveren voetstukken (onder de

planken en onder de pilaren)

F Verbindingen

G Pilaren

H Gordijnen voor de ingang

Exodus 25-26

30 el lang, 10 el breed en 10 el hoog (13,8 x 4,6 x 4,6 meter)

7 HET HEILIGE

De priesters gingen elke dag het Heilige binnen

om de Heer te dienen. In deze ruimte bevon-

den zich de tafel voor de toonbroden, de

zevenarmige gouden kandelaar en het reukof-

feraltaar. Het voorhangsel, een gordijn, vormde

de afscheiding naar een kleinere ruimte achter

het Heilige: het Heilige der Heiligen.

Exodus 26:33, Hebreeën 9:2 en 6

20 el lang, 10 el breed (9,2 x 4,6 meter)

8 DE GOUDEN KANDELAAR

De kandelaar zorgde voor

licht in het Heilige, waar het

anders donker zou zijn geweest.

De priesters knipten de lonten bij

om het licht helder te laten schijnen.

De kandelaar was één stuk gedre-

ven werk van zuiver goud. Vanuit de

centrale schacht staken zes armen

uit, drie aan elke kant, zodat de

kandelaar zeven armen had. Elke

arm was versierd met knoppen,

bloesem en een amandelvormige

kom voor de zuivere olijfolie.

Exodus 25:31-40

De maat van de kandelaar is onbekend.

9 DE TAFEL VOOR DE TOONBRODEN

Op de tafel voor de toonbroden plaatsten de

priesters twaalf broden van fijn meel, die de

twaalf stammen van Israël vertegenwoordig-

den. De broden waren een voortdurend aan-

denken aan de eeuwige band tussen God en

de Israëlieten, ze herinnerden aan hoe God zijn

volk van voedsel voorziet. De broden werden

door Aäron en zijn zonen gegeten en werden

elke week op de sabbathdag vervangen. De

tafel voor de toonbroden was gemaakt van

acaciahout, over-

trokken met

een laagje

goud.

Met goud

overtrok-

ken draag-

bomen waren

door ringen gesto-

ken die aan de hoeken

van de tafel bevestigd waren.

De tafel had ook een sierlijst met een gouden

rand. Er hoorden gouden schotels, schalen,

kannen en kommen bij.

Exodus 25:23-30, Hebreeën 9:2

2 el lang, 1 el breed en 1,5 el hoog (0,92 x 0,46 x 0,69 meter)

10 HET REUKOFFERALTAAR

De hogepriester brandde elke morgen en

avond wierook op het reukofferaltaar. Het had

een sierrand en hoorns op de vier hoeken van

het altaar. Eén keer per jaar, op Grote Verzoen-

dag, werden de hoorns van het altaar bespren-

keld met het bloed van het zondoffer.

God wilde dat er voortdurend wierook van een

speciale samenstelling op het reukofferaltaar

zou branden. Alleen dit speciale mengsel van

specerijen mocht in de tabernakel gebruikt

worden, geen ander. Het voorschrift was een

zaak van leven en dood: toen twee zonen van

Aäron ‘vreemd vuur‘ in de tabernakel brachten,

verteerde een felle vlam hen terwijl zij daar

waren, zodat zij stierven (Leviticus 10:1-2). Het

reukofferaltaar was gemaakt van acaciahout,

overdekt met goud.

In Lukas 1:5-17 is de priester Zacharias in het

Heilige van de tempel als hem een engel ver-

schijnt die rechts van het reukofferaltaar staat.

Zacharias wordt door vrees overvallen. De

engel vertelt Zacharias dat God zijn gebeden

heeft verhoord en dat hij en zijn vrouw spoedig

een zoon zullen krijgen die zij Johannes moe-

ten noemen. Hij zal velen van de Israëlieten

bekeren tot de Heer, hun God.

11 HET VOORHANGSEL

Het voorhangsel

was de afscheiding

tussen het Heilige

en het Heilige der

Heiligen, waar de

ark van het ver-

bond zich bevond.

Het voorhangsel

was een symbool

van de afstand

tussen God en mens. Alleen de hogepriester

kon in het Heilige der Heilige binnengaan.

Het voorhangsel bestond uit zware, geweven

doeken. Omdat er geen toegang in het midden

was, moest de hogepriester aan de zijkant

langs het voorhangsel. Het voorhangsel was

gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen

en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn

linnen, met afbeeldingen van cherubs erop. Het

hing met gouden haken op aan vier pilaren van

acaciahout die met goud overtrokken waren en

zilveren voetstukken hadden.

Ook de tempel die later in plaats van de taber-

nakel kwam had een voorhangsel. Toen Jezus

stierf scheurde dit voorhangsel van boven naar

beneden. Het scheuren symboliseerde dat door

de dood van Jezus voortaan iedere gelovige

toestemming had om in de nabijheid van God

te komen, niet meer alleen de hogepriester één

keer per jaar.

Exodus 26:31-33, Markus 15:37-38, Hebreeën 10:19-20

10 el lang, 10 el hoog (4,5 x 4,5 meter)

12 HET HEILIGE DER HEILIGEN

De hogepriester kwam het Heilige der Heiligen

slechts één keer per jaar binnen, op Grote Ver-

zoendag. Centraal in deze ruimte stond de ark

van het verbond. De glorie van God rustte op het

deksel van de ark van het verbond, het verzoen-

deksel genaamd. Als de hogepriester binnentrad

sprenkelde hij bloed op het verzoendeksel om

verzoening te bewerken voor zijn eigen zonden

en die van het volk Israël.

Exodus 26:33-34, Hebreeën 9:3

10 el lang, 10 el breed (4,5 x 4,5 meter)

13 DE ARK VAN HET VERBOND

(OF ARK VAN DE GETUIGENIS)

De plek van de ark in het Heilige der Heiligen

was de centrale plaats van de hele tabernakel.

Hier sprak God tot de hogepriester van boven

het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs.

Jaarlijks sprenkelde de hogepriester bloed op

het verzoendeksel om verzoening te doen voor

de zonden van het hele volk. Dan was het weer

goed tussen God en zijn volk. God maakte een

stap naar het volk toe en voorzag in de mogelijk-

heid dat mensen Hem zouden kennen.

De ark bestond uit acaciahout, overtrokken met

goud en met een sierrand. In vier gouden ringen

waren draagbomen aangebracht. De draagbo-

men waren van hout overtrokken met goud. Het

verzoendeksel was bovenop de ark geplaatst.

De ark bevatte:

1. De stenen tafelen met de Tien Geboden

(de getuigenis), door God gegeven. De wet

herinnerde de mensen eraan dat God hen zou

beschermen als zij gehoorzaam zouden zijn.

2. Een kruik met manna. Deze herinnerde de

mensen eraan dat God voortdurend voor hen

zorgde.

3. De staf van Aäron die was uitgelopen en

vrucht had gedragen. De staf herinnerde de

mensen eraan dat God leven kan laten voort-

komen uit wat dood is.

Johannes 6:44, Efeze 2:

8-9, Exodus 25:10-16,

Hebreeën 9:4

2,5 el lang, 1,5

el breed en 1,5

el hoog (1,15 x 0,69 x

0,69 meter)

14 HET VERZOENDEKSEL

Het verzoendeksel bovenop de ark was symbool

voor Gods aanwezigheid en zijn heilige troon.

Door het sprenkelen van bloed op het verzoen-

deksel kwamen Gods vergeving en goedheid in

plaats van zijn oordeel. Het verzoendeksel was

van zuiver goud gemaakt. Twee gevleugelde

cherubs waren op het verzoendeksel aange-

bracht, de vleugels uitgespreid en de gezichten

naar elkaar toegewend. Het verzoendeksel was

geslagen of gehamerd uit één massief stuk goud.

Exodus 25:17-22, Hebreeën 9:5

2,5 el lang en 1,5

el breed

(1,15 x

0,69

meter)

15 WOLK EN PILAAR VAN VUUR

De Heer toonde zijn aanwezigheid overdag in

een wolk, ‘s nachts in een kolom van vuur. De

wolk of vuurkolom rustte boven de tabernakel,

direct boven het verzoendeksel. Als de wolk of

vuurkolom in beweging kwam, volgden de Is-

raëlieten in de aangegeven richting. Als de wolk

weer tot stilstand kwam, sloegen de Israëlieten

hun kamp op tot de wolk weer bewoog.

Exodus 25:8 en 22, Exodus 29:43, Exodus 40:34-38

In de tabernakel

Omgang met God door Christus

Het brandofferaltaar

Het offer van Christus

Het koperen wasvat

Reiniging door schuldbelijdenis

De gouden kandelaar

Verlichting door de Heilige Geest

De tafel voor de toonbroden

Geestelijke voeding door het levende Woord

Het reukofferaltaar

Gebed, omgang met God, voorbede

Door het voorhangsel het Heilige der Heiligen

binnengaan

Door Christus vrijmoedig tot God naderen

Diendende priesters

Dienende gelovigen

Waarom de tabernakel belangrijk voor ons is:

• Tegenwoordig woont God in de volgelingen van Jezus. 1 Korinthe 6:19

•Gods heilige aanwezigheid is bij ons. Exodus 40:34-38

•Gelovigen vormen een heilige priesterschap. 1 Petrus 2:5 en 9

•De tabernakel geeft een model voor het naderen tot God. Hebreeën 10:19-25

100 el / 46 meter

50 el / 23

meter

10 el20 el

Heilige der

Heiligen

met de Ark van

het verbond

Het Heilige met

Reukofferaltaar,

Tafel voor de toonbroden,

Kandelaaringang

20 el

Voorhangsel

N

W

Z

O

Koperen wasvat

BrandofferaltaarDe stam

Efraïm

40.500

De stam

Manasse

32.200

De stam

Benjamin

35.400

De stam

Issaschar

54.400

De stam

Juda

74.600

De stam

Gad

45.650

De stam

Simeon

59.300

De stam

Ruben

46.500

De stam

Naftali

53.400

De stam

Aser

41.500

De stam

Dan

62.700

1 el = 46 centimeter

De nakomelingen van Merari (Numeri 3)

De nakomelingen van Kahath (Numeri 3)

De

nako

mel

inge

n va

n G

erso

n (N

umer

i 3)

Mozes,

Aäron

en zijn

zonen

(Num. 3)

De stam

Zebulon

57.400

1.a

1.b

1.d

2.a

3

5

12

11

13

14

7

8

9

10

2.b

2.c

6.a

6.b

6.c

6.d

6.e

6.f

6.g

6.h

4

1.c

15

De tabernakel

Exodus 25-40, Hebreeën 9-13

Wat is de tabernakel?

De tabernakel was een verplaatsbare ‘ontmoetingstent‘

die Mozes moest bouwen op bevel van God. God wilde bij

zijn volk Israël wonen. Hij wilde een relatie met de Israëlieten

onderhouden en met hen communiceren.

De tabernakel en zijn voorhof (de open ruimte binnen de omheining) werden

gemaakt overeenkomstig een model dat God Mozes gaf. Als we de tabernakel

bestuderen, kunnen we begrijpen welke stappen zondige mensen moeten zetten

om God, die heilig is, te kunnen benaderen. De tabernakel werd rond 1440 v. Chr.

gebouwd en ongeveer 400 jaar lang woonde God daarin bij zijn volk. De heilige

tent was in gebruik vanaf het verblijf van Israël bij de berg Sinaï tot de tijd van koning

Salomo toen de tempel werd gebouwd. In de tijd toen Israël door de woestijn trok

bevond de tabernakel zich in het centrum van het kamp. De twaalf stammen van

Israël plaatsten hun tenten in een vaste opstelling rondom de tabernakel.

IN DE VOORHOF

IN DE TABERNAKEL

IN DE TABERNAKEL

DE TABERNAKEL

1 DE INGANG VAN DE VOORHOF

Iemand die wilde offeren uit dankbaarheid of

vanwege zonde ging allereerst door de ingang

van de voorhof naar binnen.

A Hangende gordijnen (blauw, purper,

scharlaken, wit)

B Koperen pilaren

C Voetstukken van koper

D Bovenop de pilaren haken en verbindings-

stukken van zilver

Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Johannes 10:9

20 el breed en 5 el hoog (9,2 x 2,3 meter)

2 DE OMHEINING VAN DE VOORHOF (niet op schaal)

Na het passeren van de poort kwam men in de

voorhof. De omheining van de voorhof bestond

uit kleden van linnen, bevestigd aan pilaren die

rondom de tabernakel stonden. Alleen priesters

uit de stam van Levi hadden toestemming om de

tabernakel te benaderen. Daarom fungeerde de

omheining als bescherming zodat mensen niet

per ongeluk te dichtbij zouden komen.

A Linnen kleden

B Pilaren met voetstukken, haken en verbin-

dingsstukken

C Koperen haringen voor stabilisatie

Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Exodus 40:33

100 el lang, 50 el breed en 5 el hoog (46 x 23 x 2,3 meter)

3 HET KOPEREN ALTAAR (BRANDOFFERALTAAR)

God wilde bij zijn volk wonen. Maar hoe kan een

heilig God wonen tussen mensen die zondig

zijn? God wilde dat mensen een offer zouden

brengen voor hun zonden. Hij had Adam en Eva

al verteld dat het resultaat van de zonde de dood

zou zijn. Toch was God genadig voor hen en

voorzag in een manier om de zonde tijdelijk te

verzoenen. Mensen hoefden niet onmiddellijk

te sterven, maar het bloed van een dier bedekte

hun zonden. Dat schiep de mogelijkheid om

dicht bij God te komen en Hem te eren. Alleen

de beste dieren, exemplaren zonder gebrek, wa-

ren goed genoeg voor het offer. God vroeg om

een perfect offerdier zonder gebreken want:

• Het dier vertegenwoordigde een onwaardig

mens die straf had verdiend.

• God wilde dat mensen het offer serieus

zouden nemen, en daarom wilde Hij dat het

kostbaar zou zijn.

• Het dier zonder

gebrek was een

voorafschadu-

wing van Jezus, die

een perfect offer

bracht dat de zonde

eens en voor altijd verzoent.

Omdat de offers de zonden van het volk alleen

tijdelijk bedekten, moest er telkens weer geof-

ferd worden. Als het offer gebracht werd legden

de mensen hun hand op de kop van het dier.

Symbolisch nam het dier daardoor hun zonden

over, en het dier stierf in hun plaats.

Het altaar was gemaakt van acaciahout, overdekt

met een laagje koper. De vier hoeken hadden

hoorns. Er waren koperen scheppen, spreng-

bekkens, vleesvorken en vuurschalen (om de as

te verzamelen). Een koperen rooster met een

ring op elke hoek bevond zich onder het altaar.

Draagstokken van acaciahout dat met koper

overtrokken was werden gebruikt om het altaar

te kunnen dragen.

Genesis 2:17, 3:21, 4:3-7; Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Leviticus

1, 16:1-2 en 16, 17:11; Jesaja 59:2; Romeinen 3:23; Hebreeën

9:25, 10:10 en 26-31.

5 el lang, 5 el breed en 3 el hoog (2,3 x 2,3 x 1,38 meter)

4 OFFERS OP HET ALTAAR

Op het altaar werden verschillende soorten

offers gebracht:

• brandoffers van stieren, schapen, geiten of

duiven

• graanoffers van koeken of wafels van fijn meel

• vredeoffers van een geit of lam

• zondeoffers van een stier of lam

• schuldoffers van een vrouwtje uit de kudde

(lam, jonge geit of duif) of van graan

Leviticus 1-6 en 7:11; Hebreeën 8:3, 9:11-14 en 18-22, 10:1-4.

5 KOPEREN WASVAT

Als het offerdier aan de

priesters was overgedra-

gen, kwamen gewone

mensen het heiligdom

niet verder binnen. De

priesters handelden na-

mens hen. Na het brengen

van het offer waste de priester

zichzelf bij het wasvat. Deze

wassing reinigde de priester en maakte hem

klaar om de tabernakel binnen te gaan. God

had gezegd dat een priester zich eerst moest

wassen, anders zou hij sterven.

Het wasvat was gemaakt van koperen spiegels

die door vrouwen waren geschonken, waar-

door het oppervlak mogelijk de beeltenis van de

priester reflecteerde. Dat zou hem helpen zich

nauwkeurig te wassen en hem eraan herinneren

dat we naast een schoon uiterlijk ook een rein

hart nodig hebben.

Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Exodus 30:17-21, 40:7 en 30-32.

Efeze 5:26; Hebreeën 10:22.

De maat van het wasvat is onbekend.

Exodus 30:1-10,

Hebreeën 9:2

1 el lang, 1 el breed

en 2 el hoog (0,46 x

0,46 x 0,92 meter)

5

6

7

Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel

in de Herziene Statenvertaling, © 2010 Stichting HSV.

Alle rechten voorbehouden.

© 2019, Nederlandse uitgave:

ETZ Media, Alblasserdam

Vertaling: L. Stehouwer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

uitgave mag worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een databank, gepubliceerd

op internet of worden doorgegeven op

welke wijze dan ook zonder de voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Bijbelwijzer de Tabernakel

© 2006, 2013 RW Research, Inc.

Rose Publishing, LLC

All rights reserved. It is illegal to copy,

transmit electronically, or reproduce

this pamphlet in whole or in part

in any form. May not be posted or

transmitted on the internet.

www.etzmedia.nl

NOZ

W

Voorafscha-duwing (type)

Oude Testament

Nieuwe Testament

BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL

De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen

Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.

Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14

En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.

En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER

De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.

Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.

Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11

En de priester (...) moet de verzoening doen...

Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...

HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.

Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.

Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12

Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar

God is- Gemaakt van

acaciahout- Met goud

overdekt

- Jezus is God in menselijke gedaante.

- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.

- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.

Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4

Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.

IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN

De wet die door God was gegeven.

Jezus kwam om de wet te vervullen.

Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18

Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON

De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.

Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.

Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2

Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.

IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA

In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.

Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.

Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51

Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.

DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS

De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51

God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag

(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.

Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29

Onyxstenen op de schouderstukken van de efod

Exodus 28:6-14

Vuurschaal vol vurige kolen

Leviticus 16:12-13

Efod Exodus 28:6-7

Bovenkleed Exodus 28:31-34

Tulband van fijn linnen

Exodus 28:39

Gordel van borduurwerk Exodus 28:39

Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39

Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34

Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36

De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30

Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)

Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7

Bloed van Christus

Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8

Effectiviteit van het offer

Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4

Eens en voor altijd afdoende

Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer

Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer

Voor een be-paalde periode

Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4

Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15

Gevolg van het offer

Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25

Volkomen, voor altijd

Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12

Vergeving van zonden

9

10

11

DE HOGEPRIESTER

DE OFFERS IN DE TABERNAKEL

12

13

14

DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND

Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover

God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van

iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.

Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.

Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.

Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.

Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31

KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-

blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE

en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de

stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.

Numeri 1:51

KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband

waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op

de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook

in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen

van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods

aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods

wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met

het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-

geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.

Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar

bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook

te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij

bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het

lichaam van een dode.

Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22

KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,

maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in

tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.

Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-

digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht

op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het

heiligdom van God. Hebreeën 10:19

DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het

kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij

zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood

die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook

volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-

ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten

behoeve van ons. Hebreeën 7:25

Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21

SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10

Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7

Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18

GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11

God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16

God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7

OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1

ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7

De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35

Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20

Omstreeks 1450 voor Christus

Omstreeks 1400 voor Christus

Omstreeks 1000 voor Christus

Omstreeks 500 voor Christus

God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25

Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10

De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6

De ark in Bethel Richteren 20:26-27

De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6

De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19

Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29

Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17

De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2

De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is

1 Samuël 3:3

De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8

De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15

Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.

Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.

DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS

Het interieurDe verering van God

De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen

De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester

de Tabernakel

6 DE TABERNAKEL (ONTMOETINGSTENT)

De priester ging de tabernakel binnen door de

gordijnen bij de ingang. De tabernakel bestond

uit twee delen, het Heilige en het Heilige der

Heiligen. De tabernakel was opgebouwd uit:

A Een dekkleed van geitenhaar en linnen

B Een dekkleed van roodgeverfde ramshuiden

C Een dekkleed van zeekoeienhuiden

D Achtenveertig planken van acaciahout

E Honderd zilveren voetstukken (onder de

planken en onder de pilaren)

F Verbindingen

G Pilaren

H Gordijnen voor de ingang

Exodus 25-26

30 el lang, 10 el breed en 10 el hoog (13,8 x 4,6 x 4,6 meter)

7 HET HEILIGE

De priesters gingen elke dag het Heilige binnen

om de Heer te dienen. In deze ruimte bevon-

den zich de tafel voor de toonbroden, de

zevenarmige gouden kandelaar en het reukof-

feraltaar. Het voorhangsel, een gordijn, vormde

de afscheiding naar een kleinere ruimte achter

het Heilige: het Heilige der Heiligen.

Exodus 26:33, Hebreeën 9:2 en 6

20 el lang, 10 el breed (9,2 x 4,6 meter)

8 DE GOUDEN KANDELAAR

De kandelaar zorgde voor

licht in het Heilige, waar het

anders donker zou zijn geweest.

De priesters knipten de lonten bij

om het licht helder te laten schijnen.

De kandelaar was één stuk gedre-

ven werk van zuiver goud. Vanuit de

centrale schacht staken zes armen

uit, drie aan elke kant, zodat de

kandelaar zeven armen had. Elke

arm was versierd met knoppen,

bloesem en een amandelvormige

kom voor de zuivere olijfolie.

Exodus 25:31-40

De maat van de kandelaar is onbekend.

9 DE TAFEL VOOR DE TOONBRODEN

Op de tafel voor de toonbroden plaatsten de

priesters twaalf broden van fijn meel, die de

twaalf stammen van Israël vertegenwoordig-

den. De broden waren een voortdurend aan-

denken aan de eeuwige band tussen God en

de Israëlieten, ze herinnerden aan hoe God zijn

volk van voedsel voorziet. De broden werden

door Aäron en zijn zonen gegeten en werden

elke week op de sabbathdag vervangen. De

tafel voor de toonbroden was gemaakt van

acaciahout, over-

trokken met

een laagje

goud.

Met goud

overtrok-

ken draag-

bomen waren

door ringen gesto-

ken die aan de hoeken

van de tafel bevestigd waren.

De tafel had ook een sierlijst met een gouden

rand. Er hoorden gouden schotels, schalen,

kannen en kommen bij.

Exodus 25:23-30, Hebreeën 9:2

2 el lang, 1 el breed en 1,5 el hoog (0,92 x 0,46 x 0,69 meter)

10 HET REUKOFFERALTAAR

De hogepriester brandde elke morgen en

avond wierook op het reukofferaltaar. Het had

een sierrand en hoorns op de vier hoeken van

het altaar. Eén keer per jaar, op Grote Verzoen-

dag, werden de hoorns van het altaar bespren-

keld met het bloed van het zondoffer.

God wilde dat er voortdurend wierook van een

speciale samenstelling op het reukofferaltaar

zou branden. Alleen dit speciale mengsel van

specerijen mocht in de tabernakel gebruikt

worden, geen ander. Het voorschrift was een

zaak van leven en dood: toen twee zonen van

Aäron ‘vreemd vuur‘ in de tabernakel brachten,

verteerde een felle vlam hen terwijl zij daar

waren, zodat zij stierven (Leviticus 10:1-2). Het

reukofferaltaar was gemaakt van acaciahout,

overdekt met goud.

In Lukas 1:5-17 is de priester Zacharias in het

Heilige van de tempel als hem een engel ver-

schijnt die rechts van het reukofferaltaar staat.

Zacharias wordt door vrees overvallen. De

engel vertelt Zacharias dat God zijn gebeden

heeft verhoord en dat hij en zijn vrouw spoedig

een zoon zullen krijgen die zij Johannes moe-

ten noemen. Hij zal velen van de Israëlieten

bekeren tot de Heer, hun God.

11 HET VOORHANGSEL

Het voorhangsel

was de afscheiding

tussen het Heilige

en het Heilige der

Heiligen, waar de

ark van het ver-

bond zich bevond.

Het voorhangsel

was een symbool

van de afstand

tussen God en mens. Alleen de hogepriester

kon in het Heilige der Heilige binnengaan.

Het voorhangsel bestond uit zware, geweven

doeken. Omdat er geen toegang in het midden

was, moest de hogepriester aan de zijkant

langs het voorhangsel. Het voorhangsel was

gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen

en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn

linnen, met afbeeldingen van cherubs erop. Het

hing met gouden haken op aan vier pilaren van

acaciahout die met goud overtrokken waren en

zilveren voetstukken hadden.

Ook de tempel die later in plaats van de taber-

nakel kwam had een voorhangsel. Toen Jezus

stierf scheurde dit voorhangsel van boven naar

beneden. Het scheuren symboliseerde dat door

de dood van Jezus voortaan iedere gelovige

toestemming had om in de nabijheid van God

te komen, niet meer alleen de hogepriester één

keer per jaar.

Exodus 26:31-33, Markus 15:37-38, Hebreeën 10:19-20

10 el lang, 10 el hoog (4,5 x 4,5 meter)

12 HET HEILIGE DER HEILIGEN

De hogepriester kwam het Heilige der Heiligen

slechts één keer per jaar binnen, op Grote Ver-

zoendag. Centraal in deze ruimte stond de ark

van het verbond. De glorie van God rustte op het

deksel van de ark van het verbond, het verzoen-

deksel genaamd. Als de hogepriester binnentrad

sprenkelde hij bloed op het verzoendeksel om

verzoening te bewerken voor zijn eigen zonden

en die van het volk Israël.

Exodus 26:33-34, Hebreeën 9:3

10 el lang, 10 el breed (4,5 x 4,5 meter)

13 DE ARK VAN HET VERBOND

(OF ARK VAN DE GETUIGENIS)

De plek van de ark in het Heilige der Heiligen

was de centrale plaats van de hele tabernakel.

Hier sprak God tot de hogepriester van boven

het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs.

Jaarlijks sprenkelde de hogepriester bloed op

het verzoendeksel om verzoening te doen voor

de zonden van het hele volk. Dan was het weer

goed tussen God en zijn volk. God maakte een

stap naar het volk toe en voorzag in de mogelijk-

heid dat mensen Hem zouden kennen.

De ark bestond uit acaciahout, overtrokken met

goud en met een sierrand. In vier gouden ringen

waren draagbomen aangebracht. De draagbo-

men waren van hout overtrokken met goud. Het

verzoendeksel was bovenop de ark geplaatst.

De ark bevatte:

1. De stenen tafelen met de Tien Geboden

(de getuigenis), door God gegeven. De wet

herinnerde de mensen eraan dat God hen zou

beschermen als zij gehoorzaam zouden zijn.

2. Een kruik met manna. Deze herinnerde de

mensen eraan dat God voortdurend voor hen

zorgde.

3. De staf van Aäron die was uitgelopen en

vrucht had gedragen. De staf herinnerde de

mensen eraan dat God leven kan laten voort-

komen uit wat dood is.

Johannes 6:44, Efeze 2:

8-9, Exodus 25:10-16,

Hebreeën 9:4

2,5 el lang, 1,5

el breed en 1,5

el hoog (1,15 x 0,69 x

0,69 meter)

14 HET VERZOENDEKSEL

Het verzoendeksel bovenop de ark was symbool

voor Gods aanwezigheid en zijn heilige troon.

Door het sprenkelen van bloed op het verzoen-

deksel kwamen Gods vergeving en goedheid in

plaats van zijn oordeel. Het verzoendeksel was

van zuiver goud gemaakt. Twee gevleugelde

cherubs waren op het verzoendeksel aange-

bracht, de vleugels uitgespreid en de gezichten

naar elkaar toegewend. Het verzoendeksel was

geslagen of gehamerd uit één massief stuk goud.

Exodus 25:17-22, Hebreeën 9:5

2,5 el lang en 1,5

el breed

(1,15 x

0,69

meter)

15 WOLK EN PILAAR VAN VUUR

De Heer toonde zijn aanwezigheid overdag in

een wolk, ‘s nachts in een kolom van vuur. De

wolk of vuurkolom rustte boven de tabernakel,

direct boven het verzoendeksel. Als de wolk of

vuurkolom in beweging kwam, volgden de Is-

raëlieten in de aangegeven richting. Als de wolk

weer tot stilstand kwam, sloegen de Israëlieten

hun kamp op tot de wolk weer bewoog.

Exodus 25:8 en 22, Exodus 29:43, Exodus 40:34-38

In de tabernakel

Omgang met God door Christus

Het brandofferaltaar

Het offer van Christus

Het koperen wasvat

Reiniging door schuldbelijdenis

De gouden kandelaar

Verlichting door de Heilige Geest

De tafel voor de toonbroden

Geestelijke voeding door het levende Woord

Het reukofferaltaar

Gebed, omgang met God, voorbede

Door het voorhangsel het Heilige der Heiligen

binnengaan

Door Christus vrijmoedig tot God naderen

Diendende priesters

Dienende gelovigen

Waarom de tabernakel belangrijk voor ons is:

• Tegenwoordig woont God in de volgelingen van Jezus. 1 Korinthe 6:19

•Gods heilige aanwezigheid is bij ons. Exodus 40:34-38

•Gelovigen vormen een heilige priesterschap. 1 Petrus 2:5 en 9

•De tabernakel geeft een model voor het naderen tot God. Hebreeën 10:19-25

100 el / 46 meter

50 el / 23

meter

10 el20 el

Heilige der

Heiligen

met de Ark van

het verbond

Het Heilige met

Reukofferaltaar,

Tafel voor de toonbroden,

Kandelaaringang

20 el

Voorhangsel

N

W

Z

O

Koperen wasvat

BrandofferaltaarDe stam

Efraïm

40.500

De stam

Manasse

32.200

De stam

Benjamin

35.400

De stam

Issaschar

54.400

De stam

Juda

74.600

De stam

Gad

45.650

De stam

Simeon

59.300

De stam

Ruben

46.500

De stam

Naftali

53.400

De stam

Aser

41.500

De stam

Dan

62.700

1 el = 46 centimeter

De nakomelingen van Merari (Numeri 3)

De nakomelingen van Kahath (Numeri 3)

De

nako

mel

inge

n va

n G

erso

n (N

umer

i 3)

Mozes,

Aäron

en zijn

zonen

(Num. 3)

De stam

Zebulon

57.400

1.a

1.b

1.d

2.a

3

5

12

11

13

14

7

8

9

10

2.b

2.c

6.a

6.b

6.c

6.d

6.e

6.f

6.g

6.h

4

1.c

15

De tabernakel

Exodus 25-40, Hebreeën 9-13

Wat is de tabernakel?

De tabernakel was een verplaatsbare ‘ontmoetingstent‘

die Mozes moest bouwen op bevel van God. God wilde bij

zijn volk Israël wonen. Hij wilde een relatie met de Israëlieten

onderhouden en met hen communiceren.

De tabernakel en zijn voorhof (de open ruimte binnen de omheining) werden

gemaakt overeenkomstig een model dat God Mozes gaf. Als we de tabernakel

bestuderen, kunnen we begrijpen welke stappen zondige mensen moeten zetten

om God, die heilig is, te kunnen benaderen. De tabernakel werd rond 1440 v. Chr.

gebouwd en ongeveer 400 jaar lang woonde God daarin bij zijn volk. De heilige

tent was in gebruik vanaf het verblijf van Israël bij de berg Sinaï tot de tijd van koning

Salomo toen de tempel werd gebouwd. In de tijd toen Israël door de woestijn trok

bevond de tabernakel zich in het centrum van het kamp. De twaalf stammen van

Israël plaatsten hun tenten in een vaste opstelling rondom de tabernakel.

IN DE VOORHOF

IN DE TABERNAKEL

IN DE TABERNAKEL

DE TABERNAKEL

1 DE INGANG VAN DE VOORHOF

Iemand die wilde offeren uit dankbaarheid of

vanwege zonde ging allereerst door de ingang

van de voorhof naar binnen.

A Hangende gordijnen (blauw, purper,

scharlaken, wit)

B Koperen pilaren

C Voetstukken van koper

D Bovenop de pilaren haken en verbindings-

stukken van zilver

Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Johannes 10:9

20 el breed en 5 el hoog (9,2 x 2,3 meter)

2 DE OMHEINING VAN DE VOORHOF (niet op schaal)

Na het passeren van de poort kwam men in de

voorhof. De omheining van de voorhof bestond

uit kleden van linnen, bevestigd aan pilaren die

rondom de tabernakel stonden. Alleen priesters

uit de stam van Levi hadden toestemming om de

tabernakel te benaderen. Daarom fungeerde de

omheining als bescherming zodat mensen niet

per ongeluk te dichtbij zouden komen.

A Linnen kleden

B Pilaren met voetstukken, haken en verbin-

dingsstukken

C Koperen haringen voor stabilisatie

Exodus 27:9-19, Exodus 38:9-20, Exodus 40:33

100 el lang, 50 el breed en 5 el hoog (46 x 23 x 2,3 meter)

3 HET KOPEREN ALTAAR (BRANDOFFERALTAAR)

God wilde bij zijn volk wonen. Maar hoe kan een

heilig God wonen tussen mensen die zondig

zijn? God wilde dat mensen een offer zouden

brengen voor hun zonden. Hij had Adam en Eva

al verteld dat het resultaat van de zonde de dood

zou zijn. Toch was God genadig voor hen en

voorzag in een manier om de zonde tijdelijk te

verzoenen. Mensen hoefden niet onmiddellijk

te sterven, maar het bloed van een dier bedekte

hun zonden. Dat schiep de mogelijkheid om

dicht bij God te komen en Hem te eren. Alleen

de beste dieren, exemplaren zonder gebrek, wa-

ren goed genoeg voor het offer. God vroeg om

een perfect offerdier zonder gebreken want:

• Het dier vertegenwoordigde een onwaardig

mens die straf had verdiend.

• God wilde dat mensen het offer serieus

zouden nemen, en daarom wilde Hij dat het

kostbaar zou zijn.

• Het dier zonder

gebrek was een

voorafschadu-

wing van Jezus, die

een perfect offer

bracht dat de zonde

eens en voor altijd verzoent.

Omdat de offers de zonden van het volk alleen

tijdelijk bedekten, moest er telkens weer geof-

ferd worden. Als het offer gebracht werd legden

de mensen hun hand op de kop van het dier.

Symbolisch nam het dier daardoor hun zonden

over, en het dier stierf in hun plaats.

Het altaar was gemaakt van acaciahout, overdekt

met een laagje koper. De vier hoeken hadden

hoorns. Er waren koperen scheppen, spreng-

bekkens, vleesvorken en vuurschalen (om de as

te verzamelen). Een koperen rooster met een

ring op elke hoek bevond zich onder het altaar.

Draagstokken van acaciahout dat met koper

overtrokken was werden gebruikt om het altaar

te kunnen dragen.

Genesis 2:17, 3:21, 4:3-7; Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Leviticus

1, 16:1-2 en 16, 17:11; Jesaja 59:2; Romeinen 3:23; Hebreeën

9:25, 10:10 en 26-31.

5 el lang, 5 el breed en 3 el hoog (2,3 x 2,3 x 1,38 meter)

4 OFFERS OP HET ALTAAR

Op het altaar werden verschillende soorten

offers gebracht:

• brandoffers van stieren, schapen, geiten of

duiven

• graanoffers van koeken of wafels van fijn meel

• vredeoffers van een geit of lam

• zondeoffers van een stier of lam

• schuldoffers van een vrouwtje uit de kudde

(lam, jonge geit of duif) of van graan

Leviticus 1-6 en 7:11; Hebreeën 8:3, 9:11-14 en 18-22, 10:1-4.

5 KOPEREN WASVAT

Als het offerdier aan de

priesters was overgedra-

gen, kwamen gewone

mensen het heiligdom

niet verder binnen. De

priesters handelden na-

mens hen. Na het brengen

van het offer waste de priester

zichzelf bij het wasvat. Deze

wassing reinigde de priester en maakte hem

klaar om de tabernakel binnen te gaan. God

had gezegd dat een priester zich eerst moest

wassen, anders zou hij sterven.

Het wasvat was gemaakt van koperen spiegels

die door vrouwen waren geschonken, waar-

door het oppervlak mogelijk de beeltenis van de

priester reflecteerde. Dat zou hem helpen zich

nauwkeurig te wassen en hem eraan herinneren

dat we naast een schoon uiterlijk ook een rein

hart nodig hebben.

Exodus 27:1-8, 40:6, 10 en 29; Exodus 30:17-21, 40:7 en 30-32.

Efeze 5:26; Hebreeën 10:22.

De maat van het wasvat is onbekend.

Exodus 30:1-10,

Hebreeën 9:2

1 el lang, 1 el breed

en 2 el hoog (0,46 x

0,46 x 0,92 meter)

5

6

7

Bijbelteksten in deze uitgave zijn ontleend aan de Bijbel

in de Herziene Statenvertaling, © 2010 Stichting HSV.

Alle rechten voorbehouden.

© 2019, Nederlandse uitgave:

ETZ Media, Alblasserdam

Vertaling: L. Stehouwer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

uitgave mag worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een databank, gepubliceerd

op internet of worden doorgegeven op

welke wijze dan ook zonder de voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Bijbelwijzer de Tabernakel

© 2006, 2013 RW Research, Inc.

Rose Publishing, LLC

All rights reserved. It is illegal to copy,

transmit electronically, or reproduce

this pamphlet in whole or in part

in any form. May not be posted or

transmitted on the internet.

www.etzmedia.nl

NOZ

W

Voorafscha-duwing (type)

Oude Testament

Nieuwe Testament

BijbelverwijzingenDE TABERNAKEL

De plaats waar God bij zijn volk wilde wonen

Door de mens-wording van Je-zus woont God bij zijn volk.

Exodus 25:8-9 Mattheüs 1:22-23 Johannes 1:14

En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.

En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.DE HOGE-PRIESTER

De hogepriester brengt offers in het Heilige der Heiligen.

Jezus is onze hogepriester in de hemelse tabernakel.

Exodus 28:1Leviticus 16:32Hebreeën 4:14-15Hebreeën 9:11

En de priester (...) moet de verzoening doen...

Maar toen is Christus versche-nen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan...

HET OFFER Elk jaar moet de hogepriester op Grote Verzoen-dag offeren voor de zonden van het volk.

Jezus bracht een volmaakt offer dat voor altijd voldoen-de is.

Exodus 30:10Romeinen 3:21-26Romeinen 5:8-9Hebreeën 10:10-12

Maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.DE ARK - Plaats waar

God is- Gemaakt van

acaciahout- Met goud

overdekt

- Jezus is God in menselijke gedaante.

- Acaciahout symboliseert de menselijke natuur van Jezus.

- Goud symbo-liseert de god-delijke natuur van Jezus.

Exodus 25:10Exodus 25:11Exodus 25:22Johannes 1:1Johannes 1:14Johannes 10:33Romeinen 1:3-4

Ook moeten zij een ark van acaciahout maken.U moet hem met zuiver goud overtrekken.In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.En het Woord is vlees ge-worden en heeft onder ons gewoond.

IN DE ARK: DE STENEN TAFELEN

De wet die door God was gegeven.

Jezus kwam om de wet te vervullen.

Exodus 20:1-17Mattheüs 5:17-18

Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.IN DE ARK: DE STAF VAN AÄRON

De priester die God koos, uit de dood brengt God leven voort.

Jezus is als hogepriester aangesteld, Hij is de opstanding en het leven.

Numeri 17:1-11Mattheüs 3:17Johannes 11:25Hebreeën 3:1-2

Ik ben de Opstanding en het Leven....let op de Apostel en Hoge-priester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, die Hem aangesteld heeft.

IN DE ARK: EEN KRUIK MET MANNA

In de woestijn gaf God aan Israël manna als voedsel.

Jezus noemde zichzelf 'Brood des levens'.

Exodus 16:13-18Johannes 6:35 en 47-51

Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is.

DE ARK VAN HET VERBONDOUDTESTAMENTISCHE VOORAFSCHADUWINGEN VAN JEZUS

De ark van het verbond was gemaakt van acaciahout en met goud overdekt. Het werd als eerste heilige voorwerp vervaardigd nadat God Mozes opdracht had gegeven tot het bouwen van de tabernakel. Bij de ark ontmoette God Mozes en sprak met hem. Exodus 25:21-22De tabernakel was bedoeld als verblijfplaats voor de ark. In feite stond de ark in het middelpunt in de belangrijkste ruimte van de tabernakel, het Heilige der Heiligen. Ook in de tempel, honder-den jaren later, stond de ark centraal. Exodus 40:1-21De ark van het verbond bevond zich in het Heilige der Heiligen achter een dik gordijn. Toen Jezus stierf werd dit gordijn in de tempel van boven naar beneden open gescheurd. Exodus 26:31-33, Mattheüs 27:50-51

God koos de stam van Levi uit om de ark te dra-gen en om voor Hem te staan, Hem te dienen en Hem te aanbidden. Alleen de hogepriester mocht in het Heilige der Heiligen binnentreden. Dat deed hij één keer per jaar op Grote Verzoendag

(Jom Kippoer). Nadat hij die dag geofferd had, sprenkelde hij van het bloed van het offer op het verzoendeksel om de zonden van Israël te ver-zoenen. Deuteronomium 10:8, Leviticus 16, Exodus 37:6-9Het verzoendeksel lag bovenop de ark van het verbond. Daarop waren de gevleugelde cherubs die met hun gezichten naar elkaar toe waren ge-keerd. God troonde tussen de cherubs en sprak vandaar tot de priester. 2 Samuel 6:2, Psalm 99:1Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over voorwerpen die in de ark van het verbond bewaard werden. Hebreeën 9:4 noemt de stenen tafelen met de Tien Geboden (de tafelen van het verbond), een gouden kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had.Ook Exodus 25:16 en Deuteronomium 10:5 spreken van de stenen tafelen in de ark van het verbond. Exodus 16:33 vertelt dat een kruik met manna voor het aangezicht van God bewaard moest worden en Numeri 17:10 dat de staf van Aäron vóór de getuigenis bewaard moest worden.

Borsttas met 12 edelstenen Exodus 28:15-29

Onyxstenen op de schouderstukken van de efod

Exodus 28:6-14

Vuurschaal vol vurige kolen

Leviticus 16:12-13

Efod Exodus 28:6-7

Bovenkleed Exodus 28:31-34

Tulband van fijn linnen

Exodus 28:39

Gordel van borduurwerk Exodus 28:39

Onderkleed van fijn linnen Exodus 28:39

Granaatappels en gouden belletjes Exodus 28:33-34

Inscriptie op de tulband „DE HEILIGHEID VAN DE HEERE“ Exodus 28:36

De urim en de tummim (niet zichtbaar) in de borsttas Exodus 28:30

Oude verbond (Oude Testament) Nieuwe verbond (Nieuwe Testament)

Soort offer Bloed van dieren Exodus 12:5-6 Leviticus 1-7

Bloed van Christus

Hebreeën 9:12 en 13:12, 1 Johannes 1:7-8

Effectiviteit van het offer

Niet afdoende Hebreeën 9:7-9 en 10:4

Eens en voor altijd afdoende

Hebreeën 9:12 en 26Herhaling van het offer

Steeds weer Hebreeën 10:1 Eenmalig Hebreeën 9:24-26Werkzaamheid van het offer

Voor een be-paalde periode

Exodus 29-30, Hebreeën 10:1-4

Voor altijd Hebreeën 7:27 en 9:12-15

Gevolg van het offer

Tijdelijk Exodus 30:10 en Hebreeën 9:25

Volkomen, voor altijd

Romeinen 6:10 en Hebreeën 9:12

Vergeving van zonden

9

10

11

DE HOGEPRIESTER

DE OFFERS IN DE TABERNAKEL

12

13

14

DE OMZWERVINGEN VAN DE ARK VAN HET VERBOND

Zondoffer en schuldoffer Leviticus 4:1-6:7 Zondoffers en schuldoffers hebben als doel genoegdoening voor zonde. De zondoffers brachten verzoening voor schuld tegenover

God. De schuldoffers werden gebracht voor zonden tegenover medemensen, vaak hielden ze ook schadevergoeding met rente in. Er konden verschillende dieren geofferd worden, afhankelijk van

iemands positie en inkomen.Priesters en leiders, voorbeelden voor iedereen, moesten grotere schuldoffers brengen, terwijl armen moesten offeren wat ze zich konden veroorloven. Het bloed van het offerdier werd gesprenkeld in het heiligdom, gesmeerd aan de hoorns van het reukof-feraltaar en geplengd op het altaar. De lichaamsdelen van het dier werden verbrand, vaak overgoten met wijn. Soms mochten de priesters van het vlees eten. Omdat zij voortdurend in de tabernakel werkten, waren offerdieren hun belangrijkste bron van voedsel.

Brandoffer Leviticus 1Dit offer stond voor volledige toewijding en overgave aan God. Het dier, het beste van de kudde, droeg de zonden van de gelovige en stierf in zijn of haar plaats. Nadat het bloed op het altaar was ge-sprenkeld, werd het dier geheel verbrand. Niets ervan werd gegeten.

Graanoffer Leviticus 2Het brengen van dit offer drukte dankbaarheid aan God uit. Mensen brachten meelbloem, ongezuurde koeken of geroosterd graan naar de priesters. De priesters verbrandden een symbolische handvol op het altaar en wat overbleef was voedsel voor hen. Het was een eenvoudige plechtigheid.

Vredeoffer (of dankoffer) Leviticus 3 en 7:11-38Dit offer symboliseerde contact en vrede met God door vergoten bloed. Nadat een deel van het vlees ceremonieel was verbrand en een ander deel aan de priesters gegeven, aten de gelovigen en hun gasten van de rest, als een feest-maal in de nabijheid van God.

Aäron, de hogepriesterExodus 28 en 39:1-31

KwalificatieGod stelde Aäron, de broer van Mozes, aan als eerste hogepriester. Hij moest heilig zijn en weg-

blijven van iets dat hem zou kunnen verontreinigen, want hij was bemiddelaar tussen de HEERE

en het volk. Alleen nakomelingen van Aäron mochten priester worden. Aäron behoorde tot de

stam van Levi. Alleen nakomelingen van Levi mochten de tabernakel verhuizen en de ark dragen.

Numeri 1:51

KledingDe kleren van de hogepriester straalden glorie en schoonheid uit. Zijn onderkleed en tulband

waren gemaakt van fijn linnen. Hij droeg een blauw bovenkleed en een efod met onyxstenen op

de schouderstukken. In de onyxstenen waren de namen van de zonen van Israël gegraveerd. Ook

in de 12 edelstenen op de gouden borsttas die hij droeg waren de namen van de 12 stammen

van Israël gegraveerd. Zo droeg Aäron het hele volk op zijn hart en bracht hij Israël onder Gods

aandacht als hij het heiligdom binnenging. De urim en de tummim, die werden gebruikt om Gods

wil voor zijn volk te ontdekken, waren in de borsttas geplaatst.DienstDe hogepriester offerde stieren en geiten voor zijn eigen zonden en de zonden van het volk. Met

het bloed van het offer besprenkelde hij het altaar om overtredingen te verzoenen en Gods ver-

geving te ontvangen. De priester kon ook voor God verschijnen om te vragen om Gods leiding.

Hij diende de HEERE door voor de tabernakel te zorgen, de lonten van de gouden kandelaar

bij te knippen, nieuw brood op de tafel voor de toonbroden te plaatsen en dagelijks wierook

te branden. De priester had ook de bevoegdheid om mensen rein te verklaren. Dat deed hij

bijvoorbeeld als iemand bezoedeld was geraakt door een huidziekte of het aanraken van het

lichaam van een dode.

Jezus, de volmaakte hogepriesterHebreeën 4:14-5:10 en 6:19-10:22

KwalificatieJezus vervulde het priesterschap op volmaakte wijze. Hij was geen nakomeling van Aäron,

maar hogepriester naar een betere ordening, die van Melchizedek. Hij leeft voor eeuwig, in

tegenstelling tot Aäron, die stierf en wiens hogepriesterschap op zijn nakomelingen overging.

Jezus is priester en koning allebei, terwijl Aäron alleen priester was. Jezus was heilig en zon-

digde nooit, zodat Hij geen offers voor zijn eigen zonden hoefde te brengen. Hij werd verzocht

op dezelfde wijze als wij, maar zondigde niet. Alle volgelingen van Jezus mogen ingaan in het

heiligdom van God. Hebreeën 10:19

DienstJezus offerde geen dieren, want het bloed van dieren kan zonde niet definitief wegnemen. Het

kan alleen iemand ceremonieel reinigen. Jezus gaf zichzelf als het perfecte Lam van God. Hij

zelf was het volmaakte offer dat nodig was om de zonde voor altijd weg te nemen. De dood

die Hij vrijwillig onderging was het laatste offer dat ooit nodig zou zijn. “Daarom kan Hij ook

volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te plei-

ten.“ Jezus functioneert in de hemel als onze Hogepriester en pleit in Gods aanwezigheid ten

behoeve van ons. Hebreeën 7:25

Het offer van ChristusJesaja 53:102 Korinthe 5:21

SchadevergoedingMattheüs 5:23-24Lukas 19:1-10

Leiders als voorbeeld1 Timotheüs 3:1-7

Levensonderhoud voor geestelijke werkers1 Korinthe 9:13-141 Timotheüs 5:17-18

GevenMattheüs 26:6-102 Korinthe 9:7-11

God prijzenPsalm 100Hebreeën 13:15-16

God dankenPsalm 147Filippenzen 4:6-7

OvergavePsalm 51:18-19Mattheüs 26:39Romeinen 12:1

ToewijdingFilippenzen 2:172 Timotheüs 4:6-7

De vrede van GodKolossenzen 1:20Handelingen 10:34-35

Het feest van GodLukas 14:15-241 Korinthe 11:17-26Openbaring 3:20

Omstreeks 1450 voor Christus

Omstreeks 1400 voor Christus

Omstreeks 1000 voor Christus

Omstreeks 500 voor Christus

God geeft Mozes instructies voor het maken van de ark. Exodus 25

Het voorhangsel wordt gemaakt. Exodus 26:31-33De ark wordt in de tabernakel geplaatst. Exodus 40:20-21De staf van Aäron bij de ark Numeri 17:8-10

De ark wordt door de Jordaan gedragen, God gaat zijn volk voor. Jozua 3De ark wordt rond Jericho gedragen en de muren van de stad storten in. Jozua 6

De ark in Bethel Richteren 20:26-27

De Filstijnen veroveren de ark. 1 Samuël 4De Filstijnen sturen de ark terug naar Beth-Semes 1 Samuël 6

De inwoners van Beth-Semes worden gestraft voor oneerbiedig gedrag. 1 Samuël 6:19-21Saul wil God raadplegen door de ark. 1 Samuël 14:18-19

Op de vlucht voor Absalom stuurt David de ark terug naar Jeruzalem. 2 Samuël 15:24-29

Josia beveelt de Levieten om de ark in de tempel te laten (of: te plaatsen). 2 Kronieken 35:3Jeremia profeteert dat er eens, in een goede toe-komst, niet meer aan de ark gedacht zal worden. Jeremia 3:16-17

De ark trekt met Israël 40 jaar door de woestijn. Numeri 4:5-6 en 15, Deuteronomium 8:1-2

De tabernakel wordt gehuisvest in Silo Jozua 18:1Elkana en zijn gezin offeren in Silo aan God 1 Samuël 1:3Samuël wordt geroepen terwijl hij in de nabijheid van de ark is

1 Samuël 3:3

De ark komt in Kirjath-Jearim, in het huis van Abinadab 1 Samuël 7:1De ark wordt in twee etappes naar Jeruzalem gebracht, omdat God bij de eerste poging Uzza doodt, die onachtzaam handelt. 2 Samuël 6De ark krijgt een plaats in een tent in Jeruzalem. 2 Samuël 6:17Salomo plaatst de ark in de tem-pel van Jeruzalem in het Heilige der Heiligen. 1 Koningen 8

De Babyloniërs verwoesten en verbranden de tempel van Jeruzalem. 2 Kronieken 36:18-19, 2 Koningen 25:13-15

Hoorde de ark bij de schatten die de Babyloniërs naar Babel brachten en/of vernietigden? In de Bijbel wordt dit niet duidelijk gezegd. Soms denkt men dat Levieten de ark heb-ben verborgen voor de vernietiging van de tempel, maar hard bewijs voor het voortbestaan of de locatie van de ark ontbreekt.

Hebreeën 9:11-12Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.Openbaring 11:19En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.

DE SYMBOLIEK VAN GODS HEILIGE WOONPLAATS

Het interieurDe verering van God

De ark van het verbondSymbolen die op Christus wijzen

De offers in het heiligdomDe kleding van de hogepriester

de Tabernakel

Page 4: Jezus baande een weg door de dood - ETZ Media · gebaand door de dood heen, waar-door de macht van de dood is gebro-ken. Wie in het geloof op Jezus ziet, hoeft zelfs voor de dood

1 De eindstreep

Verhalen van hoop door bijbelvertaalwerkBOB CRESON EN CAROL SCHATS • 1 70 B L Z . • U I TGE VER IJ G IDEON • € 12,50

Wat gebeurt er in een gemeenschap wanneer een bijbelvertaling beschik-baar komt? Wanneer een taalgroep toegang krijgt tot het Woord van God en kan begrijpen wat er staat? Dit boek vertelt deze indrukwekkende verhalen uit de praktijk van Wycliffe Bijbelvertalers.

2 De theologie van kat en hond

Gepassioneerd leven voor Gods heerlijkheidBOB SJOGREN EN GERALD ROBISONS •239 BLZ . • € 17,50

De neiging van katten (U bestaat om mij de dienen) en honden (Ik

besta om u te dienen) komen vaak overeen met onze eigen opvatting die we hebben met betrekking tot onze relatie met God. De schrijvers gebruiken dit verschil op lichtvoe-tige wijze om ons te dwingen het denken over onze relatie met God op diepe en grondige wijze tegen het licht te houden.

3 Laat je bevrijden

Ervaar wat er gebeurt als je echt naar Jezus luistertCHARLES MART IN • 383 B L Z . • U I TG . KOKBOEKENCENTRU M • € 19,99

Als je Jezus’ woorden echt ter harte neemt, dan komt er een levensveran-derende kracht op gang in je leven: de transformerende liefde en verge-ving van Jezus die leidt tot complete vrijheid. Charles Martin schreef enke-le zeer succesvolle romans. Dit is zijn eerste vertaalde non-fictie boek.

4 Geroepen tot vreugde

De gevaarlijke plicht van iedere christenJOH N P I PER • 86 B L Z . • GELOOFSTOERUST ING . NL • € 9,95

In Geroepen tot vreugde legt John Piper bloot wat het enige echte doel van ons verlangen mag en moet zijn. Hij laat vanuit de Bijbel zien dat Christus als begin- en eindpunt van ons geluk niet zomaar ‘een optie’ is, maar essentieel.

5 De 5 gewoontes

JONATHAN PEL LEGROM • 236 B L Z . • G IDEON BOEKEN • € 19,95

Het voelt voor volwassenen vaak als een hele opgave om een positieve impact te hebben op het leven van jongeren. Dit boek helpt je om je de 5 gewoontes eigen te maken die het leven van mensen met impact ken-merken.

boekennieuws

21 3 4 5

Plantageweg 13A, AlblasserdamTel.: (078) 691 30 68E-mail: [email protected]

OpeningstijdenMaandag: 13.00 - 17.30 uurDinsdag t/m donderdag:9.00 - 17.30 uurVrijdag: 9.00 - 21.00 uurZaterdag: 9.00 - 17.00 uur

Postbus 41, 2950 AA Alblasserdam

Vragen of bestellingen?ETZ Media is op maandag- tot en met vrijdagmiddag telefonisch bereikbaar van 14.00 tot 16.00 uur: 078-6915242.E-mail: [email protected]

Chr. Boekwinkel De Schuilplaatsis een onderdeel van het ETZ-werk en fondswerver voor ETZ Media.IBAN NL98 INGB 0693 2623 97n

ETZSteunfondsIBAN NL64 INGB 0003 3100 60 voor steun aan projecten die financiële hulp nodig hebben buiten Nederland. Vermeld bij overmaking altijd het nota- nummer, of dat het een gift betreft.

De nieuwsbrieven zijn bedoeld om christenen te informeren over en te motiveren tot lectuurevangelisatie.

Redactie Leen Stehouwer

ISSN 2352-782X

Uitgave van missionaire uitgeverij ETZ Media

ww

w.s

ch

uilp

laa

tsb

oe

ken

.nl

ww

w.e

tzm

ed

ia.n

l

Boeken die ons opvielen in het recente aanbod