De bosbode nr 4 2013

24
Driemaandelijks tijdschrift l oktober-november-december 2013 l Afgiftekantoor Gent X l P509065 informatieblad voor alle boseigenaars INHOUD - Dood hout brengt leven in het bos - Dood hout: onmisbaar voor veel planten en dieren - Bosgroepnieuws - Warm de winter door - Bosbeheer in Lincolnshire (Engeland) - Wetgeving - Cursusaanbod - Brandhoutzoekers België - Belgique P.B. GENT X BC 10132 Jaargang 9 l Nr 4 gesubsidieerd door VU, Jozef Dauwe, p.a. Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent

description

 

Transcript of De bosbode nr 4 2013

Page 1: De bosbode nr 4 2013

Driemaandelijks tijdschrift l oktober-november-december 2013 l Afgiftekantoor Gent X l P509065

informatieblad voor alle boseigenaars

INH

OU

D

- Dood hout brengt leven in het bos

- Dood hout: onmisbaar voor veel planten en dieren

- Bosgroepnieuws

- Warm de winter door

- Bosbeheer in Lincolnshire (Engeland)

- Wetgeving

- Cursusaanbod

- Brandhoutzoekers

België - Belgique

P.B.

GENT X

BC 10132

Jaargang 9 l Nr 4

gesubsidieerd door

VU, Jozef Dauwe, p.a. Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent

Page 2: De bosbode nr 4 2013

CO

LOFO

N

Maak kennis met de bosgroepen

Een bosgroep heeft als doel u als boseigenaar praktische ondersteuning te bieden bij het beheer van uw bos. In een bosgroep zijn vele boseigenaars uit uw streek ver-enigd. Samen met hen kan u vrijwillig meewerken aan een mooie toekomst voor het Vlaamse bos.“Baas in eigen bos”, dat is het basisprincipe van de bos-groepen. De bosgroepen informeren adviseren en orga-niseren, maar u beslist steeds zelf over het beheer van uw bos.

Wat heeft de Bosgroep zijn leden te bieden?

GRATIS DIENSTVERLENING

1. Informatie De bosgroep beantwoordt uw persoonlijke vragen over de technische, wettelijke en

financiële aspecten van bosbeheer. U kunt ook deelnemen aan theorie- en praktijkcur-sussen in verband met bosbeheer.

2. Advies op maat van uw bos U kunt een afspraak maken voor een terreinbezoek aan uw bos. Het resultaat is een

beheeradvies op maat van u en uw bos. 3. Hulp bij uw bosadministratie De bosgroep helpt u bij het aanvragen van subsidies en kapmachtigingen. Ook het

opstellen van een bosbeheerplan kan begeleid worden.

DIENSTVERLENING TEGEN VERGOEDING

1. Betaalbare bosarbeid U kunt een aanvraag indienen om tegen een voordelige prijs onrendabele werken

in uw bos te laten uitvoeren. Voorbeelden zijn: bestrijding woekerende exoten, vrijstellen van jonge aanplantingen, onrendabele dunningen en hakhoutbeheer, aanleg van een bosrand,… De juiste tarievenlijst dient u bij uw bosgroep op te vra-gen.

2. Organisatie van beheerwerken De bosgroep coördineert de beheerwerken bij meerdere boseigenaars samen zodat

ze voor bos en eigenaar efficiënter en goedkoper worden. Wilt u werken uitvoeren in het bos dan kan de bosgroep die organiseren. U kunt deelnemen aan de gezamenlijke houtverkoop van de bosgroepen indien u hulp wenst bij de verkoop van bomen die u wenst te kappen.

3. Cursussen en excursies De bosgroepen organiseren jaarlijks tal van cursussen zoals ‘kettingzaag, bosmaaier,

houten constructies, enz. Leden kunnen hieraan deelnemen tegen een voordelig tarief.

Uw bos, onze zorg

Jaargang 9– nr 4

De bosbode is een tijdschrift van de drie Oost-Vlaamse bosgroepen

RedactieHans Scheirlinck, Sylvie Mussche, Maarten Decoene, Jakob Derks, Kristof De Rous, Karen Dequidt

FotografieCover: Hans ScheirlinckHans Scheirlinck, Sylvie Mussche, Maarten Decoene, Jakob Derks, Kristof De Rous, Frederic van Haaren, Martin Winnock, Fotolia

Lay-outKoloriet – Leefdaal

DrukParys Printing N.V – Evergem

PapierDeze publicatie werd gedrukt op kringlooppapier ‘Reprint’

Oplage9 000 exemplaren

Verantwoordelijke uitgeverJozef Dauwep.a. Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzwWoodrow Wilsonplein 29000 Gent

Raad van bestuur BONGedeputeerde Jozef Dauwe, Leen Meersschaert, Frans De Jonghe, Ingrid Puylaert, Jozef Van Eeckhout, Nicole Van Duyse, Pierre d’Alcantara, Maurits Adriaenssens, Guy Bonsecour, Kristien Dierick.Raad van bestuur MOVGedeputeerde Jozef Dauwe, Jan Verbeke, Marc Dilewyns, Francis De Beir, Geert de Visscher, Kris Janssens, Willy Van Hoey, Dirk Abbeloos,Werner Pycke, Steven Roosen, Jozef Wittouck, Norbert Van StichelRaad van bestuur VADGedeputeerde Jozef Dauwe, Willy Bauwens, Johan Detemmerman, Raoul D’Hoossche, Paul Lievens, Pierre Depoorter, Jozef Van Crombrugge, Jan Van Huffel, Peggy Van Laethem, Paul Vanderroost

Uw gegevens werden opgenomen in een databank die wordt beheerd door de Bosgroep. De gegevens in deze databank zullen enkel worden gebruikt in het kader van de werking van de Bosgroep en niet voor andere doeleinden. Indien u niet wenst dat uw gegevens in deze data-bank zijn opgenomen of indien u uw gegevens wenst te wijzigen, kunt u dit steeds doorgeven aan de Bosgroep.

Page 3: De bosbode nr 4 2013

3

Word gratis lidHet feit dat u dit tijdschrift ontvangt betekent niet auto-matisch dat u lid bent. Iedere boseigenaar die dit wenst kan gratis lid worden van de bosgroep die actief is in zijn streek.Uw lidmaatschap geeft recht op de dienstverlening van de bosgroep. Het lidmaatschap houdt geen verdere ver-plichtingen in.

Digitale BosbodeWil u graag papier besparen en wenst u de Bosbode enkel nog digitaal te ontvangen? Graag een seintje aan uw bosgroepsecreteriaat!

Wenst u vrijblijvend advies en hulp bij het beheer van uw bos? Contacteer ons:• Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw p.a. Provincie Oost-Vlaanderen – Dienst Milieubeleidsplanning Woodrow Wilsonplein 2 - 9000 Gent Tel. 09/267 78 60 [email protected] Coördinator: Sylvie Mussche

• Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw p.a. Provincie Oost-Vlaanderen – Dienst Milieubeleidsplanning Woodrow Wilsonplein 2 - 9000 Gent Tel. 09/267 78 60 [email protected] Coördinator:

• Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw Veemarkt 27 - 9600 Ronse Tel. 055/21 62 80 [email protected] Coördinator: Hans Scheirlinck

Woord voorafBeste boseigenaars en bosliefhebbers,

In deze periode van het jaar zijn vele onder u bezig

met het aanplanten van bomen en leggen zo mee de

fundamenten voor een nieuw hoofdstuk in het bos-

verhaal dat we sinds mensenheugenis aan het schrij-

ven zijn. Ook in de geschiedenis van de Bosgroepen

breekt een nieuw hoofdstuk aan. Vanaf begin 2014

zal de Provincie instaan voor de structurele onder-

steuning en aansturing van de bosgroepen. Zoals ik

u reeds vroeger meedeelde, kunnen de bosgroepen

en hun leden-boseigenaars rekenen op mijn volle

steun en zal ik mij blijvend inzetten opdat de huidige werking in

de toekomst kan worden voortgezet. Alleen door samenwerking

kunnen we immers meer en beter bos en natuur in Oost-Vlaande-

ren realiseren. Verscheidene concrete voorbeelden van geslaagde

samenwerkingen tussen Provincie en private eigenaars zijn er on-

der andere binnen het project ‘Gestroomlijnd Landschap’. In een

viertal pilootgebieden in Oost-Vlaanderen worden de krachten

gebundeld om, in onderling respect en met professionele onder-

steuning, te komen tot een mooier landschap met meer en beter

bos en natuur.

Bij het doornemen van deze Bosbode zal u merken dat de Bos-

groepen de voorbije maanden niet hebben stil gezeten. Talloze

realisaties en deelname aan activiteiten tonen aan dat Oost-

Vlaamse boseigenaars zich blijvend inzetten voor ons dierbaar

bospatrimonium. Het artikel over ‘Dood hout’ laat u ontdekken

hoe u mits in achtname van een aantal kleine aandachtspunten

nog meer kunt doen voor de natuur in uw bos. In het verslag

over de studiereis naar Engeland leest u hoe ze daar met zeer

analoge problemen als de onze te kampen hebben. Steeds leerrijk

om te zien hoe ze die daar aanpakken. De Bosgroepen zijn volop

aan het bekijken hoe ze ook volgend jaar terug cursussen, zoals

het veilig gebruiken van kettingzaag, kunnen aanbieden aan de

leden-boseigenaars. Meer concrete info hierover vindt u in een

volgend nummer.

Ik wens u veel leesplezier!

Jozef Dauwe

Voorzitter Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

Voorzitter Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw

Voorzitter Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw

Page 4: De bosbode nr 4 2013

Belang voor biodiversiteitIn ons land is het belang van dood hout uitgebreid onderzocht. Daaruit blijkt dat zo’n 600 soorten paddenstoelen en 1.350 soorten kevers zijn betrokken bij het vol-ledig opruimen van hout. Dood hout bruist dus van leven. Larven van kevers, vliegen, muggen en rupsen van nacht-vlinders doen zich te goed aan het rot-tend hout. Parasitaire wespen gebruiken op hun beurt deze houtkeverlarven om er een ei in te leggen; maar ook vogels, zoals spechten, houden van deze lek-kernij. De gangetjes die de larven maken in het hout worden bewoond door bijen en wespen en wanneer er grotere holen in de stam ontstaan, kunnen er zich ook

vogels, eekhoorns, marters en vleermui-zen in nestelen. Tenslotte gebruiken ook mossen en korstmossen het dood hout als groeiplaats.

Dood hout is naast voedsel ook een ide-ale schuilplaats voor veel dieren. Denk maar aan amfibieën zoals de pad en de vuursalamander, die overdag verscholen zitten onder een stuk hout. Ook voor pis-sebedden en andere kleine beestjes is dood hout levensafhankelijk omwille van de ideale vochtomstandigheden die ze daar vinden. Wetenschappers schatten dat niet minder dan 20% van alle soorten in het bos rechtstreeks van hout leven, en nog eens 20 tot 30% onrechtstreeks (bij-

voorbeeld insecteneters die houtkevers eten). Het opruimen of verbranden van dood hout halveert de rijkdom aan soor-ten in het bos.

Wetgeving en veiligheidVoorgaande toont aan dat dood hout een belangrijke woonplaats en voedsel-bron is voor talrijke levende organismen. Daarom wordt bij bosbeheer meer en meer voorzien dat een minimale hoeveel-heid onaangeroerd blijft. De criteria voor duurzaam bosbeheer hanteren daarbij de richtwaarde van 4% van het totale volu-me, zowel staand als liggend dood hout, of een verdubbeling van de hoeveelheid dood hout binnen de planperiode van een beheerplan. Die criteria zijn verplicht voor alle bossen (openbaar of privé) die in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) liggen. In bosbeheerplannen wordt dus

4

Dood hout

Holle boom © Eric Vanbeek

én van de meest in het oog springende aspecten van een natuurlijk bos is de grote hoeveelheid dood hout. Het voorbeeld bij uitstek is het oerbos Bialo-

wieza op de grens van Wit-Rusland en Polen, ongeveer 130 m³ dood hout aanwezig per 400 m³ hout. In de Vlaamse bossen was tot voor enkele decennia dood hout zeer schaars. Vrijwel al het gekapte hout werd gebruikt, inclusief de takken. Bovendien paste men overwegend laagdunning toe (= enkel verwijderen van kleine, onderdrukte en af-stervende bomen), waardoor er nauwelijks dode bomen in de bossen aanwezig waren. Vandaag wordt de belangrijke ecologische rol van dood hout erkend en zien we een toename ervan. Dood hout is voor heel wat mensen een doorn in het oog: het oogt slordig, vuil en ge-tuigt van slecht vakmanschap. Op het eerste gezicht lijkt er tevens een lagere houtop-brengst en financieel verlies mee gepaard te gaan. Sommige eigenaars laten dood hout opzettelijk liggen of staan. Want dood hout brengt leven in het bos!

Onder een stuk rottend hout kan je in de Vlaamse Ardennen wel eens een vuursalamander spotten

© Vildaphoto

Page 5: De bosbode nr 4 2013

5

extra aandacht geschonken aan maatre-gelen die als doel hebben de hoeveelheid dood hout te verhogen.

Het percentage dood hout in natuurlijke bossen kan 30% bedragen (cfr. Bialowie-za). In vergelijking hiermee is 4% weinig.

Rekening houdend met andere aspecten van duurzaam bosbeheer is het niet rea-listisch om alle bossen in Vlaanderen te beheren als natuurlijke bossen. Ook de andere functies, zoals economische drijf-veren en recreatie, moeten in rekening gebracht worden.

Als u dode bomen wilt laten staan uit ecologische overwegingen, dient u re-kening te houden met veiligheidsaspec-ten. Een dode boom langs een openbaar pad is geen goed idee. Tegen een dode boom te midden van uw bos en ver van bestaande wegen daarentegen, kan nie-mand bezwaar hebben. Onveilige dode bomen worden best gekapt. Hiervoor is steeds een kapmachtiging nodig. Alleen een zeer dringende kapping - om veilig-heidsredenen - kan uitgevoerd worden zonder machtiging. Deze kapping moet wel binnen de 24 uur schriftelijk gemeld worden aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), samen met bijhorende motivatie.

Beheer van dood houtVia het vakblad Silva Fennica meldt het INBO (Instituut voor Natuur- en Boson-derzoek) dat er tegenwoordig meer oude bomen en dood hout zijn in Vlaanderen dan de laatste 500 tot 1000 jaar ooit het geval is geweest. Goed nieuws dus! Het bewijst bovendien dat het op natuurlijke elementen gerichte bosbeheer vruchten begint af te werpen. Als direct gevolg hier-van stijgt het aantal planten en dieren die op of in oude bomen en dood hout leven. De echt zeldzame soorten, die zich dik-wijls moeizaam verspreiden, laten echter nog wat op zich wachten. De aanwezig-heid van oude bomen in de onmiddellijke omgeving kan een groot verschil maken.

Hoeveel dood hout is nu eigenlijk nodig voor een positief effect op de biodiversi-teit? In zeer oude bosreservaten, waar de natuur zijn gang kan gaan, is tussen de 15 en 20% van het aanwezige hout dood. Voor een duurzaam beheerd bos waar men meerdere doelstellingen nastreeft, volstaat een hoeveelheid dood hout van 5 à 15 m³ per hectare om tot een rijker ecosysteem te komen.

Hoe pakt u nu als boseigenaar de zaken praktisch aan? Een goede start: verwijder niet al het hout uit uw bos. Bij een velling kunnen de takken blijven liggen. Stron-ken uitfrezen is een overbodige kost en niet meer van deze tijd. Bij het achterla-ten van hout is het overigens geen goed idee gericht dood hout te gaan stapelen op schrale plaatsen. De daaropvolgende verrijking van de bodem is funest voor paddenstoelen en organismen die ge-bonden zijn aan schrale situaties.Een tweede mogelijkheid is stervende bomen, die bijvoorbeeld overschaduwd zijn door succesvollere soortgenoten, te laten staan. Zij zullen de sterke groeiers toch niet meer hinderen. In bosbouw-kundig opzicht mogen ze blijven staan. Zelfs bij een kapping van brandhout kan

men overwegen om enkele van deze bo-men met rust laten. In het bijzondere de bomen met holtes, veroorzaakt door rot-ting of spechten, zijn voor de natuur ui-termate interessant. Deze holtes bieden gelegenheid aan holenbroeders om een nest te maken. Nadat de stambasis gerot is, vallen ze om en bieden schuilgelegen-heid aan insecten en amfibieën. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld bij het verwijderen van exoten zoals Ame-rikaanse vogelkers, een deel laten liggen nadat ze zijn geveld. Wanneer er behoefte is aan staand dood hout, worden ze soms geringd: de bast wordt rondom rond weg-gehaald waardoor de boom sterft. Hou er wel rekening mee dat dit niet kan zonder kapmachtiging!

Een vierde mogelijkheid is werken met langere bedrijfstijden. Dat wil zeg-gen dat bomen ouder mo-gen worden vooraleer ze worden gekapt en het be-stand verjongt. Dit zorgt niet alleen voor dikkere bomen met een interes-sante schors en meer hol-tes, maar ook voor meer kwaliteitshout dat relatief meer opbrengt dan veel dunne stammetjes.

Conclusie: Dood hout doet leven. Als u de natuur een warm hart toedraagt, tracht in de mate van het mogelijke, te zorgen voor voldoende dood hout in uw bos. Mits enige creativiteit hoeft dit geen extra veiligheidsrisico’s met zich mee te brengen en kan dit perfect samen gaan met duurzame (brand)houtproductie. Het kost nauwelijks iets en uw boseco-systeem zal er wel bij varen.

Tekst is gebaseerd op artikel van

Jeroen Heyman en Geertje Meire

in BOSgROEP nr. 22 (2013)

brengt leven in bosDood hout

Boomholtes zijn favoriete plekjes voor boommarters

© Jan van de Greef

Page 6: De bosbode nr 4 2013

Dood hout bevat veel leven en ver-schillende planten en dieren zijn

ervan afhankelijk. In wat volgt wordt die-per ingegaan op een aantal organismen, waarvoor dood hout van levensbelang is voor hun overleven.

ZwammenSchimmels, waartoe de zwammen be-horen, zijn zonder twijfel de belangrijk-ste houtafbrekers. Ze spelen dan ook een cruciale rol in het bosecosysteem. Het aantal soorten in deze groep is zeer groot, op wereldschaal vermoedelijk meer dan anderhalf miljoen. In Vlaan-deren zijn momenteel meer dan 5000 soorten gekend, maar het zijn er waar-schijnlijk nog een paar 1000 meer. Veel soorten zijn klein en onopvallend en voer voor specialisten.

De meeste zwammen groeien op ster-vend of dood hout. Nog geen 100 soor-ten zijn gekend als parasiet. Deze soor-

ten hebben de mogelijkheid ontwikkeld om gezonde bomen binnen te dringen en deze voedingsstoffen te ontnemen, zodat de boom verzwakt of sterft. De ho-ningzwam is er zo een. Hij verschijnt in de herfst in dichte bundels aan de voet van bomen.

De meeste soorten zullen pas toeslaan als de boom al verzwakt is door bijvoor-beeld droogte of een grotere wonde. Veel soorten blijven op de boom staan, ook als die al gestorven is en veranderen dus van strategie. Soorten die op dood hout of ander afgestorven materiaal le-ven, worden saprofyten genoemd. De tonderzwam is hier een voorbeeld van. Het is een zwakteparasiet op diverse loofboomsoorten, die na het afsterven van de boom als saprofyt voortleeft.

Zwammen nemen een verscheiden-heid aan vormen aan. De eenvoudigste schimmels zijn microscopisch klein. En-kele soorten zwammen vormen een ge-

leiachtige massa. De naam verrast dan ook niet: trilzammen. Gekend bij zowat iedereen zijn houtzwammen die een hoed vormen die zijdelings uit het hout groeit. Voorbeelden zijn het elfenbank-je, de tonderzwam en de oesterzwam. Tenslotte zijn er de zwammen die een hoed op een steel plaatsen. Veel soorten groeien op de bodem, maar een aantal komt ook op hout voor, zoals de honing-zwam, de bundelzwam en de zwavelkop.

KeversHet Instituut voor Natuur en Bos On-derzoek (INBO) heeft in 2010 onderzoek gedaan naar kevers in het Zoniënwoud en Meerdaalwoud. In het Zoniënwoud werden 568 soorten kevers gevonden. Daarvan zijn 236 soorten aan dood hout gebonden. In het Meerdaalwoud werden 495 keversoorten genoteerd, waarvan er 180 houtbewonend en houtetend zijn. Onze bekendste en tevens grootste doodhoutkever is het Vliegend Hert.

6

Bundelzwam en zittende zwammen © Eric Vanbeek en Jeroen Heyman

De water- en bosvleermuis leven in boomholtes © Bosgroep Noord-Hageland

onmisbaar voor veel planten en dieren

Page 7: De bosbode nr 4 2013

Deze inheemse kever is zeer zeldzaam in Vlaanderen. Bekend in de oren klin-kende kevernamen zijn: de letterzetter, te vinden op de fijnspar en de iepen-spintkever. Daarnaast zijn er nog boktor-ren, houtboorders, boorkevers, pracht-kevers, klopkevers,… De lijst is in feite eindeloos. Nog vermeldenswaardig is de wilgenhoutrups, die 10 cm lang kan worden!

VleermuizenDood staand hout met grotere holtes vormt een belangrijke slaap- en over-winterplaats voor diverse vleermui-zensoorten. Ook kunnen boomholtes dienst doen als kraamkolonie. De wa-tervleermuis, ruige dwergvleermuis en rosse vleermuis zijn typische boom-bewonende vleermuissoorten. Ook de franjestaart, baardvleermuis en gewone grootoorvleermuis, worden regelmatig in bomen aangetroffen. Ze maken zowel gebruik van spechtenholtes, als van ge-wone rottingsgaten. In de regel bewonen

ze bomen van 80 jaar of ouder, maar er zijn altijd uitzonderingen: een populier heeft vaak al na 50 jaar geschikte holtes. Waar holle bomen ontbreken, zijn soor-ten als de watervleermuis en de rosse vleermuis meestal afwezig.

Uit diverse studies, uitgevoerd zowel in binnen- als buitenland, blijkt dat vleermuizen in ongeveer 90% van de gevallen volgende bomen met holten verkiezen: zomereik, wintereik, beuk en Amerikaanse eik. Als u dergelijke dikkere bomen kapt, hou dan in het achterhoofd dat dit belangrijke bomen zijn voor vleermuizen en dat er op dat eigenste moment een kraamkolonie in de boom aanwezig kan zijn. Zonder bomen met holten is een groot deel van de inlandse vleermuizen tot uit-sterven gedoemd. Reden te meer om eens een dikke dode boom te laten staan. En als er nog geen holten aan-wezig zijn, dan zullen de spechten de boom wel weten te vinden.

VogelsBoomholten zijn niet enkel belangrijk voor vleermuizen, ze zijn minstens even belangrijk voor tal van vogelsoorten, zoals de boomklever en verschillende mezen: koolmezen, pimpelmezen, mat-koppen en glanskoppen. Zij worden be-concurreerd door spreeuwen. De boom-klever probeert deze concurrentie te snel af te zijn door vroeg in het voorjaar een nestholte met modder en klei te verklei-nen, zodanig dat de spreeuwen er niet in kunnen. Grotere holten worden dan weer gebruikt door de bosuil, steenuil, holenduif en kauw.

De ultieme holenbroeder is degene die zelf zijn holtes maakt: de specht. Bij ons zijn er een zestal soorten als broedvo-gel aan te treffen. Vooral de grote bonte specht en de zwarte specht zijn verant-woordelijk voor een groot aantal holtes.

Tekst is gebaseerd op artikel van Jeroen Heyman en Geertje Meire in BOSgROEP nr. 22 (2013)

7

De water- en bosvleermuis leven in boomholtes © Bosgroep Noord-Hageland

De matkop is een holenbroeder © Bendiks Westerink

Het vliegend hert, onze grootste doodhoutkever © Els Brandehorst

onmisbaar voor veel planten en dieren

Page 8: De bosbode nr 4 2013

8

Opstart nieuw boscomplex Vallei Moervaart & Zuidlede

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

In december organiseert BON een in-formatievergadering voor de boseige-naars van het boscomplex Vallei van de Moervaart & Zuidlede. Het nieuwe boscomplex is gelegen op grondgebied van Moerbeke en Lokeren. Het is een prachtig gebied met veel afwisseling tussen weilanden & bossen. Grote delen van het boscomplex zijn gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk en in het Natura 2000 Netwerk omwille van hun grote waarde voor de natuur.Het is de bedoeling om met de geïnte-resseerde boseigenaars een gezamenlijk uitgebreid bosbeheerplan op te maken.

Bent u eigenaar in het gebied en bent u geïnteresseerd om naar de informatie-vergadering te komen? Laat het ons we-ten en wij bezorgen u een uitnodiging!

Is het nodig dat in uw bos bomen gekapt worden? Mogelijks staan de bomen te

dicht bij elkaar, en kan een dunningskap verbetering brengen? Of misschien zijn de bomen in uw bos wel kaprijp en mogen ze allemaal gekapt en vervolgens heraange-plant worden? Voor hulp hierbij, kunt u bij de bosgroep terecht.

Waarom bomen kappen?Om zeer uiteenlopende redenen kan het nodig zijn om bomen in uw bos te kap-pen. Hieronder een lijstje van de meeste voorkomende : • Dunningskap : de bomen staan te

dicht bij mekaar waardoor de kro-nen zeer klein zijn. Hierdoor hebben alle bomen te weinig ruimte om te groeien. Door de mooiste bomen te

kiezen en deze meer ruimte te geven om te groeien krijg je een mooier & waardevoller bos op alle gebied. Dit betekent dat een deel van de bomen gekapt moet worden. Dit noemen we een dunningskap

• Eindkap/kaalkap : soms zijn bomen op een leeftijd dat ze niet veel meer bijgroeien en dus kaprijp zijn. De ei-genaar kan er dan voor kiezen om alle bomen te kappen en een nieuwe aan-planting te voorzien. Dit noemen we een eindkap of kaalkap.

• Hakhoutkap : sommige bossen be-staan uit bomen die min of meer struikvormig groeien en meerdere stammen op 1 stronk hebben. Deze bomen worden regelmatig (om de 10 à 15 jaar) in de winter afgezaagd en lopen het seizoen erna spontaan terug

uit. Deze vorm van beheer noemen we hakhoutbeheer. Dit beheer wordt ook regelmatig toegepast aan bosranden waar het niet wenselijk is om bomen te laten doorgroeien in de hoogte.

OPROEP : Hulp nodig bij het organiseren van een kapping in uw bos?

Afbakening (rode stippen) van het boscomplex Vallei van de Moervaart & Zuidlede

Machinaal kappen van bomen met een harvester

Page 9: De bosbode nr 4 2013

9

Hoe kun je zo’n kapping organiseren?Als u zelf tijd en kennis heeft van het vel-len van bomen, kunt u de nodige kap-pingen in uw bos wellicht zelf uitvoeren. Maar mogelijks heeft u die tijd en kennis niet, en wil u beroep doen op een bedrijf om uw bomen te kappen?In beide gevallen is het startpunt voor een goed beheer steeds om doordacht te beslissen welke bomen gekapt moeten worden en deze aan te duiden en op te meten. Dit noemen we met een vakterm het ‘schalmen’ van de bomen. Kunt u de kapping niet zelf uitvoeren, dan kunt u uw bomen verkopen. Eens u weet hoeveel en welke bomen gekapt moeten worden, kunnen de bomen ‘op stam’ verkocht worden aan een houtkoper of exploitant. De houtkoper koopt de bomen zoals ze in het bos staan, en zorgt na de verkoop dan voor het vellen en afvoeren ervan.

Wat kan de bosgroep voor u doen?De bosgroep kan u altijd van dienst zijn met een gratis terreinbezoek om advies te geven en met u te overleggen welke werken in uw bos nodig zijn. Tijdens dat terreinbezoek maken we met u concrete afspraken over hoe we u verder kunnen helpen. Hiervoor sluiten we indien nodig ook een overeenkomst met u af.Boseigenaars die dat wensen, kunnen via de bosgroep hun bomen laten schalmen door een externe firma. Tarieven hiervoor zijn afhankelijk van het type kapping dat zal gebeuren. Het aanduiden van een dunning met toekomstbomen en rui-mingspistes bv. kost de eigenaar € 135 per ha incl. btw. Eigenaars die dit wen-sen kunnen evt. ook zelf schalmen en/of een cursus volgen om dit te leren. Na het schalmen kan de bosgroep voor u bereke-nen hoeveel hout ongeveer in de te kap-pen bomen zit (= kuberen).Jaarlijks organiseert de bosgroep voor de boseigenaars een gezamenlijk houtver-koop op stam. De volgende houtverkoop van BON zal plaatsvinden op het einde

van de lente van 2014. De geschalmde bospercelen worden ingedeeld in hout-loten afhankelijk van de boomsoort, de ligging, de hoeveelheid en de afmetingen van de bomen. De houtloten en de ver-koopsvoorwaarden worden allen opgeno-men in een catalogus, die de bosgroep per post verstuurt aan erkende kopers en exploitanten. Deze kunnen een bod uitbrengen en op de verkoopdag wordt beslist aan wie de houtloten verkocht worden. Na de verkoop volgt de bosgroep samen met de eigenaar de werken op. Voor deelname aan de houtverkoop op stam, betaalt de boseigenaar 10% van de netto opbrengst van de houtverkoop aan de bosgroep. Voor eindkappen van popu-lier van meer dan 100 m³ per lot, betaalt de eigenaar 5%.

Waarom zou u beroep doen op de hulp van de bosgroep?Er zijn tal van redenen waarom het voor u interessant kan zijn om de hulp van de bosgroep in te roepen voor het organise-ren van een kapping. De meest voor de hand liggende : • Misschien weet u niet goed hoe eraan te

beginnen? De bosgroep zet u op weg…• Het samenvoegen van meerdere, kleine

bospercelen tot 1 houtlot zorgt ervoor dat de kapping efficiënter en rendabel kan gebeuren

• De bosgroep helpt u gratis bij het aan-vragen van de nodige vergunningen

• Professionele en kwaliteitsvolle onder-steuning bij het uitvoeren van de werken

OPROEPMoeten in uw bos bomen gekapt worden en heeft u interesse om deel te nemen aan de houtverkoop op stam van de bosgroep? Neem dan voor 20 december 2013 contact op om een afspraak voor een terreinbezoek te maken!

U hoeft uiteraard niets uit uw mouw te schudden, maar heeft u een klacht over het werk van de bosgroep, dan horen wij het graag van u. Voor ons is een klacht immers de mogelijk-heid om iets dat fout loopt te her-stellen en te verbeteren. Zo kunnen we onze werking steeds verbeteren en vermijden we dat we in de toe-komst terug dezelfde fouten maken.Met klachten kan u bij ons terecht op de volgende manier: - per post kunt u uw klacht richten

aan Meldpunt Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw, p.a. PAC Het Zuid, Dienst Milieubeleids-planning, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent.

- een klacht via e-mail kunt u rich-ten aan [email protected].

U kunt steeds rekenen op een dis-crete en correcte afhandeling van uw klacht.

Wenst u ons te contacteren ?Bosgroep oost-Vlaanderen noord VzW

P.a. Provincie Oost-Vlaanderen

Dienst Milieubeleidsplanning

Woodrow Wilsonplein 2

9000 Gent

Tel. 09/267 78 60

[email protected]

Coördinator: Sylvie Mussche

Heeft u een klacht over onze

bosgroep?

In dit grove dennenbos is een dunning nodig om de mooiste bomen meer groeiruimte te geven.

Page 10: De bosbode nr 4 2013

10

Het laten kappen van bomen uit uw bos is vaak een noodzakelijk beheer-

werk. Door uw hout te verkopen verdient u er bovendien ook iets aan. Een goede voorbereiding van de houtverkoop en de exploitatie van de bomen is echter essenti-eel. Daarom organiseert de bosgroep voor zijn leden jaarlijks een gezamenlijke hout-verkoop. De volgende houtverkoop zal georganiseerd worden in de loop van het voorjaar van 2014.

Wat zijn de verschillende stappen van de gezamenlijke houtverkoop?1. Advies over nut houtkappingBij een bezoek aan uw bos informeert de bosgroep u over de kaprijpheid van uw populieren of de voordelen van een dun-ningskap in een gemengd bos.Er wordt een eerste inschatting gemaakt van de waarde van uw bomen en de aan-dachtspunten bij exploitatie.2. Aanvraag noodzakelijke vergunning Om uw kaprijpe bomen te mogen kap-pen, dient u eerst een kapmachtiging aan te vragen bij het Agentschap voor Natuur en Bos (Vlaamse overheid). De Bosgroep

helpt u de kapmachtiging correct aan te vragen.3. Aanduiden en opmeten te kappen bomenDe bosgroep leert u correct de bomen op te meten en aan te duiden of zoekt contact met een geschikte professionele derde om dit voor u te doen. U ontvangt nadien een overzichtelijk rapport met de berekende volumes te koop aangeboden hout.4. Opmaken en verspreiden houtcatalogus Alle gegevens van de bomen die te koop worden aangeboden worden gebundeld in een houtcatalogus die wordt verspreid onder alle houtkopers actief in de streek. De houtcatalogus bevat ook de verkoops-voorwaarden die de rechten en plichten van koper en verkoper vastleggen. Ze wer-den uitgewerkt door alle bosgroepen sa-men en zijn juridisch getoetst om de bos-eigenaar zo goed mogelijk te beschermen.5. Houtverkoop De Bosgroep organiseert een verkoops-dag. Geïnteresseerde houtkopers moeten die dag hun bod op uw bomen bekend maken. Uw bomen worden verkocht aan de hoogste bieder tenzij dit bod niet vol-doet aan een vooraf afgesproken mini-mumprijs.

6. Exploitatie verkochte bomen De Bosgroep volgt de uitvoering van de exploitatie op en beoordeelt deze op het terrein. Exploitanten storten een schade-waarborg bij de Bosgroep. Deze wordt pas vrijgegeven als de exploitatie correct beëindigd werd.7. Tarief voor deelname Deze dienstverlening van de bosgroep wordt u aangeboden tegen een commis-sie van 5% op de opbrengst van de hout-verkoop met een minimum van 150 euro en een maximum van 500 euro (excl.Btw)

Doe mee aan de gezamenlijke houtverkoop en geniet van vele voordelen • Minder administratieve lasten• Betere prijzen voor uw bomen • Duidelijk vastgelegde afspraken met

de houtkopers/exploitanten • Opvolging van de exploitatie met aan-

dacht voor de gemaakte afspraken en kwaliteit van het werk

Contacteer de bosgroep vóór Nieuwjaar voor meer informatie.

Oproep gezamenlijke

houtverkoop 2014

Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen

Page 11: De bosbode nr 4 2013

11

Schapenwol: alternatieve wildbescherming?

Ook in ons werkingsgebied kan reewild schade veroorzaken in een jonge

bosaanplanting. Er zijn heel wat metho-des beschikbaar op de markt om de jonge boompjes te beschermen. Afhankelijk van de gekozen methode zijn deze echter vaak nogal kostelijk, brengen ongemakken met zich mee en ook bij hun effectiviteit zijn er soms vraagtekens te plaatsen. Tijdens een excursie van de bosgroepco-ordinatoren bij onze collega-bosbouwers ten zuiden van de taalgrens kregen we een low-tech alternatief te zien. Daar ge-bruikten ze, met bevredigend resultaat, schapenwol in jonge naaldhoutaanplan-tingen, om de boompjes te beschermen tegen reeschade. Er wordt gebruik ge-maakt van onbewerkte en ongewassen wol. Het is de geur van het schaap die in de wol hangt die de reeën afstoot. Mensenhaar en hondenhaar blijken ook effectief, alleen zijn deze iets minder vlot verkrijgbaar. Ook heeft schapenwol als voordeel dat het vlotter aan te bren-gen is. De wol wordt aangebracht in de maand maart, en dit wordt de eerste 3 jaar na aanplanting herhaald. Bij voor-

keur wordt de wol aangebracht op een zijscheut, zodat deze zeker niet kan in-groeien in de stam.

Wat ze in Wallonië kunnen, kunnen wij ook! En daarom heeft de bosgroep in het voorjaar van 2013 geëxperimenteerd op 3 verschillende herbeboste percelen in en rond het Kravaalbos te Aalst. Een ideale locatie voor dit experiment aan-gezien de reeën hier talrijk voorkomen. In deze percelen werd er telkens voor gekozen om een deel van het plantsoen te beschermen met hoge wildbescher-mingsnetjes. Het plantsoen dat geen netje kreeg werd voorzien van een pluk schapenwol. In het begin was het even zoeken hoe je het plukje het best beves-tigt aan het boompje. Al snel werd het duidelijk dat het meest efficiënt is om een los knoopje te maken met de pluk wol. Met een beetje oefening ga je op die manier toch redelijk snel vooruit, en komt de wol ook niet los bij een sterke wind. Gewapend met een zak wol om de schouder moet het op die manier moge-lijk zijn om ongeveer 200 boompjes per uur te voorzien van een plukje wol.

Net als in Wallonië lijken bij ons de re-sultaten van dit beperkte experiment positief uit te vallen. Er is in de aanplan-tingen maar een beperkte hoeveelheid wildschade aan te treffen en dit ondanks het feit dat bij elk bezoek aan de percelen meerdere reeën werden waargenomen in de omgeving. In een van de aanplantin-gen zijn er heel wat wildbeschermings-netjes losgekomen van het plantsoen. Opvallend is dat het voornamelijk deze boompjes zijn die veegschade hebben, en in mindere mate de boompjes die nooit een netje hadden, maar wel voor-zien werden van een plukje wol. We zijn dus optimistisch, maar het uitgevoerde experiment is niet op voldoende grote schaal uitgevoerd om te kunnen spreken

van echt betrouwbare resultaten. Onze collega’s van de bosgroep Zuiderkem-pen hebben ook geëxperimenteerd. In hun werkingsgebied lijken de resultaten voorlopig iets minder positief. Zo troffen zij regelmatig boompjes aan die afge-beten waren net boven de wol. Ook de manier van aanbrengen van de wol is be-langrijk. Als dit niet goed gebeurt gaat de wol makkelijk vliegen met de wind. In elk geval is het wel het proberen waard! De schapenwol is makkelijk gratis of tegen een beperkte vergoeding te verkrijgen. De enige nodige investering is enkele uren tijd om de wol aan te brengen. En zeg nu zelf, wat is er meer rustgevend dan op een mooie lenteochtend met een zak wol door het bos te lopen om je boompjes te beschermen?

Boseigenaars die na het lezen van dit artikel geïnteresseerd zijn om ook met schapenwol aan de slag te gaan kunnen terecht bij de bosgroep voor meer infor-matie. Indien u ook schapenwol gebruikt als wildbescherming, hou ons dan zeker op de hoogte van de resultaten!

Wenst u ons te contacteren ?Bosgroep Midden oost-Vlaanderen VzW

P.a. Provincie Oost-Vlaanderen

Dienst Milieubeleidsplanning

Woodrow Wilsonplein 2 - 9000 Gent

Tel. 09/267 78 60

[email protected]

Page 12: De bosbode nr 4 2013

12

Op dinsdag 30 juli ging er een delegatie van geïnteresseerde boseigenaars van de Oost-Vlaamse bosgroepen richting Libramont voor de tweejaarlijkse bos-bouwbeurs. Voor sommigen was het de eerste keer, voor anderen een vaste tra-ditie. We ontmoetten er de collega’s van Bosgroep Zuidwest Brabant, om gegidst de dag door te gaan. Stevig schoeisel was een vereiste, niet enkel om de bos-wegen te bewandelen en de demonstra-ties van dichtbij te kunnen beschouwen, maar vooral om het traject aan 5 kilome-ter machines vlot te kunnen stappen.

Traditioneel is de Demo Forest een spek-takel voor de machineliefhebber; van kleinere modellen voor de huis-tuin-keu-kengebruiker tot megamodellen voor de industrie. Of het nu om vellen, bo-demfrezen, hakselen, chippen of klieven ging, er stonden diverse firma’s met elk hun eigen sortiment en techniek, met bijhorend prijskaartje. Of alles inzet-baar/rendabel is voor de Vlaamse bosei-genaar, laten we hier in het midden… Er waren verschillende demo’s, o.a. met de ‘harverster’, een boomoogstmachine, die aantoont dat niettegenstaande de vele paardekracht in combinatie met een zwaar machinegewicht, de bosbodem

in belangrijke mate gevrijwaard blijft van verdichting door o.a. de behendig-heid van machine, de vakkennis van de bestuurder en de brede banden met de daarbij horende lage druk per vierkante centimeter. De gevelde (naaldhout)bo-men worden vervolgens met een ‘for-warder’ uit het bos gereden, zodat de sporen beperkt blijven tot de uitrijpistes.

Minder lawaai maakten de 1 pk’s, de trekpaarden, die samen met hun men-ner de strijd aangingen met verschil-lende collega’s om op een uitgestippeld traject een boom te slepen zonder de hindernissen te raken. Een geluidloos spektakel dat op veel bijval kon rekenen. Wat 50 jaar geleden dagelijkse praktijk was, is vandaag de dag vooral traditie en nostalgie. Alhoewel in sommige gevallen (vb. sterk hellende terreinen en kleinere stammetjes) de moderne technologie nog steeds niet op kan tegen de effici-ente behendigheid van het trekpaard. Dat niet enkel de zware pk’s nodig zijn om bomen en bij uitbreiding bossen te beheren bewezen de behendige boom-klimmers, die door middel van touw, klimgordel en een carabiner binnen de kortste keren in de boomtop stonden.

De organisaties betrokken in het bosbe-heer waren ook van de partij: het Depar-tement de la Nature et Forêt (tegenhan-ger ANB in Wallonië), de universiteiten, de Koninklijke Belgische Bosbouwmaat-schappij en La Cellule d’appui à la pe-tite forêt privé. Deze laatste organisatie werd recent opgericht met als doel be-taalbaar advies te geven aan Waalse bos-eigenaars met beperkte bosoppervlakte. Er kon gepraat worden met de medewer-kers en informatie uitgewisseld met de collega’s. Kortom een boeiende en geva-rieerde dag voor de bosbouwliefhebber. Geïnteresseerd om eens mee te gaan? Zet het alvast met stip in uw agenda: 28-29 juli 2015!

Van 1 tot 300 pk – van traditie naar spitstechnologie

Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Verslag bezoek Libramont

Har

vers

ter

aan

het

wer

k

Grote ‘chippers’ worden steeds vaker ingezet voor

verhakselen van takhout tot biobrandstof

Page 13: De bosbode nr 4 2013

Via het project ‘Gestroomlijnd Land-schap’ wil de Provincie Oost-Vlaanderen de bestaande initiatieven rond waterbe-heer, biodiversiteitsbehoud, landschaps-herstel en zachte recreatie beter op elkaar afstemmen zodat deze elkaar ver-sterken. Eén van de pilootgebieden waar gewerkt wordt aan een herwaardering van de waterloop en een versterking van de verbinding van bos- en natuurgebie-den is de Maarkebeekvallei in Maarkedal en omgeving. Op 20 oktober namen bij-na 300 geïnteresseerden en buurtbewo-ners deel aan één van de activiteiten om kennis maken met een aantal projecten die in de voorbije periode gerealiseerd werden. Dankzij de steun van de Pro-vincie kon ook de Bosgroep een aantal boseigenaars helpen bij hun ecologisch bosbeheer. Hieronder alvast een tweetal voorbeelden die ook aan bod kwamen op de wandeling die de Bosgroep orga-niseerde op 20 oktober in de omgeving van de Pauwelsbeek (Etikhove).

Het eerste voorbeeld kadert binnen het ‘Poelenproject’ dat al enkele jaren loopt bij de Bosgroep en ondersteund wordt door de Provincie. In het najaar van 2008 werd in de omgeving van de Waar-debroeken op grondgebied Etikhove een poel aangelegd. In samenspraak met de betrokken boseigenaar werd de poel gegraven in een drassige zone van een graslandje grenzend aan de bosrand. Op amper twee jaar tijd ontwikkelde de poel zich tot een prachtig natuurlijk bio-toop voor amfibieën en watergebonden insecten. Het aanpalend grasland wordt jaarlijks gemaaid waarbij het maaisel wordt verwijderd. Op die manier ver-armt de bodem waardoor de rijkdom aan (bloeiende) planten toeneemt. Het maaibeheer zorgt er echter ook voor dat het landbiotoop voor amfibieën structuurrijker wordt. Dit voorjaar wer-den, bij inventarisatie van de poel, 30 exemplaren van alpenwatersalamander aangetroffen en meer dan 20 volwassen exemplaren van vinpootsalamander! Een mooi bewijs dat kleine ingrepen de aanwezige natuurwaarden in belangrijke mate kunnen versterken.

Een ander mooi voorbeeld van hoe bos-eigenaars in de Maarkebeekvallei de aanwezige natuurwaarden helpen ver-sterken is er één van bosuitbreiding. De voorbije jaren legden de boseigenaars uit de regio ruim 15 ha nieuw bos aan en leverden daarmee één van de groot-ste bijdragen tot een versterking van het bosareaal in de Maarkebeekvallei. Zo besliste begin 2007 een boseigenaar om, met hulp van de Bosgroep, een ge-mengd loofbos aan te planten van ruim

3 ha. Door het grote hoogteverschil in het terrein (ruim 35 m!) kon een gedi-versifieerd bos worden aangelegd. Als hoofdboomsoort werd gekozen voor zomereik bijgemengd met soorten zoals beuk en winterlinde op de hoger gelegen plaatsen. De drassige zones werden be-plant met soorten zoals zwarte els, wilg, grauwe abeel en es. Deze laatste is in-middels jammer genoeg aangetast door de essenziekte. Door de aanleg van een poel en het niet beplanten van ruim een kwart hectare werd gekozen voor maxi-male structuurdiversiteit. Dit werd nog versterkt door de aanplant van bijna een halve kilometer bosranden met soorten zoals Gelderse roos, rode kornoelje, sleedoorn, meidoorn, lijsterbes en haze-laar. Na 7 groeiseizoenen heeft de aan-plant zich ontwikkeld tot een waardevol biotoop en toevluchtsoord voor heel wat fauna.

Meer info over het project ‘Gestroom-lijnd Landschap’ vindt u op www.oost-vlaanderen.be/gestroomlijndlandschap

13

Wenst u ons te contacteren ?Bosgroep VlaaMse ardennen tot dender VzW

Veemarkt 27 - 9600 Ronse

Tel. 055/21 62 80

[email protected]

Coördinator: Hans Scheirlinck

Boseigenaars zetten schouders onder Gestroomlijnd Landschap

Aanleg van de poel in 2008 – Waardevol biotoop in 2010

Bosaanplant na 1 groeiseizoen (2007) toestand in 2010 – Waardevol jong bos nu

Page 14: De bosbode nr 4 2013

14

Niet iedereen heeft echter zo veel ge-luk. Tal van dieren brengen noodge-dwongen de winter door in open lucht. Maar niet allemaal. Sommigen weige-ren zich neer te leggen bij een bestaan als dakloze…

De boom in

Zoals op vele vlakken spelen bomen ook hier weer een niet te onderschat-ten rol. Het leeuwendeel van de holtes die hier aan te treffen zijn, bevinden zich immers in bomen. Afgezien van de grotten van Han zijn er in ons land wei-nig ondergrondse spelonken te vinden. Dieren die graag binnen blijven, doen dus meestal een beroep op bomen.

Holtes zijn meestal te vinden in kwij-nende bomen. Bij sommige soorten treedt holtevorming sneller op dan bij andere. Zachtere houtsoorten als wilg,

berk en populier kunnen al na 30-45 jaar gelijkenissen met emmentaler

vertonen, eik en beuk na 80-120 jaar en grove den pas na 140-200 jaar.

Holtes in bomen kunnen op vele ma-nieren ontstaan: rotting, afstervende

Warm de winter doorDe herfst is in het land. Na een schier

eindeloze zomer hebben de regen-wolken dan toch hun intrede gedaan. Een t-shirt en korte broek volstaan niet meer om je warm te houden tijdens een boswandeling. Bij wijlen is het zo drassig dat de laarzen het moeten afleggen tegen de pantoffels, frisse boslucht tegen een warm haardvuur en regendruppels tegen een warme chocomelk. Kortom: het jaar-getijde waarin een mens de voordelen van een huis naar waarde leert schatten.

Page 15: De bosbode nr 4 2013

15

schors, stamschade, plakoksels of spechten gaten.

In de vorige editie van de Bosbode stond de specht in de kijker. Spechten zijn de projectontwikkelaars van het bos. Geen ander dier creëert even veel woongelegenheid als deze bedrijvige vogels. Vooral de grote bonte specht en de zwarte specht zijn verwoede hakkers. Deze laatste maakt gaten tot 50 cm diep, wat geschikte nestplaat-sen oplevert voor grotere dieren zoals marters. De kleine en middelste bonte specht en groene specht hakken vooral gaten in zacht of rot hout. De draaihals is uitzondering binnen de spechten-familie, want hij maakt zelf helemaal geen holenDe bouwwoede van de specht betekent nochtans niet dat de mens bij de pak-ken moet blijven neerzitten. Ook wij kunnen een positieve rol spelen in de immobiliënsector der natuur. Waar er zich weinig geschikte bomen bevinden of waar spechten afwezig zijn, kunnen nestkasten een welkome bijdrage le-veren om de krapte op de dierenvast-goedmarkt op te vangen. Hierna volgt een greep uit het gamma van dieren die geen neen zeggen tegen wat menselijk mededogen.

Vogels

De steenuil is een typische holenbroe-der. Traditioneel is dit kleine uiltje voor-namelijk aan te treffen in oude knotwil-

gen of hoogstamfruitbomen. De beste manier om hem een handje te helpen, is dus om zelf knot- of fruitbomen aan te planten. Als alternatief kan een lang-werpige nestkast, bevestigd aan een tak, uitkomst bieden. Ook de bosuil bewoont holle bomen. Zijn ideale nest-kast lijkt meer op het klassieke model, maar dan wel in groot formaat. De kerk-uil broedt meestal in oude gebouwen, en vereist weer een ander type nestkast, met een grote invliegopening.

Graag geziene nestkastbewoners zijn de mezen: koolmees, pimpelmees, kuif-mees, zwarte mees, matkop en glans-kop. Zij vinden ook in kleine tuintjes hun gading, en hebben ook genoeg aan een kleine boomholte om in te wonen. Hetzelfde geldt voor de boomklever. Dit vogeltje metst de toegang van de holte dicht met modder tot enkel hijzelf er nog doorkan. Zo beschermt hij zichzelf en zijn familie tegen grotere ongewens-te indringers. Als bescherming tegen marters, kat-ten en andere grote roofdieren kan een nestkast uitgerust worden met een “balkon” (zie figuur verder). Dit type nestkast biedt ook een betere bescher-ming tegen slagregens.

Zoogdieren

Warme schuilplaatsen zijn uitermate belangrijk voor dieren die een win-terslaap houden, zoals vleermuizen, slaapmuizen, egels en amfibieën.

Vleermuizen zijn voor hun bestaan af-hankelijk van beschikbare boomholtes. Sommige soorten zijn eerder gebonden aan grotten, oude gebouwen of verlaten ijskelders, maar vele andere soorten ge-bruiken enkel bomen als verblijfplaats. Dit is vooral het geval bij de rosse vleer-muis, bosvleermuis, watervleermuis en bechsteinsvleermuis. Daarnaast zijn er nog zeven soorten die traditioneel bo-men gebruiken als zomerverblijfplaats, en vier soorten die sporadisch in boom-holten schuilen. Voor vleermuizen zijn er verschillende types nestkasten te ver-krijgen in de handel. Wegens het door-gaans kleine formaat zijn deze vaak te zeer onderhevig aan temperatuurs-schommelingen om echt aantrekkelijk te zijn voor deze diertjes. Een nieuw type nestkast, een kubus van ongeveer 1m3, onderverdeeld met lamellen en hoog in een boom opgehangen, schijnt meer succes te hebben. Iets te groot voor een doorsnee stadstuintje wel-licht. Meer informatie over vleermuizen is te vinden in de eerste Bosbode van dit jaar.

Andere zeldzame zoogdiertjes die ge-baat zijn bij nestkasten, zijn de slaap-muizen. Slaapmuizen zijn zeer kwets-baar omdat ze zeven maanden per jaar grotendeels slapend doorbrengen. Kwalitatieve huisvesting is voor hen dus van cruciaal belang. Bij ons bestaat deze familie uit drie soorten: de eikelmuis, de relmuis en de hazelmuis. De eikelmuis is een cul-tuurvolger, maar gaat het momenteel niet goed met dit gemaskerde knaagdier. Een deel van de oorzaak is het verdwijnen van oude

Page 16: De bosbode nr 4 2013

knotwilgen, houtkanten en vervallen schuurtjes die als schuilplaats kunnen dienen. Voor de kleine hazelmuis zijn hagen en bomen cruciaal om zich door het landschap te kunnen verplaatsen. Wie zelf een nestkast voor slaapmuizen willen installeren in zijn tuin, boom-gaard of bos, kan contact opnemen met het zoogdierennetwerk van Natuurpunt, dat hier momenteel een studie rond uit-voert.

Ook eekhoorns huizen gewoonlijk in boomholtes, maar staan niet weigerach-tig tegen een gezellige nestkast. Deze pluimstaarten zijn trouwens geduchte nestrovers en slaan een eitje of babyvo-geltje als middagmaal niet af!

Hoogtevrees?Nestkasten bevinden zich niet altijd bovenin een boom. Ook dichter bij het middelpunt van de aarde kunnen ze van pas komen. Dieren die niet gezegend zijn met vleugels of een uitzonderlijk klimtalent, hebben ook soms graag een dak boven het hoofd.

Sommigen zijn uitgesproken doe-het-zelvers. Konijnen laten zich door nie-mand vertellen waar ze hun hol moeten graven. Hetzelfde geldt voor vossen, dassen, woelmuizen,…

Andere soorten zijn liever lui dan moe. Ze willen wel liefst droog en warm lig-gen, maar zonder zich de moeite te getroosten om zelf een schuilplaats te bouwen. Voor die minder handige har-ry’s kan het nuttig blijken om kasten of andere schuilgelegenheid te voorzien.

Marterachtigen kraken niet alleen boom-holtes en holen van andere dieren, maar zoeken ook graag hun toevlucht in hout-stapelplaatsen. Laat dus na een dunning in je bos hier en daar hopen takken of stammen liggen. Hermelijn, bunzing, boom- en steenmarter zullen u dankbaar zijn. De das heeft hier geen boodschap aan, die woont immers in een burcht die al generaties lang in familiebezit is.Voor de kleine marterachtigen –wezel, hermelijn en bunzing- blijken marterkas-ten zeer goed te werken. Dit zijn houten kisten, aangebracht onder een houtsta-pel, met vooraan een dwarse toegang

om tocht in de kast te vermijden. Voor elk van de drie soorten moet de marter-kast een ander formaat hebben.

Egels verschansen zich graag onder een stapel snoeihout of bladafval, waar ze lekker warm de winter kunnen doorbren-gen. Een huis voor egels bouwen is niet zo moeilijk: een grote kubus van 30 cm3 als woonkamer, een ventilatieschacht een smallere gang die erheen leidt. Om het geheel een natuurlijker uitzicht te ge-ven en om te zorgen voor extra isolatie, is het aan te raden om het egelhuisje te bedekken met een stapel tak- en bladaf-val. Zorg wel dat de ingang en de ven-tilatieschacht open blijven! Net als vele soorten (slaap)muizen, nemen egels ook genoegen met een omgekeerde bloempot met een toegangsgat.

Wie blijft er dan nog in de kou staan? Dieren die niet kunnen graven, hakken of kappen en te groot zijn om in een nestkast te wonen. De ree bijvoorbeeld. Betekent dit dat een ree het niet erg vindt om natgeregend of ondergesneeuwd te worden? Tuurlijk wel. Ook reeën zoeken graag een beschutte plek op, enkel zal deze zich niet in een boomtop of een houtmijt bevinden, maar eerder onder het bladerdak van een boom of struik. Hiervoor zijn groenblijvende coniferen natuurlijk uitermate geschikt.

16

Page 17: De bosbode nr 4 2013

17

InsectenTen slotte verdienen ook onze zesvoe-tige vrienden wat aandacht. Insectenho-tels zijn van onschatbare waarde voor tal van nuttige diertjes. Bijenhotels voor solitaire bijen bestaan uit holle rietsten-gels, bamboe of stro. Bijen zijn van be-lang voor de bestuiving van de planten in het bos of in de tuin. Houtblokken met gaten er in geboord blijken vooral andere nuttige insecten aan te trekken, zoals lieveheersbeestjes. Bloempotjes gevuld met stro kunnen in een boom opgehangen worden om oorwormen te lokken. De laatste twee soorten zijn uit-stekende bladluisverdelgers.

De handen uit de mouwenTot zover de theorie, nu wat praktijk. Er zijn in de handel tal van nestkasten te verkrijgen, maar er zelf een bouwen geeft toch meer voldoening. Om de actieve lezer op weg te helpen, staat er hieronder een bouwplan voor eenvoudige nest-kast, geschikt voor kleine vogels als mezen, mussen, vliegenvangers en boom-kruipers. Mét balkon als roofdierbescherming! Hang de nestkast zo mogelijk beschut op ongeveer 2m hoogte. De ingang richt je best op het oosten zodat het huisje droog blijft.

dak

balkon

voorkant

achterkant

zijkant links zijkant rechts

bodem

11 cm

15 cm

11 cm

21 c

m

13 cm

21 cm

11 c

m

6 c

m

6 cm

6 c

m17

cm

6 c

m

11 cm

11 cm

11 cm

30 c

m

30 cm

16 c

m

11 cm 1 cm1 cm

1 cm6

cm

21 cm

17 cm

30 c

m

6 cm

achterkan

t

bodem

dak

1 cm

15 cm

dak

11 cm 1 cm1 cm

zijk

ant

lin

ks

zijkant rech

ts

balkon

voorkant

Page 18: De bosbode nr 4 2013

18

De eerste dag werd een bezoek ge-bracht aan het landgoed ‘Morton Hall’ dat 70 ha bos omvat. Bij aankomst wer-den we reeds geconfronteerd met een typische ‘eiland-quarantaine-maatre-gel’, namelijk het ontsmetten van laar-zen na ieder bosbezoek. Op die manier wil men trachten de verspreiding van de essenziekte te voorkomen of min-stens in te perken. Begrijpelijk want 20% van de houtvoorraad in de bossen van het graafschap Lincolnshire bestaat uit es! In dit landgoed streeft men naar een visueel aantrekkelijk, gemengd en ongelijkjarig bos en hanteert men het principe van Continuous Cover Fores-try. Hierbij wordt gewerkt met kleine

Bosbeheer in Lincolnshire (Engeland), verslag van een studiereis

Begin mei staken een 30-tal leden van de Vlaamse bosgroepen het Kanaal

over met bestemming het graafschap Lincolnshire in centraal Oost-England. Onder de deskundige leiding van Inver-de konden enkele unieke landgoederen, bosreservaten en jonge stadsrandbossen worden bezocht. Hieronder alvast enkele indrukken en interessante lessen van tij-dens deze studiereis.

Een bos met eiken van 500 jaar oud, een unicum in Europa!

Page 19: De bosbode nr 4 2013

19 19

verjongingsgroepen waar natuurlijke verjonging aangevuld wordt met aan-planting van kleine groepjes eik, beuk, kastanje en lork. Opmerkelijk is dat er in het licht van klimaatsverandering ook geëxperimenteerd wordt met exo-ten zoals eucalyptus en nothofagus. In tegenstelling tot de Vlaamse boswetge-ving mag in Engeland een inheems bos 20% exoten bevatten en 20% ‘bijna in-heemse soorten’ zoals tamme kastanje. In het eengemaakte Europa blijkt het begrip ‘inheems’ dus nogal verschil-lend te worden ingevuld!

Door het ontsmetten van laarzen na ieder bosbezoek, tracht men in Engeland de essenziekte in te perken.

Aansluitend werd een bezoek gebracht aan het landgoed ‘Thoresby Estate’ dat een overblijfsel omvat van het histori-sche Sherwood Forest. Mede dankzij z’n eeuwenlange functie als jachtdo-mein, konden bomen hier oud worden. Eiken van 500 jaar en meer domineren nu het bos. De volgende generatie bo-men in het bos is ‘slechts’ 200 jaar oud en daarom tracht men de ‘veterane bo-men’ zo lang mogelijk in leven te hou-

den door onder meer hun kroon selec-tief vrij te stellen.

Thoresby Estate dat in totaal 900 ha bos omvat bezit ook een eigen zagerij en schrijnwerkerij. Hierin zijn vijf men-sen tewerkgesteld en is zelfbedruipend. Om de rentabiliteit te verhogen wordt bijna alle loofhout ter plaatse verzaagd tot planken en gedroogd. Inspelend op nieuwe markten, werd recent een grote hakselaar aangekocht waarmee chips worden aangemaakt die verkocht wor-den als biobrandstof.

De ‘spaarpot’, een voorraad luchtgedroogd kwaliteitshout

Net zoals in Vlaanderen is er in die re-gio van England ook grote nood aan bijkomend bos en in het bijzonder aan stadsrandbossen. Een opmerkelijk initi-atief dat we in dit kader bezochten was het ‘Boston Woods Trust’. Deze stich-ting werd in 2001 in het leven geroepen voor de bevolking van het stadje Boston en heeft als doel tegemoet te komen aan de nood aan recreatie: wandelen, fietsen of paardrijden in een natuurlijke

groene omgeving. Bezieler en drijvende kracht achter dit privé-initiatief is de 71-jarige Adrian Isaac die, met hulp van een legertje aan vrijwilligers en sympa-thisanten, een nieuw standsrandbos uit de grond stampte. Inmiddels werd door de Stichting al meer dan 30 ha landbouwgrond aangekocht en bebost, maar het uiteindelijk doel is een veel-voud hiervan te realiseren.Door aanplant van snelgroeiende soor-ten zoals berk, zwarte els en trilpopulier heeft men na een paar jaar al een mooi bosbeeld. Dit wordt later aangevuld met schaduwstruiken zoals hazelaar en kunstmatige introductie van voorjaars-flora zoals boshyacinten en sleutelbloe-men.

Gevarieerd bosbeeld na 10 jaar , aangevuld met hazelaar (kokers) en opgefleurd met aangeplante

boshyacinten en daslook

De Stichting kan slechts rekenen op beperkte overheidssteun (oa subsidies voor bebossing en aanleg wandelpa-den). De grondaankopen kunnen ge-beuren mede dankzij sponsoring door sympathisanten en de inzet van vrijwil-ligers die helpen met aanplanten, on-derhoud en rapen van afval.

Bosbeheer in Lincolnshire (Engeland), verslag van een studiereis

Page 20: De bosbode nr 4 2013

20

De bezoeken aan de reservaten ‘Sni-pedales Country Park’ en ‘Chambers Wood’ maakten duidelijk dat bepaalde natuurwaarden samen gaan met speci-fieke vormen van bosbeheer. Omdat er geconstateerd werd dat een ‘nulbeheer’ of ‘niets-doen-beheer’ leidt tot daling van het vogelbestand heeft de Royal Society for the Protection of Birds, een NGO met meer dan 1 miljoen leden, samen met de Forestry Commision (vergelijkbaar met ANB in Vlaanderen) een pilootprogramma gelanceerd. Dit programma heeft als doel eigenaars te stimuleren en financieel te ondersteu-nen om hun beheer beter af te stem-men op de (potentiële) aanwezigheid van zeldzame vogels, bijvoorbeeld door hakhoutbeheer, bosranden en structuur in het bos.

Het eeuwenoude winterlinde-bos maakt van ‘Chambers wood’ een gebied met bijzondere wetenschappelijke waarde. Onder meer voor de instandhouding van de populatie slaapmuizen die er aanwezig is wordt het traditionele hak-houtbeheer met overstaanders hier ver-der gezet. Het werk wordt uitgevoerd door vrijwilligers in ruil voor het brand-hout. Ter behoud en versterking van de aanwezige natuurwaarden tracht men de aanwezige boskernen te versterken met bosuitbreiding. Zo werd rond dit reservaat 160 ha bosuitbreiding gerea-liseerd en 27 km bosranden aangelegd!

Als afsluiter van de studiereis werd er een bezoek gebracht aan twee private landgoederen. Het eerste, ‘Harrington Estate’ is gelegen in Lincolnshire Wolds Area of Outstanding Natural Beauty (soort beschermd landschap). De eige-

naar heeft drie doelstellingen met zijn landgoed, waarvan de belangrijkste het behoud en waar mogelijk versterking van de schoonheid van het landschap. De jacht staat als tweede op het lijstje, houtopbrengst als laatste. In het kader van deze doelstellingen en ter ere van de 60ste troonjubileum van de Britse koningin Elizabeth II plantte hij in 2012 4 ha nieuw bos aan. De aangeplante boompjes werden allemaal individueel beschermd tegen wildschade. Niet en-kel ree, dam- en edelhert vormen een probleem voor jonge aanplantingen, maar ook muntjakken kunnen heel wat schade aanbrengen. Deze soort is oor-spronkelijk afkomstig uit China, maar heeft zich inmiddels wijd verspreid in Groot-Brittannië. Bij de jacht op munt-jak worden geen honden gebruikt omdat de bovenste hoektanden van mannelijke muntjakken als twee slagtanden naar buiten steken en een gevaarlijk wapen kunnen zijn.

Dit bebossingsproject in ‘Harrington Estate’ werd ook geregistreerd onder de Woodland Carbon Code. Via dit systeem

dat recent werd ontwikkeld in Groot-Brittannië, ontvangen eigenaars een bij-komende vergoeding voor de CO2 die ze vastleggen via de bosaanplantingen die ze realiseren op landbouwgronden.

In het laatste landgoed ‘Handby Estate’ maken we kennis met de problematiek van de grijze eekhoorn. Deze uitheemse soort, ingevoerd uit VS en Canada, zorgt voor heel wat schade. In tegenstelling tot de muntjak heeft hij het niet gemunt op jonge boompjes, maar wel op vol-wassen exemplaren waar de schors over grote oppervlakten wordt afgestript. De stammen van een bestand met mooie toekomstbomen werden tot hoog in de boom aangevreten, waardoor ze nog en-kel bruikbaar zullen zijn voor brandhout. De grijze eekhoorn plant zich zeer snel voort en men tracht, door de dieren te vangen met vallen, de populatie op een aanvaardbaar niveau te houden. Alleen al op dit bosdomein worden gemiddeld 10 eekhoorns per week gevangen. De hoop op een volledige terugdringing van deze uitheemse soort heeft men in Groot-Brittannië al lang opgegeven.

Ter nagedachtenis van hun dierbaren sponseren sym-pathisanten het private initiatief van standsrandbos

Op de achtergrond het aangeplante bos ter ere van ‘Her Majesty the Queen’

De Engelse bosbeheerders zien liever een dode grijze eekhoorn dan een levende.

Page 21: De bosbode nr 4 2013

21

Weetjes uit de boswetgeving : vrijstelling van successierechten voor bos

Ligt uw bos buiten het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)?Als uw bos buiten het VEN ligt, kun-nen uw erfgenamen genieten van een vrijstelling van successierechten indien u beschikt over een goedgekeurd uitge-breid bosbeheerplan (UBP) dat voldoet aan de Criteria voor Duurzaam Bosbe-heer. Deze vrijstelling van successie-rechten betreft de grondwaarde van het bos en de waarde van de houtopstand.

De vrijstelling kan verkregen worden tot maximaal 4 jaar na het openvallen van de nalatenschap.

Welke voorwaarden?Om van de vrijstelling van successie-rechten te kunnen genieten, moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn : 1°. U moet beschikken over een goed-

gekeurd uitgebreid bosbeheerplan volgens de Criteria voor Duurzaam Bosbeheer ten laatste 4 jaar na het openvallen van de nalatenschap.

2°. Het bos moet bos blijven3°. Het bos moet blijven beschikken

over een uitgebreid bosbeheerplan. Als het lopend beheerplan afloopt, betekent dit dat u een nieuw bosbe-heerplan moet (laten) opmaken.

4°. Het beheer dat in het goedgekeurde bosbeheerplan is voorzien, moet ook effectief uitgevoerd worden.

5°. Indien u het bos verkoopt, moet u de nieuwe eigenaar op de hoogte bren-gen van uw genoten voordeel en de voorwaarden die eraan vasthangen.

Wat als u zich niet aan de voorwaarden houdt?De vrijstelling van successierechten wordt toegekend als een vorm van sub-sidie voor een periode van 30 jaar. De vrijstelling wordt uiteraard wel in 1 keer

Weetjes uit de boswetgevingvrijstelling van successierechten voor bos

De bos- en natuurwetgeving in Vlaanderen is complex. Het gebeurt maar al te vaak dat de bosbeheerders door de bomen het bos niet meer zien. Met deze rubriek wil-

len we daar verandering in brengen.Regelmatig krijgt de bosgroep vragen van boseigenaars over hoe het precies zit met vrijstelling van successierechten voor hun bos. Hieronder proberen we duidelijkheid te scheppen.

Page 22: De bosbode nr 4 2013

22

toegekend. Bij niet naleving van boven-staande voorwaarden, kan een deel van het bedrag van de vrijstelling (wordt ver-rekend in de tijd) teruggevorderd wor-den door de Vlaamse overheid.Als de genieter van de vrijstelling van successierechten, het bos verkoopt en de nieuwe eigenaar niet inlicht (zie voorwaarde 5), dan zult u het genoten voordeel mogelijks moeten terugbetalen indien de nieuwe eigenaar zich niet aan de voorwaarden houdt.

Hoe aanvragen?Om de vrijstelling van successierechten te kunnen genieten, moet in de aangifte van de nalatenschap duidelijk aangege-ven worden dat u vraagt om toepassing van artitel 55quater van het Wetboek der Successierechten. Bestaat er op het moment van aangifte al een goedgekeurd UBP, dan moet u bij de aangifte ook het door ANB uitge-reikte attest voegen over het bestaan van het goedgekeurde bosbeheerplan (= het goedkeuringsbesluit van het UBP). In dat geval zal u de vrijstelling onmiddel-lijk genieten.Bestaat er op het moment van de aangif-te nog geen goedgekeurd UBP, dan kunt u er binnen de 4 jaar nog een (laten) opmaken. In dat geval bezorgt u binnen de 4 jaar het door ANB uitgereikte attest

aan het federaal ontvangkantoor en kan u de reeds betaalde successierechten te-rugvorderen.

Ligt uw bos binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)?

Voor bossen gelegen binnen het VEN zijn de voorwaarden enigszins anders. Immers, voor alle onbebouwde onroe-rende goederen gelegen binnen VEN, geldt : 1°. vrijstelling van successierechten2°. Vrijstelling van het Vlaams gedeelte

van de onroerende voorheffingBeide vrijstellingen gelden zonder dat hier bijkomende voorwaarden aan ge-koppeld zijn.

Hoe vraag u aan?De erfgenamen of de dossierbehande-laar dienen hun verzoek tot vrijstelling van successierechten in via een aange-tekend schrijven gericht aan de Vlaamse Belastingsdienst. Daarvoor gebruik je een specifiek formulier. Het attest dat de Vlaamse Belastingsdienst op basis van dit aanvraagformulier aflevert voeg je toe aan het aangiftedossier voor het federale ontvangstkantoor.Dit aanvraagformulier is download-

baar via de website van het Belas-tingportaal Vlaanderen www.onroe-rendevoorheffing.be (doorklikken op ‘successierechten’ en doorklikken op ‘formulieren’) of via de online formu-lierensite van de Vlaamse overheid (http://195.207.182.97/formulieren).Voor het krijgen van de vrijstelling op het Vlaams gedeelte van de onroerende voorheffing, hoeft u niets te onderne-men. Dit wordt automatisch verrekend en is zichtbaar via het formulier van de heffing.

Wat met percelen die door de VEN-afbakening worden doorsneden?Het is perfect mogelijk dat een kadas-terperceel doormidden wordt gesneden door de VEN afbakening. De Vlaamse belastingdienst werkt in dat geval met een lijst per kadasterperceel waarop het percentage gelegen in VEN wordt ver-meld. Enkel voor het gedeelte gelegen binnen VEN kan een vrijstelling verkre-gen worden.

Belang van de fiscale woon-plaatsHet decreet die deze materie regelt en het bijhorende uitvoeringsbesluit zijn enkel van toepassing in het Vlaams Ge-west. Het is dus van belang te weten waar de erflater woont en aan welk ge-west hij successierechten betaalt. Indien de fiscale woonplaats van de erflater ligt in het Brussels Hoofdstedelijk of Waals gewest, kan hij niet genieten van de Vlaamse vrijstelling van successierech-ten. Indien de erflater geen inwoner van Bel-gië is, dan geldt het voorliggende de-creet wel en kan wel om de vrijstelling gevraagd worden.

Meer info? Contacteer uw bosgroep of ga naar www.natuurenbos.be en klik op ‘wetgeving’ en dan op ‘vrijstelling van successierechten’.

Page 23: De bosbode nr 4 2013

23

Zoals reeds enkele malen vermeld in de Bosbode staan de Bos-groepen voor grote veranderingen. Vanaf begin volgend jaar

zal de Provincie Oost-Vlaanderen verantwoordelijk zijn voor de aansturing en financiering van de Bosgroepen. Het Agentschap voor Natuur en Bos zal in de toekomst enkel instaan voor ad hoc ondersteuning door middel van projectfinanciering. Hoe al-les verder geconcretiseerd zal worden, dient de komende weken en maanden nog verder uitgeklaard te worden.

Op het einde van het jaar bezorgden wij u traditioneel een over-zicht van de cursussen die het komend jaar georganiseerd zou-den worden door de Oost-Vlaamse Bosgroepen. Dankzij de vor-mingssubsidies waarover bosgroepen tot voor kort konden over beschikken, was het mogelijk deze cursussen aan zeer democrati-sche prijzen aan te bieden aan de leden-boseigenaars. Op welke manier bosgroepen in de toekomst opleidingen aan hun leden zullen kunnen aanbieden, is momenteel nog niet duidelijk. Dit alles maakt dat de planning van het cursusaanbod 2014 even op zich laat wachten en pas beschikbaar zal zijn in het volgend nummer van de Bosbode. Wij danken u alvast voor het begrip hiervoor.

Cursusaanbod 2014

Page 24: De bosbode nr 4 2013

De bosMarktVia deze rubriek zoekertjes brengen we regelmatig verkopers van brandhout, … en geïnteresseerde afnemers met elkaar in contact. Hierbij beperkt de Bosgroep haar inbreng enkel tot het geven van informatie en advies. De verkoop gebeurt rechtstreeks tussen de verkoper en de geïnteresseerde. Momenteel is bij de Oost-Vlaamse bosgroepen volgende aanbod. Meer informatie is beschikbaar bij de respectievelijke bosgroep.

BRANDHOUTAANBOD

Bosgroep OOST-VLAANDEREN NOORD 09/267 78 60

- Kaprijke (Lembeke), dunning van Grove Den op stam, kostprijs : 5 euro/stère

Bosgroep VLAAMSE ARDENNEN TOT DENDER 055/21 62 80

- Meerbeke (Ninove) te knotten knotbomen. Ervaring vereist. Gratis in ruil voor het werk.- Strijpen (Zottegem) hakhout af te zetten, gratis in ruil voor het werk

ANDERE

Bosgroep OOST-VLAANDEREN NOORD 09/267 78 60

- Stekene, plantsoen van Berk (± 100 stuks) te koop : Maat 1,25 -1,50 meter : € 0,35 per stuk; Maat 1,50 – 2 meter : € 0,50 per stuk Afhalen en uitsteken samen met de verkoper- Stekene, constructiehout Taxus : maat 0,55m tot 1,80m, prijs 120 euro voor alles. Amerikaanse Eik : maat 2 m, prijs 75 euro De balken kunnen ook apart verkocht worden.

Bosgroep MIDDEN OOST-VLAANDEREN 09/267 78 60

- Zaventem, 50 kastanjepalen te koop, 3 m lang, en diameter 8-10 cm Prijs overeen te komen, kan aan huis geleverd worden

BOS TE KOOP

Bosgroep MIDDEN OOST-VLAANDEREN 09/267 78 60

- Erpe-Mere – 0,15 ha in een natuurgebied ‘HolleMeersche’, gelegen langsheen de spoorlijn Denderleeuw-Kortrijk, met bestaande toegangsweg. Contacteer eigenaar : 053/78 37 34

- Dendermonde (Grembergen) – 2 ha, contacteer de eigenaar (zoon) Filip De Blende: 0478/58 27 15.

Bosgroep VLAAMSE ARDENNEN TOT DENDER 055/21 62 80

- Denderleeuw (grens Liedekerke), ter plaatse genaamd “Veldbroeken”, 0,15 ha Wellemeersen- Geraardsbergen (Schendelbeke) 0,74 ha- Zottegem (Erwetegem) 0,19 ha- Haaltert (Denderhoutem) 0,28 ha

Ook uit andere Oost-Vlaamse regio’s krijgen de bosgroepen regelmatig vraag naar brandhout. Meestal van particulieren die bereid zijn om ervoor te werken. Zoekt u als boseigenaar dus naar een goedkope manier om uw hakhout nog eens af te zetten of om kroonhout te laten opruimen: contacteer ons!