De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in...

146
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2003 – 2004 De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europa Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen Frederik Beerens onder leiding van Prof. Dr. Ignace De Beelde

Transcript of De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in...

Page 1: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2003 – 2004

De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europa

Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen

Frederik Beerens onder leiding van

Prof. Dr. Ignace De Beelde

Page 2: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

II

PERMISSION

Page 3: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

III

Woord vooraf

Het schrijven van een thesis vormt het sluitstuk van een academische opleiding. Gelukkig

stond ik voor deze taak niet alleen. Daarom sta ik erop vooraf een aantal mensen te bedanken

voor de steun die ik van elk van hen gekregen heb.

In de eerste plaats wens ik Prof. Dr. Igance De Beelde te bedanken voor zijn fundamentele

bijdrage en constructieve opmerkingen die hij leverde bij de totstandkoming van deze thesis.

Mijn dank gaat ook uit naar Isabelle Dierickx en Inne Remyesen voor de tijd die zij voor mij

vrijmaakten en de tips die ik bij het schrijven van deze thesis van hen heb mogen ontvangen.

Eveneens wil ik alle personen bedanken die meegewerkt hebben aan mijn empirisch

onderzoek. Zonder hun bijdrage was dit onderzoek onmogelijk geweest.

Een speciaal woord van dank gaat uit naar mijn ouders en mijn vriendin Nele voor de steun en

het vertrouwen dat ik van hen gekregen heb tijdens mijn studieperiode.

Frederik Beerens

Mei 2004

Page 4: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

IV

INHOUDSOPGAVE

LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN......................................................................................... VII

LIJST VAN TABELLEN .....................................................................................................................VIII

LIJST VAN FIGUREN........................................................................................................................VIII

0. INLEIDING ......................................................................................................................................... 1

1. SITUERING TOTSTANDKOMING SARBANES-OXLEY ACT............................................... 3

1.1. CORPORATE GOVERNANCE ........................................................................................................... 3 1.2. AMERIKAANSE CONTEXT................................................................................................................ 5 1.3. EUROPESE CONTEXT....................................................................................................................... 8 1.3.1. HET GROENBOEK ........................................................................................................................... 8 1.3.2. EUROPESE AANBEVELING INZAKE WAARBORGING VAN DE KWALITEIT. ...................................... 9 1.4. DE ENRON ZAAK ........................................................................................................................... 10 1.5. REACTIES OP DE ENRON ZAAK..................................................................................................... 12 1.5.1. VANUIT EEN AMERIKAANS STANDPUNT ..................................................................................... 12 1.5.2. VANUIT EEN EUROPEES PERSPECTIEF ......................................................................................... 15 1.6. BESLUIT ......................................................................................................................................... 17

2. BESPREKING VAN DE SARBANES-OXLEY ACT ................................................................. 18

2.1. PUBLIC COMPANY ACCOUNTING OVERSIGHT BOARD............................................................... 18 2.1.1. DE TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN DE PCAOB ........................................................................ 20 2.1.2. INTERNATIONALE POLEMIEK....................................................................................................... 22 2.2. ONAFHANKELIJKHEID VAN DE AUDITOR..................................................................................... 25 2.3. CORPORATE RESPONSIBILITY ...................................................................................................... 29 2.3.1. HET AUDITCOMITÉ....................................................................................................................... 29 2.3.2. VERPLICHTE CERTIFICERING VAN FINANCIËLE RAPPORTEN DOOR DE CEO/CFO....................... 31 2.3.3. BEPERKING OP DE HANDELINGEN VAN BESTUURDERS................................................................ 31 2.3.4. GARANTIEFONDS VOOR INVESTEERDERS .................................................................................... 32 2.4. VERBETERDE FINANCIËLE ONTHULLINGEN................................................................................ 32 2.5. BELANGENCONFLICT VAN ANALISTEN ........................................................................................ 35 2.6. STUDIES EN RAPPORTEN ............................................................................................................... 35 2.7. DE “WHITE-COLLAR CRIME PENALTY ENHANCEMENTS ACT” ................................................. 36 2.8. CORPORATE FRAUDE AANSPRAKELIJKHEID ............................................................................... 37 2.9. NOODZAKELIJKE AANPASSINGEN ................................................................................................ 38 2.10. SAMENVATTENDE TABEL............................................................................................................ 38

Page 5: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

V

3. DE IMPACT VAN DE SARBANES-OXLEY ACT..................................................................... 40

3.1. DE AFDWINGBAARHEID VAN DE SOX IN EUROPA ...................................................................... 40 3.2. VERSCHILLEN IN CORPORATE GOVERNANCE TUSSEN DE EU-LIDSTATEN................................ 41 3.3. IMPACT OP HET AUDITBEROEP..................................................................................................... 45 3.3.1. WELKE EXTERNE AUDITORS VALLEN ONDER DE INVLOEDSSFEER VAN DE SOX........................ 45 3.3.2. DE ONAFHANKELIJKHEID ............................................................................................................ 45 3.3.2.1. De “code of ethics” volgens het IFAC ..................................................................................... 46 3.3.2.2. Inductie van Europese / Belgische wetgeving ten gevolge SOX: de wet Corporate Governance ........................................................................................................................................... 48 3.3.2.3. Impact op de samenstelling van auditfees ................................................................................ 52 3.3.2.4. Auditrotatie............................................................................................................................... 53 3.3.3. DE WERKZAAMHEDEN ................................................................................................................. 57 3.3.3.1. Nieuwe rapporteringsrelatie .................................................................................................... 57 3.3.3.2. Beoordeling van management rapport m.b.t. effectiviteit intern controlesysteem ................... 58 3.3.4. IMPACT OP DE AUDITKOSTEN ...................................................................................................... 61 3.3.5. CONCENTRATIE VAN DE AUDITMARKT........................................................................................ 62 3.3.6. TOEZICHT OP HET BEROEP ........................................................................................................... 64 3.3.7. BESLUIT ....................................................................................................................................... 65 3.4. IMPACT OP DE ONDERNEMINGEN................................................................................................. 66 3.4.1. WELKE BEDRIJVEN VALLEN ONDER DE INVLOEDSSFEER ............................................................ 66 3.4.2. SIGNIFICANTE AANPASSINGEN .................................................................................................... 67 3.4.2.1. Grotere verantwoordelijkheid van bestuurders d.m.v. een certifiëring.................................... 67 3.4.2.2. Het trickle-down effect ............................................................................................................. 69 3.4.2.3. Verplichte oprichting van een auditcomité en de onafhankelijkheid van haar leden............... 69 3.4.2.4. Verplichte aanwezigheid van een financieel expert in het auditcomité.................................... 71 3.4.2.5. Beoordeling van het intern controlesysteem ............................................................................ 73 3.4.2.6. Real-time publicatie van relevante informatie ......................................................................... 73 3.4.2.7. Compliance-software ontwikkeling .......................................................................................... 74 3.4.3. KOSTEN VOOR IMPLEMENTATIE .................................................................................................. 74 3.4.4. IMPACT OP MERGERS & ACQUISITIES......................................................................................... 76 3.4.5. IMPACT OP HET NOTERINGS -OF DELISTINGSGEDRAG VAN ONDERNEMINGEN OP AMERIKAANSE KAPITAALMARKTEN .............................................................................................................................. 77 3.4.6. IMPACT OP NIET-PUBLIEKE ONDERNEMINGEN............................................................................. 79 3.4.7. BESLUIT ....................................................................................................................................... 81

4. EMPIRISCH ONDERZOEK: IMPACT OP HET AUDITBEROEP EN OP HET ONDERNEMINGSLEVEN................................................................................................................ 82

4.1 IMPACT OP HET AUDITBEROEP...................................................................................................... 82 4.1.1. METHODE .................................................................................................................................... 82 4.1.1.1. Enquête naar Belgische bedrijfsrevisoren................................................................................ 83 4.1.1.2. Interviews ................................................................................................................................. 83 4.1.2. STANDPUNT TEGENOVER BELANGRIJKE BEPALINGEN VAN DE SOX........................................... 85 4.1.2.1. Verplichte registratie bij de PCAOB ........................................................................................ 85 4.1.2.2. Verbod om bepaalde niet-auditdiensten nog uit te oefenen ..................................................... 86 4.1.2.3. Verplichte oprichting van een auditcomité dat samengesteld is uit onafhankelijke leden. ...... 87 4.1.2.4. Verplichte auditrotatie ............................................................................................................. 89 4.1.2.5. Beoordeling van het intern controlesysteem ............................................................................ 89 4.1.2.6. Verplichte certificatie door CEO/ CFO van financiële informatie .......................................... 90 4.1.3. BESLUIT ....................................................................................................................................... 91 4.2 IMPACT OP DE EUROPESE BEDRIJVEN .......................................................................................... 92 4.2.1. METHODE .................................................................................................................................... 92 4.2.2. BEPALINGEN DIE ALS GROOTSTE MOEILIJKHEID ERVAREN WORDEN. (TOP OF MIND)................. 94

Page 6: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

VI

4.2.3. WELKE AANPASSINGEN WORDEN ER IN DE PRAKTIJK GEDAAN OM TE VOLDOEN AAN SOX....... 95 4.2.3.1. Met betrekking tot het auditcomité ........................................................................................... 95 4.2.3.2. Met betrekking tot de verplichte certificatie............................................................................. 96 4.2.3.3. Met betrekking tot het intern controlesysteem.......................................................................... 97 4.2.3.4. Met betrekking tot de ethische gedragscode............................................................................. 98 4.2.3.5. Met betrekking tot de bescherming van whistleblowers ........................................................... 98 4.2.3.6. Verbod om leningen te verstrekken aan het management ........................................................ 99 4.2.4. WELKE IMPACT HEEFT SOX IN DE PRAKTIJK GEHAD OP HET DELISTINGSGEDRAG .................. 100 4.2.5. BESLUIT ..................................................................................................................................... 101

5. ALGEMEEN BESLUIT ............................................................................................................... 102

6. BIBLIOGRAFIE ................................................................................................................................I

7. BIJLAGEN .........................................................................................................................................I

Page 7: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

VII

Lijst van gebruikte afkortingen

AICPA: American Institute of Certified Public Accountants

AMEX American Stock Exchange

CEO: Chief Executive Officer

CFO: Chief Financial Officer

CGAA: Co-ordinating Group on Audit and Accounting issues

COSO: Committee of Sponsoring Organizations

d.m.v. Door middel van

ECGI: European Corporate Governance Institute

EU: Europese Unie

FASB: Financial Accounting Standards Board

FEE: Federation of European Accountants

GAAP: Generally Accepted Accounting Principles

GAO: General Accounting Office

HEBR: Hoge Raad van Economische Beroepen

IAS: International Accounting Standards

IASB: International Accounting Standards Board

IBR: Instituut der Bedrijfsrevisoren

IFAC: International Federation of Accountants

m.b.t. Met betrekking tot

NYSE: New York Stock Exchange

Nasdaq National Association of Securities Dealers Automated Quotations

PCAOB: Public Company Accounting Oversight Board

POB: Public Oversight Board

SEC: Securities Exchange Commission

Sec.: Sectie

SOX: Sarbanes-Oxley Act

t.o.v. Ten opzichte van

VK: Verenigd Koninkrijk

VS: Verenigde Staten van Amerika

Page 8: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

VIII

Lijst van tabellen

Tabel 1: Samenvatting Sarbanes-Oxley Act ........................................................................ 39

Tabel 2: EU-lidstaten naar origine van hun wetgeving ...................................................... 42

Tabel 3: Structuur van het bestuursorgaan en werknemersvertegenwoordiging per

lidstaat van de EU .......................................................................................................... 44

Tabel 4: Effectiviteit van de SOX bepalingen t.o.v. de bedreigingen volgens het IFAC . 47

Tabel 5: Niet-audit diensten VS / EU / België...................................................................... 51

Tabel 6: Vergelijking Sec. 302 - 404 – 906 van de SOX...................................................... 68

Tabel 7: Kennis en expertise van bestuurders in Europa................................................... 72

Tabel 8: Kosten om Sarbanes-Oxley Act na te leven .......................................................... 74

Tabel 9: Steekproef opgesplitst naar lidstaat ...................................................................... 93

Tabel 10: Spreiding respondenten volgens lidstaten........................................................... 93

Lijst van Figuren

Figuur 1: Totstandkoming SOX (eigen werk)........................................................................7

Figuur 2: Diensten van auditkantoren (Big 8) als % van de opbrengsten: 1975, 1987-

2002.......................................................................................................................................... 53

Figuur 3: Componenten van interne controle volgens COSO ........................................... 58

Figuur 4: Gemiddelde activa van vroegere Andersen klanten naar hun nieuwe Auditor,

2001-2002......................................................................................................................... 64

Figuur 5: EU bedrijven op NASDAQ / NYSE..................................................................... 67

Figuur 6: Cumulatief % van ondernemingen met een auditcomité in de EU .................. 70

Page 9: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Inleiding 1

0. INLEIDING

De voorbije jaren waren boekhoudschandalen regelmatig voorpaginanieuws in zowel de

nationale als de internationale pers. Denken we bijvoorbeeld aan Lernout & Hauspie, Enron,

Worldcom, Ahold, Parmalat... . Aangezien het onderdeel accountancy en meer bepaald audit

mij het meest interessert binnen het economisch vakgebied leek het mij uiterst boeiend mijn

thesis te maken over de Sarbanes-Oxley Act. Deze wet, die in het kielzog van al deze

schandalen in de Verenigde Staten van Amerika tot stand gekomen is, heeft een zeer actueel

karakter en geniet grote belangstelling in de accountancy literatuur. Deze argumenten hebben

mijn interesse in de Sarbanes-Oxley Act nog meer aangewakkerd.

Gezien de grote schandalen in de Verenigde Staten en de sterk dalende aandelenkoersen was

de uitvaardiging van de Sarbanes-Oxley Act door de regering Bush een paniekreactie om op

korte termijn het vertrouwen op de kapitaalmarkten te herstellen. Of dit een goede keuze was

zal nog moeten blijken. In elk geval had men beter de gevleugelde woorden van politiek

filosoof Montesquieu voor ogen gehouden. “Ne touchons aux lois qu’avec des mains

tremblantes”.

Deze thesis beoogt een grondige bespreking te geven van de bepalingen die binnen de

Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke impacten

van deze wet binnen Europa.

De opbouw van deze thesis bestaat uit twee luiken. Enerzijds een literatuurstudie en

anderzijds een eigen empirisch onderzoek. De eerste drie hoofdstukken vallen onder het eerste

luik. Het laatste hoofdstuk beslaat het verrichte empirisch onderzoek.

In een eerste hoofdstuk wil ik het kader schetsen waarin de Sarbanes-Oxley Act tot stand is

gekomen. Hierbij heb ik zowel oog voor de Amerikaanse als voor de Europese invalshoek.

Dit kader is essentieel voor een goed begrip waarom bepaalde secties in de SOX zijn

opgenomen alsook wat de verschillende impacten (kunnen) zijn.

Het tweede hoofdstuk van deze thesis geeft een uitgebreide bespreking weer van bepalingen

die in de SOX vervat zitten. Hierbij wordt uitgegaan van de wettekst zelf maar worden tevens

de uitgevaardigde Final Rules geïntegreerd.

Page 10: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Inleiding 2

In het derde hoofdstuk wordt vanuit de literatuur nagegaan wat de impact van de Sarbanes-

Oxley Act is (zal zijn) op zowel het auditberoep als op het ondernemingsgebeuren. Hierbij

worden voornamelijk Amerikaanse studies gebruikt gezien het gebrek aan Europese studies

ter zake.

In het vierde hoofdstuk worden de belangrijkste impacten die in de literatuur werden

teruggevonden getoetst aan de praktijk.

Het laatste deel bevat een algemeen besluit van de resultaten van deze thesis. Doorheen de

tekst worden aanbevelingen voor verder onderzoek geformuleerd.

Tot slot wil ik nog enkele opmerkingen maken. Aangezien in de tekst het auditberoep in

verschillende landen wordt bekeken, heb ik getracht een universele benaming te geven aan

personen die belast zijn met de wettelijke controle van de jaarrekening. Ik zal in de hierna

volgende tekst steeds het begrip “externe auditor” gebruiken. Dit om de leesbaarheid te

verhogen en verwarring te vermijden. Voorts wil ik ook vermelden dat ik bij het schrijven van

dit werk zoveel mogelijk gebruik heb gemaakt van wetenschappelijke literatuur

desalniettemin was ik, gezien het recente onderwerp, voor bepaalde informatie genoodzaakt

mij te baseren op websites.

.

Page 11: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 3

1. Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act

In dit eerste deel wordt de situatie geschetst waaruit de Sarbanes-Oxley Act (SOX)

uiteindelijk tot stand is gekomen. Reeds jaren wordt er zowel vanuit de wetgever als vanuit de

ondernemingen veel aandacht besteed aan het concept “deugdelijk bestuur”. Corporate

governance is een begrip dat men de laatste jaren zowat overal ziet opduiken. Fraudezaken

zoals Enron en Worldcom hebben het besef dat er bijkomende maatregelen noodzakelijk zijn

opdat beleggers vertrouwen zouden blijven hebben in de financiële gegevens, versneld doen

toenemen. Als reactie op deze problematiek werd eind juli 2002 de Sarbanes-Oxley Act door

het Amerikaans Congres aangenomen.

In een eerste onderdeel van dit hoofdstuk wil ik het begrip “Corporate Governance” toelichten

vanuit de literatuur. Het tweede en derde onderdeel gaan in op de corporate governance

situatie voor de SOX respectievelijk in de Verenigde Staten van Amerika (VS) en in Europa.

In het vierde onderdeel wordt kort het Enron-schandaal uit de doeken gedaan. Tenslotte wordt

in het laatste onderdeel ingegaan op de reacties, zowel in de VS als in Europa, die ontstaan

zijn naar aanleiding van het Enron schandaal.

1.1. Corporate Governance “Corporate governance” (deugdelijk bestuur) is een concept waarvoor binnen de literatuur

geen eenduidige definitie bestaat. John en Senbet omschrijven het als het hele systeem

waarmee bedrijven gestuurd en gecontroleerd worden. Waarbij dit systeem de rechten en

plichten bepaalt van alle belanghebbenden binnen een organisatie (JOHN & SENBET,

1998,p.372). Cohen & Hanno daarentegen zien corporate governance eerder als ‘oversight

activities’, ondernomen door de Raad van Bestuur en het auditcomité, die de integriteit van

het financieel rapporteringsproces moeten garanderen (COHEN & HANNO, 2000,p.137).

Eigenlijk kan men stellen dat corporate governance te maken heeft met "de juiste dingen doen

en de dingen juist doen". Om het corporate governance in goede banen te leiden zijn er codes

en normen nodig. Deze codes en normen gaan zeer diepgaand in op wat de "juiste dingen"

inzake deugdelijk bestuur inhouden. Minder aandacht is er in heel wat van deze codes voor

"de dingen juist doen" (VAN DEN BERGHE1 L., 1998).

1 Prof. dr. L. Van den Berghe is academisch directeur bij het Instituut voor Bestuurders en is partner van de Vlerick Management school

Page 12: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 4

Volgens Inge Boets bestaat een effectieve corporate governance uit: “Een geïntegreerd

systeem van componenten die elk bijdragen, doch op zich niet volstaan, om het gewenste

resultaat te bereiken (IBR, 2003a).” Zij somt hierbij ook een aantal sleutels op om tot een

effectieve corporate governance te komen:

• “Een onafhankelijke, professionele Raad van Bestuur

• Een pro-actief auditcomité

• Een remuneratiecomité dat de verloning van het management in verhouding brengt

met de creatie van aandeelhouderswaarde

• Een benoemingscomité

• Een robuust intern controlesysteem

• Een gedragscode of ethische code, duidelijke regels en procedures, effectieve

beheersing van risico’s

• Een objectieve en kwalitatieve interne audit functie

• Een onafhankelijke en effectieve externe audit

• Transparante rapportering

• Effectieve communicatie

• Systemen die ervoor zorgen dat resultaten worden gemeten en

verantwoordelijkheden worden toegewezen en opgevolgd (IBR, 2003a).”

Men zal in hoofdstuk twee en drie van dit werk kunnen vaststellen dat de wetgever, zowel de

Amerikaanse als de Europese, op zowat elke sleutel nieuwe wetgevende initiatieven heeft

genomen om tot een striktere en effectievere corporate governance te komen.

Het is voor ondernemingen immers noodzakelijk dat zij zich bewust zijn van corporate

governance. Een goede relatie met alle stakeholders is cruciaal voor de realisatie van

ondernemingsdoelstellingen op lange termijn. Tevens zal een onderneming moeten trachten

de verschillende conflicterende belangengroepen in evenwicht met elkaar te houden. Zo dient

corporate governance een regeling te omvatten m.b.t. de relatie management -

aandeelhouders, een regeling m.b.t. de relatie management - schuldeisers (OOHGE H.,

DELOOF M., MANIGART S., 2002, p.4-5) alsook dient de relatie referentieaandeelhouders

en minderheidsaandeelhouders in balans gebracht te worden (VAN DEN BERGHE L., 1998).

Page 13: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 5

Er wordt vastgesteld dat zelfs Angelsaksische landen die doorgaans pro vrije marktwerking

zijn, normen en codes ontwikkelen om zo de regels van corporate governance te kunnen

afdwingen bij de ondernemingen (VAN DEN BERGHE L., 1998). Desalniettemin was men

tot enkele jaren terug in de meeste landen voorstander van zelfregulering gekoppeld aan

openbaarheid en verantwoording.

Concluderend kan men stellen dat corporate governance het mechanisme is om aan de

stakeholders van een onderneming de zekerheid te geven dat het management deze zaken

onderneemt die in lijn liggen met de wensen van de stakeholders (DAILY, DALTON en

CANNELLA, 2003,p.374). Een onafhankelijk auditcomité als onderdeel van de Raad van

Bestuur enerzijds en een onafhankelijk deskundig oordeel van een externe auditor anderzijds

zijn de mechanismen bij uitstek om de informatieassymetrieën tussen “de principal” en “de

agent” op te lossen.

1.2. Amerikaanse context

Historisch gezien kwam in de VS de nood aan corporate governance pas na de beurscrash van

1929 (SMITH R., 2003, p.2). Daarvoor waren er enkel een aantal financiële

rapporteringsregels bepaald door de beurzen zelf om alles in goede banen te leiden. Dit

volstond niet meer na de beurscrash. Het Congres was er immers van overtuigd dat de

oorzaken van de beurscrash terug te vinden waren in een gebrek aan betekenisvolle

rapporteringsverplichtingen welke de investeerders moesten beschermen (IMHOFF E., Jr. ,

2003, p. 117-118). Net zoals in 2002 was het Congres toen ook van oordeel dat de

economische omstandigheden niet zouden verbeteren zonder het vertrouwen bij het publiek te

herstellen door bepaalde wetten uit te vaardigen. Men kreeg in de jaren dertig een reeks van

wetten die als doel hadden het auditberoep te regelen, om zo het vertrouwen bij het publiek te

herstellen.

“The Securities Act of 1933”, ook wel de “trust in securities” wet genoemd, had voornamelijk

tot doel om investeerders te voorzien in alle relevante en nodige informatie aangaande de

genoteerde aandelen. Tevens verbiedt deze wet elke vorm van onjuiste informatie, misleiding

of enige vorm van fraude bij handel in effecten (SEC, 2004).

Page 14: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 6

“The Securities Exchange Act of 1934” werd uitgevaardigd om het algemeen belang van de

publieke beleggers in de handel van effecten op beurzen en op “over–the-counter market” te

beschermen. Men voerde met deze wet een aantal regels en controlenormen in die transacties

en gerelateerde praktijken met effecten moest regelen. Onder deze transacties werden ook de

transacties door bestuurders, door het management en door hoofdaandeelhouders

gereglementeerd.

Enkele jaren later werd door het Congres nog een andere wet aangenomen om de belangen

van de investeerders verder te verbeteren. Op de website van de Securities Exchange

Commission (SEC2) wordt het hoofddoel van de “Investment Act of 1940” als volgt

omschreven: “The Investment Act of 1940 regelt de organisatie van ondernemingen waarvan

de aandelen aan het publiek worden verhandeld en van beleggingsfondsen die als

hoofdactiviteit het investeren en herinvesteren hebben. Deze wet werd ontworpen om

belangenconflicten zoveel mogelijk te minimaliseren. Tevens verplicht ze de ondernemingen

om hun financiële voorwaarden en hun investeringspolitiek en organisatiestructuur

systematisch mee te delen aan de investeerders. Belangrijk is wel dat de SEC niet gerechtigd

is om de investeringsoperaties van dergelijke ondernemingen te beoordelen (SEC, 2004).” In

bijlage vindt men een overzicht van alle wetsartikels van de “Security Acts van 1933 en

1934” en van de “Investment Act of 1940” die door de SOX zijn gewijzigd, verwijderd of

toegevoegd. (Bijlage 1 en 2)

Na de tweede Wereldoorlog stelt men een stijgende inmenging van de overheid vast in het

economisch leven. Deze jaren werden gekenmerkt door een zwakkere economische groei.

Deze vaststelling, samen met de invloeden van economische denkers zoals F. Hayek en M.

Friedman, zette de regering R. Reagan ertoe aan meer deregulerend op te treden (SMITH R.,

2003, p.4). Dit resulteerde tijdens de jaren negentig in een zeer lange groeifase en stijgende

beurskoersen tot begin 2000. Rony Smidt stelt dat het succes van het Amerikaanse vrije

marktsysteem gestoeld is op drie interagerende componenten, namelijk de markt zelf, het

unieke wetgevend kader in de VS en tenslotte de corporate governance (SMITH R., 2003,

p.6-7).

2 De SEC is een onafhankelijk federaal regulatie orgaan die de bevoegdheid bezit om de vorm en inhoud van financiële rapporten voor te schrijven van de in de VS genoteerde bedrijven.

Page 15: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 7

Tijdens de “bubbel” van de jaren negentig bleken deze drie succesfactoren tekort te schieten3.

Marktpartijen bleken niet zo sceptisch en kritisch ingesteld te zijn. Tevens bleek de informatie

van de “new economy” ondernemingen van inferieure kwaliteit te zijn in vergelijking met die

van de “old economy” (SMITH R., 2003, p.13). Uit de working paper van Min Wu blijkt dat

tijdens de periode 1998-2000 vier maal zoveel bedrijven hun financiële staten dienden aan te

passen dan in de periode 1995-1997 (MIN WU, 2002, p.12-13). De verscheidenheid en de

snel evoluerende regels en normen die beursgenoteerde bedrijven moeten vervullen vormen

een rem op de transparantie. In de periode 2000-2002 stelt men een grotere beïnvloeding vast

van bedrijven in het Congres en bij de Financial Accounting Standards Board (FASB). Dit

brengt de geloofwaardigheid van financiële staten verder in diskrediet (SMITH R., 2003, p.

15). In onderstaande figuur wordt de totstandkoming van de SOX schematisch weergegeven.

Beurscrash ‘29

Security Act of 1933

Security Act of 1934

Investment Act of 1940

Deregulering in de jaren ’80 schuldopbouw bij gezinnen en bij de

overheid

’90 – ’00 BOOM

Crash 2001boekhoudschandalen (Enron, Worldcom)

vertrouwen geschaad

Sarbanes-Oxley Act

Figuur 1: Totstandkoming SOX (eigen werk)

3 Dit kon men achteraf gezien concluderen.

Page 16: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 8

Als conclusie kan men stellen dat de “Security Acts van 1933 en 1934” voor meer dan

zeventig jaar de kapitaalmarkten op een efficiënte manier hebben gereguleerd (IMHOFF E.,

Jr. , 2003, p. 118). Maar de verschillende schandalen rond de eeuwwisseling hebben een

situatie gecreëerd waarin bijkomende acties zich opdringen. Deze drang naar bijkomende

regels is volledig parallel met de drang die men tijdens de Grote Depressie, begin de jaren

dertig ondervond. Het citaat van Harvey J. Goldschmid is kenmerkend: “Out of scandal

comes healing and reform (WALSH C., 2003)”

1.3. Europese context In het Europees kader zijn er in de jaren negentig een aantal initiatieven genomen op het vlak

van corporate governance. Veel van dergelijke initiatieven slaan terug op het reguleren van

het beroep van de externe auditor, aangezien hij door middel van een deskundig oordeel en

door middel van een onafhankelijke certificatie van de jaarrekening een aanzienlijke

toegevoegde waarde levert aan de corporate governance. Zijn werkzaamheden zorgen ervoor

dat de informatieasymmetrie waarmee aandeelhouders, ondernemingsraden en het

maatschappelijk verkeer in het algemeen geconfronteerd worden verkleint. Er dient wel

opgemerkt te worden dat de verwachting bij het publiek omtrent de taken van de externe

auditor kunnen verschillen van hetgeen hij uiteindelijk in de praktijk meent te moeten

verrichten (expectation gap).

1.3.1. Het groenboek In 1996 werd door de Europese Commissie het groenboek: “de rol, de positie en de

aansprakelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant in de Europese Unie

(EU)” uitgevaardigd waarin men een aantal krijtlijnen heeft vastgelegd omtrent deugdelijk

bestuur met de nadruk op het beroep van de externe auditor.

In het eerste gedeelte wordt de rol van de externe auditor beschreven. Daarin wordt duidelijk

vermeld dat de externe auditor geen “exacte” jaarrekeningen moet kunnen voorleggen na een

wettelijke controle, maar dat de jaarrekening in kwestie het getrouwe beeld moet geven. Hier

schuift zich het probleem van een “expectation gap” dominant naar voren wat een negatieve

invloed heeft op de geloofwaardigheid en het prestige van de uitgevoerde controle. Men zal

bij het zetten van auditstandaarden hier ten volle rekening moeten mee houden (HOJSKOV

F., 1998, p.10). Eveneens leeft bij het publiek de misvatting dat de externe auditor de

Page 17: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 9

jaarrekening zou opstellen en er verantwoordelijk voor zou zijn terwijl dit duidelijk tot de

verantwoordelijkheden van de bedrijfsleiding behoort (EU, 1996).

Het tweede gedeelte van het groenboek behandelt de positie van de externe auditor. De

externe auditor dient, overeenkomstig de Achtste Europese Richtlijn, de nodige

vakbekwaamheid en onafhankelijkheid te bezitten. Eveneens dient hij tot een

beroepsorganisatie te behoren die toeziet op de beginselen inzake beroepsethiek en

onafhankelijkheid. De Europese Commissie stelt vast dat er geen uniforme controle door het

toezichtsorgaan in de verschillende lidstaten bestaat (EU, 1996). In de ene lidstaat kent men

een systeem collegiale toetsing terwijl men in de andere lidstaat een speciaal opgerichte

eenheid voorziet om toezicht te houden op de manier waarop externe auditors hun

werkzaamheden vervullen. Een gebrek aan uniforme standaarden voor accountantscontrole

vormt een grote handicap, zowel voor de interne als voor de internationale markt. Men zal

moeten nagaan of de door het International Federation of Accountants (IFAC) ontwikkelde

standaarden voor accountantscontrole niet als basis kunnen dienen voor een

gemeenschappelijke standaard op Europees niveau (EU, 1996, p. 28).

In het derde deel komt de aansprakelijkheid van de externe auditor aan bod. Hierin komt

duidelijk naar voor dat een verduidelijking van de rol en de positie van de externe auditor

bijdraagt tot een betere beoordeling van de externe auditor in het geval hij fouten zou hebben

gemaakt bij zijn controle.

Men kan besluiten dat het groenboek getracht heeft om de “expectation gap” te verkleinen

door een verduidelijking te geven omtrent de rol, de positie en de aansprakelijkheid van de

met de wettelijke controle belaste accountant (EU, 1996). Dit zal de externe auditor een

grotere geloofwaardigheid geven ten opzichte van economische agenten.

1.3.2. Europese aanbeveling inzake waarborging van de kwaliteit.

Om tot de hierboven aangehaalde harmonisatie van de verschillende standaarden voor

accountantscontrole tussen de Europese lidstaten te komen, werd door de commissie op 15

november 2000 een “Europese aanbeveling inzake de waarborging van de wettelijke controle

in de EU: Minimumvereisten” uitgevaardigd. Hierin worden een aantal basisvoorwaarden

opgenomen. Ten eerste dient de bewaking over de kwaliteit van de accountantscontrole te

Page 18: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 10

gebeuren ofwel door middel van collegiale toetsing ofwel door een toezichtsysteem. Ten

tweede worden een aantal vereisten aan de beoordelers van de externe-

kwaliteitsborgingstelsels vastgelegd. Als laatste basisvoorwaarde stelt de aanbeveling voor

om een automatische koppeling te maken tussen de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling en

de tuchtmaatregelen.

Een jaar later wordt door de Federation of European Accountants4 (FEE) een voorstel

geformuleerd om tot internationale standaarden voor audit te komen binnen de Europese

Unie.

De EU nam in het verleden ook initiatieven inzake de onafhankelijkheid van de externe

auditor. De aanbeveling van 16 mei 2002 is hierbij het uitgangspunt. Deze aanbeveling zorgt

ervoor dat de onafhankelijkheid van de externe auditor overal in de EU op een consistente

wijze geïnterpreteerd en aangepakt wordt.

1.4. De Enron zaak

De Enron affaire veroorzaakte eind 2001 een enorme schokgolf binnen de economisch wereld

alsook bij het grote publiek. Enron, één van de grootste energiehandelaars van de VS, haalde

door middel van “special purpose entities5” heel wat activa en passiva van haar balans om zo

haar kredietwaardigheid en haar rendabiliteit te verhogen (THOMAS C.W., 2002, p43).

Ondernemingen speelden veel te vaak het spel van het ongehinderd opdrijven van hun

winsten waarbij al te toegeeflijke accountants en externe auditors meewerkten uit angst om de

zeer lucratieve adviesdiensten bij hun klanten te verliezen.

Enron zag op één jaar tijd zijn marktkapitalisatie met 80 miljard dollar bijgesteld worden. De

Enron affaire maakt duidelijk dat het systeem verscheidene zwakheden bezit. De hele keten

heeft fouten gemaakt: de leiding van het bedrijf, de banken, externe auditors, toezichthouders

4 La fédération des Experts Comptables Européens of The Federation of European Accountants (FEE) vertegenwoordigt het accountancy beroep in Europa. De FEE telt 41 instanties voor professionele accountants in 29 landen. 5 Dit zijn vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die worden opgericht en bestuurd door derden. Door gebruik te maken van special purpose entities kan een onderneming activa en verwante schulden overdragen naar de special purpose entities in ruil voor een interest. Deze kunnen grote sommen geld lenen om activa te kopen of andere activiteiten te financieren zonder dat deze extra schulden of activa op de balans van de ondernemingen moeten worden opgenomen.

Page 19: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 11

en wetgever, analisten en credit agencies, commissarissen en de pers (LANGENDIJK H.,

2002, p. 14).

Zo werden banken als het ware verplicht om te beleggen in partnerships, door Enron opgezet,

om schulden van haar balans te halen. Zoniet zouden deze banken in de toekomst geen

lucratieve contracten voor emissies of advies meer worden toebedeeld door Enron (PRUIJM

R.,2002, p.20).

Ook de externe auditors, meer bepaald Arthur Andersen6, heeft in het Enron dossier heel wat

fouten gemaakt (THOMAS C.W., 2002,p.47). Enron werd door de Amerikaanse

beurstoezichthouder verplicht om haar winstcijfers van de laatste vijf jaar aanzienlijk bij te

stellen wat een zwakke jaarrekeningcontrole laat vermoeden. Tevens kwam de rol van

onafhankelijke externe auditor onder zware druk te staan aangezien Arthur Andersen naast de

externe controle ook heel wat interne boekhouding en consulting werkzaamheden verrichtte

(REINSTEIN A., WEIRICH T., 2002, p.23). Pruijm stelt het volgende: “De affaire Enron

wordt niet langer meer beschouwd als een toevallig incident maar eerder iets wat het gehele

accountantsberoep raakt. De overcommercialisering van het beroep en de vermenging van

belangen wekt in het maatschappelijk verkeer veel wantrouwen op (PRUIJM R.,2002, p. 20).”

Dit wantrouwen was zeer duidelijk zichtbaar op de financiële markten. Elk bedrijf die

mogelijke tekenen van boekhoudkundige onregelmatigheden vertoonde, werd onmiddellijk,

afgestraft op de beurzen.

Men kan zich bij de Enron zaak ook vragen gaan stellen omtrent het zelfregulerend karakter

van het accountantsberoep. Deloitte & Touche stond in voor de controle op de gebruikte

accountingmechanismen door Arthur Andersen. Deze beide kantoren hebben in het verleden

nooit een negatief verslag aan elkaar gegeven. Kwalitatief hoogstaande “peer review7” kan in

twijfel getrokken worden.

Toezichthouders en wetgevers gaan in deze materie ook niet vrijuit aangezien er binnen de

Generally Accepted Accounting Principles (GAAP) geen rekening wordt gehouden met

6 De fouten bij Enron en het later gerechterlijk proces hebben het vertrouwen in Arthur Andersen danig geschaad Op 31 augustus 2002 werd Arthur Andersen ontbonden. Wat meteen een het einde betekende van de “big 5”. 7 Professionele evaluatie van het werk van een collega

Page 20: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 12

nieuwe constructies zoals “Special Purpose Entities” alsook, zoals eerder vermeld, is er geen

goed functionerende “peer review” binnen de Amerikaanse wetgeving.

De onafhankelijkheid van analisten en credit agencies valt te betwijfelen in de Enron zaak.

Klanten van de Merrill Lynch bank werden aangemoedigd om aandelen te kopen die analisten

intern “rommel” noemden (VAN DER MAAREL G., 2002). Een interne analist met

wroeging verwoordde in een e-mail “ Jan Modaal en zijn vrouw verliezen hun pensioen

omdat wij niet willen dat de bestuursvoorzitter van onze cliënt boos wordt” (VAN DER

MAAREL G., 2002).

Ook de pers heeft zijn rol van kritische informatieverschaffer niet naar behoren vervuld. Zij

hebben immers veel te lang gewacht om zich vragen te stellen bij de verschillende acties die

Enron ondernam. Het mysterieus en onverwacht aftreden van de Chief Executive Officer

(CEO) Skilling had hun ertoe moeten aanzetten om deze zaak tot op het bot te onderzoeken

(PRUIJM R.,2002, p. 22).

Concluderend kan men stellen dat de hele keten gefaald heeft. De tekortkomingen van de

commissaris en de accountant schieten er echter wel bovenuit aangezien zij juist zijn

aangesteld om problemen te signaleren en waar nodig is in te grijpen. Het maatschappelijk

verkeer schreeuwde om maatregelen. Hierop was de politiek genoodzaakt een passend

antwoord te geven.

1.5. Reacties op de Enron zaak

De Enron zaak heeft heel wat teweeggebracht. Niet enkel omdat deze zaak veel mensen

getroffen heeft, maar ook omdat er hierdoor een besef is ontstaan dat het huidig systeem geen

afdoende garanties kan bieden voor investeerders. Allerlei wetgevende initiatieven dringen

zich op. In de eerste plaats in de VS omdat zij rechtstreeks met het Enron probleem werden

geconfronteerd. Maar ook in Europa wordt het huidig accountantsysteem onder de loep

genomen.

1.5.1. Vanuit een Amerikaans standpunt Door toedoen van de grote verliezen bij onschuldige investeerders en werknemers,

veroorzaakt door de teloorgang van Enron, kwam er een zware politieke - en

Page 21: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 13

maatschappelijke druk te liggen op de regering Bush. Deze was genoodzaakt diepgaande

maatregelen te treffen tegen elke vorm van onjuist handelen in het economisch verkeer,

teneinde de crash in het vertrouwen van investeerders een halt toe te roepen (speech President

Bush van 30 juli 2002). Zoals ook blijkt uit de verklaring van H. Pitt is de enige doeltreffende

mogelijkheid om deze daling in het vertrouwen te stoppen, zeer snel maatregelen uit te

vaardigen (SEC, 2002a).

Begin februari 2002 kondigde President Bush grondige hervormingen in het pensioenstelsel

aan, om de Amerikaanse werknemers beter te beschermen. Amper een maand later kwam

President Bush met zijn 10 puntenplan naar buiten dat een bescherming moest bieden voor

Amerikaanse aandeelhouders en dat tevens de “corporate responsibility” diende te verhogen

(The White House, 2002). Binnen dit ambitieus plan, die de corporate fraud moet bestrijden,

staan 3 principes centraal: accurate en toegankelijke informatie, management accountability

en de onafhankelijkheid van de externe auditor (The White House, 2002).

“Het 10 puntenplan beslaat volgende zaken:

1. Elke investeerder zou zeker per kwartaal toegang moeten krijgen tot alle relevante

informatie om op basis hiervan een oordeel te kunnen vormen over de risico’s en de

toestand van de onderneming.

2. Elke investeerder zou zeker toegang moeten hebben tot alle kritische informatie.

3. CEO’s zullen persoonlijk moeten instaan voor de oprechtheid, tijdigheid en

getrouwheid van de bekendmakingen, inclusief de financiële verklaringen.

4. CEO’s en andere bestuurders worden niet toegestaan te profiteren van verkeerde

financiële verklaringen.

5. CEO’s en andere bestuurders die duidelijk hun macht misbruiken zouden het recht

moeten verliezen om nog enig mandaat van bedrijfsleider uit te oefenen.

6. Bedrijfsleiders zouden moeten verplicht worden het publiek op de hoogte te stellen

telkens zij, voor persoonlijke rekening, aandelen van het betreffende bedrijf kopen of

verkopen.

7. Investeerders zouden volledig vertrouwen moeten hebben in de onafhankelijkheid en

integriteit van de bedrijfsrevisor van de onderneming.

8. Een onafhankelijk regulatie comité zou moeten verzekeren dat het accountingberoep

steeds aan de hoogste ethische standaarden wordt onderworpen.

Page 22: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 14

9. De accounting standaardzetters zouden moeten een antwoord geven op de noden van

de investeerders.

10. Boekhoudingen van bedrijven zouden moeten worden vergeleken met de “best

practices” in plaats van enkel maar te vergelijken met minimumstandaarden (The

White House, 2002).”

Castellano, voorzitter van de American Institute of Certified Public Accountants (AICPA)

stelt, aansluitend met het 10 puntenplan van President Bush, dat de financiële rapporten het

getrouwe beeld moeten weergeven en dit in alle materiële opzichten (AICPA, 2002, p.3).

“Hieraan zijn drie voorwaarden gekoppeld:

• De rapporten dienen tijdig gepubliceerd te worden

• De staten moeten overeenkomstig de geldende standaarden zijn opgesteld

• Er dienen adequate rapporteringsstandaarden te worden uitgevaardigd om aldus tot

transparante, betekenisvolle informatie te komen (AICPA, 2002, p.3).”

Pitt, toenmalig voorzitter van de SEC, sluit zich in zijn aanbeveling aan de “Committee on

Banking, Housing and Urban Affairs van de Amerikaanse senaat” volledig aan bij de

bevindingen van Castellano. Hoge kwaliteit van de financiële rapporten is volgens Pitt de

noodzakelijke voorwaarde om het vertrouwen te winnen op de kapitaalmarkten (SEC, 2002a).

Hij legt de nadruk op volgende punten:

• Gelijkaardig aan Castellano dient de berichtgeving over beursgenoteerde bedrijven op

juiste manier te verlopen en is het noodzakelijk dat deze informatie tijdig beschikbaar

is. Deze eis vindt men ook terug in de eerste twee punten van het 10 puntenplan van

Bush.

• Het toezicht op het accountantsberoep dient aan strengere regels gebonden te worden.

De SEC moet er op toezien dat de FASB zijn agenda zo opstelt dat het tijdig een

antwoord kan bieden aan de noden van de investeerders en de accountants (SEC,

2002a).

• Corporate governance dient verder aangescherpt te worden. Zo moet het management

mee verantwoordelijk worden gesteld voor de gepubliceerde cijfers. Deze maatregel is

consistent met de verzuchtingen opgenomen onder punt 3, 4 en 5 uit het 10

puntenplan.

Page 23: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 15

Net zoals in punt 7 van het 10 puntenplan beklemtoont Pitt in zijn aanbeveling dat de externe

auditor onafhankelijk moet zijn (SEC, 2002a). Castellano van zijn kant stelt dat het vervullen

van de interne auditfunctie binnen de onderneming of zijn medewerking verlenen bij het

ontwikkelen of het implementeren van een financieel informatiesysteem samen met de

controleactiviteit uitoefenen, de onafhankelijkheid danig kunnen schaden (AICPA, 2002, p.9).

Overeenkomstig het 8ste punt binnen het 10 puntenplan: “Een onafhankelijk regulatiecomité

moet verzekeren dat het accountingberoep steeds aan de hoogste ethische standaarden wordt

onderworpen (The White House, 2002).” Pitt stelt dat het toezicht op het accountingberoep

moet evolueren van een zelfregulerend orgaan naar een publiek toezicht (SEC, 2002a).

In de verklaring van Tweedie8 aan de senaatscommissie benadrukt hij dat men door middel

van een geharmoniseerde internationale standaard, opgesteld door het International

Accounting Standards Board (IASB), veel vlugger tot een hogere kwaliteit en een grotere

transparantie zou komen binnen de financiële verslaggeving. Een standaard opgesteld door

een internationale organisatie zal immers over de hele wereld beter aanvaard worden (IASB,

2002).

De verkleining van de expectation gap zoals hierboven behandeld (cfr. 1.3.1.), is ook

opgenomen in het plan van President Bush onder punt 9: “De accounting standaardzetters

zouden een antwoord moeten geven op de noden van de investeerders (The White House,

2002).”

De conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat de vele aanbevelingen die naar voor

geschoven zijn in het kielzog van de Enron-zaak grotendeels geïncorporeerd zijn in de

Sarbanes-Oxley Act. Niet in het minst is dit vast te stellen in het uitgevaardigde 10

puntenplan van President Bush. Dit zal blijken in de hieronder opgenomen bespreking van de

SOX (Hoofdstuk 2).

1.5.2. Vanuit een Europees perspectief

De affaire Enron werd door bepaalde Europese politici en accountants omschreven als een

louter Amerikaans fenomeen, eigen aan US GAAP, zonder directe impact op Europa (ECGI

8 Sir David Tweedie is voorzitter van de International Accounting Standards Board (IASB)

Page 24: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 16

,2002,p.2). De werkelijkheid is minder extreem. Het Enron schandaal heeft Europa immers de

kans geboden om op een tijdige en weldoordachte manier lessen te trekken uit de vastgestelde

onregelmatigheden bij Enron en om zodoende hervormingen m.b.t. de corporate governance9

door te voeren (ECGI, 2002, p.3).

In een eerste reactie van de EU op de Enron-affaire schuift zij een aantal beleidsvragen naar

voor. De EU formuleert, in haar nota aan de informele raad (Ecofin) van Oviedo van 12 en 13

april 2002, vijf beleidsvraagstukken om in 2005 een efficiënte en concurrentiele kapitaalmarkt

tot stand te brengen.

Ten eerste dient er een allesomvattende en transparantere financiële verslaggeving te zijn. De

Europese Commissie heeft ervoor geopteerd om vanaf 2005 de toepassing van de

International Accounting Standards (IAS10) voor alle beursgenoteerde EU-ondernemingen

verplicht te maken. Dit zal ongetwijfeld leiden tot een grotere mondiale convergentie van

financiële verslaggeving (EU, 2002b, p. 4). Beide argumenten komen ook op de voorgrond in

het Amerikaans debat inzake de bestrijding van de corporate fraud (zie 1.5.1).

Ten tweede wil men een aantal bijkomende regels m.b.t. de wettelijke accountantscontrole

vastleggen. Zo wil men een strenger extern-kwaliteitsborgingssysteem en strengere

onafhankelijkheidsregels van de met de wettelijke controle belaste externe auditor. Een eerste

aanzet hieromtrent werd, zoals eerder al besproken, genomen door de Europese aanbeveling

van 15 november 2000 inzake de waarborging van de kwaliteit (EU, 2002b, p. 5-6). Op 16

mei 2002 publiceerde de Europese Commissie een aanbeveling m.b.t. de onafhankelijkheid

van de externe auditor in de EU. Hierin wordt de nadruk gelegd op objectiviteit en

professionele integriteit.

Ten derde stelt de commissie dat een goed ondernemingsbestuur van vitaal belang is voor de

efficiënte en goede werking van de kapitaalmarkten. Uit de nota blijkt dat de EU tot de

conclusie komt dat ze tot dusver tekort geschoten is om op systematische wijze vraagstukken

te behandelen omtrent goed ondernemingsbestuur (EU, 2002a, p. 6). Een commissie

voorgezeten door Prof. Jaap Winter heeft in dat verband de corporate governance regelgeving

9 Er dient echter wel te worden opgemerkt dat enkele lidstaten waaronder Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittanië en Italië reeds eerder hun nationale wetging ter zake aan het hervormen waren. 10 Deze naam werd later aangepast naar International Financial Reporting Standards (IFRS).

Page 25: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Situering totstandkoming Sarbanes-Oxley Act 17

van de verschillende lidstaten met elkaar vergeleken en op basis hiervan beleidsaanbevelingen

geformuleerd. Naast een aantal algemene aanbevelingen is er ook een reeks van

aanbevelingen omtrent ondernemingsherstructureringen, corporate governance en

piramidestructuren opgenomen in het rapport “A Modern Regulatory Framework for

Company Law in Europe (EU, 2002b, p. 3).”

Ten vierde is er nood aan een grotere transparantie van het internationaal financieel systeem.

De toegenomen complexiteit van financieringsinstrumenten bemoeilijkt een adequaat

toezicht, vooral wanneer deze op niet-gereglementeerde markten verhandeld worden (Nota

aan de informele raad (Ecofin) van Oviedo van 12 en 13 april 2002, p.7).Tenslotte moeten er

ook maatregelen getroffen worden tegen foutieve of misleidende adviezen van financiële

analisten en kredietbeoordelaars.

Naast deze mededeling heeft de Europese Commissie op 2 oktober 2003 een mededeling

gedaan aan de Europese Raad en het Europees Parlement. Uit deze mededeling blijkt dat de

Europese Commissie zich ter dege bewust is dat nieuwe initiatieven noodzakelijk zijn. Het

niet-bindend karakter van de aanbevelingen is immers niet voldoende om tot stringente

normhandhaving te komen in het post-Enron tijdperk. De Commissie heeft zich dan ook

geëngageerd om begin 2004 een voorstel tot modernisering van de Achtste Richlijn in te

dienen (cfr. Infra). Bij deze onderhandelingen zal men ter dege rekening houden met de

aanbevelingen uit het eindrapport van de ‘High Level Group of Company Law Experts’.

1.6. Besluit In dit hoofdstuk heb ik getracht het historisch kader te schetsen waarin de Sarbanes-Oxley Act

tot stand is gekomen. Uit de literatuur blijkt duidelijk dat goede corporate governance een

noodzakelijke voorwaarde is in het maatschappelijk verkeer tussen economische agenten. De

verschillende wetgevende initiatieven in de VS en in Europa m.b.t. goede corporate

governance blijken echter niet opgewassen te zijn tegen schandalen zoals dat van Enron.

Wanneer we naar de VS kijken dan waren, overeenkomstig de situatie in het begin van de

jaren dertig, nieuwe wetgevende initiatieven noodzakelijk om het publiek de nodige

zekerheden te bieden inzake de betrouwbaarheid van financiële informatie om aldus hun

ervaren informatieasymmetrie te verkleinen. Gezien de wereldwijde financiële markten

ondervond men binnen Europa ook een druk om zijn bestaande regelgeving aan te scherpen..

Page 26: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 18

2. Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act Om een goed inzicht te kunnen krijgen in de verschillende invloeden van de SOX op

Europese bedrijven en op het auditberoep, is het noodzakelijk om eerst een grondige

bespreking te geven van de wet zelf. In dit hoofdstuk wil ik daarom een diepgaande

geïntegreerde bespreking geven van de inhoud van de SOX van 2002, de door de Securities

Exchange Commission (SEC) uitgevaardigde aanvullende “Final rules” en de verschillende

kritieken van Europese en Internationale instanties. De SOX betekende binnen de

Amerikaanse wetgeving een grote wijziging. Zo wordt door deze wet de tot dan toe gangbare

wetgeving van de jaren dertig (De “Securities Act of 1933”, de “Securities Exchange act of

1934” en de “Investment Act of 1940”) grondig gewijzigd en aangevuld.

In het eerste hoofdstuk van de wet wordt de oprichting en organisatie van de Public Company

Accounting Oversight Board geregeld. Eveneens wordt er een omschrijving gegeven van de

taken die dit nieuw op te richten orgaan zal moeten vervullen. Het tweede hoofdstuk

behandelt een aantal maatregelen genomen om de onafhankelijkheid van de auditor te

verscherpen. In het derde gedeelte wordt de “corporate responsibility” geregeld. De relatie

auditcomité, auditor en management staat hierin centraal.Verder worden in hoofdstuk 5 tot en

met 9 allerlei corporate governance bepalingen behandeld die vervat zitten in de SOX ook de

sancties bij niet naleving worden er besproken. Het laatste hoofdstuk bevat een tabel die de

verschillende bepalingen van de SOX kort weergeeft en ze in verband brengt met het 10

puntenplan van President Bush.

Bij het lezen van dit hoofdstuk dient men in gedachten te houden dat de wetgeving ter zake

nog in volle evolutie verkeert. De bepalingen die hieronder werden opgenomen zijn

bijgewerkt tot 20 maart 2004.

2.1. Public Company Accounting Oversight Board

Een eerste belangrijke doelstelling van de wet is te voorzien in de oprichting van een nieuw

orgaan namelijk de Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB), ook wel de

Board genoemd. Dit orgaan is samengesteld uit vijf leden waarvan niet meer dan twee leden

een “gecertificeerd publiek accountant” zijn of geweest zijn gedurende vijf jaar. De Board zal

toezien op de audits die uitgevoerd worden bij “publieke ondernemingen” welke onderworpen

Page 27: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 19

zijn aan de “Securities Laws”. De bedoeling is dat de PCAOB toezicht houdt op het

informatieve, accurate en onafhankelijke karakter van de gepubliceerde “audit rapporten” om

zo de belangen van investeerders en het algemeen publiek belang te beschermen. Dergelijk

orgaan is niet nieuw binnen de Amerikaanse context. De PCAOB heeft immers de vroegere

Public Oversight Board (POB) vervangen.

De wet bepaalt dat de PCAOB onder toezicht staat van de SEC en dat ze onafhankelijk moet

kunnen functioneren van de Amerikaanse regering. Alle regels die worden uitgevaardigd door

de PCAOB dienen vooraf te worden goedgekeurd door de SEC. De PCAOB heeft tevens de

plicht om jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden over te maken aan de SEC. Op 25

oktober 2002 heeft de SEC de vijf leden, waaruit de Board is samengesteld, benoemd (SEC,

2002b).

• Charles D. Niemeier (tot 2003)

• Willis D. Gradison Jr. (tot 2004)

• Kayla J. Gillan (tot 2005)

• Daniel L. Goelzer (tot 2006)

De heer William H. Webster werd aangesteld tot voorzitter. Later, op 15 april 2003, besliste

de SEC om de heer William J. McDonough11 tot voorzitter te benoemen, voor een

ambtstermijn tot 2007. Aan deze leden wordt er door de wet een aantal eisen opgelegd. Zo

wordt geëist dat de vijf leden met de nodige kennis ter zake handelen en dat ze volledig

integer zijn. Hun taak als Board lid dienen zij te vervullen op een niet-cumuleerbare fulltime

basis voor een termijn van vijf jaar en dit voor maximaal twee termijnen.

Om zeker te zijn dat er in geen geval getwijfeld kan worden aan de integriteit van de leden

van de Board en aan de werking van de Board als geheel werd er op 30 juni 2003 een ethische

code aangenomen. Deze code slaat zowel op de Board leden als op alle werknemers en

consultants (PCAOB, 2003c,p.10).

11 Hij was tot dan toe voorzitter van de Federal Reserve Bank van New York

Page 28: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 20

2.1.1. De taken en bevoegdheden van de PCAOB

De PCAOB is verantwoordelijk voor de registratie van “public accounting firms12”.

Dergelijke registratie is noodzakelijk voor “externe auditkantoren” aangezien enkel

geregistreerden controleverslagen mogen afleveren of mogen voorbereiden van

ondernemingen die bij de SEC geregistreerd zijn. Dit heeft binnen de internationale context

heel wat stof doen opwaaien gezien de multiterritoriale gevolgen. Hiervoor verwijs ik naar

2.1.2. Internationale polemiek. Deze registratie diende voor Amerikaanse externe

auditkantoren te gebeuren voor 23 oktober 2003 en voor buitenlandse extern auditkantoren

werd een uitstel regeling getroffen13.

Volgens Prof. Karel Van Hulle wou men met een algemene registratieplicht vermijden dat

Amerikaanse externe auditors zich buiten de VS zouden gaan vestigen en van daaruit alsnog

te ontsnappen aan de toepassing van de SOX (Gesprek Prof. Karel Van Hulle, Brussel, 2

maart 2004).

Het probleem is echter wel dat een dergelijke registratie grote gevolgen heeft(cfr.Infra). De

externe auditkantoren worden immers verplicht heel wat informatie over te maken aan de

PCAOB. “Het te registreren extern auditkantoor is wettelijk verplicht om volgende informatie

mee bekend te maken:

• Een lijst van alle bedrijven waarvoor men een controleverslag zal publiceren en

van diegenen waarvan men verwacht dit te doen in het lopende jaar.

• Een lijst van ontvangen “fees” voor niet auditdiensten gecategoriseerd per

onderneming.

• Een verklaring over hun kwaliteitscontrole beleid omtrent boekhoud - en

auditactiviteiten.

• Een lijst van al hun personeel dat betrokken is bij accounting en auditdiensten.

• Gerelateerde informatie over strafrechterlijke, burgerlijke of administratieve

procedures lopende tegen het kantoor of tegen een geassocieerd persoon van het

kantoor.

12 Om de leesbaarheid te verhogen zal ik in de hierna volgende bladzijden externe auditkantoren gebruiken i.p.v. public accounting firms 13 Deze is volgens de laatste stand van zaken 19 juli 2004

Page 29: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 21

• Kopieën van de documenten van elke onenigheid tussen het kantoor en de

gecontroleerde onderneming.

• Courante financiële informatie indien de Board hieromtrent verzoekt.

• Andere informatie die nodig geacht wordt, hetzij door de Board hetzij door de

SEC, om het publiek belang te beschermen (RICHARD & MILLER, 2002, p.

35).”

Naast deze uitgebreide informatieoverdracht zijn er nog andere gevolgen voor de kantoren in

kwestie. Sectie 104 van SOX geeft aan de PCAOB de bevoegdheid om inspecties14 te komen

uitvoeren bij elk geregistreerd extern auditkantoor. Door middel van deze inspecties zal men

inbreuken op de SOX of op andere regels, bepaald door de SEC of de Board, kunnen

vaststellen en direct kunnen melden aan de SEC. Kantoren zullen minstens één maal om de

drie jaar aan dergelijke inspecties worden blootgesteld met uitzondering van diegenen die

jaarlijks meer dan honderd publieke ondernemingen controleren. Voor hen wordt de regel

verstrengd en zal er een jaarlijkse inspectie plaatsvinden.

De Board bezit ook de macht om, ingeval er een inbreuk wordt vastgesteld, het betreffende

extern auditkantoor te sanctioneren. Dit kan gaan van een tijdelijke schorsing, een schrapping

van de lijst van geregistreerden tot burgerlijkrechtelijke straffen.

In dit onderdeel van de wet, meer bepaald binnen sectie 103, wordt de PCAOB de rol van

standaardzetter toebedeeld. Haar bevoegdheid van standaardzetter reikt over topics zoals

auditing, kwaliteitscontrole en onafhankelijkheidsregels, maar niet over

accountingsstandaarden. Dit blijft aan de Financial Accounting Standards Board (FASB)

toevertrouwd.

Met betrekking tot de auditstandaarden zal de Board aan externe auditkantoren volgende

zaken opnemen binnen haar uit te vaardigen auditstandaarden:

• Het bijhouden van werkpapier gedurende zeven jaar door de externe

auditkantoren. Hieromtrent werd door de SEC, in de Final Rule van 24 januari

2003, verduidelijkt wat er juist bewaard dient te worden (SEC, 2003).

14 Deze regels zijn uitgewerkt in de PCAOB Rule 4000 tot en met PCAOB Rule 4010.

Page 30: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 22

• Cruciale beslissingen van de leidinggevende auditor moeten door een tweede

persoon worden gecontroleerd. Dit door middel van een “second partner review”

of door een gelijklopende review. Dit geldt ook voor de uiteindelijke uitgifte van

het controleverslag.

• Van de auditor zal worden verwacht dat hij binnen zijn controleverslag een

beschrijving geeft omtrent de scope van zijn uitgevoerde testen met betrekking tot

het interne controlesysteem van de publieke onderneming. Dit onderdeel moet in

verband worden gezien met de hieronder beschreven sectie 404.

Binnen de door de PCAOB uit te vaardigen standaarden voor de kwaliteitscontrole dienen

volgende zaken aan bod te komen:

• Overleg over boekhouding en controlevragen

• Supervisie van het controlewerk

• Goedkeuring en voortzetting van overeenkomsten

• Interne inspecties

• Onafhankelijkheidsregels, deze komen uitvoerig aan bod in het volgende

onderdeel.

Voor de financiering van de oprichting en de werking van de PCAOB zal beroep worden

gedaan op budgetten van de SEC, op bijdrage van geregistreerden15, op geldboetes opgelegd

door het orgaan en op de publieke ondernemingen. De ondernemingen worden verplicht

jaarlijks een bijdrage over te maken die afhankelijk is van hun eigen marktkapitalisatie en van

de marktkapitalisatie van alle publieke ondernemingen samen (Sectie 109 van de Sarbanes-

Oxley Act).

2.1.2. Internationale polemiek

Na de uitvaardiging van de SOX eind juli 2002 was de internationale wereld geschokt van de

verreikende gevolgen, zeker wat de registratieplicht betrof.

In de brief van 26 september 2002 gericht aan de Europese Commissie uit de FEE duidelijk

haar bezorgdheid. De FEE stelt dat een dergelijk dubbel toezicht – door de PCAOB en de

nationale toezichthouder – voor externe auditkantoren een onaanvaardbare last is. Hierbij wil

de FEE benadrukken dat deze houding niet inhoudt dat de Europese bedrijven en de externe

Page 31: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 23

auditors bevreesd zijn voor de striktere Amerikaanse regels maar wel dat men van oordeel is

dat het Europese systeem een gelijkaardige ondersteuning met een zelfde resultaat voor de

kapitaalmarkten kan bieden (FEE, 2002a).

De Europese Commissie is heel actief geweest in een debat met de SEC om op die manier een

vrijstellingsregeling te bekomen voor alle Europese externe auditors alsook om tot een

wederzijdse erkenning te komen van het Europese systeem. Deze methode werd door de FEE

ten volle ondersteund (FEE, 2002b). Een wereldwijde convergentie van op beginselen

gebaseerde codes uitgevaardigd door de International Financial Reporting Standards (IFRS)

en IFAC verdient de voorkeur (FEE, 2003b).

Ondanks de vele inspanningen ging de PCAOB op 23 april 2003 over tot het uitvaardigen van

de Final Rule met betrekking tot de registratieplicht voor alle genoteerde ondernemingen op

Amerikaanse beurzen en de hieraan verbonden externe auditors. Frits Bolkestein, Europees

commissaris inzake interne markt, liet zijn verontwaardiging duidelijk blijken. In zijn

commentaar na afloop van de Raad van Ministers van Economische Zaken en Financiën van 3

juni 2003 stelde hij: “De EU kan noch wil de extraterritoriale toepassing van Amerikaans

recht op Europese revisorenkantoren aanvaarden (RYNGAERT , 2004, p.4).” Hij dreigde

ermee om alle Amerikaanse externe auditors nu ook aan een soortgelijke registratieplicht te

onderwerpen binnen de Europese Unie. Een maatregel die zoals hijzelf aanhaalt enkel de

kosten voor investeerders zal verhogen maar niet de belangen van de investeerders zal

verbeteren (RYNGAERT , 2004, p.4).

Om tot een betere coördinatie te komen tussen Europese en Amerikaanse toezichtsorganen

voor audits en om in extremis toch nog tot wederzijdse erkenning te komen roept de FEE de

Europese Commissie op om een Europees orgaan op te richten dat instaat voor de coördinatie

van de verschillende nationale toezichtorganen (FEE, 2003c).

In de briefing paper van de PCAOB van 28 oktober 2003 komt de PCAOB tot de volgende

conclusie: “De Board gelooft dat een coöperatieve werkwijze voor de regulatie van auditors

die op wereldwijde kapitaalmarkten te werk gesteld zijn voor iedereen interessant kan zijn.

Een dergelijke methode zorgt, door middel van verbeterde auditkwaliteit en strengere

15 Deze bedragen zijn bepaald in PCAOB Release 2003-011 van 18 juli 2003 p.2-3

Page 32: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 24

rapporteringsvereisten, voor een betere bescherming van investeerdersbelangen, zonder

onnodige dubbele wetgeving op te leggen en nutteloos de kosten te verhogen. Alles met

respect voor culturele verschillen (PCAOB, 2003a, p. 6).”

De PCAOB wil het principe van “home-country control” invoeren. Hierbij kunnen niet

Amerikaanse externe auditors, vergezeld met de vereiste aanvraagformulieren, zich laten

registreren bij hun nationaal toezichtsorgaan. De nationale toezichthouder zal dit op zijn beurt

doorspelen naar de PCAOB (PCAOB, 2003a). Dit leek ook de meest aangewezen methode

volgens het Instituut der bedrijfsrevisoren (IBR) (Gesprek David Szafran16, Brussel, 21

oktober 2003).

In de persmededeling van 9 december 2003 meldt de PCAOB dat zij een kader heeft

ontwikkeld welke de PCAOB moet toelaten alle onderdelen van de wet te implementeren, met

hulp van andere niet-VS toezichtssystemen. De mate waarin men beroep zal doen op deze

andere systemen hangt af van de graad van onafhankelijkheid en integriteit van deze systemen

(PCAOB, 2003d).

Om bepaalde juridische problemen in het kader van de registratieplicht te ondervangen, heeft

de PCAOB de “Rule 2105, Conflicting Non-U.S. Laws” aangenomen. Deze regel maakt het

voor een kandidaat mogelijk om bepaalde informatie achter te houden indien het verstrekken

ervan strijdig zou zijn met de nationale wetten. De Raad van Ministers van Economische

Zaken en Financiën is van oordeel dat dit “true conflictamendement”(cfr. Infra) geen

voldoende bescherming biedt voor de Europese externe auditkantoren. De Raad vraagt aan de

Commissie om de SEC er toe te verzoeken dringend hun ontwerpbeleid in zijn geheel

opnieuw in overweging te nemen en een moratorium te aanvaarden om opnieuw te

onderhandelen met de Europese Commissie (RYNGAERT, 2004, p.8).”

Gezien de complexiteit van de registratieplicht voor niet-VS bedrijven verleent de PCAOB

aan deze ondernemingen een uitstel van registratieplicht tot 19 juli 2004 (PCAOB, Proposed

rule 10/12/03, Release no. 2003-024, p. 5). Dit uitstel is door de PCAOB na een publieke

consultatieperiode bevestigd (PCAOB, 2004a, p.5).

16 David Szafran, Secretaris-Generaal van het Instituut der Bedrijfsrevisoren

Page 33: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 25

Concluderend kan men stellen dat men een zeer intensieve internationale discussie heeft

gekend omtrent de extraterritoriale gevolgen van de SOX. Desalniettemin is het resultaat

bevredigend, aldus de gezamenlijke commentaar van de Europese Commissaris Frits

Bolkestein en PCAOB voorzitter McDonough, na afloop van hun rondetafelgesprek17 van 26

maart 2004 in Brussel. Ik citeer Bolkestein: “Samenwerking is het enige antwoord in tijden

van mondialisering van de economie en integratie van de financiële markten. Ook al blijven

we wel met twee rechtsgebieden zitten, er moet een systeem komen van wederzijdse

erkenning, wederkerigheid en nauwe samenwerking. Dat zijn de drie peilers van ons overleg

(Het Financieel Dagblad, 2004).”

2.2. Onafhankelijkheid van de auditor

Binnen het tweede deel van de wet worden een aantal maatregelen genomen om de

onafhankelijkheid van de auditors aan te scherpen. Tevens worden nieuwe verplichtingen aan

de auditcomités opgelegd.

Vooreerst, binnen sectie 20118, somt de wet een aantal diensten op die onverenigbaar zijn

voor een extern auditkantoor om gelijktijdig uit te voeren bij dezelfde onderneming waarbij

men een audit verricht. De Belgische wetgever heeft door middel van de “wet Corporate

Governance van augustus 2002” samen met het Koninklijk Besluit van 4 april 2003 ter

uitvoering van deze wet een soortgelijke benadering gehanteerd ten aanzien van deze

problematiek. Deze tendens is vast te stellen in tal van Europese lidstaten. Hierop wordt in

punt 3.1.2 verder op ingegaan. De lijst, die binnen de SOX is opgenomen, omvat volgende

niet-auditdiensten:

• “Boekhouding of andere aan financiële - of accountancy staten gerelateerde

opdrachten

• Het ontwerpen of implementeren van financiële informatiesystemen

• Schattingen of waarderingsactiviteiten, “ fairness opinions” of “contribution-in-

kind reports”

• Actuariële diensten

• Interne audit outsourcing diensten

17 Aan het rondetafelgesprek van 26 maart 2004 namen voor het eerst alle nationale toezichtshouders van alle EU-lidstaten deel.

Page 34: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 26

• Management functies of human resources

• Broker, beleggingsadviezen, investment bank activiteiten

• Juridische dienstverlening en expert diensten ongerelateerd aan audit

• Alle andere diensten die door de PCAOB als onverenigbaar worden beschouwd

(Sec 201 van de SOX).”

Alle andere niet- auditactiviteiten die niet in bovenstaande lijst zijn opgenomen mogen wel

nog worden vervuld door een extern auditkantoor na een voorafgaandelijke goedkeuring van

het auditcomité (cfr.Infra).

Senator Sarbanes verklaarde in zijn commissierapport de doelstelling van dit onderdeel van de

wet. “De intentie van dit onderdeel is een duidelijke lijn te trekken rond een limitatieve lijst

van non-auditdiensten welke niet door externe auditors mogen worden verricht. Indien zij dit

wel zouden doen, zou er zich een fundamenteel belangenconflict voordoen (US Senate,

2002).”

Het verbod om de boekhouding van een auditcliënt te voeren of er aan mee te werken blijft

ongewijzigd. Als een auditor zich moet uitspreken over de correctheid van een boekhouding

die hijzelf heeft opgesteld of waaraan hij heeft meegewerkt, is er een te grote bedreiging voor

de onafhankelijkheid van deze auditor (KPMG, 2003a,p.6).

Wat betreft het verbod op het ontwerpen of implementeren van financiële informatiesystemen

moet duidelijk onderlijnd worden dat dit enkel geldt voor financiële informatiesystemen. Bij

elk ander niet-financieel informatiesysteem mag de auditor wel nog meehelpen. Gelijkaardig

hiermee worden in de wet waarderingen en schattingen verboden, maar mag de auditor wel

waarderingen en schattingen blijven uitvoeren voor niet-financiële rapporteringen zoals

bijvoorbeeld studies omtrent transfer prijzen (KPMG, 2003a,p.7).

Het verbod om de interne auditfunctie te outsourcen moet geplaatst worden in het licht van de

aanbevelingen van de SEC dat auditors in het kader van een audit een evaluatie moeten

maken van het intern controlesysteem. Opnieuw zou de betrokken auditor in een bedreiging

18 Hierop is door de SEC een verduidelijking gepubliceerd met de SEC - Release 33-8183 “Final Rule:Strengthening the Commission's Requirements Regarding Auditor Independence” van 26 maart 2003

Page 35: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 27

van zijn onafhankelijkheid verzeild geraken aangezien hij zijn eigen werk zou moeten

evalueren en becommentariëren.

Sectie 202 van de SOX bepaalt dat alle audit– en niet-auditdiensten eerst moeten worden

goedgekeurd door het auditcomité. Hierop wordt in de wet een uitzondering toegestaan. “Om

in aanmerking te komen voor dergelijke uitzondering moet men aan één van volgende criteria

voldoen:

• Het geaggregeerd bedrag ontvangen voor het uitoefenen van gelijkaardige niet-audit

diensten mag niet groter zijn dan vijf procent van het totaal bedrag dat de auditcliënt in dat

jaar heeft moeten betalen.

• Als dergelijke diensten bij het aanstellen van de auditor nog niet als niet-auditdiensten

werden beschouwd.

• Als de diensten voorafgaandelijk duidelijk onder aandacht zijn gebracht van het

auditcomité en zijn goedgekeurd voor de voltooiing van de audit (Sec. 202 van de SOX).”

Bij de uitwerking van de SOX heeft de senaatscommissie met Sec. 202 uitdrukkelijk de

flexibiliteit van het auditcomité in dergelijke materie willen benadrukken, aangezien er binnen

de wettekst geen bepaling is opgelegd m.b.t. de termijn waarbinnen de goedkeuring

voorafgaandelijk moet worden gegeven. Evenmin staat er een maximum vermeld omtrent het

aantal niet-auditdiensten dat men mag goedkeuren (RIESENBERG T., 2002).

Binnen dit hoofdstuk van de wet wordt in sectie 203 de verplichte audit partner19 rotatie

ingevoerd. Hierdoor wordt het voor een geregistreerd extern auditkantoor verboden om nog

controlediensten te verrichten voor een onderneming als de leidinggevende auditor of de

auditor die verantwoordelijk is voor het herzien van de controle, de afgelopen vijf jaar

controlediensten heeft uitgevoerd voor diezelfde onderneming (RICHARD & MILLER, 2002,

p.36). Binnen de uitgevaardigde Final Rule: “Strengthening the Commission's Requirements

Regarding Auditor Independence20” van de SEC wordt een gradatie gemaakt in de termijnen

naargelang de vervulde taken binnen de audit. In hoofdstuk 3 zal verder ingegaan worden op

de gevolgen van een verplichte auditrotatie op het auditberoep.

19 Een audit patner wordt door de SEC gedefinieerd als een persoon die een equivalente positie bezit als de externe auditor. Hij is tevens lid van het werkzaam auditteam, welke de verantwoordelijkheid heeft omtrent alle beslissingen die genomen worden in het kader van financiele audit, boekhouding, en rapportering.(Definitie SEC)

Page 36: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 28

De tijdige en frequente rapportering van de externe auditor naar het auditcomité toe wordt

geregeld in sectie 204. Externe auditors dienen volgende elementen te communiceren met het

auditcomité.

• “Elke kritieke accountingpolitiek of - praktijk gebruikt tijdens de audit.

• Alle alternatieve accounting en disclosure bedreigingen die besproken zijn met het

management.

• Ander belangrijke geschreven communicatie die heeft plaatsgevonden tussen het extern

auditkantoor en het management van de gecontroleerde onderneming (Sec. 204 van de

SOX).”

Met Sec. 206 wordt een cooling-off periode ingevoerd voor personen die betrokken waren bij

auditactiviteiten om binnen het jaar een belangrijke positie (CEO, Chief Financial Officer

(CFO), controller) te aanvaarden bij deze gecontroleerde onderneming. De Independence

Standards Board is van oordeel dat dergelijke cooling-off de onafhankelijkheid naar schijn

van de auditor ten goede zal komen.

De toepassing van het cooling-off principe werd aan de hand van een voorbeeld verduidelijkt

binnen de Final Rule: “Strengthening the Commission's Requirements Regarding Auditor

Independence” van de SEC.

Jaar Begin termijn Eind termijn

2003 16 maart 2003 5 april 20042004 6 april 2004 10 maart 20052005 11 maart 2005 30 maart 2006

f

Indien persoo

april 2004) e

belangrijke fu

vermoeden da

20 SEC - ReleaseIndependence

Tabel 1:Termijnen Cooling-of

n A op gelijk welk ogenblik gedurende de termijn van 2003 (16 maart 2003- 5

en audit of attestatie verrichtte bij onderneming X en persoon A zou een

nctie bij onderneming X gaan uitoefenen voor 11 maart 2005, dan is er een

t persoon A niet meer onafhankelijk zou (geweest) zijn.

33-8183 - Final Rule:Strengthening the Commission's Requirements Regarding Auditor

Page 37: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 29

Het principe van cooling–off werd ook in België geïntroduceerd met de wet inzake Corporate

Governance van 2 augustus 2002. In Belgische context betekent dit dat commissarissen in

een termijn van twee jaar na het einde van hun mandaat, in de gecontroleerde vennootschap

alsook in de daarmee verbonden vennootschappen, geen mandaat van bestuurder of

zaakvoerder of andere cruciale functies mogen vervullen. Inbreuken tegen dit verbod worden

strafrechtelijk bestraft (IBR, 2003).

2.3. Corporate responsibility

Zoals Steve Wagner21 terecht opmerkt in zijn 10 mythes omtrent SOX, is deze wet niet enkel

het probleem van de auditor maar evenzeer van de ondernemingen. De geest van SOX wil

immers ondernemingen zelf verantwoordelijk stellen voor de accuraatheid en oprechtheid

van de financiële gegevens (FEI, 2003). Deze toegenomen verantwoordelijkheid komt

duidelijk naar voren binnen het onderdeel “corporate responsibility” van de SOX. Hierin

krijgt het auditcomité een ruimere bevoegdheid, worden er aan de CEO en CFO een

certificatieverplichting opgelegd en worden in bepaalde situaties de handelingen van de

bestuurders beperkt. Tenslotte is er de oprichting van een fonds voor gedupeerde

investeerders voorzien.

De SOX verleent de SEC de bevoegdheid om elke onderneming, die niet met de binnen de

wet opgenomen bepalingen van corporate responsibilty in overeenstemming is, te delisten.

2.3.1. Het auditcomité

Een auditcomité kan het best omschreven worden als een sub-comité van het bestuursorgaan

van een onderneming. Het wordt in de eerste plaats opgericht om een additionele zekerheid te

bieden omtrent de kwaliteit en betrouwbaarheid van de door het bestuursorgaan gebruikte

financiële informatie (KPMG, 2002,p.24).

Door Sec. 301 van de SOX wordt elke genoteerde onderneming verplicht22 een auditcomité

op te richten. Eveneens worden de structuur, de taken en de bevoegdheden van het

auditcomité van publieke ondernemingen aanzienlijk gewijzigd. Zo wordt het auditcomité

verantwoordelijk voor de aanstelling, de vergoeding en het toezicht op het auditwerk verricht

door de externe auditor (RICHARD & MILLER, 2002, p. 36). Daarbij dient het auditcomité

21 Steve Wagner is een Deloitte partner gespecialiseerd in corporate governance en interne controle 22 Deze verplichting werd door de SEC reeds in 1999 voor genoteerde ondernemingen vereist. (EGCI, 2002, p9)

Page 38: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 30

een procedure uit te werken om klachten binnen het bedrijf betreffende accounting- en audit

aangelegenheden te ontvangen, te bewaren en te behandelen. Zoals hierboven al aangehaald

worden auditcomités ook bevoegd om voorafgaandelijk al dan niet een goedkeuring te

verlenen aan de externe auditor om bepaalde niet-auditdiensten te verrichten.

Van de leden van het auditcomité wordt verwacht dat zij naast lid te zijn van de Raad van

Bestuur tevens onafhankelijk zijn. Binnen Sec. 301 worden met betrekking tot deze

onafhankelijkheid een aantal criteria opgenomen:

• Leden mogen geen advies – of consultingactiviteiten verrichten waaraan enige

vorm van compensatie verbonden is.

• De leden van het auditcomité mogen geen affiliatieverband hebben met de

onderneming of één van haar dochterondernemingen.

De gedachte van een auditcomité voor beursgenoteerde bedrijven is in Amerikaanse context

geen nieuwe zaak. Reeds in de jaren ’70 waren ondernemingen die op de NYSE genoteerd

stonden verplicht om een auditcomité aan te stellen. Een decennia later werd deze

verplichting uitgebreid naar de ondernemingen genoteerd op de National Association of

Securities Dealers Automated Quotations (Nasdaq) en op de American Stock Exchange

(AMEX) (BUCHALTER S. & YOKOMOTO K., 2003, p.20).

Wel vernieuwend is de verplichting voor publieke ondernemingen om bekend te maken of er

al dan niet een financieel expert aanwezig is van het auditcomité (Sec. 407 van de SOX). Wat

de kwalificaties van deze financieel expert dienen te zijn, heeft de SEC verduidelijkt in een

Final Rule. De betrokken persoon dient de nodige kennis en ervaring te bezitten omtrent de

financiële rapportering en de GAAP. Tevens wordt er van hem verondersteld dat hij alle

functies van het auditcomité begrijpt. Zoals later zal blijken, zijn er m.b.t. de financiële expert

in de praktijk toch enkele onduidelijkheden (cfr. Infra).

Om de auditcomités zeker te stellen dat zij op de hoogte blijven van alles wat reilt en zeilt in

de onderneming, heeft men d.m.v. Sec. 302 bestuurders CEO/CFO verplicht om alle nuttige

informatie door te spelen naar het auditcomité.

Page 39: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 31

2.3.2. Verplichte certificering van financiële rapporten door de CEO/CFO

Met de regels opgenomen in sectie 302 worden alle belangrijke bestuurders verplicht elk een

verklaring af te leggen die bevestigt dat de uitgebrachte financiële gegevens accuraat en

volledig zijn en dat ze op een faire manier zijn voorgesteld23. Tevens dienen de CEO/CFO een

beoordeling te maken van de effectiviteit van hun intern controlesysteem. Dit controlesysteem

moet ervoor zorgen dat de onderneming steeds alle relevante financiële– en niet-financiële

informatie bezit die nodig is om te voldoen aan de vereisten van de “Exchange Act” (Sec. 302

van de Sarbanes-Oxley Act).

De certificatieverplichting opgenomen in sectie 302 verschilt van deze opgenomen in sectie

906. Binnen deze laatste wordt geëist dat enkel de CEO/CFO de financiële gegevens gaat

certifiëren. Zij dienen hiervoor na te gaan of de rapporteringsregels van de SEC werden

nageleefd en of de financiële gegevens een juiste weergave geven van de resultaten en de

financiële positie van het bedrijf (Sec. 906 van de Sarbanes-Oxley Act). In 3.2.2.1 zal een

vergelijking worden gemaakt tussen de bepalingen vervat in Sec. 302, 404 en deze in Sec.

906.

2.3.3. Beperking op de handelingen van bestuurders

Met de Final Rule van 20 mei 200324 treedt sectie 303 van de Sarbanes-Oxley Act in werking.

Hierdoor wordt het voor bestuurders, CEO/CFO onwettig om hun auditoren te misleiden, te

manipuleren of enige vorm van frauduleuze beïnvloeding te ondernemen ten opzichte van de

auditoren.

Tevens wordt er door middel van sectie 306 aan bestuurders een verbod opgelegd om

aandelen of afgeleide producten gedurende de “pension fund blackout period” te transfereren,

te kopen of te verkopen.

Met Sec. 304 wordt voorkomen dat bestuurders voordelen zouden kunnen bekomen door het

publiek te misleiden. Indien er onregelmatigheden ten opzichte van

23 Deze regels werden op 29 augustus 2002, een maand na de ondertekening van de Sarbanes-Oxley Act van kracht. Dit door middel van SEC Release No. 34-46427, Final Rule: Certification of Disclosure in Companies’ Quarterly and Annual Reports. 24 SEC Final Rule: “Improper Influence on Conduct of Audits” Release Nos. 34-47890, File No. S7-39-02, datum van in werking treding 26 juni 2003.

Page 40: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 32

rapporteringsverplichtingen worden vastgesteld, zullen alle, gedurende de afgelopen twaalf

maanden, ontvangen bonussen en gerealiseerde winsten op de verkoop van aandelen door de

CEO/ CFO verbeurd worden verklaard.

2.3.4. Garantiefonds voor investeerders

Geïnde boetes en verbeurdverklaarde winsten als gevolg van het overtreden van de Securities

Laws, zullen volgens Sec. 308 gebruikt worden om een fonds op te vullen die getroffen

investeerders zal vergoeden. Deze toewijzing aan getroffen investeerders dient op een

effectieve, efficiënte en eerlijke manier te gebeuren.

2.4. Verbeterde financiële onthullingen

Met het onderdeel “verbeterde financiële onthullingen” heeft men getracht de investeerder op

een zo goed en zo volledig mogelijke manier te informeren over de toestand van het bedrijf.

Eveneens werden regels opgenomen waardoor relevante informatie zeer vlug en voor

iedereen op hetzelfde ogenblik beschikbaar wordt. Deze uitbreiding binnen de wetgeving

sluit volledig aan bij punten één en twee van het 10 puntenplan van President Bush (cfr.

Supra 1.5.1.).

Ondernemingen die bij de SEC geregistreerd zijn, worden door middel van Sec. 401 verplicht

om alle materiële “buitenbalans transacties25” bekend te maken. Tevens worden zij via

dezelfde sectie binnen de SOX verplicht om aan een aantal criteria te voldoen bij het bekend

maken van pro forma financiële informatie26. Zo mag de verklaring geen onjuistheden van

materieel belang bevatten en moet de verklaring overeenstemmen met de financiële positie

van de onderneming (Sec. 401 van de Sarbanes-Oxley Act).

Door toedoen van Sec. 404, welke in de praktijk fel omstreden is, wordt het management

verplicht een beoordeling te maken naar de effectiviteit van hun intern controlesysteem. De

aanleiding voor dergelijke verplichting vindt men terug in de Watergate-onderzoeken van

1973 en de daaruit voortvloeiende Foreign Corrupt Practices Act van 1977. De gedachte

hierin was dat men d.m.v. een effectieve interne beheersing illegale transacties kan

25 In het Engels “off-balance sheet transactions”. 26 Pro forma financiële informatie is een vorm van een “what if” financieel rapport. Men neemt een aantal hypothesen aan m.b.t. bijvoorbeeld afschrijvingen, en op basis van deze hypothesen stelt men dan een finacieel rapport op.

Page 41: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 33

voorkomen (RENES, 2003, p.42-43). Renes stelt vast dat “Hoewel – met uitzondering van

banken - de uiteindelijke regelgeving over het rapporteren van dit systeem uitbleef, de

meerderheid van grote beursgenoteerde ondernemingen dit in de VS vrijwillig deed (RENES,

2003, p.43).” Het management kan voor de uitwerking van een dergelijke rapportering

terugvallen op het rapport van het Committee of Sponsoring Organizations (COSO27) of the

Treadway Commission, Internal Control (KPMG, 2003a,p.42) (cfr.Infra). Het management

van een onderneming is immers verantwoordelijk voor het opzetten en onderhouden van

adequate controlemechanismen in het proces van financiële rapportering (Sec. 404 van de

Sarbanes-Oxley Act). Tenslotte dient deze beoordeling van het management geattesteerd te

worden door de externe auditor.

Gezien het enorme additionele werk dat deze verplichting in de praktijk met zich meebrengt,

zowel voor de ondernemingen als voor de externe auditors, heeft de SEC voor de toepassing

van dit artikel een uitstel voorzien. Hierin kunnen twee groepen ondernemingen

onderscheiden worden. Een eerste groep heeft enkel betrekking op Amerikaanse

ondernemingen met een marktkapitalisatie van meer dan 75 miljoen Dollar. Deze groep dient

voor het eerst een rapport omtrent hun interne controle in te dienen, beginnend vanaf het

fiscaal jaareinde van of na 15 juni 2004. De tweede groep, die alle andere publieke

ondernemingen omvat die in de VS zijn genoteerd, dient de verplichting maar na te leven

vanaf het fiscaal jaareinde van of na 15 april 2005 (Protiviti, 2003, p.2).

In de Final Rule van de PCAOB van 9 maart 2004 beklemtoont de PCAOB dat zij zich ten

volle bewust is van het extra werk en de extra kosten dat Sec. 404 met zich meebrengt. Maar

volgens de PCAOB moeten deze additionele inspanningen in relatie worden gezien met de

vele voordelen van een effectieve interne controle voor financiële rapportering. Zo zal een

effectieve interne controle een onderneming in staat stellen haar processen, evenals de

algemene beter te managen en aan haar verplichtingen tegenover investeerders beter te

voldoen. Ook biedt het een uitstekende opportuniteit om fraude sneller te detecteren (PCAOB,

2004b ,p.4).

Zowel de gevolgen van Sec. 404 voor het auditberoep als voor de betrokken ondernemingen

worden uitvoerig in hoofdstuk 3 besproken.

27 Het COSO-rapport is sterk beïnvloed geweest door de resultaten van een grootschalig empirisch onderzoek uitgevoerd door Robert Mautz.

Page 42: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 34

Publieke ondernemingen dienen nu ook wijzigingen in hun ethische gedragscode aan het

publiek te melden. “Deze ethische gedragscode voor de bedrijfsleiding en kaderfuncties in het

accountingsproces dient voor de bevordering van:

• Ethisch en eerlijk gedrag.

• Volledige, accurate en tijdige informatieverschaffing aan alle partijen.

• Naleving van de relevante wetten en regelgeving ter zake (Sec. 406 van de Sarbanes-

Oxley Act).”

Na een consultatieperiode bij het grote publiek heeft de PCAOB op 30 juni 2003 m.b.t. de

ethische gedragscode een Final Rule28 uitgevaardigd.

Alle relevante informatie dient op een “real time basis” bekend gemaakt te worden aan het

publiek (Sec. 409 van de Sarbanes-Oxley Act). Dit is een belangrijke bijdrage in de

bescherming van de investeerdersbelangen. Real time publicatie was reeds het stokpaardje

onder de voormalige SEC voorzitter H. Pitt (SIMPSON T., BARLETT, 2002).

De Sarbanes-Oxley Act wil ook voor een grotere transparantie zorgen in de

aandeelhoudersstructuur. Bestuurders, bedrijfsleiders en belangrijke aandeelhouders dienen

binnen de twee werkdagen bekend te maken dat zij aandelen gekocht of verkocht hebben

(Sec. 403 van de Sarbanes-Oxley Act).

Het toezicht op de periodieke rapporten wordt door Sec. 408 aangescherpt. Zo zullen de

financiële rapporten van elke publieke onderneming minstens één maal om de drie jaar

nagezien worden door de SEC (KPMG, 2003a,p.49).

Men kan dus samenvattend stellen dat door toedoen van de SOX publieke ondernemingen

verplicht worden volgende zaken bekend te maken:

• Alle, door de auditor voorgestelde, materiële corrigerende aanpassingen van de

financiële staten.

• Alle materiële buitenbalans verrichtingen.

• Alle relaties die bestaan met niet-geconsolideerde entiteiten.

28 Final Rule: “Ethics code for board members, staff and designated contractors and consultants” PCAOB Release No. 2003-008 , 30 juni 2003

Page 43: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 35

• Alle materiële veranderingen in de operaties en in de financiële toestand van de

onderneming.

• Een rapport omtrent de interne controle.

2.5. Belangenconflict van analisten

Onder Sec. 501 worden een aantal regels opgesomd die de analist en de makelaar verplichten

een aantal verklaringen te melden. Dit om de onafhankelijkheid van de analist en de makelaar

niet in twijfel te trekken (SIMPSON T., BARLETT, 2002). “Deze regels bepalen dat:

• Er een beperking is op de pre-publicaties van analisten die meegeholpen hebben aan

investeringsbankactiviteiten.

• Elke vorm van vergelding, ten gevolge van een ongunstig onderzoeksrapport

afgeleverd door de analist, tegen deze analist die is tewerkgesteld bij de

investeringsbank, is verboden.

• Er structurele en institutionele maatregelen moeten getroffen worden zodanig dat er

een scheiding is tussen de informatie van de analist en de makelaar.

• Binnen de rapporten of publieke verklaringen dienen de analist en de makelaar, alle

huidige en waarschijnlijke toekomstige belangenconflicten te vermelden (Sec. 501

van de Sarbanes-Oxley Act).”

Deze regels zijn nodig onduidelijkheid omtrent belangenconflicten en onafhankelijkheid van

de analisten en de makelaars in effecten te vermijden. Beiden spelen immers een grote rol in

de financiële markten aangezien economische agenten geconfronteerd worden met

informatieasymmetrieën.

Om te voorkomen dat analisten terughoudend zouden zijn om negatieve informatie over een

onderneming naar buiten te brengen, genieten zij nu een “vergeldingsbescherming”. Deze

bescherming is gelijkaardig aan deze voor whistleblowers (cfr. Infra).

2.6. Studies en rapporten

In de SOX worden een aantal studies en rapporten opgesomd die in de nabije toekomst

uitgevoerd zullen worden.

Page 44: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 36

• Studie in verband met de aanpassing van de op principe-gebaseerde benadering van

accounting (Sec. 108).

• Studie die de effecten van een verplichte auditrotatie analyseert (Sec. 207).

• Studie rond het garantiefonds voor investeerders (Sec. 308) en rond de Special

Purpose Enities (Sec. 401).

• Een studie omtrent de redenen van de consolidatiegolf bij accountingskantoren sinds

1989 (Sec. 701).

• Een studie die de rol, het belang en de impact van rating bureaus onderzoekt op de

kapitaalmarkten (Sec. 702).

• Een studie rond de verspreiding van overtredingen ten aanzien van de Securities

Laws en de hierop van toepassing zijnde straffen (Sec. 703).

• Een studie die een overzicht en analyse geeft omtrent alle acties genomen in de vijf

voorafgaande jaren aan de uitvaardiging van de wet, in het kader van schendingen

van rapporteringsverplichtingen (Sec. 704).

• Een studie die de rol van de investeringsbanken en de financiële adviseurs in het

Enron-schandaal beschrijft (Sec. 705).

2.7. De “White-collar crime penalty enhancements Act”

De “White-collar crime penalty enhancements Act” is geïncorporeerd in de SOX en heeft als

doel de straffen voor “white-collar crime29” te verhogen. Deze vereist dat de CEO en de CFO

een geschreven bevestiging geven dat alle financiële gegevens in overeenstemming zijn met

de Securities Laws en dat ze een juiste basis vormen van de financiële omstandigheden van

de onderneming ( Sec. 906 van de SOX). De straffen ingevolge een inbreuk zijn verhoogd

van 5 jaar gevangenisstraf tot 20 jaar.

Wetenschappelijk onderzoek, inzake de veel hogere geld - en gevangenisstraffen in de VS,

staat zeer twijfelachtig ten opzichte van de preventieve werking voor frauduleuze bestuurders

(Accountantsonline.nl, 2004). Reeds voordat de SOX werd aangenomen, behoorde de

Amerikaanse regelgeving op het gebied van corporate governance tot de strengste ter wereld.

29 White collar crime is geen geweldadige misdaad. Het heeft meestal tot doel er persoonlijk financiële winst uit te halen ten koste van ondernemingen, investeerders.

Page 45: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 37

2.8. Corporate fraude aansprakelijkheid Met het onderdeel ‘corporate fraude aansprakelijkheid’ heeft men getracht de bestaande

rechterlijke straffen te verhogen en heeft men er tevens ook een aantal straffen aan

toegevoegd. Het vervalsen, veranderen of vernietigen van documenten met de intentie om

een onderzoek ingesteld door de SEC te beïnvloeden, kan bestraft worden met een

gevangenisstraf tot 20 jaar (GATES, 2003, p.50). Hieromtrent heeft de SEC overeenkomstig

Sec. 802 van de SOX een Final Rule30 uitgevaardigd die externe auditors verplicht

werkpapieren en relevante informatie te bewaren voor minstens zeven jaar volgend op de

opleveringsdatum van het auditrapport (KPMG, 2002, p.3).

Met Sec. 806 van de SOX wordt bescherming geboden aan de “whistleblowers31”. Een

publieke onderneming mag geen acties ondernemen tegen werknemers die vrijwillig het

bewijs leveren van fraude of van een inbreuk op de effectenwetgeving door de publieke

onderneming (Sec. 806 van de SOX). Indien er toch vergelding zou optreden ten aanzien van

de whistleblower zijn er in Sec. 1107 gevangenisstraffen tot tien jaar voorzien. Zoals later uit

het empirisch onderzoek zal blijken, stellen we vast dat vele ondernemingen een anonieme

procedure hebben ingesteld om deze whistleblowers een bescherming te bieden (cfr. Infra).

Personen die bewust de aandeelhouder bedriegen of pogen te bedriegen kunnen op basis van

Sec. 807 van de SOX gesanctioneerd worden tot een gevangenisstraf tot 25 jaar al dan niet in

combinatie met een geldboete (GATES, 2003,p.50).

De SEC eigent zich op basis van Sec. 1105 ook de macht toe om bepaalde personen te

verbieden nog enig mandaat van bestuurder te mogen opnemen (Sec. 1105 van de SOX).

Deze bepaling ligt volledig in de lijn met de verzuchtingen van President Bush uit het 10

puntenplan. In punt vijf stelt men, zoals eerder al aangegeven, dat CEO’s en andere

bestuurders die duidelijk hun macht misbruiken het recht zouden moeten verliezen om nog

enig mandaat van bedrijfsleider uit te oefenen (The White House, 2002).

30 Final Rule: “Retention of Records Relevant to Audit and Review” van 24 januari 2003 31 Whistle blowers kunnen omschreven worden als werknemers die bepaalde verdachte illegale praktijken binnen de onderneming bekend maken. Door de SOX genieten zij een bescherming waardoor ze niet langer hoeven te vrezen hun job hierdoor te verliezen.

Page 46: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 38

2.9. Noodzakelijke aanpassingen

“Verdere veranderingen zijn noodzakelijk om het vertrouwen van de investeerders opnieuw

voor ons te winnen”. Dit statement maakte Scott Voynich, voorzitter van het AICPA naar

aanleiding van het “AICPA National Conference 2003 on Current SEC Developments” van

10 december 2003. Het AICPA heeft al enkele initiatieven klaar:

• “Een on-line Audit Committee Matching System welke bedrijven zal toelaten door

middel van een database gemakkelijker gekwalificeerde mensen te vinden om in

een auditcomité te zetelen.

• Een Audit Committee Toolkit ter beschikking stellen om leden van auditcomités te

helpen bij bepaalde audittopics.

• Een multi-faceted anti-fraud program, dit omvat een instituut voor Fraude studies

aan de Universiteit van Texas.

• De oprichting van een Center for Public Company Audits. Dit centrum moet de

auditors en de SEC geregistreerden helpen om aan de verschillende vereisten van

de SOX te voldoen.

• “Een Special Committee on Enhanced Business Reporting, welk een aantal

groepen uit de samenleving samenbrengt met als doel de transparantie en de

kwaliteit van informatie te verbeteren (AICPA, 2003, p.1-2).”

2.10. Samenvattende tabel Hoofdstuk Belangrijke topics 10 puntenplan 1. Public Company Accounting Oversight Board

- Oprichting PCAOB - Registratieverplichting - Inspecties en onderzoek door de PCAOB bij externe auditors -SEC macht over PCAOB

Punt 8

Onafhankelijk toezicht op het beroep Punt 9

Standaarden zetten overeenkomstig de noden van de

gebruikers

2. Onafhankelijkheid van de auditor

- Lijst van onverenigbaarheden - Voorafgaande goedkeuring door auditcomité - Rapportering naar auditcomité vanwege auditor

Punt 7

Kunnen vertrouwen op onafhankelijke auditor

3. Corporate Responsibility

- Benoeming en toezicht op auditor door auditcomité - Certificatie van financiële

Punt 3

CEO persoonlijk instaan voor de oprechtheid en juistheid van de

Page 47: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bespreking van de Sarbanes-Oxley Act 39

rapporten door CEO/CFO - Verbod op misleiding auditor - Verbeurdverklaring van bonussen en winsten van CEO/CFO bij fouten - Verbod op handel effecten tijdens Black-out periode - Garantiefonds voor investeerders

rapporten Punt 4

Management mag niet profiteren van fouten

Punt 5 Machtsmisbruik moet leiden tot

verbod het mandaat van bestuurder nog uit te oefenen

4. Verbeterde financiële verklaringen

- Vermelding off-balance sheet transacties - Bekendmaking handel in effecten bij bestuurders en aandeelhouders - Beoordeling effectiviteit van interne controle door management - Ethische gedragscode - Frequenter toezicht door SEC - Real time publicatie

Punt 1

Iedereen moet toegang hebben tot periodieke informatie

Punt 2 Toegang tot alle relevante

informatie Punt 3

CEO persoonlijk instaan voor de oprechtheid en juistheid van de

rapporten Punt 6

Bestuurders moeten handel in effecten bekend maken

5. Belangenconflicten van de analisten

- Regels die belangenconflicten regelen wanneer analist aandelen aanbeveelt

Punt 9

Standaarden zetten overeenkomstig de noden van de

gebruikers 6. Bronnen en macht van de SEC

- Censureren van personen en entiteiten bij de SEC

Punt 9

Standaarden zetten overeenkomstig de noden van de

gebruikers 7. Studies en rapporten

- Redenen voor consolidatiegolf - Rol, belang en impact van rating agentschappen - Verspreiding overtredingen en straffen omtrent security laws - Rol van investeringsbanken in Enron

Punt 9

Standaarden zetten overeenkomstig de noden van de

gebruikers Punt 10

Boekhoudingen vergelijken met ‘best practice”

8. Corporate and criminal fraud accountability

- Vervalsen / vernietigen van documenten - Whistleblower bescherming - Bedriegen van aandeelhouders

Punt 3

CEO persoonlijk instaan voor de oprechtheid en juistheid van de

rapporten

9. White-collar Crime

- Certificeren van de boekhoudstaten

Punt 3

CEO persoonlijk instaan voor de oprechtheid en juistheid van de

rapporten

10. Corporate Fraud accountability

- Uitsluitingen mandaat van bestuur uit te oefenen - Vergelding op informanten

Punt 5

Machtsmisbruik moet leiden tot verbod het mandaat van bestuurder

nog uit te oefenen

Tabel 1: Samenvatting Sarbanes-Oxley Act Bron: eigen werk

Page 48: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 40

3. De impact van de Sarbanes-Oxley Act

In het vorige hoofdstuk werd een bespreking gegeven van de verschillende onderdelen van de

SOX. Vertrekkende hiervan kan men nagaan wat de impact van deze nieuwe wetgeving zal

zijn op zowel de uitoefening en de organisatie van het auditberoep als op de werking en de

organisatie van het bedrijfsleven. In het laatste hoofdstuk van dit werk zal deze impact

empirisch geverifiëerd worden.

In dit hoofdstuk zal ik in een eerste deel kort ingaan op de afdwingbaarheid van de SOX in

een internationale context. Het tweede onderdeel haalt kort de belangrijkste verschillen tussen

de EU-lidstaten aan m.b.t. de corporate governance praktijken. Deze twee onderdelen zijn

noodzakelijk om de impact op Europa te kunnen bespreken. In het derde deel wordt de impact

op het auditberoep binnen een Europese context besproken. Hierin zal het accent meer op

België worden gelegd. Het laatste deel behandelt tenslotte de impact van de SOX op het

Europese bedrijfsgebeuren.

Aangezien er geen echte Europese studies ter zake bestaan, heb ik mij, voor de bespreking

van de impact, vooral gebaseerd op Amerikaanse studies. Wat de EU-lidstaten betreft, heb ik

mij gezien het bronmateriaal hoofdzakelijk beperkt tot België, Nederland, Duitsland,

Frankrijk, VK en Italië.

Men moet bij het lezen van dit hoofdstuk wel voor ogen houden dat de wetgeving nog steeds

in volle ontwikkeling is. Hierdoor is in de praktijk de implementatie nog niet volledig achter

de rug. Dit heeft als gevolg dat ik onmogelijk reeds de impact éénduidig kan bepalen. Ik zal in

dit hoofdstuk dan ook een niet exhaustive lijst van vermoedelijke impacten weergeven.

Verder onderzoek in Europa zal in de toekomst hieromtrent uitsluitsel moeten bieden.

3.1. De afdwingbaarheid van de SOX in Europa

Alvorens de impact van de SOX op Europa te kunnen bespreken, is het noodzakelijk dieper in

te gaan op de extraterritoriale afdwingingsbevoegdheid van de SOX.

Page 49: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 41

In de Working paper32 van Cederic Ryngaert wordt een historisch overzicht gegeven van het

beginsel dat staten hebben om wetgeving voor te schrijven aan andere staten tenzij dit een

gewoonterechtelijke regel is die dit zou verbieden. Dit beginsel vindt zijn oorsprong in de

uitspraak in de Lotus-zaak van het Permanent Hof voor Internationale Justitie in 1927. In deze

doctrine gaat men ervan uit dat de territorialiteit van de nationale wetgeving de norm is en dat

de extraterritoriale werking ervan een uitzonderling is (RYNGAERT , 2004, p.4).

“Sinds 1945 beschouwen de VS de aanwezigheid van economische effecten van een

buitenlands gedrag op hun grondgebied als een voldoende reden om hun rechtsmacht uit te

oefenen over dit gedrag. Hierdoor slaagt men erin met de ‘effects doctrine’ het

gewoonterechtelijk verbod van extraterritorialiteitsbeginsel te omzeilen (RYNGAERT , 2004,

p.4).”

De regelgeving van de extraterritoriale staat kan niet worden toegepast indien er een true

conflict bestaat met de wetgeving van de territoriaal regulerende staat. Onder true conflict33

verstaat men een situatie waarin de ene staat een gedraging verplicht terwijl de andere staat

deze verbiedt (RYNGAERT , 2004, p.4).

Men kan dus concluderen dat de bepalingen opgenomen in de SOX binnen Europa van

toepassing zijn voor zover er zich geen true conflict voordoet.

3.2. Verschillen in corporate governance tussen de EU-lidstaten

Ook dient men oog te hebben voor de grote verschillen die binnen de EU bestaan op het

gebied van de nationale corporate governance praktijken. In de vergelijkende studie m.b.t. de

corporate governance praktijken stelt men dat de verschillen in wetgeving aan de basis liggen

van de grote verschillen die er bestaan tussen de Europese lidstaten (WEIL, GOTSHAL &

MANGES, 2002, p.3).

32 Working paper Nr 49: De verenigbaarheid van de Amerikaanse Sarbanes-Oxley Act met internationaal en Belgische recht, Instituut voor Internationaal recht van de KUL, januari 2004 33 “Indien de SOX een gedrag voorschrijft dat door het recht van de Staat waar een revisorenkantoor is geïncorporeerd, wordt verboden, dient het revisorenkantoor voorrang te geven aan dit laatste recht. De Amerikaanse regelgeving vervalt niet. Zij blijft gelden voor revisorenkantoren die (nog) niet onderworpen zijn aan een conflicterende regel” (RYNGAERT , 2004, p.13)

Page 50: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 42

We kunnen de verschillende lidstaten van de EU in 4 categorieën van origine van de

wetgeving onderbrengen (WEIL, GOTSHAL & MANGES, 2002, p.32).

Engelse origine Franse origine Scandinavische origine Duitse origine

Groot-Brittannië België Denemarken Oostenrijk

Ierland Frankrijk Finland Duitsland

Griekenland Zweden

Italië

Luxemburg

Spanje

Portugal

Nederland

Tabel 2: EU-lidstaten naar origine van hun wetgeving Bron: Weil,Gotshal&Manges

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de wetgeving van de meeste lidstaten van Franse origine

zijn. De Engelse, Scandinavische en Duitse origine is minder vertegenwoordigd.

We kunnen nu verder een klein overzicht geven van een aantal verschilpunten tussen de

lidstaten wat betreft de vertegenwoordiging van werknemers in de bestuursorganen. Vooral

het verschil in organisatie en samenstelling van het bestuursorgaan is relevant voor de

bespreking van de impact van de SOX.

Werknemersvertegenwoordiging

Een belangrijke bron van verschilpunten tussen de EU-lidstaten m.b.t. de corporate

governance praktijken is terug te vinden in de rol die werknemers spelen binnen de corporate

governance. Zo hebben werknemers, van ondernemingen vanaf een bepaalde omvang, in

Oostenrijk, Duitsland, Luxemburg, Zweden en Denemarken het recht enkele leden van het

toezichtsorgaan te verkiezen. In Frankrijk wordt dit recht nog uitgebreid in het geval de

werknemers samen minimum 3% van de aandelen bezitten. In dit geval mogen zij één of

meerdere bestuurders aanstellen. Dit alles in tegenstelling tot alle andere EU-lidstaten waar

enkel de aandeelhouders de leden van de toezichtsorganen verkiezen en aanstellen (WEIL,

GOTSHAL & MANGES, 2002, p.3).

Page 51: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 43

Rechten en belangen van aandeelhouders

“Er bestaan significante verschillen in wetgeving tussen de verschillende EU-lidstaten m.b.t.:

• de rechten van minderheidsaandeelhouders bij overnames

• squeeze-outs

• participatie van aandeelhouders op de algemene vergadering van aandeelhouders

• stemprocedures op de algemene vergadering van aandeelhouders en het stemmen van

op afstand

Deze verschillen belemmeren in zekere mate investeringen over de grenzen van de lidstaten

heen (WEIL, GOTSHAL & MANGES, 2002, p.4).” Zoals reeds aangehaald in punt 1.5.2

moet er worden gestreefd, vanuit de EU, om tot een meer transparantere en homogenere

kapitaalmarkt en corporate governance praktijk te komen.

Bestuursorganen: hun structuur, rol en verantwoordelijkheden

In de meeste EU-lidstaten (11) is een unitair bestuursorgaan (one-tier structuur) dominant. In

Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Denemarken, daarentegen, is het eerder de duale

structuur (two-tier structuur) die de meeste ingang vindt.

One-tier structuur: In een dergelijke structuur vertrouwt men zowel het management als de

controle toe aan een zelfde groep van bestuurders, namelijk de Raad van Bestuur. Grote

ondernemingen zullen deze universele macht (management en controle) opsplitsen door

verschillende comités op te richten (HOPT K. & LEYENS P., 2004, p.11).

Two-tier structuur: Hier zal men in tegenstelling tot een one-tier structuur twee

bestuursorganen hebben. Enerzijds het management (management board), die de leiding over

de onderneming voert. Anderzijds een toezichtsorgaan (supervisory board). De rol van deze

laatste is niet gemakkelijk te omschrijven. Zij dient in te staan voor de aanstelling, het

toezicht en het ontslag van leden van de management board (HOPT K. & LEYENS P., 2004,

p.5).

Omtrent de pro’s en contra’s van een one-tier en two-tier bestuursorgaan bestaat er een

fundamentele academische discussie. Deze discussie valt buiten het bestek van dit werk.

Page 52: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 44

Vanuit Europees standpunt is het nog niet aan de orde om één van beide systemen verplicht te

maken binnen de EU. Zowel de gebruikers van one-tier systemen als van two-tier systemen

zijn er van overtuigd dat hun systeem beter is dan dat van de andere.

In onderstaande tabel wordt per lidstaat nagegaan of een one-tier structuur of een two-tier

structuur er de dominante strekking is. Tevens zal er worden nagegaan of werknemers al dan

niet een rol hebben te vervullen in de toezichtsorganen.

Lidstaat Structuur van het

bestuursorgaan

Rol van de werknemers

in de toezichtsorganen

Scheiding tussen het

toezicht en het

management

Oostenrijk Two-tier Ja Vereist

België One-tier Neen Niet vereist

Denemarken Two-tier Ja Vereist

Finland One-tier Statuten kunnen hierin

voorzien

Vereist

Frankrijk One-tier Statuten kunnen hierin

voorzien+ (Advies)

Niet vereist

Duitsland Two-tier Ja Vereist

Griekenland One-tier Neen Niet vereist

Ierland One-tier Neen Niet vereist

Italië One-tier Neen Niet vereist

Luxemburg One-tier Ja Niet vereist

Nederland Two-tier Advies Vereist

Spanje One-tier Neen Niet vereist

Zweden One-tier Ja Vereist

Groot-Brittannië One-tier Neen Niet vereist

Portugal One-tier Neen Niet vereist

Tabel 3: Structuur van het bestuursorgaan en werknemersvertegenwoordiging per lidstaat van de EU Bron: Weil,Gotshal&Manges

Zoals eerder vermeld, worden de meeste lidstaten gekenmerkt door een one-tier structuur

waarbij er in het toezichtsorgaan geen rol is weggelegd voor werknemers. Oostenrijk,

Denemarken, Duitsland en Nederland vormen hierop een uitzondering. Frankrijk voorziet in

bepaalde gevallen een adviesprocedure voor werknemers bij de aanstelling van het

toezichtsorgaan.

Page 53: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 45

Het verschil tussen one-tier structuur en two-tier structuur is, zoals verder zal blijken, van

belang omdat men in de VS hoofdzakelijk vertrouwd is met de one-tier structuur

(SALACUSE J., 2002, p.37). Het is dan ook niet te verwonderen dat de bepalingen van de

SOX minder zijn afgestemd op two-tier systemen, en daardoor ook grotere problemen met

zich mee zullen brengen voor ondernemingen met een two-tier structuur.

3.3. Impact op het auditberoep

3.3.1. Welke externe auditors vallen onder de invloedssfeer van de SOX

Alle auditkantoren die instaan voor de revisorale controle van Amerikaanse beursgenoteerde

ondernemingen alsook auditkantoren die dochters34 van Amerikaanse ondernemingen

controleren, dienen zich bij de PCAOB te registeren (RYNGAERT , 2004, p.2). Dit geldt

zowel voor VS-auditkantoren als voor niet-VS-auditkantoren. Indien een auditkantoor opteert

om zich niet te registeren wordt het uitgesloten van elke voorbereiding van auditrapporten

voor ondernemingen die in de VS beursgenoteerd zijn (GATES, 2003,p.49).

3.3.2. De onafhankelijkheid De onafhankelijkheid van de externe auditor is een zeer belangrijk en cruciaal punt binnen de

werking van financiële markten. Het is dan ook niet verrassend dat er binnen de SOX een

volledig hoofdstuk hieraan wordt gewijd (MUNTER P., 2003, p.26). Ook in Belgische

context hecht men veel belang aan de onafhankelijkheid. Het Belgisch Koninklijk Besluit

(KB) van 10 januari 1994 stelt in dit verband dat de onafhankelijkheid van de personen belast

met de certifiëring van boekhoudbescheiden de voornaamste verantwoording is van de

controlefunctie (KB van 10 januari 1994). Naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van het

Instituut der Bedrijfsrevisoren in België werd een rondetafelgesprek georganiseerd dat over de

onafhankelijkheid van de externe auditor handelde.

In dit onderdeel zal eerst het begrip onafhankelijkheid worden gedefinieerd. Vervolgens zal

men aan de hand van de ‘code of ethics’ nagaan wat de effectiviteit van de SOX is in de

onafhankelijkheidsproblematiek. Hierna wordt gekeken hoe de SOX andere landen, en in het

bijzonder België, heeft aangezet om ook hun onafhankelijkheidsregels aan te passen. Voor de

34 Dit is nodig omdat de revisorale controle van een dochteronderneming een invloed heeft op de geconsolideerde boekhouding van de Amerikaanse moeder en aldus de Amerikaanse beleggers aanbelangt. ( RYNGAERT , 2004, p. 2)

Page 54: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 46

rest van dit onderdeel wordt nagegaan welke impact de SOX heeft op de samenstelling van de

auditfees, de organisatie van auditkantoren alsook wordt de impact van auditrotatie in Europa

besproken.

Men kan nu eerst en vooral het concept onafhankelijkheid gaan definiëren. Hiervoor is het

volgens het IFAC noodzakelijk een opsplitsing te maken tussen enerzijds de

onafhankelijkheid naar geest en anderzijds de onafhankelijkheid naar schijn. Beide begrippen

worden als volgt gedefinieerd:

• Onafhankelijkheid naar geest: “Een geestelijke ingesteldheid die de externe auditor

moet toelaten zijn beroep uit te oefenen op een objectieve en integere manier zonder

enige vorm van beïnvloeding door derden. Hierin speelt het professioneel scepticisme

een belangrijke rol (IFAC, 2003b,p.32).”

• Onafhankelijkheid naar schijn: “De externe auditor dient elke toestand en

omstandigheid te vermijden waarbij er bij derden twijfels zouden kunnen ontstaan

omtrent de onafhankelijkheid van de externe auditor en aldus de objectiviteit van de

geleverde controle zou schaden (IFAC, 2003b,p.32).”

3.3.2.1. De “code of ethics” volgens het IFAC

Binnen de “code of ethics35” van het IFAC wordt eveneens uitgebreid aandacht besteed aan

de onafhankelijkheid van de externe auditor. De code biedt een raamwerk om mogelijke

bedreigingen van de onafhankelijkheid te identificeren alsook mogelijke

beschermmaatregelen te identificeren om significante bedreigingen van de onafhankelijkheid

te reduceren tot een aanvaardbaar peil (IFAC, 2003a).

“Volgende situaties worden als een bedreiging van de onafhankelijkheid beschouwd:

• ‘Self-interest threat’: een situatie waarin de externe auditor zelf een belang heeft in de

onderneming die hij controleert.

• ‘Self-review threat’: waarbij de externe auditor in een situatie wordt gebracht waarbij

hij zijn eigen werk dient te beoordelen.

35 De code of ethics is een norm die een aantal standaarden en principes naar voor schuift die door de accountants steeds in acht dienen te worden genomen bij het uitoefenen van hun beroep.

Page 55: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 47

• ‘Advocacy threat’: waarbij de externe auditor de positie en/of de opinie van een client

te nadrukkelijk gaat verdedigen. In dergelijke situatie kan men de objectiviteit van de

betrokken accountant in twijfel trekken.

• ‘Familiarity threat’: in situaties waarbij er familiale banden of hechte relaties bestaan

tussen de externe auditor en bestuurders of kaderleden van de client.

• ‘Intimidation threat’: in situaties waarbij de externe auditor wordt verhinderd om een

objectief oordeel te vellen over de onderneming, omdat hij geintimideerd en/of

bedreigd is geworden door de client (IFAC, 2003a, p.37-38).”

In de “code of ethics” worden ook drie categorieën van beschermingsmaatregelen tegen deze

bedreigingen opgesomd.

• “Maatregelen genomen binnen de organisatie van de cliënt

• Maatregelen genomen binnen de organisatie van de externe auditor

• Maatregelen genomen door de wetgever en op het niveau van het beroep (IFAC,

2003a, p.39).”

Conceptueel kan men vaststellen dat zowel de EU als de FEE een gelijkaardige benadering

volgen ten aanzien van de onafhankelijkheid van de externe auditor.

Men kan nu de hierboven beschreven benadering van bedreigingen en safeguards

(maatregelen) als hulpmiddel gaan gebruiken bij de beoordeling van de sterkte van de

onafhankelijkheidsbepalingen die in de SOX vervat zitten (SHAUB, 2003, p.6). Shaub stelt

dat de SOX het meest effectief is in het reduceren van de “self-review threat”. De effectiviteit

van de SOX t.o.v. de andere bedreigingen wordt in onderstaande tabel weergegeven

(SHAUB, 2003, p.17).

Bedreiging Effectief Matig effectief Ineffectief

Self-interest threat X

Self-review threat X

Advocacy threat X

Familiarity threat X

Intimidation threat X

Tabel 4: Effectiviteit van de SOX bepalingen t.o.v. de bedreigingen volgens het IFAC Bron: Shaub

Page 56: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 48

Naast de SOX heeft men in de VS ook een aantal principes ontworpen m.b.t. de

onafhankelijkheid. Als men kijkt naar de publicaties en de uitgevaardigde regels van de SEC

m.b.t. de onafhankelijkheid van de externe auditor dan stelt men vast dat de SEC steeds

terugvalt op drie principes:

• De accountant mag niet zijn eigen werk controleren

• De accountant mag niet handelen in de rol van het management

• De accountant handelt niet als een advocaat van de betrokken onderneming

(MUNTER P., 2003, p.26).

Men kan dus besluiten dat de SOX maar enkele, en dus onvoldoende,

beschermingsmaatregelen verleent. Er is nog een breed veld open voor additionele

beschermingsmaatregelen vanwege het accountingsberoep alsook vanwege de individuele

externe auditor om zodoende de cliënt een voldoende onafhankelijkheid te garanderen

(SHAUB, 2003, p.14).

3.3.2.2. Inductie van Europese / Belgische wetgeving ten gevolge SOX: de wet Corporate Governance

Men heeft kunnen vaststellen dat de SOX heel wat andere landen, over de hele wereld, ertoe

heeft aangezet gelijkaardige wetgevende initiatieven te ondernemen, in het bijzonder wat

betreft de onafhankelijkheidsregels voor externe auditors.

In Europa werd op 17 maart 2004 een voorstel tot richtlijn goedgekeurd (cfr. Supra). Deze

richtlijn moet per 1 januari 2005 de boekhoudregels voor heel Europa gelijkstellen. Binnen

het voorstel tot richtlijn worden een aantal maatregelen, gelijkaardig aan deze binnen de SOX,

opgenomen om de objectiviteit en onafhankelijkheid van de externe auditor te verbeteren

(IBR, 2004).

• Alle beursgenoteerde bedrijven zullen verplicht worden een auditcomité op te richten.

• Een auditrotatie waarbij men de keuze laat tussen een externe rotatie om de zeven jaar

of een interne rotatie om de vijf jaar.

• Externe auditors moeten uitvoerig aangeven welke andere diensten, hij of zijn kantoor,

verleent aan de ondernemingen die hij controleert (IBR, 2004).

Page 57: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 49

Wanneer we naar de verschillende individuele lidstaten kijken, stellen we een algemene trend

vast van veranderingen in de corporate governance wetgeving. Een volledige uitwerking voor

alle lidstaten zou mij te ver brengen van het onderwerp36. Daarom zal ik hier enkel dieper

ingaan op de situatie in België.

Wanneer we kijken naar de Belgische context dan valt de wet Corporate Governance van 2

augustus 2002 samen met het Koninklijk Besluit ter uitvoering van 4 april 2003. In het advies

van 24 oktober 2002 van de Hoge Raad van Economische beroepen (HREB) verwoordt men

het als volgt: “Het institutioneel kader is danig gewijzigd. Door toedoen van de Europese

aanbeveling van 16 mei 2002, keurde het Belgische parlement op 15 juli 2002 de wet

houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 maart 1989

op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde

vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen definitief

goed. Op 25 juli 2002 keurde, nadat voordien de Amerikaanse Senaat dit had gedaan, ook het

‘House of Representatives’ van de Verenigde Staten de Sarbanes-Oxley Act goed (HREB,

2002, p.23).”

Als algemene opmerking wijst Bernard Tilleman37 in het rondetafelgesprek van het IBR op

het feit dat er in de wet Corporate Governance een zeker extraterritoriaal effect vervat zit

(IBR,2003c, p.106). Ook Karel Van Hulle wees op de extraterritoriale effecten van deze wet

(Gesprek Prof. Karel Van Hulle, Brussel, 2 maart 2004).

Na deze algemene opmerking ga ik in op de inhoud van deze wet. De Belgische wet

Corporate Governance van 2 augustus 2002 die artikel 133, 134 en 170 van het Wetboek van

vennootschappen wijzigt m.b.t. de onafhankelijkheid voorziet in volgende zaken:

• “Een cooling-off periode van twee jaar: de commissaris mag tot twee jaar na het einde

van zijn mandaat geen mandaat van bestuurder opnemen in dezelfde onderneming.

• De oprichting van het Comité voor Advies en Controle.

36 In het VK is op 23 juli 2003 een nieuwe “Combined code” vastgelegd. Deze is mede tot stand gekomen door een grote inbreng van Mr. Higgs. In Nederland werd op 9 december 2003 een corporate governance code aangenomen. Ook in de andere lidstaten zien we dergelijke initatieven. In Frankrijk stelt het Comité de Déontologie de l’Indépendence des commissaires aux comptes de sociétés faisant appel public à l’épargne (CDI) acht diensten niet-cummuleerbaar met het uitvoeren van de externe contrôle bij éénzelfde cliënt. Verdere informatie hieromtrent is terug te vinden in Rapport Annuel 1999-2000, 7 februari 2001, http://www.cob.fr 37 Prof. Dr. Bernard Tilleman is hoogleraar aan de KUL

Page 58: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 50

• Een limitatieve lijst van onverenigbare niet-revisorale diensten. Deze zijn vastgelegd

in het KB van 4 april 2003.

• De “one-to-one regel”38. De commissaris samen met de personen waarmee een

samenwerkingsverband bestaat, mogen geen andere diensten verstrekken dan deze die

hun door de wet worden toebedeeld voor zover het totaal ontvangen bedrag voor deze

diensten, het ontvangen bedrag voor de wettelijke opdrachten overtreft. Hierop

worden net zoals in de SOX (Sec. 202 ) een aantal uitzonderingen omschreven (cfr.

hoger in punt 2.2.).

• Een vermelding van de bijzondere opdrachten uitgevoerd door de gemandateerde

commissaris alsook een vermelding van de uitgevoerde taken en mandaten door

personen waarmee de commissaris een arbeidsovereenkomst heeft gesloten (IBR,

2003b, p. 7-8).”

Er dient wel opgemerkt te worden dat het toepassingsgebied van de beperkingen, m.b.t. de

cooling-off periode en m.b.t. de limitatieve lijst van onverenigbaarheden, uitgebreid zijn tot,

niet enkel de commissaris, maar ook tot alle personen waarmee de commissaris beroepshalve

samenwerkt. Eveneens vallen naast de gecontroleerde onderneming ook alle

dochterondernemingen van deze gecontroleerde onderneming binnen het toepassingsgebied

(IBR, 2003b, p. 7-8).

Wanneer men deze Belgische regels naast de regels van de SOX legt, dan stelt men vast dat er

op een aantal vlakken verschillen bestaan tussen de Belgische wetgeving en de regels

opgenomen in de SOX, dit zonder ermee in conflict te komen. Zo wordt er binnen de SOX

een korte afkoelingsperiode gehanteerd en bevatten de regels van de SOX een aantal niet-

revisorale diensten die de revisoren naar Belgisch recht wel mogen uitoefenen

(RYNGAERT , 2004, p. 12).

Niettegenstaande bestaat er een groot conflict op gebied van het beroepsgeheim. Wanneer

revisoren naar Belgisch recht zich in regel pogen te stellen naar het Amerikaans recht riskeren

zij zowel strafrechtelijke als tuchtrechtelijke straffen (RYNGAERT , 2004, p. 11-12).

38 Deze regel is enkel van toepassing op genoteerde ondernemingen en ondernemingen die deel uitmaken van een groep die een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen en publiceren .

Page 59: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 51

Als men kijkt naar de limitatieve lijst van onverenigbare prestaties met de onafhankelijkheid

van de commissaris, stelt men vast dat er grote gelijkenissen bestaan tussen deze opgenomen

in de SOX binnen Sec. 201 (cfr. hoger in punt 2.2.) en deze vervat in het KB van 4 april 2003.

Tabel 5 geeft samenvattend de vergelijking weer tussen de bepalingen opgenomen in SOX, de

bepalingen vooropgesteld door de FEE39 en de bepalingen opgenomen in het Belgisch KB

van 4 april 2003.

Tabel 5: Niet-audit diensten VS / EU / België

VS a

EUR

OPA

b

BELG

IE c

Toeg

elat

en

Som

s to

egel

aten

Verb

od

Toeg

elat

en

Som

s to

egel

aten

Verb

od

Toeg

elat

en

Som

s to

egel

aten

Verb

od

Voeren van de boekhouding X XOpzetten f inancieel informatiesysteem X XWaarderingen X XOutsourcing interne audit X XManagement functies X X XEffecctenhandel X XExpertise verlenen X X XBelastingconsulentie X X XActuariële diensten X

XXXX

a Sarbanes-Oxley Act b FEE c KB 4 april 2003

Bron eigen werk Deze tabel dient zeer voorzichtig te worden geïnterpreteerd. Zo moeten de items opgenomen

onder de rubriek “soms toegelaten” begrepen worden in een context, die door de wet

genuanceerd dient te worden. Prestaties zullen in de VS nooit worden toegelaten indien ze één

van de drie basisprincipes van de SEC (cfr. 3.1.1.1.) overschrijden. Maar in het geval de

presterende dienst geen materiële invloed heeft op de jaarrekening kan men de dienst wel

toelaten. De FEE voegt er ook aan toe dat men rekening moet houden met de graad van

subjectiviteit van de uit te voeren activiteit (FEE, 2003a, p. 5-6). Tevens dringt zij erop aan

dat de nuancering rekening zou moeten houden met het verschil tussen grote ondernemingen

met een publiek belang, en kleine en middelgrote ondernemingen zonder publiek belang

(FEE, 2003a, p. 4). In België zal het comité voor advies en controle bij twijfelgevallen door

de betrokken externe auditor geraadpleegd kunnen worden.

39 Brief van de FEE aan de heer Katz (SEC) van 13 januari 2003 waarin het Europees standpunt ter zake wordt uiteengezet.

Page 60: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 52

Men kan concluderen dat zowel de Belgische als de Europese wetgeving ter zake grote

gelijkenissen vertonen met de onafhankelijkheidsregels opgenomen in de SOX. Maar de SOX

gaat verder dan de Belgische wet corporate governance. Zij verbiedt immers juridische- en

consultancy-diensten die geen betrekking hebben op revisorale controle (RYNGAERT , 2004,

p.14). Tevens stelt men vast dat de bepalingen opgenomen onder Sec. 201 van de SOX te

weinig genuanceerd zijn. In tegenstelling tot Europa waar men blijft vasthouden aan de

flexibelere op principes gebaseerde benadering.

3.3.2.3. Impact op de samenstelling van auditfees

De hierboven besproken nieuwe onafhankelijkheidsregels hebben, zowel in de VS als in

Europa, een impact gehad op de samenstelling van de auditfees en op de structuur van de

auditkantoren.

Historisch gezien bestond de omzet van de meeste auditkantoren grotendeels uit opbrengsten

verkregen uit het verrichten van allerlei consultancy activiteiten. In 1998 bestond de omzet

van de “big 8” voor ongeveer 45% uit opbrengsten verkregen uit management

consultancyactiviteiten. Wanneer men dit op hetzelfde moment bekeek onder de “big 5” dan

liep dit percentage op tot 70% (GAO, 2003a, p.8).

Vanaf 2000 valt een aanzienlijke daling op in de opbrengsten uit consultancy. De GAO

schrijft dit vooral toe aan het feit dat er een grotere bezorgdheid kwam en dit zowel bij de

standaardzetters als bij het grote publiek, omtrent de onafhankelijkheid van de externe

auditor. Door de implementatie van de onafhankelijkheidsregels opgenomen in SOX zal het

gedeelte van de omzet dat gerealiseerd wordt door consultancy verder dalen (GAO, 2003a,

p.10).

Page 61: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 53

01020304050607080

1975 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001

Perc

enta

ge

Audit en attest diesten Belasting consultingManagement consulting

Figuur 2: Diensten van auditkantoren (Big 8) als % van de opbrengsten: 1975, 1987-2002 Bron GAO

Uit figuur 2 blijkt duidelijk dat de activiteiten van auditkantoren de laatste jaren een sterke

ommekeer kennen. Veel minder managementconsultancy (minder dan 10% van de

opbrengsten) en veel meer nadruk op audit- en attesteringsdiensten (meer dan de helft van de

opbrengsten). Deze tendens is vanaf 2002 nog sterker uitgesproken.

Door de expliciet opgenomen verbodsbepalingen voor bepaalde diensten en door de

voorziene afkoelingsperiode is het vrij logisch dat vele auditkantoren terugkeren naar hun

core business. De laatste jaren zijn dan ook vele auditkantoren overgegaan tot de uitverkoop

of de afsplitsing van hun consultancyafdelingen. Wanneer men vandaag kijkt naar de “Big

Four” dan moet men vaststellen dat het enkel Deloitte & Touche is die nog niet is overgegaan

tot de verkoop of de afsplitsing van zijn consultancyafdeling.

Men kan dus stellen dat door de SOX en de nationale wetswijzigingen, al dan niet

geïnduceerd door de SOX, in de verschillende Europese lidstaten er een tendens ontstaan is

dat externe auditkantoren terugkeren naar hun core business. Dit geeft tot gevolg dat de

inkomsten van deze kantoren minder afkomstig zullen zijn van consultancydiensten.

3.3.2.4. Auditrotatie Zoals in 2.3.2. werd besproken, voorziet de SOX in een verplichte auditor rotatie om de vijf

jaar voor de leidinggevende auditor en om de zeven jaar voor partners met een aanzienlijke

invloed in de audit. In de Europese context opteert men om de lidstaten de keuze te laten

Page 62: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 54

tussen enerzijds een rotatie van de key externe auditor om de vijf jaar of anderzijds een rotatie

van het externe auditkantoor om de zeven jaar (cfr. Supra).

De rotatie van de externe auditor kan enerzijds gezien worden als een beschermmaatregel

voor de onafhankelijkheid anderzijds kan het ook een bedreiging inhouden m.b.t. de kwaliteit

van de geleverde audit (FEE, 2003b, p.10). Men zou kunnen aannemen dat wanneer een

externe auditor verschillende jaren na elkaar de audit van een bepaalde onderneming voor zijn

rekening neemt er een te nauwe relatie ontstaat tussen de externe auditor en het management

(FEE, 2003b, p.11). Dat lange mandaten geen uitzonderingen zijn blijkt uit de GAO studie40.

Gemiddeld genomen bedraagt de termijn dat een extern auditkantoor bij dezelfde

onderneming actief is 22 jaar (GAO, 2003b, p.6)

Er dient echter wel een belangrijk onderscheid te worden gemaakt tussen de interne rotatie41

en de externe rotatie42 van auditkantoren.

Wat de externe rotatie betreft, bestaat er in de praktijk nogal wat terughoudendheid om

dergelijke rotatie verplicht te maken. Uit een Brits onderzoek verricht door Accountancy Age

blijkt dat alle grote revisorenkantoren, op Bakker Tilly na, gekant zijn tegen een verplichte

externe rotatie (Accountancy Age, 2003). Deze resultaten worden bevestigd in de studie van

de GAO. Hieruit blijkt dat zowat alle grote externe auditors en de publieke ondernemingen

van de Fortune 1000 vinden dat de kosten van een verplichte externe rotatie de mogelijke

voordelen ver overschrijden (Practical accountant, 2004, p.20). Hogere

marketinginspanningen en hogere selectie– en auditkosten zullen er voor zorgen dat de

kostprijs voor het auditeren van financiële staten sterk de hoogte in gaat. Auditkantoren

schatten de hogere kosten op 20% (GAO, 2003b, p.27). Ondernemingen vrezen dat de kans

op fouten en de kosten bij het uitvoeren van een audit in het eerste jaar volgend op de rotatie

te groot zijn. Aangezien de nieuwe externe auditor nog kennis moet verwerven over de

betrokken onderneming (GAO, 2003b, p.14).

40 Deze studie werd uitgevoerd bij ondernemingen uit de Fortune 1000. 41 Interne rotatie: Hierbij blijft hetzelfde externe auditkantoor de externe audit uitvoeren maar dient de key externe auditor te roteren. 42 Externe rotatie: Hierbij dient de het externe auditkantoor zelf te roteren

Page 63: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 55

Er bestaan in de literatuur ook argumenten pro externe rotatie. In een rapport van de “SEC

Practice Section Executive Committee” van 1992 worden drie argumenten naar voor

geschoven.

• “Ten eerste zorgen lange mandaten van de externe auditor voor een verhoogde kans

dat men zijn professioneel scepticisme verliest. Externe audit rotatie kan hierin een

oplossing bieden aangezien men hierdoor een nieuwe manier van kijken introduceert.

• Ten tweede kunnen externe auditors na verloop van tijd gaan anticiperen op resultaten

waardoor ze minder alert worden voor subtiele wijzigingen. Ook in dit geval kan een

externe rotatie een oplossing bieden.

• En ten slotte kunnen kortere mandaattermijnen van de externe auditor een oplossing

bieden om zich gemakkelijker te verzetten tegen de druk geleverd vanuit het

management (AICPA, 1992).”

Wat betreft de interne rotatie zijn er in de literatuur zowel pro’s als contra’s terug te vinden.

Voorstanders van een dergelijke verplichte rotatie argumenteren hun standpunt vooral met het

feit dat langdurige mandaten van externe auditors de onafhankelijkheid van de auditor in

gevaar kan brengen. Interne rotatie heeft echter het grote voordeel dat de expertise die het

extern auditkantoor verworven heeft over de onderneming niet verloren gaat bij de rotatie van

de partner. Tegenstanders zullen juist dit laatste argument aangrijpen om aan te tonen dat na

verloop van tijd de onafhankelijkheid naar schijn niet meer is gewaarborgd.

Als we kijken naar enkele Europese lidstaten43 dan moeten we vaststellen dat er in sommige

lidstaten een interne en/of externe rotatie reeds in de wetgeving is ingeschreven (GAO,

2003b,p.83).

• Italië: Sinds 1975 is er een verplichting voor beursgenoteerde ondernemingen om elke

negen jaar een externe rotatie door te voeren bij hun externe audit ondernemingen. Pas

na een periode van drie jaar na de rotatie kan de oorspronkelijke externe audit

onderneming terugkeren.

• Oostenrijk: Vanaf 2004 wordt er een verplichte externe rotatie ingevoerd van zes jaar

met een rustperiode van één jaar na de rotatie.

43 Portugal heeft met de Capital Market Act (13 november 1999) één van de meest vooruitstrevende corporate governance code van Europa. De behandeling van deze code valt buiten het bestek. Hiervoor verwijs ik naar het volgende artikel“Portugal's answer to Sarbanes-Oxley”,Barrocas, Manuel P, International Financial Law Review, May2003, Vol. 22, Nr. 5

Page 64: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 56

• Verenigd Koninkrijk (VK): Vanaf 2003 zijn de regels m.b.t. de interne rotatie van de

leidinggevende externe auditor verstrengd van zeven naar vijf jaar (GAO,

2003b,p.85). Wat betreft een verplichte externe rotatie is men niet overtuigd van de

voordelen. De CGAA44 beveelt de auditcomités aan, een externe rotatie door te voeren

wanneer de ambtstermijn van een externe audit onderneming meer dan 15 à 20 jaar

bedraagt.

• Frankrijk: Interne rotatie is reeds vereist sinds 1998. In augustus 2003 werden de

bepalingen verstrengd. De leidinggevende externe auditor dient minstens om de zes

jaar te roteren. Externe rotatie is niet vereist, wel kent men voor de controle van

geconsolideerde financiële rapporten een alternatieve benadering. Er dient in dit geval

een tweede externe audit onderneming te worden aangesteld (GAO, 2003b,p.86).

• Spanje: De verplichting van een externe rotatie om de negen jaar bestond van 1989 tot

1995. Vandaag de dag bestaat enkel een interne rotatie van alle betrokken leden van

het auditteam elke zeven jaar. Deze verplichting geldt enkel voor ondernemingen die

onder publiek toezicht staan en die een jaarlijkse omzet hebben van tenminste 30

miljoen Euro (GAO, 2003b,p.86-87).

• Nederland: Gelijklopend met het VK is in januari 2003 de interne rotatieverplichting

van leidinggevende externe auditors verscherpt tot maximum vijf jaar. Voor alle

andere belangrijke audit team leden geldt een interne rotatie van zeven jaar (GAO,

2003b,p.87).

• België: Verplichte interne en/of externe rotatie is tot op heden onbestaande in het

Belgisch recht. Ook hier kan de ‘true conflict-doctrine’ worden toegepast. De

Amerikaanse wetgeving inzake partnerrotatie is veel strenger dan de Belgische ter

zake maar zij staat niet in open conflict ermee. Dit impliceert dat Belgische externe

auditors zich moeten schikken naar de strengere regels van SOX (RYNGAERT, 2004,

p.14).

Gegeven de grote verschillen tussen de Europese lidstaten aangaande deze materie heeft de

SOX op een zekere manier voor een versnelling in het Europese harmonisatieproces gezorgd.

Door het voorstel van de Europese Commissie van 17 maart 2004 zal men een grotere

harmonisatie tussen de lidstaten zien inzake verplichtingen tot auditrotatie. Auditrotatie kan

44 De “co-ordinating group on audit and accounting issues” (CGAA) is het orgaan dat moet verzekeren dat er een geoordineerd werkprogramma bestaat voor de individuele toezichtshouders om de huidige VK bepalingen m.b.t.

Page 65: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 57

zeker als een belangrijk instrument gezien worden om de onafhankelijkheid van de externe

auditors te verhogen. Verwacht wordt dat dit binnen Europa tot een verbeterde zal leiden

echter verder onderzoek hieromtrent is noodzakelijk. Tenslotte wil ik nog een bedenking

maken bij de kleine auditkantoren. Deze kunnen echter per definitie geen interne auditrotatie

voeren en zijn daardoor verplicht extern te roteren. Wat zal de impact voor deze auditkantoren

zijn?

3.3.3 De werkzaamheden

3.3.3.1. Nieuwe rapporteringsrelatie

Van der Elst maakt in zijn Working Paper ook melding van het feit dat België een

gelijkaardig pad opgaat. Ik citeer: “In België heeft het IBR inmiddels International Standards

on Auditing 260 ‘het communiceren van auditpunten met personen belast met het deugdelijk

bestuur’ in een aanbeveling omgezet. Uit deze omzetting blijkt dat indien aan bepaalde

voorwaarden wordt voldaan, de commissaris de informatie-uitwisseling organiseert met het

auditcomité (VAN DER ELST C., 2004,p.42).

Door toedoen van de SOX wordt de externe auditor verplicht belangrijke informatie door te

spelen aan het auditcomité (cfr. Supra). Hieronder zijn volgende zaken begrepen:

• “het essentiële boekhoudbeleid

• De alternatieve, en in overeenstemming met de algemene erkende boekhoudprincipes,

verwerkingsmogelijkheden van financiële informatie, die moeten worden besproken

met het management, ramingen omtrent de gevolgen van het gebruik van dergelijke

benadering en de verwerking die de revisorenvennootschap verkiest

• Andere materiële schriftelijke communicatie tussen de revisorenvennootschap en het

management van de entiteit, zoals de ‘managementletter’ en het schema van de niet

gecorrigeerde verschillen (VAN DER ELST C., 2004,p.42).”

Deze bepaling houdt een vrij extensive manier van samenwerking met het auditcomité in. Dit

betekent een wijziging van het bestaande auditproces.

de statutaire audit en de financiële rapporteringsverplichtingen te herzien, om zodoende onnodige overlappingen te vermijden. (GAO, 2003b,p.85)

Page 66: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 58

3.3.3.2. Beoordeling van management rapport m.b.t. effectiviteit intern controlesysteem

Alvorens de impact van een verplichte beoordeling door de externe auditor, van het

management rapport m.b.t.de effectiviteit van het intern controlesysteem, te bespreken is het

noodzakelijk het begrip interne controle te definiëren.

Volgens het COSO-rapport wordt interne beheersing gedefinieerd als: “Een proces,

uitgevoerd door de directie van een organisatie, het management of ander personeel, gericht

op het verkrijgen van een zekere mate van zekerheid omtrent het bereiken van doelstellingen

in de volgende categorieën: ten eerste de effectiviteit en efficiëntie van bedrijfsprocessen, ten

tweede de betrouwbaarheid van financiële informatieverzorging en tenslotte de naleving van

relevante wetten en regelgeving (RENES, 2003,p.43).”

Men kan overeenkomstig het COSO-rapport de interne beheersing opdelen in vijf

samenhangende componenten, die op hun beurt uiteen vallen in deelcomponenten. Deze

componenten kunnen worden gebruikt als criteria voor de beoordeling van de effectiviteit van

interne controle (RENES, 2003,p.43). In onderstaande figuur worden de vijf componenten

samen met de doestellingen visueel voorgesteld.

Figuur 3: Componenten van interne controle volgens COSO Bron RENES

De Beelde definieert de verschillende begrippen als volgt:

“Besturingskader: ook wel de controle omgeving genoemd. Dit zijn de personen die de

procedures moeten uitvoeren alsook de omgeving waarin zij werken vormen de basis voor

interne controle (DE BEELDE I, 2002, p.181).

Page 67: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 59

Risicobeoordeling: Een onderneming wordt geconfronteerd met een aantal risico’s die ze

dient te evalueren. De voorwaarde van dergelijke evaluatie is de bepaling van de

doelstellingen waaraan de risico’s kunnen worden gekoppeld (DE BEELDE I, 2002, p.185).

Beheersingsmaatregelen: Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat de medewerkers

binnen de ondernemingen alle risico’s aanpakken die het realiseren van

ondernemingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen (DE BEELDE I, 2002, p.186).

Informatie en communicatie: Beide zijn essentieel in een interne controle. Ze zorgen ervoor

dat alle relevante informatie terechtkomt om medewerkers in staat te stellen de procedures en

operaties in een onderneming effectief uit te voeren en te controleren (DE BEELDE I, 2002,

p.181).

Bewaking: Ook wel monitoring genoemd heeft als doestelling dat het interne controlesysteem

goed blijft functioneren. Indien nodig zal zij hier en daar wat moeten bijsturen (DE BEELDE

I., 2002,p.191).”

Internationaal gezien stelt men een zekere consensus vast wat betreft het gebruik van de

COSO-standaarden als beoordelingsinstrument. In het VK, waar de regelgeving ter zake het

meest uitgewerkt is, is ‘The Code of Best Practice’ (1999) in belangrijke mate gebaseerd op

de COSO-standaarden. Een gelijkaardige vaststelling kan men maken in Duitsland, waar het

rapporteren over de effectiviteit van de interne controle en het risicobeheersingssysteem sinds

1998 bij wet is vastgelegd (RENES, 2003,p.43).

Uitgaande van de definitie van interne controle kan men nu nagaan wat de impact zal zijn van

deze nieuwe verplichting opgenomen in de SOX (beoordeling van het managementrapport

m.b.t. de effectiviteit van het intern controlesysteem). Het valt te vermoeden dat deze bepaling

een aanzienlijke impact zal hebben op het werk van de externe auditor zowel wat betreft de

aard, de timing als de uitgebreidheid van de controletesten (KOEHN J., DEL VECCHIO S.,

2004,p.39). Waar vroeger het intern controlesysteem gehanteerd werd als planningsinstrument

voor de uitvoering van een audit wordt het nu een doel op zich (Coustan & Leinicke,

2004,p.44). Om hierin enige richtlijn te geven heeft de AICPA twee publicaties uitgegeven

(MCDONALD D., BANKS G., 2003, p.50).

• Auditing an Entity’s Internal Control over Financial Reporting in Conjunction with

the Financial Statement Audit (SAS ED)

• Reporting on an Entity’s Internal Control over Financial Reporting (SSAE ED)

Page 68: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 60

In beide publicaties, en in de “PCAOB Auditing Standard No. 2”, wordt de audit die de

externe auditor dient uit te voeren omschreven als een geïntegreerde activiteit bestaande uit

een audit van de financiële verklaringen en een audit van de interne controle (MCDONALD

D., BANKS G., 2003, p.50). Dit betekent dat de externe auditor over beide zaken een opinie

zal moeten geven. Deze opinie bevat een uitspraak over de effectiviteit van het interne

controlesysteem m.b.t. financiële rapportering op een bepaald moment in de tijd en gebaseerd

op controle criteria (MCDONALD D., BANKS G., 2003, p.51).

Externe auditors dienen wel voor ogen te houden dat een audit van een intern controlesysteem

een extensief proces is dat verschillende stappen inhoudt.

• “De planning van de audit

• Het verwerven van kennis en documentatie over de interne controle

• Het evalueren van de effectiviteit van zowel het design als van de operaties van de

interne controle

• En tenslotte een opinie formuleren of de interne controle omtrent de financiële

rapportering al dan niet effectief is (PCAOB, 2004b, p.10).”

Tevens zal de externe auditor via verschillende manieren voldoende bewijzen moeten

verzamelen om zijn beoordeling omtrent de effectiviteit van het intern controlesysteem te

funderen. Zo zal het aangewezen zijn een evaluatie en een test te maken van het gebruikte

managementbeoordelingsproces. Eveneens dient hij het uitgevoerde werk binnen de interne

controle dat verricht werd door andere, zoals de interne auditor, te testen en te evalueren.

Tenslotte mag de externe auditor ook niet het testen en de evaluatie van de effectiviteit van

zijn eigen controle over het hoofd zien (PCAOB, 2004b, p.10).

Wat de kost betreft van een dergelijke attestatie zal deze volgens velen hoog oplopen (cfr.

Supra). Een schatting raamt de additionele kost tussen de 25% en de 100% van de huidige

auditfees (Coustan & Leinicke, 2004,p.44). Deze nieuwe taak wordt als één van de

belangrijkste redenen aanzien van de hogere auditfees (cfr. Supra).

Concluderend kan men stellen dat uit de Amerikaanse literatuur blijkt dat SOX in belangrijke

mate het auditproces heeft gewijzigd, zeker wat de attestatie van het intern controlesysteem

betreft. Deze wijzigingen hebben een kostenverhogend effect voor externe auditkantoren met

Page 69: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 61

zich mee gebracht. Tevens heeft de SOX ervoor gezorgd dat COSO opnieuw in de

belangstelling staat. Mijns inziens kan men deze Amerikaanse bevindingen doortrekken naar

Europa. Verder onderzoek dient hieromtrent uitsluitsel te geven. Men moet zich immers wel

bij een dergelijke uitbreiding van de attestatieverplichtingen van de externe auditor de vraag

stellen of dit de “expectation gap” niet zal verhogen?

3.3.4. Impact op de auditkosten Wat betreft de auditfees45 wordt een aanzienlijke stijging verwacht. Koehn en Vecchio stellen

vast dat de gerapporteerde auditfees van de “Big Four” ten gevolge van de SOX nu al

gestegen zijn met 25 tot 33%. De Financial Executives International verwachten daarboven

op nog een stijging van 35 % tegen midden 2004 (KOEHN J., DEL VECCHIO S., 2004,

p.35).

Deze stijging van de auditfees heeft vooral te maken met de grotere productiekosten (kosten

die een externe auditor maakt om een controle van een jaarrekening uit te voeren) die

auditkantoren dienen te maken om aan alle nieuwe regelgeving te voldoen. Weets schuift in

haar doctoraal proefschrift twee determinanten voor de hoogte van de productiekost naar

voor. Met name de complexiteit van de te controleren onderneming en het risico dat de

externe auditor loopt bij het uitvoeren van zijn opdracht (WEETS, 2001, p.63).

Wat betreft de complexiteit van de auditklant stelt men vast dat indien deze stijgt de

productiekost voor het uitvoeren van een audit ook de hoogte ingaat. De meest gebruikte

proxies voor de complexiteit van de auditklant zijn: de grootte van de auditklant, de kwaliteit

van het intern controlesysteem, de ervaring van de externe auditor bij de klant en de tijdsdruk

waaronder de externe auditor staat (WEETS, 2001, p.63). Door de bepalingen die vervat

zitten in de SOX valt te vermoeden dat de tijdsdruk sterk zal verhogen en dat de ervaring van

de externe auditor bij de klant zal afnemen46 (cfr. Infra). Beide zullen tot een verhoging van

de productiekost aanleiding geven.

Wat het risico van de externe auditor betreft kan men terugvallen op de auditrisico formule.

Deze is opgebouwd uit drie factoren (DE BEELDE I.,2002,p.123).

45 Auditfees moet hier geinterpreteerd worden als het bedrag dat ondernemingen aan externe auditkantoren betalen , voor de uitgevoerde controleactiviteiten. 46 Denken we hierbij aan de verplichte auditrotatie

Page 70: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 62

AR = IR x CR x DR

Waarbij AR: Globaal auditrisico

IR : Inherentrisico

CR : Controlerisico

DR : Detectierisico

De Beelde definieert het auditrisico als zijnde: “hoe groot het risico mag zijn dat bepaalde

fouten onopgemerkt blijven (DE BEELDE I.,2002,p.123).” Inherent risico wordt door hem

gedefinieerd als het risico dat onlosmakelijk met de ondernemingsactivitiet verbonden is los

van elke interne of externe controle (DE BEELDE I.,2002,p.122). Controlerisico omvat “het

risico dat het interne controlesysteem niet in staat is fouten of onregelmatigheden op te sporen

of te voorkomen (DE BEELDE I.,2002,p.122).” En het detectierisico is “het risico dat de

auditor loopt dat hij via zijn testen fouten of onregelmatigheden niet op het spoor zal komen

(DE BEELDE I.,2002,p.122).”

Men kan aannemen dat men door de SOX getracht heeft het auditrisico te minimaliseren,

hoofdzakelijk door het controlerisico te beperken d.m.v. Sec. 404. Evenals de beperking van

het detectierisico d.m.v. een verplichte auditrotatie.

Wat de impact in Europa betreft, mag men vermoeden dat de SOX ook hier een stijging van

de auditkosten zal veroorzaken, gegeven de gelijkaardigheid van de werkzaamheden bij een

externe audit aan beide kanten van de oceaan.

3.3.5. Concentratie van de auditmarkt

Men stelt vast dat sinds de jaren 1980 – 1990 er een grote concentratie47 is gekomen op de

auditmarkt. Uit een studie uitgevoerd door de General Accounting Office van de VS (GAO),

welke ingegeven werd door Sec. 701 van de SOX, blijkt dat er verschillende redenen diervoor

aan de basis kunnen liggen.

• De globalisering van werkzaamheden van cliënten van externe auditors eisen dat de

diensten van de externe auditor zich ook meer en meer wereldwijd gaan verspreiden.

47 Men kan gebruik maken van de Herfindahl-Hirschman-Index om de concentratie van een markt te berekenen. HHI = s1

2 + s22 + s3

2 + ... + sn2 waarbij si het marktaandeel voorstelt van het ide auditkantoor.

Page 71: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 63

• De grotere complexiteit van de operaties van cliënten vraagt meer industriespecifieke

en technische kennis ter zake

• Consolidatiebeweging in de auditmarkt laat meer schaaleconomieën toe

• Tevens laat deze consolidatiebeweging de externe auditor toe zijn marktaandeel te

vergroten en zijn marktpositie te verstevigen (GAO, 2003a).

Als uitloper van het Enron schandaal, zoals hierboven in 1.4 aangegeven, is Arthur Andersen

van de markt verdwenen. Dit zorgt voor een verdere concentratie van de auditmarkt. De GAO

komt zelf tot de conclusie dat zowat 78 % van alle Amerikaanse publieke ondernemingen

gecontroleerd worden door één van de “Big Four” (GAO, 2003a). Men mag dus besluiten dat

de auditmarkt gekenmerkt wordt door een oligopolie (KOEHN J., DEL VECCHIO S., 2004,

p.37).

Door de verplichte registratieplicht van externe auditors en de vele bijkomende wetgeving

ingevoerd met de SOX zal deze concentratie verder toenemen. Kleinere externe auditors

kantoren zullen de kosten van de registratieprocedure, de kosten voor de training van hun

personeel en de kosten van het verhoogde aansprakelijkheidsrisico niet willen dragen en

zullen zich hierdoor onverbiddelijk uit de markt, van de controle over Amerikaanse

beursgenoteerde ondernemingen, terugtrekken (KOEHN J., DEL VECCHIO S., 2004, p.37).

Gevolg van deze concentratie is dat grote publieke ondernemingen een beperkte keuze van de

externe auditor hebben. Dit fenomeen is goed zichtbaar wanneer we kijken naar de

verschuiving die plaats heeft gevonden na het faillissement van Arthur Andersen. (GAO,

2003a, p.101) Zowat 90 % van de vroegere klanten van Arthur Andersen zijn overgegaan naar

één van de “Big Four” (GAO, 2003a, p.104). Zie onderstaande figuur.

Page 72: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 64

0

1000

2000

3000

4000

5000

Ernst &Young

KPMG Deloitte &Touche

Pw C Alle andere

Gemiddelde activa (in millioen US dollar)

Figuur 4: Gemiddelde activa van vroegere Andersen klanten naar hun nieuwe Auditor, 2001-2002 Bron GAO

Men kan zich de vraag stellen in hoeverre deze impact tot de bedoelingen van de Sarbanes-

Oxley Act behoort aangezien er door de verdere concentratie van de auditmarkt, vooral voor

grote onderneminegen, een zeker vorm van afhankelijkheid ontstaat tegenover de “Big Four”.

Wie anders dan de “Big Four” kan voor dergelijke multinationals de revisorale controle nog

uitvoeren?

3.3.6. Toezicht op het beroep

Met de boekhoudschandalen in het achterhoofd is de discussie omtrent het beste model voor

het toezicht op het beroep losgebarsten. Dient men zelfregulatie te verlaten en over te stappen

naar externe controle? Of is dit te vergaand?

Door de oprichting van de PCAOB (cfr. Supra) is men in de VS volledig naar een externe

controle overgestapt om aldus te vermijden dat het publiek argwanend blijft t.o.v. de

geleverde auditdiensten door externe auditors. We zien ook in Europa een dergelijke

beweging ontstaan waarbij men naast de klassieke peer review toch een zeker onafhankelijk

orgaan gaat laten toezien op het beroep van externe auditor.

In België is met de wet Corporate Governance van 2 augustus 2002 het comité voor advies en

controle opgericht (cfr. Supra). Dit comité is samengesteld uit negen leden die elk

onafhankelijk zijn van het beroep van bedrijfsrevisor48. Zij zullen op voorstel van de Minister

van Economie en van de Minister van Justitie door de Koning worden benoemd voor een

termijn van vijf jaar (IBR, 2003b ,p.10).

48 Zij mogen noch lid zijn van het IBR noch van de Hoge Raad van Economische Beroepen.

Page 73: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 65

Het comité van advies en controle is bevoegd om op verzoek van een externe auditor

(commissaris) een voorafgaandelijk advies te verstrekken over de verenigbaarheid met een

onafhankelijke taakuitoefening. Alsook kunnen zij een zaak m.b.t. de onafhankelijke

taakuitoefening aanhangig maken bij de bevoegde tuchtinstanties van het IBR

(IBR, 2003b ,p.11).

Tijdens het rondetafel gesprek omtrent de onafhankelijkheid van het IBR, maakt Bernard

Tilleman een aantal kritische bedenkingen omtrent het comité voor advies en controle. Zo

stelt hij het nut van een dergelijk comité openlijk in vraag aangezien het verleende advies toch

geen bindend karakter heeft (IBR, 2003c, p.117). Ook stelt hij zich de vraag hoe het comité de

werkelijke onafhankelijkheid van iemand zal gaan toetsen. Het enige feit dat de tussenkomst

van het comité volgens Tilleman een beetje rechtvaardigt is de mogelijkheid die er bestaat dat

een tussenkomst van een extern comité de onafhankelijkheid naar schijn voor een stuk kan

oplossen (IBR, 2003c, p.128).

Uit het gesprek met de heer Paul Van Geyt blijkt dat het comité vandaag de dag zo goed als

operationeel is. Ook stelt hij dat er reeds enkele vragen tot advies werden ingediend (Gesprek

Paul Van Geyt, Brussel, 8 april 2004). Het valt af te wachten welke bijdrage dit comité in de

toekomst zal leveren binnen het auditberoep.

Uit dit alles kan men besluiten dat mede door de SOX men ook in Europa meer in de richting

van een extern toezicht op het beroep van de externe auditor is gegaan.

3.3.7. Besluit

De Sarbanes-Oxley Act heeft als antwoord op het gerezen wantrouwen van het publiek ten

opzichte van externe auditors een aantal maatregelen getroffen. Zo is de onafhankelijkheid

aangescherpt door de uitvoering van bepaalde diensten door externe auditors te verbieden.

Alsook heeft men getracht de “familiarity threat”, waarmee lange mandaten gepaard gaan, in

te perken door een verplichte auditrotatie in te voeren. Naast deze maatregelen werd d.m.v. de

PCAOB een onafhankelijk toezicht gecreëerd op het beroep. Voorts heeft de SOX de

werkzaamheden van externe auditors danig gewijzigd. Dit alles heeft tot een belangrijke

stijging op de auditkosten geleid. In Europa stelt men gelijkaardige wetgevende initiatieven

Page 74: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 66

vast. Dat er een impact in Europa zal zijn staat vast maar de omvang hiervan zal verder

onderzoek moeten uitmaken.

3.4. Impact op de ondernemingen

Als we kijken naar de beoogde doelstelling van de SOX, dan moet men vaststellen dat

iedereen het er over eens zal zijn dat deze wet het vertrouwen bij investeerders moest

herstellen. Maar als men naar de consequenties kijkt, dan merkt men op dat de beide auteurs

van de wet er een andere visie op na houden. Vertegenwoordiger Michael Oxley is bezorgd

om het feit dat de SOX aanleiding kan geven tot overdreven risico aversie terwijl senator Paul

Sarbanes eerder de mening toegedaan is dat de SOX ervoor zal zorgen dat bedrijven hun

acties zorgvuldiger zullen ondernemen (KOEHN J., DEL VECCHIO S., 2004,p.36).

3.4.1. Welke bedrijven vallen onder de invloedssfeer

De SOX is van toepassing op alle bedrijven, niet enkel Amerikaanse, die hun aandelen aan

het publiek verhandelen op een Amerikaanse nationale beurs of op de Nasdaq. Ook de

ondernemingen die gehouden zijn aan de rapporteringsvereisten van de SEC vallen onder het

toepassingsdomein van de SOX (MAYER & BROWN, 2002, p.2). Dit houdt in:

• Alle aandelen, inclusief de American Depositary Receipts (ADR) geregistreerd onder

sectie 12 van de ‘Securities Exchange Act’ van 1934

• Al diegene die verplicht zijn rapporten bij de SEC in te dienen zoals gesteld onder

sectie 13(a) of 15(d) van de Securities Exchange Act, inclusief Europese

• Ondernemingen die “Form 20-F” dienen in te dienen.

• Al diegene die een registratieverklaring (onder de Securities Act van 1933) hebben

ingevuld maar die nog niet effectief is en nog niet werd ingetrokken.

Ondernemingen die vallen onder het “Level I ADR” programma zijn niet onderhevig aan de

toepassing van de SOX (MAYER & BROWN, 2002, p.3).

Figuur 5 geeft een inzicht in de breedte van het toepassingsgebied van de SOX op niet

Amerikaanse ondernemingen, en in het bijzonder op de Europese ondernemingen.

Page 75: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 67

EU bedrijven op NYSE t.o.v. andere niet US genoteerde bedrijven

284

185

Andere niet-US bedrijven op NYSE EU bedrijven op NYSE

EU bedrijven op NASDAQ t.o.v. andere niet US genoteerde bedrijven

302

149

Andere niet -US bedrijven op NASDAQ EU bedr ijven op NASDAQ

Figuur 5: EU bedrijven op NASDAQ / NYSE

Mayer & Brown schatten in hun studie dat ongeveer 469 niet-Amerikaanse ondernemingen

genoteerd staan op de New York Stock Exchange (NYSE). Hiervan zijn er 185 Europese

ondernemingen. Op de NASDAQ, daarentegen, zijn een goede 451 niet-Amerikaanse

ondernemingen genoteerd, waarvan 149 Europese (MAYER & BROWN, 2002, p.2).

3.4.2. Significante aanpassingen

3.4.2.1. Grotere verantwoordelijkheid van bestuurders d.m.v. een certifiëring

Een grotere verantwoordelijkheid voor top - bestuurders ten aanzien van accounting

aangelegenheden is noodzakelijk, als men vaststelt hoe de toenmalige CEO van Enron ( Mr.

Skilling) zijn verantwoordelijkheid poogt te ontlopen. In zijn verklaring voor de

senaatscommissie stelt Mr. Skilling dat gedetailleerde financiële rapportering en publicatie

niet tot het specifieke domein van de CEO behoren (GEIGER & TAYLOR, 2003, p. 357).

Deze houding is zeker geen alleenstaand feit. Men stelt vast dat de laatste twee decennia

CEO’s niet altijd die personen zijn binnen de onderneming met een degelijke accounting- en

financieringsachtergrond (GEIGER & TAYLOR, 2003, p. 358) (cfr. 3.2.2.3). De taak van de

de CEO komt veel meer neer op het binnenhalen van contracten en investeerders. Eveneens

fungeert de CEO naar de buitenwereld als het gezicht van de onderneming (HOPKINS, 2002,

p.3).Volgens mij zal door toedoen van de SOX hierin enige wijziging komen. CEO’s zullen

wel degelijk accountancy kennis moeten bezitten gezien hun grotere verantwoordelijkheid.

Misschien dringen er zich een aantal wijzigingen op in de vormingsprogramma’s van

topmanagers?

Page 76: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 68

Door middel van Sec. 302, 404 en 906 heeft de Amerikaanse wetgever getracht het

management éénduidig op zijn verantwoordelijkheden te wijzen ten aanzien van juiste

financiële gegevens. Cynthia Glassman commissieraadslid van de SEC verwoordt de

bedoeling van Sec. 302 en Sec. 404 als volgt:

“Recognizing that awareness must precede action, Sarbanes-Oxley and the

Commission’s rules require the CEO and Board to make certain that procedures are

in place to ensure that they hear bad news. Under the Commission’s recently adopted

rules, these procedures must ensure that all material information - both financial and

non-financial – gets to those responsible for reporting it to the investing public

(LEECH T.,2003, p.5).”

In onderstaande tabel wordt een vergelijking gemaakt tussen deze 3 bepalingen.

Sec. 302 Sec. 404 Sec. 906

Datum van inwerkingtreding

29 augustus 2002 15 april 2005 30 juli 2002

Wie dient te tekenen CEO CFO

Management Auditor

CEO CFO

Kernbepaling Een certificatie van de gepubliceerde documenten

-Publicatie rapport m.b.t. de interne controle - Attesteren van dat rapport door de auditor

- verkorte certificatie - strafrechtelijke sancties

Frequentie Op kwartaalbasis Jaarlijks Op kwartaalbasis

Tabel 6: Vergelijking Sec. 302 - 404 – 906 van de SOX Bron: Protiviti

In de literatuur alsook in de praktijk bestaat grote verwarring over het verschil tussen deze

secties. Het verschil tussen Sec. 302 en Sec. 404 is tweeledig. Ten eerste is er enkel een

attestatie van de externe auditor gevraagd voor Sec. 404. Ten tweede dient Sec. 404 als

onderdeel gezien te worden van Sec. 302. Waar Sec. 404 enkel slaat op de processen die tot

de financiële informatie leiden, beslaat Sec. 302 alle financiële en niet-financiële informatie

(MCA, 2003, p.10-11).

Gevolg van deze bepalingen is dat er binnen ondernemingen grote wijzigingen gebeuren ten

aanzien van de gevolgde procedures. Omwille van de grotere aansprakelijkheid van managers

bij de publicatie van onjuiste informatie, willen zij volledig op de hoogte zijn van alles wat er

in de onderneming gebeurt. In vele ondernemingen zien we een “ketting van certificatie”

Page 77: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 69

ontstaan. Het valt af te wachten of men in Europa gelijkaardige initiatieven zal nemen om de

CEO/CFO aansprakelijkheid te maken voor financiële rapporten. Het lijkt mij weinig

waarschijnlijk aangezien dit de doorprikking van de beperkte persoonlijke aansprakelijkheid

voor vennootschappen zou inhouden.

3.4.2.2. Het trickle-down effect

Door toedoen van Sec. 302 dient het topmanagement de financiële rapporten te certificeren.

Hierdoor ziet men in ondernemingen een trend ontstaan van de trickle-down

aansprakelijkheid, anders gesteld een keten van certificatie. Dit wil zeggen dat lager - en

middelmanagement, de resultaten op hun relevant niveau, ook dienen te certificeren. In

sommige gevallen zal men zelfs aan derde partijen vragen hun werkzaamheden ook te

certificeren (KOEHN J., DEL VECCHIO S., 2004, p.38).

3.4.2.3. Verplichte oprichting van een auditcomité en de onafhankelijkheid van haar leden

Door toedoen van Sec. 301 van de SOX wordt een einde gesteld aan de mogelijkheid die de

NYSE en de NASDAQ gaven aan niet-VS ondernemingen, om zich toch, zonder aan de

auditcomitéverplichtingen te voldoen, te noteren op een Amerikaanse beurs. Dit heeft een

rechtstreekse impact op Europese ondernemingen die Amerikaans genoteerd zijn (GATES,

2003, p.48). Deze impact moet enigszins wel genuanceerd worden. Auditcomités zijn binnen

Europa geen onbekend fenomeen. In België heeft men met de wet Corporate Governance een

zesde lid toegevoegd aan artikel 133 van het Wetboek van Vennootschappen waarin men naar

het auditcomité verwijst. Hierin omschrijft men het auditcomité als “een orgaan binnen de

Raad van Bestuur opgericht, dat belast wordt met een permanent toezicht op de afgewerkte

dossiers van commissarissen. De oprichting van dergelijke auditcomités is in tegenstelling tot

de SOX in Belgische context niet verplicht (RYNGAERT C., 2004, p.22). Door het voorstel

van Europese richtlijn van 17 maart 2004 wordt gestreefd naar een meer aan de SOX

gelijkaardige verplichting binnen Europa. Zo wordt er een verplichting opgelegd voor

beursgenoteerde bedrijven om een auditcomité op te richten (cfr. Supra). Er is echter wel een

groot verschil tussen de lidstaten wat betreft het gebruik van de auditcomités (ECGI,

2002,p.9).

Page 78: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 70

Uit een studie van KPMG, uitgevoerd in 2002, blijkt dat auditcomités veel frequenter

voorkomen in het VK dan in de rest van Europa. Dit is niet verwonderlijk aangezien men

reeds vanaf 1992 (d.m.v. het Cadbury Report) beursgenoteerde ondernemingen aanbevool

auditcomités op te richten (KPMG, 2002,p.24).

In onderstaande grafiek (Figuur 6) wordt het cumulatief percentage van ondernemingen met

een auditcomité weergegeven voor enkele belangrijke EU-lidstaten (KPMG, 2002,p.24).

020406080

100120

Voor1993

Voor1996

1996 1997 1998 1999 2000 2001

Frankrijk VK Duitsland

Nederland België

Figuur 6: Cumulatief % van ondernemingen met een auditcomité in de EU Bron: KPMG

Globaal gezien bezat in 2002, 67% van de respondenten uit het onderzoek van KPMG een

auditcomité. In het VK bezitten zowat alle ondernemingen een auditcomité. Frankrijk en

België vertonen ook een extensief gebruik van auditcomités. Het zijn enkel Nederland en

Duitsland die achterop hinken. Een verklaring hiervoor kan gezocht worden in de structuur

van het bestuursorgaan. Duitsland en Nederland worden beiden gekenmerkt door een two-tier

structuur (KPMG, 2002,p.24). In dergelijke situatie lijkt de implementatie van een

onafhankelijk en objectief auditcomité weinig belangstelling te wekken, aangezien er toch al

een toezichtsorgaan is in een two-tier structuur (KPMG, 2002,p.25). In de Final Rules van de

SEC herkent men deze problematiek en heeft men gesteld dat enkel het toezichtsorgaan de

regels m.b.t. het auditcomité zal moeten toepassen (GATES, 2003,p.48-49).

Niet alleen de verplichte oprichting van een auditcomité kan tot problemen leiden binnen het

bedrijfsleven, maar ook het feit dat alle leden van het auditcomité onafhankelijk dienen te

zijn. Uit een studie van Carpenter, uitgevoerd bij Amerikaanse bedrijven, blijkt dat CEO/CFO

zich grote zorgen maken omtrent de performantie van de auditcomités. Vooral de

verplichtingen omtrent de onafhankelijkheid van alle leden en de aanwezigheid van een

Page 79: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 71

financieel expert baart hun zorgen (CARPENTER, 2004, p.59). Aangezien de leden van het

auditcomité toezicht uitoefenen op het financiële rapporteringsproces en op de effectiviteit

van de interne controle van een onderneming is hun onafhankelijkheid van essentieel belang

(KPMG, 2002,p.27). Vooral in landen die een two-tier structuur kennen stellen zich

problemen m.b.t. de onafhankelijkheid, alsook in die landen waar werknemers een zekere

vorm van inmenging hebben (cfr. Supra).

Om een beeld te krijgen omtrent de onafhankelijkheid van de leden van de auditcomités in

Europa, kunnen we teruggrijpen naar de studie van KPMG. Wat betreft de niet tot het

management deelnemende bestuurders (non-executive officers) stelt men vast dat de grote

meerderheid van de auditcomités in het VK uitsluitend zijn samengesteld uit deze

bestuurders. In Frankrijk en België zijn veel minder auditcomités volledig samengesteld met

dergelijke onafhankelijke bestuurders. Wat betreft de groep van bestuurders die wel deel

uitmaken van het management stelt men een grote vertegenwoordiging vast in auditcomités in

België, Frankrijk, Zwitserland en Nederland (KPMG, 2002,p.28).

Mede door de SOX heeft de Europese Commissie in haar voorstel tot richtlijn van 17 maart

2004 de verplichte oprichting van een auditcomité ingeschreven. Ik denk niet dat er binnen

Europa grote problemen zullen ontstaan qua oprichting van dergelijke comités. Veel

moeilijker zal de samenstelling zijn, zeker landen die een two-tier structuren hanteren.

3.4.2.4. Verplichte aanwezigheid van een financieel expert in het auditcomité

Sec. 407 van de SOX verplicht auditcomités om een financieel expert te bezitten. Deze

verplichting is ingegeven met de gedachte dat de bestuurders die uiteindelijk de

verantwoordelijkheid dragen van de financiële informatie, de nodige financierings-en

accountancy achtergrond zouden moeten bezitten. Om te kunnen oordelen of dergelijke

verplichting problemen met zich zal meebrengen in Europa is het noodzakelijk eerst te kijken

naar de ervaring en scholingsachtergrond van de bestuurders.

In de studie van KPMG werd gepeild naar de relevante kennis en expertise van bestuurders in

ondernemingen. In onderstaande tabel vindt u de resultaten op de vraag: “Hoeveel van de

bestuurders van uw onderneming hebben minstens twee jaar ervaring in volgende functionele

domeinen.” In de resultaten zijn beide types van bestuurders samengebracht in één tabel. De

Page 80: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 72

rode cijfers hebben betrekking op bestuurders die geen deel uitmaken van het management de

zogenaamde non-executive officers, de andere, die wel aan het management deelnemen,

hebben betrekking op de zogenaamde executive officers (KPMG, 2002, p.17-18).

Financiering Marketing &

verkoop

Productie &

operaties

Technologie &

R&D

Andere

Frankrijk 63% / 73% 44% / 22% 34% / 24% 22% / 17% 7% / 10%

VK 93% / 89% 71% / 61% 68% / 64% 25% / 39% 29% / 68%

Duitsland 95% / 68% 82% / 50% 73% / 50% 59% / 41% 9% / 14%

Zwitserland 83% / 88% 94% / 88% 69% / 72% 55% / 64% 17% / 32%

Nederland 88% / 94% 94% / 88% 69% / 72% 59% / 59% 22% / 47%

België 64% / 77% 59% / 59% 59% / 64% 45% / 36% 9% / 18%

Totaal 79% / 83% 69% / 67% 59% / 63% 43% / 50% 15% / 34%

Tabel 7: Kennis en expertise van bestuurders in Europa Bron: KPMG

Uit deze tabel kan men een algemene trend halen. In alle opgesomde landen stelt men vast dat

de meerderheid van de executive officers ervaring heeft in financiering, marketing & verkoop.

Opvallend is wel dat het palet van kennis en ervaring bij Franse en Belgische bestuurders

minder uitgebreid is dan in de andere landen. De reden hiervoor is echter onduidelijk (KPMG,

2002, p.17).

Als men de ervaring van executive officers vergelijkt met die van de non- executive officers

stelt men vast dat in België, Zwitserland en Nederland non-executive officers een bredere

ervaring hebben dan hun collega’s die wel tot het management behoren. Het

tegenovergestelde wordt vastgesteld in Frankrijk, het VK en Duitsland (KPMG, 2002, p.18).

Wat de financieel expert betreft, stelt men vast dat Frankrijk relatief veel non- executive

officers met een financiële achtergrond in tegenstelling tot Duitsland. België scoort hierin

middelmatig (KPMG, 2002, p.18).

Gezien deze resultaten stellen we vast dat deze verplichting in bepaalde lidstaten aanleiding

zal geven tot grotere problemen dan in andere. Te verwachten wordt dat dit in de praktijk niet

echt tot noemenswaardige moeilijkheden zal leiden. Dit is echter een veronderstelling.

Page 81: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 73

3.4.2.5. Beoordeling van het intern controlesysteem

Voor het management van een onderneming betekent Sec. 404 een hele opgave. Zij dient

immers een volledige procedure op te zetten waardoor er voldoende bewijs en ondersteuning

kan worden geleverd voor het uiteindelijke managementrapport m.b.t. de beoordeling van het

intern controlesysteem. Het management is verplicht om voor haar beoordeling een passend

en erkend framework te gebruiken. In de Final Rule van de PCAOB van 9 maart 2004 stelt

men letterlijk dat het COSO model aan deze eisen voldoet (PCAOB, 2004b, p.9). Het COSO

model is hierboven reeds uiteengezet (cfr.3.1.1.2.).

Aangezien het management het nodige bewijs moet leveren bij de beoordeling, is een goed

opgezet documentatieproces doorheen de onderneming onontbeerlijk. Hierin schieten vandaag

de dag vele ondernemingen tekort (cfr. Infra).

Dit is ongetwijfeld de meest tijdrovende en kostelijkste bepaling van de SOX voor de

betrokken ondernemingen. Over de ware impact in Europa is nog niets gekend aangezien de

meeste betrokken Europese ondernemingen pas in 2005 moeten voldoen aan deze bepaling.

Wel is nu al duidelijk dat de SOX tot veranderingen in het financieel rapporteringssysteem

heeft geleid waarbij men naar de buitenwereld toe een gecertifiëerd intern controlesysteem

moet kunnen aantonen.

3.4.2.6. Real-time publicatie van relevante informatie

Veel bedrijven zullen d.m.v. Sec. 409, een real-time bekendmaking van koersgevoelige

informatie binnen de 48 uur (cfr. Supra), aanzienlijke wijzigingen moeten aanbrengen aan hun

data infrastructuren. Informatietechnologie zal ondernemingen moeten verzekeren dat de

aanwezige technologie is afgestemd op het voldoen aan de wetgeving (MOORE C.,

SCHWARTZ E., 2003,p.55). In een op Boston-gebaseerd ARM onderzoek schat men de

verplichtingen binnen de SOX als een taak in de grote orde van de “Y2K-bug”. In dit

onderzoek worden de aanpassingskosten voor alle betrokken organisaties geschat op

2,5 miljard dollar (The Information Management Journal, 2003, p.8).

Page 82: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 74

3.4.2.7. Compliance-software ontwikkeling

Verschillende softwareontwikkelaars zoals SAP, IFOSTEP, APPLIX hebben in hun

softwarepakketten modules ingebouwd zodanig dat ondernemingen gemakkelijker kunnen

voldoen aan de bepalingen van de SOX. Vooral op het gebied van wistleblowers bescherming

zijn vele initiatieven genomen. Door deze nieuwe tool zullen werknemers anoniem melding

kunnen maken van wanpraktijken binnen de onderneming (KOEHN J., DEL VECCHIO S.,

2004, p.38-39).

3.4.3. Kosten voor implementatie

Het staat buiten kijf dat de nieuwe regels m.b.t. corporate governance - bepalingen van de

SOX, nieuwe noteringsvoorwaarden bij de NASDAQ, AMEX en NYSE – een enorme

additionele kost betekenen voor de ondernemingen. Uit een onderzoek van de FEI verricht bij

Amerikaanse publieke ondernemingen, blijkt dat gemiddeld gezien 6000 manuren meer

gebruikt zullen worden, om aan de nieuwe corporate governance standaarden te kunnen

voldoen (BRUNE, 2003, p.13).

In onderstaande tabel zijn de resultaten uit het onderzoek uitgevoerd door Foley en Larder

opgenomen. Dit onderzoek werd bij 32 middelgrote beursgenoteerde ondernemingen in de VS

verricht. In het onderzoek werd gebruik gemaakt van 328 proxies. Tevens werd in het

onderzoek gebruik gemaakt van interviews met zowel accountants,

verzekeringsmaatschappijen en public relations ondernemingen. Kost Voor SOX Na SOX Toename

Compliance personeel49 36 000 $ 132 000$ 266,7 %

Boekhouding 243 000 $ 499 000$ 105,3 %

Verlies aan productiviteit 46 000 $ 93 000 $ 102,2 %

Vergoedingen voor bestuurders 107 000 $ 212 000 $ 98,1 %

Wetgeving 212 000$ 404 000$ 90,6 %

Financiële rapportering 47 000$ 85 000$ 80,9 %

Relatie met investeerders 35 000$ 58 000$ 65,7 %

Verzekering van bestuurders en van het

management

329 000$ 639 000$ 94,2 %

Public relations 197 000$ 221 000$ 12,2 %

Andere kosten 26 000$ 83 000$ 219,2 %

Totale kost 1 278 000$ 2 426 000 89,8 %

Tabel 8: Kosten om Sarbanes-Oxley Act na te leven Bron: Foley en Larder

49 Personeel dat controleert of alle wetgeving en regels worden nageleefd binnen de onderneming.

Page 83: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 75

Uit de tabel blijkt dat gemiddeld gezien, de invoering en naleving van de SOX, voor een

middelgroot bedrijf een kostentoename van 89,8 % betekent. Er dient wel gewezen te worden

op het louter indicatieve karakter van dit getal. Er zal in elke betrokken onderneming een

kostentoename zijn, maar de hoogte hiervan is sterk afhankelijk van de onderneming zelf. De

resultaten van dit Amerikaans onderzoek kunnen mijns inziens in dezelfde grote orders

doorgetrokken worden naar Europese ondernemingen. Men kan nu dieper ingaan op de

belangrijkste factoren van deze kostentoename.

1. Compliance personeel

Door de grotere documentatieverplichting, de uitgebreidere wetgeving, de attest- en

certificatieverplichting is het vrij logisch dat al deze nieuwe bepalingen niet met hetzelfde

aantal mensen kunnen verricht worden als voor de uitvaardiging van de SOX. Er zullen

dus bijkomende mensen moeten worden ingeschakeld. Daarboven komt nog dat men deze

mensen ook de gepaste bijscholing zal moeten geven, wat initieel tot een

productiviteitsdaling zal leiden binnen de compliance diensten. Dit was zeker niet de

bedoeling van de SOX.

2. Kosten voor het voeren van de boekhouding

Ook de kosten voor het accountingsproces zullen in een onderneming gestaag toenemen.

Eén van de meest kostelijke bepaling binnen SOX is sectie 404. Sommige ondernemingen

schatten de kost om alleen al aan Sec. 404 te voldoen op 1% van hun omzet (KOEHN J.,

DEL VECCHIO S., 2004, p.37).

3. Vergoeding voor bestuurders

De SOX maakt het voor ondernemingen moeilijker om gekwalificeerde bestuurders aan te

trekken en te behouden. Allen zijn ze terughoudend omdat ze vrezen verantwoordelijk te

worden gesteld indien er zich boekhoudschandalen zouden voordoen. Uit een andere

studie dan deze die hierboven wordt aangehaald, stelt men een gelijkaardige stijging vast

wat betreft de vergoedingen voor bestuurders. De studie uitgevoerd door Axentis LLC bij

Fortune 1000 ondernemingen geeft blijk van een stijging van de vergoeding voor externe

bestuurders van 40 000 $ naar 100 000 $ (REYNOLDS A., 2003,p.5).

Page 84: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 76

4. Verzekeringspremie van bestuurders en van het management

De beschikbaarheid van aansprakelijkheidsverzekeringen voor CEO/CFO is door de SOX

sterk gedaald. Aangezien de potentiële risico’s die CEO/CFO met de nieuwe wet sterk

zijn toegenomen, is het logisch dat de kosten voor een verzekering tegen dergelijke

risico’s fors de hoogte is ingegaan. De kost voor een verzekering is verdubbeld van 329

000 $ naar 639 000 $ (REYNOLDS A., 2003,p.5).

5. Financiële rapportering

Aangezien ondernemingen veel meer zaken moeten bekendmaken is een praktisch gevolg

dat het volume van de gepubliceerde jaarrekeningen merkbaar verhoogt. Zo is de

jaarrekening van General Electrics het afgelopen jaar verdubbeld in aantal bladzijden. Van

55 naar 160 bladzijden (KOEHN J., DEL VECCHIO S., 2004, p.38).

6. Andere

Zoals hierboven reeds aangehaald, zullen bedrijven ook extra kosten moeten maken om

hun informatietechnologie volledig af te stemmen op de nieuwe wetgeving. Bedrijven

zullen overeenkomstig Sec.409 een zeer uitgebreide informatieverschaffing moeten

voorzien op hun websites. Dit om investeerders op een real time basis in te lichten over

materiële zaken (cfr. Supra).

Ongetwijfeld zal de SOX voor de betrokken ondernemingen leiden tot een kostentoename.

Hoe groot deze toename zal zijn en welke de belangrijkste kosten zullen zijn binnen Europa

zal de toekomst moeten uitwijzen. Volgens mij is betere corporate goverenance een absolute

must. Maar men moet wel trachten de balans tussen kosten en baten in evenwicht te houden.

En ik betwijfel of in de verschillende bepalingen van de SOX de baten steeds de kosten

overtreffen.

3.4.4. Impact op Mergers & Acquisities Door toedoen van de SOX en van de strengere corporate governance verplichtingen in de VS

zal het moeilijker worden voor publieke ondernemingen om, al dan niet publiek, niet-VS

ondernemingen over te nemen, aangezien deze ondernemingen in de meeste gevallen nog niet

aan de vereiste verplichtingen van de SOX zullen voldoen (WALTON & GREENBERG,

2003).

Page 85: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 77

Uit volgend citaat blijkt dat zelfs de coauteur van de SOX bezorgd is omtrent de impact van

de wet. “Micheal Oxley is bezorgd dat de SOX mogelijke negatieve effecten kan hebben op

het nemen van risico’s aangezien de overnemer bezorgd zal zijn omtrent de financiële

toestand van de onderneming die hij wenst over te nemen. Bestuurders van publieke

ondernemingen zullen zich de vraag stellen of zij aansprakelijk kunnen worden gesteld voor

de financiële geschiedenis van de onderneming die zij overnemen (KOEHN J., DEL

VECCHIO S., 2004, p.35-36).”

Walton & Greenberg stellen dat “de SOX op zeker de volgende drie punten een significante

invloed zullen hebben m.b.t. mergers & acquisities.

• Het proces om een merger of acquisitie uit te voeren

• De documentatie en het onderhandelingsproces

• De structuur van de merger & acquisitie transactie (WALTON & GREENBERG,

2003).”

Volgens hen zullen het vooral Sec. 302, Sec. 304, Sec. 404 en Sec. 906 zijn die een

belangrijke rol zullen spelen. Deze zullen er ongetwijfeld voor zorgen dat onderhandelingen

tussen ondernemingen veel moeizamer zullen verlopen in vergelijking met vroeger. Ook

zullen bepaalde niet beursgenoteerde ondernemingen, gegeven de enorme aanpassingskosten,

uit de boot vallen om over te gaan tot een merger of acquisitie met een grotere

beursgenoteerde onderneming.

Ook hier kan ik deze impact enkel aanhalen als een indicatie. Bewijzen hierover voor Europa

zijn in de literatuur niet terug te vinden.

3.4.5. Impact op het noterings -of delistingsgedrag van ondernemingen op Amerikaanse kapitaalmarkten

Zoals hierboven al aangehaald heeft de SOX het er de ondernemingen niet gemakkelijker op

gemaakt. De vele bijkomende verplichtingen en ermee gepaard gaande additionele kosten

zorgen ervoor dat de beslissing van ondernemingen om zich al dan niet te noteren of te

delisten sterk wordt beïnvloed. Alvorens ondernemingen zulke beslissing nemen is het

noodzakelijk dat zij een goede afweging maken omtrent de kosten en baten.

Page 86: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 78

Als baten kunnen we intuïtief een aantal zaken opsommen. Ten eerste zal het aannemelijk zijn

dat een onderneming wiens aandelen op een Amerikaanse beurs genoteerd staan, gemakkelijk

toegang zal hebben om gelden op kapitaalmarkten op te vragen. Ten tweede zal de

onderneming een hoger prestige genieten bij de investeerders. Tevens zullen deze aandelen

aldaar een grotere liquiditeit bezitten. In een recente studie uitgevoerd door Jackson en Pan

wordt aangetoond dat voor Europese bedrijven de betere prijsvoorwaarden en het hoger

prestige de basisredenen zijn voor een notering op een Amerikaanse beurs (WOO C., 2003,

p.6). Wat de kosten betreft zullen zoals in 3.2.3. aangehaald vooral de accounting– audit- en

compliance kosten sterk toenemen. Uit dezelfde studie van Jackson en Pan blijkt dat Europese

bedrijven vooral de kost voor accountancy, de grote bekendmakingsverplichtingen en de

uitgebreidere aansprakelijkheid als de belangrijkste lasten aanzien worden om in de VS

genoteerd te mogen zijn (WOO C., 2003, p.8).

Men kan zich nu de vraag stellen hoe een dergelijke delisting gebeurt. Miller en Frankenthaler

maken m.b.t. de delisting een opsplitsing tussen ondernemingen die enerzijds minder dan 300

aandeelhouders bezitten, van aandelen die geregistreerd staan bij de SEC onder de Exchange

Act van 1934 of minder dan 500 aandeelhouders bezitten en waarbij de totale activa van de

onderneming, de laatste drie jaar, 10 miljoen $ niet overschrijdt. Anderzijds alle andere

ondernemingen (MILLER et al, 2003, p.7). Voor de eerste categorie van ondernemingen kan

steeds overgaan tot het delisten van hun aandeel bij de SEC zonder voorafgaandelijke

goedkeuring van de aandeelhouders. Voor de andere onderneming is de procedure om zich te

delisten veel complexer en zal het bij gevolg een hele tijd in beslag nemen (MILLER et al,

2003, p.7). Hiervoor dienen een groot aantal specifieke regels gevolgd te worden. Deze

worden niet behandeld in deze tekst50.

Als we nu naar de praktijk kijken dan zien we dat er in Europa verschillende ondernemingen,

sinds de uitvaardiging van de SOX, overgegaan zijn tot de delisting. Dit is niet verwonderlijk

aangezien bepaalde bepalingen vervat in de SOX strijdig en/of illegaal zijn (cfr. Supra) met de

nationale wetgeving. Zo is het in landen met een two-tier bestuursstructuur moeilijk zo niet

onhaalbaar om aan Sec. 301 (volledig onafhankelijk auditcomité) te voldoen.

50 Hiervoor wordt verwezen naar Sec 12 en Sec 15 van de Exchange Act van 1934

Page 87: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 79

Woo heeft in zijn studie aangetoond dat verschillende Europese ondernemingen na de

uitvaardiging van de SOX zijn overgegaan tot de delisting51 van NYSE en NASDAQ (WOO

C., 2003, p.62-75).

Ook omgekeerd stelt men een gelijkaardige trend vast. Omwille van de hoge kosten en de

onzekere wetgeving in de VS stellen ondernemingen een notering op een Amerikaanse beurs

uit, of zien er zelf van af. Reynolds stelt een drastische daling52 vast in nieuwe

ondernemingen die zich laten noteren. Van 352 in 2000 ten opzichte van 27 in de eerste negen

maanden van 2003 (REYNOLDS A., 2003,p.7). In Duitsland bijvoorbeeld heeft Prosche

omwille van de nieuwe bepaling in de SOX zijn plannen om zich in de VS te laten noteren

opgeborgen (REYNOLDS A., 2003,p.7).

Tevens zal de SOX onrechtstreeks een positieve impact hebben op Europese beurzen. Door

het minder aantrekkelijke karakter van de Amerikaanse beurzen en door de succesvolle

invoering van de Euro zullen ondernemingen een notering op een Europese beurs in de

toekomst als een volwaardig alternatief gaan zien. De attractiviteit van de Europese beurzen

neemt nog toe doordat buitenlandse investeerders gemakkelijker met één munt (de Euro) in

verschillende landen kunnen beleggen. Desalniettemin moet de keuze tussen kapitaalmarkten

door ondernemingen vooral als een strategische beslissing worden gezien.

3.4.6. Impact op niet-publieke ondernemingen

“De SOX heeft als primordiaal doel in een strengere controle van publieke ondernemingen te

voorzien. Desondanks heeft ze een indirecte impact op niet-publieke (private) ondernemingen

(KOEHN J., DEL VECCHIO S., 2004, p.38).” Alvorens deze impact te bespreken dient men

eerst de nodige aandacht te besteden aan het verschil tussen een publieke onderneming en een

private onderneming. Zanzig en Flesher wijzen op een fundamenteel verschil: Zij stellen vast

dat de financiële staten in een private onderneming veelal door een beperkt aantal gebruikers

worden geconsulteerd. Aangezien in dergelijke situatie aandeelhouderschap en management

vaak elkaar overlappen, dit in tegenstelling tot bij publieke ondernemingen waar een

51 Bijvoorbeeld delisting van NYSE: BASF AG, Bayer AG, Suez, Rodia, Alstom, Natuzzi S.p.a. Delisting van NASDAQ: SAES getters S.p.a., Transgene S.A. 52 Deze daling is natuurlijk niet volledig toe te schrijven aan de SOX. Men moet ook rekening houden met het verschil in economisch klimaat.

Page 88: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 80

duidelijke scheiding bestaat tussen aandeelhouders en het management (ZANZIG J. &

FLESHER D., 2004, p.29).

Ondanks dit onderscheid zullen sommige proactive private ondernemingen vrijwillig een

aantal aanpassingen verrichten om zo ook te voldoen aan de SOX bepalingen voor publieke

ondernemingen. Deze aanpassingsdrang is voornamelijk ingegeven om op termijn het proces

van een eventuele merger, acquisitie of beursnotering te vergemakkelijken (KOEHN J., DEL

VECCHIO S., 2004, p.38). Toch zijn dit niet de enige redenen. Er is door de recente

boekhoudschandalen en de ermee gepaard gaande wetgevende initiatieven een algemene

verwachting van openheid en integriteit bij stakeholders ontstaan. Bill Bishop, voorzitter van

het Institute of Internal Auditors (IIA) bevestigt deze trend. Hij stelt “ Private companies tell

us they intend to comply, whether required or not, because it is just good business (Robert

Half International Inc., 2003, p.2).” Vanuit deze visie lijkt de aanval de beste verdediging te

zijn voor private ondernemingen. Nu aanpassen zal strategisch gezien beter zijn dan wachten

tot wanneer de wetgeving zich aanpast. Men kan zeker drie strategische voordelen ter zake

opsommen. Ten eerste leidt een verscherping overeenkomstig de SOX tot een sterkere

controle omgeving (cfr. Supra). Ten tweede zal hierdoor de relatie met en de

geloofwaardigheid bij belangrijke stakeholders toenemen. En tenslotte zal een degelijke

corporate governance het bekomen van financiële middelen in het algemeen

vergemakkelijken (Robert Half International Inc., 2003, p.15-16).

Uit het onderzoek dat Robert Half International Inc. verrichtte bij 1400 CFO’s van private

ondernemingen uit de VS blijkt dat 63% van de respondenten acties zullen ondernemen om

zich op een of andere manier aan te passen aan de SOX (Robert Half International Inc., 2003,

p.11). “De meest voorkomende acties zijn:

• Het oprichten van een interne auditfunctie.

• Aantrekken van één of meerdere onafhankelijke bestuurders.

• Het opdelen van de professionele dienstverlening. Zodanig dat het kantoor dat de

externe audit verleent geen andere consultancydiensten meer verleent.

• Het aannemen of het aanpassen van een formele ethische gedragscode voor het

topmanagement.

• Verlenen van een formele certificatie van de financiële informatie.

Page 89: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

De impact van de Sarbanes-Oxley Act 81

• Verbeteren van de accountancy kennis die in de onderneming aanwezig is (Robert

Half International Inc., 2003, p.11-14).”

De hierboven besproken resultaten van deze Amerikaanse studie kunnen ook toegepast

worden op Europese ondernemingen die een merger of acquisitie met een Amerikaanse

onderneming overwegen alsook een Amerikaanse beursnotering. Omtrent de bereidheid van

Europese private ondernemingen om acties te ondernemen in deze materie is verder Europees

onderzoek noodzakelijk.

3.4.7. Besluit

Ook ondernemingen hebben een serieuze impact van de SOX ondervonden. Immers vele

nieuwe structuren en procedures dienen door de SOX binnen de ondernemingen

geïntroduceerd te worden. Dit zal een uiterst tijdrovende en dure aangelegenheid worden.

Deze kosten moeten wel in verband worden gezien met het doel van de genomen maatregelen,

met name het management op hun verantwoordelijkheid wijzen om investeerders van juiste

en accurate informatie te voorzien. Naast deze impact valt te vermoeden dat de SOX

onrechtstreeks een invloed zal uitoefenen op mergers en acquisities. Alsook kan de SOX

ervoor zorgen dat ondernemingen grondiger zullen gaan nadenken over een delisting.

Ondernemingen die op de Amerikaanse beurs willen genoteerd zijn zullen daar in de

toekomst de prijs voor moeten betalen. Tenslotte mogen de uitstralingseffecten van deze wet

op niet-beursgenoteerde ondernemingen niet onderschat worden. Net als bij de impact op het

auditberoep kan men ook hier enkel maar vermoeden dat deze bepalingen een invloed zullen

hebben binnen Europa. Bewijzen dienen nog geleverd te worden.

Page 90: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 82

4. Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven In dit hoofdstuk wordt nagegaan hoe externe auditors, toezichtshouders en bedrijven zich

opstellen ten opzichte van de Sarbanes-Oxley Act. Hierin worden een aantal belangrijke

aspecten, die behandeld zijn in hoofdstuk 3, aan de praktijk getoetst. Voor de duidelijkheid zal

ook hier gewerkt worden in twee delen. In het eerste deel heb ik via een aantal interviews de

impact op het auditberoep empirisch willen testen. In het tweede deel ga ik, aan de hand van

een enquête, na wat de impact van de SOX voor Europese bedrijven is.

Voor elk deel zal eerst de gevolgde werkwijze worden behandeld en daarna wordt op de

resultaten uitvoerig ingegaan.

Algemeen kan ik stellen dat gezien het recente onderwerp nog maar weinig onderzoek is

uitgevoerd naar de impact van de SOX binnen Europa. Vandaar dat ik heb geopteerd voor een

exploratief onderzoek. Volgens De Pelsmacker en Van Kenhove is het aangewezen bij een

exploratief onderzoek een aantal stappen te doorlopen (DE PELSMACKER P. & VAN

KENHOVE P., 2002, p.46). D.m.v. de uitgevoerde literatuurstudie (cfr. Supra) werd de eerste

belangrijke fase bij het opzetten van een exploratief onderzoek, studie van het secundair

bronnenmateriaal, reeds doorlopen. Daarna heb ik geopteerd om via de ondervraging van

bevoorrechte getuigen na te gaan in welke mate de theoretisch besproken impacten wel

degelijk terug te vinden zijn in de praktijk en/of er geen andere impacten kunnen bepaald

worden. Voor de ondernemingen heb ik om praktische redenen gewerkt met een postale

enquête.

4.1 Impact op het auditberoep

4.1.1. Methode

Bij de empirische studie van dit onderdeel werd gebruik gemaakt van twee methodes.

Vooreerst werd een postale- en elektronische enquête gestuurd naar Belgische

bedrijfsrevisoren om aldus hun standpunten en bedenkingen te kennen omtrent de SOX.

Daarnaast werden een aantal bevoorrechte getuigen ondervraagd.

Page 91: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 83

De onderzoeksvraag van deze studie is tweeledig. Ten eerste wil ik nagaan in hoeverre

Belgische bedrijfsrevisoren een impact ondervinden van de SOX en indien zij een impact

ondervinden hoe zij daarop reageren. Ten tweede wil ik vanuit de toezichtsorganen nagaan

hoe zij t.o.v. de SOX staan en welke impact zij vermoeden dat deze wet zal hebben op het

auditberoep in Belgische en Europese context.

4.1.1.1. Enquête naar Belgische bedrijfsrevisoren

In de loop van februari 2004 werd een enquête (cfr. Bijlage 3) verstuurd naar Belgische

Bedrijfsrevisoren. Deze enquête bestond uit een aantal open vragen die peilden naar de

houding van de bedrijfsrevisoren t.o.v. een aantal bepalingen omtrent de SOX. Ook werd

gevraagd een inschatting te maken van de impact van de SOX op de uitoefening van hun

beroepswerkzaamheden. Deze enquête werd per post verstuurd. In de begeleidende brief

stond vermeld dat de enquête in zijn elektronische vorm beschikbaar was op mijn website:

http://studwww.ugent.be/~fbeerens. Dit om de terugzending ook per e-mail mogelijk te

maken.

Als populatie werd de ledenlijst 2002 van het IBR gebruikt. Hieruit werden 102 revisoren

geselecteerd. Voor dit onderzoek werden enkel Nederlandstalige bedrijfsrevisoren

geselecteerd. Bij de selectie is rekening gehouden met het kantoor waarin ze tewerkgesteld

zijn. Dit om te vermijden dat bepaalde kantoren 3 à 4 maal dezelfde enquête in de bus zouden

krijgen.

In totaal bereikten mij slechts drie ingevulde enquêtes. Dit betekent een responsgraad van

amper 2,96 %. Gezien deze te lage responsgraad ben ik dan ook in de onmogelijkheid om

enige trend, laat staan een conclusie te trekken m.b.t. mijn vooropgesteld onderzoeksopzet

aangaande deze enquête. Gegeven de beperkte tijd was ik niet in staat om voldoende

interviews met externe auditkantoren te regelen.

4.1.1.2. Interviews

Naast de verschillende informatie die ik terugvond in tijdschriften en op websites achtte ik het

nodig om met de betrokken partijen een gesprek te hebben, om zodoende een beter inzicht te

krijgen in hun standpunten. Alsook om na te kunnen gaan wat zij denken dat de impact van de

SOX zal zijn op het auditberoep in Europa.

Page 92: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 84

Als onderzoeksmethode heb ik geopteerd voor diepte-interviews. Hierbij ben ik uitgegaan van

een niet-gestructureerde vragenlijst (Bijlage 5) waarin de belangrijkste topics vermeld staan.

Eens het gesprek gaande heb ik getracht de antwoorden van de respondent verder uit te diepen

door bijkomende vragen te stellen om aldus maximaal informatie te verzamelen. Men dient

echter wel rekening te houden met de grote beperking die onlosmakelijk verbonden is aan

diepte interviews. De Pelsmacker en Van Kenhove benadrukken dat diepte interviews zeer

sterk interviewerafhankelijk zijn (DE PELSMACKER P. & VAN KENHOVE P., 2002,

p.142).

Dit nadeel in het achterhoofd houdend, heb ik getracht de verschillende standpunten op een

systematische manier weer te geven.

Met de volgende personen heb ik in de afgelopen jaar een diepte-interview gehad.

• De Heer David Szafran, Secretaris-Generaal van het Instituut der

Bedrijfsrevisoren

• De Heer Prof. Dr. Christophe Van der Elst, wetenschappelijk adviseur bij de

Hoge Raad van Economische Beroepen.

• De Heer Prof. Dr. Karel Van Hulle, Afdelingshoofd “Accounting en Audit” bij

de Europese Commissie

• De Heer Paul Van Geyt, Adviseur bij het Ministerie van Economische Zaken

Tijdens de interviews heb ik getracht om vanuit de algemene onderzoeksvraag op volgende

specifieke onderzoeksvragen een antwoord te bekomen.

• Welke impact heeft een verplichte registratie bij de PCAOB voor Europa?

• Hoe kan Europa aan een dergelijke registratie voldoen?

• Welke houding neemt Europa aan tegenover een verbod om bepaalde niet-

auditdiensten nog te verrichten?

• Welke impact zal een verbod op het verrichten van bepaalde niet-auditdiensten hebben

op Europese externe auditors?

• Welke houding neemt Europa aan tegenover een verplichte oprichting van een

auditcomité?

• Welke houding neemt Europa aan tegenover een verplichte auditrotatie?

Page 93: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 85

• Welke impact zal een verplichte beoordeling van het intern controlesysteem hebben op

Europese externe auditors en op Europese ondernemingen?

• Welke impact zal een verplichte certifiëring van de financiële staten door de

CEO/CFO hebben op Europese externe auditors en op Europese ondernemingen?

• Zijn er Europese wetgevende initiatieven die dezelfde richting uitgaan als deze van de

SOX?

In de hierna volgende tekst heb ik gepoogd de verschillende antwoorden te integreren in één

geheel. Gelijkenissen en tegenstellingen worden uitdrukkelijk vermeld. Gegeven het niet-

gestructureerde karakter van de interviews zullen in de volgende tekst ook een aantal

impacten op bedrijven verweven zitten tussen de impacten op het auditberoep.

4.1.2. Standpunt tegenover belangrijke bepalingen van de SOX

4.1.2.1. Verplichte registratie bij de PCAOB

Uit alle gesprekken blijkt dat een verplichte registratie van externe auditkantoren bij de

PCAOB niet de optimale methode is. Andere scenario’s waren zeker mogelijk geweest

aangezien de verschillende Europese lidstaten, waaronder ook België, immers reeds jaren een

soortgelijke registratieverplichting van de externe auditoren kennen. Waarom is dan een

dubbele registratie nodig? Iedereen is het erover eens dat home-country controle het principe

zou moeten zijn waarbij alle contacten verlopen via een home-country autoriteit.

Karel Van Hulle merkt op dat het home-country principe niet wil zeggen dat we enige vorm

van registratie bij de PCAOB zouden kunnen ontlopen. De SOX spreekt immers over een

rechtstreekse registratie bij de PCAOB. Dit wil zeggen dat enige vorm van registratie

mogelijk zal moeten zijn. Men kan zich immers niet boven de wet plaatsen. De vraag wordt

dan of deze registratie rechtstreeks dan wel via een nationale autoriteit van het thuisland zal

moeten gebeuren. Karel Van Hulle besluit met “ Een vorm van registratie zal toch moeten

gebeuren, maar dan wel onder voorwaarden die de Europese Commissie samen met de

Amerikanen hebben onderhandeld (Gesprek Prof. Karel Van Hulle, Brussel, 2 maart 2004).”

Registratieplicht is één zaak maar Christophe Van der Elst en David Szafran wijzen sterk op

de gevolgen van dergelijke registratieplicht voor de Belgische beroepsbeoefenaars. Een

registratie in de VS brengt ook met zich mee dat men onderhevig is aan “deemed concent”.

Page 94: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 86

Dit wil zeggen dat men door de registratie automatisch veronderstelt wordt de toelating te

geven aan de PCAOB om inspectie te komen uitvoeren. In deze materie stellen zich grote

problemen m.b.t. het beroepsgeheim. Het is immers in België verboden aan derden inzage te

geven in de werkpapieren van de bedrijfsrevisor. Karel Van Hulle maakt hierbij de

kanttekening dat de SEC reeds lang een manier zoekt om inzage te hebben in de auditpapieren

van buitenlandse ondernemingen. Via de registratieplicht met de daaraan gekoppelde

“deemed concent” wil men dit nu toch bereiken om een onrechtstreeks toegang te krijgen tot

deze documenten.

Mede door onderhandelingen van Europa is er vanwege de PCAOB een akkoord dat

documenten die wettelijk niet mogen worden overgedragen, uitgesloten zijn van

informatieoverdracht (cfr. Supra).

4.1.2.2. Verbod om bepaalde niet-auditdiensten nog uit te oefenen

In de SOX heeft men een lijst van activiteiten opgenomen die onverenigbaar zijn met de

onafhankelijkheid van de externe auditor (cfr.2.2.). Het achterliggend doel van deze bepaling

moet volgens David Szafran meer gezocht worden in de versterking van de onafhankelijkheid

in schijn. Er valt echter wel op te merken dat met deze benadering men sterk afwijkt, van de

in Europa meer gangbare manier, van een op principe gebaseerde benadering. Vastgesteld

wordt dat België op dit punt ook afwijkt van de zuivere op principe gebaseerde benadering en

zoals Paul Van Geyt het stelt een meer ‘cookbook benadering’ is gaan volgen. Christophe

Van der Elst voegt hier wel een belangrijke nuance aan toe. Hij stelt dat, ik citeer: “Men is in

België niet volledig overgeschakeld van een op principe gebaseerde benadering naar een ‘rule

based’ benadering. De wetgever heeft duidelijk een einde willen stellen aan een situaties

waarbij men de boekhouding voert en dan ook de controle gaat uitoefenen. In de lijst worden

een zeven tal diensten verboden maar daarnaast blijft wel de op principe gebaseerde

benadering gelden. Dus men kan concluderen dat er is geen volledige overschakeling is

gebeurt (Gesprek Prof. Christophe Van der Elst, Gent, 17 februari 2004).”

Karel Van Hulle van zijn kant stelt dat het naar onafhankelijkheid toe zeer moeilijk is om

zinvol te reglementeren. Hij vindt de gevolgde benadering van het opstellen van een

limitatieve lijst dan ook geen goede zaak aangezien er minstens 2 tekortkomingen aan

verbonden zijn. Ten eerste kan een limitatieve lijst nooit volledig zijn en ten tweede wordt

Page 95: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 87

met zo’n lijst ten onrechte de indruk gewekt dat al de rest wel toegelaten zou zijn. Om deze

redenen vindt hij de op principe gebaseerde benadering die Europa volgt meer gepast. De lijst

van veel voorkomende auditdiensten, met het daarbij horende standpunt van de Europese

Commissie die als bijlage bij de Europese aanbeveling van 16 mei 2002 zat, komt in grote

lijnen overeen met de opgenomen verbodsbepalingen binnen de SOX. Verschil is wel dat de

Europese lijst vanuit een op principe gebaseerde benadering moet gezien worden. David

Szafran vindt het in deze optiek belangrijk te vermelden dat het IBR steeds het Europees

standpunt heeft verdedigd. Ik citeer: “Het IBR heeft in een verklaring aan het Parlement

herinnerd dat de Belgische bepalingen in dezelfde lijn moeten zijn met de Europese

bepalingen daaromtrent die vervat zitten in de aanbeveling van 16 mei 2002 (Gesprek de Heer

David Szafran, Brussel, 21 oktober 2003).”

Vanuit Europese hoek wordt wel enige kritiek waargenomen ten opzichte van de nieuwe

Belgische regelgeving. In zekere zin verwijt Karel Van Hulle België ook een zekere neiging

te vertonen om haar wetgeving te exporteren, gegeven de extraterritoriale gevolgen van de

nieuwe onafhankelijkheidsbepalingen. Paul Van Geyt onderkent deze problematiek en stelt

vast dat België, na heftige kritiek op de VS voor de extraterritoriale gevolgen van de SOX,

een gelijkaardige actie onderneemt (Gesprek Paul Van Geyt, Brussel, 8 april 2004).

Wat nu de impact van deze bepalingen van de SOX betreft stelt Christophe Van der Elst, net

als Paul Van Geyt, vast dat er een zekere impact op de inkomsten van het auditkantoor zal

zijn. Bijkomende diensten bij de onderneming die men controleert, worden immers verboden.

Het hoeft echter wel meer genuanceerd te worden voorgesteld. Het inkomstenverlies dat een

extern auditkantoor op deze manier leidt kan deels gecompenseerd worden door hogere

auditfees te vragen. Deze waren volgens Christophe Van der Elst in het verleden zeer laag.

Karel Van Hulle stelt hierin ik citeer: “Een audit zou steeds moeten gebeuren onder

voorwaarden die een hoog kwalificatieve audit mogelijk maken, als daardoor de auditfees

moeten stijgen ‘so be it’. Dit zullen we ook inschrijven in de Achtste Richtlijn (Gesprek Prof.

Karel Van Hulle, Brussel, 2 maart 2004).”

4.1.2.3. Verplichte oprichting van een auditcomité dat samengesteld is uit onafhankelijke leden.

Door toedoen van Sec.301 van de SOX worden beursgenoteerde bedrijven verplicht een

onafhankelijk auditcomité op te richten (cfr. 2.3.1.). Paul Van Geyt merkt een gelijkaardig

Page 96: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 88

Europees initiatief op. Hij stelt dat de nieuwe voorstellen voor de gemoderniseerde Achtste

Richtlijn, de beursgenoteerde ondernemingen een auditcomité moeten bezitten, zijn oorsprong

vinden in twee bronnen. Enerzijds de verschillende Europese aanbevelingen en anderzijds de

ontwikkelingen in de VS (Gesprek Paul Van Geyt, Brussel, 8 april 2004).

Christophe Van der Elst houdt m.b.t. de bepalingen van het auditcomité een gemengd gevoel

over. Enerzijds is het geen slechte ontwikkeling dat een aantal personen van de Raad van

Bestuur alles wat te maken heeft met het financieel rapporteringsproces ten volle moeten

begrijpen. Anderzijds zit men met een stuk van formalisering van het proces. En misschien is

dit een stap te ver? Christophe Van der Elst geeft een voorbeeld in dit verband. Ik citeer: “Stel

u een situatie voor waarbij men een kleine vennootschap heeft, die familiaal gecontroleerd

wordt, en die tevens op de beurs genoteerd staat. In dergelijke situatie is een verplichting om

een afzonderlijk comité op te richten misschien toch te vergaand (Gesprek Prof. Christophe

Van der Elst, Gent, 17 februari 2004).” Daarbij komt volgens Christophe Van der Elst nog dat

er m.b.t. de verantwoordelijkheid in België grote onduidelijkheid heerst hieromtrent.”Stel in

Belgische context: het auditcomité geeft groen licht aan de commissaris om een aantal

diensten uit te voeren, achteraf blijkt dit geen juiste beslissing te zijn geweest. Wie zal hier de

aansprakelijkheid dragen? Enkel de leden van het auditcomité of de gehele Raad van Bestuur?

Daar is volgens mij niets van terug te vinden in de SOX (Gesprek Prof. Christophe Van der

Elst, Gent, 17 februari 2004).”

Ook Karel Van Hulle onderkent deze problematiek. Hij stelt vast dat veel van de bepalingen

van de SOX niet op het lijf van een KMO zijn geschreven. Dit wil niet zeggen dat het voor

KMO niet voordelig kan zijn vele van deze bepalingen op te nemen in hun bestuur zeker in

functie van een latere notering. Echter mag het voor KMO’s geen verplichting worden

(Gesprek Prof. Karel Van Hulle, Brussel, 2 maart 2004). Voor grote beursgenoteerde

ondernemingen voorziet Paul Van Geyt in de praktijk weinig of geen tegenkantingen.

Men kan stellen dat de ontwikkelingen m.b.t. het auditcomité een goede zaak zijn. Het zal in

de toekomst de spil vormen voor goede corporate governance.

Page 97: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 89

4.1.2.4. Verplichte auditrotatie

De in de SOX opgenomen bepaling m.b.t. de auditrotatie heeft in Europa aanleiding gegeven

tot een sneller en doordachter harmonisatiemaatregel waarbij men de keuze laat om te kiezen

voor een interne dan wel een externe auditrotatie (cfr. 3.3.2.4.). De geïnterviewde personen

zijn het er allen over eens dat een dergelijke maatregel de onafhankelijkheid kan verhogen.

Wel maken zij hierin een aantal nuances. Deze zijn grotendeels overeenkomstig met de

bedenkingen die men in de literatuur terug vindt en die hierboven reeds behandeld werden.

Volgens Karel Van Hulle dient een essentieel onderscheid gemaakt te worden tussen interne

rotatie en externe rotatie. Het voorschrijven van een externe rotatie is volgens hem theoretisch

weinig efficiënt. Aangezien we vandaag de dag in een situatie zitten waarbij het extern roteren

in een internationale context zeer moeilijk is. Tevens zou zo’n externe rotatie er ook toe

leiden dat ondernemingen bijna geen externe auditor meer kunnen vinden. Het is dan ook in

het licht van deze kritiek dat men de Europese voorstellen moeten gaan kaderen. Interne

rotatie lijkt volgens Karel Van Hulle een meer zinvolle benadering. Omdat men uiteindelijk

om de zoveel jaar op het niveau van de partner, die tenslotte voor de externe audit

verantwoordelijk is, nieuw bloed doet binnenstromen. Deze methode houdt geen wegvloeiing

van kennis en ervaring in. Welke in tegenstelling tot externe rotatie minder risico’s en kosten

inhouden (Gesprek Prof. Karel Van Hulle, Brussel, 2 maart 2004).

4.1.2.5. Beoordeling van het intern controlesysteem

De verplichte beoordeling door het management van het intern controlesysteem zal volgens

de geïnterviewden de werkbelasting niet doen dalen. Men dient er immers zelf zeker van te

zijn dat het interne controlesysteem effectief functioneert.

Karel Van Hulle analyseert de voor – en nadelen van deze sectie van de SOX in volgend

citaat: “Sectie 404 van de SOX heeft tot een nooit geziene bureaucratische rompslomp

aanleiding gegeven. Op elk niveau van de onderneming wordt papier gecreëerd, iedereen kijkt

naar iedereen, laat certificeren, omdat het management niet bereid is om iets te verklaren wat

ze niet kunnen (cfr. Supra). Deze ontwikkeling vinden wij geen goede zaak. Echter de SOX

heeft nuttig werk geleverd omdat zij het belang van interne controle onderstreept heeft

Page 98: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 90

(Gesprek Prof. Karel Van Hulle, Brussel, 2 maart 2004).” Hij stelt tevens verder dat in de

toekomst Europa hierop iets zal moeten worden ondernemen.

Ook David Szafran, Paul Van Geyt en Christophe Van der Elst vinden dat de bepaling van

een verplichte beoordeling van het intern controlesysteem een goede zaak is. Enerzijds dient

wel vermeld te worden dat er in Belgische context reeds naar de interne controle gekeken

wordt door de bedrijfsrevisoren. Maar anderzijds vestigt, een verplichting zoals deze van de

SOX, voor ondernemingen duidelijk de aandacht op goede interne controle.

4.1.2.6. Verplichte certificatie door CEO/ CFO van financiële informatie

Door de bepaling, dat de CEO/CFO mee de financiële informatie moet tekenen, zal hij

verplicht worden een deel van zijn verantwoordelijkheden op zich te nemen. Bij ernstige

gebreken zal de CEO/CFO mee aansprakelijk worden gesteld. Dat dit een goede zaak is voor

de geloofwaardigheid van de financiële staten daarover zijn de geïnterviewden het wel eens.

Maar of een dergelijke regeling, in navolging op de SOX, ook in Europa dient ingevoerd te

worden roept bij velen ernstige vragen op.

Christophe Van der Elst wijst op een aantal juridische bezwaren. Vooreerst hebben we in vele

landen waaronder ook België een regel dat de Raad van Bestuur uiteindelijk de jaarrekening

opstelt. Wat impliceert dat bij fouten de hele Raad van Bestuur aansprakelijk is. Een tweede

juridisch bezwaar is dat we in België, wettelijk gezien, de termen CEO/CFO niet kennen. Dit

bezwaar wordt door Christophe Van der Elst enigszins genuanceerd door te stellen dat in de

meeste gevallen deze twee functies wel geïdentificeerd kunnen worden binnen de

vennootschap. Zo ziet men als men gaat gaan kijken naar Delhaize dat de heer Beckers dit

ook heeft gedaan. Christophe Van der Elst besluit met te stellen dat hij een fundamenteel

bezwaar zou hebben ik citeer: “Indien men een dergelijke regel zou gaan invoeren, moet men

op dat ogenblik ook de beslissingsbevoegdheid geven aan deze personen. Dit is een

fundamentele hervorming. Als je een persoon aansprakelijk zou gaan stellen, bijvoorbeeld de

voorzitter van de Raad van Bestuur of de CFO, dan moet je er ook gaan voor zorgen dat hij en

enkel hij de bevoegdheid heeft om de beslissingen ter zake te gaan uitvoeren. Als je dergelijke

regel wilt invoeren denk ik dat je toch eens grondig zal moeten gaan nadenken (Gesprek Prof.

Christophe Van der Elst, Gent, 17 februari 2004).”

Page 99: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 91

Evenmin ziet Karel Van Hulle een reden om in Europa, gegeven het verschillende

rechtssysteem, van onze principes in deze materie af te stappen. Wel geeft hij te kennen dat en

ik citeer: “Wat wij wel gaan doen, onder rechtstreekse invloed van de SOX, is dit jaar nog een

voorstel van richtlijn uitbrengen waarin we de verantwoordelijkheid van het bestuur voor

financiële en niet-financiële informatie duidelijker gaan stellen. Dit om binnen Europa

éénzelfde benadering te hebben. Wel is duidelijk dat deze niet in de zin van de Amerikaanse

benadering zal gaan, waarbij we zouden afstappen van de collegiale verantwoordelijkheid van

de Raad van Bestuur (Gesprek Prof. Karel Van Hulle, Brussel, 2 maart 2004).”

Op de vraag of een dergelijke verplichte certificatie van de CEO/CFO een invloed heeft op de

auditprocedure antwoorden Paul Van Geyt en David Szafran gelijkaardig. Beiden stellen dat

uiteindelijk zo’n certificatie niets aan de uit te voeren externe audit zal veranderen. Wel zal

vanuit het management eerder de druk ontstaan om zo min mogelijk onregelmatigheden in de

jaarrekeningen op te nemen.

4.1.3. Besluit

Algemeen gezien is de houding tegenover de SOX positief. Velen zijn ervan overtuigd dat de

SOX tot een kentering in het corporate governance denken heeft geleid, zoals de verplichte

auditrotatie, de lijst van verboden niet-auditdiensten en verplichte beoordeling van het intern

controlesysteem. Uit de interviews komen verschillende nuanceringen naar voor om deze

bepalingen toepasbaar te maken binnen een Europees kader. Desalniettemin worden bepaalde

bepalingen van de Sarbanes-Oxley act betreurd. Met name de verplichte registratie van

externe auditors bij de PCAOB. Aangezien enerzijds gelijkaardige systemen reeds in de

verschillende lidstaten aanwezig zijn en anderzijds grote problemen rijzen met de aan de

registratiegekoppelde inspecties door de PCAOB.

Wat de impact op de externe auditor betreft stellen de mensen uit de praktijk een grotere

werkomvang voor externe auditors vast. Men ziet ook een algemeen besef ontstaan dat

onafhankelijkheid een cruciale peiler is binnen het beroep van externe auditor. De verplichte

auditrotatie en de lijst van onverenigbare activiteiten zullen binnen de auditkantoren voor

grote omwentelingen zorgen. Men zal wereldwijde systemen moeten opzetten om te zien wie,

wat en waar verricht. Dit alles om de onafhakelijkheid te verhogen en schandalen in de

toekomst te vermijden.

Page 100: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 92

4.2 Impact op de Europese bedrijven

4.2.1. Methode

Voor dit onderdeel van de empirische studie werd gebruik gemaakt van een postale enquête.

Deze werd naar ondernemingen uit de 15 lidstaten van de EU gestuurd in de tweede helft van

februari 2004. Het onderzoeksopzet van deze enquête is nagaan met welke bepalingen van de

Sarbanes-Oxley Act Europese ondernemingen moeilijkheden ondervinden en nagaan welke

acties men heeft genomen om te voldoen aan de strenger corporate governance bepalingen

vervat in de Sarbanes-Oxley Act.

Aangezien het om een exploratief onderzoek gaat dat wil aftasten hoe ondernemingen zich

gedragen tegenover de SOX heb ik geopteerd om de enquête op te bouwen uit een reeks van

open vragen. Dit laat aan ondernemingen toe om een gedetailleerde beschrijving te geven van

hun ondernomen acties alsook om opmerkingen omtrent de SOX te maken.

De negatieve impact op de responsgraad, waarmee openvraagstelling gepaard gaat, heb ik

trachten in te dijken door de respondenten uitdrukkelijke anonimiteit te verzekeren. Het

terugsturen van de enquête werd vergemakkelijkt door bij de enquête een briefomslag in te

sluiten. Aan de respondenten werd eveneens de mogelijkheid geboden een samenvatting van

de resultaten te verkrijgen.

Gezien de specificiteit van het onderwerp werden de enquêtes gericht aan de Chief Executive

Officer en de Chief Financial Officer van de betrokken ondernemingen. De enquête en de

begeleidende brief zijn terug te vinden in bijlage 4.

Met de enquête werd getracht volgende specifieke onderzoeksvragen te beantwoorden:

• Met welke bepalingen van de SOX ondervinden de Europese ondernemingen de

grootste moeilijkheden? En waarom met deze bepalingen?

• In hoeverre voldoen Europese ondernemingen vandaag de dag aan de bepalingen van

de SOX?

Page 101: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 93

• Welke aanpassingen hebben zij gedaan om te kunnen voldoen aan de bepalingen van

de SOX?

• Welke waren de moeilijkheden waarmee men geconfronteerd werd bij het

implementeren van de verschillende bepalingen van de SOX?

• In welke mate beïnvloedt de SOX de beslissing om zich al dan niet terug te trekken uit

de Amerikaanse kapitaalmarkten?

Uit een populatie van ongeveer driehonderd ondernemingen, Europese ondernemingen die

onder de invloedssfeer van de Sarbanes-Oxley Act vallen, is een selectie gemaakt van 98

ondernemingen. Bij de selectie is getracht de zo grootst mogelijke spreiding te verkrijgen

tussen de verschillende lidstaten alsook de zo grootst mogelijke spreiding qua sector

waarbinnen de ondernemingen actief zijn. Eveneens is gestreefd naar een evenredige selectie

tussen ondernemingen die genoteerd staan op de NYSE, NASDAQ en AMEX. In

onderstaande tabel is de spreiding over de verschillende Europese lidstaten weergegeven.

België Finland Frankrijk Duitsland Griekenland Ierland Italië Nederland2 3 14 10 2 7 6 13

Portugal Spanje VK Denemarken Luxemburg Zweden Oostenrijk 1 3 28 2 2 4 1

Tabel 9: Steekproef opgesplitst naar lidstaat

Aangezien de meeste ondernemingen die onder de invloedssfeer van de SOX vallen zich

situeren binnen de Angelsaksische landen, Frankrijk en Duitsland zijn uit deze landen

beduidend meer ondernemingen geselecteerd.

In totaal werden mij 17 ingevulde enquêtes teruggestuurd. Dit betekent een responsgraad van

17,35 %. Uit onderstaande tabel krijgt men een beeld van de herkomst van de respondenten.

België Finland Frankrijk Duitsland Griekenland Ierland Italië Nederland0 1 0 1 0 4 0 5

Portugal Spanje VK Denemarken Luxemburg Zweden Oostenrijk 0 0 5 1 0 0 0

Tabel 10: Spreiding respondenten volgens lidstaten

Gezien deze lage responsgraad en de zeer lage spreiding over de verschillende lidstaten kan ik

geen algemene conclusies uit het onderzoek trekken. Het laat mij wel toe een aantal tendensen

Page 102: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 94

aan te geven. De antwoorden laten vermoeden dat enkel de ‘beste leerlingen’ de enquête

hebben teruggestuurd.

4.2.2. Bepalingen die als grootste moeilijkheid ervaren worden. (top of mind) Bij de opbouw van de enquête werd doelbewust gekozen om de respondent in het begin van

de enquête te laten aangeven welke bepalingen zij als de grootste moeilijkheid ervaren. Dit

om te kijken welke de grootste bezorgdheden zijn die binnen de onderneming leven m.b.t. de

SOX. Natuurlijk moet men wel rekening houden dat een top-of-mind vraagstelling in een

postale enquête een zekere foutenmarge bevat.

Uit de antwoorden blijkt duidelijk dat de overgrote meerderheid van de respondenten Sec. 404

als de grootste moeilijkheid beschouwt. Een beperkt gedeelte schuift Sec. 302 naar voor. En

een nog kleiner aantal duidt de verplichting om een financieel expert te bezitten in het

auditcomité als grootste moeilijkheid aan.

De argumentatie, van de groep van respondenten die Sec. 404 als grootste moeilijkheid

beschouwden, is zeer verschillend. Toch kan men een aantal gelijkenissen waarnemen. Zo

wordt Sec. 404 beschouwd als één van de meest gecompliceerde bepalingen binnen de SOX.

Er wordt verschillende keren door de respondenten aangehaald dat de regels ter zake

onduidelijk zijn. Zo bestaat er geen zekerheid omtrent het niveau van gedetailleerdheid bij

beschrijving van de testen en de processen van het intern controlesysteem. Voorts wordt er

terecht opgemerkt dat de timing van de SOX zeer slecht is. Omdat de implementatie van de

SOX gelijk valt met de implementatie van IFRS. Dergelijke overlapping stelt problemen bij

de allocatie van middelen.

De groep respondenten die Sec. 302 als grootste moeilijkheid ervaren wijzen allen op het feit

dat door deze nieuwe regel de CEO/CFO doelwit wordt van vervolging. Dit maakt de job

minder aantrekkelijk. Een hoger salaris zal de grotere verantwoordelijkheid moeten

compenseren. Deze gedachte vindt men ook terug in de literatuur (cfr. 3.2.3.).

Verschillen in de wettelijke definitie van wat men verstaat onder “een financieel expert” ligt

aan de basis waarom de laatste groep van respondenten de grootste problemen ziet in een

verplichting om zo’n financieel expert te hebben. Zo stelt men bijvoorbeeld vast dat de Finse

Page 103: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 95

definitie van een financieel expert verschillend is van de definitie die opgenomen is in de

SOX.

Het besluit dat we uit de antwoorden op deze vraag kunnen trekken is: de grote meerderheid

ervaart Sec. 404 als de grootste moeilijkheid die vervat zit in de SOX, omdat het gepaard gaat

met grote onduidelijkheden en een enorme tijdsbelasting van het management.

4.2.3. Welke aanpassingen worden er in de praktijk gedaan om te voldoen aan SOX

In dit onderdeel wil ik voor de belangrijkste bepalingen van de SOX nagaan welke de stand

van zaken nu is bij de Europese ondernemingen. Eveneens wil ik, per bepaling van de SOX,

de verschillende initiatieven bespreken die genomen werden door de Europese

ondernemingen.

4.2.3.1. Met betrekking tot het auditcomité

In tegenstelling met wat de literatuur doet vermoeden (cfr. 3.2.2.4.) blijken de respondenten

weinig of geen problemen te ondervinden om in de praktijk aan de bepalingen met betrekking

tot het auditcomité te voldoen. Zo stel ik vast dat alle respondenten een auditcomité bezitten.

Tevens stelt de meerderheid dat de leden van hun auditcomités reeds geruime tijd

onafhankelijke leden zijn en waarbij binnen het auditcomité de nodige financiële kennis

voldoende aanwezig is. Hierdoor voldoet de grote meerderheid van de respondenten reeds

geruime tijd aan de strengere bepalingen. Terecht wordt door enkele respondenten opgemerkt

dat de bepalingen m.b.t. het auditcomité geen nieuwigheid zijn. Op de Londense beurs waren

deze verplichtingen reeds in voege door het “Smith Rapport”.

Enkel de kleine groep van respondenten die in de vorige vraag de verplichting om een

financieel expert aan te stellen als één van de grote moeilijkheden beschouwde geven in deze

vraag te kennen dat zij wel aanpassingen zullen moeten maken om te kunnen voldoen aan de

SOX. Op zich geven zij aan dat het in praktijk niet zo’n groot probleem is om een financieel

expert te vinden ware het niet dat er verschillen bestaan qua definitie van een financieel expert

op wetgevend vlak.

Men kan concluderen dat in de praktijk de nieuwe verplichtingen m.b.t. het auditcomité geen

noemenswaardige problemen zullen veroorzaken binnen Europa. De grote meerderheid van

Page 104: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 96

de ondernemingen voldoet immers reeds jaren aan de strengere bepalingen op enkele

uitzonderingen na. Deze dienen nog een kleine aanpassing te doen door een financieel expert

op te nemen in hun auditcomité. Er dient wel opgemerkt te worden dat deze bevindingen

onder geen beding mogen worden veralgemeend naar alle Europese ondernemingen.

Aangezien dit resultaten zijn van een onderzoek met een responsgraad van slechts 17,35 % en

waarbij de respondenten maar een geringe spreiding vertonen over de verschillende EU-

lidstaten heen.

4.2.3.2. Met betrekking tot de verplichte certificatie

Op de vraag welke aanpassingen men in de praktijk heeft gemaakt, om aan de verplichte

certificatie van financiële informatie door de CEO/CFO te voldoen (cfr. Supra 2.3.2), komen

een aantal acties veelvuldig terug bij de verschillende respondenten.

Ten eerste stelt men een trend vast dat ondernemingen een certificatieproces opzetten

doorheen de gehele ondernemingen. Dit staat in de literatuur beter bekend als de “trickle

down aansprakelijkheid”. In dergelijke situatie zal naast de CEO/CFO ook het operationele

management binnen de onderneming moeten overgaan tot certificatie van hun afgeleverde

rapporten. Dit is ook hierboven bespoken onder in 3.4.2.2. .

Ten tweede stelt men vast dat een groot deel van de respondenten een “disclosure control

committee” heeft opgezet. Dit comité evalueert op een continue basis het financieel

rapporteringsproces en de effectiviteit van het intern controlesysteem.

Ten derde geven enkele respondenten te kennen dat zij naast de oprichting van een

“disclosure control committee” een volledig disclosure proces hebben geïntroduceerd. Dit

proces beschrijven zij als volgt. Het “disclosure control committee” ziet continu toe op het

financieel rapporteringsproces. Daarnaast worden er ook regelmatig vergaderingen gehouden

met het operationeel management alsook met een aantal relevante werknemers. Tijdens deze

vergaderingen evalueert men de processen die gevolgd zijn om tot de financiële informatie te

komen. De resultaten uit deze vergaderingen worden overgemaakt aan het “disclosure control

committee”. Op het einde zal de CEO/CFO contact opnemen met het disclosure control

committee alvorens over te gaan tot certificatie.

Page 105: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 97

Tenslotte merken een aantal respondenten op dat men nu meer extern juridisch advies gaat

inwinnen dan vόόr de SOX (cfr. Supra). Dit om zeker te zijn dat men aan alle verplichtingen

voldoet.

Als conclusie kan men stellen dat Sec. 302 van de SOX de Europese ondernemingen heeft

aangezet strenger toe te zien op het financieel rapporteringsproces. Dit door middel van

“disclosure control committee”.

4.2.3.3. Met betrekking tot het intern controlesysteem

In de enquête is er tevens gepeild naar de aanpassingen die Europese ondernemingen in de

praktijk hebben verwezenlijkt om aan de nieuwe verplichtingen onder Sec. 404 van de SOX

(cfr. Supra 2.4.) te kunnen voldoen. Uit de antwoorden kan men een aantal aanpassingen

distilleren. Ten eerste stelt men vast dat ondernemingen hun interne controleprocedure gaan

herzien. Bij dit herzieningsproces is het volgens de respondenten noodzakelijk dat alle

bedrijfsentiteiten erbij betrokken zijn en dat ze ten volle begrijpen wat de herziening inhoudt

en waarom ze plaatsvindt. Ten tweede gaan ondernemingen uitgebreidere

documentatieprocedures gaan opzetten. Om aldus de nodige documentatie over het geheel van

bedrijfsprocessen te bekomen. Tenslotte zetten ondernemingen, voor verschillende entiteiten

en processen binnen de onderneming, interacties op met het “disclosure committee”. Dit bleek

ook al uit de resultaten op de voorgaande vraag van de enquête.

Eén respondent gaf te kennen dat er weinig of geen aanpassingen in zijn ondernemingen

hebben plaats gevonden om te kunnen voldoen aan de nieuwe regels.

Als men de vraag stelt welke grote problemen men ondervond bij het aanpassen van de

bedrijfsprocessen aan Sec. 404 antwoordden de respondenten zeer gelijkaardig. In hun

antwoorden komen steeds drie zaken terug. Men heeft te weinig middelen, te weinig mensen

en een gebrek aan documentatie om de onderneming aan deze verplichting te laten voldoen.

Dit onderdeel van de enquête werd door twee respondenten niet volledig ingevuld aangezien

zij zich nog in volle overlegfase bevinden over hoe zij Sec. 404 binnen de onderneming zullen

implementeren.

Page 106: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 98

Uit de hierboven besproken resultaten kan men, rekening houdend met de groep van

respondenten, concluderen dat Europese ondernemingen in de meeste gevallen hun intern

controlesysteem hebben herzien en zo nodig aanpassingen hebben gedaan om te kunnen

voldoen aan de bepalingen van SOX. Ik denk hier in het bijzonder aan het opzetten van een

proces waardoor men de nodige documentatie kan verzamelen.

4.2.3.4. Met betrekking tot de ethische gedragscode

De verplichting m.b.t een ethische gedragscode voor het management zal volgens de

respondenten weinig of geen impact hebben. Amper drie van de zeventien respondenten

bezaten op het moment van de enquête nog geen dergelijke gedragscode. Onder de andere

veertien waren er wel vier respondenten die lichte aanpassingen gaan maken aan hun

gedragscode ten gevolge van de SOX.

Het algemeen gevoel omtrent een ethische gedragscode voor het management is zeer positief.

Iedereen is het er over eens dat ethisch gedrag vandaag de dag binnen het bedrijfsleven enorm

belangrijk is. Eén onderneming gaat daarin zo ver dat zij een ethische gedragscode hebben

geïntroduceerd waaraan alle werknemers van het bedrijf onderhevig zijn.

Conclusie bij dit alles is dat de impact van een dergelijke verplichting beperkt zal blijven.

Iedereen is zich immers bewust dat ethisch gedrag een basisvoorwaarde is binnen het huidig

bedrijfsleven.

4.2.3.5. Met betrekking tot de bescherming van whistleblowers

Ook m.b.t. de verplichting een bescherming te bieden voor “klokkenluiders” binnen de

onderneming stelt men vast dat de grote meerderheid van de respondenten over een

bescherming ter zake beschikt. De respondenten die nog niet voldoen aan deze verplichting

geven te kennen dat zij aan het nadenken zijn hoe zij een bescherming kunnen implementeren

in een multinationale onderneming, rekening houdende met de verschillende nationale

wetgevingen.

Op de vraag hoe de bescherming er in de praktijk uitziet kwamen doorheen de antwoorden

verschillende systemen naar voor.

Page 107: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 99

Een vaak gehoord systeem bestaat erin dat de persoon die wanpraktijken wil aanklagen de

mogelijkheid heeft om rechtstreeks contact op te nemen met het toezichtsorgaan binnen de

onderneming, in de meeste gevallen is dit het auditcomité.

Een ander systeem bestaat erin dat de werknemers contact kunnen opnemen met een hotline.

Deze telefooncentrale is 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 bemand door personeelsleden die een

opleiding hebben genoten met een psychologische achtergrond. De onderneming garandeert

absolute anonimiteit.

Een andere respondent beschrijft zijn systeem. Dit bestaat erin dat werknemers via een

anoniem e-mail formulier wanpraktijken kunnen aankaarten bij het auditcomité. In een interne

nota van deze onderneming, die de respondent heeft bijgevoegd, wil men de werknemers

ervan overtuigen dat dit volledig anoniem gebeurt en dat de e-mail niet traceerbaar is. In deze

nota is ook een lijst opgenomen van zaken die zeker gemeld dienen te worden.

Het besluit dat we uit dit alles kunnen trekken is het feit dat Europese ondernemingen in een

systeem, van verschillende aard, voorzien dat zij hun werknemers bescherming moeten bieden

indien deze wantoestanden binnen de onderneming gaan aankaarten.

4.2.3.6. Verbod om leningen te verstrekken aan het management

Omtrent het verbod om leningen te verstrekken aan het management bestaat er onder de

respondenten een eensgezindheid. Alle zeventien respondenten vinden een dergelijk verbod

een goede zaak voor het bedrijfsleven. Het zorgt voor een grotere transparantie in de relatie

tussen het management en het bedrijf.

Wat de impact betreft denken de respondenten dat deze zeer beperkt zal zijn. Verschillende

respondenten gaven aan dat een dergelijk verbod reeds jaren in hun statuten is ingeschreven.

Andere wezen erop dat een verbod op het verstrekken van leningen aan het management reeds

in hun nationale wetgeving aanwezig is. Volgens de respondenten is dit het geval in de Finse,

de Ierse en de Britse wetgeving.

Page 108: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 100

4.2.4. Welke impact heeft SOX in de praktijk gehad op het delistingsgedrag

Op de vraag of de SOX bedrijven heeft aangezet een delisting van een Amerikaanse beurs in

overweging te nemen (cfr.3.2.5.) zijn de meningen verdeeld. De meerderheid van de

respondenten stelt dat zij gegeven de SOX geen delisting in overweging hebben genomen.

Daartegenover stellen vier respondenten wel degelijk een delisting openlijk in vraag.

De grote groep van respondenten die geen delisting in overweging nemen staaft deze

beslissing met een aantal argumenten. Enkele zijn gerust in het feit dat voor buitenlandse

ondernemingen een uitzonderingsprocedure zal worden bedongen die minder streng zal zijn

dan de huidige SOX bepalingen. Een andere groep van respondenten blijft in de VS genoteerd

omdat de grote meerderheid van hun aandeelhouders Amerikanen zijn.

De argumentatie van de respondenten die wel een delisting in overweging nemen is zeer

verschillend. Eén respondent vindt de cultuurverschillen te groot tussen de VS en Europa.

Waar men in de VS eerder een cultuur van gedetailleerde documentatie heeft stelt men in

Europa eerder een cultuur van proces documentatie vast. Dit argument is volgens mij minder

relevant aangezien deze situatie reeds van toepaasing was voor de SOX. Een andere

respondent haalt vooral de bureaucratische rompslomp en de kosten aan. Tenslotte stellen

enkele ondernemingen zich ook de vraag of, gegeven de onduidelijke wetgeving, de baten nog

hoger zijn dan de risico’s die verbonden zijn aan Amerikaanse beursnotering.

Karel Van Hulle stelt m.b.t. een delisting wel een probleem aan de kaak. Ik citeer: “Tot grote

verbazing van velen inclusief ourself is een terugtrekking uit de VS markt niet zomaar

mogelijk. Wanneer men eenmaal genoteerd is dan blijft men gebonden aan alle SEC

regelingen zolang er nog 200 Amerikaanse aandeelhouders zijn. Dit wil dus zeggen dat het

zich terugtrekken uit de Amerikaanse markt bijna onmogelijk is (Gesprek Prof. Karel Van

Hulle, Brussel, 2 maart 2004).” Gegeven deze gedachte zullen ondernemingen hiermee ter

dege rekening moeten houden indien zij een delisting van een Amerikaanse beurs overwegen.

Page 109: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Empirisch onderzoek: impact op het auditberoep en op het ondernemingsleven 101

4.2.5. Besluit

Rekening houdend met de groep van respondenten kan men besluiten dat de SOX een grote

impact heeft gehad op het bedrijfsleven. Ondernemingen blijken de meeste problemen te

ondervinden met Sec. 404 en Sec. 302. De groep van respondenten bleek in grote mate reeds

te voldoen aan de veschillende bepalingen van de SOX. Desalniettemin werden de laatste

jaren verschillende aanpassingen doorgevoerd. De verplichte certificatie van de financiële

staten door de CEO/CFO hebben enerzijds voor de oprichting van ‘disclosure control

comités’ gezorgd, anderzijds voor de invoering van een ‘keten van certificatie’ doorheen de

onderneming. De verplichte beoordeling van het intern controlesysteem heeft binnen de

ondernemingen aanleiding gegeven tot het opzetten van uitgebreide documentatiesystemen.

Hierbij ondervinden ondernemingen wel een gebrek aan tijd, middelen en gedetailleerde

regelgeving ter zake. Daarnaast stellen we vast dat in de ondernemingen verschillende soorten

van systemen worden geïmplementeerd om een bescherming te bieden voor de zogenaamde

whistleblowers. Als slot kan men stellen dat de beslissing om zich al dan niet terug te trekken

uit de Amerikaanse kapitaalmarkten door verschillende ondernemingen in overweging is

genomen. Hierbij dienen de kosten, de strategische belangen, het prestige en de blijvende

SEC rapporteringsverplichtingen tegenover elkaar worden afgewogen.

Page 110: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 102

5. Algemeen besluit

Het doel van deze thesis is een bespreking te geven van de Sarbanes-Oxley Act en te bepalen

wat haar impact is in Europa. Hiervoor heb ik naast een grondige literatuurstudie gebruik

gemaakt van een praktijkonderzoek. Bij dit praktijkonderzoek heb ik gebruik gemaakt van

diepte-interviews en enquêtes.

Hoofdstuk 1 situeert de totstandkoming van deze wet. Men stelde vast dat vroeger genomen

acties met betrekking tot de corporate governance na het Enron schandaal de investeerders

geen afdoende zekerheid meer bood. Beurzen kregen zware klappen en het vertrouwen in

externe auditors was zoek. De regering Bush was genoodzaakt drastische maatregelen te

nemen teneinde het tij alsnog te doen keren. Een 10 puntenplan werd uitgevaardigd om het

vertrouwen in de financiële markten te herstellen. Na een kort overleg binnen het

Amerikaanse parlement, werd indachtig het 10 puntenplan van President Bush, door Paul

Sarbanes en Michael Oxley, de Sarbanes-Oxley Act ineengebokst. Deze werd op 30 juli 2002

in een zekere paniekreactie door het Amerikaans Congres goedgekeurd. Historisch gezien

kunnen, met dergelijke drastische maatregelen in tijden van groot wantrouwen, gelijkenissen

teruggevonden worden met de situatie in de VS van 1933-1934.

Gelijklopend met de ontwikkelingen in de VS kent Europa ook boekhoudschandalen. Denken

we maar terug aan Lernout & Hauspie. Ook hier is men volop aan het denken hoe men

maatregelen kan treffen om dergelijke schandalen in de toekomst te vermijden. De Europese

aanbeveling van 16 mei 2002 met betrekking tot de onafhankelijkheid is een eerste uitlating

hieromtrent. Gezien de wetgevende initiatieven in de VS met de Sarbanes-Oxley Act dient

Europa zich snel te bezinnen over verdere acties. Zeker aangezien de Sarbanes-Oxley Act

extraterritoriale gevolgen in zich houdt.

Omwille van het internationaal karakter van onze huidige economische samenleving valt het

te betreuren dat men vanaf het begin niet heeft gestreefd naar een globale oplossing op

internationaal niveau. Dit had waarschijnlijk een groter draagvlak gehad zowel vanuit het

auditberoep als vanuit de ondernemingen. Tevens waren mijns inziens bepaalde conflicten

met de nationale wetgeving dan achterwege gebleven.

Page 111: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 103

Na in het eerste hoofdstuk een situering te hebben geven van de totstandkoming van de

Sarbanes-Oxley Act werd in het tweede hoofdstuk uitvoerig een bespreking gegeven van de

verschillende bepalingen die in de Sarbanes-Oxley Act zijn opgenomen. Alsook worden de

betrokken uitvoeringsbesluiten in de tekst geïntegreerd. Belangrijk is op te merken dat de wet

geen onderscheid maakt tussen externe auditors van Amerika en externe auditors van buiten

Amerika. Eveneens wordt geen onderscheid gemaakt tussen Amerikaanse en niet-

Amerikaanse ondernemingen.

De oprichting van een nieuw toezichtsorgaan (PCAOB) is een eerste belangrijk punt van de

SOX . Dit orgaan is gezien het wantrouwen t.o.v. de externe auditors volledig onafhankelijk

van het beroep. Naast de oprichting voorziet de wet ook expliciet in de omschrijving van de

taken van de PCAOB. De voor Europa meest bedreigende bepaling hierin is het feit dat de

PCAOB moet instaan voor een registratieprocedure van, en de ermee gepaard gaande

inspecties bij, zowel Amerikaanse als niet-Amerikaanse externe auditors. Deze

extraterritoriale gevolgen en de ‘true conflicts’ zijn sterk bediscussieerd op het internationaal

forum. Een oplossing hieromtrent lijkt in de maak met een wederzijdse erkenning van ieders

systeem, waarbij ‘home-country control’ het uitgangsprincipe moet worden.Vandaar dat het

ook logisch is dat Europa verschillende voorstellen lanceert die gelijkaardig zijn aan deze van

de SOX. Op termijn zal men moeten komen tot een convergentie van de verschillende

systemen.

Een tweede belangrijk punt binnen de wet zijn de verstrengde onafhankelijkheidsregels. Naast

de limitatieve lijst van diensten die onverenigbaar zijn met de onafhankelijke taakuitoefening

van een externe auditor zijn er nog andere initiatieven genomen. Een verplichte auditrotatie

om de vijf jaar voor leidinggevende externe auditors alsook een grotere informatie overdracht

van de externe auditor naar het auditcomité. Dit comité dient volledig onafhankelijk te zijn en

benoemt, ontslaat en superviseert de externe auditor. Daarnaast voorziet de Sarbanes-Oxley

ook in een cooling-off periode voor mensen die betrokken zijn bij auditactiviteiten.

We stellen vast dat vele van deze strengere onafhankelijkheidsregels ook hun ingang vinden

in Europa. Als schoolvoorbeeld kan België hier fungeren. Met de wet Corporate Governance

van 2 augustus 2002 en het KB van 4 april 2003 ter uitvoering van deze wet zijn veel

bepalingen soortgelijk aan deze van de SOX in België ingevoerd. Hierbij denken we aan de

limitatieve lijst van onverenigbare diensten, de one-to-one regel, de oprichting van het comité

Page 112: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 104

van advies en controle alsook de cooling-off periode. Europa deelt deze vergaande houding

van België niet volledig. Zij houdt vast aan een op principe gebaseerde benadering van

onafhankelijkheid. Men kan zich hier wel de vraag stellen in hoeverre deze benadering nog

stand kan houden indien Europa met nieuwe schandalen, zoals Parmalat wordt

geconfronteerd. Zal men dan niet overstappen naar een meer op regels gebaseerde

benadering?

Een volgend punt in de Sarbanes-Oxley Act is het feit dat men het management op haar

verantwoordelijkheden heeft willen wijzen. Door een verplichte certificatie van alle financiële

rapporten door de Chief Executive Officer en de Chief Financial Officer kunnen zij bij

onregelmatigheden in de gepubliceerde rapporten individueel aansprakelijk worden gesteld.

Daarnaast worden aan het management ook een aantal beperkingen opgelegd. Zo kunnen, bij

onregelmatigheden tegen de rapporteringsverplichtingen, winsten en bonussen verbeurd

verklaard worden. Eveneens kan een periode worden ingesteld waarbij er een verbod optreedt

om gedurende een bepaalde periode noch het aandeel noch de afgeleide producten ervan te

verhandelen. Voorts dienen ondernemingen ethische gedragscodes te bezitten voor hun hoger

management. Naast het bezit ervan moeten deze ook publiek bekend gemaakt worden.

Door middel van de fameuze sectie 404 krijgt het management er een zeer dure en tijdrovende

opdracht bij. Het management wordt verplicht om jaarlijks een beoordeling te geven over de

effectiviteit van het intern controlesysteem. Wat op zijn beurt geattesteerd dient te worden

door de externe auditor. De PCAOB beklemtoont in een Final Rule dat deze extra

inspanningen in verband moeten worden gezien met de vele voordelen die aan een effectieve

interne controle van financiële rapportering verbonden zijn. Men stelt immers in praktijk vast

dat deze bepaling de grootste problemen oplevert binnen de ondernemingen.

Voorts zijn in de Sarbanes-Oxley Act strengere straffen opgenomen. Gevangenisstraffen tot

25 jaar en zeer hoge geldboetes zijn geen uitzondering. Dit alles om ondernemingen en

externe auditors te dwingen enkel accurate en juiste informatie aan investeerders te

verstrekken.

Tenslotte dient vermeld te worden dat de Sarbanes-Oxley Act naast een impact op de externe

auditors en op de ondernemingen ook een belangrijke impact heeft gehad op de

Page 113: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 105

werkzaamheden van advocaten. Dit aspect wordt, gezien het economische zwaartepunt van

deze thesis, niet toegelicht.

Na de bespreking van de Sarbanes-Oxley Act wordt in het derde hoofdstuk, vanuit de

literatuur, nagegaan wat de impact van deze wet kan zijn binnen Europa. Gezien het vroege

stadium en de nog steeds evoluerende wetgeving kon ik in deze thesis meestal enkel maar een

zekere indicatie geven omtrent de impact. Er bestaan immers nauwelijks Europese studies ter

zake. Vandaar ook dat ik in hoofdstuk 3 voornamelijk steun op Amerikaanse studies.

Alvorens de impact te kunnen bespreken, is het noodzakelijk om eerst op twee elementen in te

gaan. Ten eerste wordt de vraag naar de afdwingbaarheid van de Sarbanes-Oxley Act in

Europa nagegaan. Waarbij men kan stellen dat zolang er geen true conflict bestaat met de

nationale wetgeving, de bepalingen van de SOX ook buiten de VS afdwingbaar zijn. Ten

tweede wordt kort ingegaan op de verschillen in de corporate governance bepalingen tussen

de verschillende EU-lidstaten. Hierin zijn verschillen in structuur van het bestuursorgaan en

verschillen in werknemersvertegenwoordiging de belangrijkste.

Hoofdstuk 3 alsook hoofdstuk 4 zijn tweeledig opgebouwd. In een eerste deel wordt telkens

gekeken naar de impact op het auditberoep. In een tweede deel bespreek ik de impact op het

ondernemingsgebeuren.

Alvorens de invloed van de Sarbanes-Oxley Act op het auditberoep te bespreken is het zinvol

na te gaan welke externe auditors onder de invloedssfeer van de SOX vallen. Dit zijn alle

externe auditors die revisorenopdrachten vervullen voor Amerikaanse beursgenoteerde

ondernemingen of voor dochters van Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen. Na dit

gegeven kan men nu een aantal impacten identificeren die de SOX heeft op het auditberoep.

Men kan stellen dat de SOX geleid heeft tot strengere onafhankelijkheidsvereisten voor

externe auditors. Ook het toezicht hierop is van overheidswege danig verstrengd. Dezelfde

evoluties stellen we ook in Europa vast. Dit werd reeds hierboven al aangegeven. Shaub

betwijfelt in zijn studie echter wel aan de effectiviteit van de SOX m.b.t. de

onafhankelijkheid. Hij stelt dat de SOX enkel effectief is voor de “self review threat”. Op de

andere vlakken zijn er volgens hem nog meer maatregelen noodzakelijk.

Page 114: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 106

Eveneens heeft de SOX vermoedelijk een impact gehad op de hoogte en de samenstelling van

auditfees. Wat de hoogte betreft, blijkt uit een studie van de FEI dat de auditfees zo’n 25% tot

33 % zullen stijgen. Dit heeft mijns inziens voornamelijk te maken met de vereiste daling van

het auditrisico alsook met de uitgebreidere werkzaamheden. Wat de samenstelling betreft,

stellen we een trend vast waarbij auditkantoren zich enkel nog gaan toeleggen op de core

business, namelijk de revisorale controle. Gevolg hiervan is dat de auditkantoren minder

inkomsten halen uit allerhande consultancydiensten.

Ook de werkzaamheden van de externe auditor zijn door de SOX sterk aangepast. Naast de

gewone certificatie van de jaarrekening dient de externe auditor nu ook het

beoordelingsrapport van het management m.b.t. de effectiviteit van het interne

controlesysteem voor financiële rapportering, te attesteren. Daarnaast heeft de SOX een

uitgebreide informatieuitwisseling met het auditcomité en de externe auditor tot stand

gebracht.

Vervolgens heeft de SOX met zijn vele bepalingen en strengere regels gezorgd voor een

verdere concentratie op de auditmarkt. Dit heeft tot gevolg dat grote publieke ondernemingen

een nog beperktere vrijheid krijgen bij de keuze van hun externe auditor. Men kan zich de

vraag stellen of dergelijke situatie wel gezond is.

Tenslotte heeft de SOX ook een impact gehad op het toezicht op het beroep van externe

auditors. Peer review is door deze wet naar de achtergrond verschoven en een onafhankelijk

overheidsorgaan komt hiervoor in de plaats. Dit is voor de onafhankelijkheid naar schijn geen

slechte zaak. Men moet zich echter wel bewust blijven van de specificiteit van het beroep van

externe auditors, waardoor mensen uit de praktijk soms beter geplaatst zijn om een evaluatie

te maken van de verrichtte werkzaamheden.

Na de impact op het auditberoep te hebben aangegeven, werd in het tweede deel van

hoofdstuk 3 ingegaan op de impact voor het ondernemingsgebeuren. Vooreerst worden de

verschillende ondernemingen die aan deze wet onderhevig zijn geïdentificeerd. Uitgaande van

deze ondernemingen wordt in de tekst op een niet-exhaustieve lijst van gevolgen ingegaan.

Een eerste gevolg is, overeenkomstig de doelstelling van de SOX, de grotere

verantwoordelijkheid waarmee managers nu af te rekenen zullen krijgen. Naast de verplichte

Page 115: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 107

certificatie van alle financiële rapporten is er ook de verplichting om een beoordeling te

maken van het intern controlesysteem. Deze twee bepalingen hebben in vele ondernemingen

een ‘keten van certificatie’ doen ontstaan, waarbij managers op operationeel niveau maar ook

derden hun afgeleverde rapporten dienen te certifiëren. Dit alles om het topmanagement op

een zekere wijze te verzekeren dat zij geen fouten of onregelmatigheden zouden certifiëren.

Een volgend belangrijk gevolg van de SOX voor ondernemingen zijn de structurele

aanpassingen die binnen ondernemingen gemaakt dienen te worden. Onafhankelijke

bestuurders, alsook een financieel expert dienen aangetrokken te worden om te zetelen in het

auditcomité. Daarnaast zijn er ook nog de nieuwe verplichtingen inzake de bewaringsplicht

voor documenten en de real-time bekendmaking van cruciale informatie. Deze laatste twee

zullen ongetwijfeld een impact hebben op de IT-infrastructuur van de ondernemingen. Dit

wordt bevestigd door studies die een sterke stijging vaststellen in zowel compliance-software

ontwikkeling als in allerlei andere dienstverleningen.

Een derde gevolg heeft te maken met het kostenplaatje dat verbonden is aan de implementatie

van de SOX. Uit een Amerikaanse studie van Foley en Larder blijkt dat de kosten voor

middelgrote ondernemingen gemiddeld genomen met 89,8% zullen stijgen. Uit de studie

blijkt, dat vooral de bijkomende inspanningen van het compliance personeel, de hogere

verzekeringspremies voor bestuurders en het management, alsook de hogere vergoedingen

voor bestuurders aan de basis liggen van deze kostentoename. Verwacht kan worden dat een

soortgelijke impact ook in Europa zal plaatsvinden.

Als vierde gevolg kan men stellen dat de Sarbanes-Oxley Act ongetwijfeld ondernemingen

heeft aangezet uitvoeriger na te denken om zich al dan niet terug te trekken uit de

Amerikaanse beursen. Uit een studie van Jackson en Pan blijkt, dat Europese bedrijven vooral

de kost voor accountancy, de grote bekendmakingsverplichtingen en de uitgebreidere

aansprakelijkheid als de belangrijkste lasten zien om in de VS genoteerd te mogen zijn. Meer

dan ooit winnen de Europese beursen aan attractiviteit en worden zij een volwaardig

alternatief voor grote Europese ondernemingen.

Naast deze vier belangrijke gevolgen valt te verwachten dat er ook een zekere impact zal zijn

op het aangaan van mergers en acquisities. Managers zullen een grotere terughoudendheid

vertonen om kleinere ondernemingen over te nemen. Omdat deze meestal nog niet aan alle

Page 116: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 108

bepalingen van de SOX voldoen en ook omdat het management vreest aansprakelijk te

worden gesteld voor vroegere financiële gegevens van de onderneming die ze overnemen.

Deze negatieve ontwikkeling in het ondernemingsleven was zeker geen beoogd resultaat van

de SOX.

In dit opzicht is het ook niet te verwonderen dat kleinere niet-beursgenoteerde ondernemingen

zelf ook een invloed ondervinden van de SOX. Zij zullen liever nu aanpassingen doen om op

termijn een mogelijke merger, acquisitie of beursnotering in de toekomst mogelijk te maken.

Uit het onderzoek dat Robert Half International Inc. ter zake verrichtte, blijkt dat 63% van de

respondenten acties zullen ondernemen om zich op een of andere manier aan de SOX aan te

passen.

Na de bespreking van de impact van de SOX in hoofdstuk 3 vanuit de literatuur heb ik in het

laatste hoofdstuk getracht deze theoretische impacten aan de praktijk te toetsen. Hierbij werd

gebruik gemaakt van een postale enquête en van diepte–interviews met bevoorrechte

getuigen.

Binnen hoofdstuk 4 werden twee algemene onderzoeksvragen vooropgezet. De eerste

onderzoeksvraag kan als volgt geformuleerd worden: “In hoeverre ondervinden Europese /

Belgische bedrijfsrevisoren een impact van de SOX en indien zij een impact ondervinden hoe

reageren zij daarop?” En de tweede onderzoeksvraag formuleerde ik als volgt: “Met welke

bepaling van de Sarbanes-Oxley Act ondervinden Europese ondernemingen moeilijkheden en

welke acties ondernemen zij om aan de strengere bepalingen vervat in de Sarbanes-Oxley Act

te voldoen?”

Met betrekking tot de eerste onderzoeksvraag kan men het volgende concluderen. Vooreerst

ziet men in de praktijk weinig in een dubbele registratie. Zeker omdat er in de verschillende

Europese lidstaten juridische problemen door ontstaan. Denken we bijvoorbeeld aan het

beroepsgeheim in België waarbij er een wettelijk verbod bestaat om aan derden inzage te

geven in de werkpapieren van externe auditors. Europa zal dit probleem trachten op te lossen

door een wettelijke registratieverplichting op de leggen aan de externe auditors bij een

nationaal toezichtsorgaan. Dit orgaan zal op een zodanige manier moeten zijn samengesteld

en functioneren dat het door de PCAOB als betrouwbaar wordt erkend.

Page 117: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 109

Wat de lijst van onvereningbare niet-auditdiensten betreft stellen we een positieve houding in

Europa vast. Europa neemt echter gelijkaardige initiatieven. Wat de impact op de

beroepsbeoefenaars betreft, valt te verwachten dat er praktisch grote hervormingen plaats

zullen moeten vinden. Hierdoor moet men in staat zijn te weten wie wat waar verricht.

Het groter belang van het auditcomité wordt algemeen in de praktijk als een positief punt

ervaren. Europa heeft met zijn voorstel tot richtlijn van 17 maart 2004 te kennen gegeven,

gelijkaardig aan de SOX, een verplichte oprichting van een auditcomité voor beursgenoteerde

ondernemingen voorop te stellen. Welke verantwoordelijkheden men in Europa aan deze

auditcomités zal geven is nog onduidelijk en kan praktisch gezien enkele grote problemen

opleveren. In Europa kent men immers de collegiale aansprakelijkheid van de Raad van

Bestuur.

De certificatie van de CEO/CFO en de beoordeling van het intern controlesysteem worden

eveneens als positief ervaren. Het zal ongetwijfeld aanleiding geven tot accuratere cijfers.

Men moet wel voor ogen blijven houden dat fraude, per definitie moeilijk opspoorbaar is en

nooit kan worden uitgesloten. In Europa zijn soortgelijke certificatieregels nog niet voor

morgen. We kennen immers in Europa geen éénduidige juridische definitie van CEO/CFO.

Bij de interpretatie van mijn resultaten op de tweede onderzoeksvraag is enige

voorzichtigheid geboden. Een responsgraad van 17,35 % en de zwakke spreiding van de

respondenten over de verschillende EU-lidstaten kunnen aanleiding geven tot een

vertekening.

Volgens de respondenten zullen Sec. 404 en Sec. 302 voor de grootste problemen zorgen in

Europese ondernemingen. Vooral de onduidelijkheden en de vergaande aansprakelijkheid

voor de CEO/CFO worden als grootste hinderpalen beschouwd.

Vandaag de dag stellen we, gegeven de respondenten, vast dat de meeste Europese

ondernemingen aan de strengere bepalingen van de SOX voldoen. Dit mag niet veralgemeend

worden naar alle betrokken Europese ondernemingen. Vele ondernemingen willen echter pas

tegen eind 2004 hun implementatie van de SOX bepalingen achter de rug hebben,dit om zeker

te zijn dat de nieuw genomen maatregelen operationeel kunnen zijn tegen 2005, de deadline

Page 118: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 110

voor buitenlands ondernemingen om aan de SOX te voldoen. Ik vermoed dan ook dat enkel

de ondernemingen die nu reeds in orde zijn met de SOX geantwoord hebben op mijn enquête.

We kunnen een aantal maatregelen identificeren die door verschillende ondernemingen zijn

genomen naar aanleiding van de SOX. Zo stel ik vast dat verschillende ondernemingen

onafhankelijke bestuurders en financiële experten hebben aangetrokken om te zetelen in hun

auditcomités. Vele respondenten hebben te kennen gegeven een ‘disclosure control comité’

opgericht te hebben alsook een herziening te hebben doorgevoerd van hun intern

controlesysteem. Daarnaast zijn er in de ondernemingen uitgebreide documentatiesystemen

geïmplementeerd. Eveneens stelt men, binnen de onderneming, de implementatie van formele

systemen vast die werknemers een bescherming moet bieden voor het aankaarten van

wanpraktijken.

De grootste problemen die men bij al deze aanpassingen ondervond zijn drieledig. Ten eerste

hekelt het ondernemingsleven de grote onduidelijkheid die rond al deze bepalingen hangt. Als

tweede probleem worden de grote tijdsbesteding en de hoge kosten naar voor geschoven. En

tenslotte is er een probleem van verschillen tussen wettelijke definities van begrippen die in

de SOX staan en gelijkaardige begrippen uit de nationale wetgeving.

Met betrekking tot het delistingsgedrag na de SOX blijkt uit de enquête dat sommige

ondernemingsleiders ernstig hebben nagedacht om uit de Amerikaanse kapitaalmarkten zich

terug te trekken en dit vooral door de grote aanpassingen die nodig zijn in de onderneming, de

hogere kosten, de bureaucratische rompslomp. Men mag echter het addertje onder het gras

niet over het hoofd zien. Als men zich terugtrekt uit de Amerikaanse markten, blijft men nog

onderworpen aan de verplichtingen die door de SEC worden opgelegd zolang er minimaal

200 Amerikaanse aandeelhouders zijn.

Als algemene conclusie kan men stellen dat het te vroeg is om de impact op de economische

samenleving te kennen. Verder onderzoek in de toekomst zal hieromtrent uitsluitsel moeten

geven. Wel is duidelijk geworden dat de SOX naast een aantal geplande impacten, zoals de

verhoging van de onafhankelijkheid van de externe auditors en de verhoogde

aansprakelijkheid van het management, een aantal niet geplande impacten heeft

teweeggebracht. Denken we maar aan de negatieve gevolgen voor mergers en acquisities, de

grotere concentratie op de auditmarkt, de tegenstand van buitenlandse authoriteiten om te

Page 119: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Algemeen besluit 111

voldoen aan de bepalingen van de SOX en de verhoging van

aansprakelijkheidsverzerkeringspremies voor bestuurders en de enorme bijkomende kosten en

adminstratieve lasten die de SOX voor ondernemingen als gevolg heeft gehad. Tevens kan

men zich de vraag stellen in hoeverre deze uitgebreidere publicaties investeerders beter

begrijpbare informatie levert. Dit alles is volgens mij een gevolg van de weinig analytische

aanpak waarmee de Sarbanes-Oxley Act is ingevoerd. Desalniettemin is de SOX wel de

wereldwijde katalysator geweest om over vergaande corporate governance bepalingen na te

denken. Het valt te hopen dat men in Europa niet gaat bezwijken onder de druk, en op een

meer doordachte manier te werk zal gaan.

Wat de effectiviteit van de Sarbanes-Oxley Act betreft, denk ik dat de echte test de volgende

‘boom” situatie op de financiële markten zal zijn. Dan pas zal men kunnen oordelen of deze

wet de ondernemingen en de externe auditors effectief tot een beter deugdelijk bestuur heeft

gebracht.

Page 120: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bibliografie I

6. Bibliografie • Accountantsonline.nl, 2004, Sarbanes-Oxley niet superieur ,29/01/2004

<http://www.accountantsonline.nl/site/modules.php?name=News&file=article&sid=835

(4/02/2004)>

• AICPA, 2002, Castellano J., Statement of James Castellano, Chair AICPA, AICPA,

14/02/2002 ,

<http://ftp.aicpa.org/public/download/news/stmt_jgc_021402.pdf (2/02/2004) >

• AICPA, 2003, AICPA chair calls for more change, Press Release van 10 december 2003,

<http://www.aicpa.org/download/news/Voynich_SEC_Conference_Release.pdf

(2/02/2004)

• Accountancy Age, 2003, Thumbs down for audit rotation, Survey Accountancy Age,

9/01/2003, <http://www.accountancyage.com/Features/1132082 (1/03/2004) >

• Brune C., 2003, Audit fees expected to rise, Internal Auditor, Augustus 2003, p.13- 19

• Buchalter S. & Yokomoto K., 2003, Audit committees’ responsibilities and liability, CPA

journal,Vol.73, Maart 2003, p.18-23

• Carpenter T., Fennema M, Fretwell Z. & Hillison W., 2004, A changing Corporate

culture, Journal of Accountancy, Vol. 197, maart 2004, p. 58-63

• Cohen J., Hanno D., Auditors’ consideration of corporate governance and management

control philosophy in preplanning and planning judgments, Auditing: A Journal of

Practice and Theory, 2000, Vol. 19 nr.4, blz. 133-146

• Coustan H. , Leinicke L. , 2004, Sarbanes-Oxley: what it means to the marketplace,

Journal of Accountancy, Vol 197, Februari 2004, p.43-47

• Daily C.M., Dalton D.R. & Cannella, A., 2003, Corporate governance: decades of

dialogue and data, Academy of Management Review, Vol. 28, Nr. 3, p 371-382

• De Pelsmacker P. & Van Kenhove P., 2002, Marktonderzoek: methodes en toepassingen,

Garant, 2002, 836 p.

• EGCI, 2002, Modern company and capital market problems, improving European

corporate governance after Enron, Working paper Nr. 05/2002, November 2002, 54p.

< http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=356102 (9/03/2004) >

• EU, 1996, Het Groenboek: “de rol de positie en de aansprakelijkheid van de met de

wettelijke controle belaste accountant in de EU”, 1996.

• EU, 2002a, Nota aan de informele raad (ecofin) van Oviedo 12 en 13 april 2002

Page 121: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bibliografie II

• EU, 2002b, A Modern Regulatory Framework for Company Law in Europe, 4/11/2002,

<http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/company/company/modern/consult/report

_en.pdf (6/02/2004) >

• EU, 2003, EU concerned about US audit registration step,EU, 24/04/2003

<http://www.eurunion.org/News/press/2003/2003027.htm>

• FEE, 2002a, Brief aan Mr. Alexander Schaub, 26/09/2002,

<http://www.nivra.nl/Bibliotheek/pdf/FEE_EC-letter_Sarbanes-Oxley.pdf (24/02/2004) >

• FEE, 2002b, Brief aan Mr. Katz, 20/12/2002

• FEE, 2003a, Brief aan Mr Katz, 13/01/2003

• FEE, 2003b, Brief aan Mr. Katz, 18/2/2003

<http://www.nivra.nl/Bibliotheek/pdf/FEE_comment_SEC_Audit_committees.pdf

(24/02/2004) >

• FEE,2003c, Fee calls for European co-ordination oversight of the audit profession,

15/09/2003

• FEI, 2003, Myhts and realities of Sarbanes-Oxley, FEI,

<http://www.fei.org/mag/Exclusives/12-03.cfm (27/02/2004) >

• GAO, 2003a, Public accounting firms: Mandated Study on Consolidation and

Competition [GAO-03-864 ] , 30 juli 2003, <http://frwebgate.access.gpo.gov/cgi-

bin/useftp.cgi?IPaddress=162.140.64.21&filename=d03864.pdf&directory=/diskb/wais/da

ta/gao (18/02/04) >

• GAO, 2003b, Public accounting firms: Required study on the potential effects of

mandatory audit firms rotation, GAO, November 2003, 98p

<http://www.securitymanagement.com/library/Gao04216_Accounting0204.pdf

(20/03/2004) >

• Gates M., 2003, The Sarbanes-Oxley Act and non-US issuers: considerations for

international companies, Journal of Commercial Biotechnology, Vol 10, nr. 1, februari

2003, p.40-53,

• Geiger M. A., Taylor P. L., 2003, CEO and CFO Certifications of Financial Information,

Accounting Horizons, Vol 17, Nr. 4, December 2003, p. 357-368

• HEBR, 2002, Adies van 24 oktober 2002 omtrent het ontwerp van KB tot uitvoering van

artikel 133, Lid 9 van het wetboek van vennootschappen en wijziging van het Koninklijk

Besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen, 38p

Page 122: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bibliografie III

• Het Financieel Dagblad, 2004, Bijna akkord met VS over accountants, Het Financieel

Dagblad, 27/3/2004

• Hojskov F., 1998, The expectation gap between users' and auditors' materiality

judgements in Denmark, Southern Denmark Business School Kolding, April 1998, 25p.

<http://www3.bus.osaka-cu.ac.jp/apira98/archives/pdfs/36.pdf (3/02/2004) >

• Hopkins J., 2002, CFOs join their bosses on the hot seat, USA Today, 16 juli 2002,

<http://pqasb.pqarchiver.com/USAToday/137229391.html?did=137229391&FMT=ABS

&FMTS=FT&date=Jul+16,+2002&desc=CFOs+join+their+bosses+on+the+hot+seat+%3

b+WorldCom+shows+power+has+shifted (23/02/04) > (login noodzakelijk)

• IASB, 2002, D. Tweedie, Statement of Sir David Tweedie chair of IASB before the

committee on Banking, Housing and Urban Affairs of the US Senate, 14/02/2002,

<http://www.iasc.org.uk/docs/speeches/020214-dpt.pdf (3/02/2004) >

• IBR,2003a, Corporate governance de toegevoegde waarde van de bedrijfsrevisor,

Periodieke Berichten IBR, 2/2003,

<http://www.ibr-ire.be/ned/periodiekeberichten/berichten003204.aspx (14/04/2004)>

• IBR, 2003b, Ontwikkeling in de onafhankelijkheidsregels van de commissaris, Periodieke

Berichten IBR, nr. 3, 2003, p. 6-12

• IBR, 2004, Commentaar van de FEE op het ontwerp van wijziging van de 8ste Richtlijn

EEG, Korte berichtgeving IBR, 17 maart 2004,

< http://www.ibr-ire.be/ned/nieuws_korte.aspx?id=1138 (4/04/2004)>

• IBR, 2003c, 50 jaar Revisoraat, die Keure en La Carte, 2003, 363p.

• IFAC, 2003a, Code of Ethics for Professional Accountants, International Federation of

Accountants, februari 2003, 98p.

<http://www.ifac.org/Members/PubsDetails.tmpl?PubID=10456070402914590&Category

=Ethics (14/04/04) > (login noodzakelijk)

• IFAC, 2003b, Handbook of International Auditing, Assurance, and Ethics

Pronouncements, International Federation of Accountants, 1 januari 2003, 817p

• Imhoff, Jr. E., 2003, Accounting Quality, Auditing and Corporate Governance,

Accounting Horizons, Supplement 2003, blz. 117-128

• John K.& Senbet L.W.,1998, Corporate Governance and board effectiveness, Journal of

Banking and Finance, 1998, Vol. 22, nr. 4, p 371-403

• Koehn J. & Del Vecchio S., 2004, Ripple effects of the Sarbanes-Oxley Act, CPA Journal,

Vol. 74, Februari 2004, p. 36-40

Page 123: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bibliografie IV

• KPMG, 2002, Corporate governance in Europe KPMG survey 2001/02, 2002, 104 p,

<http://www.kpmg.com/aci/docs/Euro_CorpGov.pdf (21/03/2004) >

• KPMG, 2003a, Sarbanes-Oxley: a closer look, januari 2002

• KPMG, 2003b, Sarbanes-Oxley section 404: management assessment of internal control

and the proposed auditing standards, maart 2003, 22p. <http://www.auditcommittee.ch/S-

O_404_Intranet.pdf (12/04/2004) >

• Langendijk H., Enron ontcijferd, De Accountant, juni 2002, Jaargang 108 nr 10, p.14-19

• Leech T., Sarbanes-Oxley sections 302 & 404: A white paper proposing Practical, cost

effective Compliance strategies, april 2003, 23p

<http://www.sec.gov/rules/proposed/s74002/card941503.pdf (22/03/2004) >

• Mayer, Brown, Rowe, 2002, The Sarbanes-Oxley Act of 2002 and its impact on European

Companies, Preparation for the US Chamber of Commerce,

<www.mayerbrownrowe.com (12/02/2004)>

• MCA, 2003, De Sarbanes-Oxley Act in Nederland, april 2003, Vol.7, Nr. 2, p.9-12

• McDonald D. K., Banks G. Y., 2003, How Sarbanes-Oxley will change the audit process,

Journal of Accountancy, Vol. 196, Nr. 3, September 2003, p.49-55

• Miller D., Frankenthaler M., 2003, Delisting/Deregistration of Securities under the

Securities Exchange Act of 1934., Insights: The Corporate & Securities Law Advisor, Vol. 17,

Nr. 10, Oktober 2003, < http://search.epnet.com/direct.asp?an=11422558&db=buh

(2/04/2004)>

• Min Wu, 2002, Earnings Restatements: A Capital Market Perspective, Stern School of

Business working paper, Januari 2002, 16p

• Moore C., Schwartz E., 2003, Sorting through SorbOx, infoworld.com, 14 juli 2003, p.53-

56

• Munter P., 2003, Evaluating intern controls and auditor independence under Sarbanes-

Oxley, Financial Executive, Oktober 2003, p. 26-27

• Ooghe H.& M. Deloof & S. Manigart, Handboek bedrijfsfinanciering, 2002, 590p.

• PCAOB, 2003a, Briefing paper: Oversight of non-U.S. public accounting firms,

28/10/2003

• PCAOB, 2003b, Proposed rule on Registration, Release no. 2003-024, 10/12/03, p. 1-28

• PCAOB, 2003c, Ethics code for board members, staff and designated contractors and

consultants, Release No. 2003-008, 30 juni 2003, 44p.

< http://www.pcaobus.org/rules/Release2003-008.pdf (12/04/2004) >

Page 124: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bibliografie V

• PCAOB, 2003d, Board Proposes Rules on Oversight of Non-U.S. Accounting Firms,

Registration Deadline <http://www.pcaobus.org/pcaob_news_12-09-03.asp (24/03/2004)>

• PCAOB, 2004a, Registration deadline for non-US accounting firms, Release no. 2004-003

<http://www.pcaobus.org/rules/Release2004-003.pdf (23/03/2004)>

• PCAOB, 2004b,An audit of internal control over financial reporting performed in

conjunction with an audit of financial statements, Final Rule PCAOB Release no. 2004-

001 <http://www.pcaobus.org/rules/Release-20040308-1.pdf (24/03/2004) >

• Practical accountant, 2004, Audit firm rotation too costly , Practical accountant, Januari

2004, p.20

• Protiviti, 2003, Internal Control over financial reporting- An update on Section 404 of

Sarbanes-Oxley, protoviti Bulletin, Vol 1, nr 8, September 2003, 4p.

<http://www.protiviti.com/downloads/bulletins (24/03/2004) >

• Pruijm R., Schuld en boete in de Enron-affaire, De Accountant, juni 2002, Jaargang 108

nr 10, p.20-25

• Reinstein A. & Weirich T., 2002, Accounting issues at Enron, CPA Journal, Vol. 72,

December 2002, p.20-25

• Renes R., 2003, COSO wat valt e rte repareren?, De Accountant Vol.109 , juni 2003,

p.42-45

• Reynolds A., 2003, Sarbanes-Oxley in retrospect, The Cato Institute, 18 december 2003,

8p. <http://www.cato.org/events/sarbanes-oxley.pdf (28/03/2004)>

• Richard I., Miller, 2002, Regulation Under the Sarbanes-Oxley Act, Journal of

Accountancy, Vol.195 , Nr.10 , oktober 2002, p. 33-36

• Riesenberg T., 2002, The Non-Audit Service Restrictions of the Sarbanes-Oxley Act,

Daily Tax Report, Nr. 185, 24 september 2002, p. J-1 - J-5

• Robert Half International Inc., 2003, The impact of Sarbanes-Oxley on Private Business,

juli 2003, 20p. < http://www.fei.org/download/RHI_9_12_03.pdf (5/04/2004)>

• Ryngaert C., De verenigbaarheid van de Amerikaanse Sarbanes-Oxley Act met

international en Belgisch recht, KUL Working paper Nr 49, Januari 2004

• Salacuse J., 2002, Corporate governance in the UNECE region, United Nations Economic

commission for Europe, Genève december 2002, 55p.

• SEC, 2002a, Harvey L. Pitt, Written Testimony Concerning Accounting and Investor

Protection Issues Raised by Enron and Other Public Companies, 21 maart 2002,

<http://www.sec.gov/news/testimony/032102tshlp.htm (5/02/2004) >

Page 125: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bibliografie VI

• SEC, 2002b, Commission Announces Founding Members of Public Company Accounting

Oversight Board, press release 25 oktober 2002,

<http://www.sec.gov/news/press/2002-153.htm (23/11/2003) >

• SEC, 2003, Retention of Records Relevant to Audits and Reviews :Final Rule, 24 Januari

2003

• SEC, 2004, The laws that govern the Security industry,

<http://www.sec.gov/about/laws.shtml#secact1933 (2/02/2004) >

• Shaub M., 2003, The impact of the Sarbanes-Oxley act on threats to auditor independence,

St. Mary’s University, augustus 2003

• Simpson T. & Barlett , 2002, Sarbanes-Oxley Act: CEO/CFO Certifications, Corporate

responsibility and accounting reform, Juli 2002, 30p.

<http://www.stblaw.com/content/Publications/Publication116_0.pdf (17/02/2004) >

• Smith R. C., 2003, Is ‘Corporate Governance’ Worth the Cost of Improving it?, Stern

School of Business, Maart 2003, 29p

• Speech President Bush , 2002, President Bush signs Corporate Corruption Bill, The White

House, <http://www.whitehouse.gov/news/releases/2002/07/20020730.html >

• The Information Management Journal, 2003, The cost of Sarbanes-Oxley,

september/oktober 2003, p.8

• The White House, 2002, Fact Sheet Corporate Fraud Conference sponsored by President’s

Corporate Fraud Task Force, 26 september 2002,

<http://www.fei.org/advocacy/download/CorpFraud.pdf (4/02/2004) >

• Thomas, C.W., 2002, The rise and fall of Enron, Journal of Accountancy, Vol.193, April

2002, p.41-48

• US Senate, 2002 US Senate report No. 107-205 at 18, 2002

• Van Den Berghe L., Het corporate governance debat vanuit een internationaal perspectief,

Venootschapsrecht & Fiscaliteit, 1998, 9p.

• Van der Elst C., 2004,De Amerikaanse Sarbanes-Oxley Act en haar uitvoeringsbesluiten,

maart 2004, 70p. < http://www.law.ugent.be/fli/WP/WP2004-pdf/WP2004-1.pdf

(14/04/2004) >

• Van der Maarel G., Merrill Lynch-drama maakt einde aan sterrenstatuut analist,

Financieel Dagblad, 11 april 2002

• Walsh C., 2003, SEC Commissioner Harvey J. Goldschmid blames corporate failures in

part on inadequate gatekeepers, but sees healing in history, Harvard Business School

Page 126: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bibliografie VII

Working Knowledge, 5/05/2003,

<http://hbswk.hbs.edu/item.jhtml?id=3455&t=corporate_governance (2/02/2004)>

• Walton L., Greenberg J., 2003, The impact of Sarbanes-Oxley Act on merger and

acquisition practices, M&A lawyer, Vol. 7, nr.2, juni 2003,

<http://www.realcorporatelawyer.com/m&a/m&a0603.html (3/03/2004) >

• Weets V.,2001, Aspecten van de auditmarkt in België: Concentratie, Differentatie en

Revisorkeuze, Doctoraal Proefschrift, VUB, 288p.

• Weil, Gotshal & Manges , 2002, Comparative study of corporate governance codes

relevant to the European Union and its member states, Weil, Gotshal & Manges LLP ,

<http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/company/company/news/corp-gov-codes-

rpt-part1_en.pdf (4/03/2004) >

• Woo C., 2003, The effects of the Sarbanes-Oxley Act for foreign private issuers, Harvard

Law School, 2003, 77p.

< http://www.law.harvard.edu/programs/pifs/pdfs/christopher_woo.pdf (4/04/2004) >

Page 127: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlagen I

7. Bijlagen

Bijlage 1: Toevoegingen aan de ‘Security Law’ d.m.v. de Sarbanes-Oxley Act

Bijlage 2: Aanpassingen van de ‘Security Law’ d.m.v. de Sarbanes-Oxley Act

Bijlage 3: Enquête gericht aan Belgische bedrijfsrevisoren + begeleidende brief

Bijlage 4: Enquête gericht aan betrokken Europese bedrijven + begeleidende brief

Bijlage 5: Vragenlijst

Page 128: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 1. 1

Bijlage 1: Toevoegingen aan de ‘Security Law’d.m.v. de Sarbanes-Oxley Act

Sectie Aanpassing door Sarbanes-Oxley ActSecurities Act of 1933 Sec. 8(A)f Sec. 1105(b)

Sec. 19(b) Sec. 108(a)Sec. 20(g) Sec. 603(b)

Securities Exchange Act of 1934 Sec. 3(a)58 Sec. 205(a)Sec. 3(a)59 Sec. 205(a)

Sec. 4C Sec. 602Sec. 10A(g) Sec. 201(a)Sec. 10A(h) Sec. 201(a)Sec. 10A(i) Sec. 202Sec. 10A(j) Sec. 203Sec. 10A(k) Sec. 204Sec. 10A(l) Sec. 206

Sec. 10A(m) Sec. 301Sec. 13(i) Sec. 401(a)Sec. 13(j) Sec. 401(a)Sec. 13(k) Sec. 402Sec. 13(l) Sec. 409

Sec. 15(b)(4)(H) Sec. 604(a)Sec. 15D Sec. 501(a)

Sec. 21(d)(5) Sec. 305(b)Sec. 21(d)(6) Sec. 603(a)

Sec. 21C(c)(3) Sec. 1103(a)Sec. 21C(f) Sec. 1105(a)

Investment Advisers Act of 1940 Sec. 203(e)(9) Sec. 604(b)

Toevoegingen

Page 129: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 2. 1

Bijlage 2: Aanpassingen van de ‘Security Law’ d.m.v. de Sarbanes-Oxley Act

Sectie Aanpassing door Sarbanes-Oxley ActSecurities Act of 1933 Sec. 20(d)(3)(A) Sec. 308(d)(3)

Sec. 20(e) Sec. 305(a)(2)Securities Exchange Act of 1934 Sec. 3(a)(39)(F) Sec. 604(c)(1)(A)

Sec. 3(a)(47) Sec. 2(b)Sec. 10A Sec. 205(b)

Sec. 10A(f) Sec. 205(d)Sec. 12(b)(1) Sec. 205(c)

Sec. 12(i) Sec. 3(b)(4)Sec. 13(b)(2) Sec. 109(h)

Sec. 15(b)(4)(F) Sec. 604(a)(1)Sec. 15(b)(6)(A)(i) Sec. 604(c)(1)(B)

Sec. 15 B(c)(2) Sec. 604(c)(1)(B)Sec. 15 B(c)(4) Sec. 604(c)(1)(B)

Sec. 15C(c)(1)(A) Sec. 604(c)(1)(B)Sec. 15C(c)(1)(C) Sec. 604(c)(1)(B)

Sec. 16(a) Sec. 403(a)Sec. 17(e) Sec. 205(c)(2)Sec. 17(i) Sec. 205(c)(2)

Sec. 17A(c)(3)(A) Sec. 604(c)(1)CSec. 17A(c)(4)(C) Sec. 604(c)(1)C

Sec. 21(a)(1) Sec. 3(b)(2)(A)Sec. 21(d)(1) Sec. 3(b)(2)(B)Sec. 21(d)(2) Sec. 305(a)(1)

Sec. 21(d)(3)(C)(i) Sec. 308(d)(1)Sec. 21(e) Sec. 3(b)(2)(C)Sec. 21(f) Sec. 3(b)(2)(D)

Sec. 21A(d)(1) Sec. 308(d)(2)Sec. 21B(a) Sec. 501(b)

Sec. 21C(c)(2) Sec. 3(b)(3)Sec. 21C(c)(2) Sec. 1103(b)

Sec. 32(a) Sec. 1106Sec. 35 Sec. 601

Investment Advisers Act of 1940 Sec. 203(e)(7) Sec. 604(b)(1)Sec. 203(f) Sec. 604(c)(2)

Sec. 209(e)(3)(A) Sec. 308(d)(5)

Aanpassingen

Page 130: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 1

Bijlage 3: Enquête gericht aan Belgische bedrijfsrevisoren + begeleidende brief

Gent, 8 Februari 2004 Geachte, Ik ben Frederik Beerens laatstejaarsstudent Toegepaste Economische Wetenschappen optie Accountancy aan de Universiteit van Gent. In het kader van mijn eindverhandeling voer ik een onderzoek uit naar de invloed van de Sarbanes-Oxley Act of 2002. Dit onderzoek staat onder leiding van Prof. dr. Ignace De Beelde. De Sarbanes-Oxley Act legt een aantal verplichtingen op die zouden moeten resulteren in een strengere corporate governance. Dit om het vertrouwen van beleggers in de financiële rapporten van ondernemingen te herstellen. Deze vragenlijst wordt gestuurd naar een aantal Belgische bedrijfsrevisoren. Om tot gedegen inzichten en betrouwbare resultaten te komen is het noodzakelijk dat ik een groot aantal ingevulde enquêtes verzamel. Hiervoor had ik graag uw hulp gehad. In ruil voor uw medewerking zal ik na afloop van mijn onderzoek, indien u dit wenst, een samenvatting van mijn resultaten naar u opsturen. Indien u nog vragen of bijkomende inlichtingen wenst, kan u mij steeds contacteren. Dank bij voorbaat, Frederik Beerens Gentse steenweg 33 9620 Zottegem 0497/20 58 28 [email protected]

Page 131: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 2

De ingevulde gegevens zullen met de nodige discretie worden behandeld en worden onder geen enkel beding openbaar gemaakt zonder elke associatie met uw naam te hebben verwijderd. De volgende informatie is noodzakelijk voor statistische doeleinden en om u later de

samenvatting van de resultaten te kunnen op sturen.

Naam kantoor: ________________________________________ Omvang kantoor:

Aantal werknemers : ____________________________

Schatting aantal klanten: ____________________________

1. Hebt u kennis van de grote lijnen die opgenomen zijn in de Sarbanes-Oxley Act? Ja Neen

Indien “neen “ mag u verder gaan naar vraag 10 2a. Bent u reeds geconfronteerd geworden met de gevolgen van de Sarbanes-Oxley Act? Ja Neen

Indien “neen “ mag u verder gaan naar vraag 3 2b. Voor welk percentage van uw cliënteel denkt u geconfronteerd te zullen worden met Sarbanes-Oxley? ________________________________________________ 2c. Welke bepalingen van de Sarbanes-Oxley Act hebben de grootste gevolgen voor u ? En waarom? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 132: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 3

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Volgende vragen peilen naar uw reacties in de praktijk indien u in een situatie komt waarin u onder de invloedsfeer van de Sarbanes-Oxley act valt. 3a. Hoe zal sec 202 (alle uitgevoerde diensten – zowel audit als niet-autit gerelateerde diensten - dienen voorafgaandelijk te worden goedgekeurd door het auditcomité) uw werkzaamheden in de praktijk beïnvloeden? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

3b. Staat U tegenover deze regel positief of eerder negatief? En waarom?

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4a. Welke implicaties zal de verplichte auditor rotatie (sec 203) op uw werkzaamheden hebben?

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 133: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 4

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4b. Zal dit de kwaliteit van de audit ten goede komen?

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Zullen opgelegde certificeringverplichtingen van financiële rapporten door de CEO / CFO (sec 302) uw uitgevoerde auditprocedure beïnvloeden? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6a. Welke aanpassingen binnen uw auditprocedure zou u verrichten om aan sec 404 ( auditor dient rapport uit te brengen omtrent de management beoordeling van de interne controle) te voldoen? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 134: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 5

6b. Hoe zal u zich ,gezien sec 404, opstellen ten opzichte van de werkzaamheden verricht door de interne auditor? Zal dit volgens u de relatie interne auditor – externe auditor in de praktijk beïnvloeden? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

7a. Zullen de verplichtingen van een “second partner review” voor alle audit rapporten van publieke onderneming alvorens te publiceren, uw werkzaamheden beïnvloeden? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

7b. Wat vindt u aan deze verplichting positief, negatief? En waarom? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 135: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 6

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

8. Aan welke bepalingen zijn er volgens u significante hogere kosten en/of tijdsbesteding voor de bedrijfsrevisor verbonden? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

9. Zijn er andere (hierboven niet aangehaalde) aspecten van de Sarbanes-Oxley Act die een invloed hebben op de uitoefening van uw beroep? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 136: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 7

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

10. Denkt u dat de recente wetgevende initatieven (zowel Belgische als Amerikaanse) de gepercipieerde onafhankelijkheid door het maatschappelijk verkeer zal verhogen? Indien ja, waarom? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

11. Welke impact heeft de limitatieve lijst van niet-audit diensten die onvereingbaar zijn met de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor, zoals opgenomen in de wet corporate governance van 2002, op de organisatie/samenstelling/inkomsten van uw kantoor? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

12. Opmerkingen : ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 137: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 3. 8

13. Gelieve te omcirkelen of u al dan niet een samenvatting van de resultaten wenst te ontvangen. Ja Neen Ik dank u van harte voor uw bereidwillige samenwerking U kan deze enquête terugsturen: Ofwel door een blanco formulier te downloaden op http://studwww.ugent.be/~fbeerens en terug te sturen naar volgend email adres: [email protected] Ofwel per post naar het volgende adres: Frederik Beerens Gentse steenweg 33 9620 Zottegem België

Page 138: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 4. 1

Bijlage 4: Enquête gericht aan betrokken Europese bedrijven + begeleidende brief

Dear Miss / Mister, I am Frederik Beerens, a last-year student Applied Economic Sciences option Accountancy at the University of Gent. The subject of my thesis is the impact of “Sarbanes-Oxley Act” on the legal aspects and functioning of the business enterprise. This research is guided by prof. dr. Ignace de Beelde. The Sarbanes-Oxley act imposes a number of obligations which should result in stricter corporate governance. This Act intends to restore the confidence of investors in the financial reports of companies. The enclosed questionnaire is sent to European companies which are influenced by the Sarbanes-Oxley act. To reach in-depth insights and reliable results it is necessary that I inquire a large number of filled out questionnaires. That is why I would like to ask for your help. I am prepared to send you, a copy of the results. If you wish additional information, I’m always at your service. Sincerely yours, Frederik Beerens Gentse steenweg 33 9620 Zottegem BELGIUM 0497/20 58 28 [email protected]

Page 139: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 4. 2

This questionnaire is meant to be filled out by someone in the company who has sufficient responsibility with regard to corporate governance. This is preferably the Chief Executive Officer (CEO) or the Chief Financial Officer (CFO). The given information will be treated with the necessary secrecy and will be made public under absolutely no condition without first removing any association with the company name.

The following information is meant for statistical purposes and to be able to send you the findings of this research. Your company name: ________________________________________ Your title / function: _________________________________________ 1. On which Exchange are the shares of your company noted? Encircle which applies. NYSE NASDAQ AMEX Are they issued in the form of American Depositary Receipts “ADR”?

Yes No

2. Are you faced with the setting-up of the Sarbanes-Oxley act in your company? Yes No

If "no" you can move over to the last question (13)

3. Which new rule of the Sarbanes-Oxley act imposes the largest difficulties for introducing it in your company? Which are (were) these problems? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 140: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 4. 3

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

4. Have the provisions, with regard to the audit committee (members must be independent and must have the appropriate expertise), had an influence on the composition of the audit committee/ Board of Directors? Did any modifications/extensions take place ? Have you experienced any problems with the obligation to take a “financial expert "? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

5. Which adaptations were made in practice to be able to meet the imposed certification

obligations of financial reports by the CEO/CFO (sec 302)?

Page 141: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 4. 4

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

6. What has been modified to implement sec 404 (management appraisal of the internal control) within your company? What were the largest difficulties you had to face? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

7. What do you think about the prohibition for companies to permit loans or credits to their directors and "executives"?

Page 142: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 4. 5

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

8. Have you ever considered a 'delisting ' of an American Exchange as a result of the Sarbanes-Oxley act? Which were the rules you found difficult (impossible) to reconcile with?

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

9. Have you introduced an ethical code for top management (CEO, CFO)? If so, what do you find positive or negative about this topic? Does this code influence the functioning of your company? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 143: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 4. 6

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

10. Do you have a procedure for the protection of so-called "whistle blowers"? What does this procedure look like? Does this protection have any influence on the cooperation within the company? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

11. Are there other (not quoted above) aspects of the Sarbanes-Oxley act that have an influence on the structure and the functioning of your company? ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 144: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 4. 7

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

12. Remarks: ___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

13. Would you like to receive a summary of the results? Yes No I would like to thank you for your cooperation. Please sent this copy to: Frederik Beerens

Gentsesteenweg 33 9620 Zottegem BELGIUM

Page 145: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 5. 1

Bijlage 5: Vragenlijst

1. Wat vindt u van de verplichte registratie van de publieke accountant bij de PCAOB?

2. Wat vindt u van een limitatieve lijst van diensten die niet verenigbaar zijn met het beroep?

a. Zal zo’n lijst effectief de onafhankelijkheid verhogen van de auditor of is het enkel een maatregel om de gepercipieerde onafhankelijkheid te verhogen?

b. Denkt u dat een rule based benadering beter zou zijn , of vindt u het huidige europese systeem beter?

c. Hebt u enig zicht op de impact dat dergelijke lijst heeft op het inkomen en de samenstelling van revisorenkantoren

3. Zal sec 404 (de auditor moet uitspraak doen over het interne controlesysteem) invloed

hebben op het controlerisico? In hoeverre zijn de Belgische revisoren daarvoor opgeleid?

a. Zijn de baten hoger dan de kosten bij een verplichte beoordeling van het intern

controle systeem?

4. Vindt u het verplichte certificering van de cijfer door de CEO /CFO een goede zaak? Zal dit volgens U een significante invloed hebben op de kwaliteit van financiële rapporten?

a. Wat zullen volgens u de belangrijkste wijzigingen zijn die ondernemingen zullen ondernemen om hieraan te kunnen voldoen?

b. Hoe zal dit de auditprocedure van auditoren beinvloeden? c. Acht u het mogelijk dat soortgelijke regel ook in EU zal worden ingevoerd om

bedrijfsleiders mee verantwoordelijk te maken?

5. Zou deze regelgeving een invloed hebben op het zich al dan niet te ‘delisten’ of zich te laten noteren op een Europese beurs ipv een Amerikaanse?

a. En wat zouden de argumenten pro / contra zijn?

6. Wat vindt u van de ontwikkelingen mbt het auditcomité? Wordt hun rol overschat?

7. Wat zijn volgens u de voor-en nadelen aan een verplichte rotatie van auditeurs? Zijn er Belgische Europese initiatieven die ook in deze richting werken?

8. Zullen er volgens u effecten zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen? Zo ja welke?

Page 146: De “Sarbanes-Oxley” wet en haar impact in Europalib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/847/361/RUG01-000847361...Sarbanes-Oxley Act vervat zitten alsook een overzicht te geven van de mogelijke

Bijlage 5. 2

9. Welke bepalingen zullen uiteindelijk volgens u de grootste gevolgen hebben op het auditberoep?

a. Qua tijdbesteding b. Qua kosten

10. Gelooft U dat het vertrouwen door deze wet hersteld is op de kapitaalmarkten?