Daktimmerman

25
STUDIE 178 BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Daktimmerman

Transcript of Daktimmerman

STUDIE 178

BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL

Daktimmerman

BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL

Daktimmermansector: bouw - hout - decoratie

subsector: hout

Sectorcommissieberoepsopleidingsprofielen

bouw - hout - decoratievan de Vlaamse Onderwijsraad

D/2001/6356/4

BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL DAKTIMMERMAN

I N H O U D

1 I N L E I D I N G 1

1.1 Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel 11.1.1 Gegevens beroepsprofiel1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel

1.2 Opdracht 11.2.1 Opdrachtgever1.2.2 Doelstellingen

1.3 Ontwikkelingsproces 2

1.4 Legitimatie 2

2 S I T U E R I N G V AN D E O P L E I D I N G E N 3

2.1 Gegevens uit de beroepenwereld 32.1.1 Beroepenstructuur2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen

2.2 Gegevens uit de opleidingenwereld 32.2.1 Opleidingenaanbod2.2.2 Regionale spreiding opleidingen en tewerkstelling

2.3 Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel 5

3 H E T B E R O E P S O P L E I D I N G S P R O F I E L 6

3.1 Benaming van het beroepsopleidingsprofiel 6

3.2 Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel 6

3.3 Concrete vertaalslag 63.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel3.3.3 Selectie van takenclusters en taken3.3.4 Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis,

inhouden en context3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag3.3.6 Beroepshoudingen3.3.7 Contextgegevens

3.4 Niveau van het beroepsopleidingsprofiel 19

4 B I B L I O G R AF I E 20

BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL DAKTIMMERMAN

5 L I J S T V AN D E M E D E W E R K E R S 20

Bijlage 1: beroepenstructuur 21

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 1

1 I N L E I D I N G

1.1 Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel

1.1.1 Gegevens beroepsprofiel

Sector : bouw - hout - decoratieSubsector : houtBeroep : daktimmermanBeroepsprofiel : daktimmerGelegitimeerd door : koepelcommissie opleidingsprofielen

op : 19 november 1999

1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel

Sectorcommissievaste kern : BOUW - HOUT - DECORATIE

uitgebreide commissie : DAKTIMMERMANStudiegebied : HOUTBenaming van het profiel : DAKTIMMERMANLegitimator : Afdeling TSO/BSO

: Raad voor Volwassenenonderwijs: Afdeling BuSO

Datum : Afdeling TSO/BSO: 18 mei 2001: Raad voor Volwassenenonderwijs: 15 mei 2001: Afdeling BuSO: 17 mei 2001

1.2 Opdracht

1.2.1 Opdrachtgever

De koepelcommissie Opleidingsprofielen stelde op de vergadering van 3 juli 1996de vaste kern van de sectorcommissie opleidingsprofielen Bouw-hout-decoratiesamen. De sectorcommissie werd op 16 oktober 1997 uitgebreid met het oog opde ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het toen-malig beschikbare beroepsprofiel daktimmerman (HIVA, 1996). In de loop van deontwikkeling werden de werkzaamheden op vraag van de sociale partners opge-schort. De sector maakte nieuwe beroepsprofielen en op 19 november 1999kreeg de sectorcommissie de opdracht om de nieuwe beroepsprofielen buiten-schrijnwerker, binnenschrijnwerker, daktimmer in beroepsopleidingsprofielen omte zetten.

1.2.2 Doelstellingen

1 De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren.2 De opleiding beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt.3 De uitstroom van gekwalificeerde daktimmerlui verhogen.

Het geheel moet ook leiden tot een betere transparantie van het opleidingenaan-bod.

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N2

1.3 Ontwikkelingsproces

Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld volgens een handleiding voorhet schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair onderwijs en hetvolwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling.Het is afgeleid van het beroepsprofiel ‘Daktimmer’, opgesteld door HIVA in sa-menwerking met het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (HIVA/FVB,1999).

De uitgebreide sectorcommissie maakte gebruik van de werkgroepmethode envergaderde op volgende dagen:

vrijdag 17 november 2000dinsdag 5 december 2000donderdag 11 januari 2001vrijdag 9 februari 2001vrijdag 30 maart 2001.

1.4 Legitimatie

De afdeling TSO/BSO, de Raad voor Volwassenenonderwijs en de afdeling Bu-SO legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan deoverheid voorgelegd.

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 3

2 S I T U E R I N G V AN D E O P L E I D I N G E N

2.1 Gegevens uit de beroepenwereld

2.1.1 Beroepenstructuur

In bijlage 1 vindt u de beroepenstructuur zoals die door het Fonds voor de Vak-opleiding in de Bouwnijverheid opgesteld werd (15 februari 2000).

2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen

Het beroepsprofiel Daktimmer, opgesteld door het Hoger Instituut voor de Arbeid(HIVA, 1999) in samenwerking met het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouw-nijverheid (FVB), is de basis voor het beroepsopleidingsprofiel Daktimmerman.

Het beroepsprofiel omschrijft het beroep van daktimmerman als volgt (blz. 3):

Een daktimmerman staat op een zelfstandige en verantwoordelijke wijze in voorhet opmeten, uitzetten, maken, monteren en plaatsen van dakconstructies in denieuwbouw en vernieuwbouw van woningen en bedrijfspanden. Het daktimmer-werk gebeurt na de voltooiing van de vloerplaten en de gevels. Het kan daarbijgaan om verschillende dakvormen: platte daken, hellende daken (zadeldak,zaagdak, wolfdak, mansardedak, tentdak of schilddak) en samengestelde daken.

2.2 Gegevens uit de opleidingenwereld

2.2.1 Opleidingenaanbod

Opleidingen Hout worden aangeboden in het hogeschoolonderwijs van één cy-clus, het voltijds secundair technisch en beroepsonderwijs (TSO en BSO), hetdeeltijds secundair beroepsonderwijs (DBSO), in het buitengewoon secundair be-roepsonderwijs (BuSO in OV3 en 4) en in het volwassenenonderwijs. Buiten hetonderwijs worden houtopleidingen aangeboden door VDAB en VIZO.

2.2.1.1 Overzicht van het met het beroepencluster direct overeenstemmendeopleidingenaanbod

Het voltijds secundair onderwijs biedt binnen het studiegebied Hout in de 2de ende 3de graad de studierichting Houttechnieken TSO aan, in de 2de graad de stu-dierichting Hout BSO (met een vervolmakingsjaar), in de 3de graad de studierich-tingen Houtbewerking BSO en in het 3de leerjaar van de 3de graad het specialisa-tiejaar Bijzondere schrijnwerkconstructies BSO.

In het deeltijds onderwijs komen de benamingen Schrijnwerker-timmerman* enDaktimmerman*1 voor.De opleidingen met een * worden ook in het systeem van jongerenleerlingwezen(JLW) aangeboden in samenspraak met het paritair leercomité voor de bouw.

In het BuSO biedt het onderwijs in OV 3 de kwalificatietechniek Timmerwerk aan.

1 In het JLW heet dit Timmerman.

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N4

S c h e m a t i s c h o v e r z i c h t v a n h e t a a n b o d

GO CVPO OVSG VSKOVoltijds ✗ ✗ ✗ ✗

Deeltijds ✗ - - ✗

BuSO - - ✗ ✗

Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert de oplei-ding Schrijnwerker-timmerman, zowel in leertijd als voor ondernemers.

De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) orga-niseert de beroepsgerichte vaktechnische opleiding Buitenschrijnwerker, waarinzich een module ‘daktimmer' bevindt.

2.2.1.2 Overzicht van het met het beroepencluster aanverwanteopleidingenaanbod

Het hogeschoolonderwijs van één cyclus biedt in het studiegebied IndustriëleWetenschappen en Technologie de basisopleiding Hout aan.

Het voltijds secundair onderwijs biedt binnen het studiegebied Bouw in de 2de

graad de studierichting Bouw- en houtkunde TSO aan en binnen het studiegebiedHout in het 3de leerjaar van de 3de graad het specialisatiejaar Hout constructie- enplanningstechnieken.

In het DBSO komen de benamingen Schrijnwerker, Binnenschrijnwerker, Buiten-schrijnwerker, Houtbewerker* en Machinale houtbewerker voor.De opleidingen met een * worden ook in het systeem van jongerenleerlingwezen(JLW) aangeboden in samenspraak met het paritair leercomité voor de bouw.Onder het paritair leercomité voor hout en stoffering (PC) is er een opleidingSchrijnwerkerij.

In het buitengewoon secundair onderwijs worden de kwalificatietechniekenSchrijnwerk en Houtbewerking aangeboden.

Het secundair volwassenenonderwijs (OSP) verzorgt in het studiegebied Hout deafdelingen Schrijnwerkerij, Houtbewerking-schrijnwerkerij, Hout, Houtbewerking,Hout en bouw en Meubelmaken-schrijnwerkerij.Het hoger onderwijs voor sociale promotie biedt binnen de categorie Technischde afdelingen Bouw- en houtconstructie en Bouw-hout aan.

De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) orga-niseert de beroepsgerichte vaktechnische opleiding Binnenschrijnwerker.

2.2.1.3 Onderzoek naar de bevolking van de opleidingen

De tabel geeft een overzicht van het aantal leerlingen in het schooljaar 1999-2000 in het voltijds secundair onderwijs:

Studierichting Aantal leerlingen2de graad 3de graad 3de lj 3de graad

Houttechnieken TSO 1 239 (1 124 jongensen 15 meisjes)

995 (985 jongens en10 meisjes)

-

Houtbewerking BSO 3 084 (3 018 jongensen 66 meisjes)

2 084 (2 055 jongensen 29 meisjes)

-

Houtbewerking schrijn-werkerij BSO

- 283 (273 jongens en10 meisjes)

-

Bijzondere schrijnwerk-constructies BSO

- - 121(119 jongens en2 meisjes)

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 5

Op 1 februari 2000 volgden in het DBSO, volgens een bevraging bij de coördi-natoren, 5 leerlingen een opleiding Daktimmerman en 11 leerlingen een opleidingSchrijnwerker-timmerman.

In het BuSO volgde in het schooljaar 1998-99 (in opleidingsvorm 3) 1 leerling dekwalificatietechniek Timmerwerk.

In 2000 beëindigden bij de VDAB 50 cursisten de opleiding Schrijnwerker, dieeen module Daktimmer bevat.

Het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (VIZO) had op 30 oktober2000 in de opleiding Schrijnwerker - timmerman 295 cursisten in leertijd en 135cursisten in ondernemersopleiding.

2.2.2 Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstellingin Vlaanderen en het Brussels Gewest

De opleiding wordt verspreid over het hele grondgebied van Vlaanderen aange-boden en de afgestudeerden kunnen in de hele Vlaamse en Brusselse regio aanhet werk.

2.3 Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidings-profiel

Het is wenselijk dat opleidingen bij de vraag van de arbeidswereld aansluiten. Defase waarin het beroepsprofiel ontwikkeld wordt, biedt de sociale partners en deopleidingeninstanties de mogelijkheid om samen te overleggen wat de beroeps-opleiding minimaal moet omvatten.Het onderliggend beroepsopleidingenprofiel beantwoordt aan die vraag en maakthet mogelijk dat de beroepsopleiding aansluit bij de vraag van de arbeidswereld.

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N6

3 H E T B E R O E P S O P L E I D I N G S P R O F I E L ( B O P )

3.1 Benaming van het beroepsopleidingsprofiel

Het beroepsopleidingsprofiel heet Daktimmerman en beschrijft de kwalificatieDaktimmerman.

3.2 Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel

De leerling/cursist leert de eigen werkzaamheden voor daktimmerwerk in overlegmet andere vaklui organiseren, onderdelen van daktimmerwerk vervaardigen enelementen vergaren, daktimmerwerk van een plat dak en van een hellend dakplaatsen en afwerken.

3.3 Concrete vertaalslag

3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen

Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel Daktimmer(HIVA/FVB, 1999).

3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel

Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in type A: dat is eenberoepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en context-gegevens.

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 7

3.3.3 Selectie van takenclusters en taken

De takenclusters van het beroepsprofiel Daktimmer werden als volgt omgezet invaardigheidsclusters:

BEROEPSPROFIEL BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL

Voorbereidende taken:Inrichten van de werkplek (tabel 1);Planning werkzaamheden (tabel 2);Stockbeheer (tabel 3);

Uitvoerende taken:Uitsmetten (tabel 4);Verzagen (tabel 5);Schaven (tabel 6);Afschrijven van de onderdelen (tabel 7);Bewerken van de onderdelen (tabel 8);Oppervlaktebehandeling (tabel 9);Transporteren van constructies naar debouwwerf (tabel 10);Aanbrengen van balklagen en balklagenmet platen en planken voor platte daken(tabel 11);Plaatsen van de muurplaat voor een hel-lend dak (tabel 12);Plaatsen van de nok (tabel 13);Maken en plaatsen van spanten (tabel 14);Maken en plaatsen van gordingen bij ge-binteconstructie (tabel 15);Maken en plaatsen van kepers bij gebinte-constructie (tabel 16);Aanbrengen van traditionele draagelemen-ten van de dakbedekking (tabel 17);Plaatsen van zelfdragende dakplaten(tabel 18);Maken en plaatsen van dakkapellen(tabel 19);Plaatsen van dakvensters (tabel 20);Afwerken van goten en dakranden(tabel 21);Aanbrengen van isolatie en respectievelijkhellende en platte daken (tabel 22);

Ondersteunende taken (tabel 23)

Vaardigheidscluster 1: De eigen werk-zaamheden voor daktimmerwerk organise-ren

Vaardigheidscluster 2: Onderdelen vandaktimmerwerk vervaardigen en de ele-menten vergaren

Vaardigheidscluster 3: Het timmerwerkvan een plat dak uitvoeren

Vaardigheidscluster 4 : Het timmerwerkvan een hellend dak uitvoeren

Taken uit het beroepsprofiel die niet naar vaardigheden voor de beginnend be-roepsbeoefenaar vertaald werden:‘het vervoeren van constructies of onderdelen naar de bouwwerf of de plaats vande bestemming’: het leren rijden met een bedrijfswagen behoort volgens de sec-torcommissie niet tot het beroepsopleidingsprofiel. Wat de toekomstige begin-nend beroepsbeoefenaar wel leert, is het vakkundig laden en stouwen van con-structie-elementen en ze na transport vakkundig lossen, opslaan en beschermen.

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N8

‘isoleren’: indien de isolatie in een plat dak boven de dichting zit, dan is het plaat-sen ervan voor de dakafdichter; indien isolatie in een hellend dak onder de dich-ting zit en er een afwerking nodig is, dan is isolatie plaatsen een taak voor debinnenschrijnwerker; indien het om het aanbrengen van isolatie tussen de kepersen de roostering gaat, is er geen speciale vaardigheid nodig. Daarom werd isole-ren niet als vaardigheid in het beroepsopleidingsprofiel opgenomen.

Volgende beroepshoudingen uit het beroepsprofiel werden niet naar beroeps-houdingen voor de beginnend beroepsbeoefenaar vertaald:‘improvisatievermogen: op de werf zal men soms een oplossing moeten beden-ken voor onvoorziene situaties (opening met andere afmetingen, stockerings-plaats, doorgangen)’;‘kritische ingesteldheid: op de werf dient men eveneens aandacht te hebben vooreventuele fouten of onvolkomenheden in het werk van voorgangers (ruwbouw,stukadoor) om te vermijden dat de verantwoordelijkheid hiervoor verschuift naarde schrijnwerker’:de vaardigheden van het beroepsopleidingsprofiel zullen de beginnend beroeps-beoefenaar in staat stellen om onvoorziene situaties en problemen het hoofd tebieden.

Volgende beroepshouding werd toegevoegd:‘Zelfevaluatie: bereid zijn het eigen aandeel in de totstandkoming van het eindre-sultaat te evalueren’.

De beginnend Daktimmerman heeft de clusters 1, 2 , 3 en 4 verworven.

3.3.4 Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis,inhouden en context

De specifieke mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genu-anceerd aan de hand van volgende criteria:

Vaardigheden

V1 = oriënteringEen cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefe-naar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit omeen beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak.

V2 = onder begeleiding uitvoeren.De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situa-ties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijk-heid voor de uitvoering bij derden ligt.

V3 = zelfstandig uitvoerenDe lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situa-ties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bijde lerende zelf ligt.

V4 = begeleidend uitvoerenDe lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situa-ties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zichneemt.

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 9

Ondersteunende kennis

K1 = feitelijke kennisDeze kennis is op herkenning uit te voeren.(Dit niveau kan omschreven worden door middel van werkwoorden van het type:reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aan-duiden, benoemen, opsommen…)

K2 = begripsmatige kennisDeze kennis is op inzicht terug te voeren.(Begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeel-den geven, typren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeg-gen…)

K3 = kennistoepassingDeze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe.(Gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelij-ken met, structureren…)

K4 = integrerende kennisDe kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties.

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N10

3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag

CLUSTER 1: DE EIGEN WERKZAAMHEDEN VOOR DAKTIMMERWERK ORGANISEREN

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

Ondersteunende kennis (K)en vaardigheden (V)

Mate vanbeheersing

1.1 instructies i.v.m. veilig-heid, gezondheid, hygiëneen milieu uitvoeren

V3 − instructies kunnen lezen V3

1.2 persoonlijke bescher-mingsmiddelen gebruiken

V3 − risico’s eigen aan hetberoep

− beschermingsmiddelen− principes van ergonomie

voor de daktimmerman

K2

K2K2

1.3 collectieve bescher-mingsmaatregelen vol-gens instructies toepas-sen

V3 − risico’s eigen aan desector

− pictogrammen gebruikt inde sector

− werkplaats- enbouwplaatsreglement

− etiketten vanhoutbehandelings- enverdunningsproductenkunnen lezen

K2

K2

K2

V3

1.4 een werkopdracht lezenen in team bespreken

V3 − legende,genormaliseerde ensymbolischevoorstellingen

− dakvorm en dakopbouw− vormvaste constructies

en constructieonderdelen− krachtenwerking− schaal en schaalfactor− een architectuurplan

kunnen lezen− een uitvoeringsplan

kunnen lezen− ruimtelijk

voorstellingsvermogen

K2

K2K2

K2V2V2

V2

V3

1.5 aanvullende uitvoerings-tekeningen op schaal enaanvullende schetsenmaken

V3

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 11

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

Ondersteunende kennis (K)en vaardigheden (V)

Mate vanbeheersing

1.6 afhankelijk van de op-dracht de werkmethodebepalen

V2 − factoren die de keuzevan de werkmethodebeïnvloeden

− opbouwsystemen− gereedschappen en

machines− verbindingstechnieken en

uitvoeringstechnieken− eigen mogelijkheden en

uitvoeringsverantwoorde-lijkheid onderkennen

K2

K2K2

K2

V3

1.7 de bestaande toestandvan de ruwbouw met hetoog op het uit te voerendaktimmerwerk helpenopmeten

V2 − elementaire begrippenvan de ruwbouw en deruwbouwafwerking

− meetgereedschap

K2

K2

1.8 voor het uit te voerenwerk de materiaalstaatopstellen

V3 − courant gebruiktehandelsafmetingen vanmassief hout enplaatmateriaal

− oppervlakten en volumeskunnen berekenen

− technische informatieover materialen inwinnen

K2

V3

V3

1.9 volgens opgedragen pro-cedures geleverd materi-aal in ontvangst nemen

V3 − materialenkennis− elementen van een

leveringsbon− nagaan of het geleverde

materiaal conform is metde leveringsbon

K2K2

V3

1.10 materiaal volgens richtlij-nen veilig opslaan en be-schermen

V3 − klimatologischeinvloeden op hout enplaatmateriaal

− stapeltechnieken− intern en extern transport− verpakkings- en

beschermingsmateriaal− veiligheidsrichtlijnen

toepassen

K2

K2K2

K2V3

1.11 stockwijzigingen volgensinstructies noteren enmeedelen

V3 − systemen om devoorraad bij te houden

K2

1.12 de nodige materialen,gereedschappen enhandmachines klaarzetten

V3 − principes van ergonomie− hef-, til- en

verplaatsingstechniekentoepassen

K2V3

1.13 resten en afval volgensinstructies sorteren enopslaan

V3

1.14 eigen gereedschap on-derhouden

V3 − onderhoud vangereedschap

K2

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N12

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

Ondersteunende kennis (K)en vaardigheden (V)

Mate vanbeheersing

1.15 machines en bijbehorendgereedschap onderhou-den en defecten melden

V3 − onderhoud van machinesen bijbehorendgereedschap

K2

1.16 werkomgeving ordelijkhouden

V3

1.17 de administratie van deeigen prestaties (aantalgewerkte uren, verbruiktmateriaal,…) bijhouden

V3

1.18 constructie-elementenvoor transport laden enstabiel stouwen

V3 − laadtechnieken− stouwtechnieken

K2K2

1.19 volgens instructies dewerkplek voorbereiden

V3

1.20 volgens instructies deconstructie-elementen opde bouwplaats afladen,veilig en oordeelkundig opde voorziene plaats neer-zetten, opslaan en be-schermen

V3 − bouwplaatsinrichting− stapeltechnieken− beschermtechnieken− hef-, til- en verplaat-

singstechnieken

K2K2K2K2

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 13

CLUSTER 2: ONDERDELEN VAN DAKTIMMERWERK VERVAARDIGEN EN ELEMENTEN VERGAREN

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

Ondersteunende kennis (K)en vaardigheden (V)

Mate vanbeheersing

2.1 voor het uitvoeren van deopdracht uit de beschik-bare voorraad een ver-antwoorde keuze vanhout en plaatmateriaalmaken

V2 − kwaliteitskenmerken vanmaterialen

− de vochtigheidsgraadvan hout kunnen meten

K2

V3

2.2 hout en plaatmateriaaluitsmetten rekening hou-dend met de eigenschap-pen, de structuur, de pro-ductievereisten en de be-stemming

V3 − kunnen afkorten− kunnen kantrechten− kunnen coderen bij het

uitsmetten

V3V3V3

2.3 tijdens het hele proces debruikbaarheid van de be-werkte delen volgens hunbestemming beoordelen

V3

2.4 een geschikte zaagma-chine kiezen, instellen enhout en plaatmateriaal opmaat zagen

V3 − zaagmachines: soortenen hulpstukken

− zaagtechnieken− kunnen coderen na het

verzagen− veiligheidsrichtlijnen

toepassen

K2

K2V3

V3

2.5 bepalen of reststukkenvoor hergebruik in aan-merking komen

V3

2.6 een geschikte schaafma-chine kiezen en instellenen hout met een gepastetechniek schaven

V3 − schaafmachines: soortenen hulpstukken

− schaaftechnieken− kunnen coderen na het

schaven− veiligheidsrichtlijnen

toepassen

K2

K2V3

V3

2.7 de definitieve plaats vande onderdelen in de con-structie vastleggen en zevolgens instructies parenen coderen

V3

2.8 profileringen en verbin-dingen afschrijven

V3 − meet- enafschrijfgereedschap

− factoren die de profileringbeïnvloeden

K2

K2

2.9 profileringen met eengeschikte machi-ne/geschikt gereedschapmaken

V3 − veiligheidsrichtlijnentoepassen

− machines/gereedschapom te profileren

V3

K2

2.10 houtverbindingen met eengeschikte machi-ne/geschikt gereedschapmaken

V3 − verbindingstechnieken− veiligheidsrichtlijnen

toepassen

K2V3

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N14

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

Ondersteunende kennis (K)en vaardigheden (V)

Mate vanbeheersing

2.11 bewerkingen en behande-lingen die na het vergarenniet meer uitgevoerd kun-nen worden, uitvoeren

V3

2.12 niet-demonteerbare con-structie-elementen verga-ren met lijm/mechanischeverbindingsmiddelen

V3 − machines om te vergaren− lijmsoorten en hun

toepassingsgebied− verlijmtechnieken− verwerkingsrichtlijnen

toepassen− mechanische

verbindingsmiddelen:soorten en huntoepassingsgebied

− verbindingstechnieken

K2K2

K2V3

K2

K22.13 demonteerbare construc-

tie-elementen voorlopigvergaren

V3

2.14 manueel en machinaalschuren

V3 − schuurgereedschap en -machines: soorten enhulpstukken

− schuurtechnieken

K2

K22.15 een houtbescher-

mingslaag en een afwer-kingslaag manueel vol-gens verwerkingsinstruc-ties aanbrengen

V3 − classificatiekenmerkenvan behandelingspro-ducten en hun toepas-singsgebied (productenop waterbasis/oliebasis)

− beschermingstechnieken− afwerkingstechnieken− gereedschap− richtlijnen i.v.m.

veiligheid, milieu enhygiëne toepassen

K2

K2K2K2V3

2.16 klaargemaakte construc-tie-elementen volgensrichtlijnen opslaan en be-schermen

V3 − klimatologischeinvloeden op het hout enplaatmateriaal

− stapeltechnieken− verpakkings- en

beschermingsmateriaal− veiligheidsrichtlijnen

toepassen

K2

K2K2

V3

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 15

CLUSTER 3: HET TIMMERWERK VAN EEN PLAT DAK UITVOEREN

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

ondersteunende kennis (k)en vaardigheden (v)

Mate vanbeheersing

3.1 in teamverband een hou-ten balklaag uitzetten

V2 − balklagen voor dak envloer

− uitzettechnieken

K2

K23.2 een houten balklaag voor

een plat dak plaatsenV3 − plaatsingstechnieken

− hef-, til- en verplaat-singstechnieken toepas-sen

− draagrichting van debalken

− dakopbouw bij plattedaken

− uitvoeringswijzen vooruitsparingen in metsel-werk

− in te metselen delenkunnen verduurzamen

− raveelstukken kunnenplaatsen

− verbindingstechnieken− verbindingsmateriaal− in de dwarse richting

tussen de balken verste-vigingen kunnen aan-brengen

K2V3

K2

K2

K2

V3

V3

K2K2V3

3.3 een houten balklaag aande ruwbouw verankerenen opsluiten

V3 − verankeringstechnieken− verankeringsmateriaal− opsluittechnieken− opsluitmateriaal− krimp- en

uitzettingsverschijnselen

K2K2K2K2K2

3.4 hellingswiggen manueelzagen en plaatsen

V3 − handzaaggereedschap− handzaagmachines− afmetingen van wiggen

kunnen bepalen

K2K2V3

3.5 volgens richtlijnen plaat-materiaal en planken ma-nueel verzagen en plaat-sen

V3 − bevestigingsmateriaal en-technieken

K2

3.6 gootconstructies timme-ren en bekleden

V3 − bekledingsmateriaal:soorten en hunbevestigingstechnieken

K2

3.7 randen en overstekentimmeren

V3

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N16

CLUSTER 4: HET TIMMERWERK VAN EEN HELLEND DAK UITVOEREN

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

Ondersteunende kennis (K)en vaardigheden (V)

Mate vanbeheersing

4.1 een muurplaat plaatsenen aan de ruwbouwvormvast bevestigen

V3 − lengteverbindingenkunnen maken

− bevestigingstechnieken− plaatsingstechnieken

V3

K2K2

4.2 in teamverband een dak-vorm uitzetten

V2 − uitzettechnieken voordakconstructies

K2

4.3 in teamverband een dak-constructie op de ruw-bouw uitzetten

V2

4.4 spantonderdelen op waregrootte uitleggen en ver-bindingen bepalen

V2

4.5 spantonderdelen op maatzagen

V3

4.6 spantonderdelen vorm-vast aan elkaar bevesti-gen

V3 − bevestigingsmateriaal en-technieken

K2

4.7 een spant in het vlak en telood stellen

V2 − stel- en schoortechnie-ken

− plaatsingstechnieken− hef-, til- en verplaat-

singstechnieken toepas-sen

K2

K2V3

4.8 spantonderdelen aan deruwbouw bevestigen enwindverbanden plaatsen

V2 − bevestigingstechnieken− plaatsingstechnieken

K2K2

4.9 nok en gordingen plaat-sen

V3 − plaatsingstechnieken− draagrichting van de

balken− dakopbouw bij hellende

daken− uitvoeringswijzen voor

uitsparingen inmetselwerk

− in te metselen delenkunnen verduurzamen

− raveelstukken kunnenplaatsen

− verbindingstechnieken− verbindingsmateriaal− lengteverbindingen

kunnen maken− in de dwarse richting

tussen de balkenverstevigingen kunnenaanbrengen

− ter plaatse de nok enoverstekende gordingenkunnen profileren

K2K2

K2

K2

V3

V3

K2K2V3

V3

V3

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 17

Cluster van vaardighedenDe beginnende beroepsbeoefe-naar kan:

Mate vanbeheersing

Ondersteunende kennis (K)en vaardigheden (V)

Mate vanbeheersing

4.10 gordingen aan de ruw-bouw verankeren

V3 − opsluittechnieken− opsluitmateriaal− verankeringstechnieken− verankeringsmateriaal− krimp- en

uitzettingsverschijnselen

K2K2K2K2K2

4.11 zaagvlakken van kepersbepalen

V2 − soorten kepers K2

4.12 kepers zagen en plaatsen V3 − zaag- enplaatsingstechnieken

K2

4.13 een onderdak plaatsen V3 − onderdak: soorten,kenmerken

− plaatsings- enbevestigingstechnieken

K2

K2

4.14 tengels plaatsen V3 − materiaalkennis− handelsafmetingen

K2K2

4.15 zelfdragende dakplatenplaatsen

V3 − plaatsingstechnieken− bevestigingstechnieken− bevestigingsmateriaal− zelfdragende dakplaten:

soorten en kenmerken− aansluitingsmateriaal− aansluitingstechnieken− technische documentatie

kunnen raadplegen

K2K2K2K2

K2K2V2

4.16 goten, dakranden en dak-oversteken timmeren

V3

4.17 een dakkapel timmeren V3 − dakkapelopbouw− montagetechnieken− plaatsingstechnieken

voor dakkapellen− bevestigingstechnieken− aansluitingstechnieken

aan het dak− afwerkingstechnieken

voor dakkapellen

K2K2K2

K2K2

K2

4.18 een dakvlakraam plaatsen V3 − technieken om ravelen teplaatsen

V2

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N18

3.3.6 Beroepshoudingen

Beroepshoudingen zijn niet rechtstreeks af te leiden uit de te verrichten taken.Toch kunnen een aantal houdingen als noodzakelijk beschouwd worden voor hetuitoefenen van het beroep.

VeiligheidsbewustzijnErop gericht zijn veilig te werken, met bijzondere aandacht voor de risico’s voorzichzelf en voor anderen bij het samen werken op een dak.

OrdelijkheidErop gericht zijn de werkomgeving ordelijk te houden zodat het werk in de meestoptimale omstandigheden kan worden uitgevoerd.

Precisie en accuratesseErop gericht zijn alles met de vereiste precisie uit te voeren om een kwaliteitsvolresultaat te kunnen bereiken.

Zin voor samenwerkingBereid zijn met elkaar te overleggen en collega’s bij te staan om een kwaliteitsvolresultaat te kunnen bereiken. Openstaan voor vragen, wensen, suggesties enopmerkingen van klanten en collega’s.

VerantwoordelijkheidsgevoelMee willen helpen aan een veilige en kwaliteitsvolle uitvoering en afwerking vanhet werk, met respect voor andermans eigendom.Erop gericht zijn de ter beschikking gestelde materialen, gereedschappen, hulp-middelen en machines en de beschikbare tijd optimaal te gebruiken. Erop gerichtzijn veilig te werken.

ZelfstandigheidBereid zijn zelfstandig, onder beperkt of zeer algemeen toezicht, aan een taak tewerken.

ZelfevaluatieBereid zijn het eigen aandeel in de totstandkoming van het eindresultaat te eva-lueren.

3.3.7 Contextgegevens2

Het werk vindt in verschillende omstandigheden plaats, zowel in een atelier alsop de bouwplaats. In een atelier gaat het om beheersbare omstandigheden, eenvertrouwde organisatie- en communicatieroutine en bekende collega’s. Op dewerf of tijdens de installatie wordt de daktimmerman geconfronteerd met minderbeheersbare, minder voorspelbare omstandigheden en contacten met werkne-mers uit andere bedrijven en beroepen en ook met derden (klant, bouwheer, ar-chitect). Een toekomstig daktimmerman leert rekening houden met specifieke ar-beidsomstandigheden.

2 Beroepsprofiel Daktimmer, HIVA/FVB, Brussel, 1999

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 19

3.4 Niveau van de kwalificatie

In de regel is de daktimmerman enkel verantwoordelijk voor de uitvoering van hetopgedragen werk. De planning en de coördinatie ervan gebeurt door de ploeg-baas. Er is ook sprake van een coöperatieve verantwoordelijkheid waar de dak-timmerman met collega’s samenwerkt.Het takenpakket bestaat voornamelijk uit het toepassen van routines en stan-daardprocedures. Het betreft beroepsgebonden vaardigheden en kennis.

Gezien de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit van de arbeidssituatie entransfer stelt de uitgebreide sectorcommissie voor de kwalificatie Daktimmermanop niveau 2 te plaatsen (De handleiding voor het schrijven van beroepsoplei-dingsprofielen omschrijft dat niveau als volgt: ‘Een kwalificatie die vooral prak-tisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen vande aangeleerde technieken').

BE R O E P S OP L E I D I N GS P R O FI E L D A K T I MME R MA N20

4 B I B L I O G R AF I E

Beroepsprofiel Daktimmerman, Brussel, HIVA/Fonds voor de Vakopleiding in deBouwnijverheid, 1999.

Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundairen volwassenenonderwijs. Brussel, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998.

Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaam-se Gemeenschap - Departement Onderwijs.

5 L I J S T V AN D E M E D E W E R K E R S

♦ Gilbert Vanden Borre, voorzitter, VVKSO♦ Erik De Ridder, Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB)♦ André De Potter, Confederatie Bouw, Vlaamse Schrijnwerkers♦ Alfons Claeys, Confederatie Bouw, Vlaamse Schrijnwerkers♦ Patrick Decolvenaer, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroeps-

opleiding♦ Chris Van den Vreken, Dienst voor Onderwijsontwikkeling♦ Wim Coppens, GO♦ Andries Wydooghe, VVKSO♦ Luck Naert, Vlaamse Dienst van het Katholiek Volwassenenonderwijs

(VDKVO)♦ Gilbert Colman, OVSG♦ Karl Fret, Provinciale Technische Scholen – Boom, CVPO♦ Georges Vandromme, Inspectie♦ Frans Allard/Rita Vanheste, Vlaamse Onderwijsraad

B E R OE PS O P LE I DI N G SP R O F I E L DA K TI MME R MA N 21

Bijlage 1: BEROEPENSTRUCTUUR: FONDS VOOR DE VAKOPLEIDING 15 FEBRUARI 2000

metse laar

bekiste r

werfbediener

betonhersteller

pre fab-monteerder

gevelwerker

voeger

baggerwerktu igkundige voor baggervaart

baggerwerker

torenkraanbestuurder

bestuurder mob iele kraan en verreikerkraanbestuurder

boorder

bronbemaler

heimachinist

chauffeur

bouwplaatsmachinist

wegenwerker

weg- en waterbouw

natuursteenbewerker

ruwbouw

ijzervlechter

verf

dekvloerlegger

bouwinstallaties

glas

afwerking ruwbouw tegelzette r

stukadoor

schrijnwerker-timmerman

dakdekker

dakdichter

interieurbouwer

glaswerker

ste llingbouwer

monteur CV

sanitair installa teur

schilder-decorateur

industrieel schilder

magazijnier

industriële isolateur

dak

hout