Onderzoeksrapport informeel leren mbo docenten T.Sauer januari 2013
D A a W a & Maa a Hibegenpij 2013 · op pedagogische aspecten van informeel leren, sociale...
Transcript of D A a W a & Maa a Hibegenpij 2013 · op pedagogische aspecten van informeel leren, sociale...
De Avond van Wetenschap & Maatschappij
Huibregtsenprijs
2013
Genomineerden
Maandag 7 oktober 2013
Ridderzaal, Den Haag
Huibregtsenprijs
2013
De Avond van Wetenschap & Maatschappij
Genomineerden
Huibregtsenprijs 2013
Op de Avond van Wetenschap & Maatschappij reikt de Stichting sinds 2005
de Huibregtsenprijs uit. De Huibregtsenprijs wordt toegekend aan een recent
onderzoeksproject dat wetenschappelijk vernieuwend is en dat overtuigend
zicht biedt op een maatschappelijke toepassing. Alle publieke onderzoeks -
organisaties in Nederland hebben een uitnodiging ontvangen om een
onderzoeksproject uit het afgelopen jaar in te dienen of een onderzoeker voor
te dragen voor de Huibregtsenprijs 2013.
De inzendingen worden beoordeeld door een jury die is benoemd door het
bestuur van de Stichting. De jury van de Huibregtsenprijs 2013 staat onder
voorzitterschap van Hans Clevers, president van de KNAW en bestaat verder
uit Dorret Boomsma, Dirk van Delft, Vincent Icke, Paul Schnabel en Aart van
der Want.
De prijs bestaat uit ‘De Denker’, een sculptuur van kunstenaar Wil van der Laan,
en een geldbedrag van € 25.000, geoormerkt voor onderzoeksactiviteiten.
De Huibregtsenprijs is vernoemd naar Mickey Huibregtsen, initiatiefnemer van
De Avond van Wetenschap & Maatschappij en erevoorzitter van het
stichtingsbestuur.
Op de volgende pagina’s vindt u het juryrapport en beschrijvingen van de zeven
genomineerden voor de Huibregtsenprijs 2013.
5
Genomineerden 2013
7
Genomineerden 2013
Juryrapport nominaties Huibregtsenprijs 2013
Begin februari 2013 hebben 45 instellingen (de Nederlandse universiteiten en
andere wetenschappelijke onderzoeksinstituten) een uitnodiging gekregen een
project in te zenden of een onderzoeker voor te dragen voor de Huibregtsenprijs
2013.
De algemene indruk is dat de onderzoekskwaliteit van de inzendingen ook deze
jaargang zeer hoog is. Wetenschappelijke vernieuwing zit soms in de methode,
soms in de multidisciplinariteit en soms in het onderzoeksonderwerp of -object.
De maatschappelijke relevantie is bij veel voordrachten onmiskenbaar. Weliswaar
bieden niet alle projecten direct uitzicht op nabije, concrete toepassingen –
sommige voorstellen bevinden zich nog in een conceptfase en verdienen nadere
uitwerking – maar de aandacht voor maatschappelijke relevantie is evident.
Er zijn weer veel biomedische onderwerpen aangetroffen, wat een reflectie is
van de sterke positie van ons land op dit gebied. De jury zou het daarnaast
toejuichen als de wetenschappelijke instellingen voor hun voordrachten ruim
kijken binnen hun vakgebieden, en moedigt ook voordrachten van alfa- en
gamma-onderwerpen aan.
Inspiratie uit de natuur is dit jaar een regelmatig opduikend thema.
Als nominaties voor de Huibregtsenprijs 2013 draagt de jury zeven
inzendingen voor, in alfabetische volgorde (naam onderzoeksleider):
Prof. dr. Jan Blommaert, Tilburg University
Mobiele telefoons in Kaapse townships
Jan Blommaert zet mobiele telefoons in als instrument voor het verbeteren van
geletterdheid in Kaapse townships met behulp van sms-gebruik. Het meer dan
sympathieke project maakt inzichtelijk hoe wetenschappelijk onderzoek van
grote toegevoegde waarde kan zijn voor de maatschappij. Het is uniek en ver-
nieuwend dat Blommaert zich richt op een bijzonder kwetsbare groep, namelijk
vrouwen van middelbare leeftijd.
Jury Huibregtsenprijs 2013
Prof. dr. J.C. Clevers (voorzitter) president KNAW
Prof. dr. D.I. Boomsma Vrije Universiteit Amsterdam
Prof. dr. D. van Delft Boerhaave Museum Leiden
Prof. dr. V. Icke Universiteit Leiden
Prof. dr. P. Schnabel oud-directeur Sociaal en Cultureel Planbureau
Drs. A.H.W. van der Want oud-directeur TELEAC
Drs. R. Hageman (jurysecretaris) Verstegen & Stigter culturele projecten
9
Genomineerden 2013
8
Uit het vaak zeer moeizame leerproces, waarbij tienerdochters de moeders coa-
chen, worden belangrijke lessen geleerd over mogelijkheden en beperkingen van
basisgeletterdheid in een hoogtechnologisch tijdperk. Daarnaast krijgt men zicht
op pedagogische aspecten van informeel leren, sociale mobiliteit en nieuwe vor-
men van belangenvertolking door middel van technologie. De opgedane funda-
mentele inzichten en de gebruikte pedagogie kunnen snel en makkelijk worden
uitgebreid naar andere doelgroepen, zoals inburgeraars en asielzoekers.
Prof. dr. Jenny Dankelman, TU Delft
Minimaal Invasieve Chirurgie en Interventie Technieken / Digital Operating
Room Assistant
De hoogaangeschreven groep van Jenny Dankelman doet technologisch inno-
vatief onderzoek dat ongelooflijk veelzijdig is. Prachtig hoe de inspiratie uit de
natuur toepassingen vindt bij de ontwikkeling van nieuwe instrumenten – zoals
de lange, bestuurbare angel van een wespensoort die straks een nieuw principe
voor een naald oplevert.
Het DORA-project, dat de complexe processen in de operatiekamer onder-
steunt met slimme camera’s en sensoren, is van evident maatschappelijk
belang. Grotere patiëntveiligheid, hogere zorgkwaliteit en efficiency tegen
beheersbare kosten: de multidisciplinaire samenwerking van Dankelman c.s.
met clinici, ingenieurs en bedrijven zorgt ervoor dat de innovaties daadwerkelijk
zullen leiden tot verbetering van de klinische praktijk.
Prof. dr. Ron Fouchier, Erasmus MC Rotterdam
De dreiging van grieppandemieën
Ron Fouchier is in 2012 veel in het nieuws geweest en werd zelfs opgenomen
in de lijst van ‘Time Magazine’s World’s 100 Most Influential People’. Het H5N1
vogelgriepvirus waart rond sinds 1997. De groep van Fouchier doet originele
experimenten om beter te begrijpen hoe nieuwe varianten van deze vogelgriep
kunnen ontstaan die via aerosolen of luchtwegdruppeltjes tussen zoogdieren
kunnen worden overgedragen.
Het H5N1-onderzoek bracht veel commotie teweeg: mag je gevaarlijke virussen
in potentie nog gevaarlijker maken, hoe kun je dergelijk onderzoek veilig doen en
mag je de onderzoeksgegevens vrij publiceren? Het leidde tot de merkwaardige
vraag of voor publicatie van Nederlandse wetenschappelijke kennis in een inter-
nationaal tijdschrift een exportvergunning nodig is. Het is duidelijk dat hier sprake
is van uitstekend, bijzonder relevant wetenschappelijk werk met een sterke
uitstraling.
Prof. dr. Kees Oosterlee, Centrum Wiskunde & Informatica
Scientific Computing
Big Data is een actueel thema. Door de exponentieel toenemende beschikbaar-
heid van data uit de meest uiteenlopende gebieden is de maatschappij enorm
aan het veranderen. Dit proces vraagt om nieuwe rekenmethodes en om nieuwe
manieren om data te analyseren. Het onderzoeksproject van de CWI-groep
‘Scientific Computing’ onder leiding van Kees Oosterlee bevat een aantal zeer
subtiele ingrediënten uit de toegepaste wiskunde. De groep ontwikkelt nieuwe,
universele rekenalgoritmen op basis van geavanceerde modellen van de
werkelijkheid.
Groot voordeel van deze slimme wiskunde is dat maatschappelijke toepassin-
gen zich dadelijk aandienen: technieken en methoden worden gebruikt door
banken, musea, medische instellingen en ingenieursbureaus.
De honderd keer versnelde samenstelling van 3D-afbeeldingen uit medische
scans is een zeer spectaculaire verbetering. Ook de afbeelding van een nano-
deeltje in 3D met behulp van geavanceerde beeldreconstructiealgoritmen is
vernieuwend en bijzonder knap.
Prof. dr. Albert Polman, FOM-Instituut AMOLF
Licht-management voor zonnecellen
Het onderzoek van Albert Polman naar het gedrag van licht loopt al langer, en
na zijn meest recente artikel over light management is de vraag waar de toe-
passingen allemaal terecht gaan komen. Hij laat zien dat het rendement van
zonnecellen verhoogd kan worden tot meer dan 30%.
De integratie van nanostructuren in Polmans zonnecellen – een coating waar-
mee licht als het ware wordt opgevouwen in de zonnecel – is een doorbraak
die nieuwe doorbraken mogelijk maakt. Deze zonnecel, die tegelijk efficiënt
en goedkoop is, betekent een belangrijke stap voorwaarts in het benutten
van zonne-energie. De maatschappelijke betekenis van deze bijdrage aan de
Prof. dr. Jan Blommaert, 12
Tilburg University
Mobiele telefoons in Kaapse townships
Prof. dr. Jenny Dankelman, 14
TU Delft
Minimaal Invasieve Chirurgie en Interventie Technieken / Digital Operating
Room Assistant
Prof. dr. Ron Fouchier, 16
Erasmus MC Rotterdam
De dreiging van grieppandemieën
Prof. dr. Kees Oosterlee, 18
Centrum Wiskunde & Informatica
Scientific Computing
Prof. dr. Albert Polman, 20
FOM-Instituut AMOLF
Licht-management voor zonnecellen
Prof. dr. Alan Rowan, 22
Radboud Universiteit Nijmegen
Revolutionare moleculen voor medische toepassingen
Prof. dr. Peter Sterk, 24
Academisch Medisch Centrum
Breathomics: slimme en simpele diagnostiek dichter bij de patiënt
1110
Genomineerden 2013
wereldwijde doorbraak van duurzame energie is overduidelijk. Bovendien is light
management ook toepasbaar binnen andere gebieden, zoals bij de ontwikkeling
van nieuwe microscopen en medische sensoren.
Prof. dr. Alan Rowan, Radboud Universiteit Nijmegen
Revolutionare moleculen voor medische toepassingen
De supergel van Alan Rowan is een bijzonder aantrekkelijke nanochemische
constructie die geïnspireerd is door de natuur. Het thermodynamisch omge-
keerde gedrag van deze supergel is heel boeiend. De precieze instelbaarheid en
zuinigheid in gebruik bieden verrassende mogelijkheden, zoals wondbescher-
ming, botbreukherstel en tumoraanpak.
Met zijn nieuwswaardige onderzoek bewijst Rowan het vak chemie, en de
wetenschap in het algemeen, een goede dienst. Hij presenteert een waaier aan
nieuwe ideeën voor toepassingen, ook buiten het medische gebied. En hij niet
alleen: veel bedrijven tonen interesse. De ideeënrijkdom van Rowan lijkt een
garantie voor vele verrassende toepassingen van zijn revolutionaire materiaal in
de nabije toekomst.
Prof. dr. Peter Sterk, Academisch Medisch Centrum
Breathomics: slimme en simpele diagnostiek dichter bij de patiënt
Het onderzoeksproject Breathomics van Peter Sterk is grensverleggend, inno-
vatief en simpel. Longziekten kun je ‘ruiken’, want uitgeademde lucht bevat een
moleculaire vingerafdruk. Zo’n breathprint is makkelijk en snel gemaakt met
een elektronische neus (eNose). Sinds kort kunnen we vrijwel alle moleculaire
processen van cellen en weefsels tegelijkertijd in beeld krijgen. Met het koppelen
van breathprints aan de ziekte kan de patiënt individueel goed in kaart gebracht
worden. De toepassing van eNoses in de geneeskunde is nieuw, goedkoop,
slim en aantrekkelijk (want pijnloos). Niet alleen voor diagnostiek van patiënten
met longziekten zoals astma, COPD en taaislijmziekten, maar ook voor diagnos-
tiek van tuberculose en longkanker en bij complicaties tijdens intensive-care-
beademing. De vernieuwende systems medicine-benadering en de krachten-
bundeling van longartsen, kinderartsen en intensivisten met technici en
bioinformatici is veelbelovend; het kan leiden tot persoonlijke, misschien zelfs
disposable gezondheidselektronica.
1312
Genomineerden 2013
Jan Blommaert is taalkundig antropo-
loog en onderzoekt in diverse plaatsen
op de wereld de effecten van globalise-
ring en nieuwe technologie op taalge-
bruik en taal-leeromgevingen.
Kaapstad. Om geletterdheid te
verbeteren en te verruimen wordt
het sms-gebruik gestimuleerd.
De mobiele telefoon is relatief
goedkoop en schept weinig mate-
riële obstakels. Daarbij kunnen
Mobiele telefoons in een Kaapse township:
onderwijs voor hen die het nooit hebben
gehad
Prof. dr. Jan Blommaert
de leermomenten met dit hulp-
middel volledig worden aangepast
aan de tijdseconomie en de dage-
lijkse routines van de doelgroep.
Vrouwen van middelbare leeftijd
vormen een bijzonder kwetsbare
groep in Wesbank. Om histori-
sche redenen hebben deze vrou-
wen doorgaans slechts elementair
onderwijs genoten, met een acute
geletterdheidsproblematiek tot
gevolg. Dit zorgt voor problemen
met administratieve en informa-
tietaken, bemoeilijkt ondersteu-
ning van het schoolwerk, veroor-
zaakt kleine en frêle sociale
netwerken en een lage sociale
mobiliteit, en vermindert de job-
kansen. Vaak zijn deze vrouwen
echter gezinshoofd en kostwinner
in een groot gezin, hetgeen de
behoefte aan kennis-skills zeer
groot maakt.
Bij het leerproces van de moeders
schakelen we hun kinderen in,
veelal tieners met een grote han-
digheid inzake mobiel telefoonge-
bruik. Het leren verloopt thuis en
is dan ook volledig in handen van
de vrouwen zelf, die zelf tijd en
ruimte scheppen voor dit leerpro-
ces. De eerste resultaten zijn
alvast bemoedigend. •
In dit project onderzoekt Blom-
maert het potentieel van
mobiele telefoons als informele
leeromgeving voor vrouwen van
middelbare leeftijd in de zeer
arme Wesbank township nabij
De eerste moeizame stappen in mobiele geletterdheid
© eigen collectie
1514
Genomineerden 2013
Jenny Dankelman, wetenschapper aan
de Technische Universiteit Delft,
doet onderzoek naar minimaal-invasieve
chirurgie en interventietechnieken.
om nieuwe minimaal-invasieve
interventies mogelijk te maken
met slimme betaalbare instru-
menten. Voorbeelden van instru-
menten zijn stuurbare naalden,
vervormbare catheters, en water-
straalsnijden voor kraakbeenbe-
Prof. dr. Jenny Dankelman
handeling. Bij de zoektocht naar
innovatieve oplossingen laten we
ons onder meer inspireren door de
natuur, en leren hierbij van inkt-
vistentakels en wespenangels.
Om minimaal-invasieve technie-
ken veilig aan te leren heeft Dan-
kelman met haar team trainings-
systemen ontwikkeld die
inmiddels in de klinische praktijk
worden gebruikt. Deze systemen
zijn gebaseerd op langdurig
onderzoek naar oog-handcoördi-
natie, haptische feedback en
kwantitatieve scoringstechnieken
voor objectieve beoordeling van
psychomotorische vaardigheden.
De huidige operatiekamer is een
complexe technische omgeving
geworden. Om te zorgen dat de
processen optimaal verlopen is
het team van Dankelman recent
gestart met het DORA-project, de
Digital Operating Room Assistant,
waarmee ze apparatuur- en
instrumentgebruik op de opera-
tiekamer automatisch gaan moni-
toren. Ook geven ze feedback,
daar waar nodig.
Het doorontwikkelen van concep-
ten naar de klinische praktijk is
een ingewikkeld en tijdrovend
proces. De multidisciplinaire
samenwerking tussen ingenieurs
en clinici is een doorslaggevende
succesfactor gebleken en is daarom
een onmisbaar onderdeel van de
aanpak van Dankelman. •
Indien het mogelijk is om via
één kleine incisie zowel de
diagnose als behandeling uit te
voeren, dan wordt de interventie
veel minder ingrijpend en daar-
door ook op kwetsbare patiënten
toepasbaar. Het is onze ambitie
Minimaal-Invasieve Chirurgie en
Interventietechnieken / Digital Operating
Room Assistant
DORA – Digital Operating Room Assistant
© eigen collectie
1716
Genomineerden 2013
Ron Fouchier, hoogleraar Moleculaire
Virologie aan de Erasmus Universiteit in
Rotterdam, doet onderzoek naar de
evolutie van virussen.
mieën in de toekomst te voorko-
men zijn, of hun impact tenminste
beperkt kan worden.
Grieppandemieën komen voor als
diervirussen overspringen naar
mensen en aërogeen overdraag-
baar worden; alle pandemische
griepvirussen van de laatste
eeuw waren aërogeen overdraag-
baar, terwijl de oorspronkelijke
diervirussen dat niet zijn. Hoe
virussen aërogeen overdraagbaar
worden was een van de grote ken-
nislacunes in het veld van de
virologie. Fouchier’s team post-
uleerde dat griepvirussen ten
minste drie eigenschappen moe-
ten verkrijgen om ‘airborne’ te
worden in zoogdieren:
1. binding aan cellen in de boven-
ste luchtwegen;
2. productie in grote hoeveelhe-
den;
3. uitscheiding als enkelvoudige
virusdeeltjes in plaats van
aggregaten.
De dreiging van grieppandemieën
Prof. dr. Ron Fouchier
Door een combinatie van geneti-
sche modificatie en ‘natuurlijke
selectie’ experimenten met het
H5N1 vogelgriepvirus in fretten
werd bewezen dat:
1. het H5N1 virus ‘airborne’ kan
worden;
2. een handvol mutaties hiervoor
voldoende is;
3. voorheen onbekende biologi-
sche eigenschappen cruciaal
zijn bij de overdraagbaarheid.
Dit onderzoek heeft naast het
beantwoorden van fundamenteel
wetenschappelijke vragen impli-
caties voor het voorkomen van
pandemieën door monitoring en
ruiming en het beperken van hun
impact door verbetering van vac-
cines en medicijnen.
Over dit onderzoek is veel com-
motie ontstaan. Mag je virussen
in potentie gevaarlijker maken?
Wat leren we daarvan? Hoe kun
je dergelijk onderzoek veilig
doen? Mag je alle onderzoeksge-
gevens vrij publiceren? Tijdens
een onderzoeks-moratorium van
een jaar zijn deze kwesties uitge-
breid binnen internationale gre-
mia besproken. Inmiddels is het
onderzoek hervat en zelfs uitge-
breid naar aanleiding van de uit-
braak van de H7N9 vogelgriep in
China in 2013. Dit H7N9 virus
blijkt van nature in staat tot ‘air-
borne’ transmissie tussen fretten,
daarbij gebruikmakend van
dezelfde mutaties die verantwoor-
delijk waren voor de airborne
transmissie van Fouchier’s H5N1
virus. •
Fouchier onderzoekt virus-pan-
demieën en bedreigingen uit
het verleden en heden. Hoe sprin-
gen virussen over van dieren naar
mensen? Hoe evolueren virussen
in de nieuwe gastheer? Waarom
veroorzaken sommige virussen
ernstige ziekten? Door zijn onder-
zoek hoopt Fouchier dat pande-
© Levien Willemse
1918
Genomineerden 2013
Kees Oosterlee, toegepast wiskundige
aan het Centrum Wiskunde & Informatica
(CWI), werkt aan snelle rekenmethoden
voor verschillende toepassingen.
Big Data zorgt voor grote ver-
anderingen in de maatschap-
pij. De exponentieel toegenomen
beschikbaarheid van gegevens
maakt het mogelijk, naast het
vinden van verbanden, voorspel-
lingen te doen en nieuwe inzich-
ten af te leiden, met behulp van
wetenschappelijke berekeningen,
met een omvang en nauwkeurig-
heid die voorheen onmogelijk was.
De Scientific Computing-groep
van het CWI, geleid door prof.
Kees Oosterlee, gebruikt deze
nieuwe mogelijkheden op ver-
schillende terreinen, zoals risico-
inschatting van financiële produc-
ten, samenstellen van 3D-beelden
uit meetgegevens en het doorreke-
nen van energievraagstukken.
Bindende factor in het werk van
de groep is het ontwikkelen van
nieuwe algoritmen. De groep ont-
wikkelt snelle, nauwkeurige
rekenmethoden met een stevig
fundament in de toegepaste wis-
kunde waarmee complexe vraag-
stukken efficiënt en elegant door-
gerekend kunnen worden op
moderne computersystemen.
Daarnaast staat het inzicht cen-
traal dat moderne toepassingen
gekenmerkt worden door onze-
kerheden. Dit zijn bijvoorbeeld
onzekere aandelenkoersen, beel-
druis, materiaaleigenschappen of
weersomstandigheden. Snellere
en efficiëntere algoritmes kunnen
meer van deze onzekerheden
meenemen in berekeningen en
daarmee de complexe werkelijk-
heid beter benaderen.
De actualiteit van de toepassings-
gebieden is een drijfveer voor jon-
geren uit binnen- en buitenland
om samen te werken, of om bin-
nen de groep te werken als pro-
movendus of postdoc. De algorit-
men van de groep worden
wereldwijd gebruikt door financi-
Scientific Computing
Prof. dr. Kees Oosterlee
ële instellingen, ingenieursbu-
reaus met toepassingen in water-
en luchtstromingssimulaties en
visualisatiebedrijven in het MKB.
Omdat wiskundige algoritmen
centraal staan, is het onderzoek
van de Scientific Computing-
groep multi-inzetbaar. De
komende jaren zullen de toepas-
singsgebieden naar verwachting
alleen maar toenemen: de algorit-
men zijn universeel.
De afgelopen jaren is de groep
Scientific Computing er meerma-
len in geslaagd met geavanceerde
algoritmen een doorbraak te for-
ceren. Zo zijn onderzoekers van
de groep erin geslaagd als eerste
ter wereld een nanodeeltje af te
beelden in 3D. Dit biedt enorme
mogelijkheden voor ontwikkelin-
gen in de nanotechnologie, zoals
productie van efficiënte nanozon-
necellen en nanomaterialen. •© eigen collectie
2120
Genomineerden 2013
Zonne-energie kan een belang-
rijke bijdrage leveren aan een
duurzame energievoorziening. De
kosten van zonnecellen, die zon-
licht omzetten in elektrische
stroom, zijn echter nog relatief
hoog. Bovendien zetten conventio-
nele zonnecellen maar 20% van
de energie van de zon werkelijk
om in stroom. Albert Polman en
zijn onderzoeksgroep bij het FOM
Instituut AMOLF in Amsterdam
zorgden voor een doorbraak in de
ontwikkeling van goedkope en
Licht-management voor zonnecellen
Prof. dr. Albert Polman
efficiënte zonnecellen. Met een
nieuw ontwerp, waarbij nanodeel-
tjes worden geïntegreerd in een
zonnecel, wordt zonlicht efficiën-
ter in elektrische stroom omgezet.
Polman ontwikkelde een speciale
coating die bestaat uit deeltjes
met een grootte van honderd
nanometer (een miljardste
meter). De deeltjes worden
gemaakt van zilver en silicium en
worden met een nieuwe techniek
op de zonnecel ‘geprint’. Wanneer
zonlicht op de nano-coating invalt
wordt het op een bijzondere
manier in de zonnecel verstrooid.
Daardoor wordt het licht beter in
de zonnecel opgesloten en wordt
er meer elektrische stroom gege-
nereerd. Bovendien is de nano-
zonnecel veel dunner dan een
conventionele zonnecel, wat de
fabricagekosten verlaagt. Pol-
man’s onderzoek werd in 2012
bekroond met de internationale
ENI Renewable Energy Prize, die
hij samen met Harry Atwater van
het California Institute of Tech-
nology in ontvangst nam. Polman
en Atwater werken al jarenlang
samen op het gebied van zonne-
energie. •
Albert Polman, onderzoeksleider bij
het FOM Instituut AMOLF in Amsterdam,
doet onderzoek naar efficiëntere en
goedkopere zonnecellen.
Prototype nano-zonnecellen Nanodeeltjes op een zonnecel
© H. Boluijt
2322
Genomineerden 2013
Chemicus Alan Rowan, hoogleraar
Moleculaire materialen aan de Radboud
Universiteit Nijmegen, maakt
revolutionaire moleculen voor nieuwe
medische toepassingen.
De efficiëntie waarmee de natuur
in cellen zeer ingewikkelde mole-
culen bouwt, de precisie waarmee
die hun werk doen en de krachten
die ze kunnen weerstaan zijn
indrukwekkend. Alan Rowan pro-
beert de ingenieuze nanomachien-
tjes net zo slim na te bouwen.
Voor de supergel kwam de inspi-
ratie uit ‘filamenten’, de lange
taaie moleculen die cellen als een
Supergel voor pientere pleisters
Prof. dr. Alan Rowan
soort tentstokken hun stevigheid
geven (Nature 2013). Al eeuwen-
lang wordt touw gemaakt door
draadjes in elkaar te draaien.
Zo werkt de supergel ook.
De spiraalvormige moleculen zijn
oplosbaar in koud water, en als
dat warm wordt vormen ze een
netwerk dat water vasthoudt:
een gel. Bij afkoelen smelt die
gel weer.
De meest opwindende toepassin-
gen zijn de ontwikkeling van
wondverbanden en gelpleisters
ter bescherming van grote en
moeilijk te behandelen wonden en
brandwonden, de regeneratieve
geneeskunde en drug delivery.
De supergel kan direct worden
gegoten op een wond, waar het
materiaal stijf wordt en voorkomt
dat er bacteriën binnendringen.
De pleister kan verwijderd wor-
den door koeling met ijs. De gel is
volledig afbreekbaar en kan ook
worden gebruikt in het lichaam,
bijvoorbeeld bij behandeling van
aneurysma’s.
Deze zomer verwierf Alan Rowan
samen met Noviotech, een spin-
offbedrijf van de Radboud Univer-
siteit, en met het UMC St Rad-
boud, een valorisation grant van
STW om de pleister te gaan pro-
duceren. •Met een supergel die geschikt
is voor allerlei toepassingen
wist Alan Rowan niet alleen een
publicatie in Nature te halen, hij
kreeg er ook verschillende paten-
ten voor. Creatieve toepassingen
worden nu onderzocht: afwasbare
wonderpleisters, filters voor
virussen en kleine moleculen, een
basis voor nieuwe weefsels of voor
immuuncellen tegen kanker.
De supergel bij 4ºC (links) en bij 37ºC (rechts)
© FNWI/Dick van Aalst
2524
Genomineerden 2013
lichaam. Dit kan met goedkope
zak-elektronica gemeten worden.
Sterk c.s. heeft gevonden dat ade-
manalyse met deze ‘elektronische
Breathomics: slimme en simpele
diagnostiek dichter bij de patiënt
Prof. dr. Peter Sterk
neuzen’ bij patiënten met long-
ziekten zoals astma, COPD, long-
kanker, longinfecties en taaislijm-
ziekte duidelijk te onderscheiden
moleculaire vingerafdrukken
oplevert. Bovendien kan een biolo-
gisch ontstekingsprofiel worden
‘herkend’.
Wat levert het op?
Breathomics met elektronische
neuzen verschaft hierdoor een
nieuwe kijk op moderne genees-
kunde. Niet groter en duurder,
maar kleiner, goedkoper, slimmer
en verbonden met een wereld-
wijde data-cloud (http://tedxbin-
nenhof.com/niki-fens-talk/).
Verfijning van dit concept leidt
momenteel in samenwerking met
technische universiteiten en het
bedrijfsleven tot de ontwikkeling
van specifieke nano-sensoren.
Dit brengt moderne en betaalbare
precisie-geneeskunde dicht bij de
patiënt en zorgverlener. •
‘Systeem’ geneeskunde
De complexiteit van de biologi-
sche processen bij ziekten en
gezondheid kan sinds kort geme-
ten geworden met zogenoemde
‘omics’-analyse van stukjes weef-
sel, bloed of slijm. Hiermee wor-
den vrijwel alle moleculaire pro-
cessen tegelijkertijd in kaart
gebracht. Het integreren van
deze moleculaire ‘vingerafdruk-
ken’ met de klachten en sympto-
men van de patiënt wordt ‘sys-
teem geneeskunde’ genoemd.
De groep van Sterk leidt een
Europees project (www.ubio-
pred.eu) waarin deze benadering
grootschalig wordt getest. Maar
wordt dat niet erg kostbaar?
Breathomics
Uitgeademde lucht blijkt ook een
moleculaire vingerafdruk te
bevatten die een weerspiegeling
vormt van biologische processen
in onze longen en de rest van ons
Peter Sterk is wetenschapper bij het
Academisch Medisch Centrum in
Amsterdam en doet onderzoek naar de
oorzaken, uitingsvormen en behandeling
van longziekten.
Ademanalyse voor een moleculaire
vingerafdruk bij een peuter
© eigen collectie