CVOpen juni 2012

2
8 CV Open Juni 2012 Ton Roelofs, onderwijsdirecteur van PENTA college CSG, vroeg twee jaar geleden aan professor Wim Veen: ‘Welke apparaten hebben we nodig om verder te komen met het moderner maken van ons onderwijs?’ Deze – inmiddels emeritus – hoogleraar educatie en technologie aan de TU Delft 1 gaf een antwoord waardoor de school niet met nieuwe hardware, maar met een visie aan de gang ging: ‘Gaandeweg digitaliseren.’ Een jaar geleden is de school deze weg ingeslagen. Een belang- rijke rol hierbij speelt Floris Leurink, afgestudeerd technisch bestuurskundige van de TU Delft, en bij PENTA werkzaam als freelancer vanuit zijn bedrijf Fsharp. Hij is adviseur van de school- leiding, en procesbegeleider en ondersteuner voor de docenten. Model ‘Vier in balans’ Het model ‘Vier in balans’ van Kennisnet is voor PENTA het uit- gangspunt, met vier voorwaarden om digitalisering te laten slagen: visie, deskundigheid, digitale leermiddelen en ICT-infrastructuur. Op bijna alle vestigingen draait inmiddels een wifi-netwerk met voldoende capaciteit. Niet alleen daarin is geïnvesteerd, maar ook in de ‘cloud’, het virtuele domein van de school. De focus kan zodoende liggen op de ontwikkeling van de andere drie aspecten. Op PENTA wordt ook wel de term blended learning gebruikt voor de digitale vernieuwing. Ton: ‘Daarmee bedoelen we de combinatie van didactiek door de docent en de techniek. Sommige zaken zullen immers alleen face-to-face goed behandeld kunnen worden, andere met behulp van de computer. We willen deze ontwikkeling bewust niet “ICT in het onderwijs” noemen. Het gaat om de didactiek! De computer en internet maken de docent niet overbodig, maar dankzij deze middelen kunnen docenten doen waar ze goed in zijn: goede leerroutes maken voor kinderen. Dat is hun beroep!’ 1 Wim Veen is schrijver van ‘Homo zappiens – opgroeien, leven en werken in een digitaal tijdperk’. Evolutie, geen revolutie ‘Door de docent zelf centraal te stellen en alleen een visie met kaders te formuleren, omzeilt PENTA de gevaren van een top down- of bottom up-benadering. De directie beantwoordt de “wat”-vraag (wat moet er geleerd worden?); de docent beantwoordt de “hoe”-vraag. Dit vergt een omslag in de houding van de docenten: ze zijn echt zelf aan zet. Ze kunnen projecten indienen voor hun vak. Als iets succesvol blijkt en veelbelovend voor andere vakken, schalen we het op. Onze insteek is dus evidence based en evolutionair, niet revolutionair. Bovendien willen we niet meegaan met hypes. Maar wat hypes overleeft, maakt een kans. Zo voorkomen we wildgroei en ongewenste standaardisering – “allemaal een iPad”. De schoolleiding bewaakt de onderwijskwaliteit en de beheersbaarheid.’ « Als iets succesvol blijkt en veelbelovend voor andere vakken, schalen we het op. » Floris noemt een paar van de gestelde kaders: ‘Maak zoveel mogelijk gebruik van open standaarden.’ En: ‘Kies webbased leermiddelen die onafhankelijk zijn van access devices (apparaten). Anytime, anywhere is het devies. Daarom is Wordpress bijvoorbeeld zo geschikt. Hiervoor hoeft geen app te worden gedownload, het is makkelijk binnen te halen op een smartphone, tablet of computer.’ Vragen in Google Docs Aardrijkskundedocent Peter Doeleman op de vestiging Jacob van Liesveldt heeft de smaak al te pakken. Zijn leerlingen communiceren met elkaar en met hem via een weblog, gemaakt in Wordpress (www.bluetomatoes.nl). PENTA-docenten gaan digitaal Geen nieuwe hardware, maar een visie PENTA college CSG zet over de hele linie in op digitale didactiek. Iedere docent wordt door de schoolleiding uitgedaagd om haar of zijn vak te vernieuwen met behulp van digitale media. Zo respecteert de school de professionele ruimte van docenten, en hoeft de directie de wijsheid niet in pacht te hebben, stelt onderwijsdirecteur Ton Roelofs.

description

Artikel over digitale didactiek in het voortgezet onderwijs

Transcript of CVOpen juni 2012

Page 1: CVOpen juni 2012

8 C VOpen Juni 2012

Ton Roelofs, onderwijsdirecteur van PENTA college CSG, vroeg

twee jaar geleden aan professor Wim Veen: ‘Welke apparaten

hebben we nodig om verder te komen met het moderner maken

van ons onderwijs?’ Deze – inmiddels emeritus – hoogleraar

educatie en technologie aan de TU Delft1 gaf een antwoord

waardoor de school niet met nieuwe hardware, maar met

een visie aan de gang ging: ‘Gaandeweg digitaliseren.’

Een jaar geleden is de school deze weg ingeslagen. Een belang-

rijke rol hierbij speelt Floris Leurink, afgestudeerd technisch

bestuurskundige van de TU Delft, en bij PENTA werkzaam als

freelancer vanuit zijn bedrijf Fsharp. Hij is adviseur van de school-

leiding, en procesbegeleider en ondersteuner voor de docenten.

Model ‘Vier in balans’Het model ‘Vier in balans’ van Kennisnet is voor PENTA het uit-

gangspunt, met vier voorwaarden om digitalisering te laten slagen:

visie, deskundigheid, digitale leermiddelen en ICT-infrastructuur.

Op bijna alle vestigingen draait inmiddels een wifi-netwerk met

voldoende capaciteit. Niet alleen daarin is geïnvesteerd, maar

ook in de ‘cloud’, het virtuele domein van de school. De focus kan

zodoende liggen op de ontwikkeling van de andere drie aspecten.

Op PENTA wordt ook wel de term blended learning gebruikt voor

de digitale vernieuwing. Ton: ‘Daarmee bedoelen we de combinatie

van didactiek door de docent en de techniek. Sommige zaken zullen

immers alleen face-to-face goed behandeld kunnen worden, andere

met behulp van de computer. We willen deze ontwikkeling bewust

niet “ICT in het onderwijs” noemen. Het gaat om de didactiek!

De computer en internet maken de docent niet overbodig, maar

dankzij deze middelen kunnen docenten doen waar ze goed in

zijn: goede leerroutes maken voor kinderen. Dat is hun beroep!’

1 Wim Veen is schrijver van ‘Homo zappiens – opgroeien,

leven en werken in een digitaal tijdperk’.

Evolutie, geen revolutie‘Door de docent zelf centraal te stellen en alleen een visie

met kaders te formuleren, omzeilt PENTA de gevaren van

een top down- of bottom up-benadering. De directie beantwoordt

de “wat”-vraag (wat moet er geleerd worden?); de docent

beantwoordt de “hoe”-vraag. Dit vergt een omslag in de houding

van de docenten: ze zijn echt zelf aan zet. Ze kunnen projecten

indienen voor hun vak. Als iets succesvol blijkt en veelbelovend

voor andere vakken, schalen we het op. Onze insteek is dus

evidence based en evolutionair, niet revolutionair. Bovendien

willen we niet meegaan met hypes. Maar wat hypes overleeft,

maakt een kans. Zo voorkomen we wildgroei en ongewenste

standaardisering – “allemaal een iPad”. De schoolleiding

bewaakt de onderwijskwaliteit en de beheersbaarheid.’

« Als iets succesvol blijkt en veelbelovend voor

andere vakken, schalen we het op. »

Floris noemt een paar van de gestelde kaders: ‘Maak zoveel

mogelijk gebruik van open standaarden.’ En: ‘Kies webbased

leermiddelen die onafhankelijk zijn van access devices (apparaten).

Anytime, anywhere is het devies. Daarom is Wordpress bijvoorbeeld

zo geschikt. Hiervoor hoeft geen app te worden gedownload, het is

makkelijk binnen te halen op een smartphone, tablet of computer.’

Vragen in Google DocsAardrijkskundedocent Peter Doeleman op de vestiging Jacob van

Liesveldt heeft de smaak al te pakken. Zijn leerlingen communiceren

met elkaar en met hem via een weblog, gemaakt in Wordpress

(www.bluetomatoes.nl).

PENTA-docenten gaan digitaal

Geen nieuwe hardware, maar een visie

PENTA college CSG zet over de hele linie in op digitale didactiek. Iedere docent

wordt door de schoolleiding uitgedaagd om haar of zijn vak te vernieuwen met

behulp van digitale media. Zo respecteert de school de professionele ruimte

van docenten, en hoeft de directie de wijsheid niet in pacht te hebben, stelt

onderwijsdirecteur Ton Roelofs.

Page 2: CVOpen juni 2012

9 C VOpen Juni 2012

Peter heeft het werkboek voor 4-atheneum aan de kant geschoven

en zet voortaan zijn vragen in Google Docs. De leerlingen werken in

groepjes samen aan de antwoorden, ze becommentariëren elkaars

werk, en gaan daardoor dieper op de stof in dan voorheen.

Activerende didactiek, met andere woorden. Omdat elke leerling

teksten produceert met een eigen kleur, kan de docent bovendien

zien wie wat doet. ‘Deze vernieuwing zit dus in de didactiek, en niet

in het apparaat’, zegt Ton. Een ander voorbeeld is docent Engels

Kevin Schuck, die een Wordpress-site opzette voor zijn tweetalige

vwo-leerlingen: www.digitalanguage.org (met één ‘l’).

« Leerlingen communiceren met elkaar

en met de docent via een weblog. »

Nog een voorbeeld: wiskundedocenten van verschillende

vestigingen ontwikkelden een rekenmodule in het software-

programma Moodle. Ze zetten toetsen en extra oefenmateriaal in

deze module waarmee PENTA-leerlingen hun rekenvaardigheid

testen en vergroten. De schoolleiding gaat dit rekenprogramma

verbreden naar alle vestigingen.

Yammer

Tijdens een proefseminar in april presenteerden zo’n twintig

docenten hun digitale project aan elkaar. Het is de bedoeling dat op

12 juni een soortgelijk seminar met een groep van vijftig docenten

plaatsvindt. Er is zeker sprake van een olievlekwerking dankzij

de PENTA Academie, het interne scholingsplatform. Daar kunnen

docenten een module digitale didactiek volgen, gegeven door Floris.

Hij laat de docenten kennismaken met de uitgangspunten voor

digitale didactiek, begeleidt hun onderzoek naar de mogelijkheden

voor hun eigen vak, leert hen werken met de templates in de

ontwikkelomgeving Xerte, en helpt hen oefenen met sociale media

als Facebook en Twitter. ‘De belangstelling voor deze module is

groot’, vertelt Ton, ‘ze telt telkens het grootste aantal deelnemers.’

Via een speciaal intern communicatieplatform, Yammer, overleggen

de PENTA-docenten over hun digitaliseringsproblemen en wisselen

ze kennis uit.

CultuuromslagDigitalisering van het onderwijs vergt andere competenties van

docenten, stellen Floris en Ton. ‘De docent moet een visie hebben

op leren, kennis van de mogelijkheden, ondernemingszin en

reflecterend vermogen.’ Liever dan in ‘oud papier’ (schoolboeken)

investeert PENTA in de deskundigheidsbevordering van de

docenten. Door bezig te zijn met de didactische vernieuwing van

hun vak worden deze professioneler, gemotiveerder en creatiever,

gelooft Ton. ‘We zijn dus niet alleen bezig met vakken digitaliseren,

maar met een cultuuromslag.’ Het overheidsbeleid en maat-

schappelijke trends stimuleren deze ontwikkelingen. Denk aan

de inrichting van Wikiwijs. Verder hebben grote organisaties

communicatieafdelingen die hun informatie geordend aanbieden.

Op de sites van het ministerie van Financiën en van kranten als

The Financial Times staat veel informatie die bij economielessen te

gebruiken is, weet Ton, zelf vroeger actief geweest als economie-

leraar. ‘Dankzij Twitter heb je deze bronnen onder je vingertoppen.’

Kritisch kijken naar VO Content‘Voorlopig zien we boeken als een belangrijke verschijningsvorm,

maar ze kosten veel geld. En vooral op werkboeken is didactisch

veel aan te merken: leerlingen ervaren invuloefeningen bijvoorbeeld

als saai. We merken dat uitgevers op zoek zijn naar nieuwe

verdienmodellen.’ Ook een digitale leermiddelenbank als VO Content

– een project van de VO-raad – beoordeelt PENTA kritisch op het

onderliggende didactische model. Is er niet te veel sprake van

geprogrammeerde instructie? Docenten van PENTA hebben een grote

stem in het beslissen of PENTA gaat deelnemen aan VO Content,

vertelt Ton.

Floris gaat verder: ‘Ook de elektronische leeromgeving wordt nu als

statisch ervaren, met de vaste indeling van mappen aan de linkerkant.

We onderzoeken wat we kunnen afdekken met behulp van web

2.0-toepassingen. Die hebben een modernere look and feel en zijn

interactiever, met hyperlinks en tags. Misschien stapt PENTA wel

over op een eigen elo.’

[Anja de Zeeuw]

Meer informatie over de projecten op PENTA: http://digitaal.penta.nl

Meer informatie over ‘Vier in balans’ op www.kennisnet.nl

E-learning consultant Floris Leurink geeft een workshop over digitale didactiek aan docenten.

Tablets voor leerlingen die meedoen in een pilot van aardrijkskunde -docent Peter Doeleman op de vestiging Jacob van Liesveldt.