Chocoladequiz

21
CHOCOLADEQUIZ IO: chocolade, heerlijk en toch eerlijk

description

Chocoladequiz. IO: chocolade, heerlijk en toch eerlijk. 1) In witte chocolade zit geen …. Cacaoboter Cacaomassa Melkpoeder. 2) De emulgator in chocolade is …. Sojalecithine Vanillearoma Lactose. 3) Cacaoboter dient als …. Vulmiddel Smaakmaker Smeermiddel. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Chocoladequiz

Page 1: Chocoladequiz

CHOCOLADEQUIZIO: chocolade, heerlijk en toch eerlijk

Page 2: Chocoladequiz

1) In witte chocolade zit geen …a) Cacaoboterb) Cacaomassac) Melkpoeder

Page 3: Chocoladequiz

2) De emulgator in chocolade is …a) Sojalecithineb) Vanillearomac) Lactose

Page 4: Chocoladequiz

3) Cacaoboter dient als …

a) Vulmiddelb) Smaakmakerc) Smeermiddel

Page 5: Chocoladequiz

4) Bij een koetjesreep wordt gebruik gemaakt van …

a) Magere cacaoboterb) Magere cacaopoederc) Magere cacaomassa

Page 6: Chocoladequiz

5) Waar komt cacao niet vandaan?a) Afrikab) Zuid-Amerikac) Aziëd) Europa

Page 7: Chocoladequiz

6) Welk vetzuur staat bekend voor zijn cholesterolverlagende werking?

a) Linolzuurb) Oliezuurc) Palmitinezuur

Page 8: Chocoladequiz

7) Welke werking hebben polyfenolen niet?

a) Beschermende werkingb) Relaxerende werkingc) Antioxiderende werkingd) Cholesterolverlangende

werkinge) Vochtafdrijvende werking

Page 9: Chocoladequiz

8) Welk soort suiker zit in tandvriendelijke chocolade?

a) Fructoseb) Isomaltulosec) Sacharosed) Maltosee) Lactose

Page 10: Chocoladequiz

9) Wat is de 3e stap van het productieproces van chocolade?

a) Het fermenteren en drogenb) Het walsenc) Het malend) Het roosterene) Het breken van de bonen

Page 11: Chocoladequiz

10) Wat is het doel van “walsen” in het productieproces van chocolade?

a) Het verkrijgen van een chocoladearoma

b) Het verkrijgen van een vloeibare massa

c) Het verkrijgen van een gladde structuur

Page 12: Chocoladequiz

11) Wat is het doel van tempereren?

a) Chocolade glanzend en knapperig maken

b) Chocolade zacht en smaakvol maken

c) Chocolade afkoelen

Page 13: Chocoladequiz

12) Welk begrip past bij deze zin?

Door condensatie op het chocoladeoppervlak lossen suikerkristallen in het vocht op die een witte aanslag veroorzaakt

a) Suikerbloemb) Vetbloemc) Tempereren

Page 14: Chocoladequiz

13) Welke invloed heeft vocht op gesmolten chocolade?

a) Positieve invloedb) Negatieve invloedc) Geen invloed

Page 15: Chocoladequiz

14) Welke manier van smelten van chocolade is het meest efficiënt?

a) Au bain marieb) Microgolfovenc) Op het vuur

Page 16: Chocoladequiz

15) Wat is het doel van roeren tijdens het smelten van chocolade?

a) Gladde structuurb) Aanbranden voorkomenc) Vlugger smelten

Page 17: Chocoladequiz

16) Wat gebeurt er niet met de chocolade als ze aanbrandt?

a) Chocolade wordt zwartb) Chocolade wordt dofc) De aroma’s verdwijnend) Chocolade wordt korrelige) Chocolade wordt hard

Page 18: Chocoladequiz

17) Fondantchocolade heeft een …a) Hoge smelttemperatuurb) Gemiddelde

smelttemperatuurc) Lage smelttemperatuur

Page 19: Chocoladequiz

18) Hoe hoger de temperatuur van chocolade …

a) Hoe milder de smaak in de mond

b) Hoe intenser de smaak in de mond

c) Temperatuur heeft geen invloed op de smaak

Page 20: Chocoladequiz

19) Chocolade veroorzaakt migraine

a) Juistb) Niet juist

Page 21: Chocoladequiz

20) Chocolade veroorzaakt constipatie

a) Juistb) Niet juist