c. Odysseus vertelt over Neoptolemus (XI, 504-522)
description
Transcript of c. Odysseus vertelt over Neoptolemus (XI, 504-522)
c. Odysseus vertelt over Neoptolemus (XI, 504-522)• ’W" e[fat j, aujta;r ejgwv min ajmeibovmeno"
proseveipon:• jH toi me;n Phlh'o" ajmuvmono" ou[ ti pevpusmai,• aujtavr toi paidov" ge Neoptolevmoio fivloio• pa'san ajlhqeivhn muqhvsomai, w{" me keleuvei":
• Zo sprak hij, maar ik zei tot hem als antwoord:• ‘(Weliswaar) heb ik helemaal geen nieuws over de
voortreffelijke Peleus, • maar ik zal jou over jouw zoon Neoptolemos • de hele waarheid vertellen, zoals jij mij verzoekt;
• Pevpusmai: 1e ev ind perf med van punqanomai.
• aujto;" gavr min ejgw; koivlh" ejpi; nho;" eji?sh"• h[gagon ejk Skuvrou met j eju>knhvmida" jAcaiouv".• jH toi o{t j ajmfi; povlin Troivhn frazoivmeqa boulav",• aijei; prw'to" e[baze kai; oujc hJmavrtane muvqwn:
• want zelf heb ik hem op mijn holle, goed uitgebalanceerde schip • meegenomen van Skyros naar de Grieken met de goede
scheenplaten. • Voorwaar (telkens) wanneer wij rondom de stad Troje plannen
beraamden, • sprak hij steeds als eerste en schoot niet te kort in woorden (= hij
sprak treffend);
• h[gagon: 1e ev ind aor act van ajgw.• hJmavrtane impf geeft herhaling aan
• Nevstwr d j ajntivqeo" kai; ejgw; nikavskomen oi[w.• Aujta;r o{t j ejn pedivw/ Trwvwn marnaivmeq j jAcaioiv,• ou[ pot j ejni; plhqui' mevnen ajndrw'n oujd j ejn oJmivlw/,• ajlla; polu; proqeveske, to; o}n mevno" oujdeni; ei[kwn:
• de tegen een god opwegende Nestor en ik overtroffen hem telkens als enigen. • Maar wanneer wij, Grieken, in de vlakte van de Tro janen streden, • bleef hij nooit in de menigte van de mannen achter en niet in het strijdgewoel,• maar hij rende steeds ver vooruit, terwijl hij voor niemand wat betreft zijn
kracht onderdeed;
• marnaivmeq j elisie van de alfa • Mevnen 3e ev ind impf act• Neoptolemos blinkt dus uit in spreken (vergadering) en in dapperheid (strijd).
Allebei de keren wordt dit ingeleid met een optativus; geeft de herhaalde handeling aan.
• proqeveske vervolg op promo~ (493) in tekst b
• pollou;" d j a[ndra" e[pefnen ejn aijnh'/ dhi>oth'ti.• Pavnta" d j oujk a]n ejgw; muqhvsomai oujd j
ojnomhvnw,• o{sson lao;n e[pefnen ajmuvnwn jArgeivoisin,• ajll j oi|on to;n Thlefivdhn katenhvrato calkw'/,• h{rw j Eujruvpulon:
• hij doodde vele mannen in de vreselijke strijd. • Ik zal niet van allen vertellen en ze niet op noemen, • zoveel krijgsvolk als hij doodde de Grieken helpend, • maar (ik zal wel vertellen) wat voor een man in de persoon van
de zoon van Telephos hij met zijn brons gedood had,• de held Eurypylos.
polloi; d j ajmf j aujto;n eJtai'roi• Khvteioi kteivnonto gunaivwn ei{neka dwvrwn.• Kei'non dh; kavlliston i[don meta; Mevmnona di'on.
• Vele makkers om hem heen,• Keteiers, werden gedood vanwege geschenken aan een vrouw. • Hem zag ik als mooiste na de edelgeboren Memnon.’
• Odysseus beantwoordt de vragen van Achilles in omgekeerde volgorde, hij begint bij de laatste vraag.
d. Neoptolemus blonk ook uit in de laatste fase van de oorlog (XI, 523-540)• Aujta;r o{t j eij" i{ppon katebaivnomen, o}n kavm j
jEpeiov", • jArgeivwn oiJ a[ristoi, ejmoi; d j ejpi; pavnt j ejtevtalto,• hjme;n ajnakli'nai pukino;n lovcon hjd j ejpiqei'nai:
• ‘Maar toen wij afdaalden in het Paard, dat Epeios had vervaardigd, • de besten van de Grieken, was alles aan mij opgedragen,• om zowel de stevige schuilplaats te openen als te sluiten;
• ajnakli'nai, ejpiqei'nai Inf aor act, blijkbaar zitten er luiken aan het paard. katebaivnomen suggereert dat deze luiken aan de bovenkant zitten.
• Eind van deze regels geen hoge punt, maar een komma, dan wordt de vertaling: maar toen wij afdaalden…… (en) alles aan mij was opgedragen, …(volgende dia)
• Pavnt j zie volgende regel: Odysseus heeft de algehele leiding.
• e[nq j a[lloi Danaw'n hJghvtore" hjde; mevdonte"• davkruav t j wjmovrgnunto, trevmon q j uJpo; gui'a
eJkavstou:
• toen veegden de andere leiders en heersers van de Grieken • hun tranen weg én trilden van onderafaan de ledematen van
ieder;
• wjmovrgnunto, impf geeft aan dat handeling vaak plaatsvond.
• De angst van de andere leiders onderstreept de dapperheid van Neoptolemos.
• kei'non d j ou[ pote pavmpan ejgw;n i[don ojfqalmoi'sin• ou[t j wjcrhvsanta crova kavllimon ou[te pareiw'n• davkru j ojmorxavmenon: oJ dev me mavla povll j
iJkevteuen• iJppovqen ejxevmenai, xivfeo" d j ejpemaiveto kwvphn• kai; dovru calkobarev", kaka; de; Trwvessi menoivna.
• maar hem heb ik volstrekt nooit met mijn ogen zien noch bleek worden, • wat betreft zijn mooie huid, noch van zijn wangen• tranen (zien) afvegen; hij smeekte mij heel vaak/voortdurend • hem uit het Paard te laten gaan en hij betastte het gevest van zijn zwaard • en de lans zwaar van brons en hij dacht vol verlangen aan de ellende voor
de Trojanen.
• i[don hierna komt een AcP• iJkevteuen, impf: herhaling• Menoivna, impf: dit is de hele tijd zo
• ’All j o{te dh; Priavmoio povlin diepevrsamen aijphvn,• moi'ran kai; gevra" ejsqlo;n e[cwn ejpi; nho;" e[bainen• ajskhqhv", ou[t j a]r beblhmevno" ojxevi> calkw'/• ou[t j aujtoscedivhn oujtasmevno", oi|av te polla;• givgnetai ejn polevmw/: ejpimi;x dev te maivnetai jArh~.
• Maar toen wij de hoge stad van Priamos geheel hadden verwoest, • ging hij met een aandeel en een voortreffelijk eergeschenk aan boord
van zijn schip,• ongedeerd, noch getroffen door het scherpe brons, • noch gewond in een gevecht van man tegen man, zoals vaak • gebeurt in de oorlog; want Ares raast in den blinde.’ dus in een oorlog
komen goede en slechte mensen om zonder onderscheid of bewuste keuze.
• Diepevrsamen, 1e mv ind aor act van diaperqw
• ’W" ejfavmhn, yuch; de; podwvkeo" Aijakivdao• foivta makra; biba'sa kat j ajsfodelo;n leimw'na,• ghqosuvnh, o{ oiJ uiJo;n e[fhn ajrideivketon ei\nai.
• Zo sprak ik en de ziel van de snelvoetige kleinzoon van Aiakos • ging met grote stappen door de met asfodil begroeide weide,• blij, omdat ik zei dat zijn zoon uitblinkend was.
• Odysseus weet niet hoe het verder ging met Neoptolemos toen ze Troje verlieten.
• Achilles is trots op zijn zoon: makra; biba'sa en hij is blij ghqosuvnh.