Brochure ontwikkelingsvoorsprong - communicatie tussen leerkrachten en ouders

15
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong – communicatie tussen leerkrachten en ouders 2013 Liesbeth Van Oosterwyck

description

Een brochure die helpt bij het zoeken naar een antwoord op de vraag: 'wat is een ontwikkelingsvoorsprong en hoe en met wie kan je hierover communiceren?'

Transcript of Brochure ontwikkelingsvoorsprong - communicatie tussen leerkrachten en ouders

Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong –

communicatie tussen leerkrachten en ouders

2013

Liesbeth Van Oosterwyck

1

De manier waarop men communiceert met de ouders is zeer belangrijk. Nog steeds ontstaan er problemen tijdens deze gesprekken. Ouders of leerkrachten geraken gefrustreerd omdat ze elkaar niet begrijpen. Er ontstaan misverstanden, het kind wordt niet verder geholpen. Een goede verstandhouding met de ouders is van belang om het kind te kunnen helpen. In deze brochure wordt zowel het aspect ‘ontwikkelingsvoorsprong’ besproken, als hoe je hierover op een bevorderende manier kan communiceren.

2

I N H O U D

Wat is een ontwikkelingsvoorsprong? ..................................................................... 3

Veel voorkomende kenmerken: ......................................................................... 3

Onderpresteren ................................................................................................. 3

Wat kan de school doen? ........................................................................................ 4

Detecteren ........................................................................................................ 4

Testen ............................................................................................................... 4

Mogelijke aanpak .............................................................................................. 4

Wat kunnen de ouders doen? ................................................................................. 5

Hoe hierover communiceren? ................................................................................. 7

Correct observeren ............................................................................................ 7

Gevoelens verwoorden ...................................................................................... 8

Behoeften verwoorden ...................................................................................... 8

Verzoeken duidelijk maken ................................................................................ 8

Mededogen, empathie tonen ............................................................................. 9

Met wie kan je communiceren? .............................................................................. 9

Ouders .............................................................................................................. 9

Schoolteam – interne communicatie ................................................................ 10

Externen ......................................................................................................... 10

Andere belangrijke aspecten ................................................................................ 11

Ontwikkelingsvoorsprong – hoogbegaafdheid ...................................................... 13

Boeken............................................................................................................ 13

Sites ................................................................................................................ 13

Communicatie ..................................................................................................... 14

Boeken............................................................................................................ 14

Sites ................................................................................................................ 14

3

WAT IS EEN ONTWIKKELINGSVOORSPRONG?

Men spreekt van ontwikkelingsvoorsprong bij kinderen tot 6 jaar. Wanneer het kind 6 jaar of ouder is spreekt men van hoogbegaafdheid. ‘Slim zijn’ is maar een klein aspect van het begrip ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafdheid.

Je kunt pas van een ontwikkelingsvoorsprong spreken na verschillende observaties en testen. Deze testen kunnen worden afgenomen vanaf de leeftijd van 4 jaar. Toch is het vaak zo dat kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong slechter presteren in de klas of op testen dan wat ze kunnen, zij gaan dan ‘onderpresteren’.

VEEL VOORKOMENDE KENMERKEN:

- Vroegtijdige taalontwikkeling - Hoge creativiteit - Goed ontwikkeld geheugen - Groot levensbewustzijn - Leergierig en nieuwsgierig - Groot concentratievermogen - Groot wiskundig inzicht - Gevoel voor humor - Ongeduldig - Perfectionistisch - Hoog rechtvaardigheidsgevoel - Hypergevoelig - Kritische ingesteldheid

ONDERPRESTEREN

Het kind komt in een spiraal van onderpresteren terecht als het onaangepaste activiteiten en opdrachten krijgt. Meestal zijn dit onderwerpen die het kind zich al op de een of andere manier eigen heeft gemaakt, of waarvoor het veel minder herhaling nodig heeft dan de leerkracht voorzien heeft.

4

Dergelijke, onaangepaste opdrachten of activiteiten leiden tot demotivatie, wat dan weer resulteert in onderpresteren. Dit geldt overigens voor iedereen, niet alleen voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong!

Op school uit het onderpresteren zich meestal op twee manieren:

- Matige en slechte resultaten - Slechte houding

Je hebt kinderen die relatief onderpresteren (rond het gemiddelde behalen) en kinderen die absoluut onderpresteren.

WAT KAN DE SCHOOL DOEN?

DETECTEREN

Het is belangrijk om voldoende kennis op te doen over ontwikkelingsvoorsprong. Dan pas kan je aan de hand van de vergaarde kennis nagaan of een kind al dan niet een ontwikkelingsvoorsprong heeft. Let er op dat je niet te snel conclusies trekt, een kind dat heel erg wild is heeft niet per se ADHD maar kan zich ook vervelen en dat door wild gedrag uiten.

Hou ook een gesprek met anderen die vaak tijd doorbrengen met het kind zoals de ouders, leerkracht, enz.

TESTEN

Je kan het kind laten testen door het CLB, CBO, Bekina of een privé-psycholoog vanaf de leeftijd van 4 jaar. Indien uit de test blijkt dat het kind geen ontwikkelingsvoorsprong heeft wil dit niet meteen zeggen dat je vermoedens foutief waren. Houd steeds het aspect ‘onderpresteren’ in je achterhoofd. Ook de faalangst kan het kind tegenhouden om de test uit te voeren.

MOGELIJKE AANPAK

5

1. Differentiatie: niet alleen naar onder toe differentiëren is belangrijk, ook naar boven! Niet alleen voor de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, maar voor alle sterkere kinderen.

2. Kangoeroeklas: Meer begaafde kinderen kunnen in sommige scholen voor één of meerdere lesuren terecht in een kangoeroeklas. Ze krijgen er extra uitdagingen: filosoferen, projectwerk, denkspelletjes, ...

3. Parttime overstap hogere klas: Dit houdt concreet in dat de kinderen voor enkele uurtjes per week naar een hogere klas overstappen.

4. Zorgklas: Ook een (tijdelijke) oplossing is om het kind enkele uurtjes per week naar de zorgklas te laten gaan. Hier kan het kind met de zorgleerkracht aan enkele moeilijkere opdrachten werken.

5. Projecten: Dit zijn projecten die worden georganiseerd voor een groep kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong waar ze samen aan kunnen werken buiten de vaste lessen in de klas. Zo kunnen zij individueel onderzoek uitvoeren en het project uitwerken. Dit zorgt voor uitdaging en motivatie bij de kinderen.

6. Versnelling of overslaan van een klas: Versnellen is een vroegtijdige overstap naar de lagere school. Overslaan is het letterlijk overslaan van een klas. Deze aanpak is niet voor alle kinderen gunstig, dus het is belangrijk om na te gaan wat het beste is voor het individuele kind.

WAT KUNNEN DE OUDERS DOEN?

Wanneer je als ouders nog maar een licht vermoeden hebt dat je kind een ontwikkelingsvoorsprong heeft, is het erg belangrijk om dit dan ook zo snel mogelijk met de leerkracht te bespreken. Zo kan je nagaan of zij dezelfde dingen heeft opgemerkt, of dat het kind op school misschien anders is.

Het is ook belangrijk om je eigen observaties niet meteen als fout aan te zien wanneer de leerkracht jouw voorbeelden niet heeft

6

opgemerkt. Vaak is het zo dat het kind thuis anders is dan op school.

Hoe pak je een kind met een ontwikkelingsvoorsprong het best als ouder aan?

- Geef veel informatie en goede antwoorden Wanneer je kind aan je vraagt hoe het komt dat hij anders is kan je hem vertellen dat zijn computer gewoon wat sneller werkt dan die van de andere kinderen. Dat de kinderen wat meer tijd nodig hebben om te werken en dat het bij hem wat sneller gaat. Zo vertel je de kleuter op zijn niveau en met zijn woordenschat hoe het komt dat hij anders is. Het is tevens belangrijk dat je een vergelijk maakt met de andere kinderen van de klas. De ene kan goed lopen, de andere goed zwemmen, weer een andere kleuter kan goed tekenen of heel mooi knutselen, dansen,…. Dat maakt juist iedereen uniek en speciaal. Zo maak je van je eigen kind geen kleuter op een voetstuk en blijft het met beide benen op de grond staan.

- Onderschat nooit hun verbale kracht - Neem je kind en zijn mening ernstig

Je kind is in zijn denken vaak al zo ver ontwikkeld dat hij zeker is van zijn mening. Probeer dus niet te zorgen dat het kind van mening verandert maar accepteer zijn mening en praat hierover. Staat zijn mening haaks tegenover die van jou, luister dan gewoon naar zijn motieven, misschien is het allemaal niet zo vreemd als het lijkt.

- Laat je niet meeslepen in overbodige conflicten - Zorg voor inspraak bij het nemen van beslissingen

Als ouder heb je steeds inspraak bij het zoeken naar een oplossing voor uw kind. De school kan wel beslissen wanneer je kind een klas in de kleuterschool over kan slaan. Dit kan echter niet bij de overschakeling van de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar. Hierbij heeft de ouder steeds het laatste woord.

7

HOE HIEROVER COMMUNICEREN?

Er zijn verschillende gevolgen van slechte communicatie voor zowel het schoolteam en de ouders als voor het kind. Zo kunnen er frustraties ontstaan bij de betrokken partijen of wordt het kind niet meer vooruit geholpen ten gevolge van die frustraties. De partijen zitten zo verstrengeld in discussies dat er geen plaats meer is om op zoek te gaan naar oplossingen die het kind kunnen verder helpen.

Volgende gegevens zijn erg belangrijk bij het voeren van een goed gesprek:

1. Correct observeren 2. Gevoelens verwoorden 3. Behoeften verwoorden 4. Verzoeken duidelijk maken 5. Mededogen, empathie tonen

CORRECT OBSERVEREN

Je moet steeds objectief observeren en rapporteren. Hoe we iets verwoorden speelt hier een grote rol: woorden maken het onderscheid tussen een observatie of een interpretatie. Hoe objectiever we een situatie voor anderen beschrijven, hoe makkelijker men gezamenlijk tot een oplossing kan komen. Het is zeer belangrijk dat zowel de leerkracht de ouders begrijpt als omgekeerd. Het kan een goed hulpmiddel zijn om eventueel je bemerkingen te ondersteunen met tastbaar bewijs, bijvoorbeeld een tekening die de kleuter maakte, het werkboekje van de kleuter, enz.

Ga nooit af op één enkele observatie. Wanneer je in de klas een kleuter hebt die wat wilder speelt dan de anderen wilt dit niet meteen zeggen da de kleuter ADHD heeft. Of wanneer het kind niet meewerkt wilt dit niet altijd zeggen dat hij lui is, of dat hij het niet kan, denk aan onderpresteren.

8

Omgekeerd kan het ook; wanneer je een kleuter hebt die heel erg goed kan tellen of optellen, ga er dan niet meteen van uit dat hij of zij een ontwikkelingsvoorsprong heeft. Elk kind heeft zijn talenten en wil dus niet meteen zeggen dat hij hoogbegaafd is.

GEVOELENS VERWOORDEN

Dit betreft hoe we ons voelen bij wat we waarnemen. Wanneer je aan iemand je gevoelens wilt duidelijk maken zijn volgende punten belangrijk:

- Hanteer een rijke woordenschat rond gevoelens: Wanneer je jouw gevoelens beschrijft, zeg dan niet: “ik ben woest omdat je niet luistert!” Beschrijf ruim voldoende waarom je dat gevoel hebt, wat de oorzaak is, hoe jijzelf denkt dat het gevoel kan worden vermindert. Zeg bijvoorbeeld: “Ik voel me gefrustreerd omdat ik niet

meer weet wat ik kan doen in de klas.” - Onderscheid gevoelens en meningen - Neem verantwoordelijkheid voor je gevoelens

BEHOEFTEN VERWOORDEN

Om gevoelens concreet te benoemen heb je een uitgebreide woordenschat nodig. In goede communicatie is het van belang dat je jouw eigen behoeften duidelijk verwoordt alsook aandacht hebt voor de behoeften van anderen. Leg aan de ouders uit dat je behoefte hebt aan een gesprek, dat je er behoefte aan hebt dat iemand je helpt oplossingen te vinden.

Een lijst van de verschillende gevoelens kan je terugvinden op http://www.walterhottinga.nl/gevoelens-een-lijst-van-beschrijvende-woorden/

VERZOEKEN DUIDELIJK MAKEN

Bij een verzoek verwoord je duidelijk en concreet wat je wilt, je probeert abstracte bewoording te vermijden. Wanneer je als

9

leerkracht het kind zou willen laten testen, is het belangrijk om de ouders hierbij te betrekken. Wanneer je dit doet zonder dat de ouders dit weten kan dit zorgen voor frustratie bij de ouders. Vertel de ouders bijvoorbeeld: “Ik heb aan de hand van wat ik heb gezien in de klas en tijdens de opdrachten dat je dochter heel erg voor staat op de andere kleuters in de klas. Ik heb enkele opdrachten bij me om u even te kunnen tonen wat je dochter allemaal kan. Indien u er mee toestemt zou ik graag een test laten afnemen om te kijken of ze misschien moeilijkere opdrachten nodig heeft om haar te blijven stimuleren.” Het is ook belangrijk om voldoende uitleg te geven aan de ouders. Welke test? Wie neemt de test af? Wat gebeurt er nadien? enz.

MEDEDOGEN, EMPATHIE TONEN

Laat duidelijk zien dat je de persoon waarmee je communiceert begrijpt, dat je hem of haar wilt helpen en samen tot een oplossing wilt komen.

MET WIE KAN JE COMMUNICEREN?

OUDERS

De inhoud van het gesprek tussen de schoolleden en ouders wordt bepaald door het soort relatie die deze twee partijen met elkaar hebben. Het niveau van de relatie bepaald in hoeverre de ouder de deskundigheid van de leerkracht, begeleider, opvoeder, enz. apprecieert.

Wanneer de ouders problemen opmerken bij hun kind is het vaak zo dat ze de oorzaak gaan zoeken bij de school, de begeleiders, de leerkracht, enz. Wanneer leerkrachten of andere leden van het schoolteam hiermee worden geconfronteerd kan dit leiden tot discussies. Het vraagt niet veel verbeelding om te beseffen dat dit een grote valkuil kan zijn in de communicatie en het streven naar een oplossing voor het probleem. Het is dan belangrijk om de

10

kritiek die je kreeg te weerleggen en op een geweldloze manier je eigen mening en gevoelens te delen met de ouder.

Het is bij een goed gesprek nodig dat je binnenstapt met enige achtergrondinformatie bij de hand. Wanneer je weet dat de ouders bij je komen om te praten over hun kleuter dat opvallend ‘slim’ is vergeleken met de andere kinderen van zijn leeftijd is het handig om al enige kennis te hebben over wat een ontwikkelingsvoorsprong inhoudt. Wanneer je zelf het idee hebt dat de kleuter een ontwikkelingsvoorsprong heeft is het altijd handig om met wetenschappelijk onderbouwde argumenten te komen. Zo merken de ouders dat je weet waarover je praat en zullen ze sneller in jouw verhaal meegaan. Het is wel steeds belangrijk om in je gesprek nog geen vaststellingen te doen, dit is niet jouw taak als leerkracht om te zeggen of de kleuter al dan niet een ontwikkelingsvoorsprong heeft. Je kan wel steeds je vermoedens aankaarten en hier samen met de ouders, het zorgteam of het CLB op verder gaan.

SCHOOLTEAM – INTERNE COMMUNICATIE

De interne communicatie gaat men steeds meer aanschouwen als een essentieel onderdeel van het organisatorisch functioneren. De wijze waarop alle leden binnen de school communiceren, informatie uitwisselen, maakt een belangrijk deel uit van het pedagogisch en didactisch functioneren van de school.

Indien het schoolteam niet voldoende samenwerkt of overlegt zal dit bij het oplossen van een probleem gevolgen kunnen hebben voor zowel de leden zelf als voor het kind, de ouders of externen. externen. Het is daarom belangrijk dat we differentiëren voor er problemen ontstaan i.p.v. te wachten tot er problemen zijn en pas dan in te grijpen. Ook voor kleuters die goed functioneren is differentiatie belangrijk.

EXTERNEN

11

1. CLB: zij kunnen fungeren als tussenpersoon. Zowel het afnemen van testen als het zoeken naar een oplossing met de ouders kan samen met hen worden geregeld.

2. Bekina: zij geven lezingen aan ouders en leerkracht over hun ervaringen met een ontwikkelingsvoorsprong. Zij bieden klare en duidelijke informatie en reiken allerlei hulpmiddelen en materialen aan die je zowel thuis als in de klas kan gebruiken.

3. Orthopedagoog – psycholoog: zij zijn vertrouwt met het aspect ‘ontwikkelingsvoorsprong’ en kunnen testen afleggen bij de kleuters.

4. CBO: deze organisatie biedt een dienstverlening aan die erin bestaat deskundig advies te geven aan en begeleiding van hoogbegaafde kinderen, adolescenten en volwassenen, ouders, schooldirecties, leerkrachten, CLB-medewerkers en andere betrokkenen bij het onderwijs. Het CBO heeft als opdracht het wetenschappelijk onderzoek naar hoogbegaafdheid te bevorderen.

5. Mensa: vereniging voor hoogbegaafde kinderen. Zij organiseert activiteiten voor deze jongeren en geeft informatie aan ouders en onderwijzend personeel.

6. Impact: vereniging voor hoogbegaafde kinderen en jongeren van 4 tot 24 jaar en hun ouders. Zij organiseert infoavonden, praatavonden, activiteiten en ook weekends waar deze jongeren elkaar en zichzelf leren kennen.

ANDERE BELANGRIJKE ASPECTEN

Er zijn ook andere aspecten die belangrijk zijn voor het goed verlopen van een gesprek. Je gesprek begint al voor de ouders aan je tafel zitten. Niet enkel het gesprek zelf is belangrijk, maar ook de voorbereiding ervan:

1. Trek voldoende tijd uit voor je gesprek. 10 minuten tijdens een oudercontact is vaak niet voldoende om over een onderwerp als ontwikkelingsvoorsprong te praten.

2. Voorzie een private, comfortabele ruimte.

12

3. Verzamel zelf voldoende informatie voor zowel jezelf als voor de ouders. Wees zeker dat je zelf iets over het onderwerp weet voor je hiermee naar de ouders gaat. Het is niet de bedoeling om al een conclusie te trekken en de vaststelling te doen, maar wanneer je zelf iets over het onderwerp weet zullen de ouders hier sneller voor openstaan.

13

DOCUMENTATIE ONTWIKKELINGSVOORSPRONG – HOOGBEGAAFDHEID

BOEKEN

- D’hondt, C. & Van Rossen, H. (2008) Hoogbegaafde kinderen, op school en thuis. Een gids voor ouders en leerkrachten, Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

- Kieboom, T. (2009) Hoogbegaafd: Als je kind (g)een Einstein is. Tielt: Lannoo.

- De Vos, C. (2002) Hoogbegaafd, Houten: Unieboek. - Boulanger, M., Peters, W. & Hoogeveen, L. (2000) Help! Mijn

dochter is hoogbegaafd, Utrecht: Lemma. - Kerkhofs, A. (2011) Mijn juffrouw begrijpt mij niet!

Hoogbegaafd: en dan? Bree: Drukkerij Symons. - Müller, T. (s.d.) Mijn kind is hoogbegaafd. Zo kunnen de ouders

de opvoeding en ontwikkeling van hun hoogbegaafd kind positief beïnvloeden, Deltas.

- Lammers van Toorenburg, W. (2005) Hoogbegaafd, non en? Ontdekboek over hoogbegaafdheid voor kinderen vanaf 5 tot 99 jaar!, Amsterdam: Samsara Uitgeverij.

- Meersman, A. (2005) Hoogbegaafden in het basisonderwijs: Praktische tips voor een aanpak op school en thuis. Gent: Academia.

SITES

- www.hoogbegaafdvlaanderen.be - www.bekina.be - www.kangoeroeklas.nl - www.pluizuit.be/110216/Slimme%20Gust.htm - www.digitips.be - www.hoogbegaafd.yurls.net - www.clickmazes.com

14

- www.cbo-antwerpen.be

COMMUNICATIE

BOEKEN

- Steehouder, M., Jansen, C., Maat, K., van der Staak, J. et al. (2006) Leren communiceren. Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie. (5e druk), Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff.

- Prenen, N. & Wysmans, M. (2004) Praten met ouders. Een gids voor leerkrachten, zorgbegeleiders, opvoeders en leerlingenbegeleiders. Leuven: CEGO Publishers.

- Ryckaert, L. (2005) Omgaan met ouders. Een praktische handleiding in gespreks- en communicatietechnieken voor leerkrachten. Tielt: Lannoo.

- Gruwez, C. (2001) Vragen is een kunst. Over communicatie tussen leraren, ouders en kinderen. Antwerpen: Rudolf Steiner Academie v.z.w.

SITES

- www.innerned.org/comrel.html - www.leraar24.nl/video/3477