Breinleren

42
Brein en Werkelijkheid Hoe onze omgeving kennis moduleert. Harry Gankema [email protected]

Transcript of Breinleren

Page 1: Breinleren

Brein en Werkelijkheid

•Hoe onze omgeving kennis moduleert.

Harry Gankema [email protected]

Page 2: Breinleren

Opbouw

• Wat is leren

• Wat is kennis

• Welke kennis ontwikkel je in een virtuele werkelijkheid

Aandachtspunt emergentie:

- laat het beeld los dat kennis een drager moet hebben.

- Breidt het beeld uit van wat een kennissysteem is.

Page 3: Breinleren

Nieuw leren of nieuwe kennis?

• We halen vaak ‘leren’ en ‘kennis’ door elkaar.

• Kennis is een vermogen iets te doen, leren is het proces dat daar een wijziging in brengt.

• Onze positie (binnen of buiten het brein) bepaalt hoe we tegen leren aankijken.

Page 4: Breinleren

Leren vanuit de aanbieder: de stapelbenadering

• Leren is het verzamelen van ontbrekende informatie

- K → K’. leren = Δk

Page 5: Breinleren

• Leren is de neurale verandering die ontstaat naar Leren is de neurale verandering die ontstaat naar aanleiding van de waardering van een mentaal/fysieke aanleiding van de waardering van een mentaal/fysieke actie.actie.

- leren = K → K- Leren is een verandering van de homeostase

Leren vanuit de ontvanger: de veranderbenadering

Badhuis

Wasserette

Badhuis

Wasserette

Page 6: Breinleren

De uitdading aan de gamebouwer

K → K’. leren = Δk

“Bouw een game rond:”

Leren is een verandering van de homeostase

“Bouw een game die zorgt voor:”

Page 7: Breinleren

• Wat is leren

• Wat is kennis

• Welke kennis ontwikkel je in een virtuele werkelijkheid

Aandachtspunt emergentie:

- laat het beeld los dat kennis een drager moet hebben.

- Breidt het beeld uit van wat een kennissysteem is.

Page 9: Breinleren

Input output

actie

verwerking

FysiologischZintuiglijk

Page 10: Breinleren

Waarnemen ActiesBepalen actiesVerwerken

Concrete gebeurtenissen, biologische processen

Inputsectoren Associatieve gebieden

Outputsectoren

ActiesNeurale signalen

zintuigen

zenuwen

Mentale processen, vormen

Somatisch stempel

Lichaam

Omgeving

Page 11: Breinleren
Page 12: Breinleren
Page 13: Breinleren
Page 14: Breinleren

• Twee fundamentele consequenties:Twee fundamentele consequenties:

- Intentie: om te kunnen waarderen moet de Intentie: om te kunnen waarderen moet de handeling aan een doel zijn te relateren.handeling aan een doel zijn te relateren.

- Distantie: dat wat waardeert mag niet Distantie: dat wat waardeert mag niet samenvallen dat wat de handeling stuurde: samenvallen dat wat de handeling stuurde: zelfreferentiezelfreferentie

Leren is de neurale verandering die ontstaat naar Leren is de neurale verandering die ontstaat naar aanleiding van de waardering van een mentaal/fysieke aanleiding van de waardering van een mentaal/fysieke actie.actie.

Page 15: Breinleren

zelfreferentie, wel intentie

• Intentie: die van de ontwerper, magazijnen vullen en dat Intentie: die van de ontwerper, magazijnen vullen en dat steeds beter doensteeds beter doen

• Zelfreferentie: het programma dat de robot stuurt bevat Zelfreferentie: het programma dat de robot stuurt bevat ook een programma om te bepalen of de uitvoering ook een programma om te bepalen of de uitvoering voldeed aan een door de ontwerper ingebouwde norm.voldeed aan een door de ontwerper ingebouwde norm.

• Het apparaat bedenkt zelf geen andere norm, spaghetti Het apparaat bedenkt zelf geen andere norm, spaghetti opdienen bijvoorbeeld.opdienen bijvoorbeeld.

Page 16: Breinleren

Nog wat voorbeelden

Onbewust, adequate omgeving wordt onontkoombaar omgezet in leren. Ontwikkeling cognitie vloeit direct voort uit genetische structuur en de daarin gebakken intentie.

Page 17: Breinleren
Page 18: Breinleren
Page 19: Breinleren

• Wat is leren

• Wat is kennis

• Welke kennis ontwikkel je in een virtuele werkelijkheid

Aandachtspunt emergentie:

- laat het beeld los dat kennis een drager moet hebben.

- Breid het beeld uit van wat een kennissysteem is.

Page 20: Breinleren

Kennissystemen

• Kennissystemen ontstonden toen de organische wereld ‘emergeerde’ uit de fysische wereld.

• Bij een toenemende complexiteit stapelden zich nieuwe kennissystemen op elkaar.

• De mens is geen eindpunt: we leven midden in de volgende stap. De startpunten zijn niet uit ons brein verdwenen

Page 21: Breinleren

Wat is kennis?

Page 22: Breinleren

Wat is kennis?

• HET VERMOGEN TOT HANDELEN

• In je hoofd: cognitie, buiten jezelf: kennis

Page 23: Breinleren

Cognitie I: het vermogen tot handelen

Onbewust, ontwikkeling cognitie vloeit direct voort uit genetische structuur.

Kunnen en weten vallen samen

Systeem I

Page 24: Breinleren

Cognitie II: het vermogen tot handelen

Onbewust, voortvloeiend uit ervaring, ‘lessons learned’

Uit kunnen blijkt weten

Systeem II

Page 25: Breinleren

Aktie

Spiegeling

Waardering

Mentale

ervaring

Het geheel van

persoonlijke ervaringen

Perssonlijke

motieven: intentie

Page 26: Breinleren

“Cognis” IIIa: het vermogen tot communiceren

Belichaamde kennis uitdrukken naar een ander op zo’n manier dat hij ook mentale beelden krijgt en v.v..

Belichaamd: Talige kennis is gekoppeld aan een persoonlijke betekenisgeving

Systeem III

Page 27: Breinleren

Weet je dat Betty van Eneco zwanger

is?

Page 28: Breinleren

Kennis IV: gedeelde kennis

Cognitie die is verwoord zodat hij ook beschikbaar is voor een ander.

Informatie waar je misschien iets mee kunt

Niet belichaamd: ontdaan van context en beleving

Systeem IV

Page 29: Breinleren

“Cognis” IIIb: metacognitie

Eigen cognities door taal afstemmen op algemene kennis. Combineren van eigen cognitieve potentie met die van kennispotentie tot toekomstig handelen

Systeem III

Page 30: Breinleren

Mentaal beeld

afstemmen

Koppelen mentaal

beeld

Lezen

Korte termi

jn

Archeatypisch mentaal

beeld

Page 31: Breinleren

Archeatypisch mentaal

beeld

I

IV

IIIa

II

IIIb

Page 32: Breinleren

De kennispyramide

I

IV

III

II

Kunnen

Weten

Verwoorden

Begrijpen

Page 33: Breinleren

• Wat is leren

• Wat is kennis

• Welke kennis ontwikkel je in een virtuele werkelijkheid

Aandachtspunt emergentie:

- laat het beeld los dat kennis een drager moet hebben.

- Breid het beeld uit van wat een kennissysteem is.

Page 34: Breinleren

Neuraal spiegelen

Mentale vorm

Page 35: Breinleren

De relatie tussen kennis en cognitie

Fysiologische kennis

I

-Tolk tussen IV en II;

- Metacognitie

III

Gevoelde betekenis

II

Mens in relatie tot zijn oorsprong: natuur

Aanpassing van de mens aan zijn eigen schepping: cultuur

Verwoording

Internalisering

Verbeelde betekenis

Betekenisvol handelen

Maatsch. kennis tussen mensen (media, vooral

folio)

IV

Leren in onderwijs IQ gebaseerd: decodering

van talige structuren naar natuurlijke structuren en

v.v.

Leren buiten onderwijs:Directe relatie tussen

systeem II en IV. Moderne IT-tools zijn hier op

gebaseerd

Page 36: Breinleren

Relatie leren en ict

Genetisch deelvan leren

Cultureel deelvan leren

Orientatie dmv multimedia (leerling als consumer)

Ontdekken van betekenissen door

productie en creatie (m.m productie)

Sociale constructie van betekenis in

communities

Reconstructie van betekenis: assesment,

portfolio

Cédicu, Pantamedia

Drill & Practise, simulatie

Page 37: Breinleren

The Matrix

Page 38: Breinleren

The Matrix II

Page 39: Breinleren

USB of mobiel leercentrum?

Page 40: Breinleren

De aarde thuis: Google Earth

Page 41: Breinleren

Moeilijk??

Page 42: Breinleren

Ongemotiveerd?