Brandveilig.com nr.2 mei 2013

40
MEER NIEUWS BRANDVEILIG.COM Onduidelijkheden normen brandveiligheid belicht Zesde jaargang nr.2 MEI 2013 Bestrijd de brand aan de bron Onduidelijkheden normen brandveiligheid belicht Inwerkingtreding CPR: CE-markering verplicht Thema Blusmiddelen / Automatische blusinstallaties Over het doel van brandmeldsystemen

description

Vakblad voor professionals in brandpreventie

Transcript of Brandveilig.com nr.2 mei 2013

MEER NIEUWS

BRANDVEILIG.COM

Onduidelijkheden normen brandveiligheid belicht

Zesde jaargang nr.2 MEI 2013

Bestrijd de brand aan de bronOnduidelijkheden normen brandveiligheid belichtInwerkingtreding CPR: CE-markering verplicht

Thema Blusmiddelen / Automatische blusinstallatiesOver het doel van brandmeldsystemen

01 Cover.indd 1 25-04-13 09:50

De juiste mensen op de juiste plek

Toonaangevend in veiligheid

Trigion Brand en Beveiligingstechniek is uw partner in het creëren van een optimaal brandveilige omgeving.

Of het nu gaat om technische beveiligingsoplossingen, brandpreventie, brandveiligheid of diverse safety

opleidingen. Wij zetten onze expertise in om u goed te adviseren. We stellen een pakket van eisen op dat

aan alle regels voldoet en overleggen met adviesbureaus, brandweer, verzekeraars en inspectiebureaus.

We leveren en installeren alles op het gebied van brandveiligheid en verzorgen vervolgens ook graag het

langjarig onderhoud, zodat u ook op de lange termijn verzekerd bent van een optimaal brandveilige

omgeving. Trigion Brand en Beveiligingstechniek heeft daarmee alles in huis om u compleet te ontzorgen.

Wilt u weten wat Trigion voor uw organisatie kan betekenen? Kijk dan voor meer informatie op

www.trigion.nl of bel (0348) 40 55 00. Wij zijn u graag van dienst. Trigion. Toonaangevend in veiligheid

13_TRI_045_Adv_BBT 09-04-13 14:29 Pagina 1

01 Cover.indd 2 25-04-13 09:50

Inhoud

3nummer 2 mei 2013

20

14

10 Thema

Blusmiddelen / automatische blusinstallaties

10 | Over het doel van brandmeld-systemen

14 | Bestrijd de brand aan de bron

18 | Onduidelijkheden normen brandveiligheid belicht

20 | Uit het brandlab

24 | Verslag Nationaal Brandveilig-heidscongres 2013

26 | Ce-markering verplicht

Verder in dit nummer6 Nieuws

23 schadepraktijk; iNvloed op de beleNdiNg

32 praktijktoepassiNg; aaNvulleNde eiseN

33 gastcolumN FraNk vaN elseN

35 columN joric witlox

36 braNche-iNFormatie vbe

38 bedrijveNiNdex

Safety & Security amsterdam 2013Van 4 - 6 juni vindt de SSa 2013 plaats. Bij deze editie van Brandveilig.com verschijnt een speciale uitgave rondom de beurs, met daarin veel prakti-sche beursinformatie en interessante interviews met de organisatie, exposanten en bezoekers.

03 Inhoud.indd 3 25-04-13 11:10

Kennismaken met de M-Fire? Bezoek WWW.HAAGEN.COM of bel +31 (0)13 507 6800

MOBIELE TRAININGOVERAL EN ALTIJD

[ M-FIREBRANDBLUSTRAINING OP LOCATIE

De M-Fire is een veelzijdig, compact en draagbaar brandblusysteem om op locatie mee te trainen.

Daag uw cursisten maximaal uit met de verschillende voorgeprogrammeerde brandscenario’s en -klassen.

Met een breed scala aan opzetstukken kunt u uw training uitbreiden en veel voorkomende branden simuleren die een verplicht onderdeel zijn van de BHV-brandtraining.

Oplosmiddelvrij en geurarm Brandwerendheid tot 90 minuten (CE-gemarkeerd volgens ETAG 018) Zeer snelle doorharding, na 24 uur gereed voor transport Uitstekende corrosiebescherming volgens ISO 12944-5 (tot C5-I mogelijk)

Sika® Unitherm® Platinum

Sika Nederland B.V. - www.sika.nl

WIN... TELUIT UW WINST

05 Colofon en redactioneel.indd 4 25-04-13 09:53

B+B VAKMEDIANET

5

Brandveilig.com is een uitgave vanVakmedianet

Colofon

nummer 2 mei 2013

CommentaarFoto staat op ftp. Is andere dan de vorige keer.

Er staat te veel tekst onder het kopje "Top-of-mind". Het past niet op de pagina. Is het mogelijk wat tekst te schrappen?

Karlijn

Hoi Karlijn,

De column bevatte maar iets meer wooorden dan de vorige keer, toen het er wel inpaste. Hoe kan dat, is er een ander lettertype of corpsgrootte gebruikt?Ik heb nu iets geschrapt, maar wacht nog even je reactie af, voordat ik nog meer schrap. Wellicht hebben jullie wel een mogelijkheid om de tekst passend te krijgen?

Groet, Monique

We hebben nu de kolom breder gemaakt,, het frame omhoog getrokken en de basistekst 1 punt kleiner gemaakt waardoor het nu wel passend is. Hopelijk is dat voor jou nog steeds acceptabel. (lvo)

HoofdredacteurArjen de Kort, [email protected]

EindredacteurMonique van der Woude

Medewerkers aan deze uitgaveGisela van Blokland, Frank van Elsen, Jacques Mertens, Leo Porrio, Jan Sterk, Aad van den Thoorn en Joric Witlox

RedactieraadDe redactieraad adviseert de redactie van Brandveilig.com. De uitingen geven echter niet per se de mening weer van de leden.

Coen van Beek, Eric Bosscher, Xander van Bree, Arnoud Breunese, Maarten de Groot, René Hagen, Dingeman de Jong, Johan Koudijs, Leo Oosterveen en Joric Witlox

Art DirectionMr. Richardson

VormgevingPublish Impulse Group - Cross Media SolutionsAlphen aan den Rijn

CoverbeeldDanny Merk

UitgeverRuud Bakker, [email protected]

MarketingLeendert van Wezel, [email protected]

AccountmanagersMichel Lases, [email protected], 06 - 52867256Marion Smits, [email protected], 06 - 52867200

Abonnementenadministratie & TrafficJolanda van Selm, [email protected]

AdresB + B VakmedianetPostbus 219, 1400 AE BussumTel. [email protected]

AbonnementenBrandveilig.com is een tweemaandelijkse uitgave. Abonnement: Nederland € 97,50, overige landen € 120,00, los nummer € 17,00. Prijzen exclusief BTW. Abonnementen worden automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor vervaldatum schriftelijk is opgezegd.

BankrelatieING bank 65.23.73.763

DrukVan der Wiel & Rosmalen Drukkers, Arnhem

DoelgroepProfessionals op het gebied van brandveiligheid, zoals architecten, aannemers, preventisten, brandweer, adviseurs, installateurs, leveranciers en beslissers op het gebied van facilitair management in bedrijf en gebouw.

CopyrightAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomati-seerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie-en, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

DisclaimerAlle in Brandveilig.com opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. B + B Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie.

B + B VAKMEDIANET IS AANGESLOTEN BIJ HET OPLAGE INSTITuuT (HOI) ISSN-NuMMER: 1876-5750

Top-of-mindIk heb goed nieuws voor u, zeker als u aanbieder bent in de branche. Brandveiligheid wordt namelijk door ruim zeventig procent van de veiligheidsprofessionals als belangrijkste onderwerp voor hun organisatie gezien. Dit blijkt uit een enquête uitgezet onder veilig-heidskenners en uitgevoerd in opdracht van de vakbeurs Safety & Security Amsterdam (SSA).

Wat mij om te beginnen opviel was dat de veiligheidsprofessionals de volgende 5 onderwerpen van belang vinden voor hun organisatie als het gaat om veiligheid en beveiliging: brandveiligheid (73%), toegangscontrole (60%), fysieke en mechanische beveiliging (59%), inbraak- en diefstalbeveiliging (58%) en cctv (54%).Eerlijk gezegd had ik toch zeker een klassiek beveiligingsonderwerp als toegangscontrole of cctv op de eerste plaats verwacht. Mis-schien zegt dit iets over de achtergond van de respondenten, maar het kan natuurlijk zo zijn dat ook security professionals meer en meer gaan inzien dat brand een serieus risico is in het kader van business continuity. Kortom, brandveiligheid is top-of-mind.

Gezien deze top 5 is het niet vreemd dat de investeringen op het gebied van beveiliging en veiligheid ook bijna allemaal op deze onderwerpen betrekking hadden. En ook daarbij scoorde brandveilig-heid met 17% ruim hoger dan de investeringen op security onder-werpen als cctv (9%) of toegangscontrole (9%).Brandveiligheid staat overigens op een derde plek als het gaat om de belangrijkste investeringen voor de nabije toekomst: 25% van de veiligheidsprofessionals zegt daarin de komende tijd te willen investeren. In deze barre economische tijden lijkt mij dat ook welkom nieuws.

Er is echter ook minder goed nieuws, zo blijkt uit dezelfde enquête. En dat betreft de veiligheidsprofessionals zelf, die te kennen geven dat zij in hun werk worden belemmerd door de regelgeving op het terrein van brandveiligheid. Zo vindt 45% deze regels vaak onduide-lijk. Iets wat volgens mij niet uniek is voor brandveiligheid, maar wat de overheid en andere regelgevende instanties zich natuurlijk wel zouden moeten aantrekken.En voor een vakblad als Brandveilig.com biedt dit gegeven natuurlijk

weer redactionele aanknopingspunten. In deze editie wordt daaraan bijvoorbeeld invulling gegeven met artikelen over brandveiligheids-normen, over de inwerkingtreding van de Construction Product Regulation (CPR) per 1 juli a.s. en daarmee de verplichting tot CE-marke-ring, en de start van een nieuwe rubriek over hoe brandveiligheidsvoorschriften moeten worden uitgevoerd.

Arjen de Korthoofdredacteur [email protected]

05 Colofon en redactioneel.indd 5 25-04-13 09:53

Nieuws

6

Meer informatie over alle activiteiten: www.brandveilig.comAgenda

nummer 2 mei 2013

Opslag gevaarlijke stoffen vaak onveilig

Zo’n 121 bedrijven waar gevaarlijke stoffen liggen opgeslagen, hebben hun brandveiligheid nog niet op orde. Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).Sinds 2011 stonden er 151 risicovolle bedrijven onder extra toezicht van het ILT omdat bij inspecties was gebleken dat ze de regels op het gebied van brandvei-ligheid niet voldoende naleefden. Zo voldeden de brandbeveiligingsinstallaties of bedrijfsbrandweer bij deze bedrijven niet meer aan de eisen.De inspectie constateerde dat vorig jaar 121 van deze bedrijven de brandveilig-heid nog steeds niet op orde hadden.

CCV draagt dossiers brandveiligheid over aan IFVHet CCV heeft per 1 april een aantal dossiers over het onderwerp brandveiligheid overgedragen aan het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Bij de oprichting van het CCV is brandveiligheid als een van de thema’s benoemd. In de loop van de jaren werd brandveiligheid steeds vaker een onderdeel binnen allerlei veiligheidsprojecten. Bijvoorbeeld brandveiligheid binnen het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en als module binnen Veiligheid in het Rond Scholen (VRIS). Deze en andere themadossiers, zoals brandveilige wijk zijn per 1 april ondergebracht bij Infopunt Veiligheid, een onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) in Arnhem. U vindt deze dossiers vanaf nu op www.infopuntveiligheid.nl. Het IFV richt zich op het versterken van de brandweerzorg en de aanpak van rampenbestrijding en crisisbeheersing. De regierol van het CCV voor de ontwikkeling, implementatie en beheer van de certificatie- en inspectieschema’s voor brandmeldin-stallaties en brandblussystemen verandert niet.

Vervolgstappen BrandweerdoctrineOp 15 maart 2013 heeft de Raad van Brandweercommandanten haar steun uitgesproken voor de vervolgstappen van de Brandweer-doctrine. De komende tijd zal met de volgende zaken aan de slag worden gegaan:• uitwerken van het thema ‘verkenning’ gekoppeld aan het kwadrantenmodel;• ondersteunen van de implementatie van het kwadrantenmodel in de regio’s;• vergroten van de betrokkenheid van het brandweerveld;• versterken van de samenwerking tussen de verschillende netwerken.

De Raad heeft hiertoe twee teams geformeerd: het Themateam Verkenning en het Implementatieteam.

4 novemberDag van De bHvwww.DagvanDebHv.nl

18 juniConferentie ZelfreDZaam-HeiD en bHvPuttenwww.nibHv.nl

4 – 6 juniSafety & SeCurity amSterDam (SSa 2013)amSterDamwww.SafetySeCurityamSter-Dam.nl

13 - 16 mei ifSeCbirmingHam (vK)www.ifSeC.Co.u

06-7 Nieuws.indd 6 25-04-13 09:54

Nieuws

7nummer 2 mei 2013

Ontwikkelingen in (brand)veiligheid

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) volgt sinds 2008 trends en ontwikkelingen binnen een groot aantal veilig-heidsthema’s. De belangrijkste bevindingen zijn onlangs weer gepubliceerd in het Trendsignalement 2013.Het nieuwste Trendsignalement stelt om te beginnen vast dat in 2013 drie trends uit het afgelopen jaar zich doorzetten: cybercrime, de precaire economische situatie en de opkomst van sociale media binnen de maatschappelijke veiligheid en integrale veiligheidszorg.Verder wordt een apart hoofdstuk gewijd aan brandveiligheid, waarin onder andere valt te lezen dat niet alleen particulieren, maar zeker ook bedrijven en organisaties steeds meer te maken hebben met brandveiligheid. Onderzoek van vier rijksinspecties maakt duidelijk dat de brandveiligheid bij vooral zorginstellingen de afgelopen jaren niet of nauwelijks is verbeterd. Bij 30 procent van de 96 onder-zochte zorginstellingen constateerde de inspecties ernstige gebreken, vaak op het gebied van brand- en rookcompartimentering. Bij eenzelfde percentage instellingen was de bedrijfshulpverlening niet op orde. Verontrustend was het gebrekkige brandveiligheidsbe-wustzijn onder personeel.Wat betreft de toekomst van brandveiligheid stelt het Trendsignalement vast dat deze aan verandering onderhevig is. Er is sprake van nieuwe bouwregelgeving (Bouwbesluit 2012), de brandweer denkt na over de eigen rol, en bedrijven begeven zich steeds meer op het terrein van brandveiligheid. Te verwachten valt dat deze ontwikkelingen gevolgen hebben voor de rolopvatting en verantwoordelijk-heidsverdeling van overheid, bedrijven en burgers.Het Trendsignalement 2013 is een uitgave van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV, www.hetccv-trends.nl).

Opkomsttijd brandweer op niets gebaseerd

De wettelijk vastgelegde opkomsttijd van de brandweer bij incidenten is op niets gebaseerd. De maximale tijd die er mag zitten tussen de melding van een incident en de aankomst van het eerste hulpvoertuig dook in 1966 voor het eerst in officiële stukken op, maar waar die normtijden toen vandaan kwamen valt niet meer te achterhalen.Dat stelt onderzoeksinstituut TNO, dat in opdracht van het Veiligheidsberaad onderzoek deed naar de relatie tussen de opkomsttijd en brandveiligheid. Volgens TNO bestaat er geen weten-schappelijke onderbouwing voor de normtijden. Snelheid is ook geen garantie voor het scheppen van een veiliger leefomgeving, aldus de onderzoekers.Het Veiligheidsberaad is het landelijk overleg van de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s. De voorzitters zijn de burgemeesters van de grootste gemeente in elke afzonderlijke regio. Het be-raad is ontstemd over een rapport van de Inspectie van Veiligheid en Justitie van vorig jaar, waar-in werd gesteld dat de brandweer niet goed presteerde omdat de hulpverleners bij een op de drie branden te laat arriveerden. Ook hadden maar 5 van de 25 regio’s hun zaakjes op orde, aldus de inspectie.

Herziene norm voor wbdboNEN heeft de norm voor de bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag, NEN 6068, aangepast en als normont-werp gepubliceerd. Deze norm is in het Bouwbesluit aangewezen om de uitbreiding van brand in gebouwen te beperken.De belangrijkste wijzigingen zijn de verbetering van de leesbaarheid, de verbreding van het toepassingsgebied met gebouwen met schuine daken en brandoverslag uit dakopeningen. De norm is aangepast naar aanleiding van een onderzoek onder de gebruikers van NEN 6068.Het was nog niet mogelijk om NEN 6068 toe te passen voor gebouwen met hellende gevels en dakopeningen. In het nieuwe normont-werp staat een bepalingsmethode om met hellende gevels, dakopeningen en dakkapellen om te gaan. Daarnaast is de norm herschre-ven om deze beter leesbaar te maken. Tot op heden was niet duidelijk welke criteria moeten worden toegepast voor gevels. Het nieuwe normontwerp geeft voor allerlei situ-aties aan welke brandwerendheidscriteria van toepassing zijn. Voor de bepaling van de weerstand tegen brandoverslag kan NEN 6068 bijvoorbeeld rekenen met een dichte gevel met openingen waar vlammen uitkomen, of de gevel kan per verdieping afwisselend wel brandwerend of niet-brandwerend worden uitgevoerd. Welke criteria van toepassing zijn is afhankelijk van de manier van berekenen van de wbdbo in NEN 6068.

06-7 Nieuws.indd 7 25-04-13 09:54

Nieuws

8 nummer 2 mei 2013

Brandwerendheid staalconstructies gebouwen volgens Eurocode 3

Bij Bouwen met Staal is een nieuw boek verschenen over brandveiligheid en de be-rekening van de brandwerendheid van staalconstructies voor gebouwen volgens Eu-rocode 3.In het boek wordt ingegaan op de doelstellingen van brandveiligheid aan de hand van het gedrag van een brand en worden de maatregelen besproken die een ontwerper kan nemen om te voldoen aan de eisen voor brandveiligheid volgens het Bouwbe-sluit.Verder komt de berekening van de brandwerendheid van een staalconstructie met betrekking tot bezwijken aan de orde en wordt het onderwerp fire safety engineering behandeld. Zo worden situaties besproken die met FSE in de praktijk al zijn te bere-kenen: staalconstructies bij een natuurlijke brand, staalconstructies die zich buiten het gebouw bevinden in de buitenlucht, en het systeemgedrag van een staalcon-structie met een staalplaat-betonvloer bij een standaardbrand.Tenslotte bevat het boek elf ontwerptabellen voor het eenvoudig bepalen van onder meer de reductiefactor op de sterkte, de doorsnedeklasse en de kritieke staaltempe-ratuur.A.F. Hamerlinck, ‘Brand. Brandveiligheid en berekening van de brandwerendheid van staalconstructies voor gebouwen volgens Eurocode 3’, Bouwen met Staal, Zoeter-meer, ISBN 978-90-72830-85-2.

Nieuwe aanpak brandveiligheid zorgorganisaties en brandweer

De brancheorganisaties voor de zorg ActiZ en VGN starten samen met Brandweer Nederland met een nieuwe aanpak om het veilig-heidsbewustzijn en de zelfredzaamheid in zorgorganisaties te verhogen.Het project ‘Geen nood bij brand!’ richt zich daarbij zowel op bouwkundige en installatietechnische maatregelen, als op creëren van een veilige woon- en werkomgeving voor cliënten en medewerkers.In de laatste rapportage van de gezamenlijke Rijksinspecties is geconstateerd dat er bij 30% van de gebouwen van zorgorganisaties technische tekortkomingen waren op het gebied van brandveiligheid. ActiZ en VGN gaan vanaf nu nauw samenwerken met de brand-weer om dat percentage drastisch terug te brengen.Projectleider Jan Kuyvenhoven van Brandweer Nederland: ‘Tot nu toe kregen zorginstellingen voorgeschreven hoe ze brandveiligheid moesten regelen. In dit project willen we toe naar een situatie waarin zorgorganisaties en de brandweer samen afspraken maken over de brandveiligheid. We gaan als het ware op veiligheidsexpeditie. Want afspraken werken vaak beter dan regels.’ Paul van Aken, be-leidsadviseur bij ActiZ: ‘We betrekken medewerkers en leidinggevenden van zorgorganisaties bij brandveiligheid, zodat ze zich meer bewust worden van hun verantwoordelijkheden op dit terrein. En dat moet leiden tot minder slachtoffers.’‘Geen nood bij brand!’ is in de veiligheidsregio Gelderland-Midden ontwikkeld en uitgevoerd om attitude, risicoperceptie en bewust-wording van brandveiligheid te vergroten bij cliënten, medewerkers en bestuurders van zorgorganisaties. ‘Met succes’, stelt Kuyven-hoven. ‘Het initiatief kreeg de landelijke innovatieprijs en wordt nu landelijk opgepakt. Brandweer en zorgorganisaties gaan structureel samenwerken om de veiligheid van clienten en medewerkers te garanderen.’

Dubbel aantal branddoden in Amsterdam

In de regio Amsterdam zijn vorig jaar acht mensen door brand overleden. Dat is bijna twee keer zo veel als gemiddeld. Normaal komen elk jaar in de hoofdstad rond de vier tot vijf mensen om door brand.De brandweer heeft geen verklaring voor de stijging. Bij een felle brand in een historisch pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal in juni kwamen twee mensen om het leven. De geregistreerde branddoden zijn alleen slachtoffers die al overleden zijn als de hulpdiensten arriveren. Mogelijk zijn slachtoffers zwaargewond naar het ziekenhuis vervoerd en daar later alsnog overleden.De Amsterdamse brandweer rukte vorig jaar 564 keer uit voor woningbranden. Uit onderzoek onder 187 woningbranden bleek dat de meeste worden veroorzaakt door menselijk handelen. Branden ontstaan bijvoorbeeld tijdens het koken of het klussen of door kaarsen.In totaal werd afgelopen jaar 11.488 keer een beroep gedaan op het hoofdstedelijke brandweerkorps. Een jaar eerder was de brand-weer 12.643 keer nodig. Het grootste deel van de meldingen betrof hulpverlening, zoals reanimatie en liftopsluitingen.

08-9 Nieuws.indd 8 25-04-13 10:09

Nieuws

9nummer 2 mei 2013

Afbouwers: grotere rol opdrachtgevers in ontwerp- en bouwprocesDoor verschillende ontwikkelingen in de bouw veranderen ook de rollen van betrokken partijen. Volgens de afbouwers is met name de rol van installateurs en opdrachtgevers in het ontwerp- en bouwproces groter geworden in de afgelopen vijf jaar en zal deze ook in de komende vijf jaar het meest toenemen.Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat in het vierde kwartaal van 2012 is uitgevoerd onder 119 afbouwers (onder andere aannemers, klusbedrijven, schilders en stukadoors).BIM (Building Information Model), de economische situatie en duurzaam bouwen zijn slechts enkele ontwikkelingen die ervoor hebben gezorgd dat de rollen in het ontwerp- en bouwproces in de afgelopen jaren zijn veranderd. Volgens de afbouwers is vooral de rol van installateurs en opdrachtgevers in dit proces groter geworden (beide 40% toegenomen). Voor de komende vijf jaar zien de ondervraag-den vooral een toenemende invloed van woningbouwcorporaties en bedrijfsleven als opdrachtgever.De rol van architecten in het ontwerp- en bouwproces is daarentegen volgens de afbouwers kleiner geworden. Dit beeld zal zich vol-gens de ondervraagden ook de komende jaren doorzetten.Over de eigen rol van de afbouwers zijn de meningen verdeeld; ongeveer even veel afbouwers geven aan dat hun rol is afgenomen als toegenomen en hetzelfde geldt voor de verwachtingen voor de komende jaren.

Installatiebranche moet innoveren om te overleven

Ook in de installatiebranche voelen veel be-drijven de gevolgen van de crisis. Uit onder-zoek van UNETO-VNI blijkt dat het produc-tievolume sinds 2009 met een kwart is afgenomen. De branche zet in op innovatie om het tij te keren.De ondernemersorganisatie voor de instal-latiebranche UNETO-VNI signaleert wel dat installatietechniek een steeds belangrijker onderdeel van de totale bouwsom vormt en verwacht dat dit aandeel de komende jaren zal groeien. Maar op korte termijn zijn veel ondernemers in de branche somber ge-stemd.De bouwcrisis en afgenomen consumenten-vertrouwen zetten de werkgelegenheid in de sector sterk onder druk. Installateurs moe-ten alle zeilen bijzetten om werkgelegenheid in stand te houden.

De sector verwacht veel van het Nationaal Energieakkoord en het Nationaal Fonds Energiebesparing. Duurzame energie en het levensloopbestendig maken van woningen zijn groeimarkten. Ook de doorgevoerde btw-verlaging kan consumenten over de streep trekken om te investeren in woning-verbeteringen.De markt voor industriële installatietechniek lijkt geen last te hebben van de crisis. Deze deelsector verwacht dit jaar zelfs een groei van 1% te realiseren.

08-9 Nieuws.indd 9 25-04-13 10:09

10 nummer 2 mei 2013

Over het doel van brandmeldsystemen

‘Een brandmeldinstallatie moet de brandveiligheid dienen, dat doel vormt het uitgangspunt voor het Inspectiecertificaat.’ Dit zeggen Radjen Thakoer, senior Adviseur Brandveiligheid van de

Rijksgebouwendienst en Paul de Graaf, Technisch Directeur van R2B Inspecties in een interview over de praktijk van het Inspectiecertificaat. Thakoer is lid van de Commissie van Belanghebbenden (CvB) van het

CCV en beiden zijn lid van het Deskundigenpanel Brandmeldinstallaties.

Thema blusmiddelen / automatische blusinstallaties

Jan Sterk *

Ter vervanging van de Regeling Brandmeldinstallaties BMI 2002 lanceerde het CCV (Centrum voor

Criminaliteitspreventie en Veiligheid) vorig jaar drie nieuwe certificatieschema’s, die betrekking hebben op de installatie zelf, het aanleggen ervan en het onder-houd. Daarnaast werden drie Inspectie-schema’s Brandbeveiliging gepresenteerd, die gaan over de gerealiseerde brandvei-ligheid. Ze leiden tot het Inspectiecertifi-caat, dat voorziet in de informatiebehoefte van overheid en verzekeraars.

Voor velen is het nog wennen, al die nieuwe schema’s. En dan is er natuurlijk ook de vraag of en hoe er mee valt te werken.

BelanghebbendenAlle nieuwe schema’s van het CCV zijn in feite ontwikkeld door de belanghebben-den zelf. De hiervoor ingestelde Commis-sie van Belanghebbenden van het CCV heeft daarvoor ruimschoots de tijd genomen, want de verschillende partijen waren het lang niet altijd met elkaar eens.

Radjen Thakoer (rechts), senior Adviseur Brandveiligheid van de Rijksgebouwendienst en Paul de Graaf, Technisch Directeur van R2B Inspecties zijn het met elkaar eens: ‘Een brandmeldinstallatie moet de brandveiligheid dienen, dat doel vormt het uitgangspunt voor het Inspectiecertificaat.’

Thakoer: ‘Het was niet makkelijk om altijd dezelfde taal te spreken, maar we zijn elkaar wel steeds beter gaan verstaan. Vooral de laatste twee jaar is het snel gegaan’. De Graaf: ‘Naar mate het duidelij-ker werd wat de belanghebbenden nastreefden, lukte het steeds beter om een breed gedragen inspectieschema te schrijven.’

Eind vorig jaar gaf de Raad voor Accredita-tie het groene licht voor de nieuwe schema’s en dat maakte het mogelijk om

10-13 ART01 Doel MBIs.indd 10 25-04-13 10:10

Thema blusmiddelen / automatische blusinstallaties

11nummer 2 mei 2013

WAnnEER EEn InsPEcTIE-

cERTIfIcAAT?

Het Bouwbesluit eist voor

bepaalde gebruiksfuncties

de toepassing van een

brandmeld- en ontruiming-

salarminstallatie, al dan niet

voorzien van een doormeld-

installatie. Hierbij gaat het

vooral om gebouwfuncties,

waarin veel mensen aanwe-

zig zijn, of waarin de aanwe-

zige mensen zichzelf niet

goed in veiligheid kunnen

brengen, zoals in gebouwen

met een:

• bijeenkomstfunctie;

• celfunctie;

• gezondheidszorgfunctie;

• logiesfunctie.

Binnen bepaalde grenswaar-

den wordt daarbij het In-

spectiecertificaat vereist.

Een Inspectiecertificaat is

ook vereist voor automati-

sche brandblussystemen

(zoals sprinklerinstallaties)

of rookbeheersingssyste-

men, die worden gebruikt als

gelijkwaardige oplossing.

Daarnaast is deze vorm van

inspectie verplicht voor

PGs15-risico’s (>10 ton) en

vuurwerkbewaarplaatsen.

Een verplichte automatische

brandblusinstallatie moet

voorzien zijn van een certifi-

caat afgegeven op grond van

het ccV-inspectieschema

Brandbeveiliging – Inspectie

brandbeveiligingssysteem

(VBB-BMI-OAI-RBI) op basis

van afgeleide doelstellingen.

van start te gaan met het Inspectiecertifi-caat, zoals dat is omschreven in het Bouwbesluit. De Graaf: ‘Op grond van de Regeling BMI 2002 worden al jaren certificaten afgegeven, maar die hebben uitsluitend betrekking op de installatie. De regeling is een vorm van productcertifice-ring, die volgens het Bouwbesluit niet meer vereist is. Met het nieuwe inspectie-schema inspecteren wij op de doeltref-fendheid van een brandmeldsysteem, dus niet alleen de installatie maar ook de stuurfuncties, de doormelding en de bouwkundige en organisatorische randvoorwaarden. Bij het Inspectiecertifi-caat gaat het om ‘brandveiligheid’ en om de vraag of dat doel met het systeem wordt bereikt. Voor ons is dat niet echt nieuw, want wij inspecteren al sinds 2008 op die manier. Met het nieuwe Bouwbe-sluit 2012 is het Inspectiecertificaat verplicht gesteld.’

WAT BETEkEnEn DE InsPEcTIEscHEMA’s VOOR DE

OPDRAcHTGEVER?

Radjen Thakoer heeft vertrouwen in de geaccrediteerde inspec-

tieschema’s. Hij somt op:

- De inspecties richten zich op doelmatigheid en functionaliteit.

Geringe afwijkingen leiden niet automatisch tot afkeur. De

gehanteerde normen zijn onmisbaar, maar vormen geen doel in

zichzelf.

- De inspectieschema’s zijn complex, maar helder gestructu-

reerd. In de praktijk valt er goed mee te werken. Door de

inbreng van opdrachtgevers zijn ze ook efficiënt vanuit econo-

misch perspectief.

- Het vastleggen van geaccepteerde afwijkingen bevordert een

eenduidige werkwijze.

- Een productcertificaat is niet verplicht, maar voorkomt dubbel

werk.

- naast de inspectie voor het Inspectiecertificaat kan een

Inspectie-instelling ook betrokken worden bij de realisatie.

Bijvoorbeeld door meer te inspecteren of een uitgangspunten-

document te controleren.

Bij de invoering van de inspectieschema’s moet er oog zijn voor

de toepassing van de schema’s in de praktijk. Voor lopende

certificeringen kan de opdrachtgever er nog enige tijd voor

kiezen om nog met de oude regeling te blijven werken. Het

overstapmoment moet zorgvuldig worden gekozen. Alle partijen

moeten bovendien betrokkenen blijven om de schema’s te

optimaliseren.

PraktijkInmiddels zijn verschillende gebouwen van de Rijksgebouwendienst volgens het nieuwe schema geïnspecteerd. ‘Ik was natuurlijk benieuwd hoe dat zou uitval-len,’ aldus Thakoer. ‘We hebben gezamen-lijk ons best gedaan om tot goed werkbare afspraken te komen, maar in de praktijk moet dan nog blijken of alles wat bedacht is, ook echt zo werkt. Voorlopig zijn de ervaringen positief, al zijn er nog wel items die verdere aandacht en uitwerking nodig hebben. Dat gebeurt in deskundi-genpanels van het CCV, waarin bepaalde onderwerpen nader onder de loep worden genomen. Zoals hoe je moet omgaan met gelijkwaardige alternatieven. Als we het binnen een panel met elkaar eens zijn, wordt de uitkomst vastgelegd in een harmonisatie-afspraak om te zorgen dat inspecteurs het op dezelfde manier beoordelen. Het kan dan gaan om een

10-13 ART01 Doel MBIs.indd 11 25-04-13 10:10

4-6 juni 2013

2013Trefpunt voor veiligheid

4-6 juni

Registreer nu voor gratis toegang via www.safetysecurityamsterdam.nl

Volg ons op Twitter: @SSAAmsterdam en #SSA13

Organisatie: Ondersteund door:

In één dag een complete update van de markt • Circa 200 exposanten op het gebied van beveiliging

en (brand)veiligheid• Alle leveranciers, oplossingen, innovaties en trends onder één dak• De ontmoetingsplek bij uitstek• Extra aandacht voor Publiek Private Samenwerking

en cameratoezicht• Uitgebreide kennissessies gericht op (semi)overheidorganisaties

Kijk op www.safetysecurityamsterdam.nl voor het programma.

NS-retour voor€ 8,50

10-13 ART01 Doel MBIs.indd 12 25-04-13 10:10

Thema blusmiddelen / automatische blusinstallaties

13nummer 2 mei 2013

eenduidige interpretatie van de norm of om een aanvullend voorschrift voor iets waar de norm geen invulling aan geeft. Het CCV publiceert deze afspraken’.

Ook De Graaf is positief over de bereikte resultaten. ‘Het loopt goed bij de inspec-ties en het voordeel is ook dat je niet meteen vastloopt als iets bijvoorbeeld niet letterlijk aan de eisen uit de norm voldoet maar wel net zo veilig is. Door harmonisa-tie hoeft dat niet meteen tot afkeur te leiden. Uitgangspunt is immers dat het er om gaat of het doel - brandveiligheid - wordt gehaald. Dat is winst voor alle partijen. Daarbij is het goed om de dagelijkse praktijkervaringen in een deskundigenpanel te behandelen en gelijkwaardige alternatieven in de database op te nemen. Dat geeft eenheid in benadering.’

UitgangspuntenAls gebruiker van een gebouw is Thakoer ook positief over de huidige manier van inspecteren. ‘Een afwijking van een destijds opgesteld Programma van Eisen

WAT Is EEn InsPEcTIEcERTIfIcAAT?

na de inspectie van een brandbeveiligingssysteem, zoals een

brandmeld-, ontruimingsalarm-, rookbeheersing- of blussys-

teem, wordt een Inspectiecertificaat afgegeven als de conclusie

luidt dat het systeem voldoet aan de afgeleide doelstelling. Bij

een brandmeldsysteem gaat het hierbij om de functies waarvoor

het systeem is bedoeld: ‘Een brand tijdig detecteren en alarme-

ren en de brandveiligheidsvoorzieningen tijdig activeren’. De

afgeleide doelstellingen zijn in het inspectieschema vastgelegd.

Of een brandbeveiligingssysteem voldoet aan de afgeleide

doelstelling wordt vastgesteld bij ingebruikname, en daarna

periodiek in de gebruiksfase.

RAAD VOOR AccREDITATIE

(RVA)

sinds eind 2012 is het ccV

voor alle certificatie- en

inspectieschema’s op het

gebied van ‘brand’ geaccep-

teerd als schemabeheerder

door de Raad voor Accredi-

tatie (RvA). Dit wil zeggen

dat de betreffende schema’s

goed in elkaar steken en

onder accreditatie zijn uit te

voeren. De RvA ziet daarbij

toe op de certificatie- en

inspectie-instellingen en

bevestigt met het accredite-

ren van een instelling de

onafhankelijke, deskundige

en betrouwbare uitvoering

van de schema’s.

Er wordt nu nog gewerkt aan

certificatieschema’s voor de

onderdelen UPD (Uitgangs-

punten Document) en ontrui-

mingsalarm.

De RvA is onderdeel van een

wereldwijd systeem van

accreditatie-instellingen,

waarbij is afgesproken dat

ieder land een eigen accre-

ditatie-instelling heeft die

moet voldoen aan de eisen

van IsO/IEc 17011. De

accreditatie-instellingen

toetsen elkaar onderling

tegen de gestelde norm.

MEERDERE cERTIfIcATEn?

Binnen de nederlandse wet is het niet meer verplicht dat een brandbeveiligingssysteem wordt

aangelegd of onderhouden door een gecertificeerd bedrijf. Toch heeft het voor een opdrachtgever

voordelen om met een gecertificeerd bedrijf in zee te gaan. In het inspectieschema wordt de

betrokkenheid van een gecertificeerd bedrijf beloond met een lichte inspectie. Voorwaarde is wel

dat het gecertificeerde bedrijf het installatiecertificaat, resp. onderhoudcertificaat afgeeft vóórdat

de inspectie begint. Het installatie- of. onderhoudcertificaat is dan mede de basis voor het wettelijk

verplichte Inspectiecertificaat.

(PvE) behoeft niet altijd te betekenen dat een gebouw onveilig is. Het is veel beter om na te gaan of een gelijkwaardig alternatief op de norm nadelig is, door te kijken naar de uitgangspunten, zoals die nu gelden. Daarbij gaat het over de brandveiligheid van het gebouw. En dus over de combinatie van gebouw en installatie. Dat is de reden dat het Bouwbesluit het Inspectiecertificaat verlangt voor verplicht gestelde brandbe-veiligingsinstallaties, of indien zulke installaties zijn toegepast in het kader van gelijkwaardigheid. In CCV verband zijn partijen nu nog bezig met de opzet van kwaliteitsborging voor het document waarin de uitgangspunten worden vastge-legd, het UPD.’

* Jan Sterk is freelance journalist

4-6 juni 2013

2013Trefpunt voor veiligheid

4-6 juni

Registreer nu voor gratis toegang via www.safetysecurityamsterdam.nl

Volg ons op Twitter: @SSAAmsterdam en #SSA13

Organisatie: Ondersteund door:

In één dag een complete update van de markt • Circa 200 exposanten op het gebied van beveiliging

en (brand)veiligheid• Alle leveranciers, oplossingen, innovaties en trends onder één dak• De ontmoetingsplek bij uitstek• Extra aandacht voor Publiek Private Samenwerking

en cameratoezicht• Uitgebreide kennissessies gericht op (semi)overheidorganisaties

Kijk op www.safetysecurityamsterdam.nl voor het programma.

NS-retour voor€ 8,50

10-13 ART01 Doel MBIs.indd 13 25-04-13 10:10

14 nummer 2 mei 2013

Bestrijd de brand aan de bronIn zorginstellingen is jaarlijks sprake van 1100 incidenten met kleine branden, met het risico dat een deel

van daarvan uitgroeit tot grotere branden met alle gevolgen van dien. Volgens expert Marcel Lasker, voorzitter van de beroepsvereniging IFE Nederland moet de brandbestrijding zich bij zulke incidenten

richten op het voorwerp van ontstaan in plaats van de ruimte van ontstaan. Deze aanpak volgens de Life Safety Code levert volgens hem bouwkundige besparingen op en trekt veel minder een wissel op het

personeel dan de aanpak volgens het Bouwbesluit.

Thema blusmiddelen / automatische blusinstallaties

Aad van den Thoorn *

De laatste tijd wordt veel gesproken over watermistsystemen, maar die zijn in de ogen van Marcel Lasker niet per definitie geschikt voor toepassing in ziekenhuizen.

14-17 ART02 Bestrijd de brand.indd 14 25-04-13 10:11

Thema blusmiddelen / automatische blusinstallaties

15nummer 2 mei 2013

Over SBr

SBr, kennisplatform voor de bouw en vastgoed, organiseert jaarlijks het Nationaal Brandveilig-

heidscongres. Het thema van 2013 was ‘vat op Brandveiligheid’ met de nadruk op minder zelfredza-

men in de zorg. Kijk op www.sbr.nl/nbc voor de gehouden presentaties.

Op www.sbr.nl vindt u ook de publicaties over brandwerendheid, zoals de recente publicatiereeks

Brandveiligheid: Ontwerpen en Toetsen. Deze publicaties zijn geheel aangepast aan het Bouw-

besluit 2012.

‘Snel reagerende sprinklers leiden tot betrouwbare en goedkope

beveiliging’

bedenken dat in bijvoorbeeld ziekenhui-zen wordt gewerkt met zuurstof en met stoffen als ontsmettingsmiddelen met alcohol. De risico’s zijn dus hoog’. Ter illustratie: in 2011 waren er 7 dodelijke slachtoffers door brand in zorginstellin-gen, op basis van cijfers van IbMZ, kenniscentrum voor veiligheid in de zorg.

Life Safety CodeHet snel ontruimen van ruimten in zorginstellingen is gebaseerd op het Bouwbesluit, dat uitgaat van het beperken van de brand tot de ruimte van ontstaan.

Volgens Lasker kan dit uitgangspunt echter niet voldoen aan het beleid dat het ministerie van BZK ten aanzien van gebou-wen in de zorg heeft vastgesteld, de Brandveiligheidsvisie Gezondheidszorg. In

dit document staat dat de brandveiligheid een onlosmakelijk onderdeel van de kwaliteit van de gezondheidszorg is. De kans dat mensen in het gebouw slachtof-fer worden van een brand moet ‘aanvaard-baar klein’ zijn. Meer specifiek stelt dit document dat ‘patiënten en cliënten bij verblijf in hun kamer geen gevaar mogen lopen door een brand die buiten hun schuld is ontstaan in die kamer’. Lasker: ‘de internationale Life Safety Code (NFPA 101) sluit als norm wel goed aan op deze brandveiligheidsvisie. De kern van deze norm is het beperken van de brand tot het voorwerp van ontstaan, of wel de defend in place strategie. De Life Safety Code is een integrale brandveiligheidsnorm, die

In gebouwen van zorginstellingen, zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen, telt de brandveiligheid extra zwaar vanwege

de kwetsbaarheid van de bewoners. Deze zijn meestal niet zelfredzaam en moeten kunnen vertrouwen op optimale bescher-ming tegen de gevolgen van brand. Het Bouwbesluit gaat er nu vanuit dat een brand beperkt moet worden tot de ruimte van ontstaan, bijv. het beschermde subbrandcompartiment waarin de bewoner zich bevindt, en dat deze ruimte en aangrenzende ruimten, moeten worden ontruimd. Het principe hierbij is brandcompartimen-tering die door bouwkundige voorzieningen moet worden gereali-seerd. Het Bouwbe-sluit gaat er hierbij vanuit dat een brand binnen één minuut wordt ontdekt, dat binnen twee minuten hulpverleners ter plaatse zijn en dat deze de ruimte binnen twee minuten hebben leeggehaald.

OntruimenVormen deze regels een reële basis voor de veiligheid van de bewoners van zorginstel-lingen? Marcel Lasker betwijfelt dat: ‘Het Bouwbesluit heeft als doel om de mensen buiten de brandruimte voor langere tijd te beschermen tegen de gevolgen van brand, maar het besluit zegt niets over de persoon in de brandruimte. Deze moet gered worden door de BHV’er of door de brandweer, maar om dit binnen twee minuten te doen is voor een bedrijfshulp-

verlener bijna niet te doen. Los van het feit dat ze niet de goede kleding en geen persoonlijke beschermingsmiddelen hebben om branden te kunnen bestrijden is het bijna ondoenlijk om bijvoorbeeld een verpleegkamer binnen twee minuten leeg te rijden. Bovendien moeten patiën-ten die aan apparatuur liggen zoals op de IC-afdelingen van ziekenhuizen snel worden losgekoppeld van de apparatuur. Uitgaan van zo’n korte ontruimingstijd legt een grote verantwoordelijkheid bij de BHV’ers en de interne organisatie. De brand in de instelling Rivierduinen in

Oegstgeest, waarbij drie patiënten om het leven kwamen, onderstreept dat nog eens. Je kunt je dus afvragen of die snelle ontruimingstijden waar het Bouwbesluit vanuit gaat, een haalbare filosofie is’.

Volgens cijfers van IbMZ (Incidentbeheer-sing Management Zorginstellingen) zijn er in de zorg jaarlijks gemiddeld 1100 kleine branden, die voor het overgrote deel beperkt blijven tot kleine incidenten, maar daar is wel een kanttekening bij te maken. ‘Bij kleine incidenten, zoals prullenbak-brandjes, is er veel dat wij niet weten, want niet elk klein incident wordt gemeld, maar de kans dat zo’n incident verkeerd uitpakt is aanzienlijk. Je moet bovendien

14-17 ART02 Bestrijd de brand.indd 15 25-04-13 10:11

Tekort aan menskracht maakt leeftij d onbelangrij k

OUD IS NIET OUT!

Waar halen wij in de toekomst onze medewerkers vandaan? Nu gelden de economische wetten, maar straks de demo-grafi sche. Want dat de beroepsbevolking als gevolg van de ontgroening en vergrij zing in Nederland structureel vermindert, is een feit. Ook is het een vaststaand gegeven dat de verzorging aan het bed niet naar India kan worden verplaatst en dat menig jongere zij n neus ophaalt voor technische functies of beroepen waarbij de handen vuil kunnen worden. Hoe gaan organisaties het verlies aan kennis en ervaring van de babyboomers, die massaal de arbeidsmarkt gaan verlaten, opvangen? Het in dienst nemen van schoolverlaters is vaak een ontoereikende maatregel om medewerkers die met pensioen gaan (op hun 67e?) te vervangen. Organisaties moeten zich daarom nu al mobiliseren om klaar te zij n voor de war for talent.

OVERSPOELD DOOR SCHAARSTEAuteurs Jacco van den Berg en Richard JongsmaISBN 9789013106268Prij s € 43,95 excl. btw

Bestellen: www.vakmedianetshop.nl/overspoeld

HS-Pas is distributeur voor STI (Europe), UKin Nederland

T: +31 (0) 416 - 820 300

E: [email protected]

W: www.hs-pas.nl

Ambachtstraat 14,4261 TJ Wijk en Aalburg

Misbruik vanbrandmelders?

Probeer onze 95 dB beveiliging

Stopper: een simpele, betaalbare manier ommisbruik van handbrandmelders te voorkomen.

Een stevig deksel van polycarbonaat activeert,wanneer het wordt opgetild, een alarm van 95dB (batterij).

Stopper is eenvoudig te monteren. Stopperontmoedigd misbruik / vandalisme, zonder datde brandmeldfunctie in gevaar komt.

Neem contact met ons op voor nadereinformatie.

Internationale vakbeurs voor technisch textiel en vliesstoffen

11 t/m 13. 6. 2013

10 t/m 13. 6. 2013

Ideale synergiën met twee vakbeurzen op één locatie

Voor meer informatie scan de QR code of bezoekwww.techtextil.com

5701

9-00

9_TT

_Pro

tech

_Bra

dvei

lig_9

0x26

7 •

CD

-Rom

• I

SO

39

• CMYK •

cp:

08.

01.2

013

D

U: 1

3.02

.201

3

NL

[email protected]. +31 (0) 70 262 90 71

MOBILITYMOBILITYFUNCTIONALITYPROTECTIONPERFORMANCE

14-17 ART02 Bestrijd de brand.indd 16 25-04-13 10:11

Thema blusmiddelen / automatische blusinstallaties

17nummer 2 mei 2013

eisen stelt aan bouwkundige voorzienin-gen, installatietechniek, gebruik en organisatie’.

SprinklersHoe kun je de brand het beste bij het voorwerp van ontstaan bestrijden? Volgens Lasker zijn sprinklers die gebruikt worden voor life safety toepassingen snel reagerende systemen die getest zijn voor deze toepassing. Deze sprinklers kunnen met weinig water veiligheid bieden in zorggebouwen. Goedgekeurde sprinklerty-pes zijn uitgebreid getest en de ontwerp-normen zijn gebaseerd op tientallen jaren ervaring. Deze sprinklers kunnen bij lage gebouwen rechtstreeks op de waterleiding worden aangesloten, terwijl er bij hoge gebouwen een drukverhogingspomp gebruikt moet worden. In gebouwen voor de gezondheidszorg kunnen sprinklersy-stemen aangelegd worden met kunststof leidingen. ‘Snel reagerende sprinklers, op de waterleiding of met een pomp, leiden tot betrouwbare en goedkope beveiliging, met een bewezen track record’.

De laatste tijd wordt veel gesproken over watermistsystemen, maar die zijn in de ogen van Lasker niet per definitie geschikt voor toepassing in ziekenhuizen. ‘Zij zijn ontworpen voor het ondersteunen van evacuaties in bijzondere omstandigheden waar geen water beschikbaar is, of waar het gebruik van grote hoeveelheden water problemen kan geven, zoals in de scheep-vaart. Er zijn mij geen goede gevalideerde testen bekend die de geschiktheid van watermist voor ziekenhuizen overtuigend aantonen. Ik kan me ook niet voorstellen dat een dergelijk relatief complex systeem goedkoper zou zijn dan simpele kunststof leidingen en standaard sprinklers’.

Niet duurderHet is overigens een misvatting om te denken dat sprinklers de bouw of renova-tie van zorginstellingen duurder zouden maken. Lasker: ‘Toepassing van de Life Safety Code bespaart op het maken van subbrandcompartimenten en doet minder een beroep op de inzet van BHV’ers. Je moet de kosten daarvan niet onderschat-

ten, een doorsnee academisch ziekenhuis heeft enkele duizenden BHV’ers. Die mensen moeten allemaal worden geschoold en ze moeten regelmatig trainen, wat verletkosten met zich meebrengt. Als je dat allemaal meerekent, dan hoeft toepassing van de Life Safety Code in combinatie met automatische sprinklers niet duurder uit te pakken dan de aanpak volgens het bouwbesluit. Ik heb als adviseur net de oplevering van een gebouw meegemaakt waarin we hebben aangetoond dat toepassing van het Life Safety Code niet duurder uitpakt door bouwkundige besparingen’

* Aad van den Thoorn werkt bij SBR kennisplatform voor de bouw en vastgoed

WaT iS De iFe?

iFe staat voor the institution of Fire engineers. Men kan alleen op persoonlijke titel en op grond

van de eigen expertise lid worden van deze van oorsprong Britse beroepsvereniging, die nu meer

dan 12.000 leden telt uit 40 landen. Doel ervan is de kennis van brandveiligheid, gebaseerd op

wetenschappelijke inzichten, verder te verbeteren en te verspreiden. De Nederlandse afdeling

bestaat sinds 2010 en telt 80 leden, met name brandveiligheidsadviseurs, maar ook steeds meer

leden van brandweerkorpsen. iFe streeft verhoging van het opleidingsniveau na en kwalificeert

haar leden op grond van deskundigheid. Daarnaast kent men een beroepscode. voor meer informa-

tie: kijk op www.ife-nederland.com.

14-17 ART02 Bestrijd de brand.indd 17 25-04-13 10:11

18 nummer 2 mei 2013

Spraakverwarring brandgedrag versus brandwerendheidOm te beginnen heerst er spraakverwar-ring op het gebied van brandveiligheid. Zo worden de termen ‘brandgedrag’ en ‘brandwerendheid’ vaak door elkaar gebruikt. Maar wat is het verschil?Brandgedrag is de beoordeling of een product goed brandt en of er rook en drup-pels worden geproduceerd. Brandgedrag wordt uitgedrukt in de brandklassen - ook wel Euroklassen genoemd - A tot en met F.

Het Bouwbesluit verwijst voor bepaalde onderwerpen naar normen van NEN (bijvoorbeeld:

wbdbo moeten worden bepaald volgens NEN 6068). Ondertussen komen over steeds meer onderwerpen Europese normen, die door NEN worden uitgegeven als NEN-EN normen. Het Bouwbesluit verwijst naar sommige Europese normen, maar gebruikt soms ook Nederlandse normen om de Europese normen aan te sturen.In principe zijn de Europese normen verge-lijkbaar met de oude Nederlandse normen. Met de aansturing door het Bouwbesluit wordt getracht hetzelfde veiligheidsni-veau en hetzelfde kostenniveau te bereiken.

Onduidelijkheden normen brandveiligheid belicht

Hierbij staat A voor onbrandbaar en F betekent snel ontvlambaar of niet beproefd.Brandwerendheid geeft aan hoe lang een product de brand kan tegenhouden, alvorens deze van de ene naar de andere ruimte overslaat. Brandwerendheid is de eigenschap van een product (een wand, een raam, een deurconstructie) en de weerstand tegen branddoorslag of brandoverslag is de eigenschap van een scheidingsconstructie. Een wand die 60

Normering

Gisela van Blokland *

Het Bouwbesluit verwijst naar NEN 6068 voor de bepaling van de wbdbo

Het is niet altijd voor iedereen even duidelijk wat nu precies de status en waarde is van normen. Op het terrein van brandveiligheid is dit niet anders. In een serie van twee artikelen wordt een aantal zaken nog eens op een rij gezet. In dit eerste artikel wordt daarbij vanuit het perspectief van de ontwerper gekeken.

18-19 ART03 Normering.indd 18 25-04-13 10:13

Normering

19nummer 2 mei 2013

Het Bouwbesluit stelt alleen eisen aan materialen en producten

zijn bedoeld om de brand te beheersen zodat mensen veilig kunnen vluchten en de brand niet overslaat naar andere gebouwen. Dit is een minimaal veilig-heidsniveau. Om rekening te houden met bijvoorbeeld de bedrijfscontinuïteit of een kostbare inventaris kan een hoger veiligheidsniveau worden aangehouden.

BrandgedragDe eisen in het Bouwbesluit aan het brandgedrag van producten zijn geba-seerd op de brandklassen volgens de Europese norm NEN-EN 13501-1. Vroeger waren hiervoor de Nederlandse normen NEN 6064 (onbrandbaar), NEN 6065 (brandvoortplanting), NEN 6066 (rookpro-ductie) en NEN 1775 (brandgedrag vloeren) beschikbaar. Het is nu niet meer toegela-ten om met deze normen het brandgedrag van bouwproducten en -materialen te bepalen voor nieuwbouw. Veel bestaande gebouwen zijn gebouwd toen deze normen nog wel van kracht waren. De producten die in de bestaande gebouwen zijn toegepast hoeven niet opnieuw beproefd te worden volgens de Europese normen.

CompartimenteringEen gebouw kan worden opgedeeld in brandcompartimenten en beschermde subbrandcompartimenten om de brand beheersbaar te houden. Afhankelijk van de functie van een scheidingsconstructie gelden andere criteria volgens NEN 6069. In principe geldt dat de scheiding van een brandcompartiment moet worden beoordeeld op EI (ook ‘temperatuur’ genoemd, het zwaardere criterium). De scheiding van een subbrandcompartiment moet worden beoordeeld op EW (ook ‘straling’ genoemd, het minder zware criterium). Deurconstructies, in een scheiding die een wbdbo moet hebben, moeten altijd worden beoordeeld op EW.

VluchtroutesIn grote gebouwen kan het lang duren voor het hele gebouw is ontruimd en

moeten sommige vluchtroutes en opvangruimtes een hogere bescherming bieden tegen brand. Hiervoor moet worden beoordeeld op EI (temperatuur). De oppervlakte van de scheidingsconstruc-tie mag dan niet te warm worden aan de kant waar mensen moeten kunnen vluchten of wachten.

BeproevingsrapportDe brandwerendheid van een product wordt bepaald met een brandproef. De resultaten van deze proef gelden voor het beproefde product. In het beproevingsrap-port staat voor welk product de resultaten gelden; dit is vaak net iets meer dan het beproefde product.Als een deur wordt beproefd, gelden de resultaten van de proef meestal ook voor bijvoorbeeld kleinere deuren en dikkere deuren met dezelfde uitvoering, in hetzelf-de kozijn, in hetzelfde soort wand. Als de deur de brand langer tegenhoudt dan de gewenste tijdsduur, kan de deur soms ook groter worden toegepast.Al deze regels staan in de Europese beproevingsnormen en wat dat betekent voor het specifieke product staat in het beproevingsrapport.

Gaten in een brandwerende wandEen wand die 60 minuten brandwerend is, verliest deze brandwerendheid als er een gat in wordt gemaakt. Dit klinkt heel logisch, maar in de praktijk worden er vaak gaten gemaakt in brandscheidingen die niet brandwerend worden afgedicht. Als een gat wordt gedicht met een of ander isolatieschuim lijkt de wand wel dicht maar gaat de brand alleen maar sneller door de wand heen. Het ontwerpen en uitvoeren van een brandwerende scheidingsconstructie is een lastige klus, omdat de werkelijke brandwerendheid vaak wordt bepaald door hele kleine details.

* ir. drs. Gisela van Blokland is consultant Bouwveiligheid bij NEN

minuten brandwerend is met een raam dat niet brandwerend is, heeft een weerstand tegen branddoorslag van 0 minuten.

Waar staan de eisen?De minimumeisen aan het brandgedrag en de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) staan in het Bouwbesluit. De uitwerking van de eisen en de bepalingsmethode staan in de normen.Het Bouwbesluit stelt alleen eisen aan bouwmaterialen en bouwproducten. Behalve in sommige vluchtroutes, kunnen vaak meubels en aankleding worden toegepast waar geen eis geldt, dus die soms heel goed branden.

WbdboDe eisen aan de weerstand tegen brand-doorslag en brandoverslag zijn afhankelijk van de indeling van het gebouw in brandcompartimenten en beschermde subbrandcompartimenten. Het Bouwbe-sluit verwijst naar NEN 6068 voor de bepa-ling van de wbdbo.NEN 6068 bepaalt de wbdbo op basis van de brandwerendheid van de producten in de brandscheiding, bepaald volgens NEN 6069. Brandwerendheid heb je in soorten en maten volgens NEN 6069: de brandwe-rendheidscriteria waarvan E, I, W en R de belangrijkste zijn. NEN 6069 geeft aan welke criteria de scheidingsconstructie moet voldoen. Deze criteria zijn:E – Vlamdichtheid I – Temperatuur W – Straling R – Bezwijken

Het is ook mogelijk van sommige con-structies de brandwerendheid te bereke-nen volgens de Eurocodes. Eurocodes zijn Europese normen voor het toetsen van de constructieve veiligheid van alle mogelijke bouwconstructies. Via NEN 6068 en NEN 6069 kan worden aangetoond dat een gebouw voldoet aan de eisen in het Bouwbesluit. Deze eisen

18-19 ART03 Normering.indd 19 25-04-13 10:13

Uit het brandlab

20 nummer 2 mei 2013

warmtestraling kan tegenhouden. Theoretisch zou dit effect vrij sterk moeten zijn, maar er zijn tot op dit moment geen relevante experimentele resultaten die dit bevestigen.

Efectis heeft in de herfst van 2012 een korte serie tests op volle schaal uitgevoerd om de afschermende werking van watermist te onderzoeken. Het uitvoeren van metingen is een uitdaging, omdat alleen de straling mag worden gemeten. Andere grote invloeden zoals die van warme lucht, en van waterdruppels en condensatie op de sensoren moeten daarbij worden uitgesloten.Dit project wordt vervolgd.

Er wordt door sommige producenten ook geclaimd dat een watermist-systeem in staat zou zijn om toxische verbrandings-gassen te absorberen. Dit is zeker niet het geval voor koolmonoxide: dit gas lost vrijwel niet op in water. Andere gassen zoals blauwzuur lossen wel enigszins op, maar het effect van watermist op de concentratie is zeer onzeker.

Victor Meeussen

Watermist als brandbestrijding

In de praktijk van het blussen met een gebonden straal spelen die eigenschap-pen niet zo’n grote rol. Het bluswater

dat de kern van de brand treft is effectief, maar het grootste deel van het bluswater is slechts zeer kort met de brand in contact, en kan voor beheersing van de brand verder geen rol meer spelen.

Als je bluswater efficiënter wilt toepassen moet 1. het vloeistof-oppervlak per kg water

groter worden, en2. de tijd die het water in contact staat

met hete lucht en vlammen langer worden.

Aan die eisen wordt voldaan door watermist-systemen. Die produceren heel kleine druppels (met een diameter in de orde van 0,1 mm). Het totale oppervlak van die druppels wordt steeds groter naar-mate de diameter van elk van de druppels kleiner wordt.1 kg water in druppels van 10 mm diame-ter heeft een oppervlak van 0,6 m2, in druppels van 1 mm is het oppervlak 6 m2, en in druppels van 0,1 mm is het oppervlak 60 m2.

Wat verder weg van de sproeikoppen worden kleine druppels snel afgeremd en meegevoerd door de omringende lucht. De kleine druppels staan dan ook lang in contact met mogelijk hete omgevings-lucht.

Is watermist daarmee het ideale blussy-steem? Het antwoord op deze vraag is ‘nee’.Op de eerste plaats is het in de praktijk namelijk niet goed mogelijk om met watermist over enige afstand gericht een brandhaard te treffen. De worplengte is daarvoor veel te klein en het systeem is veel te gevoelig voor luchtstromingen.Watermist heeft wél zijn waarde als ‘total flooding’ systeem bewezen in niet al te grote besloten ruimten met weinig ventilatie. Onder die omstandigheden kan voldoende concentratie van de watermist worden opgebouwd. De lucht die naar een brand toestroomt bevat dan zoveel water dat de brand in ieder geval wordt beheerst en meestal geblust.

Een ander en mogelijk belangrijk effect van watermist is de verwachting dat een wolk watermist een groot deel van de

Water als blus- en koelmiddel heeft voor de meeste typen branden vrijwel ideale eigenschappen. Water heeft door zijn bijzondere molecuulstructuur een buitengewoon hoge soortelijke warmte: het kan veel

warmte opnemen zonder zelf veel in temperatuur te stijgen. En als het eenmaal het kookpunt heeft bereikt onttrekt het tijdens de verdamping nog eens een grote hoeveelheid warmte aan de omgeving. Daarbij

ontstaat waterdamp, een inert gas dat zuurstof verdringt en zo verdere verbranding vertraagt.

20-22 Uit het brandlab.indd 20 25-04-13 10:15

Uit het brandlab

21nummer 2 mei 2013

Proeven op beton volgens pr EN 13381-3:2012

Proefopstelling voor betonplaten

Onderzoek rookbeheersing

Recent heeft Efectis het pakket met beschikbare proeven uitgebreid met de ontwerpnorm prEN 13381-3:2012

Test methods for determining the contribu-tion to the fire resistance of structural members – Part3: applied protection to concrete members.Het is in Nederland gebruikelijk de brand-werendheid van betonnen constructiedelen te bepalen op basis van gegevens over de dekking op de wapening en de temperatuur van deze wapening. Met behulp van de norm EN 13381-3 kan voor een bekledings-materiaal voor betonnen constructiedelen worden bepaald wat de equivalente betondikte van dit beschermingsmateriaal is. Met andere woorden, kan er worden bepaald hoeveel milimeter betondekking de aangebrachte bekleding vertegenwoordigt.De bekleding kan bestaan uit plaatmateria-len, spuitmortels of coatings en kan worden beproefd op betonplaten en/of liggers. De opdrachtgever mag de betonkwaliteit specificeren. Deze keuze is van invloed op het toepassingsgebied van de resultaten. De betonplaten en de liggers worden beproefd onder belasting. De proef stopt op het moment dat de gemiddelde temperatuur in de wapening 700°C

Op 27 februari 2013 deed de Brandweeracademie (Instituut Fysieke Veiligheid) in samenwer-

king met RIVM en Efectis Nederland BV op Campus Vesta, nabij Antwerpen, onder-zoek naar de mogelijkheden om de (schadelijke) effecten te beperken van grote rookwolken die bij onbeheersbare branden ontstaan. Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het LivingLab Fysieke Veiligheid.

Het praktijkonderzoek is de derde fase van een onderzoeksproject met als doel een

bedraagt of een individuele waarde 750°C bedraagt. Ook mag de proef worden gestopt als de proefduur de 6 uur overschrijdt.De resultaten van proeven op horizontale betonplaten zijn tevens toepasbaar voor wanden.De uitkomsten van de proeven worden beschreven in een testrapport en een assessmentrapport, waarin het verband

tussen brandwerendheid, dikte van de bescherming, diepte in het beton en de kritieke temperatuur wordt weergegeven in grafieken en tabellen.

Paul KortekaasVoor vragen over deze proeven kunt u contact opnemen via: [email protected]

methode te vinden waarmee repressief het schadelijke effect van rook kan worden beperkt. Tot nu toe bestaat de interventie van de brandweer uit het bemeten van het effectgebied en het waarschuwen en voorlichten van de bevolking. Het beper-ken van het effect zit nog niet in het interventiearsenaal.

In deze derde fase zijn de Turbo-Löscher, de microturbine en het rookgordijn experimenteel in de praktijk getest. Er werd, om een standaard rookpluim te creëren, gebruikgemaakt van een speciaal

door Efectis ontworpen bak met een diameter van 10m, waarin dieselolie in brand werd gestoken.

De Turbo-Löscher werd ingezet om lucht in de brand te blazen, de rookpluim van richting te veranderen en de rookpluim met een watermist neer te slaan. De speciaal ontworpen microturbine werd getest om lucht in de brand te blazen. Het rookgordijn was in overleg met de leverancier een overmaatse blusdeken geworden om de brand snel te blussen.

20-22 Uit het brandlab.indd 21 25-04-13 10:15

Uit het brandlab

22 nummer 2 mei 2013

Uit hEt branDlabIn elke uitgave van

Brandveilig.com verzorgt Efectis enkele pagina’s. Met meer dan tweehonderd medewerkers is

Efectis de grootste organisatie die is gericht op brandveiligheid in Europa. De Efectis groep heeft

vestigingen in Nederland (Rijswijk), Frankrijk (Parijs, Metz, Lyon,

Montpellier en Bordeaux), Spanje (Madrid) en Turkije (Istanbul) en

beschikt naast deskundig perso­neel over een uniek en breed scala

aan beproevingsfaciliteiten en moderne computersimulatie­middelen. Verder onderhoudt Efectis actief relaties met de

brandweer en toezichthouders en ook met kennisinstellingen, zoals universiteiten en onderzoeksin­stanties. Hierdoor is Efectis in

staat voor haar brede klantenkring altijd snel een pasklaar antwoord

of oplossing te genereren.Meer informatie: www.efectis.nl

SamenwerkingHet onderzoek is door de Brandweeracade-mie uitgevoerd in nauwe samenwerking met het RIVM, Efectis Nederland BV, Firetexx, Campus Vesta, Brandweer Antwerpen, Brandweer Amsterdam-Am-

stelland, Brandweer Midden- en West-Brabant en Brandweer Zuid-Holland Zuid.Efectis werd gevraagd om een brand te creëren met een groot vermogen en een sterke rookontwikkeling. De door Efectis gebouwde brandbak had een diameter van 10m. Om veel rook te produceren werd dieselolie als brandstof gekozen.De in totaal 9 testen zijn vastgelegd met 4 camera’s vanuit drie verschillende posities, waardoor een goed beeld verkregen werd van het gedrag van de rook en de invloed van de verschillende systemen.

State-of-the art meetmethodenHet RIVM heeft met behulp van state-of-the art meetmethoden gemeten wat het effect op de depositie en de rookdichtheid is. Dat zal uiteindelijk samen met de visuele waarnemingen de resultaten van de verschillende methoden bepalen. In april 2013 worden de onderzoeksresultaten bekendgemaakt.

René de Feijter

20-22 Uit het brandlab.indd 22 25-04-13 10:15

23nummer 2 mei 2013

met mogelijk omzetdaling en een faillissement tot gevolg.De schade bleef nu beperkt tot een beschadigd dak. Het isolatiemateriaal was weliswaar zichtbaar maar behield zijn isolerende werking, waardoor de binnen-doos in tact bleef en de bedrijfsstilstand beperkt kon blijven tot drie dagen.

Het adviesEen dakbrand is een lastige brandsoort. Zelfs een sprinklerinstallatie helpt niet in zo’n situatie. Alleen een onbrandbaar isolatiemateriaal van het type Euroklasse A1 (als eigenschap van het isolatiemateri-aal zelf) kan zorgen voor schadebeperking. Verder zou het toepassen van een alternatief baanvormig dakbedekkingsma-teriaal zoals een kunststof gunstig zijn, omdat hierbij geen gebruik gemaakt wordt van open vuur bij zowel de aanleg als latere reparatiewerkzaamheden.Verzekeraars scheppen randvoorwaarden door een vergunningstelsel brandgevaar-lijke werkzaamheden voor te schrijven (Hot Work Permit) om het gevaar van een dakbrand door gebruik van open vuur in te dammen. Desondanks komen grote dakbranden jaarlijks nog regelmatig voor. Een goede materiaalkeuze is daarom van levensbelang.

* Leo Porrio is risk control consultant

Invloed op de belending

Een risk control consultant komt regelmatig bij zijn klant om risico’s in kaart te brengen en om zaken na

een verbouwing, na aanschaf van nieuwe machines, of na aanleggen van een blussysteem te actualiseren.

De praktijkIn het geval van Bergia Frites was een nieuw hogedruk watermistsysteem op de frituurinstallatie aanleiding voor een bezoek. Daarbij werd in eerste instantie naar de interne situatie gekeken.De naastgelegen bedrijven kwamen in tweede instantie aan bod. Met name de afstand en de bouwaard van de belending tot het verzekerde pand speelden daarbij een rol. Bij Bergia ging het om Koma, een koeltechnisch bedrijf, dat op zich niet risicoverhogend was. Echter, de bouwaard van het belendende pand bleek wel risicoverhogend, omdat er gebruik was gemaakt van een bitumineuze dakbedek-king in combinatie met een brandbare dakisolatie op een geprofileerde staal-plaat. En de afstand tussen beide bedrij-ven was niet groot.

De brandOp de fatale dag ontstond er als gevolg van dakdekkerswerkzaamheden een dakbrand op het pand van Koma. Wat als een klein vuurtje ontstond, ontwikkelde

zich snel tot een grote brand. De brand-weer was snel ter plaatse, maar die stond redelijk machteloos. Het pand ging vrijwel geheel verloren. Uit het overzicht Grote Branden van het Verbond van Verzeke-raars bleek dat de schade circa 30.500.000 euro bedroeg, waarmee de brand op de tweede plaats kwam in het jaaroverzicht.De warmte als gevolg van de brand was enorm en Bergia zou ongetwijfeld van de aardbodem verdwenen zijn als er niet een gunstig aspect aanwezig was: het gebruik van een onbrandbaar isolatiemateriaal volgens Euroklasse A1 in zowel de dak- als de wandconstructie, in dit geval steenwol. Het dak was opgebouwd uit een geprofi-leerde staalplaat met een laag steenwol als isolatiemateriaal en daarop een bitumineuze dakbedekking als afsluitende laag. Verder was het dak voorzien van een kunststof lichtstraat aan de kant van Koma. De scheidende buitenwand was opgebouwd uit een tot 2 meter hoog gemetselde wand en daarop een deel opgebouwd uit een zogenaamde binnen-/buitendoos, staalplaat gevuld met eveneens steenwol. Deze keuze bleek een uitstekende, omdat de brand anders zonder twijfel tot een total loss zou hebben geleid. Een desastreuze situatie voor een voedselproducent, want niet kunnen produceren betekent marktverlies,

Op 17 juli 2007 was industrieterrein Roerstreek het toneel van één van de grotere branden in Limburg van het afgelopen decennium. Op TV-beelden leek het of Bergia Frites in brand stond, maar het was de eigenaar

van een naastgelegen koeltechnisch bedrijf die zijn gebouw zag afbranden.

Schadepraktijk

Leo Porrio *

23 ART10 Schadepraktijk.indd 23 25-04-13 10:24

24 nummer 2 mei 2013

ParallelsessiesVoor de rest van de ochtend stonden vier parallelsessies op het programma. Sessie 1 had als onderwerp: ‘Naar een integrale veiligheid in de zorg’ met Tom de Nooij van Marsh en Harry van Franden en Dieter van Riel van Falck. Zij spraken over de optimale brandveiligheid bij zowel nieuw- als verbouw.Bij sessie 2 ging het over ‘Soft-skills in Fire Safety Engineering’, met bijdragen van Gerrit de Heer van SBR en Jaap Wijnia van Peutz. Het ging hierbij om het verkrijgen van goedkeuring van de toetsende instanties door het optimaal inzetten van de eigen persoonlijkheidsstijl.De titel van sessie 3 luidde ‘Werken met private instrumenten voor het borgen van kwaliteit’. Willem van Oppen van het CCV en Charles Meijer van de Brandweer Breda, die over het model Integrale Brandveilig-heid Bouwwerken (IBB) spraken. Het IBB dient als een gebouwdossier gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw. De vraag was daarbij hoe het IBB in de praktijk werkt en of het daadwerkelijk de brandveiligheid borgt.Sessie 4 kreeg als titel ‘Fundamentele herziening bouwregelgeving’. Rudolf van Mierlo van Efectis en Joost Pothuis van Arcadis gaven elk hun visie op het hoe en waarom van deze herziening. Een verslag

Nationaal Brandveiligheidscongres

2013

Thema was dit keer ‘Vat op brandvei-ligheid: werken met scenario’s’. Een actueel thema, dat meer deelnemers

trok dan vorig jaar. Deelnemers uit alle geledingen, inclusief de zorg. Maar helaas nauwelijks uit het overige bedrijfsleven. Dat was jammer, want juist deze gebrui-kers van gebouwen bepalen in belangrijke mate de brandrisico’s en de brandpreven-tieve voorzieningen.

Brandweer en de zorgDe aftrap was voor Gerrit Spruit, comman-dant Brandweer Flevoland. Hij voerde de zaal terug naar 2008 toen drie brandweer-mensen het leven lieten bij de bestrijding van een brand in een loods in De Punt. Dat was schokkend en – met de kennis van nu – vermijdbaar. Om de risico’s voor de brandweer te beperken ontwikkelde Brandweer Nederland sindsdien het

‘kwadrantenmodel’, een nieuwe aanpak van brandbestrijding. Bij het kiezen van een strategie zijn er nu vier mogelijkhe-den: binnen- of buiteninzet met elk een offensieve of een defensieve aanpak. Daarbij gaat het om de vraag of er nog mensen in het gebouw aanwezig zijn, om de risico’s voor de brandweer en om de preventieve voorzieningen. Het model is nog niet helemaal af en er zullen ook steeds weer nieuwe uitdagingen zijn. Spruit liet dat zien met een filmpje over een zich razendsnel ontwikkelende brand in een moderne huiskamer. Dat laat nauwelijks tijd voor hulpverlening.In de presentatie van Janes Otto, ging het over de brandveiligheid in de zorg. Otto is 32 jaar werkzaam in de zorg, tegenwoor-dig bij de Stichting Elisabeth, en adviseur Arbo, milieu en veiligheid bij branchever-eniging Actiz. De laatste zes jaar was hij betrokken bij veel nieuwbouwprojecten en hij ervoer dat er in de (bouw)praktijk veel mis gaat. Hij somde op: brandkleppen en -manchetten niet goed gemonteerd, allerlei gebreken in verborgen ruimten en een andere uitvoering dan afgesproken. Om dit soort problemen te voorkomen, is vooral behoefte aan een beter toezicht. Otto pleitte daarom voor één (goed) keurmerk, dat volgens hem veel geld en veel extra werk bespaart.

Half verstopt onder een geluidswal, maar toch opvallend en goed bereikbaar, staat aan de rand van Ede het CineMec complex. Een prima plek om na te denken en te discussiëren over het omgaan met brandrisico’s

en het grote belang van brandscenario’s. Dat gebeurde voor de 7e keer tijdens het NBC 2013. Dit maal onder de dynamische leiding van Joost Karhof.

Congres

Jan Sterk *

Dagvoorzitter Joost Karhof opent het congres.

24-25 Congres.indd 24 25-04-13 10:30

25nummer 2 mei 2013

Voor De agenDa:

Het nationaal Brandveilig-

heidscongres 2014 zal

plaatsvinden op 14 april

2014

over hun presentaties is te vinden op pagina 30 en 31.Voor de deelnemers die liever de benen wilden strekken, was er een rondleiding door CineMec complex. Dit onder leiding van de brandveiligheidsadviseur van CineMec, Björn Peters van DGMR en van Gerben Kuipers van CineMec en Brandweer Ede.

Grote compartimentenNa een levendige lunchbreak op het informatieplein gaven Klaas Jan de Boer en Peter van de Leur van DGMR een toelich-ting op twee nieuwe normen, die binnen-kort zullen verschijnen. Het zijn de NEN 6060, over de methode Beheersbaarheid van Brand (BvB) en de NEN 6079 over risicobenadering. De ervaringen met de

methode BvB zijn nu voor een deel is verwerkt. Net als de veranderingen door het Bouwbesluit 2012.Na de toelichting van De Boer gaf Van de Leur uitleg bij de nieuwe NEN 6079. Deze heeft hetzelfde toepassingsgebied als de NEN 6060. Dat wil zeggen dat het gaat om gebouwen waarin geen mensen zullen slapen, waardoor je je kunt afvragen of een brandcompartiment niet nog wat groter zou kunnen zijn. Vooral als er veel is gedaan om de kans op brand te verklei-nen. De 6079 geeft daarvoor de systema-tiek, die vooral betrekking heeft op het rekenen met kansen. Voor de statistische gegevens is gekeken naar gegevens van het CBS, van verzekeraars en van NFPA.Björn Peters van DGMR vertelde vervol-gens over zijn betrokkenheid bij de renovatie van het Rijksmuseum. En ook daar natuurlijk als adviseur brandveilig-heid. Voor de deelnemers was dit een interessante presentatie over een uniek gebouw.

InnovatieprijsVoor de Innovatieprijs 2013 waren ook deze keer drie genomineerden gekozen uit veertien inzendingen. Na drie korte presentaties door de genomineerden, mocht de zaal de winnaar kiezen. Dat werd Wiljo Pas van DGA Synchro BV met zijn nieuwe product ‘LogboekenOnline’. Het is een logboek op internet, waarbij alle betrokken partijen tijdens ontwerp, bouw, en beheer van brandveiligheidsinstallaties zelf hun gegevens kunnen invoeren. Het logboek werd al getest door Brandweer Gelderland-Midden.Ter afsluiting van een geslaagde dag gaf de Engelse brandweerveteraan Paul Richardson uitleg over de Engels bouw- regelgeving en hoe daar in de praktijk mee gewerkt wordt. Het was een goede aanzet voor de afsluitende discussie.

* Jan Sterk is freelance journalist

Congres

Janes otto van Stichting elisabeth Breda ging in op het scenariodenken vanuit het perspectief van de opdrachtgever.

Wiljo Pas van Logboeken online neemt de Innovatieprijs Brandveiligheid 2013 in ontvangst.

gerrit Spruit van brandweer Flevoland ging in op de nieuwe brandweerdoctrine.

24-25 Congres.indd 25 25-04-13 10:30

26 nummer 2 mei 2013

Inwerkingtreding Construction Product Regulation

CE-markering verplichtMet de inwerkingtreding van de CPR per 1 juli 2013 en daarmee de verplichting tot CE-markering lijkt het een goed moment om wat dieper in te gaan op een aantal vragen, toegespitst op de brandveiligheid van

bouwproducten.

Certificering

Jacques Mertens *

26-29 ART04 CE markering.indd 26 25-04-13 10:32

Certificering

27nummer 2 mei 2013

Ruim 50 jaar geleden is de eerste aanzet gegeven tot de eenwording van Europa. Een van de doelen was

(en is) het tot stand brengen van een inter-ne markt die wordt gekenmerkt door vrij verkeer van goederen en diensten tussen de Lidstaten. In 1985 is een andere weg ingeslagen, ook wel aangeduid als de ‘New Approach’. Deze nieuwe benadering kan voor bouwproducten - want daarop concentreert dit artikel zich - als volgt worden samengevat:• de wetgeving van de Lidstaten moet

worden geharmoniseerd. Een Lidstaat mag wel zelf het gewenste veilig-heidsniveau vaststellen, maar moet dat niveau baseren op Europese bepalingsmethoden;

• er mogen alleen producten op de markt worden gebracht die aantoon-baar kunnen bijdragen aan de veiligheid van een gebouw. Om dit te bereiken moeten die producten voldoen aan de zogenoemde funda-mentele voorschriften (‘essential requirements’). Een van die voorschrif-ten betreft de veiligheid (van burgers) bij brand;

• de hierbij behorende technische specificaties moeten worden vastgelegd in geharmoniseerde Europese normen, bij afwezigheid van een norm kan ook (vrijwillig) een Europese Technische Goedkeuring worden aangevraagd (ETA);

• als productie en controle van een (bouw)product zijn uitgevoerd volgens de geharmoniseerde productnorm mag de fabrikant de CE-markering aanbrengen. Daarmee geeft het CE-label aan dat de prestatie van het product op goedge-keurde wijze is bepaald.

DoelUit het bovenstaande wordt het doel van CE-markering duidelijk. Het is geen keurmerk op zich, maar een merkteken dat aangeeft dat de kwaliteit is bepaald volgens in Europa geaccepteerde metho-den. Hierdoor is het product te gebruiken in de Europese Lidstaten. Ook in de EFTA-landen (Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland) wordt CE-marke-

ring met de onderliggende bepalingsme-thoden geaccepteerd. Hiermee wordt een belangrijke doelstelling van de Europese Unie, de ‘vrije markt’, bereikt.Het systeem dien echter nog een belang-rijk doel: te komen tot een hoger veilig-heidsniveau. Om deze reden zijn de fundamentele voorschriften geformuleerd en worden voor de voorschriften die met de veiligheid van burgers te maken hebben zwaardere eisen gesteld aan zaken als de kwaliteitscontrole. Bij het vaststel-len van de eigenschappen van die producten en bij de kwaliteitscontrole is een belangrijke rol weggelegd voor de zogeheten aangewezen instanties of ‘notified bodies’.Een notified body is een onafhankelijke partij die door een Lidstaat voor een of meer specifieke beoordelingen als deskundige partij is aangewezen. Bijvoor-beeld het opstellen van de brandwerend-heidsclassificatie van een constructie (een wand, een deur, een doorvoering, enz.) moet worden verricht door een partij met kennis van zaken, die inzicht heeft in het gedrag van een constructie bij brand. Het is dus van belang dat die partij ook zelf ervaring heeft met brandproeven. Daarom

moeten niet alleen de brandproeven in het kader van CE-markering door een notified body worden uitgevoerd, maar moeten ook de met de proef samenhangende documenten (beproevingsrapport, deskun-digenverklaring, classificatierapport etc.) die een rol kunnen spelen in de CE-marke-ring door een notified body worden opgesteld.Om als notified body te kunnen worden aangewezen moet men de beschikking hebben over een eigen laboratorium waar de betreffende (brand)proeven uitgevoerd kunnen worden en moet dat laboratorium

Per 1 juli zal de Construction Product Regulation (CPR) in werking treden

en is CE-markering op bouwproducten een eis

door (in Nederland) de Raad voor Accredi-tatie zijn geaccrediteerd voor de betref-fende test(en).

Wanneer verplicht?Onder het regime van de Construction Products Directive (CPD) was CE-markering nog geen harde verplichting. Per 1 juli zal echter de Construction Product Regulation (CPR) geheel in werking treden en vanaf dat moment is CE-markering op bouwpro-ducten in de Europese Lidstaten een eis. In Nederland wordt deze eis geïmplemen-teerd via de Regeling Bouwbesluit 2012: in Paragraaf 1.3 van die Regeling is omschre-ven dat bouwproducten van CE-markering moeten zijn voorzien.Er zijn voorlopig echter nog (een fors aantal) bouwproducten en constructies, waarbij CE-markering geen eis is. Dat heeft vooral te maken met het feit dat niet voor alle bouwproducten al een ‘product-norm’ beschikbaar is.

Voor welke bouwproducten verplicht?Het ligt voor de hand dat alle bouwpro-ducten (op termijn) van een CE-markering moeten zijn voorzien. Maar zoals vaak ligt het in de praktijk wat genuanceerder. De

CPR schrijft voor dat alle producten die op de markt worden gebracht, moeten zijn voorzien van de CE-markering. Hiervan mag voor ‘speciale’ producten (maatwerk, niet-seriematig productiewerk) worden afgeweken – waarmee overigens niet wordt bedoeld een op maat gemaakt serieproduct als bijvoorbeeld per project op maat gesneden glas. Verder geldt dat de markering alleen mogelijk is voor die producten waarvoor een geharmoniseerde Europese norm (hEN of productnorm) beschikbaar is. Als voor een bepaald product (nog) geen geharmoniseerde

26-29 ART04 CE markering.indd 27 25-04-13 10:32

Certificering

28 nummer 2 mei 2013

productnorm beschikbaar is, kan de fabrikant vragen om een ETA, een Europese Technische Goedkeuring, mits voor de betreffende productsoort een ETAG beschikbaar is. Deze ETAG’s zijn doorgaans (mede) opgesteld door fabrikanten en vervolgens goedgekeurd door een bij EOTA aangesloten partij. CE-markering via een ETA betreft echter een vrijwillig systeem.

De productnorm speelt een centrale rol bij de CE-markering. In deze norm is aangege-ven volgens welke normen het product moet zijn getest en wie verantwoordelijk is voor het testen, het selecteren van de te testen monsters, enzovoort. Dit is in elke productnorm op dezelfde plaats opgeno-men, namelijk in bijlage ZA. Het is hierdoor ook eenvoudig na te gaan of een bepaalde norm een geharmoniseerde productnorm is: als een norm een bijlage ZA bevat, dan is dit een geharmoniseerde productnorm. En dan is dus CE-markering een vereiste.De productnorm verwijst op indirecte wijze door naar de beproevingsnormen. In de productnorm wordt gesteld dat bijvoorbeeld voor het materiaalgedrag (‘reaction to fire’) een classificatie op basis van EN 13501-1 vereist is, of voor de brandwerendheid (‘resistance to fire’) een

classificatie conform EN 13501-2. Deze classificatienormen verwijzen voor de beproevingen waarop de classificatie gebaseerd wordt weer door naar de Europese beproevingsnormen, waarmee de cirkel is gesloten.Daarnaast wordt in de productnorm aangegeven volgens welk systeem de ‘conformiteit’ van het product moet worden bepaald. Bij producten die met

veiligheid te maken hebben is dit door-gaans het hoogste systeem (AoC system 1), waarbij sprake is van externe, onafhanke-lijke partijen die verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de prestaties van het product. Meer concreet houdt dit door-gaans in dat de testen moeten zijn uitgevoerd door een Notified Body, dat wil zeggen een laboratorium dat is geaccredi-teerd voor de betreffende proef en daarvoor ook door de landelijke overheid is aangewezen als deskundige partij. De fabrikant zelf heeft bij system 1 echter ook diverse verplichtingen, waaronder een goede productiecontrole waardoor bijvoorbeeld is terug te vinden uit welke partij grondstoffen een specifiek product is samengesteld.

Verkrijgen CE-markeringWat moet een fabrikant doen om de CE-markering te mogen plaatsen? Om te beginnen moet het productieproces goed omschreven zijn en moet de fabrikant beschikken over een goede productiecon-trole, die (meestal jaarlijks) door een notified body wordt gecontroleerd. Vervolgens moet het product, of een prototype daarvan, worden onderworpen aan een of meer tests (de ‘initial type tests’) door een notified body. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan een

onafhankelijke selectie van de te onder-zoeken producten: deze moeten represen-tatief zijn voor het eindproduct. Op basis van de testresultaten wordt een toepas-singsgebied bepaald waarna de classifica-tie kan worden opgesteld, nog steeds door een notified body. In deze classificatie moet ook zijn aangegeven voor welk toepassingsgebied de classificatie geldig is. Dit toepassingsgebied bestaat uit een

‘direct toepassingsgebied’ dat direct volgt uit de test. In veel gevallen kan dat door de notified body op basis van daarvoor ontwikkelde (en deels nog te ontwikkelen) Europese normen worden uitgebreid met een ‘extended application’ of uitgebreid toepassingsgebied. Tenslotte kan dan door de notified body het ‘certificate of confor-mity’ worden opgesteld. Op basis hiervan kan dan de fabrikant de ‘declaration of performance’ opstellen, waarin de prestatie ten aanzien van de fundamen-tele voorschriften wordt vermeld. En pas dan mag de fabrikant ook het CE-logo aanbrengen op het product.

ControleHet is voor de acceptatie van het systeem belangrijk dat men kan vertrouwen op het de kwaliteit van de CE-markering. De opgegeven prestaties moeten dus correct zijn en op correcte wijze tot stand zijn gekomen. Daarom zal ook worden gecontroleerd op een correct gebruik van het logo en op de wijze van totstandko-ming van de CE-markering van een product. Deze controle wordt uitgevoerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport, die daarbij inspecties kan uitvoeren op de bouw en bij leveranciers. Maar ook bij de testlaboratoria en notified bodies. Op die wijze kan dus het hele traject worden gecontroleerd.

Wat zegt CE-markering?Het is van belang dat ‘de markt’, dus iedereen die bouwproducten met een CE-markering koopt, installeert, in het eigen gebouw heeft laten plaatsen enzovoort zich realiseert dat hij daarmee nog niet ‘klaar’ is. De CE-markering geeft immers alleen aan dat de prestaties zoals die zijn vermeld, zijn bepaald op de overeengekomen methode. Maar dat wil niet altijd zeggen dat daarmee ook aan de nationale eisen wordt voldaan. Elke Lidstaat kan immers zelf bepalen welke eisen worden gesteld. Een goed voorbeeld is de brandwerendheid. Als bijvoorbeeld een deurconstructie een classificatie heeft van EW 60 dan is dat in Nederland in de meeste gevallen voldoende, maar in de ons omringende lidstaten wordt door-gaans (het strengere) EI2 of EI1 geëist. De

De eindgebruiker moet zelf controleren of het betreffende

product aan de geldende nationale eisen voldoet

26-29 ART04 CE markering.indd 28 25-04-13 10:32

Certificering

29nummer 2 mei 2013

AL MEER DAN 100 JAAR IS SAMSOM FORMULIEREN & OPBERGSYSTEMEN EEN BEGRIP IN HET VASTLEGGEN, BEHEREN EN ARCHIVEREN VAN INFORMATIE. Map Medisch DossierHet Medisch dossier is een zuurvrije drieluik-map voor het op uniforme wijze opbergen van zowel losse als gebonden documenten op medisch gebied. In het bijlagevak kunnen losse documenten (bijv. foto’s) worden opgeborgen.

Materiaal: lichtgrijs 250 grs stevig karton, bedrukt in zwart.

een begrip in documentatie en archivering

Ga naar www.samsom.nl/formulieren voor meer informatie of een persoonlijk advies. Of scan de qr code.

eindgebruiker moet daarom altijd zelf controleren of het betreffende product aan de geldende nationale eisen voldoet, maar mag daarbij wel op de opgegeven waarden vertrouwen.

Tot slotIn dit artikel is (kort!) uiteengezet waarom CE-markering in het leven is geroepen en wat een fabrikant moet doen om het CE-logo op zijn producten aan te mogen brengen. Groot voordeel van het systeem is dat een fabrikant zijn product maar één keer hoeft te laten testen en de behaalde resultaten vervolgens in ‘heel’ Europa kan gebruiken. En dat geldt niet alleen voor de testresultaten zelf, men kan in veel gevallen ook door een notified body het toepassingsgebied van die test laten verruimen (extended application) zodat de resultaten van de (kostbare) test voor

meer toepassingen geschikt zijn, en ook dat geldend in alle Lidstaten. Overigens kan dit proces ook worden ‘omgekeerd’, door voorafgaand aan de test met een deskundige partij (bij voorkeur de notified body die ook de uiteindelijk benodigde rapporten op kan stellen) na te gaan voor welke toepassingen men de resultaten wil kunnen gebruiken.

Voor de gebruikers van CE-gemarkeerde producten gelden in feite dezelfde voordelen. Men kan immers ook kiezen uit buitenlandse producten, omdat uit de classificatie kan worden afgeleid dat deze in de beoogde eindsituatie aan de gestelde eisen voldoen. Nog mooier: er ontstaat dus (als het goed is) achteraf geen discussie meer of een buitenlands product wel aan de Nederlandse eisen voldoet.

En last but not least: de toegenomen keuzevrijheid en de reductie van het aantal testen (er hoeft immers niet meer in ieder land opnieuw te worden getest) zullen ongetwijfeld een gunstige invloed hebben op de uiteindelijke prijs.

* Jacques Mertens is adviseur bij en hoofd van het Laboratorium voor Brandveilig- heid van Peutz. Hij is lid van de Neder- landse normcommissie die verantwoorde- lijk is voor de Nederlandse normen op het gebied van brandproeven en tevens lid van enkele werkgroepen van de Europese normcommissie TC 127.

26-29 ART04 CE markering.indd 29 25-04-13 10:32

30 nummer 2 mei 2013

Het Bouwbesluit 2012 verwoordt daarbij het absolute minimum, ‘waar we de komende tien jaar van af moeten blijven.’En toen kwam er een plaatje op het scherm van een bos.

Een bos dat de gebouwde omgeving symboliseert en laat zien dat de bomen in een voedzame bodem wortelen. Die bodem is het Bouwbesluit 2012, dat zorgt voor de voeding van ‘pijlers’ als: bruikbaar-heid, gezondheid, veiligheid, energiezui-nigheid en milieu. Het plaatje spreekt ook van schadebeperking, bedrijfscontinuïteit of esthetica, aspecten die niet in het Bouwbesluit 2012 geworteld blijken.

Het plaatje laat zien dat op de voedingsbo-dem van het Besluit een florerend gebouw of gebouwde omgeving kan ontstaan, stevig gefundeerd op de pijlers van het Besluit. De op de voedingsbodem groei-ende bomen vormen samen een bos, zoals het Bouwbesluit met haar pijlers de voedingsbodem vormt voor een gebouw. Voor een kwalitatief goed gebouw is net als bij een bos meer nodig dan alleen een

Naar een nieuwe bouwregelgeving

In zijn inleiding memoreerde Van Mierlo dat het bij de ‘bouwvoorschrif-ten’ niet alleen gaat over de kwaliteit

van de teksten zelf, maar ook over de manier waarop we ermee omgaan en hoe het toezicht is geregeld. En de ‘fundamen-tele herziening’ betekent niet dat alles anders moet. Al zal er – door de toenemen-de complexiteit – steeds meer gebruik gemaakt worden van een risicogerichte benadering van de brandveiligheid waarbij er ook aandacht is voor beperking van de schade, want daar gaat de bouwre-gelgeving niet over.

Bouwbesluit voedingsbodem voor kwaliteitVolgens Joost Pothuis moeten we open staan voor een nieuw vergezicht dat recht doet aan de ontwikkelingen in de bouw-praktijk. Een vergezicht gericht op Professionaliteit, vrijheid en een ‘level playingfield’. Joost Pothuis bedankt Ruud van Herpen en Harry Nieman van Bureau Nieman voor hun klankbordrol en Rockwool voor het faciliteren van de ontwikkeling van de visie.

Hij gaf daarna een opsomming van een aantal trends. Vervolgens schetste hij het doel van de ‘fundamentele herziening’: een nieuw systeem gekenmerkt door ‘professionaliteit’, ‘vrijheid, en ‘level playing field’. En hij benadrukte dat het voor nieuwe ontwikkelingen belangrijk is om aan te sluiten bij bestaande systemen.

Moet de bouwregelgeving alweer anders? Waarom? Er is net een nieuw Bouwbesluit? Zulke vragen komen op bij de titel van de parallelsessie ‘Fundamentele herziening bouwregelgeving’ van het Nationaal

Brandveiligheidscongres 2013. De antwoorden kwamen van Rudolf van Mierlo, senior projectleider Fire Safety Engineering van Efectis Nederland, en Joost Pothuis, senior consultant van Arcadis.

Congres

Jan Sterk *

30-31 Congres.indd 30 25-04-13 10:32

Congres

31nummer 2 mei 2013

TransiTie naar inTe-

grale bouwkwaliTeiT

• Meer aandacht private

kwaliteitsaspecten

• integrale bouwkwaliteit

• De eindgebruiker staat

centraal

• Praktijk brengt nieuwe

cultuur tot wasdom

• Privaat wat kan, publiek

wat moet

• eerst aanpassing kwali-

teitscultuur dan regelge-

ving

Commentaar

Figuur links onder op pagina 31 moet vervallen. Kun je de vrijgekomen ruimte een beetje opvullen door de andere plaatjes groeter te maken of er meer wit om heen te plaatsen?

De voetregel graag aanpassen zoals bij nummer 1 dus: nummer 2 mei 2013 Brandveiligheid.com

De datumregel moet ik nog aanpassen maar voor de rest kan hij in proef denk ik.

Arjen: let op, de figuur linksonder op pag. 31 aanpassen / nieuw. Staat op de server

(droge) voedingsbodem. ‘De markt vult aan, de markt integreert’. De uiteindelijke kwaliteit is dikwijls een optelsom van de minimale Bouwbesluitkwaliteit en een extra om uit te komen op de door de markt gewenste kwaliteit. Het besluit is niet meer dan een ondergrens om excessen te voorkomen.

eisenniveau per pijler.

Op dit moment wordt de kwaliteit van een gebouw vaak per aspect ontwikkeld en beoordeeld. Voor een toets aan de minimum eisen is dat prima, maar niet bij het ontwerpen van een optimaal gebouw.De gangbare werkwijze leidt tot een reis langs diverse kwaliteitsaspecten, zonder deze in samenhang met elkaar te brengen.

Het varen op een eenzijdig kwaliteitscom-pas geeft wel richting maar geen koers en geen samenhang (zie figuur hieronder)

Dan is een integrale kwaliteitsbenadering nodig. Een visie op de totaal kwaliteit van een gebouw waar alle kwaliteitsaspecten te samen komen.

Nieuwe koersHij noemde de invloed die energiebespa-rende maatregelen kunnen hebben op bijvoorbeeld de brandveiligheid. Want wie is bekend met de invloed op de brandvei-ligheidsprestaties van: meer isoleren, driedubbele beglazing of een passief huis?

Integrale kwaliteitsbenaderingVolgens Pothuis moet een nieuw systeem niet alleen gebaseerd zijn op uitgangspun-ten, die het verhaal er achter vertellen. Ook een integrale aanpak met een goede afstemming van de verschillende invals-hoeken (de ‘pijlers’) is belangrijk. Dat maakt slim ontwerpen mogelijk met optimale resultaten. Het systeem moet van een zo hoog mogelijk abstractieniveau zijn en dus eigenlijk de basis prestatie-eisen omvatten uit het Bouwbesluit met daarboven op een op eigen verantwoorde-lijkheid gebaseerd kwaliteitssysteem. Van belang is ook de bepaling van de kwali-teitsniveaus per pijler, waarbij controle en borging mogelijk moeten zijn.Om vast te stellen of een gebouw werkelijk veilig is, zal een risico-inventarisatie en -evaluatie moeten plaatsvinden. Een goed gebouw is dan een gebouw met een optimale integrale kwaliteit. In het proces om dat te bereiken moet je in de samen-werking met anderen, zoals het bevoegd gezag (gemeente en brandweer) maar ook met de opdrachtgever, niet polariseren.Voor de ontwikkeling van het nieuwe systeem wijst Pothuis weer naar het plaatje van het bos op de ondergrond van het Bouwbesluit. Het plaatje geeft nu ook een doel aan voor de ontwikkeling van het bos, de doelkwantificering. Hij citeerde het gezegde: ‘Snoei geeft bloei.’ En de daarbij vaak vergeten Japanse tuinderswijsheid: Die stelt dat het geen zin heeft een boom te snoeien zonder ook de wortels aan te pakken. Te snelle groei? Hak een deel van

‘Brandveiligheid is meer dan alleen het Bouwbesluit’

de wortels weg.’ Het snoeien en weghakken symboliseert de invloed van de verhouding tussen de publieke toetsing en de private toetsing. In de loop der jaren voorziet hij hierbij een toenemende rol voor de private toetsing, die zich namelijk in tegenstelling tot de publieke toetsing ook op het private kwaliteitsdomein kan richten. Bij de dekking van restrisico’s is een belangrijke rol weggelegd voor aansprakelijkheidsver-zekeraars. Uiteindelijk staat de eindgebrui-ker van het gebouw daarbij centraal.

* Jan Sterk is freelance journalist

30-31 Congres.indd 31 25-04-13 10:32

32 nummer 2 mei 2013

Burgers, ondernemers en

overheden kunnen advies

vragen aan de Adviescom-

missie praktijktoepassing

brandveiligheidsvoorschrif-

ten over hoe de voorschrif-

ten voor brandveiligheid

moeten worden uitgevoerd.

Brandveilig.com belicht in

elke editie een interessant

advies. Voor het volledige

advies kunt u terecht op:

www.rijksoverheid.nl, onder

Helpdesk Bouwregelgeving

en Brandveilig gebruik.

Aanvullende eisen aan vergunning

Het meningsverschil speelt tussen de brandweer en een aanvrager van een nieuwbouw project. Het

project betreft een bestaand bedrijfsge-bouw waaromheen nieuwbouw wordt gerealiseerd in een U-vorm.

Standpunt gemeenteDe gemeente is van mening dat door het realiseren van de nieuwbouw de kans reëel is dat een brand in het bestaande bedrijfsgebouw onbeheersbaar wordt. Deze onbeheersbaarheid kan uiteindelijk leiden tot het niet kunnen bereiken van de

nieuwbouw en het niet kunnen bestrijden van brand. Ook vindt de gemeente dat een brand bestrijdbaar moet zijn en niet een dusdanige omvang mag krijgen dat deze de gemeenschap ontregelt. Naar het oordeel van de gemeente is dat wel het geval gezien de omvang van het bedrijf en de ligging (naast een middelgrote stad en een spoortraject). De gemeente heeft de aanvrager diverse voorstellen gedaan die bijdragen tot een goede bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand.

Standpunt aanvragerDe aanvrager heeft aangegeven de door de gemeente aangedragen mogelijkheden niet te kunnen c.q. te willen uitvoeren omdat de gemeente niets kan en mag zeggen over de bestaande bouw wanneer de nieuwbouw voldoet aan het Bouwbe-sluit 2003.

VraagstellingDe vraag die aan de Adviescommissie wordt gesteld is of de gemeente aanvul-lende eisen kan stellen aan de bereikbaar-heid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand.

AdviesDe adviescommissie deelt de mening van de brandweer dat de mogelijkheid om de

Een gemeente stelt aan het verlenen van vergunning extra eisen voor wat betreft goede bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van een mogelijke brand. Dat gaat de vergunningaanvrager te ver: de

nieuwbouw voldoet aan het Bouwbesluit 2003 en aan het Gebruiksbesluit en dus is er geen grond om in de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden te stellen. Partijen wenden zich tot de Adviescommissie

praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften voor een onafhankelijk oordeel.

Praktijktoepassing

achterste gebouwen bij brand te kunnen blussen door de nieuwbouw verslechterd kan zijn. Ook kan een brand in de bestaan-de brandcompartimenten eventueel leiden tot het voor blussen niet kunnen bereiken van het achterste gedeelte van de bestaande bebouwing. Toch is de advies-commissie het niet eens met de brand-weer dat dan ook de nieuwbouw als verloren moet worden beschouwd. Dit omdat sprake is van een behoorlijke weerstand tegen brandoverslag tussen het bestaande gebouw en de nieuwe gebou-wen, waardoor er een gerede kans bestaat dat een bestaand brandcompartiment uitbrandt, zonder dat hierdoor de nieuwbouw ook verloren gaat. Van belang is ook dat de nieuwbouwplan-nen in overeenstemming zijn met de voorschriften van het Bouwbesluit.

Ook de vraag of de nieuwbouw in combinatie met de bestaande gebouwen een gevaarlijke situatie oplevert voor een aangrenzend perceel wordt door de commissie ontkennend beantwoord. Die gebouwen liggen op dermate grote afstand van bestaande gebouwen dat er geen gevaarlijke situatie optreedt.

Advies met registratienummer 1101, april 2011, status: definitief

32 ART11 Praktijktoepassing.indd 32 25-04-13 10:39

33

Column

nummer 2 mei 2013

Not in my back yard

Frank van Elsen is directeur van FE-Fire Safety Engineering (www.fe-fire-safety-engineering.nl)

Frank van Elsen

In deze tijd van economische recessie ontkomt ook de brandweer niet aan de bezuinigingen van het kabinet. Volgens de brandweer leiden deze er toe dat er minder vrijwilligers zullen zijn, dat de opkomsttijden niet meer zullen worden gehaald, en dat er meer dodelijke slachtoffers als gevolg van brand zullen vallen. Terecht, of bangmakerij? Tijd voor een nuchtere analyse.

Om te beginnen doen bezuinigingen uiteraard pijn, zeker als deze gevolgen hebben voor het betrokken personeel. Het is echter nog maar de vraag in hoeverre het strikt onontkoombaar is dat deze terecht moeten komen bij de personele bezetting, en zo ja in welke mate? De kosten voor de brandweerzorg bestaan uiteraard niet uitsluitend uit personele kosten. Er is onlangs nog veel geld beschikbaar gesteld door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Dat geld zou kunnen worden gebruikt voor preventie, voor nieuwe meldkamers en voor ‘frictiekosten’. Misschien eerst maar even snijden in (re)organisatiekosten?

Dan zijn er de opkomsttijden, die al jaren een bron van discussie zijn. Je kunt je terecht afvragen wat de waarde is van de gestelde opkomsttijden en of die inderdaad zo scherp moeten zijn. De gebeurtenissenboom waarop de brand-weerzorg is gebaseerd, heeft een totaaltijd van 60 minuten en hierbinnen wordt de meeste tijd gebruikt voor bluswerkzaamheden. Er zijn echter vele mogelijk-heden om én de beschikbare opkomsttijd te verlengen én de benodigde blustijd te beperken. De brandbeveiligingsconcepten die het ministerie van Binnenland-se Zaken in de jaren negentig heeft uitgegeven, geven hiervoor allerlei mogelijk-heden.Het geeft ook te denken dat bedrijven eerst veel geld hebben moeten uitgeven aan kostbare brandmeldinstallaties met doormelding naar de brandweer, om deze nu weer af te schaffen terwijl hiermee kostbare tijd gewonnen kan worden. De beoogde besparing is misschien een verkeerde investering?

En wat te denken van automatische blusinstallaties? Het feit dat een goede blusinstallatie in feite de brandweer overbodig maakt - chargeren mag wel even - levert kennelijk gebouweigenaren nog te weinig op. Of zijn de hoge vastrecht kosten voor waterleidingaansluitingen in dit kader wel zo handig?

Tenslotte het heikele punt van de dodelijke slachtoffers, want hierbij worden kosten (bezuinigingen) toegerekend aan een mensenleven en daar kunnen we in Nederland moeilijk mee omgaan. Wat mag een mensenleven kosten is een vraag die politiek gezien niet gesteld mag worden. Feit is echter dat het daadwerkelijk reddend optreden van de brandweer in verreweg de meeste gevallen feitelijk niet nodig is en nog altijd - terecht - pas eerst na beoordeling ter plaatse door de commandant van dienst plaatsvindt. De bouwregelgeving voorziet immers in voorzieningen zoals brandmelding, vluchtroute-inrichting en brandcompartimenteringen om mensen zelf te kunnen laten vluchten. Het moet al op veel fronten zijn misgegaan wil de brandweer nog reddend moeten optreden. Bovendien is het aantal slachtoffers voornamelijk incident afhankelijk en niet zo zeer van effectiviteit en kwantiteit van de brandweer.

Kortom, het lijkt hier te gaan om een zaak van ‘not in my back yard!’

33 gastcolumn.indd 33 25-04-13 10:44

34

Advertorial

product & MArKt

Ontwikkeling op het gebied van brandwerende coatingsBrandwerende voorzieningen kunnen niet alleen grote bedrijfsschade maar ook persoonlijk letsel voorkomen. Sika komt met een unieke ontwikkeling op het gebied van brandwerende coatings: Sika Unitherm Platinum.Dit nieuwe duurzame product is geurarm, oplosmiddelvrij en goedgekeurd conform de nieuwe Europese Norm EN 13381-8. Sika Unitherm Platinum is de eerste Europees gecertificeerde brandwerende coating die geen oplosmiddelen bevat. Het is daarom een stuk gezonder en prettiger werken voor de verwerkers dan met een andere brandwerende coating. De coating is binnen 24 uur droog en de gewenste laagdikte (tot 4 mm) is in 1 laag aan te brengen met een normale airless-pomp. Door deze behandeling wordt de constructie tot 90 minuten brandwerend gemaakt en langdurig beschermd tegen corrosie (corrosiviteitsklasse conform ISO 12944-5, tot C5-I mogelijk). Voor verwerking is geen primer nodig.Meer informatie: www.sikaunithermplatinum.nl

Geïntegreerde vluchtdeurHoefnagels Branddeuren is producent van Firelock brandwerende schuifdeuren. Deze branddeuren worden in eigen huis ontwikkeld en zorgen bij brand voor een directe compartimentering, waardoor de brand zich niet verder kan uitbreiden en de schade beperkt blijft.Voordeel van de Firelock brandwerende schuifdeur is de mogelijkheid tot het integreren van een vluchtdeur. De toepasbaarheid van deze brandwerende afsluiting wordt hiermee vele malen groter, aangezien dan ook een evacuatiemogelijkheid wordt geboden. Er bestaat de keuze uit een enkele vluchtdeur, twee vluchtdeuren of een dubbele vluchtdeur.

De brandwerende schuifdeur kan standaard worden uitgevoerd met sandwichpanelen. Maar ook uitvoeringen met brandwerend glas of bekledingen met hout en/of RVS-beplating zijn mogelijk. Met name in situaties waar esthetische kenmerken een grote rol spelen zoals bijvoorbeeld in kantoren, ziekenhuizen en openbare gebouwen, zijn deze luxe schuifdeuren een uitstekende brandveilige oplossing.

De schuifdeur is getest bij Efectis/TNO en voldoet aan de NEN 6069 en het Bouwbesluit. Daarnaast is Hoefnagels in het bezit van een KOMO-attest. De brandwerende schuifdeur met vluchtdeur heeft een tweezijdige brandwerendheid van maximaal 60 minuten. Zonder vluchtdeur is de schuifdeur tweezijdig tot maximaal 120 minuten brandwerend.

AL MEER DAN 100 JAAR IS SAMSOM FORMULIEREN & OPBERGSYSTEMEN EEN BEGRIP IN HET VASTLEGGEN, BEHEREN EN ARCHIVEREN VAN INFORMATIE.

VerlofaanvraagbriefjesHandig formulier voor het aanvragen van verlof, vakantie of een snipperdag. Wordt door de werknemer ingevuld. Zelfkopiërend.

een begrip in documentatie en archivering

Ga naar www.samsom.nl/formulieren voor meer informatie of een persoonlijk advies. Of scan de qr code.

34 Product & markt.indd 34 25-04-13 10:42

35

Column

nummer 2 mei 2013

Mad Max

Joric Witlox is voorzitter van verenigingBrandveilig Bouwen Nederland (BBN).

Joric Witlox

Heeft u hem gezien? De Australische fi lm ‘Mad Max’ uit 1979 met de toen nog onbekende Mel Gibson in de hoofdrol. Steeds vaker denk ik er aan als ik mij in de wereld van brandveiligheid begeef. De fi lm speelt zich namelijk af in wat men een ‘dystopische’ toekomst noemt. Een dystopie is een (denkbeeldige) samenleving met louter negatieve eigenschappen waarin men beslist niet zou willen leven (bron: Wikipedia), en dus het tegenovergestelde van een utopie.

Vanwaar nu die gedachte? Op de eerste plaats valt me op dat er in de markt van brandveiligheid veel kaf tussen het koren zit. Ik heb het dan over alle disciplines, of het nu aanbieders zijn van bouwkundige, installatie, of organisato-rische maatregelen. Of dat het adviseurs, inspecteurs of FSE’ers zijn. Vervol-gens valt me op dat veel partijen zich kennelijk willen profi leren door andere partijen in een kwaad daglicht te zetten. De manier waarop dit gebeurt, is veelal verwerpelijk en soms zelfs onethisch. Bijvoorbeeld door getallen en percentages (niet) te noemen.Dit doet me aan school denken. De titel van mijn dictaat voor het vak Statistiek luidde: ‘there are lies, big lies, and statistics’. Een malafi de aanbieder valt eerst alternatieve producten of diensten aan en daarna ‘collega’ aanbieders van dezelfde producten of diensten voor brandveiligheid. Als dit op grote schaal gebeurt, ontstaat er een berg aan verwarrende halve waarheden en onderlinge negativiteit. Het brandveiligheidsnest wordt daarmee in- en extern bevuild en zwaar in diskrediet gebracht. Natuurlijk hopen ‘azijnzeikers’ daarmee de gunst te winnen van de afnemer. Maar in mijn ogen geeft dit slechts een beeld van een branche met over elkaar heen vallende aanbieders, waarbij de klant uiteindelijk door de bomen het bos niet meer ziet.

Vragers en aanbieders van brandveiligheid zijn daarom meer gebaat bij een ethi-sche en professionelere marktbenadering. Nu is ‘professionelere marktbenade-ring’ ook weer zo’n containerbegrip. Voor degenen die er iets voor voelen er aan bij te dragen, hierbij mijn gedachten daarover. Laten we als aanbieders het nu eens zo organiseren dat we met elkaar interdisciplinair samenwerken om voor onze klanten een werkelijk optimale situatie te creëren. Of u het nu gelooft of niet, soms is een organisatorische oplossing nu eenmaal echt de beste. En los hier van, als we over onze producten praten, zorg er dan voor dat de voor- en nadelen van het eigen product of dienst en de toepassing ervan goed duidelijk wordt.

Mijn utopische markt van brandveiligheid is er dus een van samenwerkende en elkaar versterkende disciplines en verenigingen. Een markt die feiten ook kan aantonen met behulp van begrijpelijke en controleerbare testen, certifi caten of registers. Bovendien hebben we het allemaal, hoop ik, universeel over hetzelfde: betrouwbare veiligheid. Ik verheug me op ‘Glad Max’.

Commentaar

***foto Witlox: uitsnede maken van FAC RED BVC 2013 02 ART14 foto Witlox***

N.a.v. de proef

Arjen:1. Ik heb gevraagd een uitsnede te maken van de foto: kop van Witlox; achtergrond "schoonmaken" : met name tape dat op het raam zit wegpoetsen.2. wat is er mis met de uitvulling van de tekst? Dit zijn toch genoeg woorden om deze pagian mooi te vullen????

De foto is niet groter te gebruiken maar ik vind het wel mooi zo.

35 Column Witlox.indd 35 25-04-13 10:58

Verenigde Brandveiligheid ExpertsHogeweg 37A5301 LJ ZaltbommelTel. 0418-510828E-mail [email protected]

www.brandveiligheidslimbekeken.nl

Branche-informatie VBE

DoelstellingenDe Vereniging van BrandveiligheidsEx-perts (VBE)stelt zich ten doel kennis op het gebied van brandveiligheid te delen, te vergroten en te verspreiden. De VBE is tevens een platform voor discussie over allerlei (actuele) brandveiligheidsthema’s.De VBE bestaat sinds 2007 en is onder-deel van de Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid (NOVB), een koepelorga-nisatie die zich inzet voor een brandveili-ger Nederland.

Iedereen die een bijdrage kan leveren aan vergroting van kennis over brandveiligheid en de doelstellingen van de vereniging onderschrijft, kan lid worden. Het lidmaat-schap is uitsluitend op persoonlijke titel.De huidige circa 260 leden zijn afkomstig uit onder andere installatiebedrijven, inspectie-instellingen, de brandweer, de overheid, de bouw- en projectontwikke-laarswereld, toeleveringsbedrijven, het facilitair management en de verzekerings-wereld.

Lid worden?Bent u expert op één of meer brandveilig-heidsterreinen en geïnteresseerd in een lidmaatschap dan kunt u zich via de website aanmelden en bij voorkeur een VBE-lid als referentie opgeven. Het VBE-comité, samengesteld uit een vijftal leden van de VBE, beslist over het lidmaatschap. Het comité bestaat uit: Maarten de Groot (voorzitter), Bruno van Burik, Wim van de Geijn, Alex Ivanovic en Siem-Jan Stam.

nummer 2 mei 2013

JaarprogrammaDe VBE realiseert haar doelstellingen onder andere door geregeld themabij-eenkomsten te organiseren en een jaarlijks seminar in het najaar. Daarin komen allerlei (actuele) brandveilig-heidsonderwerpen aan de orde.

Seminar 2013Het seminar 2013 staat gepland op 2 oktober en vindt wederom plaats in de Evenementenhal in Gorinchem. Het VBE-comité is druk doende met de invulling van het programma met als (werk)titel: “Brandveilig Ondernemen”.

Themabijeenkomsten 2013De VBE-themabijeenkomsten zijn bedoeld voor kennisvergroting, onderlinge uitwisseling van informatie en discussie.Op 24 april 2013 vindt een themabij-eenkomst plaats over “Brandwerende liften en deuren”. Liften en deuren zijn de slagader van een gebouw. Brand-werende schuifdeuren en liften moeten volgens het Bouwbesluit en Europese productnormeringen voldoen aan strikte regels. Het gaat om betrouw-bare, gebruiksvriendelijke, geïntegreer-de toegangssystemen die ook tijdens brand zorgen voor optimale veiligheid, toegankelijkheid en vluchtroutes.Mark van Tilborg van Vetrotech Saint-Goban spreekt over transparante veiligheid; brandwerend glas, CE-mar-kering, -herkenning en -controle; Jacob van den Essenburg van de fa. Kone over brandwerende toegangsdeuren en Rudi van Seter van dezelfde firma over liften in combinatie met brandveilig-heid.Om alvast te noteren zijn de overige data voor themabijeenkomsten 2013:12 juni en 20 november. Informatie over de thema’s volgt.

VBE-leden hebben gratis toegang tot de themabijeenkomsten. Het VBE-comité heeft besloten de entree voor niet-VBE-leden te verhogen naar € 50,- omdat het dit een passender bedrag vindt. Deelnemers zijn welkom vanaf 18.30 uur, waarna om 19.00 uur

de bijeenkomst van start gaat. Na afloop is er gelegenheid voor informele uitwisseling en netwerken.De actuele stand van zaken rondom het VBE-jaarprogramma is te vinden op www.brandveiligheidslimbekeken.nl.

TerugblikIn 2013 vonden al drie themabijeen-komsten plaats. In januari was er een herhaling van de themabijeenkomst van 12-12-12 over de nieuwe certifice-rings- en inspectieregelingen VBB met Willem van Oppen van het CCV. De nieuwe regelingen leveren veel stof op tot discussie, zo bleek.

De presentaties zijn te downloaden via http://brandveiligheidslimbekeken.nl/evenementen-vbe/thema20130123/presentaties-20121212.

Ook de themabijeenkomst op 6 februari over brandveiligheid van parkeergarages was drukbezocht en verliep geanimeerd. Over dit onder-werp publiceerde de NOVB een position paper die door John van Lierop van de NOVB werd toegelicht. Hij benadrukte het belang van toepas-sing van automatische blussystemen, zoals sprinklers. Daarna braken Joost van Dijk en René Duijndam van de Vebon een lans voor het gebruik van drukventilatie en RWA-systemen. De avond eindigde in where the two can meet nu geen van beide systemen afzonderlijk wonderen kunnen verrich-ten. Onder voorwaarden kunnen beide elkaar versterken. Het beheersen van de brand dankzij sprinkler is één, voor het effectief blussen zal de brandweer toch veilig naar binnen moeten kunnen en in dat scenario is een drukventilatie-systeem een essentieel instrument.

De bijeenkomst was zo succesvol dat een herhaling plaatsvond op 21 maart jl. voor wederom een ‘uitverkochte’ zaal. De presentaties zijn te downloa-den via http://brandveiligheidslimbeke-ken.nl/evenementen-vbe/the-ma20130321

36

36-37 Branche-info.indd 36 25-04-13 11:07

Branche-informatie VBE

nummer 2 mei 2013

Opleidingen brand- veiligheidDe VBE adviseert het OpleidingsCen-trum Brandveiligheid (OCB ) over de ontwikkeling van opleidingen.Nieuwe data voor de VSI-A, B en C zullen binnenkort bekend zijn.De nieuwe cursus “Toegepaste Sprinklerbeveiliging voor de brand-weer” is ten einde. Een twintigtal mensen, voornamelijk werkzaam in de veiligheidsregio Midden-Nederland verdiepten zich in de wereld van de sprinklersystemen. Het is een positief verlopen 1e pilot, waarin over en weer is geleerd. Op basis van deze try-out zal het lesmateriaal, dat al positief werd onthaald, een optimalisatie ondergaan zodat het nog meer aansluit bij de

Rene Duijndam in zijn betoog over brandveiligheid van parkeergarages

behoefte van de brandweer. De cursus bestaat uit vier lesdagen en zal worden herhaald in mei en juni en in het najaar.Voor meer informatie en aanmel-ding: www.hetocb.nl

LinkedInDe leden kunnen zich aansluiten bij de VBE-Linkedin groep. De bijdragen aan de op VBE-Linkedin groep zijn zeer divers. Men kan elkaar vragen stellen, er vindt discussie plaats over de beste beveiligingsmethoden van bijvoorbeeld parkeergarages en tunnels en over onderzoeksresultaten en men kan er ook commentaar aantreffen op branden. Bovendien is het een goed medium voor aankondigingen van symposia en evenementen waarin de brandveiligheid aan de orde komt.

Voordeel voor VBE-ledenVBE-leden mogen gratis deelnemen aan al onze activiteiten, worden regelmatig geïnformeerd over de activiteiten van de vereniging en hebben hun eigen discussieplatforms. Daarnaast zijn er regelmatig kortingen op evenementen van derden. Kent u een seminar, opleiding of andere interessant item, neem dan contact met ons op. Ook ontvangen VBE-leden dit blad tegen een aantrekkelijke prijs.

Foto

: Rob

Jas

trze

bski

37

36-37 Branche-info.indd 37 25-04-13 11:07

38

Brandveilig.com bedrijvenindex

38 nummer 2 mei 2013

AdembeschermingDräger Safety Nederlandwww.draeger-safety.nl

AdviesbureAusAdviesbureau Leeuwesteijnwww.leeuwesteijn.org

Adviesbureau Peutzwww.peutz.nl

Altavilla Brandveiligheidwww.altavilla.nl

AMMA de Bruin www.ammadebruin.nl

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs www.chri.nl

CCB Groep www.ccb-groep.nl

De Wit CADwww.dewitcad.nl

DGMRwww.dgmr.nl

Dijkoraad Viavestawww.brandweerondersteuning.nl

Floriaan www.floriaan.nl

Nieman Raadgevende Ingenieurswww.nieman.nl

Obexwww.obex.nl

Vgib Onderhoudsmanagementwww.vgib.nl

AedTrigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Afdichtingen Applicomwww.applicom.nl

BBWestwww.bbwest.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

DMS Brandwerende Systemenwww.brandwerendeconstructies.nl

Firestopsupply www.firestopsupply.nl

Gerco Beveiligingen www.gerco.com

IBMOwww.ibmo.eu

SABAwww.saba.nl

Walraven www.walraven.com

AfvAlbAkken EHCMwww.ehcm.nl

ArboCCB Groepwww.ccb-groep.nl

AspirAtiesystemenAerOcheckwww.aerocheck.eu

bhv Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

CCB Groep www.ccb-groep.nl

DSPA.nlwww.dspa.nl

Escape Mobility Companywww.escape-mobility.nl

Saval Brandbeveiligingwww.saval.nl

Wagnerwww.wagner-nl.com

binnendeuren Albo Deurenwww.albodeuren.nl Alprokon Aluminiumwww.alprokon.com

Berkvenswww.berkvens.nl

GNS Brinkman www.gnsbrinkman.nl

KONE Deursystemenwww.konedeursystemen.nl

Limburgia Utiliteitsdeurenwww.limburgia.nl

Reinaerdt Deurenwww.reinaerdt.nl

Theuma DoorSystemswww.theuma.nl

blusgAsinstAllAties Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Breman Brandbeveiligingwww.breman.nl

DEF Nederland Fire-Technologywww.def-firetech.nl

DSPA.nlwww.dspa.nl

Hi-Safe Systems  www.hisafe.nl

Nofiq Fire & Safety Systemswww.nofiq.nl

SK FireSafety Groupwww.skfiresafetygroup.com

Tyco Integrated Fire &Securitywww.tyco.nl

blusmiddelen Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Berki Brandbeveiligingwww.berki.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

DSPA.nlwww.dspa.nl

Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com

Nu-Swift Brandbeveiligingwww.nu-swift.nl

P&G Safetywww.pengsafety.nl

Saval Brandbeveiligingwww.saval.nl

Schuurman Brandbeveiligingwww.schuurman-brandbeveiliging.nl

bouwmAteriAlen Draka Kabelwww.draka.nl

Gyprocwww.gyproc.nl

Promatwww.promat.nl

Reppelwww.reppel.nl

bouwplAntoetsing Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

brAnd/gAsdetectie Ajax Chubb Varelwww.ajaxchubb.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Breman Brandbeveiligingwww.breman.nl

Dräger Safety Nederland www.draeger-safety.nl

brAndbeveiliging af-x fire solutionswww.afxfiresolutions.com

BrandPrevent Applicationswww.brandprevent.nl

Dictator Productiewww.dictator.nl

Gerco Beveiligingen www.gerco.com

Kuijpers Beveiligingssystemenwww.kuijpers.com

Nu-Swift Brandbeveiligingwww.nu-swift.nl

Saval Brandbeveiligingwww.saval.nl

Schuurman Brandbeveiligingwww.schuurman-brandbeveiliging.nl

SK FireSafety Groupwww.skfiresafetygroup.com

Terberg installatiebedrijfwww.terberg.eu

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Tyco Integrated Fire &Securitywww.tyco.nl

WBD brandbeveiliging www.wbd-brandbeveiliging.nl

brAndkAstenBumaxwww.bumax.nl

brAndkleppen Air Trade Center Nederlandwww.airtradecentre.com

DAME-Ltd Nederlandwww.dame-ltd.com

FSS Internationalwww.firestopsystems.nl

SEAC Internationalwww.seac.nl

brAndkrAnen BERMAD Fire Protectionwww.bermad.nl

brAndmeldinstAllAties Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

BD Service Nederland www.bdservice.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

DEF Nederland Fire-Technologywww.def-firetech.nl

Hefas Branddetectie www.hefas.nl

Hertek www.hertek.nl

Protec Brandbeveiligingwww.protecfire.nl

SK FireSafety Groupwww.skfiresafetygroup.com

Tyco Integrated Fire &Securitywww.tyco.nl

brAndslAnghAspels Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Saval Brandbeveiligingwww.saval.nl

38_39_bedrijvenindex.indd 38 25-04-13 11:36

Brandveilig.com bedrijvenindexBrandveilig.com bedrijvenindex

39nummer 2 mei 2013

commentaarn.a.v. de proef

Ik heb de tekst in het kadertje rechtsonder aangepast. Tekst loopt nu uit het kader, graag aanpassen.

Uw bedrijf ook in de bedrijven index? Bel of mail

accountmanager Michel Lases,

[email protected],

06 - 52867256 of Marion Smits,

[email protected],

06 - 52867200

brAndtestenEfectis (voormalig TNO)www.efectis.com/nl

brAndvertrAging BrandPrevent Applicationswww.BrandPrevent.nl

Finivlamwww.finivlam.nl

Fireprevention.NL  www.fireprevention.nl

Flame Guardwww.flameguard.nl Walraven www.walraven.com

brAndweerDe Wit CADwww.dewitcad.nl

DSPA.nlwww.dspa.nl

TBTAwww.tbta.nl

brAndwerende coAtingsDMS Brandwerende Systemenwww.brandwerendeconstructies.nl

Sika Nederlandwww.sika.nl

brAndwerende deurenIndeko Hollandwww.indeko.nl

Metaconwww.metacon.nl

cfd Adviesbureau Peutzwww.peutz.nl

Efectis (voormalig TNO)www.efectis.com/nl/

Exisswww.exiss.eu

ONE Simulationswww.onesimulations.com

deuren industrie GNS Branddeuren en Rolluikenwww.gns.nl

A. Leering Enschede www.leering-enschede.nl

Hoefnagels Branddeuren BVwww.hoefnagels.com

Merford Special Doorswww.specialdoors.nl

Metaconwww.metacon.nl

Next Door Systemswww.nextdoorsystems.com

Protec Industrial Doorswww.protecindustrialdoors.com

deurvergrendelingen Alprokon Aluminiumwww.alprokon.com

Dictator Productiewww.dictator.nl

droge blusleidingenTrigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Nu-Swift Brandbeveiligingwww.nu-swift.nl

Saval Brandbeveiligingwww.saval.nl

evAcuAtie Escape Mobility Companywww.escape-mobility.nl

Hezemans Textiel www.hezemans.com

gAsblussystemen Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

glAs AGC Flat Glass Nederland www.yourpyrobel.com

Bovema Glaswww.bovemaglas.nl

inspectiebureAus Brand Veiligheid Inspecties BVI www.bvibv.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Bureau Veritaswww.bureauveritas.nl

Dijkoraad Viavestawww.brandweerondersteuning.nl

R2B Inspecties www.r2b.nl

isolAtiemAteriAAl Kingspan Geïsoleerde Panelenwww.kingspanpanels.nl

Unilinwww.unilin.nl

Rockwool Benelux www.rockwool.nl

kAbels Cable Masterswww.cablemasters.nl

Draka Kabelwww.draka.nl

Eldrawww.eldra.nl

lAdders/trAppen Gorter Luiken www.dakluiken.nl

luiken Gorter Luiken www.dakluiken.nl

noodverlichting Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Hertek www.hertek.nl

Nu-Swift Brandbeveiligingwww.nu-swift.nl

Saval Brandbeveiligingwww.saval.nl

pArkeergArAge-ventilAtie Air Trade Center Nederlandwww.airtradecentre.com

Colt International www.coltgroup.com

ExcelAir www.excelair.nl

Rucon Systemairwww.rucon.nl

rook- en wArmteAfvoer Bovema Glaswww.bovemaglas.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

Colt International www.coltgroup.com

DAME-Ltd Nederlandwww.dame-ltd.com

rookschermen Bovema Glaswww.bovemaglas.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

Firetexxwww.firetexx.com

Hoefnagels Brand- en Bedrijfsdeurenwww.hoefnagels.com

roosters Aralcowww.firecatch.nl

FSS Internationalwww.firestopsystems.nl

SEAC Internationalwww.seac.nl

schoorsteenvegers Schoorsteenveegbedrijf Boomgaardshoekwww.boomgaardshoek.nl

sprinklers Ajax Chubb Varelwww.ajaxchubb.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Breman Brandbeveiliging www.breman.nl

Kemkens Brandbeveiligingwww.kemkensbrandbeveiliging.nl

Kuijpers Beveiligingssystemenwww.kuijpers.com

SK FireSafety Groupwww.skfiresafetygroup.com

Wolter & Dros www.blussenmetbeleid.nl

totAAlinstAllAteur AFG Groupwww.afggroup.nl

Terberg Systeemintegratie  www.terberg.eu

trAining/opleiding Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniekwww.facilicom.com

Hertek www.hertek.nl

vluchtluiken Gorter Luiken www.dakluiken.nl

vuurlAstberekeningAdviesbureau Leeuwesteijnwww.leeuwesteijn.org

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

Floriaan www.floriaan.nl

wAtermist DEF Nederland Fire-Technologywww.def-firetech.nl

Fire Technology www.firetechnology.nl

SK FireSafety Groupwww.skfiresafetygroup.com

Unica Automatic Sprinkler  www.unica.nl/brandbeveiliging.htm

38_39_bedrijvenindex.indd 39 25-04-13 11:36

38_39_bedrijvenindex.indd 40 25-04-13 11:36