boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak...

84
STAGE-WERKBOEK Opleiding Kinderopvang & Onderwijs Cohort 2012

Transcript of boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak...

Page 1: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

STAGE-WERKBOEK

Opleiding Kinderopvang & Onderwijs

Cohort 2012

© Copyright 2012 – 2013 / Koning Willem I CollegeVersie oktober 2012

Page 2: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding ............................................................................................................................................ 3

2. Informatie over de opleiding .............................................................................................................3

3. Opzet van de opleiding ..................................................................................................................... 4

4. Toelichting op de stage voor de praktijkopleider ..............................................................................5

5. Tips voor de begeleiding ................................................................................................................. 6

6. Taken en werkzaamheden onderwijsassistent .................................................................................8

7. Taken en werkzaamheden (Gespecialiseerd) Pedagogisch Medewerker 3 en 4 ............................9

8. Belangrijke adressen en telefoonnummers ....................................................................................11

9. Inhoud en planning stage opdrachten en voortgangsgesprek.......................................................12

10. Opdracht 1: Oriëntatieopdracht.....................................................................................................14

11. Opdracht 2: voortgangsgesprek……………………………………. .………………………………….16

11. Opdracht 3: Plan je leerproces......................................................................................................18

12. Opdracht 4: Reflectieverslag aan de hand van de STARR-methode............................................20 Format Onderwijsassistent..…………………………………………..…21 Format Pedagogisch Medewerker 3.……………….…………………..23 Format Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4………………..25 Hulpvragen bij het gebruik van de STARR-methode.…………..…….27

13. Opdracht 5: Tussenevaluatie........................................................................................................28

14. Opdracht 6: Eindverslag................................................................................................................29

15. Houdingvaardighedenlijst..............................................................................................................32

16. Aanwezigheidslijst......................................................................................................................... 35

17. Competentielijsten Onderwijsassistent..........................................................................................36

18. Competentielijsten Pedagogisch Medewerker 3 Kinderopvang....................................................41

19. Competentielijsten Pedagogisch Medewerker 3 Kinderopvang BBL.............................................45

20. Competentielijsten Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4 Kinderopvang ..........................49

1

Page 3: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

INLEIDING

Dit is het stagewerkboek van de opleiding Kinderopvang & Onderwijs. De stage is een belangrijk deel van de opleiding, want waar kunnen je beter leren wat het beroep van je vraagt aan kennis, houding en vaardigheden dan in de praktijk?

De stage bestaat uit drie perioden:

1. Het eerste leerjaar waarin de student zich oriënteert op het beroep. Pas ik bij het beroep? En past het beroep bij mij?

2. Het tweede leerjaar waarin de keuze voor het beroep duidelijk is en de student vooral de competenties ontwikkelt die het beroep vraagt.

3. H.......et derde leerjaar, waarin nog een stuk begeleid traject zit en de laatste periode gereserveerd wordt voor de proeve van bekwaamheid. (examen in de praktijk)

INFORMATIE OVER DE OPLEIDING

Onze afdeling Kinderopvang & Onderwijs kent drie opleidingen:

Onderwijsassistent

De onderwijsassistent kan op verschillende plekken in het onderwijs ingezet worden: in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs of beroepsonderwijs. De functie is vooral gericht op het ondersteunen van de bevoegde leraar of het team. De onderwijsassistent werkt onder verantwoordelijkheid van een leraar of een teamleider en kan worden ingezet bij werkzaamheden zoals lesmateriaal verzamelen en klaarleggen, kleine groepjes extra begeleiden, kinderen ondersteunen bij het leren lezen of helpen tijdens het zelfstandig werken. Daarnaast kan een onderwijsassistent ingezet worden bij de voor- en naschoolse opvang en bij het uitvoeren van verzorgende taken.

Pedagogisch Medewerker 3 Kinderopvang (Pedagogisch Medewerker 3) en Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4 Kinderopvang (Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4) Een Pedagogisch Medewerker werkt bij een organisatie voor kinderopvang of op een basisschool. Een organisatie voor kinderopvang kan bijvoorbeeld zijn: een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of een peuterspeelzaal. De kinderopvang biedt groepsgewijze opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan kinderen van 0 tot en met 12 jaar. De Pedagogisch Medewerker kan ook werken in het onderwijs. Op een basisschool voert zij echter geen didactische werkzaamheden uit, maar richt zich op pedagogisch-verzorgende taken. De Pedagogisch Medewerker stimuleert en begeleidt kinderen en jongeren om deel te nemen aan de groep, geeft sturing aan een plezierige interactie in de groep en zorgt voor sfeer, uitdaging en geborgenheid. Ze stimuleert (spelenderwijs) de cognitieve, motorische, sociale en emotionele ontwikkeling van elk kind en corrigeert hen wanneer dat nodig is.

2

Page 4: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Een Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4 houdt zich daarnaast bezig met de coördinatie binnen de organisatie en is aanspreekpunt voor ouders, collega’s en externe betrokkenen bij de begeleiding van kinderen met specifieke begeleidingsvragen.

3

Page 5: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

OPZET VAN DE OPLEIDING

De opleidingen zijn competentiegericht opgezet. Bij competenties gaat het om het totaal van kennis, inzicht, vaardigheden en gedrag. Deze heb je nodig om je beroep goed uit te kunnen oefenen. Het gaat er niet alleen om dat je weet hoe het zou moeten, maar dat je het ook zo doet! Deze competenties heb je ook nodig om als burger in de maatschappij goed te kunnen functioneren. In de opleiding wordt hieraan, vooral in praktische situaties, veel aandacht besteed.

Voor de opleiding zijn kerntaken en werkprocessen vastgesteld in een kwalificatiedossier. Hiermee leg je een brede theoretische en praktische basis om als beroepsbeoefenaar aan het werk te kunnen.

Tijdens de opleiding loop je in alle leerjaren stage. Tijdens de dagen op school werk je aan taken en opdrachten die veel met je stage te maken hebben. Dit komt terug in de thema’s waaraan je werkt en in de manier waarop de lesstof wordt aangeboden. De lesstof wordt aangeboden via klassikale lessen, maar ook in projecten, praktijklessen en in trainingen. Tijdens de opleiding maak je een ontwikkeling door in drie fasen. In de eerste fase oriënteer je je op het beroep. In de tweede fase oefen je je competenties In de laatste fase laat je zien dat je een beginnend beroepskracht bent en doe je de proeve van bekwaamheid.

Het algemene onderdeel van de opleiding is: Leren, loopbaan en burgerschap (o.a. Nederlands, functioneren als zelfstandig burger in de

maatschappij, rekenen, een moderne vreemde taal)

Het specifieke gedeelte van de opleiding is: Pedagogische, didactische en verzorgende vakken. Sociale en communicatieve

vaardigheden en creatieve vakken.

StageDe opleiding sluit goed aan bij de beroepspraktijk. Een groot deel van het programma is praktisch ingericht. De beroepspraktijkvorming neemt ongeveer 40% van de opleiding in beslag.

14 studiepunten te behalen voor stage in het eerste leerjaar (cohort 2012 BOL)24 studiepunten te behalen voor stage in het tweede leerjaar (cohort 2011 BOL)Een student dient voor het behalen van de studiepunten groei aan te tonen. Wanneer de student op onderstaande wijzen groei heeft aangetoond, krijgt hij/zij 14/24 studiepunten.Het toekennen van een gedeelte van de punten behoort niet tot de mogelijkheden.

Groei aantonen: De student heeft verslagen van de voortgangsgesprekken geschreven en zich gehouden aan

de daarin gemaakte afspraken over het werken aan de competenties.  De student heeft reflectieverslagen geschreven en deze besproken tijdens de

voortgangsgesprekken. In de ingevulde competentielijsten is groei in de praktijk te zien (steeds meer plusjes). De praktijkopleider heeft de houdingslijst voor het beroep als voldoende beoordeeld.

4

Page 6: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

TOELICHTING OP DE STAGE VOOR DE PRAKTIJKOPLEIDER

Alles wat een onderwijsassistent of een Pedagogisch Medewerker moet weten en kunnen is uitgelegd in het kwalificatiedossier. Het kwalificatiedossier omvat drie kerntaken. Elke kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen en binnen elk werkproces oefent de student een aantal competenties.

In de beoordelingsschema’s waarmee u de voortgang van de student in kaart brengt, ziet u al deze termen terug. U vindt deze lijsten aan het einde van dit boek (let erop dat de student de juiste gebruikt voor haar opleiding). Bij de omschrijvingen van het gedrag dat de student moet laten zien is uitgegaan van de prestatie-indicatoren die genoemd worden in het kwalificatiedossier.

Beoordelen:Tijdens de opleiding leren wij kennis en vaardigheden aan en is er aandacht voor de beroepshouding, er wordt geoefend in gesimuleerde situaties. Bij u in de beroepspraktijk kan de student echter de competenties in werkelijkheid oefenen. Het is belangrijk dat de student de beroepshouding ontwikkelt en dat zij daarin groei laat zien. Het competent worden is een groeiproces. De evaluatie / beoordeling hoort daarbij aan te sluiten. Diverse competenties kunnen niet op elk gewenst moment worden aangeleerd of geoefend. Dit kan te maken hebben met de gewenste voorkennis of de complexiteit van het werkproces of de competentie. De student moet daarom niet continu worden beoordeeld, maar zij dient de gelegenheid te krijgen zichzelf te ontwikkelen, de dagelijkse feedback op het functioneren is daarbij een belangrijk instrument.Bij de inschatting of een deelnemer de potentie bezit zich te ontwikkelen tot een professional, spelen houding, motivatie en leervermogen een rol. Deze spelen dan ook een belangrijke rol bij de beoordeling.

Niet alle drie de kerntaken zullen in het 1e leerjaar even “zwaar” aan bod komen. Er is vooral aandacht voor kerntaak 1 en 2 van het kwalificatiedossier. Kerntaak 3 komt bij 2e en 3e jaars studenten meer aan de orde. Voor alle competenties geldt dat er elk jaar een hoger beheersingsniveau van de student wordt verwacht. Uiteindelijk zal de student aan het einde van het 3e leerjaar in een proeve van bekwaamheid op de stage kunnen laten zien dat zij alle gevraagde competenties op een voldoende niveau beheerst om een beginnend beroepsbeoefenaar te zijn.

Met studenten kunnen gedurende de stage drie soorten begeleidingsgesprekken gevoerd worden:

1. Feedbackgesprekken door de praktijkopleider na elke stagedag over de uitvoering van de werkzaamheden en het functioneren in de groep. Hierbij is het van belang dat de student de gekregen feedback ook in het vervolgtraject gaat toepassen c.q. verbeteren.

2. Voortgangsgesprekken (bij voorkeur maandelijks) over de voortgang van de student. In dit gesprek wordt gereflecteerd op de maand ervoor door de werkprocessen en competenties te bespreken waaraan de student wilde werken en wordt vooruitgekeken naar de leerdoelen van de komende tijd. De student wordt geacht dit gesprek zelf voor te bereiden en na afloop een gespreksverslag te maken. Deze verslagen vormen samen het voortgangsdossier.

3. Tussenevaluatie en eindgesprek in aanwezigheid van de stageconsulent en op basis van het voortgangsdossier van de student.

5

Page 7: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

TIPS VOOR DE BEGELEIDING

Plan de voortgangsgesprekken met de student ruim op tijd. Dit geeft de student de mogelijkheid om het gesprek goed voor te bereiden. Leg deze data aan het begin van de stageperiode vast. Natuurlijk hopen wij dat de student zelf initiatief neemt om de gesprekken te plannen. Niet elke student is hier echter even goed toe in staat. In dat geval vragen wij u om de student aan te sturen.

De eerste keer dat u een beoordelingslijst invult (na 4- 6 weken stage) geeft u aan waar de student nu staat. In hoeverre beheerst zij de competentie al? U kunt dit in de kolommen aangeven met plus en min tekens (-, -/+, +) 1. In de kolommen daarna kunt u door plusjes en minnetjes aangeven of er sprake is van groei ten opzichte van die eerste keer. Een student moet groei aantonen, daarom raden wij af om bij de eerste keer invullen van de beoordelingslijst al teveel plussen in te vullen. Een plus betekent immers dat het niveau voor het betreffende leerjaar al volledig behaald is.

Na bespreking van deze beoordelingslijst kiest u samen met de student enkele werkprocessen / competenties waaraan de komende vier weken bewust gewerkt gaat worden.

U bespreekt met de student de taken waardoor competenties geoefend kunnen worden (plus eventuele instructies, afspraken en tijdsplanning). De student maakt hiervan een werkplan.

Tijdens een volgend voortgangsgesprek wordt de ontwikkeling van betreffende competenties besproken en zo mogelijk worden nieuwe competenties gekozen voor de periode daarna.

In dit stagewerkboek treft u diverse opdrachten aan die door u ondertekend moeten worden. Het gaat in dit geval om een controle op privacygevoelige gegevens. Daarnaast zorgt de handtekening ervoor dat de stageconsulent kan controleren of u het verslag gezien heeft. Bij de opdrachten wordt aangegeven wat er van de diverse betrokkenen wordt verwacht.

AFSPRAKEN

In geval van ziekte van de student dient zij zich ziek te melden bij de praktijkopleider en bij het Koning Willem I College. Dit dient te gebeuren voor 08.00u ’s morgens. Tevens dient de student zich beter te melden bij de praktijkopleider en bij het Koning Willem I College. De door ziekte gemiste uren hoeven niet te worden ingehaald door de student. Wanneer de student door afwezigheid onvoldoende beoordeelbaar is, kan dit betekenen dat de student toch extra uren stage moet lopen of moet doubleren.

Gedurende de stageperiode vinden er mogelijk bijzondere stageactiviteiten plaats waarbij u uw stagiaire graag in zou willen zetten. Denk bijvoorbeeld aan carnavalsvieringen, kerstvieringen, schoolreisjes. De officiële afspraak is dat een student twee keer per schooljaar verlof mag aanvragen op school voor stageactiviteiten. In dat geval dient de stageplaats, minimaal 2 weken van tevoren, een ondertekend verzoek mee te geven aan de student voor de mentor. De student kan geen verlof krijgen, wanneer zij toetsen of presentaties heeft op deze dag.

Een student heeft het recht om geen stage te lopen tijdens de schoolvakanties van de opleiding. Wanneer de vakanties binnen uw instelling afwijken van de schoolvakanties van het Koning Willem I College heeft de student alsnog het recht om zich aan de schoolvakanties van de opleiding te houden. Eventuele gemiste uren hoeven niet te worden ingehaald.

1 - = leerdoel+/- = er moet nog aan geschaafd worden+ = voldaan voor het niveau van het betreffende leerjaar

6

Page 8: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Reflecteren met STARR

Onze studenten wordt op het Koning Willem 1 College de STARR methodiek aangeleerd om te reflecteren op hun leerproces (zie opdracht 4 pag. 20 van dit stagewerkboek). Deze reflectieverslagen zijn een begeleidingsinstrument (dus geen beoordelingsinstrument). De student zal haar reflectieverslagen aan u aanbieden om te lezen en te ondertekenen. Tijdens de voortgangsgesprekken kunt u de verslagen bespreken en inhoudelijk feedback geven op de verslagen zodat de student haar verslaglegging kan verbeteren. Een STARR verslag kan goedgekeurd worden wanneer er MINSTENS twee verbeterpunten zijn genoemd.

Inhoud voortgangsgesprek

Eén keer in de 4 à 6 weken houdt u een voortgangsgesprek met de student.Tijdens het voortgangsgesprek bespreekt u de voortgang van het leerproces van de student.De student neemt hier zelf een actieve rol bij in en zorgt dat de planning en competentielijst bij de hand zijn.

Concrete acties tijdens het voortgangsgesprek:

1. De student maakt een agenda voor het gesprek.

2. De Student en de praktijkopleider vullen ieder voortgangsgesprek één kolom van de competentielijsten in met -, -/+, +. Wat nog niet aan de orde is geweest, wordt opengelaten. En wanneer er grijze vakjes in de lijst staan, geldt deze competentie nog niet voor dat leerjaar. De voortgang van de student wordt op deze manier inzichtelijk gemaakt en besproken.

3. Samen met de student wordt bekeken bij welke werkprocessen / competenties de leerpunten van de student liggen. Samen met de student wordt bepaald aan welke leerpunten de komende periode gewerkt wordt. (de student maakt aantekeningen van dit gesprek) Kijk hierbij ook naar de openstaande competenties. Aan het einde van het jaar dienen alle competenties aan bod te zijn gekomen.

7

Page 9: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

TAKEN EN WERKZAAMHEDEN ONDERWIJSASSISTENT

1. Het ondersteunen van de leraar in de onderbouw op zijn aanwijzingen bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken.

2. Het begeleiden van leerlingen bij de verwerving van vaardigheden. 3. Het leveren van een praktische / organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement. 4. Het verrichten van overige werkzaamheden die verband houden met de functie.

1. Ondersteunen van de leraar Begeleidt individuele leerlingen of kleine groepen van leerlingen die van de leraar instructie

ontvangen hebben Helpt leerlingen bij expressieactiviteiten Observeert leerlingen tijdens les, pauzes en spel, signaleert problemen en bespreekt deze

met de leraar Assisteert bij het samenwerken van leerlingen, het groepswerk en het werken in hoeken Ziet toe op het zelfstandig werken van leerlingen Helpt leerlingen bij het uitdiepen van een onderwerp in het documentatiecentrum Begeleidt leerlingen met een aparte leertaak en registreert het ontwikkelings- en leerproces Begeleidt individuele leerlingen bij niveaulezen Helpt bij de uitvoering van handelingsplannen voor leerlingen

2. Begeleiden van leerlingen Ziet toe op handen wassen, tandenpoetsen e.d. Helpt bij gymnastiek met aan- en uitkleden Houdt toezicht op en corrigeert gedrag tijdens pauzes, vervoer e.d. Inspireert leerlingen te luisteren, op te ruimen, zich te concentreren, vragen te stellen e.d.

3. Praktische bijdrage klassenmanagement Richt het leslokaal in en ruimt op Vervaardigt illustraties e.d. voor projecten Maakt lesmateriaal gereed Zet materialen klaar Controleert de staat van les- en ontwikkelingsmateriaal en bespreekt deze met de leraar Vult voorraden aan

4. Overige werkzaamheden Woont besprekingen bij indien dit wenselijk wordt geacht Verzorgt mede de administratie van leerling-prestaties en andere leerling-gegevens die van

belang zijn voor het leerproces Ondersteunt bij de organisatie van uitstapjes, vieringen, festiviteiten Helpt mee bij het ontvangen van ouders

8

Page 10: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

TAKEN EN WERKZAAMHEDEN (GESPECIALISEERD) PEDAGOGISCH MEDEWERKER NIVEAU 3 EN 4 KINDEROPVANG

De Pedagogisch Medewerker biedt dagelijkse opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan kinderen en jongeren van 0 tot en met 13 jaar. Over het algemeen zijn dit kinderen zonder specifieke begeleidingsvraag.

De (Gespecialiseerd) Pedagogisch Medewerker 3 en 4: functioneert veelal binnen een team en draait met collega’s de groep(en). inventariseert de vraag, behoeften en mogelijkheden van het kind / de jongere en de wensen

en behoeften van de ouders / vervangende opvoeders. kan omgaan met groepsprocessen. stimuleert kinderen / jongeren tot deelname aan de groep en begeleidt hen hierbij. geeft sturing aan een plezierige onderlinge interactie in de groep en zorgt voor sfeer, uitdaging

en geborgenheid. werkt volgens het pedagogisch (beleids-)plan van de organisatie. neemt het opgestelde plan van aanpak als uitgangspunt wanneer zij kinderen met specifieke

problematiek of achterstanden begeleidt. stelt een (dag)indeling en activiteiten(programma) op en voert deze uit. Hierbij stimuleert zij

(spelenderwijs) de cognitieve, motorische, sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. Ze creëert een veilige en stimulerende (leef)omgeving voor het kind, met een optimaal opvoedingsklimaat. Gedurende de opvang en begeleiding voert zij observaties uit en signaleert zij eventuele achterstanden en gedragsproblemen van het kind.

onderhoudt contacten met de ouders / vervangende opvoeders . Eventueel adviseert de Pedagogisch Medewerker hen over de opvoeding of geeft zij tips. De meer formele voortgangsgesprekken zullen indien gewenst samen met haar leidinggevende worden gevoerd.

bepaalt op grond van haar observaties welke spelactiviteiten geschikt zijn voor de verdere ontwikkeling van het kind.

stelt, wanneer het voor de ontwikkeling van het kind gewenst is, VVE programma’s (Voor- en Vroegschoolse Educatie) aan de orde.

in de BSO is gericht op opvang en vrijetijdsbesteding. Zij haalt kinderen van school en wisselt daarbij informatie uit met de leerkracht. Zij stimuleert de brede ontwikkeling van kinderen op het gebied van sport en bewegen, kunst en creativiteit, natuur en techniek en samen spelen. Zij biedt de opvang en de activiteiten op een dusdanige wijze aan, dat ze passen in het totale dagprogramma van het kind. Daartoe zoekt zij afstemming met de ouders/vervangende opvoeders.

Aanvullende taken voor de Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4 In de kinderopvang richt de Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4 zich op meer

coördinerende taken binnen de opvang en is aanspreekpunt voor ouders, collega’s en externe betrokkenen bij de begeleiding. Zij beantwoordt vragen van ouders over de ontwikkeling / opvoeding van hun kind en informeert hen over stappen die gezet kunnen worden bij een gesignaleerde ontwikkelingsachterstand of gedragsproblemen. Ook stimuleert zij ouders thuis (spel)activiteiten uit te voeren ten behoeve van de ontwikkeling van het kind en adviseert hen daarbij. Ze informeert ouders over werkwijze en aanbod van andere instellingen (basisscholen, bureaus voor opvoedingsvoorlichting etc.). Zij onderhoudt externe contacten met andere professionals.

In de BSO is het van belang dat de Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker 4 gebruikmaakt van kwaliteiten van anderen. Daarom moet zij beschikken over een uitgebreid

9

Page 11: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

netwerk, zowel binnen de organisatie als daarbuiten, met andere aanbieders van activiteiten voor kinderen / jongeren of mensen die interessante dingen kunnen vertellen of doen. Zij zoekt naar afstemming met samenwerkingspartners, zoals welzijnsorganisaties en scholen, om de continuïteit in de activiteiten en de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.

10

Page 12: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

BELANGRIJKE ADRESSEN EN TELEFOONNUMMERS

Schooladres

Koning Willem I CollegeAfdeling Kinderopvang & OnderwijsVlijmenseweg 2, 5223 GW ’s-HertogenboschPostbus 122, 5201 AC ’s-HertogenboschT: 073-6249 668

Directeur afdeling Kinderopvang & Onderwijs

Mevrouw J. van den Heuvel

Telefoonnummer: 073-6249 945E-mailadres: [email protected]

Secretariaat afdeling Kinderopvang & Onderwijs

Telefoonnummer: 073-6249 668E-mailadres: [email protected]

STAGE-consulent

De heer / mevrouw _____________________________________________________

Telefoonnummer: 073-6249 ______________________________________________

Mobielnummer: 06- _____________________________________________________

E-mailadres: __________________________________________________ @kw1c.nl

Praktijkopleider / werkbegeleider

De heer / mevrouw: ____________________________________________________

Telefoonnummer: ______________________________________________________

11

Page 13: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

INHOUD EN PLANNING STAGEOPDRACHTEN Schooljaar 2012-2013

Vanuit de lessen op school krijg je per jaar meerdere malen opdrachten mee die je moet uitvoeren op de stage. Dit kan een observatieopdracht zijn, een activiteit of een onderzoekje. Deze opdrachten staan niet in het stagewerkboek, maar krijg je los aangeboden.

In onderstaand schema zie je wie in welke maand verslagen van je verwacht. Verwerk dit schema in je planning of geef inleverdata op tijd aan in je agenda. Zoals je ziet wordt er elke maand iets van je verwacht.

Verslagen moeten ondertekend worden door je praktijkopleider en dat kost tijd! Goed plannen dus!

De stage kent vijf vaste opdrachten die steeds terug komen. Je maakt ze niet elk jaar allemaal!In leerjaar 1: opdracht 1, 22, 4, 6In leerjaar 2: opdracht 2², 3, 4, 5, 6In leerjaar 3: opdracht 1, 2², 3, 4, 5

Maand Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 (OA/PW3) BBL2

Leerjaar 3 (GP)

Sept.

1: Oriëntatieopdracht (Alleen bij een nieuwe stageplek)

3: Plan je leerproces

1: OriëntatieopdrachtInleveren direct na de blokstage (Alleen bij een nieuwe stageplek. Dit geldt niet voor het BBL traject)

3: Plan je leerproces

1: OriëntatieopdrachtInleveren direct na de blokstage (Alleen bij een nieuwe stageplek. Dit geldt niet voor het BBL traject)

3: Plan je leerproces

Okt. 2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

Nov. 2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

Nov./Dec./Jan.

5: Tussenevaluatie3: Plan je leerproces

5: Tussenevaluatie/ voorlopige GO3: Plan je leerproces

5: Tussenevaluatie/ GO kerntaak 1 en 2. 3: Plan je leerproces voor kerntaak 3

Feb.1: Oriëntatieopdracht

Presenteren direct na de blokstage

2: Voortgangsgesprek 2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

Mrt. 2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek 2: Voortgangsgesprek

Apr. 2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen

2: Voortgangsgesprek4: Twee reflectieverslagen DEFINITIEVE GO DEFINITIEVE GO

Mei 2: Voortgangsgesprek6: Eindverslag (C) 6: Eindverslag (C)

Proeve van bekwaamheid Proeve van bekwaamheid

Juni Stage lopen Stage lopen

NB: Voor een 3e jaars leerling OA/PW3 geldt dat de definitieve GO gegeven mag worden vanaf 1 maart. Deze moet uiterlijk 5 april gegeven zijn. Na afloop van de proeve blijft de student op de stageplaats tot aan de laatste stagedag op 14 juni 2013.Voor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en de theorie mag gegeven worden vanaf 1 maart. Deze moet uiterlijk 5 april gegeven zijn.

2 Het voortgangsgesprek (opdracht 2) dient eens in de 4 à 5 weken plaats te vinden. De opdracht is meerdere malen opgenomen in bovenstaand schema ter herinnering en voor de planning van de student.

12

Page 14: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

CHECKLIST STAGEWERKBOEK – LEERJAAR 1.

Je start met 1 week blokstage van ongeveer 32 uur. Na de blokstage loop je 16 uur per week stage. Aan het einde van het jaar sluit je weer af met 1 week blokstage van ongeveer 32 uur. Consulent: deze persoon begeleidt jou namens het KW1C.

Hij / zij komt ongeveer 2x langs tot aan het einde van het schooljaar. Praktijkopleider: deze persoon begeleidt jou in de praktijk vanuit de stage-instelling. Alle verslagen moeten goedgekeurd en ondertekend worden door je praktijkopleider. Tijdens de mentoruren praat je met je mentor en je klasgenoten over de stage (intervisie). Bij problemen neem je contact op met je mentor en eventueel met je consulent.

WAT CHECK

VOOR DE BLOKSTAGEJe hebt je stagewerkboek gekopieerd naar de harde schijf van je laptop. OJe hebt je stagewerkboek uitgeprint en in een map gestopt.Je hebt in die map ruimte gemaakt voor de te maken opdrachten. OJe hebt pagina 5, 6 en 7 en de taakomschrijving van jouw beroep gekopieerd voor je praktijkopleider. O

Je hebt pagina 11 van je stagewerkboek ingevuld. OJe hebt je stagewerkboek goed doorgelezen en al je vragen gesteld aan je docent / mentor. Alles moet duidelijk zijn. O

Je hebt een mapje “stageverslagen” aangemaakt in N@tschool en op je laptop voor het opslaan van de gemaakte opdrachten. O

TIJDENS DE BLOKSTAGEJe maakt opdracht 1: oriëntatieopdracht (pagina 14 en 15). Deze opdracht laat je lezen en aftekenen door je praktijkopleider en stop je in je stagemap. O

Als je foto’s wilt maken van je klas / de groep voor de presentatie van de oriëntatieopdracht, zul je toestemming moeten vragen aan je praktijkopleider en soms ook aan de ouders (d.m.v. een brief). O

Je plant de voortgangsgesprekken met je praktijkopleider (pagina 16)en je kopieert of print daarvoor pagina 17. O

Je bereidt thuis de presentatie van je stageplek voor (zie pagina 15). OJe start met het invullen van de aanwezigheidslijst (pagina 31). OJe stuurt een mail naar je consulent met daarin de volgende gegevens:

Naam en klas Naam en adres van je stageplek Naam van je praktijkopleider Telefoonnummer van jezelf en je praktijkopleider E-mail van jezelf en je praktijkopleider Stagedagen

O

Je verwijst je praktijkopleider naar de site www.edu-kw1c.nl/kinderopvang-onderwijs. Daar staat het stagewerkboek online. O

ALGEMEENJe houdt de aanwezigheidslijst bij. ONa ongeveer drie maanden lever je een kopie van de ingevulde aanwezigheidslijst in bij je mentor. Je mentor geeft aan wanneer. Dit doe je ook aan het einde van het schooljaar. O

Je hebt iedere 4 à 5 stageweken een voortgangsgesprek. OJe maakt de opdrachten 1, 2, 4 en 6 uit het stagewerkboek. OJe houdt een logboek (dagboek) bij. O

Opdracht 1: Oriëntatieopdracht

13

Page 15: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Als je in een bedrijf of school met je werk begint, maak je eerst kennis met je collega’s, je leidinggevende, je werkplek en de leerlingen van de school. In die eerste weken wordt het je langzaam maar zeker duidelijk wat je werkzaamheden zijn en leer je je collega’s en de kinderen een beetje kennen.Deze opdracht heeft betrekking op kennismaken en het verkennen van het werkterrein.

Het doel van deze opdracht is: dat je kennismaakt met de doelgroep; dat je kennismaakt met collega’s en de leidinggevende / de praktijkopleider; dat je een overzicht krijgt van wat er van jou verwacht wordt en hoe je dat in teamverband moet

uitvoeren; dat je weet wat het algemene doel van de instelling is.

Onderdeel 1: De groepStel je groep voor. De volgende punten moeten hierin worden opgenomen: Welke groep Aantal kinderen Leeftijd Beschrijf de ontwikkelingsfases van de kinderen in jouw groep Zijn er bijzonderheden waar je op moet letten bij kinderen uit je groep? Beschrijf dit.

Onderdeel 2: AfsprakenZoek uit wat de afspraken zijn m.b.t. de volgende punten: Pauze Pleinwacht Roken Telefoon (intern / extern) Gebruik van mobiele telefoon Ziekte / afwezigheid Vakantie / vrije dagen Kleding, nagels, piercing, haardracht, tatoeage. Keuken en taken, de was (PW) Deuren en hekjes (PW) Openen en sluiten gebouwen

Onderdeel 3: Wie doet wat en wanneerVoer een gesprek met de volgende mensen over de inhoud van hun functie. Directeur / cluster manager of hoofd kinderdagverblijf Interne begeleider (OA) Remedial Teacher (OA) Schoolmaatschappelijk werk (OA) Praktijkopleider / werkbegeleider Leerkrachten / groepsleiders Medewerker huishoudelijke dienst / conciërge Wie zijn de BHV-ers en waar staat de EHBO-kist

Onderdeel 4 : ProtocollenLees de volgende protocollen. Beschrijf in een verslag wat elke protocol inhoudt. Protocol calamiteiten (brand etc.) Protocol luizen

14

Page 16: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Protocol pesten Wat te doen bij zieke kinderen? Binnen- en buitenregels Afspraken met betrekking tot veiligheid, hekjes, afsluiting box, stapelbedjes etc. Voeding en hygiëne (PW)

Onderdeel 5: Evaluatie Hoe is de kennismaking verlopen met de organisatie, de groep en je collega’s? Welke taken heb je uitgevoerd tijdens je blokstage? Wat zijn je vaste taken na de introductie van de blokstage? Beschrijf je eigen inbreng ten aanzien van je werkzaamheden Wat heb je als positief ervaren in de afgelopen periode? Waarom vind je dat positief? Waar zie je (nog steeds) tegenop? Hoe verliep de samenwerking / communicatie met je collega’s? Leg uit wat gemakkelijk /

moeilijk ging. Welke afspraken zijn er gemaakt met betrekking tot je begeleiding? Wie is jouw aanspreekpunt in de stage en begeleidt deze persoon jou ook? Zijn je verwachtingen / ideeën / idealen over het werken op een school veranderd of bevestigd

met hoe je dacht voordat je je blokstage had gelopen? Motiveer je antwoord.

Laat je verslag lezen en aftekenen door je praktijkopleider / werkbegeleider.

Onderdeel 6: Presenteren in de klas Maak naar aanleiding van je verslag een PowerPoint presentatie over jouw stageplek.

(wanneer je samen met klasgenoten stage loopt op dezelfde instelling mag je de presentatie samen geven)

Het presenteren zal plaatsvinden tijdens het mentoruur. Lever het verslag in bij je mentor.

Rol praktijkopleider / werkbegeleider: Verslag lezen en controleren op onwaarheden / privacygevoelige gegevens. Zo nodig de

opdracht geven om het verslag aan te passen. Het goedgekeurde verslag ondertekenen.

Rol mentor: Ruimte geven in het mentoruur voor de presentatie van opdracht 1. Wanneer er om welke

reden dan ook door de mentor wordt besloten om de presentatie niet te laten uitvoeren, dient hiervan een schriftelijk ondertekend bewijs aan de student te worden overhandigd. De student bewaart dit bewijs in de stagemap.

Verslag lezen en voorzien van feedback. Het verslag ondertekenen.

Inleveren / bewarenHet ondertekende verslag en een afdruk van de sheets van je PowerPoint presentatie bewaar je in jouw stagemap. Bij de tussenevaluatie / eindevaluatie wordt er gecontroleerd of deze onderdelen aanwezig zijn.

Opdracht 2: Voortgangsgesprek

Je hebt 1x in de 4 à 5 stageweken een voortgangsgesprek. Tijdens het voortgangsgesprek bespreek je met je praktijkbegeleider je leerproces. Je neemt hier zelf een actieve rol in en je zorgt dat je je planning en competentielijst bij de hand hebt.

15

Page 17: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

STAP 1:Concrete acties voorafgaand aan het voortgangsgesprek:

1. Maak een lijst met punten die je wilt bespreken met je begeleider. Dit noemen we de agenda. Hierin staat in ieder geval:- Bespreken competentielijst- Bespreken reflectieverslag(en)- Bespreken planning (leerjaar 2 en 3)- Vragen van jou- ……………..

2. Vul met potlood de competentielijsten in met -, -/+, +. Beoordeel jouw eigen functioneren. Wat nog niet aan de orde is geweest, laat je open. Aan het einde van het jaar is het de bedoeling dat alle competenties voor jouw leerjaar aan bod zijn gekomen.

3. Eerstejaars student: vraag je praktijkopleider om voorafgaand aan het tweede voortgangsgesprek je houdingvaardighedenlijst in te vullen. Tweedejaars studenten doen dit bij de tussenevaluatie.

STAP 2:Concrete acties tijdens het voortgangsgesprek:

4. Neem samen met je praktijkopleider de agendapunten door. Voeg eventueel nog extra agendapunten toe.

5. Bespreek alle agendapunten. 6. Bespreek samen met je praktijkopleider de door jou ingevulde competentielijsten. Je

praktijkopleider past deze zo nodig aan tot een definitieve beoordeling voor dit moment. Dit wordt dan ingevuld met pen.

7. Kijk vervolgens bij welke werkprocessen / competenties jouw leerpunten liggen. Kijk hierbij ook naar de openstaande competenties. Aan welke competenties / werkprocessen ga je volgens je planning in de volgende weken werken? Bespreek hoe je dit gaat aanpakken.

STAP 3:Concrete acties na afloop van het voortgangsgesprek:

8. Maak een rapportage van het voortgangsgesprek. Gebruik hiervoor een kopie van het formulier op de volgende pagina. Laat je verslag ondertekenen door je praktijkopleider / werkbegeleider.

Rol praktijkopleider / werkbegeleider: Gesprek voeren met de student. Rapportage lezen en controleren op onwaarheden / privacygevoelige gegevens. Rapportage ondertekenen.

Inleveren / bewarenDe verslagen van de voortgangsgesprekken bewaar je geprint in jouw stagemap.Bij de tussenevaluatie / eindevaluatie wordt er gecontroleerd of deze verslagen aanwezig zijn.

16

Page 18: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

RAPPORTAGE VOORTGANGSGESPREK

Aanwezig:

Datum:

Wat waren de agendapunten voor het gesprek? Wat is hierover besproken?

Korte evaluatie van het gesprek (Hoe vind je dat het gesprek is gegaan?)

Welke afspraken zijn er gemaakt? (actielijstje)

Aan welke (nieuwe) leerdoelen ga ik werken?

Handtekening student: Handtekening praktijkopleider:

17

Page 19: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Opdracht 3: Plan je eigen leerproces

Het doel van deze opdracht is: dat je een planning maakt van je eigen leerproces. dat je in kaart brengt hoe je aan je competenties gaat werken.

Je gaat een plan maken om aan je competenties te werken.Je bespreekt met je praktijkopleider wanneer je de verschillende competenties gaat oefenen.

Stap 1: Plan een gesprek met je praktijkopleider om deze opdracht voor te bereiden.

Stap 2: Pak de competentielijsten erbij en bepaal samen op welke momenten en in welke situaties op jouw stage je de verschillende kerntaken kunt oefenen.

Stap 3: Bekijk het voorbeeld en vul op dezelfde manier jouw planning in. Gebruik de lijst op de volgende bladzijde. Zo zie je duidelijk wanneer je aan de kerntaken met daarbij behorende werkprocessen en competenties gaat werken en weet je zeker dat je je breed ontwikkelt.

Maak een planning tot aan je tussenevaluatie (bijv. tot eind december) en probeer de drie kerntaken op meerdere momenten te oefenen. Noteer in je planning ook 1x in de 4 à 5 stageweken een voortgangsgesprek.

Zet bij elke activiteit om welke kerntaak / werkproces het gaat.

Voorbeeld uit het dossier van Onderwijsassistent:

Week Activiteit Kerntaak Werkprocessen Competenties33 Assisteren bij de

knutselles1 1.2, 1.3, 1.4 Materialen en middelen inzetten,

instructies en procedures opvolgen, vakdeskundigheid toepassen, begeleiden.

34 Ondersteunen bij luizencontrole

2 2.4 Ethisch en integer handelen, instructies en procedures opvolgen, met druk en tegenslag omgaan.

35 Voortgangs-gesprek met de praktijkopleider

3 3.1 Vakdeskundigheid toepassen.

Rol praktijkopleider / werkbegeleider: Gesprek voeren met de student om de planning te begeleiden. Planning en leerproces van de student mede bewaken door middel van de

voortgangsgesprekken.

Inleveren / bewarenDe planning bewaar je geprint in jouw stagemap. Bij de voortgangsgesprekken komt de planning ter sprake en kan hij altijd tussentijds aangepast worden. Bij de tussenevaluatie wordt deze planning ook besproken.

18

Page 20: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

PLANNING STAGE (OPDRACHT 3)

Wanneer werk ik aan welke kerntaak / werkproces?

Kerntaken oefenen Onderwijsassistent:- Kerntaak 1 kun je oefenen wanneer je bezig bent met observeren en activiteiten met

leerlingen. - Kerntaak 2 kun je oefenen bij het organiseren van uitstapjes en / of wanneer je pleinwacht

hebt of verzorgende taken uitvoert. - Kerntaak 3 kun je oefenen wanneer je deelneemt aan overlegmomenten, afspraken maakt en

samenwerkt met collega’s en bij evaluatie en rapportage.

Kerntaken oefenen (Gespecialiseerd) Pedagogisch Medewerker niveau 3 en 4:- Kerntaak 1 kun je oefenen wanneer je bezig bent met observeren en het plannen van

activiteiten van kinderen.- Kerntaak 2 kun je oefenen in de dagelijkse opvang op het gebied van begeleiding en

verzorging en dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden.- Kerntaak 3 kun je oefenen wanneer je deelneemt aan overlegmomenten, afspraken maakt en

samenwerkt met collega’s en bij evaluatie en rapportage.

Week Activiteit Kerntaak Werkprocessen Competenties

19

Page 21: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Opdracht 4: Het schrijven van een reflectieverslag (aan de hand van de STARR-methode)

Het doel van deze opdracht is: inzicht te krijgen in je eigen functioneren; een aantal competenties / werkprocessen op een duidelijke wijze verwoorden in een verslag; dat je in kaart brengt hoe je aan je competenties gaat werken; uit het bovenstaande conclusies te trekken ten aanzien van je toekomstige ontwikkeling en

leerpunten te formuleren.

InleidingJe schrijft na elke stageweek een kort verslag van je bevindingen in je logboek (dit kan gewoon een schriftje zijn dat je op je stage bewaart). Dit logboek schrijf je voor jezelf en hoeft dan ook niet ingeleverd te worden. Je beschrijft gebeurtenissen / leermomenten die je tijdens je stage meemaakt (als een soort dagboek).Dit kan van alles zijn en het gaat er bij het schrijven van het logboekverslag om dat je inzicht krijgt hoe en waarom bepaalde situaties zo verlopen, wat je aandeel hierin is en welke competenties je wilt ontwikkelen om hiermee goed om te kunnen gaan.

De opdrachtSchrijf twee reflectieverslagen aan de hand van de STARR-methode. Hierbij gebruik je het format van jouw opleiding. Je kiest uit je logboek van afgelopen tijd twee incidenten / leermomenten die goed / minder goed verlopen zijn. Elk incident / leermoment beschrijf je in een apart format.

Let op!In een situatie zitten al snel meerdere werkprocessen. Beschrijf dan ook in één reflectieverslag meerdere werkprocessen. Je hoeft echter niet alle werkprocessen te beschrijven.

Het belangrijkste gedeelte van je verslag is de “R” van reflectie. Zorg dus dat je deze zover mogelijk uitwerkt. Dit doe je per competentie die aan bod is gekomen. Noem minimaal twee verbeterpunten. Wanneer je in een situatie geen verbeterpunten hebt, noem je twee punten die verbeterd zijn of waarin je gegroeid bent.

Rol praktijkopleider/werkbegeleider: Reflectieverslagen lezen en bespreken tijdens het voortgangsgesprek. Zo nodig aan laten

passen door de student. Reflectieverslagen ondertekenen voor akkoord.

Rol mentor: Voortgang van de reflectieverslagen controleren. Minimaal één reflectieverslag van feedback voorzien.

Inleveren / bewaren De reflectieverslagen laat je lezen en ondertekenen door je praktijkopleider. Deze geeft feedback op je verslag en zo nodig pas je het verslag aan. Bewaar jouw definitieve verslagen geprint in jouw stagemap.

20

Page 22: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

FORMAT ONDERWIJSASSISTENTReflectieverslag aan de hand van de STARR-methode

Naam situatie:Beschrijf de situatie:

Kruis aan aan welke kerntaak je werkt in deze situatie:

O Kerntaak 1: Assisteren bij het uitvoeren van onderdelen van het primaire procesO Kerntaak 2: Uitvoeren van taken rondom het primaire procesO Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Kruis aan welke werkprocessen aan de orde zijn:

O 1.1 Observeert de werkwijze van leerlingen / deelnemers en rapporteert de bevindingenO 1.2 Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor O 1.3 Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen O 1.4 Begeleidt de leerlingen / deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen

O 2.1 Voert werkzaamheden uit ten behoeve van het primaire proces O 2.2 Assisteert bij het organiseren van activiteiten O 2.3 Voert administratieve taken uitO 2.4 Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces O 2.5 Voert met name in PO en SO verzorgende taken uit

O 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep O 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg O 3.3 Stemt de werkzaamheden af O 3.4 Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen

Zoek in de voortgangslijst op welke competenties je hebt aangetoond met deze situatie.Noem de competenties:

TaakBeschrijf kort je taken:

ActieBeschrijf kort je acties:

ResultaatBeschrijf kort het resultaat:

21

Page 23: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Reflectie:In de voortgangslijst vind je de competenties en prestatie-indicatoren, die je kunnen helpen bij het schrijven van dit reflectieonderdeel.

Beschrijf hieronder welk(e) werkproces en competenties in jouw situatie aan de orde zijn geweest en hoe je hieraan gewerkt hebt. Gebruik hierbij de hulpvragen op bladzijde 27.

Voorwaarde: Noem in dit reflectiegedeelte minstens twee verbeterpunten!

Werkproces: …… Competenties:

Werkproces: …… Competenties:

Werkproces: …… Competenties:

22

Page 24: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

FORMAT PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3Reflectieverslag aan de hand van de STARR-methode

Naam situatie:Beschrijf de situatie:

Kruis aan aan welke kerntaak je werkt in deze situatie:

O Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpakO Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind / de jongereO Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Kruis aan welke werkprocessen aan de orde zijn:

O 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind / de jongereO 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op O 1.3 Maakt een plan van aanpak

O 2.1 Biedt het kind / de jongere opvang O 2.2 Biedt het kind / de jongere persoonlijke verzorgingO 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden O 2.4 Biedt het kind / de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan

O 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep O 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg O 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenenO 3.8 Evalueert de werkzaamheden

Zoek in de voortgangslijst op welke competenties je hebt aangetoond met deze situatie.Noem de competenties:

TaakBeschrijf kort je taken:

ActieBeschrijf kort je acties:

ResultaatBeschrijf kort het resultaat:

Reflectie

23

Page 25: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

In de voortgangslijst vind je de competenties en prestatie-indicatoren, die je kunnen helpen bij het schrijven van dit reflectieonderdeel. Beschrijf hieronder welk(e) werkproces en competenties in jouw situatie aan de orde zijn geweest en hoe je hieraan gewerkt hebt. Gebruik hierbij de hulpvragen op bladzijde 27.

Voorwaarde: Noem in dit reflectiegedeelte minstens twee verbeterpunten.

Werkproces: …… Competenties:

Werkproces: …… Competenties:

Werkproces: …… Competenties:

24

Page 26: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

FORMAT GESPECIALISEERD PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4Reflectieverslag aan de hand van de STARR-methode

Naam situatie:Beschrijf de situatie:

Kruis aan aan welke kerntaak je werkt in deze situatie:

O Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpakO Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/ de jongereO Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Kruis aan welke werkprocessen aan de orde zijn:

O 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind / de jongereO 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op O 1.3 Maakt een plan van aanpak

O 2.1 Biedt het kind / de jongere opvang O 2.2 Biedt het kind / de jongere persoonlijke verzorgingO 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden O 2.4 Biedt het kind / de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan

O 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep O 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg O 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenenO 3.4 Voert coördinerende taken uitO 3.5 Onderhoudt een netwerkO 3.6 Voert beleidsmatige taken uitO 3.7 Voert beheertaken uitO 3.8 Evalueert de werkzaamheden

Zoek in de voortgangslijst op welke competenties je hebt aangetoond met deze situatie.Noem de competenties:

Taak Beschrijf kort je taken:

ActieBeschrijf kort je acties:

25

Page 27: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

ResultaatBeschrijf kort het resultaat:

Reflectie:In de voortgangslijst vind je de competenties en prestatie-indicatoren, die je kunnen helpen bij het schrijven van dit reflectieonderdeel. Beschrijf hieronder welk(e) werkproces en competenties in jouw situatie aan de orde zijn geweest en hoe je hieraan gewerkt hebt. Gebruik hierbij de hulpvragen op bladzijde 27.

Voorwaarde: Noem in dit reflectiegedeelte minstens twee verbeterpunten.

Werkproces: …… Competenties:

Werkproces: …… Competenties:

Werkproces: …… Competenties:

26

Page 28: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

HULPVRAGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DE STARR-METHODE

Let op: Niet letterlijk beantwoorden! Het zijn hulpvragen.

Beschrijf de situatie (van het incident / leermoment) (S)Geef de situatie een naam. Maak in gedachten een foto van de situatie en beschrijf alles wat je ziet. Wat gebeurde er? Wie waren erbij betrokken? Waar speelde de situatie zich af? Wanneer speelde deze situatie?

Beschrijf wat je taken zijn (T)Beschrijf alles wat je doet. Denk hierbij ook aan algemene taken (bijv. veiligheid). Wat zijn je taken? Wat wordt er van je verwacht? Wat wilde je bereiken?

Beschrijf wat je acties waren (A)Maak in gedachten een film met geluid. Wat heb je gedaan? Wat heb je precies gezegd of gedaan? Hoe was je aanpak? Hoe reageerde(n) de ander(en) op jou?

Beschrijf het resultaat van je acties (R) Hoe is het afgelopen? Wat was het resultaat van je handelen? Hoe reageerde(n) de ander(en)?

Beschrijf je reflectie (R) Wat vind je van je eigen actie in deze situatie? Waarom heb je gekozen voor deze actie? Ben je tevreden met het resultaat? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Heb je jezelf gehouden aan je taak? Zo ja, hoe heb je dit laten zien? Zo nee, waarom heb je anders gehandeld? Wat zijn je sterke / zwakke punten als je terugkijkt naar het incident / leermoment? Wat ga je volgende keer bij een vergelijkbare situatie doen? Wat heb je geleerd van dit incident / leermoment? Wat wil je nog meer leren zodat je nog beter kunt inspelen op het incident / leermoment?

27

Page 29: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Opdracht 5: Tussenevaluatie

Voor de tussenevaluatie komt je stageconsulent op stage. Jij zorgt dat je de tussenevaluatie hebt voorbereid. Hiervoor ga je het volgende doen:

STAP 1:Concrete acties voorafgaand aan de tussenevaluatie:

1. Maak een agenda. Het bespreken van de houdingvaardighedenlijst (blz. 32) is een verplicht agendapunt. Zorg dat je praktijkopleider deze voorafgaand aan de tussenevaluatie heeft ingevuld. Leg de agenda voor aan je praktijkopleider. Vraag of deze nog agendapunten toe te voegen heeft. Zo ja, vul jouw agenda aan.

2. Mail je agenda en jouw rapportages van je voortgangsgesprekken tot nu toe zeven dagen van tevoren naar je stageconsulent.

3. Leg voorafgaand aan het gesprek je stagemap klaar met daarin: Je planning Je reflectieverslagen Je rapportages van de voortgangsgesprekken Je ingevulde competentielijsten Je ingevulde houdingvaardighedenlijst Je ingevulde urenlijst (opdracht 1 indien gemaakt)

STAP 2:Concrete acties tijdens de tussenevaluatie:

4. Neem samen met je praktijkopleider en je stageconsulent de agenda door. Mogelijk heeft je stageconsulent ook nog agendapunten toe te voegen.

STAP 3:Concrete acties na afloop van de tussenevaluatie:

5. Maak een verslag van de tussenevaluatie. Gebruik hiervoor hetzelfde format als bij je voortgangsgesprekken.

6. Op basis van de tussenevaluatie maak je (samen met je praktijkopleider) na het gesprek opnieuw een planning voor het tweede halfjaar. Zie format in opdracht 3.

Rol praktijkopleider / werkbegeleider: Gesprek voeren met de student en stageconsulent. Rapportage lezen en controleren op onwaarheden / privacygevoelige gegevens. Rapportage ondertekenen.

Rol consulent: Het in beeld brengen van de voortgang van de student. Indien nodig vragen beantwoorden. Verwerken van het gesprek in BPV-registratie.

Opmerking: Een niveau 4 student PW kan hierbij in het 2e jaar al oefenen in het leiden van een

vergadering.

Inleveren / bewaren

28

Page 30: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Het ondertekende verslag van de tussenevaluatie en de nieuwe planning bewaar je geprint in jouw stagemap. Bij de eindevaluatie wordt er gecontroleerd of deze verslagen aanwezig zijn.

Opdracht 6: Eindverslag

InleidingHet eindverslag kun je zien als een afsluiting van de stage van leerjaar 1 en 2. Dit verslag vormt de basis voor het eindgesprek. De stageconsulent en praktijkopleider lezen dit verslag door voorafgaand aan het gesprek en stellen naar aanleiding ervan vragen en / of bespreekpunten op. Gebruik de checklist op de volgende pagina.

OpdrachtPak de competentielijsten van de drie kerntaken van jouw leerjaar. Schrijf bij elk werkproces op:a. Hoe je dit werkproces nu uitvoert. Verwijs naar praktijkvoorbeelden. b. Wat er in het afgelopen jaar veranderd is en hoe dat volgens jou komt.c. Wat op dit moment sterke punten zijn voor jou bij deze werkprocessen.d. Wat volgens jou nog leerpunten zijn.

Acties tijdens het eindgesprek:Tijdens het gesprek wordt jouw eindverslag besproken. Je consulent stelt hier vragen over. Hierbij zijn je ingevulde competentielijsten het uitgangspunt. Ook zal er gekeken worden naar je beroepshouding. Hiervoor wordt het formulier “Houdingvaardighedenlijst” gebruikt. Zie blz. 32. Zorg ervoor dat je complete stagemap tijdens het gesprek aanwezig is.

Rol praktijkopleider / werkbegeleider: Voorafgaand aan het gesprek de houdingvaardighedenlijst invullen. Gesprek voeren met de student en stageconsulent. Verslag lezen en controleren op onwaarheden / privacygevoelige gegevens. Verslag ondertekenen voor akkoord. Tijdens het gesprek verwoorden hoe de student functioneert.

Rol consulent: Het in beeld brengen van de voortgang van de student. Verwerken van de uitkomst van het gesprek in stageregistratie en N@tschool.

Inleveren / bewaren Je levert het verslag in tweevoud in bij jouw praktijkopleider, veertien dagen vóór het eindgesprek. Na het gelezen te hebben, ondertekent de praktijkopleider één exemplaar voor gezien en geeft dat aan jou terug. Dit ondertekende verslag lever je, samen met een kopie van de ingevulde competentie beoordelingslijsten, zeven dagen vóór het gesprek in het postvak van je stageconsulent in. Mogelijk moet je het verslag nog aanpassen. Het verbeterde verslag heb je bij je tijdens het eindgesprek.

Bewaar je complete stagemap na afloop van het gesprek. Het eindverslag en jouw competentielijsten heb je nodig tijdens het volgende leerjaar.

29

Page 31: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

CHECKLIST EINDVERSLAG / EINDGESPREK .

WAT CHECK

EINDVERSLAG

Je hebt gezorgd voor een kaft met: Naam Klas Studentennummer Gegevens stage-instelling Naam praktijkopleider / werkbegeleider Datum

O

Je hebt de spellingscontrole gebruikt. O

Je hebt (een kopie van) de competentielijsten toegevoegd. O

Je hebt alle werkprocessen uitgewerkt in het verslag. O

Je hebt bij elk werkproces praktijkvoorbeelden beschreven. O

Je hebt bij elk werkproces je ontwikkeling beschreven. O

Je hebt bij elk werkproces sterke punten benoemd. O

Je hebt bij elk werkproces leerpunten benoemd. O

EINDGESPREK

Je hebt je stagemap met de volgende documenten bij je tijdens het eindgesprek: Uitgewerkte opdrachten stageboek Ingevulde aanwezigheidslijst Ingevulde houdingvaardighedenlijst Ingevulde competentielijsten

O

30

Page 32: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

BESLISFORMULIER EINDGESPREK

EINDE LEERJAAR 1

Wanneer de student op onderstaande wijzen groei heeft aangetoond, krijgt hij/zij 14 studiepunten.Het toekennen van een gedeelte van de punten behoort niet tot de mogelijkheden.

         De student heeft verslagen van de voortgangsgesprekken geschreven en zich gehouden aan de daarin gemaakte afspraken over het werken aan de competenties. 

         De student heeft reflectieverslagen geschreven en deze besproken tijdens de voortgangsgesprekken.

         In de ingevulde competentielijsten is groei in de praktijk te zien (steeds meer plusjes).         De praktijkopleider heeft de houdingvaardighedenlijst als voldoende beoordeeld.         De praktijkopleider doet tijdens het eindgesprek de uitspraak dat de student geschikt is voor

het beroep.Datum eindgesprek: Handtekening praktijkopleider:

Handtekening student: Handtekening stageconsulent/docent:

EINDE  LEERJAAR 2

Wanneer de student op onderstaande wijzen groei heeft aangetoond, krijgt hij/zij 24 studiepunten.Het toekennen van een gedeelte van de punten behoort niet tot de mogelijkheden.

         De student heeft verslagen van de voortgangsgesprekken geschreven en zich gehouden aan de daarin gemaakte afspraken over het werken aan de competenties. 

         De student heeft reflectieverslagen geschreven en deze besproken tijdens de voortgangsgesprekken.

         In de ingevulde competentielijsten is groei in de praktijk te zien (steeds meer plusjes).         De praktijkopleider heeft de houdingvaardighedenlijst als voldoende beoordeeld.         De praktijkopleider doet tijdens het eindgesprek de uitspraak dat de student geschikt is voor

de afsluitende fase van de opleiding.Datum eindgesprek: Handtekening praktijkopleider:

Handtekening student: Handtekening stageconsulent/docent:

HOUDINGVAARDIGHEDENLIJST

31

Page 33: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Beroepshoudingaspecten Eerste meting

Tweede meting

Betrokkenheid Toont oprecht interesse in de doelgroep en het werk. * 1 2 3 4 1 2 3 4Is leergierig om het beroep te leren. 1 2 3 4 1 2 3 4Houdt zich aan afspraken. * 1 2 3 4 1 2 3 4Voelt zich verantwoordelijk voor taken. * 1 2 3 4 1 2 3 4Helpt anderen bij hun taak. 1 2 3 4 1 2 3 4Houdt professionele afstand. * 1 2 3 4 1 2 3 4Inlevingsvermogen, respect en openheid tonenIs vriendelijk en beleefd . 1 2 3 4 1 2 3 4Houdt rekening met gevoelens en emoties van zichzelf. 1 2 3 4 1 2 3 4Houdt rekening met gevoelens en emoties van anderen. 1 2 3 4 1 2 3 4Is zich bewust van eigen positie. * 1 2 3 4 1 2 3 4CommunicatieIs eerlijk. 1 2 3 4 1 2 3 4Staat open voor en luistert naar anderen. * 1 2 3 4 1 2 3 4Is zich bewust van lichaamstaal. * 1 2 3 4 1 2 3 4Past taalgebruik aan het kind aan en zo nodig aan ouders. 1 2 3 4 1 2 3 4Gaat zorgvuldig om met informatie (beroepsgeheim). * 1 2 3 4 1 2 3 4Geeft feedback aan anderen. * 1 2 3 4 1 2 3 4Verantwoordelijkheid voor eigen leerprocesNeemt actief deel aan begeleidingsgesprekken. 1 2 3 4 1 2 3 4Vraagt zo nodig hulp of ondersteuning. * 1 2 3 4 1 2 3 4Staat open voor feedback. * 1 2 3 4 1 2 3 4Vraagt zo nodig door als de feedback wordt gegeven. 1 2 3 4 1 2 3 4Past feedback toe. 1 2 3 4 1 2 3 4Is zich bewust van persoonlijke kwaliteiten en zet deze in. 1 2 3 4 1 2 3 4Is zich bewust van persoonlijke ontwikkelpunten en werkt hieraan. 1 2 3 4 1 2 3 4Kijkt kritisch naar eigen werkwijze en beroepshouding. * 1 2 3 4 1 2 3 4ZelfstandigheidGeeft eigen grenzen aan. 1 2 3 4 1 2 3 4Heeft overzicht. * 1 2 3 4 1 2 3 4Toont initiatief. * 1 2 3 4 1 2 3 4Persoonlijke presentatieHeeft een positieve, professionele uitstraling. * 1 2 3 4 1 2 3 4Gaat bewust om met persoonlijke hygiëne. * 1 2 3 4 1 2 3 4Draagt kleding passend bij de uitoefening van het beroep. 1 2 3 4 1 2 3 4Opmerkingen meting 1 Opmerkingen meting 2

Datum Datum

Handtekening student Handtekening student

Handtekening begeleider Handtekening begeleider

1: Onvoldoende voor het niveau van het betreffende leerjaar. De student voldoet nog niet aan het houdingsaspect.2: Matig voor het niveau van het betreffende leerjaar. De student laat dit houdingsaspect af en toe zien en het is een leerpunt. 3: Voldoende voor het niveau van het betreffende leerjaar. De student voldoet aan dit houdingsaspect maar kan hierin nog groeien.4: Goed voor het niveau van het betreffende leerjaar. De student is een voorbeeld voor anderen.

32

Page 34: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

BIJLAGE HOUDINGVAARDIGHEDENLIJST

In bovenstaande houdingvaardighedenlijst ziet u bij enkele onderdelen een * staan.Deze onderdelen worden hieronder nader toegelicht.

Betrokkenheid Toont oprecht interesse in de doelgroep en het werk.

De student stelt vragen aan collega’s / ouders en kinderen. De student is nieuwsgierig.

Houdt zich aan afspraken. De student komt tijdafspraken na (aanwezig zijn / op tijd komen). De student komt werkafspraken na (werkuitvoering volgens afspraak).

Voelt zich verantwoordelijk voor taken. De student werkt mee aan de taakverdeling. De student helpt mee om taken uit te voeren.

Houdt professionele afstand. De student houdt werk en privé gescheiden. De student houdt rekening met de privacy van kinderen / ouders / collega’s. De student stelt in gesprek met kinderen / ouders / collega’s alleen vragen die van belang

zijn voor de begeleiding van het kind en het correct uit kunnen voeren van het werk. De student geeft in gesprek met kinderen / ouders / collega’s alleen informatie die van

belang is voor de begeleiding van het kind en het correct uit kunnen voeren van het werk.

Inlevingsvermogen, respect en openheid tonenIs zich bewust van eigen positie.

De student weet hoe hij/zij zichzelf moet opstellen naar kinderen / ouders / collega’s en handelt hiernaar.

CommunicatieStaat open voor en luistert naar anderen.

De student houdt (bij het nemen van besluiten) rekening met voorstellen en suggesties van anderen.

Is zich bewust van lichaamstaal. De student is zich bewust van het belang van mimiek en zet deze op de juiste manier in. De student laat verbaal en non-verbaal gedrag bij elkaar aansluiten.

Gaat zorgvuldig om met informatie (beroepsgeheim) De student houdt hier rekening mee in verslaglegging en in het openbaar (Facebook,

Twitter, Hyves, informele contacten). Geeft feedback aan anderen.

De student laat waardering blijken. De student durft opbouwende kritiek naar anderen te uiten.

LeerprocesVraagt zo nodig hulp of ondersteuning.

De student praat over problemen die hij/zij tegenkomt. De student schakelt zo nodig collega’s in. De student laat een assertieve houding zien.

Staat open voor feedback. De student is aanspreekbaar op zijn/haar verantwoordelijkheden. De student durft fouten toe te geven en deze te accepteren.

Kijkt kritisch naar eigen werkwijze en beroepshouding. De student stelt eisen aan het resultaat. De student kan eigen opvattingen bijstellen. De student durft te twijfelen.

33

Page 35: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

ZelfstandigheidHeeft overzicht.

De student weet wat er wanneer moet gebeuren. Dit geldt zowel voor schoolwerk als voor het werk op de groep(en).

De student kan de eigen werkzaamheden organiseren. Toont initiatief.

De student komt zelf met ideeën en stelt zich actief op. De student neemt waar nodig zelfstandig beslissingen.

Persoonlijke presentatieHeeft een positieve, professionele uitstraling.

Laat haar persoonlijke zorgen thuis. Roddelt niet. Neemt beslissingen waaruit blijkt dat gedacht is aan het welzijn van het kind. Heeft geen 9 tot 5 mentaliteit.

Gaat bewust om met persoonlijke hygiëne. Hierbij valt te denken aan handen wassen, transpiratiegeur tegengaan, dragen van

gepaste make-up, sieraden en piercings, zo nodig afplakken van tatoeages, handen wassen en tanden poetsen na roken.

34

Page 36: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

AANWEZIGHEIDSLIJST

Naam student: ________________________________________

Periode: ________________________________________

WEEK MA DI WO DO VR ZA ZO TOTAAL

Paraaf praktijkopleider:

Inleveren / bewaren Laat je aanwezigheidslijst ondertekenen door je praktijkopleider. Bewaar deze in je stagemap. Deze aanwezigheidslijsten kunnen door je stageconsulent gecontroleerd worden bij je tussenevaluatie / eindevaluatie.

35

Page 37: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

COMPETENTIELIJSTEN VAN DE ONDERWIJSASSISTENT

KERNTAAK 1 OAAssisteren bij het uitvoeren van onderdelen van het primaire proces

De student voert observatieopdrachten uit en rapporteert hierover om zo een bijdrage te leveren aan de beeldvorming van de klas. De student ondersteunt de leerkracht bij lesactiviteiten, hij / zij bereidt zich inhoudelijk

voor en begeleidt leerlingen bij de activiteit. De student demonstreert, legt uit en licht toe. Hij / zij maakt hierbij gebruik van onderwijsleermiddelen en neemt wanneer nodig eenvoudige didactische beslissingen. De student begeleidt onder toezicht van de leerkracht individuele leerlingen of kleine groepen bij leeractiviteiten, hij / zij

motiveert, reageert flexibel op veranderingen en neemt op tijd pedagogische beslissingen.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 1.1 Observeert de werkwijze van leerlingen / deelnemers en rapporteert de bevindingen

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Ethisch en integer handelen

De student kan omgaan met vertrouwelijke informatie over leerlingen.

Formuleren en rapporteren

De student gebruikt de juiste taal en hanteert correcte spelling en grammatica en zorgt voor een volledige en nauwkeurige rapportage.

Vakdeskundigheid toepassen

De student observeert onbevooroordeeld en rapporteert hier objectief over.

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich bij het observeren aan de instructies van de leraar.

Werkproces 1.2Bereidt de uitvoering van de programmaonderdelen voor.

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Materialen en middelen inzetten

De student kiest de juiste materialen en middelen zodanig dat er geen materialen en middelen onnodig worden verbruikt.

Instructies en procedures opvolgen

De voorbereiding van programmaonderdelen is volgens de instructies van de leraar en op basis van gemaakte afspraken en geldende procedures

Werkproces 1.3Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Beslissen en activiteiten initiëren

De student neemt op tijd de nodige didactische beslissingen tijdens het begeleiden van de leerlingen.

Aansturen

De student geeft de leerling heldere en duidelijke instructies en aanwijzingen en controleert of de uitleg is begrepen.

Vakdeskundigheid toepassen

De student heeft overzicht over een groepje leerlingen en heeft tevens aandacht voor de individuele leerling.

Materialen en middelen inzetten

De student gaat zorgvuldig en netjes om met materialen en middelen, rekening houdend met kosten, milieu en efficiënt gebruik.

36

Page 38: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Instructies en procedures opvolgen

De student werkt volgens de instructies van de leraar en hanteert de veiligheidsregels.

Werkproces 1.4Begeleidt de leerlingen / deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Begeleiden

De student stimuleert de leerling om kritisch naar zichzelf te kijken, motiveert hen om hun best te doen en helpt ze zo hun doelen te bereiken.

Aandacht en begrip tonen

De student toont betrokkenheid bij de leervragen van leerlingen. Laat zien dat zij luistert door door te vragen en biedt indien nodig de gewenste ondersteuning.

Ethisch en integer handelen

De student handelt consequent binnen de afgesproken lijn. Houdt zich aan de afspraken over de begeleiding van de leerlingen en behandelt ieder kind gelijk.

Vakdeskundigheid toepassen

De student schakelt snel tussen de verschillende leerlingen en van leerling naar de groep, gericht op de voortgang van de leeractiviteit.

Omgaan met verandering en aanpassen

De student reageert flexibel op veranderingen en communiceert ook in onzekere situaties duidelijk en consequent naar leerlingen toe, handelt met respect voor de leerling en zijn/haar individuele leerstijl en leerbehoefte.

Met druk en tegenslag omgaan

De student heeft controle over de eigen gevoelens en emoties en kan deze hanteren en verwoorden.

Datum:

KERNTAAK 2 OAUitvoeren van taken rondom het primair proces

De student voert zowel gevraagd als op eigen initiatief voorbereidende en afrondende werkzaamheden uit, zoals het inrichten van het lokaal, opruimen van de leeromgeving, het nakijken van werk en het klaarzetten en

opruimen van leermiddelen en hulpmiddelen. Hij / zij levert hiermee een praktische en organisatorische bijdrage aan de kwaliteit van de leeromgevingen en het klassenmanagement. Ook voert de student administratieve

werkzaamheden uit, assisteert bij het plannen en organiseren van uitstapjes, excursies en activiteiten. De student houdt toezicht buiten het lokaal, treedt op bij conflicten tussen leerlingen en draagt zo bij aan een goed verloop

van de dagelijkse gang van zaken in en om de school.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 2.1 Voert werkzaamheden uit ten behoeve van het primair proces

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Materialen en middelen inzetten

De student gebruikt, controleert en verzorgt de materialen en middelen waarmee gewerkt wordt.

Kwaliteit leveren

De student pakt voorbereidende en afrondende werkzaamheden ordelijk en efficiënt aan gericht op een optimale voorbereiding.

37

Page 39: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Werkproces 2.2Assisteert bij het organiseren van activiteiten Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Onderzoeken

De student verzamelt relevante informatie over de doelgroep, beschikbare middelen en mogelijke activiteiten , zodat de activiteit aansluit bij de doelgroep, beschikbare middelen en mogelijkheden.

Plannen en organiseren

De student plant en regelt werkzaamheden ter voorbereiding van activiteiten in logische volgorde, effectief en efficiënt. Rekening houdend met de mogelijkheden, omstandigheden, beschikbare tijd en afspraken.

Werkproces 2.3Voert administratieve taken uit Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich aan instructies en aanwijzingen bij administratieve werkzaamheden en voert deze nauwkeurig uit.

Gedrevenheid en ambitie tonen

De student vraagt uit zichzelf of er nog iets gedaan kan worden op het gebied van administratieve werkzaamheden.

Werkproces 2.4Houdt toezicht en begeleidt buiten het primair proces

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Beslissen en activiteiten initiëren

De student handelt op eigen initiatief bij conflicten en neemt praktische en pedagogische beslissingen gericht op een goed verloop van de gang van zaken in en om de school.

AansturenDe student toont tijdens het toezicht houden overwicht op de leerlingen.

BegeleidenDe student spreekt leerlingen op positieve wijze op hun gedrag aan en laat zelf voorbeeld gedrag zien.

Aandacht en begrip tonen

De student luistert naar leerlingen en toont belangstelling voor hun ideeën. Zij toont betrokkenheid en reflecteert op problemen en vragen van leerlingen.

Ethisch en integer handelen

De student is tijdens het toezicht houden consequent in zijn/haar gedrag en houdt zich aan de voor de school geldende regels. Hij/zij behandelt leerlingen rechtvaardig en neemt hen serieus als individu

Instructies en procedures opvolgen

De student ziet toe op de veiligheid van leerlingen in ongestructureerde situaties.

Omgaan met De student toont in onzekere

38

Page 40: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

verandering en aanpassen

en onduidelijke situaties zelfvertrouwen.De student weet om te gaan met verschillen in achtergrond en cultuur van elk kind.

Werkproces 2.5Voert in PO en SO Pedagogisch verzorgende taken uit

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

BegeleidenDe student stimuleert het kind om persoonlijke verzorging zo zelfstandig mogelijk uit te voeren.

Aandacht en begrip tonen

De student herkent wanneer leerlingen hulp nodig hebben en biedt zo nodig hulp, ze stimuleert daarbij de zelf-redzaamheid van de leerling

Ethisch en integer handelen

De student gaat discreet om met gevoelige zaken rondom pedagogisch-verzorgende taken.

Vakdeskundigheid toepassen

De student voert verzorgende taken zorgvuldig, bedreven en ergonomisch verantwoord uit zodat er geen onnodige last voor leerlingen optreedt .

Instructies en procedures opvolgen

De student voert pedagogisch-verzorgende taken volgens instructie uit en let bij het uitvoeren van deze taken op de veiligheid van de leerling.

Datum:

KERNTAAK 3 OAUitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

De student vraagt om feedback op eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Hij zij stelt samen met de begeleider leerdoelen op en werkt hieraan. De student neemt deel aan inhoudelijke discussies over het beroep

met collega’s (informeel of tijdens overlegmomenten) en ontwikkelt zo een eigen visie. De student werkt mee aan de verbetering van de kwaliteit van de onderwijsondersteuning en kan zijn / haar kennis inzetten bij

verbetertrajecten. De student bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden en signaleert en rapporteert knelpunten. De student stemt werkzaamheden af met collega’s, maakt afspraken over de uitvoering van taken en neemt deel aan relevante overlegvormen. Tenslotte evalueert en reflecteert de student op eigen werkzaamheden.

Op basis hiervan wordt een verslag gemaakt met behulp van de STARR methodiek.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Vakdeskundigheid toepassen

De student vraagt om feedback op eigen functioneren en werkt actief aan haar leerdoelen. Daarnaast houdt de student vakkennis en vaardigheden bij en neemt deel aan inhoudelijke gesprekken over het beroep.

Werkproces 3.2 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

39

Page 41: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich aan voorgeschreven procedures bij het uitvoeren van werkzaamheden en stimuleert anderen zich hieraan te houden.

Werkproces 3.3Stemt de werkzaamheden af Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student bespreekt welke taken zij kan uitvoeren en stelt zich hierbij actief op.

Plannen en organiseren

De student houdt rekening met de haalbaarheid (tijd en kwaliteit) van de werkzaamheden binnen haar takenpakket.

Met druk en tegenslag omgaan

De student geeft aan wanneer anderen haar grenzen overschrijden of wanneer zij overvraagd wordt. Zij draagt hiervoor zelf oplossingen aan.

Werkproces 3.4Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Aandacht en begrip tonen

De student vraag betrokkenen om feedback en luistert hier aandachtig naar en reflecteert mondeling en schriftelijk op de effecten van het eigen gedrag op leerlingen

Formuleren en rapporteren

De student formuleert haar ervaringen en bevindingen in een evaluatie verslag m.b.v. de STARR methode

Datum:

40

Page 42: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

COMPETENTIELIJSTEN VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG

KERNTAAK 1 PW3Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

De student inventariseert de situatie en wensen van het kind, voert een kennismakingsgesprek met ouders / opvoeders. Ze voert observatieopdrachten uit en verzamelt aanvullende informatie. De student stelt een

activiteitenprogramma op dat aansluit bij de behoefte van het kind en dat uitvoerbaar is binnen de organisatie.Voor een individueel kind kan wanneer dat nodig is een plan van aanpak gemaakt worden. Dit kan de student

bespreken met de ouders.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 1.1 Inventariseert de situatie en de wensen van het kind.

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Onderzoeken

De student gebruikt verschillende bronnen om informatie over een kind te verzamelen en observeert het kind tijdens de opvang.

Op behoefte en verwachtingen van de klant richten

De student inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind en de ouders.

Werkproces 1.2Stelt een activiteitenprogramma op Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student vraagt de mening en ideeën en wensen van de kinderen met betrekking tot activiteiten.

Plannen en organiseren

De student plant en regelt ruim van tevoren activiteiten, houdt rekening met de uitvoerbaarheid en zorgt dat de activiteiten aansluiten bij de wensen/behoeften van het kind.

Werkproces 1.3Maakt een plan van aanpak Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student bespreekt de inhoud van een plan van aanpak met het kind en de ouders.

Formuleren en rapporteren

De student stelt nauwkeurig een plan van aanpak op gericht op de ontwikkeling van het kind.

Datum:

41

Page 43: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

KERNTAAK 2 PW3Opvoeden en ontwikkelen van het kind

De student biedt het kind een 2e thuis en begeleiding. Ze wisselt informatie uit met ouders en verzorgers, houdt zicht op de groep, signaleert problemen en begeleidt de kinderen daarbij. Ze handhaaft orde en treedt op bij ongewenst gedrag. De student toont voorbeeldgedrag en draagt waarden en normen over. De student helpt

kinderen om te gaan met beperkingen of gedragsproblemen. Bij de persoonlijke verzorging stimuleert de student het kind tot zelfstandig gedrag. De student signaleert bij de

verzorging afwijkingen in de ontwikkeling en bespreekt dit met de leidinggevende. De student werkt mee aan een veilige en uitdagende leefomgeving en voert huishoudelijke taken uit.

Competentie Prestatie-indicator Voortgang

Werkproces 2.1 Biedt het kind opvang Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

AansturenDe student toont overwicht bij het handhaven van regels en afspraken in de groep.

BegeleidenDe student geeft het kind feedback en stimuleert om alternatieven uit te proberen.

Aandacht en begrip tonen

De student toont betrokkenheid, luistert actief, herkent wanneer het kind het moeilijk heeft en biedt de nodige ondersteuning.

Samenwerken en overleggen

De student informeert de ouders over de gang van zaken in de opvang en over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind zij deelt daarbij haar kennis ervaring en inzichten over de opvoeding van het kind.

Omgaan met veranderingen en aanpassingen

De student toont respect voor de verschillende achtergronden van kinderen en houdt rekening met deze verschillen in het geval van vragen over of problemen met het kind.

Werkproces 2.2Biedt het kind persoonlijke verzorging Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

BegeleidenDe student adviseert het kind bij persoonlijke verzorging en stimuleert tot zelfredzaamheid

Ethisch en integer handelen

De student gaat discreet en met respect om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging zodat het kind zich op zijn gemak voelt.

Vakdeskundigheid toepassen

De student herkent de beweeglijkheid van baby’s en jonge kinderen en is daar continu alert op zodat ze tijdig en adequaat reageert wanneer er gevaar dreigt.

Op behoefte en verwachtingen van de klant richten

De student past de verzorging aan aan de behoefte van het kind.

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich bij de verzorging en ongevallen aan de procedures en richtlijnen van de opvang zodat de veiligheid van het kind steeds

42

Page 44: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

gewaarborgd is.Werkproces 2.3Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Begeleiden

De student schept een veilige, uitdagende en geschikte omgeving met kansen en mogelijkheden voor ontwikkeling van kinderen .

Materialen en middelen inzetten

De student maakt zodanig gebruik van schoonmaak- middelen en materialen dat verspilling en onnodige belasting van het milieu wordt voorkomen en hygiëne wordt bevorderd.

Instructies en procedures opvolgen

De student werkt volgens veiligheidsregels en voorschriften en ziet erop toe dat ook anderen zich eraan houden zodat de veiligheid van de kinderen is gewaarborgd.

Werkproces 2.4Biedt het kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

BegeleidenDe student motiveert het kind om zijn best te doen en uitdagingen aan te gaan gericht op zijn ontwikkeling.

Materialen en middelen inzetten

De student kiest sport, spel en speelmateriaal dat aansluit bij de ontwikkeling van het kind.

Plannen en organiseren

De student regelt en plant ruim van tevoren activiteiten, houdt de voortgang in de gaten en voert de activiteiten zoveel mogelijk volgens plan uit.

Datum:

KERNTAAK 3 PW3Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

De student vraagt om feedback op eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met de begeleider leerdoelen op en werkt hieraan. De student leest vakliteratuur, neemt deel aan inhoudelijke discussies

over het beroep met collega’s (informeel of tijdens overlegmomenten) en ontwikkelt zo een eigen visie. De student werkt mee aan de verbetering van de kwaliteit van de opvang en begeleiding en kan haar kennis inzetten

bij verbetertrajecten. De student bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden en signaleert en rapporteert knelpunten. De student stemt werkzaamheden af met collega’s, maakt afspraken over de uitvoering van taken en neemt deel aan relevante overlegvormen. Tenslotte evalueert en reflecteert de student op eigen werkzaamheden

en voert in overleg met de leidinggevende veranderingen in opvang en begeleiding door.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Vakdeskundigheid toepassen

De student vraagt feedback, gebruikt dit om van te leren, en neem deel aan inhoudelijke gesprekken en discussies over het beroep .

Werkproces 3.2 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

43

Page 45: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich aan voorgeschreven procedures bij het uitvoeren van werkzaamheden ( en signaleert en rapporteert knelpunten. )

Werkproces 3.3Stemt de werkzaamheden af Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student overlegt regelmatig met collega’s over de uitvoering van de werkzaamheden en draagt bij aan een soepel lopende samenwerking in het team.

Plannen en organiseren

De student houdt rekening met de haalbaarheid (tijd en kwaliteit) van de werkzaamheden binnen haar takenpakket.

Werkproces 3.8Evalueert de werkzaamheden Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Aandacht en begrip tonen

De student signaleert of het kind en de ouders tevreden zijn over de opvang en begeleiding.

Formuleren en rapporteren

De student registreert gegevens en rapporteert hier kernachtig en volledig over.

Analyseren

De student concludeert op basis van verzamelde gegevens of de begeleiding van het kind voldoet en komt indien nodig met haalbare oplossingen zodat in overleg de opvang en begeleiding voor een kind bijgesteld kan worden.

Datum:

44

Page 46: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

COMPETENTIELIJSTEN VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG BBL

KERNTAAK 1 PW3 BBLOpstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

De student inventariseert de situatie en wensen van het kind, voert een kennismakingsgesprek met ouders / opvoeders. Ze voert observatieopdrachten uit en verzamelt aanvullende informatie. De student stelt een

activiteitenprogramma op dat aansluit bij de behoefte van het kind en dat uitvoerbaar is binnen de organisatie.Voor een individueel kind kan wanneer dat nodig is een plan van aanpak gemaakt worden. Dit kan de student

bespreken met de ouders.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 1.1 Inventariseert de situatie en de wensen van het kind.

Leerjaar 1 Leerjaar 2

Onderzoeken

De student gebruikt verschillende bronnen om informatie over een kind te verzamelen en observeert het kind tijdens de opvang.

Op behoefte en verwachtingen van de klant richten

De student inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind en de ouders.

Werkproces 1.2Stelt een activiteitenprogramma op Leerjaar 1 Leerjaar 2

Samenwerken en overleggen

De student vraagt de mening en ideeën en wensen van de kinderen met betrekking tot activiteiten.

Plannen en organiseren

De student plant en regelt ruim van tevoren activiteiten, houdt rekening met de uitvoerbaarheid en zorgt dat de activiteiten aansluiten bij de wensen/behoeften van het kind

Werkproces 1.3Maakt een plan van aanpak Leerjaar 1 Leerjaar 2

Samenwerken en overleggen

De student bespreekt de inhoud van een plan van aanpak met het kind en de ouders.

Formuleren en rapporteren

De student stelt nauwkeurig een plan van aanpak op gericht op de ontwikkeling van het kind.

Datum:

KERNTAAK 2 PW3 BBLOpvoeden en ontwikkelen van het kind

De student biedt het kind een 2e thuis en begeleiding. Ze wisselt informatie uit met ouders en verzorgers, houdt zicht op de groep, signaleert problemen en begeleidt de kinderen daarbij. Ze handhaaft orde en treedt op bij ongewenst gedrag. De student toont voorbeeldgedrag en draagt waarden en normen over. De student helpt

kinderen om te gaan met beperkingen of gedragsproblemen. Bij de persoonlijke verzorging stimuleert de student het kind tot zelfstandig gedrag. De student signaleert bij de

verzorging afwijkingen in de ontwikkeling en bespreekt dit met de leidinggevende. De student werkt mee aan een veilige en uitdagende leefomgeving en voert huishoudelijke taken uit.

Competentie Prestatie-indicator Voortgang

Werkproces 2.1 Biedt het kind opvang Leerjaar 1 Leerjaar 2

AansturenDe student toont overwicht bij het handhaven van regels en afspraken in de groep.

45

Page 47: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

BegeleidenDe student geeft het kind feedback en stimuleert om alternatieven uit te proberen.

Aandacht en begrip tonen

De student toont betrokkenheid, luistert actief, herkent wanneer het kind het moeilijk heeft en biedt de nodige ondersteuning.

Samenwerken en overleggen

De student informeert de ouders over de gang van zaken in de opvang en over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind zij deelt daarbij haar kennis ervaring en inzichten over de opvoeding van het kind.

Omgaan met veranderingen en aanpassingen

De student toont respect voor de verschillende achtergronden van kinderen en houdt rekening met deze verschillen in het geval van vragen over of problemen met het kind.

Werkproces 2.2Biedt het kind persoonlijke verzorging Leerjaar 1 Leerjaar 2

BegeleidenDe student adviseert het kind bij persoonlijke verzorging en stimuleert tot zelfredzaamheid

Ethisch en integer handelen

De student gaat discreet en met respect om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging zodat het kind zich op zijn gemak voelt

Vakdeskundigheid toepassen

De student herkent de beweeglijkheid van baby’s en jonge kinderen en is daar continu alert op zodat ze tijdig en adequaat reageert wanneer er gevaar dreigt.

Op behoefte en verwachtingen van de klant richten

De student past de verzorging aan aan de behoefte van het kind .

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich bij de verzorging en ongevallen aan de procedures en richtlijnen van de opvang zodat de veiligheid van het kind steeds gewaarborgd is.

Werkproces 2.3Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden

Leerjaar 1 Leerjaar 2

Begeleiden

De student schept een veilige, uitdagende en geschikte omgeving met kansen en mogelijkheden voor de ontwikkeling van kinderen .

Materialen en middelen inzetten

De student maakt zodanig gebruik van schoonmaak- middelen en materialen dat verspilling en onnodige belasting van het milieu wordt voorkomen en hygiëne wordt bevorderd..

46

Page 48: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Instructies en procedures opvolgen

De student werkt volgens veiligheidsregels en voorschriften en ziet erop toe dat ook anderen zich eraan houden zodat de veiligheid van de kinderen is gewaarborgd.

Werkproces 2.4Biedt het kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan Leerjaar 1 Leerjaar 2

BegeleidenDe student motiveert het kind om zijn best te doen en uitdagingen aan te gaan gericht op zijn ontwikkeling.

Materialen en middelen inzetten

De student kiest sport, spel en speelmateriaal dat aansluit bij de ontwikkeling van het kind

Plannen en organiseren

De student regelt en plant ruim van tevoren activiteiten, houdt de voortgang in de gaten en voert de activiteiten zoveel mogelijk volgens plan uit.

Datum:

KERNTAAK 3 PW3 BBLUitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

De student vraagt om feedback op eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met de begeleider leerdoelen op en werkt hieraan. De student leest vakliteratuur, neemt deel aan inhoudelijke discussies

over het beroep met collega’s (informeel of tijdens overlegmomenten) en ontwikkelt zo een eigen visie. De student werkt mee aan de verbetering van de kwaliteit van de opvang en begeleiding en kan haar kennis inzetten

bij verbetertrajecten. De student bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden en signaleert en rapporteert knelpunten. De student stemt werkzaamheden af met collega’s, maakt afspraken over de uitvoering van taken en neemt deel aan relevante overlegvormen. Tenslotte evalueert en reflecteert de student op eigen werkzaamheden

en voert in overleg met de leidinggevende veranderingen in opvang en begeleiding door.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Leerjaar 1 Leerjaar 2

Vakdeskundigheid toepassen

De student vraagt feedback, gebruikt dit om van te leren, en neem deel aan inhoudelijke gesprekken en discussies over het beroep .

Werkproces 3.2Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Leerjaar 1 Leerjaar 2

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich aan voorgeschreven procedures bij het uitvoeren van werkzaamheden (en signaleert en rapporteert knelpunten).

Werkproces 3.3Stemt de werkzaamheden af Leerjaar 1 Leerjaar 2

Samenwerken en overleggen

De student overlegt regelmatig met collega’s over de uitvoering van de werkzaamheden en draagt bij aan een soepel lopende samenwerking in het team.

47

Page 49: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Plannen en organiseren

De student houdt rekening met de haalbaarheid (tijd en kwaliteit) van de werkzaamheden binnen haar takenpakket.

Werkproces 3.8Evalueert de werkzaamheden Leerjaar 1 Leerjaar 2

Aandacht en begrip tonen

De student signaleert of het kind en de ouders tevreden zijn over de opvang en begeleiding.

Formuleren en rapporteren

De student registreert gegevens en rapporteert kernachtig en volledig hierover

Analyseren

De student concludeert op basis van verzamelde gegevens of de begeleiding van het kind voldoet en komt indien nodig met haalbare oplossingen zodat in overleg de opvang en begeleiding voor een kind bijgesteld kan worden.

Datum:

48

Page 50: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

COMPETENTIELIJSTEN VAN DE GESPECIALISEERD PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 KINDEROPVANG

KERNTAAK 1 PW4Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

De student inventariseert de situatie en wensen van het kind, voert een kennismakingsgesprek met ouders / opvoeders. Ze voert observatieopdrachten uit en verzamelt aanvullende informatie. De student bespreekt met het kind en de ouders eventuele taal- en / of ontwikkelingsachterstanden, gedragsproblematiek en opvoedproblemen.

De student stelt een activiteitenprogramma op dat aansluit bij de behoefte van het kind en dat uitvoerbaar is binnen de organisatie. Voor een individueel kind kan, wanneer er een specifieke begeleidingsvraag is, een plan van aanpak gemaakt worden. Dit kan de student bespreken met de ouders. Tevens adviseert de student hierbij

welke ondersteuning “van buitenaf” hierbij nodig is.

Competentie Prestatie-indicator Voortgang

Werkproces 1.1 Inventariseert de situatie en de wensen van het kind

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Overtuigen en beïnvloeden

De student onderbouwt en verdedigt de (mede door haar) genomen beslissing tot het wel of niet plaatsen van een kind in de opvang.

Onderzoeken

De student gebruikt verschillende bronnen om informatie over een kind te verzamelen met betrekking tot afwijkingen in ontwikkeling en gedrag en observeert het kind tijdens de opvang.

Op behoefte en verwachtingen van de klant richten

De student inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind en de ouders.

Werkproces 1.2Stelt een activiteitenprogramma op Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student vraagt de mening en ideeën en wensen van de kinderen met betrekking tot activiteiten.

Plannen en organiseren

De student plant en regelt ruim van tevoren activiteiten, houdt rekening met de uitvoerbaarheid en zorgt dat de activiteiten aansluiten bij de wensen/behoeften van het kind.

Werkproces 1.3Maakt een plan van aanpak Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Begeleiden

De student geeft de ouders informatie en advies over aanvullende zorg of dienstverlening zodat duidelijk is waar ouders voor extra ondersteuning voor hun kind terecht kunnen.

Samenwerken en overleggen

De student bespreekt de inhoud van een plan van aanpak met het kind en de ouders.

Formuleren en rapporteren

De student stelt nauwkeurig een plan van aanpak op, gericht op de ontwikkeling van het kind.

49

Page 51: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Analyseren

De student trekt conclusies uit beschikbare informatie, bekijkt verschillende alternatieven met hun consequenties en zorgt dat de dienstverlening passend is bij het kind en kan worden uitgevoerd.

Datum

KERNTAAK 2 PW4Opvoeden en ontwikkelen van het kind

De student biedt het kind een 2e thuis en begeleiding. Ze wisselt informatie uit met ouders en verzorgers, houdt zicht op de groep, signaleert problemen en begeleidt de kinderen daarbij. Ze handhaaft orde en treedt op bij ongewenst gedrag. De student toont voorbeeldgedrag en draagt waarden en normen over. De student helpt

kinderen om te gaan met beperkingen of gedragsproblemen. Bij de persoonlijke verzorging stimuleert de student het kind tot zelfstandig gedrag. De student signaleert bij de verzorging afwijkingen in de ontwikkeling en bespreekt deze met de leidinggevende. De student werkt mee aan

een veilige en uitdagende leefomgeving en voert huishoudelijke taken uit.

Competentie Prestatie-indicator Voortgang

Werkproces 2.1 Biedt het kind opvang Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

AansturenDe student toont overwicht bij het handhaven van regels en afspraken in de groep.

BegeleidenDe student geeft het kind feedback en stimuleert om alternatieven uit te proberen.

Aandacht en begrip tonen

De student toont betrokkenheid, luistert actief, herkent wanneer het kind het moeilijk heeft en biedt de nodige ondersteuning.

Samenwerken en overleggen

De student informeert de ouders over de gang van zaken in de opvang en over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind zij deelt daarbij haar kennis ervaring en inzichten over de opvoeding van het kind.

Omgaan met veranderingen en aanpassen

De student toont respect voor de verschillende achtergronden van kinderen en houdt rekening met deze verschillen in het geval van vragen over of problemen met het kind.

Werkproces 2.2Biedt het kind persoonlijke verzorging Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

BegeleidenDe student adviseert het kind bij persoonlijke verzorging en stimuleert tot zelfredzaamheid

Ethisch en integer handelen

De student gaat discreet en met respect om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging zodat het kind zich op zijn gemak voelt.

Vakdeskundigheid toepassen

De student herkent de beweeglijkheid van baby’s en jonge kinderen en is daar

50

Page 52: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

continu alert op zodat ze tijdig en reageert adequaat wanneer er gevaar dreigt.

Op behoefte en verwachtingen van de klant richten

De student past de verzorging aan aan de behoefte van het kind.

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich bij de verzorging en ongevallen aan de procedures en richtlijnen van de opvang zodat de veiligheid van het kind steeds gewaarborgd is.

Werkproces 2.3Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Begeleiden

De student schept een veilige, uitdagende en geschikte omgeving met kansen en mogelijkheden voor de ontwikkeling van kinderen .

Materialen en middelen inzetten

De student maakt zodanig gebruik van schoonmaak- middelen en materialen dat verspilling en onnodige belasting van het milieu wordt voorkomen en hygiëne wordt bevorderd..

Instructies en procedures opvolgen

De student werkt volgens veiligheidsregels en voorschriften en ziet erop toe dat ook anderen zich eraan houden zodat de veiligheid van de kinderen is gewaarborgd.

Werkproces 2.4Biedt het kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

BegeleidenDe student motiveert het kind om zijn best te doen en uitdagingen aan te gaan gericht op zijn ontwikkeling.

Materialen en middelen inzetten

De student kiest sport, spel en speelmateriaal dat aansluit bij de ontwikkeling van het kind.

Plannen en organiseren

De student regelt en plant ruim van tevoren activiteiten, houdt de voortgang in de gaten en voert de activiteiten zoveel mogelijk volgens plan uit.

Datum:

KERNTAAK 3 PW4Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

51

Page 53: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

De student vraagt om feedback op eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met de begeleider leerdoelen op en werkt hieraan. De student leest vakliteratuur, neemt deel aan inhoudelijke discussies

over het beroep met collega’s (informeel of tijdens overleg momenten) en ontwikkelt zo een eigen visie. De student werkt mee aan de verbetering van de kwaliteit van de opvang en begeleiding en kan haar kennis inzetten

bij verbetertrajecten. De student bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden, signaleert en rapporteert knelpunten en denkt mee aan oplossingen. De student stemt werkzaamheden af met collega’s, maakt afspraken over de uitvoering van taken en neemt deel aan relevante overlegvormen. De student voer coördinerende taken

uit, houdt contact met collega’s en deskundigen en maakt een werkplanning. De student verzorgt een deel van de financiële administratie. En tenslotte evalueert en reflecteert de student op eigen werkzaamheden en voert in

overleg met de leidinggevende veranderingen in opvang en begeleiding door.

Competentie Prestatie-indicator VoortgangWerkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Vakdeskundigheid toepassen

De student vraagt feedback, gebruikt dit om van te leren, en neem deel aan inhoudelijke gesprekken en discussies over het beroep .

Werkproces 3.2Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Instructies en procedures opvolgen

De student houdt zich aan voorgeschreven procedures bij het uitvoeren van werkzaamheden en signaleert en rapporteert knelpunten.

Werkproces 3.3Stemt de werkzaamheden af Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student overlegt regelmatig met collega’s over de uitvoering van de werkzaamheden en draagt bij aan een soepel lopende samenwerking in het team.

Plannen en organiseren

De student houdt rekening met de haalbaarheid (tijd en kwaliteit) van de werkzaamheden binnen haar takenpakket.

Werkproces 3.4Voert coördinerende taken uit Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Aansturen

De student geeft duidelijk aan wat er moet gebeuren en wanneer en geeft aan wat ze van haar collega’s verwacht en ziet erop toe dat dit gebeurt.De student maakt via werkbegeleiding zaken in het functioneren van medewerkers bespreekbaar zodat de opvang organisatorisch goed verloopt.

Samenwerken en overleggen

De student raadpleegt tijdig de begeleiders, collega’s en externe deskundigen die betrokken zijn bij de opvang van een kind en zorgt ervoor dat zij ook door haar tijdig en goed geïnformeerd zijn, ze stemt de werkzaamheden rondom het kind zo af dat ze goed op elkaar aansluiten.

52

Page 54: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Plannen en organiseren

De student zorgt voor afstemming van werkzaamheden en maakt een planning waarbij ze rekening houdt met mogelijkheden en omstandigheden.

Werkproces 3.5 Onderhoudt een netwerk Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student bouwt een goede werkrelatie op met collega’sen deskundigen van andere organisaties en overlegt tijdig met hen zodat ze deze contacten kan benutten om haar werkdoelen te bereiken.

Werkproces 3.6Voert beleidsmatige taken uit Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Samenwerken en overleggen

De student vraagt bij collega’s welke knelpunten zij ervaren binnen het pedagogisch beleid, zodat ze hiervoor oplossingen kan zoeken en een bijdrage kan leveren aan beleids- ontwikkeling.

Overtuigen en beïnvloeden

De student neemt een duidelijk standpunt in bij haar voorstellen tot beleidswijzigingen en onderbouwt dit met goede argumenten.

Werkproces 3.7Voert beheertaken uit Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Formuleren en rapporteren

De student verwerkt en registreert zorgvuldig (financiële) gegevens.

Materialen en middelen inzetten

De student zorgt ervoor dat apparatuur, werkruimte en materiaal onderhouden worden.Zodat er voldoende materialen en middelen beschikbaar zijn om continuïteit van de opvang en begeleiding te garanderen.

Bedrijfsmatig handelen

De student zorgt voor financiële registratie en verantwoording van haar projecten en activiteiten en maakt regelmatig afwegingen tussen kosten en baten en draagt bij aan een financieel gezonde organisatie.

Werkproces 3.8Evalueert de werkzaamheden Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

Aandacht en begrip tonen

De student signaleert of het kind en de ouders tevreden zijn over de opvang en begeleiding.

Formuleren en rapporteren

De student registreert gegevens en rapporteert kort en bondig hierover.

53

Page 55: boek 2012/BP… · Web viewVoor een 3e jaars leerling GP4 geldt dat de defintieve GO voor kerntaak 1 en 2 gegeven moet worden voor 11 januari. De definitieve GO voor kerntaak 3 en

Analyseren

De student concludeert op basis van verzamelde gegevens of de begeleiding van het kind voldoet en komt indien nodig met haalbare oplossingen zodat in overleg de opvang en begeleiding voor een kind bijgesteld kan worden.

Datum:

54