Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende...

32
2 Actueel 3 Bloedbeeld 4 Pharmaceutical Services ontwikkelt met Xenikos eerste eigen geneesmiddel Geneesmiddel tegen GVHD via opruimen van geactiveerde T -cellen 6 25 jaar Europdonor Stamceldonorbank zoekt samen met Sanquin naar stamceldonors 8 Rekenmodel maakt risico’s van uitbraken infectiezieken inzichtelijk Ondersteuning voor beleidsmakers bij het nemen van maatregelen om besmetting via bloed te voorkomen 9 Introductie Omniplasma Nieuw veilig product met reductiestap voor prionen 10 De angst voor het dreigende tekort Sanquin werkt aan het optimaliseren van voorraadbeheer 11 RhD diagnostiek op maat DNA-test toont alle klinisch belangrijke variatie van het RhD-antigeen aan 12 Recente publicaties Fotografie Judith van IJken 21 Broedplaats: Peter Lansdorp 22 Bloedtransfusies bij anemische kraamvrouwen vaak overbodig WOMB studie pleit voor terughoudendheid met transfusies bij kraamvrouwen met bloedarmoede 24 Fysieke krachten beïnvloeden celcontacten Stephan Huveneers onderzoekt hoe endotheelcellen aan elkaar plakken 25 Werkboek Kinderhematologie 26 Kunstbloed: Seneca’s zelfmoord 27 Opening Laboratorium voor Celtherapie 28 Proefschriften 31 Nieuws en agenda 32 Profiel Soroya Beacher, voorzitter van OSCAR Nederland December 2012 Bloed beeld 412

Transcript of Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende...

Page 1: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

2Actueel3Bloedbeeld4Pharmaceutical Services ontwikkelt met Xenikos eerste eigen geneesmiddelGeneesmiddel tegen GVHD via opruimen van geactiveerde T-cellen625 jaar EuropdonorStamceldonorbank zoekt samen met Sanquin naar stamceldonors8Rekenmodel maakt risico’s van uitbraken infectiezieken inzichtelijkOndersteuning voor beleidsmakers bij het nemen van maatregelen om besmetting via bloed te voorkomen9Introductie OmniplasmaNieuw veilig product met reductiestap voor prionen10De angst voor het dreigende tekortSanquin werkt aan het optimaliseren van voorraadbeheer11RhD diagnostiek op maatDNA-test toont alle klinisch belangrijke variatie van het RhD-antigeen aan12Recente publicatiesFotografie Judith van IJken21Broedplaats: Peter Lansdorp22Bloedtransfusies bij anemische kraamvrouwen vaak overbodigWOMB studie pleit voor terughoudendheid met transfusies bij kraamvrouwenmet bloedarmoede24Fysieke krachten beïnvloeden celcontactenStephan Huveneers onderzoekt hoe endotheelcellen aan elkaar plakken25Werkboek Kinderhematologie26Kunstbloed: Seneca’s zelfmoord27Opening Laboratorium voor Celtherapie28Proefschriften31Nieuws en agenda32ProfielSoroya Beacher, voorzitter van OSCAR Nederland

December 2012

Bloedbeeld

412

Page 2: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Jan Voorberg is per 7 november2012 benoemd tot hoogleraaraan de Universiteit van Amster-dam op de bijzondere leerstoel‘Cellulaire Hemostase’. Zijnonderzoeksgroep bestudeert destolling en ontstolling van bloed.De research vormt een brug tussen het biochemisch onder-zoek op het gebied van hemo-stase en trombose, de vasculairebiologie en de moleculaire encellulaire immunologie.Deze benoeming verstevigt deband van Sanquin Bloedvoor-ziening met het AcademischMedisch Centrum van deUniversiteit van Amsterdam ophet terrein van de vasculairegeneeskunde.Jan Voorberg zal dit hoogleraar-schap combineren met zijn huidige functie als hoofd vanhet Laboratorium voorCellulaire Hemostase binnen deafdeling Plasma Eiwitten van dedivisie Research van SanquinBloedvoorziening.

In september en oktober 2012hielden twee onderzoekers vanSanquin Bloedvoorziening hunoratie vanwege hun benoemingtot hoogleraar aan de faculteitNatuurwetenschappen,Wiskundeen Informatica van de Universi-teit van Amsterdam.Op 28 september 2012 sprakprof. dr. Peter Hordijk, bijzonderhoogleraar Moleculaire celbiolo-gie van celmigratie, zijn rede uit,getiteld: ‘Je weet niet wat je ziet!Beeldvorming in de Celbiologie’.Peter Hordijk is manager van deresearchafdeling MoleculaireCelbiologie van Sanquin. Hetvakgebied van de MoleculaireCelbiologie bevindt zich op hetgrensvlak van biochemie en cel-lulaire biologie en is gericht ophet ophelderen van de molecu-laire basis van celfunctie. Hierbijwordt een breed scala aan tech-nieken gebruikt waarbij demicroscopie een centrale plaatsinneemt.

Op 4 oktober 2012 sprak prof. dr.Marieke van Ham, hoogleraarBiologische Immunologie, haarrede uit met als titel ‘Feel the B-T.De B-cel als dirigent van immu-niteit’. Het onderwerp betrof hetaansturen van immuniteit doorB-cellen.Marieke van Ham is hoofd vande researchafdeling Immuno-pathologie van Sanquin. Hetonderzoek van de afdelingfocust zich op regulatie van anti-stofrespons. Een van de grootsteproblemen in de bloedvoorzie-ning is de vorming van antistof-fen tegen getransfundeerde cellen en eiwitten. Deze afweer-reacties hebben met name nadelige effecten bij polytrans-fusees en bij patiënten die lang-durig plasma-eiwitten toe-gediend krijgen.

Op 27 september 2012 heeftprof. dr. Lucien Aarden de Janvan Breemenpenning gekregenvan de Nederlandse Verenigingvoor Reumatologie. LucienAarden is bekend vanwege zijnbasale onderzoek aan B cellenen antistoffen in auto-immuni-teit. In dit kader heeft hij veelge-bruikte diagnostische testen ont-wikkeld. Hij heeft veel onderzoekverricht naar de immunogenici-teit van therapeutische eiwitten(biologicals). Antistoffen tegentherapeutische eiwitten kunnenbeschouwd worden als model-systemen voor auto-antistofvor-ming. In nauwe samenwerkingmet Theo Rispens, DianaWouters, Gertjan Wolbink en declinici van Reade (centrum voorbehandeling van reumapatiën-ten) is antistofvorming tegenanti-TNF antistoffen prospectiefin kaart gebracht in een grootcohort reumapatiënten. Hierbijwas hij één van de eersten dieaantoonde dat antistofvormingeen grote oorzaak lijkt te zijnvan het afnemen van klinischeeffectiviteit van de therapeutica.Dit onderzoek heeft tot een grootaantal publicaties in belangrijkewetenschappelijke tijdschriftengeleid.Lucien Aarden staat bekend omzijn originele denkwijze en hetfeit dat hij niet rust voor hij eenwetenschappelijk probleem vol-ledig heeft doorgrond.Hij is vrijwel zijn gehele carrièrewerkzaam geweest binnen dedivisie Research van Sanquin envoorheen CLB. Daarnaast heefthij enkele jaren gewerkt aan hetBasel Institute for Immunology.Aarden heeft baanbrekendonderzoek verricht aan cyto-kinen en is wereldleidend opInterleukine-6 gebied.

Bloedbeeld is een uitgave van SanquinBloedvoorziening. Het blad verschijnt 4 maal per jaar in een oplage van 21.000stuks. Bloedbeeld wordt toegezonden aanmedisch specialisten, klinisch chemici, ziekenhuisapothekers, ziekenhuizen enonderzoeksinstellingen in Nederland enaan medewerkers van Sanquin. Verder ontvangen landelijke advies- en beleids-organen op het gebied van de gezondheids-zorg het blad, evenals de rijksoverheid enpersmedia.

RedactieAnneke de Regt (hoofdredacteur), Masja de Haas, Christine Kramer, Marieke von Lindern, Dirk Roos, Jan Willem Smeenk, Ruud Smeenk, Hans Zaaijer en Jaap Jan ZwagingaMedewerkersJohn Ekkelboom, Maarten Evenblij,Margreet Hart, Frank van Kolfschooten,Pieter Lomans, Noor van Leeuwen, Angela Rijnen en Esmeralda SchemmekesFotografieIneke Oostveen en Judith van IJken (fotokatern)OntwerpRobbert Zweegman i.s.m.Reynoud HomanDrukSSP & Cliteur, Amsterdam

Redactie-adresSanquin, Postbus 98921006 AN [email protected]

AbonnementenZie redactie-adresJaarabonnement is gratisDeze mailing is o.a. verzorgd op basis van het Pharbase adressenbestand vanCegedim.Wijzigingen voor dit bestand kunt u door-geven via [email protected]

©Bloedbeeld

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de redactie.

ISSN 1572-803X

Jan Voorberg hoogleraarCellulaire Hemostase

Oraties Sanquinhoogleraren Jan van Breemenpenning voorLucien Aarden

Actueel

2 Bloedbeeld December

Page 3: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Bloedbeeld

Het beeldDNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekortmet de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood). Het DNA van Parvovirus B19 (B19V) dat bij donors enpatiënten wordt aangetroffen verschilt op specifieke posities.De figuur laat zien welk nucleotide aanwezig is op die specifieke positie in een groot aantal individuen (nucleotidenposities op de horizontale as, individuen onder elkaargerangschikt). Variaties in de DNA code kunnen het eiwit welof niet veranderen (witte of grijze blokjes langs de bovenste horizontale as).

De boodschapWereldwijd bestaan naast elkaar twee groepen ParvovirusB19, in deze figuur gescheiden door een grijze lijn. De twee-

deling is aanwezig bij gezonde Sanquin donors en bijNederlandse patiënten met de vijfde ziekte.

Het onderzoekWe bestudeerden of in Nederland verschillende variantenvan Parvovirus circuleren, en welke variant vaker tot ‘de vijfdeziekte’ leidt. Het is belangrijk de verschillen te kennen omalle varianten op te pikken bij de screening van plasmapoolsop aanwezigheid van Parvovirus.

Molenaar-de Backer MWA*, Lukashov VV*, van Binnendijk RS, Boot HJ, Zaaijer HL. Global co-existence of two evolutionary lineages of parvovirus B19a, different ingenome-wide synonymous positions. PLoS One 2012; 7:e43206.Shared first authorship.*

Page 4: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

4 Bloedbeeld December

Pharmaceutical Services (PS) is een wat af-wijkende speler binnen Sanquin met vooralservicediensten voor farmaceutische bedrijvendie geneesmiddelen op eiwitbasis ontwikkelen.In samenwerking met het biotechnologie-bedrijf Xenikos gaat PS nu zelf T-Guard®

ontwikkelen, een combinatie van twee mono-klonale antistoffen gekoppeld aan de gifstofricine A. Het middel moet bij patiënten metacute graft-versus-host disease de ziekte aan-pakken via het opruimen van geactiveerde T-cellen.

Zoals de Galliërs – met Asterix en Obelix voor-op – een opmerkelijke uitzondering vormen in het grote Romeinse wereldrijk dat in destripboeken van Uderzo en Goscinny wordtgeschetst, zo neemt de business unit Pharma-ceutical Services een aparte plaats in binnenSanquin. Klein en onderscheidend. Anyal deJonge, managing director van Pharma-ceutical Services: “We vormen een relatief kleine business unit binnen de Sanquin-organisatie en houden ons bezig met een watafwijkende activiteit. Alle divisies binnenSanquin – Bloedbank, Plasmaproducten,Diagnostiek, Research en Reagents – doen ietsmet bloed. Ze verzamelen, bewerken, onder-zoeken, testen of leveren bloed en bloed-producten. PS valt daar een beetje buiten,omdat wij ons bezighouden met farma-ceutische biotechnologie, met het ontwikkelenen produceren van biotechnologische genees-middelen.”

Services voor farmaceutenPS ondersteunt biofarmaceutische bedrijvenbij de ontwikkeling van productieprocessen ende farmaceutische bereiding en kwaliteits-controle van eiwitten die langs biotechno-logische weg zijn gemaakt om zo nieuwegeneesmiddelen naar de markt te brengen. De kracht van PS ligt in het ontwikkelen vangoed opschaalbare processen op basis vaninteressante eiwitten die de industrie in eigenonderzoek heeft gevonden – naar het produceren van grotere hoeveelheden van die geneesmiddelen. Dat hele proces moet voldoen aan de wettelijke vereisten en dehoogste kwaliteitsnormen.De Jonge: “Deze producten moeten verplicht

bereid worden onder Good ManufacturingPractices (GMP). De kwaliteit wordt dan opti-maal geborgd door de manier waarop het productieproces is vormgegeven. Daarnaastcontroleren we gedurende het gehele productie-proces ook op onzuiverheden, de afwezigheidvan virussen en andere micro-organismen ende werkzaamheid van de producten. Omdatdit voor elk product kan verschillen passen weonze diensten steeds aan op de eisen die eenproduct stelt en de wensen die de farmaceut –in samenspraak met ons – formuleert.”Om aan het hele scala van eisen te kunnenvoldoen, beschikt PS over veel specifieke deskundigheid. De Jonge: “Je moet voldoendegekwalificeerde mensen hebben om dat bredepakket aan diensten te kunnen aanbieden,maar tegelijkertijd wil je een bedrijfsvoeringdie vanuit concurrentieoverweging zo ‘leanand mean’ mogelijk is. Dat vereist voort-durend scherp aan de wind zeilen.”Aan tafel is ook Peter van Mourik aan-geschoven. Hij was ruim twintig jaar demanaging director van PS en de voorgangervan De Jonge, die sinds 1 februari 2011 dezefunctie bekleedt. Van Mourik verruilde zijnfunctie voor die van Unitdirecteur Quality &Regulatory Affairs (QRA) bij de divisie Bloed-bank van Sanquin. Toch is hij nog bij SPSbetrokken, maar nu in de rol van klant.

Eigen productontwikkelingVan Mourik: “In de ‘nadagen’ bij PS klopteYpke van Oosterhout bij me aan. Hij is degeestelijke vader van T-Guard® en oprichtervan het biotechbedrijf Xenikos. Vanwege detechnologisch-inhoudelijke kennis die we metPS al hadden opgebouwd, vroeg hij of ik hemkon helpen bij de verdere ontwikkeling vanzijn product.”De vraag kwam op een goed moment. VanMourik: “De bulk van het werk van PS bestondtoen vooral uit contractservices voor de farma-ceutische industrie. Uit strategische over-wegingen wilde ik graag uitbreiden met eigenproductontwikkeling. Als je op dit gebied eenprima partner bent voor farmaceutischebedrijven, waarom zou je die deskundigheiddan niet ook gebruiken voor eigen product-ontwikkeling met potentieel veel meer toe-gevoegde waarde? Het product dat Xenikos

Biotechnologie

Peter van Mourik (Amsterdam, 1956) heeft eenmedisch biologische achtergrond en is sinds 1977werkzaam bij Sanquin in verschillende functies.Vanaf 1991 is hij managing director geweest van deSanquin’s business unit Pharmaceutical Services.Deze functie heeft hij eind 2010 verruild voor defunctie van directeur Unit Quality & RegulatoryAffairs (QRA) binnen de divisie Bloedbank. In dezefunctie is hij tevens verantwoordelijk voor QA opcorporate niveau. Vanaf juni 2012 is hij tevensbenoemd tot bestuurder bij Xenikos [email protected]/pub/peter-van-mourik/13/958/1b8

Anyal de Jonge (Leiden, 1973) heeft een achter-grond in zoölogie en is sinds 1996 in dienst vanSanquin. Een belangrijk deel van deze periode waszij als hoofd QC verantwoordelijk voor alle kwaliteitscontroletesten binnen de business unitPharmaceutical Services van Sanquin. Sindsfebruari 2011 is zij managing director vanPharmaceutical [email protected]/pub/anyal-de-jonge/9/68a/365

Pharmaceutical Services ontwikkelt met Xenikos eerste eigen geneesmiddel

Pieter Lomans

Page 5: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

December Bloedbeeld 5

geruimd. Maar soms werken deze geactiveerdeT-cellen ons ook tegen. Bijvoorbeeld bij solideorgaantransplantaties waar ze verantwoorde-lijk zijn voor ongewenste afstotingreacties. Of bij de zogenoemde auto-immuunziekten,die ontstaan als het lichaam de eigen enlichaamsvreemde eiwitten niet van elkaarkan onderscheiden.”

WerkingsmechanismeT-Guard® richt zich in eerste instantie op debehandeling van ernstige afstotingsreactiesbij patiënten die een transplantatie hebbengehad met bloedstamcellen afkomstig van eendonor. Er bestaat dan een risico dat donorcellenvoor een afstotingsreactie zorgen, genaamdgraft-versus-host disease. Wereldwijd krijgenjaarlijks 25.000 tot 30.000 patiënten deze ziekte.Vijfentwintig procent van hen hebben zo’nernstige vorm van afstoting, dat de standaard-behandeling met hoge doseringen steroïdenniet werkt. Dit zorgt voor een levensbedreigendesituatie. Al decennia wordt gezocht naar eenadequaat geneesmiddel hiervoor. De middelendie nu worden toegepast zijn onvoldoendeeffectief of schieten door. T-Guard® ruimt bijvoorkeur de ‘foute’ (geactiveerde) T-cellen snelen effectief op. Daarnaast verdwijnt het middelsnel uit het lichaam, waardoor mensen nietlang bevattelijk blijven voor infecties. VanMourik: “Het idee achter dit potentiële genees-middel is dat we hiermee een instrument heb-ben dat het immuunsysteem mogelijkerwijsop een snelle en veilige manier kan ‘resetten’.Dit betekent dat het mogelijk ook ingezet kanworden bij andere T-cel gedreven ziektebeelden,zoals auto-immuunziekten, afstotingreactiesbij orgaantransplantaties en bestrijding vankwaadaardige T-cellen.”Begin 2000 is de cocktail in een experimentelefase getest bij tien GVHD-patiënten, bij wiegeen enkel middel meer hielp. Van Mourik:“Van de eerste zeven patiënten die dit experi-mentele middel kregen toegediend, heeft éénpatiënt het overleefd die anders zeker wasoverleden. Bij vier andere patiënten kon wordenaangetoond dat T-Guard® de GVHD hadbestreden, maar die zijn overleden door andereoorzaken. De klinische gegevens warenbemoedigend en we denken dat het genees-middel nog beter kan werken als het in een

vroegere fase van de ziekte wordt ingezet.Daarom willen we T-Guard® nu gaan testenals tweedelijnstherapie, dus voor het toedienenvan de gebruikelijke ‘olifantsdoseringen’ corticosteroïden.”

PerspectiefHoewel er voor deze beperkte nichemarktmeer kapers op de kust zijn, ziet Van Mouriktoch veel perspectief voor T-Guard®. Er bestaanverschillende experimentele therapieën voorGVHD, waarbij gebruik gemaakt wordt vanandere biologische geneesmiddelen, zoalsAnti-Thymocyten-Globuline (ATG) en ver-schillende monoklonale antistoffen gerichttegen eiwitstructuren zoals CD3, CD25 enTNF�. Ook mesenchymale stamcellen wordeningezet als therapie. Van Mourik: “Toch denkenwe dat T-Guard® bijvoorbeeld minder bij-werkingen heeft dan de bestaande biologischepreparaten. Bovendien lukt het ook metmesenchymale stamcellen maar in eenbeperkt aantal gevallen om de GVHD te stoppen. En het zou natuurlijk helemaalgeweldig zijn als blijkt dat T-Guard® op de langere termijn ook nog voor andere toe-passingen kan worden ingezet.”

www.pharmaceuticalservices.nl

ontwikkelt, past volgens mij ook uitstekend in de markt waarbinnen Sanquin actief is.”Van Mourik en Van Oosterhout stelden voorXenikos een businessplan op, met een partici-patie van Sanquin in de onderneming. Ditplan werd door de Raad van Bestuur en deRaad van Toezicht van Sanquin besproken enbeide raden gingen akkoord op voorwaardedat er ook een investeerder instapt. Dat luktein de vorm van PPM Oost/IIG Fonds. Daar-naast haalden Van Oosterhout en Van Mouriknog een innovatiekrediet van 1,9 miljoen eurobinnen. In totaal komt hierdoor 5,5 miljoenbeschikbaar zodat er een fase Ib/IIa klinischestudie kan worden uitgevoerd voor de behande-ling van steroïd-resistente acute graft-versus-host disease (GVHD). Op 19 juni 2012 werd departicipatie van Sanquin formeel bekrachtigden werd van Mourik, naast van Oosterhout,benoemd tot bestuurder van Xenikos.

Samen met XenikosVan Mourik: “In de samenwerking met Xenikoskan PS alle kennis uit de kast halen om een bij-zonder farmaceutisch product te ontwikkelen.Dat heeft mede de strategische keuze vanSanquin bepaald om te participeren. Bij elkefase in de ontwikkeling heeft Sanquin hetrecht om de participatie, bij gewijzigde voor-waarden, al dan niet voort te zetten. Sanquinheeft een ‘Right of First Refusal’ voor de commerciële productie van T-Guard®, evenalseenzelfde optierecht voor de distributie van ditgeneesmiddel in voor Sanquin belangrijkegebieden. Allemaal belangrijke voorwaardenom de betrokkenheid van Sanquin bij een succesvolle marktintroductie te garanderen.”Het product dat Xenikos ontwikkelt, bestaatuit een combinatie van twee monoklonaleantistoffen en de kreupel gemaakte gifstof ricine A. Van Mourik: “De monoklonale anti-stoffen zijn gericht tegen CD3 en CD7, tweeeiwitstructuren die onder meer voorkomen opT-cellen. Beide monoklonale antistoffen vanT-Guard® herkennen vooral geactiveerde T-cellen en het meeliftende ricine A vernietigtdeze T-cellen. Geactiveerde T-cellen spelen eencruciale rol bij afweerreacties. Ze zorgen er bij-voorbeeld voor dat gevaarlijke bacteriën enandere ziekteverwekkers die ons lichaam binnendringen snel worden herkend en op-

Page 6: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

6 Bloedbeeld December

In 2013 bestaat Europdonor 25 jaar. Deze non-profit stamceldonorbank die grotendeelsbestaat uit bloeddonors, helpt in samenwerkingmet Sanquin medisch specialisten geschikteonverwante stamceldonors te vinden voormensen met levensbedreigende bloedziekten.Stamcellen voor Nederlandse patiëntenkomen momenteel overwegend uit het buitenland. Europdonor en Sanquin vragenhet ministerie van VWS om investeringenopdat Nederland minder kwetsbaar wordt.

Op steenworp afstand van het Europdonor-kantoor, achter Centraal Station Leiden, vondin 1968 een van de eerste beenmergtrans-plantaties ter wereld plaats. Dat gebeurde inde Kinderkliniek van het Academische Zieken-huis Leiden bij een baby met een erfelijkeafweerstoornis. Het werk van prof. dr. Jon vanRood had die levensreddende behandelingmede mogelijk gemaakt. De inmiddels 86-jarige immunoloog was in de jaren vijftig eenvan de ontdekkers van het erfelijk bepaaldeHuman Leucocyte Antigen-systeem (HLA). Om orgaan- en beenmergtransplantatieskans van slagen te geven, zo bleek, moet hetHLA-systeem van een donor zoveel mogelijkovereenkomen met dat van de ontvanger.Van Rood zette in 1970 in Leiden een registerop van de HLA-getyperingen van donors diebereid waren om beenmerg af te staan. “Hijbedacht dat vooral bloeddonors geschiktwaren”, vertelt Mirjam Fechter, hoofd van destamceldonorbank. “Zij waren gekeurd opinfectieziekten om bloed te geven en soms waser van hen al een HLA-typering bekend van-wege de behoefte aan HLA-getypeerde donorsvoor bloedplaatjestransfusies aan patiëntenmet antistoffen.”Aanvankelijk werd alleen beenmerg getrans-planteerd. Toen bleek dat de bloedvormendestamcellen in het beenmerg met bepaaldemedicijnen naar het bloed gedwongen kunnenworden, vond bloedstamceltransplantatieingang. Tegenwoordig worden stamcellenvoornamelijk uit het perifere bloed van donorsgeoogst, via een ferese-procedure, maar erkunnen ook redenen zijn om ze uit beenmergvan donors te winnen. Nog altijd tekentSanquin voor de donorwerving. “We benaderendonors die minimaal drie keer bloed hebben

gegeven en tussen de 18 en 35 jaar zijn”, verteltBert Tomson, manager Klinisch ConsultatieveDienst van Sanquin. “We vragen deze bloed-donors ook of we hen in voorkomende gevallenkunnen oproepen om bloedplaatjes te gevenvoor patiënten met HLA-antistoffen. Wantook daarvoor zoeken we in de groep vandonors van wie het HLA-systeem getypeerd is.”Het beheer van het donorregister en taken diedaaruit voortvloeien, zoals het zoeken vanpassende donors, coördinatie van de stamcel-afname, voorlichting, begeleiding en medischecontroles van de donors en wetenschappelijkonderzoek, zijn sinds 1988 ondergebracht ineen stichting: Europdonor in Leiden. Dezewerkt samen met de Stichting EuropdonorNijmegen (SEN), een donor- en afnamecentrumin Zuidoost-Nederland. Jon van Rood hadinternationale uitwisseling van donorgegevensen -cellen voor ogen. Ooit begon dat met dikketelefoonboeken vol met donorgegevens. Metde komst van internet werd dat eenvoudiger.Data van de Nederlandse donors en de Neder-landse navelstrengbloedbank komen geano-nimiseerd in het wereldwijde bestand van BoneMarrow Donors Worldwide (BMDW), datEuropdonor in Leiden eveneens beheert. Ditbestand bevat nu meer dan twintig miljoendonors uit de gehele wereld.

Wederkerigheid in gevaarHet zijn vooral patiënten met een kwaadaardigebloedziekte, die transplantatie met donorstam-cellen (allogene stamceltransplantatie) krijgen.Bijvoorbeeld vanwege acute myeloïde en lym-fatische leukemie, chronische leukemieën,non-Hodkin lymfoom en multipel myeloom(de ziekte van Kahler). Voor enkele zeldzamebloedziekten, zoals aplastische anemie en ernstige vormen van sikkelcelziekte of thalas-semie, kan allogene stamceltransplantatieeveneens een behandeloptie zijn. Eerst wordtdan nagegaan of een bloedverwant als donorkan optreden. Voor zeventig procent van depatiënten is er geen geschikte familiedonor. “Sinds 1988 is het aantal Nederlandse patiënten voor wie we uit het internationalebestand een donor hebben gevonden sterkgestegen”, vertelt Carine Mijnarends, algemeendirecteur van Europdonor. “De kans om eenpassende donor te vinden is toegenomen

Bloedproducten

Carine MijnarendsMirjam FechterBert Tomson

25 jaar EuropdonorInvesteringen nodig in stamceldonatie

Angela Rijnen

Page 7: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

December Bloedbeeld 7

Rood, van wederkerigheid in de internationaleuitwisseling, is hiermee van de baan.” “Boven-dien kost het geld”, vult Carine Mijnarendsaan. “Voor een zakje donorstamcellen uit deVerenigde Staten of Australïe betalen we,exclusief transportkosten, tweemaalzoveel alsvoor cellen die we hier afnemen.”

Stamcellen uit navelstrengbloedOm weer volwaardig te kunnen meedoen aande internationale uitwisseling van stamcellenen om niet afhankelijk te zijn van grote buiten-landse stamceldonorbanken, is het nodig datzowel het aantal volwassen donors als hetaantal navelstrengbloedeenheden in Neder-land toeneemt. De donorwerving is vorig jaaraangepakt. Sanquin vereenvoudigde de regi-stratie tot stamceldonor en benadert daarvoornu vooral jonge mannelijke bloeddonors.Europdonor is zelf ook actiever gaan werven.De kosten daarvoor krijgt Europdonor nietvergoed; de stichting financiert de kostbareHLA-typering voor jonge donors uit zijn eigenvermogen en vraagt oudere donors om eeneigen bijdrage. De eerste weefseltypering bijdonorwerving laat Europdonor in buitenlandselaboratoria verrichten. Dit is goedkoper engebeurt uitgebreider dan in Nederlandse laboratoria. Toepassing van navelstrengbloed-transplantaten kent voordelen. Jan Cornelissen:“Je kunt ze diepgevroren opslaan en na matching binnen een week verkrijgen. De criteria voor matching zijn minder striktdan die voor stamcellen van volwassen donors.Er ontstaat bijvoorbeeld na transplantatieminder vaak graft-versus-host ziekte, ofwelomgekeerde afstoting.” Dat laatste is eenbedreigende complicatie, waarbij donoraf-weercellen weefsels (bijvoorbeeld de huid ofdarm) van de ontvanger aanvallen. De bereid-heid tot het doneren van navelstrengen isgroot. Als er meer navelstrengbloed beschik-baar komt, zijn er in de toekomst misschienminder volwassen stamceldonors nodig. Eennadeel van transplantatie van navelstreng-bloed – één portie blijkt voor volwassenen vaakte klein om het gewenste resultaat te bereiken– lijkt opgelost met het geven van een dubbeltransplantaat. Jan Cornelissen: “Daarbij gaathet ene transplantaat het andere te lijf. Dewinnaar nestelt zich vervolgens veel beter in

dan een enkel transplantaat.” Transplantiesmet navelstrengbloed zullen alleen maargaan toenemen, verwacht hij. De capaciteitvan de Navelstrengbloedbank van Sanquin inLeiden – 3.000 opgeslagen eenheden – is nu teklein om naar redelijkheid te kunnen bijdragenaan de internationale uitwisseling van stam-cellen. “Dit terwijl Europdonor alles in huisheeft voor het beheer van de computer-bestanden en de internationale uitwisselingvan data en stamcelpreparaten”, zegt BertTomson. Bovendien is Sanquin specialist inhet afnemen, testen, typeren, bewerken enbewaren van navelstrengbloedtransplantaten.”De belangrijkste belemmering voor uitbreidingvan de nationale navelstrengbloedbank, is definanciering daarvan. “Het is heel erg belang-rijk dat Europdonor en Sanquin hun rol in destamcelvoorziening kunnen blijven spelen”,meent Jan Cornelissen. “Nationaal en inter-nationaal. Dat is ook van belang voor hetwetenschappelijk onderzoek. Want in datopzicht levert Europdonor eveneens kwaliteitvan de bovensteplank.”

www.europdonor.nl

Carine Mijnarends (Amsterdam, 1971) studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte in diverse leidinggevende functies binnen het bedrijfsleven, voordat zijin 2009 algemeen directeur werd van [email protected]://www.linkedin.com/in/carinemijnarends

Mirjam Fechter (Zaanstad, 1975) studeerde geneeskunde aande Vrije Universiteit. Vanaf 2001 werkt ze bij Europdonor ensinds 2011 als hoofd van de Nederlandse Stamceldonorbanken verantwoordelijk voor aanvragen voor Nederlandse stam-celdonors en [email protected]://www.linkedin.com/pub/mirjam-fechter/38/566/3a0

Bert Tomson (Den Haag, 1955) studeerde geneeskunde aande Universiteit Leiden. Hij werkte bij de toenmalige BloedbankLeiden-Haaglanden en Europdonor. Sinds 2004 is hij managerKlinische Consultatieve Dienst van Sanquin in Leiden endraagt hij zorg voor het gezamenlijke trombocyten- en stam-celdonorbestand van Sanquin en [email protected]/pub/bert-tomson/6/193/846

Jan Cornelissen (Amersfoort, 1959) studeerde geneeskunde aande Rijksuniversiteit Utrecht. In 1993 volgde de specialisatie tothematoloog en sinds 2005 is hij hoogleraar hematopoietischestamceltransplantatie in het Erasmus MC te Rotterdam. Hij isvoorzitter van de stamceltransplantatiewerkgroep van destichting HOVON en is medisch adviseur van [email protected]

Jan Cornelissen

dankzij het internationale bestand waaruit menkan putten”, zegt prof. dr. Jan Cornelissen,hematoloog en hoogleraar hematopoietischestamceltransplantatie in het RotterdamseErasmus MC. “Dankzij verbeterde logistiek,betere en snellere typeringstechnieken enstroomlijning van het zoekproces kunnenpatiënten nu binnen twee tot drie maandenna het starten van de search worden getrans-planteerd. Dat is twee maanden sneller danvroeger. Daardoor kiezen we minder vaak eenbehandelalternatief en zijn we minder vaak telaat.” Europdonor ziet het jaarlijkse aantalzoekaanvragen voor onverwante donors voorNederlandse patiënten stijgen. In 1987 warener dat nog geen twintig, in 2011 bijna vijf-honderd. De toegenomen vraag vloeit ondermeer voort uit de uitbreiding van het aantalindicaties en de steeds betere resultaten vande transplantaties. Het Nederlandse stamcel-donorbestand heeft deze groei niet bijgehouden.Het aantal nieuwe donors dat jaarlijks geworven wordt, compenseert net het aantaldonors dat wegens de leeftijdsgrens van 55 jaar of gezondheidsredenen wordt uit-geschreven. “Drie procent van de Nederlandsepatiënten krijgt nu bloedstamcellen van eenNederlandse donor”, schetst Mirjam Fechterde gevolgen. “In 2011 hebben in totaal 358Nederlandse patiënten onverwante donor-stamcellen uit de hele wereld gekregen enkonden we hier slechts 26 stamceldonaties en elf eenheden navelstrengbloed tegenoverstellen. [Navel-strengbloed is een alternatievebron van stamcellen, AR] Het idee van Van

Page 8: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

8 Bloedbeeld December

Uitbraken van infectieziekten kunnen eengevaar opleveren voor de bloedtransfusie-keten, met als mogelijk gevolg dat ontvangersvan bloed besmet raken. Doorgaans wordenmaatregelen genomen om dergelijke besmet-tingen te voorkomen zonder een kwantitatieveinschatting te maken van het risico. Een nieuwNederlands rekenmodel dat in ontwikkelingis, moet beleidsmakers ondersteunen bij hetnemen van adequate maatregelen. Europeselanden kunnen straks gebruik maken van ditwebbased hulpmiddel.

Plotselinge uitbraken van infectieziekenkomen regelmatig voor. Zo werd Nederland de afgelopen jaren geconfronteerd met epidemieën van de Q-koorts. Veel mensen inde betrokken regio’s raakten besmet, van wieeen deel ook ziek werd. Dergelijke uitbrakenzijn niet alleen vervelend voor de directbetrokkenen, ook bij Sanquin Bloedvoor-ziening gaat dan de alarmbel rinkelen.Immers onder die besmette mensen zitten wel-licht bloeddonors, die op hun beurt ontvangersvan bloed zouden kunnen infecteren. MartJanssen, onderzoeker Medical TechnologyAssessment van de afdeling TransfusionTechnology Assessment (TTA) van Sanquin en het Julius Centrum UMC Utrecht, verteltdat Sanquin bij opdoemende infecties nood-gedwongen een ad hoc-beleid voert. “De Sanquinwerkgroep Opdoemende Bloed-overdraagbare Infecties vergadert 26 keer perjaar. Per situatie wordt dan bekeken wat hetbeste beleid is. Enkele jaren geleden is beslotendaar met een rekenmodel meer structuur inaan te brengen. Wij hebben toen een onder-zoeksvoorstel geschreven, wat uiteindelijkheeft geleid tot het project MITCH, dat doorSanquin wordt gefinancierd.”

Algemeen modelMITCH staat voor Modelling emergingInfections in the Transfusion Chain. Het project wordt uitgevoerd door TTA en hetUtrecht Center for Infection Dynamics (UCID),een samenwerkingsverband van het Centrumvoor Infectiebestrijding van het RIVM en hetJulius Center van de Universiteit van Utrecht.Welling Oei is de promovenda die over ander-half jaar op deze studie hoopt te promoveren.

De bedoeling is dat er dan een werkbaarrekenmodel ligt dat kan helpen bij het in kaartbrengen van de risico’s van opdoemendeinfecties voor de bloedtransfusieketen. Oeilicht toe dat het om een model gaat dat inzet-baar is voor alle infectieziektes. “Er zijn alenkele modellen ontwikkeld voor specifiekeinfecties, zoals die van het West-Nijlvirus in deVerenigde Staten en van Creutzfeldt-Jakob inEngeland. Deze modellen zijn echter alleen tegebruiken bij uitbraken van deze ziekten. Wijwillen een algemeen model ontwikkelen. Datis mogelijk omdat veel karakteristieken vaninfectieziekten dezelfde zijn.”

Oei benadrukt dat het model niet alleen derisico’s van bekende infectieziekten, zoals HIV,hepatitis en syfilis, moet kunnen analyserenmaar ook van infectieziekten waarover minderbekend is of die door reizigers worden mee-genomen vanuit andere – veelal verre – landen. Zo is de Q-koorts, die de laatste jarentelkens fors oplaaide binnen onze eigen grenzen, nog een relatief onbekende ziekte.Reizigers kunnen bijvoorbeeld het Chikun-gunya-, het West-Nijl- of het dengue-virusonder de leden hebben. Om een beter beeldvan al die ziekten te krijgen, hebben de onder-zoekers onlangs besloten om nauwer samen tewerken met de afdeling BloedoverdraagbareInfecties (BOI) van Sanquin, waar viroloogHans Zaaijer de scepter zwaait. Hem is tevensgevraagd een van de promotors te wordenvan Oei. De samenwerking kan volgensJanssen zeer zinvol zijn. “Wat wij binnenMITCH doen sluit mooi aan bij de onderzoeks-opdracht van BOI. Alleen zij zijn virologen enhouden zich meer bezig met praktisch beleid,zoals het opzetten van detectie van een agens– bijvoorbeeld ten behoeve van screening –maar ook met de klinische kant van hetonderwerp. Wij zijn degenen die de modellenvorm kunnen geven. Dat sluit mooi op elkaaraan.”

SchandpaalDe kans dat iemand door een bloedtransfusiebesmet raakt, is per infectieziekte verschillendmaar altijd zeer klein. Janssen noemt een risico van 1 op de miljoen tot 1 op de tien miljoen. Sanquin probeert dat risico nog

Onderzoek

Mart Janssen (Nijmegen, 1964) studeerde Werktuig-bouwkunde aan de Technische UniversiteitEindhoven. Hij hield zich in het bedrijfsleven en bijde overheid bezig met risicostudies. In 2000 maaktehij een switch naar de statistiek en sinds 2002 is hijwerkzaam als onderzoeker bij de afdeling HealthTechnology Assessment van het Julius CentrumUMC Utrecht. Mart Janssen promoveerde in 2010op het proefschrift Modelling Blood [email protected]://nl.linkedin.com/pub/mart-janssen/12/92b/b

Welling Oei (Medan, Indonesië, 1980) studeerdemedicijnen aan de Atma Jaya Catholic Universityin Jakarta. In 2010 behaalde ze haar master of science in de epidemiologie aan de Universiteit vanUtrecht. Tijdens deze opleiding werd ze als ‘brightstudent’ uitgezonden naar een congres in Italië ommet gelijkgestemden te discussiëren over gemeen-schappelijke onderwerpen. Op dit moment werkt zeals promovendus aan het [email protected]://nl.linkedin.com/pub/welling-oei/4a/1b9/673

Rekenmodel maakt risico’s van uitbraken infectieziekten inzichtelijk

John Ekkelboom

Page 9: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

December Bloedbeeld 9

regelen. Zo is die analyse uitgevoerd op de uitbraken van het Chikungunya-virus inItalië en het West-Nijl-virus in Griekenland.De volgende waarbij het mogelijke nut vanhet model achteraf wordt bekeken, is de Q-koorts in Nederland. Oei legt uit dat hetgeen eenvoudige opgave is en dat de werke-lijke situatie moeilijk te achterhalen is. “Nietalle ontvangers zijn destijds getest op Q-koorts. Bovendien weet je niet of iemand deziekte heeft opgelopen via bloedtransfusie ofvanuit de omgeving.” Een ander probleem isvolgens Oei de interpretatie van het cijfer datuit de berekeningen rolt. “Er bestaat geeninternationale afspraak over de drempelwaardevan het risiconiveau dat we accepteren bijbloedtransfusie. Wanneer moet je bij een uit-braak in een bepaalde regio bijvoorbeeld stoppen met het inzamelen van bloed of al hetbloed testen dat je ontvangt van donors?Daarover moeten we het eerst eens worden.”

Janssen en Oei zijn er van overtuigd dat hetmodel in de toekomst een zinvolle bijdragekan leveren aan het beleid van Sanquin bijnieuw opkomende infectieziekten. Ook anderelanden zullen er profijt van hebben. HetEuropean Centre for Disease Prevention andControl (ECDC) had de Europese lidstaten aleerder opgeroepen om een webbasedEuropean Up-Front Risk Assessment Tool(EUFRAT) te ontwikkelen. De MITCH-onder-zoekers hebben inmiddels gehoor gegevenaan dit verzoek door het model beschikbaar testellen via internet. Janssen: “Het model zalmisschien niet leidend zijn bij alle beslissingenmaar wel een belangrijke bijdrage leverenaan het inzichtelijk maken van de omvangvan de risico’s. Verder is het een nuttig hulp-middel om achteraf te evalueren of de juistemaatregelen zijn genomen. Van die informatie,waarbij ook inzicht ontstaat over de kosten enbaten, kun je leren om bij een volgende uit-braak nog adequater te reageren.”

Om aan de wensen van de klanten tegemoette komen gaat Sanquin BloedvoorzieningOmniplasma (solvent detergent behandeldplasma met een reductiestap voor prionen)aan het productassortiment toevoegen. De voorbereidingen daartoe zijn gestart en westreven ernaar om begin 2013 de uitgifte vande eerste eenheden Omniplasma te starten.Op advies van de Medische Adviesraad heeftSanquin gekozen voor Omniplasma. Belang-rijke overweging daarbij is de reductie van hetrisico op transmissie van bloedoverdraagbareagentia zoals virussen en prionen, evenals deverdere vermindering van allergische reactiesen het aantal TRALI-gevallen. Omniplasma iseen product dat in pools van ca. 600 donaties(van Nederlandse donors) door Octapharmain loonopdracht van Sanquin wordt gemaakt.Het plasma ondergaat affiniteitschromato-grafie met een prionspecifiek ligand en actievevirus-inactivatie via SD-behandeling (effectiefvoor lipide omhulde virussen zoals HIV, HCVen HBV). Als samengesteld product bevat hettevens neutraliserende antistoffen (effectiefvoor HAV, Parvovirus B19). In het bereidings-proces van Omniplasma zijn stappen op-genomen om bloedcellen en celfragmenten teverwijderen. Door de afwezigheid van cellenen celfragmenten is verhoudingsgewijs hetaantal bijwerkingen lager dan voor FFP.Omniplasma is als samengesteld product volgens de wet een geneesmiddel en geen kort-houdbaar bloedproduct. Als geneesmiddelwordt Omniplasma per batch vrijgegeven dooreen Official Medicines Control Laboratory(OMCL) binnen Europa. Daarmee komt deverantwoordelijkheid voor dit product bij deziekenhuisapotheek te liggen. Echter op verzoek van de klinisch chemisch laboratoriaen ziekenhuisapothekers zal Omniplasma viade bestaande infrastructuur, dus van Sanquinnaar de klinische laboratoria, worden geleverd.Samen met de beroepsverenigingen vindtoverleg plaats hoe hier uniform uitvoeringaan te geven. Ook het vigerende systeem van melden van bijwerkingen via TRIP blijftvan toepassing. Omdat Omniplasma eengeneesmiddel is, zijn de regels van pharmaco-vigilantie van toepassing.

Bloedproducten

IntroductieOmniplasma

verder te beperken. De Utrechtse onderzoekervraagt zich af waar die grens moet liggen enof alles moet worden gedaan om zelfs hetkleinste risico uit te sluiten. “Al die maat-regelen kosten veel geld, terwijl de meer-waarde van extra maatregelen steeds kleinerwordt. Voor sommige bestaande tests liggende kosten per gewonnen levensjaar in de ordevan tientallen miljoenen euro’s. Dan tebedenken dat de zorg steeds duurder en on-betaalbaar wordt en sommige zorg daardoorin de knel raakt.” Janssen heeft wel een verklaring voor het streven naar 100 procentveilig donorbloed: bij ieder incident zal eenbloedbank aan de schandpaal worden genageld. “Dat eens in de vijf jaar iemand bij-voorbeeld bij een hartoperatie bloed krijgt datmet HIV is besmet, is maatschappelijk gezienniet acceptabel. Wel accepteren we zondermeer 700 dodelijke verkeersslachtoffers perjaar. Met ons rekenmodel kunnen we ooklaten zien hoe ongelooflijk veilig ons bloedeigenlijk is.”

Het rekenmodel biedt de mogelijkheid eeninschatting te maken van hoeveel mensenbesmet zijn, welk deel van hen bloeddonor isen of de besmetting bij hen nog riskant is voorde bloedtransfusieketen of niet. Bij een acuteziekte is dat risico van relatief kortere duur,maar bij een chronische ziekte kan dat gevaarveel langer aanwezig blijven. Verder kan hetmodel berekenen hoe groot de kans is dat eenbesmet persoon ook daadwerkelijk bloed gaatgeven. Tevens houdt het model rekening metde route van het bloed, het splitsen van hetbloed in componenten, de besmettelijkheidper component en of er behandelingen in hettransfusieproces zijn opgenomen om diebesmettelijkheid te reduceren. Ten slotte zegthet model iets over de potentiële populatieontvangers. Hebben zij bijvoorbeeld immuni-teit tegen de ziekte, en hoeveel van hen zullenernstig ziek worden of zelfs overlijden tengevolge van een uitbraak.

DrempelwaardeInmiddels wordt het model op een aantal uit-braken uit het verleden gevalideerd. De vraagis wat het model in die situatie opgeleverd zouhebben in het nemen van de juiste maat-

Christine Kramer

Page 10: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

10 Bloedbeeld December

Sanquin werkt aan het optimaliseren vanvoorraadbeheer om outdating van bloed-producten tegen te gaan. Wiskundige modellenzoals TIMO en RIMO laten zien dat vaak eente grote voorraad wordt gevormd. Met wiskundige precies wordt ook de verkortingvan de wachttijd voor donors aangepakt.

Sanquin werkt met bijzondere producten, maarook daarvoor gelden economische en logistiekewetten. Voorraadbeheer van bloedproductenis bijvoorbeeld te vergelijken met anderewaren die beperkt houdbaar zijn, zoals etens-waren en zuivel. Sanquin wil producten zoalsbloedplaatjes en rode bloedcellen zo ‘vers’mogelijk leveren. “Dit helpt ziekenhuizen omde risico’s van outdating in hun voorraad teminimaliseren,” zegt Eric Jansen, directeurOperations van Sanquin. “Tegelijkertijd willenwe altijd aan ziekenhuizen kunnen leveren,waardoor vaak een te hoge voorraad wordtaangehouden. Dit leidt tot ‘outdating’, tot hetvernietigen van producten omdat ze over dehoudbaarheidsdatum heen zijn.”

TIMO & RIMOOp zoek naar de optimale voorraad bloed-plaatjes ontstond in Groningen contact metde afdeling Kwantitatieve Economie van deUniversiteit Amsterdam (UvA). Jan Peter Jansenvan Galen, directeur Unit Productie: “Dezeafdeling houdt zich onder andere bezig metOperations Research, waarbij met wiskundigemiddelen wordt gekeken naar logistieke ketens,voorraadbeheer, Just-In-Time managementen wachttijden en wachtrijen. Met die afdelinghebben we TIMO – Trombocyte InventoryManagement Optimizer ontwikkeld.” TIMOleidt tot een lagere voorraad met aanzienlijkminder outdating, zónder dat de levering vanproducten in gevaar komt. Na het succes vanTIMO pakken Jansen en Jansen van Galen ookhet voorraadbeheer van de rode bloedcellenaan. Jansen: “Dat leidde tot RIMO, de Red celInventory Management Optimizer. Ook hieris door wiskundige modellering van de aan-en afvoerstromen, het aanleveren van donatiesdoor donors en het afleveren van bloed-producten aan ziekenhuizen, de outdatingvan producten aanzienlijk terug te dringenzonder dat de levering in gevaar komt.”

Sturen met vertragingJansen: “Nu worden donors een week vantevoren opgeroepen. Een week na die oproepkunnen ze gedurende twee weken zelf eendonatiedatum bepalen. De meesten donerenin week twee en drie. In week vier komt nogeen klein deel opdagen.”Tussen het besluit tot oproepen van donors ende daadwerkelijke donaties zit een vertraging.Dit effect is te vergelijken met het besturenvan een boot, stelt Jansen. “Draai je bij eenauto aan het stuur, dan verandert die meteenvan richting. Bij een motorboot gaat dat altijdmet een behoorlijke vertraging. Dat leidt tot‘oversturen’, waardoor je over de Maas zwalkt.In de bloedbank zie je datzelfde effect. Langegolven van veel te hoge voorraden, afgewisseldmet perioden van te krappe voorraden.”In samenwerking met de UvA werden debelangrijke variabelen in kaart gebracht enwiskundig gemodelleerd. Jansen: “Zo snijd jeinhet effect van de variatie in het aanbod vandonaties en de vraag vanuit de ziekenhuizenweg en anticipeer je op het stroperige effectvan het bijsturen van de voorraad. Dan stuurje minder op emotie en dat heeft een positiefeffect op het voorraadbeheer. De lange golvenworden vervangen door korte fluctuaties dieweinig afwijken van de streefvoorraden en wehebben altijd voldoende voorraad. We denkendat RIMO de outdating van rode bloedcellenterugbrengt van ruim een procent naar ongeveer 0,4 procent. In combinatie met eenstandaard lagere voorraad en zonder ‘nee’ tehoeven verkopen.”

Minder wachtenOok wachttijden voor bloeddonors kunnenmet wiskundige modellen worden verkort.Wim de Kort, directeur Unit Donorzaken en manager Donorstudies van Sanquin Researchin Nijmegen: “Gevoelsmatig is de opkomstvan donors moeilijk te sturen. Die hangt afvan het weer, het tijdstip van de dag, het centrum waar wordt gedoneerd. Ook het aan-tal beschikbare bedden en keuringskamers, deinroostering van medewerkers en de donatie –volbloed of aferese – hebben invloed op dewachttijd. Hoewel je op individueel niveauinderdaad weinig over het gedrag van eendonor en de wachttijd kan zeggen, is het

Service

De angst voor het dreigende tekort

Eric JansenJan Peter Jansen van GalenWim de Kort

Pieter Lomans

Page 11: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

December Bloedbeeld 11

Sanquinonderzoekers hebben een nieuweDNA-test ontwikkeld waarmee alle klinischbelangrijke variatie van de RhD-antigeen kanworden aangetoond. Deze test vereenvoudigthet oplossen van problemen met het vaststel-len van de RhD typering voorafgaand aan eenbloedtransfusie of tijdens de zwangerschap.

Het RhD-antigeen wordt gevormd door eeneiwit op de buitenkant van de erytrocyt. HetRhD antigeen is opgebouwd uit verschillendeepitopen. Personen die het hele RhD-eiwitmissen en personen die slechts een deel vanhet RhD-eiwit missen, kunnen antistoffen tegenRhD (anti-D) maken bij een incompatibelebloedtransfusie of tijdens de zwangerschap.Anti-D vorming kan een hemolytische trans-fusiereactie veroorzaken en tijdens de zwanger-schap al voor de geboorte ernstige hemolytischeziekte bij het kind veroorzaken. Voor RhD-negatieve personen wordt daarom bij een trans-fusie RhD-negatief bloed geselecteerd. En bijelke zwangere vrouw wordt in het begin vande zwangerschap het RhD-antigeen bepaald,zodat RhD-negatieve vrouwen gescreend worden op anti-D vorming en, op geleide vande foetale RhD typering, zowel tijdens dezwangerschap als na de bevalling anti-Dimmunoglobuline toegediend krijgen omanti-D vorming door de vrouw te voorkomen.Promovendus Lonneke Haer-Wigman van deafdeling Experimentele Immunohematologievan Sanquin Research heeft in samenwerkingmet Jan Schouten van het bedrijf MRC Hollandeen nieuwe test ontwikkeld. Deze test typeertop slimme wijze in één keer bijna alle genetische variatie binnen het RHD gen.Haer-Wigman: “De huidige serologische testen zijn gebaseerd op herkenning van hetRhD-antigeen door antistoffen. Alleen als hetRhD antigeen op de erytrocyt aanwezig is,zullen de antistoffen binden en volgt er agglu-tinatie. Soms wordt maar in geringe mateagglutinatie gezien. Vaak wordt dan de persoon voor de zekerheid als ‘RhD-negatief’getypeerd. Soms zit het RhD-eiwit wel op deerytrocyt, maar in een hele lage hoeveelheid:er is sprake van een zwakke RhD variant. Inandere gevallen ontbreken er één of meerdereepitopen van het RhD-antigeen, we sprekendan van partiële RhD-varianten. Op DNA

niveau is goed vast te stellen welke RHDvariant het betreft en dus ook of de RhD typering als ‘RhD-positief’ dan wel ‘RhD-negatief’ moet worden vastgesteld. Na DNAtypering kan dan in het vervolg RhD-positiefbloed worden toegediend. Ook tijdens dezwangerschap is het belangrijk om de RhD-typering correct vast te stellen: zwangere vrouwen met een zwakke RhD variant zullengeen anti-D ontwikkelen en hoeven geen anti-D profylaxe toegediend te krijgen. ”

MLPA testDe nieuwe test is een Multiplex ligation-dependent probe amplification (MLPA) test,een test die op DNA-niveau voor RhD typeert.Met deze test is het mogelijk om in één keer 79verschillende variaties van het RHD gen aante tonen. Daarnaast worden ook nog zeven-tien varianten van het nauw verwante maarminder immunogene RHCE gen meegenomen.Haer-Wigman: “Voor alle mogelijke RHD enRHCE varianten worden stukjes complemen-tair DNA, de zogeheten probes, toegevoegdaan het DNA-monster. Het slimme is dat elkeprobe een karakteristieke lengte heeft. Alleende probes die passen op het DNA van het test-monster worden vermenigvuldigd met eenPCR reactie. Uiteindelijk levert de MLPA testeen piekenpatroon op waarmee we de aan-wezige variant kunnen bepalen. Ook wetenwe dan of iemand één of twee RHD allelendraagt. Ook al hebben we de test nog niet opeen robot overgezet, hij is eenvoudig uit tevoeren en binnen een dag klaar.” De test isgevalideerd met 236 monsters die ook zijngesequenced en de resultaten kwamen heelmooi overeen. Momenteel worden er één maalper week zo’n tien tot vijftien monsters getest. Voor het laatste deel van haar promotietijd wilHaer-Wigman die zelfde MLPA test uitbreidenmet alle andere bloedgroepsystemen van deerytrocyt. Als dat lukt, zal het straks mogelijkzijn om in één bloedmonster, verdeeld overslechts drie buisjes, 18 bloedgroepsystemenvoor meer dan 40 antigenen te typeren.

Haer-Wigman L et al. RHD and RHCE variant and zygosity genotyping via multiplex ligation-dependent probe amplification.Transfusion Oct 9. [Epub ahead of print]

Onderzoek

RhD diagnostiek op maat

Margreet Hart

gedrag van de hele groep een stuk voorspel-baarder. Dat kun je goed in een model stop-pen en dat is precies wat we aan het doenzijn.”

ReshuffelenDe motivatie om de wachttijden voor donorste verkorten is tweeërlei. De Kort: “We willenhet proces niet alleen zo efficiënt mogelijk latenverlopen, maar ook het oor te luister leggenbij wat de donors zelf willen. Ze hebben maarweinig klachten, maar als ze iets vervelendvinden is het de wachttijd.” Komt een donorbloed geven, dan wordt hij geregistreerd, vulthij een vragenlijst in die daarna met een mede-werker wordt doorgesproken en worden onderandere zijn hemoglobine en bloeddruk gemeten. “Dat kost best veel tijd”, zegt DeKort, “en waarschijnlijk kunnen we dit beterbuiten de keuringskamer doen, als donorsmeestal toch al aan het wachten zijn. Het iseen concreet voorbeeld hoe de wachttijd is te verkorten door het bestaande proces te reshuffelen.”

Eric Jansen (Den Bosch,1953) werkte na zijn studie Algemene Economie aan de Universiteit Tilburg tot 1983 in dienst vande Curaçaose overheid. Via adviseur Westfries Gasthuis enorganisatieadviseur in VU ziekenhuis werd hij in 1998 bijSanquin directeur Bloedbank in Amsterdam. Vanaf 2010 ishij Directeur Operations [email protected]/pub/eric-jansen/43/363/612

Jan Peter Jansen van Galen (Geboorteplaats, 1950) studeerdeFarmaceutische Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht.Hij werkte vervolgens bij Byk Mallinckrodt BV, de EuropeanPharmacopeia Commission en bij Solvay Farmaceuticals BV.Sinds 1999 werkt hij bij Sanquin, achtereenvolgens alsdirecteur Bloedbank Limburg-Maastricht, Groningen ensinds 2010 als directeur Unit [email protected]/pub/jan-peter-jansen-van-galen/6/bba/b55

Wim de Kort (Helmond, 1952) studeerde scheikunde engeneeskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij werkte bij het Ministerie van SZW op de beleidsterreinenarbeidstoxicologie en arbeidsgeneeskunde. Bij TNO was hijonder meer divisiehoofd Humane en Dierlijke Voeding, naastbijzonder hoogleraar Sociale Geneeskunde aan de RadboudUniversiteit Nijmegen. Sinds 1998 werkt hij in diverse directiefuncties bij Sanquin, sinds juli 2011 als directeur [email protected]/pub/wim-de-kort/1b/8b6/638

Page 12: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

12 Bloedbeeld December

In het derde kwartaal zijn weer veel interes-sante publicaties van onderzoekers vanSanquin verschenen. Een kleine selectie wordthier toegelicht.

Cholesterol belangrijk bij fosfatidylserineblootstellingVan Zwieten R, Bochem AE, Hilarius PM, vanBruggen R, Bergkamp F, Hovingh GK,Verhoeven AJ. The cholesterol content of theerythrocyte membrane is an important determinantof phosphatidylserine exposure. Biochim BiophysActa 2012; 1821(12):1493-500. [Epub 2012Aug.]Het cholesterolgehalte in het membraan vanerytrocyten is een belangrijke determinantvoor fosfatidylserine (PS) blootstelling. Ditontdekten Rob van Zwieten en collega’s vande afdeling Bloedcel Research van Sanquin. PS is een fosfolipide dat de binnenkant vaneen celmembraan bekleed. Door verschillendestimuli treedt plaatsverandering van fosfo-lipiden op, waarbij PS wordt geëxposeerd aande buitenzijde. Uit het onderzoek blijkt datveranderingen in de cholesterol/fosfolipidenratio van rode bloedcellen een duidelijk effectheeft op deze blootstelling. Een teveel aancholesterol heeft een duidelijk remmende werking op PS blootstelling, terwijl een verminderde hoeveelheid cholesterol leidt toteen verhoogde PS blootstelling. De activiteitvan de ATP-afhankelijke flippase veranderdeniet, wat zou kunnen betekenen dat cholesterolvan grote invloed is op de translocatie van PS.Deze resultaten benadrukken het belang vancholesteroluitwisseling tussen circulerendplasma en het membraan van erytrocyten als determinant voor fosfatidylserine bloot-stelling in rode bloedcellen.

Geen verminderde atherosclerose bij frequentedonatiePeffer K, den Heijer M, Holewijn S, de Graaf J,Swinkels DW, Verbeek AL, Atsma F. The effectof frequent whole blood donation on ferritin, hepcidin, and subclinical atherosclerosis. Trans-fusion 2012 Oct. [Epub].IJzer katalyseert de vorming van vrije radicalen.Deze vrije radicalen kunnen leiden tot eenbeschadigde vaatwand en daaropvolgendeatherosclerose. Bloeddonatie vermindert ijzer-

opslag en zou dus het cardiovasculaire risicokunnen verminderen. Daarom hebben onder-zoekers van de afdeling Donorstudies vanSanquin onderzocht of donors die vaak bloedgeven een verminderde aanwezigheid hebbenvan subklinische atherosclerose. Bij 269bloeddonors werd dit geëvalueerd door hetmeten van intima-media dikte (IMT), ‘pulse-wave velocity’ (PWV), en enkel-arm index(ABI). De resultaten toonden slechts een vrijklein verschil tussen hoge-frequentie donorsen lage-frequentie donors. Wel konden KarlijnPeffer en collega’s bevestigen dat het regel-matig doneren van bloed de ijzeropslag vermindert. Deze conclusie trokken zij uit hetfeit dat de hoeveelheid ferritine en hepcidinelager was in hoge-frequentie donors dan bijdonors die minder vaak bloed geven.

SIRP�� controleert NADPH oxidaseVan Beek EM, Zarate JA, van Bruggen R,Schornagel K, Tool AT, Matozaki T, Kraal G,Roos D, van den Berg TK. SIRP� controls theactivity of the phagocyte NADPH oxidase by restricting the expression of gp91(phox).Cell Rep 2012; 2(4):748-55.SIRP� speelt een belangrijke rol bij het contro-leren van NADPH oxidase. Dit blijkt uit onder-zoek van Ellen van Beek en Julian Alvarez-Zarate van het Fagocytenlaboratorium vanSanquin. Het enzym NADPH oxidase isbetrokken bij de productie van ‘reactive oxygen species (ROS)’, dat nodig is voor hetdoden van bepaalde pathogenen. SIRP� werktals een negatieve regulator van dit NADPHoxidase. De immuunreceptor SIRP� bindt aanhet membraaneiwit CD47 en onderdruktdaarmee gp91 expressie, de katalytische component van het fagocyt NADPH oxidase.Het remmende effect ontstaat door de signaal-transductie die op gang komt na SIRP�-CD47interactie. Het is de eerste keer dat een mechanisme voor het controleren van ROSproductie door fagocyten is ontdekt.

www.sanquin.nl/publicaties

Bloed is iets wat we allemaal hebben.Waar we van leven. Iets persoonlijks.Iets intiems. Om met bloed te kunnenwerken moet het echter ontdaan worden van deze persoonlijke lading.Vanaf het moment dat bloed hetlichaam verlaat verandert het inbloed in plaats van iemands bloed.Totdat het als bloed of als genees-middel weer onderdeel wordt van een ander mens, een ander leven. De spanning tussen dit persoonlijkeen onpersoonlijke van bloed is hetuitgangpunt voor een serie foto’swaarbij in ieder nummer van Bloed-beeld een ander stadium van het proces van Sanquin centraal zalstaan.

De vierde serie foto’s toont een subjectieve, persoonlijke kijk op hetlaatste deel van het traject. Het gedoneerde bloed is nu verwerkt enals bloed of plasmaproduct wordthet nu aan de ontvanger gegeven.Dit gebeurt in het ziekenhuis of bij de patiënt thuis. Ik heb bij het foto-graferen de eigenschappen van fotografie ingezet om het intieme,persoonlijke van het ontvangen vanbloed en bloedproducten naar vorente laten komen.

www.judithvanijken.nl

De een en de ander

BeeldOnderzoek

Judith van IJken

Recente publicaties

Page 13: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 14: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 15: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 16: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 17: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 18: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 19: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 20: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).
Page 21: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

December Bloedbeeld 21

Bij Sanquin worden jaarlijks vele promoties af-gerond. Waar zijn die onderzoekers terecht ge-komen? In deze rubriek laten wij één van onzeoud-promovendi aan het woord. Wat heeftSanquin/CLB bijgedragen aan hun carrière?

Peter Lansdorp (Terneuzen, 1952) studeerdegeneeskunde aan de Erasmus Universiteit inRotterdam. Tijdens zijn studie raakte hij geïnteresseerd in interne geneeskunde enonderzoek en begon in zijn eentje met hetmaken van monoklonale antistoffen. “In1979 schreef ik een brutale brief aan Joghemvan Loghem van het CLB, waarin ik stelde dathet CLB monoklonale antistoffen moestengaan maken en dat ik wist hoe dat moest. Op het CLB vond men dit wel amusant en ikmocht een lab beginnen om te laten zien watik bedoelde.” Hij deed onderzoek naar tetra-moleculaire antistofcomplexen en werkte aan hybridoma groeifactor (IL-6). Voor datlaatste werkte hij samen met Lucien Aarden.“Ik raakte steeds meer geïnteresseerd in demogelijkheid om door middel van mono-klonale antistoffen cellen te isoleren en tekarakteriseren. De uitdaging was om doormiddel van monoklonalen de bloedvormendestamcel (’de speld in de hooiberg’) te vinden.”

Wat heeft Sanquin betekend voor je carrière?“Bij het CLB ben ik wetenschappelijk gevormden heb ik heel veel geleerd hoe je onderzoekmoet doen en hoe je je resultaten opschrijft. Ik ben me ook bewust geworden van hetbelang van technieken en instrumenten voorde voortgang in het onderzoek. Met sleutel-figuren als Dirk Roos, Lucien Aarden, RobAalberse, Wim Zeijlemaker, Cees Aaij en CeesMelief heb ik prettig samengewerkt. Ik heb ophet CLB ook geleerd om korte lijnen te houdentussen onderzoekers die op verschillendegebieden werken. Dat is belangrijk voor nieuwe inzichten en synergie.”

Hoe is je loopbaan na Sanquin verlopen?Tijdens een congres kwam Lansdorp in contactmet Allen Eaves van het Terry Fox Laboratoryuit Vancouver die iemand zocht die mono-klonale antistoffen kon maken. In Vancouverwerd veel onderzoek gedaan aan leukemie enandere aspecten van bloedvorming. “Ik had

Broedplaats

Peter Lansdorp:Bij het CLB ben ik wetenschappelijkgevormd”

nog nooit van Vancouver gehoord en benmaar eens gaan kijken en ik vond het er schitterend. Inmiddels had ik een vaste aan-stelling bij het CLB en moest nog wel even snelpromoveren. Na een jaar zijn mijn vrouw enik toch naar Vancouver gegaan. In Vancouverheb je ruimte,maar na een jaar wilden wetoch terug, bang om niet meer in Nederland tekunnen wennen. Maar ik werd gevraagd teblijven en dat werden er 25 jaar.”

Wat doe je nu?Sinds 2011 is Lansdorp terug in Nederland.“Als ik niet zo’n mooi aanbod had gekregenom in Groningen hoogleraar Verouderings-biologie en wetenschappelijk directeur vanERIBA te worden, dan was ik in Canada gebleven. De Universiteit van Groningen enhet UMCG hebben een duidelijke strategischekeuze gemaakt voor het thema Healthy Ageing.Naast een nieuw instituut en de mogelijkheidom nieuwe medewerkers aan te trekken warenvoor mij de nabijheid van een groot academischmedisch centrum en van LifeLines, het grootsopgezette bevolkingsonderzoek onder 165.000inwoners in Noord-Nederland belangrijk.”“Indertijd was Groningen voor mij geen optie,wat moest je daar? Inmiddels wonen we hierprachtig en vinden mijn vrouw en ik hetsteeds leuker.” De terugkomst naar Nederlandheeft ook zijn negatieve kanten. “Er zijn hierte veel regels. Wat we over een paar jaar gaandoen weet ik nog niet, misschien terug naarVancouver, misschien niet. Het verlies vantaal heb ik altijd als een offer gezien, je voelt jeten aanzien van mensen die met Engels zijnopgegroeid toch altijd wat achtergesteld.”

Heb je in je werk nog te maken met Sanquin?“Ik heb contact gehouden met diverse mensen,Lucien Aarden, Rob Aalberse en Dirk Rooskom ik nog wel eens tegen. René van Lier,wetenschappelijk directeur van Sanquin, wasin mijn tijd bij het CLB ook promovendus.Toen ik terug kwam naar Nederland heeft hijmij gestrikt als lid van de WetenschappelijkeAdviesraad (WAR) van Sanquin. Verouderings-biologie is ook werk dat bij Sanquin wordtgedaan: waarom houden cellen ermee op enwat is daarvan de oorzaak? Dat zijn vragendie me interesseren.”

Anneke de Regt

Peter Lansdorp

Huidige functieHoogleraar Verouderingsbiologie en Wetenschappe-lijk Directeur van European Research Institute forthe Biology of Aging (ERIBA) aan de Rijksuniversi-teit Groningen.Promotiejaar1985Titel proefschriftCharacterization of hemopoietic cellsPromotorProf. dr. V.P. EijsvoogelCo-promotorDr. W.P. Zeijlemaker

Page 22: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Het routinematig toedienen van erytrocyten-transfusies aan kraamvrouwen met bloed-armoede door overmatig bloedverlies leidtnauwelijks tot minder vermoeidheid. Terug-houdendheid met transfusies is daarom geboden, blijkt uit de WOMB-studie. Project-leider dr. Hans Duvekot en coördinator drs.Babette Prick van het Erasmus MC lichten deresultaten toe.

Een kleine groep vrouwen (5%) raakt in deeerste 24 uur na een vaginale bevalling meerdan 1000 ml bloed kwijt (primaire fluxus postpartum). Bij een keizersnede verliest zelfs 30%van de vrouwen meer dan 1000 ml bloed.Overmatig bloedverlies kan leiden tot bloed-armoede, waardoor vrouwen zich moe enbelabberd kunnen voelen. Om te zware belasting van deze prille moeders te voor-komen geven behandelend artsen soms eenerytrocyten(EC)-transfusie. Daarbij hanterenze vaak als criterium een lage hemoglobine-(Hb)-waarde, zonder dat er wetenschappelijkbewijs is dat de Hb-waarde een goede maat isvoor het wel of niet toedienen van een trans-fusie. Dat betekent dat vrouwen mogelijksoms onnodig worden behandeld, maar welrisico lopen op overdracht van virussen, bacteriën en parasieten. Ook kunnen ze dooreen transfusie antistoffen tegen erytrocyten-bloedgroepen aanmaken. Daardoor kan bijeen nieuwe zwangerschap bloedarmoede bijhet ongeboren kind ontstaan, wat levens-bedreigend kan zijn. Deze risico’s zijn welis-waar klein, maar dienen toch zoveel mogelijkte worden vermeden.Om meer inzicht te krijgen in het optimaletransfusiebeleid bij bovengenoemde groepvrouwen, is in 2004 de zogenaamde WOMB-studie (Well being of Obstetric patients onMinimal Blood transfusions) opgezet. Daarbijwerd in de zes weken na de bevalling het wel-bevinden van 521 vrouwen met acute anemie(Hb-waarden 3,0-4,9 mmol/L) gevolgd metbehulp van Kwaliteit van Leven-vragenlijstendie de vrouwen moesten invullen 12 en 24 uur, drie dagen, een week, drie weken enzes weken na de bevalling. Deelnemendevrouwen waren anemisch na overmatigbloedverlies en werden gerandomiseerd tusseneen bloedtransfusie (259 vrouwen) en geen

transfusie (262 vrouwen). De belangrijkstemaat in de studie was de fysieke vermoeidheid3 dagen na de bevalling.

Wereldwijd eerste studieHet kostte aanvankelijk enige moeite om voldoende vrouwen te vinden die wilden deel-nemen aan de studie. “Sommige vrouwenweigerden randomisatie omdat ze geen bloed-transfusie wilden maar waren wel bereid omvragenlijsten in te vullen”, zegt arts-onder-zoeker Babette Prick, die de studie coördineerdevanuit het Erasmus Medisch Centrum, insamenwerking met projectleiders prof. dr. Dickvan Rhenen van Sanquin Bloedvoorzieningen dr. Hans Duvekot. Nadat in 2008 door eensubsidie van de Landsteiner Stichting voorBloedtransfusie Research samenwerkingmogelijk was met het Nederlands Verlos-kundig Onderzoeks Consortium kon het aan-tal deelnemende ziekenhuizen worden uit-gebreid tot 37, en lukte het alsnog om degeplande 500 vrouwen op te nemen in de studie.“Dit was wereldwijd de eerste studie binnen deverloskunde waarbij werd gekeken naar hetverschil tussen een restrictief en een liberaaltransfusiebeleid bij anemische patiënten”,zegt Prick. “Eerder werd grootschalig onder-zoek gedaan bij IC-, trauma- en orthopedie-patiënten, maar die resultaten zijn niet zonder meer van toepassing op vrouwen dienet zijn bevallen omdat die een andere bloed-samenstelling hebben.” Deze eerdere trials lieten allemaal zien dat het geven van eenbloedtransfusie vaak nauwelijks toegevoegdewaarde heeft.“De WOMB-studie moest antwoord geven opde vraag in hoeverre het lichaam van een ver-der gezonde vrouw in staat is om zichzelf op tevijzelen”, zegt gynaecoloog Hans Duvekot,chef de clinique Verloskunde in het ErasmusMC en begeleider van het proefschrift vanPrick. “Dat hebben we proberen vast te stellenmet de fysieke vermoeidheidscore van devrouwen die wel en geen transfusie kregen.”

Klinisch relevantDe fysieke vermoeidheidscore van vrouwendie geen transfusie hadden gekregen bleek op een schaal van 4 tot 20 (20 = maximale

22 Bloedbeeld September

Babette Prick (Breda, 1983) studeerde van 2001 tot 2008 geneeskunde aan de Erasmus UniversiteitRotterdam. In 2008 begon zij in het Erasmus MC alsarts-assistent niet in opleiding en arts-onderzoekervan de WOMB studie. Sinds november 2012 is zijwerkzaam als arts-assistente in opleiding totgynaecoloog in het Maasstad [email protected]://nl.linkedin.com/pub/babette-prick/8/568/363

Hans Duvekot (Zonnemaire, 1958) studeerdegeneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotter-dam. Hij promoveerde in 1994 aan de UniversiteitMaastricht op hemodynamische veranderingen inde zwangerschap. Van 1987 tot 1992 volgde hij deopleiding tot gynaecoloog in het AcademischZiekenhuis Maastricht en het Wever ZiekenhuisHeerlen. Van 1992 tot 2002 was hij gynaecoloog inhet St. Clara Ziekenhuis Rotterdam. Sinds 2003 ishij chef de clinique Verloskunde in Erasmus [email protected]

Bloedtransfusies bij anemische kraamvrouwen vaak overbodig

Frank van Kolfschooten

Onderzoek

Page 23: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

vermoeidheid) na drie dagen 0,8 hoger en naeen week 1,1. Na drie en na zes weken was ditverschil verdwenen. “We vonden alleen in deeerste week een significant verschil, maar hetgaat erom of het gevonden verschil ook klinisch relevant is”, zegt Prick. “Wat betekentéén punt verschil in vermoeidheid op eenschaal van 4 tot 20? Heb je daar last van? Dievraag kunnen we niet spijkerhard beantwoor-den, omdat dat alleen is onderzocht bij eengroep radiotherapiepatiënten, met als uit-komst dat het pas klinisch relevant wordt bijeen verschil van twee punten. Maar dezeresultaten duiden erop dat behandelend artsenvoortaan terughoudend moeten zijn met hetgeven van bloedtransfusies.”De WOMB-studie toonde ook aan dat alleende Hb-waarde geen goede maat is voor het welof niet toedienen van een bloedtransfusie.“We hebben wel gezien dat vrouwen met eenlagere Hb-waarde die eerst geen bloedtrans-fusie kregen vaker in tweede instantie alsnogeen transfusie nodig hadden, maar voor devermoeidheid maakte dat geen verschil”, zegtPrick. Een lage Hb-waarde is dus geen redenom routinematig een bloedtransfusie tegeven. “Vrouwen met een Hb-waarde van 3,0voelen zich ook niet altijd slechter dan vrou-wen met een Hb-waarde van 5,0”, aldusDuvekot. “En ook van belang is dat vrouwenmet een lage Hb-waarde ook niet mééropknappen van een bloedtransfusie dan vrouwen met een hogere Hb-waarde”, vultPrick aan.

KostenbesparingDuvekot zal het advies om voortaan terug-houdend om te gaan met bloedtransfusiesopnemen in het concept voor de nieuweRichtlijn transfusiebeleid en zwangerschapdie hij schrijft voor de Nederlandse Verenigingvoor Obstetrie & Gynaecologie. “Als die nieuwerichtlijn wordt gevolgd zal dat leiden tot eenflinke daling van het aantal bloedtransfusiesin het kraambed en dus ook tot een grote kostenbesparing. 3,4% van het totale aantalbloedtransfusies in Nederland vindt plaatsbinnen de obstetrie, en het grootste deel daar-van wordt toegediend vanwege overmatigbloedverlies na de bevalling, al krijgt nietiedere vrouw acute anemie. “Het gaat om een

December Bloedbeeld 23

ReferentiesPrick BW, Steegers EA, Jansen AJ, Hop WC, Essink-Bot ML,Peters NC, Uyl-de Groot CA, Papatsonis DN, Akerboom BM,Metz GC, Bremer HA, van Loon AJ, Stigter RH, van der PostJA, van Alphen M, Porath M, Rijnders RJ, Spaanderman ME,Schippers DH, Bloemenkamp KW, Boers KE, Scheepers HC,Roumen FJ, Kwee A, Schuitemaker NW, Mol BW, van RhenenDJ, Duvekot JJ. Well being of obstetric patients on minimal bloodtransfusions (WOMB trial). BMC Pregnancy Childbirth. 2010;10:83.Jansen AJG, van Rhenen DJ, Steegers EAP, Duvekot JJ.Postpartum haemorrhage and transfusion of blood and bloodcomponents. Obstet Gynecol Surv 2005; 60(10):663-71.Jansen AJG, Duvekot JJ, Essink-Bot, ML Hop WCJ, BeckersEAM, VHM Karsdorp, Scherjon SA, Steegers EAP, van RhenenDJ. New insights into fatigue and health-related quality of life afterdelivery. Acta Obstet Gynecol Scand 2007; 86(5):579-84.Jansen AJG, Essink-Bot ML, Duvekot JJ, van Rhenen DJ.Psychometric evaluation of health-related quality of life measuresin women after different types of delivery. J Psychosom Res 2007;63(3):275-81.

bedrag dat in de miljoenen loopt, want éénbloedtransfusie kost ongeveer 273 euro”, zegtDuvekot. “Het precieze bedrag zullen we uit-rekenen voor een artikel dat we nog moetenschrijven.”Prick is vooruitlopend op de aanpassing vande richtlijn al begonnen met het presenterenvan de resultaten van de WOMB-studie opdiverse congressen en symposia in binnen- en buitenland. In februari 2012 hield ze eenvoordracht bij de Society of Maternal andFoetal Medicine in Dallas, Texas en in juli2012 op het congres van de InternationalSociety of Blood Transfusion in Cancun,Mexico. Eerder dit jaar kreeg zij voor haarwerk de Wladimiroff Award, de jaarlijkseonderzoeksprijs van de afdeling Verloskunde& Gynaecologie van het Erasmus MC.Wat Duvekot en Prick betreft is de WOMB-studie niet de laatste studie over vrouwen inhet kraambed. “Het zou nu interessant zijnom te kijken naar de optimale ijzersuppletie”,zegt Prick. “Want als je vrouwen geen bloed-transfusie toedient geef je ze altijd ijzertherapieom de Hb-waarde sneller weer op peil te krijgen. Wat is daarvoor de beste medicatie? Is er verschil tussen intraveneus of oraal toe-dienen van ijzer?” Ook voor dat onderzoekzijn weer grote aantallen deelnemers nodig.“Maar dat zal makkelijker zijn dan bij deWOMB-studie”, zegt Duvekot, “want ijzer slikken vinden mensen toch een minder engidee dan het krijgen van een bloedtransfusie.Maar die vervolgstudie is voorlopig niet aande orde. We gaan ons nu eerst richten op hetpubliceren van alle deelstudies van Babettedie voortkomen uit de WOMB-studie.”Prick promoveert in 2013 op bloedverlies bijbevallingen en kwaliteit van leven in hetkraambed. In november 2012 is zij gestart met de opleiding tot gynaecoloog.

www.studies-obsgyn.nl/womb

.

.

.

.

Page 24: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

24 Bloedbeeld December

Onderzoek

Stephan Huveneers (Purmerend, 1980) studeerdemedische biologie aan de Universiteit van Amster-dam en promoveerde in 2008 op onderzoek naarcellulaire adhesie-eiwitten integrines. Vier jaarlang werkte hij als postdoc bij het UtrechtseHubrecht Instituut aan reacties van cellen op fysische krachten. In 2010 kreeg Huveneers eenVeni-subsidie van NWO en begon in maart 2012als junior-groepsleider bij de afdeling MoleculaireCelbiologie van Sanquin en het SwammerdamInstituut van de [email protected]://www.linkedin.com/pub/stephan-huveneers/7/84/694

Peter Hordijk (Rotterdam, 1963), studeerde biologieaan de Vrije Universiteit, promoveerde in 1991 opneurohormonen in het slakkenbrein en deed zesjaar lang postdoc-onderzoek bij NKI/AvL naar signalering van celdeling en celbeweging. In 1997werd hij groepsleider bij Sanquin en, na een sabba-tical bij Scripps Research (La Jolla, VS), in 2005hoofd van de afdeling Moleculaire Celbiologie.Sinds december 2011 is Hordijk hoogleraarMoleculaire Celbiologie van Celmigratie aan de [email protected]://nl.linkedin.com/pub/peter-hordijk/6/5a/110

Fysieke krachten beïnvloeden celcontactenKlittenband van endotheel in beeld

Maarten Evenblij

Niet te hechte laagHet onderzoek van Huveneers draait om dereactie van endotheelcellen op zulke krachten.Daartoe laat hij ze op een kunstmatig membraan groeien, dat hij kan uit rekken,zodat er rek in de cellen ontstaat. Met specialetechnieken maakt hij daarvan real timemicroscopische opnamen. Tijdens zijn promo-tieonderzoek bestudeerde Huveneers hetcement tussen cellen en tussen hun omgeving.Integrine-receptoren op de celwanden zoekenals een soort drukknopjes hun tegenhanger-eiwitten in de basaalmembraan onder de cellen. Cadherines in de membraan van verschillende cellen plakken aan elkaar als devezels van klittenband. Zo vormen endotheel-cellen een hechte enkelvoudige laag, verankerdin de basaalmembraan van de vaatwand.Maar die laag mag ook weer niet te hecht zijn,zegt Huveneers. “Tijdens de ontwikkeling, bij-voorbeeld van het embryo, moet een bloedvatin staat zijn zijkanaaltjes te vormen.Daarvoor moeten de endotheelcellen tijdelijkvan elkaar wijken. En bij ontstekingsprocessenmoeten immuuncellen door de hechte laagheen naar het eronder liggende weefsel kunnenkruipen. De cellen moeten dus weten wanneerze ruimte moeten maken. Groeifactoren uitontstekingscellen en factoren uit de endotheel-cellen sturen dat proces, maar ook fysischekrachten.”

Activatie van cytoskeletHuveneers heeft filmpjes waarin cellen onderinvloed van trekkracht en stoffen als trombine,prijsgeven wat zich in hun binnenste afspeeltals ze zich van elkaar losmaken. Daarop is tezien dat de samentrekkende elementen vanhet cytoskelet (F-actine) veranderen en gaantrekken aan de cadherinemoleculen die doorde celmembraan naar buiten steken en vast-zitten aan de cadherinemoleculen van buur-cellen. Om te voorkomen dat het klittenband-molecuul van de ene cel volledig naar buitenwordt getrokken door de andere cel, hecht zicheen ankermolecuul aan het cadherine vlakonder de membraan.“We denken dat dit vinculine, dat ligt op-geslagen in het cytoplasma van de cel, de verankering tussen het cytoskelet en cadherineversterkt, zodat endotheelcellen niet direct

Stephan Huveneers onderzoekt hoe endotheelcellen aan elkaar plakken. Zeer fundamenteel onderzoek, maar niet zondereen praktische touch. Met geavanceerdemicroscopische technieken laat hij zien hoebloedcellen over het endotheel rollen, vast-plakken en zelfs tegen de bloedstroom terug-kruipen om in een gaatje in het endotheel tekruipen. Met een Veni-subsidie van NWOkwam hij naar Sanquin om een eigen groepop te bouwen.

“Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door hoemechanische krachten de activiteit van cellenkunnen beïnvloeden”, zegt medisch bioloogdr. Stephan Huveneers. Op een laptop laat hijfilmpjes van bewegende cellen zien. Langs-stromende cellen worden afgeremd door specifieke eigenschappen van de bloedvaat-wand en strak tegen elkaar liggende endo-theelcellen wijken langzaam om imuuncellendoor te laten. Rode, groene en gele kleurentonen in schokkerige beelden hoe het cyto-skelet van de cellen, plakeiwitten en hulp-eiwitten van plaats veranderen in het gefilmdeweefsel. “Cellen liggen niet stil”, wijstHuveneers, terwijl groene celvormen eenonophoudelijk spel van aantrekken en af-stoten spelen. “Ze onderhouden fysieke contacten die voortdurend sterker en losserworden en soms zelfs verbreken. Ik ben ooit bij het NKI/AvL begonnen met onderzoeknaar de rol van adhesiemoleculen op demigratie en groei van kankercellen, zoals bijmetastase optreedt. Later ben ik mij meergaan richten op bloedvatcellen.”Huveneers noemt als voorbeeld bloed datlangs de vaatwandcellen stroomt. Dat veroor-zaakt shear, een trekkende wrijvingskracht.Die speelt een rol bij het ontstaan van ader-verkalking. Het gaat daarbij niet alleen om de depositie van vet, maar ook om hoe vaat-wandcellen reageren op de stroming in hetbloedvat. Er gebeurt van alles in de vaatwanddoordat de stroming verandert onder invloedvan oneffenheden op de wand. “Cellen reageren op veranderingen in mechanischekrachten. Het bekendste voorbeeld daarvan is de groei van bot onder invloed van fysiekebelasting.”

Page 25: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Werkboek Kinder-hematologie

December Bloedbeeld 25

Service

Anneke de Regt

door de kracht uit elkaar worden getrokken enook weer sneller aan elkaar kunnen plakken.We zien het in grote hoeveelheden naar deadhesieplekken gaan als we het cytoskeletactiveren”, zegt Huveneers, die denkt dat doorde grote krachten die vervolgens op het klitten-band werken, de endotheelcellen van vormveranderen en er gaten vallen in de gewoon-lijk strakke verbinding tussen de cellen. Zo ontstaan ruimtes, waardoor andere cellende endotheellaag kunnen passeren. “Doordatvinculine een cruciale rol speelt bij het uitelkaar trekken, en we dat molecuul kunnenkleuren, kunnen we zien wat er in cellengebeurt als het cytoskelet wordt geactiveerd.”

Menselijke bloedvatenWant dat is Huveneers’ bedoeling: in levendecellen, bijvoorkeur in een levend bloedvat,waarnemen en meten. “Het is belangrijk datik in weefselkweek kan zien wat er met endo-theelcellen gebeurt in reactie op bijvoorbeeldveranderende stroming of stoffen als trombine.Maar ik wil vooral weten hoe shear-stress,bloeddrukverandering of ontstekingen desamenstelling van de bloedvatwand beïnvloeden.” Daarin wordt hij bijgevallendoor prof. dr. Peter Hordijk, hoofd van de afdeling Moleculaire Celbiologie van Sanquin,waarbij Huveneers sinds 1 maart 2012 aan-sluiting heeft gevonden. “Het is wel mooi diemuizen en die weefselkweek, maar de resultatenervan kun je niet één-op-één vertalen naar desituatie in mensen. We willen hoge-resolutie-imaging gaan doen in bloedvaten van mensen,bijvoorbeeld uit stukjes buikvlies van patiëntendie zijn geopereerd vanwege darmkanker. Wijzijn hier de afdelingmet relatief het meestebasaal wetenschappelijke onderzoek. Daarpast Stephan heel goed bij. Bij ons staat devaatwand centraal. We doen bijvoorbeeldonderzoek aan atherosclerose, maar die kennis is ook belangrijk voor bloedtransfusie.Hoe bloedcellen aan vaatwanden hechten bij-voorbeeld en hoe die hechting verandert naar-mate de cellen ouder worden, is ook zinvolvoor stamceltransplantatie. Wij slaan eenbrug tussen moleculaire processen in cellen enreacties van de vaatwand die belangrijk zijnvoor bloedtransfusie en aandoeningen diemet ontsteking te maken hebben.”

Samen met anderenDe expertise van de jonge, veelbelovendeHuveneers, is complementair aan de expertisevan de afdeling, meent Hordijk. “Als je weethoe een proces normaal gaat, kun je ook achterhalen waardoor iets mis gaat. Waarombloedvaten bijvoorbeeld ongewenst doorlaat-baar worden voor bloedcellen en plasma.”Het onderzoek van Huveneers leunt zwaar opmicroscopische technieken, zoals het tot ingroot detail waarnemen van interacties tussenmoleculen in cellen in real time. “Ons oogheeft de neiging om dingen in te vullen opgrond van een verwachting. Dat is een sterkeeigenschap, waardoor je dingen ziet gebeuren”,zegt Huveneers. “Maar het nadeel is dat hetoog ook gemakkelijk bedrogen wordt. We moeten dus ook objectief kwantificerenwat we in beelden kunnen laten zien.”Hordijk: “Wij zijn goed in zulke technieken,maar dat moeten we ook samen met anderetechnieken doen. In de celbiologie is de hoge-resolutie-imaging nu de meest vooruitlopendetechniek om nieuwe dingen te ontdekken,meer dan de biochemie. Daaraan proberenwij ons steentje bij te dragen. We kunnen veeldingen in eigen huis, maar de modernsteapparatuur is duur. Als je aan het front wiltmeelopen, moet je dat samen met anderendoen. Wij doen dat onder andere met het NKI,de Vrije Universiteit en de Universiteit vanAmsterdam.”

Op 1 november 2012 is het Werkboek kinder-hematologie officieel gepubliceerd op dewebsite van de Nederlandse Vereniging voorHematologie.

Het oude werkboek uit 2001 bestaat niet meer.Dit digitale werkboek is onderverdeeld in devolgende lagen:‘Denken’ (stroomdiagrammen) ‘Doordenken’ (achtergrondinformatie verzorgddoor deskundigen van Sanquin Diagnostiek,aangevuld met de kritische blik van Karen deVooght, klinisch chemicus, UniversitairMedisch Centrum, Utrecht)‘Doen’ (acute kaarten)De website zal regelmatig worden geüpdate,met als doel de algemeen kinderarts en dearts-assistent Kindergeneeskunde op elkewerkplek te begeleiden in de verschillende differentiaal diagnoses en diagnostische testsbinnen de Kinderhematologie.

RedactieDe redactie werd gevormd door de kinder-artsen:Natasja Dors, voorzitter (Catharina Zieken-huis, Eindhoven)Heleen van Ommen (Acamisch MedischCentrum, Amsterdam)Katja Heitink (Flevoziekenhuis, Almere)Marjon Cnossen (Erasmus MC, Rotterdam)

Masja de Haas (arts, manager Immuno-hematologische Diagnostiek, SanquinDiagnostiek) heeft in samenwerking metKaren de Vooght (klinisch chemicus,Universitair Medisch Centrum, Utrecht) meteen groot aantal medeauteurs zorg gedragenvoor nadere informatie over diagnostische testen.

www.hematologienederland.nl/werkboek-kinderhematologie

.

.

.

.

.

.

.

Page 26: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Wandelend door de Rubenszalen in de AltePinakothek in München word je overstelptdoor vleselijke taferelen. Woest buitelendemannen, erotische rondbuikige vrouwen enmollige peuters vullen de immense doeken,veel rose, veel drukte. En dan sta je opeensvoor een serene oude man in donkere tonen.Om hem heen staan slechts enkele mensenin kleren gehuld. De grijsaard maakt een wathulpeloze indruk, hij neigt door zijn knieën en kijkt omhoog, alsof hij daar zijn reddingzoekt, of ziet. Al verhult alleen een lenden-

Kunstbloed

Seneca’s zelfmoord

26 Bloedbeeld December Noor van Leeuwen

Stephan Huveneers (Purmerend, 1980) studeerdemedische biologie aan de Universiteit van Amster-dam en promoveerde om 2008 op onderzoek vancellulaire adhesie-eiwitten integrines. Vier jaarlang werkte hij als postdoc bij het UtrechtseHubrecht Instituut aan reacties van cellen op fysische krachten. In 2010 kreeg Huveneers eenVeni-subsidie van NWO en begon in maart 2012als junior-groepsleider bij de afdeling MoleculaireCelbiologie van Sanquin en het SwammerdamInstituut van de [email protected]://www.linkedin.com/pub/stephan-huveneers/7/84/694

Peter Hordijk (Rotterdam, 1963), studeerde biologieaan de Vrije Universiteit, promoveerde in 1991 opneurohormonen in het slakkenbrein en deed zesjaar lang postdoc-onderzoek bij NKI/AvL naar signalering van celdeling en celbeweging. In 1997werd hij groepsleider bij Sanquin en, na een sabba-tical bij Scripps Research (La Jolla, VS), in 2005hoofd van de afdeling Moleculaire Celbiologie.Sinds december 2011 is Hordijk hoogleraarMoleculaire Celbiologie van Celmigratie aan de [email protected]://nl.linkedin.com/pub/peter-hordijk/6/5a/110

Peter Paul RubensDe dood van Seneca, ca. 1612Paneel, 185 x 154 cmMünchen, Alte Pinakothek

rechtsDe Afrikaanse visser, 2e eeuw na Chr.Zwart marmer, 183 cmParijs, Louvre

Page 27: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Anneke de Regt

Opening Laboratorium voor Celtherapie

December Bloedbeeld 27

Op 1 november jl. werd het nieuwe Labora-torium voor Celtherapie officieel geopend tijdens een wetenschappelijk symposium.Naast informatie over de dienstverlening vanhet lab, waren er presentaties over de laatsteontwikkelingen in de toegepaste celtherapiedoor vooraanstaande deskundigen op ditgebied, zoals prof. dr. Luc Sensebe, EFS, Frank-rijk en prof. dr. John Haanen, NKI Amsterdam.De middag werd afgesloten met een feeste-lijke onthulling van de nieuwe naam.

Het laboratorium is een van de grootste vanNederland. Het is gespecialiseerd in de bewer-king van stamcelpreparaten voor ziekenhuizen,maar gaat zich nu ook richten op de productievan Advanced Therapy Medical Products(ATMP’s) voor nieuwe cellulaire therapieën. De bewerking van preparatenvindt plaats ineen cleanrooms die voldoen aan de laatsteGMP-eisen. Het laboratorium werkt voor zowelziekenhuizen met een regionale als een aca-demische functie en is actief betrokken in deontwikkeling van nieuwe cellulaire productenvoor klinische trials. Het laboratorium isgecertificeerd volgens ISO-9001, ISO-13485 enISO 14971 en JACIE en hoopt in 2013 ook overeen fabrikantenvergunning te beschikken.

Het Laboratorium voor Celtherapie maaktzowel niet-ATMP’s, zoals stamcelproducten entherapeutische T-cellen, als AMTP’s, zoalsmesenchymale stromale cellen, Tumor Infiltre-rende Lymfocyten (TIL) en dendritische cellen.

www.sanquin.nl/laboratoriumvoorceltherapie

doek zijn naaktheid, het tafereel roept aller-minst het beeld op van geweld en erotiek,maar juist van verstilling en contemplatie.Maar, er gutst bloed uit zijn arm. Wat is hieraan de hand? Tekst onderaan op de lijst: ‘Dersterbende Seneca’.

Op verdenking van deelname aan een samen-zwering tegen hem werd Seneca door zijnvroegere pupil keizer Nero tot zelfmoordgedwongen. De Romeinse geschiedschrijverTacitus heeft gedetailleerd beschreven hoe hetlaatste dramatische uur van Seneca verlopenis.1 Paulina, Seneca’s jonge vrouw, stond eropsamen met hem de dood in te gaan en “metdezelfde snede van een mes openden zij deaderen van hun armen”, anatomisch eenknap staaltje. Uit Seneca’s getaande lichaamwilde het bloed maar traag vloeien en ook hetdoorsnijden van de aderen van zijn benen enknieholten bespoedigde de dood niet. Senecaliet Paulina naar een andere kamer gaan omhaar niet verder met zijn lijden te kwellen enontbood zijn secretaris om zijn laatste over-peinzingen op te schrijven en vroeg een trouwe vriend en geneesheer hem dolle kervelte geven, hetzelfde gif waarmee Socrates wasvermoord. Maar ook nu trad de dood niet in,ook niet na dompeling in een warm bad omhet proces te versnellen. Hij liet zich naar eenstoombad dragen en verstikte tenslotte in dedamp.

Binnen de humanistische kringen, waarinRubens verkeerde, speelde Seneca een belang-rijke rol. Hij belichaamde het stoïcisme, eenleer waarin matigheid, evenwicht en disciplinecentraal staan. Bij veel aanhangers hingenvoorstellingen van hun geestelijk vader inhuis, ook bij Rubens. De wijze waarop Senecazijn eigen dood bewerkstelligd had was in hunogen exemplarisch voor de stoïsche levens-houding. Rubens heeft dit onderwerp dan ookverschillende malen afgebeeld, waarbij hij detekst van Tacitus vrij nauwkeurig volgde.

Op het schilderij in München heeft Rubens degruwelijke zelfmoord een bijna christelijkelading gegeven. De trouwe vriend die Seneca’slinkerarm ondersteunt heeft een aderlaatmesin zijn hand waarmee hij zojuist nog een ader

in Seneca’s elleboog heeft aangesneden. Meteen boog stroomt het bloed eruit, net zoals inde kerkelijke kunst de bloedstraal uit Christus’borstwond vaak is afgebeeld. Het bloedstroomt in de tobbe, als ware dit een miskelk.Ook de beide Romeinse soldaten met hunspeer op de achtergrond verwijzen mogelijknaar afbeeldingen van de lijdensweg vanChristus. De omhooggeslagen ogen lijken omhemelse verlossing te vragen. Door de gehurktejongeling als laatste woord van de wijsgeer‘Virtus’ (deugd) te laten opschrijven maaktRubens het beeld van de heidense Seneca alsheilige compleet.

Tijdgenoten prezen Rubens uitbundig van-wege het gebruik van een ware beeltenis vanSeneca, een zwart marmeren Romeins beelddat kort voor zijn verblijf in Rome was op-gegraven en dat hij veelvuldig had nagetekend.Men was ervan overtuigd dat het de stervendeSeneca voorstelde en had het daarom in eenantieke marmeren kom op een rood porfierenplaat geplaatst, alsof de kom met bloedgevuld was. Rubens heeft op het doek hetbeeld nauwkeurig nagebootst. Destijds werdhet kopiëren van klassieke beelden hoog aan-geslagen, Rubens heeft hierover zelfs een heleverhandeling geschreven.2 Met dit doekbewees hij zijn stelling, dat de ware meesterzijn voorbeeld dient te overtreffen ‘zodat hetniet meer herinnert aan steen’: Seneca is ophet doek een man van vlees en bloed. Maar de ironie wil dat het Romeinse voorbeeld vanRubens niet Seneca blijkt te zijn maar eenRomeinse kopie blijkt van een beeld uit deGriekse oudheid en meest waarschijnlijk eenAfrikaanse visser voorstelt.

1 Tacitus, Annales, boek XV.60-64.2 ‘De imitatione statuarum’

Page 28: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Proefschrift Patrick Burger

Ilze Dienava-Verdoold29 augustus 2012‘Novel determinants in coagulation pathofysiology: reappraising therole of �2-glycoprotein 1, factor VIIactivating protease and protein S’Promotor: Prof. dr. K. MertensCo-promotors: Dr. H.J.M.Brinkman en dr. B. de LaatUniversiteit van Utrecht

Hemostase is een strak geregu-leerd proces. Ontregelde bloed-stolling kan leiden tot onge-wenste stolselvorming in bloed-vaten (trombose), één van demeest voorkomende doodsoor-zaken in de westerse wereld. Hetis dus van groot belang alledeterminanten die direct of in-direct betrokken zijn bij debloedstolling goed in kaart tebrengen. In het in dit proef-schrift beschreven onderzoekzijn de volgende potentiële deter-minanten in pathofysiologischestollingsreacties nader onder-zocht: factor zeven activerendprotease (FSAP), autoantistoffentegen �2-glycoproteine I (�2GPI)en proteolytische modificatievan proteïne S. Voor bloedstol-ling is een reeks van elkaar

opvolgende biochemische reac-ties tussen stollingsfactoren inplasma essentieel. Dit onderzoeklaat zien dat FSAP, ondanks watzijn naam doet suggereren, nietin staat is om via activering vanstollingsfactor VII de vormingvan trombine te initiëren. FSAPbleek echter in staat om debloedstolling te stimuleren doorin plasma te binden aan denatuurlijke stollingsremmerTFPI. Complexen tussen �2GPIen autoantistoffen tegen �2GPIzijn verantwoordelijk voor hetprotrombotisch fenotype vanpatiënten met het antifosfolipidesyndroom (APS). Kennis omtrentde vorming van deze autoanti-stoffen en zijn complexen isessentieel. De verscheidenheidaan �2GPI peptiden geëxposeerdop MHC-II klasse moleculen aanhet oppervlak van uitgerijptedendritische cellen bleek beperkt,dit ondanks een snelle en effi-ciënte opname van �2GPI dooronrijpe dendritische cellen. Metbehulp van uit B-cellen van APSpatiënten geconstrueerde humane monoklonale anti-�2GPI IgG1 antistoffen kon doormiddel van epitope mappingdomein I en II aangewezen worden als potentiële antistof-bindende regio’s binnen �2GPI.Proteïne S is een natuurlijke rem-mer van de bloedstolling, maarverliest zijn remmende activiteitwanneer deze door onder andereeen enzym uit bloedplaatjeswordt geknipt. Bij patiënten methematologische maligniteitenwerd een positieve correlatiegevonden tussen hoeveelheidbloedplaatjes en proteolytischeinactivatie van proteïne S. Deze waarneming zou een ver-klaring kunnen zijn voor de verhoogde kans op trombose indeze patiënten.

Patrick Burger18 september 2012‘Red Cell Storage, Lesion andClearance’Promotor: Prof. dr. A.J. VerhoevenCopromotores: Dr. D. de Korte en dr. R. van BruggenUniversiteit van Amsterdam

Een transfusie van rode cellenkan levensreddend zijn voorpatiënten die veel rode cellenverliezen, zoals bij een ongelukof operatie. Rode cellen voorbloedtransfusie worden inNederland geïsoleerd uit vol-bloed, gedoneerd door gezondevrijwilligers. Na isolatie wordende rode cellen gefiltreerd en tot35 dagen bewaard in eenbewaarvloeistof. Echter, tijdenshet bewaren van deze rode cel-len treden veranderingen op, dieleiden tot een snelle verwijderingvan rode cellen uit de bloedbaanna transfusie. Om deze verande-ringen tegen te gaan is in ditonderzoek een nieuwe bewaar-vloeistof getest. Uit meerdereexperimenten bleek dat de rodecellen bewaard in de nieuwebewaarvloeistof gedurende de

35 dagen van bewaren hunenergiehuishouding beter oppeil wisten te houden. Na hetverder bestuderen van de rodecellen bleek dat een glycolytischenzym, fosfofructokinase, sterkin activiteit werd gestimuleerd,omdat het in de nieuwe bewaar-vloeistof meer aan de membra-nen van rode cellen bindt. Dezebinding voorkomt de remmingvan fosfofructo-kinase door ade-nosine trifosfaat, waardoor ditenzym een hogere activiteit kanhebben.Tevens is onderzocht welke ver-anderingen tijdens het bewarenverantwoordelijk kunnen zijnvoor de snelle verwijdering vanrode cellen uit de bloedbaan natransfusie. Uit deze studieskwam naar voren dat de rodecellen belangrijke veranderingenondergaan nadat ze opgewarmdwaren bij lichaamstemperatuur.Deze schade was nooit eerdergevonden, want voorgaande studies onderzochten altijd rodecellen direct uit de bewaarzak.Verder laten we zien dat een signaal dat normaal klaring vanrode cellen tegengaat, tijdensveroudering van rode cellenomgezet kan worden naar eensignaal dat klaring juist bevor-dert. Dit is een potentieel nieuwmechanisme waarmee ver-ouderde rode cellen kunnen worden opgeruimd door hetlichaam.

Proefschrift Ilze Dienava-Verdoold

28 Bloedbeeld December

Onderzoek

Page 29: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

December Bloedbeeld 29

Proefschrift Martine Boks

Cynthia So-Osman31 oktober 2012‘Patient Blood Management inElective Orthopaedic Surgery’Promotor: Prof. dr. A. Brand en prof. dr. R.G.H.H. NelissenCo-promotores: Dr. A.W.M.M. Koopman-van GemertUniversiteit van Leiden

Om de kans op een transfusiemet donorbloed bij geplandeheup- en knie-operaties te mini-maliseren, worden zowel een restrictief transfusiebeleid als hetgebruik van transfusie-alterna-tieven aanbevolen. De eerstestap naar optimaal PatientBlood Management zou hetimplementeren van een stricttransfusiebeleid moeten zijn.Met deze maatregel is het geluktom 36% reductie in gemiddeldrode bloedcel (RBC) gebruik tebereiken en een daling van 13%in het aantal getransfundeerdepatiënten, zonder aantoonbareverschillen in kwaliteit vanleven. Omdat in deze studie nogsteeds 26% van de patiëntengetransfundeerd werd, was heteen logische tweede stap om het

additionele effect van transfusie-alternatieven op RBC gebruik teevalueren. In een pilotstudiewerden verschillende typen post-operatieve drain reïnfusiesyste-men vergeleken op hun efficiën-tie en gebruikersgemak metgelijkwaardig resultaat. In eengrotere studie werden drie trans-fusie-alternatieven onderzocht,namelijk erythropoietine (Epo)als preoperatieve modaliteit, decell saver voor re-infusie vangewassen wondbloed als intra-operatieve modaliteit, en eendrain reïnfusiesysteem voor reïn-fusie van ongewassen wond-bloed als postoperatieve modali-teit, met als eindpunten RBCgebruik en kosten-effectiviteit.Bij alle patiënten werd een res-trictief transfusiebeleid volgensde Nederlandse CBO RichtlijnBloedtransfusie gehanteerd. Indeze studie bleek Epo de enigeeffectieve bloedbesparendemaatregel te zijn, maar dit wasniet kosten-effectief. Het zouenerzijds zinvol zijn om nieuweretransfusie-alternatieven teonderzoeken op hun (kosten-)effectiviteit, en om de patiëntmet een verhoogd risico op denoodzaak van een RBC transfu-sie en op het krijgen van compli-caties, te kunnen onderscheidenvan de patiënt met een gemid-deld risico hiervoor. Anderzijdszouden we bestaande bloed-managementprotocollen waaringebruik gemaakt worden vanniet-kosten effectieve modalitei-ten, zoals Epo en autoloog wond-bloed reïnfusiesystemen, onderde loep genomen moeten wordenmet als doel deze modaliteitenvoor de patiënt met een gemid-deld risico te de-implementeren.

Martine Boks26 oktober 2012‘Modulation of immune tolerance.The role of tolerogenic dendriticcells and TNF�’Promotor: Prof. dr. S.M. van HamCopromotores: Dr. J.A. ten Brinke en dr. J.J. ZwagingaUniversiteit van Amsterdam

Dendritische cellen spelen eenbelangrijke rol in de regulatievan een immuunreactie.Onderdrukking van ongewensteimmuunreacties is belangrijkvoor patiënten met een auto-immuunziekte, allergie of af-stotingsverschijnselen naorgaantransplantatie. Therapiemet immuunsuppressieve (tolerogene) dendritische cellenzou uitkomst kunnen bieden omdeze ongewenste immuun-reacties specifiek te onderdruk-ken. Tolerogene dendritische cellen geven immuunsuppressiedoor reactieve T cellen te onder-drukken en door suppressieve(regulatoire) T cellen te induce-ren. Verschillende typen tolero-gene dendritische cellen werden

bestudeerd met als doel de meestgeschikte kandidaat te selecterenvoor een cellulaire therapie. Hetkweken van dendritische cellenmet IL-10, een immuunsuppres-sief eiwit, induceerde de meesttolerogene eigenschappen indendritische cellen, inclusief deinductie van regulatoire T cellen.Patiënten met bepaalde auto-immuunziekten, zoals reuma-toïde artritis, kunnen vaak effec-tief behandeld worden met anti-TNF� biologicals. Deze genees-middelen remmen TNF�, eeneiwit dat een belangrijke rolspeelt in immuunreacties, maarschadelijk kan zijn in reumatoïdeartritis. De precieze werking vananti-TNF� biologicals is nietbekend. In het tweede deel vandit proefschrift wordt het directeimmuunsuppressieve effect vananti-TNF� op T cellen beschreven.Door neutralisatie van TNF�worden zowel de reactieve T cellen geremd als regulatoire T cellen geïnduceerd, dat moge-lijk bijdraagt aan de remmingvan het ziekteproces.Samenvattend laat dit proef-schrift zien dat een combinatievan tolerogene dendritische cel-len en anti-TNF� biologicals eensynergistische immuunsuppres-sieve werking heeft, die tot eenverbeterde therapie zou kunnenleiden.

Proefschrift Cynthia So-Osman

Page 30: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

Personalia

Jan Willem Smeenk30 Bloedbeeld December

Pauline van Schouwenburg16 november 2012‘Antibodies against Antibodies –Immunogenicity of adalimumab as a model’Promotor: Prof. dr. L.A. AardenCo-promotores: Dr. D. Woutersen dr. G.J. WolbinkUniversiteit van Amsterdam

In de afgelopen jaren is er eennieuw soort medicatie ontwik-keld voor de behandeling vanreumapatiënten, de zogenaamdebiologicals. Het merendeel vande reumapatiënten dat met dezemedicijnen behandeld wordt,reageert hier goed op. Bij eendeel van de patiënten wordendeze medicijnen echter door hetlichaam herkend als lichaams-vreemd, waardoor het immuun-systeem wordt geactiveerd en erantistoffen tegen wordengemaakt. Door het maken vanantistoffen tegen biologicals reageert de patiënt minder goedop de behandeling.Adalimumab (Humira) is eenvan deze biologicals. Uit eerderonderzoek is gebleken dat 17-28% van de behandelde reumapatiënten antistoffen

maakt tegen adalimumab.Echter, in het merendeel vandeze onderzoeken zijn de anti-drug antibodies (ADA) gemetenmet een methode waarin deaanwezigheid van adalimumableidt tot vals negatieve resulta-ten. Dit zorgt voor een onder-schatting van de frequentie ende hoeveelheid antistoffen diegevormd worden door de patiën-ten.Tijdens het onderzoek beschre-ven in dit proefschrift is eenmethode ontwikkeld om ADA tekunnen meten in de aanwezig-heid van adalimumab. Hiermeebleek dat vergeleken met eerderestudies een veel hoger percentage(53%) van de reumapatiëntenADA maakt tegen adalimumab.Ook bleek dat de hoeveelheidantistoffen die gemaakt wordtbepaald hoe de patiënt op debehandeling reageert.Bovendien bleek dat een gedeeltevan de patiënten na verloop vantijd stopt met het maken vanADA tegen adalimumab.Verder is aangetoond dat patiën-ten verschillende antistoffentegen adalimumab maken. Vandeze antistoffen is onderzochttegen welk gedeelte van adali-mumab ze gericht zijn. Hetonderzoek toont aan dat alleADA aan het functionele gedeeltevan adalimumab binden, waar-door adalimumab zijn functieniet meer uit kan voeren.Dit onderzoek toont aan datpatiënten die behandeld wordenmet biologicals regelmatigonderzocht moeten worden opde aanwezigheid van ADA en opde hoeveelheid geneesmiddel inhet bloed.

www.sanquin.nl/proefschriften

Proefschrift Pauline van Schouwenburg

Nieuwe leden Scientific Advisory Board

.

.

.

.

.

.

.

.

De Raad van Bestuur van Sanquin Bloedvoor-ziening laat zich op verschillende gebiedenadviseren door een adviesraad. Voor hetwetenschapsbeleid bestaat er al sinds hetbegin van Sanquin een WetenschappelijkeAdviesraad, de WAR. Deze WAR bestond uiteen aantal interne leden en een aantal externeleden. Met ingang van dit jaar zijn de interneleden vervangen door internationale externeleden en is de WAR omgedoopt in ScientificAdvisory Board (SAB).De SAB adviseert de Raad van Bestuur overalle zaken die betrekking hebben op hetonderzoeksprogramma en het onderzoeks- eninnovatiebeleid. De SAB heeft ook een rol inde meta-evaluatie van de 5-jaarlijkse sitevisits van de onderzoeksgroepen.

SamenstellingVoorzitter is Prof. dr. René van Lier, directeurSanquin Research en lid Raad van Bestuur.Leden zijn:Prof. dr. Adam Cohen (Center for HumanDrug Research & LUMC)Prof. dr. René de Vries (LUMC)Prof. dr. Rick Grobbee (Julius Centrum,Universiteit Utrecht)Prof. dr. Paul Klenerman (The Jenner Institute,University of Oxford)Prof. dr. Peter Lansdorp (European ResearchInstitute for the Biology of Ageing, Groningen& Terry Fox Laboratory, Vancouver, Canada)Prof. dr. Pierre Tiberghien (EtablissementFrançais du Sang & Université FrancheComté, Besançon, France)Prof. dr. Tom van der Poll (AMC)Drs. Jan Willem Smeenk (Sanquin Research)treedt op als secretaris.

Page 31: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

December Bloedbeeld 31

Van 2-5 juni 2013 vindt het 23eRegional Congress of the ISBTplaats in de RAI in Amsterdam.In 1994 was de ISBT voor hetlaatst te gast in Amsterdam.Sanquin is – samen met deNederlandse Vereniging voorBloedtransfusie (NVB) – betrok-ken bij de wetenschappelijkeinvulling van het programma,uiteraard in nauw overleg metde algemeen en de wetenschap-pelijk directeur van ISBT JudithChapman en Martin Olssen.Professor Ellen van der Schoot,voorzitter van zowel het localeorganisatiecomité als de weten-schappelijke commissie, heeftmet haar team een interessantprogramma gemaakt. Voor heteerst met een Nobelprijswinnaarin een plenaire sessie. Het pro-gramma kent een aantal ‘tracks’die u door de sessies leiden:donor health and (product) safety, clinical transfusion science, basic transfusion science, transfusion technologyand quality en new cellular therapies. In ieder ‘track’ treft unaast wetenschappelijke sessiesook educatieve sessies, hot topicsen postersessies aan. Getracht isom ook sprekers uit naburigewetenschapsgebieden te vragen,om daarmee nieuwe inzichtenen innovaties binnen de trans-fusiegeneeskunde te brengen.Zoals gebruikelijk zijn er ookweer educatieve sessies van deISBT-Academy en is er veel aan-dacht voor jonge onderzoekersin de early breakfast sessions ende postersessies.Informatie en registratie:www.isbtweb.org/amsterdamIn een Nederlandstalige track iseveneens voorzien. U kunt zichhiervoor opgeven op de websitevan de NVB: www.nvbtransfusie.nl

Op 23 november heeft JanineStutterheim de Sanquin PhDaward gewonnen. De prijs werdop de tweejaarlijkse SanquinWetenschapsdag uitgereikt doorAart van Os, voorzitter Raad vanBestuur van Sanquin. Naast deaward mocht Stutterheim ookeen cheque van 2.750 euro inontvangst nemen. Stutterheimontving de award voor haaronderzoek naar ‘Minimal residual disease detection andmonitoring in children with neuroblastoma’. Ze deed haaronderzoek op de afdeling Experi-mentele Immunohematologieen promoveerde in juni 2011.De andere genomineerden Simonvan Haren en Bart-Jan de Kreukhadden beiden ook een interes-sant onderwerp met mooie resul-taten. Dit maakte het voor dejury zeer moeilijk om een win-naar te kiezen. Na lang overlegkozen zij Stutterheim als winnaarop basis van haar duidelijke ver-haal en de gepubliceerde studiesin toonaangevende tijdschriften.“Het is onderzoek dat een onder-werp behandelt met een zeergrote klinische relevantie en hetis een basis geweest voor anderestudies die inmiddels gestartzijn” zo luidde het commentaarvan de jury.Naast de AIO-award is er ookeen posterprijs uitgereikt. Deze isgewonnen door Fiamma Salernovan de afdeling Hematopoiesemet haar poster over ‘AU-richElements Within the 3’ Untrans-lated Region Govern Trans-lational Regulation of InterferonGamma in Memory CD8+ Tcells’.

23 januari 2013Klinische bloedtransfusiestudies6 maart 2013Kinderhematologie en immuno-logie10 april 2013Zwangerschapsimmunisatie

www.sanquin.nl/sanquinavonden

Sanquin bezit een van de oudstebedrijfscollecties van Nederland.In 1959 startte Joghem vanLoghem (wetenschappelijkdirecteur (CLB) van 1950 tot1978) met het verzamelen vankunst voor het CLB. De in 1985opgerichte Kunstcommissieorganiseert maandelijks eenexpositie in de naar Van Loghemgenoemde galerie: 'GalerieJoghem'. De maandelijkse exposities zijn op werkdagen tebezoeken van 08.30 - 16.30 uur.

JanuariGerda WierdaFebruariMarjolein van DammeMaartRenske van Enckevort

www.sanquin.nl/exposities

Regionaal congres ISBT Janine Stutterheim wint Sanquin PhD award

Sanquinavonden seizoen 2012/2013

Exposities Galerie Joghem

ExpositiesAgendaPrijsAgenda

Page 32: Bloedbeeld - Sanquin · 2017-08-14 · Bloedbeeld Het beeld DNA is een ketting van 4 verschillende nucleotiden afgekort met de letters A (groen), G (zwart), C (blauw) en T (rood).

32 Bloedbeeld December

Soroya BeacherHenk SunkarGeen titel, 1988Oliepastel met inkt, 80 x 64 cm

“Veel van onze patiënten komen uit sociaal-economisch zwakke groepen en worden somshelemaal niet behandeld”, zegt Soroya Beacher,oprichtster en drijvende kracht van OSCAR(Organisation for Sickle Cell Anemia Relief)Nederland, een multi-etnische organisatievoor mensen met sikkelcelziekte en thalassemie.Beacher werd geboren in Engeland, waar zijook haar degree in nursing behaalde. In hetdagelijkse leven is ze sales manager bij eenbedrijf in medische apparatuur. In Engelandkwam zij in contact met mensen met sikkelcel-anemie en thalassemie en werd vrijwilliger bijde Engelse stichting OSCAR. “In mijn familie,mijn vader komt uit India, waren ook veelmensen drager van de ziekte.” Sikkelcelziekteis een erfelijke bloedziekte, waarbij de normaleronde rode bloedcellen in een sikkelvorm ver-anderen. Dit blokkeert de bloedtoevoer naarkleinere bloedvaten, met zeer pijnlijke crisestot gevolg. De meeste van de ca. 1200 patiëntenin Nederland hebben een Afrikaanse,Arabische, Surinaamse of Aziatische achter-grond. Thalassemie is een vorm van erfelijkeen chronische bloedarmoede waarbij hethemoglobine niet goed wordt aangemaakt.“Omdat mijn moeder Nederlandse is wilde ikde taal leren en kwam 1986 naar Nederland,waar ik in verschillende ziekenhuizen gingwerken, en weer patiënten met sikkelcelanemietegenkwam. In Nederland hadden artsen toenin tegenstelling tot Engeland weinig kennisover de behandeling van deze patiënten, dieer vaak alleen voor stonden. In 1987 heb ik inNederland OSCAR opgericht, met een bestuurvan familie en vrienden, met eigen middelenen donaties omdat we geen subsidie kregen.Men zag de aandoeningen niet als een pro-bleem, maar als een zeldzame ziekte. De ziekteis moeilijk uit te leggen en artsen maken vaakgeen onderscheid tussen dragers en patiënten.Een drager heeft 50% kans om het aangetastegen door te geven, twee dragers samen hebbendaarmee 25% kans op een kind met sikkelcel-ziekte. Mensen zijn vaak niet op de hoogte datze drager zijn. Door migratie komen er steedsmeer mensen die drager zijn, waardoor hetrisico op patiënten met de aandoening steedsgroter wordt. In Engeland is de diagnostiekgoed geregeld, daar daalt het aantal patiëntendoor advies inzake partnerkeuze en door pre-

natale diagnostiek met de mogelijkheid vanselectieve abortus. In Nederland is de test opsikkelcelanemie in 2007 opgenomen in dehielprik, maar er blijven problemen omdatdragerschap niet wordt doorgegeven.”In 2002 ontving de stichting wel subsidie. Toenzijn de thalassemiepatiënten erbij gekomen.Er zijn in Nederland ca. 250 mensen met tha-lassemie waarvan meer dan 60% nog kind is.Zij worden voornamelijk behandeld met bloed-transfusies, maar krijgen daardoor vaak lastvan ijzerstapeling, waardoor hun organenworden aangetast. Tegenwoordig bestaat demogelijkheid van beenmergtransplantatie,waardoor de patiënten kunnen genezen. Destichting heeft inmiddels 500 leden. In 2013krijgt de stichting een Medische Adviesraad,die onder andere gaat werken aan een protocolvoor behandeling. “Als Stichting hebben wijfolders voor patiënten met informatie overpreventie, behandeling, voeding en onderzoek.Ook hebben we informatiekaartjes voor huis-artsen. Wetenschappelijk onderzoek is heelbelangrijk en kan kostenbesparend zijn voorde toekomst.” Beacher gaat regelmatig naarcongressen en neemt dan ook patiënten mee,om lotgenotencontact te bevorderen. “Het isbelangrijk dat patiënten mondiger worden enbij hun behandelaar aandringen op voldoendeinformatie en goede zorg.” Ook OSCAR wordtgetroffen door beperking van de subsidie.“Deze maatregel leidt tot een verzwakkingvan de patiëntenorganisatie, de creativiteitgaat achteruit als je geen geld hebt.”In november bestond de stichting 25 jaar. “Dathebben we gevierd in de Efteling, met een edu-catief symposium, mede gesponsord doorSanquin. Sanquin is een rode draad in onzeorganisatie. Patiënten zijn vaak bang voorbloed, vanwege hun cultuur maar ook vanwegetransfusiegerelateerde problemen zoals anti-stofvorming bij polytransfusees. Terwijl Neder-land toch de veiligste bloedtransfusie ter wereldheeft.” “De aandoeningen blijven lastig, ookdoor de grote verschillen in culturele achter-gronden. Mijn grootste wens is dat er integralezorg komt voor deze patiënten, dat er meerkennis is bij artsen en dat er goede communi-catie is tussen artsen. Zo krijgen deze patiëntenevenveel kansen als ieder ander.”www.oscarnederland.nl

Profiel

Soroya BeacherIntegrale patiëntenzorg is nodig

Anneke de Regt