blc language courses les 4

blc language courses les 4

in deze les:- terugkijken - les 4: het hotel - dialoog en vocabulaire - grammatica: onscheidbaar werkwoord - grammatica: speciale werkwoordconstructies - praten over overnachtingen - online een hotelkamer zoeken en boeken - uitspraak: [-t]

blc language courses les 4

1. blijven slapen 2. mijn favoriete café in de buurt 3. het bedrijf 4. arriveren 5. gerelaxt

blc language courses les 4

separable verbsinchecken Ik check bij het hotel in.uitgaan We gaan iedere avond uit.afspreken Martin spreekt met Xing af.

inseparable verbs

achtervolgen De kat achtervolgt de muis.

ondervragen De politie ondervraagt de getuige.

overtuigen De docent overtuigt de studenten.

(1) 32*

blc language courses les 4

Luister goed! Hoor je een scheidbaar werkwoord of

een niet-scheidbaar werkwoord?

blc language courses les 4

modal verb + infinitivepresent tense Ze willen iets eten.past tense Ze wilden iets eten.present perfect Ze hebben iets willen eten.

other verb + infinitivepresent tense Hij laat de auto wassen.past tense Hij liet de auto wassen.present perfect Hij heeft de auto laten wassen.

(2) 43, 44***

blc language courses les 4

position verb + te + infinitivepresent tense Zij zit vandaag te studeren.past tense Zij zat gisteren te studeren.present perfect Zij heeft gisteren zitten studeren.

zijn + aan het + infinitivepresent tense Wij zijn aan het studeren.past tense Wij waren aan het studeren.present perfect -

(2) 43, 44***

blc language courses les 4

verb + te + infinitivepresent tense Hij belooft te bellen.past tense Hij beloofde te bellen.present perfect Hij heeft beloofd te bellen.

verb + om te + infinitivepresent tense Ik gebruik het mes om te snijden.past tense Ik gebruikte het mes om te snijden.present perfect Ik heb het mes gebruikt om te snijden.

(2) 43, 44***

blc language courses les 4

separable verb

present tense De docent neemt een boek mee.past tense De docent nam een boek mee.present perfect De docent heeft een boek meegenomen.

reflexive verbpresent tense Ze herinnert zich niets.past tense Ze herinnerde zich niets.present perfect Ze heeft zich niets herinnerd.

(2) 43, 44***

blc language courses les 4

Geef antwoord. Denk aan de grammatica!

blc language courses les 4

blc language courses les 4

Welke accommodatie kies je? Waarom?

1. … voor een stedentrip?

2. … voor een zomervakantie van twee weken?

3. … voor een conferentie van je werk?

4. … voor de Summer en voor de Winter School?

5. … voor een skivakantie?

6. … voor je droomvakantie?

blc language courses les 4

1. Wat willen jullie naartoe? 2. Wat is jullie budget? 3. Welke faciliteiten in het hotel vinden jullie belangrijk? 4. Welke kamerfaculteiten vinden jullie belangrijk? 5. Hoeveel bedden hebben jullie nodig? 6. Vinden jullie de klankbeoordelingen belangrijk? 7. Welke leuke dingen willen jullie in de buurt van je hotel? 8. Willen jullie ook ontbijten in het hotel?

blc language courses les 4

review this lesson - #dutchgrammar-1: lesson 32 - #dutchgrammar-2: lessons 43, 44 - Heb je zin? (2): episodes 11, 12, 13, 14, 15, 16 - learn the vocabulary of the next chapterprepare for the next lesson - #dutchgrammar-1: lesson 16 - #dutchgrammar-2: lessons 31, 32, 37 - Heb je zin? (2): episodes 17, 18, 19, 20, 21, 22 - learn the vocabulary of the next chapter