Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

23
@meestergijs SirPalsrok modal verbs Hulpwerkwoorden (een selectie)

Transcript of Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

Page 1: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

@meestergijs SirPalsrok

modal verbs Hulpwerkwoorden (een selectie)

Page 2: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Ik kan...

Ik kon…

Ik ben in staat…

Ik moet…

Ik wil heel graag…

We zouden moeten…

Ik mag…

Page 3: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Ik kan...

Ik kon…

Ik ben in staat…

Ik moet…

Ik wil heel graag…

We zouden moeten…

Ik mag…

Weet je de Engelse vertaling

van deze werkwoorden?

Page 4: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Ik kan...

Ik kon…

Ik ben in staat…

Ik moet…

Ik wil heel graag…

We zouden moeten…

Ik mag…

Weet je de Engelse vertaling

van deze werkwoorden?

Page 5: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

De hulpwerkwoorden (modals) zijn: can – could – will – would – shall – should

may – might – must – ought to

Deze PowerPoint behandelt niet alle modals. We kijken ook naar have to toe omdat het in betekenis dezelfde functie heeft als must. We bespreken het hulpwerkwoord would in combinatie met like to/love to = would like to, would love to.

Page 6: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Hulpwerkwoorden kun je voor allerlei situaties gebruiken: talent, mogelijkheid, verplichting, toestemming, regels en advies.

Page 7: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Ik kan heel goed trompet spelen. . Ik zou heel graag gaan skiën. Je moet 17 zijn om het leger in te mogen.

Page 8: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Ik kan heel goed trompet spelen. I can play the trumpet really well. Ik zou heel graag gaan skiën. I would love to go skiing. Je moet 17 zijn om het leger in te mogen. You have to be seventeen to join the army.

Page 9: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

GOUDEN REGEL Hulpwerkwoorden hebben altijd nog een extra hoofdwerkwoord nodig….

Page 10: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Ik kan heel goed trompet spelen. I can play the trumpet really well. Ik zou heel graag gaan skiën. I would love to go skiing. Je moet 17 zijn om het leger in te mogen. You have to be seventeen to join the army.

Page 11: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

He can play the trumpet like no other!

We couldn’t come because we had to finish our project for school. He is not able to run because of an injury.

Page 12: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

He can play the trumpet like no other!

We couldn’t come because we had to finish our project for school. He is not able to run because of an injury.

Page 13: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

I know you would like to go skiing next week.

She would love to watch them live!

Page 14: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

I know you would like to go skiing next week.

She would love to watch them live!

Page 15: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

You should listen to your doctor.

You must be home before dark. My uncle must take his pills daily. You have to be 17 to join the army. You have to be 18 to drive a car.

Page 16: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

You should listen to your doctor.

You must be home before dark. My uncle must take his pills daily. You have to be 17 to join the army. You have to be 18 to drive a car.

Page 17: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Can we go to the cinema tonight, mam? Could I order another cup of tea, please? Of course you can, Sir. He is not able to run because of an injury.

Page 18: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Can we go to the cinema tonight, mam? Could I order another cup of tea, please? Of course you can, Sir. He is not able to run because of an injury.

Page 19: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Exercise 1: Choose the correct modal + verb. Zag dat je leerlingen (jij bent de docent) hun huiswerk moeten maken. “You ____ (do) your homework!” Vraag of je kan helpen. “____ I help you?” Adviseer je zus om het uit te maken met haar vriend. “You ____ (break up) with your boyfriend.” Zeg dat je heel graag mee gaat naar een concert van Adele. “YES! We ____ (go) to a concert by Adele!” Bied je excuses aan en zeg dat je 18 moet zijn om bier te bestellen. “Sorry, but you ____ (be) 18 to order a beer.”

Page 20: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Exercise 1: Choose the correct modal + verb. (ANSWERS) Zag dat je leerlingen (jij bent de docent) hun huiswerk moeten maken. “You must do your homework!” Vraag of je kan helpen. “Can/Could/May I help you?” Adviseer je zus om het uit te maken met haar vriend. “You should break up with your boyfriend.” Zeg dat je heel graag mee gaat naar een concert van Adele. “YES! We would love to go to a concert by Adele!” Bied je excuses aan en zeg dat je 18 moet zijn om bier te bestellen. “Sorry, but you have to be 18 to order a beer.”

Page 21: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Exercise 2: Choose the correct modal + verb. Zeg dat het kan. > “Could Yorik stay for dinner?” < “Yes, he ____ (stay).” Zeg dat je vriend mooi kan zingen. “My friend ____ (sing) amazingly.” Zeg dat je vriend mooi kon zingen. “My friend ____ (sing) amazingly.” Zeg dat je kunt helpen met die wiskunde oefeningen. “I ____ (help) you with those math exercises.” Zeg dat je vloeiend Spaans kunt spreken. “I ____ (speak) Spanish fluently.”

Page 22: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

modal verbs hulpwerkwoorden (een selectie)

Exercise 2: Choose the correct modal + verb. (ANSWERS) Zeg dat het kan. > “Could Yorik stay for dinner?” < “Yes, he can stay.” Zeg dat je vriend mooi kan zingen. “My friend can sing amazingly?” Zeg dat je vriend mooi kon zingen. “My friend could sing amazingly?” Zeg dat je kunt helpen met die wiskunde oefeningen. “I am able to help you with those math exercises.” Zeg dat je vloeiend Spaans kunt spreken. “I can speak Spanish fluently.”

Page 23: Hulpwerkwoorden (een selectie) - modal verbs

@meestergijs SirPalsrok

modal verbs Hulpwerkwoorden (een selectie)