Bestuursrecht

4
Bestuursrecht: vragen met betrekking tot de Awb Wanneer is er sprake van een besluit? Bepaal aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (awb) aan welke criteria een besluit dient te voldoen: Is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste, zoals neergelegd in 1:3 lid 1 Awb? Is er sprake van een beslissing? Aanwijzing: is de beslissing een gevolg van een rationele overweging door het bestuursorgaan? Let op: het niet tijdig nemen van een beslissing door een bestuursorgaan kan worden aangemerkt als een besluit; Is het besluit genomen door een bestuursorgaan, inz. 1:1 Awb? Het bestuursorgaan is tevens een rechtspersoon, ingesteld krachtens publiekrecht, op grond van art. 2:1 BW. Maak een onderscheid tussen a-organen en b-organen; Is er een publiekrechtelijke grondslag voor het besluit? Is er sprake van een rechtshandeling? Een rechtshandeling beoogt het in het leven roepen van een rechtsgevolg, ex. 3:3 BW (ter onderscheiding van de feitelijke handeling en blote rechtsfeiten). Het verlenen van een vergunning is een rechtshandeling. De beschikking is een concreet en individueel besluit, ex. 1:3 lid 2 Awb. Een onbevoegd bestuursorgaan ontvangt per abuis een bezwaarschrift of aanvraag van een burger. Hoe dient het bestuursorgaan te handelen? Artikel 2:3 Awb verplicht een onbevoegd bestuursorgaan het geschrift zo spoedig mogelijk- onverwijld- door te zenden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling aan de afzender. Mocht doorzenden niet mogelijk zijn, dan dient het geschrift te worden teruggezonden aan de afzender, zoals bepaald in 2:3 lid 2 Awb. De doorzendplicht is van groot belang: immers, op het moment van de ontvangst van een aanvraag/ bezwaarschrift, gaat de termijn in waarbinnen het bevoegde bestuursorgaan een beslissing dient te nemen. Er zal door de burgemeester op termijn vergunning worden verleend aan een instantie die mogelijk geluidsoverlast veroorzaakt voor omwonenden. Welke beginselen dienen in deze situatie in acht te worden genomen?

description

Vragen en antwoorden over de Awb.

Transcript of Bestuursrecht

Page 1: Bestuursrecht

Bestuursrecht: vragen met betrekking tot de Awb Wanneer is er sprake van een besluit?Bepaal aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (awb) aan welke criteria een besluit dient te voldoen:

Is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste, zoals neergelegd in 1:3 lid 1 Awb?  Is er sprake van een beslissing? Aanwijzing: is de beslissing een gevolg van een

rationele overweging door het bestuursorgaan? Let op: het niet tijdig nemen van een beslissing door een bestuursorgaan kan worden aangemerkt als een besluit;

Is het besluit genomen door een bestuursorgaan, inz. 1:1 Awb? Het bestuursorgaan is tevens een rechtspersoon, ingesteld krachtens publiekrecht, op grond van art. 2:1 BW. Maak een onderscheid tussen a-organen en b-organen;

Is er een publiekrechtelijke grondslag voor het besluit?  Is er sprake van een rechtshandeling? Een rechtshandeling beoogt het in het leven

roepen van een rechtsgevolg, ex. 3:3 BW (ter onderscheiding van de feitelijke handeling en blote rechtsfeiten). Het verlenen van een vergunning is een rechtshandeling. De beschikking is een concreet en individueel besluit, ex. 1:3 lid 2 Awb.

Een onbevoegd bestuursorgaan ontvangt per abuis een bezwaarschrift of aanvraag van een burger. Hoe dient het bestuursorgaan te handelen?Artikel 2:3 Awb verplicht een onbevoegd bestuursorgaan het geschrift zo spoedig mogelijk- onverwijld- door te zenden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling aan de afzender. Mocht doorzenden niet mogelijk zijn, dan dient het geschrift te worden teruggezonden aan de afzender, zoals bepaald in 2:3 lid 2 Awb. De doorzendplicht is van groot belang: immers, op het moment van de ontvangst van een aanvraag/ bezwaarschrift, gaat de termijn in waarbinnen het bevoegde bestuursorgaan een beslissing dient te nemen.

Er zal door de burgemeester op termijn vergunning worden verleend aan een instantie die mogelijk geluidsoverlast veroorzaakt voor omwonenden.  Welke beginselen dienen in deze situatie in acht te worden genomen?Het beginsel van de zorgvuldige voorbereiding is één der algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het zorgvuldigheidsbeginsel is gecodificeerd in 3:2 Awb; de nodige kennis, relevante feiten en af te wegen belangen dienen door het bestuursorgaan te worden vergaard;Het evenredigheidsbeginsel, ex. art. 3:4 lid 2 Awb, bepaalt dat de voor de belanghebbende/ burger nadelige gevolgen van het besluit, niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot het algemeen te dienen belang van het besluit.

Wat als de in een vergunning opgenomen voorwaarden (bijv. tijden die zijn gesteld aan het veroorzaken van `vergunde overlast´) ruim worden overschreden?Let op: de melding, dan wel het bezwaar van een belanghebbende is niet noodzakelijk in een dergelijke kwestie. Het behoeft geen ingewikkelde uitleg dat een bestuursorgaan ambtshalve kan en moet optreden. Een bestuursorgaan treedt op eigen initiatief op. Of er een belanghebbende in de zin van 1:2 Awb in het spel is, is niet aan de orde. De opera-criteria (waarover later meer) worden dan ook niet getoetst.

Page 2: Bestuursrecht

Om een en ander kort uiteen te zetten:

Handhavend optreden door een bestuursorgaan is geregeld middels de beginselplicht tot handhaving. Zoek beginselplicht in de jurisprudentie; zie uitspraak ABRvS 30 juni 2004, JB 2004, 293. Enkele criteria worden nader toegelicht:

Het algemeen belang is gediend met handhaving. Het bestuursorgaan dient in beginsel gebruik te maken van de bevoegdheden die haar toekomen met betrekking tot handhaving;

Is er concreet zicht op legalisatie? Wordt er naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn een wet aangenomen die de situatie legaliseert? Zo nee, dan wordt de handhaving voortgezet;

Wordt de overlast veroorzakende partij onevenredig in haar belangen getroffen door handhavend optreden van het bestuursorgaan? Een bevestigend antwoord is niet erg aannemelijk, als er reeds een vergunning is verschaft en/ of als de (potentieel) overlast veroorzakende partij geen zwaarwegende belangen heeft;

Is er een uitzondering op grond waarvan de beginselplicht tot handhaving buiten beschouwing kan worden gelaten?  Zo nee, dan wordt er handhavend opgetreden. 

Eerst nu rijst de vraag: als besloten wordt om niet handhavend op te treden, wie kan er dan als belanghebbende bezwaar indienen?

Wanneer is een rechtspersoon of natuurlijke persoon belanghebbende?Artikel 1:2 Awb geeft de definitie van de belanghebbende (een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon). Een rechtspersoon kan ex. 1:2 lid 3 Awb als belanghebbende worden aangemerkt, als zij middels statuut* en feitelijke werkzaamheden het algemeen of collectief belang behartigt. Let op het volgende: een incidentele vergadering om de sloop van een monument tegen te gaan, is onvoldoende om te kunnen spreken van feitelijke werkzaamheden. Zo is ook een groep die bij gelegenheid zaken aanspant of stichtingen opricht om de eigen ideologie uit te dragen, geen belanghebbende in de zin van 1:2 lid 3 Awb.

Om nader te bepalen of er sprake is van direct bij het besluit betrokken belangen, zijn er criteria geformuleerd, te weten de OPERA-criteria:

Objectief. Het belang dient objectief bepaalbaar te zijn. Emotionele waarde is moeilijk aan te merken als belang. Wél objectief is overlast die objectief wordt ervaren en in de regel ook aan te tonen zal zijn (geluidsoverlast is vast te stellen met de decibelmeter);

Persoonlijk. De belanghebbende onderscheidt zich voldoende van anderen. Aan dit criterium is zeker voldaan als het er een normadressaat betrokken is bij een besluit. Voorts onderscheidt een belanghebbende zich als is voldaan aan het nabijheidscriterium (afstand en zicht);

Eigen. Het eigen belang wordt beoordeeld. Zie 2:1 lid 1 Awb: een ieder kan zich bij de behartiging van zijn belangen in het verkeer met bestuursorganen laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen. Machtiging van een vertegenwoordiger doet niets af aan het te beoordelen `eigen belang´;

Rechtsreeks. Er dient causaal verband te zijn tussen het besluit en de getroffen belangen;

Actueel. Het belang mag geen betrekking hebben op uitsluitend toekomstige factoren. Als vast is komen te staan, dat binnen één maand een potentieel overlastgevende

Page 3: Bestuursrecht

onderneming zich zal vestigen in een woonwijk, dan is er weliswaar sprake van een toekomstig, maar redelijk actueel belang. Immers, de zekerheidsfactor is hier doorslaggevend.

* Voor rechtspersonen geldt, dat statuten de criteria voor het persoonlijk en eigen belang vervangen.