Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT...

40
BULLETIN VAN DE VERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJAAR 2010

Transcript of Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT...

Page 1: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

BULLETIN VAN DE VERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJAAR 2010

Belangrijkste Belangrijkste Belangrijkste Belangrijkste Belangrijkste Belangrijkste Belangrijkste Belangrijkste Belangrijkste aankoop van aankoop van aankoop van aankoop van aankoop van aankoop van aankoop van aankoop van aankoop van 2010 volgens 2010 volgens 2010 volgens 2010 volgens 2010 volgens 2010 volgens 2010 volgens 2010 volgens 2010 volgens KunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeldKunstbeeld

Page 2: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

Beschermvrouwe H.M. de Koningin

BESTUUR

Dr. M. Sanders, voorzitterDrs. C.O.A. baron Schimmelpenninck

van der Oije, vice-voorzitterMevrouw mr. A.A. van Berge, secretarisDrs. A.A. Fock, penningmeesterDrs. F.J. Duparc Prof. dr. R.E.O. EkkartMevrouw prof. dr. C.W. Fock Prof. dr. P.A. HechtMevrouw mr. E.M.L. MoerelDrs. W.M.J. PijbesMevrouw mr. drs. T.S.M. van SchieDr. C.B. SmithuijsenDr. E.J. van Straaten Mevrouw L.C.E. van Tets-van

TienhovenJhr. M.A. van Weede

RAAD VAN ADVISEURS

Prof. dr. J.N.M. van AdrichemProf. dr. J. Th. M. BankMevrouw drs. E. BarentsProf. dr. C. Blotkamp Mevrouw prof. dr. C.A. Chavannes-

Mazel Prof. dr. M. ForrerMr. Th. GroenewaldMr. F.A.J. van HallMr. H.F. Heerkens ThijssenDrs. J.J. HeijDrs. J.H. van Heijningen Nanninga Mevrouw drs. A.J.W.C.M. Hopmans Drs. B.F. van IttersumJ.M.N. Leighton Mevrouw drs. D.H.A.C. Lokin Drs. G. LuijtenProf. dr. V. Manuth

Mr. A.R.T. OdleDr. D. Overbosch Mevrouw dr. H.H. Pijzel-Dommisse Mr. L. R. J. ridder van RappardMr. S.A. Reinink Dr. P.H. RemDrs. K.J.J. Schampers Prof. dr. P. SchnabelDrs. P.J. SchoonMevrouw dr. M.F. Simon Thomas A.L. StalA.G.L. Strengers Drs. C. baron van Tuyll van

SerooskerkenE.W. VeenMevrouw ir. M.L.W. Vehmeijer-

VerloopMevrouw mr. P.H.E. Voûte Drs. W. Weijland

VERENIGING REMBRANDT

Lange Voorhout 15 2514 ea Den Haag

NIEUW ADRES PER 1 JANUARI:

Denneweg 1242514 CL Den HaagT: 070-4271720 F: 070-4271940E: [email protected]

Bankrekeningnummers: (contributie) 25 22 00 861IBAN: NL 15 FTSB 0252 2008 61(algemeen) 21 33 99 385IBAN: NL 97 FTSB 0213 3993 85

BUREAU (9 – 13 UUR)

Drs. H.M. Blankenberg, directeurContacten Musea/PR

Mevrouw drs. F.M. Bijl de Vroe-Verloop

Secretariaat

Mevrouw P. TaalLedenadministratie

Mevrouw A.J.M. DevileeMevrouw M.R. Mangroelal

KLACHTENCOMMISSIE

FONDSENWERVING

Mr. D.H. Beukenhorst, voorzitter Mevrouw mr. A.M.C. Marius-van

Eeghen, secretarisMevrouw mr. M.C. ScholtenDr. J.M. de GrootMr. H. baron van Imhoff

Leden van de Vereniging Rembrandt kunnen bij het secretariaat extra Bulletins bestellen voor € 7,- per stuk (excl. portokosten).

Colofon:

Redactie: Gerdien Wuestman – Onderzoek

en tekstproductie, Utrecht

Ontwerp: van Rosmalen & Schenk, Amsterdam

Druk: Onkenhout BV, Almere

i l lustrat ie omslag:

Cell XXVI

Louise Bourgeois

2003. Staal, aluminium, spiegelglas en hout,

252,7 x 434,3 x 304,8 cm

Gemeentemuseum, Den Haag

Ereleden

Mevrouw dr. E. Frederiks, 1994Mr. W. baron van Dedem, 2002Mr. J.M. Boll, 2009

Het Bulletin van de Vereniging Rembrandt wordt mede mogelijk gemaakt door de Stichting Zabawas

De special ‘Best of 2010’ van Kunstbeeld ligt vanaf 3 december in de winkel.

Page 3: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

DORDRECHTS MUSEUM, DORDRECHT

Portret van twee kinderenJacob Gerritsz. Cuyp en Aelbert Cuyp, ca. 1650

MUSEUM HET VALKHOF, NIJMEGEN

Portret van IJsbrand van DiemerbroeckCornelis Jonson van Ceulen I, 1657

MUSEUM VOLKENKUNDE, LEIDEN

HoeroaNoord-eiland, Nieuw-Zeeland, 18de eeuw

RIJKSMUSEUM, AMSTERDAM

Gezicht vanaf de Pont Transbordeur, MarseilleLászló Moholy-Nagy, 1929

GEMEENTEMUSEUM, DEN HAAG

Cell XXVILouise Bourgeois, 2003

Leden in cijfers

Een collectie verrijkt: bijzondere gasten in Museum Boijmans Van Beuningen

Peter HechtVrijwel elk museum heeft ze: schilderijen die niet in de collectie passen. Peter Hecht laat een aantal van deze ‘zwerfkeien’ naar Rotterdam komen.

Ogenblik: de mooiste tentoonstellingProf. dr. Henk van Os

In Antwerpen hangen altaarstukken uit het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten tijdelijk op hun oorspronkelijke plaats in de kathedraal. ‘Op naar Antwerpen!’ luidt de conclusie van Henk van Os.

Nieuws van de VerenigingVereniging Rembrandt, meer dan alleen nanciële steun

Het Dordrechts Museum anno 2010: culturele ontmoetings- plek in Hollands oudste stad

Peter SchoonEind november opent het Dordrechts Museum zijn deuren na een ingrijpende verbouwing. Directeur Peter Schoon vertelt over het vernieuwde museum.

Hetzelfde schilderij, op een andere manier bekekenJos W.M. van der MeerMuseum Het Valkhof kocht dit jaar een portret van IJsbrand van Diemerbroeck. Als hoogleraar interne geneeskunde UMC St Radboud bewaart Jos W.M. van der Meer speciale herinneringen aan deze stadsdokter.

KunstvragenBestuurslid Vereniging Rembrandt Elsbeth van Tets-van TienhovenTituslid Hendrik Loudon

Nieuws van de VerenigingLeden en fondsen

Gesteunde werken uitgelicht

Algemeen

4

5

9

10

12

22

18/29

34

37

38

De Vereniging Rembrandt

is een particuliere organisatie,

opgericht in 1883. Zij heeft

als doel door het beschikbaar

stellen van geldelijke middelen

musea en andere openbare

verzamelingen effectieve hulp

te bieden bij het verwerven

van kunstvoorwerpen.

grote liefdes met steun van de Vereniging Rembrandt

Vereniging Rembrandt al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit

Vereniging Rembrandt al 125 jaar sponsor van het openbaar kunstbezit

15

19

23

26

30

I N H O U D

CorrectieIn het vorige Bulletin werd abusievelijk melding gemaakt van het P.M. Soetersfonds voor 20ste-eeuwse glaskunst. Dit moet zijn het P.H. Soetersfonds.

Page 4: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

VERZAMELGEBIEDEN

Zoals Martijn Sanders in het vorige Bulletin terecht opmerkte: ‘De naam Vereniging Rembrandt is mooi maar misleidend. “Rembrandt” dekt allang niet meer de lading. Als je een gemiddelde museumbezoeker zou vragen waar de Vereniging Rembrandt zich voor inzet, zal die waarschijnlijk niet alle verzamelgebieden kunnen opnoemen’. Nu zullen de leden van de Vereniging dit wel kunnen, maar slechts een krappe 15% van hen heeft gebruik gemaakt van de moge-lijkheid een voorkeur op te geven voor één of meer van al die verschillende gebieden.

Het inventariseren van de voorkeuren van de leden is niet alleen interessant voor de Vereni-ging, maar kan ook ú wat opleveren. Want als wij weten dat u bijvoorbeeld geïnteresseerd bent in zilver, of juist in moderne kunst, dan krijgt u een uitnodiging als er ter gelegenheid van een aankoop op dit gebied een ontvangst wordt georganiseerd. Zo was er dit jaar een bijzondere bijeenkomst in het Rijksmuseum ter gelegenheid van de aankoop van de twee huwelijkskoffers, gemaakt door André-Charles Boulle, waar de leden met belangstelling voor kunstnijverheid voor werden uitgenodigd.

Het is de bedoeling in de toekomst meer van dergelijke presentaties te organiseren. Dat past in de nieuwe strategie van de Vereniging, waarbij de banden met de leden zullen worden aangehaald. We hopen dan ook u allen op een ontvangst ter gelegenheid van een aankoop uit een van de vele verzamelgebieden te mogen begroetens

Maak uw voorkeur kenbaar aan het secre-tariaat via bijgevoegde antwoordkaart, of liever nog via de website van de Vereniging Rembrandt, www.verenigingrembrandt.nl. U kunt maximaal drie verzamelgebieden opgeven.

VERENIGING REMBRANDT

Leden in cijfers

Verzoek aan de leden

Belangstelling per verzamelgebied

Schilderkunst uit de 17de tot en met de 19de eeuw

blijft onverminderd populair. Verrassend is de grote

belangstelling voor glas.

In de categorie ‘overig’ vallen verzamelgebieden als

oudheden, porselein en etnografica. Bij voldoende

belangstelling kunnen ook deze als aparte rubrieken

worden benoemd.

Mid

dele

euw

se/

kerk

elijk

e ku

nst

Schilderkunst 17de

en 18de eeuw

Schilderkunst 19de eeuw

Moderne kunst Be

eldh

ouw

kuns

t

Kunstnijverheid

Zilver

Glas

Niet-w

esterse kunst O

verigPrenten en tekeningen

Mid

dele

euw

se/

kerk

elijk

e ku

nst

Schilderkunst 17de

en 18de eeuw

Schilderkunst 19de eeuw

Moderne kunst Be

eldh

ouw

kuns

t

Kunstnijverheid

Zilver

Glas

Niet-w

esterse kunst O

verigPrenten en tekeningen

Leden van de Vereniging Rembrandt

DIT IS DAN OOK EEN OPROEP AAN U!

Aantal leden van

wie het favoriete

verzamelgebied

bekend is

4 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Page 5: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

5 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Een collectie verrijkt Bijzondere gasten in Museum Boijmans Van Beuningen

Het is nog niet zo lang geleden dat een directeur van Museum Boijmans een

schilderij van Mark Rothko wilde verkopen, omdat zijn begrotingstekort zo

opliep. Het schilderij zou niet, of niet meer, in de collectie passen en werd

daarom een zwerfkei genoemd. Het plan mislukte en zwerfkei werd een

geuzennaam. Menigeen was uiteindelijk dan ook opgelucht dat niet de Rothko

maar de directeur vertrok. Meer recent pleitte de directeur van het Frans Hals

Museum in Haarlem voor de verkoop van een schilderij van Michael Sweerts.

Die transactie ging niet door, maar een aan het museum nagelaten Benjamin West

mocht weg. Dat werk uit 1804 werd vervolgens door het Louvre verworven.

Nu is het inderdaad vrijwel onmogelijk de aanwezigheid van een schilderij van West in Haarlem te rechtvaardi-gen als men daar een kunsthistorisch coherente verzameling wil laten zien. West was weliswaar een interessante schilder, of beter, een nogal beroerde schilder met een interessante carrière, maar een band met Haarlem had hij niet. Hij maakte als Amerikaan furore in Londen toen men bij hem thuis nog op Indianen joeg, en bracht het

PETER HECHT

Phaeton die Apollo vraagt om de

zonnewagen te mogen besturen

Benjamin West

1804. Olieverf op doek, 142 x 213 cm

MUSÉE DU LOUVRE, PARIJS

Page 6: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

6 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

zelfs tot directeur van de Britse Royal Academy, waar hij niemand minder dan Sir Joshua Reynolds mocht op-volgen. Dat is geen verhaal voor het Frans Hals Museum. Hoewel? Een goed verhaal kan eigenlijk overal verteld. En trouwens: hoe kwam dat schilderij eigenlijk in Haarlem?

Die vragen komen nu te laat, want Wests Phaeton die Apollo vraagt om de zonnewagen te mogen besturen hangt dus sinds 2007 in Parijs. Het Louvre betaalde er 1,5 miljoen euro voor. Wat Haarlem met dat gemakke-lijk verdiende geld heeft gedaan weet ik niet, behalve dat het volgens de krant met de erven van de schenker moest worden gedeeld omdat de juridische implicaties van de verkoop niet goed waren bekeken. Ook was deze mooie opbrengst niet voor aan-kopen bestemd, wat nog wel te ver-dedigen was geweest, maar bedoeld als bijdrage voor een nieuw depot. Maar daar wil ik het nu verder niet over hebben.

Schilderijen die niet passen in hun collectie hebben mij altijd ge-fascineerd. Het genoegen om in de Uffizi in Florence de mooiste Hercules Seghers aan te treffen of in Amsterdam een van de mooiste Goya’s: ik had er nooit ook maar de minste moeite mee. Maar het probleem zie ik wel. En het leek mij om verschillende redenen de moeite waard eens iets met een paar poten-tiële zwerfkeien uit de Nederlandse musea te doen – en om ze voor de afwisseling eens te behandelen als even zo vele eregasten op een hun toekomende plaats.

TOPSTUKKEN NAAR ROTTERDAM

Dat project liep uit de hand en in april volgend jaar zal een aanzienlijke groep gasten de verzameling van Museum Boijmans Van Beuningen tijdelijk komen verrijken. Daarbij wordt dan hun verhaal verteld, want het is goed te weten dat die spectaculaire Goya in Amsterdam in 1929 met steun van de Vereniging

Portret van Don Ramón Satué

Francisco de Goya

1823. Olieverf op doek,

107 x 83,5 cm

RIJKSMUSEUM, AMSTERDAM

Page 7: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

7 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Rembrandt werd gekocht omdat het Rijksmuseum zich toen wilde ontwik-kelen tot een museum met topkunst uit geheel Europa. Of dat koning Willem I in 1816 een Murillo schonk aan het Mauritshuis, omdat hij dacht dat ook het Koninklijk Kabinet van Schilderijen er goed aan zou doen eens over de grens te kijken. Hij kocht die Murillo samen met een Guido Reni, of een schilderij dat in elk geval destijds zo heette, en betaalde daar meer dan 20.000 gulden voor. Dat was toen een enorm bedrag. Vier jaar later be-zorgde hij het Mauritshuis voor nog geen 3.000 gulden Vermeers Gezicht op Delft. Dat werk zou een van de beroemdste schilderijen ter wereld worden, maar Italiaanse schilders uit de school van Bologna zoals Reni raak-ten in de loop van de 19de eeuw hun goede reputatie kwijt. Het Mauritshuis leende zijn Reni daarom uit aan het stadhuis in Middelburg, waar hij in 1940 is verbrand. Ook de liefde voor Murillo bekoelde: hij was te zoet en te katholiek. De Murillo ging in 1948 naar het Rijksmuseum, en vandaar naar Museum Boijmans, waar hij uiteindelijk in depot belandde.

Binnenkort dus Goya te gast in Rotterdam. Maar ook Murillo’s Madonna mag er weer aan de wand. Als een kunstwerk, dat helemaal zo slecht niet is, maar ook om de aan-dacht te vestigen op een fenomeen. Want de kunstenaar die van de zigeu-nermeisjes in zijn woonplaats Sevilla een beeld van Maria als moeder Gods wist te maken dat tot op heden in Spanje en Zuid-Amerika functioneert, is niet alleen om artistieke redenen de moeite waard. Die verdient onze belangstelling ook als wij niet van zijn kunst of van Maria houden.

Achttien van zulke gasten uit Neder-lands openbaar bezit komen volgend jaar de verzameling van Museum Boijmans versterken. Zij worden daar-toe geïntegreerd in de vaste collectie, die als enige in Nederland een overzicht van de Europese schilderkunst kan laten zien en waar ook de kunst van Vlaan-

deren met die van Holland samen wordt verzameld en getoond. Museum Boijmans beschikt in tegen-stelling tot het Rijksmuseum over Van Eyck én Geertgen, Rubens én Rembrandt, Ensor én Van Gogh, en, waarom ook niet, over Magritte én Pyke Koch. Toen het conceptuele feest met de bijzondere gasten voor Rotterdam eenmaal op gang kwam, bleek ook het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen bereid voor twee jaar mee te doen. Het zal in de tijd van het Rotterdamse project voor renovatie gesloten zijn, en dat maakte het mogelijk een vijftal sleutelwerken uit te lenen.

In Boijmans zijn de zogenaamde Vlaamse primitieven altijd prachtig te zien, maar een representatief portret ontbreekt. Er zijn een kleine twintig fantastische olieverfschetsen van Rubens, voor het plafond van

Banqueting House in Londen, voor de decoratie van het jachtslot van Koning Philips IV van Spanje en voor het altaar van de Jezuïetenkerk in Gent, maar er is niet één voldragen hoofdwerk. Antwerpen bleek nu be-reid Memlings Portret van een man met een munt van Keizer Nero uit te lenen, en ook Rubens’ altaar met De Heilige Teresa van Avila die be-middelt voor de ziel van Bernardinus de Mendoza in het vagevuur. Ineens kan Museum Boijmans dus voor twee jaar pronken met werken die door geen enkel museum meer zouden kunnen worden gekocht.

Daar houdt het trouwens nog niet mee op. Enschede leent een prachtig paneeltje van Fernando Gallego uit, het enige schilderij uit de Spaanse renaissance in Nederlands openbaar bezit. Dat zal nu komen te hangen in de omgeving van de

Portret van een man

met een munt van

Keizer Nero

Hans Memling

Ca. 1480-85. Olieverf op

perkament op paneel,

30,7 x 23,2 cm

KONINKLIJK MUSEUM

VOOR SCHONE KUNSTEN,

ANTWERPEN

Page 8: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

8 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Vlaamse kunst die deze schilder uit Salamanca zo zichtbaar heeft geïn-spireerd. En het Stedelijk Museum staat een zelfportret van Stanley Spencer af. Dat werk werd al in het jaar van zijn ontstaan gekocht, maar de kunst van Spencer bleef lang een Britse aangelegenheid, precies zoals

Dick Ket en Pyke Koch nog steeds iets typisch Hollands zijn. Nu zullen deze geestverwanten elkaar een keer ontmoeten.

VOORPROEFJE

Om een voorproefje te laten zien van de gasten die straks twee jaar in

Rotterdam zullen komen logeren en iets te vertellen over de filosofie ach-ter dit project, wordt in november al-vast een drietal Spaanse schilderijen in Museum Boijmans gepresenteerd. Een anoniem keukenstuk, ooit voor het Rijksmuseum gekocht omdat het voor een Velazquez werd gehouden, de reeds genoemde Goya, en Murillo’s Madonna uit het Mauritshuis. Het zijn drie gasten die altijd een vaste plaats op zaal zouden hebben als zij in Londen of Washington waren beland, en drie gasten die ook iets kunnen vertellen over de ambities die ooit de doorslag gaven toen ze voor hun tegenwoordige eigenaar werden gekocht. Museum Boijmans Van Beuningen zelf heeft enkele uitmuntende tekeningen van Goya, maar geen Spaans schilderij van be-tekenis – hoewel met de collectie Van Beuningen een fragment van een Johannes de Evangelist van El Greco werd verworven dat niet onaardig is. Ook dat is een verhaal, al was het maar omdat Van Beuningen zich met zijn belangstelling voor El Greco ge-voelig toonde voor het werk van een kunstenaar die nog maar kort tevoren was ontdekt door een soort moder-nisten waar hij juist de pest aan had. Maar ook hij keek noodgedwongen met de ogen van zijn eigen tijd.

Met drie Spaanse topstukken, van de anonieme meester uit Sevilla, van Murillo en van Goya, zal straks in Boijmans iets worden verteld over de Spaanse kunst, en over het verza-melen van deze kunst in Nederland. Misschien worden daar ook nog en-kele tekeningen of prenten van Goya uit de eigen collectie bij getoond. Of die kleine El Greco. En wie vervolgens de vaste collectie van het museum bezoekt, ontdekt misschien wel voor het eerst dat het Spaanse keukenstuk zijn wortels bij Pieter Aertsen in de Lage Landen heefts

Peter Hecht bekleedt het Vereniging

Rembrandt-fellowship

Zelfportret

Stanley Spencer

1936. Olieverf op doek,

61,6 x 45,7 cm

STEDELIJK MUSEUM,

AMSTERDAM

Page 9: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

9 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

PROF. DR. H.W. VAN OS

OGENBLIK

Wie ‘zomaar’ tentoonstellingen orga-niseert in musea met omvangrijke ver-zamelingen, suggereert onvermijdelijk dat het eigene onvoldoende de moeite waard is. Ik herinner me hoe moeilijk het indertijd was om sommige collega’s in het Rijksmuseum ervan te overtuigen dat de kwaliteit van onze eigen spullen het uitgangspunt zou moeten zijn voor het tentoonstellingsbeleid. Overzichten van het werk van Velazquez, Canova of Gainsborough moesten maar ergens anders plaatsvinden, want daarvoor was geen aanknopingspunt in de collectie.

Een jaar geleden werd ik in Antwerpen geconfronteerd met het meest spectacu-laire voorbeeld van aandacht besteden aan de eigen collectie, dat ik ooit heb ge-zien. Paul Huvenne van het Museum voor Schone Kunsten – de nationale schatka-mer van Vlaanderen – had bedacht, dat de 16de- en 17de-eeuwse altaarstukken van het museum, die afkomstig waren uit de kathedraal, weer op hun oorspron-kelijke plek in de kerk zouden worden opgesteld. De grote, eeuwenoude mees-terwerken van Matsys tot Rubens waren weer allemaal samen te zien op de plaats waar ze hoorden. Niet in een museum, maar in een kerk. Een tentoonstelling als middel om kunstwerken te tonen op hun premuseale bestemming. Ik hoorde een van de bezoekers van de kathedraal zeg-gen: ‘Ik dacht, dat die schilderijen in een museum hoorden’.

Een belangrijk deel van het onder-zoek dat ik in het verleden heb gedaan bestond uit het reconstrueren van uit elkaar gezaagde 14de- en 15de-eeuwse Sienese altaarstukken. Maar dit was de reconstructie van een reeks van altaar-

stukken in hun oorspronkelijke ruimtelijke context. Ik had nog nooit zoiets gezien. Ik onderging in Antwerpen een historische sensatie, maar ook een unieke esthetische ervaring. Nog nooit heb ik de kracht en de vitaliteit van Rubens’ kunstenaarschap zo sterk ervaren als in deze tentoonstel-ling. Zijn composities beheersen de ruimte van de kathedraal zoals sommige andere voorstellingen erin verloren gaan.

Ik heb eerder overwogen om deze co-lumn ‘Ogenblik’ te wijden aan deze unieke museale gebeurtenis. Alleen zou de tentoonstelling bij het verschijnen van het Bulletin alweer voorbij zijn. Dat wilde ik u niet aandoen! Maar gelukkig doet ook het Antwerpse museum mee met de rage van langdurige museumsluitingen. Het museum sloot zijn poorten. Daardoor is besloten de schilderijen voorlopig in de kathedraal te laten. Dus kan ik u met volle overtuiging oproepen: ‘Op naar Antwerpen. Daar wacht u de meest op-zienbarende en kunsthistorisch gesproken meest zinvolle tentoonstelling van de laatste jaren’.

Steeds vaker zijn er in Nederlandse musea

tentoonstellingen te zien die uitgaan van

de eigen collecties. Daarmee wordt ook

duidelijk dat willekeurige tentoonstellingen

thuishoren in kunsthallen. Nederland

heeft de Nieuwe Kerk, de Hermitage aan

de Amstel en de Kunsthal in Rotterdam:

prachtige plekken voor presentaties waar

geen eigen verzamelingen worden beheerd.

De mooiste tentoonstelling

Foto © A

rjan Bronkhorst

Interieur van de Onze-

Lieve-Vrouwekathedraal

in Antwerpen (detail)

Hendrik van Steenwijck II

c. 1620. Olieverf op doek,

116 x 158 cm

HUIDIGE VERBLIJFPLAATS

ONBEKEND

Page 10: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

10 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

‘Advocacy’Voor de Engelse term ‘advocacy’ (de klemtoon ligt op de eerste lettergreep) bestaat eigenlijk geen goed Nederlands alternatief. Woordenboeken geven omschrijvingen als ‘het publiekelijk (onder)steunen’, ‘voorspraak’, of ‘verdediging’. De Vereniging Rembrandt ziet het als haar taak op te treden als het geweten van het openbaar kunstbezit.

NIEUWS VAN DE VERENIGING

...meer dan alleen nanciële steun Vereniging Rembrandt

‘Cultuur rekent op draagvlak’, was de titel van het seminar dat op 5 oktober jl. door de Boekmanstichting werd georganiseerd in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Betrokkenen uit de culturele sector – ook namens de Vereniging Rembrandt – spraken tegen de achtergrond van de maatschappelijke en politieke actualiteit met elkaar over de versterking van de maatschappelijke positie van de kunsten.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft berekend dat 7 miljoen Nederlanders deelnemen aan actieve kunstbeoefening. Strategisch inzetbaar is deze onzichtbare achterban echter niet, want hij is sterk gefragmenteerd. In de Verenigde Staten is de advocacy beter ontwikkeld. Robert Lynch en Randy Cohen van de organisatie Americans for the Arts vertelden over de activiteiten van AfortheA, die niet alleen steun geeft aan culturele organisaties om te anticiperen op kansen en bedreigingen, maar die ook kunst en kunsteducatie bevordert, kunstbeleid helpt ontwikkelen en werkt aan de bewustwording van de waarde van kunst voor de samenleving. De situatie in de VS en Europa is niet op alle punten vergelijkbaar, zo bleek uit de discussie, maar wel werd duidelijk dat op het gebied van advocacy veel van de Amerikanen te leren valt. Een nuttige bijeenkomst voor de Vereniging Rembrandt, die de advocacy tot een van de pijlers van haar beleid heeft gemaakt.

ING schenkt kunstwerken aan het Drents Museum Naast de sombere berichten over bedreigde of vertrekkende bedrijfscollecties was er onlangs op dit gebied ook weer eens goed nieuws te lezen: de ING Bank schonk 271 belangrijke figuratieve kunstwerken aan het Drents Museum.

Het gaat om werken van onder anderen Barend Blankert, Dick Pieters en Matthijs Röling. De collectie zal worden geëxposeerd na de heropening van het museum – dat thans een ingrijpende verbouwing ondergaat – in het najaar van 2011.

Barend Blankerts Rustende tuinmansknecht (1994)

maakt deel uit van de omvangrijke schenking van de

ING Bank aan het Drents Museum

Advocacy als pijler van het beleid

Randy C

ohen, spreker op het seminar C

ultuur rekent op draagvlak

Page 11: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

11 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

NIEUWS VAN DE VERENIGING

...meer dan alleen nanciële steun

Vierde Museumcongres in het teken van innovatie

Op 7-8 oktober was het Museumcongres 2010 in Enschede, met als thema Nu nog beter, musea en innovatie. Een van de sprekers, hoogleraar Dany Jacobs, hield een interessant betoog over innovatie, dat bevestigt dat de Vereniging Rembrandt de goede weg inslaat met de plannen voor een nieuwe strategie.

Jacobs, innovatiehoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en lector Kunst, Cultuur en Economie bij de HAN en ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem, beklemtoonde de noodzaak van een helder strategisch profiel, waaruit de nodige innovatie volgt. Die moet maatschappijgericht én klantgericht zijn, en doorgaan op wat reeds is ingezet – juist stapsgewijze innovatie kan leiden tot radicalere vernieuwing. Ambitie en durf zijn voorwaarden. Verder wees Jacobs op het belang van een open cultuur, sterke netwerken, en een constante focus op de eigen identiteit en de doelstellingen.

De Vereniging Rembrandt was zichtbaar tijdens het congres bij het onderdeel ‘speeddating’. Een tiental organisaties en musea kreeg zo de kans kennis te maken of het contact te hernieuwen met de Vereniging.

Preview tentoonstelling in RotterdamOp 27 november opent Museum Boijmans Van Beuningen de minitentoonstelling Spaanse gasten: een voorschot op ‘De collectie verrijkt’.

Zoals de titel al aangeeft, is dit een preview van De collectie verrijkt, de herinrichting van de verzameling Europese schilderkunst in Museum Boijmans waaraan prof. dr. Peter Hecht momenteel in het kader van het Vereniging Rembrandt-fellowship werkt (te openen in voorjaar 2011, zie ook het artikel van Peter Hecht elders in dit Bulletin. De AVRO heeft op 30 oktober een uitzending aan deze tentoonstelling gewijd onder de titel Reservespelers. Deze documentaire is nog te zien op onze website www.verenigingrembrandt.nl

Murillo’s Madonna met Kind (ca. 1660-80) uit het Mauritshuis te gast

in het Boijmans

Hoogleraar D

any Jacobs tijdens het Vierde M

useumcongres. Foto: Fred Ernst

Page 12: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

Deze ontwikkeling vormt de achtergrond voor de grootste verbouwing en uitbreiding uit de geschiedenis van het Dordrechts Museum. Al jaren bestond de wens om de collectie een vaste en promi-nente plaats in het museum te geven en daarnaast een aparte ruimte te creëren voor tijdelijke tentoonstel- lingen. Zolang die ruimte ontbrak moest de eigen verzameling voort-durend wijken voor wisselexposities. Een onwenselijke situatie, zeker als je bedenkt dat het museum een in-ternationaal bekende en gewaar-deerde collectie schilderkunst bezit. De eigen verzameling omvat vijf eeuwen Nederlandse schilderkunst: Rembrandt-leerlingen als De Gelder, Bol en Maes, grote landschapschil-ders als Cuyp en Van Goyen, uit de 19de eeuw Ary Scheffer, held van de Franse romantiek, vernieuwers als Weissenbruch en Breitner en uit het recente verleden kunstenaars als Appel en Willink.

Het feit dat de gemeente Dordrecht veel geld beschikbaar heeft gesteld voor de verbouwing van het museum, geeft aan dat de stad het belang ervan onderkent, niet alleen voor Dordtenaren, maar ook voor de toeristen die de stad bezoeken: als podium voor kunst en als trefpunt voor inspirerende kennismakingen.

ONTMOETING VAN OUD EN NIEUW

In 2008 gingen de bouwwerkzaam-heden van start. Het nieuwe museum is een samenwerkingsproject gewor-den van architect Dirk Jan Postel en interieurarchitect Evelyne Merkx. De tuin is ontworpen door de Amster-damse tuinarchitect Michael van Gessel. Eind november van dit jaar wordt het gebouw geopend.

Oud en nieuw ontmoeten elkaar voortdurend in het ontwerp van Postel. De nieuwe vleugel, die onder andere de tentoonstellingsruimte herbergt, is ontworpen als aparte eenheid naast het bestaande gebouw. De ruimte tussen het oude en het nieuwe ge-deelte is overkapt met een glazen dak, waardoor het daglicht binnenstroomt. Postel zorgde er met deze oplossing voor dat de oorspronkelijke buiten-muur volledig in het zicht bleef. Of eigenlijk: zichtbaar werd. Vroeger was de buitenkant van het gebouw immers grotendeels onzichtbaar voor de be-zoekers binnen. In de nieuwe situatie is de oude architectuur juist sterk aanwezig en van grote invloed op de beleving van het gebouw als geheel.

Bezoekers komen het gebouw straks weer via de tuin binnen, net als toen het Dordrechts Museum zich er in 1904 vestigde. Het terugbrengen van de entree naar de oorspronkelijke plaats is een van de duidelijke keuzes die de architect in zijn verbouwingsontwerp

Al jaren was het duidelijk: het Dordrechts Museum zat te krap in zijn jas. Er was te weinig ruimte voor de faciliteiten die het museum graag zou willen bieden. De tijden zijn veranderd en daarmee ook de eisen die aan een museum worden gesteld. Om publiek te blijven trekken is een regelmatig wisselend tentoonstellings-programma steeds belangrijker geworden. Het museum is meer en meer een centrum van activiteiten geworden, een culturele ontmoetingsplaats waar mensen komen om te kijken en te leren, maar ook om te doen en te ontspannen. Educatieve programma’s voor alle leeftijden, een aantrekkelijke winkel en een goede horecavoorziening horen daar als vanzelfsprekend bij.

PETER SCHOON

12 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Ruimte tussen oud- en nieuwbouw

Page 13: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

13 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Het Dordrechts Museum anno 2010Culturele ontmoetingsplek in Hollands oudste stad

maakte. De tuin, karakteristiek en sfeerbepalend, is daardoor een wezen-lijk onderdeel van het museumbezoek geworden.

Ook voor het interieur is gezocht naar de juiste verhouding tussen oud en nieuw: een hedendaagse invulling met respect voor het monument. Soms is het klassieke wit van de wanden bewust vervangen door een opval-lende kleur of textuur. Neem de zaal met werken van societyschilder Ary Scheffer, de Dordtenaar die in de tijd van de romantiek furore maakte in Parijs. De sfeer van Parijse salons uit die periode wordt hier opgeroepen door een wandbekleding van warm rood velours. Geen namaak 19de-eeuws, maar een fluweelzachte variant van de hedendaagse Engelse ontwer-per Nigel Atkinson.

Voor ieder kunstwerk is de juiste omgeving gecreëerd. Zo keert het grote stadsgezicht van Adam Willaerts terug op de wand van de centrale hal waar het ook in het verleden jarenlang hing. Een ereplaats en voor veel be-zoekers een vertrouwde aanblik. Een ander voorbeeld is de serie behang-selschilderingen uit de 18de eeuw, die in 2005 met steun van de Vereniging Rembrandt kon worden aangekocht. Hiervoor ontwierp de interieurarchitect een abstracte ‘salon’, om de omgeving te suggereren waarin dergelijke behangsels thuishoorden. Op deze

manier wordt de bezoeker in staat gesteld iets te ervaren van het oor-spronkelijke effect van de behangsels in een 18de-eeuwse kamer.

ANDERS KIJKEN

In het vernieuwde museum hoeft de eigen collectie zoals gezegd niet meer te wijken voor tijdelijke tentoonstellingen. Naast de logistieke voordelen betekent dit ook dat de (Dordtse) schilderkunst altijd zichtbaar is: zo krijgt de Dordtse schilderstraditie een vaste plek in de stad. De eigen collectie wordt gepre-senteerd in samenhangende groepen die met elkaar een beeld geven van ruim vijf eeuwen Nederlandse schil-derkunst, met een belangrijk accent op Dordrecht, zoals bijvoorbeeld De firma Cuyp, familie van schilders en Ary Scheffer, society-schilder in Parijs.

Iedere groep, of beter gezegd elke zaal, heeft een eigen, herkenbare sfeer, en naast zalen met een gemengde inrichting – schilderijen in combinatie met meubels, historische voorwerpen of beeldhouwkunst – zijn er ‘klassieke’ schilderijenzalen. Daarnaast zijn er op veel plaatsen extra accenten die het kijken spannend houden, de nieuws-gierigheid prikkelen. Zoals de ‘juwe-lendozen’ die bezoekers zelf kunnen openen om tekeningen en prenten van dichtbij, bijna ‘op de hand’ te bekijken. Of de ‘volière’ vol bontge-kleurde vogels, die op een luchtige

manier iets vertelt over de werkwijze van vogelschilder Aert Schouman. Of een oude druk van De Groote Schouburgh, het beroemde boek van de Dordtse schilder- schrijver Arnold Houbraken met daarnaast een digitale versie om zelf in te bladeren.

Het ‘anders kijken’ wordt nog eens extra gestimuleerd door de projectkamers die de vaste opstelling hier en daar on-derbreken. In deze zalen is de thema-tisch-chronologische opzet bewust losgelaten en worden juist verbanden gelegd dwars door de tijd. Een mooi voorbeeld is de presentatie Zandvliet vs Weissenbruch. De hedendaagse kun-stenaar Robert Zandvliet heeft zich in het verleden al vaker laten inspireren door schilders van de Haagse School, kunstenaars die net als hij bezig waren met de weergave van licht en atmosfeer. Op uitnodiging van het Dordrechts Museum maakte hij een schilderij geïn-spireerd op de 19de-eeuwse collectie. Hij koos voor een dialoog met Weissen-bruchs Te Noorden bij Nieuwkoop. De hedendaagse interpretatie van Zandvliet leidde tot een abstracte vertaling, die samen met het werk van Weissenbruch wordt getoond. Het is wellicht een wat ontregelende ervaring voor de bezoeker, die plotseling wordt uitgedaagd op een andere manier naar kunstwerken te kijken, los van de vertrouwde context. Maar dat is ook precies waar het museum toe wil verleiden.

Zaal met Haagse School Directeur Peter Schoon bekijkt de maquette

Page 14: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

14 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

resultaat van een historisch proces, waarin naast toevalsfactoren verande-rende opvattingen en bewuste keuzes een rol hebben gespeeld. Het spreekt voor zich dat de verbouwing en ver-nieuwing van het museum tot aan-scherping van het verzamelbeleid heb-ben geleid: de keuze voor de groepen waarin het eigen bezit wordt gepre-senteerd laat ook het uitgangspunt voor de gewenste uitbouw van de collectie zien. Is het gebouw de ver-antwoordelijkheid van de gemeente, de groei van de verzameling zal altijd voor een groot deel afhankelijk zijn van de betrokkenheid van particulieren.

De recente verwerving van een portret van twee kinderen in een landschap door Jacob en Aelbert Cuyp, aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt, is hier een voorbeeld van (zie hiernaast). Het schilderij laat de samenwerking van vader en zoon Cuyp zien. Een dergelijk werk had het museum nog niet in de collectie en is dus een waardevolle aanvulling voor de Cuypzaal. Hetzelfde kan worden gezegd van de eerder genoemde serie behangsels van de gebroeders Abraham en Jacob van Strij, waaraan naast de Vereniging Rembrandt onder andere de Stichting Vrienden van het Dordrechts Museum heeft bijgedragen. Deze unieke reeks is niet alleen een aanwinst voor het museum, maar door de zeldzaamheid en de hoge kwaliteit ook van groot belang voor het Nederlandse openbaar kunstbezit.

En soms spreekt een particulier zijn of haar waardering uit voor de verzame-ling door een schenking. Zo werd het museum nog onlangs een werk van Jan Andriesse geschonken door de oud-voorzitter van de Vereniging Rembrandt, mr. J.M. Boll. Het schilderij krijgt een plek in het cluster Nieuwe gezichtspunten, moderne en heden-daagse kunst.

Kortom, er is veel nieuws te zien in het Dordrechts Museum. U bent van harte uitgenodigd een kijkje te komen nemens

Peter Schoon is directeur van het

Dordrechts Museum

‘MIJN DORDRECHTS MUSEUM’

Het museum zal zich nadrukkelijk op een breder publiek richten dan voor-heen. Bewust is de keus gemaakt om de aandacht juist op bezoekers uit Dordrecht en directe omgeving te richten, waarbij ouders met jonge kinderen (ca. 7-14 jaar) de nieuwe kerndoelgroep vormen. Tijdens de sluiting van het museum zijn de ban-den met de eigen stad al verstevigd in een reeks projecten met diverse partners in de stad, uiteenlopend van winkeliers en woningbouwverenigin-gen tot scholen en bewoners uit de buitenwijken. Steeds weer bleek dat kunst en het museum wel degelijk gaan leven voor het publiek wanneer dat zich persoonlijk betrokken voelt.

‘Persoonlijk’ is daarom het sleutel-woord geworden in de publieksbege-leiding. Om de mogelijkheid van een bezoek op maat te bieden, is een vorm van educatieve begeleiding ontwikkeld die een stap verder gaat dan wat de museumwereld tot dus-ver kent. Het nieuwe systeem – ‘Mijn Dordrechts Museum’ – is een infor-matievoorziening met korte filmpjes, foto’s, lees- en luistertekst . Dit sys-teem speelt in op de belangstelling van de bezoeker en vuurt niet alleen eenzijdig kennis af, maar reageert ook op keuzes die de bezoeker maakt. Een lerend systeem dus. Wie zelf schildert in zijn vrije tijd wil mis-schien alles weten over materiaal en techniek. Iemand die samen met de kinderen plezier wil beleven in het museum, heeft meer aan een familie-tour met opdrachten en spelletjes. En wie vooral geïnteresseerd is in het

Dordtse aspect van de collectie zal dáár alles over willen weten. Elke bezoeker moet bij het verlaten van het museum het gevoel hebben een eigen ontdekkingstocht door de Nederlandse schilderkunst te hebben gemaakt, vanuit de rijke historie van Dordrecht.

Bezoekers en andere geïnteresseer-den kiezen zelf in welke vorm ze ‘Mijn Dordrechts Museum’ gaan gebruiken: het systeem werkt op computers met touchscreen in de museumzalen, op kleine mediaspelers (PDA’s) die te leen zijn bij het museum, op de mobiele telefoon van de bezoeker zelf en thuis, op de website van het museum. Dat is gastvrijheid in optima forma: we passen ons aan de gast aan, zowel in vorm als in inhoud. Door het systeem ook rechtstreeks te koppelen aan de website hopen we een levendig po-dium te creëren voor reacties en bij-dragen van het publiek. Zodat het museum niet alleen fysiek, maar ook virtueel een echte ontmoetingsplaats wordt.

VERSTERKING VAN DE COLLECTIE

Vanaf het allereerste begin – 1842 – is het verzamelbeleid gericht geweest op Nederlandse schilderkunst; daarbij is met name het sterke artistieke verleden van de stad Dordrecht richtinggevend. Het is deze gelukkige specialisatie die het museum zijn kracht heeft gegeven. Sterker nog, dit ver-zamelbeleid heeft het Dordrechts Museum tot een van de belangrijkste kunstmusea van het land gemaakt.

Zoals bij de meeste musea is de samenstelling van de collectie het

Onmisbarevriend

de Vereniging Rembrandt heeft door de jaren heen veel aankopen van het Dordrechts Museum

ondersteund. Of het nu ging om De Hemelse en Aardse liefde van Ary Scheffer (2000), het

brievenbord van Cornelis van der Meulen (2003), de

eend van Aelbert Cuyp (2004) of het gezicht op Dordrecht van Jan van Goyen (2008): steeds

weer was de Vereniging Rembrandt een onmisbare

steun. Om onze erken- telijkheid te tonen,

krijgen de leden van de Vereniging in de maand december op vertoon

van de Rembrandtkaart een gratis kopje koffie of thee in ons gloednieuwe restaurant Art & Dining.

Zicht vanuit de nieuwe entree op de tuin

Page 15: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

15 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Dordrechts Museum

Dordrecht

Portret van twee kinderen in een landschap met veeJacob Gerritsz. Cuyp (Dordrecht 1594 – 1652 Dordrecht) en Aelbert Cuyp (Dordrecht 1620 – 1691 Dordrecht)

Circa 1650. Olieverf op doek, 121,7 x 192,5 cmGesigneerd en onduidelijk gedateerd, midden rechts: JG. Cuy[p]/ A[o …] (JG aaneen)Opschrift onder de jongen: Aetatis 9 en onder het meisje: Aetatis 7

Herkomst: Fergus Hall Master Paintings, Londen (2009)

Dankzij de Vereniging Rembrandt en de Stichting Vrienden van de Dordtse Musea is een idyllisch, pastoraal portret van een 9-jarige jongen en zijn 7-jarige zusje teruggekeerd in de stad waar het is ontstaan. Het schilderij heeft een bijzondere meerwaarde omdat het een samenwerking is tussen twee meester-schilders: Jacob en Aelbert Cuyp. Hiermee

vertelt het werk iets over de praktijk in het atelier van de oude en de jonge Cuyp, die vaker hun krachten verenigden. Als voorbeeld van zo’n samenwerking is het portret een waardevolle aanvulling voor de Cuypzaal in het verbouwde Dordrechts Museum, dat zijn deuren weer opent rond het verschijnen van dit Bulletin.

Page 16: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

16 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

In de Gouden Eeuw speelde de familie Cuyp een bepalende rol in de schilderkunst in Dordrecht. Drie telgen uit de familie werden schilder, maar ze kozen allen een andere specialisatie. Jacob Gerritsz. Cuyp was de eerste belangrijke schilder in de stad en leermeester van velen. Als portretspecialist vereeuwigde hij heel wat vooraanstaande Dordtenaren en hun kinderen. Zijn jongere halfbroer Benjamin Cuyp (1612-1652) legde zich vooral toe op bijbelse voorstel-lingen en genrescènes. Zoon Aelbert koos voor het landschap; hij zou de beroemdste worden van de drie.

HERDERSIDYLLEN

Jacob Cuyp is volgens de Dordtse kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken in de leer geweest bij Abraham Bloemaert in Utrecht. In deze stad zal hij in aanraking zijn gekomen met pastorale schilderkunst: uitbeeldingen van herders en herderinnen die genieten van het buitenleven. Na zijn terugkeer intro-duceerde hij het genre in Dordrecht. Zijn Herderin met kind in een landschap in het Dordrechts Museum toont verschillende elementen die hij als portretschilder gedurende zijn hele leven zou blijven toepassen. Dit schilderij uit 1627 is weliswaar geen portret – al is de kans groot dat de kunstenaar zijn uit Utrecht afkom-stige vrouw Aertken en de jonge

Aelbert als modellen gebruikte – , maar in latere schilderijen zou hij de voorgestelden vaker met groot in het beeldvlak geplaatste schapen weergeven. Niet zelden zijn het zelfs

precies dezelfde schapen, in dezelfde houdingen. Dat herhalen van motie-ven is kenmerkend voor de werkwijze van Jacob Cuyp en zou ook door Aelbert worden overgenomen.

Opvallend in dit vroege schilderij is daarnaast het helderrode kleur- accent, gevormd door de kleding van de herderin. Dat keert eveneens terug in later werk, zoals in het sprankelende Portret van Michiel Pompe van Slingelandt uit 1649. Hierin is de jonge Michiel niet als herder uitge-dost, maar wel in de buitenlucht af-gebeeld. Jachtmotieven versterken de status van het levendig uitgebeelde kind en zijn familie. Ook veel andere Dordtenaren lieten vol trots hun kroost afbeelden. Het recent aange-kochte, idyllische Portret van twee kin-deren in een landschap met vee sluit aan

Herderin met kind in

een landschap

Jacob Gerritsz. Cuyp

1627. Olieverf op doek,

101,5 x 175 cm

DORDRECHTS MUSEUM

Portret van Michiel

Pompe van Slingelandt

Jacob Gerritsz. Cuyp

1649. Olieverf op paneel,

106,5 x 78 cm

DORDRECHTS MUSEUM

(BRUIKLEEN ICN)

Page 17: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

17 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

bij de behoefte van vooraanstaande Dordtse opdrachtgevers om hun nageslacht te vereeuwigen en het buitenleven te verheerlijken. Jacob Cuyp speelde daar handig op in en heeft tal van informele (pastorale) kinderportretten gemaakt, soms met hulp van zijn zoon Aelbert.

SAMENWERKING

De nieuwe aanwinst is een imposant schilderij. Niet alleen door het for-maat, maar ook door de ontstaans-geschiedenis. Het doek is gesigneerd door Jacob Cuyp. Hij leidde het atelier en stond bekend om zijn levendige, ongedwongen kinder-portretten met inventief bijwerk. Aelbert Cuyp assisteerde zijn vader bij enkele van de meer ambitieuze opdrachten. In 1641 werkten vader en zoon samen aan ten minste twee grote familieportretten die tegen-woordig in Jeruzalem en Buenos Aires bewaard worden.1 Beide stukken zijn door Jacob gesigneerd, maar hij schilderde alleen de por-tretten, het landschap nam Aelbert voor zijn rekening. Ook op andere manieren werkten vader en zoon samen. Zo gebruikte Jacob soms tekeningen van zijn zoon voor de achtergronden van zijn schilderijen, zoals in het portret van Michiel Pompe van Slingelandt uit 1649.

Het Portret van twee kinderen in een landschap met vee is eveneens in samen-

werking ontstaan. De achtergrond wordt gevormd door een voor Aelbert Cuyp kenmerkend zonnig landschap met koeien. Terwijl bij de samenwer-kingen in 1641 Aelberts manier van schilderen nog sterk beïnvloed was door Jan van Goyen, is hier een italianiserend landschap te zien van omstreeks 1650, het begin van Aelberts late stijl waarin een helder licht overheerst. Ook de voorgrond met door zonlicht beschenen takken en bladen is karakteristiek voor het werk van Aelbert. Waarschijnlijk was de oude Cuyp verantwoordelijk voor de portretten en de dieren op de voorgrond. De houding van het meisje is vaker door hem toegepast en de schapen en de bok komen eveneens op andere schilderijen van zijn hand voor. Zo treffen we op het familieportret in Buenos Aires dezelfde schapen aan.

De handeling van de jongen in het opvallende rood komt zeker ook uit de koker van de oude Cuyp. Het kind houdt de bok bij een hoorn vast. Dat verwijst mogelijk naar op-voeding, want het symboliseert het beteugelen van ondeugd of zelfs wellust, iets wat voor jonge kinderen al van belang werd geacht. De bloe-menkrans die het meisje aan het vlechten is, kan ook een symbolische betekenis hebben, omdat bloemen in combinatie met kinderen vaak voor jeugd en bloei staan.2 De jongen en

het meisje genieten van een zonnig Arcadië. Wie zij zijn, is helaas niet meer bekend. Maar ongetwijfeld zijn het de kinderen van een welge-stelde opdrachtgever uit Dordrecht.

De pastorale sfeer in dit schilderij is voor een groot deel de verdienste van Aelbert. Zijn zonnige, heuvel-achtige landschap met ruïne is de perfecte achtergrond voor het ge-idealiseerde herdersleven dat de kinderen uitbeelden. Het lijkt er ook op dat Aelbert verantwoordelijk was voor enkele wijzigingen in de oor-spronkelijke compositie, die ertoe hebben bijgedragen dat het schilderij zo’n harmonieuze indruk maakt. Verschillende pentimenti (in de loop der tijd zichtbaar geworden wijzigin-gen) duiden erop dat de eerste opzet van Jacob niet geheel geslaagd was. De oude Cuyp heeft zelf enkele details aangepast, zoals de rechter-arm van het meisje, die aanvankelijk was uitgestrekt om het schaap te voeren. De grootste verandering betreft echter de achtergrond rechts-boven. Tijdens het voltooien van de opdracht werden rechts twee forse koeien, die boven het meisje en de schapen uittorenden, overschilderd met bomen en een wolkenlucht. Het landschap in het middendeel van het schilderij heeft daardoor meer aandacht gekregen. Mogelijk heeft Aelbert dit gedaan om de verhouding tussen de guren en dieren op de

Portret van een echtpaar

met kind in een

landschap bij Rhenen

Jacob Gerritsz. Cuyp en

Aelbert Cuyp

1641. Olieverf op doek,

106,5 x 148,5 cm

MUSEO NACIONAL DE ARTE

DECORATIVO, BUENOS AIRES

Portret van de eend

Sijctghen

Aelbert Cuyp

1647/50. Olieverf op

paneel, 35 x 41,5 cm

DORDRECHTS MUSEUM

Page 18: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

voorgrond te verbeteren en tegelij-kertijd een mooiere overgang naar de landschappelijke achtergrond te verkrijgen. Het zou kunnen duiden op de toenemende invloed van de jonge Cuyp, die zijn vader al voor-bijgestreefd was. Niet veel later zou hij het atelier van hem overnemen. In enkele (ruiter)portretten die Aelbert in de jaren vijftig van de 17de eeuw schilderde, laat hij zien dat hij behalve een begenadigd landschapsschilder ook een goed portrettist was.

DE CUYPCOLLECTIE IN DORDRECHT

Het Portret van twee kinderen in een landschap met vee van Jacob en Aelbert Cuyp vult het werk van beide schilders in het Dordrechts Museum prachtig aan. Het versterkt de groep (kinder)portretten van Jacob Cuyp, geeft een beeld van de populariteit van het door hem geïntroduceerde pastorale genre en getuigt van de samenwerking met zijn zoon. De veelzijdigheid van beide schilders wordt zo goed mogelijk getoond in de nieuwe inrichting van het museum. Niet alleen kan een overzicht worden gegeven van de ontwikkeling in de landschappen van Aelbert Cuyp, ook unieke schilderijen, zoals het portret van de eend Sijctghen, laten zijn talent zien.3 Even verrassend is Jacob Cuyps ‘portret’ van 17 bloeien-de tulpen uit 1638. Met bruiklenen van andere musea en particulieren worden bovendien leemtes ingevuld. Zo kunnen Aelbert Cuyps kwalitei-ten als portretschilder inzichtelijk worden gemaakt met een portret van een man uit de verzameling van het Rijksmuseum. Een historiestuk van Aelbert met de bekering van Saulus, in bruikleen van een particulier, sluit prachtig aan bij het werk van Benjamin Cuyp.

Toen in 1977-78 voor het eerst een tentoonstelling in Dordrecht werd georganiseerd over Aelbert Cuyp, kon slechts één schilderij van de meester uit eigen bezit worden getoond. Van Jacob en Benjamin Cuyp was er op de tentoonstelling Aelbert Cuyp en zijn familie. Schilders te Dordrecht weliswaar meer werk uit de eigen collectie te zien, maar in de afgelopen decennia is het werk van de drie Cuypen sterker uitgebreid dan in de 135-jarige geschiedenis van het museum vóór de tentoon-stelling. Geen ander museum kan nu zoveel stukken van Aelbert Cuyp laten zien en nergens wordt zijn werk zo mooi geplaatst naast dat van Jacob en Benjamin Cuyp. Dordrecht kan zijn beroemdste schilder in al zijn veelzijdigheid tonen. Dat was zonder de Vereniging Rembrandt nooit gelukt. Inclusief de huidige aanwinst steunde de Vereniging vanaf 1978 niet minder dan zes belangrijke aankopen voor de Cuypcollectie. Na een ingrij-pende verbouwing en uitbreiding kunnen deze schilderijen nu weer stralen in het nieuwe Dordrechts Museums

Sander Paarlberg

Conservator oude kunst

Kunstvragen

Elsbeth van Tets-van Tienhoven (59)Bestuurslid van de Vereniging Rembrandt

Wat is uw eerste kennismaking met kunst?‘Mijn vader was een verzamelaar van prenten van oude meesters. Hij had als verzamelaar contact met het prentenkabinet van het Rijksmuseum, en sneed zelf zijn passe-partouts, waar ik hem bij mocht helpen.’

Herinnert u zich nog uw eerste kunstreproductie? ‘Na mijn schooltijd woonde ik zes maanden in Wenen om

Duits te leren. In Galerie Belvedere zag ik voor het eerst Gustav Klimt, waarop ik De kus kocht. Dat affiche hangt nog steeds bij mij thuis, zij het nu op zolder.’

Wat is uw eerste kunstaankoop?‘Op mijn veertiende kocht ik – naar het voorbeeld van mijn vader – op de veiling een luie mahoniehouten stoel om in te lezen, een zogeheten voltaire. Ook die stoel is nog steeds in gebruik. Sindsdien ben ik verslaafd aan veilingen, en van die “verslaving” heb ik gedurende dertien jaar zelfs mijn baan gemaakt.’ Naar welk museum gaat u graag terug?‘Met de Rembrandtkaart in mijn bezit en het Rijksmuseum om de hoek ligt het voor de hand om het Rijksmuseum te noemen. Maar ook het Mauritshuis gaat mij zeer aan het hart, en Teylers, waar ik in mijn jeugd veel kwam. De authenticiteit van dit 18de-eeuwse museum, de inrichting, de vitrinekasten, de geur, maakt een bezoek aan dit museum al tot een feest.’

Welke aankoop voor welk museum zou u graag willen steunen?‘Ik heb niet één bepaald werk in gedachten, de top is altijd een verrijking, of het nu om een meubel, een stuk zilver of een schilderij gaat.’

Welk werk zou u graag met iedereen willen delen?‘Het Portret van een tweeling van Joanna Vergouwen, een Antwerpse schilderes uit de 17de eeuw. Daar geniet ik elke dag weer van. Ik zou het graag een museum gunnen, maar die beslissing is niet aan mij, die is aan mijn tweelingdochters.’

Noten

1. Zie S. Paarlberg (red.), Jacob Gerritsz. Cuyp (1594-1652), tent. cat. Dordrecht (Dordrechts Museum) 2002, cat. nr. 27 en afb. 34; het in 1645 geschilderde kinderportret (cat. nr. 30) is vermoedelijk geheel van de hand van Aelbert Cuyp.

2. Mogelijk is de krans een verwijzing naar een van de verhalen uit het populaire Il Pastor Fido, het herderspel van Guarini uit 1589, maar andere aanwijzingen hiervoor ontbreken.

3. Dit schilderij werd in 2004 aangekocht met steun van de Mondriaan Stichting, de Vereniging Rembrandt en de Stichting Vrienden van het Dordrechts Museum.

Het verbouwde Dordrechts Museum gaat op zaterdag 27 november weer open. De nieuwe aanwinst zal dan zijn te bewonderen in de Cuypzaal, waarin het veelzijdige werk van deze Dordtse schilderfamilie centraal staat.

18 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Page 19: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

19 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Het bestaan van dit schilderij was onbe-kend tot het in 2009 verscheen op de internationale kunstmarkt. Het verraste specialisten als een van de beste stukken van Cornelis Jonson van Ceulen, een Engels-Nederlandse portretschilder die in de 17de eeuw een aanzienlijke reputatie genoot. Jonson van Ceulen, geboren in 1593 te Londen, was de zoon van Cornelis Janson van Antwerpen en Johanna Le Grand, die naar Engeland waren gevlucht om aan vervolging vanwege hun religie te ontkomen. Zijn grootvader Peter Janson kwam oorspronkelijk uit Keulen en daarom gebruikte de familie vaak de naam Jonson van Ceulen (d.i. Janson van Keulen). Waarschijnlijk ging Cornelis Jonson in de Noordelijke Nederlanden in de leer als schilder, waarna hij rond 1618 naar Londen terugkeerde. In Engeland schilderde hij gedurende een periode van 25 jaar een groot aantal portretten voor opdrachtgevers in de hogere sociale kringen, geïnspireerd door het werk van Anthony van Dyck.

In 1643, aan het begin van de Engelse burgeroorlog, verliet Jonson van Ceulen Engeland en vestigde hij zich voor korte tijd in Middelburg. Enkele jaren later woonde hij in Amsterdam en in 1647

schilderde hij een groot groepsportret van de magistraat van Den Haag (nog steeds in het Oude Stadhuis aldaar). In de daaropvolgende jaren portretteerde hij burgers van verschillende Nederlandse steden, inclusief Middelburg, wat doet vermoeden dat hij enige tijd veel rond-reisde. Het was in zijn laatst bekende woonplaats, Utrecht, dat hij het portret van IJsbrand van Diemerbroeck schil-derde.

Het driekwartportret, gesigneerd en gedateerd in 1657, is een typisch voorbeeld van de werken die Jonson van Ceulen in zijn Nederlandse periode vervaardigde. Gedurende deze tijd ont-wikkelde en perfectioneerde hij zijn zeer persoonlijke stijl. Opvallend is de onge-bruikelijke maar kenmerkende blauwe achtergrond, de elegantie en de levens-echte weergave van de gelaatstrekken, alsook de prachtige nuances zwart in de voorname kleding van het model.

PESTEPIDEMIE IN NIJMEGEN

Op het moment dat Van Diemerbroeck werd geportretteerd was hij hoogleraar geneeskunde en anatomie aan de uni-versiteit van Utrecht. Hij mocht daar als remonstrant colleges geven (afwisselend theoretische en praktische lessen, waar-onder ook anatomische demonstraties), hoewel dat voorrecht in Utrecht door-gaans was voorbehouden aan hoogleraren met een orthodox-gereformeerde achter- grond. Van Diemerbroeck was dan ook een man van enige reputatie. Van zijn hand verschenen verschillende geschrif-ten over gevallen uit zijn dagelijkse artsen-praktijk. Zijn in 1672 gepubliceerde en vaak herdrukte werk Anatome corporis humani zou de geschiedenis ingaan als het beste en volledigste anatomiehand-boek van zijn tijd.1 Zijn grootste bekend-heid verwierf Van Diemerbroeck echter met De peste libri quatuor uit 1646 (in 1665 uitgegeven met de titel Tractatus de peste en in 1711 in het Nederlands gepubli-

ceerd als Traktaat van de Peste).2 Het boek is feitelijk een ooggetuigenverslag van de pestepidemie die Nijmegen teisterde in de jaren 1635-36.

Deze epidemie was een van de ergste en langdurigste uit de hele Nederlandse geschiedenis. De stad zat op dat moment boordevol mensen vanwege een op handen zijnde Spaanse aanval. Naast de 6.000 inwoners bevonden zich er ruim 7.000 soldaten, waarbij nog eens 3.000 soldatenvrouwen en -kinderen kwamen. De 16.000 opeengepakte mensen waren een gemakkelijke prooi voor de pest toen deze, in het kielzog van de soldaten, Nijmegen binnenkwam. Van 31 juli 1635 tot 1 augustus 1636 werden er ten minste 6.009 mensen begraven, ‘behalve die door verzuim der kosters zijn vergeeten’. Met een uiterst gedetailleerde beschrij-ving van het ziektebeeld bij 120 patiën-ten geeft Van Diemerbroeck in zijn traktaat duidelijk weer welke vreselijke gevolgen de uitbraak van de pest kon hebben. Symptomen waren ernstige benauwdheid en razernij, evenals zwarte plekken op de huid en pestbuilen over het hele lichaam. Hij vertelt hoe de lijkbaren huis-aan-huis in de Nijmeegse straten stonden opgesteld, welke doods-strijd de pestlijders moesten ondergaan en hoe ziekentroosters, pestmeesters en lijkendragers vaak zelf ook de ziekte opliepen.

‘KLEINE DEELTJENS’

Het angstaanjagende was, dat niemand wist waar de pest vandaan kwam. Van Diemerbroeck beweerde dat de ziekte ‘in kleine deeltjens’ uit de hemel neer-daalde, als een straf van God. Een betere hygiëne en afzondering van degenen die de ziekte hadden opgelopen, waren hoegenaamd de enige maatregelen die men kon nemen ter bescherming. Om zelf aan de ziekte te ontsnappen, rookte Van Diemerbroeck dagelijks een aantal pijpen tabak en nam hij regelmatig een

Museum Het Valkhof

Nijmegen

Portret van IJsbrand van Diemerbroeck (1609-1674)Cornelis Jonson van Ceulen I (Londen 1593 – 1661 Utrecht)

1657. Olieverf op doek, 114 x 91 cmGesigneerd en gedateerd, midden links: Cornelis Janson / van Ceulen / fecit / 1657

Herkomst: Bob P. Haboldt & Co., New York (2010)

Museum Het Valkhof heeft een recent ontdekt portret verworven van een van de beroemdste pestdokters uit de Nederlandse geschiedenis: de Nijmeegse geneesheer IJsbrand van Diemerbroeck. Het schilderij is niet alleen een belangrijke verster- king voor de deelcollectie Nijmeegse portretten, die permanent op zaal hangt, maar biedt ook mogelijkheden om vanuit de lokale geschiedenis onderwerpen te belichten met een nationale, zelfs internationale reikwijdte. De aankoop was mogelijk dankzij steun van verschillende fondsen en de hoogleraren van het UMC St Radboud, die uit eigen middelen bijdroegen om de beeltenis van hun illustere voorganger naar de stad te kunnen halen.

Page 20: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld
Page 21: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

21 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

beetje triakel in, een geneesmiddel dat onder meer opium bevatte.

Door de nauwgezetheid waarmee de symptomen van de ziekte in Van Diemerbroecks pesttraktaat worden beschreven, werd het boek een van de belangrijkste medische geschriften van zijn tijd. De publicatie bracht Van Diemerbroeck internationale erkenning en mede op basis van zijn analyse kon de pest vanaf de tweede helft van de 17de eeuw in heel Europa langzamerhand worden teruggedrongen, om in de vol-gende eeuw denitief van het toneel te verdwijnen. De Latijnse uitgave uit 1646 kent verschillende edities en er verschenen vertalingen, als gezegd in het Nederlands, maar ook in het Engels. Tot op de dag van vandaag geldt het als een standaardwerk op de literatuurlijst van studenten medische geschiedenis. Een eerste editie van het boek werd het museum recent geschonken door de Vrienden van Museum Het Valkhof, naar aanleiding van de verwerving van het portret van de auteur, en wordt sinds-dien tentoongesteld bij het schilderij.

PIJNAPPELKLIER

Van Diemerbroeck vertrok in 1644 met slaande ruzie uit Nijmegen, vanwege een nancieel con�ict met zijn collega-stadsdokter Emanuel de Mandeville. Hij vestigde zich in Utrecht, waar hij in 1649 werd benoemd als hoogleraar anatomie aan de universiteit. In deze functie wordt hij ook nadrukkelijk geportretteerd op het schilderij van Jonson van Ceulen. Van Diemerbroecks rechterhand rust op een opengeslagen boek op de tafel, waarin we drie gravures zien: een skelet en twee secties van de hersenen, verwij-derd uit de schedelholte. Deze voorstel-lingen refereren aan een van de meest invloedrijke boeken over de menselijke anatomie: het beroemde De humani corporis fabrica van Andreas Vesalius (1514-1564).3

De keuze voor de gravures op de rechterpagina, die in Vesalius’ boek overigens niet op dezelfde bladzijde zijn afgebeeld, is in het bijzonder interessant omdat het afbeeldingen zijn van de pijn-appelklier (epifyse). Dit was een actueel onderwerp rond het midden van de 17de eeuw. De Franse losoof René Descartes (1595-1650), die veel aandacht besteedde aan de bestudering van de pijnappelklier – hij noemde haar ‘de zetel van de ziel’ – beschouwde haar als het verbindingspunt tussen verstand en lichaam. Zijn Traité des passions de l’âme (De passies van de ziel) van 1649 ontke-tende een heftig debat over de functie van de pijnappelklier. Het lijkt heel waarschijnlijk dat de compositie van Van Diemerbroecks portret ontstond met het oog op die specieke context. Door zich zo nadrukkelijk met deze gravures te laten afbeelden, heeft de hoogleraar zich willen presenteren als een geleerde die midden in het wetenschappelijke debat staat.

Dat de discussie over de pijnappelklier Van Diemerbroecks belangstelling had, lijdt geen twijfel. In 1672, vijftien jaar na het ontstaan van zijn portret, werd de hierboven reeds genoemde studie Anatome corporis humani gepubliceerd. Hierin vatte Van Diemerbroeck de ver-schillende opvattingen over de pijnap-pelklier samen. In zijn bespreking van de meningen van Descartes (1649) en de geleerden Regius (1657) en La Forge (1664) – die de theorie van Descartes verdedigden – en die van Le Boë Sylvius (1663) en Wharton (1656) – die haar verwierpen – concludeerde Diemerbroeck dat het vraagstuk naar de functie van deze klier nog altijd onopgelost is: ‘Iedereen heeft het recht op zijn eigen mening maar ik denk dat zijn functie vrij onbe-kend en obscuur is en dat hierover niets kan worden verklaard; wat overblijft is louter giswerk op basis van twijfelachtige argumenten en daarom ben ik van

mening dat de vernuftige speculaties van een ieder over dit onderwerp lovenswaar-dig zijn, maar dat het niet noodzakelijk is deze ideeën zonder meer aan te nemen of als het enige credo te aanvaarden’.4

SPEURWERK

Een andere versie van dit bezielde por-tret, eveneens geschilderd door Jonson van Ceulen, bevindt zich sinds 1698 in de collectie van de universiteit van Utrecht. De compositie is teruggebracht tot een portretbuste in een ovaal, zonder handen en boek. Het Utrechtse portret is met zekerheid een herhaling van ons schilderij. Wat betreft de herkomst van Van Diemerbroecks beeltenis in Museum Het Valkhof, bleek inmiddels uit onder-zoek door dr. Marten Jan Bok in Het Utrechts Archief dat het schilderij in 1681 in Utrecht wordt genoemd in de

IJsbrand van Diemerbroeck als pestdokter

Anoniem

Ca. 1640. Ets

Afmetingen en verblijfplaats onbekend

(Afbeelding Regionaal Archief Nijmegen)

Van Diemerbroeck is

hier afgebeeld in de

gebruikelijke pestdok-

terskleding. Aan zijn

hoed is een masker

in de vorm van een

vogelkop bevestigd.

De reusachtige snavel

is gevuld met geurige

kruiden en parfum,

bedoeld als een filter

dat de (naar men

veronderstelde) ziek-

makende pestlucht

moest tegenhouden,

terwijl een bril de

ogen afschermt.

Page 22: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

JOS W.M. VAN DER MEER

Portret van IJsbrand van Diemerbroeck, door Cornelis Jonson van Ceulen

22 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

boedelinventaris van de zoon van de geportretteerde, mr. Thijman van Diemerbroeck.5 Wat het speurwerk verder oplevert zal in de komende tijd zeker nog worden gepubliceerd, maar genieten van deze aanwinst voor het Nederlands openbaar kunstbezit kunnen we alvast volop. Mede dankzij u!s

Ruud Priem

Conservator oude kunst

Noten

1. IJsbrand van Diemerbroeck, Anatome corporis humani, Utrecht, 1672.

2. IJsbrand van Diemerbroeck, De peste libri quatuor, truculentissimi morbi historiam ratione & experientiâ confirmatam exhibentes, Arnhem 1646.

3. Andries van Wesel (Andreas Vesalius), De humani corporis fabrica libri septem, Basel 1543.

4. Van Diemerbroeck, op. cit. (noot 1), p. 592; geciteerd in G.J.C. Lokhorst en Timo T. Kaitaro, ‘The Originality of Descartes’ Theory about the Pineal Gland’, Journal for the History of the Neurosciences 10 (2001), pp. 6-18.

5. Het Utrechts Archief II, 3146, Gerechtelijke inventarissen d.d. 9 november 1681. Met dank aan dr. Marten Jan Bok, Utrecht, die zijn aantekeningen over de genealogie van de familie Van Diemerbroeck ruimhartig ter beschikking stelde.

Mijn interesse in IJsbrand van Diemerbroeck stamt uit 1988. In dat

jaar werd ik als nieuw benoemde hoogleraar interne geneeskunde in

Nijmegen geacht een gloedvolle oratie te houden.

In het kader van mijn expertise in infectieziekten – het onderdeel van de interne geneeskunde dat ik vooral in Nijmegen zou gaan inbrengen – zocht ik naar een historische verankering voor mijn verhaal. In het pre-Google-tijdperk was een dergelijke zoektocht niet zo simpel, niettemin stuitte ik al gauw op Van Diemerbroeck (1609-1674) en de Nijmeegse pestepidemie van 1635-36. Het was vervolgens niet moeilijk de 17de-eeuwse – vrijwel afwezige – kennis van de infectieziekten, en met name de pest, in een betoog onder te brengen over de infectieproblematiek anno 1988 (inmiddels ook gedateerd: geen grieppandemie, geen Q-koorts en aanzienlijk minder antibioticaresistentie).

Wellicht is een nadere toelichting op zijn plaats over de afwezige inzichten in infectieziekten in Van Diemerbroecks tijd: Antoni van Leeuwenhoek zou pas in 1667 met zijn microscoop bacteriën zien en van levende, microscopisch kleine ziekteverwekkers had men geen flauw idee. Wel waren er gedachten over besmettelijkheid via slechte lucht. Van Diemerbroeck beschermde zich hiertegen door tijdens contact met patiënten pijpen te roken. Hoe inconsequent de gedachtevorming over besmetting zelfs bij Van Diemerbroeck was, moge blijken uit zijn beschrijvingen van het optreden van pest bij personen die het ‘afgrijselijk gelaat’ van een koortsige pestlijder hadden gezien.

In de tijd van mijn naspeuringen over Van Diemerbroeck was het bestaan van dit fraaie portret door Jonson van Ceulen onbekend. Het beeld dat ik mij vormde over Van Diemerbroeck en zijn tijdperk was, met de pregnant aanwezige zwarte dood, hoofdzakelijk opgebouwd uit schakeringen van zwart en grijs. Het aantrekkelijke schilderij was dan ook een volslagen verrassing. Niks somber: een – weliswaar in zwart gehulde – schrander kijkende, zelfbewuste, misschien ijdele, maar niettemin empathisch aandoende man, tegen een achtergrond van een prachtig blauw. Niet het beeld van een door de pestepidemie afgetobde stadsdokter, bij wie de confrontatie met het menselijk leed en de gesel Gods hun zichtbare sporen hebben achtergelaten. Ik besef terdege dat het beeld van de afgematte, door het zien van de lijdende medemens ge-tekende dokter een karikaturale vervorming is, die bij gebrek aan een concreet beeld ontstaat. Ik weet ook goed uit de hedendaagse praktijk dat men aan de gezichten van dokters niet kan aflezen hoe goed of slecht de prognose van hun patiënten is.

Uit zijn wereldberoemde Tractatus de peste blijkt onmiskenbaar het zelfbewuste, ietwat arrogante van Van Diemerbroeck: zo etaleert hij nogal wat minachting voor de (niet-academisch gevormde) chirurgijns, die met aderlaten de patiënten nodeloos verzwakten en dus de geneesheer voor de voeten liepen. In het schilderij heeft Van Diemerbroeck zijn hand op een opengeslagen boek met anatomische afbeeldingen – kennelijk niet zijn tractaat over de pest. Hij was toen Jonson van Ceulen hem portret-teerde reeds hoogleraar in Utrecht en het onderwijs in de anatomie was een belangrijk onderdeel van zijn leeropdracht.

Met dit portret van de dokter die grote naam maakte tijdens de pestepidemie in de jaren 1635 en 1636 krijgt de Nijmeegse geneeskunde een gezicht, een icoon, en Museum Het Valkhof een schitterend portrets

Jos W.M. van der Meer is hoogleraar interne geneeskunde in het UMC St Radboud

HETZELFDE SCHILDERIJ, OP EEN ANDERE MANIER BEKEKEN

Portret van IJsbrand van Diemerbroeck (1609-1674)

Cornelis Jonson van Ceulen ICa. 1660. Olieverf op doek, op board, 64,5 x 54 cmUNIVERSITEITSMUSEUM UTRECHT

Page 23: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

Hoeroa, ceremoniële staf en wapenNoord-eiland, Nieuw-Zeeland

18de eeuw. Walvisbeen, L 121 cm, B 4,3-7,2 cm, D 1-1,2 cmHerkomst: Privécollectie, via Michael Graham-Stewart, Auckland (2010)

Museum Volkenkunde

(Rijksmuseum voor

Volkenkunde) Leiden

In Nieuw-Zeeland wordt veel meer dan in Europa een actieve verzamelpolitiek gevoerd voor Maori-kunst. Sommige Europese musea beschikken echter over prachtige historische Maori-collecties. Die van het British Museum is wellicht de bekendste en de grootste, maar er zijn ook uitzonderlijke stukken te vinden in het Musée du quai Branly in Parijs, het Linden-Museum in Stuttgart en het Museum für Völkerkunde in Hamburg, om er maar een paar te noemen. Daarbij vergeleken is de verzameling in Museum Volkenkunde vrij klein, al bevat zij een aantal uitstekende stukken. Zij behoort in ieder geval tot de top in Nederland. Binnen het museum maakt de Maori-collectie deel uit van het beste uit het Polynesische cultuurgebied, waarin vanwege de Nederlandse koloniale ge-schiedenis de Papoeakunst overheerst.

HOEROA

Hoewel niet iedereen het hierover eens is, hadden hoeroa (enkelvoud en meer-voud zijn hetzelfde) zeer waarschijnlijk zowel een belangrijke ceremoniële functie als scepter of teken van waardigheid van de hoogste Maori-leiders, alsook een functie als slagwapen. In ieder geval zijn het in eerste instantie symbolen van prestige en van autoriteit, voorbehouden aan leiders met een grote dosis mana, een door deugd en moed verkregen algemeen respect. Daarnaast werden ze hoogstwaarschijnlijk, evenals de veel kleinere wahaika, een klein slagwapen van hout, jade of walvisbot, ook in man-tegen-mangevechten gebruikt. Maar terwijl een krijger voorzien van een wahaika zijn tegenstander zeer dicht moest naderen, stelde de veel langere hoeroa hem in staat iemand van grotere afstand af te weren, te verwonden of uit te schakelen.

Hoeroa zijn vervaardigd uit het onderkaakbeen van de potvis (Physeter macrocephalus), een kleine walvissoort,

Onlangs heeft Museum Volkenkunde de hand weten te leggen op een bijzondere hoeroa. Zulke stukken, met een zowel direct aansprekende esthetische kwaliteit, alsook grote intrinsieke power en historische waarde, zijn zeer zeldzaam. Voor zover bekend zijn vergelijkbare exemplaren alleen in de collecties van het Musée du quai Branly in Parijs en twee musea in Nieuw-Zeeland. Daarom is dit een belangrijke toevoeging aan de bestaande Maori-collectie van het Leidse museum, die de waarde van de verzameling niet alleen op landelijk, maar ook op internationaal niveau verhoogt.

Detail van de kop.

De curvilineaire

motieven zijn

geïnspireerd op

varenbladeren.

Page 24: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

24 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

waarbij gerafneerd gebruik is gemaakt van de natuurlijke curve, en voorzien van slechts één kleine, jn uitgekerfde versiering aan een eind. Vóór het begin van de walvisjacht in de Nieuw-Zeelandse wateren was walvisbeen een zeer zeld-zaam en dus ook kostbaar materiaal. De Maori, de oorspronkelijke bewoners van Aoteaora (Nieuw-Zeeland), joegen niet actief op walvissen en waren afhankelijk van incidenteel aangespoelde dieren. Uiteraard waren walvissen een rijke bron van voedsel, maar daarnaast leverden ze walvisbeen of walvisivoor (van de 132 tanden) op, dat werd geassocieerd met leiderschap. De voorwerpen die van deze materialen werden gemaakt, ge-tuigden van de mana, de macht en het gezag van een leider. Vanwege zijn na-tuurlijke kwaliteit als hard en duurzaam materiaal was walvisbeen ook uitermate geschikt voor het maken van wapens.

Handwerk als vakmanschap houdt in dat de handwerksman enerzijds voor minimaal verlies van materiaal kiest, anderzijds optimaal gebruik maakt van de natuurlijke beperkingen die het ma-teriaal hem oplegt. De vorm van deze hoeroa volgt prachtig de natuurlijke lijn van de onderkaak van de potvis en is slechts iets bijgewerkt, mogelijk gevijld, om een eenvoudige, sierlijke vorm te

verkrijgen. Het resultaat is een haast abstracte sculptuur. De aldus verkregen primaire vorm van de hoeroa is bovenaan de handgreep zeer kunstig ajour ver-sierd met symmetrische curvilineaire motieven, gespiegeld om een centrale as. Zulke motieven zijn waarschijnlijk geïnspireerd op een van de vele inheemse Nieuw-Zeelandse varensoorten en zijn ook terug te vinden in andere Maori-kunstuitingen die nauw verbonden zijn met prestige en leidersposities, zoals bijvoorbeeld gezichtstatoeage. Het ob-ject beantwoordt zo aan de schoonheids-canon van de Maori, die aan esthetiek een bovennatuurlijke kracht toekent. Alleen ‘mooie’ objecten kunnen hun zowel symbolische als praktische functie daadwerkelijk uitoefenen.

SNIJKUNSTENAARS

Bij de Maori werd en wordt de snijkunste-naar, tohunga, enorm geapprecieerd en gerespecteerd vanwege zijn technische vaardigheden en omdat hij het vermogen had bovennatuurlijke krachten te kanaliseren. Beeldhouwen, een activiteit voorbehouden aan mannen, omvat het bewerken van hout, steen, been en huid (tatoeëren) en is in hoge mate sacraal. Om zichzelf en de toekomstige gebruiker of eigenaar tegen bovennatuurlijk onheil te beschermen, moet de kunstenaar zich rekenschap geven van verschillende rituele beperkingen. Aangenomen wordt dat inbreuk op een van de voorschriften ernstige gevolgen kan hebben, waaronder zelfs de dood van de snijder, de opdracht-gever of hun families. Traditioneel werk-ten snijkunstenaars met stenen gereed-schappen, vaak van jade. Maar al kort na de komst van 18de-eeuwse ontdekkings-

reizigers zoals James Cook, Jean-François de Surville en Marion du Fresne begon men in de noordelijke kustgebieden van Nieuw-Zeeland messen, bajonet-lemmeten, bijlen, spijkers en zelfs tonringen tot snijgereedschap om te vormen. Sommigen bleven echter de traditionele werktuigen van jade of andere steensoorten gebruiken.

INDRUKWEKKENDE HERKOMST

Van grote betekenis voor de nu aange-kochte hoeroa is dat hij toebehoorde aan de belangrijke Maori-leider Tamati Waka Nene, waarschijnlijk geboren in de jaren tachtig van de 18de eeuw. Zowel aan va-ders- als aan moederszijde is zijn genea-logie indrukwekkend. Tapua, zijn vader, was een chief en een rituele specialist, van de Ngati Hao-stam van het Hokianga-gebied. Hij was tevens verwant met de leiders van Whangaroa en Bay of Islands. Nene’s moeder was Te Kawehau – geparenteerd aan Hongi Hika, die samen met hoogleraar Samuel Lee van de universiteit van Cambridge bijdroeg tot de eerste orthograe van de taal van de Maori, Te Reo Maori. Al op jonge leeftijd stond Nene bekend als een uitmuntend krijger. Na vele veldslagen werd hij de machtigste leider van het Hokiangagebied. Hij beschermde de Wesleyaanse missie en de Europese han-delaars. Uiteindelijk bekeerde hij zich en werd in 1839 zelf ook een Wesleyaans methodist, waarbij hij de naam Tamati Waka aannam, naar Thomas Walker, een handelaar en beschermer van de Church Missionary Society.

Nene werd door de Europeanen gezien als een betrouwbare chief bij wie men goed voor advies terecht kon. Hij

Literatuur

K. Jacobs, ‘Collectors, Dealers and Institutions’, in S. Hooper (red.), Pacific Encounters. Art & Divinity in Polynesia 1760-1860, Londen 2006, pp. 270-274

R. Neich, ‘Wood Carving’, in D.C. Starzecka (red.), Maori Art and Culture, Londen 1996, pp. 69-113

S. Phelps, Art and Artefacts of the Pacific, Africa and the Americas. The James Hooper collection, London 1976

F.W. Veys, ‘Awakening Sleeping Objects’, in R. Raymond en A. Salmond (red.), Pasifika Styles. Artists Inside the Museum, Cambridge 2008, pp. 111-116

Achterzijde van

de hoeroa met

merktekens van de

verzamelaar James

Thomas Hooper.

Page 25: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

25 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

realiseerde zich dat het inmiddels zinloos was zich tegen de aanwezigheid van de Europeanen en de goederen die zij meebrachten te verzetten. Zo overtuigde hij in 1840 de chiefs het Verdrag van Waitangi te tekenen, waarbij de relatie tussen de nieuwe Europese immigranten en de lokale Maori-bevolking geregeld werd. Maar vanaf 1840 nam de onrust tussen de Maori en de Europeanen toe. In 1846 ging Nene naar Auckland om de gouverneur te overreden tot het sluiten van vrede – iets wat zeker bijdroeg tot zijn politieke macht. Hij gold als redder van de regering en werd uiteindelijk be-loond met een onderhoudsstipendium van 100 pond per jaar en een buitenhuis in Russell. Toen Nene in 1871 stierf, werd hij door zowel de Europeanen als de Maori als een groot leider met veel mana beschouwd.

Nene gaf de hoeroa bij de onder- tekening van het Verdrag van Waitangi aan een zekere kolonel Dunn, samen met twee andere wapens. Wie kolonel Dunn precies was, is niet bekend. Wel weten we dat een nakomeling van Dunn deze hoeroa in 1932 aan James Thomas Hooper (1897-1971) schonk, een privé-verzamelaar van voornamelijk Polynesisch materiaal die het ‘Totems Museum’ in Arundel (Sussex) stichtte. Het grootste deel van zijn verzameling werd tussen 1976 en 1983 verkocht door Christie’s, andere stukken werden aan Tahiti en Fiji teruggeschonken. Na de verkoop in de tweede helft van de 20ste eeuw kwam de hoeroa in het bezit van de verzameling Barbier-Mueller. Museum Volkenkunde verwierf hem dit jaar uit een privéverzameling. Als aanvulling op de gelden van de BankGiro

Loterij kreeg het hiervoor steun van de Vereniging Rembrandt.

HEDENDAAGSE BETEKENIS

Deze hoeroa valt onder de noemer ‘kunst’, een woord waarvoor de Maori geen equivalent kennen. In plaats daarvan gebruiken ze de term taonga, te vertalen als ‘schat’. Hoe belangrijker de voorouder aan wie de taonga ooit toebehoorde, hoe groter de mana. Deze hoeroa heeft door zijn associatie met de belangrijke leider Tamati Waka Nene in zeer grote mate mana, in het bijzonder bij zijn afstamme-lingen en stamgenoten. Wanneer Maori deze hoeroa zien, reageren ze daarop als ware het een levend of bezield voorwerp: ze voelen de voorouderlijke geest als een aanwezigheid en als gezag. Voor heden-daagse Maori staat de confrontatie met deze hoeroa gelijk aan de ontmoeting metTamati Waka Nene. Het object verbindt dus de levenden met de doden en bezielt de relaties tussen de levenden onderling. Algemeen gesproken bieden taonga Maori de mogelijkheid uit voor-ouderlijke kennis te putten om zich zo voort te bewegen naar de toekomst. Voor Maori bevindt het verleden zich vóór hen aangezien ze het kunnen zien; omgekeerd ligt de ongekende toekomst achter hens

Fanny Wonu Veys

Conservator Oceanië

Nieuwsgierig geworden? Momenteel is in Museum Volkenkunde een tentoonstelling over de Maori, waarin de hoeroa een prominente plaats inneemt. Deze grote interactieve gezinstentoonstelling is tot 1 mei 2011 te bezoeken.

Waarom gesteund?

De Vereniging Rembrandt heeft eerder een selectie uit een volkenkundige collectie gesteund. Bij deze aanvraag gaat het om een mooi object met een prachtige geschiedenis en betekenis. De expertise is in dit geval buiten het Bestuur gevraagd. Aangezien het lid van de Raad van Adviseurs met deze expertise – prof. dr. M. Forrer – zelf aanvrager is, is een extern specialist om advies gevraagd.

Museum Volkenkunde beschikt over een kleine, kwalitatief hoogstaande collectie Maori-kunst. Deze hoeroa is een waardevolle aanvulling voor de Oceaniëverzameling van het museum, en meer specifiek voegt deze hoeroa veel toe aan de sectie Polynesië.

Buiten Leiden is er nauwelijks Polynesische kunst van grote betekenis in Nederland aanwezig. De Nederlandse museumbezoeker verdient het om in aanraking te kunnen komen met deze cultuuruitingen, die vaak gekenmerkt worden door grote verfijning in eenvoud.

De herkomst is duidelijk. Tot 1840 was deze hoeroa als erfstuk in bezit van Maori-chief Tamati Waka Nene. In 1840 werd het object overhandigd aan kolonel Edwin Dunn bij de ondertekening van het Verdrag van Waitangi en naar Engeland meegebracht. In de eerste decennia van de vorige eeuw werd de hoeroa door de belangrijke verzamelaar van Oceanische kunst James Thomas Hooper verworven van een nazaat van kolonel Dunn. De aankoop heeft de instemming van de Maori-vertegenwoordigers en van het Te Papa Museum in Wellington, dat het culturele erfgoed van de Maori behoedt en beschermt.

Naar dit object mag je niet kijken zoals je naar een modern beeld kijkt. Toch komt het voor steun in aanmerking, omdat het zo prachtig is gemaakts

Vooraanzicht van de

hoeroa. Er is prachtig

gebruik gemaakt van

de natuurlijke curve

van de potvis.

Page 26: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld
Page 27: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

27 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

De in Hongarije geboren László Moholy-Nagy wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste foto-grafen van de vroege 20ste eeuw. Zijn door het Rijks-museum verworven Gezicht vanaf de Pont Transbordeur is een superieure verbeelding van het modernisme zoals het zich in de jaren ’20 in de fotograe manifesteerde. De extreme blik naar beneden behoorde tot een nieuwe beeldtaal die fotografen pas kort daarvoor waren gaan exploreren. Experimenten met standpunt, uitsnede en ongebruikelijke onderwerpen leidden tot foto’s die vol-strekt afweken van wat gangbaar was en leverden boven-dien beelden van de wereld op zoals die gewoonlijk door niemand waren waargenomen. In geen enkele reisgids werd immers aanbevolen de hefbrug te beklimmen om vervolgens recht naar beneden te kijken. Moholy-Nagy is een van de vroegste en belangrijkste vertegenwoordigers van het fotograsch modernisme.

LENS VERSUS OOG

Moholy-Nagy’s Gezicht vanaf de Pont Transbordeur laat zien hoe de mens zich verhoudt tot de moderne wereld. Metaal, bruggen, machines, vliegtuigen en auto’s zijn de iconen van de nieuwe tijd. Ze staan voor een oprukkende techniek, voor een enorme schaalvergroting en mecha-nisering, en voor een hoger tempo van leven. Snelheid, mobiliteit en geloof in maakbaarheid door de mens domineren. Het is tegelijk heel dubbel: de moderne tijd overweldigt – overschaduwt misschien wel – de mens.

Fotograe leende zich, als modern medium, bij uitstek om de nieuwe tijd in beeld te brengen. Aan Moholy-Nagy’s foto zie je dat alles in één keer anders is: een compleet nieuwe vormgeving van een nieuwe tijd. Dat was tot aan de jaren ’20 niet vertoond in de fotograe. Grote bouw-werken en metaalconstructies waren al vaak gefotogra-feerd, maar nooit op zo’n radicale, vernieuwende wijze.

Enkele jaren geleden kocht het Rijksmuseum – met steun van de BankGiro Loterij, het Paul Huf Fonds en het Huizinga Fonds – een andere foto uit dezelfde reeks van Moholy-Nagy. De foto van een slapende man op een vissersboot is vooral een spel van lijnen en vormen, met

Gezicht vanaf de Pont Transbordeur, MarseilleLászló Moholy-Nagy (Bácsborsód, Hongarije, 1895 – 1946 Chicago)

1929. Ontwikkelgelatinezilverdruk, 39,1 x 27,8 cmAan de achterzijde gestempeldHerkomst: Particuliere collectie, Verenigde Staten, aangekocht via Howard Greenberg Gallery, New York (2010)

Rijksmuseum

Amsterdam

Wanneer het Rijksmuseum in 2013 zijn deuren weer opent voor het publiek, zal er voor het eerst ruime aandacht worden besteed aan de geschiedenis en de kunst van de 20ste eeuw. De fotograe behoort onmiskenbaar tot de belangrijkste media van die eeuw. Ze zal dan ook nadruk-kelijk aanwezig zijn in de zalen die aan de moderne tijd worden gewijd. Met het oog daarop heeft het Rijksmuseum de afgelopen jaren de blik vooral gericht op 20ste-eeuwse fotograe, terwijl het zich tot dan toe vooral toelegde op fotograe uit de 19de eeuw. Hoeveel belangrijke aankopen er sindsdien ook zijn gedaan, er bleven nog diverse onver-vulde verlangens. Een van die wensen is onlangs in vervul-ling gegaan door de aankoop van een monumentale foto van László Moholy-Nagy, Gezicht vanaf de Pont Transbordeur, Marseille uit 1929. De Vereniging Rembrandt en Baker & McKenzie maakten de aankoop gezamenlijk mogelijk.

Slapende visser op een boot, Marseille

László Moholy-Nagy

1929. Ontwikkelgelatinezilverdruk, 29,4 x 22,5 cm

RIJKSMUSEUM AMSTERDAM

Page 28: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

28 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

name dankzij de rieten mand op de voorgrond en het touw dat diagonaal door het beeld loopt. In zijn Gezicht vanaf de Pont Transbordeur ging Moholy-Nagy een stap verder: het ritme van de metalen constructie van de brug, in halfduister gehuld, contrasteert met de hel oplichtende cirkelvormige betonnen pijler. Heel subtiel zorgen de twee driehoekige zeilen van een passerend schip ervoor dat de opname niet geheel abstract wordt. Beide foto’s laten zien hoezeer modernistische fotografen op zoek waren naar motieven die de gebruikelijke manier van kijken ontregelden. De generatie waartoe Moholy-Nagy behoorde, exploreerde de wereld door de lens van hun camera. De lens van een camera ziet de wereld nu een-maal anders dan het menselijk oog. Dat het Moholy-Nagy vooral om het vormexperiment ging, bewijst zijn tege- lijkertijd opgenomen lm Marseille. Daarin zien we hem telkens zoeken naar nieuwe verdwijnpunten, ongebrui-kelijke composities en visuele effecten. Afwisselend gebruikte hij de lm- en fotocamera om overeenkomstige beelden te maken. Zowel het gezicht recht naar beneden als de slapende visser komen ook in de lm voor.

Modernisten als Moholy-Nagy wensten van die moge-lijkheden gebruik te maken, wensten de wereld weer te

geven op een wijze waartoe alleen de fotograe hen in staat stelde. Een voorgaande generatie had nog alles in het werk gesteld om typisch fotograsche eigenschap-pen, zoals scherpte en detailrijkdom, te verdoezelen en hun werk zoveel mogelijk te laten lijken op tekeningen of schilderijen, daarbij werkend volgens de traditionele wetten van het centraalperspectief. Op die wijze meenden zij meer kans te maken op artistieke erkenning van hun vak. In hun onderwerpskeuze was deze generatie al even behoudend: eigentijdse onderwerpen (moderne archi-tectuur, gebruiksvoorwerpen, de drukte van de ‘grote stad’) ontbraken bij hen nagenoeg.

‘MIT VOLLKOMMEN ANDEREN AUGEN SEHEN’

László Moholy-Nagy droeg niet alleen door middel van zijn foto’s bij aan de modernistische vernieuwing van de fotograe, maar ook door zijn docentschap aan het Bauhaus (1923-1928) in Weimar/Dessau en door zijn publicatie van het boek Malerei, Photographie, Film (1925), het achtste deel van de reeks Bauhausbücher. Het boek is een soort staalkaart van experimentele vormgeving door middel van fotograe. Moholy-Nagy stelde hierin dat de fotograe niet slechts een mechanisch notitiemiddel is,

Omslag László Moholy-

Nagy, Malerei,

Photographie, Film,

München 1925.

Bibliotheek Rijksmuseum,

Amsterdam

Pagina uit László

Moholy-Nagy, Malerei,

Photographie, Film,

München 1925, met

twee foto’s van het

fotopersbureau Atlantic.

Boven: New York gezien

vanuit een vliegtuig.

Onder: de radiotoren

van Nauen (bij Berlijn).

Bibliotheek Rijksmuseum,

Amsterdam

Page 29: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

29 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

maar ook een scheppend expressiemiddel (‘schöpferisches

Ausdrucks- und Gestaltungsmittel’) kan zijn. Hij zag de camera als een instrument dat het menselijk oog kon aanvullen en vervolmaken: ‘Men kan zeggen dat we de wereld met geheel andere ogen zien’ (‘Mann kan sagen,

daß wir die Welt mit vollkommen anderen Augen sehen’). Opmerkelijk is hoeveel foto’s Moholy-Nagy afbeeldde

in Malerei, Photographie, Film die zonder artistieke motieven gemaakt waren. Het boek bevat weliswaar een aantal foto’s van zijn eigen hand of van collega’s zoals Albert Renger-Patzsch en Man Ray, maar overwegend wetenschappelijke en persfoto’s. Hij putte die vooral uit geïllustreerde tijdschriften en kranten. De twee die het meest overeenkomen met zijn Gezicht vanaf de Pont Transbordeur waren afkomstig van het fotopersbureau Atlantic. Moholy-Nagy moest zijn toevlucht nemen tot deze ‘gevonden’ foto’s omdat het modernisme anno 1925 nog maar net in de fotograe was doorgedrongen en weinig foto’s had opgeleverd van het type dat hij zo nadrukkelijk voorstond. Voordat hij zich in de zomer van 1924 aan het schrijven zette van Malerei, Photographie, Film, had hij nauwelijks of niet gefotografeerd. De tekst van het boek maakt voldoende duidelijk dat Moholy-Nagy de afgebeelde wetenschappelijke en persfoto’s als voorlopers beschouwde van het door hem gepropageerde en gepraktiseerde modernisme.

Moholy-Nagy ging na publicatie van Malerei, Photographie, Film ook zelf fotograferen. Wat het vier jaar later gemaakte Gezicht vanaf de Pont Transbordeur onder-scheidt van de voorafschaduwingen in zijn boek is niet alleen de nadrukkelijke artistieke intentie waarmee de foto is gemaakt, maar vooral het grote formaat, de afdruk-kwaliteit en de subtiliteit waarmee het naar abstractie neigende, ritmische vormenspel van metalen constructie en betonnen pijler is afgewisseld met een guratief element. Deze door het Rijksmuseum verworven foto uit 1929 is een ultieme verbeelding van het fotograsch modernisme, waarin het perspectief denitief verschoven werds

Mattie Boom en Hans Rooseboom

Conservatoren fotografie

Kunstvragen

Hendrik Loudon (39)Lid van de Vereniging Rembrandt, Titus Cirkel sinds 2004

Wat is uw eerste kennismaking met kunst?‘Ik ben spelenderwijs met kunst in aan-raking gekomen. Mijn ouders hebben me van kleins af aan veel naar musea meegenomen in Nederland en in het buitenland, soms tot vervelens toe, vond ik toen.’ Herinnert u zich nog uw eerste kunstreproductie? ‘Echte kunstreproducties heb ik niet gehad voor zover ik me kan herinneren.’

Wat is uw eerste kunstaankoop?‘Mijn eerste kunstwerk was een abstract schilderij van Jan Meijer, Icarus I. Het was net na mijn studie, ik had toen een appartement gekocht en wilde een modern werk bij mijn klassieke inrichting. Dit schilderij knalt echt van de muur af.’ Naar welk museum gaat u graag terug?‘Het Rijksmuseum, als het weer volledig open is. De omvang en diversiteit van de collectie spreken mij erg aan; elke keer als je gaat valt er wel iets nieuws te ontdekken. Verder vind ik het gebouw ook zeer indrukwekkend. Het feit dat het op loopafstand is van mijn huis is een prettige bijkomstigheid. Welke aankoop voor welk museum zou u graag willen steunen?‘Dat zal toch een modern werk zijn. In de kunstverzamelingen van de ING en de Lehman Brothers die nu geveild worden zitten vast wel stukken die een mooie plaats zouden kunnen krijgen in een openbare verzameling. Maar de keuze daarvan laat ik liever over aan de specialisten binnen de Vereniging Rembrandt.’

Waarom bent u lid geworden van de Titus Cirkel?‘Ik was al geruime tijd lid van de Vereniging Rembrandt toen de Titus Cirkel van start ging en het was voor mij eigenlijk van-zelfsprekend me daarbij aan te sluiten. Het is een actief gezel-schap met veel activiteiten. Zo was er laatst een gezamenlijk bezoek aan de Caldic Collectie in Wassenaar. Het leuke van de Titus Cirkel is dat je vaak op plaatsen komt waar je anders niet zo snel zou komen.’

Wat zou u graag uit uw eigen verzameling aan een museum willen schenken, om iedereen van mee te kunnen laten genieten?‘Misschien de twee abstracte werken van de Amsterdamse kunstenaar Peter Schenk die ik op de PAN heb gekocht. Die had ik al eens in een galerie gezien en op de beurs liep ik er meteen weer naartoe. Maar om eerlijk te zijn weet ik niet of mijn verzameling van een zodanige kwaliteit is dat musea geïnteresseerd zouden zijn.’

Literatuur

Andreas Haus, Moholy-Nagy. Fotos und Fotogramme, Maarssen 1978

Mike Weaver (red.), The Art of Photography, 1839-1989, New Haven/Londen 1989

Ingrid Pfeiffer en Max Hollein (red.), László Moholy-Nagy. Retrospektive, München/Berlijn/Londen/New York 2009

Page 30: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

30 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Louise Bourgeois was tot haar dood in mei van dit jaar de grand old lady van de hedendaagse kunst. De op 98- jarige leeftijd overleden Bourgeois wordt sinds een aantal decennia gezien als een van de belangrijkste kunstenaars van de 20ste en vroege 21ste eeuw. Toch heeft het lang ge-duurd voordat haar werk op waarde werd geschat. Haar ontwikkeling onttrok zich daarom lange tijd aan het zicht van het grote publiek. Dat heeft Bourgeois er nooit van weer-houden om door te gaan, te experi-menteren met materialen en uit-drukkingsvormen en zich steeds te vernieuwen. Pas op 70-jarige leeftijd kreeg ze op grotere schaal erken-ning. Voor veel jonge vrouwelijke kunstenaars geldt Bourgeois vanaf die tijd als een lichtend voorbeeld en ook de feministische beweging heeft haar sindsdien tot boegbeeld verheven.

Ondanks de variëteit binnen het oeuvre van Louise Bourgeois is er een opvallende constante. Het werk verwijst altijd naar haar eigen levens-verhaal en naar haar jeugd in het bijzonder. Vooral de relatie die het door haar zo geliefde kindermeisje

Sadie Gordon Richmond op een gegeven moment met haar vader blijkt te hebben, heeft blijvende indruk op haar gemaakt. Het loyali-teitscon�ict waarin Bourgeois hier-door kwam was enorm. Ze voelde een grote verantwoordelijkheid voor het welzijn van haar moeder Joséphine Fauriaux, die met haar gezondheid worstelde, en voelde zich schuldig voor het gedrag van haar vader Louis Bourgeois. Een vader met wie ze zich veel meer identiceerde dan met haar moeder, en voor wie ze

tot voordien niets dan affectie had gevoeld. De jonge Louise zorgt zo goed als het kan voor haar moeder, maar in 1932, ze is dan 21, wordt duidelijk dat Joséphine niet lang meer te leven heeft. In verschillende interviews vertelt Bourgeois dat ze zichzelf op dat moment als een be-zwering inprentte dat ze seks zou opgeven, wanneer haar zieke moeder zou genezen. Maar haar moeder sterft en in haar wanhoop probeert Louise zelfmoord te plegen door in een rivier te springen. Het is haar

In 2007-08 had de onlangs overleden Louise Bourgeoiseen uitgebreide en zeer succesvolle overzichtstentoonstel- ling in de Tate Gallery in Londen en in het Centre Pompidou in Parijs. Deze tentoonstelling liet zien dat zij haar oeuvre tot op hoge leeftijd steeds een nieuwe impuls wist te geven. Zo was ze bijvoorbeeld al in de zeventig toen ze begon met het maken van haar Cells; afgesloten kooien of kamers die een andere dimensie geven aan het begrip sculptuur. Het Gemeentemuseum Den Haag is er met hulp van de Vereniging Rembrandt en verschillende andere fondsen in geslaagd Cell XXVI uit 2003 te verwerven. De aankoop is direct vanuit de studio van de kunstenares gedaan met oog op de tentoonstelling Hans Bellmer-Louise Bourgeois. Double Sexus die momenteel in Den Haag is te zien.

Cell XXVILouise Bourgeois (Parijs 1911 – 2010 New York)

2003. Staal, textiel, aluminium, spiegelglas en hout, 252,7 x 434,3 x 304,8 cm Herkomst: Studio Louise Bourgeois, New York, courtesy Cheim & Read, New York (2011)

Gemeentemuseum

Den Haag

‘My childhood has never lost its magic, it has never lost its mystery, and it has never lost its drama. All my work in the past �fty years, all my subjects, have found their inspiration in my childhood’

Louise Bourgeois, 1997

Page 31: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

31 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

vader die haar redt. Deze twee levensbepalende gebeurtenissen spelen zich af tegen de achtergrond van het naaiatelier van de familie, waar haar ouders als tapijtrestaura-teurs werken en Louise van kleins af aan meehelpt.

De grote kracht van Bourgeois’ werk is dat het, hoewel de achter-grond zeer persoonlijk is, steeds

opnieuw universele emoties weet aan te spreken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bourgeois de afgelopen decennia tentoonstellingen heeft gehad, onder andere op de Biënnale van Venetië en in het Guggenheim in New York, waar men in groten getale op af kwam. Het is opmerkelijk dat er in Nederland zelden een tentoonstelling aan deze

kunstenares is gewijd en dat haar werk hier slecht vertegenwoordigd is in museale collecties. Afgezien van twee vroege schilderijen uit de jaren veertig en een latex sculptuur Double negative uit 1963, alle in Museum Kröller-Müller, was er geen werk aan- wezig in ons land. Het Gemeente-museum is bijzonder trots dat het Cell XXVI nu hieraan kan toevoegen. Bourgeois heeft ongeveer 38 Cells gemaakt, waarvan zich slechts vijf in particuliere verzamelingen bevin-den. De andere Cells zijn verspreid over museale collecties in de hele wereld.

DE CELLS

Vanaf 1986 begint Bourgeois met het maken van haar zogenaamde Cells, die het belangrijkste deel van haar late oeuvre vormen. Naast hun eigen betekenis en verwijzingen naar verschillende aspecten van Bourgeois’ jeugd, vormen de Cells een volledig nieuwe categorie binnen de sculptuur. Het is verleidelijk ze onder te brengen bij de installatie-kunst, maar dat is om een aantal redenen toch niet helemaal juist. Veel van de cellen zijn opgetrokken uit een grijs rasterwerk, dat doet denken aan de beeldhouwkunst van de minimal art kunstenaars. Het is opvallend dat binnenin de Cells regelmatig sculpturen zijn te vinden die het predicaat klassiek verdienen, gecombineerd met alledaagse voorwerpen of werktuigen uit een naaiatelier.

Hoewel deze werken niet behoren tot de vertrouwde categorie van de beeldhouwkunst, heeft het bekijken van een Cell toch iets heel vertrouwds. Voor wie er één bekijkt, is het alsof een herinnering of een innerlijke ruimte betreden wordt. En ook al gaat het niet om eigen herinnerin-gen, de sfeer is eenvoudig herken-

Page 32: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

32 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

baar, waardoor de toeschouwer zich de ruimte en de objecten eigen kan maken. Het woord ‘cel’ is heel be-wust door Bourgeois gekozen. Het wekt niet alleen de directe associatie op met een bepaald type architec-tuur (gevangenissen, kloosters), maar ook met de biologie en de ge-netica. De genbiologie is een weten-schapsgebied dat zich in de laatste decennia heeft ontwikkeld en alleen maar aan belang wint. De cel is de meest basale biologische structuur, maar bevat alle elementaire eigen-schappen van het leven. De manier waarop cellen in een organisme functioneren, maar ook hoe cellen van het ene levende wezen zich ver-houden tot die van het andere, zo verhouden de Cells van Bourgeois zich tot elkaar en tot de toeschouwer. De Cells zijn betekenisvol als individuele werken, maar in relatie tot andere exemplaren of tot de kijker vormen ze een wereld van herinneringen, waaruit niet één verhaal, maar een variatie aan mogelijke levensverhalen kan worden opgetekend.

CELL XXVI

De onlangs door het Gemeente-museum verworven Cell XXVI heeft een dubbelzinnig karakter. Het is een toevluchtsoord, een afgesloten wereld waar geborgenheid wordt gevonden, die tegelijkertijd als ge-vangenschap kan worden ervaren. De associatie met gevangenschap ligt besloten in de titel, maar komt ook naar voren doordat de Cell is opgebouwd uit grof gerasterd hek-werk. Bourgeois legde meer dan eens uit dat voor haar elk exemplaar te maken heeft met angst: ‘Want angst is pijn, hoewel het meestal niet zo wordt ervaren omdat angst pijn verhult.’ De objecten in de Cell staan symbool voor verschillende soorten pijn die je kunt ervaren: fysieke, emotionele, psychologische of intel-lectuele. In Cell XXVI is de juten, spiraalvormige pop de meest opval-lende aanwezige. Niet alleen in de sculpturen van Bourgeois, maar ook in haar tekeningen is de spiraal regelmatig terug te vinden. Zelf legt ze dat als volgt uit: ‘De spiraal is belangrijk voor mij. Het is een vreemde kronkel. Nadat de tapijten in de rivier waren gewassen, ging ik ze als kind samen met drie of meer anderen tot een spiraal draaien en kronkelen om het water eruit te wringen. Later zou ik dromen over het uit de weg ruimen van mijn vaders maîtresse. In mijn dromen deed ik dat door haar de nek om te draaien. De spiraal – ik houd van de spiraal – staat voor controle en vrijheid.’

In het oeuvre van Bourgeois zijn regelmatig overeenkomsten te vin-den met primitieve kunst, wat niet verwonderlijk is, aangezien dit het specialisme was van haar partner, de kunsthistoricus Robert Goldwater. In de vroege, Brancusi-achtige ‘totembeelden’ van Bourgeois is deze vergelijking snel gemaakt. Maar ook de spiraalvorm kan op deze manier worden uitgelegd. In de primitieve kunst, waar de spiraal veelvuldig voorkomt, staat deze sym-bool voor verlossing, voor de reis die

de ziel na de dood maakt naar haar ultieme bestemming. Een verklaring die Bourgeois’ eigen uitleg aanvult en ondersteunt.

Daarnaast speelt de Cell met voyeurisme, de spanning van kijken en bekeken worden. Door het hek-werk en de spiegel in Cell XXVI ont-staat in dit werk verbinding met de toeschouwer. Het kijken door het hekwerk heeft een hallucinerende werking, waardoor het evenwicht enigszins wordt verstoord. Door het lichamelijk ongemak dat ontstaat, weet Bourgeois de toeschouwer fysiek bij het werk te betrekken. De vervormende spiegel is een ander belangrijk element. Voor Bourgeois dient de spiegel als metafoor voor acceptatie door anderen en van jezelf. In dit licht bezien heeft de combinatie van de stoffen spiraal-vormige guur met de vervormende spiegel een dubbele betekenis. Het drukt de wens uit om geaccepteerd te worden. Tegelijkertijd laat de spiegel de guur, maar ook de be-schouwer, niet letterlijk zien zoals deze is. Op deze manier kan de combinatie opgevat worden als symbolisch voor de wens om juist verborgen te blijven. Nergens wordt immers de ware ik weerspiegeld.

In Cell XXVI zijn naast de spiraal-vormige guur twee onderjurkjes opgehangen, die net als de spiegel een dubbelzinnige symboliek heb-ben. Vanaf de jaren negentig is de kunstenares kledingstukken gaan opnemen in de Cells. Op dat moment begint ze ook haar eigen kleding en stoffen te gebruiken om zachte sculpturen te maken. De handelingen van het naaien en stikken brengen haar in de rol van haar moeder, de weefster. Door in haar schoenen te staan, krijgt ze de kans de band met haar weer aan te halen. De uit fragiel materiaal gestikte jurkjes refereren in het algemeen dan ook aan de tastzin, aan het contact met een ander mens. Tegelijkertijd gaat het hier om kleding die op het naakte lichaam wordt gedragen, maar die de naaktheid deels bedekt. Hoe

Verlamd kind, lopend op

handen en voeten (naar

Muybridge)

Francis Bacon

1961. Olieverf op doek,

198 x 142 cm

GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG

Page 33: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

33 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

intiem ook, er bestaat altijd een barrière tot een ander mens, er blijft altijd een deel van jezelf verborgen.

PLAATS IN DE COLLECTIE

Het Gemeentemuseum Den Haag is een museum waar het door H.P. Berlage ontworpen gebouw onmis-kenbaar een relatie aangaat met de kunstwerken. Bij het verzamelen speelt de interactie met het gebouw een even belangrijke rol als de inter-actie met de al aanwezige collectie. De relatief kleine zalen, die afwisse-len in grootte, verlenen het museum een menselijke maat. In het verleden zijn werken aangekocht die aange-past waren aan specieke zalen, zoals de Stuwdam van Carl André uit 1983. De menselijke maat werkt daarnaast op een andere manier door in de collectie. Zowel de Duits-expres-sionisten als Francis Bacon, Bruce Nauman, Marlene Dumas, Arnulf Rainer en Dieter Roth maken de pijn van de mens ieder op hun eigen manier zichtbaar. De rauwheid en kwetsbaarheid van het leven zit ook

in Cell XXVI, die deze op een geheel eigen manier zichtbaar maakt. Het werk spreekt de toeschouwer fysiek aan, maakt hem of haar onderdeel ervan. In die zin verbreedt het de verzameling aanzienlijk en opent de toevoeging van dit werk de mogelijk-heid de collectie in de toekomst verder uit te laten groeien.

Het Gemeentemuseum Den Haag bezit daarnaast al van een aan-tal kunstenaars een sterk laat werk. Mondriaans Victory Boogie Woogie (1945), Monets Blauwe regen (1920-1925), Nam June Paiks Henry James on Eastern Island (1993) en natuur-lijk het door Berlage ontworpen ge-bouw (1935) zelf, om slechts enkele voorbeelden te noemen. De Cell van Bourgeois past heel goed in dit res-pectabele gezelschap. Het museum is blij Cell XXVI nu als trotse eigenaar te kunnen presenteren op de ten-toonstelling Hans Bellmer. Louise Bourgeois – Double Sexus. Niet alleen is het de eerste keer dat er in Nederland op deze schaal een tentoonstelling wordt georganiseerd van deze kunste-

nares, het is tegelijkertijd de eerste keer dat haar werk wordt afgezet tegen dat van de Duitse kunstenaar Hans Bellmer (1902-1975), waar-mee opmerkelijke parallellen te ontdekken zijn. Dat dit evenement kan worden gemarkeerd met deze bijzondere aankoop, waar Louise Bourgeois zelf nog bij betrokken is geweest, stemt tot dankbaarheids

Laura Stamps

Conservator hedendaagse kunst

Voor de verwerving heeft het Gemeentemuseum Den Haag steun gekregen van de volgende fondsen: de Vereniging Rembrandt, de BankGiro Loterij, de Mondriaan Stichting, het VSB Fonds, het SNS Reaal Fonds en de Vrienden van het Gemeentemuseum

De tentoonstelling Hans Bellmer-Louise Bourgeois. Double Sexus, georganiseerd door het Gemeentemuseum Den Haag in samenwerking met de Neue Nationalgalerie, Sammlung Scharf Gerstenberg, Berlijn, is nog tot en met 16 januari 2011 in Den Haag te zien

Carrousel

Bruce Nauman

1988. Aluminium en staal,

213,4 x 505,5 cm

GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG

Literatuur

Uta Grosenick, Bernd Müller, Laura Stamps, Gunther de Wit (red.), Hans Bellmer – Louise Bourgeois. Double Sexus, cat. tent. Den Haag (Gemeentemuseum) en Berlijn (Neue Nationalgalerie), 2010

R. Crone en P.G. Schaesberg, Louise Bourgeois. The Secret of the Cells, Berlijn 2008

Silvia Cassani (red.), Louise Bourgeois per Capodimonte, cat. tent. Napels (Museo Nazionale di Capodimonte) 2008

Page 34: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

De Rembrandtkaart die de leden voor het jaar 2011 ontvangen is geldig vanaf 1 januari. Tegelijkertijd vervalt dan de geldigheid van de oude kaart. U wordt verzocht op de witte strip zelf uw naam en lidmaatschapsnummer te schrijven. Dit nummer vindt u op de brief met de acceptgiro die met dit Bulletin is mee-gestuurd. Partnerleden ontvangen ieder een eigen kaart, maar hebben hetzelfde lidmaatschapsnummer.

Bij dit Bulletin vindt u de nieuwe Rembrandtkaart. Als afbeelding is ge-kozen voor objecten uit de historische zilvercollectie van Van Kempen en Begeer, waaruit onlangs enkele stukken met steun van de Vereniging Rembrandt door het Nederlands Zilvermuseum in Schoonhoven zijn aangekocht. Schoonhoven zijn aangekocht.

202020111111

Van Kempen en Begeer, aanwinst voor het Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven.

Lidmaatschapskaart R liggend 2011.indd 1 22-10-10 16:47

Rembrandtkaart 2011

NIEUWS VAN DE VERENIGING

Voor de leden...

De Algemene Ledenvergadering werd in 2010 op 9 oktober gehouden in de St. Catharinakathedraal in Utrecht. Het jaarverslag over 2009 en de benoemingen voor het Bestuur en de Raad van Adviseurs werden door de leden goedgekeurd. De leden stemden ook in met de plannen van het Bestuur voor een nieuwe strategie voor de komende vijf jaar.

Voor de toekomst van de Vereniging zou het fiat van de Algemene Ledenvergadering aan het door Martijn Sanders en Marc van Weede gepresenteerde strategieconcept wel eens een historische gebeurtenis kunnen blijken. In het vorige Bulletin ontvouwde voorzitter Martijn Sanders de plannen voor de nieuwe strategie van de Vereniging Rembrandt. Aan de doelstelling van de Vereniging – het geven van materiële en immateriële steun aan het openbaar kunstbezit – wordt niet getornd, maar de ambities daarbij zijn flink opgeschroefd.

Om het voor steun bij aankopen beschikbare bedrag in vijf jaar tijd van 2 miljoen naar 4 miljoen euro te tillen, zullen cirkels en kringen van betrokken leden worden opgezet. Deze zullen in ruil voor een substantiële jaarlijkse bijdrage deel gaan uitmaken van een gezelschap met een gemeenschappelijke interesse en in dat verband bijzondere activiteiten ontplooien, dit naar voorbeeld van de succesvol gebleken Titus Cirkel. Dan zal een verdere differentiëring

in de contributie worden aangebracht. Daarbij hopen wij meer leden van de fiscale voordelen van donaties en periodieke schenkingen te kunnen overtuigen.

Op immaterieel gebied zal de Vereniging zich meer dan in het verleden prominent opstellen als het geweten van het openbaar kunstbezit. Een dergelijke kampioensrol zal vanzelfsprekend geloofwaardiger worden naarmate de Vereniging meer (financieel) draagvlak heeft.

De plannen vergen een forse investering: het Bureau zal worden uitgebreid, er zal een ruimer onderkomen moeten worden betrokken en er zal worden geïnvesteerd in moderne marketing en communicatie. Natuurlijk is het de bedoeling dat deze investeringen zich binnen enkele jaren ruimschoots zullen terugverdienen.

Het voorstel voor de nieuwe strategie zoals dat op de Algemene Ledenvergadering van 9 oktober werd gepresenteerd en goedgekeurd, is terug te vinden op de website www.verenigingrembrandt.nl. Ook in de pers is aandacht besteed aan de strategieplannen van de Vereniging Rembrandt. Het Financieele Dagblad van 9 oktober jl. wijdde er een artikel aan. Dit is eveneens terug te lezen op de website van de Vereniging.

Algemene LedenvergaderingStartschot voor nieuwe strategie

34 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

2 4

Foto

: Eri

k en

Pet

ra H

esm

erg

Page 35: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

35 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

In 2012 zal mevrouw mr. A.A.van Berge na haar derde termijn als secretaris van het Bestuur terugtreden.

De secretaris heeft binnen het Bestuur een belangrijke functie, die bij de Vereniging Rembrandt doorgaans wordt vervuld door een notaris. Mocht u een geschikte kandidaat (een notaris, tevens een ervaren bestuurder met affiniteit met kunst) weten, dan stellen wij uw bericht aan [email protected] op prijs.

Eerder meldden wij dat we dankzij het gebruik van e-mail in staat zijn op korte termijn informatie en uitnodigingen aan de leden te sturen.

De leden die niet over een internetaansluiting beschikken en die toch onze (elektronische) post willen krijgen vragen

wij dit aan het Bureau te laten weten. Zij ontvangen de informatie dan in de brievenbus. Wij herhalen overigens de oproep om ons uw e-mailadres te laten weten via [email protected].

Ons Bulletin wordt niet alleen zeer goed gelezen, het wordt ook bewaard. Van ons lid de heer B.C. Schouw kregen wij daarom de vraag of het niet mogelijk is voor een verzamelband te zorgen.

Als hiervoor voldoende belangstelling is kan een dergelijke band, die drie jaargangen kan bevatten, voor ca. € 10,- (inclusief verzendkosten) worden geproduceerd. De vraag aan onze leden is: zou u geïnteresseerd zijn? Laat ons alstublieft uw reactie weten via [email protected] (of tel. 070-4271720).

Ook zonder e-mail op de hoogte

Verzamelband voor het Bulletin?

Nieuwe secretaris voor het Bestuur gezocht

p Bureau verhuistNa tien jaar te zijn gehuisvest in het pand van Pulchri Studio aan het Lange Voorhout 15, zal het Bureau van de Vereniging Rembrandt per 1 januari 2011 verhuizen.

Het nieuwe adres is Denneweg 124, 2514 CL Den Haag. De verhuizing komt mede voort uit de nieuwe strategie van de Vereniging, die voorziet in een personele versterking van het Bureau. De nieuwe huisvesting is wat ruimer dan de zolder aan het Voorhout en heeft vooral een efficiëntere indeling. In oktober van dit jaar is Carolien Haverkate (1964) het Bureau komen versterken als projectmedewerker.

NIEUWS VAN DE VERENIGING

Page 36: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

NIEUWS VAN DE VERENIGING

36 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Fondsen...

Beschilderde olifanten op familiedag Titus CirkelOp 10 oktober jl. werd in de Lakenhal in Leiden een familiedag van de Titus Cirkel gehouden. Omdat de jonge en enthousiaste museumdirectie grote schoonmaak houdt, kon mooi over hun schouder worden meegekeken hoe de presentatie van de collectie wordt bepaald.

Nauwelijks bekomen van de grote varia aan unieke stukken, waaronder het drieluik van Lucas van Leyden dat het begin van de Hollandse renaissance inluidde (en met een cameo appearance van Botticelli’s Venus!), Neerlands eerste hutspot en het rivaliserende werk van de jonge hemelbestormers Rembrandt en Lievens, moesten de bezoekers van Titus zelf aan de slag. Een tingieter goot de meest uiteenlopende figuren en aan het eind van de dag stonden zelfbeschilderde olifanten, matrozen en zelfs een paarse kerstboom klaar om te worden meegenomen. Een andere groep jonge kunstenaars kwam onder de inkt terug uit kunstenaarsbolwerk Scheltema, waar zij monoprints hadden gemaakt. Zo was er, genietend van de gastvrijheid van de Lakenhal, heel wat na te praten

op het voorplein, waar jonge vriendschappen en misschien zelfs liefdes zijn ontstaan.

Nieuw fonds: het Krugerfonds

Op 11 maart 2010 overleed mevrouw M. Kruger. Bij testament had zij de Vereniging Rembrandt benoemd tot erfgenaam van een substantieel vermogen en een aantal kunstvoorwerpen. Een bedrag van € 100.000 uit de erfenis zal volgens de wens van mevrouw Kruger worden ondergebracht in een fonds dat haar naam draagt.

Het Krugerfonds is ingesteld op 1 augustus van dit jaar ter herinnering aan twee generaties kunstliefhebbers en -verzamelaars: de heer ir. J. Kruger, (restauratie)architect van onder andere paleis Huis ten Bosch en Noordeinde, zijn echtgenote mevrouw I.M. Kruger-Guldenaar, boetiek- en galeriehoudster van ’t Swaentje, Herenstraat 76 te Voorburg, en hun dochter, de erflaatster mevrouw M. Kruger, kunsthistorica.

De doelstelling van het fonds komt overeen met die van de Vereniging Rembrandt, met de aantekening dat steun bij de aankoop van kunst die een relatie heeft met de Nederlandse architectuur een zekere voorkeur geniet.

Aankopen vanuit fonds BankGiro LoterijDit jaar is meteen al dankbaar gebruik gemaakt van het op 11 februari 2010 ingestelde BankGiro Loterij Aankoopfonds. Uit dit fonds kon worden bijgedragen aan uiteenlopende voorwerpen voor musea in Barneveld, Enschede en ’s-Hertogenbosch.

De jaarlijkse bijdrage van € 300.000 die de Vereniging Rembrandt gedurende een periode van vijf jaar van de BankGiro Loterij ontvangt, is ondergebracht in het BankGiro Loterij Aankoopfonds. Doelstelling is het verlenen van financiële steun bij de aankoop van kunstwerken door Nederlandse musea die geen directe meerjarige bijdrage voor kunstaankopen van de BankGiro Loterij ontvangen.

Aanwinsten die met bijdragen uit dit fonds konden worden verworven zijn: een zilveren avondmaalskan uit de 17de eeuw (Veluws Museum Nairac, Barneveld), het schilderij Landschap in de storm door Gerard van Nijmegen (Rijksmuseum Twenthe, Enschede), een op marmer geschilderd bloemstilleven door Cornelis van Spaendonck (Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch) en een collectie sieraden van de ontwerpster Emmy van Leersum (SM’s-Stedelijk Museum, ’s-Hertogenbosch).

Zilveren avondmaalskan. V

eluws M

useum N

airac, Barneveld

Page 37: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

37 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

Het zieke kindGrote teleurstelling in 1913, toen de Vereniging Rembrandt er op een veiling niet in slaagde dit schilderij van Gabriel Metsu voor het Nederlands kunstbezit te behouden. Een andere bieder ging ermee vandoor en het stuk verdween naar Berlijn. Gelukkig was er vijftien jaar later een herkan-sing. Mede dankzij genereuze bijdragen van vijf particulieren slaagde de Vereniging er toen wel in dit doek aan te kopen. Het is thans een van de publiekslievelingen van het Rijksmuseum Amsterdam. Of Het zieke kind terecht als Metsu’s meesterwerk wordt beschouwd, kunt u zelf beoordelen op de overzichtstentoonstelling in het Rijksmuseum, die opent op 16 december.

Cell XXVI‘Een spannende dialoog’, noemt het Haags Gemeentemuseum de confrontatie van het werk van Hans Bellmer en Louise Bourgeois in de tentoonstelling Double Sexus, en daar-mee is geen woord te veel gezegd. In het werk van beide kunstenaars speelt het menselijk lichaam een belangrijke rol. Thema’s als vrouwe-lijke fantasieën, mannelijke angsten en de traditionele rol van man en vrouw zijn door beiden verkend. Geen beter moment dan nu om de zojuist door het Gemeentemuseum aan-gekochte Cell XXVI van Louise Bourgeois te be-kijken (zie ook pp. 30-33 in dit Bulletin). Nog tot en met 16 januari.

GESTEUNDE WERKEN UITGELICHT

Meer mogelijk dankzij Fondsen op NaamOns regulier besteedbare budget voor steun aan aankopen bedraagt jaarlijks ongeveer 1,5 miljoen euro. De Fondsen op Naam maken het mogelijk om hier bovenop nog eens 500.000 euro te besteden aan aankopen op een specifiek verzamelgebied, zoals in de voorwaarden van het betreffende Fondsen op Naam omschreven. Zo kon recentelijk steun worden verleend aan de aankoop van het schilderij Landschap in de storm door het Rijksmuseum Twenthe dankzij het BankGiro Loterij Aankoopfonds en het Fonds Leppink-Postuma.

Gift voor het Themafonds GlasIn plaats van cadeaus ter gelegenheid van de viering van haar 80ste verjaardag vroeg mevrouw E. van Goudoever-Cochius uit Wassenaar haar vrienden om een bijdrage aan de Vereniging Rembrandt.

De royale opbrengst bedroeg 800 euro. Dit bedrag zal worden ondergebracht bij het Themafonds Glas, een verzamelgebied waarmee mevrouw Van Goudoever een bijzondere affiniteit heeft. ‘Geven om kunst… de kunst van het geven’ fraai in praktijk gebracht!

Gerard van N

ijmegen (1735-1808), Landschap in de storm

Page 38: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

38 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

De Vereniging Rembrandt steunt kunstaankopen

van musea ten behoeve van ons openbaar kunst -

bezit. Van overheidswege wordt dit particulier

initiatief fiscaal ondersteund. Voor giften van

particulieren gelden onder bepaalde voorwaarden

aftrekmogelijkheden voor de inkomsten- en

erfbelasting. De Vereniging Rembrandt is geheel

vrijgesteld van schenk- en erfbelasting. Zo kan

zij optimaal profiteren van uw gift tijdens uw

leven of bij erfstelling.

Op welke wijze levert uw schenking meer op?

p Een gift is een schenking uit vrijgevigheid zonder dat daar op geld waardeerbare aanspraken tegen over staan. De Vereniging Rembrandt is gebaat bij elke gift. De gift kan in geld of natura (w.o. kunstvoorwerpen) geschieden en als eenmalige of peri o dieke schenking gedaan worden. Fiscaal is het het aantrekkelijkst voor u om de schenking in vijf of meer vaste termijnen te voldoen. Voor een dergelijke gift is, evenals bij erfstellingen of legaten, het inschakelen van een notaris nodig. De Vere ni ging Rembrandt is bereid de notariële kosten voor haar rekening te nemen bij periodieke giften vanaf € 200,- per termijn. p Door erfstelling of legaat kunt u uw vermogen, een bedrag en/of kunstvoorwerpen nalaten aan

de Vereniging Rembrandt. De bestemming van de kunstvoorwerpen kan worden bepaald in overleg met de Vereniging Rembrandt. Hiervoor geldt onder bepaalde voorwaarden de genoemde vrijstelling van erfbelasting. p Ten slotte noemen wij de bijzondere mogelijk-heid dat erfgenamen de erfbelasting gedeelte lijk voldoen door overdracht van kunstvoorwerpen aan de Staat. U kunt ons hierover raadplegen.

Waaraan draagt u bij?

U draagt bij aan de realisatie van de algemene doelstelling van de Vereniging Rembrandt: verrijking van ons openbaar kunstbezit in algemene zin, of aan de verwerving van kunst werken op een be paald verzamelgebied. Mogelijk heden zijn: een Rembrandtfonds op Naam of een Themafonds.

Wat is een Rembrandtfonds op Naam?

Een persoonlijke manier van schenken of nalaten. Het is een apart fonds, waarvan de oprichter in samenspraak met de Vereniging Rembrandt de naam bepaalt (bijvoorbeeld de naam van de stichter[s]), de doelstelling en de wijze van besteding. Voor een Rembrandtfonds op Naam geldt een minimum bedrag van € 75.000.

Wat is een Themafonds?

Deze fondsen worden in het leven geroepen voor degenen die geïnteresseerd zijn in een bepaald verzamelgebied. U kunt bijdragen aan een afzonderlijk Themafonds, bedoeld om bepaalde onderdelen van de openbare collecties te steunen, bijvoorbeeld 17de-eeuwse schilderkunst, religieuze kunst, prenten en tekeningen, beeldhouwkunst, kunstnijverheid of moderne kunst. Op deze wijze kunt u daadwerkelijk bijdragen aan kunstaankopen in bepaalde richtingen. De Vereniging Rembrandt kent inmiddels de volgende Themafondsen: Themafonds Zilver, Themafonds Prenten en Tekeningen, Themafonds Glas en Themafonds Schilderkunst 17de eeuw.

Nadere informatie

Wij geven u graag nadere informatie over de vermelde mogelijkheden. Hiervoor is een speciale brochure Geven om kunst? De kunst van het

Geven samengesteld, die wij u desgevraagd toezenden. Wij nodigen u uit om hierover contact op te nemen met het Bureau (Drs. H.M. Blankenberg, telefoon 070-427 17 20, e-mail: [email protected]).

ALGEMEEN

De Vereniging Rembrandt werd onder de naam Vereeniging Rembrandt tot behoud in Nederland

van kunstschatten opgericht op 24 september 1883. Het doel van de vereniging is het behou-den en uitbreiden van kunstschatten voor Nederland, en het verrijken van het openbare bezit aan kunstschatten in Nederland, het daartoe vergroten van de publieke belangstelling voor en het verhogen van de kennis van het roerend cultureel erfgoed, in het bijzonder in Nederlandse openbare collecties. De vereniging is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam, no. V40531186. De Vereniging Rembrandt is bij de Belastingdienst gerangschikt als een Algemeen Nut Beogende Instelling en heeft daardoor de zgn. ANBI-status. Dit betekent dat de vereniging over ontvangen schenkingen en/of nalatenschappen geen (successie)belasting verschuldigd is.

LIDMAATSCHAP

p gewoon lidmaatschap: (tenminste) € 60,- per kalenderjaar p echtpaar/partnerlidmaatschap (twee personen): (tenminste) € 85,- per kalenderjaar p jongerenlidmaatschap (t/m 25 jaar): (tenminste) € 20,- per kalenderjaar p lidmaatschap voor het leven: vanaf € 1.200,- (eenmalig) p partnerlidmaatschap (twee personen): voor het leven: vanaf € 2.000,- (eenmalig) p Titus Cirkel: gedurende vijf jaar jaarlijks minimaal € 1.000,- p Grootouder Gezelschap: lidmaatschap € 60,- per kalenderjaar plus 1) gedurende vijf jaar jaarlijks € 500, of 2) eenmalig € 1.500,- p bedrijfslidmaatschap: (tenminste) € 1.000,- per kalenderjaar j Leden die in aanvulling op de contributie een gift van (tenminste) € 250,- doen, kunnen voor dat jaar de status van Donateur verkrijgen.

Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot en met 31 december. Indien u zich als lid opgeeft ná 1 november ontvangt u gratis het lidmaatschap voor de resterende twee maanden van het oude jaar. U betaalt dan contributie over het nieuwe jaar. Indien u zich gedurende het jaar, maar vóór 1 november als lid aanmeldt, betaalt u de volledige contributie over het lopende jaar. Opzegging van het lidmaatschap graag vóór 1 oktober.

De leden hebben op vertoon van hun lidmaat-schapskaart gratis toegang tot de permanente collecties van de ruim honderd musea waaraan de Vereniging Rembrandt steun heeft verleend, als-mede tot de ledenvergaderingen en de bijzondere ledenbijeenkomsten. Voorts ontvangen de leden het Bulletin met actuele informatie en beschou-wingen door experts en fraaie afbeeldingen van de kunstwerken die met steun van de Vereniging Rembrandt zijn verworven (echtpaar/partnerleden ontvangen één Bulletin). Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met het bureau van de Vereniging Rembrandt.

GEVEN OM KUNST? DE KUNST VAN HET GEVEN!

VERENIGING REMBRANDT

Page 39: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

39 VERENIGING REMBRANDT NAJAAR 2010

ALKMAAR • Stedelijk Museum

AMERONGEN • Kasteel Amerongen

AMERSFOORT • Museum Flehite

AMSTELVEEN • Cobra Museum

AMSTERDAM • Allard Pierson Museum

• Amsterdams Historisch Museum

• Bijbels Museum

• Joods Historisch Museum

• Museum Amstelkring

• Museum het Rembrandthuis

• Museum Van Loon

• Museum Willet-Holt huysen

• Nederlands Scheep vaartmuseum

• Pijpenkabinet & Smokania

• Rijksmuseum

• Stedelijk Museum

• Stedelijk Museum Bureau

Amsterdam

• Tropenmuseum

• Van Gogh Museum

APELDOORN • Paleis Het Loo-Nationaal Museum

APPINGEDAM • Museum Stad Appingedam

ARNHEM • Gemeentemusea

ASSEN • Drents Museum

ASTEN • Beiaard- en Natuurmuseum Asten

BARNEVELD • Veluws Museum Nairac

BERG EN DAL • Afrika Museum

BERGEN OP ZOOM • Het Markiezenhof

BEVERWIJK • Museum Kennemerland

BREDA • Breda’s Museum

BRIELLE • Historisch Museum Den Briel

DELFT • Legermuseum

• Museum Lambert van Meerten

• Stedelijk Museum Het Prinsen hof

• Volkenkundig Museum

Nusan ta r a

DEVENTER • Gemeentemusea

DORDRECHT • Dordrechts Museum

• Museum Mr. Simon van Gijn

EINDHOVEN • Museum Kempenland

• Stedelijk Van Abbemuseum

ENKHUIZEN • Stg Rijksmuseum Zuiderzeemuseum

ENSCHEDE • Rijksmuseum Twenthe

GORINCHEM • Gorcums Museum

GOUDA • Stedelijke Musea

’S-GRAVENHAGE • Gemeentemuseum Den Haag

• Haags Historisch Museum

• Koninklijk Kabinet van

Schilderijen Mauritshuis

• Museum Meermanno

• Museum Mesdag

GRONINGEN • Groninger Museum

HAARLEM • Frans Hals Museum

• Historisch Museum Haarlem

• Teylers Museum

HARLINGEN • Gemeentemuseum Het

Hannemahuis

HATTEM • Voerman Museum

’S-HEERENBERG • Kasteel Huis Bergh

HEINO/WIJHE • Museum De Fundatie/Kasteel

Het Nijenhuis

HELMOND • Gemeentemuseum Helmond

’S-HERTOGENBOSCH • Noordbrabants Museum

• SM’s-Stedelijk Museum

HEUSDEN A/D MAAS • Het Gouverneurshuis

HILVERSUM • Goois Museum

HOORN • Westfries Museum

KATWIJK • Katwijks Museum

LAREN • Singer Museum

LEEK • Nationaal Rijtuigenmuseum

LEENS • Borg Verhildersum

LEERDAM • Nationaal Glasmuseum

LEEUWARDEN • Fries Museum

• Keramiekmuseum Princessehof

LEIDEN • Museum Boerhaave

• Prenten ka binet der Rijks-

univer si teit

• Rijksmuseum van Oudheden

• Rijksmuseum voor Volken kunde

• Stedelijk Museum De Lakenhal

LOOSDRECHT • Kasteel-Museum Sypestyn

MAARSSEN • Slot Zuylen

MAASTRICHT • Bonnefantenmuseum

MARKEN • Marker Museum

MIDDELBURG • Zeeuws Museum

NIJMEGEN • Museum Het Valkhof

OTTERLO • Kröller-Müller Museum

• Nederlands Tegelmuseum

PURMEREND • Purmerends Museum

RIDDERKERK • Huys ten Donck (alleen de tuinen)

ROERMOND • Stedelijk Museum Roermond

ROTTERDAM • Atlas van Stolk/Het Schielandhuis

(Historisch Museum Rotterdam)

• Kunsthal Rotterdam

• Maritiem Museum Rotterdam

• Museum Boijmans Van Beuningen

• NAi Nederlands Architec tuur-

in sti tuut

• Wereldmuseum Rotterdam/

Museum voor Volkenkunde

ROZENDAAL • Kasteel Rosendael

DE RIJP • Museum In ‘t Houten Huis

RIJSWIJK (ZH) • Museum Het Tollenshuis

SCHIEDAM • Stedelijk Museum

SCHOONHOVEN • Nederlands Zilvermuseum

SLUIS • Oudheidkundige Verzameling

Belfort Sluis

SNEEK • Fries Scheepvaart Museum

TIEL • Flipje en Streekmuseum Tiel

Sociëteit

TILBURG • Audax Textielmuseum

• De Pont, Stichting voor

hedendaagse kunst

UDEN • Museum voor Religieuze Kunst

UITHUIZEN • Menkemaborg

UTRECHT • Centraal Museum

• Geldmuseum

• Museum Catharijneconvent

• Nationaal Museum van

Speelklok tot Pierement

VAASSEN • Kasteel de Cannenburch

VLISSINGEN • Zeeuws maritiem muZEEum

VOORBURG • Museum Swaensteyn

VOORSCHOTEN • Kasteel Duivenvoorde

WEESP • Gemeentemuseum

WOERDEN • Stadsmuseum Woerden.

ZAANDAM • Museum van het Nederlandse

Uurwerk

ZALTBOMMEL • Maarten van Rossummuseum

ZIERIKZEE • Maritiem Museum Zierikzee

• Stadhuismuseum

ZUTPHEN • Museum Henriëtte Polak in

De Wildeman

• Stedelijk Museum

ZWOLLE • Museum de Fundatie/Paleis aan

de Blijmarkt

• Stedelijk Museum

De leden van de Vereniging Rembrandt hebben op vertoon van het bewijs van lidmaatschap vrije toegang tot de vaste collecties van de musea die sinds de oprichting van de vereniging in 1883 zijn gesteund bij de aankoop van kunstwerken. Dit zijn:

ONDERSTEUNDE MUSEA

Van Kempen en Begeer, aanwinst voor het Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven.

Lidmaatschapskaart R liggend 2011.indd 1 22-10-10 16:47

Vrije toegang tot de vaste collecties

Page 40: Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld€¦ · BULLETIN VAN DE V ERENIGING REMBRANDT JAARGANG 20 N0 3 NAJ AAR 2010 Belangrijkste aankoop van 2010 volgens Kunstbeeld

In 2009 met steun van de Vereniging Rembrandt aangekochte werken:

ALKMAAR

Stedelijk MuseumLavaboschaal, 1680Isbrant Blom, toe- geschreven aan

AMSTERDAM

Museum Van LoonZilveren boekbandje met

de wapens van de families

Van Loon en Ruychaver, ca. 1597. AnoniemDankzij het Zilverfonds

AMSTERDAM

RijksmuseumDe Tafelberg bij Blaricum

in vier gezichten, ca. 1780-1785Jacob Cats

AMSTERDAM

RijksmuseumPaar huwelijkskoffers, ca. 1688André-Charles Boulle

AMSTERDAM

Stedelijk MuseumMayday V, 2006 enFrankfurt, 2007 Andreas GurskyDankzij het Titusfonds

APELDOORN

Nationaal Museum Paleis Het LooDe drie oudste kinderen

van stadhouder Frederik

Hendrik en Amalia van

Solms, 1629Gerard van HonthorstDankzij het Beatrijs de

Rooijfonds

DELFT

Museum Het PrinsenhofPortretten van Willem

Reyersz. de Langue en

Maria Jorisdr. Pijnaecker, 1626. Willem Willemsz. van der VlietDankzij de opbrengst van

het Lustrumgala

DEN HAAG

GemeentemuseumCompositie in grijs

(‘Compositie No. 10’), 1918Vilmos Huszár

DEN HAAG

GemeentemuseumInstallatie van glas, 2009Mieke GrootDankzij het Jaap en Joanna

van der Lee-Boersfonds

DEN HAAG

GemeentemuseumInstallatie van glas, 2009Caroline PrisseDankzij het Jaap en Joanna

van der Lee-Boersfonds

DORDRECHT

Dordrechts MuseumPortret van twee

kinderen in een landschap

met vee, ca. 1650Jacob Gerritsz. Cuyp en Aelbert Cuyp

’S-HEERENBERGH

Kasteel Huis BerghPortret van graaf

Hendrik van den Bergh, ca. 1618Otto van Veen

LEEUWARDEN

Keramiekmuseum PrincessehofPresenteerschaal, ca. 1760Porseleinfabriek Weesp

LEIDEN

Museum VolkenkundeHoeroa, ceremoniële staf

en wapen, 18de eeuwNoord-eiland, Nieuw-Zeeland

MIDDELBURG

Zeeuws Museum, Konink-lijk Zeeuwsch Genootschap der WetenschappenTazza voor de familie

Courten, 1597Onbekende Middelburgse meester

ROTTERDAM

Museum Boijmans Van BeuningenKunstkabinet, ca. 1630-1640Herman Doomer, toegeschreven aan

ROTTERDAM

Museum Boijmans Van BeuningenTwee reeksen hout-

sneden: Landsknechten

en Turken, ca. 1530. Sebald Beham e.a.Dankzij het Prenten- en

tekeningenfonds

SCHOONHOVEN

Nederlands ZilvermuseumZeven zilveren voorwerpen

uit de collectie van Van

Kempen en Begeer, 19de en 20ste eeuwDiverse ontwerpers

UTRECHT

Centraal MuseumDe aanbidding van de drie

koningen, ca. 1624Abraham Bloemaert