beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten,...

65
Aan de orde is de behandeling van: - het wetsvoorstel Vaststelling van de begro- tingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2011 (32500-XIII); - het wetsvoorstel Vaststelling van de begro- tingsstaat van het Fonds economische structuur- versterking voor het jaar 2011 (32500-D); - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken 2009 (32360- XIII); - het jaarverslag van het Ministerie van Economi- sche Zaken (32360-XIII, nr. 1); - het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van het Ministerie van Economi- sche Zaken 2009 (32360-XIII, nr. 2); - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Fonds economische structuurversterking 2009 (323690- D); - het jaarverslag van het Fonds economische structuurversterking (32360-D, nr. 1); - het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van het Fonds economische structuurversterking (32360-D, nr. 2); - het wetsvoorstel Vaststelling van de begro- tingsstaten van Landbouw, Natuur en Voedselkwa- liteit (XIV) voor het jaar 2011 (32500-XIV); - het wetsvoorstel Vaststelling van de begro- tingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2011 (32500-F) - het wetsvoorstel Slotwet en jaarverslag Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwali- teit 2009 (32360-XIV); - het jaarverslag van het Ministerie van Land- bouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2009 (32360- XIV, nr. 3); - het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (32360-XIV, nr. 4); - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2009 (32360-F); - het jaarverslag van het Diergezondheidsfonds (32360-F, nr. 1); - het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van het Diergezondheidsfonds (32360-F, nr. 2). De voorzitter: Ik heet de bewindspersonen van harte welkom. Het kan zijn dat de minister af en toe wat rek- en strekoefeningen gaat doen. Dat zal dan zijn omdat dit beter is voor zijn rug en wervels. Ik heb daar uiteraard ook toestemming voor gegeven. Er zijn negentien sprekers aangemeld voor deze begroting. Het lijkt mij bijna een record. Daarom duurde het ook even voordat wij konden beginnen. Niet alleen om het spreekgestoelte te repareren maar ook om even goed naar de spreektijden van de fracties te kijken. De (algemene) beraadslaging wordt geopend. © Mevrouw Dijksma (PvdA): Voorzitter. De vorige week stond in FORUM een artikel met als kop De redders van het bedrijfsleven?. Met zo’n titel heeft dat blad deze beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een torenhoge verwachting. Nederland zit middenin een economische crisis en de regering-Rutte/Verhagen moet ons land door een moeilijke tijd loodsen. Het liefst op zo’n manier dat het overheidsbeleid aan de toch al broze economische groei geen negatieve bijdrage levert. Sterker nog, de vraag die vandaag voorligt, is of de nieuwe minister van ELI de door hem vergaarde macht op zijn superministerie weet om te zetten in klinkende successen voor ondernemers van vlees en bloed. Of dat hij zich de komende jaren vooral laat kenmerken door management by speech. Men weet natuurlijk dat van management by speech het hart misschien wel sneller gaat kloppen, maar dat de kassa lang niet altijd gaat rinkelen; en om dat laatste gaat het ook. Het regeerakkoord spreekt ferme taal over het belang van het bedrijfsleven en over economische groei en inzetten op innovatie, maar welke visie daaraan ten grondslag ligt, wordt nog niet duidelijk. En de tijd dringt, want als wij tot 2011 moeten wachten op een nota over het nieuwe industriebeleid zijn de investeerders uit China en India natuurlijk alweer lichtjaren verder. Onze topgebieden krijgen wel veel warme woorden maar geen extra geld. Het regionale economische beleid wordt overgedragen aan de provincies maar zonder geld. Dit weekend heeft minister Schultz van Haegen alvast een tipje van de sluier opgelicht: de regio’s waar dit kabinet zich echt voor gaat inspannen, liggen in de Randstad en rondom Eindhoven. Ik kom daar zo op terug, want ik kan mij niet voorstellen dat de Limburger Verhagen dit werkelijk over zijn kant laat gaan. Nederland is een exportland. 70% van alles wat wij verdienen, wordt binnen geharkt met export. Van onze welvaart en ons welzijn zijn wij afhankelijk van het buitenland. Dat maakt onze economie enerzijds kwetsbaar maar ook zeer kansrijk. Kansrijk zijn wij wel alleen als wij adequaat en tijdig inspelen op ontwikkelin- gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri- sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische crisis aangrijpen om de economie nu eens echt duurzaam te hervormen. Wat ons betreft moet er ingezet worden op drie thema’s: op het verbeteren van het niveau en de slagkracht van onze beroepsbevol- king, op het verduurzamen van onze productie en het hergebruik van onze natuurlijke hulpbronnen, en op sociale innovatie als middel om onze concurrentiekracht te vergroten. Dit debat is erop gericht om te toetsen of de regering ten aanzien van deze drie onderwerpen het goede doet. Vooralsnog heeft mijn fractie daar haar twijfels over. Voor de PvdA staat voorop dat iedereen moet meedoen. Sterker nog, wij hebben alle mensen gewoon heel hard nodig. Het is dus onbegrijpelijk dat deze regering een aantal maatregelen neemt die onze potentiële of de dan al zittende beroepsbevolking hard raakt. Het feit dat men netto niet investeert in onderwijs, maar uiteindelijk 100 mln. bezuinigt, helpt dus niet. Alexander Rinnooy Kan gaf dit weekend niet voor niets aan dat er vele miljarden extra nodig zijn om Nederland te blijven opstuwen in de vaart der volkeren wat betreft kennis en innovatie. Ik hoor graag een reactie van de minister op dat optreden. Waarom schaffen we eigenlijk de financiering voor mbo’ers boven de 30 af, terwijl het bedrijfsleven en de zorg zitten te springen om deze groep mensen? Waarom heeft onderhandelaar Verhagen een dergelijke faux pas geaccepteerd, zodat minister Verhagen nu op de blaren moet zitten? Is hij Tweede Kamer Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (begroting) 23 november 2010 TK 25 25-38

Transcript of beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten,...

Page 1: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Aan de orde is de behandeling van:- het wetsvoorstel Vaststelling van de begro-

tingsstaten van het Ministerie van EconomischeZaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar2011 (32500-XIII);

- het wetsvoorstel Vaststelling van de begro-tingsstaat van het Fonds economische structuur-versterking voor het jaar 2011 (32500-D);

- het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwetMinisterie van Economische Zaken 2009 (32360-XIII);

- het jaarverslag van het Ministerie van Economi-sche Zaken (32360-XIII, nr. 1);

- het rapport van de Algemene Rekenkamer bijhet jaarverslag van het Ministerie van Economi-sche Zaken 2009 (32360-XIII, nr. 2);

- het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Fondseconomische structuurversterking 2009 (323690-D);

- het jaarverslag van het Fonds economischestructuurversterking (32360-D, nr. 1);

- het rapport van de Algemene Rekenkamer bijhet jaarverslag van het Fonds economischestructuurversterking (32360-D, nr. 2);

- het wetsvoorstel Vaststelling van de begro-tingsstaten van Landbouw, Natuur en Voedselkwa-liteit (XIV) voor het jaar 2011 (32500-XIV);

- het wetsvoorstel Vaststelling van de begro-tingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor hetjaar 2011 (32500-F)

- het wetsvoorstel Slotwet en jaarverslagMinisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwali-teit 2009 (32360-XIV);

- het jaarverslag van het Ministerie van Land-bouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2009 (32360-XIV, nr. 3);

- het rapport van de Algemene Rekenkamer bijhet jaarverslag van het Ministerie van Landbouw,Natuur en Voedselkwaliteit (32360-XIV, nr. 4);

- het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwetDiergezondheidsfonds 2009 (32360-F);

- het jaarverslag van het Diergezondheidsfonds(32360-F, nr. 1);

- het rapport van de Algemene Rekenkamer bijhet jaarverslag van het Diergezondheidsfonds(32360-F, nr. 2).

De voorzitter: Ik heet de bewindspersonen van hartewelkom. Het kan zijn dat de minister af en toe wat rek-en strekoefeningen gaat doen. Dat zal dan zijn omdat ditbeter is voor zijn rug en wervels. Ik heb daar uiteraardook toestemming voor gegeven.

Er zijn negentien sprekers aangemeld voor dezebegroting. Het lijkt mij bijna een record. Daarom duurdehet ook even voordat wij konden beginnen. Niet alleenom het spreekgestoelte te repareren maar ook om evengoed naar de spreektijden van de fracties te kijken.

De (algemene) beraadslaging wordt geopend.

©

Mevrouw Dijksma (PvdA): Voorzitter. De vorige weekstond in FORUM een artikel met als kop ″De redders vanhet bedrijfsleven?″. Met zo’n titel heeft dat blad deze

beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met eentorenhoge verwachting. Nederland zit middenin eeneconomische crisis en de regering-Rutte/Verhagen moetons land door een moeilijke tijd loodsen. Het liefst opzo’n manier dat het overheidsbeleid aan de toch al brozeeconomische groei geen negatieve bijdrage levert.Sterker nog, de vraag die vandaag voorligt, is of denieuwe minister van ELI de door hem vergaarde machtop zijn superministerie weet om te zetten in klinkendesuccessen voor ondernemers van vlees en bloed. Of dathij zich de komende jaren vooral laat kenmerken doormanagement by speech. Men weet natuurlijk dat vanmanagement by speech het hart misschien wel snellergaat kloppen, maar dat de kassa lang niet altijd gaatrinkelen; en om dat laatste gaat het ook.

Het regeerakkoord spreekt ferme taal over het belangvan het bedrijfsleven en over economische groei eninzetten op innovatie, maar welke visie daaraan tengrondslag ligt, wordt nog niet duidelijk. En de tijd dringt,want als wij tot 2011 moeten wachten op een nota overhet nieuwe industriebeleid zijn de investeerders uit Chinaen India natuurlijk alweer lichtjaren verder. Onzetopgebieden krijgen wel veel warme woorden maar geenextra geld. Het regionale economische beleid wordtovergedragen aan de provincies maar zonder geld. Ditweekend heeft minister Schultz van Haegen alvast eentipje van de sluier opgelicht: de regio’s waar dit kabinetzich echt voor gaat inspannen, liggen in de Randstad enrondom Eindhoven. Ik kom daar zo op terug, want ik kanmij niet voorstellen dat de Limburger Verhagen ditwerkelijk over zijn kant laat gaan.

Nederland is een exportland. 70% van alles wat wijverdienen, wordt binnen geharkt met export. Van onzewelvaart en ons welzijn zijn wij afhankelijk van hetbuitenland. Dat maakt onze economie enerzijdskwetsbaar maar ook zeer kansrijk. Kansrijk zijn wij welalleen als wij adequaat en tijdig inspelen op ontwikkelin-gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wijdeze economische crisis aangrijpen om de economie nueens echt duurzaam te hervormen. Wat ons betreft moeter ingezet worden op drie thema’s: op het verbeterenvan het niveau en de slagkracht van onze beroepsbevol-king, op het verduurzamen van onze productie en hethergebruik van onze natuurlijke hulpbronnen, en opsociale innovatie als middel om onze concurrentiekrachtte vergroten. Dit debat is erop gericht om te toetsen ofde regering ten aanzien van deze drie onderwerpen hetgoede doet. Vooralsnog heeft mijn fractie daar haartwijfels over. Voor de PvdA staat voorop dat iedereenmoet meedoen. Sterker nog, wij hebben alle mensengewoon heel hard nodig. Het is dus onbegrijpelijk datdeze regering een aantal maatregelen neemt die onzepotentiële of de dan al zittende beroepsbevolking hardraakt. Het feit dat men netto niet investeert in onderwijs,maar uiteindelijk 100 mln. bezuinigt, helpt dus niet.

Alexander Rinnooy Kan gaf dit weekend niet voorniets aan dat er vele miljarden extra nodig zijn omNederland te blijven opstuwen in de vaart der volkerenwat betreft kennis en innovatie. Ik hoor graag een reactievan de minister op dat optreden. Waarom schaffen weeigenlijk de financiering voor mbo’ers boven de 30 af,terwijl het bedrijfsleven en de zorg zitten te springen omdeze groep mensen? Waarom heeft onderhandelaarVerhagen een dergelijke faux pas geaccepteerd, zodatminister Verhagen nu op de blaren moet zitten? Is hij

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-38

Page 2: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

bereid om uit zijn eigen begroting middelen beschikbaarte stellen, eventueel met matching van de betrokkensectoren, om deze weeffout in het regeerakkoord teherstellen?

De regering spreekt veel warme woorden overinnovatie, en terecht. Zij bepleit een bundeling vaninnovatiemiddelen voor generiek beleid. Dat is opzichzelf allemaal in lijn met wat wij ook vinden, maardoor de bezuinigingen op de innovatiemiddelen met 300mln. en het verzuim om een paar miljard erbij teinvesteren in het onderwijs dreigt het kind nu wel methet badwater te worden weggegooid, ondanks deaangekondigde verruiming van de WBSO. Succesvolleprojecten, bijvoorbeeld in de scheepvaart of de gezond-heidszorg, kunnen niet worden doorgezet. Dat is eigenlijkeen intellectuele inconsistentie met de tekst in hetakkoord dat men de topgebieden voor innovatie nu juistwil ondersteunen, indien nodig ook specifiek. Binnen hetbedrijfsleven heerst dan ook zorg over de voorstellen.Niet voor niets werd deze week bekendgemaakt dat menverwacht dat er 1500 mensen extra werkloos zullenworden door de bezuinigingen op het innovatiebeleid.Hierop hoor ik ook graag een reactie van het kabinet.

De PvdA vraagt de minister om in overleg te tredenmet het bedrijfsleven, de topinstituten en de universitei-ten over een bundeling van innovatiemiddelen zodatsuccesvolle projecten niet nodeloos kopje-onder gaan.Wat ons betreft mag hij ook verder nadenken over eeninnovatieve wijze van subsidieverlening. De rol vandurfkapitaal en het afdekken van risico’s zijn daarbij heelbelangrijke opties. Kan de minister terstond met eenvoorstel komen? Het innovatiebeleid is toch nog eenbeetje een dark horse van het kabinet, en deze beeld-spraak zal de staatssecretaris aanspreken. We hebbeneigenlijk geen idee wat eraan komt galopperen. De PvdAvindt ook dat innovatie vooral ondersteund moet wordenbij maatschappelijk relevante thema’s. Extra aandacht isnodig voor de valorisatie van producten en voor hetontwikkelen van prototypes. Graag een reactie.

Bij de regio’s is de onrust dit weekend flink toegeno-men, na de uitlatingen van minister Schultz. Moet ik nuwerkelijk de conclusie trekken dat dit kabinet allevruchten van de nota Pieken in de Delta in de prullenbakgooit? Waarom wordt de samenhang met succesvolleinnovaties in regio’s als Twente, Zeeland, West-Brabant,Limburg en niet te vergeten het noorden van het landniet meer benadrukt? Wat blijft er over van het regionaaleconomisch beleid, nu de provincies zonder middelenhiermee aan de slag moeten? De leus is tegenwoordig: jegaat erover of je gaat er niet over, maar hier moet deconclusie zijn: je gaat wel ergens over, maar je hebt geencent te makken. Herhaalt de minister ook de woordenvan collega Schultz dat er inderdaad maar twee gebiedenin Nederland zijn waar dit kabinet op inzet?

De PvdA wil graag dat er meer werk wordt gemaaktvan sociale innovatie. Vooral de biobased economy biedtveel perspectief. Wij begrijpen dan ook niet dat hetkabinet de agrofoodsector eigenlijk laat zitten, terwijl hetwel nog steeds subsidies voor individuele boerenbeschikbaar stelt. Als je zo’n keuzepatroon hebt, is welde vraag wat je toekomstperspectief is.

In 2011 verschijnt de nota Nieuw bedrijfslevenbeleid.Als het goed is, komt daarin ook een paragraaf, ofmisschien wel een heel hoofdstuk, over industriebeleidnieuwe stijl, maar dat duurt nog lang. De uitgangspuntenvan mijn partij zijn dat het algemene vestigingsklimaat

op orde moet zijn, het onderwijsniveau hoog, debereikbaarheid goed en de mentaliteit en cultuur open,zeg ik maar even met nadruk. In de begroting zien wijeigenlijk niets van die maatschappelijke uitdagingenwaar wij voor staan. Streeft de minister er nog steedsnaar om Nederland te brengen naar de top vijf van deGlobal Competitiveness Index van het World EconomicForum? En wat gaat de minister er aan bijdragen metzijn beleid om ervoor te zorgen dat wij daar komen? Hoewil de minister situaties zoals bij Abbott en Organon inde toekomst voorkomen? Zijn inmiddels noodscenario’sop het departement ontwikkeld om snel en adequaat tekunnen reageren? Is er een mogelijkheid om bij tedragen aan de R&D-activiteiten van innovatieve bedrijvenom te voorkomen dat zij vertrekken naar het buitenland?Wil de minister net als wij de positie van de onderne-mingsraad versterken bij fusies en overnames?

Mijn laatste punt, last but not least, is de consument.Het is opvallend dat het thema consumentenbeleid voordeze regering geen prioriteit lijkt. Wat is nu eigenlijk deopvatting en de rol van de minister op dit punt? Wijhebben mevrouw Verburg in de media voorbij zienkomen, die zegt dat wij vooral de toezichtslast voor hetbedrijfsleven moeten verminderen. Wij gaan met deinspectie op vakantie of de inspectie gaat op vakantie.Het is een gevleugeld begrip. Consumenten hebben nujuist vaak meer steun van de overheid nodig, of het nuom het bellen of het parkeren gaat. Vaak betalen wijgewoon te veel. In plaats van zich te verschuilen achterzelfregulering van de sector zou de minister hier in onzeogen als een bok op de haverkist moeten zitten. Is deminister bereid om met wetgeving te komen, indien blijktdat op 1 januari aanstaande de providers zich nog nietvoegen naar het eerlijk betalen of dat zij misschienmensen per seconde laten afrekenen, maar dan deminuut gewoon veel goedkoper maken, dus trucs uit dekast halen, en het allemaal niks wordt met de zelfregule-ring?

Wat kan de minister bijvoorbeeld doen op het terreinvan het parkeerbeleid? Hoe voorkomen wij dat ook hierburgers veel meer betalen dan nodig is? Is de ministerbereid om ook op dit belangrijke consumentenonderwerpte streven naar een maximering van de jaarlijksetariefstijging en met de sector en lokale overheden tepraten over het vergroten van het gebruikersgemak? Ikzou heel graag zien dat de minister hierop uitgebreidreageert en dat hij aangeeft op welke wijze deze regeringde consument naast de ondernemer van groot belangvindt in het economisch beleid.

©

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Aan de orde is debegroting van LNV. Ik bedoel Landbouw bij Economie,Landbouw en Innovatie. Het is allemaal nog evenwennen. De begroting is voorbereid door het vorigekabinet. Door de nota van wijziging van het nieuwekabinet is voor 2011 65 mln. aan ombuigingen vastge-steld, waarvan 40 mln. op recreatie om de stad, 10 mln.op onttakeling, 10 mln. op de robuuste verbindingszonesen 5 mln. door verkoop van gronden. Wij hebben eenamendement meeondertekend om de bezuiniging op derobuuste verbindingszones ongedaan te maken.

Al met al is het een bezuiniging tot 2015 van 450 mln.op de LNV-begroting, nu dus Landbouw van ELI. Dekortingen zitten vooral op natuur. Wij, en niet alleen wij,

Dijksma

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-39

Page 3: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

zijn geschokt over de brute wijze waarop dit kabinetbezuinigt op natuur en recreatie. Het is niet alleen eenverlies voor de natuur en voor het landschap in ons land,maar ook voor de economie. Dit geld is namelijknoodzakelijk om allerlei gebiedsprocessen van de grondte krijgen. Veel projecten, niet alleen bij natuur, maar ookbij woningbouw, water, stedelijke ontwikkeling en allerleiandere terreinen, moeten tot mooie uitkomsten leiden.Daarbij is ook Europees geld aan de orde. Dit alles wordtbruut gestopt. De staatssecretaris heeft contact gehadmet de provincies. Hij heeft echter niet met de provinciesgesproken, maar tegen de provincies, gezien de reactievan de staatssecretaris in het wetgevingsoverleg. Ik wileigenlijk van de staatssecretaris het volgende weten, nuer een eerste bijeenkomst is geweest en er een brief ligtvan zijn CDA-collega Van Heugten uit Brabant, dienamens de provincies schrijft dat het Rijk claimstegemoet kan zien. Kunnen wij nu allerlei juridischeprocedures verwachten omdat de staatssecretaris zichniet aan de bestuursafspraken wil houden? Of gaan wijtoch nog de ecologische hoofdstructuur uitvoeren,aangepast dan, voor minder geld en mogelijk in de tijdgezet, waarbij wij niet van het concept afwijken en dusmeer betrouwbaar zijn? Dat is één.

Voor mijn tweede punt ga ik wat meer in op deactualiteit. In De Limburger stond ...

De heer Koopmans (CDA): In mei werd bekend dat er4,5 mld. tekort was voor het natuurbeleid. Kan mevrouwJacobi mij zeggen hoeveel geld de Partij van de Arbeidin het verkiezingsprogramma had opgenomen voor extranatuurbeleid?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Wij hebben daarvoor geenvoorzet gegeven. Als het CDA dat wel heeft gedaan,heeft zij dat in mijn beleving op een te vroeg momentgedaan. Wij hebben gezegd dat wij zouden wachten opde midterm review. Dan kunnen wij met elkaar bekijkenhoe de ecologische hoofdstructuur er voorstaat enkunnen wij de volgende stap zetten. Dan kunnen wijbekijken hoeveel geld erbij moet en hoe het andersmoet. De evaluatie is echter nog niet eens afgewacht enhet concept is weg gekrast. Er is geschermd met eentekort van 4 mld., maar het is de vraag of dat wel waaris. Kom bij mij niet aan met: nu meer geld. Wij hebbenafspraken met elkaar gemaakt en die worden nietnagekomen. Dat is punt één.

De heer Koopmans (CDA): Voorzitter.

De voorzitter: Er komt toch nog een punt twee?

De heer Koopmans (CDA): Voorzitter. Misschien voor deduidelijkheid ...

De voorzitter: Nee, mevrouw Jacobi mag eerst rustigantwoord geven.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Punt twee is dat ik wil dat wijons houden aan de afspraken van de bestuursovereen-komsten waarvan het Investeringsbudget LandelijkGebied ook deel uitmaakt en dat wij in de regio’svertrouwen wekken dat de afspraken worden nageko-men. Dat er vervolgens wordt gediscussieerd over devraag hoeveel geld er nodig is, hoort bij de midterm

review. Daarop is echter niet gewacht. Dat vind ikonfatsoenlijk en daarover heb ik het nu.

De heer Koopmans (CDA): Gebruikt mevrouw Jacobiniet heel veel woorden om te verbloemen dat de Partijvan de Arbeid in het verkiezingsprogramma nul euroextra heeft opgenomen voor natuurbeleid? Zij gebruiktwel grote woorden naar ons toe en naar het kabinet,terwijl zij toch ook al in mei wist dat er een tekort wasvan 4,5 mld.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Nogmaals, het CDA doet nualsof zij opkomt voor het groen. Ik wil dat beeldherstellen. Ik gebruik inderdaad graag veel woorden voorgroen. Ons is niet bekend dat er geld bij moet of dat ergeld genoeg is. Voor de Partij van de Arbeid is vanbelang dat wij onze natuurdoelen halen. Wij zijn er inons verkiezingsprogramma van uitgegaan dat wij onsaan de afspraken zouden houden, dat er tekorten zijn endat wij die wegzetten in de tijd, maar dat wij ons wel aande afspraken houden. De heer Koopmans gaat daaraanvoorbij alsof het normaal is dat wij alles schrappen, dezaak asfalteren en niet meer voldoen aan groen. Ik wilgraag 1 mld. reserveren, maar dan wel na de evaluatie.De heer Koopmans hoeft nu niet zo trots te doen alsofdit een slimme interruptie is, want hij snijdt geen hout enwij krijgen er geen groen voor. Dat is jammer.

Dat wij ons niet aan de natuurafspraken houden iséén, maar twee is dat de staatssecretaris in een interviewin De Limburger heeft gezegd: omzeil natuurregels instilte. Ik heb intussen Limburgers gesproken die zichhierdoor erg beledigd voelen, want hij zegt er ook nogbij: dat bent u in Limburg immers wel gewend. Dat isniet aardig van de staatssecretaris. Waarom heeft hij datgezegd? Wij hebben natuurregels en daar moeten wijons aan houden. Als wij vinden dat wij daarvan afmoeten, moeten wij dat niet in stilte doen. Natuurlijkmoet je ergens creatief mee kunnen omgaan, maar datmoet je niet doen zoals de staatssecretaris nu heeftgedaan. Ik krijg graag een verantwoording voor dezeuitspraak. Ik vraag geen excuses, maar de Limburgersmisschien wel. Wij hebben al een wetgevingsoverlegnatuur gevoerd dus ik verwacht dat dit straks nog eenkeer terugkomt.

Over de landbouw, de tuinbouw en de akkerbouw ...

De voorzitter: Mevrouw Jacobi, ik lette even niet opdoordat ik was afgeleid door vak K waar een beetje werdgekeet. Ik moet er natuurlijk streng op toezien dat dit nietgebeurt. Mevrouw Ouwehand heeft nog een vraag aan u.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Mevrouw Jacobi heeftvraagtekens geplaatst bij de uitlatingen van de staatsse-cretaris voor een boerencongres. Die vraagtekenshebben wij ook. Zij zegt nu: dat is niet zo aardig van destaatssecretaris. Zij heeft toch wel zwaardere kritiek,hoop ik?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik ben de eerste spreker enwilde de sfeer niet verpesten, dus ik dacht: laat ik eenunderstatement gebruiken. Maar als u het echt van mijwilt weten, vind ik het ongehoord wat de staatssecretarisheeft gedaan.

Nog kort iets over de Oostvaardersplassen. Gisterenpresenteerde de commissie-Gabor haar advies over hoehet verder moet met de Oostvaardersplassen. Gezien zijn

Jacobi

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-40

Page 4: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

commentaren lijkt het alsof de staatssecretaris een anderrapport heeft gelezen dan ik. De conclusies van hetexperiment zijn volgens mij niet door Gabor misluktgenoemd, maar door de staatssecretaris wel. Decommissie-Gabor geeft juist aan dat het voor 95% goedis gegaan. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe hijnu met dit advies verdergaat en of wat hij gisterenuitsprak, mogelijk berust op misverstanden.

Nu de landbouw, tuinbouw en akkerbouw. Staatssecre-taris, ik mis het grote verhaal. In mijn beleving is er geenvisie. Graag hoor ik van de staatssecretaris wat zijn visieis op onze landbouw.

De heer Graus (PVV): Voorzitter. Mevrouw Jacobi gingnogal snel langs de Oostvaardersplassen. Ik wil haargraag het volgende vragen. Hoe staat zij tegenover deoplossingen die de PVV heeft genoemd voor de dierenbij de Oostvaardersplassen – dus de levende wezens, endaarom belangrijker dan natuur – namelijk prikpil,schieten met een verdovingsgeweer, dus beperking, envervolgens bij voeren indien nodig? Het gaat immers omgehouden dieren.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Volgens mij zijn wij daar aljaren heel helder in. Dit is net een gebied waar dierenniet worden gehouden, maar volgens natuurprincipesleven. Dat waren de afspraken. Wij vinden dat het gebiedjuist groter moet worden dan de commissie-Gabor zegten dat daarmee het probleem wordt opgelost. En dat isjuist wat de staatssecretaris wil stoppen. Wij zeggen dus:gooi de ecologische verbindingszone open, maak hetgebied robuuster, dan zul je een deel van de problemenoplossen. Gabor zegt, en dat onderschrijven wij, dat jeniet moet bijvoeren, want daarmee maak je het probleemalleen maar groter.

De heer Graus (PVV): Juridisch gezien zijn het geengehouden dieren, maar moreel gezien wel, want zekunnen geen kant uit. Een boer die zijn dieren laatverhongeren, wordt aangepakt, opgepakt door de politie,krijgt een boete, krijgt straf. Staatsbosbeheer mochtonder het toeziend oog van de Staat in de afgelopenjaren tienduizenden dieren laten verhongeren.

De voorzitter: En uw vraag is?

De heer Graus (PVV): Ik hoor daar graag een reactie op.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Hieruit blijkt het verschil. Hetgebied is niet groot en u zegt terecht dat de dieren geenkant op kunnen. Daar zit juist het probleem; het moeteen robuust gebied worden waar ze wél een kant opkunnen. Het gaat hierbij om het natuurprincipe en omniet-gehouden dieren. Als het ging om gehouden dieren,had u helemaal gelijk, maar het zijn dieren in het wild endaarover hebben we afspraken gemaakt.

De heer Graus (PVV): Is mevrouw Jacobi het met meeens dat, ook al ga je het gebied vergroten, dieren in ditland niet klimatologisch kunnen migreren? Als het daarvriest, vriest het op de Veluwe ook, dus dat helpt niet.Waarom steunt zij ons verzoek niet om die dieren bij tevoeren en geboortebeperking via een prikpil toe tepassen? Waarom moet er geschoten worden? Laat haardat eens uitleggen, aan mij en de mensen in Nederland.

De voorzitter: Even voor de helderheid: we krijgenhierover nog een apart algemeen overleg, dus er is nogalle gelegenheid om hierover verder te discussiëren.

Mevrouw Jacobi (PvdA): De heer Graus heeft gelijkvanuit het uitgangspunt van gehouden dieren, maar deafspraak is gemaakt dat het wildprincipe hier aan de ordeis. Daarvoor heb je veel ruimte nodig. Ik volg voor ditmoment de commissie-Gabor.

Ik mis bij de staatssecretaris dus het grote verhaalvoor de landbouw. Het principe van de PvdA is: groen enduurzaam boeren. Wij vinden dat alle maatregelen in dierichting moeten wijzen en in de maatregelen missen wijhet grote verhaal. Zeker omdat het bij Innovatie isingebracht, willen wij absoluut nog een keer hetstandpunt van de staatssecretaris horen: wat voor visieheeft de staatssecretaris voor de natuur hierin? In hetwetgevingsoverleg hebben wij het hierover al gehad enwij zijn er niet blij mee. Hetzelfde geldt voor de Voedsel-en Waren Autoriteit. Wij vinden dat die bij Volksgezond-heid hoort en niet bij Economische Zaken. Ook daarovergraag het standpunt van het kabinet.

Nu Recreatie om de Stad. In het wetgevingsoverleg zeide staatssecretaris dat hier 40 mln. wordt geschrapt. Hijvindt dat de boeren daarvoor aan zet zijn. Ik zeg destaatssecretaris dat zij recreatie daarvoor wel moetenopnemen in hun ondernemingsplan. En er is ook deopenbaarheid van grond. Dat betekent dat zij dienstbaarzijn als zij daar boeren. Ik neem het Groene Hart alsvoorbeeld. Je zult er dus ook alles aan moeten doen datdit mogelijk wordt. Wat gaat de staatssecretaris er nuaan doen om in die gebieden het boeren en hetrecreëren om die stad ook echt dienstbaar te maken? Alsdie boeren namelijk niets anders kunnen dan alsmaargroter worden en opschalen, omdat zij mee moeten opde markt, hebben wij het zowel voor de stedeling verpestals voor de boeren zelf.

Mijn volgende punt is het agrarisch natuurbeheer. Ikkom veel bij boeren en ik heb te doen met alle boerendie meedoen aan agrarisch natuurbeheer vanwege debureaucratie die daarvan de makke is. Het zijn allemaalboeren die veel over hebben voor de vogels en voor hetlandschap. Als je echter ziet dat zij op de vierkante meterin de bureaucratie kofferbakken vol papieren moeteninvullen, is het een wonder dat er nog boeren aanmeedoen. Ik wil voorkomen dat wij boetes gaan krijgen.Ik hoor altijd dat het moet van Brussel, maar volgens mijmoet er heel veel niet van Brussel. Als ik namelijk inBrussel de mensen erop aanspreek, zegt men dat delidstaat het zelf wil. Deze staatssecretaris lijkt mij er heelerg geschikt voor om die bureaucratie vanaf de grondaan te pakken. Ga eens met degenen die ermee werken,namelijk boeren, de Dienst Regelingen en derden, zoalsstandsorganisaties, om de tafel zitten om te bekijken hoehet minder ambtelijk kan worden gemaakt en meerdienstbaar aan het resultaat. Uiteindelijk levert al hetpapier immers geen zicht op wat je nu precies bereikt.Overleg het resultaat vervolgens met Brussel om tebezien of het ook beter kan. Dan zijn wij allemaalgeholpen en is de overheid weer een dienstbareorganisatie voor de boeren in plaats van een vervelendeorganisatie. Kortom: dichtbij, groen en duurzaam!

Dan kom ik bij de streekproducten. Wij kennen veelstreekproducten, zoals het Waddenproduct, het wâldbe-antsje uit Friesland. Dat moet via etikettering enhandhaving zijn weg vinden. Ik hoor van de mensen dat

Jacobi

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-41

Page 5: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

zij hun streekproducten niet erkend krijgen, want eencranberry van Terschelling wordt vaak verward met decranberryproducten uit Canada. Mensen denken dat, alszij een cranberryproduct kopen, het van Terschelling is,maar de helft van de tijd komt het niet uit die streek. Wijpleiten voor een grondgebonden erkenning van destreekproducten en willen dat er geen wâldbeantsjes inZeeland worden geteeld en worden verkocht alsof zij uitde Friese Wouden komen. Ik krijg hierop graag eenreactie van de staatssecretaris.

Ook natuureducatie hoort bij groen en duurzaamboeren. De Regeling Draagvlak Natuur zal wordenuitgefaseerd. De afspraak was gedurende 5 jaar 1 mln.per jaar. Al zijn wij hier niet blij mee, nu lijkt het alsof ernog nul centen voor de Regeling Draagvlak Natuur zijn.De PvdA wil graag, totdat er een brede regeling is, voorde huidige regeling een openstelling gegarandeerd zien,zodat wij voor 2011 de zaak weer openstellen voor deaanvragen voor 2012. Ik krijg graag duidelijkheid van destaatssecretaris en ook graag een toezegging omdat onzejeugd gediend is met een goede natuureducatie.

Dan kom ik bij de boetes die wij van Europa krijgen.Jaarlijks worden door de EU boetes opgelegd voor hetniet goed uitvoeren van regelingen op het terrein vaninkomenssteun. Ondertussen hebben wij daarvoor 20mln. gereserveerd. Dat is toch eigenlijk te zot voorwoorden. Het lijkt ook wel een beetje een rechtse hobbydat de staat weer geld terug moet geven aan Europa. Datzou je immers ook terug kunnen vorderen. Ik krijg graageen reactie, opdat wij ons boetebeleid zodanig aanpas-sen dat het bedrag op nul uitkomt.

De heer Dijkgraaf (SGP): Ik begrijp dat u die vraag stelt.Volgens mij heeft u dat geld namelijk ook nodig terdekking van amendementen. In de stukken staat dat erwel degelijk een terugvordering van GMO-gelden voorde groente en fruitsector van ruim 20 mln. heeftplaatsgevonden. Is het dan niet juist verstandig beleidom dat geld opzij te zetten? Wij weten uit het verledendat het regelmatig voorkomt. Het is natuurlijk niet hetdoel van het beleid, maar als wij dat geld gebruiken terdekking van amendementen, hebben wij volgend jaareen gat.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ja, als je dekking zoekt, moetje kiezen. Ik kies dan voor minder boetes en een goedegeldelijke regeling voor, in dit geval, de afbouw van denertsenregeling. U kunt in de toekomst kijken. Ik had ernog geen woord aan gewijd, maar bij dezen doe ik dat. Ikkies dus voor minder boetes en niet voor grote reserve-ringen voor boetes, want daarmee ga je verkeerd gedragstimuleren.

De heer Dijkgraaf (SGP): Ik denk dat vele Nederlandersop 1 januari kiezen voor minder boetes of voor geenboetes. Ik denk ook dat er vele Nederlanders zijn die aanhet einde van het jaar moeten constateren dat ze weldegelijk boetes gehad hebben. Dat geldt ook voor ditbeleid, waarbij we gewoon geld terug moeten storten.Dat is nu eenmaal een historisch gegeven.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Maar 23 mln., mijnheerDijkgraaf, dat moet je toch niet willen?

De voorzitter: De heer Dijkgraaf voor de laatste keer opdit punt.

De heer Dijkgraaf (SGP): Er is hier niemand die dat wil,denk ik. Het is wel een feit dat we het subsidiebeleid zohebben ingericht dat dit daar de resultante van is. Danhebben we het nodig ter dekking en kunnen we het nietgebruiken voor een amendement.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ons standpunt is dat er ookgekeken moet worden in hoeverre terugvorderingenmogelijk zijn. Om mee te beginnen en om daar geld voorte reserveren, hebben we deze dekking gekozen. Dat iseen keuze. U kunt het daar ook niet mee eens zijn.Daarvoor moeten we straks stemmen.

Ik wil nog kort iets zeggen over innovatie in hetlandelijk gebied. Dat gaat over het grote verhaal. Veelboeren en tuinders bij ons zijn boven de 50 jaar. Wijvinden dat zij alle steun moeten hebben. We moetenblijven stimuleren dat zij ook nu nog innoveren op hetgebied van groen, duurzaam en energieopwekking. Wemoeten het echter ook onze jonge ondernemers, die inde startblokken staan voor een bedrijfsopvolging,makkelijker maken om een bedrijf over te nemen. Wehebben de tanteagaathregeling. Dat is een regeling diehet mogelijk maakt om met belastingvoordelen eenbedrijf te starten, althans daar kun je voor een deelgebruik van maken. Nu hebben onze jonge agrariërs daarook zelf een heel plan van aanpak voor gemaakt. Ik ziedat er bij dit kabinet juist meer afbouw is dan dat ergehandhaafd blijft. Wat gaat de staatssecretaris doen ommet regelingen ook aan jonge boeren een kans te gevenom te innoveren en om een bedrijf over te nemen?

Nog kort een paar woorden over infectieziektes en delandbouw. We hebben gisteren het rapport inzake deQ-koorts gehad. GGD Nederland – ik sta hier ook eenbeetje als oud-directeur van de GGD – heeft drievoorstellen gedaan, zowel vanuit economie, landbouw,innovatie als ook vanuit VWS, om samen aan effectieveinfectiebestrijding te doen. De PvdA-fractie vraagt destaatssecretaris om die drie aanbevelingen over tenemen. De drie aanbevelingen zijn als volgt. Een: planvan aanpak vanuit VWS en vanuit de veterinaire sectorvoor snelle signalering, kennisuitwisseling en voorlich-ting aan de bevolking bij uitbraken van zoönosen.Zoönosen zijn infectieziektes bij dier en mens. Twee:gezondheidsadvisering aan gemeenten bij vergunning-verlening aan de intensieve veehouderij en de veehoude-rij, en drie: gezamenlijke aanpak van antibioticagebruik.Op een aantal van die zaken zijn dingen in ontwikkeling,maar wat ons betreft is er behoefte aan een strakprogramma om rondom deze zaken ook de mensen weervertrouwen te geven.

Tot slot wil ik een amendement indienen, naaraanleiding van een discussie in de Eerste Kamer over debetaalbaarheid van de afbouw van de nertsenhouderij,waartoe uit ethische overwegingen door de TweedeKamer is besloten. We hebben beloofd dat daarover nogeen brief komt. Die komt er ook nog, maar we hebbenalvast een voorstel ingediend voor een financiëledekking. Dan kan er straks geld gegeven worden aanprobleemgevallen bij pensioen of bij sloop. We hebbengezegd dat we starten met 1 mln. en dat we dat uit deapurementen halen.

Dat was mijn inbreng in eerste termijn.

De heer Koopmans (CDA): Voorzitter. Ik probeer hetallemaal te snappen. Mevrouw Jacobi zegt: we schrijvennog een brief. Ik denk dat zij de initiatiefnemers bedoelt?

Jacobi

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-42

Page 6: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ja.

De heer Koopmans (CDA): En u zei net: we hebben eenamendement ingediend.

Mevrouw Jacobi (PvdA): SP en PvdA is ″we″. Dat weet uwel, mijnheer Koopmans.

De voorzitter: Mevrouw Jacobi, we gaan hier niet metelkaar rechtstreeks in debat. Dus u houdt nu even uwmond en de heer Koopmans stelt u een vraag.

De heer Koopmans (CDA): Zo is het.Mevrouw Jacobi duidde dus blijkbaar op het

amendement-Van Gerven/Dijsselbloem. Daar heb ik tweevragen over. De eerste vraag is: dat meent u toch nietserieus? 1 mln. per jaar tot 2024, dat is 14 mln. en dangaat het om acht bedrijven. En dan is het opgelost?Vraag twee betreft de dekking. Die meent u toch ook nietserieus?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Excuses dat ik evenrechtstreeks sprak.

De voorzitter: Ik heb het u al vergeven.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ja, precies. Het gebeurt ookwel eens vaker.

Mijnheer Koopmans, ik meen het wel serieus! Wehebben daar tot 2024 de tijd voor. Wij hebben hierbakken discussies over gehad. Er waren twee keuzes. Deeerste was een gewone afbouwregeling. Daarvan hebbenwij gezegd dat die niet echt nodig was, gezien allejurisprudentie. U kwam met miljoenenclaims aanzetten,mijnheer Koopmans. Dit is de middenweg, waarvan wijverwachten dat die een oplossing biedt voor bedrijvendie met recht een claim zouden kunnen indienen omdatzij in verband met pensioen of bij sloop problemenzouden kunnen ondervinden. Dit moet meer dan genoegzijn.

Als u een beter dekkingsvoorstel hebt, valt daarover tepraten, mijnheer Koopmans. Dit lijkt ons een geweldigdekkingsvoorstel. Vindt u het terecht dat er 23 mln. isgereserveerd voor apurementen?

De voorzitter: Nu doet u het weer, mevrouw Jacobi. Ikmoet een beetje streng zijn, want anders wordt het hiereen chaos. U weet dat ik daar soms van houd, maar nietals ik moet voorzitten. Dit gaan wij dus zo niet doen. Deheer Koopmans gaat u nu weer een vraag stellen en uwacht totdat hij is uitgesproken.

De heer Koopmans (CDA): Voorzitter, ik zou mevrouwJacobi willen vragen of er iets van een onderbouwingonder het voorstel ligt – ik heb tot nu toe nog geenonderbouwing gezien, namelijk – of dat de dekkingzomaar ergens vandaan is gehaald.

Mevrouw Jacobi (PvdA): De heer Koopmans gaat nu eendeel van de discussie over de nertsenhouderij overdoen.Er is een discussie geweest in de Eerste Kamer. Zij heeftgevraagd om een fonds of in elk geval een geldelijkeregeling voor mogelijke gevallen die in 2024 voor geenenkele andere vergoeding in aanmerking komen. Deinitiatiefnemers hebben daar serieus over nagedacht. Wijhebben gezegd dat wij in de Tweede Kamer een voorstel

voor een geldelijke regeling zouden doen. Dat doe ikmiddels dit amendement. Over de dekking valt altijd tetwisten. Wij dachten dat dit de beste dekking zou zijn,omdat deze het minst pijn doet in elke andere sector. Deonderbouwing is dat wij dit puur en alleen doen – ik wilhier niet de discussie overdoen – om tegemoet te komenaan de opmerkingen die hierover zijn gemaakt in deEerste Kamer.

De heer Koopmans (CDA): De conclusie kan dus zijn dater nu een amendement ligt waarin een grijpstuiver wordtgeorganiseerd, een amendement dat slecht gedekt is enslechts is beargumenteerd met de opmerking: er is ietsgezegd in de Eerste Kamer en nu doen wij ook maar wat.Denkt u nu echt, zo zou ik mevrouw Jacobi via devoorzitter willen vragen, dat dit een eerlijk en verant-woord antwoord is op de problemen van die 150gezinnen?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik herken de herhaling vanzetten van de heer Koopmans uit het debat over denertsenhouderij. Zoals de heer Koopmans zei, is dit geengroot cadeau aan de nertsenhouders. Deze regeling ispuur voor enkele zaken die mogelijk in de claimhoekkomen. Er is een heel lange discussie geweest over destelling dat er geen enkele financiële vergoeding zouhoeven te zijn. De heer Koopmans doet nu net weer alsofer honderden miljoenen op tafel gelegd moeten worden.Die discussie is wel geweest, voorzitter.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): De fractie van de ChristenUnie waardeertde poging van de twee fracties om tegemoet te komenaan de bezwaren die indertijd ook door ons nadrukkelijkzijn geuit, zoals ook is terug te vinden in het amende-ment van mijn oud-collega Cramer. Mijn grote vraag is ofmevrouw Jacobi met dit amendement tegemoetkomt aanonze bezwaren en onze angst dat het eigenlijk om eenkoude sanering gaat in het initiatiefvoorstel. Kunnenhiermee onze bezwaren daadwerkelijk worden weggeno-men? Ik zit namelijk met dezelfde twijfels als de heerKoopmans.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik heb natuurlijk een lastigepositie in dezen. Wij spreken in deze begrotingsbehande-ling over het borgen van de financiën, terwijl de briefnog moet worden geschreven. Het amendement isingediend door de leden Van Gerven en Dijsselbloem.Wellicht moet er naar aanleiding van de brief nog eennadere discussie plaatsvinden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Dat lijkt mij een goed voorstel. Ik wilhierbij opmerken dat mijn fractie niet zit te wachten opcadeaus. Daar gaat het helemaal niet om. Het gaat onserom dat er geen koude sanering plaatsvindt. Dat is deboodschap die ik mevrouw Jacobi vandaag wil meege-ven.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik steun mevrouw Wiegmanhierin. Dat is precies de stoel waarop ik ook zit en niet destoel waarop de heer Koopmans zit.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Dit meent mevrouwJacobi toch niet? Zij geeft antwoord op de vraag vanmevrouw Wiegman van de ChristenUnie of dit een koude

Jacobi

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-43

Page 7: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

sanering is. Het gaat om een bedrag van 1 mln. opjaarbasis tot 2024. Zij kan als PvdA-woordvoerder metzoveel zorg voor de sector toch niet in ernst menen datdit geen koude sanering is?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Mevrouw Snijder heeft dezevraag al eerder aan mij gesteld. De discussie is ook in deEerste Kamer gevoerd, nadat die heel lang in de TweedeKamer is gevoerd. Het gaat om problemen die ontstaanals niet kan worden voldaan aan de criteria voor afbouwin het kader van pensioen, waarbij overmacht een rolspeelt. Die afbouwregeling, waarbij ook de sloopregelingeen rol speelt, moet nog verder worden uitgewerkt. Daaris geld aan besteed. Dan moet je met 24 mln. heel verkunnen komen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Dit is geen serieusantwoord. Kijk naar de onderzoeken van het LEI naar debenodigde financiële middelen om ervoor te zorgen datde sector een warme sanering krijgt.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik merk dat er bij CDA en VVDnog steeds sprake is van onvrede wat dit betreft. HetLEI-onderzoek is aan veel kritiek onderhevig geweest. Ditlijkt mij niet de plaats om die discussie over te doen.

De voorzitter: Het woord is aan de heer Ziengs, die zijnmaidenspeech zal houden. Ik heb goed nieuws voorhem, maar slecht nieuws voor de Kamer, want omdat diteen maidenspeech is, mag de heer Ziengs niet wordengeïnterrumpeerd. Hij moet daar echter ook geen misbruikvan maken.

©

De heer Ziengs (VVD): Voorzitter. Het is voor mij eenheel bijzonder moment, om verschillende redenen. Het ismijn maidenspeech, maar vandaag behandelen wij ookde begroting van ELI, als ″samenvatting″ van beideministeries. Ik wijs verder nog op de motie van de VVD,vorig jaar ingediend. Met het resultaat daarvan zijn wijbijzonder blij. Ik ben ook blij dat ik hier sta, omdat ik alsondernemer in het mkb 30 jaar actief ben geweest. Vanafdeze plaats kan ik nu al die ondernemers in Nederlandbedanken die zich de laatste anderhalf tot twee jaarhebben ingezet voor het een beetje in de benen houdenvan de economie. In maart 2009 gaven de cijfers van hetCBS aan dat er ongeveer 675.000 werklozen zoudenkomen in 2010, maar op dit moment blijken dat erongeveer 435.000 te zijn. Wij denken hier met zijn allennatuurlijk dat wij daarvoor hebben gezorgd, misschienwel een beetje overigens, maar eigenlijk hebben deondernemers dat voor elkaar gebokst. Vraag je dieondernemers hoe zij dat voor elkaar hebben gekregen,dan hoor je dat ze heel veel energie en middelen hebbengestoken in het in dienst houden van hun mensen. Datwas wel een bijzondere aanslag op hun vermogen. Als jewilt ondernemen, dan heb je geld nodig. De toegang totkrediet is dan bepalend voor het investeringsvolume ende productiecapaciteit van het bedrijfsleven. Vandaaghebben wij weer cijfers ontvangen. Daaruit mag blijkendat het allemaal wel een beetje meevalt en dat bedrijvenwat gemakkelijker krediet kunnen krijgen, maar toch krijgik allerlei signalen van de markt dat dit niet het geval is.Wij zullen deze signalen de komende tijd nadrukkelijk

blijven volgen en die de minister voorleggen in het reedsaangekondigde AO over de kredietverstrekking.

De VVD vindt het nu de taak van de overheid om hetondernemers weer mogelijk te maken om te groeien.Daarvoor is een aantal zaken van belang. Ik begin met deadministratieve lasten- en regeldruk. Op dit moment zijnondernemers druk bezig met papierwerk. Dat brengt heelveel kosten met zich. Dat vermindert de productiviteit. Inde vorige kabinetsperiode is beloofd dat de administra-tieve lasten zouden worden teruggedrongen met 25%.Dat zou ook gelden voor de toezichtlasten. Dat is, helaasvoor de ondernemers in Nederland, niet gelukt. Hetnieuwe kabinet heeft aangegeven de administratievelasten verder terug te willen dringen, en wel met 10% in2011. Wij kunnen ons heel goed vinden in de voorstellendie deze minister heeft gedaan. Dat kan eigenlijk ook nietanders, want de voorstellen worden gedekt door onderandere het invoeren van de ″statistiekvakantie″ en de″inspectievakantie″. Wat de ″statistiekvakantie″ betreft,men kent het wel: die hele cijferbrij die ondernemersiedere keer weer moeten aanleveren voor het CBS. Datwillen wij gewoon wat minderen. Wat de ″inpectievakan-tie″ betreft, bedrijven die voldoen aan alle regels hoevennatuurlijk niet constant onderhevig te zijn aan allerleiinspecties, dat kan ook wel een keer steekproefsgewijs.

Dit zijn dingen waar de VVD al jarenlang voor gepleitheeft. Gelukkig is hiervoor nu ook dekking gevonden.Wel is het belangrijk dat er voldoende rekeninggehouden wordt met de regeldruk vanuit Europa. Actalgeeft in een artikel in het FD van 15 november aan dat eronvoldoende zicht is op de gevolgen en bepleit eenverplichte analyse. Wij willen graag een reactie op ditartikel vernemen van de minister. Hoe denkt de ministerde administratieve lastendruk vanuit Europa terug tegaan dringen? Hetzelfde geldt voor de toezichtlastenvoor ondernemers in Nederland.

Dan kom ik bij de zelfstandige ondernemers, dezpp’ers. Wij kunnen allemaal stellen dat de aantallen delaatste jaren enorm zijn toegenomen. Het CBS geeft aandat het er ongeveer 630.000 zijn. ZZP Nederland zegt: hetzijn er ongeveer 675.000. De verwachting is dat het er in2015 ongeveer een miljoen zullen zijn. Ik denk dat het erongeveer 700.000 zijn. Deze ondernemers weten nogsteeds niet wat hun wettelijke status is. Dat vindt mijnfractie onacceptabel. Wij willen hier graag snel duidelijk-heid over. Wij willen van de minister een deadline:wanneer geeft hij hierover duidelijkheid? Als ik spreekover deadlines, heb ik zelf al een datum in gedachten:rond 1 maart 2011.

Dan hebben wij nog wat. Ondernemers willennatuurlijk altijd zien dat hun belastinggeld goed besteedwordt. Net als u willen ondernemers hier niet te veel vanbetalen en ze willen weten hoe het besteed wordt. Hetminste wat wij dan kunnen doen, is ervoor zorgen dathet geld goed besteed wordt. Ik noem onder andere deverplichte bijdrage aan de Kamer van Koophandel,waarbij ik moet aangeven dat dit drie wettelijke takenbetreft, waaronder het Handelsregister waarvan wijvinden dat dit een taak is die moet blijven berusten bijde Kamer van Koophandel. Naar de overige twee taken,onder andere voorlichting, kunnen wij echter eens goedkijken. Kunnen andere overheidsinstanties die zichbezighouden met voorlichting aan ondernemers, nogeens doorgelicht, afgeslankt en eventueel samengevoegdworden? Dat zou een besparing kunnen opleveren, watin ieder geval de verplichte bijdrage op de onderdelen II

Jacobi

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-44

Page 8: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

en III wat zou kunnen verminderen. Daarnaast pleiten wijervoor om in plaats van twaalf zbo’s, één zbo in hetleven roepen. Wij denken op deze manier een behoorlijkebesparing te kunnen realiseren. Ik hoor graag een reactievan de minister.

Dan kom ik op iets heel anders, namelijk de Aanbeste-dingswet. Er zijn allerlei mkb’s en zzp’ers die deafgelopen jaren niet hebben kunnen deelnemen aanaanbestedingen vanwege de absurde, disproportioneleeisen die eraan gesteld werden en de onnodigeclustering. Wij vinden dat dit zo snel mogelijk afgelopenmoet zijn. Overigens was ik verbaasd over de uitvoe-ringskant van de nieuwe wet die wij nog in de Kamermoeten behandelen. Om alle aanbestedingen overzichte-lijker te maken, wordt op dit moment Tendernedontwikkeld. Het maken van dit systeem is aanbesteed.Nu blijkt uiteindelijk dat de opdrachtnemer wel het geldheeft opgemaakt, maar nog niet de dienst heeft kunnenleveren. De vorige minister heeft daarop besloten ommeer geld uit te trekken om hetzelfde ontwerp nogmaalste laten doen door een nieuwe dienst. Dat vinden wijheel raar. Als je als ondernemer of koopman een koekoopt en je krijgt maar een halve geleverd, verwacht jetoch dat je uiteindelijk de andere helft ook geleverdkrijgt. Je hebt tenslotte voor een hele koe betaald. Danverwacht je niet dat je nog eens voor een koe moetbetalen. Dat is heel vreemd. Ik vond dit een mooivoorbeeld. Ik zag de heer Bleker hier zitten en ik dacht:die begrijpt deze beeldspraak onmiddellijk. Dit is eenmogelijkheid voor het nieuwe kabinet om zijn daadkrachtte bewijzen.

De voorzitter: Mijnheer Ziengs, ik interrumpeer u tocheven. De voorzitter mag dat wél. U hebt nog anderhalveminuut spreektijd.

De heer Ziengs (VVD): Heel goed.

De voorzitter: Ik heb iets fout gedaan met de knopjes,dus daarom gaat het bij u niet knipperen.

De heer Ziengs (VVD): Ik was daar al alert op. Toen ikbegon te spreken, begon het lampje al te knipperen.

De voorzitter: Ik heb dat lampje uitgezet om u tegemoette komen, om u niet zenuwachtig te maken.

De heer Ziengs (VVD): Dat was heel goed. Houdt u ookrekening met deze break?

De overheid die de VVD de komende jaren graag zietis een proactieve, daadkrachtige overheid. Daar kunnenwe zaken mee doen. Mijn college Afke Schaart zal hierstraks nog wat nader op ingaan. Haar bijdrage is geenmaidenspeech. Zij is inmiddels door de wol geverfd. Zijkan dus wel geïnterrumpeerd worden.

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Ziengs. Ik feliciteeru als eerste met de maidenspeech.

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Ziengs. Ik feliciteeru als eerste met de maidenspeech.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

©

Mevrouw Schaart (VVD): Voorzitter. Ik bedank mijncollega Erik Ziengs voor zijn mooie maidenspeech. Ikverheug me op onze samenwerking. We gaan samen deportefeuille Economische Zaken behartigen. Erik staat alsoud-ondernemer en echte mkb-man voor de behartigingvan de belangen van de mkb’ers en zzp’ers in Nederland.Zij kunnen heel wat verwachten van Erik. Ik wil graagmijn bijdrage aan onze triopresentatie leveren en heb hetdaarbij vooral over innovatie, consumentenbelangen ende digitale agenda.

Innovatie is zeker nu essentieel voor de Nederlandseeconomie en voor onze concurrentiepositie in de werelden daarmee voor ons welzijn en onze welvaart. Deuitvinder en beeldhouwer Michelangelo zei ooit dat elkbrok marmer een beeld in zich heeft, dat de beeldhouwereruit moet hakken. De kunst van een succesvollekenniseconomie is dat we de mensen zover krijgen datzij het beeld zien en de instrumenten hebben om het uitte hakken. Dat vraagt om toewijding en ambitie. De VVDwil ferm inzetten op onze kenniseconomie en strevennaar een notering in de top vijf van de wereld. Maar hetvraagt ook om goed overheidsbeleid, dat niet knuffelt,maar faciliteert, dat aanzet tot actie en niet tot de handvasthouden. Daarom moet de overheid van eensubsidiërende rol naar een faciliterende rol. Zij moet dejuiste randvoorwaarden scheppen voor kennisintensieveen innovatieve bedrijven in Nederland, voor eenaantrekkelijk fiscaal klimaat, voor toegang tot kapitaal,voldoende hoogopgeleid personeel en zekerheid vanregelgeving. Met name zekerheid van regelgeving isbelangrijk. Hoe denkt de minister dit te realiseren?

Nu we het over innovatie hebben, wil ik het ookhebben over de innovatieve consumenten. Die zijnnamelijk belangrijk. Zij moeten de markt kunnenprikkelen. Vaak wordt gezegd dat consumenten moetenworden beschermd, maar misschien is het beter om tezeggen dat de consument veel meer moet kunnen sturenin de markt.

Mevrouw Verburg (CDA): Mevrouw Schaart zegt dat zeniet naar een subsidiërende maar naar een faciliterendeoverheid toe wil. Daar kan ik mij iets bij voorstellen. Kanzij misschien twee voorbeelden geven van zekerheid vanregelgeving?

Mevrouw Schaart (VVD): Dat zal ik proberen. In mijnvorige werkzame leven heb ik vaak meegemaakt datbedrijven die zich hier willen vestigen niet zeker zijn vaneen overheid die niet elke vijf jaar met nieuwe wet- enregelgeving komt. Ik wil graag naar zekerheid vanvestigingsbeleid, waardoor een bedrijf zich kan vestigenvoor langere termijn. Ik wil dat dat soort zekerheidgerealiseerd wordt, dus ook voor bedrijven uit hetbuitenland die zich in Nederland willen vestigen.

Mevrouw Verburg (CDA): Dat gaat over een aantrekkelijkvestigingsbeleid. Ik kan mij zomaar voorstellen dat zij ditwil. Wat wil zij precies geregeld hebben? Nederland heeftop dit moment namelijk al een aantrekkelijk vestigingsbe-leid. Dat blijkt uit de onderzoeken. Wat wil mevrouwSchaart precies veranderen?

Mevrouw Schaart (VVD): Ik wil de minister vragen watzijn plannen hiervoor zijn in de komende periode.

Ziengs

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-45

Page 9: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Mevrouw Verburg zegt dat er een goed en aantrekkelijkvestigingsbeleid is. Ik zie een grote ambitie, namelijk datwe tot de top vijf van kenniseconomieën gaan behoren.Ik denk dat er nog wel wat slagen te maken zijn in hetvestigingsbeleid.

Mevrouw Verburg (CDA): Er is altijd iets te verbeteren.We hebben al een redelijk vestigingsklimaat, maar deambitie daarvoor moet blijven. Ik stel vast dat mevrouwSchaart haar vraag aan de minister stelt.

Mevrouw Schaart (VVD): Hoe wil de minister gebruik-maken van de innoverende kracht van consumenten enburgers? Op welke manier moeten bedrijven in Neder-land veel responsiever worden ten aanzien van hunklanten? Hoe waardeert de minister in dat verband deinitiatieven zoals die van Youp van ’t Hek? Is hij het methem erover eens dat veel bedrijven beter zouden moetenpresteren? Hoe presteert de overheid zelf in dat verband?Kan de minister aangeven hoe tevreden klanten zijn overbijvoorbeeld Antwoord voor bedrijven? Hoe tevreden ishet publiek over Postbus 51?

Er bestaat nog veel verwarring bij consumenten overhet afronden per minuut door diverse telecomaanbie-ders. Op eigen initiatief ben ik een website begonnen:www.bel-azerd.nl. Daar zijn al meer dan 1000 klachtenbinnengekomen. Wat gaat de minister doen om detransparantie op deze markt te vergroten? Ik overweeghierover een motie in te dienen.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Ik ben het er zeer metmevrouw Schaart over eens dat de markt transparantmoet zijn maar als de consument toch transparant teveel blijft betalen, heeft hij daar niets aan. Vindtmevrouw Schaart ook niet dat er uiteindelijk ingegrepenmoet worden als de markt weerbarstig blijkt te zijn?

Mevrouw Schaart (VVD): Ik wil dat de markt de kanskrijgt om zich te bewijzen. Het gaat mij er vooral om dater keuzevrijheid is voor de consument en dat transparan-tie vooropstaat. Bij telecomaanbieders zou je eeninschatting moeten kunnen maken wat je kwijt bent permaand aan belminuten.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Ik ben het ook eens met diekeuzevrijheid maar het probleem met de telecommarkt isdat die niet goed functioneert. Die keuzevrijheid is ernamelijk niet. Klanten kunnen niet per seconde afreke-nen. Als nou blijkt dat het bijvoorbeeld op 1 januari,ondanks al die mooie beloftes van het bedrijfsleven, nogsteeds niet mogelijk is om per seconde te betalen, vindtmevrouw Schaart dan wel dat de minister moetingrijpen?

Mevrouw Schaart (VVD): Ik geloof wel in de kracht vande consument. Die is ook al gebleken tot nu toe. Ik bener geen voorstander van om alles in wet- en regelgevingneer te leggen. Ik wil het bedrijfsleven dus nog een kansgeven maar als dat niet mocht lukken, zou ik het zekeroverwegen.

De heer Verhoeven (D66): Die website is fantastisch.Daar heeft mevrouw Schaart een heleboel mensen meebereikt maar zij zal nu iets terug moeten geven aan diemensen. Is zij bereid om te denken aan maatregelenwaardoor elke aanbieder in de telecommarkt in ieder

geval één abonnement heeft waarbij je per secondebetaalt? Of zegt zij: nee, het moet alleen transparant zijnen dan komt de consument er zelf wel uit?

Mevrouw Schaart (VVD): Nee, het gaat mij ook omkeuzevrijheid. Die keuze moet er dus ook zijn voorconsumenten. Dat heeft de minister gisteren ook alaangegeven in zijn reactie. Een paar telecomaanbiedershebben al aangegeven dat zij dat vanaf januari gaandoen. Ik wil afwachten of dat gebeurt en daarna bekijkenhoe wij verder gaan.

De heer Verhoeven (D66): Kan ik afleiden uit dewoorden van mevrouw Schaart dat zij tevreden is met debeantwoording van de minister op onze vragen?

Mevrouw Schaart (VVD): Die heb ik nog niet tot in detailbekeken omdat ik te druk was met de voorbereiding vandeze begrotingsbehandeling maar ik heb in de kopgezien dat het hem gaat om keuzevrijheid en transparan-tie. Dat zijn precies ook mijn ideeën over deze markt.

De heer Verhoeven (D66): Als altijd precies klopte wat eronder krantenkoppen stond, dan was het vaak ook eenstuk makkelijker om de krant te lezen want dan hoefde jealleen de kop te pakken. Dat is vaak niet het geval. Ikhoop dat mevrouw Schaart de antwoorden van deminister nog een keer goed wil doorlezen en wil bekijkenof zij toch wat verder wil gaan dan alleen transparantievoor de consument.

Mevrouw Schaart (VVD): Dat zal ik zeker doen.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Mevrouw Schaart, kentu het affiche waarop staat: shoppen is ook zondagsrust?

Mevrouw Schaart (VVD): Dat ken ik maar dat valt nietonder mijn portefeuille. Daar gaat de heer Ziengs over.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Daar kon ik helaas nietop reageren. U pleit voor transparantie en keuzevrijheidvoor consumenten maar wat gebeurt er dan met dingenals de zondagskoopdag?

Mevrouw Schaart (VVD): Daar zal mijn collega in tweedetermijn op antwoorden.

Mevrouw Thieme (PvdD): Het is goed om van deVVD-fractie te horen dat zij graag transparantie wilhebben voor de consument als het gaat om het kopenvan producten. Ik wil graag kort een casus voorleggen.Op dit moment wordt er onverdoofd ritueel geslachtvlees verkocht. Dat wordt ook verkocht zonder datduidelijk is dat het halal of koosjer vlees is. Het wordtverkocht als gangbaar vlees in de normale schappen.Mensen weten dus niet dat zij dat eten. Het gaat omkippenvlees, rundvlees en dat soort vlees. Wat vindt deVVD-fractie hiervan?

Mevrouw Schaart (VVD): Dat lijkt me ook een vraag dieu beter aan mijn andere collega kunt stellen. Ik doe geenlandbouw.

Mevrouw Thieme (PvdD): Het gaat niet om landbouw,het gaat om consumentenbelangenbescherming. Hetgaat erom dat consumenten precies zouden moeten

Schaart

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-46

Page 10: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

weten wat ze kopen. Het maakt niet uit of het ommobiele telefoons gaat of om een abonnement. Het gaaterom dat zij in de supermarkt of op internet moetenweten wat zij kopen. Dit is gewoon een simpele casus. Ikwil van mevrouw Schaart weten wat zij daarvan vindt.

Mevrouw Schaart (VVD): Ik verwijs u nogmaals naarmijn collega die daar straks op in zal gaan.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik moet constateren dat dezewoordvoerder zeer geknecht wordt door de fractiedisci-pline. Dat vind ik vreemd, want het is gewoon eenconsumentenzaak. Ik had het over van alles kunnenhebben, dit is niet typisch landbouw. Ik vind het heelvreemd dat deze fractievertegenwoordiger daar geenmening over heeft.

Mevrouw Schaart (VVD): We hebben een grote fractiewaarin iedereen zijn zegje zou moeten kunnen doen. Dathebben we zo afgesproken en zo doen we het ook.Afspraak is afspraak.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Kan ik deze VVD-woordvoerder welbevragen op fairtradeaspecten? Ik zie haar knikken. Ikben ook een groot voorstander van transparantie voor deconsument. Vat mevrouw Schaart daar ook de fairtra-deaspecten en het maatschappelijke verhaal achter deherkomst van producten onder?

Mevrouw Schaart (VVD): Wat mij betreft wel. Metkeurmerken die door het bedrijfsleven en instanties zelfin het leven worden geroepen, ben ik het niet oneens. Ikgeloof dat dit een keurmerk is dat goed werkt enwenselijk is. Ik moet zeggen dat ik de details niet ken,maar ik ben er zeker niet op tegen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Gaat het bij de VVD dan alleen om devorm van een keurmerk, of zou het meer verplichtendkunnen zijn met betrekking tot de jaarverslagen waarindat soort elementen ook terug te vinden moeten zijn?

Mevrouw Schaart (VVD): Op dat punt hebben we al veelbereikt de laatste jaren. Ik vind dat we ons moetenhouden aan wet- en regelgeving, zowel nationaal alsEuropees. In onze commissie heeft dit ook veel aandacht.We krijgen veel bedrijven en instellingen op bezoek diedit punt ook bevragen. Wat dat betreft moeten we erbovenop zitten. Ik ben het niet met u oneens.

De voorzitter: Mevrouw Schaart vervolgt haar betoog.

Mevrouw Schaart (VVD): Dan wil ik het graag hebbenover de Digitale Agenda.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Het is toch wel erg opvallenddat mevrouw Schaart helemaal niets zegt over de kritiekvan VNO-NCW en MKB-Nederland op het innovatiebeleidvan deze regering. Zij heeft net omstandig haar collegageprezen als vertegenwoordiger van het mbk, maar waarstaat zij zelf op dat terrein? Wat vindt zij van die kritiek?

Mevrouw Schaart (VVD): Ik heb die kritiek gelezen. Ikvind dat de juiste beslissingen zijn genomen. Er is eenregeerakkoord en we moeten bezuinigen. Ik ben een

voorstander van het generieke innovatiebudget. Iedereenmoet namelijk een kans krijgen. Ik weet niet of mevrouwDijksma het artikel in Het Financieele Dagblad vanafgelopen maandag heeft gezien. Heel veel ondernemershebben aangegeven dat specifieke subsidies vaak naarbedrijven gaan die het helemaal niet nodig hebben. Heelveel ondernemers zijn juist blij dat het naar een generiekinnovatiebudget gaat.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Dat we geen water naar dezee dragen, ben ik zeer met mevrouw Schaart eens, maarik begrijp iets toch echt niet. De VVD heeft een fantasti-sche uitslag geboekt. Heel ondernemend Nederland heeftzijn hoop op de VVD gevestigd. Vervolgens ligt er eenonderwerp voor waarmee veel ondernemers te makenhebben en waarop kritiek is. En wat zegt mevrouwSchaart dan? Ja, sorry hoor, we hebben een afspraak enik ben nu niet thuis. U zegt gewoon tegen uw eigenachterban, VNO-NCW en MKB-Nederland: jongens,jammer dan, dat is de tekst, afspraak is afspraak en degroeten.

Mevrouw Schaart (VVD): Dat zeg ik helemaal niet.Ondernemers zijn juist heel blij met wat er in hetregeerakkoord staat. Ik noem de verruiming van deWBSO en de verlaging met 1% van het Vpb-tarief. Erstaan ongelooflijk goede dingen in voor het bedrijfslevenen die worden over het algemeen heel erg omarmd.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Mevrouw Schaart heeft gelijkals zij zegt dat er dingen in staan waar ondernemersonherroepelijk blij mee zijn. Op het gebied van hettopgebiedenbeleid voor innovatie is er echter veel kritiek.Zegt mevrouw Schaart nu: jammer, maar die kritiek latenwij liggen, daar doen wij niets mee?

Mevrouw Schaart (VVD): Ik geloof niet zo dat er kritiek isop het topgebiedenbeleid, maar ik geloof dat de keuzewelke topgebieden er zullen komen nog niet is gemaakt.Wat mij betreft doen wij dat snel en beperken wij dekeuze tot drie à vier topgebieden. Ik ben ook heel ergbenieuwd naar de antwoorden van de minister op ditpunt: welke topgebieden zullen wij benoemen?

De heer Verhoeven (D66): Allereerst merk ik op dat D66VNO-NCW en MKB-Nederland ook tot zijn natuurlijkeachterban rekent, maar dat terzijde.

Mevrouw Schaart heeft veel gezegd over hetvestigingsklimaat. Dat is algemeen beleid en dat betreftgenerieke maatregelen. Zij heeft bijna niets gezegd overspecifiek beleid. Ik wil op één punt inzoomen, namelijkde verbinding, via kennis, tussen bedrijven enerzijds enuniversiteiten en kennisinstellingen anderzijds. MevrouwSchaart heeft daarover niets gezegd. Veel van dit beleid,bijna alles, wordt geschrapt. Hoe wil de VVD-fractieervoor zorgen dat de verbinding tussen bedrijven enkennisinstellingen verbetert, zodat bedrijven de juistekennis gebruiken voor hun innovaties?

Mevrouw Schaart (VVD): Dat is inderdaad een feit: wijdoen het goed. Volgens het rapport van het WorldEconomic Forum doen wij het echter iets minder goed inde driehoek van kennisinstellingen, overheid enbedrijfsleven. Dat heeft een van de vorige sprekers ookaangegeven. Daar zouden wij inderdaad goed naarmoeten kijken. Ik heb eerder al een vraag gesteld over

Schaart

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-47

Page 11: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

het aantrekken van kenniswerkers. Wij zijn er goed in omdeze mensen aan te trekken, maar er heerst een ″war fortalent″ om deze kenniswerkers in Europa. Wij zouden henop de een of andere manier moeten behouden of wijzouden hen vaker kunnen aantrekken. Dat blijkt noglastig, dus dat wil ik graag met de minister doorspreken.Ik wil graag zaken doen met de minister om dat teverbeteren.

De heer Verhoeven (D66): Als u gaat kijken naar ditonderwerp, neemt u dan ook geld mee? Dat is gewoonnodig. Wij hebben geld nodig om fundamenteelonderzoek mogelijk te maken. Wij hebben geld nodig ombepaalde kennisinnovaties bij bedrijven door te voeren.Gaat u dat geld ergens vandaan halen?

Mevrouw Schaart (VVD): Het gaat niet altijd om geld.Het gaat om randvoorwaarden, het gaat om faciliteren,het gaat om een actieve en alerte overheid die handels-politiek bedrijft en die ook in het buitenland opkomt vooronze ondernemers.

De heer Verhoeven (D66): Ik moet helaas constaterendat u het bij generiek beleid houdt en dat u nietsspecifieks doet op dit onderwerp.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Volgens mij is er inNederland kennis genoeg en volgens mij hebben wijgenoeg mensen met heel goede ideeën. Het probleem zitin de vertaling van die goede ideeën naar een succes-volle marktintroductie. Je spreekt pas van innovatie alsdat lukt. Daar zit nu net de kneep! Om de brug te kunnenslaan tussen het wetenschappelijk onderzoek en de markthebben wij echt een investering nodig om een en anderte kunnen faciliteren. Mevrouw Schaart geeft hieroverhoog op en zij wil de term ″innovatie″ ook in de naamvan het ministerie terugzien. Wat gaat zij dan doen?

Mevrouw Schaart (VVD): Dat heb ik al eerder gezegd. Erzijn zaken die ondernemers omarmen, zoals de verlagingvan het Vpb-tarief en de uitbreiding van de WBSO. Opgeneriek gebied zijn er dus ongelooflijk veel mogelijkhe-den om je op innovatie te onderscheiden van onderne-mers, ook in het buitenland. Ik ben het met de heerBraakhuis eens dat dit heel belangrijk is voor ons land.Wij zijn een exportland, wij moeten het hebben van onzekennisindustrie. Het gaat mij er vooral om dat wij nu eenkabinet hebben dat hiervoor staat en dat voor onzeondernemers in binnen- en buitenland wil optreden. Daarben ik blij om.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Dat gaat u realiserendoor te bezuinigen?

Mevrouw Schaart (VVD): Ja, door de opsmuk weg tehalen en door het simpeler, eenvoudiger en duidelijker tedoen. Wij kunnen ons er natuurlijk niet aan onttrekkendat wij moeten bezuinigen. Ik denk echter dat dit voorheel veel ondernemers een zegen zal zijn, want danzullen er niet te veel loketten, te veel geld of te veelzaken zijn waarvan je geen idee hebt dat ze bestaan.Gewoon één loket en één Ondernemersplein voorondernemers: dat willen heel veel ondernemers juist.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Tegen elk bedrijf inNederland dat R&D ziet als een kostenpost en daarvoor

dus een goede reservering maakt, omdat het naar detoekomst kijkt, omdat het vooruit wil en omdat het weetdat het vaak langetermijninvesteringen zijn, zegt de Staatder Nederlanden dus: wij hoeven niet zo ver vooruit tekijken, wij kunnen er zelfs op bezuinigen. Dat is innovatievolgens de VVD.

Mevrouw Schaart (VVD): Nogmaals, het gaat juist omhet faciliteren van de randvoorwaarden, om een actieveen alerte overheid. Dat heb ik al vaker gezegd. Er zijnnog steeds mogelijkheden voor ondernemers om aaninnovatie te doen. Zoals gezegd en zoals beschreven inhet artikel in Het Financieele Dagblad: er zijn ongelooflijkveel ondernemers die juist heel erg blij zijn dat er eeneinde komt aan de enorme berg en dat enorme oerwoudvan subsidies.

De heer Dijkgraaf (SGP): Het is goed dat dit debatoplevert dat er voldoende kennis is. Daar hoeven wij dusniet zo heel veel geld voor uit te trekken. Terecht werdaangegeven dat de vermarkting een probleem is. Heelvaak gooien wij in dat geval weer een pot geld ertegen-aan. Uit het verleden blijkt dat dit lang niet altijd helpt.Wij moeten bezuinigen. Wij constateren bovendien datde vermarkting van de kennis – die wel degelijk aanwezigis – van belang is. Is mevrouw Schaart het met mij eensdat wij in dit kader naar de hele keten van geld moetenkijken die wij in onderzoek en innovatie stoppen?

Mevrouw Schaart (VVD): Ik denk dat wij slimmermoeten ondernemen. De publieke en de private sectormoeten veel meer naar elkaar kijken en samenwerken.Wij moeten bovendien over sectoren heen kijken en opeen nieuwe manier met elkaar gaan werken.

De heer Dijkgraaf (SGP): Geldt dit volgens mevrouwSchaart ook voor de eerstegeldstroomonderzoeken?

Mevrouw Schaart (VVD): Op die vraag moet ik hetantwoord schuldig blijven.

De heer Dijkgraaf (SGP): Mag ik mevrouw Schaart danuitnodigen om erover na te denken hoe wij dat geld zogoed mogelijk kunnen benutten?

Mevrouw Schaart (VVD): Absoluut.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Allereerst wil ik zeker wetendat mevrouw Schaart in haar eigen bijdrage niet meeringaat op het thema innovatie.

Mevrouw Schaart (VVD): Ik ga daar nog een beetje opin, maar ik wil het vooral graag hebben over de digitaleagenda.

De voorzitter: Mevrouw Gesthuizen, stelt u uw vraagmaar gewoon.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dat is inderdaad op ditmoment het beste. Bezuinigen is een hele kunst.Mevrouw Schaart geeft de hele tijd op over het generiekbeleid. Ik ben het met haar eens dat ondernemers er eenbeetje de pestpokken aan hebben als zij zich heelspecifiek voor allerlei zaken moeten inschrijven. Voor eenondernemer is het gemakkelijk als hij weet dat hij vaneen generieke regeling gebruik kan maken. Voor een

Schaart

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-48

Page 12: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

gedeelte begrijp ik die redenering wel. Kan mevrouwSchaart echter aangeven waarom zij bijvoorbeeld ook deinnovatievouchers overboord wenst te gooien? Dezevouchers gaan ook op de schop. Waarom steunt zij hetkabinet daarin? Die vouchers zijn nu juist iets waarvoorondernemers zelf kunnen inschrijven. Ik doel hier op devouchers waarmee onderzoek gedaan kan worden doorkennisinstellingen.

De voorzitter: Volgens mij is de vraag duidelijk, wantmevrouw Schaart knikt.

Mevrouw Schaart (VVD): Dit ondersteunt mijn pleidooi.Ik ken zelf een ondernemer die van een innovatievouchergebruik heeft gemaakt. Er werd aan hem een vouchervan € 2500 uitgeschreven en dit geld werd gebruikt omde bedrijfsvoering te verbeteren. Hij heeft die innovatie-voucher ook aangenomen, want als het geld er is, neemje het aan. Hij gaf echter eerlijk toe dat hij die verbete-ring zonder de innovatievoucher ook wel had doorge-voerd.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Het is heel mooi datmevrouw Schaart met één ondernemer heeft gesprokendie gebruik heeft gemaakt van een innovatievoucher. Ikheb er veel meer gesproken in de afgelopen jaren. Ik hebhet Innovatieplatform overigens samen met de VVD altijdfel bestreden. Dit was echter een van de punten die hetInnovatieplatform heel goed had gedaan. De regeling isbovendien enthousiast ontvangen door het veld. Veelondernemers waren er blij mee. Ik ken ondernemers diede innovatievoucher zeer zinvol hebben ingezet. Wijhebben ervoor geknokt om het mogelijk te maken dat erook een private variant van komt, zodat niet alleenpublieke kennisinstellingen, maar ook private kennisin-stellingen hiervan gebruik kunnen maken. Waarom zetmevrouw Schaart dit succesvolle instrument bij hetgrofvuil? Dit is namelijk blind bezuinigen.

Mevrouw Schaart (VVD): Er moeten nu eenmaal keuzesgemaakt worden.

Overigens durf ik met mevrouw Gesthuizen de strijdwel aan over wie van ons twee de meeste ondernemersspreekt.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Die uitdaging neem ik aan!

Mevrouw Schaart (VVD): Heel graag!

De voorzitter: Houdt u ons op de hoogte van dewedstrijd? Mevrouw Gesthuizen, dit wordt uw laatstevraag over dit onderwerp. Houdt u het kort.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb een amendementingediend. Ik wil de innovatievouchers behouden omdatik weet dat er goede ervaringen mee zijn. De onderne-mers willen die ook behouden. Ik vraag mevrouwSchaart om te kijken naar de dekking van mijn amende-ment. Die is namelijk op een manier geregeld die haarook moet aanspreken, namelijk door een bezuinigings-operatie bij onder andere SenterNovem. Ik daagmevrouw Schaart uit om met de bezuiniging van bijna1 mld. op innovatie in ieder geval niet dat ene stukje datgoed werkt, zomaar weg te gooien.

Mevrouw Schaart (VVD): Ik beloof mevrouw Gesthuizenin ieder geval om ernaar te kijken.

Ik vervolg mijn betoog en ik kom op de digitaleagenda. Met betrekking tot telecom en de ICT-markt inNederland is er natuurlijk ook goed nieuws. Het besteantwoord op de uitdagingen waar Nederland voor staat,is economische groei. De drijfveer daarvoor is ICT. Uittalloze rapporten blijkt dat economische activiteit op hetweb en een goede ICT-infrastructuur een grote bijdrageleveren aan het bnp van een land. De EuropeseCommissie dicht zelfs, bij monde van Neelie Kroes, dehelft van de groei in de EU in de afgelopen jaren toe aanict. De ICT-sector is van groot belang voor de ontwikke-ling van tal van sectoren. Of het daarbij nu gaat omsmart grids, het nieuwe werken, duurzaam leven of deopvang van de enorme tekorten in de zorg, overal zal ICTeen belangrijke helpende hand bieden. Nederland scoortop dit gebied al goed. We zijn een internetland: 89% vande Nederlanders kan niet zonder het internet en er zijn 12miljoen mensen online. We bekleden de nummer1-positie in Europa op het punt van internetaansluitingenen personen die regelmatig gebruikmaken van internet.Dit alles is gebaseerd op een open en vrij internet,waardoor ondernemers kunnen ondernemen enconsumenten vrij zijn om keuzes te maken.

De toppositie op het gebied van ICT moeten wijversterken en uitbouwen. Het is dan ook zaak datNederland, parallel aan het EU-programma de DigitaleAgenda, een ″Digital NL″-programma opzet. Ditprogramma moet ertoe leiden dat wij in Nederland dedoelen uit de Digitale Agenda van mevrouw Kroesbehalen.

Momenteel kampen we met nogal wat implementatie-problemen. Het ministerie van ELI moet daarom deleiding nemen om belangrijke cruciale randvoorwaardentot stand te brengen. Wij moeten de digitale economiekunnen gebruiken; dan gaat het om vaardigheden. Wijmoeten de digitale economie ook kunnen vertrouwen;dan gaat het om veilig internet. De digitale economiemoet bovendien werken; geen eilandoplossingen. Kan deminister toezeggen dat hij zich optimaal inzet voor deimplementatie van de Digitale Agenda?

Ook op het gebied van mobiel breedbandinternet valter in Nederland nog veel vooruitgang te boeken. Internetis tegenwoordig van groot belang, want mensen willenop elk moment online zijn. De BlackBerry’s en iPhonesvliegen de winkels uit. Om in de groeiende vraag naarmobiel breedbandinternet te kunnen voorzien, dient hetkabinet op korte termijn het zogenaamde digitaaldividend ter beschikking te stellen voor mobiel breed-bandinternet. Zonder dit frequentiespectrum wordt deintroductie van supersnel mobiel breedbandinternet velejaren vertraagd en daarmee ook de innovatie.

Bij het verdelen van het spectrum dient er voldoenderuimte te zijn om zowel bestaande spelers als eventuelenieuwe partijen te kunnen voorzien. Wij moeten er ookvoor zorgen dat de kwaliteit en de continuïteit van debestaande mobiele dienstverlening niet in het gedingkomt. Kan de minister een tijdpad aangeven voor determijn waarop deze frequenties beschikbaar gesteldkunnen worden? Volgens de VVD-fractie is het beter omhet snel te doen, dan lang te wachten. Wij lopen notabene achter op Duitsland, toch niet het meest actieveland in dit verband. Wanneer komt de regering met haarvoornemens op dit gebied?

Schaart

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-49

Page 13: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Nu duidelijk is hoe belangrijk internet en ICT zijn voorde Nederlandse economie, vraag ik ook nog aandachtvoor de 100.000 à 200.000 mensen in buitengebieden, diegeen toegang hebben tot snel internet. In bepaaldegebieden is het voor de markt gewoonweg niet rendabelom breedbandverbindingen aan te leggen. De EU steltsubsidiegelden beschikbaar voor de aanleg vandergelijke verbindingen in die gebieden. In Frankrijk enSpanje is dit al een groot succes. Waarom is hiervoorgeen initiatief genomen? Het is de VVD-fractie namelijkbekend dat hiervoor zeker mogelijkheden zijn. DeVVD-fractie verneemt graag van de minister van ELI hoehij deze subsidiegelden en toekomstige subsidiemogelijk-heden benut. Zeker nu landbouw, innovatie en economiein één ministerie verenigd zijn, moeten initiatieven op ditterrein moeiteloos tot stand komen.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik ben een beetjeverbaasd. De VVD wil toch eigenlijk alles aan de marktoverlaten en gelooft in ongebreidelde marktwerking enliberalisering? Moet de overheid nu ervoor zorgen dat inde rurale gebieden het internet alsnog ontsloten wordt ofwil mevrouw Schaart dat overlaten aan de marktpartijenzelf?

Mevrouw Schaart (VVD): Stel dat er ondernemers enschoolkinderen zijn die geen gebruik kunnen maken vande lesstof die hun aangeboden wordt of dat een architectzich niet kan vestigen op het platteland, omdat hij daarevengoed geen internetverbinding heeft. Dat is eenprobleem waarnaar gekeken moet worden. Dat wordt algedaan op Europees niveau; de Digitale Agenda vanmevrouw Kroes is daarvan een belangrijke speerpunt. Eris geld voor beschikbaar, maar het is raar dat wij dit geldin Nederland niet gebruiken terwijl men dat in anderelanden wel doet.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Wil mevrouw Schaarthet geld dat op innovatie wordt bezuinigd eigenlijkgebruiken voor het trekken van draden?

Mevrouw Schaart (VVD): Het gaat om totaal anderefondsen. Het gaat om Europese structuurfondsen dievorig jaar aan Nederland zijn afgegeven. Ik wil dat hetgeld niet op de plank blijft liggen, maar dat wij ditgewoon gebruiken. Ik wil bekijken welke mogelijkhedendaarvoor zijn.

De voorzitter: Mevrouw Schaart vervolgt haar betoog.Zij heeft nog anderhalve minuut.

Mevrouw Schaart (VVD): Voorzitter, ik ben ook aan heteinde van mijn betoog.

Men hoort het: de VVD is ambitieus op het punt vanondernemerschap en innovatie. Wij zijn er heilig vanovertuigd dat hierin de toekomst van onze economie ligt.Wij verwachten veel van de minister en zijn nieuwedepartement. Wij zijn altijd bereid om zaken te doen omNederland sterker uit de crisis te krijgen en de toekomstte garanderen. Daarmee kunnen onze ambities niet tehoog zijn. Ik eindig met een bekende andere uitspraakvan Michelangelo: het grootste gevaar is niet dat wijonze doelen te hoog stellen en daarin falen, maar dat wijonze doelen te laag stellen en ze bereiken.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Mevrouw Schaart heeft

zojuist een heel goed pleidooi gehouden voor hetontsluiten van de regio’s op het punt van de digitaleagenda. Is dat eigenlijk het enige wat vanuit deVVD-fractie wordt bijgedragen aan de ontwikkeling vande regio’s of heeft mevrouw Schaart bijvoorbeeld ookeen opvatting over de opvatting van haar partijgenote,minister Schultz, dat we ons heil toch vooral in deRandstad en in Eindhoven moeten zoeken?

Mevrouw Schaart (VVD): Ik denk niet dat de minister hetzo bedoeld heeft. Ik herken deze uitspraken ook niet. Hetgaat mij erom dat regio’s juist zo belangrijk zijn.Topgebieden, waarvan in het regeerakkoord sprake is,zijn regionaal gelokaliseerd. Of dat nu in de buurt vanEindhoven, in Overijssel of in Drenthe is, dat maakt opzich niet uit. Het is één grote ecostructuur. Nederland isongeveer zo groot als Silicon Valley. Overal zoudenregio’s moeten kunnen ontstaan waar innovatieplaatsvindt, waardoor die regio’s in dit opzicht eentopgebied kunnen worden.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Dan zijn wij het in ieder gevaleens. Het probleem is juist dat minister Schultz het welzo heeft bedoeld. Ze heeft het dit weekend letterlijkgezegd in een speech waarin ze aangaf dat de Neder-landse regering zich vooral wilde concentreren op deRandstad en Eindhoven, ook als het gaat om infrastruc-tuur en om het vestigingsklimaat dat u en ik zo belangrijkvinden. Ik begrijp dat u het anders ziet.

Mevrouw Schaart (VVD): Ik weet niet precies waarop udoelt en vind het dus moeilijk om hierop antwoord tegeven. Ik geloof niet dat de minister, behorend bij ditkabinet, dit zo heeft bedoeld, maar ik ken de tekst en hetinterview niet. Ik kan dus moeilijk antwoorden op uwvraag.

Mevrouw Dijksma (PvdA): De uitspraak van de ministerheeft tot heel veel onrust geleid in diverse regio’s. Wijworden benaderd door de mensen uit Zeeland, West-Brabant en Twente; ik kan me voorstellen dat ook de VVDbenaderd is. Deze mensen hebben aangegeven dat wij zegelukkig niet vergeten. Mag ik concluderen dat ze ook opde VVD kunnen rekenen?

Mevrouw Schaart (VVD): Absoluut.

©

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Voorzitter. Eennieuw ministerie, of eigenlijk – zoals we gisteravondvernamen – terug naar de roots. Dit was namelijk ooithet ministerie van Landbouw, Handel en Nijverheid. Nuis dit het ministerie van Economie, Landbouw enInnovatie. De VVD gaat ervan uit dat met dit nieuweministerie het belang van de ondernemer vooropstaat endat dit dus ook geldt voor het belang van het agrocluster.Deze sector moet in Nederland weer positie krijgen,mede door de inzet op en de directe link met innovatie.Graag horen we de reactie van de regering.

De VVD is zeer content met de aandacht voor hetagrocluster, met de positieve signalen, met de positieveinvalshoek die dit kabinet kiest om het agroclustertegemoet te treden en met de insteek om in te zetten opinnovatie. Ik ben blij dat het kabinet daarmee een andereaanvliegroute kiest dan het vorige kabinet. Dit kabinet

Schaart

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-50

Page 14: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

heeft veel oog voor de economische positie van de boeren de tuinder. Ik ga ervan uit dat allerlei regelingen, zoalsonderzoek naar sprinkhanenburgers, even van de baanzijn.

Dat brengt mij bij het volgende. De Nederlandseagrofoodsector bekleedt een internationale koppositie enis daarmee onderdeel van de internationale en nationaleuitdagingen rond voedselzekerheid, armoedebestrijding,energie, water, klimaat, vrede en stabiliteit. Daarvoorverdient de land- en tuinbouw versterking. Er is eengerichte investering in innovatie en verduurzaming vande agrofood- en tuinbouwsector nodig om de koppositiete behouden. Een goede wisselwerking tussen kennis,praktijk en beleid blijft een sleutelfactor voor succes eninnovatie. De VVD is heel benieuwd hoe de regeringhieraan inhoud gaat geven.

Mevrouw Thieme (PvdD): Kan mevrouw Snijder tweevoorbeelden noemen van gevallen waarbij een verduur-zamingsslag nodig is in de agrofoodsector?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik denk dat wij metelkaar voor de taak staan om er in ieder geval voor tezorgen dat wij voedsel produceren onder een aantalvoorwaarden, waarbij wij ook zeker weten dat wij in detoekomst voldoende voedselzekerheid hebben.

Mevrouw Thieme (PvdD): Mevrouw Snijder heeft hetover verduurzaming. Dat betekent dat er nog eenduurzaamheidsslag overheen moet. Is het voedsel op ditmoment duurzaam?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): U richt zich steedsalleen op het woord ″duurzaam″. Wat voor de VVDbelangrijk is, is dat duurzaamheid in een veel brederecontext wordt geplaatst, dat wij ook voedselzekerheidhebben in de toekomst. Die aandacht willen wij in deslag meenemen.

Mevrouw Thieme (PvdD): Dat is geen antwoord op mijnvraag. Het regeerakkoord is heel duidelijk: men wil naareen verduurzaming, ook in het kader van het klimaat enhet milieu. Welke verduurzaming is volgens mevrouwSnijder nog nodig in de keten? Ik wil gewoon eenvoorbeeld, al is het er maar één.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Voedselproductie ...

Mevrouw Thieme (PvdD): Maar wat moet er danverduurzaamd worden?

De voorzitter: Mevrouw Thieme, u moet wel mevrouwSnijder de gelegenheid geven om antwoord te geven.Het is maar een ideetje.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Als wij het hebbenover duurzaamheid, dan zullen wij er met elkaar voormoeten zorgen dat wij onder de goede conditiesvoldoende voedsel produceren. Dat is een opdracht, ookvoor ons Nederlands agrocluster. In alle rapporten klinktde roep om meer voedsel te produceren in de komendeperiode. Daar ligt voor Nederland een heel grote taak.Onderzoeken wijzen uit dat de footprint, de afdruk vanonze Nederlandse voedselproductie, het heel goed kanopnemen tegen voedselproducties die mevrouw Thiemevaak noemt.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik vind het gerechtvaardigdom mevrouw Snijder te vragen om een voorbeeld vanverduurzaming in het kader van de klimaatverandering.Dit kabinet, waarvan de VVD onderdeel uitmaakt, heefthet daar in het regeerakkoord expliciet over. Ik vraag aanmevrouw Snijder of zij een voorbeeld kan noemen vaneen deel van de voedselketen dat in dit kader verduur-zaamd moet worden.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Wij hebben allemaalconferenties bijgewoond. Bij de grote klimaatveranderingstaat Nederland aan de lat om te zorgen dat er vol-doende voedsel geproduceerd wordt.

De VVD is het eens met de constatering van deregering inzake de positie van het Nederlandse agroclus-ter. Het Nederlandse agrocluster is goed voor ongeveer67% van het handelsoverschot. Het gaat om 23 mld. vande 35 mld. Het CBS kwam met de jaarlijkse cijfers overde basisland- en tuinbouw en die cijfers waren nietopwekkend. Dit is voor ons aanleiding tot zorg. Hetaantal bedrijven daalde de laatste jaren met 36%, hetarbeidsvolume daalde met 20% en de productie steegweliswaar met 15%, maar het inkomen in de land- entuinbouw daalde met een kwart. Wij moeten dusconcluderen dat minder bedrijven meer produceren enminder verdienen. Daarmee staat de basisproductie,noodzakelijk om het vervolg van de sector en devoedselproductie in de benen te houden, onder druk. DeVVD is dan ook blij met de stevige inzet van dit kabinetop innovatie en versterking van de concurrentiekracht.Dat laatste kan zeker ook door goede innovatieveontwikkelingen. Maar voor vernieuwing zijn financiëlemiddelen nodig. Wanneer het geld niet door hetbedrijfsleven wordt verdiend, gaat de slag naar innovatieverloren. Voor elke vooruitgang is basisproductienoodzakelijk.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Mevrouw Snijder zegt dat heterg aankomt op de voedselproductie in Nederland. Wijproduceren drie keer de hoeveelheid die wij zelf kunnenconsumeren, dus wij zijn een exportland. Daarna maaktmevrouw Snijder de slag naar het inkomen. Zij weet datde multifunctionele landbouw een redelijk rooskleurigeinkomenspositie heeft, soms ook ten opzichte van boerendie almaar groot, groter, grootst willen worden. Wat is devisie van de VVD op het geven van perspectief aanboeren om juist niet groot, groter, grootst te worden,maar juist meer in de multifunctionele, de bredelandbouw te gaan zitten?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Prachtig wat u zegt!Multifunctionele landbouw kan in een aantal regio’s, endat is weggelegd voor een aantal bedrijven die in debreedte neventaken uitvoeren. Dat is voor een aantalbedrijven een oplossing. U weet ook dat dat niet vooralle bedrijven in het landelijk gebied is weggelegd.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Dat is een mooi antwoord. DeVVD is in ieder geval niet afgeschreven! Wat moet ervolgens de VVD gebeuren met de intensieve veehoude-rij? Ik noem het draagvlak bij de bevolking, de milieupro-blematiek enzovoorts. Als we dan nog meer moetengaan produceren, gaat het toch spaak lopen. Wat is devisie van de VVD hierop?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): We zullen altijd

Snijder-Hazelhoff

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-51

Page 15: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

onder een aantal randvoorwaarden moeten produceren.Dat hebben we hier met elkaar afgesproken. Zolang hetbedrijfsleven daaraan voldoet en die footprint goed blijft,denk ik dat wij kunnen proberen onze productie op tevoeren. Ik kom daar nog op. Juist met een aantalinnovatieve technieken kan de productie nog wordenopgevoerd. Dat is ook gebleken in het verleden.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Nog een soort restopmerking:wat mij betreft zijn die technieken niet alleen bedoeld omde productie op te voeren, maar ook om ons milieu, onsklimaat en ons landschap te dienen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ook.

De voorzitter: Ik heb liever een restvraag dan eenrestopmerking.

De heer Braakhuis (GroenLinks): We weten tochallemaal dat de schaalvergroting in de landbouw enormis. Dan daalt het inkomen natuurlijk ook. Het zou mijverheugen als de VVD voor het tegendeel pleit en zegt:we moeten misschien toe naar verkleining, waardoor wemilieu- en diervriendelijker landbouw kunnen bedrijven.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Het gaat in mijnbetoog niet alleen om schaalvergroting. Uit de CBS-cijfers blijkt dat het gaat om meer productie, met mindermensen bewerkstelligd, en dan toch een lager inkomen.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Door schaalvergrotingverandert ook het aantal aanbieders, en dus ook een stukmarktwerking. Maar goed, los daarvan word ik welonrustig als ik de VVD hoor zeggen: met innovatievekunstgreepjes kunnen we een nog hogere productiebereiken. We zitten al in die spiraal van schaalvergroting.Wilt u nog grotere stallen? Wilt u gestapelde stallen?Drie op elkaar? Wat is de bedoeling?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Liever geengestapelde stallen. Als het goed is weet u dat van deVVD. Maar we hebben het niet alleen over de intensieveveehouderij, maar ook over de productie van aardappe-len, granen, suikerbieten et cetera. Ook daar is innovatievan de productie mogelijk. Verder verwijs ik naar deprecisielandbouw, waarbij we heel secuur met innova-tieve technieken per hectare kunnen werken. Ook daar isnog winst te behalen, zowel in milieutechnisch opzicht,als op productieniveau.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik hoor u niet zeggen –daar ben ik natuurlijk naar op zoek – wat de VVD wilvoorstellen, ook als het gaat om innovatie in delandbouw, op het gebied van milieu- en diervriendelijkproduceren.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Bij de precisieland-bouw zullen we als je kijkt naar de milieukundige kantnog behoorlijk wat stappen kunnen zetten. Dat is winst.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Ik denk dat er inderdaad nog behoorlijkwat stappen te zetten zijn. Mevrouw Snijder noemtvoortdurend innovaties. Dat is mooi, maar als er éénding wel duidelijk is bij deze begrotingsbehandeling, ishet wel dat innovaties vaak onder druk staan, omdat

subsidies afnemen en subsidieregelingen zeer beperktzijn. Voor welke kant kiest de VVD? Is dat toch verdergaan met subsidies, maar dan zou er ook uitbreidingmoeten plaatsvinden, om daarmee de innovaties demarkt op te krijgen? Of wil mevrouw Snijder toch meerde kant op van: laten we nu al die milieu- en maatschap-pelijke kosten veel meer in de prijs verwerken, zodatallerlei subsidieregelingen niet eens meer nodig zijn?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik kom nog op al dieaspecten. Als u het goedvindt, wil ik u vragen daarop tewachten.

De voorzitter: Ik zie dat mevrouw Wiegman vandaaguitermate soepel is. Zij vindt het geen punt, dus wie benik dan om daartegen bezwaar te maken?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Precisielandbouw klinktnatuurlijk mooi, en de Partij voor de Dieren is daar zekerniet tegen, maar bij de VVD-fractie weet ik dan altijdmeteen: dit gaat over mest, over de nitraatrichtlijn, enover per perceel bekijken of er niet toch wat meer mestop mag komen. Daar hebben we al over gediscussieerdin dit huis. De conclusie was dat het meer administra-tieve lasten zal betekenen voor zowel de overheid als deondernemers. Kan ik van de VVD-woordvoerder hier degarantie krijgen dat als dat het geval is, de VVD nietakkoord zal gaan met het differentiëren in de zin van ophet ene perceel meer mest dan op het andere?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik ga straks iets heelanders zeggen. Dus u krijgt van mij daarop geen ja tehoren. Met precisielandbouw gaat het erom dat je zorgtdat op het juiste plekje het juiste komt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat begrijp ik wel en daaris de Partij voor de Dieren ook voor, maar ik herinnerdezo-even niet voor niets aan de geschiedenis die wij in ditsoort debatten hebben met de VVD. Mijn ervaring is datu vooral op zoek bent naar het maximaal benutten vande milieugebruiksruimte die er is. Dus zoveel mogelijkmest op die percelen. Als u dat hier kunt wijzigen en wiltaangeven dat de VVD hierin een nieuwe koers voorstaat,prima, maar mijn stellige indruk is toch dat u vooraldaarnaar op zoek bent.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik kan u nietgeruststellen, mevrouw Ouwehand.

Voorzitter. Ik vervolg mijn betoog. Wij moeten dusconcluderen: minder bedrijven produceren meer maarverdienen minder. Daarmee staat de basisproductie,noodzakelijk om het vervolg van de sector in devoedselproductie in de benen te houden, onder druk. DeVVD is blij met de stevige inzet die dit kabinet heeft opinnovatie en versterking van de concurrentiekracht. Datlaatste kan zeker door goede innovatieve ontwikkelingen.Voor vernieuwing zijn financiële middelen nodig enwanneer dat niet wordt verdiend door de bedrijven gaatook de slag naar innovatie verloren. Voor elke vooruit-gang is de basisproductie noodzakelijk. Bij de vorigebegrotingsbehandeling heb ik gewezen op de concurren-tiepositie van ons agrarisch bedrijfsleven. Ik doe datnogmaals. Graag verneemt de VVD-fractie hoe destaatssecretaris de concurrentiekracht wil gaan verster-ken. Wij willen de staatssecretaris er alvast op attenderendat er toch een groot aantal EU-regels zijn alsook eigen

Snijder-Hazelhoff

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-52

Page 16: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

wetgeving die het bedrijfsleven voor hogere kostenplaatsen dan de concurrenten in de andere lidstaten. Watbetreft de extra kosten vanuit de Nederlandse regelge-ving noem ik als voorbeeld het archeologisch onderzoek.Dat is er op te veel plaatsen en te uitvoerig, zelfs binnenbouwblokken waar boeren al gebouwd hebben, wat hogekosten met zich meebrengt. Zo is naar ons idee deuitvoering van het Verdrag van Malta niet bedoeld.Graag een reactie.

Dan de Wet informatie-uitwisseling ondergrondsenetten. Een doorgeschoten bureaucratie waarbij zodraeen boer zijn ploeg in de grond plaatst, er melding moetworden gedaan. Melden wat betreft de bovenstegrondlaag op 50 cm, terwijl alle leidingen in hetlandbouwgebied dieper liggen. Wat gaat de ministerdaaraan doen?

Er is nog steeds veel onrust over de perceelsregistra-tie. De uitvoering van de Dienst Regelingen inclusief debelofte dat de begrenzingen bij twijfel worden nageme-ten is nog steeds niet op orde en vraagt aandacht. Ikverneem hierop graag de reactie van de staatssecretaris.

Dan kom ik te spreken over de mestwetgeving. Als hetaan de VVD ligt moet die eenvoudiger. Minder bureau-cratisch en gericht op die gebieden waar problemen zijnen meer gericht op de eigen verantwoordelijkheid van deondernemer. Dus leg die verantwoordelijkheid bij deondernemer maar wel met flexibiliteit in de regio’s.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is dus precies waar iknet over begon bij de precisielandbouw. Van devoormalig minister van Landbouw hebben wij te horengekregen dat het idee misschien wel leuk is dat je bijwijze van spreken per grasspriet gaat kijken hoeveelmest er op kan, maar het betekent wel een toename vanadministratieve lasten zowel voor de ondernemer alsvoor de overheid. Nu vind ik dat de VVD moet kiezen: ófvoor iedere grasspriet apart bepalen wat er op mag óf deadministratieve lasten omlaag. Allebei gaat niet lukken.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Dat leest u in datrapport; dat lees ik er niet in. Er zit nu een nieuw kabinetmet nieuwe ambities. Wij zullen echt moeten proberende bureaucratie te verminderen. Boeren die volledigvoldoen aan wat Europa vraagt, mogen wat ons betreftniet opgezadeld worden met extra bureaucratie tenaanzien van de mestwetgeving.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan zal ik de vraagversimpelen. Wie wil de VVD liever voor de gek houden?Boeren of burgers, tegen wie zij zegt dat wij van al dieregeltjes af moeten? Daar wint zij lekker veel kiezersmee, prachtig. Houdt zij liever de burgers voor de gek ofde boeren? Ik zeg haar dat het niet allebei kan. Dat staatook in dat rapport en dat weet zij.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Wij willen niemandvoor de gek houden. Wij willen alleen maar dat plantendie verzorging krijgen die zij uiteindelijk nodig hebben,en dat is door te gaan bemesten op basis van watgrondsoorten en planten nodig hebben.

De heer Koopmans (CDA): Mevrouw Snijder zei in haarbetoog over het mestbeleid dat er meer verantwoorde-lijkheden naar de regio moeten gaan. Dat klinkt opzichzelf leuk, maar ik nodig haar uit om wat preciezer tezijn. Ik denk dat wij beleid hebben te formuleren tot 2015,

en daar zou ik graag wat over horen, en voor na 2015 alshet melkquotum weg is en de dierrechten vervallen. Hoekijkt zij tegen beide trajecten aan?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik ga even terugnaar waar wij vorig jaar op hebben ingezet. Wij vindendat je het hele mesttraject veel meer regionaal zoumoeten bekijken, omdat ook andere lidstaten dat hebbengedaan. Dat zou een geweldige ontlasting zijn en ookeen betere benutting voor een aantal regio’s. Dat hebbende gewassen in die regio’s nodig. Dan de vraag hoe ikaankijk tegen de toekomst. Wij vinden dat de verant-woordelijkheid voor het hele milieu c.q. de mest veeldirecter bij de ondernemer zou moeten liggen. Wijmoeten niet te veel regels voorschrijven. Ze moetenvoldoen aan de milieueisen en echt verantwoordelijk zijnvoor hun eigen mestafzet. Het maakt niet zoveel uit ofdat nu op eigen grond is, naar een verbrandingsinstalla-tie of in afspraken over export, maar het is hun eigenverantwoordelijkheid om hiervoor te zorgen.

De heer Koopmans (CDA): Zou dat kunnen betekenendat de VVD er net als het CDA voor kiest dat onderne-mers in de komende periode, en dan vooral na 2015, nietmeer hoeven te investeren in papier of in lucht, dus inrechten, maar in daadwerkelijke verbetering van deduurzaamheid en in mogelijkheden om mest op eenandere manier aan te wenden?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): U hebt het helemaalgoed. In het debat dat wij dit voorjaar hadden, hebt u mijook horen zeggen dat wij die route moeten gaan; nietmeer investeren in die papieren dierrechten, die heelveel geld kosten, maar juist investeren in een aantalzaken die daarachter zitten.

Voorzitter. Voor de ammoniakaanpak geldt eigenlijkhetzelfde. Wij krijgen binnenkort een discussie over deProgrammatische Aanpak Stikstof (PAS). Wat ons betreftmoet het hele ammoniakgebeuren globaler en moetenwe niet op de mol nauwkeurig elke boer gaan afrekenen.In geen enkele andere lidstaat is dit beleid zo handen envoeten gegeven.

Tot slot van dit rijtje Natura 2000, ik ontkom er nietaan. De extra kop op de aanwijzingsdoelstellingen moeteraf, als het aan de VVD ligt, met name voor de kleinegebiedjes. Ik heb begrepen dat de staatssecretaris nu zelfBoddenbroek heeft gezien, een gebiedje kleiner dan vijfhectaren. Dat moet worden geschrapt. Ik vraag hem omeen voorbeeld te nemen aan de vorige minister, dieGroot Zandbrink heeft geschrapt.

Dan kom ik weer bij de concurrentiepositie. Er zijnsignalen dat andere EU-lidstaten voor hun agroclusterdiverse subsidies en sluiproutes ontwikkelen om hunboeren te ondersteunen en bovendien allerlei regels aanhun laars lappen om niet zo ver te gaan als Nederland.De VVD wil dat hier meer aandacht en controle voorkomt en dat dit op Europees niveau steeds weer aan deorde wordt gesteld. Dit kabinet streeft naar een gelijkspeelveld en daarom zal er gekeken moeten worden naareen aantal regelingen. Ik noem nog maar even watenkele weken geleden hier speelde. Frankrijk subsidieertnota bene een hogere geitenmelkproductie, die hier zorgtvoor zeer lage prijzen. Hoe is het mogelijk?

Graag zou de VVD zien dat de staatssecretaris deze enandere regelingen eens goed tegen het licht houdt. Eenkostprijsbarometer van onze Nederlandse regelgeving,

Snijder-Hazelhoff

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-53

Page 17: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

waarbij wordt aangegeven waar onze agrocluster staatten opzichte van de concurrenten in de andereEU-lidstaten, zou wellicht aan te bevelen zijn. Uitgangs-punt moet blijven een eerlijk speelveld.

De inzet op innovatie krijgt onze volle steun. Verster-king van de innovatiekracht van het agrocluster isbelangrijk voor de economische ontwikkeling en dusvoor de toekomst. Wij denken daarbij bijvoorbeeld aande tuinbouwcluster, een van de topgebieden van deNederlandse economie, met als prachtig voorbeeld dekas als energiebron. Er worden in de tuinbouwclusterenorme stappen gezet in de richting van energietransitie.De programma’s hiervoor mogen naar onze mening nietstagneren. Wij hopen dat de minister deze mening deelt.Ook de precisielandbouw verdient naar ons idee nogmeer aandacht. Het is een veelbelovende manier die kanbijdragen aan de verduurzaming van de geheleproductie.

Mevrouw Thieme (PvdD): Komt er nog wat overdierenhouderij? Nee, dan kan ik mijn vraag stellen. Ik bener namelijk nogal verbaasd over dat mevrouw Snijderniets zegt over de dierenhouderij. Ik wil graag zeggenwaarom.

De voorzitter: Dat snap ik. Ik stel echter voor om geenlange betogen te houden. Ik moet een beetje strengerworden. U moet snel to the point komen en een vraagstellen. Anders worden het allemaal extra termijnen.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik begrijp het. Bij het debatover de regeringsverklaring zei de premier, net alsmevrouw Snijder lid van de VVD, dat hij het elektrocute-ren van kippen en de CO2-bedwelming van varkens inslachterijen een verschrikkelijke vorm van dierenmishan-deling vindt. Ik had echt verwacht dat mevrouw Snijdermet voorstellen zou komen om het allemaal veel beter telaten verlopen bij de slachterijen. Mevrouw Snijder komtdaar echter niet mee, terwijl de premier zich er veelzorgen over maakt en spreekt van een ernstige vorm vandierenmishandeling.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Volgen mij gebruiktehij nog een andere term. Ik zal die niet herhalen. Ik weetdat er binnenkort een debat is over de duurzaamheid vande veehouderij, over de gehele breedte van de sector. Ikmoet vandaag keuzes maken. Ik heb maar tien minuten.Ik deel echter de mening van mevrouw Thieme dat hetwerk in de slachterijen aan de eisen moet voldoen. Ikdacht dat zij dat inmiddels ook wel van mij wist. Dierenmoeten goed zijn verdoofd voordat zij worden geslacht.Dat is voor de normale slachterijen de afspraak. Daaropmoet gewoon controle plaatsvinden.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik wil weten of mevrouwSnijder de mening deelt van premier Rutte dat de praktijkvan het elektrocuteren van kippen en het verdoven metCO2 van varkens dierenmishandeling is.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Laat ik zeggen datde premier dat zo niet heeft gezegd. Ik heb goedgeluisterd. Ik daag mevrouw Thieme uit om binnenkortgoede vormen van dierenverdoving te bedenken. Zijweet dat er in de Kamer al ettelijke keren debatten overzijn gevoerd. Wij hebben nog steeds geen betereoplossing dan zoals het nu gebeurt.

Mevrouw Thieme (PvdD): Dit wordt een welles-nietesverhaal over wat de premier heeft gezegd. Hij heeftgesproken van dierenmishandeling. Ik denk dat de heerGraus dat kan beamen. Moet ik de woorden vanmevrouw Snijder zo interpreteren dat zij ook vindt dat ereen einde moet komen aan de CO2-bedwelming vanvarkens en de elektrocutie van kippen? Het is geweldigdat ik met voorstellen kan komen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Alles waarmee wijdierenleed kunnen voorkomen, is altijd goed.

De heer Graus (PVV): Ik ben heel blij. Ik hoordemevrouw Snijder overigens spreken van verdoving. Alszij van plan is om dieren zo min mogelijk te laten lijden,is zij het dan met mij eens dat dieren alvorens zijgeslacht worden irreversibel, dus onomkeerbaar,bedwelmd moeten zijn?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): De heer Graus weetdat wij daarover discussie hebben gevoerd. Bij het doormevrouw Thieme ingediende wetsvoorstel krijgen wijdeze discussie ook. Omdat het door een aantal organisa-ties in Nederland nog niet is geaccepteerd is, staat deVVD op het standpunt dat het op dit moment nog nietmogelijk is.

De heer Graus (PVV): Het is nog niet geheel duidelijk ofhet in de initiatiefwet van de Partij voor de Dieren omreversibele of irreversibele bedwelming gaat. Dat zalstraks blijken. Ik zal ook om opheldering vragen. Mijnvraag aan mevrouw Snijder is een andere. Zij sprak vanverdoven. Is zij het met mij eens dat als wij dierenleedwillen voorkomen, dit betekent dat dieren dood moetenzijn alvorens zij worden opengesneden?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Het spijt mij, maarde heer Graus snijdt hier het debat over ritueel slachtenaan. De VVD-fractie is op dit moment niet zover dat wijhierin meegaan. De heer Graus spreekt over reversibel ofirreversibel. Dat zou een heel goede gedachte zijn. Devorige minister is daarmee ook bezig is. Het is ookonderzocht. Het vond ook bij de VVD-fractie veel steun.Daarmee moeten wij echter nog wel een stap zetten inde richting van een aantal organisaties.

De heer Graus (PVV): Het ging om kippetjes. Over hetritueel slachten komen wij nog uitvoerig te spreken.Mevrouw Snijder sprak over verdoven. Is zij het met mijeens dat kippen dood moeten zijn voordat ze wordenopengereten, opengesneden?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): In de slachthuizendient controle te zijn, dat hebben wij afgesproken. Daarmoet worden voldaan aan de voorwaarden die wij eerderhebben gesteld voor het slachten.

De voorzitter: Ik geef de heer Graus nog een keer degelegenheid om zijn vraag kort te herhalen. Dit is ookeen beetje een herhaling van zetten. Misschien kan hijzelf het antwoord geven, maar dat is aan mevrouwSnijder, lijkt mij.

De heer Graus (PVV): Dat ben ik met u eens. Ik hoefalleen maar ja of nee te horen. Is mevrouw Snijder hetmet mij eens dat dieren dood moeten zijn voordat zij

Snijder-Hazelhoff

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-54

Page 18: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

worden geslacht? Ik laat het ritueel slachten even buitenbeschouwing, ik heb het nu over kippen.

De voorzitter: Ja, over kippen, dat hadden wij begre-pen, mijnheer Graus.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Volgens mij is datde afspraak. In de slachthuizen wordt verdoofd en daarnawordt het dier geslacht. Dat zijn de voorwaardenwaaronder ... Ik denk dat wij straks horen hoe de heerGraus hierover denkt.

Ik vraag tot slot nog aandacht voor de biobasedeconomy. De eerste stappen daartoe worden gezet. Mijnverzoek is ervoor te zorgen dat het mkb c.q. het kleinerebedrijfsleven in het agrocluster hieraan mee kan doen.Zo wordt het breder en kan er naar mijn mening ookmeer rendement worden behaald.

Nieuwe producten, technologieën en werkwijzenzorgen voor vergroting van de export en de werkgele-genheid. In het regeerakkoord staan goede voornemensom de subsidiestromen te clusteren. Ik zou graag ziendat de subsidiekerstboom zeer voortvarend wordtafgetuigd, want nu kunnen ondernemers door de bomenhet bos niet meer zien. Ik pleit voor een geherstructu-reerd en afgeslankt subsidiestelsel. Verder vraag ik of ergekeken kan worden naar de mogelijkheid om regelingente clusteren. Minder regelingen, dat is hard nodig wantdit kan de innovatiekracht van de agrarische sector naaronze mening versterken.

De VVD-fractie is van mening dat het bieden van dejuiste randvoorwaarden voor ondernemers, dus hetfaciliteren, nog belangrijker is dan subsidies. Een goedbeleid gericht op innovatie hoeft ook niet altijd veel geldte kosten. Ik vraag de staatssecretaris daarom of hetmogelijk is een overzicht te geven van de financiëleinstrumenten die nu voorhanden zijn om innovatie in delandbouw te stimuleren. Verder hoor ik graag op welkedoelstellingen de staatssecretaris wenst te sturen en hoede effectiviteit van de verschillende regelingen wordtbepaald.

Laat de uitvoering en de aanvraag van regelingenvooral simpel zijn opdat bedrijven zelfstandig wegwijskunnen worden in het subsidiestelsel en geen gebruikhoeven te maken van subsidieadviseurs wat nu in heelveel gevallen noodzakelijk is.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Ik was zojuist coulant, maar dit punt istoch nog niet helder. Mevrouw Snijder zegt dat allerleisubsidieregelingen moeten worden afgebouwd en dathet om de goede randvoorwaarden gaat. Wat zijn naarhaar mening die goede randvoorwaarden? Natuurlijkbegrijp ik haar wens dat de regeldruk afneemt en datsoort dingen, maar dan nog is de vraag of een agrari-sche ondernemer het daarmee voldoende kan reddenjuist omdat de VVD voorstander is van pure vrijemarktwerking in de voedselsector. Redt hij het daarmeeof komt hij daardoor in de kou te staan?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Wij bouwen nietalles af. Laten wij eerlijk zijn, er blijft nog heel veel op debegroting staan. Ik pleit er echter voor dat de regelingenhelderder worden, dat zij gestroomlijnd worden en dat erniet meer tien, vijftien of vijfendertig regelingen zijnwaardoor ondernemers door de bomen het bos nietmeer kunnen zien. Misschien moet er meer generiek

worden gedaan, maar het moet in ieder geval gemakke-lijker worden om eraan mee te doen. Geen subsidieadvi-seurs! Nu is het allemaal zo ingewikkeld dat ook heelveel regelingen niet op gaan of niet worden gebruikt,omdat ze te onduidelijk zijn. Dat beleid moet dus meerhanden en voeten krijgen.

De voorzitter: Ik stel voor om wat compacter teantwoorden; laten we het tempo erin houden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Ik begrijp dat de VVD kiest voorsubsidies, inclusief de plafonds die altijd gepaard gaanmet subsidies.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Voor innovatie.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Ja, innovatiesubsidies. Maar hoe krijg jedie innovatie dan in de markt? Uiteindelijk zullen dekosten van innovatie namelijk ook in de prijs moetenworden verwerkt. Ik denk dat dit het probleem is, dat ditin de vrije markt nog onvoldoende gebeurt.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Daarvan ben ik nietovertuigd, als we ze goed inbedden en voor bepaalderoutes kiezen waarmee de markt innovaties zal oppakken.We moeten geen dingen uitvinden waarvoor in de marktgeen plaats is.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Concluderend: het uitgangspunt is demarkt, niet zozeer een eerlijke prijs voor een eerlijkproduct.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik vind dat u zakente snel koppelt. Natuurlijk moet betaald worden voorgoede producten, maar ik denk niet dat je geen eerlijkeprijs krijgt als je innovatie in de markt zet. Ik vind dat udaarmee uw eigen ideeën te kort door de bochtverkondigt. Ik deel die niet.

De heer Koopmans (CDA): Voorzitter. Mevrouw Snijderis niet ingegaan op het gemeenschappelijk landbouwbe-leid. Ik denk dat het voor dit debat van belang is dat zijnog even scherp neerzet waar de VVD staat en waarvoorhet kabinet volgens de VVD zou moeten gaan.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik kan helder zijn:weet dat de VVD-fractie in ieder geval erg hecht aan deeerste pijler, dus boeren ervoor betalen dat zij in hetlandschap zitten, en zo weinig mogelijk voor de tweedepijler wil. Dat standpunt blijven we houden. En we willener vooral voor zorgen dat de voedselzekerheid gegaran-deerd blijft met de vangnetconstructie. Je mag datallerlei benamingen geven, ik geloof dat daar nu eenEngelse term voor in het lijstje staat. Voor ons blijft ditvan essentieel belang.

De heer Koopmans (CDA): Zou ik het dan zo mogensamenvatten: zo veel mogelijk boerengeld naar deboerenkeukentafel? En dat minder papieren ook vanbelang zijn? Verder heeft u nog niks gezegd over hetbudget dat daarvoor gereserveerd wordt, dat ditminimaal het bedrag moet zijn dat daarvoor tot nu toewerd gereserveerd.

Snijder-Hazelhoff

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-55

Page 19: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Laat ik duidelijk zijn.U zegt: het geld uit de eerste pijler op het boerenerf.

De heer Koopmans (CDA): Ik bedoel de keukentafel vande boer.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): En wij zijn in voorminder bureaucratie. Ik weet dat er nog fikse discussieszullen komen over het totale EU-budget; dat gaan weopdelen naar zovele regio’s. Ik hoop van ganser harte datde discussies zo verlopen, dat Nederland hetzelfdebedrag uit de ruif krijgt als het nu ontvangt.

De heer Koopmans (CDA): Zou u dat ″ik hoop″ willenvervangen door ″ik vind″, dus de VVD vindt dat dit zoumoeten gebeuren?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik vind. U weet datwij erg hechten aan onze nettobetalingspositie.

De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. De VVD is nietingegaan op de uitverkoop van de natuur; daarvoorworden ook heel drastische voorstellen gedaan. Destaatssecretaris zegt dat hij nog komt met een grond-nota, maar gaat ondertussen wel grond verkopen. Ikvraag de VVD of dat wel chic is en of je eigenlijk nieteerst zou moeten praten over de voorwaarden waaron-der grond mag worden verkocht, alvorens er grondwordt verkocht. En zou de VVD kunnen aangeven aanwelke voorwaarden zijzelf denkt bij verkoop?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik vind dit eigenlijkeen wat rare vraag. Wij hebben een langer dan vijf uurdurend wetgevingsoverleg gehad, waarin natuur enverkoop van de gronden aan de orde waren. Eigenlijkvind ik dat we het debat van nu daarmee niet moetenbelasten. Ik wil graag antwoord geven, want natuurlijkheb ik dezelfde mening als de andere woordvoerster vande VVD: wat ons betreft kan de staatssecretaris zijn ganggaan.

De voorzitter: Daarmee heeft mevrouw Snijder eenpunt. Er is een wetgevingsoverleg geweest, dat is eenonderdeel van de begroting, over het onderwerp″natuur″.

De heer Van Gerven (SP): Hiertegen teken ik protestaan. In de begrotingsbehandeling gaat het over alles. Inhet wetgevingsoverleg hebben wij inderdaad gesprokenover ″natuur″. Daarbij is een heleboel gewisseld, maareen heleboel ook nog niet. Ik hecht er toch aan bijinterruptie dit punt nog even te mogen vervolgen.

De voorzitter: Natuurlijk kunt u die vragen stellen. Het isvervolgens wel de vraag of mevrouw Snijder diebeantwoordt, maar daar gaat zij zelf over. Beperk u toteen korte vervolgvraag!

De heer Van Gerven (SP): Er is ook nog een tweedetermijn. Ik vind het in ieder geval niet goed dat er grondverkocht wordt, voordat de grondnota behandeld is. Ikwil drie voorbeelden aanhalen ...

De voorzitter: Nee, dat sta ik echt niet toe. U gaat hierniet het hele wetgevingsoverleg overdoen. U gaat hierook geen eigen termijnen houden, maar gewoon een

vraag stellen aan mevrouw Snijder, zonder daarbij drievoorbeelden te noemen.

De heer Van Gerven (SP): Laat ik het dan als volgtformuleren: de provincies hebben negen pagina’s metvoorbeelden gegeven om aan te geven dat zij direct inde problemen komen als de plannen van de overheiddoorgaan. Zij zeggen dat dit onbehoorlijk bestuur is.Vindt mevrouw Snijder niet dat er eerst gesproken moetworden over de voorwaarden waaronder eventueleverkoop plaatsvindt, alvorens het kabinet dat werkelijkgaat doen? Dat is toch de controlerende taak van hetparlement?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Wij zijn blij met ditregeerakkoord en met de stappen die daarin wordengezet over de herbegrenzing van de ehs enzovoorts. Wijzitten er echt niet op te wachten om nogmaals achter-over te gaan leunen. Ik weet dat de staatssecretaris metde provincies afspraken heeft gemaakt en dat er binnenvier maanden – dat is een prima termijn – een plan vande provincies in gezamenlijkheid op tafel ligt. Laat destaatssecretaris vooral voortvarend te werk gaan zoals hijdenkt dat het goed is. In ieder geval heeft hij hetvertrouwen van de VVD-fractie, want hij voert uit wat wijmet elkaar in het regeerakkoord hebben opgeschreven.

De voorzitter: Ik geef voor de laatste keer de heer VanGerven het woord op dit punt.

De heer Van Gerven (SP): Zouden wij dan niet moetenafspreken dat eerst de resultaten moeten wordenbesproken van dat overleg tussen de provincies en destaatssecretaris, alvorens ook maar één vierkante metergrond verkocht wordt? Moet de Kamer niet eerst kunnenbeoordelen of daarbij sprake is van behoorlijk bestuur?Of dat er gewoon selectief gewinkeld gaat worden,waarbij met twee of zelfs drie maten gemeten gaatworden in plaats van deugdelijk beleid uit te voeren datin ieder geval toetsbaar is, of je het er nu wel of niet meeeens bent?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Wij gaan nu nietmet een, twee of drie maten meten, wij vertrouwen opde stappen die de staatssecretaris zet.

De voorzitter: Bent u klaar, mevrouw Snijder?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Eén zin nog, als ikmag.

De voorzitter: Uw tijd zit er wel op.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Zit ik al op acht ànegen minuten?

De voorzitter: Jazeker! Er zitten zelfs al tien minuten op.Ik moet streng zijn; ik vind het heel naar.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Dan laat ik hethierbij.

De vergadering wordt van 18.50 uur tot 19.45 uurgeschorst.

Voorzitter: Verbeet

Snijder-Hazelhoff

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-56

Page 20: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

De voorzitter: We gaan verder met de behandeling vande begroting van het ministerie van ELI. We gaanluisteren naar de inbreng van mevrouw Gesthuizen vande SP-fractie in de eerste termijn van de Kamer. Ik zeg inhet algemeen, maar vooral tegen hen die tekst produce-ren voor de bewindslieden, dat het de bedoeling is datde regering morgen in de helft van de tijd van de Kamerantwoord geeft.

©

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Ook ik heet denieuwe bewindspersonen van harte welkom, die kanshad ik nog niet gehad. Eindelijk hebben we weer de kansom met de staatssecretaris en de minister van Economi-sche Zaken, Landbouw en Innovatie in debat te gaan. Eris al heel veel interessants gezegd en ik denk datMichelangelo Buonarroti zich in zijn graf in de Basilica diSanta Croce in Florence heeft omgedraaid. Ik was inieder geval heel verbaasd toen ik de antikunstpartij, deVVD, bij monde van mevrouw Schaart dit genie hoordeciteren. Om ook met de meester te spreken: ik leer nogsteeds.

Ik wil beginnen met het eerste punt dat hier al eenaantal keren besproken is vandaag, innovatie. TerwijlNederland langzaam overeind krabbelt na het economi-sche dieptepunt, lijkt het of hier in Den Haag maarweinig geleerd is. Wat waren nu de oorzaken van decrisis? Waar is het misgegaan? Hoe kunnen we daarvanleren? Nog altijd trekt de overheid zich met eensneltreinvaart terug uit de maatschappij, zo ook bijEconomische Zaken. Innovatie, iedereen, maar dan ookletterlijk iedereen, heeft de mond er vol van, maar hetontbreekt de overheid aan visie en daadkracht. Voorinnovatie zijn altijd investeringen nodig, geld dus, endaar schort het aan.

Ik ben ook teleurgesteld over de mate waarin hetkabinet de afgelopen jaren de financieringsproblematiekvoor met name het midden- en kleinbedrijf heeftaangepakt. Zorgt u nu eens dat u weet waar deknelpunten zitten! Dat zou ik de bewindspersonen bijdezen willen meegeven. Ik heb daarvoor een aantalvoorstellen. Maak bijvoorbeeld van de regionaleontwikkelingsmaatschappijen een landelijk dekkendnetwerk en zorg dat zij zich niet als private investerings-maatschappijen gedragen. Zij hoeven geen hoge winstente behalen en mogen best wel wat risico’s nemen.

Klopt het, vraag ik de bewindspersonen, dat dedoorstart van Kip Caravans werd bemoeilijkt door deopstelling van de NOM? Waarom wordt nu de BMKBbeperkt? De garantstelling voor 80% eindigt. Slechtezaak, vind ik. Het gebruik tot en met september van ditjaar was 88 mln. Er is een forse toename te zien tenopzichte van eerdere jaren. Toen hebben we eraan lopentrekken met zijn allen, om ervoor te zorgen dat debenutting beter werd. Nu gaat het goed, en dan draaithet kabinet de maatregel de nek om! Er gaat 300 mln.weg bij de themagerichte stimulering van innovatie, 200mln. bij de regionale stimulering, de FES-gelden terwaarde van 390 mln. voor innovatie drogen op: dat isbijna 1 mld. aan bezuinigingen. Ik heb dan ook eenamendement ingediend om in ieder geval de innovatie-vouchers te behouden. Ik hoop dat een meerderheid vande Kamer zich zal kunnen vinden in dat amendement.

De begrotingsbehandeling van ELI kan niet voorbij-gaan zonder dat ik iets zeg over de post. We hebben

daarover overmorgen nog een uitgebreid overleg met inieder geval deze staatssecretaris en de minister vanSociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik wil hier toch éénvraag stellen. Vorige week hadden wij een gesprek metde voorzitter van de NMa, de heer Kalbfleisch, en ikvroeg hem hoe hij denkt over een minimumprijs,bodemtarieven voor de postsector. Daarvan hebben debewindspersonen tot dusver gezegd: dat kan niet; wekunnen dat nationaal niet voor elkaar krijgen metregelgeving, het is strijdig, het is concurrentiebeperkingen van Europa mag het ook niet. Wie schetst mijnverbazing toen de voorzitter van de NMa zei: ik denk nietdat u door Europa zult worden teruggefloten en ik zie datvooral als een politieke keuze. Graag een reactie daaropvan de bewindspersonen. Wat mij betreft alvast eenvoorschotje op het algemeen overleg van overmorgen:draai die liberalisering maar gewoon helemaal terug. Datlijkt mij op dit moment nog de allerbeste oplossing.

Ik kom op het industriebeleid. Bij NXP zijn deafgelopen jaren 1000 banen verloren gegaan, bijOrganon staan 2200 banen op de tocht. Bij Abbott zijn500 banen weg en bij TNT 15.000. Crisistijd gekenmerktdoor schrijnende gevallen. Er is een focus op korteter-mijndenken en met het vergroten van de macht van deaandeelhouders is de balans doorgeslagen. Aandeelhou-ders zijn tegenwoordig heer en meester in veel bedrij-ven. De macht moet, wat de SP-fractie betreft, eerlijkerverdeeld worden en ook bij stakeholders liggen die eenlangetermijnvisie hebben, zoals bijvoorbeeld dewerknemers. Wij noemen daarvoor bijvoorbeeld eenvergroting van de invloed van de ondernemingsraad opde benoeming van de raad van commissarissen, eenzwaardere stem van de ondernemingsraad in belangrijkebeslissingen die het bedrijf aangaan en het werken meteen quotum bij de algemene aandeelhoudersvergaderingzodat het bestuur en de raad van commissarissen minderkwetsbaar zijn voor activistische aandeelhouders enbovendien alleen met een gekwalificeerde meerderheidzijn weg te sturen.

De heer Van Vliet (PVV): Is de SP-fractie van plan om ophet gebied van medezeggenschap met initiatieven tekomen?

Mevrouw Gesthuizen (SP): Jazeker. Bij de begrotingsbe-handeling gaat het natuurlijk over de grote lijnen. Ik heber in de procedurevergadering van de commissie voorELI steeds op gehamerd om snel, met voorrang zelfs,een algemeen overleg te hebben over industriebeleid enindustriepolitiek. Wij hebben al een eerste stap gezet metdat rondetafelgesprek, maar ik wil dit onderwerp brederkunnen bespreken. Ik houd eventuele voorstellen nogeven onder de pet totdat wij hier in een breder debatover van gedachten hebben kunnen wisselen.

De heer Van Vliet (PVV): Ik vind dat een bemoedigendegedachte.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dat is fijn. Dan hoop ik datwij tegen die tijd tot een vruchtbare samenwerkingkunnen komen.

Ook hier kan de overheid voorkomen dat ondernemin-gen vanwege financiering in de armen van activistischeaandeelhouders worden gedreven.

Tot slot, wat betreft industriebeleid, wil ik zeggen datik teleurgesteld ben over de kabinetsreactie op de

Snijder-Hazelhoff

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-57

Page 21: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

motie-Gesthuizen c.s., die medeondertekend is doormevrouw Hamer van de PvdA-fractie en de heer Klavervan de fractie van GroenLinks. De facto betekent dereactie van de bewindspersonen op deze motie, die isingediend in het spoeddebat over Abbott, dat deze nietwordt uitgevoerd. ELI stelt zich passief op waar het gaatom het inzetten van alle diplomatieke en politiekemiddelen om een zo goed mogelijke oplossing te vindenvoor onder andere de werknemers van Abbott. Debewindspersonen stellen zich passief op en geven dit zelfin zoveel woorden ook toe. Dat was niet de bedoelingvan de motie. Ik wil hier graag een nadere toelichting opvan de bewindspersonen.

De heer Dijkgraaf (SGP): Mevrouw Gesthuizen haaldenet haar amendement aan. Ik heb dat met interessegelezen. Ik heb alleen wat problemen met de dekking. Zijzegt dat de dekking moet worden gevonden in verminde-ring van het aantal externen. Volgens mij is al afgespro-ken dat het aantal externen zo veel als mogelijk wordtverminderd, met die 10%. Die discussie is bekend. Hoeweet mevrouw Gesthuizen dat de dekking die zijvoorstelt, namelijk het verminderen van het aantalexternen bij SenterNovem en de EVD, niet ten koste gaatvan hetgeen zij eigenlijk wil bereiken, namelijk meerconcurrentiekracht en innovatie?

Mevrouw Gesthuizen (SP): Als ik ondernemers deafgelopen jaren goed heb beluisterd, menen zij allemaaldat het wel een tandje minder kan bij onder andereSenterNovem en de EVD. Een beperking van de inhuurvan externen betreft vooral mensen die uurtje-factuurjedoen en dat kan aardig in de papieren lopen. Het is mijnovertuiging – dat was ook precies de bedoeling van demotie-Roemer – dat je geld bespaart door niet alleenmaar externen in te huren. Dat is namelijk heel erg duur.Ik wil een extra taakstelling voor deze organisatiesbinnen Agentschap NL.

De heer Dijkgraaf (SGP): Mevrouw Gesthuizen zal hettoch met mij eens zijn dat er, ook als dit amendementniet wordt aangenomen, sowieso al een taakstelling ligtvoor deze instellingen. Met dit amendement zou er daareen bovenop komen. De vraag is of je dit kunt doenzonder de zaken die wij allebei graag willen, namelijk hetvergroten van de concurrentiekracht en innovatie, juist teremmen. Maar misschien moeten wij ook de antwoordenvan de bewindslieden even afwachten.

Mevrouw Gesthuizen (SP): De heer Dijkgraaf vraagt ofhet mogelijk is om de innovatie een handje te helpenzonder dat de maatregel die daartoe strekt er op eenandere manier ten koste van gaat. Naar mijn overtuigingis dat het geval. Ik denk dat organisaties als Sen-terNovem en de EVD en ook andere overheidsinstellin-gen het de afgelopen jaren – volgens mij is dat de redendat de motie-Roemer op draagvlak in de Kamer konrekenen – echt te bont hebben gemaakt met het inhurenvan externen. Dat heeft gewoon veel te veel geld gekost.

De heer Dijkgraaf (SGP): Dat zal ik niet ontkennen. Ikwacht graag de antwoorden van de bewindslieden afalvorens wij een definitief standpunt innemen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik kom nu op de aanbeste-dingen. Ik was gisteren op een bijeenkomst met

ondernemers en daar was de geest werkelijk uit de flestoen het woord ″aanbestedingen″ viel. Ik vraag debewindspersonen of zij bereid zijn om zelf onderzoek tedoen naar de problemen die kleine zelfstandigen op ditmoment ervaren bij aanbestedingen. Als ik de antwoor-den lees die de minister heeft gegeven op mijn vragenover de aanbestedingen bij tolken en vertalers, die totgrote problemen in de sector hebben geleid, ben ik niethoopvol gestemd over de wetsbehandeling die wij noggaan krijgen. Eigenlijk wordt er gewoon ontkend dat ereen probleem is in de tolken- en vertalersbranche. Deregels, de houding van de overheid, het gebrek aancreativiteit en de mogelijkheden tot innovatie zijnvolgens het mkb in het algemeen problemen bijaanbestedingen. Graag een reactie van de bewindsperso-nen.

Ik kom bij de inkoopmacht. Ook op dit dossier, dat onstijdens de crisis meermalen heeft beziggehouden in devoormalige vaste commissie voor Economische Zaken, ishet nieuwe ministerie van ELI geen toonbeeld vansnelheid. Eigenlijk is er nog niets gedaan. Welke plannenhebben de nieuwe bewindspersonen als het gaat ominkoopmacht, het beschermen dus van het kleinerebedrijf richting de grote afnemers? Ook hierop graag eenreactie.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deoverheid zou niet moeten duiken, maar zich wat ditbetreft een partner van het bedrijfsleven moeten maken.Door steeds aan te geven dat de primaire verantwoorde-lijkheid bij de bedrijven ligt, zegt het kabinet eigenlijk dathet bedrijfsleven er alleen voor staat en dat eventuelesores het pakkie an is van dat bedrijfsleven. Daar gaathet kabinet niet over. Daar gaat het kabinet zich niet meevermoeien. Het kabinet wil zich daar zeker niet inmengen. Organisaties van bedrijven, zoals De GroeneZaak, roepen juist om regelgeving. Graag een reactie vanhet kabinet. Hoeveel effect heeft het duurzaam inkoopbe-leid van het Rijk inmiddels gesorteerd? Graag eenoverzicht met concrete cijfers en resultaten vanmaatschappelijk verantwoord ondernemen als het gaatom duurzaam inkopen door het Rijk. In 2010 zou hetpercentage voor de rijksoverheid op 100 moeten liggen.

Eén van de belangrijkste punten uit de begroting vanELI is het verbeteren van het Nationaal Contact Punt. Ikhoor graag hoe de bewindslieden dat gaan doen,wanneer zij dat doen en wanneer wij daar meer overhoren.

Ik kom bij de telecom. De sector schreeuwt om eenvisie, want op heel veel markten binnen de telecom doenzich problemen voor. Daardoor is sprake van steedsminder investeringen. Bedrijven hebben behoefte aanduidelijkheid. Neem het digitaal dividend. Wat gaat ergebeuren als bedrijven grote investeringen willen doen?Zij moeten dan weten wat zij in de toekomst kunnenverwachten van het kabinet op dit punt. Hoe gaan debewindslieden diensten stimuleren op het gebied vansnelle internetverbindingen? Wat gaat er gebeuren methet vrijgeven van dat digitaal dividend? Ik overweeg opdit punt een motie in te dienen. Wanneer kunnen wij eenvisie van het kabinet op de telecomsector verwachten?

Ik kom ten slotte bij de Kamer van Koophandel. Deafgelopen dagen gonsde het van geruchten over watdaarmee gaat gebeuren. Mijn voorstel is om de Kamersvan Koophandel niet op te heffen, maar om duidelijkegrenzen te stellen aan wat de kamers doen. Stimuleringen belangenbehartiging zijn zaken die vooral bij de

Gesthuizen

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-58

Page 22: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

ondernemers en de organisaties van ondernemers zelfthuishoren. Ik zie het niet zitten om Syntens in de Kamervan Koophandel te proppen en ondernemers op diemanier voortaan te laten betalen voor Syntens. Wat zijnde plannen van de bewindspersonen voor Syntens? Ikkrijg veel e-mails van ondernemers die de afgelopenjaren dankbaar gebruik van Syntens hebben gemaakt. Zijwillen graag dat die organisatie behouden blijft.

De heer Verhoeven (D66): Wie heeft er gepraat over hetopheffen van de Kamers van Koophandel?

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik zei dat het gonst vangeruchten.

De heer Verhoeven (D66): Er is dus niet gesproken overhet opheffen van de Kamers van Koophandel.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb een gesprek gehadmet ondernemersorganisaties. Daar had men begrependat er in de Kamer animo is om de Kamer van Koophan-del op te heffen.

De heer Verhoeven (D66): Ik zal mijn stellingname in datdebat dadelijk toelichten, maar wat vindt mevrouwGesthuizen van het idee om een deel van de verplichteheffingen van de Kamer van Koophandel vrijwillig temaken? Degenen die vinden dat de Kamer van Koophan-del leuk en goed is en meerwaarde heeft, betalen deheffingen, terwijl degenen die zich afvragen wat ze aande Kamer van Koophandel hebben, dat niet doen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dat klinkt heel sympathiek

De heer Verhoeven (D66): Dank.

Mevrouw Gesthuizen (SP): U weet wat dat betekent,want op die manier maakt de heer Verhoeven er eenliberaal speeltje van. Wij vinden de taak met betrekkingtot het Handelsregister belangrijk. Die taak is wettelijkvastgelegd. Die moet door de Kamer van Koophandelworden uitgevoerd, hoewel dat ook een andereorganisatie kan zijn. Het ligt eraan hoe je dat inricht,maar daar wil ik niet aan komen, want dat is voor dehandelszekerheid heel belangrijk. Er is nog een anderepoot. Die vind ik ook heel belangrijk. De Kamer vanKoophandel houdt zich onder andere ook bezig metvoorlichting aan starters. Ik ben verschillende keren bijde kamers op werkbezoek geweest. Ik was ook aanwezigbij gesprekken met starters. Ik heb ook bij gesprekkengezeten met mensen die willen bezien of zij internatio-naal iets kunnen doen. Daar doet de kamer belangrijkwerk. Die voorlichtende rol is belangrijk. Ik vind het vanbelang dat wij dit soort zaken collectief financieren. Iksnap het wel. Het is net zo als met belasting betalen: hetis altijd makkelijker als een ander het doet en je er zelfgeen geld aan kwijt bent. Ik vind dat wij zoiets welcollectief mogen financieren. Daar steek ik dan ook mijnhand voor in het vuur. Hiermee kom ik bij mijn laatstepunt – sorry dat het antwoord wat uitgebreid is –namelijk stimulering, belangenbehartiging et cetera. Ikdenk dat ondernemers en ondernemersorganisaties heelgoed zelf in staat zijn om dat te doen. Op dat punt wil ikdus een duidelijker afbakening tussen de Kamer vanKoophandel en de ondernemersorganisaties.

De voorzitter: Ik vond het glashelder.

De heer Verhoeven (D66): Wat de helderheid betreft:geen klachten. Over de lengte van het antwoord gaat u.Wij gaan er straks waarschijnlijk meer over zeggen. Danku wel.

De voorzitter: Dank u wel.U vervolgt uw betoog, mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik was eigenlijk al aan heteinde gekomen van mijn betoog, maar ik heb nog eenheel korte nabrander. Ik heb begrepen dat het bij deBelastingdienst niet altijd even soepel loopt als het gaatover XBRL. Dat is een bepaald format waarin eenondernemer gegevens mag aanleveren of, beter gezegd,moet aanleveren. Ondernemers worden verplicht gesteldom hun gegevens hierin aan te leveren. De fiscus zelf zetde zaken vervolgens weer om in een ander format. Alseen ondernemer een reactie krijgt van de fiscus of ietsterugkrijgt, is dat weer in een ander format. Dus hebbenondernemers in feite kosten gemaakt voor niets. Zijmoeten immers per se rapporteren in XBRL, maar deBelastingdienst doet er vervolgens niets mee. Ik krijg eenbeetje het gevoel dat dit lijkt op het afval scheiden, datwij een tijdje hebben gehad. Je wordt geacht om jegft-afval en je gewone afval netjes apart te houden.Vervolgens zie je de afvalwagen langsrijden waarin allesbij elkaar gekieperd wordt. Dat is niet motiverend. Het isook niet terecht als je ondernemers op zo’n manier opkosten te jaagt. Ik hoop dat de bewindspersonen hieroverduidelijkheid kunnen geven.

De voorzitter: Dat laatste begreep ik nou weerhelemaal.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Mooi.

De voorzitter: Dat is toch prettig.Het woord is aan mevrouw Verburg.

Mevrouw Verburg (CDA): Ik merk dat mevrouwGesthuizen aan het eind van haar verhaal is. Het klonkallemaal hartstikke offensief. Als mevrouw Gesthuizenaan het eind van haar verhaal is, heb ik toch een vraag:wat heeft de SP ondernemend Nederland aan devoorkant te bieden? Wij kennen de SP van de achterkant.Als er problemen zijn, staat men er met een pannetjesoep, al dan niet met verse tomaten. Wat hebt uondernemers aan de voorzijde te bieden?

Mevrouw Gesthuizen (SP): Kijkt u even naar rechts,waar mijn collega Henk van Gerven het plan Hart voorde zaak omhoog houdt. Hierin staan ruim 40 voorstellenwaarmee wij ondernemers op allerlei manier tegemoet-komen. Helaas, ik moet constateren dat voor een grootaantal van deze voorstellen geldt dat het CDA, om watvoor reden dan ook, er geen steun aan heeft willenverlenen. U hebt de afgelopen jaren in de regeringgezeten. Met ″u″ bedoel ik niet mevrouw Verburg, maarde CDA-fractie. Het CDA heeft de afgelopen jaren in deregering gezeten. Een van de dingen die mij deafgelopen tijd opviel als ik met ondernemers in gesprekwas, onder andere laatst bij de uitreiking van deTechnoParel door een speciale sector aangesloten bijMKB-Nederland, was dat ik mensen hoorde zeggen: het

Gesthuizen

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-59

Page 23: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

mkb wordt de laatste jaren doodgeknuffeld door DenHaag, maar wanneer wordt er nu eens werk vangemaakt, wanneer komen er nu eens echt maatregelendie goed zijn voor het midden- en kleinbedrijf?

Mevrouw Verburg (CDA): Het feit dat mevrouwGesthuizen niet direct op mijn vraag kan antwoordendoet mij huiveren over wat er in dat 40 puntenplan staat.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Wat wilt u horen?

Mevrouw Verburg (CDA): Ik wil horen wat u onderne-mers hebt te bieden aan de voorzijde. Ik ben bang dat erheel veel regelingen komen. U roept nu over hetverleden en het CDA ...

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik wil u best een paarvoorbeelden geven ...

De voorzitter: Mevrouw Verburg ...

Mevrouw Verburg (CDA): Ik ben bang dat ...

De voorzitter: Mevrouw Verburg, ik roep niets. U moetecht proberen om via de voorzitter te spreken. Dat ″u-en″over en weer wil ik niet hebben. U spreekt tegen mij.Over mevrouw Gesthuizen spreekt u als ″mevrouwGesthuizen″ of – dat is ook een mooie traditie – als″geachte afgevaardigde″.

Mevrouw Verburg (CDA): Ik ben bang, maar ik wacht hetrustig af, dat mevrouw Gesthuizen ondernemers niet zogek veel te bieden heeft. Immers, als zij zich moetverschuilen achter een brochure en als zij verwijst naarstemgedrag van mijn fractie in het verleden, dan ben ikbang dat heel veel weer door de overheid geregeld moetworden, terwijl ondernemers juist staan te wachten opruimte om te kunnen ondernemen. Zij willen dus juistminder regels.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb het boekje zelfgeschreven, ik kan bijna uit mijn hoofd opnoemen wat erallemaal in staat. Onder andere gaan wij, samen metmevrouw Blanksma van de CDA-fractie als een van demede-initiatiefnemers, een betere bescherming biedenaan de hurende zelfstandige, iets waar ik het kabinet deafgelopen jaren zeer vaak om gevraagd heb en waarbij ikiedere keer nul op het rekest kreeg van de voormaligminister van Justitie Hirsch Ballin. Wij gaan dit nu goedregelen om ervoor te zorgen dat zelfstandigen beterbeschermd zijn en niet zomaar uit hun winkel gezetkunnen worden onder het mom van renovatiebepalin-gen. Wij willen inderdaad dat de regeldruk wordtaangepakt. Aanbestedingen moeten voortaan veelondernemersvriendelijker zijn; mkb-vriendelijk. Watwillen we nog meer? We willen geen overbodigeBrusselse bemoeizucht in de vorm van extra regels. Ookwillen wij ervoor zorgen dat de financiering voor het mkbbeter wordt geregeld.

De voorzitter: U hebt mij overtuigd. Ik dank u wel. Ditgebeurt allemaal in mijn tijd, niet in uw tijd.

Mevrouw Thieme (PvdD): In het boekje ″Hart voor deZaak″ staat wel iets meer dan in de Gerda, maar datterzijde. Ik zie er niets in waaruit blijkt hoe we onderne-

mers zo ver kunnen krijgen dat ze maatschappelijk gaanondernemen. Wat moet de overheid volgens de SPregelen om ondernemers te stimuleren om maatschap-pelijk verantwoord te ondernemen?

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik kan daar heel helder overzijn. Het is heel vervelend om te moeten constateren dateen grote groep ondernemingen achterblijft. Dan heb ikhet echt niet alleen over de hele kleintjes, over deeenmanszaken. Ik heb het dan ook over grote onderne-mingen, ondernemingen waarvan we best wat mogeneisen. De achterblijvers zijn helaas degenen voor wie jeregels nodig hebt. Mevrouw Thieme weet als geen anderdat het stapje voor stapje gaat. Er is niet altijd evenveelanimo voor in de Kamer. Stapje voor stapje proberen weonder andere door moties over het financieel buitenland-instrumentarium maatschappelijk verantwoord onderne-men af te dwingen. Wij vinden namelijk dat de ontwikke-ling te langzaam gaat.

©

De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. Waar visieontbreekt, komt de natuur om. In enkele weken tijd is ditkabinet door zijn botte regeerstijl erin geslaagd natuur-minnend Nederland tegen zich in het harnas te jagen.Onder het mom van bezuinigingen wordt de slopersha-mer gehanteerd, terwijl men niet beseft dat het veelmakkelijker is om iets af te breken dan iets op tebouwen. Het is onbegrijpelijk hoe de staatssecretaris erinis geslaagd vele mensen, die dag en nacht met de natuurbezig zijn en mooie natuur maken, diep in hun ziel teraken. De natuur wordt geofferd omdat men de rijkenniet wil aanpakken en de lasten niet eerlijker wilverdelen. Dit kabinet breekt met zorgvuldig uitgedachteplannen om onze natuur maximaal te benutten.Nederland is het land met de minste natuur van Europa.Mensen wonen er zeer dicht op elkaar. We moeten zuinigzijn op de natuur die we hebben.

De ecologische hoofdstructuur en zijn verbindingenleiden, als deze zijn gerealiseerd, tot prachtige natuurvoor iedereen, met tevens kansen voor toename van dediversiteit van plant en dier. Dit netwerk van natuurgebie-den wordt principieel aangetast in het jaar van debiodiversiteit. Ook dreigt uitverkoop van de natuur envan recreatiebossen om de stad. Met name de grondenvan Staatsbosbeheer moeten het ontgelden. De vraag isof Staatsbosbeheer zijn naam nog wel kan dragen als debeheersbudgetten zijn gehalveerd. Wat zou het beteke-nen als het ministerie van Landbouw werd gehalveerd?Zou het ministerie dan nog kunnen doen wat het moetdoen? Kan de staatssecretaris aangeven welke grondenen hoeveel hectare hijzelf in natuurbeheer heeft dan welheeft gehad en hoeveel subsidie hij daarvoor kreeg danwel krijgt? Hoe heeft hij zijn belangen op afstand gezet?

De voorzitter: Ik onderbreek u, omdat ik het signaalkrijg dat deze onderwerpen in het wetgevingsoverleg, datik zelf niet heb voorgezeten, al zijn besproken. Ik denkdat het goed is om het enigszins te beperken. Andersherhalen de overleggen elkaar. Dat kan de bedoeling nietzijn.

De heer Van Gerven (SP): Mag ik even?

Gesthuizen

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-60

Page 24: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

De voorzitter: Ja, ik heb u stilgezet, tenminste: de klok,niet u.

De heer Van Gerven (SP): We hebben al een wetge-vingsoverleg gehad, maar een aantal punten is blijvenliggen. Die wil ik nu aan de orde stellen. In de begrotingzijn de wijzigingen en de bezuinigingen op de natuur aande orde.

De voorzitter: Ik zie erop toe dat het niet een herhalingwordt. De heer Koopmans gaat mij helpen, denk ik.

De heer Koopmans (CDA): Ik heb in enkel geval nog eenvraag aan de heer Van Gerven. Ook hij wist in mei dat ereen tekort was van 4,5 mld. op alles wat met natuur,natuurontwikkeling en de ehs te maken had, inclusief derobuuste verbindingszones. Waarom heeft ook de SP inhaar doorberekening bij het CPB nul, niente, nada euroopgenomen voor extra natuur? Waarom spreekt de heerVan Gerven desondanks het kabinet op zo’n hoge toonaan?

De heer Van Gerven (SP): In tegenstelling tot het CDAdoet de SP de natuur niet in de uitverkoop. Dat gebeurtfeitelijk als de plannen van het CDA en de VVD wordenuitgevoerd. Natuurlijk hadden wij oog voor de grotefinanciële problemen bij het uitvoeren van de plannenvoor Natura 2000 en de ecologische hoofdstructuur. Metons valt te discussiëren over vragen als: moeten wij eenen ander temporiseren, hoe kunnen wij dat op eenslimmere manier doen en moeten wij het tijdstip van2018 wellicht naar achteren verschuiven? Deze coalitiegooit echter het kind met het badwater weg en hanteertde slopershamer. Het kan nooit de bedoeling zijn om eenpaar grijpstuivers te verdienen door een heel plan waarheel natuurminnend Nederland twintig jaar aan gewerktheeft, op de schroothoop te gooien.

De heer Koopmans (CDA): Ook dit is een lang antwoordvoor: ja het klopt, wij hadden nul euro opgenomen.

De heer Van Gerven (SP): Dat moet ik bestrijden. Wijhadden inderdaad geen geld opgenomen in wat de heerKoopmans zegt, maar wij hadden wel de bereidheid omin de toekomst met geld te schuiven. Wij zoudenbijvoorbeeld niet de Joint Strike Fighter aanschaffen. Jekunt iets meer doen aan de villasubsidie enzovoorts. Wijhebben aantal denkrichtingen aangegeven. Wij bezuini-gen niet op de natuur. Wij breken de natuur niet af zoalshet CDA wel doet.

Voorzitter. Ook in het jaar van de biodiversiteit wordtde natuur geslachtofferd op het rechtse altaar en zijn demensen in het land de dupe. Wat te denken van debewoners van Leidsche Rijn in Utrecht, die zichverheugen op de recreatienatuur van Haarzuilens?Mensen in buitenwijken moeten nu bang zijn dat dewaarde van hun huis daalt als het beloofde groen nietdoorgaat. De garantie dat natuurvernietiging niet totwaardedaling van huizen zal leiden, wil het kabinet dehuizenbezitters niet geven. Ook geeft het niet de garantiedat Spaarnwoude, Haarzuilens bij Utrecht, het BieslandseBos, het Maasheggenlandschap, het veenkolonieland-schap of Bos Nieuw Wulven veilig zijn. Of zijn dieinmiddels wel veilig voor onze staatssecretaris ″bulldozerHenkie″?

De plannen, die al grotendeels klaar zijn of verbandhouden met de waterveiligheid, komen in gevaar, zoalsDe Nieuwe Driemanspolder en Ooijen-Wanssum. Hetkabinet lijkt revanchisme als drijfveer te hebben: nuzullen wij de natuurjongens eens pakken. Het bindt nietmaar het verdeelt. Het hitst het platteland op tegen destad. Dat is uiterst kwalijk in het kleine, dichtbevolkteNederland, waar beide als geen ander op elkaar zijnaangewezen. Het kabinet lijkt zich ten doel te stellen zoveel mogelijk natuur en natuurplannen te vernietigenmaar ik hoop dat de mensen in het land dat niet pikken.Ik roep iedereen op zich massaal te verzetten tegen deafbraak van de natuur. Stop de landroof en de uitverkoopvan de natuur.

De heer Koopmans (CDA): Hoorde ik het goed dat de SP,in tegenstelling tot Provinciale Staten, voor al diehoogwatergeulen pleit bij Grubbenvorst, Lottum enOoijen-Wanssum?

De heer Van Gerven (SP): Van de provincie Limburghebben wij het volgende begrepen. U komt daartrouwens vandaan; u kent die provincie als geen ander.

De heer Koopmans (CDA): Dat weet ik wel maar hetgaat om de SP.

De heer Van Gerven (SP): Mag ik even mijn antwoordgeven, mevrouw de voorzitter? De provincie heeftaangegeven dat de waterveiligheid in gevaar is als ergeen maatregelen worden getroffen, dat er iets moetgebeuren en dat die projecten bedreigd worden door deplannen van het kabinet. Ik wil de garantie van hetkabinet dat de waterveiligheid niet in gevaar komt. Daarmag niet mee gesold worden maar dat goed opgelostworden.

De heer Koopmans (CDA): Goed nieuws voor Limburgwant dan kunnen wij samen op stap gaan.

De voorzitter: Mijnheer Van Gerven, ik laat uwspreektijd weer lopen.

De heer Van Gerven (SP): Voorzitter, als ik nog evenmag? Ik wil die handreiking van het CDA graag aanne-men als zij afziet van haar plannen tot natuurvernieti-ging. Dan kan er een mooie nieuwe coalitie ontstaan.

De voorzitter: Ik zie het voor mij: hand in hand.

De heer Van Gerven (SP): Hand in hand, kameraden!Het clublied van Feyenoord.

De voorzitter: U vervolgt uw betoog.

De heer Van Gerven (SP): Wij zullen het maar niet overhet voetballen hebben want ik weet niet waar wij danuitkomen.

Het kabinet heeft beloofd geen grond te verkopen totde begrotingsbehandeling. Ik vraag het kabinet dringendeerst met de beloofde grondnota en criteria te komenalvorens grond te verkopen. Ik overweeg een motie opdit punt. Niet alleen de natuur, maar ook de boer is dedupe. In het OostvaardersWold zijn al ruim 900 ha van de1100 ha verworven. Boeren die mochten rekenen opovername van de gronden door de overheid, en

Van Gerven

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-61

Page 25: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

daardoor jarenlang niet hebben geïnvesteerd, worden inonzekerheid gestort. Hoe gaat de staatssecretarisvoorkomen dat de gronden tegen dumpprijzen naarspeculanten en projectontwikkelaars gaan? Hoevoorkomt de staatssecretaris dat duur aangekochtegronden voor een habbekrats worden verkocht en datmaatschappelijk kapitaal wordt verbrast? Dit VVD/PVV/CDA-kabinet denkt dat je tegen de natuur moet zijn als jevoor de boeren bent. Boeren en natuur kunnen echterprima samengaan. Er zijn boeren die met veel liefde aanweidevogelbeheer of natuurbeheer doen. Ook zijn erboeren die met veel plezier naast een natuurgebiedwonen. Hoe gaat het kabinet beleid voeren om dezeontwikkeling te bevorderen en om boeren met natuurbe-schermingsorganisaties te laten samenwerken om denatuur te behouden en verder te ontwikkelen?

Hoewel de gemiddelde boer of tuinder met trots enliefde zijn of haar vak uitoefent, gaat het slecht met hen.De VVD en het CDA dragen hiervoor grote verantwoorde-lijkheid. Zij waren de afgelopen decennia aan de macht.En wat zien we? Een harde sanering. Elke dag sluiten zesbedrijven hun deuren. Op dit moment leeft bijna eenkwart van de boeren van een inkomen van minder dan€ 22.000 per jaar. Dit kabinet bepleit een verdereliberalisering van de landbouw waarbij ethische normeninzake dierenwelzijn en milieunormen worden verlaagdof onaanvaardbare risico’s worden genomen met degezondheid van burgers. Denk maar aan hetQ-koortsdrama. Dit kabinet levert de boeren, het land ende dieren uit aan de Europese norm, terwijl de Neder-landse norm leidend zou moeten zijn. Het is zelfs nogerger: als het niet uitkomt, moet de norm vanwegefinancieel gewin maar lager zijn. Denk aan de stikstofnor-men waarvoor bij Europa voortdurend ontheffing wordtgevraagd. Wat willen wij? Een eerlijke prijs voor een fairproduct voor onze boeren die graag het gezinsbedrijfovereind willen houden, of verdere schaalvergroting enverzakelijking? Bij ongewijzigd beleid is binnen 35 jaarhet aantal varkens- en pluimveebedrijven gedaald totslechts 1000. Een gemiddeld bedrijf heeft dan 16.000varkens of 220.000 kippen. Wat gaat het kabinet doen omdit tij te keren? Kiest het voor een leefbaar platteland oflaten we het platteland degenereren tot industrieterrei-nen met steeds grotere dierfabrieken? Wat gaat hetkabinet doen voor de boeren die onder de armoedegrensleven? Wat gaat het kabinet doen aan de slechteonderhandelingspositie van boeren tegenover inkopersvan bedrijven en supermarkten? Wat gaat het kabinetdoen aan de explosie van het antibioticagebruik in deintensieve veehouderij die in de periode tussen 1999 en2007 verdubbelde?

Dan kom ik op de Voedsel en Waren Autoriteit.Onlangs legde het onderzoeksprogramma Argos nogeens de vinger op de zere plek als het gaat om decontrole van ons voedsel en het dierenwelzijn. Eenklokkenluider die een schokkend rapport naar buitenbracht over het gebrek aan onafhankelijkheid, wordt nietvoorgedragen voor een lintje, maar mogelijk gedagvaarddoor het Openbaar Ministerie. De VWA is onderBalkenende op slinkse wijze overgeheveld van hetministerie van VWS naar het ministerie van Landbouw.Nu het onder Economische Zaken valt, is het nog meereen kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt. Decontrole onderbrengen bij het onafhankelijker ministerievan VWS ligt derhalve voor de hand. Ook de commissie-Van Dijk stelt in haar rapport over het Q-koortsdrama

voor de Voedsel en Waren Autoriteit weg te halen bij hetministerie van Economische Zaken, Landbouw enInnovatie. De SP-fractie steunt dit idee. Vindt het kabinetook dat de onafhankelijkheid daarmee beter is gewaar-borgd? Ik overweeg een motie op dit punt.

De éminence grise van het CDA, de heer Wijffels,bepleitte in zijn rapport ″Toekomst voor de veehouderij″uit 2001 dat respectvol met dieren moet wordenomgegaan en de veehouderijsystemen gebaseerdmoeten zijn op de eigen gedragskenmerken van dieren.Transport van dieren over grote afstand doet zich nietmeer voor, aldus Wijffels. Anno 2010 is er nog een langeweg te gaan om dit te bereiken. Het wetsvoorstel vooreen verbod op de pelsdierenhouderij is in de EersteKamer op verzoek van de indieners aangehouden. Omtot een gedragen afbouw van de pelsdierenhouderij tekomen, werken collega Dijsselbloem en ik aan eennieuwe novelle. Voor aanvullend flankerend beleid heb ikeen amendement ingediend samen met de heerDijsselbloem. Ook zal ik met hem een motie indienen omverdere uitbreiding van de pelsdierenhouderij te stoppen,dus om een standstill te bewerkstelligen.

De heer Koopmans (CDA): Ik heb twee vragen, een overhet Q-koortsrapport en een over de nertshouderij.

Kan de heer Van Gerven mij vertellen waar in hetQ-koortsrapport staat wat hij net beweert, namelijk datde conclusie getrokken wordt dat de VWA naar hetministerie van VWS zou moeten?

De heer Van Gerven (SP): In het rapport van decommissie-Van Dijk staat dat de VWA onafhankelijk moetworden en dat zij los moet komen te staan van beideministeries; als het om de volksgezondheid gaat, moethet ministerie van VWS echter leidend zijn. Ik ben vanmening dat een slager niet zijn eigen vlees moet keuren.De uitzending van Argos over de trammelant die er isgeweest met de diertransporten en de controle daaroptoont nog eens aan dat elke schijn van belangenverstren-geling moet worden vermeden en dat onafhankelijkheideen absolute must is.

De heer Koopmans (CDA): Als u dat van mening bent, isdat prima. Als in Argos iets wordt gesuggereerd, moetende programmamakers dat zelf weten. U hebt echter netgezegd dat in dat rapport ... Voorzitter, ik bedoelde met″u″ de heer Van Gerven. U was het niet; u zou er niet opgekomen zijn, want u hebt het rapport toegezondengekregen en daar staat het niet in. De heer Van Gervenheeft net beweerd dat in het rapport staat dat de VWAnaar het ministerie van VWS zou moeten. Dat staat erniet in en dat is ook niet de conclusie. Ik vind niet dat u –dit zeg ik via de voorzitter tegen de heer Van Gerven –het op deze wijze moet neerzetten, als ware het eenconclusie van de commissie-Van Dijk.

De heer Van Gerven (SP): Ik heb het gepreciseerd. Decommissie-Van Dijk zegt dat de VWA onafhankelijk vanbeide ministeries moet zijn, dus los van het ministerievan ELI. De SP is inderdaad voorstander van een link methet ministerie van VWS. Als het om de kwaliteit vanvoedsel gaat, moet die link gelegd worden, omdat wij inde praktijk zien dat het heel vaak misgaat omdateconomische belangen prevaleren boven die van devolksgezondheid.

Van Gerven

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-62

Page 26: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

De heer Koopmans (CDA): Dan kom ik op mijn tweedepunt: het amendement dat de heer Van Gerven samenmet de heer Dijsselbloem heeft ingediend over denertsenhouderij. Zowel hij als zijn voorganger, mevrouwVan Velzen, hebben in de Eerste Kamer het debatmeegemaakt waardoor er een novelle moest komen,waardoor er weer een brief moest komen et cetera. Vindtde heer Van Gerven dat hij een serieus antwoord geeftop de begrijpelijke kritiek van vooral de senatoren van deChristenUnie om in financiële zin tegemoet te komen aande uitzonderlijke gevolgen van het wetsvoorstel?

De heer Van Gerven (SP): De indieners van hetwetsvoorstel willen komen tot een afbouw van depelsdierenhouderij. Daarvoor is draagvlak in de Kamer,want het wetsvoorstel moet aangenomen worden. In hetdebat met de Eerste Kamer zijn uitvoerig de principiëleargumenten gewisseld. Ook in de Eerste Kamer is eenzeer duidelijke meerderheid, inclusief de SGP zelfs! DeSGP sprak over rentmeesterschap en pronkzucht en zei:laten wij stoppen met de pelsdierenhouderij! Het gaatechter over de voorwaarden waaronder. Dat heeft deheer Holdijk gezegd; ik kan mij het debat heel goedherinneren. Hoe kunnen wij voor een fatsoenlijke afbouwzorgen? Dan kijken wij naar het begin van het wetsvoor-stel. De indieners, de voormalige Kamerleden Van Velzenen Waalkens, hebben een warme sanering, een uitkoop,voorgesteld. Daar heeft de Raad van State gehakt vangemaakt. Volgens de Raad van State kon dit niet en gingdit veel te ver. Toen hebben wij een novelle gemaakt omhieraan tegemoet te komen en afbouw mogelijk temaken. Deze zou naar ons idee een juridische toetsruimschoots doorstaan. Toch hebben wij gemeendtegemoet te moeten komen aan het gevoelen van deEerste Kamer ...

De voorzitter: Kan het iets korter, mijnheer van Gerven?

De heer Van Gerven (SP): ... dat er meer mogelijk moetzijn voor een fatsoenlijke afbouw. Er is gesproken overeen ″Ruimte voor Ruimte″-regeling, er is gesproken overeen sloopregeling, er is gesproken over ouderen ...

De voorzitter: Mijnheer van Gerven, ik probeer u tevragen of het iets korter kan. Ik heb het idee dat u hethele debat gaat overdoen.

De heer Van Gerven (SP): Nee, ik doe het debat nietover. Dit debat hebben wij niet in de Tweede Kamergevoerd.

De voorzitter: De heer Koopmans leest ook stukken. Alsu nu afrondt, kunt u uw betoog vervolgen.

De heer Van Gerven (SP): Oké. Die elementen willen wijin een fatsoenlijke regeling gieten. Naar ons idee moetdit in een novelle en daarmee komen wij terug naar deTweede Kamer. Hiervoor hebben wij middelen nodig envandaar dit amendement.

De voorzitter: Mijnheer Koopmans, echt tot slot.

De heer Koopmans (CDA): Ik begrijp wat u zegt, maardit is ter voorkoming van een extra plenair debat over ditpunt. Ik meen dit oprecht.

De voorzitter: Mijnheer Koopmans, nu moet u nietmeteen gaan dreigen, maar gewoon een vraag stellen.

De heer Koopmans (CDA): Nee, dit is een constatering.

De voorzitter: Ik zeg: tot slot. U moet nu echt afronden.

De heer Koopmans (CDA): Kan de heer Van Gerven eensonderbouwen waarom 1 mln. een eerlijk en gestaafdantwoord is op de kritiek die in de senaat leefde en nogsteeds leeft?

De heer Van Gerven (SP): Het gaat niet om 1 mln., maarom jaarlijks 1 mln. Dit is een belangrijk verschil, wantdan praten wij toch over 14 mln. of 15 mln. Wij hebbenhet over in totaal ongeveer 150 pelsdierenhouderijen. Datbedrag is substantieel, maar ik wil best nog verderdiscussiëren over de vraag of dit voldoende is. Ik heb deeerste termijn en de interrupties al gehoord en daaromwil ik ook praten over de wijze van dekking. Op diemanier wil ik komen tot een amendement dat kanrekenen op de steun van de Kamer en dat ook recht doetaan de pelsdierenhouderij, maar dan wel vanuit deoptiek dat die afgebouwd wordt. Een duidelijke meerder-heid van de samenleving en de Kamer is daarvoor en datis dus het uitgangspunt.

De heer Koopmans (CDA): Dit is geen onderbouwing.

De heer Van Gerven (SP): Ik meen dat ik een onderbou-wing heb gegeven. Gaandeweg zullen wij dit steedsverder onderbouwen. Dit zal men in de novelle terugzien.

De heer Dijkgraaf (SGP): De heer Van Gerven noemdede SGP. Is de heer Van Gerven het met ons eens dat wijhier niet voor zijn wetsvoorstel hebben gestemd? Heeftde heer Van Gerven verder enige indicatie dat onzesenatoren er wel voor gaan stemmen?

De heer Van Gerven (SP): Ik heb het initiatiefwetsvoor-stel in de Eerste Kamer verdedigd. Senator Holdijk heeftdaar in een debat met collega Smaling van de SP overrentmeesterschap en pronkzucht duidelijk aangegevendat ook de SGP zich kon voorstellen dat wij ondervoorwaarden zouden stoppen met de pelsdierenhouderij.De SGP ziet namelijk ook heel duidelijk dat het dragenvan nerts met het oog op rentmeesterschap en pronk-zucht niet meer past in deze tijd.

De voorzitter: Heel kort!

De heer Dijkgraaf (SGP): Ik heb een heel korteopmerking. Natuurlijk wil de SGP daar graag overmeedenken, maar de voorwaarden waaronder dit moetplaatsvinden, zijn voor ons in ieder geval niet acceptabel.Ik heb geen enkele indicatie dat die voor onze senatorenwel acceptabel zijn.

De heer Van Gerven (SP): Ik vervolg mijn betoog. Er isnog steeds geen einde gekomen aan de lange diertrans-porten. Welke stappen zet het kabinet om hier een eindeaan te maken? De afgelopen vijf jaar kwamen verdermeer dan 7000 dieren om bij stalbranden. Er is dus allereden voor verplichte brandbestrijdingsmaatregelen endan geen maatregelen op het niveau van een fabriekwaarin wc-rollen worden bewaard, maar echt serieuze

Van Gerven

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-63

Page 27: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

brandveiligheidsmaatregelen. Wat doet het kabinethieraan?

Ik kom nu op het schrijnende punt van het doorfokken.Wetenschappers onderschrijven dat dit een van debelangrijkste punten van dierenleed is. Dikbilkoeien mette smalle bekkens om te baren; kuikens die zo snelgroeien dat zij door hun poten zakken en honden dieconstant hoofdpijn hebben. Wij vragen de staatssecreta-ris om een serieuze aanpak van deze grote problemen.Kan hij met voorstellen ter verbetering van het dieren-welzijn komen?

Kan de staatssecretaris uitleggen wat hij bedoeld heeftmet zijn uitspraken in Limburg, dus met het in stilteomzeilen van de Europese natuurregels in Natura2000-gebieden? In de krant stond weliswaar een mooiefoto van de staatssecretaris, maar de inhoud van hetartikel kon ons toch iets minder bekoren. Waarom is destaatssecretaris een voorstander van de Limburgsemethode, waarbij kennelijk in het verborgene van alleswordt geregeld? Als het waar is dat hij een oproep heeftgedaan om de doelen van Natura 2000 te omzeilen, danheeft hij volgens de SP-fractie een serieus probleem.

©

Mevrouw Verburg (CDA): Voorzitter. Allereerst feliciteerik collega Ziengs met zijn uitstekende debuut. Het valtmij op dat er op het punt van de Kamers van Koophan-del wat licht zit tussen de berichtgeving in De Telegraafen zijn uitspraken van vanavond. Dat stelt mij bijzondergerust en dat biedt perspectief.

Ik verwelkom beide bewindspersonen in hun nieuweverantwoordelijkheid. Door de departementen vanEconomische Zaken en LNV beide op te heffen en er éénnieuw departement van Economische Zaken, Landbouwen Innovatie van te maken, rekent de CDA-fractie eropdat het beste van twee werelden bij elkaar wordtgebracht. Op die manier moet één plus één straks driezijn, zowel in de kwaliteit van het beleid alsook in desamenhang en de verbinding met het bedrijfsleven en desamenleving. Ik wens beide bewindspersonen daarbijveel succes.

Voor de CDA-fractie staat investeren in innovatie voorinvesteren in economische ontwikkeling én verduurza-ming. Kennis, kunde, klimaat en kassa horen bij elkaar endaarop beoordeelt de CDA-fractie het beleid van beidebewindspersonen.

De Nederlandse economie staat er relatief goed voor:de werkloosheid is laag en het pensioenstelsel is sterk enrobuust, ondanks het feit dat er vandaag de dag weleens wat problemen zijn. Er is echter meer nodig danherstel, want wil Nederland een rol van betekenis blijvenspelen, dan is het nodig dat er wordt ingezet opprioritaire en geopolitieke thema’s zoals voedsel, wateren hernieuwbare energie. Tegelijkertijd moeten wij in dieontwikkeling en door in te zetten op innovatieve enprioritaire thema’s een antwoord geven op de enormeopmars van andere regio’s in de wereld, met landen alsChina, India en Brazilië. Ik kan in dat verband nog meerlanden noemen. Daarom moeten het departement en debewindspersonen van Economische Zaken, Landbouw enInnovatie investeren in een concurrerende, competitieve,innovatieve en verduurzamende economie.

Dat ligt besloten in de voornemens. De aanpak van detopgebieden spreekt namelijk aan. Daarin wordt gewerktvia de gouden driehoek: kennis, bedrijfsleven en

overheid in een zorgvuldige, nauwe en optimaleverbinding. Op die manier kunnen die optimaalsamenwerken om de sector, innoverend én verduurza-mend, nationaal en internationaal op te stuwen. Daarbijhoort dat ook universiteiten beter samenwerken, zowel innationaal als in Europees verband. Ik hoor graag van debewindspersonen hoe zij dit zullen doen. Tegelijkertijdmoeten wij constateren dat in zo’n gouden driehoek ookketens een onmisbare rol spelen. Ik verwijs naar degeweldige successen van het agrofoodbedrijfsleven ende chemie op dit gebied. Dat succes heeft model gestaanvoor het vormgeven van de gouden driehoek in anderesectoren.

Ik wijs ook op de enorme kansen die de biobasedeconomy kan bieden: veevoer uit eendenkroos, olie uithoutresten, energie uit gras, vliegtuigen die vliegen opalgen. Kortom, wij beginnen pas. Wat Duitsland is op hetgebied van zonne-energie en Denemarken op het gebiedvan windenergie, moet Nederland worden op het gebiedvan de biobased economy.

De heer Dijkgraaf (SGP): Dat was een mooie inleiding.Mevrouw Verburg zei net dat universiteiten een betereaansluiting moeten vinden. Dit heeft mij in positieve zinin het hart geraakt. Is zij het met mij eens dat wij ookmoeten nadenken over prikkels voor de eerste geld-stroom? Daarin stoppen wij 4 mld., schaars geld hedenten dage. Ik wil met deze opmerking niet het fundamen-tele onderzoek onderuithalen, maar wel bewerkstelligendat we nadenken over de manier waarop we het geldbeter kunnen inzetten opdat er meer kans is op eenlatere toegevoegde waarde.

Mevrouw Verburg (CDA): Ik zou zeggen: hoe meer, hoebeter. We moeten zogezegd de eerste en de tweedegeldstroom niet met elkaar vermengen, maar verdergeldt: hoe meer we die binding en verbinding kunnenvormgeven, hoe beter dat zou kunnen zijn. Wat mijbetreft gebeurt dat op nationaal, Europees en internatio-naal niveau.

Voorzitter. Mijn fractie ziet het topgebiedenbeleidgraag als volgt uitgewerkt. De topgebieden uit hetregeerakkoord, maar ook andere topgebieden zoals dezuidwestelijke regio, de biobased economy, de green-ports, de blueports, maintenance, de nucleaire sector enHealth Valley – de combinatie van het bedrijfsleven metde Universiteit Twente, de Radboud UniversiteitNijmegen en de Technische Universiteit Eindhoven – zienwe graag kansen krijgen om een businessplan te maken.Daarbij moeten innovatie en verduurzaming, excellence,ketenaanpak, investeringen in opleidingen en vakman-schap, de rol en positie in de regio, maatschappelijkverantwoord ondernemen en dergelijke zaken eenbelangrijke rol spelen. Op basis van die businessplannen,waarin wat ons betreft ook de regionale ontwikkelings-maatschappijen een belangrijke rol spelen, worden straksde innovatiesubsidies toegekend. Daarbij zullen scherpekeuzes niet kunnen worden vermeden.

Mevrouw Schaart (VVD): U had het over topgebieden,regio’s en sectoren. Ik heb er ongeveer acht geteld. Ikvroeg me af of u ook niet met mij van mening bent datwe juist zouden moeten kiezen voor drie of viertopgebieden en ons daar echt op richten.

Mevrouw Verburg (CDA): Dat is me een beetje te

Van Gerven

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-64

Page 28: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

makkelijk. In het regeerakkoord wordt een aantalgebieden, terreinen en sectoren genoemd: water,voedsel, tuinbouw, hightech, life sciences, chemie,energie, logistiek en de creatieve industrie. Ik denk dathet uitwerken daarvan regio’s de kans zal geven omzichzelf op de kaart te zetten en zich via de businessplan-nen zo nadrukkelijk te presenteren dat we straks scherpe,heldere, toekomstgerichte keuzes kunnen maken. Daarsturen wij graag op aan.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Ik krijg stiekem het gevoel datmevrouw Verburg bezig is een vrij stoer standpunt neerte zetten, maar dat moet ik even testen. Mijn eerstevraag aan u is hoe u aankijkt tegen de brief die VNO-NCW en MKB-Nederland hebben gestuurd. Daarinverwoorden ze juist hun zorg over de ontwikkeling vande topgebieden en de aanstaande bezuinigingen.

De voorzitter: Voordat mevrouw Verburg antwoordt:wilt u ook proberen om mij niet bij de discussie tebetrekken, maar via of tot de voorzitter te spreken?

Mevrouw Dijksma (PvdA): Ik zou dat graag allemaal viau van mevrouw Verburg willen weten.

Mevrouw Verburg (CDA): Ik ben ervan overtuigd datmevrouw Dijksma en ik zullen leren om het iedere keergoed te doen en via u te spreken.

Ik heb de brief gezien. Ik zie dat die brief voor hetgrootste gedeelte positief is, ook vanwege de aanpak vande gouden driehoek. Ik begrijp heel goed dat hetbedrijfsleven betreurt dat er minder budget beschikbaaris, maar we hadden het vorige week over de kunst- encultuursubsidies en het hoge btw-tarief en een anderekeer gaat het over de zorg of over de kinderopvang.Iedereen weet dat we moeten ombuigen om ervoor tezorgen dat inkomsten en uitgaven weer met elkaar inbalans komen en we de staatsschuld aflossen.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Volgens mij doet u hetstandpunt van het bedrijfsleven nu toch een tikje tekort.Mijn indruk is niet zozeer dat het bedrijfsleven hetjammer vindt dat er minder budget is – dat is ongetwij-feld het geval – als wel dat het bedrijfsleven de keuzes ofhet gebrek aan keuzes laakt. De organisaties willen datwe ze, voor allemaal zaken overboord te gooien,betrekken bij het vervolg van het innovatiebeleid. Datwillen ze vooral omdat ze zorgen hebben over detopgebieden en het voortbestaan daarvan. Vindt u niet,net als wij, dat de minister dat zou moeten doen?

Mevrouw Verburg (CDA): Daar ziet mijn voorstel op. Ikstel voor dat de topgebieden die in het regeerakkoordworden genoemd, evenals andere gebieden die zichgraag als topgebied willen nomineren, de kans krijgenom een businessplan in te leveren, bijvoorbeeld voor1 april volgend jaar. Op basis van die businessplannen,met de elementen die ik genoemd heb, kunnen descherpe keuzes worden gemaakt, want zoals ik al hebgezegd: er is niet meer, maar minder budget beschikbaar,zij het dat ook nog dit jaar 1,1 mld. uit het FES beschik-baar is.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Dan zou ik graag willenweten hoe mevrouw Verburg de uitspraken van ministerSchultz kwalificeert die zij dit weekend heeft gedaan op

het congres van Transport en Logistiek Nederland. Zij zeidat het kabinet zich vooral op de Randstad en opEindhoven wil concentreren.

Mevrouw Verburg (CDA): Ik moet u bekennen dat ik ditweekend andere dingen heb gedaan dan naar mevrouwSchultz luisteren, maar ik heb het eerder in dit debatgehoord. Het is niet voor niets dat ik zeg dat ik graag wildat andere topgebieden, andere regio’s de kans krijgenom zich te kwalificeren, maar wel op basis van heelscherpe en sterke normen. Wij zullen moeten kiezen. Nietalles kan. Wij gaan straks voor de echte topgebieden.Daarmee zijn die gebieden zelf eerst aan zet.

De heer Verhoeven (D66): Mevrouw Verburg heeft hetde hele tijd over scherp kiezen en strenge normen. Dat ismooie taal, maar zij doet het maar voor de helft. Zijnoemt een hele lijst sectoren die in aanmerking komenvoor een koppositie, een trekpaardpositie. Zij zegt datiedereen zich kan nomineren als topgebied. Daar maaktmevrouw Verburg geen enkele keuze: het wordt alleenmaar meer, meer, meer. Als ik naar de andere kant vanhet plaatje kijk – de innovatiebudgetten, de subsidies, demogelijkheden voor die topgebieden – dan wordt daarenorm in gesneden. Dat wordt alleen maar minder,minder, minder. Dat is halfslachtig kiezen. Hoe gaatmevrouw Verburg ervoor zorgen dat een paar topgebie-den en een paar sectoren wél sterk worden?

Mevrouw Verburg (CDA): Bij die topgebieden denk ikniet aan trekpaarden, maar aan raspaardjes van innovatie...

De heer Verhoeven (D66): Of paradepaardjes.

Mevrouw Verburg (CDA): Dat is misschien nog welbeter, maar paradepaardjes zijn altijd raspaardjes en ingeen geval trekpaarden. Waar gaat het ons om? Wijweten dat wij minder budget te besteden hebben, maarde winst zit hem nu juist in het sturen op samenwerking.De prestaties in de agrofood-, chemie- en tuinbouwclus-ters zijn niet altijd door meer geld tot stand gekomen,maar juist door gericht samenwerken, door te binden endoor vraag en kennis bij elkaar te brengen. Ik hebgesproken van kennis, kunde, klimaat en kassa. Dat zijnde vier elementen. Door die beter op elkaar af testemmen is er heel veel winst te halen. Ik noem hier hetbedrag dat wij met elkaar aan kennisinstituten entweedespooronderzoek besteden. Dat gaat nog altijd omzo’n 700 mln. per jaar. Als wij dat effectiever gaaninzetten, dan heb ik, ondanks het feit dat er inderdaadminder geld komt, daar optimistische verwachtingen van.

De heer Verhoeven (D66): Het blijft bij abstracte en dooriedereen gebruikte termen als ″samenwerken″ en″bundelen″. Het zijn mooie woorden, maar er is ietsextra’s nodig om ervoor te zorgen dat Nederland zijninnovatiekracht weer terugkrijgt. Ik had gehoopt dat umet iets zou komen, maar dat is opnieuw weer niet hetgeval. Ik hoop echt dat u in het vervolg van uw bijdragenog met iets concreets komt. Ik mis concrete onderwer-pen, concrete punten om de innovatiekracht vanNederland te vergroten. Kunt u nog iets bedenken omhet concreter te krijgen?

Mevrouw Verburg (CDA): Laat de heer Verhoeven zijn

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-65

Page 29: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

borst nat maken. Meer geld is er niet. Dat moeten wijons realiseren. Wie denkt dat de problemen alleenopgelost kunnen worden door ergens meer geld in testeken, die vraagt om armoede. Ik denk dat organisatie,sturing, combinatie, binding en verbinding de succesfor-mule voor de toekomst is. Het mooie is dat de onderne-mersorganisaties dat erkennen en onderstrepen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Ik wil doorgaan op dit punt. Ik ben hetnatuurlijk eens met de mooie woorden van mevrouwVerburg, maar cruciaal daarin is een betrouwbareoverheid. De overheid verbindt zich aan bepaaldeprojecten. Er is sprake van prachtige pps-constructies omdie dingen samen te brengen. Als de overheid zichvervolgens opeens heel snel terugtrekt, kunnen dieprojecten niet anders doen dan afbouwen. Dan is er eenprobleem. Als deze overheid ervoor kiest om het FESgewoon allemaal te laten teruglopen in de algemenemiddelen, dan zijn wij gewoon heel belangrijke elemen-ten kwijt om deze fantastische dingen te kunnenaanjagen.

Mevrouw Verburg (CDA): Even heel precies: deaangegane verplichtingen vanuit het FES wordennagekomen. Dit jaar is er daarom nog zo’n 1,1 mld. uithet FES beschikbaar. Er worden geen nieuwe verplichtin-gen aangegaan, wat een keuze is om het huishoudboekjevan de Staat op orde te brengen. Dat lijkt me alleen maarverantwoord rentmeesterschap, een term die mevrouwWiegman heel goed zal verstaan, om ervoor te zorgendat we de rekening niet eindeloos laten oplopen, en nietdoorschuiven naar volgende generaties. Ja, dan is dateen lastige keuze, maar daar sta ik vol achter. Verplichtin-gen nakomen, maar geen nieuwe verplichtingen vanuithet FES aangaan. Bovendien: FES-investeringen zijnnooit bedoeld om structureel te financieren, maar altijdom initiatieven en innovaties op gang te slepen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Juist als rentmeester, zou ik willenzeggen. Maar uiteindelijk moeten dit soort projecten eenvervolg krijgen. Dit soort afspraken ga je niet voor eenpaar jaar aan. Dit zal blijvend moeten worden gestimu-leerd, en niet als een soort subsidie, maar juist inpps-constructies. Je moet zien dat je met geld geldmaakt. Die prachtige topgebieden en combinaties geldenniet voor een paar jaar, waarna het vanzelf wel in demarkt terechtkomt. Dat vraagt om een langdurige visie.

Mevrouw Verburg (CDA): Ik heb al iets gezegd over hetFES. Het kabinet breekt zijn belofte niet, maar gaat geennieuwe verplichtingen aan. Wat geld dat je met geld kuntmaken betreft, ben ik het zeer met mevrouw Wiegmaneens. Daarom pleiten wij voor een succesfonds, waar hetkabinet spreekt over een revolverend fonds, waaruitkredieten worden verstrekt aan ondernemers of consortiadie met nieuwe ideeën komen langs de lijnen vaninnovatie, economische ontwikkeling en verduurzaming,voor ons een belangrijk criterium. Maar als dat vermarktkan worden en winst op gaat leveren, moet er ook geldterugvloeien in dat succesfonds. Dan heeft die innovatiesucces gehad, en kan er uit dat fonds weer nieuw succesworden opgebouwd. Dat moet een publiek-private inzetzijn. Ik vraag de minister daarnaar. Ik nodig de onderne-mersorganisaties uit om hun bijdrage daaraan te leveren.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik moet toch eerlijkzeggen, voorzitter, dat ik verbaasd ben. Nogmaals, hetzijn juist die ondernemingen die ook in tijden waarin hettegenzit durven te blijven investeren in innovatie.Heldere keuzes, daar ga ik voor, dat wil ik over een paarjaar bereiken. Dat zijn de winnaars van morgen. Ik komterug op wat ik net ook al heb gezegd: u hebt veel mooiewoorden gesproken, en ze zijn zo abstract en algemeenvan aard dat niemand er bij wijze van spreken tegen kanzijn. Sorry, mevrouw de voorzitter, u spreekt ook altijdmooie woorden, maar ik heb het tegen mevrouwVerburg.

De voorzitter: Verwarrend als u dan ″u″ zegt.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Waar blijven dieheldere keuzes van u, mevrouw Verburg? Dit komt op mijover als dat keffertje dat almaar loopt te blaffen en naastmijn benen drentelt, maar ik wil die pitbull zien, ik wilzien welke keuzes u maakt en waarin u durft te investe-ren, tegen de draad in van de downturn waarin we numogelijk zitten.

Mevrouw Verburg (CDA): Ik vind het jammer dat de heerBraakhuis dit soort termen gebruikt. Ik dacht dat hetkabinet vandaag precies 40 dagen actief is. Ik vind dathet vrij actief uit de startblokken is gekomen. Dat is maargoed ook, want de samenleving zit erom te springen dateen aantal maatregelen in de praktijk wordt gebracht.Maar het CDA is, anders wellicht dan zijn partij, geneigdom wel goed naar die samenleving te luisteren. Juistdaarom zeg ik: geef nu die topgebieden tot 1 april dekans om te komen met een businessplan, en dan pakkenwe door: voor 1 juni moet er dan een kabinetsstandpuntliggen, zodat we volgend jaar voor het zomerreces nogkunnen zeggen: dat topgebied wel, en dat niet, en welhierom. Dan hebben we hier helemaal niet met keffertjeste maken, dan hebben we hier met pitbulls te maken, endan reken ik ook graag op de heer Braakhuis.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Als het gaat ominnovatie kunt u absoluut op me rekenen. Maar elkbusinessplan komt – daarom heet het ook zo – met eenbusinessvoorstel, en dus ook met een investeringsvoor-stel. Ik zie nog steeds niet in hoe we bij afnemendeinvesteringen in innovatie toch een beter resultaatkunnen bereiken, ook al begrijp ik heus wel dat detoegenomen effectiviteit van sommige maatregelen erabsoluut zal zijn. Dat neem ik zomaar van u aan. Maardesalniettemin verwacht ik heldere keuzes op het gebiedvan innovatie, en daarbij hoort ook investeren.

Mevrouw Verburg (CDA): Daar vindt de heer Braakhuismij aan zijn zijde, en ik hem, doodgewoon omdat ik vinddat dat moet. Maar onderschat niet de kracht – ik hebgelukkig mogen ervaren hoe sterk die gouden driehoekkan werken – van het agro-foodcomplex, de chemie ende tuinbouw. Het is fantastisch en soms kun je dan metminder geld ook wonderen verrichten, namelijk doorpartijen en ketens met elkaar te verbinden. Wij zullen hetermee moeten doen want de keuzes zijn gemaakt. Ik looper niet voor weg. Het is jammer dat het moet, maar ikvind het verantwoord om het te doen. Doodgewoonomdat het CDA de rekening niet naar volgende genera-ties wil doorschuiven.

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-66

Page 30: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

De heer Braakhuis (GroenLinks): Als het lukt, zal het deeerste pitbull zijn die ik zal aaien.

Mevrouw Verburg (CDA): Kijk, er is hoop. Ik reken opapplaus van de Partij voor de Dieren, maar dat gebeurtniet. Dat is nou weer jammer. Een kleine gemiste kansvanavond.

De voorzitter: Misschien wel op het punt van aaien vanpitbulls.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik had mijn vraag eigenlijktot het einde willen bewaren, maar als het over pitbullsgaat kom ik graag naar voren. Ik hoorde mevrouwVerburg namens de CDA-fractie een paar keer sprekenover de gouden driehoek, waar zij kennelijk alle heil vanverwacht. Ziet de CDA-fractie dan misschien ook een rolvoor fundamenteel en onafhankelijk onderzoek als hetgaat om de grootste uitdaging waar onze generatie voorstaat, namelijk het duurzaam krijgen van onze voedsel-productie, voor nu, voor straks, voor generaties na ons?

Mevrouw Verburg (CDA): Het antwoord is ronduit ja. Erwordt ook hard aan gewerkt, niet alleen hier in Neder-land maar ook wereldwijd. Mevrouw Ouwehand en ikweten beiden hoe sterk de Universiteit Wageningen zichdaarin manifesteert en hoe bekend die internationaal is.Dat willen wij graag met alle andere universiteiten enkennisinstellingen in Nederland ook bereiken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan zit daar een al danniet bewust verschil van opvatting over wat Wageningendoet, want dit kabinet zet onder het mom van diegouden driehoek vooral in op toegepast onderzoek. Datkan de CDA-woordvoerder toch niet ontkennen?

Mevrouw Verburg (CDA): Maar het ene onderzoek kanniet zonder het andere. De heer Dijkgraaf heeft mijgevraagd of ik ook niet wil dat de eerste geldstroom tenaanzien van onderwijs en kennis wordt toegepast.Natuurlijk, maar wel met behoud van de grenzen en debegrenzingen. Maar wat betreft de tweede geldstroom:als fundamenteel onderzoek en strategisch en toegepastonderzoek in elkaars dienst kunnen functioneren zou datfantastisch zijn. Laten wij elkaar hier alsjeblieft niet opbevechten. Wij hebben het nationaal en internationaalgeweldig hard nodig, als ik op mij in laat werken welkeuitdagingen wij de komende decennia het hoofd hebbente bieden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Feit is dat dit kabinetvooral inzet op toegepast onderzoek. Ziet mevrouwVerburg er dan geen nadelen in dat wij ons onderzoeklaten uitvoeren en mede financieren door bedrijven diejuist belang hebben bij de manier waarop wij onsvoedsel nu produceren? Ik noem de Bayers van dezewereld die er belang bij hebben dat wij onze voedselpro-ductie zo georganiseerd houden dat zij hun bestrijdings-middelen kunnen blijven verkopen. Ziet de woordvoerderhier dan echt geen nadelen in?

Mevrouw Verburg (CDA): Het zijn zaken waar je altijdgoed en zorgvuldig naar moet kijken. Je moet oppassendat er geen belangen verstrengeld raken. Zowelwetenschappers als bedrijven hebben hier publiekverantwoording over af te leggen. Wij kunnen ze te allen

tijde vragen hoe ze hun positie hebben gebruikt en datjuich ik zeer toe.

De heer Verhoeven (D66): Ziet mevrouw Verburg in datfundamenteel onderzoek de enige manier is om je opinternationaal niveau echt te onderscheiden en ook echteinnovatiekracht te hebben? Denkt mevrouw Verburg datwij dat ook met samenwerking en bundeling voor elkaarkunnen krijgen of ziet zij in dat er voor laboratoria,prototypes en allerlei proefopstellingen in het kader vanfundamenteel en experimenteel onderzoek ook middelennodig zijn?

Mevrouw Verburg (CDA): Waarom zitten wij nuplotseling alleen maar op dat fundamenteel onderzoek?

De heer Verhoeven (D66): Omdat het heel belangrijk is!

Mevrouw Verburg (CDA): Ja, het gaat mij ook om hetstrategisch onderzoek. Daar denken wij in eerste instantieaan. Als universiteiten en onderwijsinstellingen zorgenvoor een sterke verbinding tussen het fundamenteelonderzoek en het toegepast en strategisch onderzoek,dan zou mij dat een lief ding waard zijn. Ik hoop daarook op en ik reken daar ook op. Ik zou daar ook deplannen op willen beoordelen. Maar pas op: hetfundamenteel onderzoek heeft ook een eigen, onafhanke-lijke doelstelling. Dat moeten wij ons ook blijvenrealiseren. Tegelijkertijd ben ik iemand van de school diezegt: zorg dat je die toepassingen in de praktijk niet ineen laboratorium of een pilot doet, maar doe dat op hetboerenerf, in de tuinbouwkas en op de visserskotter,zoals ik in het landbouwdomein vaak heb gezegd. Danben je bezig om ondernemers en kennis aan elkaar tebinden. Dat leidt in de praktijk tot de allerbeste resulta-ten.

De heer Verhoeven (D66): Voorzitter. Ik laat het hier evenbij, want ik ben weer lamgeslagen door het feit dat hetwoord ″verbinden″ vier keer is gevallen, maar dat ergeen duidelijke manier is genoemd door mevrouwVerburg om te bekijken hoe we dat fundamenteleonderzoek langs Europese weg met wat cofinancieringvan Nederland mogelijk kunnen houden, zodat Neder-land zich kan blijven onderscheiden.

Mevrouw Verburg (CDA): Maar voorzitter, dat ismogelijk. Ik stel vast dat Nederland heel goed scoort, alshet gaat om de Europese kennis- en onderzoeksprogram-ma’s. Ik geloof dat wij 40% van de Europese subsidiesweten binnen te trekken. Dat komt doordat wij ons daarsterk voor kwalificeren.

De heer Verhoeven (D66): Dat klopt, maar dat is in hetverleden geweest. Mevrouw Verburg zal ook moetentoegeven dat dit in de toekomst niet meer zo zal zijn methet huidige kabinetsbeleid, als het gaat om cofinancie-ring en het mogelijk maken van fundamenteel onderzoeklangs Europese weg. Mevrouw Verburg heeft gelijk alshet gaat om het verleden, maar met het toekomstigebeleid, zoals het nu in het regeerakkoord staat, is het nietmeer mogelijk om hoog te scoren op het binnenhalenvan Europees geld.

Mevrouw Verburg (CDA): Dat is een pessimistische visiedie ik niet deel, maar ik ken de heer Verhoeven overigens

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-67

Page 31: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

niet als pessimistisch. Ik zie juist dat dit kabinet zichbewust is van het feit dat het belangrijk is om niet alleennationaal, maar ook Europees te excelleren. Ik roep debewindspersonen ertoe op om dat zeer nadrukkelijk tedoen. Ik wil daar morgen graag een reactie op hebben.Dan is de heer Verhoeven waarschijnlijk ook zeergerustgesteld.

Voorzitter. Ik was aangeland bij de businessplannen,die ik graag voor 1 april tegemoet zie. Ik zou graag ziendat voor 1 juni de toekenning van de subsidies en deinzet van het kabinet bekend zijn, zodat we er voor hetzomerreces nog over kunnen debatteren en besluitvor-ming tot stand kan komen. Tot die tijd mogen er geengaten vallen, maar ook geen nieuwe verplichtingenworden aangegaan. Ik wil daarover graag een toezeg-ging.

Ik heb al gesproken over het succesfonds, als het gaatom het revolverende fonds, maar dat is een woord datniemand begrijpt en succesfonds wel. Ik hoor graag devisie van de minister hierop. Is het denkbaar om deWBSO, waarvoor dit jaar 810 mln. in de boeken staat,scherper in te zetten voor innovatie en verduurzaming endaarbij een verbinding te vormen met dat succesfonds?Wat denkt de minister over de inzet en inleg van hetbedrijfsleven? Wij willen graag een publiek/privaatsuccesfonds. Hoe ziet hij de rol van de provincies inrelatie tot de Essentgelden?

De overheid kan meer doen om een goed onderne-mersklimaat te bevorderen. Volgens de CDA-fractie hoortdaar ook een Ondernemersplein bij. De CDA-fractie ziethet Werkplein daarbij als lichtend voorbeeld: alleinstanties dicht bij elkaar en dicht bij ondernemers. Geenconcurrentie in dienstverlening, maar slim, slank enservicegericht. Op dat plein zijn de Kamers van Koophan-del en Syntens aan elkaar gekoppeld. Die Kamers vanKoophandel beperken zich tot hun wettelijke taken. Zokan er ook nog weer bespaard worden. Ik geloof dat erbij de Kamers van Koophandel jaarlijks 165 mln. omgaat.Een rekensom bij ons leert dat daarop 75 mln. kanworden bespaard. Dat budget kunnen ondernemers danbesteden aan innovatie, investeringen en verduurzaming.

De heer Verhoeven (D66): Voorzitter. Begrijp ik datmevrouw Verburg 75 mln. wil besparen op de Kamersvan Koophandel?

Mevrouw Verburg (CDA): Als ik het voorstel doe om deKamers van Koophandel terug te brengen naar hetuitvoeren van de wettelijke taken – dat zijn er drie, zoalsde heer Verhoeven weet – dan zie ik dat daar nog eenmogelijke besparing is van 75 mln. Deze is niet voor derijksoverheid, maar voor de ondernemers, die dezekunnen benutten om te investeren.

De heer Verhoeven (D66): Dat is interessant. Kanmevrouw Verburg zeggen hoe zij tot die besparing wilkomen? Er is nu sprake van een heffing. Wil zij dieheffing omlaag brengen of wil zij een deel van de taken,waaraan ook een heffing is gekoppeld, facultatief maken?Welk model kiest mevrouw Verburg om tot het bedragvan 75 mln. te komen?

Mevrouw Verburg (CDA): Ik antwoord de heer Verhoe-ven graag, zij het dat ik daarvoor eerst het rapport vanBerenschot wil zien. Berenschot heeft het functionerenvan de Kamers van Koophandel geëvalueerd. Ik hoor dat

het rapport daarover er moet zijn. Ik vraag de bewinds-personen om het nog voor het einde van het jaar naar deKamer te sturen, zodat wij er de eerste maanden van hetvolgende jaar een opvatting over kunnen vormen en erheldere besluiten over kunnen nemen. Ik zou het nuslordig vinden in de richting van de Kamers vanKoophandel om te zeggen dat ik het precies zus en zo gadoen, zonder dat die evaluatie aan mij bekend is. Ik moetde heer Verhoeven echter zeggen dat ik nog maar tweeweken woordvoerder ben op dit belangrijke terrein.Misschien ligt het dus aan mij. Ik wil graag die evaluatiezien. Ik ben ervan overtuigd dat er gekoppeld, gebun-deld, slim, slank en meer servicegericht kan wordengeopereerd.

De heer Verhoeven (D66): Ik ben pas 40 dagenwoordvoerder op dit belangrijke terrein. Zolang bestaatELI pas, zo heb ik van mevrouw Verburg gehoord. Zijwijst op de Berenschotrapportage die binnenkort in onzebrievenbussen valt. Zij wil daar niet op vooruitlopen. Ikben heel benieuwd hoe mevrouw Verburg dan aan hetbedrag van 75 mln. komt.

Mevrouw Verburg (CDA): Dat is een heel simpelerekensom. Als je een en ander terugsnoeit naar dewettelijke taken, kan er nog zo’n 75 mln. op bespaardworden. Dat is geld. Het is een mooie inzet om hetrapport van Berenschot mee af te wachten, de opvattingvan het kabinet te horen en door te pakken en Syntensen de Kamers van Koophandel te verbinden.

De heer Verhoeven (D66): Als het met mevrouw Verburgniet lukt bij ELI, kan zij in ieder geval bij Berenschot aande slag, hoor ik zo.

Mevrouw Verburg (CDA): Dat is een hele geruststelling.Zij betalen ook goed, geloof ik.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb maar één, heelconcrete vraag. Is mevrouw Verburg inderdaad van planom Syntens te laten fuseren met de Kamers vanKoophandel en de facto de ondernemers op te latendraaien voor de bekostiging van Syntens? Heeft zij ditidee al besproken met de ondernemersorganisaties?

Mevrouw Verburg (CDA): Ik heb heel wat besproken metde ondernemersorganisaties. Ik merk dat mkb’ers dol zijnop Syntens. Ik kan mij dat ook voorstellen, als ik zie hoeSyntens opereert. Toch denk ik dat op het Ondernemers-plein zo veel mogelijk functies verbonden en gekoppeldmoeten worden. Ik redeneer vanuit de ondernemer, dienaar een Ondernemersplein toe wil, fysiek of virtueel. Diewil op al zijn of haar vragen in één keer antwoordhebben.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Weet mevrouw Verburghoeveel ondernemers Syntens jaarlijks bedient?

Mevrouw Verburg (CDA): Heel veel. Ik heb van heel veel...

Mevrouw Gesthuizen (SP): Hoeveel?

Mevrouw Verburg (CDA): Dat weet ik niet. Dat antwoordmoet ik mevrouw Gesthuizen schuldig blijven.

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-68

Page 32: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Mevrouw Gesthuizen (SP): Mevrouw Verburg, gokt ueens.

Mevrouw Verburg (CDA): Nee, dat ga ik niet doen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): 6000!

Mevrouw Verburg (CDA): Nou, dat is geweldig.Hartstikke goed. Daarom wil ik de activiteiten vanSyntens graag boven de markt laten hangen. Wij zullenhet Ondernemersplein heel goed moeten organiseren,zodat alle functies er zijn en ondernemers en overheid zoweinig mogelijk hoeven investeren.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Oké, dat lijkt mij een goed punt. Dathouden wij samen vast.

Mevrouw Verburg (CDA): Dat doe ik graag, voorzitter.Ik heb gehoord dat het rapport van Berenschot

inmiddels is verschenen. Wanneer kunnen wij de reactievan het kabinet op dit rapport tegemoet zien? Mij dunktdat dit ruim voor het kerstreces mogelijk moet zijn,misschien zelfs wel voor 1 december. Dan kunnen wij hetnog dit jaar behandelen.

Kan de minister toezeggen dat op het Ondernemers-plein ook de bankfaciliteit en de fiscus aanwezig zijn?Tegelijkertijd zou ik graag zie dat er op het Ondernemers-plein één subsidieloket is dat zowel fysiek als onlinebeschikbaar is voor ondernemers.

De CDA-fractie is er trots op dat de Crisis- enherstelwet van het kabinet-Balkenende IV structureelwordt, maar daar kan en moet een tandje bij. Vergunnin-gen moeten sneller en adequater worden behandeld.Daarom pleit ik voor een snelle invoering van dewie-zwijgt-stemt-toeregeling. Wie een vergunningaanvraagt en vier maanden niets hoort, mag ervanuitgaan dat de vergunning is verleend. Die termijn vanvier maanden wordt in Spanje ook gehanteerd en is daarzeer effectief. Dit zou helpen, maar ik waarschuw ervoordat dit er niet toe mag leiden dat overheidsinstanties ofandere instanties een truc verzinnen waardoor deaanvraag in behandeling wordt genomen, waarnavervolgens vertraging ontstaat en ondernemers alsnogworden gefrustreerd. Ik krijg graag een toezegging op ditpunt.

Wat soms ook frustreert, is het feit dat ons landzestien toezichthouders kent. Dit leidt tot grensgeschillenof competentiekwesties en dat is frustrerend en jammer.De vraag is dan ook of samenvoeging en afslanking vaneen aantal toezichthoudende instanties mogelijk is. Ikdenk bijvoorbeeld aan een mogelijke samenvoeging vande NMa, de OPTA, de NZA en de Consumentenautoriteit.Ik geef dit slechts als een voorbeeld. Mijn fractie wilgraag een toezichtvisie die is gebaseerd op vertrouwenin plaats van op wantrouwen en die toezichthoudendeinstanties bundelt waar dat kan, ook gelet op deEuropese regelgeving. Hoe zal de minister dit aanpak-ken? Wanneer kan de Kamer zo’n toezichtvisie tegemoetzien en ook een voorstel voor bundeling? Waarom is eroverigens zo’n groot verschil in taakstelling tussen detoezichthouders? De NMa moet 20% afslanken en deAFM 8%. Dit kan ik niet goed verklaren.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Is het probleem nu juist nietdat er naast de wens tot efficiency, voor consumenten

eerder te weinig bescherming is? Ik heb in mijn betooghet voorbeeld genoemd van het afronden van debelminuten en wij hebben het parkeren even bij de kopgepakt. In hoeverre levert het voorstel van mevrouwVerburg nu een verbetering op van de positie van deconsument?

Mevrouw Verburg (CDA): Het gaat mij om allebei, omondernemers en om consumenten. Voor wat de positievan de consumenten betreft heb ik vertrouwen in deminister die de afronding van de belminuten zalaanpakken. Als Youp van het Hek zo’n effect kanontkennen via Twitter, heb ik er het volste vertrouwen indat deze minister dat kan door alle aanbieders om tafelte roepen. Ik wil dan nog wel eens zien wie zich daar nietaan houdt.

Ik ken de casus niet, maar als er ook zoiets is metparkeren en als dit ook op het bordje van de ministerligt, zeg ik: alle parkeerwachters aan de tafel en zo nodigmet de vuist op tafel. Ik kan me zomaar voorstellen datde parkeertoezichthouders dan snel zullen bijdraaien.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Het probleem is nu juist datde minister de Kamer gisteren heeft laten weten dat hijhet overlaat aan de zelfregulering van de sector. Metandere woorden, het toezicht is belangrijker dan ooitwant de minister zal het niet oplossen. Daarom vraag ikwat dan uiteindelijk de rol is van de toezichthoudendeinstanties. Helpt het dan om ze allemaal op één hoop tegooien en nog minder ″power″ te geven?

Mevrouw Verburg (CDA): Zestien toezichthouders wil ikniet graag op één hoop, al kan er iets meer wordengebundeld; dat zult u met me eens zijn. Verder wil ikinvesteren in vertrouwen, maar dat betekent wel dat diebedrijven of sectoren zelfregulering moeten kennen,inclusief onafhankelijk toezicht en een sanctiesysteem,via keurmerken, kwaliteitsstandaarden enzovoort. Alsbedrijven dit niet doen en ze gaan in de fout, moeten zeworden gepakt en van de CDA-fractie mag de sanctiedan hoger zijn. Dus investeren in vertrouwen, maarboefjes zijn voor de controleur en krijgen een stevigesanctie.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Helaas is het net iets mindersimpel. Het gaat niet om boefjes, het gaat om een marktdie niet functioneert en om bedrijven die gewoon uit zijnop winst: winstmaximalisatie, en helaas soms over deruggen van de consument. Mijn vraag is concreet: als op1 januari de kwestie van het afronden van de belminutenin de telecomsector nog niet is geregeld, bent u dan metmijn fractie van mening dat het tijd wordt voor wetge-ving en ingrijpen? De minister denkt namelijk dat het metzelfregulering wel goed komt.

Mevrouw Verburg (CDA): Mevrouw Dijksma en ikzelf zijnallebei heel goed in het niet ingaan op als-danvragen.Maar als evident blijkt dat telecombedrijven in de loopvan januari nog alleen maar afronden naar minuten, danspreken wij elkaar weer en kan men rekenen op eenstevige inzet van de CDA-fractie.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Voorzitter. Dat vindtmijn fractie niet genoeg. Gisteren gaf de ministerduidelijk aan dat hij het naar boven afronden vanseconden naar minuten niet wil verbieden. Hij gaf aan

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-69

Page 33: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

dat hij de telecomproviders wel wil verplichten tot hetaanbieden van pakketten waarin duidelijk per secondewordt afgerond, zodat de consument een keuze heeft.Dat betekent in wezen dat de minister in stand houdt dater een pond tomaten wordt gekocht en een kilo magworden afgerekend. Mijn fractie is daar echt op tegen.Daarom ook bereiden D66 en GroenLinks hierover eenmotie voor.

Mevrouw Verburg (CDA): Wij zijn gewaarschuwd en welvoor de laatste keer, als ik de heer Braakhuis goedversta. Ik nodig de minister uit om morgen preciesduidelijk te maken wat hij heeft gezegd en wat hij heeftbedoeld, en hoe hij die telecombedrijven gaat aanpakkendie zich uiteindelijk niet maatschappelijk verantwoordzullen opstellen. Ik ga ervan uit dat zijn aanpak eenminstens zo goed resultaat heeft als de aanpak van Youpvan ’t Hek.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Tot nu toe kan ik alleenmaar constateren dat Youp van ’t Hek in korte tijd veelsuccesvoller is geweest dan alle toezichthouders op dezemarkt bij elkaar. Ik had het net over dat blaffendekeffertje. Tot nu toe heb ik het ministerie, ondanks alles,niet zien ingrijpen in wat er op deze markt gebeurt. Deconsument loopt onbeschermd rond, kan maandenworden geplukt door telecombedrijven zonder dat ersprake is van enig ingrijpen.

Mevrouw Verburg (CDA): U heeft mijn toezegging in derichting van mevrouw Dijksma gehoord. Ik ben niet zovan wetgeving. Weet u namelijk wat er gebeurt als wewetgeving gaan maken? Dan zijn we ten minste eenhalfjaar en misschien wel een jaar verder voordat dewetgeving in werking treedt en dan zijn er allang weernieuwe stelsels en systemen. Nee, direct aanspreken enwaar nodig direct aanpakken. Vestig uw hoop niet opnieuwe wetten en nieuwe regels, want dat zal hetprobleem niet oplossen.

De heer Braakhuis (GroenLinks): In de financiële sectoris er het prudentieel toezicht en het gedragstoezicht. Bentu niet met me eens dat ten minste een soort gedragstoe-zicht wenselijk is om consumenten te beschermen en datwe misschien toch eens goed moeten bekijken of detoezichthouder gedrag er niet bij kan pakken?

Mevrouw Verburg (CDA): Ik ben benieuwd naar wat deminister daarover zegt en zal zeer goed opletten. Het zitmij ook hoog. Maar nogmaals, ik heb veel liever dat zehun gedrag veranderen omdat ze daarop wordenaangesproken of worden aangepakt, dan dat ze een jaarde tijd hebben om in te spelen op wetgeving die dezeKamer nog eens moet goedkeuren en die vervolgensdoor de Eerste Kamer moet; tegen die tijd hebben zeallang weer wat nieuws verzonnen. Nee, direct reageren,de minister aanspreken en de bedrijven aanspreken.

De heer Verhoeven (D66): De heer Braakhuis sprak netover een keffertje. Als het over toezicht gaat, spreek ikliever over waakhonden. Als de minister een waakhondwil worden, moet hij veel meer twitteren. Dat is in iedergeval een ding dat zeker is. Mevrouw Verburg heeft hetover veertien toezichthouders en zij heeft gezegd dat wijhier en daar wel wat kunnen bundelen. Dat klinkt als eenvrijblijvend idee dat ik zelf ook wel had kunnen beden-

ken. Kan mevrouw Verburg een concreet voorbeeldnoemen van een of meerdere toezichthouders die zij bijelkaar zet in één nieuw geheel aan toezichthouders,waaraan zij een bepaalde naam geeft met een bepaaldetaak? Kan zij een concreet voorbeeld noemen van eenbundeling van toezichthouders? Haar opmerking overveertien toezichthouders die wij wel even gaan bundelen,is te vrijblijvend.

Mevrouw Verburg (CDA): Het zijn er overigens zelfszestien. Ik heb net al een voorbeeld gegeven: de NMa, deOPTA, de NZa en de Consumentenautoriteit overlappenelkaar in zekere zin en zouden kunnen worden samenge-voegd.

De heer Verhoeven (D66): Kan mevrouw Verburg danook aangeven onder welk ministerie die bundeling vanvier zou moeten gaan vallen?

Mevrouw Verburg (CDA): Wat mij betreft onder hetministerie van ELI, omdat hier het toezicht wordtgeorganiseerd.

De heer Verhoeven (D66): Kan mevrouw Verburgaangeven onder welk ministerie de vier toezichthoudersdie zij wil bundelen, op dit moment vallen?

Mevrouw Verburg (CDA): Volgens mij valt de NZa onderhet ministerie van VWS. Maar goed, u neemt mij nu na14 dagen een examen af, terwijl u hier al 40 dagenrondloopt. Dat is op dit moment te veel gevraagd, maarik vraag de minister om te komen met een aanpak eneen toezichtsvisie gebaseerd op vertrouwen in plaats vanwantrouwen. Ik vraag hem ook om eens goed te bekijkenof al die zestien toezichthouders nu wel echt nodig zijnen of zij niet onnodig competentie- en grensgeschillenuitvechten ten koste van en over de rug van consumen-ten en ondernemers. Overigens ken ik de heer Verhoeveninmiddels lang genoeg, al is het nog maar veertiendagen op dit dossier, om te weten dat ik in hem eenbondgenoot vind om dit te regelen.

De voorzitter: Ik kende de heer Verhoeven nog niet zolang, maar ik zie wel dat het helemaal uit de hand gaatlopen wat het interrumperen betreft. Ik weet niet wie ereen pyjama bij zich heeft, maar ik niet. Ik stel voor eenbeetje voortgang te maken in dit debat. Het is nu halftien en als uitsmijter komen nog mevrouw Thieme enmevrouw Ouwehand aan bod. Wij moeten dus allen weleen beetje realistisch zijn in zowel de lengte van deinterruptie als het antwoord. Meestal gaan de Kamerle-den op de oude voet verder als ik dat heb gezegd, maarvanavond ga ik helpen om het kort te houden.

Nu is het woord aan de heer Van Vliet. Geeft u hetgoede voorbeeld!

De heer Van Vliet (PVV): Kiest mevrouw Verburg voorde consumenten of voor de arrogante belbedrijven?

Mevrouw Verburg (CDA): Dat is een kwalificatie. Ik vinddat consumenten recht hebben op een goede behande-ling. Bij bedrijven die arrogant worden, is het heelhelder: als zij hun hand overspelen, zijn zij gezien.

Het idee van de ″toezichtvakanties″ in het regeerak-koord spreekt ons zeer aan. Als er in het bedrijfslevensprake is van een eigen kwaliteitssysteem of -keurmerk,

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-70

Page 34: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

inclusief onafhankelijk toezicht en sancties, kan dietoezichtvakantie wat ons betreft al vanaf 1 januari 2011ingaan. Bovendien kan die ons niet lang genoeg duren.Hoe kijkt de minister aan tegen deze datum maar ooktegen de lengte van zo’n toezichtvakantie?

Dit kabinet is ook serieus ten aanzien van de regel-druk. Dat is ook nodig. Het kabinet gaat voor 10%vermindering van lasten-, regel- en nalevingsdruk in 2012en daarna elk jaar 5%. Is de nulmeting er al? Verderverloopt het mandaat van Actal. Dat is wat de CDA-fractie betreft een mooie gelegenheid om de commissie-Wientjes en Actal bij elkaar te voegen, de taakstellingsterk en scherp te vereenvoudigen en om een Actal-plusvorm te geven. De naam zal ons overigens worst zijn.Wij willen geen discussies meer over definities,competenties, internalisering et cetera, maar helderheid,scherpte en transparantie, inclusief ″naming and faming″van de sectoren die het goed doen en ″naming andshaming″ van de sectoren of departementen die het nietgoed doen. Wij moeten nieuwe bureaucratie gewoonvoorkomen en de bestaande bureaucratie zo ver mogelijkterugsnoeien. Hoe gaan de bewindslieden dit aanpakken?

Wat de CDA-fractie betreft is daarbij ook Europa aande beurt, want zo’n 50% van alle administratievenalevingslasten komt uit Europa. Laat nu de voorzittervan de Europese Commissie hebben beloofd dat er in2012 sprake zou zijn van een terugdringing van 25% vanadministratieve lasten en nalevingslasten en -regels. Wijmerken daar nog niet zo gek veel van. Vorige week heeftminister Verhagen gezegd dat hij zich daarvoor gaatinzetten, maar kan hij ook ingaan op de vraag hoe hetkabinet zich daar kabinetsbreed voor wil inzetten en hoede Kamer dat kan volgen?

Economie, innovatie en verduurzaming zijn voor hetCDA drie kanten van dezelfde medaille. Om dat nogsteviger te verankeren doen wij een paar voorstellen. Inde eerste plaats denken wij dat het verlenen van hetpredicaat Koninklijk aan een bedrijf zou moetenplaatsvinden op basis van onder andere een nieuwcriterium, namelijk de verduurzamingsinzet van zo’nbedrijf en de wijze waarop het bedrijf maatschappelijkverantwoord onderneemt. Daarnaast zouden wij graagzien dat een bijdrage aan verduurzaming als criteriumwordt opgenomen in het bonusbeleid van het topma-nagement, voor zover daarvan sprake is, bij zbo’s eninstellingen die met publiek geld worden gefinancierd –bijvoorbeeld in de zorg, maar ook elders – of waarsprake is van overheidsdeelname in de vorm vanaandelen. Op dit punt willen wij graag een toezegging.

Het mkb vormt de ruggengraat van onze economie.Met meer dan 800.000 ondernemers hebben we hiergoud in handen. Toch horen we van bakkers, slagers,uitvoerders en anderen dat de kredietverlening aan hetmkb onvoldoende is. Dat kan niet, want daarmee lopenwe het risico dat er schade wordt toegebracht aaneconomisch herstel of economische ontwikkeling. Nu ishet mkb bezig om daar onderzoek naar te doen. Datonderzoek wordt volgende week gepresenteerd en ik zoude minister willen vragen om op grond van datonderzoek erop toe te zien dat er geen sprake meer isvan achterstelling bij kredietverlening van het mkb vanaf1 januari 2011. Daar komt dan nog een vraag bij. Kan enwil de minister ook het BMKB-luik meenemen, deborgstellingsregeling voor het mkb? Moet die nietverlengd worden in 2011? Tegelijkertijd vraag ik naar eenreactie op de microkredieten. Ook dat is een belangrijk

instrument voor ondernemers. Kan de minister ookingaan op het beleid inzake de microkredieten?

Wij hebben nog een paar punten die van belangkunnen zijn voor startende ondernemers. Waarom krijgenstartende ondernemers die een universitaire studiehebben afgerond, niet nog twee jaar de kans alsafgestudeerden of alumni om aan de universiteitingeschreven te blijven, waardoor er een beroep kanworden gedaan op de schat aan kennis van de desbetref-fende universiteit? Ook dat is een verbinding tussenkennis en ondernemerschap. Daarnaast stellen wij vastdat er wel erg veel waardevolle patenten op deuniversitaire plank blijven liggen. Dat is jammer. Is hetniet mogelijk om naar Amerikaans voorbeeld het zo in terichten dat onderwijsinstellingen commerciële licentiesaan studentondernemers afgeven voor patenten? Als heteen succes wordt, is er ook direct een kasstroom terugnaar de onderwijsinstelling, die daardoor weer extra kaninvesteren in kennis en onderzoek. Volgens de CDA-fractie kan dat een geweldige win-winsituatie opleveren.

Dan nog drie punten. Het vermarkten van kennisinternationaal is, wat ons betreft, belangrijk. Op ditmoment genereert Nederland veel kennis. Je zou dieNederlandse kennis wel eens kunnen vergelijken met eensoort snoepwinkel waar geen winkeljuffrouw is, laatstaan een kassa. Wij stellen dat allemaal om nietbeschikbaar. Ik vraag de minister om daar nu eens eenstrategie voor te ontwikkelen. Hoe kunnen we die kennisvermarkten en daardoor de kasse laten rinkelen? Verderworden de economische kennis en agrofooddeskundig-heid van het personeel op ambassades door hetNederlandse mkb, maar ook door het grotere bedrijfsle-ven zeer op prijs gesteld. Ik verzoek de bewindsliedenom die kennis en knowhow op de ambassades in standte houden in het belang van het Nederlandse bedrijfsle-ven en in het bijzonder van mkb-ondernemers. Wij wetendat wij 70% van onze boterham in het buitenlandverdienen. Dan moet je daar ook in willen investeren.

Wij willen graag dat het WRR-rapport over internatio-nale samenwerking meer handen en voeten krijgt, metname op de thema’s water, voedsel en energie. Daaromis er nauwe samenwerking nodig tussen de bewindsper-sonen van ELI, de staatssecretaris voor Ontwikkelingssa-menwerking en de minister van Buitenlandse Zaken. Wijzien graag heel concrete plannen, belegd met budgetten,tegemoet. Op welke termijn kunnen wij die verwachten,zodanig dat er van bedrijfsleven naar bedrijfsleven heelinteressante transacties en samenwerkingsvormen totstand kunnen komen?

Tot zover mijn bijdrage in eerste termijn.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb gewacht tot het eindevan de bijdrage, omdat ik met name iets wil vragen overhet mkb. Gelukkig kwam helemaal op het laatst het mkbnog even om de hoek kijken in de bijdrage van mevrouwVerburg. Ik werd getriggerd door haar betoog over desubsidies en de topgebieden. Hoe gaat de CDA-fractieervoor zorgen dat bij de topgebieden en de subsidies diedaarvoor beschikbaar worden gesteld het mkb voldoendeaan de bak komt?

Mevrouw Verburg (CDA): Dat is een belangrijk punt. Ikheb het mkb overigens vaker genoemd in mijn verhaal.Dat is een erg belangrijke sector. In zo’n businessplan zalook het mkb in zo’n gebied moeten worden aangehaakt.Daar zijn heel goede voorbeelden van, zoals Food Valley.

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-71

Page 35: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Juist het mkb kan een geweldig belangrijke rol spelen inzo’n consortium. Wij zullen daar in de criteria en deafweging waar gericht moet worden geïnvesteerd sterkbelang aan hechten.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Mijn vervolgvraag is waaropik mevrouw Verburg mag afrekenen. Wij zijn het erallemaal over eens dat wij met innovatiesubsidies geenwater naar de zee moeten dragen. Het is net zo verkeerdom een miljoen verkeerd uit te geven aan innovaties alshet is om een miljard verkeerd uit te geven.

Ik zie de voorzitter naar mij gebaren. Ik laat mij nu nietopjutten door u, voorzitter. Dat ga ik niet doen. Netwaren er collega’s die twee keer op hetzelfde puntinterrumpeerden. Ik ben heel zuinig geweest. Ik wil evenrustig mijn punt maken.

Ik vind het net zo verkeerd om een miljoen verkeerduit te geven aan innovaties als een miljard. Het maaktdus niet zo veel uit of wij nu heel streng bezuinigen ofniet. De criteria moeten altijd helder zijn. Waarop mogenwij die topgebieden uiteindelijk afrekenen?

Mevrouw Verburg (CDA): Voor de CDA-fractie is er weleen groot verschil tussen een miljoen en een miljard,zeker als je het moet bezuinigen of als je het juist tebesteden hebt. Wij letten in dat opzicht wel op dekleintjes. Waar mogen wij die topgebieden in debusinessplannen op afrekenen? Ik heb al gezegd dat ditkan op de combinatie van innovatie en verduurzaming,op de wijze waarop maatschappelijk verantwoordondernemen en werkgelegenheid in de regio vormkrijgen, op de wijze waarop kennisinstellingen, universi-teiten en het bedrijfsleven, inclusief het mkb, met elkaarsamenwerken en op de manier waarop wordt geïnves-teerd in opleiding en vakmanschap. Zo kun je nog eenheleboel andere onderdelen noemen. Daarin zit decombinatie van geworteld zijn in de regio en kunnen enwillen excelleren op en passen in de toekomstgerichtebranches die het kabinet heeft aangereikt.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik vind dat toch allemaalzaken die vooraf moeten worden vastgesteld, dus in hetbusinessplan, en geen zaken op grond waarvan kanworden bepaald wat er is bereikt en beoordeeld of hetinnovatiebeleid uiteindelijk succesvol is geweest. Omnog even de koe bij de horens te vatten: het verbaast mijdat onder andere de CDA-fractie in eerste instantiewillens en wetens de culturele sector zeer zwaar weer instuurt door deze met een forse btw-verhoging op tezadelen en vervolgens de creatieve industrie wel alsknuffelgebied, als topgebied, wil aanwijzen. Ik snap datniet en ik vraag mij dus af waar die keuze vandaan komt.

Mevrouw Verburg (CDA): Het risico is dat wij hier eendebat van vorige week over gaan doen. Ik wil mevrouwGesthuizen op één punt wijzen. Op de kunst- encultuursubsidies wordt 20%, 200 mln., bezuinigd,overigens uitgesmeerd over een aantal jaren. Als dietotale ombuiging is doorgevoerd, is er nog vier keer zoveel budget beschikbaar als in 1980. Dan moet welduidelijk zijn waar wij het met elkaar over hebben. Ik hebde creatieve industrie genoemd. Ik heb niet gesprokenover kunst en cultuur. Wat dat betreft is sprake van eenklein verschil. Ik adviseer mevrouw Gesthuizen om watdat betreft het rapport van het Innovatieplatform nogeens door te lezen. Daarin staat een aantal andere

dingen. Het betreft dus één van de sectoren die heelinnovatief is en die goed is voor onze export. Die moetwat ons betreft een kans krijgen, maar wel op basis vaneen goed businessplan.

De heer Van Gerven (SP): Nog even terug naar deNederlandse Zorgautoriteit. Wil het CDA die NZaonderbrengen bij Economische Zaken?

Mevrouw Verburg (CDA): Ik heb aangegeven aan welkebundeling je zou kunnen denken. Ik heb de ministeruitgenodigd om te komen met een toekomstvisie en ditvoorstel erbij te betrekken.

De heer Van Gerven (SP): Het CDA speelt dus met diegedachte. Ik verzoek mevrouw Verburg te gaan pratenmet de woordvoerders gezondheidszorg, want de zorgwordt helemaal gek van de Nederlandse Mededingings-autoriteit. Die ziet de zorg als een markt die elkesamenwerking tussen partijen belemmert. Wij moeten erniet aan denken dat de NZa onder de NMa komt tevallen, laat staan onder Economische Zaken. De zorg isecht geen markt.

Mevrouw Verburg (CDA): De heer Van Gerven en ikdenken daar anders over. Deze suggestie heeft blijkbaaral in de media gestaan. Ik kreeg vandaag een e-mail vaniemand die zeer goed is ingewerkt bij de NZa en die dediverse mogelijkheden aangaf. Hij vindt het zeer demoeite waard om daarover na te denken. Dat lijkt mijzeker de moeite waard. Laten wij hier eens goed overnadenken en bezien hoe wij een en ander effectiefkunnen bundelen, zodanig dat de zorginstellingen geenlast, maar gemak van de NMa hebben.

©

De heer Koopmans (CDA): Voorzitter. Allereerst feliciteerik de heer Ziengs met zijn maidenspeech.

Wij behandelen vandaag voor de eerste keer eenbegroting, waarbij de begroting van Landbouw niet apartwordt behandeld. Er is geen apart ministerie vanLandbouw meer. De CDA-fractie heeft het volstevertrouwen dat de beide bewindslieden die nu op hetdepartement van Economische Zaken, Landbouw enInnovatie zitten alle Nederlandse economische sectoren,maar vooral de Nederlandse landbouw, volop zullendienen en leiden. Die twee begrippen wil ik hierbijintroduceren. Een dienend departement en een leidenddepartement.

De Nederlandse agrifoodsector bekleedt internationaaleen koppositie. Wij zijn de tweede landbouwexporte-rende natie ter wereld. Daar kunnen wij trots op zijn. Deland- en tuinbouw verdient daarvoor groot respect, maarverdient ook versterking, nationaal, Europees enmondiaal. Het overgrote deel van de primaire bedrijvenin Nederland kan worden gerekend tot de categoriefamilie- of gezinsbedrijven. Tienduizenden families engezinnen in Nederland dragen deze enorme sector. Hetdepartement moet daarom nog iets doen wat wij vanbelang vinden. Ik doel op het ontwikkelen van een visie,samen met het departement van Buitenlandse Zaken,met de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwer-king, op het punt van voedselzekerheid en voedselveilig-heid. Juist nu moeten die twee begrippen, voedselzeker-heid en voedselveiligheid, volgens ons prioriteit nummer

Verburg

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-72

Page 36: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

één zijn. Wereldwijd zijn er 2,2 miljard boeren, maar dewereldbevolking neemt in 2050 toe tot 9 miljard mensen.Die moeten allemaal worden gevoed. Er is dus sprakevan een groeiende en koopkrachtige vraag. De biodiver-siteit moet daar ook bij in de gaten worden gehouden.De beschikbare grond zal afnemen, maar toch moeten demensen worden gevoed. Wij denken dat de Nederlandselandbouw daarin een voorbeeld kan en moet zijn. Eerderheeft ook mijn collega Ferrier in haar notitie Van hulpnaar investeren geconcludeerd dat landbouw eenprioritair onderwerp is in het ontwikkelingsgebied. Diemonden moeten gevoed worden, anders krijgen mensenhonger, kunnen ze eraan doodgaan of kunnen zehiernaartoe komen. Een goed voedselzekerheidsbeleidvoorkomt migratie. Dat is in de ogen van de CDA-fractieeen heel belangrijk thema voor de komende tientallenjaren. Dit departement moet hierin leidend zijn wat onsbetreft.

Leidend dient het departement ook te zijn op hetplatteland. Leidend in de discussie over de megastallen.Leidend in de discussies over duurzaamheid. De sectorzelf is op tal van terreinen actief en fanatiek geweest.Men heeft geïnvesteerd. Tal van parameters op hetgebied van het milieu gaan allemaal de goede kant opdankzij enorme investeringen. Het is echter van belangdat het debat over de toekomst van de intensieveveehouderij verder gevoerd zal worden in het land. Wijzijn dan ook blij dat staatssecretaris Bleker heeftaangekondigd dat dit zal gebeuren als het rapport overde volksgezondheid en de stallendiscussie gereed is.

Mevrouw Jacobi (PvdA): De heer Koopmans spreektoverigens tot mijn vreugde over biodiversiteit. Bijbiodiversiteit hoort ook een goede natuur. Dat is precieswat de partij van de heer Koopmans de nek omdraait. Deheer Koopmans sprak ook over een goed platteland,maar dat is precies wat zijn partij de nek omdraait. Debrief van de heer Van Heugten van het IPO liegt er nietom. De heer Van Heugten, partijgenoot van de heerKoopmans, zegt: de staatssecretaris heeft ons de oorlogverklaard, wij gaan niet akkoord met deze ontwikkeling,wij willen geen claims. Mijnheer Koopmans, wat doet uwpartij eraan om de gebiedsontwikkelingsstop op hetplatteland weer glad te trekken en de biodiversiteit weerte bevorderen?

De heer Koopmans (CDA): De CDA-fractie heeft eenconsistent en betrouwbaar natuurbeleid. Wij hebben –hierover hebben wij in het wetgevingsoverleg aluitgebreid gesproken – aan de basis gestaan van deecologische hoofdstructuur. Oud-minister Braks is ermeebegonnen. Ik heb zelf als ondernemer, als boerenbestuur-der, duizenden hectares natuur mee aangewezen in hetLimburgse land. Ik heb die mensen beloofd – deoverheid zei dat destijds namelijk ook – dat de overheidplannen zou maken en geen schaduwwerking zouveroorzaken, de grondprijs niet zou verhogen en niet zouonteigenen. En wat is er gebeurd in de afgelopenperiode? Er is onteigening geïntroduceerd, de prijs isomhoog gejaagd en de schaduwwerking is door middelvan Natura 2000 over het land gekomen als een soortverstikkende deken waardoor ondernemers zich nietmeer konden bewegen. Wij hebben met dit regeerak-koord het beleid weer teruggebracht naar de ecologischehoofdstructuur. De foute zaken die er de afgelopen tienjaar ingeslopen zijn, soms door wetgeving, soms door

juridisering, soms door politieke keuzes, hebben wij weerhersteld. Wat hebben wij tot slot ook gedaan? Een eerlijkantwoord gegeven op het tekort van 4,5 mld. dat hetinterdepartementaal begrotingsonderzoek heeftvastgesteld dat gedaan is door de vier departementen.

De voorzitter: Mijnheer Koopmans, u hebt mijn oproepzo-even ook gehoord. Ik verwacht ook van u dat u zicheraan houdt.

De heer Koopmans (CDA): Ik hoef nu een hoop tekstniet meer voor te lezen.

De voorzitter: Dan boffen wij weer.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik wil kort opmerken dat deheer Koopmans zijn stem wel kan verheffen, maar hijheeft wel een probleem. Hij heeft namelijk het helegebiedsontwikkelingsproces stopgezet.

Ik heb nog een volgende vraag, over de gezinsbedrij-ven. De megastallen – ik noem het voorbeeld van Horstaan de Maas met 1,3 miljoen kippen – zullen juist degezinsbedrijven verder verdrijven. Mijnheer Koopmans,wat doet uw partij eraan om juist de gezinsbedrijven inde race te houden?

De heer Koopmans (CDA): Wij hebben het nietstopgezet, wij halen het van het slot. Dat zijn wij aan hetdoen op het platteland. Dat is mijn antwoord op uweerste vraag. Wat de megastallen betreft, de CDA-fractiekiest voor het gezinsbeleid en weet dat gezinnen allerleikeuzes kunnen maken. Ze kunnen kiezen voor klein, voorgrootschalig, voor biologisch of voor zorgboerderijen.Het kan allemaal. Wij zeggen: die keuzes respecteren wij.Waar die bedrijven zich kunnen vestigen, is ingevolge dewet en ingevolge onze visie aan de lokale besturen. Zo ishet ook in Horst. Ik kan mij herinneren dat oud-wethouder Stas van de PvdA ook enthousiast was overhet megabedrijf. Ook in provincies moeten keuzesgemaakt worden. Door middel van het milieubeleid, hetmestbeleid en het ammoniakbeleid introduceren wijflankerende maatregelen. Dat gebeurt op rijksniveau.

Mevrouw Jacobi (PvdA): De heer Koopmans vroeg destaatssecretaris om zijn visie. Ik zou graag de visie vande heer Koopmans op deze megaontwikkeling willenhebben voor die mensen die er bang voor zijn dat westraks niet 3000 maar 30.000 varkens krijgen, dat we van1,3 miljoen kippen naar 2 miljoen kippen gaan, van 100koeien naar 700 koeien. Juist die ontwikkeling maaktgezinsbedrijven kapot. Dat ontkent de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA): Toen ik een jaar of zes wasen ik door onze straat liep – er stonden ongeveer vijftighuizen – was men huis voor huis melkveehouder ofvarkenshouder. Van Mansholt tot Ciolo hebben alleEurocommissarissen bijgedragen aan meer voedselzeker-heid en aan een efficiëntere productie. Ondernemershebben keuzes gemaakt. In mijn straat zijn nu nog tweemelkveehouders en een varkenshouder. Dat is een keuzegeweest van ondernemers en van ondernemersgezinnen.Wij geven de ruimte op het platteland. Deed mevrouwJacobi dat ook maar! Wij geven de ruimte en deondernemers mogen vervolgens kiezen.

Koopmans

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-73

Page 37: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik overhandig de heerKoopmans graag mijn plattelandsplan daartoe.

De voorzitter: Dat kan via mij. U moet korter antwoor-den, mijnheer Koopmans. Als u in uw antwoordenstukken van uw spreektekst verwerkt, laat ik uwspreektijd doorlopen.

Mevrouw Thieme (PvdD): De heer Koopmans zegt datdit departement dienend moet zijn voor de sector. Ermoet dus ook een duidelijke visie komen. De heerKoopmans kan in de discussie over megastallen nietverwijzen naar de provincies. We dienen hier eenlandelijke visie neer te leggen over megastallen. Is deheer Koopmans dat met mij eens?

De heer Koopmans (CDA): Nee. Onze visie is dat erlokaal of provinciaal besloten moet worden waarbedrijven zich kunnen vestigen. Wij geven op het gebiedvan het milieu randvoorwaarden aan over het mestbeleiden over het ammoniakbeleid. Mogelijk komen we metnog andere regels. Dat is iets dat wij vastleggen in dealgemene maatregelen van bestuur. Dat is prima.

Mevrouw Thieme (PvdD): Hierover gaat precies mijnvervolgvraag. De heer Koopmans zegt dat het aan delandelijke overheid is om bij milieu-, fijnstof- envolksgezondheidsproblemen een keuze te maken. Opallerlei manieren blijkt dat de samenleving nee zegttegen megastallen. Ik begrijp daarom niet dat het CDAgeen moratorium voorstelt. Als dit departement dienendwil zijn voor de samenleving, moet je op grond vanvolksgezondheid en milieu de discussie afwachten enniet nu al de nieuwe vestigingen toestaan. Is de heerKoopmans dat met mij eens?

De heer Koopmans (CDA): Nee.

Mevrouw Thieme (PvdD): Aan de ene kant zegt de heerKoopmans dat het aan de provincies is. Aan de anderekant zegt hij de regelgeving rondom het milieu landelijkmoet gebeuren. Vervolgens komt hij niet met een visie.Dat is totaal tegenstrijdig. Dan komt er vanuit deCDA-fractie niets met betrekking tot het milieu en demegastallen uit de verf. De heer Koopmans laat hetgewoon in het luchtledige hangen.

De heer Koopmans (CDA): Dat is niet zo. Wij hebben hetstrengste mestbeleid en het strengste ammoniakbeleidter wereld. Dat zijn de randvoorwaarden die wij in dezeKamer gesteld hebben. Wij moeten nog nadere regelsformuleren op een aantal terreinen. De fijnstofproblema-tiek is heel ingewikkeld. Ik denk persoonlijk dat fijnstofuit pluimveehouderij geen enkel, maar dan ook geenenkel probleem is. Maar we zullen de rapportenafwachten. Nogmaals, wij hebben het strengste beleidter wereld geformuleerd. Onze ondernemers zijn in deafgelopen jaren goed in staat geweest om daarop teanticiperen.

De voorzitter: Mevrouw Van Veldhoven, ik zie u nietstaan op de sprekerslijst.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik sta er wel op.

De heer Koopmans (CDA): Ik zou het fijn vinden als zijeen vraag stelt.

De voorzitter: Het is waarschijnlijk een misverstand,maar u staat er echt niet op, mevrouw Van Veldhoven. Ikzou niet weten waar u wel op staat, maar ga uw gang.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): De heer Koopmans zegtdat dit departement dienend en leidend moet zijn. Ikhoop niet dat dit leidend met een korte ei wordt. Ik hebeen vraag over ontwikkelingshulp en over de rol van ditdepartement bij het verzekeren van de voedselveiligheid,ook in ontwikkelingslanden. Hoe zou die leidende roldoor dit departement moeten worden vervuld? Hoe zietde heer Koopmans dat concreet voor zich? Het budgetvan ontwikkelingssamenwerking, dat helaas flink gekortwordt, ligt immers bij het ministerie van BuitenlandseZaken.

De heer Koopmans (CDA): Ik bedoelde natuurlijk welleidend met een korte ei maar dat even terzijde. Ik benervan overtuigd dat voedselzekerheid en voedselveilig-heid prominenter op de politieke agenda moeten.Staatssecretaris Bleker heeft in de afgelopen weken eeninternationale conferentie voorgezeten hier in Den Haagwaarop dit thema aan de orde kwam. Daar heeft hijgisteren nog een brief over geschreven aan de Kamer.Daar zitten een aantal thema’s en plannen van aanpak inverwerkt. Wat ons betreft, kan het concreter en is het vangroot belang dat ook staatssecretaris Knapen vanBuitenlandse Zaken met staatssecretaris Bleker hiermeeaan de slag gaat. Voedselzekerheid en voedselveiligheidin relatie tot Nederlandse landbouw en de kansen die wijhier hebben in onze eigen productie en de mogelijkhe-den die wij op tal van terreinen hebben om daar tehelpen, zou ik graag aan de hand van een notitie van hetkabinet met het kabinet willen bespreken.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): De heer Koopmansheeft dus zelf nog geen concrete ideeën hierover. Datbetreur ik maar ik kijk uit naar de discussie hierover. Ikkom op het punt van de sterke positie van de Neder-landse tuinbouwsector en de boerensector. De heerKoopmans zegt dat er versterking nodig is. Ik neem aandat hij het met mij erover eens is dat innovativiteit daareen heel belangrijke rol in speelt, juist om binnen debiodiversiteitsdoelen te kunnen blijven. Is hij het met mijerover eens dat er meer geïnvesteerd zou moetenworden in de innovativiteit van de Nederlandse land- entuinbouwsector en dat wij daar een groter gedeelte vanhet onder artikel 68 beschikbare geld vanuit het Europeeslandbouwbudget voor beschikbaar zouden moetenkunnen stellen?

De heer Koopmans (CDA): Ik heb wel concrete ideeën. Ikheb namelijk een puur politiek doel: voedselveiligheid envoedselzekerheid veel sterker op de politieke agendazetten. Dat is nieuw, ook in relatie tot mogelijkemigratiestromen. Dat is langetermijnwerk maar daarmoeten wij mee aan de slag. Dat is dus wel een idee.Verder is innovatie belangrijk. Ik vind het heel goed datwij met dit kabinet een aantal zaken gaan stroomlijnenen dat het hier en daar wat minder gaat. In de afgelopenjaren heb ik namelijk honderden brieven gehad van ofgesprekken gevoerd met ondernemers die zaten tewachten op innovatiesubsidies en daardoor geremd

Koopmans

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-74

Page 38: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

werden in hun ontwikkeling. Het kan slimmer en vooralook sneller. Straks kom ik nog met een voorstel daarover.

De voorzitter: Mevrouw Van Veldhoven wil ik graageven aan het rostrum.

Mijnheer Braakhuis, gaat uw gang.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Wil de heer Koopmansgebruikmaken van artikel 68, ja of nee?

De heer Koopmans (CDA): De wijze waarop wij willenomgaan met het gemeenschappelijk landbouwbeleid, issimpel samen te vatten. Boerengeld moet naar deboeren. Wij willen eigenlijk meer centen uit Europa. Hetis toch ongelooflijk dat wij 7% van de productie hebbenmaar slechts 2% van de subsidiestromen krijgen? En wijwillen minder papier. Dat is onze hoofdlijn.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Zou de heer Koopmansontwikkelingssamenwerkingsgelden dan eigenlijk willengebruiken voor het exporteren van de Nederlandselandbouw?

De heer Koopmans (CDA): Ja. Ik ga dat uitleggen wantik zie dat de heer Braakhuis zich helemaal opwindt. Datmoet hij niet te snel doen. In de wetenschap dat hongerin ontwikkelingslanden een groot probleem kan zijn, lijkthet mij van groot belang om mee te denken met landenover hoe je daar landbouwproductie kunt bevorderen enerosie kunt verminderen, zoals op die conferentie deafgelopen week ook is gebeurd. Er zijn talloze onderwer-pen waarbij Nederland bijvoorbeeld ook met zijnwaterkennis een rol zou kunnen spelen, en waarbijNederlands uitgangsmateriaal een rol zou kunnen spelen.Dat is heel belangrijk. Verder denken wij dat de primaireproductie in de westerse wereld, in West-Europa en dusook in Nederland van belang is om uiteindelijk 9 miljardmensen te voeden.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik vind het eenbuitengewoon slim betoog maar het komt er toch opneer dat de heer Koopmans mogelijk gedacht heeft: goh,als Defensie uit het potje van Ontwikkelingssamenwer-king kan peuren, dan kunnen wij het misschien ook welvoor de landbouw. Dat lijkt mij toch niet de bedoeling. Ikzie al voor me dat er straks in Afrika megastallen staandie geëxporteerd zijn dankzij de heer Koopmans. Dat kantoch niet de bedoeling zijn?

De heer Koopmans (CDA): Ik dank de heer Braakhuisvoor het compliment dat hij het een slim betoog vond. Ikdenk dat het juist uiterst noodzakelijk is dat er in tal vangebieden in de wereld megastallen komen om die 9miljard inwoners te voeden. We zullen meemaken datvele landen in de wereld kunnen leren van de efficiëntewijze waarop de Nederlandse productie plaatsvindt. Defootprint per geproduceerde kilo in Nederland is op demeeste producten lager dan elders. Dat is dus duurzaam-heidswinst en een potentieel voor andere landen. Je kunthet niet overal toepassen, maar ik denk dat het nodig isdat het kabinet bekijkt welke mogelijkheden er in detoekomst op dat gebied zijn.

De voorzitter: Ik laat gezien de lengte van uw antwoor-den uw tijd doorlopen.

De heer Braakhuis (GroenLinks): De staatssecretarisheeft volgens mij aangekondigd open te staan voor eenonderzoek naar megastallen. Me dunkt, en dat wil ik deheer Koopmans ook voorleggen, dat we nog evenkunnen wachten voordat we verder gaan met megastal-len. Dat geldt voor het bouwen van megastallen hier,maar we moeten ze zeker niet exporteren.

De heer Koopmans (CDA): Dat onderzoek is een initiatiefvan mevrouw Jacobi en mij. We zijn daar erg voor en wewachten dat af.

De heer Graus (PVV): Waar is het hart voor de kleinefamiliebedrijven gebleven? Volgens mij komt de heerKoopmans zelf van een klein boerenfamiliebedrijf. Demegastallen gaan de kleine familiebedrijven om zeephelpen. Waar is het hart van het CDA voor de kleinefamiliebedrijven?

De voorzitter: Ik kan me deze vraag nog herinneren vanenkele minuten geleden. Toen ging het over de kleinegezinsbedrijven.

De heer Koopmans (CDA): Ik houd ook helemaal geenpleidooi voor megastallen in Nederland. Absoluut niet.De CDA-fractie kiest daar niet voor, maar juist voorfamilie- en gezinsbedrijven en zij weet dat díé keuzesmaken.

Dan heb ik een aantal punten over het dienendedepartement. De samenwerking tussen het bureau ChiefVeterinary Officer (CVO), de landbouwattachés en hetbedrijfsleven is van cruciaal belang om Nederland alslandbouwexporterend land toegang te laten krijgen naarderde landen. Blijven beide bewindslieden zich hiervoorinzetten? Wordt de EVD hier ook voor ingezet? Dat isvoor landbouw een nieuwe loot aan de stam.

In het regeerakkoord staat een passage over verster-king van het initiatief duurzame handel. Hoe gaat destaatssecretaris hier werk van maken?

Dan kom ik op de vleeskeuring. Wij denken dat hettoezichtarrangement in de slachterijen ouderwets is. Hetis veel te groot en veel te duur. Dat kan slimmer. Wijdenken dat toezicht op toezicht een beter instrument zoukunnen zijn. Wil de staatssecretaris deze systematiekuitwerken? Wij vinden dat heel belangrijk. Het departe-ment moet kleiner worden en heeft een forse taakstellingop het gebied van minder ambtenaren en minder kosten.Wij zouden dit daarvoor willen inzetten. Daarnaastzouden we de Dienst Regelingen daarvoor willeninzetten. Op die dienst is veel kritiek, vaak terecht, somsonterecht. Ik noem de kruisjesproblematiek en deperceelsregistratie. De sector heeft zelf laten zien dat hijdit beter kan. Wil de staatssecretaris bezien of delen ofliever nog de hele Dienst Regelingen kan wordengeprivatiseerd? Wij hebben met ondernemers gesprokendie zeggen: wij doen het beter met een derde mindermensen. Wij zouden dat serieus onderzocht willen zien.

Kan de staatssecretaris aangeven of de nationaledierverzamelregelgeving versoepeld kan worden? Dieregelgeving is gemaakt ten tijde van de dierziektecrisis.Daar is nu geen sprake meer van. Daarom vragen wij destaatssecretaris dat aan te passen.

In de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse nettenstaat een aparte regeling voor agrariërs. Zij moeten voorreguliere ondiepe werkzaamheden tot 50 cm eeneenmalige melding doen en daar zelfs voor betalen.

Koopmans

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-75

Page 39: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Gekker moet het niet worden! Een melkveehouder moetdan een dienst bellen als hij met een ploeg, eg ofcultivator gaat rijden. De netten met een gevaarlijkeinhoud worden doorgaans gelegd op een diepte van 50cm of meer. Ik vraag de minister welke mogelijkheden hijziet om agrariërs voor hun reguliere, ondiepe werkzaam-heden tot 40 cm diepte geheel vrij te stellen van eenmeldplicht bij graafwerkzaamheden.

Op het punt van de archeologie sluit ik mij aan bij dewoorden van mevrouw Snijder-Hazelhoff. Ik breid heteen beetje uit. Gemeentebesturen hebben er last van.Elke ondernemer die een grootschaliger ontwikkeling wil,moet archeologisch onderzoek doen. Soms geldt dit ookvoor kleinere bedrijfsontwikkelingen. Wij zijn er grootvoorstander van dat dit iets soepeler en simpeler wordt.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik heb een vraag over deintensieve veehouderij en de gezondheidseffecten. Ik hebtwee jaar geleden een motie ingediend om alles wathierover bekend zou zijn te berde te brengen; wat zijnprecies de gezondheidseffecten in relatie tot deintensieve veehouderij? Dat heeft GGD Nederlandafgelopen 4 juni gedaan, samen met het RIVM. Daarkwam uit dat hierover nog niet zo veel zeker is. Heel veelzaken zijn nog zo onzeker dat beide instanties in deaanbevelingen in de brief van afgelopen week adviserenom bij een vergunningverlening voor uitbreiding vanintensieve veehouderij een verplicht gezondheidsadvieste vragen aan de plaatselijke GGD, die ook contact heeftmet het RIVM. Wat is het standpunt van het CDA? Vindthet dit een goed advies van GGD Nederland?

De heer Koopmans (CDA): Dat advies bespreken wij pasals het door staatssecretaris Bleker aangekondigderapport er ligt en niet eerder. Je moet immers wel eengoede basis hebben op grond waarvan de GGD kanadviseren. Nu is die basis onvoldoende aanwezig, zoalsmevrouw Jacobi zelf al zei.

Mevrouw Thieme (PvdD): Welk nieuw wetenschappelijkinzicht heeft de heer Koopmans dat wij naar eenversoepeling van de dierverzamelregelgeving kunnengaan bij dreiging van dierziekten?

De heer Koopmans (CDA): De wetgeving voor verzamel-plaatsen is ontstaan ten tijde van de varkenspest enmond- en klauwzeer. Die ziekten zijn voorbij. Deregelgeving die destijds van toepassing was tervoorkoming van de heersende ziekte, is nu, tien jaarlater, nu die ziekten niet heersen, rigide gewordenvolgens de CDA-fractie. Je moet met een bril naar dieregelgeving kijken: wat moet je doen ter preventie enwat is noodzakelijk voor bestrijding? De regelgeving isop beide punten gebaseerd; ik denk dat de regelgevinggebaseerd moet worden op preventie.

Mevrouw Thieme (PvdD): Er is geen enkel wetenschap-pelijk bewijs dat wij nu kunnen doorgaan met eenversoepeling van de dierverzamelregelgeving. Sterkernog, uit onderzoek is gebleken dat de MRSA- enESBL-bacteriën, die nieuwe dierziekten veroorzaken, juistkunnen worden verspreid door contact met dieren die bijelkaar worden gebracht. Moet ik dan concluderen dat hetpuur gaat om business as usual en dat de economischebelangen weer prevaleren boven die van de volksge-zondheid? Daarom moet de regelgeving dus worden

versoepeld, en niet op basis van wetenschappelijke feitenwaaruit blijkt dat de dreiging van de verspreiding vandierziekten is geweken!

De heer Koopmans (CDA): Op deze vraag geef ikhetzelfde antwoord als op de vorige vraag. De vraag isslechts anders gesteld.

Mevrouw Thieme (PvdD): Het interesseert u helemaalniet. Het is gewoon business as usual.

De heer Koopmans (CDA): Ik vind het vervelend datmevrouw Thieme zo’n insinuerende conclusie trekt. Wijwillen er serieus mee omgaan. Preventie is van belang.Mevrouw Thieme heeft daar een heel betoog bij. Wijdelen de mening dat je er goed naar moet kijken in hetkader van de regelgeving, maar bestrijding is iets anders.Daarom denk ik dat het nuttig is dat er naar de regelge-ving wordt gekeken.

Ik heb nog drie puntjes. Het eerste betreft hetdienende departement. Wij denken dat het heel goed isals de staatssecretaris, die al aanzetten heeft gegevenopdat de HAS een nevenvestiging in Noord-Limburgkrijgt, daarin nog een stap zet. Ik verzoek hem met deregio en met de HAS in Den Bosch in overleg te tredenom na te gaan hoe deze nevenvestiging van de grondkan komen. De HAS is overigens een gigantischgroeiende agrarische hogeschool; chapeau daarvoor!

Verder ga ik in op de smaakbeleving en de voedselver-spilling. De voorganger van staatssecretaris Bleker,minister Verburg, heeft veel gedaan in dit verband. Kande staatssecretaris dat beleid voortzetten?

Ik heb ook nog een aantal opmerkingen met betrek-king tot de jonge boeren. Via een regeling is er € 25.000beschikbaar voor jonge boeren. De SGP-fractie heeft zichdaar in het verleden sterk voor gemaakt. Vorig jaar is hetbudget opgehoogd, maar nu lijkt het erop dat dit budgetonvoldoende is omdat er volop geïnvesteerd wordt. Datis goed nieuws. Kan de staatssecretaris daarom eroptoezien dat er voldoende budget is voor iedereen die€ 25.000 vraagt en aan de criteria van de regelgevingvoldoet?

De CDA-fractie is in het verleden altijd erg blij geweesten is nu ook nog steeds blij met alles wat te maken heeftmet streekproducten. Die zijn belangrijk. Dit is dan ookeen groeiende markt. In Frankrijk bestaat er eenappellation contrôlée. De CDA-fractie is van mening dater ook een soort appellation contrôlée hollandaise moetkomen. Wij vinden dat streekproducten herkenbaar envooral ook lekker moeten zijn. Kan het kabinet inoverweging nemen dat enkele mensen van de nVWA –daar werken nu namelijk een heleboel mensen – zich inplaats van met voedselveiligheid gaan bezighouden metlekker voedsel? Kan de staatssecretaris naast deinitiatieven die er nu al zijn, de appellation contrôléehollandaise introduceren en bevorderen, samen met hetbedrijfsleven?

De heer Van Gerven (SP): Ik denk dat de nVWA nog heelveel te doen heeft. Ik weet niet of die zich moetbezighouden met lekkere producten, maar mijn vraaggaat daar ook niet over.

Ik heb betoogd dat het CDA-beleid met betrekking totde boeren failliet was. Op dit moment sluiten elke dagzes bedrijven. Een kwart van de boeren leeft in armoede.De schaalvergroting gaat echter onverminderd verder. De

Koopmans

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-76

Page 40: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

heer Koopmans heeft daar helemaal niet op gereageerd.Hoe ziet het CDA de toekomst van de boerenstand metdeze gegevens in het achterhoofd?

De heer Koopmans (CDA): De heer Van Gerven heeftgelijk. Op het platteland wordt op tal van momentenarmoede geleden. Soms is dit wisselend. Er zijn namelijksectoren waarin de inkomensontwikkeling enormfluctuerend kan zijn, zoals in de glastuinbouw. Ik hebechter nog nooit meegemaakt dat de maatregelen die deSP heeft voorgesteld, leiden tot een mogelijke verminde-ring van de armoede op het platteland. Ik doel hier op demaatregelen op het gebied van milieu, het mestbeleid,en op maatregelen in verband met het ammoniakbeleid,de glastuinbouw en zo kan ik er nog wel twintig noemen.Al die maatregelen en strengere regels die de SP jaar najaar, maand na maand, hier voorstelt, leiden integendeelelke keer tot een hogere kostprijs en daardoor tot eenlager inkomen op het platteland.

De heer Van Gerven (SP): Ik vroeg wat het CDA gaatdoen. Het CDA is al decennialang verantwoordelijk voorhet boerenbeleid in Nederland. Het heeft daarin eentoonaangevende positie. Een kwart van de boerenstandleeft in armoede. De schaalvergroting rukt alsmaarverder op. Wat is dan het recept van het CDA? Als ik hetgoed begrijp is dat minder overheidsregulering, meermarktwerking en meer liberalisering. Waartoe leidt dit?

De heer Koopmans (CDA): Minder overheidsreguleringen verstandiger en slimmer omgaan met regels op zichen met het level playing field in relatie tot Europa leidentot hogere inkomens op het platteland. Dit zijn allemaalgoede dingen die in het regeerakkoord staan. De heerVan Gerven kan nog wat leren van ons gemeenschappe-lijk landbouwbeleid. Ons beleid leidt juist tot hogereinkomens; het beleid van de SP-fractie daarentegen leidttot lagere inkomens.

De heer Van Gerven (SP): De SP moet nog aan demacht komen. De heer Koopmans kan kennelijk in deglazen bol kijken.

De heer Koopmans (CDA): Ik kijk gewoon naar hetverkiezingsprogramma van de SP.

De heer Van Gerven (SP): Ik wil graag mijn betoogafmaken. Wij zullen zien hoe het zal gaan als de SPregeert. Wij hebben namelijk een warm hart voor deboeren. Ik constateer dat het CDA er niet is voor de boermet de pet, maar voor de herenboer die alleen naarschaalvergroting en winstmaximalisatie streeft. Daarheeft de gewone gezinsboer echter niets aan.

De heer Koopmans (CDA): De heer Van Gerven zegt dathij een warm hart heeft, maar in mijn ogen heeft hij eenkoude hand. Hij geeft daarmee niets, maar hij pleit alleenmaar voor hogere regulerende energiebelastingen, eenopen ruimteheffing enzovoort. Ik kan nog wel evendoorgaan, maar dat doe ik niet.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Ik heb een vraag over het laatste voorstelvan de heer Koopmans, dat hij heeft omschreven meteen dure Franse term. Het klonk in ieder geval lekker,maar wat moet ik mij er precies bij voorstellen? Is het

een voorstel voor het zoveelste logo in ″logoworld″, hetoerwoud van logo’s, of is het een voorstel waarmee deCDA-fractie eindelijk eens echt nadenkt over eerlijkeprijzen voor eerlijke producten?

De heer Koopmans (CDA): Dat laatste voeg ik eraan toe,maar dat is wel het moeilijkste. Het is niet het zoveelstelogo, maar mevrouw Wiegman heeft gelijk dat er heelveel logo’s zijn. Sommige logo’s hebben een stevigewaarde, maar andere logo’s zijn slechts goed bedoeld.Het is juist onze bedoeling om met de geschetstesystematiek te komen tot allemaal sterke, herkenbare enregionaal gewortelde merken. De mensen zullen dieregionale producten met veel plezier eten.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): De CDA-fractie zegt dat wij af moeten vaneindeloze subsidies. Als de CDA-fractie niet voorsubsidies kiest, dan moet het toch via de weg van deprijzen gebeuren. De heerlijke logo’s en streekproductenkrijgen namelijk niet zo makkelijk een plek op de marktals er geen financiële prikkel achter zit.

De heer Koopmans (CDA): Wij zijn niet tegen allesubsidies, wij zijn bijvoorbeeld helder geweest over hetGLB. Het is ook terecht om daarvoor te kiezen in relatietot de eerdere maatregelen die voor de productie zijngenomen. Wij kiezen wel voor een stroomlijning vansubsidieregelingen en wij vragen de staatssecretaris omhet slimmer te doen. Misschien worden er voor hetkeurmerk in kwestie ook nog centen geregeld. Dat kanbest, dat sluit ik niet. Nu ik de vraag van mevrouwWiegman hoor, lijkt mij dat eigenlijk wel een goed idee.In die zin vraag ik dit ook aan de staatssecretaris; vindthij dit ook een goed idee?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Verzin nog een mooie Nederlandse naam.Als het namelijk een echt Nederlands streekproduct is,moet het ook een Nederlandse naam hebben.

De heer Koopmans (CDA): Ik loof een mandje streekpro-ducten uit voor degene die in de komende twee dagende mooiste term op dat gebied bedenkt.

©

De heer Verhoeven (D66): Voorzitter. Hoewel premierRutte anders doet geloven, is zijn regeerakkoord weinigondernemend: stilstand in de WW, stilstand voor hetontslagrecht en stilstand in de file.

Hierbij sta ik niet te lang stil, want er is een wonder-middel op de markt: ELI. ELI strekt zich uit van megastaltot universiteitsgebouw; het megaministerie vanboerenslimheid met Maxime Verhagen aan het hoofd. Hijis onlangs door premier Rutte benoemd tot minister vande handreiking. In mijn inbreng steek ik drie vingers uit,want anders loopt het direct uit de hand.

Allereerst stel ik de echte ondernemer aan de orde,want de D66-fractie stelt ondernemers voorop. Hetmidden- en kleinbedrijf en zelfstandigen worden in elkebeleidsnota vertroeteld: motor van de economie, bronvan werkgelegenheid, ruggengraat van de samenleving.Mooie woorden vragen echter duidelijke daden.Bedrijven willen een gelijk speelveld met meer speel-

Koopmans

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-77

Page 41: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

ruimte, eerlijke concurrentie en waardering voor hetrisico van ondernemerschap.

Ik geef toe dat het regeerakkoord en de ELI-begrotingop dit punt ambitie tonen: ruim 3 mld. minder aanambtenaren, 10% minder regeldruk, één loket en deoverheid gaat op tijd betalen en eerlijk aanbesteden,zodat het mkb een eerlijke kans krijgt. Op het eerstegezicht zeg ik: chapeau! Tegelijkertijd zeg ik: parbleu! Kanhet kabinet het namelijk wel waarmaken? Het antwoordis aan de lokale en regionale overheden, want daarmeeheeft het mkb het meest te maken. De gemeente zetopdrachten uit, de gemeente verleent vergunningen, degemeente betaalt rekeningen, de gemeente is het loket.Juist die gemeenten worden echter fors gekort. Deboodschap van ELI: ″Wilt u met wat kleingeld al mijngrote beloften waarmaken?″ Is dat motiverend? Ofmoeten gemeenten voor deze taken gewoon hun lokalelasten verhogen? Graag verneem ik welke lokaleoverheidstaken niet meer nodig zijn.

Ik verzoek de minister om ieder jaar met het mkb af terekenen. Ondernemers willen geen dikke evaluatierappor-ten vol nietszeggende getallen en percentages. Onderne-mers willen merkbare resultaten. Daarom vraag ik deminister ieder jaar een simpele scorelijst te presenterenover vijf concrete punten; ik noem die maar even ″de vijfvan Verhagen″. 1. Hoe snel wordt gemiddeld betaald? 2.Hoelang duurt het verlenen van een vergunning? 3.Hoeveel opdrachten gaan naar het mkb? 4. Welke regelszijn geschrapt? 5. Hoe ontwikkelen de lokale lasten zich?Graag een toezegging van de minister.

Ik kom bij de lastenverlichting. Het kabinet verlaagt devennootschapsbelasting met 500 mln. per jaar. Dat klinktmooi, maar wie echt lasten wil verlichten, moet minderverplichten. Ik doel op alle heffingen voor gedwongendeelname aan collectieve instituties, de Kamers vanKoophandel en de product- en bedrijfschappen. Jaarlijksbetalen ondernemers in Nederland hieraan 450 mln. perjaar. Voor een kleine winkel in Leiden met zeven manpersoneel is het € 650. Ondernemers moeten meedoen,maar willen niet omdat 95% van de ondernemers er nietsaan heeft. Een parlementaire enquête hierover gaatwellicht wat ver, maar laten we de mening van hetbedrijfsleven vooropstellen. Daarom stelt D66 voor debijdrage aan deze organen vrijwillig te maken. Graag eenreactie van de minister op dit idee.

Ook een boer is ondernemer en een boerenbedrijf iseen onderneming. Boeren die tot 80% van hun inkomenuit Brussel krijgen, zijn feitelijk failliet. Aan welkestartende ondernemer geeft het CDA nog meer € 25.000?Tegelijkertijd is het gemeenschappelijk landbouwbeleidvoor veel boeren juist geen vetpot. Tot 10% van deinkomenssteun kan voor nationale prioriteiten wordeningezet. Nederland kan hiervan meer en beter gebruikmaken. Is het kabinet bereid om de komende jaren devolledige ruimte die artikel 68 biedt, in te zetten voormeer innovatie, duurzaamheid en dierenwelzijn?

De Commissie presenteerde drie opties voor hetgemeenschappelijk landbouwbeleid. D66 wil tot 2020 devaste inkomenssteun afbouwen en meer geld uittrekkenvoor innovatie, dierenwelzijn en groen. Alleen als wevoor de derde optie kiezen, maken we die keuze. Is hetkabinet bereid zich uit te spreken voor deze optie? Wijhebben op deze laatste twee punten moties in voorberei-ding.

Ik kom bij mijn tweede vinger: innovatie. Het kabinetwil het internationale concurrentievermogen van

Nederland versterken, maar de feiten wijzen een anderekant op, evenals de ELI-begroting. De kenniseconomiekraakt. Waar ASML opkrabbelt en DSM weer gaatinnoveren, gaat het kabinet zwaar ombuigen. Deprogrammatische aanpak verdwijnt volledig en degedroomde top 5-positie is ver weg, zo blijkt uit debekende lijstjes van het World Economic Forum, deOESO en de Europese Unie. Meedoen in de wereldvraagt orde op zaken op drie verschillende niveaus.

Allereerst moet Nederland aantrekkelijk zijn voor allebestaande, nieuwe en buitenlandse bedrijven dooruitstekende opleidingen, flexibele arbeidskrachten, goedeinfrastructuur en een positief imago. Kan de ministeringaan op de kritiek uit het OESO-rapport op hetregeerakkoord en daarbij aangeven hoe hij deze viercruciale onderdelen gaat verbeteren, in het bijzonder dekennismigratie?

Ten tweede moet Nederland zijn innovatiekrachtversterken; die kracht zit in de toplaag van het mkb. Ikbedoel de echte risiconemers, de start-ups, de uitvindersen de internationale nichespelers in alle bedrijfstakken,verspreid over het hele land. In hen moeten weinvesteren, maar het kabinet bundelt de budgetten. GeenFES meer en een forse subsidietaakstelling. Regionaalontwikkelingsbeleid decentraliseert, maar niet elke regioheeft een zogenaamde regionale ontwikkelingsmaat-schappij. Betekent decentralisatie in feite afschaffing enbetekent bundelen eigenlijk opheffen? Ik zal hetantwoord ditmaal zelf geven: FES schrappen betekent500 mln. minder, net als de subsidietaakstelling. Samenis dat dus 1 mld. minder, oftewel 1000 mln. per jaar.

Ik maak de balans op. Mijn fractie steunt de uitbrei-ding van de regelingen WBSO en de IPC’s. De kenniswer-kersregeling draaien wij om, want technologiebedrijvenzitten weer om mensen te springen. Daarom willen wijmensen vanuit de kennisinstellingen detacheren. Dat kankostenneutraal; wij denken aan een motie. Ook steunenwij een revolverend fonds, maar laten wij het simpelhouden met een terugverdienpot. Er moet één centraleregeling zijn waar bedrijven met de beste plannenaanspraak op kunnen maken, waarmee drempelsoverwonnen worden en waarin succesvolle investeringenterugvloeien. Maar laten wij het dan ook duidelijk maken.Ik wil precies weten hoe deze pot wordt gevuld.Bovendien willen wij dat ELI nieuwe coalities van kennisen kapitaal organiseert, want kracht van bedrijven vraagtkapitaal van de banken en kennis van de universiteiten.Mijn vraag is: gaat Maxime Verhagen dit maximaalaanjagen?

Ten derde moeten wij publiek-private financiering opde been houden om fundamenteel onderzoek tebehouden en om onze sterke kerngebieden te stimuleren.De creatieve industrie in Amsterdam, techniek in Twente,Delft en Eindhoven, voedseltechnologie in Wageningen,biofarma in Leiden, deze route loopt ook door Europa viade Europese kaderprogramma’s. Nederland moet er danwel voor zorgen dat cofinanciering mogelijk blijft. Wijstellen voor om een meebetaalpot te vullen – ja, wijhouden het simpel – voor de versterking van topgebie-den en Europese cofinanciering. Hier kunnen ookbudgetten van organisaties als TNO en Agentschap NLnaartoe.

Zonder nieuw geld vallen innovatieprogramma’s alsdominostenen om: eerst TI Pharma, dan water en overvier jaar voedsel. De overheid moet een betrouwbarepartner zijn voor het bedrijfsleven en voor Europa.

Verhoeven

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-78

Page 42: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Anders is de roep om meer private investeringenongeloofwaardig. Kan de minister daarom in de beloofdebedrijfslevenbeleidsnota een aantal zaken opnemen?Allereerst de effecten van het stopzetten van program-matische innovatiegelden. Ten tweede een plan voor decontinuïteit van investeringen via die meebetaalpot. Tenderde een voorstel voor de cofinanciering van deEuropese kaderprogramma’s via diezelfde meebetaalpot.

Tot slot mijn derde vinger: de consument. De klant iskoning, maar in Nederland moet hij blij zijn als grotebedrijven hem gedogen. Veel markten functioneren nietgoed. Het mkb kan moeilijk meespelen, met als gevolgeen beperkte groep aanbieders. Er is een schimmigetariefopbouw, moeilijk te begrijpen tarieven en lastigvergelijkbare prijzen. De drempel om over te stappen ligtvaak hoog. Er zijn voorbeelden te over. Ik noem de hogewinstmarges van banken op hypotheken, het afrondenop hele belminuten, het per uur parkeren in garages, hetniet door berekenen van bouw-btw, het ontbreken vanzicht op de benzineprijs bij het volgende tankstation opde snelweg. Ondanks dat Joep en Neelie onze Henk enIngrid soms te hulp schieten, is het aan de Nederlandseoverheid om toezicht te houden. ELI heeft maar liefst driescheidsrechters in dienst: de NMa, de OPTA en deConsumentenautoriteit. Zij staan met hun neus bovenopovertredingen, maar zij mogen niet fluiten of zij fluiten telaat. De OPTA kan het afronden op hele belminuten nietvoorkomen en de NMa laat de huizenkoper een halfjaarin onzekerheid over hoge winstmarges. De neigingbestaat om ook hier voor bundeling te kiezen, maar hetbelangrijkste is dat de consument centraal komt te staan.Graag horen wij van de minister hoe hij dit wil bewerk-stelligen. Komt er een heldere verdeling van taken enprioriteiten? Stuurt de minister daadwerkelijk voor1 maart een plan, zoals mevrouw Verburg gisteren opnu.nl heeft aangekondigd?

Tot zover de economische handreiking van D66. Ikhoop dat de minister deze op waarde schat, ook al warenhet slechts drie vingers.

De heer Graus (PVV): De heer Verhoeven noemdedaarnet dierenwelzijn als een van de hoofdpunten. Is hijbereid om ons te steunen in een verbod op de meestgruwelijke vorm van dierenmishandeling in Nederlandvoor meer dan 2 miljoen dieren per jaar: het ritueelslachten?

De heer Verhoeven (D66): Daar vraagt u mij wat. Waarmogelijk gaan wij u niet teleurstellen. Mijn gevoel zegtdat het goed zit, maar ik moet dit aan mijn collega VanVeldhoven vragen. Dat betekent niet dat ik om alles heenloop. Als het moet, dan doen wij het.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik vind de discussie overbelminuten heel belangrijk, maar hoe consequent zijnwe? Ik neig ernaar om allerlei voorstellen die wellichtnog komen vanuit de Kamer te steunen, maar als we nugaan dwingen dat er per seconde wordt afgerekend bijde telecomproviders, krijg ik dan ook geld terug als ikeerder uit mijn hotelkamer vertrek? Of als ik eerder uitmijn vakantiewoning vertrek? Gaan we ook per minuutafrekenen bij de sauna, of bij de discotheek?

De heer Verhoeven (D66): Dit ben ik niet gewend vanmevrouw Gesthuizen. Zij is normaal iemand die met eenoplossing komt waarvan wij denken: laten we dit niet

doen, want dit gaat mis. Nu draait zij het precies om: wijkomen waarschijnlijk met een oplossing, namelijk dat jegaat betalen voor wat je afneemt, en zij gaat nuvoorbeelden bedenken waarin de oplossing die wij metonze creativiteit aandragen, misschien niet helemaalgoed uitpakt.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik wil dat u een stapje verderdoet. Gaat u dat dan daar ook regelen? Ik zeg helemaalniet dat ik het niet met u eens ben. Ik neig ernaar uwvoorstel te steunen. Maar zijn we hier bezig metsymboolpolitiek, wat op zich soms heel belangrijk kanzijn, en pakken we dan nu alleen de telecomsector aan,of gaan we verder? Ik zou willen dat u consequent was.

De heer Verhoeven (D66): Mevrouw Gesthuizen stelt mijeen gewetensvraag, en dat is goed. Op bladzijde 11 vanmijn spreektekst staat een prachtige opsomming van vijfvoorbeelden, waarbij consumenten te veel betalen, nietkunnen overstappen, schimmig behandeld worden enonduidelijk met een kluitje in het riet worden gestuurd.We laten het dus niet bij de belminuten. MevrouwGesthuizen kan ervan op aan dat wij op andere puntende consument recht zullen doen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): We zien alle voorstellentegemoet.

Mevrouw Dijksma (PvdA): De heer Verhoeven weet datwij hierbij zij aan zij optrekken. Maar misschien is hij hetmet mij eens dat de voorbeelden van mevrouwGesthuizen niet helemaal kloppen, omdat het daar gaatom diensten waarvan je zelf als klant vindt dat hetafgelopen moet zijn, terwijl het in de voorbeelden die wijnaar voren brengen gaat om diensten die je opgedron-gen worden en waarvoor je moet betalen, terwijl je datniet wilt.

De heer Verhoeven (D66): Dat is een bijna ragfijneanalyse van mevrouw Dijksma, maar niet helemaal. Ookhier gaat de vergelijking namelijk een beetje mank. Latenwe het nu gewoon per geval bekijken. De Nederlandseconsument wacht op ons. We moeten die belminutenoplossen. Laten we daar nu mee beginnen. D66 isnormaal gesproken de partij die dingen nog nuanceert,maar hier wil ik heel absoluut over zijn.

De heer Dijkgraaf (SGP): Mijn klomp breekt een beetje,als ik bedenk dat de heer Verhoeven van een liberalepartij is. Ik snap best dat er te weinig concurrentie is endat er allerlei problemen zijn, die we moeten aanpakken.Maar als dat er uiteindelijk in resulteert dat consumentenvolstrekt transparant kunnen kiezen tussen verschillendepakketten, en bij de ene wordt hij per seconde afgere-kend en bij de ander per minuut, per uur of per jaar, gaathet erom dat het transparant is, en de consument kankiezen wat hij wil. Daar gaat het toch uiteindelijk om?

De heer Verhoeven (D66): Transparantie is dé manierom de consument zijn verantwoordelijkheid te latennemen om de markt goed te laten functioneren. Datklopt. Transparantie is dus een heel belangrijke stap.Maar soms is transparantie niet mogelijk zonder ook hetproduct op een duidelijke manier in stukjes te hakken.Hier zeggen we: als de consument aan de ene kant eenminutenabonnement krijgt, en aan de andere kant een

Verhoeven

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-79

Page 43: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

secondenabonnement, wordt het toch weer onduidelijk,en ontstaat er toch weer een soort wolk waar heel veelconsumenten niet uitkomen. We zitten nu met een aantalfracties te kijken naar die balans, en daar willen wegewoon uitkomen.

De heer Dijkgraaf (SGP): Die seconde is dan toch ookmaar een keuze die we maken? Waarom dan niet permilliseconde, of per 10 seconden, of per 30? Als je opeen site ziet dat je een abonnement wilt nemen voor eenvast bedrag, kies je daarvoor. Laten we alsjeblieft juistvoor de consumenten de keuzevrijheid overeind houden,mits transparantie is gewaarborgd.

De heer Verhoeven (D66): De heer Dijkgraaf maakt er nubijna kolder van. Ik wil het ook best per miljoensteseconde doen, maar daar heeft de consument niets aan.Zo snel kan niemand praten, zelfs ik niet. Dat ga ik dusniet proberen! Laten we het gewoon per seconde doen.

Mevrouw Schaart (VVD): Kiest u nu voor een verbod, ofvoor meer keuzevrijheid voor de consument?

De heer Verhoeven (D66): Normaal gesproken zou ikhierop geantwoord hebben: ik kies voor beide. Maar datis een onduidelijk antwoord. Een verbod klinkt heel eng,maar een verbod op bedrog is hartstikke goed. Daar zouu ook voor moeten zijn. Een verbod op bedrog is eenheel goed verbod. Als het een verbod op bedrog is, dangaan wij voor een verbod.

Mevrouw Schaart (VVD): Maar dat is toch wat anders. Umoet dan toch wat duidelijker zijn. Ik wil weten of u gaatvoor het verbod op afrekenen per seconde of dat u gaatvoor meerkeuzevrijheid, meer transparantie.

De heer Verhoeven (D66): Ik ga ervoor dat consumentenkunnen betalen voor wat ze afnemen. Als wij daarvooreen verbod moeten instellen op het bedriegen van deconsument, zullen wij dat doen. Als wij dat op eenandere manier kunnen regelen, zullen wij daar ook zekernaar kijken. Maar ik ben niet zo bang voor het woord″verbod″.

De voorzitter: Dan geef ik nu in de eerste termijn hetwoord aan de heer Van Vliet.

©

De heer Van Vliet (PVV): Voorzitter. Ik was in deveronderstelling dat er nóg een woordvoerder van D66zou volgen, maar u verrast mij positief.

De heer Ziengs van de VVD feliciteer ik met zijnmaidenspeech. Bovendien een warm welkom voor debewindspersonen van ELI. Als ik naar dit debat kijk, danstaan die letters volgens mij voor Ernstig, Log en Inert.Daarmee wil ik gezegd hebben dat ik nog niet helemaalovertuigd ben van de effectiviteit van het samenvoegenvan de ministeries. De vraag die opdoemt is: waar gaatde minister over? Laat ik een paar schoten voor de boeggeven.

De minister gaat volgens mij in ieder geval overenergie. Dat onderwerp komt nog aan de orde in eenapart wetgevingsoverleg. Om toch alvast een tipje vanonze sluier op te lichten: de PVV is voorstander vankernenergie. Die lijn wil ik even naar dit debat doortrek-

ken, naar de plannen voor een nieuwe onderzoeksreactorin Petten, genaamd Pallas. Nederland speelt een leidenderol op het vlak van nucleair onderzoek. En dat wil de PVVgraag zo houden. Wat gaat de minister doen om eencluster van nucleaire kennis in Nederland te stimulerenopdat Nederland zeker op dit vlak tot de wereldtop blijftbehoren?

De minister gaat ook over regeldruk. De PVV vraagtzich af wanneer wij een concrete bekorting van vergun-ningstermijnen voor de Nederlandse ondernemerstegemoet kunnen zien. Wat gaat de minister hierconcreet aan doen?

Tot ons genoegen hebben wij gezien dat de Crisis- enherstelwet van het kabinet goed uitpakt en derhalve eenpermanent karakter heeft gekregen. Ik vraag de ministerof hij van plan is om met initiatieven te komen om deCrisis- en herstelwet naar andere sectoren dan deinfrastructuur uit te breiden. Mijn fractie zou daar eenvoorstander van zijn.

De minister gaat ook over telecom. Er is al het een enander over gezegd door de vorige sprekers. Tot mijnteleurstelling gaf de minister aan niet over te willen gaantot een verbod op afronding op belminuten. Ik roep deminister op dit wel te doen, want ik vind het diefstal vande consument. Daarnaast zou mijn fractie graag zien datbelbedrijven geen contracten meer mogen afsluiten metminderjarigen zonder medetekening van de ouder ofvoogd. Mijns inziens is dat nog steeds niet afdoendegeregeld. Graag verneem ik de visie van de minister opdit punt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik hoorde de PVV-woordvoerder spreken over energie en over de Crisis- enherstelwet. Nu weet ik dat de PVV-fractie destijdstegenstander was van de CO2-opslag onder Barendrecht.Er is ondertussen veel onrust in Bergen over de plannenvoor gasopslag aldaar. Hoe staat de PVV-fractie daarin?

De voorzitter: Ik wil een opmerking vooraf maken. Er is,zoals u weet, op 6 december nog een apart begrotings-onderzoek over energie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat klopt. Het betreft hierweliswaar een beslissing van de minister van Economi-sche Zaken maar de staatssecretaris van Landbouw heeftook wel degelijk van doen met dat gebied omdat het eenehs-gebied is. Dus het lijkt mij wel aan de orde hier.

De heer Van Vliet (PVV): Zoals u zegt, voorzitter, erwordt op een ander gremium op teruggekomen. Ik kanwel zeggen dat mijn fractie tegenstander is van diegasopslag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat maakt dit onderwerphier wel relevant. Ik hoor de PVV-fractie hier vragen omuitbreiding van de Crisis- en herstelwet. Tevens zie ikhaar handtekening staan onder het regeerakkoord en hetgedoogakkoord waarin staat dat men de Crisis- enherstelwet permanent wil maken. Welnu, die Crisis- enherstelwet zorgt er nu juist voor dat de beslissingsbe-voegdheid wordt weggenomen bij de gemeenten. Hoeziet de heer Van Vliet dat dan? Hoe wil hij dan diegasopslag in Bergen nog tegenhouden, als hij dit kabinetsteunt en tegelijkertijd die Crisis- en herstelwet wiluitbreiden?

Verhoeven

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-80

Page 44: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

De heer Van Vliet (PVV): Een kort antwoord, want daarwordt in een ander gremium op teruggekomen, zoals devoorzitter zegt. Mijn fractie is tegenstander van diegasopslag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat maakt dit onderwerphier wel relevant. Ik hoor de PVV-fractie vragen omuitbreiding van de Crisis- en herstelwet en ik zie dehandtekening staan onder het regeer- en gedoogakkoord,waarin wordt gezegd dat men die Crisis- en herstelwetpermanent wil maken. Die Crisis- en herstelwet zorgt ernu juist voor dat de beslissingsbevoegdheid wordtweggenomen bij de gemeenten. Hoe ziet de heer VanVliet dat dan? Hoe wil hij die gasopslag in Bergen nogtegenhouden als hij dit kabinet steunt en de Crisis- enherstelwet alleen maar wil uitbreiden?

De heer Van Vliet (PVV): Een kort antwoord. Wij zijn enblijven tegenstander van die gasopslag en er is nogsteeds een meerderheid in de Kamer nodig voor diegasopslag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Prima. Dat wilde ik graaghoren.

Mevrouw Schaart (VVD): U spreekt over telecomcontrac-ten voor minderjarigen, maar bij mijn weten kunnenalleen mensen boven de 18 een contract afsluiten. Voorprepaid geldt wat anders. Wat bedoelt u precies? Als uandere informatie hebt dan ik, hoor ik dat graag.

De heer Van Vliet (PVV): Er zijn mij heel veel voorbeel-den bekend van belbedrijven die wel contracten afsluitenmet de aanname dat de minderjarige dan toestemmingheeft. Dan wordt er een mondelinge vraag gesteld endan wordt er gezegd: ja. Vervolgens zien we dat dieminderjarige een veel te duur contract afsluit endaardoor in de problemen komt. Wij zouden graag willendat een ouder of voogd gewoon mee tekent.

Mevrouw Schaart (VVD): Hoe betalen deze minderjarigeklanten dan hun facturen? Zij moeten dan ook eenbankrekening hebben of wat dan ook. Ik vind dit vreemd.Het is mij niet bekend. Ik wil er graag meer over weten.

De heer Van Vliet (PVV): Toch zijn dat gegevens die ikheb. Zij betalen de facturen inderdaad vaak niet. Dat isnu net het grote probleem.

Voorzitter. Ik was gebleven bij de medezeggenschap.Daar hecht de PVV bijzonder veel waarde aan. Wijhebben recent een aantal voorbeelden gezien vanbloeiende Nederlandse bedrijven die in handen zijn ofwaren van buitenlandse multinationals. Die bedrijvenworden ofwel gesloten ofwel verkocht, waarbij destakeholders uiteindelijk alleen het belang van deaandeelhouders in het oog hebben gehouden. Een mooivoorbeeld dat ik vandaag tegenkwam, is Hunkemöller,ook wel bekend als hunkesmuller. Dat is nu ook verkochten dat was ooit de Nederlandse trots voor dames endaarmee ook voor heren. Ik betreur het ten zeerste datdit toch weer verdwijnt uit ons nationale industriële enwinkelerfgoed.

De heer Verhoeven (D66): Voorzitter. Een bepaaldegroep mensen in deze Kamer is ontzettend hard aan hetlachen. Een bepaalde andere groep ontgaat dit. Kan de

heer Van Vliet dit grapje hunkesmuller even uitleggen,alstublieft?

De voorzitter: Weet u, dat ga ik niet goedvinden. Somsmoet je ook iets een beetje mystiek houden. Dat vind ikin dit geval het beste. U vervolgt uw betoog. Het is voorde happy few.

De heer Van Vliet (PVV): Ja, ik reken mij daar zelf toe.Voorzitter. Bij mijn fractie bestaat de indruk dat wij in

Nederland de medezeggenschap heel behoorlijk hebbengeregeld, maar desondanks zien wij voorbeelden vanbedrijven die wel erg snel over de balk worden gesme-ten, waarbij alleen wordt gekeken naar het aandeelhou-dersbelang. Mijn vraag is of wij nog eens gezamenlijknaar de medezeggenschap kunnen kijken, vooral als hetgaat om overnames en het sluiten van Nederlandsebedrijven die in buitenlandse handen zijn. Mijn fractiehoopt dat wij de medezeggenschap op dit punt kunnenversterken. Ik roep de minister op daarover mee tedenken. Ik hoor graag zijn visie daarop.

Mevrouw Schaart (VVD): Denkt u dat het ons vestigings-beleid aantrekkelijker maakt en dat buitenlandsebedrijven dan liever naar Nederland komen? Ik denknamelijk van niet.

De heer Van Vliet (PVV): Medezeggenschap bestaat inNederland al heel lang en was nooit een drempel voorbuitenlandse investeerders. Als wij de zaken in Neder-land goed regelen en de stakeholdersbelangen goedtegen elkaar afwegen, denk ik niet dat wij een drempelopwerpen voor buitenlandse investeerders. Zij kijkennamelijk ook naar heel veel andere zaken.

Mevrouw Schaart (VVD): U wilt toch een stap verder-gaan en hen een stem geven bij eventuele overnames?

De heer Van Vliet (PVV): Ik heb gezegd dat ik naarmogelijkheden zoek om de positie van de ondernemers-raad te versterken. Of zij dan een stem hebben, datmoeten wij nader bekijken.

Mevrouw Schaart (VVD): Kunt u zich dan wat specifiekeruitdrukken? Dan begrijp ik u verkeerd, denk ik.

De heer Van Vliet (PVV): Nee, dat is mijn vraag aan deminister. Dat moet de minister gaan uitleggen.

Voorzitter. Over het bericht dat Nederland zou moetengaan behoren tot de top vijf van de Global Competitive-ness Index heb ik toch wel mijn twijfels, want ik zie datde private investeringen in research and developmentnog steeds achterblijven bij de publieke investeringen. Ikzou graag de concrete visie van de minister op dit punthoren. Wat denkt hij dat mogelijk is, vanuit zijn positie,om een plek in de genoemde top vijf te bewerkstelligen?Ik ben daar erg benieuwd naar.

Over de nieuwe aanbestedingswet is vandaag al heteen en ander gezegd in het debat. Mijn fractie roept deminister op, de grens voor aanbestedingen zo laagmogelijk te houden, natuurlijk voor zover de Europeseregels dat toestaan. Ook kleine Nederlandse onderne-mers kunnen dan een faire kans krijgen. Wij zien op ditpunt tekortkomingen in het huidige systeem. Nu wij tochbezig zijn met een nieuwe wet, hoop ik dat wij dit echteen keer kunnen regelen. Afhankelijk van het antwoord

Van Vliet

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-81

Page 45: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

van de minister kom ik hierop wellicht in tweede termijnterug met een motie.

Van de zestien toezichthouders van mevrouw Verburgmogen er van ons ook een paar af. Mijn fractie is daarvoorstander van. Ik verzoek de minister, in het verlengdevan wat mevrouw Verburg heeft gezegd, te bekijken watdaarvoor de mogelijkheden zijn. Daarnaast is algesproken over de Kamers van Koophandel en het doorhen beheerde verplichte Handelsregister. Daar betalenondernemers een bedrag voor per jaar. Zij betalen ooknog bedragen voor andere diensten waarop zij wellichtniet zitten te wachten of voor diensten die geenmeerwaarde toevoegen. Ik heb begrepen dat dewebshops zich door de Kamers van Koophandel in desteek gelaten voelen. Die worden helemaal niet bediend.Mijn fractie pleit ervoor, alle andere bedragen af teschaffen en de dienstverlening over te laten aan de vrijemarkt in wording op dit punt. Ik hoor graag de visie vande minister hierop.

De inhuur van externen door met name overhedenblijft mijn fractie een doorn in het oog. De Kamer heeftde motie-Roemer aangenomen. Mijn concrete vraag aande minister is wat hij gaat doen om uitvoering aan dezemotie te geven. Dat wil ik toch graag weten.

De PVV is geen principieel tegenstander van liberalise-ring. Liberalisering en privatisering mogen echter geendoel op zich zijn. Ik noem het al tig keer besprokenvoorbeeld van de postmarkt. De PVV vindt dat deliberalisering daar compleet is mislukt. Er is geeninternationaal level playing field en de consument is erniet beter van geworden. Ik roep dan ook de ministermet klem op om bij verdere plannen op dit gebied eenuiterst grondige afweging van belangen te maken. Daardenken wij graag over mee.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb twee vragen over depostmarkt. In het verleden heeft de PVV-fractie bijnaconsequent de moties gesteund die ertoe strekken datbedrijven in de postsector verplicht het nationaalminimumloon moeten uitbetalen. In de huidige AMvBstaat dat op 1 januari 2011 alle bedrijven in de postmarktin ieder geval met een arbeidscontract moeten werken. Isde heer Van Vliet nog steeds van mening dat dit zo moetblijven? Gaan wij ervoor dat dit echt gaat gebeuren op1 januari 2011? Hoe denkt de heer Van Vliet over debodemprijzen in de post? Hierover is een motieingediend.

De heer Van Vliet (PVV): Zoals mevrouw Gesthuizenweet, is het postdossier overgegaan naar een collega. Ikheb de laatste ontwikkelingen niet meer gevolgd. De insand outs ga ik in dit debat niet op tafel leggen. Bodem-prijzen in de post vormt een zeer ingrijpende ingreep inde markt, voor zover er al een markt is. De PVV is daarop zichzelf tegenstander van. Dat is ook eerder gezegd inde debatten over de post.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Punt is dat ik ook hoor datpartijen vinden dat de bodemprijzen minder ingrijpendzijn dan het afdwingen dat met arbeidsovereenkomstenwordt gewerkt. Met arbeidsovereenkomsten wordtgerommeld aan de uitgaven van bedrijven. Die gaan danfailliet. Daar kan verschillend over gedacht worden. Eenaantal fracties in de Kamer vindt dat echter nietwenselijk. Met bodemprijzen stoppen de prijzenoorlogenwaaraan de bedrijven kapot gaan. Ik vraag mij af

waarom de heer Van Vliet dus meent dat het eeningrijpender is dan het ander.

De heer Van Vliet (PVV): Er is liberalisering in werkinggetreden. Die kunnen wij niet terugdraaien. Dat isdestijds met minister Van der Hoeven besproken in eenAO. Als er een markt is, moet die echter wel zijn werkdoen. Het feit dat de overheid een noodzakelijkemaatregel van bovenaf oplegt, de arbeidscontracten,gaat al heel erg ver. Dat is zeer betreurenswaardig.Daarom was mijn fractie ook voorstander van onderzoeknaar de mogelijkheden voor de sector en de werknemersom bij elkaar te komen. In de sector hebben devakbonden overigens een uiterst lage organisatiegraad.Mijn fractie was vooral benieuwd naar de mening van dewerknemers in die sector; wij hebben daar nooiteen-op-een mee kunnen spreken. Het is bekend dat wijaltijd voorstander zijn geweest van die maatregel. Als diemaatregel wordt doorgevoerd, ligt dat in het verlengdevan wat wij in het recente verleden hebben besproken.

De heer Verhoeven (D66): Bodemprijzen op depostmarkt, dat zou echt geen goed idee zijn. Ik ben blijdat de heer Van Vliet zich in die zin uitspreekt. Nu hijechter toch een aantal principes nuanceert, wil ik er nogeen aan hem voorleggen. Hij zegt dat zijn fractie geenprincipieel standpunt heeft tegen liberalisering. Stel nudat er op Europees niveau wel een goed level playingfield zou zijn voor de postmarkt, zou hij dit dan een kanswillen geven?

De heer Van Vliet (PVV): Als dit keihard wordt aange-toond, is het antwoord ja. Ik laat dus geen principe los,want dit was altijd het principe van mijn fractie.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Ik begrijp dat de heer VanVliet aan het einde van zijn betoog is. Ik wil hem noggraag een vraag stellen over de versterking van demedezeggenschap. Wat hij daarover zei, klonk mij alsmuziek in de oren. Is hij van mening dat er bij bijvoor-beeld fusies of overname een instemmingsrecht van deondernemingsraad moet komen?

De heer Van Vliet (PVV): Ik zou graag een evaluatieloslaten op de medezeggenschap. Ik was zelf lid van eenondernemingsraad bij het bedrijf waar ik werkte voordatik naar de Kamer kwam. Mijn persoonlijke sympathievoor dit voorstel heeft u, maar ik moet dit nog even aande fractie voorleggen. Ik kan mij daarbij echter alleszinsiets voorstellen.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Wellicht kan de heer Van Vliethierop terugkomen in tweede termijn of is dat te snel?

De voorzitter: U kunt het hem dan nog eens vagen.

Mevrouw Dijksma (PvdA): Dat zal ik doen.

©

De heer Graus (PVV): Mevrouw de voorzitter. Ik heballereerst een aanvulling op het verhaal dat nog bij het″oude″ Economische Zaken hoorde. Wij krijgen intoenemende mate te horen dat mkb’ers die zich aanwetten en regels houden, onder het mom van winkel-pandrenovatie blijvend uit hun pand worden geplaatst. Ik

Van Vliet

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-82

Page 46: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

wil hiervan een specifiek aandachtspunt maken tijdensdeze begrotingsbehandeling. Wat zal de regering hieraandoen? Mogelijk leggen wij een motie als stok achter dedeur klaar. Ik krijg hierop graag een reactie.

Ik ga nu over naar een belangrijk speerpunt voor dePartij voor de Vrijheid, het dierenwelzijn, maar niet dannadat ik de heer Ziengs van harte heb gefeliciteerd metzijn maidenspeech.

Ik heb een foto meegenomen die ook naar bijna alleKamerleden is gestuurd. Daarop is te zien dat twee ziekeidioten een puppy ophangen. Zij staan daarbij nog telachen ook en zij steken hun middelvinger op naar deNederlanders. De hufterigheid en het onfatsoen naardieren nemen steeds verder toe. Ik kan mij daaraan nietonttrekken. Ik zit al jaren in het dierenwelzijnswerk en ikschrik mij iedere dag weer dood van de agressietegenover en het afreageren op dieren. Die nemen metde dag toe. Dit moet echt een halt worden toegeroepenen Nederland moet op dit terrein echt het voorbeeldlandworden voor de hele wereld.

Daarom een eerste vraag aan de staatssecretaris voordierenwelzijn die wat mij betreft minister voor dierenwel-zijn had mogen zijn. Hoe zit het met de dierenpolitie en114? Ik zou hiervan graag op de hoogte wordengehouden door het kabinet, want dit zijn toch mijnkindjes en daarmee ook van de PVV. De dierenpolitie-mannen en -vrouwen moeten er snel komen en ook hetalarmnummer 114 moet er snel komen om te bereikendat dit soort hufters – sorry voor het woord mevrouw devoorzitter – vlug kunnen worden opgepakt en snellerkunnen worden opgespoord.

De Partij voor de Dieren heeft hier onlangs eengruwelijk filmpje vertoond over ritueel slachten.Verschillende Kamerleden, medewerkers en burgershebben het kunnen zien. Uit recent onderzoek isgebleken dat het minimaal 80 seconden duurt voordatdieren sterven als beide halsslagaders in een keerworden doorgesneden, maar in veel gevallen lukt datniet, vooral niet als er met verkeerde of botte messenwordt gewerkt. Dat is een vreselijke doodstrijd. Het kandan wel twee tot drie minuten duren. In een filmpjehebben we echt gezien dat schapen minutenlang aan éénpoot spartelden. Let wel, in ons land. Dat kan echt nietmeer. Onze boeren proberen het goed te doen, doenalles om met dierenwelzijn voorop te blijven lopen. Ookbepaalde veetransporteurs hebben het zich aangetrok-ken, doen hun best en moeten aan tal van eisen voldoen.Onze reguliere slachterijen evenzo. Dan kunnen we tochniet accepteren dat er mogelijk veel meer dan miljoendieren – dat is een vermoeden en ook dat is een vraagaan de staatssecretaris – zo wreed aan hun einde komen,liggen te spartelen en te gorgelen en stikken in huneigen bloed. We hebben de deskundigen hierovergehoord. Hier moet echt een eind aan komen, er moeteen verbod komen op ritueel slachten in Nederland. Erwas zelfs een geloofsdeskundige die sprak van onzede-lijkheid: dat wij in Nederland geen onzedelijkheid hoevente accepteren. Ook vrijheid van geloof mag niet leiden totmishandeling van dieren. Of tot onderdrukking vanvrouwen, zoals mijn voorzitter dat benoemt in zijndebatten, maar nu gaat het om mishandeling van dieren.Dierenartsen spreken van wreedheid, geloofsdeskundi-gen spreken van onzedelijkheid. Dit kan gewoon echt nietmeer. Ik reken op de steun van de Kamer – en D66 heeftdie al min of meer toegezegd – voor een verbod opritueel slachten. Het punt van bedwelming is heel

sympathiek van de Partij voor de Dieren, maar het hoortgewoon niet; dieren horen niet meer ritueel geslacht teworden.

Mevrouw Thieme (PvdD): Voorzitter. Ik denk dat de heerGraus telkens een foutje maakt. Het maakt ons niet uithoe het dier wordt verdoofd, als het maar zo gebeurt dathet nooit zal merken dat het wordt doodgemaakt. Dusreversibel of irreversibel maakt ons niet uit, de besteverdoving moet worden gebruikt en wetenschappersmoeten dat vaststellen. De heer Graus vindt hiervoor inons een medestander, daarover hebben we dus geendiscussie.

Ik wil wel het volgende vragen over de reguliereslacht. Daarin blijken vele dieren bij bewustzijn teworden geslacht, vanwege elektrocutie of CO2-bedwelming die niet werkt. De heer Graus vindt hetabsoluut ontoelaatbaar dat een dier nog moet merkendat het wordt geslacht. Ik vind het zeer opvallend dat hijwijst naar Europa om het te regelen, terwijl dat al inNederland kan. In de regeringsverklaring staat dat wemoeten kiezen voor een level playing field en dat Europadaarvoor moet zorgen. Het lijkt me dat de PVV, alseurosceptische partij, daarmee niet akkoord kan gaan.

De heer Graus (PVV): Allereerst is er veel onduidelijkheidontstaan over een debat tussen mevrouw Halsema enmij bij Pauw en Witteman over kippenslachterijen, maarik was degene bij wie de klokkenluiders zich hebbengemeld en ik heb de motie ingediend; overigensgesteund door u en door Femke Halsema, al was ze datvergeten. Wij doen er dus wel degelijk wat aan. Ik spraker ook over – en ben daarom meermalen geïnterrum-peerd – dat dieren irreversibel bedwelmd moeten zijn; zemoeten dood zijn alvorens ze worden aangesneden ofopengesneden, want ieder dier verdient een zo waardigmogelijke en snelle dood. Dit geldt ook voor ritueelslachten. Voor u maakt het niet uit of het een reversibeleof irreversibele bedwelming is, maar voor de PVV wel:wij willen dat er enkel met irreversibele bedwelmingwordt gedood. Ik weet dat deze voor bepaalde gelovenof ideologieën – hoe wil je het noemen – irreversibelmoet zijn, maar wij in Nederland hebben daar geenboodschap aan; het zijn onze dieren en onze dierenworden echt eerst irreversibel bedwelmd, dus eigenlijkmin of meer eerst gedood, alvorens ze worden openge-sneden.

Mevrouw Thieme (PvdD): Nogmaals, wij zijn het geheelmet de heer Graus eens dat de beste methode moetworden gebruikt en dat een dier absoluut niet meer bijbewustzijn mag zijn; hij vindt ons daarin aan zijn zijde.Laat hij dus niet meer zeggen dat wij niet tegen ritueelslachten zijn, want dat zijn wij wel; wij hebben daarvoorook een wetsvoorstel ingediend. Maar hoor ik in dewoorden van de heer Graus dat hij het met mij eens isdat op nationaal niveau de regels rond slachten, ritueelof gangbaar, kunnen worden aangescherpt als dierenwel-zijn in het geding is?

De heer Graus (PVV): Het gaat om twee zaken. Watbedoelt mevrouw Thieme met het level playing field?Onze boeren, slachterijen en alles wat met de veegerela-teerde industrie heeft te maken, lopen nogal voorop inEuropa. Ik weet dat zij het daar niet mee eens is en hetnog ver onvoldoende vindt, maar ze lopen wel voorop.

Graus

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-83

Page 47: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Waar wij het wel mee eens zijn is dit: laat die anderelanden ook maar eens komen. Ik heb met de heer Ormel,die tevens dierenarts is, een werkbezoek gebracht aanRoemenië en Bulgarije. Daar moeten zij het woord″dierenwelzijn″ nog uitvinden. Dat bedoelen wij met eengelijk speelveld: laat die andere landen, waar men hetwoord ″dierenwelzijn″ nog moet uitvinden, eerst maareens komen.

Wat was ook alweer uw tweede vraag?

Mevrouw Thieme (PvdD): Nu wordt het wel duidelijk. Alshet gaat om misstanden wegens een religieuze wijze vanslachten, zegt de PVV: het moet nationaal verbodenworden. Maar als er misstanden zijn bij de gangbareslacht – en die zijn er, want u hebt ook filmpjes overCO2-bedwelming bij varkens gezien – zijn er economi-sche belangen in het geding, en dan wijst u opeens naareen level playing field en naar Europa. Dat is wel metenmet twee maten.

De heer Graus (PVV): Het zijn de woorden van mevrouwThieme, want nu begrijp ik wat zij bedoelt. Het is nietwaar, want ik heb altijd het voortouw genomen als hetgaat om wantoestanden bij slachterijen, zoals ook deCO2-bedwelming. Laat dat dus heel duidelijk zijn. Ik hebgezegd dat wij in die zaken vooroplopen en daarinmoeten wij zeker voorop blijven lopen. Ik maak geenverschil tussen religieuze en economische bedrijven alshet om dierenwelzijn gaat. Dat hebben wij nooit gedaan.Wat ik wel wil zeggen is, dat de Partij voor de Dierenvoor ritueel slachten is, maar de dieren moeten voorafwel bedwelmd worden. Wij zijn tegen ritueel slachten.Dat is wel een heel groot verschil.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik maak hier echt bezwaartegen. Wij hebben een wetsvoorstel ingediend voor eenverbod op het ritueel slachten. Ik maak er bezwaar tegendat u hier gewoon staat te liegen. Ik wil gewoon niet datu dat doet. Ik heb duidelijk gemaakt dat wij willen dat ereen einde komt aan het onverdoofd slachten van dieren.Of de verdoving nu meteen de dood tot gevolg heeft,maakt de Partij voor de Dieren helemaal niets uit. Ik wildat u ophoudt met lasteren, want dat doet u niet alleenin de Kamer, maar ook daarbuiten. En dat neem ik u zeerkwalijk.

De voorzitter: Wat nu wordt gezegd is toch een vormvan een persoonlijk feit.

De heer Graus (PVV): Ik zal er kort op reageren. Ik neemgeen woord terug van wat ik heb gezegd. Het woord″liegen″ zal mevrouw Thieme in de toekomst echtmoeten terugnemen, want de Partij voor de Dieren isvoor ritueel slachten, maar wil dat de dieren voorafworden bedwelmd. Men heeft een initiatiefwet ingediendvoor een verbod op onverdoofd ritueel slachten. Datbetekent echter wel dat de Partij voor de Dieren voorritueel slachten is. Wij zijn voor een verbod op ritueelslachten. Dat is een wezenlijk verschil. Dat kan elkKamerlid beamen. Ik ben echt gekke henkie niet. Wijmoeten dit wel zuiver houden, zonder overigensdaarmee de Partij voor de Dieren in een kwaad daglichtte willen stellen. Maar de feiten moeten op tafel komen.

De voorzitter: U kunt nu geen persoonlijk feit voor uzelfmaken.

De heer Graus (PVV): Wij zullen verder gaan met hetverbod op het ritueel slachten.

Dan kom ik nu op de Oostvaardersplassen. Het is eenheel kwalijke zaak wat daar gebeurt. Als een boer inNederland drie koeien laat verhongeren, al is het doorsociale problemen, staan de AID en de politie op destoep. Die man wordt meegenomen, terecht, en hij krijgteen proces-verbaal. Wat mij betreft mogen die mensenook gevangenisstraf krijgen. Maar wat gebeurt er in deOostvaardersplassen? Onder het toeziend oog van deregering – het huidige kabinet is pas aangetreden, dus ikwil niet direct naar het huidige kabinet wijzen – stervenal sinds dertien jaar dieren de hongerdood tijdens langaanhoudende vorstperiodes. Die kennen wij nogal inNederland, vooral in deze gebieden. Het is een heellangzame dood, die dagen tot weken kan duren. Wijhebben de oplossing en wij willen dat er met eenzogenaamde prikpil wordt gewerkt door dierenartsen meteen verdovingswapenvergunning. Zij kunnen een soortprikpil in de billen van het dier schieten. Daarmeekunnen zij aan geboortebeperking doen. Voorts vragenwij aan de staatssecretaris van dierenwelzijn om dedieren, zolang de geboortebeperking niet in gang isgezet, tijdens lang aanhoudende vorstperiodes bij tevoeren. Dat is heel normaal. In een dierentuin dien je datook te doen en een boer moet het ook doen. Als je heelveel Heckrunderen, paarden en herten in een Tupperwa-rebak gooit, zul je er ook voor moeten zorgen. Dezedieren kunnen niet wegvliegen. De vogels hebben datwel gedaan. Ik heb dat voorspeld. De vogels zijn massaalweggevlogen uit de Oostvaardersplassen, maar dezedieren kunnen dat niet en nu zullen zij moeten wordenbij gevoerd. Moreel gezien zijn het gehouden dieren. Ditstaat los van de ehs-verbinding. Die zie ik niet zitten,want de dieren kunnen nooit klimatologisch migreren.Dat schiet dus niet op, want zij blijven in dezelfdeklimaatzone; wij zitten hier niet in Afrika. De dieren gaanzich dan nog meer verspreiden, zodat zij mindergemakkelijk bij te voeren en te controleren zijn. Ik bendaar dus op zichzelf genomen helemaal geen voorstan-der van. Ik wil daarop graag een reactie.

Ik zou ook graag willen weten welke straf Staatsbosbe-heer krijgt voor het jarenlang mishandelen en latendoodhongeren van dieren. Een dierentuin, een circus ofeen boer krijgt ook straf. Ik heb nog een vraag die ik hierhelaas eigenlijk aan niemand kan stellen: waar zijn dedierenactivisten? Ze staan wel bij een olifant in het circusdie het hartstikke goed heeft, maar nu er duizendendieren doodgaan, zie ik nergens activisten. Ik vraag medus wel af hoe selectief linkse activisten kunnen zijn.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik ben geen linkseactivist, maar ik wil wel meegeven aan de heer Graus datdit mij hogelijk verbaast. Ik kan het niet anders dan eenszijn met het betoog van de heer Graus, maar tegelijker-tijd denk ik dan wel: goh, dit is toch de partij die deontwikkelingssamenwerking wil afschaffen. Die partijzegt toch eigenlijk nu tegen deze Kamer: het is heel ergdat er een stel koeien in de Oostvaardersplassen aan dehonger doodgaat, maar dat er kinderen in de derdewereld creperen, terwijl wij ze eventuele hulp willenontzeggen, dat vindt hij blijkbaar minder belangrijk.

De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik weet niet waar datover gaat. Volgens mij ben ik even in een andere filmbeland. Ik weet echt niet waar de heer Braakhuis die

Graus

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-84

Page 48: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

onzin vandaan haalt allemaal. Ik wil hier iets voorleggenaan de staatssecretaris voor dierenwelzijn. Ik ben heelblij dat die man er is en ik wil graag even wat punten bijhem kwijt. Nu begint de heer Braakhuis over ontwikke-lingshulp. Dat is volgens mij een ander begrotingsdebat.Ik kan me daarin vergissen, maar ik geloof niet dat ikdaar de juiste woordvoerder voor ben.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Daar gaat het helemaalniet om. Het gaat hier gewoon om kwesties van principe.Ik vind dat u met twee maten meet als partij en daarspreek ik u op aan.

De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik zal dit voor kennisge-ving aannemen, dan ben ik er het snelst vanaf.

Ik heb nog een paar belangrijke punten waar ik eenreactie op wil hebben, namelijk de broodfokkers en deinternetaanbiedingen, dus dieren die worden aangebo-den op internet. Dat neemt schrikbarend toe. Ik vind hetecht een grof schandaal dat dit in ons land kan. Ik weetdat daarover gelukkig iets is opgenomen in het regeerak-koord, maar hoe staat het met de aanpak van debroodfokkers en het op internet aanbieden van dieren?

Dan heb ik een heel leuk punt, namelijk zeehonden enzeezoogdieren. Het blijkt dat Nederland veel zeezoogdie-ren kent en dat we de Zeehondencrèche hebben, onderde bezielende leiding van Lenie ’t Hart, de moeder vande zeehonden, een schat van een vrouw overigens. Nuzijn er veel instellingen, onder andere IMARES, hier welbekend, die plakken en plaatsen zenders op de rug vanzeehonden. Daar ondervinden die dieren ernstige hindervan. Ze raken vaak direct of indirect gedesoriënteerd ensterven een zeer langzame dood. Er zijn echt zeezoog-dierartsen – ik heb ze geraadpleegd – tot Zuid-Frankrijktoe, die zeggen: dit moet niet meer kunnen. Je gaat eenzeehond geen zender meer opplakken. We moeten terugnaar de ouderwetse observatie, want daar was niets mismee. We moeten stoppen met deze ook nog dure linksehobby, die niet bijdraagt aan het welzijn van dieren, wantwat hebben we er nu aan om te zien hoe vaak dat diereen rondje zwemt. Daar schieten we niets mee op. Mijnvraag is dus of dat alstublieft kan stoppen en of destaatssecretaris zich daarvoor wil inzetten.

Mijn tweede punt zal de staatssecretaris erg aanspre-ken, want ik weet dat hij een ponyliefhebber is. Paardenblijken vaak ernstig last te hebben van het plaatsen en/ofhet dragen van een registratiechip. Let wel, ik ben heelblij dat dieren geregistreerd worden, zodat men in gevalvan diefstal en andere wantoestanden de eigenaar kanopsporen, maar kan er onderzocht worden of die chipmisschien beter op een andere plek geplaatst kanworden? De chips gaan namelijk nogal wandelen, metals gevolg ontstekingen en problemen bij dieren. Ik hebdaar ook foto’s van gezien en ik heb in de praktijk watzaken gezien die schrikbarend zijn. Dan wil ik meteen eenpunt meenemen dat ik al een paar keer bij het vorigekabinet heb aangehaald: zijn er nu echt geen alternatie-ven voor die ontzettend grote oormerken bij landbouw-huisdieren? Je ziet echt dat de oren van die kleine dierengewoon dubbelklappen van de grote flappen die ze aanhun oor dragen. Is daar nog steeds geen alternatief voorte vinden? Kan daar mogelijk ook in Europa iets aangedaan worden?

De heer Koopmans (CDA): Voorzitter. De heer Grausheeft in zijn betoog op een aantal momenten voorbeel-

den genoemd van dierenmishandeling of risico’s daarop.Ik wil hem vragen, ook omdat hij zelf aan de staatssecre-taris vroeg hoe we dat nu gaan doen met de animalcops, hoe hij zelf aankijkt tegen de vraag hoe wij diemoeten inzetten. Ik vraag dat ook omdat met name deDierenbescherming en de inspecteurs van de Dierenbe-scherming, overigens tot mijn grote verrassing, nietenthousiast waren – laat ik het maar voorzichtig zeggen –over het idee dat we in het regeerakkoord hebbenopgenomen. Ook andere organisaties zitten nogalmoeilijk te doen. Heeft de heer Graus zelf een beeld – datzou de staatssecretaris misschien kunnen helpen ofminister Opstelten – hoe we dat met elkaar moeten gaanorganiseren?

De heer Graus (PVV): Ik ben heel blij dat u die vraagstelt. Ik wilde er zelf niet over beginnen, omdat het nietnetjes is om als een soort dierenambassadeur dierenwel-zijnsorganisaties aan te vallen, maar nu u die vraag stelt,kan ik dat wel doen, via de voorzitter. De Dierenbescher-ming, de LID en de AID hebben jarenlang aan mijn hoofdgezeurd om meer mensen en meer bevoegdheden en diekomen er nu. Plotseling blijkt echter dat het politiemen-sen worden en geen boa’s, dat wij politiemensen willenmet politionele bevoegdheden. Nu opeens denken deDierenbescherming en de AID: potverdikke, dat gaat onsdadelijk mogelijk de kop kosten. Zij zijn dus nu ineens inpaniek en zijn tegen het plan gaan ageren. Dat is niethard te maken. Het gaat de Dierenbescherming bijzonderveel leden kosten. Ik heb echt duizenden reacties gehadvan mensen die de Dierenbescherming niet meer willensteunen omdat deze ageert tegen de komst van 500animal cops.

De vraag is waarom het er 500 moeten zijn. Een dagbestaat uit 24 uur, dus je krijgt wisseldiensten. Datbetekent dat er 150 mensen dagelijks kunnen werken inverschillende teams. Die animal cops gaan niet alleenmaar veetransporten controleren. Ik zal trouwensdierenpolitie zeggen. Ik heb veel commentaar gehad vande mensen op de term ″animal cops″ en dat is terecht,want wij moeten hier in Nederland over dierenpolitie-mensen spreken. De dierenpolitie zal dus niet alleenveetransporten controleren en niet alleen achterdierenmishandeling aangaan, wat nu wordt gedaan doorveertien LID-inspecteurs en een paardenkop. Zo is hetwel, zo werkt het: het zijn er maar veertien en die kunnenhet nooit aan. Ik ben ervaringsdeskundige op dit gebied.Deze mensen gaan ook de velden en de bossen in, daarwaar Staatsbosbeheer alleen gastheerschap bepleit. Wijwillen dat er ook achter stropers wordt aangegaan. Datwordt ook allemaal gedaan. Ook boerderijen, circussenen dierentuinen moeten worden gecontroleerd. Diemensen worden dus zo breed als denkbaar ingezet.

De voorzitter: Het moet echt korter, mijnheer Graus.Anders laat ik uw tijd doorlopen, net als bij mijnheerKoopmans.

De heer Koopmans (CDA): Ik snap dat de heer Grausietwat teleurgesteld is in zijn voormalige dierenvriendenbij de inspectie.

De heer Graus (PVV): Dat is zacht uitgedrukt.

De heer Koopmans (CDA): Het is goed dat u dat nogeven zegt, mijnheer Graus. Wij staan hier nu als

Graus

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-85

Page 49: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

volksvertegenwoordigers en straks als medewetgever opdit punt. Ik zou graag uw visie willen horen op detaakverdeling tussen de dierenpolitie en de mensen vande Dierenbescherming en de AID. Hoe kijkt u daartegenaan? U bent de geestelijke vader van dit plan. Wijhebben dat overgenomen in het regeerakkoord. Ik denkdat het heel goed zou zijn als u zegt hoe dat geformu-leerd zou moeten worden.

De voorzitter: Mijnheer Graus, wilt u dat voor mij doen?

De heer Graus (PVV): Dat ga ik doen, voorzitter. Ik zal hetheel kort houden. In de eerste plaats ligt het balletje nubij de regering. Daarom vraag ik ook hoe het ermeestaat. Ik zal iets zeggen over mijn visie hierop. Er zijn nuenkele tientallen AID’ers die veel vakkennis hebben. Diehoeven van mij niet verloren te gaan, net zo min als dieveertien LID’ers. Ik zal even wat zeggen over de LID’ers,want daar komen de dierenpolitieagenten dadelijk voorin de plaats. Die mensen gaan alleen maar af opmeldingen. Zij hebben niet de tijd om meer te doen. Ikheb vaak gehad dat ik de LID belde op maandag en dater werd gezegd dat er vrijdag iemand langs zou komen.Dan hoeft het niet meer, want dan los ik het zelf wel op.Zij moeten niet alleen preventief controleren, maar ookdaadwerkelijk accuraat binnen een minuut naar eenmelding van dierenmishandeling gaan. Bovendienkrijgen de dierenpolitieagenten politionele bevoegdhe-den, die een LID’er niet heeft. Ik heb zo vaak gehad datLID’ers iemand niet konden arresteren of geen peper-spray hadden als zij met agressie te maken kregen. Danmoest toch de politie erbij worden gehaald. Dat leidtaltijd tot extra kosten. Bovendien worden daar danreguliere agenten voor van de straat gehaald die zichmet kindermishandeling moeten bezighouden.

De voorzitter: Dit is geen antwoord op de vraag van deheer Koopmans. Hij vroeg hoe u het ging organiseren.

De heer Koopmans (CDA): Ik probeer het nog heel even.Hoe kijkt de heer Graus aan tegen versterkte samenwer-king tussen deze organisaties of misschien het voor eendeel in elkaar schuiven ervan om daarmee zo veelmogelijk kracht te organiseren ter bestrijding vanmogelijke dierenmishandeling?

De heer Graus (PVV): Daar ben ik het helemaal meeeens.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik heb net een debat gehadmet minister Opstelten en die zei dat de dierenpolitiealles behalve dierentransporten en slachterijen gaatcontroleren. Wat de heer Graus denkt dat de dierenpolitiegaat doen, gaat minister Opstelten in elk geval zeker nietuitvoeren. Dat is toch een punt.

De reden dat de dierenbeschermingsorganisaties nietzo enthousiast zijn over dit idee, is dat er niets geregeldis voor de opvang van de in beslaggenomen dieren. Ditkabinet gaat namelijk, met steun van de PVV, korten ophet Gemeentefonds en dus op de dierenasiels. De dierenkunnen nergens naartoe. Het is dus eigenlijk een wassenneus.

De heer Graus (PVV): Ik kom zelf uit de OostelijkeMijnstreek, uit Heerlen. Daar is heel veel leegstand. Erzijn dus genoeg gebouwen waar dieren kunnen worden

opgevangen en zijn genoeg vrijwilligers die deze dierenwillen verzorgen. Geloof mij, ik heb jarenlang eendierenprogramma gehad waarin ik oproepen deed. Ikheb ook zelf dieren opgevangen en ondergebracht. Er isnooit één dier tussen wal en schip gevallen. Wij hebbenmet de vrijwilligers altijd tot de laatste minuut, dus tot deplaatsing, goed voor de dieren kunnen zorgen. Dat werkkun je juist door vrijwilligers laten doen en daar zijn ergenoeg van.

Mevrouw Thieme (PvdD): Begrijp ik goed dat de PVVeen oplossing heeft gevonden, in die zin dat de dieren denieuwe krakers van Nederland zijn? Er zijn toch gewoonofficiële dierenasielen waar de dieren op een professio-nele manier kunnen worden opgevangen? Daar gaat dePVV als gevolg van die gedoogsteun echter op kortendoor de uitkering aan het Gemeentefonds zodanig teverminderen dat de dierenasielen geen geld meerkrijgen. De dierenpolitie is gewoon een lege huls.

De heer Graus (PVV): Ik heb vanwege de afschaffing vande RAD – ik heb daar samen met minister Verburg nogvoor geknokt; de PvdD heeft dat niet gedaan – jarenlanggepleit voor een verbetering van de laserasielen. Dat zijnasielen onder toeziend oog van de Staat. Wij hebbenaltijd aangegeven dat de opvang van dieren ook moetworden geprofessionaliseerd. Als er meer dieren inbeslag worden genomen, dan moet er ook meerdierenopvang komen, maar er zijn panden en er zijnvrijwilligers genoeg. Heel veel gemeenten pakken dezorgplicht voor dieren niet goed op. Slechts een aantalgemeenten in Nederland heeft een fatsoenlijk asiel. Zijvoldoen aan de zorgplicht voor dieren. Gemeenten diedat niet doen, moeten worden aangepakt.

De voorzitter: Uw tijd loopt weer.

De heer Graus (PVV): Dank u. Ik krijg dus graag eenreactie op het chippen van paarden. Het is belangrijk omte bezien hoe dat beter kan. Ik ben ook benieuwd naar decijfers. Hoeveel dieren hebben daar op jaarbasis lastvan? Kijkend naar de meldingen en de foto’s lijken het ermeer te zijn dan wij denken. Helaas is mijn motie over demobiele dodingstations, slachthuizen, niet aangenomen,maar hoe zit het met de spreiding van slachthuizen,vooral gelet op het beperken van de transporttijdenbinnen Nederland? Er moeten meer decentrale slachthui-zen komen.

Ik kom bij het belangrijke onderwerp van de vee- enpaardenmarkten. Wellicht heeft iedereen de schokkendebeelden gezien, al dan niet met geheime camera’sgemaakt. Daaruit bleek dat dieren op paarden- enveemarkten worden bewerkt met stroomstootwapens enstokken. Kreupele dieren moeten vaak ter plekke dooreen dierenarts worden afgemaakt, maar vaak gebeurt datniet. Wij verzoeken wat dat betreft om meer toezicht. DeVWA-keuringsartsen hebben het niet gemakkelijk. Ik wijsin dat kader op mijn aangenomen motie om VWA-keuringsartsen bij een slachthuis te laten vergezellendoor minimaal één AID’er, maar het liefst twee AID’ers,met het oog op het voorkomen van intimidatie. Dedierenpolitie kan hier ook een mooie taak vervullen. Ikzou graag zien dat een VWA-keuringsarts in ieder gevalwordt vergezeld door de AID om intimidatie en bedrei-ging te voorkomen. Dan kunnen die mensen tenminstefatsoenlijk hun werk doen.

Graus

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-86

Page 50: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Dan de stalbranden. Die nemen toe in aantal, evenalshet aantal dieren dat omkomt in en tijdens een brand.Een basale en betere brandpreventie kan veel schadebeperken. Op basis van de huidige wet- en regelgevingworden geen specifieke eisen gesteld aan de brandveilig-heid van dierenverblijven. Dat is raar, want aan bedrijvenworden die eisen wel vaak gesteld. Nu gaat het omlevende wezentjes, maar dan ontbreken specifieke eisen.Vaak ontbreekt het aan kennis en kunde, waardoor despecifieke eisen gebrekkig worden opgesteld. Datresulteert in onvoldoende en onduidelijke brandveilig-heidseisen. Hoe denkt de staatssecretaris over eenbrandpreventieplan, in samenwerking met de brandweer,de veehouders en de verzekeringsmaatschappijen? Hetkostenaspect moet namelijk ook in de gaten wordengehouden, want het moet wel betaalbaar zijn voor demensen. Een boer die zijn dieren goed tegen brandbeveiligt, kan wellicht een flinke korting krijgen. Dat kanop lange termijn gunstig zijn.

Nu de hufterigheid in de richting van de dieren, maarook de gezagsdragers toeneemt, neemt ook de hufterig-heid in de richting van de politiedieren toe; ook watbetreft mishandeling. Ik heb het dan specifiek overpolitiehonden en politiepaarden. Hierover loopt een heelmooie serie op Omroep MAX. Dan krijg je een kijkjeachter de schermen van de wereld van de politiepaarden.Het is een geromantiseerde serie, maar de dierenmoeten vaak ter plekke worden gehecht, omdat ze eensteen tegen hun hoofd krijgen. Door die toenemendehufterigheid en respectloosheid worden de trouweviervoeters, politiehonden en politiepaarden, steedsvaker de dupe van geweld. De PVV wil sowieso eenzwaardere bestraffing van de mishandeling van dieren,maar vooral ook als het gaat om dieren die in de voorstelinies staan. Meestal staat een politiehond voor de linievan de politieagenten. De straffen tegen gezagsdragerszijn verzwaard, maar is het mogelijk de mishandeling vaneen politiehond of een politiepaard strafbaar te stellen?Wat mij betreft mag daarvoor een gevangenisstrafworden gegeven. Ik krijg daar graag een reactie van destaatssecretaris op. Mogelijk kunnen mensen die dierenmishandelen een levenslang verbod krijgen op hethouden van dieren.

Tot slot wil ik afsluiten in mijn eigen taal, ook de taalvan deze bewindslieden. Tegen de heer Bleker wil ikzeggen: kop d’r veur. Hij weet vast wel wat dit betekent.En tegen minister Verhagen: loat goan, gif gaas en zurgdat de luuj in Limburg trots op uch kinne zeen.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik ben erg verbaasd over hetfeit dat de heer Graus pleit voor een levenslanghoudverbod voor dierenmishandelaars, aangezien ik eenpaar maanden geleden een amendement heb ingediendwaar de heer Graus tegen heeft gestemd, maar datterzijde. De heer Graus is altijd met mij een strijdergeweest tegen de zwijnenjacht. Hij vond het een schandedat de zwijnen werden verjaagd. 80% is al doodgescho-ten. Het vorige kabinet kreeg er echt van langs van hem.Dit kabinet is voornemens om het gewoon weer toe testaan. Mijnheer Graus, gaat u met mij weer strijden omde zwijnenjacht echt te verbieden, opdat het echt nietmeer plaatsvindt? Dat was namelijk uw pleidooi deafgelopen jaren.

De heer Graus (PVV): Uiteraard zult u mij aan uw zijdevinden. Wij hebben echter wel een uitzondering en dat

weet u, dat is een bekend verhaal van de PVV, namelijkals er direct gevaar is voor mensen of voor anderedieren. In dat geval moet namelijk wel noodafschotplaatsvinden, zoals ik al jarenlang roep. Als het gaat omdrukjachten, drijfjachten en een onnozele vermindering,vindt u ons aan uw zijde. Wij zijn voor een prikpil omaan geboortebeperking te doen, in de Oostvaardersplas-sen en ook in andere gebieden zoals de Veluwe. Wij zijntegen dit zinloze afschotmandaat. Het is immers onnodig.

Mevrouw Thieme (PvdD): Er wordt gezegd dat er opzwijnen gejaagd moet worden om ongelukken tevoorkomen. U zegt: zodra er op de Veluwe gejaagdwordt, zal het aantal ongevallen daar toenemen. Dus uvindt echt dat de jacht daar moet stoppen. U zegt ookdat de populatie zich zelf kan bedruipen als er niet wordtingegrepen door de mens.

De heer Graus (PVV): Ja.

Mevrouw Thieme (PvdD): Daar houd ik u dan ook aan.

De heer Graus (PVV): Dat klopt, ik heb dat gezegd.Sterker nog, ik heb oud-minister Verburg – het is jammerdat zij niet aanwezig is in de zaal – voorspeld dat als ergeschoten gaat worden, het aantal ongevallen zaltoenemen, vooral door schieten zonder demper. Wildezwijnen zijn vluchtdieren. Ze rennen uit hun gebied ...

De voorzitter: Ik kan mij dat nog herinneren.

De heer Graus (PVV): ... de snelweg op. Ik heb hieringelijk gekregen. Toen er geschoten werd, is het aantalongevallen toegenomen. Ik heb in het Mijnweggebiedgewoond, in Vlodrop.

De voorzitter: Ik ga uw tijd weer aanzetten.

De heer Graus (PVV): Iedere keer als er zwijnen of reeëndood langs de weg lagen, ging ik altijd informeren bij delocoburgemeester. En ja, er was weer geschoten in hetbos. Ik wist dat. Dieren gaan op de vlucht en gaandaarbij de weg op. Het veroorzaakt dus juist gevaarlijkesituaties. Daar ben ik het helemaal mee eens.

De voorzitter: Ik zet uw tijd nu weer uit.

©

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. Ik mag mijn collegaKarin Gerbrands vervangen die nog steeds geteisterdwordt door allerlei rugklachten; heel vervelend allemaal.Ik mag last but not least ook nog de borrelnootjes vandeze begroting behandelen, maar daarom zijn ze nogniet minder belangrijk.

Op 6 december is er een energiedebat. Ik wil éénopmerking over CO2 maken gelet op het aantal mails datwij krijgen van verontruste burgers uit het Noorden dieéén ding niet willen, namelijk het opslaan van CO2 onderhun leefomgeving. Ik heb dan ook een korte vraag aande minister: kan hij garanderen dat er geen enkele vormvan CO2-opslag komt zolang elk maatschappelijkdraagvlak hiervoor ontbreekt?

De PVV is blij met de woorden van staatssecretarisBleker dat hij alles uit de kast gaat trekken en dat hij inalle hoeken en gaten gaat zoeken – hoe toepasselijk ten

Graus

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-87

Page 51: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

tijde van sinterklaas – naar een alternatief voor ontpolde-ring van de Hedwigepolder. De Vlamingen hebben metde verdieping van de Westerschelde gehad wat zijwilden. Nu moet er echt naar de Zeeuwen geluisterdworden. Er moet definitief worden afgezien vanontpoldering. Geen ontpoldering van de Hedwigepolder,maar ook geen ontpoldering van het Zwin of anderegebieden die ten bate van natuurcompensatie onderwater worden gezet. Daarom heb ik een korte vraag aande staatssecretaris: kan hij aangeven wat zijn traject voorhet komende halfjaar is om er alles aan te doen omontpoldering te voorkomen?

De PVV is niet gelukkig met de talloze productschap-pen die als een molensteen zijn voor de land- entuinbouwsector. Eerder werd na hevige kritiek al eendraagvlaktoets beloofd. De PVV is benieuwd wat destatus is van deze draagvlaktoets. Kan er bij dezedraagvlaktoets, eventueel in overleg met het ministerievan SZW, worden gekeken naar wat het verplichtendekarakter doet met boeren en tuinders? Stel dat duidelijkwordt dat bij boeren en tuinders geen draagvlak meerbestaat voor deze productschappen. Is de regering danbereid om deze op te heffen en over te stappen opvrijwillige bedrijfsclusters in de land- en tuinbouwsector?

Dan is er nog de EU-landbouwcommissaris DacianCiolo. Deze beste man wil dat het natuurbeleid in hetEuropese landbouwbeleid na 2013 een grotere rol gaatspelen. Extra premies voor milieuvriendelijke landbouw;het moet niet gekker worden. Boeren zijn de bestenatuurbeheerders die je kunt bedenken. Zonder boerengeen mooi landschap. Kan de regering de PVV gerust-stellen en ons verzekeren dat we de landbouwsector nietlaten kapen door milieugoeroes en dat er ingezet wordtop een economisch sterke landbouwsector, zodat deachterstand van Europa op de mondiale voedselproduc-tie ingelopen kan worden?

Voorzitter, ik ben kort maar krachtig.

De voorzitter: De heer Koopmans ook.

De heer Koopmans (CDA): Daarom heb ik één vraag aande heer De Mos. Deelt hij de opvatting van de CDA-fractie dat het budget voor het GLB na 2013 moet blijvenzoals het nu is, zodat boeren de centen houden die zijhadden?

De heer De Mos (PVV): Ik ben het helemaal eens met deheer Koopmans. Het is dus één grote gelukkige avond.

©

De heer Braakhuis (GroenLinks): Voorzitter. Dit is deeerste begroting van het samengevoegde ministerie vanEconomie, Landbouw en Innovatie. Dit is trouwens ookmijn eerste begroting. Dat delen we vandaag met elkaar,dus dat wordt spannend. Mijn fractie is blij met dezesamenvoeging. Terecht vindt dit kabinet dat in tijden vanharde bezuinigingen ook in eigen vlees gesneden moetworden. Graag hoor ik van de minister welke voordelenburgers, consumenten en ondernemers mogen verwach-ten van het nieuwe ministerie van ELI. Hoe spreken wehet eigenlijk uit?

Minister Verhagen: Als ″E, L en I″.

De heer Braakhuis (GroenLinks): De voordelen mis ik

nog in het regeerakkoord en in de begroting. Gaat ditministerie nu eindelijk tanden krijgen? Daaraan heeft hette vaak ontbroken in de afgelopen jaren. Er was vaakveel geblaf te horen vanuit het ministerie van Economi-sche Zaken, maar gebeten werd eigenlijk nooit. Neemmaatschappelijk verantwoord ondernemen. EZ had er demond van vol, maar er is nauwelijks iets gebeurd.Zelfregulering was het toverwoord, met als gevolg datNederlandse energiebedrijven nog steeds bloedkolen uitColombia importeren.

Innovatie is een ander onderwerp waarop naar mijnmening de tandeloosheid van EZ vaak pijnlijk zichtbaarwerd. Dit is tenslotte de kurk waar de economie van detoekomst op zal drijven, maar dan moeten we wel beterons best gaan doen. Het is terecht dat het Innovatieplat-form is opgeheven. Maar wat wil dit kabinet gaan doenom innovatie in Nederland te stimuleren? Op dit momentverliezen we de concurrentieslag om innovatievesectoren. Windmolenland Nederland importeert zijnwindmolens uit Duitsland. Nuon en DELTA verkopen hunzonnecelfabrieken. Eigenlijk nemen de Chinezen dusvooral de kennis over, want de productielijn wordtopgeheven.

Nieuwe rondes, nieuwe kansen. Innovatie staat nuzelfs in de naam van het nieuwe ministerie. De verwach-tingen van mijn fractie zijn hooggespannen. Helaas is inhet regeerakkoord behalve bezuinigingen op het gebiedvan innovatie weinig terug te vinden. Wat kunnen we inde komende periode werkelijk van deze ministerverwachten? Gaat deze minister na jaren van gekef doorzijn voorgangers zich eindelijk omturnen in een echtehond, een pitbull?

Als het aan GroenLinks ligt, gaan we Nederlandklaarstomen voor de toekomst. Maar wat doet ditkabinet? De ambitie voor groene energie wordt naarbeneden bijgesteld, terwijl de maximumsnelheid op deautosnelwegen omhooggaat. De markt wordt nietgestimuleerd om schonere auto’s verder te ontwikkelen.Dit kabinet laat consumenten en burgers in de kou staan.Want wat gaat dit kabinet de consumenten vertellen alsstraks de olieprijzen de pan uit rijzen? ″We vonden het instand houden van de villasubsidie voor de mensen diehet toch al goed hebben eigenlijk belangrijker daninvesteren in een toekomstgerichte groene economie″. Ikzou heel graag een reactie van de minister hieropkrijgen.

Op dit moment zijn we nog steeds het slechtstejongetje van de klas wat betreft schone energie. Watgaan we daaraan doen? Gaan wij eens wat doen aan de7,5 mld. subsidie die nog steeds gaat naar fossieleenergie? Nu steken we nog maar 1,2 mld. of 1,4 mld. inschone energie? Wordt deze balans een keer rechtgetrok-ken? Gaat de vervuiler betalen? De vervuiler wordt nugewoon beloond. Gaat deze minister toezeggen dat hijwerk gaat maken van een eerlijk speelveld voor schoneenergie? Als de minister geen antwoord op deze vraagheeft, zullen wij een motie indienen om toch wat te doenaan het afbouwen van de steunmaatregelen van 7,5 mld.voor fossiele energie.

De heer Koopmans (CDA): Heel breed heeft de Kamer,inclusief de GroenLinksfractie, besloten om te komen toteen parlementair onderzoek. Daar is dit een onderwerpvan. Ik vind het heel vreemd dat de heer Braakhuis nu alconclusies gaat trekken want dan moeten wij maarmeteen stoppen met dat onderzoek. Dat vind ik geen

De Mos

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-88

Page 52: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

recht doen aan wat wij met elkaar – GroenLinks en CDAhebben dat samen opgepakt – aan het onderzoeken zijn.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik heb geen idee aanwelk onderzoek de heer Koopmans refereert. Als het gaatom het onderzoeksvoorstel van mevrouw Van Tongeren,kan ik zeggen: dat heeft de eindronde niet gehaald.

De heer Koopmans (CDA): Over dat onderzoek moetnog worden besloten. Daar hebben wij een goed voorstelvoor gemaakt. Daarbij, als dat het niet haalt, gaan wij hetvia het PBL doen. Dat kunnen wij gewoon doen. Dat isveel beter dan vooraf al conclusies trekken want danheeft onderzoek helemaal geen zin meer.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik zal hieroverruggespraak houden met mijn fractie maar vooralsnogstaat mijn voornemen vast.

Voorzitter. VVD, D66 en GroenLinks hebben aangekon-digd met gezamenlijke voorstellen te komen om hetbedrijfsleven te ontlasten en dan vooral het mkb. Wijwillen de verplichte heffingen van de Kamers vanKoophandel, bedrijfschappen en beroepsverenigingenmogelijk vrijwillig maken. Is de minister bereid om daarwerk van te maken? Daar is ook al aan gerefereerd doorD66. Wil de minister onderzoeken hoe de lasten voorkleinere bedrijven en zzp’ers verder verlaagd kunnenworden?

Ik kom op het punt van marktordening en -bewaking.Ik zou graag een keer een complimentje geven maar hetkan er nog niet van af. De adagia waren in de afgelopendecennia immers: vrije markt, liberalisering en privatise-ring. Daar zouden consumenten en burgers beter vanworden. De kwaliteit zou omhoog gaan en de kostennaar beneden; iedereen blij. Waar staan wij nu? Er issprake van een maar deels geslaagde liberalisering op deenergiemarkt. Er is een oligopolide markt ontstaan metmaar een paar spelers, die ook nog eens een ongelijkspeelveld delen, zeker na de uitspraak van de rechter,waardoor Eneco bijvoorbeeld zijn netwerkbedrijf kanbehouden en andere bedrijven niet. Het resultaat tot nutoe is een markt waarin consumenten geen kostendalinghebben gezien, waarin consumenten maar een matigswitchgedrag vertonen – eigenlijk doet de markt dusgewoon zijn werk niet – en waarin energietransitienauwelijks van de grond komt. Een onbetrouwbareoverheid maakt investeringen risicovol. Banken willendaar terecht niet aan. Wij kijken dus aan tegen een marktmet onvoldoende concurrentie, een ongelijk speelveld endoelstellingen die niet of nauwelijks gerealiseerd worden.Leve de vrije markt.

De heer Verhoeven (D66): Ik vind de heer Braakhuisaltijd heel moeilijk te taxeren als het gaat om marktwer-king en zijn liberale GroenLinksinslag. Op het enemoment praat hij over markten die niet functioneren enwaar een prijsbodem in nodig is. Op het andere momentpraat hij over goed functionerende markten metconcurrenten. Waar staat GroenLinks als het gaat ommarktwerking en de liberale manier van denken overeconomie? Willen jullie de boel dichttimmeren of willenjullie de boel vrijlaten?

De heer Braakhuis (GroenLinks): Daar kan ik heel helderover zijn. Ik ben voor marktwerking wanneer die eengoed doel dient en wanneer er een gelijk speelveld is. Je

kunt niet een markt creëren met maar twee of drieaanbieders waarvan de kapitalisering totaal anders is perspeler, waardoor de kostenstructuren ook nog eensverschillen. Dat zien wij ook in de postmarkt gebeuren.De een betaalt op stukloon en de ander heeft mensen invaste dienst. Dan spreek ik niet van marktwerking maarvan een verstoorde markt. En ik ben niet van verstoordemarkten. Dat is tegen het belang van de consument ende werknemer in. Als de overheid – lees het ministerievan Economische Zaken en het ministerie van Financiën– er te weinig toezicht op houdt dat de markt goedfunctioneert, zal ik proberen daar wat van te zeggen, netzo lang tot die markten voldoende functioneren en tot deconsumenten daar profijt van hebben.

De heer Verhoeven (D66): Wat de heer Braakhuis zegt,schept mij enige duidelijkheid. Dank daarvoor. Ik zouhem ter afsluiting nog één advies willen geven. Somskan tijd heel veel wonderen doen. Het bereiken van deperfecte marktsituatie, waar de heer Braakhuis aanrefereert, kost soms even tijd. Ik hoop dat hij datvoortaan wil betrekken bij aanstaande markten en alleswat daarop gebeurt.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Absoluut. Maar alseven tijd even 3000 banen schrappen betekent, heb iktoch weer een puntje tegen.

De voorzitter: U vervolgt uw betoog.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Oké. Ik krijg wel desmaak te pakken.

Over de postmarkt heb ik het net gehad. Daar hoef ikdus niet meer op in te gaan maar het is wel weer eenvoorbeeld van een markt waarvan ik had verwacht dathet ministerie van Economische Zaken op een anderemanier zou ingrijpen. Op dit moment is fors ingrijpenook nodig. Een van de andere sprekers heeft daar al aangerefereerd. We zullen desnoods naar een prijsingreepen naar een uitfasering van het stukloon moeten om eenlevel playing field te bereiken. Zo kunnen we de marktrust gunnen en er tegelijkertijd voor zorgen dat banenbehouden blijven. Dan creëren we een markt, en dat zegik ook tegen D66, waarin we uiteindelijk niet alleenDeutsche Post overhouden, maar meerdere spelers meteen gelijk speelveld.

Wat gaat de minister doen om een eerlijk speelveld tecreëren in al die oligopolide markten die door deliberalisering en privatisering zijn ontstaan? Is het nietcynisch dat zelfs marktwaakhond NMa meewerkt aan hetin stand houden van de marktdominantie van bijvoor-beeld Microsoft? Haar investeringen in automatiseringleiden er niet toe dat ze gaat heroverwegen gehoor tegeven aan de Kamerbreed aangenomen motie-Vendrikuit 2002, waarin de regering is gevraagd de overheiddaar waar mogelijk over te laten stappen op opens-ourcesoftware. Dat zou een besparing opleveren van 1,5mld. Wat gaat de minister aan dit soort zaken doen? Ishij bereid meer uitvoering te geven aan die motie? Achtjaar na dato is dat doel nog steeds niet in zicht.

Mijn fractie verwacht niet alleen een krachtige regievan het ministerie ten aanzien van liberaliseringen, maarjuist ook in markten die op zich goed functioneren. In datverband kom ik terug op de telecomaanbieders. Hoe kande minister toestaan dat operaters besluiten af terekenen per minuut? Uiteraard ronden zij alleen naar

Braakhuis

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-89

Page 53: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

boven af: 61 seconden worden twee minuten. Heeft deminister middelen of voldoende mandaat om daar eenstokje voor te steken? Ik verwacht dat die middelen erzijn en ik verwacht van de minister dat hij actie onder-neemt, en niet alleen in dit geval. Ik verwacht opverstoorde markten elke keer actie als bedrijven zichslecht gedragen, lak hebben aan het milieu, lak hebbenaan de klant, lak hebben aan arbeidsrechten en lakhebben aan de samenleving. Ik verwacht dus dat deminister gaat bijten en zich niet langer blind staart op debelangen van aandeelhouders, maar dat hij zich gaatinzetten voor de belangen van consumenten. Tot nu toebleef het stil vanuit het ministerie en heeft alleen Youpvan ’t Hek ingegrepen omdat hij de slechte service zatwas. Hij heeft in een paar dagen al meer bereikt dan detoezichthouders in een paar jaar: 1-0 voor Youp. De balligt weer op de middenstip en de minister mag de aftrapnemen.

Wat mij betreft gaat de minister om te beginnen aande slag met een van de grootste consumentenergernis-sen van dit moment, namelijk colportage. Zit je net lekkeraan de spruitjes, staat er weer een of andere verkopervoor de deur om je iets aan te smeren. Is de minister hetmet me eens dat er analoog aan het Bel-me-nietregisterook een geen-gezeur-aan-mijn-deurregister moet komen?Zo ja, op welke termijn kan de Kamer een wetsvoorstelvan de minister tegemoet zien?

Dan kom ik op de landbouwsector. Is de staatssecreta-ris het met mij eens dat de innovatiekracht van delandbouw aangewend moet worden om de sectorgroener en diervriendelijker te maken? Geen megastal-len, maar groene landbouwbedrijven waar de varkens inde modder wroeten en de kippen lekker scharrelen. Geenkassen die energie kosten, maar kassen die energieopwekken. Graag hoor ik van de staatssecretaris of datook de landbouwsector is die hij voor ogen heeft. Zo ja,welke maatregelen kunnen we in de komende regeerperi-ode dan van hem verwachten? Gaat Nederland zich er bijde herziening van het Europees landbouwbeleid voorinzetten dat milieu, dierenwelzijn, het recht van deconsument op gezond voedsel en het recht van dierenop een diervriendelijk leven vooropstaan? Is destaatssecretaris het met de fractie van GroenLinks eensdat we af moeten van de directe inkomenssteun en datwe boeren in plaats daarvan moeten betalen vooragrarisch natuurbeheer, waterberging en bovenwettelijkeprestaties op het gebied van milieu en dierenwelzijn?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Waar staat de GroenLinks-fractie nu precies met haar wens, die we zeker delen,voor een milieu- en diervriendelijke veehouderij? Datvraag ik met name omdat er ontwikkelingen zijn in deaanpassingen aan stallen die vaak wel goed zijn voor denatuur of het milieu in de directe omgeving van destallen, maar die tegelijkertijd nadelig zijn voor hetdierenwelzijn. Ik zie de GroenLinksfractie die ontwikkelingsteeds steunen.

De heer Braakhuis (GroenLinks): Ik heb daar geenpassend antwoord op, moet ik eerlijk zeggen, omdat hetdoodeenvoudig mijn portefeuille niet is. Ik kan me devraag echter heel goed voorstellen. Ik zal hem zekerterugleggen bij mijn fractie en er morgen in tweedetermijn op terugkomen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Prima, dank u wel.

De heer Braakhuis (GroenLinks): GroenLinks maakt zichsterk voor een duurzame voedselproductie voor de helewereldbevolking. Schaalvergroting en monopoliseringmoeten er niet toe leiden dat een kleine groep multinati-onals gaat bepalen hoe wij ons voedsel produceren. Mijnfractie is daarom van mening dat het octrooirecht nietgeschikt is voor de bescherming van levende organis-men of delen daarvan. De GroenLinksfractie heeftdaarom al eerder gepleit voor aanpassing van hetoctrooirecht. In de zomer is de toezegging gedaan omeen onderzoek te starten naar de brede kwekersuitzonde-ringen. Wanneer is dit onderzoek afgerond? Worden degevolgen voor ontwikkelingslanden bij dit onderzoekbetrokken? Kan, vooruitlopend op het onderzoek, eenminder brede kwekersuitzondering nu al wordeningevoerd?

Dan kom ik op de internationale onderhandelingenover het intellectueeleigendomsrecht: de ACTA-onderhandelingen. In het geheim wordt door de grotelanden in de wereld gesproken over het handhaven vanhet intellectueeleigendomsrecht. Ik vraag de minister omin ieder geval aan de Kamer openheid te geven,desnoods in vertrouwen, over wat er bij de ACTA-onderhandelingen achter gesloten deuren gebeurt. Wijhebben niet de mogelijkheid gehad om een behandel-voorbehoud in te stellen, maar dit is echt een belangrijkissue, waaraan de Kamer nu totaal geen aandacht kanbesteden. Dat mis ik zeer. Als volksvertegenwoordigerkan ik de regering alleen controleren als ik weet wat daargebeurt en wat daar wordt besproken. Graag krijg ik eenreactie van de minister of hij hiertoe bereid is.

De heer Graus (PVV): Ik heb een punt van orde. Ik bennet uitgemaakt voor leugenaar en voor iemand die lasterverspreidt. Ik heb precies nageluisterd wat ik gezegd heb.Ik heb gezegd dat de Partij voor de Dieren weliswaar eenwetsvoorstel indient ...

De voorzitter: Mijnheer Graus ...

De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik ben uitgemaakt voorleugenaar en voor iemand die laster verspreidt! Ik hebdat niet gedaan, ik heb de waarheid gesproken. Ikverwacht nu steun van de voorzitter. Dit kunt u nietmaken! Als geachte afgevaardigde van de PVV ben ik netvoor leugenaar uitgemaakt, terwijl ik letterlijk dewaarheid heb gesproken. Ik vind dat u mij nu moetsteunen. Mevrouw Thieme hoeft geen excuses aan tebieden, maar ik heb de waarheid gesproken!

De voorzitter: U hebt uw punt gemaakt.

©

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Voorzitter. Toen ik kort geleden bij eenlandbouwondernemer op bezoek was, antwoordde hij opde vraag of het land van hem was: nee, ik ben slechtsrentmeester. Dat was een goed antwoord. Dat is ook eengoed antwoord op allerlei vragen die vandaag aan deorde zijn over economie, ecologie, innovatie, energie enlandbouw. Wij zijn rentmeesters en leven niet vooronszelf. Economische groei is geen doel op zichzelf,maar een middel en staat in dienst van gerechtigheid,solidariteit, duurzaamheid en welzijn. Met die ogen kijktde fractie van de ChristenUnie naar de begroting, de

Braakhuis

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-90

Page 54: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

nota van wijziging en het regeerakkoord van het nieuwekabinet.

Allereerst ga ik in op de landbouw. De fractie van deChristenUnie ziet in de nieuwe Europese voorstellen voorhet gemeenschappelijk landbouwbeleid goede kansenom enerzijds voedselzekerheid en een redelijk inkomenvoor boeren te blijven garanderen en anderzijdsmaatschappelijke groene en blauwe diensten beter tewaarderen. Wij hebben een agrarische sector met eengezonde economische basis en met oog voor ecologiehard nodig. Slaagt Nederland erin om voldoendeEuropees geld voor zijn innovatieve agrarische sectorbinnen te halen? Via de tweede pijler zou zeker in eennieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid veel meermogelijk moeten zijn voor innovatief ondernemerschap,zonder aan de eerste pijler, de inkomensondersteuning,te tornen. Het inkomen van boeren blijft immers eenzorgpunt. Verdergaande liberalisering van de markt zalboeren dwingen, nog lagere prijzen te hanteren. Datmoeten wij niet willen. Daarop zal de Nederlandse inzetbinnen het GLB gericht moeten zijn.

Dan kom ik op het fokkerijbeleid. Graag herinner ik ditkabinet aan de combikip waarover mijn oud-collega ErnstCramer eind 2008 een motie heeft ingediend. Hoe staathet op dit moment met de uitvoering van deze motie?Het combidenken zou ik dit jaar graag breder wil trekken.Naast de combikip hebben wij nu ook de plofkip, waarbijdoorfokken op groei tot een verminderd immuunsysteemleidt. Het groeiend antibioticagebruik heeft grotegevolgen voor dierenwelzijn. Ik ken een varkenshouderdie op gangbare wijze verantwoord dieren houdt,waardoor er minder ziekte is. Hij combineert dit met devraag van consumenten naar een mager stukje vlees. Ditis een prachtig voorbeeld van de wijze waarop verduur-zaming via de markt vorm krijgt, met als resultaat straksalleen nog eensterrenvlees in de schappen en een betereprijs voor boeren. Graag hoor ik van dit kabinet hoe dittype combidenken bevorderd kan worden, zodat naast decombikip ook het combivarken geïntroduceerd kanworden.

Innovatief groen ondernemen moeten wij waarderenvanwege de maatschappelijke waarde van het behoudvan biodiversiteit, schoon water en diervriendelijkheid. Inde markt zitten wat dat betreft nog foute prikkels omdatexterne kosten vaak niet in de prijzen worden meegeno-men. De duurzame boer of tuinder wordt alsnog demarkt uitgedrukt. Innovatief groen ondernemen moetlonen en daarom moeten wij ofwel groene en blauwediensten expliciet waarderen ofwel zorgen voor hetverwerken van de milieukosten in de prijzen. Dit kabinetzal een keuze moeten maken. Dit kan door te kiezen vooreen zogenaamde duurzaamheidsbonus in ons belasting-stelsel zodat verduurzaming via de markt wordt bereikt.Is de staatssecretaris bereid, onderzoek te doen naar eendergelijke btw-maatregel?

Aanvullend op mijn eerdere opmerkingen overinkomens van boeren, stel ik vast dat de waardetoevoe-ging in de keten voor boeren en tuinders vaak veel telaag is. Mogelijk kan de staatssecretaris ook ingaan opde scheve verhoudingen in de keten met betrekking totde waardetoevoeging en de verrekening van degemaakte kosten. Op dit moment profiteert de super-markt namelijk wel, maar de agrariër nauwelijks. DeChristenUnie ziet overigens ook graag dat duurzaamondernemen en biologisch boeren een plek krijgen in hetlandbouwonderwijs.

De ChristenUnie verlangt grote inzet van Nederlandbinnen het WTO-kader voor het hanteren van maatschap-pelijke waarden om zo de productieketen te verduurza-men. Vorig jaar diende Ernst Cramer namens deChristenUnie een motie in om een uitspraak van de WTOuit te lokken door strenge eisen te stellen aan dierenwel-zijn bij importproducten van buiten de Europese Unie. Deuitvoering van die motie wordt gerelateerd aan eenlopende zaak over zeehondenbont en een mogelijkEuropees importverbod in dat kader. Is er al meerduidelijkheid over deze zaak? Biedt deze zaak voldoendeduidelijkheid voor de gemiddelde Nederlandse boer,aangezien wij naast Pieterburen geen zeehondensectorkennen?

Ondernemers, van mkb en agrariërs enerzijds totmultinationals anderzijds, verwachten een consistente enbetrouwbare overheid. Dit komt tot uiting in betalingsge-drag, duurzaam inkopen en fiscaal beleid. Dit kabinetnoemt in het regeerakkoord enkele goede maatregelenvoor ondernemend Nederland. Het heeft echter een valsestart gemaakt op het gebied van betrouwbaarheid enconsistentie voor innovatieve en duurzame ondernemers.De mate van kredietverlening aan het mkb verlooptbijvoorbeeld nog moeizaam. Het aantal nieuwe leningenaan het mkb is in de afgelopen twee jaar namelijk met35% afgenomen. Het mag duidelijk zijn dat de mkb-bedrijven de lopende garantieregelingen de komende tijdnog hard nodig hebben vanwege geslonken vermogens-posities. Een deel van de BMKB is echter komen tevervallen, namelijk het BMBK-luik voor de kleinegaranties. Wat is de achterliggende gedachte? Loont hetvoor onze economie niet juist om ondernemers toegangte laten houden tot de tijdelijk verruimde BMKB? Opwelke manier kunnen bovendien ondernemers op deBES-eilanden van deze borgstelling en ook van andereinnovatiekredieten gebruikmaken vanaf 2011? Zijn zijvoldoende op de hoogte van het bestaan van dezeregelingen en hoe men deze moet aanvragen? Ik denk indit verband ook aan het inkoopbeleid. Een grote ergernisonder ondernemers zijn de schimmigheid en de groteverschillen tussen overheden bij aanbesteding onder deEuropese drempels. Door het stellen van zwaregeschiktheidseisen, onnodig clusteren of vergaandeomzeteisen is de papierwinkel enorm en worden grotegroepen ondernemers uitgesloten. Bovendien wekkenoverheden de indruk dat zij ook op basis van kwaliteit enduurzaamheid gunnen, maar komt hier in de praktijkweinig van terecht. Er is dus alle reden om de aanbeste-dingswet die nu in de Kamer in behandeling is, op ditpunt te verbeteren.

De ChristenUnie ziet de sleutel tot economische groeien maatschappelijke baten in innovatie. Wij moetendaarom blijvend inzetten op de ontwikkeling en hetbehoud van de kennisinfrastructuur om in de top vijf vankenniseconomieën wereldwijd te komen. Elke gericht intechnologische innovatie geïnvesteerde euro krijg jedubbel en dwars terug. Juist met publiek-privatefinanciering in onderzoek behalen wij mooie resultaten,bijvoorbeeld via het Top Institute Pharma en mkb-initiatieven zoals DEVlab. In het regeerakkoord wordentopgebieden benoemd en dat klinkt aardig, maartegelijkertijd laat dit kabinet deze topgebieden in de koustaan door FES-middelen te laten wegvallen. In deschriftelijke antwoorden op mijn Kamervragen meldt deminister dat nog niet duidelijk is in hoeverre het lopendeonderzoek in kennisinstellingen en in het bedrijfsleven de

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-91

Page 55: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

komende jaren zal teruglopen. Trekt de minister daarmeeal de conclusie dat de onderzoeksactiviteiten zullenverminderen? Wat betekent dit voor de kennisambitievan dit kabinet? Bovendien, in een week waarin ministerSchultz al meldde zich niet zo te interesseren voorinfrastructuur buiten de Randstad, raken ook bezuinigin-gen op innovatie en industriebeleid de werkgelegenheidin de provincies onevenredig hard. Daarmee heeft ditkabinet een wel heel nadrukkelijk economisch voorkeurs-beleid. Hoe dragen generieke maatregelen bij aan hetoplossen van specifieke arbeidsmarktproblemen vanonze kenniseconomie, zoals wij al in Zwolle, Weesp enOss hebben gezien? Hoeveel banen staan er nog op hetspel?

Ik heb nog enkele korte punten. Allereerst kom ik opde bouw. Voor de bouw wordt 2011 een moeilijk jaar. Degevolgen van de crisis verdiepen zich en mogelijk wordt2012 nog heftiger. Hoe beziet de minister de komendetwee jaar voor de bouwsector?

Ik ga verder met de scheepsbouw. In 2007 zorgde mijnfractiegenoot Slob via een motie voor de Subsidierege-ling Innovatieve Zeescheepsbouw. Die regeling heeftgeleid tot een orderomvang van 1,5 mld. De overgeble-ven 10 mln. zou in de begroting voor 2011 terechtmoeten komen, maar die zien wij daarin niet terug.Bedrijven hebben voor 2011 al projecten ingepland endaarom vraag ik: waarom is die 10 mln. niet opgenomenin de begroting en is de minister bereid dit te herstellen?

Over het energiebeleid van het kabinet worden wij nogniet veel wijzer, behalve dat er een SDE-plusregelingkomt. De komende twee jaar zien er echter nogangstvallig leeg uit op het punt van duurzame energie.De realisatie van duurzame energietoepassingen zoalsZon-PV komen ondertussen stil te liggen. De hernieuw-bare energiedoelen voor 2020 halen wij niet met eeninhaalrace vanaf 2013, zelfs niet na het verlagen van deambities van dit kabinet, aldus de harde cijfers van hetPBL.

Vorig jaar brachten de Nederlandse banken eenklimaatstatement uit, met de oproep tot een langjarigwettelijk systeem voor de financiering van duurzameenergie. Daarom vraag ik: wat doet de minister om deenergiesector langjarige zekerheid te bieden?

De voorzitter: Er komt nog een wetgevingsoverleg overenergie. Het is goed om daarop vandaag niet alvastvooruit te lopen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): Ik stip het onderwerp kort aan, want wijzijn bezig met een begrotingsbehandeling en ik wil evende grote lijnen in het beleid aan de orde stellen. Volgensmij moet dat kunnen.

De voorzitter: Dan moeten wij wel afspreken dat deminister hieraan morgen in zijn beantwoording nietteveel tijd besteedt, want wij komen op een andermoment nog uitvoerig te spreken over het energiebeleid.

Mevrouw Wiegman vervolgt haar betoog.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink(ChristenUnie): De fractie van de ChristenUnie vindt datde overheid geen zaken moet doen met bedrijven diearbeidsrechten, mensenrechten of milieurechtenschenden. Een belangrijke stap is al gezet doordat na eenmotie van de ChristenUnie overheidssteun wordt

gekoppeld aan kinder- en dwangarbeid. De overheidmoet als voorwaarde voor steun aan beursgenoteerdebedrijven op z’n minst eisen dat zij openheid van zakengeven over de impact op mens en milieu. Het isbijvoorbeeld opmerkelijk dat bedrijven weinig openheidvan zaken geven over milieueffectrapportages en humanrights impact assessments in het buitenland. Graag eenreactie op dit punt.

Gezien de wens tot meer openheid van productieke-tens laat richtlijn 400 van de Raad voor de Jaarverslagge-ving nog veel ruimte aan een onderneming voor het aldan niet rapporteren over haar maatschappelijke impact.Is de staatssecretaris met mij van mening dat je in eentransparante en open markt ook openheid op hetmaatschappelijke vlak mag verwachten? Vorig jaar zijntoezeggingen gedaan door de toenmalige staatssecreta-ris over de ontwikkeling van een risicoproductenlijst voorkinderarbeid. Is deze lijst al ontwikkeld? Is het kabinet hetmet mij eens dat deze lijst verbreed kan worden naarmensen- en milieurechten? Hoe zit het met de uitvoeringvan de motie-Voordewind waarin werd opgeroepen toteen onderzoek naar een rechtsbijstandsfonds voorbuitenlandse gedupeerden van onrechtmatig handelendoor Nederlandse bedrijven?

Naar aanleiding van het wetgevingsoverleg overnatuur heb ik nog een vraag over een reactie op mijnmotie over het natuurbeleid. Kan de staatssecretaristoezeggen dat de Regeling Draagvlak Natuur in 2011wordt opengesteld voor aanvragen in 2012, gezien hetontbreken van een brede regeling?

Ik heb nog even de tijd voor de prijsvraag van de heerKoopmans. Ik heb al gauw wat kunnen googelen en ikheb ontdekt dat er heel veel speelt op dit terrein. Er iseen week van de smaak, er is een held van de smaak ener wordt gesmikkeld en gebikkeld. Ik stel de term″streekeigen kwaliteitssmaakmakers″ voor als variant opde Franse zin; ik geef het maar mee.

©

De heer Dijkgraaf (SGP): Voorzitter. Allereerst compli-menteer ik de heer Ziengs zeer met zijn eerste bijdrage.Die belooft veel goeds voor de toekomst. Het is mooi dathet nu zover is.

Voorzitter. Wist u – misschien gaat dit nu voor heteerst goed, want ik zeg bewust u – dat het nabouwenvan een oog van een mot de meest efficiënte zonnecel-len oplevert?

De voorzitter: Nee, maar ik sta ook niet op de sprekers-lijst.

De heer Dijkgraaf (SGP): Dat klopt, maar u hoeft nietper se antwoord te geven. Er zijn ook vragen die nietbeantwoord hoeven te worden.

Een onderzoeker van DSM laat in Trouw optekenen:″We kunnen ethanol maken uit plantenresten. (...) Wemaken ook plastics uit biologisch materiaal die CO2-neutraal zijn. (...) De mens heeft lang gedacht dat hijslimmer is dan de natuur en dat zelf sleutelen deoplossing is voor vele vraagstukken. Nu we oplossingenvoor bijvoorbeeld het energievraagstuk nodig hebben,kijken we met steeds meer belangstelling naar denatuur.″ Dat de natuur zo gecompliceerd, rijk enveelzijdig is, geeft aan dat de wijsheid van onzeSchepper de wijsheid van de wetenschap vaak te boven

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-92

Page 56: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

gaat. Daarmee mogen wij ons voordeel doen. Het brengtechter ook een zorgplicht met zich mee, in de eersteplaats als eigen verantwoordelijkheid voor burgers enbedrijven. Het is een taak voor de overheid om burgersen bedrijven de ruimte daarvoor te geven, bijvoorbeeldop het gebied van innovatie.

Het nieuwe kabinet vindt de versterking van deinnovatiekracht van het bedrijfsleven cruciaal voor deeconomische ontwikkeling in de toekomst. Wij zijn datvoluit met het kabinet eens. Wij voegen daar wel aan toedat dit ook cruciaal is voor het aanpakken van maat-schappelijke opgaven op het gebied van energievoorzie-ning, veehouderij en gezondheidszorg. Zijn de bewinds-lieden het met mij eens dat dit aspect ook eenbelangrijke rol moet spelen bij de vormgeving van hetinnovatiebeleid? Dan snijdt het mes immers aan tweekanten.

De bezuinigingsopgave treft helaas ook het innovatie-beleid. Mijn fractie is wel benieuwd naar de concreteinvulling, visie en doelstellingen die daarachter zitten. Alsik bijvoorbeeld lees dat Syntens op de tocht staat, vraagik de minister wat er van de coalitieafspraken overkennisvalorisatie ten behoeve van het mkb gaatterechtkomen; dat is gewoon een neutrale vraag. Dekaasschaaf is funest voor ons innovatiebeleid. Is deminister bereid binnen drie maanden zijn analyse tegeven van de knelpunten en problemen die hij in hethuidige innovatieklimaat en -beleid constateert? Eenfundamenteel debat hierover is in de aanloop naar eengoede nota over het bedrijfslevenbeleid onmisbaar, zekergezien de spanning tussen de bezuinigingsopgave aande ene kant en de gewenste versterking van deinnovatiekracht aan de andere kant. Ik wil graag enkeleknelpunten aanstippen.

Innovatiebeleid verandert vaak. Dat is niet goed.Verandering van prioriteiten en instrumenten creëertonzekerheid en remt investeringen in onderzoek eninnovatie. Nodig zijn langetermijndoelen en instrumentendie daarop zijn toegesneden. Hoe gaat de minister ervoorzorgen dat het langetermijnbeleid beter wordt verankerd?Was het in dat licht verstandig om het Fonds Economi-sche Structuurversterking te parkeren? Hoe wil hetkabinet publiek-private samenwerking overeind houdenals het mes in de innovatieprogramma’s gaat? Houdt deminister de optie open dat de subsidieregeling voorinnovatieve scheepsbouw in de tweede helft van 2011nog wordt opengesteld? Het gereserveerde budget isnog niet volledig benut. Ondernemers hebben eropgeanticipeerd en er loopt bovendien nog een evaluatie.

Voor innovatie moeten ook andere beleidsinstrumen-ten zekerheid bieden. Een goed voorbeeld is desubsidieregeling voor duurzame energie. Ondanks datwe nog een wetgevingsoverleg krijgen, streep ik ditonderwerp aan, juist omdat ik de link met innovatie willeggen. Het budgetplafond en het loterijkarakter van dezeregeling worden gehandhaafd. Dat maakt investeren ininnovatie niet aantrekkelijk. Zou het niet verstandiger zijnom nu al in te zetten op een verplicht aandeel duurzameenergie? Dat geeft de investeerders meer zekerheid.

Veel kennis blijft op de plank van onze kennisinstellin-gen liggen zonder dat het bedrijfsleven ermee aan deslag gaat. Dat kan anders. Wij zouden bijvoorbeeld deeerste geldstroom, waar wij 4 mld. in stoppen, voor hethoger onderwijs zo kunnen prikkelen dat meer kennisva-lorisatie plaatsvindt. Moeten wij niet meer doen met deschaarse middelen die voor onderzoek en innovatie

beschikbaar zijn? Wij moeten natuurlijk niet het kind methet badwater gaan weggooien. Fundamenteel onderzoekmoet niet geremd worden, maar wel zo ingericht dat dekans op latere valorisatie maximaal is. Mevrouw Verburgheeft een plan genoemd dat mij op het eerste gezichtwel aansprak. Ik hoor graag de visie van de ministererop. Ik ben benieuwd naar zijn verdere mogelijkhedenom daar wat aan te doen. Volgens mij zijn er op zichgeen wettelijke belemmeringen en gaat het ook niet omeen extra pot geld. Het gaat erom hoe wij universiteitenzover krijgen, dat zij die bal positief oppakken en ermeeaan de slag gaan.

De minister heeft vorige week laten doorschemerendat het kabinet vooral zal investeren in drie economischetopregio’s, met name in de Randstad. Het zal toch niet zozijn dat dit alleen voor de Randstad geldt? Het moetnatuurlijk gaan om inhoudelijke topgebieden als debio-based economy. Daarbij moeten wij juist verderkijken dan de Randstad. Ik denk aan het BioparkTerneuzen en de Energy Valley in Groningen. Deelt deminister dit?

De SGP-fractie steunt het voornemen van het kabinetom beter te kijken naar de effectiviteit van subsidies. Wijzouden dat zelfs breder willen trekken. Het multiplieref-fect van innovatieregelingen geldt niet alleen voor debetrokken bedrijven, maar ook voor de overheid zelf. Hetstimuleren van geneesmiddelenonderzoek levertbijvoorbeeld niet alleen meer bedrijvigheid op, maar kanook zorgkosten en uitkeringen besparen. Hier zie ik eenrisico. ELI heeft het hele innovatiebeleid, inclusiefbudgetten, naar zich toe getrokken. Hoe gaat de ministervoorkomen dat bij besluiten over de inzet van schaarseoverheidsmiddelen niet alle baten van innovatiestimule-ring worden meegewogen? Hoe gaat hij om met debegrotingssystematiek als de kosten op de ELI-begrotingdrukken, terwijl de baten bij bijvoorbeeld VWS en SZWneerslaan?

Ik kom op de effectiviteit van convenanten. Hetevalueren van convenanten op de effectiviteit ervangebeurt nauwelijks. De minister zal het niet helemaal metmij eens zijn, maar daar zullen wij morgen dan welverder over debatteren. Wat mij betreft moet het anders.Ik denk aan de positieve woorden die in de begrotingworden gewijd aan de meerjarenafspraken inzakeenergie-efficiëntie. Opnieuw gaat het mij niet omenergie, maar om het voorbeeld. Het geldt namelijk veelbreder. Recent onderzoek laat zien dat aan de effectiviteitzwaar getwijfeld moet worden, zeker als je rekeninghoudt met autonome ontwikkelingen. In de huidigeevaluaties gebeurt dat onvoldoende. Zijn de bewindslie-den bereid werk te maken van het daadwerkelijk metenvan de effectiviteit van convenanten, afgezet tegenautonome ontwikkelingen?

De SGP-fractie heeft eerder een motie aangenomengekregen waarin gevraagd wordt om meer samenhangin het innovatiebeleid op agrarisch gebied. Wij consta-teerden een grote mate van versnippering van agenda’s,subsidieregelingen, onderzoeksprogramma’s ennetwerken, maar de uitvoering van deze motie laathelaas nog te wensen over. Zijn de bewindslieden bereidom in de nota bedrijfslevenbeleid een echte stap in degoede richting te doen? Hoe gaan zij voorkomen dat deverdeling van bevoegdheden – het begrotingsartikelduurzaam ondernemen voor de staatssecretaris en hetartikel kennis en innovatie voor de minister – eenpotentiële bom onder de gewenste samenhang wordt?

Dijkgraaf

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-93

Page 57: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

Zou het niet verstandig kunnen zijn om voor hetaanpakken van de maatschappelijke opgave waar deagrarische sector voor staat een innovatiefonds op tezetten? Dat is goed voor de samenhang, het beperktad-hocregelingen en het maakt financiering door derdenbeter mogelijk.

Het nieuwe kabinet heeft zich voorgenomen om éénoverheidsloket voor bedrijven op te zetten, een zoge-naamd Ondernemersplein. Dat klinkt goed. Is het debedoeling om via zo’n Ondernemersplein aan te sturenop integratie of vergaande samenwerking tussen deKamers van Koophandel, Syntens, het Agentschap NL enorganisaties voor regionale economische ontwikkelingen,waaronder ontwikkelingsmaatschappijen?

De integratie van EZ en LNV is op papier al achter derug. Overigens merk ik op dat de SGP en de Christen-Unie de enige fracties zijn die daarvan profiteren, omdatzij dan ook netjes met één woordvoerder gaan werken.Als anderen dat ook deden, zou dat een hoop tijdschelen. De praktijk zal leren hoe het uitpakt voor hetministerie. Eén bedreiging noem ik met name. Eurocom-missaris Ciolos heeft vorige week zijn eerste voorstellenvoor hervorming van het gemeenschappelijk landbouw-beleid na 2013 op tafel gelegd. Deze voorstellen vragenom een stevige onderhandelingsinzet van Nederlandvoor en achter de schermen. Komt het dan krachtig overals zowel de staatssecretaris als de minister zich daarinmengt? Hoe gaan de bewindslieden daarmee aan deslag?

In de vorige kabinetsperiode liep LNV ver achter bijhet terugdringen van de administratieve lastendruk. Datis jammer. Op dit beleidsterrein was duidelijk zichtbaarhoe lasten met de ene hand werden weggehaald, maarmet de andere hand weer werden opgelegd. Ik denk aanNatura 2000, de perceelsregistratie en de grondroerders-regeling. De toenmalige minister Veerman stelde aan hetbegin van zijn kabinetsperiode een commissie adminis-tratieve lastenverlichting in, waar vertegenwoordigersvan bedrijfsleven en overheid samen zochten naarmogelijkheden om de administratieve lasten terug tedringen. Is de staatssecretaris bereid deze commissienieuw leven in te blazen om de aanpak van de reductieop scherp te stellen en gebruik te maken van deinitiatieven die ook bij het bedrijfsleven zelf aanwezigzijn?

Ik kom toe aan de jongeboerenregeling. De geachteafgevaardigde Koopmans van het CDA heeft dat ook alnaar voren gehaald, waaraan ik nog iets wil toevoegen.Ik snap de budgettaire beperkingen, en ik onderstreepwat de heer Koopmans naar voren bracht: maak nuvoldoende ruimte, zodat iedereen die dat aanvraagt hetook krijgt. Een optie zou misschien zijn om de bezuinigin-gen, als daarop bezuinigd moet worden, op een gegevenmoment uit te stellen tot 2015. Jonge boeren hebben temaken met verzwaarde overnamelasten, onder meer alsgevolg van melkquota en dierrechten. Deze quota endierrechten gaan er in 2015 naar verwachting af. Dankrijgen jonge boeren meer lucht. Biedt dat in ieder gevalvoor de korte termijn meer ruimte om de jonge boerente helpen? Daar zit toch wel een groot probleem, ookomdat ze nauwelijks in aanmerking komen voor MIA enVAMIL en bij bezuiniging ook EU-cofinancieringmisgelopen wordt.

Ten slotte de koopzondagen. Ik ben begonnen met dewijsheid van de Schepper die blijkt uit de natuur. Ikeindig graag met de wijsheid van de Schepper die blijkt

uit Zijn wijze leefregels. Eén daarvan betreft de zondags-rust. Hoe waardevol is een gezamenlijke werkvrije dagvoor economie, maatschappij en politiek! Ik ervaarwekelijks hoe goed het is om een dag werkelijk te mogenrusten, en je niet eens hoeven af te vragen of je welmoet werken. Nee, het hoeft niet. Ik beveel dat al mijncollega’s aan. De SGP-fractie kan zich daarom indenkendat de coalitie de koopzondagen niet helemaal aangemeenten wil overlaten, hoewel wij vinden dat meernodig is dan handhaving van de huidige situatie.Handhaving gaat verder dan niets doen. Is de ministerbereid om goed te kijken naar de effectiviteit van deinmiddels verduidelijkte Winkeltijdenwet en bij oneigen-lijk gebruik van de toerismebepaling daadwerkelijk op tetreden en eventueel de betreffende verordening tevernietigen? Supermarkten doen steeds vaker eenberoep op de avondwinkelbepaling. Daar is dezebepaling niet voor bedoeld. Is de minister bereid dezebepaling te heroverwegen?

Mevrouw Gesthuizen (SP): Mijn interruptie heeft niet temaken met de koopzondagen, want daarover zijnmijnheer Dijkgraaf en ik het snel eens. Ik heb eeninterruptie op een ander punt. Ik wachtte even tot hij metzijn betoog klaar was, niet omdat ik het hem misgun omte eindigen met de woorden van zijn Heer. De heerDijkgraaf is vanuit zijn achtergrond gewend om met eenbrede wetenschappelijke bril naar de Nederlandseeconomie te kijken. Ik heb in mijn bijdrage een heel puntgemaakt van het Nederlandse industriebeleid. Hoe kijktde heer Dijkgraaf aan tegen de corporate governance, demachtsverhoudingen in de Nederlandse ondernemingen,en het effect dat dit op dit moment heeft op hetvoortzetten van (vestigingen van) bedrijven in Neder-land?

De heer Dijkgraaf (SGP): U zult begrijpen dat ik moetoppassen geen college te gaan geven, want daar zit uniet op te wachten. Dit is een heel ingewikkeld, complexonderwerp. Ik begrijp de vraag, en ik deel uw zorgenvoor een belangrijk deel. Toch moeten we ons realiserendat, als we gebruik willen maken van de markt, dit eendynamiek met zich meebrengt waarbij bedrijvenbesluiten om andere activiteiten te doen, om te saneren,om te reorganiseren, om hun productielocaties teverplaatsen naar Nederland of naar andere landen. Juistdat is een integraal element van een goed werkendemarkt. Daarmee wil ik uw zorgen niet wegpoetsen, wantdie deel ik ook wel, maar we moeten niet in de krampschieten dat over elk bedrijf dat ineens wat anders gaatdoen – als voorbeeld: een Amerikaans bedrijf dat ergensin Washington een beslissing neemt – een spoeddebatwordt aangevraagd. Eerlijk gezegd, denk ik dan: dathoort erbij. Het enige wat ik dan wel aan het kabinetvraag, is of dat dan te maken heeft met het structureleindustriebeleid. Daar zit de zorg, maar niet bij individuelebedrijven.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Met iets anders gaan doen,daarmee bedoelt de heer Dijkgraaf denk ik dan wel hetstoppen van activiteiten in Nederland en het verplaatsenvan R&D naar het buitenland of daarmee helemaalstoppen. Ik ben dan wel benieuwd op welk punt hij nuprecies mijn zorgen deelt.

De heer Dijkgraaf (SGP): Mijn metazorg is of wij de

Dijkgraaf

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-94

Page 58: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

financiële middelen bij elkaar kunnen fietsen omvoldoende te investeren in een bedrijfsklimaat dataantrekkelijk is voor grote internationale concerns. Daarmaak ik mij grote zorgen over. Dat zie je ook in de lijstjeswaaruit blijkt dat wij toch een beetje achteruit boeren. Jekunt het positief gaan interpreteren maar als je er eerlijknaar kijkt, dan zie je dat volgens mij. Dat zou betekenendat je eigenlijk meer geld daarin moet stoppen. Ikrealiseer mij samen met vele anderen dat wij dat geld opdit moment niet hebben. Vandaar dat ik met nadruk zeg:investeer het geld dat wij hebben zo efficiënt mogelijk.Volgens mij kan daar veel meer met het geld dat wijhebben. Niet door er allerlei extra potjes aan te knopen,maar door het veel meer te benutten.

De heer Verhoeven (D66): De SGP en de SP zijn het nieteens over de koopzondag maar ze komen na een langewandeling door een duister bos toevallig op dezelfdeplek uit. Dat is mooi. De VVD heeft gezegd: shoppen iszondagsrust. Nu even het volgende. Zou het niet aardigzijn als de ene mens in Nederland zegt dat voor hemwinkelen zondagsrust is en dat de andere mens inNederland zegt dat voor hem een bezoek aan de kerkzondagsrust is? Zouden die twee soorten mensen nietnaast elkaar kunnen genieten van hun zondag, elk ophun eigen manier zonder elkaar tot last te zijn?

De heer Dijkgraaf (SGP): Zonder nu tot een heel debatover de winkelsluitingswet over te gaan, wil ik hierovernog wel het volgende zeggen. Dit kabinet heeft in feitegezegd het te willen houden bij de huidige wet. Dus watdat betreft verandert er helemaal niets. Ik zou graag eenstap verder gaan en ook die mensen die denken dat hetfun is om te shoppen, de rust gunnen om een scala aanandere activiteiten te doen die veel beter voor hen zijn.Dus daar vinden wij mekaar absoluut niet. Het blijftnatuurlijk wel zo dat de activiteit van de een de rustverstoort van de ander. Dat geldt niet alleen voor eenkerkganger versus iemand die naar de winkel gaat. Datgeldt ook voor een werknemer. Dat geldt ook voor 80%van de kleine ondernemers die zeggen dat het voor henhelemaal niet hoeft. Dat geldt ook voor 60% van de groteondernemers. Dar geldt gelukkig ook voor een meerder-heid van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.

De voorzitter: Ik geef de heer Verhoeven nog degelegenheid om heel kort een vraag te stellen, aangezienbij de behandeling van de initiatiefwet nog voldoendegelegenheid is om dit onderwerp met elkaar uit te benen.

De heer Verhoeven (D66): Dan vraag ik de minister omin zijn reactie morgen ook even in te gaan op de zojuistdoor mij geschetste mogelijkheid om elkaar ruimte tebieden.

De voorzitter: Dan gaan wij nu luisteren naar mevrouwThieme van de Partij voor de Dieren. Ik vind het ook voorhaar heel vervelend dat zij zo laat nog moet spreken,maar het is niet anders. Wij hebben namelijk geen ruimtemeer op de agenda om het vooruit te schuiven.

©

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik begrijp het, voorzitter.Naar aanleiding van het interruptiedebatje met de heer

Graus nog het volgende. De Partij voor de Dieren is

helemaal niet voor slachten. Dus iedereen die zegt datwij voor ritueel slachten zijn, is gewoon onjuist geïnfor-meerd.

Voorzitter. Vandaag voor het eerst worden dieren,natuur en voedselveiligheid niet meer op ministersniveaubehandeld maar als onderafdeling van het ministerie vanEconomische Zaken. Dieren worden allang door deregering gezien als louter economische zaken. Dus in diezin is het begrijpelijk. Maar het is een klap in het gezichtvan 4 miljoen georganiseerde dieren-, natuur- enmilieubeschermers dat dierenwelzijn, natuur envoedselkwaliteit ondergeschikt gemaakt zijn aan deeconomie, juist nu steeds meer mensen zich realiserendat dieren, natuur en milieu weleens belangrijker zoudenkunnen zijn dan de economie of dat hun beschermingook economische betekenis heeft.

Op de kop af tien jaar geleden vroeg het kabinet eencommissie onder leiding van Herman Wijffels om advies,omdat de veehouderijsector een aantal kwetsbaarhedenkende die de waardering vanuit de samenleving op hetspel zetten. Die kwetsbaarheden waren volgens decommissie het gevolg van het feit dat de veehouderij, ikciteer: in de ogen van de samenleving de grenzen vanhet aanvaardbare en toelaatbare had overschreden.Simpelweg: wat in de bio-industrie gebeurde kon enmocht niet langer in de ogen van een groot aantalburgers.

De sector was volgens de denkgroep toe aan eenherontwerp en moest opnieuw uitgevonden worden.Hiermee doelde Wijffels op het feit dat dieren geenruimte wordt geboden om zichzelf te kunnen zijn, maarworden weggestopt als productiemiddel, als materiaal indonkere, betonnen stallen, op betonnen vloeren. Dedenkgroep noemde ook de grote schade aan het milieudie de veehouderij veroorzaakt, terwijl deze tegelijkertijdook het landschap aantast.

In de jaren voor 2000 was er sprake van een ongekendheftige dierziektecrisis. Vervoersverboden en beelden vangrote grijpers vol dieren die preventief gedood waren,lagen nog vers in het geheugen. Varkenspest en MKZleken te horen bij de bio-industrie. Ook het mestover-schot, de grote export van vee en de kosten van hetlandbouwbeleid schreeuwden om een fundamenteleherziening.

Wijffels maakte samen met vertegenwoordigers vande sector, het ministerie en een aantal deskundigen eenagenda voor herontwerp voor de veeteelt die aan deminister van Landbouw werd aangeboden. Eenherontwerp light, zal ik maar zeggen, want zelfs met deagenda van Wijffels komt de veehouderij nog niet in debuurt van wat een fatsoenlijk leven voor dieren zoumogen heten. Maar het begin van fundamenteleveranderingen zou op basis van deze agenda gemaaktkunnen of moeten worden.

Minister Brinkhorst van het toenmalige kabinet vanVVD-signatuur omarmde de aanbevelingen en zei dat hijhet rapport zou gaan uitvoeren. Punt, zei hij. De in hetrapport van de denkgroep geschetste tijdhorizon voor defundamentele verandering lag in 2010. Wij hebben nogéén maand te gaan.

2010 was opnieuw een turbulent jaar voor devee-industrie. Lage prijzen zorgden voor economischerampspoed in de sector. Het succesvolle verzet tegenmegastallen verspreidt zich over het land als eenolievlek. In de media woeden discussies over weidegangen ESBLs en duizenden mensen werden letterlijk ziek van

Dijkgraaf

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-95

Page 59: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

de Q-koorts. Velen werden zelfs chronisch ziek enenkelen stierven zelfs aan de gevolgen van een slordigen roekeloos overheidsbeleid, waarin economischebelangen belangrijker werden gevonden dan devolksgezondheid.

Voorzitter. Het rapport van de commissie-Wijffels isabsoluut niet uitgevoerd. Sterker nog, het maatschappe-lijk draagvlak voor de veehouderij staat meer dan ooitonder maatschappelijke, intellectuele en morele druk. Hetprotest tegen de ongebreidelde groei van de bio-industrie groeit met de dag. Het allereerste burgerinitia-tief in Nederland dat werd besproken in het parlement,was een aanklacht tegen de bio-industrie.

Dit jaar mengde zich een bijzondere partij in dediscussie. Meer dan 700 hoogleraren en anderewetenschappers en ruim 17.000 burgers ondertekendenhet manifest duurzameveeteelt.nl. om hun ongerustheidte uiten over de veehouderij in ons land. Dit manifest iseen vurig pleidooi om een einde te maken, ik citeer: aande georganiseerde onverantwoordelijkheid, die demisstanden in deze industrie in stand houdt. Zij wijzen inhun pleidooi ook op de commissie-Wijffels, die denoodzaak en de mogelijkheden schetste om de Neder-landse veehouderij nog voor het einde van 2010 aan tepassen aan de moderne Nederlandse samenleving.

Ook deze wetenschappers stellen vast dat dekenmerken die Wijffels schetste voor een nieuweveehouderij, in het geheel niet in zicht zijn. Tien jaar nahet advies had de veehouderij zich volgens Wijffelskunnen omvormen naar een veehouderij die maatschap-pelijk wel acceptabel zou zijn. En nu, tegen het einde van2010, nu de aanbevelingen van Wijffels uitgevoerdhadden moeten zijn, lijkt dit verder weg dan ooit.

Prof. Roos Vonk, woordvoerder van de verontrustewetenschappers, benaderde de staatssecretaris inmiddelstweemaal per brief, met het verzoek om een gesprek,maar haar brieven bleven vooralsnog onbeantwoord.Kan de staatssecretaris aangeven of hij bereid is om opkorte termijn met haar van gedachten te wisselen, meteen vertegenwoordiging van deze verontruste weten-schappers? Graag een reactie.

Die zorg van die wetenschappers is en was terecht. Debakens zijn onder de achtereenvolgende CDA-ministershelemaal niet ingrijpend verzet. Dat heeft inderdaadgeleid tot een enorme clash met de samenleving. Er issprake van een morele en intellectuele opstand in demaatschappij tegen de vee-industrie, een opstand die telang is weggezet als emotie.

De commissie-Wijffels heeft in 2001 een aantalkenmerken geformuleerd waaraan de veehouderij overeen maand, nog dit jaar, moet voldoen. Ik loop ze evenlangs. De eerste aanbeveling luidt als volgt: met dierenwordt respectvol omgegaan. Veehouderijsystemen zijngebaseerd op de eigen gedragskenmerken van dieren enbevorderen het weerstandsvermogen van dieren tegenverschillende stoornissen. Ik wil van de staatssecretarisweten of hij het onverdoofd afknippen van biggenstaart-jes een respectvolle omgang met dieren vindt. Ik wil vande staatssecretaris weten of hij het binnen zes wekenopfokken van een kuiken van 20 gram naar een plofkipvan 2,5 kilo een respectvolle omgang met dieren vindt. Ikwil van de staatssecretaris weten of hij het respectvolvindt als vleeskuikens met verbrande poten levenslang inhun eigen mest staan. Ik wil van de staatssecretarisweten of hij het van een respectvolle omgang met dierenvindt getuigen als snavels van kippen worden gekapt. Ik

wil van de staatssecretaris weten of hij het van eenrespectvolle omgang met dieren vindt getuigen als inNederland jaarlijks 30 miljoen eendagshaantjes wordenversnipperd of vergast. Ik verwacht bij elke vraag eenduidelijk ja of nee.

De minister-president heeft al een oordeel gevel overonderdelen van de vee-industrie. Hij noemde in hetdebat over de regeringsverklaring het verdoven vanvarken met CO2 en het elektrocuteren van pluimvee algruwelijke vormen van dierenmishandeling. En hij heeftgelijk. Dat is niet respectvol omgaan met dieren. Krijgt dedierenpolitie hier een toezichtstaak, vraag ik de staatsse-cretaris. Ik begrijp van minister Opstelten dat het niet zois. Ik hoor van de PVV, de gedoogpartner, dat het wel zois. Hoe wordt het nu in het vat gegoten?

De ministers van de kabinetten-Balkenende hebbenacht jaar op hun handen gezeten en de Kamer gevraagdom vertrouwen te hebben in de veesector. Als dit kabinetals motto ″afspraak is afspraak″ heeft, wil de PvdD wetenhoe het gevraagde vertrouwen in de sector te rijmen valtmet dat kalvermesters te licht geboren kalfjes eigenhan-dig doden omdat zij er geen geld mee denken te kunnenverdienen. Je gaat toch geen voer geven als je niet aanze kunt verdienen, lijkt de redenering. Kan de staatsse-cretaris ons vertellen hoe het motto afspraak is afspraak,zich verhoudt tot het toestaan van het nota bene al in2005 in Europees verband verboden knippen vanvarkensstaarten? Kan de staatssecretaris ons vertellenhoe het motto afspraak is afspraak zich verhoudt tot hetfeit dat kippenboeren zeggen de deadline niet te halenom in 2010 te stoppen met alle ingrepen bij de dieren,zoals snavels kappen en het verwijderen van de kam? Jeverzint het niet wat die zoal weghalen bij dieren. Alveertien jaar geleden is echter de afspraak gemaakt omer in 2001 mee te stoppen. Er is al twee keer uitstelverleend. Ik wil van de staatssecretaris op elk van degenoemde geschonden afspraken een reactie hebben.

De staatssecretaris was tot voor kort ponyfokker. Kanhij het zich voorstellen dat hij pony’s zou afmaken omdatdie te licht zijn, zoals kalvermesters dat met te lichtgeboren kalveren doen? Dat hij die zou houden ondersoortgelijke omstandigheden als bij leghennen offokzeugen? Als hij zich dat niet kan voorstellen – ik ziehem nee schudden – hoe verschilt dan het recht op eenfatsoenlijke behandeling van pony’s van dat recht voorde genoemde diersoorten?

Ons veehouderijsysteem is gebaseerd op de kenmer-ken van onze grijze economie en niet op de eigenschap-pen van de dieren. In 2001 was het kabinet van meningdat er ″zonder aanvullende nationale regelgeving geenkooi tot stand zou komen die voldoet aan de eis dat hetsysteem wordt aangepast aan het dier in plaats van hetdier aan het systeem.″ De onzichtbare hand van AdamSmith heeft immers nog nooit een varken uit debio-industrie bevrijdt of zelfs maar een geit of koegeaaid. Wat is er met deze kennis gebeurd? Er is sprakevan een ″rat race to the bottom″, waarin de markt aan deboer laat weten dat een ei nog geen stuiver waard is endat een liter moedermelk van een koe krap driedubbeltjes opbrengt. Hoe kunnen de bewindslieden diebeweren zich te laten leiden door begrippen zoalsrentmeesterschap en duurzaamheid dergelijke ontwikke-lingen met droge ogen aanzien en zelfs voor hunverantwoordelijkheid nemen? Ik weet natuurlijk datoud-bewindslieden van het CDA zoals Dries van Agt,Ruud Lubbers en Cees Veerman er inmiddels heel anders

Thieme

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-96

Page 60: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

tegenaan kijken. Wanneer gaan wij het beleven dat eenCDA-bewindspersoon tot voortschrijdend inzicht komtterwijl die nog bij machte is om het tij in de intensieveveehouderij actief te keren?

Wij proberen nog steeds dieren aan te passen aan dehouderijsystemen in plaats van andersom. Het proberente fokken van hoornloze koeien is daarvan een uitstekendvoorbeeld. Deze lijn wordt tot in het extreme doorgetrok-ken wanneer wij spreken van genetisch gemanipuleerdedieren. De rentmeesters van 2010 zien in het knutselenmet genetisch materiaal kennelijk een oplossing voorvergroting van economische belangen. Deelt destaatssecretaris de mening dat het knutselen aan degenen van een dier voor sport, vermaak of voedselpro-ductie niet kan vallen onder een respectvolle omgangmet dieren?

Een andere aanbeveling van Wijffels luidt dat hettransport van levende dieren aan strenge regels isgebonden en dat transport over lange afstand niet meervoorkomt. Export, zegt Wijffels, vindt vooral plaats in devorm van hoogwaardige producten en fokvee. Wijexporteren dieren als bulkproducten en slepen dierenover de weg tot zelfs naar landen als China. SindsWijffels is het diertransport over grote afstand gewoongelijk gebleven. Weer een aanbeveling waarmee niets isgedaan.

Ook de misstanden bij veetransporten gaan onvermin-derd voor. Deze zomer alleen al, 300 dode biggen,veewagens met een binnentemperatuur van 40 gradenen de VWA die een transport goedkeurt met kreupelekoeien. Het is slechts de top van de ijsberg. Wanneerdringt het tot de regering door dat zelfreguleringoverduidelijk niet werkt?

Het is ook een bizar fenomeen. Wij exporteren meerdan 800.000 kalveren terwijl wij tegelijkertijd ook weergrote aantallen kalveren uit andere landen importeren.Daarmee zeulen wij niet alleen onnodig met dieren, maarzij wij ook bezig heel Europa en verder liggendebestemmingen te besmetten met MSRA, zo blijkt uitonderzoek.

Dan Wijffels’ herontwerp van het productiesysteem,een andere aanbeveling. De commissie-Wijffels wildeeen veehouderij die past bij een hoogontwikkeldestedelijke samenleving met een focus op kwaliteit entoegevoegde waarde in plaats van op bulk en export-markten. Een transparantere manier van werken moestvoorop staan. Je hoeft de kranten van dit jaar er maar opna te slaan om te weten dat daarvan niets is terechtgeko-men. Megastallen vervuilen ons platteland om op groteschaal goedkope karbonaadjes en filetjes te producerenten koste van gezinsbedrijven. Steeds meer koeienverdwijnen tot hun dood toe naar binnen. Als destaatssecretaris de maatschappelijke onrust over devestiging van megastallen serieus neemt, moet er, zolangdaarvoor geen draagvlak bestaat, een moratorium komenop nieuwe vestigingen. Ik krijg hierop graag een reactie.Ik overweeg een motie op dit punt.

De veehouderij bestond in de ogen van Wijffels ook uiteen hoge mate van verschillende bedrijfsvormen ensoorten vee. Het is treurig te moeten constateren dat wijnog geen 3% biologische stallen hebben. De slappedoelstelling van 2011 van 5% integraal duurzame stallenwordt niet eens gehaald. In 2011 lopen de projecten afdie de biologische landbouw zouden bevorderen en watkomt daarvoor in de plaats, zo vraag ik de staatssecreta-ris. Zelfs in onderzoeksbudgetten wordt geen geld meer

geoormerkt voor biologisch. De groenregeling waarvanbiologische bedrijven sterk afhankelijk zijn, wordt doordit kabinet meedogenloos de nek omgedraaid, nietomdat dit veel oplevert in termen van bezuiniging, maarkennelijk omdat er daden gesteld moeten worden dieaangeven dat het menens is met het afserveren van wattegenwoordig wordt geduid als ″linkse hobby’s″. Diehobby’s zouden echter uitstekend passen in de groen-rechtse luchtkastelen van onze nieuwe premier.

In ons land wordt vooral de kiloknaller geproduceerd.Onze minister-president zei vorig jaar nog tijdens dealgemene politieke beschouwingen, toen nog in zijn rolals vertegenwoordiger van de oppositie, dat wie vleesvan de kiloknaller koopt en denkt dat het dier eenfatsoenlijk leven kan hebben gehad, zijn kop in het zandsteekt. Is de staatssecretaris zo’n bedrijver van struisvo-gelpolitiek? Of is hij bereid ervoor te zorgen dat dekiloknaller als schandvlek van onze samenleving kanworden uitgebannen?

De maatschappelijke kosten van onze huidige wijzevan produceren en consumeren moeten worden betaalddoor degenen die deze maatschappelijke kostenveroorzaken. Alleen al de echte prijs van bijvoorbeeldvarkensvlees zou volgens onderzoek van de VrijeUniversiteit 31% hoger moeten zijn dan de huidigewinkelprijs als wij alle maatschappelijke kosten zoudenverrekenen in de prijs en als wij die niet langer zoudenlaten betalen door de belastingbetaler. Nu is immers elkebelastingbetaler elk jaar verplicht donateur van devee-industrie voor meer dan € 100, nog voordat hij eenei, een druppel melk of een gram vlees heeft geconsu-meerd. Hoe gaat het kabinet de maatschappelijke kostenvan de huidige productie- en consumptiewijze meten enwie gaat deze kosten in de toekomst betalen? Is dat debelastingbetaler of gaat het kabinet het de-vervuiler-betaaltprincipe toepassen? Graag een reactie.

De Partij voor de Dieren is een partij voor de boeren.Mijn fractie wil boeren een duurzame toekomst geven.Veel boeren hebben het in de afgelopen jaren moeilijkgehad. In de laatste twintig jaar is het agrarischjaarinkomen niet zo laag geweest als in 2009, en datterwijl vooral het CDA de scepter zwaaide over hetlandbouwbeleid. De helft van de boerenbedrijven zakthiermee onder de armoedegrens; elke dag stoppenongeveer zes boerenbedrijven. De primaire producentontvangt veel te weinig van de consumentenprijs. Hetgestunt met prijzen door supermarkten gaat onvermin-derd door. Een vrijblijvende oproep van oud-ministerVerburg om niet te stunten met vers, heeft nietsopgeleverd. Wat is de volgende stap van dit kabinet? Isde staatssecretaris bereid om een onderzoek in te stellennaar nieuwe concurrentiemechanismen, die duurzaam-heid vanuit de markt kunnen bevorderen?

Boeren moeten niet meer terecht kunnen komen insituaties waarin ze onder de kostprijs moeten produce-ren, met alle gevolgen voor de voedselveiligheid, hetdierenwelzijn en het milieu van dien, omdat grotemarktpartijen hen tot een race to the bottom dwingen.Om dit te voorkomen, zou de overheid de verantwoorde-lijkheid voor de productiewijze bij de retailers moetenleggen. Zo zou er bijvoorbeeld een wettelijke bodem inde inkoopprijs moeten liggen. Geen wettelijke bodem inde vorm van een minimumprijs, maar in een verplichtingvoor de marktpartijen om aan te kunnen tonen dat deproducent voor het ingekochte bedrag heeft kunnenproduceren, binnen de wettelijke en eventueel bovenwet-

Thieme

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-97

Page 61: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

telijk ingestelde normen. Als dat een algemeen verbin-dend voorschrift wordt, ontstaat een gezonde enverantwoorde concurrentie in de voedselketen op basisvan kwaliteit en efficiëntie, in plaats van op prijs. Graageen reactie. Ik overweeg hierover een motie in te dienen.

Kan de staatssecretaris aangeven wat hij exact wildoen om de maatschappelijke kosten van de veehouderij,inclusief 30% biodiversiteitverlies, te beprijzen? En hoestaat het met het kabinetsvoornemen om een transitie totstand te brengen van productie en consumptie vandierlijke eiwitten naar een meer plantaardige samenle-ving? En is de staatssecretaris het met mij eens dat hetonverantwoord is dat 80% van het landbouwareaal in dewereld ten dienste staat van de veehouderij en dat bijna50% van de wereldgraanoogst wordt opgeslokt door deveehouderij, puur en alleen om vlees te produceren vooronze westerse landen? Is hij bereid om voortvarend tewerken aan een omschakeling naar een dieet met meerplantaardige eiwitten? Ik overweeg hierover een motie inte dienen.

Nu een ander toekomstperspectief van de werkgroep-Wijffels, dat volgens het kabinet uit 2001 binnen éénmaand vanaf nu gerealiseerd had moeten zijn. Ik citeer:″De veehandel heeft zich ontwikkeld tot een leveranciervan hoogwaardige logistieke diensten. Veemarkten, alsmarktplaats, bestaan niet meer″. Wijffels wilde datveemarkten zouden verdwijnen, maar de veehandel vindthet nog steeds goed en modern om handjeklap tehebben op veemarkten. Zo ouderwets. De veemarkt inPurmerend wordt verplaatst in plaats van gesloten,omdat de huidige locatie geen ruimte biedt voor deuitbreiding van activiteiten. Veemarkten zijn een bron vanziekteverspreiding en een bron van dierenleed. Ze passentoch niet in een moderne, digitale samenleving? Ik wilgraag horen hoe de staatssecretaris hieraan een eindgaat maken. Mijn door de Kamer aangenomen motie omin ieder geval in de tussentijd verplicht cameratoezicht tevoeren, is niet uitgevoerd. Gaat de staatssecretaris datalsnog doen?

Nu de bedreigingen van de veehouderij voor devolksgezondheid, waarover Wijffels in zijn rapport ookspreekt. Na de aanbevelingen van Wijffels hebben we temaken gehad met de rampspoed van vogelpest, MRSAdat nog steeds aan de orde is, ESBL dat nog steeds aande orde is, Q-koorts en, niet te vergeten, salmonella- encampylobactervergifitigingen. De ene crisis volgt op deandere. Volgens Wijffels zouden nu, tien jaar na zijnaanbevelingen, veelvoorkomende besmettingen enrisico’s voor de volksgezondheid beheersbaar zijngemaakt. We hebben net een desastreuzeQ-koortsepidemie achter de rug, althans dat hopen we.Inmiddels staat vast wie die veroorzaakte: een falendeoverheid, die de problemen zeer wel had kunnenvoorkomen als de economie niet het allesoverheersendeuitgangspunt was geweest. Tegelijkertijd met hetvernietigende rapport over het Q-koortsbeleid ontvingenwij de brief van de staatssecretaris met een verdereversoepeling van het fokverbod. Hoe doof en blind kun jezijn in het belang van de sector?

De commissie-Van Dijk kwam gisteren met deaanbeveling om de nVWA los te koppelen van deministeries, en het een echte, onafhankelijke toezichthou-der te laten zijn. Dat is nu eens een goed idee. Ik hoordaartoe graag een voorstel van deze staatssecretaris. Ikoverweeg daarover een motie in te dienen.

Dan kom ik nu op de milieuaanbevelingen en deruimtelijke aanbevelingen van de commissie-Wijffels.Deze commissie adviseerde, voor de intensieveveehouderij een speciaal vergunningenstelsel teontwerpen. Dat betekent eigenlijk kort en goed dat jegeen vergunning krijgt als je de mest niet duurzaam kwijtkunt. Ook daarvan is helemaal niets terecht gekomen.Sterker, dit kabinet wil zelfs de dierrechten afschaffen,waarmee alles weer open ligt om de veestapel te latengroeien. Het beleid van de afgelopen jaren heeft ertoegeleid dat de ammoniakwetgeving volkomen isuitgehold. Wij hebben per Nederlander 4000 kilo mest uitde veehouderij. Dat betekent dat elke Nederlanderminstens 60 keer zijn eigen gewicht in mest waard is. Demest staat ons niet alleen tot de lippen, nee het volumemest is 60 keer zo groot als het volume Nederlanders.Wat moet je zeggen van zo’n land? Een tsunami vanstront overspoelt ons land, zeg ik vrij naar een van degedoogpartners van de coalitie. Desondanks blijven wijde ambitie houden om de melkboer en slager vanEuropa te zijn. Ondanks de grote problemen rond deverzuring en de vermesting blijven maatregelen uit.

Volgens Wijffels zou in 2010 organische mest eenwaardevolle grondstof moeten zijn en zouden demineraalstromen gesloten moeten zijn. Het Nederlandsemestoverschot is echter een gigantisch en groeiendprobleem. Nog steeds is de overheid op zoek naarmanieren om de bergen mest in goud om te zetten.Misschien kan dierenambassadeur Graus daarin eenrolletje spelen. In een krant las ik dat alles wat hijaanraakt, in goud verandert.

Vooralsnog lijkt alles wat achtereenvolgende bewinds-personen op Landbouw aanraken niet in goud, maarvooral in mest te veranderen. Ik heb de ambtsvoorgan-ger van de staatssecretaris vorig jaar al uitgeroepen totkoningin Minas, die alles wat zij aanraakte in mest konlaten veranderen; dit vrij naar het falende mest- enmineralensysteem. Een fosfaatheffing kan niet uitblijvenals wij het principe ″de vervuiler betaalt″ willen hanteren.Zo’n bronheffing is op termijn internationaal onontkoom-baar wanneer wij belangrijke en schaarse grondstoffenonttrekken aan ontwikkelingslanden. Graag krijg ik eenreactie van de staatssecretaris op dit voorstel. Zoalsoud-minister Veerman al zei: wij importeren voer, wijexporteren varkens en de rommel houden wij hier. Ditsysteem is vastgelopen. Wij slaan internationaal gezieneen drekfiguur. Maar de boer, hij ploegt voort met steunvan een VVD/CDA-kabinet, gedoogd door PVV en SGP.

De reconstructiegelden hebben niet de beloofdeverlichting voor het platteland bewerkstelligd, maargeleid tot lelijke landbouwontwikkelingsgebieden, waarmegastallen het uitzicht belemmeren en de bevolkingzich zeer terecht zorgen maakt over dierziekten. Deuitbraak va Q-koorts illustreert duidelijk hoe risicovol hetis om zo dicht tegen woonkernen aan zulke hogeconcentraties dieren te houden: de intensieve veehoude-rij als letterlijke verzieker van de open ruimte. Het fijnstofvan de veehouderijen maakt mensen en dieren op groteschaal ziek. Niet alleen kan fijnstof schade toebrengenaan de longen, het kan ook ziekteverwekkers uit stallen,zoals Q-koorts, verspreiden.

Het belonen van boeren voor hun bijdrage aan hetlandschap is verworden tot een klucht. Boeren worden30 jaar lang gecompenseerd voor virtuele broedparenvan weidevogels, terwijl zij elke vorm van biodiversiteitin en op hun land als schadepost willen afknallen als het

Thieme

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-98

Page 62: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

om ganzen gaat, verzuren als het om regenwormen gaaten verlagen als het om de grondwaterstand gaat.Inmiddels is duidelijk dat het weidevogelbeheer en hetagrarisch natuurbeheer zoals het nu wordt vormgegeven,totaal niet effectief is. Niet alle gronden lenen zichhiervoor en er zijn nog talloze beheersmaatregelen dieboeren kunnen nemen, zoals verruiging en later maaien,die een enorm effect op de weidevogelstand zullenhebben. In Duitsland broedt de weidevogel weer, maaralleen in gebieden waar niet de landbouw, maar hetweidevogelbeheer het uitgangspunt vormt. Dedenkgroep-Wijffels kreeg heel wat kritiek op haaraanbevelingen. De aanbevelingen zouden niet nieuw zijn.Het was echter wel voor het eerst dat de problemen inde veehouderij in samenhang werden gepresenteerd. Nu,tien jaar later, is het de hoogste tijd om de gesignaleerdeproblemen ook in samenhang op te lossen. Meer dan700 wetenschappers roepen ons op, ons te bezinnen opde fundamentele uitgangspunten van onze vee-industrie,zodat politici en burgers tot morele keuzes kunnenkomen. Het is tijd voor een door de overheid geregis-seerde paradigmaverandering, een wisseling van eenintensieve, grootschalige, door economie en technologieoverheerste vee-industrie naar een duurzame landbouw,waarin economie en technologie in dienst komen testaan van het welzijn van dieren, van de mens, vannatuur en milieu, kortom van een duurzame samenle-ving. Met deze ommekeer wordt de veehouderijmaatschappelijk aanvaardbaar en toelaatbaar en hoevenwij onszelf en elkaar niet langer voor de gek te houden.Alleen zo komen we tot de zo dringend gewensteafschaffing van de bio-industrie.

Niet alleen de dieren in de vee-industrie hebben hetzwaar te verduren. De malafide hondenhandel – eenander onderwerp – floreert in Nederland, terwijl hetkabinet werkloos toekijkt. De PvdD wil paal en perkstellen aan deze wantoestanden. Het kabinet heeft onzeoproep vertaald naar beleid in het regeerakkoord,waarvoor hulde, maar als dit kabinet werkelijk eenkabinet van ″geen woorden, maar daden″ is, dan ben ikbenieuwd naar de daden. Komt er nu eindelijk eenlevenslang houdverbod voor malafide handelaren vanhonden en andere dieren? Tot nu toe kreeg ik geen steunvan de PVV, van het CDA en van de VVD voor zo’nlevenslang houdverbod. Nu er een dierenpolitie komt,horen daar natuurlijk wel strenge straffen bij. Graag eenreactie.

Ook de dieren in de vrije natuur staan bloot aan velebedreigingen. Een van de belangrijkste hiervan is degrootschalige jacht. Hoewel er nog steeds op vijf soortenplezierjacht is toegestaan, worden er jaarlijks tallozeandere dieren buiten die lijst afgeschoten, in het kadervan beheer en schadebestrijding. Wilde zwijnen zijn hiereen voorbeeld van. Meer dan 80% van de Veluwsepopulatie van deze beschermde diersoort wordt elk jaardoodgeschoten. Edelherten en reeën zijn hun levenevenmin zeker. Wettelijk zijn ze beschermd, maar inwerkelijkheid zijn ze vogelvrij. Ik overweeg hierover eenmotie in te dienen.

Door het stoppen met de ecologische hoofdstructuur,door ondeugdelijke afrastering en verstoring door dejacht ontstaat het probleem van zwijnen op wegen en intuintjes. In plaats van het verbinden van natuurgebieden,verlaging van de maximumsnelheid op wegen doornatuurgebieden en een deugdelijke afrastering langswegen wordt er naar lapmiddelen gegrepen. Inderdaad,

nog meer afschot, met als gevolg nog meer verstoring,nog meer overlast en nog meer aanwas van dieren.Ondanks het feit dat het zwijn alleen op de Veluwe enMeinweg wordt gedoogd, worden zwijnen inmiddels ookgesignaleerd in Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant,Overijssel en Limburg. Daarmee kunnen we dus stellendat het huidige beleid tekort is geschoten en dat hetverandering behoeft. Door Alterra, de Zoogdiervereni-ging en ARK Natuurontwikkeling is het pleidooi gedaanom zwijnen op meer plekken toe te staan. De staatssecre-taris weet aan den lijve hoe het is om afhankelijk te zijnvan gedoogsteun. Is hij bereid die gedoogsteun ook tebieden aan het wilde zwijn in heel Nederland?

Door de grootschalige jacht is er nooit een situatiewaarin de omvang van de populatie gereguleerd wordtdoor onderlinge concurrentie, voedsel en ziektes. Dankzijde jacht worden er elk jaar grote aantallen biggengeworpen. Dit is klassieke ecologie. Mijn fractie wil eenjachtvrije proef op het kroondomein, waar de populatie-ontwikkeling kan worden gemonitord. Het lijkt mij ookdat we dan meteen moeten kunnen regelen dat heteigenlijke kroondomein in zijn geheel jaarrond voorbezoekers is geopend. Momenteel wordt het driemaanden gesloten ten behoeve van de koninklijkejachtpartijen op wettelijk gezien niet bejaagbarediersoorten. Dat is toch niet meer van deze tijd? Ik hoopdan ook dat de staatssecretaris bereid is, ervoor tezorgen dat recreanten jaarrond van dit prachtigenatuurgebied kunnen genieten.

Dan de ganzen. Nederland vormt voor veel soorteneen cruciale schakel in de jaarlijkse trek van broedgebie-den naar overwinteringsgebieden en omgekeerd.Hierdoor hebben wij een internationale verantwoordelijk-heid. Helaas betekent dit niet dat de ganzen welkom zijnin ons land. Vorig jaar zijn 100.000 ganzen door jagersafgeschoten en de prijs van het ganzenbeleid metfourageergebieden rijst intussen de pan uit. We geven17,5 mln. uit en in 2015 zal dat naar schatting 28 mln.zijn. Het Centrum voor Landbouw en Milieu en het LEIraden aan om de foerageergebieden te laten vervallen,ganzen in geval van overlast te verjagen zonder hetondersteund afschot en het vergoeden van ganzen-schade overal in Nederland mogelijk te maken. Dit leidtbovendien tot een kostenreductie van 13% tot 29% tenopzichte van voortzetting van het huidige beleid. Is destaatssecretaris bereid om dit advies op te volgen?

De staatssecretaris heeft bij zijn aantreden gezegd dater met hem zaken te doen zouden zijn over dieren,natuur en milieu. Ik hoop niet dat hij bedoelde dat hijvan al deze onderwerpen kleingeld wil maken, zoals hetCDA de afgelopen jaren heeft gedaan. Zowel dieren,natuur en milieu als de politiek is gebaat bij eenduidelijke trendbreuk die alle levende wezens in dit landweer het vertrouwen kan geven dat er rekening wordtgehouden met hun belangen en dat economie nietstandaard prevaleert boven ecologie. Dat zou immerseen kostbare vergissing zijn.

Investeren in de natuur levert 100 keer meer op danerin wordt gestoken. Zelfs voor wie zich laat leiden doorgeld is aandacht voor de natuur dus aan te bevelen. Wiezich echter laat leiden door het meest kostbare dat wijhebben, namelijk schone lucht, schone bodem, schoonwater en biodiversiteit, kan niet anders dan radicaalbreken met de koers van de afgelopen jaren. Er zal nietalleen op de kortst mogelijke termijn een einde moetenkomen aan de bio-industrie, maar ook serieuze aandacht

Thieme

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-99

Page 63: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

voor natuur en biodiversiteit moeten komen. Wij zullendaarover allen persoonlijke verantwoording moetenafleggen, omdat het gaat over onze verantwoordelijkheidnaar komende generaties. Ik zal daarover een motieindienen en daarvoor een hoofdelijke stemmingaanvragen.

De heer Graus (PVV): Ik heb allereerst een feitelijkeonjuistheid geconstateerd. Ik ben het Kamerlid geweestdat als eerste een motie heeft ingediend over eenlevenslang houdverbod. Met alle respect, maar dat kaniedereen bij het Centraal Informatiepunt navragen. Hetlijkt mij dus heel stug dat wij de Partij voor de Dierenniet hebben gesteund. Er zal wel een of andere rare zinin hebben gestaan, waardoor wij een bepaalde motie ofeen bepaald amendement niet hebben gesteund.Misschien was er sprake van een ondeugdelijke dekkingof dat soort zaken. Ik ben de grondlegger in deze Kamervan een levenslang verbod op het houden van dierenvoor dierenbeulen en dan gaat mevrouw Thieme, metalle respect zeggen, dat de PVV dat niet steunt. Dadelijkbent u nog een zetel kwijt, mevrouw Thieme.

Ik heb nog twee vragen. Als de Partij voor de Dierentegen het ritueel slachten is, waarom heeft zij dan geeninitiatiefwet ingediend voor een verbod daarop? Waarompleit zij dan voor die bedwelming? In principe frustreertdat mijn initiatiefwet voor een verbod op ritueel slachten.

De voorzitter: Ik sta nog één kort antwoord op dezevraag toe, want wij gaan niet herhalen.

De heer Graus (PVV): Mijn andere vraag is waarom dePartij voor de Dieren ons niet steunt waar het gaat ominvoering van minimumstraffen, na dit hele betoog.Waarom moeten dierenbeulen niet zwaarder wordengestraft? De Partij voor de Dieren heeft ons daar nooit ingesteund.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik zal hier kort op reageren.Wij willen een verbod op onverdoofd ritueel slachten.Dat betekent dat er bedwelming moet worden toegepast.Er bestaat reversibele en irreversibele bedwelming. Ik ganu niet uitleggen wat het verschil is, maar het gaat eromdat het ons niet uitmaakt of de bedwelming irreversibelof reversibel is. Het gaat erom dat er een verdovingsmid-del wordt gebruikt, ook al leidt dat misschien meteen totde dood van het dier. Dat vinden wij prima, als het maarop zo’n manier gebeurt dat een dier niet lijdt. Dat isbelangrijk en ik geloof dat wij het daar gewoon metelkaar over eens zijn.

Uit onderzoek is duidelijk gebleken dat minimumstraf-fen absoluut niet leiden tot minder criminaliteit. Ook oprechtsstatelijke gronden zijn wij daartegen.

De heer Graus zei als eerste dat hij zich niet kanvoorstellen dat hij een tegen een levenslang houdverbodheeft gestemd. Laat hij zijn stemgedrag nakijken. Wijhebben een amendement ingediend voor een levenslanghoudverbod en de PVV-fractie stemde ertegen.

De voorzitter: Dat kunnen wij op een ander momentprecies uitzoeken.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ja.

De heer Graus (PVV): Ik kom in mijn eigen termijn terug

op dat levenslange houdverbod, dus daar hoeft nu geentijd meer voor te worden ingeruimd.

Mevrouw Thieme zei in haar betoog dat zij tegenritueel slachten is.

De voorzitter: Nee, ik sta dit echt niet toe. Wij hebbenhet hier al uitvoerig over gehad, het spijt mij zeer.

Mevrouw Thieme (PvdD): Ik denk echt dat de heer Grausniet goed weet hoe het bedwelmen in elkaar zit.

De voorzitter: Daar komen wij vanavond niet meer uit,denk ik. Ik geef nu mevrouw Ouwehand het woord.Misschien moet u maar eens bij elkaar gaan zitten meteen kopje koffie, mevrouw Thieme en mijnheer Graus.Dan wil ik er nog bij komen ook.

©

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Wij hebben altwee wetgevingsoverleggen gehad over deze begrotingVisserij en Natuur.

Om te beginnen met visserij. Ik heb de staatssecretarishet standpunt van de PvdD meegedeeld: de zeeën enoceanen zijn geen particulier viswater. Het is natuurlijkkapitaal waar wij met zijn allen van afhankelijk zijn. Inplaats van dat te beschermen, worden onze marieneecosystemen systematisch verwoest. De staatssecretarisvond mij nogal somber. Ik baseer mij echter opwetenschappers. Ik vraag de minister van EconomischeZaken welke perspectieven hij ziet voor onze toeristischesector, onze kustsector, als wij niet ingrijpen en deNoordzee laten veranderen in een ondergelopen zandbakvol met kwallen. Dat zijn de perspectieven waar wij opaansturen. Dat wordt onze voortuin.

We hebben ook gesproken over het stokje dat ditkabinet steekt voor het plan om de natuurgebieden metelkaar te verbinden. Hoewel wij weten dat dezeverbindingen cruciaal zijn voor het behoud van onzesoortenrijkdom en een gezonde landbouw doet destaatssecretaris deze vernietiging af met flauwigheden.Hij gaat niet alleen dwars voor de kar liggen als het gaatom het vergroten van de natuur, maar de natuurgebie-den die wij nog hebben en moeten beschermen, leverthij uit aan hun grootste vijand, de varkensboeren en hunammoniakoverschotten. Vorige week konden wij in DeLimburger een oproep van de staatssecretaris lezen. Ikvond die nogal stuitend. Het was een letterlijke oproepwaarin hij zegt – het gaat over Natura 2000-gebieden –:″Limburgers zijn meester in het zoeken van praktische enpragmatische oplossingen in dit soort situaties.″ Ik zouzeggen: zoek die creatieve oplossingen. Doe het, maardoe het vooral in stilte. Ik wil niet weten hoe destaatssecretaris het doet, als het maar gebeurt. Eerst eenbeleefde vraag aan de staatssecretaris. Is hij misschienonjuist geciteerd? Of heeft hij wel degelijk een oproepgedaan om de regels aan de laars te lappen? Ik zou datschandalig vinden. Ik wil weten wat de staatssecretarisdaarmee bedoelt en wie er precies aan moeten meewer-ken. Zijn dat de boeren, of zijn dat de provincies? Graagduidelijkheid daarover.

Als wij het hebben over onze natuurgebieden, dan iser één gebied dat op dit moment zwaar onder vuur ligt.Ik begrijp dat de rijksoverheid wilde plannen heeft vooreen schitterend ehs-gebied bij Bergen. De gemeenteBergen, een dorp in Noord-Holland met 12.000 inwoners,

Thieme

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-100

Page 64: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

en het Bergermeer vormen samen met de omliggendepolders een overgangszone tussen de binnenduinrandvan het westen en de oude strandwallen in het oosten,met de Loterijlanden, bloem- en vlinderrijke graslandenmet greppeltjes die voor weidevogels aanmerkelijkaantrekkelijker zijn dan de intensief bewerkte enplatgemaaide biljartweilanden en bollenlanden. Dat iseen goede plaats voor weidevogels die het in ons landmoeilijk hebben. Ik noem de grutto. Maar er zijn plannenvoor gasopslag en er is onrust. Is dat gek?: Aantastingvan een ehs-gebied, overlast voor de omwonenden, eengebied nota bene dat risico loopt op aardbevingen eneen minister van Economische Zaken die de beslissings-bevoegdheid bij de gemeente heeft weggehaald, zonderoverleg. Natuurlijk is daar onrust. Zien wij hier het waregezicht van de Crisis- en herstelwet, waarbij de rijksover-heid beslissingsbevoegdheid weghaalt bij decentraleoverheden, die vervolgens niets meer te vertellenhebben? Gezien de onrust wil ik van de minister vanEconomische Zaken weten wat de stand van zaken op ditdossier is. Ik weet dat een deel onder de rechter ligt,maar wij kunnen hier toch niet weken mee wachten,terwijl de onrust zo groot is? Tegen de staatssecretariszeg ik alvast dat ik niet gerust ben over de natuurcom-pensatieplannen. Ik vraag de bewindslieden om eengezamenlijke reactie die wij graag voor de tweedetermijn ontvangen. Ik kan nu alvast meedelen dat dePvdD niet zal instemmen met de gasopslag in Bergen. Ikben blij dat de fractie van de PVV daar net zo over denkt.

Met de toevoeging van het woord ″innovatie″ aan hetnieuwe superministerie verwachten wij natuurlijk dat ereen minister zit met een duidelijke visie op innovatie. Ikben nog niet erg onder de indruk. Ik mis een duidelijkevisie op transitiemanagement. De focus van dezeminister lijkt vooral te liggen op bestaande grotebedrijven, maar dat is echt verkeerd gekozen. Echtevernieuwing komt niet van de zogenaamde regimespe-lers zoals Shell, Nuon en Unilever, maar veel vaker uitschuurtjes in achtertuinen, waar door echte willie wortelswordt geknutseld. Veel te veel van de echte doorbrakendie in die schuurtjes worden bereikt, halen nooitsuccesvol de stap naar de markt. Deze spelers hebbenhulp nodig, de regimespelers niet. Regimespelers kun jenamelijk met een ander woord aanduiden: de gevestigdebelangen. Die spelers hebben belang bij de huidigestructuren en instituties. Echte oplossingen bereik jealleen maar door een paradigmaverandering, door hetverlaten van de oude oplossingsrichtingen. Ik hoef dezeminister toch niet uit te leggen dat het vasthouden aande gevestigde belangen de nieuwe ontwikkelingen vanonderop tegenhoudt en dat je opzij moet stappen om denieuwe ontwikkelingen een kans te geven?

Is de minister het met mij eens en deelt hij de meningdat er een systeemverandering nodig is om tot werkelijkduurzame oplossingen te komen? Zo ja, op welke wijzewil hij deze systeemverandering dan gaan stimuleren enfaciliteren? Dat het lang duurt, is geen excuus om er nietvandaag aan te beginnen. Ik noem Helianthos alsvoorbeeld. Dat bedrijf had natuurlijk inmiddels een opzichzelf staand bedrijf moeten zijn, maar het wordtverkocht aan de Chinezen. Daar moeten wij ons voorschamen. Het is een bedrijf dat innovatief met zonne-energie aan de slag ging en wij kunnen het hier niethouden. Wat gaat de minister doen om ervoor te zorgendat wij zulke initiatieven wel de kans geven in Neder-land?

Dat er regels en andere instituties zijn die de werke-lijke innovaties tegenhouden, lijkt mij overduidelijk. Iknoem de subsidies op fossiele energie. Ik heb het overde voorkeur van ambtenaren bij het oude ministerie vanEZ om de bekende spelers subsidies toe te kennenwaardoor de willie wortels met lege handen achterblij-ven. Dan heb ik het over regels die ervoor zorgen datburen niet belastingvrij en makkelijk hun eigen zonne-energie met elkaar kunnen verwisselen. Heeft dezeminister een analyse van dit soort belemmeringen voorechte innovaties? Zo ja, kan hij deze in eerste termijn aande Kamer toesturen? Het mag ook in een brief. Ik ben ergbenieuwd naar een uitgebreide analyse van dezeminister.

Ik ga nog even verder over de grote bedrijven. Wijhebben naar ik meen gisteren kunnen lezen dat deminister 100 mln. uitdeelt aan de voedingssector, delevensmiddelensector, die per jaar miljoenen tonnenpalmolie uit Azië laat invoeren om zo goedkoop mogelijkkoekjes, chocola en sausjes in de markt te zetten, tenkoste van de orang-oetang en zijn leefgebied, ten kostevan veenbossen, ten koste van het klimaat. Dezelfdelevensmiddelensector, die ons steeds agressieverprobeert te verleiden om koekjes te kopen waar jecholesterol van zou dalen, drankjes waar je een beteredarmwerking van zou krijgen en yoghurtjes die je eenbetere huid beloven. Allemaal op basis van vaste claimsnatuurlijk. Welke criteria heeft de minister gehangen aande uitgave van 100 mln.? Kan hij garanderen dat met ditgeld geen dierproeven worden uitgevoerd voorbijvoorbeeld al die nieuwe stofjes in de voeding die wijhelemaal niet nodig hebben? Kan hij garanderen dat ditgeld niet gestoken wordt in de levensmiddelensector diede aarde van haar natuurlijke hulpbronnen berooft? Ik wilweten wat die criteria zijn en ik wil weten – ik heb ereerder naar gevraagd – wat de deal was met Danone in2009. Danone dreigde zijn R&D-afdeling uit Nederlandterug te trekken. Het ministerie van EZ heeft naar eigenzeggen hard geknokt om dit tegen te gaan. Maar deKamer weet tot op de dag van vandaag niet welketoezeggingen aan Danone zijn gedaan. Wel nu 100 mln.naar deze sector, vorig jaar 40 mln. ... Het lijkt geentoeval.

Ik rond af met mijn laatste onderwerp. Ik las in dekrant dat groenteveredelingsbedrijf Rijk Zwaan dit jaar deprijs van beste werkgever uitgereikt is. Dat is hartstikkemooi, ik denk dat wij daar trots op zijn: sociaal eninnovatief. Ik wil deze bewindslieden vragen wie vanbeide heren zich eigenlijk zorgen gaat maken over detoekomst van dit bedrijf. Immers, wat er speelt zijndreigende patenten die deze innovaties ernstig kunnenbelemmeren. De patenten worden momenteel afgegevenop levende organismen en onderdelen daarvan en datbaart de PvdD zeer veel zorgen.

Het kwekersrecht is een Nederlandse uitvinding. Het isvan belang voor het beschikbaar maken en houden vanuitgangsmateriaal voor boeren wereldwijd, dus hier en inontwikkelingslanden. Dat gaat over het vrij beschikbaarstellen van zaadjes van genetisch materiaal, omdat datvan niemand is en dus van iedereen. Patenten op hetleven, of het nu soorten, eigenschappen, genen oftechniek van veredeling betreft, vindt de PvdD ethischvolstrekt onverantwoord. De genetische rijkdom van hetleven behoort toe aan de hele wereld, en niet aan eenpaar machtige multinationals die hun kans schoon zienom eigenaar te worden van onze voedselvoorziening. We

Ouwehand

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-101

Page 65: beide bewindslieden natuurlijk opgezadeld met een ... · gen zoals de opkomst van nieuwe markten, de klimaatcri-sis en de financiële crisis. De PvdA wil daarom dat wij deze economische

zitten midden in het proces waarin wordt bekeken of hetkwekersrecht boven patenten gesteld kan worden. Ik benheel erg benieuwd naar de voortgang daarvan. Kunnende bewindslieden daarop reageren? Ik wil benadrukkendat het van groot belang is dat we opkomen voor onzeNederlandse zaadveredelingssector, een sterke, zeerinnovatieve tak van de economie. Deze sector heeft eensterke positie op het gebied van groente, gewassen enaardappels. We nemen een koppositie in op het gebiedvan innovatie van plantaardig uitgangsmateriaal. Graaghoor ik hoe we de toekomst van bedrijven als deze,alsmede de toegang tot het uitgangsmateriaal voorboeren in ons eigen land en in ontwikkelingslanden zekergaan stellen en daarmee de diversiteit in onze voedings-gewassen.

Naast de problemen die spelen in de plantveredelingwordt er wereldwijd veel geknutseld aan dieren. Het zalgeen geheim zijn dat wij ons daarover heel grote zorgenmaken. De Nederlandse Wageningen University heefteen patent gedeponeerd op het gebruik van genetischemerkers voor het meer gericht aanpassen van demelksamenstelling, met publiek geld. Deelt de ministerde mening dat het niet de bedoeling kan zijn dat metpubliek geld kennis uit het publieke domein wordtgehaald en in de handen wordt gelegd van grote spelersin de agro-industrie? Voormalig minister Verburg heefttoegezegd dat wij nader geïnformeerd zouden wordenover de discussie over de ethische aspecten vanvoortplantingstechnieken en fokkerijmethoden. Zij had deRaad voor Dierenaangelegenheden gevraagd, dit in kaartte brengen. Kunnen de bewindslieden aangeven wathiervan de voortgang is en wanneer de Kamer over deuitkomsten geïnformeerd zal worden? Het is van grootbelang, vindt de fractie van de Partij voor de Dieren, datde Nederlandse overheid samen met de samenlevingeen standpunt inneemt over het patenteren van dieren,voordat de discussie in de EU of door handelskwestiesaan de orde komt. Ik vraag de minister om een reactie.We overwegen een motie op dit punt.

De (algemene) beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter: We hebben zo’n 200 minuten nettoinbreng gehad. De rekensom voor de bewindslieden isduidelijk: zij hebben morgen gezamenlijk 100 minutenvoor het antwoord. Dit is een vuistregel. Ik kijk niet opéén minuut, maar twee minuten ... Nee, grapje.

Sluiting 1.04 uur

Ouwehand

Tweede KamerEconomische Zaken, Landbouw enInnovatie (begroting)

23 november 2010TK 25 25-102