beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting...

54
Verpleegkundige Telezorgpraktijken in de GGZ Onderzoeksverslag minor POZ Rochel Dijkgraaf Iris Perdok Hogeschool Windesheim Verpleegkunde Minor Praktijkgericht Onderzoek in de Zorg [1]

Transcript of beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting...

Page 1: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Verpleegkundige Telezorgpraktijken in de GGZOnderzoeksverslag minor POZ

Rochel DijkgraafIris Perdok

Hogeschool WindesheimVerpleegkundeMinor Praktijkgericht Onderzoek in de Zorg

[1]

Page 2: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Verpleegkundige telezorgpraktijken in de GGZ

Toetsopdracht behorende bij OE: HCV-POZ

Hogeschool WindesheimOpleiding Verpleegkunde

R. Dijkgraaf s1059620I. Perdok s1058075

Datum 21-01-2016

Instelling Hogeschool WindesheimOpleiding VerpleegkundeOnderwijseenheid Minor Praktijkgericht Onderzoek in de ZorgPeriode Semester 1 cohort 2015-2016Opdrachtgever Marijke Span – onderzoeker ICT-innovaties in de ZorgBegeleidend docent Hilco Prins -- onderzoeker ICT-innovaties in de Zorg & docent

Verpleegkunde

Aantal woorden samenvatting:549Aantal woorden kern: 5968

Inhoudsopgav

[2]

Page 3: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

e1. Voorwoord.........................................................................................................................................5

2. Samenvatting......................................................................................................................................6

3. Inleiding..............................................................................................................................................7

3.1 In- en aanleiding...........................................................................................................................7

3.2 Probleemstelling...........................................................................................................................8

3.3 Vraagstelling.................................................................................................................................8

3.4 Doelstelling...................................................................................................................................9

4. Onderzoeks- ontwerp.......................................................................................................................10

4.1 Dataverzamelingsmethode.........................................................................................................10

Deskresearch................................................................................................................................10

Interviews.....................................................................................................................................10

4.2 Onderzoekspopulatie.................................................................................................................10

4.3 Betrouwbaarheid en validiteit....................................................................................................11

4.4 Respons......................................................................................................................................12

4.5 Juridische & ethische aspecten...................................................................................................12

4.6 Data-analyse...............................................................................................................................13

5. Resultaten........................................................................................................................................14

5.1 Respons......................................................................................................................................14

5.2 Belangrijkste resultaten..............................................................................................................14

5.2.1 Deelvraag 1: Hulpmiddelen.................................................................................................14

5.2.2 Deelvraag 2: Ervaringen......................................................................................................16

5.2.3 Deelvraag 3: Gewenste hulpmiddelen.................................................................................19

6. Discussie & conclusie........................................................................................................................20

6.1 Discussie.....................................................................................................................................20

6.2 Conclusie....................................................................................................................................21

7. Aanbevelingen..................................................................................................................................22

8. Literatuur..........................................................................................................................................23

9. Bijlagen.............................................................................................................................................25

1. Wijze van literatuuronderzoek.....................................................................................................25

2 Meetinstrumenten topiclijsten interviews....................................................................................25

2.1 Topiclijst voor interviews met de inhoudsdeskundigen van eHealth......................................25

2.2 Topiclijst voor interviews met zorgprofessionals...................................................................25

3. Data analyse interviews................................................................................................................26

[3]

Page 4: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

3.1 Eerste codelijst interviews......................................................................................................26

3.2 Tweede definitieve codelijst..................................................................................................26

3.3 Codeboom..............................................................................................................................28

4. Logboek............................................................................................................................................30

5. Beoordelingsformulier......................................................................................................................35

[4]

Page 5: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

1. Voorwoord

Voor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT- Innovaties in de Zorg van Hogeschool Windesheim te Zwolle. Er is onderzoek gedaan naar de hulpmiddelen die gebruikt worden ter ondersteuning van GGZ zorgprofessionals om eHealth toepassingen in de praktijk te brengen. Tijdens dit onderzoek is er door de onderzoekers een ontwikkeling doorgemaakt op de competentiegebieden; reflectieve EBP professional, samenwerkingspartner en kwaliteitsbevorderaar. Dit onderzoek heeft plaats gevonden in het eerste semester van schooljaar 2015-2016.

Graag willen wij alle respondenten bedanken voor hun bijdrage aan ons onderzoek, zonder de respondenten hadden wij geen data verkregen en ons onderzoek niet kunnen doen.

Ook willen wij graag Ruud Janssen bedanken voor het meedenken en het verschaffen van belangrijke en bruikbare informatie voor het onderzoek. Verder is onze opdrachtgever, Marijke Span, erg belangrijk geweest voor ons tijdens dit onderzoek. Als we vragen hadden, konden wij altijd bij haar terecht en dat was erg fijn.

Hilco Prins, onze leerwerkgroep- docent willen wij ook graag bedanken voor zijn feedback tijdens de lessen en de verdere informatie die hierin werd gegeven. Natuurlijk hebben we ook veel baat gehad bij de feedback die wij kregen van medestudenten gedurende de lessen op school, waardoor wij ons onderzoek weer voort konden zetten en scherp bleven op het onderzoek en de resultaten.

Wij vonden het leerzaam om dit onderzoek uit te voeren en ook erg interessant. Zeker omdat eHealth steeds belangrijker wordt en er ook veel winst mee te behalen kan zijn.

Wij wensen u veel leesplezier.

Rochel DijkgraafIris Perdok

[5]

Page 6: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

2. Samenvatting

Probleemanalyse: Zorgprofessionals hebben niet of nauwelijks ervaring en kennis omtrent beeldcommunicatie en het gebruik van eHealth in de GGZ, waardoor ze dit niet optimaal kunnen toepassen (Adriaansen, 2011). Hulpmiddelen die het professionals makkelijker maken om eHealth goed in te zetten, kunnen ook een oplossing zijn om beeldbellen goed, d.w.z. efficiënt en effectief in te zetten. Het probleem is dat er nog niet veel duidelijkheid is over welke hulpmiddelen er worden gebruikt voor het gebruik van eHealth in de GGZ en welke daarvan daadwerkelijk tot effectieve en efficiënte inzet van eHealth leiden.Doelstelling: Het doel is om door middel van kwalitatief onderzoek een inventarisatie te maken over de gebruikte hulpmiddelen voor het gebruik van eHealth door GGZ-zorgprofessionals. Er wordt gekeken naar ervaringen met de reeds gebruikte hulpmiddelen ter ondersteuning van het gebruik van eHealth door GGZ-zorgprofessionals en wat ze nodig hebben om eHealth effectief en efficiënt toe te kunnen passen in de praktijk. De hoofdvraag is: Welke hulpmiddelen zouden GGZ-zorgprofessionals kunnen ondersteunen om eHealth efficiënt en effectief in de praktijk toe te kunnen passen?Methode: Het onderzoek is kwalitatief van aard. De data is verzameld door middel van interviews. Er zijn 3 inhoudsdeskundigen over eHealth geïnterviewd en 10 zorgprofessionals in de GGZ. De ervaringen met de hulpmiddelen voor het gebruik van eHealth stonden centraal. De data is geanalyseerd middels de theoriebenadering van Glaser en Straus.Resultaten: Uit de interviews kwam naar voren dat de hulpmiddelen die al gebruikt worden in de volgende hoofdcategorieën kunnen worden onderverdeeld: ‘gebruikte hulpmiddelen’, ‘positief beïnvloedende factoren’, ‘bestaande scholing’ en ‘ondersteuning van zorgprofessionals’. Bij gebruikte hulpmiddelen kan worden gedacht aan digitale en schriftelijke hulpmiddelen. Beïnvloedende factoren zijn onder andere succesverhalen en de werking van het systeem. Onder de ondersteuning valt begeleiding op de werkvloer, vanuit het management en organisatorisch niveau. Positieve ervaringen zijn er met een Webinar, conversieprogramma (oefenprogramma), werkgroepjes en kartrekkers als hulpmiddelen en met ‘toegevoegde waarde’, ‘enthousiasme’ en ‘samen met collega’s’ als beïnvloedende factoren. Het integreren en faciliteren van hulpmiddelen in het zorgproces wordt gemist door de zorgprofessionals. Serious Gaming, Virtual Reality en een Webinar worden gezien als een veelbelovende hulpmiddelen.Discussie: Het onderzoek dat is uitgevoerd bestaat uit een relatief kleine onderzoekspopulatie, die verkregen is door een selecte steekproef en de sneeuwbalmethode. Er is getracht een zo representatief mogelijke steekproef te trekken door respondenten vanuit 5 verschillende zorgorganisaties te interviewen. De onderzoekers hebben hun aandacht gegeven aan de kwalitatieve dataverzameling en analyse. Er is een logboek bijgehouden tijdens de gehele onderzoeksperiode dit vergroot de betrouwbaarheid en validiteit.Conclusie: De hulpmiddelen die GGZ- zorgprofessionals kunnen ondersteunen om eHealth efficiënt en effectief in de praktijk toe te kunnen passen zijn: een Webinar, conversieprogramma, kartrekker, werkgroepjes, helpdesk, projectleider en training in eHealth. Verder zijn de positief beïnvloedende factoren ondersteunende hulpmiddelen voor het toepassen van eHealth in de praktijk. De hulpmiddelen die voor in de toekomst de GGZ zorgprofessionals kunnen ondersteunen en met name veel invloed hebben op de efficiëntie en effectiviteit zijn volgens de respondenten; Virtual Reality en Serious Gaming en deels een Webinar.Aanbevelingen: Er zal aanvullend onderzoek moeten worden gedaan, gericht op beeldbellen. Bij dit onderzoek is het belangrijk om rekening te houden met de leeftijd en de enthousiasme van de zorgprofessionals. Bovendien wordt er als tip gegeven bij toekomstige implementatie rekening te houden met de inspraak van de zorgprofessional zelf.

[6]

Page 7: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

3. Inleiding

3.1 In- en aanleidingHet lectoraat ICT-innovaties in de Zorg houdt zich bezig met onderzoek en ontwikkeling op het gebied van techniek en zorg. ICT draagt de verwachting met zich mee dat het de oplossing is voor diverse zorgproblemen en de inzet van ICT in de zorg is voor veel zorgorganisaties daarom een speerpunt. Dit geldt ook voor de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) (Jansen, 2014; Windesheim.nl, 2015). De belangrijkste missie van het lectoraat is het bijdragen aan betere invoer van eHealth toepassingen in de zorgpraktijk (Jansen, 2014; Windesheim.nl, 2015). Het project ‘’Beeldcommunicatie in de GGZ’’ binnen het lectoraat sluit hierop aan. Met dit project heeft het lectoraat de ambitie om GGZ-zorgverleners te ondersteunen bij het inpassen van beeldbellen in de eigen zorgverlening. Een onderdeel van deze ondersteuning kunnen leer- en hulpmiddelen zijn die zorgverleners helpen om beeldbellen goed toe te passen. Door middel van deze hulpmiddelen voor zorgverleners kan beeldbellen makkelijker en breder worden ingezet. Om deze reden wil het project een inventarisatie naar hulpmiddelen die tot nu toe worden gebruikt, waar ze worden toegepast, wat ermee wordt beoogd en wat de ervaringen ermee zijn. De verpleegkundige relevantie van dit onderzoek is het inzetten van de methoden en technieken van praktijkgericht onderzoek. Om tot kennis en inzichten te komen die kunnen bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg in deze beroepssituatie. Tevens moet de HBO-verpleegkundige open moet staan voor innovaties (Schuurman, Lambregts, Grotendorst, & V&VN, 2012).

De zorguitgaven groeien sinds 2000 sneller dan werd verwacht volgens de economische groei en vergrijzing (Wevers & Gijsbers, 2013). Er moet bezuinigd worden in de zorg, dus ook in de GGZ, terwijl de kwaliteit gehandhaafd moet worden. Een oplossing is meer aandacht te geven aan innovaties in de zorg, zoals eHealth, omdat innovatie vooral met kwaliteit, maar ook met kostenbesparing te maken heeft (Wevers & Gijsbers, 2013). eHealth is het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, en met name internettechnologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren (Rijen van, Lint de, & Ottes, 2002). Door het gebruik van eHealth verandert de zorg zowel voor de cliënt als voor de zorgprofessional. 68,2% Van de verpleegkundigen vindt gebruik van technologieën, zoals eHealth niet een taak voor hen. Terwijl ze hier ook positief over kunnen zijn, omdat het kan bijdragen aan zelfmanagement van de cliënten (de Veer & Francke, 2014). Binnen de GGZ wordt er al gewerkt aan de invoering van en het werken met eHealth, dit blijkt uit het feit dat bijvoorbeeld bij GGZ Drenthe het beeldbellen in twee FACT teams in een pilot is uitgevoerd (GGZ Drenthe, 2014). Belangrijk zijn de hulpmiddelen die worden gebruikt om eHealth middelen toe te passen in de praktijk door verpleegkundigen. Uit het rapport van de eHealth monitor uit 2014 (Krijgsman et al., 2014), waarbij onderzoek is gedaan naar het gebruik van eHealth en de implementatie ervan, is gebleken dat er zeker een aantal verbeterpunten zijn, gericht op aandacht en begeleiding van de zorgprofessionals. Verpleegkundigen voelen zich niet toegerust om eHealth toe te passen, omdat er een tekort is aan hulpmiddelen, ervaring en kennis (Fenton & Covvey, 2009). Er zijn wel een aantal leer- en hulpmiddelen voor de invoering van eHealth zoals Serious Games. Hierbij wordt een game ingezet voor onder andere het opdoen van kennis, het leren van vaardigheden of het veranderen van gedrag (Kato & Pamela, 2010).

Tot nu toe is er weinig informatie beschikbaar over het beeldbellen in de GGZ, omdat dit nog vrij nieuw is (GGZ Nederland, 2014). Hierdoor zal er weinig informatie gevonden worden over de hulpmiddelen voor het beeldbellen. Beeldbellen is namelijk een onderdeel van eHealth. De opdrachtgever wenste daarom dat er een bredere inventarisatie werd gedaan naar hulpmiddelen voor het gebruik van eHealth voor de GGZ zorgprofessionals. De verwachting van de opdrachtgever

[7]

Page 8: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

was dat over hulpmiddelen voor eHealth meer te vinden is dan over hulpmiddelen voor beeldbellen terwijl de bevindingen wel van toepassing kunnen zijn op beeldbellen.

Vorig jaar is onderzoek gedaan naar beeldbellen in de verpleegkundige praktijk binnen de GGZ door het lectoraat. Dit was een verkennend (explorerend) kwalitatief onderzoek (Janssen et al., 2015). Het ging in dit onderzoek over de gevolgen van beeldbellen op de inhoud van de zorgverlening in de GGZ. Uitkomsten van dit onderzoek waren dat er een tekort aan ervaring was en dat een leidraad voor zorgprofessionals over hoe beeldbellen in de praktijk toe te passen, ontbrak. Dit onderzoek is een vervolg hierop.

3.2 ProbleemstellingZorgprofessionals hebben niet of nauwelijks ervaring en kennis omtrent beeldcommunicatie en het gebruik van eHealth in de GGZ, waardoor ze dit niet optimaal kunnen toepassen (Adriaansen, 2011). Beeldcommunicatie is vrij nieuw in de GGZ en daarom is hier qua ondersteuning en hulpmiddelen nog weinig over bekend; dit blijkt dan ook uit het vooronderzoek van vorige studenten in samenwerking met het lectoraat (Meyer & Vinke, 2015). Hierdoor wordt binnen dit onderzoek breder gekeken naar de hulpmiddelen voor het gebruik van eHealth. Hulpmiddelen die het professionals makkelijker maken om eHealth goed in te zetten, kunnen ook een oplossing zijn om beeldbellen goed, d.w.z. efficiënt en effectief in te zetten. Het probleem is dat er niet veel duidelijkheid is over welke hulpmiddelen er worden gebruikt voor het gebruik van eHealth in de GGZ en welke daarvan daadwerkelijk tot effectieve en efficiënte inzet van eHealth leiden.

3.3 VraagstellingVanuit de probleemstelling is de volgende centrale vraag opgesteld.

- Welke hulpmiddelen zouden GGZ-zorgprofessionals kunnen ondersteunen om eHealth efficiënt en effectief in de praktijk toe te kunnen passen?

Om deze hoofdvraag te beantwoorden, zijn onderstaande deelvragen opgesteld: - Welke hulpmiddelen zijn er om GGZ-zorgprofessionals te ondersteunen en stimuleren in het

gebruik van eHealth?- Wat zijn de ervaringen van de GGZ-zorgprofessionals over de hulpmiddelen die reeds gebruikt

worden ter ondersteuning van effectief en efficiënt gebruik van eHealth?- Wat zou GGZ-zorgprofessionals helpen in het effectief en efficiënt gebruik van hulpmiddelen

van eHealth?

[8]

Page 9: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

De begrippen die gebruikt zijn in het onderzoek zijn afgebakend en in de onderstaande tabel zijn de definities van deze begrippen te vinden zoals in dit onderzoek gebruikt.

3.4 DoelstellingHet doel is om door middel van kwalitatief onderzoek een inventarisatie te maken over de gebruikte hulpmiddelen voor het gebruik van eHealth door GGZ-zorgprofessionals. Bovendien wordt er gekeken naar de ervaringen met de reeds gebruikte hulpmiddelen ter ondersteuning van het gebruik van eHealth door GGZ-zorgprofessionals en wat ze nodig hebben om eHealth effectief en efficiënt toe te kunnen passen in de praktijk.

Door middel van deze inventarisatie wordt er informatie verkregen over de gebruikte hulpmiddelen en de ervaringen hiervan, om zo na te gaan welke van deze hulpmiddelen eventueel gebruikt kunnen worden bij de invoering van beeldbellen in de GGZ. Hierdoor draagt dit onderzoek bij aan het project ‘’Beeldcommunicatie in de GGZ’’ van het Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg.

[9]

Page 10: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

4. Onderzoeks- ontwerp

4.1 DataverzamelingsmethodeEr is gekozen voor kwalitatief onderzoek, omdat er weinig kennis en informatie was over het onderwerp. Hierdoor was er een inventarisatie nodig naar de bestaande en gebruikte hulpmiddelen voor GGZ- zorgprofessionals ter ondersteuning van het gebruik van eHealth. Door gebruik te maken van kwalitatieve onderzoeksmethodes is er de diepte in gegaan en is de omgeving als geheel onderzocht (Verhoeven, 2014). De onderzoeksmethoden die zijn gebruikt, zijn deskresearch en interviews. Door toepassing van deze triangulatie is de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek vergroot (Verhoeven, 2014).

DeskresearchEerst is er deskresearch gedaan, via internet1 is gezocht naar relevante literatuur en personen. De wijze waarop literatuurstudie is gedaan, staat in Bijlage 1. De data is gebruikt als voorkennis voor het onderzoek en voor het opstellen van de topiclijst voor de interviews (Verhoeven, 2014). De deskresearch is ook gebruikt bij het beantwoorden van de eerste deelvraag.

InterviewsEr is gekozen voor het houden van halfopen interviews, omdat er op deze wijze de diepte in kan worden gegaan, naar de beleving en ervaringen kan worden gevraagd (Baarda & van der Hulst, 2012). Ook is het houden van interviews praktischer, omdat het overal gehouden kan worden, het relatief snel gedaan kan worden en er hogere respons is in vergelijking met een enquête (Baarda & van der Hulst, 2012). Voor de interviews is een topiclijst opgesteld, deze topiclijst is getest middels een proefinterview (Verhoeven, 2014).

4.2 OnderzoekspopulatieEr zijn interviews gehouden met tien GGZ-zorgprofessionals. De onderzoekspopulatie is beperkt tot GGZ-zorgprofessionals in de regio’s Noord en Oost Nederland vanwege praktische redenen. Hieruit is een selecte doelgerichte steekproef getrokken. Het was namelijk belangrijk om GGZ-zorgprofessionals te interviewen die ervaring hebben met het gebruik van hulpmiddelen voor- en met eHealth zelf (Baarda, 2014; Boeije, 2012b). Er is getracht een zo representatief mogelijke groep respondenten te interviewen door GGZ- zorgprofessionals vanuit verschillende instellingen te selecteren (Boeije, 2012b; Lange de, Schuman, & Montesano Montessori, 2011). Voorafgaand aan de interviews zijn drie inhoudsdeskundigen over eHealth geïnterviewd. Deze keuze is gemaakt vanwege de grote kennis die deze deskundigen hebben en de overstijgende blik op het gebruik van hulpmiddelen om eHealth te gebruiken door GGZ-zorgprofessionals. Bovendien kon de informatie uit deze interviews worden gebruikt bij de interviews van de GGZ- zorgprofessionals.

1 zoekmachines, beroepsorganisaties, databanken, scholingen

[10]

Page 11: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

4.3 Betrouwbaarheid en validiteitEr zijn een aantal maatregelen gebruikt om de betrouwbaarheid en validiteit te verhogen in dit onderzoek (Verhoeven, 2014). In onderstaand figuur is weergeven van welke maatregelen gebruik zijn gemaakt met een korte toelichting.

Maatregel Vergroot betrouwbaarheid

Vergroot validiteit

Wel toegepast

Niet toegepast

Toelichting

Verantwoording onderzoeksopzet

- Uitgebreide argumentatie van probleemstelling

X X De probleemstelling is onderbouwd met argumenten vanuit literatuurstudie.

- Gedetailleerde beschrijving van de onderzoeksopzet

X X De onderzoeksopzet is verantwoord door middel van een onderzoeksplan.

Logboek bijhouden X X X Er is een logboek bijgehouden, dit om ervoor te zorgen dat een collega- onderzoekers niet dezelfde fouten zullen maken bij een volgend onderzoek waardoor de betrouwbaarheid en validiteit bij een volgend onderzoek verder wordt verhoogd (Rolfe, 2006; Verhoeven, 2014)

Herhaling:- Ruw materiaal

bewaren

X X Het ruwe materiaal is bewaard in een map.

- Bij gesprekken gebruik maken van opname apparatuur

X X Er is gebruik gemaakt van audio-opnames.

Iteratie- Proces van data-

analyse meerdere malen herhalen

X Er wordt een afwisseling gemaakt tussen dataverzameling en data-analyse (Verhoeven, 2014).

- Proces van data-verzameling meerdere malen herhalen

X X Dataverzameling is meerdere keren herhaald. Doordat de onderzoekers elkaars data hebben gecontroleerd en evt. aangepast.

Communicatie- Nauw contact

houden met opdrachtgever

X X Elke dinsdag is er face-to-face contact met de opdrachtgever geweest.

Peer Feedback- Gebruik maken

van peer feedback

X X X Medestudenten hebben kritisch naar elkaars onderzoek gekeken en elkaar feedback gegeven.

Triangulatie- Gebruik maken

van triangulatie

X X X Bij de eerste deelvraag is er gebruik gemaakt van deskresearch en interviews.

Systeem:- Gebruik zo \

mogelijk softwaresystemen om resultaten systematisch vast te leggen

X X X Er is geen gebruik gemaakt van een apart programma, omdat de onderzoekers hier geen ervaring mee hadden. Alles is systematisch weergegeven in Word.

[11]

Page 12: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

- Gebruik maken van beproefde instrumenten zoals de GT-benadering

X X X

Steekproeven- Het trekken van

de steekproef moet gericht zijn op het onderzoeksdoel

X X De steekproef die is getrokken voor dit onderzoek is een juiste afstemming van de populatie, de kenmerken komen vrijwel overeen; de respondenten zijn namelijk allemaal GGZ- zorgprofessionals die al werken met eHealth toepassingen.

Extreme Cases- Ga opzoek naar

extreme/ meerdere casussen om een zo breed mogelijke beschrijving van een verschijnsel te kunnen geven

X X Er is gezocht naar organisaties die al heel veel werken met eHealth en ook voor de deskresearch naar organisatie die er nog geen gebruik van maken.

Gesprekstechnieken- Tijdens

interviews wordt er gebruik gemaakt van gesprekstechnieken.

X X X Tijdens de interviews is er gebruik gemaakt van gesprektechnieken zoals beschreven in Verhoeven (Verhoeven, 2014). De gesprekstechnieken zijn erg belangrijk, om ervoor te zorgen dat je valide en juiste informatie krijgt. Dit kun je doen door bijvoorbeeld; aandacht geven, doorvragen en samenvatten (Vrolijk, 2007).

Begripsafbakening X X Door begripsafbakening, is ervoor gezorgd dat er ook echt wordt gemeten wat er gemeten diende te worden (Verhoeven, 2014).

4.4 ResponsEerst is contact opgenomen met diverse instellingen, vanuit dit contact zijn er afspraken gemaakt om interviews te houden. Er is gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode om respondenten te verkrijgen. Om de respons te vergroten is aangegeven dat de uiteindelijke resultaten van het onderzoek opgestuurd zullen worden. Bovendien is aangegeven dat de interviews relatief weinig tijd in beslag zullen nemen en de onderzoekers bij de respondenten langs zouden komen (Saunders, Lewis, & Thornhill, 2007). Het was belangrijk een zo hoog mogelijk respons te verkrijgen, omdat iedere respondent een belangrijke bron van informatie kan zijn voor het onderzoek.

4.5 Juridische & ethische aspectenBij het afnemen van de interviews en de verwerking hiervan zijn geen namen zichtbaar gemaakt in verband met de privacy van de GGZ- zorgprofessionals en eventuele genoemde cliënten (Nieswiadomy, Maten ter Speksnijder, & Lange de, 2009).Voorafgaand aan de interviews zijn de respondenten geïnformeerd over het doel en is gevraagd of er bezwaar was dat de gesprekken opgenomen zouden worden. Tevens is aangegeven dat de informatie alleen gebruikt wordt voor het onderzoek (Boeije, 2012).

[12]

Page 13: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

4.6 Data-analyseEr is gekozen voor kwalitatieve data-analyse vanwege het kwalitatieve onderzoek. Kwalitatieve data-analyse past goed bij het gezondheidszorgonderzoek, vanwege het herhalende, interactieve karakter en de systematische interpretatie van het onderwerp (Plochg & van Zwieten, 2015). De data-analyse is uitgevoerd volgens de theoriebenadering en de acht stappen van Glaser en Strauss, omdat dit word aanbevolen door zowel Baarda als Verhoeven bij een kwalitatief en inductief onderzoek (Baarda, 2014, Verhoeven 2014). De acht stappen zijn samengevoegd tot vier stappen.

Van de interviews zijn audiobestanden gemaakt. De audiobestanden zijn woord voor woord uitgeschreven tot transcripten. Vervolgens zijn onderstaande stappen doorlopen (Boeije, 2012a):

1. Exploratie: De transcripten zijn onafhankelijk van elkaar meerdere keren doorgelezen en verdeeld in kleine fragmenten. Vervolgens is gekeken welke waarde de termen hebben volgens de respondenten. Elk fragment is gecodeerd door middel van één woord. Dit is een omschrijving van het fragment. Hierdoor is een codelijst ontstaan. Na deze eerste codering zijn de onderzoekers in gesprek gegaan over de codes en bijbehorende betekenis. Aan de hand van dit gesprek is een eerste codelijst ontstaan (Bijlage 3.1).

2. Specificatie: De eerste codelijst bestond uit 112 codes. De onderzoekers zijn samen axiaal gaan coderen, dat wil zeggen dat het proces van verbanden leggen meerdere keren is herhaald om zo tot de juiste categorieën te komen(Verhoeven, 2014).

3. Reductie: De codes zijn geordend en teruggekoppeld naar de probleemstelling. Vervolgens zijn de codes gegroepeerd en geordend. Er zijn verbanden gelegd tussen de verschillende codes om uiteindelijk tot een definitieve lijst te komen van 59 codes (Bijlage 3.2).

4. Integratie: Als laatste zijn de codes met elkaar in verband gebracht en in volgorde gezet middels een boomdiagram (Boeije, 2012a; Wholey, Hatry, & Newcomer, 2004) (zie Bijlage 3.3). Deze boom geeft de verschillende codes passend bij de sub- en hoofdgroepen weer.

Dit onderzoeksproces is herhaald totdat er een verzadiging van resultaten is ontstaan (Plochg, Juttmann, Klazinga, & Mackenbach, 2007; Verhoeven, 2014).

[13]

Page 14: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

5. Resultaten

5.1 ResponsOm 13 respondenten te kunnen interviewen zijn er 51 organisaties benaderd via een e-mail. Dit is een respons van 25%. Dit percentage laat zien dat het niet eenvoudig was om respondenten te werven. De meeste respondenten zijn geworven door middel van de sneeuwbalmethode (Saunders et al., 2007), dit zijn acht respondenten vanuit drie verschillende organisaties. De leeftijd van de respondenten ligt tussen de 25 en 55, de gemiddelde leeftijd was 45 jaar. Er waren zeven vrouwelijke en zes mannelijke respondenten.

5.2 Belangrijkste resultatenDe resultaten worden beschreven aan de hand van de drie deelvragen. De deelvragen worden beantwoord aan de hand van hoofdcategorieën uit de codeboom (Bijlage 3.3). Deze zijn; ‘gebruikte hulpmiddelen’, ’positief beïnvloedende factoren’, ’bestaande scholing’, ’ondersteuning van zorgprofessionals’, ‘ervaringen van zorgprofessionals’ en ‘gewenste hulpmiddelen’. De hoofdcategorieën zijn voort gekomen uit de verschillende interviews en de codering.

5.2.1 Deelvraag 1: HulpmiddelenDe eHealth hulpmiddelen die er zijn, worden genoemd in de hoofdcategorieën: ‘gebruikte hulpmiddelen’, ‘positief beïnvloedende factoren’, ‘bestaande scholing’ en ’ ondersteuning van zorgprofessionals’.

Gebruikte hulpmiddelenOnder de hoofdcategorie; ’gebruikte hulpmiddelen’ vallen de categorieën: digitale hulpmiddelen, schriftelijke hulpmiddelen en hulpmiddelen met collega’s. Bij digitale hulpmiddelen worden de volgende hulpmiddelen genoemd: ‘conversieprogramma’, ‘digitaal oefenen’, ‘Webinar’, ‘online platform’ en een ‘helpdesk via een mail of telefoonnummer’. Een conversieprogramma is een online oefenprogramma waarin kan worden geoefend met eHealth interventies. Een Webinar is een online scholing die zorgprofessionals in eigen gewenste tijd kunnen volgen. Het online platform wordt gebruikt om vragen te beantwoorden en hier staan stappenplannen voor de eHealth toepassingen. De helpdesk heeft ook deze functie, maar is interactiever in communicatie. Onder schriftelijke hulpmiddelen vallen een ‘stappenplan’, ‘handleiding’ en een ‘Toolkit’. Dit zijn documenten waarin stap voor stap wordt beschreven aan de hand van voorbeelden hoe een eHealth toepassing kan worden gebruikt. Bovendien werden er veel hulpmiddelen door de respondenten genoemd die met collega’s werden ondernomen namelijk; ‘werkgroepjes’ waarin bijvoorbeeld evaluaties en intervisies gedaan kunnen worden.

Positief beïnvloedende factorenNaast de concrete gebruikte hulpmiddelen werden er ook verscheidene factoren benoemt die het gebruik van eHealth kunnen stimuleren. Onder de hoofdcategorie ‘positief beïnvloedende factoren’ valt onderscheid te maken in ’invloed van anderen’, ‘succesverhalen’ en ‘het systeem’. Met invloed van anderen wordt de invloed van collega’s bedoeld, bijvoorbeeld dat collega’s openstaan voor eHealth. Zorgprofessionals zullen hierdoor bijvoorbeeld eerder met eHealth beginnen. Dit hangt samen met succesverhalen die er zijn van andere zorgprofessionals over het gebruik van eHealth. Onder invloed van anderen werd onder andere het ‘enthousiasme’ en de ‘motivatie’ van zorgprofessionals en ‘cliënten die positief zijn’ en mee willen werken aan eHealth genoemd. Enthousiasme en motivatie van zorgprofessionals is erg belangrijk bij de implementatie aangezien dit motiverend werkt. Ook is het van belang dat de cliënten positief zijn over het gebruik van eHealth en dit ook willen. Anders wordt het lastig om eHealth überhaupt in te voeren aldus de respondenten.

[14]

Page 15: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Onder de succesverhalen werden de volgende hulpmiddelen gezien: ‘positieve verhalen’, ‘het zien van effectiviteit en efficiëntie’, ‘de meerwaarde’ en ‘verhalen van ervaringsdeskundigen met betrekking tot eHealth’. Positieve verhalen over eHealth werken enthousiasmerend op zorgprofessionals. Ook is het van belang dat zorgprofessionals zelf de effectiviteit, efficiëntie en de meerwaarde van eHealth inzien. Verhalen van ervaringsdeskundigen met betrekking tot eHealth werken beter dan verhalen van het management, aldus de respondenten. Tevens werd ‘het systeem’ meerdere malen benoemd door de respondenten als beïnvloedende factor, waaronder de ‘gebruiksvriendelijke techniek’ en een ‘betrouwbaar systeem’ valt. Met het systeem wordt de gehele eHealth toepassing bedoeld en het systeem waaronder dit valt. Respondent 11 zei hierover het volgende: ‘Nou de basis is wel dat de apparatuur het doet he. Want als de apparatuur niet werkt dan valt alles in duigen’.

Bestaande scholingenOnder de hoofdcategorie ‘scholing’ vallen de volgende categorieën: ‘training’ en ‘informatie’ over eHealth en de toepassing ervan. Onder training werden verschillende soorten trainingen genoemd zoals een ‘inhoudelijke’-, ‘algemene’ en ‘schrijfstijltraining.’ De schrijfstijltraining is erop gericht om zorgprofessionals te leren om juiste mails op te stellen. Dit omdat eHealth erg verschilt van de reguliere face-to-face zorg. Bovendien zijn er verschillende opleidingen en workshops voor eHealth. Voor GGZ zorgprofessionals is er de GGZ Ecademy, deze organisatie biedt e-learning aan op het gebied van eHealth. Respondent 1 geeft aan; ‘’zorgprofessionals willen graag telkens stap voor stap aan de hand meegenomen worden, neem mij nou aan de hand mee en laat eens zien wat ik moet doen.’’ Onder ‘informatie’ werd ‘voorlichting’ gezien. Deze kan worden uitgevoerd met behulp van uitleg, filmpjes en voorbeelden van eHealth vanuit de zorgprofessional.

Ondersteuning van zorgprofessionalsDe ondersteuning van zorgprofessionals wordt onderverdeeld in: ‘ingezette begeleiding op de werkvloer’, ‘ingezette begeleiding van het management’ en ‘het organisatorisch niveau’. Met begeleiding op de werkvloer wordt bedoeld dat er begeleiding aanwezig is op de afdeling. Dit kan worden onderverdeeld in: ‘één-op -één begeleiding’ (maatwerk), ‘coaching’, ‘kartrekker’, ‘floorwalker’, ‘projectbegeleider’ en ‘communicatie’. Volgens respondent 2 wordt onder een kartrekker het volgende verstaan: ‘’Dat er iemand in het team is dat er affiniteit mee heeft…ergens waar de deur open staat waar je naar kunt vragen.’’ Met een floorwalker wordt bedoeld dat er op de afdeling één zorgprofessional aanwezig is waar direct vragen over eHealth aan gesteld kunnen worden.

Bij ‘begeleiding vanuit het management’ worden ‘korte lijntjes’ als hulpmiddel gezien, ‘eHealth onder de aandacht houden’ en ‘inspraak van zorgprofessionals’. Direct contact met het management werd regelmatig aangegeven door de respondenten samen met de inspraak van zorgprofessionals in het eHealth beleid. Als laatste is er het ‘organisatorisch niveau’ waarbij er volgens ‘de push naar pull methode’ moet worden gewerkt en eHealth als een ‘Must’ moet worden gezien. Onder Must wordt het ‘moeten’ uitvoeren van eHealth gezien. Hierdoor worden de zorgprofessionals zelf (mede) verantwoordelijk voor eHealth en wordt het niet opgelegd door het organisatorisch niveau.

DeskresearchBij het onderzoek van Minddistrict is aangegeven dat een team dat positief is over eHealth helpt, wanneer je behandelaren kent die eHealth succesvol inzetten en wanneer je door de manager wordt gestimuleerd om online te behandelen (Minddistrict, 2015). Ook is er door Nictiz & Radboudumc onderzoek gedaan naar de succesfactoren en barrières bij implementatie van beeldschermzorg. Hieruit kwamen met name volgende succesfactoren naar voren: het stimuleren van betrokkenheid door constante begeleiding in de vorm van trainingen, teamoverleg of huisbezoeken, de werking van de techniek en structurele bekostiging van beeldschermzorg (Duijvendijk van & Akker van der, 2015).

[15]

Page 16: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Actiz2 heeft een Toolkit geproduceerd; ‘Zorg op afstand’ deze Toolkit bestaat uit twee delen. Het ene deel is gericht op het management en de veranderingen hierin en het andere deel is een algemeen deel om zorgprofessionals kennis te laten maken met eHealth (Actiz, 2014).Er zijn momenteel een tweetal e-learning modules van GGZ Ecademy. De twee modules zijn: ‘Online communiceren in de GGZ’ en de ‘Basiscursus eHealth in de GGZ’. In deze modules wordt de kennis vergroot door middel van praktijkopdrachten, theorie en casussen (Pronk, 2015).

Volgens Jorrit Ebben moeten zorgprofessionals ondersteund worden voor de angst die zij hebben, voor het onbekende. Jorrit citeerde; ‘Als het niet lukt, vertel het ons, dan gaan wij je helpen om het wel te laten lukken’(Ebben, 2015). Ook is praktijkervaring van zorgprofessionals een belangrijk hulpmiddel, door middel van praktijkervaring van zorgprofessionals kan kennis worden overgedragen aan andere zorgprofessionals. Uit onderzoek van NIVEL blijkt dat zorgprofessionals hier grote behoefte aan hebben (Peeters, Veer de, & Krijgsman, 2015). Het trainen van zorgprofessionals voor het gebruik van eHealth wordt als een belangrijke factor gezien in de implementatie (Mair et al., 2012). Eén op één training wordt als waardevol gezien door zorgprofessionals om met eHealth te leren werken (Murray et al., 2011).

5.2.2 Deelvraag 2: ErvaringenDe ervaringen van GGZ zorgprofessionals met eHealth en de implementatie hiervan zijn onderverdeeld in de categorieën; ‘positieve ervaringen: Hulpmiddelen’, ‘positieve ervaringen: Beïnvloedende factoren’, ‘negatieve ervaringen: Hulpmiddelen’ en ‘negatieve ervaringen: Beïnvloedende factoren’.

Positieve ervaringen: HulpmiddelenDe positieve ervaringen hebben betrekking op de volgende hulpmiddelen aldus de respondenten: ‘Webinar’, ‘conversieprogramma’, ‘kartrekker’, ‘helpdesk’, ‘werkgroepjes’, ‘projectleider’ en ‘training’.

De ‘Webinar’ werd door respondent 1 als positief ervaren:“We hebben twee weken terug Webinar georganiseerd… Dat heeft ervoor gezorgd omdat het in eigen tijd was en interactief, en dat merkte ik aan het aantal vragen wat daarna binnenkwam.. Toen dacht ik ok…. Dus ik denk, ok, ze zijn begonnen. Dus dat was een mooi moment. Die Webinar werkt dus….”

Een ‘conversieprogramma’ werd ook vaker genoemd, respondent 6 vertelde hierover het volgende:“We hadden op de computer een soort van conversieprogramma. Hiermee kon je oefenen hoe dat werkt. Ik kon mezelf aanmelden als behandelaar en als cliënt. Zo kan ik kijken hoe het voelt of hoe het zou zijn als ik cliënt was... Dat is erg fijn.”

Positieve ervaringen over het hulpmiddel ‘kartrekker’ zijn door meerdere respondenten benoemd, onder andere door respondent 4: “Jazeker, een kartrekker dat helpt. Voor Minddistrict hebben we ook een kartrekker. Dat is gewoon heel belangrijk dat je iemand vind die dat wil doen en daar enthousiast over is.”

Ook werd de ‘helpdesk’ door onder andere respondent 10 en 4 ervaren als positief:“Wij hebben dus een soort helpdesk gebouwd met mails. Dat helpt ook wel.”(Respondent 10)

“Dan heb ik dit gemaild…. En zij stuurt gelijk terug hoe het moet. Het gaat dus heel snel… Dus dat is allemaal goed geregeld. De mail is dus de snelste manier van helpdesk bij ons.” (Respondent 4).

2 Actiz is een organisatie van zorgondernemers

[16]

Page 17: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Over ‘werkgroepjes’ waren de ervaringen ook positief, respondent 8 noemde het volgende: “Ja. projectgroepjes hielpen ook wel, want onderling stimuleer je elkaar ook weer. Omdat je toch weerstand tegenkomt op de afdeling…”

‘Projectleider’, hierover werd onder andere het volgende gemeld:“Ik denk dat je gewoon inderdaad contactpersonen moet hebben, zoals een projectleider die ook tijd hebben die iedereen kan bellen en praktisch kan helpen met problemen. Eventueel samen aan het bureau zitten, want dat is soms gewoon nodig.’’(Respondent 7)

‘Een training’, waarin geoefend wordt met eHealth in een specifieke situatie, als hulpmiddel werd door meerdere respondenten als positief ervaren. Onder andere door respondent 9: “… Ik vind dat zij heel leuk de training heeft verzorgd. En alles was duidelijk en zeg maar eerst op voorhand uitgelegd. En heel praktisch om te oefenen, zonder dat had ik het nooit gekund. Dus we hebben hele goede training gehad vooraf. Heel praktisch, stap voor stap en meteen oefenen in de situatie dus dat heeft mij echt wel geholpen…”

Positieve ervaringen: Beïnvloedende factorenDe factoren die invloed hebben op de positieve ervaringen van de respondenten met de hulpmiddelen om eHealth te gebruiken zijn: ‘effectiviteit en efficiënt’, ‘toegevoegde waarde’, ‘samen met collega’s’ en ‘enthousiasme.’ ‘Samen met collega’s’ houdt in dat GGZ zorgprofessionals graag samen met collega’s bezig willen zijn met eHealth en de implementatie hiervan. Over ‘enthousiasme’ werd het volgende gezegd: “Ja. Door mijn enthousiasme raken andere collega’s ook enthousiast. Je moet als voortrekker ook echt iemand hebben die zelf enthousiast is.” (Respondent 8)

Ook respondent 2 noemde ‘enthousiasme’ als hulpmiddel met positieve ervaringen:“Als de behandelaren enthousiast zijn, gaan de cliënten vaak wel mee. Het gaat erom.. hoe enthousiast jij over komt en welke mogelijkheden jij hierin ziet, die jij weer over kan brengen. Hoe enthousiaster jij bent hoe beter je het ook kunt over brengen naar de jongeren.”

Respondent 4 noemde ‘efficiëntie’ als een belangrijke factor die bij draagt aan een positieve ervaring: “Vooral dat je bijvoorbeeld bij refereeravonden in Assen waarbij ze gaan spreken over bepaalde onderwerpen in de zorg… Ja, daar moet je … helemaal voor naar Assen rijden… Ik denk dat voor de intervisie dat ook een oplossing kan zijn. Dat je bijvoorbeeld in een groep online over het eHealth kan hebben. Ja dat vind ik dus een heel mooie oplossing.’’

Negatieve ervaringen: HulpmiddelenEr werd één hulpmiddel genoemd door meerdere respondenten waarover de ervaringen negatief waren, dit was ‘een handleiding’. Het volgende werd hierover gezegd door respondent 3: “Dus het is… een soort handleiding; nu weten de behandelaren dat als ze willen e-mailen ze even in dat document kunnen kijken. Daar staat onder andere in wat je je patiënten moet vertellen.. Alleen denk ik eerlijk gezegd niet dat ze erin kijken. Maar goed op die manier is het wel afgedekt.”

Negatieve ervaringen: Beïnvloedende factorenDe factoren die ervoor zorgen dat er negatieve ervaringen zijn met de hulpmiddelen hebben vooral te maken met de mate van ‘gebruiksvriendelijkheid van het systeem en het design’, ‘de zorgverzekeraar’ en een ‘talige training’. Hierover werd het volgende gezegd door respondent 5: “.. En daarna dus de behandelomgeving voor patiënten; we hadden nu een omgeving die werkte gewoon niet lekker en zag er niet mooi uit, je kon dingen niet goed terugvinden dus dat was een reden waarom het moeilijk te implementeren was.”Dit werd ook aangegeven door respondent 13: “Ik merkte wel dat de programmatuur steeds heel erg in de beginfase is. Er zijn veel storingen alles loopt nog niet lekker. Daar moet nog wel een inhaalslag

[17]

Page 18: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

worden gemaakt, wil dat super lopen. De techniek moet echt werken wil je dit goed gebruiken. Dit moet echt beter, maar goed ik denk dat dat wel komt.’’

Ook de ‘zorgverzekeraar’ wordt als negatief ervaren door meerde respondenten, respondent 13 vertelde: ‘Wat je nu ook ziet is dat de zorgverzekeraars eisen stellen, anders wordt je gekort. Je moet nu vijf procent van de zorg online geven. Je ziet al heel snel dat hierdoor een soort spanning ontstaat.”

Een ‘talige training’ werd ook door meerdere respondenten aangegeven als hulpmiddel met negatieve ervaringen, respondent 6 gaf het volgende aan:“Die training was op zich wel goed. Het nadeel was denk ik wel van uh, dat het niet voor iedereen werkt en motiveert. Ja, en het is vrij talig. Er is heel veel tekst in z’n training. Het zou soms ook wat leuker kunnen zijn als je er wat filmpjes bij zet. En juist de filmpjes die ze hadden was alleen maar praten. Niet met voorbeelden en zo...”

[18]

Page 19: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

5.2.3 Deelvraag 3: Gewenste hulpmiddelenBij het beantwoorden van deze deelvraag is er gebruik gemaakt van de hoofdcategorie ‘gewenste hulpmiddelen’ uit de codeboom. De respondenten gaven aan dat er een aantal hulpmiddelen worden gemist (categorie: ‘ontbrekende hulpmiddelen’) en er werden ‘toekomstige hulpmiddelen’ genoemd.

Ontbrekende hulpmiddelenDe ontbrekende hulpmiddelen zijn onder andere het ‘integreren in het zorgproces’ en het ‘faciliteren’ van de eHealth hulpmiddelen waaronder ‘goedwerkende techniek’. Er werd vaak aangegeven door respondenten dat eHealth goed gefaciliteerd moet zijn, de techniek moet gebruiksvriendelijk zijn en alles moet goed werken. Het volgende werd door respondent 12 hierover genoemd: ‘’Als het allemaal werkt, dan is het belangrijk dat het geïntegreerd wordt in het zorgproces. Dat besloten wordt van elke patiënt je die opnieuw aanmeld in de derde week dat ze hier komen een online huisbezoek heeft, dus op afstand.’’ Respondent 13 benoemde ook het faciliteren: ‘’Dat het goed gefaciliteerd wordt. Dat is op dit moment nog niet het geval.’’

De respondenten gaven aan dat er een ‘combinatie van hulpmiddelen’ nodig is om eHealth effectief in te kunnen zetten; ‘’Alleen een training is niet genoeg, je moet gewoon voortdurend contact blijven houden’’, aldus respondent 11.

Tevens gaven respondenten aan dat het van belang is, dat zorgprofessionals ook inspraak kunnen hebben over het gebruik van eHealth.

Een ‘Webinar’ wordt door sommige zorgprofessionals al gebruikt en positief ervaren. En zou volgens meerdere respondenten effectief en efficiënt zijn. Dit heeft volgens hen te maken met de factoren ’tijd’ en ‘geld’ die ze kwijt zijn voor cursussen en trainingen. Het kost de respondenten namelijk veel tijd, respondent 4 zei: ‘’Bijvoorbeeld bij refereeravonden in Assen… daar moet je bijvoorbeeld helemaal voor naar Assen rijden, dat zou dus ook mooi zijn als je dat via een Webinar zou kunnen doen. Tevens zou dit voor intervisie ook een oplossing kunnen zijn.’’

Toekomstige hulpmiddelenAls laatst worden ‘Serious Gaming’ en ‘Virtual Reality’ gezien als een veelbelovende hulpmiddelen voor de toekomst. Tot nu toe wordt dit nog niet door de respondenten gebruikt. Respondent 1 zei hierover het volgende: “Wat ik zelf veelbelovend vind is Serious Gaming. Een applicatie waarbij ze spelletjes bedenken om de applicatie te leren kennen. Echt games gericht op ontdekken zit echt wel een toekomst in.”

[19]

Page 20: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

6. Discussie & conclusie

6.1 DiscussieVanuit de interviews met de zorgprofessionals en de inhoudsdeskundigen kan er worden geconcludeerd dat de hulpmiddelen die al gebruikt worden in de volgende hoofdcategorieën kunnen worden onderverdeeld: ‘gebruikte hulpmiddelen, positief beïnvloedende factoren, bestaande scholing en ondersteuning van zorgprofessionals’. Er worden al digitale, schriftelijke en hulpmiddelen met collega’s gebruikt. De hulpmiddelen: Webinar, conversieprogramma, kartrekker, helpdesk, werkgroepjes, projectleider en training worden als positief ervaren door de respondenten. Handleiding, geen gebruiksvriendelijk systeem en de invloed vanuit de zorgverzekeraar worden als negatief ervaren. Als laatst wordt het integreren en faciliteren van hulpmiddelen in het zorgproces gemist door de zorgprofessionals. Serious Gaming, Virtual Reality, deels een Webinar en een combinatie van reeds gebruikte hulpmiddelen worden gezien als een veelbelovende hulpmiddelen, welke een toegevoegde waarde kunnen zijn voor het ondersteunen en stimuleren van eHealth bij zorgprofessionals.

Vanuit de deskresearch kwam een Toolkit naar voren, dit is door twee respondenten genoemd, zonder positieve ervaringen. Naast de concrete gebruikte hulpmiddelen werden er ook factoren benoemd die het gebruik van eHealth kunnen stimuleren, de ‘positieve beïnvloedende factoren’. Deze resultaten vanuit de interviews komen tevens overeen met het onderzoek van Minddistrict en Gx naar de implementatie van eHealth (Minddistrict, 2015) en het onderzoek van Nictiz & Radboudumc (Duijvendijk van & Akker van der, 2015).

Het onderzoek dat is uitgevoerd bestaat uit een relatief kleine onderzoekspopulatie namelijk 13 respondenten, dit vanwege het kwalitatieve aard van het onderzoek en de beperkte beschikbare tijd (Zee, 2010). De respondenten zijn verkregen via een selecte steekproef, er is namelijk geselecteerd op bepaalde kenmerken van respondenten. De onderzoekers stelden vooraf de eis dat de respondenten al moesten werken met eHealth. De respons uit deze steekproef was laag, namelijk 25%. Er werd namelijk niet gereageerd of er was geen tijd voor een interview. De meeste respondenten zijn daarom voortgekomen vanuit de sneeuwbalmethode (Saunders et al., 2007), waardoor er een vertekend beeld kan ontstaan. De respondenten waren namelijk vrijwel allemaal enthousiast over het gebruik van eHealth in de praktijk en waren hier al mee aan de slag. Hierdoor zijn de verkregen resultaten niet per definitie te generaliseren naar de gehele populatie (Plooij, 2011). Wel is getracht een zo representatief mogelijke steekproef te trekken door respondenten vanuit 5 verschillende zorgorganisaties te interviewen. Er is niet geselecteerd op leeftijd aangezien het werven van respondenten nogal moeizaam ging. Achteraf gezien blijkt dat de leeftijd van de respondenten tussen de 25 en 55 jaar ligt. De onderzoekers zijn zich bewust dat de leeftijd van de respondenten van invloed kan zijn op de mate van gebruik van eHealth en de hulpmiddelen hiervoor. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 45 jaar, dit kan invloed hebben op de motivatie om eHealth te gebruiken. Uit de eHealth monitor van NIVEL blijkt leeftijd verband te hebben met het zien van voordeel van internettoepassingen, met een hoge leeftijd zie je minder snel voordelen van eHealth toepassingen (Krijgsman et al., 2015). Dit heeft consequenties voor de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek (Baarda & Goede de, 2006).

Het onderzoek is uitgevoerd in een relatief korte tijdsperiode. Toch is triangulatie toegepast door middel van deskresearch in combinatie met de interviews. Dit verhoogt de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek en de resultaten (Verhoeven, 2014). Er is een logboek bijgehouden tijdens de gehele onderzoeksperiode dit vergroot ook de betrouwbaarheid en validiteit. Het zorgt er

[20]

Page 21: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

namelijk voor dat alle stappen die gemaakt zijn tijdens het onderzoek inzichtelijk zijn gemaakt (Rolfe, 2006; Verhoeven, 2014).

De onderzoekers hebben zich geheel aan het onderzoeksplan gehouden. Dit heeft ervoor gezorgd dat er op de vooraf opgestelde systematische wijze onderzoek is gedaan en de betrouwbaarheid en validiteit is gewaarborgd (Verhoeven, 2014).

6.2 Conclusie

Voorafgaand aan het onderzoek is de volgende probleemstelling opgesteld:Zorgprofessionals hebben niet of nauwelijks ervaring en kennis omtrent beeldcommunicatie en het gebruik van eHealth in de GGZ, waardoor ze dit niet optimaal kunnen toepassen (Adriaansen, 2011). Beeldcommunicatie is vrij nieuw in de GGZ en daarom is hier qua ondersteuning en hulpmiddelen nog weinig over bekend; dit blijkt dan ook uit het vooronderzoek van vorige studenten in samenwerking met het lectoraat (Meyer & Vinke, 2015). Hierdoor wordt binnen dit onderzoek breder gekeken naar de hulpmiddelen voor het gebruik van eHealth. Hulpmiddelen die het professionals makkelijker maken om eHealth goed in te zetten, kunnen ook een oplossing zijn om beeldbellen goed, d.w.z. efficiënt en effectief in te zetten. Het probleem is dat er nog niet veel duidelijkheid is over welke hulpmiddelen er worden gebruikt voor het gebruik van eHealth in de GGZ en welke daarvan daadwerkelijk tot effectieve en efficiënte inzet van eHealth leiden.

De doelstelling was als volgt: “Het doel is om door middel van kwalitatief onderzoek een inventarisatie te maken over de gebruikte hulpmiddelen voor het gebruik van eHealth door GGZ-zorgprofessionals. Bovendien wordt er gekeken naar de ervaringen van de reeds gebruikte hulpmiddelen in het gebruik van EHealth door GGZ-zorgprofessionals en wat ze nodig hebben om EHealth effectief toe te kunnen passen in de praktijk.”

De centrale vraag die is opgesteld naar aanleiding van de probleem- en doelstelling is het volgende: Welke hulpmiddelen zouden GGZ-zorgprofessionals, kunnen ondersteunen om eHealth efficiënt en

effectief in de praktijk toe te kunnen passen?

Door middel van het kwalitatieve onderzoek dat is uitgevoerd, is er antwoord verkregen op bovengenoemde centrale vraag. De hulpmiddelen die GGZ- zorgprofessionals kunnen ondersteunen om eHealth efficiënt en effectief in de praktijk toe te kunnen passen zijn: een Webinar, conversieprogramma, kartrekker, werkgroepjes, helpdesk, projectleider en training. Verder zijn de positief beïnvloedende factoren ondersteunende hulpmiddelen voor het toepassen van eHealth in de praktijk. De hulpmiddelen die voor in de toekomst de GGZ zorgprofessionals kunnen ondersteunen en met name veel invloed hebben op de efficiëntie en effectiviteit zijn volgens de respondenten; Virtual Reality en Serious Gaming, een combinatie van hulpmiddelen en deels een Webinar.

[21]

Page 22: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

7. Aanbevelingen

Aangezien de opdracht van het lectoraat gericht is op beeldbellen, is er aanvullend onderzoek nodig. Dit zal dan moeten gaan over de hulpmiddelen binnen dit onderzoek en de mogelijke toepasbaarheid hiervan voor het implementeren van beeldbellen in de GGZ.

Voor een vervolgonderzoek is het van belang om rekening te houden met de leeftijd en mate van gebruik van eHealth toepassingen van en door respondenten. Dit is in dit onderzoek niet gedaan, maar zijn wel degelijk belangrijke factoren. Deze factoren hebben ook invloed op de hulpmiddelen die gebruikt worden en nodig worden geacht door respondenten.

Door de respondenten werd aangegeven dat zij het erg belangrijk vinden om zelf inspraak te hebben met betrekking tot de implementatie van eHealth. Bij een vervolgonderzoek is het van belang om hier rekening mee te houden.

Het project wordt aanbevolen een digitaal hulpmiddel te ontwikkelen waarbij er geen of weinig gebruik wordt gemaakt van taal. Maar een hulpmiddel waarmee er juist kan worden geoefend met het beeldbellen. Dit vanwege de resultaten omtrent de ervaringen van de respondenten.

[22]

Page 23: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

8. Literatuur Actiz. (2014). Toolkit Zorg op Afstand. Adriaansen, M. (2011). Vluchten kan niet meer. Technologie en (de opleiding van)

verpleegkundigen enverzorgenden, (3), 13-14. Baarda, B. (2014). Dit is onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Baarda, B., & van der Hulst, M. (2012). Basisboek interviewen. Baarda, D. B., & Goede de, M. P. M. (2006). Basisboek methoden & technieken: Noordhoff

Uitgevers. Boeije, H. (2012a). Analyseren van kwalitatief onderzoek. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. Boeije, H. (2012b). Analysis in qualitative research. de Veer, A. J. E., & Francke, A. L. (2014). Preventie en het bevorderen van zelfmanagement.

Retrieved from: http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-Preventie-en-zelfmanagement.pdf Laatst geraadpleegd op: 02-10-2015.

Drenthe, G. (2014). Jaarverslag 2014. Tevens directieverslag bij de jaarrekening 2014. Duijvendijk van, I., & Akker van der, I. (2015). Een deur naar de rest van de wereld

Succesfactoren en barrières bij de implementatie van beeldschermzorg. Retrieved from: https://www.nictiz.nl/SiteCollectionDocuments/Rapporten/TrendITion-implementatie-beeldschermzorg-OKT2015-WEB-DEF.pdf: Trendition: Nictiz & Radboudumc. Laatst geraadpleegd op: 30-10-2015.

Ebben, J. (2015). Zet door na pilot met nieuwe technologie. Fenton, S., & Covvey, H. D. (2009). An innovative learning experience for entry to ehealth

careers. Studies in Health Technology & Informatics, 143, 73-78. Janssen, R. (2014). Succesvol ondernemen met eHealth. Retrieved from:

http://www.somehealth.nl/ Laatst geraadpleegd op: 02-10-2015. Janssen, R., Prins, H., Hout van, A., Nauta, J., Hettinga, M., Krieke van der, L., & Sytema, S.

(2015). Videoconferencing in Mental Health Care. Professional Dillemas in a Changing Health Care Practice.

Kato, & Pamela, M. (2010). Videogames in healthcare: Closing the gab. Krijgsman, J., Peeters, J., Burghouts, A., Brabers, A., de Jong, J., Beenkens, F., van Gennip, L.

(2014). Op naar meerwaarde! de Ehealth- monitor 2014. Retrieved from: file:///C:/Users/irizz9/Downloads/Rapport_eHealth-monitor_2014.pdf. Laatst geraadpleegd op: 12-12-2015.

Krijgsman, J., Peeters, J., Burghouts, A., Brabers, A., Jong de, J., Moll, T., Gennip van, L. (2015). eHealth-monitor 2015 Tussen vonk en vlam: NIVEL & Nictiz.

Lange de, R., Schuman, J., & Montesano Montessori, N. (2011). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpen- Apeldoorn: Garant.

Mair, F. S., May, C., O'Donnell, C., Finch, T., Sullivan, F., & Murray, E. (2012). Factors that promote or inhibit the implementation of e- health systems. an explanatory systematic review.

Meyer, S., & Vinke, T. (2015). Beeldbellen in de verpleegkundige praktijk binnen de GGZ. Retrieved from: https://beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com/2015/03/beeldbellen-in-de-verpleegkundige-praktijk-binnen-de-ggz.pdf. Laatst geraadpleegd op: 18-12-2015.

Minddistrict. (2015). Online Zorg in de GGZ. Succesvolle implementatie van eHealth. Murray, E., Burns, J., May, C., Finch, T., O'Donnell, C., Wallace, P., & Mair, F. (2011). Why is it

difficult to implement e-health initiatives? A qualitative study. Nederland, G. (2014). Implementatie en opschaling E-Health. Van masterclass naar

masterplan.

[23]

Page 24: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Nieswiadomy, R. M., Maten ter Speksnijder, A., & Lange de, J. (2009). Verpleegkundige onderzoeksmethoden. Amsterdam: Pearson Education.

Peeters, J., Veer de, A., & Krijgsman, J. (2015). eHealth: de sleutel voor succes(1). Plochg, T., Juttmann, R. E., Klazinga, N. S., & Mackenbach, J. P. (2007). Handboek

gezondheidszorgonderzoek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Plochg, T., Zwieten, M.C.B. van. (2015). kwalitatief onderzoek. Plooij, F. (2011). Onderzoek doen: Pearson Education. Pronk, A (2015). GGZ Ecademy. Rijen van, A. J. G., Lint de, M. W., & Ottes, L. (2002). Inzicht in e-Health. Rolfe, G. (2006). Methodological issues in nursing research. Validity, trustworthiness and

rigour: quality and the idea of qualitative research, 304-310. Saunders, M., Lewis, P., & Thornhill, A. (2007). Methoden en technieken van onderzoek (5

ed.). Amsterdam: Pearson Education. Schuurman, M., Lambregts, J., Grotendorst, A., & V&VN, P. (2012). Beroepsprofiel

verpleegkundige. Verhoeven, N. (2014). Wat is onderzoek? (Vol. 5). Den Haag: Boom Lemma. Vrolijk, A. (2007). Gesprekstechnieken. 1991: Bohn Stafleu Van Loghum. Wevers, C., & Gijsbers, G. (2013). Innoveren voor gezondheid. Oegstgeest. Wholey, J. S., Hatry, H. P., & Newcomer, K. E. (2004). Handbook of practical program

evaluation: Jossey-Bass. Windesheim.nl. (2015). Retrieved from:

http://www.windesheim.nl/onderzoek/onderzoeksthemas/gezondheid-en-welzijn/ict-innovaties-in-de-zorg/ Laatst geraadpleegd op: 10-10-2015.

Zee, v. d., F. (2010). Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Groningen: WM Veenstra.

[24]

Page 25: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

9. Bijlagen

1. Wijze van literatuuronderzoek

De literatuurstudie die gebruikt is, bestaat uit een verschillende zoek- en selectiestrategieën. Er is gebruik gemaakt van verschillende databases ,namelijk: HBO-voorsprong, Pub-Med, Cinahl en Skipr. Ook is er gezocht naar literatuur van onderzoeksinstanties, beroepsorganisaties en vakbladen.Bij de meeste databases is er gebruik gemaakt van zoektermen (zie onderstaande tabel). De zelfgemaakte zoektermen zijn aangepast wanneer er bijvoorbeeld te veel artikelen tevoorschijn kwamen, dan werden ze specifieker gemaakt. Ook is er gebruik gemaakt van synoniemen van zoektermen.

De gevonden artikelen zijn onderworpen aan de volgende selectiecriteria:Inclusiecriteria:

- Datum publicatie >2004- Betrouwbaar- Full tekst artikelen- Nederlandstalig of Engelstalig

Exclusiecriteria:- Datum < 2004

2 Meetinstrumenten topiclijsten interviews

2.1 Topiclijst voor interviews met de inhoudsdeskundigen van eHealth1. Gebruikte eHealth toepassingen 2. Hoe professionals tegenover innovatie en eHealth staan3. Wat vinden ze lastig4. Hoe gaan jullie om met implementatie, hoe ziet dat eruit, wat vinden jullie hierin belangrijk5. Gebruikte hulpmiddelen voor professionals6. Leerhulpmiddelen, cursus opleiding7. Effectiviteit hiervan.8. Ervaringen van u en professionals9. Wat hebben professionals nodig om eHealth te gebruiken

2.2 Topiclijst voor interviews met zorgprofessionals1. Gebruikte eHealth toepassingen2. Hoe professionals tegenover innovatie en eHealth staan3. Wat vinden ze lastig4. Hoe ziet de implementatie van eHealth eruit?5. Gebruikte hulpmiddelen voor professionals6. Leerhulpmiddelen, cursussen, opleidingen7. Effectiviteit (en efficiëntie) hiervan8. Ervaringen van u en collega’s

[25]

Page 26: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

9. Wat heeft de professionals nodig om eHealth te gebruiken

3. Data analyse interviews

3.1 Eerste codelijst interviews1. Voorlichting 2. Voortrekker3. Early adoptice 4. Webinar5. Communicatie 6. Structureel7. Serious game (in toekomst) 8. Helpdesk9. Projectgroepjes 10. Positieve ervaringen11. Draagvlak 12. Pilot13. Oude – nieuwe manier 14. Weerstand15. Succesverhalen 16. Online platform17. Mail 18. Aan de hand nemen19. Stap voor stap 20. Tijd, Geld21. Voorbeelden 22. Inspraak zorgprofessionals23. Kennis 24. App25. Onderzoek 26. Checklist27. Evaluatie 28. Training29. Cliënten 30. Motivatie31. Gebruikersgroep 32. Presentatie33. Hulpmiddelen 34. Zien35. Enthousiasme 36. Mailboxgroepen37. Workshops 38. Filmpjes39. Werkend netwerk 40. Oefenen41. Casussen 42. Innovatieprogramma43. Toolkit 44. Projectleider45. Intranet 46. E-learning programma’s47. Communicatieplan 48. Opleiding49. Bijeenkomsten 50. Draagvlak – netwerk51. Boodschap 52. Floorwalkers53. Instructiemoment 54. Informeren55. Belang vanuit management 56. Demo omgeving57. Richtlijnen 58. Handleiding59. Technisch werkend 60. Betrouwbaar61. Werkgroepjes 62. Demonstraties63. Waardering 64. Onderzoek update/evidence65. Moeten 66. Op werkvloer67. Intervisies 68. Kartrekker69. iLab informatie 70. Voordelen; meerwaarde71. Goede ervaringen 72. Gebruiks-(on)vriendelijk systeem73. Samen doornemen 74. Oefenen onder begeleiding75. ICT helplijn 76. Push naar pull77. Financieel belang (negatieve factor) 78. Verschillende leerstijlen79. Voorlichting van eigen collega’s 80. Training eHealth algemeen81. Training schrijfstijl 82. Training praktisch83. Face-to-face training 84. Korte lijntjes85. Online voorlichting 86. Effectief & Efficiënt87. Op iemand terugvallen 88. Motiverend89. Een must; gewoon doen 90. Uitproberen91. Positief effect zien 92. Aanspreekpunt93. Afspraken maken 94. Oefen- Conversie programma95. Proefdraaien 96. Intensief begeleiden en coachen97. ICT afdeling; eHealth 98. Integreren in zorgproces99. Geïnteresseerd zijn 100.Maatwerk101.Telefoonnummer 102.ervaringsdeskundige103.faciliteren 104.wennen105.Toegevoegde waarde 106.Onder de aandacht houden107.Zorgverzekeraar 108.Extra nodig109.Combinatie hulpmiddelen 110.Virtual reality111.Verbindingsfouten 112.Moeilijk mensen mee te krijgen

[26]

Page 27: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

3.2 Tweede definitieve codelijstCode: Frequentie: Code: Frequentie:

1. Voorlichting 5 2. Kartrekker 103. Webinar 7 4. Communicatie 45. Mail 2 6. Serious game 27. Helpdesk 10 8. Werkgroepjes 79. Positieve ervaringen 5 10. Pilot, proefdraaien 411. Online platform 2 12. Stappenplan 313. Tijd 8 14. Voorbeelden 115. Inspraak

zorgprofessionals3 16. Evaluatie 1

17. Training 11 18. Cliënten 319. Motivatie en

enthousiasme10 20. Filmpjes 6

21. Workshops 1 22. Techniek 1123. Oefenen 6 24. Casussen 225. Toolkit 1 26. Projectleider, om op terug

te vallen6

27. Opleiding 1 28. Floor walkers 329. Management 3 30. Conversieprogramma 331. Handleiding 4 32. Betrouwbaar (veilig) 333. Onderzoek 2 34. Must 735. Intervisies 3 36. Meerwaarde 437. Vanuit zorgprofessional

uitleg3 38. Gebruiksvriendelijk

systeem3

39. Een-op-een begeleiding 2 40. Push naar pull 241. Financieel belang 4 42. Maatwerk 443. Ervaringsdeskundige 1 44. Training schrijfstijl 145. Training praktisch 2 46. Training inhoudelijk 347. Korte lijntjes 3 48. Effectief en efficiënt 449. Afspraken maken 1 50. Coaching 251. Integreren in zorgproces 2 52. Telefoonnummer 153. Faciliteren 3 54. Onder de aandacht

houden2

55. Zorgverzekeraar 2 56. Combinatie hulpmiddelen 357. Virtual reality 2 58. Verbindingsfouten 359. Moeilijk mensen mee te

krijgen 4

[27]

Page 28: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

3.3 Codeboom

[28]

Page 29: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

[29]

Page 30: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

4. LogboekDatum Activiteit Opmerkingen/vragen9-9-2015 Kennismakingsgesprek met opdrachtgever na

wisseling opdracht POZ- Introductiegesprek moet nog,

aangezien LWG’er hierbij aanwezig moet zijn

- Afspraken gemaakt m.b.t. opdracht en aanwezigheid lectoraat

10-9-2015 Hoorcollege en LWG op school (introductie)Afspraak gemaakt voor introductiegesprek met LWG’er en opdrachtgever

Gemaild in afwachting van reactie naar opdrachtgever

11-9-2015 Individueel thuis werken;- Literatuur gezocht ter verdieping- Allebei concept inleiding, hoofdvraag

en probleemstelling gemaakt15-9-2015 Werken aan project op school

Vragen aan opdrachtgever over de opdracht.17-9-2015 Hoorcollege op school, introductiegesprek met

Hilco en Marijke, LWG en gelijk werken aan onderzoeksplan naar aanleiding van het gesprek.

18-9-2015 Iris: thuis gewerkt aan uitwerking dataverzamelingsmethoden en aan het operationaliseren van de onderzoeks-begrippen.

Dinsdag samen kijken naar (concept) dataverzamelingsmethoden en waar nodig aanpassen.

22-09-2015

Iris en Rochel vragen over plan van aanpak gesteld aan opdrachtgever. Daarna samen uurtje gewerkt om de probleem en vraagstelling juist te maken.

- Vragen gesteld over probleem vraagstelling en dataverzamelingsmethoden

22-09-15 Rochel verder gewerkt aan onderzoeksplan. De onderzoek begrippen en dataverzamelingsmethoden bekeken en aangevuld.

Donderdag samen in de les nog even naar kijken en eventueel aanpassen

24-09-2015

Hoorcolleges op school gevolgd,LWG: hele onderzoeksplan nagelezen overbodige dingen weggehaald, literatuur toegevoegd, vragen gesteld in klas

Data- analyse moet nog worden uitgewerkt; Rochel gaat hier maandag mee bezig, Iris vult daarna aan. Dinsdag weer verder werken op school.

28-09-2015

Rochel: Data-analyse uitgewerktIris: N.a.v. data-analyse van Rochel wat dingen aangepast en veranderd.

Morgen bespreken we het gehele onderzoeksplan en dus ook het hoofdstuk over data-analyse

29-09-2015

Samen onderzoeksplan in zijn geheel doorgenomen kleine aanpassingen gedaan wat betreft vormgeving.

Ruud Janssen gemaild (n.a.v. informatie Hilco in LWG) met de vraag of hij nog informatie voor ons heeft en eventuele contactpersonen (zorgprofessionals) die van belang zijn voor ons onderzoek

Opdrachtgever op de hoogte gesteld dat we eerst geen vragen hebben en het onderzoeksplan vandaag zullen opsturen zodat we dit kunnen bespreken en kunnen aanpassen

- Onderzoeksplan naar Hilco (LWG’er) & opdrachtgever gemaild voor feedback

- 6-10-2015 om 11:30 gesprek over onderzoeksplan met opdrachtgever

02-10- Rochel: onderzoeksplan n.a.v. feedback

[30]

Page 31: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

2015 aangepast. Voornamelijk stukjes tekst verbeterd en weg gehaald.

3-10-2015Iris: Onderzoeksplan n.a.v. feedback aangepast (data-analyse; meer bronnen specifiek kwalitatief onderzoek)

Samen overleggen of wat nu klaar is, ook klopt.

06-10-2015

Iris en Rochel:Mails gestuurd naar verschillende organisaties voor interviewsDaarna samen met Marijke feedback bekeken en aangepast.

7-10-2015 Reactie gekregen van projectleider invoering eHealth (wil in gesprek), ander contact gemaild (houdt zich bezig met implementatie van eHealth ‘Vilans’) en reactie teruggekregenVerder mail gestuurd naar: oude stageplek Iris (GGZ Centraal) voor contacten teams die werken met eHealth

Nog reageren op mails die we hebben terug gekregen; hoe wij contact willen leggen

8-10-2015 Mail gestuurd naar contactpersonen gekregen van Ruud Janssen:

- [email protected] ; heeft veel kennis op het gebied van eHealth in de GGZ

- [email protected] : heeft onderzoek gedaan naar eHealth implementatie (rapport)

Gereageerd op mails van IrisZorg en persoon die zich bezig houdt met implementatie van eHealth (Vilans)

13-10-2015

Gesprek gehad met opdrachtgever over gekregen mails en of zij akkoord is met vervolgstappenLaatste aanpassingen gedaan onderzoeksplan & ingeleverds.sytema terug gemaild en afspraak gemaakt met de projectleider eHealth bij IrisZorg voor interview; hier ook alvast een topiclijst voor gemaakt

26-10-2015 om 10:00 interview met projectleider eHealth IrisZorg

Rochel maakt powerpoint voor presentatie LWG donderdagIris maakt opzet voor rapportage onderzoek

17-10-2015

Rochel: Rapportage aangepast; begin beantwoording deelvraag 1 gemaakt

Mail gestuurd naar GGZ Ecademy; voor meer informatie over modulen eHealth (e-learning)

20-10-2015

Iris: n.a.v. antwoord GGZ Ecademy beantwoording deelvraag 1 uitgebreid met verkregen informatie

Minddistrict gemaild (n.a.v. mail Ruud en Sander) voor informatie over toolkit voor implementatie eHealth

24-10-2015

Interviewtopiclijst nog wat aangepast

26-10-2015

Interview met projectleider van o.a. eHealth bij IrisZorg in Arnhem

- Iris: werkt transcript interview uit, Rochel zal dit daarna controleren en eventueel aanpassen

Relevante informatie en relevante gebruikte hulpmiddelen bij implementatie eHealth kwamen hieruit naar voren

Iris: voegt codes uit interview toe aan 1e codelijst

27-10-2015

Met opdrachtgever voortgang besproken:- Gehouden interview en uitkomsten

hieruit- Aankomend interview- Verdere contacten

[31]

Page 32: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Minddistrict en Sjoerd Sytema een herinneringsmail gestuurd vanwege geen reactie

30-10-2015

Interview met projectmanager eHealth bij Lentis

- Rochel: werkt transcript interview uit, Iris zal dit daarna controleren en eventueel aanpassen

Twee contacten gekregen van zorgprofessionals die wel willen meewerken aan een interview contact mee gelegdRochel: noteert codes uit interview in 1e codelijst

2-11-2015 Verdere contacten gelegd met GGZ instellingen om interviews af te nemen met zorgprofessionals:

- Accare- GGZ Drenthe- Riwis- Yorneo

Opdrachtgever op de hoogte gebracht van stand van zaken.

Afwachten op reactie

3-11-2015 Toolkit van Actiz bij Ruud Janssen opgehaaldFeedback op onderzoeksplan verwerkt in rapportage opzet (verdeeld met z’n tweeën)

- Rochel: mailt Actiz voor aanvullende informatie over ervaringen met de toolkit

- Iris: Verwerkt de toolkit van Actiz in de rapportage (deelvraag 1)

Ruud gemaild: over geen reactie van Sjoerd Sytema n.a.v. vorige mail. Of Ruud eventueel contact kan leggen of andere contactgegevens heeft.

Reactie Accare: Bereid om mee te werken aan interview, afspraak wordt gemaakt

4-11-2015 Onderzoeksplan is goedgekeurd, wel met de nodige feedback.De rapportage opzet aanpassen n.a.v. verkregen feedback (taken hierin verdeeld)

Met Marijke dinsdag de feedback bespreken en laten zien hoe we dit aangepast hebben.

5-11-2015 Rochel heeft onderzoeksplan verbeterd en verwerkt in rapportage.

6-11-2015 Interview zorgprofessionals voorbereiden Topiclijst doornemen9-11-2015 Interview met zorgprofessional van Lentis

09:30h.- Rochel neemt leiding interview- Iris schrijft interview uit

Rochel controleert uitgeschreven interviewIris: noteert codes uit interview in 1e codelijst

10-11-2015

Contactmoment met opdrachtgever; besproken voortgang;

- Nog geen reactie van Minddistrict; hier moet achter aan gegaan worden

- Toolkit van Actiz aan opdrachtgever gegeven om in te zien

- Mailen andere contacten om voldoende interviews te kunnen afnemen

Bij geen reactie van Minddistrict voor eind van de week moet de opdrachtgever gemaild worden dan gaat zij erachteraan.

Trimbos mailen voor interviews zorgprofessionals

11-11-2015

Toets POZ

12-11-2015

Interview met zorgprofessional van Accare- Iris neemt leiding interview- Rochel schrijft interview uit

Iris controleert uitgeschreven interviewRochel: noteert codes uit interview in 1e codelijst

16-11-2015

Reactie van minddistrict; toolkit hebben we ontvangen. Mail gestuurd naar opdrachtgever hierover; ook check opdrachtgever afspraak tussenevaluatie

[32]

Page 33: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Verder reactie van Trimbos zorgprofessional; interview afspraak gemaakt; 23-11

17-11-2015

Interview met inhoudsdeskundige Rob Giel Onderzoekscentrum Groningen (UMCG) om 9:30h

- Rochel neemt leiding interview- Iris schrijf interview uit

Rochel controleert uitgeschreven interviewIris: noteert codes uit interview in 1e codelijstRespondent gaat nog navraag doen bij behandelaren die evt. open staan voor een interview

18-11-2015

Interview gehouden met zorgprofessional Lentis.

- Iris neemt de leiding in het interview- Rochel werkt het interview uit.

Iris controleert het uitgeschreven interview

19-11-2015

Rochel en Iris naar school voor hoorcollege practice devlopment en LWG.

- Rochel: mail gestuurd naar Marijke met agenda tussenevaluatie.

20-11-2015

Iris heeft verschillende organisatie gemaild voor interviews met zorgprofessionalsEleos, Parnassia, pi-groep (groningen), molemann (deventer & apeldoorn) & OCRN.Rochel heeft contactpersonen waarvan we nog geen reactie hebben gehad een herinnering gestuurd

23-11-2015

Interview met zorgprofessional gehouden van Trimbos

- Iris schrijft interview uit; Rochel controleert transcripten en codeert

24-11-2015

Tussenevaluatie met opdrachtgever. Hiervan is een verslag gemaakt en deze is gestuurd naar de opdrachtgever en inhoudelijk begeleider.Rochel: verslag gemaakt

Terug mailen afspraken interviews

Inmiddels hebben zich 4 nieuwe respondenten gemeld. Waardoor het aantal gewenste respondenten is behaald

25-11-2015

Rochel: data-analyse nog even nagekeken en aangevuld. Interview van 23-11-15 nagekeken.Iris: Resultaten alvast een begin gemaakt n.a.v. interviews met inhoudsdeskundigen

Afspraak gemaakt voor interviews

1-12-2015 Twee interviews in Hengelo met twee zorgprofessionals van Accare.Eerste interview Rochel opgenomen en uitgewerktTweede interview Iris opgenomen en uitgewerkt.

Rochel & Iris: Bezig met coderen van de transcripten

2-12-2015 Interview in Groningen UMCGRochel leidt interview en Iris werkt opname uit

3-12-2015 LWG gehad: vragen gesteld omtrent de rapportage; met name coderen

4-12-2015 Interview met zorgprofessional in Zuidlaren LentisIris leidt interview, Rochel werkt opname uit

[33]

Page 34: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

7-12-2015 Interview met zorgprofessionals UMCG om 12:00h

- Rochel leidt het interview- Iris schrijft het transcript uit

Interview is niet doorgegaan vanwege problemen OV. Andere afspraak wordt gemaakt

10-12-2015

Interview met zorgprofessional van Lentis om 09:00h

- Iris leidt het interview- Rochel schrijft het transcript uit

Afspraak gemaakt om morgen begin te maken met codelijst en codeboom

11-12-2015

1e codelijst bij langs gelopen, 2e codelijst opgesteld en codeboom gemaakt

Rochel gaat nog even kijken of de codeboom in een schematisch overzicht kan worden gezet

14-12-2015

Resultaten deels geschreven:- 1e deelvraag en 3e deelvraag

beantwoord- 2e deelvraag deels beantwoord

Afspraak gemaakt met opdrachtgever voor afspraak voortgang en feedback t.a.v. rapport (morgen 10:30u)

15-12-2015

Overleg met opdrachtgever gehad over codering en codeboom; feedback hierop gehad

Codeboom aangepast n.a.v. feedback en opgestuurd voor controle naar opdrachtgever

17-12-2015

LWG les gehad en vragen besproken m.b.t. rapport.Codeboom voorzien van feedback terug gekregen van opdrachtgever

18-12-2015

Codeboom aangepast n.a.v. feedbackResultaten verder geschreven;

- Rochel deelvraag 1 en deels 3- Iris deelvraag 2 en deels 3

Daarna elkaar stukken nagelezen en hier en daar iets aangepast

Rochel; schrijft begin van samenvatting en deels discussieIris: schrijft deels discussie en conclusieDaarna stukken van elkaar nakijken en e.v.t. aanpassen

22-12-2015

Iris: Discussie, conclusie en aanbevelingen deels aangepastRochel: Samenvatting geschreven. Discussie, conclusie en aanbevelingen gecontroleerd en aangepast

Elkaars geschreven stukken nagekeken en eventueel wat aangepast

3-1-2016 Concept rapport van feedback laten voorzien van twee onafhankelijken

Feedback bekeken en rapport hierop aangepast

4-1-2016 Rochel & Iris: beiden het verslag nog eens geheel doorgelezen en aangepast op zinsopbouw e.d. Logboek ingevoegd, literatuurlijst op juiste plek gezet

Opdrachtgever gemaild voor contactmoment ter bespreking concept rapport. Morgen gaan we samen laatste hand leggen aan rapport

5-1-2016 Laatste punten concept rapport samen aangepast en STARR geheel geschreven voor PA

STARR + concept rapport gemaild naar begeleider en opdrachtgever voor PA

12-1-2016 Performance Assessment gehad: feedback op plan gekregen

Aanpassen feedback rapport

13-1-2016 Rapport aangepast a.d.h.v. feedback

[34]

Page 35: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

5. Beoordelingsformulier

Beoordelingsformulier rapportage (minor POZ)

Naam student :

Studentnummer :

Opleidingsvariant :

Studieloopbaanbegeleider :

Beoordelingsniveau : Bachelor

Titel onderzoeksverslag :

Voorwaarden*: Voldaan Niet voldaanDocumentnaam is: Studentnummer VoornaamAchternaamstudent Ozverslag versienummer en datumNederlandse samenvatting; maximaal 1 A4Van inleiding tot en tot met aanbevelingen maximaal 6000 woorden (zonder eventuele bijlage)Het onderzoeksverslag is in correct Nederlands geschreven, d.w.z. doet recht aan de regels van interpunctie en spelling (max 3 spellingsfouten per pagina).

*: Bij 1 of meer ‘niet voldaan’ wordt het onderzoeksverslag niet beoordeeld met een cijfer. De student ontvangt dan alleen schriftelijke feedback van de beoordelaar.

EINDCIJFER:

Motivering: (verplicht invullen)

Beoordelaar:

Naam docent Datum Handtekening1e beoordelaar

[35]

Page 36: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

2e beoordelaar

Beoordeling onderzoeksverslag

1. Bepaal per onderdeel het aantal toe te kennen punten dat het beste past bij het bereikte eindniveau van de student. Licht dit toe op het formulier bij de motivering.

2. Bepaal eindbeoordeling als volgt (cesuur):i. Som toegekende punten / 10 geeft eindscore met 1 decimaal

(afgerond naar boven)ii. Indien eindcijfer > 5,5 dan is de toets Onderzoeksverslag behaald.

Maximaal aantal toe te kennen punten per onderdeel:Onderdeel Max. aantal puntenSamenvatting 5Inleiding 10Methoden 20Resultaten 25Discussie en conclusie 25Aanbevelingen 10Vormeisen 5Totaal Max. 100

[36]

Page 37: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Criteria t.b.v. de beoordeling van het onderzoeksverslag

PuntenSamenvatting (max. 5 punten)

De samenvatting bevat een probleemanalyse.

De samenvatting bevat de probleem –en doelstelling en eventuele hypothese(n).

De samenvatting beschrijft bondig de methode (aanpak) van het onderzoek.

De samenvatting geeft een opsomming van de belangrijkste resultaten van het onderzoek.

De samenvatting bevat een conclusie, waarin antwoord wordt gegeven op de onderzoeksvraag en eventuele hypothese(n).

De samenvatting bevat een korte discussie, waarin onderzoeksmethode en onderzoeksresultaten worden geëvalueerd.

De samenvatting bevat kernachtig beschreven aanbevelingen, waaronder suggesties voor vervolgonderzoek.

Inleiding (max. 10 punten)

In de inleiding is de aanleiding en de context van het praktijkonderzoek beschreven.

In de inleiding is de probleemanalyse voor het onderzoek beschreven op basis van vooronderzoek (in de praktijk en literatuuronderzoek).

Vanuit de probleemanalyse worden de verpleegkundige en maatschappelijke relevantie van het onderzoek gemotiveerd.

Vanuit de probleemanalyse is een kernachtig geformuleerde probleemstelling beschreven.

Er is een kernachtige doelstelling geformuleerd waarin de functie van het onderzoek voor zowel de student als de organisatie en opdrachtgever tot uiting komt.

Uit de probleemstelling en doelstelling volgt de hoofdvraag van het onderzoek.

Relevante begrippen uit de hoofdvraag zijn toegelicht en gedefinieerd (begripsafbakening).

Aan de hand van de toelichting op de hoofdvraag zijn deelvragen geformuleerd.

[37]

Page 38: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Punten

Onderzoeksontwerp (maximaal 20 punten)

De onderzoeksstrategie (kwantitatief/kwalitatief of mixed methods design) is onderbouwd vanuit zowel theoretisch als praktisch oogpunt (tijd, geld, beschikbaarheid).

Er wordt een toelichting gegeven op de onderzoekspopulatie, een eventuele steekproef, de wijze van steekproeftrekking en de wijze van werving. De gemaakte keuzes zijn onderbouwd.

De dataverzamelingsmethode(n) is/zijn passend bij de gekozen onderzoeksstrategie, de probleemstelling, doelstelling, vraagstelling en eventuele deelvragen.

De ontwikkeling van een instrument ten behoeve van de dataverzameling is beschreven en de stappen die daarin zijn gemaakt zijn inzichtelijk en beargumenteerd (inclusief operationalisatie: omzetten van relevante termen naar meetbare begrippen)EN/OFde selectie van een bestaand instrument is beschreven en de stappen die daarin zijn gemaakt zijn inzichtelijk en beargumenteerd.

Het meetinstrument is als bijlage opgenomen.

Er wordt toegelicht wat de betekenis is van respons in het onderzoek en daarbij wordt een relatie gelegd met het type onderzoeksstrategie waarvoor is gekozen.Er wordt aangegeven op welke wijze men de respons heeft willen bevorderen.

Er wordt uitgelegd hoe de student in iedere fase van het onderzoek de kwaliteit van het onderzoek heeft willen bevorderen in termen van betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid.

Vanuit het oogpunt van de gekozen onderzoeksstrategie (kwantitatief/kwalitatief/ mixed methods) is hierbij gebruik gemaakt van de juiste terminologie en zijn de gemaakte keuzes nauwkeurig onderbouwd.

Er wordt onderbouwd op welke wijze er rekening werd gehouden met juridische en/of ethische aspecten van het onderzoek.

De analyseprocedure van verzamelde gegevens in het onderzoek wordt onderbouwd en correct beschreven.

De wijze van data-analyse is passend bij de gekozen dataverzamelingsmethode(n).

[38]

Page 39: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Punten

Resultaten (maximaal 25 punten)

Er wordt een objectief en zo onafhankelijk mogelijk beeld geschetst van de belangrijkste verzamelde onderzoeksgegevens.

Er wordt een beschrijving gegeven van de respons van het onderzoek.

De belangrijkste resultaten worden bij kwantitatief onderzoek feitelijk weergegeven, zonder interpretatie en conclusie.

Bij de beschrijving van de resultaten van kwalitatief onderzoek wordt de interpretatie die hier deels al plaatsvindt zichtbaar gemaakt.

Punten

Discussie en conclusie (maximaal 25 punten)

De discussie geeft een onderbouwde interpretatie van resultaten en bevat een evaluatie van gebruikte methoden en van resultaten.

In de conclusie worden probleem –en doelstelling herhaald en wordt er antwoord gegeven op de probleemstelling van het onderzoek.

In de conclusie worden resultaten geïnterpreteerd en wordt hieraan een conclusie verbonden, zonder cijfers te vermelden of nieuwe feiten aan te halen.

In de discussie en conclusie zijn uitspraken onderbouwd met relevante literatuur.

[39]

Page 40: beeldcommunicatieindeggz.files.wordpress.com · Web viewVoor u ligt de rapportage ter afsluiting van de praktijkgericht onderzoek dat is gedaan in opdracht van het lectoraat ICT-

Aanbevelingen (maximaal 10 punten) Punten

De aanbevelingen zijn helder, eenduidig (voor één uitleg vatbaar) en resultaatgericht beschreven en zijn gericht op het onderzoeksonderwerp.

Er worden suggesties voor verbeteringen en vervolgonderzoek gedaan die haalbaar en op korte termijn te realiseren zijn.

Punten

Vormeisen (maximaal 5 punten)

Er zit samenhang tussen de onderdelen van het onderzoeksverslag.

Eventueel gebruikte tabellen en figuren zijn gebruikt ter verduidelijking van de resultaten en zijn bondig toegelicht (indien van toepassing).

Er is een consistente literatuurlijst met referenties naar zoveel mogelijk wetenschappelijke artikelen.

Literatuurlijst en bronvermelding voldoen in vorm en structuur aan de eisen zoals gesteld in het document Schriftelijke Werkstukken Vormcriteria.

Er is sprake van actief taalgebruik, een correcte formulering en stijlgebruik.

Er is sprake van een verzorgd uiterlijk en het geheel is uitgewerkt volgens de algemene eisen die gelden t.a.v. de lay-out (volgens Schriftelijke Werkstukken Vormcriteria).

Totaal aantal punten (maximaal 100 punten):

[40]