Bachelorscriptie 'Please RT'
-
Upload
paul-koster -
Category
Education
-
view
3.711 -
download
1
description
Transcript of Bachelorscriptie 'Please RT'
Bachelorscriptie
‘Please ReTweet’
Een analyse naar het gebruik van Twitter door bedrijven,
en hun afhankelijkheid van hun volgers.
Paul Koster
http://www.twitter.com/PaulKoster
Universiteit van AmsterdamMedia & Cultuur
Begeleider: Dr. J.A. Teurlings
Definitieve versie1 juni 2010
Inhoudsopgave
Voorblad 1
Inhoudsopgave 2
Abstract 3
1. Inleiding 4
1.1 Marketing op internet 5
1.2 Marketing op Twitter 5
2. Theoretisch Kader: Immateriële arbeid 8
3. Casestudies 12
3.1 Twitter als one-way marketinginstrument 12
3.2 Twitter als bron van nieuws / mening van de bevolking 14
3.3 Twitter om een buzz te creëren 17
3.4 Bedrijven die het netwerk van twitteraars gebruiken 20
3.5 Twitter als helpdesk 22
3.6 Overige vormen van Twittergebruik 24
4. Van free labor naar voluntary immaterial labor 27
Conclusie 31
Bibliografie 32
2
Abstract
Op internet ontstaan veel verschillende Social Media toepassingen, die als gedeelde factor hebben
dat ze voor hun invulling grotendeels afhankelijk zijn van user-generated content. Gebruikers maken
de sites. Het proces van het maken en toevoegen van content is een manier van werken die
Italiaanse autonomisten immateriële arbeid zouden noemen. Een voorbeeld van een Social Media
site die wordt gevuld door 'immateriële arbeiders' is Twitter. Niet alleen individuen, ook bedrijven
zijn actief op Twitter. De site wordt steeds vaker ingezet als marketingtool; bedrijven zien de
meerwaarde van het sturen van Tweets naar hun followers steeds meer in. Er komen boeken uit
waarin wordt ingegaan op de manieren hoe je potentiële klanten kunt bereiken op Twitter en er zijn
zelfs cursussen. Toch is er nog geen sprake van één duidelijke werkwijze. Eigenlijk is het
Twittergebruik door bedrijven niet te vatten in een bepaalde methode. In deze scriptie wil ik
onderzoeken op welke verschillende manieren Twitter wordt ingezet door bedrijven en op welke
manier bedrijven hierbij afhankelijk zijn van immateriële arbeid van hun 'volgers'.
Keywords
Twitter - online marketing - immateriële arbeid - Free Labor - Social Media
3
1. Inleiding
Sinds een paar jaar is er op internet een duidelijke opkomst van Social Media gaande. Social Media is
‘anything where users can participate, create and share content’1, zoals bijvoorbeeld profielensites
als Hyves en Facebook, collaboratieve sites als Wikipedia en blogs. Met de opkomst van steeds meer
initiatieven van Social Media op het internet, neemt ook de afhankelijkheid van user-generated
content toe. Veel van de Social Media-sites worden namelijk grotendeels gevuld door content die
wordt geleverd door de gebruikers zelf. Dit – het leveren van content – is een voorbeeld van arbeid
dat door de Italiaanse autonomisten wordt omschreven als immateriële arbeid. Immateriële arbeid is
het verrichten van arbeid waarbij men niet direct het idee heeft te werken, maar waarbij er wel
waarde wordt gegenereerd. Het posten van een bericht op een Social Media site is een voorbeeld
van immateriële arbeid.
Twitter is een populaire toepassing van Social Media. Deze site wordt gevuld door zijn
gebruikers. Mensen met een twitteraccount kunnen korte berichtjes posten met wat ze op dat
moment aan het doen zijn, waar ze aan denken, waar ze anderen op willen attenderen of welke
andere dingen dan ook. De gebruikers die hen volgen, zien die berichtjes vanzelf verschijnen op hun
profiel. Zij kunnen dat op hun beurt weer retweeten, naar hun eigen volgers doorsturen.
Ook steeds meer bedrijven ontdekken de kracht van Twitter. Sinds de oprichting zijn er alleen
in Nederland al honderden bedrijven actief, zoals de Bijenkorf, KLM en NRC Next. Op Twitter
proberen die bedrijven klanten actief te benaderen, elk op hun eigen manier. Omdat twitteren een
relatief nieuwe vorm van informatieoverdracht is, zijn er nog weinig gestandaardiseerde methodes
over hoe het gebruikt kan worden. Vandaar dat veel bedrijven hun eigen manieren bedenken om
Twitter in te zetten in hun marketingstrategie. Bij een aantal manieren speelt de immateriële arbeid
van andere gebruikers een grote rol.
In deze scriptie onderzoek ik op welke manieren Twitter op dit moment wordt ingezet door
bedrijven. Hoe zetten bedrijven Twitter in om hun boodschap te verspreiden en op welke manier
maken ze hierbij gebruik van de bereidheid van hun volgers om ook zelf immateriële arbeid te
verrichten? Die vragen ga ik beantwoorden in deze scriptie. Voordat ik hierover een analyse maak,
bespreek ik eerst de lopende discussies en artikelen die zijn geschreven rond het thema immateriële
arbeid. Onder anderen de theoretici Lazzarato en Terranova zullen in mijn theoretisch kader aan bod
komen. Ook behandel ik de termen social factory en free labor. Daarna classificeer ik in de casestudy
1 Graham, Paula. ‘Web 2.0 and why?’. Fossbox. Slide 5. 18-5-2010 <http://fossbox.org.uk/blog/wp-content/uploads/2010/03/1-what-why-how.pdf>
4
verschillende manieren waarop Twitter ingezet wordt door bedrijven. Bij elke manier geef ik
voorbeelden, beschrijf ik hoe ze te werk gaan en analyseer ik op welke manier gebruik wordt
gemaakt van de immateriële arbeid van individuele twitteraars. Ten slotte formuleer ik mijn eigen
kritiek op het idee van free labor, door te stellen dat de nadruk te sterk ligt op de exploitatie van
immateriële arbeiders. Ten slotte verwijs ik in de conclusie terug naar de theorie en mijn casestudies.
Om te beginnen zet ik hieronder eerst kort uiteen op welke manier de komst van Twitter ideeën over
marketing heeft veranderd.
1.1 Marketing op internet
Het internet is binnen de marketingwereld nog niet helemaal geïntegreerd als marketinginstrument.
Omdat internet en de digitale wereld relatief gezien vrij nieuw zijn, volgen ontwikkelingen elkaar
razendsnel op. De ene ontwikkeling wordt meer opgepikt door marketeers dan de andere. Vaak is er
sprake van hypes; iets nieuws lijkt interessant, totdat er weer een nieuwere ontwikkeling op volgt.
Internet is een vluchtig medium; dat wat nu hip is kan over een week hopeloos ouderwets zijn. Door
dit onrustige karakter van internet zijn sommige bedrijven nog niet echt overtuigd om te investeren
in nieuwe media. Ze kiezen voor hun advertentieplaatsen liever voor ‘oude’ media, als televisie,
kranten, abri’s en dergelijke.
Toch zijn er inmiddels al veel bedrijven die wel de waarde zien van internet als
marketinginstrument. Er zitten namelijk veel voordelen aan het adverteren via internet: het bereik is
groot en de kosten zijn relatief laag. Bovendien kan er als er wordt geadverteerd op het internet
precies worden bijgehouden hoeveel mensen een bepaalde advertentie zien, op welke sites ze dit
zien, en wie er op klikken. De mogelijkheden zijn eindeloos. Met de komst van Social Media, zoals
profielensites Hyves.nl en Facebook.com, zijn de mogelijkheden nog verder uitgebreid. Bedrijven
kunnen bijvoorbeeld in contact komen met individuele mensen op het sociale netwerk. Sinds de
oprichting van Social Media-site Twitter.com in 2006 zijn de mogelijkheden nog meer uitgebreid.
1.2 Marketing op Twitter
In een paginagroot artikel in Het Parool van 4 maart 2010 staat boven een interview met zakenman
Dick Raman: ‘Bedrijven die niet Twitteren, zijn verloren’. In het artikel legt Raman uit dat met de
5
komst van Twitter de trend van Sociale Media in een niet om te keren snelheid is ontwikkeld.2 In één
van de vele handboeken die zijn geschreven over internetmarketing wordt Twitter als volgt uitgelegd:
Twitter laat zich het beste omschrijven als een microblogdienst. Het principe van Twitter is
dat je laat weten waar je op dat moment mee bezig bent. Dit doe je aan de hand van een
tekstberichtje dat uit maximaal 140 karakters kan bestaan. Zo’n berichtje heet in Twitter-
jargon een Tweet. Mensen die jou volgen zien de Tweets die jij schrijft en weten dus direct
waar je mee bezig bent. Interessante Tweets worden vaak overgenomen door andere
mensen die twitteren waardoor er een moderne tamtam ontstaat die zich vaak sneller
verspreid dan de traditionele media.3
Die ‘tamtam’ zal belangrijk blijken voor bedrijven die hun boodschap bij zoveel mogelijk mensen
terecht wil laten komen. Ik zal hier verder op in gaan in mijn casestudy, waar ik de werking van
verschillende Twitteraccounts analyseer.
Hoewel Twitter ooit was bedoeld voor individuen, om elkaar te laten weten waar ze mee
bezig zijn, blijkt Twitter ook erg interessant te zijn voor bedrijven. Vooral als platform voor marketing,
want Twitter wordt door bedrijven steeds meer gezien als interessante marketingtool. Er zijn
congressen over Twitter, er worden cursussen georganiseerd en er komen handboeken uit met tips
hoe je Twitter het beste kunt gebruiken voor je bedrijf. Een recente uitgave is van Hallis Thomases. In
haar boek haalt ze eerst een vooroordeel over twitteraars onderuit en daarmee geeft ze meteen aan
waarom bedrijven zouden moeten twitteren:
Who, exactly, is using Twitter these days? A gadget-addicted tech geek? A twenty-something
born-to-be-wired? Someone who has nothing better to do all day than post mind-numbering
tweets? Of course not! These days Twitter crosses a wide swath of people from all walks of
life.4
Wat Thomases bij het schrijven van haar boek nog niet kon weten, is dat er op 15 april 2010 op een
officieel Twittercongres bekend werd gemaakt dat er op dat moment 105 miljoen twitteraars waren
en dat er elke maand 300.000 gebruikers bijkomen. Ook kwam naar buiten dat de site per maand
2 Stil, Herman. ‘Bedrijven die niet twitteren, zijn verloren’. Het Parool. 4-3-2010: PS8. Kolom 1-7.
3 Zimmerman, Jan. Internetmarketing voor Dummies. Vert. Rogier Mostert. Amsterdam: Pearson Education, 2010: p. 177.
4 Thomases, Hollis. Twitter Marketing: an hour a day. Indianapolis: Wiley Publishing, 2010: p. 39.6
180 miljoen unieke bezoekers heeft .5 Het aantal gebruikers stijgt dus nog steeds. Vervolgens geeft
Thomases aan dat Twitter nog volop in ontwikkeling is:
Twitter’s full versatility has not even been tapped out yet. It seems like every few weeks,
another innovative use of Twitter comes to light.6
De verschillende vormen van Twittergebruik komen aan bod in de analyse, verderop in deze scriptie.
5 ‘Ruim 105 miljoen twitterende mensen’. NOS. 15-4-2010 <http://nos.nl/artikel/150759-ruim-105-miljoen-twitterende-mensen.html>.
6 Thomases 2010: p. 87.7
2 Theoretisch Kader: Immateriële arbeid
Het produceren van Tweets op Twitter is een vorm van arbeid die door denkers uit het Italiaanse
autonomisme zal worden beschreven als immateriële arbeid. Socioloog en Social Theorist Maurizio
Lazzarato geeft als definitie van immateriële arbeid: de arbeid die de informational content en de
cultural content van de commodity, ofwel handelswaar produceert.7 Hij maakt een onderscheid
tussen de informational en de cultural content. Als uitleg bij deze termen geeft hij aan dat de
informational content te maken heeft met de werkprocessen van de arbeiders. Tegenwoordig, in het
post-fordisme, zijn steeds meer werkzaamheden gesitueerd in geautomatiseerde processen. Steeds
meer ‘werk’ wordt verricht op de computer en er wordt minder met de hand gewerkt dan vroeger.
Voorbeelden van beroepen die op deze manier immateriële arbeid verrichten zijn bijvoorbeeld
journalist, wetenschapper en bankmedewerker. Wat deze beroepen gemeen hebben is dat ze niets
fysieks produceren. Zowel de arbeidsvorm als het uiteindelijke product is immaterieel. De cultural
content heeft te maken met de aard van de werkzaamheden. Lazzarato omschrijft de cultural content
van immateriële arbeid als een verzameling van activiteiten die niet direct gezien worden als ‘werk’,
maar die dat wel zijn. Een voorbeeld hiervan is het creëren van een publieke opinie, of bijvoorbeeld
het bepalen van culturele standaarden. Hier vallen de beroepen kunstenaar en recensent onder.
Een kenmerk van immateriële arbeid dat zowel in de informational als de cultural content
past, is dat de individuele subjectiviteit van de arbeider een steeds grotere rol speelt in het
arbeidsproces. Dit in tegenstelling tot arbeid in de tijd van het Fordisme, waar een strikte scheiding
tussen mensen die dachten en mensen die uitvoerden de norm was. Als je bijvoorbeeld arbeider was
in een fabriek, dan hield dat in dat je niet na moest denken, maar met ‘domme kracht’ producten
moest produceren.
Tegenwoordig bevindt veel arbeid zich in een diffuse factory. Deze term komt oorspronkelijk
van Antonio Negri.8 Hij bedoelt hiermee dat de hele maatschappij een soort fabriek is geworden. Het
proces van produceren wordt niet alleen meer gedaan in fabrieken, maar ‘productie’ is
gedecentraliseerd. Er worden dingen buiten de muren van de fabriek geproduceerd, eigenlijk overal,
in onze gehele maatschappij. Mensen werken op kantoren, thuis, tijdens borrels, ’s nachts, in de file,
7 Lazzarato, Maurizio. ‘Immaterial labour.’ In Marxism beyond Marxism. Saree Makdisi, Cesare Casarino, Rebecca E. Karl, red. Londen: Routledge, 1996.
8 Zie hiervoor: Negri, A. The Politics of Subversion : A Manifesto for the Twenty First Century. Cambridge: Polity, 1989: p. 204.
8
kortom; er wordt altijd en overal in de maatschappij door mensen gewerkt. In plaats van diffuse
factory wordt ook wel gesproken over factory without walls of social factory, zoals Tronti dit in zijn
boek Workers and Capital beschrijft:
[...]the whole of society becomes an articulation of power; in other words, the whole of
society exists as a function of the factory and the factory extends its exclusive domination
over the whole of society.9
De informatiestromen op het internet laten goed zien wat er wordt bedoeld met Social Factory. Met
de komst van internet en de digitale economie, is arbeid gedecentraliseerd. Mensen werken niet
meer op één plek. Er wordt overal geproduceerd. De maatschappij en poductieplek zijn
samengekomen en één geworden. Hierdoor is het verschil tussen werk en vrije tijd ook vervaagd.
Mensen gebruiken hun vrije tijd om te werken en tijdens werktijd doen ze soms dingen als
consument. De grens tussen werk en niet-werk is niet meer duidelijk. Mensen kunnen arbeider zijn,
de producent van iets en tegelijkertijd consument, gebruiker. Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn
freelancers. Zij werken tijdens hun vrije tijd, of ze hebben vrije tijd tijdens hun werk, voor hen is de
scheiding tussen ‘werk’ en ‘niet-werk’ grotendeels vervaagd.
Een ander kenmerk van immateriële arbeid dat door Italiaanse autonomisten wordt
benoemd, is het idee dat consumptie niet langer leidt tot destructie. Vroeger, tijdens het Fordisme,
was de levensloop van geproduceerde dingen eenvoudig. Iets werd geproduceerd en daarna werd
het geconsumeerd. Tijdens het proces van consumeren werd het product – bij sommige producten
langzamer dan bij anderen – vernietigd. Tegenwoordig kan consumptie leiden tot een nieuwe vorm
van productie. Lazzarato schrijft hierover:
The particularity of the commodity produced through immaterial labor [...] consists in the
fact that it is not destroyed in the act of consumption, but rather it enlarges, transforms, and
creates the "ideological" and cultural environment of the consumer. This commodity does
not produce the physical capacity of labor power; instead, it transforms the person who uses
it. Immaterial labor produces first and foremost a "social relationship".10
Het is dus niet zo dat de consumptie van iets automatisch het eind betekent van het product. Als je
als consument informatie consumeert, leidt dat tot de productie van nieuwe informatie. Informatie
9 In: Coté, M. 'The Italian Foucault: Subjectivity, Valorization, and Communication'. Politics and Culture, 2003, issue 3. 13-4-2010 <http://www.politicsandculture.org/2003/07/08/mark-cote-the-italian-foucault-subjectivity-val>.
10 Lazzarato 1996: p. 4.9
over de consument bijvoorbeeld. Voorbeelden van cases waarbij consumptie door consumenten
leidt tot productie van nieuwe informatie zijn te zien op websites die werken met populariteitstellers.
Op videosite YouTube bijvoorbeeld, wordt bijgehouden hoeveel mensen er naar bepaalde filmpjes
hebben gekeken. Als iemand een bepaald filmpje consumeert, dan komt er op de site te staan dat
het filmpje één keer extra is bekeken. Zo produceert de site ranglijsten met de best bekeken filmpjes
van die dag. Als je een filmpje consumeert, produceer je dus informatie. Informatie over hoe populair
een filmpje is bijvoorbeeld. Met deze informatie kan geld worden verdiend door het te verkopen aan
bijvoorbeeld reclamebureaus.
Bedrijven zijn niet de enigen op Twitter die broadcasten; Tweets uitzenden. Voor een deel
zijn ze ook afhankelijk van de andere gebruikers op Twitter. Deze gebruikers praten over het bedrijf,
in positieve of negatieve zin, stellen vragen, of retweeten informatie naar elkaar. Tevens kunnen
twitteraars informatie consumeren en produceren tegelijkertijd. Door middel van ReTweets (RT’s)
maken twitteraars een nieuwe Tweet van een ‘oude’ Tweet. In het theoretische kader van Lazzarato
gezien, wordt na de consumptie van de informatie (de oude Tweet) door middel van een RT nieuwe
informatie geproduceerd. Consumptie leidt dus ook op Twitter tot productie.
Zoals ik eerder al aangaf bij het behandelen van Lazzarato’s theorie over immateriële arbeid,
is het produceren van content voor op internet – zoals bijvoorbeeld Tweets op Twitter – te zien als
immateriële arbeid. Echter, het is ook te zien als wat Terranova benoemt in haar artikel: ‘Free
Labor’.11 Deze vorm van arbeid kenmerkt zich door twee dingen, enerzijds dat het werk is waar geen
geld tegenover staat, er wordt niet betaald (‘free’ staat hier voor gratis) en anderzijds dat het geen
gedwongen werk is, mensen doen het omdat ze het leuk vinden (‘free’ staat hier voor vrij). Vooral in
de beginperiode van het internet kwam deze vorm van arbeid veel voor. Mensen maakten
onvoorwaardelijk en vrijwillig nieuwsgroepen aan, bouwden communities en vulden sites met
content. Nu liggen de verhoudingen iets anders.
In the overdeveloped countries, the end of the factory has spelled out the obsolescence of
the old working class, but it has also produced generations of workers who have been
repeatedly addressed as active consumers of meaningful commodities. Free labor is the
moment where this knowledgeable consumption of culture is translated into productive
activities that are pleasurably embraced and at the same time often shamelessly exploited.12
11 Terranova, Tiziana. ‘Free Labor: producing culture for the digital economy’. Social Text 63, Vol. 18, No. 2, 2000.
12 Terranova 2000: p. 37.10
Content die wordt geproduceerd door individuen op het internet, wordt ‘schaamteloos’
geëxploiteerd door grote mediabedrijven. Te denken valt aan sites die de content van hun bezoekers
gebruiken om meer mensen op hun site te krijgen. Als ze meer bezoekers hebben, kunnen ze meer
inkomsten krijgen door advertenties te plaatsen. Indirect wordt hierbij de arbeid van de individuen
die ‘free labor’ hebben verricht gebruikt om geld aan te verdienen. Videosite YouTube.com is een
voorbeeld van een website die zo te werk gaat. De site bestaat uit filmpjes die door individuen zijn
gemaakt en door individuen worden gepost. Maar de enige die er geld aan verdient is de eigenaar
van YouTube, Google. Later in deze scriptie zal ik terugkomen op het principe van exploitatie van
‘free labor’.
11
3 Casestudies
Om te kunnen onderzoeken op welke manieren Twitter door bedrijven wordt ingezet voor
marketingdoeleinden en om te analyseren in hoeverre ze hierbij gebruik maken van de immateriële
arbeid van individuele twitteraars, zal ik in deze paragraaf een aantal verschillende manieren van
Twittergebruik uitwerken. Ik heb ze gegroepeerd in de manieren waarop bedrijven Twitter
gebruiken, en in elke subparagraaf zal ik een terugkoppeling maken naar de notie van immateriële
arbeid.
Allereerst is er een duidelijk onderscheid tussen twee manieren waarop Twitter wordt
gebruikt. Sommige vormen van Twittergebruik zijn duidelijk maar één richting op, anderen zijn te
zien als een dialoog, twee kanten op. Bedrijven die Twitter gebruiken als one-way
marketinginstrument zijn het meest te vergelijken met oude media, die alleen broadcasten;
uitzenden. Tweets worden uitgezonden, ofwel Tweets worden gelezen, de informatieoverdracht is
hierbij één kant op. Andere bedrijven zijn meer interactief ingesteld. Zij reageren op Tweets van
anderen, mengen zich in online conversaties en geven antwoord op vragen. Dit is een manier die
meer Web 2.0 is dan de eerste. Web 2.0 wordt gekenmerkt door interactie in plaats van eenzijdige
communicatie, en participation in plaats van publishing.13 In de analyse naar het Twittergebruik van
bedrijven begin ik eerst met twee manieren die ik classificeer onder de accounts van bedrijven die
één richting op twitteren.
3.1 Twitter als one-way marketinginstrument
Onder deze noemer classificeer ik bedrijven die Twitter op dezelfde manier gebruiken als dat ze
‘oude media’, zoals televisie, radio en print gebruiken: als een eenrichtingsweg. Hierbij is het de
bedoeling dat een bepaalde boodschap via de media aankomt bij de consument. Bedrijven hopen
hiermee de aandacht van consumenten te krijgen, want aandacht kan leiden tot inkomsten. Het
concept aandacht wordt in de managementwereld omschreven als ´ [...] focused mental engagement
on a particular item of information. Items come into our awareness, we attend to a particular item,
and then we decide whether to act’.14 Uiteindelijk hopen bedrijven natuurlijk dat consumenten na
13 Flew, Terry. New Media, an introduction. 3e druk. Melbourne: Oxford University Press, 2008: p. 17.
14 Davenport, T.H., J.C. Beck. The attention economy: Understanding the new currency of business. Cambridge, MA: Harvard Business Press, 2002: p. 20.
12
het zien van een commercial, reclame of andere informatie overgaan tot handelen en een product
kopen.
Met het begrip audience commodity legt Smythe uit dat mensen eigenlijk altijd werken; als ze
niet op hun werk zijn, staan ze in dienst van de adverteerders. Op televisie, op straat en
tegenwoordig ook op internet staan ze continu bloot aan informatie en advertenties. Er wordt ook
gehandeld met audience: ‘because audience power is produced, sold, purchased and consumed, it
commands a price and is a commodity’.15
Doordat iedereen tegenwoordig gemakkelijk zelf content en informatie op internet kan
zetten, is er veel meer informatie beschikbaar dan je als individu aandacht aan kunt besteden.
Aandacht is schaars geworden; de vraag is groter dan het aanbod. Dit is de reden dat bedrijven
steeds vaker speciale werknemers hebben om hun producten op internet onder de aandacht te
brengen. Allerlei verschillende platformen worden ingezet: websites, advertenties, virals en social
media. Volgens mediawetenschapper Andrew Keen is het tijdperk van sociale media in het algemeen
en de opkomst van Twitter in het bijzonder meer dan welke ook gekenmerkt door attention
economy: ‘Twitter's ascent marks the end of the Web 2.0 period (1999-2009) and the beginning of
what I would call [...] the "attention economy”’.16 Hij beargumenteert deze mening door te stellen
dat op Twitter alles draait om aandacht; mensen willen door zoveel mogelijk mensen worden
gevolgd en vinden het fijn als hun bericht bij veel lezers terecht komt.
Op Twitter wordt er door verschillende bedrijven aandacht van het publiek gevraagd door
middel van het broadcastmodel (van één zender naar veel ontvangers). Voorbeelden van
twitteraccounts die zo te werk gaan zijn warenhuis De Bijenkorf (@deBijenkorf), de Socialistische
Partij (@SPnl) en de omroep VPRO (@vpro). Voorbeelden van Tweets die op deze manier werken zijn
respectievelijk:
‘Als Member van de Bijenkorf krijg je standaard 10% korting op onze horeca en cosmetica! Daarnaast
spaar je snel Punten voor meer hebbedingen’17
15 Smythe, Dallas W. ‘On the Audience Commodity and its Work’, in M.G. Durham and D.M. Kellner (red.) Media and Cultural Studies. Key Works. Malden, MA: Blackwell, 2001: p. 256.
16 Keen, Andrew. ‘Twitter as Flashpoint for the Attention Economy’. 19-3-2009. Internet Evolution. 10-5-2010 <http://www.internetevolution.com/author.asp?section_id=556&doc_id=173831>.
17 Bron: http://twitter.com/debijenkorf/status/1399096556913
‘SP onderzoekt bezuinigingen basisonderwijs - http://sp.nl/9l5w7’18
‘Herinnering: vanavond op Ned 2, 22:50 uur De Slag om Brussel. Om 23:00 uur Dexter op Ned. 3 en
om 23:20 uur Cannes Filmjournaal op Ned. 2!’19
Wat opvalt aan deze Tweets van de Bijenkorf, de SP en de VPRO, is dat het echt het ‘oude’ patroon
van broadcasting volgt. Het gaat van één bedrijf naar een massa en er zit geen interactie of
mogelijkheid voor een dialoog in.
3.2 Twitter als bron van nieuws / mening van de bevolking
Twitter kan dus worden gebruikt als medium om een bepaalde boodschap uit te zenden,
vergelijkbaar met de ‘oude’ broadcastmodellen van televisie. Maar Twitter kan ook de andere kant op
werken. Het kan bijvoorbeeld ook worden gebruikt als bron voor andere media. Dit blijkt uit het
voorbeeld van de NOS uitzending naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart
2010. In deze uitzending werden voorlopige resultaten gemeld, was er verslaggeving uit het land, en
werden de uitslagen geanalyseerd. Tot zover was het een 'traditionele' verkiezingsuitslaguitzending.
Wat echter nieuw was, is dat er ook een blokje 'internet' werd uitgezonden. Internetredacteur Jeroen
Wollaars sprak op TV en Radio over dingen die op dat moment werden getwitterd door de mensen in
het land. Na een item over D66-lijsttrekker Alexander Pechtold zocht hij op Twitter naar alle Tweets
met 'Pechtold' erin. Een aantal ervan benoemde hij, en ditzelfde deed hij vervolgens met de zoekterm
'gordijn'. Hij zegt hierover:
Er is een hoogleraar geweest die heeft gezegd: “Volgens mij moeten de verkiezingen over,
want er is geen gordijn in de stemhokjes aanwezig”. Op Twitter wordt daar heel erg druk over
gediscussieerd. Mensen zijn aan het kijken of dat klopt, wat deze hoogleraar zegt. Ze zijn daar
nog niet over uit, maar het is wel iets wat ongelofelijk leeft op dit moment.20
Wollaards en de NOS gebruiken Twitter als medium om de 'meningen van het volk' te zien te krijgen.
Italiaanse autonomisten zouden beargumenteren dat op Twitter de general intellect te vinden is:
18 Bron: http://twitter.com/spnl/status/13841727626
19 Bron: http://twitter.com/vpro/status/14180267688
20 'Hyves en Twitter: negatieve reacties op winst PVV'. Nederland Kiest, 3-3-2010. 16-3-2010 <http://gr2010.nlkiest.nl/2010/03/03/verkiezingen-twitter.html>.
14
‘When the workers are freed from spending all their time at the assembly line, new forms of
subjectivity and knowledge arises – the general intellect – creating [...] ‘mass intellectuality’, a
“repository of knowledges indivisible from living subjects and from their linguistic co–operation”21’
Het idee van general intellect komt oorspronkelijk van Marx, die de ontwikkeling voorspelde
naar een kapitalistisch systeem waarbij de subjectiviteit van de werknemer evenals zijn kennis een
steeds belangrijkere rol zouden spelen:
The development of fixed capital indicates to what degree general social knowledge has
become a direct force of production, and to what degree, hence, the conditions of the
process of social life itself have come under the control of the general intellect and been
transformed in accordance with it.22
De NOS is niet de enige die Twitter gebruikt in zijn uitzendingen. In de nieuwsverslaggeving van
CNN vormt Twitter al geruime tijd een vaste factor. Zowel op de internetsite van CNN als in de
nieuwsbulletins op TV wordt gerefereerd aan Tweets die binnenkomen. Op TV zit de anchor achter
zijn desk en bladert, terwijl hij een bepaald item behandelt, op zijn scherm door Tweets die op dat
moment binnen komen over dat onderwerp. Op internet wordt een selectie van Tweets van
ooggetuigen geplaatst. Een sterk voorbeeld van zo'n item is van na de aardbeving in Haïti in januari
2010. Volgens aardbevingdeskundige Earle is Twitter een ideaal medium om collectieve belevenissen
te delen met elkaar. Steeds vaker zijn Tweets de eerste openbare berichten over de gevolgen van
aardbevingen.23 CNN maakte daar gebruik van. Op hun site staat een bericht van kort na de
aardbeving te lezen.
CNN is monitoring tweets and other messages from people in Haiti and reports from those
who said they have been in touch with friends and family. CNN has not been able to able to
21 Petersen, Søren Mørk. ‘Loser Generated Content: From Participation to Exploitation’. First Monday, Vol. 13, Nr. 3 (3-3-2008). 21-4-2010 <http://firstmonday.org/htbin/cgiwrap/bin/ojs/index.php/fm/article/ viewArticle/2141/1948> (Italics van de auteur, citaat komt van Dyer-Witheford, Nick. ‘Cyber–negri: General intellect and immaterial labor,’ In: T.S. Murphy and A.K. Mustapha, red. Resistance in practice: The philosophy of Antonio Negri. London: Pluto Press, 2005: p. 142)
22 In: Virno, Paolo. ‘General Intellect’. Vert. Arianna Bove. Generation Online, 2001. 22-4-2010<http://www.generation-online.org/p/fpvirno10.htm>
23 Earle, Paul. ‘Earthquake Twitter’. Nature Geoscience. Vol 3, april 2010: p. 221-222. <http://www.nature.com/ngeo/journal/v3/n4/full/ngeo832.html>
15
[sic] verify this material.24
Eronder staan Tweets van enkele minuten na de aardbeving (die was om 4:53 pm):
Felt that, loud and clear. We're in Cap Haitien. House (really the whole world) shook for about
30 seconds" -- From Twitter user firesideint (Luke Renner) at 5:20 p.m. ET
Just experienced a MAJOR earthquake here in Port au Prince - walls were falling down. - we
are ALL fine - pray for those in the slums" -- From Twitter user troylivesay in Port-au-Prince,
Haiti at 5:24 p.m. ET
Wat opvalt is dat CNN Twitter meer gebruikt als bron van ooggetuigenverslagen dan als een platform
met meningen van de mensen, zoals de NOS dat deed tijdens de uitzending over de
gemeenteraadsverkiezingen. CNN gebruikt de twitteraars in dit voorbeeld als nieuwsbron. Ze brengen
op internet en op televisie nieuws dat niet van henzelf komt, maar van individuele twitteraars.
Een kenmerk dat CNN en de NOS gemeen hebben, is dat ze gebruik maken van de
immateriële arbeid van individuele twitteraars. Twitteraars die thuis, in hun vrije tijd, uit eigen
initiatief een bericht plaatsen op de site, creëren waarde voor de uitzendorganisaties, zonder dat ze
het gevoel hebben arbeid te verrichten. Dit past binnen de omschrijving die Lazzarato geeft over
immateriële arbeid, het idee dat immateriële arbeid in sommige gevallen niet voelt als ‘echt werk’.
Terranova zou beargumenteren dat CNN de informatie van de twitteraars exploiteert, omdat
CNN de informatie die door individuen – zonder tegenprestatie – op Twitter is gezet, gebruikt in hun
nieuwsverslaggeving. Informatie uitzenden is voor CNN een manier om geld te verdienen, omdat ze
meer kijkers krijgen als ze goede nieuwsverslaggeving bieden. De informatie die ze van Twitter halen,
gebruiken ze ook om diezelfde kijkers te trekken. CNN creëert dus waarde uit de informatie op
Twitter, zonder dat de originele informatieleveranciers er iets voor terug krijgen.
In vergelijking met traditionele journalistiek valt op dat in deze nieuwe vorm van journalistiek
de meningen en kennis van het volk – kort gezegd de wisdom of the crowd – een grotere rol spelen
dan voor de opkomst van Twitter. Toen kwamen meningen van de ‘normale mensen’ alleen aan bod
in televisieprogramma’s die makkelijk toegankelijk waren. Op het journaal werden kennis en
meningen alleen gegeven door correspondenten, verslaggevers en de maarschappelijke elite.
Los van dat enkele media berichten van Twitter halen voor de invulling van hun nieuws – de
24 ‘Haiti Earthquake. What we’re hearing’. 13-1-2010. CNN. 16-3-2010 <http://www.cnn.com/2010/TECH/01/12/haiti.social.media/index.html>
16
NOS meningen en CNN nieuws van de eerste hand – zetten andere media Twitter in als invulling van
rubrieken. Zo heeft de gratis forenzenkrant Sp!ts de rubriek Twitsp!ts, waar diverse Tweets in staan
van mensen die iets te zeggen of klagen hebben. NRC Next heeft op pagina 2 elke dag een Tweet
staan, vaak met een knipoog naar het nieuws. Ze roepen twitteraars ook op om in hun bericht
#nrcnext te schrijven, want zo maak je kans om in de krant te komen. Tijdschrift Nieuwe Revu noemt
Twitter in hun rubriek ‘Tweet Week’: ‘de moderne ingezondenbrievenrubriek’. Ze plaatsen in deze
rubriek Tweets die gaan over de Nieuwe Revu, reacties op hun artikelen en het tijdschrift dus.
In deze manier van twittergebruik komt duidelijk het idee naar voren dat immateriële arbeid
gekenmerkt wordt door de notie dat productie niet leidt tot destructie maar tot nieuwe consumptie.
Vooral in het voorbeeld van de Nieuwe Revu is dit opvallend. De eerste consumptieve daad van het
lezen van een tijdschrift leidt bij een aantal mensen tot de productie van Tweets met daarin hun
mening over een bepaald artikel. De redactie van de Nieuwe Revu consumeert – leest – deze reactie
en produceert daar een rubriek van. Ten slotte consumeren de lezers van het blad die rubriek weer.
3.3 Twitter om een buzz te creëren
Bij de twee vorige manieren van Twittergebruik kwam de boodschap steeds van één kant: vanuit
bedrijven die reclameboodschappen het web opstuurden naar een grote groep mensen, ofwel
berichten vanuit Twitteraars zelf, met meningen of nieuwswaarde die kunnen worden gebruikt door
andere media. Maar Twitter kan ook op complexere manieren worden gebruikt. Bedrijven kunnen
tegelijkertijd hun (reclame)boodschap naar hun volgers sturen, en er meteen voor zorgen dat
Twitteraars die boodschap zelf gaan verspreiden.
Bij het verspreiden van Tweets wil een bedrijf natuurlijk dat hun bericht bij zoveel mogelijk
mensen terecht komt. Om de bedrijfsnaam en de boodschap zoveel mogelijk te laten circuleren, zijn
de bedrijven voor een groot deel afhankelijk van de bereidheid van individuen om immateriële
arbeid te verrichten. Deze immateriële arbeid houdt op Twitter in dat het bericht wordt geretweet.
Voor een aantal bedrijven zal het doel van hun activiteiten op Twitter zijn dat er een ‘buzz’
ontstaat rond hun bedrijfsnaam of product. Buzzen is in marketingwereld een krachtige manier om
reclame te maken. In plaats van zelf de boodschap bij elke consument proberen te krijgen, gaat het
er bij buzzen om dat de consumenten de boodschap doorsturen naar elkaar. Uit onderzoek blijkt
namelijk dat 78% van de consumenten andere consumenten gelooft als het over bedrijven en
17
producten gaat, terwijl maar 14% van de consumenten advertenties betrouwbaar vindt.25 Buzzen
wordt door Thomas Jr. uitgelegd als ‘[...] the amplification of initial marketing efforts by third parties
through their passive or active influence' .26 Buzzen is een vorm van Word-of-Mouth, mond-tot-
mondreclame. Volgens Grewal et al. is dit een belangrijke bron van informatie voor consumenten.
Mond-tot-mondreclame beïnvloedt hoe mensen over een product denken en of mensen een product
al dan niet willen kopen. Daarnaast is gebleken dat mond-tot-mondreclame meer invloed heeft dan
informatie die is geprint, en over het algemeen als de meest betrouwbare vorm van reclame wordt
ervaren. 27
Een voorbeeld van een bedrijf dat een zogenaamde buzz heeft ontketend is het tijdschrift Donald
Duck. Sinds begin februari 2010 hebben zij fictieve Twitteraccounts aangemaakt voor een aantal
Duckstadbewoners, zoals Donald Duck, Dagobert Duck en Mickey Mouse. Via deze accounts zetten ze
verhaallijntjes uit en laten ze Duckstadbewoners op elkaar reageren. Ook worden er grapjes gemaakt
en wordt er ingehaakt op de actualiteit. Inmiddels worden de figuren door duizenden mensen
gevolgd. Volgens redacteur Jim van der Weele is de deelname van Donald Duck op Twitter een groot
succes en worden er veel van hun berichten geretweet.28
Ook boodschappen met nieuwswaarde kunnen zich razendsnel verspreiden over Twitter met
behulp van de immateriële arbeid van twitteraars. Een recent voorbeeld hiervan komt van 28
februari 2010. Toen werd er door het officiële twitteraccount van het Nederlandse muziekfestival
Lowlands het volgende gemeld:
De reguliere tickets voor Lowlands zijn uitverkocht. Nog wel combitickets. Zie lowlands.nl 29
Een dag later bleek er een fout te zijn gemaakt bij de ticketservice, zo blijkt uit de volgende tweet.
25 Barker, Tim. ‘Social Media Strategies - Tapping into the Social Web’. Cloudforce 2. Evoluon, Eindhoven. 10-3-2010. Lezing.
26 Thomas Jr., Greg. 'Building the buzz in the hive mind'. Journal of Consumer Behaviour. 2004, Vol. 4 Issue 1, p 64. 17-5-2010 <http://www3.interscience.wiley.com/cgi-bin/fulltext/112587927/PDFSTART>
27 Grewal, Rajdeep, Thomas W. Cline en Anthony Davies. ‘Early-Entrant Advantage, Word-of-Mouth Communication, Brand Similarity, and the Consumer Decision-Making Process’. Mei 2001. 17-5-2010 <http://www.antolin-davies.com/antony/research/jcp.pdf>
28 Er zijn vragen beantwoord via e-mail op 16 maart 2010.
29 bron: http://twitter.com/rapid_razor_bob/status/978268564618
ER IS EEN FOUT GEMAAKT IN TICKETSYSTEEM: 10.000 CJP KAARTEN WAREN DUBBEL GEBLOKKEERD. ZE ZIJN
NU WEER BESCHIKBAAR. ZIE SITE #LL1030
Deze tweet werd geretweet door bijna 100 personen, die allemaal hun eigen volgers hadden. Het
gevolg ervan was merkbaar toen binnen een dag de resterende 10.000 kaarten ook waren
uitverkocht. Door Twitter kreeg de boodschap van de Lowlandsorganisatie in één klap een groot
bereik. Door alle twitteraars die – vrijwillig en uit eigen initiatief – het bericht van Lowlands
doorstuurden naar hun volgers, zorgden ze ervoor dat er veel kaartjes werden verkocht. In zekere
mate creëerden ze met hun geretweet dus waarde voor Lowlands. Dit is te zien als een vorm van
exploitatie vanuit Lowlands gezien. De organisatie gebruikte de ‘free labor’ van hun volgers om geld
te verdienen aan de ticketverkoop. Ze ondervonden voordeel van de bereidheid van hun volgers om
arbeid te verrichten, in dit geval het retweeten van informatie naar hun volgers.
Het kan overigens ook voorkomen dat een bedrijfsnaam veel wordt besproken op Twitter,
zonder dat er een positieve klank aan zit. Als mensen zich ergeren aan een bedrijf, dan is Twitter een
populair medium om die klachten te bespreken, zo blijkt uit de populariteit van de toevoeging ‘#fail’.
Zo’n toevoeging, die ook wel hashtag wordt genoemd, zetten mensen in hun Tweet als ze ergens niet
tevreden over zijn. Toen in de nacht van 19 op 20 februari 2010 het kabinet Balkenende 4 viel, bleef
de berichtgeving van de NOS volgens veel Twitteraars achter op die van RTL Nieuws. Behalve dat er
die nacht veel werd getwitterd over de val van het kabinet, werd er ook kritiek geleverd op de NOS.
Mensen vonden dat de NOS geen goede nieuwsvoorziening leverde, en ze lieten dit ook weten aan
elkaar. Er kwamen op Twitter veel negatieve berichten over de NOS. Door de immateriële arbeid die
mensen verrichtten, ook diegenen die de kritiek van anderen retweetten, kreeg de NOS een slechte
naam op Twitter. Er vormde zich een negatieve buzz over de omroep.
Uit deze drie voorbeelden blijkt dat het ‘buzzen’ en ‘gebuzzed worden’ niet kan worden
gecontroleerd, gestuurd of in de hand gehouden kan worden door bedrijven. Een bedrijf kan
Twitteren met de intentie gebuzzed en geretweet te worden, het buzzen kan een onvoorzien
bijverschijnsel zijn van Twitteractiviteiten van een bedrijf, en er kan ook tegen de zin van een bedrijf
negatieve informatie worden gebuzzed.
Er zijn ook bedrijven en mensen die er expliciet om vragen om hun boodschap te verspreiden
via het netwerk van hun followers. Deze bedrijven laat ik onder de categorie vallen van bedrijven die
het netwerk van twitteraars gebruiken.
30 bron: http://twitter.com/rapid_razor_bob/status/978548241319
3.4 Bedrijven die het netwerk van twitteraars gebruiken
Een bekende toevoeging bij Tweets is ‘Please RT’. Dit staat voor ‘Please ReTweet’. Dit betekent dat
diegene die de Tweet verstuurt alle lezers van die Tweet oproept om het bericht door te sturen naar
zijn eigen volgers. Dit kan een erg makkelijke manier zijn om je boodschap in één keer bij veel
mensen terecht te laten komen. Schrijver en mediakenner Erwin Blom ervoer dit toen hij zijn nieuwe
boek onder de aandacht wilde brengen. Hij twitterde dat zijn boek ‘Handboek Communities’ uitwas,
met de toevoeging ‘RT wordt gewaardeerd’. Op zijn site schrijft hij wat er toen gebeurde met dat
bericht:
Ik heb zelf een kleine 6.000 followers. Binnen die groep werd het bericht door velen
doorgestuurd. Deze zogenoemde re-tweets zorgden er voor dat mijn bericht niet alleen bij de
mensen kwam die mij volgen, maar ook een ring daarbuiten bereikte. De kracht van Twitter
ging zijn werk doen. De afgelopen 8 dagen dagen [sic] zijn een kleine 959 Twitterberichten
geplaatst met 'handboek communities' in de tekst. Via Tweetreach heb ik laten uitrekenen
dat daarmee een publiek van 117.497 mensen heb bereikt [sic]. Natuurlijk, een potentieel
publiek omdat niet iedereen iedere Tweet ziet, maar toch …. zonder marketingbudget,
zonder klassieke media, simpelweg door de kracht van het netwerk. Met 1 Tweet en mond-
tot-mondreclame zijn meer dan honderdduizend mensen bereikt!31
De mond-tot-mond reclame waar Blom het over heeft, of ‘word to mouse’ – wat verwijst naar de
Engelse term ‘word of mouth’ – bestaat alleen door de immateriële arbeid die twitteraars verrichten.
Een aantal van de 6000 volgers van Blom heeft de arbeid verricht om het bericht over zijn boek te
retweeten. Voor die mensen voelt dat uiteraard niet als ‘werken’, ze doen er bijna niets voor. Toch
creëren ze waarde. Voor de schrijver, maar ook voor de uitgever en indirect voor boekhandels.
Maar er is nog een aspect wat hier naar voren komt, er wordt door middel van Twitter voor
Blom waarde gegenereerd uit het netwerk van mensen. Doordat de mensen die het bericht hadden
geretweet allemaal hun eigen netwerk hebben van vrienden, collega’s en kennissen, kan de
informatie zich verspreiden. Als mensen niet zo’n netwerk zouden hebben, zou het bericht niet bij
veel mensen terecht zijn gekomen en had het bericht dus weinig waarde. Dit netwerk van bekenden
heeft Bourdieu omschreven als ‘Sociaal Kapitaal’:
‘Het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen dat voortvloeit uit het bezit van een
meer of minder geïnstitutionaliseerd duurzaam netwerk van relaties van onderlinge
31 Blom, Erwin.‘Met 1 Tweet naar 100.000 mensen naar 10.000 downloads’. Handboek Communities. 24-11-2009. Blogpost. 19-4-2010 <http://www.handboekcommunities.nl>
20
bekendheid en erkentelijkheid […] dat elk van zijn leden de ruggesteun geeft van het
collectieve kapitaalbezit, een 'geloofsbrief' die hen in de ruime zin des woords kredietwaardig
maakt’.32
Op Twitter wordt dus waarde gegenereerd uit de contacten die mensen onderling hebben;
hun sociale kapitaal wordt gevaloriseerd. Hardt en Negri geven aan dat in plaats van de lopende band
in de fabriek nu het netwerk het organisatorische model is geworden van productie.33
Een ander voorbeeld waarbij het netwerk van een twitteraar wordt ingezet, laat zien dat het
loont om een groot Sociaal Kapitaal te hebben, in dit geval in de vorm van veel volgers. Verslaggever
van GeenStijl TV/PowNed Rutger Castricum tweette op 18 maart 2010:
Tickets voor je vakantie koop je uiteraard bij Transavia34
Een paar minuten later gevolgd door de Tweet:
haha Transavia aan de lijn net of ik voorgaande tweet wilde intypen dan hoefde ik mijn
geboekte tickets naar Ibiza niet te betalen [sic] 35
Castricum had op dat moment 8617 volgers, die allemaal de reclame van Transavia op hun pagina
voorbij hebben zien komen. Vliegmaatschappij Transavia speelde dus in op het feit dat een BN-er als
Castricum gevolgd wordt door een groot aantal mensen, en een groot sociaal kapitaal heeft. Ze
gebruikten zijn populariteit door hun reclame door te laten sturen. Zoals uit de tweede Tweet blijkt,
zochten ze contact met Rutger Castricum en vroegen hem het eerste bericht te posten op Twitter. Ze
vroegen hem immateriële arbeid te verrichten. Eigenlijk is het voor Castricum niet te zien als ‘werk’,
maar toch verricht hij arbeid dat een toegevoegde waarde heeft voor Transavia.
Overigens, dat Castricum er in dit geval zelf ook wat mee verdient – een gratis vliegreis – is
een uitzondering op Twitter. Veel immateriële arbeid die op Twitter wordt verricht levert niets op.
Over het algemeen retweeten mensen Tweets zonder dat ze er iets voor terug krijgen. Dit past
binnen de beschrijving van Terranova over ‘Free Labor’. Op het moment dat mensen iets produceren,
32 Bourdieu, Pierre. Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip. Vert. Rokus Hofstede et al. Amsterdam: van Gennep, 1989: p. 132.
33 Hardt, Michael, Antonio Negri. Empire. Vert. Joke Traats. Amsterdam: Van Gennep, 2000: p. 297.
34 bron: http://twitter.com/rutger_zelf/status/10668543802
35 bron: http://twitter.com/Rutger_zelf/status/1066862167921
zoals informatie of kennis, kan dat worden geëxploiteerd door grote bedrijven, die in principe geld
verdienen aan de geleverde immateriële arbeid van individuen. Terranova legt dat als volgt uit:
If knowledge is inherently collective, it is even more so in the case of the postmodern cultural
economy: music, fashion, and information are all produced collectively but are selectively
compensated.36
Diegenen die verdienen aan de immateriële arbeid op internet, zijn bedrijven. Mensen zelf krijgen er
vaak niets voor terug. Dit kan een reden zijn waarom bedrijven actief zijn op Twitter. Ten eerste zijn
er veel individuen die mee kunnen helpen een bepaalde boodschap bij anderen te krijgen, en ten
tweede kost dat een bedrijf geen geld; ze maken gebruik van de ‘free labor’ van twitteraars.
3.5 Twitter als helpdesk
Veel mensen gebruiken Twitter als vraagbaak of helpdesk. Vaak worden er in het wilde weg vragen
gesteld over allerhande onderwerpen. De reden dat Twitter hier geschikt voor is, is onder anderen de
grote hoeveelheid mensen die op Twitter zitten. Het blijkt dat er altijd wel iemand is die antwoord
weet te geven op de vragen van mensen, over welk onderwerp dan ook. In principe is dit het idee
van ‘wisdom of the crowd’, collectieve intelligentie. In de wetenschap bestaat er een meningsverschil
over het nut en de kwaliteit van collectieve intelligentie. Volgens Surowiecki37 heeft de massa een
grotere intelligentie dan geïsoleerde individuen. Met meer mensen zou je dus tot een grotere mate
van kennis moeten kunnen komen. Hij zou beargumenteren dat Twitter een ideaal medium is voor
informatie, omdat er met de grote massa een enorme kennis in zit.38
Een bekende toevoeging aan Tweets is ‘#durftevragen’. Dit zetten mensen in hun Tweet
wanneer ze een vraag hebben en er een antwoord op hopen te krijgen. In de korte geschiedenis die
Twitter heeft, is deze methode ontstaan als manier om elkaars vragen te beantwoorden. Mensen die
een vraag hebben, zetten #durftevragen in hun Tweet, en mensen die vragen willen beantwoorden
36 Terranova 2000: p. 42.
37 Surowiecki, James. The Wisdom of Crowds. New York: Doubleday, 2004.
38 Critici van ‘Wisdom of the crowd’ geven bijvoorbeeld aan dat er culturele vervlakking ontstaat uit de ontwikkeling dat steeds meer ‘amateurs’ in plaats van experts content op internet zetten, en dat er een collectieve kuddegeest ontstaat door de massa. Zie hiervoor bijvoorbeeld:Lanier, Jaron. ‘Digital Maoism. The hazards of the new online collectivism’. Edge.org. 30-5-2006. 17-5-2010 <http://www.edge.org/3rd_culture/lanier06/lanier06_index. html> en: Keen, Andrew. The cult of the amateur: how today’s internet is killing our culture. New York: Doubleday, 2007.
22
kunnen zoeken met de zoekterm #durftevragen. Op deze manier is Twitter te zien als een plek waar
vraag en aanbod van informatie bij elkaar komen. De reden waarom deze manier van twitteren zo
populair is geworden kan zijn dat het erg makkelijk is om je vraag te twitteren. Je typt de vraag in, je
drukt op ‘send’ en binnen een paar minuten kun je een aantal antwoorden van mede-twitteraars
verwachten. Het beantwoorden van vragen is immateriële arbeid, omdat het gebeurt in de vrije tijd
van mensen. Het voelt niet als werk, maar ondanks dat wordt er wel iets geproduceerd, mensen
produceren informatie voor elkaar.
Een aantal bedrijven heeft inmiddels ook doorgekregen dat het voor consumenten een erg
makkelijke manier is om hun vraag te stellen. Dit is te merken aan accounts van bedrijven als T-
Mobile, UPC en KLM. De Twittermedewerkers van deze bedrijven verrichten – betaalde –
immateriële arbeid en ze doen aan webcare. Volgens Social Media deskundige Blom is webcare kort
gezegd: ‘Luister. Monitor wat er op internet over je wordt gezegd en reageer, leg uit, help’.39
Toen in april 2010 een aswolk uit de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull ontsnapte, lag in heel
West-Europa het vliegverkeer stil. Reizigers over de hele wereld strandden op vliegvelden en het was
een chaos op luchthavens. KLM kreeg veel vragen via de telefoon en kon in eerste instantie geen
goede dienstverlening leveren. Het bedrijf besloot Social Media in te zetten, en het begon mensen te
helpen via Twitter en Facebook. Op hun Twitteraccount www.twitter.com/klm beantwoordden ze
vragen, gaven ze informatie en probeerden ze mensen te helpen om een vervangende vlucht te
krijgen. De medewerkers van de KLM webcare op Twitter verrichtten immateriële arbeid door
informatie te zetten op Twitter en interactie te hebben met hun klanten, maar ze veroorzaakten ook
dat er een soort buzz op Twitter ontstond over KLM.
Nadat er een paar dagen op Twitter flink werd geklaagd over de hele aswolktoestand,
kwamen er langzaam maar zeker steeds meer Tweets die positief waren over de webcare van KLM.
Het werk van KLM begon op te vallen bij twitteraars, en kreeg waardering. Mensen twitterden
positief over de KLM en hun service. KLM maakte in principe geen gebruik van de immateriële arbeid
van deze andere twitteraars, het was eerder een onvoorzien gevolg van hun service. Maar het
principe blijft hetzelfde. Wanneer een bedrijf een goede service levert, kan daarover worden
getwitterd door individuele twitteraars. De immateriële arbeid die zij verrichten levert een buzz en
positieve naamsbekendheid op, en zo heeft dat weer toegevoegde waarde voor het bedrijf.
39 Blom, Erwin.‘Webcare werkt!’. 22-1-2010. Powerpointpresentatie, slide 3. 19-4-2010 <http://www.slideshare.net/erwblo/webcare-werkt>
23
3.6 Overige vormen van Twittergebruik
Los van de vijf manieren van Twittergebruik die ik hierboven heb behandeld, kan Twitter op vele
andere manieren worden gebruikt. De reden waarom ik juist deze vijf manieren heb uitgekozen en
uitgelicht heb, is dat er hierbij veel gebruik gemaakt wordt van de immateriële arbeid van individuele
twitteraars. Doordat mensen een bericht lezen, er aandacht aan besteden en het doorsturen naar
elkaar. Doordat mensen fungeren als leverancier van berichten met nieuwswaarde en/of de vox
populi, de stem van het volk. Doordat mensen een buzz veroorzaken door bepaalde berichten naar
elkaar door te sturen, onafhankelijk of daar al dan niet om is gevraagd door de originele verzender
van het bericht. En ten slotte door elkaar vragen te stellen, antwoorden te geven en een goede
service te belonen met het creëren van een nieuwe buzz.
Maar Twitter wordt ook op andere manieren ingezet. ‘Verkoop is voor veel bedrijven geen
eerste vereiste. Iets meer dan de helft van de Europese ondernemingen houdt namelijk in de gaten
wat klanten over hen zeggen in blogs, op Twitter en andere sociale netwerksites. En zo'n 45 procent
probeert via sociale media het contact met de klant te verbeteren’.40 En ook bij talkshows als De
Wereld Draait Door komt Twitter vaak aan bod. Bijvoorbeeld wat politici twitteren, wat bekende
Nederlanders hebben getwitterd, of wat een Trending Topic is op Twitter – een populair onderwerp.
Voor de volledigheid van mijn analyse zal ik hier een aantal andere manieren van twittergebruik kort
uiteenzetten.
BN-ers
Bekende Nederlanders waren voor een groot deel de aanleiding van de populariteit van Twitter in
Nederland. Twitteraars met een grote groep volgers zijn onder anderen televisiepresentator Paul de
Leeuw, cabaretier Jochem Meijer en journalist Frits Wester. Wanneer een BN-er iets opvallends zegt
op Twitter, staat dat binnen korte tijd op allerlei showbusinesswebsites.
Politici
Er zijn politici die twitteren, sommigen zelfs erg fanatiek. De lijsttrekker van GroenLinks, Femke
Halsema , staat er zelfs om bekend. Zij heeft ongeveer 50.000 volgers, die ze op de hoogte houdt van
politieke kwesties, maar ook van haar privéleven. Het is sowieso een trend op Twitter dat veel politici
en andere publieke figuren meer dan ooit vertellen over dingen die ze in hun privéleven meemaken.
Twitteracties
Bedrijven als Dell en United Airlines hebben inmiddels een dermate groot aantal volgers dat ze
40 Libbenga, Jan. ‘Twitter zorgt voor cash’. 18-11-2009. Sprout. 18-5-2010 <http://www.sprout.nl/69/7430/ict/twitter-zorgt-voor-cash.html>
24
speciale acties en voordeeltjes aanbieden op hun twitteraccount. United Airlines doet bijvoorbeeld
eens in de zoveel tijd een aantal vliegtickets in de aanbieding speciaal voor hun volgers.
Waarschijnlijk doen ze dit om meer volgers te krijgen, en zo meer mensen zich betrokken te laten
voelen bij de vliegmaatschappij. In een Tweet schrijft het bedrijf:
‘Canada Tware! Floridians… looking to get out of the sun? Head up north with our Canada Tware! See
details @ http://tinyurl.com/yexolla’41
Het woord Tware is een samenvoeging van de termen Twitter en Fare. Inmiddels is het een bekende
term geworden op Twitter. Computerfabrikant Dell heeft naar eigen zeggen al meer dan 6.5 miljoen
dollar verdiend met zulke twares.42
RSS
Sommige bedrijven gebruiken Twitter enkel om updates van hun websites op door te geven. Zij
gebruiken een geautomatiseerd proces waarbij er een Tweet wordt verzonden wanneer er een
nieuw bericht op hun site staat. RSS staat voor Really Simple Syndication, een simpele manier van
nieuws verspreiden op veel plekken tegelijk. Voorbeelden van Twitteraccounts die op deze manier
worden gebruikt zijn die van NOS Teletekst en ochtendkrant NRC Next. Tweets van hen zien er
bijvoorbeeld zo uit:
´Doden bij aanslag op NAVO in Kabul http://nos.nl/l/158161/t´43
De link aan het eind van deze Tweet verwijst naar de site waar het bericht op is gepost, in dit geval
de site van de NOS.
Vara Gids
De manier waarop de VARA Gids twittert is naar mijn weten uniek. Via hun account stuurt elke
avond een andere redacteur tweets naar de followers. Deze gaan over wat op dat moment op
TV te zien is. Hiermee kunnen de followers worden geattendeerd als er een film begint, als er
iets interessants gebeurt in De Wereld Draait Door, of als er bijvoorbeeld wordt gescoord in een
voetbalwedstrijd. In zekere zin is dit een vorm van immateriële arbeid, en als je de scheiding van
Lazzarato aanhoudt, valt het binnen de informationele kant. Dat wat tot voor kort in de vrije tijd
gebeurde - praten over televisieprogramma's - is nu een vorm van productie geworden. Daarnaast
41 Bron: http://twitter.com/UnitedAirlines/status/11104848684
42 MacMillian, Gordon. ‘Dell sales via Twitter leap more than 100% to $6.5m’. 8-12-2009. BrandRepublic. 18-5-2010 <http://www.brandrepublic.com/News/972507/Dell-sales-via-Twitter-leap-100-65m>
43 Bron: http://twitter.com/teletekst/status/1421637310525
valt het binnen het idee dat consumptie leidt tot productie; de redacteur achter het twitteraccount
consumeert Tv-programma’s, en produceert een twitter-bericht. De reden dat ik dit account niet heb
opgenomen in mijn casestudies, is dat de VARA Gids geen gebruik maakt van de immateriële arbeid
van zijn volgers, en dat het een uniek geval is, het heeft niet te maken met een algemene trend.
26
4 Van Free Labor naar Voluntary Immaterial Labor
Er is veel geschreven over het exploiteren van arbeid door (media)bedrijven in de hedendaagse
digitale economie. In het artikel ‘Loser Generated Content: From Participation to Exploitation’ geeft
Petersen een lijst met voorbeelden van sociale media die op verschillende manieren geld verdienen
aan de immateriële arbeid van hun gebruikers.44 Ook schrijvers als Terranova en Scholz benadrukken
dat alles wat er aan arbeid wordt verricht op Social Media sites wordt geëxploiteerd door grote
bedrijven. Terranova doet dat met haar notie van Free Labor en Scholtz stelt dat:
[...] forty percent of all web traffic is concentrated on ten websites [...] Most of these sites
owe their popularity to the wealth of content generated by the visiting net publics that spend
significant amounts of time on these very, very few sites thus creating wealth for a handful of
corporate owners.45
Dit vind ik een erg pessimistische manier van economisch denken die teveel is gericht op de
commerciële activiteiten van de bedrijven die geld verdienen aan immateriële arbeid op het web.
Het mag dan wel zo zijn dat er geld verdiend wordt aan die arbeid van individuen, maar de
benadering van theoretici die hierboven zijn beschreven geven een te eenzijdig beeld. Een
marxistische analyse van Free Labor op internet zoals Schultz die geeft, impliceert dat er een
achterliggend plan achter Twitter zit om bedrijven veel geld te laten verdienen. Ook Petersen zegt
dat impliciet als hij het heeft over de opkomst van Web 2.0: ‘In its early commercial stage, the
Internet proved bad at selling commodities but really good at creating hype and economic bubbles.
Something else was needed though, and subtler forms of creating surplus evolved in Web 2.0’.46 In
het geval van Twitter lijkt het me niet aannemelijk dat er sprake is van een dergelijk ‘vooropgezet
plan’, aangezien individuen Twitter eerder gebruikten dan bedrijven. Pas sinds kort hebben bedrijven
de kracht ontdekt van Twitter, en pas sinds kort gebruiken ze het voor hun marketing.
Petersen concludeert zijn artikel met de opmerking dat er moet worden gezocht naar een
nieuwe theorie van arbeid. Een theorie die aan de ene kant exploitatie en het idee van free labor
44 Petersen, 2010.
45 Scholtz, Trebor. ‘What the MySpace generation should know about working for free’. 3-4-2007. Collectivate.net. 25-4-2010 <http://www.collectivate.net/journalisms/2007/4/3/what-the-myspace-generation-should-know-about-working-for-free.html>
46 Petersen, 2010.27
omvat, maar die aan de andere kant ook rekening houdt met het plezier dat mensen kunnen beleven
aan het meewerken op bepaalde sites. Ik ben het hier mee eens; beide factoren zijn belangrijk in
onderzoek naar de hedendaagse sociale media. Echter, wanneer men kwalitatief onderzoek wil doen
naar twittergebruik en twittergebruikers, dan is het mijns inziens efficiënter om de exploitatiekant er
niet bij te betrekken. Ik denk dat de nadruk in de analyses van Schultz, Petersen en Terranova teveel
wordt gelegd op de kapitalistische systemen achter collaboratieve initiatieven op internet. Als men
wil onderzoeken wat de beweegredenen zijn van mensen die actief zijn op Twitter, is het relevanter
om te praten over een vorm van arbeid die niets met geld verdienen te maken heeft. Het is in zo’n
analyse namelijk niet relevant wie er geld verdient aan de arbeid die mensen verrichten op de site,
dat is eerder een gevolg dan een oorzaak. De meeste mensen twitteren niet omdat ze zelf geld willen
verdienen, sterker nog: Twitter staat voor individuen helemaal los van het kapitalistische systeem
van winst maken en geld verdienen. In Empire zeggen Hardt en Negri dat ‘[h]et coöperatieve aspect
van immateriële arbeid […] niet van buitenaf [wordt] opgelegd of georganiseerd, zoals dit bij eerdere
vormen van arbeid het geval was. […] Dit feit plaatst kanttekeningen bij de oude notie volgens welke
arbeidskracht als “variabel kapitaal” wordt beschouwd, dat wil zeggen, als een kracht die uitsluitend
geactiveerd en coherent gemaakt wordt door kapitaal’.47 Hiermee geven ze aan dat het initiatief om
bijvoorbeeld te twitteren uit mensen zelf komt. Het heeft niet te maken met de vraag of bedrijven
mensen overhalen om arbeid te verrichten om hen rijker te maken.
Mensen twitteren bijvoorbeeld omdat ze het leuk of handig vinden om in contact met elkaar
te staan. Ik zou dan ook willen voorstellen om de term Free Labor te vergeten. Een betekenis van het
woord Free is gratis, en dit impliceert een economische verhouding tussen de arbeider en ‘het grote
kapitaal’. Als je Free Labor verricht, dan werk je gratis voor bedrijven die er geld aan verdienen.
Omdat ik wel mee wil gaan in de theorie van Lazzarato’s immaterial labour, en ik wel in zie dat
twitteren wel een vorm van immateriële arbeid is, is mijn voorstel om voortaan over twitteren te
praten met de term voluntary immaterial labor. Twitteren is voor individuen totaal vrijwillig; het
heeft vanuit het oogpunt van de individuele twitteraar niets te maken met economische
verhoudingen. Voluntary immaterial labor is te zien als een vorm van immateriële arbeid waarbij er
geen noodzaak is om na te denken over welke personen en bedrijven ergens geld aan verdienen. Het
is immateriële arbeid die mensen verrichten voor zichzelf, omdat ze het leuk vinden, als tijdverdrijf of
omdat het handig is voor hun sociale leven.
Volgens Wilson en Musick wordt werk dat vrijwillig wordt gedaan – vrijwilligerswerk –
gekenmerkt door drie dingen. Allereerst is het een productieve daad; er wordt iets geproduceerd. Dit
47 Hardt, Michael, Antonio Negri. Empire. Vert. Joke Traats. Amsterdam: Van Gennep, 2000: p. 29628
kan een fysiek product zijn, maar ook bijvoorbeeld kennis of zorg. Hiervoor is menselijk kapitaal
nodig: kennis, vaardigheden en ervaring. Ten tweede is vrijwilligerswerk altijd in een bepaalde mate
iets collectiefs. Er wordt met meerdere mensen naar een doel gestreefd. Hierbij is het sociaal kapitaal
van de vrijwillige immateriële arbeiders van belang. Ten slotte is vrijwilligerswerk vaak werk waarbij
mensen zich van hun ethische kant willen laten zien. Ze willen iets goeds doen, en dat ook laten
merken aan andere mensen.48 Cultureel kapitaal heeft hier mee te maken. Deze term komt van
Bourdieu. Hij geeft ermee aan dat elke consumptieve daad gepaard gaat met het tonen van je smaak.
Bij alles wat je consumeert geef je aan wat jouw voorkeuren zijn en binnen welke klasse je wil
passen. Dit geldt ook wanneer je vrije tijd consumeert. Op de manier hoe je invulling geeft aan je
vrije tijd, geef je eigenlijk aan wat voor persoon je bent.49 Wuthnow geeft aan dat op het moment dat
iemand iets vrijwillig doet, diegene ook meteen zijn identiteit uitdraagt als ‘iemand die iets vrijwillig
doet’. Hiermee laat de vrijwilliger zien een sympathiek persoon te zijn.50 Iets vrijwillig doen kan op
deze manier bijdragen aan iemands status en prestige.
Op die manier kan Bourdieus concept van cultureel kapitaal behulpzaam zijn bij het zoeken
naar de reden waarom mensen twitteren. Dit doen mensen niet uit domme naïviteit, onwetend dat
ze worden geëxploiteerd door bedrijven, maar met behulp van Bourdieus term is te beargumenteren
dat mensen twitteren om hun identiteit uit te dragen. Dat ze willen laten zien dat ze goed bij de tijd
zijn bijvoorbeeld, of dat ze geëngageerd zijn.
In analyses zoals deze is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de kant van de
bedrijven en het feit dat content op internet wordt geëxploiteerd enerzijds en de redenen dat
mensen twitteren anderzijds. Dit zijn namelijk twee totaal andere kanten van Twitter, en kan niet
worden nagedacht over de motieven van iemand om te twitteren als er constant in het achterhoofd
een marxistische stem zit die roept over ‘shameless exploitation’.
48 Wilson, John en Marc Musick. ‘Who cares? Toward an integrated theory of volunteer work’. American Sociological Review. Vol.62, No. 5 (oktober) 1997: pp. 694-713. 26-5-2010 <http://www.jstor.org/stable/pdfplus/2657355.pdf>
49 Wilson en Musick 1997: p. 696.
50 Wuthnow, Robert. Acts of compassion. Caring for others and helping ourselves. Princeton: Princeton University Press, 1991: p. 89.
29
Ik denk overigens dat er niet alleen op Twitter gesproken kan worden over voluntary
immaterial labor. Ook andere Social Media sites, zoals Facebook.com en Hyves.nl kunnen hiermee
worden geassocieerd. Als een Hyves-gebruiker een krabbel plaatst op het profiel van een bevriende
Hyves-gebruiker, dan heeft dit niets te maken met economische relaties, niet tussen de twee
gebruikers en ook niet tussen de gebruiker en een bedrijf. Het is voluntary immaterial labor.
Dit voorstel is geen gevolg van een naïeve kijk op de commerciële wereld. Ook ik snap dat
bedrijven geld verdienen aan de arbeid die individuen verrichten op sociale netwerken. Ik denk
alleen dat het vasthouden aan de marxistische notie van Free Labor wetenschappers belemmert in
hun onderzoek en analyse naar beweegredenen van mensen die immateriële arbeid leveren.
30
Conclusie
Twitter wordt door verschillende bedrijven op verschillende manieren ingezet in
marketingcampagnes. Omdat er nog geen algemene manier is bedacht hoe Twitter kan worden
gebruikt, lijkt het erop dat elk bedrijf zelf moet uitvinden welke manier het best werkt. Wat veel
bedrijven gemeen hebben is dat ze voor een deel afhankelijk zijn van de bereidheid van hun volgers
om immateriële arbeid te verrichten. Zo wordt er soms gevraagd om een bericht te retweeten, naar
elkaar door te sturen en soms leveren twitteraars informatie of content aan voor mediabedrijven.
Er is door Italiaanse autonomisten veel geschreven over de notie van immateriële arbeid.
Hieronder valt arbeid die zich laat kenmerken door het idee voor de arbeider dat er niet echt arbeid
wordt verricht, het voelt niet als werk. Dit komt doordat er niets fysieks wordt geproduceerd, het
gaat om de productie van informatie en bijvoorbeeld culturele standaarden. Kenmerkend aan de
opkomst van immateriële arbeid is dat het steeds lastiger wordt om onderscheid te maken tussen
werktijd en vrije tijd. Wanneer men niet betaald wordt voor de geleverde arbeid spreekt Terranova
over Free Labor. Inherent aan Free Labor is de veronderstelling dat er door bedrijven geld wordt
verdiend aan het werk wat er wordt verricht.
Naar mijn idee is het niet altijd noodzakelijk om arbeid op deze manier te benaderen. Sterker
nog, wanneer je je continu bewust bent van het feit dat anderen geld verdienen aan jouw arbeid,
belemmert dat mogelijk zelfs het plezier wat mensen kunnen hebben aan de vrijwillige arbeid die ze
verrichten op internet. Ik pleit er daarom voor om te praten over voluntary labor, vrijwillige arbeid,
wanneer er onderzoek wordt gedaan naar de user-kant van Twitter. Deze term gaat niet over
kapitalistische relaties tussen arbeiders en bedrijven en het geeft direct de reden aan waarom
mensen mee doen op Sociale Media-platforms: omdat ze dat zelf graag willen. Los daarvan denk ik
wel dat de notie van free labor kan worden blijven behouden. In andere gevallen is het namelijk wel
nog steeds relevant dat het arbeid wordt geëxploiteerd.
Voor een volgend onderzoek kan het interessant zijn om te onderzoeken om welke reden
mensen twitteren. Om dit te onderzoeken kan mijn idee van voluntary immaterial labor nuttig zijn.
Met een onderzoek in die richting kan tevens meer inhoud worden gegeven aan die term, door
verschillende vormen van voluntary immaterial labor te classificeren. Daarnaast is het interessant om
als vervolgonderzoek te bekijken welk nut twitteren concreet heeft voor bedrijven. Levert het geld
op, zoals computerfabrikant Dell beweert? En welke manier zoals ik die hierboven heb beschreven is
het meest succesvol voor bedrijven? Voor mediastudies is dit geen relevante vraag, maar in de
bedrijfseconomie kan het een interessant vraagstuk zijn.31
Bibliografie
Barker, Tim. ‘Social Media Strategies - Tapping into the Social Web’. Cloudforce 2. Evoluon, Eindhoven. 10-3-2010. Lezing.
Blom, Erwin.‘Met 1 Tweet naar 100.000 mensen naar 10.000 downloads’. Handboek Communities. 24-11-2009. Blogpost. 19-4-2010 <http://www.handboekcommunities.nl>.
Blom, Erwin.‘Webcare werkt!’. 22-1-2010. Powerpointpresentatie, slide 3. 19-4-2010 <http://www.slideshare.net/erwblo/webcare-werkt>.
Bourdieu, Pierre. Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip. Vert. Rokus Hofstede et al. Amsterdam: van Gennep, 1989.
Coté, M. 'The Italian Foucault: Subjectivity, Valorization, and Communication'. Politics and Culture, 2003,issue 3. 13-4-2010 <http://www.politicsandculture.org/2003/07/08/mark-cote-the-italian-foucault-subjectivity-val>.
Davenport, T.H., J.C. Beck. The attention economy: Understanding the new currency of business. Cambridge, MA: Harvard Business Press, 2002.
Earle, Paul. ‘Earthquake Twitter’. Nature Geoscience. Vol 3, april 2010: p. 221-222. 23-5-2010<http://www.nature.com/ngeo/journal/v3/n4/full/ngeo832.html>.
Flew, Terry. New Media, an introduction. 3e druk. Melbourne: Oxford University Press, 2008.
Graham, Paula. ‘Web 2.0 and why?’. Fossbox. Slide 5. 18-5-2010 <http://fossbox.org.uk/blog/wp-content/uploads/2010/03/1-what-why-how.pdf>.
Grewal, Rajdeep, Thomas W. Cline en Anthony Davies. ‘Early-Entrant Advantage, Word-of-Mouth Communication, Brand Similarity, and the Consumer Decision-Making Process’. Mei 2001. 17-5-2010 <http://www.antolin-davies.com/antony/research/jcp.pdf>.
‘Haiti Earthquake. What we’re hearing’. 13-1-2010. CNN. 16-3-2010 <http://www.cnn.com/2010/TECH/01/12/haiti.social.media/index.html>.
Hardt, Michael, Antonio Negri. Empire. Vert. Joke Traats. Amsterdam: Van Gennep, 2000.
'Hyves en Twitter: negatieve reacties op winst PVV'. Nederland Kiest, 3-3-2010. 16-3-2010 <http://gr2010.nlkiest.nl/2010/03/03/verkiezingen-twitter.html>.
Iskold, Alex. ‘The Attention Economy: An Overview’. 1-3-2007. ReadWriteWeb.com. 17-2-2010 <http://www.readwriteweb.com/archives/attention_economy_overview.php>.
Keen, Andrew. The cult of the amateur: how today’s internet is killing our culture. New York: Doubleday, 2007.
Keen, Andrew. ‘Twitter as Flashpoint for the Attention Economy’. 19-3-2009. Internet Evolution. 10-5-2010 <http://www.internetevolution.com/author.asp?section_id=556&doc_id=173831>.
Lanier, Jaron. ‘Digital Maoism. The hazards of the new online collectivism’. Edge.org. 30-5-2006. 17-5-2010 <http://www.edge.org/3rd_culture/lanier06/lanier06_index. html>.
Lazzarato, Maurizio. ‘Immaterial labour.’ In Marxism beyond Marxism. Saree Makdisi, Cesare Casarino, Rebecca E. Karl, red. Londen: Routledge, 1996.
32
Libbenga, Jan. ‘Twitter zorgt voor cash’. 18-11-2009. Sprout. 18-5-2010 <http://www.sprout.nl/69/7430/ict/twitter-zorgt-voor-cash.html>.
MacMillian, Gordon. ‘Dell sales via Twitter leap more than 100% to $6.5m’. 8-12-2009. BrandRepublic. 18-5-2010 <http://www.brandrepublic.com/News/972507/Dell-sales-via-Twitter-leap-100-65m>.
Marx, Karl en Frederick Engels, Collected Works: Volume 29, New York: International Publishers, 1987.
Negri, A. The Politics of Subversion : A Manifesto for the Twenty First Century. Cambridge: Polity, 1989.
Petersen, Søren Mørk. ‘Loser Generated Content: From Participation to Exploitation’. First Monday, Vol. 13, Nr. 3 (3-3-2008). 21-4-2010 <http://firstmonday.org/ htbin/cgiwrap/bin/ojs/index.php/fm/article/viewArticle/2141/1948>.
‘Ruim 105 miljoen twitterende mensen’. NOS. 15-4-2010 <http://nos.nl/artikel/150759-ruim-105-miljoen-twitterende-mensen.html>.
Scholtz, Trebor. ‘What the MySpace generation should know about working for free’. 3-4-2007. Collectivate.net. 25-4-2010 <http://www.collectivate.net/journalisms/2007/4/3/what-the-myspace-generation-should-know-about-working-for-free.html>.
Smythe, Dallas W. ‘On the Audience Commodity and its Work’, in M.G. Durham and D.M. Kellner (red.) Media and Cultural Studies. Key Works. Malden, MA: Blackwell, 2001.
Stil, Herman. ‘Bedrijven die niet twitteren, zijn verloren’. Het Parool. 4-3-2010: PS8. Kolom 1-7.
Surowiecki, James. The Wisdom of Crowds. New York: Doubleday, 2004.
Terranova, Tiziana. ‘Free Labor: producing culture for the digital economy’. Social Text 63, Vol. 18, No. 2. 2000.
Thomas Jr., Greg. 'Building the buzz in the hive mind'. Journal of Consumer Behaviour. 2004, Vol. 4 Issue 1, p 64. 17-5-2010 <http://www3.interscience.wiley.com/cgi-bin/fulltext/112587927/PDFSTART>.
Thomases, Hollis. Twitter Marketing: an hour a day. Indianapolis: Wiley Publishing, 2010.
Twitter. BizStone. Dagelijkse update. 31-3-2010 <http://www.twitter.com>.
Virno, Paolo. ‘General Intellect’. Vert. Arianna Bove. Generation Online, 2001. 22-4-2010 <http://www.generation-online.org/p/fpvirno10.htm>.
Weele, Jim van der. ‘Re: Donald Duck op Twitter’. E-mail aan de auteur, 16-3-2010.
Wilson, John en Marc Musick. ‘Who cares? Toward an integrated theory of volunteer work’. American Sociological Review. Vol.62, No. 5 (oktober) 1997: pp. 694-713. 26-5-2010 <http://www.jstor.org/stable/pdfplus/2657355.pdf>.
Wuthnow, Robert. Acts of compassion. Caring for others and helping ourselves. Princeton: Princeton University Press, 1991.
Zimmerman, Jan. Internetmarketing voor Dummies. Vert. Rogier Mostert. Amsterdam: Pearson Education, 2010.
33