Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat...

116
1 Armoede (op den) buiten Dossier Campagne Welzijnszorg 2013

Transcript of Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat...

Page 1: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1PB

Armoede (op den)

buiten

DossierCampagne Welzijnszorg 2013

Page 2: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 3: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 4: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

RedactieBert D’hondt

EindredactieMarie Wattiez

TaalcorrectieMachteld Uyttersprot

Foto’sLayla Aerts

OntwerpGevaert Graphics

CitatenWelzijnsschakels

DrukGevaert Printing

D/2013/9620/2

V.U.Welzijnszorg vzwDaniëlle ColsoulHuidevetterstraat 1651000 Brussel

Met dank aanWelzijnsschakels, Landelijke Gilden, Mobiel 21 vzw, KVLV, Steunpunt Armoedebestrijding, Prof. Dr. Sien Winters, Boerenbond, Samenlevingsopbouw Vlaanderen, Cera, VVSG, de Welzijnszorgprojecten en de collega’s bij Welzijnszorg

Prijs: € 10Artikelcode: WZZ-2013-2001

[email protected]: Welzijnszorg, Samen tegen armoedeTwitter: @welzijnszorg

4

PARTNERS 6VOORWOORD 10INLEIDING 13Armoede (op den) buiten: waarover gaat het?

DEEL 1 TERUGTREDENDE DIENSTEN EN VOORZIENINGEN

(Overheids)diensten 22OCMW 22CAW 22Bibliotheek 23Werkwinkel 24Kinderopvang 24Onderwijs 26Gezondheidszorg 26

Middenstand en bedrijfsleven 28De lokale middenstand 28Financiële en andere diensten 29Bedrijfsleven en arbeidsplaatsen 29Landbouw 30

Vrije tijd 33Verenigingsleven 35Ontmoetingsplaatsen 38Sleutels voor het beleid 41

DEEL 2 MOBILITEIT

Vervoersarmoede en zijn gevolgen 46Belang van mobiliteit 48

Werk 48Gezondheid 48Diensten en voorzieningen 49Kinderopvang en onderwijs 50Vrije tijd 50

Inhoudstafel

Page 5: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

5

Duurzame mobiliteit 52Stappen 54Trappen 54Openbaar vervoer 56De auto (individueel personenvervoer) 57

Hoe vervoersarmoede aanpakken? 58Naar een flexibele belbus 58Minder Mobielen Centrales 59Samen op de fiets 60De wagen, ook voor mensen in armoede? 60

Sleutels voor het beleid 61

DEEL 3 LOKAAL ARMOEDEBELEID

Armoedebestrijding op lokaal niveau 66Lokaal Sociaal Beleid 67Energiearmoede 68Schuldhulpverlening 68

Beperkte draagkracht van landelijke gemeenten 69

Vlaamse Plattelandsfonds 71

Bestuur dicht bij de mensen 72Armoedetoets 72

De kracht van samenwerking 76Sleutels voor het beleid 77

DEEL 4 HUISVESTING

Betaalbaarheid versus kwaliteit 82De woonmarkt in Vlaanderen en op het Vlaamse platteland 86

Eigenaarschap 86Private huurmarkt 89Sociale huurmarkt 89Sociale verhuurkantoren 91Energiearmoede 94

Een echt recht op wonen verzekeren 96Sleutels voor het beleid 100

DEEL 5 DE POLITIEKE EISEN

Page 6: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

6

KVLV, Vrouwen met vaart

Met 100.000 vrouwen in 950 plaatselijke groepen is KVLV de grootste vrou-wenvereniging van Vlaanderen. KVLV? Dat zijn vrouwen met vaart die allerlei activiteiten organiseren: kookworkshops, sport en beweging, creatieve ateliers, gespreksavonden rond gezondheids- of opvoedingsthema’s, samen het platte-land beleven, maatschappelijke acties … De activiteiten zijn laagdrempelig, be-taalbaar, kwaliteitsvol en richten zich naar alle vrouwen.

KVLV profileert zich nadrukkelijk op een aantal inhoudelijke domeinen: zorg-zaam samenleven, platteland, lekkere en gezonde voeding, gezondheid en con-ditie, creativiteit. De kleine 10% boerinnen en tuiniersters onder de aangesloten leden krijgen ondersteuning via de werking KVLV-Agra. KVLV engageert zich maatschappelijk in samenwerkingsverbanden en werkt eigen actiemodellen en projecten uit.

KVLV heeft aandacht voor duurzaamheid en welzijn, werkt aan het sterker ma-ken van vrouwen door hen op hun talenten aan te spreken en roept op tot solida-riteit met kwetsbare groepen zowel in het Noorden als het Zuiden.

Armoede in Vlaamse dorpen is nog te vaak onzichtbaar en dus te weinig onder-werp van maatschappelijk debat. Vrouwen, vooral alleenstaande vrouwen met een klein pensioen of alleenstaande mama’s, vormen een bijzonder kwetsbare groep op het platteland. Ook crisissituaties in de agrarische sector verhogen de kwetsbaarheid van land- en tuinbouwonderneemsters.

KVLV roept mee op voor meer aandacht van de samenleving en van de overheid voor de armoedeproblematiek op het platteland, in het bijzonder voor deze zeer kwetsbare groepen.

KVLV, Landelijke Gilden, Mobiel21 en Welzijnsschakels voeren samen met Welzijnszorg campagne

KVLVRemylaan 4b

3018 Wijgmaal (Leuven)T 016 24 39 99

www.kvlv.be

Page 7: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

7

Landelijke Gilden

Landelijke Gilden is een vereniging van mensen die houden van het platteland. We tellen meer dan 69.000 leden, verspreid over 901 lokale afdelingen in Vlaan-deren en Oost-België. Vrijwilligers organiseren elk jaar heel wat activiteiten voor de leden, hun gezin en andere dorpsbewoners. Het aanbod is zeer divers: fiets- en wandeltochten, zoektochten, dorps- en hoevefeesten, reizen, tuinactivitei-ten, kookactiviteiten … Telkens staat de beleving van het platteland centraal.

Daarnaast doet Landelijke Gilden wat voor de leefbaarheid van het dorp en het omliggende landelijk gebied. De dorpsschool, veilig fiets- en wandelverkeer, de sociale samenhang in het dorp, de nabijheid van voldoende (zorg)diensten, de kwaliteit van bestuur … het zijn thema’s die onze aandacht krijgen. Met con-crete acties en projecten maken we er samen met de lokale besturen en leden werk van.

Landelijke Gilden steunt Welzijnszorg bij haar inspanningen om de stille ar-moede op het platteland onder de aandacht te brengen van dorpsbewoners en beleidsverantwoordelijken. Het platteland moet voor al haar bewoners leef-baar zijn! Het kennen van de grote en kleine problemen van mensen die op het platteland in armoede leven, is een voorwaarde voor oplossingsgerichte actie. Landelijke Gilden wil hier werk van maken, samen met personen in armoede en organisaties waar armen het woord nemen.

Landelijke GildenDiestevest 403000 LeuvenT 016 28 60 23www.landelijkegilden.be

Page 8: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

8

Mobiel 21 vzw

Mobiel 21 is een beweging voor duurzame mobiliteit. Ze kiest ervoor de leefom-geving op een meer milieuvriendelijke en veiligere manier bereikbaar en leefbaar te maken. Mobiel 21 engageert zich zo voor een duurzame mobiliteitscultuur in Vlaanderen, België en Europa, waarbij de sociale, ecologische (met inbegrip van gezondheid) en economische aspecten in evenwicht zijn.

Mobiel 21 beweegt enerzijds mensen en groepen om zich duurzaam te verplaat-sen en zet anderzijds het beleid op diverse niveaus aan, van lokaal tot globaal, om stappen te ondernemen die de noodzakelijke balans waarmaken. Mobiel 21 zoekt graag samenwerking en synergie om deze duurzame mobiliteitscultuur te realiseren.

Vervoersarmoede ligt Mobiel 21 nauw aan het hart. Mobiliteit is een basisrecht en pas echt duurzaam als het verplaatsingssysteem werkt en betaalbaar is, ecolo-gisch verantwoord, veilig en rechtvaardig. Onderzoek maakt echter duidelijk dat een beperkte mobiliteit voor vele mensen in armoede als een rode draad door hun leven loopt. Zeker op het platteland is de bereikbaarheid en vervoersafhanke-lijkheid een extra knelpunt dat leidt tot uitsluiting en sociaal isolement.

Met het actieprogramma Mobikansen wil Mobiel 21 mensen in armoede daarom letterlijk en figuurlijk op weg zetten naar een betere deelname aan de maatschap-pij aan de hand van een toegankelijke, veilige, en duurzame mobiliteit. Samen met het Netwerk tegen armoede brengt Mobiel 21 het probleem en mogelijke oplossingen in al zijn facetten in kaart. Met vijf demoprojecten wordt gezocht naar lokale mobiliteitsoplossingen die ook elders kunnen inspireren. Drie ervan situeren zich in landelijke context: in Zarren, Erpe-Mere en Houthalen-Helchteren.

Dat Mobiel 21 graag haar schouders onder de campagne van Welzijnszorg 2013 zet, spreekt daarom vanzelf.

Mobiel21Vital Decosterstraat 67a/0101

3000 LeuvenT 016 23 94 65

www.mobiel21.be

Page 9: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

9

Welzijnsschakels

In 136 Welzijnsschakels in Vlaanderen gaan vrijwilligers de strijd aan tegen ar-moede, ook op het platteland. Ze zetten zich in, samen met mensen die uitslui-ting ervaren door armoede of afkomst, om armoede in hun omgeving bespreek-baar te maken. Vrijwilligers maken ontmoeting mogelijk, individueel en in groep, en creëren kansen: samen met mensen met armoede-ervaring organiseren ze groepsacti-viteiten, bieden ze praktische steun of vorming aan.

Ook op het platteland bieden vrijwilligers een luisterend oor en vangen ze sig-nalen op over mobiliteit, huisvesting, diensten en organisaties. Welzijnsscha-kels brengen deze bekommernissen graag in dialoog met OCMW’s, gemeenten, scholen, organisaties … en voeren actie voor een goede toegang tot vervoer en kwaliteitsvolle dienstverlening, huisvesting, gezondheidszorg, kinderopvang, arbeid … Want elke mens verdient respect en een waardige plaats in de samen-leving.

WelzijnsschakelsHuidevettersstraat 1651000 BrusselT 02 502 55 75www.welzijnsschakels.be

“Ik vond de drie bijeenkomsten waarin we luisterden naar mensen in armoede stuk voor stuk ongelofelijk de moeite waard! Voor mij was dit Welzijnsschakels op zijn best. Vooral ook omdat ik gemerkt heb hoe belangrijk het voor de deelnemers was om beluisterd te worden.”(MARK, WZS RIjKEVORSEL)

Welzijnsschakels vzw ondersteunt deze groepen. Samen bundelen we de signalen en krijgen we de kans om zo mee de campagne van Welzijnszorg te voeden. Omdat de bekommernissen van lokale groe-pen, vrijwilligers en mensen in armoede om oplos-singen vragen.

Page 10: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

10

Beste lezer,

“Armoede (op den) buiten” is de nieuwe campagne van Welzijnszorg. De slagzin spreekt voor zich. Dit jaar leggen we de focus op ‘den bui-ten’, het platteland.

Armoede vind je overal. Niet enkel in de steden. In elke gemeente, elk dorp zijn er mensen die uit de boot vallen. Ze vallen buiten de samen-leving, ook op ‘den buiten’.

Armoede is een veelkoppig monster. Dat klopt, armoede heeft veel fa-cetten en de koppen van dat monster hebben veel gezichten. Een laag inkomen, geen werk, slechte gezondheid … Op het platteland heeft armoede een eigen gezicht. Bepaalde knelpunten wegen extra zwaar door als je in een landelijke omgeving woont. Op die kenmerken willen we de aandacht vestigen met deze campagne.

Op het platteland ligt het niet voor de hand om allerlei diensten en voorzieningen dicht bij huis te hebben. Mensen in armoede ondervin-den hier de meeste hinder van. Een winkel, de bank, de post … in vele dorpen zijn deze verdwenen. Gemeentelijke diensten en het OCMW kunnen soms enkele kilometers verderop liggen. Verplicht worden tot steeds langere verplaatsingen voor eenvoudige dagdagelijkse dingen is niet evident, zeker niet als je ook mobiliteitsproblemen hebt.

Vervoersarmoede heet dat. Veel mensen in armoede beschikken niet over een eigen wagen. Fietsen of wandelen lukt niet altijd omwille van fysieke beperkingen maar evenzeer door gebrekkige infrastructuur of te grote afstanden.Het openbaar vervoer biedt soms een goede oplossing, maar vertoont nog veel gebreken. Beperkte dienstverlening, zeker ’s avonds en in het weekend, beknot je mobiliteit. De meer flexibele belbus vergt veel planning en is niet altijd beschikbaar. Bovendien moet je voor een ver-plaatsing regelmatig overstappen, wat de duurtijd erg lang kan doen oplopen.

Lokale besturen hebben een grote verantwoordelijkheid in het sociale- en armoedebestrijdingsbeleid. Een goed werkend OCMW, toegankelijke diensten, aanvullende steun, kinderopvang, onderwijs,

Page 11: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

11

energie, schuldbemiddeling … Om deze verantwoordelijkheden op te nemen moet een lokale overheid bewust kiezen voor een sociaal beleid dat inzet op armoedebestrijding. Dit is niet evident. Armoede is vaak onbekend, zeker in landelijke gemeenten. Maar een goed armoede-bestrijdingsbeleid is niet enkel een bewuste keuze. De middelen en de draagkracht van het lokale bestuur moeten voldoende groot zijn. Ook hier knelt het schoentje. Landelijke gemeenten, met weinig inwoners, een relatief grote oppervlakte en lage inkomsten hebben het moeilijk om deze taken goed te kunnen vervullen. Daarnaast is de kennis over de armoedeproblemen niet altijd aanwezig bij de ambtenaren of beleids-makers. Samenwerking tussen gemeenten, dialoog met armoede-organisaties … bieden kansen om deze moeilijkheden aan te pakken.

Wonen is een knelpunt waar mensen in armoede vaak mee kampen. Ook op het platteland. Mensen in armoede moeten wat betreft wonen vaak moeilijke keuzes maken, waar vaak geen goede keuze is. Eén van die keuzes zorgt er mee voor dat ze naar het platteland verhuizen. Daar is, omwille van het afgelegen karakter, een woning soms net dat beetje goedkoper om te huren of te kopen. Dit gaat echter ten koste van ander comfort.Wie een laag inkomen heeft, rekent op een betaalbare sociale woning. Maar de wachtlijsten zijn lang. Als je op de private markt moet huren is de kostprijs hoog voor mensen in armoede. Bovendien is de kwaliteit, net zoals bij sommige sociale woningen, niet verzekerd. Mensen in ar-moede zijn soms ook eigenaar van een woning. Zeker bij ouderen is dit een grote groep. Hun lage inkomen zorgt ervoor dat het geld en de draagkracht ontbreken om kleine aanpassingen, laat staan een gron-dige renovatie, uit te voeren.

Met dit dossier willen we dieper ingaan op de knelpunten die mensen in armoede op het platteland ondervinden. We willen het middenveld en de beleidsmakers bewustmaken van de problematiek. De armoede-percentages in landelijke gebieden mogen dan enkele procenten lager liggen dan in de grote steden, honderdduizenden mensen lijden elke dag onder de harde realiteit van armoede en uitsluiting op ‘den buiten’.

Welzijnszorg wil armoede buiten, ook op ‘den buiten’.

Bert D’hondt

Page 12: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

12

Page 13: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Inleiding

Armoede (op den) buiten: waarover gaat het?

Welzijnszorg koos voor de campagne van 2013 om het accent te leggen op armoede ‘op den buiten’. Een campagne over armoede op het platteland, armoede in gemeenten, dorpen of gehuchten, armoede achter de gevels van onze lintbebouwing. Wellicht doet dit de wenkbrauwen fronsen. Armoede, dat is toch een stedelijk probleem? Dit klopt niet helemaal. Het klopt dat de armoede in onze steden groot is, groter dan in landelijker gebied. Denk maar aan Brussel waar de armoede 28,3% bedroeg in 2012 1. Ook andere grote steden hebben een armoederisico dat ruim boven het Belgische (15,3%) of Vlaamse (9,8%) cijfer ligt 2. Maar hiermee is niet alles gezegd. Er zijn ook kleinere gemeenten met een relatief hoog armoedecijfer. Bovendien is een leven in armoede altijd een moeilijke opgave, zowel in een grote stad als in een plattelandsgemeente waar het aantal mensen in armoede misschien kleiner is.

Armoede op den buiten is minder zichtbaar of minder gekend. Minder erkend ook? Deze campagne wil hier mee verandering in brengen. De specifieke kenmerken van landelijke gebieden maken dat de oplossingen voor armoedeproblemen ook gedeeltelijk anders zullen zijn of op zijn minst aangepast moeten worden.

Waar is ‘den buiten’?Den buiten, platteland, open ruimte, landelijk, ruraal gebied … Waar is dat dan, waarover gaat het en hebben we überhaupt nog platteland over in Vlaanderen? Eenvoudige vragen maar de antwoorden zijn niet zo eenduidig. Vele begrippen worden door elkaar gebruikt en eenzelfde begrip krijgt een andere invulling afhankelijk van de context. In dit dossier zullen we vanaf nu spreken over ‘platteland’. Dit zorgt voor eenvormigheid en vermijdt dat je als lezer voortdurend andere begrippen leest.De volgende vraag is dan logischerwijs: “Wat verstaan we onder platteland?”. Dit is geen gemakkelijke vraag. In het onderzoek naar de omschrijving van platteland dat de UGent uitvoerde in 2011 luidt de definitie:

“Het platteland zal voor ieder een andere invulling krijgen naargelang het platteland wordt bekeken als een plaats om te wonen, te werken of te ontspannen. Het platteland is meer dan een louter geografische afbakening: het is een geheel van fysische, sociale, economische en culturele functies, die sterk met elkaar verweven zijn. Bovendien kan in een verstedelijkt Vlaanderen het platteland niet los van de stad beschouwd worden; de verwevenheid tussen platteland en stad is zowel geografisch, functioneel als cultureel zeer groot.” 3

13

Page 14: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1514

Internationale definities of normen helpen ons evenmin vooruit. Dan zou de conclusie immers zijn dat er in Vlaanderen zo goed als geen platteland bestaat4.

Zo legt de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) een bevolkingsdichtheidsnorm op waarbij gebieden met minder dan 150 inwoners/km² bestempeld worden als platteland.

Een blik op figuur 1 toont aan dat deze definitie moeilijk toe te passen is in Vlaanderen. België in het algemeen, en Vlaanderen in het bijzonder, zijn ontzettend dicht bevolkte regio’s. Slechts een beperkt aantal gemeenten hebben zo’n lage bevolkingsdichtheid. In totaal gaat dit over 9% van het Vlaamse grondgebied. Echter ook heel wat plaatsen buiten deze gemeenten zouden door de meerderheid van de inwoners omschreven worden als platteland. Dit komt onder meer door de schaal waarop naar de gemeenten gekeken wordt. je zou dit kunnen verfijnen door het kleinst mogelijke gebied te nemen waarover statistische gegevens bestaan. Dan krijg je onmiddellijk een ander beeld (figuur 2) te zien. Maar ook met deze selectie raak je niet verder. Het kleinste beleidsniveau in Vlaanderen is nu eenmaal de gemeente. Bovendien zegt bevolkingsdichtheid ook niet alles. Een groot industrieterrein heeft een lage bevolkingsdichtheid maar kan je bezwaarlijk platteland noemen6.

Kijken we dan naar de definitie die men gebruikt binnen Vlaanderen zelf om het platteland af te bakenen en beleid te voeren. Dit levert verschillende resultaten op. Criteria zijn regelmatig gekozen of ontwikkeld om tegemoet te komen aan het beoogde beleid of de doelstelling van een studie.

Figuur 1: Afbakening platteland volgens de OESO norm 150 inw./km op niveau van de gemeente5.

Figuur 2: Afbakening platteland volgens de OESO norm 150 inw./km op niveau van statistische sectoren7.

landelijk gebied

landelijk gebied

stedelijk gebied

stedelijk gebied

Afbakening plattelandOECD-criterium 150 inwoners/km² - fusiegemeenten

Afbakening plattelandOECD-criterium 150 inwoners/km² - statistische sectoren

Page 15: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1514

De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) selecteerde bijvoorbeeld 87 gemeenten als platteland in functie van het uitwerken van een lokale poot voor het plattelandsbeleid in Vlaanderen. Hiervoor gebruikte men selectiecriteria zoals het inwonersaantal, de bevolkingsdichtheid, de procentuele bebouwde oppervlakte en de fiscale draagkracht van de gemeente8. Deze selectie geeft de mogelijkheid om onderlegd subsidies toe te kennen uit het, door de Vlaamse Regering beloofde, plattelandsfonds. Vandaar dat de VVSG ook specifieke economische criteria mee opneemt. Op basis van deze selectie kan de doelstelling om deze gemeenten meer bestuurskracht te geven, gerealiseerd worden9.

Een gamma aan selectiecriteria vinden we terug in zowat alle andere omschrijvingen van platteland. In de Buurtatlas van Kesteloot en Meys uit 2008 meten de onderzoekers onder meer de plattelandsachterstelling op basis van persoonsgebonden kenmerken zoals het inkomen, beroepscategorie, scholing … maar ook de aanwezige voorzieningen en de bereikbaarheid10.

Figuur 3: Plattelandsachterstelling Vlaanderen11.

1% slechste (280)1-2% slechste (202)2-3% slechste (209)3-5% slechste (418)

5-10% slechste (791)10-20% slechste (632)

Slechtste scores op factor 2 volgens bevolkingsaantal

Page 16: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1716

In het voorjaar 2013 stelde het Steunpunt Armoedebestrijding een studie voor over stedelijke en plattelandsarmoede12. In deze studie verdeelden onderzoekers van de KULeuven en de Université Libre de Bruxelles België in verschillende zones:

▶ Densely Urban: grootstedelijk gebied▶ Urban: stedelijk gebied▶ Intermediate: tussengebied▶ Rural with expensive housing: landelijk gebied

met dure woningen▶ Rural: landelijk gebied▶ Remote Rural: afgelegen landelijk gebied

Figuur 4: Typologie van landelijk gebied13.

Op basis van deze verdeling onderzochten ze met gegevens uit de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de EU-SILC enquête hoe armoede verdeeld is over deze gebieden. Zo stelden ze vast dat armoede het grootst is in grote steden, maar dat ook in andere gebieden de armoedecijfers zeker niet verwaarloosbaar zijn.

GrootstedelijkStedelijkTussengebiedLandelijk met dure huisvestingLandelijkAfgelegen landelijk

Page 17: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1716

Figuur 5: De armoede in België op basis van gebied14.

Ze stelden vast dat, hoewel er minder armoede is op het platteland, een aantal groepen daar wel zeer grote armoederisico’s lopen: “Desondanks lijken sommige huishoudens het moeilijker te hebben op het platteland dan in de stad: alleenstaanden (31% zijn arm op het platteland), eenoudergezinnen (53% maar dit is gebaseerd op een erg klein aantal respondenten), personen ouder dan 64 (15%), de « andere huishoudens zonder kinderen ten laste » (14%), huishoudens zonder kinderen ten laste waarvan alle leden werk hebben (10%) en de eigenaars van hun eigen woning (10%).” 15

Met deze studie toonden ze duidelijk aan dat armoede overal, in min of meerdere mate, aanwezig is. je zal op het platteland dan wel niet de armoedecijfers tegenkomen zoals we die kennen in onze hoofdstad, maar percentages van 5 tot 15% zijn alarmerend genoeg. Bovendien is het voor iemand in armoede een dagelijkse harde realiteit om in armoede te moeten leven.

ConclusieHet is zeer moeilijk om een sluitende definitie te geven van platteland die bruikbaar is voor iedereen. De studie van het Steunpunt Armoedebestrijding maakt als eerste grondig de koppeling tussen gegevens over armoede en het gebied waar je woont, zonder daarbij een algemeen geldende definitie van platteland te geven. Wel maakt ze duidelijk dat de strijd tegen armoede ook in landelijk gebied zal moeten gevoerd worden. Bepaalde doelgroepen zijn extra kwetsbaar op het platteland en die kwetsbaarheid schuilt in specifieke domeinen zoals mobiliteit, bereikbaarheid van diensten en lokaal beleid.

In dit dossier zullen we op basis van al deze informatie geen vaste definitie van platteland hanteren, evenmin een lijst van landelijke gemeenten of buurten. In de verschillende thema’s zullen immers specifieke aspecten van armoede aan bod komen, waarbij ook de lokale situatie van een gemeente of streek sterk kan verschillen.

Grootstedelijk Stedelijk Landelijk met dure huisvesting

Landelijk + afgelegen gebied

Onbekend België

synthese armoedecijfer (1)

synthese armoedecijfer (1)

synthese armoedecijfer (1)

synthese armoedecijfer (1)

synthese armoedecijfer (1)

synthese armoedecijfer (1)

5 % armste gezinnen 8,1% 3,5% 2,8% 3,4% 8,1% 5,0%

10 % armste gezinnen 15,3% 8,9% 4,9% 7,6% 16,1% 10,0%

15 % armste gezinnen 21,2% 12,3% 8,3% 14,1% 23,7% 15,0%

20 % armste gezinnen 28,1% 15,6% 11,8% 20,0% 29,1% 20,0%

Bron. eigen berekeningen obv EV-SILC

Page 18: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

18

Denk maar aan de aan- of afwezigheid van een treinstation in een gemeente, niet altijd gelinkt aan de grootte of het stedelijk karakter, maar wel van tel voor de mobiliteit. Net zozeer kan je in kleinere steden zelfs gebieden hebben die te maken hebben met problemen eigen aan het platteland omwille van de afstand tot het centrum.Zoals in andere publicaties over plattelandsarmoede lijkt het ons beter te focussen op specifieke armoedeproblemen in een plattelandscontext16. Sommige gebieden zullen elk van deze problemen ervaren, anderen slechts één of enkele.

‘Den buiten’ uit onze campagneslogan is met andere woorden de plaats waar mensen uitgesloten, buitengesloten worden omwille van de armoedeproblematiek die zij ervaren met betrekking tot het leven op het platteland. De persoon in armoede staat centraal in het verhaal. Waar wonen op het platteland een rol speelt, onderzoeken wij wat dit in positieve of negatieve zin verandert en vooral, wat er kan verbeteren.

Page 19: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1 Welzijnsbarometer 2012, Brussels Armoederapport, p. 64.

2 Dierckx, D., Oosterlynck, S., Coene, j., & Van Haarlem, A. (2012). Armoede en Sociale Uitsluiting - Jaarboek 2012. Acco, p. 432.

3 Pisman e.a. (2011). Eindrapport Onderzoek Omschrijving Platteland. Universiteit Gent: Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning, p. 3.

4 Pisman e.a. (2011). Eindrapport Onderzoek Omschrijving Platteland. Universiteit Gent: Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning, p. 3.

5 Pisman e.a. (2011). Eindrapport Onderzoek Omschrijving Platteland. Universiteit Gent: Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning, p. 22.

6 Pisman e.a. (2011). Eindrapport Onderzoek Omschrijving Platteland. Universiteit Gent: Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning, p. 23.

7 Pisman e.a. (2011). Eindrapport Onderzoek Omschrijving Platteland. Universiteit Gent: Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning, p. 22.

8 Pisman e.a. (2011). Eindrapport Onderzoek Omschrijving Platteland. Universiteit Gent: Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning, p. 38.

9 Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (2010). Manifest plattelandsgemeenten, p. 6.

10 Kesteloot, C., & Meys, S. (2008). Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. KULeuven, pp. 129-149.

11 Kesteloot, C., & Meys, S. (2008). Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. KULeuven, p. 131.

12 www.armoedebestrijding.be/publications/Pocico/eindrapport.pdf

13 Marissal, P., May, X., & Lombillo, D.M. (2013). Stedelijke en Plattelandsarmoede. Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal wetenschapsbeleid, p. 39.

14 Marissal, P., May, X., & Lombillo, D.M. (2013). Stedelijke en Plattelandsarmoede. Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal wetenschapsbeleid, p. 48.

15 Marissal, P., May, X., & Lombillo, D.M. (2013). Synthese van het eindrapport: Stedelijke en Plattelandsarmoede. Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal wetenschapsbeleid, p. 7.

16 Mathijssen, C. (2012). Plattelandsarmoede in Vlaanderen en Wallonië. Cera, p. 9.

Eindnoten

19

Page 20: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

2120

Page 21: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

2120

Deel 1

Terugtredende diensten en

voorzieningen

Page 22: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

2322

We hoeven maar 50 jaar terug te gaan in de geschiedenis om in een land terecht te komen met meer dan 2.500 aparte gemeenten, soms heel erg kleine dorpen. Ondertussen tellen we nog 589 gemeen-

ten in België waarvan er 19 in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest liggen, 308 in Vlaanderen en 262 in Wal-lonië. Eén van de voornaamste redenen voor de verschillende fusieoperaties in de loop der jaren was de vraag naar efficiëntie. Ook de lokale overheid moest goed en professioneel werk afleveren. Langzaam verdween de tijd waarbij het dorp geleid werd door enkele notabelen die naast hun dagelijkse bezigheid ook de gemeente bestuurden. De stille getuigen van die tijd, de ‘oude’ gemeentehuizen, vind je wel nog terug in heel wat dorpen.

(Overheids)diensten

Het beleid stond erg dicht bij de mensen, maar was daarom niet automatisch beter. De professionaliteit was zeker niet in elke gemeente even groot. Kleinschaligheid zorgde in kleine gemeenten bovendien voor een beperkt ambtenarenkorps. Evenmin betekende dit dat allerlei overheidsdiensten in elk dorp aanwezig waren. Wel was er voor de fusie in elke gemeente een Centrum Openbare Onderstand (COO, zie deel 3), de voorloper van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW).

Diensten zijn meer dan overheidsdiensten en gaan ook veel verder dan hulpverlening. Hieronder stellen we enkele diensten voor die gemeentelijk of bovenlokaal opereren, met hun opdracht en situering.

OCMWHet OCMW is aanwezig in elke gemeente en verstrekt verschillende vormen van hulpverlening. De werking is wettelijk geregeld. In principe moet het OCMW ervoor zorgen dat personen en gezinnen die niet over voldoende middelen beschikken,

bescherming en steun krijgen zodat ze een leven kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid1.Het zorgen voor deze menselijke waardigheid, wat betekent dat mensen voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorgen … hebben, is met andere woorden het doel van de hulpverlening. Om dit te realiseren kan het OCMW individuele steun toekennen, bijvoorbeeld in de vorm van een leefloon, psychosociale hulp, medische hulp, hulp in natura … Daarnaast kan een OCMW, wanneer nodig, ook zelf bepaalde diensten opstarten en beheren. Bekende voorbeelden hiervan zijn woonzorgcentra, sociale restaurants, thuiszorg …2

In deel 3 gaan we verder in op de werking van het OCMW in een landelijke context.

CAW In de eerstelijnshulpverlening (= rechtstreeks toegankelijke hulp waar je terecht kan zonder doorverwijzing) spelen naast de OCMW’s de Centra Algemeen Welzijn (CAW) een belangrijke rol. Deze sector zit volop in een herstructurering, met een belangrijke schaalvergroting. Het CAW streeft ernaar

Page 23: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

2322

om op alle welzijnsvragen een adequaat antwoord te geven. Dit gaat veel ruimer dan armoedegerelateerde thema’s. De eerste hulpverlening is gratis en CAW’s hebben tot doel laagdrempelig te zijn. Toch zie je op figuur 1 dat het aantal contactpunten van CAW’s vrij beperkt is. In de regio rond Gent, Noord- en Zuid-Limburg, de Westhoek is de fysieke afstand vaak vrij groot. Hoewel je buiten deze contactpunten ook contact kan opnemen met het CAW, kan dit voor mensen in armoede een grote drempel zijn.

BibliotheekDe bibliotheek is het uitleenpunt waar je praktisch alle boeken kan terugvinden die je maar kan bedenken: fictie, non-fictie, kinderboeken, informatieve boeken, enzovoort. je kunt ter plaatse ‘consumeren’ of boeken meenemen naar huis. Naast boeken zijn er heel wat activiteiten voor jong en oud, internettoegang en vaak uitleendiensten voor dvd’s en cd’s. Bijna elke gemeente in Vlaanderen heeft een bibliotheek en extra uitleenpunten in de deelgemeenten.

Via www.bibliotheek.be kan je eenvoudig opzoeken waar in jouw buurt de dichtstbijzijnde bib is. Hiermee is de bibliotheek een van de meest verspreide diensten, ook in landelijk gebied. De antennes van deze dienst zijn echter wel een voorbeeld van gedecentraliseerde dienstverlening. Uiteraard zijn uitleenpunten in kleinere dorpskernen minder geopend, zal je daar bepaalde boeken moeten bestellen en vinden activiteiten vaker in de hoofdbibliotheek plaats.

Figuur1: De spreiding van de CAW contactpunten in Vlaanderen3.

Page 24: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Mensen in armoede hebben zeer verschillende ervaringen met bibliotheken. Soms is het een grote onbekende, iets voor mensen die gestudeerd hebben. Voor anderen is het een plaats waar ze terechtkunnen, waar ze zich goed voelen en waar ze een leuke en boeiende vrijetijdsbesteding vinden. Goede dienstverlening, contacten met lokale armoedeorganisaties, laagdrempelige activiteiten … zorgen ervoor dat de bib bekend en bemind kan worden, ook door mensen in armoede.

WerkwinkelDe werkwinkel is het lokale ankerpunt in de zoek-tocht naar een goede, gepaste baan. Recente besparingen zorgden ervoor dat het aantal werk-winkels teruggebracht werd. Niet elke gemeente telt een werkwinkel. Dit betekent dat inwoners van soms tot zeven gemeenten een beroep moeten doen op dezelfde werkwinkel4. De werkwinkel biedt zowel ondersteuning door persoonlijke begeleiding als door het ter beschik-king stellen van computers om op zoek te gaan naar vacatures. Naast de VDAB vind je er verschillende

partners zoals het PWA (Plaatselijk werkgelegen-heidsagentschap), Syntra (opleidingscentrum), RVA (Rijksdienst Voor Arbeidsbemiddeling) … Voor veel mensen zal de afstand naar een werkwin-kel in een naburige gemeente geen probleem zijn. jammer genoeg is het net de groep mensen die het meest nood heeft aan begeleiding en/of die thuis niet beschikt over een computer met internetver-binding, die ook het vaakst beperkt is in mobiliteit. Door te besparen op de dienstverlenging dreigen de meest kwetsbare groepen uit de boot te vallen.

KinderopvangVoor jonge ouders is kinderopvang een bijna on-misbare dienst. De demografische druk is dan wel lager in landelijke gebieden - onze steden verjongen sterker - toch zijn ook hier grote hiaten in de kin-deropvang. Opnieuw speelt mobiliteit een rol. De bereikbaarheid zonder wagen is soms zeer moeilijk, zeker in combinatie met het woon-werkverkeer. Een afstand van enkele kilometers is met kleine kinde-ren en zonder eigen wagen vaak een hele opgave. In landelijk gebied is de werkgelegenheid bovendien dikwijls verderaf gelegen, wat de combinatie met het gezinsleven en kinderopvang nog moeilijker maakt omwille van de langere en verdere verplaat-singen. Ook occasionele en flexibele opvang is niet altijd aanwezig in de leefomgeving.Via www.kindengezin.be kan je zelf de gewenste opvang in je buurt zoeken.

“Ik heb nog contact gehad met de werkwinkel voor

mijn adoptiezoon. Die werkt in een beschutte

werkplaats. We hebben veel miserie gehad om alle papieren in orde te maken.

Wat een rompslomp. We werden

van hot naar her gestuurd.”(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“Werk is voor mij heel moeilijk. Ik ben een alleenstaande moeder met 4 kinderen. Opvang is niet te betalen voor mij.”(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

24

Page 25: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Landelijke Kinderopvang pleit voor een betaalbare kinderopvang in de eigen buurt, ook op het platte-land. Ze bieden een inkomensgerelateerde kinder-opvang aan bij onthaalouders. De ouderbijdrage is afhankelijk van het inkomen en in sommige gevallen betaalt het OCMW de rekening. Via de voor-rangsregels kunnen ze ook voorrang geven aan bijvoorbeeld vrouwen in armoede die terug aan de slag willen of een opleiding van de VDAB willen vol-gen. Door hen voorrang te geven in de drukbezette kinderopvang, krijgen zij extra kansen. Eén van de pedagogische ankers is ‘verschillen geven rijkdom’. Hiermee kiest de Landelijke Kinder-opvang voor een ‘inclusieve’ opvang, met respect voor de achtergrond van ouders en kinderen. Om kinderen uit kansarme gezinnen extra te onder-steunen, worden heel wat initiatieven ontwikkeld. Zo is er een voorleesproject met voorleesrugzakjes, opdat kinderen de boekjes mee naar huis zouden nemen. Er wordt gespeeld rond gezonde voeding en natuur, net omdat in gezinnen in armoede wei-nig tijd is om daar aandacht aan te besteden, of de nodige kennis er ontbreekt. Verder proberen we de ouders zoveel mogelijk te sensibiliseren rond deze thematieken, want ouders zijn de eerste opvoeders.

Knelpunten ?▶ Hoewel er gewerkt wordt met voorrangsregels

en er intensief wordt samengewerkt met het OCMW is het ‘vrijhouden’ van plaatsen bij een onthaalouder voor bijvoorbeeld moeders die plotseling moeten gaan werken, niet altijd realistisch. De kinderopvang is ‘overbevraagd’ en het inkomen van een onthaalouder hangt af van het aantal bezette plaatsen. Een eventuele

‘inkoop’ van de plaats door het OCMW, met de gewone vergoeding voor de onthaalouder, zou een oplossing kunnen bieden.

Landelijke Kinderopvang

25

“Er is geen plaats bij de onthaalouder het komende jaar en ik kan de kinderen nergens anders naartoe brengen, ik heb geen auto. Er zijn 102 wachtenden voor mij. Ik heb nochtans een aanvraag gedaan toen ik net zwanger was.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

▶ Kinderen uit kansarme gezinnen vragen soms extra zorg. De uitbreiding van het systeem inclusieve opvang kan hier een piste zijn. Op dit ogenblik is de vergoeding voor inclusieve opvang alleen geldig voor kinderen met fysi-sche of psychische problemen. Kan een extra vergoeding voor kinderen in armoede die wij met extra zorg en aandacht willen omringen?

Voor wat betreft de preventieve gezinsondersteu-ning hebben de consultatiebureaus op het plat-teland een onmisbare functie. Consultatiebureaus zijn gratis en moeten laagdrempelig zijn, zowel op vlak van medische als psychosociale preventie. Pro-bleemsituaties komen vaak daar aan het licht, waar-door de nodige doorverwijzingen kunnen gebeuren.De Huizen van het Kind, die overal in Vlaanderen zullen opgericht worden, willen ook ‘ontmoeting’ op een laagdrempelige manier organiseren, met uitwisselkansen op vlak van opvoedingsondersteu-ning, maar ook bijvoorbeeld met een ruildienst voor speelgoed en/of kinderkledij.

Page 26: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

2726

OnderwijsKleuter en lager onderwijs zijn over het algemeen redelijk goed bereikbaar. Het grote aantal scholen speelt hier een belangrijke rol. In zeer afgelegen kernen kan dit alsnog een moeilijkheid zijn, maar gericht schoolvervoer moet hier soelaas kunnen brengen. Secundair onderwijs is een ander paar mouwen. Het is logisch dat er minder secundaire scholen zijn en dat bepaalde specifieke richtingen niet overal kunnen gevolgd worden. De afstand in landelijk gebied is soms erg groot. Dit plaatst gezinnen in armoede opnieuw voor een drempel die ze moeten overwinnen.

“Mijn kinderen gaan hier niet naar school

omdat er geen voor- en naschoolse opvang is”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

GezondheidszorgDe toegang tot de gezondheidszorg voor mensen in armoede kent verschillende drempels. Zo voerde Welzijnszorg mee actie voor de derdebetalersregeling en blijft de automatische toekenning van het omniostatuut een van de strijdpunten. Ook in een plattelandscontext spelen deze drempels sterk mee, naast andere specifieke moeilijkheden. De eerstelijnszorg is de basis van een goede gezondheidszorg: de toegankelijkheid verzekeren, evengoed in een plattelandscontext, is noodzakelijk.

Figuur 2: Toegang tot secundaire scholen in meters afstand van de woonplaats5.

347 - 2317 2317 - 3887 3887 - 5388 5388 - 7057 7057 - 9013 9013 - 11455 11455 - 15380 15380 - 25541

Afstand (in m)

Page 27: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

2726

De huisarts, die de centrale rol opneemt in die eerstelijnszorg, is zeer belangrijk. Zoals te zien op figuur 3 verschilt het aantal huisartsen van streek tot streek. In een uitgestrekte regio is het minder evident voor patiënten om zelf op consultatie te gaan. Huisbezoeken zijn echter duurder en nemen meer tijd in van de arts.

Het realiseren van de eerstelijnszorg enkel via de huisarts is bovendien twijfelachtig, niet in het minst omdat hun aantal terugloopt. Nieuwe of vernieuwende vormen kunnen een rol spelen in het garanderen van een goede en toegankelijke eerstelijnszorg. Het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO) pleit voor alternatieven zoals netwerken van zorgverstrekkers die zowel virtueel vorm kunnen krijgen als resulteren in een fysieke bundeling van verschillende zorgverstrekkers en voorzieningen7.Naast het beter samenwerken van bestaande diensten kunnen nieuwe vormen van zorgverlening hun ingang vinden op het platteland. Wijkgezondheidscentra, die in de steden hun toegankelijkheid voor kwetsbare groepen al bewezen hebben, werken multidisciplinair, forfaitair (geen kosten voor de patiënt voor een consultatie), laagdrempelig en wijkgericht. Ook de aandacht voor preventie en de rol van de verpleegkundige is sterk aanwezig. Het model kan, samen met haar belangrijkste verwezenlijkingen en principes, zeker overgebracht worden naar landelijk gebied, mits enkele vanzelfsprekende verschillen: men zal meer outreachend moeten werken en gericht moeten zijn op een regio in plaats van een wijk.

Figuur 3: Huisartsenaanbod per arrondissement (per 10.000 inwoners) in 20056.

Figuur 4: Toegang tot medische zorg: synthese indicatoren: personen met zeer goede toegang tot

medische zorg, % van de bevolking 8.

Daarnaast moet meer gespecialiseerde zorg voor iedereen beschikbaar en toegankelijk zijn. Een goede bereikbaarheid van ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, tandartsen … is noodzakelijk. Daarbij speelt mobiliteit een grote rol. We zullen uitgebreid terugkomen op dit aspect in deel 2.

<9

9 - [10

10 - [11

11 - [12

12 - [13

13 -[14

> = 14

aantal GP’s / 10 000 inw.

5.7 - 13.7

13.7 - 18.5

18.5 - 22.0

22.0 - 24.7

24.7 - 27.0

27.0 - 29.2

29.2 - 32.1

32.1 - 47.5

Page 28: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

De lokale middenstand en het bedrijfsleven zijn erg belangrijk in het dagelijkse leven. Ze zorgen voor werk, voor diensten en voor sociale contacten. Het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO) stelt in zijn

advies over bereikbaarheid en kwaliteit van diensten en voorzieningen dat de evolutie in landelijke gebieden niet eenduidig is, maar dat mensen die voor hun boodschappen afhankelijk zijn van personen buiten het gezin het zwaarst getroffen worden door het wegtrekken van diensten 9.

Middenstand en bedrijfsleven

Hier zijn ouderen, mensen met een beperkte mobiliteit en mensen in armoede het grootste slachtoffer van. Meest gemist zijn basisproducten als brood, vlees en algemene voeding. Daarnaast mist men ook financiële instellingen10.

De lokale middenstandHet verdwijnen van lokale middenstand is niet onlogisch. Als het economisch niet meer rendabel is dan moeten mensen hun zaak sluiten, of volgt er geen overname na pensionering. De lokale bakker, slager, kruidenier … zijn verdwenen in sommige dorpskernen. Deze evolutie is zeker niet nieuw. Sinds de komst van de eerste supermarkten staan deze zaken onder druk. Waar wel nog winkels zijn, stoten mensen in armoede op een ander probleem. De prijzen voor basisproducten zijn bij kleine lokale winkeliers, niet onbegrijpelijk, hoger. Discount-supermarkten waar de prijzen relatief laag zijn, liggen in of dichtbij grotere kernen. Mensen die zich moeilijker kunnen verplaatsen naar een grotere kern, moeten een beroep doen op anderen voor alledaagse boodschappen. Gelukkig zijn er her en der wel initiatieven van verenigingen, Minder Mobielen Centrales of de lokale overheid, om mensen ter plaatse te brengen.

“Middenstand is hier niet. Ik woon in de ‘middle

of nowhere’. Winkelen is moeilijk, ik ben dan

verplicht om een auto te hebben.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“Het hangt allemaal samen. Vanaf hier is het niet mogelijk om met het openbaar vervoer naar de Aldi te gaan. De supermarkt in de buurt is te duur met mijn weekbudget.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

28

Page 29: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Het verdwijnen van lokale middenstand heeft ook zijn invloed op het leven in het dorp. Winkels en cafés zijn traditioneel ontmoetingsplaatsen, plaatsen waar mensen sociale contacten hebben. Het zijn plaatsen waar mensen over koetjes en kalfjes praten en waar ze een sociaal netwerk uitbouwen. Die kleine ontmoetingen met de bakker, de slager, bekenden of onbekenden betekenen voor mensen die anders vrij geïsoleerd zijn een grote meerwaarde.

Financiële en andere dienstenHeel wat diensten zoals banken, bouwden de voorbije jaren hun aantal kantoren sterk af. Zo zijn er tussen 2001 en 2011 3.722 bemande bankkantoren in België verdwenen. In 2011 waren er nog 7.573 over11 en de komende jaren zullen nog meer kantoren verdwijnen. De service van banken wordt sterk geautomatiseerd: automaten en internet nemen de functie over van de loketbedienden. Voor heel wat mensen is het vaak maanden, zo niet jaren geleden, dat ze nog nood hadden aan een bankbediende maar dat is niet voor iedereen het geval. Niet iedereen beschikt over een internetverbinding of bedient vlot een bankautomaat.Niet enkel de banksector maar ook bpost of de NMBS sluiten meer en meer kantoren of stations. Bpost vervangt dit gedeeltelijk door postpunten die zich bij een winkelier of in een openbaar gebouw bevinden.

Al deze diensten en openbare voorzieningen zouden bij zo’n veranderingen rekening moeten houden met de zwakste groepen. Zij hebben het meest nood aan de nabijheid van diensten, met persoonlijke hulpverlening.

“Vroeger waren er in de supermarkt veel mensen die babbelden tussen de rekken. Nu is het geld aan de kassa betalen en weg.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

29

“De bank zullen we wel vinden, de post ook. Maar alles is in het centrum en dat is niet zo gemakkelijk voor ons.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“De mutualiteit en de bank zijn maar beperkt open ’s avonds: 1 avond is te weinig. Overdag ben ik aan het werk.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Bedrijfsleven en arbeidsplaatsenHet hebben van een goede baan is een van de belangrijkste buffers tegen armoede. Een goede baan moet beantwoorden aan je talenten en competenties. Maar er zijn randvoorwaarden voor een goede baan.

Niet elke gemeente telt evenveel arbeidsplaatsen of bedrijven. De werkgelegenheid(sgraad) verschilt van gemeente tot gemeente. Ook de soort tewerkstelling verschilt van streek tot streek. Omwille van onder meer ruimtelijke ordening bevinden bedrijven zich vaak samen in KMO- en industriezones. De bereikbaarheid van deze zones laat soms te wensen over. Bij de ontwikkeling van zo’n zone moet de bereikbaarheid met het openbaar vervoer een permanent aandachtspunt zijn. Wanneer bedrijven met een

Page 30: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

ploegensysteem werken, dan zal vervoer ook vroeg en laat op de dag verzekerd moeten worden. Een extra aandachtspunt is de aanwezigheid van kinderopvang, ook buiten de kantooruren of tijdens het weekend.

Land- en tuinbouw is een sector met zeer zware investeringen en kleine rendementen. Het afbouwen van de Europese steun, de vrije handelsmarkt en de speculaties op landbouwgrondstoffen zorgen voor grote prijsschommelingen en bijgevolg voor onzekerheid. Stijgende kosten kunnen door het vrijemarktprincipe zelden doorgerekend worden. Dit alles zet de land- en tuinbouwers onder druk. Kleine winsten (of verliezen) enerzijds en grote investeringen anderzijds doen jongeren twijfelen om in de sector te stappen. De voortdurend veranderende wetgeving en bijhorende administratie zetten veel extra druk op de landbouwers, vaak ook psychologisch.

Een boer werkt en woont op dezelfde plaats. Spanningen op bedrijfsniveau laten zich voelen tot rond de keukentafel. Dit gebeurt in heel wat landbouwersgezinnen. Ze staan op een kruispunt: voortdoen zoals ze bezig zijn, van teelt wisselen of stoppen. De vzw Boeren op een Kruispunt begeleidt hen in het zoeken naar een oplossing. In crisisjaren zie je vaak dat één van beide partners (deeltijds) buitenshuis gaat werken. Vlaanderen en Europa slagen er niet in de kloof te dichten tussen het inkomen van onze familiale landbouwbedrijven en dat van de gemiddelde Vlaming. Armoede op land- en tuinbouwbedrijven is vaak niet zichtbaar. Bedrijfsinvesteringen primeren er boven de familiale besteding.

Het is belangrijk dat enerzijds preventief ondersteu-ning wordt geboden. Zowel om een bedrijf rendabel te houden als om tijdig te stoppen met de activiteit wanneer er bijna geen kans op slagen is. Anderzijds is hulp noodzakelijk wanneer het wel mis gaat. Fami-lie en vrienden kunnen een grote steun betekenen, maar ook professionele hulp heeft zijn rol te spelen.

30

“Als ik solliciteer, dan ga ik ervan uit dat het niets wordt. Ze vragen naar je

thuissituatie. ‘Ah zo, alleenstaande moeder met 2 kinderen’, zeggen ze dan.

‘Ga je dan kunnen werken?’ Ander zou ik toch niet solliciteren.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS))

LandbouwVelen leggen nog altijd de link tussen het platteland en de “boerenbuiten”. Toch zijn niet alle plattelandsgemeenten nog “landbouwgemeenten”. De voorbije decennia is het aantal Vlaamse landbouwbedrijven fors gedaald (van 120.000 in 1950 naar 76.000 in 1980 en 25.000 in 2011). Toch is nog altijd 46% van het Vlaams areaal in gebruik door land- en tuinbouwers. Met steeds minder boeren wordt dezelfde oppervlakte bewerkt. Mechanisatie maakt dit mogelijk. Hoewel het aantal arbeidsplaatsen in land- en tuinbouw jaarlijks daalt, is de sector nog altijd goed voor een tewerkstelling van meer dan 51.500 mensen (bron: LARA 2012). Tellen we daar de toeleveranciers (veevoeding, machines ...) en de afnemers (voedingsindustrie) bij, dan is het Vlaamse ABC (agro-businesscomplex) goed voor zeker 150.000 jobs. Dit ABC zorgt daarenboven vaak voor jobs waar laaggeschoolden terechtkunnen in eigen streek.

Page 31: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Boeren zijn ondernemers geworden. Het is niet meer voldoende om een goede vakman te zijn. Steeds meer moet een land- of tuinbouwer ook een goede personeelsdirecteur, marketeer, milieuspecialist en financieel expert zijn. Naast kennis over plantenteelt en veehouderij moet hij bedreven zijn in boekhouding en administratie. Levenslang leren is de regel. De wetgeving verandert immers voortdurend. Voedselveiligheid, milieunormen en arbeidsvoorwaarden worden steeds strenger.

Dit zet veel druk op het werk. Het aantal werkuren aan het bureau neemt jaar na jaar toe, terwijl de werkuren op het veld of stal niet proportioneel afnemen. Dit zet veel druk op de verantwoordelijkheid. Niet enkel het welzijn van eigen dieren, planten en arbeiders staat centraal, ook de verantwoordelijkheid die men de boer toe-eigent op vlak van milieu, klimaat en biodiversiteit hangen voortdurend boven het hoofd. Daarnaast is er de sluimerende druk van onvoorspelbare productiefactoren zoals het weer en dier- en plantenziektes. Grondstoffen worden jaar na jaar duurder, de prijs voor land- en tuinbouwproducten jaar na jaar goedkoper, de winst dus vaak veel te laag.

Dit alles brengt boeren in moeilijkheden. Vaak helpt het als iemand van buiten het bedrijf het totaalplaatje bekijkt. Daarbij is het belangrijk dat de doorlichter verstand heeft van de stiel. Land- en tuinbouw is immers niet zomaar een economische sector. Maar land- en tuinbouw is ook niet zomaar een ‘leven’. Door de verwevenheid van bedrijf en gezin is een andere aanpak nodig.

Daarom hebben de Vlaamse landbouworganisaties (ABS, Boerenbond en KVLV-Agra) de handen in elkaar geslagen en Boeren op een Kruispunt opgericht, een vzw die land- en tuinbouwers in moeilijkheden helpt. De vzw kan rekenen op de (financiële) steun van de Vlaamse overheid, de provincies en enkele sponsors. Boeren op een Kruispunt werd opgericht in 2007 en begeleidt jaarlijks 350 land- en tuinbouwers én hun gezin. De begeleiders hebben aandacht voor de bedrijfsvoering, de boekhouding, de administratie, maar ook voor gedragssignalen van en tussen de gezinsleden. Boeren op een Kruispunt analyseert, adviseert en helpt, op maat van de betrokkene, bij de bijsturing van de bedrijfsvoering.

Piet Vanthemsche, voorzitter van Boerenbond, omschrijft de rol van de vzw als volgt: “Als Boerenbond staan we soms te dicht bij onze leden om in alle discretie advies te verlenen. Individuele leden land- en tuinbouwers blijven het moeilijk hebben om hun problemen open en bloot op tafel te leggen waar ook collega’s boeren rond zitten. Daarom was er nood aan een onafhankelijke vzw die dicht genoeg staat bij de sector, maar die afstand genoeg behoudt om de juiste ondersteuning te geven. Door in de raad van bestuur te zetelen is de wisselwerking tussen Boeren op een Kruispunt en de landbouworganisaties verzekerd. Het is aan ons, landbouworganisaties, om de weg naar Boeren op een Kruispunt te wijzen”.

Boeren op een Kruispunt

31

Page 32: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Boeren op een Kruispunt tracht haar doelpubliek te bereiken via een laagdrempelige website, via landbouworganisaties, via lokale instanties, een gratis telefoonnummer en alle mogelijke ‘erfbetreders’. Meer nog dan andere ondernemers denken boeren te lang ‘dat ze het zelf wel kunnen rechttrekken’. Nog harder werken, nog meer besparen in de bedrijfsvoering, nog minder middelen voor het gezin. Op de website www.boerenopeenkruispunt.be vindt men een checklist die als doel heeft zwart op wit te stellen hoe de zaken ervoor staan. Voor velen is de checklist de niet te miskennen bevestiging dat externe begeleiding nodig is. Boeren op een Kruispunt geeft onafhankelijk en discreet advies, de sterkte van de vzw.

Cecile getuigt op de website over de werking van Boeren op een Kruispunt: “Voordat Boeren op een Kruispunt langskwam, leed mijn man erg onder allerlei tekenen van stress. De sympathieke en praktische houding van BOK was net wat hij nodig had. De zaken op de boerderij zijn ondertussen veel verbeterd. Boeren op een Kruispunt gaf me inzicht in mijn bedrijfsvoering en hoe ik kon omgaan met mijn eigen verwachtingen en opgelopen teleurstellingen. Ik ben zeer dankbaar voor de hulp van Boeren op een Kruispunt.”

www.boerenopeenkruispunt.be

32

Page 33: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

33

Het uitoefenen van een vrijetijdsactiviteit is een ander paar mouwen. Zo zegt slechts 26,5% van de mensen in armoede dat ze deelnemen aan een sportieve, recreatieve of artistieke activiteit. Bij de groep die leeft boven de armoedegrens is dit 38,2% 12. Wanneer er gepeild wordt naar bezoeken aan tentoonstellingen of musea blijkt het opleidingsniveau een grote rol te spelen. Hoe lager de opleiding, hoe kleiner de kans dat men ooit al een museum bezocht heeft 13.

Het recht op vrije tijd betekent geen verplichting tot vrije tijd. Mensen moeten zelf kunnen kiezen wat ze leuk en boeiend vinden. We moeten er wel voor zorgen dat die keuze zo min mogelijk belemmerd wordt door de problemen van armoede. Mensen in armoede hebben zeker en vast nood aan een goede vrijetijdsbesteding. Het leven in armoede brengt immers veel stress met zich mee. Hier even aan kunnen ontsnappen, doet hen deugd en zal ook op andere levensdomeinen een positief effect hebben.

Het zou te ver leiden om alle drempels te behandelen die mensen in armoede ondervinden om deel te nemen aan allerhande activiteiten. We verwijzen hier naar de Welzijnszorgcampagnes uit 2011 en 2012 voor wat betreft de doelgroepen jongeren en ouderen. Verder is er de brochure ‘De Boer op met vrije tijd’14 van het Fonds Vrijetijdsparticipatie. In deze brochure voor

vrijwilligers in armoedeorganisaties, worden tips gegeven om drempels tot vrijetijdsparticipatie te vermijden of te verlagen.

Vrijetijdsparticipatie wordt serieus genomen door het beleid en door armoedeorganisaties. Maar, zo blijkt, in landelijke gebieden worden zowel de mensen in armoede als hun organisaties veel minder bereikt. Een aantal extra drempels op het platteland spelen hier een rol 15.

Het Fonds Vrijetijdsparticipatie heeft een checklist opgesteld met de succesfactoren voor vrijetijdsparticipatie. Organisaties kunnen hiermee aan de slag om een vrijetijdswerking uit te bouwen:▶ Vrije tijd = een recht. Ga in gesprek met mensen die zichzelf of

anderen dat recht ontzeggen.▶ Ga in gesprek met je vrijwilligers over hoe en wat je wil doen.

Zorg voor samenwerking tussen mensen met- en zonder armoede-ervaring.

▶ Krijg een zicht op de wensen, noden en interesses van je men-sen.

▶ Zoek de mogelijkheden uit om je activiteit goedkoper te maken.▶ Zorg voor een goede planning: plan niet te veel, zie dat de ac-

tiviteiten gedragen worden door je organisatie en mensen in armoede, bereid je goed voor.

▶ Bekijk wat mogelijk is qua vervoer.▶ Trek tijd uit om het ijs te breken, om mensen te laten wennen en

kennis te maken met elkaar en de activiteit.▶ Geniet van wat je doet!

Vrije tijd

Vrije tijd is een recht, ook voor mensen in armoede. Sport, cultuur, jeugdwerk … maar evengoed gewoon luieren in de zetel, een wandeling maken, een gezelschapsspel spelen … zijn allemaal mogelijkheden

voor de vrije tijd.

Page 34: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Niet enkel armoedeorganisaties kunnen inspanningen leveren om van vrije tijd een recht te maken. Ook lokale besturen en aanbieders van activiteiten hebben hun rol te spelen. Zo zijn er in vele gemeenten al lokale netwerken vrijetijdsparticipatie waar lokaal acties ondernomen worden om vrije tijd en cultuur betaalbaar te houden. Voor het bovenlokaal aanbod kunnen ze terecht bij het Fonds Vrijetijdsparticipatie.

Een gemeente kan ook in het eigen aanbod, van bijvoorbeeld het cultureel centrum, maatregelen nemen. In een plattelandscontext is de bereikbaarheid vaak problematisch. Zo kunnen mensen vaak wel tot bij het centrum raken, maar rijdt er na de avondvoorstelling geen (bel)bus meer terug.

34

Page 35: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Verenigingsleven

Het verenigingsleven in Vlaanderen is ontzettend verspreid. Tot in het kleinste dorp of gehucht bestaat er wel één of andere vereniging. Verenigingen bestaan in alle maten en soorten: sport, cultuur, sociaal-

cultureel werk … Een rijkdom die niet te onderschatten is.

“Globaal genomen voel ik mij goed. Er is een goed

verenigingsleven, er is gezonde lucht, er zijn twee wielerclubs

… Ik ben hier geboren en getogen, ik woon hier graag en

ik wil hier niet weg.”(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Het verenigingsleven staat voor grote uitdagingen. Nieuwe leden werven is niet evident. De vraag naar vrijwilligers is in heel de samenleving groot. Toch blijven de ledenaantallen nog indrukwekkend. Bovendien zijn er tal van initiatieven bijgekomen, soms tijdelijke engagementen, soms andere vormen van vereniging.

“De Welzijnsschakel is een godsgeschenk op sommige vlakken. Zeker als je alleen bent. Ik kan voor mezelf en de kinderen nieuwe kleren kopen in de winkel, de uitstappen doe ik mee als ik kan. Je kan ook gewoon binnenspringen voor een tas koffie.”(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Verenigingen zijn doorgaans sterker op het platteland dan in een stedelijke omgeving. De kracht van verenigingen zit ook in deze campagne. Duizenden vrijwilligers bewustmaken van de armoedeproblematiek die ook in hun gemeente, dorp of wijk bestaat, is een eerste stap. Daarna zullen hopelijk heel wat acties ontstaan. 905 afdelingen van Landelijke Gilden, 959 KVLV afdelingen en 136 Welzijnsschakels kunnen op het platteland mee het verschil maken.

Verenigingen, vrijwilligers, mensen in armoede en het lokaal bestuur kunnen elkaar vinden om de strijd tegen armoede aan te knopen. Hierbij is het belangrijk dat ze op gelijke voet staan met elkaar. Het beleid moet niet in de plaats treden van vrijwilligers, maar moet wel de dialoog aangaan. Samen kunnen ze de betrokkenheid vergroten, mensen in armoede hun stem laten horen en maatregelen nemen die armoede op den buiten tegengaan.

35

Page 36: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Welzijnszorg zocht in Brussel een creatieve manier om het thema platteland zichtbaar te maken binnen de stedelijke

context van Brussel. Vijf Brusselaars die in een ver of dicht verleden op het platteland woonden werden geïnterviewd en vertelden hun verhaal.

Hoewel afkomstig uit verschillende delen van de wereld of Vlaanderen liepen de verschillende facetten van armoede - sociaal, emotioneel, cultureel, financieel … - als rode draad doorheen de verhalen. Er valt nog maar eens uit op te maken dat armoede een universeel en complex probleem is, dat op elk individu een unieke uitwerking heeft. Azhara uit jordanië woonde eerst in Brussel en verhuisde naar een klein dorpje in Wallonië. Omdat ze enkel Nederlands sprak, begreep ze het systeem van de bussen niet en nam ze enkel de trein. Toen ze als jongvolwassene terug in Brussel kwam wonen, werd ze opgelicht door een malafide huiseigenaar. Corneel was een gerespecteerd man in het Vlaamse plattelandsdorpje waar hij opgroeide en werkte. Door persoonlijke problemen liet hij halsoverkop alles achter zich om de anonimiteit van de grootstad op te zoeken. Marie-Lou en Chen zijn twee Aziatische dames. Zonder wettige verblijfspapieren werken ze alle twee clandestien voor ambassadepersoneel. Stijn vertelt hoe hij is opgegroeid in een welstellende familie op het Limburgse platteland. Stijn is geen ‘mensenmens’. Hij vertelt vrijuit over zijn passie voor Voltaire, de zware tijden die hij heeft meegemaakt en hoe belangrijk de ondersteuning van vrienden en hulpverleners is.

36

Ook Brussel heeft een

plattelandsverleden

“In het dorp ben je snel een outcast. In Brussel is er niemand in je

geïnteresseerd. Hier voel je je niet verplicht om met elkaar te praten.

In het dorp is dat wel zo en daar had ik een grondige hekel aan.”

Page 37: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Migratie, vanuit het buitenland of binnen het eigen land, is een ingewikkeld en boeiend fenomeen. In beide gevallen is het even ingrijpend. De stap om te migreren is niet gemakkelijk. Oorzaken zijn divers. Er is echter één rode draad: men gaat op zoek naar een beter leven. Migratie en sociale mobiliteit spelen een cruciale rol in de strategie van een individu om zich een weg te banen uit armoede en sociale uitsluiting. Maar deze verhalen leggen niet de nadruk op wat mensen niet hebben: een voldoende inkomen, de juiste papieren … Er wordt vooral gekeken naar wat men wel heeft. Een element springt hierbij in het oog. Allen hebben het geluk gehad een sociaal netwerk te hebben opgebouwd.

Dit bewijst het belang van de omgeving, van familie en vrienden. Maar ook dat van sociale organisaties die wonderlijke dingen doen met hun beperkte middelen. Zonder een sterk middenveld, zonder laagdrempelige organisaties waar deze personen zich goed voelen zouden de verhalen van deze vijf individuen veel minder hartverwarmende elementen met zich meedragen.

Welzijnszorg zal de campagne ook in Brussel zichtbaar maken. Solidariteit kent immers geen (stads)grenzen. Bovendien is er in Brussel en andere steden nog meer dan werk genoeg aan de winkel. Migratie zorgt voor nieuwe mensen, van binnen of buiten ons land. Zij komen vaak in eerste instantie in de stad terecht. Een goed onthaal, goede toegankelijke diensten maar zeker ook huisvesting die in staat is om deze mensen te ontvangen, is noodzakelijk. Welzijnszorg zal de komende maanden dan ook niet stilzitten om hier ook in Brussel werk van te maken.

37

“Op de zondag voor Pasen hebben ze me de communie geweigerd. Na de mis gingen we altijd kaarten. Opeens was er voor mij geen plaats meer. ’s Anderendaags ben ik naar Brussel vertrokken en heb bijna een jaar aan de trappen in het Noordstation geslapen.”

“Het allerbelangrijkste is overleven en werk hebben. Een slaapplaats, eten, werk en een beetje geld hebben om naar huis te

sturen: dat vinden we belangrijk. We zijn niet gesteld op luxe.”

Page 38: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Samenlevingsopbouw Vlaanderen geeft in zijn rapport over plattelandsarmoede een opsomming van goede praktijkvoorbeelden. Het gaat om ontmoetingsplaatsen waar zowel aandacht is voor gewoon intermenselijk contact als kansen voor hulp- en dienstverlening om drempelverlagend en outreachend te werken. Hieronder vind je een verkorte versie uit het onderzoek 16.

▶ Inloopcentra Laagdrempelige ontmoetingsplaatsen vanuit

het algemeen welzijnswerk, die opgezet zijn door CAW’s zelf of in samenwerking met andere lokale actoren. Er is kans op ontmoeting, warmte en gezelligheid en er worden activiteiten georganiseerd. Verder is er eens per week een warme maaltijd aan een voordelige prijs en zijn er diensten beschikbaar zoals een wasmachine of droogkast. Dankzij deze laagdrempelige werking is het inloopcentrum voor veel mensen een opstap naar professionele hulp.

▶ Wijkcentra Gelijkaardig aan het inloopcentrum maar

opgezet vanuit andere diensten zoals een vereniging waar armen het woord nemen.

▶ Buurtwerk Dit kan een combinatie zijn van een

buurtcentrum waar mensen elkaar ontmoeten in combinatie met outreachend werk, een soort ‘straathoekwerk’ waarbij bijvoorbeeld ook jongeren bereikt worden.

▶ Dorpshuis Ook dit is een ontmoetingsplek in dorpen waar

andere ontmoetingsplaatsen verdwenen zijn. Voor de uitbating ervan kan een beroep gedaan worden op een vorm van sociale tewerkstelling. Dit kan ook in andere initiatieven een manier zijn om een goede werking te verzekeren en tegelijk te zorgen voor kansen op de arbeidsmarkt.

▶ Sociale kruidenier De sociale kruidenier verkoopt voedsel aan

sterk verlaagde prijzen aan mensen die het nodig hebben. Essentieel hierbij is dat dit een inrijpoort is voor andere doelen: ontmoeting, detectie van rechten en activiteiten. Daarnaast kan het een eerste stap zijn naar hulpverlening van bijvoorbeeld het OCMW. Met voedselhulp los je de armoede niet op. Het is belangrijk dat dit tijdelijke noodhulp is.

Ontmoeting is essentieel voor sociale contacten en netwerken. Eerder in dit hoofdstuk kwam al aan bod dat een aantal ontmoetingsplekken zoals winkels en cafés onder druk staan in plattelandsgebieden of

er al verdwenen zijn. Dit versterkt de nood aan andere ontmoetingsplekken, zeker voor mensen in armoede, die vaak minder sterke sociale netwerken hebben en minder mobiel zijn.

Ontmoetingsplaatsen

38

Page 39: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Velt en Welzijnsschakels slaan de handen aan de ploeg en starten in Vorselaar en Assenede Samentuinen op! Het idee is simpel en speelt in op een groeiende behoefte: mensen met verschillende sociale achtergrond komen bijeen om samen te tuinieren. Zo’n project kan verschillende doelen dienen: gezinnen en alleenstaande ouderen uit hun isolement halen door hen de kans te geven om samen op dezelfde locatie groenten en fruit te telen, mensen zelf laten genieten van de opbrengsten van hun teelt (gezonde voeding), via kooklessen deelnemers leren wat ze met hun producten kunnen bereiden. Praktijkbegeleiders van Velt ondersteunen het lokale proces. Het leren tuinieren is dus ook een doel op zich.Eerst moet je natuurlijk over grond beschikken. In Assende vonden ze de kerkfabriek bereid om 1.200 m² ter beschikking te stellen: bouwgrond die de eerste 10 jaar niet bebouwd zal worden en goed gelegen is met in de buurt flatjes waar veel ouderen

wonen. In Vorselaar heeft de gemeente zelf grond ter beschikking gesteld. Maar ook het OCMW, bedrijven of zelfs privépersonen kunnen partner zijn.

Een Samentuin opstarten, maar wat voor één: collectief, elk zijn eigen perceel, een demotuin ...? Deze keuze wordt best met de groep gemaakt. In Vorselaar en Assenede kozen ze voor individuele perceeltjes, niet te groot, zodanig dat het werk niet te zwaar wordt. Zo biedt de Samentuin in Assenede een 12-tal percelen aan van 75 m². In Vorselaar is er keuze tussen percelen van 50 m² of 100 m².

Wil je in jouw gemeente een Samentuin opstarten, houd dan rekening met de seizoenen: in de winter moet de grond klaargemaakt worden, zodat je in maart meteen kan beginnen zaaien en planten. Is dat niet het geval, mis je gemakkelijk de trein van het seizoen, en moet je nog een jaar wachten.

Meer informatie vind je op www.samentuinen.org.

Welzijnsschakels en Velt gaan

samen tuinen

39

Page 40: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

▶ Volkstuinen De volkstuintjes bestaan al lang in Vlaanderen

en vandaag de dag worden ze deels herontdekt. Welzijnsschakels maakte er samen met Velt een intergenerationeel project van. Ook Landelijke Gilden zijn actief in deze sector. Met gemeenschapstuinen en schooltuinen zoals in de wijk Luchtbal in Antwerpen, brengen ze groene ruimte naar de stad en zorgen ze voor ontmoetingskansen in een kansarme wijk.

▶ Welzijnsschakels en Verenigingen waar armen het woord nemen

Op enkele uitzonderingen na, zoals ’t Schoeder-kloptje in Zarren, bevinden de meeste verenigingen waar armen het woord nemen zich in een stedelijke omgeving. Welzijnsschakels is als landelijke vereniging wel actief in heel wat kleine dorpen en gemeenten. Ze zijn een belangrijke ontmoetingsplaats voor mensen in armoede, een beleidspartner voor het lokale bestuur en een plek waar mensen in armoede hun stem kunnen laten horen en deelnemen aan leuke, zinvolle activiteiten.

Elke gemeente zou een beleid moeten ontwikkelen om zowel ontmoeting mogelijk te maken in de kleinere dorpskernen als om hun diensten en voorzieningen bij de mensen te brengen. Het is niet mogelijk om één model te bedenken dat in elke gemeente past. De lokale context is te verschillend. Wanneer het bestuur echter, in overleg met mensen in armoede en hun verenigingen, een goed en gedragen plan uitwerkt, kan dit een grote vooruitgang betekenen.

40

Page 41: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Sleutels voor het beleid

Maak gebruik van bestaande antennes in landelijk gebied om ook andere diensten en voorzieningen aan te bieden.Bij het terugtrekken van diensten moet de overheid rekening houden met de zwakste groep. De dienstverlening moet voor hen verzekerd blijven. Betrek hierbij mensen in armoede.Lokale besturen moeten initiatief nemen om dienstverlening van hogere overheden op hun grondgebied te verzekeren.De bereikbaarheid van diensten moet verzekerd zijn voor iedereen. Ook van diensten die verderaf liggen of in andere gemeenten of stedelijke kernen.Ook in landelijk gebied zijn er tekorten in de kinderopvang. Ook hier worden gezinnen in armoede het eerste slachtoffer. De afstand tot de opvang moet beperkt zijn. Daarnaast is er veel nood aan flexibele en occasionele opvang.Nieuwe modellen van eerstelijnszorg in landelijke gebied moeten verder verkend worden. De eerstelijnszorg moet ook op het platteland uiterst toegankelijk zijn voor iedereen van jong tot oud, arm en rijk. Nieuwe modellen, zoals multidisciplinaire samenwerkingsverbanden, een forfaitair betalingssysteem, mobiele diensten … mogen geen taboe zijn.

Lokale middenstand en bedrijven moeten kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Wanneer er grote leemtes ontstaan in dorpen dan kunnen de lokale overheid en het middenveld samen zoeken naar creatieve oplossingen om bepaalde diensten toch te verzekeren.Landbouwers en zelfstandigen die in moeilijkheden geraken, hebben recht op goede en aangepaste hulp. OCMW’s, CAW’s en gespecialiseerde organisaties moeten elkaar aanvullen om hulp op maat te bieden.Lokale netwerken vrijetijdsparticipatie moeten opgestart worden waar ze nog niet bestaan. Deze netwerken moeten een toegankelijk vrijetijdsaanbod verzekeren. Niet enkel de prijs is dan van belang.Het verenigingsleven vervult een belangrijke rol in een lokale gemeenschap en verdient daarvoor de nodige steun. Verenigingen kunnen een belangrijke partner zijn, ook in het bestrijden van armoede. Ze mogen echter niet geïnstrumentaliseerd worden.Elke mens heeft nood aan ontmoeting. De gemeenten, het verenigingsleven, sociale economie en welzijnswerk kunnen de handen in elkaar slaan om ontmoetingsplaatsen te creëren en te verzekeren.

41

Page 42: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1 http://www.ocmw-info-cpas.be 2 http://www.ocmw-info-cpas.be3 www.caw.be/caw-in-je-buurt4 http://arvastat.vdab.be/arvastat/admin/help/

zorggeb.htm5 Marissal, P., May, X., & Lombillo, D.M.

(2013). Stedelijke en Plattelandsarmoede. Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal wetenschapsbeleid, p. 32.

6 Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (2010). Advies van de themagroep kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen in landelijke gebieden: gezondheidszorg, p. 7.

7 Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (2010). Advies van de themagroep kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen in landelijke gebieden: gezondheidszorg, p. 15.

8 Marissal, P., May, X., & Lombillo, D.M. (2013). Stedelijke en Plattelandsarmoede. Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal wetenschapsbeleid, p. 33.

9 Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (2010). Advies van de themagroep kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen in landelijke gebieden: voorzieningen voor dagelijkse

behoeften, p. 21.10 Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (2010).

Advies van de themagroep kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen in landelijke gebieden: voorzieningen voor dagelijkse behoeften, p. 21.

11 http://www.febelfin.be/nl/aantal-automaten-stijgt-aantal-bemande-kantoren-neemt-af

12 Decenniumdoelen 2017, Armoedebarometer 2013, p. 47.

13 Decenniumdoelen 2017, Armoedebarometer 2013, p. 47-48.

14 De brochure is te downloaden op www.fondsvrijetijdsparticipatie.be

15 Fonds Vrijetijdsparticipatie (2011). De boer op met vrije tijd: houvast voor vrijwilligers in armoedeorganisaties, p. 5.

16 Hautekeur, G., & Viaene, S. (2011). Armoede en Sociale uitsluiting op het platteland. Samenlevingsopbouw Vlaanderen, pp. 25-27.

Eindnoten

42

Page 43: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

’t Schoederkloptje

’t Schoederkloptje is een Welzijnsschakel en een Vereniging waar armen het woord nemen uit Zarren. Het is een vrijwilligersorganisatie waar zowel mensen met en zonder armoede-ervaring uit Groot-Kortemark samenkomen. Enerzijds is er de basiswerking: huisbezoeken, maandelijkse gespreksavond, maandelijkse kookactiviteit, hobbyclub, computerlessen, uitstappen tijdens de schoolvakanties en een jaarlijkse 3-daagse va-kantie voor gezinnen in armoede. Anderzijds wordt in kleinere werkgroepjes samen-gewerkt rond bepaalde thema’s zoals energie, water en geestelijke gezondheidszorg. Tijdens deze samenkomsten worden mensen op hun capaciteiten aangesproken en wordt er getracht hen nieuwe vaardigheden bij te brengen waardoor men beter gewa-pend is tegen het leven in de maatschappij.

’t Schoederkloptje is gevestigd op het platteland. Armoede op het platteland is min-der zichtbaar dan in een stad, maar toch een harde realiteit voor heel wat mensen. In samenwerking met Mobiel21 zal lokaal gezocht worden naar oplossingen voor de mobiliteitsproblemen die heel wat mensen in armoede ervaren. Vooral het recht op tewerkstelling, gezondheidszorgen en de voedselbedeling staan voortdurend onder druk door de beperkte toegang tot het openbaar vervoer. ‘t Schoederkloptje zal via de campagne ‘Armoede (op den) buiten’, een voorstellingsfilmpje maken van de vereni-ging met de specifieke nadruk op de mobiliteitsproblemen die ervaren worden. Het is de bedoeling om met dit materiaal lokale diensten en het brede publiek aan te spreken en meer bewust te maken van wat mensen in armoede ervaren op ‘den buiten’.

’t Schoederkloptje VZW Evelyn Catteceur

Stadenstraat 28610 Zarren

T 051 43 76 27M 0468 12 47 76

[email protected]

43

Page 44: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 45: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Deel 2

Mobiliteit

Page 46: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Mobiliteit waardeer je pas als je het eens een tijd hebt moeten missen. Bij veel mensen is dit slechts tijdelijk: een gebroken been, een wagen die enkele dagen in de garage staat voor een herstelling …

Niet geraken waar je wilt zijn of erg lang onderweg zijn voor een verplaatsing ergert ons allemaal. Denk maar aan een stakingsdag van de NMBS, lange files of een sneeuwdag. Op zo’n moment is er plots erg veel aan-dacht voor mobiliteitsproblemen.

Vervoersarmoede en zijn gevolgen

Veel te vaak vergeten we dat grote groepen mensen elke dag last hebben van een beperkte mobiliteit. Mensen met vervoersarmoede hebben problemen om zich te verplaatsen voor dagelijkse bezigheden zoals werk, onderwijs, zorg, diensten …Vervoersarmoede hangt samen met armoede, een landelijke omgeving en met fysieke beperkingen.Met deze campagne hebben we het specifiek over deze landelijke gebieden en de situatie van mensen in armoede.

▶ Armoede: Een leven in armoede betekent een leven met minder financiële mogelijkheden. Het hebben van een eigen auto is vaak onmogelijk voor gezinnen in armoede. Wanneer ze deze wel hebben weegt dit zwaar op hun budget. Toch kiest men soms voor een eigen wagen omdat het niet anders kan gezien de plek waar ze wonen. Andere vervoersmiddelen kosten te veel: een kaartje voor de trein of zelfs de bus is een extra kost die niet altijd in het gezinsbudget past. Daarnaast kenmerkt armoede zich door een zwak netwerk. De kans dat je familie en vrienden hebt die je met hun wagen uit de nood kunnen helpen is kleiner. Tenslotte is armoede vaak een gebrek aan administratieve vaardigheden en

kennis. Hoe moet je een belbus reserveren, hoe lees je een vertrekschema van trein of bus?

▶ Fysieke mogelijkheden: je moet fysiek in staat zijn om je te verplaatsen. De afstanden die je te voet of met de fiets kan afleggen maken deel uit van je mobiliteit. Maar ook andere fysieke beperkingen spelen mee. Zo zijn te lage perrons letterlijk een te hoge drempel. Wie in een rolwa-gen zit ondervindt nog meer moeilijkheden en een alleenstaande moeder met jonge kinderen kan vaak fysiek niet ver en veilig raken op eigen kracht.

▶ Landelijk gebied: Een landelijk gebied is meer uit-gestrekt. Een gemeente waarbij de deelgemeen-ten enkele kilometers uit elkaar liggen is geen uitzondering. De afstand tot de stad is meestal nog groter. Daarnaast is er minder infrastructuur aanwezig dan in steden. je hebt geen metro of tram, bussen rijden minder frequent op minder lijnen, er is enkel een belbus, het dichtstbijzijnde treinstation vraagt al een reis op zich om er te ge-raken … Diensten en voorzieningen trekken zich terug en vestigen zich in de centrumgemeente of de dichtstbijzijnde stad waardoor inwoners van landelijke gebieden meer noodzakelijke verplaat-singen moeten doen.

46

Page 47: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Mobiel 21 vzw is samen met het Netwerk tegen armoede volop bezig met het actieprogramma Mobikansen1, waarin men zoekt naar duurzame mobiliteitsoplossingen voor mensen in armoede. De eerste resultaten van een bevraging bij 150 orga-nisaties (OCMW’s, CAW’s, verenigingen waar armen het woord nemen, sociale economieprojecten …) geven duidelijk aan waar de problemen liggen en hoe belangrijk deze zijn.

vrije tijd

medische zorg

boodschappen

bezoek familie

werk

Figuur 1: Waarvoor ben je beperkt in de mobiliteit? (Mobikansen)

46

31

36

31

67

Beperkt o.w.v. mobiliteit (%)

De cijfers spreken voor zich. 67% van de ondervraagden zegt dat mensen in armoede, door mobiliteitsbeper-kingen, moeilijkheden hebben om naar hun werk te gaan of werk te vinden. Ook zorg, vrije tijd, boodschappen en familiebezoek worden door meer dan 30% als problematisch gezien. De combinatie van vervoersarmoede en terugtrekkende diensten en voorzieningen, versterkt in landelijk gebied de armoedeproblematiek.

De oplossingen voor deze problemen kunnen werken in twee richtingen. Enerzijds mensen meer mobiliteits-kansen geven zodat ze wel in staat zijn om hun werk, familie, diensten en voorzieningen te bereiken, en ander-zijds diensten zo veel mogelijk outreachend te laten werken zodat mensen de verplaatsing niet moeten doen.

“Als je drank moet kopen en je hebt rugproblemen … probeer dat maar eens thuis te krijgen als je aangewezen bent op het openbaar vervoer.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

47

Page 48: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Ongeveer alle studies over plattelandsarmoede geven te kennen dat een gebrek aan transportmogelijk-heden een van de belangrijkste factoren is van sociale uitsluiting. Een onderzoek van de Koning Bou-

dewijnstichting uit 2003 spreekt over 45.000 huishoudens met vervoersarmoede2. De toegang tot vervoer hangt samen met de toegang tot werk, opleiding, gezondheidszorg, vrije tijd, sociale contacten …3

Belang van mobiliteit

Bovendien blijkt dat privévervoer noodzakelijk is als aanvulling op het niet adequate openbare vervoer 4. Dit komt overeen met wat in lokale Welzijnsscha-kels aangegeven werd en in eerdere onderzoeken zoals deze van Samenlevingsopbouw Vlaanderen en Cera.

WerkEen goede baan is een belangrijke buffer tegen ar-moede. Gezinnen waar niemand werkt zijn al jaren een van de grootste risicogroepen op armoede5. Een goede baan sluit aan op je competenties, geeft je een goed loon en is bereikbaar. In ons land is dit volgens de overheid een job tot 60 km van je woon-plaats of met een maximum reistijd van 4 uur. Hier zijn grote bedenkingen bij te formuleren. Zo’n grote afstand is voor veel mensen niet haalbaar. Denk maar aan een alleenstaande moeder die, als ze al kinderopvang zou vinden, een werkdag heeft van 8 uur aangevuld met 4 uur verplaatsingstijd. Daar moet je nog de tijd bij optellen die ze nodig heeft om haar kinderen naar de opvang te brengen en terug te halen, het huishouden in orde te houden enzo-voort. Het lijkt quasi onmogelijk.De bereikbaarheid van de werkplek kan echter ook dichter bij huis problematisch zijn: gebrek aan open-

baar vervoer dat de industrie- of KMO-zone bedient, slechte verbindingen, geen aanbod … En we hebben het dan nog niet gehad over arbeid in een ploegen-systeem, met nacht- of weekendwerk.

Naast een betere beschrijving van een goede baan, die rekening houdt met de mobiliteitsmogelijkheden van de individuele werkzoekende, moet bekeken worden waar de ontsluiting van werkplekken beter kan. Naast het klassieke aanbod zijn er ook alter-natieven: fiets, vervoer door de werkgever, carpool of shuttlediensten … Willen we meer mensen aan de slag helpen dan moeten we zorgen dat ze hun woon-werkverkeer binnen een redelijke tijdspanne en tegen een redelijke kostprijs kunnen realiseren.

GezondheidGezondheidszorg is een basisrecht. Eerder in dit dossier hadden we het al over een toegankelijke en outreachende eerstelijnszorg. Vanzelfsprekend is het voor het geheel van gezondheidszorg niet mogelijk om steeds outreachend te werken of sterk verspreid aanwezig te zijn. Mensen in armoede ondervinden dit aan den lijve wanneer ze naar het ziekenhuis moeten voor een consultatie, een op-name of een bezoek aan anderen. Sommige meer

48

Page 49: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

gespecialiseerde zorgen zijn slechts in een beperkt aantal ziekenhuizen beschikbaar wat het nog inge-wikkelder maakt.Het is van belang dat in de regeling van het open-baar vervoer ziekenhuizen goed bereikbaar zijn. Verder zijn initiatieven zoals een Minder Mobielen Centrale, ziekenvervoer door organisaties zoals zie-kenzorg … een welkome hulp. Het is wel absoluut noodzakelijk dat deze diensten betaalbaar zijn voor mensen in armoede.

Dikwijls wordt voorbijgegaan aan familie en vrien-den. Iemand die in het ziekenhuis ligt heeft graag bezoek. Mensen in armoede hebben in hun eigen netwerk van familie en vrienden meestal ook an-dere mensen die lijden onder vervoersarmoede. Ook zij moeten in staat zijn om een bezoekje te brengen. Dit zijn vaak vergeten neveneffecten van vervoers-armoede. Hetzelfde geldt wanneer men thuis her-stelt en zowel de patiënt als vrienden en kennissen niet zo mobiel zijn.

Diensten en voorzieningenMensen in armoede doen net zoals iedereen vaak beroep op allerlei diensten en voorzieningen: de werkwinkel, het OCMW, Kind en Gezin, de sporthal, het jeugdhuis … Helaas worden deze meer en meer gecentraliseerd in stedelijke centra. Die zijn rede-lijk goed bediend door het openbaar vervoer maar vanuit de omliggende gebieden is het voor mensen in armoede niet evident om er op een efficiënte manier te geraken.

“Als het goed weer is kan ik nog naar de postbus en terug.”(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

49

Page 50: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Kinderopvang en onderwijsDe hectische ochtend in een gezin: alle kinderen moeten zich wassen, aankleden, ontbijten, boter-hammen smeren voor ‘s middags, tanden poetsen … Elke ouder kent het fenomeen. Het vervolg is bij sommige families nog moeilijker: via kinderopvang en/of één of meerdere scholen, richting werk. Soms word je geholpen door een schoolbus die aan huis komt. Soms is de fiets een goede oplossing. Wan-neer het verkeer echter onveilig is, of de afstand te groot, rij je je ook hier vast. En als je dan te laat bent op je werk, de kinderen net na de bel aankomen op school of je al eens buiten de uren in de kinderop-vang aankomt, krijg je opmerkingen.

Vrije tijdIedereen heeft nood aan ontspanning. Een vaak gehoorde klacht bij mensen in armoede is de bereikbaarheid van vrijetijdsinitiatieven. Een speelpleinwerking in de centrumgemeente zonder vervoersondersteuning, een cultureel centrum be-reikbaar met de belbus maar waar je niet terug naar huis raakt na de voorstelling, een jeugdhuis waar jongeren niet naartoe kunnen als hun ouders liever hebben dat ze ’s avonds niet alleen de fiets nemen, de sporthal … Het recht op vrije tijd geldt echter wel voor iedereen.

“Tijdens de week is de bus oké. In het weekend moet je je plan trekken. Enkel ’s morgens vroeg en ’s avonds laat is er dan een bus. Als onze zoon in Antwerpen zit, dan is die pas om 23u30 thuis.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“De bus is een groot probleem. Als mijn kinderen de bus willen nemen om op tijd op school te zijn, kan dit enkel met de bus

van 07u10 ’s morgens. Dat is te vroeg.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

50

Page 51: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

51

15,3% van de mensen in België hebben een verhoogd armoederisico. In Vlaanderen bedraagt dit 9,8%. Voor vrouwen liggen de cijfers telkens iets hoger,

respectievelijk 16% in België en 10,3% in Vlaanderen 6. Wat vooral in het oog springt zijn de armoedepercentages bij eenoudergezinnen. Bij hen ligt het armoederisico op 38,5% in België en 22,2% in Vlaanderen 7.

Eenoudergezinnen worden dikwijls gerund door een alleenstaande moeder. Zij vormen een grote risicogroep. De knelpunten die specifiek voor het platteland gelden wegen voor alleenstaande ouders extra door. Vanzelfsprekend betekent dit dat je met één inkomen moet rondkomen. Daarnaast moet je zorgen dat alle gezinstaken opgenomen worden.Mobiliteit speelt hier een grote rol. Als je een beperkte mobiliteit hebt, begint de dag steeds met de zorg om de kinderen tijdig naar de kinderopvang of naar school te brengen. Vaak is dit een hele onderneming. Zeker als je daarna zelf nog naar het werk moet vertrekken. Slechter is het nog wanneer de plaatsen waar je heen moet niet dicht bij elkaar liggen. ‘s Avonds speelt zich opnieuw hetzelfde af. De dagelijkse boodschappen, administratieve rompslomp, met een ziek kind naar de dokter … het zorgt voor belasting op de tijd die overblijft om met je gezin bezig te zijn, je kinderen te helpen bij het huiswerk of gewoon samen te ontspannen.

Voor alleenstaande ouders is het belang van mobiliteit en de nabijheid van scholen, kinderopvang, medische zorg, preventieve gezinszorg, speelgelegenheid … cruciaal.

Ook bij ouderen zijn vrouwen een grote risicogroep. Aangezien vrouwen gemiddeld langer leven zijn zij het die meestal alleen achterblijven na het overlijden van hun man. Tijdens de Welzijnszorgcampagne 2012 ‘Armoede verjaart niet’ leerden we dat alleenstaande ouderen een zeer kwetsbare groep zijn. Een laag inkomen vergroot de kans op sociaal isolement aanzienlijk.

Voor deze laatste groep is het zeer belangrijk dat diensten en voorzieningen outreachend werken en een netwerk vormen rond de persoon in kwestie. Wanneer thuiszorg, buren, OCMW, een vereniging … samenwerken kunnen ze vaak met eenvoudige afspraken de leefsituatie van de oudere verbeteren.

De kwetsbaarheid van vrouwen

op hetplatteland

51

Page 52: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

elektrische fiets

auto

trein

metro

tram

bus

fiets

te voet

Figuur 2: Welke vervoersmiddelen worden gebruikt? (Mobikansen)

39

46

12

20

84

41

16

Vervoersmiddel (%)

2

Mensen in armoede zijn de facto veel duurzamer in hun mobiliteit dan de gemiddelde bevolking, gezien ze veel minder de auto gebruiken in vergelijking met de gemiddelde Vlaming. Op zich prima, maar enkel als hun mobiliteit verzekerd is en dat ook zij geraken waar ze willen gera-ken op een efficiënte en betaalbare manier. Dat is vaak niet het geval, zeker niet op het platteland.

Mobikansen peilde naar de vervoersmiddelen die mensen in armoede gebruiken.

Opvallend is het grote gebruik van het openbaar ver-voer en de fiets. De wagen wordt door 39% gebruikt. Onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van de Vlaming uit 2000-2001 kwam uit op meer dan 60% van de bevolking die de wagen als hoofdvervoers-

wijze gebruikt8. Een groot verschil met mensen in armoede. Gezien de kostprijs is dat niet verwonder-lijk. Maar het niet gebruiken van de wagen betekent wel dat andere vervoersmiddelen geschikt moeten zijn om hun vervoersvragen te beantwoorden.

Duurzame mobiliteit

52

Page 53: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

“Duurzame mobiliteit is meer dan een modewoord. Het is de ontwikkeling waarin de eis vervat zit om een evenwicht tussen deze drie basisconcepten te vinden. Het omvat alle ontwikkelingen – op technisch, econo-misch, ecologisch of sociaal vlak - die bijdragen tot een mobiele wereld die efficiënter, zuiniger en op lange termijn meer continu omgaat met de aarde. De aarde, dat is natuurlijk abstract, maar deze ontwikkelingen hebben ook te maken met onze leefwereld om de hoek, wat dan weer heel concreet is: het dorpsplein, een stadspark, een fietsnetwerk, bushokjes, parkeerplaatsen 9 ...”

Mobiel 21 vzw geeft volgende vuistregels voor een duurzame mobiliteit voor iedereen:

Vuistregels voor een duurzame mobiliteit 10

Mobiliteit is pas duurzaam als het verplaatsingssysteem werkt en betaalbaar, ecologisch verantwoord, veilig én rechtvaardig is. Duurzame mobiliteit kan samengevat worden in de volgende vuistregels, die in deze volgorde gehanteerd moeten worden:

1 Mensen moeten in principe aan zoveel activiteiten kunnen deelnemen als ze willen, ook als dit ver-plaatsingen impliceert. Die vrijheid is een voorwaarde voor een kwaliteitsvol leven.

2 Maar die verplaatsingen moeten zo weinig mogelijk kilometers, en zeker een minimum aan gemoto-riseerde kilometers produceren. Nabijheid en concentratie van de activiteiten en functies, zijn hiervoor de voorwaarde. Nabijheid als beste mobiliteit dus. Dat wil zeggen dat we prioriteit moeten geven aan kwaliteitsvolle (netwerk)verplaatsingen voor voetgangers en fietsers binnen verblijfsgebieden.

3 Indien er toch grotere afstanden overbrugd moeten worden, dan liefst collectief. Goed stads- en streekvervoer, verplaatsen met de bus, de tram en/of de trein. Op (middel)lange termijn helpt goed locatiebeleid de mobiliteitsafwikkeling te beïnvloeden. Plaatsen die dichtbij stations en andere stop-punten van het openbaar vervoer liggen, produceren meer duurzame vormen van verkeer. Zeker als ze naast een goed netwerk ook een goede intermodale dienstverlening hebben.

4 En pas dan de auto, als het echt niet anders kan. De auto opnieuw op de juiste manier gaan gebrui-ken, dus voor de verplaatsingen op middellange en lange afstanden waarvoor geen degelijk alternatief bestaat. Omdat de bestemmingen te afgelegen zijn, het verbindingsnet te dun, of omdat de verbindin-gen te weinig frequent zijn.

53

Page 54: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

De principes en vuistregels van duurzame mo-biliteit zijn een goede basis om mee aan de slag te gaan, ook voor mensen in armoede. Het STOP-principe uit de mobiliteitsdiscussie verwijst daarbij naar Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en Privé-vervoer. Het houdt in dat je zo veel mogelijk stapt, trapt, het openbaar vervoer gebruikt en pas dan een beroep doet op individueel gemotoriseerd transport. Dit principe heeft een voornamelijk ecologische achtergrond. Maar ook vanuit een visie op armoede-bestrijding kan je dit principe toepassen. Het is nu eenmaal goedkoper om te stappen of te fietsen dan om de wagen te nemen. Wat telt is dat de basismobiliteit van iedereen gega-randeerd kan worden.

StappenTe voet gaan is de meest eenvoudige vorm van mobiliteit en bovendien de goedkoopste. Voor korte afstanden is dit een optie voor al wie de lichamelijke mogelijkheid heeft. Dit is meteen de eerste beper-king. Ouderen zijn, zeker op het platteland, een grote risicogroep voor armoede en isolement. Voor hen is soms een relatief kleine afstand, bijvoorbeeld naar een busstation, al te ver. Ook mensen met een handicap kunnen beperkt zijn in de afstand die ze te voet of met een rolwagen moeten afleggen.

Ouderdom of handicaps zijn niet te vermijden. Wel moet de infrastructuur aangepast zijn om verplaat-singen maximaal te voet te kunnen afleggen: goede voetpaden, voldoende breed, geen te hoge stoep, extra voorzieningen voor rolwagens … Onderhoud is ook in wintermaanden noodzakelijk. In afgelegen gebieden of straten duurt het soms langer vooraleer er gestrooid wordt bij sneeuw of let men minder op de staat van wegen en voetpaden. Slechte of niet onderhouden voetpaden houdt sommige mensen echter binnen en kan hen in een isolement duwen, zeker in landelijke gebieden.

TrappenMet de fiets kan je grotere afstanden afleggen dan te voet, weliswaar opnieuw afhankelijk van je fy-sieke mogelijkheden.Meer dan de helft van de mensen in armoede ge-bruikt de fiets als vervoersmiddel. Voor een groot stuk gelden dezelfde moeilijkheden als met ver-plaatsingen te voet. Aangepaste fietsinfrastructuur ontbreekt nog op vele wegen. Wanneer mensen zich onveilig voelen, dan zullen ze de fiets laten staan. Ook goede fietsstallingen om je fiets veilig en in goede staat achter te laten maken deel uit van een goede fietsinfrastructuur. Fietsen is echter niet evident voor iedereen. Sommi-ge mensen hebben nooit leren fietsen, bezitten geen fiets of zien dit niet als gepast vervoersmiddel. Er zijn al enkele projecten actief met fietsscholen voor volwassenen, waarbij zowel het leren fietsen als het overtuigen om te fietsen van belang zijn. Ook voor woon-werkverkeer kan de fiets het ge-schikte vervoersmiddel zijn, al dan niet in combi-natie met het openbaar vervoer. Een dure plooifiets

“Vroeger had ik een fiets. Nu moet ik voor mijn

benen naar de kinesist. Het huishouden kan ik nog wel

doen, een beetje stappen ook. Voor de rest ben ik niet

meer mobiel.”(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“De straat is een ramp. We wachten tot ze inzakt.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

54

Page 55: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

behoort niet voor iedereen tot de mogelijkheden. Gerichte projecten, zoals Groep Intro in het Mee-tjesland opgezet heeft, werken wel. Fietsen worden beschikbaar gesteld voor mensen die een opleiding volgen bij Groep Intro. Vanuit het station kunnen ze zo de resterende kilometers afleggen. Dit wordt ge-koppeld aan het stimuleren van fietsen. Andere be-

staande modellen om fietsen te huren aan stations zoals de fietspunten en blue-bikes zijn eveneens inzetbaar om de mobiliteit van mensen in armoede te verhogen. Maar zowel de bekendheid, de kostprijs en de toegankelijkheid van het systeem als de be-schikbaarheid in meerdere stations zullen moeten verbeteren11.

Leerwerkplaats ’t Vliegplein op de fiets

Leerwerkplaats ‘t Vliegplein is een werkervaringsproject van groep Intro vzw. Doelgroepwerknemers ko-men één jaar werken en worden intensief begeleid om zo ervaring op te doen en de afstand tot de ar-beidsmarkt te verkleinen. Deelnemers aan dit project zijn voorafgaand minstens twee jaar werkzoekend. De leerwerkplaats voert opdrachten uit voor lokale besturen in groenonderhoud, houtatelier en renovatie. Na het einde van de tewerkstelling is er zes maanden nazorg waarbij mensen verder begeleid worden in het vinden van een job.

Groep Intro stelt vast dat kandidaten uit de kleinere gemeenten in het Meetjesland moeilijk of niet tot aan het project in Maldegem geraken. Daarom wordt sinds enkele jaren een extra pendelbusje ingelegd tus-sen het station van Eeklo en de leerwerkplaats van Maldegem. De organisatie neemt hiervoor de kosten op zich wat op lange termijn niet houdbaar is.Het is voor een werkzoekende uit het Meetjesland extra moeilijk om de stap naar werk te maken: de af-stand tussen thuis en werk is groot. Met het openbaar vervoer moet je meestal meerdere bussen nemen, je mag geen aansluiting missen en je bent lang onderweg. Het aanbod in openbaar vervoer en de tus-senkomst voor werkzoekenden in de kostprijs, is de afgelopen jaren afgebouwd. De auto is een goed alternatief, maar een rijbewijs halen en een auto kopen kan je pas als je al een tijdje aan het werk bent.

Om deel te kunnen nemen aan dit project en nadien de stap te zetten naar de arbeidsmarkt, is een duur-zaam vervoersmiddel nodig. Het hebben van een goede fiets is heel belangrijk. De afstand tussen wonen en werken kan met de fiets overbrugd worden of er kan een combinatie gemaakt worden met het open-baar vervoer. Groep Intro wil zich engageren om het onderhoud en herstel van een fiets aan te leren. Zo is een platte band niet langer een reden om niet op het werk op te dagen. Een goede fiets en begeleiding bij het herstellen en onderhouden van een fiets is een belangrijke stap bij het vinden en houden van een job!

Groep Intro vzwKrommewege 449990 Maldegem

T 050 72 86 66www.groepintro.be

55

Page 56: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Openbaar vervoerDe bus, tram, trein en metro zijn belangrijke scha-kels in de mobiliteit. Zeker voor mensen in armoede. Figuur 2 toont dat ze allemaal veel gebruikt worden: tussen de 12 en 84%. Dit in vergelijking met slechts 1,6% als hoofdvervoermiddel bij de gemiddelde Vlaming12.

We laten hier de tram en metro verder buiten be-schouwing aangezien ze (voorlopig) niet beschik-baar zijn op het platteland. Trein en (bel)bus daarentegen wel. De trein kan gebruikt worden voor langere afstanden en alle grote steden beschikken over een station. Op het platteland is dat een eerste drempel. Afhankelijk van de regio is een station soms veraf en moeilijk te bereiken. Ook zijn niet alle verbindingen even goed en kan de frequentie in het weekend erg laag zijn. Dit zijn geen problemen die enkel mensen in armoede ondervinden, maar zij kunnen minder voor een alternatief kiezen.De kostprijs voor een treinticket is relatief hoog. Wel zijn er voordeeltarieven voor diverse groepen. Ouderen en jongeren kunnen standaard goedkoper reizen en ook de kaart voor grote gezinnen is be-kend. Daarnaast reizen mensen met een verhoogde tegemoetkoming zoals het OMNIO-statuut aan halve prijs13. Welzijnszorg pleit al jaren voor de automa-tische toekenning van het OMNIO-statuut. Ook in de bestrijding van vervoersarmoede zou dit een belangrijke stap vooruit zijn. De NMBS heeft verder tarieven voor werkzoekenden. Zij kunnen voor € 2 een retourbiljet naar een sollicitatie kopen, mits de nodige attesten14.

Het meest gebruikte vervoersmiddel bij mensen in armoede is de bus. 84% van hen maakt hier gebruik van. De Lijn voorziet in Vlaanderen het openbare busvervoer. Volgens het decreet basismobiliteit moet De Lijn in woongebied een halte voorzien op maximaal 750 meter. Dit gebeurt met vaste lijnbus-sen of met een belbus. De bereikbaarheid van de haltes lijkt hiermee verzekerd. Toch is 750 meter voor heel wat mensen met een beperkte mobiliteit een grote afstand. Voor hen zou in het belbussys-teem de mogelijkheid moeten komen om aan huis opgehaald en afgezet te worden. Dit om de mobili-teit van deze groep te verbeteren en de belbus beter te laten renderen.

“Hier is geen station, in de buurgemeente wel. Er is wel elk uur een bus.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

56

Page 57: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

In 2008 had De Lijn de basismobiliteit verzekerd in 94 tot 97% van de woongebieden. De frequentie-normen werden in 81 tot 91% van de woongebieden gerealiseerd. De verschillen hebben te maken met het al dan niet realiseren van de dienstverlening tijdens week- of weekenddagen15. De invulling is nog niet volledig verzekerd. Dit heeft voor inwoners van die gebieden negatieve gevolgen. De prijs van de bus is lager dan van de trein en al zeker van de wagen. 65-plussers reizen gratis en verder zijn er voordelige abonnementsformules voor jongeren, voor mensen met een leefloon of inko-mensgarantie ouderen, mensen met een verhoogde tegemoetkoming en OMNIO-statuut, asielzoekers en jongeren met begeleiding door de bijzondere jeugd-zorg. Zo kunnen mensen met het OMNIO-statuut voor € 32 een jaarabonnement kopen16. Voor wie solliciteert of een opleiding volgt via VDAB worden de buskosten vergoed. De relatief lage kostprijs zorgt voor een verhoogde toegankelijkheid, hoewel occasionele gebruikers in armoede soms nog pro-blemen ondervinden met de prijs van een ticket.

De auto (individueel personenvervoer)Mijn auto, mijn vrijheid. Een principe dat voor velen van ons geldt. Toch moeten we met z’n allen ons autogebruik beperken, voor het milieu, tegen de files, voor de veiligheid op de weg … Voor mensen in armoede is het beperken van het autogebruik geen keuze, maar een noodzaak of is autogebruik gewoon onmogelijk wegens de kostprijs. Anderen moeten toch die zware kost dragen omdat ze an-ders niet kunnen werken, hun gezin niet kunnen onderhouden of in isolement belanden. Wanneer het niet kunnen hebben van een wagen kansen ontneemt tot een volwaardige deelname aan de samenleving dan is dat voor deze persoon en het gezin een schending van het recht op mobiliteit.

Carpoolen, je auto delen om samen naar een be-paalde bestemming te rijden, bespaart kosten en is goed voor het milieu. Uiteraard moet je dan iemand hebben die over een wagen beschikt en dezelfde richting uit moet. Carpoolen kan een oplossing zijn bij vrijetijdsactiviteiten zoals een bezoek aan het cultureel centrum of voor woon-werkverkeer. Voor mensen in armoede is het niet evident om dit zelf te regelen. Ondersteuning door de werkgever, de lokale overheid of andere diensten kan deze drempel mee verlagen.

57

Page 58: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Op kortere termijn moeten we werk maken van een duurzame basismobiliteit. Dit is trouwens door de Vlaamse regering al in 1999 aangekondigd als een sociaal recht voor iedereen17. Er is sindsdien heel wat gebeurd in aanbod en prij-zenpolitiek. Maar het recht op mobiliteit is hiermee nog niet gerealiseerd. Het is dan ook verontrustend dat in de huidige besparingsperiode deze basismo-biliteit onder druk staat. Zo werd recent het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers in vraag gesteld en ook het aantal bushaltes of treinstations zijn voortdurend onderwerp van discussie. Besparingen mogen wat ons betreft niet leiden tot een vermin-derde mobiliteit van kwetsbare groepen. Welzijns-zorg pleit voor extra vervoersoplossingen waar nodig en het aanpassen van bestaande diensten aan de realiteit van mensen in armoede.

Vervoersarmoede is net zoals alle aspecten van armoede een complex probleem. Op middellange en lange termijn moet de koppeling tussen mobiliteit, diensten, woon- en werkzones verbeteren. Niet

alleen om het autogebruik van de gemiddelde Belg te laten dalen en zo de druk op het leefmilieu te verminde-ren, maar ook om mensen in armoede, die niet de luxe hebben om over een eigen wagen te beschikken, te verlossen uit hun vervoersarmoede.

Hoe vervoersarmoede aanpakken?

Naar een flexibele belbusDe belbus is een bus met vaste haltes die in een welbepaald gebied op bestelling rijdt. Dit model is gemaakt om in landelijke gebieden, met minder passagiers, toch een vorm van basismobiliteit te verzekeren. De belbus heeft echter ook nadelen of drempels. Vooreerst moet je de belbus (meestal) 2 uur op voorhand reserveren. Dit maakt dringende verplaatsingen niet mogelijk. Een algemene vermin-dering naar 1 uur, zoals nu reeds in Limburg, zou een goede zaak zijn.

De kostprijs van de belbus is identiek aan deze van de gewone bus. Wel komt er de extra kost bij van een telefoontje naar de centrale. Dit lijkt een klein bedrag maar in het dagelijkse leven van mensen in armoede is het niet uitzonderlijk om geen belwaar-de te hebben op hun gsm en/of over geen vaste lijn te beschikken. Een gratis oproepnummer voor de belbuscentrales zou snel ingevoerd moeten worden. Ook het algemene infonummer van De Lijn is voor mensen in armoede erg duur. Aangezien zij niet altijd even vlot toegang hebben tot internet, zijn zij net diegenen die dit nummer vlot moeten kunnen gebruiken.

“Voor mij is de trein of het openbaar vervoer hier niet

goed. (…) Je zit hier op een eiland.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

58

Page 59: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

“Als ik naar de mutualiteit moet om een briefje te innen dan ben ik 4 uur onderweg.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Vervolgens is de belbus beperkt in rijtijden. Deze verschillen bovendien tussen zones wat het moei-lijk maakt om goed te kunnen communiceren naar kwetsbare doelgroepen en leidt tot onduidelijkheid. Bovendien beperken ze het gebruik. Zeker voor avondactiviteiten kan dit eenvoudigweg betekenen dat je niet meer thuis raakt.

Een vierde probleem is de rigiditeit van de haltes. Voor het grootste deel van de gebruikers levert dit geen specifieke problemen op, voor mensen met een handicap of ouderen is dit wel een grote drem-pel. Voor hen zou het makkelijker zijn dat de belbus uitzonderingen kan maken en hen thuis kwam ophalen. Overigens beschikken alle belbussen wel over een lift voor mindermobiele personen. Dit is een zeer goede zaak, maar helpt niets als je niet tot bij de halte geraakt.

Als laatste zijn er de belbusgebieden. Deze heb-ben vaste grenzen. Welzijnszorg pleit ervoor om deze gebieden flexibel te maken om zo de diensten en voorzieningen in de nabije omgeving van het belbusgebied te kunnen bedienen. Wanneer een hospitaal, school, overheidsdienst, bedrijventerrein, station … binnen een beperkte afstand van een bel-busgrens ligt, dan zou dit bediend moeten worden. Zo kunnen mensen hun verplaatsingstijd beperken en verhoogt de efficiëntie van de belbus als instru-ment voor basismobiliteit sterk. Dit moet in overleg met de lokale bestuurders en verenigingen van mensen in armoede verlopen.

Minder Mobielen CentralesDe Minder Mobielen Centrales bestaan in ongeveer alle gemeenten. Toch zijn ze vaak niet bekend bij mensen in armoede. Nochtans is de Minder Mobie-len Centrale er ook voor hen.

De Minder Mobielen Centrale werkt met vrijwilligers als chauffeur. Dat drukt de kostprijs. Het werkt in principe als een soort sociale taxi, een naam die soms ook effectief gebruikt wordt. Voor mensen in armoede geldt toch een grote financiële drempel. je moet namelijk, naast een beperkt inschrijfgeld (€ 10/jaar), ook de kilometervergoeding betalen. Deze bedraagt het gereden aantal kilometers van de chauffeur (vanaf zijn vertrekpunt) en eventuele parkeerkosten. De huidige vergoeding bedraagt 0,32 cent/kilometer. Een rit van bijvoorbeeld 30 kilometer, zonder parkeerkosten, komt zo op mini-maal € 9,6.

Wat is een mindermobielen Centrale?18

Dit is een dienstverlening aangeboden door de gemeente, het OCMW of een andere organisatie. Het doel is om verplaat-singsmogelijkheden aan te bieden aan mensen met een be-perkte mobiliteit. Deze dienstverlening haalt mensen uit hun sociaal isolement. Het gaat zowel om oudere mensen, men-sen met een handicap als mensen met een laag inkomen die geen wagen bezitten en zich geen taxi kunnen veroorloven.De ritten die aangevraagd worden zijn vaak voor familiebe-zoek, boodschappen, een kappersbezoek, een bezoek aan de dokter of voor administratieve zaken.Ritten moeten 48 uur op voorhand aangevraagd worden. Dit laat de centraleverantwoordelijke toe om een geschikte chauffeur te vinden. Op het afgesproken tijdstip komt de chauffeur je ophalen aan je woonplaats en verzorgt het ge-vraagde traject. Aan het einde van de rit betaal je de onkos-tenvergoeding voor het aantal gereden kilometers.

59

Page 60: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Nochtans zouden de Minder Mobielen Centrales een rol kunnen spelen voor die occasionele verplaatsingen waarvoor het openbaar vervoer geen oplossing kan bieden. Als we het systeem voor mensen in armoede toegankelijk willen maken dan moet een sociaal tarief mogelijk zijn. Uiteraard niet op kosten van de vrijwillige chauffeurs maar in het kader van basismobiliteit is dit wel de ver-antwoordelijkheid van de Vlaamse en lokale overheid.

Sommige Minder Mobielen Centrales kampen met tekorten aan vrijwilligers om alle vragen te kunnen beantwoorden. Hier kan een plaats zijn voor sociale economieprojecten. Mensen kunnen langs deze weg ervaring opdoen in een arbeidscontext en er wordt gewerkt aan vervoersarmoede.

Samen op de fietsZoals al aangegeven is, is fietsen niet altijd voor iedereen een evidentie. Fiets-projecten voor mensen in armoede en kansengroepen kunnen mensen laten kennismaken met de fiets en een samenaankoop van fietsen of een systeem van tweedehandsfietsen die volledig in orde zijn, kunnen oplossingen zijn. Ook een cursus fietsreparatie kan hieraan gekoppeld worden.De elektrische fiets is aan een opmars bezig. De huidige kostprijs is veel te hoog. Elektrische fietsen, ook een in uitleenformule, zouden in de toekomst wel haalbaar kunnen zijn voor middellange afstanden en zouden zeker in landelijk gebied een aanvulling zijn in de mobiliteit.

De wagen, ook voor mensen in armoede?Mensen in armoede opteren soms toch voor een eigen wagen, ondanks de hoge kost. Het is jammer dat dit noodzakelijk blijkt. De wagen of ten minste een rijbewijs blijft echter een troef op de arbeidsmarkt. Heel wat vacatures vragen dat de kandidaat beschikt over een rijbewijs. Maar een rijbewijs halen is duur. Enerzijds is er het theoretische gedeelte, wat relatief weinig kost tegenover het praktijkgedeelte en waarvoor via de centra basiseducatie ook aangepaste cur-sussen voorzien worden. Anderzijds is er de praktijk. Hier kan je kiezen tussen ‘vrije begeleiding’ en een opleiding via de rijschool. Wie voor vrije begeleiding kiest, kan besparen op de opleiding. Maar dan moet je natuurlijk wel beschik-ken over je eigen wagen of iemand kenne die z’n wagen ter beschikking wil stellen. Bovendien moet je in je kennissenkring of familie een goede begeleider vinden. Een opleiding met de rijschool is ook mogelijk, maar heeft dan weer een hoge kostprijs. Laagdrempelige rijopleiding, waarbij eventueel ook gebruik gemaakt wordt van Cambio-wagens of rijopleidingen in een traject naar werk moeten bekeken worden als alternatief19.

60

Page 61: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Sleutels voor het beleid

Mobiliteitsplannen voor bedrijventerreinen en kmo-zones met bijzondere aandacht voor mensen in armoede op de arbeidsmarkt.Aandacht voor mobiliteit bij toeleiding naar werk met het herbekijken van de woon-werkafstanden en reistijden voor aangepast werk.Bereikbaarheid van noodzakelijke diensten verzekeren met het openbaar vervoer door:• goede inplanting van diensten,• flexibele oplossingen op lokaal niveau,• openingstijden lijnwinkels afstemmen op

behoeften en mobiliteit,• outreachend werken van diensten waar

mogelijk.

Een duurzame basismobiliteit voor mensen in armoede:• goede voetgangers- en fietsinfrastructuur

in elke gemeente,• betaalbaarheid van het openbaar vervoer

verbeteren,• fietsprojecten voor mensen in armoede,• een gratis nummer voor de belbus,• flexibele belbusgebieden die diensten en

voorzieningen beter ontsluiten,• een sociaal tarief voor Minder Mobielen

Centrales,• een toegankelijke rijopleiding voor mensen

in armoede.

61

Page 62: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1 Het project Mobikansen wordt ondersteund door de Vlaamse overheid.

2 Meert, H., Bourgeois, M., Van Hoof, K., & Asperges, T. (2003). Immobiel op het platteland. Omtrent rurale vervoersarmoede op het platteland. Koning Boudewijnstichting, p. 60.

3 Marissal, P., May, X., & Lombillo, D.M. (2013). Stedelijke en Plattelandsarmoede. Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal wetenschapsbeleid, p. 11.

4 Marissal, P., May, X., & Lombillo, D.M. (2013). Stedelijke en Plattelandsarmoede. Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal wetenschapsbeleid, p. 11.

5 Dierckx, D., Oosterlynck, S., Coene, j., & Van Haarlem, A. (2012). Armoede en Sociale Uitsluiting - jaarboek 2012. Acco, p. 432.

6 Dierckx, D., Oosterlynck, S., Coene, j., & Van Haarlem, A. (2012). Armoede en Sociale Uitsluiting - jaarboek 2012. Acco, p. 432.

7 Dierckx, D., Oosterlynck, S., Coene, j., & Van Haarlem, A. (2012). Armoede en Sociale Uitsluiting - jaarboek 2012. Acco, p. 432.

8 Debusscher, M., & Glorieux, I. (2009). De sociale effecten van basismobiliteit in niet-stedelijke gebieden. VUB, p. 25.

9 Mobiel 21 (2012). Duurzame mobiliteit, voorbij het modewoord. Inzicht, p. 1.

10 Mobiel 21 (2012). Duurzame mobiliteit, voorbij het modewoord. Inzicht, pp. 1-2.

11 Meer info: www.blue-bike.be en www.fietspunten.be/

12 Debusscher, M., & Glorieux, I. (2009). De sociale effecten van basismobiliteit in niet-stedelijke gebieden. VUB, p. 25.

13 www.nmbs.be 14 www.vlaanderen.be/nl/economie-en-

werk/werk/tewerkstellingsmaatregelen-voor-werknemers/tegemoetkoming-de-verplaatsingskosten-voor-werkzoekenden

15 Rekenhof (2009). Verslag over de evaluatie van de kostprijs en de effectiviteit van de basismobiliteit bij De Lijn. Vlaams Parlement, p. 13.

16 www.delijn.be/vervoerbewijzen/types/abonnement/korting/korting.htm

17 Debusscher, M., & Glorieux, I. (2009). De sociale effecten van basismobiliteit in niet-stedelijke gebieden. VUB, p. 9.

18 www.mindermobielencentrale.be 19 Het idee van rijopleidingen voor mensen in

armoede met Cambio werd eerder geopperd door Manuël Chiquero van de Chez Nous - Bij Ons vzw.

Eindnoten

62

Page 63: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

63

Page 64: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 65: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Deel 3Lokaal

armoedebeleid

Page 66: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Het belang van het lokale niveau kan, voor armoedebestrijding, moeilijk overschat worden. Zowel de lokale besturen als heel wat andere organisaties, verenigingen en groepen zijn dagelijks bezig met

de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Het lokale niveau staat het dichtst bij de mensen, ook bij mensen in armoede.

Armoedebestrijding op lokaal niveau

Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2012 kwamen de lokale besturen volop in de aandacht. Met het project ‘Ieders stem telt’ probeerde Samenlevingsopbouw Vlaanderen, samen met een coalitie van organisaties waaronder Welzijnszorg, om armoede hoog op de beleidsagenda te zetten. Terecht want met het OCMW, het huisvestingsbeleid, mobiliteit, onderwijs, werk … zijn er veel thema’s die in belangrijke mate mee gestuurd worden door de gemeente.

Al in 1925 werd de rol van het lokale bestuur in de bestrijding van armoede verankerd met de oprichting van de Commissies van Openbare Onderstand (COO) in elke gemeente. Deze commissies waren dikwijls enkel gericht op het geven van financiële steun. De hieraan gekoppelde hulpverlening stond nog in de kinderschoenen en de COO’s werkten geregeld zonder een maatschappelijk assistent. In 1976, samen met de grote fusieoperatie van de gemeenten, werd de wet op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) goedgekeurd en vervingen deze de COO’s. Het OCMW kreeg een ruimere opdracht, de hulpverlening werd uitgebreid en beperkte zich niet langer tot enkel financiële steun. Bovendien werd de inzet van minimaal één

maatschappelijk assistent verplicht. Met de wet op de maatschappelijke integratie in 2002 werd het opnieuw maatschappelijk activeren van OCMW-cliënten sterk verankerd. In de evolutie van het OCMW is het belangrijk om de term ‘Sociaal Huis’ te vernoemen. Er is regelmatig begripsverwarring rond dit concept. Wat het zeker niet is, is het veranderen van het naambordje van OCMW in Sociaal Huis. Het Sociaal Huis richt zich op de toegankelijkheid van allerlei gemeentelijke diensten die in functie van de burger staan. Het is met andere woorden een toegankelijkheidsconcept dat op lokaal niveau moet uitgewerkt worden en dat een antwoord moet bieden op specifieke toegankelijkheidsproblemen die zich lokaal stellen in het aanbod van dienst- en hulpverlening. Het Sociaal Huis is niet noodzakelijk een gebouw, noch een actor. Het is wel dé plek waar iedereen terecht moet kunnen met vragen over sociale dienstverlening in de gemeente, buurt of wijk.

66

Page 67: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

“Iedere stad en gemeente werkt momenteel aan de realisatie van een Sociaal Huis. Dit kadert in het Lokaal Sociaal Beleid, dat het OCMW dieper wil inbedden binnen de sociale kaart, of het geheel aan welzijnsdiensten actief in de lokale gemeenschap. Indien het een fysieke vorm aanneemt, zal een Sociaal Huis de plek zijn waar burgers voor alle administratieve en sociale dossiers, premies en uitkeringen terechtkunnen. In vele gemeenten is er al een Sociaal Huis gerealiseerd terwijl de andere gemeenten hier momenteel aan werken. Een sociaal huis is een samenwerking tussen OCMW en gemeenten. Twee belangrijke functies van het Sociaal Huis zijn:• deéén-loketfunctie:Deburgerkanhierterechtmetalzijnvrageninverbandmet

sociale dienstverlening binnen de gemeente. Hij hoeft zich niet eerst te informeren of dit nu een taak is die door het OCMW, door de gemeente of door een andere openbare of private partner wordt uitgevoerd.

• dedoorverwijsfunctie:Erisééninformatieloketdatvoorallevragenmetbetrekkingtot het welzijn kan doorverwijzen naar andere diensten en organisaties in de gemeente of omliggende gemeenten.” 1

Lokaal sociaal beleidOok het lokaal sociaal beleid, zoals we het nu noe-men, heeft een hele evolutie gekend. De rol van de lokale overheid in armoedebestrijding werd door-heen de jaren ondersteund door diverse fondsen en subsidies vanuit de hogere overheid. Eind jaren ‘80, begin jaren ‘90 werden met Europees geld lokale experimentele projecten armoedebestrijding opge-zet. Ook werd door de Vlaamse overheid het Vlaams Fonds voor de Integratie van Kansarmen (VFIK) op-gericht. Hiermee werden steden en gemeenten met een hoge kansarmoedescore gestimuleerd om bij-zondere programma’s te ontwikkelen. In de tweede helft van de jaren ’90 werd het VFIK vervangen door het Sociaal Impuls Fonds (SIF). Nadien volgden het Stedenfonds en het Decreet Lokaal Sociaal Beleid. Het lokaal armoedebestrijdingsbeleid mist sinds-dien een richtinggevend kader aangezien het Stedenfonds geen rechtstreeks armoedebestrij-dende doelstellingen heeft en het lokaal sociaal

beleid vooral over samenwerking en afstemming tussen diensten en toegankelijkheid van diensten gaat2.

In het kader van de planlastvermindering die de Vlaamse Regering doorvoert, moeten gemeenten niet langer een lokaal sociaal beleidsplan maken, maar is dit geïntegreerd in de strategische meerjarenplanning van de gemeenten. Minister Vandeurzen geeft in een omzendbrief wel aan dat armoedebestrijding, schuldhulpverlening, dak- en thuisloosheid … nog steeds een plaats moeten hebben in de beleidsplanning3. Welzijnszorg roept de lokale besturen op om het sociale beleid zeer grondig aan te pakken. Dit moet blijken uit de nodige doelstellingen met de nodige middelen. In het vorm geven van een armoedebestrijdingsbeleid is de participatie van mensen in armoede van groot belang.

67

Page 68: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

EnergiearmoedeIn dit dossier hebben we uitgebreid aandacht voor de rol van de lokale overheid in bijvoorbeeld het huisvestings- of mobiliteitsbeleid. Daarnaast is er het belang van het OCMW. Mensen met een leefloon kunnen aanvullende steun krijgen van het lokale OCMW, wat vaak broodnodig is aangezien het leefloon ver onder de armoedegrens ligt. Daarnaast speelt het OCMW een belangrijke rol in de strijd tegen energiearmoede. De lokale adviescommissie, het LAC, komt samen op vraag van de leveranciers van water, gas of elektriciteit die een verzoek hebben tot afsluiting van energietoevoer of de plaatsing van budgetmeters. De LAC wordt voorgezeten door een maatschappelijk werker van het OCMW en heeft als basisprincipe dat elke persoon recht heeft op een minimumlevering van water, gas of elektriciteit. Hoewel er al heel wat inspanningen zijn gebeurd om de werking van het LAC te verbeteren, is er op veel plaatsen nog werk aan de winkel om te zorgen voor een goed functionerend LAC, een goede communicatie met de mensen die in energiearmoede leven en het bewaken van de sociale opdracht hierin.

“Mijn gezondheid is niet goed. Enkele winters

geleden zat ik zonder gas en elektriciteit. Ook het OCMW kon niks geven,

zij hadden ook geen geld.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“Communicatie is heel belangrijk. Er moet veel meer gecommuniceerd worden tussen het OCMW en de mensen.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

SchuldhulpverleningHet OCMW is samen met het CAW ook verantwoordelijk voor schuldhulpverlening. De toenemende brede problematiek van schulden is zorgwekkend. In 2011 waren er 319.092 personen met een betalingsachterstand, liepen er 94.863 dossiers collectieve schuldbemiddeling, waren 87.869 gezinnen gedropt door hun commerciële energieleverancier en werden 4.449 gezinnen afgesloten van water omwille van niet-betaling4. Bij een schuldenproblematiek is het van groot belang dat mensen de gepaste hulp krijgen. Zo is het zorgelijk dat het aantal personen in collectieve schuldbemiddeling blijft toenemen. Dit is als het ware de laatste mogelijkheid voor mensen die te diep in de schulden zitten en er met gewone schuldhulpverlening niet uit geraken. Schulden hebben ook de eigenschap om halsoverkop toe te nemen. Een direct antwoord op een hulpvraag is van cruciaal belang. Dit kost tijd, mensen en middelen. Het voorzien van voldoende mensen en middelen is een gedeelde verantwoordelijkheid van het lokale beleid en de Vlaamse overheid.

Steeds meer zelfstandigen, ondernemers en landbouwers raken in de problemen. Hun situatie is vaak erg gecompliceerd, zowel financieel als mentaal. Het is belangrijk dat ook deze groep weet dat ze lokaal terechtkan met haar hulpvraag. Lokale OCMW’s kunnen een beroep doen op gespecialiseerde organisaties, zowel voor vorming, ondersteuning als zitdagen. Meer informatie over deze organisaties vind je op www.efrem.be, www.boerenopeenkruispunt.be en www.tussenstap.be.

68

Page 69: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

“We zijn hier drie jaar geleden komen wonen. We zijn toen naar het gemeentehuis geweest om ons in te schrijven. Ze hebben ons niets gezegd over wat waar te vinden is in de gemeente, geen spontane informatie. Je moet het zelf maar uitzoeken.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“De eerste jaren schreef ik op hoe vaak ik moest telefoneren om iets te bereiken. Dat was gemiddeld 25 keer. Nu bel ik direct naar de schepen. Binnen de twee minuten is het in orde.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Plattelandsgemeenten hebben hun eigen specifieke kenmerken. Onderling zijn er grote verschillen. Toch is er voor een grote groep een gelijkaardig probleem: ze zijn dunbevolkt, hebben zeer veel open ruimte

en een laag fiscaal draagvlak5.

Beperkte draagkracht van landelijke gemeenten

Dit resulteert in lage inkomsten om veel werk te verzetten. Er is immers een grote oppervlakte om wegen, rioleringen, groen … te onderhouden en te vernieuwen. Daarnaast moet de gemeente het bestuur en de dienstverlening, zoals een bibliotheek, een OCMW, sport- en cultuurinfrastrucutuur, ondersteuning van verenigingen …, verlenen die voorzien zijn. Een doordacht sociaal beleid voeren is zowel een kwestie van politieke keuzes als van budgettaire ruimte. Niet alles hoeft noodzakelijk (veel) geld te kosten, maar je kunt niet omheen de kostprijs van bijvoorbeeld voldoende personeel of gebouwen.

Voor steden bestaat er het stedenfonds met een budget van € 142 miljoen. Broodnodig voor de vele uitdagingen waar de steden voorstaan. Voor plattelandsgemeenten loopt het beleid echter achterop, net als de middelen. Pas vanaf 2004 werden de eerste stappen gezet voor een plattelandsbeleid met het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO), een beleidscel bij de Vlaamse Landmaatschappij en de inzet van Europese middelen voor Plattelandsontwikkeling6.

69

Page 70: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

De Vlaamse vereniging voor steden en gemeenten (VVSG) hield een overleg met een 90-tal plattelandsgemeenten, over hun ambities en hun moeilijkheden. De gemeenten signaleerden onder meer de ambities om 7:• Sociale voorzieningen op te zetten en uit te

bouwen• Kwaliteitsvolle woningen en betaalbare

bouwgrond ter beschikking te hebben• Dorpskernen leefbaar te houden• In te kunnen spelen op de groeiende

verwachtingen van de eigen inwoners en de samenleving.

Verschillende knelpunten belemmeren echter de uitvoering 8:• Structurele onderfinanciering van landelijke

gemeenten met veel open ruimte• Grote werklast en onzekerheid over bijkomende

financiering via projecten• Beperkte personeelsgroep voor een veelvoud

van taken en specialisatie in complexe materies• Grote uitdagingen voor het OCMW in de

huisvestingsproblematiek, armoedebestrijding, bestrijding van eenzaamheid bij ouderen, toegankelijke woonzorg …

Het Cera onderzoek naar plattelandsarmoede in Vlaanderen en Wallonië vat eerder onderzoek naar de draagkracht van gemeenten en OCMW’s samen. De besluiten uit de verschillende onderzoeken gaan

in dezelfde richting9: lage inkomsten resulteren in beperkte financiële draagkracht. De regelgeving is niet aangepast aan de landelijke context en diensten hebben het moeilijk om mensen fysiek te bereiken.Daarnaast geven deze onderzoeken als een van de knelpunten het mogelijk gebrek aan expertise en visie over armoedebestrijding aan. Bovendien is de doelgroep voor bepaalde acties niet zo groot in aantal, wat het moeilijk maakt om deze op kleine schaal te ontwikkelen.

De beperkte mogelijkheden van landelijke gemeenten en OCMW’s mogen echter geen excuus zijn om geen armoedebeleid te voeren. Met goede wil en een goede visie kan vaak veel. Het is natuurlijk ook een kwestie van politieke keuzes. Om de specifieke problemen van armoede op het platteland goed aan te pakken zal er bijkomende ondersteuning nodig zijn en een beleid op maat van plattelandsgemeenten waarbij structurele financiering ook aan deze gemeenten de mogelijkheid geeft om mensen in armoede vooruit te helpen op een duurzame manier.Voldoende mensen met voldoende tijd en voldoende middelen zijn noodzakelijk. Zeker in landelijk gebied zal het outreachend werken van gemeenten en OCMW’s belangrijk zijn. De hulp bij de hulpvrager krijgen, mensen bewustmaken van rechten of premies, dienstverlening verzekeren voor burgers met een beperkte mobiliteit … De opdrachten zijn niet min.

70

“Voor alles zijn er oplossingen. Misschien is het wel zo dat niet alles gekend is bij de mensen.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Page 71: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Vlaams plattelandsfondsDe Vlaamse Regering erkende in het regeerakkoord de nood aan extra ondersteuning voor plattelandsgemeenten. Hiervoor werd de oprichting van een plattelandsfonds aangekondigd. Door de budgettaire situatie werd de oprichting keer op keer uitgesteld. Sinds de begrotingscontrole in de lente van 2013 zijn ook middelen voorzien voor dit fonds. In het voorontwerp van decreet over het Vlaamse plattelandsfonds worden de doelstellingen en de verdeelsleutels van het fonds opgelijst. Kwetsbare groepen op het platteland en de leefbaarheid van dorpen worden naar voor geschoven als aandachtspunten. Hiermee erkent de overheid de nood aan extra aandacht voor armoede en uitsluiting op het platteland. In het verdelingsmechanisme wordt rekening gehouden met de inkomsten van een gemeente uit personenbelasting. Gemeenten met armere inwoners zullen zo meer middelen kunnen krijgen.

jammer genoeg is € 8 miljoen erg weinig om te verdelen over 50 gemeenten, zeker als je weet dat naast de doelstelling over kwetsbare groepen ook andere noden zoals waterlopen, wegeninfrastructuur, open ruimte en toerisme onder dit fonds vallen. Dit betekent dus weinig middelen voor grote en zeer verscheiden noden. Bovendien moeten gemeenten projecten indienen voor dit plattelandsfonds, wat zorgt voor extra administratieve last. Bijkomende structurele financiering biedt het fonds niet.

Welzijnszorg vraagt dat de regering in de volgende begroting € 2 miljoen extra ter beschikking zou stellen. De bijkomende 2 miljoen zouden dan gedurende een planningsperiode kunnen ingezet worden voor de specifieke doelstelling van het meer kansen geven aan kwetsbare groepen in landelijke gebieden. Welke vorm deze projecten krijgen moet in de lokale context bepaald worden: het bereikbaar maken van diensten, extra mensen om outreachend te werken, het opzetten van nieuwe armoedebestrijdingsprojecten, zorgnetwerken, dorpshuizen …Daarnaast blijft de vraag naar een voldoende structurele financiering van landelijke gemeenten zodat zij hun kerntaken naar behoren kunnen vervullen met structurele middelen.

71

Page 72: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

In de hulpverlening komt die kleinschaligheid zowel negatief als positief naar voor. Enerzijds is het moei-lijker voor kleinere OCMW’s om hun personeel te spe-cialiseren. Complexe hulpvragen kunnen daardoor een minder adequaat antwoord krijgen. Anderzijds wordt een vertrouwenspersoon, die alle aspecten van je problemen kent, ook erg gewaardeerd. Mensen voelen zich geen nummer dat van de ene naar de andere dienst gestuurd wordt.

Ook het middenveld is anders in landelijke gemeen-ten. Vaak is er een bruisend verenigingsleven, dat ook invloed probeert uit te oefenen op het lokale be-leid. Voor mensen in armoede is het dan weer minder evident om zich te verenigen. Zo zijn de meeste ver-enigingen waar armen het woord nemen gesitueerd in een stedelijke omgeving. Welzijnsschakels telt wel heel wat groepen in meer landelijk gebied. Vaak gaat het enkel om vrijwilligers, zonder ondersteuning door een beroepskracht. Ook Samenlevingsopbouw is actief in landelijke gebieden.

Lokale besturen staan dicht bij de mensen. Zeker in landelijke gemeenten is de burgemeester, een sche-pen, een gemeenteraadslid … vaak een gekende figuur. Dit kan drempelverlagend werken. De dialoog

met de inwoners kan zo zeer direct verlopen. Anderzijds zijn bijvoorbeeld ook hulpverleners vaak bekenden in het dorp. Mensen in armoede geven aan dat dit wel een drempel kan betekenen. Het is niet zo eenvoudig om dan met je problemen te rade te gaan bij bijvoorbeeld het OCMW.

Bestuur dicht bij de mensen

Het is zeer belangrijk dat er samenwerkingen ont-staan tussen het lokale bestuur, mensen in armoede, organisaties zoals CAW’s, Samenlevingsopbouw, mu-tualiteiten, vakbonden, thuiszorg, artsen … Goede voorbeelden zijn bijvoorbeeld projecten met signaal-gevers, verjaardagsbezoeken bij oudere inwoners, erfbetreders, Dorpsnetwerken voor zorg, huisbezoe-ken door Welzijnsschakels … Vaak combineren deze een strijd tegen isolement met het ondersteunen van mensen om hun rechten te bekomen en admi-nistratieve of praktische hulp. Essentieel is ook de privacy en het respect voor het leven van mensen.

ArmoedetoetsDe Vlaamse Regering voerde in 2013 de armoede-toets in. Hiermee wil ze al haar beleidsmaatregelen aftoetsen op hun positieve of negatieve gevolgen voor mensen in armoede. Dit is een goede zaak. Zo’n armoedetoets kan het beleid dwingen om voortdurend aandacht te besteden aan de armoede-problematiek en rekening te houden met mensen in armoede in alle aspecten van het beleid. Ook enkele gemeentebesturen denken na over zo’n armoede-toets op lokaal niveau. Een goede armoedetoets op maat van lokale besturen ontwikkelen en actief verspreiden, waarbij rekening gehouden wordt met de administratieve druk zou de gemeenten hierin kunnen ondersteunen.

“Er is hier een betere mentaliteit dan in de stad. Mensen geven om je, zijn in je

geïnteresseerd, zeggen goeiedag. Dat is de landelijke charme.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

72

Page 73: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

73

Page 74: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Een goed beleid houdt rekening met ieders stem, zeker de stem van de meest kwetsbaren in de samenleving. Mensen in armoede zijn zo’n groep. Het voorbije decen-nium gebeurde er heel wat om de stem van mensen in armoede te versterken. Zo zijn er in Vlaanderen heel wat Verenigingen waar armen het woord nemen, is er

het Netwerk tegen armoede, zijn er participatieprojecten van Samenlevingsopbouw, dialoog-sessies van het Steunpunt Armoedebestrijding …

Toch bleef er een leemte. In heel wat gemeenten en dorpen in meer landelijk gebied is er geen aparte vereniging waar armen het woord nemen, en ook andere spelers zijn hier maar af en toe actief. Voor veel gemeentebesturen is het niet evident om op eigen grondgebied een part-ner te vinden voor een participatief armoedebestrijdingsbeleid.

Welzijnsschakels is, als landelijke vereniging waar armen het woord nemen, actief in 142 lo-kale groepen. De overgrote meerderheid van de Welzijnsschakelgroepen bestaat uitsluitend uit vrijwilligers. Mensen met en zonder eigen armoede-ervaring.

Welzijnszorg kent als zusterorganisatie van Welzijnsschakels al jaren de kracht van deze groepen. Niet enkel in het verenigingen van mensen, in het organiseren van activiteiten van en voor mensen in armoede maar ook in het stem geven aan mensen in armoede. Sinds 2008 voeren Welzijnsschakelgroepen uit het hele land themagesprekken ter voorbereiding van de campagnes van Welzijnszorg. Zij komen naar voor met knelpunten en voorstellen tot oplos-sing en zijn een bron van inspiratie voor de Welzijnszorgcampagnes.Geleidelijk aan groeide het idee om meer en meer groepen te activeren voor zo’n traject. Niet noodzakelijk ter voorbereiding van een campagne van Welzijnszorg, maar wel om de lokale problemen op te lijsten en aan te pakken of op het lokaal niveau aan de slag te gaan met de knelpunten uit de Welzijnszorgcampagnes.

Waarom doen we het? Een kansrijk project!Naast de idee om het aantal Welzijnsschakelgroepen uit te breiden, kwam stilaan het besef dat de bestaande Welzijnsschakelgroepen (extra) ondersteund moeten worden om meer in dialoog te treden binnen hun gemeente. Die dialoog biedt groepen kansen om in hun eigen ge-meente concrete, haalbare verbeteringen voor mensen in armoede te bepleiten, af te dwingen of mee te helpen realiseren. Zo ontstond het plan om voor die extra ondersteuning vrijwilligers als dialoogondersteuners in te zetten. Het project lokale dialoognetwerken was geboren.

Lokale dialoogondersteuners versterken de stem van

mensen in armoede in Welzijnsschakelgroepen

74

Page 75: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Het project lokale dialoogondersteuners is erop gericht om vrijwilligers op te leiden en in te zetten om in hun regio groepen te begeleiden in een dialoogproces. De keuze voor vrijwilli-gers is zeer bewust. Welzijnsschakels en Welzijnszorg bouwden altijd al op vrijwilligersinzet. Ook bestaat de overtuiging dat er vrijwilligers zijn die net in deze niche hun interesses te-rugvinden. Met de steun van zo’n vrijwillige ondersteuner willen we Welzijnsschakelgroepen ondersteunen in:

▶ Bekendmaking van de groep met het oog op lokale politieke dialoog▶ Signalen in de groep meer systematisch opvangen en structureren▶ Knelpunten formuleren en daarin een prioriteit aanbrengen▶ Verbetervoorstellen formuleren ▶ Signalen, knelpunten en/of verbetervoorstellen aftoetsen in een breder netwerk▶ Meer informatie krijgen rond een specifiek thema dat leeft in de groep ▶ Doelstelling en strategie voor de dialoog uitwerken ▶ In dialoog treden met het OCMW, het gemeentebestuur en/of andere middenveldactoren▶ De dialoog opvolgen ▶ Een lokale vertaalslag maken van de politieke eisen van de Welzijnszorgcampagne▶ …

De eerdere ervaringen bij Welzijnsschakelgroepen leren ons dat dit proces ook versterkend werkt voor de groep en de mensen. Daarnaast zijn heel wat lokale besturen vragende partij om in dialoog te treden en samen naar oplossingen te zoeken. Vanzelfsprekend zullen de be-langen of de oplossingen niet altijd dezelfde zijn. Met de lokale dialoogondersteuners zullen Welzijnszorg en Welzijnsschakels ook lokaal de politieke boodschap van beide organisaties uitdragen. Een structurele bestrijding van de armoede in ons land, met en voor de mensen in armoede.

Meer informatie? Welzijnsschakelsjozefien Godemont, projectmedewerker lokale dialoogcoachesHuidevettersstraat 1651000 BrusselT 02 548 26 [email protected]

75

Page 76: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Vele kleintjes maken één groot. Dit geldt ook voor lokale besturen en OCMW’s van kleinere, landelijke gemeenten. Intergemeentelijke samenwerking kan zeker lonen om de dienstverlening te verbeteren en

aan expertiseopbouw te doen.

De kracht van samenwerking

Specifiek voor armoedebestrijding zijn er meerdere mogelijkheden en voorbeelden. Zo is er “Welzijnszorg Kempen”10, een samenwerkingsverband van de OCMW’s uit het arrondissement Turnhout. Enerzijds wil Welzijnszorg Kempen overleg tussen de OCMW’s, studiewerk en planning van de werkzaamheden van de OCMW’s bevorderen. Anderzijds neemt de vereniging initiatieven die tegemoetkomen aan problemen en behoeften die zich in de regio stellen.De drie belangrijkste doelstellingen zijn:▶ meer kracht geven aan de uitbouw van sterke

OCMW’s in elke gemeente,▶ stimuleren, organiseren en ondersteunen van

regionale en subregionale samenwerking en netwerkvorming,

▶ en bijdragen tot de degelijke uitbouw van een netwerk van voorzieningen die tegemoetkomen aan de lokale noden.

Een ander goed voorbeeld is NESTOR (Netwerk voor Steun aan Ouderen in Ruraal gebied), een vrijwilligersnetwerk ondersteund door een professionele coördinator dat bij ouderen en sociaal geïsoleerden langsgaat en allerlei diensten aanbiedt zoals vervoer, boodschappenhulp, klusjesdiensten, gezelschap …11

Volop inzetten op participatie van mensen in armoede werpt vruchten af. Zo zijn er ook in

meer landelijke gemeenten zoals Beerse, Aalter of Mol stevige samenwerkingsverbanden tussen de gemeente en de Welzijnsschakel. Het advies vanuit de Welzijnsschakel wordt serieus genomen, signalen die vanuit mensen in armoede komen, kunnen zo beter opgevolgd en aangepakt worden. Zo’n structurele dialoog kan vaak ook eenvoudige, goedkope oplossingen vinden voor soms kleine drempels. Anderzijds zijn er problemen die veel dieper gaan. Een manifest tekort aan betaalbare huisvesting bijvoorbeeld, los je niet op met een overleg.

Welzijnszorg pleit ervoor dat lokale besturen investeren in meer, betere en gerichte samenwerkingensverbanden. Bij de opstart kan dit extra werkdruk meebrengen maar op langere termijn zorgt dit voor een grotere efficiëntie en een betere dienstverlening voor de meest kwetsbare groepen. Grensoverschrijdende moeilijkheden zoals de bereikbaarheid van diensten, mobiliteit, huisvesting … kunnen beter aangepakt worden. En goede ideeën en geslaagde projecten vinden hun weg van de ene gemeente naar de andere. Hierbij moet de Vlaamse overheid een stimulerend beleid voeren dat het mogelijk maakt om flexibel in te spelen op regionale noden.

76

Page 77: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Sleutels voor het beleid

De uitbouw van een laagdrempelig ‘Sociaal Huis’ in elke gemeente.De strijd tegen energiearmoede voeren via OCMW en lokale adviescommissies.Voldoende en kwalitatieve schuldhulpverlening aanbieden, met aandacht voor de specifieke problemen van zelfstandigen, ondernemers en landbouwers.Een participatief lokaal sociaal beleid organiseren in elke gemeente met aandacht voor mensen in armoede.Een uitgebouwd plattelandsbeleid in Vlaanderen.Structurele financiering op maat van plattelandsgemeenten zodat zij kunnen

voorzien in de nodige diensten en voorzieningen.Extra middelen voor het plattelandsfonds in de strijd tegen armoede en uitsluiting van kwetsbare groepen op het platteland.Maximale samenwerking organiseren met het middenveld en mensen in armoede. Een lokale armoedetoets.Regionale samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, OCMW’s en diensten om het sociale beleid te verbeteren en landelijke besturen sterker te maken.

77

Page 78: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1 http://nl.wikipedia.org/wiki/Openbaar_Centrum_voor_Maatschappelijk_Welzijn

2 Dierckx, D., Oosterlynck, S., Coene, j., & Van Haarlem, A. (2012). Armoede en Sociale Uitsluiting - Jaarboek 2012. Acco, p. 33.

3 Vandeurzen, j. (2012). Omzendbrief Vlaamse beleidsdoelstellingen bij de uitvoering van het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid voor de periode 2014-2019.

4 Vlaams Centrum Schuldenlast (2012). Onderzoeksrapport cijfer- en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget- en/of schuldhulpverlening anno 2011, p. 1.

5 Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (2010). Manifest plattelandsgemeenten, p. 1.

6 Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (2010). Manifest plattelandsgemeenten, p. 1.

7 Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (2010). Manifest plattelandsgemeenten, p. 2.

8 Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (2010). Manifest plattelandsgemeenten,

pp. 2-4.9 Mathijssen, C. (2012). Plattelandsarmoede in

Vlaanderen en Wallonië, p. 17.10 Dit samenwerkingsverband heeft geen banden

met Welzijnszorg vzw maar deelt de naam.11 Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten

(2010). Manifest plattelandsgemeenten, p. 1.

78

Eindnoten Welzijnsschakel ‘Buurthuis Ommekaar’

Bij buurthuis Ommekaar is iedereen welkom, zonder onderscheid in status, levensbeschou-wing, origine of leeftijd van mensen. Zo hopen we de drempel laag te houden voor elke bezoe-ker. Wie hulp zoekt kan bij ons onopvallend te-recht, want iedereen komt naar het buurthuis, niet enkel mensen met problemen.In het buurthuis werken vrijwilligers en armen, allochtonen en autochtonen, jong en oud, ge-schoold en ongeschoold, samen aan een huis van vriendschap. Door oog te hebben voor kwetsbaren in de maatschappij leert men op een kwaliteitsvolle manier met mensen om-gaan. Zo ontstaan er groeikansen voor ieder-een. Er is ruimte voor sociale tewerkstelling, voor begeleiding van alternatieve straffen, voor zorg-vrijwilligers en voor stages.

De missie van Ommekaar realiseren, de dik-wijls verborgen armoede bestrijden en de moeilijk uitgesproken noden lenigen, vergt een voortdurend leer- en groeiproces:

• Een blijvende aandacht en zorg voor mensen uit de omgeving die het moeilijk hebben.• Samenwerking met de bestaande hulpverleningsdiensten en waar nodig

eigen diensten opstarten. • Een verbinding zijn tussen mensen en diensten.• Mensen dichter bij elkaar brengen en on-

derlinge hulp tussen mensen bevorderen. • Armoede helpen uitsluiten.

Page 79: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

79

Hierbij zijn de bijna zestig medewerkers een onmis-bare schakel. Ommekaar bestrijdt armoede dankzij de niet aflatende inzet van al haar medewerkers.

Ommekaar bevindt zich in een oude sociale woon-wijk. Het gebouw, een oud schoolgebouw, biedt heel wat ruimte en mogelijkheden. Er is een verwerkings-ruimte, een toonzaal voor tweedehandskledij en huishoudelijk gerief, een praatcafé en een bureel voor de sociale dienst. Het praatcafé wordt momenteel uitgebreid en ver-fraaid om nog meer kansen te bieden aan iedere bezoeker voor ontmoeting met een luisterend oor. Er worden ook voedselpakketten bedeeld waarvoor de nodige opslagruimte voorzien is.

Door zeer laagdrempelig te zijn, poogt het buurthuis mensen in armoede te bereiken, uit hun isolement te halen, samen te brengen en meer weerbaar te

maken om in de samenleving volwaardig te partici-peren. Gezinnen in armoede worden zowel financieel geholpen door het aanbieden van goedkope kledij, voedselpakketten … als algemeen door professione-le ondersteuning van de sociale dienst en door het sociale netwerk binnen het buurthuis. Eenzame be-jaarden uit de buurt geraken met mekaar bevriend, helpen mekaar en hervinden vreugde in het leven. Iemand met een handicap vindt er een zinvolle vrijetijdsbesteding en een vriendenkring. Oorspron-kelijke ‘cliënten’ worden vrijwilliger en kunnen zich verder ontplooien.

Ommekaar draait volledig op eigen financiële midde-len. We proberen nieuwe projecten te realiseren met meer financiële middelen zoals sociale kruidenier, spelotheek, ter beschikking stellen van tuin en terras, lunchmogelijkheden, de uitbouw van het praatcafé …

We proberen naast het lenigen van materiële noden vooral ook ‘medestander’ te zijn in het leven van mensen in armoede. Omdat armoede veel meer is dan (te) weinig geld hebben. We fungeren als een partner, een steunpilaar en een katalysator in het netwerk van welzijnsactoren in onze regio die strij-den tegen armoede.

VZW Ommekaar-ZennedalAndré Brems, voorzitter

Hoogveld 11501 BuizingenT 02 361 22 93

T 02 356 28 54 (voorzitter)[email protected]

Page 80: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

8180

Page 81: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

8180

Deel 4Huisvesting

Page 82: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Op het platteland tref je, zoals overal, mensen aan die in de streek of gemeente geboren en getogen zijn en migranten, vanuit een andere streek in ons land of vanuit het buitenland. Bij alle groepen zijn

er mensen in armoede. Zij wijzen op een specifieke reden voor migratie naar het platteland: de kostprijs van woningen. Een woning huren of kopen is vaak goedkoper in meer landelijk gebied.

Betaalbaarheid versus kwaliteit

De situatie in landelijke gebieden is wel divers: “Plattelandsdorpen nemen op de woningmarkt verschillende posities in. Niet alle dorpen maken dezelfde ontwikkeling door. Dorpen ontlenen hun dynamiek aan hun ligging ten opzichte van stedelijke gebieden en aan de aantrekkelijkheid van de woonomgeving. Enerzijds zijn er dorpen die stagneren en die minder in trek zijn. Zij worden meestal gekenmerkt door een slechte kwaliteit van de woningvoorraad, verkeersoverlast, zwak ogend publiek domein, perifere ligging, enz.

In deze dorpen wordt het functieverlies niet gecompenseerd door de woonfunctie. Er is meer leegstand in deze dorpen. Anderzijds hebben bepaalde dorpen te maken met een nieuwe dynamiek omdat zij gekenmerkt worden door een aantrekkelijk woonmilieu. Dit is onder meer ook het gevolg van de toenemende nadruk die wordt gelegd op veiligheid, rust, ruimte, groen en contact met de natuur.”1

De prijs van de woningen hangt dus enerzijds samen met de ligging en de situatie in het dorp. Daar ondervinden mensen in armoede echter de last van. Terugtredende diensten en voorzieningen en beperkte mobiliteit kunnen zorgen voor een verslechtering van hun situatie. De vaak noodzakelijke keuze om te besparen op huur- of koopprijs zorgt zo voor moeilijkheden op andere levensdomeinen.

“Vooral in de stad was de zoektocht naar een

betaalbare woning moeilijk. Hier is het wel gelukt.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

82

Page 83: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Anderzijds heeft de prijs te maken met de grootte en de kwaliteit van de woning, of het ontbreken daarvan. In hoeverre deze relatie speelt valt jammer genoeg niet op te maken uit de beschikbare cijfers. De grootte van de woningen verklaart de cijfers in figuur 2: op het platteland zijn er minder appartementen, studio’s of kleine woningen dan in de stad. Zeven op de tien woningen zijn er open of halfopen bebouwingen 4. Daarom is de mediaanhuurprijs ook hoger. Als je de vergelijking maakt met de gemiddelde prijs voor verschillende types woongelegenheid uit figuur 1, dan zie je wel dat de woningprijzen voor woonhuizen op het platteland erg laag liggen.

Figuur 1: Woningprijzen in Vlaanderen, gemiddelde prijs voor woonhuizen appartementen en villa’s in 2011, in euro2.

Figuur 2: Geïndexeerde mediaanhuurprijs in 2010, in euro 3.

Gemiddelde verkoopprijsWoonhuis Villa, bungalow,

landhuisAppartement,

flat, studioGrootsteden 219.908 432.858 172.196Centrumsteden 200.700 355.789 192.162Grootstedelijke rand 228.707 359.441 211.024Regionaalstedelijk gebied 183.099 318.097 184.233Vlaams strategisch gebied rond Brussel 266.274 477.622 200.699Structuurondersteunend kleinstedelijk gebied 183.881 414.130 276.089Provinciaal kleinstedelijk gebied 174.502 286.993 184.296Overgangsgebied 208.886 360.025 208.786Platteland 186.575 300.763 197.523Vlaams Gewest 201.129 353.056 200.864Brussels Gewest 348.718 1.031.738 206.974

Bron. ADSEI, bewerking SVR.

Geïndexeerde mediaanhuurprijs

Grootsteden 450Centrumsteden 458Grootstedelijke rand 546Regionaalstedelijk gebied 495Vlaams strategisch gebied rond Brussel 637Structuurondersteunend kleinstedelijk gebied 500Provinciaal kleinstedelijk gebied 497Overgangsgebied 550Platteland 515Vlaams Gewest 497

83

Page 84: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Figuur 3: Woningen zonder basiscomfort, Vlaanderen en Brussel, 20015.

Figuur 3 toont aan dat basiscomfort niet verzekerd is in alle woningen. In 2001 ging het over gemiddeld 6% van de woningen, met pieken in de Westhoek en algemeen hogere cijfers in Oost- en West-Vlaanderen. Basiscomfort wil zeggen dat er stromend water, privétoilet en badkamer of douche aanwezig is6. De cijfers zijn meer dan tien jaar oud en hopelijk zal dat percentage ondertussen sterk gedaald zijn. Het gebrek aan recente cijfers maakt het moeilijk om een goed beleid te ontwikkelen.

Naast het comfort betekent kwaliteit ook dat de woning bouwtechnisch in orde moet zijn, dat de woonomgeving van een goede kwaliteit is en dat de ‘bezettingsgraad’ (= het aantal personen waarmee de woning bewoond wordt) van de woning optimaal is7. Woningen die woon- of bouwtechnisch niet in orde zijn hebben negatieve gevolgen voor

“Mijn woning is niet wat het moet zijn.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

de bewoners. Hogere energiekosten, gebrek aan levenscomfort en ongezonde woningen leiden tot schrijnende toestanden, maar zorgen er ook voor dat de initiële besparing in huur- of koopprijs vaak tenietgedaan wordt door het geheel van de woonkost.

Het aantal (recente) cijfers over onze woonmarkt, zeker specifiek voor landelijke gebieden, is beperkt. De cijfers die beschikbaar zijn geven een achterstand weer wat betreft woonkwaliteit op het platteland. Waar in grootstedelijk gebied 96,1% van de woningen ‘goed’ is, is dit op het platteland slechts 88%. Figuur 4 toont aan dat Oost- en West-Vlaanderen, Zuid-Limburg en het Hageland de grootste achterstand hebben8.

< 5% 5 tot 10% 10 tot 13% 13 tot 20% 20 tot 30% 30 tot 40% > = 40%

Percentage van het totaal aantal woningen

84

Page 85: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Figuur 4: Aantal middelmatige woningen per arrondissement, woonsurvey 2005 9.

De cijfers worden ondersteund door de ervaringen van mensen in armoede en organisaties op het terrein. Zowel in onderzoek van Cera10, Samenlevingsopbouw Vlaanderen11 als in de themawerking van Welzijnsschakels over plattelandsarmoede klinken de signalen over het gebrek aan kwaliteit of onaangepaste woningen. Oudere woningen met hoge energiekosten, te grote woningen, gebrek aan kleine woongelegenheden, afgelegen woningen waardoor mobiliteit en dienstverlening problematisch wordt, ontbreken van sanitair, onafgewerkte woningen …

“Ik vind geen onthaalmoeder, ze zeggen me dan: ‘waarom wordt je zelf geen onthaalmoeder?’ Ik zou dat misschien wel willen, maar mijn huis is niet in orde. ‘Waarom is het niet in orde?’ Omdat ik geen geld heb voor de renovatie te betalen, omdat … ik geen werk heb. Het is een vicieuze cirkel.”(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

1 - 3.43.4 - 5.85.8 - 7.57.5 - 20.5

% middelmatige woningen

85

Page 86: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

De Vlaamse woningmarkt bestaat vooral uit eigenaars. 77% van de bevolking woont in een huis dat eigendom is van één van de gezinsleden12. De sociale en private huurmarkt zijn met respectievelijk 8%

en 15% een stuk kleiner. Hiermee scoren we internationaal gezien zeer hoog op eigenaarschap en erg laag op het percentage sociale woningen.

De woonmarkt in Vlaanderen en op het Vlaamse platteland

EigenaarschapEigenaars worden sterk ondersteund door de verschillende overheden. Dit heeft mee geleid tot een sterke toename van het aantal eigenaars gedurende de voorbije decennia. De fiscale stimulansen voor eigenaars vanuit de federale overheid zullen in het kader van de zesde staatshervorming overgedragen worden op de gewesten. De Vlaamse Woonraad schat dit op ongeveer € 1,5 miljard euro voor het Vlaamse gewest in 201313. Daarbovenop wordt het eigenaarschap ook al langer door Vlaanderen ondersteund, voornamelijk door renovatiepremies. In 2011 werd hieraan € 129.728.800 besteed door de Vlaamse overheid14. Ook de vermindering van de registratierechten in verschillende vormen kost de overheid heel wat geld, namelijk zo’n € 300 miljoen per jaar15. Ten slotte stimuleert de overheid ook het eigenaarschap door het verstrekken van sociale leningen en het aanbieden van sociale koopwoningen en kavels.

Het is moeilijk om te meten in hoeverre de overheidsmaatregelen op federaal en Vlaams niveau het eigenaarschap stimuleren of toegankelijk maken voor sociaaleconomisch zwakkere

groepen. Wel blijkt dat fiscale maatregelen zoals de woonbonus een sterk Mattheüseffect in zich dragen. De hoogste 40% inkomens ontvangen 67% van de uitgaven van de woonbonus. De laagste 40% van de inkomens slechts 15%16. Andere premies zijn vaak moeilijk bereikbaar voor eigenaars uit lagere inkomensgroepen. Eigen bijdrages, voorfinanciering van de werken, administratieve drempels … zorgen ervoor dat zij minder beroep doen op de verschillende premiestelsels. Sociale leningen en sociale koopwoningen bereiken eerder de lagere middenklasse. Voor mensen in armoede blijft het aankopen van een woning17, zelfs binnen deze stelsels, erg moeilijk.

Toch zijn er bij het grote percentage eigenaars wel degelijk heel wat mensen in armoede. In 2012 had Welzijnszorg het al uitgebreid over de situatie van ouderen. Deze ouderen zijn ook één van de voornaamste risicogroepen voor armoede op het platteland. Bij ouderen is zelfs in de laagste inkomenscategorie (€ 500- € 999) 73,6% eigenaar van de woning. Ook ‘noodkopen’ gebeurt door mensen in armoede. Dit houdt in dat zij een zeer goedkope woning

86

Page 87: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

aanschaffen, dikwijls van bedroevende kwaliteit, omdat dit finaal goedkoper is dan huren. Wel blijven ze dan wonen in een kwalitatief erg slechte woning. Er zijn geen middelen meer voor renovatiewerken, zelfs niet met premies.

De beleidsmaatregelen om eigenaarschap te stimuleren kosten handenvol (federaal) geld. Dit geld komt maar in beperkte mate terecht bij kwetsbare groepen. De (Vlaamse) middelen voor renovaties komen grotendeels bij eigenaars terecht en de armste eigenaars vallen ook hier vaker uit de boot. Wie geen middelen heeft kan echter niet zelf investeren, zelfs niet een klein deel, laat staan werken voorfinancieren.

“Het huis is oud en niet afgewerkt.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

“Ik heb een woning gekocht om zelf af te werken. Ik krijg er geen orde in, het

blijft een chaos.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

87

Page 88: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

8988

Figuur 5: Subsidiebudgetten van de Vlaamse en federale overheid voor subsidies op vlak van wonen, in miljoen euro en % 18.

Vlaamse kredieten (NGK

+ GVK)

Fiscale uitgave

% Vlaams totaal

% totaal

Vlaamse overheid * 864,4 100 38,2Eigenaars (Vlaams) 519,6 60,1 23,0Sociale leningen Vlaams Woningsfonds 28,9 - 3,3 1,3Sociale leningen VMSW 29,3 - 3,4 1,3Subsidies infrastructuur sociale koop (SSI) 12,3 - 1,4 0,5Verwervingssubsidie sociale koop (SV) 3,1 - 0,4 0,1Subsidie Bouw en Renovatie (SBE) 5,8 - 0,7 0,3Verzekering gewaarborgd wonen 6,5 - 0,8 0,3Renovatiepremie 108,0 - 12,5 4,8Verbeterings- en aanpassingspremie 10,4 - 1,2 0,5Vermindering onroerende voorheffing - 10,6 1,2 0,5Vermindering registratierechten bescheiden woning - 148,6 17,2 6,6Abattement registratierechten - 43,3 5,0 1,9Bij-abattement enige woning - 31,2 3,6 1,4Meeneembaarheid registratierechten - 81,4 9,4 3,6Andere (Vlaams) - 0,2 0,0 0,0Sociale huur 300,1 34,7 13,3Investeringsbijdragen programmatie VMSW 175,9 - 20,3 7,8Subsidies infrastructuur (SSI) 44,2 - 5,1 2,0Verwervingssubsidie (SV) 10,9 - 1,3 0,5Subsidie bouw en renovatie (SBR) 7,8 - 0,9 0,3Gewestelijke Sociale Correctie 14,0 - 1,6 0,6Domus Flandria financiering 33,3 - 3,9 1,5Andere 14,0 - 1,6 0,6Private huur 44,7 5,2 2,0Huursubsidie en installatiepremie 22,8 - 2,6 1,0tegemoetkoming voor kandidaat-huurders 11,9 - 1,4 0,5Subsidies huurdersbonden 1,6 - 0,2 0,1Subsidies voor werkingskosten SVK’s 8,4 - 1,0 0,4Federale overheid ** 1397,2 - 61,8Hypotheekaftrek (woonbonus, gewone en bijkomende

interestaftrek en kapitaalaftrek). jaartal 2012- 1397,2 - 61,8

Eigenaars totaal 1916,8 - 84,8Totaal (Vlaams + federaal) 2261,6 - 100

(*) BTW-verlaging bouw en belastingvermindering energiebesparende maatregelen niet inbegrepen.

Bronnen: *Vlaams parlement (2011). **Begroting Federale Overheid (2012) en eigen berekeningen.

Page 89: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

8988

Private huurmarktHuurders op de private markt staan gemiddeld het zwakste op de woningmarkt. Voor private huurders is de mediaan woonquote (= de totale uitgave van een gezin voor wonen ten opzichte van het gezinsinkomen) 29%, terwijl dit voor eigenaars 11,6% is en de Vlaamse mediaan 13,9% bedraagt. Private huurders besteden verhoudingsgewijs meer dan het dubbele aan hun woonkosten tegenover eigenaars. Maar liefst 40% van de huurders besteedt meer dan 30% van zijn inkomen aan wonen, wat men als kritische grens kan beschouwen voor een te hoge woonkost. Bij eigenaars is dit slecht 8% (22% bij afbetalende eigenaars) 19.

De zwakste bevolkingscategorieën op de woningmarkt op het platteland zijn bejaarden, huishoudens met één inkomen (koppels, alleenstaanden en eenoudergezinnen) en starters. Vooral bij private huurders is het risico dan groot om terecht te komen in kwalitatief slechte of onaangepaste woningen20. De woonkost in combinatie met een laag inkomen betekent zo’n zware druk op het gezinsbudget dat dit een van de grootste armoederisico’s vormt in ons land.

“Ik had veel problemen om een woning te vinden. Ik had een te laag inkomen, mijn huur was meer dan een derde van mijn inkomen.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Sociale huurmarktWie slechts beschikt over een laag inkomen zou terecht moeten kunnen op de sociale huurmarkt. De kost van een sociale huurwoning wordt immers berekend op basis van het inkomen, waardoor dit relatief betaalbaar is. Bovendien is de woonzekerheid groter dan op de private markt.

jammer genoeg is de sociale huurmarkt in Vlaanderen erg klein. Eind 2011 werden in totaal 146.769 sociale huurwoningen verhuurd via de Sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s). Met 91.926 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning is het tekort aan sociale huurwoningen onmiddellijk duidelijk21. Bovendien schort iets aan de kwaliteit van heel wat sociale woningen uit het oudere patrimonium van de huisvestingsmaatschappijen. Hoewel de Vlaamse regering ambitieuze plannen heeft voor renovaties en energiebesparende maatregelen in het sociaal woonaanbod, blijft het moeilijk om hiervoor voldoende middelen te voorzien. Bovendien is de grote druk op de sociale huisvestingsmarkt geen stimulans. je moet ten slotte de huurders (tijdelijk) ergens anders kunnen laten wonen.

“Ik huur ook een huis, gelukkig is dat een sociale woning.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

Page 90: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Sociale huurwoningen zijn ook niet gelijk verdeeld over het landschap. Onze steden tellen doorgaans meer sociale woningen, zowel in absolute aantallen als in percentages van de bevolking. Zo telde de stad Antwerpen bij de nulmeting voor het sociaal objectief 23 10,13% sociale huurwoningen, kleinere steden als Brugge (6,66%) of Leuven (7,64%) zitten al iets lager. Het beeld is natuurlijk niet eenduidig. Aalst haalt als centrumstad slechts 3,77%. Ook zijn er sommige kleine gemeenten zoals Spiere-Helkijn (17,74%) of Mesen (14,11%) die zeer goed scoren. Andere gemeenten zoals Begijnendijk of Aartselaar hebben geen of nauwelijks sociale huurwoningen24. De druk op de sociale huurmarkt is echter overal erg groot. Wie een sociale huurwoning kreeg toegewezen, heeft daar tussen de 988 dagen

(Oost-Vlaanderen) en 1381 dagen (Limburg) op gewacht25. Voor mensen in armoede is een gemiddelde wachttijd van 2,7 tot 3,7 jaar ontzettend lang. Heel wat mensen moeten zelfs langer dan 5 jaar wachten.

In landelijk gebied, waar het aantal sociale woningen laag ligt, zal de situatie er niet eenvoudiger op worden. Bovendien komt daar nog het geografisch aspect bij. je kan ook een woning toegewezen krijgen in een van de naburige gemeenten. Verder zijn niet alle sociale woningen even goed bereikbaar en/of even goed gelegen ten opzichte van diensten en voorzieningen. Voor een gemiddeld gezin is dit misschien doenbaar maar mensen met een beperkte mobiliteit, komen zo opnieuw in moeilijkheden.

Figuur 4: Aantal en aandeel sociale woningen in 201122.

Aantal huishoudens

Aantal sociale

woningen

Aandeel sociale

woningen

Aantal per 100

huishoudens

Evolutie 2002-2011

Grootsteden 347.356 35.237 24,6 10,1 -2,1

Centrumsteden 370.832 25.180 17,6 6,8 -1,9

Grootstedelijke rand 116.737 3.408 2,4 2,9 -2,8

Regionaal stedelijke rand

150.387 6.239 4,4 4,1 2,8

Vlaams strategisch gebied rond Brussel

107.786 4.256 3 3,9 -1,9

Structuuronder-steunende steden

289.188 17.750 12,4 6,1 1,8

Kleinstedelijke provinciaal

269.086 16.007 11,2 5,9 0,2

Overgangsgebied 600.993 22.136 15,4 3,7 -5,0

Platteland 398.996 13.138 9,2 3,3 5,2

Vlaams Gewest 2.651.361 143.351 100 5,4 0,9

90

Page 91: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Wat doet een Sociaal Verhuurkantoor?

De Sociale Verhuurkantoren (SVK’s) bieden sociale huurwoningen en -appartementen aan die ze huren van een eigenaar-verhuurder. Het SVK biedt deze eigenaar een aantal stevige garanties en is als eerste huurder verantwoordelijk voor alle huurdersverplichtingen.

De Sociale Verhuurkantoren zijn ontstaan uit de bekommernis om kwetsbare bewoners te steunen opdat zij ook gebruik kunnen maken van hun recht op wonen. Vele van deze mensen huren op de gewone woningmarkt. De SVK’s trachten de kwaliteit van het wonen van deze groep te verbeteren door zelf woningen op de private huurmarkt te huren om deze sociaal onder te verhuren.

In vergelijking met de Sociale Huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) is de SVK-sector vrij jong en nog niet zo goed gekend. Op het einde van de jaren ‘70 ontstonden in Vlaanderen en Brussel ‘huurdersverenigingen’. Zij huurden voor hun leden woningen op de private markt om deze te kunnen onderverhuren. Later experimenteerden ook de thuislozenzorg en de OCMW’s met het idee van een ‘sociaal verhuurkantoor’, dit als een vorm van sociale dienstverlening. In 1985 telde Vlaanderen zeven SVK’s, vandaag zijn dit er 52.

De huurder bij een SVK krijgt hierdoor een goede woning ter beschikking. Het SVK kan hem helpen met het wonen en hem bijstaan in zijn rechten en plichten.

Sociale verhuurkantoren

Met de Sociale Verhuurkantoren (SVK’s) is er een goed model om woningen uit de private huurmarkt kwalitatief te verbeteren en aan een sociale prijs te verhuren aan mensen met een laag inkomen. Hiermee vormt het een aanvulling op het aanbod van de SHM’s. Bovendien zorgt een toewijzingsreglement ervoor dat gezinnen met een grote woonnood voorrang krijgen. Hiervoor wordt een puntensysteem gehanteerd met het inkomen en de verhuisnood als prioriteit27.SVK’s kunnen zo de nood aan sociale woningen in landelijk gebied mee lenigen. Bovendien kunnen ze bijdragen tot het kwalitatief verbeteren van woningen die nu op de private huurmarkt zitten.

91

26

Page 92: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

9392

Het aantal door SVK’s verhuurde woningen is in 2011 gestegen tot 5.750. Hiermee worden de groeidoelstellingen, die door de Vlaamse Regering bepaald zijn in het Grond- en Pandendecreet, gehaald. Wel blijft het onvoldoende om de bestaande woonnood, teniet te doen.

Voorts zijn de SVK’s niet gebiedsdekkend. Niet in elke gemeente is een SVK actief is of heeft het woningen in zijn patrimonium. Vooral Oost-Vlaanderen loopt hier een grote achterstand.

Figuur 5: Aantal SVK woningen, vooropgestelde groei en werkelijke groei 28.

Figuur 6: Gebiedsdekking van SVK kantoren in Vlaanderen in cijfers 29.

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Vooropgestelde groei

3.868 4.157 4.468 4.802 5.161 5.547 5.961 6.407 6.886 7.400 7.954 8.548 9.187 9.874

Werkelijke groei

3.868 4.368 4.913 5.295 5.750

% werkelijke groei

12,9% 12,5% 7,8% 8,6%

Gemiddelde werkelijke groei

10,4%

n gemeenten met SVK-woningen

% met SVK-werking

% + in opstart cumulatief doublures

West-Vlaanderen 64 62 69,9% 62 96,9% 0 96,9% 5

Oost-Vlaanderen 65 40 61,5% 42 64,6% 0 64,6% 1

Antwerpen 70 59 84,3% 66 94,3% 2 97,1% 2

Vlaams-Brabant 65 54 83,1% 56 86,2% 3 90,8% 6

Limburg 44 40 90,9% 40 90,9% 2 95,5% 0

Vlaanderen 308 255 82,8% 266 86,4% 7 88,6% 14

Page 93: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

9392

Alle gemeenten zouden over een SVK-werking moeten beschikken. Gemeenten waar dit nog niet het geval is moeten zo snel mogelijk aansluiten bij een bestaand SVK of een nieuwe werking opzetten.

Vanuit de Vlaamse overheid is er sinds 2013 een nieuw decreet van kracht voor de SVK-sector. Vanuit de sector worden er zowel positieve als negatieve punten gezien. Zo wordt het toegejuicht dat de subsidie per woning niet langer afneemt naarmate het woningpatrimonium stijgt. Hierdoor kunnen SVK’s volop inzetten op groei. Dat het lokale bestuur een belangrijke rol moet spelen in de werking van het SVK, wordt eveneens als positief ervaren. Wel betreurt de SVK-sector dat de intergemeentelijke samenwerking niet langer vereist is 31. De toekomst zal de gevolgen hiervan nog moeten uitwijzen.

Figuur 7: Gebiedsdekking van SVK kantoren in Vlaanderen op kaart 30.

Legende: De SVK kantoren worden weergegeven met een kleur, de gearceerde gemeenten tellen meer dan éénSVK,datactiefisophungrondgebied.

De grootste uitdaging van het SVK blijft echter de huurdersbegeleiding. De meest kwetsbare huurders hebben nood aan voldoende en goede begeleiding. Dit gaat zowel over zeer praktische vragen van kandidaat-huurders, afsprak en met nieuwe huurders, als participatie van de huurders of begeleiding bij problemen. Binnen de SVK-sector gaat 36% van de personeelstijd naar huurdersbegeleiding. Bij de SHM’s is dit 26% 32. Hopelijk wordt deze met het nieuwe besluit versterkt en wordt dit een belangrijk evaluatiepunt.

Page 94: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

EnergiearmoedeWonen hangt samen met energie. Een woning moet je kunnen verwarmen, er moet stromend water zijn, elektriciteit en gas. In deel 3 hadden we het al over de rol van de lokale adviescommissie (LAC) in de strijd tegen energiearmoede.

Woningen op het platteland zijn vaak half open of open bebouwingen en kwalitatief niet altijd goed. Dit zorgt voor een groot energieverbruik met bijhorende kosten die de lagere huur- of aankoopprijs misschien tenietdoet. Heel wat gezinnen komen zo in de problemen en kunnen hun energiekosten niet langer dragen. Bovendien weegt de kost van energie sterker door op een laag dan op een hoog inkomen. Dat mensen uit het laagste inkomensdeciel 15% van hun inkomen moeten uitgeven aan energie is een hallucinant cijfer. Betalingsproblemen verbazen dan ook geenszins. Het aantal gezinnen dat klant is bij de distributienetbeheerder, na afsluiting door een commerciële leverancier, is opgelopen tot meer dan 80.000 voor elektriciteit en bijna 60.000 voor aardgas.

Energiearmoede neemt zo’n grote proporties aan dat de beleidsmaatregelen voortdurend aangepast moeten worden. Heel wat gedropte gezinnen betalen een erg duur tarief bij de distributienetbeheerder, ondanks hun

betalingsmoeilijkheden, omdat ze niet tot de groep van beschermde klanten behoren. Sinds juli is dit tarief lager maar het blijft onlogisch dat mensen in armoede niet het goedkoopste tarief toegekend krijgen, terwijl ze al schulden hebben. Het argument voor het aanrekenen van een hoog tarief luidt dat men zo de gedropte klant wil aanmoedigen om terug te keren naar de commerciële markt. Actieve begeleiding om deze overstap te maken is echter niet voorzien. Investeren in deze begeleiding zou nochtans een belangrijke stap zijn.

Ook de budgetmeter aardgas blijft problematisch. Een minimumlevering voor aardgas, naar analogie met de minimumlevering bij een budgetmeter elektriciteit, is technisch niet mogelijk. Daarom is er een systeem uitgewerkt waarbij OCMW ’s kunnen zorgen voor een hoeveelheid gratis gas. Bij feitelijke afsluitingen durft of wil echter niet ieder gezin naar het OCMW stappen, of, in het slechtste geval, doet hun OCMW niet mee aan de regeling en voorzien ze geen minimum.

Het groeiende probleem van watervoorziening baart ook zorgen. Niet langer beschikken over leidingwater heeft grote gevolgen voor het dagelijks leven. Minister Schauvliege heeft eind 2012 maatregelen aangekondigd om afsluitingen van water tegen te gaan.

“Vorig jaar met de vrieskou zat ik in temperaturen van 7°. Deze winter heb ik me wel een tank mazout kunnen kopen. Die was op in januari. Nu heb ik een houtkachel, ik koop dan zakjes hout. Ik heb 1.500 liter mazout en 14 m3 hout nodig, dat is € 1.500.” (GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

94

Page 95: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Energiearmoede blijft een onderschat probleem en het aantal gezinnen dat afgesloten is, ligt in de praktijk waarschijnlijk veel hoger. Mensen met financiële problemen sluiten vaak de facto zichzelf af. Ze stoppen met verbruiken om toch maar weer dat kleine beetje te besparen. De gevolgen op het dagelijkse leven zijn groot: een koude en donkere woning, geen warme maaltijd, slechte hygiëne …

Naast de strijd tegen afsluitingen, lagere prijzen en een goede werking van het LAC, moet er preventief gewerkt worden. Energiebesparende maatregelen zijn niet evident voor mensen in armoede. je moet hier bovendien het onderscheid maken tussen eigenaars en huurders. Voor eigenaars in armoede is het belangrijk te weten welke premies en tegemoetkomingen er bestaan voor renovaties en ervoor te zorgen dat energiebesparende maatregelen via een derdebetalersregeling lopen. Zo wordt de eigen bijdrage geleidelijk betaald door de energie die bespaard wordt. Toch zullen er, zelfs wanneer een regeling getroffen is, grote inspanningen nodig zijn. Mensen zijn niet altijd bereid tot veranderingen en zullen overtuigd moeten worden om daar werk van te maken.Voor huurders ligt de situatie anders. Aangezien zij weinig woonzekerheid hebben, zullen ze niet geneigd zijn om zelf grote investeringen te doen. Voor kleine investeringen, in bijvoorbeeld betere elektrische toestellen, kan opnieuw gedacht worden aan een derdebetalersregeling in samenwerking met de overheid en bijvoorbeeld de recyclagesector. Voor grotere investeringen aan huurwoningen zijn de eigenaars van deze woning belangrijke partners. De inzet van de SVK-sector is hier een piste: enerzijds als ondersteuner, anderzijds via fiscale stimuli, waarbij eigenaars die hun woning via een SVK verhuren, extra financiële steun krijgen.

95

Page 96: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Onze woonmarkt staat onder zware druk. Het tekort op de sociale woonmarkt zal bovendien niet opgelost raken met het huidige beleid en groeipad waarbij men tussen 2010 en 2023 43.000 extra sociale woningen wil bouwen. Dit is onvoldoende om de huidige wachtlijst te halveren. Alleen al door de aangroei van het aantal gezinnen zal er immers een stijging komen van de nood aan sociale huurwoningen. De voorziene stijging zal dus ruim onvoldoende zijn. Daarnaast heeft de Vlaamse Regering in mei 2013 beslist om de inkomensgrens voor het recht op een sociale woning op te trekken, waardoor ongeveer 39.000 mensen extra in aanmerking komen. Hoe groot de echte nood is aan sociale huurwoningen valt niet op te maken uit de wachtlijsten. Gezinnen schrijven zich niet steeds in omdat ze weten dat de wachttijd lang is. Andere gezinnen worden na twee jaar van de wachtlijst geschrapt omdat ze niet reageren op een bevestiging van inschrijving. Dit is zeker niet altijd omdat hun woonbehoefte is opgelost, maar vaak door een gebrek aan administratieve vaardigheden of vergetelheid. Ramingen van het Steunpunt Wonen komen op ongeveer 180.000 huishoudens met een woonnood die voldoen aan de voorwaarden

voor sociale huisvesting en die op dit moment niet in een sociale woning wonen 33.

De Vlaamse Regering krijgt binnen afzienbare tijd zo goed als alle bevoegdheden en middelen rond wonen in handen. Hiermee kan ze een wijziging in het beleid doorvoeren. Dit is noodzakelijk willen we het recht op wonen verzekeren. De scheeftrekking tussen het ondersteunen van het eigenaarschap en de weinige steun voor huurders is niet vol te houden en niet verdedigbaar vanuit de herverdelende rol die de overheid heeft.

Welzijnszorg eist dat op termijn iedereen die recht heeft op een sociale woning, deze kan krijgen binnen een redelijke termijn. Een kwalitatieve sociale woning voor iedereen met een laag inkomen moet het streefdoel zijn. Toch moeten we realistisch zijn. Zelfs als zou de Vlaamse overheid morgen beslissen om onze eis hiervoor te volgen, dan zal de feitelijke realisatie nog heel wat jaren duren. Daarom blijft Welzijnszorg pleiten voor een uitbreiding van de huurpremie tot een echte huursubsidie. Dit in afwachting van een goede kwalitatieve sociale woning.

Welzijnszorg wil het recht op wonen verzekeren zowel in de stad als op het platteland. Dat betekent dat we aan elk gezin een kwalitatieve betaalbare woning moeten kunnen garanderen wat nu niet

het geval is. Een te laag inkomen, te dure woningen op de private markt en een te klein aanbod op de sociale huisvestingsmarkt zorgen ervoor dat veel mensen moeten wonen in een slechte woning of dat te veel van hun inkomen opgaat aan woonkosten, zodat er te weinig overblijft om kwalitatief te leven.

Een echt recht op wonen verzekeren

96

Page 97: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

De SVK-sector kan mee een belangrijke rol spelen en mensen gedurende langere tijd een betaalbare woning uit de private markt aanbieden. Tevens zorgen ze mee voor een kwalitatieve verbetering van de private huurmarkt. Met fiscale maatregelen voor bijvoorbeeld renovaties, energiebesparing en erfenisrechten kan deze sector verder gestimuleerd worden. Voorts moet de sector zelf voldoende middelen behouden om de nodige begeleiding te voorzien.

“Het is heel moeilijk voor alleenstaanden. Ik sta ook al lang op de wachtlijst voor

een sociale woning. Ik krijg nu wel een huurpremie.”

(GETUIGENIS WELZIjNSSCHAKELS)

97

Page 98: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

HuurpremieWonen is een basisrecht. Toch wijst alles erop dat we dat ba-sisrecht in Vlaanderen niet kunnen garanderen. Vooral op de

huurmarkt is de situatie schrijnend. Mensen met lage inkomens, die in principe recht hebben op een sociale huurwoning, komen op een wachtlijst terecht. Enkele tienduizenden gezinnen moeten op zoek gaan naar een geschikte woning op de private huurmarkt. Met een klein budget een geschikte kwaliteitsvolle woning vinden is moeilijk. Vlaanderen heeft daarom vanaf de zomer van 2012 een huurpremie.

De huidige huurpremie wordt toegekend aan gezinnen die minstens vijf jaar op de wachtlijst staan voor een sociale huurwoning en die een jaarlijks inkomen hebben onder de € 16.320. Dit bedrag wordt opgetrokken met € 1.460 per persoon ten laste.

Welzijnszorg verwelkomt de huurpremie maar de huidige regeling roept wel vragen op. Er zijn twee grenzen ingebouwd: 1) de inkomensgrens en 2) het op een wachtlijst staan voor minstens vijf jaar.

De overheid moet de beperkte middelen geven aan wie er het meest nood aan heeft. De inkomensgrens is aldus een goede zaak.Ook goed is de verplichte inschrijving op de wachtlijst voor een sociale woning. Dit blijft voor ons de meest aangewezen woonvorm voor deze groep. De voorwaarde om vijf jaar op de wachtlijst te moeten staan, vinden we echter geen goede zaak. Deze limiet is opgelegd om budgettaire redenen, maar zou zo snel mogelijk naar beneden moeten. Heel wat groepen komen door deze voorwaarde in de problemen of zelfs niet in aanmerking. 20.000 mensen op een wachtlijst zijn ouderen. Andere groepen zoals alleenstaande ouders komen vaak na een echtscheiding in moeilijkheden. De strijd tegen armoede en kinderarmoede serieus nemen, kan je niet zonder die woonkost aan te pakken. Dat aanpakken doe je niet na vijf jaar, maar zo snel en adequaat mogelijk.

De Vlaamse Regering moet daarom meer middelen vrijmaken om deze periode zo snel mogelijk af te bouwen. De op stapel staande regionalisering van het woonbeleid en de woonbonus (de fiscale voordelen voor hypothecaire

98

Naar een echte Vlaamse huursubsidie?

34

Page 99: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

leningen) bieden hier grote kansen. Vlaanderen kan een eigen woonbeleid ontwikkelen. De huursubsidie moet hier een essentieel onderdeel van worden. Het is onlogisch dat de meeste middelen zouden gaan naar wie gemiddeld het sterkst staat op de huisvestingsmarkt, terwijl de financieel kwetsbare huurder geen overheidsondersteuning krijgt.

Een simulatie van het Centrum Sociaal Beleid berekende dat een huursubsidie aan de laagste inkomensgroepen op de private huurmarkt (zo’n 3% van de Vlaamse bevolking), de totale armoede in Vlaanderen met 4% kan verminderen. De huursubsidie zou dan een budget van € 150 tot € 200 miljoen vragen. Indien het beleid ervoor kiest om dit te verhalen op de fiscale voordelen voor eigenaars, dan zou dit geen grotere armoede bij eigenaars opleveren en hen slechts 0,3% van hun beschikbaar inkomen kosten. Bij gerechtigden op de huursubsidie stijgt hun beschikbaar inkomen met 10 tot 25%35.

De huursubsidie veralgemenen moet gepaard gaan met een controle op de kwaliteit en de huurprijs.

Tegemoetkoming in de huurprijsDe tegemoetkoming in de huurprijs36 (vroeger huursubsidie of installatiepremie) is een tegemoetkoming voor wie van een onaangepaste naar een aangepaste woning verhuist. Deze gezinnen kunnen gedurende maximaal 9 jaar een extra tegemoetkoming krijgen. De voorwaarden hiervoor zijn onder meer het inkomen (minder dan € 16.720/jaar + € 1.500 per persoon ten laste), een maximale huurprijs voor het nieuwe pand, de gezinsgrootte … Belangrijk is dat de woonsituatie grondig verbetert. Dit maakt de tegemoetkoming ook mogelijk voor personen die uit de dak- en thuisloosheid komen. Klanten van een SVK kunnen bijvoorbeeld ook een deel van de huur betalen met de tegemoetkoming in de huurprijs.

99

Page 100: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Sleutels voor het beleid

Inzetten op bereikbare en haalbare steun voor eigenaars in armoede voor renovatie en energiebesparing.Sociale leningen om eigenaarschap van mensen met een lager inkomen te verhogen.Een grote inhaaloperatie in het aantal sociale woningen om in elke regio aan de behoefte te kunnen voldoen.Renovatie van het sociaal huurpatrimonium met de nodige middelen.Promoten en stimuleren van de Sociale Verhuurkantoren: zowel door promotie van de ondersteuning van en door de SVK’s aan eigenaar-verhuurders en huurders, als het stimuleren van eigenaar-verhuurders met fiscale maatregelen.

De strijd tegen energiearmoede voeren met:• goede werking van de lokale

adviescommissies,• echte sociale tarieven voor mensen in

energiearmoede,• geen afsluitingen om financiële redenen.Het veralgemenen van de huurpremie tot een echte huursubsidie.Bewaken van de kwaliteit op de private huurmarkt en streven naar correcte huurprijzen.Dit alles moet zorgen voor een echt recht op wonen.

100

Page 101: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Een huis, appartement of studio, open, halfopen of gesloten bebouwing, een boerderij, bungalow … elk huis is verschillend. Maar er zijn ook groepen mensen die niet wonen in één van deze ‘klassieke’ woonvormen. Vanuit culturele gewoonte, uit noodzaak of vanuit eigen keuze.

Permanente campingbewonersIn Vlaanderen wonen sommige mensen permanent op een camping. In 2008 stonden 1.599 mensen gedomicilieerd in toeristische zones in het Vlaamse Gewest 37. Deze cijfers zijn echter weinig betrouwbaar voor de werkelijke situatie. Sommige permanente campingbewoners hebben hun domicilieadres elders of zelfs helemaal geen domicilieadres. Permanent wonen op de camping is voor de meeste mensen helemaal geen permanente vakantie, integendeel. Vaak is het de laatste plek waar ze terechtkunnen wanneer ze uit de rest van de woonmarkt zijn getuimeld.

Gedurende de jaren ‘90 probeerde de Vlaamse overheid om paal en perk te stellen aan het permanent wonen in toeristisch gebied. Het campingdecreet in 1993 verbood de permanente bewoning. Dit leidde tot sociale drama’s waarbij mensen op straat kwamen te staan. Er was immers geen plaats voor hen op de reguliere of sociale huisvestingsmarkt. In 2004 werd in het Vlaams Parlement een bijsturing goedgekeurd waardoor wie al sinds 2001 permanent op een camping verbleef, mocht alsnog blijven totdat een geschikte woning kon aangeboden worden38. Maar de problemen op de woonmarkt staan een vlotte toewijzing in de weg. Bovendien wil niet iedereen die verblijft op zo’n terrein er graag weg. Voor veel mensen is het hun thuis. Wel blijken de voorzieningen op de camping niet aangepast voor permanente bewoning. Water- en energietoevoer zijn niet altijd verzekerd en je hebt als bewoner weinig zicht op de gehanteerde tarieven. Ook postbedeling, afvalophaling en wegeninfrastructuur kunnen knelpunten zijn39.

Een uitgebreide rondvraag van RISO Vlaams-Brabant bij permanente campingbewoners stelt dat bijna iedereen uit noodzaak overgegaan is tot wonen op een camping. De bewoners beschikten niet over de mogelijkheden om een woning te vinden op de reguliere markt. De toekomstvisie verdeelt hen in drie groepen: één derde wil graag hulp bij het vinden van een nieuwe woning in het reguliere circuit, één derde wil liefst blijven wonen op de camping en voelt zich daar goed en nog één derde wil het liefst zelf zijn toekomst bepalen40.

Alternatieve woonvormen op het

platteland, ook een thuis?

101

Page 102: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Gemeenten blijken niet altijd bereid om permanente bewoners ook een domicilie toe te kennen op de camping. Hiermee willen ze permanent wonen op campings ontmoedigen41. Dit zorgt voor heel wat problemen bij de mensen in kwestie met sociale zekerheid en andere administratieve verplichtingen. In de praktijk komen mensen dus vooral dieper in de problemen maar dat zal hen niet vooruithelpen of doen verhuizen.

Permanent campingwonen is een complex gegeven. De bezorgdheid om deze mensen en de kwaliteit van hun woning is terecht. Toch zijn er veel mensen die zich heel goed voelen bij deze manier van wonen. Een realistisch beleid, met de erkenning van het recht op wonen en het tekort aan betaalbare kwalitatieve woningen om dit te realiseren, zou best leiden tot ondersteuning van permanente campingbewoners in het zoeken naar een nieuwe woonst, naar het verbeteren van hun situatie wanneer ze verkiezen op de camping te blijven en met respect voor de keuze van deze groep.

WoonwagenbewonersDe woonwagenbewoners, in de volksmond ‘zigeuners’ en ‘foorkramers’, bestaan in ons land uit 3 grote groepen42:▶ Voyageurs stammen af van de autochtone trekkende bevolking. Deze mensen

trokken voortdurend rond en verdienden onderweg de kost met allerlei activiteiten. Ze spreken Nederlands, maar gebruiken soms nog Bargoense43 woorden. Momenteel leven er zo’n 550 Voyageurs op (voornamelijk) officiële woonwagenterreinen. Heel wat andere Voyageurs wonen in huizen.

▶ De Manoesjen kwamen in de 15de eeuw naar onze streken. Door de eeuwen heen integreerden ze zich gedeeltelijk in de omgeving en de maatschappij rondom hen. Ze spreken Manoesj en Nederlands. Ongeveer 100 gezinnen wonen nog in woonwagens.

▶ De Roms kwamen eind 19de – begin 20ste eeuw naar hier vanuit Oost-Europa. Ze vallen op door hun traditionele levenswijze en kledij. Ze trekken in zomer rond in familiegroepen. Hun eerste taal is het Romanés, een taal verwant aan het Manoesj. Hun tweede taal is het Frans. jongeren spreken ook Nederlands. Ongeveer 300 Roms wonen in wagens. Daarnaast doen een duizendtal gezinnen uit het buitenland, vaak met familiale banden met Belgische Roms en Manoesjen, jaarlijks ons land aan.

Van oudsher hebben deze groepen te maken met moeilijkheden in onze samenleving. Hun manier van leven is anders dan die van een gemiddelde gezin in ons land en anders zijn wordt snel als bedreigend ervaren. Als gevolg daarvan

102

Page 103: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

kennen deze groepen problemen van uitsluiting en armoede. Maar, net als bij de campingbewoners, wil ook deze groep vooral respect voor hun manier van leven en de mogelijkheden hiertoe in ons land.

Sinds enkele jaren loopt een participatieproject onder coördinatie van het Minderhedenforum met onder meer VROEM vzw (Vlaamse vereniging voor Roms, Roma, Voyageurs en Manoesjen), Ons Leven (vereniging van en voor woonwagenbewoners), het Oost-Vlaams integratiecentrum Odice en de regionale instituten Samenlevingsopbouw van Vlaams-Brabant en Limburg. Met dit project wil men een stem geven aan deze groepen door hen zich te laten verenigen en te laten opkomen voor hun rechten en verzuchtingen44. Drie grote doelen komen naar voor:▶ De vraag voor bijkomende standplaatsen voor woonwagens. Naar schatting is er

in elk van de provincies een tekort van 150 à 300 standplaatsen. Dit aantal zal nog toenemen omdat kinderen van woonwagenbewoners ook op zoek zullen gaan naar een plaats.

▶ De betrokkenheid van de doelgroep bij realisatie en beheer van woonwagenterreinen.

▶ Het bevorderen van de samenhorigheid onder woonwagenbewoners door feestmomenten.

Welzijnszorg vindt dat ook deze groepen hun plaats verdienen. Gemeenten en provincies moeten samen kwaliteitsvolle terreinen ter beschikking stellen en de nodige diensten voorzien. Maar ook het middenveld en de lokale bevolking heeft zijn rol. Willen we deze groepen volwaardig laten meetellen dan is de lokale inbedding van zo’n terrein van groot belang. Hiervoor werd door het Kruispunt Migratie-Integratie een brochure uitgegeven die je op hun website kan terugvinden45.

Zijn Roma woonwagenbewoners? Neen. Roma zijn wel verwant aan de Rom. Van afkomstzijnookzijOost-Europeesendetaal,hetRomanésisgemeenschappelijk.Roma wonen echter in huizen of appartementen en zijn als groep zeer verscheiden. In tegenstelling tot de Rom die hier al ruim een eeuw vertoeven, zijn de Roma een nieuwere groep migranten. In ons land leven de Roma vooral in de grootsteden en een aantal kleinere centrumsteden46. Deze groep heeft erg te lijden onder armoede en sociale uitsluiting.

103

Page 104: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

1 Vlaamse Landmaatshappij, Afdeling Platteland: dienst Vlaams Geïntegreerd Plattelandsbeleid en Advisering (2009). Op weg naar een Vlaams Plattelandsbeleid. Bijlage 1: Trends en ontwikkelingen op het platteland, p. 20.

2 Studiedienst van de Vlaamse Regering (2012). VRIND 2012, p. 313.

3 Studiedienst van de Vlaamse Regering (2012). VRIND 2012, p. 313.

4 Studiedienst van de Vlaamse Regering (2012). VRIND 2012, p. 310.

5 Kesteloot, C., & Meys, S. (2008). Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. KULeuven, p. 41.

6 Kesteloot, C., & Meys, S. (2008). Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. KULeuven, p. 39.

7 Koning Boudewijnstichting (2005). Een sociaal woonbeleid voor het platteland. Recht op wonen, ook op het platteland, p. 7.

8 Heylen, K., e.a. (2007). Wonen in Vlaanderen: de resultaten van de Woonsurvey en de uitwendig woningschouwing 2005. Steunpunt wonen, p. 82.

9 Heylen, K., e.a. (2007). Wonen in Vlaanderen: de resultaten van de Woonsurvey en de uitwendig woningschouwing 2005. Steunpunt wonen, p. 81.

10 Mathijssen, C. (2010). Armoedebestrijding op het platteland, op zoek naar knelpunten en uitwegen. Rapport van literatuuronderzoek, interviews en rondetafel. Cera, pp. 17-18.

11 Hautekeur, G. & Viaene, S. (2011). Armoede en sociale uitsluiting op het platteland. Samenlevingsopbouw Vlaanderen, pp. 19-20.

12 Studiedienst van de Vlaamse Regering (2012). VRIND 2012, p. 291.

13 Vlaamse Woonraad (2012). Advies over de regionalisering van de woonbonus, p. 11.

14 Studiedienst van de Vlaamse Regering (2012). VRIND 2012, p. 293.

15 Heylen, K., & Winters, S. (2012). De verdeling

van de subsidies op vlak van wonen in Vlaanderen. Steunpunt Wonen, p. 11.

16 Vlaamse Woonraad (2012). Advies over de regionalisering van de woonbonus, p. 9.

17 De Witte, N., Smetcoren, A., De Donder, L., Dury,S., Buffel, T., Kardol, T., & Verté, D. (2012). Een huis? Een thuis! Over ouderen en wonen. Brugge: Vanden Broele, p. 47.

18 Heylen, K., & Winters, S. (2012). De verdeling van de subsidies op vlak van wonen in Vlaanderen. Steunpunt Wonen, p. 11.

19 Studiedienst van de Vlaamse Regering (2012). VRIND 2012, p. 314.

20 Koning Boudewijnstichting (2005). Een sociaal woonbeleid voor het platteland. Recht op wonen, ook op het platteland, p. 9.

21 www.vmsw.be 22 Studiedienst van de Vlaamse Regering (2012).

VRIND 2012, p. 315.23 Sociaal objectief: in het kader van het Grond- en

Pandendecreet heeft de Vlaamse overheid aan alle gemeenten een sociaal objectief opgelegd. Dit houdt in dat de 43.000 voorziene sociale huurwoningen die men wil realiseren tegen 2023 over alle gemeenten verspreid worden, met een maximum van 9% van de woningen. Gemeenten die hier reeds boven zitten kunnen wel nog initiatief nemen om toch nog een groter aanbod te realiseren.

24 www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/wetgeving/SociaalObjectief/sociaal%20objectief%20Vlaanderen.html

25 www.vmsw.be 26 www.vmsw.be/nl/particulieren/huren-via-een-

svk/wat-is-een-svk-

27 http://www.vmsw.be/nl/particulieren/huren-via-een-svk/informatie-voor-de-huurders/wie-komt-in-aanmerking-

28 SVK’s in Vlaanderen, jaarrapport 2011, p. 4.29 SVK’s in Vlaanderen, jaarrapport 2011, p. 29.30 SVK’s in Vlaanderen, jaarrapport 2011, p. 30.

104

Eindnoten

Page 105: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

31 SVK’s in Vlaanderen, jaarrapport 2011, p. 6.32 Winters, S., De Coninck, A., Tratsaert, K.,

& Heylen, K. (2011). De uitvoering van basisbegeleidingstaken in de sociale huisvesting. Steunpunt Ruimte en Wonen, p. 95.

33 De Decker, P. & Winters, S., Wonen in Vlaanderen: over kwaliteit, betaalbaarheid en woonzekerheid, Sociale staat van Vlaanderen 2009, p. 211.

34 Welzijnszorg Dossier 2012, Armoede verjaart niet.

35 Verbist, G., & Vanhille, j. (2012). Een simulatie van huursubsidies voor huishoudens in Vlaanderen. Een verdelingsanalyse. Universiteit Antwerpen, pp. 1-2.

36 www.wonenvlaanderen.be/premies/vlaamse_tegemoetkoming_in_de_huurprijs/

37 Steunpunt Armoedebestrijding (2011). Alternatieve woonvormen: meer dan een huis, een thuis. In: Strijd tegen armoede, een bijdrage aan politiek debat en politieke actie, p. 47.

38 Steunpunt Armoedebestrijding (2011). Alternatieve woonvormen: meer dan een huis, een thuis. In: Strijd tegen armoede, een bijdrage aan politiek debat en politieke actie, p. 47.

39 Mathijssen, C. (2012). Plattelandsarmoede in Vlaanderen en Wallonië. Cera, p. 27.

40 Steunpunt Armoedebestrijding (2011). Alternatieve woonvormen: meer dan een huis, een thuis. In: Strijd tegen armoede, een bijdrage aan politiek debat en politieke actie, p. 49.

41 Steunpunt Armoedebestrijding (2011). Alternatieve woonvormen: meer dan een huis, een thuis. In: Strijd tegen armoede, een bijdrage aan politiek debat en politieke actie, p. 50.

42 www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=589 en www.minderhedenforum.be/2participatie/200906WiezijnWoonwagenbewoners.htm

43 Bargoens is een oude geheimtaal met invloeden uit onder meer het Hebreeuws en jiddisch en Nederlands. Bargoense woorden komen ook nog voor in bepaalde dialecten in Vlaanderen.

44 www.minderhedenforum.be/2participatie/200906ProjectWoonwagenbewoners.htm#geschiedenis

45 www.kruispuntmi.be/uploadedFiles/VMC/Thema/Woonwagenterreinen/WonenOpWielen2010(1).pdf

46 www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=9050

105

Page 106: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 107: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Deel 5

Politieke eisen

Page 108: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Open deuren naar een leven zonder armoede, ook op den buiten.Daarom vragen wij:

1 Toegankelijke diensten in elke gemeenteMensen in armoede hebben nood aan toegankelijke dienstverlening. In landelijke gemeenten komen de moeilijkheden door de afstand tot de diensten extra naar voor. Deelgemeenten en gehuchten lig-gen vaak enkele kilometers van de diensten ver-wijderd. Dit is voor mensen in armoede en mensen met een beperkte mobiliteit een grote drempel. Het is noodzakelijk dat in elke gemeente een goed toegankelijkheidsbeleid ontwikkeld wordt in samen-spraak met mensen in armoede. Een goed toegan-kelijkheidsbeleid houdt rekening met de spreiding en woonplaats van de kwetsbare groepen, de af-standen binnen de gemeente, de binnengemeen-telijke mobiliteit en het garanderen van een goed en correct antwoord op de vragen. E-loketten zijn bijvoorbeeld niet voor iedereen toegankelijk. Afhan-kelijk van de lokale situatie zijn andere aanvullende oplossingen aangewezen. Zo kunnen buurt- en na-bijheidsdiensten, gemeentelijke bodes, gemeen-telijke diensten zoals bibliotheken die aanwezig zijn in kleinere kernen of een brievenbussysteem voor vragen aan diensten, als aanvulling dienen. Standaardvragen van burgers kunnen op deze manier beantwoord worden zonder dat zij aan het loket moe-ten komen. Moeilijkere hulpvragen kunnen op maat aangepakt worden. Hiervoor kunnen diensten en ambtenaren ter plaatse gaan bij de hulpvrager.

2 Basismobiliteit van mensen in armoedeVeel mensen in armoede op het platteland zijn ver-voersarm. Door een beperkte mobiliteit blijven heel wat openbare diensten en maatschappelijke rechten voor hen buiten bereik. Of het nu gaat over het zoeken en vinden van werk, bereiken van dienstverleners, gezondheidzorg en winkels, de toegang tot vrijetijds-besteding, kinderopvang of het bezoeken van familie: een beperkte mobiliteit en het afhankelijk zijn van (openbaar of alternatief) vervoer zorgt voor uitslui-ting en isolement.

Basismobiliteit is een recht voor iedereen, ook op het platteland. Het openbaar vervoer, en in het bijzonder de belbus, speelt daarbij een belangrijke rol.

Welzijnszorg vraagt dat het nummer van de belbus gratis wordt. Dit nummer moet verder evolueren naar één nummer voor alle openbaar vervoersvragen en inlichtingen. Voorzieningen zoals ziekenhuizen, zorgvoorzieningen, stations, gemeentelijke diensten, industrieterreinen en kmo-zones moeten deel uitma-ken van belbustrajecten. In overleg met mensen in ar-moede en lokale besturen moet De Lijn de bereikbaar-heid van cruciale haltes verbeteren. Het verbinden van deelgemeenten is daarbij een aandachtspunt. De grenzen van de belbusgebieden moeten flexibel kun-nen zijn als dit de verbinding met essentiële diensten mogelijk maakt.

108

Page 109: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Het openbaar vervoer kan niet alle vervoersvragen beantwoorden. Daardoor blijven een aantal couran-te en vereiste verplaatsingen onbeantwoord. Voor mensen met beperkingen vormen noodzakelijke be-stemmingen die binnen een redelijk tijdsbestek niet ontsloten worden door het ontoereikend openbaar vervoer, een permanente bron van vervoersarmoede. Voor deze verplaatsingen pleiten we daarom voor een eenvormig systeem van ‘sociale taxi ’, als aanvulling op het openbaar vervoer. Deze ‘sociale taxi ’s’ moeten een sociaal tarief hebben dat betaalbaar is voor men-sen in armoede en moet voldoende flexibel kunnen werken, zowel naar afstand als naar de beschikbare uren. Een systeem van ‘sociale taxi’ kan uitgebouwd worden op de bestaande Minder Mobielen Centrales, vervoersdiensten van PWA-diensten, lokale diensten-centra of buurt- en nabijheidsdiensten of via andere vormen van sociale tewerkstelling.

3 Extra middelen in het plattelandsfonds specifiek

voor kwetsbare doelgroepenDe Vlaamse Regering erkende al in het regeerakkoord de nood aan extra ondersteuning voor plattelandsge-meenten. Hiervoor werd de oprichting van een plat-telandsfonds aangekondigd en sinds de lente van 2013 zijn er ook middelen voorzien voor dit fonds. In het decreet over het Vlaamse plattelandsfonds wordt de aandacht voor kwetsbare groepen op het platteland en de leefbaarheid van dorpen naar voor

geschoven als aandachtspunt. De noden van platte-landsgemeenten zijn echter zeer divers. Zo wordt in hetzelfde decreet ook de wegen- en waterinfrastruc-tuur als mogelijke bestemming vernoemd.

Welzijnszorg vraagt dat het plattelandsfonds verder versterkt wordt met een extra investering van € 2 mil-joen bovenop de € 8 miljoen die het fonds nu bevat. Daarnaast vragen we dat de sociale doelstelling van dit fonds beter gegarandeerd wordt. Dit door de extra middelen gedurende 5 jaar als een prioritaire doelstel-ling te richten op kwetsbare doelgroepen. Op die ma-nier kan de Vlaamse Regering een deel van het fonds aanwenden om zeer gerichte doelstellingen uit zowel het regeerakkoord als het pact 2020 waar te maken in landelijk gebied. Vanzelfsprekend dienen deze projec-ten aan kwaliteitseisen te voldoen op het vlak van op-maak, participatie van mensen in armoede en uitvoe-ring. Door 5 jaar op deze doelstelling in te zetten wordt het bovendien mogelijk om deze projecten over meer-dere jaren te spreiden en duurzaam te verankeren. Daarnaast blijft het noodzakelijk om financiële onder-steuning van landelijke gemeenten structureel aan te pakken.

109

Page 110: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

4 Uitbreiding van het betaalbaar, kwalitatief

woningaanbodHet recht op wonen blijft voor veel mensen in armoe-de dode letter. Onbetaalbare huizen, woningen van slechte kwaliteit, discriminatie op de huizenmarkt… Deze problemen zijn niet nieuw maar blijvend actu-eel. Welzijnszorg pleit voor een inroepbaar recht op wonen: iedereen die zich inschrijft op een wachtlijst voor een sociale huurwoning moet zo snel mogelijk een kwaliteitsvolle woning toegewezen worden. Wel-zijnszorg herhaalt het pleidooi voor een uitbreiding van de huursubsidie om de volledige wachtperiode te overbruggen.

Hiervoor moet het sociale woonaanbod sneller wor-den uitgebreid. Een kwaliteitsvolle sociale woning is immers een definitieve oplossing voor de woonpro-blematiek van duizenden gezinnen. Goede huisves-ting biedt kansen en zorgt voor een permanente ver-betering van de leefsituatie.

Uitbreiding van het aantal sociale woningenEind 2011 telde Vlaanderen 146.769 sociale huurwo-ningen. Op datzelfde moment stonden 91.926 gezin-nen op een wachtlijst voor een sociale huurwoning met een gemiddelde wachttijd van 1.089 dagen. Ook op het platteland blijven armen, gelet op het be-perkte aanbod, verstoken van een sociale woning.

Vlaanderen plant een groei van 43.000 sociale huur-woningen in de periode 2008-2023 (oorspronkelijk 2020). Of dit doel gehaald zal worden hangt af van een grote versnelling in de bouw van sociale huur-woningen. Bovendien is het duidelijk dat zelfs met de 43.000 extra woningen de nood niet gelenigd is. Een nood die door de demografische evolutie enkel stijgt. De beslissing om de inkomensgrens voor de sociale huisvesting op te trekken zal vanzelfspre-kend een extra instroom op de wachtlijst betekenen. Welzijnszorg vraagt dat de Vlaamse Regering extra sociale woningen laat bouwen en hiervoor de nodige middelen voorziet. Voor landelijke gemeenten zijn een goede afstemming op de lokale behoeften, een goede ruimtelijke inplanting in het dorp en het rea-liseren van een goede sociale cohesie, belangrijke aandachtspunten. Als de Vlaamse overheid straks met de zesde staatshervorming meer middelen en bevoegdheden heeft, moet de sociale huurmarkt een belangrijkere plaats innemen in het woonbeleid.

Gebiedsdekking van Sociale verhuurkantoren over heel VlaanderenSociale verhuurkantoren (SVK’s) zijn een goede aan-vulling op de sociale woningmarkt. Met deze kanto-ren als derde partij, kunnen private eigenaars hun woningen verhuren aan sociale tarieven en zijn ze zeker van hun inkomsten. De huurders hebben een inkomensafhankelijke kwaliteitsvolle huurwoning.

110

Page 111: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

Dit systeem heeft veel succes. Eind 2012 waren er 52 erkende SVK’s (44 gesubsidieerd) en eind 2011 wer-den 5.750 woningen verhuurd via een SVK. De sector blijft groeien. Daardoor is nu al in 86,4% van de Vlaam-se gemeenten een SVK actief. In 82% van de gemeen-ten worden er ook effectief woningen aangeboden. Welzijnszorg vraagt dat de gemeenten waar nog geen SVK actief is, zo snel mogelijk aansluiting zoeken bij een bestaand SVK of zo nodig samen met anderen een nieuw SVK oprichten. SVK’s en hun manier van werken slagen erin om de meest kwetsbaren op de woonmarkt te bereiken. Doordat ze woningen toeken-nen op basis van de woonnood vormen ze een nood-zakelijke aanvulling in het veld van sociaal wonen. Daarnaast moeten eigenaars geïnformeerd worden over de werking van de SVK’s en de voordelen die er voor hen zijn.

111

Page 112: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 113: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 114: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 115: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand
Page 116: Armoede - Welzijnszorg VZW · PDF fileWelzijnszorg vzw Daniëlle Colsoul Huidevetterstraat 165 1000 Brussel ... Gezondheidszorg 26 Middenstand en bedrijfsleven 28 De lokale middenstand

NATIONAALWelzijnszorgHuidevettersstraat 1651000 BrusselT 02 502 55 75E [email protected]

Openingsuren:9u tot 12u30 en 13u30 tot 16u30Gesloten op woensdag, zaterdag en zondag

REGIONALE DIENSTENAntwerpenRolwagenstraat 732018 AntwerpenT 03 217 24 90E [email protected]

BrusselHuidevettersstraat 1651000 BrusselT 02 213 04 73E [email protected]

LimburgTulpinstraat 753500 HasseltT 011 24 90 20E [email protected]

Oost-VlaanderenSint-Salvatorstraat 309000 GentT 09 269 23 40E [email protected]

Vlaams-Brabant/MechelenVarkensstraat 62800 MechelenT 015 29 84 58E [email protected]

West-VlaanderenSint-jorisstraat 138800 RoeselareT 051 26 08 08E [email protected]

Openingsuren:10u tot 12u30 en 13u30 tot 16u30Gesloten op maandag, zaterdag en zondag