Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

52
1 december 2015 KWALITEITSBELEID INFANO VZW

Transcript of Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

Page 1: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

1 december 2015

KWALITEITSBELEID

INFANO VZW

Page 2: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

1 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Inhoud

1. Inleiding ........................................................................................................................................... 3

1.1. Voorstelling: Wie zijn we? .......................................................................................................... 3

1.2. Het kinderopvanglandschap geschetst ...................................................................................... 3

1.3. Situering binnen het kwaliteitshandboek .................................................................................. 4

2. Visie ................................................................................................................................................. 6

2.1. Algemene visie van Infano vzw .............................................................................................. 6

2.1.1. Nood aan een algemene visie ........................................................................................ 6

2.1.2. Aanpak algemene visie ................................................................................................... 6

2.1.3. Werkwijze algemene visie .............................................................................................. 8

2.1.4. Totstandkoming algemene visie .................................................................................... 9

2.2. Pedagogische visie ................................................................................................................ 14

2.2.1. Nood aan een pedagogische visie ................................................................................ 14

2.2.2. Aanpak pedagogische visie ........................................................................................... 14

2.2.3. Werkwijze pedagogische visie ...................................................................................... 16

2.2.4. Totstandkoming pedagogische visie ............................................................................ 17

3. Missie ............................................................................................................................................ 22

3.1. Wat doen we? ....................................................................................................................... 22

3.1.1. Voor de kinderen .......................................................................................................... 22

3.1.2. Voor de gezinnen .......................................................................................................... 24

3.1.3. Voor de samenleving .................................................................................................... 26

3.2. Een brede waaier aan opvangmogelijkheden ..................................................................... 28

3.2.1. Gezinsopvang (Onthaalouders) .................................................................................... 28

3.2.2. Groepsopvang: kinderdagverblijven voor baby’s en peuters (Zonnetjes) ................. 28

3.2.3. Binnenschoolse opvang (Sterretjes) ............................................................................ 28

3.2.4. Initiatief voor buitenschoolse opvang – IBO (Maantjes) ............................................. 28

3.2.5. Inclusieve opvang ......................................................................................................... 28

3.2.6. Bedrijfsopvang (vakantieopvang) ................................................................................ 28

3.2.7. Gemandateerde opvang ............................................................................................... 28

3.2.8. Occasionele opvang ...................................................................................................... 28

3.2.9. Flexibele opvang ........................................................................................................... 29

3.3. Eigen projecten ..................................................................................................................... 29

3.3.1. De sportplaneet ............................................................................................................ 29

3.4. De kinderopvang bij Infano vzw ........................................................................................... 29

3.4.1. Waarom kiezen voor kinderopvang? ........................................................................... 29

Page 3: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

2 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

3.4.2. Wat wil Infano betekenen? .......................................................................................... 30

3.4.3. De waarden die Infano vzw nastreeft .......................................................................... 35

4. Doelstellingen ............................................................................................................................... 36

4.1. Doelstellingen algemeen beleid van Infano vzw ................................................................. 36

4.1.1. Nood aan doelstellingen algemeen beleid .................................................................. 36

4.1.2. Aanpak doelstellingen algemeen beleid ...................................................................... 36

4.1.3. Werkwijze doelstellingen algemeen beleid ................................................................. 38

4.1.4. Totstandkoming doelstellingen algemeen beleid ....................................................... 38

4.2. Doelstellingen pedagogisch beleid van Infano vzw ............................................................. 40

4.2.1. Nood aan doelstellingen pedagogisch beleid .............................................................. 40

4.2.2. Aanpak doelstellingen pedagogisch beleid ................................................................. 40

4.2.3. Werkwijze doelstellingen pedagogisch beleid ............................................................. 41

4.2.4. Totstandkoming doelstellingen pedagogisch beleid ................................................... 41

5. Strategie ........................................................................................................................................ 42

5.1. Strategie algemeen beleid .................................................................................................... 42

5.1.1. Nood aan strategie algemeen beleid ........................................................................... 42

5.1.2. Aanpak strategie algemeen beleid ............................................................................... 42

5.1.3. Werkwijze strategie algemeen beleid .......................................................................... 46

5.1.4. Totstandkoming strategie algemeen beleid ................................................................ 46

5.2. Strategie pedagogisch beleid ............................................................................................... 46

5.2.1. Nood aan strategie pedagogisch beleid ....................................................................... 46

5.2.2. Aanpak strategie pedagogisch beleid .......................................................................... 46

5.2.3. Werkwijze strategie pedagogisch beleid ..................................................................... 49

5.2.4. Totstandkoming strategie pedagogisch beleid ............................................................ 49

6. Literatuurlijst ................................................................................................................................ 50

Page 4: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

3 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

1. Inleiding

1.1. Voorstelling: Wie zijn we?

Infano vzw is een privé-organisatie die opvang biedt aan niet-schoolgaande en schoolgaande kinderen. Infano vzw bestaat sinds 1994 en is ondertussen sterk gegroeid, zowel in aantal opvanglocaties als in kennis omtrent het kinderopvanglandschap.

1.2. Het kinderopvanglandschap geschetst

Tot 1 april 2014 bestonden er in Vlaanderen en Brussel heel wat verschillende opvangsoorten, elk met hun eigen regelgeving al dan niet met hun eigen regels.

FORMELE OPVANG

Zelfstandige

opvangErkende opvang

INFORMELE

OPVANG

Au pairs,

grootouders en

andere familie

tot de vierde

graad

(neef/nicht)

Gezinsopvang

Groepsopvang

Diensten voor onthaalouders met

aangesloten onthaalouders

Zelfstandige

onthaalouders

Erkend kinderdagverblijf (of

peutertuin)

Initiatieven voor buitenschoolse opvang

Lokale diensten voor buurtgerichte opvang

Zelfstandig

kinderdagverblijf

Zelfstandige

buitenschoolse

opvangvoorziening

Vakantieopvang

GEMELDE OPVANG (o.a. opvang in scholen)

Met het decreet Kinderopvang van baby’s en peuters wil de Vlaamse overheid stap voor stap voldoende, kwaliteitsvolle kinderopvang realiseren die voor iedereen toegankelijk is. De opvang moet zowel betaalbaar zijn voor de ouders als financieel leefbaar voor de opvangsector (Kind&Gezin, Gids kinderopvang voor scholen met een aanbod in kinderopvang)

Voor de buitenschoolse opvang wijzigt er voorlopig weinig ten opzichte van de buitenschoolse opvang voor 1 april 2014.

Page 5: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

4 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

1.3. Situering binnen het kwaliteitshandboek Het kwaliteitshandboek van Infano vzw omvat verschillende onderdelen. Het handboek is opgedeeld in drie grote fragmenten: het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de zelfevaluatie. Dit onderdeel van het kwaliteitshandboek behandelt het kwaliteitsbeleid van Infano vzw. Met het kwaliteitsbeleid wil Infano vzw een algemeen beeld schetsen van de werking van de organisatie. De algemene en pedagogische visie en missie van de organisatie worden hier nader toegelicht. De doelstellingen en strategieën illustreren de uitwerking en implementatie van de visie van Infano vzw m.b.t. het kinderopvangbeleid. De onderstaande tabel geeft als voorbeeld de gehele structuur van het kwaliteitshandboek groeps- en gezinsopvang van Infano vzw weer.

KWALITEITSHANDBOEK

GROEPSOPVANG

VOORWOORD

Ons kwaliteitshandboek is het resultaat van overleg van heel wat betrokkenen. Dank aan allen die zich mee ingezet hebben.

Een kwaliteitshandboek hebben is één ding,

werken met inzet aan een dagdagelijkse kwaliteitsvolle werking is een ander paar mouwen. Toch is het eigenlijk dat laatste dat telt.

Met dit handboek trachten we een kader te creëren waarbinnen een dergelijke werking mogelijk gemaakt wordt.

Werken aan kwaliteit is namelijk geen statisch gegeven, het mag ook beter, een beetje anders.

We mogen niet vergeten dat al datgene dat niet vermeld is in het handboek, of zelfs moeilijk te vatten is in woorden toch van groot belang is,

zoals alles wat bij een goede thuis hoort.

Minder mag het niet zijn, wel ‘more than childcare’.

* = pedagogisch beleid

1. Kwaliteitsbeleid 1.1 Visie (QDart5§1) Kwaliteitsbeleid Infano vzw

1.1.1 Visie over het pedagogisch beleid (BVR art 57,1°) : Brochure Pedagogische visie Zonnen

1.1.2 Visie over de betrokkenheid en participatie van de kinderen

1.1.3. Visie over de betrokkenheid en participatie van de gezinnen (BVRart57,1°)

1.1.4. Visie over de betrokkenheid van de medewerkers bij het K beleid (QDart5§1)

Page 6: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

5 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

1.1.5. Visie m.b.t. de samenwerking met externe personen en organisaties (MB2001)

1.2.Missie (QDart5§1 en BVRart57,1°)

1.3 Doelstellingen (QDart5§1)

1.4 Strategieën (QDart5§1)

Resultaten zelfevaluatie van het Kwaliteitsbeleid (BVRart51) Zelfevaluatie van de visie Zelfevaluatie van de missie Zelfevaluatie van de doelstellingen Zelfevaluatie van de strategieën

Zelfevaluatie van de resultaten (QDart5§3), nieuwe kwaliteitsdoelstellingen en plan van aanpak voor verbetering (REF, Kwaliteitszorg, art 57, 3°)

2. Kwaliteitsmanagementsysteem 2.1 KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM m.b.t. de ORGANISATIE 2.1.1 Organisatorische structuur, functieomschrijvingen en bereikbaarheid van de leidinggevende (QDart5§2 en BVRart57,2°), (QDart2 en BVRart39), (BVRart43§3) 2.1.2 Crisisprocedure (BVRart57,2°)

2.1.3 Procedure grensoverschrijdend gedrag (BVRart57,2°)

2.1.4 Opvolging en evaluatie van de veiligheid van de voorziening (BVR2011)

2.2 KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM m.b.t. de MEDEWERKERS 2.2.1 Continuïteit in de begeleiding, permanente begeleiding van de kinderen en actief toezicht.* (BVRart31§2) 2.2.2 Inwerken van nieuwe medewerkers (BVRart48) en inwerken van doelgroep medewerkers.

2.2.3 Organisatie van inspraak en ondersteuning medewerkers en organisatie van personeelsgesprekken (MB2001)

2.2.4 Procedure vormingsanalyse en vormingsaanbod (BVRart57,2°)

2.3 KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM m.b.t. de KINDEREN 2.3.1 Leefgroepindeling* (BVRart55)

2.3.2 Wenprocedure* (BVRart31§2) 2.3.3 Regelmaat in de dagindeling* (BVRart31§2) 2.3.4 Een gevarieerd aanbod aan spelmateriaal, bewegings- en andere activiteiten, binnen en buiten* (BVRart31§2) 2.3.5 Bevorderen onderling respectvolle houding* (BVRart31§2)

2.3.6 Taalbeleid* (BVRart31§2)

2.3.7 Methode om WB en BH van elk kind na te gaan* (BVRart31§2)

2.3.8 Opvolging van de ontwikkeling van de kinderen + doorverwijzing* (BVR2011)

2.3.9 Opvolging van de gezondheidstoestand van de kinderen + doorverwijzing (MB2001)

2.4 KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM m.b.t. de GEZINNEN 2.4.1 Procedure betrokkenheid en participatie van gezinnen (BVRart57,2°)

2.4.2 Inschrijvingsprocedure (BVRart34,2°d)

2.4.3 Het onthaal van de ouders (BVR2011)

2.4.4 Procedure omgaan met de persoonsgegevens van gezinnen met respect voor privacy (BVRart34,3°d)

2.4.5 Klachtenprocedure (BVRart58) Resultaten zelfevaluatie van het Kwaliteitsmanagementsysteem (BVRart51) m.b.t.

de organisatie de medewerkers de kinderen de gezinnen

Zelfevaluatie van de resultaten (QDart5§3), nieuwe kwaliteitsdoelstellingen en plan van aanpak voor verbetering (REF, Kwaliteitszorg, art 57, 3°)

Page 7: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

6 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

3. Kwaliteitsverbetering 3.1 Procedure zelfevaluatie van de werking (BVRart57,2°e en art51)

3.2 Procedure evaluatieplanning (QDart5§3, BVRart51)

3.3 Model plan van aanpak voor verbetering van de werking (QDart5§3,BVRart51, REF, 2.5.4Kwaliteitszorg, art 57, 3°)

4. Realisatie van de norm voor de pedagogische kwaliteit (BVRart57,3°)

2. Visie

2.1. Algemene visie van Infano vzw 2.1.1. Nood aan een algemene visie Tot voor kort heeft de pedagogiek zich vooral gericht op het opvoeden van kinderen in twee leefomgevingen, het gezin en de school. Aan een goede opvoeding in deze beide settings wordt veel belang gehecht. Doordat in de afgelopen jaren steeds meer moeders steeds langer buitenshuis zijn gaan werken, is tussen die twee settings echter een nieuw leefmilieu voor kinderen ontstaan, de kinderopvang. Aanvankelijk was de term ‘opvang’ nog wel gerechtvaardigd: die enkele moeder die even ging werken, besteedde haar kind een tijdje uit. In die tussentijd hoefde het alleen maar verzorgd te worden; er moest ‘op gepast’ worden, zodat het kind daarna weer heelhuids aan de moeder kon worden teruggegeven en zij bij haar terugkomst haar belangrijke taak als opvoeder weer zou kunnen hervatten. In de afgelopen jaren zijn er echter veel meer kinderen die extra tijd in die setting tussen gezin en school gaan doorbrengen, waardoor er voor die kinderen een nieuw leefmilieu is ontstaan. Deze tendens zal blijven bestaan en het zal nog in omvang toenemen, want het werken van moeders lijkt een onomkeerbare maatschappelijke ontwikkeling (Riksen-Walraven, 2000).

De stijgende vraag naar kinderopvang en de bevinding dat opvang van lage kwaliteit negatieve effecten heeft op de ontwikkeling van kinderen en opvang van hoge kwaliteit kinderen extra kansen kan bieden, maakt dat het realiseren van kwaliteitsvolle opvang voor Infano vzw het belangrijkste streefdoel is. 2.1.2. Aanpak algemene visie

De aanpak illustreert de verschillende stappen die het groeiproces ondersteunen en toont aan hoe de algemene visie binnen Infano vzw tot stand is gekomen. Bij het realiseren van de visie werd er stapsgewijs tewerk gegaan:

Ontwerp algemene visie Kenbaarheid visie vergroten Gedragenheid bevorderen Bouwstenen gedragenheid

(1) Ontwerp algemene visie De algemene visie vindt zijn oorsprong in een aantal belangrijke inspiratiekaders die de visie op wetenschappelijke wijze onderbouwen en is gegroeid uit twee verschillende invalshoeken, een theoretische en praktische invalshoek.

Page 8: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

7 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

De algemene visie wordt weergegeven in een kernzin :

“Infano biedt kwaliteitsvolle opvang aan kinderen van 0 tot 12 jaar. Rekening houdend met de specifieke noden en individuele behoeften van het kind, wordt elk kind benaderd en gerespecteerd in zijn unieke en persoonlijke eigenheid. Binnen een cultuur waar medezeggenschap, overleg, openheid, deskundigheid en permanente kwaliteitsbewaking centraal staan, wordt voortdurend flexibel ingespeeld op de complexe en dynamische maatschappij.”

(2) Kenbaarheid visie vergroten

Eenmaal er een visie tot stand is gekomen, is de volgende stap: ‘de visie kenbaar maken’ en dit zowel binnen als buiten de organisatie. Om de kenbaarheid van de visie te vergroten, wordt er gebruik gemaakt van verschillende kanalen:

Kwaliteitshandboek De algemene visie en het voorafgaande ontwikkelingsproces wordt uiteengezet in het kwaliteitshandboek dat geïnteresseerden kunnen doornemen. Het studie- en adviescentrum stelt het kwaliteitshandboek op aanvraag ter beschikking van geïnteresseerden die zich verder willen verdiepen in het verhaal van Infano vzw.

Publicatie op de website De algemene visie is gepubliceerd op de website Infano vzw: www.Infano.be.

Verspreiding binnen en buiten de organisatie Het nieuwe uithangbord van Infano vzw delen met de buitenwereld (d.m.v. publicaties, beurzen,…); vertellen hoe de visie gegroeid is en van waaruit deze ontstaan is. Door de werknemers te informeren over de stand van zaken wordt het verhaal van Infano vzw levendig gehouden. Op die manier kunnen toekomstige partners of ouders geprikkeld worden en worden ze aangezet om het verhaal van Infano vzw door te vertellen aan kennissen en vrienden.

(3) Gedragenheid bevorderen Deze stap illustreert “hoe de visie in elk initiatief is kunnen groeien”. De medewerkers van Infano vzw kregen de kans om deel te nemen aan en zelf ‘hun eigen steentje’ bij te dragen met betrekking tot ‘de ontwikkeling van de visie’. Dit draagt bij aan het implementatieproces van de visie in de praktijk. Op deze manier werd de algemene visie tot leven geroepen en kan het groeien in elk opvanginitiatief van Infano vzw. Het doel van het ontwikkelen van de algemene visie is om medewerkers te gaan prikkelen en hen te stimuleren om vanuit eenzelfde oogpunt de dagelijkse praktijk vorm te geven.

Page 9: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

8 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

(4) Bouwstenen gedragenheid

2.1.3. Werkwijze algemene visie

De werkwijze omvat de manier waarop de algemene visie tot stand is gekomen. Tijdens het proces van de visieontwikkeling werden twee methodieken gehanteerd. De visie die binnen Infano vzw ontstaan is, is gebaseerd op twee invalshoeken: een theoretische en een praktische invalshoek. Er werd een literatuurstudie verricht die de visie ondersteunt vanuit een theoretische invalshoek. Vervolgens werd de visie, die uit de literatuurstudie is voortgekomen, bijgestuurd tijdens de bijeenkomsten van het intern lerend netwerk. Deze bijeenkomsten maakten het mogelijk om de algemene visie die voortgekomen was uit de literatuur af te toetsen aan de praktijkervaringen van de deelnemers van het lerend netwerk. Literatuurstudie

In het kader van de visieontwikkeling en met het oog op onderbouwen van de reeds bestaande visie werd een literatuurstudie uitgevoerd. Er werd in de literatuur opzoek gegaan naar bestaande theoretische kaders die de algemene visie op wetenschappelijke wijze ondersteunen. Op basis van de theoretische bevindingen uit de literatuurstudie werd een eerste opzet gedaan die de visie van de organisatie weergeeft en dit gestaafd vanuit wetenschappelijke literatuur.

Intern lerend netwerk

De bevindingen uit de literatuurstudie werden teruggekoppeld op de bijeenkomsten van het intern lerend netwerk. Het intern lerend netwerk is een netwerk van medewerkers die op vrijwillige en regelmatige basis samenkomen om in groep te brainstormen en te reflecteren over bepaalde onderwerpen. Het intern lerend netwerk is voornamelijk gebaseerd op de inbreng van de deelnemers. Het doet beroep op de deskundigheid van de professionals, stimuleert de werknemers in een open en veilige sfeer tot reflectie en nodigt hen uit om nieuwe ideeën te creëren. In dit kader werd de algemene visie op basis van de literatuurstudie opgesteld. Deze werd verduidelijkt aan de hand van de theoretische bevindingen uit de literatuur. Eenmaal de deelnemers een beter zicht hadden op het ontstaan van de visie, kregen ze de gelegenheid om in een open sfeer de visie te bevragen en af te toetsen aan hun eigen persoonlijke meningen en praktijkervaringen. Er werden ideeën uitgewisseld en op basis van de bemerkingen uit de groep werd de algemene visie en het achterliggende kader aangepast en bijgestuurd.

Page 10: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

9 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

2.1.4. Totstandkoming algemene visie Aan het model liggen enkele theoretische benaderingen ten grondslag die de algemene visie vanuit de literatuur ondersteunen:

Lerende organisatie Een lerende organisatie beschikt over de bekwaamheid om te leren. Een lerende organisatie heeft het vermogen om zich steeds aan te passen aan de omgeving, is flexibel en dynamisch. Ze streeft naar constante vernieuwing en verbetering en beschikt over en ontwikkelt competenties om goed te blijven functioneren. Een lerende organisatie faciliteert het leren van haar leden en weet zichzelf continu te transformeren (Pedler, 1991). Volgens Jepma en Boonstra is de visie van de lerende organisatie van grote meerwaarde voor de organisatie van de kinderopvang. Zij hebben het model van de lerende organisatie ontwikkeld dat draait rond de pedagogische kwaliteit en opgebouwd is uit verschillende niveaus die onderling nauw samenhangen.

Contextuele benadering Dit perspectief wijst op het belang van de context en algemene culturele factoren die een invloed hebben op de menselijke ontwikkeling. De relaties tussen individuen en hun fysieke, cognitieve, persoonlijkheids- en sociale wereld worden in acht genomen. Volgens dit perspectief kan de unieke ontwikkeling van een kind niet goed worden beoordeeld als dat kind niet in een complexe sociale en culturele context wordt geplaatst.

Systeemdenken Het systeemdenken benadrukt de onderlinge samenhang tussen de verschillende factoren die invloed hebben op elkaar en op de ontwikkeling van het kind. Omdat de verschillende niveaus met elkaar in verbinding staan heeft een verandering in het ene deel van het systeem ook invloed op andere delen. Visieontwikkeling op verschillende niveaus Centraal in het model staan enerzijds het kind en anderzijds het kwaliteitsbeleid. Het kwaliteitsbeleid is het vertrekpunt dat gebruikt wordt om het uitgangspunt van de organisatie te bereiken nl. het bewaken en bevorderen van het welbevinden, de betrokkenheid en de ontwikkeling van het kind. Tegen de achtergrond van de bredere context wordt het duidelijk dat het model opgebouwd is uit drie niveaus: (model zie pg 15)

- Micro- en mesoniveau (groene gedeelte): Dit niveau omvat twee niveaus die erg nauw met elkaar verbonden zijn en daarom onder één noemer worden geplaatst. Het betreft de specifieke opvang waar de kinderen zich in bewegen (lichtgroen) en de verschillende diensten die de plaatselijke werking ondersteunen (donkergroen).

- Exoniveau (blauwe gedeelte): Dit niveau staat voor de algemenere invloeden die van toepassing zijn op het welbevinden en de betrokkenheid van het kind. Dit niveau omvat enkele kenmerken van structurele aard zoals de structuur, de missie/visie, professionalisering en innovatie (lichtblauw) binnen de organisatie. Daarnaast omvat dit niveau tevens de permanente monitoring en evaluatie van het kwaliteitsbeleid. (donkerblauw)

- Macroniveau (paarse gedeelte): Dit niveau vertegenwoordigt de overkoepelende (culturele) invloeden waaraan het kind (in de opvang) blootstaat. Het kind is meer bepaald onderworpen aan invloeden van onderwijzende instanties, wetenschap, wetgeving en externe controlerende en ondersteunende instanties; samen met de ouders die als een belangrijke samenwerkingspartner worden beschouwd in het nastreven van een gemeenschappelijk doel nl. het welbevinden en de betrokkenheid van het kind.

Page 11: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

10 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Visie van Infano vzw op verschillende niveaus

(1) Visie over de betrokkenheid en participatie van kinderen (microniveau) - Elk kind is uniek

Elk kind is anders en heeft eigen interesses, mogelijkheden en talenten. Tot dat unieke hoort ook de sociale en culturele context van het gezin waarin een kind opgroeit. De kinderopvang respecteert die verschillen en neemt ze als vertrekpunt, zonder daar een oordeel aan te koppelen. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Dat heeft te maken met verschillen in aanleg, karakter en temperament van kinderen, alsook met sociale en culturele verschillen waarin kinderen opgroeien. Het heeft geen zin om kinderen onderling te vergelijken, wel met zichzelf door de tijd heen. Daarbij ligt de focus op respect en waardering voor wie het kind nu is, en is er aandacht voor de sterktes, de talenten en de wijze van ontwikkelen. In de benadering is er sprake van drie pedagogen die het kind ondersteunen in zijn groei en ontwikkeling: het kind zelf, de begeleiders en de ruimte.

- Kinderen leren samenleven: het leven in groep beïnvloedt wie een kind is De ontwikkelingspsychologische benadering stelt dat een kind van nature een sociaal wezen is: ”vanaf de geboorte stelt een kind zijn waarnemings- en gedragsmogelijkheden af op soortgenoten” (Beneken, 2010). Door samen dingen te doen en door de onderlinge interactie en communicatie, geven kinderen (culturele) betekenissen aan hun ervaringen. Kinderen ontdekken heel wat door gewoon mee te doen aan dagdagelijkse activiteiten en het samenleven in een groep. In de opvang wisselen kinderen ervaringen uit met andere kinderen en volwassenen. Die ervaringen en relaties bepalen mee wie het kind is (MeMoQ, 2014).

(2) Visie over de betrokkenheid en participatie van gezinnen (microniveau) Infano vzw staat in voor kwaliteitsvolle dienstverlening aan de ouders en aan de kinderen. De organisatie wil zich niet profileren als enige deskundige in het werkveld. Integendeel, Infano vzw gelooft erin dat een goede en nauwe samenwerking met gezinnen de dienstverlening aan de kinderen ten goede komt. Om dit te realiseren wil de organisatie samen met de ouders een goede relatie opbouwen die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen in ieders kunnen en respect voor ieders persoonlijke overtuigingen en de verschillende waarden en normen.

- Competente gezinnen De medewerkers van Infano vzw en de ouders willen steeds het beste voor het kind. De medewerkers beschouwen ouders als gelijke en evenwaardige partners in het opnemen van de gezamenlijke verantwoordelijkheid in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. De gezinnen worden erkend in hun competenties en aangesproken op hun kracht om mee gestalte te geven aan de opvang en begeleiding van de kinderen. Medewerkers zijn sensitief ten aanzien van ouders en bevestigen ouders in hun rol van eerste opvoeders van hun kind. Vanuit hun positie als eerste opvoeder tonen ze zich bereid om de opvoeding met de medewerkers te delen (MeMoQ, 2014).

- Wederkerige relaties Ouders die hun kinderen naar de opvang laten gaan, zullen merken dat het opvoeden in de kinderopvang vaak verschillend is van het opvoeden thuis. Om de opvoeding in de kinderopvang samen gestalte te kunnen geven, is de totstandkoming van een wederkerige relatie tussen medewerkers en gezinnen van belang. In een wederkerige relatie hebben medewerkers en gezinnen aandacht en respect voor elkaars beleving en betekenisverlening. Eenmaal ouders zich (h)erkend en veilig voelen en er open en eerlijk gecommuniceerd kan worden is Infano vzw ervan overtuigd dat betekenisvolle kinderopvang voor eenieder gerealiseerd kan worden (MeMoQ, 2014).

Page 12: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

11 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

- Mensen verbinden De kinderopvang is een plek waar allerlei informele contacten plaats vinden tussen ouders en kinderen, ouders en begeleiders en ouders onderling. Kinderen van dezelfde leeftijd worden er opgevangen. Bijgevolg is de kinderopvang voor veel ouders een belangrijke bron van informatie en steun. Infano vzw wil van de kinderopvang voor ouders tevens een ontmoetingsplaats maken waar er ruimte is voor betekenisvolle (informele) contacten.

(3) Visie over de betrokkenheid en participatie van medewerkers bij het kwaliteitsbeleid (mesoniveau)

- Werken vanuit een holistische aanpak Infano vzw vertrekt van een holistische visie op opvoeding. In de holistische visie wordt de ontwikkeling van de kinderen als geheel bekeken. Er wordt van uitgegaan dat de opvoeding evenwichtig is; waarbij er aandacht is voor alle aspecten van de ontwikkeling: de emotionele, sociale, cognitieve, creatieve, motorische en morele ontwikkeling (Kinderopvang Op Maat, 2015). In de concrete opvangpraktijk betekent dit dat zorgactiviteiten en pedagogische activiteiten van begeleiders onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De vier ervaringsgebieden die een sleutelrol spelen in de ontwikkeling van de kinderen, zijn doorheen de zorg- en pedagogische activiteiten integraal met elkaar verweven (MeMoQ, 2014). De kinderen worden in de opvang uitgenodigd tot spontaan spel en leren; en worden aangesproken op hun affectieve, morele en cognitieve competenties. De begeleiders tonen een onbevangen en open houding en scheppen vanuit een onbevooroordeelde basishouding de voorwaarden opdat kinderen zich in de opvang kunnen ontplooien. Op die manier worden de kinderen gestimuleerd in hun veelzijdige ontwikkeling.

- Sensitief in de omgang De begeleidersstijl van de medewerkers van Infano vzw wordt gekenmerkt door een onbevangen houding van aanvaarding en begrip voor de gevoelens, percepties en basisbehoeften van kinderen. Deze kijk gaat terug op de pedagogische benadering van Reggio-Emilia waarbij de begeleiders de kinderen ernstig nemen en erkennen als volwaardige persoon. In hun sensitieve begeleidersstijl gaan de begeleiders uit van de krachten van elk kind en hebben ze oog voor wat kinderen denken, willen en voelen. Ze houden rekening met de behoeften van kinderen aan individuele aandacht, erkenning, bevestiging en genegenheid en met hoe ze de wereld begrijpen. In de kinderopvang ervaren de kinderen begrip voor wat hen emotioneel en cognitief bezighoudt en worden ze door de begeleiders bijgestaan bij het verwerken van moeilijke ervaringen (MeMoQ, 2014).

(4) Visie m.b.t. de samenwerking met externe personen en organisaties (macroniveau) - Respect voor diversiteit

De ervaring leert dat kinderopvang voor veel kinderen een belangrijke stap is in het leven. Kind en Gezin omschrijft deze stap veeleer als een overgangsruimte van het gezinsleven naar het gemeenschapsleven: in de kinderopvang ervaren kinderen, via de interacties en relaties die ze aangaan, hoe de samenleving naar hen kijkt en hoe er wordt omgegaan met verschillen. Deze ervaringen zullen het zelfbeeld van het kind meebepalen en vormgeven. Infano vzw staat positief tegenover de verschillen en diversiteit binnen de kinderopvang. Een houding van respect voor diversiteit maakt het mogelijk om van de kinderopvang een plek te maken die vooroordelen en discriminatie effectief aanpakt en kinderen in staat stelt positief om te gaan met kinderen en gezinnen die anders zijn. Infano vzw neemt de diversiteit van kinderen en hun gezinnen als uitgangspunt in de uitbouw van de kinderopvang. De medewerkers worden geconfronteerd met hun waarden en normen en stellen deze ter discussie opdat alle kinderen, gezinnen en medewerkers zich er welkom en veilig kunnen voelen (MeMoQ, 2014).

Page 13: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

12 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

- Opvoeden in een inclusieve en democratische samenleving “Opvoeden in de kinderopvang staat altijd in relatie tot de samenleving waar die kinderopvang deel van uitmaakt” (MeMoQ, 2014). Deze stelling is tevens terug te vinden in het theoretisch model dat de algemene structuur van Infano vzw weerspiegelt. Het model is gesteund op de contextuele benadering dat ervan uit gaat dat de ontwikkeling van ieder kind alsook van de betrokken partijen (ouders, kinderopvang, school…) steeds gesitueerd is in een complexe culturele en sociale context. Binnen deze specifieke context handelen medewerkers van Infano vzw vanuit democratische waarden, onder meer door kinderen, ouders en collega’s te betrekken bij de beslissingen die hen aangaan. Vanuit een open en onbevangen houding trachten de medewerkers samen met de kinderen, ouders en andere partners door overleg gezamenlijke betekenisverlening op te bouwen. Infano vzw streeft aldus naar een inclusieve samenleving waarin elke persoon zich welkom voelt, ongeacht geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale, etnische of maatschappelijke afkomst, vermogen, beperking, gezinsvorm of andere omstandigheid (MeMoQ, 2014).

- Opvoeden voor een duurzame samenleving Zoals de contextuele benadering van het theoretisch model het aantoont, heeft de samenleving met zijn specifieke waarden en normen waartoe we behoren een belangrijke invloed op het beleid van Infano vzw en de effectieve werking van de kinderopvang. Op heden maakt Infano vzw deel uit van een samenleving die sterk gericht is op duurzame ontwikkeling: “een samenleving die wil voorzien in de behoeften van de huidige generatie, zonder de mogelijkheden van de toekomstige generaties in gevaar te brengen” (MeMoQ, 2014). Het komt erop neer dat we leven in een samenleving die de mensen wil sensibiliseren en wijzen op het belang van een efficiënte, zuinige en duurzame levenswijze; dit met het oog op het bekomen en behouden van de levenskwaliteit op aarde. Infano vzw verdedigt de visie van een duurzame samenleving. Volgens Infano vzw kan ook de kinderopvang bijdragen aan een samenleving die duurzaam is op zowel ecologisch, sociaal en economisch vlak. De medewerkers van Infano vzw streven naar een evenwicht in de omgang met kinderen en gezinnen. Ze hebben onder meer aandacht voor een gezonde levensstijl, zorgvuldig verbruik van energie en grondstoffen, kiezen van duurzame materialen, ecologisch bewustzijn bij kinderen en dergelijke meer. De bovenstaande algemene visie van de organisatie kan verder verduidelijkt worden aan de hand de metafoor van het kind: Metafoor De organisatie stelt dat het kind in z’n totale persoon steeds het uitgangspunt vormt en dit doorheen de gehele werking van Infano vzw. De metafoor gaat verder in op de algemene waarden van medezeggenschap en kinderparticipatie. Dit betekent dat het kind zich op elk moment moet kunnen uiten, dit zowel in positieve als in negatieve zin. Wanneer een kind aangeeft blij te zijn dan is dat een goed signaal en dient het welbevinden en de betrokkenheid van het kind bevestigd te worden. Indien het kind zou aangeven zich niet goed te voelen, of niet betrokken is in de werking van de opvang, gaan de professionele kinderbegeleiders na waar dit aan zou kunnen liggen en wordt dit besproken met alle betrokkenen (ouders, kwaliteits- en pedagogische coördinator, regiocoördinator…). In samenspraak en in onderling overleg met de verschillende betrokkenen wordt nagegaan wat mogelijks aan de basis zou liggen van het disfunctioneren van het kind en welke maatregelen er genomen kunnen worden om het welbevinden en de betrokkenheid van het kind te verbeteren. Elke aanpassing van deze situatie zal een invloed hebben op het kwaliteitsbeleid. Het kwaliteitsbeleid zal gewijzigd worden; dit steeds met het oog op een optimalisering van de huidige situatie.

Tegen de achtergrond van de bovenstaande visie werd een specifiek model opgemaakt dat de algemene visie van de organisatie omvat en de metafoor van het kind weerspiegelt. Daarnaast geeft het model tevens de globale structuur van de organisatie weer.

Page 14: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

13 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Algemeen model Infano vzw

Kwaliteits

-beleid

Financiële en

administratieve

dienst

Buitenschoolse

opvang

Binnen schoolse

opvang

Groeps-

opvang

Gezins-

opvang

Monitoring en evaluatie

Operationele diensten

Ontwikkeling en welbevinden van KIND

Page 15: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

14 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

2.2. Pedagogische visie

2.2.1. Nood aan een pedagogische visie

De pedagogische kwaliteit van de kinderopvang is van groot belang. Uit de literatuur blijkt dat kinderopvang van hoge pedagogische kwaliteit “langdurige positieve effecten op de sociale, de emotionele, de verstandelijke, de morele en de taalontwikkeling van kinderen” heeft. De effecten zijn tot ver in de schooltijd zichtbaar en zijn erg belangrijk voor alle kinderen (MeMoQ, 2014). In navolging van deze bevindingen werd de opvolging en handhaving van pedagogische kwaliteit binnen Infano vzw een belangrijk aandachtspunt. Zodoende is Infano vzw opzoek gegaan naar een allesomvattend pedagogisch kader dat gebruikt kan worden als instrument om haar visie en missie van de organisatie betreffende kwaliteitsvolle opvang te verduidelijken. Om aan het kwaliteitscriterium te voldoen stelt de wetgever dat een kwaliteitsbeleid vereist is dat onder meer een pedagogische visie omvat en de gedragenheid van de visie ondersteunt. Net zoals de algemene visie heeft de pedagogische visie zich stapsgewijs ontwikkeld zoals ‘een boomzaadje dat geplant wordt en langzamerhand uitgroeit tot een uit de kluit gewassen boom’ en die de algemene gedragenheid van de pedagogische visie binnen Infano vzw vertegenwoordigt. 2.2.2. Aanpak pedagogische visie De aanpak illustreert de verschillende stappen die het groeiproces ondersteunen en toont aan hoe de pedagogische visie binnen Infano vzw tot stand is gekomen. Bij het realiseren van de visie werd er stapsgewijs tewerk gegaan:

Ontwerp pedagogische visie Kenbaarheid visie vergroten Gedragenheid bevorderen Bouwstenen gedragenheid

(1) Ontwerp pedagogische visie

De pedagogische visie vindt zijn oorsprong in een aantal belangrijke inspiratiekaders die de visie op wetenschappelijke wijze onderbouwen. De pedagogische visie is gegroeid uit twee verschillende invalshoeken, een theoretische en praktische invalshoek. De pedagogische kernzin vormt één geheel tussen de dagelijkse praktijk en de kernwaarden van Infano vzw, om vanuit de blik van Infano vzw en de blik van de praktijk te groeien naar een pedagogische kernzin. De pedagogische kernzin als resultaat:

“Infano vzw, een plek waar kinderen met ruimte voor hun eigenheid zelf spelenderwijs de wereld ontdekken, gedragen door een team van begeleiders die hen prikkelen in hun ontdekkingsreis naar zichzelf en het onbekende.”

(2) Kenbaarheid visie vergroten Eenmaal er een visie tot stand is gekomen, is de volgende stap: ‘de visie kenbaar maken’ en dit zowel binnen als buiten de organisatie. Om de kenbaarheid van de visie te vergroten, wordt er gebruik gemaakt van verschillende kanalen:

Page 16: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

15 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Brochure pedagogische visie De pedagogische visie en het voorafgaande ontwikkelingsproces wordt samengevat in een brochure. Een brochure die de lezers aanspreekt en meeneemt in het verhaal van Infano vzw en het groeiproces waarbinnen de visie tot stand is gekomen. De brochure omvat tevens beeldmateriaal die allerlei praktijkvoorbeelden illustreert. Mensen worden uitgenodigd om de brochure door te nemen en mee te stappen in het verhaal van Infano vzw. Publicatie op de website De brochures met de pedagogische visie van Infano vzw staan voor elke dienst gepubliceerd op de website. Mensen die een beter zicht willen krijgen op de werking van de opvanginitiatieven kunnen de brochures terugvinden op de website van Infano vzw: www.Infano.be. Verspreiding binnen en buiten de organisatie Het nieuwe uithangbord van Infano vzw delen met de buitenwereld (d.m.v. publicaties, beurzen,…); vertellen hoe de visie gegroeid is en van waaruit deze ontstaan is. Door de werknemers te informeren over de stand van zaken wordt het verhaal van Infano vzw levendig gehouden. Op die manier kunnen toekomstige partners of ouders geprikkeld worden en worden ze aangezet om het verhaal van Infano vzw door te vertellen aan kennissen en vrienden.

(3) Gedragenheid bevorderen Deze stap illustreert “hoe de pedagogische visie in elk initiatief is kunnen groeien”. De medewerkers van Infano vzw kregen de kans om deel te nemen aan en zelf ‘hun eigen steentje’ bij te dragen met betrekking tot ‘de ontwikkeling van de visie’. Dit draagt bij aan het implementatieproces van de visie in de praktijk. Op deze manier werd de pedagogische visie tot leven geroepen en kan het groeien in elk opvanginitiatief van Infano vzw. Het doel van het ontwikkelen van de pedagogische visie is om medewerkers te gaan prikkelen en hen te stimuleren om vanuit eenzelfde oogpunt de dagelijkse praktijk vorm te geven.

(4) Bouwstenen gedragenheid De pedagogische visie en het proces van de totstandkoming kan samengevat worden in de volgende kernwaarden: stimuleren, stapsgewijs, prikkelen, groeien, inspireren, boom….

Page 17: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

16 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

De visie die binnen Infano vzw ontstaan is, is gebaseerd op twee invalshoeken: een theoretische en een praktische invalshoek. Enkele kaders, zoals het pedagogisch raamwerk en de Reggio Emilia pedagogiek, vormden de basis voor de pedagogische visie van Infano vzw. In opdracht van Kind en Gezin heeft de vakwerkgroep Sociale Agogiek UGent en het Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs KULeuven een pedagogisch raamwerk uitgewerkt dat kinderopvangorganisaties toelaat om de kwaliteit in de kinderopvang van baby’s en peuters te meten en te monitoren (MeMoQ). Het pedagogisch raamwerk is geen handleiding van wat ‘goed handelen is in de praktijk’. Het raamwerk geeft veeleer een richting aan en vraagt de werknemers om hun visie en handelen af te stemmen op de visie van de organisatie. Dit biedt niet enkel houvast voor de werknemers van de organisatie, het zorgt tevens voor uniformiteit en conformiteit binnen de organisatie. Binnen dit kader kreeg het pedagogisch beleid van Infano vzw vorm. Infano vzw verdedigt in zijn pedagogisch beleid een werking die gericht is op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op lichamelijk, cognitief, sociaal-emotioneel, communicatief, creatief en moreel vlak; en het bevorderen van het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen. Daarnaast heeft Infano vzw zich bij zijn pedagogisch beleid laten inspireren door de Reggio Emilia benadering. Met deze benadering stelde de grondlegger Loris Malaguzzi het kind in een nieuw daglicht. De benadering bracht een veranderende kijk op het kind met zich mee, een visie waarbij een krachtig kindbeeld steeds het uitgangspunt vormt.

2.2.3. Werkwijze pedagogische visie

De werkwijze omvat de manier waarop de pedagogische visie tot stand is gekomen. Tijdens het proces

van de visieontwikkeling werden twee methodieken gehanteerd. Net zoals de algemene visie is de

pedagogische visie die binnen Infano vzw ontstaan is, is gebaseerd op twee invalshoeken: een

theoretische en een praktische invalshoek. Er werd een literatuurstudie verricht die de visie

ondersteunt vanuit een theoretische invalshoek.

Literatuurstudie

In het kader van de pedagogische visieontwikkeling en met het oog op onderbouwen van de reeds bestaande visie in de praktijk werd een literatuurstudie uitgevoerd. Er werd in de pedagogische literatuur opzoek gegaan naar bestaande theoretische kaders die de pedagogische visie op wetenschappelijke wijze ondersteunen. Op basis van de theoretische bevindingen uit de literatuurstudie werd een eerste opzet gedaan die de visie van de organisatie weergeeft en dit gestaafd vanuit wetenschappelijke literatuur.

Intern lerend netwerk

De visie, die uit de literatuurstudie is voortgekomen, werd voorgesteld op de bijeenkomsten van het

intern lerend netwerk. Deze bijeenkomsten maakten het mogelijk om de pedagogische visie dat

voortgekomen was uit de literatuur af te toetsen aan de (praktijk)ervaringen van de deelnemers van

het lerend netwerk en indien nodig bij te sturen.

Focusgroepen

Na de bijeenkomsten van het intern lerend netwerk, kregen de begeleiders per dienst de mogelijkheid

om deel te nemen aan het ontwikkelingsproces van de pedagogische visie. De medewerkers kwamen

samen in zogenaamde ‘focusgroepen’. In de focusgroepen werd de pedagogische visie afgetoetst aan

de visie van de begeleiders en ze werden er ingelicht over het reeds aflegde traject. De visie van de

begeleiders bleek samen te hangen met de vooropgestelde theoretische kaders.

Page 18: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

17 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

2.2.4. Totstandkoming pedagogische visie

De theoretische invalshoek: de pedagogische visie die ontluikt...

Er werd nagedacht over wat de pedagogische visie moet omvatten. Het kwaliteitshandboek en ander relevant visiemateriaal werd doorgenomen om beter zicht te krijgen op de drijfveren van Infano vzw. Daarnaast werd er op zoek gegaan naar inspiratiebronnen die Infano vzw ondersteunen in zijn visieontwikkeling. Na overleg met de medewerkers van het studie– en adviescentrum en het intern Lerend Netwerk bleken het ‘pedagogisch raamwerk’, ontwikkeld in opdracht van Kind en Gezin, en de ‘pedagogiek van Reggio Emilia’ een goede pedagogische basis te zijn voor het pedagogisch kwaliteitsbeleid van Infano vzw. Bijkomend biedt het kader, zoals het in het decreet rond het pedagogisch beleid vooropgesteld wordt, een interessante kijk op de werkwijze.

(1) Pedagogisch raamwerk Het kind heeft een actieve rol: ervaringsgebieden Ontwikkelingspsycholoog Jean Piaget, pionier van de cognitieve ontwikkelingstheorie stelt dat elk kind geboren is “met aangeboren reflexen en met een aangeboren neiging om met de omgeving om te gaan” (Verhulst, 2005). Kinderen hebben een innerlijke drang om de wereld te leren kennen. Ze grijpen actief in op hun omgeving. Kinderen worden beschouwd als onderzoekers en scheppers die zelf vorm geven aan hun eigen ontwikkeling (MeMoQ, 2014). Ervaringsgebieden zijn clusters van ervaringen die een sleutelrol spelen in de ontwikkeling van kinderen. In het pedagogische raamwerk van Kind en Gezin is er sprake van vier ervaringsgebieden die essentieel zijn voor de uitbouw van een leefomgeving die de algehele ontplooiing van kinderen beoogt (MeMoQ, 2014): • ‘Ik en de ander’: reeds in de eerste jaren ontwikkelen de kinderen hun identiteit te midden van andere volwassenen en andere kinderen; • ‘Lichaam en beweging’: het lichaam van kinderen is in volle groei en ontwikkeling; • ‘Communicatie en expressie’: doorheen hun groei en ontwikkeling leren kinderen zich verbaal en non-verbaal te uiten en leren ze zich creatief uit te drukken; • ‘Verkennen van de wereld’: doorheen hun groei en ontwikkeling leren de kinderen de wereld rondom hen kennen. Ze verkennen de wereld op fysieke en verstandelijke wijze en trachten deze te begrijpen.

Figuur. Ervaringsgebieden

Page 19: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

18 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

De context van de kinderopvang laat toe dat kinderen binnen een waarderende en uitdagende leefomgeving een verscheidenheid aan ervaringen opdoen; dit met respect voor het individuele ritme, talenten, de eigenheid en het initiatief van elk kind. Het goed voelen van kinderen en hen steeds opnieuw weten te boeien vormen binnen dit raamwerk de kernvoorwaarden voor kwaliteit. In het nastreven van een optimaal welbevinden van ieder kind in de opvang neemt Infano vzw de clusters van ervaringsgebieden als uitgangspunt. Al de activiteiten die in de kinderopvang plaatsvinden, kunnen gesitueerd worden onder één of meerdere ervaringsgebieden. Binnen het vooropgestelde ervaringskader wordt een evenwichtige ontplooiing van de kinderen mogelijk. Infano vzw beschikt over een integraal ervaringsgericht aanbod waarin de verwevenheid van de ervaringsgebieden duidelijk wordt. Bovenstaand figuur geeft de verwevenheid van de ervaringsgebieden weer. Er is tegelijk ook aandacht voor hoe de ontwikkeling van elk kind verloopt in een ervaringsgebied. Of een kind al dan niet ervaringen opdoet, hangt niet slechts af van het aanbod van de opvang, maar tevens van het kind zelf (MeMoQ, 2014). Het geloof in de kracht van het kind gaat terug op de Reggio Emilia pedagogiek die stelt dat het kind als eerste pedagoog instaat voor zijn groei en ontwikkeling. Holistische kijk op het kind: het geheel is meer dan de som van de delen “Spelen is de meest natuurlijke bezigheid van jonge kinderen”. Kinderen leren al spelenderwijs: ze leren over zichzelf, over anderen en over de wereld om hen heen. Omdat er thuis en op straat steeds minder gelegenheid is tot spelen, is de gezins- en groepsopvang er om de kinderen op te vangen en extra inspanningen te leveren om het spel opnieuw die plek te geven die het verdient in het kinderleven (Vereniging Jonge Kind, sd). De opvang is voor kinderen een plaats waar kinderen kunnen spelen en “kind kunnen zijn”; zich kunnen ontspannen. Het is een rijke omgeving die hen op verschillende wijzen tracht te prikkelen en uitdaagt tot spelen. De kinderen worden door de begeleiders serieus genomen in hun spel en hun creativiteit wordt gestimuleerd. In het spel wordt duidelijk dat de verschillende ontwikkelingsbieden samenvallen. Een kind komt in aanraking met verschillende ervaringsgebieden: Wat kinderen leren is verbonden met waar, hoe en met wie ze leren. Voelen, bewegen, samen dingen doen, exploreren, spelen, praten, creativiteit en denken gaan bij kinderen samen (Vereniging Jonge Kind, sd). Kinderen leren met hun hoofd, hart en handen (MeMoQ, 2014). Infano vzw bekijkt het kind in z’n geheel, als een totaliteit. Er is sprake van een holistische visie waarbij er oog is voor de totale ontwikkeling van het kind en de diverse ontwikkelingsgebieden geïntegreerd aan bod komen.

(2) Pedagogisch kader: Reggio Emilia pedagogiek

Historische situering De naam van de Reggio Emilia pedagogiek gaat terug naar zijn landelijke oorsprong, het is meer bepaald afkomstig van het Italiaanse stadje Reggio Emilia. Na WOII hadden enkele moeders de intentie om zelf opvang in te richten voor hun kinderen. Het betreft een kinderopvang die ze zelf financierden en in werking gesteld hebben. In diezelfde periode was Loris Malaguzzi met kinderen bezig die door de oorlog waren getraumatiseerd. Hij had zich over de oorlogskinderen ontfermt en startte een samenwerking met de zelfstandige moeders. De samenwerking tussen beide leidde tot de start van de Reggio Emilia benadering (Bron: Pedagogische management in de kinderopvang, hfdst 13 p157-158). Basisprincipes De Reggio Emilia benadering steunt op verschillende pijlers. Een eerste pijler betreft het kindbeeld. De benadering stelt een krachtig kindbeeld voorop. Het krachtige kindbeeld maakt plaats voor een andere kijk op kinderen. Het kind wordt hier niet gezien als een “leeghoofd” dat door de volwassenen gevuld dient te worden met kennis. Het kind wordt daarentegen gezien als een competent, krachtig, en intelligent persoon; een persoon die uniek is en in staat is om zelf zijn eigen ontwikkelingsproces te sturen. Het kind wordt aldus niet gepercipieerd als een zwak en willoos wezen dat slechts gevoed en beschermd moet worden. In de Reggio Emilia

Page 20: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

19 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

benadering omvat het krachtige kind meer. Elk kind is verschillend en doorloopt zijn eigen uniek ontdekkingsproces, gestuurd door zijn verwondering in de wereld rondom hem. Het is de taak van de volwassenen om het kind hierin te ondersteunen. De volwassene observeert wat het kind bezig houdt en speelt daarop in. Met het vooropstellen van het krachtige kindbeeld wil Loris Magaluzzi recht doen aan de uniciteit van elk kind. Tevens gaat hij hiermee in tegen de ontwikkelingspsychologische benaderingen die de ontwikkeling van kinderen in verschillende fases gieten. Het is in de eerste plaats aan de begeleiders om te luisteren naar het kind. Vervolgens kan het aanbod op de noden van het kind afgestemd worden (Bron: Sporen naar, Margot Meeuwig & Tienenke van der Werf & Wilma Schepers, hfdst3 p55-56, 2007). De Reggio Emilia pedagogiek wordt tevens de pedagogiek van het luisteren genoemd. Het is een pedagogische filosofie die gezamenlijk ontwikkeld werd door mensen uit de praktijk: kinderen, begeleiders, pedagogen en kunstenaars. Ieder kind is anders en als volwassenen kunnen wij er niet vanuit gaan dat wij 'het kind' bij voorbaat kennen. Wij kunnen ons alleen tot taak stellen de kinderen te leren kennen door primair naar hen te luisteren en te kijken. We kunnen alleen maar spreken over een bepaald kind in een bepaalde situatie in die context, achtergrond, gezin, historie en cultuur. De kennis over kinderen wordt in de omgang gezamenlijk opgebouwd (Stichting pedagogiekontwikkeling 0-7, sd). Loris Magaluzzi stelt dat alle kinderen omringd zijn door drie opvoeders die hun helpen de wereld waar te nemen en te ontdekken. Deze drie pedagogen van het kind worden gezien als de tweede pijler van Reggio Emilia:

(1) De eerste pedagoog zijn de kinderen zelf. Niet de volwassenen, zoals wel vaker gesteld werd, maar de kinderen zijn elkaars pedagoog. Het kind leert zichzelf kennen door anderen te ontmoeten, ze houden elkaar een spiegel voor waardoor ze zichzelf en de ander leren kennen. Ze ervaren niet alleen gelijkenissen maar ook verschillen en het zijn juist die verschillen die de bouwstenen vormen voor hun identiteit. Elk kind geeft richting aan zijn eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van andere kinderen en aldus dragen kinderen bij tot een gezamenlijk collectief leerproces.

(2) De tweede pedagoog betreft de volwassenen in het kindercentrum zoals groepsleiding, leerkrachten en pedagogische begeleiders. Zij hebben de opdracht een optimaal leer- en groeiklimaat te creëren waar kinderen zichzelf kunnen ontplooien. Dit doen ze door te kijken naar en rekening te houden met het in vraag stellen van datgene wat kinderen bezig houdt. Door de kennis die begeleiders opdoen over de kinderen zijn ze in staat om in te spelen op de

Page 21: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

20 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

ontwikkelingsbehoeften van het kind. De kinderen worden geprikkeld en aangemoedigd om hun ideeën te ontwikkelen.

(3) De derde pedagoog is de ruimte en de materialen, beter genaamd de fysieke omgeving waarin het kind vertoeft. Met de fysieke ruimte wordt niet enkel verwezen naar de ruimte op zich maar ook naar de indeling en de aankleding ervan. De ruimte moet ten dienste staan van de kinderen en hen aanzetten tot ontdekken en onderzoeken (Bron: Sporen naar, Margot Meeuwig & Tienenke van der Werf & Wilma Schepers, 2007)

Kinderen ontwikkelen zich door in interactie met elkaar te gaan. Om in interactie te gaan is er communicatie nodig. Hoe groter de kinderen worden, hoe meer mogelijkheden kinderen hebben om zich uit te drukken. Al snel kunnen ze zich uitdrukken via hun mimiek, motoriek, gebaren, geluiden en bewegingen. Naar mate ze groter worden opent er zich een heel palet van talen waarmee ze zich verstaanbaar kunnen maken aan de buitenwereld zoals met papier, natuurmaterialen, klei, karton, beweging, muziek, drama, enz. Men dient het kind de kans te geven om zichzelf en de wereld te ontdekken op zijn of haar manier. De Reggio Emilia benadering wijst op het belang van communicatie en dit d.m.v. verscheidene bronnen en instrumenten. Loris Magaluzzi spreekt van de honderd talen van een kind. Kinderen zijn in staat om zich op verschillende manieren uit te drukken. De honderd talen van een kind vormt de derde pijler binnen de benadering (Bron: Sporen naar, Margot Meeuwig & Tienenke van der Werf & Wilma Schepers, 2007).

De grootste uitdaging waar een kind voor staat is het ontwikkelen van de identiteit. Kinderen zijn voortdurend op zoek naar wie ze zijn. Kinderen groeien op te midden van een wereld en leren hun eigen identiteit te ontdekken doorheen de ontmoetingen met andere personen, nieuwe omgevingen en materialen die hen zichzelf en hun eigen kunnen steeds opnieuw in vraag doen stellen. Ze houden het kind een spiegel voor waarin het kind ervaart wie hij is, wat hij wel kan en wie hij niet is of wat hij niet kan. Deze interactie is de basis van de identiteitsontwikkeling en wordt de co-constructie genoemd van de identiteit. De co-constructie van de identiteit is de vierde pijler van deze pedagogiek (Bron: Sporen naar, Margot Meeuwig & Tienenke van der Werf & Wilma Schepers, hfdst3 p60-61, 2007).

Om al deze pijlers vorm te geven wordt er een pedagogische cyclus doorlopen. Kinderen onderzoeken de wereld, zien, horen, ruiken, voelen en experimenteren, zo leren ze de wereld kennen. De wereld van kleuren en klanken, gedachten, emoties, kruipen, lopen, vallen en weer opstaan, brabbelen, neuriën, praten, huilen, lachen, zingen, horen, luisteren, voelen en zien. Met al deze ervaringen vertelt het kind iets over zichzelf en de wereld. Ze onderzoeken of zij de dingen in de wereld kunnen beïnvloeden, wat de motor is van hun ontwikkeling. De kinderen laten in al hun mogelijke talen zien wat hen bezighoudt. De begeleiders observeren de kinderen, bieden hen nieuwe prikkels en materialen aan en helpen hen om hier op een gepaste wijze mee om te gaan. Op die manier zijn de kinderen instaat om verder te ontwikkelen en te groeien. Het is aan de begeleiders om regelmatig stil te staan bij het aanbod en na te gaan of het aanbod nog afgestemd is op het kind. Op deze manier wordt er samen gewerkt aan kennis in de ontwikkeling (Bron: Sporen naar, Margot Meeuwig & Tienenke van der Werf & Wilma Schepers, hfdst 4, p76-77, 2007).

kijken en luisteren

onderzoeken en

documenteren

reflecteren, interpreteren

en plannen maken

Page 22: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

21 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

De Reggio Emilia benadering verschilt van de ontwikkelingspsychologische methodieken, daar deze methodiek niet te vatten is in enkele kernzinnen. In deze pedagogiek is er geen afgelijnd kindbeeld of zijn er geen pedagogische doelstellingen terug te vinden die universeel toepasbaar zijn. Dat is juist wat Loris Malaguzzi met zijn methodiek wilde bereiken. Reggio Emilia wil ieder de kans geven om zijn eigenheid binnen deze methodiek te ontwikkelen en er zijn eigen interpretatie van te maken (Bron: Sporen naar, Margot Meeuwig & Tienenke van der Werf & Wilma Schepers, hfdst 2 p39,2007): “Alleen van kinderen zelf kun je dingen leren die over kinderen gaan of voor hen bestemd zijn.” (Loris Malaguzzi)

De praktische invalshoek: een verruiming en verrijking van de visie

Binnen de praktische invalshoek werd de visie van de mensen op de werkvloer bevraagd. Per dienst kregen de begeleiders de mogelijkheid om deel te nemen aan het ontwikkelingsproces van de pedagogische visie. De begeleiders kwamen samen in zogenaamde ‘focusgroepen’ en werden er ingelicht over het reeds aflegde traject. De visie van de focusgroepen bleek samen te hangen met de theoretische kaders die vooropgesteld werden. Vervolgens werd de begeleiders gevraagd naar waarden die zij belangrijk vonden. Zij somden waarden op zoals ‘huiselijkheid’, ‘eigenheid van het kind’, ‘ontdekking’… Er was heel wat overlapping tussen de waarden over de verschillende focusgroepen heen. Bijgevolg konden de waarden worden samengevat in de volgende kernwaarden: ‘een plek voor en van kinderen’, ‘ruimte voor eigenheid’, ‘spelenderwijs de wereld ontdekken’, ‘gedragen worden’, en ‘prikkelen in hun ontdekkingsreis’. In de pedagogische brochure worden de waarden geïllustreerd aan de hand van beeldmateriaal van concrete activiteiten die in de opvanginitiatieven plaatsvinden. Infano vzw gelooft dat de betrokkenheid van medewerkers essentieel is bij het ontwikkelen van de pedagogische visie en het creëren van een algemene gedragenheid bij de werknemers. Binnen deze invalshoek werd de visie van de begeleiders op de praktijk bevraagd en werd er gepoogd, rekening houdend met de theoretische kaders, het pedagogisch raamwerk” en de “Reggio Emilia pedagogiek, en de ervaring en kennis uit de praktijk, de pedagogische visie samen te vatten in één pedagogische kernzin. Beide invalshoeken worden meegenomen in de ontwikkeling van de pedagogische visie en de uitbouw van de gedragenheid bij de medewerkers, evenals de communicatie van de visie naar de ouders en externen. Een tweede stap heeft betrekking op de ‘bekendmaking van de visie’: ‘Hoe kan de kenbaarheid van de visie alsnog vergroot worden?’ Infano vzw vindt het belangrijk dat de visie door al de werknemers ‘gedragen’ wordt, dit is een derde stap. Om de gedragenheid bij de werknemers te bevorderen, reikt Infano vzw een aantal ‘bouwstenen’ aan. Deze bouwstenen, een vierde stap binnen de werkwijze, kunnen de werknemers inspireren en laten de werknemers toe om zichzelf verder op professionele wijze te ontplooien.

Page 23: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

22 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

3. Missie

3.1. Wat doen we? Infano vzw zet zich elke dag in om kinderen de beste zorgen te geven in groepsopvang, gezinsopvang, buitenschoolse- en binnenschoolse opvang en bedrijfsopvang en dit aan niet-schoolgaande kinderen, baby’s en peuters enerzijds; en aan schoolgaande kinderen, kleuters en lagere schoolkinderen anderzijds. Met kwaliteitsvolle opvang wil Infano vzw, door middel van gerichte opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering, zowel het kind als de ouder bijstaan in de opvoeding van het kind. Door de stimulerende activiteiten in de opvang krijgen de kinderen extra ontwikkelingskansen. Het pedagogisch kader draagt bij tot de concretisering van de missie van Infano vzw: ‘Samen met partners, voor elk kind, ongeacht zijn beperkingen en afkomst, kwaliteitsvolle opvang realiseren’. 3.1.1. Voor de kinderen

- Zorg dragen voor het welbevinden van elk kind In de dienstverlening van Infano vzw staat het welbevinden van het kind centraal. In het pedagogisch raamwerk van Kind en Gezin is er sprake van welbevinden wanneer er tegemoet gekomen wordt aan de basisbehoeften: “het gaat om lichamelijke behoeften, de behoefte aan liefde en affectie, de behoefte aan duidelijkheid en zekerheid, de behoefte aan waardering en respect, de behoefte om te ervaren zelf iets te kunnen en de behoefte om iets te betekenen” (MeMoQ, 2014). Wanneer de basisbehoeften vervuld zijn ervaart het kind een positief gevoel. Infano vzw speelt in op het welbevinden van de kinderen en tracht deze zichtbaar te maken: “welbevinden is zichtbaar als kinderen genieten, als ze plezier beleven en deugd hebben van elkaar” (MeMoQ, 2014). Infano vzw wil ieder kind “kind” laten zijn: kinderen die zichzelf durven zijn, die vitaliteit en innerlijke rust uitstralen; kinderen die open, ontvankelijk en spontaan zijn met hun omgeving. Een goede wisselwerking tussen het kind en zijn omgeving is een voorwaarde voor het emotioneel welbevinden van het kind in de opvang. In de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het dragen van zorg voor het algemene welbevinden van het kind acht Infano vzw het belangrijk dat de kinderopvang een veilige en gezonde leefomgeving is waar er ruimte is voor dialoog met het gezin. Doorheen betrokken en liefdevolle interacties met de begeleiders, zijn de kinderen in staat om veilige gehechtheidsrelaties op te bouwen met de begeleiders. Elke opvang heeft een welbepaalde structuur en specifieke regels die de kinderen houvast en zekerheid bieden. In een voorspelbare en stabiele omgeving krijgen de kinderen de kans om emotionele relaties aan te gaan met begeleiders die voor hen zorgen en een verantwoordelijkheid opnemen. De begeleiders van Infano vzw zijn zich bewust van het belang van een veilige, stabiele en voorspelbare omgeving voor het welbevinden van kinderen en zij ondersteunen de kinderen om ook betekenisvolle relaties aan te gaan met andere kinderen en medewerkers (MeMoQ, 2014).

- Rijke ontplooiingskansen voor elk kind bieden Kinderopvang biedt kinderen rijke en gevarieerde ontplooiingskansen. De kinderopvangvoorzieningen van Infano vzw zijn een plaats waar de interesses, mogelijkheden en talenten van kinderen opgepikt en aangesproken worden. Elk individueel kind wordt er gezien in z’n kracht. Kind en Gezin omschrijft kinderopvangvoorzieningen van een hoge pedagogische kwaliteit als “plaatsen waar de ontdekkings- of exploratiedrang van kinderen, hun drang om de wereld te ervaren met al hun zintuigen, volop kansen krijgt” (MeMoQ, 2014). De werking van de kinderopvangvoorzieningen van Infano vzw gaat uit van de vier ervaringsgebieden (‘ik en de ander’, ‘Lichaam en beweging’, ‘communicatie en expressie’, en het ‘verkennen van de wereld’). Met de vier ervaringsgebieden kunnen de medewerkers van Infano vzw een omgeving scheppen waarbinnen het kind geprikkeld en uitgedaagd worden om op ontdekking te gaan, kennis te vergaren en uit te breiden. De sociaal-constructivist Vygotsky spreekt van de zone van naaste ontwikkeling: “Het verschil tussen dat wat iemand zelfstandig kan oplossen (het actuele

Page 24: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

23 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

niveau) en dat wat hij onder begeleiding van een meer capabele probleemoplosser kan bereiken” (het potentiële niveau) (Verschueren, 2007, p. 111). De zone van naaste ontwikkeling is voor elk kind verschillend: of een kind zich al dan niet in de zone van naaste ontwikkeling bevindt, hangt af van de genetische factoren en welbepaalde omgevingsfactoren. Het belang van het aspect ‘ruimte’ is reeds in de Reggio Emilia pedagogiek aan bod gekomen. In de kinderopvang kunnen kinderen spelen, onderzoeken, experimenteren, uitproberen, falen en succes ervaringen opdoen. Op die manier krijgen kinderen greep op de werkelijkheid en doen ze betekenisvolle ervaringen op. Deze ervaringen doen zich voor in zeer uiteenlopende situaties en komen herhaaldelijk aan bod. Zo zijn de kinderen in staat om een grote mate van voldoening en betrokkenheid te ervaren. Met respect voor de eigenheid van elk kind en vanuit de overtuiging dat spel onmisbaar is voor de ontwikkeling van jonge kinderen, biedt Infano vzw elk kind de gelegenheid om op eigen tempo te groeien. De kinderen worden bijgestaan door medewerkers die in hen geloven en de kinderen de kans geven om betekenisvolle ervaringen op te doen op verschillende ervaringsgebieden. Gesteund door gekwalificeerde medewerkers is Infano vzw instaat om van de kinderopvang een rijke omgeving te maken (MeMoQ, 2014).

- Erkennen van en bijdragen tot verbondenheid: kinderen leren samenleven Kinderopvang is voor veel kinderen een eerste plaats waar ze in contact komen met andere kinderen en volwassenen buiten de gezins- en familiecontext. Door de deelname aan de gezamenlijke activiteiten bouwen kinderen in de kinderopvang een ‘emotionele’ band op met hun omgeving en de aanwezige kinderen en begeleiders. Het opbouwen van een ‘emotionele’ band dient gekaderd te worden binnen de gehechtheidstheorie van Bowlby. In zijn gehechtheidstheorie stelt Bowlby dat de ontwikkeling van bij de geboorte relationeel bepaald is: kinderen hebben van nature uit de behoefte aan steun en verbondenheid met andere kinderen, volwassenen en de wereld rondom hen. Doorheen positieve en warme relaties ervaren kinderen een gevoel van emotionele basisveiligheid: het gevoel dat ze erbij horen en deel uitmaken van een groter geheel. Infano vzw streeft naar democratisch burgerschap en gemeenschapszin in de kinderopvang. Volgens Kind en Gezin vormen openheid, zorg en de oprechte wil om de andere te respecteren het fundament van een basishouding van verbondenheid. Infano vzw ziet het als zijn taak om kinderen aan te moedigen zich inlevend en respectvol op te stellen door hen actief te ondersteunen in de relaties. Zo kunnen reeds op prille leeftijd vriendschappen tussen kinderen ontstaan (MeMoQ, 2014). Binnen de kinderopvang van Infano vzw wordt er niet slechts gewerkt aan de verbreding van het aantal relaties, maar wordt er ook aandacht besteed aan de verdieping ervan. Kinderen leren in de kinderopvang samen spelen, eten, dansen, slapen, elkaar imiteren, conflicten oplossen … Binnen de kinderopvang nemen groepsprocessen en de ondersteuning van interacties tussen kinderen door de begeleiders een belangrijke plaats in: “kinderen leren van en met elkaar”. Kinderen dienen hierbij rekening te houden met elkaar en de begeleiders zien erop toe dat ieder kind gelijke kansen krijgt om die sociale vaardigheden in te oefenen. De context van de kinderopvang biedt de kinderen een veilige omgeving waarin ze hun vaardigheden, zoals leren delen, samen leren spelen, leren onderhandelen, samen beslissen, conflicten leren uitpraten e.d. verder kunnen oefenen en uitdiepen (MeMoQ, 2014).

- Kansen geven op autonomie Infano vzw gelooft in de groeikracht en het groeivermogen van elk kind. Binnen de kinderopvang krijgen de kinderen de ruimte om te experimenteren en zelf activiteiten aan te brengen die ze leuk vinden. De begeleiders van Infano vzw willen het kind zoveel mogelijk zelf actor laten zijn en erkennen dat kinderen, in de rijke en gevarieerde omgeving van de kinderopvang, in staat zijn om zelf vorm te geven aan hun ontwikkeling. Soms zijn corrigerende tussenkomsten van de begeleiding nodig. Samen met het kind wordt er dan bekeken waarom iets wel of niet kan.

Page 25: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

24 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

- Aanpak afstemmen op elk kind afzonderlijk De medewerkers van Infano vzw benaderen het kind als unieke persoon en handelen vanuit een fundamenteel respect voor het kind en zijn gezin. De basishouding van medewerkers is gekenmerkt door een diep geloof in de groeikracht van kinderen. De open en ontspannen sfeer in de kinderopvang geeft de begeleiders de kans om de kinderen te doorgronden. De kinderen worden op verschillende manieren geprikkeld en zijn in de kinderopvang in staat om zichzelf te ontplooien als persoon. Met het oog op het realiseren van een kwaliteitsvolle dienstverlening wordt, in gezamenlijk overleg met de betrokkenen, gekeken naar een zo goed mogelijke afstemming van de specifieke zorgen op de noden en behoeften van het kind. Vanuit een zichtbaar en wederzijds respect voor de diversiteit binnen de gezinnen (gezinsvorm, gezinscultuur, opvoedingswaarden…) biedt Infano vzw zorg op maat van elk kind. 3.1.2. Voor de gezinnen

- Kennismaking met medewerkers en andere gezinnen Infano vzw hecht belang aan een uitgebreide kennismaking met nieuwe medewerkers en gezinnen. Ze is ervan overtuigd dat nieuwe medewerkers, ouders en kinderen de tijd moeten nemen om elkaar te leren kennen, de wederzijdse verwachtingen duidelijk te stellen om eenzelfde gerichte aanpak mogelijk te maken. Om een goed wenproces mogelijk te maken, beschikt Infano vzw over een wenbeleid voor nieuwe medewerkers en gezinnen. Het beleid toont hoe belangrijk het wenproces is binnen de kinderopvang. Bij een eerste contact en kennismaking nl. voor de aanvang van de eigenlijke opvang, kunnen nieuwe medewerkers kennismaken met en wennen aan ouders en hun kind(eren) enerzijds. Op hun beurt kunnen ouders en hun kind wennen aan en kennismaken met de voorziening, de andere kinderen, de medewerkers en hun manier van werken anderzijds. Zo’n wederzijds wenproces vindt plaats voor de eigenlijke opvang begint. Gedurende die wenperiode wordt uitgebreid informatie uitgewisseld. Medewerkers verkennen de vragen, wensen en zorgen van ouders en bevragen de opvoedingsgewoonten. Tevens leren ouders ook de gang van zaken in de kinderopvang kennen (MeMoQ, 2014).

- Samen de opvoeding gestalte geven Infano vzw wil in samenwerking met de verschillende betrokkenen (en in de eerste plaats gezinnen) de opvoeding in de kinderopvang vorm geven. De medewerkers treden met de betrokkenen in dialoog over elkaars visie op opvoeden en wisselen ideeën uit. Een open sfeer gekenmerkt door vertrouwen en wederzijds respect maakt het mogelijk dat opvoedingsvragen en –wensen geuit en besproken kunnen worden. Infano vzw verdedigt het belang van voortdurende dialoog met gezinnen. Doorheen dialoog verwerven de medewerkers inzicht in de sociale en culturele context waarin kinderen opgroeien. De kennis van en over het kind wordt vergroot. Op die manier zijn de medewerkers in staat om hun pedagogisch handelen af te stemmen op de behoeften van het kind (MeMoQ, 2014).

- Verbreden van de gezinsopvoeding Binnen Infano vzw ligt de kinderopvang niet slechts in het verlengde van de gezinsopvoeding; kinderopvang omvat veel meer. In de kinderopvang maken de kinderen kennis met leeftijdsgenoten, andere volwassenen, het leven in groep… Ouders kunnen met hun vragen en zorgen in de kinderopvang terecht bij begeleiders die op hun beurt om het kind geven en het kind goed kennen. In de kinderopvang leren de ouders hun kind op een andere manier kennen. Ouders ontmoeten er andere ouders met wie ze ervaringen uitwisselen en waardoor ze zich gesteund voelen. Kortom, Infano vzw streeft ernaar kinderopvang te realiseren die van informationele, emotionele en sociale waarde is voor gezinnen (MeMoQ, 2014). Kinderopvang draagt op verschillende manieren bij tot een verminderde draaglast bij ouders: het laat ouders toe om het gezinsleven te combineren met hun werksituatie en ouders kunnen bij de kinderopvang terecht voor sociale en pedagogische gezinsondersteuning. Infano vzw beschikt over een

Page 26: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

25 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

divers aanbod aan opvoeding ondersteunende werkvormen om de draaglast bij ouders te verminderen:

Voorlichting of informatieverstrekking over de kindontwikkeling, de leefwereld van kinderen en jongeren, opvoedingsaanpak, de opvoedingscontext…

Instrumentele steun: praktisch pedagogische hulp. De hoofdtaak van Infano vzw is het bieden van kinderopvang. Daarnaast beschikt de organisatie tevens over deskundigen en over de nodige middelen waar de ouders beroep op kunnen doen.

Emotionele steun: professionele begeleiders erkennen de ouders als volwaardige partners in het opvoedingsproces en tonen betrokkenheid, respect en waardering voor het ouderlijk handelen.

Uitbouwen van sociale contacten: ouders komen in contact met andere ouders en dit laat de ouders toe om hun sociaal en ondersteunend netwerk uit te breiden.

Signalering en eventueel in contact brengen met deskundigen : expliciet maken van mogelijk probleemgedrag dat kan wijzen op een vraag naar bijkomende opvoedingsondersteuning.

- Inspraak en systematisch overleg met gezinnen

Inspraak en systematisch overleg met gezinnen is cruciaal i.f.v. het nastreven van het gemeenschappelijk doel om de opvoeding samen gestalte te geven. Gezinnen kunnen andere opvoedingsideeën en -wensen hebben dan begeleiders en ook tussen gezinnen onderling zijn er soms opvallende verschillen. Het komt erop neer dat iedereen een eigen idee heeft over wat opvoeding is of hoort te zijn. Infano vzw is zich bewust van de verscheidenheid in opvoedingsgewoonten en –stijlen. De medewerkers gaan op een respectvolle en sensitieve wijze om met deze verschillen. Aldus vindt Infano vzw het belangrijk om ook na het wenproces op de hoogte te blijven van de wensen, bevindingen, zorgen en vragen van de ouders. In het opnemen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen, benadrukt Infano vzw het belang van een continue wederzijdse afstemming tussen ouders en begeleiders. Door het informeren van gezinnen over de specifieke aanpak van het kind en het welbevinden van het kind in de opvang kunnen de begeleiders en gezinnen hun aanpak op elkaar afstemmen. Op die manier is Infano vzw in staat om voor elk kind kwaliteitsvolle begeleiding te bieden. Kwaliteitsvolle begeleiding die het resultaat is van een democratisch proces en gebaseerd is op systematisch overleg met en inspraak van elk gezin.

- Maatschappelijke participatie mogelijk maken

Infano vzw beschikt over een uitgebreid aanbod aan opvanginitiatieven. Ouders kunnen zelf beslissen wanneer ze beroep willen doen op het aanbod. Er kan door ouders flexibel gebruik gemaakt worden van opvang. De werking van de kinderopvang laat ouders toe om hun gezinstaken te combineren met andere activiteiten. Ze kunnen zo op diverse manieren deelnemen aan de samenleving (bijvoorbeeld werk, opleiding, bijscholing, vrijwilligerswerk, mantelzorg) en zich daarin ontplooien. Op die manier wil Infano vzw de ouders ondersteunen en wordt maatschappelijke participatie mogelijk (MeMoQ, 2014).

- Erkennen van en bijdragen tot verbondenheid Infano vzw wil met de ouders een samenwerkingsrelatie opbouwen dat gebaseerd is op wederzijds respect en vertrouwen. Ouders van kinderen die naar de kinderopvang gaan, staan niet langer alleen in de opvoeding van hun kind. De ouders en de begeleiders zijn met elkaar verbonden: als opvoeders staan ze voor dezelfde uitdaging nl. de opvoeding van het kind. Met het oog op het nastreven van het gemeenschappelijke doel nl. het welbevinden van het kind, stimuleert Infano vzw de betrokkenheid van ouders bij het opvanggebeuren. De begeleiders betrekken de ouders bij het opvanggebeuren door de ouders systematisch en veelvuldig te informeren over het functioneren van het kind in de opvang en eventuele bezorgdheden of onzekerheden betreffende het handelen terug te koppelen naar de ouders. Bovendien organiseren de opvanginitiatieven van Infano vzw activiteiten die ouders toelaten om samen met de kinderen deel te nemen aan het opvanggebeuren.(vb. kerstfeest, picknick,…) Ouders komen in de kinderopvang in contact met medewerkers en maken er kennis met ouders van

Page 27: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

26 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

andere kinderen van dezelfde leeftijd. Voor veel ouders zijn die informele contacten een belangrijke bron van informatie en steun. De informele contacten zijn gekenmerkt door relaties waarin onderlinge uitwisseling, verbondenheid en solidariteit centraal staan. Participatie van ouders aan het opvanggebeuren draagt bij tot een uitbreiding van het netwerk van ouders en bevordert de integratie in de buurt (MeMoQ, 2014). In het contact met de begeleiders en andere ouders worden ouders geconfronteerd met hun eigen pedagogisch handelen en hun kijk op de opvoeding. De begeleiders houden rekening met de beleving van ouders en de aanpak van de begeleiders en ouders wordt op elkaar afgestemd (MeMoQ, 2014). Op die manier wordt de verbondenheid tussen de begeleiders en de ouders versterkt. 3.1.3. Voor de samenleving

- Voorbereiden op de samenleving Binnen de kinderopvangcentra van Infano vzw worden de kinderen voorbereid op het leven in de samenleving. Kinderen leren er van elkaar: ze leren samen spelen en samen leven. De kinderopvang kan beschouwd worden als een soort ‘minisamenleving’ die de kinderen toelaat actief te participeren aan het opvanggebeuren rekening houdend met de persoonlijke inbreng van het kind. De visie van Infano vzw ligt aldus in dezelfde lijn als K&G die stelt dat “kinderopvang een oefenplaats is voor het (samen)leven” (MeMoQ, 2014).

- Zorgen voor inclusie en sociale cohesie Het gegeven dat het “opvoeden in de kinderopvang in relatie staat tot de samenleving waar de kinderopvang deel van uitmaakt” is Infano vzw welbekend. Dit gegeven is tevens terug te vinden in het algemeen model van de organisatie (zie 1.1. algemene visie van Infano vzw). In de kinderopvang komen kinderen in contact met andere kinderen. De kinderopvang is de plaats bij uitstek waar kinderen sociale contacten opbouwen en uitbreiden. Infano vzw organiseert opvang voor kinderen in kinderopvangcentra verspreid over heel Vlaanderen en het Brussels Gewest. De verscheidenheid onder de kinderen binnen de kinderopvangcentra van Infano vzw is groot. Infano vzw vangt kinderen op die verschillen in afkomst, levensstijl, cultuur, gezinsvorm… De huidige samenleving kent een grote maatschappelijke diversiteit. Maatschappelijke diversiteit is regionaal bepaald en verschilt over de regio’s heen. De kinderopvangcentra van Infano vzw weerspiegelen die maatschappelijk diversiteit. Afhankelijk van de regio waarin de kinderopvang gesitueerd is, zal de kinderopvang een andere diversiteit weerspiegelen. Infano vzw staat open voor de maatschappelijke diversiteit binnen elke kinderopvangcentra en verdedigt het belang ervan: "Het is een plek waar kinderen, ouders en begeleiders leren omgaan met de maatschappelijke diversiteit. Kinderen en ouders leren er open te staan voor anderen en hun manier van zijn en leven. Ze kunnen daardoor ervaren dat het een plek is waar ze erbij horen, ongeacht afkomst, beperking, levensstijl, gezinsvorm enz.” (MeMoQ, 2014).

- Bijdragen tot gelijke kansen Infano vzw vangt kinderen op uit verschillende geledingen van de maatschappij; en dit ongeacht het geslacht, origine… De opvang van de kinderen draagt er ook toe bij dat jongens en meisjes gelijke kansen hebben. In een open en speelse omgeving worden de kinderen maximale ontwikkelingskansen geboden. Als organisator van kinderopvang heeft Infano vzw een belangrijke pedagogische functie m.b.t. de zorg en de opvoeding van kinderen. In de kinderopvang worden de zorg en opvoeding van de kinderen gedeeld met de gezinnen. Op die manier wil Infano vzw gezinnen in hun draagkracht versterken en een betekenisvolle en waardevolle ondersteuning bieden aan gezinnen. De kinderopvang bevordert aldus maatschappelijke participatie en gaat uitsluiting van kansengroepen tegen (MeMoQ, 2014).

- Bijdragen tot ecologisch bewustzijn Infano vzw vindt het belangrijk dat kinderen opgroeien in een natuurlijke omgeving. Vanuit een ecologische basishouding streeft Infano vzw ernaar dat kinderen en medewerkers zich verbonden en medeverantwoordelijk voelen voor de natuurlijke omgeving waarin ze vertoeven. De aandacht voor

Page 28: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

27 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

het ecologisch bewustzijn komt tot uiting en dit op verschillende manieren: inrichting van de opvangruimte, buitenspelen, gezonde voeding… Het ecologisch bewustzijn van de kinderen wordt versterkt en er wordt op een respectvolle en duurzame omgegaan met de leefomgeving (MeMoQ, 2014).

- Voorbereiden op levenslang leren Onze maatschappij is voortdurend onderhevig aan veranderingen. De evoluties (natuurlijke, sociale, economische, demografische…) beïnvloeden de mate waarop onze samenleving gestructureerd is. De maatschappelijke veranderingen die ontstaan, stellen steeds meer eisen aan het leervermogen van mensen. Om te overleven in een complexe samenleving moeten de kinderopvang en gezinnen in staat zijn om het hoofd te bieden aan de veranderende eisen in de maatschappij. Infano vzw biedt kwaliteitsvolle kinderopvang. Om dit te realiseren maakt Infano vzw gebruik van het creatief en lerend vermogen van zijn medewerkers en de kinderen. Hiermee legt Infano vzw de basis voor levenslang leren in de kinderopvang (MeMoQ, 2014).

- Erkennen en waarderen van diversiteit Infano vzw benadert elk kind en zijn gezin in zijn eigenheid. Er wordt niet uitgegaan van een eenzijdige visie op gelijkheid waarin elk kind op ‘gelijke’ wijze behandeld wordt; wel heeft men oog voor de diversiteit tussen de kinderen en wordt ieder kind in zijn eigenheid erkend en bekrachtigd. De medewerkers van Infano vzw zijn zich bewust van de diversiteit binnen de opvangsetting en de buurt. De aanwezige diversiteit wordt op een respectvolle manier onder de aandacht gebracht, zonder dat deze enigszins ontkend of genegeerd wordt. Door nauw samen te werken met de ouders en de buurt creëert de kinderopvang een draagvlak waar maatschappelijke participatie van kinderen en gezinnen mogelijk wordt en de integratie in de maatschappij wordt bevorderd. Respect voor de menselijke waardigheid en de grondrechten zijn algemene waarden die Infano vzw nastreeft en steeds opnieuw het uitgangspunt vormen m.b.t. de werking (MeMoQ, 2014).

- Samenwerken met andere voorzieningen en diensten Als organisator van kinderopvang neemt Infano vzw een belangrijke plaats in de gedeelde zorg en de opvoeding van kinderen. Het gaat om een gezamenlijk engagement van de kinderopvang, gezinnen en de bredere samenleving ten aanzien van kinderen. Infano vzw is zich ervan bewust dat enerzijds het leven van kinderen en gezinnen en anderzijds de nood en behoeften om te voorzien in externe opvang mede bepaald wordt door de arbeidssituatie waar het gezin aan gebonden is. Infano vzw beschikt over allerlei opvanginitiatieven die het mogelijk maken om tegemoet te komen aan de specifieke noden van elk gezin. Verder staat Infano vzw open voor een bredere samenwerking met andere (opvang)voorzieningen (zoals Huizen van het kind, Centra voor Inclusieve Kinderopvang, …) en diensten in de samenleving. Op die manier streeft Infano vzw naar een optimale afstemming tussen de verschillende betrokkenen en tracht men voor elk kind een individueel traject uit te stippelen dat aangepast is aan de noden en behoeften van het kind. Een continue, nauwe en grensoverschrijdende samenwerking (school, specialisten, OCMW, buurtdiensten…) maakt het mogelijk dat Infano vzw zich gesterkt voelt in zijn verantwoordelijkheid betreffende het organiseren van kwaliteitsvolle kinderopvang (MeMoQ, 2014).

Page 29: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

28 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

3.2. Een brede waaier aan opvangmogelijkheden Infano vzw beschikt over een uitgebreid en divers aanbod aan opvangmogelijkheden die nauw met elkaar samenwerken en gezamenlijk het doel van kwalitatieve opvang nastreven. 3.2.1. Gezinsopvang (Onthaalouders) In de gezinsopvang van baby's en peuters wordt het kind opgevangen door één onthaalouder of meerdere onthaalouders (groepsopvang) in een gezinswoning, huiselijk en kleinschalig. 3.2.2. Groepsopvang: kinderdagverblijven voor baby’s en peuters (Zonnetjes) In een groepsopvang van baby's en peuters wordt het kind opgevangen in lokalen die specifiek voor de opvang zijn ingericht. 3.2.3. Binnenschoolse opvang (Sterretjes) De binnenschoolse opvang is een initiatief dat opvang aanbiedt aan schoolgaande kinderen in de school, voor- en naschools, tijdens middagen en vakantiedagen. 3.2.4. Initiatief voor buitenschoolse opvang – IBO (Maantjes) De buitenschoolse opvang is een initiatief dat opvang biedt voor en na de schooluren, tijdens woensdagnamiddagen en tijdens de vakantiedagen aan schoolgaande kinderen. De binnen- en buitenschoolse opvang hebben een gelijkaardige werking, doch beide opvangvormen zijn niet hetzelfde. De buitenschoolse opvang is niet aan een school gebonden en beschikt over lokalen die specifiek voor opvang zijn ingericht. Kinderen zitten in de opvang samen met andere kinderen. Het vervoer van de school naar de buitenschoolse opvang of omgekeerd is op een veilige manier geregeld. De IBO is erkend door Kind en Gezin. 3.2.5. Inclusieve opvang Inclusieve kinderopvang is de opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte tezamen met kinderen zonder specifieke zorgbehoefte. Net als andere kinderen, willen deze kinderen spelen met vrienden en nieuwe dingen ontdekken. 3.2.6. Bedrijfsopvang (vakantieopvang) Op vraag van bedrijven regelt Infano vzw tijdens de vakanties opvang voor de kinderen van de werknemers. De opvang kan plaats vinden binnen of buiten het bedrijf. 3.2.7. Gemandateerde opvang Infano vzw is erkend door Kind en Gezin als coördinatiepunt voor de verstrekking van informatie over flexibele en occasionele kinderopvang en voor het beheer van de flexibele opvangpool van doelgroep werknemers. Als gemandateerde voorziening draagt Infano vzw bij tot de afstemming tussen vraag en aanbod van alle vormen van flexibele en occasionele opvang binnen de drie zorggebieden Asse, Liedekerke en Dilbeek. Ze is het aanspreekpunt voor de gezinnen die flexibele of occasionele kinderopvang zoeken. Infano vzw beschikt over de nodige kennis, middelen en competenties om doelgroepmedewerkers te begeleiden. 3.2.8. Occasionele opvang Als gemandateerde voorziening wil Infano vzw tegemoet komen aan de specifieke opvangnoden van gezinnen in kansarmoede, werkzoekende, allochtonen en andere kwetsbare gezinnen. Occasionele kinderopvang biedt plaatsen die enkel en alleen kunnen worden vrijgehouden voor gezinnen die om bepaalde redenen nood hebben aan kortdurende opvang van maximum 6 maanden en dit om een van de volgende redenen:

de ouder werkt niet en start met een opleiding de ouder werkt niet en vindt plots werk

Page 30: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

29 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

de ouder neemt deel aan een sollicitatiegesprek er is een acute crisissituatie in het gezin het gezin heeft behoefte aan een korte draaglastvermindering voor het kind is om sociale en/of pedagogische motieven gedurende de dag opvang en begeleiding

buiten het eigen gezin wenselijk. 3.2.9. Flexibele opvang

De flexibele opvang is een dienst van Infano vzw, in enkele specifieke vestigingen, aan ouders die vroeg, laat of ’s zaterdags moeten werken. Zowel schoolgaande kinderen als niet-schoolgaande kinderen kunnen buiten de openingstijden van het basisaanbod van de voorziening minstens in een van de onderstaande gevallen beroep doen op flexibele opvang:

minstens gedurende 30 minuten voor 7 uur;

minstens gedurende 30 minuten na 18 uur;

op dagen boven op het minimumaantal openingsdagen voor een basisaanbod; Flexibele opvang gebeurt enkel na duidelijke afspraak, ouders moeten steeds een geldig werkgeversattest voorleggen.

3.3. Eigen projecten

3.3.1. De sportplaneet

De “Sportplaneet” is een project van Infano vzw. Het project wil bijdragen tot meer bewegelijkheid van de kleuters en lagereschoolkinderen. De sportplaneet beschikt over verschillende themaboxen die ter initiatie gebruikt kunnen worden om kinderen in te leiden in nieuwe sporten of om de kinderen meer aan te zetten tot beweging. Dit kan via sportactiviteiten of workshops, gegeven door gediplomeerde en ervaren sportbegeleiders of door de eigen begeleiders. De sportplaneet wil ook inzetten op sport op school, teambuilding, verjaardagsfeestjes en andere evenementen.

3.4. De kinderopvang bij Infano vzw

3.4.1. Waarom kiezen voor kinderopvang? Infano vzw vervult drie belangrijke maatschappelijke functies van kinderopvang:

Pedagogische functie Kwaliteitsvolle kinderopvang biedt kinderen alles wat ze nodig hebben om zich spelenderwijze te ontwikkelen. Kinderopvang biedt jonge kinderen niet alleen verzorging en geborgenheid en stimuleert de kinderen in hun fysieke en psychische ontwikkeling. Kinderen ontmoeten er anderen en leren er van jongs af aan respectvol mee omgaan (Deven, et al., 2009).

Economische functie Ouders kunnen met een goed gevoel hun kind laten opvangen, zodat ze kunnen gaan werken, werk zoeken of een beroepsopleiding volgen.

Sociale functie Wanneer een stimulerende omgeving thuis minder voorhanden is, kan kinderopvang voor kinderen een extra stimulans betekenen. Kinderopvang kan de uitsluiting van kansengroepen tegengaan en hun integratie helpen bevorderen. Uit onderzoek is gebleken dat kwaliteitsvolle kinderopvang heel veel kansen kan bieden aan kinderen in armoede. Ook ouders vinden in de opvang de nodige ondersteuning: ouders kunnen bij de opvang terecht met allerhande vragen en leren er andere ouders kennen.

Page 31: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

30 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

3.4.2. Wat wil Infano betekenen? Als organisator van kinderopvang staat Infano vzw in voor kwaliteitsvolle opvang aan kinderen van 0 tot 12 jaar. Rekening houdend met de specifieke noden en individuele behoeften van het kind, wordt elk kind benaderd en gerespecteerd in zijn unieke en persoonlijke eigenheid. In samenwerking met ouders en met externe partners wordt, binnen een cultuur van medezeggenschap, overleg, openheid, deskundigheid en permanente kwaliteitsbewaking vorm gegeven aan de “kwaliteit van leven van kinderen in de kinderopvang”. Infano vzw verdedigt een aantal waarden die de “kwaliteit van leven” in de opvang ondersteunen:

Integrale kwaliteitszorg Creativiteit Diversiteit en verdraagzaamheid Participatie Dialoog Vorming van de totale persoon

(1) Integrale kwaliteitszorg

Kwaliteit is een breed begrip. Er kan sprake zijn van kwaliteit van zorg, kwaliteit van arbeid en kwaliteit van organisatie (Kedzierski & Vlemmix, 2007). Het begrip kwaliteit wordt in de literatuur op verschillende manieren omschreven en is daarom niet altijd goed te vatten. In zijn boek ‘zorgen voor kwaliteit’ stelt Guido Cuyvers (2007) dat kwaliteit enerzijds te maken heeft met de hoedanigheden of kenmerken van zowel het product als het proces en anderzijds met het beoordelen van de mate waarin doelen gerealiseerd worden. Het proces en de resultaten worden gestuurd vanuit de doelen die een organisatie wil bereiken; dit met het oog op het realiseren van haar visie of project. Infano vzw gaat uit van een integrale visie op kwaliteitszorg. Een integrale visie op kwaliteitszorg maakt het mogelijk om de kwaliteit in zijn brede zin te vatten. Ron Emmerik (2007) definieert integrale kwaliteitszorg als het kwaliteitsproces dat betrekking heeft op alle afdelingen van een organisatie; alle hiërarchische niveaus zijn erbij betrokken. Verschillende aspecten maken deel uit van integrale kwaliteitszorg nl. kwaliteitsbeleid, kwaliteitssysteem en de kwaliteitsborging (Emmerik, 2007). Wat dit juist betekent voor Infano vzw wordt hieronder uiteengezet.

- Kwaliteitsbeleid Infano vzw beschikt over een kwaliteitsbeleid waarin de kwaliteitsdoelstellingen van de organisatie zijn vastgelegd en waarin uitgeschreven staat hoe aan de doelstellingen gewerkt zal worden en welke middelen gebruikt kunnen worden om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. Het kwaliteitsbeleid heeft zijn neerslag in het kwaliteitshandboek. Op die manier is de organisatie in staat om op een structurele wijze zorg te dragen voor de kwaliteit.

- Kwaliteitssysteem Het kwaliteitssysteem omvat de verschillende structuren die mee instaan voor het uitvoeren van de kwaliteitszorg nl. de organisatie, de structuurverantwoordelijken, de procedures, de processen en de voorzieningen. Infano vzw is een organisatie in groei gedreven door gemotiveerde medewerkers die erg betrokken zijn in hun functie.

- Kwaliteitsmanagement en kwaliteitsverbetering Infano vzw hecht belang aan een goed kwaliteitsmanagement en continue kwaliteitsverbetering. Ze is voortdurend gericht op het innoveren en verbeteren van de eigen werking. Door middel van interne en externe kwaliteitscontroles is de organisatie in staat om zich blijvend aan te passen aan de veranderende omstandigheden.

Page 32: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

31 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

(2) Creativiteit Binnen Infano vzw neemt creativiteit een belangrijke plaats in. Maar wat is creativiteit en waarom hecht de organisatie zoveel belang aan creativiteit? Net zoals kwaliteit is creativiteit een abstract concept dat om verdere verduidelijking vraagt. Creativiteit wordt veelal omschreven als een manier van waarnemen, denken of doen. Het heeft meer bepaald te maken met originaliteit, maar ook met inventiviteit en daadkracht (Wat is creativiteit?, 1970). Edward de Bono definieert creativiteit als “het vermogen tot herordenen van bestaande informatie ten einde nieuwe inzichten te verkrijgen om de prestaties van activiteiten te ondersteunen of om nieuwe dingen te ontwikkelen”. Creativiteit wordt vaak eenzijdig geassocieerd met kunst. Echter volgens de creatief-agogische benadering die ten grondslag ligt aan het creatief-procesmodel zijn echter niet alleen kunstenaars creatief maar is “creativiteit een algemeen menselijke mogelijkheid” (Kloppenburg, 1999, p. 55). Het creatief-procesmodel plaatst het concept creativiteit in de bredere context. Het model stelt dat indien er voldoende kansen aanwezig zijn, ieder mens het in zich heeft creatief met zijn omstandigheden om te gaan. Deze visie gaat terug op de Reggio-Emilia benadering die tevens vooropstelt dat mensen (niet alleen medewerkers, maar ook kinderen) in staat zijn om zelf doorheen alledaagse gebeurtenissen actief hun leven en levensomstandigheden vorm te geven. Infano vzw wil de kinderen de gelegenheid bieden om in de kinderopvang te zoeken en te experimenteren met nieuwe manieren van omgaan met hun omgeving. In de kinderopvang komt dat zoek- en experimenteergedrag sterk tot uiting in het spel. Infano vzw benadrukt het belang van spel voor kinderen als “een experimenteerplaats en vindplaats voor creativiteit”. Voor de begeleider is spel veeleer een middel om het kind te ondersteunen bij het zoeken naar nieuwe vormen en verhoudingen (Kloppenburg, 1999). Als waarde sluit creativiteit tevens aan bij de waarde van integrale kwaliteitszorg wanneer het verwijst naar het creëren van nieuwe dingen, door anders naar de dingen te kijken, door nieuwe combinaties te maken en dergelijke (Ceulemans & Weyns). Net zoals integrale kwaliteitszorg heeft de waarde van creativiteit binnen Infano vzw betrekking op verschillende niveaus: kinderen, medewerkers en organisatie. Naargelang het specifieke niveau zal creativiteit op een andere manier tot uiting komen.

(3) Diversiteit en verdraagzaamheid De kinderopvang krijgt steeds meer te maken met een grotere diversiteit in de samenleving. Aanvankelijk werd diversiteit voornamelijk besproken in een context van multiculturaliteit. Het actuele diversiteitsparadigma beperkt zich niet meer eng tot etnisch-culturele verschillen, maar neemt ook andere vormen van diversiteit (en discriminatie) in rekening: genderdiversiteit, sociale diversiteit of de uitsluiting van kinderen met een handicap bijvoorbeeld (Vandenbroeck, 2004). Infano vzw respecteert de culturele, morele en religieuze opvatting van de ouders en de kinderen. Infano vzw komt als organisatie voortdurend in aanraking met een brede waaier aan gezinsvormen, kinderen uit verschillende herkomstlanden, gezinnen met verschillende opvoedingsstijlen en opvoedingsgewoonten en dergelijke meer. De organisatie is op z’n hoede voor vooroordelen omtrent afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte. De opvang toegankelijk maken voor alle kinderen en ouders, ook voor de meest kwetsbaren, beschouwt Infano vzw als een belangrijke uitdaging (Kind en Gezin, sd). Binnen Infano vzw wordt ieder kind en ouder erkend en gewaardeerd in zijn ‘zijn’. De organisatie is erop gericht de kansen op erkenning, waardering en deelname van alle kinderen en ouders te verbeteren. Hieronder wordt dieper ingegaan op de concepten van interculturaliteit en inclusie en wordt duidelijk wat hiervan de impact is op de opvangpraktijken.

Page 33: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

32 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

- Interculturaliteit De kinderopvang binnen Infano vzw is gekenmerkt door een (grote) diversiteit. Het is een plaats waar kinderen in contact komen met verschillende culturen, waarden en normen. Ze leren omgaan met diversiteit en respecteren elkaar in hun specifieke zijn. Onderzoek toont dat de periode tussen twee en negen jaar van cruciaal belang blijkt te zijn voor het opbouwen van een gezond zelfbeeld en een onbevooroordeelde houding tegenover anderen (Vandemeulebroecke, Van Crombrugge en Gerris; 1999).

- Inclusie Iedereen is welkom in de opvang, ook kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Net als andere kinderen, willen ze spelen met vrienden en nieuwe dingen ontdekken. Inclusieve kinderopvang is verrijkend voor alle betrokkenen: het kind met specifieke zorgbehoefte, de andere kinderen in de opvang, de opvang en de ouders. Infano vzw houdt rekening met de individuele noden en behoeften van elk kind en garandeert kwaliteitsvolle opvang aan alle kinderen. Alle opvanginitiatieven binnen Infano vzw bieden de mogelijkheid van inclusieve opvang. Dit verloopt steeds door een nauwe samenwerking met de ouders, de eigen kwaliteits- en pedagogische cel en verschillende gespecialiseerde ondersteuningsorganisaties zoals de Centra voor Inclusieve Kinderopvang. Elke opvangvoorziening respecteert de grondbeginselen van artikel 3 van het Internationaal Verdrag van 13 december 2006 inzake de rechten van personen met een handicap:

respect voor de inherente waardigheid, persoonlijke autonomie, met inbegrip van de vrijheid zelf keuzes te maken en de onafhankelijkheid van personen;

non-discriminatie; volledige en daadwerkelijke participatie in, en opname in de samenleving; respect voor verschillen en aanvaarding dat personen met een handicap deel uitmaken

van de mensheid en menselijke diversiteit; gelijke kansen; toegankelijkheid; gelijkheid van man en vrouw; respect voor de zich ontwikkelende mogelijkheden van kinderen met een handicap en

eerbiediging van het recht van kinderen met een handicap op het behoud van hun eigen identiteit. (4) Participatie

Participeren in de samenleving is niet vanzelfsprekend. In de adolescentie blijkt dat veel jongeren zich nauwelijks bij de samenleving betrokken voelen. Echter, participatie op zich kan niet zomaar aangeleerd worden. Actieve participatie in de eigen leefomgeving is vanaf het begin belangrijk en biedt op zijn beurt kinderen extra ontwikkelingsmogelijkheden (Riksen-Walraven, 2000). Infano vzw benadrukt het belang van participatie door alle betrokkenen. Door participatie voorop te stellen wil Infano vzw tegemoet komen aan de fundamentele vraag van ouders, kinderen en medewerkers om gehoord en betrokken te worden. Participatie is een veelzijdig begrip. Binnen Infano vzw wordt participatie enerzijds gezien als deelnemen (participatief handelen) : ouders, kinderen, gezinnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan allerlei activiteiten of maken gebruik van een dienst (vb. occasionele en flexibele opvang). Anderzijds wordt participatie binnen Infano vzw gezien als deelhebben (klanten- of gebruikersparticipatie en beleidsparticipatie): het betekent dat ouders, kinderen en medewerkers de kans krijgen om op regelmatige basis mee vorm te geven aan beslissings- of realisatieprocessen en houdt dus mede-eigenaarschap in. De verschillende dimensies van participatie zijn onderling verbonden en evenwaardig: participatief handelen, klanten- of gebruikersparticipatie en beleidsparticipatie (Kind&Gezin).

Page 34: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

33 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

- Participatief handelen Participatief handelen situeert zich in de één op één relaties – de manier waarop in die relatie de samenwerking tot stand komt. Het gaat er bijvoorbeeld om wat gedaan wordt om de dienstverlening maximaal te laten aansluiten op de verwachtingen, noden en mogelijkheden van de ouders, kinderen of gezin (vb. vraaggericht werken). Kinderparticipatie Kinderen hebben recht op inspraak, ook in de opvang. De opvang beoogt op verschillende manieren de kinderen actief bij de opvang te betrekken. Via talrijke initiatieven (ideeënbus, pestverdrag…), en algemene thema’s die de kinderen aanbelangen (vb. week van het pesten, gezonde voeding…) krijgen ze de gelegenheid om hun mening te uiten en worden ze gestimuleerd in hun verantwoordelijkheidszin. Ouderparticipatie In de context van participatief handelen plaatsen we ook de term ouderbetrokkenheid. De gezamenlijke momenten en activiteiten met ouders, waar professionals en ouders elkaar ontmoeten en ouders een actieve rol spelen. Infano vzw vindt het belangrijk om de ouders de nodige informatie te geven en te betrekken bij de werking. De ouders worden gerespecteerd in hun ouderrol en aanzien als evenwaardige partners in de opvoeding van de kinderen. Hoe meer je ouders betrekt bij de werking van de opvangpraktijk, hoe rijker en veelzijdiger de opvangpraktijk is. Een gezamenlijk project of activiteit waarin ouders een actieve rol opnemen (ouders die komen voorlezen, een georganiseerde uitstap met de ouders en de kinderen,…) kan interessante gesprekken uitlokken en kan informele netwerken tussen ouders en kinderen versterken. Medewerkersparticipatie De organisatie heeft ook oog voor het welbevinden van de verschillende teams. Onder de medewerkers van Infano vzw heerst een grote collegialiteit. Van collega’s wordt verwacht dat ze een gemotiveerde en lerende houding aannemen. De medewerkers krijgen de kans om zich regelmatig bij te scholen binnen of buiten de organisatie. Er wordt verwacht dat de medewerkers hiervoor openstaan en bereid zijn om de opgedane kennis en vaardigheden met het team te delen. Op die manier biedt Infano vzw steeds nieuwe uitdagingen aan zijn medewerkers aan en zijn ze in staat om volwaardig te participeren aan het opvanggebeuren.

- Klanten- of gebruikersparticipatie Infano vzw hecht veel belang aan de klanten- of gebruikerstevredenheid. De klanten- of gebruikersparticipatie legt de focus op het peilen naar de tevredenheid van de gebruikers over het aanbod en de afstemming van dit aanbod op hun behoeften. Kinderparticipatie Elke opvangvoorziening beschikt over eigen tools om de tevredenheid van de kinderen betreffende de eigen werking na te gaan. De kinderen krijgen de kans om de activiteiten te evalueren en eventueel bij te sturen. Ouderparticipatie/ Medewerkersparticipatie Op basis van een tevredenheidsmeting kunnen ouders en medewerkers de werking mee evalueren en helpen verbeteren. In elke opvangvoorziening kunnen ouders en medewerkers terecht met klachten. Er is een doordacht klachtenbeleid uitgewerkt waarin de klachten opgenomen en afgehandeld worden volgens de specifieke klachtenprocedure.

Page 35: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

34 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

- Beleidsparticipatie Bij beleidsparticipatie ligt de focus op de betrokkenheid van ouders en kinderen op de beleidscyclus binnen de opvangvoorziening. Hierbij hebben alle belanghebbenden in meer of mindere mate mogelijkheden de beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoeringen of beleidsevaluatie te beïnvloeden en mee vorm te geven. Het gaat om samen nadenken, kiezen, beslissen en doen. Infano vzw beschikt over een ouderraad die op regelmatige basis samenkomt en het beleid mee helpt vorm te geven.

(5) Dialoog Infano vzw streeft steeds naar een transparante, vlotte en efficiënte werking. Om dit te realiseren is een open dialoog tussen de verschillende betrokkenen van essentieel belang. Voor de kind, ouder- en medewerkersbetrokkenheid/participatie geldt dat een open dialoog enkel kan indien de kinderen, ouders en medewerkers beschikken over informatie over de thema’s die hen aanbelangen. Een open dialoog veronderstelt een open houding van alle partijen nl. de opvang, ouders en kinderen. Ouders, kinderen en medewerkers kunnen gemakkelijk vragen stellen, problemen aankaarten, voorstellen formuleren enz. Infano vzw beschouwt de inbreng van kinderen, ouders en eigen medewerkers en externen als een nuttige bron van informatie. Specifiek voor thema’s die betrekking hebben op het individuele kind kunnen heel wat problemen vermeden worden door de ouders tijdig en uitgebreid te informeren. Omgekeerd houdt de opvangvoorziening rekening met de tips die ouders geven over een specifieke aanpak die welbepaalde kinderen vragen. Open dialoog veronderstelt ook een duidelijk engagement van alle betrokkenen. Zij staan open voor een goede samenwerking met elkaar en leveren zelf een inspanning om een actieve rol te spelen. Daarbij respecteren ze het pedagogisch project van de opvang. De aanwezigheid van een basisvertrouwen in de andere is een voorwaarde tot een open dialoog. Van directie en begeleiders vraagt dit een vertrouwen in de competenties van ouders in de opvoeding van de kinderen. De ouders van hun kant hebben nood aan vertrouwen en aan het geloof dat directie en begeleiders bereid zijn mee te werken aan het vooropstellen van het gemeenschappelijk doel nl. het bevorderen van het algemeen welzijn van de kinderen (Laeremans, Denis, & Schokkaert, 2006).

(6) Vorming van de totale persoon Tot slot verdedigt Infano vzw het belang van algemene vorming van de totale persoon. In de literatuur zijn meerdere definities van (algemene) vorming te vinden. Allemaal hebben ze hetzelfde uitgangspunt: de vorming van de persoonlijkheid en het goed functioneren in de maatschappij. De Vlaamse Onderwijsraad stelt dat algemene vorming de educaties overstijgt en de maximale breedte van vorming omvat. Bijgevolg wordt algemene vorming gedefinieerd als de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen die bijdragen tot de persoonlijke ontwikkeling van elk individu en hem toelaat om autonoom en interactief in de samenleving te functioneren en er een bijdrage aan te leveren. Zij omvat de overdracht van kennis en waarden tussen generaties en overstijgt kritisch de momentane belangen van de samenleving (Van Ransbeek & Weyn, 2012). Als organisator van kinderopvang heeft Infano vzw in de eerste plaats oog voor de totale vorming van het kind en meer specifiek voor diens emotionele, cognitieve, motorische en sociale ontwikkeling. De medewerkers en meer specifiek de begeleiders van Infano vzw handelen vanuit een pedagogische benadering die de totale vorming van het kind, maar ook van zichzelf als persoon centraal stelt. De medewerkers van Infano vzw hebben de visie, waarden en normen van Infano vzw verwerkt en verinnerlijkt. Hierdoor zijn ze in staat de kinderen authentiek te begeleiden. Onze medewerkers zijn erop gericht om de kinderen te ondersteunen in hun ontplooiing en hun zoektocht naar hun eigen identiteit. In een ontspannen en open sfeer worden de kinderen gestimuleerd in hun groei naar verantwoordelijkheid en wordt hun weerbaarheid bevorderd (Claeys & Vanspeybroeck, 2011).

Page 36: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

35 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Verder besteedt de organisatie ook de nodige aandacht aan de vorming van zijn medewerkers. Vertrekkende vanuit een visie van levenslang en levensbreed leren stelt de organisatie talrijke leermogelijkheden aan zijn medewerkers ter beschikking: peertutoring, vormingen (intern en extern), collegiale visitaties en good practices,…

- Professionalisering: Het werkveld van de kinderopvang is onderhevig aan professionalisering. De medewerkers van Infano vzw zien hun werkzaamheden door de snelle professionalisering veranderen. De dienstverlening aan de klant, met name de kinderen en de ouders vormt hierbij het uitgangspunt. Wat Infano vzw nu nodig heeft zijn medewerkers die op de werkvloer kunnen communiceren met ouders en met elkaar (mede-opvoeder zijn) en die het pedagogisch beleid om kunnen zetten in pedagogisch handelen (Tavecchio, van Ijzendoorn, Verhoeven, Reilen, & Stams, 1996). De huidige multiculturele samenleving stelt de medewerkers voor grote uitdagingen (communicatieproblemen e.d.) en het is niet altijd evident om tegemoet te komen aan de diverse noden en behoeften van de verschillende betrokkenen. Infano vzw tracht zijn medewerkers zo goed mogelijk bij te staan en hen te ondersteunen in de uitvoering van hun taken.

- Levenslang en levensbreed leren Levenslang leren houdt in dat leren zich niet beperkt tot een bepaalde periode of levensfase. Als organisatie tracht Infano vzw zichzelf en zijn medewerkers zoveel mogelijk zelf te ontplooien; dit in functie van zijn of haar maatschappelijke rol(len) uitgaande van de pedagogische, economische en sociale functie die Infano vzw in de huidige maatschappij vervult (FOV, sd). Levensbreed leren betekent dat leren niet alleen gebeurt via formele opleiding en scholing. Het houdt tevens de erkenning in van het niet-formele en informele leren. 3.4.3. De waarden die Infano vzw nastreeft Met de ontwikkeling van de visie wil Infano vzw alle opvanginitiatieven op dezelfde lijn brengen en

wordt er gestreefd naar een gedragen visie van waaruit de opvang wordt vorm gegeven. Het heeft als

doel ouders en buitenstaanders te informeren over de werking van Infano vzw en de medewerkers te

inspireren en te ondersteunen in hun pedagogisch handelen. In de ontwikkeling van de visie van Infano

vzw en na bevraging van de begeleiders op de werkvloer naar de waarden die zij belangrijk vonden in

hun werk, kwamen de volgende waarden steeds opnieuw terug (Kind en Gezin, sd):

Plek voor en van kinderen Ruimte voor de eigenheid Spelenderwijs de wereld ontdekken Gedragen worden Prikkelen in hun ontdekkingsreis

(1) Een plek voor en van kinderen

Infano vzw wil een plek voor en van kinderen zijn. Infano vzw omschrijft zijn kinderopvangcentra als een “plek voor kinderen” waar kinderen zichzelf kunnen zijn, zich kunnen uitleven in hun spel en fantasie. Een plek waar kinderen tevens door deskundig personeel opgevangen en ondersteund worden in hun groei en ontwikkeling. De kinderopvangcentra van Infano vzw zijn op kindvriendelijke wijze ingericht en dit met aandacht voor de veiligheid van het kind. Een kind dat zich veilig voelt zal op ontdekking gaan; hetgeen de ontwikkeling van het kind bevordert. Daarnaast zijn ze ook een “plek van kinderen”; een plek waar ze andere kinderen ontmoeten en vriendschappen ontstaan. De kinderen krijgen de kans om zoveel mogelijk te participeren aan het opvanggebeuren. Op die manier beoogt Infano vzw van de kinderopvangcentra een kindvriendelijke plek te maken.

Page 37: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

36 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

(2) Spelenderwijs de wereld ontdekken Infano vzw wil een plek zijn waar kinderen zich uitgedaagd voelen om spelenderwijs de wereld te ontdekken. De kinderen worden uitgedaagd in de omgang en het spel met andere kinderen en begeleiders en leren al spelenderwijs de wereld ontdekken.

(3) Gedragen worden De opvang van de kinderen wordt gedragen en verzorgd door een begeleidersteam. Een team dat gestuurd wordt door een teambegleider-coach en gesteund wordt door een regio- en kwaliteitscoördinator en manager. Op regelmatige basis vinden er bijeenkomsten plaats waarbij de verantwoordelijken van eenzelfde afdeling samenkomen. Deze bijeenkomsten bevorderen de gedragenheid binnen een specifieke afdeling en dit over verschillende vestigingen heen.

(4) Prikkelen in hun ontdekkingsreis In de kinderopvangcentra is de nodige expertise aanwezig om de kinderen zoveel mogelijk te stimuleren in hun ontwikkeling. Elke vestiging beschikt over een ruim en divers aanbod aan speelgoed- en knutselmateriaal die de kinderen prikkelen in hun ontdekking. De ruimte binnen de kinderopvangcentra voorziet tevens plekjes waar de kinderen zich kunnen terug trekken om er tot rust te komen of juist aangezet worden tot beweging.

(5) Ruimte voor de eigenheid Eigen aan de kinderopvangcentra van Infano vzw is dat er in elke vestiging plaats is voor de eigenheid

van het kind. Huiselijkheid binnen de opvang wordt gecreëerd door de kinderen te voorzien van een

eigen bedje, kastje, kapstokje… Er is aandacht voor diversiteit in het speelgoed en de inkleding van

de opvangruimten. De afdeling waartoe de kinderopvangcentra behoren, zal bepalen op welke

manier de eigenheid van de kinderen grotendeels onderhouden zal worden.

4. Doelstellingen

4.1. Doelstellingen algemeen beleid van Infano vzw 4.1.1. Nood aan doelstellingen algemeen beleid Dit onderdeel van het beleidsplan behandelt de uitwerking en implementatie van de visie van Infano vzw op het kinderopvangbeleid. Doelstellingen op dit algemene niveau geven aan wat Infano vzw wil bereiken op vlak van het algemeen beleid. De algemene missie van Infano vzw vormt het leidmotief binnen het beleidsplan en de werking van Infano vzw. Terwijl de missie als een rode draad door het beleidsplan en de werking loopt, zijn de doelstellingen een manier om de beleidsdoelstellingen te koppelen aan de doelstellingen op organisatieniveau. 4.1.2. Aanpak doelstellingen algemeen beleid In deze fase van de doelstellingen worden doelen geformuleerd, gecommuniceerd, uitgevoerd en bijgestuurd in functie van de te leveren resultaten en inspanningen. Binnen dit doelstellingenproces en de beleidsplanning worden doelen uitgewerkt en naargelang het abstractieniveau worden ze geclassificeerd onder verschillende niveaus (Socius, 2015):

Beleidsniveau: dit niveau omvat de beleidsdoelstellingen die aangeven wat de minister en de regering pogen te verwezenlijken binnen een bepaald beleidsdomein. Beleidsdoelstellingen zijn maatschappelijk van aard en kunnen betrekking hebben op meerdere entiteiten.

Organisatieniveau: doelstellingen op dit niveau illustreren de specifieke bijdrage van een of meerdere entiteiten aan een bepaalde beleidsdoelstelling. Bijgevolg richten de entiteiten zich

Page 38: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

37 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

in hun werking op het verwezenlijken van de beleidsdoelstellingen. Het organisatiemodel van Infano vzw illustreert hoe entiteiten, zijnde gesitueerd op verschillende niveaus, (in)direct invloed uitoefenen op elkaar. Infano vzw streeft zowel doelstellingen op korte termijn (operationele organisatiedoelstellingen) na als doelstellingen op lange termijn (strategische organisatiedoelstellingen). De operationele en strategische doelstellingen verschillen tevens van elkaar in de welbepaalde bijdrage van de entiteit aan de gestelde beleidsdoelstelling. De strategische organisatiedoelstellingen zijn “door het beleid vooropgestelde algemene resultaten die een entiteit moet bereiken (Socius, 2015)”. De operationele organisatiedoelstellingen verwijzen meer specifiek naar “de te leveren prestaties van een entiteit” (Socius, 2015). Mede aan de hand hiervan kan nagegaan worden of een welbepaalde strategische doelstelling al dan niet bereikt is.

Doelstellingenhiërarchie Alle doelstellingen kunnen gesitueerd worden in een doelstellingenhiërarchie. De doelstellingenhiërarchie biedt een schematische voorstelling van hoe de verschillende doelstellingen zich onderling tot elkaar verhouden. De hiërarchie toont dat elke doelstelling die Infano vzw vooropstelt, voortkomt uit de onderliggende missie van de organisatie en de daaruit voortkomende beleidsuitdagingen die zich aan Infano vzw stellen. Elke operationele en strategische doelstelling die Infano vzw nastreeft, heeft betrekking op een welbepaalde beleidsdoelstelling of beleidsoptie die in het regeerakkoord opgenomen is. De doelstellingen worden gerealiseerd door het plaatselijke team en dit aan de hand van concrete acties. Infano vzw maakt van verschillende acties gebruik om de doelstellingen te verwezenlijken: projecten, trajecten, indicatoren en actie(punten) (Socius, 2015). In het onderdeel “strategieën” worden de verschillende soorten acties die binnen Infano vzw in gebruik zijn, nader toegelicht.

Figuur. Doelstellingenhiërarchie (http://blogs.scw.be/beleidsplanning/category/jeugdwerk/)

Page 39: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

38 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Doelstellingen zijn belangrijk binnen de beleidsplanning van Infano vzw. Met een dergelijk doelstellingenproces streeft Infano vzw naar een optimale aansluiting van de doelstellingen op organisatieniveau bij de beleidsdoelstellingen. Doelstellingen bieden een richtinggevend referentiekader waardoor ze het uitgangspunt bij uitstek vormen voor het beleid en het dagelijks werk. Doelstellingen zijn geen beschrijving van ‘hoe’ Infano vzw in een specifieke beleidsperiode bepaalde doelen nastreeft : doelen zijn niet te vatten in termen van acties en/of middelen. Doelen duiden veeleer aan ‘wat’ Infano vzw als organisatie wil, kan of zal bereiken voor de betreffende periode en welke richting er uitgegaan wordt. Het Steunpunt voor Sociaal Cultureel Volwassenwerk (Socius) stelt aldus een definitie van een doelstelling voorop die de nadruk legt op het “resultaatgerichte wat”: “een doelstelling is een formulering van een gewenste situatie of verandering, gepreciseerd met gewenste effecten en/of gewenste resultaten” (Socius, 2015). Dit is tevens de manier waarop Infano vzw zijn doelstellingen formuleert. 4.1.3. Werkwijze doelstellingen algemeen beleid De werkwijze omvat de manier waarop de algemene doelstellingen binnen Infano vzw tot stand zijn gekomen. Voor het opstellen van de doelen baseert Infano vzw zich op het doelstellingenkader die door middel van een literatuurstudie het best leek aan te sluiten bij de werking van de organisatie. Binnen de organisatie gaat Infano vzw tevens op een systematische manier te werk, hetgeen overeenkomt met de doelstellingenhiërarchie (zie 4.1.2. aanpak doelstellingen algemeen beleid). 4.1.4. Totstandkoming doelstellingen algemeen beleid Het formuleren van beleidsdoelstellingen is een taak van de ministers en de regering. De uiteenzetting van de strategische doelstellingen op organisatieniveau is binnen een Infano vzw een taak die weggelegd is voor het directie- en managementteam. Zij gaan tevens na of de doelstellingen in het verlengde liggen van de algemene missie van de organisatie en de beleidsopties zoals ze door de regering vooropgesteld zijn. Strategische doelstellingen op organisatieniveau komen voort uit de prioritaire beleidsopties. Ze zijn een concrete vertaling van de opties op beleidsniveau naar een algemene doelstelling op organisatieniveau. Een strategische doelstelling biedt een antwoord op de vraag: “Wat heeft Infano vzw aan het einde van de komende beleidsperiode bereikt?” De doelstellingen worden indien mogelijk retrospectief opgesteld. Het retrospectief terugkijken op de beleidsperiode helpt de organisatie om na te gaan wat er effectief verwezenlijkt is. Het Steunpunt Sociaal Cultureel Volwassenwerk stelt dat een strategische doelstelling moet voldoen aan specifieke criteria (Socius, 2015):

De doelstelling heeft een aantoonbare link met de conclusies uit de gegevensanalyse en de beleidsopties;

Het verwezenlijken van de doelstelling vereist interventies op meerdere niveaus en/of afdelingen in de organisatie;

De verwezenlijking zal meerdere jaren (± de beleidsperiode) in beslag nemen; De doelstelling hangt nauw samen met de missie.

Gezien de beperkte duur van een beleidsperiode (vier jaar) is het voor Infano vzw moeilijk om strategische doelstellingen op organisatieniveau doorgedreven SMART (Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realiseerbaar en Toepasbaar) te formuleren (zie aanpak doelstellingen pedagogisch beleid). Bovendien is het weinig zinvol aangezien een welbepaalde doelstelling binnen eenzelfde afdeling op verschillende wijzen gerealiseerd kan worden. Niettemin kunnen allerlei onvoorspelbare factoren kunnen de uitkomst van de interventies beïnvloeden en veranderen (Socius, 2015).

Page 40: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

39 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Continuïteit Infano vzw streeft naar continuïteit in de werking van de organisatie en tracht deze zo goed mogelijk te waarborgen. Op basis van de decreten die in het beleidsplan voor de specifieke beleidsperiode zijn opgenomen, maakt Infano vzw een jaarplanning op. In de jaarplanning is de visie en de missie van de organisatie opgenomen en wordt in grote lijnen de doelen geschetst die de organisatie beoogt te verwezenlijken. Bij het opstellen van de jaarplanning baseert Infano vzw zich op de resultaten die de dienstanalyse van het afgelopen jaar opleverde. De dienstanalyse is een algemene analyse van de werking van de organisatie. Er wordt nagegaan in welke mate de organisatie erin geslaagd is om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. De elementen die binnen de werking minder goed lopen, zijn voor Infano vzw belangrijk omdat er nagegaan wordt hoe het komt en hoe Infano vzw zich alsnog kan verbeteren. Elementen die binnen de werking goed lopen en een succes bleken te zijn, kunnen worden meengenomen in de nieuwe jaarplanning. De planning die Infano vzw opmaakt betekent geenszins een breuk met de vorige planning. Strategische doelstellingen binnen Infano vzw De doelstellingenstructuur van Infano vzw vertaalt zich in een aantal strategische doelstellingen. Met oog op het realiseren van de strategische organisatiedoelstellingen wordt er nauw samengewerkt tussen de verschillende diensten van Infano vzw. Dit gebeurt op basis van vijftal operationele doelstellingen waaraan vervolgens concrete actiepunten worden verbonden: Strategisch doel 1: In dialoog de visie over kinderopvang verder ontwikkelen Werken aan kwaliteitsvolle kinderopvang vergt overleg. Hoe kunnen we kinderen vormen tot pubers die als op een zorgzame en duurzame wijze zelfstandig in het leven staan en kunnen bijdragen aan de samenleving? Hoe kunnen we kinderen stimuleren om goede onderzoekers en scheppers te zijn van hun eigen ontwikkeling? Hoe kunnen we kinderen aanspreken, versterken, oriënteren en uitdagen om datgene te vinden en te doen dat hen verrijkt en gelukkig maakt? Een volgehouden dialoog laat toe de visie verder te ontwikkelen en deze te vertalen binnen de verschillende kinderdagverblijven en opvanglocaties, alsook toe te werken naar een verdere wetenschappelijke onderbouwing. Om de kwaliteitscirkel te sluiten fungeert de visie als toetsingskader voor de uitbouw van en voor de interne en externe verantwoording over het opvanggebeuren binnen Infano vzw. Infano vzw beschikt over verschillende diensten opleidingen zoals de operationele dienst, dienst studie- en advies, facturatiedienst, logistieke dienst, personeelsdienst… en de andere ondersteunende diensten overleggen over het bijstellen en verder uitbouwen van de randvoorwaarden voor een kwaliteitsvol verblijf van kinderen in de opvang. Infano vzw houdt zijn werknemers op de hoogte van de evoluties op dit vlak via verzorgde en doeltreffende persberichten en de zogenaamde Rondes van Infano waar de werknemers ingelicht worden over de meest recente evoluties en/of wijzigingen. Infano vzw gaat tevens het gesprek aan met de Vlaamse overheid over regelgeving die het werken vanuit de visie ondersteunt. In dit kader beschouwt Infano vzw participatie van personeel aan allerlei vormingen en de controles van verscheidene inspecties (zorginspectie, voedselinspectie…) een gelegenheid bij uitstek om het kinderopvangbeleid af te stemmen op de huidige regelgeving. Strategisch doel 2: Waardering voor de kinderopvangsector verder opbouwen en versterken Kwaliteitsvolle kinderopvang kan niet zonder het enthousiasme en de betrokkenheid van deskundig personeel dat zich dag in en dag uit inzet voor de opvang en welbevinden van kinderen. Strategisch doel 3: De kwaliteit in de kinderopvangcentra bewaken Infano vzw bouwt aan een cultuur waarin de zorg voor de kwaliteit van de opvang een prioriteit is. De organisatie beschikt over een kwaliteitscel die instaat voor een permanente bewaking van de kwaliteitszorg.

Page 41: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

40 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Strategisch doel 4: Randvoorwaarden voor kinderopvang Kwaliteitsvolle kinderopvang wordt binnen Infano vzw gerealiseerd door de interactie en de samenwerkingsbanden die de organisatie aangaat met externe partners zoals onder meer Kind& Gezin, VWV, VVSG,… en onderwijscentra die kinderopvang mee gestalte geven. Strategisch doel 5: Blijvend verbeteren van de kwaliteit van leven van kinderen in de kinderopvang Infano vzw garandeert betaalbare kinderopvang waar kinderen in een gezonde en veilige omgeving kunnen spelen. Infano vzw beschikt over een technische dienst die zich inzet voor een goede uitbouw van de voorzieningen. Er wordt gewerkt aan een cultuur waar medezeggenschap, overleg, openheid, deskundigheid en permanente kwaliteitsbewaking centraal staan in een complexe en dynamische maatschappij. In het creëren van een duurzaam en zorgzaam opvangklimaat waarin diversiteit en sociaal engagement als cruciaal geacht worden, is Infano vzw in staat om de kwaliteit van leven bij kinderen te waarborgen. 4.2. Doelstellingen pedagogisch beleid van Infano vzw 4.2.1. Nood aan doelstellingen pedagogisch beleid Doelstellingen op het pedagogisch niveau geven aan wat Infano vzw wil bereiken op vlak van het pedagogisch beleid. De pedagogische missie van Infano vzw vormt het leidmotief binnen het pedagogisch beleidsplan en de pedagogische werking van Infano vzw. Terwijl de missie als een rode draad door het beleidsplan en de werking loopt, zijn de doelstellingen een manier om de strategische doelstellingen te koppelen aan de operationele doelstellingen. Vandaaruit beschikt Infano vzw over een waaier aan strategieën of concrete acties die erop gericht zijn om de operationele en strategische doelstellingen op organisatieniveau te verwezenlijken. 4.2.2. Aanpak doelstellingen pedagogisch beleid In het pedagogisch beleid van Infano vzw wordt er voornamelijk aan de slag gegaan met operationele doelstellingen. Deze doelstellingen verschillen van de strategische doelstellingen die geformuleerd worden m.b.t. het algemeen beleid. Operationele doelstellingen vormen een brug tussen de algemene doelstellingen en maken de koppeling naar de praktijk. Operationele doelstellingen zijn ‘concreet’ omdat ze een nadrukkelijke link vertonen met de concrete, gewenste resultaten; ze zijn ‘operationeel’ omdat ze een eerste idee geven over wat Infano vzw op operationeel niveau wil presteren (Socius, 2015). Operationele doelstellingen zijn bijgevolg een concrete vertaling van de algemene of strategische doelstellingen. Ze geven een antwoord op de vraag: “Wat moet de Infano vzw als organisatie doen om het gewenste resultaat, geformuleerd in de strategische doelstelling, te bereiken?” De operationele doelstellingen zijn organisatie specifiek en zijn gericht op het sturen van de dagelijkse werking (Socius, 2015). Criteria bij het opstellen van operationele doelen In de literatuur worden algemeen aanvaarde criteria vooropgesteld die men in acht dient te nemen, indien men sterke operationele doelstellingen wil bekomen (Socius, 2015):

De operationele doelstelling dient ter uitvoering van een strategische doelstelling. Het verwezenlijken van de operationele doelstelling is een tussenstap in het bereiken van de

strategische doelstelling. Het verwezenlijken van de doelstelling vraagt interventies op verschillende

niveaus/afdelingen binnen de organisatie. De doelstelling is geformuleerd op kortere termijn (bv. 1 of 2 werkjaren) of heeft betrekking

op een deelgebied van de werking. De doelstelling schept duidelijke (resultaats-)verwachtingen, zowel intern als extern doelstellingen moeten een meerwaarde zijn voor de organisatie en voor de gebruikers (en

dat hoeft niet altijd een vermeerdering of een verbetering zijn… soms is consolideren ook een meerwaarde.

Page 42: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

41 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Verschil tussen strategische doelstellingen en operationele doelstellingen Bij het ontwerpen en formuleren van doelstellingen dienen werknemers van Infano vzw steeds na te gaan op welk niveau men werkzaam is. Het niveau bepaalt grotendeels de mate waarin doelen al dan niet concreet gemaakt dienen te worden. De onderstaande tabel maakt de verschillen tussen de strategische en operationele doelstelling duidelijk:

Strategische doelstelling Operationele doelstelling

Termijn Lange termijn Korte termijn

Reikwijdte Betrokkenheid, impact op de gehele organisatie

Impact op een bepaald team, aspect of onderdeel van de organisatie

Doel Hoofddoel: wat willen bereiken op het eind van de rit?

Deeldoel / tussentijdse doelen: wat moeten we bereiken om het eindresultaat te halen?

Link naar Missie, visie en beleidskeuzes Relatie met doelgroep

Tabel. Verschillen tussen strategische en operationele doelstellingen http://blogs.scw.be/beleidsplanning/category/jeugdwerk/ 4.2.3. Werkwijze doelstellingen pedagogisch beleid De werkwijze omvat de manier waarop de pedagogische doelstellingen binnen Infano vzw tot stand zijn gekomen. Voor het opstellen van de doelen baseert Infano vzw zich op het pedagogische referentiekader van K&G. Na de uitvoering van een literatuurstudie bleek het pedagogisch referentiekader van K&G het best aan te sluiten bij de werking van de organisatie. Het referentiekader biedt een wetenschappelijke onderbouwing voor de doelen die Infano vzw als kinderopvangorganisatie nastreeft. 4.2.4. Totstandkoming doelstellingen pedagogisch beleid De pedagogische doelstellingen binnen Infano vzw zijn tot stand gekomen in overleg met de begeleiders op de werkvloer. In de zogenaamde ‘focusgroepen’ werden de begeleiders gevraagd naar de waarden die zij belangrijk vonden in hun werk. Uit de gesprekken kwamen de volgende waarden steeds opnieuw terug:

Plek voor en van kinderen

Ruimte voor de eigenheid

Spelenderwijs de wereld ontdekken

Gedragen worden

Prikkelen in hun ontdekkingsreis De operationele doelstellingen voor een specifieke opvangsetting of kinderdagverblijf worden opgesteld door de kwaliteits- en pedagogisch coördinator en dit in overleg met het plaatselijke team. De kwaliteits- en pedagogisch coördinator volgt tevens het beloop van de doelstellingen op en staat in voor het proces- en/of de eindevaluatie. Het kwaliteitsmanagementsysteem is verschillend voor de specifieke operationele diensten: gezins- en groepsopvang en buitenschoolse opvang. De specifieke operationele doelstellingen van de opvanginitiatieven komen uitgebreid aan bod in het volgende onderdeel ‘kwaliteitsmanagementsysteem’ van het kwaliteitshandboek.

Page 43: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

42 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

5. Strategie 5.1. Strategie algemeen beleid 5.1.1. Nood aan strategie algemeen beleid Bij het opstellen van de organisatorische strategische doelstellingen acht Infano vzw een weldoordachte strategische planning als noodzakelijk om de strategische doelen op gestructureerde en onderbouwde wijze op te volgen en te realiseren. Onder strategische planning wordt de “opmaak en koppeling van plandocumenten” verstaan op het algemeen organisatorisch niveau (Vlaamse overheid, sd). Voor Infano vzw is strategische planning een middel om de visie en de doelstellingen met betrekking tot het algemeen beleid vast te leggen. Met oog op het nastreven en realiseren van de algemene doelstellingen voert Infano vzw allerlei acties uit. Door middel van allerlei acties geeft Infano vzw weer hoe het als organisatie de algemene doelstellingen nastreeft. Infano vzw benadrukt het belang van een goede strategische planning om de visie en missie met betrekking tot het algemeen beleid vast te leggen. Bovendien bewijst de literatuur dat strategische planning voor een organisatie vele voordelen oplevert (Vlaamse overheid, sd):

een beter inzicht in de eigen werking; het analyseren van kansen en bedreigingen om een betere kijk te krijgen op factoren die de

werking beïnvloeden; door het neerschrijven van de beleidslijnen zijn deze raadpleegbaar in een document en kan

er rekening gehouden worden met de gestelde doelen; de beleidslijnen kunnen gericht worden uitgevoerd doordat de volledige planning staat

neergeschreven; het beleid wordt naar de buitenwereld toe duidelijk; na afloop kunnen de beleidslijnen worden geëvalueerd.

5.1.2. Aanpak strategie algemeen beleid Infano vzw streeft ernaar om de vooropgestelde strategische doelstellingen te bereiken. Afhankelijk van het soort doel (hoofddoel of deeldoel), de reikwijdte, de termijn worden doelen binnen en door Infano vzw op verschillende manieren geoperationaliseerd. Vormen van acties Acties kunnen verschillende vormen aannemen en zich spreiden over verschillende tijdspannes. Het sociaal en cultureel werk onderscheidt drie vormen van acties: acties, projecten en trajecten. Dit komt overeen met de wijze waarop Infano vzw als kinderopvangorganisatie functioneert en gestructureerd is. In navolging hiervan worden acties binnen Infano vzw als volgt ingedeeld (Socius, 2015):

Acties: worden uitgevoerd en afgehandeld binnen één werkjaar. Ze hebben slechts één object (onderwerp of thema). Een actie kan bestaan uit verschillende activiteiten. Het resultaat van een actie is verifieerbaar.

Projecten: zijn gespreid over meerdere jaren en worden gevormd of samengesteld door een aantal acties. Ze hebben een duidelijk en afgebakend thema of werkingsobject. Er wordt gewerkt aan een duidelijk verifieerbaar resultaat (met resultaatsindicator). Projecten kunnen geconcretiseerd worden in acties (al dan niet per werkjaar of geleding van de organisatie).

Trajecten: hebben betrekking op een thema of een cluster van thema’s. Het proces is belangrijker als resultaat dan het product van de werking. Trajecten zijn dus procesmatiger van opzet. De richting van een traject is duidelijk vooropgesteld maar het einde is open.

Page 44: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

43 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Trajecten worden eveneens geconcretiseerd in acties. De aantoonbaarheid van de resultaten zit in de (evaluatieve) beschrijving van het proces. Eigen aan trajecten is dat het een open einde bevat. Dit maakt dat ze over het algemeen weinig concrete resultaten opleveren. Door het gebruik van doordachte en concrete indicatoren kan het verloop van het traject specifiek en meetbaar gemaakt worden.

Belang van Indicatoren Om de verifieerbaarheid van de uitvoering van de doelstellingen na te gaan, maakt Infano vzw gebruikt van indicatoren. Indicatoren geven een beschrijving van de meet- of verificatiegegevens die de

organisatie moet verzamelen om aan te tonen dat een welbepaalde doelstelling werd bereikt. Een indicator geeft aldus een antwoord op de vraag: “Wat moeten we meten om te weten of onze doelstelling werd verwezenlijkt?”, of: “Hoe gaan we aan het einde van de rit na en/of tonen we aan en/of bewijzen we dat we bereikt hebben wat we beloofd hadden? (Socius, 2015)” Types indicatoren Er bestaan verschillende indicatoren: indicatoren die meer

of minder meetbaar zijn. Infano vzw gebruikt diverse vormen die toelaten om de werking te evalueren en de eigenheid te vatten (Socius, 2015):

Kwantitatieve indicatoren vs. kwaliteitsindicatoren (meten is niet altijd ‘tellen’ van de omstandigheden, maar kan ook peilen naar de inhoudelijke kwaliteit).

Resultaatsindicatoren vs. inspanningsindicatoren: Als het erop aan komt aan te tonen dat het operationele doel heeft gewerkt en iets heeft bereikt of veranderd bij het doelpubliek, zijn resultaatsindicatoren het meest overtuigend. Inspanningsindicatoren tonen enkel of men zijn werk heeft gedaan zoals in de planning ‘beloofd’. Procesindicatoren is een soort tussenvorm: je kunt rapporteren over de processtappen (het proces zelf als resultaat én als inspanning) en over de uitkomst van het proces (resultaat).

Directe indicatoren vs. indirecte indicatoren (waarbij directe indicatoren meteen aangeven wat de organisatie wil meten, en indirecte dat onrechtstreeks doen: vb. meten van tevredenheid: direct = evaluatieformulieren, indirect = klachtenprocedure).

Gemengde indicatoren Systematische en transparante werkwijze

PDCA-cyclus Binnen de organisatie wordt kwaliteitsmanagement uitgevoerd m.b.t. verschillende betrokkenen en op diverse niveaus: de organisatie, medewerkers, kinderen, gezinnen en zelfevaluatie. Met het oog op een efficiënte en transparante kwaliteitsbewaking is de PDCA-cirkel (Plan-do-check-act) een handig instrument dat de organisatie helpt om het proces continu te verbeteren. Het PDCA-kwaliteitsmanagementsysteem stelt vier fasen voorop die verder verfijnd worden in zeven stappen (zie afbeelding) (Terhürne, 2005):

1) PLAN: plan een verandering of een test gericht op verbetering 2) DO: Voer de verandering in of voer de test uit 3) CHECK: Check of het beoogde resultaat bereikt werd 4) ACT: Als de test succesvol was, implementeer de verandering in de breedte

Page 45: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

44 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Waarderend onderzoeken

Cyclus waarderend onderzoeken De methode van het waarderend onderzoeken (ook wel: appreciative inquiry genoemd) vertrekt van de sterktes van de organisatie: “Waardeer het beste van wat er is en zorg dat dat behouden blijft”. Door deze benadering voorop te stellen, focust Infano vzw zich op de kwaliteiten die er aanwezig zijn binnen de organisatie en wordt er op die manier getracht de zaken die minder goed lopen alsnog om te buigen. In de uitvoering is deze methodiek gebonden aan een aantal voorwaarden: de focus moet door de organisatie gelegd worden op het opnemen van verantwoordelijkheid, eigenaarschap, dialoog en samenwerking. Op die manier kan de methode van het waarderend onderzoeken binnen de organisatie van Infano vzw toegepast en dit gebaseerd op een cyclus van vier fasen (Van Belle, De Winter, & Ria, 2015):

het ontdekken van sterktes (discovery);

het overwegen van nieuwe perspectieven (dream);

het ontwerpen van een aanpak (design);

het uitstippelen van acties (destiny)

Afbeelding. Cyclus waarderend onderzoeken

In de ontwikkeling van één algemene visie binnen Infano vzw werd beroep gedaan op de cyclus van het waarderend onderzoeken. De algemene visie van Infano vzw is gegroeid en tot stand gekomen doorheen de bijeenkomsten van het intern lerend netwerk. Op de bijeenkomsten van het intern lerend netwerk komen werknemers uit verschillende geledingen van de organisatie samen en onderzoeken ze wat werkt. Met het oog op de ontwikkeling van een algemene visie werd bij de leden van het intern lerend netwerk gepeild naar hun visie omtrent de werking van de organisatie of meer bepaald door de volgende vraag te stellen: Hoe zien zij Infano vzw in de toekomst? Of wat zijn volgens hun belangrijke waarden voor de organisatie waarin zij werken? Tijdens deze bijeenkomsten werden de leden gevraagd naar hun positieve ervaringen. De leden gaven aan dat ze een cultuur van medezeggenschap, overleg, openheid, deskundigheid en continue kwaliteitsbewaking erg belangrijk vonden. Op die manier werd er tot consensus gekomen betreffende de algemene visie van Infano vzw. Naast de ontwikkeling van de algemene visie zijn er tal van instrumenten (zoals de jaarplannen) die hetzelfde uitgangspunt als de methodiek van het waarderend onderzoeken vooropstellen nl. begin met het waarderen van wat goed gaat in de organisatie.

Page 46: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

45 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Verandermodel van Fullan Infano vzw is zich bewust van de complexe en voortdurende veranderende maatschappij die de huidige samenleving kenmerkt. Om te kunnen ‘overleven’ in deze complexe maatschappij tracht Infano vzw zich flexibel op te stellen zodanig er vlot kan ingespeeld worden op de uitdagingen die het gevolg kunnen zijn van ‘plotse’ veranderingen die op hun beurt de werking van de organisatie kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen. Infano vzw vertrouwt op de capaciteiten en kwaliteiten van de leiders om in dergelijke omstandigheden de meest aangewezen oplossing te zoeken en na te streven. De wijze waarop een leider zijn leiderschapscapaciteiten aanwendt zal uiteindelijk bepalen of hij/zij al dan niet geslaagd is. Tegen deze achtergrond ziet Infano vzw het verandermodel van Fullan als een model dat een interessante insteek biedt daar het zich richt op een aantal essentiële leiderschapskwaliteiten. Het model richt zich op een aantal kernaspecten van leiderschap. Hiermee wijst het model de leider op het belang van zijn eigen verantwoordelijkheid in relatie tot de verantwoordelijkheid van de mensen met wie leiders samenwerken. Let wel, leiderschap draait hier niet meer om het mobiliseren van anderen in het oplossen van problemen waarvan we zelf al weten hoe ze op te lossen zijn, maar is er daarentegen wel op gericht om de mensen te helpen het hoofd te bieden aan problemen die tot dusver nooit met succes zijn aangepakt (vertrekkende vanuit het perspectief van waarderend onderzoeken). De complexe samenleving waarin we leven brengt met zich mee dat de werkelijkheid niet als lineair opgevat kan worden. Bijgevolg kunnen problemen dus ook niet lineair opgelost worden. Het model stelt dat “effectieve leiders” beschikken over een aantal persoonlijkheidstrekken (enthousiasme, energie en hoop) in combinatie met een vijftal leiderschapscomponenten (Gertjanschop, sd):

Morele doelen: handelen met de bedoeling een positieve invloed te hebben op de levens van kinderen, werknemers en de maatschappij als geheel.

Het begrijpen van het veranderingsproces: inzicht in de complexiteit van het veranderingsproces.

Het verbeteren van relaties: het opbouwen van relaties met kinderen, ouders, werknemers en externe partners.

Ontwikkelen en delen van nieuwe kennis: bestaande kennis en vaardigheden erkennen en

waarderen en ruimte maken voor het ontplooien van nieuwe ideeën

Creëren van samenhang: het stimuleren van creativiteit en hieruit samenhang bevorderen

Afbeelding. Het verandermodel van Fullan (http://www.gertjanschop.com/modellen/veranderen_vlgs_fullan.html)

De literatuur toont dat het resultaat van goed leiderschap “verbeterde resultaten met zich meebrengt, leidt tot een verhoogde bekwaamheid van professionals, meer betrokkenheid van stakeholders, voldoening en enthousiasme over de vooruitgang en een gevoel van trots bij de betrokkenen” (Gertjanschop, sd).

Page 47: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

46 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

5.1.3. Werkwijze strategie algemeen beleid De werkwijze omvat de wijze waarop Infano vzw ‘zinvolle’ strategieën op algemeen organisatieniveau opspoort opdat ze vervolgens in de algemene werking geïmplementeerd kunnen worden. De uitvoering van een literatuurstudie leverde Infano vzw reeds heel wat strategieën op die bruikbaar zijn voor de werking op algemeen niveau (zie 5.1.2. aanpak strategie algemeen beleid) zoals de PDCA-cyclus; dit met het oog op het realiseren van de vooropgestelde strategische doelen. 5.1.4. Totstandkoming strategie algemeen beleid Strategische planning binnen Infano vzw is erop gericht om de organisatorisch strategische visie vast te leggen. Met dergelijke planning wil Infano vzw de algemene beleidsvisie zoals ze geformuleerd zijn door de ministers en de regering koppelen aan de strategische visie van Infano vzw en vervolgens te vertalen naar strategische acties op organisatieniveau. Strategische planning binnen Infano vzw is een cruciaal onderdeel van het directieteam in samenwerking met het managementteam en de kwaliteits- en pedagogische cel die zich toespitst op het opstellen, koppelen en opvolgen van strategische plandocumenten. Het strategisch managent heeft binnen Infano vzw betrekking op het monitoren van de plandocumenten zodat de voortgang van de strategische maatregelen op organisatieniveau kan worden opgevolgd. De vertaling naar meetbare organisatiedoelstellingen gebeurt door middel van directie- en managementovereenkomsten, ondernemingsplannen, jaaractieplannen vanuit dienstanalyse enz. 5.2. Strategie pedagogisch beleid

5.2.1. Nood aan strategie pedagogisch beleid Eenmaal de pedagogische doelstellingen vastgelegd zijn, is Infano vzw toe aan de volgende fase, namelijk het “bepalen hoe deze doelstellingen gerealiseerd kunnen worden binnen de vooropgestelde tijdsmarge” (Vlaamse overheid, sd). Bij het opstellen van de organisatorische operationele doelstellingen acht Infano vzw een weldoordachte operationele planning als noodzakelijk om de operationele doelen op gestructureerde en onderbouwde wijze op te volgen en te realiseren. Onder operationele planning wordt de “opmaak en koppeling van plandocumenten” verstaan op het organisatorisch operationeel niveau (Vlaamse overheid, sd). Voor Infano vzw is operationele strategieplanning een middel om de pedagogische visie met betrekking tot het pedagogisch beleid vast te leggen. Met oog op het nastreven en realiseren van de vooropgestelde doelstellingen voert Infano vzw allerlei acties uit. Door middel van (concrete) acties geeft Infano vzw weer hoe het als organisatie de doelstellingen in de praktijk tracht te verwezenlijken. 5.2.2. Aanpak strategie pedagogisch beleid Infano vzw richt zich in deze fase op het behalen van de operationele doelstellingen die betrekking hebben op de inhoud van het opvoedings- en ontwikkelingsaanbod van de kinderopvangcentra van Infano vzw. Het is de fase waarin (indien nodig) het plan of de strategie voor het kind vastgesteld wordt. Strategieën op dit niveau bepalen in grote mate de uitvoering van het opvoedings- en ontwikkelingsaanbod binnen de kinderopvangcentra van Infano vzw. Het stelt de begeleiders op de werkvloer in staat om de aanpak af te stemmen op de noden en behoeften van elk kind. Concreet betekent het dat de maatregelen die in deze fase genomen worden in praktische afspraken resulteert binnen de kinderopvangcentra over de inhoud en organisatie van het opvoedings- en ontwikkelingsaanbod. In tegenstelling tot de strategische doelen op organisatieniveau dienen operationele doelen in die mate concreet geformuleerd te worden opdat duidelijk wordt welke resultaten de organisatie of de kinderopvangcentra nastreeft. Bijgevolg tracht Infano vzw bij de doelen op operationeel niveau steeds op SMART(I)-wijze te formuleren.

Page 48: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

47 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

SMART(I)-doelen Aangezien operationele doelen meer concreet zijn dan de strategische doelen en omdat ze beter weergeven welke resultaten Infano vzw als organisatie nastreeft, worden deze zoveel mogelijk SMART(I) (Specifiek, Meetbaar; Aanvaardbaar, Realistisch, Tijdsgebonden, Inspirerend) geformuleerd. Met de operationele doelen wordt het tijdstip waarop de doelen verwezenlijkt zullen worden duidelijk en tevens wordt expliciet gemaakt hoe de organisatie zal aantonen dat het doel verwezenlijkt is. De operationele doelstellingen binnen Infano vzw worden geformuleerd volgens het SMART(I)-principe:

Specifiek Een doelstelling is duidelijk, concreet en herkenbaar. Ze is gericht op één situatie die moet veranderen (de richtfactor). Het onderwerp van de doelstelling moet ondubbelzinnig zijn.

Meetbaar Of Toetsbaar

Aantonen in welke mate de doelstelling is gerealiseerd. Het gaat in essentie om de verifieerbaarheid of aantoonbaarheid van de resultaten van een doelstelling of een uitgezet strategisch spoor. Indicatoren en de bijbehorende normen hoeven dus niet noodzakelijk in cijfers of procenten uitgedrukt te worden.

Aanvaard (Attractief, Ambitieus)

Iedere doelstelling zou minimaal gekend en gedragen moeten zijn door de mensen die het uitvoerende werk moeten verrichten. Werknemers worden betrokken worden bij de opmaak van de doelstellingen. Medewerkers weten immers goed wat haalbaar is of niet.

Realistisch De organisatie waakt erover dat de situatie haalbaar en realiseerbaar is. Dat hangt nauw samen met de verifieerbaarheid van de doelstelling: “Zijn de resultaten die wij voor ogen houden wel realiseerbaar?”

Tijdsgebonden Iedere doelstelling moet voorzien zijn van een tijdslimiet, een timing, een deadline. Op het vastgesteld tijdstip wordt effectief nagegaan of de doelstelling is gehaald. Er kan altijd tussentijds gecontroleerd worden of de doelstelling waarschijnlijk wel of niet gehaald zal worden. Tijdslimiet moet niet altijd beschouwd worden als deadline, maar kan dus ook als een bepaalde periode afgebakend worden: het lopend jaar, tijdens de maand mei…

(Inspirerend en engagerend)

De betrokkenheid van medewerkers is van belang in de realisatie van de doelstellingen. Doelstellingen die inspirerend en engagerend zijn opgesteld zullen door de medewerkers beter nagestreefd worden aangezien medewerkers zich er makkelijker aan kunnen verbinden.

Tabel. Principes SMART(I)-doelen (Socius, 2015) Criteria bij het opstellen van SMART(I)-doelen Het toepassen van de SMART(I)-methode geeft (relatieve) zekerheid dat de geformuleerde doelstellingen ook werkelijk adequate doelstellingen zijn. Voor goede organisatiedoelstellingen geldt bovendien (Socius, 2015):

ze vloeien voort uit de missie van de organisatie; er is een balans is tussen haalbare doelen en uitdagend geformuleerde doelen; de voortgang wordt bewaakt wordt; bij complexe lange termijndoelen worden tussendoelen aangegeven; de doelstellingen zijn onderling consistent; leidinggevenden en medewerkers kennen en begrijpen de doelstellingen kennen; de doelen zijn richtinggevend voor het handelen in de organisatie; de doelstellingen worden bijgesteld indien nodig

Doelstellingen die op SMART(I)-wijze geformuleerd zijn, geven een beter zicht op de resultaten die de Infano vzw als kinderopvangorganisatie wil bereiken. Door de concrete wijze waarop deze doelen gespecifieerd zijn, wordt het gemakkelijker om de doelen te operationaliseren in acties. Het opstellen van de operationele doelen gebeurt binnen Infano vzw steeds in samenspraak met de begeleiding op

Page 49: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

48 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

de werkvloer. Infano vzw gelooft in de expertise van zijn personeel en stelt dat de begeleiding op de werkvloer als bij uitstek geplaatst is om na te gaan of de vooropgestelde doelen realistisch zijn. Systematisch en transparant werken in de kinderopvang

Handelingsgericht werken in de kinderopvang

Voor de ondersteuning en begeleiding van kinderen in kinderopvang gaat Infano vzw uit van werkwijjze van het Handelingsgericht Werken (HGW) van N. Pameijer, T. van Beukering, Y. Schulpen en H. Van de Veire (2007). Handelingsgericht werken gaat terug op zeven uitgangspunten. Infano vzw acht deze uitgangspunten van belang cruciaal in het nastreven van de vooropgestelde operationele doelen. De methodiek van HGW gaat uit van 7 principes:

1. ontwikkelingsbehoeften van het kind centraal stellen 2. Afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving 3. De kinderbegeleider doet er toe 4. Positieve aspecten zijn van groot belang 5. Constructieve samenwerking tussen kinderopvang, school en ouders 6. Doelgericht werken 7. De werkwijze is systematisch en transparant

Bij handelingsgericht werken (Pameijer & Van Beukering, 2007) staat het begrijpen van observatiegegevens en het bepalen van de ontwikkelingsbehoeften van kinderen centraal. Het model van handelingsgericht werken wordt in de literatuur beschouwd als een afgeleide van de PDCA-cyclus (plan, do, check, act). Op concreet operationeel niveau kan de methode van het handelingsgericht werken vereenvoudigd worden. De cyclus van het handelingsgericht werken wordt in dit geval herleid tot vier fasen (zie tabel) doorlopen: waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren. HGW is een cyclische werkwijze: Na fase 4 (de uitvoering van het plan) start automatisch fase 1 opnieuw (SLO Nationaal Expertisecentrum voor Leerplanontwikkeling, 2015). Afbeelding. Cyclus Handelingsgericht werken

Tabel. Fasen HGW-cyclus (http://talentstimuleren.nl/thema/dubbel-bijzonder/werkwijze)

Fase Toelichting

1. Waarnemen

Wat zie je bij het kind? het (opnieuw) observeren en in kaart brengen van de situatie

2. Begrijpen Wat heeft het kind op dit moment nodig? het analyseren van de situatie, het bepalen wat nodig is om dit te veranderen en het benoemen van de ontwikkelingsbehoeften

3. Plannen Wat ga je doen? het opstellen van een ondersteuningsplan dat aansluit bij de behoeften en beschikbare mogelijkheden

4. Realiseren Hoe ga je het realiseren? het uitvoeren van het plan gedurende minimaal 30 schooldagen om verandering te kunnen bewerkstelligen en te bepalen wat werkt

Page 50: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

49 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

Deze werkwijze is voor Infano vzw een hulpmiddel voor het opstellen van doelen ('plan'/plannen) op operationeel niveau. Voor of na het uitvoeren van de planning en het meten van de resultaten op dit niveau dienen de verkregen gegevens geanalyseerd en verklaard te worden ('check'/waarnemen en begrijpen): Welke aspecten gaan goed? Waar heeft het kind moeite mee? Waarom heeft het kind moeite met bepaalde taken/doelen? Vervolgens worden nieuwe plannen gemaakt, eventueel doelen aangepast als blijkt dat het kind meer of minder aankan dan vooraf ingeschat werd ('act'/plannen en realiseren).

5.2.3. Werkwijze strategie pedagogisch beleid De werkwijze omvat de wijze waarop Infano vzw ‘zinvolle’ pedagogische strategieën op operationeel organisatieniveau kan opsporen om ze vervolgens in de pedagogische werking te implementeren. De uitvoering van een literatuurstudie leverde Infano vzw reeds heel wat strategieën op die bruikbaar zijn voor de pedagogische werking van de kinderopvangcentra op operationeel niveau (zie 5.2.2. aanpak strategie pedagogisch beleid) zoals de WANDA-methodiek; dit met het oog op het realiseren van de vooropgestelde operationele doelen. 5.2.4. Totstandkoming strategie pedagogisch beleid Operationele planning binnen Infano vzw is erop gericht om de pedagogische beleidsvisie van Kind en Gezin te koppelen aan de pedagogische visie van Infano vzw en te vertalen naar operationele acties op de werkvloer. De operationele planning is een cruciaal onderdeel van het managementteam en de kwaliteits- en pedagogische cel in samenwerking met de begeleiders op de werkvloer nl. de regiocoördinatoren, teambegeleiders-coach en kinderbegeleiders. Het managementteam en de kwaliteits- en pedagogische cel staan in voor het opstellen, koppelen en opvolgen van operationele plandocumenten. Het operationeel management binnen Infano vzw duidt op het monitoren van de plandocumenten zodat de voortgang van de maatregelen op de werkvloer kan worden opgevolgd (vb. MDT-verslagen, evaluatie-instrument interne vormingen, …). Het kwaliteitsmanagementsysteem is verschillend voor de specifieke operationele diensten: gezins- en groepsopvang en buitenschoolse opvang. De specifieke strategieën die gehanteerd worden in het nastreven en verwezenlijken van de operationele doelstellingen komen uitgebreid aanbod in het volgende onderdeel ‘kwaliteitsmanagementsysteem’ van het kwaliteitshandboek.

Page 51: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

50 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

6. Literatuurlijst

Beneken, D. M. (2010). Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet. Tilburg: Eburon Uitgeverij.

Ceulemans, L., & Weyns, L. (sd). De creatieve organisatie. Kluwer.

Claeys, J., & Vanspeybroeck, K. (2011). Identiteit in-zet: ontvangen, dialogeren, beslissen en handelen.

Antwerpen: Garant.

Declercq, B., & Hulpia, H. (2015, Januari). Eindelijk een pedagogisch raamwerk. KIDDO, pp. 20-22.

Deven, F., Mostinckx, J., Bosmans, J., Van der Plas, G., Lauwers, M., Ooge, K., . . . Roete, K. (2009). Welzijn en

zorg in Vlaanderen. Wegwijzer voor de sociale sector 2009-2010. Kluwer.

Emmerik, R. (2007). Kwaliteitsmanagement. Amsterdam: Pearson Education.

FOV. (sd). Federatie Sociaal Cultureel Werk. Opgehaald van Levenslang en levensbreed leren:

http://www.fov.be/spip.php?article1150

Gertjanschop. (sd). Veranderen volgens Fullan. Opgehaald van Gertjanschop:

http://www.gertjanschop.com/modellen/veranderen_vlgs_fullan.html

Kedzierski, J. T., & Vlemmix, M. C. (2007). Kwaliteit en beheer. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Kind en Gezin. (sd). Diversiteit en toegankelijkheid. Opgehaald van Kind en Gezin:

http://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector/werkinstrumenten/diversiteit-en-toegankelijkheid/

Kind en Gezin. (sd). Kindvriendelijke plek. Opgehaald van Kind en Gezin:

http://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector-babys-en-peuters/infrastructuur/kindvriendelijke-

plek/#Geborgenheid-creren

Kind en gezin. (sd). Participatie als deelhebben: een visie. Kind en Gezin.

Kind&Gezin. (sd). Beweging. Opgehaald van Kind en Gezin: http://www.kindengezin.be/voeding-en-

beweging/beweging/default.jsp

Kind&Gezin. (sd). Gids kinderopvang voor scholen. Kind&Gezin.

Kind&Gezin. (sd). Infomap kinderopvang . Opgehaald van Kind en Gezin:

http://www.kindengezin.be/img/kinderen.pdf

Kind&Gezin. (sd). Referentiekader. Opgehaald van Kind en Gezin:

http://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector/werkinstrumenten/referentiekader/

Kind&Gezin. (sd). Spelen. Opgehaald van Kind en Gezin: http://www.kindengezin.be/ontwikkeling/spelen/

Kind&Gezin. (sd). Taal en communicatie. Opgehaald van Kind en Gezin:

http://www.kindengezin.be/ontwikkeling/taal-en-communicatie/

Kind&Gezin. (sd). Visietekst participatie Kind en Gezin. Vlaams-Brabant: Kind en Gezin.

Kinderopvang Op Maat. (2015). pedagogisch beleid. Opgehaald van Kinderopvang Op Maat:

http://www.komboz.nl/pedagogisch-beleid/

Kloppenburg, R. (1999). Methodiek sociaal pedagogische hulpverlening. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Laeremans, J., Denis, J., & Schokkaert, J. (2006). Ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie – visie en suggesties

voor een schooleigen invulling. Brussel: Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs.

Page 52: Kwaliteitsbeleid INFANO vzw

51 Kwaliteitsbeleid Infano vzw – december 2015

MeMoQ. (2014). Een pedagogisch raamwerk voor de kinderopvang van baby's en peuters. Vlaanderen: Kind en

Gezin.

MeMoQ. (2014). Een pedagogisch raamwerk voor de kinderopvang van baby's en peuters. Vlaanderen: Kind en

Gezin.

Pameijer, N., van Beukering, T., Schulpen, Y., & Van de Veire, H. (2007). Handelingsgericht werken op school:

samen met leerkracht, ouders en kind aan de slag. Leuven: Acco.

Riksen-Walraven, M. (2000). Tijd voor kwaliteit in de kinderopvang. Amsterdam: Vossiuspres AUP.

SLO Nationaal Expertisecentrum voor Leerplanontwikkeling. (2015). Werkwijze. Opgehaald van Talent

stimuleren: http://talentstimuleren.nl/thema/dubbel-bijzonder/werkwijze

Socius. (2015). Beleidsplanning. Opgehaald van Toolbox: beleidsplanning voor jeugd- en volwassenwerk:

http://blogs.scw.be/beleidsplanning/category/jeugdwerk/

Stichting pedagogiekontwikkeling 0-7. (sd). Reggio Emilia. Opgehaald van Stichting pedagogiekontwikkeling 0-

7: http://www.pedagogiekontwikkeling.nl/wat-doen-wij/reggio-emilia/

Tavecchio, L., van Ijzendoorn, M., Verhoeven, M., Reilen, E., & Stams, G. (1996). Hoofdstudie kinderopvang:

kinderopvang in Nederland: een empirisch onderzoek naar de afstemming tussen ouders en

professionele opvoeders in relatie tot de kwaliteit van de kinderopvang. Leiden: Rijksuniversiteit

Leiden.

Terhürne, H. (2005). De PDCA-cirkel in zeven stappen: een stappenplan voor verbetertrajecten en creativiteit.

Management tools 3, 20-21.

Van Belle, K., De Winter, A., & Ria, J. (2015). Appreciative Inquiry werkt! Antwerpen, België.

Van Ransbeek, J., & Weyn, P. (2012). Visietekst over algemene vorming in het secundair onderwijs. Brussel:

Vlaamse Onderwijsraad.

Vandenbroeck, M. (2004). Naar een dialoog tussen kwaliteit en diversiteit in de kinderopvang; of waarom

pedagogiek geen toegepaste psychologie kan zijn. Tijdschrift voor orthopedagogiek, 202-209.

Vereniging Jonge Kind. (sd). Visie. Opgehaald van Vereniging Jonge Kind:

http://www.verenigingjongekind.nl/pages/visie.php

Verhulst, F. C. (2005). De ontwikkeling van het kind. Assen: Uitgeverij Van Gorcum.

Verschueren, K. (2007). Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding. Antwerpen: Garant.

Vlaamse overheid. (sd). Organisatieontwikkeling. Opgehaald van Bestuurszaken.be:

https://www.bestuurszaken.be/strategische-planning

Wat is creativiteit? (1970). Opgehaald van Creatief denken: http://www.creatiefdenken.com/wat-is-

creativiteit.php