Alles wat je altijd al wilde weten over de opleiding s...Om succesvol te blijven moet het onderwijs...

Alles wat je altijd al wilde weten over de opleiding

Junior-Accountmanager 93802 Niveau 4 BOL Cohort 2014-2017 Kwalificatiedossier 2014 Nominale studieduur 3 jaar / 4800 SBU Florijn College ROC West-Brabant Onderwijs- en examenregeling versie 1, januari 2014

Florijn College, OER Junior Accountmanager Pagina 2 van 44

0 Inhoudsopgave

0 Inhoudsopgave ............................................................................................................ 2

1 Woord vooraf ............................................................................................................... 3

2 Belangrijke documenten ............................................................................................. 4

3 Alles over het beroep .................................................................................................. 5

3.1 Wat doet een Junior Accountmanager? ..................................................................... 5 3.2 Hoe ziet de opleiding er in het kort uit? ...................................................................... 5 3.3 Wat kun je met je opleiding doen? ............................................................................. 6 3.4 De onderwijsovereenkomst ........................................................................................ 6

4 Alles over de opleiding ............................................................................................... 7

4.1 Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? .......................................................... 7 4.2 Alles over de lesweek ................................................................................................ 7 4.3 Alvast wat over de stage ............................................................................................ 9 4.4 Wat ga je leren? Wat zijn kerntaken en werkprocessen? ........................................... 9 4.5 Maatwerk ..................................................................................................................10 4.6 Eisen aan het leertraject en studiebelasting ..............................................................10

5 Alles over de begeleiding ...........................................................................................14

5.1 Studieloopbaanbegeleiding .......................................................................................14 5.2 Begeleiding bij het leren ............................................................................................14 5.3 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering .............................................14 5.4 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie .....................................................15 5.5 Aanwezigheid en leerplicht .......................................................................................15 5.6 Klachten en inspraak ................................................................................................15 5.7 Veiligheid en gedrag .................................................................................................15 5.8 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd! ...................................16

6 Alles over de beoordeling ..........................................................................................17

6.1 Beoordelen van studieonderdelen.............................................................................17 6.2 Doorgaan of vertragen ..............................................................................................18 6.3 Wanneer zijn de examens?.......................................................................................19 6.4 Hoe ziet een examen er uit? .....................................................................................28 6.5 Hulpmiddelen ............................................................................................................28 6.6 Hoe gaat het met herkansen? ...................................................................................28 6.7 Hoe kun je vrijstelling krijgen voor een examen? ......................................................29 6.8 Hoe is de organisatie van de examens geregeld? .....................................................29 6.9 Wat bewaart de school? ...........................................................................................29 6.10 Waar kun je terecht als je het niet eens bent met een beslissing? ............................29

7 Verantwoording voor de studiegids ..........................................................................30

8 Bijlagen .......................................................................................................................31

8.1 Verantwoording onderwijstijd (TOP-model) ...............................................................32 8.2 Regels met betrekking tot afwezigheid bij projecten ..................................................34 8.3 Studieadvies; wanneer wat en hoe ...........................................................................35 8.4 Ontwikkelingsgerichte beoordeling ............................................................................40


1 Woord vooraf

Welkom op het Florijn College! Je hebt gekozen voor de opleiding Junior Accountmanager. In deze studiegids willen we je goed informeren over het beroep en de opleiding, waarvoor je bent ingeschreven. In de handel kom je dagelijks in contact met de hele wereld. Door de komst van het internet kan in principe iedereen met een druk op de knop met de hele wereld zaken doen. Daardoor krijgt handel ook een internationale betekenis. In het onderwijs van het Florijn College willen we dan ook de wereld binnenhalen: “Think global, act local.” Het Florijn College heeft zich ten doel gesteld studenten op te leiden tot succesvolle wereldburgers, die een tastbare bijdrage leveren aan handel en zakelijke dienstverlening. Om dit doel te bereiken wil het Florijn College, dat zijn studenten boven het gemiddelde uitstijgen, excelleren en succesvol zijn. Door initiatief te nemen, vragen te stellen en elkaar respectvol, open en eerlijk te benaderen wordt jouw studietraject een succes en help je ons met het vormgeven en verbeteren van de opleiding. Om succesvol te blijven moet het onderwijs voortdurend in beweging blijven. In een schoolgemeenschap, die bestaat uit vele culturen en jonge mensen, willen we aan een omgeving bouwen, die voor iedereen stimulerend werkt en uitnodigt tot presteren. Die omgeving maken we samen: studenten, docenten en overige medewerkers. We willen graag dat jij hieraan bijdraagt door jouw ambities waar te maken. Ben jij succesvol, dan is het Florijn College dat ook! Lisan van Beurden Directeur Florijn College


2 Belangrijke documenten In deze studiegids wordt verwezen naar een aantal belangrijke documenten. Deze bijlagen kan je terugvinden op de website van het Florijn College onder de tab ‘Onderwijs’ bij ‘Studenteninfo’. (http://www.florijn.nl/studieinformatie/studenteninfo). Een papieren versie kan je inzien bij STIP. Het gaat om de volgende documenten: Afspraken op Florijn College

Algemene informatie over en afspraken op Florijn College (studenteninfogids)

Deelnemersstatuut

Algemene schoolkosten en specifieke opleidingskosten

Examinering

Onderwijs- en Examenreglement (OER)

Algemeen centraal Examenreglement Beroepsonderwijs

Vrijstellingsregeling

Herkansingsregeling per start schooljaar 2011-2012-2013

Hulpmiddelen examen

Procedure Bezwaar en beroep Examinering

Onderwijs

Doorstroomformulier

Onderwijsovereenkomst (OOK)

Praktijkovereenkomst (POK)

Leerplichtwetgeving of Leerplichtinformatie of Leerplicht - Regionaal bureau West-

Brabant

Vakantierooster

Verzuim en consequenties daarvan

Studentenbegeleiding

Zorgbegeleiding 'Als het (even) tegen zit'

Pestprotocol

Flyer voordelen bij bedrijven met Florijnpas - Florijn College MBO

Klachtenregeling (procedure Bezwaar en beroep algemeen)

ARBO en veiligheid

Schoolveiligheidsplan

Calamiteitenflyer: Wat te doen bij een calamiteit?

Studentenraad

Namen en contactgegevens

Verslagen

Klassenvertegenwoordigers

Verslagen

Data en locatie overleggen


3 Alles over het beroep Informatie over het beroep en vervolgstudies 3.1 Wat doet een Junior Accountmanager?

Als Junior-accountmanager heb je een uitvoerende en initiërende rol. In dat kader doe je voorstellen voor het marketing- en verkoopplan en voor de accountplannen. De junior-accountmanager heeft verder een schakelfunctie tussen de klant/account en de interne organisatie (o.a. de commerciële binnendienst). Je bent verantwoordelijk voor je eigen takenpakket van het accountteam waartoe je behoort. Je voert de werkzaamheden op basis van (beleids)plannen zelfstandig en op eigen initiatief uit. Je legt verantwoording af aan je leidinggevende. Het takenpakket is veelzijdig. Samengevat kun je de taak als volgt omschrijven: - plannen en organiseren van marketingactiviteiten - uitvoeren van financiële plannen - uitvoering geven aan de verkoopdoelstellingen - klanteninfo analyseren - acquisitie. Bovenstaande beroepsgebonden onderwerpen komen allen terug in je studie. In de eerste studiefase (periode 1 t/m 6) komen vooral onderwerpen aan de orde die behoren bij de werkzaamheden van een commercieel medewerker binnendienst. Vanaf periode 7 komen de overige onderwerpen aan de orde. Je werkt hier zowel individueel als in groepsverband aan. Naast bovenstaande beroepsgebonden onderwerpen ga je ook werken aan onderwerpen die te maken hebben met je maatschappelijke ontwikkeling. Dit betreffen de burgerschapsonderwerpen. 3.2 Hoe ziet de opleiding er in het kort uit?

Kenmerken van de opbouw van je studie zijn: 1. De opleiding is opgebouwd vanuit vier hoofdonderwerpen: - Kerntaken en daarbij behorende werkprocessen en beroepscompetenties. - Burgerschapscompetenties. - Vaardigheden met betrekking tot de Moderne Vreemde Taal - Vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse taal. 2. Elk schooljaar is opgedeeld in 4 perioden van ongeveer 10 weken. 3. Na elke periode krijg je een voortgangsrapportage (rapport). 4. In de rapportage staan de volgende resultaten:

- Beheersing van theorie en vaardigheden behorende bij een kerntaak. - De beheersing van bepaalde burgerschapscompetenties. - De beheersing van de vaardigheden in de Moderne Vreemde Taal Engels. - De beheersing van de vaardigheden in de Nederlandse taal - De ontwikkeling van algemene beroepscompetenties - De ontwikkeling van je studiehouding


3.3 Wat kun je met je opleiding doen?

Als je je opleiding geheel afmaakt heb je een waardevol niveau-4 diploma behaald. Met dit diploma heb je de volgende mogelijkheden: - Je kunt een baan gaan zoeken; als starter op de arbeidsmarkt kan dat zijn als:

> commercieel medewerker op de verkoopafdeling binnendienst; > commercieel medewerker op de verkoopafdeling buitendienst =

vertegenwoordiger/ salesman; > commercieel medewerker op de afdeling marketing; > medewerker op een logistieke afdeling.

Hierbij kun je kiezen uit elke branche die je leuk vindt; je kunt dan denken aan: sport, mode, auto’s, muziek. Behalve deze toch wel bekende branches zijn er nog zeer veel minder bekende, maar erg interessante branches waarin je kunt gaan werken.

>accountmanager. - Door je opleiding heb je alle mogelijkheden om door te groeien naar hogere functies zoals:

> sales manager; > rayon manager; > filiaal manager/vestigingsmanager.

- Natuurlijk kun je er ook voor kiezen om een eigen zaak te beginnen. - Met je niveau-4 diploma kun je door studeren aan het HBO. In het kwalificatiedossier staat precies wat je volgens de wet moet kunnen en weten. Het gehele kwalificatiedossier kun je terugvinden op www.kwalificatiedossiersmbo.nl. 3.4 De onderwijsovereenkomst

Scholen zijn wettelijk verplicht om een onderwijsovereenkomst met je aan te gaan (zie bijlage “OOK”). In deze overeenkomst staan afspraken tussen jou en de school. Je hebt alleen recht op onderwijs als je de onderwijsovereenkomst ondertekent en op tijd bij STIP inlevert.


4 Alles over de opleiding Informatie over het onderwijsprogramma 4.1 Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding?

De opleiding is opgebouwd vanuit vier hoofdonderwerpen: - Kerntaken en de daarbij behorende werkprocessen en beroepscompetenties. - Burgerschapscompetenties . - Rekenvaardigheid - Vaardigheden met betrekking tot de Moderne Vreemde Taal Engels. - Vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse Taal. De schematische weergave van je opleidingstraject vind je terug in tabel 1. Tabel 1. Opleidingstraject Junior Accountmanager

Leerjaar 1

Leerjaar 2

Leerjaar 3

P1

P2

P3

P4

P5+ P6

P7

P8

P9

P10

P11+p12

Stage stage stage

Thema Beroepscompetenties

- Marketing 1 - Inkoop - Verkooptechnieken - Telefonische Acquisitie

- Verkoopgesprek - Verkoopplan - Marketing-2

- Marketing-2

- Management - Financiering - Account-management

Thema Burgerschaps- competenties

- Vitaal leven - Mijn netwerk - Mijn financieel leven - Functioneren als werknemer

Mijn politieke keuzes

Rekenvaardigheid Rekenen 2F Rekenen 3F

Nederlands (Luisteren, lezen, presenteren, schrijven, telefonisch gesprek voeren, taalverzorging)

Engels (Luisteren, lezen, presenteren, schrijven, telefonisch gesprek voeren)

4.2 Alles over de lesweek

Per week heb je 25 tot 30 klokuren les. De lessen en projecten worden geroosterd in eenheden van 0,5 uur. Een lesuur op je rooster is dus een half uur. De schooldagen beginnen meestal om 08.30 uur en duren tot maximaal 17.00 uur. De indeling van de lesweek is van veel factoren afhankelijk en kan tussentijds wijzigen. Als er wijzigingen zijn kun je dat vinden op de portal, op It’s learning of je hoort het van je studieloopbaanbegeleider. De portal is een website die alleen beschikbaar is voor studenten van het Florijn College (https://portal.rocwb.nl/default.aspx). Om op de portal te kunnen, krijg je in de introductieweek een loginnaam en wachtwoord. Vóór aanvang van een periode wordt het rooster op de portal gepubliceerd. In principe worden lessen overgenomen of opgevangen als een docent afwezig is. We streven ernaar zo min mogelijk te laten uitvallen.


Tijdens je opleiding krijg je te maken met de volgende werkvormen: 1. instructielessen 2. werkcollege 3. projectbegeleiding 4. studieloopbaanbegeleiding 5. BPV (stage) 6. projecten Deze werkvormen kom je tegen op je rooster en in het totaaloverzicht van de opleiding Junior Accountmanager. De Instructielessen Dit zijn klassikale lessen waarin de theorie rondom het thema van een bepaalde periode wordt behandeld. Op het rooster kom je deze instructielessen onder andere tegen onder de namen: a. CEV (commercieel economische vorming) b. Engels c. Nederlands Het Werkcollege In het werkcollege werk je zelfstandig aan verschillende soorten opdrachten. Dit kunnen individuele opdrachten zijn en groepsopdrachten. Je krijgt te maken met de volgende soorten studieopdrachten: - Studieopdrachten om je taalvaardigheid voor Nederlands en Engels te vergroten. - Studieopdrachten die te maken hebben met de burgerschapsprojecten. - Studieopdrachten om je rekenvaardigheid te vergroten. De Projectbegeleiding In de uren projectbegeleiding staan de burgerschapsprojecten centaal. Tijdens deze begeleidingsuren komen de volgende vragen aan bod: - Hoe ver ben je met je project ten opzichte van de planning die je gemaakt hebt? Dit kan onder leiding van een 3e jaars leerling of docent plaatsvinden. - Tegen welke problemen ben je aangelopen en hoe heb je deze opgelost? - Zijn er obstakels waardoor de voortgang in gevaar komt? - Verder kunnen er in deze introductiecolleges/gastcolleges of verdiepingscolleges worden verzorgd. De Studieloopbaanbegeleiding In jouw opleiding word je tijdens je studie begeleid door de trajectbegeleider. Hij/zij is je persoonlijke coach. In de studieloopbaanbegeleidingsuren vinden individuele gesprekken en groepsgesprekken plaats. Hierbij heb jij als student de verantwoordelijkheid om te zorgen dat jij je trajectbegeleider kunt informeren over je studievoortgang gedurende een periode. De BPV (Beroeps Praktijk Vorming=stage) Je zit op een beroepsopleiding, dus is het logisch dat je een deel van je kennis en vaardigheden ontwikkelt in de praktijk. Dit doe je door op stage te gaan. De Projectweek Elke periode werk je gedurende een week aan een groot project. Dit project heeft te maken met een kerntaak waar je als Junior Accountmanager/Commercieel Medewerker ook in de beroepspraktijk mee te maken kunt krijgen. In dit project krijg je dan ook in de rol van Junior Accountmanager een opdracht van je leidinggevende (docent) om iets uit te zoeken, iets te organiseren, iets voor te bereiden. Je werkt daar meestal in een team aan. Met dit team heb je werkoverleg, maak je een projectplanning voor de gehele week en ga je aan de slag om de opdracht uit te voeren. Het project wordt meestal afgesloten met een presentatie. Zowel


de uitwerking van het project als de manier waarop je aan het project gewerkt hebt worden beoordeeld. 4.3 Alvast wat over de stage

In leerjaar 1 ga je in de laatste periode een kennismakingsstage lopen. Dit zal zijn in de vorm van 1 of 2 weken aaneengesloten stage aan het eind van periode 4. Bij dit zelfde bedrijf ga je ook je stage in leerjaar 2 lopen. Het burgerschapsproject met als thema “stuur je eigen loopbaan” bereidt jou voor op deze stage. In periode 3 ontvang je uitgebreide informatie over de eerste stage (eind leerjaar 1+begin leerjaar 2) en ga je een stageplaats zoeken. 4.4 Wat ga je leren? Wat zijn kerntaken en werkprocessen?

De opleiding is opgebouwd rondom de kerntaken en werkprocessen. Deze kerntaken en werkprocessen komen terug in verschillende thema’s (zie paragraaf 7.4). Om deze kerntaken en werkprocessen te kunnen uitvoeren moeten ook de bijbehorende beroepscompetenties voldoende ontwikkeld zijn. Een kerntaak is een deel van de beroepstaak, dat in omvang of belangrijkheid kenmerkend is voor het beroep, waarvoor je wordt opgeleid. Een werkproces is een onderdeel van een kerntaak. Een beroepscompetentie is het geheel van kennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om een bepaalde taak uit te kunnen voeren. Tabel 2: Overzicht kerntaken en werkprocessen Junior Accountmanager

Kerntaak Werkproces

1. Onderzoekt de markt en maakt plannen 1.1 Verzamelt klant-, producten/of

marktinformatie

1.2 Doet voorstellen voor het verkoopplan

1.3 Stelt een activiteitenplan op

1.4 Voert accountanalyses uit

1.5 Stelt accountplannen op

1.6 Coördineert de uitvoering van verkoop- en

accountplannen en evalueert de plannen

2. Voert het verkooptraject uit 2.1 Bereidt het verkooptraject/-gesprek voor

2.2 Acquireert klanten en/of opdrachten

2.3 Verkoopt productgericht

2.4 Verkoopt behoeftegericht

2.5 Stelt offertes op en brengt ze uit


Kerntaak Werkproces

2.6 Onderhandelt met de klant/account

2.8 Voert aftersales uit

2.9 Bewaakt de voortgang van het

verkooptraject bij de account

3. Bouwt relaties op en onderhoudt ze 3.1 Signaleert en behandelt klachten

3.2 Voert promotieactiviteiten uit

3.4 Beheert relaties

4.5 Maatwerk

a. Aansluiting op je vooropleiding De opleiding Junior Accountmanager sluit goed aan op VMBO-theoretisch, met name als je economie of wiskunde in je vakkenpakket hebt. b. Aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt Na de opleiding kun je gaan werken in één van de genoemde werkvelden. Ook is het mogelijk om door te stromen naar een HBO opleiding. c. Remediëren, verrijken, verdiepen Indien je behoefte hebt aan extra ondersteuning kun je gebruik maken van het spreekuur dat op vrijdagmiddag gepland staat. d. Vertraging of versnellen Heb je VMBO-theoretisch als vooropleiding dan duurt de opleiding in principe 3 jaar. Door het niet tijdig voldoen aan de overgangsnormen kan het zijn dat je vertraging oploopt of zelfs een heel jaar over moet doen. Versneld doorlopen van de opleiding is niet mogelijk. 4.6 Eisen aan het leertraject en studiebelasting

De school heeft de wettelijke plicht om je per schooljaar minimaal 1.000 uren te begeleiden in je leerproces. Deze begeleiding mag je van ons verwachten en eisen, want daarvoor ben je naar het Florijn College gekomen. Ook is de zogenaamde 1.000-urennorm van belang, omdat je recht op studiefinanciering (vanaf 18 jaar) hiervan afhangt. Het programma voor de beroepsgerichte vakken, voor talen, voor rekenen en voor loopbaan en burgerschap sluit aan op de eisen van het ministerie van onderwijs. De eisen voor beroepsgerichte vakken zijn vastgelegd in het ‘kwalificatiedossier’. De eisen voor Nederlands en Rekenen staan in het ‘Referentiekader’. Voor de moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans) staan de eisen in het ‘Europees Referentie Kader’. Voor Burgerschap geldt het document ‘Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap’. Je kunt al deze documenten terugvinden op de website www.kwalificatiesmbo.nl. In de tabel ‘Geplande begeleide onderwijstijd’ zie je welke eisen per studieonderdeel aan bod komen. We begrijpen dat de codes van de studieonderdelen je nog niet veel zullen zeggen, maar vinden het belangrijk dat je van tevoren kunt zien wat er aan studie-inzet van je verwacht wordt. Voor de opleiding Junior Accountmanager zijn de volgende uren gepland.


Tabel 3a. Geplande begeleide onderwijstijd leerjaar 1

Leerjaar 1

Naam studieonderdeel

Perio

de 1

Perio

de 2

Perio

de 3

Perio

de 4

Afw

ijkende

activiteiten

tota

al aanta

l klo

kure

n

Beroep ▼

Cev-be 4 4 4 4

58,0

Cev-mar 9 8 9 9

127,0

FS&S (zakelijk telefoneren) 3 3 3 3 43,5

Vaardigheden ▼

0

Nederlands 5 5 5 5

72,5

Engels 5 5 5 5

72,5

Duits of nederlands-extra 5 5 4 4

65,0

Excel 0 2 0 0

7,0

Webdesign 0 0 0 2 8,0

Caco 0 2 2 2 22,0

Mediawijs 2 2 0 0 14,0

Werkcollege 10 10 10 10 145,0

Burgerschap ▼

0

Burgerschapscompetenties/wc-slb 4 4 4 4

58,0

Studieloopbaanbegeleiding 3 3 3 3

43,5

Rekenen ▼

0

Rekenvaardigheid 1 1 1 1

14,5

Stage ▼

0

BPV-i 0 0 1 2

11,5

BPV 38 38,0

Overige activiteiten ▼

0

Introductieweek

30 30,0

Projectweken

144 144,0

Schakelweken

70 70,0

klokuren per lesweek 25,5 27 25,5 28

0

Totaal schooljaar 1 1044

Opmerking Bovengenoemde uren zijn de uren die ingeroosterd worden. Daarnaast zul je nog de nodige tijd buiten de school aan je studie moeten besteden. Hoeveel dit is hangt met name af van: - je inzet tijdens de uren werkcollege; - je inzet tijdens de instructielessen; - je persoonlijke ambities om iets van je studie te willen maken; - je persoonlijke aanleg voor de verschillende vakken.


Tabel 3b. Geplande begeleide onderwijstijd leerjaar 2

Leerjaar 2

Naam studieonderdeel

Perio

de 1

Perio

de 2

Perio

de 3

Perio

de 4

Afw

ijkende

activiteiten

tota

al aanta

l klo

kure

n

Beroep ▼

Cev-be 0 0 8 8

60,0

Cev-mar 0 0 6 6

45,0

CEV-man 0 0 3 3 22,5


Vaardigheden ▼

0

Nederlands 0 0 3 3

22,5

Engels 0 0 5 5

37,5

Mediawijs 0 0 2 2 15,0

Werkcollege 0 0 9 9 67,5

Burgerschap ▼

0

Burgerschapscompetenties/wc-slb 0 0 4 4

30,0


15,0

Rekenen ▼

0

Wiskunde 0 0 3 3 22,5


7,5

Stage ▼

0

BPV 648 648,0


0

Projectweken

64 64,0

Schakelweken

14 14,0


0



Tabel 3c. Geplande begeleide onderwijstijd leerjaar 3

Leerjaar 3

Naam studieonderdeel2

Perio

de 1

Perio

de 2

Perio

de 3

Perio

de 4

Afw

ijkende

activiteiten

tota

al aanta

l klo

kure

n

Beroep ▼

Cev-be 8 6 0 0

49,0

Cev-mar 2 6 0 0

28,0

CEV-man 4 3 0 0 24,5

Accountmanagement 2 2 0 0 14,0


Project JAM 0 6 0 0 21,0

Vaardigheden ▼

0

Nederlands 3 3 0 0

21,0

Engels 4 4 0 0

28,0

Werkcollege 8 8 0 0 56,0

Burgerschap ▼

0


14,0

Rekenen ▼

0

Wiskunde 3 3 0 0 21,0


7,0

Stage ▼

0

BPV-i 0 2 0 0

7,0

BPV 648 648,0


0

Projectweken

80 80,0

Schakelweken

24,5 24,5


0


Je ziet dat er al rekening is gehouden met feestdagen die in een lesweek vallen (bijvoorbeeld tweede paasdag) en met onvoorziene lesuitval door bijvoorbeeld ziekte van een docent of slechte weersomstandigheden. De totale onderwijstijd voor de opleiding Junior Accountmanager bedraagt 4.800 studiebelastinguren (SBU).


5 Alles over de begeleiding 5.1 Studieloopbaanbegeleiding

Het belang van goede begeleiding is groot. Om je op het goede niveau te brengen moet je zo begeleid worden dat je leert kritisch naar jezelf te kijken en ook leert om je gedrag bij te sturen. We leiden je op tot een goed werknemer, dus tot iemand met een goede beroepshouding. Deze beroepshouding moet ontwikkeld worden. Binnen Burgerschap en Loopbaanbegeleiding / oriëntatie worden tijdens de opleiding activiteiten aangeboden om je bewust te worden van je eigen gedrag en houding en het effect van je gedrag op je omgeving. Het is belangrijk dat je leert reflecteren op je eigen houding en gedrag en leert dit – waar nodig – bij te sturen. Hoe krijgt dit vorm binnen de opleiding Junior Accountmanager? Je eigen ontwikkeling moet een doorlopend proces zijn, dit moet niet afhangen van één keer per periode een pop-gesprek of af en toe een begeleidingsmoment. Enerzijds moet je zelf steeds je ontwikkeling volgen en sturen en dit dus ook vastleggen, anderzijds moet je ook gevolgd worden door de docent/de studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleider legt informatie over je studievoortgang, begeleiding en aanwezigheid vast in het begeleidingsdossier. 5.2 Begeleiding bij het leren

Bij alle studieonderdelen word je uiteraard ondersteund door de begeleidende docent. Je bent aan de studie begonnen om je persoonlijke doelen te bereiken. Zowel binnen als buiten de lessen proberen we je daarbij te helpen. Je wordt extra ondersteund voor bepaalde studieonderdelen, zoals taal en het oefenen van studievaardigheden. Samen met jou kunnen we kijken naar mogelijkheden voor hulp bij het leren. Je studieloopbaanbegeleider helpt je bij het behalen van bovenstaande doelen. In een studentdossier worden afspraken vastgelegd en wordt je voortgang en ontwikkeling bijgehouden. Als er zaken zijn die het studeren moeilijk maken (bv. een handicap of privéproblemen) dan kan de studieloopbaanbegeleider je doorverwijzen naar het Zorgteam. Bij het Zorgteam kunt je terecht voor meer informatie en ondersteuning. Mochten er zaken zijn die door het Zorgteam niet (of niet voldoende) kunnen worden opgevangen, dan kan via de zorgcoördinator een doorverwijzing plaatsvinden naar de Schoolmaatschappelijk werker, het Servicecentrum Studie & Beroep of externe zorgbegeleiding. Meer informatie over zorgbegeleiding vind je op de website in brochure “Als het (even) tegenzit”. 5.3 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering

Wanneer je extra ondersteuning nodig hebt bij het leren, wend je je tot je studieloopbaanbegeleider. Heb je bijvoorbeeld problemen met taal veroorzaakt door een handicap, dan kun je extra hulp krijgen. Daarvoor wordt eerst een zogenaamd handelingsplan opgesteld, waarin staat wat we extra voor je kunnen doen. Je kunt extra begeleiding krijgen als je: - een stoornis, belemmering of handicap hebt die speciale ondersteuning of deskundige doorverwijzing vraagt - recht hebt op een StudentGebondenFinanciering Aanvullende informatie is verkrijgbaar bij je studieloopbaanbegeleider en op de website.


5.4 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie

Het is misschien een beetje raar om bij de start van een opleiding te praten over het verlaten van de opleiding, maar je moet op jonge leeftijd kiezen voor een vervolgopleiding en soms blijkt die keuze niet de juiste te zijn. Mocht deze opleiding niet goed bij je passen dan kan het Servicebureau voor Studie en Beroep je helpen bij het vinden van een andere opleiding die beter bij je past. Aanvullende informatie is verkrijgbaar bij je studieloopbaanbegeleider en op de website. 5.5 Aanwezigheid en leerplicht

Je aanwezigheid wordt geregistreerd in Pars. Je krijgt bij aanvang van je studie uitleg over het systeem en over de eisen die er voor je aanwezigheid gelden. De studieloopbaan-begeleider let op je aanwezigheid. Indien je vaak te laat bent of ongeoorloofd afwezig bent, moet de school hiervan verplicht melding maken bij de leerplichtambtenaar en bij DUO. De werkwijze en eisen die er aan aanwezigheid worden gesteld, kun je terugvinden in de bijlage ‘Verzuimprocedure’. 5.6 Klachten en inspraak

Op verschillende manieren word je betrokken bij de verbetering van ons onderwijs. Jaarlijks vinden er enquêtes en onderzoeken plaats. Daarnaast worden er gesprekken met studenten georganiseerd over bepaalde thema’s. In de studentenraad spreken studenten met de directie over belangrijke ontwikkelingen. Op een school met ongeveer 1700 studenten gaat ook wel eens wat fout. Dat vinden we natuurlijk heel vervelend, maar we weten ook dat het niet uit te sluiten valt. We willen problemen uiteraard goed oplossen en steeds kijken wat we kunnen doen om de fout in de toekomst te voorkomen. Heb je een serieuze klacht die te maken heeft met het onderwijs of de organisatie van het Florijn College, dan kun je dat in eerste instantie melden bij je studieloopbaanbegeleider. Die kan reageren op je klacht en helpen het probleem op te lossen. Kom je er op die manier niet uit, dan kun je gebruikmaken van de klachtenprocedure. De “Klachtenprocedure” vind je terug op de website. 5.7 Veiligheid en gedrag

In de economische beroepen is het werken over de grenzen en met verschillende culturen een gegeven. We zien de veelkleurigheid en diversiteit van de wereld om ons heen dan ook als een kans. In de missie van het Florijn College komt dit tot uiting: "Studenten opleiden tot succesvolle wereldburgers die een tastbare bijdrage leveren aan handel en zakelijke dienstverlening". Dat betekent in de praktijk dat we elkaar serieus nemen en met respect behandelen. Onderlinge bedreigingen en pesten worden niet getolereerd. We bestrijden discriminatie op basis van verschillende culturele/etnische herkomst of seksuele geaardheid. Regels over leef- en werkomgeving en onderwijs vind je op de website in het “Deelnemersstatuut” en in de “Schoolregels”. We hebben allemaal een actieve rol in de veiligheid in en buiten het schoolgebouw. In de introductieweek krijg je instructies over wat je moet doen bij calamiteiten. Met de studieloopbaanbegeleider loop je naar de verzamelplaats waar iedereen naar toe moet bij een ontruiming. Tijdens je studie doe je ook mee aan een ontruimingsoefening. De instructie voor ontruimingen “Calamiteitenflyer locatie W33” kan je vinden op de website.


5.8 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd!

Voor bijzondere gevallen is er op het Florijn College een vertrouwenspersoon. Je kunt altijd hulp krijgen van de vertrouwenspersoon als je te maken hebt gekregen met ongewenste intimiteit (bijvoorbeeld een vernederende grap of ongewenst lichamelijk contact) of andere zaken waar je een klacht over hebt (t.a.v. docenten of medestudenten). De vertrouwenspersonen zijn: mevrouw Liesbeth Joris en de heer Bart Edwards van Muijen. Zij hebben een zwijgplicht. Ze zijn op school te bereiken onder nummer 076-5308800 of via hun e-mailadres: [email protected] / [email protected].


6 Alles over de beoordeling

6.1 Beoordelen van studieonderdelen

Tijdens het schooljaar word je op verschillende manieren en momenten beoordeeld. Deze beoordeling wordt vastgelegd in een rapport, dat je elke periode ontvangt. Tussentijds vindt er bij de trajectbegeleidinggesprekken reflectie plaats op je studievoortgang en je persoonlijke ontwikkeling met betrekking tot je algemene beroepshouding en je studiehouding. Deze reflectiegesprekken vinden plaats op basis van je persoonlijke portfoliomap, die je tijdens de introductieperiode ontvangt en die je zelf compleet moet houden (zie ook paragraaf 6.2 trajectbegeleidingen het vervolg van deze paragraaf: ontwikkelingsgerichte beoordeling). Je rapport bestaat dan ook uit de volgende onderdelen: I Het diplomerende deel 1 de beoordeling van de 3 Kerntaken (de specifieke werkprocessen). 2 de beoordeling van de algemene beroepshouding (BPV) 3 de beoordeling van de taalvaardigheden voor: - Nederlandse taal; - Moderne Vreemde taal; 4 de beoordeling van de 5 burgerschapscompetenties; 5 de beoordeling van rekenen; II Het ontwikkelingsgerichte deel A aanwezigheid

B de beoordeling van de ontwikkeling van de algemene beroepshouding. C de beoordeling van de ontwikkeling van de studiehouding. D de beoordeling van FS&S. Beoordeling van het diplomerend deel. De examens die je moet afleggen om gediplomeerd te kunnen worden zijn uitgewerkt in paragraaf 7.4. Ontwikkelingsgerichte beoordeling. Omdat je tijdens je BPV een eindbeoordeling krijgt op je algemene beroepshouding, informeren we je in de perioden hieraan voorafgaand hoe je er voor deze competenties voor staat; hoe jij je hierop ontwikkelt. Zoals hierboven al is opgemerkt telt deze beoordeling even zwaar voor je studievoortgang als de examens die worden afgenomen. In tabel 4 staat op welke onderwerpen je beoordeeld wordt. Indien je bij een voortgangstoets afwezig bent, dan scoor je voor deze toets een 0,1. Ook dit cijfer telt mee bij het berekenen van het gemiddeld cijfer voor de voortgangstoetsen (studiemotivatie).


Tabel 4. Beoordeling Ontwikkeling van studiehouding en algemene beroepshouding

Beroepshouding

P1

OP1

P2

OP2

P3

OP3

P4

OP4

1 Aanwezigheid

Aanwezigheid % % % % %

2. Studiehouding

Studiemotivatie cijfer cijfer cijfer Cijfer

Werkhouding cijfer cijfer cijfer Cijfer

Omgangsvormen cijfer cijfer cijfer Cijfer

3. Algemene beroepshouding

Samenwerken en overleggen g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Plannen en organiseren g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Instructies en procedures opvolgen g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Leren g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

4. FS&S

Verstaanbaarheid g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Zakelijk taalgebruik g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Registreren g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Opening/Afsluiting g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Productiviteit g/v/o g/v/o g/v/o g/v/o

Toelichting

P1, P2, P3 en P4 zijn de beoordelingen in respectievelijk periode 1, 2, 3, en 4;

OP1, OP2, OP3 en OP4 maatstaf voor de ontwikkeling van het onderdeel;

Aanwezigheid is een percentage;

Onderdelen studiehouding beoordeling op 10-puntsschaal; 5,5 of hoger is voldoende;

Onderdelen algemene beroepshouding beoordeling met g/v/o; g=goed; v=voldoende, o=onvoldoende

In hoofdstuk 8 kun je zien hoe je beoordeling op studiehouding, algemene beroepshouding en FS&S plaatsvindt.

6.2 Doorgaan of vertragen

Regelmatig bekijk je samen met de trajectbegeleider hoe je gevorderd bent en in hoeverre je studietraject volgens verwachting verloopt. De trajectbegeleider begeleidt je en geeft je advies. Er zijn 3 adviesmomenten (tabel 5). Tabel 5. Geplande momenten voor studieadvies

Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3

p1 p2 p3 p4 p5 p6 p7 p8 p9 p10 p11 p12

Vsa Sa-1 Sa-2 Vsa Sa-3


Het studieadvies dat je krijgt is een advies dat door de vergadering van de docenten van wie je les krijgt wordt vastgesteld. De studieloopbaanbegeleider licht dit toe. Dit advies wordt in de vorm van een brief formeel aan jou en je ouders medegedeeld. Bij het opstellen van het advies gaan we steeds uit van 3 mogelijke situaties: 1. Je studieresultaten zijn zodanig dat je prima op schema ligt en dat de vergadering het

volste vertrouwen erin heeft dat je je studie met succes kunt afronden. 2. Je studieresultaten zijn dermate slecht dat de kans om met succes je studie te

kunnen voortzetten te klein is en dat je daarom het dwingend advies krijgt om met de opleiding te stoppen.

3. Je resultaten zijn zodanig dat er over je resultaten en over het advies uitgebreid wordt vergaderd. Bij deze vergadering komen alle aspecten aan de orde die te maken kunnen hebben met je kans op succesvolle voortzetting van je studie:

- de behaalde kerntaakcijfers; - de behaalde beoordelingen voor de burgerschapscompetenties;

- de behaalde resultaten voor de Nederlandse Taal; - de behaalde resultaten voor de Moderne Vreemde Taal Engels; - de resultaten van je ontwikkeling met betrekking tot: > de algemene beroepshouding; > je studiehouding: - de mogelijkheden die je op dat moment nog hebt om examens te herkansen;

- je persoonlijke omstandigheden.

Let er in deze op, dat je studieloopbaanbegeleider vooraf op de hoogte is van persoonlijke omstandigheden die van invloed zijn op je studieresultaten. De vergadering kan in dit geval een van de volgende besluiten nemen: a. Je kunt je studie voortzetten ondanks je resultaten; b. Je kunt je studie voortzetten met als aanvullende voorwaarde, dat er met jou voor

een bepaalde periode afspraken worden gemaakt waaraan je moet gaan voldoen; c. Je kunt je studie voortzetten, maar je zult naar een andere studievariant over moeten

stappen bv het laten vallen van je 2e Moderne Vreemde Taal als keuzevak; d. Je kunt je studie voorzetten, maar je zult een forse studievertraging oplopen, omdat

je een of meerdere perioden in zijn geheel zult moeten overdoen. Indien je bovengemiddeld presteert kun je ook in aanmerking komen voor het versneld traject. Dit betekent dat je een niveau 4 opleiding in 2 jaar kunt doen. Het beslismoment om in aanmerking te komen voor het versneld traject is na toetsperiode 2. Je komt in aanmerking voor het versneld traject als je:

- Voor alle thema-examens een cijfer 7,0 of hoger hebt - Het gemiddeld cijfer voor studiemotivatie 7,5 of hoger is - Voor FS&S maximaal één onvoldoende hebt - Voortgangscijfer voor de talen van periode 1 en 2 voldoende zijn - Voor BUCO 1 maal een voldoende hebt - 3 blokken van rekenblokken voldoende hebt afgerond - Voor beroepshouding alleen voldoendes gescoord hebt - Meer dan 90% aanwezig bent.

Na periode 3 en 4 worden opnieuw bekeken of je aan deze voorwaarden voldoet. 6.3 Wanneer zijn de examens?

Om je diploma Junior Accountmanager te behalen moet je examens afleggen. Elke periode leg je een of meer examens af. Aan het eind van leerjaar 1 leg je een zogenaamde Proeve van Bekwaamheid af. Deze Proeve van Bekwaamheid is een afsluitend examen waarin alle


onderwerpen uit studiefase 1 van de opleiding Junior Accountmanager worden geëxamineerd. In tabel 6a t/m 6d kun je zien welke beroepsexamens worden afgenomen. In tabellen 7, 8a en 9 staan de examens voor Nederlands, de Moderne Vreemde Taal Engels en de burgerschapscompetenties uitgewerkt. In tabel 8b staan de examens voor het keuzevak Duits. Ten slotte staat in tabel 10 het examineringoverzicht Rekenvaardigheid.


Tabel 6a. Examens gekoppeld aan kerntaak, werkprocessen, beroepshouding kerntaak 1.

Junior Accountmanager

Pe

rio

de

we

rkp

roces

Sch

aal

we

gin

g

HM

Kerntaak 1 Onderzoekt de markt en maakt plannen

Examencode Examennaam

FEM1MPSO-10 Thema examen Marketingplanning 1 1.1 1.3

1 dec

1 R

FEM1MOPO-10 Project Marktonderzoek 1 1.1 1.3

1 dec

1 P

FEM2VTSO-10 Thema examen Verkooptechniek 3 1.1 1.3

1 dec 1 R

FEM2OBPO-10 Project Organisatie Beurs 3 1.1 1.3

1 dec 1 P

FEM2MASO-10 Thema examen Verkoopplan 7 1.1 1.2

1 dec 1 R

FEM2MAPO-10 Project opdracht Verkoopplan 7 1.1 t/m 1.6

1 dec

1 P

FEBEACSO-10 Thema examen Financiering JAM 9 1.4 1

dec 1 R

FEPEFBMO-10 Voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken

9 1.4 1

dec 1 P

FEPEWSGO-10 Personeelswerving Advertentie opstellen en selectiegesprek

10 1.4 1

dec 1 P

FEBEBPPO-10 Project Businessplan 10 1.4 1

dec 1 P

FEM4MASO Thema examen Operationele planning JAM 10 1.1 t/m 1.6

1 dec

1 T

FPVBJAMGO Proeve van Bekwaamheid PvB-2 10 1.1 t/m 1.6

1 dec 11 P

Eindcijfer 0-

dec

Eisen voor diplomering: Het gemiddeld eindcijfer van de kerntaak moet een voldoende zijn. Voor alle examen geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen. Voor de proeve van bekwaamheid geldt dat je minimaal een 5,5 of hoger dient te behalen.


Tabel 6b. Examens gekoppeld aan kerntaak, werkprocessen, beroepshouding kerntaak 2.


pe

rio

de

We

rkp

roces

Sch

aal

we

gin

g

HM

Kerntaak 2 Voert het verkooptraject uit


FEORINSO-10 Thema examen inkoop 2 2.1 2.5

1 dec

1 R

FETACQSO-10 Thema examen telefonische acquisitie 4

2.1 2.3 2.5 2.6

1 dec 1 R

FELEGVSI-10 Praktisch leidinggeven 9 2.9 1

dec 1 P

FEPACQSO-10 Thema examen Persoonlijke Acquisitie 8 2.1 1

dec 1 R

FEPACQPO-10 Project Presentatiemap 8 2.1 1

dec 1 P

FEPACQSI-10 Verkoopgesprek 8

2.2 2.3 2.4 2.6

1 dec 1 P

FEMCRMPO-10 Project CRM 10 2.1 2.3 2.8

1 dec 1 P

Eindcijfer 1

dec

Eisen voor diplomering: Het gemiddeld eindcijfer van de kerntaak moet een voldoende zijn. Voor alle examen geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen.


Tabel 6c. Examens gekoppeld aan kerntaak, werkprocessen, beroepshouding kerntaak 3.


pe

rio

de

We

rkp

roces

Sch

aal

KT

Cijf

er

HM

Kerntaak 3 Bouwt relaties op en onderhoudt ze


FEM2VTSO-10 Thema examen verkooptechniek 3 3.1 3.2

1 dec

1 R

FEM2OBPO-10 Project Organisatie beurs 3 3.2 1

dec 1 P

FEWACQPO-10 Project Website bouwen 4 3.2 1

dec 1 P

FEPACQSO-10 Thema examen persoonlijke acquisitie 8 3.1 1

dec 1 R

FEPACQPO-10 Project Presentatiemap 8 3.2 1

dec 1 P

FEPACQSI-10 Verkoopgesprek 8 3.4 1

dec 1 P

FEBEACPO-10 Project opdracht Sales Management 9 3.1 3.2 3.4

1 dec

1 P

FEM4MASO-10 Thema examen Operationele planning JAM 10 3.2 1

dec 1 T

FEMCRMPO-10 Project CRM 10 3.1 3.2 3.4

1 dec

1 P

FPVBJAMGO Proeve van Bekwaamheid PvB-2 4 3.1 3.2 3.4

1 dec

9 P

Eindcijfer 0

dec

Eisen voor diplomering: Het gemiddeld eindcijfer van de kerntaak moet een voldoende zijn. Voor alle examen geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen. Voor de proeve van bekwaamheid geldt dat je minimaal een 5,5 of hoger dient te behalen.


Tabel 6d. Examens gekoppeld aan BPV.

BPV-beoordeling Kerntaak 1 t/m 4 Beoordeling BPV-competenties

Code Onderdeel Pe

rio

de

Sp

ecifie

ke

be

roe

psco

mp

ete

nties

Va

kd

esku

ndig

heid

toe

passe

n

Sa

me

nw

erk

en

en

ove

rle

gge

n

Pla

nn

en

en

org

an

ise

ren

Instr

uctie

s e

n

pro

ced

ure

s v

olg

en

Le

ren

FEBCIKVAK Uren BPV 6

FBCIBHBO Beroepshouding + opdrachten 6

FCIBPV-1 Eindbeoordeling BPV 1 6

FEBP11_12K Uren BPV 12

FEBP11_12BH Beroepshouding + opdrachten 12

FEBP4_12EC Eindbeoordeling BPV 2 12

Eisen voor diplomering Aantal uren per stage gedaan. Alle stages zijn minimaal met een voldoende beoordeeld. Opmerking - De beoordelingen worden overgenomen van het beoordelingsformulier BPV (dit formulier is opgenomen in

het BPV-werkboek). - Eindbeoordeling FCIBPV-1 is voorwaardelijk voor de studievoortgang voor Junior Accountmanager.


Tabel 7. Het examineringoverzicht taalvaardigheden Nederlands

Examen Code

Taalvaardigheid Examenvorm Periode HM

FNESC2Fd Ned. Schrijven2F Instellingsexamen schrijfopdracht In de Proeve van Bekwaamheid

4 -

FNEGE2Fd Ned. Gesprekken 2F Instellingsexamen gesprekken voeren In de Proeve van Bekwaamheid

4 -

FNESP2Fd Ned. Spreken 2F Instellingsexamen productpresentatie

4 -

FNEBE2Fd Ned. Taalverzorging 2F Instellingsexamen begrippen 4 -

FNELL2FCOE Ned. Lezen/Luisteren 2F

CITO Nederlands lezen/luisteren 2F

6 H

Examen Code


FNESC3Fd Ned. Schrijven3F Instellingsexamen schrijfopdracht In de Proeve van Bekwaamheid

10 -

FNEGE3Fd Ned. Gesprekken 3F Instellingsexamen gesprekken voeren In de Proeve van Bekwaamheid

10 -

FNESP3Fd Ned. Spreken 3F Instellingsexamen presentatie 10 -

FNEBE3Fd Ned. Taalverzorging 3F Instellingsexamen begrippen 10 -

FNELL3FCOE Ned. Lezen/luisteren 3F CITO Nederlands lezen/luisteren 3F

10 H

Eisen voor diplomering in 2016-2017: Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen 3F (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen 3F (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Voor alle instellingsexamens geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.


Tabel 8a. Het examineringoverzicht taalvaardigheden Engels beroepsgericht

Examen Code


FECISCA2-1 Schrijven Schrijfopdracht 4

FECIGEB1-1 Gesprek voeren Gesprekken voeren In de Proeve van Bekwaamheid

4

FECISPA2-1 Spreken Presentatie opdracht 4

FECILUB1-1 Luisteren Luisteropdracht 7

FECILEB1-1 Lezen Leesopdracht 7

Examen Code


FEVMSCB1-1 Schrijven Schrijfopdracht 10

FEVMGEB1-1 Gesprek voeren Gesprekken voeren In de Proeve van Bekwaamheid

10

FEVMSPB1-1 Spreken Presentatie opdracht 10

FEVMLUB1-1 Luisteren Luisteropdracht 10

FEVMLEB1-1 Lezen Leesopdracht in de Proeve van Bekwaamheid

10

Voor beroeps specifiek Engels wordt het cijfer van alle examens uit periode 10 gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel beroeps specifiek Engels. Het eindcijfer voor beroeps specifiek Engels moet tenminste een 6 zijn. Voor alle examens geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen.

Tabel 8b. Het examineringoverzicht taalvaardigheden Engels generiek

Examen Code


FENSCA2d Schrijven Schrijfopdracht 10

FENGEA2d Gesprek voeren Gesprekken voeren 10

FENSPA2d Spreken Presentatie opdracht 10

FENLUB1d Luisteren Luisteropdracht 10

FENLEB1d Lezen Leesopdracht 10

Eisen voor diplomering in 2016-2017: Voor generiek Engels wordt het cijfer van alle examens gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel generiek Engels. Voor alle examens geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.


Tabel 9. Het examineringoverzicht Burgerschapscompetenties

Code Onderwerp (Burgerschaps- Competentie)

Examenvorm (project)

KT/WP Periode Schaal HM

FEFITHDO Vitaal burgerschap Vitaal leven 2.4 2 O-V-G P

FEDNSVDO Sociaal domein Mijn netwerk 2.3 3 O-V-G P

FEKREADO Economisch domein Mijn financieel leven 2.2 4 O-V-G P

FEPMPPDO Politiek domein Mijn politieke keuzes 2.1 6 O-V-G P

Tabel 10. Het examineringoverzicht rekenvaardigheid

Code Onderwerp Periode HM

FRE2FCOE CITO examen Rekenen 2F 4 Geen

FRE3FCOE CITO examen Rekenen 3F 10 Geen

Eisen voor diplomering in 2016-2017: Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen 3F het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.

Om te slagen voor het diploma Junior Account Manager moet je aan de volgende eisen voldoen: 1. Het kerntaakcijfer voor Kerntaak 1, 2 en 3 moet 5,5 of meer bedragen. Voor alle

examens geldt dat je minimaal een 4,0 of hoger dient te behalen 2. Elke beoordeling van de Beroepspraktijk moet met een voldoende eindbeoordeling zijn

afgesloten (voldoende of goed). 3. Elke burgerschapscompetentie moet met V of G afgesloten zijn. 4. Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één

decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer van Nederlands. Dit cijfer moet voldoende zijn.*

5. Je gemiddelde eindbeoordeling voor alle taalvaardigheden van de Moderne Vreemde Taal Engels beroepsgericht moet 5,5 of hoger zijn, waarbij er geen cijfer lager mag zijn dan 4,0.*

6. Je gemiddelde eindbeoordeling voor alle taalvaardigheden van de Moderne Vreemde Taal Engels generiek moet 5,5 of hoger zijn, waarbij er geen cijfer lager mag zijn dan 4,0.*

7. Het CITO examen Rekenen 3F moet voldoende afgesloten zijn. 8. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er

één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten minstens een 6 zijn*

* De slaag-/zakregeling wordt bepaald door het ministerie van onderwijs. Het is mogelijk dat de regels wijzigen tijdens het studietraject. Hierover word je uiteraard tijdig geïnformeerd.


6.4 Hoe ziet een examen er uit?

Bij het Florijn College gebruiken we verschillende examenvormen. In het examenprogramma staat vermeld welke vorm een examen heeft. Hieronder vind je een korte toelichting bij iedere examenvorm Proeve van bekwaamheid (PvB) Een proeve van bekwaamheid is een praktijkexamen waarin je laat zien dat je een kerntaak beheerst. Het examen vindt plaats in een simulatie op school. Je wordt beoordeeld op wat je laat zien en de producten die je hebt gemaakt. De proeve duurt ongeveer vier dagdelen. Theorie-examen (TE) Het theorie-examen is een examen om je vakkennis te beoordelen. Het gaat om kennis die belangrijk is voor de uitoefening van het beroep en die je nodig hebt om je proeve goed te kunnen afsluiten. Centrale examens Nederlands en Rekenen (COE) Voor de onderdelen Nederlands Lezen en Luisteren is er een verplichte centraal examen van het CITO. De examens worden digitaal afgenomen in een aantal computerlokalen van het Florijn College. De examens bestaan uit teksten en filmpjes met multiple choice vragen. Voor rekenen bestaat het centrale examen uit de onderdelen Getallen, Verhoudingen, Verbanden en Meten en Meetkunde. Instellingsexamens Nederlands (IE) Het Florijn College heeft eigen examens voor de vier onderdelen Schrijven, Taalverzorging en begrippenlijst, Spreken en Gesprekken Voeren. Deze examens zijn schriftelijk (open en gesloten vragen, opdrachten en multiple choice) en mondeling (bijvoorbeeld een klantgesprek of presentatie). Examens Moderne vreemde talen (MVT) Voor Engels zijn de examens gericht op de vaardigheden Luisteren, Lezen, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren. De examenvormen zijn vergelijkbaar met die van Nederlands. Examens Burgerschap (BuCo) Bijzonder voor het onderdeel Burgerschap is dat de examens je ontwikkeling meten. Je toont met werkstukken, opdrachten en presentaties aan dat je je verdiept hebt in een onderwerp en wat je hebt geleerd. Het gaat hierbij om kennis, inzicht en bewustzijn, en ook hoe je je gedraagt en functioneert. De vier onderdelen voor burgerschap zijn: de politiek-juridische dimensie, De economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. 6.5 Hulpmiddelen

Afhankelijk van de examenvorm mag je gebruik maken van hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een rekenmachine. In het examenprogramma (kolom HM) wordt vermeld welke hulpmiddelen zijn toegestaan. Op het voorblad van ieder examen worden toegestane hulpmiddelen vermeld. Belangrijkste hulpmiddelen zijn de rekenmachine (R), het woordenboek (W), de hoofdtelefoon (H) en hulpmiddelen bij praktijkexamens (P). Meer informatie over hulpmiddelen vind je terug op de website in “Hulpmiddelen bij examens”. 6.6 Hoe gaat het met herkansen?

Voor ieder examen zijn er in principe 2 herkansingsmogelijkheden binnen de opleidingsduur. Je kunt iedere toetsperiode herkansingen aanvragen. Je vraagt een herkansing aan door op


een kopie van je rapport het examen dat je wilt herkansen met een markeerstift aan te geven. Je zet een handtekening op je rapport. Hierna lever je het rapport in bij STIP. Je kan hierover meer lezen in de “Herkansingsregeling” op de website. Indien je na de herkansingen nog niet bent geslaagd dan kun je deelnemen aan de examendeelnemerregeling. Informatie over herkansingen kun je opvragen bij je studieloopbaanbegeleider. De examencommissie kan, indien daar reden toe is, afwijken van deze herkansingsregels. 6.7 Hoe kun je vrijstelling krijgen voor een examen?

Om een vrijstelling voor een onderdeel te krijgen, moet je aantonen dat je het vereiste niveau hebt. Dat kan door middel van bijvoorbeeld een certificaat of diploma. Je vraagt de vrijstelling zelf aan bij de examencommissie. Een vrijstelling wordt door de examencommissie afgegeven wanneer je kunt aantonen dat je over het juiste niveau beschikt en voldoet aan alle gestelde voorwaarden. Meer informatie over vrijstellingen vind je in de bijlage “Vrijstellingsregeling” op de website. 6.8 Hoe is de organisatie van de examens geregeld?

Op het Florijn College wordt de examinering georganiseerd door het Examenbureau (kamer 0.09). De medewerkers van het Examenbureau zorgen er onder andere voor dat je tijdig informatie krijgt over het examen, de examenresultaten en het diploma. 6.9 Wat bewaart de school?

Alle examenproducten worden, voor zover mogelijk, tot zes maanden na de einduitslag van het examen bewaard bij het Examenbureau. Resultaten worden voor onbeperkte tijd digitaal vastgelegd in het cijferregistratiesysteem. Je hebt de mogelijkheid om het beoordeelde examen in te zien. De aanvraagprocedure vind je in de bijlage ‘Inzage examens’ op de website. 6.10 Waar kun je terecht als je het niet eens bent met een beslissing?

In uitzonderlijke gevallen zou het kunnen voorkomen dat je het niet eens bent met de einduitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. Dat dien je binnen 10 werkdagen na de bekendmaking van de einduitslag schriftelijk te melden bij de examencommissie (via het Studenten Informatie Punt STIP). Dit geldt alleen voor de examens, dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens het studietraject. Voor die gevallen ga je met je bezwaren naar je afdelingsmanager. Meer informatie over beroep en bezwaar vind je in de bijlage ‘Procedure bezwaar en beroep’ op de website.


7 Verantwoording voor de studiegids De studiegids bevat informatie over het leertraject dat hoort bij de opleiding Junior Account Manager. Vanwege veranderende voorschriften, wetgeving en omdat docenten van het Florijn College voortdurend bezig zijn om de opleiding waar mogelijk te verbeteren, kunnen er wijzigingen plaatsvinden. Eenvoudige wijzigingen worden bij je gemeld door je studieloopbaanbegeleider. Denk daarbij aan roosterwijzigingen of zaken, die met de organisatie te maken hebben. Belangrijke wijzigingen worden bij je gemeld door je studieloopbaanbegeleider. Als het nodig is wordt er een aanvulling op deze studiegids op papier uitgereikt. Je zult dan moeten tekenen voor ontvangst. Denk daarbij bijvoorbeeld aan veranderingen in de examens, die je moet doen om je diploma te behalen. De studiegids wordt met zorg samengesteld. Alle informatie die een school wettelijk verplicht is aan je te melden staat in dit document. Toch kan het zo zijn dat er zaken onduidelijk zijn of dat je een fout hebt ontdekt. Zou je dit aan je studieloopbaanbegeleider willen doorgeven, zodat we de studiegids kunnen verbeteren?


8 Bijlagen


8.1 Verantwoording onderwijstijd (TOP-model)

Om de samenhang tussen de diverse studieonderdelen en de studielast transparant te maken kent deze Onderwijs- en Examenregeling een TOP-model. Dat bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is een samenvatting van de studielast per jaar volgens de indeling van het TOP-model. Daarnaast is een overzicht toegevoegd van alle studieonderdelen en de bijbehorende studielast. Dat overzicht ligt ten grondslag aan het TOP-model. Het TOP-model laat zien hoe de studieduur verdeeld wordt over verschillende onderwerpen, samenwerkingsvormen en begeleidingsvormen. Ook laat het zien hoeveel uren de student in instelling verzorgd onderwijs (IIVO)geniet; dit totaal wordt weergegeven in de cel rechtsonder in de tabel en is de som van de gekleurde cellen. Legenda van de codes: 1a verwerven van vaardigheden in de arbeidssituatie; 1b verwerven van vaardigheden in de gesimuleerde arbeidssituatie; 2a verwerven van vaardigheden buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie; 2b verwerven van kennis buiten de (gesimuleerde) arbeidssituatie; 3 overige deelnemeractiviteiten.

Junior Accountmanager Schooljaar 1

individueel / onafhankelijk individueel / in groep samen / afhankelijk totaal

onbegeleid begeleid onbegeleid begeleid onbegeleid begeleid SBU's

1a 38 0 0 38

1b 0 0 0 0 72 144 216

2a 0 0 106 211 0 0 317

2b 154 0 225 450 0 0 828

3 58 114 30 202

subtotaal 154 96 330 774 72 174 1600

totaal 250 1104 246 1600

Van de 1600 SBU's zijn de volgende uren IIVO 1044





1a 648 0 0 648

1b 0 0 0 0 32 64 96

2a 0 0 41 83 0 0 124

2b 325 0 116 233 0 0 674

3 30 29 0 59

subtotaal 325 678 158 344 32 64 1600

totaal 1003 502 96 1600





1a 648 0 0 648

1b 0 0 0 0 51 101 152

2a 0 0 37 74 0 0 110

2b 353 0 100 200 0 0 652

3 14 25 0 39

subtotaal 353 662 137 298 51 101 1600

totaal 1015 434 152 1600



8.2 Regels met betrekking tot afwezigheid bij projecten

1. Je bent iedere dag op tijd aanwezig voor je examen. Op tijd wil zeggen, dat je op de

tijd die op het rooster staat aanwezig bent in het lokaal. Als je te laat bent, dan werk je de rest van de week gewoon met je groep mee aan het project. Deze regel geldt voor iedere dag die ingeroosterd is. Als je een dag of een deel van de dag mist, dan zet je op papier waarom je een stuk van het project gemist hebt. Dat kan zijn ziekte, rijexamen, verslapen en dergelijke. Als je vooraf al weet dat je afwezig zult zijn, dan meld je dat dus ook van tevoren! Dit briefje lever je in bij meneer Lockefeer. Na de projectweek komt de examencommissie bij elkaar en deze bekijkt de reden waarom je afwezig was. Deze examencommissie neemt een besluit ten aanzien van het afwerken van de examenopdracht. Hierbij moet je denken aan:

- De reden wordt door de examencommissie als ongeldig beoordeeld. Het hele project is onvoldoende en moet herkanst worden.

- De examencommissie vindt de reden geldig. Je krijgt een aanvullende opdracht bij het project, waardoor je eventueel nog op een voldoende uit kunt komen.

Ook na pauzes ben je op de afgesproken tijd terug in het lokaal aanwezig. Als je na de pauze niet op tijd bent, geldt ook de bovenstaande regel.

2. Als je tijdens het project verwijderd wordt uit je groep, betekent dit dat je verder niet

meer kunt deelnemen aan het examen en dus ook aan het eind van het jaar moet herkansen.

3. Tijdens de uren, dat je in het lokaal aan het project aan het werk bent, word je door

de surveillant beoordeeld op de beroepscompetenties samenwerken en overleggen, plannen en organiseren en instructies en procedures volgen. Iedere dag vult de surveillant hier een protocol voor in. Het totaal van deze protocollen geeft de beoordeling voor deze beroepscompetenties op je rapport.

4. Als je bent ingeroosterd in een lokaal moet je ook klokken. Dit moet tijdens de

projectweek na iedere pauze. 5. Alle gebruikelijk geldende regels, zijn natuurlijk ook tijdens de projectweek van

toepassing. Hierbij moet je denken aan geen jas in het lokaal, pet af, niet eten of drinken in het lokaal en spullen die je nodig hebt om te kunnen werken aan het project (pen, rekenmachine, projectboekje en dergelijke) moet je bij je hebben.


8.3 Studieadvies; wanneer wat en hoe

Voorlopig Studie Advies na periode 3

ROOD= vergadering beslist dat je resultaten dermate slecht zijn, dat voorzetting van je studie na periode 4 niet mogelijk is; we gaan in periode 4 samen met jou op zoek naar de opleiding die beter bij je past.

Aanwezigheid Minder dan 60% Of

Kerntaakcijfers 3 kerntaakcijfers <5,5 Of

Burgerschapscompetenties 2 of meer onderdelen BUCO onvoldoende Of

Rekenen 0 blokken van Rekenblokken op 2F afgerond Of

Studiehouding 2 of meer onderdelen lager dan 5,5 Of

Algemene beroepscompetenties 3 of meer onderdelen beoordeling onvoldoende Of

FS&S 2 of meer onderdelen onvoldoende

ORANJE= bespreeksituatie vergadering - waarschuwing ontwikkeling studievoortgang - taakopdracht voor periode 4

Als je op een van de volgende onderdelen anders scoort dan genoemd bij Rood of Groen - Aanwezigheid - Kerntaakexamens - Burgerschapscompetenties - Nederlands - Moderne Vreemde Taal Engels - Studiehouding + algemene beroepscompetenties - FS&S

GROEN= studievoortgang ligt schema

Aanwezigheid 90% of meer En

Kerntaakcijfers 1 of geen kerntaakcijfers <5,5 En

Burgerschapscompetenties Maximaal 1 burgerschapscompetentie onvoldoende En

Rekenen 1 blok op 2F afgerond

Studiehouding 0 onderdelen lager dan 5,5 En

Algemene beroepscompetenties 1 onderdeel beoordeling onvoldoende EN

FS&S 1 onderdeel onvoldoende


Studieadvies 1 na periode 4

ROOD= vergadering beslist dat je je studie niet kunt voorzetten

Aanwezigheid Minder dan 60% Of

Kerntaakcijfers 3 kerntaken <5,5 gemiddeld Of

Burgerschapscompetenties 3 of meer burgerschapscompetenties onvoldoende Of

Nederlands Berekend gemiddelde <5,5 Of

Moderne Vreemde Taal Engels Berekend gemiddelde <5,5 Of

Rekenen 0 blokken van Rekenblokken op 2F afgerond




ORANJE= bespreeksituatie vergadering - studie mag voortgezet worden + eventueel taakopdracht - studie kan niet voortgezet worden

Als je op een van de volgende onderdelen anders scoort dan genoemd bij Rood of Groen - Aanwezigheid - Kerntaakexamens - Burgerschapscompetenties - Nederlands - Moderne Vreemde Taal Engels - Studiehouding + algemene beroepscompetenties

GROEN= studievoortgang ligt op schema


Kerntaakcijfers Maximaal 2 kerntaken <5,5 gemiddeld En

Burgerschapscompetenties Maximaal 1 burgerschapscompetentie onvoldoende En

Nederlands Berekend gemiddelde > 5,5 En

Moderne Vreemde Taal Engels Berekend gemiddelde > 5,5 En

Rekenen 3 blokken op 2F afgerond En


Algemene beroepscompetenties 1 onderdeel beoordeling onvoldoende En




ROOD= studie kan niet voortgezet worden wegens onvoldoende resultaten op een of meer onderdelen

Aanwezigheid 60% of minder Of

Kerntaakcijfers 4 of meer kerntaakcijfers periode 7 en 8 <5,5 Of



Rekenen 0 blokken van Rekenblokken 3F af Of



ORANJE= bespreeksituatie vergadering - studie mag voortgezet worden + eventueel taakopdracht - studie kan niet voortgezet worden + eventueel afstroom Commercieel Medewerker

Als je op een van de volgende onderdelen anders scoort dan genoemd bij Rood of Groen - Aanwezigheid - Kerntaakexamens - Burgerschapscompetenties - Nederlands - Moderne Vreemde Taal Engels - Studiehouding + algemene beroepscompetenties - FS&S



Kerntaakcijfers Maximaal 1 KT-cijfer <5,5 uit periode 6-2 en 7 en 8 En


Rekenen 2 blokken 3F voldoende En




Vsa na periode 9: waarschuwingsbrief (geen stage)







Als je op een van de volgende onderdelen anders scoort dan genoemd bij Rood of Groen - Aanwezigheid - Burgerschapscompetenties - Nederlands - Moderne Vreemde Taal Engels - Studiehouding + algemene beroepscompetenties - FS&S















Als je op een van de volgende onderdelen anders scoort dan genoemd bij Rood of Groen - Aanwezigheid - Burgerschapscompetenties - Nederlands - Moderne Vreemde Taal Engels - Studiehouding + algemene beroepscompetenties - FS&S







8.4 Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Bij het ontwikkelingsgerichte deel word je beoordeeld op 4 thema’s: 1. aanwezigheid 2. de ontwikkeling van je studiehouding/beroepshouding; 3. de ontwikkeling van algemene beroepscompetenties. 4. FS&S 1. Aanwezigheid. De norm voor de aanwezigheid ligt op 90%. Als je minder dan 90% aanwezig bent, kun je in principe niet bevorderd worden naar het volgende leerjaar. De reden waarom je afwezig bent is niet van belang. Indien je ziek bent, dan ben je afwezig. In de 10% toegestane afwezigheid zit dus ook de afwezigheid door ziekte. 2. De ontwikkeling van je studiehouding. De beoordeling vindt plaats op basis van de volgende 3 gedragsaspecten: - de studiemotivatie Hiervoor wordt uitgegaan van het gemiddelde cijfer van alle toetsen die geen examen

zijn (voortgangstoetsen). Het cumulatieve cijfer voor studiemotivatie wordt als volgt berekend:

> in periode 1 het cijfer van periode 1 > in periode 2 het gemiddeld cijfer van periode 1 en 2 > in periode 3 het gemiddeld cijfer van periode 1, 2 en 3 > in periode 4 het gemiddeld cijfer van: het gemiddeld cijfer van periode 1 en 2, het

cijfer van periode 3 en het cijfer van periode 4 - de werkhouding

Bij de beoordeling van de werkhouding word je beoordeeld op de volgende gedragsaspecten: > afspraken nakomen met docenten

> maken van je huiswerk > tijdig en volledig inleveren van opdrachten

De docenten geven voor de werkhouding een score volgens onderstaande tabel. Van alle scores wordt het gemiddelde berekend.

Werkhouding

Gedragsomschrijving Score voor de beoordeling

- komt afspraken altijd na - maakt altijd zijn huiswerk - levert werk altijd tijdig en volledig in

10

- komt meestal zijn afspraken na - maakt nagenoeg altijd zijn huiswerk - levert werk nagenoeg altijd op tijd in en nagenoeg volledig in

8

- komt zijn afspraken na, maar heeft wel aanspring nodig - maakt meestal zijn huiswerk - levert af en toe iets in

6

- komt zijn afspraken soms na, maar dan ook pas na veel aansporing - maakt af en toe huiswerk - levert zelden iets in of vaak te laat

4

- Komt zijn afspraken nagenoeg nooit na - Maakt nooit zijn huiswerk - Levert nooit iets in

2


- de omgangsvormen

Voor de beoordeling van je omgangsvormen word je beoordeeld op de volgende gedragsaspecten: > respect voor medewerkers en medeleerlingen > mate van assertiviteit De docenten geven voor de omgangsvormen een score volgens onderstaande tabel. Van alle scores wordt het gemiddelde berekend.

Omgangsvormen

Gedragsomschrijving Score voor de beoordeling

- respectvol - prettig in omgang - komt voor zijn mening op tov medeleerlingen

10

- voldoende respect - neutraal gedrag - te bescheiden tov medeleerlingen

8

- twijfelachtig respect - weet zijn grenzen niet tov iedereen te stellen

6

- moet regelmatig gewaarschuwd worden > brutaal; ongemanierd - laat snel en gemakkelijk over zich heen lopen

4

- respectloos tov > medeleerlingen > beheerder praktijkruimte > docenten

2

3. De ontwikkeling van algemene beroepscompetenties. Voor de beoordeling van de algemene beroepscompetenties maken we gebruik van een zo genaamd beoordelingsprotocol. Dit beoordelingprotocol is qua opzet steeds hetzelfde, dat betekent dat het gebruikt wordt voor de beoordeling van deze beroepscompetenties bij: - de burgerschapsprojecten - de thematische projecten - de beroepspraktijkvorming (de stage). De algemene competenties zijn: - samenwerken en overleggen - plannen en organiseren - instructies en procedures volgen Voor de competenties samenwerken en overleggen, plannen en organiseren, instructies en procedures volgen word je door de volgende docenten beoordeeld. In periode 1 word je beoordeeld voor het project CEV door je CEV-mar docent. In periode 2 word je beoordeeld voor het project CEV door je CEV-mar docent. In periode 3 word je beoordeeld voor het CEV project door je CEV-mar docent. In periode 4 word je niet beoordeeld. Tijdens de stage word je beoordeeld door de praktijkopleider De betreffende docent vult onderstaand protocol in.


Beoordelaar= Projectbegeleider Themaproject

Algemene gegevens 1 Naam leerling 2 Naam CEV-project 3 Naam beoordelaar

A Competentie samenwerken en overleggen O V G

A-1 Neemt actief deel aan overlegsituaties (notulen werkoverleg)

A-2 Kan zijn mening duidelijk tegenover anderen maken en toont hierbij respect voor de mening van anderen.

A-3 Komt zijn afspraken na/levert zijn aandeel in de uitwerking (zie projectprotocol)

Eindscore (zie normeringtabel)

B Competentie Plannen en organiseren O V G

B-1 Er is een realistisch werkplan voor het project opgesteld

B-2 Houdt zich aan de gemaakte planning

B-3 Stelt tijdig zijn plannen bij en bespreekt dit met de studieloopbaanbegeleider


C Competentie Instructies en procedures volgen O V G

C-1 Is op tijd aanwezig voor de briefing

C-2 Levert projectuitwerkingen tijdig in

C-3 Het projectprotocol is in het verslag opgenomen en is ingevuld


De scores per competentie worden door middel van onderstaande tabel omgezet tot een eindoordeel.

Overzicht normeringtabel bepaling eindscore:

OOO = O

OOV = O

OOG = O

OVV = V

OVG = V

VVV = V

VVG = V

OGG = G

VGG = G

GGG = G


4. De beoordeling van FS&S.

Voor FS&S word je beoordeeld door de docent FS&S. Deze vult het volgende protocol in.

Beoordelaar= docent FS&S

Algemene gegevens 1 Naam leerling 2 FS&S 3 Naam docent

1 Commerciële houding O V G

1.1 Verstaanbaarheid

1.2 Taalgebruik

1.3 Houding aan de telefoon

Eindscore (zie normeringstabel)

2 Inhoud gesprek O V G

2.1 Stelt zich op enthousiaste wijze voor

2.2 Heldere uitleg doel van het gesprek

2.3 Bedankt gesprekspartner voor tijd en informatie


3 Registreren O V G

3.1 Volledigheid

3.2 Correctheid

3.3 Opmerkingen noteren


4 Productiviteit O V G

4.1 Goede benutting van de werktijd

4.2 Aanwezigheid

4.3 Komt afspraken na (terugbellen)

Productiviteit

5 Target behaald O V G

De scores per onderdeel worden door middel van onderstaande tabel omgezet tot een eindoordeel.

Overzicht normeringtabel bepaling eindscore:

OOO = O

OOV = O

OOG = O

OVV = V

OVG = V

VVV = V

VVG = V

OGG = G

VGG = G

GGG = G

Alles wat je altijd al wilde weten over de opleiding s...Om succesvol te blijven moet het onderwijs...

Documents

Transcript of Alles wat je altijd al wilde weten over de opleiding s...Om succesvol te blijven moet het onderwijs...