algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk...

37
ALGEMEEN PEDAGOGISCH BELEID Stichting Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw ROERMOND, 9 MEI 2018

Transcript of algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk...

Page 1: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

ALGEMEEN PEDAGOGISCH BELEID

Stichting Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw

ROERMOND, 9 MEI 2018

Page 2: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

2

Pedagogisch beleid (algemeen)

Inleiding

Het pedagogisch beleidsplan van Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw vormt de

basis van het gevoerde beleid op alle locaties binnen de organisatie.

Aanvullend heeft elke locatie haar eigen locatie specifieke deel welk beschrijft hoe het pedagogisch

beleid op die locatie wordt uitgevoerd. Het aanbod van Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en

Maasgouw omvat verschillende vormen van opvang. Elk van deze vormen heeft zijn eigen karakter

en daarmee ook zijn eigen pedagogische accenten. Sommige locaties leggen de nadruk op

beweegkriebels, zorgkinderen, participatie van kinderen, taal, beweging of verschillende manieren

van spelend leren. Uiteraard speelt de werksoort – kinderdagverblijf, peutergroep of buitenschoolse

(voorschoolse opvang en tussenschoolse) opvang – en de daarbij behorende leeftijd van de kinderen

een belangrijke rol in de pedagogische werkwijze.

Waarom een schriftelijk vastgelegd pedagogisch beleid bij Stichting Kinderopvang Roermond, Echt-

Susteren en Maasgouw?

Het pedagogisch beleid maakt onze werkwijze en uitgangspunten inzichtelijk.

In het pedagogisch beleid is duidelijk beschreven welke wijze van pedagogisch handelen in onze

organisatie past.

Het pedagogisch beleid ontwikkelt en bewaakt een eenduidige en continue pedagogische

kwaliteit in onze kindercentra.

Het pedagogisch beleid maakt pedagogisch handelen van pedagogisch medewerkers toetsbaar

en bespreekbaar.

Het pedagogisch beleid biedt ouders de mogelijkheid te kiezen voor een bepaalde manier van

opvoeden/ ondersteunen /begeleiden.

Het pedagogisch beleid schept herkenbaarheid voor mensen die van buitenaf naar de

organisatie kijken .

Het pedagogisch beleid bevordert bewust werken in de kinderopvang en peuterspeelzaal.

Het pedagogisch beleid maakt vroegsignalering met betrekking tot kwetsbare kinderen

inzichtelijk.

Implementatie van het pedagogisch beleid

Door middel van het op schrift stellen van de visie, de pedagogische uitgangspunten en de doelen

wordt kwaliteit nagestreefd. Het versterkt de professionaliteit en maakt het pedagogisch handelen

voor alle betrokkenen inzichtelijk. Het pedagogisch beleid biedt grove kaders die richting geven aan

het concrete handelen in de dagelijkse praktijk. Er is altijd sprake van een intentie; de dagelijkse

praktijk vraagt om aanpassing aan de specifieke situatie van een bepaald moment. Inzichten en

ideeën veranderen in de loop van de tijd. Richtlijnen worden na overleg aangepast, wat kan leiden

tot wijzigingen in het pedagogisch beleidsplan en het digitaal kwaliteitshandboek Kwibuss.

Page 3: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

3

Daarmee wordt duidelijk dat het pedagogisch beleid en de uitvoering daarvan het resultaat is van

een cyclisch en dynamisch proces.

Tevens wordt op elke locatie gewerkt met werkinstructies en protocollen op het gebied van ziekte en

ongevallen, ontwikkelingsproblemen bij kinderen, zorgkinderen, voedselhygiëne, calamiteiten,

seksueel misbruik, kindermishandeling en handelingen op het gebied van de individuele

gezondheidszorg, in het bijzonder medicatieverstrekking en voorbehouden handelingen. Alle

pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van de inhoud .

Naast het cyclisch en dynamisch proces van de ontwikkeling van het pedagogisch beleid en het

handelen volgens dit beleid in de praktijk, wordt het pedagogisch beleid eenmaal per vier jaar

getoetst en geëvalueerd door de bestuurder en het management. De leidinggevenden zijn

verantwoordelijk voor de bewaking van de uitvoering van het handelen in de praktijk volgens het

vastgestelde beleid. Hiervoor maken zij gebruik van de pedagogische cirkel. Zie digitaal

kwaliteitshandboek Kwibuss protocol Pedagogische cirkel.

Door middel van periodiek overleg binnen de locaties wordt het pedagogisch handelen besproken.

Hiervan worden notulen gemaakt die gehanteerd worden als richtlijnen voor het handelen op de

werkplek.

Het locatie specifieke gedeelte van het pedagogisch beleid wordt opgesteld in opdracht van de

leidinggevende door de assistent van de locatie of diens plaatsvervanger. Eenmaal per jaar wordt het

locatie specifieke gedeelte van het pedagogisch beleid ter toetsing aan het pedagogisch beleidsplan

voorgelegd aan de leidinggevende en bestuurder. De centrale oudercommissie heeft adviesrecht ten

aanzien van de pedagogisch beleidsplan. Zie kwaliteitshandboek protocol Reglement Centrale

Oudercommissie en de Oudercommissie heeft adviesrecht ten aanzien van het locatie specifieke

gedeelte van het pedagogisch beleid. Zie digitaal kwaliteitshandboek Kwibuss protocol Reglement

Oudercommissie.

Pedagogische visie:

“Spelend lerend staat het kind centraal”

De visie van Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw is gebaseerd op aspecten van

bepaalde pedagogische stromingen (wetenschappelijke perspectieven). Deze visie is onder andere

gekoppeld aan ons kind-mensbeeld, de gestelde doelen en onze visie op opvoeding. Dit heeft

betrekking op hoe wij kinderen zien en hoe we daar in de praktijk zo goed mogelijk mee om willen

gaan. Wij hebben ons hoofdzakelijk laten inspireren door de Geesteswetenschappelijke pedagogiek.

Volgens deze pedagogiek moet de betekenis van de opvoeding in de werkelijkheid van de opvoeding

zelf worden gezocht. Dat wil voor Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw zeggen dat

we er van uit gaan dat het kind uniek is. We zien de opvoeding als ontwikkeling van de

mogelijkheden van het (individuele) kind, waarbij we inspelen op de belevingswereld van het kind

zelf.

Ook zijn er enkele raakvlakken met de Kritisch Emancipatorische pedagogiek. Deze theorie wil de

bevrijding van mensen uit onderdrukkende verhoudingen bevorderen. Dit wil zeggen dat wij,

Page 4: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

4

Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw, ons richten op de emancipatie van elk

individu, gelijke kansen en de vorming van zelfbewuste zelfstandige kinderen.

Verder zijn er enkele overeenkomsten met het Postmodernisme, waarbij uit wordt gegaan van het

feit dat er niet één werkelijkheid is. Er is aandacht voor de wereld van het jonge kind. De benadering

van kinderen is vooral praktisch (probleemoplossend). Dit houdt ook in dat kinderen, op basis van

gelijkwaardigheid, leren omgaan met de diversiteit in onze complexe samenleving.

Door deze pedagogische stromingen uit te werken in onze eigen visie en het waarborgen van een

goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang

voor kinderen.

Visie op mens zijn, de ontwikkeling van kinderen en opvoeden.

Voor de één is het belangrijk dat er uit een kind een mens groeit die zelf keuzes kan maken en

daarnaar handelt. Voor de ander zijn eerlijkheid en betrouwbaarheid belangrijk. Weer een ander

hecht vooral waarde aan loyaliteit aan de familie. Ideeën over de ontwikkeling van kinderen

bewegen zich meestal tussen twee uitersten. Het ene standpunt is dat het kind zich vanzelf op eigen

kracht ontwikkelt; het andere standpunt is dat het kind voor zijn ontwikkeling afhankelijk is van zijn

omgeving. Er zal ingespeeld worden op de behoeften van het kind, hierbij wordt onderzocht of het

opvoedkundige accent meer mag liggen op het begeleiden en aanbieden van mogelijkheden of

vooral op het sturen, het richting geven aan het ontwikkelingsproces. Hoe je over opvoeden denkt

wordt mede bepaald door de cultuur waarin je bent opgegroeid, de tijd waarin je leeft en de manier

waarop je zelf bent opgevoed.

Het kind moet kind kunnen zijn! Door ‘spelend leren’ maakt het kind

spelenderwijs kennis met de wereld om zich heen.

Opvoeden heeft invloed op elk gebied van de ontwikkeling van kinderen, de lichamelijke,

verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij de lichamelijke ontwikkeling gaat het om het

leren bewegen, zowel de grove als fijne bewegingen. Bij de verstandelijke ontwikkeling staan taal,

omgaan met problemen en creativiteit en de zintuiglijke ontwikkeling centraal. De sociaal-

emotionele ontwikkeling laat zich onderverdelen in persoonlijke vaardigheden zoals zelfinzicht en

zelfregulering en sociale vaardigheden zoals inzicht in en omgang met de ander. Bij de geboorte van

elk mens zijn een aantal “factoren” o.a. karaktereigenschappen en aanleg bepaald (nature), verder

moet nog veel ingekleurd worden en dat kan op diverse manieren (nurture). Bij de ontwikkeling van

kinderen is de rol van de opvoeders en de totale omgeving van essentieel belang.

Visie op kinderen

Wij zien een kind als een uniek en competent wezen met zijn eigen talenten, mogelijkheden,

"eigenaardigheden" en emoties. De ontwikkeling van het kind wordt gestimuleerd door deze eigen

mogelijkheden en de prikkels uit de omgeving.

Elk kind is zelf in staat zich te ontwikkelen. Elk kind doet dat in zijn eigen tempo en ieder kind kent

bepaalde gebieden waarop het zich meer of minder ver heeft ontwikkeld. Een kind doet ervaringen

op in zijn omgeving. Welke ervaringen en in welk tempo zijn afhankelijk van de situatie waarin het

kind opgroeit en de mogelijkheden die het kind omringen. Een stimulerende omgeving bevordert de

gezonde en veelzijdige ontwikkeling van het kind. Theoretisch zijn de ontwikkelingsgebieden onder

te verdelen in de lichamelijke ontwikkeling, de emotionele veiligheid, de sociale competentie en de

Page 5: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

5

persoonlijke competentie. De ontwikkelingsgebieden zijn echter onlosmakelijk met elkaar verbonden

en oefenen invloed op elkaar uit.

Visie op ouders

Omdat ouders en Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw partners in de opvoeding

zijn, gaan pedagogisch medewerkers op basis van gelijkwaardigheid om met ouders-verzorgers en

zorgen voor een goede open informatieoverdracht. Hierbij is het belangrijk dat ouders serieus

genomen worden in hun wensen, meningen en zienswijzen met betrekking tot de opvang van hun

kind.

Visie op opvoeden

Het kind moet kind kunnen zijn (‘spelend lerend’ ontspanning en ontwikkeling staan centraal)

Het kind krijgt de ruimte om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen

Het kind wordt gestimuleerd om individueel te groeien

Ieder kind wordt gezien als individu, waarbij we primair uitgaan van de mogelijkheden

van het kind

Zeg wat je doet en doe wat je zegt.

Pedagogisch medewerkers binnen Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw spelen

vooral een begeleidende en signalerende rol, zijn uitnodigend en inspirerend ten aanzien van de

ontwikkeling van het kind. Ze creëren een sfeer van warmte en optimisme, met de nadruk op een

positieve benadering, waarin ieder individueel kind zich geborgen voelt en zich kan ontplooien.

Visie op de professionaliteit van de pedagogisch medewerker

De pedagogisch medewerker weet hoe ze ervoor moet zorgen dat kinderen zich veilig, op hun eigen

manier en in hun eigen tempo, kunnen omwikkelen. Kwaliteit moet uiteindelijk tot stand komen op

de werkvloer in de omgang tussen pedagogisch medewerkers en kinderen, pedagogisch medewerker

en ouders en pedagogisch medewerkers onderling. De pedagogisch medewerker denkt mee en

koppelt signalen en conclusies terug naar de leidinggevende.

Visie op de omgeving

De ruimte en de wijze waarop met ruimte wordt omgegaan is van invloed op het gedrag van

kinderen. De ruimte kan gebruikt worden als hulpmiddel om kinderen in hun ontwikkeling op een

positieve manier te ondersteunen. De ruimte dient veiligheid te bieden, de sociale interactie te

bevorderen en uitdaging te bieden. De ruimte speelt een essentiële rol bij een goede ontwikkeling

van het kind. De kinderen zijn de hoofdgebruikers van de ruimte. Uiteraard moet de ruimte ook zijn

afgestemd op de pedagogisch medewerkers, de andere hoofdgebruikers. Wanneer zij zich prettig

voelen in hun omgeving, zal dit hun werk ten goede komen. We gaan ervan uit dat een gebouw

waarin kinderen goed kunnen functioneren, dat kinderen ondersteunt, daarmee ook de pedagogisch

medewerker ondersteunt in zijn/haar werken.

Page 6: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

6

Pedagogisch doel van Kinderopvang Roermond , Echt-Susteren en Maasgouw

Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw bieden de kinderen de mogelijkheid zich

optimaal te ontwikkelen binnen de kindercentra. Wij bieden ruimte voor de eigenheid van elk kind,

maar tegelijkertijd hanteren wij de normen en waarden die binnen onze kindercentra gelden. Op

deze weg willen we het kind ondersteunen, zodat het in staat is zich staande te houden op een

manier waarmee het zelf tevreden is en waarbij tevens respect is voor zichzelf en de ander.

Het pedagogisch handelen is onderverdeeld in een aantal subdoelen:

1. We stimuleren de zelfstandigheid van kinderen.

2. We doen recht aan de eigenheid van elk kind.

3. We voeden het gevoel van eigenwaarde.

4. We leren kinderen omgaan met hun eigen mogelijkheden.

5. We leren kinderen reflecteren op hun eigen gedrag.

6. We belonen en corrigeren (met de nadruk op belonen).

7. We begeleiden de ontwikkeling van het sociale gedrag en stimuleren het sociale gevoel.

8. We leren kinderen vertrouwen te hebben in mensen.

9. We dragen normen en waarden over.

10. We laten kinderen kennis maken met andere waarden en normen en dragen er zorg

voor dat ze deze (leren) respecteren.

11. We leren kinderen omgaan met emoties van zichzelf en andere kinderen in diverse situaties.

12. We begeleiden de motorische, intellectuele en creatieve ontwikkeling.

De pedagogische uitgangspunten van Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw zijn:

Respect: Respect voor het kind, voor ouders en collega’s. Kinderen leren zichzelf te respecteren en met respect om te gaan met de ander en de omgeving waarin hij opgroeit.

Ruimte: We vinden het belangrijk om het kind de ruimte te bieden om zich optimaal te ontwikkelen in zijn eigen tempo en zich de waarden en normen van zijn omgeving eigen te kunnen maken.

Reflectie: Door steeds de dialoog met elkaar aan te gaan, evalueren we steeds elk aspect in dit pedagogisch beleid en stellen het waar nodig bij. Biedt deze manier van werken daadwerkelijk de beste mogelijkheden om de doelstelling en de basisdoelen te bereiken en doen we in de praktijk wat we zeggen dat we het doen.

Rust: Om een zo ideaal mogelijke omgeving te scheppen voor het kind om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen, creëren we een situatie waarin we prikkels naar behoefte van het kind kunnen toevoegen of wegnemen.

Vier competenties vanuit de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang ( 2018)

Het pedagogisch beleid van Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw is gebaseerd op

de vier pedagogische doelen van Riksen –Walrave opgenomen als definitie “verantwoorde

kinderopvang” .Hierbij staan ontwikkelingsmogelijkheden, de veiligheid en de gezondheid van het

kind voorop.

1. Het bieden van emotionele veiligheid

Het vertrouwen en de mogelijkheden die het kind in de groep krijgt/verwerft om zichzelf te

ontplooien.

Page 7: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

7

2. Bevorderen van de sociale competentie

De mogelijkheden die het kind heeft of kan ontwikkelen met betrekking tot zijn gedrag en

emoties ten opzichte van anderen.

3. Bevorderen van de persoonlijke competentie

Het “ik”. Karakter, eigen grenzen en erfelijke factoren spelen hierbij een rol.

4. Socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde normen en waarden

Maatschappij gericht. De wisselwerking tussen het ik en wij of zij, de omgeving.

Per competentie heeft Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw een aantal

speerpunten opgesteld waarmee het pedagogisch beleid in zijn geheel omschreven wordt.

Je zegt iets tegen een kind, zoals je zelf wil dat het tegen jou gezegd wordt.

1. Het bieden van emotionele veiligheid

De opvoedingsomgeving biedt kinderen een veilige basis, een ‘thuis ‘ waar kinderen zich kunnen

ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Het bieden van een gevoel van veiligheid wordt gezien als de

meest basale pedagogische doelstelling. Het bieden van veiligheid is niet alleen van belang omdat

het bijdraagt aan het welbevinden van het kind, maar ook omdat een veilig klimaat voorwaarde is

voor het realiseren van de andere pedagogische doelen.

Aan de kinderen tussen 0 en 1 jaar worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen.

Op de dagen dat het kind komt is altijd één van deze twee vaste gezichten werkzaam voor een

substantieel gedeelte van de tijd dat het kind aanwezig is. Als de omvang van de groep vraagt om

meer inzet dan twee pedagogisch medewerkers, dan mogen drie vaste pedagogisch

medewerkers aan het kind worden toegewezen. Naast het “vaste gezicht” zijn andere

pedagogisch medewerkers werkzaam op de groep. Voor kinderen met een zogenaamd “flexibel

“contract geldt deze eis niet. In het locatie specifieke gedeelte van het pedagogisch beleid van de

locatie en de groep waar de 0-jarige verblijft is opgenomen wie deze “vaste gezichten” zijn.

Eveneens zijn de namen van deze pedagogisch medewerkers zichtbaar opgehangen bij of in de

groep.

Door recht te doen aan de eigenheid van elk kind wordt het gevoel van eigenwaarde gevoed. Het

kind moet het gevoel hebben dat het mag zijn zoals het is en dat het zijn eigen plaats binnen de

groep heeft. We zorgen ervoor dat het kind zich veilig en prettig voelt. Bij activiteiten en opdrachten

houden we rekening met wat het kind wel en niet kan; we geven het kind de ruimte en tijd en

stimuleren het kind om zelf dingen te doen. De nadruk ligt vooral op belonen.

Page 8: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

8

Praktijkvoorbeelden:

Kinderen worden bij binnenkomst individueel enthousiast begroet

We reageren enthousiast wanneer een kind iets goed gedaan heeft. Bijv. door een aai over

de bol te geven of een knipoog, “goed zo” te zeggen of een sticker te geven

We geven het kind de gelegenheid zelf iets uit te proberen en stimuleren dit ontdek- en

leerproces. Bijv. schoenen aantrekken, jas aan- en uittrekken en aan de kapstok hangen.

We laten het kind waar mogelijk zelf kiezen wat het wil doen en houden rekening met wat

een kind in deze aankan.

We stimuleren elk kind om mee te doen aan groepsactiviteiten, kinderen worden niet

gedwongen.

We leren kinderen vertrouwen te hebben in mensen. Wanneer een kind een opvanglocatie bezoekt,

wordt de kring van mensen om hem heen een stuk groter. Daarmee wordt het vertrouwen in

mensen uitgebreid. We bieden kinderen in eerste instantie een vertrouwde omgeving, waar ze zich

veilig en geborgen voelen. Belangrijk is om kinderen te leren vertrouwen in zichzelf te hebben en

een plek aan te bieden waar ze zich veilig voelen. Zo proberen we kinderen weerbaarder te maken.

Pedagogisch medewerkers dragen er zorg voor dat afspraken worden nagekomen en dat er geen

Page 9: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

9

dingen beloofd worden die niet waar gemaakt kunnen worden. Mocht dat een keer niet lukken dan is

het belangrijk dat duidelijk wordt gemaakt waarom de belofte of afspraak niet nagekomen kan worden.

We proberen een zo goed mogelijk voorbeeld te geven en wederzijds vertrouwen op te bouwen. We

bieden geborgenheid en affectie, maar ook geduld. We luisteren goed naar kinderen, zowel naar de

verbale als non-verbale communicatie. We dragen zorg voor voeding en verzorging. De kinderen

kunnen rekenen dat we er alles aan doen om een onveilige of gevaarlijke situaties uit te sluiten dan wel

tot een minimum te reduceren, zowel lichamelijk als psychisch.

Praktijkvoorbeelden:

We stimuleren kinderen zelf op de glijbaan te klimmen, maar we zijn in de buurt zodat zij erop

kunnen vertrouwen dat we helpen indien nodig.

We laten kinderen doen wat ze zelf of met de steun van een volwassene kunnen. Bijvoorbeeld

door in een andere groep iets te halen leert het kind vertrouwen te hebben in zichzelf en in

andere mensen.

We geven kinderen de ruimte om hun emotie te uiten, zoals blijdschap, woede en verdriet. Dit

proberen we in goede banen te leiden. Met name agressief gedrag proberen we te sturen, zodat

kinderen zichzelf of anderen geen pijn doen. We zorgen voor een sfeer van geborgenheid, veiligheid

en openheid. We maken samen grapjes en plezier en we troosten bij verdriet of pijn. We laten

kinderen voelen dat we, ook als ze boos zijn, om ze geven.

Elk kind gaat op een eigen manier met emoties om. Het ene kind uit boosheid en/of frustratie door

schoppend en gillend op de grond te gaan liggen. Het andere kind trekt zich huilend terug. Ook

blijdschap uiten kinderen op verschillende wijzen. We nemen elk kind serieus en proberen het

emotioneel te ondersteunen. Zelfs bij heel jonge kinderen kun je emoties zoals blijdschap, plezier,

boosheid en verdriet benoemen, bijvoorbeeld met behulp van een boekje. Bij oudere kinderen zie je

dat emoties beter onder woorden gebracht kunnen worden en dat je hier gemakkelijker met de

kinderen over kunt praten en dat je het kind helpt om zelf tot die oplossing te komen die bij

hem/haar past.

Praktijkvoorbeelden:

Wanneer een kind zich structureel terugtrekt proberen de pedagogisch medewerkers erachter

te komen wat hem dwars zit en indien nodig het kind te helpen om tot een bij het kind passende

oplossing te komen.

Wanneer er zorgen zijn, verdriet of pijn, staan de pedagogisch medewerkers klaar met een

luisterend oor en troost; er wordt rekening gehouden met de gevoelens van het kind.

Wanneer er in de thuissituatie een droevige gebeurtenis heeft plaatsgevonden bijvoorbeeld ‘het

overlijden van een dierbare’, dan wordt hier binnen de groep bij stilgestaan/aandacht aan

gegeven op een manier die past bij de behoefte van het individuele kind..

Hetzelfde gebeurt uiteraard ook bij blije gebeurtenissen zoals geboorte.

We gebruiken vaak boeken als hulpmiddel om emoties bespreekbaar te maken.

2. Bevorderen van de sociale competentie

De opvoedomgeving stelt kinderen in de gelegenheid om hun sociale competentie te ontwikkelen.

Het gaat om een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals het zich inleven in een ander,

Page 10: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

10

communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen en het

ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid.

We begeleiden de ontwikkeling van het sociale gedrag en stimuleren het sociale gevoel van de

kinderen. Elk kind in de groep is gelijkwaardig. We leven in een multiculturele samenleving.

Discriminatie wordt niet getolereerd, of dit nu om huidskleur, haarkleur of om postuur en dergelijke

gaat. Door elkaar te helpen en te stimuleren leren de kinderen rekening houden met elkaar. Door de

specifieke situatie in een opvanglocatie komen kinderen al heel jong in contact met veel andere

kinderen en volwassenen. Vooral in een verticale groep leren de kinderen al vroeg rekening te

houden met andere leeftijden.

Sociaal gedrag, bijvoorbeeld anderen niet storen, delen, netjes eten of op je beurt wachten, is

gemakkelijker aan te leren wanneer kinderen zien dat leeftijdsgenootjes en pedagogisch

medewerkers het goede voorbeeld geven.

Het is belangrijk om de regels binnen de groep duidelijk te maken en te zorgen dat zowel kinderen als

pedagogisch medewerkers zich hieraan houden. Vaak corrigeren de kinderen elkaar zelf al wanneer

iemand de regel niet naleeft. Kinderen worden in de groep gestuurd in de omgang met andere

kinderen door bijvoorbeeld samenspel, door rekening te houden met elkaar en door beloning en

stimulatie.

Praktijkvoorbeelden:

Bij het eten van fruit leren we de kinderen eerst wachten tot iedereen iets heeft. De kinderen

zeggen vaak zelf al “even wachten” wanneer een kind of pedagogisch medewerker per ongeluk

in een appel bijt.

Indien alle fietsen bezet zijn mogen de kinderen om beurten fietsen, er wordt afgesproken dat

elk kind bijvoorbeeld twee rondjes mag fietsen en dat daarna een ander kind op de fiets mag.

We vragen oudere kinderen om de jongere kinderen te helpen met bijvoorbeeld het aantrekken

van de schoenen of bij het maken van een puzzel.

We laten kinderen een ruzie eerst zelf oplossen en helpen als we zien dat ze er samen niet uit

komen of als de kinderen om hulp vragen.

We bieden geborgenheid en troost wanneer een kind zich niet lekker voelt of verdriet heeft.

We bieden veiligheid door de kinderen een vaste structuur aan te bieden in de dagindeling,

bekende leidsters op de groep, vaste eet- en slaaptijden.

Elk kind wordt gezien en gerespecteerd als individu

3. Bevorderen van de persoonlijke competentie

We stellen de kinderen in de gelegenheid om hun persoonlijke competentie te ontwikkelen. Het gaat

om persoonlijke eigenschappen als veerkracht, impulscontrole, zelfstandigheid, zelfvertrouwen,

flexibiliteit, motivatie, volharding, creativiteit en cognitieve en taalvaardigheden. Hierdoor zijn

kinderen in staat om allerlei problemen goed aan te pakken en zich goed aan te passen aan

(veranderende) situaties.

We stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen.

Ieder kind ontwikkelt zijn verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden in zijn eigen tempo. Kinderen

worden dan ook niet aangesproken op hun beperkingen maar op hun mogelijkheden. Het ene kind is

Page 11: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

11

er met anderhalf jaar aan toe te beginnen met de zindelijkheidstraining, terwijl het andere kind daar

absoluut nog niet aan toe is. We beginnen al vroeg met het stimuleren van de zelfstandigheid. Bij

hele jonge kinderen bijvoorbeeld door ze zelf stukjes brood te laten eten en ze zelf hun beker te

laten vasthouden. Hier komen stapsgewijs nieuwe vaardigheden bij, zoals zelf handen wassen,

tanden poetsen, uit- en aankleden en kleine boodschappen doen binnen het kinderdagverblijf. De

oudere BSO-kinderen mogen, indien ouders hiervoor toestemming geven, zelfstandig naar de winkel

in de buurt van de opvanglocatie. We stimuleren kinderen door voorbeeldgedrag en het geven van

duidelijke opdrachten. We prikkelen de kinderen tot nieuwe ideeën en stimuleren ze hieraan

creativiteit en eigenheid te geven. Het is belangrijk om het geduld op te brengen om dingen die je

zelf veel sneller zou kunnen, toch door de kinderen te laten doen (als ze daartoe in staat zijn).

Beroepscode met betrekking tot de afstemming op de behoeften en wensen van het kind.

De pedagogisch medewerkers stellen, voor zover mogelijk, samen met het kind en/of de ouders de

behoefte aan verzorging en begeleiding vast. Indien het kind niet geheel in staat is om aan te geven

wat het wil, dan overleggen pedagogisch medewerkers met de ouders van het kind. Het kind, hoe

jong dan ook, geeft met gedrag signalen af waaruit opgemaakt kan worden dat het kind iets

wil/ergens behoefte aan heeft. Naarmate het kind ouder wordt, is het beter in staat weloverwogen

beslissingen te nemen en aan te geven waar het behoefte aan heeft. De pedagogisch medewerkers

gaan daarom in hun professionele beroepsuitoefening in eerste instantie uit van de behoefte van het

individuele kind. Op basis van systematische observatie en interpretatie van het gedrag van het kind

geven zij invulling aan de verzorging en begeleiding. Daarbij houden zij rekening met de mate waarin

het kind verantwoordelijkheid kan dragen voor eigen doen en laten. Ook kan het voorkomen dat

ouders een andere begeleiding en verzorging wensen dan het kind en/of de pedagogisch

medewerkers willen. Als er verschil van inzicht tussen de pedagogisch medewerkers en kind en/of

ouders bestaat over de wenselijke verzorging en begeleiding, dan zullen de pedagogisch

medewerkers dit met de ouders en leidinggevende bespreekbaar maken. Zij zullen samen vanuit hun

professionaliteit een besluit nemen waarbij het belang van het kind het uitgangspunt blijft

Praktijkvoorbeelden:

Bij het naar buiten gaan stimuleren we de kinderen om zelf hun jassen aan te trekken, helpen en

leggen we ze uit hoe ze dit zelf kunnen leren.

Regelmatig nemen we kinderen mee naar het kindertoilet of het potje als ze dat willen en

prijzen de kinderen als er iets gedeponeerd wordt, dit helpt bij de zindelijkheidstraining. Er

wordt gestimuleerd, nooit gedwongen!

De oudere kinderen van de BSO die willen figuurzagen, hebben geleerd hoe ze de zaag dienen te

gebruiken. De eerste keer wordt de activiteit onder begeleiding gedaan, wanneer ze ermee

vertrouwd zijn geraakt kunnen ze zelfstandig aan de slag.

Wanneer de oudere kinderen zelfstandig naar de bso locatie mogen komen, door

omstandigheden later komen dan de afgesproken tijd is de afspraak gemaakt dat ze naar de

locatie telefoneren.

Zo zijn er tal van voorbeelden te noemen. Het uitgangspunt is dat we kinderen positief stimuleren

datgene te doen waar ze aan toe zijn. Nieuwe zaken mogen best mislukken. Kinderen hebben van

nature de behoefte om nieuwe mogelijkheden te ontdekken. Op een gegeven moment willen ze niet

meer geholpen worden en dat respecteren we. De kinderen die de buitenschoolse opvang bezoeken

zijn al vrij zelfstandig. We proberen de kinderen te stimuleren door ze aan te moedigen zich hier

Page 12: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

12

steeds een stapje verder in te ontwikkelen. We geven ze verantwoordelijkheden die ze aankunnen en

prijzen als iets lukt. We geven de kinderen het gevoel dat ze best fouten mogen maken en bespreken

met hun wat ze de volgende keer anders kunnen doen.

We doen recht aan de eigenheid van elk kind.

We accepteren de kinderen zoals ze zijn, met hun verschillende emoties en hun verschillende

verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden. Daarnaast houden we rekening met de mogelijkheden

binnen de opvanglocatie en de groep waarin het kind verblijft. We proberen de eigenheid van het

kind (karakter, temperament, leeftijd, emotionele ontwikkeling) door middel van beloning en

correctie te sturen zonder de spontaniteit van het kind uit het oog te verliezen. We vinden het

belangrijk om een kind serieus te nemen, om goed naar een kind te luisteren en rekening te houden

met de eigen inbreng van het kind. Het welbevinden van elk kind staat hierbij centraal.

Praktijkvoorbeelden:

We nemen, wanneer daar behoefte aan is, een kind even apart zodat het zijn verhaal kwijt kan

en creëren daarbij een veilige omgeving.

We houden rekening met de eigenheid van elk kind als individu. We accepteren dat elk kind per

situatie anders kan reageren en laten het in zijn waarde. Zoals bijv. het ene kind in een situatie

waarbij het verdrietig is behoefte heeft om getroost te worden en het andere kind dat liever

even met rust gelaten wil worden.

We leren de kinderen om zich te ontwikkelen vanuit hun eigen mogelijkheden.

Kinderen zijn van nature erg nieuwsgierig en hebben de behoefte dingen zelf te ontdekken. We

luisteren en kijken goed naar elk kind en bieden prikkels aan. We moedigen ieder individu aan om

zich op eigen tempo en eigen kunnen te ontwikkelen en ontplooien. Door het aanbieden van

activiteiten laten we het kind kennis maken met zijn eigen mogelijkheden en stimuleren het kind zijn

grenzen te verleggen. Er wordt gekeken naar de beginsituatie en van daaruit breiden we stap voor

stap de activiteiten uit naar het streefdoel, gekoppeld aan het individuele kind. Het kind wordt

telkens weer geprikkeld om met voor hem vreemde materialen om te gaan, daardoor wordt het kind

gestimuleerd om het geleerde nog verder uit te breiden.

Praktijkvoorbeelden:

Het spelmateriaal wordt aangepast aan het niveau van het kind. Bijvoorbeeld eerst de Duplo

dan de basislego daarna de Lego en dan pas de technische Lego.

Wanneer we merken dat een kind interesse heeft voor bepaald materiaal proberen we daarop

in te spelen, waardoor de ontwikkeling gestimuleerd wordt.

We kijken per individueel kind wat het ontwikkelingsniveau is en vanuit deze mogelijkheden

proberen we de ontwikkeling verder te stimuleren. Kinderen kunnen bijvoorbeeld buiten leren

fietsen. Eerst op een loopauto, dan op een driewieler en dan op een echtekinderfiets.

We begeleiden de motorische, intellectuele en creatieve ontwikkeling.

We bieden kinderen de mogelijkheid zich op alle onderdelen van hun ontwikkeling te ontplooien.

Door in het aanbod van activiteiten en (spel)materialen veel variatie aan te brengen, kunnen we de

verschillende aspecten van de ontwikkeling met regelmaat stimuleren.

Page 13: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

13

Motorische ontwikkeling

We zorgen dat spelmateriaal voor de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek ruimschoots

voorhanden is en stimuleren de motorische ontwikkeling stap voor stap vanaf de babyleeftijd.

Materialen voor de ontwikkeling van de grove motoriek zijn o.a. fietsen, het klimrek, de glijbaan en

Duplo blokken.

Materialen voor de fijne motoriek zijn o.a. kralenplankjes, insteekmozaïek en Knex. We leren

kinderen om vertrouwen te krijgen in hun eigen lichaam. Kinderen worden aangemoedigd om elke

keer een nieuw stapje te zetten, bijvoorbeeld grijpen, omdraaien, kruipen, de eerste stapjes etc.

Intellectuele ontwikkeling

We bieden kinderen materialen en activiteiten aan die aansluiten bij hun belevingswereld en

proberen hun nieuwsgierigheid te prikkelen om hun wereld telkens een stukje groter te maken. We

zingen liedjes, vertellen verhaaltjes en spelen rollen- en fantasiespellen. Er is veel aandacht voor

taalstimulering door veel voor te lezen of samen te lezen alsook door het toevoegen van taal aan alle

activiteiten of gebeurtenissen.

Creatieve ontwikkeling

We zorgen dat er voldoende mogelijkheden en materialen zijn zoals verkleedkleren, verf,

knutselspullen en muziekinstrumenten. In de lokalen zijn hoeken gecreëerd die de kinderen de

gelegenheid geven op te gaan in hun fantasiespel.

4. Socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde normen en waarden

We dragen en normen en waarden aan kinderen over, waardoor kinderen zich de cultuur eigen

maken van de samenleving waarin zij opgroeien.

We laten de kinderen kennis maken met de consequentie van hun gedrag, zowel positief als negatief.

We proberen aan te tonen, wat hun gedrag teweeg brengt. Het gaat altijd over het gedrag van het

kind, niet over de persoon. Door consequent te zijn weten de kinderen wat wel en niet mag.

Aangepast aan de leeftijd van het kind wordt het vertoonde gedrag besproken. Bij de buitenschoolse

opvang leren kinderen de consequenties van hun gedrag te aanvaarden door hen

verantwoordelijkheden te geven. Wanneer ze rommel maken dienen ze dit zelf op te ruimen.

Wanneer ze zich niet aan afspraken houden wordt dit met het kind besproken op zijn niveau. De

kinderen worden beloond wanneer iets goed gaat, vooral door het geven van complimentjes.

Beroepscode met betrekking tot de overdracht van normen en waarden.

Elk gezin heeft eigen waarden en normen, elk kind zijn eigen integriteit, die gerespecteerd wordt. De

pedagogisch medewerkers houden rekening met deze aspecten en zorgen voor een sfeer

waarbinnen elk kind zich thuis voelt. Tijdens het intakegesprek bespreken pedagogisch medewerkers

met de ouders welke normen en waarden zij belangrijk vinden.

De pedagogisch medewerkers bespreken hoe daar binnen Kinderopvang Roermond/Kinderopvang

Echt-Susteren en Maasgouw mee om kan worden gegaan. Daarbij vinden wij het belangrijk dat het

aansluit op onze visie en speelt de praktische haalbaarheid ook een rol.

Page 14: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

14

Praktijkvoorbeelden:

We spreken af met een ouder, die niet wil dat de kleding van het kind vies wordt, dat het

kind ‘speelkleren voor buiten’ mee mag nemen, omdat wij het belangrijk vinden dat elk kind

zich door spel goed kan ontwikkelen.

We herinneren een kind aan een afspraak wanneer hij in zijn spel vergeten is dat wat hij doet

niet mag.

We laten kinderen (aangepast aan de leeftijd) de gevolgen van hun gedrag zien. Bijvoorbeeld

“Als jij met speelgoed gooit gaat het kapot en kun jij en ook de andere kinderen er niet meer

mee spelen”.

We laten kinderen een doekje halen en vragen om dit op te ruimen wanneer het geknoeid

heeft met bijvoorbeeld limonade, plaksel of verf.

We stimuleren de oudere kinderen die zelfstandig naar de BSO locatie komen om hun fiets

op slot te zetten, de poorten te sluiten en leggen uit waarom dit belangrijk is.

Corrigeren en belonen

Binnen Kinderopvang Roermond en Kinderopvang Echt-Susteren en Maasgouw ligt in de omgang met

kinderen de nadruk op belonen. Door belonen wordt het zelfvertrouwen van het kind en het prettig

functioneren in de groep gestimuleerd. Belonen kan door middel van een glimlach, een aai over de

bol, complimenten, een sticker, een beloningskaartje en op vele andere manieren. Corrigeren is soms

nodig, maar kinderen leren het meest door het zien van gewenst gedrag en het ervaren van een

positieve benadering. Het is van groot belang dat pedagogisch medewerkers het goede voorbeeld

geven.

Praktijkvoorbeelden

We belonen een baby die voor het eerst op de buik rolt, kruipt, loopt of uit een tuitbeker drinkt

door extra aandacht en complimentjes te geven.

We prijzen kinderen die de melk op hebben gedronken, vooral wanneer we weten dat ze het

niet zo lekker vinden.

We prijzen kinderen als ze samen met ons opruimen voordat we bijvoorbeeld een activiteit gaan

doen. Als we zien dat oudste BSO kinderen bij de jongste BSO kinderen de veters strikken

Aan “mijlpalen”, bijvoorbeeld voor het eerst op het potje of de wc plassen, zelfstandig veters

strikken, het behalen van het zwemdiploma, besteden we aandacht en belonen het gedrag.

Wanneer een kind negatief gedrag (bijvoorbeeld: afpakken, een ander kind pijn doen of pesten)

vertoont, dan zal dat gecorrigeerd worden. Uiteraard worden lijfstraffen binnen Kinderopvang

Roermond en Kinderopvang Echt-Susteren en Maasgouw niet getolereerd. Voordoen hoe het wel

moet en duidelijk aangeven welk gedrag je niet accepteert en waarom niet, is van belang. Het is goed

de gevoelens van het kind dat de pijn aangedaan is of werd, bespreekbaar te maken.

Praktijkvoorbeelden:

We waarschuwen kinderen die een ander pijn doen door te zeggen: “Ik vind het niet fijn als je

(ongewenste gedrag benoemen) doet, want je doet… (naam slachtoffer) pijn. We benoemen

ook de consequentie die aan het ongewenste gedrag verbonden is (op leeftijd gericht)

Page 15: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

15

We leren het kind dat een ander pijn heeft gedaan om het weer goed te maken door

bijvoorbeeld “sorry” te zeggen.

We leren kinderen die bijvoorbeeld opzettelijk een puzzel omgooien, dat ze pas aan een andere

activiteit mogen deelnemen nadat ze alles opgeruimd hebben.

We waarschuwen een ouder kind dat zich niet aan de groepsregels houdt. Mocht de

waarschuwing niet helpen wordt daar een consequentie aan verbonden, bijvoorbeeld dat zijn

computerbeurt niet door gaat.

Het (negatieve) gedrag van het kind wordt afgekeurd, niet het kind als persoon!

Hierbij zijn de pedagogisch medewerkers zich bewust van de machtpositie (zowel geestelijk als

lichamelijk) en gedragen zich respectvol. Zie kwaliteitshandboek protocol Beroepscode.

Waarden en normen

Binnen Kinderopvang Roermond en Kinderopvang Echt-Susteren en Maasgouw dragen we waarden

en normen over. Dit houdt in dat we kinderen leren reflecteren. (Hierdoor leren we het kind terug

kijken op het eigen gedrag). Deze normen en waarden worden overgedragen zodat de kinderen later

een volwaardige rol in de maatschappij kunnen vervullen en ze zich zo volledig mogelijk kunnen

ontwikkelen tot individu.

Ieder van ons heeft zijn eigen waarden en normen, afhankelijk van de persoonlijke opvoeding en

vorming. Zo worden openheid, begrip, op elkaar vertrouwen, solidariteit en fatsoen bevorderd. Dit

doen we onder andere door simpelweg het goede voorbeeld te geven. Er zijn een aantal

fatsoensnormen waar iedereen zich aan dient te houden. Bijvoorbeeld handen wassen voor het eten,

wachten met eten tot iedereen iets heeft en niet met volle mond praten.

We stimuleren kinderen elkaar te accepteren zoals ze zijn. Dat schept duidelijkheid en veiligheid.

Kinderen wordt duidelijk gemaakt dat we elkaar geen pijn doen. Bij bijvoorbeeld slaan, aan de haren

trekken, bijten en schelden gaan we hierover in gesprek en stimuleren de kinderen zelf met

alternatieve oplossingen te komen. Zo nodig wordt omwille van de veiligheid ingegrepen en worden

zaken verboden.

We kunnen kleine kinderen nog niet verantwoordelijk stellen voor hun gedrag. Zij handelen vanuit

gevoelens van lust en onlust (sterk gericht op eigenbelang), ze weten nog niet wat ze doen. Zolang

alleen lust en onlust het gedrag bepalen, is er nog geen sprake van afwegen, van vrijheid om te

kiezen of van verantwoordelijkheid. Angst voor straf of hoop op beloning doen het eerste afwegen

ontstaan. Dit is de eerste vorm van geweten. Tot 10 jaar speelt gezag van opvoeders een zeer grote

rol. Gehoorzaamheid aan het gezag is dan het belangrijkste motief voor moreel handelen. Rond de

leeftijd van tien jaar dringt bij kinderen het besef door dat ze er zelf voordeel van kunnen hebben

wanneer ze anderen goed behandelen.

Fasen in ontwikkeling besef van normen en waarden

Angst voor straf, zoeken naar beloning (peuter/ kleuter)

Gehoorzaamheid aan het gezag (kleuter/ basisschoolkind)

Eigen voordeel bij goed handelen (basisschoolkind/ prepuberteit)

Wat mijn groep vindt, is goed (puber)

Regels voor intermenselijk verkeer zijn belangrijk (puber/ adolescent)

Page 16: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

16

Rechten en waardigheid van ieders individu respecteren (adolescent/ jongvolwassene)

In open gesprekken zoeken naar de hoogste vorm van menselijkheid (volwassene)

Praktijkvoorbeelden:

We zeggen “alsjeblieft” wanneer we kinderen een boterham aanbieden.

We leren een kind “dank je wel” zeggen wanneer het iets krijgt.

We leren kinderen dat het speelgoed voor iedereen is en dat er samen of om de beurt mee

gespeeld kan worden.

Ook laten we kinderen kennis maken met andere normen en waarden en zorgen ervoor dat ze die

respecteren. Belangrijk is dat we ons bewust zijn van bestaande vooroordelen over geloof, sociale

klasse, sekse en dergelijke. We realiseren ons ook dat we beïnvloed zijn door onze eigen omgeving en

de omgeving waarin we opgegroeid zijn. Bij kinderen proberen we actief te voorkomen dat er

vooroordelen ontstaan. Binnen Kinderopvang Roermond en Kinderopvang Echt-Susteren en

Maasgouw zijn kinderen van alle gezindten en nationaliteiten welkom. Afhankelijk van de wijken

waarin onze opvanglocaties gesitueerd zijn, worden zij bezocht door kinderen met verschillende

culturele achtergronden en/ of huidskleur. Bij de ene opvanglocatie is dat wat meer of minder dan bij

de andere. Kinderen komen binnen de opvanglocaties in aanraking met verschillende normen en

waarden, culturen en milieus. We praten hierover met de kinderen door middel van spelletjes,

boekjes en intercultureel spelmateriaal. We proberen ook om de kinderen geen typische mannen- of

vrouwenrol op te leggen. Zowel jongens als meisjes kunnen een keuze maken uit hetzelfde

speelgoed, we hebben dus geen jongens- of meisjesspeelgoed.

Praktijkvoorbeelden:

Wij geven Islamitische kinderen geen varkensvlees.

We bieden aan kinderen van Jehova’s getuigen aangepaste activiteiten aan, omdat zij geen

feesten mee mogen vieren.

Bij ons mogen jongens zich verkleden met een jurk en hoge hakken en meisjes mogen vader

spelen.

Page 17: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

17

Pedagogisch model:

Binnen Kinderopvang Roermond en Kinderopvang Echt-Susteren en Maasgouw hebben we ten behoeve van het kind een model vervaardigd, het “KOEP” model. KOEP staat voor Kids, Organization, Environment, en People (zie figuur 1).

K (Kids)

O(Organization)

E (Environment)

P (People)

KOEP model

De zorg voor het spelend lerende kind staat centraal.

Ons pedagogisch beleid schept structuur en een

klimaat van veiligheid en gezondheid waarbinnen

kinderen zich kunnen ontplooien, ontspannen en

recreëren in een voor hen uitdagende omgeving

welke hun ontwikkeling stimuleert.

Onze organisatie houden we zo plat mogelijk

waardoor de communicatielijnen kort zijn. De

inrichting is gebaseerd op effectiviteit en efficiency.

We zijn bij uitstek resultaat- en oplossingsgericht in

alle elementen van onze visie. We streven naar een

rendabele bedrijfsvoering. Onze financiële positie

stelt ons in staat om in continuïteit onze missie te

volbrengen.

Kinderopvang Roermond en Kinderopvang Echt-

Susteren en Maasgouw bewerkstelligen geografische

dekking binnen ons werkgebied ten behoeve van

kinderen en levert een bijdrage aan de ontwikkeling

en instandhouding van de sociale infrastructuur in

Roermond, Echt-Suisteren en Maasgouw. Daartoe zijn

we onder andere actief op het gebied van

risicokinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. We

leveren een continue bijdrage aan wijkontwikkeling

door het exploiteren van op de wijk gerichte

voorzieningen zoals peuterspeelzalen. We

ondersteunen het inburgeringproces van allochtonen

door het aanbieden van opvang. We verzorgen de

toeleiding van 3-jarigen naar primair onderwijs en

vervullen een signalering- en adviesfunctie naar de

ouders, het primaire onderwijs, de zorgsector en de

gemeente. Daarnaast participeren we in werk- en

stuurgroepen ten behoeve van beleidsontwikkeling

op het terrein van sociale infrastructuur binnen de

gemeenten.

Onze medewerkers vormen ons belangrijkste asset.

We zijn professionals met een grote mate van

klantgerichtheid. We scheppen

arbeidsomstandigheden waarbinnen onze

medewerkers optimaal kunnen functioneren en

stimuleren hen in hun ontwikkeling door middel van

competentiemanagement en employability beleid.

Figuur 1. KOEP model toegepast op Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw

Page 18: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

18

Pedagogisch handelen:

Opvangvormen en hun dagritme:

Onderstaand per opvangvorm een algemene beschrijving. In elk locatie specifiek gedeelte van het

pedagogisch beleid is een gedetailleerde beschrijving opgenomen passende bij de betreffende

locatie, met daarbij het gehanteerde dagritme.

VVE-programma

Vanaf 2000 zijn er in Nederland belangrijke impulsen gegeven aan de voor- en vroegschoolse

educatie. Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan

educatieve programma´s. De VVE-programma´s beginnen in een peutergroep of kinderdagverblijf

(voorschool) en lopen door in de eerste twee groepen van de basisschool (vroegschool). De

doelstelling van het VVE-beleid is om de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone

achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en

maatschappelijke carrière worden vergroot. Een VVE-programma kent een gestructureerde

didactische aanpak. Het VVE-beleid wordt op gemeentelijk niveau vastgesteld en voldoet net als de

uitvoering aan het VVE-toetsingskader.

Peutergroep

De peutergroep draagt bij aan de ontwikkeling van de kinderen van 2-4 jaar, er is aandacht voor het

dagelijks handelen en de omgang met elkaar. De pedagogisch medewerkers zijn VVE gecertificeerd.

De activiteiten zijn afgestemd op de ontwikkelingsbehoeften van de individuele peuter waarbij VVE-

accenten gehanteerd worden. De medewerkers hebben als extra opdracht om via een voor- en

vroegschools educatief programma effectieve aandacht te geven aan peuters met een (dreigende)

ontwikkelingsachterstand en ondersteuning te bieden aan de ouders met vragen omtrent opvoeding.

Men werkt men aan de hand van thema’s die ongeveer 6 weken duren. Voorafgaand aan het thema

worden de doelen, activiteiten, week- en dagplanning op het themaformulier uitgewerkt. Op het

formulier beschrijft men welk doel men wilt bereiken met de gegeven activiteit. Hiervoor werkt men

in grote en kleine groepen. In de grote groep wordt er bijvoorbeeld een startactiviteit gegeven wat

te maken heeft met het nieuwe thema. Daarna herhaalt men dit in de kleine groep of wordt deze

activiteit verder verdiept, rekening houdend met het niveau van de peuters. De kleine groep bestaat

uit niveaugroepjes die na een periode opnieuw geëvalueerd worden.

Er wordt gewerkt met hoeken, waaronder de huishoek, de bouwhoek, het atelier, de leeshoek en

een themahoek. Ook maakt men gebruik van een verteltafel. Dit om een prentenboek of talige

activiteit te verduidelijken. De inrichting van de hoeken en de aanwezige materialen zijn afgestemd

op het thema.

Gedurende de ochtend is een eetmoment waarop er gezamenlijk een tussendoortje wordt gegeten

en gedronken. Aan de tafel worden liedjes gezongen , versjes/verhaaltjes verteld en een

kringgesprek gehouden. Na afloop gaan de kinderen gaan naar het toilet/worden ze verschoond en

lichamelijk verzorgd. Bij mooi weer gaan we naar buiten, rennen, fietsen, klimmen en in de zandbak

spelen. Bij slecht weer wordt er binnen gefietst, geklommen of een bewegingsmoment gegeven.

Page 19: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

19

Kinderdagverblijf

De kinderdagverblijven kennen binnen SKR-SKEM groepen die horizontaal samengesteld zijn , te

weten baby/dreumesgroepen en peutergroepen, maar ook verticaal samengestelde groepen

(kinderen van 0-4 jaar bij elkaar).

In het KDV wordt het dagritme van de kinderen gevolgd. Tijden van eten en slapen worden zoveel

mogelijk gelijk aan die van thuis gehouden.

Gedurende de ochtend is een eetmoment waarop er gezamenlijk een tussendoortje wordt gegeten

en gedronken .

Tussen de middag gebruiken de kinderen een broodmaaltijd , en ’s middags is er ook weer een

moment waarop samen een tussendoortje gebruikt wordt.

Baby’s hebben hun eigen ritme, en krijgen op de met ouders afgesproken tijden hun voeding.

Verzorging staat centraal, maar er is ook veel ruimte voor ontwikkelingsgericht werken.

Naast veel vrij spel worden diverse activiteiten aangeboden waarbij de verschillende

ontwikkelingsgebieden aanbod komen.

Voor- tussen- en buitenschoolse opvang

VSO: de kinderen worden gebracht door hun ouders/verzorgers en opgevangen door pedagogisch

medewerkers. Er is kort de tijd om vrij spelen, of bijvoorbeeld te knutselen, verhalen lezen en

vertellen. De medewerker brengt het kind voor aanvang van de schooltijd naar school.

TSO (SKR): de kinderen worden door de pedagogisch medewerker opgevangen in een ruimte

inpandig in school. Er wordt geluncht en er is kort de tijd om vrij te spelen. Bij goed spelen we buiten

bij slecht weer kunnen de kinderen binnen vrij spelen, of bijvoorbeeld te knutselen, verhalen lezen

en vertellen en spelletjes doen. De medewerker brengt het kind voor aanvang van de schooltijd naar

school.

BSO: de kinderen worden met taxivervoer of te voet van school gehaald en naar de BSO gebracht.

Kinderen die zelfstandig van school naar de BSO mogen lopen/fietsen arriveren op afgesproken tijd.

Er is een gezamenlijk eetmoment waarna de kinderen vrij kunnen spelen. Bij de BSO ligt de nadruk

op de vrijetijdsbesteding van de kinderen. We stimuleren de kinderen om activiteiten te ondernemen

en begeleiden hun daarbij.

Na het eten en drinken geeft de pedagogisch medewerker uitleg en toelichting aan de kinderen over

het activiteitenprogramma. De kinderen worden in de gelegenheid gesteld en ondersteund om zelf

een keuze te maken uit de aangeboden activiteiten. Zo zullen alle kinderen gebruik kunnen maken

van de volledige binnen-en buitenruimte op desbetreffende locatie. Pedagogisch medewerkers doen

actief mee met de activiteit.

Voertaal:

Binnen de locaties is de Nederlandse taal de voertaal. De streektaal Limburgs kan gebruikt worden op

momenten waardoor er beter communicatief aangesloten kan worden bij het kind of de ouder.

Page 20: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

20

Volgen ontwikkeling kind:

Procesbewaking door middel van signaleren, observeren en verwijzen

Binnen Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw gaan wij serieus om met signalen

van "kwetsbare kinderen", kinderen die in hun ontwikkeling stagnatie ondervinden door eigen

aanleg, gezins- en/of omgevingsfactoren.

Het is belangrijk in de eerste ontwikkelingsfase van kinderen meteen maatregelen te nemen

wanneer het vermoeden bestaat dat iets niet helemaal goed verloopt. Hoe eerder gesignaleerd

wordt, des te beter kan worden ingespeeld op de individuele behoefte van het betreffende kind. Het

belangrijkste uitgangspunt van Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw bij de opvang

van "kwetsbare kinderen" is de aansluiting bij de mogelijkheden van het kind. Het belang van het

kind staat voorop. Per kind wordt in overleg met de ouders/verzorgers afzonderlijk onderzocht of

binnen onze locaties de juiste opvang geboden kan worden. Om hiervan een duidelijk beeld te

krijgen wordt o.a. geobserveerd aan de hand van observatiemethode/

kindvolgsysteem/signaleringslijsten. Zie digitaal kwaliteitshandboek Kwibuss: Welbevinden kinderen

en andere observatie-instrumenten.

Wanneer blijkt dat de plaatsing van een kind niet gerealiseerd kan worden volgens de door

Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw gestelde criteria, dan worden de ouders

door- of terugverwezen naar een extern deskundige. Ouders worden in dit geval op de hoogte

gesteld waar ze terecht kunnen voor vervolg advies. Een extern deskundige wordt door ons alleen

benaderd indien hiervoor door de ouders/verzorgers toestemming wordt gegeven. Deze benadering

zal binnen Kinderopvang Roermond uitgevoerd worden door onze zorgcoördinator en binnen

Kinderopvang Echt-Susteren en Maasgouw door de in overleg en met instemming van

leidinggevende. Zie kwaliteitshandboek Protocol Kerncompetenties/competentieprofielen en

functieprofielen.

Bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt actie ondernomen volgens de

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. (Zie protocol kwaliteitssysteem)

Beroepscode met betrekking tot deskundigheid

De pedagogisch medewerkers oefenen hun beroep op basis van deskundigheid uit. Zij kennen de

grenzen van hun beroep. Ze handelen bewust op grond van kennis en ervaring die in de opleiding en

praktijk zijn opgedaan. Zij verwoorden hun handelen en maken het bespreekbaar vanuit die kennis

en ervaring.

Praktijkvoorbeeld:

Wanneer een kind opvallend gedrag vertoont in de groep, kan de pedagogisch medewerker op

basis van haar kennis over ontwikkelingsfasen een inschatting maken of en hoe gereageerd kan

worden. De pedagogisch medewerker weet waar de grens ligt van haar verantwoordelijkheid. In

een situatie waar specifieke vaardigheden nodig zijn, die de deskundigheid van de pedagogisch

medewerker overstijgen, geeft de pedagogisch medewerker dit aan bij de locatiemanager. Zij

verwijst dan, in overleg met de ouders, naar andere deskundigen binnen of buiten de

organisatie, bijvoorbeeld voor het stellen van een medische of gedragskundige diagnose.

Page 21: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

21

Omgaan met pestgedrag

Daar waar kinderen samen komen, kan gepest worden. Wij vinden het belangrijk dat elk kind, dat

onze opvanglocaties bezoekt, zich veilig voelt, zodat het zich optimaal kan ontwikkelen. Wij besteden

bewust aandacht aan dit onderwerp, zowel om pestgedrag te voorkomen alsmede om het aan te

pakken wanneer er gepest wordt. Zie kwaliteitshandboek protocol Omgaan met pestgedrag.

Overdracht en samenwerkingsverbanden ketenpartners:

Binnen Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw werken we samen met diverse

ketenpartners, waaronder de Jeugdgezondheidszorg, Integrale Vroeghulp, MEE en het

basisonderwijs. Wanneer er omwille van het individuele kind een samenwerking tussen de

Kinderopvang en een of meerde partijen wordt gezocht, geven ouders hier vooraf toestemming voor.

Ouders zijn partner in deze en worden betrokken in deze samenwerking. Meer hierover staat

beschreven in het kwaliteitshandboek protocollen met betrekking tot zorgbeleid.

Overdracht intern en extern

Binnen Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw maken we gebruik van

overdrachtsformulieren. Het gebruik van een overdrachtsformulier vraagt om een zorgvuldige

omgang met de geregistreerde gegevens. De ouders worden bij de intakeprocedure geïnformeerd

dat er voor alle kinderen een overdrachtsformulier wordt ingevuld bij de overgang naar de

basisschool en/of andere externe/interne opvanglocatie, indien zij hiervoor toestemming geven. Het

overdrachtsformulier wordt dan door ons naar de basisschool of interne opvanglocatie geleid.

Het in/externe overdrachtsformulier bevat verschillende soorten gegevens die relevant zijn om over

te dragen naar het basisonderwijs, buitenschoolse opvang. Het formulier vermeldt feitelijke

achtergrondgegevens. Dit zijn gegevens over Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw

en de pedagogisch medewerker die het overdrachtsformulier heeft ingevuld, gegevens van het kind

en informatie over de plaatsing van het kind, gegevens over de ontwikkeling van het kind ( op het

gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling, het speelgedrag, de spraaktaalontwikkeling, de

motorische ontwikkeling en de redzaamheid) en eventuele opmerkingen van pedagogisch

medewerkers.

Intern is er ook sprake van een overdracht voor de pedagogisch medewerkers onderling (over het

verloop van de dag), zodat zij op een voor het kind zo prettig mogelijk manier de dag kunnen

voortzetten, wanneer zij pas ’s middags beginnen met werken. Voor kinderen tot één jaar wordt in

een schriftje het verloop van de dag beschreven, zodat de ouders op de hoogte blijven.

Beroepscode met betrekking tot het omgaan met vertrouwelijke informatie.

In het algemeen verstrekt de pedagogisch medewerker alleen informatie aan anderen die voor de directe beroepsuitoefening van belang is. Tijdens de beroepsuitoefening krijgen pedagogisch medewerkers informatie van en over het kind en de ouders. Veel van die informatie is niet direct van belang voor de verzorging en begeleiding van het kind. De pedagogisch medewerkers bewaken dat er geen gegevens verzameld worden die niet belangrijk zijn voor de beroepsuitoefening.

Je zegt iets tegen een kind, zoals je zelf wil dat het tegen jou gezegd wordt.

Page 22: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

22

Internet en social media

Wij stellen bepaalde grenzen aan computer- en internetgebruik. Met kinderen vanaf zeven jaar

worden afspraken gemaakt over de maximale computertijd binnen de opvangmiddag. Onder

computeren wordt het gebruik van (spel)computers, tablets en andere digitale

entertainmentmiddelen verstaan. Eigendommen van de kinderen zelf blijven tijdens de opvang

zoveel mogelijk opgeborgen. Er mag gebruik worden gemaakt van de materialen van de

opvanglocatie. Internet mag enkel gebruikt worden om informatie te zoeken voor spreekbeurten of

werkstukken. Pedagogisch medewerkers houden hier toezicht op. Tijdens de opvang mag geen

gebruik worden gemaakt van email, mits het gebruik voor huiswerk of werkstukken is. Ook het

gebruik van social media is tijdens de opvang niet toegestaan.

Het kan voorkomen dat er buiten de opvang activiteiten plaats vinden via social media. Het staat

kinderen vrij om elkaar buiten de opvang via deze weg op te zoeken. Er is dan sprake van een grijs

gebied tussen de organisatie en de privésituatie van het kind. Mocht er buiten de opvang sprake zijn

van cyberpesten, (seksuele) intimidatie of beschuldiging daarvan, dan zullen wij hiertoe wel

maatregelen treffen. Ouders spelen bij de preventie hiervan een belangrijke rol. Zij zullen dan ook bij

het afstemmen van de maatregelen betrokken worden.

Mentorschap

Elk kind dat wordt opgevangen bij Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw wordt

gekoppeld aan een vaste pedagogisch medewerker (mentor) om het verloop van het

hechtingsproces te optimaliseren en zorg te dragen voor een vast gezicht voor de ouder(s)/

verzorger(s). Tijdens het intakegesprek zal bekend worden gemaakt wie de mentor zal zijn.

Gedurende dit gesprek ontvangt de ouder een exemplaar van het pedagogisch beleid van

Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw. Ook zal hierbij de wijze van overdracht ter

sprake komen, daartoe is een speciaal formulier ontwikkeld. Zie digitaal handboek Kwibuss:

Richtlijnen intakegesprek KDV/PSZ en Richtlijnen intakegesprek BSO.

Kinderen tot één jaar krijgen na iedere dag dat ze zijn opgevangen een schriftje mee naar huis,

waarin het verloop van de dag en eventuele bijzonderheden staan beschreven.

Eén keer per jaar zal de mentor samen met de ouder(s)/ verzorger(s) een tien minuten gesprek (zie

richtlijnen) houden. Onderwerp van gesprek is dan oa de ontwikkeling van uw kind welke gevolgd

wordt middels observaties via KIJK.

Binnen de BSO houdt de mentor het tien minutengesprek met het kind.

Zie digitaal handboek Kwibuss richtlijnen tien minuten gesprek KDV en richtlijnen 10 minutengesprek

BSO. Na een wenperiode van ongeveer zes tot acht weken zal er ook een gesprek plaatsvinden. Het is

altijd mogelijk om een gesprek aan te vragen wanneer één van de partijen denkt dat dit nodig is.

Wanneer er een wisseling van een mentor plaatsvindt wordt er een zorgvuldige overdracht gedaan.

Dit wordt van tevoren aangekondigd aan de ouders. Zie kwaliteitshandboek richtlijnen wengesprek

KDV/PSZ/BSO.

Oudercontacten

Wij willen graag zorg dragen voor een zo goed mogelijke afstemming tussen thuissituatie en opvang

en overdracht aan de ouders. De opvoeding van de kinderen wordt met de ouders gedeeld. De

pedagogisch medewerkers zijn professioneel betrokken bij de zorg voor de kinderen. Dit is merkbaar

in sfeer en dienstverlening. We nemen de verantwoordelijkheid voor de zorg die aan ons is

toevertrouwd. Hierbij stellen we het belang van het kind voorop (kind centraal). Daarnaast proberen

Page 23: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

23

we zo goed als mogelijk aan de wensen van de klant tegemoet te komen. Partnerschap noemen we

dat. De pedagogisch medewerkers bevorderen een open opvoedklimaat door middel van het stellen

van vragen en het bieden van ondersteuning. Het doel hiervan is:

Beter aansluiten bij de ontwikkeling van het kind.

Samen met de ouders op één lijn zitten met betrekking tot de omgang met het kind.

Opvoedingsondersteuning bieden binnen de mogelijkheden van Kinderopvang Roermond en

Kinderopvang Echt-Susteren en Maasgouw (Eventueel ondersteunen in de weg naar

ketenpartners).

Oudercontacten zijn een voorwaarde om te komen tot een goede afstemming tussen de thuissituatie en de opvang, zodat de opvoeding van de ouder en de pedagogisch medewerkers zo goed mogelijk op elkaar aansluiten (o.a. dagritme, eetgewoonten en slaaptijden). Wij willen ouders graag het vertrouwen geven, zodat zij hun kind met een gerust hart over dragen aan de opvoeding in onze kindercentra. Dit doen we o.a. door regelmatig informatie uit te wisselen. Kinderopvang is een verbreding van de opvoedsituatie. De kinderen krijgen te maken met meerdere opvoeders (pedagogisch medewerkers) en een andere omgeving met andere mogelijkheden. Het contact met ouders vindt plaats tijdens het brengen en halen van kinderen en tijdens oudergesprekken. Tijdens breng- en haalmomenten zal een overdracht gedaan worden. De ouder krijgt de gelegenheid om bijzonderheden of wensen door te geven of om gezellig even een praatje te maken. De pedagogisch medewerker zal de ouder aan het einde van de dag/het dagdeel op de hoogte brengen van de bijzonderheden, gebeurtenissen en activiteiten die het kind die dag heeft meegemaakt. Daarnaast is er van elke groep op een white-board te zien wat de dagactiviteiten zijn geweest. Ook de planning van de pedagogisch medewerkers is zichtbaar, zodat elke ouder te allen tijde kan zien door wie zijn/haar kind op de betreffende dag begeleid wordt. Daarnaast hebben ouders inzage in het inspectierapport van de GGD en klapper openbaarmaking informatie t.b.v. belanghebbenden.

Dagelijkse organisatie (algemeen)

Werken met stamgroepen c.q. basisgroepen:

Plaatsing in twee stamgroepen cq basisgroepen

Vanuit pedagogisch oogpunt streven we ernaar ieder kind op een vaste, eigen stamgroep/basisgroep

te plaatsen. Desalniettemin kan het voorkomen dat een kind (tijdelijk) op een tweede

stamgroep/basisgroep geplaatst wordt, wanneer ouders deze keuze maken en hiervoor

toestemming geven. Hiervoor ondertekenen ouders twee plaatsingscontracten. Het betreft een vaste

plaatsing in twee stamgroepen/basisgroepen

Samenwerking tussen stamgroepen/basisgroepen:

Opendeurenbeleid

Binnen Stichting Kinderopvang Roermond en Echt-Susteren en Maasgouw wordt gewerkt met een

open deurenbeleid. De reden van het volgen van dit beleid ligt bij de visie dat het voor de sociaal-

emotionele ontwikkeling van de kinderen positief werkt. De kinderen wennen tevens aan meerdere

pedagogische medewerkers en op het moment dat de eigen pedagogisch medewerker ziek of op

vakantie is, wordt het kind alsnog opgevangen door een voor het kind bekende pedagogisch

Page 24: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

24

medewerker en zal het afscheid zonder moeite verlopen. Bij open deurenbeleid kunnen de kinderen

bij activiteiten de stamgroep/basisgroep verlaten, zodat de maximale omvang van een

stamgroep/basisgroep tijdelijk wordt losgelaten. Wel blijft het aantal kinderen per pedagogisch

medewerker van kracht, toegepast op het totaal aantal aanwezige kinderen op de locatie.

Bij openen en sluiten worden kinderen vanwege het opendeurenbeleid op verschillende locaties

samen opgevangen en doen ze gezamenlijke activiteiten. Dit staat beschreven binnen het lokaal

specifieke gedeelte, welk op locatie aanwezig en is in te zien.

Samenvoegen en activiteitengericht werken:

Ook is de mogelijkheid om kinderen vanuit stamgroepen/basisgroepen samen te voegen. Op

sommige dagen (mn woensdag en vrijdag) wordt hiervoor gekozen in verband met een beperkte

bezetting op de groepen, waardoor weinig mogelijkheid binnen eigen stamgroep/basisgroep voor

samenspel en stimulering. Door samen te gaan spelen is er meer uitdaging en

ontwikkelingsmogelijkheid in samenspel. De eigen vaste pedagogisch medewerker(s) blijven de

kinderen begeleiden. De eigen groepsruimte en andere speelruimtes zijn een herkenbare en

vertrouwde plek voor het kind. De ruimten zijn zodanig ingericht en ingedeeld dat kinderen van

verschillende leeftijden zich kunnen ontwikkelen middels een prikkelende omgeving, d.w.z.

uitdagend ingericht met voldoende materialen die de ontwikkeling stimuleren. In de ruimten wordt

een evenwicht geboden tussen veiligheid en uitdaging. Vanuit de eigen groepsruimte heeft een kind

de mogelijkheid om in de andere groepsruimte of buitenruimte ervaring op te doen. Een kind kan

vanuit de vertrouwde groepsruimte zijn actieradius (reikwijdte; de afstand die door het kind

zelfstandig kan worden overbrugd) verbreden en andere ruimten onderzoeken.

In het locatie specifieke gedeelte van het pedagogisch beleid staat beschreven hoe de onderlinge

samenwerking tussen de groepen op locatie vorm krijgt.

Ten aanzien van plaatsing van een kind op meerdere stamgroepen/basisgroepen zijn er richtlijnen

opgesteld, die met de ouder(s) en/of verzorger(s) wordt besproken en ondertekend bij akkoord . Hier

wordt men geïnformeerd over wanneer in meerdere stamgroepen/basisgroepen, om welke

stamgroepen/basisgroepen het gaat, welke ruimtes en welke pedagogisch medewerkers bij de

stamgroepen/basisgroepen horen. Dit wordt ter archivering op locatie bewaard.

Buitenactiviteiten en uitstapjes

Kinderen hebben een goed ingerichte ruimte nodig die ze uitnodigt tot spelen, ontdekken en gezellig

of rustig samen of alleen te zijn. Buiten is voor jonge kinderen minstens zo belangrijk als binnen.

Onze opvanglocaties zijn dan ook allen voorzien van een mooie buitenruimte waar de kinderen

“spelend” kunnen “leren” en waar zij geprikkeld worden zich te ontwikkelen. Er gaat altijd een

pedagogisch medewerker mee naar buiten om mee te spelen, te observeren en om de veiligheid in

de gaten te houden. Door het inrichten van deze buitenruimtes scheppen we voorwaarden voor

veiligheid, welzijn en leren van de kinderen. Deze ruimtes zijn voor kinderen hun leef-, leer- en

speelruimte. De buitenruimte nodigt kinderen uit tot verschillende activiteiten in de verschillende

seizoenen. Het kan voorkomen dat kinderen, doordat ze buiten spelen, vieze kleren krijgen,

bijvoorbeeld modder- of grasvlekken. (Er kunnen eventueel door ouders speciale buitenspelkleren

meegegeven worden). Naast het buiten spelen worden er ook uitstapjes gemaakt buiten de

opvanglocatie. Een (of meer) van de vaste medewerkers kan bijvoorbeeld met een groepje kinderen

Page 25: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

25

naar de bakker, de speeltuin of de kinderboerderij gaan. Het aantal kinderen dat mee gaat is onder

andere afhankelijk van de mobiliteit, de leeftijd, het karakter van het kind en de activiteit die

ondernomen wordt. Bij grote activiteiten/uitstapjes bijvoorbeeld ‘paaseieren rapen’, waarbij alle

kinderen de groepsruimte van de stamgroep/basisgroep verlaat, worden de ouders van tevoren op

de hoogte gesteld. Er gaan voldoende begeleiders mee om kinderwagens te duwen en handen van

de kinderen vast te houden. Daarnaast is er voor de kinderen van de BSO vanaf acht jaar de

mogelijkheid om (na het opstellen van een persoonlijk contract) buiten de opvanglocatie activiteiten

uit te voeren. Zie digitaal kwaliteitshandboek Kwibuss Protocol Normering zelfstandig handelen van

BSO kinderen vanaf acht jaar.

Praktijkvoorbeelden:

We bieden kinderen onder professionele begeleiding de mogelijkheid om kennis te maken met

de wereld buiten de opvanglocatie, bijvoorbeeld een bezoekje aan de kinderboerderij of

speeltuin in de buurt.

We laten kinderen van de BSO (indien ouders daarvoor toestemming geven) (afhankelijk van

leeftijd en karakter van het kind) een kleine boodschap halen in de supermarkt in de buurt.

Beweegactiviteiten

Spelenderwijs bewegen is, net als de dagelijkse zorg, een voedingsbodem voor een gezond en

gelukkig kind. Binnen Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw heeft bewegen een

vaste plek op de dag. We voeren speelse beweegactiviteiten uit met de kinderen, waarbij de uitleg

op hen is afgestemd. We gaan in op de behoefte van de kinderen en weten hun “vrije spel” te

stimuleren. Uitgangspunten van de Beweegactiviteiten zijn onder andere plezierbeleving,

andersoortig materiaal (kranten, bakjes, dozen, ballen, bierviltjes, wasknijpers en linten) en

creativiteit.

Praktijkvoorbeelden:

We zingen en dansen met de kinderen op muziek en stimuleren op deze manier de motorische

ontwikkeling en de taalontwikkeling van de kinderen.

We laten kinderen tijdens spelactiviteiten kennis maken met verschillende materialen en

stimuleren hierbij hun creatieve ontwikkeling. Zo maken we bijvoorbeeld van een krant een

hemd om aan te doen.

Wenproces

Het ene kind kan meer moeite hebben met veranderingen, vreemde situaties of een nieuwe omgeving dan het andere, afhankelijk van de leeftijd of de omstandigheden. Wennen biedt kinderen de mogelijkheid kennis te maken met de pedagogisch medewerksters, de kinderen, de groepsruimte, de geluiden, de geuren, het dagritme en de regels van de groep, zonder het vertrouwde van de ouder(s). Het biedt het kind de gelegenheid vertrouwd te worden met de nieuwe situatie en een veilige plek op de groep te leren vinden, zodat het kind zich prettig gaat voelen binnen de kinderopvang en van daaruit zich kan gaan ontwikkelen. Daarnaast geeft het wennen de ouder(s) de mogelijkheid de reactie van hun kind te zien en rekening te kunnen houden met wat er bij komt kijken om hun kind weg te brengen. Wennen is in alle leeftijdsfases van een kind van belang maar krijgt wel, afhankelijk van de leeftijd, anders vorm.

Page 26: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

26

Concreet betekent dit bijvoorbeeld voor een baby dat er rust gecreëerd wordt, een vertrouwd plekje als bed en box gezocht wordt en dat er rust is om de overgang tussen thuis en de groep goed te laten verlopen. Bij een peuter staat het omgaan met andere kinderen centraal. De pedagogisch medewerkster zal het nieuwe kind voorstellen aan de andere kinderen, samen spelen met het kind tussen de andere kinderen, wegwijs maken in de groep, waar het toilet is, waar het speelgoed staat en het kind ondersteunen in het spel. Bij BSO-kinderen is het groepsgebeuren van belang en de uitleg over de mogelijkheden die er zijn bij de BSO. Natuurlijk zal de pedagogisch medewerkster het kind voorstellen aan de andere kinderen en samen zullen ze aansluiting zoeken bij de groep. Ouder kan de eerste opvang dag samen met de pedagogische medewerker het kind ophalen van school.

Wennen bij overplaatsing naar een andere stamgroep/basisgroep: Binnen het KDV hebben we horizontale en verticale groepen. Kinderen in de verticale groepen blijven in principe van 0 tot 4 jaar in dezelfde stamgroep. Zo ook de kinderen in de peutergroep van 2-4 jaar in dezelfde stamgroep verblijven. Kinderen in een horizontale groep worden rond hun 2e jaar overgeplaatst naar de peutergroep. Binnen de BSO kennen we basisgroepen van 4-7 jaar en van 8-13 jaar. Mocht er sprake zijn van overplaatsing naar een nieuwe basisgroep, wordt dit overlegd met de ouder.

Hierbij kan het gaan om: -Kinderen die de leeftijd hebben om naar een andere groep door te stromen; -Kinderen die eerder toe zijn aan een volgende groep en alvast gaan spelen op de nieuwe groep; -Kinderen die een aangepast wenbeleid nodig hebben en mogelijk later dan in eerste instantie

gepland, overgaan naar de volgende groep.

In alle gevallen wordt bekeken hoe zoveel mogelijk kan worden ingespeeld op de behoefte van het kind, binnen de mogelijkheden van de opvang. Samen met de ouders wordt afgesproken hoe het wennen bij een overplaatsing wordt vorm gegeven. De mentor van het kind begeleid de eerste dagen het kind en doet een overdracht van kindgegevens naar de andere groep zodat daar vanaf de start zo goed mogelijk kan worden ingespeeld op de behoeften van het betreffende kind. Per groep kan er maximaal 1 kind tegelijk wennen en dit kan maximaal 2 uur per dagdeel. De BKR op groepsniveau kan tijdens het wennen tijdelijk worden losgelaten. De BKR moet in dit geval terug te voeren zijn naar de geldende BKR op de betreffende locatie. Wenkinderen moeten te allen tijde terug kunnen naar de eigen stamgroep tijdens het wennen, ook dan zijn er voldoende beroepskrachten aanwezig. Daarnaast worden de wenkinderen ook meegerekend op de wengroep, omdat het, conform art. 5 lid 7 en 8 Regeling Kwaliteit, gaat om het aantal feitelijk aanwezige kinderen”.

Wennen bij plaatsing na aanmelding:

Wanneer een kind nieuw instroomt op een kindercentrum worden er afspraken gemaakt over het wennen. Deze afspraken worden gemaakt met de ouders tijdens het intakegesprek en schriftelijk vastgelegd. Het kind kan komen wennen wanneer het contract is ingegaan en wordt dan meegeteld met het totaal aantal kinderen van de basisgroep, volgens de vastgestelde pedagogisch medewerker- kindratio. Wanneer er afspraken worden gemaakt over wennen alvorens het contract is ingegaan, kan het kind voor maximaal twee keer boventallig op de stamgroep voor de duur van maximaal één dagdeel per keer komen wennen.

Page 27: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

27

Personeel

Pedagogisch medewerkers

Iedere groep van de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang heeft vier à vijf vaste

medewerkers. Daarnaast zijn er vaste invalkrachten. De pedagogisch medewerkers beschikken

allemaal over de vereiste opleiding, zoals die onder andere is vastgelegd in de CAO. Binnen

Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw is elke medewerker verplicht een Verklaring

Omtrent het Gedrag in te leveren. Er zijn er per dag voldoende bedrijfshulpverleners aanwezig. Ook

is er tijdens openingstijden ieder moment een pedagogisch medewerker per werkvorm ( KDV en

BSO) aanwezig die in het bezit is van een geldig Kinder- EHBO diploma.

Binnen Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw wordt gehandeld vanuit het

competentiegericht werken. Er is aandacht voor bijscholing op de verschillende terreinen van de

kinderopvang. Als er invalkrachten nodig zijn, wordt er zoveel mogelijk geprobeerd deze steeds met

een vaste kracht samen te laten werken. Voorop staat dat er voor de kinderen steeds een

vertrouwde persoon aanwezig is.

Gedurende de openstelling zijn er bij voorkeur minimaal twee volwassenen aanwezig.

In enkele situaties wordt de pedagogisch medewerker ondersteund door andere volwassenen, zoals

groepshulpen, vrijwilligers en/of stagiaires.

Beroepscode

Binnen het werkveld geldt er voor pedagogisch medewerkers een zogenaamde beroepscode. Een

beroepscode beschrijft hoe je je als beroepsbeoefenaar hoort te gedragen. Een beroepscode is geen

beroepsprofiel. De beroepscode is nadrukkelijk bedoeld als middel om de kwaliteit van de

beroepsuitoefening in de kinderopvang te bewaken en te vergroten. Bij de toepassing van de

beroepscode gaat het tenslotte om de waarborging van de kwaliteit in de meest brede zin van het

woord. De werknemersverenigingen zijn betrokken bij de totstandkoming van de beroepscode.

Een aantal voorbeelden met betrekking tot deze beroepscode van pedagogisch medewerkers die

werkzaam zijn binnen Kinderopvang Roermond en Kinderopvang Echt-Susteren en Maasgouw zijn

uitgewerkt in het pedagogisch beleid. Meer informatie is terug te vinden in het protocol

Beroepscode.

Inzet van de medewerkers:

Beroepskracht/ kindratio (BKR)

Binnen Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw worden de wettelijke regels nageleefd,

zo ook voor het aantal kinderen per pedagogisch medewerker. Deze zijn vastgelegd in het

Kwaliteitsconvenant en de Wet Kinderopvang.

½ Uur- en drie-uurregeling Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. Dit kan per weekdag verschillen, maar moet wel voor elke week hetzelfde zijn. Zo zijn aan het begin en einde van de dag minder kinderen aanwezig in het kindercentrum. Tijdens de

Page 28: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

28

middagpauze van pedagogisch medewerkers slapen veel kinderen, waardoor minder kinderen

Page 29: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

29

actieve pedagogische aandacht behoeven. Binnen de BSO geld een ½ uurs regeling waarin er afgeweken mag worden van de vereiste BKR. Op locatie wordt via Isy, prikbord aan de ouders geïnformeerd op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR.

Ondersteuning door andere volwassenen

Vrijwilligers: Binnen enkele opvangvormen/-locaties zijn vrijwilligers werkzaam. Zo hebben we peutergroep en tussenschoolse opvanglocaties waar pedagogisch medewerkers samenwerken met vrijwilligers. De vrijwilligers ondersteunen de pedagogisch medewerkers bij afgesproken werkzaamheden. Zie digitaal kwaliteitshandboek Kwibuss, protocol vrijwilligersbeleid.

Stagiaires: Binnen diverse opvanglocaties zijn stagiaires aanwezig. Zij staan boventallig ingepland en tellen niet mee in de leidster-kindratio. Stagiaires doen vanuit een opleiding werkervaring op in de praktijk en onder supervisie van de pedagogisch medewerkers. Zie digitaal kwaliteitshandboek Kwibuss, protocol Beroepspraktijkvorming.

Chauffeur extern taxibedrijf: Wanneer kinderen met vervoer van een extern taxibedrijf van school naar de buitenschoolse opvanglocatie worden gebracht, gebeurt dit onder verantwoordelijkheid van SKR-SKEM en de gemaakte afspraken inzake het vervoer. Zie digitaal kwaliteitshandboek Kwibuss protocol Vervoer BSO-kinderen.

In het locatie specifieke gedeelte van het pedagogisch beleid staat beschreven hoe de ondersteuning van andere volwassenen op die betreffende locatie vorm krijgt.

Achterwachtregeling Indien er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is op het kindercentrum en de BKR wordt niet overschreden, zoals tijdens de drie –uurregeling het geval is, dan is ook de achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar is die binnen ambulance aanrijdtijden in het kindercentrum aanwezig is. In het locatie specifieke gedeelte van het pedagogisch beleid staat beschreven wie deze persoon is en waar deze te bereiken is. Deze achterwacht is tijdens de openingstijden van het kindercentrum bereikbaar.

Het vier- ogenprincipe

Op de dagopvang (0-4 jaar) is het wettelijk verplicht het vierogen-principe toe te passen. Dit vormt een belangrijk onderdeel van het beperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag. Vanuit de wet wordt geëist dat de opvang zodanig wordt georganiseerd dat een pedagogisch medewerker, pedagogisch medewerker in opleiding, stagiaire, vrijwilliger of andere volwassene de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij of zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Doel van dit principe is dat het risico op misbruik van kinderen wordt beperkt, en wel door te voorkomen dat volwassenen zich binnen een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal gedurende langere tijd ongehoord of ongezien kunnen terugtrekken met een kind. Het is ook een manier om naast de kinderen, ook ons personeel te beschermen. Binnen SKR-SKEM is het vierogenprincipe ook van kracht bij de Buitenschoolse opvang.

Wij brengen het principe van vier ogen, vier oren en transparantie op verschillende manieren in praktijk:

Het grootste gedeelte van de dag zijn er twee volwassenen op de locatie aanwezig.

Page 30: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

30

Wij streven er naar dat er altijd meerdere volwassenen in het gebouw aanwezig zijn.

Aan het begin en aan het einde van de dag, tijdens de breng- en haalmomenten, zijn er naast de pedagogisch medewerkers ook veel ouders aanwezig.

Pedagogisch medewerkers lopen regelmatig elkaars groepsruimtes binnen om werk gerelateerde zaken te overleggen.

De leidinggevende loop regelmatig de groepsruimte binnen, wanneer deze op locatie is.

Regelmatig staan de deuren van de groepsruimtes open.

Ons open-deuren-beleid draagt bij aan het vier ogen principe. Er worden stagiaires (o.a. ouder dan 18) ingezet.

We laten deuren naar de verschoonruimtes en kindertoiletruimtes open, wanneer hier gebruik van wordt gemaakt.

Ramen en deuren (met ramen er in) laten we zoveel mogelijk vrij, zodat er overal waar mogelijk op de groepen naar binnen gekeken kan worden.

Onze omgangsnormen zijn vastgelegd in de beroepscode.

Bij signalen van mishandeling door een beroepskracht volgen wij de procedure volgens de Landelijke Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Slotwoord

Het pedagogisch beleid is zowel van toepassing op de kinderdagverblijven, de peutergroepen als de

buitenschoolse opvang. Afhankelijk van de individuele ontwikkeling van het kind, de opvangvorm en

de mogelijkheden die de groepsopvang biedt, wordt dit in de praktijk ingevuld.

Essentieel is dat dit in nauw overleg met de ouders gebeurt. Zonder samenwerking tussen ouders en

kinderopvang ten behoeve van het welbevinden van het kind is een goede opvang van kinderen niet

mogelijk. Kinderopvang is een verbreding van de opvoedingssituatie, waar kinderen te maken krijgen

met meerdere verzorgers en een andere omgeving met andere mogelijkheden.

Wij werken samen met andere organisaties zoals bijvoorbeeld Jeugdgezondheidszorg en diverse

basisscholen.

Kinderopvang Roermond, Echt-Susteren en Maasgouw creëren een zo uitdagend mogelijke speel- en

leeromgeving voor kinderen, waarbij we steeds uitgaan van de mogelijkheden van het kind.

Page 31: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

31

Bijlage 1 bij: Algemeen Pedagogisch Beleid van Stichting Kinderopvang Roermond en Stichting Kinderopvang Echt en Maasgouw ( SKR/SKEM)

Onderwerp: Inzet Pedagogisch Coach/ beleidsmedewerker SKR /SKEM

Datum: 1 januari 2019

De Pedagogisch Coach kenmerkt zich door het als allround coach verbeteren van de pedagogische kwaliteit

van dienstverlening en professionele ontwikkeling van de pedagogisch medewerkers van SKR. Hierin wordt

zij ondersteund door de Operationeel Manager, HR en Kwaliteit.

De Pedagogisch Coach fungeert als spil tussen het pedagogische beleid en de uitvoering hiervan. Vanuit

haar expertise heeft zij niet alleen een adviserende, maar indien nodig ook een doorverwijzende en

begeleidende functie richting de professionele hulpverlening.

Daarnaast zal de Pedagogisch coach aansluiten bij integrale overleggen met diverse ketenpartners op het

gebied van zorg, pedagogiek, scholing en VVE.

Aan het begin van ieder jaar wordt vastgesteld hoeveel uur de pedagogisch beleidsmedewerker/coach

ingezet zal worden. Hierin geldt de volgende rekenregel:

(50 uur x het aantal locaties + 10 uur per fte pedagogisch medewerkers)

De inzet van de Pedagogisch Coach is te lezen in het locatie specifieke beleid van iedere locatie. En

eveneens opvraagbaar bij de afdeling HR van SKR.

Indien mogelijk, dan wel wanneer wenselijk kan de Pedagogisch Coach als pedagogisch medewerker

meegeteld worden in de BKR. De stabiliteit van de groep en de sociaal – emotionele veiligheid van de

kinderen zijn hierin leidend.

Taken en werkzaamheden volgens de functieomschrijving:

• Helpt medewerkers in het signaleren van knelpunten en/of hiaten in hun werkzaamheden, kennis

en vaardigheden in relatie tot het pedagogische beleid.

• Achterhaalt samen met de medewerkers hun coaching behoeften

• Stelt een (individueel/ groepsgericht) coaching plan op c.q. faciliteert in het opstellen daarvan.

• Draagt bij aan de kwaliteitsverbetering door het coachen, ondersteunen en adviseren van

medewerkers bij de begeleiding van kinderen (ook in complexe situaties).

• Treedt afhankelijk van de situatie begeleidend, stimulerend of interveniërend op.

• Bewaakt de pedagogische kwaliteit van het functioneren van medewerkers en bespreekt dit met de

leidinggevende.

• Fungeert als voortrekker en voorloper bij veranderprocessen en deskundigheidsbevordering.

• Signaleert structurele knelpunten in de ontwikkeling van medewerkers, kwaliteit van

werkzaamheden en/of processen, methoden en programma’s en vertaalt deze naar adviezen voor

verbetering van het pedagogisch beleid.

Page 32: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

32

Bijlage 2 bij: Algemeen Pedagogisch Beleid van Stichting Kinderopvang Roermond en Stichting Kinderopvang Echt en Maasgouw ( SKR/SKEM)

Onderwerp: Meldcode Kindermishandeling Ingangsdatum: 1 januari 2019 De vernieuwde Meldcode Kindermishandeling is op 1 januari 2019 in werking getreden. Er zijn wegingskaders en meldnormen aan de Meldcode toegevoegd zodat een melding eerder gehoor krijgt en de juiste benadering zo snel mogelijk wordt ingezet. De Pedagogisch Medewerker heeft daarin samen met de Operationeel Manager een cruciale rol. Bij elk vermoeden van Kindermishandeling wordt de Operationeel Manager direct op de hoogte gesteld. Bij elk vermoeden wordt Veilig Thuis geraadpleegd. De OM begeleidt als aandachtsfunctionaris de Pedagogisch Medewerker in dit traject en is verantwoordelijk voor de te nemen stappen en besluitvorming. Daarbij wordt Veilig Thuis geraadpleegd bij elke te nemen stap. Het te volgen stappenplan bij vermoedens van kindermishandeling hangt in de vorm van een flyer zichtbaar in de groepen op alle locaties. Alle pedagogisch medewerkers hebben daarbij hun eigen exemplaar. Op iedere locatie is een speciale map voor de Meldcode Kindermishandeling met daarin: - Flyer stappenplan meldcode. - Vaststelling bij: de Meldcode bij Signalen van huiselijk Geweld en Kindermishandeling. - De Meldcode binnen Stichting Kinderopvang Roermond en Stichting Kinderopvang Echt en

Maasgouw. - Overzicht contactpersonen en taakomschrijving binnen SKR en SKEM wanneer vermoeden van

Kindermishandeling - Sociale Kaart bij de Meldcode Kindermishandeling - Signalenlijsten:

Signalenlijst 0-4 jaar, Signalenlijst 4-12 jaar, Signalen die kunnen duiden op mogelijk geweld/zedendelict door een collega.

- Formulier bij vermoeden Kindermishandeling - Handreiking participatie van kinderen bij de Meldcode Kindermishandeling. - Landelijk Protocol. - Beroepsgeheim, meldcode en meldrecht De inhoud van deze map is inzichtelijk op iedere locatie van Stichting Kinderopvang Roermond en Stichting Kinderopvang Echt en Maasgouw. Deze map behoort compleet te blijven. De benodigde documenten, protocol, formulieren en lijsten zijn tevens vindbaar in het digitale kwaliteitssysteem Kwibuss.

Page 33: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

33

Bijlage 3 bij: Algemeen Pedagogisch Beleid (ABP) van Stichting Kinderopvang Roermond en Stichting Kinderopvang Echt en Maasgouw ( SKR/SKEM)

Onderwerp: VVE a tm f

Datum: 1 januari 2019

Op het gebied van Voorschoolse Educatie ( VVE) dienen een aantal verplichte onderdelen opgenomen en

beschreven staan in het APB. Deze worden toegevoegd in de bijlage. Het gaat om de volgende onderdelen (

a tm f) , die op zo concreet en toetsbaar mogelijke wijze beschreven dienen te staan, ook in het locatie

specifieke pedagogische beleid van locaties waar kinderen met een VVE-indicatie worden opgevangen.

a. de voor het kindercentrum kenmerkende visie op de voorschoolse educatie en de wijze waarop

deze visie is te herkennen in het aanbod van activiteiten. (Dit is reeds gedeeltelijk opgenomen in

het Algemeen Pedagogisch Beleid van SKR/SKEM);

Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan

educatieve programma´s die alle gebieden van de ontwikkeling van het jonge kind stimuleren.

De VVE-programma´s beginnen in een peutergroep of kinderdagverblijf voor kinderen tussen 2

en 4 jaar(voorschool) en lopen door in de eerste twee groepen van de basisschool

(vroegschool). Ook binnen SKR is de doelstelling van het VVE-beleid om de ontwikkeling van

kinderen uit autochtone en allochtone achterstandsgroepen zodanig te stimuleren dat hun

kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. SKR

biedt het VVE programma aan kinderen tussen 2 en 4 jaar aan, welke een VVE indicatie

hebben. Het VVE-programma kent een gestructureerde didactische aanpak. Het VVE-beleid

wordt op gemeentelijk niveau vastgesteld en voldoet net als de uitvoering aan het VVE-

toetsingskader. SKR heeft per VVE locatie een VVE werkplan waarin uitgewerkt het

Pedagogisch beleid op het gebied van VVE, het VVE aanbod, de organisatie van VVE, de

zorgstructuur en de ouderbetrokkenheid. Het VVE werkplan is een onderdeel van het

pedagogisch beleid van de peuteropvang/ het kinderdagverblijf en het activiteitenplan van

groepen 1-2 van de basisschool. Zodoende wordt een doorgaande lijn voor alle kinderen

gewaarborgd.

b. de wijze waarop de ontwikkeling van het jonge kind wordt gestimuleerd, in het bijzonder op de

gebieden taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling;

Taal en taalbegeleiding

Ieder dagdeel wordt in de groep voorgelezen in de grote en/of de kleine kring. Voorlezen

stimuleert de taalontwikkeling, de spel- en de denkontwikkeling van kinderen.

Bij de thema’s worden specifieke thema woordlijsten en woordkaarten gemaakt, gebruikt en

aangevuld met specifieke woorden die in de activiteiten nadrukkelijk gebruikt worden

(Woordweb). Bij ieder thema passen specifieke liedjes, deze worden met elkaar in de kring

gezongen. Ook op andere momenten van de dag wordt gezongen, bijvoorbeeld voor het

tafelmoment, bij het opruimen en als de kinderen naar buiten gaan.

De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen om veel te vertellen en actief bezig te zijn

met taal.

Page 34: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

34

Aan kinderen met een VVE indicatie worden extra spel- en taalactiviteiten aangeboden. In een klein

groepje of individueel worden (nieuwe) woorden aangeleerd vanuit de principes: oriënteren,

demonstreren, verbreden en verdiepen.

Rekenen

Spelenderwijs komen de kinderen in aanraking met vaardigheden zoals beginnende

rekenontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie. In de themaplanning is hierbij aandacht voor de

specifieke onderdelen die daarbij aan bod komen en worden er diverse spelactiviteiten en

materialen aangeboden om de kinderen te prikkelen. Verder wordt in de dagelijkse praktijk ook

ieder moment aangepakt om met elkaar te tellen en cijferherkenning te stimuleren. Bij het

controleren van de presentielijst wordt bijvoorbeeld samen met de kinderen geteld wie er allemaal

zijn. Is iedereen aanwezig of is er een kindje misschien ziek. In de zandbak zijn verschillende

formaten emmers, wat is groot en wat is klein, waar kan meer in en waar minder, waarbij we juist

de kinderen met een VVE indicatie stimuleren mee te doen.

Ook tafelmomenten worden gebruikt om met elkaar te tellen en te herkennen. Een grote appel en

een kleine druif. Hoeveel bekers en hoeveel kinderen.

Motoriek en begeleiding

Bewegen om de grove motoriek te stimuleren is een onmisbaar onderdeel tijdens het werken met

peuters. Samen plezier beleven aan activiteiten die de motoriek verbeteren staat voorop.

Op het speelplein of in de speelzaal hebben de kinderen veel ruimte om te klimmen, klauteren, te

oefenen met rijdend materieel, loopspelletjes te doen en voor andere spelmogelijkheden. Tijdens

deze activiteiten wordt tegelijk geoefend met ruimtelijke begrippen en tegenstellingen: hoog, laag,

ver, dichtbij, langzaam, snel, etc.

Kinderen met een VVE indicatie worden extra gestimuleerd mee te doen en bewegend te spelen.

De fijne motoriek wordt gestimuleerd door met de kinderen te puzzelen, ze te leren hoe ze een

potlood vast kunnen houden, met het kralenplankje te spelen of te knippen en te plakken. Bij

kinderen met een VVE-indicatie kan tijdens al deze activiteiten tegelijk geoefend worden met taal:

benoem de kleuren, de plaatjes, de vormen, etc.

Spelen, sociale ontwikkeling en spelbegeleiding

Spelen en de sociale ontwikkeling horen bij elkaar. Spelen is een vrije activiteit tijdens welke het

kind zich breed ontwikkeld. Er zijn diverse vormen van spel: rollenspel, constructiespel,

manipulerend spel. Kinderen doorlopen deze spelvormen deels opvolgend, maar de spelvormen

overlappen elkaar ook. Het tempo waarin kinderen deze fasen doorlopen kan voor ieder kind

verschillend zijn. Tijdens vrij spel leren kinderen rekening te houden met elkaar en voor zichzelf op

te komen. Bij het vrij spelen in de groepsruimte, buiten of in de speelzaal is het ontspannen bezig

zijn in een veilige omgeving heel belangrijk.

Kinderen krijgen bij het spelen vertrouwen in hun eigen kunnen en ze kunnen velerlei

vaardigheden oefenen.

Op basis van de themaplanning worden spelhoeken en spelsituaties gecreëerd waarbij kinderen

spelenderwijs, met het gebruik van hun fantasie, leren hoe de echte wereld eruit ziet en hoe de

taal die nodig is gebruikt wordt.

Kinderen worden door de pedagogisch medewerkers begeleid in hun spel. Het

ontwikkelingsniveau van het spelen wordt geobserveerd en daar wordt het aanbod op aangepast.

Kinderen met een VVE indicatie worden extra begeleid en uitgenodigd om mee te spelen.

Page 35: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

35

c. de wijze waarop de ontwikkeling van peuters wordt gevolgd en de wijze waarop het aanbod van

voorschoolse educatie hierop wordt afgestemd;

Alle kinderen worden gevolgd met het observatie- en registratie instrument Kijk!.

Kijk is opgebouwd vanuit ontwikkelingslijnen en mijlpalen.

De beoordeling van betrokkenheid en de ontwikkeling van de basiskenmerken van kinderen zijn de

pijlers onder Kijk. De pedagogisch medewerkers zijn geschoold in het observeren van de kinderen

en de bijbehorende registratie in Kijk. Ieder kind heeft zijn/haar eigen mentor, die de supervisie

heeft over het dossier van het kind, welke ook bekend is bij de ouders.

Deze pedagogisch medewerker houdt regelmatig in het digitale Kijk Kinderdagboek de

ontwikkeling bij en op afgesproken registratiemomenten wordt een compleet beeld van één kind

uitgewerkt.

De verzamelde informatie van Kijk is een goed hulpmiddel bij de kind gesprekken (10-minuten

gesprek)en de overige gesprekken met ouders. Maar dient ook als informatiebron bij de overleggen

met de externe zorg-partners en bij de overdracht naar de basisschool.

De kinderen met een VVE indicatie worden twee maandelijks in de kindbespreking met o.a. de

externe zorgpartners (zoals JGZ en consultatiebureau) besproken. Binnen de peutergroep en het

kinderdagverblijf nemen de peuters deel aan een educatief peuterprogramma waarbij het spelen

vanuit betekenisvolle thema’s, het meedoen met de activiteiten en het leren van de Nederlandse

taal centraal staat.

Binnen SKR wordt gewerkt met diverse peuterprogramma’s ( Piramide, Puk en Co, Startblokken,

etc.) De didactisch uitgewerkte thema’s met schematische themaplanning geven een duidelijk

activiteiten overzicht met betrekking tot alle ontwikkelingsgebieden. Voor ieder kind met een VVE-

indicatie wordt per thema/periode een cognitief doel opgesteld in een werkplan/handelingsplan

(planning speciale aandacht) en na 2 maanden geëvalueerd met het VVE team. Zo krijgt het kind

een individuele begeleiding en wordt inzichtelijk hoe het kind zich ontwikkeld. Daarbij is

tussentijdse aanpassing van het aanbod eerder uitvoerbaar wanneer een kind meer specifieke

begeleiding nodig heeft.

De kinderen met een VVE-indicatie worden minimaal twee keer per week extra begeleid met het

oog op de gestelde doelen.

d. de wijze waarop de ouders worden betrokken bij het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen;

Ouders en verzorgers zijn de partners in de opvoeding. Hierbij spelen de wensen, meningen en

zienswijzen met betrekking tot de opvang van hun kind een grote rol. Daarom zorgen de

pedagogisch medewerkers voor een goede en open communicatie en informatieoverdracht op

basis van gelijkwaardigheid.

Bij het kinderdagverblijf en op de peutergroep zijn de haal- en brengmomenten de algemene

oudercontactmomenten. Alle groepen binnen SKR hebben vaste tijden waarop ouders hun kind

kunnen brengen en halen. Deze tijden staan in het locatie specifieke pedagogisch beleid van de

locatie beschreven. Ouders wordt geadviseerd om zoveel mogelijk hun kind zelf te brengen en te

halen.

Het eerste kwartier van de ochtend kunnen ouders met hun kind even samen spelen of een kleine

activiteit doen, bijvoorbeeld een puzzel. De pedagogisch medewerker kan het inloopkwartier

aangrijpen om de ouders te laten zien waar hun kind mee bezig is of wat het leuk of moeilijk vindt

om te doen. Ook kunnen ouders dan eventuele bijzonderheden van thuis uit met de pedagogisch

medewerker delen. Het is altijd mogelijk om een gesprekje met de pedagogisch medewerkers aan

te vragen, zodat op een rustiger moment meer uitgebreid overlegd kan worden (15-

Page 36: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

36

minutengesprek). Daarnaast zal de mentor van het kind regelmatig een gesprekje plannen buiten

de haal-en brengmomenten om de ontwikkeling van het kind te bespreken( 10 minuten gesprek,

meestal rond de verjaardag van het kind).

Alle ouders ontvangen een nieuwsbrief met de informatie over de inhoud van het lopende thema.

Ouders van kinderen met een VVE indicatie krijgen extra uitleg over de nieuwsbrief. Ook via de

thematafel, het woordweb en het prikbord/ISY worden de ouders geïnformeerd over het thema.

De voorlichting over de inzet van VVE is verkrijgbaar in meerdere talen. Ouders van kinderen met

een VVE-indicatie krijgen 1 keer per kwartaal middels het KIJK volgsysteem inzicht in de

ontwikkeling van hun kind tijdens een gesprek met de mentor. Binnen de locaties loopt tevens het

project VVE-thuis. Hiermee worden ouders met VVE-geïndiceerde kinderen tips of kleine

activiteiten voor thuis aangereikt zodat ze ook samen met hun kind aan de slag kunnen. Ouders

krijgen materialen ( leesboekjes, voorwerpen, woordkaartjes) en richtlijnen mee naar huis en

krijgen individueel uitleg van de pedagogisch medewerker.

e. het inrichten van een passende ruimte waarin voorschoolse educatie wordt verzorgd en het

beschikbaar stellen van passend materiaal voor voorschoolse educatie:

Voor de diverse vormen van spel is zijn de ruimtes verdeeld in hoeken, waaronder oa. de

huishoek, de bouwhoek, het atelier, de leeshoek en een themahoek. Op basis van de

themaplanning is eveneens een verteltafel ingericht. De materialen hierbij helpen om de

prentenboeken of talige activiteit behorende bij het thema te verduidelijken ( luisteren, herhalen

en begrijpen). Maar dient ook als inspiratie voor een spel of fantasiebeleving. Ook de inrichting van

de hoeken en de aanwezige materialen zijn veelal afgestemd op het lopende thema.

Om de kring te vormen zijn stoeltjes beschikbaar, of kleine matjes om op de grond te zitten.

In de kring ( groot of klein) wordt voorgelezen en de woorden die bij het thema horen geoefend

met de woordkaarten en de verschillende materialen van de themahoek.

Iedere locatie heeft daarnaast een grote tafel voor de eetmomenten en het knutselen. Ook aan

kleinere tafels kan in groepjes gewerkt worden met divers ontwikkelmateriaal.

Het beschikbare ontwikkelmateriaal varieert van het algemene aanbod zoals klei, puzzels, de

tekenspullen, auto’s en blokken tot de meer specifieke ontwikkelmaterialen die ook helpen om de

gestelde doelen voor de kinderen met VVE-indicatie te behalen, zoals een sorteerplank, hamertje

tik, constructiemateriaal, een kleurenspel, domino, etc. Er wordt onderscheid gemaakt in

materiaal zodat de diverse ontwikkelingsgebieden gestimuleerd worden.

f. de wijze waarop wordt vormgegeven aan de inhoudelijke aansluiting tussen voor- en vroegschoolse

educatie en aan een zorgvuldige overgang van het kind van voor- naar vroegschoolse educatie (

Overdracht naar basisschool);

Voor ieder kind met een VVE-indicatie en voor ieder kind met een zorg- indicatie vindt een warme

overdracht plaats tussen de mentor van het kind in de peutergroep en de leerkracht van de

basisschool voordat het kind 4 jaar wordt.

Tijdens deze overdracht wordt aan de hand van het Kijk- volgsysteem de ontwikkeling en eventuele

ontwikkelingsachterstanden en/of het opheffen hiervan besproken. Ouders hebben vooraf

schriftelijk toestemming gegeven voor deze overdracht.

Aan alle andere ouders zal eerst toestemming gevraagd worden voor deze warme overdracht.

Van alle kinderen worden na schriftelijke toestemming van ouders de Kijkregistratielijsten aan de

betreffende basisschool overgedragen in het kader van de doorgaande lijn.

Page 37: algemeen pedagogisch beleid - Kinderopvang Roermond · goede uitwerking daarvan in de praktijk willen we een bijdrage leveren aan kwalitatief goede opvang voor kinderen. Visie op

Algemeen Pedagogisch Beleid, 9 mei 2018, AJV Met bijlagen 1 tm 3 per 1 januari 2019 Met bijlagen 1tm

37

Ook terugkoppeling door de leerkracht naar de peutergroep is onderdeel van deze borging in het

volgen van de ontwikkeling van het kind. Zo komen eventuele verschillen in de ontwikkeling in

beeld en kan de leerkracht zijn of haar begeleiding van het kind met VVE-indicatie aanpassen waar

nodig.

De peutergroepen die in een basisschool gevestigd zijn volgen zoveel mogelijk het thematisch

aanbod van de leerweg van de school, hiermee worden alle ontwikkelingsgebieden met het accent

op taal zoveel mogelijk gestimuleerd. Hierover worden op structurele basis overleggen gevoerd (

pedagogisch medewerkers, leerkrachten en IB-ers) waarbij de te behalen doelen schriftelijk

worden vastgelegd zodat de aansluiting van het kind met VVE-indicatie dat naar de basisschool gaat

soepel verloopt. Doel van deze intensieve samenwerking is een doorgaande lijn voor alle kinderen

waarborgen.