‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om … · 2017. 8. 31. · het...

5
Mijn leermeester Jan-Willem Holtslag zei altijd: ‘Een goed ambtenaar haalt bij leven maar twee keer de krant. Bij geboorte en bij overlijden.’ Als gemeentesecretaris en algemeen directeur van de gemeente Rotterdam zit ik daar al ver overheen. Sorry Jan-Willem… ‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om vooruitgang te boeken’

Transcript of ‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om … · 2017. 8. 31. · het...

Page 1: ‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om … · 2017. 8. 31. · het ongelooflijk wat we hier met zijn allen voor elkaar hebben ge-kregen. En dat is het mooie

Mijn leermeester Jan-Willem Holtslag zei altijd: ‘Een goed ambtenaar haalt bij leven maar twee keer de krant. Bij geboorte en bij overlijden.’ Als gemeentesecretaris en algemeen directeur van de gemeente Rotterdam zit ik daar al ver overheen. Sorry Jan-Willem…

‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om vooruitgang te boeken’

Page 2: ‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om … · 2017. 8. 31. · het ongelooflijk wat we hier met zijn allen voor elkaar hebben ge-kregen. En dat is het mooie

2 3

mag van mij één dag in de week werken. Maar denk erom meneer Raets; geen stress, geen druk en geen deadlines!’ Met dat dringende advies verliet ik begin april 2012 de spreekkamer van mijn bedrijfsarts. Ik was al een paar maanden thuis om te herstellen

van een hartaanval en vond dat ik best weer wat kon doen. De bedrijfsarts dacht daar dus heel anders over (een paar weken later begreep ik waarom…). Terwijl ik thuis op de bank nog zat bij te komen van deze boodschap ging mijn mobiel. Het was Koos van der Steenhoven. Hij was in opdracht van het Rotterdamse college op zoek naar een interim gemeentesecretaris en moest aan mij denken. Ik had op dat moment natuurlijk direct moeten bedanken, maar hoorde mijzelf ‘ja interessant’ zeggen. Twee dagen later zat ik tegenover het voltallige college in de statige collegekamer van het stadhuis. Een voor een stelden ze mij een vraag. Op wethouder Jantine Kriens na, kende ik niemand. Het was een prettig gesprek en met een goed gevoel verliet ik de collegekamer. Een paar uur later werd ik gebeld dat ze met mij in zee wilden gaan.

Voetje voor voetjeIn het gesprek had ik verteld dat ik vanwege mijn gezondheid nog niet fulltime kon werken. Dat bleek ook niet nodig, want mijn opdracht bestond uit het voorbereiden van de collegeretraite, de invoering van motie 31 binnen de organisatie en de werving van de nieuwe gemeentesecretaris. Ik zou dus drie dagen per week aan de slag gaan. Met mijn bedrijfsarts moest ik daarover nog wel een pittig gesprek voeren, maar met wat serieuze randvoor-waarden vond hij het goed. Op maandag 23 april begon mijn eerste werkdag op de Coolsingel. De vertrekkende gemeentese-cretaris Arjan van Gils heb ik nog twee dagen meegemaakt. Mijn allereerste ‘officiële’ optreden was dodenherdenking op 4 mei. Na de herdenkingsbijeenkomst in de Laurenskerk en de ceremo-nie op Stadhuisplein, waarbij ik anderhalf uur moest staan, liep ik terug naar mijn auto die bij het Doelwater geparkeerd stond (ik woonde toen nog in Den Haag). Ik heb daar zonder overdrijven drie kwartier over gedaan. Voetje voor voetje strompelde ik door de stad. Nu pas voelde ik hoe kapot mijn lijf nog was van die hartaanval. Ik realiseerde me ook dat het advies van de bedrijfs-arts echt niet overdreven was. In mijn auto dacht ik alleen maar ‘wat heb ik godsnaam gedaan door hier ja tegen te zeggen…’.

Rotterdamse energie Maar ik wilde het zó graag, dus ging ik door. Ondanks dat ze thuis zeiden dat het onverstandig was. Dat ik het volhield, heb ik vooral te danken aan mijn team. Zij zorgden ervoor dat ik om vijf uur stopte, mijn agenda niet te vol raakte, ik niet teveel werk mee naar huis nam en op tijd naar Den Haag terug reisde. Omdat ik dat reizen best vermoeiend vond, sliep ik regelmatig bij hotel Bazar in de Witte de Withstraat. Voor tachtig euro huurde ik daar een kamer met ontbijt. Ik betaalde dat uiteraard uit eigen zak,

Ik genoot van Rotterdam en de nieuwe ontmoetingen met collega’s, ondernemers en bewoners.

Een voor een stelden ze mij een vraag. Op wethouder Jantine Kriens na, kende ik niemand.

want ik was tenslotte al duur genoeg… Ik genoot van Rotterdam en de nieuwe ontmoetingen met collega’s, ondernemers en bewoners. Ik voelde me echt welkom. Zowel in de stad als op het stadhuis ervaarde ik dat die ‘niet lullen maar poetsen mentaliteit’ geen marketing oneliner was, maar realiteit. Er heerste een soort common sense dat sommige dingen gewoon moesten gebeuren. Alle directeuren uit de concerndirectie beseften bijvoorbeeld dat we niet om de grote krimp heen konden. Ook allerlei bedrijven en winkels moesten vanwege de economische crisis krimpen, of er-ger nog hun deuren sluiten. Tegelijkertijd voelde je dat Rotterdam in de ban was van de vernieuwingsplannen als de Markthal, het Centraal Station en De Rotterdam. Langzaam kwam mijn energie weer terug en ik voelde me steeds meer het mannetje.

Nee werd toch jaEn toen liep Jantine Kriens mijn kamer binnen met de verras-sende vraag of ik niet zelf de nieuwe gemeentesecretaris wilde worden. Daar was volgens haar genoeg draagvlak voor. Zo had ik het nog niet bekeken... Een van mijn opdrachten was om de wervingsprocedure vorm te geven en dan denk je dus niet aan jezelf.

Page 3: ‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om … · 2017. 8. 31. · het ongelooflijk wat we hier met zijn allen voor elkaar hebben ge-kregen. En dat is het mooie

4 5

Daarnaast was ik nog aan het revalideren en ik had een fantas-tische job bij het adviesbureau PBLQ van waaruit ik deze interim opdracht deed. Ook hechtte ik veel waarde aan de code dat je nooit overstapt naar een opdrachtgever. En last but not least; ik wist dat mijn vrouw en twee tienerdochters niet met mij mee zouden gaan naar Rotterdam, omdat hun leven zich in Den Haag afspeelde. Ik besloot dus om het niet te doen. De wervingspro-cedure werd opgestart maar leidde tot niets. Tijdens de voorbe-reiding van de tweede procedure liet ik Jantine weten dat als die ook tot niets leidde, ik er wel over wilde praten (op het moment dat je dat zegt ben je eigenlijk al verkocht). Ik was ondertussen nog meer van Rotterdam gaan houden en er lag een prachtige opdracht. Toch hoopte ik diep in mijn hart dat er een geschikte kandidaat zou worden gevonden, omdat ik vond dat het ik echt niet kon maken tegenover mijn baas en mijn gezin. Toen ook de tweede procedure niets opleverde (vast ook doordat ze de kandidaten teveel met mij gingen vergelijken), heb ik ja gezegd. Op de derde dinsdag van september vergadert het college bij traditie in Sociëteit De Witte in Den Haag en daar ben ik toen be-noemd tot gemeentesecretaris. De dag erna volgde een moeilijk en onvergetelijk gesprek met mijn baas Leo Smits, waarin ik hem vertelde dat ik per 1 oktober in dienst zou treden bij de gemeente Rotterdam. Leo, die mij beschouwde als een van zijn kroonprin-sen, ging in eerste instantie niet akkoord met mijn ontslag. Maar nadat hij inzag dat het voor mij én voor Rotterdam het beste was, liet hij me gaan.

De Markthal, het Collectiegebouw. Dat je dat toestaat en ondersteunt als stadsbestuur! Ik vind het geweldig om daar onderdeel van te zijn geweest.

De liefde voor RotterdamU vraagt zich misschien af wat de doorslag gaf om toch voor deze baan te gaan? Dat was zeker niet het geld. Ook al is er veel te doen geweest over mijn salaris, voor mij was dat niet de reden. Sterker nog, ik verdiende bij het adviesbureau veel meer. Nee, het was de liefde voor het openbaar bestuur én voor Rotterdam. Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om vooruitgang te boeken. Die drang om te veranderen en verder te komen zit in de genen. Wil je daar vanuit het openbaar bestuur een bijdrage aan leveren, dan moet je dus hier zijn! Deze stad stopt nooit met denken, dromen en doen. Zelfs niet tijdens de zwaarste crisisjaren. Als ik terugdenk aan wat ik vijf jaar geleden zag als ik op zondagochtenden uit het raam van mijn apparte-ment in De Calypso richting Centraal Station keek en wat ik nu zie, dan is dat een wereld van verschil. Ik zie nu een vol plein. Hordes mensen die de stad inlopen, groepjes die op het gras-veld zitten, toeristen en dagjesmensen die selfies nemen. Het illustreert zo goed hoe deze stad in vijf jaar veranderd is. Ik vind het ongelooflijk wat we hier met zijn allen voor elkaar hebben ge-kregen. En dat is het mooie aan bij het openbaar bestuur werken: je hebt zelf een definieerbare bijdrage. Er zijn andere mensen die de stad bouwen, maar het stadsbestuur definieert wel hoe het eruit moet zien, waar het komt en wat de kwaliteitseisen zijn. De Markthal, het Collectiegebouw. Dat je dat toestaat en onder-steunt als stadsbestuur! Ik vind het geweldig om daar onderdeel van te zijn geweest. Daarom beschouw ik afgelopen jaren ook als de mooiste jaren uit mijn carrière.

Page 4: ‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om … · 2017. 8. 31. · het ongelooflijk wat we hier met zijn allen voor elkaar hebben ge-kregen. En dat is het mooie

6 7

dossier als zwaar en heel vervelend ervaren. Voor mij persoon-lijk speelde er nog de hele discussie rondom mijn salaris. Mijn leermeester Jan-Willem Holtslag zei altijd: ‘Een goed ambtenaar haalt maar twee keer de krant. Bij geboorte en bij overlijden.’ Als gemeentesecretaris en algemeen directeur van de gemeente Rotterdam zit ik daar al ver overheen. Ik ben daar niet trots op. Een ambtenaar moet zich niet profileren. En als je dan toch in de krant komt, dan zeker niet om zoiets als je salaris. Ik vond het niet prettig om zo negatief in de belangstelling te staan. Maar soms moet je nu eenmaal door de zure appel heen bijten, dat hoort bij deze functie. En hoe moeilijk en lastig die dossiers ook waren, échte rampen zoals in Brussel, Parijs en Londen zijn ons gelukkig niet overkomen. Ik had laatst collega’s uit London op bezoek en toen kwamen de terreuraanslagen en de grote flatbrand ook even ter sprake. Als je als stad zoiets vreselijks meemaakt, dan houdt je dat als openbaar bestuur maanden in de greep. Ik denk dat we heel blij moeten zijn dat die beker tot nu toe aan ons voorbij is gegaan. Want als de evenementenstad van Nederland, met grote happenings als de NN Marathon Rotterdam, het North Sea Jazz Festival en het Zomercarnaval, die tienduizenden mensen op de been brengen, ben je extra kwetsbaar.

In hippe lijstjes kun je niet wonenRotterdam staat weer op de hippe lijstjes en heeft in een razend tempo het imago van wereldstad gekregen. City of the year 2015. De beste binnenstad van Nederland. Opgenomen in de steden-top-10 van Lonely Planet. Centraal Station, De Rotterdam en de Markthal zijn binnen een jaar iconen geworden. Het heeft allemaal te maken met de fysieke verschijning van de stad. Iets waar we natuurlijk trots op mogen zijn en dat aantoonbaar zijn vruchten afwerpt: meer toeristen, meer inwoners in de binnen-

stad, een positief imago bij studenten en hoger opgeleiden. Volgend jaar staat het Collectiegebouw te glimmen in het Muse-umpark en verschijnt er nog meer hoogbouw in de binnenstad. Helaas gaat de sociale vooruitgang hier niet in hetzelfde tempo achteraan. Dat het goed gaat met de stad betekent niet automa-tisch dat het ook goed gaat met de inwoners. Veel Rotterdam-mers profiteren nauwelijks van al die noteringen op de hippe lijstjes. Want in lijstjes kun je eenmaal niet wonen. Rotterdam is nog steeds de stad met het hoogste aantal werklozen, de meeste bijstandsgerechtigden, te lage citoscores en problemen als schulden, eenzaamheid, schooluitval en luchtvervuiling. Maar ondanks dat gaven de Rotterdammers in de laatste Omnibusen-quête aan gelukkiger te zijn en meer vertrouwen te hebben in het stadsbestuur dan de jaren ervoor. Dat raakt mij.

Het verhaal van de stadWe mogen ons ook de komende jaren niet laten verblinden door de iconen en het succes van de binnenstad. Gelukkig doen we dat ook niet. Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid is een langdurige investering in Rotterdam-Zuid op het gebied van economie, onderwijs, werk, wonen en veiligheid. Ook wordt er veel geïnvesteerd in het fysieke domein zoals het Hart op Zuid, Katendrecht en straks Feyenoord City. Dat soort investeringen leidt uiteindelijk ook tot sociale vooruitgang, alleen is dat een veel trager proces. Maar ik ben ervan overtuigd dat het stapje voor stapje winst oplevert. Ik wil ook nog even stilstaan bij de initiatieven die we in het leven hebben geroepen om de overheid dichter bij de burger te brengen. De Burgerjury, Date je college, Right to challenge, Buurt Bestuurt, Rotterdammergericht werken, Kendoe. Rotterdam heeft een stadsbestuur dat zich hier honderd procent voor inzet. Wil je een wethouder spreken of de burge-

Dat het goed gaat met de stad betekent niet automa-tisch dat het ook goed gaat met de inwoners.

meester, dan krijg je die ook te spreken. En wat te denken van het project Het Gesprek met de Stad. Na maanden in gesprek te zijn geweest met Rotterdammers over de toekomst van de stad, is er een schat aan informatie verzameld. Al die meningen, ideeën en toekomstdromen zijn geordend en toegankelijk gemaakt in één verhaal: Het Verhaal van de Stad. Iedereen kan het gebruiken bij het vormgeven van zijn eigen toekomst. Wij moeten de komende jaren vooral ook leren om groei te managen. Niet alleen binnen onze gemeentelijke organisatie maar ook in de stad. Er gaan de komende jaren duizenden mensen extra in Rotterdam wonen. Al die mensen moeten hun auto kunnen parkeren, hun kinderen naar school brengen, boodschappen doen, recreëren, de stad uitrijden. Hoe gaan we daar mee om? En hoe trekken we de beste mensen aan? Want de strijd om talent is in volle hevigheid losgebarsten. Vooral in de nieuwe beroepen. Dat zijn volgens mij de vraagstukken van de toekomst. En wat betreft mijn eigen toekomst? Ik ga aan de slag als voorzitter van het college van be-stuur van Zadkine, een school voor middelbaar beroepsonderwijs in Rotterdam. Ik heb daar erg veel zin in.

Philippe Raets

Door de zure appel heen bijtenNatuurlijk kende de afgelopen periode ook schandalen en moei-lijke dossiers zoals de moskee-internaten, BOOR, de Ordina-zaak en de Boompjeskade. Die laatste kwam ook nog eens op een moment dat we eindelijk door de ergste krimp heen waren en de boel weer een beetje op de rit kregen. Het Timmerhuis was op-geleverd, het financiële systeem Oracle was ingevoerd, de jaar-rekening was op orde. We kregen weer wat blos op de wangen, zeg maar. Ook durfden we weer mee te dingen naar titels als ‘beste werkgever’ en ‘beste overheidsinstantie’, wedstrijden waar we jarenlang niet meer aan meegedaan hadden. En toen kwam dit dossier op tafel. In mijn beleving legde het een grauwsluier over alles heen. Het vroeg niet alleen heel veel capaciteit van onze beste mensen, maar het drukte ook de opkomende trots weer de kop in. Velen vertelden op een verjaardagsfeestje maar liever niet dat ze bij de gemeente Rotterdam werkten. Het vertrek van concerndirecteur Paula Verhoeven heeft het gevoel van zelfvertrouwen geen goed gedaan. In de concerndirectie, die in-middels een echt een team was en allang geen vergadering van stamhoofden meer, sloeg het nieuws in als een bom. Ik heb dit

Page 5: ‘Ik ken geen stad in Nederland waar zoveel drift en lust zit om … · 2017. 8. 31. · het ongelooflijk wat we hier met zijn allen voor elkaar hebben ge-kregen. En dat is het mooie

8

Tekst: Philippe RaetsFotografie: Levien Willemse en beeldbank gemeente RotterdamVormgeving: BCO team Creatie, Mundus Joore

Verschenen op 31 augustus 2017 als afscheidsessay