Agressiviteit prostaatkanker verandert niet met de tijd

1
44 wetenschap nieuws mednet 10I2013 tekst jenneke vAn de Streek Overschrijden omslagpunt neuron zet aan tot migraine Agressiviteit prostaatkanker verandert niet met de tijd De mate van agressiviteit van een prostaatkanker wordt bepaald als de tumor ontstaat en dit verandert niet met de tijd. Dat stellen onderzoekers van Harvard Medical School in onderzoek dat is gepubliceerd in Cancer Research. Zij geven daarmee extra bewijs voor de begeleiding van man- nen met laaggradige tumoren met actieve surveillance. Het onderzoek inventariseerde het stadium en de agressiviteitgraad van de gediagnosticeerde prostaatkankers in vier verschillende tijdsperioden: voor en na de introductie van de PSA-screening en tussen 1982 en 2004. De pre-PSA-periode diende daarbij als controlegroep. Het percentage mannen dat een PSA-screening onderging nam tussen 1994 en 2000 toe van 42 naar 81. Aan het onderzoek namen 420 mannen uit de Physicians Health Study deel en 787 mannen die meedoen met de Health Professio- nals Follow-up Study. Na de diagnose was de tumor bij hen chirurgisch verwijderd. In dit bewaarde prostaatweefsel hebben de onderzoekers opnieuw het stadium en de gradatie van de tumor bepaald. Het onderzoek stond onder leiding van Kathryn Penney, docent aan Harvard Medical School en epidemioloog bij Brigham and Women’s Hospital in Boston. Sinds de introductie van de PSA-screening nam het aantal tumoren in een vergevorderd stadium af van 19,9 procent naar 3 procent; een forse afname van 86 procent. In dezelfde periode was er slechts een matige afname van 30 procent in het aantal hooggradige tumoren. In de periode tussen 1982 en 1993 had 25,3 procent van de tumoren een hoge Gleason-score en 17,6 procent in de periode tussen 2000-2004. In nader onderzoek van de afname van de gradatie bleek dat het niet zo was dat de screening progressie naar agressievere tumoren voorkomt, maar dat van- wege de screening het aantal diagnoses van laaggradige tumoren relatief hoger was; deze tumoren zouden zonder screening nooit gevonden zijn. Penney was verbaasd dat de incidentie van hooggradige tumoren in de loop van de jaren zo stabiel was. “Als de Gleason-score ook progressief zou zijn, dan zouden we een vergelijkbare afname van de scoreverwach- ting zien als van de stadiëring.” Dat het aandeel diagnoses met hoge Glea- son-score door introductie van de screening niet substantieel is veran- derd, is een bewijs voor de aanname dat laaggradige prostaatkanker zich niet ontwikkelt tot een hooggradige tumor en dat radicale prostatectomie bij laaggradige ziekte niet nodig is. Als de prikkelbaarheid van neuronen in de hersenen een kritiek punt heeft bereikt, is één minimale impuls voldoende om een migraineaanval in gang te zetten. Dat betogen de drie voormalige NWO Spinozalaureaten michel ferrari, albert van den Berg en marten scheffer in een publicatie in Plos One. Dat zou betekenen dat een aanval te voorspellen is. Deze publicatie is het eerste resultaat van de samenwerking die de drie hoogleraren na de ontvangst van hun Spinozapremie in 2009 zijn aange- gaan. Ferrari, neuroloog in het LUMC, scheffer, wiskundig bioloog aan de Wageningen Universiteit, en Van den Berg, nanotechnoloog aan de Universi- teit twente, bundelen hun specifieke kennis binnen het onderzoek naar migraine. Ferrari is migrainedeskundige, scheffer onderzoekt plotselinge omslagpunten in complexe systemen en Van den Berg werkt aan nauwkeu- rige metingen van lichaamsprocessen met labs-on-a-chip. Bekend is dat migraine een gevolg is van een depolarisatie op een punt in de hersenen. Depolarisatie verspreidt zich als een onstuitbare golf door de hersenschors en gebieden dieper in het brein. Hoe deze depolarisatie ont- staat is nog de vraag. De onderzoekers denken nu dat genetische aanleg en hormonale schommelingen zorgen voor een geleidelijke toename van de prikkelbaarheid binnen het hersennetwerk van zenuwen die elkaar sti- muleren en afremmen. Als deze opbouw een kritiek punt bereikt, is één minimale verandering zoals een lichtimpuls voldoende om een depolari- satie te starten. Dit neuron steekt vervolgens een nabij neuron aan, waarop de depolarisatiegolf zich verder verspreidt. Als dit het geval is, is het van belang om dit omslagpunt te voorspellen. De onderzoekers ver- wachten dat de hersteltijd van individuele neuronen om na een prikkel terug te keren in normale toestand een geschikte voorspeller is. Hoe snel- ler het brein terugveert des te verder weg is de aanval. Het meten van de hersteltijd maakt het mogelijk dat migrainepatiënten gerichter hun medi- catie kunnen innemen. Nu slikken migrainepatiënten dagelijks medicijnen om aanvallen te voorkomen, terwijl dit gepaard gaat met bijwerkingen. FOTO SPRINGER MEDIA Vitamine D bij oorontsteking Kinderen met lage vitamine D-spiegels en terugkerende oorin- fecties hebben mogelijk baat bij vitamine D-suppletie. Italiaanse onderzoekers randomi- seerden 116 kinderen met terug- kerende otitis media acuta naar dagelijkse placebo of suppletie met 1000 IE vitamine D gedurende vier maanden. De gemiddelde vita- mine D-spiegels waren voor aan- vang van de studie in beide groe- pen lager dan de aanbevolen waarde van 30 ng/ml. Na zes maanden steeg de gemiddelde spiegel in de vitamine D-groep tot 36,2 ng/ml tegenover 18,7 ng/ml in de placebogroep. In de vitamine D-groep kregen 26 kinderen een of meerdere oorinfecties tegenover 38 in de placebogroep. Onderzoekers van Harvard inventariseerden het stadium en de agressiviteitgraad van de gediagnosticeerde prostaatkankers

Transcript of Agressiviteit prostaatkanker verandert niet met de tijd

Page 1: Agressiviteit prostaatkanker verandert niet met de tijd

44  wetenschap nieuws   mednet 10I2013tekst jenneke vAn de Streek

Overschrijden omslagpunt neuron zet aan tot migraine

agressiviteit prostaatkanker verandert niet met de tijd De mate van agressiviteit van een prostaatkanker wordt bepaald als de tumor ontstaat en dit verandert niet met de tijd. Dat stellen onderzoekers van Harvard Medical School in onderzoek dat is gepubliceerd in Cancer Research. Zij geven daarmee extra bewijs voor de begeleiding van man-nen met laaggradige tumoren met actieve surveillance.

Het onderzoek inventariseerde het stadium en de agressiviteitgraad van de gediagnosticeerde prostaatkankers in vier verschillende tijdsperioden: voor en na de introductie van de PSa-screening en tussen 1982 en 2004. De pre-PSa-periode diende daarbij als controlegroep. Het percentage mannen dat een PSa-screening onderging nam tussen 1994 en 2000 toe van 42 naar 81. aan het onderzoek namen 420 mannen uit de Physicians Health Study deel en 787 mannen die meedoen met de Health Professio-nals Follow-up Study. na de diagnose was de tumor bij hen chirurgisch verwijderd. In dit bewaarde prostaatweefsel hebben de onderzoekers opnieuw het stadium en de gradatie van de tumor bepaald. Het onderzoek stond onder leiding van kathryn Penney, docent aan Harvard Medical School en epidemioloog bij Brigham and women’s Hospital in Boston. Sinds de introductie van de PSa-screening nam het aantal tumoren in een vergevorderd stadium af van 19,9 procent naar 3 procent; een forse afname van 86 procent. In dezelfde periode was er slechts een matige afname van 30 procent in het aantal hooggradige tumoren. In de periode tussen 1982 en 1993 had 25,3 procent van de tumoren een hoge gleason-score en 17,6 procent in de periode tussen 2000-2004. In nader onderzoek van de afname van de gradatie bleek dat het niet zo was dat de screening progressie naar agressievere tumoren voorkomt, maar dat van-wege de screening het aantal diagnoses van laaggradige tumoren relatief hoger was; deze tumoren zouden zonder screening nooit gevonden zijn. Penney was verbaasd dat de incidentie van hooggradige tumoren in de loop van de jaren zo stabiel was. “als de gleason-score ook progressief zou zijn, dan zouden we een vergelijkbare afname van de scoreverwach-ting zien als van de stadiëring.” Dat het aandeel diagnoses met hoge glea-son-score door introductie van de screening niet substantieel is veran-derd, is een bewijs voor de aanname dat laaggradige prostaatkanker zich niet ontwikkelt tot een hooggradige tumor en dat radicale prostatectomie bij laaggradige ziekte niet nodig is.

Als de prikkelbaarheid van neuronen in de hersenen een kritiek punt heeft bereikt, is één minimale impuls voldoende om een migraineaanval in gang te zetten. Dat betogen de drie voormalige NWO Spinozalaureaten michel ferrari, albert van den Berg en marten scheffer in een publicatie in Plos One. Dat zou betekenen dat een aanval te voorspellen is.

Deze publicatie is het eerste resultaat van de samenwerking die de drie hoogleraren na de ontvangst van hun Spinozapremie in 2009 zijn aange-gaan. Ferrari, neuroloog in het LUMC, scheffer, wiskundig bioloog aan de wageningen Universiteit, en Van den Berg, nanotechnoloog aan de Universi-teit twente, bundelen hun specifieke kennis binnen het onderzoek naar migraine. Ferrari is migrainedeskundige, scheffer onderzoekt plotselinge omslagpunten in complexe systemen en Van den Berg werkt aan nauwkeu-rige metingen van lichaamsprocessen met labs-on-a-chip. Bekend is dat migraine een gevolg is van een depolarisatie op een punt in de hersenen. Depolarisatie verspreidt zich als een onstuitbare golf door de hersenschors en gebieden dieper in het brein. Hoe deze depolarisatie ont-staat is nog de vraag. De onderzoekers denken nu dat genetische aanleg en hormonale schommelingen zorgen voor een geleidelijke toename van de prikkelbaarheid binnen het hersennetwerk van zenuwen die elkaar sti-muleren en afremmen. als deze opbouw een kritiek punt bereikt, is één minimale verandering zoals een lichtimpuls voldoende om een depolari-satie te starten. Dit neuron steekt vervolgens een nabij neuron aan, waarop de depolarisatiegolf zich verder verspreidt. als dit het geval is, is het van belang om dit omslagpunt te voorspellen. De onderzoekers ver-wachten dat de hersteltijd van individuele neuronen om na een prikkel terug te keren in normale toestand een geschikte voorspeller is. Hoe snel-ler het brein terugveert des te verder weg is de aanval. Het meten van de hersteltijd maakt het mogelijk dat migrainepatiënten gerichter hun medi-catie kunnen innemen. nu slikken migrainepatiënten dagelijks medicijnen om aanvallen te voorkomen, terwijl dit gepaard gaat met bijwerkingen.

FOTO

SPr

Ing

er M

eDIa

Vitamine D bij oorontsteking Kinderen met lage vitamine D-spiegels en terugkerende oorin-fecties hebben mogelijk baat bij vitamine D-suppletie.

Italiaanse onderzoekers randomi-seerden 116 kinderen met terug-kerende otitis media acuta naar dagelijkse placebo of suppletie met 1000 Ie vitamine D gedurende vier maanden. De gemiddelde vita-

mine D-spiegels waren voor aan-vang van de studie in beide groe-pen lager dan de aanbevolen waarde van 30 ng/ml. Na zes maanden steeg de gemiddelde spiegel in de vitamine D-groep tot 36,2 ng/ml tegenover 18,7 ng/ml in de placebogroep. In de vitamine D-groep kregen 26 kinderen een of meerdere oorinfecties tegenover 38 in de placebogroep.

Onderzoekers van Harvard inventariseerden het stadium en de agressiviteitgraad

van de gediagnosticeerde prostaatkankers