Vijf aanbevelingen voor een lokaal toewijzingsreglement - Nele Vandaele, Leiedal
• opmaakJRVLG050405 › files › ebib › jaarverslagen › Leiedal...De bevolking van de...
Transcript of • opmaakJRVLG050405 › files › ebib › jaarverslagen › Leiedal...De bevolking van de...
Inte
rco
mm
un
ale
Leie
dal
Jaar
vers
lag v
an h
et v
ijfe
nve
ertigst
e die
nst
jaar
- 2
004
www.leiedal.bewww.leiedal.bebedrijventerreinen
stedenbouw
milieu
informatie- en communicatietechnologie
mobiliteit
herbestemmingsprojecten
intergemeentelijke samenwerkingprojectontwikkelingstreekontwikkeling
������������ �����
GEBRUIKTE AFKORTINGEN
AGUR Agence d'Urbanisme et de Développement de la
région Flandre Dunkerque (Frankrijk)
AMINAL Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en
Waterbeheer (Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap)
APIM Agence pour la Promotion Internationale de
Lille Métropole (Frankrijk)
AROHM Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting
en Monumenten en Landschappen
(Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap)
BERI Brownfield European Regeneration Initiative
(Interreg-IIIC-project)
BISK Bedrijventerreinen-inventarissysteem van
het arrondissement Kortrijk
BITLAR Beheerscomité van het Internationaal
Transportcentrum LAR
BPA bijzonder plan van aanleg
CePRO Centrum voor Productontwikkeling
CeSie Centrum voor Sociaal-Innoverende Economie
COPIT Conférence Permanente Intercommunale
Transfrontalière (Nederlands: GPCI)
CRISM Creating a Regional Information Services Market
cv coöperatieve vennootschap
cvba coöperatieve vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid
DRK Digitale Regio Kortrijk
EFRO Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
ENM Espaces Naturels Métropolitains
ERNACT European Regions' Network for the Applications of
Communications Technology
ERSV Erkend Regionaal Samenwerkingsverband
GAPAK Gemeenschappelijk Algemeen Plan van Aanleg
van het arrondissement Kortrijk
GECORO Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke
ordening
GIS geografisch informatiesysteem
Gnop gemeentelijk natuurontwikkelingsplan
GOM Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij
GPCI Grensoverschrijdende Permanente Conferentie
van Intercommunales (Frans: COPIT)
GRB grootschalig referentiebestand
GROOtSTAD Grensoverschrijdend Ontwikkelings- en
Ordeningsschema - Schéma Transfrontalier
d'Aménagement et de Développement
GRUP gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
HST hogesnelheidstrein
HST4i HST for Integration (Interreg-IIIB-project)
ICT informatie- en communicatietechnologie
IDETA Intercommunale de Développement
Economique et d'Aménagement du Territoire
(Tournai-Ath)
IEG Intercommunale d'Etude et de Gestion
(Moeskroen)
IGGI Intergemeentelijke werkgroep geo-informatie
IGORO Intergemeentelijke werkgroep ruimtelijke
ordening
IMOG Intercommunale Maatschappij voor Openbare
Gezondheid in het Gewest Kortrijk
IOP inventaris van onbebouwde percelen
IRDSS Integrated Regional Development Support
System
KMO kleine of middelgrote onderneming
KU Leuven Katholieke Universiteit Leuven
KULAK Katholieke Universiteit Leuven - Campus Kortrijk
LAR Lauwe-Aalbeke-Rekkem
LMCU Lille Métropole Communauté Urbaine (Lille)
LoG-IN Local Government in need for Instruments
and Strategies to realize their economic
development related policies
Mina-raad Milieu- en natuurraad
MOT Mission Opérationelle Transfrontalière
NETA Network of European Transport Areas
nv naamloze vennootschap
OLO obligation linéaire - lineaire obligatie
OSA+ Onderzoekseenheid Stedelijkheid en
Architectuur + Stedenbouw (KU Leuven)
OVAM Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij
PIAV Programma Innovatieve Acties Vlaanderen
PLU plan local d'urbanisme (Frankrijk)
POS plan d'occupation des sols (Frankrijk)
PPS publiek-private samenwerking
PROCORO provinciale commissie voor ruimtelijke ordening
PRUP provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
REBAK Regionaal Beleidscomité van het
Arrondissement Kortrijk
RESOC Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomité
RISO Regionaal Instituut voor de Samenlevingsopbouw
ROM Regionaal Overleg Metropool
RUP ruimtelijk uitvoeringsplan
SEEDA South East England Development Agency
(Groot-Brittannië)
SERR Sociaal-Economische Raad voor de Regio
SERV Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen
SICAV Société d'Investissement à Capital Variable
STC subregionaal tewerkstellingscomité
STEM streekeigen management (Vlaamse overheid)
SWOT strenghts-weaknesses-opportunities-threats
TROP Toeristisch-Recreatief Ontwikkelingsplan
VESOC Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité
V-ICT-OR Vereniging van ICT-verantwoordelijken in
lokale besturen
Vlarebo Vlaams Reglement betreffende de Bodemsanering
Vlarem Vlaams Reglement betreffende de
Milieuvergunning
VLM Vlaamse Landmaatschappij
VMW Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
VVSG Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
VVV vereniging voor vreemdelingenverkeer
vzw vereniging zonder winstoogmerk
WES West-Vlaams Economisch Studiebureau
WinVorm West-Vlaanderen In Vorm (vormingsreeks)
WIV West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld
Wevelgem-Bissegem
WVEM West-Vlaamse Energie- en Teledistributie
maatschappij
wvi West-Vlaamse Intercommunales (Brugge)
Intercommunale Leiedal - Jaarverslag 2004
Verslagen van de raad van bestuur en de commissaris-revisor aan de jaarvergadering van vennoten,
gehouden te Waregem op 24 mei 2005.
Zetel en kantoren:
President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk
tel + 32 56 24 16 16 - fax + 32 56 22 89 03
[email protected] - www.leiedal.be
Vereniging opgericht op 9 juni 1960.
Dienstverlenende vereniging beheerst door het decreet van 6 juli 2001 op de intergemeentelijke samenwerking.
Statuten goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 29 maart 1960.
Bekendmaking in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 25 juni 1960.
Wijzigingen goedgekeurd door de Algemene Vergaderingen van 9 juni 1960, 28 mei 1963, 27 mei 1969, 27 mei 1975,
25 mei 1976, 4 maart 1980, 8 november 1983, 27 mei 1986, 26 mei 1987, 24 mei 1988, 13 september 1988,
25 mei 1993, 15 december 1998, 10 december 2002, 27 mei 2003 en 28 oktober 2003.
Laatste wijziging goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 25 mei 2004.
Goedgekeurd bij Ministerieel Besluit op 30 augustus 2004.
1
2004 JA ARVER SL AG VAN HE T V I JF ENVEERT IGS TE DIENS TJA AR
������������ �����
2
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
3
2004 JA ARVER SL AG VAN HE T V I JF ENVEERT IGS TE DIENS TJA AR
INHOUDSTAFEL
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR 5
1 ORGANISATIE EN FINANCIËN 7
1.1 Deelnemers op 31/12/2004 7
1.2 Bestuur en financieel toezicht 8
1.3 Personeel op 01/01/2005 9
1.4 Statutenwijziging 10
1.5 Leiedal als instelling in 2004 13
1.6 Interne organisatie 15
1.7 Financieel beleid in 2004 19
2 WERKGEBIEDEN 25
2.1 Bedrijventerreinen 25
2.2 Lokaal woonbeleid 40
2.3 Inbreiding en herbestemming 44
2.4 Lokale en regionale economie 46
2.5 Stedenbouw 49
2.6 Mobiliteit 63
2.7 Milieu en natuur 66
2.8 Openruimtebeleid, landschapsopbouw en plattelandsontwikkeling 72
2.9 Toerisme en recreatie 74
2.10 ICT, GIS en lokaal e-government 76
2.11 Intergemeentelijke samenwerking 83
2.12 Regionale en bovenregionale samenwerking 88
2.13 Grensoverschrijdende samenwerking 92
2.14 Europese en internationale samenwerking 96
3 OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE 99
3.1 Anzegem 99
3.2 Avelgem 100
3.3 Deerlijk 101
3.4 Harelbeke 102
3.5 Kortrijk 103
3.6 Kuurne 106
3.7 Lendelede 107
3.8 Menen 108
3.9 Spiere-Helkijn 109
3.10 Waregem 110
3.11 Wevelgem 111
3.12 Zwevegem 112
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS-REVISOR 115
JAARREKENING PER 31/12/2004 117
4
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
5
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
Dames en heren
Het is me een genoegen u verslag uit te brengen over de werking van onze intercommunale tijdens het vijfen-
veertigste dienstjaar en u de jaarrekening, afgesloten op 31 december 2004, ter bespreking en goedkeuring voor
te leggen.
In de statuten worden de doelstellingen van Leiedal als volgt omschreven: “Leiedal heeft tot doel de deelnemende
gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten,
de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen en de krachten te bundelen voor de ontwikkeling van de
gemeenten als groep.”
De beleidsdomeinen van de intercommunale zijn opgenomen in het Beleidsplan 2002-2007:
1. Bedrijventerreinen
2. Lokaal woonbeleid
3. Inbreiding en herbestemming
4. Lokale en regionale economie
5. Stedenbouw
6. Mobiliteit
7. Milieu en natuur
8. Openruimtebeleid, landschapsopbouw en plattelandsontwikkeling
9. Toerisme en recreatie
10. ICT, GIS en lokaal e-government
11. Intergemeentelijke samenwerking
12. Regionale en bovenregionale samenwerking
13. Grensoverschrijdende samenwerking
14. Europese en internationale samenwerking
Het activiteitenverslag van 2004 is volgens dat stramien opgemaakt. Bij elk werkgebied wordt vooraf verwezen
naar de krachtlijnen van het Beleidsplan 2002-2007.
Het laatste deel van het jaarverslag omvat het verslag van de commissaris-revisor en de jaarrekening. Het ver-
heugt me dat Leiedal ook dit jaar een positief resultaat kan voorleggen.
Namens de raad van bestuur
Frans Destoop
voorzitter
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
6
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
7
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.1 DEELNEMERS OP 31/12/2004
1.1.1 DEELNEMERS REEKS A - DE GEMEENTEN
Gemeente Bevolking (2004) Aantal aandelen
Anzegem 13.902 2.029
Avelgem 9.373 1.351
Deerlijk 11.306 1.603
Harelbeke 26.040 3.641
Kortrijk 74.642 11.412
Kuurne 12.513 1.801
Lendelede 5.415 804
Menen (*) 13.107 1.958
Spiere-Helkijn 2.039 284
Waregem 35.915 5.458
Wevelgem 31.160 4.250
Zwevegem 23.666 3.313
Subtotaal 37.904
(*) De vroegere deelgemeenten Lauwe en Rekkem.
De bevolking van de aangesloten gemeenten bedroeg op 31 december 2004 259.078, tegenover een totale
bevolking in het arrondissement Kortrijk van 278.698.
1.1.2 DEELNEMERS REEKS B - ANDERE OPENBARE BESTUREN
Bestuur Aantal aandelen
Provincie West-Vlaanderen 32.192
WVEM, Brugge 2.764
Subtotaal 34.956
Algemeen totaal 72.860
1 ORGANISATIE EN FINANCIËN
8
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.2.1 RAAD VAN BESTUUR OP 31/12/2004
Voorzitter
Frans Destoop, Kortrijk
Ondervoorzitters
Lieven Vantieghem, Avelgem
Jos Monballyu, Provincie
Leden reeks A
Francine Demeulenaere-Dewilde, Zwevegem
Peter Desmet, Waregem
Willy Kemseke, Deerlijk
Pedro Ketels, Lendelede
Eric Lemey, Kuurne
Rik Pattyn, Harelbeke
Jan Seynhaeve, Wevelgem
Jozef Vandenberghe, Kortrijk
Rik Vandevenne, Spiere-Helkijn
Claude Van Marcke, Anzegem
Bernard Willem, Menen
Leden reeks A met raadgevende stem
Marie-Claire Vandenbulcke, Kortrijk
Gerda Vandendriessche, Menen
Leden reeks B
Alfred Platteau, Provincie
Marleen Titeca-Decraene, Provincie
Deskundigen
Luc Deseyn
Jacques Laverge
Algemeen directeur
Karel Debaere
Secretaris
Marleen Verkaemer
1.2 BESTUUR EN FINANCIEEL TOEZICHT
1.2.2 COMMISSARIS-REVISOR
Zoals bepaald in het decreet van 6 juli 2001 op de intergemeentelijke samenwerking gebeurt het toezicht op de
rekeningen van de intercommunale door een commissaris-revisor. Tot 2005 wordt deze functie uitgeoefend door
Willy Vrijghem.
9
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
CLUSTER 2
STEDENBOUWKUNDIGONTWERP EN ADVIES
° Filip Meuris (4)
(coördinator)
° Christophe Calant
° Evi Corne (11)
° Jan Coucke
° Veerle Debock (13)
° Dominique Declercq (11)
° Pierre Duc
° Maarten Gheysen
° Kathy Helsen
° Steven Hoornaert
° Jiri Klokocka
° Griet Lannoo
° Giovanni Maes
° Tim Scheirs
° Bram Tack
° Wilfried Vandeghinste
(adviseur)
° Griet Van Waes (6)
CLUSTER 1
IMMOBILIAIREPROJECTONTWIKKELING
° Steven Vanassche
(coördinator)
° Ignace Braecke
° Solange De Clerck (13) (5)
° Mieke Depoorter (3)
° Alex Deweppe
° Johan Loosveld
° Stefanie
Vanden Broucke
° Wim Vanhee
° Stijn Vannieuwenborg
CLUSTER 3
MILIEU EN NATUUR,TOERISME EN RECREATIE
° Stefaan Verreu
(coördinator)
° Mieke Depoorter (3)
° Kathleen Seynhaeve (13)
° Elke Denys (2)
CLUSTER 4
INFORMATIE EN NETWERKING
° Jan Sabbe
(coördinator)
° Lawrence Beernaert
° Dieter Beheydt (2)
° Bob Bulcaen
° Claude Cuvelier
° Mady Decuypere (11)
° Veerle De Mey
° Els Dewaele (11)
° Peter Hautekiet
° Françoise Maertens (13)
° Filip Meuris (4)
ALGEMEEN DIRECTEURKarel Debaere
DIRECTIESECRETARIAATPetra Decant (12)
Martine Degraeve
SECRETARISMarleen Verkaemer
SECRETARIAATSolange De Clerck (13) (5)
Anne-Rose Gaeremynck (13)
Christa Van Den Driessche (12)
1.3 PERSONEEL OP 01/01/2005
(1) Deeltijdse prestaties: (11) 80%; (12) 70%; (13) 50%.
(2) Contract van bepaalde duur.
(3) Mieke Depoorter werkt voor 50% als secretariaatsmedewerker van de cluster ‘immobiliaire projectontwikkeling’ en voor het overige deel als
secretariaatsmedewerker van de cluster ‘milieu en natuur, toerisme en recreatie’.
(4) Filip Meuris werkt deeltijds als coördinator van de cluster ‘stedenbouw’. Voor het overige deel werkt hij als stafmedewerker GIS en informatie-
beheer in de cluster ‘informatie en netwerking’.
(5) Solange De Clerck werkt deeltijds voor het algemeen secretariaat van Leiedal en deeltijds voor de cluster ‘immobiliaire projectontwikkeling’.
(6) Griet Van Waes heeft in 2004 meegewerkt aan de opmaak van de DULO-waterplannen (cluster ‘milieu en natuur, toerisme en recreatie’).
10
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.4 STATUTENWIJZIGING
1.4.1 WEDERZIJDSE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING
Op 28 oktober 2003 keurde de buitengewone algemene vergadering de statutenwijziging goed, waarmee Leiedal
werd omgevormd tot een dienstverlenende vereniging van gemeenten, conform het decreet van 6 juli 2001 op de
intergemeentelijke samenwerking. Deze statutenwijziging verscheen in het Belgisch Staatsblad op 17 november
2003 en werd bij Ministerieel Besluit bekrachtigd op 25 februari 2004. Een belangrijk aspect bij deze statutenwij-
ziging was de introductie van het systeem van wederzijdse exclusieve dienstverlening. Hiermee werd tegemoet
gekomen aan de vraag van de aangesloten gemeenten om Leiedal te kunnen inschakelen voor opdrachten, als
ware de intercommunale een verlengstuk van de eigen gemeentelijke diensten.
Exclusieve dienstverlening steunt op een wederzijds engagement. Een gemeente verbindt zich ertoe om voor
bepaalde opdrachten exclusief een beroep te doen op Leiedal, indien het gemeentebestuur de opdracht in kwes-
tie niet zelf uitvoert. Leiedal verbindt zich er op haar beurt toe om voor die welbepaalde opdracht voor geen
andere gemeenten te werken dan voor diegenen die haar de exclusiviteit hebben gegeven. Het is daarbij belang-
rijk dat niet alle gemeenten voor die welbepaalde opdracht exclusiviteit hoefden te geven aan Leiedal. Ook werd
de exclusiviteit beperkt tot een zekere periode, met name tot het jaar dat volgt op de hersamenstelling van de
gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen.
Leiedal heeft toen een lijst van vijftien concrete opdrachten voorgesteld aan de gemeenten, waarop zij konden
intekenen: opdrachten binnen specifieke deeldomeinen (bijvoorbeeld binnen stedenbouw) die een langetermijn-
visie en continuïteit vereisen, en opdrachten en studies die eenzelfde visie en methodiek vereisen voor de ver-
schillende gemeenten. Dat resulteerde in het volgende overzicht van exclusieve diensten:
Overzichtstabel - Exclusieve dienstverlening
Anze
gem
Ave
lgem
Deerl
ijk
Hare
lbeke
Kort
rijk
Kuurn
e
Lendele
de
Menen
Spie
re-H
elk
ijn
Ware
gem
Wev
elg
em
Zw
evegem
1.1 Bedrijventerreinen: projectregie • • • • • • • • • • •
2.1 Lokaal woonbeleid: haalbaarheidsonderzoek • • • • • • • • •
2.2 Lokaal woonbeleid: projectregie • • • • • • • • •
3.1 Herbestemming: haalbaarheidsonderzoek • • • • • • • • • • •
3.2 Herbestemming: projectregie • • • • • • • • • • •
4.1 Stedenbouw: gemeentelijke structuurplannen • • • • • • • • • • • •
4.2 Stedenbouw: gemeentelijke RUP’s en BPA’s • • • • • • • • • • • •
4.3 Stedenbouw: gemeentelijke verordeningen • • • • • • • • • • •
5.1 Mobiliteit: gemeentelijke mobiliteitsplannen • • • • • • •
5.2 Mobiliteit: voorstudies herinrichting doortochten • • • • • • •
6.1 Milieu: begeleiding milieudienst • • • • • • •
6.2 Milieu: adviesverlening vergunningen • • • • • • •
6.3 Milieu: gemeentelijk milieubeleidsplan • • • • • • • • • •
6.4 Milieu: DuLo-waterplan, deelbekkenbeheersplan • • • • • • • • • • • •
7.1 ICT, GIS, lokaal e-government: ICT-beleidsplan • • • • • • • • •
11
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
Het systeem van wederzijdse exclusieve dienstverlening is gebaseerd op het kostendelend principe. Dat betekent
dat gemeenten die een bepaalde opdracht in exclusiviteit laten uitvoeren door Leiedal, enkel hun aandeel betalen
in de gezamenlijke uitgaven en kosten die verbonden zijn aan de dienstverlening die op exclusieve basis wordt
verricht. Concreet wordt per opdracht gewerkt met een afsprakennota, die een duidelijke omschrijving van de
opdracht bevat, samen met een vooraf bepaalde kostenraming en timing. Leiedal start de opdracht op nadat het
College van Burgemeester en Schepenen de afsprakennota formeel heeft goedgekeurd.
Overzichtstabel - Afsprakennota’s in het kader van de exclusieve dienstverlening in 2004
Nr. (*) Gemeente NaamDatum
overgemaakt aan de gemeente
Datum goed-gekeurd door de gemeente
Exclu-sieve dienst
2004-01 Wevelgem BPA Drie Masten (Gullegem) 22/12/2003 12/03/2004 4.2
2004-02 Harelbeke Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven 12/03/2004 26/05/2004 4.2
2004-03 Waregem BPA - Vijverdam 15/03/2004 15/04/2004 4.2
2004-04 Anzegem DuLo-waterplan 23/02/2004 17/03/2004 6.4
2004-05 Avelgem DuLo-waterplan 23/02/2004 08/03/2004 6.4
2004-06 Deerlijk DuLo-waterplan 23/02/2004 24/03/2004 6.4
2004-07 Deerlijk Milieujaarprogramma 2004 23/02/2004 24/03/2004 6.1
2004-08 Deerlijk Adviezen bij milieuvergunningsaanvragen 23/02/2004 24/03/2004 6.2
2004-09 Harelbeke DuLo-waterplan 06/02/2004 24/03/2004 6.3
2004-10 Harelbeke Gemeentelijk milieubeleidsplan 23/02/2004 24/03/2004 6.1
2004-11 Kortrijk DuLo-waterplan 23/02/2004 04/05/2004 6.4
2004-12 Kuurne DuLo-waterplan 23/02/2004 21/04/2004 6.4
2004-13 Lendelede DuLo-waterplan 23/02/2004 15/04/2004 6.4
2004-14 Lendelede Adviezen bij milieuvergunningsaanvragen 23/02/2004 15/04/2004 6.2
2004-15 Menen DuLo-waterplan 23/02/2004 08/03/2004 6.4
2004-16 Spiere-Helkijn DuLo-waterplan 23/02/2004 24/03/2004 6.4
2004-17 Spiere-Helkijn Gemeentelijk milieubeleidsplan 23/02/2004 24/03/2004 6.3
2004-18 Waregem DuLo-waterplan 23/04/2004 04/05/2004 6.4
2004-19 Waregem Gemeentelijk milieubeleidsplan 23/02/2004 04/03/2004 6.3
2004-20 Wevelgem DuLo-waterplan 23/02/2004 04/05/2004 6.4
2004-21 Wevelgem Begeleiding gemeentelijk milieubeleidsplan 23/02/2004 16/04/2004 6.1
2004-22 Zwevegem DuLo-waterplan 23/02/2004 07/04/2004 6.4
2004-23 Zwevegem Gemeentelijk milieubeleidsplan 23/02/2004 14/07/2004 6.3
2004-24 Waregem BPA Nieuw Centrum (Beveren-Leie) 15/03/2004 15/04/2004 4.2
2004-25 Waregem BPA Kleine Heerweg (Beveren-Leie) 15/03/2004 15/04/2004 4.2
2004-26 Anzegem BPA Weedries 15/03/2004 14/04/2004 4.2
2004-27 Zwevegem Elektriciteitscentrale 11/02/2004 17/03/2004 3.1
2004-28 Wevelgem ICT-beleidsplan 16/04/2004 04/05/2004 7.1
2004-30 Menen BPA Rekkem Centrum 05/04/2004 04/06/2004 4.2
2004-31 Anzegem BPA Nieuwe Poort 04/06/2004 17/06/2004 4.2
2004-32 Anzegem Doortochtenherinrichting 26/04/2004 16/06/2004 5.2
2004-33 Anzegem Herinrichting doortocht schoolomgeving 26/04/2004 16/06/2004 5.2
2004-34 Kortrijk BPA Etienne Sabbelaan 10/05/2004 25/05/2004 4.2
2004-35 Spiere-Helkijn Ontdubbeling Kerkstraat 11/05/2004 26/05/2004 5.2
2004-36 Deerlijk BPA - Vichtsesteenweg 07/06/2004 07/07/2004 4.2
2004-37 Deerlijk BPA - Oosthoek 14/06/2004 07/07/2004 4.2
2004-38 Waregem BPA - Sportcentrum 21/06/2004 01/07/2004 4.2
2004-39 Waregem BPA - Holstraat 21/06/2004 01/07/2004 4.2
2004-40 Waregem BPA - Nieuwenhove 21/06/2004 01/07/2004 4.2
12
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
Nr. (*) Gemeente NaamDatum overge-maakt aan de
gemeente
Datum goed-gekeurd door de gemeente
Exclu-sieve dienst
2004-41 Zwevegem RUP - Den Helder 01/07/2004 08/09/2004 4.2
2004-43 Avelgem Doortochtenherinrichting 14/07/2004 26/07/2004 5.2
2004-44 Deerlijk Beverenstraat 14/07/2004 22/07/2004 3.1
2004-45 Zwevegem RUP - Landelijk gebied Kreupel 24/08/2004 08/09/2004 4.2
2004-46 Zwevegem RUP - Lettenhof 19/08/2004 08/09/2004 4.2
2004-48 Kuurne Gemeentelijk milieubeleidsplan 2006-’10 14/07/2004 18/08/2004 6.3
2004-49 Zwevegem OCMW-campus 06/10/2004 06/10/2004 3.1
2004-51 Harelbeke BPA - Collegehoek 23/09/2004 20/12/2004 4.2
2004-52 Deerlijk Mobiliteitsplan 24/09/2004 06/10/2004 5.1
2004-54 Menen Opmaak inventaris onbebouwde percelen 14/10/2004 25/10/2004 4.1
2004-57 Wevelgem BPA - Kortrijkstraat 19/11/2004 4.2
2004-58 Wevelgem BPA - Goudberg 19/11/2004 10/12/2004 4.2
(*) Nummers van afsprakennota’s die ontbreken, wijzen op opdrachten die uiteindelijk door het gemeentebestuur zelf werden
uitgevoerd of die in het kader van de voorbereidende onderhandelingen werden gewijzigd.
Na een jaar werken met de exclusieve dienstverlening, zal Leiedal in het voorjaar van 2005 een gespreksronde
organiseren naar de Colleges van Burgemeester en Schepenen van elk van de aangesloten gemeenten, om het
systeem te evalueren en om na te gaan of er zich opportuniteiten aandienen voor nieuwe exclusieve diensten.
1.4.2 BESTUURDERS MET RAADGEVENDE STEM
Op 25 mei 2004 heeft de algemene vergadering van Leiedal beslist om artikel 17, afdeling II van de statuten, in
verband met de bestuurders met raadgevende stem, als volgt aan te passen:
“Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door ten hoogste twee rechtstreeks door de
verschillende gemeenten aangeduide afgevaardigden die lid zijn met raadgevende stem.
Deze afgevaardigden zijn steeds gemeenteraadsleden, die in de betrokken gemeenten werden verkozen op een
lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het College van Burgemeester en Schepenen of aange-
steld is als voorzitter van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn.
In bijlage 3 bij de statuten is per periode aangeduid welke gemeentebesturen in aanmerking komen om een
afgevaardigde voor te dragen. Hierbij is een systeem uitgewerkt waarbij alle deelnemende gemeentebesturen
binnen een totale periode van twee legislaturen een afgevaardigde kunnen voordragen.”
Deze statutenwijziging werd goedgekeurd bij Ministerieel Besluit op 30 augustus 2004.
13
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.5 LEIEDAL ALS INSTELLING IN 2004
1.5.1 VENNOTEN
Sinds de statutenwijziging van 28 oktober 2003 heeft Leiedal nog twee groepen deelnemers:
- deelnemers reeks A - de gemeenten (37.904 aandelen);
- deelnemers reeks B - andere openbare besturen (34.956 aandelen).
1.5.2 ALGEMENE VERGADERING
Het decreet van 6 juli 2001 op de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat intercommunales twee keer per
jaar de algemene vergadering dienen samen te roepen:
- in het voorjaar, voor de goedkeuring van het activiteitenverslag en de jaarrekening van het afgelopen werkjaar;
- in het najaar, voor de goedkeuring van het werkprogramma en de begroting voor het komende werkjaar.
Conform het decreet is de algemene vergadering van Leiedal in 2004 twee keer samengekomen:
- op 25 mei 2004 in Harelbeke (o.m. goedkeuring van het jaarverslag en de jaarrekening 2003, statutenwijziging
met betrekking tot de bestuurders met raadgevende stem);
- op 9 december 2004 in Kortrijk-Aalbeke (o.m. goedkeuring van het werkprogramma en de begroting 2005,
vaststelling van de gemeentelijke bijdrage in de werkingskosten voor 2005).
1.5.3 RAAD VAN BESTUUR
Op de algemene vergadering van 28 oktober 2003 waren alle bestuurders van Leiedal ontslagnemend, ingevolge
de fundamentele statutenwijziging. Zestien nieuwe bestuurders en vijf bestuurders met raadgevende stem wer-
den toen benoemd. De algemene vergadering van 25 mei 2004 paste artikel 17, afdeling II van de statuten aan,
waardoor het aantal bestuurders met raadgevende stem werd teruggebracht tot twee leden. Op die manier werd
een meer evenwichtige verhouding gecreëerd tussen:
- het aantal bestuurders met stemrecht (16);
- het aantal bestuurders met raadgevende stem (2).
De algemene vergadering
van Leiedal kwam in 2004
twee keer bijeen:
op 25 mei in Harelbeke en op
9 december in Aalbeke.
14
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
Marie-Claire Vandenbulcke en Gerda Vandendriessche werden op 25 mei 2004 aangesteld als bestuurder met
raadgevende stem voor een periode van twee jaar.
Gilbert Seynaeve, bestuurder namens de gemeente Wevelgem, diende zijn ontslag in en werd vanaf 21 mei 2004
vervangen door burgemeester Jan Seynhaeve. Gilbert Seynaeve was sinds 1977 bestuurder van Leiedal, eerst
als vertegenwoordiger van de WVEM en sinds 1995 als vertegenwoordiger namens Wevelgem.
1.5.4 PERSONEEL
Eind 2004 waren 45 medewerkers tewerkgesteld bij Leiedal, waarvan tien met deeltijdse prestaties. In de loop
van 2004 werden er vier bijkomende medewerkers aangeworven.
Elke Denys heeft in 2004 op tijdelijke basis meegewerkt aan de opmaak van gemeentelijke milieubeleidsplan-
nen.
Stijn Vannieuwenborg trad op 13 september 2004 in dienst ter versterking van de cluster immobiliaire project-
ontwikkeling. Hij staat o.m. in voor:
- de opvolging van het PIAV-project (reconversie van het bedrijventerrein Heule-Kuurne);
- de ontwikkeling van het parkmanagement op de toekomstige bedrijventerreinen van Leiedal;
- de opvolging van immobiliaire projecten.
Met Dieter Beheydt werd vanaf 1 september 2004 een arbeidsovereenkomst afgesloten voor een periode van drie
jaar, in functie van de projectopvolging van de Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’.
In december 2004 kwam Veerle De Mey in dienst, in functie van de verdere uitbouw van de grensoverschrijdende
en Europese samenwerking. Haar specifieke opdracht bestaat uit:
- de prospectie en ontwikkeling van nieuwe initiatieven en projecten van Leiedal en de gemeenten, op het vlak
van grensoverschrijdende en Europese samenwerking;
- visie- en strategiebepaling inzake lokale en regionale grensoverschrijdende ontwikkeling;
- de opvolging van grensoverschrijdende en Europese contacten en projecten.
Voor de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Waregem werkt Leiedal samen met het West-
Vlaams Economisch Studiebureau en voor de begeleiding van het communicatieluik met de vzw CIBE uit Gent.
De opmaak van mobiliteitsstudies gebeurt onder begeleiding van de vzw Langzaam Verkeer uit Leuven. Daar-
naast werkt Leiedal samen met Prof. Bruno De Meulder van de KU Leuven, die in 2004 o.m. heeft meegewerkt
aan een visie op de landschapsopbouw op basis van de gemeentelijke structuurplannen (Beeld van de Streek) en
aan de studie voor de herbestemming van de Sint-Amandstoren in Kortrijk.
15
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.6 INTERNE ORGANISATIE
1.6.1 COMMUNICATIE
(A) CORRECTE EN SYSTEMATISCHE INFORMATIEDOORSTROMING NAAR DE GEMEENTEN
Op het vlak van externe communicatie blijft Leiedal de voorrang geven aan een correcte en systematische in-
formatiedoorstroming naar de aangesloten gemeenten. Zeker na de statutenwijziging van 28 oktober 2003,
waardoor minder gemeentebestuurders rechtstreeks betrokken zijn bij het beleid van de intercommunale, is
het belangrijk dat Leiedal actief werkt aan een breder draagvlak en een systematische betrokkenheid van de
gemeentebesturen.
Dat gebeurt op het niveau van de Colleges van Burgemeester en Schepenen in eerste instantie via geregelde
overlegrondes, waar Leiedal de prioriteiten en de planning van de opdrachten bespreekt met de gemeenten.
Deze vergaderingen vormen tevens een graadmeter voor de tevredenheid van de gemeentebesturen over de in-
houdelijke kwaliteit van het geleverde werk, de timing, etc. Ook in het kader van heel specifieke dossiers geven
Leiedal-medewerkers frequent toelichtingen tijdens collegevergaderingen.
Op een meer algemeen niveau vormt de nieuwsbrief 4kantjes nog steeds een gewaardeerde bron van informatie
over dossiers en projecten van de intercommunale. Deze nieuwsbrief, die in 2004 aan zijn achtste jaargang toe
was, bereikt een breed publiek van beleidsmensen en functionarissen van de aangesloten gemeenten, het pro-
vinciebestuur, de Vlaamse en federale overheid en diverse relaties. Daarnaast heeft Leiedal in 2004 de publicatie
opgestart van een tweewekelijkse elektronische nieuwsbrief, die de hoofdpunten weergeeft van de besprekingen
van de raad van bestuur. Die wordt om de twee weken via e-mail verspreid naar een 250-tal geïnteresseerden,
ook buiten de Zuid-West-Vlaamse regio.
(B) EEN EVENWICHTIG SCHEMA VAN INFORMATIE- EN ONTMOETINGSMOMENTEN
Sinds jaar en dag heeft Leiedal een traditie om haar “stakeholders” uit te nodigen op diverse informatie- en ont-
moetingsmomenten (informatievergaderingen, ontmoetingsdagen). In het licht van de nieuwe aandeelhouders-
en bestuursstructuur na de statutenwijziging van oktober 2003, heeft de intercommunale vorig jaar het initiatief
genomen om de verschillende fora te evalueren en samen te brengen in een evenwichtige, coherente structuur,
afgestemd op de specifieke doelgroepen. Dat resulteerde in het volgende schema:
INFORMATIEVERGADERINGEN VOOR GEMEENTE- EN PROVINCIERAADSLEDEN
In voorbereiding van de algemene vergaderingen organiseert Leiedal, in samenwerking met de intercommunales
IMOG en WIV, twee keer per jaar een informatievergadering voor de gemeente- en provincieraadsleden van alle
aangesloten gemeenten. Die vonden in 2004 plaats op 15 april in Kortrijk en op 26 oktober in Harelbeke.
ALGEMENE VERGADERINGEN
Twee keer per jaar roept Leiedal de algemene vergadering samen. Deze vergaderingen worden georganiseerd
als ‘statutaire momenten’ voor een beperkt publiek (de vennoten of deelnemers), maar monden uit in grotere
informatie- en ontmoetingsmomenten voor een breed publiek van genodigden. In 2004 kwam de algemene ver-
gadering samen op 25 mei in Harelbeke en op 9 december in Aalbeke.
ONTMOETINGSAVOND VOOR MANDATARISSEN EN AMBTENAREN
De ontmoetingsavond voor mandatarissen en ambtenaren is al jaren een vaste waarde en is een duidelijk streek-
moment, waar Leiedal de genodigden informeert over actuele ontwikkelingen en hen de kans biedt om elkaar
in een ongedwongen sfeer te ontmoeten. Deze avond wordt sinds enkele jaren georganiseerd aansluitend op
de jaarvergadering in het voorjaar en staat open voor een breed publiek van genodigden (mandatarissen en
ambtenaren van de gemeenten, het provinciebestuur, Vlaamse en federale ministeries, vertegenwoordigers van
16
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
streekinstanties en diverse externe relaties). In 2004 stond de Ontmoetingsavond in het teken van de grens-
overschrijdende samenwerking. André Delpont (APIM), Pierre Got (GPCI) en algemeen directeur Karel Debaere
schetsten er de uitdagingen voor de Frans-Belgische metropool, zowel op bestuurlijk als op economisch vlak, aan
een publiek van ruim 300 aanwezigen.
“DE SAMENKOMST”
Een nieuw initiatief dat in 2004 ontstond, is “De Samenkomst”, een informatieve trefavond van Leiedal en de
aangesloten gemeenten, die georganiseerd wordt aansluitend op de algemene vergadering in het najaar. Deze
trefavond is een modulair gebeuren, waar bestuurders en medewerkers van de aangesloten gemeenten in korte
sessies geïnformeerd worden over actuele ontwikkelingen en projecten in de gemeenten en de intercommunale.
“De Samenkomst” vond de eerste keer plaats op 9 december 2004 in Aalbeke. De ruim 140 aanwezigen konden
kiezen uit twee keer vier infosessies, o.m. omtrent lokale economie, lokaal sociaal beleid, herbestemming van
verlaten industriële sites, mensmanagement in gemeenten, lokaal waterbeleid, etc. De vele lovende reacties
leerden dat zo’n trefavond een uitstekende formule is om bestuurders en medewerkers van de gemeenten op een
korte tijd te informeren over thema’s die voor hen relevant zijn.
THEMATISCHE CYCLI
Een ander nieuw initiatief bestaat erin dat Leiedal debat- en vormingsreeksen opzet voor een breed publiek van
geïnteresseerden rond actuele thema’s (bijvoorbeeld cultuur en economie, design, ICT en e-government, etc.) In
2005 zal in dat kader een eerste reeks worden opgezet omtrent landschapsontwikkeling. Ook de E-Government
Academy, het vormingsluik binnen het Interreg-IIIB-project ‘LoG-IN’, kan beschouwd worden als een themati-
sche cyclus waarin alle betrokkenen uit de overheid en de bedrijfswereld vorming krijgen over aspecten van e-
government (zie ook “ICT, GIS en lokaal e-government”).
STREEKBEZOEK HUIS VAN DE STREEK ZUID-WEST-VLAANDEREN
Het Huis van de Streek Zuid-West-Vlaanderen organiseert jaarlijks een rondrit door de regio. Dit streekbezoek
biedt o.m. de gedeputeerden van de Provincie West-Vlaanderen, de leden van de raad van bestuur van Leiedal en
REBAK, de burgemeesters en de provincieraadsleden van het arrondissement, de provinciale gebiedswerkers en
de medewerkers van Leiedal de kans om op het terrein kennis te maken met een aantal belangrijke realisaties in
de streek. Op 20 september 2004 werd een bezoek gebracht aan De Groene Long in Kuurne, de omgeving van
het Goed te Beaulieu in Beveren-Leie, de Bekaert-site in Vichte en Concordia Textiles in Waregem (in het kader
van de sokkelwaterproblematiek).
Tijdens "De Samenkomst",
een nieuw initiatief
dat in 2004 ontstond,
worden bestuurders en
medewerkers van de
aangesloten gemeenten in
verschillende korte sessies
geïnformeerd over actuele
ontwikkelingen en projecten
in de gemeenten en de
intercommunale.
17
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEPEN
In dit schema vormen ten slotte ook de thematische intergemeentelijke werkgroepen die Leiedal organiseert voor
de schepenen en ambtenaren een belangrijk gegeven, als waardevolle initiatieven voor expertise- en ervarings-
overdracht tussen de aangesloten gemeenten (zie bij “Intergemeentelijke samenwerking”).
(C) ATLASREEKS ZUIDELIJK WEST-VLAANDEREN
Enkele jaren geleden startte Anno’02, het grootschalige culturele initiatief van de Zuid-West-Vlaamse regio, een
atlasreeks op over Zuidelijk West-Vlaanderen. De bedoeling bestond erin te rapporteren over de resultaten van
diverse onderzoeken die gevoerd werden in het kader van het architectuurluik binnen Anno’02. Omdat deze zeer
boeiende reeks te waardevol is om ze na afloop van het Anno’02-project niet verder aan te vullen, heeft Leiedal
in 2004 voorgesteld om de coördinatie van de verdere publicaties in de atlasreeks op zich te nemen.
In aanvulling op de eerste drie fascikels die verschenen in het kader van Anno’02, hebben Leiedal en het gemeen-
tebestuur van Zwevegem in 2004 een vierde gepubliceerd, met als titel “Transformator”. Dat bevat de resultaten
van het onderzoek naar de herbestemmingsmogelijkheden van de voormalige elektriciteitscentrale in Zwevegem,
die bestudeerd werden in een workshop met een internationaal team van jonge ontwerpers (zie ook “Steden-
bouw”). Eind 2004 heeft ook het streekplatform REBAK beslist om zijn strategisch plan voor de toekomst van de
Zuid-West-Vlaamse economie in het kader van de atlasreeks uit te brengen (zie “Lokale en regionale economie”).
De reeks staat immers niet alleen open voor grondgebonden, tastbare architectuur- of stedenbouwmateries,
maar wil de lezer de Zuid-West-Vlaamse regio in al zijn facetten leren kennen.
(D) PERSCONTACTEN
Met de tweewekelijkse nieuwsberichten heeft Leiedal opnieuw aansluiting gevonden bij het vroegere systeem
van maandelijkse persmailings naar aanleiding van de vergaderingen van de raad van bestuur. De elektronische
nieuwsberichten die Leiedal tweewekelijks verspreidt, worden uiteraard ook op de voet gevolgd door persmede-
werkers van de regionale nieuwsmedia. Daarnaast organiseert de intercommunale ook geregeld persontmoetin-
gen rond zeer concrete thema’s. Zo heeft Leiedal in 2004 twee persconferenties georganiseerd:
- een persbriefing over de startdag van het Interreg-IIIB-project ‘HST4i’ op 16 september 2004 in Londen en de
bekendmaking bij die gelegenheid van de goedkeuring van het Interreg-IIIB-project ‘HSTConnect’ (17 septem-
ber 2004);
- een persconferentie over de ontwikkeling van het bedrijventerrein Deltapark, naar aanleiding van de aankoop
door Leiedal van circa 50 ha gronden jegens de Groep Koramic (23 december 2004).
(E) BEDRIJVEN CONTACTDAGEN WAREGEM
Op 13 en 14 mei 2004 heeft Leiedal deelgenomen aan de Bedrijven Contactdagen van de Regio Waregem. De
doelstelling van deze beurs, die met de steun van het Waregemse stadsbestuur wordt georganiseerd en die vorig
jaar aan haar tweede editie toe was, bestaat erin om bedrijven en instellingen die in het Waregemse actief zijn,
met elkaar in contact te brengen. Leiedal belichtte er een aantal specifieke Waregemse dossiers: het gemeen-
telijk ruimtelijk structuurplan van Waregem, de sectorstudie economie die in dat kader werd opgemaakt en het
project voor de aanleg van een publieke loskade in het bedrijventerrein van Desselgem.
1.6.2 INFORMATIEBEHEER
(A) INTRANETTOEPASSINGEN
Als kennisorganisatie streeft Leiedal er al vele jaren naar om relevante ICT-toepassingen in de eigen organisatie
in te zetten, met als doel de werking steeds opnieuw en steeds verder te optimaliseren. Naast de permanente
investering in performante hard- en software heeft de intercommunale in 2004 een aantal toepassingen ontwik-
18
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
keld die de toegankelijkheid van de bestaande informatie in de gebruikte databases moeten verbeteren. Via het
intranet kan elke medewerker nu opzoekingen doen in de gegevensbank van het klassement (de dossiers), de
bibliotheek en het centrale adressenbestand. Op die manier kan elke medewerker vanop zijn werkplek steeds
over de meest actuele informatie beschikken.
(B) BISK
BISK (bedrijventerreinen-inventarissysteem van het arrondissement Kortrijk) is de database-gestuurde intra-
nettoepassing die Leiedal intern heeft ontwikkeld om de immense informatiestroom te beheren die met de
ontwikkeling van bedrijventerreinen gepaard gaat. Deze toepassing bevat steeds de meest volledige en meest
actuele informatie over de bedrijventerreinen in het arrondissement Kortrijk, in het bijzonder diegene die Leiedal
realiseert of heeft gerealiseerd (teksten, cijfers, plannen, foto’s, etc.). Van BISK bestaat ook een internetversie,
die de relevante delen van de interne BISK-databank openstelt voor geïnteresseerde bezoekers (www.leiedal.
be/bisk). Op die manier kunnen bedrijven die op zoek zijn naar een geschikte vestigingsplaats in de Kortrijkse
regio, alle nodige gegevens on line raadplegen.
In 2004 heeft Leiedal een enquête georganiseerd bij de eigenaars van de bedrijfspercelen op Leiedal-bedrij-
venterreinen, om de gegevens die over hen in BISK zijn opgenomen, te verifiëren. Ook werd de integratie met
de interne processen verder uitgewerkt (bijhouden statistieken, etc.) en werd de navigatiestructuur van BISK
herbekeken.
In 2004 nam Leiedal voor het
eerst deel aan de Bedrijven
Contactdagen van de Regio
Waregem.
(Foto: Koen Snauwaert)
19
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.7 FINANCIEEL BELEID IN 2004
1.7.1 ACTIVA
De belangrijkste rubrieken onder het actief zijn:
- de materiële vaste activa;
- de financiële vaste activa;
- de vorderingen;
- de voorraadrekeningen;
- de beleggingen en liquide middelen.
(A) VASTE ACTIVA
De materiële vaste activa hebben een netto-boekwaarde van 715.420 euro, in hoofdzaak voor het kantoorgebouw
van Leiedal en het doorgangsgebouw in Wevelgem. De financiële vaste activa bedragen 460.704 euro en verte-
genwoordigen de participaties in de intercommunale WIV, het Bedrijvencentrum Regio Kortrijk, BITLAR, Kanaal
127 en Kortrijk Xpo.
(B) VOORRAAD GRONDEN
De voorraad gronden had eind 2004 een boekwaarde van 25.340.506 euro:
- 24.529.648 euro in bedrijventerreinen;
- 424.724 euro in herwaarderingsprojecten;
- 386.134 euro in woonzones.
De balanswaarde van de voorraad omvat de geboekte verwervings- en uitrustingskosten en de financiële lasten.
De voorraad is gefinancierd:
- voor 17.064.483 euro met leningen;
- voor 8.276.023 euro met eigen middelen.
De laatste jaren kan Leiedal opnieuw behoorlijk investeren in nieuwe immobiliaire realisaties. In 2004 waren er
voor 11.533.242 euro investeringen: 10.294.963 euro voor de aankoop van gronden, 853.583 euro voor infra-
structuurwerken, 234.807 euro intresten en 149.889 euro aangerekende vergoeding voor de aanwending van
eigen middelen.
(C) BELEGGINGEN
De beleggingen bedroegen eind 2004 5.447.942 euro en leverden een netto-intrest op van 344.460 euro.
20
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.7.2 PASSIVA
Aan de passiefzijde van de balans zijn de belangrijkste rubrieken:
- het kapitaal;
- de reserves;
- de voorzieningen;
- de schulden.
(A) EIGEN MIDDELEN
Na verwerking van het winstsaldo van het boekjaar bedragen de eigen middelen, i.e. het kapitaal en de reserves,
7.933.456 euro.
(B) VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN
De voorzieningen voor risico’s en kosten bedroegen op 31 december 2004 6.092.569 euro en zijn als volgt sa-
mengesteld:
- voorziening voor kosten voor de realisaties: 5.511.221 euro;
- voorziening voor herstelling en groot onderhoud kantoorgebouw: 1.151 euro;
- voorziening voor streekontwikkelingsprojecten: 6.197 euro;
- voorziening voor reconversie van bedrijventerreinen: 550.000 euro;
- voorziening voor stedenbouwkundige studies : 24.000 euro.
In 2001 legde Leiedal een voorzieningrekening aan van 619.748 euro voor nog te verwachten verliezen voor de
opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. De reële kostprijs voor de opmaak van deze plannen
overschrijdt immers de contractueel vastgelegde erelonen. In 2004 heeft de intercommunale het saldo van deze
voorziening aangewend voor een bedrag van 154.933 euro.
In het financieel plan 2002-2007 werd de optie genomen om een fonds voor reconversie van bestaande bedrij-
venterreinen te vormen. In 2004 heeft Leiedal een bedrag van 400.000 euro toegevoegd, waardoor deze voor-
zieningrekening in totaal 550.000 euro bedraagt.
Er werd beslist om de ontvangen subsidies op de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen die door de ge-
meentebesturen aan Leiedal worden doorgestort, toe te voegen aan een specifieke voorzieningrekening voor
stedenbouwkundige studies. In 2004 werd 24.000 euro toegevoegd aan deze voorzieningrekening.
(C) LENINGEN
In 2004 werden voor 10.327.850 euro nieuwe leningen opgenomen, met name voor:
- de grondverwervingen in het Deltapark, de woonzone Ter Schabbe in Anzegem en de terugkoop in het bedrij-
venterrein Trekweg in Moen: 9.925.500 euro;
- de infrastructuurwerken voor de Beneluxlaan in Kortrijk en de KMO-zone Oude Spoorweg in Sint-Denijs: 402.350
euro.
In 2004 werd er 2.768.113 euro afgelost van bestaande leningen met de opbrengst uit de verkoop van gronden.
Op 31 december 2004 bedroeg het uitstaande bedrag van de leningen voor realisaties 17.064.483 euro.
21
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1.7.3 RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR
Het boekjaar 2004 werd afgesloten met een winstsaldo van 37.854 euro.
De omzet uit de verkoop van gronden bedroeg 4.140.358 euro, waarvan 3.393.474 euro in bedrijventerreinen,
308.965 euro in woonzones en 437.919 euro in herwaarderingsprojecten. Uit deze grondverkopen heeft Leiedal
een saldo gerealiseerd van 1.484.051 euro, waarvan:
- 616.292 euro voor de financiering van de werkingskosten van de cluster ‘immobiliaire projectontwikkeling’;
- 396.291 euro bestemd als algemene inkomsten, waarmee o.m. de dienstverlening aan de gemeentebesturen en
de streek mede worden gefinancierd;
- 471.468 euro winstsaldo.
De totale bedrijfsopbrengsten bedroegen 16.145.312 euro. Naast de inkomsten uit realisaties zijn de belangrijk-
ste rubrieken hier de betaalde opdrachten, de bijdragen van de gemeentebesturen en de subsidies voor Europese
projecten.
De bedrijfskosten van 16.066.605 euro bestaan uit:
- de gemaakte kosten voor realisaties (11.148.545 euro);
- de administratie- en algemene kosten, inclusief de kosten voor streekprojecten (997.292 euro);
- de bezoldigingen (2.286.925 euro);
- de afschrijvingen op de materiële vaste activa (165.208 euro);
- de toevoegingen en bestedingen van de voorzieningrekeningen (saldo: toename van 1.468.635 euro).
De besteding van de voorzieningrekening die Leiedal in 2001 vormde voor verwachte verliezen bij de opmaak van
de gemeentelijke structuurplannen, heeft het resultaat van 2004 in positieve zin beïnvloed voor een bedrag van
Uitstaand bedrag
Leningen ter financiering van aankopen
Kortrijk - Dienstenzone Beneluxlaan 1.288.298 euro
Kortrijk - Kernvernieuwingsproject Vetex 430.000 euro
Zwevegem - Bedrijventerrein Trekweg (Moen) 247.894 euro
Gullegem-Moorsele: noordwestelijke uitbreiding 2.847.826 euro
Kortrijk - Harelbeke Deltapark 9.580.000 euro
Zwevegem - KMO-zone Esserstraat 1.307.762 euro
Wederinkopen 410.000 euro
Sint-Denijs - KMO-zone Oude Spoorweg 86.762 euro
Woonzone Anzegem - Ter Schabbe 185.500 euro
Leningen ter financiering van infrastructuur
Zwevegem - KMO-zone Esserstraat 81.881 euro
Vichte - Uitbreiding KMO-zone Jagershoek 196.210 euro
Kortrijk - Dienstenzone Beneluxlaan 267.350 euro
Sint-Denijs - KMO-zone Oude Spoorweg 135.000 euro
Totaal uitstaand bedrag 17.064.483 euro
Overzichtstabel - Openstaande leningen voor immobiliaire realisaties
22
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
154.933 euro. De toevoeging aan de voorzieningrekening voor reconversie van bestaande bedrijventerreinen
heeft het resultaat van 2004 verminderd met 400.000 euro. De toevoeging aan de voorzieningrekening voor
stedenbouwkundige studies heeft het resultaat eveneens verminderd met 24.000 euro.
De bedrijfswinst van 78.707 euro wordt verhoogd met de financiële opbrengsten van 371.239 euro en verminderd
met de financiële kosten (385.312 euro) en de ingehouden roerende voorheffing (26.780 euro). Dat levert een
positief resultaat van het boekjaar op voor een bedrag van 37.854 euro. Deze winst wordt toegevoegd aan de
reserves. Het positieve resultaat is o.m. toe te schrijven aan:
- het grotere saldo dat behaald werd uit de verkoop van gronden, o.m. als gevolg van het marktgerichte ver-
koopprijsbeleid en als gevolg van het hogere verkoopscijfer dankzij het toegenomen aanbod aan beschikbare
terreinen;
- het feit dat de totaliteit van de werkingskosten binnen het gestelde budget werd gehouden.
1.7.4 RESERVEFONDSEN
(A) FONDS VOOR STREEKONTWIKKELING
Het fonds voor streekontwikkeling werd in 1990 opgericht voor de financiering van streekprojecten. In het verle-
den heeft Leiedal het in hoofdzaak aangewend voor de financiering van externe kosten. Het fonds werd sindsdien
jaarlijks aangevuld met de intresten uit belegde kapitalen. Op die manier bedroeg het begin 2002 nog 692.424
euro. In het Beleidsplan 2002-2007 werd beslist om het fonds aan te vullen tot 1.240.000 euro.
Overzichtstabel - Fonds voor streekontwikkeling 1990-2004
(1) totale bestedingen
1990-98 1999 2000 2001 2002 2003 2004
1. Streekpromotie 31.114 1.417 4.958 --- --- --- ---
2. Werking ERNACT-CRISM 43.096 --- --- --- --- --- ---
3. Automatisering alarmcentrale 35.457 --- --- --- --- --- ---
4. Telecommunicatie 109.693 27.546 6.251 2.221 --- --- ---
5. Studie telecom-behoeften 42.865 --- --- --- --- --- ---
6. Tele-d-room 10.091 --- --- --- --- --- ---
7. Digitale Regio Kortrijk 21.925 13.138 52.945 19.140 --- --- ---
8. IRDSS 4.095 22.223 4.406 --- --- --- ---
9. Studie Hoog-Kortrijk 49.580 --- --- --- --- --- ---
10. Werking vzw Hoog-Kortrijk 125.806 7.437 7.437 --- --- --- ---
11. Innovatie- en Incubatiecentrum 49.580 --- --- --- --- --- ---
12. Werking Sociaal Euroloket 29.747 --- --- --- --- --- ---
13. Euroloket UNIZO 6.197 --- --- --- --- --- ---
14. Interreg-projecten 71.694 --- 7.034 --- --- --- ---
15. GPCI 35.674 5.364 --- 19.656 41.900 40.040 40.040
16. GROOtSTAD 747 --- --- 1.817 --- --- ---
17. Grensoverschrijdende studies --- --- --- --- --- --- 11.067
18. Werking Welzijnsconsortium 64.578 --- --- --- --- --- ---
19. Kanaal 127 24.789 --- --- --- --- --- ---
23
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
1990-98 1999 2000 2001 2002 2003 2004
20. Sociale Economie 7.747 --- --- --- --- --- ---
21. Visievorming GAPAK 148.736 --- --- --- --- --- ---
22. NETA 3.676 --- --- --- --- --- ---
23. CePRO 14.874 9.916 --- --- --- --- ---
24. Archeologisch museum 24.789 --- --- --- --- --- ---
25. Restauratie Preetjes Molen 24.789 --- --- --- --- --- ---
26. Vlasvallei 10.576 --- --- --- --- --- ---
27. Overleg Cultuur 22.310 --- --- --- --- --- ---
28. Studie stadsrandbos 6.817 --- --- --- --- --- ---
29. Eurohappening 2.202 --- --- --- --- --- ---
30. Grenspost E17 14.664 2.374 --- --- - 614 --- ---
31. Trekkershutten Bossuit --- 9.916 --- --- --- --- ---
32. Convenant Leiedoortocht --- 410 --- --- --- --- ---
33. Sugromusc --- --- 1.012 2.499 --- --- ---
34. Bijdrage vzw Mobiel --- --- --- 7.437 --- --- ---
35. Duurzaamheidsbarometer --- --- --- 22.466 34.477 1.071 ---
36. Bijdrage Telesenior --- --- --- 4.958 --- --- ---
37. Studie Evenementenhal --- --- --- 13.386 3.494 --- ---
38. Werking vzw Rebak --- --- --- --- 24.789 24.789 24.789
39. Huis van de Streek --- --- --- --- 2.593 --- ---
40. Project Buda-Eiland Kortrijk --- --- --- --- 812 12.500 ---
41. Project Elektriciteitscentrale Zwevegem --- --- --- --- 1.916 12.395 ---
42. Bijdrage vzw Transfo --- --- --- --- --- --- 125.000
43. STEM-project uitbreiding LAR --- --- --- --- --- 5.798 ---
44. STEM-project bedrijfsverzamel-gebouw --- --- --- --- --- --- 18.050
45. Interreg IIIA - fietsnetwerk --- --- --- --- --- 9.419 11.656
46. Interreg IIIA - kwaliteitsvolle BT --- --- --- --- --- 4.885 16.558
47. Interreg IIIA - Reconver --- --- --- --- --- --- 24.353
48. Interreg IIIB - HST --- --- --- --- --- 1.438 ---
49. Interreg - BERI --- --- --- --- --- --- 1.455
50. Bijdrage TROP --- --- --- --- --- 500 1.301
51. Beeld van de streek --- --- --- --- --- 17.920 ---
52. PIAV - Heule-Kuurne --- --- --- --- --- --- 2.930
53. Subsidie eindwerken --- --- --- --- --- --- 1.263
1.037.908 99.741 84.043 93.580 109.367 130.755 278.462
(2) stand bij oprichting fonds voor streekontwikkeling in 1990 1.239.468 euro
(3) totale bestedingen in de periode 1990-2002 1.315.272 euro
(4) totale intresten in de periode 1990-2002 768.228 euro
(5) stand fonds voor streekontwikkeling op 01/01/2002 692.424 euro
(6) nieuwe stand ingevolge aanvulling (Beleidsplan 2002-2007) 1.240.000 euro
24
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - ORGANI SAT IE EN F INANC IËN
(7) bestedingen in 2002 109.367 euro
(8) bestedingen in 2003 130.755 euro
(9) bestedingen in 2004 278.462 euro
(10) stand fonds voor streekontwikkeling op 31/12/2004 721.416 euro
(B) ICT-FONDS
Het ICT-fonds werd in 2000 opgericht om de ontwikkeling van nieuwe technologieën in de gemeentebesturen te
begeleiden. Begin 2000 bedroeg het 620.000 euro, waarvan jaarlijks 74.400 euro voor personeelskosten en 49.600
euro voor additionele (externe) kosten worden aangewend. Begin 2002 was er nog 496.000 euro beschikbaar. In
het Beleidsplan 2002-2007 werd beslist om dit fonds aan te vullen tot 744.000 euro, voor de financiering van de
kosten in de komende jaren. Op die manier kunnen de ICT-activiteiten van Leiedal volwaardig ontwikkeld worden
tot 2007. In 2004 werd uit het ICT-fonds een bedrag van 104.100 euro aangewend voor interne werkingskosten.
Overzicht - ICT-fonds 2000-2004
(1) stand bij oprichting ICT-fonds in 2000 620.000 euro
(2) bestedingen in 2000 en 2001 124.000 euro
(3) nieuwe stand ingevolge aanvulling (Beleidsplan 2002-2007) 744.000 euro
(4) bestedingen in 2002 136.577 euro
(5) bestedingen in 2003 127.721 euro
(6) bestedingen in 2004 104.100 euro
(7) stand ICT-fonds op 31/12/2004 325.602 euro
(C) GROENFONDS
Het groenfonds werd in 1996 opgericht en bedraagt 496.000 euro. In het verleden heeft Leiedal dit fonds slechts
in zeer beperkte mate aangewend (een bijdrage voor de aankoop van het Bassegembos en de kosten voor de
Scheldemeersen in Avelgem: 2 x 9.916 euro). In de toekomst zal het groenfonds o.m. worden besteed aan pro-
jecten in het kader van de valorisatie van de open ruimte en landschapsopbouw, etc. In 2004 waren er geen
bestedingen uit het groenfonds.
(D) FONDS VOOR RECONVERSIE VAN BESTAANDE BEDRIJVENTERREINEN
In het Beleidsplan 2002-2007 werd de optie opgenomen om met het winstsaldo uit de verkoop van gronden een
nieuw fonds te vormen voor reconversie van bedrijventerreinen. In 2004 bedroeg het resterend winstsaldo
471.468 euro. Het gecumuleerde saldo bestemd voor het fonds voor reconversie bedroeg eind 2004 1.161.025
euro. Op de passiefzijde van de balans is dat als volgt terug te vinden:
- 550.000 euro op de voorzieningrekening;
- 611.025 euro als deel van de reserves.
25
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2 WERKGEBIEDEN
2.1 BEDRIJVENTERREINEN
Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
- De realisatie van bedrijventerreinen blijft een kernactiviteit van Leiedal; de intercommunale wil de bedrij-
venterreinen zo veel mogelijk zelf realiseren.
- Nieuwe accenten:
° publiek-private samenwerking: o.m. bedrijfsverzamelgebouwen, “shared facilities”, organisatie “park
management”;
° nadruk op reconversie (recyclage) bestaande terreinen (oprichting fonds voor reconversie);
° nadruk op kwaliteit en duurzaamheid;
° specifieke bedrijventerreinen moeten hoogwaardige tewerkstelling aantrekken.
- Te onderzoeken:
° aanbodbeleid op het niveau van de grensoverschrijdende metropool;
° behoeftebepaling op middellange termijn.
2.1.1 VERKOOP VAN GRONDEN OP BEDRIJVENTERREINEN IN 2004
In 2004 heeft Leiedal 7,98 ha gronden verkocht op vijf verschillende bedrijventerreinen. Hiermee werd een om-
zet gerealiseerd van 3,5 miljoen euro.
Overzichtstabel - Promotie en verkoop van bedrijventerreinen 1995-2004
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Nieuwe contacten met
bedrijven
176 182 177 161 153 130 110 97 98 102
Verkopen aan bedrijven,
waarvan:
- nieuwe vestigingen
- uitbreidingen
Overige (*)
18
17
1
--
18
15
3
1
10
7
3
--
8
5
3
3
27
15
12
2
20
16
4
3
15
11
4
8
12
7
5
4
20
18
2
3
8
7
1
6
Totale oppervlakte (ha)
waarvan:
- nieuwe vestigingen (ha)
- uitbreidingen (ha)
Andere (ha) (*)
11,60
11,17
0,43
--
14,70
12,85
1,85
(-0,61)
10,07
7,92
2,15
--
5,45
2,29
2,48
(-1,29)
12,22
5,1
5,1
1,19
11,98
10,14
1,84
2,06
5,88
2,61
3,27
6,06
5
2,58
2,42
(-1,36)
5,52
5,51
0,01
2,25
7,98
7,49
0,49
0,22
(*) wederinkoop - overdracht openbaar domein - ruilingen
Veruit het meest in het oog springend in 2004 was de verkoop van ruim 6,4 ha gronden in de noordwestelijke
uitbreiding van het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele aan de nv Logistiek Centrum Leie. Deze gronden zijn
bestemd voor de vestiging van een nieuw distributiecentrum van de supermarktketen nv LIDL. Daarnaast ver-
kocht de intercommunale drie percelen in de uitbreiding van de KMO-zone Jagershoek in Vichte (totaal 5.995 m2),
twee percelen in de artisanale verkaveling Spinnerijstraat in Moen (totaal 1.988 m2) en één perceel van 2.583 m2
in het bedrijventerrein Trekweg in Moen. Op het transportcentrum LAR in Kortrijk-Menen ten slotte kon het be-
staande bedrijf DFDS Transport uitbreiden via een grondruiling. Bij deze transactie droeg DFDS Transport 4.775
m2 gronden over aan Leiedal; in ruil hiervoor stond de intercommunale 4.938 m2 gronden af aan DFDS Transport.
Voor het verschil in oppervlakte betaalde het bedrijf een opleg aan Leiedal.
26
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Overzichtstabel - Grondverkopen op bedrijventerreinen in 2004
ZONE BETROKKENE OPP. (m2) U/V/UR (*) ACTIVITEIT
Uitbreiding KMO-zone Jagershoek (Vichte)
Ferram bvba 1.962 V Import - export sectionaalpoorten
Deweer Sanitair bvba 2.997 V Aannemer sanitaire werken
Coeman Danny bvba 1.036 V Aannemer schilderwerken
Artisanale verkaveling Spin-nerijstraat (Moen)
Vromant - D’Haeye 1.084 V Aannemer tuinaanleg
Denorme - Degroote 904 V --
Trekweg (Moen) Van Reeth Houtatelier 2.583 V Interieurinrichting en houtbewerking
Gullegem-Moorsele - Uitbreiding Logistiek Centrum Leie 64.277 V Distributiecentrum LIDL
LAR DFDS Transport 4.938 UR Transport- en expeditiebedrijf
TOTAAL VERKOPEN 79.781
(*) U: uitbreiding - V: vestiging - UR: uitbreiding via grondruiling
2.1.2 NIEUWE BEDRIJVENTERREINEN IN ONTWIKKELING
(A) AFWERKING VAN RECENT GEREALISEERDE BEDRIJVENTERREINEN: SCHEMATISCH OVERZICHT
Uitbreiding KMO-zone Jagershoek - Vichte (Anzegem)
- verkoop van drie percelen voor een totale oppervlakte van circa 0,6 ha - onderhandelingen voor de overige
bouwrijpe percelen zijn lopende;
- opstart bedrijventerreinmanagement;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
KMO-zone Esserstraat - Zwevegem
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen);
- opstart bedrijventerreinmanagement;
- uitwerking van een stedenbouwkundig concept en een inplantingvoorstel voor een bedrijfsverzamelgebouw
(door Coussée & Goris Architecten uit Gent);
Een nieuw bedrijf in aanbouw
in de KMO-zone Jagershoek
in Vichte.
27
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
- uitvoering van een onderzoek naar de commerciële haalbaarheid van een bedrijfsverzamelgebouw in Zuid-West-
Vlaanderen (door marketingbureau Devroe & Partners uit Brugge).
Artisanale verkaveling Spinnerijstraat - Moen (Zwevegem)
- afwerking van de stedenbouwkundige voorschriften en verkoopsvoorwaarden;
- verkoop van twee kavels voor een totale oppervlakte van 1.988 m2 - onderhandelingen voor de overige bouw-
rijpe percelen zijn lopende.
Bedrijventerrein Trekweg - Moen (Zwevegem)
- verkoop van een perceel met een oppervlakte van 2.583 m2 - onderhandelingen voor de overige bouwrijpe per-
celen zijn lopende;
- terugkoop van een perceel van 6.079 m2;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
Transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen)
- verkoop van een perceel met een oppervlakte van circa 0,5 ha - deze verkoop kadert in een ruiloperatie waarbij
Leiedal opnieuw eigenaar werd van een perceel uitgeruste en ontsluitbare bedrijfsgrond;
- onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen);
- aanstelling van een exploitant voor de geoptimaliseerde spoorwegcontainerterminal aan de hand van een pu-
blieke selectieprocedure;
- subsidie en stedenbouwkundige vergunning verkregen voor de infrastructuurwerken in functie van de optimali-
sering van de spoorwegcontainerterminal;
- openbare aanbesteding van de infrastructuurwerken; toegewezen aan de nv Stadsbader-Flamand uit Harel-
beke.
KMO-zone Waterven - Bissegem-Heule (Kortrijk)
- onderhandelingen voor het laatste beschikbare perceel zijn lopende;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
Een recente bedrijfsvestiging
op het bedrijventerrein
Trekweg in Moen.
28
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(B) NIEUWE GEMENGDE BEDRIJVENTERREINEN IN REALISATIE: SCHEMATISCH OVERZICHT
Noordwestelijke uitbreiding bedrijventerrein Gullegem-Moorsele (Wevelgem)
- verkoop van een perceel met een oppervlakte van 6,4 ha - in het kader van een optimale perceelsconfiguratie
werd een ruiling uitgevoerd met het aanpalende bedrijf;
- uitwerking van een systeem van reservaties voor geïnteresseerde kandidaat-kopers, rekening houdend met de
grote vraag;
- afwerking van de autonome ontwikkeling, samen met private eigenaarsbedrijven, van het gedeelte van het ter-
rein ten zuiden van de bestaande afwateringsgracht;
- stedenbouwkundige vergunning verkregen voor de infrastructuurwerken;
- openbare aanbesteding van het eerste deel van de infrastructuurwerken; toegewezen aan de nv Cnockaert uit
Komen.
KMO-zone Oude Spoorweg - Sint-Denijs (Zwevegem)
- afronding van de infrastructuurwerken;
- opstart van de verkoopspromotie.
Bedrijventerrein Ter Donkt II - Deerlijk
- onteigeningsmachtiging verkregen in functie van de aankoop restpercelen;
- overeenkomsten afgesloten met de eigenaars-bedrijven in functie van de realisatie;
- subsidies verkregen voor de infrastructuur (25%), overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 5
september 2003.
Eerste fase bedrijventerrein Deltapark - Kortrijk-Harelbeke
- afronding van de voorbereidingsfase;
- analyse van de problematiek van het voormalige huisvuilstort op een gedeelte van het terrein en uitwerking van
verschillende mogelijke oplossingen;
- aankoop van circa 48,3 ha grond;
- opmaak van het voorontwerp voor de infrastructuurwerken.
(C) NIEUWE SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN IN REALISATIE: SCHEMATISCH OVERZICHT
Researchpark - Hoog-Kortrijk
- de voorbereiding van de realisatie op de voorziene locatie naast de KULAK werd stopgezet: na overleg met de
buurtbewoners heeft het stadsbestuur van Kortrijk beslist dat het researchpark op een andere locatie wordt
gerealiseerd;
- opstart van het proces voor de bepaling van een nieuwe locatie.
Dienstenzone Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk
- stedenbouwkundige vergunning verkregen voor de infrastructuurwerken;
- subsidies verkregen voor de aanleg van de eerste deelfase van de basisinfrastructuur;
- openbare aanbesteding voor de infrastructuurwerken voor de eerste deelfase; toegewezen aan de tijdelijke
vereniging nv Devagro - sa Screg Belgium uit Desselgem;
- start van de eerste deelfase van de infrastructuurwerken;
- verdere uitwerking van een inrichtingsplan voor de handelszone (grootschalige kleinhandel) in overleg met de
kandidaat-investeerders.
(D) PROSPECTIE VAN NIEUWE ZONES: SCHEMATISCH OVERZICHT
Transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen): uitbreiding
- LAR-II (zuidelijke uitbreiding) opgenomen in het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de
29
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk;
- de vertaling van de conceptstudie die in 2003 werd opgemaakt naar een ruimtelijk concept werd opgeschort tot
2005, wegens het uitblijven van de goedkeuring van het GRUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk
gebied Kortrijk.
Doomanstraat - Aalbeke (Kortrijk)
- verdere verfijning van het ruimtelijk concept en de stedenbouwkundige voorschriften;
- opmaak van een exploitatienota.
Torkonjestraat - Marke (Kortrijk)
- opmaak van een eerste stedenbouwkundig concept voor het ruime plangebied in samenwerking met de Groep
Koramic (eigenaar van de aanpalende zone);
- diverse contacten met het stadsbestuur van Kortrijk in functie van de opmaak van een BPA dat de bestemming
vastlegt.
Rozebeeksestraat - Lendelede
- opmaak van het onteigeningsplan en een structuurschets;
- eerste onderhandelingen in functie van de grondverwerving.
(E) BESPREKING
Van het totale pakket van 205 ha aan nieuwe bedrijventerreinen die in 1998 werden bestemd in het Gewestplan
Kortrijk, heeft Leiedal in de afgelopen jaren reeds twee kleinere zones verkoopsklaar op de markt gebracht: in
2002 de KMO-zone Esserstraat in Zwevegem en in 2003 de uitbreiding van de KMO-zone Jagershoek in Vichte.
Vorig jaar kwam daar ook de KMO-zone Oude Spoorweg in Sint-Denijs bij. Daarnaast heeft de intercommunale in
2004 ook belangrijke verdere stappen gezet in de voorbereidingsfase van een aantal grotere bedrijventerreinen.
Zo kon reeds een eerste perceel van 6,4 ha verkocht worden in de noordwestelijke uitbreiding van het bedrijven-
terrein Gullegem-Moorsele.
In augustus 2004 ging de
eerste deelfase van start van
de infrastructuurwerken in
de Beneluxlaan in Kortrijk.
In deze fase werd ook het
wachtbekken voor de afvoer
van regenwater uitgegraven.
30
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
BENELUXLAAN HOOG-KORTRIJK
In augustus 2004 gingen de eerste infrastructuurwerken van start in de regionale gemengde zone voor diensten
en handel Beneluxlaan in Hoog-Kortrijk. Deze 27 ha grote zone vormt een belangrijke nieuwe ontwikkelingspool
voor tertiaire activiteiten: de Beneluxlaan is bestemd voor niet-loketgebonden kantoren en administratieve ge-
bouwen, vormings- en scholingscentra, groothandel, grootschalige kleinhandel en grootschalige culturele infra-
structuur. In de eerste fase realiseert Leiedal een gebied van 16 ha, palend aan de dienstenzone Kennedypark.
Dit gebied wordt ontsloten door een dreef die uitkomt op de nieuw aan te leggen rotonde op de Beneluxlaan en
door een aansluiting op het Kennedypark. Deze twee toegangswegen komen later in verbinding te staan met een
interne bedieningsweg, die grotendeels in de kom van het terrein wordt aangelegd, zodat de gebouwen op een
natuurlijke manier hoger zullen liggen.
Opdat de onderhandelingen tussen het stadsbestuur van Kortrijk en Carrefour rond een mogelijke vestiging
geen vertraging met zich mee zouden brengen voor andere vestigingen, heeft Leiedal beslist om de riool- en
wegeniswerken voor deze eerste fase op te splitsen in twee deelfasen. De eerste deelfase wordt uitgevoerd door
de tijdelijke vereniging nv Devagro - sa Screg Belgium uit Desselgem en zal naar verwachting in maart 2005
worden afgerond. Intussen worden de onderhandelingen met diverse retailers (o.m. Decathlon) voortgezet, met
het oog op de vestiging van grootschalige kleinhandel op een deel van het terrein. De overige gronden blijven
gereserveerd voor kantoren en diensten, als uitbreiding van het Kennedypark. Het opleidings- en adviescentrum
Amelior, de pionier in de Beneluxlaan, heeft zijn nieuwe kantoren eind 2004 reeds in gebruik genomen.
NOORDWESTELIJKE UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN GULLEGEM-MOORSELE
De 49 ha grote noordwestelijke uitbreiding van het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele is bestemd voor bedrij-
ven actief in lichte en/of zware productie, bouw, transport en opslag op bedrijfspercelen van gemiddeld 1 à 3 ha
(en minstens 0,5 ha). Deze uitbreiding wordt in twee opeenvolgende fasen van elk circa 20 ha netto-oppervlakte
ontwikkeld. De eerste fase, in het zuidelijke deel van de uitbreiding, omvat een gebied van ongeveer 5 ha dat
Leiedal in samenwerking met twee grondeigenaars-bedrijven realiseert. Met deze eigenaars heeft Leiedal in
2004 een overeenkomst afgesloten, die o.m. hun bijdrage in de infrastructuur- en uitrustingskosten van de zone
vastlegt. Na openbare aanbesteding werden de infrastructuurwerken voor de eerste fase toegewezen aan de nv
Cnockaert uit Komen.
In oktober 2004 kon Leiedal reeds 6,4 ha gronden verkopen aan de nv LCL (Logistiek Centrum Leie), bestemd
voor de vestiging van een distributiecentrum van de supermarktketen nv LIDL. Dat betekende meteen de start
van de verkoopspromotie van dit nieuwe bedrijventerrein. Vroeger reeds hadden heel wat bedrijven Leiedal ge-
contacteerd om hun interesse voor een vestiging in deze zone kenbaar te maken. Een aantal kandidaat-kopers
vroeg toen al om een bepaald perceel te kunnen reserveren, in afwachting dat de gronden op de markt beschik-
baar komen. Daarom heeft de intercommunale een systeem van reservaties uitgewerkt, waarbij een kandidaat-
koper een bepaald perceel kan reserveren tegen een vergoeding die afhangt van de grootte van het perceel in
kwestie en die later, bij een effectieve verkoop, in mindering wordt gebracht van de totale verkoopprijs. In een
rondvraag hebben zestien bedrijven hun interesse voor een vestiging en voor deze reservatiemogelijkheid beves-
tigd, goed voor een totale oppervlakte van 22,3 ha. Omwille van deze zeer grote interesse heeft Leiedal beslist
om de infrastructuurwerken voor de tweede fase meteen te laten aansluiten op de eerste fase.
BEDRIJVENTERREIN DELTAPARK (KORTRIJK-HARELBEKE-ZWEVEGEM)
In de komende jaren wordt het Deltapark in Kortrijk, Harelbeke en Zwevegem ongetwijfeld de meest in het oog
springende realisatie inzake bedrijfsvestiging in Zuid-West-Vlaanderen. Dit terrein van zo’n 84 ha wordt gevormd
door drie aanpalende bedrijventerreinen langs de E17 en maakt deel uit van een groter plangebied van zo’n 280
ha, met twee bestaande bedrijventerreinen (Kanaalzone en Kapel ter Bede) en enkele nog te ontwikkelen deel-
gebieden (Keizersstraat en een gedeelte van Kapel ter Bede).
31
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Bij dit nieuwe bedrijventerrein vormt hoogwaardigheid het sleutelbegrip. Dat komt in eerste instantie tot uiting in
een helder ruimtelijk concept en in een kwaliteitsvolle inkleding van het terrein: de inplanting en schikking van de
bedrijfsgebouwen, gebouwen met een architecturale meerwaarde, etc. Ook wordt gestreefd naar een hoogwaar-
dige invulling van het terrein. De marketing en promotie zullen dan ook vooral gericht zijn op bedrijven met eer-
der hoogwaardige activiteiten, ook van buiten de regio. Uit een marktonderzoek in dat kader blijkt dat het Delta-
park, omwille van de locatie en de schaal, specifieke potenties heeft voor de sector van de hoogwaardige logistiek
(value added logistics). Andere doelgroepen omvatten grote (productie-)bedrijven met een hoge toegevoegde
waarde en een representatieve uitstraling, grotere hoogwaardige KMO’s die vanuit hun bedrijfsvoering zoeken
naar een kwaliteitsvolle locatie en “business-to-business”-bedrijven die nood hebben aan een showroom.
De realisatie van het Deltapark werd voorbereid vanuit een publiek-privaat samenwerkingsverband, met de Groep
Koramic, Leiedal, het stadsbestuur van Kortrijk en Harelbeke en het gemeentebestuur van Zwevegem. Ondanks
de zeer vruchtbare samenwerking binnen deze PPS-structuur hebben Leiedal en de Groep Koramic eind 2004
besloten dat het project beter door één van de partijen kan worden gefinaliseerd. Rekening houdend met de
expertise van Leiedal inzake de realisatie van bedrijventerreinen (o.m. prijszetting, timing en fasering van de uit-
werking, differentiatie van het aanbod), hebben de partijen zich ermee akkoord verklaard dat de Groep Koramic
zijn gronden in het plangebied aan Leiedal overdraagt en dat de intercommunale de verdere realisatie van het
Deltapark op zich neemt. In dat kader heeft Leiedal op 23 december 2004 circa 48,3 ha gronden aangekocht
van de Groep Koramic. Die zullen nu als eerste fase van het bedrijventerrein worden aangelegd, goed voor een
netto-oppervlakte van circa 40 ha gronden. Verwacht wordt dat de infrastructuurwerken voor deze fase in het
voorjaar van 2006 van start kunnen gaan.
SPOORCONTAINERTERMINAL LAR (KORTRIJK-MENEN)
Voor de verdere ontwikkeling van het multimodale transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen) is de spoorwegtermi-
nal voor de overslag van spoor- naar wegvervoer van groot belang. Wil deze terminal ook in de toekomst efficiënt
blijven functioneren, vooral wat de behandeling van containers betreft, dan zijn een betere infrastructuur en een
uitbreiding noodzakelijk. Daarom besliste Leiedal enkele jaren terug reeds om de bestaande terminal te optima-
liseren en uit te breiden met een nieuwe terminal aan de overzijde van de sporen, specifiek voor containers. Op
basis van een onderzoek naar de financiële haalbaarheid heeft de intercommunale in 2004 het concept voor deze
Met de aankoop van ruim 48 ha gronden jegens de Groep Koramic gaf Leiedal in 2004 de definitieve aftrap voor de ontwikkeling
van het hoogwaardige bedrijventerrein Deltapark (Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem).
32
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
terminal vastgelegd. Ook werd het voorbereidende dossier voor de infrastructuurwerken afgewerkt, zodat de
werken begin 2005 van start konden gaan: de stedenbouwkundige vergunning voor de werken en de toezegging
van de subsidies werden verkregen en in een openbare aanbesteding werden de werken toegewezen aan de nv
Stadsbader-Flamand uit Harelbeke.
Tegelijk heeft Leiedal de selectieprocedure opgestart voor de aanstelling van een exploitant, die de containerbe-
handeling op de nieuwe terminal zal verzorgen, zowel voor eigen containers als voor die van derde klanten. Na
een openbare selectieprocedure heeft Leiedal in oktober 2004 de bvba Delcaterminal uit Rekkem aangesteld als
exploitant voor een periode van 20 jaar. Uiterlijk eind 2005 moet de nieuwe spoorcontainerterminal operationeel
zijn.
KWALITEIT EN DUURZAAMHEID OP NIEUWE BEDRIJVENTERREINEN
Bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen schenkt Leiedal heel veel aandacht aan aspecten van
kwaliteit en duurzaamheid. De inspanningen die de intercommunale op dat vlak reeds heeft geleverd in de
afgelopen jaren, kregen in 2004 hun vervolg. Sinds 2003 werkt Leiedal samen met technici van de intercom-
munales wvi (Brugge), IEG (Moeskroen), IDETA (Tournai) en LMCU (Lille Métropole) samen in het Interreg-
IIIA-project ‘Kwaliteitsvolle bedrijventerreinen’. Dit project (dat wellicht het best bekend is onder de Franse
roepnaam “Emulation”) is gericht op expertise- en ervaringsuitwisseling inzake de programmering, de plan-
ning, de productie, het beheer en de opwaardering van bedrijvenparken, met het oog op een grotere duur-
zaamheid en kwaliteit. In 2004 hebben de partners een gezamenlijk “menu” uitgewerkt met objectieven en
instrumenten voor de implementatie van kwaliteits- en duurzaamheidsaspecten op bedrijventerreinen. Ook
werden de voorbereidingen getroffen voor de publicatie van een cahier en de organisatie van een seminarie
bij de afloop van het project eind 2005.
Om een alternatief te bieden voor de blijvend grote vraag naar kleine bedrijfspercelen, heeft Leiedal vorig jaar
een concept uitgewerkt en de haalbaarheid onderzocht van een bedrijfsverzamelgebouw in de regio. Dat ge-
beurde in het kader van het STEM-project “Zorgvuldig ruimtegebruik op bedrijventerreinen - Case Bedrijfsverza-
melgebouw Esserstraat Zwevegem”, dat in 2002 voor cofinanciering werd ingediend bij de Vlaamse overheid. In
de KMO-zone Esserstraat hebben Leiedal en het gemeentebestuur van Zwevegem een terrein van circa 7.700 m2
gereserveerd voor groepsbouw, met de bedoeling daar een bedrijfsverzamelgebouw te realiseren: een flexibel
Het architecturale
concept voor het
bedrijfsverzamelgebouw
omvat twee aparte
gebouwen, die in alle
mogelijke opzichten zeer
flexibel zijn. Zo kan
de aankleding van de
gevels "op maat" worden
aangepast aan de concrete
behoeften van de gevestigde
ondernemingen: prefab
betonpanelen, ramen in
glas, vaste of opengaande
hekkens en poorten, etc.
33
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
gebouw met diverse modules, waarvan een bedrijf er één of meer kan aankopen. Het architecturaal en ruimtelijk
concept werd uitgetekend door Coussée & Goris Architecten uit Gent. Op basis van dat concept heeft studiebu-
reau Devroe & Partners uit Brugge een marktverkenning uitgevoerd.
Uit het onderzoek bleek dat er in Zuid-West-Vlaanderen een markt bestaat voor bedrijfsverzamelgebouwen, niet
zozeer voor één groot project, maar wel voor verschillende beperkte inplantingen. Dat heeft te maken met de
fundamenteel andere verwachtingen van de verschillende potentiële doelgroepen ten aanzien van de inrichting en
de uitstraling van het gebouw. De marktstudie vormt in elk geval een goede basis om na te gaan in welke vorm
het bedrijfsverzamelgebouw er eventueel kan komen en of de KMO-zone Esserstraat daarvoor de meest geschikte
locatie is.
2.1.3 OPWAARDERING EN RECONVERSIE VAN BESTAANDE BEDRIJVENTERREINEN
(A) SCHEMATISCH OVERZICHT
Loskade - Desselgem
- subsidiedossier opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd aan de kaaimuurcommissie van de nv Waterwegen
en Zeekanaal;
- organisatie van verschillende informatie- en discussiemomenten met de omliggende bedrijven en de belang-
hebbende partijen (het stadsbestuur van Waregem, de nv Waterwegen en Zeekanaal, Promotie Binnenvaart
Vlaanderen);
- opstarten van overleg in functie van het vastleggen van engagementen door het stadsbestuur van Waregem en
de bedrijven van de zone Pitantiestraat.
Site Hanssens (Zwevegem-Knokke)
- onderhandelingen, in functie van de reconversie en optimalisering van het bestaande, onderbenutte bedrijven-
terrein;
- de zone werd opgenomen in een globaal projectvoorstel voor de aanpak van verouderde economische locaties
in de kanaalzone Bossuit-Kortrijk.
In opdracht van het
stadsbestuur van Waregem
heeft Leiedal in 2004
een project begeleidt
voor de aanleg van een
nieuwe loskade aan het
watertransportgebonden
bedrijventerrein van
Desselgem, die toegankelijk
is voor alle bedrijven.
34
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Site Bekaert - Zwevegem
- haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd in functie van de reconversie van dit voormalige bedrijventerrein van
24 ha;
- onderhandelingen opgestart voor de aankoop van de gronden;
- de zone werd opgenomen in een globaal projectvoorstel voor de aanpak van verouderde economische locaties
in de kanaalzone Bossuit-Kortrijk.
Bedrijventerrein Heule-Kuurne (PIAV-project)
- opstart van bedrijventerreinmanagement en milieuclustering:
° organisatie van een introductievergadering met de gevestigde bedrijven;
° uitvoering van diverse “quick scans”: doorlichtingen van gevestigde bedrijven gericht op het detecteren van
samenwerkingsmogelijkheden tussen de bedrijven op het vlak van duurzaamheid en milieukwaliteit;
° uitvoering van deelstudies met betrekking tot mobiliteit (reorganisatie van de verkeersstromen, bewegwijze-
ring) en de afwateringsproblematiek;
- opstart van het proces voor de opwaardering van het bestaande bedrijventerrein, o.m. via de verfraaiing van de
openbare ruimte en de herinrichting van het kruispunt Heirweg-Industrielaan in functie van het zachte woon-
werkverkeer.
(B) BESPREKING
Ook bij de bestaande bedrijventerreinen is er een toenemende aandacht voor aspecten van kwaliteit en duur-
zaamheid. De ambitie van Leiedal bestaat erin de oudere bestaande bedrijventerreinen geleidelijk te recycleren
tot moderne bedrijventerreinen met een hoger kwaliteits- en duurzaamheidsniveau.
BEDRIJVENTERREIN HEULE-KUURNE - PIAV-PROJECT
Een eerste bestaand bedrijventerrein waar Leiedal een aantal duurzaamheidsaspecten wil introduceren, is Heule-
Kuurne. Hiervoor heeft de intercommunale, samen met de GOM West-Vlaanderen en de wvi, een projectvoor-
stel ingediend bij de Vlaamse overheid in het kader van het PIAV-programma (Programma Innovatieve Acties
Vlaanderen), met steun vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het project werd in maart 2004
goedgekeurd voor cofinanciering, waardoor het op een globale tussenkomst in de kosten van 85% kan rekenen
(50% Europees en 35% Vlaams).
Voor het bedrijventerrein Heule-Kuurne heeft Leiedal dankzij dit project een halftijdse ‘parkmanager’ kunnen
aanstellen voor een periode van twee jaar. Die zal de gevestigde bedrijven bevragen, mogelijke knelpunten de-
tecteren en voorstellen uitwerken voor een duurzame samenwerking. Daarnaast heeft de GOM West-Vlaanderen
een halftijdse ‘milieuclusteraar’ in dienst genomen, die samenwerking tot stand helpt komen tussen de bedrijven
op het vlak van afvalstromen, energieproductie en -gebruik, watergebruik, logistiek, etc. Ook worden enkele
concrete ingrepen op het terrein uitgevoerd, met name de opwaardering van de openbare ruimte in de Heirweg
en de herinrichting van het kruispunt met de Industrielaan, met een bijzondere aandacht voor een grotere ver-
keersveiligheid voor de zachte weggebruikers (zie ook bij “Stedenbouw”).
PROEFPROJECT VEROUDERDE ECONOMISCHE LOCATIES KANAALZONE BOSSUIT-KORTRIJK
Eind 2004 heeft Leiedal van de Vlaamse Regering een enveloppe van 192.823 euro verkregen voor de aanpak
(studie- en coördinatiekosten) van diverse verouderde economische locaties in de kanaalzone Bossuit-Kortrijk.
Dit proefproject kadert in een oproep naar projectvoorstellen die Vlaams Minister van Economie Fientje Moerman
medio 2004 lanceerde ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de herinrichting van bestaande bedrijventer-
reinen en verouderde economische sites in Vlaanderen. Het proefproject van Leiedal omvat de volgende zones:
- kanaalzone ‘stedelijke kaaien’: o.m. site Kerkhof-Grijspeerdt (Spinnerijkaai), site KTM/KTS en site Stoopsfa-
briek (Kortrijk);
35
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
- kanaalzone N391: site Bekaert (Zwevegem);
- kanaalzone ‘interfluvium Leie-Schelde’: site Hanssens (Zwevegem-Knokke) en site Bekaert (Zwevegem-Moen).
Voor deze zones zal Leiedal een conceptstudie en een plan van aanpak opstellen voor de herinrichting, o.m. op
basis van haalbaarheidsstudies en een Urban Design Workshop (voor de kanaalzone ‘stedelijke kaaien’).
De intercommunale heeft alvast de ambitie om minstens twee van de geselecteerde zones her in te richten, door
het concrete plan van aanpak zelf uit te voeren of de uitvoering ervan te coördineren. In dat kader heeft Leiedal
onderhandelingen aangeknoopt met de nv Bekaert, met het oog op de aankoop van de 24 ha grote site van Be-
kaert in Zwevegem, die binnen afzienbare tijd leeg komt te staan.
INTERREG-IIIC-PROJECT ‘BERI’ - ERVARINGSUITWISSELING BROWNFIELDS
Samen met de andere streekontwikkelingsintercommunales in Vlaanderen is Leiedal actief betrokken bij het
Interreg-IIIC-project ‘BERI’ (Brownfields European Regeneration Initiative). Dit project is gericht op expertise-
en ervaringsuitwisseling bij de aanpak van brownfields, i.e. verlaten of onderbenutte industriële sites, waarvan
de verdere ontwikkeling wordt bemoeilijkt door de eventuele aanwezigheid van bodemverontreiniging. Daarbij
komen aspecten aan bod als historische vervuiling, de procedures voor de sanering van brownfields en de finan-
ciering daarvan.
Het project ging in juni 2004 van start en loopt tot eind 2005. De overige Europese partners zijn Dublin (Ierland),
Lyon (Frankrijk), Bristol (Engeland), Stockholm (Zweden) en Tallinn (Estland), met Belfast (Noord-Ierland) als
lead partner. De Vlaamse coördinatie is in handen van OVAM.
bouwrijp beschikbaar
waarvan gereserveerd
netto-beschikbaar
REGIONALE EN LOKALE BEDRIJVENTERREINEN
Noordwestelijke uitbreiding Gullegem-Moorsele 34,15 0,00 34,15
Bedrijventerrein Trekweg - Moen 7,78 0,00 7,78
KMO-zone Esserstraat - Zwevegem 5,08 0,26 4,82
KMO-zone Waterven - Bissegem-Heule 0,28 0,28 0,00
Bedrijventerrein Avelgem 1,47 0,51 0,96
Uitbreiding KMO-zone Jagershoek - Vichte 1,49 0,27 1,22
KMO-zone Oude Spoorweg - Sint-Denijs 1,46 0,00 1,46
Artisanale verkaveling Spinnerijstraat - Moen 0,96 0,11 0,85
SUBTOTAAL 52,67 1,43 51,24
SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN
Transportcentrum LAR - Kortrijk-Menen 5,09 2,99 2,10
Vliegveld Wevelgem-Bissegem 2,74 0,0 2,74
Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk (eerste fase) 13,20 2,33 10,87
SUBTOTAAL 21,03 5,32 15,71
ALGEMEEN TOTAAL 73,70 6,75 66,95
2.1.4 OVERZICHTSTABEL - BEDRIJVENTERREINEN IN ONTWIKKELING OP 31/12/2004
(A) BEDRIJVENTERREINEN WAARVAN DE GRONDEN IN EIGENDOM ZIJN VAN LEIEDAL EN DIE BOUWRIJP BESCHIKBAAR ZIJN (IN HA)
36
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(B) BEDRIJVENTERREINEN IN REALISATIE, WAARBIJ LEIEDAL INSTAAT VOOR DE GRONDUITGIFTE (IN HA)
(C) BEDRIJVENTERREINEN DIE DOOR LEIEDAL WORDEN GEREALISEERD IN SAMENWERKING MET DE GRONDEIGENAARS
bruto-oppervlakte
reeds verworven
nog te verwerven
REGIONALE EN LOKALE BEDRIJVENTERREINEN
Deltapark - Kortrijk 40,00 38,65 1,35
Deltapark - Harelbeke 25,00 9,64 15,36
Deltapark - Zwevegem 19,00 0,00 19,00
SUBTOTAAL 84,00 48,29 35,71
SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN
Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk (tweede fase) 11,70 0,00 11,70
SUBTOTAAL 11,70 0,00 11,70
ALGEMEEN TOTAAL 95,70 48,29 47,41
bruto-oppervlakte
reeds verworven
nog te verwerven
REGIONALE EN LOKALE BEDRIJVENTERREINEN
Bedrijventerrein Ter Donkt II - Deerlijk 12,50 0,89 restgronden
ALGEMEEN TOTAAL 12,50 0,89 --
Op het transportcentrum LAR in Kortrijk-Menen wordt de bestaande spoorterminal geoptimaliseerd en uitgebreid met een
nieuwe terminal tussen de sporen en de autosnelweg E17, specifiek voor containers.
37
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
0 2 4 km
BEDRIJVENTERREINEN LEIEDAL
Gepland of in realisatie bruto opp.
1 Deerlijk Ter Donkt II ca. 12,5 ha
3 Kortrijk Delta ca. 40 ha
4 Harelbeke Delta ca. 25 ha
5 Zwevegem Delta ca. 19 ha
Bouwrijpe gronden beschikbaar
2b Gullegem-Moorsele uitbreiding
7 Kortrijk Beneluxlaan
8 Sint-Denijs Oude Spoorweg
9b Vichte Jagershoek II
10 Avelgem
11 Moen Trekweg
12 Transportcentrum LAR
13 Wevelgem-Bissegem (Airport)
14 Zwevegem Esserstraat
15 Heule Waterven
27A Moen Spinnerijstraat
Uitverkocht
2a Gullegem-Moorsele
16 Deerlijk-Waregem
17 Desselgem
18 Harelbeke De Blokken
19 Harelbeke Kanaalzone
20 Harelbeke-Stasegem
21 Harelbeke Vierschaar
22 Heule-Kuurne en Kuurne
23 Kortrijk Kennedypark
24 Lauwe Artisanale zone
25 Lendelede Spoelewielen
26 Marke Industriezone
27 Moen Olieberg
9a Vichte Jagershoek
28 Vichte Mekeirleweg
29 Wevelgem Zuid
30 Zwevegem Breemeers
BEDRIJVENTERREINEN ANDERE
OPENBARE BESTUREN
A Deerlijk-Waregem Nijverheidslaan
B Menen Grensland
C Menen Oost
D Waregem Snepbeek
E Waregem Bilkhage
F Waregem Brabantstraat
G Waregem Vijverdam
H Spiere-Helkijn IJzeren Bareel
I Beveren-Leie Ezelbeek
J Deerlijk Ter Donkt I
1
16
9a 9b
28
ED17
I
21
25
22
18 14
30
2a2b
C
B
24
MENEN
WEVELGEM
LENDELEDE
KUURNEHARELBEKE
DEERLIJK
WAREGEM
ANZEGEM
AVELGEM
ZWEVEGEM
St. Denijs
Moen
Heestert
Otegem
Tiegem
Ingooigem
Vichte
St. Eloois-Vijve
Desselgem
Beveren-Leie
Hulste
Bavikhove
Heule
Bissegem
Marke
Bellegem
Kooigem
Spiere
Helkijn
Bossuit
Outrijve
Waarmaarde
Rollegem
Aalbeke
Gullegem
Moorsele
Lauwe
Rekkem
Kaster
KORTRIJK
12
H
8
11
27 27a
10
F
G
AJ
Oost-Vlaanderen
Hainaut
FRANCE
20
194
53
6
723
29
13
15
Kerkhove
26
SPIERE-HELKIJN
2.1.5 INVENTARIS VAN OPENBARE BEDRIJVENTERREINEN OP 31/12/2004
38
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.1.6 OVERZICHTSTABEL - DOOR LEIEDAL GEREALISEERDE BEDRIJVENTERREINEN OP 31/12/2004
Bedrijventerrein Aangekocht in m2 Verkocht en overgedragen in m2
Eerste vestiging
in
Aantal bedrijven
Aalbeke 23.411 -- -- --
Avelgem - Niet-watergebonden 422.508 338.991 1976 20
Avelgem - Watergebonden 50.634 23.025
11.542 (3)
Bavikhove - Vierschaar 43.673 43.673 1996 6
Bavikhove - Westhoek 49.953 1.696 -- --
Bissegem-Heule - Waterven 83.634 77.908 1999 19
1.236(1) 1.276 (1)
28(2)
Bossuit - Pottes 59.081 59.081 1964 4
Deerlijk - Ter Donkt II 8.873 -- -- --
Deerlijk-Waregem 453.589 446.942 1972 41
3.110 (1) 1.975 (2)
7.203 (1)
Desselgem 199.478 199.478 1979 12
Gullegem-Moorsele 959.560 959.560 1959 80
15 (4)
Gullegem-Moorsele (uitbreiding) 506.870 64.277 2004 1
Harelbeke - De Blokken 32.168 32.168 1999 2
Harelbeke - Deltapark 96.435 -- -- --
Harelbeke - Kanaalzone 166.375 166.375 1969 7
Harelbeke-Stasegem 856.557 856.557 1969 62
Heule-Kuurne en Kuurne 2.021.317 2.021.317 1962 158
Kerkhove 11.304 11.304 1978 1
Kortrijk - Beneluxlaan 163.005 2.816 -- 1
Kortrijk - Cannaertstraat 78.337 78.801 1999 2
Kortrijk - Deltapark 386.469 -- -- --
Kortrijk - Kennedypark 302.288 302.288 1979 69
Kortrijk - Researchpark -- -- -- --
Lauwe - Artisanale zone 32.329 32.329 1989 4
Transportcentrum LAR 772.759 413.333 1983 60
1.044 (3)
Lendelede - Spoelewielen 55.951 55.315 1981 14
1.047 (1) 255 (1)
Marke - Industriezone 34.208 34.208 1975 2
Moen - Olieberg 34.322 12.321 1998 4
Moen - Spinnerijstraat 1.988 2004 2
Moen - Trekweg 149.727 70.784 1999 12
Rekkem 10.083 10.083 -- --
Sint-Denijs - Oude Spoorweg 21.831 -- -- --
Vichte - Mekeirleweg 57.579 57.579 1971 14
Vichte - Jagershoek 91.536 91.536 1995 16
987 (1) --
39
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Bedrijventerrein Aangekocht in m2 Verkocht en overgedragen in m2
Eerste vestiging
in
Aantal bedrijven
Vichte - Jagershoek (uitbreiding) 58.453 23.803 2004 10
Wevelgem-Bissegem (Airport) 464.245 347.568 1969 44
-- 5.887 (1)
-- 5.987 (2)
Wevelgem-Zuid 733.847 733.847 1970 85
Zwevegem - Breemeers 120.191 120.191 1980 14
Zwevegem - Esserstraat 99.716 26.595 2002 9
Zwevegem - Deltapark -- -- -- --
Totalen 9.712.296 7.717.737 775
6.380 (1) 14.621 (1)
28 (2) 7.962 (2)
12.586 (3)
15 (4)
(1) ondergrond (2) bovengrond (3) concessie (4) recht van opstal
2.1.7 OVERZICHTSTABEL - GRONDTRANSACTIES OP BEDRIJVENTERREINEN IN 2004
AANKOPEN Oppervlakte in m2 Aantal verrichtingen
Gullegem-Moorsele (uitbreiding) 15.670 1
Transportcentrum LAR - Kortrijk-Menen 13.140 2
Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk 2.096 2
Ter Donkt II - Deerlijk 8.873 2
Deltapark - Kortrijk 386.469 1
Deltapark - Harelbeke 96.435 2
Totaal aankopen 522.683 10
VERKOPEN
Jagershoek - Vichte (uitbreiding) 5.995 3
Spinnerijstraat - Moen 1.988 2
Trekweg - Moen 2.583 1
Gullegem-Moorsele (uitbreiding) 64.277 1
Totaal verkopen 74.843 (1) 7
RUILINGEN
Transportcentrum LAR - Kortrijk-Menen
- DFDS Transport aan Leiedal 4.775 1
- Leiedal aan DFDS Transport 4.938
Gullegem-Moorsele (uitbreiding)
- Perseyn aan Leiedal 30.879 1
- Leiedal aan Perseyn 24.607
- SPE aan Leiedal 3.849 1
- Leiedal aan SPE 3.849
Totaal ruilingen - 6.109 (2) 3
(1) De uitbreiding van de firma DFDS Transport op het Transportcentrum LAR is opgenomen bij de ruilingen.(2) Saldo eigendom Leiedal = gedeelte “verkocht” – gedeelte “aangekocht”
40
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.2 LOKAAL WOONBELEID
Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
- De taakstelling van Leiedal op het vlak van lokaal woonbeleid was nog niet duidelijk gedefinieerd bij de
goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007. Als doelstelling werd bepaald dat de mogelijke rol en taak van
de intercommunale in de loop van 2002 zouden worden vastgelegd.
- De raad van bestuur van Leiedal besliste op 21 mei 2002 dat de taakstelling inzake lokaal woonbeleid zou
worden aangepakt in integrale samenwerking met het provinciebestuur West-Vlaanderen, via de uitbouw
van een gemeenschappelijke “regionale cel woonbeleid”.
2.2.1 VERKOOP VAN GRONDEN IN WOONZONES IN 2004
In 2004 heeft Leiedal vijf bouwkavels verkocht in twee verschillende woonzones, goed voor een totale oppervlakte
van 2.755 m2. Hiermee ging een omzet gepaard van 198.537 euro.
Overzichtstabel - Verkoop van gronden in woonzones 1995-2004
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Totale oppervlakte verkocht in woonzones(in ha)
3,75 2,09 3,19 1,01 2,34 1,04 3,21 0,13 0,07 0,28
Aantal kavels 52 19 35 20 14 7 29 3 2 5
Oppervlakte bouwkavels(in ha) 3,75 1,09 2,20 1,00 0,48 0,33 1,59 0,08 0,07 0,28
Oppervlakte andere verkopen (in ha) -- 1,00 0,99 0,01 1,86 0,71 1,61 0,05 -- --
De woonzone Gasthuisweide in Kuurne werd in 2004 volledig uitverkocht, met de verkoop van de laatste be-
schikbare bouwkavel. Daarnaast heeft Leiedal de verkoopakte verleden voor vier bouwkavels in de woonzone
Spinnerijstraat in Moen. Die werd deels als woonzone, deels als artisanale verkaveling ontwikkeld: naast zes
‘klassieke’ bouwkavels omvat deze zone ook negen kavels waarbij de mogelijkheid (en in sommige gevallen zelfs
de verplichting) bestaat om in de tuinstrook een klein ambachtelijk bedrijf op te richten. Van de zes ‘klassieke’
kavels was er eind 2004 nog één beschikbaar.
De geringe verkoop in 2004 heeft net als in de voorbije jaren te maken met de beperkte hoeveelheid bouwrijp be-
schikbare gronden in woonzones die Leiedal in portefeuille heeft. In de eerstkomende tijd kan daar verandering
in komen, met de realisatie van twee nieuwe woonzones op vraag van het gemeentebestuur van Anzegem: de
woonzones Ter Schabbe in Anzegem (in samenwerking met de huisvestingsmaatschappijen) en Waregemstraat
in Vichte. Hiervoor heeft Leiedal vorig jaar al enkele aankoopovereenkomsten kunnen afsluiten in het kader van
de noodzakelijke grondverwerving.
Ook de voorlopige vaststelling van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk biedt perspectieven
(zie ook bij “Stedenbouw”). Eens dit dossier definitief is goedgekeurd, kunnen binnen het stedelijk gebied op
korte termijn een reeks woonuitbreidingsgebieden worden aangesneden. In overleg met de betrokken gemeen-
ten zal Leiedal nagaan welke rol de intercommunale kan vervullen bij de ontwikkeling van deze gebieden.
41
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.2.2 NIEUWE WOONZONES IN ONTWIKKELING IN 2004
(A) AFWERKING VAN RECENT GEREALISEERDE WOONZONES: SCHEMATISCH OVERZICHT
Gasthuisweide - Kuurne
- verkoop van de laatste beschikbare bouwkavel met een oppervlakte van 244 m2 (na verkoop van een woning
gebouwd door een projectontwikkelaar op de kavel in kwestie);
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvraagdossiers).
Spinnerijstraat - Moen (Zwevegem)
- verkoop van vier bouwkavels met een totale oppervlakte van 2.511 m2;
- verkoopovereenkomst afgesloten voor de laatste beschikbare bouwkavel;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvraagdossiers).
(B) NIEUWE WOONZONES IN ONTWIKKELING: SCHEMATISCH OVERZICHT
Ter Schabbe - Anzegem
- aankoopovereenkomst afgesloten voor een oppervlakte van 5.670 m2 in het kader van de grondverwerving;
- onderhandelingen voor de resterende gronden zijn lopende.
Waregemstraat - Vichte
- uitwerking van het stedenbouwkundig concept voor deze nieuwe woonzone;
- grondverwerking opgestart: aankoopovereenkomst afgesloten met één eigenaar.
Verrieststraat - Ingooigem
- onteigeningsprocedure opgestart en later op vraag van het gemeentebestuur opgeschort om de eigenaar een
laatste mogelijkheid te bieden de verkaveling zelf te realiseren.
Elektriciteitscentrale Zwevegem - gedeelte Woonzone
- uitvoering van een verkennend onderzoek naar de commerciële en financiële haalbaarheid van het ruimtelijk
concept voor het gedeelte van de woonzone;
- principiële beslissing door de raad van bestuur van Leiedal om dit deel van de site van de elektriciteitscentrale
aan te kopen in functie van de realisatie (circa 11.700 m2).
Nieuwe woningen in
aanbouw in de verkaveling
Spinnerijstraat in Moen.
42
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.2.3 REGIONALE CEL WOONBELEID
Sinds 2002 vervult Leiedal haar taak op het vlak van lokaal woonbeleid in hoofdzaak vanuit een samenwerkings-
verband met het provinciebestuur West-Vlaanderen. De Regionale Cel Woonbeleid heeft als taak de gemeenten
maximaal te ondersteunen bij de uitbouw van hun lokaal woonbeleid, gronden beschikbaar te maken (zowel plan-
matig als op het terrein), de gemeenten te ondersteunen bij kwaliteitsvolle ruimtelijke ingrepen (projectmanage-
ment, procesbegeleiding) en waar mogelijk en wenselijk kleinschalige voorbeeldprojecten uit te werken. Daarbij
gaat de aandacht in eerste instantie uit naar het plattelandsgebied tussen de Leie en de Schelde. Later kan de
werking worden uitgebreid naar alle gemeenten van het arrondissement Kortrijk.
In dat kader heeft Leiedal in 2004 een potentieanalyse uitgevoerd die de ‘grijze woonsites’ in het landelijk ge-
bied van het interfluvium in kaart brengt. ‘Grijze woonsites’ zijn concentraties van leegstaande, verouderde en
verpauperde wooneenheden. De analyse was erop gericht om een cartografische en informatieve basis samen
te stellen voor concrete projecten voor de opwaardering van de woonomgeving in deze dorpen. Aan de hand
van een relevantiescore en een classificatie werden twee proefprojecten geselecteerd, waaraan de Regionale Cel
Woonbeleid in 2005 haar medewerking zal verlenen:
- Stationsstraat Deerlijk:
De gemeente Deerlijk wil een aantal leegstaande OCMW-gebouwen hergebruiken voor de realisatie van een
huisvestingsproject. Dat zou een samenwerkingsproject kunnen worden van het gemeentebestuur, het OCMW
en de sociale huisvestingsmaatschappij Mijn Huis.
- Robecynplein Spiere:
In samenwerking met een private investeerder wil de gemeente Spiere-Helkijn serviceflats en aanleunende
dienstverlening voor ouderen realiseren op het terrein van een onbewoonbaar verklaard huizenblok (zie ook bij
“Stedenbouw”).
In 2004 werd de woonzone
Gasthuisweide in Kuurne
volledig uitverkocht, met
de verkoop van de laatste
beschikbare bouwkavel.
43
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.2.4 OVERZICHTSTABEL - DOOR LEIEDAL GEREALISEERDE WOONZONES OP 31/12/2004
Woonzone Aangekochtha a ca
Verkocht en overdragen
ha a ca
Netto-ver-koop-baar
(ha)
Aantal bouwkavels
zonderwoning
met wo-ning totaal
Aalbeke - Papeye17 86 91
17 16 88 -- 121 -- 1211 62 (1)
Anzegem - Heirweg 3 75 57 3 57 59 -- 22 -- 22
Anzegem - Ter Schabbe 55 76 -- -- -- P.M. (2)
Avelgem 5 50 78 5 46 80 -- 44 -- 44
Avelgem - Reigershof 2 48 67 2 48 28 -- 28 -- 28
Bavikhove - ‘t Koeksken 8 72 47 8 72 52 -- 32 -- 32
Bellegem - Zwingelweg 1 44 46 1 49 35 -- 13 -- 13
Desselgem - Leiekant 8 94 41 9 00 11 -- -- -- --
Gullegem - Ter Winkel 17 91 09 16 34 02 -- 48 16 64
Heestert - Centrum Zuid 1 74 82 1 76 50 -- 18 -- 18
Helkijn - Waterkeer 1 44 88 1 03 60 -- 18 -- 19
Hulste - Ter Elst 10 45 14 10 49 40 -- 40 5 45
Kuurne - Gasthuisweide 1 55 49 1 55 49 -- 33 -- 33
Lauwe - Schonekeer 4 83 88 4 82 17 -- 51 -- 51
Lendelede - Langemunte 14 04 26 14 04 27 -- 42 -- 42
Lendelede - ‘t Zaagske 5 38 41 5 66 10 -- 76 -- 76
Marke - Ter Doenaert 17 45 20 16 17 10 -- 48 18 66
Moen - Heestertstraat 1 92 33 1 92 33 -- 17 -- 17
Moen - Kanaalzone 1 37 86 1 50 35 -- 15 -- 15
Moen - Spinnerijstraat 17 66 30 18 -- 5 -- 5
Moorsele - Overheule 17 80 62 16 53 93 -- 76 26 102
Rekkem - Dronckaertstraat 4 55 37 4 62 93 -- 45 -- 45
Rollegem 8 30 00 8 30 00 -- -- -- --
Sint-Denijs - Kooigemstraat 2 62 66 91 30 1,27 (3) 11 -- 11
Vichte - Lendedreef 4 19 89 4 14 45 -- 49 6 55
Zwevegem - Kappaert 2 50 33 2 51 51 -- 29 -- 29
Zwevegem - Stedestraat 6 87 50 7 33 13 -- 92 16 108
Totalen 174 46 42 167 90 29 1,27 (3) 973 87 1.060
1 62 (1)
(1) ondergrond (2) pro memorie: woonzone in ontwikkeling (3) niet uitgerust (geraamd)
2.2.5 OVERZICHTSTABEL - GRONDTRANSACTIES IN WOONZONES IN 2004
Oppervlakte in m2 Aantal verrichtingen
VERKOPEN EN OVERDRACHTEN OPENBAAR DOMEIN
Spinnerijstraat - Moen 2.511 4
Gasthuisweide - Kuurne 244 1
Totaal verkopen en overdrachten openbaar domein 2.755 5
44
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.3 INBREIDING EN HERBESTEMMING
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Vormt een “groeimarkt” voor Leiedal:
° er is een duidelijke vraag vanuit de aangesloten gemeenten;
° het betreft complexe, financieel risicovolle projecten; de private sector is dan ook minder geneigd om
deze projecten aan te pakken.
- Opmaak van een dynamische inventaris van verlaten panden en sites, samen met de gemeenten.
- Financieel afsprakenkader met de betrokken gemeenten: per project een overeenkomst.
- Nadruk op:
° opbouwen van de vereiste knowhow;
° realisatie en/of begeleiding van een aantal projecten.
2.3.1 INBREIDINGS- EN HERBESTEMMINGSPROJECTEN IN UITVOERING IN 2004
(A) SCHEMATISCH OVERZICHT
Site Ovelacq - Deerlijk
- algemene nazorg (o.m. opvolging van de gerechtelijke procedure omtrent de gemene muur met de aanpalende
buur).
Site Vetex - Kortrijk
- verdere opvolging van de bodemsaneringswerken die uitgevoerd worden in opdracht en voor rekening van de
voormalige eigenaar, de nv Vetex;
- opvolging van de eindafrekening en de uitbetaling van het saldo van de subsidies door de Vlaamse Administratie;
- verkoop en overdracht van een deel van de site (10.338 m2) aan enerzijds de stad Kortrijk en anderzijds het
Stadsontwikkelingsbedrijf Kortrijk;
- algemene nazorg.
Site Elektriciteitscentrale - Zwevegem (Transfo)
- opvolging van het herbestemmingsdossier in de schoot van de vzw Transfo Zwevegem;
- overdracht door Electrabel van het grootste deel van de site aan het gemeentebestuur van Zwevegem;
- principiële beslissing van de raad van bestuur van Leiedal voor de aankoop van circa 11.700 m2 gronden, in
functie van de realisatie van een woonproject;
- publicatie van een cahier met de onderzoeksresultaten en een informatiebrochure voor het brede publiek;
- aanstelling van een architect die toeziet op de architecturale samenhang van het project en die meewerkt aan
de noodzakelijke technische en economische haalbaarheidsstudies.
(B) BESPREKING
De herbestemming van een verlaten economische site is een proces dat over meerdere jaren loopt, in hoofd-
zaak omwille van de complexe problematiek van bodemverontreiniging. De eerste ervaringen in die zin verwierf
Leiedal met de site Ovelacq in Deerlijk, maar ook de bodemsaneringswerken op de Vetex-site in Kortrijk nemen
heel wat tijd in beslag. Op vraag van het stadsbestuur van Kortrijk kocht Leiedal deze site in 1998 aan, met als
opdracht de gronden bouwrijp te maken. De samenwerkingsovereenkomst die daartoe werd opgesteld, bepaalde
dat het stadsbestuur (of de Stedelijke Woonregie) na sloop en sanering alle gronden van de intercommunale zou
overnemen. Enige tijd terug reeds konden een aantal directiewoningen en rijwoningen worden overgedragen aan
de Woonregie (die in 2004 de nieuwe naam Stadsontwikkelingsbedrijf Kortrijk kreeg).
45
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Door de aanslepende saneringswerken heeft Leiedal de site in haar totaliteit nog niet kunnen overdragen. Noch-
tans zijn bepaalde delen reeds vrij van bodemsanering en volledig bouwrijp. Met de goedkeuring van OVAM
hebben Leiedal en de stad Kortrijk de site in 2004 in diverse zones opgesplitst. Op die manier konden de af-
gewerkte delen worden overgedragen en kan het herbestemmingsprogramma voor die zones op korte termijn
worden opgestart. Het betreft de gronden aan de straatzijde in de Veldstraat en de Vaartstraat, waar de groep
Matexi-Thiers nieuwe gezinswoningen zal bouwen. Deze gronden, met een totale oppervlakte van circa 3.650 m2,
werden aangekocht door het Stadsontwikkelingsbedrijf Kortrijk. Tegelijk werden het poortgebouw (circa 500 m2)
en het parkgebied (circa 4.000 m2) overgenomen door het stadsbestuur van Kortrijk.
De herbestemming van de voormalige elektriciteitscentrale van Electrabel in Zwevegem, waar Leiedal sinds eind
2002 bij betrokken is, overstijgt het lokale niveau. Door de grote schaal en de uitgesproken ontwikkelingsmoge-
lijkheden op regionaal vlak heeft dit project een duidelijke streekdimensie. Sinds juni 2004 wordt de projectop-
volging waargenomen vanuit de vzw Transfo, (zie “Stedenbouw”).
2.3.2 PROSPECTIE VAN NIEUWE INBREIDINGS- EN HERBESTEMMINGSPROJECTEN
Ook in de komende jaren zullen de aanpak en begeleiding van complexe herbestemmingsprojecten een belang-
rijke uitdaging blijven voor Leiedal. In de jongste jaren doen steeds meer gemeenten een beroep op de intercom-
munale om de herbestemmingsmogelijkheden van al dan niet leegstaande sites in kaart te brengen. Maar ook
op eigen initiatief werkt Leiedal pro-actief verkennende onderzoeken uit voor diverse sites. In 2004 gebeurde
dat voor een oud bedrijfsgebouw in de Zolderstraat in Otegem en een verlaten bedrijfspand in de Verrieststraat
in Kortrijk. Voor de site KTM/KTS in Kortrijk, de site Bekaert in Zwevegem en de site Hanssens in Zwevegem-
Knokke werden deze inspanningen in 2004 gekaderd in een proefproject voor verouderde economische locaties
in de kanaalzone Bossuit-Kortrijk, met steun van de Vlaams minister van Economie (zie “Bedrijventerreinen”).
2.3.3 OVERZICHTSTABEL - INBREIDINGS- EN HERBESTEMMINGSPROJECTEN OP 31/12/2004
Herbestemmingsproject Aangekocht
ha a ca
Verkocht en overgedragen
ha a ca
Site Ovelacq - Deerlijk 31 40 29 82
Site Vetex - Kortrijk 2 33 92 1 14 67
Totaal 2 65 32 1 44 49
In 2004 heeft Leiedal een
proefproject voorgesteld
aan de Vlaams minister van
Economie, gericht op de
reconversie van verouderde
economische locaties langs
het kanaal Bossuit-Kortrijk,
waaronder de site KTM/KTS
in Kortrijk.
46
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.4 LOKALE EN REGIONALE ECONOMIE
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Bij de goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007 werd nog geen precieze taakstelling opgenomen
voor Leiedal inzake lokale en regionale economie.
- De mogelijke taken van Leiedal dienden onderzocht in twee werkgroepen:
° inzake lokale economie: een intergemeentelijke werkgroep met schepenen en functionarissen,
in samenwerking met het provinciebestuur West-Vlaanderen;
° inzake regionale economie: een werkgroep met vertegenwoordigers van GOM West-Vlaanderen, K a-
mer voor Handel en Nijverheid, Unizo, REBAK, gemeenten, Provincie West-Vlaanderen.
2.4.1 LOKALE ECONOMIE
(A) INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP LOKALE ECONOMIE
Sinds 2002 werkt Leiedal samen met het provinciebestuur West-Vlaanderen aan een intergemeentelijke werk-
groep lokale economie, met de schepenen en functionarissen bevoegd voor lokale economie. Deze werkgroep
vormt een forum waar de intercommunale en het provinciebestuur relevante beschikbare informatie kunnen
doorgeven aan de gemeenten en waar nuttige ervaringen onderling uitgewisseld kunnen worden. In dat kader
wordt ook nauw samengewerkt met instanties uit de economische wereld (GOM West-Vlaanderen, VOKA - Kamer
van Koophandel, Unizo, etc.).
In 2004 kwam de werkgroep twee keer samen. Daarbij kwamen o.m. de volgende thema’s aan bod:
- strategisch denkproces REBAK - toekomst Zuid-West-Vlaamse economie;
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’;
- problematiek van leegstaande bankgebouwen;
- bedrijfsverzamelgebouw Esserstraat Zwevegem: ruimtelijke en architecturale conceptstudie, resultaten markt-
onderzoek;
- PIAV-project revitalisering bedrijventerrein Heule-Kuurne.
(B) PROBLEMATIEK LEEGSTAANDE BANKGEBOUWEN
Op vraag van de intergemeentelijke werkgroep lokale economie heeft Leiedal in 2004 een snel verkennend on-
derzoek uitgevoerd naar de problematiek van leegstaande bankgebouwen in de Zuid-West-Vlaamse regio. Door
de vrij recente fusiegolf in de banksector zijn de laatste tijd bepaalde bankgebouwen in sommige dorpskernen
leeg komen te staan. Omwille van hun specifieke kernmerken (met loketten en kluizen) bestaat het gevaar dat
die gebouwen op korte termijn moeilijk opnieuw ingevuld raken. Via het onderzoek wou de werkgroep zicht
krijgen op de problematiek op het niveau van het volledige arrondissement Kortrijk. Daarvoor heeft Leiedal een
rondvraag georganiseerd bij de gemeenten en interviews afgenomen van verschillende betrokken actoren (o.m.
vastgoedmakelaars en immobiliënmanagers van grote bankgroepen).
Uit het onderzoek blijkt dat deze problematiek zich het sterkst manifesteert in het zuiden van het arrondissement
(Avelgem, Zwevegem) en in een aantal kleinere deelgemeenten. Ook in Menen staat een aanzienlijk aantal bank-
gebouwen leeg. Tegelijk is gebleken dat het probleem van leegstaande bankgebouwen ruimer gesitueerd moet
worden in de algemene problematiek van leegstand van handelseigendommen. Binnen deze globale problematiek
zorgen bankgebouwen immers niet voor meer uitgesproken problemen dan andere handelspanden. Trouwens,
vaak beschikken ze over een zeer hoog uitrustingsniveau (met o.m. airconditioning), wat een belangrijke troef
47
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
kan vormen bij een nieuwe invulling. Niettemin lijkt het aangewezen dat de problematiek van leegstaande bank-
gebouwen in de komende jaren verder wordt opgevolgd, zodat de regio indien nodig tijdig verdere stappen kan
ondernemen (signaalfunctie naar de Vlaamse overheid, onderhandelen met bankdirecties).
2.4.2 REGIONALE ECONOMIE
(A) TAAKSTELLING LEIEDAL OP HET VLAK VAN REGIONALE ECONOMIE
In 2002, bij de goedkeuring van het Beleidsplan 2002-’07 van de intercommunale, nam Leiedal zich voor om
haar precieze taakstelling op het vlak van regionale economie te (her-)definiëren. Dat zou gebeuren in nauwe
samenspraak met andere lokale en regionale economische actoren: de GOM West-Vlaanderen, de werkgevers- en
werknemersorganisaties, de gemeentebesturen en de Provincie West-Vlaanderen. Omwille van de veranderende
bestuurlijke context, met o.m. het kerntakendebat en de hervorming van de streekplatforms en de GOM’s, werd
dit proces meerdere keren achteruitgeschoven.
Medio 2004 heeft Leiedal dan toch een eerste aanzet geformuleerd over de rol van de intercommunale op het vlak
van regionale economie. De voorgestelde taken situeren zich op een vijftal domeinen:
- kennis, analyse en toegepast onderzoek;
- netwerking met socio-economische actoren;
- dienstverlening aan de gemeenten op het vlak van lokale economie;
- infrastructurele projectontwikkeling: bedrijventerreinen en reconversie;
- economische streekprojecten.
Intussen heeft Leiedal een meer gedetailleerde takenlijst voorgelegd aan de verschillende betrokken actoren,
met het oog op complementariteit en met als doel de prioriteiten vast te leggen. De resultaten van deze gesprek-
ken zullen mee bepalend zijn voor een nieuwe rol voor Leiedal binnen het RESOC Zuid-West-Vlaanderen.
(B) REBAK: STRATEGISCH PLAN VOOR DE ZUID-WEST-VLAAMSE ECONOMIE
In 2003 zette het streekplatform REBAK, in samenwerking met verschillende economische actoren en beleids-
verantwoordelijken uit de streek, een denkproces op rond de toekomst van de Zuid-West-Vlaamse economie en
industrie. De aanleiding hiervoor was de vaststelling dat de industrie in Zuid-West-Vlaanderen de laatste jaren
Door de recente fusiegolf in
de banksector zijn bepaalde
bankgebouwen in sommige
dorpskernen leeg komen
te staan. In een snel
verkennend onderzoek heeft
Leiedal de problematiek
in kaart gebracht voor het
volledige arrondissement
Kortrijk.
48
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
onder zware druk is komen te staan, door sluitingen, falingen, herstructureringen en delokalisaties en met de
afbouw van werkgelegenheid tot gevolg. Als aanzet voerden Prof. Wim Vanhaverbeke, Prof. Peter Cabus en Filip
Meuris (Leiedal) een grondige economische analyse uit van de streek. De discussie werd vervolgens gefocust op
zes economische sleutelsectoren van de streek: textiel, houtverwerking en meubels, bouw en aanverwante sec-
toren, machinebouw en gereedschappen, groothandel en distributie, en zakelijke diensten. Bij 124 bedrijfsleiders
uit deze sleutelsectoren voerde REBAK vervolgens een enquête uit naar de economische sterkten en zwakten van
de regio en mogelijke toekomstontwikkelingen. Per sector organiseerde het streekplatform ook een gespreksta-
fel, waar nagedacht werd over mogelijke versterkende initiatieven binnen een globale streekstrategie.
Dit proces is in 2004 uitgemond in een ontwerp van strategisch plan, dat op 2 april werd voorgesteld en verdiept
tijdens een conferentie met ruim 180 vertegenwoordigers van de actoren uit de regio: de sociale partners, on-
derwijsinstellingen, organisaties voor streekontwikkeling, de lokale besturen, beleidsmensen, etc. Na aanvulling
werd het eindrapport “Strategische opties voor de Zuid-West-Vlaamse economie” op 17 september 2004 goedge-
keurd door de raad van beheer van REBAK. Het rapport is rond vijf thema’s opgebouwd:
- Zuid-West-Vlaanderen als een permanent lerende regio;
- Zuid-West-Vlaanderen als een net-werkende regio;
- Zuid-West-Vlaanderen als een grensverleggende regio;
- Zuid-West-Vlaanderen als een creatieve en innovatieve regio;
- Zuid-West-Vlaanderen als een regio met een aantrekkelijk woon- en werkklimaat.
Voor deze thema’s werden in totaal 18 prioriteiten gedefinieerd, als bouwstenen voor de verdere ontwikkeling van
de industrie en de commerciële diensten. Het plan bevat ook een voorstel van aanpak, dat sterk appelleert aan
beleidsverantwoordelijken en organisaties uit de regio. Hiertoe werd telkens een projecttrekker aangeduid, die
de opdracht heeft om een concreet actieplan uit te schrijven, samen met de betrokken streekpartners. Leiedal
heeft zich geëngageerd om als trekker op te treden bij de volgende acties:
- werken aan een aantrekkelijk ondernemingsklimaat;
- de profilering van de grensoverschrijdende regio Kortrijk-Lille;
- de grensoverschrijdende aanpak van het mobiliteitsbeleid.
Het plan vormt een belangrijk onderdeel van de nalatenschap van het streekplatform REBAK, dat eind 2004
vervangen werd door het RESOC Zuid-West-Vlaanderen (zie ook “Regionale en bovenregionale samenwerking”).
Eind 2004 nog heeft REBAK de uitgave van een brochure voorbereid, zodat het strategisch plan op ruime schaal
bekendheid kan krijgen.
Op 2 april 2004 organiseerde
het streekplatform REBAK
een conferentie waarop het
ontwerp van strategisch plan
voor de Zuid-West-Vlaamse
economie werd besproken
met de economische
actoren uit de regio. (Foto:
Streekplatform REBAK)
49
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.5 STEDENBOUW
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Basisdienstverlening: eerstelijnszorg ten aanzien van de gemeenten bij de opmaak van alle stedenbouw-
kundige plannen.
- Uit te bouwen specialiteiten:
° deeldomeinen binnen stedenbouw waar nood is aan langetermijnvisie en continuïteit (structuurplan-
ning);
° projectmanagement van complexe projecten;
° ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s, PRUP’s, GRUP’s).
- Specifieke aandacht voor:
° de integratie van de lokale en regionale visie in plannen van andere niveaus;
° begeleiding van de gemeenten bij de uitbouw van hun stedenbouwkundige dienst (vorming, uitwisseling
stedenbouwkundige ambtenaren, etc.);
° optimaliseren van de interne werking (kwaliteit, efficiëntie).
2.5.1 RUIMTELIJKE VISIEVORMING
(A) GEMEENTELIJKE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN
Voor een groot aantal gemeenten van het arrondissement Kortrijk ging in 2004 de formele procedure van hun
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van start. Eind 2004 hadden reeds acht van de twaalf aangesloten ge-
meenten een plenaire vergadering georganiseerd over het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuur-
plan (zie onderstaande tabel). Tijdens die vergadering brengen de hogere overheden bevoegd voor ruimtelijke
ordening, met name de Dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit van het provinciebestuur West-Vlaanderen,
AROHM Brussel en ROHM Afdeling Brugge, hun formeel advies uit bij het voorontwerp. In zeven gemeenten werd
het ontwerp-structuurplan reeds goedgekeurd door de gemeenteraad, waarna het openbaar onderzoek van 90
dagen werd gevoerd. Deze gemeenten zitten in de laatste rechte lijn naar de definitieve goedkeuring van hun
structuurplan, die in het voorjaar van 2005 wordt verwacht.
In Zwevegem en Avelgem werd het structuurplanningsproces in 2004 reeds volledig beëindigd, met de definitieve
goedkeuring van het gemeentelijk structuurplan door de Bestendige Deputatie van de Provincie West-Vlaande-
ren. Deze gemeentebesturen hebben intussen de eerste plannen en projecten ter uitvoering van hun structuur-
plan kunnen opstarten. Dat is immers precies de bedoeling van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: de
visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en de prioriteiten in het lokale ruimtelijke beleid moeten aan
de hand van concrete projecten zichtbaar worden op het terrein.
Algemeen mag worden gesteld dat de gemeenten van het arrondissement Kortrijk -zeker in vergelijking met
de rest van Vlaanderen- reeds ver gevorderd zijn bij de opmaak van hun gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
Dat heeft in belangrijke mate te maken met de grote aandacht die de gemeenten schenken aan een voldoende
groot maatschappelijk draagvlak, via een ver doorgedreven communicatie. Door de betrokkenen in alle stap-
pen van het proces te informeren, te consulteren en te sensibiliseren via informatiebrochures en toelichtings- en
inspraakvergaderingen, kunnen de gemeenten niet alleen het besluitvormingsproces versnellen, ze zorgen ook
voor een evenwichtig ruimtelijk beleid, dat door een breed maatschappelijk veld wordt uitgedragen.
Tegelijk werd het structuurplanningsproces ook in 2004 vaak doorkruist door discussies over de taak- en be-
voegdheidsverdeling tussen de drie niveaus die bevoegd zijn voor de ruimtelijke planning. Een correcte toepas-
singen van het zogeheten subsidiariteitsbeginsel blijft een delicate evenwichtsoefening, waarbij de gemeentebe-
50
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
sturen, het provinciebestuur en het Vlaamse Gewest uitgedaagd worden om samen te werken aan een coherent
ruimtelijk beleid. Voldoende overleg en duidelijke afspraken moeten hier de oplossing brengen.
In 2005 blijft het voor Leiedal, als ontwerper van het structuurplan van de twaalf aangesloten gemeenten, de
absolute prioriteit om de gemeenten te blijven begeleiden bij de belangrijkste stappen in de formele procedure
van het structuurplanningsproces.
Overzichtstabel - Status gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen eind 2004
Informele procedure Formele procedure
Ge
me
en
te
Pro
ce
sn
ota
Sta
rtn
ota
Hyp
oth
ese
gew
en
ste
str
uctu
ur
Sch
ets
-o
ntw
erp
Str
uctu
ree
l o
ve
rle
g
Vo
oro
ntw
erp
On
twe
rp
Be
slu
it
Anzegem o o o o o n n
Avelgem o o o o o o n n
Deerlijk o o o o n
Harelbeke o o o o o n n
Kortrijk o o o n
Kuurne o o o o n
Lendelede o o o o o n n
Menen o o o o n n n
Spiere-Helkijn o o o o o n n
Waregem o o o o n
Wevelgem o o o o n n
Zwevegem o o o o o o o n
o vroegere procedurestap n procedurestap in 2004
(B) AFBAKENING VAN HET REGIONAALSTEDELIJK GEBIED KORTRIJK
Op 10 december 2004 kwam het dossier voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk in zijn
beslissende fase, met de voorlopige vaststelling door de Vlaamse Regering van het ontwerp van gewestelijk ruim-
telijk uitvoeringsplan. Het proces voor de afbakening ging in 1998 van start en was erop gericht om de grenslijn
te bepalen tussen het stedelijk gebied en het buitengebied in Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Menen, Wa-
regem, Wevelgem en Zwevegem. Het plan bepaalt ook de meest geschikte locaties binnen het stedelijk gebied
voor bijkomende woningen, bedrijventerreinen en groenvoorzieningen.
Concreet voorziet het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan o.m. in:
- 70 ha bijkomende regionale bedrijventerreinen, als uitbreiding bij bestaande terreinen;
- de mogelijkheid om op korte termijn bijna 8.000 nieuwe woningen te bouwen;
- de uitbreiding van de transportzone LAR (Kortrijk-Menen);
- de uitbouw van het randstedelijk groengebied Bergelen (Wevelgem);
- de versterking van de kleinhandelsconcentraties Ringshopping (Kortrijk-Kuurne), Pottelberg (Kortrijk) en N8
(Wevelgem);
51
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
- garanties voor de ontwikkeling van lokale bedrijventerreinen en zonevreemde bedrijven op initiatief van de
gemeentebesturen;
- de strategische woonprojecten Haantjeshoek en Langwater in Kortrijk;
- het behoud van agrarische gebieden aan de rand van het stedelijk gebied.
Leiedal was van bij het begin bij het afbakeningsproces betrokken als ontwerper, samen met het WES. Het
voorbereidend ontwerpmatig onderzoek mondde in het voorjaar van 2000 uit in een voorstel van afbakening,
dat vervolgens door de opdrachtgever, de Afdeling Ruimtelijke Planning van AROHM, werd vertaald naar een
ruimtelijk uitvoeringsplan. Bij de jarenlange overlegprocedure die daarmee gepaard ging, hielp Leiedal om de
standpunten van de regio te vertolken naar het Vlaamse niveau. Ook tijdens het openbaar onderzoek dat in het
voorjaar van 2005 rond dit voorlopig vastgestelde plan zal worden gevoerd, kunnen de aangesloten gemeenten
bij de intercommunale terecht voor ondersteuning.
(C) WINVORM
WinVorm (of West-Vlaanderen In Vorm) ontstond als een samenwerkingsinitiatief van het provinciebestuur West-
Vlaanderen en de intercommunales Leiedal en wvi, met als doel de kwaliteit van ruimtelijke ingrepen en realisa-
ties in de provincie te verbeteren. Dit initiatief is in 2003 uitgegroeid tot een vormingsreeks van het provincie-
bestuur en de wvi, waaraan Leiedal verder deelneemt. In 2004 stonden drie sessies op het programma. In de
eerste sessie, “organisch groeien”, kwamen alternatieven aan bod voor het verkavelen van grote gebieden. In
de tweede sessie, “behoud door ontwikkeling”, werd het beleid inzake ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie ver-
Het ontwerp van GRUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk bepaalt, naast de precieze afbakeningslijn
(zwarte lijn), ook de meest geschikte locaties binnen het stedelijk gebied voor o.m. bijkomende woningen, bedrijventerreinen
en groenvoorzieningen in deelplannen (grijze vlakken).
52
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
kend aan de hand van voorbeeldprojecten uit Vlaanderen en Nederland. De laatste sessie ging in op het thema
“beeldkwaliteitsplanning” als instrument voor de ontwikkeling van de bebouwde omgeving en het landschap.
Daarbij werd uitgegaan van de aanpak in het kader van de geïntegreerde gebiedsvisie voor de Leievallei (zie ook
“Openruimtebeleid, landschapsopbouw en plattelandsontwikkeling”).
Eind vorig jaar werd ook de nieuwe cyclus voor 2005 voorbereid. Daarbij zal Leiedal een meer actieve rol vervul-
len en als medeorganisator optreden.
(D) GRENSOVERSCHRIJDENDE RUIMTELIJKE PLANNING: HET PLU
In 2004 heeft Leiedal, in samenspraak met het stadsbestuur van Menen, de Dienst Ruimtelijke Ordening en Mo-
biliteit van het provinciebestuur West-Vlaanderen en de intercommunale wvi, een officieel advies geformuleerd
bij het “plan local d’urbanisme” (PLU) voor Lille Métropole. Dit PLU vervangt het vroegere “plan d’occupation des
sols” (POS) en houdt min of meer het midden tussen een ruimtelijk structuurplan en een gewestplan in Vlaande-
ren. Het bevat de belangrijkste ontwikkelingsrichtingen voor het metropoolgebied, met een accent op duurzame
ruimtelijke planning.
Uit het openbaar onderzoek dat hierover vorig jaar liep, bleek dat de grensoverschrijdende impact van het PLU
niet onderschat mag worden en dat het plan ook van het Vlaamse niveau een bijzondere aandacht vraagt. Op
voorstel van de Vlaams minister-president heeft Leiedal daarom de bezorgdheid aan Vlaamse zijde vertolkt naar
Lille Métropole Communauté Urbaine, die de ontwerper is van het PLU. Diverse knelpunten werden toegelicht,
o.m. de bescherming van het grensoverschrijdende landschap tussen Rekkem en Neuville-en-Ferrain en de ge-
plande uitbreiding van het bedrijventerrein “Rouge Porte”, met de gevolgen daarvan voor het landschap en de in-
woners van Rekkem. Mede dankzij dit overleg zullen deze knelpunten in de eerstkomende tijd verder onderzocht
worden, in nauw overleg met het stadsbestuur van Menen en Halluin.
2.5.2 PROJECTMANAGEMENT VAN COMPLEXE RUIMTELIJKE PROJECTEN
(A) DOORTOCHT VAN DE LEIE (KORTRIJK)
Sinds de zomer van 2004 gaat de eerste fase van de werken voor de verbreding van de Leie in Kortrijk stilaan naar
voltooiing toe. Deze werken zijn erop gericht om de Leie in de doortocht door Kortrijk bevaarbaar te maken voor
Het heraangelegde
Albertpark kreeg een sobere
en vlakke aanleg. De vier
monumentale Kaukasische
vleugelnootbomen en de
rode keermuurtjes vormen
de enige accenten in een
park dat voor de rest volledig
open is.
53
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
schepen van 1.350 ton. Samen met de betrokken stadsdiensten treedt Leiedal in dit dossier op als vertegenwoor-
diger van de stad Kortrijk ten aanzien van de nv Waterwegen en Zeekanaal, die de bouwheer is. Tegelijk is de
intercommunale nauw betrokken bij de heraanleg van de directe omgeving (Diksmuidekaai, Albertpark, etc.).
Tussen de Budabrug en het Albertpark stroomt de Leie reeds in haar nieuwe bedding, met een breedte van 32
m. De bochtafsnijding aan de Diksmuidekaai en het Albertpark is volledig gerealiseerd. Op die plaats is nu al
zichtbaar welke enorme impact het nieuwe tracé van de Leie op de stad zal hebben. De grootsheid van de ruimte
wordt overigens nog versterkt door de heraangelegde Diksmuidekaai. De vernieuwde kade, aangelegd volgens
een ontwerp van de Spaanse architect Jordi Farrando (Barcelona) en Leiedal, gaat in het voorjaar van 2005 op-
nieuw open voor het publiek. Dit concept, waarin voetgangers en fietsers een centrale plaats hebben gekregen,
zal op andere plaatsen langs de Leie worden overgenomen. Ook het Albertpark is afgewerkt. Dit park, met het
oorlogsmonument, kreeg eveneens een sobere en vlakke aanleg. De vier monumentale Kaukasische vleugelnoot-
bomen en de rode keermuurtjes vormen de enige accenten in een park dat voor de rest volledig open is.
Aan de andere kant van de binnenstad ging in 2004 ook de tweede fase van de werken van start, met de bouw
van de westelijke ringbrug. Deze brug maakt deel uit van de nieuwe westelijke stadsring, die het kruispunt Appel
verbindt met de Meensesteenweg en die bedoeld is om het drukke verkeer uit de Noordstraat en de Beheerstraat
weg te houden. Verwacht wordt dat deze nieuwe brug in september 2005 afgewerkt zal zijn.
(B) HERBESTEMMING TORENGEBOUW SINT-AMANDSCOLLEGE (KORTRIJK)
Op vraag van het stadsbestuur van Kortrijk en de directie van het Sint-Amandscollege heeft Leiedal vorig jaar
een studie uitgevoerd naar de herbestemmingsmogelijkheden van het torengebouw aan de Diksmuidekaai. Voor
deze studie heeft de intercommunale de formule van een meerdaagse workshop gehanteerd, die in het verle-
Het 18 verdiepingen tellende torengebouw van het Sint-
Amandscollege staat op vandaag voor 80% leeg. Op vraag
van de stad Kortrijk en de directie van het college heeft Leie-
dal vorig jaar een studie uitgevoerd naar de herbestemmings-
mogelijkheden. Die zijn eerder beperkt, o.m. omwille van
de toegenomen aandacht voor aspecten van brandveiligheid.
Wonen bleek al snel de enige haalbare functie te zijn.
54
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
den al meermaals haar waarde heeft bewezen (o.m. bij het Buda-eiland in Kortrijk en de Elektriciteitscentrale in
Zwevegem). Onder begeleiding van Prof. Bruno De Meulder (OSA+, KU Leuven) en Leiedal onderzochten acht
jonge ontwerpers van 24 tot 30 juni 2004 verschillende mogelijke nieuwe functies voor de collegetoren: kantoren,
jeugdlogies, publieke functies (café-restaurant) en appartementen.
Door de specifieke eigenschappen van het gebouw en de veiligheidseisen die aan publieke gebouwen worden ge-
steld, bleek de omvorming van de toren tot appartementen al snel de enige haalbare piste te zijn. Daarbij wordt
gemikt op exclusief en gepersonaliseerd wonen in de hoogste toren in de ruime omgeving. Aan de hand van een
duplexsysteem zouden zo’n 35 appartementen met een noord-zuid-oriëntatie ingeplant kunnen worden in het
torengebouw. In juli 2004 heeft Leiedal de resultaten van de workshop gebundeld in een eindrapport, op basis
waarvan verkennende gesprekken kunnen worden gestart met het oog op de realisatie van het project.
(C) TRANSFO ZWEVEGEM: HERBESTEMMING ELEKTRICITEITSCENTRALE
Sinds eind 2002 is Leiedal van zeer nabij betrokken bij het dossier voor de herbestemming van de voormalige
elektriciteitscentrale van Electrabel in Zwevegem. Dit project is ontstaan op initiatief van het Zwevegemse
gemeentebestuur, maar overstijgt het puur lokale niveau. Door de grote schaal en de uitgesproken ontwikke-
lingsmogelijkheden op regionaal vlak heeft dit project een duidelijke streekdimensie. Het herbestemmingspro-
gramma, dat in 2003 werd uitgewerkt, voorziet in de ontwikkeling van nieuwe woongelegenheden, kantoren en
vergaderlokalen, congresinfrastructuur, een banketzaal, een restaurant, receptieruimten, ruimte voor kunst en
cultuur (kunstgalerij, tentoonstellingsruimte) en ruimte voor sport en avontuur.
Voor de begeleiding en realisatie van het herbestemmingsprogramma werd in 2004 de vzw Transfo Zwevegem
opgericht, waarvan o.m. het gemeentebestuur, Leiedal, de Provincie West-Vlaanderen en Elia de leden zijn. Hier-
door kreeg het project niet alleen een stevige juridische, administratieve en financiële onderbouw, bovendien
onderstreept dit de ernst en de ambitie waarmee aan het project wordt gewerkt ten aanzien van potentiële inves-
teerders en de streek. Het gemeentebestuur van Zwevegem werd intussen eigenaar van het grootste deel van de
site. Ook Leiedal verklaarde zich principieel akkoord om een deel van de site aan te kopen. Het betreft ongeveer
11.700 m2 gronden aansluitend op de Paul Ferrardstraat, waar een woonproject zal worden gerealiseerd.
In 2004 kon de
elektriciteitscentrale voor
het eerst tijdelijk worden
opengesteld voor het
publiek, o.m. voor de
tentoonstelling 'Eclips' in
het kader van het 25-jarig
bestaan van Deweer Art
Gallery uit Otegem - een
tentoonstelling die uitermate
succesvol was.
55
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Begin 2004 zette de Europese Commissie het licht op groen voor het Interreg-IIIA-project ‘Reconver BEL-FRA-
NOR’, dat een samenwerking beoogt tussen Transfo Zwevegem en de partners van een gelijkaardig project rond
de verlaten brouwerij Motte-Cordonnier in Armentières. Door de goedkeuring van dit project kwamen financiële
middelen vrij voor de noodzakelijke technische en economische haalbaarheidsstudies. Hierdoor kon tevens een
architect worden aangesteld die toeziet op de architecturale samenhang van het project. Deze taak werd toever-
trouwd aan een tijdelijke vereniging van Coussée & Goris Architecten uit Gent en Architectenbureau Sileghem uit
Zwevegem. Die is intussen begonnen met de concretisering van het globale concept voor de herbestemming en
heeft reeds haalbaarheidsstudies uitgevoerd voor de inplanting van een polyvalente zaal in het ketelgebouw.
Vorig jaar waren er ook al een aantal zichtbare realisaties op het terrein. De meest dringende werken werden
uitgevoerd in het transformatorgebouw en de machinezaal. Ook de omgeving kreeg een onderhoudsbeurt, zodat
de site klaar was voor een eerste, tijdelijke openstelling voor het publiek. In juli 2004 organiseerde het provincie-
bestuur er een tentoonstelling over sport en gezondheid. Van september tot november 2004 vierde Deweer Art
Gallery uit Otegem er zijn 25-jarig bestaan met de tentoonstelling ‘Eclips’. Deze manifestaties lokten een aan-
zienlijk aantal bezoekers naar de site. Daarnaast werden de naamsbekendheid en de uitstraling van de site ook
ondersteund via twee publicaties: een cahier met de resultaten van het onderzoek naar de ruimtelijke mogelijk-
heden van de site en een informatiebrochure voor het brede publiek. Die werden uitgebracht in het kader van het
STEM-project “Reconversie site elektriciteitscentrale Zwevegem”, met financiële steun van de Vlaamse overheid.
(D) ‘HST4I’ EN ‘HSTCONNECT’: ONTSLUITING VAN DE REGIO OP HET INTERNATIONALE HST-NETWERK
In 2004 gingen twee projecten van start in het kader van Interreg IIIB Noord-West-Europa, rond de opwaarde-
ring van stationsomgevingen in het perspectief van een betere aansluiting op het internationale HST-netwerk.
Bij deze projecten, ‘HST4i’ (HST for Integration) en ‘HSTConnect’, zijn een groot aantal instanties betrokken uit
Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, Duitsland en België. De “lead partner” van deze projecten is SEEDA, het
South East England Development Agency. Leiedal treedt op als regionale coördinator van het Zuid-West-Vlaamse
luik.
In september 2004 nam
een delegatie uit Zuid-West-
Vlaanderen deel aan de
officiële startdag van het
'HST4i'-project in Londen.
Bij die gelegenheid werd de
goedkeuring aangekondigd
van het tweede HST-project
waarin de Kortrijkse regio
participeert, 'HSTConnect'.
56
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
In het kader van ‘HST4i’ en ‘HSTConnect’ zal de Zuid-West-Vlaamse regio in de komende vijf jaar 7,4 miljoen euro
investeren in de verbetering van vijf stationsomgevingen, waarvan 3,3 miljoen euro gesubsidieerd door Europa.
Met deze Europese fondsen wordt ook een onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma opgezet om het Zuid-West-
Vlaamse openbaarvervoersnetwerk beter te laten aansluiten op het internationale HST-station van Lille. De lokale
investeringen in stationsomgevingen omvatten:
- in Menen: de heraanleg van het Bevrijdingsplein (‘HST4i’) en de aanpak van de achterzijde van het station,
waarbij o.m. de oude begraafplaats wordt omgevormd tot een openbaar park (‘HSTConnect’);
- in Harelbeke: de heraanleg van het stationsplein en de integratie van het oude stationsgebouw (‘HST4i’) en de
omvorming van de oude goederenkoer tot een parking voor langparkeren (‘HSTConnect’);
- in Kortrijk: de omvorming van de bestaande voetgangerstunnel tot een doorgang voor voetgangers en fietsers
en de aanleg van een “kiss and ride”-zone (‘HSTConnect’);
- in Waregem: de aanpak van de achterzijde van het station, met de uitwerking van een veiliger fietsverbinding
met het stadscentrum (‘HSTConnect’);
- in Wevelgem: een betere verbinding van het station met het vliegveld, de uitwerking van een veilige en aan-
trekkelijke fietsverbinding met de onmiddellijke omgeving en de (her-)aanleg van diverse parkings (‘HSTCon-
nect’).
In 2004 werden de investeringen in Menen en Harelbeke in het kader van ‘HST4i’ nagenoeg volledig afgewerkt.
Daarnaast heeft Leiedal twee studies opgestart die nagaan hoe de Zuid-West-Vlaamse regio optimaal kan inspe-
len op de aanwezigheid van het HST-station van Lille, zowel naar bereikbaarheid als inzake de economische im-
pact ervan. De investeringen in het kader van ‘HSTConnect’ bevinden zich in hun opstartfase. Binnen dit project
wordt ook een studie opgestart naar de publieke functie van stationsgebouwen en -omgevingen. Die moet leiden
tot kwaliteitsverbeterende maatregelen voor de toegankelijkheid van stations en het comfort van de stationsdien-
sten.
2.5.3 INRICHTINGSSTUDIES
De inhoudelijke afstand tussen de algemene visie die in een ruimtelijk structuurplan vervat zit en de concrete
uitwerking daarvan in een bestemmings- of uitvoeringsplan is vaak te groot om tot kwaliteitsvolle realisaties te
kunnen komen. In dat geval kan een inrichtingsstudie een geschikte tussenstap vormen. In een inrichtingsstudie
worden de ruimtelijke mogelijkheden van een welbepaald gebied afgetast aan de hand van ontwerpmatig onder-
zoek. De studie legt de randvoorwaarden en de inrichtingsprincipes vast en kan verschillende vormen aannemen:
een masterplan, een landschapsstudie, een stadsontwerp, een plan voor de aanleg van de publieke ruimte, een
inrichtingsplan voor een verkaveling, etc. Afhankelijk van de opdrachtgever en de doelgroep kan een inrichtings-
plan op meerdere manieren worden gecommuniceerd, o.m. met studiebundels, plannen, computersimulaties,
maquettes, etc.
(A) OPENBAAR DOMEIN BEDRIJVENTERREIN HEULE-KUURNE (PIAV-PROJECT)
Samen met de GOM West-Vlaanderen en de intercommunale wvi heeft Leiedal in 2004 een projectvoorstel in-
gediend in het Programma Innovatieve Acties Vlaanderen (PIAV), dat erop gericht is om kwaliteits- en duur-
zaamheidsprincipes te introduceren in bestaande bedrijventerreinen (zie ook bij “Bedrijventerreinen”). Voor het
Leiedal-luik in dit voorstel werd het bedrijventerrein Heule-Kuurne geselecteerd als proefproject. Niet alleen
wordt gestreefd naar een duurzame samenwerking tussen de gevestigde bedrijven (o.m. inzake afvalstromen,
energieproductie en -gebruik, etc.), ook worden enkele concrete ingrepen uitgevoerd op het terrein, o.m. om de
veiligheid van de zachte weggebruikers te vergroten. In dat kader heeft Leiedal een inrichtingsstudie opgemaakt
voor het openbaar domein op dit bedrijventerrein.
Het bedrijventerrein Heule-Kuurne dateert uit een tijd waarin weinig of geen aandacht werd besteed aan een
goede beeldkwaliteit aan de hand van groenaankleding en materiaalgebruik. Het openbaar domein werd louter
functioneel benut, met name als manoeuvreerruimte voor de bedrijven. Net als vele bedrijventerreinen uit dat
57
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
tijdperk is Heule-Kuurne dan ook een grijze en weinig verkeersvriendelijke omgeving. Om aan deze situatie te
verhelpen, werd in eerste instantie voorgesteld om de interne circulatie in de zone en de ontsluiting naar de
ringlaan R8 aan te passen. Die moet kaderen in een globale visie op de publieke ruimte op het bedrijventerrein.
Ten slotte wordt het kruispunt Industrielaan-Heirweg in Kuurne heraangelegd, in samenwerking met het studie-
bureau Lannoo-Snoeck & Partners uit Kortrijk. Eerst werden de inrichtingsprincipes gezamenlijk vastgelegd,
waarna het studiebureau het uitvoeringsplan heeft opgemaakt. Naar verwachting kan deze heraanleg in 2005
worden uitgevoerd.
(B) BEVERENSTRAAT DEERLIJK
In het volle centrum van Deerlijk, aan de Beverenstraat 16-26, bevindt zich een leegstaand bedrijfscomplex. Het
gemeentebestuur van Deerlijk heeft Leiedal in 2004 verzocht om de mogelijkheden te onderzoeken voor de reali-
satie van een nieuw woningbouwproject op dit terrein. Daarbij diende het accent te liggen op de kwaliteit van de
woonomgeving, de bereikbaarheid en de woondichtheid, opgelegd door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
(25 woningen/ha binnen het stedelijk gebied).
In de studie heeft Leiedal een aantal inrichtingsprincipes bepaald, die zowel het terrein zelf als de onmiddellijke
omgeving ten goede komen. Tevens werden de stedenbouwkundige randvoorwaarden vastgelegd, o.m. inzake
de woningtypologie, de maximale bouwdiepte, de ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer, fietsers en voetgan-
gers, parkeergelegenheden, etc. Op basis daarvan heeft de intercommunale vier concrete inrichtingsvoorbeel-
den voorgesteld: één zuiver woningbouwproject en drie waarbij er naast woningen ook ruimte is voor handel en
diensten.
De inrichtingsstudie werd in het najaar van 2004 goedgekeurd door de gemeenteraad van Deerlijk en vormt
het richtinggevende kader waarmee de latere ontwikkelaar van dit verdichtingsproject rekening zal moeten
houden.
In het kader van de
verduurzaming van het
bedrijventerrein Heule-
Kuurne (PIAV-project) heeft
Leiedal voorgesteld om de
interne circulatie in de zone
en de ontsluiting naar de
ringlaan R8 aan te passen.
58
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(C) SERVICEFLATS SPIERE
In de dorpskern van Spiere bevindt zich een onbewoonbaar verklaard huizenblok. In opdracht van het gemeen-
tebestuur van Spiere-Helkijn heeft Leiedal in een snel verkennend onderzoek nagegaan of dit terrein geschikt is
voor de inplanting van serviceflats en hoe deze nieuwe functie afgestemd kan worden op de omgeving. Spiere
heeft immers nood aan serviceflats, om zijn senioren te kunnen huisvesten in hun vertrouwde omgeving.
De intercommunale heeft de studie ruimer opgevat dan de loutere renovatie of vervanging van het bestaande
huizenblok. Zo werd de inplanting van serviceflats in relatie gebracht met een eventuele herinrichting van het
Robecynplein, de ontwikkeling van de achterliggende percelen en de mogelijkheid om een groene verbinding te
creëren tussen de serviceflats, de parochiezaal en het open landschap. Het projectvoorstel dat Leiedal heeft
uitgewerkt, wil het nieuwbouwproject voor serviceflats dan ook aangrijpen om de verschillende onderdelen van
de dorpskern van Spiere beter op elkaar af te stemmen. Daarom werd voorgesteld dat het project door een be-
geleidingscommissie gestuurd zou worden.
Dit project zal als voorbeeldproject worden opgenomen in de werking van de Regionale Cel Woonbeleid (zie ook
bij “Lokaal woonbeleid”).
2.5.4 BESTEMMINGSPLANNEN
(A) BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG
Eens de gemeenten beschikken over een afgewerkt ruimtelijk structuurplan, kunnen gemeentelijke ruimtelijke
uitvoeringsplannen (RUP’s) worden goedgekeurd. Tot die tijd vormt het bijzonder plan van aanleg (BPA) nog
steeds een zeer belangrijk instrument voor de gemeenten om concrete problemen inzake ruimtelijke ordening
op te lossen. In het kader van de exclusieve dienstverlening kunnen de twaalf aangesloten gemeenten daarvoor
een beroep doen op Leiedal.
BPA EN INRICHTINGSPLAN BONAERDE KUURNE
In het kader van de lopende herwaardering van het centrum heeft het gemeentebestuur van Kuurne ervoor ge-
opteerd om de ambachtelijke zone tussen de Leie en de Harelbekestraat om te vormen tot woongebied. Deze
Op het terrein van een onbewoonbaar verklaard huizenblok in Spiere wil het gemeentebestuur van Spiere-Helkijn serviceflats
realiseren, met aanleunende dienstverlening voor senioren.
59
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
optie sluit aan op de algemene beleidsvisie die stelt dat de woonfunctie dicht bij de kern moet worden uitgebouwd
en ondersteunt ook het beleid voor de optimalisering van de open ruimte in de Leievallei.
De keuze voor een kwalitatief woongebied aan de waterkant hebben Leiedal en het gemeentebestuur juridisch
vertaald naar het BPA nr. 34 - Bonaerde. Daarin werd de woonzone als een projectzone opgevat, waaraan een
inrichtingsplan moet worden gekoppeld. Daardoor wordt voldoende flexibiliteit ingebouwd voor de latere ontwik-
kelaar. Bij een projectzone bepaalt het BPA immers enkel de strikt noodzakelijke randvoorwaarden. Tegelijk is de
opmaak van een inrichtingsplan vereist, zodat het gemeentebestuur de concrete bouwplannen later op die basis
kan beoordelen en op die manier voldoende kwaliteit kan garanderen. Voor de opmaak van dit inrichtingsplan
werd studiebureau Cnockaert uit Kortrijk aangesteld, dat ook de architecturale uitwerking van de eerste realisa-
tiefase op zich zal nemen.
(B) RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan vormt voor de gemeenten geen eindpunt, maar een belangrijk keerpunt
in het lokale ruimtelijke beleid. Het structuurplan biedt de gemeenten een algemeen beleidskader voor de uitwer-
king van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s), die de bijzondere plannen van aanleg (BPA’s) zullen vervangen.
In het kader van de exclusieve dienstverlening kunnen de aangesloten gemeenten voor de opmaak van RUP’s een
beroep doen op Leiedal.
Bij de opmaak van een RUP wordt de klassieke opbouw van een BPA verlaten. Een BPA bestaat uit vier aparte
onderdelen: een plan van de bestaande toestand, een bestemmingsplan, stedenbouwkundige voorschriften en de
bijbehorende toelichtingsnota. Het decreet op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 verwacht van een RUP de
volgende onderdelen:
- een weergave van de feitelijke en de juridische toestand;
- een grafisch plan met de aanduiding van het plangebied (of plangebieden);
- stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en het beheer;
- een omschrijving van de relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan;
- indien het RUP een bestaand bestemmingsplan vervangt: een lijst van eventuele voorschriften uit het bestaande
plan die strijdig zijn met het RUP.
Het decreet bevat verder geen exacte definities over de manier waarop een RUP precies moet worden opgebouwd.
Dat houdt een zekere flexibiliteit in. Zo hoeft een RUP niet voor elke bouwzone in een plangebied voorschriften
te omvatten over bouwhoogtes, materialen, bijgebouwen, etc. indien deze voorschriften niet wezenlijk bijdragen
tot een kwalitatieve ruimtelijke ordening van die welbepaalde zone. Bovendien kan een RUP een welbepaald
gebied beslaan (gebiedsgericht RUP) of een specifiek thema behandelen (thematisch RUP). De probleemstelling
van beide soorten RUP’s verschilt wezenlijk van elkaar, waardoor verregaande gedetailleerde plannen in som-
mige gevallen niet nodig zijn. Een nadeel daarvan is wel dat er ruimte blijft voor interpretatie. Er zal dus een
belangrijke taak weggelegd zijn voor de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar, die elke aanvraag voor
een stedenbouwkundige vergunning zal moeten toetsen aan de bepalingen van het RUP.
Concreet wil Leiedal zo veel mogelijk werken met één globaal document, waarin de verplichte onderdelen van het
RUP beschreven én grafisch weergegeven worden. Op die manier kan -méér dan bij de aparte onderdelen van
een BPA- gegarandeerd worden dat de ruimtelijke visie waaraan het RUP beantwoordt, haar doorwerking vindt.
Deze methodiek werd in 2004 reeds toegepast op de RUP’s die in opmaak zijn voor het gemeentebestuur van
Zwevegem: het RUP Den Helder, het RUP Lettenhofpark en het RUP Landelijk gebied Kreupel-Knokke.
(C) THEMATISCH RUP ‘WONEN EN WERKEN OP DE BUITEN’
Heel wat gemeenten willen op korte termijn een oplossing bieden voor de zonevreemde constructies (woningen
en bedrijven) op hun grondgebied. In voorbereiding daarvan heeft Leiedal in 2003 en 2004 een methodiek
60
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Gem
een
te
BP
A
Kn
elp
un
ten
-n
ota
Sch
ets
-o
ntw
erp
Vo
oro
ntw
erp
On
twerp
Beh
an
deli
ng
b
ezw
are
n
Overm
aken
vo
or
be
slu
it
Be
slu
it
Anzegem Anzegem BPA 1 - Borreberg o o n nAnzegem BPA 4A - Torrebos o o o n n n nAnzegem BPA 8A - Weedries n n nAnzegem BPA 9A - Grote Leiestraat o o o o n n nAnzegem BPA 14 - Nieuwe Poort nVichte BPA 4B - Lendedreef o o o o n n nVichte BPA 12A - Pareelstraat o o o o o oVichte BPA 18 - Roodkapje o o n n
Avelgem Avelgem BPA 1 - Centrum-West o o oAvelgem BPA 13 - Intra Muros o o o oAvelgem BPA 15 - Kapellekouter o o o oKerkhove BPA 15 - Kaaistraat o o o o o o n
Deerlijk Deerlijk BPA 4D - Gavers o o o n nDeerlijk BPA 11D - Oosthoek n nDeerlijk BPA 33 - Tapuitstraat o o o o o o nDeerlijk BPA 34 - Bedrijfs-BPA nr. 1 o o oDeerlijk BPA 35 - Vichtsesteenweg n n
Harelbeke Harelbeke BPA 55 - Zuidstraat o o n nHarelbeke BPA 64 - Goederenkoer o o o n
(D) OVERZICHTSTABEL - BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG
uitgewerkt in de vorm van het thematische RUP ‘wonen en werken op de buiten’. In samenspraak met het ge-
meentebestuur van Zwevegem heeft Leiedal deze methodiek vorig jaar een eerste keer concreet toegepast op de
Kreupel, een agrarisch gebied in Knokke, in het zuiden van Zwevegem.
Bij het RUP Landelijk gebied Kreupel-Knokke heeft het gemeentebestuur ervoor geopteerd om alle zonevreemde
constructies op te nemen: niet alleen woningen, bedrijven en horeca, maar ook waardevolle gebouwen. De be-
doeling bestaat erin om de agrarische bestemming die dit gebied in het Gewestplan Kortrijk heeft, te behouden.
De landbouw of andere openruimtefuncties (zoals beekvalleien, kleine landschapselementen, kerk- en voetwe-
gen) vormen immers niet het voorwerp van dit RUP. Indien gewenst, kunnen deze elementen later in andere
RUP’s worden behandeld.
Leiedal heeft het RUP Landelijk gebied Kreupel-Knokke in 2004 met het schepencollege van Zwevegem bespro-
ken. In een volgende stap wordt het voorontwerp ter advies voorgelegd aan de hogere bevoegde bestuursinstan-
ties. Deze coördinatievergadering wordt meteen een belangrijke test voor de methodiek die de intercommunale
heeft ontwikkeld. Als blijkt dat deze methodiek aanvaard wordt, kan Leiedal zo’n thema-RUP ook opstarten voor
de andere gemeenten. De coördinatievergadering is in het voorjaar van 2005 gepland.
61
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Gem
een
te
BP
A
Kn
elp
un
ten
-n
ota
Sch
ets
-o
ntw
erp
Vo
oro
ntw
erp
On
twerp
Beh
an
deli
ng
b
ezw
are
n
Overm
aken
vo
or
be
slu
it
Be
slu
it
Kortrijk Aalbeke BPA 1 - Dorpskom o o n nHeule BPA 88 - Stijn Streuvelslaan o o n nKortrijk BPA 75 - Verkeerswisselaar ‘t Ei o oKortrijk BPA 89 - Kasteel ‘t Hooghe o o n nKortrijk BPA 90 - Etienne Sabbelaaen n n n nMarke BPA 10B - Ter Doenaert o o
Kuurne Kuurne BPA 34 - Bonaerde o o o n n n nLendelede Lendelede BPA 1E - Dorpskom o o o o o o nMenen Rekkem BPA 1 - Centrum nSpiere-Helkijn Spiere BPA 2 - IJzeren Bareel o o o
Spiere BPA 3 - Nieuw Centrum o o oSpiere BPA 7 - Centrum o o o o o n
Waregem Beveren-Leie BPA 1E - Nieuw Centrum n n n nBeveren-Leie BPA 4A - Kleine Heerweg n n n nBeveren-Leie BPA 94 - Sint-Jansstraat o o n n n nWaregem BPA 5 - Vijverdam n n n n n nWaregem BPA 18 - Damweg o o nWaregem BPA 84 - Weverstraat o o o o o oWaregem BPA 85 - Fabriekstraat o o n n n n nWaregem BPA 97 - Verbindingsweg n n n n
Wevelgem Gullegem BPA 28 - Drie Masten n n nMoorsele BPA 2F - Kortrijkstraat nMoorsele BPA 2G - Kortrijkstraat o o o o n n nWevelgem BPA 26 - Marremstraat o o n nWevelgem BPA 38 - Deken Jonckheerestraat Zuid o o o o o o nWevelgem BPA 39 - Artoisstraat Oost o o o n n n n
o vroegere procedurestap n procedurestap in 2004
Zwevegem 1_1 Den Helder n1_2 Lettenhofpark n1_4 Landelijk gebied Kreupel-Knokke n
Ge
me
en
te
RU
P
Sta
rtn
ota
Sch
ets
-o
ntw
erp
Ee
rste
vo
oro
nte
rp
Tw
ee
de
vo
oro
nte
rp
On
twe
rp
Be
slu
it
(E) OVERZICHTSTABEL - RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN
n procedurestap in 2004
62
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Anzegem Anzegem BPA 13 - Sectoraal BPA o o o o o o oAnzegem BPA 13 - Sectoraal BPA - 2de fase o o o o o o n
Avelgem Avelgem BPA 14 - Sectoraal BPA o o o o o o oDeerlijk Deerlijk BPA 28 - Sectoraal BPA o o o o o o o
Deerlijk BPA 28 - Sectoraal BPA - 2de fase o o o o o o oHarelbeke Harelbeke BPA 61 - Sectoraal BPA o o o o o o o
Harelbeke BPA 61 - Sectoraal BPA - 2de fase o o o o o o oHarelbeke BPA 61 - Sectoraal BPA - 3de fase o oHarelbeke BPA 61 - Sectoraal BPA - 4de fase n n n n n n
Kortrijk Kortrijk BPA 84 - Sectoraal BPA o o o o o o nLendelede Lendelede BPA 16 - Sectoraal BPA o o o o o o o
Lendelede BPA 16 - Sectoraal BPA - 2de fase o o o o o o oSpiere-Helkijn Spiere-Helkijn BPA 16 - Sectoraal BPA o o o o o o oWaregem Waregem BPA 79 - Sectoraal BPA o o o o o o o
Waregem BPA 80 - Sectoraal BPA - 2de fase o o o n n nWevelgem Wevelgem BPA 34 - Sectoraal BPA o o o o o o oZwevegem Zwevegem BPA 20 - Sectoraal BPA o o o o o o o
Zwevegem BPA 20 - Sectoraal BPA - 2de fase o o o o o o o
Ge
me
en
te
BP
A
Inve
nta
ris
Be
sp
rek
ing
be
dri
jve
n
Sch
ets
-o
ntw
erp
Ee
rste
vo
oro
nte
rp
Tw
ee
de
vo
oro
nte
rp
On
twe
rp
Be
slu
it
o vroegere procedurestap n procedurestap in 2004
(F) OVERZICHTSTABEL - SECTORALE BPA’S ZONEVREEMDE BEDRIJVEN
63
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.6 MOBILITEIT
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Uitbouwen van de deskundigheid ‘mobiliteit’ binnen Leiedal.
- Op gemeentelijk niveau:
° studie en advies bij mobiliteitsplanning en mobiliteitsbeleid;
° ondersteuning bij de opvolging en uitvoering van de gemeentelijke mobiliteitsplannen.
- Op regionaal niveau:
° opvolging van ontwikkelingen inzake verkeers- en overslaginfrastructuren.
- Doel: naar een trendbreuk in automobiliteit en wegverkeer ten voordele van andere vervoerswijzen.
2.6.1 MOBILITEIT OP GEMEENTELIJK NIVEAU
(A) GEMEENTELIJKE MOBILITEITSPLANNEN
In 2003 besliste het gemeentebestuur van Deerlijk om het mobiliteitsconvenant met het Vlaamse Gewest te
onderschrijven. Daarmee zijn nu alle gemeenten van het arrondissement Kortrijk mee gestapt in het mobili-
teitsbeleid van de Vlaamse overheid. Door dit convenant te ondertekenen, verklaren de betrokken partners,
met name de gemeente, het Vlaamse Gewest, het provinciebestuur en de openbaarvervoermaatschappijen, de
krachten te zullen bundelen om op het niveau van de gemeente tot een doeltreffend mobiliteitsbeleid te komen.
Een eerste stap om zo’n beleid uit te stippelen, bestaat erin een gemeentelijk mobiliteitsplan op te maken.
In 2004 heeft de Provinciale Auditcommissie dit plan voor Avelgem en Wevelgem conform verklaard. Negen
gemeenten beschikken nu over een goedgekeurd mobiliteitsplan. Voor de drie overige gemeenten begeleidt
Leiedal het proces verder.
Gemeente 01/01/2004 01/01/2005 Acties ondernomen in 2004
Programma voor 2005
Wevelgem Afwerking beleidsplan Goedgekeurd mobili-teitsplan (conform ver-klaard op 08/03/2004)
Opvolgen en begelei-den van de gemeente bij strategische projec-ten (doortocht N8 en stationsomgeving)
Verdere opvolging strategische projecten
Avelgem Afwerking beleidsplan Goedgekeurd mobili-teitsplan (conform ver-klaard op 09/02/2004)
Opstarten van het doortochtendossier volgens de convenan-tenprocedure
Conformverklaring van de startnota en opstart projectnota “doortocht N8” (Leiedal)
Lendelede Onderzoeksfase Synthesenota Afwerking synthese- nota (wordt in februari 2005 aan de Provin-ciale Auditcommissie voorgelegd)
- Opmaak en afwer-king beleidsplan
- Conformverklaring mobiliteitsplan
Kuurne Onderzoeksfase Synthesenota Opmaak van verschil-lende duurzame mobi-liteitsscenario’s
- Afwerken synthe-sefase
- Opmaak beleidsplan
Deerlijk Proces opgestart Oriëntatienota Verwerking van enquê-tes bij de bevolking over de mobiliteitspro-blematiek in Deerlijk
- Conformverklaring van de oriëntatienota
- Start onderzoeks- en synthesefase
Overzichtstabel - Status gemeentelijke mobiliteitsplannen
64
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Eens de gemeenten over een conform verklaard mobiliteitsplan beschikken, kunnen concrete acties worden op-
gezet en infrastructuurwerken worden uitgevoerd. Heel wat gemeenten reserveren hiervoor tijdig middelen in
de begroting, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van strategische ruimtelijke projecten, de invoering van “zone
30”-maatregelen op gemeentewegen, etc. In 2004 heeft het gemeentebestuur van Lendelede bijvoorbeeld de
aankoop van fluorescerende hesjes voor scholieren gefinancierd.
Voor investeringen op provincie- en gewestwegen moeten de gemeenten zich bepalen op de budgetten van de
bevoegde wegbeheerders, hetzij de Provincie West-Vlaanderen, hetzij het Vlaamse Gewest. Hiervoor heeft de
Vlaamse overheid een systeem van modules uitgewerkt. De meeste modules die tegenwoordig worden afgeslo-
ten, zijn erop gericht om fietspaden aan te leggen langs gewestwegen en schoolomgevingen te beveiligen. Maar
ook de herinrichting van doortochten kan via zo’n module worden geregeld. De studiekosten en de kosten voor
de wegeniswerken worden door het betrokken gemeentebestuur geprefinancierd en later door het Vlaamse Ge-
west terugbetaald. De gemeenten worden op die manier zelf de trekker van deze convenantgebonden projecten
en kunnen daadwerkelijk gestalte geven aan hun eigen mobiliteitsbeleid met middelen van het Vlaamse niveau.
In Anzegem en Avelgem heeft het gemeentebestuur beslist om zulke doortochtdossiers op te starten, met be-
geleiding van Leiedal. In Anzegem wordt de doortocht van Ingooigem en Tiegem aangepakt, in Avelgem betreft
het de doortocht door de centrumgemeente.
(B) INTEGRATIE VAN STEDENBOUW EN MOBILITEIT
DOORTOCHTHERINRICHTING AVELGEM
In 2004 werden zowel het mobiliteitsplan als het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Avelgem goedge-
keurd. Beide documenten stellen de raakvlakken tussen ruimtelijke ordening en mobiliteit beleidsmatig op elkaar
af. Deze integratie tussen stedenbouw en mobiliteit werd in 2004 verder geconcretiseerd in de voorstudie voor de
doortochtherinrichting van Avelgem. Op basis van zowel een ruimtelijke als een verkeerskundige analyse hebben
Leiedal en het gemeentebestuur een globaal streefbeeld opgesteld voor de doortocht van de gewestweg N8 en
de provincieweg N353 door het centrum. Hierbij worden niet alleen problemen op het vlak van verkeersveiligheid
aangepakt, maar wordt ook gestreefd naar een grotere verkeersleefbaarheid, een kwaliteitsvolle inrichting van
het openbaar domein en de implementatie van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen langs deze secundaire
wegen.
In het kader van het
gemeentelijk mobiliteitsplan
heeft het gemeentebestuur
van Lendelede in 2004 de
aankoop gefinancierd van
fluorescerende hesjes voor
de schoolgaande jeugd.
65
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
MOBILITEITSADVIES BIJ GEPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN
De jongste jaren is er bij de gemeentebesturen een toenemende bezorgdheid voor de gevolgen van geplande
ruimtelijke ontwikkelingen op de mobiliteit in de gemeente. Voor dit mobiliteitsadvies kunnen de gemeenten bij
Leiedal terecht. Het betreft vaak kortlopende opdrachten op verschillende niveaus. In 2004 heeft Leiedal bij-
voorbeeld de verwachte verkeersstromen berekend bij de latere realisatie van een verkaveling die in het BPA 4D
De Gavers van Deerlijk is opgenomen. Ook de opvolging van stuurgroepvergaderingen van het mobiliteitsplan
Hoog-Kortrijk door de mobiliteitsdeskundige van Leiedal past in dat kader.
2.6.2 MOBILITEIT OP REGIONAAL EN GRENSOVERSCHRIJDEND NIVEAU
In haar werking probeert Leiedal zo veel mogelijk het regionale mobiliteitsperspectief voor ogen te houden.
Mobiliteitsproblemen houden immers niet op aan gemeente-, gewest- of landgrenzen. Vooral inzake grensover-
schrijdende mobiliteit stond er in 2004 heel wat op de agenda: het linken van diverse fietsroutenetwerken, de
plannen aan Franse zijde voor de aanleg van een nieuwe autosnelweg Amiens-Lille-België en het ambitieuze tram-
train-project of lightrail-project, waarbij in eerste instantie het grensoverschrijdende aspect van het openbaar
onderzoek wordt onderzocht.
Het grensoverschrijdende mobiliteitsoverleg wordt sinds geruime tijd in de schoot van de GPCI (Grensoverschrij-
dende Permanente Conferentie van Intercommunales) georganiseerd. In 2004 kreeg dit overleg een duidelijker
structuur, met een werkgroep van politici en een werkgroep van technici. Deze werkgroepen kwamen verschil-
lende keren bijeen rond de genoemde, concrete mobiliteitsvraagstukken.
In de startnota voor de doortochtherinrichting van Avelgem hebben Leiedal en het gemeentebestuur een streefbeeld opgesteld
voor de doortocht van de N8 en de N353 door het centrum. Voor de herinrichting van de meeste strategische (kruis-)punten
werden een of meer alternatieve voorstellen uitgewerkt.
66
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.7 MILIEU EN NATUUR
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Verdere profilering van Leiedal als koptrekker voor het lokale milieubeleid:
° dienstenpakket in de lijn van de samenwerkingsovereenkomst (derde milieuconvenant);
° onderzoek naar domeinen waar ad hoc intergemeentelijke samenwerkingsverbanden een reële meer-
waarde kunnen bieden (vb. duurzaamheidsambtenaar, taken van groenbeheer, etc.).
- Medewerking aan een regionaal netwerk rond milieubeleid:
° regionale visie op milieuontwikkeling in Kortrijkse regio.
- Te onderzoeken samen met het provinciebestuur West-Vlaanderen: quid duurzaam integraal waterbe-
leid?
° vertegenwoordiging van de gemeenten in het integraal waterbeheer en de werking van de (sub-)bek-
kencomités;
° opmaak DuLo-waterplannen voor de gemeenten.
2.7.1 DIENSTVERLENING EN OPDRACHTEN VOOR DE GEMEENTEN
(A) SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MILIEU
Het milieubeleid in Vlaanderen wordt in belangrijke mate gestuurd vanuit de samenwerkingsovereenkomst “Mi-
lieu, opstap naar duurzame ontwikkeling”. Alle aangesloten gemeenten hebben deze overeenkomst met het
Vlaamse Gewest onderschreven. In functie van geplande en uitgevoerde acties krijgen zij hierdoor financiële
ondersteuning van de Vlaamse overheid. Om hun doelstellingen op het vlak van milieubeleid te halen, doen een
aantal gemeenten een beroep op Leiedal. Vorig jaar heeft de intercommunale in dat kader het milieujaarpro-
gramma 2004 voor Deerlijk opgemaakt, met een rapportering over de milieuwerking in 2003 en de planning voor
2004. Ook voor de advisering van milieuvergunningsaanvragen heeft het gemeentebestuur van Deerlijk in 2004
opnieuw Leiedal ingeschakeld.
De huidige samenwerkingsovereenkomst liep van 2002 tot 2004. Samen met het provinciebestuur heeft Leiedal
vorig jaar de nieuwe overeenkomst, die de periode 2005-2007 beslaat, in ontwerpversie besproken met de ge-
meenten en een advies gericht aan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Steeds meer wordt duidelijk
dat de samenwerkingsovereenkomst geen loutere zaak van de milieudienst is, maar een instrument om een
duurzaam milieubeleid te implementeren in alle diensten van de gemeente.
(B) GEMEENTELIJKE MILIEUBELEIDSPLANNEN
In het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu dienden alle gemeenten tegen eind 2004 over een ont-
werp van gemeentelijk milieubeleidsplan te beschikken. Dat plan legt de krijtlijnen vast van het milieubeleid in de
komende vijf jaar. Van vier gemeenten kreeg Leiedal in het kader van de exclusieve dienstverlening de opdracht
om het gemeentelijk milieubeleidsplan op te maken. Voor Spiere-Helkijn, Harelbeke en Waregem was het de
eerste keer dat er zo’n plan werd opgemaakt. Zwevegem beschikte reeds over een milieubeleidsplan, dat in 2005
afloopt en waarvan een nieuwe versie werd gemaakt.
Voor elk van deze gemeenten heeft Leiedal dit proces afgewerkt volgens de bepalingen van de samenwerkings-
overeenkomst. Op basis van een analyse van het huidige milieubeleid en een onderzoek van de knelpunten wer-
den doelstellingen en strategieën vastgelegd op lange termijn. In functie van de beschikbare middelen werden
die vervolgens vertaald naar acties voor de komende vijf jaar. In de vier gemeenten werd het ontwerpplan in
december 2004 vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen. Na het openbaar onderzoek, dat
60 dagen in beslag neemt, en de behandeling van de adviezen en bezwaren zal het milieubeleidsplan ter goed-
keuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
67
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(C) DUURZAME LOKALE WATERPLANNEN
In de samenwerkingsovereenkomst milieu hebben de gemeenten van het arrondissement Kortrijk zich ook ge-
engageerd om samen met het provinciebestuur werk te maken van een duurzaam lokaal waterplan. Zo’n DuLo-
waterplan, dat per deelbekken wordt opgemaakt, is een beleidsinstrument voor integraal waterbeheer, dat een
antwoord moet bieden op actuele knelpunten in het lokale watersysteem. Volgens de overeenkomst diende de
doelstellingennota van alle DuLo-waterplannen eind 2004 te zijn afgewerkt. Die bevat een verkenning van het
deelbekken, evenals een opsomming van de aspecten die moeten worden aangepakt. Zeven thema’s komen
daarbij aan bod: maximale retentie van hemelwater aan de bron, sanering van afvalwater, verbeteren van de
rioleringsinfrastructuur, beperken van waterverontreiniging, erosiebestrijding, ecologisch waterbeheer en duur-
zaam (drink-)watergebruik.
Bij de uitwerking van deze doelstellingennota’s voor de deelbekkens in het arrondissement Kortrijk trad Leiedal
op als ontwerper:
- deelbekken van de Grensleie (Menen, Wevelgem, Kortrijk);
- deelbekken van de Heulebeek (Kortrijk, Wevelgem, Kuurne, Lendelede);
- deelbekken van de Leie-Gaverbeek (Kortrijk, Lendelede, Harelbeke, Waregem, Deerlijk, Zwevegem, Anzegem);
- deelbekken van de West-Vlaamse Schelde (Kortrijk, Spiere-Helkijn, Avelgem, Anzegem, Zwevegem).
De deelbekkens van de Grensleie en van de Heulebeek overschrijden het werkgebied van Leiedal en werden dan
ook in samenwerking met de intercommunale wvi aangepakt.
De verdere uitwerking van de DuLo-waterplannen zal nu gebeuren zoals bepaald in het decreet integraal water-
beleid van 9 juli 2003. Dat stelt dat er voor elk deelbekken vóór eind 2006 een deelbekkenbeheersplan moet
worden opgemaakt door de op te richten waterschappen. Zo’n waterschap is een samenwerkingsverband zonder
rechtspersoonlijkheid, waarin de betrokken waterbeheerders zijn vertegenwoordigd. In de eerstkomende tijd
zal het provinciebestuur het initiatief nemen om per deelbekken een waterschap op te richten, dat de doelstel-
lingennota van het DuLo-waterplan uitwerkt tot een deelbekkenbeheersplan, met een bijbehorend actieplan voor
de komende jaren. Samen met de wvi overlegt Leiedal met het provinciebestuur over de mogelijke rol die de
intercommunales hierbij verder kunnen spelen.
In het gemeentelijk
milieubeleidsplan neemt
de cluster vaste stoffen
en afval een belangrijke
plaats in. Het plan voorziet
in de omvorming van de
containerparken naar
diftar-parken, met een
selectieve inzameling van de
afvalstromen in functie van
hun afzetmogelijkheden.
68
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(D) REDUCTIEPLAN BESTRIJDINGSMIDDELEN
Het decreet van 21 december 2001 op de reductie van bestrijdingsmiddelen stelt dat gemeenten en andere
openbare besturen ten laatste in 2015 het gebruik van pesticiden op het openbaar domein moeten bannen. In
een reductieplan moeten zij bovendien aantonen hoe ze het gebruik van bestrijdingsmiddelen geleidelijk zul-
len afbouwen. In opdracht van Deerlijk en Waregem maakte Leiedal in 2003 reeds een eerste fase van zo’n
reductieplan op.
Als vervolg hierop heeft Leiedal in 2004 een tweede planningsdocument opgesteld en ter goedkeuring inge-
diend bij AMINAL. Uit een overzicht dat in dat kader werd opgemaakt van de ingezette bestrijdingsmiddelen,
bleek alvast een duidelijke daling in vergelijking met het verbruik in 2003. In het plan werd ook een deelgebied
afgebakend dat 20% van het totale gemeentelijke grondgebied beslaat. In dat deelgebied mogen vanaf 2005
geen bestrijdingsmiddelen meer worden ingezet in groenzones; op verhardingen wordt geleidelijk een niet-
chemisch beheer ingevoerd, dat in 2008 moet uitmonden in een nulgebruik van pesticiden.
(E) GEMEENTELIJKE EROSIEBESTRIJDINGSPLANNEN
In Zuid-West-Vlaanderen blijkt het glooiende gebied tussen de Leie en de Schelde bijzonder gevoelig te zijn voor
bodemerosie. Bij bodemerosie spoelen vruchtbare gronden op hellende terreinen weg. Daardoor ontstaat niet
alleen modder- en wateroverlast, bovendien kan het weggespoelde slib in de waterlopen terechtkomen, wat
hoge onderhoudskosten met zich mee brengt. Om tot een brongerichte aanpak van dit probleem te komen,
zetten Zwevegem, Kortrijk, Harelbeke en Leiedal enige tijd terug reeds een proces op voor de opmaak van een
gemeentelijk erosiebestrijdingsplan. Na een onderhandelingsprocedure door Leiedal stelden deze gemeenten
studiebureau Ecolas uit Gent aan als ontwerper van dit plan. Het proces wordt opgevolgd vanuit een stuurgroep
met vertegenwoordigers van de gemeenten, Leiedal, het provinciebestuur en AMINAL.
Bodemerosie kan verschillende vormen aannemen. Bij
oevererosie kalven de taluds af, waardoor een deel van de
aanpalende gronden niet meer gebruikt kan worden. Via
de aanleg van een grasbufferstrook kan de oever verstevigd
worden en kan de bodemerosie van de akkers opgevangen
worden. Zulke maatregelen kunnen zowel via het
gemeentebestuur als via de VLM gesubsidieerd worden.
69
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
In 2004 heeft Ecolas het erosiebestrijdingsplan voor Zwevegem en het zuiden van Kortrijk afgewerkt. Daarin
worden maatregelen voorgesteld om erosie te voorkomen, o.m. de aanleg van grasbuffers langs akkerranden,
het behoud van grasland, de aanleg van kleine dammen en het uitgraven van een erosiepoel. Dat zijn alle klein-
schalige maatregelen, die enerzijds de erosie aanzienlijk kunnen verminderen, maar die anderzijds slechts een
beperkte impact hebben op de landbouwbedrijfsvoering. Met dit plan beschikken Zwevegem en Kortrijk over
een leidraad om samen met de landbouwsector werk te maken van een erosiebestrijdingsbeleid. Hiertoe kun-
nen landbouwers een ‘beheersovereenkomst erosie’ afsluiten met de VLM, hetzij rechtstreeks, hetzij via het
gemeentebestuur. Eind 2004 heeft Ecolas ook de tweede fase opgestart, met name het erosiebestrijdingsplan
voor Harelbeke en het noorden van Kortrijk. Daarnaast werd een uitbreiding van het studiegebied naar Anzegem
voorbereid.
2.7.2 OPDRACHTEN VOOR EN IN SAMENWERKING MET HET PROVINCIEBESTUUR WEST-VLAANDEREN
(A) GEÏNTEGREERDE GEBIEDSGERICHTE PROJECTEN
Naast de gemeenten heeft ook de Provincie West-Vlaanderen de samenwerkingsovereenkomst milieu met het
Vlaamse Gewest onderschreven. In dat kader kan het provinciebestuur elk jaar voor een welbepaald gebied een
geïntegreerd project voorstellen, dat gericht is op een globale milieubenadering van het gebied en dat gereali-
seerd wordt met financiële steun van de Vlaamse overheid. In deze geïntegreerde gebiedsgerichte projecten ko-
men er, naast natuur en landschap, ook andere milieuthema’s aan bod, zoals afvalpreventie, waterbeheer, hinder,
energie, duurzame mobiliteit, etc.
In 2004 heeft het provinciebestuur voor twee gebieden in Zuid-West-Vlaanderen zo’n project voorbereid: de Leie-
vallei tussen Wervik en Kortrijk en het interfluvium tussen de Leie en de Schelde. In samenwerking met Leiedal
heeft de gebiedswerking milieu van het provinciebestuur in eerste instantie de projectnota uitgeschreven. Die
schetst de krachtlijnen van het project en de potenties van het gebied en moet aan AMINAL worden voorgelegd.
De projectnota moet nu worden vertaald naar een concreet voorstel, met een opsomming van acties en maat-
regelen en een bijbehorende timing en budgettering. Voor de Leievallei hebben Leiedal en het provinciebestuur
vorig jaar reeds een aantal mogelijke acties besproken met de betrokken gemeenten. Hier kan het geïntegreerd
gebiedsgericht project een belangrijke verdere stap vormen in de realisatie van de Leievallei als een randstedelij-
ke groene as, waar landbouw, recreatie en natuurontwikkeling de dragende functies vormen in de open ruimte.
(B) SAMENWERKING MET DE GEBIEDSWERKING MILIEU
De werking van de gebiedswerking milieu van het provinciebestuur West-Vlaanderen vertoont een aantal raak-
vlakken met die van de cluster ‘milieu en natuur, toerisme en recreatie’ van Leiedal. Om tot een grotere synergie
en complementariteit te komen ten aanzien van het lokale milieubeleid, hebben beide partijen in 2004 opnieuw
geregeld een overlegvergadering georganiseerd, waar informatie werd uitgewisseld over lokaal waterbeleid, de
uitwerking van een landschapsvisie voor de regio Kortrijk, recreatieve projecten, etc. Ook de vergaderingen van
de intergemeentelijke werkgroep milieu, die Leiedal organiseert voor de twaalf milieuambtenaren, werden telkens
in nauwe samenwerking met de gebiedswerking gepland.
2.7.3 REGIONALE OPDRACHTEN EN DOSSIERS
(A) REGIONAAL WATER- EN RIOLERINGSBELEID
In de laatste jaren is er in Vlaanderen heel wat in beweging gekomen op het vlak van lokaal en regionaal waterbe-
leid. In 2003 werd het decreet integraal waterbeleid van kracht. Dat stippelt de organisatie van het waterbeheer
in Vlaanderen uit en moet een oplossing bieden voor de al te grote versnippering van bevoegdheden, via een meer
integrale benadering van de waterproblematiek: waterafvoer, waterzuivering, waterbeheer, watergebruik, etc.
Het voert ook een aantal nieuwe instrumenten in, zoals de watertoets, de afbakening van oeverzones en over-
70
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
stromingsgebieden en de (deel-)bekkenbeheersplannen. Via een actieve participatie in de werkgroep ‘Water’ van
de VVSG en in de vzw Vlario heeft Leiedal de ontwikkelingen die voor de gemeenten van belang zijn verder op de
voet gevolgd, o.m. de afbakening van de zuiveringszones en de bepaling van het overnamepunt tussen de inza-
meling van het afvalwater (als taak van de gemeenten) en het verdere watertransport (als taak van het Vlaamse
Gewest).
Door het programmadecreet van 24 december 2004 hebben de drinkwatermaatschappijen een belangrijke nieu-
we taak gekregen bij de sanering van afvalwater, samen met de gemeenten (die bevoegd blijven voor de riolerin-
gen) en het Vlaamse Gewest (dat bevoegd blijft voor de bovengemeentelijke zuivering). De concrete uitwerking
moet geregeld worden in een overeenkomst tussen de watermaatschappij en de gemeente. Daarbij kunnen de
gemeenten ervoor opteren om hun rioleringen verder zelfstandig te beheren of om ze over te dragen aan de
drinkwatermaatschappij (in de Zuid-West-Vlaamse regio de VMW). Inzake waterbeleid worden binnenkort dan
ook een aantal zeer belangrijke beslissingen verwacht van de gemeenten, die grote financiële gevolgen kunnen
hebben. Daarom heeft Leiedal in 2004 over deze ontwikkelingen gerapporteerd aan de Conferentie van Bur-
gemeesters. Ook in 2005 zal de intercommunale dit dossier verder opvolgen, in het licht van een gezamenlijke
standpuntenbepaling van de aangesloten gemeenten.
(B) RIVIERHERSTEL LEIE
Via de Seine-Nord-verbinding maakt de Leie binnenkort deel uit van het Trans-Europese netwerk van waterwe-
gen. De infrastructuurwerken die hiervoor noodzakelijk zijn, omvatten niet alleen de vaarweg, maar zijn ook
gericht op rivierherstel, zodat de Leie zich opnieuw als ecosysteem kan ontwikkelen. In het kader van dit rivier-
herstel, dat door het Vlaamse Gewest wordt gecoördineerd, maakt Leiedal deel uit van de werkgroep ‘Oude Leie-
meanders’, die een visie ontwikkelt op de afgesneden Leiearmen, het recreatieve gebruik van de Leiemeanders
(hengel- en wandelsport, pleziervaart) en de inschakeling van de oude Leie als een nevengeul van de waterweg.
In 2004 heeft Leiedal meegewerkt aan het eindrapport van deze visie. Een belangrijke taak van de intercommu-
nale bestond erin de samenhang te bewaken tussen dit project en de geïntegreerde gebiedsvisie voor de Leieval-
lei, die Leiedal in opdracht van het provinciebestuur West-Vlaanderen heeft opgemaakt (zie “Openruimtebeleid,
landschapsopbouw en plattelandsontwikkeling”).
De Oude Leiearmen (hier in Marke) bieden de mogelijkheid
om de rivierdynamiek opnieuw te laten werken en het
ecosysteem van een levende rivier te herstellen. Om de
Leiearmen opnieuw in verbinding te stellen met de Leie is
de waterkwaliteit uiteraard de bepalende factor. In het
proces van dit rivierherstel bestaat de volgende stap erin
om de vismigratieknelpunten op te lossen en om anti-
verdrogingsmaatregelen te nemen in het alluviale gebied.
71
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.7.4 GRENSOVERSCHRIJDENDE OPDRACHTEN EN DOSSIERS
(A) BLAUW NETWERK VAN RIVIEREN EN KANALEN
In de werking van de Grensoverschrijdende Permanente Conferentie van Intercommunales (GPCI), waarvan
Leiedal deel uitmaakt, is de uitbouw van een blauw netwerk van rivieren en kanalen in de grensoverschrijdende
metropool een belangrijk actiepunt. In dat kader heeft Leiedal in 2004 meegewerkt aan de publicatie van een
cahier, waarin de potenties en de knelpunten van dit blauwe netwerk worden toegelicht. Een van de knelpunten
is de beperkte informatiedoorstroming over de grenzen heen omtrent bestaande of geplande projecten rond rivie-
ren en kanalen in elk deelgebied van de metropool. Om hieraan te verhelpen, heeft de GPCI in haar operationeel
programma beslist om in 2005 een grensoverschrijdende studiedag te organiseren. In 2004 heeft Leiedal, die
als trekker werd aangeduid, de voorbereiding van deze studiedag opgestart. Het wordt als het ware een grens-
overschrijdende water-ontmoetingsdag, waarop alle actoren die in Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk betrokken
zijn bij de grote waterwegen, samenkomen en op een gecondenseerde manier een overzicht krijgen van rele-
vante projecten. De bedoeling bestaat erin dat de idee van het blauwe netwerk in elk deelgebied inspirerend zou
werken om de rivieren en kanalen effectief op te waarderen. In dat kader heeft Leiedal vorig jaar al een overleg
georganiseerd met de Espaces Naturels Métropolitains (ENM) over de plannen aan Franse zijde voor de Leie.
(B) GPCI - “OBSERVATOIRE DE L’EAU”
Een ander belangrijk aandachtspunt in de GPCI-werking betreft de grensoverschrijdende waterproblematiek, in
het bijzonder de waterbevoorrading in het metropoolgebied en de bescherming van de watervoerende laag van de
Carboonkalk. Hierover wordt sinds 2002 overlegd in het “Observatoire de l’Eau”. In 2004 hebben de vijf partner-
intercommunales van de GPCI een nieuw model uitgewerkt voor dit grensoverschrijdende overleg. De dagelijkse
werking van het observatorium zal verder gestuurd worden vanuit de instanties die volgens de Europese kader-
richtlijn inzake water bevoegd zijn voor het integrale waterbeheer. Aan Vlaamse zijde zijn dat de bekkenbesturen
van het Leiebekken en het Boven-Scheldebekken, die binnenkort worden opgericht. De GPCI-intercommunales,
waaronder Leiedal, zullen vanuit de tweede lijn werken, om de verbinding met de lokale wateractoren te verzeke-
ren. Het grensoverschrijdend wateroverleg heeft immers ook aandacht voor heel specifieke, lokale problemen.
Het “Observatoire de l’Eau” zal ook een belangrijke rol spelen ten aanzien van de Internationale Commissie voor
de Bescherming van de Schelde, die in het kader van de Europese kaderrichtlijn het grensoverschrijdende wa-
terbeheer opneemt voor het stroomgebied van de Schelde. Daarbij kan het GPCI-observatorium voor de lokale
invulling zorgen.
Het Blauwe Netwerk omvat
een aaneenschakeling van
projecten die de recreatieve,
ecologische en socio-
economische betekenis van
de rivieren en kanalen in
de grensoverschrijdende
metropool versterken. Op de
foto een grensoverschrijdend
recreatief knooppunt met de
jachthaven van Halluin op
het Leie-eiland tussen Menen
en Frankrijk.
72
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.8 OPENRUIMTEBELEID, LANDSCHAPSOPBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- De Kortrijkse regio heeft nood aan een visie op een regionale groenstructuur:
° die moet kaderen in een visie op de open ruimte;
° die fasegewijs moet worden ingevoerd.
- Drie zones kunnen onderscheiden worden:
° de centrale, verstedelijkte band langs de Leie: randstedelijke groengebieden, openruimtecorridors,
groen in de stad;
° de noordelijke zone, gekenmerkt door versnippering: vormgeven via vernieuwende landschapsontwik-
keling;
° de open ruimte in het zuiden: behouden en versterken van bestaande landschapsstructuren.
- Stimuleren van projecten, zoals het stadsrandbos.
2.8.1 OPENRUIMTEBELEID EN LANDSCHAPSOPBOUW
(A) VAN ‘BEELD VAN DE STREEK’ NAAR ‘VERBEELDING VAN DE STREEK’
Sinds 2003 werkt Leiedal samen met Prof. Bruno De Meulder (OSA+, KU Leuven) aan een visie op het landschap
in het interfluvium tussen de Leie en de Schelde. De bedoeling bestaat erin een geïntegreerde visie op de land-
schapsontwikkeling uit te werken, die in de toekomst opgenomen kan worden in de herziening van de gemeen-
telijke ruimtelijke structuurplannen. Als aanzet daarvoor voerden OSA+ en Leiedal in 2003 en 2004 een histo-
risch-morfologische analyse van het landschap uit. Die mondde in 2004 uit in een discussienota, die het ‘Beeld
van de streek’ laat zien en die met de gemeenten werd besproken. De analyse toont niet alleen de belangrijkste
structuren in het landschap, zoals de heuvelkam in het interfluvium, beekvalleien en steenwegen, de snelweg E17,
de Leie en de Schelde, maar ook de belangrijkste elementen die verantwoordelijk zijn voor veranderingen in het
landschap.
Uit de discussie met de gemeenten werden een aantal projecten gedistilleerd voor verder onderzoek. Deze pro-
jecten gaan in op elementen die beeldbepalend zijn voor de opbouw van het landschap in de regio:
- een geïntegreerde aanpak voor de E17;
- het samenspel van het kanaal Bossuit-Kortrijk, de gewestweg N8 en de oude spoorlijn Kortrijk-Avelgem;
- de openruimteverbinding tussen Harelbeke en Waregem als stedelijk landschap;
- de zogeheten ‘ruis’ in het landschap, i.e. de kernen op de heuvelruggen in het interfluvium.
Onder de noemer ‘Verbeelding van de streek’ zullen deze projecten in 2005 en 2006 onderzocht worden in work-
shops met OSA+.
(B) GEÏNTEGREERDE GEBIEDSVISIE VOOR DE LEIEVALLEI
In opdracht van de Provincie West-Vlaanderen en samen met de betrokken gemeenten heeft Leiedal in het af-
gelopen jaar een geïntegreerde gebiedsvisie opgemaakt voor de Leievallei tussen Wervik en Kortrijk. Deze visie
biedt een antwoord op het complexe samengaan van de diverse functies die in de Leievallei aanwezig zijn. De
Leievallei maakt niet alleen deel uit van de natuurlijke en de agrarische structuur, maar vervult ook een wezen-
lijke recreatieve rol. De Leie is tevens een belangrijke transport- en economische as. Diverse overheidsniveaus
zijn betrokken bij de opmaak van plannen voor de Leievallei (de gemeentebesturen, het provinciebestuur, het
Vlaamse Gewest) en het is bijgevolg belangrijk dat alle betrokken partijen eenzelfde referentiekader hanteren en
dezelfde ambities koesteren.
73
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
In diverse sectorstudies werden vooraf de afzonderlijke perspectieven op het vlak van natuur en landschap, toe-
risme en recreatie, landbouw en economie in kaart gebracht. Vervolgens werd, op basis van een SWOT-analyse
en na ruggespraak met verschillende werkgroepen, een ruimtelijke visie uitgewerkt voor de Leievallei. De hoofd-
bedoeling bestaat erin om van de Leievallei een regionale structurerende as te maken met een afwisseling van
open gebieden, transparante ruimten en meer gesloten, bebouwde gebieden. Een grotere beeldkwaliteit, een
betere toegankelijkheid en recreatief medegebruik vormen hierbij de kernideeën. De visie werd visueel weerge-
geven op een kaartblad met de ontwikkelingsperspectieven per deelgebied en een verklarende tekstbundel.
Dankzij de consensus die rond deze geïntegreerde gebiedsvisie is gegroeid, kan ze nu de basis vormen voor alle
ruimtelijke en realisatiegerichte ondernemingen binnen de Leievallei: de afbakening van de natuurlijke en agrari-
sche structuur, het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de Leievallei, het rivierherstel van de Leie, de afbakening van
het regionaalstedelijk gebied Kortrijk, etc. Daarnaast heeft Leiedal eind 2004 een actieprogramma opgesteld dat
de visie moet omzetten naar een concrete inrichting van het gebied als centrale groene ruimte in de Kortrijkse
regio. Dat actieplan appelleert zowel aan de betrokken gemeentebesturen, het provinciebestuur, het Vlaamse
Gewest als aan private actoren.
2.8.2 REGIONALE GROENSTRUCTUUR EN GROENPROJECTEN
In het recente verleden is Leiedal betrokken geweest bij de definiëring van verschillende regionale groenprojec-
ten, die nu stilaan in uitvoering komen. Het stadsrandbos in Kortrijk-Menen wordt verder aangeplant; in 2004
heeft het Vlaamse Gewest de grondverwerving voortgezet en nieuwe beplantingsacties georganiseerd. In het
verlengde daarvan bouwt het stadsbestuur van Kortrijk verder aan het Groen Lint Zuid. Vooraleer het stads-
randbos in Waregem-Wielsbeke kan worden gerealiseerd, dient het ingepast te worden in de afbakening van het
kleinstedelijk gebied Waregem en de afbakening van de natuurlijke en agrarische structuur.
In de Scheldevallei is Leiedal betrokken bij de projectcommissie voor het natuurinrichtingsproject van de West-
Vlaamse Scheldemeersen, dat erop gericht is het meersenkarakter van dit circa 470 ha grote gebied in Avelgem
en Spiere-Helkijn te herstellen. In 2004 heeft de Vlaams minister van Leefmilieu het projectrapport hiervoor
goedgekeurd, zodat het Vlaamse Gewest en de VLM de werkzaamheden op het terrein in 2005 kunnen opstarten.
Nog in de Scheldevallei heeft Leiedal vorig jaar in het kader van het Interreg-IIIA-project ‘Recreatieve netwerken’
meegewerkt aan een beplantingsplan voor de boorden van de Schelde, de Spierebeek en het Spierekanaal.
Leiedal heeft de geïntegreerde gebiedsvisie voor de Leievallei visueel vertaald naar een kaartblad, waarop de ontwikkelingspers-
pectieven per deelgebied zijn weergegeven.
74
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.9 TOERISME EN RECREATIE
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- De activiteiten van Leiedal op het vlak van toerisme en recreatie worden ontwikkeld in nauwe samen-
spraak met het provinciebestuur West-Vlaanderen, die in deze materie leidinggevend is.
- Streven naar meer recreatieve mogelijkheden voor de regio:
° inschakelen in de doelstellingen van het strategisch toeristisch beleidsplan voor de Leiestreek;
° stimuleren van overheden op andere niveaus.
- Prioriteit: de ontwikkeling van een regionaal fietsroutenetwerk, ingebed in een ruimer (grensoverschrij-
dend) verband (Interreg-III-project).
- Stimuleren van de ontwikkeling van een nieuwe generatie aan (provinciale) groendomeinen.
2.9.1 RECREATIEF FIETSROUTENETWERK
Het Interreg-IIIA-project ‘Recreatieve netwerken’ van Toerisme Oost-Vlaanderen, de Conseil Général du Nord
(Frankrijk) en de intercommunales IDETA en Leiedal is erop gericht om een grensoverschrijdend recreatief rou-
tenetwerk uit te bouwen voor zowel wandelaars, fietsers als ruiters. De bijdrage van Leiedal in het project bestaat
erin een recreatief fietsroutenetwerk uit te werken voor de Leie-Schelderegio, dat later wordt ingeschakeld in een
grensoverschrijdend fietsroutenetwerk en dat in het kader van het Leieactieplan wordt gerealiseerd.
Na de conceptontwikkeling in 2003 heeft Leiedal vorig jaar het netwerk van recreatieve fietsverbindingen in het
arrondissement Kortrijk volledig uitgetekend. Daarvoor werden de meest aantrekkelijke fietsverbindingen gese-
lecteerd, rekening houdend met de belangrijkste toeristisch-recreatieve bezienswaardigheden, het landschap en
de verkeersveiligheid. Het fietsnetwerk is op twee niveaus opgebouwd. Het eerste niveau omvat het grofmazige,
primaire netwerk van fietsassen langs de waterwegen. Het tweede niveau bestaat uit een fijnmazige invulling
In 2004 heeft Leiedal het concept voor het recreatief fietsnet-
werk verder uitgetekend. In totaal 1.941 wegwijzers zullen
de fietsers wegwijs maken in het recreatief fietsroutenetwerk,
dat in de zomer van 2005 officieel wordt ingehuldigd.
75
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
van dit primaire netwerk. Om de meest geschikte fietsverbindingen gedetailleerd aan te duiden, heeft Leiedal
verschillende informatie- en overlegvergaderingen georganiseerd met de betrokken gemeenten.
Op basis van dit fijnmazige netwerk werden vervolgens bestekken opgemaakt met het oog op de bewegwijzering
van het volledige netwerk. Dat gebeurt in het kader van het Leieactieplan, aan de hand van de zogenaamde
knooppuntenbewegwijzering. Daarbij krijgt ieder knooppunt (i.e. een kruispunt van twee fietsverbindingen) een
nummer. Langsheen de fietsverbindingen geven de wegwijzers de ligging van de knooppunten aan. In totaal
worden 1.941 wegwijzers geplaatst die de fietsers wegwijs zullen maken in het netwerk en hen naar het volgende
knooppunt zullen leiden. In de zomer van 2005 wordt het fijnmazige netwerk ingehuldigd.
2.9.2 DE LEIEVALLEI IN BEVEREN-LEIE EN OOIGEM
In opdracht van het provinciebestuur West-Vlaanderen hebben Leiedal en Westtoer in 2004 een studie uitge-
voerd naar de landschappelijke en recreatieve potenties van de Leievallei tussen Beveren-Leie en Ooigem. Aan
Waregemse zijde zijn daarbij vooral het natuurgebied van de zavelputten in Desselgem en de historische hoeve
‘Goed te Beaulieu’ van belang. In Harelbeke is dat de Oude Leiearm, met de Plaatsbeek en het vlaserfgoed, en
in Ooigem het meersenlandschap, met het Ooigembos en de drietrapssluis van het kanaal Roeselare-Leie.
Via een studie van de beeldkwaliteit heeft Leiedal een landschappelijk-ecologische analyse opgemaakt van het
gebied. Die werd vervolgens bij de resultaten gevoegd van een toeristisch-recreatieve analyse door Westtoer
en vertaald naar een gebiedsvisie die de ontwikkelingsmogelijkheden van de omgeving laat zien. In deze visie
wordt ervoor geopteerd om het gebied in de eerste plaats uit te bouwen tot een 80 à 100 ha groot wandelgebied.
Daarvoor zal een recreatieve verbinding tussen beide Leieoevers op termijn essentieel zijn. Bij de concrete invul-
ling moet de recreatieve functie ook ingepast worden in het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het land-
schap. In elk geval moet het open karakter van de vallei behouden blijven in een afwisselend landschapsbeeld
met bos, kleine landschapselementen, akkers en weilanden.
De historische hoeve "Goed
te Beaulieu" in Beveren-
Leie en het natuurreservaat
"De Zavelput" in Desselgem
kunnen een centrale rol
spelen in de landschappelijke
en recreatieve uitbouw van
de Leievallei tussen Beveren-
Leie en Ooigem.
76
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.10 ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Begeleiding van de gemeenten bij het ontwikkelen en onderhouden van een performante interne ICT-
structuur:
° ondersteunen van ICT-toepassingen als basis voor kwaliteitszorg en interne organisatie;
° onderzoek van de mogelijkheden voor een subregionale ICT-structuur.
- Ondersteuning van de gemeenten inzake geografische informatiesystemen:
° ondersteuning bij zowel de strategische beleidskeuzes als bij de praktische uitvoering ervan;
° begeleiding van de gemeenten bij de opmaak van een grootschalig referentiebestand.
- Expertise- en incubatiecentrum voor lokaal e-government:
° opzetten van pilootprojecten samen met geïnteresseerde gemeenten en verspreiding van de resultaten
ervan naar andere gemeenten uit de regio;
- aandacht voor het dichten van de digitale kloof.
2.10.1 ICT- EN GIS-BEGELEIDING VAN DE GEMEENTEN
(A) ICT-MEERJARENPLAN WEVELGEM
In het kader van de exclusieve dienstverlening heeft Leiedal in 2004 een ICT-meerjarenplan opgemaakt voor het
gemeentebestuur van Wevelgem. Dat bestaat uit drie delen:
- een analyse van de huidige toestand: welke middelen en mankracht zet het gemeentebestuur momenteel in op
het vlak van ICT?
- een beeld van de gewenste toestand: waar wil het gemeentebestuur van Wevelgem in 2008 staan op het vlak
van ICT?
- een overzicht van de te ondernemen acties.
Het zwaartepunt van het plan ligt bij het derde deel, waarin de verschillende acties werden gedefinieerd. Het ICT-
meerjarenplan bouwt hierbij verder op de doorlichting van de gemeentelijke organisatie die eerder door Deloitte
& Touche werd uitgevoerd. De meest belangrijke acties omvatten:
- de aanwerving van een ICT-coördinator en de uitbouw van een centraal ICT-beheer;
- de (verdere) uitbouw van een dienstoverschrijdende werking op het vlak van GIS;
- het opstarten van een organisatiebreed informatiebeheer;
- het inzetten van ICT ter ondersteuning van een betere dienstverlening aan burgers en bedrijven (bijvoorbeeld
door het installeren van een gemeentelijk meldpunt).
Op 19 november 2004 stelde Leiedal het ICT-meerjarenplan voor aan de gemeenteraad, die het unaniem goed-
keurde. Intussen zijn al diverse aanbevelingen uit het plan in uitvoering.
(B) INVENTARIS ONBEBOUWDE PERCELEN MENEN
Een van de vijf vereisten waaraan een gemeentebestuur volgens het decreet op de ruimtelijke ordening moet vol-
doen om zelfstandig stedenbouwkundige vergunningen te kunnen afleveren, bestaat erin dat de gemeente moet
beschikken over een inventaris van de onbebouwde percelen (IOP) op haar grondgebied. Voor de opmaak van
deze inventaris heeft het stadsbestuur van Menen in 2004 een beroep gedaan op de GIS-expertise van Leiedal.
Van elk perceel dat in de inventaris werd opgenomen, moest eerst een groot aantal gegevens worden verzameld.
Omdat Leiedal deze opdracht in een GIS-omgeving uitvoerde, ontstonden enkele onmiskenbare voordelen. Dank-
77
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
zij de automatisering kon het werk aanzienlijk vlotter worden uitgevoerd en zullen de gegevens jaarlijks zeer vlot
geactualiseerd kunnen worden. Omdat de inventaris digitaal werd aangeleverd aan AROHM, komt het stadsbe-
stuur van Menen bovendien in aanmerking voor een verhoogde subsidie (van circa 3.000 euro). De inventaris
bevat ruim 1.000 onbebouwde percelen en ondersteunt het stadsbestuur bij de uitbouw van een stedelijk grond-
beleid (onderzoeken van verdichtingsprojecten, aankoop van gronden, verkavelen van gebieden, etc.).
(C) GROOTSCHALIG REFERENTIEBESTAND HARELBEKE EN WAREGEM
In 2001 besliste de Vlaamse Regering dat voor alle 308 Vlaamse gemeenten een Grootschalig Referentiebestand
(GRB) moest worden opgemaakt, gespreid over een periode van twaalf jaar. Hiermee wou het OC GIS-Vlaan-
deren een langetermijnoplossing bieden voor de toenemende vraag naar grootschalige topografische gegevens
(schalen tussen 1/250 en 1/2.500). Het GRB zal voor de gemeenten de basis vormen voor hun ruimtelijke be-
sluitvormings- en beheersprocessen (vergunningen, openbare werken, etc.). Daarbij wordt een databank-bena-
dering gevolgd, zodat het eindproduct geen kaart is, maar een databank met de geometrie van alle terreinobjec-
ten in de gemeente (gebouwen, vastgoedpercelen, wegenis, etc.). De centrale gegevensbank moet eind 2013
beschikbaar zijn voor heel Vlaanderen.
In dat kader heeft het OC GIS-Vlaanderen in 2004 het volledige grondgebied van Harelbeke geïnventariseerd.
Na verificatie zal de databank ter beschikking worden gesteld aan het stadsbestuur, naar verwachting eind 2005.
Daarnaast werden de voorbereidingen getroffen voor de opmaak van het GRB van Waregem (fotovluchten, aan-
besteding). Volgens planning zou dit in september 2006 worden opgeleverd.
Omdat het GRB een grote impact heeft op de GIS-werking van een gemeente, staat Leiedal beide stadsbesturen
bij in dit proces. Heel belangrijk daarbij is de problematiek van het actualiseren van de databankgegevens. Enkel
een gewaarborgd actueel bestand blijft immers zijn gebruikswaarde behouden. Daarbij spelen de gemeenten
zelf een cruciale rol, want zij zijn vaak als eerste op de hoogte van wijzigingen op het terrein (wegeniswerken,
verkavelingen, straatnamen en huisnummers, etc.). Een kandidaat-GRB-gemeente moet dan ook maximaal
voorbereid zijn op die taak, zowel inzake personeel als op het vlak van interne organisatie en communicatie. In
ervaren GIS-gemeenten verloopt dit over het algemeen vlot, want voor hen vormt het GRB slechts een vernieuwd
referentiekader waarop de reeds aanwezige thematische data in eigen beheer worden geënt.
In opdracht van het
stadsbestuur van Menen
heeft Leiedal in 2004 een
digitale inventaris van
onbebouwde percelen
opgemaakt.
78
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.10.2 LOKAAL EN REGIONAAL E-GOVERNMENT
(A) INTERREG-IIIB-PROJECT ‘LOG-IN’
Eind mei 2004 kreeg Leiedal de officiële bevestiging dat het ‘LoG-IN’-project was goedgekeurd voor Europese
cofinanciering. Samen met partners uit Groot-Brittannië (Norfolk County) en Duitsland (Landkreis Rotenburg-
Wümme) had Leiedal dit projectvoorstel in februari 2004 ter goedkeuring overgemaakt aan het programmasecre-
tariaat van Interreg IIIB Noordzee-gebied. ‘LoG-IN’ (“Local Government in need for e-government instruments
to realize their economic policies”) wil nagaan hoe informatie- en communicatietechnologie kan bijdragen tot een
betere dienstverlening van gemeentebesturen aan bedrijven. Heel specifiek wordt gewerkt aan een betere infor-
matie-uitwisseling tussen de verschillende overheidsniveaus.
In dit project, dat tot medio 2007 loopt, treedt Leiedal op als “lead partner”, die instaat voor de Europese coördi-
natie en de contacten met het Interreg-programmasecretariaat. Mede in het kader van ‘LoG-IN’ (en ‘E-Voice’, zie
verder) heeft de intercommunale een bijkomende ICT-medewerker aangeworven voor de duur van het project.
Het ‘LoG-IN’-project werkt rond verschillende modules. Zo bouwen de projectpartners een geïntegreerde be-
drijvendatabank uit, die alle informatie over bedrijven die beschikbaar is binnen gemeenten, met elkaar linkt.
Zowel bedrijven als overheden zullen die informatie in de databank kunnen raadplegen en bijwerken. Daarnaast
wordt een gemeentelijke productcatalogus voor bedrijven samengesteld, als overzicht van alle diensten waarvoor
bedrijven bij hun gemeentebestuur terechtkunnen. Om de toegang tot overheidsinformatie vlotter te laten verlo-
pen, onderzoeken de partners ook de mogelijkheid van een (beveiligd) extranet tussen gemeenten en bedrijven
en tussen overheden onderling. Ten slotte zullen de gemeenten van het arrondissement Kortrijk dankzij ‘LoG-IN’
ook kunnen beschikken over een professionele internet-GIS-infrastructuur.
LOKALEBESTUREN
LOKALEBEDRIJFS-WERELD
EXTRANET(-TEN)GEDEELDE
INFORMATIE-INFRASTRUCTUUR
NIEUWEVORMEN VAN
FRONT-OFFICEE-GOV ACADEMY
GOVERNMENT TO BUSINESS(G2B)
GOVERNMENT TO GOVERNMENT(G2B)
FYSISCH
VIRTUEEL
ANDEREBESTUREN
Het LoG-IN-project is er in de eerste plaats op gericht om de dienstverlening van de gemeentebesturen aan bedrijven te
verbeteren. Daarom moet gewerkt worden aan de informatie-infrastructuur (virtueel) en aan een nieuwe loketaanpak (fysisch).
Deze verbeterde dienstverlening kan er pas komen als ook de informatie-uitwisseling tussen lokale besturen en andere
overheden wordt versterkt.
79
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Het project ging in september 2004 van start. Leiedal was de gastinstantie voor de eerste vergadering van het
“Steering Committee”, dat samengesteld is uit beleidsmakers en technici van de projectpartners. In de rand
daarvan werd op 29 september 2004 de eerste sessie van de E-Government Academy georganiseerd. De E-Go-
vernment Academy is het vormingsluik binnen ‘LoG-IN’, dat in de loop van het project via workshops en semina-
ries continue vorming biedt aan lokale beleidsmensen, ambtenaren en de lokale bedrijfswereld. De eerste sessie
behandelde “Working with Business”, een Brits project opgestart door het “Office of the Deputy Prime Minister”.
Dat wil Britse lokale overheden een raamwerk aanbieden waarin ze on-line diensten kunnen aanbieden aan lokale
bedrijven. Het seminarie kon rekenen op de belangstelling van beleidsmensen en ambtenaren van West-Vlaamse
gemeenten, technici van de dertien Vlaamse centrumsteden, de Vlaamse universiteiten en de Vlaamse over-
heid.
(B) INTERREG-IIIB-PROJECT ‘E-VOICE’
Samen met ‘LoG-IN’ heeft het programmasecretariaat van Interreg IIIB Noordzeegebied in mei 2004 ook het
projectvoorstel ‘E-Voice’ goedgekeurd voor cofinanciering. ‘E-Voice’ wil onderzoeken hoe een mix van klassieke
en nieuwe media kan zorgen voor een grotere betrokkenheid van de burger bij het beleid. Daarvoor wordt ge-
werkt rond digitale buurten, een verbeterde dialoog tussen verkozenen en burgers, actieve openbaarheid van
bestuur en een betere dienstverlening aan de burgers. In Zuid-West-Vlaanderen wordt in dat kader vanaf 2005
gewerkt aan een gemeentelijke productcatalogus, als wegwijzer voor alle diensten waarvoor de burgers bij hun
gemeentebestuur terechtkunnen, en aan de oprichting van een gemeentelijke meldpunt.
De partners in ‘E-Voice’ zijn het intergemeentelijk samenwerkingsverband Noord-Friesland (Nederland) als “lead
partner”, de stad Groningen (Nederland), een samenwerkingsverband van de gemeenten Uddevalla, Ale en Här-
ryda in Zweden, Norfolk County (Groot-Brittannië), de stad Bremen (Duitsland) en Leiedal. In september 2004
was Leiedal de gastinstantie voor de vijfde internationale partnermeeting. Bij die gelegenheid werd ook een Aca-
demisch Forum georganiseerd met vertegenwoordigers van de projectpartners en wetenschapslui van diverse
universiteiten uit de betrokken landen. De bedoeling bestond erin de basis te leggen voor een internationale
“E-democracy score”, een meetinstrument aan de hand waarvan gemeten kan worden hoe goed een regio scoort
inzake de betrokkenheid van de burgers bij het beleid.
Eind 2004 heeft Leiedal een intensieve overlegronde naar de twaalf aangesloten gemeenten opgestart, met als
doel de acties in het kader van ‘E-Voice’ en ‘LoG-IN’ voor elke gemeente afzonderlijk nauwkeurig te beschrijven
op maat van de lokale behoeften.
2.10.3 ICT-WERKING OP REGIONAAL NIVEAU
(A) DIGITALE REGIO KORTRIJK
Leiedal investeert permanent in nieuwe mogelijkheden en technische verbeteringen voor de Digitale Regio Kortrijk
(DRK, www.drk.be). Dat is het internetproject van de aangesloten gemeenten en Leiedal, dat de officiële websites
van de gemeenten bundelt in een regionale koepel, aangevuld met een portaalsite voor de Kortrijkse regio.
De technische kosten die gepaard gaan met de gemeentelijke websites (o.m. het “content management system”,
de hosting, de programmering, het onderhoud) worden sinds 2001 gedeeld door de twaalf gemeenten, waardoor
er belangrijke schaalvoordelen worden gecreëerd. In 2004 heeft Leiedal een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst met de gemeenten voorbereid, met een nieuw financieel afsprakenkader voor de periode tot 2007. Daarbij
hebben de gemeenten voor een “status-quo”-scenario geopteerd: op korte termijn worden geen grote structurele
wijzigingen aan de website of aan het “content management system” gepland. De mogelijkheden van de huidige
DRK voor de gemeenten zijn immers nog niet uitgeput en bovendien lijkt het aangewezen dat een beslissing
omtrent een eventuele globale vernieuwing van de websites (gepland tegen 2007) genomen wordt in de nieuwe
gemeentelijke legislatuur.
80
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Een belangrijk initiatief in 2004 was ook de uitbouw van een gebruiksvriendelijker versie van de DRK voor blinden
en slechtzienden. Door de specifieke technologie die wordt gebruikt, waren de DRK-websites voorheen moeilijk
tot niet toegankelijk voor de hulpmiddelen waarover personen met een visuele handicap beschikken (brailleregels,
spraaksynthesizers of een combinatie van beide). Om aan deze situatie te verhelpen, heeft Leiedal, in samen-
spraak met de DRK-werkgroep, een alternatieve versie van de websites ontwikkeld, die identiek dezelfde inhoud
bevat als de bestaande websites en die optimaal toegankelijk is voor blinden en slechtzienden. Daarvoor werd
samengewerkt met BlindSurfer, een samenwerkingsverband van Blindenzorg Licht en Liefde en Oeuvre Nationale
des Aveugles, dat advies verleende omtrent de technische mogelijkheden waarover blinden en slechtzienden be-
schikken. De uiteindelijke ambitie van Leiedal bestaat erin dat de Digitale Regio Kortrijk het “BlindSurfer Label”
behaalt. Dat wordt na een diepgaande screening van verschillende toegankelijkheidsrichtlijnen toegekend door
BlindSurfer.
(B) ICT-TRAJECT VOOR DE STREEK VAN KORTRIJK
Met het STEM-project ‘ICT-traject voor de streek van Kortrijk’ willen de vzw Open Net, REBAK en Leiedal na-
gaan hoe de regio optimaal kan inspelen op de kansen die nieuwe technologieën bieden en onderzoeken hoe de
inspanningen die overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven op dat vlak leveren, maximaal kunnen worden
gestimuleerd en gecoördineerd. Het project kan rekenen op cofinanciering van de Vlaams minister van Economie
en doorloopt drie fasen:
- Fase 1 - Meten van de huidige toestand (‘ICT-score’): waar staat de streek nu op het vlak van ICT-aanbod en
-gebruik?
- Fase 2 : Uittekenen van de gewenste toestand: welke doelstellingen wil de streek bereiken op het vlak van ICT-
aanbod en -gebruik?
- Fase 3 : Beschrijven van het noodzakelijke traject: welke acties zijn daarvoor nood-zakelijk?
Voor de uitwerking van de eerste fase heeft Leiedal in 2004, samen met onderzoeksbureau Memori uit Mechelen,
een elektronische enquête opgesteld en gepubliceerd die zich richt naar ondernemingen, onderwijsinstellingen
en lokale overheden in de streek. Daarin wordt gepeild naar de aanwezigheid, het gebruik en de impact van ICT
binnen de organisatie. Dit model met de driedeling aanwezigheid-gebruik-impact heeft reeds in heel wat Euro-
pese onderzoeken over ICT zijn deugdelijkheid bewezen. Leiedal zal de antwoorden in 2005 verwerken tot een
zogenaamde ‘ICT-score’: een set indicatoren waarmee het ICT-gehalte van de streek doelgericht en bij herhaling
Samen met de aangesloten gemeenten en BlindSurfer heeft Leiedal in 2004 een gebruiksvriendelijker versie van de Digitale
Regio Kortrijk gemaakt voor blinden en slechtzienden. Die bevat identiek dezelfde informatie en is bereikbaar voor de
technische hulpmiddelen waarover personen met een visuele handicap beschikken.
81
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
gemeten kan worden en die vergelijkingen toelaat met andere regio’s. Deze ‘ICT-score’ vormt vervolgens de
input bij de verdere uitwerking van het project.
2.10.4 K-BUSINESS
(A) INTERREG-IIIA-PROJECT ‘GOGIS’
In april 2004 keurde het Interreg-secretariaat het Interreg-IIIA-project ‘GOGIS’ goed voor Europese cofinancie-
ring. In dit project werken het provinciebestuur West-Vlaanderen (als “lead partner”), de intercommunale wvi en
het Noord-Franse AGUR (Agence d’Urbanisme et de Développement de la région Flandre Dunkerque) samen aan
grensoverschrijdende GIS-toepassingen. De concrete doelstellingen kunnen als volgt worden samengevat:
- de uitbouw van een homogene grensoverschrijdende inventaris (observatorium) met statistische en geografi-
sche informatie;
- de ontwikkeling van een toepassing die het aanbod aan bedrijventerreinen en economische activiteiten in het
grensoverschrijdende gebied via het internet beschikbaar stelt;
- de uitwerking van een socio-economische publicatie over het grensoverschrijdende gebied.
Op vraag van de betrokken partners heeft het provinciebestuur West-Vlaanderen Leiedal verzocht om de tech-
nische leiding van het tweede luik op zich te nemen, met name de ontwikkeling van een internettoepassing voor
de bedrijventerreinen en economische activiteiten in het grensoverschrijdende gebied. Daarbij werd expliciet
verwezen naar BISK, het inventarissysteem dat Leiedal heeft ontwikkeld van de bedrijventerreinen die de inter-
communale realiseert of heeft gerealiseerd. De taak van Leiedal bestaat er in hoofdzaak in om de partners tech-
nisch te begeleiden en de acties van derden te coördineren (software-bedrijven, leveranciers). Daarnaast zorgt
de intercommunale voor de integratie van dit nieuwe geoloket met de bestaande databank- en GIS-infrastructuur
van het provinciebestuur West-Vlaanderen. In 2004 kon Leiedal reeds de voorbereidings- en de definitiefase
voor deze opdracht afwerken (o.m. bepalen van de potentiële gebruikers, informatieproducten, ‘workflows’, sy-
steemscope).
(B) INTERREG-IIIA-PROJECT ‘EEN ANDERE KIJK’
In het Interreg-IIIA-project ‘Een andere kijk’ werken de vijf partnerintercommunales van de GPCI (Grensover-
schrijdende Permanente Conferentie van Intercommunales) o.m. aan een grensoverschrijdend systeem voor het
opslaan, bijhouden, gebruiken en beheren van adresinformatie. In 2004 heeft de GPCI aan Leiedal gevraagd om
in een vooronderzoek de specificaties van dit systeem te bepalen. Daarbij kwamen de volgende aspecten aan
bod:
- de huidige toestand: welke gegevens worden momenteel bijgehouden in het bestand, welke gegevens worden
op andere manieren bijgehouden, welke processen gaan daarmee gepaard?
- gebruikers: welke gebruikers en soorten gebruikers moeten worden gedefinieerd?
- functies: welke functies moet het programma kunnen uitvoeren?
- gegevensopslag: wat is de logische structuur waarin de gegevens moeten worden opgeslagen en wat zijn de
relaties tussen die gegevens?
- infrastructuur: welke technische voorzieningen zijn er nodig om het systeem te kunnen gebruiken?
- trajectbeschrijving project: hoe moet het systeem ontwikkeld en geïmplementeerd worden?
- financieel aspect: welke middelen moeten worden begroot om het voorgestelde systeem te kunnen realiseren?
In juli 2004 heeft Leiedal aan de GPCI het eindrapport overgemaakt, dat een aanbeveling vormt voor de eigenlijke
ontwikkeling en implementatie van het grensoverschrijdende adressensysteem.
82
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.10.5 EXTERNE NETWERKING OP HET VLAK VAN ICT
Samenwerking op het vlak van ICT en GIS is niet enkel tussen de gemeenten belangrijk, ook op provinciaal en
Vlaams niveau is het essentieel dat de regio betrokken kan zijn bij de uitwisseling van gegevens tussen verschil-
lende overheden en bij gezamenlijke projecten. Leiedal vertegenwoordigt de streek in de verschillende overleg-
organen en fora.
(A) V-ICT-OR
De Vlaamse beroepsvereniging voor ICT-verantwoordelijken in lokale besturen brengt sinds 2002 de betrokken
ambtenaren samen, biedt vorming aan de gemeenten en verdedigt de stem van het lokale niveau naar andere
overheden en leveranciers. Leiedal zetelt in de raad van beheer van V-ICT-OR en is actief in de werkgroep e-
government.
(B) ICT-OVERLEG VAN DE DERTIEN CENTRUMSTEDEN
Om de twee maanden komen de ICT-verantwoordelijken van de dertien Vlaamse centrumsteden samen om er-
varing uit te wisselen, informatie uit eerste hand te ontvangen over de stand van zaken van e-government op
Vlaams en federaal niveau en waar nodig gezamenlijke standpunten naar andere overheden in te nemen. Leiedal
neemt aan dit overleg deel.
(C) STUURGROEP GIS-WEST
GIS-West is het samenwerkingsverband tussen de verschillende diensten van de Provincie West-Vlaanderen en
de West-Vlaamse gemeenten, omtrent gemeenschappelijke GIS-projecten. Het beleid wordt uitgetekend in de
stuurgroep GIS-West, waarin Leiedal vertegenwoordigd is. Omdat het provinciebestuur over de nodige knowhow
en infrastructuur beschikt en zich als intermediair bestuurniveau verder wil profileren, biedt zij de lokale besturen
de mogelijkheid om lokale webservices op te bouwen en te exploiteren. De stad Ieper en Leiedal zijn de eerste
kandidaten.
(D) VVSG-GIS
In de VVSG-werkgroep GIS worden de standpunten voorbereid die de vertegenwoordigers van de steden en
gemeenten in de Stuurgroep GIS-Vlaanderen zullen innemen. In 2004 ging de aandacht o.m. uit naar de im-
plementatie van het GRB en de nieuwe spelregels inzake databeleid (kostprijs, definitie van een gemeente en
toegankelijkheid van de informatie).
(E) STUURGROEP GIS-VLAANDEREN
De GIS-verantwoordelijke van Leiedal maakt sinds 2001 deel uit van de stuurgroep GIS-Vlaanderen. Dat is bin-
nen het Vlaamse beleid het sturende orgaan inzake GIS en geo-informatie, dat beslissingen neemt die bindend
zijn voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, alle Vlaamse openbare instellingen, de provincies en de
gemeenten. De stuurgroep staat o.m. in voor het opmaken, bijsturen, begeleiden, opvolgen en uitvoeren van de
strategische doelstellingen van GIS-Vlaanderen. De belangrijkste acties in 2004 waren het GRB-decreet (en de
uitvoeringsbesluiten) en het databeleid.
83
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.11 INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Leiedal profileert zich verder als de externe belangenverdediger van de groep gemeenten.
- Streven naar verbreding en verdieping:
° verbreding: nieuwe en hernieuwde thema’s (woonbeleid, lokale economie, duurzaamheid, grensover-
schrijdende ontwikkelingen, etc.);
° verdieping: overleg met beleid én gemeentelijke diensten.
- Te onderzoeken:
° strategische positionering van gemeenten: gemeenten helpen bij het bepalen van hun kernprofiel;
° makelaarsrol voor de uitbouw van gedeelde intergemeentelijke diensten: uitwerken van objectieve ver-
delingsmechanismen voor “shared facilities” en “shared services”;
° makelaarsrol voor nieuwe vormen van samenwerking: begeleiding nieuwe samenwerkingsverbanden ‘op
maat’.
Samenwerkings-verband
Onderwerp Partners Rol Leiedal Afgeleiden
Conferentie van Burgemeesters - Arrondissement Kortrijk
Gemeentelijke en intergemeentelijke beleidsmateries
12 burgemeesters Secretariaat Studie crematorium
Intergemeentelijke werkgroep ruimtelijke ordening (IGORO)
Ruimtelijke ordening 12 schepenen en tech-nische ambtenaren
Algemene coördinatie --
Intergemeentelijke werkgroep milieu
Gemeentelijke milieu-technische aspecten
12 schepenen en milieuambtenaren
Algemene coördinatie Gemeentelijke milieu-adviezen, provinciale MINA-raad
Beleidsforum Milieu Gemeentelijk en intergemeentelijk milieubeleid
Schepenen van leef-milieu
Algemene coördinatie DuLo-waterplannen
Intergemeentelijke werkgroep lokale economie
Ondersteuning gemeenten bij uitbouw lokaal-economisch beleid
Schepenen en ambtenaren
Algemene coördinatie Studie leegstaande bankgebouwen
Stuurgroep ICT en communicatie
ICT, GIS en lokaal e-government
Schepenen van ICT en communicatie, gemeentesecretaris-sen
Algemene coördinatie VVSG-werkgroep ICT, 13 centrumsteden
Intergemeentelijke werkgroep geo-informatie (IGGI)
GIS-ontwikkeling in gemeenten
12 gemeentelijke GIS-verantwoordelijken
Algemene coördinatie VVSG-werkgroep GIS
Intergemeentelijke werkgroep Digitale Regio Kortrijk
Gemeentelijke en regionale uitbouw internet Digitale Regio Kortrijk
12 informatie-ambtenaren
Algemene coördinatie --
Intergemeentelijke werkgroep systeem-beheerders
Gemeentelijke informatica en systeembeheer
12 gemeentelijke systeembeheerders
Algemene coördinatie V-ICT-OR
2.11.1 OVERZICHTSTABEL - INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKINGSVERBANDEN BINNEN LEIEDAL
84
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.11.2 OVERZICHT VAN DE VERGADERINGEN IN 2004
CONFERENTIE VAN BURGEMEESTERS - ARRONDISSEMENT KORTRIJK
- data vergaderingen in 2004: 30/01, 13/02, 12/03, 09/04, 07/05, 11/06, 09/07, 10/09, 08/10, 19/11, 17/12
- belangrijkste thema’s:
° voorbereiding intergemeentelijke vereniging voor crematoriumbeheer in Zuid-West-Vlaanderen
° voorbereiding oprichting RESOC Zuid-West-Vlaanderen
° lokaal waterbeleid in beweging (decreet integraal waterbeheer, programmadecreet, eengemaakte waterfac-
tuur, etc.)
° problematiek van netoverschrijdende scholengemeenschappen
° gemeentelijke administratieve sancties
° “cross border lease” van rioolstelsels
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP RUIMTELIJKE ORDENING (IGORO)
- data vergaderingen in 2004: 09/02, 22/11, 02/12
- belangrijkste thema’s:
° aanpak zonevreemde woningen - thema-RUP: bespreking methodiek en stedenbouwkundige voorschriften
° afsprakennota’s in het kader van de exclusieve dienstverlening (BPA’s, RUP’s)
° de werking van de GECORO
° Beeld van de Streek: toelichting door Prof. Bruno De Meulder
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP MILIEU
- data vergaderingen in 2004: 19/02, 29/06, 30/11
- belangrijkste thema’s:
° voorstelling samenwerkingsovereenkomst milieu 2005-2007
° voorstelling werkkader landschappelijke inrichting
BELEIDSFORUM MILIEU
- data vergadering in 2004: 02/04
- belangrijkste thema’s:
° afsprakennota’s in het kader van de exclusieve dienstverlening (opmaak van DuLo-waterplannen en gemeen-
telijke milieubeleidsplannen)
° programmering vergaderingen intergemeentelijke werkgroep milieu
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP LOKALE ECONOMIE
- data vergaderingen in 2004: 22/03, 18/10
- belangrijkste thema’s:
° strategisch denkproces REBAK - toekomst Zuid-West-Vlaamse economie;
° Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’;
° problematiek van leegstaande bankgebouwen;
° bedrijfsverzamelgebouw Esserstraat Zwevegem: ruimtelijke en architecturale conceptstudie, resultaten
marktonderzoek;
° PIAV-project revitalisering bedrijventerrein Heule-Kuurne.
STUURGROEP ICT EN COMMUNICATIE
- data vergaderingen in 2004: 19/01, 30/01, 01/07, 20/09, 29/09, 16/11
- belangrijkste thema’s:
° Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’
° nieuwe samenwerkingsovereenkomst Digitale Regio Kortrijk
° E-Government Academy “Working with Business”
85
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP GEO-INFORMATIE (IGGI)
- data vergaderingen in 2004: 11/02, 30/06, 29/09, 08/12
- belangrijkste thema’s:
° “cross border lease”-software
° GIS-beleid provinciebestuur West-Vlaanderen en Vlaamse overheid
° GRB Harelbeke
° Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’
° E-Government Academy “Working with Business”
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP DIGITALE REGIO KORTRIJK
- data vergaderingen in 2004: 21/04, 29/09, 11/10
- belangrijkste thema’s:
° nieuwe samenwerkingsovereenkomst Digitale Regio Kortrijk
° websites voor blinden en slechtzienden
° samenwerking met CultuurNet Vlaanderen
° deelname aan kennisdag V-ICT-OR
° E-Government Academy “Working with Business”
2.11.3 OVERZICHTSTABEL - VERZELFSTANDIGDE INTERGEMEENTELIJKE STRUCTUREN
Samenwerkings-verband
Onderwerp Partners Huidige rol Leiedal Afgeleiden
Overleg Cultuur(°1994)
Lokale culturele samenwerking en promotie
13 schepenen en cul-tuurfunctionarissen
Voorzitter stuurgroep
Publicaties Dertien, regionale werkgroep Open Monumenten-dag
VVV West-Vlaamse Scheldestreek(°1998)
Toeristisch-recreatieve ontwikkeling en promotie
5 Schelde-gemeenten
Consulent --
vzw Toerisme Leiestreek(°2000)
Toeristisch-recreatieve ontwikkeling en promotie
29 gemeenten Vennoot Strategisch beleidsplan toerisme, Leie-actieplan
Interlokale vereniging Interfluvium(°2003)
Interlokale vereniging opgericht in het licht van het afsluiten van “cross border lease”-overeen-komsten
Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Len-delede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem, Zwevegem
Deelnemer --
In 2004 heeft Leiedal voor de Digitale Regio Kortrijk een
nieuwe samenwerkingsovereenkomst voorbereid, die
het financiële afsprakenkader bevat met de aangesloten
gemeenten voor de periode tot 2007.
86
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.11.4 ENKELE MARKANTE INITIATIEVEN IN 2004
(A) WITBOEK STEDENBELEID - STADSDEBAT
Het Vlaamse beleid geeft steeds meer aandacht aan de Vlaamse centrumsteden, als motoren voor lokale en re-
gionale ontwikkeling. Met het Stedenbeleid wil de Vlaamse overheid deze steden impulsen en ideeën aanreiken,
zodat ze hun centrumrol krachtig waar kunnen maken. Sinds de publicatie van het Witboek Stedenbeleid eind
2003 werd een breed publiek debat opgestart omtrent de ontwikkeling van de stad en de rol van de centrum-
steden binnen hun omgeving. Nieuwe begrippen werden gelanceerd om die stadsomgevingen te benoemen:
de “netwerkstad”, de “rasterstad” of “stadsregio’s”. In 2004 werden de gesprekken aangevat om deze nieuwe
terminologie te vertalen naar een operationele aanpak binnen de stad Kortrijk.
Dit debat is uiteraard ook van belang op regionaal niveau. De “historische” regionale dynamiek speelt in de Kort-
rijkse regio immers sterker dan waar ook in Vlaanderen. Het concept van een “netwerkstad” wordt reeds in de
praktijk vorm gegeven via een groot aantal intergemeentelijke fora: Leiedal, het Welzijnsconsortium, Overleg
Cultuur Zuid-West-Vlaanderen, de Conferentie van Burgemeesters, de vzw Toerisme Leiestreek, etc. Het debat
raakt ook aan het wezen van Leiedal als pionier van de intergemeentelijke samenwerking. De intercommunale
wil het idee van de “netwerkstad Kortrijk” dan ook helpen uitwerken, via een versterkte aandacht voor de eigen
intergemeentelijke werking en door een actieve medewerking aan de uitwerking en de opvolging van het Vlaamse
stadsdebat. In dat kader heeft Leiedal het eerste stadsdebat in Kortrijk, op 8 december 2004, mee gestoffeerd.
(B) PROMOTIE INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING
In nauwe samenwerking met twaalf Vlaamse intercommunales voor streekontwikkeling, heeft de VVSG in 2004
een initiatief opgezet om het concept van intergemeentelijke samenwerking breder te promoten bij de gemeente-
besturen en de Vlaamse overheid. Dat resulteerde in de publicatie van de gemeenschappelijke promotiebrochure
“De intercommunale voor streekontwikkeling, een portret.” Op 40 bladzijden presenteert deze brochure concrete
innoverende initiatieven uit elke streekontwikkelingsintercommunale, die de kracht van samenwerking illustreren
voor de versterking van het eigen gemeentebestuur en voor de ontwikkeling van de streek. Voor Leiedal wordt de
case van de gemeenschappelijke ICT-werking toegelicht, met de gedeelde websiteontwikkeling binnen de Digitale
Regio Kortrijk. De brochure werd opgestuurd aan 10.000 mandatarissen uit Vlaanderen. In dat kader werd ook
gewerkt aan een gemeenschappelijk charter van de intercommunales voor streekontwikkeling, waarmee zij de
hand willen reiken aan de medebesturen om samen te werken aan een krachtdadig lokaal bestuur.
Leiedal wil het idee van
de "netwerkstad Kortrijk"
actief helpen uitwerken.
In dat kader heeft de
intercommunale het eerste
stadsdebat in december 2004
mee gestoffeerd.
(Foto: Stadsbestuur Kortrijk)
87
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(C) INTERGEMEENTELIJKE VERENIGING VOOR CREMATORIUMBEHEER IN ZUID-WEST-VLAANDEREN
Al meerdere jaren bereidt Leiedal, op vraag van de Conferentie van Burgemeesters, de oprichting voor van een
intergemeentelijke vereniging voor crematoriumbeheer in Zuid-West-Vlaanderen. Dit project kent een zeer lange
aanloopfase, niet in het minst omdat de wetgeving inzake de aanpak van de lijkbezorging en inzake de interge-
meentelijke samenwerking in de voorbije jaren ingrijpend is gewijzigd. Bovendien moeten een 25-tal gemeenten
op één lijn gebracht worden en bereid gevonden worden om samen te investeren. Na de jarenlange voorbereiding
kon in 2004 de eigenlijke oprichting van deze nieuwe intergemeentelijke vereniging in het vooruitzicht worden
gesteld.
In 2003 bleek dat een globaal initiatief voor de oprichting van een intergemeentelijke beheersstructuur voor
alle crematieactiviteiten in heel West-Vlaanderen niet haalbaar was. De Conferentie van Burgemeesters
gaf meteen aan Leiedal de opdracht om de procedure te coördineren voor de oprichting van een interge-
meentelijke vereniging voor crematoriumbeheer voor het zuiden van West-Vlaanderen. Het Overlegorgaan
dat aan de oprichting van deze nieuwe intergemeentelijke vereniging voorafgaat, kwam een eerste keer
bijeen in maart 2004. In totaal 25 geïnteresseerde gemeenten uit de arrondissementen Kortrijk, Ieper en
Roeselare-Tielt namen aan deze studiefase deel. In samenspraak met het Overlegorgaan heeft Leiedal het
concept voor het crematorium verder op punt gesteld, samen met het bestuurs- en financieel plan en de
ontwerpstatuten van de intergemeentelijke vereniging. Deze vereniging zal eerst instaan voor de oprich-
ting en de exploitatie van een crematorium te Kortrijk. Daartoe wordt geïnvesteerd in een complex met
maximaal drie crematieovens – een investering die op 6,25 miljoen euro wordt geraamd. Later kan de
vereniging eventueel nog bijkomende crematoria oprichten in Zuid-West-Vlaanderen.
Om deze ambitie ook financieel rond te krijgen, brengen de deelnemende gemeenten samen een kapitaal in van 5
euro per inwoner. Het beheer van de vereniging blijft volledig in handen van de deelnemende gemeenten. Voor
de organisatie van de aanverwante ceremoniële activiteiten zal de vereniging uiteraard zoeken naar samenwer-
king met de uitvaartsector en met de verschillende levensbeschouwingen. Eind 2004 jaar hebben 21 gemeenten
–samen goed voor 415.000 inwoners– zich principieel uitgesproken voor deelname aan deze nieuwe vereniging.
Het betreft de twaalf gemeenten van het arrondissement Kortrijk, vier gemeenten uit het arrondissement Roese-
lare-Tielt (Moorslede, Pittem, Roeselare en Wielsbeke) en vijf uit het arrondissement Ieper (Heuvelland, Lange-
mark-Poelkapelle, Poperinge, Vleteren en Wervik). De vereniging wordt eind maart 2005 opgericht. Daarna zal
onverwijld werk worden gemaakt van de opmaak van het bouw- en investeringsdossier. Verwacht mag worden
dat de eigenlijke crematieactiviteiten van start kunnen gaan tegen eind 2007.
De nieuwe intergemeentelijke
vereniging voor
crematoriumbeheer in Zuid-
West-Vlaanderen zal in eerste
instantie een crematorium
oprichten en exploiteren in
Hoog-Kortrijk, aansluitend
op de nieuwe stedelijke
begraafplaats.
88
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.12 REGIONALE EN BOVENREGIONALE SAMENWERKING
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Regionaal:
° Alerte deelname aan het kerntakendebat;
° Assertieve netwerking met REBAK en gebiedswerking Provincie West-Vlaanderen binnen het Huis van de
Streek Zuid-West-Vlaanderen.
- Bovenregionaal:
° Open staan voor experimentele, projectmatige samenwerking met naburige regio’s (Roeselare-Tielt,
Ieper, Zuid-Oost-Vlaanderen, Henegouwen);
° Samenwerking en krachtenbundeling met intergemeentelijke structuren en streekorganisaties uit nabu-
rige regio’s (wvi, Westhoekoverleg, VENECO).
2.12.1 OVERZICHTSTABEL - LEIEDAL IN HET REGIONALE NETWERK STREEKONTWIKKELING
Samenwerkings-verband
Onderwerp Partners Aanwezigheid Leiedal
Betrokkenheid Leiedal
Afgeleiden
Streekplatform REBAK vzw
Behartigen streek-belangen, afstem-men beleid
Politieke en so-cio-economische beleidsverant-woordelijken
Raad van Beheer, Dagelijks Bestuur
Inhoudelijk (werk-groepen)
Hefboom-projec-ten, STEM-projec-ten, strategisch plan
Huis van de Streek Samenwerking streekorganisaties
Streekplatform REBAK, gebieds-werking Provincie West-Vlaanderen
Stuurgroep, coördinatieteam
Basispartner --
Overlegplatform Parlementairen Kortrijk-Roeselare-Tielt
Afstemming streekgerichte beleidsinitiatieven
Parlementairen en gedeputeerden uit kieskring Kortrijk-Roeselare-Tielt
Waarnemend Secretariaat --
Kortrijk Innovatie Netwerk
Promotie innove-rende streekinitia-tieven
80-tal individuen en beleidsmensen
Raad van Bestuur Inhoudelijk --
Eind 2003 heeft de
buitengewone algemene
vergadering van Leiedal
beslist om voor 125.000
euro te participeren in de
kapitaalsverhoging van
de cvba Kortrijk Xpo. Het
beurscomplex van Kortrijk
Xpo is een belangrijke
attractiepool in onze
regio, die exposanten en
bezoekers uit een zeer brede
internationale straal naar de
regio aantrekt. Sindsdien
is Leiedal vertegenwoordigd
in de raad van bestuur van
Kortrijk Xpo.
89
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Samenwerkings-verband
Onderwerp Partners Aanwezigheid Leiedal
Betrokkenheid Leiedal
Afgeleiden
Open Net vzw Promotie telecom-municatie in Zuid-West-Vlaanderen
20 organisaties uit de regio (socio-economisch, onderwijs, etc.)
Raad van Beheer Inhoudelijk STEM-project ICT-traject
Intercommunale Vliegveld WIV
Beheer en promotie regionale luchthaven
Gemeenten, provincie, private vennoten
Raad van Beheer, College van Com-missarissen
Financieel, inhou-delijk en logistiek
--
BITLAR cv Beheer en promo-tie Transportcen-trum LAR
Stad Menen, stad Kortrijk, GOM, gevestigde bedrijven
Raad van Bestuur, College van Com-missarissen
Financieel, inhou-delijk en logistiek
--
Welzijnsconsor-tium Zuid-West-Vlaanderen vzw
Ondersteuning lokaal welzijns-beleid
13 gemeenten en OCMW’s, RISO, Regionale Welzijnsraad, Provincie, welzijnsdiensten, sociale partners
Raad van Beheer Inhoudelijk vzw De Poort,vzw Kringloop-centrum
Kanaal 127 cv Sociale economie OCMW en stad Kortrijk, bedrijven, sociale partners
Raad van Beheer Inhoudelijk en financieel (startdotatie)
vzw CeSIE
Bedrijvencentrum Regio Kortrijk nv
Ondersteuning startende bedrijven
GOM, Barco, Bekaert, Electrabel, Fortis
Raad van Bestuur Financieel en logistiek
Doorgangs-gebouw Wevelgem
Charter Zuid-West-Vlaanderen cv
Uitwerken strategisch plan Charter ‘99
Bedrijven Waarnemer Raad van Bestuur
-- --
Beheerscomité Researchpark
Parkmanagement en promotie researchpark
GOM, KULAK, ho-gescholen, stads-bestuur Kortrijk
Beheerscomité Inhoudelijk beheer, immobili-aire realisatie
--
Kortrijk Xpo cvba Organisatie inter-nationale beurzen en evenementen
Stadsbestuur Kortrijk, diverse onderne-mers
Raad van bestuur Inhoudelijk en financieel
--
Transfo Zwevegem vzw
Projectleiding herbestemming elektriciteits-centrale Zwevegem
Gemeentebestuur Zwevegem, Provincie West-Vlaanderen, Elia
Raad van bestuur,adviesraad
Inhoudelijk en financieel
Interreg-project Reconver BEL-FRA-NOR
Sinds 2004 wordt het
herbestemmingsproject voor
de elektriciteitscentrale in
Zwevegem opgevolgd vanuit
de vzw Transfo. Hierdoor
kreeg het project niet alleen
een stevige juridische,
administratieve en financiële
onderbouw, bovendien
onderstreept dit de ernst
en de ambitie waarmee aan
het project wordt gewerkt
ten aanzien van potentiële
investeerders en de streek.
90
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.12.2 ENKELE MARKANTE INITIATIEVEN IN 2004
(A) STREEKPLATFORM REBAK
De streeknetwerking van Leiedal verloopt al meerdere jaren in een structurele samenwerking met de streek-
partners binnen het streekplatform REBAK. Ook in 2004 heeft Leiedal REBAK verder financieel en inhoudelijk
ondersteund – zij het voor de laatste keer in die vorm. In 2005 wordt het streekplatform immers omgevormd tot
het Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomité Zuid-West-Vlaanderen (RESOC). Hierdoor zal de rol van de
gemeenten en de intercommunale in het streeknetwerk grondig veranderen.
Niettegenstaande deze belangrijke herstructurering heeft REBAK in 2004 nog bijzonder veel activiteit aan de
dag gelegd, met het oog op de realisatie van de hefboomprojecten uit het streekcharter: de ontwikkeling van de
luchthaven Kortrijk-Wevelgem, de uitbreiding van het transportcentrum LAR, de realisatie van het hoogwaardige
bedrijventerrein Deltapark in Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem. Daarnaast werden initiatieven genomen voor de
versterking van het hoger onderwijs, de alternatieve waterbevoorrading van sokkelwater aan de industrie, de uit-
bouw van de sociale diensteneconomie, etc. In het kader van een nieuwe oproep naar STEM-projectvoorstellen,
in het kader van het streekeigen management van de Vlaamse overheid, heeft het streekplatform vier project-
voorstellen voor cofinanciering ingediend bij Vlaams minister van Economie Fientje Moerman.
Het meest in het oog springende initiatief was ongetwijfeld de verdere uitwerking van het strategisch plan voor
de toekomst van de Zuid-West-Vlaamse economie, een proces dat in nauwe samenspraak met de economische
actoren uit de regio werd gevoerd: de sociale partners, bedrijfsleiders, onderwijsinstellingen, organisaties voor
streekontwikkeling, de lokale besturen, beleidsmensen, etc. (zie ook bij “Lokale en regionale economie”).
(B) STEM-PROJECT ‘DESIGNREGIO KORTRIJK’
Aan een van de STEM-projectvoorstellen die het streekplatform REBAK in 2004 indiende bij de Vlaams minister
van Economie, heeft Leiedal haar medewerking verleend, samen met het stadsbestuur van Kortrijk, VOKA - Ka-
mer van Koophandel West-Vlaanderen, het departement PIH van de Hogeschool West-Vlaanderen en de Stichting
Interieur. Het project ‘Designregio Kortrijk’, dat intussen werd goedgekeurd voor cofinanciering, is erop gericht
de designcultuur te versterken binnen het industriële weefsel van de regio.
Uit een onderzoek dat REBAK liet uitvoeren in het kader van het strategisch plan voor de Zuid-West-Vlaamse
economie, bleek dat het arrondissement Kortrijk een belangrijke industriële tewerkstellingspool blijft in West-
Vlaanderen en Vlaanderen. Tevens bleek dat de toegevoegde waarde per werknemer in de industrie in deze regio
beduidend lager ligt dan in de rest van Vlaanderen én West-Vlaanderen. Dat heeft ten dele te maken met de
vaststelling dat de industriële activiteiten tot die activiteiten behoren waar de waardecreatie het laagst is. Niet
toevallig zijn dat ook die activiteiten die het gevoeligst zijn voor herlokalisatie naar Oost-Europa en Azië. Uit het-
zelfde onderzoek bleek trouwens dat 61% van de 125 belangrijkste industriële bedrijven in de regio meent haar
activiteiten probleemloos ergens anders te kunnen lokaliseren.
Als de Zuid-West-Vlaamse regio haar economie op lange termijn verder wil laten ontwikkelen, zal er niet eenzijdig
op de klassieke productie moeten worden ingezet, maar moet de link worden gelegd met de vormgeving, de stap
die in de economische waardeketen vóór de eigenlijke productie komt. Het STEM-projectvoorstel ‘Designregio
Kortrijk’ is erop gericht om de relatie tussen vormgevers/productontwikkelaars en de bedrijven te versterken.
Daartoe zal een langetermijnstrategie worden ontwikkeld rond vijf lijnen:
1. het ontwikkelen van initiatieven die de ondernemerswereld sensibiliseren voor design en productontwikkeling;
2. het versterken van het onderwijsaanbod inzake vormgeving en productinnovatie;
3. de voorbeeldfunctie van de overheid op gebied van design en vormgeving;
4. het sensibiliseren van stad en regio op het vlak van design en productontwikkeling;
5. het positioneren van de Kortrijkse regio als innovatieve regio op gebied van design met Kortrijk als trekker.
91
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(C) VAN REBAK NAAR RESOC ZUID-WEST-VLAANDEREN
Een van de gevolgen van het kerntakendebat op het vlak van economie en werkgelegenheid bestaat erin dat het
sociaal-economische overleg op subregionaal niveau hervormd wordt. Het bestuursakkoord dat hieromtrent in
april 2003 werd afgesloten, bepaalt dat dit overleg voortaan uitgebouwd wordt volgens het model dat al langer
op Vlaams niveau bestaat met SERV en VESOC. Concreet worden de bestaande instrumenten (de STC’s en de
streekplatforms) geïntegreerd in één Erkend Regionaal Samenwerkingsverband (ERSV), dat op zijn beurt uit di-
verse deelstructuren bestaat: de SERR’s en de RESOC’s. In de SERR (Sociaal-Economische Raad voor de Regio)
ontmoeten de werkgevers en de werknemers elkaar. In het RESOC (Regionaal Economisch en Sociaal Overleg-
comité) overleggen de werkgevers en de werknemers met de lokale overheden (gemeenten en provincies) en
andere levende krachten uit de streek.
Het decreet op de ERSV’s, SERR’s en RESOC’s werd op 7 mei 2004 goedgekeurd. Eerder reeds had de toenma-
lige Vlaams minister van Werkgelegenheid, Renaat Landuyt, de voorbereiding van deze hervormingen op het
terrein opgestart, met de Provincie West-Vlaanderen als pilootprovincie. Daarbij werd ervoor geopteerd om de
vzw ERSV, als juridische hulpstructuur, op provinciaal vlak te organiseren, maar om de RESOC’s en de SERR’s op
het niveau van de subregio uit te bouwen, zodat hun werking maximaal kan aansluiten bij de reeds ontwikkelde
streekdynamiek binnen de STC’s en streekplatforms. De vzw ERSV West-Vlaanderen, die op 17 december 2004
als een van de eerste in Vlaanderen erkend werd door de Vlaamse Regering, zal concreet het overkoepelende
orgaan vormen voor vier SERR’s en vijf RESOC’s in West-Vlaanderen.
Naast een SERR Zuid-West-Vlaanderen wordt dus ook een RESOC Zuid-West-Vlaanderen opgericht. In dat laatste
ziet de zetelverdeling er als volgt uit: acht mandaten voor de werkgevers, acht voor de werknemers en acht voor
de openbare besturen (hetzij vier voor het provinciebestuur en vier voor de gemeentebesturen). Deze basispart-
ners kunnen beslissen om daarnaast ook vertegenwoordigers op te nemen namens de levende krachten uit de
regio.
92
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.13 GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Operationaliseren van de GROOtSTAD-projectvoorstellen en van de GPCI-structuur (Interreg III).
- Specifieke aandacht voor:
° de integratie van de grensoverschrijdende dimensie in alle werkgebieden van Leiedal;
° het creëren van een draagvlak, a priori bij de lokale beleidsvoerders, maar ook bij de brede bevolking;
° een afsprakenkader inzake respect voor de taal en cultuur van elke partner.
2.13.1 EEN VERDERE STRUCTURERING VAN DE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING
In 2003 bepaalden diverse overheden en instanties aan weerszijden van de Frans-Belgische grens hun prioriteiten
voor de verdere samenwerking in de grensoverschrijdende metropool Lille. Vooral aan Franse zijde ontstond in de
voorbije twee jaar een vernieuwde dynamiek, waarmee de Fransen het voortouw hebben genomen op het vlak van
grensoverschrijdende samenwerking. Frankrijk erkent meer dan ooit het belang van een grensoverschrijdende
metropool, als potentiële pool voor economische ontwikkeling. Dat komt ook tot uiting in wetgevende initiatie-
ven, die erop gericht zijn de samenwerking te bevorderen: het decentralisatieproces met het experimenteerrecht
(“droit à l’expérimentation”) voor lokale en regionale overheden, de idee van de oprichting van een Eurodistrict,
een “agence transfrontalière”, etc. In het licht daarvan werden vorig jaar een aantal belangrijke initiatieven ge-
nomen voor een verdere structurering van de grensoverschrijdende samenwerking.
(A) FRANS-BELGISCHE PARLEMENTAIRE WERKGROEP
Eind 2003 heeft het Franse “Comité interministériel d’aménagement et de développement du territoire” de idee
ondersteund om een grensoverschrijdend Eurodistrict op te richten in Lille, een gezamenlijk bestuurskader voor
het Frans-Belgische metropoolgebied, bijgestaan door een technisch instrument, een “agence transfrontalière”.
In het licht daarvan heeft de Franse premier Jean-Pierre Raffarin voorgesteld om een Frans-Belgische parlemen-
taire werkgroep in het leven te roepen. Die zal voor twaalf maanden als taak hebben de juridische belemme-
ringen weg te werken die een effectieve grensoverschrijdende samenwerking op diverse beleidsdomeinen in de
weg staan (o.m. ruimtelijke planning en stedenbouw, transport, tewerkstelling, water en milieu). Ook moet de
werkgroep het “experimenteerrecht” voorbereiden dat aan Lille Métropole werd verleend op het vlak van grens-
overschrijdende samenwerking en de mogelijkheden onderzoeken om tot een gemeenschappelijke samenwer-
kingsstructuur (een Europees district) te komen in het grensoverschrijdende metropoolgebied.
Leiedal heeft in 2004 de oprichting van deze parlementaire werkgroep mee voorbereid. De Belgische partnerin-
tercommunales van de GPCI (Leiedal, wvi, IEG en IDETA) hebben zich samen kandidaat gesteld om het secreta-
riaat van deze werkgroep waar te nemen. De werkgroep zal bovendien een beroep kunnen doen op de expertise
van de Grensoverschrijdende Permanente Conferentie van Intercommunales (GPCI) inzake grensoverschrijdende
samenwerking.
(B) VAN GPCI NAAR GPCI+
De GPCI vormt sinds 1991 de samenwerkingsstructuur van vijf Franse, Waalse en Vlaamse intercommunales
(LMCU, Leiedal, wvi, IEG en IDETA), die via samenwerkingsprojecten meewerken aan de opbouw van de grens-
overschrijdende metropool Lille. In het licht van de recente evoluties aan Franse zijde, bereidt de GPCI zich voor
om ook in de toekomst een stuwende kracht te kunnen blijven voor de metropoolvorming. In dat licht gaf de
GPCI aan Pierre Got, gewezen lid van het grensoverschrijdend atelier van de GPCI, de opdracht om een voorstel
uit te werken voor een verruimde GPCI. De bedoeling bestaat erin dat de GPCI haar structuren meer dan vroeger
openstelt voor de steden en gemeenten uit het metropoolgebied en voor de hogere bestuursniveaus (Provincie
93
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
West-Vlaanderen, de Vlaamse overheid). De eerste krachtlijnen voor deze GPCI+ werden eind 2004 goedge-
keurd door de algemene vergadering van de GPCI. In het voorjaar van 2005 worden deze globale krachtlijnen
verder geconcretiseerd tot een nieuw, verruimd samenwerkings- en overlegmodel.
(C) GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING NA HET FRANS-BELGISCH AKKOORD
In 2002 ondertekenden de Franse republiek enerzijds en het Koninkrijk België, de Vlaamse Gemeenschap, het
Vlaamse Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest anderzijds een Frans-Belgisch akkoord inzake
de grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen en lokale openbare lichamen. Dit
akkoord had tot doel een juridisch kader vast te leggen voor samenwerkingsinitiatieven tussen lokale besturen
uit de verschillende deelgebieden van het metropoolgebied. Om na te gaan wat de precieze juridische mogelijk-
heden zijn die met dit akkoord werden gecreëerd, hebben het provinciebestuur West-Vlaanderen en de intercom-
munales Leiedal en wvi in 2004 een onderzoeksopdracht gegeven aan Prof. Jan Wouters van het Instituut voor
Internationaal Recht van de KU Leuven. In zijn onderzoek zal Prof. Wouters ook een aanzet geven voor verder
onderzoek naar het Eurodistrict en het ontwerp van Europese verordening over grensoverschrijdende samenwer-
king. Naar verwachting wordt dit onderzoek in mei 2005 afgerond.
(D) “APPEL À COOPÉRATION MÉTROPOLITAINE”
Een belangrijke opportuniteit die zich in 2004 heeft aangediend voor de grensoverschrijdende samenwerking, is
de “appel à coopération métropolitaine”, waarmee de Franse overheid wil investeren in sterke metropoolgebieden
in Frankrijk, als drijvende krachten voor economische ontwikkeling. Met deze oproep kunnen agglomeraties bij
de Franse staat projecten indienen die gericht zijn op metropoolvorming. Indien de kandidatuur wordt goedge-
keurd, dan kan het project na 2006 uitmonden in een “contrat métropolitain” tussen de Franse staat en een aantal
“Régions”, dat afspraken bevat met betrekking tot de financiering ervan.
In 2004 heeft ook Lille Métropole de voorbereidingen opgestart voor een projectvoorstel. Bij de kandidatuur van
Lille is ook een omvangrijk grensoverschrijdend luik opgenomen, met verregaande verwachtingen ten aanzien
van de Belgische intercommunales in de GPCI.
2.13.2 EEN GROTERE VLAAMSE INZET VOOR DE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING
Willen de Vlaamse partners, in het licht van de ontwikkelingen in Frankrijk, de boot van de grensoverschrijdende
metropoolvorming niet missen, dan is er op verschillende niveaus nood aan een grotere Vlaamse inzet voor de
grensoverschrijdende samenwerking. Dat impliceert niet alleen een grotere politieke betrokkenheid, maar ook
een grotere technische opvolging en ondersteuning. In 2004 heeft Leiedal alvast een stafmedewerker grensover-
schrijdende en Europese samenwerking in dienst genomen. Hiermee is de personeelsinzet voor de grensover-
schrijdende werking gegroeid van een halftijdse naar een voltijdse medewerker. Ook op het vlak van politieke
betrokkenheid waren er twee markante initiatieven in 2004.
(A) REGIONAAL OVERLEG METROPOOL
Om de betrokkenheid van de Vlaamse partners bij de grensoverschrijdende samenwerking in de Frans-Bel-
gische metropool en in het bijzonder bij de GPCI te optimaliseren, hebben Leiedal en de intercommunale wvi
in 2004 het Regionaal Overleg Metropool (ROM) opgericht. Het ROM brengt de Vlaamse mandatarissen uit
de steden en gemeenten van het GPCI-gebied samen met de betrokken vertegenwoordigers van de Provincie
West-Vlaanderen, van de Vlaams minister-president, van de Vlaams minister van Buitenlands Beleid, de con-
sul-generaal van België te Lille en diverse ervaringsdeskundigen. De bedoeling bestaat erin om informatie
over recente ontwikkelingen uit te wisselen en de afstemming aan Vlaamse zijde te bevorderen. Het ROM
kwam in 2004 drie keer bijeen.
94
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
(B) BEZOEK VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID GEERT BOURGEOIS
Op 6 december 2004 bracht Vlaams minister van Buitenlands Beleid Geert Bourgeois een werkbezoek aan Kort-
rijk, dat in het teken stond van de grensoverschrijdende samenwerking in de Frans-Belgische metropool. In een
gesprek met de leden van het ROM benadrukte de minister dat grensoverschrijdende samenwerking een belang-
rijk accent vormt in het Vlaamse regeerakkoord. Aangezien daarbij verschillende beleidsthema’s aan bod komen,
is er nood aan coördinatie. In dat kader dient een commissaris te worden aangesteld, die de strategie van de
Vlaamse overheid met betrekking tot de grensoverschrijdende metropoolvorming mee bepaalt en die, in het licht
van de besluitvorming, overleg organiseert met de verschillende bestuurlijke niveaus. Uit het gesprek bleek ten
slotte dat de Vlaamse overheid bij haar strategiebepaling voort moet bouwen op het werk dat reeds meerdere
jaren wordt geleverd in de schoot van de GPCI.
2.13.3 SCHEMATISCH OVERZICHT VAN GRENSOVERSCHRIJDENDE INTERREG-PROJECTEN
“Rando” - Recreatieve netwerken (Interreg IIIA Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen)
Beknopte projectomschrijving:Realisatie van een grensoverschrijdend recreatief routenetwerk voor wandelaars, fietsers en ruiters.
Relevante werkgebieden Leiedal:- toerisme en recreatie- ruimtelijke planning
Betrokkenheid Leiedal:Partner
Overige lokale partners:- Toerisme Oost-Vlaanderen- Intercommunale IDETA (Tournai)
Internationale partners:- Département du Nord (Frankrijk)
Looptijd :2003-2006
Globaal projectbudget:2.145.653 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:688.500 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:194.175 euro
“Emulation” - Kwaliteitsvolle bedrijventerreinen (Interreg IIIA Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen)
Beknopte projectomschrijving:Ontwikkeling van een gemeenschappelijk instrumentarium voor duurzaamheid en de kwaliteitsverbetering van bedrijventer-reinen in het metropoolgebied.
Relevante werkgebieden Leiedal:- bedrijventerreinen
Betrokkenheid Leiedal:Partner
Overige lokale partners:- GPCI-intercommunales: wvi, IEG,
IDETA en LMCU
Internationale partners: Looptijd:2003-2005
Globaal projectbudget:286.460 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:50.271 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:20.108 euro
Reconver BEL-FRA-NOR (Interreg IIIA Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen)
Beknopte projectomschrijving:Conceptstudie voor de reconversie van monumentale industriële panden (elektriciteitscentrale Zwevegem, brouwerij Motte-Cordonnier Armentières).
Relevante werkgebieden Leiedal:- herbestemming- stedenbouw
Betrokkenheid Leiedal:Partner
Overige lokale partners:- vzw Transfo Zwevegem- Provincie West-Vlaanderen
Internationale partners:- Motte-Cordonnier - Armentières
(Frankrijk)
Looptijd:2004-2005
Globaal projectbudget:400.000 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:200.000 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:80.000 euro
95
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
Een andere kijk (Interreg IIIA Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen)
Beknopte projectomschrijving:Bundeling van informatie-, publicatie- en communicatie-initiatieven met betrekking tot de grensoverschrijdende samenwer-king van intercommunales (GPCI).
Relevante werkgebieden Leiedal:- grensoverschrijdende samenwerking
Betrokkenheid Leiedal:ProjectopvolgingConsultancy GPCI-adressenbestand
Overige lokale partners:- (GPCI-project)
Internationale partners:- (GPCI-project)
Looptijd:2002-2005
Globaal projectbudget:145.000 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:---
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:5.189 euro (gegund bedrag)
GOGIS (Interreg IIIA Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen)
Beknopte projectomschrijving:Ontwikkeling van grensoverschrijdende GIS-toepassingen inzake het aanbod aan bedrijventerreinen en economische activi-teiten in het grensoverschrijdende gebied.
Relevante werkgebieden Leiedal:- ICT, GIS en lokaal e-government
Betrokkenheid Leiedal:Consultant
Lokale partners:- Intercommunale wvi- Provincie West-Vlaanderen
Internationale partners:- AGUR - Dunkerque (Frankrijk)
Looptijd:2004-2006
Globaal projectbudget:644.411 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:---
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:49.976 euro (gegund bedrag)
Het Interreg-IIIA-project 'Reconver BEL-FRA-NOR' beoogt
een samenwerking tussen de vzw Transfo Zwevegem en
de partners van een gelijkaardig project rond de verlaten
brouwerij Motte-Cordonnier in Armentières. Door de
goedkeuring van dit project door de Europese Commissie in
2004 kwamen financiële middelen vrij voor de noodzakelijke
technische en economische haalbaarheidsstudies.
96
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
2.14 EUROPESE EN INTERNATIONALE SAMENWERKING
KRACHTLIJNEN BELEIDSPLAN 2002-2007
- Te onderzoeken:
° Quid eerstelijnsfunctie naar de gemeenten inzake Europese programma’s en projecten?
een gemeenschappelijke projectcoördinator voor Leiedal en de wvi voor de opvolging van Europese sa-
menwerkingprogramma’s?
° Quid uitvoer van expertise inzake intergemeentelijke samenwerking naar andere regio’s (landen-in-ont-
wikkeling)?
inspelen op Vlaamse samenwerkingsakkoorden met Centraal- en Oost-Europa (via de Administratie Bin-
nenlandse Aangelegenheden of de VVSG)?
2.14.1 EEN EUROPEES KADER VOOR LOKALE EN REGIONALE PROJECTEN
Waar mogelijk poogt Leiedal bestaande initiatieven en projecten te integreren in Europese programma’s. Deze
situering binnen een Europees kader zorgt enerzijds voor een kennisverbreding, door de confrontatie van de
eigen ideeën met de ontwikkelingen in andere regio’s en landen. Anderzijds zorgen deze Europese programma’s
ook vaak voor een aanzienlijke financiële impuls voor de eigen lokale en regionale projecten.
Een belangrijk Europees programma in dat kader is Interreg, dat initiatieven tussen Europese regio’s subsidieert
die erop gericht zijn de Europese binnengrenzen en hun negatieve gevolgen weg te werken. Het Interreg-I-
programma liep van 1991 tot 1994; Interreg II van 1995 tot 1999. Het lopende Interreg-III-programma, dat de
periode 2000-2006 bestrijkt, omvat drie luiken:
- Interreg IIIA: bevordering van de grensoverschrijdende samenwerking;
- Interreg IIIB: bevordering van transnationale en interregionale samenwerking;
- Interreg IIIC: uitwisseling van knowhow en een evenwichtige ontwikkeling van het gebied van de Unie.
In 2003 werkte Leiedal mee aan de voorbereiding van vier Interreg-III-projecten, die intussen werden goedge-
keurd voor Europese subsidiëring: ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’ in het kader van Interreg IIIB Noordzee en ‘HST4i’ en
‘HSTConnect’ binnen het Interreg IIIB Noord-West-Europa. Dankzij deze projecten kunnen voor meer dan 3,8
miljoen euro aan Europese subsidies ingezet worden in de Zuid-West-Vlaamse regio.
Het project 'HSTConnect'
is o.m. gericht op de
verbetering van de
stationsomgevingen van
Menen, Wevelgem, Kortrijk,
Harelbeke en Waregem.
97
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
HST4i (Interreg IIIB Noord-West-Europa)
Beknopte projectomschrijving:HST for Integration: nieuwe mobiliteitsconcepten voor de Kortrijkse regio, in relatie tot het HST-station van Lille; verbetering van de stationsomgeving van Harelbeke en Menen.
Relevante werkgebieden Leiedal:- regionale economie- stedenbouw- mobiliteit
Betrokkenheid Leiedal:PartnerZuid-West-Vlaamse coördinatie
Overige Vlaamse partners:- Stad Menen- Stad Harelbeke- Provincie West-Vlaanderen
Internationale partners:- Zuid-Oost-Engeland (Engeland)- Heerlen (Nederland)- Den Haag (Nederland)- Lille (Frankrijk)- Aachen (Duitsland)
Looptijd:2003-2008
Globaal projectbudget:
28.979.360 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:
3.680.000 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:1.840.000 euro
HSTConnect (Interreg IIIB Noord-West-Europa)
Beknopte projectomschrijving:Integrale verbetering van stationsomgevingen inzake toegankelijkheid, dienstverlening alsook op het vlak van ruimtelijke integratie binnen de brede stadsomgeving.
Relevante werkgebieden Leiedal:- stedenbouw- mobiliteit
Betrokkenheid Leiedal:PartnerZuid-West-Vlaamse coördinatie
Overige Vlaamse partners:- Stad Menen- Stad Harelbeke- Stad Kortrijk- Stad Waregem- Gemeente Wevelgem- Provincie West-Vlaanderen
Internationale partners:- Zuid-Oost-Engeland (Engeland)- Maastricht (Nederland)- Liège (Wallonië)- Lille-Armentières (Frankrijk)
Looptijd:2003-2008
Globaal projectbudget:
18.133.319 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:
3.653.307 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:1.461.322 euro
LoG-IN (Interreg IIIB Noordzeegebied)
Beknopte projectomschrijving:“Local Government in Need for e-government instruments to realize their economic policies”: ontwikkeling van e-government-instrumenten voor lokale economie: e-services (elektronische dienstverlening), e-administration (dossierbeheer, procesbeheer), e-society (interactie tussen bestuur en onderneming)
Relevante werkgebieden Leiedal:- e-government- lokale economie
Betrokkenheid Leiedal:PartnerZuid-West-Vlaamse coördinatie
Overige Vlaamse partners:- 12 gemeenten arrondissement Kortrijk- Provincie West-Vlaanderen- Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap
Internationale partners:- Rotenburg-Wümme (Duitsland)- Norfolk County (Engeland)
Looptijd:2004-2007
Globaal projectbudget:
2.455.390 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:
797.030 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:398.515 euro
2.14.2 SCHEMATISCH OVERZICHT VAN EUROPESE INTERREG-PROJECTEN
98
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - WERKGEBIEDEN
E-Voice (Interreg IIIB Noordzeegebied)
Beknopte projectomschrijving:Inzet van e-government-instrumenten voor een betere dienstverlening aan de burger en voor een grotere betrokkenheid van de burger bij het lokale beleid.
Relevante werkgebieden Leiedal:- e-government- communicatie en participatie
Betrokkenheid Leiedal:Partner
Overige Vlaamse partners:- 12 gemeenten arrondissement Kortrijk- Provincie West-Vlaanderen
Internationale partners:- Noord-Oost-Friesland (Nederland)- Groningen (Nederland)- Norfolk County (Engeland)- Uddevalla-Ale-Härryda (Zweden)- Bremen (Duitsland)
Looptijd:2004-2007
Globaal projectbudget:
4.650.000 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:
290.154 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:145.077 euro
BERI (Interreg IIIC West Zone)
Beknopte projectomschrijving:“Brownfields European Regeneration Initiative”: expertiseuitwisseling met betrekking tot de aanpak van brownfields en de bodemsanering van verlaten industriële sites.
Relevante werkgebieden Leiedal:- bedrijventerreinen- herbestemming
Betrokkenheid Leiedal:Subpartner
Overige Vlaamse partners:- Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap- OVAM- Intercommunale Haviland en andere
streekontwikkelingsintercommunales
Internationale partners:- Dublin (Ierland)- Lyon (Frankrijk)- Bristol (Engeland)- Stockholm (Zweden)- Tallinn (Estland)- Belfast (Noord-Ierland)
Looptijd:2004-2005
Globaal projectbudget:
820.050 euro
Zuid-West-Vlaams projectbudget:
11.200 euro
Te verwachten Europese subsidies voor Zuid-West-Vlaanderen:5.600 euro
In het kader van het
'E-Voice'-project vond
op 22 en 23 september
2004 een Academisch
Forum plaats in Kortrijk,
met vertegenwoordigers
van de projectpartners
en wetenschapslui van
diverse universiteiten uit de
betrokken landen.
99
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
Bedrijventerreinen
- Uitbreiding KMO-zone Jagershoek - Vichte:
° verkoop van drie percelen voor een totale opper-
vlakte van circa 0,6 ha - onderhandelingen voor
de overige bouwrijpe percelen zijn lopende;
° opstart bedrijventerreinmanagement;
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvra-
gen).
Lokaal woonbeleid
- Ter Schabbe - Anzegem:
° aankoopovereenkomst afgesloten voor een
oppervlakte van 5.670 m2 in het kader van de
grondverwerving;
° onderhandelingen voor de resterende gronden
zijn lopende.
- Waregemstraat - Vichte:
° uitwerking van het stedenbouwkundig concept
voor deze nieuwe woonzone;
° grondverwerking opgestart: aankoopovereen-
komst afgesloten met één eigenaar.
- Verrieststraat - Ingooigem:
° onteigeningsprocedure opgestart en later op
vraag van het gemeentebestuur opgeschort om
de eigenaar een laatste mogelijkheid te bieden de
verkaveling zelf te realiseren.
Stedenbouw
- Acht BPA’s in behandeling:
° Anzegem BPA 1 - Borreberg;
° Anzegem BPA 4A - Torrebos;
° Anzegem BPA 8A - Weedries;
° Anzegem BPA 9A - Grote Leiestraat;
° Anzegem BPA 14 - Nieuwe Poort;
° Vichte BPA 4B - Lendedreef;
° Vichte BPA 12A - Pareelstraat;
° Vichte BPA 18 - Roodkapje.
- Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven - tweede
fase.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° deelstudies economie en wonen;
° voorontwerp;
° ontwerp;
° begeleiding gemeentebestuur bij de formele pro-
cedure, het structureel overleg en de communica-
tie met de bevolking.
Mobiliteit
- Opstart doortochtenprojecten Ingooigem en Tie-
gem.
- Uitwerken van verkeersremmende maatregelen in
schoolomgevingen.
Milieu en natuur
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Leie-Gaverbeek
en het deelbekken van de West-Vlaamse Schelde
volgens de bepalingen van de samenwerkingsover-
eenkomst milieu.
- Gemeentelijk erosiebestrijdingsplan: voorbereiding
van de onderhandelingsprocedure voor de aanstel-
ling van een extern studiebureau.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Consulent in de VVV West-Vlaamse Scheldestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de ver-
dere uitbouw van de website www.anzegem.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
3 OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
3.1 ANZEGEM
100
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
Lokale en regionale economie
- Snel verkennend onderzoek naar de problematiek
van leegstaande bankgebouwen in de gemeente (op
vraag van de intergemeentelijke werkgroep lokale
economie).
Stedenbouw
- Vier BPA’s in behandeling:
° Avelgem BPA 1 - Centrum-West;
° Avelgem BPA 13 - Intra Muros;
° Avelgem BPA 15 - Kapellekouter;
° Kerkhove BPA 15 - Kaaistraat.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° ontwerp;
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de for-
mele procedure;
° gemeentelijk ruimtelijk structuurplan definitief
goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van
de Provincie West-Vlaanderen.
Mobiliteit
- Gemeentelijk mobiliteitsplan:
° afwerking van het mobiliteitsplan (conform ver-
klaard door de Provinciale Auditcommissie op 9
februari 2004)
° opmaak van de startnota voor de doortochtherin-
richting in de centrumgemeente.
Milieu en natuur
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de West-Vlaamse
Schelde volgens de bepalingen van de samenwer-
kingsovereenkomst milieu.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- Deelname aan de opvolgingscommissie voor het
natuurinrichtingsproject van de West-Vlaamse
Scheldemeersen.
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Consulent in de VVV West-Vlaamse Scheldestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de ver-
dere uitbouw van de website www.avelgem.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
3.2 AVELGEM
Uit een snel verkennend
onderzoek dat Leiedal in
2004 heeft uitgevoerd
in opdracht van de
intergemeentelijke werkgroep
lokale economie, blijkt
dat de problematiek van
leegstaande bankgebouwen
zich het sterkst manifesteert
in het zuiden van het
arrondissement (Avelgem,
Zwevegem) en een aantal
kleinere deelgemeenten.
101
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
Bedrijventerreinen
- Bedrijventerrein Ter Donkt II:
° onteigeningsmachtiging verkregen in functie van
de aankoop restpercelen;
° overeenkomsten afgesloten met de eigenaars-
bedrijven in functie van de realisatie;
° subsidies verkregen voor de infrastructuur (25%),
overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Rege-
ring van 5 september 2003.
Inbreiding en herbestemming
- Site Ovelacq:
° algemene nazorg (o.m. opvolging van de gerech-
telijke procedure omtrent de gemene muur met
de aanpalende buur).
Stedenbouw
- Vijf BPA’s in behandeling:
° Deerlijk BPA 4D - Gavers;
° Deerlijk BPA 11D - Oosthoek;
° Deerlijk BPA 33 - Tapuitstraat;
° Deerlijk BPA 34 - Bedrijfs-BPA nr. 1;
° Deerlijk BPA 35 - Vichtsesteenweg.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij het
structureel overleg;
° opstart van het voorontwerp en ontwerp.
- Stedenbouwprojecten:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de
opmaak van een verkavelingsaanvraag voor het
project Driesknoklaan;
° stedenbouwkundig onderzoek Beverenstraat:
opmaak van een inrichtingsstudie met steden-
bouwkundige randvoorwaarden en concrete
inrichtingsvoorbeelden.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Mobiliteit
- Gemeentelijk mobiliteitsplan:
° opstart van het proces;
° enquêtes bij de bevolking over de verkeersproble-
matiek in de gemeente.
- Mobiliteitsonderzoek in kader van de opmaak van
het BPA 4D - Gavers.
Milieu en natuur
- Opmaak van het milieujaarprogramma 2004.
- Adviesverlening bij Vlarem-vergunningsaanvragen.
- Opmaak tweede planningsdocument in het kader
van het reductieplan bestrijdingsmiddelen.
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Leie-Gaverbeek
volgens de bepalingen van de samenwerkingsover-
eenkomst milieu.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Consulent in de VVV West-Vlaamse Scheldestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de ver-
dere uitbouw van de website www.deerlijk.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
3.3 DEERLIJK
102
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
Bedrijventerreinen
- Bedrijventerrein Deltapark (Kortrijk-Harelbeke-Zwe-
vegem):
° afronding van de voorbereiding van de eerste fase
van circa 50 ha in Kortrijk en Harelbeke;
° analyse van de problematiek van het voormalige
huisvuilstort op een gedeelte van het terrein en
uitwerking van verschillende mogelijke oplossin-
gen;
° aankoop van circa 48,3 ha grond;
° opmaak van het voorontwerp voor de infrastruc-
tuurwerken.
Stedenbouw
- Twee BPA’s in behandeling:
° Harelbeke BPA 55 - Zuidstraat;
° Harelbeke BPA 64 - Goederenkoer.
- Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven - vierde fase.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° voorontwerp;
° ontwerp;
° begeleiding van het stadsbestuur bij het structu-
reel overleg, de formele procedure en de commu-
nicatie met de bevolking.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Milieu en natuur
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Leie-Gaverbeek
volgens de bepalingen van de samenwerkingsover-
eenkomst milieu.
- Gemeentelijk erosiebestrijdingsplan: opvolging van
de opmaak van het plan door een extern studie-
bureau in een stuurgroep met vertegenwoordigers
van de betrokken gemeenten, Leiedal, het provin-
ciebestuur en AMINAL.
- Gemeentelijk milieubeleidsplan: afwerking van het
ontwerp.
- Afwerking van het wegbermbeheersplan.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het stads-
bestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Opmaak van een studie naar de landschappelijke en
recreatieve potenties van de Leievallei in Harel-
beke, Beveren-Leie en Ooigem.
- Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het stadsbestuur bij de verdere
uitbouw van de website www.harelbeke.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Begeleiding van het stadsbestuur bij de opmaak
van het Grootschalig Referentiebestand door het
OC GIS-Vlaanderen.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het stadsbestuur om de acties af te stem-
men op maat van de lokale behoeften.
Europese en internationale samenwerking
- Interreg-IIIB-projecten ‘HST4i’ en ‘HSTConnect’:
opvolging van de investeringsdossiers voor de inte-
grale aanpak van de stationsomgeving.
3.4 HARELBEKE
103
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
Bedrijventerreinen
- Bedrijventerrein Deltapark (Kortrijk-Harelbeke-
Zwevegem):
° afronding van de voorbereiding van de eerste
fase van circa 50 ha in Kortrijk en Harelbeke;
° analyse van de problematiek van het voormalige
huisvuilstort op een gedeelte van het terrein en
uitwerking van verschillende mogelijke oplossin-
gen;
° aankoop van circa 48,3 ha grond;
° opmaak van het voorontwerp voor de infrastruc-
tuurwerken.
- Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk:
° stedenbouwkundige vergunning verkregen voor
de infrastructuurwerken;
° subsidies verkregen voor de aanleg van de eerste
deelfase van de basisinfrastructuur;
° openbare aanbesteding voor de infrastructuur-
werken voor de eerste deelfase; toegewezen aan
de tijdelijke vereniging nv Devagro - sa Screg
Belgium uit Desselgem;
° start van de eerste deelfase van de infrastruc-
tuurwerken;
° verdere uitwerking van een inrichtingsplan voor
de handelszone (grootschalige kleinhandel) in
overleg met de kandidaat-investeerders.
- Researchpark - Hoog-Kortrijk:
° de voorbereiding van de realisatie op de voor-
ziene locatie naast de KULAK werd stopgezet: na
overleg met de buurtbewoners heeft het stadsbe-
stuur van Kortrijk beslist dat het researchpark op
een andere locatie wordt gerealiseerd;
° opstart van het proces voor de bepaling van een
nieuwe locatie.
- Doomanstraat - Aalbeke:
° verdere verfijning van het ruimtelijk concept en
de stedenbouwkundige voorschriften;
° opmaak van een exploitatienota.
- Torkonjestraat - Marke:
° opmaak van een eerste stedenbouwkundig con-
cept voor het ruime plangebied in samenwerking
met de Groep Koramic (eigenaar van de aanpa-
lende zone);
° diverse contacten met het stadsbestuur van Kort-
rijk in functie van de opmaak van een BPA dat de
bestemming vastlegt.
- Transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen):
° verkoop van een perceel met een oppervlakte van
circa 0,5 ha - deze verkoop kadert in een ruilope-
ratie waarbij Leiedal opnieuw eigenaar werd van
een perceel uitgeruste en ontsluitbare bedrijfs-
grond;
° onderhandelingen voor de overige bouwrijpe per-
celen zijn lopende;
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvra-
gen);
° aanstelling van een exploitant voor de geoptima-
liseerde spoorwegcontainerterminal aan de hand
van een publieke selectieprocedure;
° subsidie en stedenbouwkundige vergunning ver-
kregen voor de infrastructuurwerken in functie
van de optimalisering van de spoorwegcontainer-
terminal;
° openbare aanbesteding van de infrastructuurwer-
3.5 KORTRIJK
In 2004 ging een eerste
deelfase van start voor de
riool- en wegeniswerken in
de regionale gemengde zone
voor diensten en handel
Beneluxlaan in Hoog-Kortrijk.
104
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
ken; toegewezen aan de nv Stadsbader-Flamand
uit Harelbeke.
- Transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen) - Uitbrei-
ding:
° LAR-II (zuidelijke uitbreiding) opgenomen in het
ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoerings-
plan voor de afbakening van het regionaalstede-
lijk gebied Kortrijk;
° de vertaling van de conceptstudie die in 2003
werd opgemaakt naar een ruimtelijk concept,
werd opgeschort tot 2005, wegens het uitblijven
van de goedkeuring van het GRUP voor de afba-
kening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk.
- KMO-zone Waterven - Bissegem-Heule:
° onderhandelingen voor het laatste beschikbare
perceel zijn lopende;
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvra-
gen).
- Bedrijventerrein Heule-Kuurne (PIAV-project):
° opstart van bedrijventerreinmanagement en mi-
lieuclustering:
- organisatie van een introductievergadering met
de gevestigde bedrijven;
- uitvoering van diverse “quick scans”: doorlich-
tingen van gevestigde bedrijven gericht op het
detecteren van samenwerkingsmogelijkheden
tussen de bedrijven op het vlak van duurzaam-
heid en milieu-kwaliteit;
- uitvoering van deelstudies met betrekking tot
mobiliteit (reorganisatie van de verkeersstro-
men, bewegwijzering) en de afwateringsproble-
matiek;
° opstart van het proces voor de opwaardering van
het bestaande bedrijventerrein, o.m. via de ver-
fraaiing van de openbare ruimte en de herinrich-
ting van het kruispunt Heirweg-Industrielaan in
functie van het zachte woon-werkverkeer.
- Verouderde economische locaties Kanaalzone Bos-
suit-Kortrijk:
° voorbereiding en indiening van een subsidiedos-
sier voor de aanpak van verouderde economische
locaties langs het kanaal Bossuit-Kortrijk: o.m.
site Kerkhof-Grijspeerdt (Spinnerijkaai), site
KTM/KTS en site Stoopsfabriek (Kortrijk), site
Bekaert (Zwevegem), site Hanssens (Zwevegem-
Knokke) en site Bekaert (Zwevegem-Moen).
Inbreiding en herbestemming
- Site Vetex:
° verdere opvolging van de bodemsaneringswerken
die uitgevoerd worden in opdracht en voor reke-
ning van de voormalige eigenaar, de nv Vetex;
° opvolging van de eindafrekening en de uitbetaling
van het saldo van de subsidies door de Vlaamse
Administratie;
° verkoop en overdracht van een deel van de site
(10.338 m2) aan enerzijds de stad Kortrijk en
anderzijds het Stadsontwikkelingsbedrijf Kortrijk;
° algemene nazorg.
- Verrieststraat Kortrijk:
° verkennend onderzoek naar de herbestemmings-
mogelijkheden van een verlaten bedrijfspand.
Stedenbouw
- Zes BPA’s in behandeling:
° Aalbeke BPA 1 - Dorpskom;
° Heule BPA 88 - Stijn Streuvelslaan;
° Kortrijk BPA 75 - Verkeerswisselaar ‘t Ei;
° Kortrijk BPA 89 - Kasteel ‘t Hooghe;
° Kortrijk BPA 90 - Etienne Sabbelaaen;
° Marke BPA 10B - Ter Doenaert.
- Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° deelstudie economie;
° schetsontwerp;
° opstart van het voorontwerp.
- Stedenbouwprojecten:
° doortocht van de Leie;
° Goed te Bouvekerke;
° herbestemming Sint-Amandstoren;
° studiesyndicaat: regionaal ziekenhuis en oude
Leiearm.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Milieu en natuur
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Grensleie, het
deelbekken van de Heulebeek, het deelbekken van
de Leie-Gaverbeek en het deelbekken van de West-
Vlaamse Schelde volgens de bepalingen van de
samenwerkingsovereenkomst milieu.
- Gemeentelijk erosiebestrijdingsplan: opvolging van
de opmaak van het plan door een extern studie-
105
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
bureau in een stuurgroep met vertegenwoordigers
van de betrokken gemeenten, Leiedal, het provin-
ciebestuur en AMINAL.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
- Overleg met het stadsbestuur omtrent de geïn-
tegreerde gebiedsvisie voor de Leievallei tussen
Wervik en Kortrijk.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het stads-
bestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het stadsbestuur bij de verdere uit-
bouw van de website www.kortrijk.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het stadsbestuur om de acties af te stem-
men op maat van de lokale behoeften.
Europese en internationale samenwerking
- Interreg-IIIB-project ‘HSTConnect’: opvolging van
het investeringsdossier voor de verbetering van de
stationsomgeving.
In 2004 heeft Leiedal een proefproject voorgesteld aan de Vlaams minister van Economie, gericht op de reconversie van
verouderde economische locaties langs het kanaal Bossuit-Kortrijk, o.m. de site KTM/KTS in Kortrijk.
106
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
Bedrijventerreinen
- Bedrijventerrein Heule-Kuurne (PIAV-project):
° opstart van bedrijventerreinmanagement en mi-
lieuclustering:
- organisatie van een introductievergadering met
de gevestigde bedrijven;
- uitvoering van diverse “quick scans”: doorlich-
tingen van gevestigde bedrijven gericht op het
detecteren van samenwerkingsmogelijkheden
tussen de bedrijven op het vlak van duurzaam-
heid en milieukwaliteit;
- uitvoering van deelstudies met betrekking tot
mobiliteit (reorganisatie van de verkeersstro-
men, bewegwijzering) en de afwateringsproble-
matiek;
° opstart van het proces voor de opwaardering van
het bestaande bedrijventerrein, o.m. via de ver-
fraaiing van de openbare ruimte en de herinrich-
ting van het kruispunt Heirweg-Industrielaan in
functie van het zachte woon-werkverkeer.
Lokaal woonbeleid
- Gasthuisweide:
° verkoop van de laatste beschikbare bouwkavel
met een oppervlakte van 244 m2 (na verkoop van
een woning gebouwd door een projectontwikke-
laar op de kavel in kwestie);
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvraag-
dossiers).
Stedenbouw
- Eén BPA in behandeling:
° Kuurne BPA 34 - Bonaerde.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° deelstudie economie;
° begeleiding van het gemeentebestuur bij het
structureel overleg;
° opstart van het voorontwerp.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Mobiliteit
- Gemeentelijk mobiliteitsplan:
° opmaak van verschillende duurzame mobiliteits-
scenario’s;
° uitwerking van de synthesenota.
Milieu en natuur
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellin-
gennota voor het deelbekken van de Heulebeek
volgens de bepalingen van de samenwerkingsover-
eenkomst milieu.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de ver-
dere uitbouw van de website www.kuurne.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
Grensoverschrijdende samenwerking
- Begeleiding van het gemeentebestuur bij de uit-
werking van een Interreg-IIIA-projectvoorstel voor
de uitbouw van een polyvalent centrum in dienst
van de Eurometropool (vzw Hippodroom Promotie
Kuurne, gemeentebestuur Kuurne en stadsbestuur
Marcq-en-Baroeul).
3.6 KUURNE
107
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
3.7 LENDELEDE
Bedrijventerreinen
- Rozebeeksestraat:
° opmaak van het onteigeningsplan;
° opmaak van een structuurschets;
° eerste onderhandelingen in functie van de grond-
verwerving.
Stedenbouw
- Eén BPA in behandeling:
° Lendelede BPA 1E - Dorpskom.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° voorontwerp;
° ontwerp;
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de for-
mele procedure.
Mobiliteit
- Gemeentelijk mobiliteitsplan:
° afwerking van de synthesenota (wordt in februari
2005 aan de Provinciale Auditcommissie voorge-
legd).
Milieu en natuur
- Adviesverlening bij Vlarem-vergunningsaanvragen.
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Heulebeek en
het deelbekken van de Leie-Gaverbeek volgens de
bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst
milieu.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de ver-
dere uitbouw van de website www.lendelede.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
Leiedal begeleidt de
aangesloten gemeenten
verder bij de uitbouw van
hun gemeentelijke website.
108
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
3.8 MENEN
Bedrijventerreinen
- Transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen):
° verkoop van een perceel met een oppervlakte van
circa 0,5 ha - deze verkoop kadert in een ruilope-
ratie waarbij Leiedal opnieuw eigenaar werd van
een perceel uitgeruste en ontsluitbare bedrijfs-
grond;
° onderhandelingen voor de overige bouwrijpe per-
celen zijn lopende;
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvra-
gen);
° aanstelling van een exploitant voor de geoptima-
liseerde spoorwegcontainerterminal aan de hand
van een publieke selectieprocedure;
° subsidie en stedenbouwkundige vergunning ver-
kregen voor de infrastructuurwerken in functie
van de optimalisering van de spoorwegcontainer-
terminal;
° openbare aanbesteding van de infrastructuurwer-
ken; toegewezen aan de nv Stadsbader-Flamand
uit Harelbeke.
- Transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen) - Uitbrei-
ding:
° LAR-II (zuidelijke uitbreiding) opgenomen in het
ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoerings-
plan voor de afbakening van het regionaalstede-
lijk gebied Kortrijk;
° de vertaling van de conceptstudie die in 2003
werd opgemaakt naar een ruimtelijk concept,
werd opgeschort tot 2005, wegens het uitblijven
van de goedkeuring van het GRUP voor de afba-
kening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk.
Stedenbouw
- Eén BPA in behandeling:
° Rekkem BPA 1 - Centrum.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° deelstudies natuur en landschap, wonen, econo-
mie en landbouw;
° voorontwerp;
° ontwerp;
° begeleiding van het stadsbestuur bij het structu-
reel overleg, de formele procedure en de commu-
nicatie met de bevolking.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
- Begeleiding van het stadsbestuur in het over-
leg met Halluin en LMCU omtrent het Plan Local
d’Urbanisme (landschap tussen Rekkem en Neuvil-
le-en-Ferrain, geplande uitbreiding bedrijventerrein
“Rouge Porte”).
Milieu en natuur
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Grensleie volgens
de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst
milieu.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
- Overleg met het stadsbestuur omtrent de geïn-
tegreerde gebiedsvisie voor de Leievallei tussen
Wervik en Kortrijk.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het stads-
bestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Opmaak van de inventaris van onbebouwde perce-
len in een GIS-omgeving.
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het stadsbestuur bij de verdere
uitbouw van de website www.menen.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het stadsbestuur om de acties af te stem-
men op maat van de lokale behoeften.
Europese en internationale samenwerking
- Interreg-IIIB-projecten ‘HST4i’ en ‘HSTConnect’:
opvolging van de investeringsdossiers voor de inte-
grale aanpak van de stationsomgeving.
109
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
3.9 SPIERE-HELKIJN
Stedenbouw
- Drie BPA’s in behandeling:
° Spiere BPA 2 - IJzeren Bareel;
° Spiere BPA 3 - Nieuw Centrum;
° Spiere BPA 7 - Centrum.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° voorontwerp;
° ontwerp;
° begeleiding bij de formele procedure en de com-
municatie met de bevolking.
- Stedenbouwprojecten:
° snel verkennend onderzoek naar de inplanting
van serviceflats op het terrein van een onbe-
woonbaar verklaard huizenblok aan het Robecyn-
plein in Spiere;
° openluchtzwembad Spiere;
° snel verkennend onderzoek naar de mogelijke
herbestemming van een oud schoolgebouw in de
Jacquetbosstraat.
Mobiliteit
- Voorstudie voor de ontdubbeling van de Kerkstraat.
Milieu en natuur
- Gemeentelijk milieubeleidsplan: afwerking van het
ontwerp.
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de West-Vlaamse
Schelde volgens de bepalingen van de samenwer-
kingsovereenkomst milieu.
- Begeleiding gemeente bij de uitwerking van een
Interreg-microprojectvoorstel ‘O!Canal’.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
- Uitwerking van een beplantingsplan voor de boor-
den van de Schelde, de Spierebeek en het Spie-
rekanaal, in het kader van het Interreg-IIIA-project
‘Recreatieve netwerken’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Consulent in de VVV West-Vlaamse Scheldestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding bij de verdere uitbouw van de website
www.spiere-helkijn.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
In 2004 heeft Leiedal in
het kader van het Interreg-
project 'Recreatieve
netwerken' meegewerkt aan
een beplantingsplan voor
de boorden van de Schelde,
de Spierebeek en het
Spierekanaal.
110
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
3.10 WAREGEM
Bedrijventerreinen
- Loskade - Desselgem:
° subsidiedossier opgemaakt en ter goedkeuring
voorgelegd aan de kaaimuurcommissie van de nv
Waterwegen en Zeekanaal;
° organisatie van verschillende informatie- en
discussiemomenten met de omliggende bedrijven
en de belanghebbende partijen (het stadbestuur
van Waregem, de nv Waterwegen en Zeekanaal,
Promotie Binnenvaart Vlaanderen);
° opstarten van overleg in functie van het vastleg-
gen van engagementen door het stadsbestuur
van Waregem en de bedrijven van de zone Pitan-
tiestraat.
Stedenbouw
- Acht BPA’s in behandeling:
° Beveren-Leie BPA 1E - Nieuw Centrum;
° Beveren-Leie BPA 4A - Kleine Heerweg;
° Beveren-Leie BPA 94 - Sint-Jansstraat;
° Waregem BPA 5 - Vijverdam;
° Waregem BPA 18 - Damweg;
° Waregem BPA 84 - Weverstraat;
° Waregem BPA 85 - Fabriekstraat;
° Waregem BPA 97 - Verbindingsweg.
- Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (tweede fase).
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° deelstudies wonen en economie;
° uitwerking van het schets- en voorontwerp;
° begeleiding van het stadsbestuur bij het structu-
reel overleg en de communicatie met de bevol-
king.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Milieu en natuur
- Gemeentelijk milieubeleidsplan: afwerking van het
ontwerp.
- Opmaak tweede planningsdocument in het kader
van het reductieplan bestrijdingsmiddelen.
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Leie-Gaverbeek
volgens de bepalingen van de samenwerkingsover-
eenkomst milieu.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het stads-
bestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Opmaak van een studie naar de landschappelijke en
recreatieve potenties van de Leievallei in Harel-
beke, Beveren-Leie en Ooigem.
- Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het stadsbestuur bij de verdere
uitbouw van de website www.waregem.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het stadsbestuur om de acties af te stem-
men op maat van de lokale behoeften.
Europese en internationale samenwerking
- Interreg-IIIB-project ‘HSTConnect’: opvolging van
het investeringsdossier voor de verbetering van de
stationsomgeving.
111
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
3.11 WEVELGEM
Bedrijventerreinen
- Noordwestelijke uitbreiding bedrijventerrein Gul-
legem-Moorsele:
° verkoop van een perceel met een oppervlakte van
6,4 ha - in het kader van een optimale perceels-
configuratie werd een ruiling uitgevoerd met het
aanpalende bedrijf;
° uitwerking van een systeem van reservaties voor
geïnteresseerde kandidaat-kopers, rekening hou-
dend met de grote vraag;
° afwerking van de autonome ontwikkeling, samen
met private eigenaars-bedrijven, van het gedeelte
van het terrein ten zuiden van de bestaande af-
wateringsgracht;
° stedenbouwkundige vergunning verkregen voor
de infrastructuurwerken;
° openbare aanbesteding van het eerste deel van
de infrastructuurwerken; toegewezen aan de nv
Cnockaert uit Komen.
Stedenbouw
- Zes BPA’s in behandeling:
° Gullegem BPA 28 - Drie Masten;
° Moorsele BPA 2F - Kortrijkstraat;
° Moorsele BPA 2G - Kortrijkstraat;
° Wevelgem BPA 26 - Marremstraat;
° Wevelgem BPA 38 - Deken Jonckheerestraat Zuid;
° Wevelgem BPA 39 - Artoisstraat Oost.
- Thema-RUP wonen en werken op de buiten: voor-
bereidende besprekingen voor de opmaak van een
thema-RUP voor Wevelgem, volgens de methodiek
uitgewerkt door Leiedal.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° deelstudie wonen;
° voorontwerp;
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de
formele procedure, het structureel overleg en de
communicatie met de bevolking.
- Stedenbouwprojecten:
° onderzoek naar de uitbreidingsmogelijkheden van
het rusthuis in Moorsele.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Mobiliteit
- Gemeentelijk mobiliteitsplan:
° afwerking van het mobiliteitsplan (conform ver-
klaard door de Provinciale Auditcommissie op 8
maart 2004);
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de stra-
tegische projecten: doortocht N8 en stationsom-
geving.
Milieu en natuur
- Begeleiding van het gemeentebestuur bij de op-
maak van het gemeentelijk milieubeleidsplan.
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Grensleie en het
deelbekken van de Heulebeek volgens de bepalin-
gen van de samenwerkingsovereenkomst milieu.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
- Overleg met het gemeentebestuur omtrent de ge-
integreerde gebiedsvisie voor de Leievallei tussen
Wervik en Kortrijk.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Opmaak van een ICT-meerjarenplan.
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de ver-
dere uitbouw van de website www.wevelgem.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
Europese en internationale samenwerking
- Interreg-IIIB-project ‘HSTConnect’: opvolging van
het investeringsdossier voor de verbetering van de
stationsomgeving.
112
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
Bedrijventerreinen
- KMO-zone Esserstraat:
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvra-
gen);
° opstart bedrijventerreinmanagement;
° uitwerking van een stedenbouwkundig concept
en een inplantingvoorstel voor een bedrijfsverza-
melgebouw (door Coussée & Goris Architecten uit
Gent);
° uitvoering van een onderzoek naar de commerci-
ele haalbaarheid van een bedrijfsverzamelgebouw
in Zuid-West-Vlaanderen (door marketingbureau
Devroe & Partners uit Brugge).
- Artisanale verkaveling Spinnerijstraat - Moen:
° afwerking van de stedenbouwkundige voorschrif-
ten en verkoopsvoorwaarden;
° verkoop van twee kavels voor een totale opper-
vlakte van 1.988 m2 - onderhandelingen voor de
overige bouwrijpe percelen zijn lopende.
- Bedrijventerrein Trekweg - Moen:
° verkoop van een perceel met een oppervlakte
van 2.583 m2 - onderhandelingen voor de overige
bouwrijpe percelen zijn lopende;
° terugkoop van een perceel van 6.079 m2;
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvra-
gen).
- KMO-zone Oude Spoorweg - Sint-Denijs:
° afronding van de infrastructuurwerken;
° opstart van de verkoopspromotie.
- Site Hanssens - Zwevegem-Knokke:
° onderhandelingen, in functie van de reconversie
en optimalisering van het bestaande, onderbe-
nutte bedrijventerrein.
- Site Bekaert - Zwevegem:
° haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd in functie
van de reconversie van dit voormalige bedrijven-
terrein van 24 ha;
° onderhandelingen opgestart voor de aankoop van
de gronden.
- Verouderde economische locaties Kanaalzone Bos-
suit-Kortrijk:
° voorbereiding en indiening van een subsidiedos-
sier voor de aanpak van verouderde economische
locaties langs het kanaal Bossuit-Kortrijk: o.m.
site Kerkhof-Grijspeerdt (Spinnerijkaai), site
KTM/KTS en site Stoopsfabriek (Kortrijk), site
Bekaert (Zwevegem), site Hanssens (Zwevegem-
Knokke) en site Bekaert (Zwevegem-Moen).
Lokaal woonbeleid
- Woonzone Spinnerijstraat - Moen:
° verkoop van vier bouwkavels met een totale op-
pervlakte van 2.511 m2;
° verkoopovereenkomst afgesloten voor de laatste
beschikbare bouwkavel;
° algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvraag-
dossiers).
- Site elektriciteitscentrale Zwevegem (gedeelte
woonzone):
° uitvoering van een verkennend onderzoek naar
de commerciële en financiële haalbaarheid van
het ruimtelijk concept voor het gedeelte van de
woonzone;
° principiële beslissing door de raad van bestuur
van Leiedal om dit deel van de site van de elek-
triciteitscentrale aan te kopen in functie van de
realisatie (circa 11.700 m2).
Inbreiding en herbestemming
- Site elektriciteitscentrale Zwevegem:
° opvolging van het herbestemmingsdossier in de
schoot van de vzw Transfo Zwevegem;
° overdracht door Electrabel van het grootste deel
van de site aan het gemeentebestuur van Zweve-
gem;
° principiële beslissing van de raad van bestuur van
Leiedal voor de aankoop van circa 11.700 m2 gron-
den, in functie van de realisatie van een woonpro-
ject;
° publicatie van een cahier met de onderzoeksre-
sultaten en informatiebrochure voor het brede
publiek;
° aanstelling van een architect die toeziet op de
architecturale samenhang van het project en die
meewerkt aan de noodzakelijke technische en
economische haalbaarheidsstudies;
° ontwerpmatig onderzoek naar de gebruiksmo-
gelijkheden van het ketelgebouw als polyvalente
zaal.
- Zolderstraat Otegem:
° uitvoering van een verkennend onderzoek naar
de herbestemmingsmogelijkheden van een oud
bedrijfsgebouw.
Stedenbouw
- Drie RUP’s in behandeling:
° 1_1 Den Helder;
° 1_2 Lettenhofpark;
3.12 ZWEVEGEM
113
2004 VER SLAG VAN DE R A AD VAN BES TUUR - OVER Z ICHT VAN AC T IE VE DOSS IER S PER GEMEENTE
° 1_4 Landelijk gebied Kreupel-Knokke.
- Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de for-
mele procedure en het overleg met de bevolking;
° gemeentelijk ruimtelijk structuurplan definitief
goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van
de Provincie West-Vlaanderen.
- Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk:
° begeleiding van de gemeenten in de procedure
voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Milieu en natuur
- Gemeentelijk milieubeleidsplan: afwerking van het
ontwerp.
- DuLo-waterplan: afwerking van de doelstellingen-
nota voor het deelbekken van de Leie-Gaverbeek
en het deelbekken van de West-Vlaamse Schelde
volgens de bepalingen van de samenwerkingsover-
eenkomst milieu.
- Gemeentelijk erosiebestrijdingsplan: opvolging van
de opmaak van het plan door een extern studie-
bureau in een stuurgroep met vertegenwoordigers
van de betrokken gemeenten, Leiedal, het provin-
ciebestuur en AMINAL.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw
- ‘Beeld van de streek’:
° bespreking van de afgewerkte discussienota met
de gemeenten;
° definiëring van een aantal landschapsprojecten
voor verder onderzoek in het kader van ‘Verbeel-
ding van de streek’.
Toerisme en recreatie
- Recreatief fietsnetwerk: overleg met het gemeen-
tebestuur voor de uitwerking van het fijnmazige
fietsnetwerk.
- Consulent in de VVV West-Vlaamse Scheldestreek.
ICT, GIS en lokaal e-government
- Digitale Regio Kortrijk:
° begeleiding van het gemeentebestuur bij de ver-
dere uitbouw van de website www.zwevegem.be;
° afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereen-
komst voor de periode tot 2007;
° uitwerking van een toegankelijke versie voor blin-
den en slechtzienden.
- Interreg-IIIB-projecten ‘LoG-IN’ en ‘E-Voice’: over-
leg met het gemeentebestuur om de acties af te
stemmen op maat van de lokale behoeften.
Bij de aanpak van potentiële milieuhinder stimuleert het gemeentelijk milieubeleidsplan een pro-actieve communicatie tussen
de bedrijven, het gemeentebestuur en de buurt, wat meestal -zoals hier in het geval van de composteringsinstallatie van IMOG
in Moen- tot positieve resultaten leidt.
114
2004 VER SLAG VAN DE COMMISSAR IS -RE V I SOR
115
2004 VER SLAG VAN DE COMMISSAR IS -RE V I SOR
Mevrouwen
Mijne heren
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit over de uitvoering van de
controleopdracht die ons werd toevertrouwd.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad
van bestuur van de vennootschap, over het boekjaar afgesloten op 31/12/2004 met een balanstotaal van
35.719.278,10 euro en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 37.854,16
euro. Wij hebben eveneens de bijkomende specifieke controles uitgevoerd die door de wet zijn vereist.
Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud
Onze controles werden verricht overeenkomstig de normen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze be-
roepsnormen eisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zeker-
heid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat, rekening houdend
met de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de jaarrekening.
Overeenkomstig deze normen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige or-
ganisatie van de vennootschap, alsook met de procedures van interne controle. De verantwoordelijken van de
vennootschap hebben onze vragen naar opheldering of inlichtingen duidelijk beantwoord. Wij hebben op basis
van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de jaarrekening.
Wij hebben de waarderingsregels, de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen die de onderneming maakte
en de voorstelling van de jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamhe-
den een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel.
Naar ons oordeel, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, geeft
de jaarrekening afgesloten op 31/12/2004 een getrouw beeld van het vermogen, van de financiële toestand en
van de resultaten van de vennootschap en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting.
Bijkomende verklaringen
Wij vullen ons verslag aan met de volgende bijkomende verklaringen die niet van aard zijn om de draagwijdte
van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen:
- Het jaarverslag bevat de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening.
- Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd overeenkomstig
de in België toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
- Wij dienen u geen enkele verrichting of beslissing mede te delen die in overtreding met de statuten of de ven-
nootschappenwet zou zijn gedaan of genomen. De resultaatsverwerking die aan de algemene vergadering
wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
Kortrijk, 15 maart 2005
Willy A. Vrijghem
commissaris
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS-REVISOR
116
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Boekjaar
1.175.815
715.420595.21695.17825.026
460.395
460.395460.395
34.543.463
20.439
20.439
25.340.50625.340.506
25.340.506
3.430.845818.547
2.612.298
5.447.942
5.447.942
132.667
171.064
35.719.278
Vorig boekjaar
1.270.918
810.213657.571121.61431.028
460.705
460.705460.705
23.955.427
36.900
36.900
15.581.47215.581.472
15.581.472
1.539.846635.774904.072
6.214.841
6.214.841
366.278
216.090
25.226.345
VASTE ACTIVA
I. Oprichtingskosten (toel. I)
II. Immateriële vaste activa (toel. II)
III. Materiële vaste activa (toel. III) A. Terreinen en gebouwen B. Installaties, machines en uitrusting C. Meubilair en rollend materieel D. Leasing en soortgelijke rechten E. Overige materiële vaste activa F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
IV. Financiële vaste activa (toel. IV en V) A. Verbonden ondernemingen 1. Deelnemingen 2. Vorderingen B. Ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat 1. Deelnemingen 2. Vorderingen C. Andere financiële vaste activa 1. Aandelen 2. Vorderingen en borgtochten in contanten
VLOTTENDE ACTIVA
V. Vorderingen op meer dan één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 1. Grond- en hulpstoffen 2. Goederen in bewerking 3. Gereed product 4. Handelsgoederen 5. Onroerende goederen bestemd voor verkoop 6. Vooruitbetalingen B. Bestellingen in uitvoering
VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
VIII. Geldbeleggingen (toel. V en VI) A. Eigen aandelen B. Overige beleggingen
IX. Liquide middelen
X. Overlopende rekeningen (toel. VII)
TOTAAL DER ACTIVA
1. BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA Codes
20/28
20
21
22/27222324252627
28280/1280281
282/3282283
284/8284
285/8
29/58
29290291
330/3630/31
323334353637
40/414041
50/5350
51/53
54/58
490/1
20/58
JAARREKENING PER 31/12/2004
117
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Codes
10/15
10100101
11
12
1313013113101311132133
140141
15
16
160/5160161162
163/5168
17/49
17170/417017117217317417517501751 176
178/9
42/48
42 43
430/8 43944
440/444146
45450/3454/9 47/48
492/3
10/49
Boekjaar 9.779.802
3.070.4593.070.459
( )
1.598.453
4.862.997342.046920.803
920.803
3.600.148
( )
247.893
6.092.569
6.092.569
6.092.569
19.846.907
14.200.79614.200.796
14.200.796
4.100.600
2.962.55237.195
37.195
669.069669.069
126.772
295.093954
294.1399.919
1.545.511
35.719.278
Vorig boekjaar
9.592.059
3.070.4593.070.459
( )
1.477.716
4.795.991340.154891.651
891.651
3.564.186
( )
247.893
4.623.934
4.623.934
4.623.934
11.010.352
8.110.7068.110.706
8.110.706
2.791.296
1.496.17744.571
44.571
737.434737.434
114.305
388.89074.999
313.8919.919
108.350
25.226.345
1. BALANS NA WINSTVERDELING PASSIVA
EIGEN VERMOGEN
I. Kapitaal (toel. VIII) A. Geplaatst kapitaal B. Niet-opgevraagd kapitaal (-)
II. Uitgiftepremies
III. Herwaarderingsmeerwaarden
IV. Reserves A. Wettelijke reserve B. Onbeschikbare reserves 1. Voor eigen aandelen 2. Andere C. Belastingvrije reserves D. Beschikbare reserves
V. Overgedragen winst Overgedragen verlies (-)
VI. Kapitaalsubsidies
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN
VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Belastingen 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken 4. Overige risico's en kosten (toel. IX) B. Uitgestelde belastingen
SCHULDEN
VIII. Schulden op meer dan één jaar (toel. X) A. Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen B. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen D. Overige schulden
IX. Schulden op ten hoogste één jaar (toel. X) A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het
jaar vervallen B. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen E. Schulden met betrekking tot belastingen,
bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden
X. Overlopende rekeningen (toel. XI)
TOTAAL DER PASSIVA
118
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Codes
70/7470
717274
60/6460
600/8609
61
62
630
631/4
635/7640/8
649
70/64
64/70
75750751
752/9
65650
651652/9
70/65
65/70
Boekjaar
16.145.3126.037.596
9.759.033
348.683
( 16.066.605 )11.148.546
997.291
2.286.925
165.208
+1.468.635
( )
78.707
( )
371.240
371.240
(385.312)
64.635
( )
Vorig boekjaar
6.352.4285.022.421
1.127.524
202.483
( 6.155.439 )2.615.771
879.795
2.237.978
170.898
+250.997
( )
196.989
( )
277.674
277.674
(412.109)
62.554
( )
2. RESULTATENREKENING (in staffelvorm)
I. Bedrijfsopbrengsten A. Omzet (toel. XII, A) B. Wijziging in de voorraad goederen in bewerking
en gereed product en in de bestellingen in uitvoering (toename +, afname -)
C. Geproduceerde vaste activa D. Andere bedrijfsopbrengsten (toel. XII, B)
II. Bedrijfskosten (-) A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 1. Inkopen 2. Wijziging in de voorraad (toename -,
afname+) B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toel. XII, C2) D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op
oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
E. Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handels-vorderingen (toevoegingen +,
terugnemingen -) (toel. XII, D) F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terug-
nemingen -) (toel. XII, C3 en E) G. Andere bedrijfskosten (toel. XII, F) H. Als herstructureringskosten geactiveerde
bedrijfskosten (-)
III. Bedrijfswinst (+)
Bedrijfsverlies (-)
IV. Financiële opbrengsten A. Opbrengsten uit financiële vaste activa B. Opbrengsten uit vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten (toel. XIII, A)
V. Financiële kosten (-) A. Kosten van schulden (toel. XIII, B en C) B. Waardeverminderingen op andere vlottende
activa dan bedoeld onder II. E (toevoegingen +, terugnemingen -) (toel. XIII, D)
C. Andere financiële kosten (toel. XIII, E)
VI. Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting (+)
Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting (-)
119
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
2. RESULTATENREKENING (vervolg) (in staffelvorm)
VI. Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting (+)
Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting (-)
VII. Uitzonderlijke opbrengsten A. Terugneming van afschrijvingen en van
waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toel. XIV, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-) A. Uitzonderlijke afschrijvingen en
waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen -)
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toel. XIV, B) F. Als herstructureringskosten geactiveerde
uitzonderlijke kosten (-)
IX. Winst van het boekjaar vóór belasting (+) Verlies van het boekjaar vóór belasting (-)
IX bis. A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen (+) B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen (-)
X. Belastingen op het resultaat (-)(+) A. Belastingen (toel. XV) (-) B. Regularisering van belastingen en terugneming
van voorzieningen voor belastingen
XI. Winst van het boekjaar (+) Verlies van het boekjaar (-)
XII. Onttrekking aan de belastingvrije reserves (+) Overboeking naar de belastingvrije reserves (-)
XIII.Te bestemmen winst van het boekjaar (+) Te verwerken verlies van het boekjaar (-)
Codes
(70/65)
(65/70)
76
760
761
762763
764/9
66
660
661
662
663
664/8
669
70/6666/70
780
680
67/77670/3
77
70/6767/70
789 689
(70/68)(68/70)
Boekjaar
64.635
( )
( )
( )
64.635( )
( )
26.781( 26.781)
37.854( )
( )
37.854( )
Vorig boekjaar
62.554
( )
( )
( )
62.554( )
( )
26.024( 26.024)
36.530( )
( )
36.530( )
120
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Codes
70/6969/7070/6868/70790690
791/2791792
691/269169206921
693793
794
694/6694695696
Boekjaar
37.854 ( )
( )
( )
( 37.854 )
1.89335.961
( )
( )
Vorig boekjaar
36.530 ( )
( )
( )
( 36.530 )
1.82634.704
( )
( )
RESULTAATVERWERKING
A. Te bestemmen winstsaldo Te verwerken verliessaldo (-) 1. Te bestemmen winst van het boekjaar Te verwerken verlies van het boekjaar (-) 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar Overgedragen verlies van het vorige boekjaar (-)
B. Onttrekking aan het eigen vermogen 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. aan de reserves
C. Toevoeging aan het eigen vermogen (-) 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. aan de wettelijke reserve 3. aan de overige reserves
D. Over te dragen resultaat 1. Over te dragen winst (-) 2. Over te dragen verlies
E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies
F. Uit te keren winst (-) 1. Vergoeding van het kapitaal 2. Bestuurders of zaakvoerders 3. Andere rechthebbenden
121
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Terreinenen gebouwen
(post 22)
1.296.768
( )
1.296.768
329.284
( )
329.284
968.481
62.355 ( )
( )
1.030.836595.216
Leasing en soortgelijke rechten
(post 25)
( )
( )
( )
( )
Installaties, machines en uitrusting
(post 23)
312.828
64.959 ( 55.711 )
322.076
658
( )
658
191.872
91.395( )
( 55.711 )
227.55695.178
Overige materiële vaste activa(post 26)
( )
( )
( )
( )
Meubilair enrollend materieel
(post 24)
85.385
5.456 ( 9.121 )
81.720
2.282
( 544 )
1.738
56.639
11.458( )
( 9.665 )
58.43225.026
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
(post 27)
( )
( )
( )
( )
Codes
815
816817818819
820
821822 823 824 825
826
827 828 829 830 831832 833
Codes
815
816 817 818 819
820
821 822 823 824 825
826
827 828 829 830 831 832 833
250 251 252
III. STAAT VAN DE MATERIËLE VASTE ACTIVA (posten 22 tot 27 van de activa)
a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaff., met incl. de geprod. vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboek. van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaarb) MEERWAARDEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) Per einde van het boekjaarc) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdr. en buitengebruikstell. (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) Per einde van het boekjaar d) NETTOBOEKW. PER EINDE BOEKJAAR (a)+(b)-(c)
a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaff., met inbegrip van de geprod. vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboek. van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar b) MEERWAARDEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaarc) AFSCHRIJVINGEN EN
WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdr. en buitengebruikstell. (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar d) NETTOBOEKW. PER EINDE BOEKJAAR (a)+(b)-(c) waarvan: - Terreinen en gebouwen - Installaties, machines en uitrusting - Meubilair en rollend materieel
3. TOELICHTING 1
4
2
5
3
6
122
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Andereondernemingen
(post 284)
488.593
( 310 )
488.283
( )
( )
( )
27.888
27.888
460.395
Boekjaar
( )
5.447.942
5.447.942
Vorig boekjaar
( )
5.451.551
5.451.551
763.290
763.290
Codes
835
836 837 838
839
840
841 842 843 844
845
846
847 848 849 850 851
852
853 854
855
856
Codes
51
8681 8682
52
8684
53
8686 8687 8688
8689
Verbondenondernemingen
(post 280)
( )
( )
( )
( )
1 Ondernemingenmet deelnemings-
verhouding(post 282)
( )
( )
( )
( )
2 3IV. STAAT VAN DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA (post 28 van de activa)
1. DEELNEMINGEN EN AANDELEN
a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaffingen - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-)
- Overboekingen van een post naar een andere (+) (-)
Per einde van het boekjaar
b) MEERWAARDEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-)
Per einde van het boekjaar
c) WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstell. (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-)
Per einde van het boekjaar
d) NIET-OPGEVRAAGDE BEDRAGEN Per einde van het vorig boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar (+) (-) Per einde van het boekjaar
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR (a)+(b)-(c)-(d)
VI. GELDBELEGGINGEN: OVERIGE BELEGGINGEN, (post 51/53 van de activa)
Aandelen
Boekwaarde verhoogd met het niet-opgevraagde bedragNiet-opgevraagd bedrag (-)
Vastrentende effecten
waarvan uitgegeven door kredietinstellingen
Termijnrekeningen bij kredietinstellingenmet een resterende looptijd of opzegtermijn van: - hoogstens één maand - meer dan één maand en hoogstens één jaar - meer dan één jaar
Hierboven niet-opgenomen overige geldbeleggingen
123
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Boekjaar
5.511.2201.1516.198
0550.00024.000
Bedragen
3.070.459
3.070.459
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Aantal aandelen
XXXXXXXXX
XXXXXXXXX
Codes
8700
8701
87028703
Boekjaar
13.766157.298
VII. OVERLOPENDE REKENINGEN
Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt.
- over te dragen kosten - verkregen opbrengsten
VIII. STAAT VAN HET KAPITAAL
A. MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL 1. Geplaatst kapitaal (post 100 van de passiva)
- Per einde van het vorige boekjaar - Wijzigingen tijdens het boekjaar: Uittreding vennoten - reeks B
- Per einde van het boekjaar
2. Samenstelling van het kapitaal 2.1. Soorten aandelen 2.2 Aandelen op naam of aan toonder Op naam Aan toonder
IX. VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO'S EN KOSTEN
Uitsplitsing van de post 163/5 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt.
- voorzieningen voor risico's en kosten voor de realisatie - voorzieningen voor herstellingen en groot onderhoud kantoren - voorzieningen voor projecten streekontwikkeling - voorzieningen voor te verwachten verliezen stedenbouwkundige studies - voorziening reconversie bedrijventerreinen - voorzieningen stedenbouw
124
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Boekjaar
954
294.139
Codes
892893 894 895 896 897 898 899900901902903904905906
X. STAAT VAN DE SCHULDEN A. UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN
OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAAR GELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD
Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen
Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Overige schulden TOTAAL
Codes
880 881 882 883 884 885
886887 888889890
891
hoogstens
één jaar
(post 42)
2.962.552
2.962.552
1meer dan één jaar
doch hoogstens 5 jaar
14.149.827
14.149.827
2meer dan 5 jaar
50.969
50.969
3
SCHULDEN MET RESTERENDE LOOPTIJD VAN
(post 17)
B. GEWAARBORGDE SCHULDEN (begrepen in de posten 17 en 42/48 van de passiva)
Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten Overige schulden TOTAAL
Belgische
overheidsinstellingen
17.163.348
XXXXXXXXXX
1 zakelijke zekerheden
gesteld of onherroepelijk
beloofd op de activa
van de onderneming
2
SCHULDEN (OF GEDEELTE VAN DE SCHULDEN)GEWAARBORGD DOOR
Codes
90729073450
90769077
C. SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN
1. Belastingen (post 450/3 van de passiva) a) Vervallen belastingschulden b) Niet-vervallen belastingschulden c) Geraamde belastingschulden 2. Bezoldigingen en sociale lasten (post 454/9 van de passiva) a) Vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid b) Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten
125
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
XI. OVERLOPENDE REKENINGEN
Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt.
- toe te rekenen kosten - over te dragen opbrengsten
XII. BEDRIJFSRESULTATEN
B. ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN (post 74) waarvan: exploitatiesubsidies en vanwege de
overheid ontvangen compenserende bedragen
C1. WERKNEMERS INGESCHREVEN IN HET PERSONEELSREGISTER
a) Totaal aantal op de afsluitingsdatum b) Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten c) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
C2. PERSONEELSKOSTEN (post 62) a) Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen b) Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen c) Werkgeverspremies voor bovenwettelijke
verzekeringen d) Andere personeelskosten e) Pensioenen
C3. VOORZIENINGEN VOOR PENSIOENEN (begrepen in de post 635/7) Toevoegingen (+) ; bestedingen en terugnemingen (-)
D. WAARDEVERMINDERINGEN (post 631/4) 1. Op voorraden en bestellingen in uitvoering
- geboekt - teruggenomen (-) 2. Op handelsvorderingen - geboekt - teruggenomen (-)
E. VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN (post 635/7) Toevoegingen Bestedingen en terugnemingen (-)
F. ANDERE BEDRIJFSKOSTEN (post 640/8) Belastingen en taksen op de bedrijfsuitoefening Andere
G. UITZENDKRACHTEN EN TER BESCHIKKING VAN DE ONDERNEMING GESTELDE PERSONEN
1. Totaal aantal op de afsluitingsdatum 2. Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming
Boekjaar
6.5801.538.931
Boekjaar
348.683
45
39,462.912
1.698.983490.750
51.90545.287
( )
( )
1.661.776( 193.141 )
0
00
Codes
740
9086
90879088
620621
622623624
635
91109111
91129113
91159116
640641/8
909690979098617
Vorig boekjaar
202.483
41
37,961.456
1.626.516498.798
48.02564.639
( )
( )
508.223( 257.226 )
0
00
A. NETTO-OMZET (post 70): per bedrijfscategorie en per geografische markt uitsplitsen in de bijlage bij het standaardformulier, voor zover deze categorieën en markten, vanuit het oogpunt van de organisatie van de verkoop van goederen en de verlening van diensten in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de onderneming, onderling aanzienlijke verschillen vertonen.
126
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Boekjaar
26.781( )
Boekjaar
37.611190.124
500.734
Vorig boekjaar
26.816245.245
482.71618.299
XV. BELASTINGEN OP HET RESULTAAT
A. UITSPLITSING VAN DE POST 670/3 1. Belastingen op het resultaat van het boekjaar a. Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen b. Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen (-) c. Geraamde belastingsupplementen (opgenomen onder post 450/3 van de passiva) 2. Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren a. Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen b. Geraamde belastingsupplementen (opgenomen onder post 450/3 van de passiva)
of belastingsupplementen waarvoor een voorziening werd gevormd (opgenomen onder post 161 van de passiva)
XVI. BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN
A. De belasting op de toegevoegde waarde in rekening gebracht: 1. aan de onderneming (aftrekbaar) 2. door de onderneming
B. De ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van: 1. bedrijfsvoorheffing 2. roerende voorheffing
Codes
913491359136913791389139
9140
Codes
91459146
91479148
127
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
1. Voltijds
33
312
249
231
2. Deeltijds
12
102
111
12
3. Totaal involtijdse equivalenten
41,20
33,00 8,20
23,80 17,40
20,0 39,20
Codes
105
110111112113
120121
130134132133
Codes
150151152
1. Uitzendkrachten
0
2. Ter beschikking van de onderneming gestelde personen
0
2. Op de afsluitingsdatum van het boekjaar a. Aantal werknemers ingeschreven in het
personeelsregister
b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
c. Volgens het geslacht Mannen Vrouwen
d. Volgens de beroepscategorie Directiepersoneel Bedienden Arbeiders Andere
Nummers van de paritaire comités die voor de onderneming bevoegd zijn:
30,749.264
1.796.956XXXXXX
1. Voltijds
(boekjaar)
8,713.648
438.064XXXXXX
2. Deeltijds
(boekjaar)
39,4 (VTE)62.912 (T)
2.235.020 (T)51.905 (T)
3. Totaal (T) of totaalin voltijdse
equivalenten (VTE)(boekjaar)
38,1 (VTE)61.456 (T)
2.189.953 (T)48.025 (T)
4. Totaal (T) of totaal
in voltijdseequivalenten (VTE)
(vorig boekjaar)
100101102103
Codes
4. SOCIALE BALANS
I. STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN
A. WERKNEMERS INGESCHREVEN IN HET PERSONEELSREGISTER
1. Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar
Gemiddeld aantal werknemers Aantal daadwerkelijk gepresteerde urenPersoneelskosten Bedrag van de voordelen bovenop het loon
B. UITZENDKRACHTEN EN TER BESCHIKKING VAN DE ONDERNEMING GESTELDE PERSONEN
Tijdens het boekjaar
Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming (in Euro)
128
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
A. INGETREDEN a. Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in
het personeelsregister werden ingeschreven
b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
c. Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
Vrouwen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
B. UITGETREDEN
a. Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam
b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
c. Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
Vrouwen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
d. Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst
Pensioen Brugpensioen Afdanking Andere reden waarvan: het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming
II. TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR
Code
205
210211212213
220221222223
230231232233
1. Voltijds
4
22
2
2
2. Deeltijds 3. Totaal involtijdse equivalenten
1,7
0,41,3
0,6
1,1
Code
305
310311312313
320321322323
330331332333
340341342343
350
1. Voltijds
0
2. Deeltijds
0
3. Totaal involtijdse equivalenten
0
129
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
Codes
580158025803
IV. INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDINGEN VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever 1. Aantal betrokken werknemers2. Aantal gevolgde opleidingsuren3. Kosten voor de onderneming
Codes
414411412
413415
416417418503504419
502505
506
507
550560
1. Aantal
3
2
55
2. In voltijdse equivalenten
2,1
1
2,12,8
III. STAAT OVER HET GEBRUIK VAN DE MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE WERKGELEGENHEID TIJDENS HET BOEKJAAR
MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE WERK- GELEGENHEID
1. Maatregelen met een financieel voordeel*1.1. Voordeelbanenplan (ter aanmoediging van de indienstneming van werkzoekenden die tot
risicogroepen behoren)1.2. Conventioneel halftijds brugpensioen 1.3. Volledige loopbaanonderbreking 1.4. Vermindering van de arbeidsprestaties
(deeltijdse loopbaanonderbreking)1.5. Sociale Maribel1.6. Structurele vermindering van de sociale
zekerheidsbijdragen 1.7. Doorstromingsprogramma’s 1.8. Dienstenbanen1.9. Overeenkomst werk - opleiding 1.10. Leerovereenkomst 1.11. Startbaanovereenkomst
2. Andere maatregelen2.1. Stage der jongeren2.2. Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor
bepaalde tijd 2.3. Conventioneel brugpensioen 2.4. Vermindering van de persoonlijke bijdragen van
sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen
Aantal werknemers betrokken bij één of meerdere maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid: - totaal voor het boekjaar - totaal voor het vorige boekjaar
3. Bedrag van hetfinanciëlevoordeel
Aantal betrokken werknemers
* Financieel voordeel voor de werkgever met betrekking tot de titularis of diens plaatsvervanger.
Mannen
241.169
54.710
Codes
581158125813
Vrouwen
18366
13.842
130
2004 JA ARREKENING PER 31/12/2004
WAARDERINGSREGELS
MATERIËLE VASTE ACTIVA - AFSCHRIJVING EN HERWAARDERINGSMEERWAARDEN Voor de herwaardering en de afschrijving van materiële vaste activa worden de richtlijnen gevolgd, vermeld in
de Omzendbrief van 24 januari 1986 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
- Sinds 2002 worden er geen herwaarderingen meer geboekt.
- De eerder geboekte herwaarderingsmeerwaarden worden hetzij jaarlijks, hetzij ná volledige afschrijving of
sloping naar de onbeschikbare reserves overgeboekt.
- De geherwaardeerde waarden worden afgeschreven volgens een plan dat ertoe strekt de toerekening van
deze geherwaardeerde waarde ten laste van de resultaten te nemen, gespreid over de residuele afschrijvings-
periode van de betrokken activa.
De afschrijvingsdotaties worden verkregen door de geherwaardeerde boekwaarden te delen door het aantal
jaren waarover die activa nog moeten worden afgeschreven.
De afschrijvingstermijnen bedragen:
° 33 jaar voor het kantoorgebouw;
° 30 jaar voor het doorgangsgebouw te Wevelgem;
° 10 jaar voor het meubilair;
° 3,5 en 10 jaar voor de machines en het rollend materieel.
FINANCIËLE VASTE ACTIVA De aandelen worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde.
In 2000 werd er een participatie genomen in de cv Kanaal 127 voor een waarde van 247.899 euro. In 2003 zijn
de financiële vaste activa met 125.000 euro toegenomen, ingevolge de participatie in de cvba Kortrijk Xpo.
In 2004 werden de aandelen door IVMO terugbetaald, hetgeen een vermindering betekende met 310 euro van
de financiële vaste activa.
VOORRADEN De actiefwaarde van de voorraad gronden omvat de verwervingskosten, de uitrustingskosten, de intrestlasten
op uitstaande leningen en de geboekte vergoeding op eigen middelen. In 2004 werden geen werkingskosten
voor de ontwikkeling van nieuwe realisaties geactiveerd.
VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN De nog geraamde uitgaven die betrekking hebben op in de loop van het boekjaar verkochte gronden, worden
gedoteerd aan een voorzieningrekening voor de realisaties. Er worden voorzieningen aangelegd voor de ver-
wervingskosten, de uitrustingskosten en intrestlasten.
Wanneer de geraamde uitgaven in een volgend boekjaar effectief gebeuren, wordt de hiertoe aangelegde voor-
zieningrekening aangewend.
De voorzieningrekening voor werkingskosten voor de immobiliaire projectontwikkeling bleef ongewijzigd in 2004.
In 2001 werd er een bijkomende voorzieningrekening van 619.748 euro aangelegd voor te verwachten verliezen
ingevolge het opmaken van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. In 2004 werd deze voorziening aan-
gewend voor een bedrag van 154.933 euro. Een nieuwe voorzieningrekening voor stedenbouwkundige projecten
werd gevormd. In 2004 werd een bedrag van 24.000 euro toegevoegd aan deze voorzieningrekening.
In het kader van het financieel plan 2002-2007 werd de optie genomen om een fonds te vormen voor de re-
conversie (verduurzaming) van bestaande bedrijventerreinen. In 2003 werd voor het eerst een bedrag van
150.000 euro toegevoegd aan de daartoe bestemde voorzieningrekening. In 2004 kon de voorzieningrekening
verhoogd worden met 400.000 euro.
SCHULDEN MET BETREKKING TOT BEZOLDIGINGEN Een provisie voor vakantiegelden wordt aangelegd ten belope van 18,5% van de bruto-wedden.
GEBRUIKTE AFKORTINGEN
AGUR Agence d'Urbanisme et de Développement de la
région Flandre Dunkerque (Frankrijk)
AMINAL Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en
Waterbeheer (Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap)
APIM Agence pour la Promotion Internationale de
Lille Métropole (Frankrijk)
AROHM Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting
en Monumenten en Landschappen
(Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap)
BERI Brownfield European Regeneration Initiative
(Interreg-IIIC-project)
BISK Bedrijventerreinen-inventarissysteem van
het arrondissement Kortrijk
BITLAR Beheerscomité van het Internationaal
Transportcentrum LAR
BPA bijzonder plan van aanleg
CePRO Centrum voor Productontwikkeling
CeSie Centrum voor Sociaal-Innoverende Economie
COPIT Conférence Permanente Intercommunale
Transfrontalière (Nederlands: GPCI)
CRISM Creating a Regional Information Services Market
cv coöperatieve vennootschap
cvba coöperatieve vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid
DRK Digitale Regio Kortrijk
EFRO Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
ENM Espaces Naturels Métropolitains
ERNACT European Regions' Network for the Applications of
Communications Technology
ERSV Erkend Regionaal Samenwerkingsverband
GAPAK Gemeenschappelijk Algemeen Plan van Aanleg
van het arrondissement Kortrijk
GECORO Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke
ordening
GIS geografisch informatiesysteem
Gnop gemeentelijk natuurontwikkelingsplan
GOM Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij
GPCI Grensoverschrijdende Permanente Conferentie
van Intercommunales (Frans: COPIT)
GRB grootschalig referentiebestand
GROOtSTAD Grensoverschrijdend Ontwikkelings- en
Ordeningsschema - Schéma Transfrontalier
d'Aménagement et de Développement
GRUP gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
HST hogesnelheidstrein
HST4i HST for Integration (Interreg-IIIB-project)
ICT informatie- en communicatietechnologie
IDETA Intercommunale de Développement
Economique et d'Aménagement du Territoire
(Tournai-Ath)
IEG Intercommunale d'Etude et de Gestion
(Moeskroen)
IGGI Intergemeentelijke werkgroep geo-informatie
IGORO Intergemeentelijke werkgroep ruimtelijke
ordening
IMOG Intercommunale Maatschappij voor Openbare
Gezondheid in het Gewest Kortrijk
IOP inventaris van onbebouwde percelen
IRDSS Integrated Regional Development Support
System
KMO kleine of middelgrote onderneming
KU Leuven Katholieke Universiteit Leuven
KULAK Katholieke Universiteit Leuven - Campus Kortrijk
LAR Lauwe-Aalbeke-Rekkem
LMCU Lille Métropole Communauté Urbaine (Lille)
LoG-IN Local Government in need for Instruments
and Strategies to realize their economic
development related policies
Mina-raad Milieu- en natuurraad
MOT Mission Opérationelle Transfrontalière
NETA Network of European Transport Areas
nv naamloze vennootschap
OLO obligation linéaire - lineaire obligatie
OSA+ Onderzoekseenheid Stedelijkheid en
Architectuur + Stedenbouw (KU Leuven)
OVAM Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij
PIAV Programma Innovatieve Acties Vlaanderen
PLU plan local d'urbanisme (Frankrijk)
POS plan d'occupation des sols (Frankrijk)
PPS publiek-private samenwerking
PROCORO provinciale commissie voor ruimtelijke ordening
PRUP provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
REBAK Regionaal Beleidscomité van het
Arrondissement Kortrijk
RESOC Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomité
RISO Regionaal Instituut voor de Samenlevingsopbouw
ROM Regionaal Overleg Metropool
RUP ruimtelijk uitvoeringsplan
SEEDA South East England Development Agency
(Groot-Brittannië)
SERR Sociaal-Economische Raad voor de Regio
SERV Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen
SICAV Société d'Investissement à Capital Variable
STC subregionaal tewerkstellingscomité
STEM streekeigen management (Vlaamse overheid)
SWOT strenghts-weaknesses-opportunities-threats
TROP Toeristisch-Recreatief Ontwikkelingsplan
VESOC Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité
V-ICT-OR Vereniging van ICT-verantwoordelijken in
lokale besturen
Vlarebo Vlaams Reglement betreffende de Bodemsanering
Vlarem Vlaams Reglement betreffende de
Milieuvergunning
VLM Vlaamse Landmaatschappij
VMW Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
VVSG Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
VVV vereniging voor vreemdelingenverkeer
vzw vereniging zonder winstoogmerk
WES West-Vlaams Economisch Studiebureau
WinVorm West-Vlaanderen In Vorm (vormingsreeks)
WIV West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld
Wevelgem-Bissegem
WVEM West-Vlaamse Energie- en Teledistributie
maatschappij
wvi West-Vlaamse Intercommunales (Brugge)
Intercommunale Leiedal - Jaarverslag 2004
Verslagen van de raad van bestuur en de commissaris-revisor aan de jaarvergadering van vennoten,
gehouden te Waregem op 24 mei 2005.
Zetel en kantoren:
President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk
tel + 32 56 24 16 16 - fax + 32 56 22 89 03
[email protected] - www.leiedal.be
Vereniging opgericht op 9 juni 1960.
Dienstverlenende vereniging beheerst door het decreet van 6 juli 2001 op de intergemeentelijke samenwerking.
Statuten goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 29 maart 1960.
Bekendmaking in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 25 juni 1960.
Wijzigingen goedgekeurd door de Algemene Vergaderingen van 9 juni 1960, 28 mei 1963, 27 mei 1969, 27 mei 1975,
25 mei 1976, 4 maart 1980, 8 november 1983, 27 mei 1986, 26 mei 1987, 24 mei 1988, 13 september 1988,
25 mei 1993, 15 december 1998, 10 december 2002, 27 mei 2003 en 28 oktober 2003.
Laatste wijziging goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 25 mei 2004.
Goedgekeurd bij Ministerieel Besluit op 30 augustus 2004.
Inte
rco
mm
un
ale
Leie
dal
Jaar
vers
lag v
an h
et v
ijfe
nve
ertigst
e die
nst
jaar
- 2
004
www.leiedal.bewww.leiedal.bebedrijventerreinen
stedenbouw
milieu
informatie- en communicatietechnologie
mobiliteit
herbestemmingsprojecten
intergemeentelijke samenwerkingprojectontwikkelingstreekontwikkeling
������������ �����