943 Onderzoeker: De Zorg Moet Naar De Mens

2
kwaliteitsbeleid 96 7-2007 > zorg & financiering ken. De zorgsector maar ook de samenleving als geheel zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van medische hulpmiddelen. Zo is de verzor- ging van ouderen alleen mogelijk met medische hulpmiddelen, maar is ook de arts afhankelijk van een groot aantal hulpmiddelen dat hij in de operatiekamer en daarbuiten gebruikt. Bron: Nefemed, 6 juni 2007< 943 onderzoeker: de zorg moet naar de mens Zorgvermijders zoeken niet de zorg die ze no- dig hebben. Soms gaan ze die zelfs uit de weg. Zo groeien de problemen. Aan de kant verlamt de zorg: hulpverleners blijken niet in staat as- sertief zorg aan te bieden. De twee processen versterken elkaar. De oplossing: breng de zorg naar de mens. Een mooie taak voor de politiek, vindt onderzoeker Gert Schout. De openbare geestelijke gezondheidszorg (oggz) staat sterk in de belangstelling. Recente gezinsdrama’s laten zien dat assertieve en geco- ordineerde hulp moeilijk van de grond komt. Gert Schout deed aan de Rijksuniversiteit Gro- ningen onderzoek naar de wisselwerking tussen zorgvermijding en zorgverlamming. Op basis daarvan pleit hij voor schaalverkleining en min- der regels in de zorg. Zorgvermijding en zorgverlamming jagen elkaar aan Zorgvermijders zijn mensen die de zorg niet opzoeken en soms zelfs uit de weg gaan. Het kan hier gaan om mensen die in de war thuiszit- ten, psychiatrische problemen, schulden of een alcoholprobleem hebben. ‘Het zijn meestal so- ciaal kwetsbaren die een netwerk ontberen en gemarginaliseerd en uitgesloten zijn’, zegt Schout. Het gaat volgens hem om massieve en ernstige problemen. Schattingen naar het aantal zorgvermijders lopen uiteen van 24.000 tot 110.000 mensen. ‘En het probleem van uitslui- ting groeit. Onze samenleving is een diensten- economie aan het worden die steeds meer socia- le wendbaarheid vereist. Sociaal kwetsbare men- sen belanden daardoor makkelijk in de marge.’ Daarnaast is er zorgverlamming: het onvermo- gen van hulpverleners om gecoördineerde en initiatiefrijke hulp te initiëren. ‘Instellingen geven lastige mensen als een hete aardappel aan elkaar door.’ Volgens Schout jagen zorgvermij- ding en zorgverlamming elkaar aan. Zorgvermijders geven hulpverleners – omdat ze vaak een opeenstapeling van problemen hebben – een gevoel van onmacht, waardoor zorgver- lamming ontstaat. Door schaalvergroting, drempels, regels, wachtlijsten en procedures is er afstandelijkheid in het werk geslopen waar- door zorgvermijding makkelijk om zich heen kan grijpen. Het zijn geen problemen die zich compleet laten oplossen, denkt Schout. Wel kunnen ze verzacht worden. Meer handelingsruimte in een kleinschaliger hulpverlening Dit verzachten kan door hulpverleners meer handelingsruimte te geven. Schout: ‘Hulpverle- ners zijn nu nog te veel gebonden aan regels en procedures. Dat hangt samen met het feit dat de zorgwelzijnswereld marktgericht is en op resul- taten afgerekend wordt. Dat is op zich prima, maar je krijgt daardoor wel fragmentatie en risi- comijdend gedrag. Men gaat zich alleen toeleg- gen op zaken waar men subsidiegelden voor kan krijgen.’ Maar omdat veel hulpbehoevenden doorgaans meerdere problemen hebben, is een generalistische aanpak – waarbij op een creatie- ve en flexibele manier omgegaan wordt met het hele probleempakket – beter. Als een hulpverle- ner zich alleen maar bezig mag houden met een deelstukje, leidt dat tot onmacht en zorgverlam- ming.

Transcript of 943 Onderzoeker: De Zorg Moet Naar De Mens

Page 1: 943 Onderzoeker: De Zorg Moet Naar De Mens

kwaliteitsbeleid

96 7-2007 > zorg & financiering

ken. De zorgsector maar ook de samenleving alsgeheel zijn voor een belangrijk deel afhankelijkvan medische hulpmiddelen. Zo is de verzor-ging van ouderen alleen mogelijk met medische

hulpmiddelen, maar is ook de arts afhankelijkvan een groot aantal hulpmiddelen dat hij in deoperatiekamer en daarbuiten gebruikt.Bron: Nefemed, 6 juni 2007<

943 onderzoeker: de zorg moet naar de mens

Zorgvermijders zoeken niet de zorg die ze no-dig hebben. Soms gaan ze die zelfs uit de weg.Zo groeien de problemen. Aan de kant verlamtde zorg: hulpverleners blijken niet in staat as-sertief zorg aan te bieden. De twee processenversterken elkaar. De oplossing: breng de zorgnaar de mens. Een mooie taak voor de politiek,vindt onderzoeker Gert Schout.

De openbare geestelijke gezondheidszorg(oggz) staat sterk in de belangstelling. Recentegezinsdrama’s laten zien dat assertieve en geco-ordineerde hulp moeilijk van de grond komt.Gert Schout deed aan de Rijksuniversiteit Gro-ningen onderzoek naar de wisselwerking tussenzorgvermijding en zorgverlamming. Op basisdaarvan pleit hij voor schaalverkleining en min-der regels in de zorg.

Zorgvermijding en zorgverlamming jagenelkaar aan

Zorgvermijders zijn mensen die de zorg nietopzoeken en soms zelfs uit de weg gaan. Hetkan hier gaan om mensen die in de war thuiszit-ten, psychiatrische problemen, schulden of eenalcoholprobleem hebben. ‘Het zijn meestal so-ciaal kwetsbaren die een netwerk ontberen engemarginaliseerd en uitgesloten zijn’, zegtSchout. Het gaat volgens hem om massieve enernstige problemen. Schattingen naar het aantalzorgvermijders lopen uiteen van 24.000 tot110.000 mensen. ‘En het probleem van uitslui-ting groeit. Onze samenleving is een diensten-economie aan het worden die steeds meer socia-le wendbaarheid vereist. Sociaal kwetsbare men-sen belanden daardoor makkelijk in de marge.’

Daarnaast is er zorgverlamming: het onvermo-gen van hulpverleners om gecoördineerde eninitiatiefrijke hulp te initiëren. ‘Instellingengeven lastige mensen als een hete aardappel aanelkaar door.’ Volgens Schout jagen zorgvermij-ding en zorgverlamming elkaar aan.Zorgvermijders geven hulpverleners – omdat zevaak een opeenstapeling van problemen hebben– een gevoel van onmacht, waardoor zorgver-lamming ontstaat. Door schaalvergroting,drempels, regels, wachtlijsten en procedures iser afstandelijkheid in het werk geslopen waar-door zorgvermijding makkelijk om zich heenkan grijpen. Het zijn geen problemen die zichcompleet laten oplossen, denkt Schout. Welkunnen ze verzacht worden.

Meer handelingsruimte in een kleinschaligerhulpverlening

Dit verzachten kan door hulpverleners meerhandelingsruimte te geven. Schout: ‘Hulpverle-ners zijn nu nog te veel gebonden aan regels enprocedures. Dat hangt samen met het feit dat dezorgwelzijnswereld marktgericht is en op resul-taten afgerekend wordt. Dat is op zich prima,maar je krijgt daardoor wel fragmentatie en risi-comijdend gedrag. Men gaat zich alleen toeleg-gen op zaken waar men subsidiegelden voor kankrijgen.’ Maar omdat veel hulpbehoevendendoorgaans meerdere problemen hebben, is eengeneralistische aanpak – waarbij op een creatie-ve en flexibele manier omgegaan wordt met hethele probleempakket – beter. Als een hulpverle-ner zich alleen maar bezig mag houden met eendeelstukje, leidt dat tot onmacht en zorgverlam-ming.

Page 2: 943 Onderzoeker: De Zorg Moet Naar De Mens

diversen

97zorg & financiering > 7-2007

Schout, die meegelopen heeft met hulpverlenersvoor zijn onderzoek, kwam ook genoeg voor-beelden tegen in de hulpverlening waar het welgoed gaat. ‘Er zijn veel lokale zorgnetwerken,waar men benaderbaar en bereikbaar is en waarzorgverlamming succesvol wordt teruggedron-gen.’ Zorg kan het beste kleinschalig en lokaalworden aangeboden. ‘Mijn studie wijst uit datwe hulpverlening meer naar de mensen moetenbrengen, in plaats van de mensen naar de hulp-

verlening. Het is beter om problemen te voorko-men, zodat we ze niet naderhand hoeven op telossen.’ Schout zou daarom graag zien dat deoggz een permanente supportorganisatie wordt,die dicht bij de mensen staat, in plaats van eensoort bezemwagen die de mensen weer naaraanbodgerichte instellingen moet toeleiden.‘Daar ligt een taak voor de politiek.’Bron: Kennislink, 8 juni 2007<

944 grootschalig samenwerkingsverband wetenschap, beleid enpraktijk ouderenzorg limburg

In een brief aan staatssecretaris Jet Bussemakerbrengen burgemeester Leers van Maastricht,gouverneur Frissen van Limburg en college-voorzitter Ritzen van de Universiteit Maastricht(UM) het nieuwe Academisch CentrumZorgInnovatie Ouderen (ACZIO) onder de aan-dacht. In dit vernieuwende samenwerkingsver-band slaan zorgaanbieders, onderzoeksinstitu-ten en belangenorganisaties de handen ineen.Doel is onderzoek en innovaties op het gebiedvan ouderenzorg sneller naar de praktijk tebrengen dan nu het geval is en zo de zorg voorouderen te verbeteren.

Hoe kan pijn bij ouderen beter onderkend wor-den? Welke rol kunnen ouderen vervullen in desamenleving? Verbetert de zorg voor ouderen alsverpleegkundigen delen van de diagnostische envoorlichtingswerkzaamheden gaan verrichten?Hoe kan adequate zorg worden verleend bij eentoenemende krapte op de arbeidsmarkt? Hoekan valpreventie worden vormgegeven die oude-ren niet onnodig belemmert in hun bewegings-vrijheid? Hoe kan medicijngebruik worden ver-minderd en gecoördineerd? Hoe blijven zorgver-leners gemotiveerd om hun werk te doen op ba-sis van de drijfveren die hun ooit voor dit beroepdeed kiezen? Hoe kan vraaggerichte zorg wor-den geleverd? Wat zijn de effecten van klein-schalig wonen bij ouderen met dementie?

Vragen waar soms al (wetenschappelijk) onder-zoek naar wordt gedaan, maar waarvan de resul-taten niet altijd even makkelijk de praktijk berei-ken. Om die stap te vergemakkelijken, maar ookbijvoorbeeld om dankzij schaalvergroting ont-wikkelingskosten van innovaties te besparen,slaan zorgaanbieders in de regio, onderzoeksin-stituten van de UM en andere partijen de handenineen. Mede voortbouwend op de reeds bestaan-de academische werkplaatsen gaan ze samenmeer onderzoeksprojecten opzetten en bijvoor-beeld nieuwe hulpmiddelen voor de ouderen-zorg ontwikkelen.

Belang van de cliënt

Dankzij de inbreng van bijvoorbeeld het Huisvoor de Zorg, de belangenorganisatie voor zorg-vragers in Limburg, kan er daadwerkelijk vanuithet belang van de cliënt gehandeld worden. ‘Datmaakt deze samenwerking uniek in Europa’,zegt Jo Maes, directeur van het Huis voor deZorg. ‘Wij zijn bijzonder ingenomen met dit ini-tiatief. Het perspectief van ouderen zelf is hetuitgangspunt en de korte lijnen tussen de prak-tijk en de academische gemeenschap kunnenzorginnovaties tot stand brengen die er echt toedoen.’