Mens en Landschap

24
> De mooiste plekken om vrijwilligerswerk te doen > Molennetwerk gaat molens ondersteunen > Streekeigen beplanting zorgt voor een erf vol leven JAARGANG 2 winter 2012 2 & Mens landschap ontwikkelingen in zuid-holland

description

Mens en Landschap

Transcript of Mens en Landschap

Page 1: Mens en Landschap

> De mooiste plekken om vrijwilligerswerk te doen > Molennetwerk gaat molens ondersteunen> Streekeigen beplanting zorgt voor een erf vol leven

JAARGANG 2winter 2012

2

&Mens landschap

ont wikkelingen in zuid -holl and

Page 2: Mens en Landschap

2 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

Door

> Landschapsbeheer Zuid- Holland

duin- en bollenstreek, haaglanden, leidenMarleen van der Lee (0182) 68 36 56 regiomedewerker

wijk en wouden, de venen, ade-gebiedMarleen van der Lee (0182) 68 36 56 regiomedewerker

gouwe wiericke, gouda, zuidplas, krimpenerwaard Erwin Pronk (0182) 68 36 73 regiomedewerker

alblasserwaard, vijfheerenlanden Gijsbert Pellikaan (0182) 68 36 52 regiomedewerker

delfland, voorne-putten, rotterdam Mirjam Eikelenboom (0182) 68 36 50 regiomedewerker goeree-overflakkee, hoeksche waard, ijsselmonde, eiland van dordtArjan Gijlstra (0182) 68 36 71 regiomedewerker

> Contactpersonen in de regio

Landschapsbeheer Zuid- Holland is onderdeel van samenwerkingsverbandLandschapsbeheer Nederland, bestaande uit 12 provinciale stichtingen en een landelijk bureau. Landschapsbeheer Nederland draagt zorg voor een kwalitatief en kwantita-tief duurzaam en leefbaar landschap.

> Overige medewerkersFelix Schrandt (0182) 68 36 66 directeurBas Looise (0182) 68 36 60 medewerker financiënNelleke van Bergen (0182) 68 36 62 medewerker algemene zakenDorien Wiltjer (0182) 68 36 63 communicatieadviseur

afdeling relatiesJohan Bezemer (0182) 68 36 61 afdelingscoördinatorPieter Balkenende (0182) 68 36 54 coördinator

afdeling ontwikkelingMaurice Kruk (0182) 68 36 53 afdelingscoördinatorDebby Gerritsen (0182) 68 36 58 coördinator

afdeling uitvoering:Marcel Schildwacht (0182) 68 36 72 afdelingscoördinatorAletta van der Zijden (0182) 68 36 55 coördinatorNick Kroese (0182) 68 36 67 projectmedewerkerCocky Koene (0182) 68 36 66 secretaresseCora Hillebrand (0182) 68 36 66 secretaresseJoanneke Anker (0182) 68 36 74 secretaresse

Alle medewerkers hebben een eigen emailadres. Dit is als volgt opgebouwd: voor- en achternaam (tussen de afzonderlijke woorden een punt) @zh.landschapsbeheer.nl. Bijvoorbeeld [email protected].

> eindredactie Landschapsbeheer Zuid-Holland

> tekstredactie De Lynx, Wageningen

> grafisch ontwerp Michelangela, Utrecht

> druk ZuidamUithof, Utrecht

> oplage 3500 ex.

> fotografie Landschapsbeheer Zuid-Holland, e.a.

> issn 1568-3117

> Colofon

landschapsbeheer zuid-holland

Ieplaan 35

2742 ZG Waddinxveen

Telefoon (0182) 683 666

[email protected]

www.landschapsbeheerzuidholland.nl

Rabobank 322495806, KvK 41150748

> WerkinuitvoeringinBerkenwoude,WerkgroepAfgezaagd

foto omslag midden en links landschapsbeheer zuid-holland

foto rechts adri de groot/vogeldagboek.nl

Page 3: Mens en Landschap

3mens & landschapnummer 2 • winter 2012

> Voorwoord > Inhoud

> Toegankelijk vogelkijkscherm en vissteiger

Kleine aanpassingen maken groot verschil

> In beeldVijf vragen aan Anton de Wit, bestuurslid bij Landschaps­beheer Zuid­Holland

> Vrijwilligerswerk belichtDe mooiste plekken om vrijwilligerswerk te doen

> Samenwerken, elkaar versterkenMolennetwerk gaat molens ondersteunen

> Nieuws over het landschap

> Natuurwerkdag 2012“Waarom het zo leuk is? Gewoon, lekker buiten zijn!”

> Biotoop- en broedvogel - inventarisatie

Nesten niet onnodig verstoord, door stroming sloten verbeterd

> Kies voor Zuid-Hollands GroenStreekeigen beplanting zorgt voor een erf vol leven

4

6

7

10

13

14

18

21

samen werken aan mooi landschap

Recent hebben de medewerkers en het bestuur van Landschaps­beheer Zuid­Holland nog eens goed nagedacht over waarom wij als organisatie actief zijn. Juist in tijden van onzekerheid is het belangrijk dat we ons doel helder in beeld hebben en houden. In het kort omschrijven we dat als volgt: Landschapsbeheer Zuid­Holland, omdat ons landschap alleen waardevol kan blijven voor de komende generaties door een actieve bijdrage van bewoners en gebruikers.

Een uitgebreidere omschrijving kunt u vinden op onze website onder ‘onze missie’. De essentie is denk ik helder. Het landschap in onze provincie heeft zich mede door mensenhanden ontwik­keld en iedere dag worden er weer beslissingen genomen die het aanzien van ons landschap bepalen. Dat kan grootschalig zijn: met de aanleg van de tweede Maasvlakte. Of kleinschalig: door een particulier die kiest voor bepaalde aanplant op het eigen erf. Samen maken we dus het landschap.

Landschapsbeheer Zuid­Holland werkt dagelijks aan het mooi maken of behouden van ons landschap. Wij hebben geen vast resultaat voor ogen, maar gaan steeds samen met betrokken mensen aan de slag met de cultuurhistorische waarden, de natuurlijke waarden, de beleefbaarheid en de economische basis die eraan ten grondslag ligt. Door het landschap gezamenlijk van verschillende kanten te bekijken, rekenen we erop dat de komende generaties blij zijn met het landschap dat ze aantreffen.

In Zuid­Holland is een mooi, streekeigen landschap altijd een combinatie van natuur, geologische ontwikkelingen en menselijk handelen. En mooi en interessant is het! Ondanks de enorme ver­stedelijking en bedrijvigheid hebben we veel unieke landschap­pen; langs de kust, in de delta en in het Groene Hart. De komende tijd zullen wij ons nog meer inspannen om de stadsbewoners te betrekken bij de ontwikkelingen in de landelijke omgeving. Een mooi buitengebied is ook voor hen van groot belang om rust en ruimte te kunnen vinden. Voor bedrijven is een mooie, groene omgeving een belangrijke vestigingsfactor, naast uiteraard een strategische ligging. Medewerkers van die bedrijven zullen er dan graag wonen. En zo is een mooi landschap dus in ons aller belang.

Werken aan mooi landschap vinden wij als organisatie heel erg de moeite waard!

Felix SchrandtDirecteur

Page 4: Mens en Landschap

4 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

Voor veel mensen is het een vanzelfspre-kendheid: tijdens een fietstocht even afstappen en achter het scherm naar de vogels op het water gluren. Of een broodje eten aan een picknicktafel. Helaas is dat niet voor iedereen even gemakkelijk. Gebruikers van een scootmobiel of rolstoel kunnen vaak niet of nauwelijks gebruik maken van zulke voorzieningen, bijvoor-beeld omdat het toegangspad ongelijk is of de kijkgaten van een vogelkijkscherm alleen

Door Mirjam Eikelenboom, fotografie Landschapsbeheer Zuid-Holland

> Toegankelijk vogelkijkscherm en vissteiger

Kleine aanpassingen maken groot verschilVogels spotten van achter een scherm of een hengel uitwerpen vanaf een vissteiger. Zuid­Holland kent veel mooie plekken waar dit kan. Maar als je in een rolstoel zit of je per scootmobiel verplaatst, zijn deze plekken vaak moeilijk of niet bereikbaar. Landschapsbeheer Zuid­Holland vindt dat het landschap voor ieder­een toegankelijk moet zijn en ondernam actie. In het gebied van de Reeuwijkse Plassen staat sinds kort een vogelkijkscherm dat wel toegankelijk is voor mensen in een rolstoel of scootmobiel. En een vissteiger waar ook mensen met een lichamelijke beperking een hengel kunnen uitwerpen.

op stahoogte zijn aangebracht. Reden voor Landschapsbeheer om twee jaar geleden het project te starten ‘Beleef het landschap zonder beperkingen’. Want het landschap moet voor iedereen toegankelijk, bereikbaar en bruikbaar zijn.

Samen op padOm tot een locatie en een ontwerp te komen is een klankbordgroep ingesteld die gevraagd en ongevraagd advies mocht

geven. Daarin waren vertegenwoordigd: de gemeente Bodegraven-Reeuwijk – als beoogd eigenaar en beheerder – twee erva-ringsdeskundigen (zie kader), het Interge-meentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland – als medefinancier – en Stichting Groen & Handicap – als opsteller van het handboek ‘Samen op pad’. Dit handboek bevat richtlijnen waaraan voorzieningen moeten voldoen om bereikbaar, toeganke-lijk en bruikbaar te zijn voor mensen met een beperking.

Nieuwe bestemmingAl jaren leefde in het plassengebied de wens om de fundering van het gemaal aan de Bosmankade een nieuwe bestemming te geven. Tot eind jaren ‘60 was de Plas Broek-velden en Vettenbroek geen plas, maar een polder. Het gemaal aan de Bosmankade zorgde ervoor dat de boeren in de polder

> Voordathetvogelkijkschermwerdgeplaatst,isdeoudefunderingvanhetgemaalopgeknapt

Page 5: Mens en Landschap

5mens & landschapnummer 2 • winter 2012

> 23oktoberjl.vonddefeestelijkopeningplaatsvanhetvogelkijkschermendevissteiger

> uit ervaring

Carla en Gary Weller, beiden enthousiast vogelaar en alle twee rolstoelgebruiker, zijn vanaf het begin betrokken bij het project. Daarnaast is Carla Weller betrokken bij de Goudse Adviesraad voor mensen met een beperking. Deze organisatie adviseert initiatief-nemers van uiteenlopende projecten over zaken als bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid voor mensen met een lichamelijke beperking.“We gaan vaak mee met vogelexcursies en komen daardoor op de mooiste plekken van Nederland. Met de groep genieten we dan van de natuur en bijzondere vogelsoorten. Toch lukt het op zo’n excursie niet altijd om mee te gaan naar een vogelkijkscherm. Omdat het pad bijvoorbeeld te slecht is of omdat de kijkgaten te hoog zitten. Jammer, want met kleine aanpassingen maak je een vogelkijkscherm of uitkijkpunt bereikbaar voor iedereen, ook voor mensen in een rolstoel of scootmobiel.” Reden voor de familie Weller om enthousiast te reageren op de vraag van Landschapsbeheer Zuid-Holland om mee te denken over een locatie en ontwerp voor een vogelkijkscherm en vissteiger in het Reeuwijkse Plassengebied. “Het was niet alleen fijn dat we in een vroeg stadium betrok-ken zijn bij het project, ook gedurende het project hebben we veel contact gehad over de uitwerking. Zo hebben we al in de werkplaats met de aannemer de hoogte van de kijkgaten bepaald. In afwijking van het ontwerp hebben we toen geadviseerd om de hoogte van de kijkgaten ook op zithoogte te variëren, net zo als dit op stahoogte het geval is.” Met het vogelkijkscherm en de vissteiger zijn de mogelijkheden voor een rust- en uitkijkpunt in het Reeuwijks Plassengebied uitgebreid, ook voor mensen die minder mobiel zijn. “De combinatie van plassen, weilanden en mooie boerderijen zorgt ervoor dat wij hier graag komen. De meeste fietspaden en wegen zijn goed berijdbaar. En ’s winters zorgen de nonnetjes en brilduikers ervoor dat we ook op koude dagen blijven terugkomen”, vertelt Carla. ”Wij hopen dat dit project navolging krijgt zodat er meer voorzieningen in de natuur komen die voor iedereen toegankelijk zijn. Want kleine aanpassingen maken een groot verschil voor mensen in een rolstoel!”

droge voeten hielden. Zandwinning zorgde ervoor dat de polder een plas werd, waarna het gemaal zijn functie verloor. Inmiddels ligt de fundering aan de rand van het Natura2000-gebied Broekvelden, Vetten-broek & Polder Stein en biedt daarmee prachtig zicht op de vele wintergasten die op de plas neerstrijken, waaronder duizen-den smienten. Door nu het vogelkijkscherm op deze fundering te bouwen, is niet alleen een mooie plek ontstaan om naar vogels te gluren, maar blijft ook de herinnering aan het verleden levend. Iets verderop ligt de plas Klein Vogelenzang die vooral bekend staat als populaire vis-stek. Vanaf de Hortemansdijk werpen vis-sers dagelijks hun hengel uit. Een goede plek dus om een steiger aan te leggen. Omdat hij is voorzien van een afrijbeveili-ging kan iedereen er veilig een visje vangen. <

> CarlaenGaryWellerbepalensamenmetdeaannemerdehoogtevandekijkgatenvanhetvogelkijkscherm

Devolgendepartijendragenfinancieelbijaanhetmakenvanhetvogelkijkschermendevissteiger:ProvincieZuid-Holland,IntergemeentelijkSamenwerkingsorgaanMidden-HollandenGemeenteBodegraven-Reeuwijk

Page 6: Mens en Landschap

6 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

Door Mirjam Eikelenboom

Vijf vragen aan Anton de WitIn de rubriek ‘In beeld’ geven wij het woord aan mensen die achter de schermen betrokken zijn bij Landschapsbeheer Zuid­Holland. In deze zesde editie van de rubriek ‘In beeld’ vijf vragen aan Anton de Wit, algemeen bestuurslid bij Landschapsbeheer Zuid­Holland.

Hoe bent u lid geworden van het bestuur van Landschapsbeheer Zuid-Holland? Ik ben gevraagd door de LTO (Land- en Tuin-bouworganisatie) om als bestuurslid bij Land-schapsbeheer Zuid-Holland aan de slag te gaan. Dat is nu zo’n acht jaar geleden. In die tijd was ik bestuurslid bij de plaatselijke LTO-afdeling en de agrarische natuurvereniging Weide en Waterpracht (ANV). Inmiddels heb ik mijn functies bij de ANV en LTO neergelegd, maar ben bij beide nog zeer betrokken.

Heeft u bewust gekozen voor een groene organisatie? Voordat ik gevraagd werd voor de bestuurs-functie kwam ik de medewerkers van Land-schapsbeheer Zuid-Holland al regelmatig tegen. En sprak met hen over onder andere het weidevogelbeheer. Niet verwonderlijk natuurlijk, gezien m’n betrokkenheid bij de agrarische natuurvereniging.

Wat zijn uw taken als algemeen bestuurslid?Van oudsher is Landschapsbeheer Zuid-Hol-land een organisatie die zorgt voor een ver-binding tussen de overheid en de beheerders van het landschap. Agrariërs vormen hierbin-nen een belangrijke groep. Samen met an-dere terrein beherende organisaties dragen zij zorg voor het Zuid-Hollandse landschap. De balans tussen agrarisch natuurbeheer en natuurbeheer is daarbij belangrijk. Binnen het bestuur zie ik toe op het behouden van deze balans, zodat bijvoorbeeld het veenwei-degebied open blijft.

Wat doet u in uw dagelijks leven?Ik ben melkveehouder. Zo’n honderd melk- en kalfkoeien (koeien die gehouden

worden om te kalven) lopen er op en rond de boerderij. We streven ernaar om de koeien zoveel mogelijk buiten te laten lopen. Het is daarbij mooi om te zien dat de koeien elk hun eigen voorkeur hebben: sommige lopen het liefst 24 uur per dag buiten, terwijl andere even een frisse neus halen en binnen drie minuten weer heerlijk op stal staan. Daarnaast ben ik gebiedscoördinator Gouwe Wiericke. In deze rol adviseer en begeleid ik de agrariërs binnen de drie agrarische

natuurverenigingen die de streek rijk is, over agrarisch natuurbeheer, waaronder het weidevogelbeheer.

Wat is uw favoriete plek in Zuid- Holland?Zonder twijfel mijn melkveehouderijbedrijf in Reeuwijk, in het hartje van het Groene Hart. Hier voel ik mij thuis: ik ben er geboren, opgegroeid en mag hier wonen. En tegelijk is dit de omgeving waar ik met veel plezier werk. <

> AntondeWit foto privéarchief

> In beeld

Page 7: Mens en Landschap

7mens & landschapnummer 2 • winter 2012

> MarcTimmermans(links) foto privéarchief

> Vrijwilligerswerk belicht

De mooiste plekken om vrijwilligerswerk te doen

Door Wim van Wijk

Marc Timmermans: “Het bosje aan de landscheiding”Marc Timmermans (45) uit Gouda doet al tien jaar vrijwilligerswerk. “Het begon met een artikel in zo’n huis-aan-huisblad, waar-van mijn vrouw zei: ‘Is dat niks voor jou?’ Nu heb ik een bosbouw achtergrond,

dus ja, ik heb daar op gereageerd.” Inmiddels coördineert hij de werkzaam-heden van de knotploeg van de Natuur- en vogelwerkgroep Krimpenerwaard die door Landschapsbeheer Zuid-Holland wordt ondersteund. Dat houdt in dat Timmer-mans aan het eind van de zomer de boeren

bezoekt bij wie hij de komende winter aan de slag wil. Verder zorgt hij ervoor dat er elke zaterdag weer een ploegje vrijwilligers klaar staat en dat er dan voor iedereen gereedschap is. “De knotgroep is zo’n 15 man groot en elke zaterdag komen er wel een stuk of tien opdraven. We beginnen in november en gaan door tot half maart, dus we praten over acht of negen zaterdagen. Om negen uur beginnen we en om een uur of één houden we het voor gezien.”Timmermans en zijn mannen hebben een vaste groep ‘klanten’ die allemaal in het oostelijk deel van de Krimpenerwaard hun boerenbedrijf uitoefenen. Als hij daaruit een plek moet kiezen waar hij het liefst aan de slag gaat, noemt hij na enig nadenken het geriefbosje van Ton Vonk Noordegraaf in Stolwijk. “Dat ligt ver van het bebou-wingslint, aan de landscheiding en daar is het, zeker in de winter, hartstikke stil. Het terrein is een halve hectare groot en er staat van alles. Wilgen, berken, eiken en een meidoornhaag om het vee buiten te hou-den. Er broedt een buizerd, je ziet bijzondere eenden en je bent daar echt midden in de polder, in zo’n typisch Krimpenerwaard-landschap.”Als het even kan, wordt al het werk met hand-zagen gedaan. “Alleen in een dikke boom zet-ten we de motorzaag, want we willen zo stil mogelijk werken. Van de takken maken we een ril, waar het winterkoninkje graag zijn nest in maakt. En waar we toch ook een keer de ringslang in hopen te zien, want die komt er voor. En die houdt ook van zulke plekken.” >

Overal in de provincie zijn vrijwilligers met landschapsbeheer in de weer. Van die vele honderden vertellen er drie wat ze precies doen en wat zij de mooiste plek vinden waar zij hun vrijwilligerswerk doen.

“In het geriefhoutbosje ben je echt midden in de polder, in zo’n typisch Krimpenerwaard-landschap.”

Page 8: Mens en Landschap

8 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

Rob van Oord: “De boomgaard naast de ijsbaan”Rob van Oord (63, net opa geworden) begint bijna aan zijn veertigste jaar als vrij-williger. Rond Waddinxveen heeft hij dan ook al ontelbare keren de zaag in een knot-wilg gezet. En meer dan dat, want in de maanden dat er niet geknot kan worden, is hij bezig met de opslag van het haardhout dat de noeste arbeid oplevert en het afleve-ren bij de liefhebbers daarvan. “Eigenlijk kan je zeggen dat ik alleen in de vijf weken dat ik ’s zomers op vakantie ben, niet op zaterdag met landschapsbeheer in de weer ben. Want in augustus ga ik weer bij de boeren langs om te kijken wie wat het komende seizoen gedaan wil hebben. En per winter werken we toch zeker vijftien adressen af.”Ook Rob kan niet zomaar een plek noemen waar hij het liefst aan het werk is. Maar uit-eindelijk valt de keus op een boerderij in Bodegraven, waar hij en zijn mannen nu al

een jaar of zeven, acht komen. “Ten eerste zijn dat verschrikkelijk aardige mensen en verder is het ook nog eens een mooie plek, bijna tegen de Oude Rijn aan en naast een ijsbaan, zodat we soms ook nog even kun-nen schaatsen.”Tot het werk hoort het knotten van een wil-

gensingel om een boomgaard. “Dat zijn flin-ke jongens, met een omtrek van ik denk wel een meter. Als je zo’n knoest hebt leeg geknot, dan zit je als het ware op een paal, midden in een mooi landschap. Daar doe je het dan voor. Maar niet alleen daarvoor, want je helpt zo toch mee het cultuurland-schap in stand te houden. Plus dat je ermee

> RobvanOord(links) foto floris scheplitz

te kennen geeft dat je de boerencultuur waardeert, want het is dat de boer geen tijd – en geen knechten! – meer heeft, anders zou hij het zelf doen.”Ook de ploeg van Rob werkt het liefst stil. “We gebruiken Japanse handzagen en voor het verwijderen van de zijtakken hebben we een rodax, dat is een hakbijl met een lange steel. Pas als we klaar zijn, komt de motor-zaag eraan te pas. Daarmee zagen we de dikke takken in stukken van een meter. Die slaan we op en in het voorjaar haal ik die dan op om de voorraad haardhout weer aan te vullen.”

“Als je een oude wilg hebt leeg geknot, dan zit je als het ware op een paal, midden in een mooi landschap.”

Page 9: Mens en Landschap

mens & landschapnummer 2 • winter 2012 9

Joke van Veen: “Het Veenwater in het Bovenland”Joke van Veen (69) uit Zevenhoven is al vrij-williger sinds mensenheugenis. “Ik was 34 geloof ik, toen ik voor het eerst wilgen ging knotten. Tja, ik hou niet van winkelen, dan moet je iets anders zoeken. En dit is wel leuk!”De laatste jaren laat ze het echte werk over aan de jongeren. “Ik klim niet meer op een ladder, dat doe ik niet meer.” Maar ze ver-zaakt geen van de tien keer dat knotgroep De Ronde Venen er op uittrekt. “Ik sjouw met de takken die uit de bomen zijn gezaagd. Verder is het mijn taak om voor de koffie en de soep te zorgen. En ook de EHBO-kist houd ik onder mijn hoede, maar gelukkig hoef ik die nauwelijks tevoorschijn te halen.”Het meest verheugt ze zich op de keer dat het Veenwater, in de buurt van het dorp De Hoef, op het programma staat. “Dat vind ik het mooiste plekje. Om te beginnen moet je varen om er te komen. Het terreintje ligt in

het Bovenland van de Kromme Mijdrecht. Daar is nooit turf gestoken, behalve in het Veenwater, waar in de oorlog mensen provi-sorisch bezig zijn geweest. Dat is een rom-

meltje geworden, waar de boeren daarna niks te zoeken hadden, met als gevolg dat de boel helemaal verwaarloosd en dichtge-groeid was. Sommige bomen werden zwaar, vielen om en namen een stuk van de leg-akker mee. Het was dus helemaal verwilderd, toen Stichting de Bovenlanden het aankocht. Sindsdien zijn wij het voor die stichting gaan onderhouden en inmiddels hebben we het omgetoverd in een mooi stukje natuur. Het is er heerlijk stil en je kunt er zilverreigers in hun slaapboom zien zitten.”Extra bijzonder aan die dag is dat de knot-ploeg koffie mag drinken in een boerderij in

de buurt. “De boerin stelt de woonkamer ter beschikking, waar ik de koffie en de erwtensoep serveer. Dat betekent ten eer-ste een extra vaartochtje en het is ook nog lekker om even warm en droog te zitten.” <

> Eenwilgensingelhoudtdeijsbaanindeluwte foto rob van oord

> JokevanVeen foto privéarchief

“Ik was 34 toen ik voor het eerst wilgen ging knotten.”

Page 10: Mens en Landschap

10 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

> Samenwerken, elkaar versterken

Aan het einde van het provinciale thema-jaar ‘Leve de Molens’ – in 2011 – zei gedepu-teerde Han Weber dat de aandacht voor de 228 molens in Zuid-Holland niet mocht ver-slappen. “Hij riep het Zuid-Hollands Land-schap, Landschapsbeheer Zuid-Holland en het Erfgoedhuis Zuid-Holland op om een Molennetwerk op te richten en daarmee kennisuitwisseling en samenwerking bin-nen het molenveld te bevorderen”, zegt Brenda van ’t Hof, beleidsondersteunend medewerker bij Provincie Zuid-Holland en betrokken bij de opstartfase van het molen-netwerk Zuid-Holland. “Het themajaar had duidelijk gemaakt dat de molens wel een steuntje in de rug konden gebruiken. Een molennetwerk zou kunnen leiden tot een groter draagvlak voor het in stand houden van molens in Zuid-Holland.”Het molennetwerk is in juli operationeel geworden, maar op 14 december maakte de molenwereld er officieel kennis mee tijdens de startbijeenkomst in Haastrecht. “Al in de aanloop naar die datum is er veel gedaan”, zegt Jan van Dijk van het Zuid-Hollands Landschap. “We hebben de afgelopen maanden bijvoorbeeld gesprekken gevoerd met molenaars en eigenaren om er achter te komen waar zij behoefte aan hebben.”“Daarnaast”, vult Ellen Steendam van Erf-goedhuis Zuid-Holland aan, “hebben we gekeken of en zo ja, hoe dit in andere pro-

Molens hebben de wind mee. Van verschillende kanten kunnen eigenaren van deze gezichtsbepalende elementen van het Hollandse polderland steun verwachten, nu op 14 december het Molennetwerk officieel van start gaat. Daarin bundelen het Erfgoedhuis Zuid­Holland, het Zuid­Hollands Landschap en Landschapsbeheer Zuid­Holland hun krachten. Zij gaan molenaars, moleneigenaren en molenorgani­saties ondersteunen door kennis te verzamelen en toegankelijk te maken en verder door hen van advies te dienen.

vincies is opgepakt. We willen immers niet opnieuw het wiel gaan uitvinden.”

MolenbiotoopDe opdracht van de provincie beperkt zich volgens Van ’t Hof tot drie zaken: het ont-wikkelen van een vrijwilligersbeleid, het kij-ken of de bezoekersaantallen omhoog kun-nen, al dan niet in samenhang met een bezoek aan monumenten in de buurt. En tenslotte het verbeteren van de molenbio-toop. “Met de molenbiotoop bedoelen we het gebied rondom de molen dat van essentieel belang is voor de vrije windvang en het zicht op de molen”, legt ze uit. “Alles binnen een straal van 400 meter uit het middelpunt van de molen hoort er toe. In de verordening Ruimte van de provincie zijn criteria opgesteld over bebouwing en beplanting waaraan de biotoop zowel in stedelijk als landelijk gebied moet voldoen.” Zo mogen er in de directe omgeving geen bebouwing of hoog opgaande bomen staan. Binnen een straal van 100 meter mag er zelfs niets hoger dan één meter boven het maaiveld uitsteken. De molenbiotoop kan verbeteren door bijvoorbeeld groen- beheerplannen op dit punt aan te passen.

Vrijwilligers Het rondje gesprekken met de molenaars en eigenaren maakte duidelijk dat er inder-

daad behoefte is aan vrijwilligers. Van Dijk: “Op meer dan één terrein zelfs. Ze zouden graag zien dat er vrijwilligers komen die als gids groepen bezoekers kunnen rondleiden en met verstand van zaken uitleg kunnen geven over de werking van een molen. Daarnaast kunnen ze vaak iemand gebrui-ken die als klusjesman of vrijwillige mole-naar kan bijspringen. En dan is er nog behoefte aan mensen die in het bestuur zit-ting willen nemen. Dat kan iemand zijn met verstand van financiën – met het oog op fondsenwerving – of iemand die op de hoogte is met de regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening.” Een cursus molengids blijkt er al te zijn. Steendam: “In Groningen wordt die al gege-ven. In overleg met het Groninger Molen-huis, die deze cursus ontwikkeld heeft, gaan wij volgend jaar zo’n cursus voor Zuid-Hol-land opzetten. We hoeven dus niet van voren af aan te beginnen.”

InbrengHet onderhoud van het groen rond de molen is vanzelfsprekend een zaak voor de twee ‘groene’ clubs binnen het Molennet-werk. Felix Schrandt van Landschapsbeheer Zuid-Holland: “Onze primaire kennis en kunde ligt op het terrein van het begeleiden van vrijwilligers. En dan specifiek het inzet-ten van vrijwilligers op terreinen van der-

Molennetwerk gaat molens ondersteunen

Door Wim van Wijk

Page 11: Mens en Landschap

11mens & landschapnummer 2 • winter 2012

> DemolenachterHaastrechtisalsenigevaneenreeksvanzevenmolensbewaardgeblevenfoto eppo notenboom

> Bomenwegzagenomhetmolenbiotoopteherstellen:vrijwilligerskunneneenbelangrijkebijdrageleveren foto landschapsbeheer zuid-holland

den, want in tegenstelling tot het Zuid-Hol-lands Landschap hebben wij geen eigen ter-reinen. Wij overleggen met die eigenaren wat zij gedaan willen hebben en brengen

daarbij onze kennis over de cultuurhistori-sche waarde van het landschap in.” De inbreng van het Zuid-Hollands Land-schap zal meer op de natuurkant liggen:

wat zijn de plant- en diersoorten die bij het beheer van de molenbiotoop in beschou-wing moeten worden genomen. Ook heeft het Zuid-Hollands Landschap veel ervaring in het werven van donateurs en sponsoren. Maar volgens Schrandt moet dit allemaal niet te zeer gescheiden worden. “Het gaat er niet om wie nu straks precies wat gaan doen. We gaan samenwerken en daarbij onze inbreng bundelen. Dat staat voorop. En met die samenwerking komt het goed, want we doen al dingen samen. Zo hebben we dit voorjaar een gezamenlijke vrijwilli-gersdag gehouden, zodat onze vrijwilligers kennis konden maken met wat het Zuid-Hollands Landschap en het Erfgoedhuis Zuid-Holland doen en omgekeerd.”

Van Dijk brengt naar voren dat het Zuid-Hollands Landschap al vertrouwd is met molens. “We beheren namelijk een terrein waarop een molen staat. In 2005 hebben we het terrein De Hooge Boezem achter Haastrecht aangekocht, met inbegrip van de molen Haastrecht. En dat is een bijzon-dere, omdat hij als enige van een reeks van zeven molens bewaard is gebleven. Bovendien is in deze vijftiende-eeuwse bergboezem voor het eerst in Nederland een systeem van getrapte windbemaling toegepast. We hebben de molen groten-deels gerestaureerd en juist vorig jaar is hij, voorzien van nieuwe wieken, opgeleverd. Maar we zijn nog steeds op zoek naar financiering voor de afronding van de res-tauratie. Het gaat onder meer om een scheprad waarmee de molen weer water moet gaan opmalen.”

Het aandeel van het Erfgoedhuis Zuid-Hol-land in het Molennetwerk bestaat eruit dat het als trekker optreedt en de contacten met de provincie onderhoudt. Dit betekent dat het Erfgoedhuis de coördinatie ver-zorgt. Steendam: “Het Erfgoedhuis Zuid-Holland is een expertisecentrum op het gebied van erfgoed. Wij ondersteunen het (historische) erfgoedveld op verschillende >

Page 12: Mens en Landschap

12 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

> Molennetwerk

> OokdemolensopKinderdijkprofiterenvandebundelingvankennisinhetMolennetwerk foto peter paul klapwijk

> OntwikkelingvaneennatuurvriendelijkeoeverinHillegom,tijdenseneenjaarnaaanleg foto landschapsbeheer zuid-holland

manieren, door middel van bijvoorbeeld advisering, cursussen en studiedagen. In het Molennetwerk brengen wij onze inhoudelijke expertise in als het gaat om onder meer vrijwilligersmanagement, monumentenzorg, publieksbereik en soci-ale media. Ook op het gebied van erfgoed-educatie houden we ons met molens bezig. Zo is er enkele jaren geleden de website www.molens4u.nl ontwikkeld, waar lesmateriaal en informatie over molens te vinden is.” Ook met de biotoop van de molen houdt het Erfgoedhuis zich bezig. “Zo adviseren wij gemeentes als zij in een bestemmingsplan voor het buiten-gebied met molens te maken krijgen.”

VerwachtingenAlle drie zijn ze te spreken over hoe de samenwerking tot nu toe verloopt. En ook over de verwachtingen van het Molen-netwerk Zuid-Holland komen zij met eensluidende antwoorden, die Steendam als volgt samenvat: “Belangrijk is dat we ons vraaggericht opstellen. We gaan niet iets doen wat molenaars en eigenaren niet nodig vinden.” Schrandt voegt daar-

aan toe “dat we hen willen helpen meer op eigen benen te staan. Van de overheid is door bezuinigingen minder te verwach-ten. Het is zaak dat molens meer vrijwilli-gers om zich heen verzamelen. Als die met hart en ziel aan zo’n molen verbon-den zijn, dan komt het wel goed met de molens.” <

In dit artikel voert directeur Felix Schrandt het woord namens Land-schapsbeheer Zuid-Holland. Dat doet hij van harte maar noodgedwongen: hij vervangt Debby Gerritsen die door ziekte tijdelijk afwezig is. Debby is vanaf het begin betrokken bij de voorbereidingen van het Molennet-werk.

Natuurlijkvriendelijke oevers in HillegomGemeente Hillegom, Hoogheemraadschap van Rijnland en Landschapsbeheer Zuid-Holland geven gezamenlijk een vervolg aan het project ‘Natuurvriendelijke oevers’. De gemeente Hillegom zet zich in voor het ver-beteren van de waterkwaliteit en biodiver-siteit binnen de bestaande woonwijken. Ze realiseert dit door de aanleg van 600 meter natuurvriendelijke oevers. Deze winter worden de werkzaamheden uitgevoerd. De nieuwe oevers sluiten aan de op oevers die in 2011 zijn gerealiseerd. Met deze natuur-vriendelijke oevers ontstaan langs het water verschillende groeiplaatsen voor planten, door een geleidelijke overgang van land naar water. Soorten die zich hier thuis voelen zijn onder andere kattenstaart, gele lis, moerasvergeet-me-nietje en water-munt. Bovendien hebben de planten een zuiverende werking op het slootwater. Naast het begeleiden van de uitvoering gaat Landschapsbeheer Zuid-Holland de bestaande oevers monitoren op vegetatie. Voor de start van de werkzaamheden werden zo’n 20 soorten planten gevonden. In de zomer na de aanleg waren dat al ruim 70 verschillende soorten. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat ontwikkeling wordt geholpen door het aanplanten en inzaaien van oeverplanten.

Page 13: Mens en Landschap

13mens & landschapnummer 2 • winter 2012

> Nieuws over het landschap

> DebittervoornisopenomeninTabel3vandeFlora-enFaunawet foto jelger herder

> Samendestilteervaren,bijhetkriekenvandedag foto landschapsbeheer zuid-holland

> ProvincialeVrijwilligersdag2012inFortaandenHoekvanHolland

Zichtbaar aan het werkLandschapsbeheer Zuid-Holland heeft spandoeken laten maken voor de land-schapsvrijwilligersgroepen. Hierdoor kun-nen voorbijgangers zien waar er aan het landschap wordt gewerkt. Ook nodigt de tekst passanten uit om zelf mee te doen. Op verzoek van een aantal groepen lever-den we maatwerk door het logo van de groep op het spandoek te drukken. De groepen ontvangen het spandoek gratis dankzij een bijdrage van de Nationale Post-code Loterij. Er zijn 10 extra spandoeken gemaakt, dus heeft uw groep alsnog inte-resse, meld dit dan bij [email protected] of (0182) 68 36 66. Wees er snel bij, want op=op.

Voor in de agenda!De jaarlijkse Provinciale Vrijwilligersdag vindt plaats op zaterdag 9 maart 2013 in Rockanje. Met dit jaar weer een gevarieerd programma, in samenwerking met het Zuid-Hollands Landschap en Erfgoedhuis Zuid-Holland. Inschrijving kan via onze website, vanaf half januari tot uiterlijk 23 februari 2013. Wij hebben er weer zin in! Komt u ook?

Hier werken vrijwilligersaan het landschap

Doe ook mee!www.landschapsbeheerzuidholland.nl

Quickscan flora en fauna Om natuurwaarden te beschermen is het belangrijk om bij werkzaamheden in het landschap rekening te houden met (beschermde) plant- en diersoorten. Land-schapsbeheer Zuid-Holland ondersteunt initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelin-gen hierbij, zoals particulieren, projectont-

Dag van de StilteZondag 28 oktober is dit jaar uitgeroepen tot de landelijke Dag van de Stilte. Op deze dag ging in heel Europa de zomertijd over in wintertijd, een mooi moment om letterlijk stil te staan bij de stilte. Samen met Groene Hart-gids Eric Kiffers organiseerde Land-schapsbeheer Zuid-Holland een stiltewan-deling in buurtschap Weipoort met aan-dacht voor de rijke historie van het buurt-schap. Bij het krieken van de dag startte de wandeling. De opdracht aan de acht deelne-

mers was om de stilte te vangen in beeld. Gewapend met fotocamera gingen zij deze uitdaging aan. Dat resulteerde in prachtige beelden! Na afloop van de wandeling stuur-den alle deelnemers de mooiste drie foto’s op. De jury, bestaande uit Mirjam Eikelen-boom van Landschapsbeheer Zuid-Holland en Eric Kiffers, koos hieruit de mooiste foto. Daarbij is vooral gelet op de stilte: is deze gevangen in beeld?! De winnende foto is gemaakt door Loeki van Ruyven en vindt u terug op de achterkant van deze editie van Mens & Landschap.

wikkelaars en gemeenten. Hiervoor voeren wij een zogenoemde quickscan uit. Tijdens een quickscan kijken we of er wettelijk beschermde dieren of planten voorkomen in het werkgebied en welke invloed de werkzaamheden hebben op deze soorten. Momenteel ondersteunen wij onder andere Gemeente Teylingen bij de uitbreiding van de milieustraat in Voorhout. In dit project moet bijvoorbeeld rekening gehouden wor-den met de rugstreeppad en bittervoorn.

Page 14: Mens en Landschap

14 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

Snoeien, zagen, hooien, schonen van poelen en knotten van wilgen zijn belangrijke klus-sen voor de natuur, omdat veel planten en dieren zo weer de ruimte krijgen. Zorgden

Op zaterdag 3 november werd voor de twaalfde keer in het hele land de Natuur­werkdag gehouden. In Zuid­Holland gingen dit jaar 1428 mensen aan de slag op 53 locaties. Weer een nieuw record, ondanks de regen in de ochtend! In Kinderdijk opende Han Weber, gedeputeerde Groen, Water, Cultureel erfgoed, Media, en Kust de Natuurwerkdag in Zuid­Holland, samen met Hans Hofstede, voorzitter van Stichting Werelderfgoed Kinderdijk, Rinus Houtman, burgemeester van gemeente Nieuw­Lekkerland en Felix Schrandt, directeur van Landschapsbeheer Zuid­Holland.

Door Dorien Wiltjer

“Waarom het zo leuk is? Gewoon, lekker buiten zijn!”

> Natuurwerkdag 2012

> VeelhandenmakenlichtwerktijdensdeNatuurwerkdagbijWorldArtcenterDelft foto Marien de Dreu

vroeger de boeren voor de onderhouds-werkzaamheden aan het landschap, tegen-woordig hebben de natuur en de unieke landschappen van Zuid-Holland de zorg

nodig van al haar inwoners. Wanneer we samen zorgen voor onze groene leefom-geving, kunnen we de bijzondere land-schappelijke en cultuurhistorische waarden behouden voor volgende generaties. Bij-voorbeeld tijdens de Natuurwerkdag. In dit artikel een verslag van de Natuurwerkdag op drie locaties.

Bert van Duijl, locatieleider Nessebos, Rotterdam Het Nessebos is ontstaan nadat gemeente Zevenhuizen 18 jaar geleden het gebied een natuurbestemming gaf om afstand te

Page 15: Mens en Landschap

15mens & landschapnummer 2 • winter 2012

bewaren tot Rotterdam. Destijds zijn ber-ken aangeplant, in rijen, op drie verschil-lende percelen. De aanplant van de berken was bedoeld voor de houtproductie, maar dit doel is in de loop van de tijd uit het oog verloren. Het Nessebos is nu een natuur-gebied met een wandel- en fietspad. Het berkenbos is in een fase beland waarin weinig licht en ruimte beschikbaar is, omdat de bomen dicht op elkaar staan. Ecologisch gezien is een donker en dicht aangeplant bos niet interessant. Er is geen onderbegroeiing van kruiden aan-wezig, waarvan vlinders en insecten graag gebruikmaken.

“We hebben 150 bomen gekapt, dat had ik nooit verwacht!”

Tijdens de Natuurwerkdag zijn berken omgezaagd om het bos opener, lichter en ecologisch interessanter te maken. Het gaat hierbij om de dunnere berkenstammen, die al in slechtere conditie waren. Zo krijgen de vitalere berken meer ruimte om tot een mooie boom uit te groeien. Bert van Duijl vertelde ‘s ochtends: “Vandaag zagen we de berkenbomen om met een diameter van ongeveer 10 tot 15 centimeter. Ik hoorde net een deelnemer roepen dat ze in één uur al 20 bomen hebben omgezaagd en verwerkt in de takkenril. Dat verloopt dus voorspoe-dig.” In het Nessebos hielpen 12 mensen mee om het bos natuurlijker te maken. Aan het einde van de dag was de groep zeer tevre-den. Van Duijl: “We hebben een groot terrein vrijgemaakt en ongeveer 150 bomen omge-kapt. Dit had ik vooraf nooit verwacht. We werden enthousiast en uitstekend begeleid door Rien van der Vorm, voorzitter van de Natuur- en Vogelwacht Rotta. Het was wel-iswaar een miezerige dag met lichte regen,

> HetNessebosvóórdeNatuurwerk foto landschapsbeheer zuid-holland

> HetNessebosnadeNatuurwerkdag foto bert van duijl>

Page 16: Mens en Landschap

16 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

maar ook een heel plezierige dag. Iedereen vond het een leuke ervaring. Tijdens de kof-fie om half elf en tijdens de lunch leerden we elkaar beter kennen en kwam iedereen in goede stemming. Mensen uit Den Haag, Nieuwerkerk aan den IJssel en uit Moord-recht konden goed met elkaar overweg, erg leuk. Trouwens, er zijn ook meer deelnemers gekomen dan zich hadden opgegeven, kort-om een geslaagde Natuurwerkdag!”

Han van den Boogaard, locatieleider World Art Delft: “Fijn om af en toe extra hulp te krijgen.” World Art Delft vormde een prachtig decor voor de Natuurwerkdag. Met kunstwerken op de achtergrond is er stevig geklust op het terrein van de kunstgalerie in Delft. Op het programma stond een knotbeurt voor 25 wilgen. Een flinke klus, maar vele handen maken licht werk, zo gold ook zeker in Delft. Een groep kinderen van de Delftse Natuur-wacht stond tijdens de Natuurwerkdag te popelen om te beginnen. En zelfs uit Rotter-dam en Den Haag waren mensen gekomen

> vervolg pagina 15

om te helpen met knotten. Han van den Boogaard, locatieleider in Delft vertelde aan het begin van de middag waarom het belangrijk is dat de wilgen geknot worden: “De knotwilgen die hier langs de sloot staan knotten we elke drie jaar. Dit doen we in fasen: elk jaar wordt een derde van de rij geknot waarbij we de bomen om en om kie-zen. Zo wordt het geen kaal gezicht. Wan-neer we zouden stoppen met het knotten van de wilgen, zouden de bomen een voor een omwaaien omdat het hout op de bomen te zwaar is geworden.” Vroeger stonden op veel boerenerven in Midden-Delfland knot-wilgen. Van den Boogaard vervolgt: “De boeren gebruikten het hout voor bezems, om manden te vlechten of voor oeververste-

> KinderdijkaandeMolendijkNederwaard,vóórdeNatuurwerkdag foto peter paul klapwijk

> Natuurwerkdag 2012

viging.” Het hout bij World Art Delft krijgt een andere bestemming.

Nadat alle wilgen waren geknot, klusten de deelnemers tijdens de Natuurwerkdag ver-der in de Belevingstuin. De vers afgezaagde wilgentenen vormden bouwmateriaal voor een schuilhut en verschillende hekjes. “We beheren het buitenterrein van World Art Delft met een kleine groep vrijwilligers en dan is het fijn om af en toe extra hulp te krijgen”, aldus Van den Boogaard. “En het leuke aan deze klus is dat je direct resultaat ziet: de knotwilg is kaal en kan weer een paar jaar vooruit.” Waarom het zo leuk is om tijdens de Natuurwerkdag met elkaar deze klus te klaren, blijkt wel uit de reactie van een van de jonge deelnemers: “Gewoon, omdat we lekker buiten zijn!” <

“Waarom het zo leuk is om tijdens de Natuurwerkdag met elkaar deze klus te klaren: Gewoon, omdat we lekker buiten zijn!”

Page 17: Mens en Landschap

17mens & landschapnummer 2 • winter 2012

> KinderdijkaandeMolendijkNederwaard,nadeNatuurwerkdag foto peter paul klapwijk

> verslag natuurwerkdag 2012 in kinderdijk, door mientje den boer, landschapsmentor landschapsbeheer zuid-holland

“Op zaterdag 3 november vertrek ik om kwart voor acht vanuit Strijen. In Kinderdijk trekt de Natuurwerkdag jong en oud; de leeftijd van de ruim 40 deelnemers varieert tussen 6 en 76 jaar. Henk Freriksen, locatieleider Kinderdijk, geeft in het gemaal Wisboom uitleg over de werkzaamheden en de scherpe gereedschappen. Ook de EHBO’er wordt voorgesteld. Dan gaan we vol goede zin op pad.

“er ontstaat spontane samenwerking tussen mensen die elkaar nog nooit hadden ontmoet”

De meeste werkers vertrekken over het water met een ponton naar de klus. Gedeputeerde Han Weber heeft er duidelijk ook zin in: hij staat al klaar bij het fietspad. Trappelend van ongeduld luisteren we naar de toespraken van Hans Hofstede, voorzitter van de Stichting Werelderfgoed, Rinus Houtman burgemeester van Nieuw-Lekkerland, Felix Schrandt, directeur van Landschapsbeheer Zuid-Holland en Han Weber zelf. Laatstgenoemde heeft niet eens de eerste toespraak afge-wacht, maar alvast de zaag uitgeprobeerd. Met het zagen van een wilgenbosje door de vier bestuurders is de Natuurwerkdag in Zuid-Holland officieel geopend. En dan mogen we eindelijk aan de slag.

Het is voor de molens van belang dat zij vrij zijn om de wind te vangen. De opgeschoten wilgen, essen, elzen en ander hout

moeten daarom regelmatig worden ingekort en verwijderd. Dankzij de goede gereedschappen maken vele handen het werk licht. Al na 10 minuten zijn de eerste wilgen en essen ingekort en komen er bossen te liggen langs het fietspad. Er ontstaat spontane samenwerking tussen mensen die elkaar vóór deze dag nog nooit hebben ontmoet. De natuur en het werk zorgen voor een saamhorigheidsgevoel. Ieder werkt naar eigen kunnen. De regen die toch nog valt, deert haast niemand. We gaan stug door! Toch wel minstens twee kilometer talud wordt ontdaan van opschot. De mannen van Hoek Hoveniers hebben maandag heel wat op te halen. Om 12 uur varen we op het ponton naar de vierde molen voor een kop soep en brood. Dat valt natuurlijk in de smaak. En ondertussen mogen we rondkijken in de molen waar gewoond wordt. Daarna beginnen we aan het tweede deel van de dag. Naast de molen staan wat bosjes die ook worden ontdaan van hun te grote pruik. Dan met het ponton weer naar de overkant. De kleintjes gaan ondertussen naar de werkplaats om een eigen windmolen te timmeren. Hier is al veel voorwerk verzet, zodat echt ieder kind met een complete molen de dag kan afsluiten. Als de zagers terugkomen wordt een vuurkorf aangestoken en drinken we met elkaar op het behaalde resultaat. Nu hebben we echt tijd voor een praatje. Als kers op de taart treedt dan ook nog een ukeleleband voor ons op. Conclusie aan het eind van deze dag: dat doen we graag nog eens!”

Page 18: Mens en Landschap

18 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

periodes zoals tijdens het broedseizoen. Toch is het soms nodig om belangrijke slo-ten, wegbermen en waterkeringen voor 15 juli te maaien. Bijvoorbeeld om maximale verschraling te krijgen, want dat maakt een dijk sterker.” Ook treedt dit dilemma op bij calamiteitenbeheer. Dat is nodig wanneer water- en oeverplanten de doorgang van een watergang zodanig belemmeren dat de

Doorstroming zonder verstoring Hollandse Delta is verantwoordelijk voor het onderhoud en beheer van sloten, dijken en bermen. ”We moeten daarbij wel rekening houden met de Flora- en faunawet”, legt Robbert Leijdekker uit. “We hebben daar dan ook een gedragscode voor ontwikkeld. Hierin staat dat we gemiddeld twee keer per jaar maaien, maar liefst niet in kwetsbare

Door Nelleke van Bergen

Ieder voorjaar, tijdens het broedseizoen, staat waterschap Hollandse Delta weer voor de uitdaging om te allen tijde doorstroming in de sloten te waarborgen, terwijl de waterplanten welig tieren. Het polderwater moet kunnen stromen, maar waterplanten kunnen de doorstroming in de sloten belemmeren. En maaien mag niet in het broedseizoen, om de nesten van vogels niet te verstoren. Dankzij het project Inventarisatie biotopen broedvogels is hiervoor een oplossing gevonden. In dit project werkt Landschapsbeheer Zuid­Holland samen met Hollandse Delta en vrijwilligers aan een goed beheer van sloten, dijken en taluds. Beleidsmedewerker Robbert Leijdekker van waterschap Hollandse Delta, vrijwil­liger Janus Verkerk, voorzitter van de vogelwerkgroep Hoekschewaards Landschap en projectleider Marcel Schildwacht van Landschapsbeheer Zuid­Holland vertellen over hun rol in dit project.

Nesten niet onnodig verstoord, doorstroming sloten verbeterd

> MarcelSchildwacht:“Vogelsvliegenennestelennietiederekeeropdezelfdeplaatsmaarwelineenzelfdebiotoop.” foto landschapsbeheer zuid-holland

doorstroming wordt gehinderd, Leijdekker: ”Door onvoorziene omstandigheden kan het water dan niet doorstromen. De oor-zaken hiervan verschillen. Door veel of weinig regen kan de waterstand in de sloot te hoog of juist te laag zijn. Dat kan per jaar en zelfs per seizoen verschillen. Of het is ineens groeizaam weer, waardoor waterplanten en riet sneller groeien.” Op het moment dat er extra water de polder in of uit moet, dan is het soms nodig om voor de geplande datum het onderhoud te laten plaatsvinden. Dat betekent calami-teitenbeheer. Het waterschap staat op dat moment voor de taak om de doorstroming van het water te waarborgen, zonder broedende vogels te verstoren. Dit pro-bleem legde Leijdekker voor aan Land-schapsbeheer Zuid-Holland.

Inventarisatie biotopenHet project begon met de kaarten van het waterschap. Op deze kaarten staan de slo-ten en bermen ingetekend die mogelijk gemaaid moeten worden in het broedsei-zoen. Marcel Schildwacht van Landschaps-beheer Zuid-Holland inventariseerde of deze sloten en bermen een geschikte bio-toop voor broedvogels zouden kunnen zijn. “Vogels zijn namelijk mobiel”, legt Schild-wacht uit, ”ze vliegen, en nestelen niet iedere keer op dezelfde plaats, maar wel in eenzelfde biotoop.” De inventarisatie lever-de 148 locaties op waar vogels zoals een rietzanger of gele kwikstaart zouden kun-nen broeden, de zogenaamde risico- locaties. Met deze informatie kan het waterschap bij calamiteitenbeheer tijdens het broedseizoen de risico-locatie inventa-riseren op mogelijke broedgevallen, voor-dat er gemaaid wordt. Voor deze tweede inventarisatie kunnen via Landschapsbe-heer Zuid-Holland vrijwilligers worden ingeschakeld.

> Biotoop- en broedvogelinventarisatie

Page 19: Mens en Landschap

19mens & landschapnummer 2 • winter 2012

CalamiteitenbeheerTijdens calamiteitenbeheer is snel handelen belangrijk: het water moet immers blijven stromen. Samen met Landschapsbeheer Zuid-Holland is een korte en duidelijke procedure ontwikkeld. Als de terreinmedewerkers van het waterschap tijdens het broedseizoen sig-naleren dat calamiteitenbeheer nodig is en bijvoorbeeld een berm gemaaid moet wor-den, belt het waterschap met Landschapsbe-heer Zuid-Holland. Zij schakelen de hulp in van een ervaren vrijwilliger, die er op zijn beurt voor zorgt dat binnen vijf werkdagen een cala-miteitenscan uitgevoerd wordt. Landschaps-beheer Zuid-Holland tekent de resultaten in op een kaart en geeft hierbij een advies aan het waterschap. Leijdekker: “Wij als water-schap beslissen echter te allen tijde wat er gedaan wordt. Als er nesten gevonden zijn, bekijken we hoe de beheerwerkzaamheden het beste kunnen uitvoeren. Dat kan zijn dat we de sloot wel schonen en het talud niet of toch maaien, maar dan niet op de plekken waar de nesten liggen. De kaarten van Land-schapsbeheer Zuid-Holland zijn zo duidelijk dat ook een aannemer ze goed kan lezen.”

geleden de vraag is neergelegd of er vrijwilli-gers waren die calamiteitenscans wilden uit-voeren. ”Helaas was het in 2011 te kort dag om alles op tijd te kunnen regelen en heeft Landschapsbeheer Zuid-Holland nog veel zelf gedaan. Maar dit jaar zijn we tijdig

> RobbertLeijdekker:“Doorstromingvanhetwaterwaarborgen,zonderbroedendevogelsteverstoren,datwillenwebereikenmetditproject.” foto privéarchief

Lovenswaardig initiatiefVanaf het begin was het voor Schildwacht duidelijk dat de kennis van vrijwilligers waar-devol zou zijn. ”Alle vogelwerkgroepen zijn om hulp gevraagd.” Zo ook het Hoeksche-waards Landschap waar ongeveer twee jaar

> HetwerkgebiedvanWaterschapHollandseDeltastrektzichuitvandekopvanGoereetothetEilandvanDordrecht bron waterschap hollandse delta

>

Page 20: Mens en Landschap

20 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

gestart met een overleg tussen alle partijen”. ”Er komen veel verzoeken binnen”, neemt Janus Verkerk van het Hoekschewaards Landschap het over. ”In het begin waren er wat aanloop- en communicatieproblemen. Het is een jong project en dan loopt nog niet alles feilloos. Dan kan het zomaar gebeuren dat een plek die gescand moet worden toch al gemaaid is.”Als Landschapsbeheer Zuid-Holland Verkerk benadert voor een scan, probeert hij een vrijwilliger te mobiliseren of anders voert hij de inventarisatie zelf uit. Met hulp van de vrijwilligers worden op deze manier de risico-locaties, uit de eerste inventarisatie, verfijnd. Als vogelliefhebber is de bescher-ming van vogels voor Verkerk de grote winst van dit project. Inmiddels heeft hij vastgesteld waar de bosrietzanger en de rietgors voorkomen en heeft het water-schap het beheer daarop aangepast. ”Moei-lijker is het vaststellen van de aanwezigheid van patrijzen.” Wat Verkerk betreft zou de calamiteitenscan uitgebreid mogen worden naar alles wat vliegt of nestelt in de ber-men. ”Mij gaan namelijk niet alleen vogels, maar ook vlinders aan het hart, met name het hooibeestje en het icarusblauwtje.” Het inventariseren van kwetsbare plekken in de natuur en de wens om hiermee rekening te houden vindt hij een lovenswaardig initia-tief van het waterschap. Een initiatief dat wat hem betreft ook best uitgebreid zou mogen worden naar andere plekken in de provincie.

> Biotoop- en broedvogelinventarisatie

Voordelen voor het waterschap”Er zijn veel manieren om invulling te geven aan de gedragscode”, vervolgt Leijdekker. ”In dit project hebben wij bewust voor deze vorm van samenwerking gekozen. Het resultaat is een kwalitatief goed product tegen een aantrekkelijke prijs. Ook de eigen terreinmedewerkers zijn enthousiast geworden. Ten eerste hebben zij hun kennis vergroot omdat ze een cursus van Land-schapsbeheer Zuid-Holland hebben gevolgd. En verder zijn zij zich meer bewust van het belang om de vogels te beschermen bij het uitvoeren van de beheerwerkzaam-heden. Bijkomend voordeel is dat we kennis hebben gekregen over hoe we de doorstro-ming borgen zonder verstoring. Beter kaart-

materiaal van alle risico-locaties en een goede tijdsplanning helpen daarbij. Ook het maatschappelijk draagvlak is vergroot. Voorheen waren er altijd wel natuurliefheb-bers die zich terecht of onterecht afvroegen of we de Flora- en faunawet wel naleefden als waterschap. Door dit project laten we zien dat we op een zorgvuldige manier met beheer en broedvogels omgaan.” Wat Leij-dekker betreft krijgt het project een ver-volg. Ambtelijk wordt nog bezien of dat haalbaar is.

Hollandse Delta heeft extra oren en ogen in het veld gekregenOok Schildwacht is enthousiast over dit pro-ject. ”Als Landschapsbeheer Zuid-Holland kunnen we laten zien waar we goed in zijn, namelijk intermediair tussen initiatiefne-mer en vrijwilligers, en gebruik maken van onze gebiedskennis. De vrijwilligers worden meer en meer betrokken bij dit project en de ecologische waarde wordt gerespec-teerd. Dat leidt uiteindelijk tot een grotere diversiteit.” In het begin was er volgens hem ruis op de lijn omdat iedereen zijn eigen taal spreekt. Maar inmiddels is de ruis eruit gefilterd. Over ruis kan Schildwacht nog een anekdote vertellen: “Het water-schap heeft op basis van de distelverorde-ning ook de plicht om de verspreiding van de akkerdistel tegen te gaan. Op aanvraag van het waterschap voerde ik een calamitei-tenscan uit op een bepaald perceel.” Aanlei-ding voor de scan was een klacht van een bewoner, dat het op zijn terrein paars zag van de akkerdistel. Schildwacht: “Het zag inderdaad paars, maar niet van de akkerdis-tel. Het ging om de bloem van het knoop-kruid. Van de akkerdistel waren maar drie of vier haarden aanwezig.” Die constatering voorkwam dat precies het verkeerde gewas zou worden gemaaid. ”Inventarisatie leidt ook in dit geval tot beter beheer.” Schildwacht wil hiermee maar zeggen dat het project ook wat hem betreft tot in leng-te van jaren een vervolg krijgt. <

> JanusVerkerk:“Eenlovenswaardiginitiatief.” foto privéarchief

> Ookdegelekwikstaartprofiteertvandeinventarisaties foto mirjam van donselaar

Page 21: Mens en Landschap

21mens & landschapnummer 2 • winter 2012

> Naleveringvanhetplantmateriaal,kanbegonnenwordenmetaanplant

Streekeigen beplanting zorgt voor een erf vol leven

materiaal vaak niet bij een regulier tuincen-trum verkrijgbaar is. Om die reden kiest men onbewust andere beplanting die niet aansluit bij het omringende landschap.

Kies voor Zuid-Hollands GroenDe onbekendheid met streekeigen bomen en struiken en het soms lastig kunnen ver-krijgen daarvan, waren twintig jaar geleden aanleiding voor Landschapsbeheer Zuid-Holland om het project ‘Kies voor Zuid-Hol-lands Groen’ op te starten. Het project biedt de mogelijkheid om gemakkelijk een keur aan streekeigen bomen en struiken aan te schaffen, waaronder ‘ouderwetse’ hoogstamfruitbomen en beschermingsma-terialen. Daarnaast adviseren medewerkers

Door Erwin Pronk, fotorafie Landschapsbeheer Zuid-Holland

Onbekend maakt onbemindSteeds vaker verschijnen in het landelijk gebied schuttingen of ijzeren hekwerken en gebiedsvreemde beplantingen, zoals coni-feer en laurier. Veel mensen zijn minder bekend met inheemse bomen en struiken

> Kies voor Zuid-Hollands Groen

De grille structuren van hoogstamfruit, de omvangrijke knot met holtes van een oude knotwilg, een groene erf af scheiding met een haag van gewone liguster. Veel van deze cultuurhistorische erfbeplantingen, bestaande uit inheemse boom­ en struiksoorten, zijn verdwenen uit het landschap van Zuid­Holland. Gebiedsvreemde beplanting en schuttingen verschijnen in toenemende mate in het landelijk gebied. Landschapsbeheer Zuid­Holland wil mensen graag bewust maken van de keuze van beplanting en hun de mogelijkheid bieden om inheems plantmateriaal aan te schaffen.

>

en de cultuurhistorie van het gebied. Vaak kennen bewoners de mogelijkheden niet om met inheems plantmateriaal op en rond het erf een mooie aanvulling te maken op het landschap. Daar komt bij dat in het geval van een grote aanplant het inheemse

Page 22: Mens en Landschap

22 mens & landschap nummer 2 • winter 2012

> Kies voor Zuid-Hollands Groen

> hoogstamfruitboomgaard uit 1905 in ere hersteld

Bodegraven – Aan de Meije 28 woont Hans Verspoor samen met zijn vrouw in een boerderij uit 1905. Acht jaar geleden werden zij verliefd op de boerderij, het omringende veenwei-delandschap en het weidse uitzicht. Op het moment dat zij er kwamen wonen was de erfbeplanting behoorlijk in verval geraakt. Ook de hoogstamboomgaard leed onder achterstallig onderhoud. De familie Verspoor trok zich het lot van de boomgaard aan en was vastbesloten om behalve de boerderij ook de cultuurhistorisch waardevolle boomgaard in ere te herstellen. Dankzij het project Kies voor Zuid-Hollands Groen is dit gelukt.

Waarom hebt u meegedaan aan het project Kies voor Zuid-Hollands Groen?We zijn vanaf het begin trots geweest op onze hoogstam-boomgaard. Ons plan van acht jaar geleden was dan ook om

hem op te knappen. Het project Kies voor Zuid-Hollands Groen gaf ons de mogelijkheid om gemakkelijk aan oude en streekeigen fruitrassen te komen. Vanaf 2007 hebben we ieder jaar via Kies voor Zuid-Hollands Groen enkele hoogstamfruit-bomen aangeplant. En vorig jaar heeft de subsidie ons over de streep getrokken om de laatste 10 hoogstamfruitbomen in één keer aan te schaffen en aan te planten. Aangezien de subsidie ook betrekking had op de (eigen) arbeid voor aanplant en snoei, stelde dit ons in staat om een professionele fruitboom-snoeier in te schakelen. Van hem heb ik ook allerlei tips gekregen. In diezelfde tijd hebben we de cursus Hoogstamfruit van Landschapsbeheer Zuid-Holland gevolgd, zodat we nu de boomgaard zelf goed kunnen onderhouden.

Hoe hebt u van het project Kies voor Zuid-Hollands Groen gehoord?Bij de aankoop van onze boerderij heeft Landschapsbeheer Zuid-Holland ons geadviseerd over het erf en de bijhorende beplanting. Tijdens dit erfadvies hebben zij ons geattendeerd op het project Kies voor Zuid-Hollands Groen.

> HansVerspoor:‘DankzijhetprojectKiesvoorZuid-HollandsGroenisgeluktomdehoogstamfruitboomgaarduit1905inereteherstellen.’

van Landschapsbeheer Zuid-Holland over de groene inrichting van het woonerf of het agrarisch bedrijf. Door bewoners te sti-muleren om inheems plantmateriaal aan te planten op hun eigen erf of grondgebied, verbeteren de landschappelijke en ecologi-sche waarden van het Zuid-Hollandse land-schap. Dat hier behoefte aan is blijkt wel uit de lange looptijd van het project. Ook dit jaar weer was de belangstelling groot: de inwoners van Zuid-Holland plantten samen 154 laanbomen, 29 leibomen, 150 veren (boompjes van anderhalve meter hoog), 7553 stuks bosplantsoen en 519 fruitbomen.

Een erf vol levenEen landschappelijk ingericht boerenerf of tuin is beeldbepalend voor een streek en draagt bij aan het karakter van bijvoorbeeld een bebouwingslint. Niet alleen behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle elementen is een belangrijke reden tot aan-plant. Streekeigen bomen en struiken zor-gen ook voor interessante plekken voor

Page 23: Mens en Landschap

23mens & landschapnummer 2 • winter 2012

vogels, kleine zoogdieren, amfibieën en soms ook reptielen. Hoe gevarieerder het erf met bomen en struiken is aangekleed, hoe meer diersoorten zich er thuis zullen voelen. Zo vindt een steenuil nestgelegenheid in een oude hoogstamfruitboom, een egel beschutting in takkenrillen en een roodborst voedsel in de holtes van een knotboom. Kortom, een erf met streekeigen bomen en struiken zorgt voor leven!

Meer informatieIn de brochure ‘Kies voor Zuid-Hollands Groen’ zijn bomen en struiken beschreven die in Zuid-Holland streekeigen zijn. Daar-naast bevat het informatie over de verschil-lende gebruiksdoeleinden, een overzicht van te stellen eisen aan de groeiplaatsen, aanplantinstructies en de eerste verzorging na aankoop. De brochure is gratis aan te vragen via www.landschapsbeheerzuidhol-land.nl/webwinkel. De bijhorende prijs- en bestellijst is te down-loaden van www.landschapsbeheerzuidhol-land.nl, maar wordt ook meegestuurd met

de brochure. Het bestelde plantmateriaal wordt binnen de aangegeven leverings-termijn gratis aan huis geleverd. <

Wat vindt u van het project Kies voor Zuid-Hollands Groen?Het bebouwingslint de Meije is een schitterend lint dat veel cultuurhistorische en landschappelijke waarden herbergt. Iedere keer als ik in de Meije terugkom, denk ik wat is het hier toch bijzonder en mooi! Er wonen mensen met allemaal verschillende achtergronden, maar toch is het lint één geheel. We zijn met elkaar verantwoordelijk om de streekeigen waarden van de Meije te behouden en waar mogelijk te versterken. Het project Kies voor Zuid-Hollands Groen biedt de mogelijkheid om bomen en struiken te bestellen die van oorsprong voorkomen in Zuid-Holland. Het project is daarom uniek en belangrijk voor het Zuid-Hollandse landschap.

De fruitbomen zijn niet alleen mooi, maar geven ook veel fruit. Wat doet u met al dat fruit?Gelukkig hebben we een paar oude bomen kunnen sparen. Die fruitbomen zijn waarschijnlijk in hetzelfde jaar geplant als de boerderij gebouwd is. Ruim honderd jaar oud dus! Twee jaar geleden had één zo’n oude hoogstam een kleine 300 kilo appels hangen. Deels hebben we die zelf opgegeten, de rest

hebben we weggegeven en verkocht in een stalletje aan de weg. Een groot deel van de appels hebben we verwerkt tot cider en appelstroop, wat trouwens leuk is om te doen. En het is nog lekker ook! Bij een toekomstig overschot denk ik weer een groot deel van de appels te verwerken tot cider. En we denken er ook aan om er sap van te maken.

Op welke manier is uw erf veranderd door de nieuwe aanplant?Ons erf is nu mooi groen en sluit aan bij het omringende landschap. Bij de aanplant hebben we altijd gestreefd naar behoud van openheid. We wilden het erf niet te dicht beplanten. De hoogstamfruitbomen geven geur en kleur aan het landschap en dragen uiteraard ook bij aan een goed ecologisch milieu. Zelf merken wij dit ook aan de hoeveelheid vogels die zich in de boomgaard ophouden om daar te foerageren en te schuilen. Een mooi voorbeeld zijn de ransuilen die ieder jaar een bezoekje brengen aan onze fruitboomgaard, een imposant gezicht! Ons erf leeft en dat is de kroon op onze hoogstamboomgaard en de overige aanplantingen.

> Somshelpenwesteenuileneenhandjedooreenuilenkastteplaatsenineenboomgaard

Page 24: Mens en Landschap

> TijdensdeDagvandeStilte,28oktober2012,laatNoordAaeenrimpellozeweerspiegelingzienvanHollandsewolken.. foto loeki van ruyvenEnnognetdehengelvaneenvisserzichtbaar.

Landschapsbeheer Zuid-Holland, omdat ons landschap alleen door een actieve bijdrage van bewoners en gebruikers waardevol kan blijven voor de komende generaties