3.1 Leenheren en leenmannen...
Transcript of 3.1 Leenheren en leenmannen...
20‐10‐2013
1
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
3.1 Leenheren en leenmannen
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
3.1 Leenheren en leenmannen
Coriovallum (Romeins Heerlen)
Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof (christendom) waren volledig Romeins. Door gebeurtenissen in de 2e helft van de 5e eeuw veranderde het karakter van dit gebied aanzienlijk!
De Franse stad Arles
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20e eeuw
20‐10‐2013
2
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Gevolgen van de volksverhuizingen en de ineenstorting van het West‐Romeinse rijk in West‐Europa:1. de eenheid van bestuur
verdwijnt2. de geldeconomie verdwijnt3. veel steden verschrompelen
tot kleine nederzettingen4. het wegennet raakt in verval5. handel en nijverheid kwijnen
weg.6. Er ontstaan diverse kleinere
koninkrijken.
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Na verloop van tijd komen de Frankenals belangrijkste machthebbers naarvoren. Clovis een de Frankischekoningen wilde (om zijn gezag teversterken) de steun van de Gallo‐Romeinse bevolking en bekeerde zichdaarom rond 500 v. Chr. tot hetchristendom
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Na de dood van Clovis viel zijn rijkweer uiteen. Uiteindelijk wist defamilie van de Karolingen de macht inhanden te krijgen.
Graf van Karel Martel in de Kathedraal van Saint‐Denis
20‐10‐2013
3
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Om hun rijk te besturenontwikkelden de Frankischekoningen het leenstelsel.De krijgslieden en ambtenaren(vazallen) die de koning in de strijdom en het bestuur van het landhielpen, kregen in ruil voor hun eedvan trouw buit of levensonderhoud.Karel Martel beloonde zijn riddersmet land in de vorm van een leen.Uit dit bestuurssysteem ontstonduiteindelijk het feodalisme ofleenstelsel.
Vorst
Leenman(hoge adel of geestelijke)
kreeg gebied in leen.
hulp
hulp
Leenman(hoge adel of geestelijke)
kreeg gebied in leen.
Koning / Keizer(leenheer)
MarkgraafKroonvazal
leenman
Kasteelheer(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
Ridder(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
Hertogkroonvazalleenman
Burchtheer(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
Ridder(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
GraafKroonvazal
leenman
Baron(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
Jonkheer(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
BisschopKroonvazal
leenman
Klooster(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
Klooster(achterleenman)
Achter-achter leenman
Achter-achter leenman
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Het feodale stelsel
of het leenstelsel.
Is dus politiek‐bestuurlijkstelsel om het rijk bijeen te houden en te kunnen
regeren
Oorsprong begrip feodaal;Het leengoed dat de vazal inbruikleen kreeg werd in hetLatijns feodum genoemd.De eed van trouw die devazal aflegde werd foedusgenoemd.
De koning kreeg door ditsysteem trouwe dienaren enstrijders en deleenmannen/vazallen eenvaste inkomstenbron.
20‐10‐2013
4
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
De vazallen die trouw waren aan dekoning waren hoge edelen (hulp bijde strijd) of geestelijken (hulp bij hetbestuur, de geestelijken waren vaakde enige die nog konden lezen enschrijven en daarmee erg belangrijkbij het bestuur van het land).De opbrengsten van het domein(landgoed dat ze in leen kregen) konmen gebruiken voor hetlevensonderhoud en om eenversterkte nederzetting te latenbouwen of een wapenuitrusting telaten maken.
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Onder de kleinzoon van Karel Martel, Karel deGrote werd dit leenstelsel verder uitgebouwd.
Karel verdeelde het rijk in ongeveer 400graafschappen.Leenmannen (graven en markgraven) moesten indeze gebieden:• het koninklijk gezag handhaven• de koninklijke wetten uitvoeren• rechtspreken• belasting innen
Om binding te houden met zijn leenmannenreisde Karel rond en liet hiervoor op diverseplaatsen van zijn rijk paltsen bouwen ( soortkoninklijke burchten).
Paltskapel in Aken
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Karel de Grote werdals dank voor zijnhulp aan de paus in800 tot keizergekroond.
Hierdoor werd hijbeschouwd alsopvolger van deWest‐Romeinse keizers.
Hij liet zich dan ookvaak als zodanigafbeelden.
Ook hier zien we dus deklassieke vormentaalvan de Grieks‐Romeinse cultuur weerterugkomen.
Ruiterstandbeeld Romeinse keizer Marcus
Aurelius
beeld keizer Karel de Grote
Munt keizer
Karel de Grote
Munt Romeinse keizer Domitianus
20‐10‐2013
5
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Nadelen van het leenstelsel
Op verre afstand van het koninklijke hof kon een leenman vaak doen en laten wat hij wilde. In zijn domein (landgoed) ontwikkelde de leenman zich dan ook vaak tot een machtige lokale heer.
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Nadelen van het leenstelsel
Op verre afstand van het koninklijke hof kon een leenman vaak doen en laten wat hij wilde. In zijn domein (landgoed) ontwikkelde de leenman zich dan ook vaak tot een machtige lokale heer.
Na zijn dood wilde hij zijn gebied niet altijd teruggeven aan de koning maar dit liever doorgeven aan zijn zoon.
De grond in leen werd zo langzaamerfelijk, een koning kan zo de controleover zijn leenmannen verliezen.
20‐10‐2013
6
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Nadelen van het leenstelsel
Op verre afstand van het koninklijkehof kon een leenman vaak doen en latenwat hij wilde. In zijn domein (landgoed)ontwikkelde de leenman zich dan ookvaak tot een machtige lokale heer.
Na zijn dood wilde hij zijn gebied nietaltijd teruggeven aan de koning maardit liever doorgeven aan zijn zoon.
De grond in leen werd zo langzaamerfelijk, een koning kan zo de controleover zijn leenmannen verliezen.
Na de dood van Karel de Grote komenminder krachtige opvolgers aan demacht en valt zijn rijk dan ook steedsverder uit elkaar (zie afbeeldinghiernaast).
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
• De klassieke vormentaal van de Grieks‐Romeinse cultuur
Hergebruikte sarcofaag (doodskist) van christelijke Karel de Grote versierd met een heidense voorstelling van de ontvoering van Persephone
Tijd van monniken en ridders (500‐100)
De macht van de Frankische vorsten werd niet alleen van binnenuit bedreigd door de leenmannen die steeds machtiger werden maar ook van buitenaf door de Noormannen.Er waren twee oorzaken voor hun keuze om vanaf de 8e eeuw plunderend door Europa te trekken;• Het voedseltekort in de Scandinavische landen. • De Noormannen kenden de rijke steden en kloosters in West‐Europa van hun handelsreizen
en wisten dat daar iets te halen viel.Om een einde te maken aan deze plundertochten poogde men een een kustverdediging op te zetten, met forten, maar dat was niet altijd succesvol.Daarom gaf men ook vaak:• de Noormannen een gebied in leen (denk aan het gebied Normandië in Frankrijk) of • werden de Noormannen als bondgenoten binnen gehaald en probeerde men ze
bijvoorbeeld te bekeren tot het christendom. Veel Noormannen waren echter vaak onbetrouwbaar en deden precies wat ze zelf wilden.