transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het...

23
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs transfer 1 jaargang 15 | oktober 2007 hoger onderwijs telt weer mee in rusland | studie in moskou spotgoedkoop | russische bureaucratie belemmert samenwerking | topinstituut worstelt met internationalisering | kazachstan stuurt talent over de grens Special: Rusland

Transcript of transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het...

Page 1: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

transfer

1 jaargang 15 | oktober 2007

hoger onderwijs telt weer mee in rusland | studie in moskou spotgoedkoop | russische bureaucratie belemmert samenwerking | topinstituut worstelt met internationalisering | kazachstan stuurt talent over de grens

Special:

Rusland

Page 2: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

t r a n s fe r 14-31 Thema: RuslandRusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren uit (voormalige) ontwikkelingslanden vormen de grootste groep buitenlandse studenten, maar Rusland zoekt steeds meer onderwijssamenwerking met het Westen. Wat hebben Nederland en Rusland elkaar te bieden?

Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar.

Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Vera Ros

Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Xander Bronkhorst, Dorrit van Dalen, Kim Duistermaat, Jon van Langeveld, Yvonne van de Meent, Ivo Pertijs, Johannes Odé, Martine Postma, Evert-Jan Quak, Hans-Gert Pöttering, Robert Visscher

BeeldNiels Bongers, Roel Burgler, Mauro Galligani/Hollandse Hoogte, Maarten Hartman, Jon van Langeveld, Serge Ligtenberg, Johannes Odé, Ivo Pertijs, Fred Prak, Bram Saeys, Gregor M. Schmidt/Anzenberger/Hollandse Hoogte, Berry Stokvis/Hollandse Hoogte

Redactieraad Madeleine Gardeur (Universiteit van Groningen), Joep Huiskamp (Technische Universiteit Eindhoven), Yvonne van de Meent, Fred Paats (ITC)

Redactieadres Nuffic, postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel. 070 – 426 0126/4260122, fax 070 – 426 0399, e-mail [email protected], [email protected]

Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer, bellen naar DUO-tijdschriftenservice 030 – 263 1089 of een e-mail sturen naar [email protected]

Abonnementenadministratie Nuffic, Transfer, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel 070 – 426 0271

Advertenties Bureau van Vliet, tel 023 – 571 4745

Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Brigitta Opstal (www.makingwaves.nl)

Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag

Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie.

Foto omslag Het oude en nieuwe Rusland: foto-modellen op de trappen van de Staatsuniversiteit van Moskou.Foto: Berry Stokvis/Hollandse Hoogte

Transfer 2 verschijnt op 1 november 2007

Enverder

2 Colofon en redactioneel 4 Nieuwsberichten 11 Ontwikkelingsprogramma’s op de schop

12 Newstudent biedt hulp 35 Column Hans-Gert Pöttering 36 Nieuwe serie: Recruiters aan het werk

38 Opinie Kim Duistermaat 40 Internationaliseren op christelijke grondslag 43 Agenda

1i n h o u d

8ISS viert laatste eigen lustrumHet Institute of Social Studies wordt begin volgend jaar een onderdeel van de Erasmus Universiteit. Rector Louk de la Rive Box is daar niet rouwig om. “We krijgen steeds meer concurrenten. In zo’n competitieve omgeving is een klein instituut als het ISS te kwetsbaar.”

32 De ontwikkelingsparadox in optima formaGoede bedoelingen te over, maar samenwerking tussen universiteiten in het zuiden en westerse wetenschappers is in de praktijk lastig te realiseren. Een onlangs verschenen rapport van de inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie kraakt een aantal harde noten over het onderzoeksbeleid.

Rusland doet weer mee

Van druk studentenverkeer tussen Rusland en Nederland is bepaald geen sprake. In Rusland ontbreekt de traditie om in het buitenland te gaan studeren. Ook de slechte kennis van vreemde talen vormt een barrière. Slechts een half procent van de Russische studentenpopulatie waagt de stap en gaat de grens over. Duitsland is daarbij veruit favoriet en trekt jaarlijks zo’n 10.000 Russische studenten. Voor een verblijf in Nederland is heel wat minder animo: slechts tweehonderd Russische studenten reizen naar ons land af. Maar dat is nog veel vergeleken met het aantal Nederlandse studenten dat oostwaarts gaat. Jaarlijks zijn dat er enkele tientallen. Een kentering is echter gaande. Rusland is weer terug op het wereldtoneel, de economie floreert en er is veel vraag naar modern hoger onderwijs. Bedrijven worden steeds internationaler en zijn op zoek naar werknemers met buiten-landervaring. Rusland zoekt bovendien steeds meer onderwijssamenwerking met het Westen. Veel buitenlandse onderwijsorganisaties timmeren dan ook al flink aan de weg in het enorme land. Zo runt The British Council, de Britse evenknie van de Nuffic, elf onderwijskantoren in Rusland. Ook Frankrijk laat zich niet onbe-tuigd met zes informatiecentra. Inmiddels is ook Nederland bezig met het treffen van voorbereidingen voor een Neso-kantoor in Moskou. De Russische onderwijsmarkt is moeilijk te veroveren, zeggen kenners in deze Rusland-special van Transfer. Bureaucratie, de taal en cultuurverschillen werpen nogal wat hindernissen op. Doorzettingsvermogen en geduld zijn dan ook vereist. Steeds meer onderwijsinstellingen zien echter mogelijkheden tot samenwerking met Rusland. Want het land heeft ook veel te bieden. Zo werkt de TU Eindhoven al vijf jaar samen met een van de 25 wetenschap-pelijke topinstituten in het Siberische Novosibirsk. Aan de universiteit van Novosibrisk worden alleen de allerbeste studenten toegelaten. Jaarlijks ontvangt Eindhoven twee Russische promovendi, bètawetenschappers van topkwaliteit, die hier hun onderzoek voltooien. Het was de bedoeling dat Eindhovense wetenschappers op hun beurt in Novosibirsk zouden promo-veren. Tot nu toe is dat er niet van gekomen. Het klimaat en de vreemde taal schrikken de Nederlandse onderzoekers te veel af.

Els [email protected]

Page 3: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

n i e u w s b e r i c h t e n

| oktober 2007 | transfer4 transfer | oktober 2007 | 5

De kleine honderd Nepalese en Pakistaanse studenten die bij de European University of Professional Education in Den Haag studeren, kunnen hun verblijfsvergunning niet verlengen. De reden is dat de European University zich bij de werving niet gehouden heeft aan de gedragscode buitenlandse studenten en daarmee de vreemdelingenwet heeft overtreden. Studenten die voor aanvang van dit studiejaar zijn overgestapt naar een opleiding die aan de gedragscode voldoet, krijgen wel een verblijfsvergunning. “De betreffende studenten zijn daar een paar maanden geleden door de IND expliciet op gewezen”, stelt een woordvoerder van minister Plasterk. Het ministerie van onderwijs probeert de particuliere business school al een jaar te sluiten. Aanvankelijk was dat op basis van een rapport van de onderwijsinspectie die ernstige tekortkomingen constateerde op het gebied van de toelatingseisen.

Later bleek dat ook de accreditatie van de opleiding was verlopen. Buitenlandse studenten krijgen alleen een verblijfsvergunning als ze zijn ingeschreven bij een geac-crediteerde opleiding. Deze zomer heeft de European University een nieuwe accreditatieaanvraag ingediend. Daardoor zit de oplei-ding tot 31 december 2008 officieel in een herstelpe-riode. Nieuwe studenten kunnen dan niet worden inge-schreven, maar zittende studenten mogen de opleiding wel afmaken. Volgens Pim Vis, directeur admission en student administration van de European University, heeft de landsadvocaat bovendien gemeld dat de buitenlandse studenten tijdens de herstelperiode in Nederland mogen blijven. Vis gaat ervan uit dat de opleiding ruim voor het einde van de herstelperiode weer accreditatie heeft. Binnenkort vertrekt hij naar Azië om nieuwe studenten te werven. (YvdM)

Geen verblijfsvergunning voor studenten EU

Het beroepsonderwijs moet meer aan internati-onalisering gaan doen. Er moeten meer buiten-landse stageplaatsen komen voor mbo- en hbo-studenten en de aansluiting tussen beroepson-derwijs en internationaal ondernemen moet beter. Met dat doel werd half september in Den Haag het Programma Internationalisering Beroepsonderwijs gelanceerd. Het is een initiatief van de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken en de Dutch Trade Board. EZ steekt 5 miljoen euro in het project. Focuslanden zijn onze buurlanden en opko-mende markten als Turkije en Rusland. (VR)

Het is een droom voor studenten Game Design & Development: je eigen ontwerp wereldwijd in de winkels zien liggen. Dat overkwam deze zomer negen studenten van de Hogeschool voor de Kunsten (HKU) in Utrecht. De Amerikaanse game-uitgever THQ kocht hun spelcon-cept van ‘de Blob’ met de bedoeling het verder te ontwik-kelen en wereldwijd te distribueren, onder meer voor Nintendo. De deal is volgens de HKU vergelijkbaar met het verkopen van je filmscript aan Steven Spielberg. De studenten ontwierpen het spel samen met twee infor-maticastudenten van de Universiteit Utrecht, als onder-wijsopdracht voor de gemeente Utrecht. De Blob laat het publiek speels kennismaken met de herinrichting van

het stationsgebied. In de THQ-versie moet de gamer een grauwe stad opfleuren met een verfbal. De studenten hebben hun aandeel in de verkoopop-brengst geïnvesteerd in een studio, waar ze spelconcepten ontwikkelen voor THQ en andere bedrijven. “Dat is wel makkelijk voor ons, want voor onze opleiding moeten we toch spelletjes ontwikkelen”, vertelt student Joost van Dongen (23) nuchter. De game-opleiding was in 2002 de eerste in Europa. Van de 1.200 studenten komen er ongeveer dertig uit het buitenland. De meeste afgestudeerden vinden vrij snel werk in de creatieve industrie binnen of buiten Nederland. (VR)

Internationalisering

beroepsonderwijs

Utrechtse gamers veroveren wereldmarkt

Surinamers

niet duurder uit

Surinaamse studenten betalen toch geen hoger college geld dan hun Nederlandse studiegenoten. Minister Plasterk van Onderwijs heeft besloten de groep niet te laten vallen onder de nieuwe bekos-tigingsregeling voor studenten buiten de EER (de EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). Reden is de bijzondere relatie tussen Suriname en Nederland en het krappe opleidingenaanbod in Suriname. Over twee jaar wordt de bekostiging van niet-EER- studenten waarschijnlijk vervangen door een kennisbeurzenstelsel voor talentvolle studenten. Daarom verhogen sommige instellingen nu al de collegegelden voor deze studenten tot soms wel zes maal het oude bedrag. (VR)

Wereldwijde

studiebeurs

slaat aan

Foto

: Roe

l Bur

gler

Van een exodus van Nederlandse studenten is nog geen sprake, maar belangstelling voor de wereldwijd meeneembare studiebeurs is er zeker. De Informatie Beheer Groep had half september 1682 aanvragen ontvangen voor een studiebeurs in het buiten-land. Dat is twee keer zoveel als in voorgaande jaren, toen er zo’n 800 aanvragen bij de IB-groep binnen-kwamen. De regeling die het moge-lijk maakt dat studenten hun beurs mee kunnen nemen naar opleidingen in de hele wereld is dit studiejaar ingegaan.

Dore van Haasterecht uit Kortgene is een van de studenten die van de nieuwe regeling gebruikmaken. Zij begon onlangs met een volledige opleiding Engelse taal en literatuur aan de universiteit van Glasgow. “Ik wilde graag naar het buitenland na de enthousiaste verhalen van mijn zus die hetzelfde heeft gedaan. Maar in de oude situatie was dat een stuk lastiger”, meent de studente. “Dan was ik misschien maar een jaar gegaan, of had ik meteen een baantje moeten zoeken. Nu scheelt het me toch zo’n 300 euro per maand.”

In voorgaande jaren was de mee neembare studiebeurs voor-behouden aan studenten die een opleiding in Vlaanderen en de Duitse deelstaten Bremen, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen volgden. Ook studenten die in Europa genees kunde, diergeneeskunde, tandheelkunde, farmacie, architectuur, verpleegkunde of verloskunde studeerden, kwamen in aan merking voor studiefinancie-ring. Sinds kort kent Nederland een platform voor studenten die hun studie in het buitenland doen. Meer hierover op pagina 12 en 13. (VR)

Een Zuid-Amerikaanse

campus. Met de wereldwijde

studiefinanciering kan de

student nu alle kanten op

Illus

trat

ie: H

KU

Page 4: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

| oktober 2007 | transfer6 transfer | oktober 2007 | 7

n i e u w s b e r i c h t e n

Meer particulier geldHogeronderwijsinstellingen in de hele wereld worden steeds afhankelijker van particuliere investeerders. Dat staat in een recent rapport van het Amerikaanse Institute for Higher Education Policy. Voornaamste reden is de enorme groei van studentenaantallen en de vraag naar hoog-opgeleiden. Instellingen zoeken daardoor vaker partners in de privé-sector en meer landen vragen collegegeld. In opkomende landen als Argentinië en Chili is de verhouding publiek/privaat in de totale onderwijsuitgaven bijna 50–50. In westerse landen draagt de privé-sector gemiddeld 23 pro-cent bij en dat percentage stijgt. Volgens het instituut is dat onvermijdelijk, omdat overheden de stijgende kosten niet meer zelf kunnen betalen. Een mogelijk gevolg is minder ruimte voor onderzoek en typisch publieke voorzieningen zoals universiteitskranten.

Study abroad-bureaus onder vuurIn de Verenigde Staten loopt een gerechtelijk onderzoek naar bureaus die study abroad-programma’s organiseren voor onderwijsinstellingen. Zij hebben instellingen die studenten inschreven, beloond met bonussen en reisjes. Bijna eenderde van de 200.000 Amerikaanse studenten in het buitenland maakt gebruik van study abroad-programma’s. De VS wil-len overigens meer studenten naar het buitenland sturen. Volgens een wetsvoorstel moeten de komende tien jaar jaarlijks 1 miljoen studenten naar het buitenland kunnen. Daarvoor is een investering van 80 miljoen dollar nodig.

Noord-Korea gaat internationaalNoord-Korea bouwt een Engelstalige universiteit voor ruim 2.000 getalenteerde studenten. De Pyongyang University of Science and Technology is de eerste particuliere instelling in het ontoegankelijke land. De universiteit mag buitenlandse staf aantrekken en moet de aanzet geven tot een Noord-Koreaanse Silicon Valley. Het complex wordt vooral betaald door christelijke organisaties en de omvangrijke Noord-Koreaanse gemeenschap in de VS. Zuid-Korea doneerde 1 miljoen dollar.

Chinees leren in AfrikaDe Chinese bemoeienis met Afrika heeft zich uitgebreid tot het hoger onderwijs. China tekende onlangs over-eenkomsten met onder meer Zuid-Afrika en Libië voor de ontwikkeling van instituten, technische opleidingen en de verspreiding van de Chinese cultuur. Volgens het Chinese persbureau Xinhua News studeren al 8.000 Afrikanen Chinees in eigen land. China is inmiddels Afrika’s derde han-delspartner en importeert ongeveer eenderde van zijn olie uit Afrika. Critici van de Chinese vorm van ontwikkelings-samenwerking menen dat het economisch snel opkomende land alleen maar uit is op eigen belang. (VR)

Buitenlands nieuws

Wetenschappers van buiten de EU hebben voor Nederland binnenkort geen speciale tewerkstellingsver-gunning meer nodig. Zij moeten wel een contract hebben met een Nederlandse onderwijsinstelling, waarin duur en doel van het onder-zoek zijn vastgelegd. Ook moeten ze over voldoende bestaansmiddelen en een ziektekostenverzekering beschikken. De ministerraad heeft deze zomer ingestemd met een voorstel van minister Donner (Sociale Zaken) en staatssecretaris Albayrak (Justitie) voor een versnelde toelatingspro-

cedure voor deze groep kennismi-granten. De regeling gaat waarschijn-lijk nog deze maand in. Onderwijsinstellingen kunnen met de Immigratie- en Naturalisatie-dienst (IND) een overeenkomst sluiten voor de regeling. Nederland volgt hiermee een Europese richtlijn voor vrij verkeer van wetenschap-pers naar en binnen de EU. De richt-lijn heeft te maken met het streven van de EU om vóór 2010 de meest concurrerende kenniseconomie ter wereld te worden. De Europese Commissie werkt ook aan een blue card, een Europese

werkvergunning voor niet-Europese kennismigranten. Deze Europese variant op de Amerikaanse green card zou vijf jaar geldig zijn. Kaarthouders zouden binnen die periode makkelijker van het ene naar het andere EU-land kunnen verhuizen.Gezinsleden van kennismigranten in Nederland krijgen verder binnen twee weken een verblijfsvergunning. Ze zijn evenals de kennismigranten vrij gesteld van een inburgeringsplicht. Dat moet het voor buitenlandse kennis-migranten aantrekkelijker maken om naar Nederland te komen. (VR)

Kennismigranten sneller aan de slag

Excellentie en diversiteit waren dit keer de sleutelwoorden bij de opening van het academisch jaar. Onderwijsminister Plasterk, die bij Saxion Hogescholen en bij de Universiteit Utrecht sprak, wil internationale tophoogleraren naar de bacheloropleidingen halen. Minister Van der Hoeven (Economische Zaken) ziet Nederlandse studenten graag met buitenlanders concur-reren om de beste opleidingsplaatsen. Volgens de minister, die op de Erasmus Universiteit Rotterdam sprak, moet straks minstens 10 procent van de

studenten uit het buitenland komen. De Maastrichtse collegevoorzitter Jo Ritzen waarschuwde voor een afname van die instroom naarmate de kennissector in ontwikkelingslanden en opkomende landen groeit. Alleen door brain circu-lation, innovatief onderwijs en hogere onderwijsparticipatie kan Nederland volgens Ritzen zijn positie behouden. Bij de opening van het hogeschooljaar lag het accent minder op internationa-lisering. Maar ook daar werd gehamerd op het belang van hogere kwaliteit. Volgens Doekle Terpstra, die sprak

bij Fontys Hogescholen, vertrouwt het competentiegericht onderwijs soms te veel op de zelfstandigheid van studenten. De voorzitter van de HBO-raad wees erop dat sommige studenten meer begeleiding en kennis-overdracht nodig hebben. Karel van Rosmalen, collegevoorzitter van de Hogeschool Zuyd, sprak over de ontwikkeling van hogescholen tot ‘kennispoorten’. Hij benadrukte in dat kader het belang van Euregionale samenwerking met instellingen en bedrijven. (VR)

j a a r o p e n i n g e n

Alles draait om

excellentie en

diversiteit

Het is nog onduidelijk of studenten uit landen buiten de EER (de EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) worden afgeschrikt door de hogere collegegelden die sommige instellingen nu, vooruit-lopend op het nog in te voeren kennisbeurzenstelsel, van deze groep vragen. Daarover hebben nog niet alle instellingen cijfers beschikbaar. Bij de TU Delft, waar het collegegeld voor de bacheloropleidingen voor deze groep was verhoogd van 2.000 naar 5.000 euro, was het aantal niet-EER-studenten in ieder geval niet gedaald maar juist gestegen met tien tot twintig procent. Het totale aantal buitenlandse studenten in Nederland steeg dit jaar ook met duizend tot ruim 6.300. De jaren daarvoor schommelde het aantal rond 4.000. De toename heeft te maken met de versnelde immigratieprocedure voor buitenlandse studenten die voor Nederland een visum nodig hebben. Sinds 1 augustus hoeven zij dat niet meer via de gemeente aan te vragen maar kunnen zij bij een speciaal loket van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) direct een visumaanvraag indienen. Daarnaast speelt het grote aanbod van Engelstalige opleidingen een rol. Nederland telt nu zo’n 1.300 Engelstalige bachelor- en masteropleidingen. Volgens de Nuffic is Nederland daarmee koploper in Europa. In totaal studeren nu zo’n 50.000 studenten in Nederland. Dat is nog altijd minder dan 5 procent van de totale studentenpopulatie. (VR)

Meer buitenlandse

studenten in Nederland

Foto

: Maa

rten

Har

tman

Foto

: Elm

er S

paar

gare

n

Minister Plasterk wil internationale

hoogleraren naar de bacheloropleidingen halen

Buitenlandse studenten aan de Rijksuniversiteit Groningen worden met Hollandse patat verwelkomd

Page 5: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

i n t e r v i e w

transfer | oktober 2007 | 9

Tienduizend afgestudeerden heeft het Institute of Social Studies sinds de oprichting in 1952 afgeleverd.

Daarmee heeft het Haagse instituut een flinke bijdrage geleverd aan de capaciteitsontwikkeling in de Derde

Wereld. Na 55 jaar verliest het ISS zijn zelfstandigheid. Rector Louk de la Rive Box treurt er niet om. ‘Onze

plaats is ín het hoger onderwijs, niet ernaast.’

i s s w o r d t o n d e r d e e l v a n

e r a s m u s u n i v e r s i t e i t

‘Internationaal onderwijs heeft lang in verdomhoekje gezeten’

Deze maand viert het Institute of Social Studies (ISS) zijn 55-jarig bestaan. Het wordt een typische ISS-lustrumweek met onder meer een tweedaagse wetenschappelijke conferentie over de sociale gevolgen van snelle verstedelijking in ontwikkelings-landen. Verder zijn er een publiek debat over groei-steden onder leiding van Jan Pronk, een ceremoniële diesviering in de Ridderzaal waarbij ook eredocto-raten worden uitgereikt en een creatieve feestdag voor de 350 internationale studenten die in Den Haag een cursus of opleiding volgen.Het is het laatste lustrum dat het ISS als zelfstandig instituut viert. De vijf instellingen voor internati-onaal onderwijs, gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, moeten opgaan in het reguliere hoger onder-wijs. Daarom wordt het ISS per 1 januari onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Rector Louk de la Rive Box (meestal kortweg Louk Box genoemd) is er niet rouwig om. Hij is juist blij met de overname. En niet alleen omdat het ISS relatief autonoom blijft, met een eigen bestuur en raad van toezicht. “We verheugen ons op de academische impuls. Wij kunnen profiteren van de deskundig-heid bij de Erasmus Universiteit, bijvoorbeeld op het gebied van migratiesociologie. Omgekeerd kunnen wij misschien een nieuwe impuls geven aan de ontwikkelingseconomie. In de periode-Tinbergen was Rotterdam daar groot in, nu bestaat die disci-pline er nauwelijks meer.”

ConcurrentenDe instellingen voor internationaal onderwijs waren lang de enige instituten die Engelstalig onderwijs op wetenschappelijk niveau aanboden. “De Nederlandse universiteiten waren erg gesloten voor buitenlanders”, stelt Box, die eerder hoog-leraar was in Utrecht en Maastricht. Maar sinds de jaren negentig neemt de internationalisering

snel toe. “Wij krijgen steeds meer concurrenten. Zes Nederlandse universiteiten bieden nu een Engelstalige master Development Studies aan, in Europa zijn het er 140.” In zo’n competitieve omge-ving is een klein instituut als het ISS te kwetsbaar, analyseert Box. Daarom is het goed dat het interna-tionaal onderwijs opgaat in het wetenschappelijk onderwijs. “Onze plaats is ín het Nederlandse hoger onderwijs, niet ernaast.”

FremdkörperZes universiteiten toonden belangstelling voor het ISS. Dat wijst op een klimaatverandering, want de universiteiten hebben de kleine instellingen voor

internationaal onderwijs lang niet zien staan. “Ze hebben ons opge-richt en daarmee waren ze in de jaren vijftig hun tijd ver vooruit. Maar daarna hebben ze ons gene-geerd. We hebben jarenlang in het verdomhoekje gezeten”, stelt Box. “We konden niet echt meedoen op het universitaire speelveld. NWO-subsidies waren bijvoor-beeld niet voor ons weggelegd. We

waren echt een Fremdkörper in het hoger onderwijs.”Of de missie van het internationaal onderwijs is veiliggesteld nu de instituten bij de universiteiten worden ondergebracht, is de vraag. De visie op internationalisering die in het hoger onderwijs domineert, staat lijnrecht tegenover die van het ISS. Internationaal onderwijs is voor het ISS een vorm van ontwikkelingssamenwerking – tegenwoordig meestal capaciteitsontwikkeling genoemd – en is gebaseerd op nauwe banden met opleidingsinsti-tuten in de Derde Wereld. “Het ISS richt zich sterk op de vraag uit ontwikkelingslanden”, stelt Box. De universiteiten zijn, met hun concurrentie op de internationale studentenmarkt, juist sterk aanbodge-richt. “Die visies botsen. Er is nog niet genoeg nage-dacht hoe je die stromingen bij elkaar moet brengen. Het ministerie van Onderwijs denkt vooral vanuit

“Nederland moet de vraag

van de internationale

student centraal stellen,

anders loopt het slecht af”

Foto

: Ser

ge L

igte

nber

g

Page 6: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

Foto

: Roe

l Bur

gler

| oktober 2007 | transfer10 transfer | oktober 2007 | 11

het beheer, het wil gewoon niet te veel instellingen.”Box is ervan overtuigd dat de twee visies te inte-greren zijn en dat de universiteiten hun voordeel kunnen doen met de internationale ervaring van het ISS en de andere instituten. “De Erasmus Universiteit heeft vooral contacten in het Westen en kan ons netwerk in het Zuiden goed gebruiken. Ons netwerk in India is vijftig jaar oud. ISS-alumni zitten daar op invloedrijke posities. Er zijn ministers bij, rectoren van universiteiten.”Als het Nederlandse hoger onderwijs op de inter-nationale markt wil overleven, moet het de vraag van de student centraal stellen, vindt Box. Precies zoals het ISS altijd heeft gedaan. “Als het bij aanbod-gerichte internationalisering blijft, komen we van een koude kermis thuis. De concurrentie met de VS, Groot-Brittannië en Australië is hevig en daar komen nu Hong Kong, Singapore en China bij. Nederland moet zich met kwalitatief hoogwaardige opleidingen op niches in de markt richten, anders kan het slecht aflopen”, waarschuwt de rector. Dat het Nederlandse hoger onderwijs het niet best doet op de internationale markt, hebben de instel-lingen niet uitsluitend aan zichzelf te danken. “Het migratiebeleid van het vorige kabinet was een ramp. Nederland werd echt afgeraden als gastland voor internationale studenten”, stelt Box. “Wij hebben twee medewerkers in dienst die zich alleen bezighouden met de IND. We zijn twee jaar bezig-geweest een medewerker van de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen hierheen te halen. Zij

verdiende in China te weinig om hier te worden toegelaten”, foetert hij door.Gelukkig is het klimaat aan het veranderen. Door de gedragscode die onder het vorige kabinet tot stand is gekomen, worden buitenlandse studenten een stuk gemakkelijker toegelaten. En de toon van het huidige kabinet – vooral die van staatssecretaris Albayrak – is gastvrijer. “Maar de sfeer hier in Nederland is nog steeds om te snijden”, vindt Box. “Racisme viert hoogtij en daar lijden onze studenten onder. Niet voor niets zegt driekwart van de expats die in Den Haag wonen, Nederland zo snel mogelijk te willen verlaten. De vorige regering is zich onvoldoende bewust geweest van de gevolgen van het restrictieve toelatingsbeleid.”

MarktgerichtHet ISS heeft altijd ups en downs gekend, maar nu is het erop of eronder, meent Box. Het lot van het internationaal onderwijs is in handen van de univer-siteiten. De rector is niet helemaal gerust dat zij de traditie van het Nederlandse hoger onderwijs op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, goed beheren. “De nieuwe beleidsnota van de Nuffic leunt sterk op de marktgerichte benadering van inter nationalisering. Er stond bijna niets in over ont wikkelingssamenwerking. De universiteiten moeten echt op hun zaak letten: verkwansel de Nederlandse traditie niet!”

Yvonne van de Meent

11

Ontwikkelings-programma’s op de schop

In 2012 valt het doek voor het NFP-programma (beurzen voor studie aan Nederlandse instellingen) en het NPT-programma (levering van Nederlandse kennis aan (onderwijs)instellingen en overheden in ontwikke-lingslanden). Tegelijk kondigde het ministerie aan dat de opdracht voor het beheer van eventuele nieuwe programma’s niet automatisch naar de Nuffic zal gaan. Het zal openbaar en Europees aanbesteed worden. Sinds het Schokland-schandaal wordt op het departement de naleving van de aanbestedingsregels nauwgezet gecontro-leerd. Het betekent dat de Nuffic geen nieuwe contracten mag sluiten voor NPT-projecten. Voor 2008 mogen nog beurzen worden toegekend, daarna niet meer. En omdat het beheerscontract met de Nuffic eind 2007 afloopt, wordt zelfs de opdracht voor de afbouw van de twee programma‘s opnieuw aanbesteed.

GeschoktDe betrokken partijen in Nederland zijn geschokt, vertelt Martien Molenaar, SAIL-voorzitter en rector van het International institute for geo-information science and earth observation in Enschede. Niet alleen door de inhoud, maar ‘ook door de botheid’, want ze moesten het nieuws van de Nuffic horen, zonder dat er enig mondeling overleg was geweest. In de honderd dagen dat Koenders kennis maakte met het veld van ontwikkelingssamenwerking, heeft hij geen partijen uit het hoger onderwijs ontmoet. “We hebben de indruk”, zegt Molenaar, “dat hij nog niet veel over het onderwerp heeft nagedacht.”De HBO-raad schreef de minister namens VSNU, Nuffic en SAIL bezorgd te zijn over de continuïteit van projecten. Cursussen die al gepland zijn, krijgen straks minder studenten. Aanvragen die partners in ontwikkelings-

landen nu formuleren, worden niet meer in het kader van het NPT-programma gepubliceerd en het Internationaal Onderwijsbeleid komt in een vacuüm terecht. En dat terwijl minister Van Ardenne juist besloten had om de middelen voor NFP en NPT uit te breiden. “We stellen vast”, schrijft HBO-raad voorzitter Terpstra, “dat dit meerjarenbeleid met onmiddellijke ingang is stopgezet.”

Ontbinding van hulpDe grootste zorg geldt het feit dat NFP en NPT worden afgebouwd voordat er nieuw beleid is. De twee pro gramma’s zijn vorig jaar geëvalueerd – tamelijk posi-tief –, maar het ministerie heeft het eindrapport nog niet met de betrokken partijen besproken. Een van de aanbe-velingen is dat samenwerking met ontwikkelingslanden meer dan in het huidige NPT moet passen bij het Europese beleid van harmonisering. In 2005 hebben meer dan honderd ministers en hulporganisaties nieuwe afspraken gemaakt (Paris Declaration) om hulp aan arme landen nog meer te stroomlijnen. Doublures of tegenstrijdigheid in het beleid van verschillende donoren moeten zo worden voorkomen. In die lijn ligt ook het idee van ‘ontbinding van de hulp’, dat al jaren speelt. Met geld dat Nederland een arm land geeft, zou bijvoorbeeld ook kennis uit België betaald mogen worden. Is dat een van de elementen voor nieuw beleid waarover het ministerie nadenkt? De Directie Culturele Samenwerking, Onderwijs en Onderzoek kan er nog niets over zeggen.

Dorrit Van Dalen

Het evaluatieraport is te vinden via www.minbuza.nl/nl/themas,sociale-

ontwikkeling/onderwijs/hoger-onderwijs/Evaluatie-NPT-en-NFP.html

a c t u e e l

Midden in de zomer liet minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking de Nuffic weten dat de

twee door haar beheerde samenwerkingsprogramma‘s met ontwikkelingslanden direct moeten worden

afgebouwd. Het geld dat vrijkomt, is nodig voor de vernieuwing van internationaal onderwijsbeleid.

Het ISS werd in 1952 (samen met de Nuffic)

opgericht door de Nederlandse universiteiten

en het ministerie van Onderwijs. Founding

fathers waren onder anderen de Wageningse

hoogleraar Egbert de Vries en de latere

Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen. Het insti-

tuut verzorgde Engelstalige post-academi-

sche opleidingen voor overheidsfunctionaris-

sen uit ontwikkelingslanden met minimaal

vijf jaar werkervaring.

Het ISS was niet de eerste Nederlandse

instelling voor internationaal onderwijs. “Het

ITC in Enschede was er net iets eerder”, weet

rector Louk Box. ITC en ISS werden opgericht

om de expertise op het gebied van ontwikke-

lingen in de tropen te bundelen. “Die deskun-

digheid kwam vrij door de dekolonialisatie

van Indonesië. Vooral Wageningen en Delft

hadden tropische wortels.”

Het ISS heeft ongeveer 150 medewerkers en

een jaarbudget van 13 miljoen euro. Elk jaar

beginnen 180 tot tweehonderd studenten

aan het masterprogramma Development

Studies. Daarnaast verzorgt het ISS sinds de

oprichting korte praktijkgerichte diploma-

cursussen en een PhD-traject. Het ISS is het

enige instituut voor internationaal onderwijs

dat over het ius promovendi beschikt en mag

dus het doctoraat verlenen.

De masteropleiding en cursussen worden

steeds vaker in ontwikkelingslanden gegeven.

In Vietnam verzorgt het ISS, samen met een

plaatselijke universiteit, al 25 jaar een master

ontwikkelingseconomie. Ook in Tanzania en

sinds kort Suriname kunnen studenten een

ISS-masterprogramma volgen.

Afgelopen januari reikte de Haagse burge-

meester Deetman het tienduizendste ISS-

diploma uit aan Robert Okeny uit Oeganda.

“Het ISS heeft niet alleen een flinke bijdrage

geleverd aan de capaciteitsontwikkeling in

het Zuiden, maar ook tienduizend ambas-

sadeurs voor Nederland afgeleverd”, conclu-

deert Box tevreden. (YvdM)

l e v e r a n c i e r v a n a m b a s s a d e u r s v o o r n e d e r l a n d

Page 7: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

Illus

trat

ie: N

iels

Bon

gers

| oktober 2007 | transfer12 transfer | oktober 2007 | 13

a c h t e r g r o n d

meer in Parijs, Londen en New York ontmoeten studenten en alumni elkaar regelmatig voor een borrel of activiteit. “Niet dat we nu per se onder Nederlanders willen zijn, maar het is voor studenten toch aardig om te horen hoe het mensen na hun studie vergaat”, vertelt Broekema. “En verder is het gewoon gezellig om samen een borrel te drinken. In Oxford hebben we vorig jaar een election night gehouden op de dag van de verkiezingen in Nederland.”

High potentialsInmiddels zijn ook grote bedrijven geïnteres-seerd geraakt. Een van de partners van NEWS is ABN AMRO. Tijdens een NEWS-bijeenkomst in Amsterdam gaf de bank deze zomer enkele work-shops. Inez Heeremans, verantwoordelijk voor de externe communicatie van de recruitmentafdeling, ziet in de NEWS-leden high potentials. “Het zijn initiatiefrijke mensen die op een speciale manier internationale ervaring opdoen en vaak aan een goede universiteit studeren.”Ook Broekema denkt dat de NEWS-leden zich onderscheiden van de doorsnee uitwisselings-

student. “Er is nu eenmaal wat lef voor nodig om je studie echt over een heel andere boeg te gooien.” Tegelijkertijd wil hij het stigma van een toekomstig old boys’ network voorkomen. “De ledenlijst wordt steeds gevarieerder: verschillende landen en soorten studies, zeer uiteenlopende carrières. Wij hopen

dat iedereen iets aan NEWS kan hebben. De een zoekt misschien gezelligheid, de ander hoopt op een netwerkcontact en weer een ander zoekt informatie over een universiteit. Ons uiteindelijke doel is dat iedereen die in het buitenland gaat studeren, automa-tisch bij NEWS terechtkomt.”Blijven afgestudeerde NEWS-leden na hun studie eigenlijk in het buitenland hangen? Broekema: “In hoeverre dat het geval is, durf ik niet te zeggen. Vaak keren mensen op wat latere leeftijd toch terug.” Transfer benaderde via de NEWS-site Anne Ketelaar, organisatieadviseur in Londen. Zij liet per mail weten dat haar baan en die van haar partner haar voorlopig in Engeland houden. Maar inderdaad: ooit keert ze terug.

Xander Bronkhorst

s t e e d s m e e r s t u d e n t e n v o o r v o l l e d i g e o p l e i d i n g n a a r b u i t e n l a n d

De ervaringsdeskundige helpt

Eigenlijk heel vreemd, vond Jeroen Broekema. Hij wilde na zijn studie bestuurskunde in Leiden een master in het buitenland gaan volgen en had allerlei vragen, maar niemand kon hem daarbij helpen. “Ik wilde weten of het echt zo moeilijk was om bij een topuniversiteit binnen te komen. En wat ik kon verwachten van het onderwijs en de docenten op die universiteiten.” Wie zouden die vragen nu beter kunnen beantwoorden dan Nederlandse studenten die de stap al hadden gezet, dacht Broekema. “Maar niemand wist welke Nederlanders studeerden of hadden gestudeerd aan de universiteiten waarvoor ik belangstelling had. Hun informatie ging zo verloren.”

ProfielenDe bevindingen van Broekema, thans master student aan de London School of Economics, kwamen ruwweg overeen met die van zijn oud-studiegenoot uit Leiden, Scott Douglas, die nu in Oxford studeert. Samen begonnen ze een jaar geleden NEWS, wat staat voor Nederlandse Wereldwijde Studenten. NEWS is in de eerste plaats een digitaal platform, een soort Hyves voor Nederlandse studenten die in het buitenland een complete opleiding volgen, hebben gevolgd of willen volgen. Broekema: “Op onze site staan nu ongeveer driehonderd profielen van leden. Die leden geven informatie over de opleidingen die zij hebben gedaan, aan welke universiteiten zij hebben gestudeerd en welke baan zij nu hebben.

Of ze zijn juist op zoek naar informatie. Scholieren en studenten in Nederland kunnen als NEWS-lid via onze website een ander NEWS-lid benaderen als ze vragen hebben over een bepaald land of een specifieke universiteit of opleiding. En klaarblijkelijk groeit die behoefte, want we hebben elke dag wel vijf tot zes aanmeldingen.” De Nuffic zegde steun toe aan NEWS. De orga-nisatie beschouwt studenten die een volledige studie in het buitenland willen gaan volgen, als een belangrijke doelgroep. Een groeiende doelgroep ook, want door de kortere studies in het bachelor-masterstelsel en de nu wereldwijde dekking van de studiefinanciering, zullen naar verwachting steeds meer studenten de stap durven wagen. “Bij hun eigen universiteit kunnen deze studenten niet terecht; universiteiten richten zich vooral op het aantrekken en behouden van studenten”, vertelt Maryse Laseroms van de Nuffic. “Wij hopen hen wel te kunnen helpen.”

Meer dan voorlichtingEen enquête heeft uitgewezen dat eenderde van de Nederlandse bachelor-, master- en PhD-studenten in het buitenland graag voor vertrek contact had gehad met andere Nederlanders op de universiteit van hun keuze. “Zo’n pool van ervaringsdeskundigen ontbrak nog”, stelt Laseroms vast. “En ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben van wat NEWS binnen een jaar heeft neergezet.”Julius Heyning, bedrijfskundestudent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is een van de studenten die gebruikmaken van het digitale NEWS-platform. “Ik wil een master in Melbourne gaan volgen en heb sinds kort mailcontact met een Nederlandse jongen die in Australië studeert. Hij vertelde mij dat de aanmeld-procedure daar flink korter is dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Voor mij is dat waardevolle informatie. Je moet veel zelf uitzoeken wanneer je een opleiding in het buitenland wilt doen, dat is echt anders dan bijvoorbeeld bij een uitwisselingsproject.”Maar NEWS wil meer zijn dan alleen een voorlich-tingsinstrument. In tal van steden zijn al NEWS-groepen ontstaan van Nederlandse expats. Onder

Sinds dit studiejaar mogen Nederlandse studenten

hun studiefinanciering over de hele wereld meenemen.

Weinig staat hen nog in de weg om een complete

opleiding in het buitenland te volgen. Maar hoe

kies je een land? En welke studie is geschikt? Via

www.newstudent.nl kunnen avonturiers contact

zoeken met studerende en afgestudeerde expats.

“Ons doel is dat iedereen

die in het buitenland gaat

studeren, automatisch bij

NEWS terechtkomt”

Page 8: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

r u s l a n d s p e c i a l

| oktober 2007 | transfer14 transfer | oktober 2007 | 15

Hoger onderwijs telt weer mee in Rusland

Het Russische hoger onderwijs krabbelt, na de

economische crisis in de jaren negentig, weer op.

De studentenaantallen zijn de laatste jaren flink

gestegen en het aantal instellingen is explosief gegroeid.

Hoger onderwijs is booming business in Rusland.

Dit voorjaar kregen buitenlandse studenten aan de prestigieuze Medische Academie Setsjenov in Moskou drie dagen huisarrest opgelegd. De reden: Russische ultranationalisten zouden de verjaardag van Hitler kunnen aangrijpen om gekleurde buiten-landers te molesteren. Ze konden daarom maar beter binnen blijven, vond de universiteit. De oproep werd niet voor niets gedaan; in 2006 werden vijf buiten-landse studenten vermoord. Racisme is niet het enige probleem in het Russische hoger onderwijs. Het communis-tische regime heeft zijn sporen nagelaten. Een van de erfenissen is een strak georganiseerd en uniform onderwijssysteem dat niet meer aansluit op de moderne arbeids-markt. Het aantal lesuren is tot achter de komma vastgesteld en er is weinig aandacht voor vaardigheden en praktijkkennis. Modernisering van het hoger onderwijs staat hoog op de agenda maar de veranderingen gaan langzaam. In 1992 werd een nieuwe onderwijswet ingevoerd, die de hervormingen een flinke impuls moest geven. De wet benadrukt decentralisatie van het onderwijs-systeem en belooft de 89 provincies verregaande autonomie bij het ontwikkelen van een eigen onder-wijsbeleid. Een ware revolutie in het Russische onderwijs. Maar de weerstand in de Staatsdoema – het Russische parlement – is groot. Ook de econo-mische crisis die het land in de jaren negentig aan de rand van de afgrond bracht, heeft niet geholpen om het onderwijs snel te moderniseren.

Enorme braindrain“Rusland is zich aan het herstellen van de vernie-tigende jaren negentig”, stelt Ruslandkenner René Does. Hij doceerde aan het Oost-Europa Instituut van de Universiteit van Amsterdam en is hoofd-redacteur van Prospekt, een tweemaandelijks tijd-schrift over Rusland. “In die jaren was er nauwelijks geld voor hoger onderwijs, slechts 1 tot 2 procent van de overheidsuitgaven.” De hogeronderwijsinfra-

structuur stortte ineen, een enorme braindrain was het gevolg. Gerenommeerde atoomgeleerden, fysici en andere wetenschappelijke kopstukken zochten hun heil in de Verenigde Staten en West-Europa. De universiteiten liepen leeg. “Het hoger onderwijs had geen enkel aanzien meer en er was niets in te verdienen. Een prostituee of crimineel had meer status dan een dokter”, aldus Does.Ook de instroom van jonge docenten stagneerde. Het huidige docentenkorps is op leeftijd. En deze oude

garde verzet zich tegen modernise-ring. Het Russische hoger onder-wijs behoort dan ook niet tot de wereldtop. “Rusland denkt dat het onderwijs van hoge kwaliteit is, maar als je kijkt naar de internatio-nale ranglijsten valt het wel mee”, zegt Does. “De beste universiteit, die van Moskou, staat op plaats 93.

Dat is vergelijkbaar met steden als Shanghai en New Delhi, niet met Harvard en Cambridge. De bevolking is over het algemeen goed opgeleid, maar steekt niet boven de concurrenten uit.” Het Russische bètaonderzoek heeft overigens wel een goede naam – een erfenis van het communistische verleden. Toen lag de nadruk in de sterk geïndustri-aliseerde natie op de technische wetenschappen. De kwaliteit van die opleidingen is nog steeds hoog.

CorruptieEen speerpunt in de hervorming van het Russische onderwijs is de invoering van een staatsexamen voor alle middelbare scholieren. Dit nieuwe systeem moet een eind maken aan de toelatingsprocedures van universiteiten die jarenlang gepaard gingen met veel corruptie. Omdat bij die toelatingsexamens de beste resultaten tellen, volgen veel scholieren, ver vóór hun eindexamen, privélessen bij de faculteit van hun keuze. “Voor veel docenten is dit een manier om hun inkomen wat op te vijzelen. Leden van toelatings-commissies worden omgekocht en de best betalende scholieren zijn verzekerd van een plaats”, vertelt Does. Corruptie is nog steeds een groot probleem in

“Westerse student

heeft weinig te zoeken

in Rusland”

Foto

: Gal

ligan

i/C

ontr

asto

/Hol

land

se H

oogt

e Studenten van het

Smolny College in Sint

Petersburg

e c o n o m i e - e n m a n a g e m e n t s t u d i e s s c h i e t e n a l s p a d d e n s t o e l e n u i t d e g r o n d

Page 9: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

r u s l a n d s p e c i a l

| oktober 2007 | transfer16 transfer | oktober 2007 | 17

Rusland. “Jaarlijks wordt er 600 miljoen euro aan steekpenningen uitgegeven.” Vanaf 2009 leggen alle Russische middelbare scholieren hetzelfde eind-examen af. In 2006 nam al 60 procent deel aan het staatsexamen waardoor er al een halt is toegeroepen aan corrupte praktijken. Niet alle universiteiten zijn overigens gelukkig met het staatsexamen. Zo hecht de Staatsuniversiteit van Moskou sterk aan haar eigen toelatingsexamen. Rusland heeft voldoende opleidingscapaciteit, maar een plaats op de beste universiteiten is niet voor iedereen weggelegd. Voor de gerenommeerde staatsuniversiteiten van Moskou en Sint Petersburg melden zich veel meer gegadigden dan er plaatsen zijn. Universiteiten op hun beurt strijden om de beste studenten. Omdat een internationale uitstra-ling allure geeft, wordt internationalisering mede gebruikt voor de studentenwerving in eigen land.

Nieuwe opleidingen Na de rampzalige jaren negentig telt het hoger onder-wijs in Rusland weer mee. Het aantal studenten is enorm toegenomen, van 2,6 miljoen in 1993 tot momenteel bijna 7 miljoen. Ook het aantal instel-lingen is enorm gestegen. De particuliere sector groeit en bloeit. Begin jaren negentig telde Rusland 78 particuliere instellingen, in 2004 waren het er al 409. Deze particuliere instituten richten zich vooral op economische en managementopleidingen. In het moderne Rusland is daar veel vraag naar. Veel van deze opleidingen zijn (nog) niet erkend en de kwali-teit is dan ook niet altijd gegarandeerd. Ruslandkenner Does verwacht dat het Russische hoger onderwijs, na de hausse aan nieuwe oplei-dingen, de komende jaren zal normaliseren. Sinds 2003 hoort Rusland bij de Bolognalanden en dit studiejaar is overal het bachelor-masterstelsel inge-voerd. Dat zal leiden tot meer afstemming op het Europese hoger onderwijs en betere kwaliteits-bewaking. Ook zal er een schifting komen tussen goede en slechte opleidingen, denkt Does. Dat komt onder meer door de demografische crisis die Rusland teis-tert. Door een laag geboortecijfer en een hoog sterf-tecijfer krimpt de bevolking ieder jaar met 700.000 zielen. In 1991 telde het land 148 miljoen inwoners, in 2005 waren het er 143 miljoen en volgens de

prognoses zullen het er in 2050 nog maar 90 tot 120 miljoen zijn. De komende decennia zullen er dus steeds minder studenten zijn. “Instellingen strijden nu al om de beste studenten en die concurrentie zal alleen maar toenemen. Slechte opleidingen zullen het veld moeten ruimen omdat er geen markt voor is.”

LevensbelangGezien deze demografische ontwikkeling is het voor Rusland van groot belang om studenten vast te houden. Meegaan in de internationaliseringstrend kan ertoe leiden dat de beste studenten vertrekken. Wil Rusland dat wel? “Niet meedoen is ook geen optie”, stelt Does. “Rusland moet aansluiting houden met de moderne wereld. Dat is van levensbelang. Het is goed dat de contacten met het Westen worden aangehaald. Dat leidt tot meer openheid en meer democratie.”Een onderwijskantoor zoals het op te richten Netherlands Education Support Office (Neso) in Moskou kan de mobiliteit van studenten versnellen, denkt hij. “Rusland heeft geen traditie van studeren in het buitenland. Dat komt ook door de slechte talenkennis. Rusland is een wereldmacht, men is niet geneigd een andere taal te leren. Kinderen van rijke Russische ondernemers gaan nu opleidingen volgen in het Westen. Maar voor een getalenteerd kind uit de arbeidersklasse is het een brug te ver. Er zijn zo veel barrières te nemen. Een onderwijskantoor kan die ontwikkeling versnellen, bijvoorbeeld door uitwisselingen te stimuleren.” De concurrentie op de internationale onderwijsmarkt is groot, maar volgens Does staat ons land goed aangeschreven in Rusland. “Nederland is zeker niet kansloos.”Westerse studenten hebben weinig te zoeken in Rusland, denkt Does. “Het onderwijs is niet van heel hoge kwaliteit, de opleidingen zijn in het Russisch en het kost veel tijd om een visum te krijgen. Als Rusland aantrekkelijker wil worden voor buiten-landse studenten, zal er streng moeten worden opge-treden tegen racistisch geweld.” Hoopgevend in dat opzicht is dat onlangs drie skinheads in totaal 35 jaar cel hebben gekregen voor de moord op een buiten-landse student. Het is voor het eerst dat zulke lange gevangenisstraffen zijn opgelegd voor een moord uit racistische motieven.

Els Heuts

‘Russische student wil graag naar het buitenland’In het moderne Rusland is veel vraag naar goed hoger onderwijs. Reden voor Nederland om

zich op deze groeimarkt te begeven. Charles Hoedt, beoogd directeur van Nederlands nieuwste

onderwijskantoor in wording, ziet voldoende kansen. ‘We moeten niet alleen in de grote steden werven.’

Het Netherlands Education Support Office (Neso) wordt naar verwachting gehuisvest in een gepaste omgeving: er is ruimte gereserveerd in de staats-bibliotheek voor internationale literatuur in het centrum van Moskou. Ook landen als Groot-Brittannië, Japan, Canada en de Verenigde Staten hebben hier een onderwijssteunpunt. “Een prima locatie”, vindt beoogd directeur Charles Hoedt. “Er is al veel inloop van studenten.” Tot nu toe hebben Russen weinig animo om over de grens te studeren. Slechts een half procent van de totale studentenpopulatie doet het. Voor veel Russen is een buitenlands verblijf simpelweg te duur. Ook is er geen traditie om internationale studie-ervaring op te doen.

Afgesloten wereldMaar er is een kentering gaande, weet Hoedt. “Russische bedrijven opereren steeds internationaler en studenten willen graag ervaring opdoen in het buitenland. De arbeidsmarkt vraagt dat ook.” De beoogd directeur heeft die ontwikkeling van nabij meegemaakt. Na een journalistiekopleiding en Oost-Europese studies vestigde hij zich in 1998 in Sint Petersburg als freelance journalist. “Het Oostblok heeft me altijd gefascineerd”, vertelt hij. “Op school leerde je niet veel over deze landen. Het is lang een afgesloten wereld geweest.”Hij richtte een mediabureau op en zette voor het consulaat marketingcampagnes op om Nederland te promoten. Ook was hij redacteur van de nieuwsbrief van het Nederlands Instituut in Sint Petersburg dat de Nederlandse universitaire wereld in Rusland verte-genwoordigt. Hoedt is nu bezig met de voorbereidingen om een nieuw onderwijssteunpunt te realiseren. Hij werkt onder meer aan een marketingplan om de moge-lijkheden voor het Nederlandse hoger onderwijs in

kaart te brengen. De concurrentie op de Russische internationale onderwijsmarkt is groot. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland zijn populair onder de Russische studenten die de stap wagen om in het buitenland te gaan studeren (zie ook pag. 23). Een speler van formaat zal Nederland op deze markt niet worden, maar er zijn genoeg mogelijkheden. “In Rusland is bijvoorbeeld veel vraag naar goede MBA-opleidingen”, weet Hoedt. “De Vlerick Leuven Gent Management School is in dat gat gesprongen door in Petersburg een dependance te starten. Die loopt erg goed. Belgische docenten worden inge-vlogen. Ons onderwijs daarheen brengen zou een goede optie kunnen zijn. Het is ook van belang dat we ons met de werving niet alleen op de grote steden richten. Rusland is een enorm land en in de provin-cies zit ook veel potentieel. Onlangs werd ik bena-derd door de universiteit van Perm die een film wil maken over het Nederlandse hoger onderwijs. Dat vond ik heel positief.” Els Heuts

Meer informatie over Neso Rusland via www.nesorussia.com

Foto

: Ser

ge L

igte

nber

g

Charles Hoedt, beoogd

directeur van het nieuwe

Neso-kantoor.

Page 10: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

r u s l a n d s p e c i a l

| oktober 2007 | transfer18 transfer | oktober 2007 | 19

“In India weet iedereen dat je voor een goede studie medicijnen of luchtvaart in Moskou moet zijn. Ik hoorde erover van vrienden en las positieve stukken in de krant. Bij ons heeft het Russische onderwijs een goed imago”, zegt Saranya Hariharan. De 22-jarige Indiase studeert inmiddels vijf jaar aan de Setsjenov Medische Academie in Moskou. Een groot verschil met het onderwijs in India vindt ze de sterke nadruk op theorie in Rusland. “In India is de studie meer op de praktijk gericht.” De kleine groepen maken het iets gemakkelijker om de zware theoretische kost in de Russische taal te begrijpen. “We volgen de colleges in groepjes van zeven. De docenten praten rustig en houden rekening met ons.” De Setsjenov Academie is ingesteld op buiten-landse studenten. Sinds 1949 ontvangt het instituut jongeren uit de hele wereld. De academie telt nu ongeveer 8.600 studenten, onder wie 1.500 buiten-landers. Een deel van de programma’s is daarom in het Engels (medicijnen) of Frans (farmacie) en in

de bibliotheek staan zowel boeken in het Russisch als in vreemde talen. Toch dient elke student ook Russisch te spreken, bijvoorbeeld om met een patiënt te kunnen communiceren of het volledige studiepro-gramma te volgen.

SmeergeldStudenten zien het verplichte leren van de Russische taal als een minpunt. Niet alleen is Russisch een lastige taal om te leren, studenten vragen zich ook af wat ze er in de toekomst mee kunnen doen. “Niemand spreekt Russisch in mijn land, je kunt het er amper gebruiken”, jammert Sanad Alshammari, een 31-jarige student uit Saoedi-Arabië. Na een cursus Russisch begon hij twee jaar geleden een studie farmacie in Moskou. Op de academie studeren maar weinig landgenoten. “Ik ken er vijf, de rest is denk ik te bang om naar Rusland te gaan”, verklaart hij. De angst voor geweld vindt Alshammari deels

terecht. Zelf ondervindt hij vooral last van de politie. “Als ze bij willekeurige paspoortcontrole’s op straat zien dat ik uit Saoedi-Arabië kom, verwachten ze meestal smeergeld. Dan betaal ik vijftien of dertig euro en is het probleem opgelost.” Alle buitenlandse studenten die Transfer sprak, zijn het over een ding eens: studeren in Moskou is spot-

goedkoop. “Studeren aan de Setsjenov Medische Academie kost mij nog geen 7.000 dollar per jaar. Dat vind ik gezien de kwaliteit allerminst duur”, zegt Achmed (23) uit Indonesië. In Indonesië is de concur-rentie in het medische onderwijs volgens hem groot. “Het is vaak lastig om tot bepaalde universiteiten te worden toegelaten. De keuze voor Moskou ligt dan voor de hand.” Achmed is naar eigen zeggen de enige Indonesische student aan de academie. Ook Alshammari noemt de lage studiekosten als belangrijke reden om in Moskou te gaan studeren. Zijn studie kost hem jaarlijks op de kop af 2.440 dollar, een schijntje volgens de student die financiële steun van de overheid krijgt. “Het ministerie van onderwijs in Saoedi-Arabië betaalt alles voor mij.” Andere studenten zijn aangewezen op de gulheid van hun ouders. Zoals Priyadarshini Prabakaran (21) uit India. “Mijn ouders betalen zowel mijn studie als het volledige levensonderhoud.” Ze moeten wel, legt

Prabakaran uit, want buitenlandse studenten krijgen in Rusland geen werkvergunning en dus heeft zij geen mogelijkheid om wat bij te verdienen. Ze vindt het niet eerlijk. “Ik heb studerende vrienden over de hele wereld en die mogen wel werken. Moskou is ook nog een van de duurste steden ter wereld.” Een enke-ling verdient overigens wel op kleine schaal wat bij.

Achmed verkoopt tegen een kleine winst telefoon-kaarten in het hostel waar hij woont. Niet dat het veel helpt. “De prijzen zijn de afgelopen twee jaar enorm gestegen”, klaagt de Indonesische student.

GerespecteerdDe studenten hebben geen spijt van de keuze voor Moskou. Ze voelen zich welkom op de academie. “Ik heb sterk het gevoel dat wij worden gerespecteerd”, zegt Priyadarshini Prabakaran. “Al is er altijd wel een aantal studenten dat negatief over Indiërs denkt.” Alle studenten noemen het studieklimaat aangenaam, al verschillen de meningen over de vereiste studie-aanpak. De Saoediër Sanad meent dat studenten erg hard moeten studeren, terwijl de Indonesiër Achmed juist vindt dat er behoorlijk veel vrijheid is. “Het

hangt volledig van je eigen houding af. Je hebt het zelf in de hand of je alles uit de opleiding wilt halen of niet”, stelt Achmed. Over de kwaliteit van het onder-wijs is hij tevreden, al kan het volgens hem nog beter. In de vijf jaar dat Achmed in Moskou verbleef leerde hij veel over het land en de geschiedenis. In de rijke historie ziet hij een groot voordeel. “Het Russische

medische onderwijs kan het beste uit de ervaringen van de Sovjet-Unie halen en dit combineren met de huidige kennis”, weet de student. Hoewel een diploma van de Setsjenov Medische

Academie door de meeste landen wordt geaccepteerd, eisen bepaalde landen extra examens en testen in eigen land. “Dit betekent onder meer dat we een deel van ons werk moeten vertalen”, zucht Priyadarshini Prabakaran. Anderzijds ligt haar toekomst in India en niet in Rusland. Weinig

studenten blijven uiteindelijk in Rusland hangen. Haar landgenote Saranya Hariharan draait er niet omheen. “Ik mis mijn moederland. Zodra ik mijn studie heb afgerond, keer ik definitief terug.”

Ivo Pertijs

“Er zijn altijd wel

studenten die negatief over

Indiërs denken”

De Setsjenov Medische Academie in Moskou trekt van

oudsher veel buitenlandse studenten aan. Zij roemen de

hoge kwaliteit en de lage studiekosten.

Foto

’s: Iv

o Pe

rtijs

Priyadarshini Prabakaran Achmed Saranya Hariharan

‘Studeren in Moskou is spotgoedkoop’

Page 11: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

r u s l a n d s p e c i a l

Foto

: Hol

land

se H

oogt

e/G

rego

r M. S

chm

idt/

Anz

enbe

rger

| oktober 2007 | transfer20 transfer | oktober 2007 | 21

Een moeilijk land

Duizenden Afrikanen, Aziaten en Zuid-Amerikanen trokken tijdens de Koude Oorlog naar Moskou om te studeren aan de Patrice Lumumba Universiteit. De universiteit, genoemd naar een communistische Congolese revolutionair, was bedoeld voor studenten uit socialistische ontwikkelingslanden. Sinds 1992 heet de instelling echter Universiteit van Rusland voor Vriendschap der Volkeren en leren studenten er niet meer over marxistische theorieën maar busi-

ness management. En hoewel studenten uit (voor-malige) ontwikkelingslanden nog steeds de grootste groep buitenlandse studenten vormen in Rusland, zoekt het land steeds meer onderwijssamenwer-king met het Westen, onder meer via aansluiting bij het Bolognaverdrag. Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland behoren tot de vijf favoriete landen van de ruim 20.000 Russische studenten in het buitenland. De nationale onderwijsorganisaties van die landen timmeren dan ook flink aan de weg in het gigantische land. The British Council heeft maar liefst elf informa-tiecentra, EduFrance heeft er zes en de Duitse DAAD drie. Die laatste kent ook een Go East!-programma voor studeren in Oost-Europa en Rusland. Nederland neemt binnen dat geheel een bescheiden positie in. In 2002 – het laatste jaar waarover cijfers beschikbaar zijn – kwamen slechts 255 Russische studenten naar Nederland. De marketing is tot nu toe dan ook niet overdonderend geweest. Tot op heden is er eigenlijk vooral het Nederlands Instituut in Sint Petersburg, dat tien jaar geleden door zes Nederlandse universiteiten werd opgericht. Het verzorgt onder-zoeks- en onderwijsprogramma’s op het gebied van taal en cultuur en brengt met exposities en andere activi-teiten Nederlandse cultuur onder Russische aandacht.

Rijk landToch was Nederland begin jaren negentig het eerste West-Europese land dat structureel onderwijs-samenwerking met Rusland aanging. Op initiatief van toenmalig onderwijsminister Jo Ritzen werd in 1992 CROSS opgericht. Het bureau moest Rusland assisteren bij de onderwijshervormingen die nood-zakelijk waren geworden door de ineenstorting van het communistische regime en de overgang naar een vrijemarkteconomie. CROSS organiseerde samen met Russische en Nederlandse onderwijsinstellingen vele projecten voor docententraining, kwaliteitszorg en ict-toepassingen en curricula voor nieuwe sectoren als accountancy, marketing en het bankierswezen. “In de loop der jaren is het accent verschoven van hulp naar samenwerking”, zegt Linda Beijlsmit, directeur van CROSS. “Rusland is nu een rijk land dat zich, zeker onder Poetin, als zodanig positioneert.”Met zijn florerende economie en groeiende midden-

klasse is Rusland bovendien een interessante markt voor het Nederlandse hoger onderwijs, dat voor Russische studenten beter betaalbaar is dan het onderwijs in Engeland of de VS. Steeds meer instel-lingen zien mogelijkheden in het enorme land. Duke Meijman, slaviste en docente aan de Haagse Hogeschool, zag die acht jaar geleden al. Zij ontwik-kelde voor de HEBO-opleiding van de hogeschool (een beroepsopleiding voor internationale betrek-kingen en handel) een Rusland-traject met Russisch als bijvak. Ook bouwde ze een netwerk van Russische partners op. “Rusland is politiek en economisch terug op de wereldkaart”, weet Meijman. “Het land is dé energieleverancier van Europa. Russisch is nog altijd de lingua franca voor handel en internationale samenwerking in een groot deel van Azië.”

Interessante kennispartnerJaarlijks vertrekken ongeveer veertien HEBO-studenten een semester naar Rusland voor studie of stage bij overheidsinstellingen, ngo’s of het bedrijfsleven; onge-veer even veel Russische studenten komen hierheen. Zo werkt de hogeschool samen met een instelling in Yaroslavl, van oudsher een belangrijke stad met veel olie-industrie en opleidingen voor die sector. “Het gaat niet alleen om Russisch leren, taalkennis is een middel om die regio voor Nederland te openen. Veel Nederlandse bedrijven zijn er actief”, zegt Meijman. Maar Rusland is om meer redenen een interessante kennispartner. Het land staat bekend om zijn super-gespecialiseerde bètaonderzoekers, die Nederland goed kan gebruiken. Russische wetenschappers zijn theoretisch goed onderlegd, terwijl Nederlanders sterk zijn in toepasbare kennis, een goede combinatie voor vruchtbare samenwerking. Ook in de sociologie, filosofie, theologie, kunstgeschiedenis en museum-collectiebeheer werken Nederlandse en Russische instellingen samen. De kwaliteit van het Russische onderwijs mag dan in het algemeen niet meer zijn wat ze was, aan sommige instellingen is die nu heel behoorlijk. Verder hebben Russische studenten door hun brede vooropleiding vaak een goede basiskennis, zeggen instellingen met Ruslandervaring.Toch is samenwerking beslist niet gemakkelijk. Naast de bekende praktische problemen met accreditatie

Na de val van het IJzeren Gordijn liep Nederland voorop

in onderwijssamenwerking met Rusland. Toch blijft

ons land voorlopig een kleine speler op de Russische

onderwijsmarkt. Die markt is moeilijk te veroveren

maar heeft doorzetters zeker iets te bieden.

s t e e d s m e e r n e d e r l a n d s e i n s t e l l i n g e n

w i l l e n s a m e n w e r k e n m e t d e r u s s e n

Page 12: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

r u s l a n d s p e c i a l

| oktober 2007 | transfer22 transfer | oktober 2007 | 23

en visa vormen cultuurverschillen, de taal (vooral oudere bestuurders spreken vaak geen Engels) en de hardnekkige bureaucratie belangrijke obstakels. “Buitenlandse studenten die langer dan drie maanden in Rusland verblijven, moeten bijvoorbeeld in eigen land eerst een aidstest afleggen”, vertelt Titia Bouma, studiecoördinator Russisch bij de Universiteit Leiden. “Regelmatig wordt het bewijs daarvan om onduidelijke redenen in Rusland niet erkend en moeten ze daar alsnog een test doen. Of ze moeten ineens portretfoto’s in kleur overleggen in plaats van zwartwitafdrukken.” Gedoe dat voor extra kosten zorgt maar dat volgens Bouma nu eenmaal bij Rusland hoort. “Rusland is een complex land”, zegt ook CROSS-directeur Beijlsmit. “De aanloopperiode naar een project is heel lang, je moet veel tijd investeren in persoonlijke relaties en het opbouwen van een vertrouwensband.” Dat geldt voor meer landen maar de samenwerking met Rusland werd de laatste jaren nog eens bemoeilijkt door politieke instabiliteit en voortdurende reorganisaties binnen de Russische overheid en onderwijsinstellingen. Afspraken veranderden steeds. “Ik heb wel eens met mijn vuist op tafel moeten slaan: tot hier en niet verder!”, aldus Beijlsmit. “Hiërarchie is ook heel belangrijk. Buitenlanders onderschatten vaak het hoge opleidingsniveau en de enorme culturele bagage van Russen. Een universitaire titel zegt niet direct iets over de genoten opleiding maar ze hebben er wel één en verwachten van buitenlandse partners hetzelfde opleidingsniveau.”

Negatief imagoDe berichten over corruptie, onveiligheid en geweld tegen buitenlandse studenten maken het land niet aantrekkelijker. Jo Spaubeck, docent marketing bij de Hogeschool Zuyd en sinds kort buitengewoon hoogleraar aan de universiteit van Nizhny-Novgorod, ergert zich een beetje aan dat negatieve imago van Rusland, al moest hij ook de nodige tegenslag overwinnen. “Zo mocht ik in het begin nooit zonder Russische begeleider de straat op vanwege de onveiligheid”, vertelt Spaubeck,

wiens hogeschool samen met een Duitse partner in Nizhny-Novgorod een bacheloropleiding internatio-nale betrekkingen opzette in het kader van Tempus, het EU-programma voor internationale onderwijss-samenwerking. Ook kan hij vertellen over docenten die werden weggelokt door riante salarissen in het bedrijfsleven en Russische rectoren die niet begrepen dat ze overeenkomsten moesten tekenen met Nederlandse faculteitsdirecteuren die zelf-standig over budgetten beslisten. “Maar daar zijn ze nu aan gewend. En het gaat in Rusland nu veel beter dan tien jaar geleden, niet alleen economisch. Poetin

heeft weliswaar de touwtjes strak in handen maar de Russen zelf zijn over het algemeen blij met de stabiliteit in het land.” Daarnaast zijn er volgens Spaubeck positieve ontwikkelingen die hier nauwelijks bekend zijn. “Zoals de grote aandacht voor duurzaamheid.

Rusland kent gebieden groter dan Nederland waar bio-brandstoffen als koolzaad worden verbouwd.” Dat de overlegcultuur er minder ontwikkeld is, beschouwt hij soms als een voordeel. “In Rusland kun je meters maken.”

StatusSpaubeck is benieuwd naar de activiteiten van andere Nederlandse instellingen in Rusland. Hij hoopt dat de inventarisatie door een toekomstig Neso-kantoor een beter beeld geeft van het land en de mogelijkheden en dat meer Nederlandse studenten naar Rusland zullen gaan. Ook de andere ‘ervaringsdeskundigen’ denken dat een uitbreiding van de Nederlandse onderwijs-vertegenwoordiging een gunstig effect zal hebben op de Nederlands-Russische onderwijssamenwerking, ondanks de duidelijk aanwezige concurrentie. “Niet geschoten is altijd mis”, meent Linda Beijlsmit van CROSS. “In hun oriëntatie op buitenlandse studies kunnen Russische studenten nu mooi Nederland meenemen. Russen zijn gevoelig voor status en volgens het OECD-rapport staan we er goed op. Dat moeten we benadrukken. Ze moeten weten wat er te halen valt.”

Vera Ros

Russische Federatie: feiten en cijfers

Land en volkStaatsvorm: federatie met president als staatshoofd.

Parlement: Federatieve Assemblee, bestaande uit Federatieraad (176

zetels) en Doema (450 zetels

Bevolkingsaantal: ruim 141 miljoen

Bevolkingssamenstelling: Etnische Russen grootste groep (8 procent).

Daarnaast meer dan honderd nationaliteiten, etnische groepen, talen,

dialecten en religies.

Oppervlakte: ruim 17.000.000 vierkante km (410 keer zo groot als

Nederland)

Top-5 steden: Moskou, St. Petersburg, Nizhny-Novgorod, Novosibirsk,

Yekaterinenburg

EconomieBelangrijke sectoren: olie- en gasindustrie, chemie, bosbouw, metaal- en

papierindustrie

Bnp per bevolkingshoofd: 12.000 USD (2007)

Economische groei: rond 6 procent (2005)

Voornaamste handelspartners: Nederland, Duitsland, Italië (export),

Duitsland, China, Oekraïne (import)

Kansrijke regio’s: Jekaterinenburg, Kaloega, Krasnodar, Nizhny Novgorod,

Novosibirsk

Onderwijs en onderzoekAantal HO-instellingen: 1.071 (waarvan 409 particuliere) met meer dan

2.000 vestigingen (2004)

Aantal studenten: 6,8 miljoen

Hoogte collegegeld: varieert van 315 tot 11.000 euro

Gemiddeld bruto maandsalaris universitair docent: 260 euro (2004)

Overheidsuitgaven onderwijs in % bnp: ca. 3,5 procent (2004)

Idem voor onderzoek: 0,3 procent (2004)

InternationaliseringAantal studenten in het buitenland: ruim 25.000, waarvan 255 in NL

(2002)

Belangrijkste bestemmingen (2004/2005): Duitsland (ruim 10.000)

VS (ca. 5.000)

China (ruim 5.000)

Frankrijk (2876)

Groot-Brittannië (2.025)

Populairste vakgebieden: sociale wetenschappen, business en management, Engels, informatie-

technologie, moderne kunst en design

Buitenlandse studenten in Rusland: 60.000 (2002-’03) waarvan uit:

Tussen Russische en buitenlandse onderwijsinstellingen bestaan

allerlei samenwerkingsvormen in het kader van bilaterale verdragen,

EU-programma’s als Tempus en eigen overeenkomsten.

Nuttige websiteswww.nesorussia.com, www.cross-agency.nl, www.mon.gov.ru., www.

russianenic.ru. (site van het Russisch Ministerie van Onderwijs, met

veel info over het onderwijssysteem en een overzicht van erkende

instel lingen) www.nisp.ru (Nederlands Instituut in St. Petersburg),

www.nuffic.nl, www.netherlands-embassy.ru, www.netherlands.mid.ru

(Russische ambassade in Nederland), www.minbuza.nl.

Bronnen: Nuffic, Nederlandse Ambassade Moskou, EVD, World Fact Book

CIA, Economist, Russisch Ministerie van Onderwijs.

“In Rusland kun je nog

meters maken”

Azië: ruim 33.000

Midden-Oosten/Noord-Afrika:

7.800

Overig Afrika: 5.600

Europa: 9.700

VS: 2.200

Latijns-Amerika: 1.600

Canada: 300

Nederland: enkele tientallen

(schatting)

Page 13: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

| oktober 2007 | transfer24 transfer | oktober 2007 | 25

Jonge universiteit worstelt met internationalisering

De Russische Higher School of Economics wil graag meer buitenlandse studenten trekken. Maar

serieuze barrières maken dat lastig voor de instelling, die nauwe banden onderhoudt met de Erasmus

Universiteit Rotterdam. Een gesprek met vice-rector Marina Larionova.

Het is rustig in de gangen van de hoofdvesting van de Higher School of Economics (HSE). Studenten lopen tijdens de hete zomer maar mondjesmaat binnen in het gebouw in het centrum van Moskou. Gedurende het academisch jaar is dat wel anders. De HSE behoort tot de topdrie van Russische universiteiten. Het instituut heeft, behalve in Moskou, vestigingen in het hele land. De HSE is een internationale instelling, verzekert vice-rector Marina Larionova. Als hoofd van het Instituut voor Internationale Organisaties is zij druk bezig met internationalisering. “De HSE is nu al internationaal als het gaat om standaarden van programma’s en de integratie in wereldwijd onder-zoek. Daarnaast werken we aan verdere integratie in het Europese onderwijsgebied.” De universiteit, zo zegt Larionova, zou graag meer buitenlandse studenten willen ontvangen.

Op dit moment loopt het met aanmeldingen uit het buitenland nog geen storm. Evenmin heeft de HSE een concrete strategie op papier om die situatie te veranderen. Voertaal op het instituut is Russisch, en dat is voor buitenlanders een serieuze barrière. Vooralsnog wordt slechts een beperkt aantal studie-onderdelen in het Engels gegeven. Dat is niet een-twee-drie op te lossen. “Als we in het Russisch topkwaliteit leveren, dan moet dat ook in het Engels zo zijn. Dat proces kost tijd”, zegt Larionova. De HSE is een jonge universiteit die in 1992 door enkele prominente economen werd opgericht. De huidige onderwijskwaliteit dankt zij deels aan de steun van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de London School of Economics. De HSE koestert de warme band met Nederland. “Het imago van het Nederlandse onderwijs is goed”, zegt Larionova.

De HSE heeft een masterprogramma met de Erasmus Universiteit en een MBA-programma met hogeschool InHolland. “Door deze aantrekkelijke programma’s neemt de interesse van onze studenten voor Nederland toe. Meestal horen ze erover via ervaringen van medestudenten.” Toch legt Nederland het uiteindelijk over het algemeen af tegen Groot-Brittannië. Britse universiteiten zijn volgens Larionova agressiever in hun marketing.

PositiefDe vice-rector is blij dat Rusland vier jaar geleden aanhaakte bij de Bologna-verklaring. “Dat biedt Russische studenten de kans om over de grens een graad te behalen zonder studietijd te verliezen. Tegelijkertijd wordt het daardoor beter mogelijk om Europese studenten naar Russische universiteiten te halen.” Niet dat alle programma’s inmiddels aan de Europese afspraken zijn aangepast. Zo beginnen veel technische universiteiten pas dit jaar met de introductie van het bachelor-mastersysteem en duren de meeste bachelorprogramma’s nog vier jaar in plaats van drie. Toch is Larionova positief over de vooruitgang die tot nu toe op Bologna-gebied is geboekt. “Uit de nationale rapportage van mei dit jaar blijkt dat Rusland op een aantal criteria voldoende scoort. Dat geldt onder meer voor de graadstructuur, de inte-gratie van het nieuwe systeem voor kwaliteitszorg en het werk op gebied van kwalificaties.” Een punt van zorg is nog de corruptie in het Russische onderwijs, erkent de vice-rector. “Ik heb het in mijn omgeving nog nooit meegemaakt, maar ik hoor er wel over. En waar rook is, is vuur.” Larionova vindt het moeilijk om iets te zeggen over de omvang van het probleem. “Ik ben geen expert op dit gebied.” Volgens haar is het ook een schimmig

gebied. Ze noemt het voorbeeld van een scholier die voor bijlessen een docent inhuurt van de universiteit waar hij hoopt te gaan studeren. Daar is in prin-

cipe niets mis mee, vindt ze. “De vergoeding die de student daarvoor betaalt, is geen smeergeld.” Aan de andere kant, erkent ze, is het niet uit te sluiten dat de docent, in ruil voor die vergoeding, niet ook andere – illegale – vormen van steun verleent. Een nieuw landelijk examen moet dit soort praktijken tegengaan. Maar niet alle univer-siteiten zijn hier even blij mee. Zij

geven de voorkeur aan de wedstrijden die scholen organiseren in vakken als wiskunde en sociale wetenschappen. De beste scholieren gaan door naar de federale Olypische Spelen. Driekwart van de winnaars wordt toegelaten tot de HSE.

HordesKwesties zoals deze geven Rusland in het Westen een negatief imago en schrikken Europese jongeren af. En dan zijn er in het geval van de HSE ook nog de hoge kosten. “Andere Russische universiteiten bieden studies aan tegen relatief lage prijzen. Maar daar kunnen wij niet aan meedoen. Studeren aan de HSE is gewoon duur en dat geldt in het bijzonder voor buitenlandse studenten.”Al met al moeten buitenlanders een behoorlijk aantal hordes nemen, voordat ze aan de HSE kunnen studeren. Toch blijft Larionova optimistisch. Want de buitenlandse studenten die al die hordes hebben genomen en die het land hebben leren kennen, vallen vaak als een blok voor Rusland, weet ze. Daar houdt ze zich aan vast. “Studenten zouden meer moeten weten over Rusland zoals het werkelijk is.”

Ivo Pertijs

De Higher School of Economics

(HSE) in Moskou telde vorig

jaar 129 buitenlandse studen-

ten, op een totaal van 11.000

voltijds studenten. Een kwam

uit Bulgarije, een tweede uit

Servië en de rest uit landen

van de voormalige Sovjet-Unie.

Een studiejaar (in de Russische

taal) kost tussen de 5.000 en

8.000 euro. Daarnaast is er de

School of Russian Studies (SRS)

die kortere programma’s in het

Engels of Duits aanbiedt. De

SRS-zomerschool telt ongeveer

veertig Europese studenten. Zij

betalen circa 1.500 euro voor het

onderwijs. (IP)

m e e s t e b u i t e n l a n d s e s t u d e n t e n k o m e n u i t e x - s o v j e t - u n i e l a n d e n

“Buitenlandse studenten

zouden meer moeten weten

over Rusland zoals het

werkelijk is”

Foto

: Ivo

Per

tijs

r u s l a n d s p e c i a l

Page 14: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

| oktober 2007 | transfer26 transfer | oktober 2007 | 27

Kazachstan is met een economische groei van onge-veer 9 procent een van de snelst moderniserende landen van Azië. In de nieuwe hoofdstad Astana verrijst het ene na het andere futuristische gebouw. Ook de voormalige hoofdstad Almaty maakt een gedaante verandering door: overal worden ultramo-derne kantoorgebouwen, winkelcentra en apparte-menten gebouwd. De grote olie- en gasvoorraden geven het land de benodigde deviezen. Steeds meer buitenlandse ondernemingen vestigen zich in Kazachstan. Die willen personeel met dezelfde kwali-ficaties als in hun eigen land.President Nazarbajev begreep al snel na de onafhan-kelijkheid in 1991 dat het voor de toekomst van zijn land nodig was om de bevolking beter op te leiden. Daarom stuurt de Kazachstaanse overheid sinds 1993 talentvolle studenten naar het buitenland. Voor het Boloshak-programma – ‘boloshak’ bete-kent toekomst – worden studenten streng geselecteerd, niet alleen op kennis en motivatie, maar ook op patriottisme. Zo worden ze getest op hun kennis van de vaderlandse geschiedenis en de grondwet. Na terugkeer zijn de Boloshak-bursalen verplicht om minstens vijf jaar voor hun land te werken.

Hogere functiesJana Bolegenova (32), een van de achthonderd Boloshak-alumni in Kazchstan, vindt dat wel logisch. Zij studeerde bedrijfskunde in Duitsland en is nu hoofd van het bureau voor International Educational Networks van de Al Farabi Kazakh National University in Almaty. De universiteit is met 16.000 studenten de grootste van Kazachstan. “Met een Boloshak-beurs worden alle kosten voor studie en levensonderhoud betaald.” Daar mag van haar best iets tegenover staan. Verder is het volgens Bolegenova heus niet alleen het land dat van de buitenlandse opleiding profiteert. “Veel studenten die met een Boloshak-beurs in het buiten-land hebben gestudeerd, komen in hogere functies terecht. Verschillende ministers en managers van grote bedrijven zijn ex-Boloshak-studenten. Vroeger werden die functies via de partij geregeld. Nu zijn er veel meer kansen voor jongeren met goede kwali-ficaties. Het werkt echt in je voordeel als je in het buitenland hebt gestudeerd.” Toen zij in Duitsland ging studeren, had Bolegenova

er al twee jaar internationale bedrijfskunde in Kazachstan op zitten. Toch moest ze helemaal opnieuw beginnen. “Mijn opleiding werd niet erkend. Ons onderwijssysteem was nog gebaseerd op dat van de Sovjet-Unie. Gelukkig is dat inmiddels veranderd. Nu hebben we naast de oude opleiding voor ‘specialist degree’ ook het Europese onderwijs-systeem van bachelor, master en PhD. Dat maakt het voor studenten die nu naar het buitenland gaan, veel makkelijker. Bovendien dwingt de markt ons om ons onderwijssysteem en onze kwalificaties aan te passen aan de Europese maatstaven.”

Liberale standpuntenHet hogeronderwijscurriculum in Kazachstan wordt vastgesteld door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en is op alle universiteiten hetzelfde. Wel mogen instellingen eigen programma’s

opzetten, mits ze die voorleggen aan het ministerie. Zo heeft de Al Farabi Universiteit 38 experimen-tele onderwijsprogramma’s voor PhD-studenten. Veel Boloshak-studenten volgen hun opleiding in de Verenigde Staten en Europese landen, waar-onder Nederland. Nederland is aantrekkelijk geworden nu veel masteropleidingen in het Engels

worden gegeven. Yerke Zhumadil (25) volgt sinds een jaar de master Public Administration aan de Universiteit Leiden. Ze is afgestudeerd in inter-nationaal recht en heeft na haar studie twee jaar in Kazachstan gewerkt. “Ik wilde altijd al in het buitenland studeren”, vertelt ze. “Mijn voor-keur ging uit naar Nederland omdat daar veel Engelstalige opleidingen zijn en de Universiteit van Leiden hoog aangeschreven staat. Bovendien interesseren mij de houding van Nederland ten aanzien van de Europese integratie en de liberale Nederlandse standpunten.”Zhumadil vindt haar studie een grote verrijking: “Ik heb veel zelfstandiger leren werken. Ik geniet er ook van dat het, door de goed georganiseerde bibliotheek en supersnel internet, zo makkelijk is om toegang te krijgen tot informatie.” Wel vindt ze het jammer dat Nederlanders erg individualistisch zijn ingesteld. “In Kazachstan kun je je niet isoleren of helemaal je eigen gang gaan. Wij hebben een collectieve band met ons land en ik weet dat Kazachstan mij straks nodig

Ook in de voormalige sovjetrepublieken staat modernisering en

internationalisering van het hoger onderwijs hoog op de agenda.

Kazachstan stelt jaarlijks 3.000 Boloshak-beurzen beschikbaar

voor studie aan gerenommeerde buitenlandse universiteiten.

Voorwaarde is dat de bursalen na terugkomst minstens vijf jaar

voor hun land werken.

Foto

: Joh

anne

s Odé

Nieuwbouw verrijst op het

terrein van de Al Farabi

Universiteit in Almaty, de

grootste universiteit van

Kazachstan.

“Verschillende ministers en

managers van

grote bedrijven zijn

ex-Boloshak-studenten”

Leren voor je landk a z a c h s t a n l a a t t a l e n t v o l l e ‘ p a t r i o t t e n ’

i n b u i t e n l a n d s t u d e r e n

r u s l a n d s p e c i a l

Page 15: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

| oktober 2007 | transfer28 transfer | oktober 2007 | 29

heeft.” De juriste hoopt na haar studie op een baan in het openbaar bestuur in Kazachstan.Assel Omarova (20) studeert engineering manage-ment in de Verenigde Staten. Ook zij roemt de zelf-standigheid die ze dankzij haar Boloshak-beurs heeft opgedaan. Al was het wel even wennen. “In het begin had ik grote moeite met hoe het onderwijs in de VS is georganiseerd. Je moet je eigen programma samen-stellen. Bijna alles, tot de tests toe, gaat via internet. Je staat er alleen voor. Ook je eigen leven moet je zelf inrichten: je moet je huishouden regelen, op je bestedingen letten, naar studie-adviseurs stappen als je problemen hebt. Maar zo word je wel zelfstandig. Mijn communicatieve vaardigheden zijn veel beter geworden. En mijn horizon is verbreed.” Dat komt volgens Omarova deels doordat ze meer toegang heeft tot kennis, maar vooral door het contact met studenten met verschillende leefwijzen en achter-gronden.

Meer vrijheidDoor haar ervaringen in de VS heeft Omarova ideeën gekregen hoe het universitaire onderwijs in Kazachstan zou moeten worden hervormd. “Iedere professor zou meer vrijheid moeten krijgen om inhoud te geven aan het lesprogramma. En studenten zouden meer vrijheid moeten krijgen bij het kiezen van hun vakken.” Ook internet zou een grotere rol moeten krijgen in het onderwijs. “Maar dan moeten alle studenten wel toegang hebben tot snel internet, ook in de studentenhuizen. Zo ver zijn we in Kazachstan nog niet.”Om aan aanmerking te komen voor een Boloshak-beurs, moeten studenten het Engels voldoende beheersen. Voor veel Kazachstaanse studenten is

dat een serieus probleem. Bij verschillende studies, zoals internationaal recht, wordt wel Engels als bijvak gegeven. Maar dat is niet genoeg om je te kwalificeren voor de Boloshak-beurs. Daarom moeten studenten op eigen kosten bijles nemen. Tot nu toe wordt op de universiteiten van Kazachstan alleen in het Russisch of Kazachs onderwezen, maar daar komt verandering in. President Nazarbajev heeft besloten dat er bij bepaalde opleidingen ook in het Engels zal worden gedoceerd. De Al Farabi Universiteit is daar al mee begonnen.De universiteit heeft inmiddels dertig Boloshak-alumni onder haar stafleden. Zij brengen door hun buitenlandse ervaring vernieuwingen binnen en zorgen voor meer internationale contacten. Maar de Al Farabi Universiteit moderniseert het onderwijs ook door buitenlands personeel binnen te halen. Cecilia Odé, foneticus aan de Universiteit van Amsterdam, geeft er bijvoorbeeld colleges over fone-tiek aan studenten en docenten taalkunde. Zij brengt expertise mee op het gebied van de experimentele fonetiek – “het gaat dan vooral om intonatie” – en onderzoekmethodes en computerprogramma's voor het meten, bewerken en analyseren van spraak. “Het is een nuttige en vernieuwende bijdrage voor de hele vakgroep. Want die doet op dit gebied weinig of niets”, vertelt Odé. Verder is zij co-promotor van een Kazachstaanse PhD-studente. De foneticus vindt het aanstellen van buitenlands personeel een “prima initiatief” van de Al Farabi Universiteit. “Kazachstaanse promovendi kunnen de opgedane kennis na hun promotie verder overdragen. En voor mijzelf is het erg inspirerend om zo veel over mijn vakgebied kwijt te kunnen.”

Johannes Odé

Het Boloshak-beurzenprogramma

wordt gecoördineerd door het Centre

for International Programs van het

Kazachstaanse ministerie van Onderwijs

en Wetenschappen. Dit orgaan beslist uit-

eindelijk wie in aanmerking komt voor een

Boloshak-beurs en helpt de bursalen na

terugkeer in Kazachstan bij het vinden van

werk. Boloshak-bursalen krijgen een maand-

toelage. In het seizoen 2005–2006 bedroeg

die voor masterstudenten 870 euro, PhD-

studenten kregen 1.050 euro. (JO)

h e t b o l o s h a k - p r o g r a m m a

r u s l a n d s p e c i a l – v l i e g e n d e h o l l a n d e r

Rusland heeft de toekomst, constateerde

Jiska van Herpen (21) in Moskou tijdens

haar stage voor de Hogere Europese

Beroepen Opleiding (HEBO). Zeker als

de Russen wat Hollandse nuchterheid

overnemen.

"Ik liep stage bij de Russische vestiging van Carber Poriferra, die in Moskou de distributie van kinder-wagenmerken als Quinny en Maxi Cosi verzorgt. Ik moest in winkels kijken hoe het personeel de producten had neergezet. Of de wagentjes wel goed in het oog sprongen, of de verkopers de kwaliteit wel voldoende over het voetlicht brachten. Met andere woorden, hoe er, direct en indirect, met de klanten werd gecommuniceerd. In het algemeen was dat dik voor mekaar. Dat was wel anders op het kantoor van Carber Poriferra zelf. Aan het hoofd stond een Nederlandse man, verder werkten er vooral Russische vrouwen. Die gunden elkaar, heel stereotiep, het licht in de ogen niet, want ze wilden allemaal uitblinken voor de baas. En als er eens een akkefietje was, praatten ze dat niet gewoon uit, dat werden soms bijna vechtpar-tijen. Wat een heetgebakerde types. Ik stond daar als nuchtere Hollander wel van te kijken. En dan moest ik ze ook nog aan hun neus hangen hoe de interne communicatie beter kon! Dat ze tijdens vergade-ringen naar elkaar moesten luisteren, in plaats van alleen op hun eigen punt te blijven hameren. En vooral dat ze zich wat minder door hun emoties moesten laten leiden. Mijn baas wond zich over dat kemphanengedrag niet erg op. Hij had graag meer mannelijke werknemers

gehad, maar die zijn in Rusland moeilijk te vinden. En die vrouwen waren bewonderenswaardig volhar-dend, dat moet gezegd. Of het nu ging om het werven van klanten of het drukken van de advertentie kosten, ze kregen alles voor elkaar. Zij hebben er tijdens de economische crisis in Rusland een aantal jaren terug ook voor gezorgd dat hun baas de vestiging niet opdoekte. Met succes, want nu doet Carber Poriferra het daar heel goed.

GastvrijIk ging met de nodige vooroordelen op stage. Dat Moskou zo corrupt en gevaarlijk zou zijn, dat het er deprimerend was. Maar ik heb dat allemaal niet ervaren. In de eerste plaats vond ik de Russen erg gastvrij. Toen ik nog geen onderkomen had, mocht ik bijvoorbeeld zomaar in het huis van iemands groot-ouders logeren. En ze hadden me nog nooit gezien! Natuurlijk, ik heb wel eens een agent een briefje in zijn hand moeten drukken en ja, de bureaucratie is soms gekmakend. Maar de Russen hebben een sterke handelsgeest en het land vormt door zijn omvang en stijgende welvaart een groeimarkt van jewelste. Nu nog iets professionelere omgangsvormen en dan komen ze er wel."

Annemieke Bosman

Foto

: Fre

d Pr

ak

‘Heetgebakerde types, die Russische vrouwen’

Page 16: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

r u s l a n d s p e c i a l – o n d e r z o e k z o n d e r g r e n z e n

| oktober 2007 | transfer30 transfer | oktober 2007 | 31

‘Russen versterken Nederlandse economie’

Tijdens het communistische bewind was Novosibirsk

voor wetenschappers the place to be. Na het

ineenstorten van de Sovjet-Unie trad het verval

in. De afgelopen tien jaar is hard gewerkt om de

wetenschappelijke grandeur van de Siberische stad te

herstellen. De TU Eindhoven werkt inmiddels vijf jaar

succesvol samen met de Russen.

In de winter is het in het Siberische Novosibirsk ijskoud, in de zomer vaak bloedheet. “Het verschil tussen zomer en winter is 75 graden Celsius; in januari kan het er -45 zijn, ’s zomers is het al snel warmer dan dertig graden”, vertelt Evgeny Rebrov van de TU Eindhoven. De Rus coördineert verschil-lende samenwerkingsprojecten tussen zijn univer-siteit en Novosibirsk. Daarnaast heeft Siberië – ver van Moskou en Sint Petersburg – de reputatie onher-bergzaam te zijn. Het lijken niet de ideale omstan-digheden voor de crème de la crème van de weten-schap. Toch timmert Novosibirsk hard aan de weg om het topwetenschappelijke centrum van Rusland te worden.“Novosibirsk telt meer dan 25 wetenschappelijke topinstituten, die onder meer gespecialiseerd zijn in

chemie, nanotechnologie en katalyse”, zegt Rebrov, die in de stad afstudeerde en promoveerde. “Het is zeer inspirerend om er te zijn. Aan de universiteit worden alleen de allerbeste studenten toegelaten. Een professor heeft gemiddeld maar vijf studenten, meer worden niet toegelaten. In combinatie met de topinstituten zorgt dat voor een samenklontering van wetenschappe lijke kennis die het zeer aantrek-kelijk maakt om met de Russen samen te werken. Bovendien ligt het centraal in Rusland, niet ver van Azië vandaan. Veel Koreanen en Chinezen investeren in Novosibirsk.”

DoorbrakenDe instituten en universiteit van Novosibirsk liggen in de bossen buiten de stad. Ze werden in 1957 opgericht door de toenmalige Russische leider Chroesjtsjov en moesten de spil worden van top onderzoek in de Sovjet-Unie. Op een gebied van vijf bij vijf kilometer verrezen kloeke gebouwen waar de knapste koppen bij elkaar werden gezet. Er was weinig afleiding in Siberië, de wetenschappers zouden voornamelijk bezig zijn met onderzoek. Door multidisciplinair onderzoek volgden al snel weten-schappelijke doorbraken. Dat ging lange tijd goed, tot de Sovjet-Unie uiteenviel. Daarna was er geen geld meer en vertrokken veel wetenschappers. Sinds tien jaar probeert de stad, met succes, de oude wetenschappelijke grandeur te herstellen. In de academische stad wonen 120.000 mensen, die vrijwel allemaal met onderzoek bezig zijn. “Voor internationale bedrijven is het een paradijs. Er zijn ongelooflijk veel hoogopgeleiden op één plek. De stad ontwikkelt zich tot een Russische Silicon Valley”, zegt Rebrov. Grote internationale bedrijven zoals IBM vestigden zich de afgelopen jaren in de stad.

RaketbrandstofRebrov werkt al vijf jaar nauw samen met het Boreskov instituut voor katalyse in Novosibirsk. “We onderzoeken de oxidatie van raketbrandstoffen voor ruimtereizen. De Russen gebruikten een raketbrand-stof die heel gevaarlijk is. De brandstof kan daarom niet worden getransporteerd. In militaire kampen is er een heleboel van opgeslagen, omdat de stof ook als raketaandrijving werd gebruikt. Wij onderzoeken of deze brandstof toch kan worden verbrand zonder dat dit het milieu vervuilt. Daarvoor ontwikkelen we minireactoren, waarin we de brandstof met behulp van nanotechnologie omzetten in het onschadelijke stikstof en CO2, in plaats van het schadelijke koolstof-

monoxide. Bij het verbranden komt veel warmte vrij. Die willen we gebruiken, met behulp van een warmte-wisselaar, om huizen en water te verwarmen. Daar is in het koude Rusland natuurlijk grote behoefte aan.”Het initiatief voor de samenwerking kwam van de Russen. Rebrov reageerde direct enthousiast. Hij wist dat NWO samenwerking met Rusland stimu-leerde en zag een grote kans. Want door zijn erva-ringen in Novosibirsk en Eindhoven verwachtte hij dat de Russen en Nederlanders elkaar goed zouden aanvullen. “De theoretische kennis van de weten-schappers in Novosibirsk is onovertroffen. Maar hun presentaties kunnen beter en ze gaan niet altijd even doelgericht te werk. Nederlands onderzoek is vaak gericht op een patent of een product. In Rusland is dat niet noodzakelijk. Tussen de industrie en de wetenschap zit daarom in Rusland nog een grote kloof, terwijl men in Nederland juist innig samen-werkt. De Nederlandse doelgerichtheid en Russische theoretische kennis gaan goed samen.”

Addertje onder het grasIn de samenwerking zit voor de TU Eindhoven wel een addertje onder het gras. Novosibirsk scoort hoog door de wetenschappelijke kennis, maar aan geld is nog altijd gebrek. Daarom betaalt NWO in de samenwer-king meer dan de Russen. “NWO draaide eerst voor 90 procent van de kosten op, dat is nu gedaald naar 65

procent. Maar daar krijgen wij veel voor terug”, meent Rebrov.Zo komen er twee promovendi per jaar naar Eindhoven om hier, na twee jaar onderzoek in Novosibirsk, hun onderzoek te voltooien. “Dat is voor ons heel gunstig. Eindhoven strijkt natuurlijk de promotie-premie voor ze op”, legt Rebrov uit.

“Maar belangrijker is dat de Russen zeer zelfstandig werken en een grote kennis van chemische processen hebben. Dat komt het wetenschappelijk onderzoek ten goede. Daarnaast heeft de Nederlandse industrie een grote behoefte aan uitstekende bètawetenschap-pers. De Nederlandse economie wordt sterker door de komst van deze Russen. Het was eerst de bedoeling dat ook Eindhovense promovendi naar Novosibirsk zouden gaan, maar het klimaat en de vreemde taal schrikt ze tot nu toe te veel af.” Rebrov ziet de toekomstige samenwerking met de Siberische stad zonnig tegemoet. “We hebben tot 2013 projecten lopen met Novosibirsk. De samenwerking is een goede kruisbestuiving, we profiteren van elkaars onderzoek en dat is voor beide zeer waardevol.”

Robert Visscher

“Nederlandse doelgerichtheid

en Russische theoretische

kennis gaan goed samen”

Foto

: Bra

m S

aeys

Evgeny Rebrov: ‘Aan de

universiteit van Novosibirsk

worden alleen de allerbeste

studenten toegelaten’

Page 17: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

a c h t e r g r o n d

Foto

: Roe

l Bur

gler

| oktober 2007 | transfer32 transfer | oktober 2007 | 33

In het Nederlandse ontwikkelingsbeleid is sinds lange tijd plaats voor steun aan onderzoek en versterking van de onderzoekscapaciteit in ontwikkelingslanden. Dat is niet voor niets: wetenschappelijk onderzoek kan immers een impuls geven aan de ontwikke-ling van een land. Maar hoe effectief is het gevoerde beleid eigenlijk? Daarover wordt al vele jaren – ook in Transfer – gediscussieerd. Voor de zomer publi-ceerde de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) haar Evaluatie van de Vernieuwing van het Nederlandse Onderzoeksbeleid 1992–2005. Dat rapport bevat harde conclusies.In 1992 werd de koers van het onderzoeksbeleid ten aanzien van ontwikkeling rigoureus gewijzigd. Was tot dan toe het aanbod van Nederlandse en westerse universiteiten bepalend voor de vraag welk onder-zoek werd gesteund, vanaf toen kwam de vraag in ontwikkelingslanden centraal te staan. Verder moest de onderzoekssamenwerking niet langer uit losse projecten bestaan, maar samenhangender en programmatischer worden.

OntwikkelingsparadoxVolgens het IOB-rapport is de zogeheten vraag-sturing die vanaf 1992 van kracht was, ‘dogmatisch’ doorgevoerd en zijn Nederlandse en westerse kennis-centra volledig buitenspel gezet. Ook zijn fouten gemaakt bij het Onderzoeksbureau van het ministerie

van Buitenlandse Zaken. Dit bureau, dat het onder-zoeksbeleid uitvoerde, functioneerde volgens de IOB te centralistisch en had geen oog voor de lokale context in ontwikkelingslanden. Daardoor was het effect van het beleid op de bestaande lokale onder-zoeksstructuren zeer beperkt. “De ontwikkelingsparadox ten voeten uit”, staat in het rapport. Daarmee bedoelt de IOB het feit dat Nederland aan de ene kant graag wil dat partners in het Zuiden een onderzoeksprogramma zelf vorm-geven en uitvoeren maar dat dat aan de andere kant eigenlijk niet goed mogelijk is doordat de onder-zoekscapaciteit en -infrastructuur ter plaatse tekort schieten. Met andere woorden: ontwikkelingslanden hebben vaak niet de capaciteit om daadwerkelijk inhoud te geven aan vraagsturing. Ton Dietz, hoogleraar sociale geografie en oud-directeur van CERES, de onderzoekschool voor ontwikkelingsgerelateerde studies in Nederland, kent die paradox maar al te goed. Dietz heeft als wetenschapper tien Keniaanse promovendi opgeleid. Zij kunnen zich volgens hem meten met de beste Nederlandse promovendi. “Maar wat doet Nederland als ze terugkeren naar Kenia? Niets. Binnen drie jaar smeken deze promovendi mij om ze toch alsjeblieft te helpen. Want in hun land kunnen ze veel te weinig met alle kennis die ze hebben opgedaan. Je zou verwachten dat Nederland al dit soort mensen die

in Nederland zijn opgeleid, met elkaar in contact zou brengen. Bundel hun kennis in onderzoeksnetwerken die de nationale grenzen overstijgen.” Op die manier zou vraagsturing vanuit het Zuiden veel beter te organiseren zijn.

Ontzettend moeilijkVeel conclusies uit het IOB-rapport zijn een open deur, vindt Jan Donner, voorzitter van de raad van bestuur van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). Maar hij kan er zich wel in vinden. “Samenwerking tussen universiteiten in het Zuiden en wetenschappers in het Westen is in de praktijk gewoon ontzettend moeilijk”, zegt hij. De successen die nu worden geboekt, bevinden zich volgens Donner vaak op microniveau. “Het KIT heeft bijvoorbeeld al dertig jaar een goede samenwerking met het Institut d’Economie Rurale in Mali, een land dat er in het IOB-rapport beroerd van afkomt. Die samenwerking heeft een continue stroom van kennis-ontwikkeling opgeleverd. Een klein succesje. Maar wil je op macroniveau iets in gang zetten, dan is er meer nodig. Dan moet er een onderzoekscultuur van de grond komen.” Door het isolement waarin onder-zoekscentra in ontwikkelingslanden zich bevinden, is die cultuur nog ver te zoeken, zegt ook Donner. De houding van de Nederlandse universiteiten helpt

daar volgens hem ook niet bij. Donner heeft vele malen ondervonden hoe moeilijk het is om veelbelovende jonge onderzoekers uit ontwikke-lingslanden onder te brengen bij Nederlandse universiteiten. “Vaak lukt het niet”, zegt hij. “De Nederlandse universi-

teiten worden door de overheid beoordeeld op hun academische performance. Dat is hard werken voor ze en dan is het lastig je aandacht ook te richten op het begeleiden van jong talent uit ontwikkelingslanden. Dat past niet goed in het academische systeem.”

ExperimentenIn 2005 is het beleid aangepast met de notitie Onderzoek in ontwikkeling. Daarin werd de dogmatische vraagsturing uit het Zuiden overboord gegooid. Niet het begrip onderzoek stond vanaf toen centraal, maar het begrip kennis. De aandacht gaat sinds 2005 vooral uit naar het gebruik van kennis voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Onderzoek is een van de manieren om in de behoefte aan kennis te voorzien. Henk Molenaar was destijds op het ministerie, als waarnemend hoofd van de afdeling Onderzoek en Communicatie, mede-verantwoordelijk voor de

Harde conclusies over vraagsturing

r a p p o r t b e n o e m t h a k e n e n o g e n

v a n o n d e r z o e k s b e l e i d o s

“Nederland zou mensen

die hier zijn opgeleid, in het

buitenland met elkaar in

contact moeten brengen”

Het Nederlandse beleid voor onderzoek ten behoeve van ontwikkelingssamenwerking is tot 2005

dogmatisch geweest en heeft nauwelijks effect gehad. Dat concludeert de Inspectie Ontwikkelings-

samenwerking en Beleidsevaluatie. Drie deskundigen reageren op het evaluatierapport dat afgelopen

zomer verscheen.

Onderzoekscentra in

ontwikkelingslanden

bevinden zich vaak in een

isolement

Page 18: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

| oktober 2007 | transfer34 transfer | oktober 2007 | 35

C O L u M N

Net zoals bedrijven, overheden en zelfs de Europese Unie er niet aan ontkomen om aandacht te schenken aan de uitdagingen van de globali-satie, zo moeten universiteiten en andere instellingen voor hoger onder-wijs zich eveneens aanpassen aan een wereld die in snel tempo verandert.Een snellere en grootschaliger verbreiding van kennis houdt in dat de universiteiten meer dan ooit tevoren blootstaan aan de gure wind van de concurrentie. Uit de vaak aangehaalde rankings blijkt dat slechts een paar Europese univer-siteiten de wereldwijde top tien weten te halen. Waar men echter vaak aan voorbijgaat, is het feit dat grofweg de helft van de honderd beste instellingen zich in Europa bevindt.Per saldo doen de Europese universiteiten qua diversi-teit en kwaliteit voor geen enkele onder. Dit is echter geen reden voor zelfgenoegzaamheid. Integendeel, het zou ons moeten stimuleren om de noodzakelijke hervormingen door te voeren, in de wetenschap dat het bereiken en behouden van een toppositie wel degelijk binnen onze mogelijkheden ligt.Net als elders moet het onderwijs in Europa zich aanpassen aan een snel veranderende omgeving die gekenmerkt wordt door globalisatie, demografische ontwikkelingen en toegenomen concurrentie. Veel van onze universiteiten kampen momenteel met een overschot aan regels en een tekort aan financiën. Ze werven geen fondsen vanuit de particuliere sector, zoals in andere delen van de wereld wel gebeurt. Uit een recente studie van de Europese Commissie kwam tevens naar voren dat de universiteiten in Europa vaak te ver af staan van het bedrijfsleven en de maatschappij.

Instellingen voor hoger onderwijs kunnen de nood-zakelijke maatregelen nemen als ze meer autonomie krijgen. Samenwerkingsverbanden met de particu-liere sector zijn een stap in de goede richting, evenals internationale samenwerking. Hervorming van het hoger onderwijs speelt een cruciale rol in het streven van de EU om zich te ontwikkelen tot een hechtere kenniseconomie en -maatschappij.

Hoewel het onderwijsbeleid in wezen een zaak is voor de landelijke over-heden speelt de EU een beperkte doch belangrijke rol op tertiair niveau. Via diverse programma’s heeft de Unie een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de internationalisering van het hoger onderwijs. Zo heeft het proces van Bologna geleid tot een verrui-ming van de mogelijkheden voor het meenemen van kwalificaties, terwijl de Kaderprogramma’s Onderzoek mogelijkheden hebben gecreëerd voor wereldwijde grensoverschrij-dende samenwerking op het gebied

van wetenschappelijk onderzoek. Een van de belangrijkste succesverhalen voor wat betreft het Europese hoger onderwijs is het Erasmusprogramma dat twintig jaar geleden van start ging. In de afgelopen twee decennia hebben zo’n 1,5 miljoen studenten geprofiteerd van deze uitwisselingen binnen de Europese gemeenschap. In het financieel perspectief 2007–2013 wordt het Erasmusprogramma nog verder uitgebouwd. Voor deze periode is ruim drie miljard euro aan EU-middelen uitgetrokken om de onderwijsdeel-name over de hele linie op te krikken tot drie miljoen studenten in het academisch jaar 2012.

Instellingen voor hoger onderwijs opereren tegen-woordig in een internationale arena. Het is niet ondenkbaar dat een Nederlandse universiteit moet concurreren met een Chinese om studenten binnen te halen voor een Engelstalige opleiding. Succes in dit opzicht is voorbehouden aan de landelijke overheden en academische besturen die de uitdaging aannemen door hun opleidingen en structuren aan te passen en te actualiseren. Wij moeten onze traditionele hoge academische normen en waarden hooghouden, maar tegelijkertijd nieuwe academische netwerken opzetten en op zoek gaan naar innovatieve vormen van samenwerking met partners binnen de maat-schappij, het onderwijs en het bedrijfsleven.

Hans-Gert Pöttering

Hans-Gert Pöttering is voorzitter van het Europees Parlement

Overschot aan regels

Foto

: SIP

A

beleidsaanpassing. “Wetenschappers en beleidsma-kers praten weer onderling”, constateert de huidige adjunct-directeur van WOTRO, de stichting voor wetenschappelijk onderzoek van de tropen en ontwikkelingslanden. “Er is weer ruimte voor expe-rimenten, wat heeft geresulteerd in het Development Policy Review Network (DPRN), de IS-Academie en de nieuwe onderzoeksstrategie van WOTRO.”Een herijking van het beleid vindt Molenaar dan ook niet nodig. “Ik geloof niet in het vastleggen van nieuw beleid in nota’s. De interactie, het onder-linge gesprek, daar ligt de kans.” Ook Ton Dietz is gelukkig met de koerswijziging, al gaat die volgens hem niet ver genoeg. “Er moet veel fundamenteler worden nagedacht over het kennisbegrip. De beleids-onderdelen functioneren nog te veel los van elkaar. In het beleid is geen enkele relatie tussen enerzijds capaciteits ontwikkeling in ontwikkelingslanden en anderzijds het doen van relevant academisch onder-zoek, terwijl die twee elkaar prima aanvullen.”

TraagOok de IOB-evaluatie is niet louter positief over de koerswijziging. Op het gebied van capaciteitsopbouw schiet de notitie van 2005 tekort, terwijl dat volgens de IOB juist een centrale doelstelling van het beleid zou moeten zijn. Verder is tegenwoordig elke thema-directie op het ministerie bezig het kennisbeleid vorm te geven. Het Onderzoeksbureau bestaat niet meer. De decentrale structuur werkt beter, maar volgens Dietz gaat het allemaal traag en wordt er niet in duidelijke systemen gedacht. “De themadirecties hebben moeite om precies te achterhalen waar het internationale en nationale kennisaanbod zit en kunnen die informatie niet vertalen naar de vraag in het Zuiden. Elke directie is zelfstandig aan de slag gegaan. Het zou beter zijn geweest als een en ander

vanaf het begin systematisch was aangepakt.”Volgens Dietz zouden de ambassades de themadi-recties moeten voeden met informatie. Maar ook zij zijn niet goed op de hoogte. “Op de ambassades weet niemand waar de juiste talentvolle personen zich bevinden en met welke Nederlandse kenniscentra ze die in contact kunnen brengen. De notitie Onderzoek in ontwikkeling is nu twee jaar oud. Ik had verwacht dat toch zeker in de landen waarmee Nederland een bilaterale relatie onderhoudt, inmiddels iets van de grond zou zijn gekomen. Bij de ambassades ontbreken coördinatie en de wil er iets aan te doen.”

Niet consequentDonner pleit daarnaast voor een consequenter beleid. De KIT-bestuursvoorzitter schreef de nieuwe onder-wijswetgeving voor Suriname, nadat Nederland had gedreigd de geldkraan dicht te draaien. “Nu ligt de tekst ergens op een stapel, maar hij is bij lange na niet geïmplementeerd. Toch heeft Nederland de geld-stroom nooit stopgezet. Dat vind ik niet consequent.”Dietz wijst er nogmaals op dat de verschillende onderdelen van het onderzoeksbeleid beter op elkaar moeten aansluiten. “Voor een goed functionerend beleid moeten de huidige losse schijven – zoals het programma van beurzen en uitwisselingen, de lang-durige onderzoeksprogramma’s en de programma’s voor capaciteitsontwikkeling – meer met elkaar in verbinding staan.”

Evert-Jan Quak

Het IOB-rapport is te vinden via: www.minbuza.nl/binaries/

kamerbrieven-bijlagen/2007/06/082dco-bijlage-iob-rapport.pdf.

Page 19: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

o n t h e j o b

Heleen Harms Thijssen:

‘Je kunt niet werven

vanachter je bureautje’

| oktober 2007 | transfer36 transfer | oktober 2007 | 37

‘Op een beurs staan is een prima startpunt’

In het snel internationaliserende hoger onderwijs wordt de werving van buitenlandse

studenten steeds belangrijker. Hoe vis je succesvol in de vijver met internationaal talent?

Transfer praat met recruiters en geeft tips. In deze eerste aflevering Heleen Harms-Tijssen,

die negen jaar de werving verzorgde voor de Rotterdam Business School.

De tijd dat een voorraad voorlichtingsmateriaal voor twee dagen op een onderwijsbeurs in een halfuur werd weggegrist, is gelukkig voorbij, verzucht Heleen Harms-Tijssen. Als course manager global recruit-ment & student support heeft ze ruim negen jaar lang de werving verzorgd voor de Rotterdam Business School (RBS). Sinds kort is ze manager commerciële zaken. Een van haar taken is initiatieven ontwik-kelen om de werving van internationale studenten te verbeteren. Internationale onderwijsbeurzen, weet Harms-Tijssen, hebben de afgelopen jaren een totaal ander karakter gekregen. “Tot een jaar of zeven geleden waren beurzen de enige plek waar internationale studenten informatie konden krijgen over een buitenlandse studie. Dat leidde ertoe dat ze op de eerste dag langskwamen om bij elke stand brochures in te slaan. Met uitpuilende tassen zag je ze ’s avonds naar huis gaan, waar ze al het materiaal doorwerkten. De volgende dag kwamen ze terug om, worstelend met hun Engels, aanvullende informatie te vragen.”

Diepgaand en gedetailleerdZo gaat het allang niet meer. Het Engels van de studenten is sterk verbeterd, waardoor ze beter in staat zijn om hun vragen te formuleren. Maar de grootste verandering is veroorzaakt door internet, dat inmiddels vrijwel overal beschikbaar is. In plaats van tassen vol brochures door te bladeren, surfen studenten nu langs de websites van alle denk-bare opleidingen. Op het moment dat ze de beurs

bezoeken, weten ze al heel goed wat er te koop is. Ze bezoeken in eerste instantie de stands van de instel-lingen die op hun lijstje staan en stellen diepgaande en gedetailleerde vragen. Harms-Tijssen signaleert bij het management van sommige instellingen de opvatting dat – juist door de komst van internet – het deelnemen aan de inter-nationale beurzen niet meer zo belangrijk is. “Je ziet dan ook dat sommige universiteiten en hogescholen zich op de internationale beurzen vaker door wisse-lende mensen laten vertegenwoordigen. De conti-nuïteit is eruit en daarmee is ook een stuk ervaring verdwenen.” Dat is volgens haar geen goede ontwikkeling. “Juist nu is er behoefte aan standhouders die diepgaand over alles kunnen adviseren. Of het nu gaat om details van de programma’s, om visaregelingen of om de culturele verhoudingen in Nederland. Op de beurs wordt van je verwacht dat je al die vragen kunt beantwoorden. Kortom, het veranderende karakter van de beurzen stelt juist hogere eisen aan de inhou-delijke kennis van de standbemanning.”

Met de steeds vaker gehoorde opvatting dat inter-nationale beurzen eigenlijk niet meer zo belangrijk zijn binnen het scala aan communicatieactiviteiten, is Harms-Tijssen het niet eens. “Het is altijd al zo geweest dat een onderwijsbeurs als marketinginstru-ment weinig zoden aan de dijk zet als je die beurs niet inbedt in andere activiteiten. In de loop der jaren heeft de RBS allerlei dingen geprobeerd. In het prille begin hebben we veel geïnvesteerd in websites en boeken en tijdschriften van commerciële onderne-mingen die zich op internationale studenten richten. Dat heeft niet zo veel opgeleverd. Toen wij begonnen mee te doen aan de internationale onderwijsbeurzen, deden we dat vooral om naamsbekendheid op te bouwen. Maar al snel bleken de beurzen een uitste-kend startpunt zijn om een netwerk op te bouwen. Dat vind ik nog steeds. Als je in een nieuw land begint met werven, is meedoen aan een beurs nog steeds een goede start.”Deelnemen aan beurzen heeft volgens de Rotterdamse recruiter ook expliciete voordelen ten opzichte van andere marketingactiviteiten. Zoals

het feit dat er een aantal dagen intensief wordt opgetrokken met collega’s van andere instellingen. “Je deelt ervaringen en kennis en daar kun je veel van opsteken. Verder spreek je op een buitenlandse beurs veel docenten en mensen die op internatio-naliseringsafdelingen werken. Dat zijn geweldige bronnen van informatie als het gaat om de ins en outs van onderwijssystemen en kwaliteiten van opleidingen. Niet zelden zijn zulke contacten het begin van institutionele samenwerking.” Harms-Tijssen wijst erop dat vooral deze vorm van samen-werking steeds belangrijker wordt bij de werving van studenten.

BureautjeDoor deel te nemen aan beurzen heeft de RBS verder een aantal goede agenten opgedaan. Zij maken studenten in het buitenland attent op de mogelijk-heden om bij de Rotterdamse instelling te studeren. “Agenten komen bij bosjes op een beurs af. Onder dat koren zit heel veel kaf, maar toch hebben we er in de loop der jaren een paar goede agenten aan overge-houden.” Het voornaamste pluspunt van op een beurs staan vindt Harms-Tijssen nog altijd dat je er de gelegen-heid krijgt om de markt “te zien, te ‘voelen’ en te beleven”. “Dat is heel erg belangrijk. Ik geloof er niets van dat je effectief kunt internationaliseren of werven vanachter je bureautje in Nederland.”

Jon van Langeveld

Stuur niet telkens wisselende vertegenwoordigers naar

internationale beurzen. Een vast team dat de materie door

en door kent, kan beter uit de voeten met de huidige, goed

geïnformeerde beursbezoeker.

t i p 1Zie niet van beurzen af met het argument dat alle infor-

matie ook via internet is te krijgen; het is heel belangrijk

om de markt te zien, te ‘voelen’ en te beleven. Daarnaast

valt op een beurs veel te leren van de contacten met bin-

nen- en buitenlandse collega’s.

t i p 2

Foto

: Jon

van

Lan

geve

ld

Page 20: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

o p i n i e

| oktober 2007 | transfer38 transfer | oktober 2007 | 39

Intensievere contacten met de Arabische wereld zijn belangrijk. Niet om elkaar te leren kennen of te

bekeren, maar omwille van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, meent Kim Duistermaat.

‘Dialoog’ alleen is niet genoeg

In Transfer van juni 2007 legde Han van der Horst ons de vragen voor die hem bezighouden als het gaat om intensievere contacten met de Arabische wereld op het gebied van hoger onderwijs. Mogen die een politiek doel dienen, of is academische vrijheid het hoogste goed? Omdat Van der Horst mijn bijdrage aan het Nuffic-jaarcongres aanhaalde, voel ik mij uitgedaagd om te reageren. Wetenschappelijke aandacht voor de Arabische wereld bestaat al heel lang. Nederland staat interna-tionaal bekend om de eeuwenoude traditie op het gebied van Arabisch en islamologie. Als archeoloog en directeur van een onderwijs- en onderzoeksinsti-tuut in Cairo ben ik doordrongen van het belang van voldoende middelen voor alfa- en gammavakken, zodat we die traditie kunnen blijven ontwikkelen. Het bestuderen van de taalkundige aspecten van Zuid-Egyptische dialecten of een doorbraak op het gebied van de Noord-Afrikaanse prehistorie is wetenschappelijk gezien even interessant als het bestuderen van rupsen in Zuid-Amerika, onderzoek naar klimaatverandering op de Noordpool of het laten rondrijden van een karretje op Mars. De weten-schapper die in zijn of haar academische vrijheid voor de Arabische wereld kiest, doet dat niet uit politieke motieven, maar uit wetenschappelijke interesse.Intensievere contacten met de Arabische wereld zijn belangrijk. Een groot deel van deze wereld ligt rond de Middellandse Zee en is Europa’s directe buur. Veel van de problemen die er spelen, zijn door migratie onderdeel van onze eigen leefwereld geworden. Dat

de overheid en instellingen steeds meer aandacht voor de Arabische wereld krijgen, komt dan ook niet in de eerste plaats voort uit wetenschappelijke inte-resse. Het hangt samen met de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in ons eigen land, in Europa en in de wereld.

TerrorismeHan van der Horst noemde reeds de botsingen tussen denkbeelden over de inrichting van de maat-schappij, terrorisme, vrijheid en mensenrechten. Wij ‘moeten iets’ met de Arabische wereld. Of bedoelen we eigenlijk de islamitische wereld? Logischerwijs zijn alle programma’s, fondsen en initiatieven die uit dat gevoel voortkomen, politiek gemotiveerd. Is dat erg? Nee, het is juist mooi als de wetenschap kan bijdragen aan maatschappelijke kwesties. Is het erg als de farmaceutische industrie, uit zakelijke overwegingen, onderzoek betaalt naar de ziekte van Alzheimer? Nee, zolang zij niet komt aan de vrijheid van wetenschappers om hun onderzoek naar eigen inzicht vorm te geven, hun bevindingen openbaar te maken, en ook zeldzamer kwalen te onderzoeken. Is het erg als de Nederlandse overheid, uit politieke overwegingen, onderzoek naar de Arabische wereld financiert of uitwisseling stimuleert? Nee, onder dezelfde voorwaarden, en zolang geldstromen voor niet-politiek gemotiveerd onderzoek en onderwijs niet worden aangetast. Onderzoek naar en onderwijs over maatschappelijk relevante thema’s kan alleen worden uitgevoerd als wij de daarvoor benodigde

expertise instandhouden met onderzoek en onder-wijs dat wordt gestuurd door wetenschappelijke vragen.

Hete hangijzersTijdens het Nuffic-jaarcongres pleitte ik ervoor om niet te kijken naar wat de Arabische wereld ons te bieden heeft, maar om vooral expliciet en trans-parant te maken wat wij zelf willen bereiken met onze toenemende aandacht voor die wereld. Willen wij geld verdienen aan instromende zelfbetalers? Willen we meer (en welke?) Arabische studenten in onze inter-national classrooms, of willen we juist meer Nederlandse studenten de wereld insturen? Willen we de Arabische zakenwereld laten kennismaken met onze industrie? Willen we democratiseringspro-cessen beïnvloeden door mensen te scholen op het gebied van mensen-rechten en goed bestuur? Willen we beter begrijpen wat migratie voor Europa bete-kent? Willen wij zelf de Arabische wereld beter leren kennen, en zien dat de problemen met hoofddoeken, secularisme en terrorisme die bij ons spelen, daar net zo goed hete hangijzers zijn? Willen we, trots op onze Nederlandse expertise, helpen de water-problematiek in het Midden-Oosten het hoofd te bieden? Dat zijn politieke keuzes, en het antwoord op deze vragen zal de strategie bepalen. Dat is niet erg, zolang men daarbij de wetenschap haar werk laat doen, en niet tornt aan de academische vrijheid en de hoge kwaliteit van het Nederlandse onderzoek en onderwijs.Mijn advies aan mensen die uit politieke of maat-

schappelijke overwegingen meer willen doen met de Arabische wereld is: investeer in Nederlands alfa- of gammaonderzoek in of over de Arabische of islamitische wereld. Zorg dat de gezonde basis en de expertise die Nederland heeft op deze gebieden niet wordt aangetast – zoals nu gebeurt bij de Radboud Universiteit, die de opleiding Arabisch in 2013 sluit. Maak ons onderwijs toegankelijker, maar vergemak-kelijk vooral de kennismaking van onze studenten en onderzoekers (uit allerlei vakgebieden) met de Arabische wereld. Benut de infrastructuur en de

kennis die Nederland al bezit, bijvoorbeeld in de vorm van de Nederlandse instituten in Rabat, Damascus en Cairo. Stop met programma’s die ‘ontmoeting’ als enige doel hebben. Het gaat niet om het winnen van de hoofden en harten van de Arabieren, en ‘dialoog’ alleen is niet toereikend. Het gaat niet om het bekeren van de ander tot onze waarheid, maar

om het samen werken aan echte problemen. Niet omwille van de dialoog, maar omwille van het onderzoek, of dat nu archeologie, vrouwenstudies of mensenrechten betreft. Alleen dan zullen zij ons, en wij hen, werkelijk leren kennen en begrijpen. Het gaat erom onze kennis van de wereld te verdiepen, verbreden en te baseren op feiten en genuanceerde inzichten in de realiteit, in plaats van op gevoelens van angst en dreiging.

Kim Duistermaat is directeur van het Nederlands-Vlaamse

Instituut in Cairo.

transfer h eeft elke ma an d ru imte vo or opi n i earti kelen, gesc h r even do or lezers. wi lt u o ok uw visi e geven op een a an de i nter nationaliser i ng ger el ateer de kwesti e? mai l uw arti kel (maxima al 900 wo or den) dan na ar: [email protected] u ku nt ons o ok mai len als u eerst met de r edacti e wi lt over leggen, vo or dat u zic h a an h et sc h r ijven zet.

“Het gaat niet om

het winnen van

de hoofden en harten

van de Arabieren”

Page 21: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

r e p o r t a g e

transfer | oktober 2007 | 41

“Dat uw ogen open zijn, nacht en dag over dit huis” staat er bij de ingang van Driestar educatief, de orga-nisatie voor protestants-christelijk en reformatorisch hoger beroepsonderwijs in Gouda. De bijbeltekst onderstreept de identiteit van de instelling, die de bijbel als de belangrijkste bron voor onderwijs en opvoeding beschouwt. In het gebouw lopen voor-namelijk vrouwelijke studenten rond, keurig in rok onder strak shirtje. Op de leestafel in de bibliotheek ligt het Reformatorisch Dagblad, maar ook NRC Next. Elke dag op Driestar educatief begint met gebed en bijbellezen. “Studenten onderschrijven de grondslag van de hogeschool, waarmee ze onder meer beloven de godsdienstlessen te volgen”, vertelt Piet Booy, de gemoedelijke wiskunde- en filosofiedocent aan de pabo van de Driestar educatief en coördinator internationalisering. “Voor docenten van Driestar geldt dat ze hun vak moeten kunnen verbinden met uitgangspunten van het geloof. Bij filosofie lukt dat aardig, want daar kom je gauw bij de theologie terecht.” Bij zijn wiskundelessen houdt Booy het erop dat alle wiskundige eigenschappen voortkomen uit de schepping. Lastiger is dat vasthouden aan die identiteit bij de internationale activiteiten van de hogeschool, die ook een lerarenopleiding en een hbo-opleiding pedagogiek biedt. Driestar educatief is namelijk niet alleen met ruim 1.300 studenten een kleine speler op de internatio-nale onderwijsmarkt, maar laat zich bij internationa-lisering ook door die identiteit leiden. De hogeschool zoekt vooral buitenlandse partners met dezelfde achtergrond. Maar waar vind je die binnen en buiten Europa? Bijzonder onderwijs is typisch Nederlands. Gelijkgestemde partnerinstellingen zijn niet makke-lijk te vinden. En het budget voor internationalisering is zeer beperkt; Booy heeft slechts een dag per week voor zijn internationaliseringswerk beschikbaar.

Kieskeurig“Een hogeschool kan tegenwoordig niet meer om internationalisering heen; visitatiecommissies vragen er vaker naar. Daarnaast wil Driestar zich ontwikkelen tot kenniscentrum van gereformeerd onderwijs. ‘Wereldwijd’ is dan snel de optie, hè?”,

zegt Booy met enige ironie. Toch heeft de hoge-school al een bescheiden netwerk opgebouwd. Zo blijkt Hongarije een van de weinige gebieden buiten Nederland te zijn waar het calvinisme heeft post-gevat. Driestar educatief onderhoudt er contacten met een pabo en een universiteit. Verder zijn er contacten met christelijke onderwijsinstellingen in Duitsland, Roemenië, Engeland en Zuid-Afrika. “Religiositeit groeit in Europa”, zegt Booy. “Bepaalde groepen zoeken elkaar op. Lutherse kerken in voor-malig Oost-Duitsland hebben onze hulp gevraagd bij de oprichting van een geloofsgebonden instituut. En een Roemeense lerarenopleiding wil een Engelse vertaling van onze publicatie over christelijk leraar-schap. Wie weet wat daaruit voortkomt.”

Maatschappelijke plichtLos van deze internationaliseringsactiviteiten ondersteunt Driestar ontwikkelingsprojecten op buitenlandse scholen buitenlandse scholen in achter-standssituaties. De instelling ziet dat als haar maat-schappelijke plicht. Zo sponsort ze een christelijke basisschool in Oekraïne. En hoewel de voorkeur uitgaat naar christelijke organisaties, zijn contacten met niet-christelijke organisaties en bedrijven niet ongewoon. Driestar educatief is bijvoorbeeld lid van het European Forum for Freedom in Education (EFFE), waar ook Montessorischolen en vrije scholen onder vallen. “Ook die zijn interessant voor ons”, zegt Booy. “Met hen kunnen we ideeën uitwisselen over hoe je pedagogiek vanuit een bepaalde gedachte vormgeeft.” De meeste buitenlandse contacten komen voort uit de buitenlandse werkweken die Driestar educatief sinds een jaar of vijftien organiseert. Studenten zijn dan te gast bij een pabo in een ander Europees land. Ze lopen mee op die opleiding, bezoeken een of twee basisscholen en maken culturele uitstapjes. Vaak leidt dat tot vriendschappen en bezoeken van buitenlandse studenten en docenten aan Gouda. Die verkennen op hun beurt het bijzondere onderwijs op Driestar educatief, zijn onder de indruk van de goed voorziene onderwijswerkplaats met les- en speelmateriaal en verbazen zich soms over het feit dat alle vrouwen op

Internationaliseren met de bijbel in de hand

Ook heel kleine instellingen kunnen niet meer om internationalisering heen. De christelijke

hogeschool Driestar Educatief in Gouda bouwt – met beperkte middelen – aan een

internationaal netwerk van gelijkgestemden. Driestar heeft de tijdgeest mee: “Religiositeit

groeit in Europa.”

Foto

: Ser

ge L

igte

nber

g

Piet Booy, coördinator internationalisering, ziet graag meer studenten naar het buitenland vertrekken

Page 22: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren

| oktober 2007 | transfer42 transfer | oktober 2007 | 43

Okt-Nov

2007

Mid-career professionals uit Marokko, Syrië, Oman en Irak kunnen vanaf maart 2008 met een Nederlandse beurs in Nederland ruim drie maanden een cursus op hun vakgebied volgen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt voor deze MENA (Middle East North Africa) Scholarships via de Nuffic 600.000 euro beschikbaar. Het gaat om ca. 75 deskundigen in watermanagement, milieuwetenschap, bedrijfskunde, de landbouw of aardwetenschappen. Aan het pilotproject werken het ITC in Enschede, Wageningen Universiteit, het UNESCO-IHE Instituut voor Wateronderzoek in Delft en de Maastricht School of Management mee. Werving en selectie verlopen via de Nederlandse ambassades. De eerste deadline is 1 november. Meer informatie bij Birgitte Vos van de Nuffic, 070 – 426 0183 of [email protected].

Kennisbeurzen Arabische Wereld

De organisatie van gezamenlijke onderwijsprogramma’s of opleidingen in het buitenland roept veel vragen op over de wettelijke regeling rond financiering, accreditatie etc. Het ministerie van OCW heeft die op een rij gezet in een ‘Gedragslijn Nederlandse opleidingen in het buiten-land’. Meer informatie daarover bij de koepelorganisaties voor hoger onderwijs of het ministerie (M. Colenbrander, 070 – 412 3316 / F. de Zwaan, 070 – 412 4211).

Richtlijn offshore onderwijs

A G E N D ADe Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en de Algemene Studentenvereniging Amsterdam (ASVA) houden op 12 oktober een bijeenkomst met discussies en presentaties over internationalisering voor studenten uit binnen- en buitenland en andere geïnteresseerden. Thema’s zijn ‘Medezeggenschap internationaal?’ en ‘Uitwisseling is een wisselwerking’. Meer informatie op www.asva.nl

Het International Institute of Social Studies in Den Haag viert half oktober zijn 55-jarig jubileum met een tweedaags symposium ‘Cities of Extremes’ over ontwikkelingsproblematiek en grote steden. Voor het volledige jubileumprogramma zie www.iss.nl.

Op 8 november organiseert de NVAO in Den Haag een seminar Accreditatie en Internationalisering voor medewerkers van internationaal georiënteerde opleidingen. Meer informatie op www.nvao.nl.

Het vierde policy seminar van de Academic Cooperation Association (ACA) is op 16 november in Brussel en gaat over Bologna en de Europees-Amerikaanse onderwijsssamenwerking. Meer informa-tie op www.aca-secretariat.be

“Internationalisering op hogescholen: professionals at work” is het thema van de studiedag inter-nationalisering van de HBO-raad op 27 november in Amsterdam. Centraal staan drie aspecten van de internationale leeromgeving: onderwijs en onderzoek, de organisatie en ontwikkelingssamen-werking. Aanmelden via www.hbo-raad.nl.

Fairs

ICIEPMoskou 13 – 14 oktober en 13 – 17 februari 2008

EHEFBeijing 19 – 21 oktober

EHEFTaipei 3 – 4 november

EHEFIndonesië 25 november – 2 december

EHEFVietnam 7 – 12 december

de hogeschool een rok dragen (wat volgens Booy een ongeschreven regel is). De laatste jaren hebben die contacten een formeler karakter gekregen, in de vorm van samenwerkings-overeenkomsten en korte (uitwisselings)projecten. Zo werkte Driestar educatief met de Hongaarse partners samen aan een onderwijsvernieuwingsproject van onder meer Buitenlandse Zaken voor nieuwe EU-lidstaten. “Het ministerie vond dit een van de meest geslaagde projecten. Maar als calvinisten iets proberen, pakken ze het ook grondig aan”, zegt Booy lachend.Voor Booy komt het echter vanwege zijn beperkte tijd en budget vaak op improviseren neer. “Vijftien Roemeense collega’s wilden eens een week langs-komen. ‘Krimmeneel, hoe moet ik dat doen?’, dacht ik. De boeren rond mijn dorp heb ik toen gevraagd of ze voor 125 euro een paar Roemenen in huis wilden nemen. Geen probleem. De Roemenen gingen zelfs met die families mee naar de kerk!” Voor een Duitse docent die nieuws-gierig was naar milieu-educatie draaide hij een programma in elkaar met bezoeken aan een milieu-edu-catiecentrum, een kinderboerderij en de rattenvangdienst.

Dino’sEr zijn ook problemen van principiëlere aard. Zo willen sommige studenten op de buitenlandse werkweken per se vóór zondag terug zijn om hun eigen kerk te kunnen bezoeken. Staat dat vast-houden aan identiteit internationalisering niet in de weg? Internationaliseren betekent immers ook openstaan voor andere ideeën en culturen, een open mind ontwikkelen? “Studenten zijn wel opener geworden”, vindt Booy. “In Engeland staan basis-scholen vol met dino’s. Ik vind het goed als een student zich afvraagt of dat wel kan en of wij soms niet te eenzijdig bezig zijn.”

Booy, die hervormd is en volgens wie de geloofs-overtuigingen op de hogeschool variëren van “rede-lijk ruimdenkend tot bijna orthodox”, stimuleert studenten ook zo veel mogelijk tot blikverruiming. Een enkele keer levert dat een boze brief van ouders op. Sommige studenten brengen tegen zijn filoso-fische argumenten “dogmatische argumenten uit zestiende-eeuwse godsdienstoorlogen” in. Maar dat zijn er een of twee. Dertig jaar geleden betrof het de helft van de klas.

Vastere vorm“Kijk, dat vind ik nou bemoedigend”, zegt hij, terwijl hij in de gang wijst naar een stapeltje Wilweg-gidsjes voor studie in het buitenland. Booy legde het stapeltje onlangs neer en volgens hem is het al aardig geslonken. Hij ziet graag meer studenten naar het buitenland vertrekken dan de twintig tot dertig

die nu jaarlijks voor een korte stage gaan. Maar de internationalisering van Driestar, die nu soms toevallig tot stand komt, krijgt steeds vastere vorm. In 2008 wordt internatio-nale ervaring verplicht en moet minstens 10 procent van de mede-werkers hebben deelgenomen aan een internationale uitwisseling.

Van de docenten wil eenderde naar het buitenland, schat Booy. “Probleem is de talenkennis. Met een docent Engels wil ik nu een cursus organiseren.” En het moet voor studenten mogelijk worden om langer weg te gaan. “Stages van vier weken zijn te kort om echt iets te leren”, vindt Booy. “Ze worden vaak gekoppeld aan familiebezoek in Canada, waar veel studenten naartoe gaan. Niet alle docenten willen hun studenten langer missen. Ze moeten leren hen los te laten.”

Vera Ros

Driestar educatief is een christelijk kennis-

centrum op reformatorische grondslag

met drie onderdelen: een hogeschool, een

afdeling hulpverlening en een afdeling

onderwijsadvies. De hogeschool heeft een

pabo, een lerarenopleiding voortgezet

onderwijs en een hbo-opleiding pedago-

giek. Driestar educatief telt ongeveer 1.350

vol- en deeltijdstudenten, van wie de mees-

ten de pabo of pedagogiek doen. Naast het

hoofdkantoor in Gouda zijn er vestigingen

in Ridderkerk, Apeldoorn, Veenendaal en

Kapelle. De hogeschool verzorgt ook lectora-

ten Onderwijs en Identiteit en Exemplarisch

Onderwijs en biedt sinds september met

de Hogeschool Utrecht een masteroplei-

ding special educational needs (SEN) aan.

Studenten zijn vooral tevreden over de

studiebegeleiding en de kleinschaligheid en

kwaliteit van hun opleiding. Ruim 84 pro-

cent studeert binnen vijf jaar af, zo bleek in

2005 uit onderzoek van het ministerie van

OCW. Daarmee had Driestar het hoogste

afstudeerrendement van alle pabo’s. (VR)

k l e i n s c h a l i g i n s t i t u u t m e t h o o g r e n d e m e n t

“Als calvinisten iets

proberen, pakken ze het

ook grondig aan”

Page 23: transfer · 2012. 7. 24. · transfer 14-31 Thema: Rusland Rusland is weer helemaal terug op het wereldtoneel. De economie groeit flink en er is veel vraag naar hoger onderwijs. Jongeren