20090622 sociale dienstverlening 2·0 rv d
-
Upload
roel-van-driel- -
Category
Documents
-
view
125 -
download
2
description
Transcript of 20090622 sociale dienstverlening 2·0 rv d
De G4 werken aan de sociale dienstverlening van morgen
Visie en architectuur sociale dienstverlening
Versie 2.0 - juni 2009
Strategie en Innovatie - RvD
visie en architectuur sociale
dienstverlening 2
Samenleving
Burger
Overheids dienstverlening
Bedrijven
Uitvoering
Politiek
Bij overheids dienstverlening gaat het om de relatie en interactie tussen de uitvoering enerzijds en individuele burgers, de samenleving en bedrijven anderzijds …
visie en architectuur sociale
dienstverlening 3
Is alle overheidsdienstverlening op één plaats te verkrijgen, in één grote overheidssupermarkt?
Nee, de overheid bestaat uit een aantal zeer verschillende winkeltjes! Per winkel verschillen de eisen aan de dienstverlening!
Overheidsdienstverlening: één pot nat, of.. ?
Elk van deze winkels kent zijn eigen • dienstverleningsconcept • doelgroep
visie en architectuur sociale
dienstverlening 4
Winkel met overheidsproducten: • paspoort / id-bewijs • verlengen rijbewijs • VOG • ...
Levering NUTSdiensten: • ophalen huisvuil • onderhoud wegen • openbaar groen • ...
Handhaven, toezicht houden: • vergunningen verlenen • controle op naleving • maatregelen nemen • ...
Maatschappelijke dienstverlening: • Toeleiden naar werk • Verstrekken uitkeringen • Wmo voorzieningen leveren • ...
De overheid heeft vele gezichten
Dienstverleningsarchitectuur: publieks dienstverlening versus sociale dienstverlening
visie en architectuur sociale
dienstverlening 5
Doelgroep:
Alle
burgers
Korte,
eenmalige
contacten
Intensief,
langdurig
contact
publieks dienstverlening sociale dienstverlening
Overheidsdienstverlening
• inwonerszaken
• burger = klant in overheidswinkel
• oplossen/beheersen maatschappelijke problemen
• (tijdelijke) afhankelijkheid dienstverlening
• burger centraal
• administratieve lastendruk vermindering
SERVICENORMEN
VRAAGGERICHT en PROACTIEF
TRANSACTIES VIA ALLE KANALEN
GEINTEGREERD als service
KETENDIENSTVERLENING productieketen
INDIVIDUEEL EN COLLECTIEF (samenleving als klant)
MIX AAN DIENSTVERLENINGSCONCEPTEN
VELE KETENS, MULTI-INTEGRATIE, DOSERING
ORCHESTRATIE naast (ZELF)REGIE
HANDHAVING EN PLICHTEN VAN BURGERS
Doelgroep:
Kwetsbare
burgers
Uitgangspunten inrichting sociale dienstverlening
visie en architectuur sociale
dienstverlening 6
Voor een goed begrip van de hoofdarchitectuur van sociale
dienstverlening zijn de volgende uitgangspunten van belang:
• het vermogen tot zelfregie wordt waar mogelijk benut
• sociale dienstverlening heeft altijd te maken met een belemmering in het maatschappelijk
functioneren van een burger; de ernst van het probleem wordt weergegeven in termen
als (mate van) zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie, armoede, afstand tot de
arbeidsmarkt enz.
• de aard van de problematiek waarvoor de dienstverlening ingezet, is
bepalend voor het dienstverleningsconcept
is het probleem oplosbaar, of alleen beheersbaar (compenseerbaar)?
wie ervaart (in welke mate) het probleem: de klant of de samenleving?
is sprake van enkelvoudige of meervoudige problematiek?
Architectuur sociale dienstverlening: lagen
visie en architectuur sociale
dienstverlening 7
Dienstverlening
Dienstverleningsconcept
Wettelijk instrumentarium (welke voorzieningen)
samenleving burger
Karakter probleem of mix van problemen
Kenmerk burger/doelgroep Afgezet tegen..
Afgezet tegen..
Bepaalt de keuze van..
• Heeft de klant realistisch zelfbeeld
• Vermogen tot zelfregie vaststellen
• Hoe is de klant toegerust
• Sociale omgeving / netwerk
• Eén probleem of multiprobleem
• Impact proble(e)m(en) op omgeving
• Urgentie probleem
• Arrangement bji de problemen
• Randvoorwaarden, planning
• Meerdere organisaties? Coördinatie
• Klantbenadering
• Contactvormen
• Regiseurschap
Mix aan dienstverleningsconcepten
visie en architectuur sociale
dienstverlening 8
MA
TE
VA
N Z
ELFR
ED
ZA
AM
HE
ID
MATE VAN MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE (hoogte van de ‘lat’ is relatief)
Laag
Hoog
Hoog
Perspectief: Vanuit de samenleving
Perspectief: Vanuit het individu
Afhankelijkheid
(voor- en over
de klant)
Dwang
(niet willers)
Servicegestuurd
(niet kunners)
Vraaggestuurd
(initiatief bij
de klant)
Vier dienstverleningsconcepten (toelichting)
• De keuze voor het concept heeft te maken met de combinatie van doelgroep/soort probleem(mix)/wettelijk kader
• Eén uitvoeringsorganisatie kan meerdere dienstverlenings-concepten hanteren; per wet/regeling kunnen meerdere concepten toegepast worden
• Kenmerken per concept:
– Dwangdienstverlening: professionals bepalen het doel (namens de samenleving, bijvoorbeeld aanpak jongeren, inburgering enz.)
– Servicegeorienteerde dienstverlening: initiatief en regie bij de professionals (bijvoorbeeld bij WMO ZIN, toeslagen, enz.)
– Vraaggestuurde dienstverlening: initiatief bij de burger, gebruik makend van het vermogen tot zelfregie (bijvoorbeeld bij gebruik van werk.nl, pgb’s, enz.)
• Tijdens de uitvoering wordt de passendheid van het vigerende dienstverleningsconcept voor de klant permanent getoetst; als een ander concept beter past vindt warme overdracht plaats
visie en architectuur sociale
dienstverlening 9
Model multiprobleem dienstverlening
visie en architectuur sociale
dienstverlening 10
Organisatie A Organisatie B Organisatie C Organisatie D
burger
R
intermediair
Proble-
men
Arran-gement
Arrangement is afgestemd op de
problemen van de klant
Wettelijke voorzieningen, ondergebracht bij deze
organisatie
Intermediair = klant zelf, of iem. uit de omgeving, het
middenveld of professional
visie en architectuur sociale
dienstverlening 11
armoede
werkloos-
heid
schulden
slechte
huisvesting
school-
uitval
no life
skills
geen start
kwalificatie
gehandi-
capt zijn
niet mobiel
zijn
aggressie
niet ge-
integreerd
verslaafd
zijn
geen kin-
deropvang
burger
hulp vraag
realistisch zelfbeeld? inzicht in oplossing- mogelijkheden? vermogen tot zelf- regie? sociaal netwerk? communicatie- mogelijkheden houding/gedrag motivatie
selectie voorzieningen
selectie intermediair
bepalen aanpak
Enkelvoudig / meervoudige voorzieningen? Eén of meer betrokken organisaties? Welke voorziening is dominant?
Zelfregie? Regiseur uit omgeving of tussenpersoon? Regie door de/ één van de houder(s) van voorzieningen
Mate van self-service Welke klantbenadering: klant aan zet, servicegericht, dwang cq handhaving? Rechtsstreeks of vooral via intermediair? Einddoel, tijdpad, cyclisch?
Vraag analyse